Agora 6 Sociale & Gedragswetenschappen - Leerwerkboek (deel 2)

Page 1


A A GOR

SG

KathOndVla

5

SOCIALE & GEDRAGSWETENSCHAPPEN

SOCIOLOGIE & PSYCHOLOGIE

SOCIALE & GEDRAGSWETENSCHAPPEN

Elke Humblet

Bart Laureys

Bram Roose

Jana tytgat

Via www.ididdit.be heb je toegang tot het onlineleerplatform bij Agora Sociale & Gedragswetenschappen 6.

Kies je ervoor om je aan te melden met je Smartschool-account, zorg er dan zeker voor dat je e-mailadres aan dat account gekoppeld is. Zo kunnen we je optimaal ondersteunen.

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken.

In België beschermt de auteurswet de rechten van deze mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hen dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be.

Ook voor het digitale lesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden. Meer informatie over de gebruiksvoorwaarden leest u op www.ididdit.be.

© Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2024

Met speciale dank aan Rudi Haven.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden.

Beeldcredits

p. 201 Kamer © Belgaimage/Eric Lalmand, Senaat © Belgaimage/Jamers Arthur Gekiere, p. 206 Koninklijke familie © Belgaimage/Abaca Press Photo, p. 214 Thomas Hobbes © National Portrait Gallery, London, p. 216 Mobutu © Belgaimage/AP/Enric Marti, p. 217 National People’s Congress Imageselect/ ZUMA Press, ZUMA Press, Inc., Xi Jinping © Imageselect/360b, p. 222 Myanmar © Shutterstock/R. Bociaga, p. 228 Mandela © Imageselect/Interfoto Oliver J. Graf, p. 239 Lord of the flies © Alamy/Imageselect/Pictorial Press, Pictorial Press Ltd

Videocredits

p. 218 Statelessness © UNHCR

Documenten p. 230 burgerparticipatie © www.standaard.be - 28-11-2023, p. 232 juristocratie © www.Knack.be - 24-12-2023, p. 247 globaliseringsindex © statista.com

Eerste druk 2024

Ontwerp cover en binnenwerk: Shtick

ISBN 978-94-647-0755-7 Opmaak: Banananas.net D/2024/0078/132

Tekeningen: Vincent Albert, Geert Verlinde Art. 607383/01 NUR 130

NHOUDSOPGAVE I

7.6

7.7

HOOFDSTUK 8 POLITIEK: WAT

INSTAP

8.1 Politieke instituties die ons leven bepalen op het lokale, nationale en supranationale niveau 200

8.2 Verschillende staats- en regeringsvormen 214

8.3 Democratie is een werkwoord: de rol van verkiezingen in diverse stelsels 226

8.4 Politieke partijen spelen een hoofdrol in de hedendaagse politiek 237

8.5 Wat zijn de politieke implicaties van de globalisering?

HOOFDSTUK 9 (ENKEL OP IDIDDIT) RECHT

INSTAP

9.1 Indeling van het recht naar rechtsbronnen

9.2 Werking van de rechterlijke macht en justitie

9.3 Rechtspraak door rechtbanken en hoven

9.4 Rol van de media in hoe over ‘recht’ en ‘rechtspraak’ gesproken wordt in de samenleving

9.5 Internationaal recht of volkenrecht

POLITIEK: WAT BETEKENT HET VOOR ONS?

WAAROVER GAAT DIT HOOFDSTUK?

Dit hoofdstuk gaat over politiek. Het principe van de scheiding der machten staat daar centraal.

Je bekijkt de verschillende instellingen die in ons land uitvoerende en wetgevende macht uitoefenen.

Je maakt ook kennis met de democratische rechtsstaat en je gaat dieper in op twee belangrijke kenmerken ervan: participatie en representatie. Democratie gaat ten slotte niet alleen over instituties en procedures, maar ook over een cultuur die je best actief koestert.

LEER IK IN DIT HOOFDSTUK?

Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.

Ik verwoord het principe van de scheiding der machten.

Ik kan in concrete situaties aangeven door welke instelling welke macht wordt uitgeoefend.

Ik kan vanuit de grondwet inzichten aanreiken over de scheiding der machten, de grenzen van de verschillende machten, de controle en evenwichten die de verschillende machten op elkaar uitoefenen en de onafhankelijkheid van elke macht.

Ik ken de bevoegdheden van de verschillende beleidsniveaus in ons land.

Ik kan kenmerken van een democratische rechtsstaat geven.

Ik kan verschillende vormen van conventionele en onconventionele politieke participatie geven en het democratische gehalte ervan afwegen.

Ik kan de begrippen dictatuur en democratie uitleggen en met voorbeelden illustreren.

Ik weeg de zinvolheid van mijn stem bij verkiezingen af.

Ik kan de begrippen links en rechts op de economische en culturele as plaatsen.

Ik kan de verhoudingen tussen wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht toelichten.

Ik kan toelichten wat de globalisering betekent en wat de positieve en negatieve gevolgen ervan zijn.

Ik kan aangeven wat supranationale organisaties zijn en de werking van de EU, VN en NAVO uitleggen.

BEGRIPPEN

(absolute) meerderheid – coalitie – constitutie – decreet – deelstaat – democratische rechtsstaat –directe democratie – federale staat – fractie – gemeenschap – gewest – globalisering – ideologie –intergouvernementeel – kieskring – kieslijst – Koninklijk Besluit – natiestaat – parlementair –participatieve democratie – plenaire vergadering – representatieve democratie – residuaire bevoegdheden – sociaal contract – soevereiniteit – staatsgreep – staatshervorming – supranationaal –unitaire staat – wetten – wetsvoorstel – wetsontwerp

WAT

Instap

1

3

Onderaan de Akropolis in Athene ligt de oude agora, een groot plein met de gebouwen in een cirkel eromheen gebouwd. Het is een behoorlijk groot gebied, omdat alle stemgerechtigden van Athene er samenkwamen. Athene geldt als de oudste democratie, maar dat was het zeker niet in de moderne zin van het woord. Slaven, vrouwen en metoiken (vreemdelingen) hadden er geen stemrecht. Is stemrecht een wezenlijk kenmerk van democratie?

persoonlijk antwoord

Detail uit De school van Athene met Plato en Aristoteles. Het fresco toont de filosofen op een agora.

De agora van Athene ontstond aan het begin van de 6e eeuw v.C. op een open ruimte aan de voet van de Akropolis.

Het woord politiek komt van het Griekse woord politikos: alles wat met de burger en de ‘polis’ te maken heeft. Een polis was een Griekse stadsstaat, zoals Athene in de 6e-5e eeuw v.C. Aristoteles (384-322 v.C.) zet in zijn boek Politika zijn denkbeelden over de polis uiteen. Politiek verwijst bij Aristoteles in zijn meest algemene betekenis naar het nastreven van een goede samenleving door deelname aan de publieke zaak in de context van de polis. Geef vijf begrippen die jij associeert met politiek. Noteer ze eerst voor jezelf. Breng daarna alle begrippen van de hele klas samen op het bord in een woordwolk.

De Nederlandse politicoloog Andries Hoogerwerf (1931) ziet vijf aspecten van politiek: macht, beleid, verdeling, conflict-samenwerking en staat (of overheid als leidinggevende van een staat). Vind je die vijf aspecten terug in de woordwolk die op het bord staat?

8.1

Politieke instituties die ons leven bepalen op het lokale, nationale en supranationale niveau

Politieke instituties verwijzen naar de georganiseerde structuren en procedures die betrokken zijn bij het bestuur van een land. De instituties omvatten onder andere de wetgevende macht met parlementen of assemblees, de uitvoerende macht met regeringen of besturen en de rechterlijke macht met rechtbanken en hoven. Daarnaast kun je politieke partijen, verkiezingssystemen, constitutionele regels en normen en maatschappelijke organisaties ook als politieke instituties beschouwen. Ze spelen een cruciale rol in het bepalen van de manier waarop men een samenleving bestuurt en hoe men beslissingen neemt.

België is een federale staat België is een constitutionele, parlementaire monarchie. Dat betekent dat België een constitutie of grondwet, een verkozen parlement en een erfelijke monarch of koning als staatshoofd heeft. België is bovendien een federale staat. In een federale staat is de macht verdeeld tussen de centrale of federale overheid en de deelstaten. Andere voorbeelden van federale staten zijn de Verenigde Staten, Duitsland, Zwitserland en India. België kent twee soorten deelstaten: gewesten en gemeenschappen. De deelstaten hebben een grote mate van zelfstandigheid. Ze hebben een eigen parlement (wetgevende macht) en regering (uitvoerende macht), hebben bepaalde juridische bevoegdheden (rechterlijke macht) en eigen werkingsmiddelen.

Federaal België (o.a. financiën, justitie, buitenlandse zaken)

Gewesten (plaatsgebonden materies)

Waals Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De federale overheid

Vlaams Gewest

Gemeenschappen (persoonsgebonden materies)

Vlaamse Gemeenschap Franse Gemeenschap

Duitstalige Gemeenschap

Tussen 1831 en 1970 werd de Belgische grondwet nauwelijks gewijzigd. Enkel de kieswet is in de loop der jaren aangepast. Sinds 1970 bestaat de eenheidsstaat ofwel de unitaire staat België niet meer. In zes opeenvolgende staatshervormingen werden telkens bevoegdheden overgedragen naar de gemeenschappen en naar de gewesten. De bevoegdheden van de deelstaten zijn vastgelegd in de grondwet.

Leertekst 1

Een eenheidsstaat of unitaire staat is een vorm van staatsbestuur waarbij de centrale overheid alle macht bezit. Hoewel een eenheidsstaat in sommige gevallen gedecentraliseerd kan zijn en bevoegdheden kan overdragen aan regionale organen, blijft de centrale overheid altijd de mogelijkheid behouden om de organen te beperken of op te heffen.

In een federale staat oefent de federale overheid de bevoegdheden uit die in de grondwet niet uitdrukkelijk zijn toegewezen aan de deelstaten, daarom noemt men het residuaire bevoegdheden. De bevoegdheden van de federale Belgische overheid bevatten:

financiën, defensie, federale politie, justitie, sociale zekerheid, buitenlandse zaken en overheidsbedrijven actief in verschillende sectoren zoals energie, openbaar vervoer of communicatie (bv. Bpost, Infrabel, NMBS, Proximus, Belgocontrol)

—rechtspraak en de organisatie van het gerecht

—de verplichtingen van België tegenover de Europese Unie en de NAVO

Het federale parlement

Het federale parlement keurt wetten goed waaraan iedereen zich moet houden in ons land. Het Belgische federale parlement kent een tweekamerstelsel waarbij de wetgevende macht verdeeld is over twee kamers: de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat. De federale regering zorgt voor de uitvoering van de wetten.

De Kamer van Volksvertegenwoordigers is het belangrijkste wetgevende orgaan in ons land. In de Kamer zetelen 150 volksvertegenwoordigers. Zij worden verkozen door rechtstreekse verkiezingen die in principe om de vijf jaar worden georganiseerd. Het wetgevende en controlerende parlementaire werk gebeurt vooral in de Kamer. Het parlement maakt en stemt wetten en controleert het werk van de regering. Ministers moeten antwoorden op vragen en interpellaties van parlementsleden. Ook het goedkeuren van de begroting door de Kamer is een vorm van controle van het parlement op het regeringswerk.

Een interpellatie is een van de middelen die een volksvertegenwoordiger heeft om de regering te controleren en een minister te ondervragen. Een interpellatie weegt zwaarder dan een gewone vraag, omdat ze de politieke verantwoordelijkheid van de minister in vraag stelt. Bij gewone vragen aan een minister is dat niet zo.

Kamer Senaat

Door de zesde staatshervorming heeft de Senaat een meer adviserende en controlerende rol gekregen. De Senaat houdt zich voornamelijk bezig met constitutionele aangelegenheden, belangenconflicten tussen de verschillende regio’s en de relatie tussen België en de Europese Unie. De Senaat is samengesteld uit 50 vertegenwoordigers van de gewesten en gemeenschappen (deelsenatoren) en 10 gecoöpteerde senatoren, verkozen door de deelsenatoren. Het systeem is ontworpen om een evenwicht te bieden tussen de belangen van de verschillende regio's en taalgemeenschappen binnen België.

De federale regering

Aan het hoofd van de federale regering staat de eerste minister of premier. Die leidt en vertegenwoordigt de regering. De premier is het politieke gezicht van ons land en vertegenwoordigt België bij internationale organisaties.

De Kamer van Volksvertegenwoordigers maakt wetten. Een wet legt alleen de grote lijnen van een regeling vast. De regering moet de wet verder uitwerken en in de praktijk omzetten. Dat doet ze door uitvoeringsbesluiten te schrijven. Het parlement is dus de wetgevende macht en de regering de uitvoerende macht. Een Koninklijk Besluit (KB) voert een wet uit. De bevoegde minister die de wet moet uitvoeren, ondertekent het KB samen met de koning.

Door het initiatiefrecht heeft de regering een stukje wetgevende macht. De regering kan een wetsontwerp indienen, dat het parlement vervolgens behandelt.

Gemeenschappen

De gemeenschappen vallen min of meer samen met de talen die in de verschillende deelgebieden worden gesproken. Zo omvat de Vlaamse Gemeenschap niet alleen de inwoners van Vlaanderen, maar ook de Vlaamse Brusselaars. De Franstalige Brusselaars vallen dan weer onder de Franse

Gemeenschap. Ook de Oostkantons met hun 78 000 inwoners hebben een eigen Duitstalige

Gemeenschap. Elke gemeenschap heeft een eigen parlement en regering en kan wetten opstellen en uitvoeren. Wetten van de deelregeringen zijn decreten

De bevoegdheden van de gemeenschappen omvatten de persoonsgebonden aangelegenheden waaronder taal, cultuur, onderwijs en bijstand aan personen (bv. jeugdzorg, personen met een handicap, migranten ...). De sociale zekerheid blijft voorlopig een federale bevoegdheid.

Gewesten

Er zijn drie gewesten: het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het Vlaamse Gewest valt samen met het Nederlandstalige gebied en het Waalse Gewest met de Franse en Duitstalige gebieden. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest komt overeen met het grondgebied van de negentien gemeenten van het tweetalige Brussel-Hoofdstad.

De bevoegdheden van de gewesten omvatten de plaatsgebonden en economische aangelegenheden: ruimtelijke ordening, wonen en huisvesting, leefmilieu, landinrichting en natuurbehoud, waterbeleid, landbouw en zeevisserij, economie, toerisme, dierenwelzijn, energiebeleid, tewerkstelling, openbare werken en vervoer.

Gemeenten en provincies

De burgemeester wordt om de zes jaar semi-rechtstreeks verkozen, omdat de grootste partij na de verkiezingen veertien dagen het initiatief krijgt om een coalitie te vormen. De grootste partij in de coalitie levert de burgemeester, dat is de kandidaat met de meeste voorkeurstemmen.

De burgemeester is de voorzitter van het college van burgemeester en schepenen (CBS), ook wel schepencollege genoemd. Schepenen worden aangesteld in de eerste vergadering van een nieuwe gemeenteraad en behoren tot de partij of de partijen die samen een meerderheid vormen in de gemeenteraad. Er zijn minstens twee en maximaal tien schepenen en zij beslissen collegiaal. Dat belet niet dat er een taakverdeling is tussen de schepenen wat de voorbereiding van de dossiers betreft. Zo heb je bijvoorbeeld de schepen van jeugd, openbare werken, financiën en cultuur. Provincies vormen een tussenschakel tussen de gemeenten en de hogere bestuursniveaus. Er zijn tien provincies. De negentien Brusselse gemeenten die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vormen, maken geen deel uit van een provincie. De gouverneur is een door de Vlaamse Regering benoemde ambtenaar die met alle bestuursniveaus te maken heeft: het federale, het Vlaamse, het provinciale en het lokale. De gouverneur is voorzitter van de bestendige deputatie, de uitvoerende macht in de provincie, maar maakt geen deel uit van de provincieraad. De provincieraad stemt provinciale reglementen en vormt dus de wetgevende macht in de provincie. De inwoners van de provincie kiezen de provincieraadsleden voor een periode van zes jaar.

Vlaamse overheid

Een van de basisprincipes van de Belgische federale staat is dat elke gemeenschap en elk gewest een eigen wetgevende en uitvoerende macht heeft. Die wetgevende en uitvoerende machten zijn alleen bevoegd voor de aangelegenheden die hen door de grondwet zijn toegewezen. De Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest delen hun wetgevende en uitvoerende instellingen. Er is dus één Vlaams Parlement en één Vlaamse Regering.

Het Vlaams Parlement telt 124 Vlaamse verkozen volksvertegenwoordigers. Net als in de Kamer zijn ook de Vlaamse volksvertegenwoordigers in principe lid van een politieke partij. Als een partij in het Vlaams Parlement drie of meer leden heeft, vormen die een fractie. Alle leden van een fractie behoren tot dezelfde politieke partij.

De plenaire vergadering is de vergadering van alle 124 Vlaamse volksvertegenwoordigers. Ze vergadert in de Koepelzaal. Daar wordt de eindstemming gehouden over de decreten, resoluties en moties van het parlement. De voorzitter leidt de plenaire vergadering en vertegenwoordigt het Vlaams Parlement. De minister-president leidt de Vlaamse Regering die bestaat uit maximaal elf ministers van wie er minstens één moet komen uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het parlement en de regering oefenen de decreetgevende macht gezamenlijk uit. Het parlement neemt de decreten aan. De regering bekrachtigt de decreten en kondigt ze af.

Hoe wordt een wet gemaakt?

Omdat het moeilijk is een technisch debat te voeren in een plenaire vergadering met alle parlementsleden, worden de wetsontwerpen die uitgaan van de regering en wetsvoorstellen die uitgaan van een volksvertegenwoordiger naar een commissie gestuurd. De commissie bestudeert de tekst en brengt nadien verslag uit in de plenaire vergadering of de voltallige Kamer. Commissies zijn eigenlijk parlementaire werkgroepen die zich in een bepaald onderwerp specialiseren. Daarin zitten parlementsleden van verschillende fracties die veel kennis en

ervaring hebben in verband met het onderwerp. Hoe meer zetels een fractie heeft in het parlement, hoe meer leden ze heeft in de commissie. In een commissie komen zowat alle aspecten van het parlementaire werk aan bod: nieuwe wetten maken, bestaande wetten wijzigen, wetten afschaffen …

Een commissie kan ook hoorzittingen, gedachtewisselingen en werkbezoeken organiseren om zich beter te informeren over de inhoud van een wetsvoorstel of -ontwerp. Bij de bespreking gaan de commissieleden ook in gesprek met de minister. De commissievergaderingen zijn openbaar.

Aan het einde van de bespreking stemt men over de al dan niet gewijzigde tekst. Als een meerderheid van de commissieleden voor stemt, is de tekst aangenomen. Dan pas kan de plenaire vergadering de tekst bespreken. Wanneer de wettekst ook goedgekeurd is in de plenaire vergadering, wordt hij voorgelegd aan de koning. Die ondertekent de tekst. Zo zal de koning de wet bekrachtigen en afkondigen. Met zijn handtekening verklaart de koning zich akkoord met de inhoud van de wet en beveelt hij dat de wet wordt uitgevoerd. Men maakt de wet dan bekend door ze te publiceren in het Belgisch Staatsblad. Sinds 2013 verschijnt het Staatsblad enkel nog digitaal. Tien dagen later treedt de wet in voege, tenzij anders vermeld. Na publicatie is iedereen verplicht te doen wat de wet bepaalt.

Rechterlijke macht

De rechterlijke macht is de hoeksteen van de rechtsstaat. Onafhankelijke rechtspraak zorgt ervoor dat burgers en overheid de regels die de wetgever heeft opgesteld toepassen. De rechter spreekt zich uit over geschillen over de toepassing van de regels en bepaalt de straffen wanneer de regels niet worden nageleefd.

In België gebeurt het ‘recht spreken’ in eerste instantie via rechtbanken en gerechtshoven. Als je een conflict hebt met een medeburger, dan stap je naar de rechtbank. Ga je niet akkoord en besluit je in beroep te gaan of gaat het om een zaak van groter belang, dan zijn de gerechtshoven verantwoordelijk. De rechter zal een vonnis of arrest (bij assisen of in beroep) uitspreken dat duidelijk maakt wie er gelijk heeft. In laatste instantie is er het Hof van Cassatie, het hoogste rechtscollege van België. Het Hof van Cassatie doet zelf geen uitspraak over de feiten, maar kan uitspraken van lagere rechters vernietigen wanneer vormvereisten niet zijn nageleefd of wanneer de lagere rechter een rechtsregel fout heeft geïnterpreteerd.

SOCIAAL RECHTHANDELSRECHT

federaal grondgebied

gerechtelijk gebied

provincie

BURGERLIJK RECHT STRAFRECHT

Hof van Cassatie

sociale kamer burgerlijke en handelskamer strafkamer

arbeidshof

hof van beroep

burgerlijke kamer correctionele kamer jeugdkamer

rechtbank van eerste aanleg arbeidsrechtbank ondernemingsrechtbank gerechtelijk arrondissement

burgerlijke rechtbank

familie- en jeugdrechtbank

kanton

Supranationaal niveau

assisenhof politierechtbank vredegerecht

correctionele rechtbank strafuitvoeringsrechtbank

België is lid van verschillende supranationale organisaties zoals de Europese Unie, de Wereldhandelsorganisatie en de Verenigde Naties of de NAVO. Supranationaal betekent letterlijk een bestuursniveau boven ('supra') de eigen staat.

Bij supranationale besluitvorming dragen de nationale staten bepaalde bevoegdheden over aan een autoriteit die boven hen staat. Door het lidmaatschap aanvaarden de nationale staten de afspraken en regels die de internationale organisaties maken en implementeren ze die in hun eigen nationale wetgeving.

Europese Unie

Toegepast op de Europese Unie gebruikt men voor supranationaal ook vaak de term communautair. Communautair gaat dan over de besluitvorming voor de gemeenschap van staten die lid zijn van de Europese Unie.

Zoals elk parlement vertegenwoordigt ook het Europees Parlement de bevolking van een bepaald gebied. In dit geval zijn dat de inwoners van de lidstaten van de Europese Unie. Het Europees Parlement telt 705 leden waarvan er 21 worden verkozen in België. De leden van het Europees Parlement zijn niet gegroepeerd per land. Ze worden op basis van hun politieke overtuiging ingedeeld in fracties. Samen met de Raad (van ministers) van de Europese Unie bespreekt en keurt het Europees Parlement Europese ‘wetten’ goed en stelt het de jaarlijkse begroting van de EU vast. Het Europees Parlement keurt belangrijke internationale overeenkomsten (zoals de toetreding van nieuwe lidstaten en handelsovereenkomsten) goed en controleert de Europese instellingen, voornamelijk de Europese Commissie en de Raad (van ministers) van de Europese Unie.

Het Europese besluitvormingsproces

De Europese Raad

27 staatshoofden

geeft impulsen aan de globale richtsnoeren van de Europese Unie

beslist over onopgeloste kwesties in de Raad van de EU

De Raad van de EU

27 vakministers

Verenigde Naties

De Europese Commissie

27 Eurocommissarissen

stelt de begroting en de Europese 'wetten' voor (richtlijnen, verordeningen, besluiten)

stemmen over de begroting en de meerderheid van de Europese 'wetten'

heeft het recht de Commissie te bekritiseren, kiest haar voorzitter en keurt de Eurocommissarissen goed

Het Europees Parlement

705 parlementsleden

In een intergouvernementele organisatie (IGO) zijn de lidstaten gebonden aan het verdrag van de organisatie. Dat betekent dat elk deelnemend land zich aan de afgesproken regels moet houden. Het voorbeeld van een wereldwijde IGO zijn de Verenigde Naties (VN), die zich inzetten voor internationale vrede en stabiliteit. De VN werden opgericht in 1945 en tellen vandaag 193 lidstaten, wat maakt dat vrijwel elk internationaal erkend onafhankelijk land lid is van de VN.

GOOD TO KNOW

De Belgische monarchie

Onze koning is in de eerste plaats het gezicht van de natie. Als staatshoofd is de koning als het ware de belichaming van het land. Hij verschijnt geregeld in het openbaar en vertegenwoordigt ons land tijdens internationale missies.

Al de taken en functies van de koning als staatshoofd zijn in de grondwet vastgelegd. De persoon van de koning is volgens artikel 88 onschendbaar. De ministers zijn verantwoordelijk en moeten de akten van de koning volgens artikel 103 medeondertekenen.

De koning doorbreekt het principe van de scheiding der machten. Zo bekrachtigt hij de wetten en heeft hij daardoor volgens artikel 109 wetgevende macht. Federale wetten zijn pas geldig als de koning ze ondertekent en afkondigt. Decreten van de gemeenschappen en gewesten moet de koning niet ondertekenen.

Maar de koning benoemt en ontslaat op grond van artikel 96 ook de federale regering en heeft daardoor uitvoerende macht. Na de verkiezingen duidt de koning een informateur en een formateur aan, die de regering moeten samenstellen. Vervolgens benoemt de koning de ministers. De koning spreekt regelmatig met de eerste minister en geeft advies, suggesties, waarschuwingen en aanmoedigingen.

De koning heeft ook rechterlijke macht. Met het genaderecht heeft hij het recht om veroordeelden gratie te verlenen. Het is de dienst Genade van de FOD Justitie die de verzoeken behandelt. Het genaderecht wordt nog zelden toegepast. Als het wordt toegekend, is dat meestal om medische redenen.

De koning is volgens artikel 167 ook opperbevelhebber van het leger. In die functie moet hij zowel de staat van oorlog als het einde van de vijandelijkheden vaststellen.

De koning ontvangt niet alleen politici, maar ook vertegenwoordigers van de meest uiteenlopende sectoren. Daardoor kan hij zich een beeld vormen van wat er leeft in de samenleving. De gesprekken met de koning vallen onder het zogenaamde colloque singulier: geheimhouding over de inhoud van het gesprek.

Aangezien de koning door erfopvolging wordt aangeduid en voor het leven staatshoofd blijft, ligt zijn focus op de lange termijn. Terwijl regeringen elkaar afwisselen, zorgt de koning voor continuïteit.

Om zijn taken te kunnen uitoefenen, krijgt de koning een dotatie. Ook andere leden van de koninklijke familie krijgen een dotatie om representatieve taken voor het land uit te oefenen. Jaarlijks bezorgen de leden van de koninklijke familie die een dotatie ontvangen de eerste minister een verslag over hun activiteiten van algemeen belang. De eerste minister maakt dat verslag over aan het parlement.

Leeractiviteiten

1 Een korte quiz om je kennis over België te testen.

a In welk jaar werd België onafhankelijk? 1830 1840 1930

b Op welke dag viert België de nationale feestdag? 20 juli 21 juli 21 augustus

c Welk dier staat er op het wapenschild van België? een haan een vos een leeuw

d Wat is de nationale wapenspreuk van België?

Samen staan we sterk. Tot de dood ons scheidt. Eendracht maakt macht.

e Welke politieke partijen maken deel uit van de Vlaamse regering?

actueel antwoord

f Vul de zin van de Brabançonne aan: Wees ons doel, in arbeid en in … rust strijd recht

g Hoeveel regeringen heeft België?

4 5 6

h Welke politieke partijen maken deel uit van de federale regering?

actueel antwoord

i Hoeveel koningen heeft België al gehad?

6 7 8

j Wie is de huidige troonopvolger? prinses Astrid prins Amadeo prinses Elisabeth

k Voor hoeveel wetgevende instellingen kunnen Vlamingen hun stem uitbrengen?

4 5 6

l Om de hoeveel jaar worden er verkiezingen georganiseerd voor de gemeenteraad?

4 5 6

Vervolledig het schema van de scheiding der machten.

a Welke drie machten onderscheidt elke democratische rechtsstaat?

b Wat is de specifieke taak van elke macht?

c Om ieders rechten en vrijheden te garanderen, is het staatsgezag verdeeld over verschillende instellingen. Welke instelling oefent welke macht uit?

macht taak instelling

©VANIN

wetgevende macht parlement algemene regels opstellen en de uitvoerende macht controleren

uitvoerende macht regering organisatie van het dagelijks bestuur en algemene regels in concrete bestuursmaatregelen omzetten rechterlijke macht onafhankelijke rechtbanken en hoven geschillen beslechten bij de toepassing van de algemene en concrete regels

3 De schepenen maken deel uit van het college van burgemeester en schepenen en van de gemeenteraad, waar ze ook stemgerechtigd zijn. Is hier dan ook sprake van de scheiding der machten?

Nee, schepenen hebben zowel uitvoerende als wetgevende macht. Je spreekt dan ook van een dubbelmandaat.

4 Zoek op de website van jouw gemeente of stad de volgende zaken op.

naam van de gemeente of stad

naam van de burgemeester en zijn of haar politieke partij

naam van de schepen bevoegd voor jeugdzaken en zijn of haar politieke partij aantal gemeenteraadsleden

aantal schepenen namen van de coalitiepartijen namen van de oppositiepartijen

persoonlijk antwoord

persoonlijk antwoord

persoonlijk antwoord persoonlijk antwoord

persoonlijk antwoord

persoonlijk antwoord persoonlijk antwoord

5 Woon een gemeenteraad bij en maak een observatieverslag over het verloop ervan. Je moet dus niet de agendapunten bespreken, maar wel een verslag maken over het verloop van een gemeenteraad.

Op iDiddit vind je tips.

6 Omdat het welzijn van de inwoners een belangrijke zorg is, heeft de gemeente een uitgebreid netwerk van voorzieningen om iedereen een gepaste dienstverlening aan te bieden. Om de dienstverlening duidelijker en toegankelijker te maken, heeft elke gemeente een Sociaal Huis. In het Sociaal Huis kunnen inwoners terecht met vragen over welzijn, gezin, zorg, gezondheid, inkomen, arbeid en wonen. De bedoeling van het Sociaal Huis is om onmiddellijk hulp te bieden, te informeren of door te verwijzen naar de juiste instanties.

a Wat is het Sociaal Huis?

Het Sociaal Huis is de plaats waar de publieksdiensten van het OCMW, de sociale diensten van de gemeente en andere sociale instanties en verenigingen instaan voor een toegankelijke en klantvriendelijke sociale dienstverlening.

b Wat is het doel van het Sociaal Huis?

Gemeentebesturen willen ervoor zorgen dat inwoners in het Sociaal Huis meteen weten waar ze terecht kunnen met alle vragen rond welzijn.

c Geef twee concrete vragen waarmee je in het Sociaal Huis terecht kan.

Vragen over het invullen van een formulier, over de verzorging van bejaarden, over te nemen stappen bij een echtscheiding, over problemen met de huisbaas ...

7

Artikel 1 van de Belgische grondwet stelt: ‘België is een federale staat die bestaat uit gemeenschappen en gewesten.’ Het artikel legt de basis voor de federale structuur van België, waarin de macht verdeeld is tussen de federale overheid, de gemeenschappen (de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap) en de gewesten (het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest).

Aan de basis van de Belgische staatsorganisatie ligt het principe van de scheiding der machten. Om de burgers te beschermen tegen vorstelijk absolutisme, legt de grondwet ook de macht van de koning aan banden.

a Zoek via iDiddit naar de tekst van de grondwet. Hoe legt artikel 33 van de grondwet vast dat alle macht afkomstig is van het volk?

‘Alle macht komt toe aan de Natie. Zij wordt uitgeoefend op de wijze die de Grondwet bepaalt.’ Het artikel benadrukt de soevereiniteit van de natie en legt vast dat alle macht afkomstig is van het volk. Het bevestigt ook dat de macht wordt uitgeoefend binnen de grenzen die zijn vastgesteld door de grondwet.

b In de grondwet van 1831 luidt artikel 60 als volgt: ‘De grondwettelijke machten van de Koning gaan bij erfopvolging over op de natuurlijke en wettige nakomelingen, in de rechte linie, van Z.M. Leopold van SaksenCoburg, van man op man, naar orde van eerstgeboorte en met altijddurende uitsluiting van de vrouwen en van haar nakomelingen.’ Zoek via iDiddit op hoe de grondwet vandaag de erfopvolging van de koning regelt.

Art. 85 – De grondwettelijke macht van de Koning gaat bij erfopvolging over op de natuurlijke en wettige nakomelingschap, in de rechte lijn, van Z.M. Leopold, Joris, Christiaan, Frederik van Saksen-Coburg en volgens eerstgeboorterecht.

c Benoem de gemeenschappen en de gewesten die op de kaartjes zijn aangeduid.

Vlaamse GemeenschapFranse Gemeenschap Duitstalige Gemeenschap

Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest

d Volgens artikel 30 van de grondwet is het gebruik der talen in ons land in beginsel vrij. Toch regelt artikel 129 van de grondwet het gebruik der talen voor bestuurszaken, het onderwijs en de sociale betrekkingen tussen werkgevers en personeel. De grondwet deelt in artikel 4 België op in vier taalgebieden. Zoek via iDiddit op welke taalgebieden België vandaag kent volgens de grondwet.

Artikel 4 onderscheidt vier taalgebieden: het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en het Duitse taalgebied. In de eentalige gebieden is de betreffende taal ook meteen de officiële bestuurstaal.

e Benoem de vier taalgebieden aangeduid op de kaart.

Nederlands taalgebied

Frans taalgebied

Duits taalgebied

tweetalig gebied Brussel

f Zoek via iDiddit op hoe je de Belgische grondwet kunt wijzigen.

©VANIN

Volgens artikel 195 kunnen artikelen uit de grondwet pas gewijzigd worden als ze door het vorige parlement voor herziening vatbaar zijn verklaard.

8 Zijn onderstaande thema’s bevoegdheden van het gewest of de gemeenschap?

Thema

1openbare omroep

2sociale woningbouw

3jeugdbescherming

4zuivering afvalwater

5bestuurlijk toezicht op de OCMW ’s

6dierenwelzijn

7jeugdsanctierecht

8ouderenzorg

9integratie van migratie

10openbaar vervoer met bus of tram 11rijopleiding en rijexamen

12werkgelegenheid

13armoedebeleid

14onderwijs

GemeenschapGewest

9 Politiek bemoeit zich veel meer met jouw privéleven dan je denkt. De overheid probeert mensen te beschermen tegen pesten op school of op het werk of tegen partnergeweld. De overheid nodigt ook uit om te praten over psychische problemen of om hulp te zoeken. Ze geeft tips over het opvoeden van kinderen. De overheid voert allerlei campagnes. Zoek vijf campagnebeelden op waarmee de Vlaamse overheid gedragsverandering van de burgers beoogt. Bespreek in de klas een aantal gevonden voorbeelden.

10 Heel wat politieke partijen aan zowel de linker- als de rechterzijde geven de voorkeur aan een democratisch verkozen staatshoofd boven een koning.

a Onderzoek de standpunten van de Vlaamse politieke partijen over de rol van de monarchie en de vergoeding die ze daarvoor moet krijgen.

b Onderzoek hoe jongeren tegenover de monarchie staan.

Stel een enquête op om te achterhalen wat bijvoorbeeld de leerlingen op jouw school vinden van de monarchie. Neem de enquête af bij een representatieve groep van je school en presenteer de resultaten in enkele duidelijke grafieken.

Welke conclusies levert het onderzoek op?

• Is de meerderheid voor of tegen het behoud van de monarchie?

• Is er een verschil tussen jongens en meisjes?

• Is er een verschil tussen de verschillende graden?

• Is er een verschil tussen de verschillende studierichtingen?

• Welke argumenten worden het meest aangehaald voor of tegen de monarchie?

11

Noteer de partijen die meerderheid en oppositie vormen, federaal en in het Vlaams Parlement. Geef de namen van de huidige voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de eerste minister, de voorzitter van het Vlaams Parlement en de minister-president van Vlaanderen.

Scheiding der machten

Wetgevende macht Uitvoerende macht Rechterlijke macht wetten maken en regering controleren wetten uitvoeren wetten doen naleven

federaal parlement meerderheidspartijen:

actueel antwoord

©VANIN

federale regering aantal ministers: rechtbanken en hoven

hoogstens 11

oppositiepartijen:

actueel antwoord

België

voorzitter Kamer:

actueel antwoord

Koning

actueel antwoord

Vlaanderen

actueel antwoord

voorzitter Senaat: maken:

wetten

Vlaams Parlement voorzitter:

eerste minister: maken: rechters en raadsheren maken:

Koninklijke Besluitenvonnissen en arresten

Vlaamse Regering minister-president:

actueel antwoordactueel antwoord

meerderheidspartijen: oppositiepartijen: maken:

actueel antwoord actueel antwoord

maken:

decreten ministeriële besluiten

Provincie provincieraad provinciebestuur deputatie gouverneur

Gemeente gemeenteraad OCMW-raad gemeentebestuur burgemeester schepencollege OCMW-bestuur

Rechtspraak en de organisatie van het gerecht zijn een federale aangelegenheid.

12 Hoe komt een wet tot stand? Maak een schematische voorstelling.

indienen wetsvoorstel (parlement) of wetsontwerp (regering)

©VANIN

commissie: bespreking en stemming

plenaire vergadering: bespreking en stemming

koning: ondertekenen en bekrachtigen van de wet

publicatie in het Belgisch Staatsblad

bevolking: wet naleven

13 De wetgevende macht maakt niet alleen wetten, ze controleert ook de uitvoerende macht.

a Op welke drie manieren kan het parlement de regering controleren op volgende tijdstippen?

1→ na de verkiezingen, aan het begin van de regeerperiode:

Het parlement stemt over de regeringsverklaring en het regeerakkoord.

Het bespreekt de beleidsnota’s van de ministers en geeft in een stemming het vertrouwen aan de nieuwe regering.

2→ aan het begin van elk parlementair jaar:

Het parlement bespreekt de beleidsbrieven van de ministers.

3→ doorheen het parlementaire jaar:

De parlementsleden stellen vragen en houden interpellaties om de beleidsbeslissingen van de regering te volgen en er commentaar op te geven.

b Wat gebeurt er als een minister het vertrouwen van het parlement verliest?

Als het parlement geen vertrouwen meer heeft in een minister of in de hele regering, kan het parlement de minister in kwestie of de hele regering ontslaan door een motie van wantrouwen te stemmen.

8.2

Zoek de namen op van de personen die op dit moment onderstaande functies hebben.

de voorzitter van de Europese Commissie de voorzitter van de Europese Raad de voorzitter van het Europees Parlement de secretaris-generaal van de VN de secretaris-generaal van de NAVO

Ursula von der Leyen

António Costa

©VANIN

Roberta Metsola

António Guterres

Mark Rutte

Verschillende staats- en regeringsvormen

Voor Hannah Arendt is aan politiek doen niet meedraaien in de partijpolitiek, maar in de politieke ruimte een positie innemen met democratische middelen. Dat zegt Christophe Busch, directeur van het Hannah Arendt Instituut. Een natiestaat geeft macht aan de instellingen in ruil voor bescherming. Dat is burgerschap. Maar als je het fundamenteel met iets oneens bent, dan heb je het recht om zonder geweld of revolutie je contract van rechten en plichten met de staat te heronderhandelen en daarvoor medestanders te vinden. Dat is activisme. Mensen zijn machtig. Daarom zijn dictators zo beducht voor het volk. Macht is niet negatief, je hebt macht nodig om impact te hebben op het maatschappelijk gebeuren.

Leertekst 2

Het begrip ‘staat’

In de 17e en 18e eeuw ontwikkelden verlichtingsfilosofen het idee van een sociaal contract tussen onderdanen en heersers. De belangrijkste denkers over dat concept waren Thomas Hobbes (15881679), John Locke (1632-1704) en Jean-Jacques Rousseau (1712-1778).

Het sociaal contract is een denkbeeldig verdrag dat mensen afsluiten en waarbij ze hun individuele rechten en vrijheden uit handen geven aan een overheid in ruil voor orde en veiligheid. De overheid ontleent zijn macht aan dat contract en dient als dusdanig de algemene wil van het volk.

Thomas Hobbes
John Locke
Jean-Jacques Rousseau

In 1648 vormde het principe van soevereiniteit de basis van het vredesverdrag van de Vrede van Westfalen (die het einde van de Dertigjarige Oorlog betekende). Elke staat moest bevoegd zijn om alle beslissingen over het eigen grondgebied te nemen, zonder bemoeienis van anderen.

In 1933 vond de Conventie van Montevideo over de rechten en plichten van staten plaats. Daaruit kwam voort dat staten aan vier criteria moeten voldoen:

—een permanente bevolking

—een duidelijk omlijnd grondgebied

—een regering

—de mogelijkheid om relaties te onderhouden met andere staten

Nog volgens de Conventie heeft de staat het recht zijn integriteit en onafhankelijkheid te verdedigen en mag elke staat zichzelf organiseren. Ten slotte mag geen enkele staat zich mengen met de binnen- en buitenlandse zaken van een ander staat.

Een staat is een politieke organisatie die soevereine autoriteit heeft over de bevolking van een bepaald gebied.

Vanuit een sterk nationaal bewustzijn ontstaan soms natiestaten, waar de bevolking zich verbonden voelt door een gemeenschappelijke taal, cultuur, religie en geschiedenis. Natiestaten maken een duidelijk onderscheid tussen zij die tot de natie of het volk behoren en zij die daar niet toe behoren.

De opkomst van natiestaten viel samen met het toenemende nationale bewustzijn in de 19e eeuw.

Ook België werd in 1830 opgericht vanuit het idee van een natiestaat.

Vandaag worden politieke identiteiten gevormd door de feitelijke staat en haar inwoners. Een politieke identiteit vormen gebeurt niet meer op basis van afkomst, maar op basis van gedeelde waarden. Het laat mensen toe om instellingen te delen en samen een leven uit te bouwen.

Bestuursvormen

Hoe wordt het bestuur van een staat georganiseerd? Twee voorbeelden van bestuursvormen zijn de monarchie en de republiek. Welke staatsvorm het beste is voor een land, is niet eenvoudig te bepalen. Er zijn bovendien verschillende soorten monarchie en verschillende soorten republiek.

Een bestuursvorm waarbij erfopvolging het staatshoofd aanduidt, noem je een monarchie Etymologisch komt het woord van het Griekse monos (alleen) en archein (heersen) en betekent het dus zoveel als ‘alleenheerser’. Het grote verschil met een dictatuur is dat een monarchie steeds erfelijk is en in handen van welbepaalde adellijke dynastieën, terwijl een dictatuur in de regel niet aan erfopvolging of adellijk bloed gebonden is. Monarchieën komen in de westerse wereld alleen nog voor in combinatie met een parlementair stelsel, waarbij de monarch geen feitelijke macht heeft.

Een republiek is een bestuursvorm waarbij een of meerdere personen de macht hebben verkregen door het volk, het parlement of een staatsgreep. In dat opzicht is een republiek de tegenhanger van de monarchie. De staatsleiding is immers niet erfelijk.

—In een presidentiële republiek is de president het staatshoofd en de regeringsleider. Hij benoemt en ontslaat de regering. De uitvoerende macht ligt dus in handen van de president. De Verenigde Staten zijn een schoolvoorbeeld van een presidentiële republiek, met de president als staatshoofd en regeringsleider.

Ook veel landen in Zuid-Amerika, Afrika en Centraal-Azië zijn presidentiële republieken – of zijn dat althans op papier. In de praktijk kan de president eerder op een dictator lijken, zoals president Teodoro Obiang Nguema Mbasogo die al sinds 1979 aan de macht is in Equatoriaal-Guinea of Aleksandr Loekasjenko in de Republiek Belarus (Wit-Rusland).

—De parlementaire republiek is de populairste staatsvorm in Europa. In dit soort republiek ligt de werkelijke macht bij het parlement. Als er een president is, is zijn rol beperkt tot die van staatshoofd (veeleer een ceremoniële functie).

Voorbeelden zijn Duitsland, Finland, Ierland, Zwitserland en IJsland.

Buiten Europa vind je parlementaire republieken voornamelijk in Azië. Het bekendste voorbeeld is India.

—Daarnaast kun je ook een semi-presidentiële republiek hebben, een soort combinatie tussen het presidentiële en het parlementaire systeem. De president is het staatshoofd, maar benoemt wel de premier, die de regering leidt. Frankrijk is een semi-presidentiële republiek.

Elke republiek is anders georganiseerd. Je kunt een belangrijk onderscheid maken tussen republieken waarbij de uitvoerende macht in handen ligt van een president en republieken waarbij de rol van de president zich beperkt tot staatshoofd. De werkelijke macht van de president ligt meestal beschreven in de grondwet en kan sterk verschillen van republiek tot republiek. De titel van het staatshoofd bepaalt overigens of een land een monarchie of een republiek is. Men ziet Maleisië doorgaans niet als republiek, hoewel de opvolging van het Maleisische koningschap niet wordt overgeërfd maar door gekozen koningschap tot stand komt. Andersom duidt men dictaturen waarin de macht van vader op zoon wordt doorgegeven, zoals in Congo, Syrië, Noord-Korea of Togo, wel als republiek aan.

Overigens bestaan er nog steeds volkeren die niet in staatsverband leven of waar de staat nauwelijks greep op heeft. Nomaden hebben bijvoorbeeld weinig behoefte aan een staat. De relatief kleine groepen zijn volledig op zichzelf aangewezen. Ze zorgen zelf voor eten, onderdak, bescherming en gezondheidszorg.

GOOD TO KNOW

Vlaggen vertegenwoordigen een natie

De kleuren van nationale vlaggen zijn vastgelegd in de grondwet van landen. Vlaggen dienen om een overwinning of de verovering van een gebied te vieren, maar ook om een zaak te symboliseren en te verdedigen. Kunstwerken zoals De vrijheid leidt het volk van Eugène Delacroix (1798-1863) en de werken van Gérard Fromanger (19392019) tonen de symboliek van vlaggen. De vlag kan tegenstrijdige betekenissen hebben. Ze toont of verheerlijkt de gehechtheid van een natie aan haar identiteit. Zo is de Vlaamse leeuw een sterk Vlaams symbool. De zwarte leeuw op een gele achtergrond prijkte al in de 12e eeuw op het wapenschild van de graven van Vlaanderen. Vlaamse groeperingen maken graag gebruik van de leeuw om hun verbondenheid met het volk uit te drukken. De Vlaamse leeuw neemt overigens verschillende gedaanten aan. Terwijl de officiële Vlaamse leeuw een rode tong en rode klauwen heeft, kiezen Vlaamsnationalisten een volledig zwarte leeuw, omdat ze de Belgische kleuren niet willen gebruiken.

Mobutu Sese Seko

Na zijn staatsgreep veranderde president Mobutu Sese Seko de naam van het land van Congo naar Zaïre om een nieuwe nationale identiteit te creëren en de koloniale erfenis af te schudden. Op de nieuwe vlag met zijn groene achtergrond houdt een hand een toorts met rode vlam op een gele schijf vast. Ze werd ontworpen als een symbool van de nieuwe Zaïrese identiteit en de principes van het land. De vlag was in gebruik van 1971 tot 1997. De opzettelijke vernieling van een nationale vlag is een sterke, subversieve daad die in sommige landen ook door de wet wordt veroordeeld.

GOOD TO KNOW

China heet voluit de Volksrepubliek China. Maar het is de communistische partij CCP die sinds 1949 de touwtjes in handen heeft. Er zijn wel nog kleinere politieke partijen actief, maar die worden gecontroleerd door de CCP. Ook de Chinese regering staat officieel los van de partij, maar zal geen enkele beslissing uitvoeren die niet is ingefluisterd door de communistische partijtop.

Xi Jinping (1953) is partijleider en president. Toch trekken ook de Chinezen elke vijf jaar naar de stembus om het ruim 3 000 leden tellende Nationaal Volkscongres te verkiezen. In de praktijk komt het congres een keer per jaar samen om eerder genomen beslissingen van de partij te bekrachtigen.

De Franse filosoof Charles-Louis de Montesquieu (1689-1755) publiceert in 1734 het boek De l’esprit des lois (Over de geest van de wetten). Het wordt aanvankelijk anoniem uitgebracht. Het boek brengt de politieke en sociale leefvormen van verschillende volken door de eeuwen heen in kaart. Montesquieu onderscheidt drie regeringsvormen: de republiek (een samensmelting van de democratie en de aristocratie), de monarchie en het despotisme (het systeem waarbij één persoon of een kleine groep mensen de absolute macht heeft). In het boek heeft hij het ook voor het eerst over de driemachtenleer of de trias politica. Montesquieu was van mening dat de drie staatsmachten strikt van elkaar gescheiden moeten worden. Wanneer de drie machten in handen zijn van één individu of groep, zal er volgens Montesquieu geen vrijheid zijn, maar is er een dictatuur.

Xi Jinping
VIP

1 Nomaden, maar ook anarchisten, geloven in een leven zonder staat.

a Wat kunnen de voor- en nadelen zijn van het leven in een staatsverband?

Voordelen

De staat kan zorgen voor gezondheidszorg, onderwijs, infrastructuur …

De staat kan zorgen voor veiligheid door leger en politie.

De staat kan zorgen voor rechtszekerheid door wetgeving en rechtsspraak.

De staat kan zorgen voor herverdeling van de welvaart en zo zwakkeren helpen.

De staat kan zorgen voor ‘law and order’, zonder staat zou er chaos zijn.

Nadelen

De staat kan zich te veel bemoeien met het privéleven van de mensen.

De staat kan zijn macht gebruiken om mensen te onderdrukken.

De staat beperkt de vrijheid van de burgers.

De staat int belastingen.

b Het ius sanguinis (recht van het bloed) geeft aan dat iemand zijn nationaliteit verwerft door het afstammingsprincipe. Het ius sanguinis staat tegenover het ius soli. Zoek op wat ius soli betekent.

Volgens het ius soli wordt de nationaliteit van een persoon bepaald door de plaats waar hij of zij geboren is.

c Zoek op hoe je Belg wordt.

d De Wereldvluchtelingenorganisatie van de VN (UNHCR) schat dat er wereldwijd minstens 10 miljoen mensen staatsloos zijn. Een staatsloze wordt door geen enkele staat als onderdaan erkend. Staatslozen zijn mensen zonder officiële nationaliteit. Hoe kunnen mensen staatsloos worden? Bekijk het filmpje op iDiddit waarin Cate Blanchett de oorzaken van staatsloosheid uitlegt en bespreek met klasgenoten.

e Wat zijn de gevolgen van staatsloosheid?

Er zijn verschillende manieren om de Belgische nationaliteit te verkrijgen: – geboorte uit ten minste één Belgische ouder – natuurlijke verkrijging door adoptie door Belgische ouders – het afleggen van een nationaliteitsverklaring bij meerderjarigheid – in uitzonderlijke gevallen door naturalisatie (door de Kamer van Volksvertegenwoordigers) geen rechten, geen rechtsbescherming, geen officiële verblijfplaats, moeilijkheden om werk te vinden, discriminatie …

f Zoek op of je in België als staatsloze geboren kunt worden.

Wie in België als staatsloze geboren wordt, krijgt de Belgische nationaliteit. Dan geldt het ius soli i.p.v. het ius sanguinis.

2 Geen enkele staat behoudt voor altijd de macht over een bepaald gebied. Hoe kunnen het grondgebied of de grenzen van een staat wijzigen?

door (burger)oorlogen, huwelijken, erfenissen, annexatie door een andere staat, afscheiding of separatisme, schenkingen, verkoop of aankoop van stukken grond, natuurfenomenen …

3 Bekijk de videofragmenten op iDiddit om tot de kerngedachte van de theorie over het sociaal contract of maatschappelijk verdrag van de filosofen in de tabel te komen. Duid aan bij welke filosoof het idee hoort.

Landen moeten bestuurd worden door de algemene wil van het volk, dat een ‘sociaal contract’ aangaat met de bestuurder.

Mensen zijn egoïstisch en alleen uit op winstbejag.

Omdat er geen goddelijk recht bestaat om te regeren, wijst hij het absolutisme af.

Elke mens heeft aangeboren rechten.

Beschouwt de gemeenschap als het eindpunt van de democratie, niet het individu.

Auteur van het boek Leviathan, dat als uitgangspunt heeft dat de mens in zijn natuurtoestand in een soort oorlogssituatie leeft.

De enige hoofdtaak van een vorst is niet de alleenheerschappij, maar het beschermen van de rechten van burgers op leven, gezondheid, vrijheid en bezit.

Iedere burger heeft gelijke rechten. Het eigenbelang moet opgeheven worden ten voordele van het algemene belang.

In een samenleving moeten mensen een sociaal contract aangaan waarbij ze aanvaarden dat de staat de absolute macht heeft.

Zijn boek Two treatises on government (Twee verhandelingen over het staatsbestuur) uit 1690 biedt een theorie die het legitimeert om een koning af te zetten wanneer hij gevaarlijk wordt voor de burgers in zijn staatsgebied.

Brengt met zijn boek Du contrat social een alternatieve visie op de politiek naar voren.

HobbesLockeRousseau

4 Waarom roept het sociaal contract de staat in het leven en maakt het van losse individuen een groep burgers met een gezamenlijk belang?

Het sociaal contract stelt dat individuen vrijwillig een deel van hun vrijheid opgeven om deel uit te maken van een georganiseerde samenleving. In ruil daarvoor biedt de regering bescherming en zorgt voor gemeenschappelijke belangen zoals veiligheid en welvaart.

België verklaart zich in 1830 onafhankelijk van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. De Europese grootmachten erkennen de soevereiniteit van de nieuwe staat. Om het verhaal van de nationale soevereiniteit geloofwaardig te maken, is het belangrijk dat België een natiestaat zal zijn. Hoe zal de Belgische overheid in de jaren na de onafhankelijkheid een Belgische natiestaat en een nationaal verleden voor zijn onderdanen creëren?

De grondwet legt de basisprincipes van de Belgische staat vast. De monarchie zorgt voor eenheid en verbinding. De koning wordt een symbool van de Belgische nationale identiteit. Er worden nationale symbolen ingevoerd. Het onderwijs en de kunsten benadrukken de Belgische geschiedenis.

6 Volksliederen zijn bijzonder succesvolle nationale symbolen. De zoektocht naar een Belgisch volkslied begon meteen na de onafhankelijkheidsverklaring. Anders dan vlaggen, munten of postzegels vragen volksliederen een actievere betrokkenheid van de onderdanen. Werk op een apart blad. Zoek de muziek en tekst op van verschillende volksliederen en ga na waarom de hymnen krachtige nationale symbolen zijn. Bespreek met klasgenoten.

7 De territoriale soevereiniteit van een staat is de exclusieve bevoegdheid van een staat om zijn macht uit te oefenen binnen de grenzen van die staat. Je krijgt twee voorbeelden. Zoek zelf twee andere voorbeelden waarin een staat zich beroept op zijn soeverein gezag.

Op 24 februari 2022 zijn Russische strijdkrachten een aanval op Oekraïne begonnen, wat volgens de EU een flagrante schending van de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne betekent.

Toen Marokko in september 2023 getroffen werd door een zware aardbeving, hield de Marokkaanse regering een groot deel van de internationale noodhulp af en beriep zich daarbij op zijn soevereiniteit.

persoonlijk antwoord

8 In een absolute monarchie heeft de koning nagenoeg alle macht. Hij is staatshoofd en hoofd van de regering en er is geen grondwet of document dat zijn macht inperkt. De vorst staat boven de wet en zijn wil is wet. In welke landen bestaan er vandaag nog absolute monarchieën?

Absolute monarchieën vind je vandaag nog in het kleine Afrikaanse Swaziland en in een aantal landen in het Midden-Oosten, nl. de Verenigde Arabische Emiraten, Qatar, Oman en in Brunei. Het grootste land met een absolute monarchie is vandaag Saudi-Arabië.

9 Je spreekt van kwetsbare of fragiele staten wanneer de overheid van een land de middelen en of de politieke wil niet heeft om de veiligheid en de bescherming van de burgers te garanderen, overheidsaangelegenheden op efficiënte wijze te beheren en de strijd aan te gaan met armoede onder de bevolking. Een bekende index die men gebruikt voor dat doel is de Fragile states index, voorheen bekend als de Failed states index, samengesteld door The fund for peace en gepubliceerd door Foreign policy magazine. De index rangschikt landen op basis van hun fragiliteit op verschillende gebieden. Hij is online te raadplegen. Welke drie landen voeren de index van fragiele staten aan?

antwoord gebonden aan actualiteit antwoord gebonden aan actualiteit antwoord gebonden aan actualiteit

10 Chris Hedges (1956) is een Amerikaanse journalist, auteur en activist. Hij gelooft in een verlies aan democratische controle en een toenemende ongelijkheid door wat hij ‘a corporate coup d’etat’ noemt. Wat bedoelt hij daarmee?

Volgens Hedges krijgen grote bedrijven en miljardairs steeds meer controle over het politieke proces. Hij beweert dat de bedrijven en individuen de democratie ondermijnen en de belangen van het publiek negeren. Door hun invloed op de politiek kunnen ze het beleid beïnvloeden en beslissingen nemen die in hun eigen voordeel zijn, maar niet noodzakelijk in het belang van de bredere samenleving.

11 Wanneer een grondwet de rechten, plichten en taken van de koning duidelijk omschrijft, spreek je van een constitutionele monarchie. De koning deelt de macht met instellingen zoals een parlement en een regering. Hoe kun je verklaren dat het Verenigd Koninkrijk geen grondwet heeft en toch als een constitutionele monarchie geldt?

Verschillende documenten zoals de Magna Carta, Habeus Corpus, de Acts of Parliament en andere verdragen beperken de macht van het koningshuis in het VK.

12 Zoek op hoe verschillende soorten republieken worden genoemd of hoe ze zichzelf noemen.

a Republiek waarbij de president zowel staatshoofd als hoofd van de uitvoerende macht is. De president benoemt en ontslaat de ministers. De ministers zijn dan ook in de eerste plaats verantwoording verschuldigd aan de president. De functies van staatshoofd en regeringsleider vallen hier samen. Een goed voorbeeld is de Verenigde Staten van Amerika.

presidentiële republiek parlementaire republiek

b Ook aan het hoofd van deze vorm van republiek staat een president, maar de ministers moeten verantwoording afleggen aan de volksvertegenwoordigers. Er is een duidelijk onderscheid tussen het staatshoofd en de regeringsleider. Het staatshoofd heeft vaak een protocollaire functie, zoals in de Bondsrepubliek Duitsland.

c Deze benaming gebruikt men doorgaans voor communistische staten die evolueren naar een klasseloze maatschappij. De macht ligt bij het politbureau van de communistische partij en niet bij het volk. Een goed voorbeeld is China.

©VANIN

d In tegenstelling tot wat de naam suggereert, zijn deze republieken zelden democratisch. Landen die het woord ‘democratisch’ in hun officiële naam zetten, hebben op dat vlak iets goed te maken, denk aan de Democratische Republiek Congo. Noord-Korea spant zich op dat vlak extra in door zichzelf ‘Democratische Volksrepubliek Korea’ te noemen. In realiteit is Noord-Korea een totalitaire dictatuur.

e Hoewel er veel landen zijn die de islam als staatsgodsdienst hebben, zijn er slechts vier die deze benaming gebruiken: Pakistan, Mauritanië, Afghanistan en Iran.

f Aanvankelijk werd deze benaming gebruikt voor Latijns-Amerikaanse staten die gedomineerd werden door Amerikaanse fruitexporteurs als Chiquita en Dole. Vandaag is de benaming een synoniem voor een corrupt regime.

volksrepubliek of socialistische republiek democratische republiek islamitische republiek bananenrepubliek

13 Staatsgrepen zijn pas succesvol wanneer de putschisten meer macht naar zich weten toe te trekken dan de zittende overheid en erin slagen het geweldmonopolie van de regering te breken en over te nemen. Wanneer de putschisten te zwak staan, zal de staatsgreep mislukken. Als beide partijen aan elkaar gewaagd zijn, kan er een burgeroorlog uitbreken.

a Een bekend voorbeeld van een geslaagde staatsgreep is de coup door Augusto Pinochet op 11 september 1973 in Chili. Hoe verliep die staatsgreep?

Generaal Augusto Pinochet pleegde met Amerikaanse steun een staatsgreep op de democratisch gekozen regering van president Salvador Allende. Allende werd gedood tijdens de coup.

b In Myanmar voeren oppositietroepen een burgeroorlog sinds de staatsgreep van de militaire junta in 2021. Wat gebeurde er met de democratisch verkozen regering?

Aung San Suu Kyi werd in de gevangenis gezet op grond van vergezochte aanklachten, de junta controleert de belangrijkste overheidsinstellingen en de grootste steden.

c Na een bliksemsnelle opmars hebben de Taliban op 15 augustus 2021 de Afghaanse hoofdstad Kabul opnieuw ingenomen en daarmee vrijwel het hele land veroverd. De Taliban strijden niet alleen om territorium, ze voeren ook een burgeroorlog tegen vrouwen. Hoe doen ze dat?

Door het uitvaardigen van decreten tegen vrouwen. Zo kwam er een bevel om de kantoren voor de emancipatie van vrouwen op te heffen, de verplichte hijab in te voeren, scholen voor meisjes ouder dan twaalf jaar te sluiten en alle sportclubs, make-upsalons en openbare baden te sluiten. Er kwam een verbod voor vrouwen om te werken, om cursussen te volgen en om sociale en politieke activiteiten te ontplooien. Vrouwen kunnen geen gebruik meer maken van studiebeurzen, mogen niet alleen reizen, zelfs in een taxi moeten ze worden vergezeld door een familielid. Vrouwen worden ook gemarteld door het talibanregime en dat fysieke geweld wordt vervolgens systematisch verspreid via (sociale) media.

©VANIN

d Ook mislukte staatsgrepen hebben soms ingrijpende gevolgen. De Turkse president Recep Tayyip Erdoğan (1954) greep in de zomer van 2016 de mislukte staatsgreep van een groep militairen aan om zijn veranderingsplannen door te zetten. Wat waren de gevolgen voor Turkije toen Erdoğan de noodtoestand afkondigde?

De president kreeg quasi onbeperkte macht. Door de noodtoestand kon de president wetten uitvaardigen zonder goedkeuring van het parlement.

14 Taiwan, of officieel de Republiek China, is een eilandstaat in de Oost-Chinese Zee. Na de Tweede Wereldoorlog verdreven de communisten van Mao Zedong de nationalisten van het Chinese vasteland. De nationalisten zochten hun toevlucht op het eiland Taiwan terwijl Mao de communistische Volksrepubliek China uitriep. Wat is de huidige politieke situatie van Taiwan?

China weigert de onafhankelijkheid van Taiwan te erkennen en landen die vriendschappelijke relaties onderhouden met Taiwan krijgen geen toegang tot de Chinese markten. Slechts 22 landen erkennen de onafhankelijkheid van Taiwan.

De Amerikaanse president heeft vrij veel macht. Hij is zowel staatshoofd als hoofd van de uitvoerende macht. Daarnaast is hij opperbevelhebber van het leger en verantwoordelijk voor het buitenlandse beleid. De Amerikaanse president benoemt ambassadeurs, ministers en consuls, raadslieden van het Amerikaanse Hooggerechtshof en alle andere officieren en ambtenaren. Lees onderstaande tekst over de Amerikaanse presidentsverkiezingen en beantwoord de vragen.

Presidentsverkiezingen

Om de vier jaar kiezen de Amerkanen een nieuwe president. Aan de presidentsverkiezingen gaat altijd een heel mediacircus vooraf, dat ongeveer een jaar duurt en begint met het bekendmaken van de politici die zich kandidaat stellen voor de presidentsverkiezingen. Begin januari vinden de eerste voorverkiezingen plaats. Staat per staat duiden de leden van elke politieke partij afzonderlijk de gedelegeerden aan die uiteindelijk de presidentskandidaat van hun partij zullen kiezen tijdens een nationaal partijcongres. De staatsafdelingen bepalen zelf op welke manier ze de gedelegeerden verkiezen. Doorgaans gaat het om primaries, gewone verkiezingen met stembusgang, of caucuses. In het laatste geval vergaderen alle kiezers en maken ze op het einde hun keuze door bij elkaar te gaan staan (democraten) of door hun voorkeur op een briefje te schrijven (republikeinen). De voorverkiezingen slorpen al gauw miljoenen dollars op van de presidentskandidaten.

De dag waarop de eigenlijke presidentsverkiezing plaatsvindt is Election Day. Die valt altijd op de eerste dinsdag na de eerste maandag van november. Tijdens de verkiezingsdag stemmen de Amerikaanse burgers op de kandidaat van hun voorkeur. De stemming is niet verplicht. Kiezers moeten zich vooraf wel laten registreren.

De meeste staten hanteren tijdens de presidentsverkiezingen het meerderheidsstelsel. Dat betekent dat kandidaten in een staat meer dan 50 procent van de stemmen moeten halen om die staat te winnen. De kandidaat die de meerderheid van de stemmen binnenhaalt, mag alle aan die staat toegewezen kiesmannen naar het kiescollege sturen, dat uiteindelijk de president aanduidt. Het Winner takes all principe is erg controversieel. Het is perfect mogelijk dat de kandidaat die in het hele land de meeste stemmen haalt, toch geen president wordt. Zo kreeg Hillary Clinton tijdens de verkiezingen van 2016 ongeveer 2,5 miljoen stemmen meer dan haar rivaal Donald Trump. Maar omdat Trump in de juiste staten won, werd hij de nieuwe president van Amerika.

De drie takken van de Amerikaanse overheid

GRONDWET

(voorziet in een scheiding van machten)

WETGEVENDE MACHT UITVOERENDE MACHT

RECHTERLIJKE MACHT

CONGRES

• Senaat

• Huis van Afgevaardigden

PRESIDENT

• vicepresident

• kabinet

• Hooggerechtshof

• andere federale gerechtshoven

Het Congres is de Amerikaanse wetgevende macht (parlement). Het benoemt en controleert de president en maakt de budgetten vrij voor militaire interventies in het buitenland. Het bestaat uit een Huis van Afgevaardigden en een Senaat. De leden van het Huis van Afgevaardigden worden rechtstreeks verkozen. Om de twee jaar wordt het Congres vervangen. In de Senaat zetelen twee vertegenwoordigers per staat. Om de twee jaar wordt een derde van de Senaat vervangen.

a Welke voor- en nadelen heeft het Amerikaanse kiesstelsel volgens jou?

Voordelen Nadelen

bv. Het volk kan de volksvertegenwoordigers kiezen.

bv. Het meerderheidsstelsel zorgt ervoor dat third party candidates nauwelijks een kans krijgen.

©VANIN

bv. Het volk kan het staatshoofd rechtstreeks kiezen.

bv. Het meerderheidsstelsel zorgt ervoor dat de kandidaat met de meeste stemmen toch niet altijd wint.

bv. Kiezers moeten zich laten registreren om te mogen stemmen, waardoor slechts een beperkt deel van de bevolking naar de stembus trekt.

b Hoe controleren de Amerikaanse uitvoerende en de wetgevende macht elkaar?

Er bestaat een zekere spanning tussen de macht van de president en de macht van het Congres. Zo kan de president een veto stellen tegen een wet die door het Congres wordt gestemd. Het Congres kan dat veto op zijn beurt ongedaan maken wanneer beide kamers met tweederdemeerderheid de wet goedkeuren. Daarnaast kan het Congres een afzettingsprocedure (impeachment) opstarten wanneer de president zware fouten heeft gemaakt.

a Waarom is het een systeem van ‘checks and balances’?

De machten controleren (checks) elkaar en houden elkaar in evenwicht (balances).

16 Verklaar waarom het meerderheidssysteem en het systeem van 'checks and balances' ervoor zorgen dat de Amerikaanse politiek vast zit in een dodelijke wurggreep tussen Democraten en Republikeinen en zo bijvoorbeeld de verkiezing van een figuur als Donald Trump mogelijk maken. Werk op een apart blad.

Democratie is een werkwoord: de rol van verkiezingen in diverse stelsels

Democratie moet op mensenrechten zijn gebaseerd, stelt mensenrechtenactivist Kenneth Roth. Dat lijkt misschien vanzelfsprekend, maar eenvoudig is dat niet. Zo kan de nadruk in een democratie vooral gaan liggen op het winnen van de verkiezingen, om vervolgens de veronderstelde wil van de kiezers te volgen. In dat geval gaat democratie een 'dictatuur van de meerderheid' betekenen. Uiteraard moet wat de overheid doet een afspiegeling zijn van wat een meerderheid in de samenleving wil, op basis van periodieke, vrije en eerlijke verkiezingen. Maar er gelden ook beperkingen, op grond van de universele mensenrechten en de rechtsstaat.

Een dictatuur is een bestuursvorm waarbij één persoon, partij of groepering nagenoeg alle macht in handen heeft. Dictaturen zijn ondemocratisch en dulden geen afwijkende opinies. Er zijn geen vrije en eerlijke verkiezingen, er is geen vrije pers, geen scheiding der machten en geen rechtsstaat. Persoonlijke vrijheid is in een dictatuur erg beperkt. De bevolking wordt onderdrukt en corruptie is wijdverspreid. Veel dictators proberen hun imago te verbeteren door prestigeprojecten en creëren een heuse personencultus

Een democratie is een bestuursvorm waarbij de macht in handen ligt van het volk. Etymologisch komt het woord van het Griekse demos (volk) en kratein (macht of regeren) en betekent het dus letterlijk dat het volk regeert. De democratie doet recht aan de wil van de meerderheid (zonder evenwel de rechten van de minderheid te miskennen). De rechtsstaat is er om het individu te beschermen. In een democratische rechtsstaat beschikt de overheid niet over een onbeperkte macht. Ze moet bij de uitoefening van haar macht de democratische regels respecteren.

De belangrijkste kenmerken van een democratische rechtsstaat zijn:

—De volksvertegenwoordiging is gekozen.

—Een parlement controleert de regering (parlementair stelsel).

—Alle burgers hebben grondrechten.

—Ook de overheid is aan regels gebonden.

—Er is rechtsbescherming tegen de overheid.

—Er is een scheiding tussen de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.

Er bestaan verschillende vormen van democratie:

—De rechtstreekse of directe democratie is de meest oorspronkelijke vorm van democratie. Het volk, meestal beperkt tot de burgers, bepaalt zelf de regels. Er moeten dus geen volksvertegenwoordigers worden gekozen.

In Zwitserland kunnen burgers in een referendum hun stem uitbrengen over politieke kwesties. Zo geeft de overheid regelmatig ook directe inspraak aan de inwoners in het besluitvormingsproces.

Leertekst 3

—In een representatieve of indirecte democratie laten de burgers zich vertegenwoordigen door volksvertegenwoordigers. Die vertegenwoordigers onderhandelen de wetten en verdedigen daarbij de belangen van hun kiezers. Een representatieve democratie kan op verschillende manieren ingevuld worden. Zo kan zowel een presidentiële als een parlementaire republiek een representatieve democratie hebben. India is de grootste representatieve democratie in de wereld. De leden van het Indische Lagerhuis (Lok Sabha) worden verkozen via algemene verkiezingen. Een nieuwe wet moet ervoor zorgen dat in de toekomst (2026) minimaal een derde van de Indiase parlementsleden een vrouw is.

—Een participatieve of deliberatieve democratie is een aanvullend alternatief voor zowel de directe als de representatieve democratie. Het is een vorm van publieke besluitvorming waarin informatievergaring, overleg en de uitwisseling van argumenten centraal staan. (Deliberatie betekent het uitwisselen van meningen.) Men betrekt burgers zo direct bij het vormgeven van beleid en besluiten.

In zijn essay Tegen verkiezingen houdt David van Reybrouck een pleidooi voor een 'lottocratie', een systeem dat politici kiest door loting. De provocerende gedachte is niet helemaal nieuw en werd op beperkte schaal bepleit en geprobeerd door van Reybrouck met zijn initiatief G1000 dat de betrokkenheid van burgers bij beleidsvorming probeert te vergroten. Een voorbeeld is het gelote burgerpanel We need to talk dat 34 aanbevelingen opstelde om het systeem van partijfinanciering te hervormen en de groep Agora die een zetel in het Brusselse Parlement verwierf in 2019. Andere voorbeelden van participatieve democratie zijn: de permantente burgerraad in Duitstalig België die adviezen formuleert voor het parlement van de Duitstalige Gemeenschap en de digitale bevraging van haar burgers die Kortrijk jaarlijks organiseert.

Leven in een democratie is een voorrecht

De Belgische politicologe Chantal Mouffe (1943) zegt dat politiek gaat over het voorkomen van een burgeroorlog. Het is niet vanzelfsprekend dat zoveel mensen met zoveel verschillende voorkeuren, ideeën en meningen in vrede samenleven op zo’n kleine oppervlakte als België. Er zijn landen genoeg waar de democratie geen ingang gevonden heeft. Democratie is iets kwetsbaars. En waar democratische vermoeidheid ontstaat, is het opletten voor vormen die het model van de democratische rechtsstaat kunnen ondergraven.

Bureaucratie duidt op de organisatorische structuur en procedures die nodig zijn om taken uit te voeren binnen een overheidsinstelling of organisatie. Een voorbeeld van een bureaucratie is het overheidsapparaat van veel moderne democratische landen, waarin ambtenaren belast zijn met het uitvoeren van wetten, regelgeving en overheidsbeleid. Bureaucratie leidt dikwijls tot inefficiëntie en een gebrek aan directe betrokkenheid van de burgers bij het besluitvormingsproces.

Kabinetocratie verwijst naar een vorm van oligarchie waarin de macht voornamelijk wordt uitgeoefend door een kleine groep mensen, meestal een kabinet of regering, zonder veel inspraak van het bredere publiek. Het Rusland van Poetin is hier een voorbeeld van.

Juristocratie is een recenter fenomeen waarbij rechters of juridische experts beslissingen nemen op basis van juridische interpretaties of precedenten. Juristocratie of juridische suprematie geeft aan dat de burger vandaag veel meer gelooft in een juridische suprematie dan in een politieke suprematie van verkozen vertegenwoordigers. Door naar de rechter te stappen, proberen burgers

of belangengroepen wetgeving die hen niet goed uitkomt ongedaan te maken. In dat geval treedt de rechtbank in feite op als wetgever.

De rechtbank oordeelt bijvoorbeeld over de Belgische Klimaatzaak. Een arrest van het hof van beroep bevestigt de uitspraak in eerste aanleg en legt bijkomend reductiebevelen op aan de Belgische Staat, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Vlaamse Gewest. (Op iDiddit kun je het arrest inzien.)

Lobbyen is het proces waarbij individuen of groepen proberen de beslissingen van wetgevers of beleidsmakers te beïnvloeden. Aan lobbyen kleeft een negatief beeld omdat we lobbyen associëren met Big Oil, Big Pharma, de bankenlobby of de alcohol- en sigarettenlobby. Hoewel lobbyen een legitiem onderdeel van de democratie kan zijn, wordt lobbycratie eerder gezien als een negatief fenomeen, omdat machtige en financieel sterke belangengroepen onevenredige invloed uitoefenen op het beleid. Toch stellen onderzoekers vast dat de vele belangenorganisaties (zoals Testaankoop of vakbonden) in de eerste plaats de belangen van hun leden verdedigen en niet die van economische sectoren. Omdat ze een groter draagvlak hebben, kunnen ze ook meer druk uitoefenen op de beleidsmakers.

Een technocratie vertrekt van het idee dat deskundigen het best weten hoe een land geleid moet worden. Een technocratie is gericht op een efficiënt en zakelijk beleid gebaseerd op wetenschap en kennis. Ze houdt echter geen rekening met welk beleid uit welke feiten volgt. Dat is een politieke aangelegenheid. Een deskundige kan bijvoorbeeld oog hebben voor zijn specifieke expertise, maar zal daarom niet altijd de belangen van iedereen afwegen.

Wanneer politieke partijen een zeer grote invloed hebben op het politieke gebeuren, spreek je van particratie. In een particratie ligt veel macht bij de partijvoorzitters. Ze maken de kieslijsten en bepalen dus wie op een verkiesbare plaats staat en zo kans maakt op een parlementaire zetel en zelfs een ministerpost. Zo bepalen partijen en partijvoorzitters in grote mate wie er in het parlement zal zetelen en sturen ze ook het handelen van de volksvertegenwoordigers en ministers. Door de particratie worden ministers herleid tot partijafgevaardigden. Vaak komen partijvoorzitters tussen in de beslechting van moeilijke dossiers. Zo wordt een groot deel van de machtsuitoefening aan de directe wil van de kiezer onttrokken.

In een etnocratie heerst een bepaalde groep mensen over de rest van de bevolking. Het onderscheid is gebaseerd op afkomst, huidskleur of religie. Een voorbeeld van een etnocratie is het voormalige Zuid-Afrikaanse apartheidsregime, waarin verschillende etnische groepen (blanken, zwarten, kleurlingen en Aziaten) verschillende rechten en privileges hadden op basis van hun etniciteit. De blanke minderheid regeerde met absolute controle over de politieke macht en de economische middelen terwijl de zwarte meerderheid werd gediscrimineerd en onderdrukt. Nelson Mandela was de eerste zwarte president na de afschaffing van de apartheid in 1994.

Electorale participatie

Vandaag zijn vrijwel alle democratieën representatief. De representatieve democratie houdt de belofte in dat elke burger een stem heeft en dat de politici daarnaar luisteren. Tijdens regelmatig gehouden verkiezingen kunnen burgers volksvertegenwoordigers aanduiden die hun belangen zullen vertegenwoordigen in het parlement, de provincie- of de gemeenteraad. Gaan stemmen is een duidelijke vorm van politieke participatie van burgers, het is electorale participatie. Elk land heeft zijn eigen kiessysteem.

In het meerderheidsstelsel wint de partij of de kandidaat met de meerderheid van de stemmen. Die meerderheid kan absoluut zijn, zoals bij de verkiezing van het Franse parlement (meer dan de helft van de stemmen). Of ze kan relatief zijn, zoals in Engeland (de partij met de meeste stemmen wint). Het systeem wordt ook wel Winner takes all genoemd en leidt tot een tweepartijenlandschap en een éénpartijregering. Het is nadelig voor nieuwe partijen, extreme partijen en voor vrouwen en etnische minderheden omdat het erg disproportioneel is.

Zetelverdeling Britse Parlement op 9 april 2024

Labour Party: 404 zetels

Conservative Party: 121 zetels

Liberal Democrats: 72 zetels

Scottish National Party: 9 zetels

Democratic Unionist Party: 5 zetels

Reform UK: 5 zetels

Green Party of Enland and Wales: 4 zetels

Plaid Cymru: 4 zetels

Oorspronkelijke kende België ook een meerderheidsstelsel. Na de opkomst van de socialisten en de oprichting van de Belgische Werkliedenpartij in 1895 werd het algemeen meervoudig stemrecht ingevoerd en ontstond in 1900 de evenredige vertegenwoordiging. Hoe werkt de evenredige vertegenwoordiging in België? Bij verkiezingen wordt België ingedeeld in verschillende gebieden of kieskringen. Een kieskring is het gebied waarin dezelfde kieslijsten aan de kiezers worden voorgelegd. Voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers en voor het Vlaams Parlement kent België provinciale kieskringen.

Mensen die in eenzelfde kieskring wonen, kunnen op dezelfde kandidaat stemmen. Per kieskring is er een vooraf bepaald aantal zetels te verdelen. Dat aantal hangt af van het inwonersaantal in de betrokken kieskring. Dat verklaart waarom het dichtbevolkte Brussel veel meer zetels heeft in de Kamer (16 zetels) dan het dunbevolkte Luxemburg (vier zetels).

Een zetel is een plaats in het parlement, toegewezen aan verkozen volksvertegenwoordigers. Nadat alle stemmen zijn geteld, worden de beschikbare zetels per kieskring verdeeld over de partijen en de kandidaten overeenkomstig het behaalde percentage bij de verkiezingen. Partijen moeten bij verkiezingen voldoende stemmen halen om een eerste verkozene te krijgen. Dat minimumaantal stemmen is de kiesdrempel. In België is er een kiesdrempel van vijf procent. De kiesdrempel maakt het niet alleen moeilijk voor nieuwe partijen, maar ook voor kleine partijen die al langer bestaan.

Om de bevolking rechtstreeks inspraak te geven bij een concreet voorstel, kan de overheid een referendum of volksraadpleging organiseren. Hoewel beide begrippen regelmatig door elkaar worden gebruikt, bestaat er een belangrijk verschil. Referenda zijn bindend, volksraadplegingen niet. Net als bij verkiezingen kunnen kiesgerechtigde burgers naar de stembus gaan. Maar in plaats van te stemmen op volksvertegenwoordigers, beantwoorden ze een voorgelegde vraag met ja of nee. De voorgelegde vragen zijn dan beter geen technische vragen, maar existentiële vragen of vragen die te maken hebben met het sociaal contract van de samenleving. Referenda zijn een vorm van rechstreekse democratie en vergroten de betrokkenheid van de burger. Tegelijkertijd zijn ze ook een blijk van vertrouwen in het oordeel van de burger. Een belangrijke voorwaarde voor een succesvol referendum is dat het wordt ingebed in een deliberatief proces. Er moet een zorgvuldig publiek debat aan voorafgaan, zodat de beslissing echt de uitkomst is van een bewuste en beredeneerde collectieve keuze. In zo’n groter deliberatief systeem kunnen directe en

representatieve democratie perfect samen functioneren. Referenda kunnen een manier zijn om de particratie te doorbreken.

In België zijn (bindende) referenda verboden. De grondwet legt de wetgevende macht immers in handen van het parlement. Om referenda te kunnen organiseren, is dus eerst een grondwetswijziging nodig. (Raadgevende) volksraadplegingen zijn toegestaan op gemeentelijk, provinciaal en gewestelijk niveau.

Andere vormen van politieke participatie

Als individuele burger kun je een politieke bijdrage leveren door lezersbrieven of opiniestukken te schrijven. Middenveldorganisaties zoals vakbonden, ziekenfondsen en gezinsbonden kunnen via propaganda mensen oproepen tot (liefst geweldloze) actie zoals boycot, staking en betoging. Wanneer tienduizenden burgers het werk neerleggen of de straat op komen uit protest tegen een overheidsbeslissing, geeft dat een krachtig signaal aan de overheid dat de belangen van bepaalde groepen worden geschaad.

GOOD TO KNOW

Burgerraad Duitstalige Gemeenschap beslist doorgaans bij consensus Regelmatig zet de Duitstalige Gemeenschap een burgerdialoog op touw. Iedere burger – maar ook het parlement – kan thema’s aanbrengen. Die worden voorgelegd aan een burgerraad van vierentwintig uitgelote personen. Opvallend is dat inwoners al vanaf hun zestiende kans maken om in de burgerraad te zitten. De vierentwintig personen bepalen telkens opnieuw welk thema diepgaander wordt besproken. Ze krijgen daar een vergoeding voor van 50 euro per bijeenkomst plus een verplaatsingsvergoeding.

De definitieve lijst met te bespreken thema’s gaat vervolgens naar een – eveneens uitgeloot – burgerpanel van ongeveer dertig personen. Zij horen experten, kunnen juridische raad vragen en kunnen een beroep doen op het parlement. Ze krijgen daar een vergoeding voor van 100 euro per vergadering plus verplaatsingsvergoeding.

Na enkele discussierondes, meestal op zaterdagochtend, doen ze officiële aanbevelingen aan het parlement.

Beslissingen worden doorgaans bij consensus genomen. Lukt dat niet, dan vindt een stemming plaats waarbij vier vijfde van de leden van het burgerpanel akkoord moet gaan.

De aanbevelingen van het burgerpanel zijn niet bindend, maar als de parlementsleden ze niet willen invoeren moeten ze uitleggen waarom. Een jaar na de invoering van de maatregel gaat het parlement na hoever het met elk thema staat.

Bron: De Standaard

Leeractiviteiten

1 Opiniepeilingen van de vijfde editie van De Stemming, afgenomen in 2023, tonen aan dat ruim acht op de tien bevraagde Vlamingen een democratie een (zeer) goede manier vinden om een land te besturen.

a Hoeveel Belgen zijn van mening dat België ook daadwerkelijk democratisch bestuurd wordt? Is dat veel of weinig en hoe verklaar je dat?

persoonlijk antwoord bv. Slechts de helft van de ondervraagden vindt dat België democratisch bestuurd wordt.

b 34 procent geef aan dat België niet democratisch bestuurd wordt. Is dat veel of weinig?

Hoe democratisch wordt ons land momenteel bestuurd?

©VANIN

Bron: De Stemming 2023

c De Britse mediagroep The economist stelt jaarlijks een internationale democracy index (EIU) op. Ga na welke indicatoren onderzocht worden en tot welke resultaten voor België het meest recente onderzoek heeft geleid.

België staat als enige West-Europese land ingekleurd als flawed democracy omwille van een democratisch tekort van politici om te luisteren, te handelen en besluiten te nemen.

2 Vladimir Poetin en de Russische Federatie waarvan hij al sinds 1999 de verkozen leider is, doen niet direct aan een democratie denken. Poetin voldoet steeds meer aan het beeld van een dictator die het niet nauw neemt met mensenrechten.

a Is Poetin een verkozen dictator? Beargumenteer je antwoord.

Poetin is dan wel verkozen, hij heeft zijn macht geconsolideerd in de voorbije twintig jaar door verkiezingen en de grondwet in zijn voordeel aan te passen. Hij is een dictator omdat hij politieke tegenstanders onderdrukt en vervolgt en er daarnaast regelmatig liquidaties plaatsvinden die niet worden onderzocht. Hij beperkt de persvrijheid en de vrije meningsuiting en discrimineert etnische minderheden.

b Kan Poetin ter verantwoording worden geroepen voor zijn beleid? Beargumenteer je antwoord en vermeld ook de bron waarop je je baseert.

3 Politicus Jean-Marie Dedecker schrijft in een opiniestuk in Knack, na te lezen op iDiddit, dat politiek beoefenen en wetten maken een nieuwe vorm heeft aangenomen. De gang van zaken verloopt niet meer alleen volgens de klassieke (volks)vertegenwoordiging en de toetsing van nieuwe wetgeving aan het oordeel van het Grondwettelijk Hof of de Raad van State. Belangengroepen en minderheden proberen volgens hem met klachten via de rechtbank stelselmatig een interpretatie van de wet af te dwingen die strookt met hun eigen belangen, om ze dan als gelegitimeerd precedent te gebruiken voor het behalen van hun eigen doelstellingen.

a Zoek voorbeelden van de juristocratie die Jean-Marie Dedecker aanklaagt.

b Klopt de bewering van Jean-Marie Dedecker dat hierdoor de democratie ondermijnd wordt door groepen die geen meerderheid kunnen halen in het parlement?

c Brengt de juristocratie het principe van de scheiding der machten in gevaar?

d Worden schendingen van mensenrechten te pas en te onpas gebruikt, zoals Dedecker beweert?

4 De meeste kiessystemen zijn gebaseerd op het meerderheidsstelsel of het evenredigheidsstelsel.

a Maak juiste zinnen.

De verkiezingen in België verlopen volgens

De Amerikaanse presidentsverkiezingen verlopen volgens

De verkiezingen voor het Franse parlement verlopen volgens

De verkiezingen van het Britse parlement verlopen volgens

Het Internationaal Strafhof (ICC) heeft in maart 2023 een arrestatiebevel uitgevaardigd tegen de Russische president vanwege oorlogsmisdaden in Oekraïne. Hoewel de kans klein is dat Poetin wordt gearresteerd of door Rusland zelf wordt uitgeleverd, vindt mensenrechtenorganisatie Human Right Watch (HRW) het een belangrijk signaal. Het laat volgens HRW zien dat dergelijke misdaden, begaan door een regime, uiteindelijk kunnen leiden tot gevangenisstraf. het evenredigheidsstelsel het absolute meerderheidsstelsel het meerderheidsstelsel het relatieve meerderheidsstelsel

b Waarom wordt het meerderheidsstelsel ook wel Winner takes all genoemd?

c Wat zijn de voor- en nadelen van elk kiesstelsel?

Kiesstelsel Voordelen Nadelen evenredigheidsstelsel

Elke strekking is in het parlement vertegenwoordigd.

meerderheidsstelsel

Regeringsbeloftes kunnen gemakkelijker omgezet worden in beleid.

Moeilijke regeringsvorming omdat er veel compromissen gesloten moeten worden.

©VANIN

Sommige strekkingen zijn niet vertegenwoordigd in het parlement, waar een beperkt aantal ‘brede volkspartijen’ het voor het zeggen heeft.

d Aan welk kiesstelsel geef je de voorkeur: een evenredigheidssyteem zoals in België of een meerderheidssysteem zoals in het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten? Leg uit.

De grootste partij krijgt de meerderheid, er moeten geen coalities gemaakt worden. persoonlijk antwoord (Er is geen juist of fout kiesstelsel. Het hangt af van welke houding je aanneemt t.o.v. de voor- en nadelen.)

e Waarom is N-VA voorzitter Bart De Wever voorstander van het Britse meerderheidssysteem? Werk op een apart blad en vermeld de bron waarop je je baseert.

5 Hoe beoordeel je volgend citaat van Barak Obama? Verkiezingen alleen maken nog geen echte democratie.

6

In België bestaat er opkomstplicht voor het federaal parlement en de parlementen van de deelstaten, maar in de meeste landen bestaat er stemrecht. Dat betekent dat stemgerechtigde burgers zelf kunnen kiezen of ze al dan niet naar de stembus trekken. Beantwoord de vragen en vergelijk jouw antwoorden met die van je klasgenoten.

a Ben jij geïnteresseerd in politiek? ja, heel erg ja, een beetje ja, maar alleen bij verkiezingen

nee, absoluut niet geen idee Ik antwoord liever niet op de vraag.

b Ben jij voor opkomstplicht of voor stemrecht? voor opkomstplicht voor stemrecht

c Als er geen opkomstplicht is, waarom zou je dan niet gaan stemmen? Mijn stem doet er niet toe.

Ik weet niet op wie ik moet stemmen.

Ik ben het met geen enkele partij eens.

Ik ga stemmen ook als ik niet verplicht ben. Ik weet het niet.

d Wat is voor jou de belangrijkste reden om wel te gaan stemmen?

Ik vind dat het mijn burgerplicht is om te gaan stemmen.

Ik wil stemmen voor een persoon.

Ik wil stemmen voor een partij.

Ik wil niet dat een andere partij de verkiezingen wint.

Ik

7 Hieronder staan een aantal argumenten van voor- en tegenstanders van opkomstplicht. Wat zijn volgens jou de vijf sterkste argumenten voor of tegen opkomstplicht? Nummer van 1 tot 5. Vergelijk jouw top 5 met die van je klasgenoten.

Iedereen moet zelf de vrijheid hebben om al dan niet te gaan kiezen.

Democratie is een geheel van rechten en plichten: deelnemen aan verkiezingen is een burgerplicht.

België is een representatieve democratie, daarom is het belangrijk dat iedereen aangeeft wie hem of haar zal vertegenwoordigen. Wanneer niet iedereen gaat stemmen, vertegenwoordigt het parlement niet de hele bevolking.

Wie niet gaat stemmen, geeft ook geen politiek signaal.

Burgers zijn genoeg geïnformeerd om zelf te beslissen of ze al dan niet gaan stemmen.

Als er geen opkomstplicht is en je gaat toch stemmen, dan doe je dat bewuster.

Door de opkomstplicht brengen groepen die anders niet zouden gaan stemmen ook hun stem uit, waardoor er minder sociale ongelijkheid is.

Bij stemrecht moeten de partijen meer moeite doen om de bevolking te sensibiliseren om te gaan stemmen. De kiescampagnes en debatten zijn beter.

Bij opkomstplicht bestaat er een groter risico op ‘waardeloze’ stemmen.

8 Uit peilingen zoals De Stemming blijkt dat 30 tot 40 % van de Belgen niet zou gaan stemmen zonder opkomstplicht.

a De vrees bestaat dat vooral laaggeschoolden, bejaarden en zwakkeren thuis zouden blijven. Hun bekommernissen zouden bijgevolg minder zwaar doorwegen op de politieke agenda. Beoordeel die uitspraak.

b Slechts de helft van de Vlamingen zou nog elke keer gaan stemmen als de opkomstplicht afgeschaft wordt. Ga jij stemmen als er enkel stemrecht is en geen opkomstplicht? Motiveer.

persoonlijk antwoord

9 Om de bevolking rechtstreeks inspraak te geven bij een concreet voorstel, kan de overheid een referendum organiseren.

a Tot welke vorm van democratie behoren referenda?

Referenda zijn een vorm van rechtstreekse democratie.

b In de grondwet zijn de ook argumenten pro referenda terug te vinden. Zo was het een van de grote bekommernissen van de makers van de grondwet om machtsconcentraties te vermijden. Vandaag zijn politieke partijen zeer machtig. Hoe kunnen referenda een manier zijn om de particratie te breken? Werk op een apart blad. Vertrek in je argumentatie van de begrippen democratie en particratie. Stel je de vraag wat ‘democratisch’ precies betekent. Noteer argumenten pro en contra het democratische gehalte van een referendum. Pas je argumentatie toe op een concreet referendum. Wat is je conclusie? Vergelijk jouw conclusie met de conclusie van andere leerlingen in de klas.

c Zijn referenda volgens jou een goede zaak? Wanneer wel en wanneer niet? Verklaar.

Persoonlijk antwoord, gegeven is dat referenda beter niet voor technische zaken worden georganiseerd, maar eerder voor existentiële of ethische zaken. De gestelde vragen moeten eenduidig met ja of nee te beantwoorden zijn.

Welke acties vind jij toelaatbaar?

a handtekeningen verzamelen

b een protestmail versturen

c demonstreren

d staken

e barricades opwerpen

f beledigen via internet

g ruiten ingooien

h autobanden leeg laten lopen

i brandstichten

j bedreigen met wapens

k een bom leggen

l iemand doden

i-l: acties die eander mensen bedreigen of verwonden vind jij toelaatbaar om doelen te bereiken. Gewelddadige acties zijn wel illegaal en er staan zware straffen op.

e-h: oorv jou zijn harde acties toelaatbaar. Bedenk wel dat sommige vormen van beledigen en vandalisme strafbaar zijn. Het zijn geen democratische actiemiddelen.

a-d: otestactiespr zijn volgens jou toelaatbaar, als ze maar democratisch zijn. Het recht om te demonstreren of te staken is in de wet vastgelegd.

Onderstaand schema toont verschillende vormen van politieke participatie, variërend van minst naar meest extreem. In kolom 1 en 2 zijn conventionele vormen van participatie weergegeven. In kolom 1 gaat het om electorale participatie. Daarbij horen acties die een directe betrokkenheid hebben bij het kiesproces. In kolom 2 komen andere acties die verband houden met de institutionele politiek. Wanneer burgers buiten de gevestigde structuren en kanalen aan politiek doen, spreek je van onconventionele vormen van participatie. In kolom 3 staan geaccepteerde vormen van onconventionele participatie. In kolom 4 hebben de onconventionele activiteiten een illegaal karakter gekregen. Het zijn directe actievormen die doorgaans spontaan en dus buiten de reguliere kanalen om gebeuren. In kolom 5 gaat het om illegale, gewelddadige acties. Onconventioneel participeren wordt ook wel protestpolitiek genoemd, omdat mensen zich daarmee buiten de formele politieke kanalen begeven.

a Plaats onderstaande actievormen op de juiste plaats in het schema: vandalisme – stemmen – lobbyen – petitie tekenen – bomaanslag – moorden – legale stakingen –wilde (onwettige) stakingen – legale demonstraties – (sociale) mediacampagnes – bezettingen –wilde (onwettige) demonstraties – verkiezingscampagnes – acties van belangengroepen – sabotage –boycot – ontvoering – politici contacteren – kandidaat zijn – politiek volgen – betogen –burgerlijke ongehoorzaamheid – sit-ins

Politieke participatie

Conventionele politieke participatieOnconventionele politieke participatie (protestpolitiek) 1 2 3 4 5

Electorale participatie

Geïnstitutionaliseerde acties

Legale actie

Illegale actie Geaccepteerde vormen

Directe vormen Gewelddadige vormen

b Sommige drukkingsgroepen nemen deel aan het formele overleg met de overheid of zetelen in officiële adviesorganen. Geef voorbeelden.

stemmen kandidaat zijn verkiezingscampagnes politiek volgen petitie tekenen betogen stakingen demonstraties (sociale) mediacampagnes boycot burgerlijke ongehoorzaamheid sit-ins bezettingen onwettige demonstraties wilde stakingen vandalisme sabotage bomaanslag ontvoeringen moorden lobbyen acties van belangengroepen politici contacteren Vakbonden, milieugroeperingen, belangenverenigingen die zich op specifieke kwesties of beroepsgroepen richten.

c Kun je als gewone burger een voorstel op de agenda van de Kamer plaatsen?

Ja, met de steun van 25 000 handtekeningen kan dat.

8.4

Politieke partijen spelen een hoofdrol in de hedendaagse politiek

‘People often say, with pride, “I'm not interested in politics.” They might as well say, “I'm not interested in my standard of living, my health, my job, my rights, my freedoms, my future or any future.” ... If we mean to keep any control over our world and lives, we must be interested in politics.’

Het citaat komt van Martha Gellhorn (1908-1998), een Amerikaanse oorlogsjournaliste en schrijfster. Gellhorn benadrukt ermee het belang van politieke betrokkenheid en hoe onze levens en toekomst worden beïnvloed door politieke beslissingen. Ze suggereert dat als mensen beweren niet geïnteresseerd te zijn in politiek, ze eigenlijk aangeven dat ze niet geïnteresseerd zijn in zaken die direct verband houden met hun levenskwaliteit, gezondheid, baan, rechten, vrijheden en toekomst. Het citaat onderstreept het belang van het begrijpen en betrokken zijn bij politieke processen om enige controle te behouden over je leven en de wereld om je heen.

Een ideologie is een maatschappijvisie die vertrekt van een stelsel van opvattingen of ideeën en de basis vormt voor politiek handelen.

Een politieke partij bestaat uit mensen met dezelfde politieke opvatting. De leden hebben dezelfde ideeën over hoe de samenleving eruit moet zien. Een politieke partij weet ook op welke manier ze de maatschappij vorm wil geven en besturen. Die principes vormen de essentie van de partij. De ideeën, principes en standpunten vormen samen het partijprogramma. Elke politieke partij heeft een eigen bestuur en een partijvoorzitter. Die leiden de partij. Partijen hebben ook provinciale en lokale afdelingen. Iedereen kan lid worden van een politieke partij. Meestal moet je daarvoor lidgeld betalen.

Hoewel de begrippen ‘links’ en ‘rechts’ in een politieke context dagelijks worden gebruikt, zijn ze niet eenduidig. De begrippen worden gebruikt om een opdeling te maken tussen diegenen die de bestaande samenleving veeleer willen veranderen (‘links’ of ‘progressief’) en diegenen die ze veeleer willen behouden (‘rechts’ of ‘conservatief’). Vandaag slaan de begrippen ‘links’ en ‘rechts’ zowel op materiële standpunten als op ethische en culturele standpunten.

Wanneer je de positie van partijen in het politieke spectrum wilt bepalen, kijk je eerst naar de gewenste mate van economische overheidsinmenging. Partijen die van de overheid verlangen dat ze actief ingrijpt in de vrije markt om de arbeidersklasse beter te beschermen, noem je links. Partijen die voorstander zijn van de vrije markt zonder al te veel overheidsbemoeienis, noem je rechts. De invulling zet liberalen en socialisten tegen elkaar af, met een gematigde positie voor de christendemocratie in het centrum.

De tweede invulling gaat oorspronkelijk terug op de tegenstelling tussen kerk en staat. De levensbeschouwelijke tegenstelling heeft vandaag vooral betrekking op ethische kwesties Het linkse standpunt zegt dat iedereen vrij moet zijn om morele standpunten in te nemen en die te vertalen in zijn levenskeuze. Het rechtse standpunt verdedigt het behoud van de traditionele

Leertekst 4

waarden en normen die mensen een duidelijk houvast geven (en vaak religieus geïnspireerd zijn).

Op de levensbeschouwelijke breuklijn gebruik je dus beter de woorden progressief (voor links) en traditioneel (voor rechts).

Specifiek voor België is er ook de communautaire tegenstelling waarbij er een tegenstelling is tussen eerder kiezen voor de eenheidsstructuur van België (unionisme), zoals PVDA doet, of voor een uitgesproken Vlaams standpunt, zoals de N-VA en Vlaams Belang doen.

In onze superdiverse samenleving zie je voorstanders van een open samenleving en voorstanders van een gesloten samenleving. Rechtse partijen nemen hierbij een radicaal standpunt in voor de gesloten samenleving. Zij vinden dat het samenleven in een multiculturele samenleving niet mogelijk is.

Een laatste tegenstelling in onze hedendaagse samenleving is de breuklijn tussen de kijk op een postmaterialistische samenleving die streeft naar duurzaamheid, aandacht heeft voor klimaat en natuur en voor wereldvrede. In deze context staat rechts dan eerder voor een meer materialistische levensvisie.

Links - progressief - open - postmaterialistischRechts - traditioneel - gesloten - materialistisch persoonlijke vrijheden bevorderen waardering voor traditionele instituties (gezin, kerk, school)

grote overheidsinmenging in de economie weinig overheidsingrijpen in de economie meer openheid in ethische kwesties orde en stabiliteit emancipatie en gelijke behandeling krachtige overheid met morele autoriteit actieve deelname aan de samenleving

beperkte betrokkenheid, meer nadruk op individuele verantwoordelijkheid

zelfontplooiing waardering voor de nationale staat, cultuur en symbolen

kwaliteit van leven voor iedereen eigen verantwoordelijkheid voor kwaliteit van leven duurzame samenleving focus op korte termijn, economische groei grote rol voor internationale organisaties (Europese Unie, Verenigde Naties) terughoudend t.a.v. de Europese Unie

GOOD TO KNOW

Overheidsfinanciën

De inkomsten van politieke partijen zijn voor 80 tot 90 procent afkomstig van de overheid en worden dus betaald met belastinggeld. Inkomsten uit lidgelden, giften en bijdragen van mandatarissen zijn (behalve bij de PVDA) erg beperkt. Elke partij die verkozenen heeft in een van de parlementen, krijgt een dotatie en werkingsmiddelen voor de fractie en de personeelsleden. De publieke financiering wordt verdedigd met het argument dat politieke partijen onafhankelijk moeten kunnen werken.

1 De roman Lord of the flies (Heer der vliegen), geschreven in 1954 door de Engelse auteur William Golding (1911-1993), vertelt hoe jongeren op een onbewoond eiland terechtkomen en daar hun eigen sociale orde vormen. De groep jongens komt voor grote uitdagingen te staan. Moeten ze stemmen of maken ze de sterkste, de slimste, de beste jager … de leider van de groep? Moeten ze wetten maken? Moet er gestraft worden? Het eiland verandert al snel in een dystopische samenleving met akelige kenmerken die leiden tot de dood van de jongen Piggy.

a Wat is een dystopische samenleving?

Een dystopische samenleving is een (denkbeeldige) samenleving met extreme negatieve kenmerken zoals totalitarisme, onderdrukking, armoede, milieurampen, technologische overheersing of andere vormen van sociale ontwrichting.

b Literatuur, films en andere vormen van kunst gebruiken het concept van de dystopische samenleving vaak om kritiek te uiten op bepaalde aspecten van de samenleving of om waarschuwingen te geven over mogelijke toekomstige ontwikkelingen. Ken je titels van boeken of films die een beeld schetsen van jongeren in een dystopische wereld?

persoonlijk antwoord, bv. Armageddon’s children van Terry Brooks, The city of ember van Jeanne Du Prau, The hunger games trilogy van Suzanne Collins, The maze runner trilogy van James Dashner, The divergent trilogy van Veronica Roth

c In het eerste deel van zijn boek Utopia geeft de Engelse humanist Thomas More (1478-1535) kritiek op de zestiende-eeuwse Engelse samenleving met haar corruptie, uitbuiting, armoede en toenemende criminaliteit. Het tweede deel vertelt over een ideale samenleving. In Utopia bestaat geen privébezit en iedereen kan vragen wat hij nodig heeft. Bij More geen dystopische, maar een ideale samenleving. Hoe ziet jouw ideale wereld eruit?

Wat is links en wat is rechts?

a Wat is economisch links en wat is economisch rechts op de sociaaleconomische breuklijn? minder economische ongelijkheid – herverdeling van de welvaart – meer belastingen – minder belastingen – meer actieve rol van de overheid – minder actieve rol van de overheid – grotere verzorgingsstaat – kleinere verzorgingsstaat – meer overheidsuitgaven – minder overheidsuitgaven –meer privatisering en minder regels

Links

minder economische ongelijkheid

meer actieve rol van de overheid herverdeling van de welvaart meer belastingen (voor hoge inkomens) grotere verzorgingsstaat meer overheidsuitgaven

©VANIN

Rechts

nadruk op economische vrijheden minder actieve rol van de overheid meer privatisering en minder regels minder belastingen kleinere verzorgingsstaat minder overheidsuitgaven

b Wat staat voor individuele vrijheid en zelfbeschikking en wat voor traditioneel op de socioculturele breuklijn? een samenleving gebaseerd op een uitgesproken Vlaamse identiteit – cultureel relativisme –orde en stabiliteit – een open samenleving – tolerant – internationaal gericht –oog voor het rijke Vlaamse culturele verleden

Individuele vrijheid

cultureel relativisme

Traditioneel

een open samenleving tolerant internationaal gericht een samenleving gebaseerd op een uitgesproken Vlaamse identiteit sterke instellingen orde en stabiliteit oog voor het rijke Vlaamse culturele verleden

c Welke partijen zijn het eens met onderstaande stellingen? Zoek op internet naar de standpunten van de partijen.

1→ Vlaanderen en Wallonië moeten zelf hun sociale zekerheid organiseren.

N-VA – Vlaams Belang – Open VLD – CD&V – Groen – Vooruit – PVDA

2→ De salarissen en vertrekpremies van topmanagers moeten aan banden worden gelegd.

N-VA – Vlaams Belang – Open VLD – CD&V – Groen – Vooruit – PVDA

3→ De Vlaamse overheid mag geen nieuwe moskeeën erkennen.

N-VA – Vlaams Belang – Open VLD – CD&V – Groen – Vooruit – PVDA

4→ De meest vervuilende auto’s moeten verboden worden in heel Vlaanderen.

N-VA – Vlaams Belang – Open VLD – CD&V – Groen – Vooruit – PVDA

5→ Euthanasie toestaan voor alle oudere mensen die dat vragen.

N-VA – Vlaams Belang – Open VLD – CD&V – Groen – Vooruit – PVDA

Ideologie OmschrijvingRol van de staat Partijen

anarchisme

christendemocratie

communisme

conservatisme

ecologisme

liberalisme

nationalisme

socialisme

3 b 5 eCD&V 8 gPVDA 2 h Vlaams Belang, N-VA 4 dGroen 7 cOpen VLD, NV-A 6 aVlaams Belang, N-VA 1 fVooruit, PVDA

a Plaats de juiste omschrijving bij de juiste ideologie in de tabel.

1 Ideologie die streeft naar meer gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit door maatschappelijke en wettelijke hervormingen, wil een herverdeling van de welvaart.

2 Ideologie die zich grondvest op de traditie, gericht is op het behoud van de bestaande maatschappelijke orde en huiverachtig staat tegenover verandering.

3 Ideologie die streeft naar een samenleving zonder macht of autoriteit.

4 Redelijk recente ideologie die streeft naar een duurzame omgang met het leefmilieu.

5 Ideologie die zich baseert op de christelijke waarden, normen en tradities.

6 Ideologie die streeft naar de versterking van het eigen volk en ijvert voor zelfbeschikkingsrecht, er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen zij die tot de natie of het volk behoren en de rest.

7 Ideologie die streeft naar meer vrijheid voor elk individu, zowel op politiek als op economisch vlak en tegen overdreven staatsbemoeienis is.

8 Ideologie die door een klassenstrijd of revolutie streeft naar een klasseloze maatschappij die gekenmerkt wordt door gemeenschappelijk bezit van de productiemiddelen.

b Welke taken heeft de overheid volgens de ideologieën? Vul de tabel aan.

a De staat belichaamt en beschermt het volk.

b De rol van de staat wordt sterk bekritiseerd of afgewezen, omdat de staat een onderdrukkend en autoritair instituut is dat de individuele vrijheid en gelijkheid belemmert.

c De staat zorgt voor vrede, veiligheid, infrastructuur en een goed ondernemersklimaat.

d De staat speelt een cruciale rol bij het waarborgen van milieubescherming en duurzaamheid. De overheid moet door middel van wetgeving helpen om de milieuproblemen op te lossen.

e De staat heeft een ondersteunende en faciliterende rol en richt zich daarbij op het algemeen welzijn. De staat moet sociale voorzieningen verstrekken om de zwakkere te beschermen.

f De staat moet zorgen voor haar onderdanen. Dat impliceert onder meer een herverdeling van de welvaart. De staat heft veel belastingen en geeft in ruil veel terug aan de bevolking.

g De staat begeleidt de overgang naar een klasseloze maatschappij. In de praktijk leidt dat vaak tot totalitaire regimes.

h De staat beschouwt de samenleving als een harmonieus evenwicht dat ze wil bewaren.

c Welke Vlaamse partijen horen bij welke ideologie? Vul de tabel aan.

4

Je leest hier hoe de partijen zichzelf omschreven voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement, overgenomen uit Verkiezingen Vlaams Parlement 2024 #zozitdat. Markeer in de teksten betekenisvolle woorden voor de partijstandpunten.

CD&V staat voor Christendemocratisch en Vlaams. Voor CD&V telt elke mens. De partij ijvert voor een warm Vlaanderen waarin mensen respect hebben voor elkaar én hun omgeving. Daarbij vertrekt de partij vanuit een vertrouwen in mensen. Mensen nemen hun verantwoordelijkheid op door hun talenten in te zetten voor elkaar en voor een betere samenleving. Ze ontmoeten elkaar in het gezin, de buurt, de vereniging, de school, op het werk ... Ze vormen zo een sterke gemeenschap die elke uitdaging aankan, met een overheid die vertrouwen heeft in mensen en kwetsbaren beschermt in plaats van een betuttelende overheid die zegt hoe mensen moeten leven. Meer informatie over de partij vind je op www.cdenv.be.

Groen staat voor eerlijk klimaatbeleid dat iedereen meeneemt. Dat betekent dat we van de ecologische keuze de goedkoopste en gemakkelijkste keuze maken en dat we grote vervuilers doen betalen. We zorgen voor beter en goedkoper openbaar vervoer, meer groene jobs en meer gezonde natuur die ons beschermt tegen de gevolgen van de kilmaatcrisis. Groen staat voor goede, betaalbare zorg voor iedereen. Of het nu gaat over de jeugd- of ouderenzorg, de kinderopvang of de zorg voor mensen met een handicap: zorg - fysiek én mentaal - is een basisrecht, daarop bespaar je niet. Groen staat voor eerlijke kansen voor iedereen. Iedereen heeft recht op een leerkracht voor de klas, een job met een eerlijk inkomen en een warme thuis. We pakken armoede aan en laten de extreemrijken eerlijk bijdragen. Zo zorgen we samen voor een eerlijke, rechtvaardige samenleving voor iedereen. Eerlijk klimaatbeleid, goede betaalbare zorg en eerlijke kansen. Enkel met Groen. Meer informatie over Groen vind je op www.groen.be.

Laat de politiek je koud? Begrijpelijk, maar: het doet er wél toe. Jouw keuze bepaalt of en wat je kunt studeren, want studeren kost een hoop geld. Jouw keuze bepaalt of je voldoende netto overhoudt in je portemonnee. Jouw keuze bepaalt of je betaalbare en goeie zorg krijgt wanneer je ziek bent of in de knoop zit met jezelf. Vooruit doorbreekt de stilstand. Wij willen gewone dingen weer mogelijk maken: een eigen stek kopen met je lief of een goeie job die je toelaat om iets plezants te doen met vrienden. Daar is solidariteit voor nodig. Solidariteit is jouw deel doen en jouw deel krijgen. Dat is bijdragen naar vermogen en krijgen naar noden. Dat is niet alleen overleven, maar vooral ook goed leven en genieten! Onze keuze is duidelijk. Wat kies jij?

Meer weten? www.vooruit.org.

N-VA staat voor Nieuw-Vlaamse Alliantie. De N-VA gaat voluit voor een welvarend Vlaanderen. Waar het goed is om leven. Waar werken en ondernemen loont. Waar jongeren genieten van goed onderwijs en zo goede kansen krijgen. Waar we samen zorg dragen voor wie dat nodig heeft. Waar politici op de centen letten en efficiënt besturen.

De N-VA wil dat bereiken met een hervorming van onze staatsstructuur. Met het N-VA-programma voor confederalisme komt er een krachtig alternatief voor het vastgeroeste België. Vlaanderen en Wallonië moeten eigen keuzes maken en zo ook zelf verantwoordelijkheid dragen. Eigen problemen pakken we aan met eigen oplossingen en eigen centen. En waar Vlaanderen en Wallonië samenwerken, beslissen we ook samen.

Andere N-VA-accenten? Een verstandig klimaatbeleid met oog voor innovatie. Aandacht voor onze vrijheid en veiligheid. Het beschermen van onze democratie, in Vlaanderen en in Europa. Een streng maar rechtvaardig migratiebeleid. Een gezonde trots op onze gemeenschappelijke Vlaamse identiteit, met het Nederlands als bindmiddel tussen iedereen die in Vlaanderen woont. Meer info vind je op www.n-va.be

VLD in Open VLD staat voor Vlaamse liberalen en democraten. Liberalisme betekent vrijheid en vooruitgang voor iedereen. Elk individu heeft basisrechten, zoals het recht op vrije meningsuiting, op privacy of op gelijke behandeling. Voor liberalen is het belangrijk dat de overheid niet alles regelt. Een vrije markt en ondernemerschap zorgen voor vooruitgang en vernieuwing, voor economische groei en welvaart. Een sterke economie is belangrijk voor de vrijheid van mensen. Denk maar aan het uitbreiden van studentenuren of flexi-jobs waardoor de koopkracht én dus ook de welvaart stijgt. Gelijke kansen, sociale mobiliteit en emancipatie zijn de andere kernwaarden van een liberale visie. Dat betekent toegankelijk onderwijs, een sociale zekerheid voor wie tegenslag kent en een zo groot mogelijk zelfbeschikkingsrecht. Het liberalisme gaat niet om het recht van de sterkste, maar om vooruitgang voor iedereen. Het benadrukt een open samenleving waar respect voor elkaars vrijheid en persoonlijke verantwoordelijkheid essentieel zijn.

Meer informatie vind je op www.openvld.be.

PVDA kan je het best typeren met het uitgangspunt: eerst de mensen, niet de winst. Mensen zijn geen nummer. Een mens is meer. Een samenleving is geen jackpot. Een samenleving is meer. De commercie wint steeds meer veld. Gezondheid, werk, onderwijs, milieu, inspraak, internationale solidariteit en vrede worden opgeofferd aan het koude geldgewin. PVDA wil de prioriteiten opnieuw juist stellen. De samenleving weer op haar voeten zetten. Vandaar: eerst de mensen, niet de winst. PVDA is een partij waar gewone mensen zich thuis voelen. Een partij waar waarden als menselijkheid, solidariteit en rechtvaardigheid echt iets willen zeggen. Een partij die niet eigenwijs is, maar wel eigenzinnig. Die zegt waar het op staat. Links voor de raap.

Meer informatie vind je op www.pvda.be.

Het Vlaams Belang wil een onafhankelijk Vlaanderen. De partij wil dat Vlaanderen alle beslissingen zelf kan nemen en dus ook wat het met zijn centen doet. Het Vlaams Belang wil dat Vlaanderen een lidstaat blijft van de Europese Unie, maar is tegen een EU-superstaat die ons te veel regels oplegt.

Het Vlaams Belang wil minder immigratie. Wie naar hier komt, moet zich aanpassen aan onze regels en cultuur. Maar wie hier woont en zich aanpast, is voor het Vlaams Belang volwaardig Vlaming, ongeacht waar je vandaan komt. De partij wil dat misdaad streng wordt bestraft. Het Vlaams Belang is ook een sociale partij. Mensen die het moeilijk hebben, bijvoorbeeld door een handicap, moeten voor het Vlaams Belang goed worden geholpen. Het Vlaams Belang heeft natuurlijk ook standpunten over alle andere onderwerpen zoals onderwijs, milieu, werk en verkeer. Alle informatie hierover vind je op www.vlaamsbelang.org.

5 Bestudeer het partijprogramma van een Vlaamse partij naar keuze en beantwoord de vragen op een apart blad.

a Naam en ideologie van de gekozen partij?

b Welke onderdelen van het partijprogramma vloeien rechtstreeks voort uit die ideologie?

c Wat zijn de belangrijkste programmapunten van de partij?

d Wat wil de partij doen voor jongeren?

e Bestudeer de partijstandpunten over de thema’s migratie, gezondheidszorg, mobiliteit, LGBTQ, klimaat, internationale veiligheid en vrijheid van godsdienst. Is de partij ethisch (extreem)links, (extreem)rechts of centrum? Motiveer je antwoord op basis van je onderzoek.

f Stel de partij voor met behulp van een collage van foto’s, teksten, tekeningen … die aangeeft waar de partij voor staat.

6 Populisme is een politieke stroming die zich richt op het aanspreken van het volk en het benadrukken van de belangen van de gewone mensen. Populistische leiders of partijen presenteren zichzelf vaak als de stem van het volk en beloven veranderingen die in lijn zijn met de wensen van de meerderheid. Populistische bewegingen kennen verschillende ideologieën. Beantwoord de volgende vragen op een apart blad.

a Zijn populisten gevaarlijk voor de democratie? Beargumenteer je antwoord.

b Geef voorbeelden van links populisme.

c Geef voorbeelden van rechts populisme.

8.5 Wat zijn de politieke implicaties van de globalisering?

Globalisering verwijst naar het proces waarbij de wereld steeds meer onderling verbonden raakt op economisch, politiek-militair, cultureel en technologisch gebied. Het impliceert de toenemende integratie en onderlinge afhankelijkheid van landen en regio's wereldwijd. Dat kan in de vorm van internationale handel, financiële stromen, afname van het belang van nationale overheden, militaire samenwerkingsverbanden, samenwerking om criminaliteit, migratie of klimaatveranderingen aan te pakken. Globalisering heeft zowel voor- als nadelen, waarbij sommigen wijzen op economische groei en culturele uitwisseling, terwijl anderen wijzen op ongelijkheid en cultureel verlies.

Globalisering duidt op het openstellen van grenzen tussen landen, waardoor goederen en diensten zich makkelijker kunnen verplaatsen.

Door de nieuwe mogelijkheden van communicatiemiddelen zoals het internet en sociale media, door nieuwe, snellere transportmiddelen en door internationale afspraken zoals in de Wereldhandelsorganisatie (WTO) komt de globalisering meer en meer in een stroomversnelling.

Markten en multinationals moeten zorgen voor groei, de overheid moet zo weinig mogelijk investeren of regels opleggen.

Positief aan de globalisering is de grotere toegang tot goederen en diensten. Door de globalisering wordt er meer aan buitenlandse handel gedaan. Het nationaal inkomen groeide sneller in de meeste ontwikkelingslanden dan in landen die al rijk waren. De zogenaamde kloof tussen Noord en Zuid werd een beetje gedicht en dat was op zich een groot voordeel van de globalisering. Maar er zijn ook nadelen aan de globalisering, zoals je in hoofdstuk 7 al zag.

Het middel bij uitstek om ervoor te zorgen dat globalisering voordelige effecten heeft, is transnationaal bestuur (transnational governance). Een dergelijk bestuur of toezicht gaat uit van de Europese Unie, de Verenigde Naties, de Internationale Kamer van Koophandel of van mensenrechtenbewegingen zoals Human Rights Watch of Amnesty International. Transnationaal bestuur kan dwingend zijn (zoals in EU-voorschriften), maar vaker gaat het om het zich vrijwillig onderwerpen aan een vorm van toezicht (zoals door mensenrechtenrapporteurs).

Europese Unie

Over de noodzaak van Europese samenwerking was er na de Tweede Wereldoorlog grote eensgezindheid. Maar hoe die samenwerking er moest uitzien, was minder duidelijk.

Van bij het begin bestonden er twee visies. Een Europa van politieke samenwerking en eenheid in beleid (een federaal Europa met supranationale instellingen) tegenover een Europa met een economische eenheidsmarkt waarbij de politieke macht bij de nationale staten ligt (een intergouvernementeel Europa).

De Europese Unie is in economisch en monetair opzicht te beschouwen als een supranationale unie. Op andere gebieden heeft de Europese Unie meer het karakter van een intergouvernementele organisatie. De twee strekkingen zijn terug te vinden in de instellingen van de Europese Unie. Hoewel sommige stichters een federatie van Europese staten voor ogen hadden, is dat in de praktijk niet gelukt. Landen die deel uitmaken van de Europese Unie blijven onafhankelijke

Leertekst 5

en soevereine staten die welbepaalde bevoegdheden overdragen aan gemeenschappelijke instellingen.

—Het Parlement vertolkt de stem van de Europese burgers.

—De Commissie behartigt de Europese belangen.

—In de Raad van de Europese Unie klinkt de stem van de ministers van de lidstaten.

—In de Europese Raad vergaderen staatshoofden en regeringsleiders.

—Het Hof van Justitie zorgt ervoor dat de Europese regelgeving wordt nageleefd.

De Rekenkamer controleert de financiering van de activiteiten van de Europese Unie.

Verenigde Naties

De Verenigde Naties zijn een intergouvernementele organisatie waarbij de 193 lidstaten samenwerken op het gebied van het internationaal recht, mondiale veiligheid, behoud van mensenrechten, ontwikkeling van de wereldeconomie en het onderzoek naar maatschappelijke en culturele ontwikkelingen.

De belangrijkste instelling van de VN is de Veiligheidsraad. De Veiligheidsraad is bevoegd voor internationale vrede en veiligheid en komt samen wanneer de wereldvrede bedreigd wordt.

Hij zal in eerste instantie diplomatieke druk uitoefenen of bemiddelen, maar kan ook een handelsembargo instellen en zelfs beslissen om VN-troepen naar een bepaald gebied te sturen.

De resoluties van de Veiligheidsraad zijn bindend en de lidstaten zijn verplicht ze uit te voeren.

De Veiligheidsraad beschikt evenwel niet over afdoende middelen om die resoluties af te dwingen. Of resoluties van de Veiligheidsraad worden uitgevoerd, hangt in grote mate af van de bereidheid van de grote mogendheden.

NAVO

5 permanente leden met veto

10 niet-permanente leden die voor twee jaar worden verkozen

BESLIST

SECRETARISGENERAAL

IMPLEMENTEERT

VN ORGANISATIES

UNDP • UNHCR

UNICEF • UNEP

GESPECIALISEERDE

AGENTSCHAPPEN

FAO • UNESCO

WHO • WTO

ALGEMENE VERGADERING

193 leden 1 land = 1 stem

DOET AANBEVELINGEN

VREDESMACHT

ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD

INTERNATIONAAL STRAFHOF

INTERNATIONAAL GERECHTSHOF

De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) is een alliantie van landen uit Europa en Noord-Amerika. De NAVO stelt de lidstaten in staat om te overleggen en samen te werken op het vlak van defensie en veiligheid om samen internationale crisisbeheersingsoperaties uit te voeren. In tegenstelling tot de VN kan de NAVO wel militaire middelen inzetten. De kern van het verdrag bestaat uit artikel 5, dat stelt dat een aanval op één van de NAVO-landen door de anderen zal worden opgevat als een aanval op allemaal en dat alle landen zullen samenwerken om de aanval af te weren. De laatste jaren evolueerde de NAVO van een uitsluitend militaire organisatie naar een politiek en militair verbond van vrije staten. De NAVO wil de veiligheid van Europa en Amerika garanderen door gelijkgezinde, nieuwe democratieën op te nemen.

VEILIGHEIDSRAAD

De versnelde toetreding van Finland en ook Zweden tot de NAVO in maart 2024 zijn een direct gevolg van de Russische invasie in Oekraïne.

De structuur van de NAVO is intergouvernementeel, wat betekent dat alle lidstaten moeten instemmen om een besluit tot stand te brengen. De politieke leiding van de NAVO berust bij de secretaris-generaal. De militaire leiding berust bij een Amerikaan.

©VANIN

Leeractiviteiten

1 De mate waarin een land internationaal verbonden is, kan worden gemeten met de globaliseringsindex. Bekijk de globaliseringsindex via iDiddit en beantwoord de vragen.

a Waar staat België gerangschikt?

in 2023 op de tweede plaats, na Zwitserland

b Waarom is een open economie belangrijk voor België?

België is een klein land. Een gesloten economie is op zichzelf (het binnenland) gericht. Voor een klein land is de uitvoer naar het buitenland van groot belang. Uitstekende relaties met de handelspartners zijn dus essentieel. Ook belangrijk is het creëren van een aantrekkelijk investeringsklimaat voor internationale bedrijven.

2 Noteer enkele gevolgen van de wereldwijde globalisering.

Voordelen van globalisering Nadelen van globalisering

– meer toegang tot goederen en diensten

– meer democratie

– kan mensen uit armoede halen

– het culturele bewustzijn vergroten

– verlies van laaggeschoolde banen aan lageloonlanden

– druk op mensenrechten en in het bijzonder arbeidsrechten

– gevolgen voor milieu door minder strenge normen dan in de thuislanden

– klimaatopwarming als gevolg van grootschalig transport

– krimpende macht van burgers en nationale regeringen

– toenemende macht van multinationals

3

Zestig procent van de wereldeconomie heeft zich ertoe verbonden om tegen 2050 geen koolstof meer uit te stoten. De EU geeft de weg aan met haar Green deal. Zoek op wat dat plan inhoudt en hoe ver de Green deal al concreet gevorderd is.

De Green deal is een initiatief van de Europese Unie dat tot doel heeft om de EU tegen 2050 klimaatneutraal te maken. Er werden al verschillende wetten gemaakt en die kunnen moeilijk teruggeschroefd worden zonder een meerderheid in het Europees Parlement. Die meerderheid is er ook na de verkiezingen van 2024.

4 Tot 2024 was de Spanjaard Josep Borell de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid van de EU.

a Zoek op wie de functie nu uitoefent.

antwoord gebonden aan actualiteit

b Zoek op wat de taken van de Hoge Vertegenwoordiger zijn.

– voorzitten van de Raad Buitenlandse Zaken

voorstellen doen ter voorbereiding van het gemeenschappelijke buitenland- en veiligheidsbeleid van de EU (GBVB)

de uitvoering van de besluiten van de Europese Raad en van de Raad waarborgen

– de EU vertegenwoordigen in aangelegenheden die onder het GBVB vallen

– namens de EU de politieke dialoog voeren met internationale organisaties

– het standpunt van de EU verwoorden op internationale conferenties

– ondervoorzitter van de Europese Commissie

c Zoek drie concrete acties van de Hoge Vertegenwoordiger op.

persoonlijk antwoord

©VANIN

d Hoe evalueer je de functie? Maakt de Hoge Vertegenwoordiger in de praktijk een verschil?

persoonlijk antwoord

5 De secretaris-generaal is het gezicht van de VN. Hij wordt benoemd door de Algemene Vergadering op voorstel van de Veiligheidsraad. Hij is belast met de uitvoering van het beleid en de programma’s van de VN. Bovendien kan hij door de Veiligheidsraad worden belast met zowat alle taken die te maken hebben met het herstel van de vrede.

a Wie is de huidige secretaris-generaal van de VN?

©VANIN

António Guterres persoonlijk antwoord

b Leg uit hoe de secretaris-generaal van de VN naar vrede in de wereld kan streven.

6 Wat zijn de sustainable development goals (SDG’s)?

De SDG’s zijn zeventien wereldwijde doelstellingen die zijn vastgesteld door de Verenigde Naties om tegen 2030 een duurzamere en rechtvaardigere wereld te bevorderen. De doelen richten zich op verschillende aspecten van duurzame ontwikkeling, waaronder armoedebestrijding, gendergelijkheid, klimaatactie en schoon water en sanitair. Ze zijn bedoeld als leidraad voor regeringen, bedrijven en burgers om actie te ondernemen om de grootste uitdagingen van de wereld aan te pakken.

Test jezelf

1 Verklaar het begrip parlementarisme. Maak in je antwoord gebruik van de werkwoorden: verkiezen, controleren en verantwoording afleggen.

Burgers verkiezen de volksvertegenwoordigers die in het parlement zetelen. De meerderheid in het parlement levert de regering. De regering legt verantwoording af aan het parlement. Het parlement maakt wetten en controleert de regering.

2 Waarom is een homogene natiestaat nagenoeg niet realiseerbaar?

In een natiestaat delen de mensen vaak een gemeenschappelijke cultuur, taal, geschiedenis of etniciteit. Weinig volken bewonen een homogeen territorium, meestal wonen mensen van verschillende volken kriskras door elkaar.

3 Maakt in België een politieke partij die de verkiezingen wint ook automatisch deel uit van de regering?

Nee, de meerderheid in het parlement vormt de regering. De grootste partij kan door de coalitievorming in de oppositie belanden en dus geen deel uitmaken van de uitvoerende macht.

NOTITIES ©VANIN

NOTITIES ©VANIN

NOTITIES ©VANIN

NOTITIES ©VANIN

NOTITIES ©VANIN

NOTITIES ©VANIN

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.