Op verkenning 3 | Handleiding | De zon | les 1 & 2

Page 1


33. 4

Handleiding

DE ZON

HERWERKTE VERSIE

Sofie Seghers

Erwin Lenaers

Jef Pazmany

Naam: Klas:

Op verkenning – ‘De zon’ - bestaat uit:

• Een themaschrift

• Een handleiding

• Een Mijn VAN IN bordboek

Een volledig productoverzicht vind je op www.opverkenning.be.

Auteur:

Sofie Seghers

Coördinator:

Erwin Lenaers

Conceptcoördinator:

Jef Pazmany

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken. In België beschermt de auteurswet de rechten van die mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hun dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be.

Ook voor het digitale lesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden.

© Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2025

De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden.

Gewijzigde herdruk 2025

Cover en lay-outconcept: HarderBetterFasterStronger

Opmaak: B.AD, EMPC - Barbara Vermeersch

Verhaal: Rien Broere

Tekeningen: Jonas Van de Vyver

Lessenoverzicht

Dit overzicht geeft de kern van alle lessen weer. Het laat je toe snel te beoordelen of je de door de auteurs gekozen volgorde van de lessen wilt aanhouden of een andere volgorde verkiest.

VERHAAL - Prins Jandorie (Rien Broere)

In het midden van het themaschrift zit een boeiend kortverhaal. Verhalen brengen het onderwerp van het thema tot leven en zorgen ervoor dat de leerlingen zich kunnen inleven in de wereld van de personages. Hoe en wanneer je het verhaal een rol laat spelen tijdens dit thema, bepaal je zelf. Laat je de leerlingen het vooraf thuis lezen? Lees je het in de klas? Bij het begin van het thema, tussendoor of achteraf? Je kiest zelf het gepaste moment en de geschikte plaats. Je kunt er ook een drama-activiteit of een creatieve schrijfopdracht aan koppelen.

LES 1 – Ga je mee op verkenning?

Wat weten de leerlingen al over de zon en de maan? Wat willen ze nog meer te weten komen? Via een verhaal en een tekening wordt de eerste stap in het thema ‘De zon’ gezet.

LES 2 – De zon als bron van warmte

De zon geeft warmte en licht. De leerlingen beleven en voelen die warmte. Ze gaan in groepjes aan de slag en ervaren proefondervindelijk dat de zon een warmtebron is.

LES 3 – De seizoenen

Hoe ontstaan dag en nacht? Hoe heten de dagen van de week? Hoeveel maanden zijn er in een jaar? Welke seizoenen zijn er? De leerlingen maken kennis met het cyclische verloop van een jaar. Ze beleven het jaar aan de hand van ervaringsgerichte opdrachten.

LES 4 – Planten hebben de zon nodig.

Groene planten hebben licht nodig om te groeien. De leerlingen worden echte wetenschappers en gaan dit aantonen aan de hand van allerlei proefjes.

LES 5 – Nachtdieren

De zon is onder. Het is nacht. De leerlingen ervaren wat het is om niets te zien. Welke zintuigen nemen het van onze ogen over? Ze maken kennis met enkele nachtdieren. Die voelen zich best thuis in het donker.

LES 6 – Energie van de zon

De zon geeft warmte en licht. Dat licht wordt op aarde in groene energie omgezet. De leerlingen doen proefjes om aan te tonen dat de zon een bron van energie is.

LES 7 – De mens past zich aan.

De leerlingen ontdekken dat mensen zich op verschillende manieren aan het weer aanpassen. Zo bepaalt het weer welke kledij de mensen aantrekken en bij sommige weertypes gebruiken mensen attributen.

LES 8 – Een zonnewijzer maken

De leerlingen keren terug in de tijd … Vroeger bepaalden de mensen de tijd met behulp van een zonnewijzer. De leerlingen maken er zelf een en gebruiken die om het uur te bepalen.

LES 9 – De zon kan gevaarlijk zijn.

Het is zalig om in de zon te spelen. Maar … de zon kan ook gevaarlijk zijn. Door middel van een verhaal ontdekken de leerlingen de gevaren van de zon. Ze bepalen hun huidtype en maken een affiche om andere mensen te waarschuwen voor de gevaren van de zon.

SAMENVATTING

De leerlingen blikken terug op wat ze in dit thema geleerd hebben. Ze vullen een mindmap in die hen helpt om de leerstof te verwerken en samen te vatten.

Themaplanner

Lestitel

Les 1: Ga je mee op verkenning?

Les 2: De zon als bron van warmte

Voorbereiding

Voor de leerkracht

Geef de themabrief mee.

Les 3: De seizoenen

Voor de leerkracht

Deze les kan alleen gegeven worden op een warme en zonnige dag.

Voor de leerlingen

Vraag de leerlingen om een zwart en een wit T-shirt mee te brengen.

Voor de leerkracht

Kies of je wenst te werken met de astronomische of de meteorologische weerkalender. Verknip de kaarten van kopieerbladen p. 3-4.

Voor de leerlingen

Geef enkele dagen/weken voor deze les de opdracht om uit tijdschriften foto’s te zoeken waarop de verschillende seizoenen herkenbaar zijn.

Inhouden

• Verkennen van het themaschrift.

• Verwachtingen en voorkennis uitspreken.

• Verkennen van de mindmap over het thema.

• Voorwerpen herkennen als warmtebronnen die werken op elektriciteit.

• Aan de hand van proeven de zon herkennen als bron van warmte.

• Ontdekken hoe we onze kleding kunnen aanpassen aan het weer.

• De mindmap over het thema aanvullen.

• Verklaren van het ontstaan van dag en nacht.

• Herhaling van de dagen van de week, de maanden van het jaar en de seizoenen (incl. begin- en einddatum).

• Verklaren van het ontstaan van de seizoenen.

• De mindmap over het thema aanvullen.

Les 4: Planten hebben de zon nodig.

Voor de leerkracht

Richt de tafels in als onderzoekstafels (zie lesgang).

De verwerking kan pas gebeuren als de bonen gekiemd zijn.

• Bespreken of planten al dan niet kunnen bewegen.

• Aan de hand van proeven ontdekken hoe planten zich aanpassen aan het zonlicht en het zonlicht opzoeken.

• De mindmap over het thema aanvullen.

Media

• themaschrift p. 2-3

• cd nr. 1

• dvd nr. 1

• kopieerblad p. 1

• verhaal (p. 12-13)

• themaschrift p. 4-5

• prentenset: prent 1

Andere materialen

• wereldkaart (of projectie)

Lesduur

25’

• een zwart en een wit T-shirt

• lijm en een schaar

50’

• themaschrift p. 6-7

• kopieerbladen p. 2-4

• prentenset: prent 1 en 2

• cd nr. 2-5

• dvd nr. 2-3

• lijm en een schaar

• touw

• vier grote vellen papier

50’

• themaschrift p. 8-9

• kopieerbladen p. 5-12

• dvd nr. 4-6

• prentenset: prent 1

• bonen

• papieren zakdoeken

• een glazen pot

• badges coöperatief groepswerk over meerdere dagen

Les 5: Nachtdieren

Les 6: Energie van de zon

Les 7: De mens past zich aan.

Voor de leerkracht

Richt de tafels in als onderzoekstafels (zie lesgang).

Deze les kan alleen gegeven worden op een warme en zonnige dag.

Voor de leerkracht

Geef elke leerling vooraf een foto van een weertype mee en vraag de leerlingen om een kledingstuk/ attributen die hierbij passen mee te brengen

• Bespreken hoe we ons aanpassen als bv. ons zicht wegvalt.

• Bekijken van nachtdieren en hoe zij aangepast zijn op een leven in het donker.

• De mindmap over het thema aanvullen.

• Onze spieren herkennen als bron van energie.

• Zonne-energie beleven aan de hand van diverse proeven.

• De mindmap over het thema aanvullen.

• Kennismaken met verschillende weertypes.

• Bespreken welke kledij/ attributen hierbij passen.

• Bespreken hoe het weer onze gemoedstoestand kan bepalen.

• Een weerbericht bedenken.

• De mindmap over het thema aanvullen.

Les 8: Een zonnewijzer maken

Les 9: De zon kan gevaarlijk zijn.

Voor de leerkracht

Deze les is enkel mogelijk op een zonnige dag.

Samenvatting

• Beseffen dat tijd ervaren iets subjectiefs is.

• Een zonnewijzer maken, gebruiken en evalueren.

• Kennis maken met andere tijdsinstrumenten die ontwikkeld werden doorheen de eeuwen.

• De mindmap over het thema aanvullen.

• Aan de hand van een verhaal inzien wat we kunnen doen om ons te beschermen tegen de zon.

• Opstellen van een zonnepaspoort.

• Een affiche ontwerpen om mensen te sensibiliseren.

• De mindmap over het thema aanvullen.

• In groep quizvragen per onderwerp opstellen en vragen aan de klasgenoten.

• themaschrift p. 10-11

• kopieerblad p. 13

• prentenset: prent 1 en 3

• dvd nr. 7-9

• een blinddoek

• een appel

• enkele alledaagse voorwerpen. Bv. boek, doos, een pepermolen, flacon parfum …

• themaschrift p. 14-15

• kopieerbladen p. 14-20

• prentenset: prent 1

• materialen voor de proefjes (zie lesgang)

• fles met draaidop, glazen pot met deksel, blik en blikopener

• emmer water 100’

• themaschrift p. 16-17

• kopieerbladen p. 21-26

• prentenset: prent 1 en 4

• post-its 50’

• themaschrift p. 18-19

• kopieerblad p. 27

• prentenset: prent 1

• kralen en touw

• hinkelparcours

• blad karton (30cmx30cm) per leerling

• klei

• potlood per leerling 100’

• themaschrift p. 20-21

• prentenset: prent 1 en 5

• kleurpotloden en stiften 100’

• themaschrift p. 22-23 50’

Ga je mee op verkenning?

Domein(en): natuur

Onderwerp: kennismaking met het thema

Lesduur: 25 minuten

LEERPLANDOELEN

Bij het onlinelesmateriaal vind je een overzicht met alle leerplandoelstellingen per les.

MATERIAAL

Voor elke leerling

• themaschrift p. 2-3

• kopieerblad p. 1

Voor de leerkracht

• bordboek

• cd nr. 1

• dvd nr. 1

• verhaal p. 12-13

Voor de klas

• een wereldkaart (of een projectie ervan)

Het doel van de les

In deze les …

- verken ik het thema ‘de zon’.

- vertel ik wat ik al weet over de zon.

- geef ik aan wat ik nog te weten wil komen.

Start

Het verhaal over de zon en de maan

Vertel de leerlingen dat je hen een verhaal uit Rusland zult voorlezen. Een verhaal over de zon en de maan.

Laat Rusland aanduiden op de wereldkaart. Bespreek met de leerlingen de ligging, de grootte, de buurlanden …

Lees het verhaal voor (p. 12-13). Je kunt ook de luisterversie laten horen (cd nr. 1). Geef de leerlingen de kans om vragen te stellen. Stop geregeld en vraag de leerlingen om het verdere verloop van het verhaal te voorspellen:

• Wat zal er nog gebeuren? Hoe gaat dit aflopen?

Laat hen na het beluisteren het verhaal navertellen in hun eigen woorden.

Nabespreking

• Wat onthouden jullie uit het verhaal?

• Zou dit verhaal echt gebeurd zijn? Waarom wel/niet? Het is een volksverhaal. Het is niet echt gebeurd. Draken hebben nooit bestaan.

• Kunnen de zon en de maan plots verdwijnen? Waar zijn ze dan?

• Waarom bedachten mensen volksverhalen? Mensen dachten vroeger wel eens dat de dingen in de natuur veroorzaakt werden door monsters of natuurgoden. Zo ‘verklaarden’ ze sommige natuurverschijnselen.

Laat de leerlingen bij opdracht 1 van het themaschrift p. 2 een tekening maken die het verhaal samenvat. Laat een andere leerling vertellen wat die ziet op de tekening van een klasgenoot.

Zon en maan herkennen

Verwijs naar de foto’s van opdracht 2 , in het themaschrift p. 2. Laat de leerlingen eerst zelfstandig nadenken over wat ze zien.

Bespreek:

• Wat zie je op deze afbeeldingen? Laat de leerlingen telkens verwoorden waarom ze denken dat het de zon/maan is.

• Waaraan herken je de zon? aan de kleur / aan het zwart van het heelal

• Waaraan herken je de maan? aan de vorm / aan het zwart van het heelal/ aan de vlekken die je ziet (kraters)

Vul de opdracht klassikaal in.

Verwijs naar de tekeningen van opdracht 3 , in het themaschrift p. 3.

Bespreek:

• Waarom tekenen leerlingen/mensen de zon meestal op die manier? Zo geven ze weer dat de zon warmte geeft.

• Waarom tekenen leerlingen/mensen de maan meestal op die manier? De maan wordt vaak in een banaanvorm voorgesteld, het is één van de verschijningen van de maan.

• Wanneer zie je de zon? overdag / als er geen wolken zijn

• Toch zie je ook op een zwaarbewolkte dag nog dat de zon er is. Hoe? Ook al is de (vorm van de) zon niet te zien, er is wel licht.

• Wanneer zie je de maan? ’s nachts, als het donker is / als er geen wolken zijn

Verwerking

Wat weet je al over de zon/maan en wat wil je nog meer weten?

De leerlingen schrijven bij opdracht 3 , in het themaschrift p. 3, rond de zon en rond de maan in het groen wat ze er al over weten. In het rood noteren ze wat ze graag te weten willen komen. Laat enkele leerlingen verwoorden en speel in op zaken die ze nog te weten willen komen.

Afronding

Als afsluiter van deze verkennende les, kijk je met de leerlingen naar een informatieve film over het heelal (dvd nr. 1).

Kondig aan dat hier later in het thema dieper op ingegaan wordt.

TIP:

Laat de leerlingen per twee nadenken over wat ze zien. Na enkele minuten gaan twee duo’s samenzitten om hun bevindingen te verwoorden.

De Oerdraak en de zon en de maan

Ergens heel, heel ver hier vandaan woonde lang geleden een draak. Niet zomaar een draak, nee, hij was de gevaarlijkste draak van alle draken op de hele wereld. De Oerdraak, heette hij. Dag en nacht was hij bezig vuur te spuwen om alles om zich heen kapot te maken. Maar toen dat gebeurd was, was hij nog niet tevreden. Er waren namelijk nog altijd mensen. En ook die wilde hij vernietigen.

Eerst ging hij ze bang maken. De Oerdraak ging rechtop op zijn reuzenpoten staan en plukte zo de zon en de maan van de hemel. Hij zag dat de mensen inderdaad bang werden, maar nog was hij niet tevreden! Een voor een slokte hij alle mensen op tot er niemand meer over was.

Niemand? Toch wel. Drie jongetjes hadden zich met drie veulentjes verstopt op een plek waar de Oerdraak hen niet kon vinden. Ze verstopten zich net zo lang tot ze groot en sterk waren en hun veulens paarden geworden waren. De eerste jongen noemde zich Aardvuist, de tweede Bosvuist en de derde koos de naam Bergvuist.

Op een dag pakte Aardvuist zijn zwaard en zei: ‘Ik ben het beu! Altijd en eeuwig dat donker overal. Ik ga de zon en de maan terughalen.’

‘Ik ga mee!’ zei Bosvuist meteen. ‘Ik heb hier een takje dat ons misschien wel kan helpen.’ Bosvuist was zo enorm sterk! Het takje waar hij het over had, was een hele boom!

‘En ik heb een steentje dat van pas kan komen,’ zei Bergvuist. ‘Want ik ga natuurlijk ook mee.’ Een steentje, zo noemde hij het rotsblok dat hij in zijn hand hield.

Meteen gingen ze op weg, maar na een lange, vermoeiende tocht, besloten ze te gaan slapen. Midden in de nacht schrok Bosvuist wakker. Hij hoorde iets. Het leek wel of er iets heel groots aan kwam lopen. En, dat klopte wel.

Plotseling dook er een draak met negen koppen voor hem op. Negen koppen die allemaal woest naar Bosvuist keken en riepen: ‘Wij zijn de zoon van de Oerdraak! Wij gaan jullie verpulveren!’

‘Hey, hey’ zei Bosvuist kalmpjes. ‘Niet zo’n grote mond opzetten, hoor. Dat staat niet netjes.’ En voor de negen drakenknoppen met hun ogen konden knipperen, sloeg hij met zijn zogenaamde takje in één keer alle negen drakenkoppen te pletter.

De drie reden verder en verder, tot ze opnieuw zo moe waren dat ze eerst een paar uur moesten gaan slapen. Deze keer was het Bergvuist die wakker werd van een griezelig geluid. Hij ging kijken waar dat geluid vandaan kwam, toen er opeens een twaalfkoppige draak voor hem opdook.

‘Wij zijn de zoon van de Oerdraak en wij zullen jullie verpletteren!’

‘Hmmm,’ zei Bergvuist. ‘Je bent wel een brutaal draakje, hè? Dat staat je niet zo netjes.’

Hij pakte zijn zogenaamde steentje en gooide het naar de draak. Elf van de twaalf koppen waren er in één keer geweest.

‘Spaar me!’ smeekte de laatste drakenkop. ‘Ik zal je de zon en de maan geven als je me laat leven.’

‘Eest zien, dan geloven,’ zei Bergvuist. Maar de drakenkop had de waarheid gesproken. Uit zijn rechteroor haalde hij de zon en uit zijn linkeroor de maan tevoorschijn.

‘Dank je wel!’ zei Bergvuist beleefd. En toen sloeg hij de laatste drakenkop alsnog tot moes.

Voor de zekerheid, want met draken weet je het nooit.

Nu ze de zon en de maan hadden, konden de mannen weer terug naar huis. Maar onderweg stond opeens de Oerdraak zelf voor hun neus. Voor ze er erg in hadden, had hij zijn enorme staart als een lasso om de drie heen gegooid. Bergvuist wilde zijn paard eroverheen laten springen, maar de Oerdraak ving hem op in zijn muil en slokte hem op met paard en al. Met Bosvuist gebeurde precies hetzelfde.

Gelukkig was Aardvuist er nog.

Hij, en zijn zwaard. Hij hakte op de Oerdraak in alsof hij een aardappel in schijfjes sneed.

Bergvuist en Bosvuist kropen uit de opengehakte buik van de Oerdraak naar buiten. Maar dat was nog niet alles. Na Bergvuist en Bosvuist kwamen ook alle andere mensen die door de draak waren opgeslokt weer tevoorschijn.

Aardvuist pakte de zon uit zijn zadeltas en gooide haar hoog de lucht in, tot ze bleef hangen waar ze hoorde en de aarde licht gaf en verwarmde. Toen de zon was ondergegaan, gooide hij ook de maan hoog de lucht in, tot ze bleef hangen waar ze hoorde en de nacht een zacht zilveren glans gaf.

Wat waren de mensen blij. Ze juichten en feestten wel drie dagen lang. En de drie mannen werden voortaan als helden in het hele land vereerd.

Vrij naar: ‘Sprookjes en vertellingen uit Rusland’ vertaald en bewerkt door Hans Werner. Deltos Elsevier, Amsterdam/Brussel, 1972. ISBN: 90-10-30122-2

Herwerkt door Rien Broere.

Ga je mee op verkenning?

OERDRAAK EN DE ZON EN DE MAAN

Wat herken je op de foto’s? 2

de zon, door een telescoop bekeken

de zon, gezien vanaf de aarde de maan, door een telescoop bekeken de maan, gezien vanaf de aarde

Luister naar het verhaal. Maak een tekening die samenvat waarover het verhaal gaat.
DE

Wat weet je al over de zon en de maan? Wat wil je nog meer weten?

a Schrijf met groen rond de tekening wat je al weet.

b Schrijf met rood rond de tekening wat je graag te weten komt.

LES

De zon als bron van warmte

Domein(en): levende en niet-levende natuur

Onderwerp: de zon als bron van warmte

Lesduur: 50 minuten

LEERPLANDOELEN

Bij het onlinelesmateriaal vind je een overzicht met alle leerplandoelstellingen per les.

MATERIAAL

Voor elke leerling

• themaschrift p. 4-5

• een zwart en een wit T-shirt (of doek)

• lijm en een schaar

Voor de leerkracht

• bordboek

• prentenset: prent 1

Het doel van de les

In deze les …

- benoem ik de zon als bron van warmte.

- denk ik na over hoe ik me het best kleed op een zonnige of een bewolkte dag.

- ontdek ik via onderzoek dat de zon warmte geeft.

De zon geeft warmte en licht. De leerlingen beleven en voelen die warmte. Ze gaan in groepjes aan de slag en ervaren proefondervindelijk dat de zon een warmtebron is.

Voorbereiding

Voor de leerkracht

Deze les kun je alleen geven op een warme en zonnige dag. In deze les moeten de leerlingen de warmte van de zon kunnen voelen/beleven.

TIP:

Geef de leerlingen vooraf de opdracht om in tijdschriften foto’s van allerlei voorwerpen die warm worden te zoeken. Bespreek ze.

Voor de leerlingen

Laat de leerlingen een zwart (donker) of een wit (licht) T-shirt meebrengen.

Start

De voorkennis archiveren

Herneem de hoofdzaken uit de vorige les.

• Wat onthield je over de zon uit de vorige les? Je ziet de vorm van de zon als het mooi weer is en er weinig tot geen wolken zijn. De zon geeft licht. ’s Nachts zie je ze niet. Je ziet dan wel de maan.

De leerlingen nemen hun themaschrift op p. 4 en maken opdracht 1 per twee.

Bespreek:

• Welk voorwerp kleurde je rood? oven / waterkoker / kookplaat / elektrische radiator / koffiezetapparaat / haardroger

• Waarvoor dienen deze voorwerpen?

• Welke kleurde je blauw? appel / voetbal / paraplu / boek / bril / balpen

• Hoe kunnen de rood gekleurde voorwerpen warm worden? Sommige voorwerpen worden warm omdat ze energie verbruiken. Ze werken op elektriciteit. Wanneer we ze aanzetten, worden ze warm.

• Welke andere voorwerpen ken je die warm worden/warm zijn?

• Is het voorwerp bedoeld om warm te worden?

• Werkt dat voorwerp ook op elektriciteit? Verbruikt het andere energie? Een motor die draait wordt warm, maar verbruikt geen elektriciteit. Hij verbruikt benzine.

• Welke dingen/voorwerpen uit de natuur ken je die een warmtebron zijn? ons lichaam / een geiser / de zon / een vulkaan Analyseer bij het stellen van de vraag het woord warmtebron met de leerlingen: zij zijn (voor ons) een bron van warmte.

• Werken die natuurvoorwerpen op elektriciteit, benzine ... ? Ons lichaam verbruikt geen elektriciteit of benzine, maar we verbruiken wel energie die we halen uit ons voedsel.

Besluit: Voorwerpen die warmte geven, noemen we warmtebronnen. Voorwerpen uit de natuur verbruiken geen elektriciteit of benzine. Voorwerpen die de mens gemaakt heeft om warm te worden (of die warm worden bij gebruik) meestal wel.

Kern

De zon is een bron van warmte

• Waar halen we op aarde de meeste warmte vandaan?

• Wat zou er gebeuren als de zon er morgen mee ophield warmte te geven?

Besluit: De zon is de belangrijkste warmtebron van de aarde. Zonder de zon zou er geen leven op aarde mogelijk zijn.

Proef de warmte van de zon

Laat de leerlingen per twee werken aan opdracht 2 in het themaschrift op p. 4. Vraag hen om voorwerpen in de klas en daarna buiten de klas op te lijsten.

Bv. de verwarming in de klas voelt koud aan, die noteer je bij de koude voorwerpen.

Bespreek:

• Welke voorwerpen in de klas voelden warm/koud aan? Waarom? De voorwerpen die in de zon staan, voelen warm aan. Voorwerpen die in de schaduw staan, voelen koud aan.

• Wat zorgt dus voor die warmte/kou? de zon

Voor het tweede deel van de opdracht ga je naar buiten. Laat de leerlingen het witte T-shirt aantrekken dat ze meebrachten.

Geef hen de opdracht om ongeveer twee minuten in de schaduw te staan en vraag hen om geen inspanningen te doen (vermijden van lichaamswarmte door inspanningen).

Daarna geef je dezelfde opdracht, maar deze keer staan ze twee minuten in de zon.

Nadien volgt een korte bespreking:

• Wat was het verschil tussen de schaduwplek en de zonrijke plek? In de schaduw is het frisser dan in de zon.

TIP: Je vertelt de leerlingen vooraf niet dat je met witte en zwarte kledij gaat uittesten wat het warmst aanvoelt. Dat moeten ze zelf ontdekken.

• Wat zorgt voor die warmte/koude? De zon. Als we in de zon staan, voelen we de warmte die de zon geeft. In de schaduw is er geen zon, de zon kan ons daar dus niet opwarmen, het voelt er frisser aan.

De leerlingen trekken nu het zwarte T-shirt aan. Laat hen ongeveer twee minuten in de schaduw staan en vraag hen om geen inspanningen te doen (vermijden van lichaamswarmte door inspanningen). Daarna geef je dezelfde opdracht, maar deze keer staan ze twee minuten in de zon.

Na deze opdracht volgt dezelfde korte bespreking als hierboven.

Besluit:

• Maakte het een verschil of je het zwarte of het witte T-shirt droeg? Met het zwarte T-shirt voelde het warmer aan dan met het witte T-shirt.

• Hoe zou dat komen, denk je? Donkere kleuren nemen de warmte van de zon beter op. Lichte kleuren reflecteren het zonlicht in plaats van de warmte op te nemen.

Verwerking en afronding

De leerlingen nemen het themaschrift op p. 5 en vullen zelfstandig opdracht 3 in. Ze zoeken in tijdschriften naar witte of zwarte/donkere kledij en kleven de kledingstukken op de figuren.

Merk op: het is logisch dat je op een warme en zonnige dag eerder een T-shirt met korte mouwen en een short draagt en op een koude dag eerder lange mouwen en een lange broek.

Aanvullen van de mindmap

Bespreek met de leerlingen de mindmap in het themaschrift p. 22-23. Projecteer de mindmap op het bord of toon prent 1.

• Wat wordt er in de mindmap getoond? Waarover gaat het? Over de zon.

• Wat zie je allemaal? Elk onderwerp heeft een andere kleur en elke kleur stelt een onderwerp over de zon voor. Je ziet ook afbeeldingen en woorden en zinnen die moeten worden aangevuld.

De mindmap is een samenvatting van de lessen over de zon. Alle hoofdzaken staan erin. Het is een handig hulpmiddel als je je lessen instudeert.

De leerlingen vullen het onderdeel ‘De zon als bron van warmte’ zelfstandig in. Daarna vergelijken ze hun oplossingen per twee en passen aan waar nodig. Verbeter klassikaal.

Achtergrondinformatie

De zon

De zon is de ster die het dichtst bij de aarde staat. Op zo’n 150 miljoen kilometer. Het licht van de zon reist met een snelheid van 300 000 kilometer per seconde naar de aarde en is dan ongeveer 7 minuten onderweg voordat wij het zien. De zon heeft een diameter van 1 392 684 km. De aarde past er 109 maal naast elkaar in. De zon is dan ook het grootste hemellichaam in het zonnestelsel. Wil je de hele zon volproppen met bollen zo groot als de aarde, dan kunnen er meer dan een miljoen in.

Waarom geeft de zon licht en warmte?

De zon bestaat niet zoals de aarde uit rotsen en zand maar uit gassen zoals waterstof en helium. Op de zon kun je door die gassen niet rondlopen. Je zou er in weg zakken. Het is er bovendien ook nog eens veel te heet op de zon. Vooral in het centrum is het heel erg warm: wel vijftien miljoen graden. Omdat het er zo heet is, krijg je ook een enorme druk in het binnenste van de zon. Daardoor ontstaat iets wat wetenschappers kernfusie noemen. Allerlei atomen worden op elkaar gedrukt en zo ontstaan er weer andere atomen. Hier komt heel veel energie bij vrij. Dat zien we aan het oppervlak in de vorm van licht en warmte.

Op de foto hiernaast zie je zonnevlekken. Dat zijn koude plekken op de zon en ze zijn net zo groot als de aarde. Koud is een raar begrip, omdat het er nog altijd 5 000 graden heet is. De atmosfeer van de zon lijkt op een pannetje water dat kookt: je ziet het borrelen! Een vierkante centimeter van het oppervlak van de zon geeft net zoveel warmte als 60 lampen van 100 watt, oftewel 6 000 watt.

De zon is natuurlijk onmisbaar voor al het leven op aarde, zonder de zon was er geen leven op aarde mogelijk. De zon zorgt ervoor dat we kunnen genieten van de zomer, dat de planten en dieren groeien en dat we soms kunnen genieten van een regenboog. Probeer zelf maar eens om een regenboog te maken. Spuit met een tuinslang of plantenspuit het water weg van de zon (je staat er dus met je rug naartoe). Je ziet nu een regenboog. Het licht van de zon breekt in het water, en je ziet de echte kleur van het zonlicht.

Bron: http://www.sterrenkids.nl/cms/zon/

De

zon als bron van warmte

In deze les ...

benoem ik de zon als bron van warmte. denk ik na over hoe ik me het best kleed op een zonnige of een bewolkte dag. ontdek ik via onderzoek dat de zon warmte geeft.

b Kleur blauw wat niet moet opwarmen. 1

Welke voorwerpen zijn bedoeld om warm te worden? Welke niet?

a Kleur rood wat warm moet worden.

c Vul in.

DE ZON 4 warm elektriciteit

2

Sommige voorwerpen worden als we ze aanzetten. Ze verbruiken dan

Warm en koud

a Lijst op wat warm aanvoelt en wat koud aanvoelt.

b Zoek een verklaring.

Deze voorwerpen voelen warm aan:

Deze voorwerpen voelen koud aan:

De zon warmde ze op Ze stonden in de schaduw

c Waarom voelen sommige voorwerpen warmer aan?

merk op:

Ook voorwerpen die niet op elektriciteit werken, kunnen opwarmen. De zon zorgt voor die warmte. In de schaduw warmt een voorwerp minder snel op.

Kleed de kinderen aan. Teken en kies de juiste kleur.

a Deze jongen gaat op een zonnige, warme dag naar zee. Welke kleur draagt hij het best om het niet te warm te hebben?

b Dit meisje gaat op een frisse, winderige dag naar zee. Welke kleur draagt zij het best om het niet te koud te hebben?

merk op: De zon geeft licht en warmte. Mensen, dieren en planten voelen die warmte en passen zich daaraan aan (bv. kleding, activiteiten ...).

LES 2 De zon als bron van warmte 5 wit zwart / een donkere kleur

NOTITIES

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.