1 minute read
VERKEN
Î Hoe werken regelsystemen?
OPDRACHT 1
Vul de tekst en het schema aan met de correcte begrippen. Kies uit:
bijsturen – effectoren – geleider – hormonaal stelsel – informatie – meten – prikkel – reactie – receptoren – regelsystemen – zenuwstelsel Je wilt prettig kunnen ‘wonen’ in je lijf, ondanks de soms veranderende omstandigheden van buitenaf of binnenin: je wilt het niet te warm of te koud hebben, je wilt voldoende brandstof, bouwstoffen en zuurstofgas in je lichaam, je wilt de juiste vochtbalans, en ga zo maar door … In het vorige thema leerde je dat een organisme over beschikt om die veranderingen op te vangen en het lichaam optimaal te laten werken in veranderende omstandigheden. Regelsystemen helpen je bij het , controleren en indien nodig van bijvoorbeeld de lichaamstemperatuur, bloedsuikerspiegel, concentratie van zuurstofgas in je bloed, vochthuishouding … Je leerde dat je prikkels kunt opvangen met . Daarna geleidt het of het de over die prikkel naar de . Zij voeren een reactie uit. waarneembare verandering lichaamsdeel dat de prikkel herkent en opvangt lichaamsdeel dat informatie geleidt lichaamsdeel dat een reactie uitvoert signaal signaal ©VAN IN actie als antwoord op de prikkel