VERKEN
Î Hoe werken regelsystemen? OPDRACHT 1
Vul de tekst en het schema aan met de correcte begrippen. Kies uit: bijsturen – effectoren – geleider – hormonaal stelsel – informatie – meten – prikkel – reactie – receptoren – regelsystemen – zenuwstelsel
Je wilt prettig kunnen ‘wonen’ in je lijf, ondanks de soms veranderende omstandigheden van buitenaf of binnenin: wilt de juiste vochtbalans, en ga zo maar door …
In het vorige thema leerde je dat een organisme over
IN
je wilt het niet te warm of te koud hebben, je wilt voldoende brandstof, bouwstoffen en zuurstofgas in je lichaam, je
om die veranderingen op te vangen en het lichaam optimaal te laten werken in veranderende omstandigheden. Regelsystemen helpen je bij het
beschikt
, controleren en indien nodig
van bijvoorbeeld de lichaamstemperatuur, bloedsuikerspiegel, concentratie van
zuurstofgas in je bloed, vochthuishouding … Daarna geleidt het
over die prikkel naar de
of het
. Zij voeren een reactie uit.
©
VA
de
.
N
Je leerde dat je prikkels kunt opvangen met
waarneembare verandering
lichaamsdeel dat de prikkel herkent en opvangt signaal
lichaamsdeel dat informatie geleidt signaal
lichaamsdeel dat een reactie uitvoert
actie als antwoord op de prikkel
THEMA 02
verken
97