Inhoud
Voorwoord 3 HOOFDSTUK 1 De handel 17 1 Ontstaan van de handel 19 2 Kopen en verkopen 19 3 Soorten handel 20 3.1 Groothandel 21 3.2 Zelfstandige kleinhandel 22 3.3 Online handel 22 4 Tussenpersonen bij de handel 22 5 De verkoopovereenkomst 23 5.1 Verkoopvoorwaarden 23 5.2 Incoterms 27 6 Internationale handelspolitiek 27 7 Internationale handel 32 8 Oefentraject 41 8.1 Multiplechoicevragen 41 8.2 Oefeningen 42 9 Zelfevaluatie 45 HOOFDSTUK 2 Handelsdocumenten 47 1 Inleidende case 49 2 Van offerte tot factuur 56 2.1 De prijsaanvraag 56 2.2 De offerte 56 2.3 De bestelbon 57 2.4 De bevestiging van de bestelling 57 2.5 De leveringsbon 57 2.6 De factuur 57 2.6.1 Verplichte vermeldingen 58 2.6.2 Factuurberekening 60 2.6.3 Factureren van verpakking 61 5
INHOUD
2.6.4 Gewichtsverminderingen of gewichtskortingen
2.6.4.1 Soorten gewichtskortingen
2.6.4.2 Afronden van de gewichtskortingen
2.6.5 Prijskortingen
2.6.5.1 Commerciële of handelskortingen
2.6.5.2 Financiële kortingen
2.6.5.3
2.6.6
2.6.7 Factuur als kredietinstrument
2.6.8 Debetnota
2.6.9 Creditnota
2.6.10 Elektronische factuur
3.1 Het begrip btw
3.2 De btw-plichtige
3.3 Belastbare handelingen
3.4 Btw-verplichtingen
3.5 Maatstaf van heffing en btw-tarieven
3.6 Btw bij internationale transacties
3.6.1 Invoer uit derde landen
3.6.2 Uitvoer naar derde landen
3.6.3 Intracommunautaire verwerving van goederen – ICV (zie ook bij Douaneformaliteiten)
3.6.3.1 Koper is een gewone belastingplichtige (BPL) met periodieke aangifte (PA)
3.6.3.2 Koper beschikt niet over een btw-nummer voor zijn binnenlandse activiteiten
3.6.3.3 Koper is een particulier
3.6.4 Intracommunautaire levering van goederen – ICL
en vervoersdocumenten
4.1 Vervoersvormen
4.2 Vervoersdocumenten
4.2.1 Zeevaartconnossement of Bill of Lading (B/L)
4.2.1.1 Definitie
4.2.1.2 Kenmerken
4.2.1.3 Aantal exemplaren
4.2.1.4 Werkwijze in de praktijk
4.2.1.5 Inhoud
4.2.2 Binnenvaartconnossement
4.2.2.1 Definitie
4.2.2.2 Kenmerken
4.2.2.3 Inhoud
4.2.3 CMR-vrachtbrief (wegvervoer)
4.2.3.1 Kenmerken
Inhoud
61
62
62
62
63
63
63
Afronden van de prijskortingen
de
63
Bewijskracht van
factuur
64
64
64
64
65
3 Btw
65
65
66
67
67
68
68
69
69
69
69
71
71 4
72
72
Vervoer
74
75
75
75
75
76
78
79
79
79
80
81
81 6
4.2.5
4.2.5.2
5.2.3
5.2.4
6.2.1.1 EXW – EX WORKS (+ overeengekomen plaats)
6.2.1.2 FCA – FREE CARRIER (+ overeengekomen plaats)
6.2.1.3 CPT – CARRIAGE PAID TO (+ overeengekomen plaats van bestemming) 108
6.2.1.4 CIP – CARRIAGE AND INSURANCE PAID TO (+ overeengekomen plaats van bestemming) 109
6.2.1.5 DAP – DELIVERED AT PLACE (+ overeengekomen plaats) 110
6.2.1.6 DPU – DELIVERED AT PLACE UNLOADED = GENOEMDE PLAATS 111
6.2.1.7 DDP – DELIVERED DUTY PAID (+ overeengekomen plaats van bestemming) 112
6.2.2 Incoterms van groep 2 – Incoterms uitsluitend voor zee- en binnenvaart 113
6.2.2.1 FAS – FREE ALONGSIDE SHIP (+ overeengekomen verschepingshaven) 113
6.2.2.2 FOB – FREE ON BOARD (+ overeengekomen verschepingshaven) 114
6.2.2.3 CFR – COST AND FREIGHT (+ overeengekomen bestemmingshaven) 115
6.2.2.4 CIF – COST, INSURANCE AND FREIGHT (+ overeengekomen bestemmingshaven) 116
6.2.3 Incoterms en de wijze van vervoer 117
7 Douaneformaliteiten
7.1 Taken van de douane
7.2 Enkele nieuwe begrippen
7.3 Belastingen en de buitenlandse handel
7.3.1 Invoerrechten
7.3.2 Btw
7.3.3 Accijnzen
Inhoud
Inhoud 84 4.2.4 CIM-vrachtbrief (spoorvervoer) 84 4.2.4.1 Kenmerken 85 4.2.4.2 Inhoud 87
4.2.3.2
Luchtvrachtbrief
Air Way Bill
88
Kenmerken 88
of
(AWB)
4.2.5.1
Inhoud 88
Aantal exemplaren 89 5 Oorsprongsdocumenten 92 5.1 Economische oorsprong 93 5.2 Fiscale oorsprong 96 5.2.1 EUR-certificaat
document 7) 96
Oorsprongsverklaring
exporteur
factuur 99
4.2.5.3
(zie
5.2.2
van de
op
EUR-Med-certificaat 99
van oorsprong
document 10) 101 6 Incoterms 104
Wat zijn Incoterms? 104
Bespreking van de Incoterms ® 2020 105
Incoterms van groep 1
Incoterms voor alle vervoersvormen 106
Certificaat
FORM A (zie
6.1
6.2
6.2.1
–
106
107
117
117
118
120
120
120
120 7
7.4
7.5
7.6
Inhoud
Douaneformaliteiten 121 7.4.1 Intracommunautaire handel 121 7.4.2 Handel met derde landen 121 7.4.2.1 Invoer 121 7.4.2.2 Uitvoer 121 7.4.2.3 Uniedouanevervoer of doorvoer 122
Tarief van invoerrechten en goederencode 122
Douanewaarde 128
Douaneaangifte 129 7.7.1 Doel van de douaneaangifte 129 7.7.2 PLDA – MASP – ECS – AEO – EORI 130 7.7.2.1 Relevante begrippen 130 7.7.2.2 Nieuwe begrippen 131 7.7.3 Voorbeeld aangifte 131 8 Oefentraject 135
Oefeningen op factuur 135
Oefeningen op de creditnota 142 8.3 Multiplechoicevragen 146 8.4 Oefeningen Incoterms 148 8.5 Oefeningen vervoer 149 8.6 Oefeningen douane 150 9 Zelfevaluatie 154 HOOFDSTUK 3 Betalingsmiddelen en -bewijzen 157 1 Inleidende case 159 2 De rechtstreekse betaling 159 2.1 De kwijting 159
Het kwijtschrift of de kwitantie 160 2.3 Het ontvangstbewijs 160 2.4 Het kasticket 161 2.5 Bitcoin 161 3 De onrechtstreekse betaling 162 3.1 De zichtrekening 162 3.1.1 Definitie 162 3.1.2 SEPA (Single Euro Payments Area) 162 3.1.3 Kenmerken 163
De titularis en volmachtdrager 163
Het rekeningnummer 163
Transacties met een zichtrekening 163 8
7.7
8.1
8.2
2.2
3.1.3.1
3.1.3.2
3.1.4
3.2
3.3
3.1.5
3.2.1
3.2.2
3.2.3
3.2.4
3.1.4.1
3.5
3.6
3.8
3.6.1
3.6.2
3.6.2.1
3.6.2.2
3.6.3
3.6.4
3.6.5
3.7.1.1
3.7.2
3.7.2.1
3.7.2.2
3.8.1
3.8.2
3.8.3
3.8.4
3.8.4.1
3.9 De wisselbrief (Bill of Exchange of
3.9.1
3.9.1.1
3.9.1.2
Inhoud
Stortingen en geldopnamen 163 3.1.4.2 De valutadatum 164
Het rekeninguittreksel 164
3.1.4.3
166
De kosten en opbrengsten
De debetkaart 166
Definitie 166
Betalingsinstellingen 166
Klassiek betalen via de debetkaart 167
Contactloos betalen 168
De prepaidkaart 169 3.4 Mobiel betalen 169 3.4.1 Technologie 169 3.4.2 Initiatieven 170
De rol van de banken 170
3.4.3
Online betalen 171
De overschrijving 174
Definitie 174
Werking 174
Europese overschrijving 174
Internationale overschrijving 174
De memodatum
‘gewenste uitvoeringsdatum in de toekomst’ 175
of
mededeling (OGM) 175
De overschrijving met gestructureerde
Instantbetalingen 175
Bijzondere overschrijvingen 176 3.7.1 De doorlopende opdracht 176
3.7
Definitie 176
Werking 176
3.7.1.2
Automatische overschrijving van gedomicilieerde facturen 176
Definitie 176
Werking 176
De cheque 177
Definitie 177
Werking 178
Internationaal gebruik van de cheque 178
De bankcheque 179
Definitie 179
Werking 179
3.8.4.2
Draft,
180
Lettre de Change, Wechsel)
Algemeenheden 180
Definitie 180
Partijen 180 9
3.10
3.9.2
3.9.3
3.10.1
3.10.2
3.9.1.3
3.11.3
3.11.4
3.11.5
3.11.6
Inhoud
De acceptatie 181 3.9.1.4 De vervaldag (maturity date, échéance) 181 3.9.1.5 Plaats van betaling 181
Het endossement 182
Verminderd gebruik van wisselbrieven 183
Documentair incasso 184
Betrokken partijen 184
Werking 185
Risico’s voor de verkoper 185 3.11 Documentair krediet (Letter of credit, L/C) 186 3.11.1 Betrokken partijen 186 3.11.2 Principe 186
3.10.3
Werking documentair krediet 187
Voordelen 188
Kenmerken 189
Vereenvoudigde voorstelling van een Letter of Credit 189
Beknopte uitleg over de termen uit de L/C 191 4 Oefentraject 191 4.1 Oefeningen 191 4.2 Multiplechoicevragen 199 5 Zelfevaluatie 200 HOOFDSTUK 4 Bank en beurs 201 1 Sparen en beleggingen 203 1.1 Inleidende case 203 1.2 Gereglementeerde spaarrekening 205 1.2.1 Definitie 205 1.2.2 Werking 205 1.2.2.1 Valutadatum 205 1.2.2.2 Rentetarieven 205 1.2.2.3 Uitbetaling 206 1.2.3 Voordelen 206 1.2.4 Nadelen 206 1.2.5 Online spaarrekeningen en prijsbrekers 207 1.3 Termijnrekening 208 1.3.1 Definitie 208 1.3.2 Werking 208
Rekeningen met vaste termijn 208
Rekeningen met opzeggingstermijn 208 10
3.11.7
1.3.2.1
1.3.2.2
1.7
1.6.2
1.7.1
1.8.2
1.8.2.1
1.8.2.2
1.8.3
1.8.3.1
1.8.3.2
1.8.3.3
1.8.4.1
met mogelijke terugbetaling op een tussentijdse
Inhoud
Kasbon 208 1.4.1 De kasbon 208 1.4.1.1 Definitie 208 1.4.1.2 Werking 208 1.4.1.3 Kosten 209 1.4.1.4 Voordelen 209
Maatregelen tegen witwassen en terrorisme 209
De kapitalisatiebon 209 1.4.2.1 Definitie 209 1.4.2.2 Werking 210 1.4.2.3 Opmerking 211 1.5 Schatkistcertificaten 211 1.5.1 Definitie 211 1.5.2 Publiek 211 1.5.3 Werking van de aanbesteding 211
Verzekeringsbon 212
Definitie 212
1.4
1.4.1.5
1.4.2
1.6
1.6.1
Kenmerken 213
Tak21- en Tak23-verzekeringen 213
Pensioenspaarfonds (Tak23) 213 1.7.2 Pensioenspaarverzekering (Tak21) 213 1.8 Obligaties 214 1.8.1 Omschrijving 214 1.8.1.1 Kenmerken 215 1.8.1.2 Looptijd 215
Kostprijs van een obligatie 215
Waarborgen ten voordele van de
216
1.8.1.3
1.8.1.4
obligatiehouders
van de uitgever (debiteurenrisico) 216
De secundaire markt en het liquiditeitsrisico 218 1.8.1.7 Renterisico 219 1.8.1.8 Beleggingsstrategie 219 1.8.1.9 Wisselkoersrisico 219
1.8.1.5 De kwaliteit
1.8.1.6
Soorten obligaties 221
Volgens de aard van de rentevergoeding 221
Hybride obligatieleningen 222
Terugbetalingswijzen van obligaties 224
Obligaties
terugbetaling
224
225
met
op eindvervaldag
Obligaties
vervaldag
Obligaties
225
225
met aflossingsplan
1.8.4 Overheidsobligaties
Lineaire obligaties
225 11
(OLO’s)
1.8.4.2
1.8.5 Indeling van obligaties volgens de nationaliteit
1.8.6 Rendement van een obligatie
1.8.6.1 Couponrendement
1.8.6.2 Koersrendement
1.8.6.3 Actuarieel rendement
1.8.6.4 Brutorente tegenover nettorente
1.8.6.5 Kosten en taksen in België op obligaties
1.9 Aandelen
1.9.1 De vorm
1.9.2 Winstuitkering
1.9.3 Rechten van een aandeelhouder
1.9.4 Waardemeters voor aandelen
1.9.4.1 De koers
1.9.4.2 Dividendrendement
1.9.4.3 Koers-winstverhouding
1.9.4.4 De return
1.9.4.5 Boekwaarde en intrinsieke waarde van een aandeel
1.9.4.6 Fiscaliteit en kosten van aandelen
1.10 Beleggingsfondsen
1.10.1
1.10.1.1
1.10.1.3 Liquiditeit, kosten en taksen
1.10.1.4 Voordelen van een beleggingsfonds
1.10.1.5 Nadelen van een beleggingsfonds
1.10.2 Aard en soorten beleggingsfondsen
1.10.2.1
1.10.2.2 Bevaks en sicafs (gereglementeerde vastgoedvennootschappen)
1.10.2.3 Vastgoedfondsen: van vastgoedbevaks naar gereglementeerde vastgoedvennootschappen (GVV)
1.10.3 Individuele en collectieve pensioenbeleggingen
1.10.3.1 Groepsverzekering en de bedrijfspensioenfondsen
1.10.3.2 De derde pensioenpijler: individueel pensioensparen
1.10.4 Duurzame fondsen
1.10.5 ‘Exchange traded funds’ (trackers)
1.11 Oefentraject
1.11.1 Oefenen op beleggingsproducten
1.11.2 Oefeningen obligaties
1.11.3 Oefeningen aandelen
1.11.4 Oefeningen beleggingsfondsen
Inhoud
Staatsbons 230
230
234
235
235
235
235
236
236
236
236
237
237
237
239
240
241
241
242
244
244
Kenmerken van beleggingsfondsen
Inleiding 244
Omschrijving 244
1.10.1.2
244
244
244
245
245
Beveks en sicavs
245
246
246
247
247
247
248
249
249
253
254
255 12
1.12 Zelfevaluatie
2 De beurs en beursindexen
2.1 Inleidende case
2.2 Werking van de beurs
2.2.1 Wat is een beurs?
2.2.2 Aandelenbeurzen en hun nut
2.2.3 Euronext
2.2.3.1 Het ontstaan van Euronext
2.2.3.2 Organisatie en controle van de beurs
2.2.4 De deelmarkten van de Brusselse beurs
2.2.4.1 De configuratie van de niet-gereglementeerde markt op de Brusselse beurs
2.2.4.2 Criteria om op de continumarkt genoteerd te worden
2.3 Beursindexen
2.3.1 Wat is het nut van een beursindex?
2.3.2 De samenstelling van een beursindex
2.3.3 Voorbeelden van beursindexen
2.3.3.1 Bel-20
2.3.3.2 De berekening van de Bel-20
2.3.4 De bull en de bear markt
2.4
2.5
3.1.1 De kredietkaart
3.1.2 De kredietlijn op de zichtrekening
3.1.2.1
3.1.2.2
3.1.3 Het consumentenkrediet
3.1.3.1 Soorten
3.1.3.2 De afbetaling van het consumentenkrediet
3.1.3.3 Bescherming van de consument
3.1.4 De hypothecaire lening
3.1.4.1
3.1.4.2 De aflossingsvormen
3.1.4.3
3.1.4.4 Vervroegde aflossing van hypothecaire leningen
3.1.4.5 Herfinanciering van hypothecaire leningen
3.1.4.6 De woonbonus in het Vlaams Gewest
3.2 Financieringsmiddelen voor ondernemingen
3.2.1
3.2.2
Inhoud
255
256
256
256
256
256
256
256
257
257
257
259
260
260
260
260
260
262
263
Oefentraject 264
Zelfevaluatie 264 3 Financieringsmiddelen 264 3.1 Financieringsmiddelen
264
voor particulieren
264
265
Definitie 265
Werking 265
265
265
266
268
269
Definitie 269
269
271
De kosten en voorwaarden
272
273
273
277
Inleidende case 277
Kaskrediet 278 13
3.4
3.2.3
3.2.4
3.2.5
3.2.5.1
3.2.5.2
3.2.5.3
3.2.5.4
3.2.6
3.2.6.1
3.2.6.2
3.2.7
3.2.8.1
3.2.8.2
3.2.9
3.2.9.1
3.2.10
3.3.1
3.3.1.1
3.3.3
3.3.4
3.4.1
3.4.2
3.3.2.1
3.3.2.2
Inhoud
Straight loan 278
De factuur als kredietinstrument 278
Factoring 279
Definitie 279
279
De kostprijs
Dienstverlening 280
Exportfactoring 280
Leasing 281
Financiële leasing 282
Operationele leasing (renting) 283
Sale and lease back/sale and rent back 283
3.2.6.3
Het investeringskrediet 283 3.2.8 Bankgaranties 284
Definitie 284
Belang van de bankgaranties 284
van
285
Disconto
wisselbrieven
cliëntendiscontokrediet 285
Cedentendiscontokrediet of
Crowdfunding 287 3.2.11 Win-winlening 288
Financieringsmiddelen voor grote bedrijven 288
3.3
Uitgifte van obligaties
vermogen) 288
(vreemd
Waarom? 288
Uitgifte en terugbetaling 289
Uitgifte van aandelen (eigen vermogen) 289
3.3.1.2
3.3.2
De creatie van nieuwe aandelen bij een beursgang 290
De creatie van bijkomende aandelen bij een kapitaalverhoging 291
Commercial paper 291
Crowdfunding en win-winlening 292
Oefentraject 292
Oefeningen 292
Multiplechoicevragen 295
Financiering van grote bedrijven 295
Zelfevaluatie 297 HOOFDSTUK 5 De verzekeringsovereenkomst 299 1 Verzekeringen: een inleiding 301 1.1 Verzekeringsovereenkomst 301 1.1.1 Definitie 301 1.1.2 Bestanddelen 301 1.1.3 Juridische basis 303 14
3.4.3
3.5
1.2
2.3
2.1.1
2.1.1.2
2.1.1.3
2.1.3.1
2.1.4
2.1.4.1
2.1.4.2
2.1.5
2.2.3
2.2.2.1
2.2.2.2
2.2.5
2.2.4.2
2.2.5.1
2.2.5.2
Inhoud
Overige partijen in de verzekeringswereld 303 1.3 De verschillende soorten verzekeringen 304 2 Verschillende soorten verzekeringen 304 2.1 Zaakverzekeringen 304
Omniumverzekering 304
Doel 304
2.1.1.1
Waarborgen 305
Bijzondere kenmerken 305
Brandverzekering 305 2.1.2.1 Doel 305 2.1.2.2 Waarborgen 306 2.1.2.3 Eenvoudig versus speciaal risico 306 2.1.3 Machinebreukverzekering 307
2.1.2
Doel 307
Waarborgen 307
2.1.3.2
Montageverzekering 308
Doel 308
Waarborgen 308
Alle-bouwplaatsrisicoverzekering 308 2.1.5.1 Doel 308 2.1.5.2 Waarborgen 309
Verzekering alle elektronische risico’s 309
Doel 309
Waarborgen 309
Aansprakelijkheidsverzekeringen 310
Burgerlijke aansprakelijkheid – auto 310
Doel 310
Waarborgen 310
2.1.6
2.1.6.1
2.1.6.2
2.2
2.2.1
2.2.1.1
2.2.1.2
310
2.2.2 Burgerlijke aansprakelijkheid – onderneming
BA uitbating 311
BA na levering 311
312
Doel 312
Waarborgen 312
312
Doel 312
Beroepsaansprakelijkheidsverzekering
2.2.3.1
2.2.3.2
2.2.4 Verzekering bestuurdersaansprakelijkheid
2.2.4.1
Waarborgen 313
313
Objectieve aansprakelijkheid brand en ontploffing
Doel 313
Waarborgen 313
van financiële risico’s 313 15
Verzekeringen
Inhoud
Kredietverzekering 313 2.3.1.1 Doel 313 2.3.1.2 Waarborgen 314 2.3.2 Bedrijfsschadeverzekering 314 2.3.2.1 Doel 314 2.3.2.2 Waarborgen 314 2.4 Persoonsverzekeringen 314 2.4.1 Bedrijfsleider op zich 314 2.4.1.1 Bedrijfsleidersverzekering 314 2.4.1.2 Vrij aanvullend pensioen voor de zelfstandigen (VAPZ) 315 2.4.1.3 Hospitalisatieverzekering 315 2.4.1.4 Verzekering gewaarborgd inkomen 316 2.4.1.5 Persoonlijke ongevallenverzekering 316
Personeel 317 2.4.2.1 Groepsverzekering 317 2.4.2.2 Verzekering arbeidsongevallen 317 2.5 Transportverzekeringen 318 2.5.1 Doel 318 2.5.2 Waarborgen 318 2.5.2.1 De zaakschadeverzekeringen: casco en cargo 318 2.5.2.2 De aansprakelijkheidsverzekering 319 3 Oefentraject 319 HOOFDSTUK 6 Overkoepelende cases 325 1 Case Arcelor Steel nv 327 2 Case Barco nv 336 3 Case Pinguin nv 341 4 Case Jolly Steel Coils nv 348 Bijlage 353 Bibliografie 355 Websites 357 16
2.3.1
2.4.2