Frame 5-6 Economie_DD Inkijkexemplaar

Page 1

Graad 3

Financieel-economische vorming

DOORSTROOM & DUBBELE FINALITEIT

F R A M E

FRAME ©VANIN

Financieel-economische vorming

Via www.diddit.be heb je toegang tot het onlineleerplatform bij Frame - Financieel-economische vorming.

Activeer je account aan de hand van de onderstaande code en accepteer de gebruiksvoorwaarden.

FRAME

Financieel-economische vorming

LET OP: ACTIVEER DEZE LICENTIE

PAS VANAF 1 SEPTEMBER; DE LICENTIEPERIODE START VANAF ACTIVATIE EN IS 2 JAAR GELDIG.

!Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken.

In België beschermt de auteurswet de rechten van deze mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hen dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be.

Ook voor het digitale lesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden. Meer informatie over de gebruiksvoorwaarden leest u op www.diddit.be.

© Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2024

De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden.

Credits

p. 91 Corona of niet: nieuw restaurant Barrel opende toch de deuren (weliswaar in 'afhaalmodus'). Uit: Het Laatste Nieuws, 17 maart 2020. Dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden. Elk hergebruik dient het voorwerp uit te maken van een specifieke toestemming van de beheersvennootschap License2Publish: info@license2publish.be.

Eerste druk 2024

ISBN 978-94-647-0462-4

D/2024/0078/240

Art. 605764/01 NUR 160

Lay-outconcept binnenwerk: Shtick

Coverontwerp: Shtick

Opmaak: Banananas.net

©VANIN

Inhoudsopgave

1 - Consumptiegedrag, inkomensverwerving en financiële producten

Hoofdstuk 1

Wat zit er inbegrepen in de totale kost bij de aankoop van een product of dienst?

Breinbreker Hoe kan het dat ik meer moet betalen voor een smartphone dan op het prijslabel staat? En wanneer is een smartphone eigendom en wanneer bezit?

1 Welke zijn de basisverplichtingen van koper en verkoper?

2 Wat is een verkoop op afbetaling?

3 Welke kosten kunnen er nog zijn bij aankoop van een product of dienst?

2 Hoe kan ik als consument de juiste budgettaire keuzes maken?

Hoe kan ik als consument bewuste budgettaire keuzes maken? Hoe kan ik bij aankopen toch rekening houden met het belang van sparen en de terugbetalingscapaciteit?

Parcours Stap 1 Zijn mijn aankopen wel noodzakelijk en duurzaam?

2 Passen mijn aankopen wel binnen mijn budget?

3 Houd ik wel voldoende rekening met het budget van mijn ouders?

4 Wat is het belang van sparen?

5 Waarom is het bewaren van documenten eigen aan goed budgetbeheer?

6 Waar kan ik terecht voor advies en hulp in verband met budgetbeheer?

Welkom bij Frame! 8
13
THEMA
14
Intro
16 Parcours
17
18
20 Eureka! 22 Synthese 23
24 Intro
26
27
29
31
32
33
35 Eureka! 35 Synthese 37 c c 3 INHOUDSOPGAVE ©VANIN
Stap
Stap
Stap
Hoofdstuk
Breinbreker
Stap
Stap
Stap
Stap
Stap

Welke verschillen zijn er tussen sparen en beleggen wat betreft risico en rendement?

Breinbreker Welke spaar- of beleggingsvorm is het minst en welke het meest risicovol? Welke vorm biedt het hoogste rendement? En welke vorm is de interessantste als je het risico en het rendement tegen elkaar afweegt?

Parcours

Hoe doe ik correct aangifte van een schadegeval?

Intro

Breinbreker Er zijn zoveel verzekeringen ... maar waarom en waarvoor zou ik me verzekeren? En wat doe ik dan bij een ongeval?

Parcours Stap 1 Wat is een verzekering? 62 Stap 2 Help, ik heb een ongeval! Wat moet ik doen? 65 Stap 3 Ik doe aangifte van een ongeval.

Hoofdstuk
3
39
Intro
40
Stap 1 Waarom moet je sparen? 41 Stap 2 Wat is een spaarrekening? 42 Stap 3 Wat is inflatie? 43 Stap 4 Wat zijn de gevolgen van
44 Stap 5 Wat zijn aandelen? 45 Stap 6 Wat is het rendement van aandelen? 47 Stap 7 Wat zijn obligaties? 48 Stap 8 Hoe risicovol zijn obligaties? 49 Stap 9 Wat is een beleggersprofiel? 50 Stap 10 Wat zijn fondsen? 51 Stap 11 Waarin kun je nog beleggen? 52 Stap 12 Wat is duurzaam beleggen? 53 Stap 13 Waarmee moet je zeker oppassen? 55 Eureka! 56 Synthese 57 Hoofdstuk
inflatie voor sparen en beleggen?
4
59
61
Eureka! 68 Synthese 70 4 INHOUDSOPGAVE ©VANIN
66

Hoofdstuk 5

Is een arbeidsovereenkomst zinvol?

Stap 1 Wat zegt het arbeidsrecht over een arbeidsovereenkomst?

Stap 2 Hoe wordt het nettoloon of de nettowedde berekend?

Stap 3 Hoe wordt het loon berekend bij een studentenovereenkomst?

Hoofdstuk 6

Welke impact hebben actuele ontwikkelingen op beslissingen van ondernemingen en organisaties?

Intro

Breinbreker De overheid, consumenten en concurrenten nemen elke dag beslissingen. Hoe hebben deze actuele ontwikkelingen impact op de beslissingen van ondernemingen? Hoe kunnen ondernemingen zich aanpassen aan nieuwe omstandigheden? 92

Parcours

Stap 1 Welke nieuwe ontwikkelingen in de economie hebben een impact op een onderneming?

Stap 2 Welke impact hebben de prijzen van grondstoffen op een onderneming?

Stap 3 Welke impact heeft concurrentie op een onderneming? 95

Stap 4 Welke impact heeft een krappe arbeidsmarkt op een onderneming? 96 Stap 5 Welke impact hebben de SDG’s op een onderneming?

Wat houdt een arbeidsovereenkomst in? 71 Intro Breinbreker
72 Parcours
74
78
79 Stap 4 Wat
80 Stap 5 Waar
82 Eureka! 84 Synthese 85 THEMA 2 - De werking van ondernemingen en organisaties en hun maatschappelijke rol 89
zijn de risico’s en gevolgen van zwartwerk?
kun je terecht voor advies en bescherming?
90
93
94
Eureka! 98 Synthese 99 c 5 INHOUDSOPGAVE ©VANIN
97

Hoofdstuk 7

Hoe wordt de marktprijs bepaald?

Intro

Breinbreker Kun jij zelf bepalen hoeveel euro je wilt geven aan nieuwe schoenen? Of is het enkel de verkoper die de prijs kan bepalen?

Parcours

Stap 1 Wat is een markt?

Stap 2 Hoe verloopt de vraag naar een product?

3 Hoe verloopt het aanbod van een product?

Stap 4 Waar zijn de vraag en het aanbod gelijk?

5 Waardoor kan de vraag veranderen?

Stap 6 Waardoor kan het aanbod veranderen?

Stap 7 Welk effect heeft een verschuiving op de marktprijs?

Stap 8

als … de overheid een minimumprijs oplegt?

Hoofdstuk 8

Wat is de impact van actuele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid?

Intro

Breinbreker Hoe werkt de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid? Hoe hebben actuele ontwikkelingen impact op de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid?

Parcours

Stap 1 Welke impact heeft sociaal overleg tussen de vakbonden en de werkgeversorganisaties op de werking van de arbeidsmarkt?

Stap 2 Hoe probeert de overheid het onevenwicht op de arbeidsmarkt weg te werken?

Stap 3 Welke trends zorgen voor verschuivingen in het aanbod en de vraag op de arbeidsmarkt?

126

127

129

130

Stap 4 Welke actuele ontwikkelingen hebben gevolgen voor de sociale zekerheid? 132

THEMA 3
De werking van de markten 101
-
102
104
105
106
108
110
112
Stap
Stap
114
116
118
119 Eureka! 121 Synthese 122
Wat
Stap 9 Wat als … de overheid een maximumprijs oplegt?
124
Eureka! 135 Synthese 136 6 INHOUDSOPGAVE ©VANIN

Wat zijn de inkomsten en uitgaven van de overheid?

Breinbreker Welke inkomsten en uitgaven heeft de overheid? Wat houdt de overheidsbegroting in?

Parcours

Stap 1 Wat zijn de inkomsten van de overheid?

Stap 2 Wat zijn de uitgaven van de overheid?

Hoofdstuk 10 Welke impact heeft de overheid op de samenleving?

Breinbreker Hoe kan de overheid ongelijkheid verminderen via belastingen en het systeem van de sociale zekerheid? Hoe kan de overheid via belastingen een impact hebben op de maatschappij? Waarom biedt de overheid collectieve goederen en diensten aan? 154

Parcours

Stap 1 Hoe kan het systeem van de sociale zekerheid zorgen voor minder ongelijkheid? 155

Stap 2 Hoe kunnen belastingen bijdragen tot een rechtvaardige verdeling van inkomens en een impact hebben op de maatschappij? 156

Stap 3 Hoe dragen collectieve goederen en diensten bij aan de maatschappij? 158

Thema 4 - De impact van de overheid op de samenleving 139 Hoofdstuk
9
140
Intro
142
143
145 Stap 3 Wat houdt de overheidsbegroting in? 147 Eureka! 150 Synthese 151
152
Intro
Eureka! 160 Synthese 161 7 INHOUDSOPGAVE ©VANIN

Welkom bij Frame!

De methode Frame bestaat uit drie luiken: maatschappelijke vorming, economische vorming en artistieke vorming. Samen scheppen deze drie boekdelen een denkkader of frame om kennis te verwerken, analyseren, toepassen … over de maatschappij, de economie en de kunst- en cultuurwereld.

In het deel Frame - Financieel-economische vorming gaat het over economie. Na deze lessen krijg je inzicht in economische onderwerpen die een grote impact hebben op jouw leven. Je leert hoe de prijs van een product tot stand komt, wat kopen en verkopen betekent en hoe je voor het beheren van je budget verstandige keuzes maakt. Je krijgt een introductie in de financiële wereld door de verschillen tussen sparen en beleggen te bestuderen. Je komt meer te weten over het belang van een goede verzekering die je bijstaat wanneer je bij een ongeval of schadegeval betrokken raakt. Je maakt ook kennis met het belang van een goede arbeidsovereenkomst waarbij zowel jouw belangen als die van jouw werkgever zijn beschermd. Bovendien verwerf je kennis over een aantal fundamentele economische principes in verband met ondernemingen, de werking van de markten en de sociale zekerheid. Tot slot zul je ontdekken dat de overheid de samenleving ook op andere vlakken dan de sociale zekerheid beïnvloedt. In al deze lessen zullen we je voortdurend attent maken op het belang van deze kennis voor je leven nu en later.

1→ OP STAP MET FRAME

2 thema De werking van ondernemingen en organisaties en hun maatschappelijke rol

Frame - Financieel-economische vorming is opgebouwd uit vier thema’s, die we hierboven al kort toelichtten. Elk thema krijgt zijn eigen introductiepagina. Een thema is opgebouwd uit verschillende hoofdstukken

Op deze inleidende, groene pagina kom je te weten waarover het hoofdstuk gaat

Het kader biedt je een duidelijk overzicht van de inhouden en lesdoelen. Aan de hand van de aanvinkvakjes kun je in de loop van het hoofdstuk gemakkelijk bijhouden welke doelen je al hebt bereikt. Bovendien kunnen de inhouden in het kader een leidraad vormen bij de voorbereiding op een evaluatiemoment.

Een goede kennis van sleutelbegrippen is heel belangrijk. Bij de start van het hoofdstuk geven we alvast een begrippenkader mee. Zo zul je tijdens de lessen zeker extra aandacht besteden aan die belangrijke termen.

Elk thema start met een duidelijke titelpagina. In totaal telt dit boek tien hoofdstukken.

Hoofdstuk 6 Hoe wordt de marktprijs bepaald? c Waarover gaat dit hoofdstuk? Voor alles betaal je een prijs. Ga je naar de film, dan betaal je je ticket. Koop je een PS5, dan betaal je de aankoopprijs. Koop je later een huis, dan zul je ook daarvoor een aardige som moeten betalen. Maar hoe komt de prijs van een product tot stand? Bij het tot stand komen van de prijs moet de verkoper of de producent zijn kunnen dekken en wil hij winst maken. Maar de verkoper of de producent kan niet zomaar eender welke prijs vragen. Hij moet rekening houden met de prijs die de consument wil betalen Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd. Ik leg uit waarom de vraagcurve dalend en de aanbodcurve stijgend verloopt. Ik teken de vraag- en aanbodcurve Ik geef voorbeelden van factoren die de vraag kunnen beïnvloeden Ik geef voorbeelden van factoren die het aanbod kunnen beïnvloeden Ik geef aan hoe de evenwichtsprijs verandert bij een verandering van de vraag. Ik geef aan hoe de evenwichtsprijs verandert bij een verandering van het aanbod. Ik verklaar de invloed van de overheid op de prijs. Wat leer ik in dit hoofdstuk? c markt – consument/vrager – producent/aanbieder – gevraagde hoeveelheid – vraagcurve/vraag –aangeboden hoeveelheid – aanbodcurve/aanbod – evenwichtshoeveelheid –evenwichtsprijs/marktprijs – prijszetting – minimumprijs – aanbodoverschot – maximumprijs –vraagoverschot Begrippen c 80 THEMA HOOFDSTUK 6
← ↓ → → →
8 WELKOM BIJ FRAME! ©VANIN

Maud is een tiener van 16 jaar. Ze krijgt van haar ouders 15,00 euro zakgeld per week.

Daarnaast heeft ze van haar grootouders

Intro

50,00 euro gekregen voor haar verjaardag.

Af en toe verkoopt ze via Vinted kledij die ze niet meer draagt of die te klein

geworden is. Daarnaast werkt Maud sinds kort in het weekend in de horeca. Ze krijgt daarvoor 8,00 euro loon per uur. Zo heeft

Sam en Robin vinden het heerlijk om op te gaan in een dansende massa. Mee feesten met uitgelaten fans na een gewonnen voetbalmatch, samen crowdsurfen op de muziek van hun favoriete band op een muziekfestival, een polonaise inzetten op een nieuwjaars- of verjaardagsfeest, een massa die samen in beweging komt … geeft hen intens veel energie. Overal ter wereld dansen mensen.

ze al heel wat kunnen sparen en met dat spaargeld heeft ze plannen. Op dit moment zit Maud met een vraag. Ze zou graag een scooter kopen. Dan moet ze niet meer met de bus naar school en moeten haar ouders haar bijvoorbeeld niet meer naar de bioscoop brengen.

Bekijk het filmpje waarin correspondenten vertellen hoe er van Alaska tot Zimbabwe wordt gedanst. Mensen kunnen helemaal opgaan in dans, dat zien we ook wanneer we in de geschiedenis duiken.

In dit hoofdstuk zul je in zes stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker: “Hoe kan ik als consument bewuste budgettaire keuzes maken? Hoe kan ik bij aankopen toch rekening houden met het belang van sparen en de terugbetalingscapaciteit?”

l BREINBREKER Forum Wat denk je nu al? Duid aan of je het (on)eens bent. Geef daarna twee argumenten voor elke aangeduide keuze.

Stellingen

Lees de bovenstaande tekst. Markeer daarna: a de inkomsten in het groen, b de mogelijke uitgaven in het rood.

Maar ze wil ook graag het nieuwste model van de iPhone kopen. Haar huidige iPhone is nog maar twee jaar oud en functioneert nog perfect, maar haar vriendinnen hebben haar verteld dat het nieuwste model zoveel meer kan. Ze wil haar zuurverdiende centjes goed beheren en is op zoek naar advies.

Daarna volgt de Intro, waarin we peilen naar je voorkennis. Deze inleiding bouwt op naar een Breinbreker, een interessante en uitdagende vraag die je nieuwsgierigheid zal prikkelen. In het Forum peilen we naar je eerste mening, een spontaan antwoord op de Breinbreker. Misschien kom je tot de vaststelling dat deze vraag niet zomaar op te lossen valt. Daarvoor heb je specifieke informatie nodig.

Vroeger heb je al kennisgemaakt met het begrip budgetbeheer. Omschrijf het begrip budgetbeheer in eigen woorden. Gebruik hierbij de begrippen ‘inkomsten’ en ‘uitgaven’ in je antwoord. 2

1 Dure producten zijn kwalitatief altijd beter. | \

2 Als je alleen maar zakgeld krijgt, kun je niet sparen. | \

3 Producten aankopen bij lokale handelaars is goed voor het milieu. | \

Argumenten

Sint Vitus. Het gewone volk benoemde de ziekte als de Sint-Jansdans, een verwijzing naar Johannes de Doper. Johannes de Doper en de heilige Vitus zijn beiden heiligen die vaak worden aangeroepen tegen de waanzin. Die verwijzing doet denken aan de jaarlijkse pelgrimstocht naar aanleiding van het Sint-Jansfeest, waarbij dansende en springende geesteszieken deelnamen aan de stoet. Naar: Boulanger, C. en Faupin, S. (2020). Dolgedraaid. Dancer Brut. Brussel: Mercatorfonds. Hoofdstuk

DE DANSEPIDEMIE In 1373 verspreidde een dansepidemie zich over Frankrijk, Italië en de Nederlanden: de dansmanie of ook wel de SintVitusdans genoemd. ‘Ze dansten en sprongen alsof ze door de duivel bezeten waren. Zodra de geest bezit had genomen van hun benen, konden ze niet meer ophouden met dansen en huppelen’. Zo worden in een Latijnse kroniek in 1402 de vreemde gedragingen van de menigte beschreven. De mensen hallucineerden en maakten schokkende bewegingen. Geschiedschrijver François-Eudes de Mézeray merkte op dat diegenen die door de kwaal getroffen waren meestal uit de onderlaag van de maatschappij kwamen. Ze trokken hun kleren uit, zetten een bloemenkroon op hun hoofd en trokken al zingend en dansend door de straten. Die urenlange danssessies zorgden voor vreemde taferelen. Dolgedraaid vielen ze buiten adem op de grond. De dansende mensen zorgden voor veel publiek, maar ook voor angst en afschuw, want wie te lang bleef toekijken, werd zelf door de ziekte getroffen. Gefascineerde toeschouwers, die de optocht onderweg of in de stad zagen passeren, sloten zich aan bij die vreemde dansende stoet. Over de oorzaak van de dansmanie is nog altijd veel discussie. Een hoge mate van psychische spanning zou een toestand van trance kunnen veroorzaken. De dansmanie volgde namelijk op een periode van rampspoed. In de 14de eeuw woedde de pest, de Zwarte Dood, door Europa. De slachtoffers van de pest konden schuimbekken, stuiptrekken en schreeuwen. Door de heftige bewegingen werd de ziekte genoemd naar

Het antwoord op de Breinbreker vind je niet zomaar. Daarvoor moet je een Parcours afleggen, opgesplitst in een aantal Stappen. Met behulp van verschillende bronnen, opdrachten en kenniskaders verwerf je stap voor stap het inzicht, de kennis en de (onderzoeks)vaardigheden die nodig zijn om een gefundeerd antwoord op de Breinbreker te geven.

4 Kastickets en facturen bijhouden en klasseren is voor niets nodig. | \

Eureka! Als je het parcours helemaal hebt afgelegd, dan ben je voldoende gewapend om opnieuw over de Breinbreker na te denken. In het Forum zul je merken dat de hele klas nu met veel meer kennis van zaken spreekt dan aan het begin van dit hoofdstuk.

Synthese

Wanneer iemand een keuken of auto koopt, wordt er vaak een koopcontract opgesteld. Dit is een overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt om een goed te leveren en de andere om daarvoor een prijs te betalen.

De verkoper is verplicht om de goederen te leveren en te vrijwaren van gebreken. Hij is ook verplicht om te vermijden dat een andere persoon aanspraak kan maken op het product. De koper heeft als verplichtingen het goed te betalen en te aanvaarden.

Consumentenkrediet Je kunt ook iets kopen op afbetaling. Dit heet een verkoop op afbetaling Je betaalt het bedrag dan in maandelijkse aflossingen. Verkoop op afbetaling is een vorm van consumentenkrediet Dit is een krediet dat je aangaat en is strikt geregeld door de wet.

Jaarlijks kostenpercentage Een verkoop op afbetaling is niet gratis. Meestal rekent de winkel of leverancier daar interest voor aan.

De verkoper is verplicht het jaarlijks kostenpercentage (JKP) te vermelden. Het JKP geeft aan hoeveel kosten erbij komen. Dat is niet alleen de interest, maar ook de eventuele administratie- en/of dossierkosten.

Bij een aankoop heb je een kost die eenmalig is, maar er zijn ook terugkerende kosten waarvoor je maandelijks of jaarlijks moet betalen.

Bordschema aankoop goed leveren verkoop op afbetaling verplichtingen verkoper goed vrijwaren vorm van consumentenkrediet maandelijkse aflossingen

abonnement leveringskost administratiekost / dossierkost betalingskost servicekost JKPinterest

goed betalen goed ontvangen bijkomende kosten verplichtingen koper

STAP 6 Waar kan ik terecht voor advies en hulp in verband met budgetbeheer?

Parcours

STAP 1

1 Lees de tekst van de Intro opnieuw. Bij wie kan Maud terecht voor advies over de aankoop van een nieuwe iPhone of een scooter?

Welke impact heeft sociaal overleg tussen de vakbonden en de werkgeversorganisaties op de werking van de arbeidsmarkt?

2 De leerkracht verdeelt de klas in twee

1: JAC ™ Groep 2: WatWat

Eureka!

Net zoals op de productmarkt geldt ook op de arbeidsmarkt de wet van vraag en aanbod. Het loon is de prijs waartegen werknemers werk aanbieden en werkgevers arbeid vragen. Hierbij mogen we de invloed van sociaal overleg niet uit het oog verliezen: werkgevers dienen rekening te houden met minimumlonen of loonbarema’s wanneer zij een loon onderhandelen. Deze zijn vastgelegd in collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s), die tot stand komen door overleg tussen vakbonden en werkgeversorganisaties. Dit zijn namelijk de sociale partners die in België het sociaal overleg organiseren.

1 Duid in de onderstaande tabel aan of het om een vakbond of een werkgeversorganisatie gaat.

2 Schrijf de afkortingen in de tabel voluit.

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden? “Hoe kan ik als consument bewuste budgettaire keuzes maken? Hoe kan ik bij aankopen toch rekening houden met het belang van sparen en de terugbetalingscapaciteit?”

Forum Wat denk je nu? Duid aan of je het (on)eens bent. Geef daarna twee argumenten voor elke aangeduide keuze.

Vakbond Werkgeversorganisatie

Stellingen

1 Dure producten zijn kwalitatief altijd beter. | \

2 Als je alleen maar zakgeld krijgt, kun je niet sparen. | \ 3 Producten aankopen bij lokale handelaars is goed voor het milieu. | \ 4 Kastickets en facturen bijhouden en klasseren is voor niets nodig. | \

Alle kennis en inzichten die je tijdens het Parcours hebt opgedaan, worden voor jou gebundeld in een synthese. Deze tekst geeft weer wat je exact moet onthouden. De nummers naast de verschillende paragrafen verwijzen naar de kenniskaders waarin de leerinhouden werden aangebracht. Zo kun je tijdens het studeren gemakkelijk extra informatie opzoeken in de kaders die je tegenkwam in de loop van het hoofdstuk.

Krijg je graag nog wat extra toelichting bij de lesinhouden? Scan dan de QR-code voor een heldere kennisclip bij de synthesetekst.

Studeer je graag op een schematische manier?

Het Bordschema geeft een overzicht van de belangrijkste termen en verbanden die in het hoofdstuk aan bod kwamen.

7.1
ABVV ™ ™ ACLVB ™ ™ ACV ™ ™ Unizo ™ ™ VBO ™ ™ VOKA ™ ™ 93 THEMA 3 HOOFDSTUK 7
Arbeidsmarkt
groepen. Elke groep krijgt een organisatie toegewezen. Voor welke vragen en hulp kun je bij deze organisatie terecht? Bespreek nadien klassikaal. ™
Groep
33 THEMA 1 HOOFDSTUK 2
1.1 1.2
→ Kennisclip 21 THEMA 1 HOOFDSTUK 1
1
Dansmania © Tracy L. Christianson 13 THEMA 1 HOOFDSTUK 1 Intro
1
1
23 THEMA 1 HOOFDSTUK 2
Stelling 1 1 2 Stelling 2 1 2 Stelling 3 1 2 Stelling 4 1 2 24 THEMA 1 HOOFDSTUK 2
← ← ←
→ → 9 WELKOM BIJ FRAME! ©VANIN

2→ HANDIG VOOR ONDERWEG

Verantwoordelijk of aansprakelijk?

In het algemene artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek staat: ‘Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden.’ (Uit: www.ejustice.just.fgov.be) Je kunt dus samenvatten dat wie schade toebrengt, meestal aansprakelijk is voor die schade en wettelijk verplicht is die schade te vergoeden aan de schadelijder. Wanneer een minderjarige verantwoordelijk is voor een schadegeval, zijn de ouders aansprakelijk.

In de loop van het Parcours word je ondersteund door een aantal hulpmiddelen.

2 Bekijk aandachtig de onderstaande infographics over ongevallen met jongeren. Bespreek je mening hierover met de klas. Vind je deze cijfers confronterend?

KADERS

STAP 2 Wat is een verkoop op afbetaling?

Consumentenkrediet

Good to know Good to know

Bij een verkoop op afbetaling koop je iets, bijvoorbeeld een auto, tv … en betaal je dit niet in één keer, maar via maandelijkse aflossingen. De verkoop op afbetaling valt onder de regels van het consumentenkrediet. Een consumentenkrediet is een krediet dat je aangaat en is strikt geregeld door de wet. Hiervoor moet je altijd een contract afsluiten.

1 Yassin heeft bij Cardoen zijn oog laten vallen op deze auto. Kijk met hem mee en beantwoord de vragen.

Uit: Het Nieuwsblad 11 februari 2020

Terugkommoment voor rijbewijs B Dit is een bijscholingscursus die je verplicht moet volgen zes tot negen maanden nadat je jouw rijbewijs B hebt behaald. De cursus duurt vier uur en bestaat onder andere uit praktijkoefeningen op een afgesloten terrein en een groepsgesprek. Aan het einde van de cursus krijg je een attest. Je bent verplicht om aanwezig te zijn op het terugkommoment. Je kunt je rijbewijs niet verliezen als je niet goed scoort op de test, maar als je niet aanwezig bent, riskeer je wel een fikse boete, tot wel 4 000,00 euro!

a Wat is de prijs van de wagen?

Cardoen finance

Bereken de prijs per maand voor deze auto

Cardoenprijs:

b Yassin kan de wagen ook in stukken afbetalen. Over hoeveel maanden kan Yassin de auto afbetalen in het bovenstaande voorbeeld?

ICOONTJES

c Hoeveel betaalt Yassin dan per maand?

d Hoeveel bedraagt de prijs wanneer Yassin gedurende 72 maanden deze maandelijkse kost aflost?

Dit is een mondelinge opdracht.

Bij deze opdracht hoort een videofragment.

Door het hoofdstuk heen zetten we de belangrijkste zaken op een rijtje in deze rode kenniskaders. De sleutelbegrippen die je in de inleiding leerde kennen, hebben we met een stippellijn onderlijnd.

In de blauwe Good to know’s vind je handige en leuke weetjes terug die verband houden met de leerstof. Deze extra informatie hoef je niet in te studeren.

Voor deze opdracht mag of moet je online opzoekingswerk verrichten.

In deze opdracht werk je aan je onderzoeksvaardigheden.

Voor deze opdracht ga je naar het onlinelesmateriaal.

€ 19 999,00
€ 0,00
voorschot:
1.1 16 THEMA 1 HOOFDSTUK 1
41 THEMA 1 HOOFDSTUK 3
← ←
10 WELKOM BIJ FRAME!
©VANIN

Leerstof kun je inoefenen op jouw niveau.

Je kunt vrij oefenen en de leerkracht kan ook voor jou oefeningen klaarzetten.

Hier vind je de opdrachten terug die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.

Hier kan de leerkracht toetsen en taken voor jou klaarzetten.

Benieuwd hoe ver je al staat met oefenen en opdrachten? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.

Hier vind je het lesmateriaal per hoofdstuk (onder andere videobestanden en kennisclips).

Het e-book is de digitale versie van het leerwerkboek. Je kunt hierin noteren, aantekeningen maken, zelf materiaal toevoegen ...

HET ONLINELEERPLATFORM BIJ FRAME
11 WELKOM BIJ FRAME! ©VANIN
©VANIN

Consumptiegedrag, inkomensverwerving en financiële producten thema

1
©VANIN

Wat zit er inbegrepen in de totale kost bij aankoop van een product of dienst?

Waarover gaat dit hoofdstuk? c

In dit hoofdstuk bekijken we wat wel en niet hoort bij een grote aanschaf van bijvoorbeeld een laptop of een auto. Je wilt weten wat je koopt en hoeveel geld dat kost. Het is verstandig vóór je aankoop inzicht te krijgen in alle kosten. Daarom onderzoeken we: wat zijn de verplichtingen van een verkoper plus die van jou? welke kosten komen er allemaal kijken bij een grote aanschaf? hoe kun je prijzen vergelijken?

Wat leer ik in dit hoofdstuk? c

Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.

Ik leg uit wat de basisverplichtingen van koper en verkoper zijn.

Ik leg uit wat een verkoop op afbetaling en het jaarlijks kostenpercentage (JKP) is.

Ik analyseer de totale kost van een aankoop

Ik omschrijf eenmalige en terugkerende kosten.

koopcontract – verkoper – koper – verkoop op afbetaling – aflossingen –consumentenkrediet – interest – jaarlijks kostenpercentage (JKP) – eenmalige kosten –terugkerende kosten Begrippen c

Hoofdstuk 1
14 THEMA 1 HOOFDSTUK 1 ©VANIN

Iedereen zal vroeg of laat wel eens iets kopen. Wanneer je een zak chips koopt, zul je wellicht enkel de zak chips moeten betalen. Maar wanneer je een smartphone of een brommer koopt, of wanneer je een reis boekt, komen er heel wat andere kosten bij kijken.

Veronderstel dat je bij Mediamarkt de volgende tv aankoopt.

a Wat is de prijs van de tv?

b Zijn er extra kosten?

Good to know

Om klanten te lokken maken winkels en ondernemingen reclame. Zo proberen zij hun producten of diensten aan te bieden met fraaie afbeeldingen en de boodschap ‘nu kopen, later betalen’. Natuurlijk is dit niet gratis.

Intro
1
15 THEMA 1 HOOFDSTUK 1 ©VANIN

Kijk nog eens naar de reclame van Mediamarkt.

a Is het meteen duidelijk hoeveel je in totaal moet betalen?

b Wat vind je van deze reclame?

l BREINBREKER

In dit hoofdstuk zul je in drie stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker:

“Hoe kan het dat ik meer moet betalen voor een smartphone dan op het prijslabel staat? En wanneer is een smartphone eigendom en wanneer bezit?”

Forum

Wat denk je nu al? Welke andere kosten kan een aankoop van een product of dienst met zich meebrengen? Antwoord hieronder in een mindmap.

TOTALE KOST

VAN AANKOOP

2
16 THEMA 1 HOOFDSTUK 1 ©VANIN

Parcours

STAP 1

Welke zijn de basisverplichtingen van koper en verkoper?

Yassin, een jongeman uit Genk, wil graag een auto kopen. Hij vindt zijn droomwagen bij Cardoen in Hasselt. Voordat hij de wagen aanschaft, wil hij weten waar hij allemaal op moet letten. Hij weet dat er bij de aankoop van een wagen een verkoopcontract wordt opgesteld. Ga naar het onlinelesmateriaal en beantwoord de onderstaande vragen.

a Geef een omschrijving van een koopcontract.

b Yassin zoekt ook op wat de rechten en de plichten zijn van de koper en de verkoper. Noteer ze hieronder.

1→ De verplichtingen van de koper:

2→ De verplichtingen van de verkoper:

Good to know

Er is een verschil tussen eigendom en bezit. Wanneer de koop is afgesloten en er een overeenkomst is tussen koper en verkoper over het goed en de prijs, dan verkrijgt de koper de eigendom van het goed ten aanzien van de verkoper. Ook al is het goed nog niet geleverd en de prijs nog niet betaald.

Wanneer het goed geleverd is, is de koper in het bezit van het goed.

17 THEMA 1 HOOFDSTUK 1 ©VANIN

STAP 2 Wat is een verkoop op afbetaling?

Consumentenkrediet

Bij een verkoop op afbetaling koop je iets, bijvoorbeeld een auto, tv … en betaal je dit niet in één keer, maar via maandelijkse aflossingen. De verkoop op afbetaling valt onder de regels van het consumentenkrediet. Een consumentenkrediet is een krediet dat je aangaat en is strikt geregeld door de wet. Hiervoor moet je altijd een contract afsluiten.

1 Yassin heeft bij Cardoen zijn oog laten vallen op deze auto. Kijk met hem mee en beantwoord de vragen.

a Wat is de prijs van de wagen?

Cardoen finance

Bereken de prijs per maand voor deze auto

Cardoenprijs: € 19 999,00 voorschot: € 0,00

aantal maanden: 72 prijs per maand: € 302,00 JKP: 2,49 % totaal: € 21 744,00 wettelijke kit: € 199,00

Stuur naar mijn mailbox

Lening op afbetaling van kredietgever VBCF nv. Let op, geld lenen kost ook geld. Deze simulatie is indicatief en niet bindend.

b Yassin kan de wagen ook in stukken afbetalen. Over hoeveel maanden kan Yassin de auto afbetalen in het bovenstaande voorbeeld?

c Hoeveel betaalt Yassin dan per maand?

d Hoeveel bedraagt de prijs wanneer Yassin gedurende 72 maanden deze maandelijkse kost aflost?

1.1 18 THEMA 1 HOOFDSTUK 1
©VANIN

e Hoe komt het dat je meer betaalt dan de oorspronkelijke prijs?

f Hoeveel bedraagt die interest?

g Hoe noemt men deze interest in het voorbeeld?

2 Bekijk Cardoen finance nog eens.

a Hoe kun je het maandelijkse bedrag van aflossing laten dalen?

b Kun je enkel op 72 maanden afbetalen?

Jaarlijks kostenpercentage

Wanneer je een consumentenkrediet aangaat bij een handelaar, moet die daarbij het jaarlijks kostenpercentage of JKP vermelden. Het JKP drukt uit hoeveel kosten er in totaal aan jouw krediet verbonden zijn. Het wordt uitgedrukt in een percentage en je kunt het vergelijken met een interest op jaarbasis.

Dankzij het JKP kun je de prijzen van kredieten vergelijken zonder rekening te houden met het bedrag en de looptijd van het krediet.

Good to know

Soms rekent een onderneming dossierkosten of administratiekosten aan. Dit kan ook worden opgenomen in het JKP.

1.2 19 THEMA 1 HOOFDSTUK 1 ©VANIN

STAP 3 Welke kosten kunnen er nog zijn bij aankoop van een product of dienst?

1 Je koopt je nieuwe iPhone bij Proximus. Je kiest voor het onderstaande toestel in de kleur groen. Lees de advertentie grondig. Welke kosten zijn er verbonden aan deze aankoop?

a Welke zijn eenmalige kosten?

b Welke zijn terugkerende kosten?

c De winkel biedt de iPhone samen met verschillende abonnementen aan. Waarom doen winkels dat?

20 THEMA 1 HOOFDSTUK 1 ©VANIN

2 Thuis is de diepvriezer stuk. Je ouders willen graag deze nieuwe diepvriezer kopen.

a Welke eenmalige kosten zijn er bij de aankoop van deze diepvriezer?

b Welke kost is terugkerend?

21 THEMA 1 HOOFDSTUK 1 ©VANIN

Eureka!

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

“Hoe kan het dat ik meer moet betalen voor een smartphone dan op het prijslabel staat? En wanneer is een smartphone eigendom en wanneer bezit?”

Forum

Wat denk je nu? Welke andere kosten kan een aankoop van een product of dienst met zich meebrengen? Antwoord hieronder in een mindmap.

TOTALE KOST

22 THEMA 1 HOOFDSTUK 1 ©VANIN
VAN AANKOOP

Synthese

Wanneer iemand een keuken of auto koopt, wordt er vaak een koopcontract opgesteld. Dit is een overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt om een goed te leveren en de andere om daarvoor een prijs te betalen. De verkoper is verplicht om de goederen te leveren en te vrijwaren van gebreken. Hij is ook verplicht om te vermijden dat een andere persoon aanspraak kan maken op het product. De koper heeft als verplichtingen het goed te betalen en te aanvaarden.

Consumentenkrediet

Je kunt ook iets kopen op afbetaling. Dit heet een verkoop op afbetaling. Je betaalt het bedrag dan in maandelijkse aflossingen. Verkoop op afbetaling is een vorm van consumentenkrediet. Dit is een krediet dat je aangaat en is strikt geregeld door de wet.

Jaarlijks kostenpercentage

Een verkoop op afbetaling is niet gratis. Meestal rekent de winkel of leverancier daar interest voor aan. De verkoper is verplicht het jaarlijks kostenpercentage (JKP) te vermelden. Het JKP geeft aan hoeveel kosten erbij komen. Dat is niet alleen de interest, maar ook de eventuele administratie- en/of dossierkosten.

Bij een aankoop heb je een kost die eenmalig is, maar er zijn ook terugkerende kosten waarvoor je maandelijks of jaarlijks moet betalen.

Bordschema aankoop

vorm van consumentenkrediet

maandelijkse aflossingen

JKPinterest

verkoop op afbetaling verplichtingen verkoper

goed leveren

goed vrijwaren

abonnement leveringskost

administratiekost / dossierkost

betalingskost servicekost

bijkomende kosten

verplichtingen koper

goed betalen

goed ontvangen

1.1 1.2
→ Kennisclip 23 THEMA 1 HOOFDSTUK 1 ©VANIN

Hoe kan ik als consument de juiste budgettaire keuzes maken?

Waarover gaat dit hoofdstuk? c

Had ik deze aankoop nu echt nodig? In dit hoofdstuk onderzoek je hoe je de juiste budgettaire keuzes maakt. Je onderzoekt of jouw geplande aankopen wel noodzakelijk en duurzaam zijn. En je bekijkt of jouw aankopen passen binnen je eigen budget. Daarnaast is het belangrijk dat je rekening houdt met het budget van je ouders en met je terugbetalingscapaciteit, indien je voor een aankoop zou gaan lenen.

Om keuzes te kunnen maken waarover je ook in de toekomst tevreden bent, is het goed om het belang van sparen en het bewaren van documenten te begrijpen. Het is ook goed dat je weet bij wie je terecht kunt voor advies en hulp als er iets misgaat. Als je jouw situatie en mogelijkheden goed begrijpt, kun je hierover beter nadenken, praten en ook de juiste beslissingen nemen.

Wat leer ik in dit hoofdstuk?

Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.

Ik leg uit of mijn geplande aankopen wel noodzakelijk en duurzaam zijn.

Ik analyseer mijn eigen budget en het budget van mijn ouders en handel er ook naar.

Wanneer ik voor mijn aankopen geld moet lenen, handel ik naar de terugbetalingscapaciteit van mezelf en mijn ouders.

Ik leg het belang van sparen uit en omschrijf voorbeelden van spaarvormen.

Ik omschrijf waarom het bewaren van documenten eigen is aan goed budgetbeheer.

Ik vertel en zoek op bij wie ik terecht kan voor advies en hulp in verband met budgetbeheer.

Begrippen

budget/budgetbeheer – duurzaam – inkomsten – uitgaven – terugbetalingscapaciteit –sparen – spaarvormen – zichtrekening – spaarrekening – termijnrekening – garantie

Hoofdstuk 2
c
24 THEMA 1 HOOFDSTUK 2 ©VANIN
c

Intro

Maud is een tiener van 16 jaar. Ze krijgt van haar ouders 15,00 euro zakgeld per week. Daarnaast heeft ze van haar grootouders 50,00 euro gekregen voor haar verjaardag. Af en toe verkoopt ze via Vinted kledij die ze niet meer draagt of die te klein geworden is. Daarnaast werkt Maud sinds kort in het weekend in de horeca. Ze krijgt daarvoor 8,00 euro loon per uur. Zo heeft ze al heel wat kunnen sparen en met dat spaargeld heeft ze plannen. Op dit moment zit Maud met een vraag. Ze zou graag een scooter kopen. Dan moet ze niet meer met de bus naar school en moeten haar ouders haar bijvoorbeeld niet meer naar de bioscoop brengen. Maar ze wil ook graag het nieuwste model van de iPhone kopen. Haar huidige iPhone is nog maar twee jaar oud en functioneert nog perfect, maar haar vriendinnen hebben haar verteld dat het nieuwste model zoveel meer kan. Ze wil haar zuurverdiende centjes goed beheren en is op zoek naar advies.

Lees de bovenstaande tekst. Markeer daarna:

a de inkomsten in het groen,

b de mogelijke uitgaven in het rood.

Vroeger heb je al kennisgemaakt met het begrip budgetbeheer. Omschrijf het begrip budgetbeheer in eigen woorden. Gebruik hierbij de begrippen ‘inkomsten’ en ‘uitgaven’ in je antwoord.

1
2 25 THEMA 1 HOOFDSTUK 2 ©VANIN

l BREINBREKER

In dit hoofdstuk zul je in zes stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker:

“Hoe kan ik als consument bewuste budgettaire keuzes maken? Hoe kan ik bij aankopen toch rekening houden met het belang van sparen en de terugbetalingscapaciteit?”

Forum

Wat denk je nu al? Duid aan of je het (on)eens bent. Geef daarna twee argumenten voor elke aangeduide keuze.

Stellingen

1 Dure producten zijn kwalitatief altijd beter.

2 Als je alleen maar zakgeld krijgt, kun je niet sparen.

3 Producten aankopen bij lokale handelaars is goed voor het milieu.

4 Kastickets en facturen bijhouden en klasseren is voor niets nodig.

Argumenten

| \
| \
| \
| \
Stelling 1 1 2 Stelling 2 1 2 Stelling 3 1 2 Stelling 4 1 2 26 THEMA 1 HOOFDSTUK 2 ©VANIN

Parcours

STAP 1

Zijn mijn aankopen wel noodzakelijk en duurzaam?

Good to know

Het verschil tussen budget en begroting

Een budget is wat je maximaal kunt uitgeven. Met een begroting schat je jouw inkomsten en uitgaven in.

Door een begroting te maken, kun je binnen jouw budget blijven. Wanneer je jouw budget wilt beheren, is het belangrijk om na te gaan of je geplande aankopen wel noodzakelijk en duurzaam zijn: dit noemen we budgetbeheer

1 Vul de onderstaande tabel aan.

a Noteer jouw drie laatste aankopen: wat heb je precies gekocht?

b Waarom heb je dit gekocht?

c Had je die aankopen echt nodig of wilde je ze gewoon graag hebben? Vink je keuze aan in de laatste twee kolommen.

Aankopen

Wat?

Waarom?

Wat?

Waarom?

Wat?

Waarom?

Ik had het echt nodig. Ik wilde het graag hebben.

2 Wat is jouw mening over Mauds geplande aankoop van een nieuwe iPhone?

27 THEMA 1 HOOFDSTUK 2 ©VANIN

Naast het feit dat je jouw geld het best eerst uitgeeft aan dingen die noodzakelijk zijn, is het ook belangrijk dat je aankopen duurzaam zijn. Duurzaam consumeren betekent dat je consumeert zonder dat dit nadelig is voor mens en milieu.

3 Lees de tekst over Maud uit de Intro nog eens. Op welke manier heeft Maud aandacht voor duurzaamheid?

4 Ga met je buur samenzitten. Noteer hieronder nog vier tips om duurzaam te consumeren. Bespreek dit nadien klassikaal.

5 In veel winkels zie je de onderstaande affiche uithangen. Waarom is het duurzaam om aan dit initiatief deel te nemen?

Duurzaam 2.1
1→ 2→ 3→ 4→
© Harold
28 THEMA 1 HOOFDSTUK 2 ©VANIN
Versteeg/BI: Hollandse Hoogte

STAP 2 Passen mijn aankopen wel binnen mijn budget?

Uit onderzoek blijkt dat 78 % van de jongeren zakgeld krijgt. 23 % krijgt extra geld wanneer ze thuis klusjes doen. Van de jongeren ouder dan 15 zegt 70 % vakantiewerk te doen. 42 % van de jongeren ouder dan 15 werken in het weekend of ’s avonds.

Bron: www.expoo.be

1 Bekijk in de tekst hierboven de inkomsten van jongeren. Waar komen jouw inkomsten vandaan?

Bij inkomsten en uitgaven zijn zakgeld en loon voorbeelden van inkomsten. Abonnementen, reparaties en aankopen zien we als uitgaven, ook wel kosten genoemd. We maken een onderscheid tussen inkomsten en uitgaven op korte termijn en op lange termijn. Uitgaven op korte termijn komen vaker voor. Uitgaven op lange termijn minder vaak. Daarnaast zijn er eenmalige en terugkerende inkomsten en uitgaven.

2 Ga naar het onlinelesmateriaal. Hier vind je een overzicht van de inkomsten en uitgaven van vier verschillende jongeren. De klas wordt in vier groepen verdeeld. Elke groep krijgt één jongere toegewezen. Download het overzicht van de inkomsten en uitgaven van ‘jouw jongere’ en voer de opdrachten uit.

a Wat zijn de inkomsten van deze jongere? Noteer ze hier. Duid telkens aan of het om inkomsten op korte termijn of op lange termijn gaat.

Inkomsten Korte termijnLange termijn

Inkomsten en uitgaven 2.2
29 THEMA 1 HOOFDSTUK 2 ©VANIN

b Ook bij de uitgaven maken we een onderscheid tussen de uitgaven op korte termijn en de uitgaven op lange termijn. Noteer hieronder de uitgaven van jouw jongere en duid aan of het gaat om een uitgave op korte of op lange termijn.

Uitgaven

Live acts

Korte termijnLange termijn

FRIDAY TH OF

December 10

DANCE ALL NIGHT 21.00 – 04.00 • ENTRY: 20,00 EURO

c De vier jongeren willen graag samen naar de fuif. Ze moeten elk een inkomkaart kopen en ze willen elk graag vijf drankbonnetjes kopen van 2,50 euro per stuk. Heeft jouw jongere voldoende geld om naar de fuif te gaan? Waarom wel of niet?

d Wat kan jouw jongere doen als hij/zij niet genoeg geld heeft om naar de fuif te gaan?

3 Bij de kosten maken we ook een onderscheid tussen eenmalige kosten en terugkerende kosten. Stel dat Maud toch voor de nieuwe iPhone zou kiezen, dan is de aankoop zelf een eenmalige kost. Maar welke bijkomende terugkerende kost is hieraan verbonden?

DJ STARLIGHT DJ HEELINDJ YASBARII 00.00 03.00 01.30
30 THEMA 1 HOOFDSTUK 2 ©VANIN

STAP 3 Houd ik wel voldoende rekening met het budget van mijn ouders?

Lees telkens het fragment en beantwoord de vragen.

a Met welke terugkerende kosten moet Maud rekening houden bij de aankoop van de scooter?

Maud heeft besloten om een scooter te kopen. Ze heeft voldoende gespaard om de aankoop te kunnen betalen, maar ze heeft nog geen rekening gehouden met de terugkerende kosten.

b Wat kan Maud doen om toch met haar scooter te kunnen rijden?

De ouders van Maud willen haar wel helpen door deze bijkomende kosten (voorlopig) voor hun rekening te nemen. Tot nu toe was dit nooit een probleem: de beide ouders van Maud hebben altijd een vast inkomen gehad.

Maar door de coronacrisis is de vader van Maud tijdelijk werkloos. Haar moeder, die een eigen schoonheidssalon heeft, heeft al maanden geen inkomen meer omdat ze geen klanten mag ontvangen.

c Welke gevolgen kan de lening hebben voor hun terugbetalingscapaciteit nu beide ouders tijdelijk geen inkomen hebben?

De ouders van Maud hebben een lening aangegaan om een auto te kopen voor de oudere broer van Maud, zodat hij zich makkelijker kan verplaatsen naar de hogeschool waar hij een opleiding volgt.

31 THEMA 1 HOOFDSTUK 2 ©VANIN

STAP 4 Wat is het belang van sparen?

Sparen is iets bewaren of apart houden. Je kunt geld sparen bij een bank of thuis. Bij de bank heb je verschillende spaarvormen, bijvoorbeeld een zichtrekening, een spaarrekening of een termijnrekening.

1 Wanneer kun je geld sparen?

2 Waarom is het volgens jou belangrijk om te sparen?

3 Waarom is geld thuis bewaren geen goede optie?

4 Wanneer je met je spaargeld naar de bank gaat, kun je kiezen tussen een zichtrekening, een spaarrekening of een termijnrekening. Surf naar de website van Wikifin. Toets in de zoekbalk het kernwoord van je vraag, bijvoorbeeld: termijnrekening. Beantwoord nadien de onderstaande vragen.

a Waarom is een zichtrekening niet de beste optie voor je spaargeld?

b Wat is het verschil tussen een spaarrekening en een termijnrekening?

1→ Een spaarrekening:

2→ Een termijnrekening:

Sparen 2.3
32 THEMA 1 HOOFDSTUK 2 ©VANIN

c Welke rekening neem je het best als je spaart voor een auto? Duid het juiste antwoord aan.

™ een zichtrekening ™ een spaarrekening ™ een termijnrekening

d Leg uit waarom dat de beste keuze is.

STAP 5 Waarom is het bewaren van documenten eigen aan goed budgetbeheer?

Good to know

Het bewaren en klasseren van documenten zoals kastickets, aankoopfacturen, rekeninguittreksels … helpt jou om je budget beter te beheren. Ook aan de kassa heb je wellicht al eens gehoord dat je jouw kasticket of factuur moet bewaren.

1 Ga naar het onlinelesmateriaal en lees de tekst over garantie

a Zijn de onderstaande stellingen juist of fout? Zet een kruisje.

1 De periode waarbij de consument recht heeft op de wettelijke garantie, is twee jaar.

2 Je laptop krijgt een defect vijf maanden na aankoop. Als koper moet je bewijzen dat het defect er al was van bij het begin om te kunnen genieten van de wettelijke garantie.

3 Wanneer je wilt genieten van de wettelijke garantie, moet je een aankoopbewijs zoals een kasticket … voorleggen aan de verkoper.

4 Om te kunnen genieten van de wettelijke garantie moet je de verpakking van het product bewaren.

b Verbeter hieronder de bovenstaande stelling(en) indien nodig.

JuistFout

33 THEMA 1 HOOFDSTUK 2 ©VANIN

2 Soms is er ook sprake van een commerciële garantie. Zoek op het internet wat het verschil is tussen de wettelijke garantie en de commerciële garantie. Omcirkel bij de onderstaande post-its het kruisje als het gaat om de wettelijke garantie X en omcirkel het bolletje als het gaat om de commerciële garantie O

Deze garantie is verplicht.

Je moet niet onderhandelen over deze garantie.

Deze garantie is niet verplicht.

Op deze garantie heb je automatisch recht tegenover de eindverkoper die je het goed verkocht heeft.

De eindverkoper of de fabrikant levert zelf deze garantie.

Deze garantie is voordeliger.

3 Lees stap 5 nog eens grondig en vul het kader in.

De verkoper mag deze garantie niet beperken.

Bij doordacht budgetbeheer bewaar je belangrijke documenten, zoals: , , , , enzovoort. Deze documenten zijn dat je iets hebt aangeschaft of . Daarnaast gelden de documenten vaak als garantie als je schade hebt

X O X O X O X O X O X O X O
Garantie 2.4 34 THEMA 1 HOOFDSTUK 2 ©VANIN

STAP 6 Waar kan ik terecht voor advies en hulp in verband met budgetbeheer?

1 Lees de tekst van de Intro opnieuw. Bij wie kan Maud terecht voor advies over de aankoop van een nieuwe iPhone of een scooter?

2 De leerkracht verdeelt de klas in twee groepen. Elke groep krijgt een organisatie toegewezen. Voor welke vragen en hulp kun je bij deze organisatie terecht? Bespreek nadien klassikaal.

™ Groep 1: JAC

™ Groep 2: WatWat

Eureka!

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

“Hoe kan ik als consument bewuste budgettaire keuzes maken? Hoe kan ik bij aankopen toch rekening houden met het belang van sparen en de terugbetalingscapaciteit?”

Forum

Wat denk je nu? Duid aan of je het (on)eens bent. Geef daarna twee argumenten voor elke aangeduide keuze.

Stellingen

1 Dure producten zijn kwalitatief altijd beter. | \

2 Als je alleen maar zakgeld krijgt, kun je niet sparen. | \

3 Producten aankopen bij lokale handelaars is goed voor het milieu. | \

4 Kastickets en facturen bijhouden en klasseren is voor niets nodig. | \

35 THEMA 1 HOOFDSTUK 2 ©VANIN
Argumenten Stelling 1 1 2 Stelling 2 1 2 Stelling 3 1 2 Stelling 4 1 2 36 THEMA 1 HOOFDSTUK 2 ©VANIN

Synthese

Duurzaam

Om doordachte budgettaire keuzes te maken, is het belangrijk om na te gaan of je aankopen wel noodzakelijk zijn. Zo voorkom je verspilling. Verder is het belangrijk om na te gaan of je aankopen wel duurzaam zijn. Denk daarbij aan het milieu en aan de omstandigheden waarin de producten gemaakt zijn. Kun je bijvoorbeeld iets opnieuw gebruiken of een nieuwe bestemming geven? Kun je lokaal kopen? Enzovoort.

Inkomsten en uitgaven

De uitgaven die je wilt doen, moeten ook passen binnen je budget. Dat betekent dat je jouw aankopen goed moet overwegen. We maken een onderscheid tussen inkomsten en uitgaven op korte termijn en op lange termijn. Daarnaast zijn er eenmalige en terugkerende inkomsten en uitgaven.

Sparen

Wanneer je grote aankopen wilt doen, moet je soms eerst wat sparen. Bij de bank heb je verschillende spaarvormen, bijvoorbeeld een zichtrekening, een spaarrekening of een termijnrekening

Je kunt eventueel ook lenen bij je ouders, familie of vrienden. Houd daarbij rekening met je terugbetalingscapaciteit. Zorg ervoor dat je hen op de afgesproken momenten terugbetaalt.

Garantie

Bij een doordacht budgetbeheer is het belangrijk dat je documenten zoals een koopcontract, een factuur of een verzekeringspolis goed bewaart. Dit is vaak ook nodig als bewijs voor de wettelijke of commerciële garantie.

Wanneer je advies nodig hebt of wanneer je jouw budget moeilijk onder controle krijgt, kun je terecht bij je ouders, familie of vrienden maar ook bij instanties zoals het JAC en WatWat.

2.1 2.2 2.3 2.4 → Kennisclip 37 THEMA 1 HOOFDSTUK 2 ©VANIN

Bordschema

interest op je spaarrekening

aankoop van een bromfiets

korte termijn lange termijn lange termijn zakgeld tijdschrift loon studentenjob filmticket geld voor je verjaardag

korte termijn

inkomsten

De aankoop moet noodzakelijk en duurzaam zijn. sparen

inkomsten > uitgaven spaarrekening termijnrekening

Hoe kun je als consument de juiste budgettaire keuzes maken?

aankoop van een laptop uitgaven

ouders, familie, vrienden

JAC

WatWat

bewaren van documenten wettelijke garantie commerciële garantie hulp en advies

zicht op inkomsten en uitgaven nodig voor garantie

38 THEMA 1 HOOFDSTUK 2 ©VANIN
Welke

verschillen zijn er tussen sparen en beleggen wat betreft risico en rendement?

Waarover gaat dit hoofdstuk? c

Als gezin wil je graag geld overhouden van je inkomen nadat de uitgaven betaald zijn. Het geld dat je overhoudt, kun je sparen of beleggen. Daarvoor zijn er meerdere mogelijkheden. Wil je meer zekerheid dat je je spaargeld niet verliest, dan zul je minder opbrengst of rendement hebben. Durf je meer risico te nemen, dan zal het rendement hoger zijn. In dit hoofdstuk leer je welke spaar- en beleggingsvormen de beste keuze kunnen zijn.

Wat leer ik in dit hoofdstuk?

Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.

Ik leg uit wat het risico en wat het rendement is bij een spaarrekening.

Ik leg uit wat inflatie is.

Ik leg uit wat het risico en wat het rendement is bij aandelen.

Ik leg uit wat het risico en wat het rendement is bij obligaties.

Ik leg uit wat een beleggersprofiel is.

Ik benoem een alternatieve beleggingsvorm.

Ik verklaar wat duurzaam beleggen is.

Ik leg uit waarom je moet opletten met financieel advies.

Begrippen

aandeel – spaarrekening – beleggen – rendement – obligatie – inflatie – fonds

3
c
Hoofdstuk 39 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN
c

Intro

Bekijk aandachtig het videofragment van Febelfin.

Over welke vormen van beleggen gaat het in dat videofragment?

© Febelfin

l

BREINBREKER

In dit hoofdstuk zul je in dertien stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker:

“Welke spaar- of beleggingsvorm is het minst en welke het meest risicovol? Welke vorm biedt het hoogste rendement? En welke vorm is de interessantste als je het risico en het rendement tegen elkaar afweegt?”

Forum

Wat denk je nu al? Lees de vragen en licht je antwoord toe met minstens één argument.

Vragen

1 Wat zou jij met je spaargeld doen?

2 Weet je wat aandelen zijn? Zou je ooit in aandelen beleggen? Waarom wel of niet?

3 Je bent 22 jaar en er staat 20 000 euro op je spaarboekje. Waarin zou je beleggen?

4 Zou je meerdere beleggingen of investeringen doen? Leg uit.

40 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN

STAP 1 Parcours

Waarom moet je sparen?

1 Wat betekent sparen?

2 Welke redenen zijn er om te sparen?

3 Lees de volgende tekst.

a Markeer de omschrijving van een spaarquote in de tekst.

b Waarom steeg de spaarquote in de jaren 2020 en 2021?

In 2023 spaarden de Belgen weer meer.

De spaarquote was gestegen tot 14 procent. De spaarquote is het percentage van het inkomen dat gespaard wordt. Zo stond er ongeveer 300 miljard euro op de spaarboekjes. Rond het jaar 2000 bedroeg de spaarquote 18 procent. Dat zakte geleidelijk aan tot 12 procent in 2016. In 2020 en 2021 bedroeg de spaarquote respectievelijk 20 en 17 procent. In 2022 was dat 12 procent. De toename in 2023 tot 14 procent kwam doordat de lonen automatisch verhoogd werden door de inflatie.

Naar: www.vrt.be, september 2023

41 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN

STAP 2 Wat is een spaarrekening?

1 Waarvoor dient een zichtrekening? Je mag eventueel het internet gebruiken.

2 Waarvoor dient een spaarrekening? Je mag eventueel het internet gebruiken.

3 Welke twee soorten rente krijg je op een spaarrekening? Bezoek de website van KBC.

4 Zoek op het internet de antwoorden op de volgende vragen.

a Hoeveel bedraagt de rente momenteel op een spaarboekje bij de verschillende banken?

– Argenta: – Belfius: – KBC:

– BNP Paribas Fortis:

b Welke belasting is er op de rente die je krijgt op je spaarboekje?

c Hoeveel bedraagt die belasting momenteel?

d Wanneer wordt die belasting afgehouden?

e Wat is een voordeel van een spaarrekening?

42 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN

STAP 3 Wat is inflatie?

Inflatie verwijst naar een stijging van het algemeen prijspeil. We zeggen ‘algemeen prijspeil’ omdat niet alle prijzen altijd in dezelfde periode stijgen. Sommige prijzen zullen stijgen, andere zullen dalen. Wanneer het gewogen gemiddelde van de prijzen stijgt, spreken we van inflatie. Gewogen gemiddelde betekent dat niet alle producten even zwaar doorwegen.

Om de inflatie te meten, worden iedere maand de prijzen van een korf goederen bijgehouden. In die korf zitten producten die een gezin aankoopt. Sommige producten krijgen een zwaarder gewicht, bijvoorbeeld elektriciteit, terwijl andere producten een minder zwaar gewicht krijgen in de berekening, zoals suiker.

1 Lees de krantenartikelen.

2 Welke inflatiepercentages of prijsstijgingen worden hier aangehaald? Markeer ze in de tekst.

Ook de inflatie in de eurozone lijkt over haar piek. Na recordprijsstijgingen van 10,6 procent in oktober, wordt voor januari een inflatie van 8,5 procent verwacht. En voor het volledige jaar 2023 zou ze afzwakken tot respectievelijk 5,6 procent in de eurozone en zelfs 4,3 procent in ons land.

Uit: De Standaard, februari 2023

Een pakje friet werd 97 procent duurder in achttien jaar tijd

Uit: De Standaard, februari 2023

De Amerikaanse levensduurte is in januari maand op maand 0,5 procent gestegen. Dat is precies zoals verwacht. De kerninflatie – zonder voeding en energie – was 0,4 procent, ook volgens de verwachtingen. Jaar op jaar kwam de inflatie in januari uit op 6,4 procent, van 6,5 procent in december. Het is de zevende maand op rij dat de inflatie zakt.

Uit: De Tijd, februari 2023

3 Zoek op het internet hoeveel de inflatie op dit moment bedraagt.

Inflatie 3.1
43 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN

STAP 4 Wat zijn de gevolgen van inflatie voor sparen en beleggen?

Koopkracht

De gevolgen van inflatie kunnen zowel voordelig als nadelig zijn. Een beperkte inflatie is goed voor de economie. Consumenten stellen hun aankopen dan niet uit, zoals bij een daling van de prijzen. Zo streeft de Europese Centrale Bank naar een inflatie van 2 %. Daarnaast is inflatie positief voor wie schulden heeft, zoals de overheid. De waarde van het geld dat je verschuldigd bent, vermindert dan.

Een te hoge inflatie tast echter de koopkracht van de lonen aan. Als de prijzen stijgen, kun je met hetzelfde inkomen minder kopen. Daardoor daalt de koopkracht. Wanneer je spaart en de inflatie hoger is dan het rendement op je spaarmethode, zoals een spaarboekje, dan wordt je geld minder waard. Inflatie is dus ook nadelig voor spaarders. Is er in ons land een hoge inflatie, waardoor de prijzen meer stijgen dan die van dezelfde producten in het buitenland, dan schaadt dat ook onze export. Andere landen zullen dan op zoek gaan naar alternatieve partners, omdat onze producten te duur geworden zijn. Onze export zal dus dalen.

Op de volgende grafiek vind je de inflatie van 2003 tot en met 2023.

Inflatiecijfers jaargemiddelden 10,00 % 8,00 % 6,00 %

4,00 %

2,00 %

0,00 % -2,00 %

Bron: Statbel.fgov.be

a In Stap 2 heb je de rentes van een spaarrekening opgezocht bij verschillende banken. Op welke rente kwam je gemiddeld uit?

b Wat kun je besluiten wanneer je dat vergelijkt met de inflatiecijfers op de grafiek?

2003 2011 2007 2015 2005 2013 2009 2018 2021 2004 2012 2008 2017 2019 2006 2014 2016 2010 2020 2022 2023 1,59 % 1,82 % 3,54 % 0,56 % 1,44 % 2,78 % -0,05 % 1,11 % 2,13 % 2,44 % 2,09 % 4,49 % 2,84 % 1,97 % 0,74 % 1,80 % 2,18 % 0,34 % 2,06 % 9,59 % 4,06 %
3.2
44 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN

c Ga naar de website van Wikifin en test de inflatietool. Hoeveel is 1 000,00 euro na 20 jaar nog waard bij een jaarlijkse inflatie van 2,00 procent?

STAP 5 Wat zijn aandelen?

Je kunt ook geld verdienen met aandelen door ze te verkopen met een meerwaarde. Dat betekent bijvoorbeeld dat je aandelen die je gekocht hebt voor 100,00 euro per aandeel enkele jaren later weer verkoopt voor 130,00 euro per aandeel. Aandelen

Wanneer je een aandeel koopt, ben je een stukje eigenaar van het bedrijf dat die aandelen uitgeeft. Het bedrijf krijgt op die manier geld om verder te groeien. Als aandeelhouder kun je dan mee genieten van de winst die de onderneming maakt. Met aandelen kun je op twee manieren geld verdienen.

Wanneer de onderneming winst maakt, kan de onderneming beslissen om een deel van de winst uit te keren aan haar aandeelhouders. Dat is een dividend, een stukje van de winst dat jij als aandeelhouder krijgt.

Op de volgende afbeeldingen zie je hoe de koers van een aandeel evolueert. Bestudeer de grafieken en beantwoord de vragen.

1 Grafiek 1

a Over welk aandeel gaat het? Bron: tijd.be

3.3
45 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN

b Wat is de waarde van het aandeel op het moment van de afbeelding?

c Welke termijn toont de grafiek?

d Met hoeveel procent is het aandeel gestegen op die termijn?

e Hoeveel aandelen of effecten zijn er uitgegeven van dit aandeel?

f Zoek op het internet de waarde van het aandeel op dit moment. Je kunt de website van De Tijd gebruiken.

2 Grafiek 2

a Over welk aandeel gaat het?

b Wat is de waarde van het aandeel op het moment van de afbeelding?

c Welke termijn toont de grafiek?

d Met hoeveel procent is het aandeel gestegen op die termijn?

46 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN
Bron: tijd.be

e Hoeveel aandelen of effecten zijn er uitgegeven van dit aandeel?

f Zoek op het internet de waarde van het aandeel op dit moment. Je kunt de website van De Tijd gebruiken.

3 Wat is beurskapitalisatie? Gebruik het internet om deze vraag te beantwoorden.

STAP 6 Wat is het rendement van aandelen?

Wanneer je aandelen koopt en verkoopt, komen daar ook heel wat kosten bij kijken. Zo is er de beurstaks, een commissieloon dat je bank aanrekent en eventueel een bewaarloon, ook aangerekend door de bank. De beurstaks is een belasting die je betaalt wanneer je aandelen koopt en verkoopt. Een commissieloon is een extra kost die de bank kan aanrekenen.

Bovendien moet je op een dividend ook nog een roerende voorheffing betalen van 30 procent.

Tot slot moet je rekening houden met de wisselkoers. Stel dat je aandelen koopt van Apple, uiteraard in USdollar, dan heeft de wisselkoers EUR/USD ook een invloed op je rendement.

Beleggen doe je op lange termijn, dat betekent voor een periode langer dan 10 jaar en dus met geld dat je op lange termijn kunt missen. Het rendement van je portefeuille wordt best over meerdere jaren berekend. Zo noemde Einstein ‘samengestelde interest’ het achtste wereldwonder. Samengestelde interest betekent dat je rente krijgt op de rente.

1 Op deze grafiek zie je de evolutie van de S&P500. Dat is een korf van aandelen van de 500 grootste beursgenoteerde ondernemingen in de Verenigde Staten van Amerika. De waarde bedroeg 311,81 USD in januari 1928. In augustus 2023 bedroeg de waarde 4 507,66 USD. De waarde is gezuiverd voor inflatie, met andere woorden, de inflatie is hier al in verrekend. De grijze verticale strepen duiden op een economische crisis. Wat kun je afleiden uit de grafiek?

47 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN

Good to know

Het gemiddelde rendement van aandelen

Het gemiddeld rendement op aandelen bedraagt ongeveer 7 % na inflatie. Dat geldt enkel wanneer je op lange termijn belegt en in meerdere aandelen die je spreidt over meerdere sectoren.

2 Welk risico loop je wanneer je belegt in aandelen? Bekijk hiervoor de grafiek van het aandeel van KBC.

STAP 7 Wat zijn obligaties?

Wanneer je wilt beleggen in iets dat wat meer zekerheid biedt dan aandelen, dan kun je beleggen in obligaties. Met een obligatie leen je geld uit aan een onderneming of een land.

Een obligatie uitgegeven door een land wordt ook wel een staatsbon genoemd.

In ruil voor het geld dat jij uitleent aan het bedrijf of de overheid van een land, krijg je rente.

Dat is een vast percentage per jaar.

Op de rente die je krijgt, betaal je 30 % roerende voorheffing.

Wil je het rendement correct berekenen, dan moet je ook rekening houden met een eventueel makelaarsloon en een bewaarloon dat een financiële instelling je aanrekent.

3.4
Obligaties
tijd.be 48 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN
Bron:

Lees de onderstaande casussen en beantwoord de vragen.

1

In augustus - september 2023 haalde de Belgische overheid 21,896 miljard euro op met de staatsbon. De staatsbon of staatsobligatie beloofde een nettorendement van 2,81 procent op één jaar.

In september 2023 kon je een obligatie kopen van het Nederlandse bedrijf Fastned. Ze boden een brutorente aan van 6,00 procent. Netto zou je daar 4,16 procent van overhouden.

a Stel dat je voor 10 000,00 euro aan staatsobligaties kocht, hoeveel euro krijg je dan na een jaar aan rente?

b Stel dat je voor 10 000,00 euro aan obligaties kocht van Fastned, hoeveel euro krijg je dan na een jaar aan rente?

c Stel dat je 10 000,00 euro voor een jaar op een spaarboekje laat staan, hoeveel euro krijg je dan ongeveer aan rente? Kies eerst een bank en zoek het dan op.

STAP 8 Hoe risicovol zijn obligaties?

Obligaties met een rating tussen BB+ en C behoren tot de speculative grade en worden aanzien als risicovolle beleggingen. Wie niet bang is van risico’s, zou zich tot deze obligaties kunnen wenden. Rating van obligaties 3.5

Ratingagentschappen, zoals Standard & Poor’s, beoordelen de uitgevers van obligaties. Ze kijken of ze te vertrouwen zijn en hoe groot de kans is dat je je geld terugkrijgt. Die ratingagentschappen geven dan een oordeel of rating.

Die ratings gaan van AAA (beste rating) tot C (slechtste rating). Bij een obligatie met een AAA-rating is de kans dat de uitgever failliet gaat of het geleende geld niet terugbetaalt het kleinst. Naarmate de rating lager is, neemt dat risico toe. Omdat beleggers een vergoeding wensen voor het extra risico dat ze nemen, bieden obligaties met een lagere rating meestal een hogere rente aan.

De verschillende ratings worden in twee groepen onderverdeeld: investment grade enerzijds en speculative grade anderzijds.

Obligaties met een rating tussen AAA en BBB- behoren tot de investment grade en worden gezien als relatief veilige beleggingen. Beleggers die beperkte risico’s willen nemen, zetten best enkel in op deze categorie.

2
49 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN

De ratings van de verschillende ratingagentschappen verschillen licht. Zoek op het internet welke ratings deze ratingagentschappen geven voor de kwaliteit van obligaties.

Moody’s

Standard & Poor’s, Fitch

Prime (uitzonderlijke kwaliteit)

Upper medium grade (goede kwaliteit)

Highly speculative (zwak)

Dicht bij faillissement

STAP 9 Wat is een beleggersprofiel?

Beleggen houdt risico’s in. Zo zijn aandelen vaak risicovoller dan een obligatie of spaarboekje.

Het risico is niet altijd even groot. Bij defensieve aandelen is de belegger vrij zeker dat de onderneming niet snel failliet gaat en is er dus ook een stabielere aandelenkoers. Het rendement op die aandelen is weliswaar minder hoog, maar de kans op minderwaarde of geen dividend is beperkt. Minderwaarde betekent dat je aandelen aan een lagere prijs zult verkopen dan je ze hebt aangekocht. Defensieve aandelen presteren ook behoorlijk in slechte economische tijden.

Ze zijn meestal van ondernemingen die primaire producten aanbieden zoals voeding, cosmetica of energie. Defensieve aandelen zijn prima geschikt voor een defensieve belegger. Een defensieve belegger is een voorzichtige belegger die niet te veel risico wil nemen.

Een dynamische belegger is bereid om meer risico’s te nemen en belegt meestal in aandelen uit jongere sectoren die een grote groei kennen zoals software, telecom, farmaceutische industrie, biotechnologie enz. De aandelen van die sectoren kunnen een hoog rendement opleveren, maar kunnen ook fel in waarde dalen of misschien zelfs geen waarde meer hebben.

Wat je beleggersprofiel ook is, het is goed om te diversifiëren en te spreiden. Je concentreert je beleggingen niet rond één beleggingsproduct of aandeel. In plaats daarvan kies je voor een verscheidenheid aan beleggingen zoals aandelen, obligaties of nog andere soorten beleggingen.

Voordat je gaat beleggen, zal de financiële instelling je enkele vragen stellen. Enkele van die vragen zijn:

Op welke termijn wil je beleggen?

Hoeveel risico wil je nemen?

Welk rendement verwacht je?

Hoeveel geld heb je beschikbaar? Wat is je inkomen? Heb je veel schulden?

Hoeveel kennis heb je met betrekking tot beleggingen?

Op basis van je antwoorden wordt je beleggersprofiel opgesteld.

Beleggersprofiel 3.6
50 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN

1 Stel dat je een defensieve belegger bent, waarin zal men je dan aanraden te beleggen?

2 Stel dat je een dynamische belegger bent, waarin zal men je dan aanraden te beleggen?

STAP 10 Wat zijn fondsen?

Een fonds is een korf met verschillende aandelen, obligaties of een combinatie daarvan. Als je zelf weinig tijd hebt of weinig kennis hebt van aandelen en obligaties, maar je wel wilt beleggen, dan is een fonds een alternatief. In een fonds is er vaak al een spreiding van aandelen en/of obligaties waardoor het risico kleiner is dan bij individuele aandelen.

Ga via de website van De Tijd op zoek naar het pensioenspaarfonds van Argenta.

a Bekijk de samenstelling van het fonds. Geef zeven sectoren waarin wordt belegd.

b In welke geografische zone wordt er belegd?

c Hoeveel procent wordt er belegd in aandelen? En hoeveel in obligaties?

d Wat is het laatst behaalde rendement van het fonds?

Bekijk tot slot het videofragment van Febelfin.

Fonds 3.7
51 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN

STAP 11 Waarin kun je nog beleggen?

Behalve in aandelen en obligaties kun je je geld ook op andere manieren investeren. Op een termijnrekening plaats je je geld gedurende een langere periode. Dat kan bijvoorbeeld een, vijf of tien jaar zijn. Op het bedrag krijg je een vastgestelde rente. Op die rente moet je wel roerende voorheffing betalen.

Een andere beleggingsvorm is vastgoed: een appartement of huis kopen en verhuren, zoals studentenkamers, huisjes aan zee of in het buitenland. Je kunt ook in vastgoed beleggen via beursgenoteerde vastgoedondernemingen. Je koopt dan als het ware aandelen van dat bedrijf. Ook zijn er beleggingsfondsen (verzamelingen van andere beleggingen) die specifiek beleggen in vastgoed. Nog een andere mogelijkheid is beleggen in kunst.

De laatste jaren wordt er ook belegd in cryptomunten. Het gevaar daarbij is dat beleggen in cryptomunten zeer speculatief is en de cryptomarkt dus erg volatiel is. Volatiel betekent dat de koers van een aandeel of de waarde snel en regelmatig omhoog en omlaag gaat en vaak zelfs met grote sprongen, wat zeker niet aan te raden is voor een defensieve belegger. De meest bekende cryptomunt is de bitcoin.

1 Surf naar de website van MeDirect. Hoeveel rente krijg je daar op een termijnrekening van vijf jaar als je in euro belegt?

2 Zoek op het internet een gemiddeld nettorendement op vastgoed.

3 Bekijk de grafiek van de bitcoin. Wat kun je daaruit afleiden?

waarde

jaartal

52 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN

STAP 12 Wat is duurzaam beleggen?

Duurzaam beleggen, ook wel gekend als ethisch beleggen, sociaal verantwoord beleggen, of impactbeleggen, is een beleggingsstrategie die rekening houdt met milieukwesties, sociale factoren en governance (ESG) bij het selecteren van investeringen. Het hoofddoel van duurzaam beleggen is om financieel rendement te behalen, terwijl tegelijkertijd positieve sociale en milieueffecten worden nagestreefd. Hier zijn enkele belangrijke aspecten van duurzaam beleggen:

Environmental (milieu): beleggers richten zich op bedrijven die zich inzetten voor milieubescherming en duurzaamheid. Ze kijken naar de impact van een bedrijf op kwesties zoals klimaatverandering, energie-efficiëntie, waterbeheer en de behandeling van afvalstoffen.

Social (sociaal): duurzame beleggers besteden aandacht aan sociale aspecten van bedrijven, zoals werknemersrechten, arbeidsomstandigheden, diversiteit en inclusie, gemeenschapsbetrokkenheid en ethische handelspraktijken. Governance: dit verwijst naar het bestuur en de managementpraktijken van een bedrijf.

Beleggers willen investeren in bedrijven met sterke governancestructuren en een grote transparantie, die zich houden aan ethische en juridische normen.

—Impactbeleggingen: sommige beleggers gaan nog een stap verder en streven naar een meetbare positieve impact op maatschappelijke of milieuproblemen, naast financieel rendement. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat ze investeren in bedrijven die hernieuwbare energie ontwikkelen of in ondernemingen die armoede in ontwikkelingslanden bestrijden.

Uitsluiting: in sommige gevallen sluiten duurzame beleggers bepaalde industrieën of bedrijven uit van hun portefeuille vanwege hun negatieve impact op mens en milieu. Dat kunnen bijvoorbeeld bedrijven zijn die actief zijn in de tabaks-, wapen- of fossielebrandstoffenindustrie.

Duurzaam beleggen is de afgelopen jaren steeds populairder geworden, omdat beleggers en financiële instellingen meer aandacht besteden aan de langetermijngevolgen van hun investeringen. Duurzaam beleggen betekent niet per se dat het rendement lager is. Er zijn veel duurzame investeringsfondsen die vergelijkbare of zelfs hogere rendementen behalen dan traditionele beleggingen. Wat wel essentieel is, is dat beleggers hun eigen doelen en waarden overwegen wanneer ze duurzame beleggingen selecteren en de ESG-prestaties van de bedrijven waarin ze investeren grondig onderzoeken.

Duurzaam beleggen 3.8 53 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN

Surf naar de website van Triodos. Daar vind je meer informatie over impactbeleggen.

a Welke bedrijven zul je niet in hun fondsen vinden?

b Kunnen de volgende ondernemingen opgenomen worden in de fondsen van Triodos? Waarom wel of niet?

First Solar Inc.:

Unibet:

Shell:

AB InBev:

Novo Nordisk:

Stride, Inc.:

54 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN

STAP 13 Waarmee moet je zeker oppassen?

Op het internet en sociale media duiken steeds meer financiële influencers op. Zodra je een groot online platform hebt om informatie op te delen, kun je ‘finfluencer’ worden.

Dat is een samentrekking van de woorden finance (financiën) en influencer. Finfluencers zijn individuen die invloed uitoefenen op anderen, vooral via sociale media, door financiële adviezen, tips en informatie te delen.

Maar niet alle finfluencers hebben een gelijkwaardige expertise en betrouwbaarheid. Daarom is het verstandig om kritisch te zijn en informatie van meerdere bronnen te raadplegen wanneer je financiële beslissingen neemt. Financiële situaties variëren van persoon tot persoon, dus wat voor de ene persoon werkt, is mogelijk niet geschikt voor de andere. Het is raadzaam om professioneel advies in te winnen bij gecertificeerde financiële adviseurs voordat je belangrijke financiële beslissingen neemt. Vaak gebruiken finfluencers de goedgelovigheid van de mensen. Zelf verdienen ze grof geld door bepaalde bedrijven of beleggingen aan te prijzen. Europa stelt nu ook zulke bedrijven aansprakelijk in geval van oplichting.

De meeste mensen kennen weinig van beleggen. Daarom stappen ze naar hun bank voor advies. Om het risico te spreiden, raadt de bank vaak een beleggingsfonds aan, maar die fondsen zijn meestal door de bank zelf samengesteld. Dat zijn daarom niet altijd de beste fondsen of investeringen. Meer nog, op die fondsen moet je vaak nog instapkosten betalen om het fonds te verkrijgen, uitstapkosten betalen om uit het fonds te stappen en daarbovenop zijn er vaak ook beheerskosten. Met andere woorden, het is raadzaam zelf op zoek te gaan naar goed presterende fondsen. Op de website van De Tijd vind je daar alvast veel informatie over.

Lees het artikel over Kim Kardashian hieronder en het artikel dat je bij het onlinelesmateriaal vindt. Waarvoor wordt er gewaarschuwd?

Influencer en realityster Kim Kardashian moet van de Amerikaanse beurswaakhond SEC een fikse boete ophoesten voor het onwettig promoten van een cryptomunt op Instagram. Ze mag ook drie jaar lang geen reclame meer maken voor dergelijke investeringen.

Uit: De Standaard, oktober 2022

Opgelet!
55 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN
3.9

Eureka!

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

“Welke spaar- of beleggingsvorm is het minst en welke het meest risicovol? Welke vorm biedt het hoogste rendement? En welke vorm is de interessantste als je het risico en het rendement tegen elkaar afweegt?”

Forum

Wat denk je nu? Lees de vragen en licht je antwoord toe met minstens één argument.

Vragen

1 Wat zou jij met je spaargeld doen?

2 Weet je wat aandelen zijn? Zou je ooit in aandelen beleggen? Waarom wel of niet?

3 Je bent 22 jaar en er staat 20 000 euro op je spaarboekje. Waarin zou je beleggen?

4 Zou je meerdere beleggingen of investeringen doen? Leg uit.

56 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN

Synthese

Spaarrekening

Een zichtrekening is een rekening waarmee je dagelijkse verrichtingen doet. Op een spaarrekening plaats je geld dat je niet meteen nodig hebt. Op het geld op je spaarrekening krijg je een rente als vergoeding. Een spaarrekening is beschermd tot 100 000,00 euro als de bank failliet zou gaan.

Inflatie

Inflatie is een stijging van het algemeen prijspeil. Door inflatie wordt geld minder waard. Dat betekent dat je met 100,00 euro die je vandaag hebt volgend jaar minder kunt kopen. De koopkracht neemt af.

Inflatie kan veroorzaakt worden door een sterke stijging van de vraag naar goederen en diensten of door een stijging van de kosten voor de producent.

Aandelen

Wanneer je een aandeel koopt, ben je een stukje eigenaar van dat bedrijf. Je kunt geld verdienen met aandelen door te delen in de winst. Dat heet een dividend. Daarnaast kun je aandelen verkopen aan een hogere prijs dan de aankoopprijs. Het risico bij aandelen is natuurlijk dat een onderneming failliet gaat en je je geld kwijt bent. Het risico is dus groter, maar het rendement ligt ook een pak hoger.

Obligaties

Bij een obligatie leen je geld aan een bedrijf of aan de staat waarbij je rente krijgt ter vergoeding. De rente bij een obligatie is hoger dan bij een spaarboekje, maar lager dan bij aandelen. Het risico van obligaties wordt bepaald door een rating.

Beleggersprofiel

Voordat je start met beleggen, moet je financiële instelling je enkele vragen stellen. Op basis daarvan stelt ze je beleggersprofiel op. Wanneer je een defensieve belegger bent, zal de bank je aanraden om te beleggen in veilige aandelen, maar voornamelijk in obligaties. Ben je een dynamische belegger, dan raadt de bank je wellicht aan vooral in aandelen of groeiaandelen te beleggen.

Fondsen

Een fonds is een korf met verschillende aandelen, obligaties of een combinatie daarvan.

Heb je zelf weinig tijd of kennis van aandelen en obligaties, maar wil je wel beleggen? Dan is een fonds een alternatief. In een fonds is er vaak al een spreiding van aandelen of obligaties waardoor het risico kleiner is dan bij individuele aandelen.

Andere beleggingen

Andere mogelijkheden om te beleggen zijn: —een termijnrekening, —kunst, vastgoed, cr yptomunten.

3.1 3.3 3.4 3.6 3.7 57 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN

Duurzaam beleggen

Duurzaam beleggen is een beleggingsstrategie die rekening houdt met milieukwesties, sociale factoren en governance (ESG) bij het selecteren van investeringen. Het hoofddoel van duurzaam beleggen is om financieel rendement te behalen, terwijl tegelijkertijd positieve milieu- en sociale effecten worden nagestreefd.

Bordschema

stijging prijspeil tast koopkracht aan

inflatie

zeer laag risico zeer laag rendement

risico bepaald door rating gemiddeld rendement

hoger risico hoger rendement

spaarrekening obligaties aandelen

sparen en beleggen

korf van aandelen en/of obligaties

beleggersprofiel

dynamisch defensief fondsen andere beleggingen

termijnrekening vastgoed cryptomunten

duurzaam beleggen

ESG-criteria

3.8 58 THEMA 1 HOOFDSTUK 3 ©VANIN

Hoe doe ik correct aangifte van een schadegeval?

Waarover gaat dit hoofdstuk? c

Een ongeval kan heel divers zijn. Dit gaat van een sportongeval op school of bij je favoriete club tot een aanrijding of een verkeersongeval. In dit hoofdstuk leer je hoe je op een correcte manier aangifte doet van een ongeval.

Wat leer ik in dit hoofdstuk? c

Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.

Ik leg de begrippen zoals aansprakelijkheid, verantwoordelijkheid, verzekering, polis, schade, derden en franchise uit aan de hand van een voorbeeld.

Ik weet wie ik moet verwittigen in geval van schade

Ik analyseer een schadegeval

Ik kan een aangifteformulier van een verkeersongeval of sportongeval invullen en analyseren.

Ik weet waar ik advies en hulp kan inwinnen in geval van schade.

Begrippen c

verzekering – verzekerde – verzekeringsmakelaar – polis – aansprakelijkheid – schade – derden –verzekeraar – verzekeringsnemer – franchise – verzekering burgerlijke aansprakelijkheid (BA) –materiële schade – lichamelijke schade – zwakke weggebruiker – omniumverzekering –bestuurdersverzekering

4
Hoofdstuk 59 THEMA 1 HOOFDSTUK 4 ©VANIN

Intro

1

Je ouders, vrienden, school, bedrijven … iedereen heeft verzekeringen. Wat is nu het nut van al deze verzekeringen?

Bekijk aandachtig het videofragment en beantwoord de onderstaande vragen. Bespreek daarna het videofragment klassikaal.

a Welke verzekeringen heeft de gemiddelde Vlaming?

Een verzekering voor het huis

Een autoverzekering

Een ziekteverzekering

Een verzekering tegen aanvallen van aliens

Een schuldsaldoverzekering

Een verzekering tegen vervelende buren

b Waarvoor moet je opletten?

Bekijk aandachtig het videofragment en beantwoord de onderstaande vragen.

a Geef een aantal voorbeelden van verplichte verzekeringen in België.

b Bij wie ga je het best om advies hieromtrent?

c Som een aantal niet verplichte verzekeringen op.

JuistFout
2 60 THEMA 1 HOOFDSTUK 4 ©VANIN

Bekijk aandachtig de onderstaande afbeelding en het videofragment. Denk je dat het er in de realiteit ook zo aan toegaat?

l BREINBREKER

In dit hoofdstuk zul je in drie stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker:

“Er zijn zoveel verzekeringen ... maar waarom en waarvoor zou ik me verzekeren? En wat doe ik dan bij een ongeval?”

Forum

Wat denk je nu al? Duid aan of je het (on)eens bent. Geef daarna twee argumenten voor elke aangeduide keuze.

Stellingen

1 Het kan veel kosten besparen om verzekeringen te vergelijken of een tussenpersoon hiervoor aan te stellen. |

2 Wanneer er zich een ongeval voordoet, kun je het best altijd 112 bellen. | \

3 Een aangifte van een ongeval vul je het best in wanneer je rustig bent. | \

Argumenten

Stelling 1

1

2

Stelling 2 1 2

Stelling 3

\
1 2
61 THEMA 1 HOOFDSTUK 4 ©VANIN
3

Parcours

STAP 1

Wat is een verzekering?

Verzekering

Een verzekering is een overeenkomst die gesloten wordt tussen een persoon en een verzekeringsmaatschappij. De verzekerde richt zich meestal tot een tussenpersoon: de verzekeringsmakelaar. Deze tussenpersoon (dit kan ook een bank zijn) werkt samen met diverse maatschappijen en probeert het beste contract af te sluiten voor de klant.

1 Link deze begrippen over de verzekering aan de juiste verklaring.

Polis

Verzekerde

Aansprakelijkheid

Schade

Derden

Verzekeraar

Verzekeringsnemer

Franchise

Een persoon die een verzekeringscontract afsluit bij een verzekeraar en daarvoor een premie betaalt. Dit kan de verzekerde zijn, maar ook de ouder of verzorger van een verzekerde.

Het bedrijf dat tegen betaling van een premie een bepaald risico voor een klant dekt.

Het verzekeringscontract. Dit is een overeenkomst waarin de verzekeraar en verzekeringsnemer hun afspraken vastleggen. Het vermeldt welke schade je vergoed krijgt.

Een persoon die aan een risico wordt blootgesteld en die bij een schadegeval vergoed wordt. Dit kan de verzekeringsnemer zijn, maar dat hoeft niet.

De wettelijke verplichting om schade (financieel) te vergoeden aan de schadelijder.

Een nadelig gevolg van een gebeurtenis dat iemand treft in zijn vermogen (geldverlies) of lichamelijke toestand (letsel of verwonding).

De andere partij naast de verzekeringsnemer en de verzekeraar. Deze is niet betrokken bij het afsluiten van de polis, maar wel betrokken bij de gebeurtenis. Bijvoorbeeld de mensen in de auto die jij net hebt aangereden.

Een percentage van de verzekerde som of een vast bedrag waarvoor de verzekeringsmaatschappij niet tussenkomt. Dit bedrag moet de verzekeringsnemer zelf betalen.

4.1
1 4 7 2 5 3 6 8 62 THEMA 1 HOOFDSTUK 4 ©VANIN

Good to know

Verantwoordelijk of aansprakelijk?

In het algemene artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek staat: ‘Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden.’ (Uit: www.ejustice.just.fgov.be)

Je kunt dus samenvatten dat wie schade toebrengt, meestal aansprakelijk is voor die schade en wettelijk verplicht is die schade te vergoeden aan de schadelijder. Wanneer een minderjarige verantwoordelijk is voor een schadegeval, zijn de ouders aansprakelijk.

2 Bekijk aandachtig de onderstaande infographics over ongevallen met jongeren. Bespreek je mening hierover met de klas. Vind je deze cijfers confronterend?

Uit: Het Nieuwsblad, 11 februari 2020

Good to know

Terugkommoment voor rijbewijs B

Dit is een bijscholingscursus die je verplicht moet volgen zes tot negen maanden nadat je jouw rijbewijs B hebt behaald. De cursus duurt vier uur en bestaat onder andere uit praktijkoefeningen op een afgesloten terrein en een groepsgesprek. Aan het einde van de cursus krijg je een attest.

Je bent verplicht om aanwezig te zijn op het terugkommoment. Je kunt je rijbewijs niet verliezen als je niet goed scoort op de test, maar als je niet aanwezig bent, riskeer je wel een fikse boete, tot wel 4 000,00 euro!

63 THEMA 1 HOOFDSTUK 4 ©VANIN

3 Vul de tekst in het kader aan. Kies uit:

bestuurdersverzekering (2x) - lichamelijke schade - materiële - omniumverzekering (2x)verzekering burgerlijke aansprakelijkheid (BA) - zwakke weggebruikers

Verzekering burgerlijke aansprakelijkheid (BA) 4.2

Als je een auto, motor of bromfiets in het openbaar verkeer brengt, ben je verplicht een af te sluiten. Deze verzekering verzekert de schade die je met je voertuig aan derden veroorzaakt. Ze verzekert zowel de als de . Ze verzekert ook de schade aan de die bij het ongeval betrokken zijn. Dit zijn personen op de openbare weg die geen gebruik maken van een motorvoertuig.

Je kunt bij deze verzekering ook nog een en een afsluiten, maar deze zijn niet verplicht.

Een dekt alle schade, zelfs wanneer je zelf verantwoordelijk bent. Een vergoedt lichamelijk letsel bij de bestuurder.

Good to know

Verplichte boorddocumenten voor je voertuig

Wanneer je een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid hebt afgesloten, ontvang je een groene kaart. Die bewijst dat jij inderdaad de verplichte BAverzekering afgesloten en betaald hebt. Bij elke wegcontrole door de politie moet je die groene kaart kunnen tonen. De groene kaart moet dus altijd in je auto liggen, samen met het keuringsattest, het inschrijvingsbewijs en het gelijkvormigheidsattest. Sinds 1 juli 2020 is de groene kaart veranderd van vorm. Het is niet langer een dubbelzijdig groen document. Het is nu een enkelzijdig wit document, op papier gedrukt of digitaal.

4 Lees aandachtig de onderstaande krantenkoppen. Denk je dat jongeren sneller een ongeval krijgen dan ouderen? Kun je een verband leggen met hun leeftijd?

Jonge bestuurder knalt met hoge snelheid op voorligger

Uit: Het Laatste Nieuws, 20 juli 2020

Jonge fietser (11) in levensgevaar

Uit: Het Nieuwsblad, 2 december 2020

Automobilist (20) heeft pas elf dagen zijn rijbewijs wanneer hij onder invloed tegen tramhalte botst

Uit: Het Nieuwsblad, 1 april 2021 Uit: Het Laatste Nieuws, 13 juli 2020
door bestelwagen
na aanrijding
Bromfietser zwaargewond(18) na uitwijkmanoeuvre voor tractor
64 THEMA 1 HOOFDSTUK 4 ©VANIN

STAP 2 Help, ik heb een ongeval! Wat moet ik doen?

Good to know

Wat moet je doen als je een ongeval met je auto, bromfiets of fiets hebt?

Ai, een ongeval!

Noteer de nummerplaat, de kleur en het model van het voertuig van de tegenpartij.

Je weet nooit, bij een vluchtmisdrijf kan dat van pas komen. Trek de handrem aan. Zet de motor af.

Zet je alarmknipperlichten aan. Trek je fluohesje aan voor je uitstapt.

Lichtgewond?

Zijn er lichtgewonden?

Bel 101 of 112.

Geef duidelijk de plaats van het ongeval door.

Breng iedereen in veiligheid.

Vul het Europees aanrijdingsformulier in.

Zwaargewond?

Zijn er zwaargewonden?

Bel 112.

Geef duidelijk de plaats van het ongeval door.

Breng iedereen in veiligheid.

Als het kan: vul samen met de politie het Europees aanrijdingsformulier in.

Ga eventueel achteraf naar de dokter om te checken of je helemaal in orde bent.

Laat de hulpverlener-ambulancier naar je kijken.

Het noodnummer 112 is het unieke noodnummer dat in alle landen van de Europese Unie actief is, dus ook in België. Je kunt het vergelijken met het unieke noodnummer 911 in de Verenigde Staten. Je komt dan terecht in de provinciale 100-centrale. Over enkele jaren zullen de noodnummers 100 en 101 verdwijnen en zal enkel het noodnummer 112 nog blijven bestaan.

Naar: www.politie.be

65 THEMA 1 HOOFDSTUK 4 ©VANIN

STAP 3 Ik doe aangifte van een ongeval.

Ga zelf aan de slag.

Je leerkracht verdeelt de klas in tien verschillende groepjes. Elk groepje kan kiezen uit twee opties: vijf groepjes kiezen voor optie 1 en vijf groepjes voor optie 2. Bij het onlinelesmateriaal vind je bij elke optie vijf verschillende cases en het bijbehorende formulier terug. Lees op voorhand goed de instructies. Let op: je hebt voor deze opdracht maar 25 minuten. Als je in het echt een ongeval hebt, moet je ook snel en goed kunnen handelen! Overleg opbouwend met je medeleerlingen. Vul per groepje één formulier in. Hierna vind je een leidraad bij het invullen van dit formulier.

Optie 1: Vul het Europees aanrijdingsformulier correct in.

Optie 2: Vul een aangifteformulier van een ongeval correct in.

Evaluatie: Kom na het invullen van de aangiften met de andere groepjes samen. Elk groepje met optie 1 zoekt een groepje met optie 2. Zo vormen jullie vijf nieuwe groepjes. Licht binnen het nieuwe groepje jullie ongeval toe, en ook de manier waarop jullie de aangifte hebben ingevuld.

66 THEMA 1 HOOFDSTUK 4 ©VANIN

Good to know

Vul alle velden in van 1 t.e.m. 15

De gewonden

Onderteken en laat de verklaring

Lees alles aandachtig na

Neem foto’s

De getuigen

Wie is voertuig A en wie voertuig B?

Uw gegevens en die van de tegenpartij

De schets

Mijn vaststellingen

ondertekenen door de
a b c d f g h i e j 67 THEMA 1 HOOFDSTUK 4 ©VANIN
andere bestuurder

Eureka!

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

“Er zijn zoveel verzekeringen ... maar waarom en waarvoor zou ik me verzekeren? En wat doe ik dan bij een ongeval?”

Forum

Wat denk je nu? Duid aan of je het (on)eens bent. Geef daarna twee argumenten voor elke aangeduide keuze.

Stellingen

1 Het kan veel kosten besparen om verzekeringen te vergelijken of een tussenpersoon hiervoor aan te stellen.

2 Wanneer er zich een ongeval voordoet, kun je het best altijd 112 bellen.

3 Een aangifte van een ongeval vul je het best in wanneer je rustig bent.

Argumenten

Stelling 1

1

2

| \
\
|
\
|
68 THEMA 1 HOOFDSTUK 4 ©VANIN

Stelling 2 1 2

Stelling 3

Tip: je hoeft het niet eens te zijn over de schuldvraag, als je maar duidelijk alle gegevens vermeldt en hoe het ongeluk is gebeurd.

1 2

69 THEMA 1 HOOFDSTUK 4 ©VANIN

Synthese

Verzekering

Een verzekering sluit je af bij een verzekeringsmaatschappij (zoals Ethias, DAS, Allianz, Baloise enzovoort).

Dit doe je zelf of je kiest voor een tussenpersoon, een verzekeringsmakelaar. In een verzekeringscontract heb je twee partijen: de verzekeringsnemer en de verzekeraar. De verzekeringsnemer sluit de polis af. Dit hoeft niet dezelfde persoon te zijn als de verzekerde. De verzekerde is de persoon aan wie een schadegeval vergoed wordt. In de polis worden alle afspraken en bijzondere voorwaarden van het verzekeringscontract vastgelegd, zoals bijvoorbeeld de franchise. De franchise is het bedrag waarvoor de verzekering niet tussenkomt in geval van schade.

Wie aansprakelijk is voor een ongeval, is door de wet verplicht om de schade te vergoeden aan derden.

Verzekering burgerlijke aansprakelijkheid

Je bent bij wet verplicht om een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid (BA) af te sluiten. Deze verzekering dekt de eventuele materiële en lichamelijke schade die je berokkent aan derden bij het gebruik van je voertuig. Dit voertuig kan een auto of een brommer zijn. De schade aan je eigen voertuig wordt niet vergoed. Hiervoor kun je een omniumverzekering afsluiten. Deze dekt zelfs de schade waar je zelf verantwoordelijk voor bent.

Aanvullend is er nog de bestuurdersverzekering, die ook je eigen lichamelijke schade dekt.

Gebruik je geen motorvoertuig, bijvoorbeeld als voetganger, fietser of skater, dan ben je extra kwetsbaar: je bent de zwakke weggebruiker.

Bordschema 1: Verzekering

een verzekering

maatschappij / verzekeraar

Bordschema 2: Schade

gebeurtenis

verzekeringsmakelaar bank

schade polis vergoeding verzekeringsnemer franchise

aansprakelijk

verantwoordelijk

Bordschema 3: Verzekering burgerlijke aansprakelijkheid (BA)

materiële schade aan derden

verzekering BA verplicht

immateriële schade aan derden

schade aan jezelf

4.1 4.2
→ Kennisclip omnium 70 THEMA 1 HOOFDSTUK 4 ©VANIN

Wat houdt een arbeidsovereenkomst in?

Waarover gaat dit hoofdstuk? c

Zelf voor de eerste keer geld verdienen geeft een goed gevoel. Om geld te verdienen heb je een job nodig. Heb je al een studentenjob of zoek je er nog één? Vraag je je wel eens af wat een studentenjob precies inhoudt? En hoe het straks verder moet in je beroepsleven? Daarover gaat dit hoofdstuk. Stevig in je (werk)schoenen staan, gaat gemakkelijker als je weet: —welke soorten arbeidsovereenkomsten er bestaan; —wat de rechten en plichten zijn van de werkgever en de werknemer; —hoe het nettoloon of de nettowedde wordt berekend; wat er zo specifiek is aan een studentenovereenkomst; —waar je terecht kunt voor hulp bijvoorbeeld als je een job zoekt of als je wilt weten hoeveel je mag verdienen als jobstudent; —wat een vakbond voor je kan doen.

Wat leer ik in dit hoofdstuk?

Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.

Ik analyseer een arbeidsovereenkomst

Ik analyseer een studentenovereenkomst

Ik omschrijf wat de algemene verplichtingen van de werkgever en de werknemer zijn.

Ik analyseer een loonfiche.

Ik bereken het nettoloon of de nettowedde.

Ik vertel in eigen woorden over de risico’s en gevolgen van zwartwerk.

Ik benoem waar werknemers advies en bescherming kunnen vinden.

Begrippen

arbeidsovereenkomst – werknemer – werkgever – algemene verplichtingen van de werkgever en de werknemer – loonfiche – nettoloon – nettowedde – brutoloon –brutowedde – Rijksdienst Sociale Zekerheid (RSZ) – belastbaar loon – bedrijfsvoorheffing –studentenovereenkomst – zwartwerk – solidariteitsbijdrage – arbeidsrecht –voltijdse arbeidsovereenkomst – arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur –deeltijdse arbeidsovereenkomst – arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur – vakbond

5
c
c
71 THEMA 1 HOOFDSTUK 5 ©VANIN
Hoofdstuk

Intro

Wat zou de cartoonist hier willen zeggen? Noteer je antwoord. Bespreek nadien klassikaal.

In dit hoofdstuk zul je in vijf stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker: “Is

een arbeidsovereenkomst zinvol?”
l 72 THEMA 1 HOOFDSTUK 5 ©VANIN
BREINBREKER

Forum

Wat denk je nu al? Duid aan of je het (on)eens bent. Geef daarna twee argumenten voor elke aangeduide keuze.

Stellingen

1 Een arbeidsovereenkomst is alleen nodig als je in vaste dienst bent.

2 Met een arbeidsovereenkomst weet je zeker dat je niet zwartwerkt.

3 Voor een deeltijdse job of een studentenjob heb je helemaal geen arbeidsovereenkomst nodig.

Argumenten

1 2 Stelling
1 2 Stelling
1 2
Stelling 1
2
3
| \
| \
| \ 73 THEMA 1 HOOFDSTUK 5 ©VANIN

Parcours

STAP 1

Wat zegt het arbeidsrecht over een arbeidsovereenkomst?

Peter woont in Wommelgem en wil gaan werken bij Vervaeke Logistics nv. De gesprekken voor een job als magazijnmedewerker zijn achter de rug. Het is best spannend, maar Peter krijgt dezelfde dag al telefoon: hij kan binnenkort aan de slag bij Vervaeke Logistics nv! Later die week vindt hij een arbeidsovereenkomst in de brievenbus.

In een arbeidsovereenkomst staan de afspraken tussen de werknemer en de werkgever Bijvoorbeeld over de plek waar je werkt, je takenpakket, hoeveel uur per week je werkt, je salaris enzovoort. Je hebt een arbeidsovereenkomst als je in dienst bent van een werkgever en een loon krijgt. Dit heet ook wel werken in dienstverband. De werkgever en de werknemer zijn bij wet verplicht om de afspraken na te komen zoals die in de arbeidsovereenkomst zijn opgenomen. Arbeidsovereenkomst 5.1

Arbeidsovereenkomst

Tussen de ondergetekende partijen:

—enerzijds Vervaeke Logistics nv, met zetel te Antwerpen, Noorderlaan 110, vertegenwoordigd door de heer Thomas Degroot, hierna genoemd de werkgever, en —anderzijds Peter Severeyns, wonende te Wommelgem, Torenstraat 129, hierna genoemd de werknemer, wordt overeengekomen wat volgt:

74 THEMA 1 HOOFDSTUK 5 ©VANIN

Artikel 1

De werkgever werft de werknemer aan in de hoedanigheid van magazijnmedewerker. Zijn taak zal voornamelijk bestaan uit orders verzamelen, orderpicking, aantallen en productcodes controleren, ordergegevens registreren, laden en lossen van vrachtwagens en heftruck of reachtruck besturen.

Artikel 2

Deze overeenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur en neemt een aanvang op 1 oktober 2021.

Artikel 3

Het brutoloon van de werknemer is vastgesteld op 10,23 euro per uur.

De werknemer verklaart zich akkoord met de betaling van zijn loon op het einde van de maand op het rekeningnummer van de werknemer, zoals vermeld bij de persoonsgegevens.

Artikel 4

De wekelijkse arbeidsduur van de werknemer zal 38 uren per week bedragen met een variabel uurrooster dat een week vooraf wordt vastgelegd.

Artikel 5

In geval van ziekte of ongeval is de werknemer verplicht de werkgever of zijn aangestelde, zo mogelijk telefonisch, uiterlijk op het normale aanvangsuur van de prestaties te verwittigen, en hem de duur van de ongeschiktheid mee te delen.

Daarenboven zal de werknemer het medisch attest versturen of afgeven binnen de twee arbeidsdagen na aanvang van de ongeschiktheid. Dezelfde verplichtingen rusten op de werknemer in geval van verlenging van de ongeschiktheid.

Artikel 6

De werknemer verbindt er zich toe noch de bedrijfsgeheimen van de werkgever aan derden bekend te maken, noch enige daad van oneerlijke concurrentie te stellen of hieraan deel te nemen, noch de naam en de faam van de werkgever in het gedrang te brengen.

Artikel 7

De werknemer is verplicht om de persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen die de werkgever hem ter beschikking stelt.

Artikel 8

De werknemer erkent hierbij een afschrift van het arbeidsreglement ontvangen te hebben.

Artikel 9

Wat betreft deze individuele arbeidsovereenkomst gelden onverminderd de bepalingen voorzien in de wet en in de algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten.

75 THEMA 1 HOOFDSTUK 5 ©VANIN

Artikel 10

Alleen de rechtbanken in het arrondissement van de plaats van tewerkstelling zijn bevoegd om uitspraak te doen over de geschillen in verband met onderhavige overeenkomst.

In dubbel opgemaakt te Antwerpen op 30 september 2021 waarvan ieder van de partijen erkent een exemplaar ontvangen te hebben.

De werknemer

Voor akkoord

De werkgever

Voor akkoord

1 Lees de arbeidsovereenkomst grondig. Beantwoord nu de volgende vragen.

a Wat is de naam van de werkgever?

b Wat is de naam van de werknemer?

c Markeer het takenpakket van de werknemer in het geel.

d Onder welke arbeidsvoorwaarden wordt de werknemer aangenomen? Zet een kruisje bij het juiste antwoord.

– Statuut van de werknemer: ™ arbeider ™ bediende

– Soort contract:

™ onbepaalde tijd ™ bepaalde tijd ™ uitzendarbeid ™ vervangingsovereenkomst

– Wekelijkse duur van de prestatie: ™ voltijds ™ deeltijds

e Vanaf welke datum start de arbeidsovereenkomst?

f Hoeveel bedraagt het brutoloon of de brutowedde van de werknemer?

g Hoe is de uurregeling vastgelegd?

™ Vaste uurregeling

™ Variabele uurregeling op weekbasis, die een week vooraf wordt vastgelegd.

h Markeer de verplichtingen van de werknemer t.o.v. de werkgever in geval van ziekte of een ongeval in het blauw.

76 THEMA 1 HOOFDSTUK 5 ©VANIN

Naast de arbeidsovereenkomst hebben een werkgever en werknemer ook te maken met algemene verplichtingen die zijn vastgelegd in het arbeidsrecht. Dit zijn de wettelijke regels waaraan een werknemer en een werkgever zich moeten houden. Zo moet de werkgever bijvoorbeeld zorgen voor een veilige werkplek voor de werknemer.

2 Surf via het onlinelesmateriaal naar de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

a Bestudeer de algemene verplichtingen van de werkgever en de werknemer.

b Noteer hieronder telkens twee verplichtingen van de werkgever en de werknemer, die ook terug te vinden zijn in de arbeidsovereenkomst van Peter.

1→ Verplichtingen van de werkgever:

2→ Verplichtingen van de werknemer:

Algemene verplichtingen 5.2 77 THEMA 1 HOOFDSTUK 5 ©VANIN

STAP 2 Hoe wordt het nettoloon of de nettowedde berekend?

Wanneer je werkt, betaalt je werkgever je elke maand een vergoeding voor de gepresteerde arbeid. Een arbeider ontvangt een loon en een bediende krijgt een wedde. Het nettoloon of de nettowedde die je op je bankrekening ontvangt, is een pak minder dan het brutoloon of de brutowedde die je met je werkgever hebt afgesproken.

Een flink deel van het brutobedrag gaat namelijk naar de RSZ, de Rijksdienst Sociale

Zekerheid. Uit die pot betaalt de overheid o.a. het Groeipakket, de werkloosheidsuitkering, de terugbetaling van een doktersbezoek ... Als je de bijdrage van de werknemer aan de RSZ van het brutoloon of de brutowedde aftrekt, krijg je het belastbaar loon.

Aangezien de vergoeding die je van je werkgever ontvangt, een bron van inkomsten is, moet je daarop belastingen betalen. Daarom betaal je elke maand een voorschot op die belastingen. Dat noemt men de bedrijfsvoorheffing. Het bedrag dat je als werknemer uiteindelijk op je bankrekening krijgt, is het nettoloon of de nettowedde. Loonfiche 5.3

Vul de ontbrekende gegevens op de loonfiche in.

Om het ‘Procent’ te kunnen invullen, moet je een berekening maken.

LOONFICHE SEPTEMBER 2021

Statuut Bediende

Datum in dienstMaandag 1 juli 2019

BetaalwijzeMaandelijks

Burgerlijke standOngehuwd

Ten laste

ValideMindervalide

- kinderen 0 0

- anderen 0 0

Werkgever

Sevens NV

Patrijslaan 5 2000 ANTWERPEN

Werknemer

Sonja Mertens

Kerkstraat 6 2160 WOMMELGEM

DagenUrenMaandweddeProcentBedrag Omschrijving Code 201602 080,00 2 850,00 101 -372,50 2 477,50 531,38
946,12
1
78 THEMA 1 HOOFDSTUK 5 ©VANIN

STAP 3 Hoe wordt het loon berekend bij een studentenovereenkomst?

1 Lees de tekst grondig.

RECORDAANTAL STUDENTEN WERKT,

MAAR DOET DAT NOG VAAK IN HET ZWART

Bijna 9 op de 10 Vlaamse studenten hebben vorig jaar gewerkt. Tegelijk valt het op dat 1 op de 5 jobstudenten zonder een contract werkt. Dat blijkt uit een nieuwe studie van HR-bedrijf Randstad bij 1 500 studenten.

Aantal studenten zonder contract

Naar: VRT Nieuws, 10 juni 2020

Solidariteitsbijdrage

Uit: Randstad Research

Heb je geen studentenovereenkomst, dan doe je aan zwartwerk. Dit valt af te raden. Het is niet alleen onwettig en strafbaar, het houdt ook gevaren in. Je werkt namelijk zonder contract dus je hebt geen schriftelijke bewijzen. Daardoor sta je minder sterk wanneer je een conflict hebt over je betalingen, werkuren of takenpakket.

Als student is het ook helemaal niet nodig om zwart te werken. Sinds 1 januari 2017 mogen studenten tot 475 uur per jaar werken binnen een voordelig studentenstatuut. Wie zich aan deze regels houdt, moet geen belastingen betalen.

Een jobstudent moet enkel een solidariteitsbijdrage betalen van 2,71 procent van het brutoloon of de brutowedde in plaats van de 13,07 procent RSZ die een gewone werknemer moet betalen. Wanneer een student meer dan 475 uren werkt, is de solidariteitsbijdrage van 13,07 procent wel van toepassing.

0 5 10 15 20 25 2004 2005 2007 2008 2009 2010 2012 2011 2014 2013 2015 2016 2017 2018 2019 2020
21
5.4
79 THEMA 1 HOOFDSTUK 5 ©VANIN

2 Vul de loonbrief van Mathieu Sulmon aan en bereken zijn nettoloon of nettowedde.

LOONFICHE SEPTEMBER 2021

Statuut

Jobstudent

Datum in dienst1 september 2021

BetaalwijzeMaandelijks

Burgerlijke standOngehuwd

Ten laste Valide Mindervalide

-

STAP 4 Wat zijn de risico’s en gevolgen van zwartwerk?

Werkgever

Distrilog nv Havenlaan 7530 D 9940 EVERGEM

Werknemer

Mathieu Sulmon

Oude Gentweg 30 9960 ASSENEDE

Solidariteitsbijdrage

Belastbaar loon

Bedrijfsvoorheffing

Nettoloon

Het arbeidsrecht is van toepassing op de arbeidsverhouding tussen werkgever en werknemer, ook als er geen schriftelijke overeenkomst is. In dat geval gaat de wetgever ervan uit dat de werknemer een voltijdse job heeft van onbepaalde duur. Is dit niet zo, bijvoorbeeld bij deeltijds werk, uitzendarbeid of studentenwerk, dan moet er wel een schriftelijke arbeidsovereenkomst zijn.

0
Uren Uurloon Bedrag Omschrijving
kinderen 0 0 - anderen 0
Dagen
20 152 13,00041 976,06Brutoloon
Arbeidsrecht 5.5 80 THEMA 1 HOOFDSTUK 5 ©VANIN

Surf via het onlinelesmateriaal naar de website Vlaanderen.be.

a Bestudeer de risico’s en gevolgen van zwartwerk.

b Lees het onderstaande krantenartikel.

c Noteer de risico’s en gevolgen van zwartwerk voor de werkgever en voor de werknemer.

1→ Risico’s en gevolgen voor de werkgever:

2→ Risico’s en gevolgen voor de werknemer:

RECHTBANK BRUGGE - SIERTELER KRIJGT ZES MAANDEN MET UITSTEL VOOR

ZWARTWERK

(Belga) De Brugse strafrechterheeft een 47-jarige sierteleruit Gistelveroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf met uitstelvoorzwartwerk.Kris P.kreeg ook een boetevan 38 400 euro opgelegd,waarvan 9 600 euro effectief.

P. kwam bij de politie in het vizier toen een werknemer zich meldde op het politiebureau. Deze werknemer vertelde over zijn werk in de tuinbouw bij P. met lange werkdagen van tien uur per dag, zes dagen in de week. De man verdiende slechts tien euro per uur. De politie trof vervolgens op 19 oktober 2019 op het bedrijf van P. zeven Polen en een Noord-Macedoniër aan die in de tuinbouw werkten. De arbeiders bleken niet via Dimona gemeld bij de RSZ en waren dus gewoon in het zwart aan de slag. (…)

Naar: Knack, 17 juni 2020

81 THEMA 1 HOOFDSTUK 5 ©VANIN

STAP 5 Waar kun je terecht voor advies en bescherming?

Good to know

Online vind je antwoorden terug op bijna al je vragen.

Studentenjob

Heb je vragen over je studentenjob? Surf dan naar Student@work: www.mysocialsecurity.be/student/nl/over-studentenarbeid/index.html

Arbeidsrecht

Heb je vragen over de wettelijke bepalingen van het arbeidsrecht? Surf dan naar de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg: werk.belgie.be/nl/themas/arbeidsovereenkomsten

Tip: In Stap 1 vind je de algemene verplichtingen van de werkgever en de werknemer terug.

Hulp bij werk zoeken en solliciteren

Heb je hulp nodig bij het zoeken naar een job die bij jou past of zoek je tips in verband met solliciteren? Surf dan naar de website van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB): www.vdab.be/magezine/07-2020/vakantiejob

82 THEMA 1 HOOFDSTUK 5 ©VANIN

1 Surf via het onlinelesmateriaal naar de websites die je terugvindt bij Good to know. Noteer bij elke website twee weetjes of tips die jou op weg helpen.

a Student@work

b FOD Werkgelegenheid

c VDAB

2 Surf naar de website van één van de onderstaande vakbonden.

Vakbond

Wanneer je later aan de slag bent als werknemer, dan kun je je aansluiten bij een vakbond

De vakbonden behartigen de individuele en collectieve belangen van de aangesloten werknemers.

a Ga op zoek naar een actueel persbericht.

b Markeer de hulp of het advies dat de vakbond biedt.

5.6

83 THEMA 1 HOOFDSTUK 5 ©VANIN

Eureka!

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

“Is een arbeidsovereenkomst zinvol?”

Forum

Wat denk je nu? Duid aan of je het (on)eens bent. Geef daarna twee argumenten voor elke aangeduide keuze. Is je standpunt gewijzigd?

Stellingen

1 Een arbeidsovereenkomst is alleen nodig als je in vaste dienst bent.

2 Met een arbeidsovereenkomst weet je zeker dat je niet zwartwerkt.

3 Voor een deeltijdse job of een studentenjob heb je helemaal geen arbeidsovereenkomst nodig.

Argumenten

\
|
| \
| \
Stelling
1 2 Stelling 2 1 2 Stelling 3 1 2 84 THEMA 1 HOOFDSTUK 5 ©VANIN
1

Synthese

Arbeidsovereenkomst

Als je gaat werken, of je nu een studentenjob of een gewone job hebt, ben je in dienst van een werkgever die je een loon uitbetaalt: je werkt in dienstverband. Er moet dus een arbeidsovereenkomst of studentenovereenkomst worden afgesloten. In een arbeidsovereenkomst staan de afspraken tussen werknemer en werkgever. Bijvoorbeeld over de plek waar je werkt, hoeveel uur per week je werkt, je salaris … Ook je takenpakket staat hierin beschreven. In bepaalde gevallen volstaat een mondelinge overeenkomst maar dit is niet aan te raden om latere discussies te vermijden.

Algemene verplichtingen

Naast de arbeidsovereenkomst hebben een werkgever en werknemer ook te maken met algemene verplichtingen die vastgelegd zijn in het arbeidsrecht. Dit zijn de wettelijke regels waaraan een werknemer en een werkgever zich dienen te houden. Zo moet de werkgever bijvoorbeeld zorgen voor een veilige werkplek voor de werknemer.

Loonfiche

Een loonfiche of loonbrief is een officieel document van de werkgever voor de werknemer met daarop het uitgekeerde loon, de inhoudingen en het nettoloon of de nettowedde. Op de loonfiche vind je:

—Het brutoloon of de brutowedde: dit is het bedrag dat je afspreekt en dat je verdient bij een werkgever. —De werkgever houdt de sociale bijdrage, de solidariteitsbijdrage, van de werknemer in en betaalt zijn bijdrage aan de RSZ, de Rijksdienst Sociale Zekerheid. Met de bijdrage van zowel de werknemers als de werkgevers betaalt de RSZ bijvoorbeeld het Groeipakket, werkloosheidsuitkeringen, uitkeringen bij ziekte ... Als je de bijdrage van de werknemer aan de RSZ aftrekt van het brutoloon of de brutowedde, krijg je het belastbaar loon

Bedrijfsvoorheffing. Aangezien de vergoeding die je van je werkgever ontvangt, een bron van inkomsten is, moet je daarop een inkomstenbelasting betalen. Elke maand betaal je een voorschot hierop: dit heet de bedrijfsvoorheffing.

Nettoloon of nettowedde. Dit is het bedrag dat je op je bankrekening ontvangt: de maandelijkse vergoeding voor je gepresteerde arbeid na aftrek van inhoudingen, belastingen en sociale bijdrage. Het is een pak minder dan het brutoloon of de brutowedde die je met je werkgever hebt afgesproken.

Arbeidsrecht

Het arbeidsrecht is van toepassing op de arbeidsverhouding tussen werkgever en werknemer, of er nu een schriftelijke overeenkomst is of niet. Wanneer er geen schriftelijke arbeidsovereenkomst is, gaat de wetgever ervan uit dat de werknemer een voltijdse job van onbepaalde duur heeft. Is dit niet het geval, bij deeltijds werk, uitzendarbeid of studentenwerk, dan moet er wel een schriftelijke arbeidsovereenkomst zijn.

Zwartwerk is strafbaar en brengt risico’s met zich mee. Werknemers genieten geen enkele vorm van sociale bescherming op het vlak van werkongevallen, ziekte of pensioenen. Bij zwartwerk is er ook vaak geen arbeidsovereenkomst, worden er geen belastingen of sociale bijdragen afgedragen en worden de arbeidsomstandigheden niet door de overheid gecontroleerd.

5.1 5.2 5.5 → Kennisclip 5.3 5.4 85 THEMA 1 HOOFDSTUK 5 ©VANIN

Hulp, advies en bescherming

Voor hulp, advies en bescherming kun je bij verschillende organisaties terecht:

—bij Student@work voor vragen over je studentenjob;

—bij de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg voor vragen over de wettelijke bepaling van het arbeidsrecht;

—bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) bij het zoeken naar een job;

—bij de vakbonden voor vragen over je positie en belangen als werknemer.

Bordschema 1: De arbeidsovereenkomst

definitie:

een overeenkomst tussen werknemer en werkgever, waarbij de werknemer zich ertoe verbindt om tegen loon en onder gezag arbeid te verrichten

inhoud van de arbeidsovereenkomst of het dienstverband:

aard van het werk: arbeider of bediende

duur van het contract: bepaalde of onbepaalde duur, uitzendwerk, studentenjob

duur van de prestatie: voltijds of deeltijds

arbeidsovereenkomst

rechten en plichten

Werknemers: – werken op de tijd, plaats en wijze zoals is overeengekomen;

brengen geen schade toe aan de hun toevertrouwde gereedschappen, grondstoffen en aan de veiligheid van zichzelf, die van de collega’s, de werkgever of derden.

Werkgevers:

laten het werk verrichten op de tijd, plaats en wijze zoals is overeengekomen;

zorgen dat de arbeid verricht kan worden in behoorlijke omstandigheden met betrekking tot de veiligheid en gezondheid van de werknemer;

betalen het loon op de wijze, tijd en plaats zoals is overeengekomen.

Bordschema 2: Van brutoloon/brutowedde naar nettoloon/nettowedde

Bij een arbeidsovereenkomst na schoolverlaten:

brutoloon/brutowedde

− werknemersbijdrage RSZ (13,07 %)

= belastbaar loon

− bedrijfsvoorheffing

= nettoloon/nettowedde

Bij een studentenovereenkomst:

brutoloon/brutowedde

− solidariteitsbijdrage (2,71 %)

= belastbaar loon

− geen bedrijfsvoorheffing

= nettoloon/nettowedde

5.6
86 THEMA 1 HOOFDSTUK 5 ©VANIN

Bordschema 3: De risico’s en gevolgen van zwartwerk

definitie: niet aangegeven werk waarvoor de werknemer en de werkgever geen sociale bijdragen of belastingen betalen

gevolgen:

Werknemers genieten geen enkele vorm van sociale bescherming bij werkongevallen, ziekte of pensioen, en zijn over het algemeen tewerkgesteld zonder dat de wettelijke arbeidsomstandigheden nageleefd worden.

Werknemers kunnen straffen krijgen, zoals het terugbetalen van ten onrechte ontvangen sociale uitkeringen, boetes of (tijdelijke of definitieve) uitsluiting uit de werkloosheid.

Werkgevers riskeren boetes en zelfs gevangenisstraffen.

Bordschema 4: Instanties voor hulp, advies en bescherming

wettelijke bepalingen i.v.m. het arbeidsrecht

hulp bij het zoeken naar een job VDAB vakbonden zwartwerk

FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Student@work

instanties voor hulp, advies en bescherming

informatie in verband met studentenjobs

behartigen individuele en collectieve belangen van de aangesloten werknemers

87 THEMA 1 HOOFDSTUK 5 ©VANIN
©VANIN

De werking van ondernemingen en organisaties en hun maatschappelijke rol

2 thema
©VANIN

Welke impact hebben actuele ontwikkelingen op beslissingen van ondernemingen en organisaties?

c Waarover gaat dit hoofdstuk?

Een bedrijf of onderneming kan niet zomaar haar gang gaan. Ze moet rekening houden met actuele ontwikkelingen en krachten die op haar afkomen. Door beslissingen van andere ondernemingen, van de overheid of van de consumenten, zal de onderneming haar eigen handelingen moeten aanpassen. In dit hoofdstuk leer je hoe een onderneming kan inspelen op alledaagse gebeurtenissen.

Wat leer ik in dit hoofdstuk?

Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.

Ik licht de impact toe die e-commerce en de deeleconomie hebben op een onderneming.

Ik geef voorbeelden van hoe een onderneming rekening kan houden met de SDG’s.

Ik omschrijf de invloed die concurrentie op een onderneming heeft.

Ik schets aan de hand van voorbeelden de nadelen van hoge grondstoffenprijzen voor een onderneming en hoe ze daarmee kan omgaan.

Ik licht de nadelige impact toe die een krappe arbeidsmarkt met knelpuntberoepen op een onderneming heeft.

Begrippen

e-commerce – deeleconomie – concurrentie – krappe arbeidsmarkt – knelpuntberoep

Hoofdstuk 6
c
c 90 THEMA 2 HOOFDSTUK 6 ©VANIN

Intro

De wereld kan ineens veranderen. Dat hebben we gezien met de komst van het coronavirus. Na jaren hard werk konden ondernemingen hun diensten en producten niet meer aanbieden zoals ze dat altijd hadden gedaan. Ondernemers moesten reageren op iets wat ze nog nooit eerder hadden meegemaakt. En hoe ze dat deden, dat was voor elke onderneming weer anders.

CORONA OF NIET: NIEUW RESTAURANT BARREL OPENDE TOCH DE DEUREN (WELISWAAR IN ‘AFHAALMODUS’)

In maart 2020 zat ons land midden in een lockdown. Restaurants mochten vanwege de lockdown geen klanten ontvangen om ter plekke te eten.

Jeroen Moernaut en Daisy De Decker zouden dan net hun gloednieuwe restaurant Barrel openen. Ze twijfelden even of ze de opening niet tot na de lockdown zouden uitstellen. Maar dat was geen optie en dus dokterden ze een afhaalmenu uit, zodat klanten toch een maaltijd konden afhalen.

Ook andere Lierse horecazaken sprongen op de afhaaltrein

Overigens was Barrel niet de enige Lierse horecazaak die tijdens de coronacrisis een tijdelijke take-away aanbood. Restaurant In den Draaiboom en bistro Het Looks sloegen de handen in elkaar voor een gezamenlijke afhaal- en leverdienst. Intussen sprongen ook restaurants Gaston, Annaloro en Salto op de afhaaltrein. ‘Als u wilt blijven genieten van ons maandmenu, dan kunnen wij dit aan huis leveren of u kunt het komen afhalen’, stond te lezen op de website van Gaston. ‘Willen jullie thuis genieten van onze gerechten, dan kunnen wij daar na reservatie voor zorgen’, klonk het bij Annaloro. ‘Wij blijven niet bij de pakken zitten’, schreven de mensen van Salto op hun facebookpagina.

Naar: Het Laatste Nieuws, 17 maart 2020

Lees het artikel en beantwoord de vragen.

a Waarom moesten de restaurants in het artikel zich aanpassen?

b Hoe pasten ze zich aan?

91 THEMA 2 HOOFDSTUK 6 ©VANIN

In dit hoofdstuk zul je in vijf stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker:

“De overheid, consumenten en concurrenten nemen elke dag beslissingen. Hoe hebben deze actuele ontwikkelingen impact op de beslissingen van ondernemingen? Hoe kunnen ondernemingen zich aanpassen aan nieuwe omstandigheden?”

Forum

Wat denk je nu al? Wat kunnen actuele ontwikkelingen zijn? Wat kan een bedrijf of onderneming daaraan doen? Bedenk bij verschillende actuele ontwikkelingen, verschillende besluiten of maatregelen die je als onderneming zou kunnen nemen om je aan te passen aan de nieuwe situatie. Geef zowel argumenten voor als tegen elk besluit.

Ontwikkeling 1:

—Besluit of maatregel:

—Argument voor het besluit:

—Argument tegen het besluit:

Ontwikkeling 2:

—Besluit of maatregel:

—Argument voor het besluit:

—Argument tegen het besluit:

92 THEMA 2 HOOFDSTUK 6 ©VANIN

Parcours

STAP 1

Welke nieuwe ontwikkelingen in de economie hebben een impact op een onderneming?

Ga naar het onlinelesmateriaal en bestudeer daar de nieuwsbron van jouw groep.

a Op welke manier verdienen ondernemingen zoals Cambio, Swapfiets, Velo en Vince hun geld?

b Waarom is e-commerce belangrijk voor een onderneming?

c Op welke manieren kunnen de toename van e-commerce en het opkomen van de deeleconomie een invloed hebben op beslissingen van een onderneming?

Als onderneming moet je meegaan met je tijd. Een eerste vereiste is dat je het internet gebruikt om je onderneming bekend te maken bij het brede publiek. Daarnaast kun je ook proberen je producten of diensten via het internet te verkopen. Hiervoor moet je als onderneming soms je organisatie heel anders aanpakken. Waarom zou je als verkoper van boormachines deze ook niet verhuren? Waarom zou je als uitbater van een restaurant je menu’s niet online aanbieden en verkopen?

Het internet inzetten 6.1 93 THEMA 2 HOOFDSTUK 6 ©VANIN

STAP 2

Welke impact hebben de prijzen van grondstoffen op een onderneming?

Actuele ontwikkelingen kunnen grote gevolgen voor een onderneming hebben.

Ga naar het onlinelesmateriaal en lees de verschillende nieuwsitems.

a Wat is de rode draad doorheen de nieuwsitems?

b Wat zijn de mogelijke gevolgen voor die ondernemingen?

Kosten van de onderneming

Een onderneming heeft verschillende kosten, bijvoorbeeld de aankoop van elektriciteit, water en gas, huur, grondstoffen ... Ze moet daarbij proberen prijsstijgingen te vermijden, zeker bij kosten die een groot deel van de totale kost uitmaken. Dit kan ze doen door een grotere voorraad grondstoffen aan te kopen wanneer de prijs laag is. Of door contracten met andere leveranciers af te sluiten of te onderhandelen.

6.2 94 THEMA 2 HOOFDSTUK 6 ©VANIN

STAP 3

Welke impact heeft concurrentie op een onderneming?

Ga naar het onlinelesmateriaal en lees de verschillende nieuwsitems.

a Wat is de rode draad doorheen de nieuwsitems?

b Welke zijn daarbij de mogelijke gevolgen voor een onderneming?

c Wat kan een onderneming doen wanneer ze concurrentie ondervindt?

Een onderneming is geen eiland op zich. Ook niet alle consumenten zullen voor die ene onderneming kiezen. Een onderneming moet proberen op één of andere manier beter te zijn dan de concurrentie. Dit kan door een beter product of dienst aan te bieden of betere prijzen. We spreken van concurrentie wanneer twee of meerdere ondernemingen strijden om een grotere positie op de markt. Een groter marktaandeel voor de één betekent automatisch een kleiner marktaandeel voor de ander.

Concurrentie 6.3 95 THEMA 2 HOOFDSTUK 6 ©VANIN

STAP 4

Welke impact heeft een krappe arbeidsmarkt op een onderneming?

Ga naar het onlinelesmateriaal en lees de verschillende artikels.

a Wat is het onderwerp van de artikels?

b Omschrijf in twee zinnen het gestelde probleem in de nieuwsitems.

c Welke impact heeft dat op een onderneming?

Krappe arbeidsmarkt

Wanneer je als onderneming geschikt of goed geschoold personeel nodig hebt, dan is het niet altijd makkelijk om deze te vinden. Er is dan sprake van een krappe arbeidsmarkt. Het kan zijn dat je niet de mensen vindt met de juiste opleiding of dat je gewoon niemand vindt. Als er een sterk tekort is aan een specifiek beroep, dan heet dat beroep een knelpuntberoep. Hier kun je niet altijd veel aan doen, tenzij je hoge lonen, uitstekende arbeidsvoorwaarden, scholing of extra’s aanbiedt om werknemers van andere ondernemingen af te snoepen of werknemers in het buitenland gaat zoeken.

6.4

96 THEMA 2 HOOFDSTUK 6 ©VANIN

STAP 5

Welke impact hebben de SDG’s op een onderneming?

Je hebt ongetwijfeld al gehoord van de Sustainable Development Goals (SDG’s), de duurzame ontwikkelingsdoelen. Bestudeer twee SDG’s die je vindt bij het onlinelesmateriaal (SDG6 en SDG7).

Welke impact hebben deze twee SDG's op ondernemingen?

De grondstoffen op aarde zijn niet eeuwig beschikbaar en de rijkdom op aarde is niet gelijk verdeeld. Niet iedereen op aarde heeft toegang tot gezondheidszorg, werk, water en voedsel. Zowel de consument als de ondernemingen moeten daarom samenwerken aan een betere, duurzame wereld voor iedereen op aarde. Ze kunnen dit op verschillende manieren doen.

Grote kledingketens laten hun kledij produceren in landen als Bangladesh en Vietnam. Vaak gebeurt dit nog steeds in onveilige omstandigheden en tegen een zeer laag loon. Ondernemingen uit het Westen kunnen zorgen voor een veilige werksituatie en een beter loon. Ondernemingen kunnen ook rekening houden met het milieu en bijvoorbeeld investeren in waterzuivering of hernieuwbare energie. Tot slot kunnen ze onder andere een eerlijke prijs betalen aan kleinschalige voedselproducenten in de derdewereldlanden …

Sustainable Development Goals (SDG’s) 6.5 97 THEMA 2 HOOFDSTUK 6 ©VANIN

Eureka!

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

“De overheid, consumenten en concurrenten nemen elke dag beslissingen. Hoe hebben deze actuele ontwikkelingen impact op de beslissingen van ondernemingen? Hoe kunnen ondernemingen zich aanpassen aan nieuwe omstandigheden?”

Forum

Welke actuele ontwikkelingen kun je benoemen? Welke maatregelen zou jij als onderneming nemen, als de prijzen stijgen of als er een nieuwe concurrent op de markt komt?

Kijk nog eens naar wat je aan het begin van dit hoofdstuk hebt opgeschreven. Is je mening of aanpak veranderd?

Vul nu de volgende zinnen aan.

1 Wanneer een onderneming harde concurrentie ondervindt, dan …

2 Indien een onderneming moeilijk geschikt personeel kan vinden, dan …

3 Dankzij het internet kan een onderneming …

4 Bij prijsstijgingen van grondstoffen zal een onderneming …

5 Een onderneming moet zijn steentje bijdragen aan de maatschappij door onder andere …

98 THEMA 2 HOOFDSTUK 6 ©VANIN

Synthese

Een onderneming mag niet op haar lauweren rusten. Wanneer een onderneming wil blijven bestaan en winst wil maken, moet ze inspelen op nieuwe gebeurtenissen in de economie en in de maatschappij.

Het internet inzetten

Door nieuwe technologieën ontstaan er ook nieuwe manieren van handeldrijven. Denk maar aan e-commerce en de deeleconomie. Als onderneming kun je niet achterblijven en zul je ook via het internet je producten of diensten moeten kenbaar maken en aanbieden. Bij de deeleconomie kun je als onderneming het internet gebruiken om je producten of diensten te delen.

Kosten van de onderneming

Als onderneming moet je je kosten onder controle houden. Wanneer je voor je onderneming grondstoffen nodig hebt, zul je dit ook in het oog moeten houden en proberen grote prijsstijgingen te vermijden. Dit kan door bijvoorbeeld andere alternatieven te zoeken of een grotere voorraad in te kopen wanneer de prijzen lager zijn.

Concurrentie

Je zult ook de concurrentie in het oog moeten houden. Wanneer hun prijzen dalen of wanneer ze met nieuwe producten of diensten op de markt komen, kun jij niet blijven doen wat je al jaren doet.

Krappe arbeidsmarkt

Als onderneming heb je werknemers nodig die voldoen aan bepaalde kwaliteiten. Ze moeten de kennis of vaardigheden bezitten die jouw onderneming nodig heeft. Wanneer er goede economische tijden zijn, zijn er weinig mensen op zoek naar werk: er is sprake van een krappe arbeidsmarkt. Een onderneming zal dan hogere lonen of betere arbeidsvoorwaarden moeten aanbieden om werknemers aan te trekken. Zijn er te weinig mensen voor een specifiek beroep te vinden, dan is dat beroep een knelpuntberoep

Sustainable Development Goals (SDG’s)

Tot slot zal je als onderneming ook je steentje moeten bijdragen aan de maatschappij. Je kunt bijvoorbeeld rekening houden met het milieu. Zo kun je ook de kleinschalige voedselproducenten in het Zuiden een eerlijke en juiste prijs betalen. Of je kunt arbeiders op een veiligere manier laten werken, bijvoorbeeld in landen waar de kleding geproduceerd wordt.

6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 → Kennisclip 99 THEMA 2 HOOFDSTUK 6 ©VANIN

Bordschema

Actuele ontwikkelingen die een impact hebben op beslissingen van ondernemingen:

SDG’s: investeringen om aan SDG’s te voldoen

deeleconomie: naast verkoop van producten ook verhuur van producten

concurrentie: prijzen aanpassen/betere kwaliteit leveren

e-commerce: naast winkel, ook online verkopen

stijging kosten: kosten onder controle houden/extra voorraad aanleggen/ prijs doorrekenen aan de klant

knelpuntberoepen of te weinig werknemers vinden: mensen zelf opleiden/ werknemers bij andere ondernemingen halen door bijvoorbeeld meer loon te bieden/ werknemers in het buitenland zoeken

100 THEMA 2 HOOFDSTUK 6 ©VANIN

3 thema De werking van de markten ©VANIN

Hoe wordt de marktprijs bepaald?

c Waarover gaat dit hoofdstuk?

Voor alles betaal je een prijs. Ga je naar de film, dan betaal je je ticket. Koop je een PS5, dan betaal je de aankoopprijs. Koop je later een huis, dan zul je ook daarvoor een aardige som moeten betalen.

Maar hoe komt de prijs van een product tot stand?

Bij het tot stand komen van de prijs moet de verkoper of de producent zijn kosten kunnen dekken en wil hij winst maken. Maar de verkoper of de producent kan niet zomaar eender welke prijs vragen. Hij moet rekening houden met de prijs die de consument wil betalen

Wat leer ik in dit hoofdstuk? c

Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.

Ik leg uit waarom de vraagcurve dalend en de aanbodcurve stijgend verloopt.

Ik teken de vraag- en aanbodcurve.

Ik geef voorbeelden van factoren die de vraag kunnen beïnvloeden.

Ik geef voorbeelden van factoren die het aanbod kunnen beïnvloeden.

Ik schets waar het marktevenwicht tot stand komt.

Ik geef aan hoe de evenwichtsprijs verandert bij een verandering van de vraag.

Ik geef aan hoe de evenwichtsprijs verandert bij een verandering van het aanbod.

Ik verklaar de invloed van de overheid op de prijs.

Begrippen

markt – consument/vrager – producent/aanbieder – gevraagde hoeveelheid – vraagcurve/vraag –aangeboden hoeveelheid – aanbodcurve/aanbod – evenwichtshoeveelheid –evenwichtsprijs/marktprijs – prijszetting – minimumprijs – aanbodoverschot – maximumprijs –vraagoverschot

Hoofdstuk 7
102 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN
c

Intro

Voor een fonkelnieuwe game in de winkel betaal je niet dezelfde prijs als voor exact dezelfde game die je tweedehands koopt. Ook tweedehands kan de prijs verschillen. Als de game nog in een ongeopende, originele verpakking zit, betaal je er meer voor dan wanneer het spel al gebruikt is en er een scheur in de doos zit.

Maar hoe bepaal je welke prijs je vraagt of wilt betalen?

Jolien heeft een gameverslaving. Zij heeft tientallen games, gaande van Call of Duty, tot GTA, FIFA enzovoort. Volgend jaar gaan zij en haar ouders verhuizen. Mama vraagt

Jolien om de helft van haar games te verkopen. Dan heeft ze meer plaats op haar nieuwe kamer en Jolien kan er ook wat geld mee verdienen. Jolien besluit om haar games te verkopen op de jaarlijkse avondmarkt in het eerste weekend van mei. Voor haar games vraagt zij 16,00 euro per game. De eerste klant wil graag twee games kopen, bij voorkeur aan een prijs van 10,00 euro per stuk. De tweede klant wil graag drie games kopen, maar het liefst tegen een prijs van 9,00 euro per stuk.

Je ziet meteen dat de prijs die Jolien heeft opgegeven, te hoog is voor de klanten. Nu moet Jolien samen met haar klanten de prijs bespreken en een bedrag overeenkomen …

103 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

l BREINBREKER

In dit hoofdstuk zul je in negen stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker:

“Kun jij zelf bepalen hoeveel euro je wilt geven aan nieuwe schoenen? Of is het enkel de verkoper die de prijs kan bepalen?”

Forum

Wat denk je nu al? Lees de vragen en licht je antwoord toe met minstens één argument.

Vragen

1 Stel dat jij schoenen gaat kopen, betaal je dan liever een hoge of een lage prijs?

2 Stel dat jij je broeken die je vorig jaar gekocht hebt, nu wilt verkopen via Vinted, vraag je dan liever een hoge of een lage prijs?

3 Stel dat je vakantiewerk deed en je verdiende goed, zou je dan sneller en vaker sneakers of iets anders kopen?

4 Wat zou er gebeuren met de prijs van elektrische wagens, als er tientallen producenten bijkwamen?

104 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

Parcours

STAP 1

Wat is een markt?

1 Waar doet het begrip markt je aan denken?

2 In welke twee categorieën kun je de mensen op de markt indelen?

3 Wat is een consument?

4 Wat is een producent?

In de economie ziet men een markt als een plaats waar kopers en verkopers van een goed of een dienst samenkomen en een prijs afspreken.

Markt 7.1
105 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

5 Wanneer je op een markt gaat kijken, zie je ook vaak dat er bijvoorbeeld meerdere kraampjes zijn die fruit verkopen of meerdere kraampjes die schoenen verkopen. Wat zijn deze verkopers van elkaar?

6 Welke markten ken je nog meer in de economie? Als je naar het nieuws kijkt, hoor je deze termen wel eens vallen.

7 Over welke markt gaat het in de Intro?

8 Wie zouden er op de markt in de Intro de concurrenten van Jolien kunnen zijn?

STAP 2 Hoe verloopt de vraag naar een product?

1 Sneakers van Nike zijn een gegeerd item bij jongeren. Uit onderzoek blijkt hoeveel paar schoenen jongeren zouden kopen bij verschillende prijzen. Bekijk het resultaat in de onderstaande tabel.

a Wat kun je uit de geel gemarkeerde rij afleiden?

Gevraagde hoeveelheidPrijs (€) 1 160,00 2 130,00 3 100,00 4 70,00 5 40,00 6 10,00
106 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

b Zet deze tabel nu uit op een grafiek.

— Teken de assen op het lege kader.

Schrijf de juiste benaming bij de X-as en de Y-as.

Zet de punten uit.

Verbind de punten met een blauwe rechte lijn.

Vraag naar Nike-sneakers

2 In de grafiek toont de lijn die de punten met elkaar verbindt, de vraagcurve of de vraag.

a Schrijf de letter V van vraag bij de grafiek.

b Waarom verloopt de vraagcurve dalend?

Vraagcurve

De vraagcurve geeft het verband weer tussen de gevraagde hoeveelheid en de verschillende prijzen. De vraagcurve geeft weer hoeveel stuks de consumenten willen kopen bij verschillende prijzen.

7.2
107 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

STAP 3 Hoe verloopt het aanbod van een product?

1 Een verkoper wil natuurlijk zoveel mogelijk verdienen. Hoe hoger de verkoopprijs per stuk, hoe meer winst hij maakt. Bekijk de volgende tabel. Hier zie je hoeveel Nike-sneakers een verkoper wil verkopen voor verschillende prijzen.

a Wat kun je uit de geel gemarkeerde rij afleiden?

Aangeboden hoeveelheidPrijs (€) 0 10,00 1 40,00 2 70,00 3 100,00 4 130,00 5 160,00
108 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

b Zet deze tabel nu uit op een grafiek.

— Teken de assen op het lege kader.

Schrijf de juiste benaming bij de X-as en de Y-as.

Zet de punten uit.

Verbind de punten met een blauwe rechte lijn.

Aanbod van Nike-sneakers

2 In de grafiek toont de lijn die de punten met elkaar verbindt, de aanbodcurve of het aanbod

a Schrijf de letter A van aanbod bij de grafiek.

b Waarom verloopt de aanbodcurve stijgend?

Aanbodcurve 7.3

De aanbodcurve geeft het verband weer tussen de aangeboden hoeveelheid en de verschillende prijzen. De aanbodcurve geeft weer hoeveel stuks de producenten/verkopers willen verkopen bij verschillende prijzen.

109 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

STAP 4 Waar zijn de vraag en het aanbod gelijk?

Kopers betalen liever minder voor een dienst of product. Verkopers willen liever tegen een hogere prijs verkopen. Om toch te komen tot een aankoop of verkoop, komen kopers en verkopers, ook vragers en aanbieders genoemd, samen op de markt. In dit geval is dat de schoenenmarkt. Daar spreken ze af tegen welke prijs de kopers die hoeveelheid schoenen willen kopen, die de aanbieders willen aanbieden tegen diezelfde prijs.

1 Bekijk de onderstaande tabel waar de gevraagde en aangeboden hoeveelheid van een paar Adidas-sneakers samen worden voorgesteld.

Gevraagde hoeveelheidAangeboden

2 Zet de punten uit op de grafiek en teken de curven.

Teken de assen op het lege kader.

Schrijf de juiste benaming bij de X-as en de Y-as. Zet de punten uit.

— Verbind de punten met een blauwe en een rode rechte lijn. Benoem de curven.

Prijs (€) 6 0 10,00 5 1 40,00 4 2 70,00 3 3 100,00 2 4 130,00 1 5 160,00
hoeveelheid
Vragers en aanbieders 7.4
110 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN
Vraag

en aanbod van Adidas-sneakers

Waar de vraagcurve en de aanbodcurve elkaar snijden, is de markt in evenwicht. Vraag en aanbod zijn dan gelijk. Bij dit snijpunt spreken we van de evenwichtshoeveelheid

In de tabel hierboven is het snijpunt of de evenwichtshoeveelheid 3 stuks en de evenwichtsprijs 100,00 euro.

Symbolen

Net als bij wiskunde, gebruiken we in het vak economie symbolen. De q komt van ‘quantity’ (hoeveelheid).

qv gevraagde hoeveelheid

qa aangeboden hoeveelheid

p prijs

qe evenwichtshoeveelheid —pe evenwichtsprijs

3 Kijk naar de grafiek die je bij vraag 1 hebt getekend. Trek een lijn vanuit het snijpunt naar de evenwichtshoeveelheid en de evenwichtsprijs.

4 Na deze eerste vier stappen, weet je al meer over hoe de prijs van een product of dienst wordt bepaald. Leg uit hoe de prijs op de markt tot stand komt.

Evenwichtshoeveelheid en evenwichtsprijs 7.5
111 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

STAP 5 Waardoor kan de vraag veranderen?

1 Er kunnen zich op de markt gebeurtenissen voordoen, waardoor de vraag naar een product toeneemt of afneemt. We hernemen het voorbeeld van de Nike-sneakers. Markeer telkens de juiste tendens.

1→ Als het inkomen van de consumenten stijgt, dan kopen of vragen ze meer / minder Nike-sneakers.

2→ Als er meer sporters zijn, dan worden er meer / minder Nike-sneakers gekocht of gevraagd.

3→ Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat Nike-sneakers de beste zijn. Hierdoor neemt de voorkeur van de consumenten voor Nike-sneakers toe. De consumenten gaan meer / minder Nike-sneakers kopen of vragen.

2 Als je de antwoorden van vraag 1 op een grafiek uittekent, dan zie je dat een toename van de vraag gepaard gaat met een evenwijdige verschuiving van de vraagcurve naar rechts.

— Teken nu deze verschuiving van de vraagcurve. Trek een pijl die de richting van de verschuiving aangeeft. Noem de eerste vraagcurve V1 en de tweede vraagcurve V2.

Vraag naar Nike-sneakers

Gevraagde hoeveelheid in aantal paar

Prijs (€) 0 20,00 40,00 60,00 80,00 100,00 120,00 140,00 160,00 180,00
12345678910
V 112 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

3

De vraag kan ook op een andere manier veranderen. Kijk opnieuw naar het voorbeeld van de Nike-sneakers en markeer telkens de juiste tendens.

1→ Als het inkomen van de consumenten daalt, dan kopen of vragen ze meer / minder Nike-sneakers.

2→ Als er minder sporters zijn, dan worden er meer / minder Nike-sneakers gekocht of gevraagd.

3→ Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat Nike-sneakers schadelijk zijn, omdat er kankerverwekkende stoffen in zouden zitten. Hierdoor neemt de voorkeur van de consumenten voor Nike-sneakers af. De consumenten gaan meer / minder Nike-sneakers kopen of vragen.

4 Als je de antwoorden van vraag 3 op een grafiek uittekent, dan zie je dat een afname van de vraag gepaard gaat met een evenwijdige verschuiving van de vraagcurve naar links.

Teken nu deze verschuiving van de vraagcurve.

Trek een pijl die de richting van de verschuiving aangeeft.

— Noem de eerste vraagcurve V1 en de tweede vraagcurve V2

Vraag naar Nike-sneakers

Prijs

Gevraagde hoeveelheid in aantal paar

5 Verschillende factoren, zoals het inkomen, de bevolkingsgroep of de voorkeur, kunnen afnemen of juist toenemen en zo de vraag beïnvloeden. Bekijk de samenvattende tabel. Daalt of stijgt de vraag? Markeer telkens het juiste antwoord.

Inkomen

Bevolkingsaantal of bevolkingsgroep

Voorkeur/interesse

stijgt / daalt de vraag. stijgt / daalt de vraag.

stijgt / daalt de vraag. stijgt / daalt de vraag.

stijgt / daalt de vraag. stijgt / daalt de vraag.

Factor Als de factor afneemt, dan …Als de factor toeneemt, dan …
8910
(€) 0 20,00 40,00 60,00 80,00 100,00 120,00 140,00 160,00 180,00 1234567
V 113 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

STAP 6 Waardoor kan het aanbod veranderen?

1 Denk opnieuw aan het voorbeeld van de Nike-sneakers. Wat gebeurt er in de volgende situaties? Markeer telkens de juiste tendens.

1→ Als er meer aanbieders van Nike-sneakers komen, dan worden er meer / minder Nike-sneakers aangeboden of verkocht.

2→ Als de prijzen van de grondstoffen voor Nike-sneakers dalen, dan worden er meer / minder Nike-sneakers aangeboden of verkocht.

2 Als je de antwoorden van vraag 1 op een grafiek uittekent, dan zie je dat de toename van het aanbod gepaard gaat met een evenwijdige verschuiving van de aanbodcurve naar rechts.

Teken nu deze verschuiving van de aanbodcurve.

— Trek een pijl die de richting van de verschuiving aangeeft. Noem de eerste aanbodcurve A1 en de tweede aanbodcurve A2.

Aanbod van Nike-sneakers

Aangeboden hoeveelheid in aantal paar

3 Het aanbod kan ook op een andere manier veranderen. Denk aan het voorbeeld van de sneakers en markeer telkens de juiste tendens.

1→ Als er veel aanbieders van sneakers failliet gaan, dan worden er meer / minder sneakers aangeboden of verkocht.

2→ Als de prijzen van de grondstoffen voor sneakers stijgen, dan worden er meer / minder sneakers aangeboden of verkocht.

Prijs (€) 0 20,00 40,00 60,00 80,00 100,00 120,00 140,00 160,00 180,00 12345678
910 A 114 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

4 Als je dat op een grafiek uittekent, dan zie je dat een afname van het aanbod gepaard gaat met een evenwijdige verschuiving van de aanbodcurve naar links.

Aanbod van Nike-sneakers

180,00

160,00

140,00

120,00

Prijs

(€) 0

100,00

20,00 40,00 60,00 80,00

Teken nu deze verschuiving van de aanbodcurve. Trek een pijl die de richting van de verschuiving aangeeft. Noem de eerste aanbodcurve A1 en de tweede aanbodcurve A2. 8910 7

Aangeboden hoeveelheid in aantal paar

5 Verschillende factoren, zoals het aantal producenten of de prijs van grondstoffen, kunnen afnemen of juist toenemen en zo het aanbod beïnvloeden. Bekijk de samenvattende tabel. Daalt of stijgt het aanbod? Markeer telkens het juiste antwoord.

Factor

Als de factor afneemt, dan …Als de factor toeneemt, dan …

Aantal producenten stijgt / daalt de vraag. stijgt / daalt de vraag.

Kosten voor het produceren/ prijs grondstoffen stijgt / daalt de vraag. stijgt / daalt de vraag.

123456
A 115 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

STAP 7 Welk effect heeft een verschuiving op de marktprijs?

1 De vraag en het aanbod van diensten en producten kan veranderen. In deze stap ontdekken we hoe op de markt de marktprijs (pe) of evenwichtsprijs tot stand komt. Hoe beïnvloeden vraag en aanbod de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid (qe)? Lees de krantenknipsels en voer de opdrachten uit.

a Teken bij elk krantenknipsel de situatie op de bijbehorende grafiek.

b Benoem alle curven.

c Hoe veranderen de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid? Stijgen ze of dalen ze? Markeer telkens het juiste antwoord.

Doordat er meer huizen gebouwd worden door stimuli van de overheid, is er meer vraag naar staal en koper. Dat heeft invloed op de prijzen van de gebouwde huizen.

stijgt / daaltstijgt / daalt

Door het instorten van verschillende cobaltmijnen in Chili, is er minder aanbod van cobalt voor batterijen. Hierdoor zal de prijs van batterijen stijgen.

stijgt / daaltstijgt / daalt

pe qe
Situatie
pe qe
Situatie
P Q V A P Q V A 116 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

Door de sluiting van de restaurants tijdens de lockdown, was er minder vraag naar frieten. De aardappelboeren moesten hun prijzen verlagen om ze verkocht te krijgen.

stijgt / daaltstijgt / daalt

Tesla is niet meer de enige grote producent van elektrische auto's. Er zijn verschillende concurrenten uit China aan het opkomen en ook Volvo en Volkswagen blijven niet achter.

stijgt / daaltstijgt / daalt

2 Wat leid je af uit de krantenknipsels? Markeer telkens de juiste tendens.

1→ Wanneer de vraag naar een product stijgt, bijvoorbeeld wanneer er een nieuwe iPhone op de markt komt, willen meer / minder consumenten dat product. Dit betekent dat er minder producten beschikbaar zijn voor meer vragers. Daardoor zullen mensen tegen elkaar opbieden en dus zal de prijs stijgen / dalen.

2→ Wanneer er een nieuwe iPhone op de markt is, wordt de vorige versie minder populair. Daardoor zullen meer / minder mensen dat model kopen. De vraag stijgt / daalt dus. Omdat de verkopers het oude model niet verkocht krijgen, doen ze de prijs stijgen / dalen.

pe qe
Situatie
Situatie pe qe
P Q V A P Q V A 117 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

3 Vul de verbanden aan.

1→ Wanneer de vraag stijgt, de prijs

2→ Wanneer de vraag daalt, de prijs

3→ Wanneer het aanbod stijgt, de prijs.

4→ Wanneer het aanbod daalt, de prijs.

Zoals je merkt, komt de prijs van een product tot stand door de vraag naar en het aanbod van dat product. Dit principe werkt zo op elke markt.

4 Denk aan de markt van de tweedehandsgames in de Intro. Wat zal er gebeuren met de prijs van een game als er naast Jolien nog veel andere concurrenten opdagen en ook hun games aanbieden?

STAP 8 Wat als … de overheid een minimumprijs oplegt?

1 Hoeveel bedraagt de evenwichtsprijs van brood op de volgende grafiek?

Soms beslist de overheid om een minimumprijs op te leggen voor een product omdat ze vindt dat deze prijs te laag is voor de producent om genoeg te kunnen verdienen.

2 Stel dat de overheid een minimumprijs oplegt van 2,60 euro. Hoeveel bedraagt dan: de aangeboden hoeveelheid? de gevraagde hoeveelheid?

3 Markeer het juiste antwoord: Als de aangeboden hoeveelheid groter / kleiner is dan de gevraagde hoeveelheid, dan is er een aanbodoverschot

Prijszetting 7.6
Minimumprijs 7.7
118 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

4 Duid dit aanbodoverschot aan op de grafiek.

Vraag en aanbod van brood

Prijs (€)

Hoeveelheid broden

STAP 9 Wat als … de overheid een maximumprijs oplegt?

1 Hoeveel bedraagt de evenwichtsprijs van brood op de volgende grafiek?

Soms beslist de overheid om een maximumprijs op te leggen voor een product omdat ze vindt dat die prijs te hoog is voor de consument. De overheid wil zo de consument beschermen.

2 Stel dat de overheid een maximumprijs oplegt van 1,40 euro. Hoeveel bedraagt dan: de aangeboden hoeveelheid? de gevraagde hoeveelheid?

3 Markeer het juiste antwoord: Als de gevraagde hoeveelheid groter / kleiner is dan de aangeboden hoeveelheid, dan is er een vraagoverschot.

1 2 3 4 5 6 7
0 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00 1,20 1,40 1,60 1,80 2,00 2,20 2,40 2,60 2,80 3,00 3,20
Maximumprijs 7.8
119 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

4 Duid dit vraagoverschot aan op de grafiek.

Vraag en aanbod van brood

Prijs (€)

Hoeveelheid broden

0 0,20 0,40 0,60 0,80
5 6 7
1,00 1,20 1,40 1,60 1,80 2,00 2,20 2,40 2,60 2,80 3,00 3,20 1 2 3 4
120 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

Eureka!

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

“Kun jij zelf bepalen hoeveel euro je wilt geven aan nieuwe schoenen? Of is het enkel de verkoper die de prijs kan bepalen?”

Forum

Wat denk je nu? Lees de vragen en licht je antwoord toe met minstens één argument.

Vragen

1 Stel dat jij schoenen gaat kopen, betaal je dan liever een hoge of een lage prijs?

2 Stel dat jij je broeken die je vorig jaar gekocht hebt, nu wilt verkopen via Vinted, vraag je dan liever een hoge of een lage prijs?

3 Stel dat je vakantiewerk deed en je verdiende goed, zou je dan sneller en vaker sneakers of iets anders kopen?

4 Wat zou er gebeuren met de prijs van elektrische wagens, als er tientallen producenten bijkwamen?

121 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

Synthese

Markt

Net zoals de gekende wekelijkse markt in je buurt wordt de term ‘markt’ in de economie gebruikt voor de plaats waar vragers (kopers) en aanbieders (verkopers) elkaar ontmoeten.

Vragers en vraagcurve

De vragers of consumenten laten zich beïnvloeden door de prijs. Ze zijn bereid een bepaalde prijs te betalen wanneer die in overeenstemming is met de kwaliteit. Zo niet, zullen ze snel overstappen naar de concurrent. Hoe hoger de prijs van het product, hoe lager de gevraagde hoeveelheid (qv) van de consumenten. Omgekeerd geldt uiteraard: hoe lager de prijs, hoe groter de gevraagde hoeveelheid. De vraagcurve geeft de vraag van de consumenten op de markt weer.

Aanbieders en aanbodcurve

De aanbieders of producenten produceren op basis van de bestellingen die ze gemiddeld binnenkrijgen. Ze zorgen ervoor dat de prijs die ze voor hun product vragen, hun kosten voor de productiefactoren kan dekken. Hoe hoger de prijs, hoe meer winst de producenten kunnen maken. Bij een hogere prijs zullen ze dan ook meer willen aanbieden en zal de aangeboden hoeveelheid (qa) stijgen. Hoe lager de prijs, hoe minder ze zullen aanbieden. De aanbodcurve geeft het aanbod van de producenten op de markt weer.

Evenwichtshoeveelheid en evenwichtsprijs

Op de markt komt dan de evenwichtsprijs of marktprijs (pe) tot stand. Bij die evenwichtsprijs hoort ook de evenwichtshoeveelheid (qe). Het is bij de evenwichtsprijs dat qa en qv gelijk zijn.

Prijszetting

Zoals je merkt, komt de prijs van een product tot stand door de vraag naar en het aanbod van dat product. Dat noemen we de prijszetting. Dit principe werkt zo op elke markt.

Er zijn bepaalde externe oorzaken die de vraag kunnen beïnvloeden en een verschuiving van de vraagcurve tot gevolg hebben. Die oorzaken zijn bijvoorbeeld: een wijziging van het inkomen; een wijziging in de voorkeur van de consument voor een dienst of product; een wijziging in het aantal consumenten.

Verschuiven van de curve

Als er een toename is bij een van de factoren, zal de vraagcurve naar rechts verschuiven. Is er een afname, dan zal de curve naar links verschuiven.

Er zijn ook factoren die het aanbod beïnvloeden en dus de aanbodcurve doen verschuiven. Zo kan: er een wijziging zijn van het aantal producenten; er een technologische vernieuwing zijn (in de productiemethode bijvoorbeeld); de kostprijs voor het produceren (en verkopen) veranderen.

Bij de eerste twee factoren zal een toename de aanbodcurve naar rechts doen verschuiven. Het aanbod zal dus toenemen. Maar als de kostprijs toeneemt, wordt het wel duurder om te produceren en zal de producent minder aanbieden.

7.1 7.4 7.2 7.4 7.3 7.5 7.6 → Kennisclip 122 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

Omgekeerd geldt dat bij een afname van de eerste twee factoren de aanbodcurve naar links verschuift en het aanbod afneemt. Wanneer de kostprijs daalt en het produceren goedkoper wordt, zal het aanbod toenemen en de curve naar rechts verschuiven.

In het vraag- en aanbodschema zal dan, door de verschuivingen, ook de prijs veranderen. In welke mate de prijs verandert, is niet altijd correct te bepalen. Er zijn namelijk verschillende factoren die tegelijk op de vraag en het aanbod kunnen inspelen.

Minimumprijs

De overheid kan een minimumprijs instellen wanneer ze de evenwichtsprijs op de markt te laag vindt. Zo wil ze de producenten beschermen. Bij een minimumprijs is de aangeboden hoeveelheid groter dan de gevraagde hoeveelheid en krijg je een aanbodoverschot.

Maximumprijs

De overheid kan een maximumprijs instellen wanneer ze de evenwichtsprijs op de markt te hoog vindt. Zo wil ze de consumenten beschermen. Bij een maximumprijs is de gevraagde hoeveelheid groter dan de aangeboden hoeveelheid en krijg je een vraagoverschot.

Bordschema

consumenten

X-as: gevraagde hoeveelheid

Y-as: prijs

vraagcurve

toename vraag: prijs stijgt

afname vraag: prijs daalt

markt vragers

aanbieders overheid

producenten

aanbodcurve

X-as: aangeboden hoeveelheid

Y-as: prijs

toename aanbod: prijs daalt

afname aanbod: prijs stijgt

minimumprijs maximumprijs aanbodoverschot vraagoverschot

marktevenwicht evenwichtsprijs evenwichtshoeveelheid qa = qv

7.7 7.8
123 THEMA 3 HOOFDSTUK 7 ©VANIN

Wat is de impact van actuele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid?

c Waarover gaat dit hoofdstuk?

In dit hoofdstuk bestuderen we de werking van de arbeidsmarkt verder, want ook hier geldt de wet van vraag en aanbod. Het loon is de prijs waartegen werknemers werk aanbieden en werkgevers arbeid vragen. Ook het sociaal overleg tussen vakbonden en werkgeversorganisaties is hierbij bepalend. Verder bestuderen we op welke manier de overheid ingrijpt wanneer er onevenwichten op de arbeidsmarkt zijn.

Omdat sommige mensen door hun leeftijd, ziekte … niet langer over een beroepsinkomen beschikken, heeft de overheid het socialezekerheidsstelsel in het leven geroepen. We bekijken hier op welke manieren dit stelsel gefinancierd wordt. Net zoals op de productmarkt nemen we een aantal tendensen onder de loep die invloed hebben op de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid.

Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.

Ik omschrijf wie de vragers en de aanbieders zijn op de arbeidsmarkt.

Ik omschrijf welke impact vergrijzing en migratie hebben op de arbeidsmarkt en het socialezekerheidsstelsel. Wat leer ik in dit hoofdstuk?

Ik omschrijf op welke manier sociaal overleg invloed heeft op de bepaling van het loon.

Ik geef aan wanneer er sprake is van werkloosheid

Ik omschrijf op welke manier de overheid ingrijpt bij werkloosheid.

Ik benoem enkele knelpuntberoepen

Ik omschrijf op welke manier de overheid ingrijpt om het probleem van de knelpuntberoepen weg te werken.

Ik geef aan wat het socialezekerheidsstelsel precies inhoudt en op welke manier dit stelsel gefinancierd wordt.

sociaal overleg – minimumloon (loonbarema) – collectieve arbeidsovereenkomst (cao) –vakbonden – werkgeversorganisatie – werkloosheid – VDAB – socialezekerheidsstelsel Begrippen c

Hoofdstuk 8
c
124 THEMA 3 HOOFDSTUK 8 ©VANIN

Wat zou de cartoonist hiermee willen zeggen?

Uit: www.lectrr.be/nl

Intro
125 THEMA 3 HOOFDSTUK 8 ©VANIN

l BREINBREKER

In dit hoofdstuk zul je in vier stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker:

“Hoe werkt de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid? Hoe hebben actuele ontwikkelingen impact op de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid?”

Forum

Wat denk je nu al? Duid aan of je het (on)eens bent. Geef daarna telkens twee argumenten voor elke aangeduide keuze.

Stellingen

1 Bij conflicten tussen een werknemer en een werkgever staat de werknemer er altijd alleen voor. |

2 Wanneer er iemand met zijn opleiding heel moeilijk een job vindt, kan deze persoon zich het best omscholen.

3 Gepensioneerde leraren moeten de kans krijgen om terug voor de klas te staan. |

Argumenten

Stelling 1 1 2

Stelling 2 1 2

Stelling 3 1 2

\
| \
\
126 THEMA 3 HOOFDSTUK 8 ©VANIN

Parcours

STAP 1

Welke impact heeft sociaal overleg tussen de vakbonden en de werkgeversorganisaties op de werking van de arbeidsmarkt?

Arbeidsmarkt

Net zoals op de productmarkt geldt ook op de arbeidsmarkt de wet van vraag en aanbod. Het loon is de prijs waartegen werknemers werk aanbieden en werkgevers arbeid vragen. Hierbij mogen we de invloed van sociaal overleg niet uit het oog verliezen: werkgevers dienen rekening te houden met minimumlonen of loonbarema’s wanneer zij een loon onderhandelen. Deze zijn vastgelegd in collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s), die tot stand komen door overleg tussen vakbonden en werkgeversorganisaties. Dit zijn namelijk de sociale partners die in België het sociaal overleg organiseren.

1 Duid in de onderstaande tabel aan of het om een vakbond of een werkgeversorganisatie gaat.

2 Schrijf de afkortingen in de tabel voluit.

Werkgeversorganisatie

8.1
Vakbond
ABVV ACLVB ACV Unizo VBO VOKA 127 THEMA 3 HOOFDSTUK 8 ©VANIN

3 Surf naar de website werk.belgie.be/nl. Op welke niveaus kunnen de collectieve arbeidsovereenkomsten afgesloten worden?

4 Wat zou voor jou een reden zijn om je aan te sluiten bij een vakbond?

5 Bij het onlinelesmateriaal vind je een brochure in verband met de cao van bedienden. Welke onderwerpen komen naast de minimumlonen/loonbarema’s nog aan bod?

Good to know

Werkgevers betalen loon (de prijs) voor het werk (de goederen en diensten) dat werknemers aanbieden. Het minimumloon is hierbij de minimumprijs.

128 THEMA 3 HOOFDSTUK 8 ©VANIN
© Paul van Riel/BI: Hollandse Hoogte

STAP 2 Hoe probeert de overheid het onevenwicht op de arbeidsmarkt weg te werken?

1 Wie zijn de vragers en aanbieders op de arbeidsmarkt?

a Neem het kader van Stap 1 nog eens grondig door.

b Markeer het juiste antwoord:

Aanbieders: werkgevers / werkzoekenden

Vragers: werkgevers / werkzoekenden

2 Wanneer is er sprake van werkloosheid? Markeer het juiste antwoord: Er is sprake van werkloosheid als het aanbod groter / kleiner is dan de vraag.

3 De overheid heeft er alle baat bij om de werkloosheid terug te dringen. In Vlaanderen schakelt ze hierbij de VDAB in. Waarvoor staat de afkorting VDAB?

4 Surf naar de website van de VDAB. Op welke manier probeert deze dienst de werkloosheid terug te dringen?

Er is sprake van personeelstekort wanneer er meer personeel nodig is dan er op de arbeidsmarkt beschikbaar is. Komt dit voor bij specifieke beroepen, dan heten deze beroepen knelpuntberoepen. Bij knelpuntberoepen is het aanbod kleiner dan de vraag.

5 Zoek op het internet naar de betekenis van het begrip knelpuntberoep. Noteer hieronder een omschrijving in jouw eigen woorden. Verwerk in je omschrijving de begrippen vraag en aanbod.

Knelpuntberoepen 8.2
129 THEMA 3 HOOFDSTUK 8 ©VANIN

6

Bij het onlinelesmateriaal vind je een brochure van de VDAB in verband met knelpuntberoepen. Bestudeer de brochure grondig en beantwoord de onderstaande vragen.

a Noteer hieronder vijf voorbeelden van huidige knelpuntberoepen:

Uit: De knelpuntberoepenlijst 2021 van VDAB

b Wat kunnen mogelijke oorzaken van deze knelpuntberoepen zijn? Noem er minstens twee.

STAP 3 Welke trends zorgen voor verschuivingen in het aanbod en de vraag op de arbeidsmarkt?

1 In de maatschappij doen zich heel wat actuele ontwikkelingen voor, zoals vergrijzing en migratie, die hun impact hebben op de arbeidsmarkt. Lees het artikel en beantwoord de vragen.

VLAAMSE BEVOLKING VERGRIJST: 1 OP 5 IS 65-PLUSSER

Sinds 2000 nam het aandeel van de bevolking van 65 jaar of ouder toe: van 17 % in 2000 over 18 % in 2010 naar 20 % in 2020. Het aandeel jonger dan 18 jaar daalde van 21 % in 2000 naar 19 % in 2020. Ook het aandeel van de brede middengroep tussen 18 en 64 jaar daalde: van 63 % in 2000 naar 60 % in 2020.

De leeftijdsgroep van '18-24-jarigen' (potentiële instroom van 'jongvolwassenen' op de arbeidsmarkt) is tegenwoordig merkbaar kleiner dan de leeftijdsgroep van '58-64-jarigen' (potentiële uitstroom van 'senioren' op de arbeidsmarkt). In 2020 staan 82 jongvolwassenen tegenover 100 senioren, in 2000 waren dat nog 116 jongvolwassenen tegenover 100 senioren.

1 2 3 4 5
130 THEMA 3 HOOFDSTUK 8 ©VANIN

Leeftijdsverdeling Vlaams Gewest, 2000 en 2020, in procenten 2000 2020

Uit: Statbel, bewerking Statistiek Vlaanderen

a Omschrijf het begrip vergrijzing in eigen woorden.

b Welke impact heeft de vergrijzing op de arbeidsmarkt? Bedenk een gevolg aan de aanbodkant en één aan de vraagkant.

2 Lees het artikel en beantwoord de vragen.

AL JARENLANG MEER INTERNATIONALE IMMIGRANTEN DAN EMIGRANTEN

Voor het Vlaamse Gewest waren er in de loop van 2019 iets meer dan 80 000 immigraties vanuit het buitenland en bijna 5 000 emigraties naar het buitenland. Daaruit volgt een positief internationaal migratiesaldo van afgerond 28 500 eenheden, wat bijdraagt aan de groei van de bevolking van het gewest.

In recente jaren is er toename van zowel de internationale immigratie als emigratie. Dat duidt op een versterkte internationale mobiliteit onder de bevolking.

Internationale migratie Vlaams Gewest, 1992-2019, in aantallen Immigratie Emigratie Saldo

000

000

000

000

000

Uit: Statbel, bewerking Statistiek Vlaanderen

20 40 60 0
18
tot 17 jaar
tot 64 jaar 65 jaar en ouder
-25
-50
25
50
75
1992 1995 2000 2005 2010 2015 2019 131 THEMA 3 HOOFDSTUK 8 ©VANIN

a Wat is het verschil tussen immigratie en emigratie? Leg uit in eigen woorden.

— Immigratie:

— Emigratie:

b Wat wordt er bedoeld met een positief internationaal migratiesaldo?

c Welke gevolgen heeft dit positief internationaal migratiesaldo voor de arbeidsmarkt?

STAP 4 Welke actuele ontwikkelingen hebben gevolgen voor de sociale zekerheid?

De overheid heeft het socialezekerheidsstelsel in het leven geroepen om een inkomen en/of verzorging te garanderen voor personen en gezinnen die, tijdelijk of blijvend, niet (langer) in staat zijn om zelf in (voldoende) inkomen en/of verzorging te voorzien. Het is dus een soort verzekering. Zo keert de overheid o.a. een aanvullend of vervangingsinkomen uit.

1 Bekijk het filmpje over het socialezekerheidsstelsel en beantwoord de vragen.

a Wie financiert de sociale zekerheid in België? Noteer de antwoorden in het schema.

b Wat betekent het begrip solidariteit?

8.3
Sociale zekerheid
132 THEMA 3 HOOFDSTUK 8 ©VANIN

2 Markeer in de krantenartikels de aanvullende inkomens of de vervangingsinkomens.

2 Markeer in de krantenartikels de aanvullende inkomens of de vervangingsinkomens

2 Markeer in de krantenartikels de aanvullende inkomens of de vervangingsinkomens.

c Markeer in de krantenartikels de aanvullende inkomens of de vervangingsinkomens.

A

Artsen en ziekenfondsen stellen voor om de medicatie tegen alzheimer niet langer terug te betalen. ‘Ze werkt onvoldoende’.

Uit: De Standaard, 14 oktober 2019

A

AAArtsen en ziekenfondsen stellen voor om de medicatie tegen alzheimer niet langer terug te betalen. ‘Ze werkt onvoldoende.’

Artsen en ziekenfondsen stellen voor om de medicatie tegen alzheimer niet langer terug te betalen. ‘Ze werkt onvoldoende.’

Bron: standaard.be, 2019­10­14

Artsen en ziekenfondsen stellen voor om de medicatie tegen alzheimer niet langer terug te betalen. ‘Ze werkt onvoldoende.’

Artsen en ziekenfondsen stellen voor om de medicatie tegen alzheimer niet langer terug te betalen. ‘Ze werkt onvoldoende.’

Bron: standaard.be, 2019­10­14

Bron: standaard.be, 2019­10­14

Bij de vakbonden wordt er heel hard gewerkt om de ruim een miljoen werknemers die tijdelijk werkloos zijn als gevolg van het coronavirus, zo snel mogelijk hun werkloosheidsuitkering uit te betalen.

B

Op haar 27e kreeg Tineke te horen dat er leukemie was vastgesteld. De kanker bleek vier jaar later nog niet helemaal bestreden. Al haar ziekteverlof is door eerdere behandelingen opgebruikt.

B

B

BNaar: VRT NWS: nieuws, 19 januari 2018

CBron: standaard.be, 2019­10­14

Uit: Het Nieuwsblad, 27 maart 2020

C

CC

Bij de vakbonden is het alle hens aan dek om de ruim een miljoen werknemers die tijdelijk werkloos zijn als gevolg van het coronavirus, zo snel mogelijk hun werkloosheidsuitkering uit te betalen.

Bij de vakbonden is het alle hens aan dek om de ruim een miljoen werknemers die tijdelijk werkloos zijn als gevolg van het coronavirus, zo snel mogelijk hun werkloosheidsuitkering uit te betalen.

Bron: nieuwsblad.be, 2020­03­27

Bij de vakbonden is het alle hens aan dek om de ruim een miljoen werknemers die tijdelijk werkloos zijn als gevolg van het coronavirus, zo snel mogelijk hun werkloosheidsuitkering uit te betalen.

Bijna 815 000 burgers zullen vanaf 1 januari profiteren van de verhoging van hun pensioen.

Bij de vakbonden is het alle hens aan dek om de ruim een miljoen werknemers die tijdelijk werkloos zijn als gevolg van het coronavirus, zo snel mogelijk hun werkloosheidsuitkering uit te betalen.

Bron: nieuwsblad.be, 2020­03­27

Bron: nieuwsblad.be, 2020­03­27

De verhoging van het minimumpensioen tot 1 500 euro netto voor een volledige loopbaan, zoals voorzien in het regeerakkoord, gaat op voor werknemers, zelfstandigen en statutaire ambtenaren vanaf 1 januari 2021.

EBron: nieuwsblad.be, 2020­03­27

E

E

Naar: Het Nieuwsblad, 13 november 2020

Zo’n 1,2 miljoen Belgen hebben een pensioen dat lager ligt dan 1 500 euro netto per maand. Het gaat om zowat de helft van alle gepensioneerden in ons land.

E

Zo’n 1,2 miljoen Belgen hebben een pensioen dat lager ligt dan 1 500 euro netto per maand. Het gaat om zowat de helft van alle gepensioneerden in ons land.

Bron: standaard.be, 2020­01­02

Zo’n 1,2 miljoen Belgen hebben een pensioen dat lager ligt dan 1 500 euro netto per maand. Het gaat om zowat de helft van alle gepensioneerden in ons land.

Bron: standaard.be, 2020­01­02

Zo’n 1,2 miljoen Belgen hebben een pensioen dat lager ligt dan 1 500 euro netto per maand. Het gaat om zowat de helft van alle gepensioneerden in ons land.

Bron: standaard.be, 2020­01­02

Bron: standaard.be, 2020­01­02

Ee e is 40 jaar en woont met haar dochter van 9 in een bescheiden huisje. Tot ze ziek werd, had ze een vrij goede baan. Ondanks de invaliditeitsuitkering en het kindergeld belandde ze van de ene dag op de andere heel dicht bij de armoededrempel.

Ee e is 40 jaar en woont met haar dochter van 9 in een bescheiden huisje. Tot ze ziek werd, had ze een vrij goede baan. Ondanks de invaliditeitsuitkering en het kindergeld belandde ze van de ene dag op de andere heel dicht bij de armoededrempel.

Naar: gripvzw.be, 2018­04­10

Ee e is 40 jaar en woont met haar dochter van 9 in een bescheiden huisje. Tot ze ziek werd, had ze een vrij goede baan. Ondanks de invaliditeitsuitkering en het kindergeld belandde ze van de ene dag op de andere heel dicht bij de armoededrempel.

Nu krijgt ze een pensioen van 378 euro per maand, aangevuld met een invaliditeitsuitkering van 311 euro.

Ee e is 40 jaar en woont met haar dochter van 9 in een bescheiden huisje. Tot ze ziek werd, had ze een vrij goede baan. Ondanks de invaliditeitsuitkering en het kindergeld belandde ze van de ene dag op de andere heel dicht bij de armoededrempel.

Jonge moeder verliest voet na arbeidsongeval: asfalteringsbedrijf krijgt boete van 48 000 euro

Naar: gripvzw.be, 2018­04­10

Naar: gripvzw.be, 2018­04­10

Naar: gripvzw.be, 2018­04­10

D

Uit: Het Nieuwsblad, 24 oktober 2019

DD

Jonge moeder verliest voet na arbeidsongeval: asfalteringsbedrijf krijgt boete van 48 000 euro

DJonge moeder verliest voet na arbeidsongeval: asfalteringsbedrijf krijgt boete van 48 000 euro

Bron: nieuwsblad.be, 2019­10­24

Jonge moeder verliest voet na arbeidsongeval: asfalteringsbedrijf krijgt boete van 48 000 euro

Bron: nieuwsblad.be, 2019­10­24

Jonge moeder verliest voet na arbeidsongeval: asfalteringsbedrijf krijgt boete van 48 000 euro

Bron: nieuwsblad.be, 2019­10­24

Door de nieuwe wetgeving in verband met het Groeipakket kunnen kinderen die vorig jaar een of beide ouders verloren tot een paar honderd euro per maand minder ontvangen.

Bron: nieuwsblad.be, 2019­10­24

FUit: Het Laatste Nieuws, 3 februari 2020

Door een kronkel in de regels voor het groeipakket kunnen kinderen die vorig jaar een of beide ouders verloren tot een paar honderd euro per maand minder ontvangen.

Bron: hln.be, 2020­02­03

Door een kronkel in de regels voor het groeipakket kunnen kinderen die vorig jaar een of beide ouders verloren tot een paar honderd euro per maand minder ontvangen.

Door een kronkel in de regels voor het groeipakket kunnen kinderen die vorig jaar een of beide ouders verloren tot een paar honderd euro per maand minder ontvangen.

Bron: hln.be, 2020­02­03

Door een kronkel in de regels voor het groeipakket kunnen kinderen die vorig jaar een of beide ouders verloren tot een paar honderd euro per maand minder ontvangen.

Bron: hln.be, 2020­02­03

Bron: hln.be, 2020­02­03

a b
c d f
e
THEMA 3 LEVEL 2 13
F RSZ THEMA 3 LEVEL 2 13
F RSZ THEMA 3 LEVEL 2 13 2 Markeer in de krantenartikels de aanvullende inkomens of de vervangingsinkomens.
Lift 2B_Thema3.indb 13 09/06/2020 10:26 THEMA 3 LEVEL 2 13
RSZ
F
133 THEMA 3 HOOFDSTUK 8 ©VANIN
RSZ

2 Actuele ontwikkelingen, zoals vergrijzing en migratie, hebben niet alleen een impact op de werking van de arbeidsmarkt, maar ook op het socialezekerheidsstelsel. Vul het kader aan.

Enerzijds hebben vergrijzing en migratie een impact op de financiering van het socialezekerheidsstelsel, anderzijds op de uitkeringen van datzelfde stelsel:

1 Impact vergrijzing: —Financiering: —Uitkeringen:

2 Impact migratie: —Financiering: —Uitkeringen:

3 Noteer hieronder twee maatregelen die de overheid kan treffen om de pensioenen betaalbaar te houden.

Actuele ontwikkelingen 8.4 134 THEMA 3 HOOFDSTUK 8 ©VANIN

Eureka!

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

“Welke gevolgen hebben actuele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid?”

Wat denk je nu na onze bespreking van dit hoofdstuk? Duid aan of je het (on)eens bent. Geef daarna telkens twee argumenten voor elke aangeduide keuze. Is je standpunt gewijzigd?

Stellingen

1 Bij conflicten tussen een werknemer en een werkgever staat de werknemer er altijd alleen voor.

2 Wanneer er iemand met zijn opleiding heel moeilijk een job vindt, kan deze persoon zich het best omscholen.

3 Gepensioneerde leraren moeten de kans krijgen om terug voor de klas te staan. |

Argumenten

Stelling 1

| \
| \
\
1 2
2
1 2
135 THEMA 3 HOOFDSTUK 8 ©VANIN
Stelling 2 1
Stelling 3
Forum

Synthese

Arbeidsmarkt

Net zoals op de productmarkt geldt ook op de arbeidsmarkt de wet van vraag en aanbod. Het loon is de prijs waartegen werknemers werk aanbieden en werkgevers arbeid vragen. Hierbij mogen we wel de invloed van sociaal overleg niet uit het oog verliezen: werkgevers dienen rekening te houden met minimumlonen of loonbarema’s wanneer zij een loon onderhandelen. Hierbij kun je wijzen op het bestaan van collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s), die tot stand komen door overleg tussen vakbonden en werkgeversorganisaties.

Knelpuntberoepen

Op de arbeidsmarkt kunnen er zich onevenwichten voordoen. Zo kan het gebeuren dat bepaalde vacatures niet ingevuld geraken. Is er een tekort aan personeel in een specifiek beroep, dan is er sprake van een knelpuntberoep. In dit geval is het aanbod kleiner dan de vraag.

Werkloosheid

Wanneer het aanbod (het aantal werkzoekenden) groter is dan de vraag (het aantal vacatures) dan is er sprake van werkloosheid. Hier kan de VDAB, de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, een belangrijke rol spelen. Zij helpt bij het zoeken naar werk door een jobsite aan te bieden met vacatures, opleidingen te geven en werkzoekenden te begeleiden in hun zoektocht naar werk.

Sociale zekerheid

De overheid heeft ook het socialezekerheidsstelsel in het leven geroepen. Dit is een soort verzekering die bedoeld is om een inkomen en/of verzorging te garanderen voor personen en gezinnen die, tijdelijk of blijvend, niet (langer) in staat zijn om zelf in (voldoende) inkomen en/of verzorging te voorzien. De sociale zekerheid betaalt de burgers daarom een aanvullend inkomen, zoals vakantiegeld, een Groeipakket of een vervangingsinkomen, bijvoorbeeld een invaliditeitsuitkering, rustpensioen of werkloosheidsuitkering.

De financiering van dit stelsel gebeurt onder andere door de maandelijkse werknemers- en werkgeversbijdragen aan de RSZ, de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, naast de inbreng van de overheid.

Actuele ontwikkelingen

Actuele ontwikkelingen leiden tot verschuivingen van de vraag en/of het aanbod van arbeid. Dit heeft een wijziging van het marktevenwicht tot gevolg. Zo zorgt migratie voor een verschuiving van het aanbod, en werkt vergrijzing de toenemende vraag naar zorgkundigen in de hand.

Actuele ontwikkelingen of trends hebben niet alleen gevolgen voor de arbeidsmarkt maar ook voor de sociale zekerheid. Zo zorgt de vergrijzing voor enerzijds minder RSZ-bijdragen maar anderzijds voor meer uitkeringen in de vorm van bijvoorbeeld pensioenen.

8.1 8.2 8.3 8.4 →
136 THEMA 3 HOOFDSTUK 8 ©VANIN
Kennisclip

Bordschema

vragers = werkgevers aanbieders = werknemers/werkzoekenden werkloosheid = de vraag is kleiner dan het aanbod knelpuntberoep = de vraag is groter dan het aanbod

doel: een verzekering om alle personen en gezinnen van een voldoende inkomen en verzorging te voorzien gefinancierd door: werknemers, werkgevers en de overheid aanvullend inkomen bijvoorbeeld Groeipakket … vervangingsinkomen bijvoorbeeld werkloosheidsuitkering, pensioen …

gevolgen van actuele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid de arbeidsmarkt de sociale zekerheid actuele ontwikkelingen het sociaal overleg

vakbonden werkgevers­ organisaties

collectieve arbeids o vereenkomst (cao)

ACV, ABVV, ACLVB bijvoorbeeld VBO, Unizo, VOKA, Boerenbond … afspraken rond rechten en plichten van werknemers en werkgevers binnen een sector

vergrijzing

Het aanbod op de arbeidsmarkt daalt. Uitkeringen stijgen, zoals pensioenen, ziektekosten …

migratie

Het aanbod op de arbeidsmarkt stijgt. Verschillende uitkeringen, zoals het Groeipakket, kunnen stijgen, maar ook de werknemersbijdragen aan de RSZ kunnen stijgen.

137 THEMA 3 HOOFDSTUK 8 ©VANIN
©VANIN

4 thema De impact van de overheid op de samenleving ©VANIN

Wat zijn de inkomsten en uitgaven van de overheid?

c Waarover gaat dit hoofdstuk?

In dit hoofdstuk bekijken we welke inkomsten en uitgaven de overheid heeft. Net zoals gezinnen en bedrijven moet ook de overheid kiezen welke uitgaven ze maakt, omdat haar inkomsten niet oneindig zijn. De overheid moet daarbij rekening houden met de behoeften van de samenleving.

Wat leer ik in dit hoofdstuk?

Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.

Ik omschrijf de voornaamste inkomsten van de overheid.

Ik omschrijf de belangrijkste uitgaven van de overheid.

Ik leg uit wat de begroting van de overheid inhoudt.

Begrippen c

inkomstenbelasting – vennootschapsbelasting – btw – accijnzen – niet-fiscale inkomsten –socialezekerheidsbijdragen – rentelasten – socialezekerheidsuitgaven

Hoofdstuk 9
c
140 THEMA 4 HOOFDSTUK 9 ©VANIN

Intro

Lees aandachtig de onderstaande krantenkoppen, waarin inkomsten en uitgaven voor de overheid vermeld staan. Markeer daarna:

a de krantenkoppen over de inkomsten van de overheid in het groen,

b de krantenkoppen over de uitgaven van de overheid in het rood.

Ziekte en invaliditeit kosten de staat bijna dubbel zoveel als werkloosheid: “Mensen met burn-out moeten stap voor stap kunnen terugkomen”

Uit: Gazet van Antwerpen, 20 februari 2023

Inkomsten uit verkeersboetes stijgen enorm voor overheid dankzij nieuw systeem

Uit: Het Nieuwsblad, 6 oktober 2023

Belegger spijst staatskas met 5,6 miljard euro in 2022

Uit: De Tijd, 31 januari 2023

Basisschool Mickey Mouse - De Sleutel krijgt nieuw schoolgebouw met sporthal

Uit: Het Laatste Nieuws, 17 april 2024

Pensioenen kosten 4 miljard meer in amper jaar tijd

Uit: De Standaard, 7 februari 2022

141 THEMA 4 HOOFDSTUK 9 ©VANIN

In dit hoofdstuk zul je in drie stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker: “Welke inkomsten en uitgaven heeft de overheid? Wat houdt de overheidsbegroting in?”

Wat denk je nu al? Duid aan of je het (on)eens bent. Geef daarna telkens twee argumenten voor elke aangeduide keuze.

Stellingen

1 Als de overheid meer geld uitgeeft dan ze ontvangt, moeten we ons zorgen maken.

2 Het is beter voor de overheid om minder geld uit te geven aan parken en bibliotheken, om zo de overheidsschuld te verminderen.

3 De verkeersboetes mogen nog stijgen, zodat de staatskas sneller gevuld wordt.

Argumenten Stelling 1

| \
| \
\
|
1 2 Stelling 2 1 2 Stelling 3 1 2 l
Forum 142 THEMA 4 HOOFDSTUK 9 ©VANIN
BREINBREKER

Parcours

STAP

1

Wat zijn de inkomsten van de overheid?

1 Bekijk aandachtig de onderstaande infographic over de federale begroting van België en het videofragment.

2 Ken jij de voornaamste inkomsten van de overheid? Vul de tabel aan. Kies uit:

accijnzen - bedrijfsvoorheffing - belastingen - niet-fiscale ontvangsten - socialezekerheidsbijdragen

Dit is de grootste inkomstenbron en omvat onder andere inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en btw

Werknemers en werkgevers betalen bijdragen die de sociale zekerheid financieren.

Dit zijn belastingen op bepaalde producten zoals alcohol, tabak en brandstof.

Dit is een vorm van belasting die de werkgever inhoudt op het inkomen van werknemers. Het wordt in feite beschouwd als een voorafbetaling van de inkomstenbelasting die de werknemer aan het einde van het belastingjaar verschuldigd is.

Dit zijn inkomsten uit overheidsdiensten, zoals vergoedingen, boetes en de verkoop van staatsactiva, bijvoorbeeld gronden en gebouwen.

143 THEMA 4 HOOFDSTUK 9 ©VANIN

3 Waarom denk je dat de overheid inkomsten nodig heeft?

4 Bekijk aandachtig de onderstaande infographic en beantwoord de vragen. Bespreek nadien klassikaal.

a Welke tendens zie je bij de inkomsten uit verkeersboetes?

b Denk je dat de inkomsten van verkeersboetes altijd onmiddellijk betaald worden? Zoek je antwoord op de infographic.

493,8 miljoen

543,5 miljoen

550,1 miljoen

469,3 miljoen

443,7 miljoen

*extrapolatie, gebaseerd op periode jan-aug dit jaar

miljoen

41,7 miljoen

2018
2019 435,0
2020
miljoen
2021
2022
2023*
2023* 1,24
2020 14,1
2021 13,3
2022
miljoen
miljoen
Bron: Het Nieuwsblad, 6 oktober 2023 144 THEMA 4 HOOFDSTUK 9 ©VANIN

STAP 2 Wat zijn de uitgaven van de overheid?

Bekijk aandachtig de onderstaande infographics en het videofragment.

Overdrachten naar de gemeenschappen en gewesten

Overdrachten naar Europa

* bni-bijdrage: de begroting van de Europese Unie wordt onder meer gefinancierd met een bijdrage berekend in functie van het bruto nationaal inkomen (bni) van elke lidstaat.

145 THEMA 4 HOOFDSTUK 9 ©VANIN
Bron: FOD Bosa

a Duid aan op welk bestuursniveau de volgende overheidsuitgaven gebeuren.

Niveau van gemeenschappen en gewesten

Loon voor leerkrachten

Uitgaven voor defensie

Loon voor politieagenten

OCMW

Openbare werken

Justitie

Opleidingen voor werkzoekenden

b Wat zijn de twee grootste uitgavenposten van de sociale zekerheid?

c Waarop slaan de rentelasten? Gebruik het internet indien nodig.

Federaal niveau Lokaal niveau
146 THEMA 4 HOOFDSTUK 9 ©VANIN
Bron: FOD Bosa

STAP 3 Wat houdt de overheidsbegroting in?

Stel je voor dat België een grote weegschaal heeft waarop alle inkomsten en uitgaven elk aan een zijde liggen. Aan het einde van het jaar moet je kijken of de weegschaal in evenwicht is.

1 Beantwoord de onderstaande vragen. Bespreek daarna klassikaal.

a Wat als de balans aan het einde van het jaar overhelt naar de uitgaven?

b Wat als er aan de kant van de inkomsten nog minder ligt dan het jaar voorheen?

147 THEMA 4 HOOFDSTUK 9 ©VANIN
Bron: FOD Bosa

De overheidsbegroting is een overzicht dat de verwachte inkomsten en uitgaven van de overheid bepaalt voor een jaar. Het is vergelijkbaar met het budget van een huishouden of bedrijf. De begroting wordt eenmaal per jaar opgesteld door de regering en vervolgens aan het parlement voorgelegd. Het doel is net als bij een huishoudelijk budget een balans te vinden tussen de inkomsten en de uitgaven.

Wanneer de inkomsten groter zijn dan de uitgaven, heb je een begrotingsoverschot.

Wanneer de uitgaven groter zijn dan de inkomsten, heb je een begrotingstekort. Een goede overheidsbegroting zorgt voor economische stabiliteit en transparantie voor de burgers, want die willen graag weten wat er met hun belastinggeld gebeurt.

2 Beluister het fragment ‘Hoe wordt er gereageerd op de federale begroting (2022-2023)?’ van Radio 1 in het onlinelesmateriaal en beantwoord de onderstaande vragen.

a Met hoeveel wil de regering het begrotingstekort de komende 2 jaar verminderen?

b Welke maatregelen heeft de regering De Croo genomen? Vul aan.

• Verlenging van de voor gezinnen

• Een korting op de voor bedrijven

• Een overwinstbelasting voor de

• Een taks op

• Een bankentaks

• Schrapping van de woonbonus voor een woning

• Hogere accijnzen op

• Hogere belastingen op producten

• Belasting op groenten en fruit naar

• van het tijdskrediet om voor kinderen te zorgen

• subsidies voor bpost voor de krantenbedeling

• Inlevering van loon voor de minister

• Uitbreiding van het systeem van de

• Mogelijkheid voor studenten om meer te

• Extra geld voor de

• Belastinghervorming om meer over te houden

3 Ga via het onlinelesmateriaal naar de tekst over de begroting van 2024. Welke maatregelen worden er genomen?

a Vul de tekst aan.

b Markeer de maatregelen die rechtstreekse voordelen opleveren voor de burger in het geel.

Overheidsbegroting 9.1
148 THEMA 4 HOOFDSTUK 9 ©VANIN

• Het systeem van de wordt uitgebreid.

• De worden opgetrokken. Dat kan via een lastenverlaging voor werkgevers en werknemers die ingaat vanaf 1 april 2024.

• De wordt verhoogd. Dat moet 150 miljoen euro opleveren.

• In de strijd tegen fiscale constructies in wordt de kaaimantaks verhoogd.

• Het voor de sloop en heropbouw van een woning blijft op 6 procent voor particulieren.

• De tijdelijk verlaagde btw op de installatie van gaat vanaf 1 januari opnieuw van 6 naar 21 procent.

• Er komt een grote hervorming van het energietarief.

• diesel wordt duurder. De terugvordering van accijnzen wordt verminderd met 10 euro per 1 000 liter.

• Er komt ook een extra belasting op en op .

• Om de uitgaven te beperken wordt onder meer gekeken naar een herziening van de contracten met .

• Er wordt extra geïnvesteerd in voor de douane, verlaagde btw op warmtepompen, studies over de van de kerncentrales, ANPRcamera's, beveiliging van de stations, de strijd tegen , de heropbouw van de bescherming, de zorgcentra voor seksueel geweld en in asielcentra.

• De krijgt dan toch iets sneller een loonsverhoging.

• die zich engageren voor de Samenlevingsdienst zullen een vergoeding van 550 euro per maand krijgen.

4 Hoeveel bedraagt het begrotingstekort momenteel? Gebruik het internet.

5 Bekijk aandachtig de cartoon. Wat zou de cartoonist willen aantonen?

149 THEMA 4 HOOFDSTUK 9 ©VANIN

Eureka!

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

“Welke inkomsten en uitgaven heeft de overheid? Wat houdt de overheidsbegroting in?”

Forum

Wat denk je nu na onze bespreking van dit hoofdstuk? Duid aan of je het (on)eens bent. Geef daarna telkens twee argumenten voor elke aangeduide keuze. Is je standpunt gewijzigd?

Stellingen

1 Als de overheid meer geld uitgeeft dan ze ontvangt, moeten we ons zorgen maken.

2 Het is beter voor de overheid om minder geld uit te geven aan parken en bibliotheken, om zo de overheidsschuld te verminderen.

3 De verkeersboetes mogen nog stijgen, zodat de staatskas sneller gevuld wordt. |

Argumenten

Stelling 1 1 2

Stelling 2 1 2

Stelling 3 1 2

| \
| \
\
150 THEMA 4 HOOFDSTUK 9 ©VANIN

Synthese

Inkomstenbronnen

De overheid heeft allerlei inkomstenbronnen. Zo heft ze verschillende soorten belastingen zoals inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, btw en accijnzen. Verder int ze socialezekerheidsbijdragen van werkgevers en werknemers om aanvullende of vervangingsinkomens te financieren, zoals het groeipakket, pensioenen en werkloosheidsuitkeringen. Daarnaast heeft ze ook niet-fiscale inkomsten zoals vergoedingen, boetes en verkoop van staatsactiva, bijvoorbeeld gronden en gebouwen.

Uitgaven

De overheid heeft ook verschillende uitgavenposten. Zo heeft ze overdrachten van het federale niveau naar het niveau van de gemeenschappen en gewesten en het lokale niveau, zodat die hun taken kunnen opnemen. Bij de uitgaven op federaal niveau vinden we vooral socialezekerheidsuitgaven, uitgaven voor defensie, justitie, buitenlandse zaken … maar ook rentelasten in verband met de staatsschuld.

Begroting

De overheidsbegroting is een jaarlijks financieel plan dat de verwachte overheidsinkomsten en -uitgaven van de Belgische federale overheid weergeeft. Het is vergelijkbaar met het budget van een huishouden. De regering stelt de begroting op en legt die voor aan het parlement. Het doel is om een evenwicht te vinden tussen de inkomsten en de uitgaven. Er is een begrotingsoverschot wanneer de inkomsten groter zijn dan de uitgaven, het omgekeerde geeft een begrotingstekort

Bordschema

belastingen

inkomstenbronnen

socialezekerheidsbijdragen

niet-fiscale inkomsten

inkomstenbelasting vennootschapsbelasting btw accijnzen

de overheid

uitgaven

begroting

op federaal niveau

socialezekerheidsuitgaven defensie justitie

buitenlandse zaken rentelasten

begrotingsoverschot

begrotingstekort

9.1
151 THEMA 4 HOOFDSTUK 9 ©VANIN

Hoofdstuk

Welke impact heeft de overheid op de samenleving?

Waarover gaat dit hoofdstuk? c

In dit hoofdstuk bekijken we welke impact de overheid heeft op de samenleving en hoe ze de ongelijkheid tracht te beperken

Wat leer ik in dit hoofdstuk? c

Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.

Ik licht met voorbeelden toe welke impact de overheid heeft op de maatschappij.

Ik leg uit hoe de overheid de ongelijkheid tracht te beperken via belastingen, het systeem van de sociale zekerheid en het aanbod van collectieve goederen en diensten

socialezekerheidsstelsel – aanvullend inkomen – vervangingsinkomen – directe belastingen –getrapt systeem van inkomensbelastingen – indirecte belastingen – collectieve goederen en diensten Begrippen c

10
152 THEMA 4 HOOFDSTUK 10 ©VANIN

Intro

Lees de onderstaande krantenkoppen om een idee te krijgen van de rollen die de overheid speelt in onze maatschappij. Markeer de overheidsinstelling in elke krantenkop.

De provincieraad van Limburg wil de fietslease voor haar werknemers promoten.

De gemeenteraad van Westerlo keurt unaniem het nieuwe mobiliteitsplan toe.

De minister van Onderwijs wil meer geld voor kleuterscholen.

De minister van Justitie wil de slechte omstandigheden in de gevangenis aanpakken.

In meer dan 180 scholen in Vlaanderen en Brussel krijgen leerlingen op donderdag 25 april buiten les. Dit is een samenwerking tussen MOS, de Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Naar: omgeving.vlaanderen.be

153 THEMA 4 HOOFDSTUK 10 ©VANIN

In dit hoofdstuk zul je in drie stappen een antwoord formuleren op deze Breinbreker:

“Hoe kan de overheid ongelijkheid verminderen via belastingen en het systeem van de sociale zekerheid? Hoe kan de overheid via belastingen een impact hebben op de maatschappij? Waarom biedt de overheid collectieve goederen en diensten aan?”

Forum

Wat denk je nu al? Duid aan of je het (on)eens bent. Geef daarna telkens twee argumenten voor elke aangeduide keuze.

Stellingen

1 Als de overheid het waterverbruik meer zou belasten, dan zouden we zuiniger omgaan met die natuurlijke hulpbron.

2 Bepaalde socialezekerheidsuitkeringen zorgen ervoor dat de ontvangers minder gemotiveerd zijn om bijvoorbeeld werk te zoeken of zichzelf verder te ontwikkelen.

3 Sommige subsidies zouden heroverwogen moeten worden als ze niet het gewenste effect hebben.

Argumenten

Stelling 1 1 2

Stelling 2 1 2

Stelling 3 1 2

| \
| \
| \
154 THEMA 4 HOOFDSTUK 10 ©VANIN

Parcours

STAP 1 Hoe kan het systeem van de sociale zekerheid zorgen voor minder ongelijkheid?

Een van de belangrijkste doelstellingen van de overheid is zorgen voor een rechtvaardige inkomensverdeling. Niet iedereen heeft het geluk een job te hebben. Sommige mensen zijn gedurende een bepaalde periode in hun leven werkloos. Anderen werken wel, maar komen dan weer niet of nauwelijks rond met hun inkomen. Gelukkig bestaat er in België zoiets als een sociaal vangnet. Het socialezekerheidsstelsel probeert ervoor te zorgen dat iedereen in België een leefbaar inkomen heeft. De sociale zekerheid betaalt de burgers daarom een aanvullend of vervangingsinkomen.

1 Bekijk het videofragment.

2 Gebruik een tool naar keuze om de werking van het socialezekerheidssysteem te visualiseren, waarbij je een antwoord geeft op de volgende vragen:

a Hoe wordt het systeem gefinancierd?

b Welke aanvullende en vervangingsinkomens worden uitgekeerd zodat iedereen in België een leefbaar inkomen heeft?

Het systeem van de sociale zekerheid wordt gefinancierd door enerzijds de sociale bijdragen van werknemers, werkgevers en zelfstandigen en anderzijds door overheidsmiddelen. De overheid speelt een centrale rol bij het reguleren, financieren en uitvoeren van het systeem, met als doel een sociaal vangnet te bieden voor alle burgers. Systeem van de

Het socialezekerheidsstelsel probeert ervoor te zorgen dat iedereen in België een leefbaar inkomen heeft. De sociale zekerheid betaalt de burgers daarom een aanvullend inkomen of een vervangingsinkomen

155 THEMA 4 HOOFDSTUK 10 ©VANIN
sociale zekerheid 10.1

Hoe kunnen belastingen bijdragen tot een rechtvaardige verdeling van inkomens en een impact hebben op de maatschappij?

De overheid probeert vooral via de personenbelasting (een vorm van directe belastingen) voor meer inkomensgelijkheid te zorgen. De personenbelasting wordt globaal geheven op alle belastbare inkomsten gedurende één jaar. De aangifte van de belastingen gebeurt altijd na afloop van het jaar. Daarom werkt de fiscus met een aanslagjaar (jaar waarin je de belasting aangeeft) en een inkomstenjaar. Dat laatste is het jaar waarin de inkomsten verworven zijn en gaat dus aan het aanslagjaar vooraf.

In België hanteren we een getrapt systeem van inkomstenbelasting. Dat is een belastingstelsel waarbij het belastingtarief toeneemt naarmate het inkomen van een persoon hoger wordt. Met andere woorden: hoe hoger het inkomen, hoe hoger het belastingtarief waartegen dat inkomen belast wordt.

Het getrapte systeem van inkomstenbelasting bestaat uit verschillende belastingschalen of -schijven, waarbij op elke schijf een ander tarief van toepassing is. Het doel van een getrapt systeem van inkomstenbelasting is om de belastingdruk rechtvaardiger te verdelen, waarbij hogere inkomens proportioneel meer belasting betalen dan lagere inkomens. Dat draagt bij aan de herverdeling van de welvaart en kan helpen om inkomensongelijkheid te verminderen.

1 Zoek op het internet de belastingtarieven voor het huidige aanslagjaar. Noteer ze hieronder.

2 Bereken nadien de basisbelasting voor iemand met een belastbaar inkomen van 35 000,00 euro.

STAP 2
Getrapt systeem van de personenbelasting 10.2 156 THEMA 4 HOOFDSTUK 10 ©VANIN

Naast de personenbelasting, een vorm van directe belastingen, heeft de overheid ook een belangrijke impact via de indirecte belastingen. Zo hanteert ze voor bepaalde categorieën van goederen en diensten een lager btw-tarief, wat een invloed heeft op de prijsvorming. Door accijnzen en suikertaksen te heffen, probeert de overheid het gebruik van ongezonde producten zoals rookwaren en alcoholische dranken af te remmen. Indirecte

3 Bestudeer de onderstaande infographic over dranken, de populairste categorie bij grensaankopen. Op welke manier probeert de Belgische overheid het gebruik van alcoholische dranken te verminderen? Welke voordelen heeft dat voor de maatschappij?

accijns

Vergelijking van de fiscaliteit in België en in Frankrijk

verpakkingsheffing

btw

Groene Punt

gezondheidstaks specifieke heffing btw

Groene Punt

België Frankrijk
10.3
belastingen
157 THEMA 4 HOOFDSTUK 10 ©VANIN

STAP 3 Hoe dragen collectieve goederen en diensten bij aan de maatschappij?

1 Lees in het digitale dagboek van Dagmar welke rol de overheid speelt in haar leven.

2 Markeer met welke overheidsdiensten Dagmar in aanraking komt.

07.00 uur - Ik sta op en neem een lekkere douche. Gisteren hebben we tijdens een projectdag over de SDG’s op school gezien dat het niet vanzelfsprekend is dat er overal zuiver en voldoende water uit de kraan komt. Gelukkig is dat in ons land wel het geval.

07.30 uur - Ik loop even naar de brievenbus, want ik kijk uit naar de brochure van de vakantiekampen van Heyo waaraan ik graag wil deelnemen. De postbode komt meestal rond deze tijd langs.

07.40 uur - Snel ontbijten, want ik moet de bus nemen naar school. Mijn mama ergert zich aan het feit dat ik weer op zoek moet naar mijn abonnement van De Lijn.

07.55 uur - Gelukkig is de bushalte vlakbij en haal ik de bus nog. Op weg naar de bushalte heb ik de papa van mijn vriendin Charlotte gezien. Hij werkt bij de groendienst van de gemeente en was druk bezig om de bloemperkjes in de buurt van de gemeentelijke speeltuin te verzorgen.

08.20 uur - Het is weer ontzettend druk in de buurt van de school. ’s Morgens en op het einde van de schooldag regelt de politie het verkeer aan de schoolpoort, zodat de leerlingen die met de fiets of bromfiets naar school komen, ook veilig aankomen.

08.30 uur - De schoolbel gaat. Sinds de krokusvakantie vinden de lessen niet meer plaats in containerklassen, maar in een splinternieuw gebouw. Het is nog altijd even wennen. Vandaag is het een leuke dag, want we gaan met de klas naar een toneelvoorstelling in het cultureel centrum van de stad.

12.00 uur - Deze middag ga ik bij mijn opa langs om hem wat gezelschap te houden. Hij is net terug uit het ziekenhuis. Mijn oma is al enkele jaren geleden gestorven en omdat hij niet goed te been is, maakt hij sinds kort gebruik van een dienst van het OCMW die maaltijden aan huis levert.

13.30 uur - Op school moet ik voor Nederlands een boek lezen. Daarom ga ik eerst even naar de stedelijke bibliotheek om dat boek te lenen.

14.30 uur - Wanneer ik thuis aankom, is het even schrikken, want er staat een brandweerwagen voor de deur. Mama had de brandweer gebeld om een wespennest te komen verwijderen.

16.00 uur - Mijn zusje is al een tijdje ongeduldig aan het wachten om samen met mama en mij te vertrekken naar het gemeentelijk zwembad. Ze zit in een rolstoel. Tot nu toe was het zwembad niet toegankelijk voor rolstoelgebruikers, maar nu zijn de ingang, de toegang tot het zwembad zelf en de kleedkamers toegankelijk gemaakt voor mensen met een beperking.

18.30 uur - Na het eten ga ik naar boven om mijn huiswerk te maken. Papa roept nog even dat ik niet mag vergeten de vuilniszakken buiten te zetten. Het is deze week mijn beurt om dat te doen.

158 THEMA 4 HOOFDSTUK 10
©VANIN

3 Waarom denk je dat de overheid die diensten aanbiedt?

De overheid biedt gratis of tegen een lage kostprijs collectieve goederen en diensten aan om tegemoet te komen aan collectieve behoeften van de brede beroepsbevolking en om de levenskwaliteit te verbeteren.

© Shutterstock/Florin Cnejevici
Collectieve goederen en diensten 10.4 159 THEMA 4 HOOFDSTUK 10
©VANIN

Eureka!

Wat denk je nu over de Breinbreker die we aan het begin van dit hoofdstuk formuleerden?

“Hoe kan de overheid ongelijkheid verminderen via belastingen en het systeem van de sociale zekerheid? Hoe kan de overheid via belastingen een impact hebben op de maatschappij?

Waarom biedt de overheid collectieve goederen en diensten aan?”

Wat denk je nu na onze bespreking van dit hoofdstuk? Duid aan of je het (on)eens bent. Geef daarna telkens twee argumenten voor elke aangeduide keuze. Is je standpunt gewijzigd?

Stellingen

1 Als de overheid het waterverbruik meer zou belasten, dan zouden we zuiniger omgaan met die natuurlijke hulpbron.

2 Bepaalde socialezekerheidsuitkeringen zorgen ervoor dat de ontvangers minder gemotiveerd zijn om bijvoorbeeld werk te zoeken of zichzelf verder te ontwikkelen.

3 Sommige subsidies zouden heroverwogen moeten worden als ze niet het gewenste effect hebben.

Argumenten

| \
| \
| \
Stelling
1 2 Stelling 2 1 2 Stelling 3 1 2 Forum 160 THEMA 4 HOOFDSTUK 10 ©VANIN
1

Synthese

Systeem van de sociale zekerheid

Het systeem van sociale zekerheid in België is opgebouwd rond een aantal pijlers die verschillende sociale risico's afdekken zoals gezondheidszorg, pensioenen, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en gezinsbijslagen.

Het socialezekerheidsstelsel probeert ervoor te zorgen dat iedereen in België een leefbaar inkomen heeft. De sociale zekerheid betaalt de burgers daarom een aanvullend inkomen of een vervangingsinkomen.

Het systeem van de sociale zekerheid wordt gefinancierd door enerzijds de sociale bijdragen van werknemers, werkgevers en zelfstandigen en anderzijds door overheidsmiddelen.

De overheid speelt een centrale rol bij het reguleren, financieren en uitvoeren van het systeem, met als doel een sociaal vangnet te bieden voor alle burgers.

Belastingen

In België hanteren we een getrapt systeem van inkomstenbelasting. Dat is een belastingstelsel waarbij het belastingtarief toeneemt naarmate het inkomen van een persoon hoger wordt. Met andere woorden: hoe hoger het inkomen, hoe hoger het belastingtarief waartegen dat inkomen belast wordt.

Het doel van een getrapt systeem van inkomstenbelasting is om de belastingdruk rechtvaardiger te verdelen, waarbij hogere inkomens proportioneel meer belasting betalen dan lagere inkomens. Dat draagt bij aan de herverdeling van de welvaart en kan helpen om inkomensongelijkheid te verminderen.

Naast de personenbelasting, een vorm van directe belastingen, heeft de overheid ook een belangrijke impact via de indirecte belastingen. Zo hanteert ze voor bepaalde categorieën van goederen en diensten een lager btwtarief, wat een invloed heeft op de prijsvorming. Door accijnzen en suikertaksen te heffen, probeert de overheid het gebruik van ongezonde producten zoals rookwaren en alcoholische dranken af te remmen.

Collectieve goederen

De overheid biedt gratis of tegen een lage kostprijs collectieve goederen en diensten aan, zoals onderwijs, sociale huisvesting … om tegemoet te komen aan collectieve behoeften van de brede beroepsbevolking en om de levenskwaliteit te verbeteren.

10.1 10.2 10.3 10.4 161 THEMA 4 HOOFDSTUK 10 ©VANIN

Bordschema

socialezekerheidsstelsel

belastingen

collectieve goederen

aanvullend inkomen

vervangingsinkomen

hoe hoger het inkomen, hoe hoger het belastingtarief personenbelasting

directe belastingen

indirecte belastingen

verbetering levenskwaliteit

getrapt systeem van inkomstenbelasting

gratis

tegen lage kostprijs

162 THEMA 4 HOOFDSTUK 10 ©VANIN
©VANIN
©VANIN

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.