7 minute read

doorheen de plant vervoerd?

Next Article
CHECK IT OUT

CHECK IT OUT

WEETJE Een plant is opgebouwd uit verschillende grote delen. Elk plantendeel is opgebouwd uit weefsels. • De wortel: —bestaat uit: hoofdwortel en zijwortels met wortelharen of bijwortels met wortelharen; —belangrijke weefsels: epidermis met wortelharen, cortex, vulweefsel, meristeem en transportweefsels: xyleem en floëem. • De stengel: —belangrijke weefsels: vulweefsel, meristeem en vaatbundels: xyleem en floëem. • Het blad: —belangrijke weefsels: transportweefsels: xyleem en floëem, palissadevulweefsel, sponsvulweefsel en epidermis met huidmondjes. • De bloem • De vrucht met zaden Water en opgeloste stoffen worden vanuit de wortel naar alle delen van de plant getransporteerd. Dat gebeurt via de transportweefsels. ` Maak oefening 1 en 2 op p. 375. 1.2 Langs welke weg worden stoffen via het transportweefsel doorheen de plant vervoerd? A Transport van water In opdracht 4 ontdekte je al dat water en opgeloste stoffen vanuit de bodem naar de bloemdelen boven in de plant worden vervoerd. De plant heeft dat water nodig om aan fotosynthese te doen. We bestuderen de weg van dat transport doorheen de plant. De epidermis is nog bedekt met een waslaagje of cuticula dat het blad beschermt tegen uitdroging of ziekteverwekkers. Bij sommige bladeren kan dat waslaagje heel dik zijn. ©VAN IN

Via welke plantendelen verloopt het transport van water?

1 Onderzoeksvraag

Noteer een onderzoeksvraag. 2 Hypothese 3 Benodigdheden … 4 maatcilinders (100 ml) … water … sla- of olijfolie … 3 diepvrieszakjes … 3 elastiekjes … 3 takjes van dezelfde grootte … custardpoeder … spatel 4 Werkwijze 1 Giet in vier maatcilinders 100 ml leidingwater en schrijf er de letters A, B, C en D op. 2 Plaats in maatcilinders B, C en D een takje met respectievelijk 0, 4 en 8 blaadjes. 3 Giet in elke maatcilinder een klein beetje olie, zodat er een dun laagje waarneembaar is. 4 Plaats over maatcilinders B, C en D een plastic zakje, dat je afsluit met een elastiekje. 5 Laat de maatcilinders enkele dagen staan. 6 Bekijk de binnenkant van de diepvrieszakjes en breng een beetje custardpoeder in contact met de druppels. water olie liguster ©VAN IN

A B C D

5 Waarneming a Bij welke maatcilinder zie je vocht aan de binnenzijde van het plastic zakje? B / C / D

b Het vloeistofniveau is het meest gedaald in maatcilinder(s): A / B / C / D

c Het vloeistofniveau is het minst gedaald in maatcilinder(s): A / B / C / D

d Het vloeistofniveau is niet gedaald in maatcilinder(s): A / B / C / D

e Wat neem je waar als het droge custardpoeder in contact komt met de druppels?

6 Verwerking a Welke stof kun je opsporen met custardpoeder? b Langs waar is het water uit de plant verloren gegaan? c Waarom verdwijnt er water uit de maatcilinders? 7 Besluit Noteer een besluit. 8 Reflectie a De uitvoering van de proef verliep vlot / niet vlot (schrap wat niet past), omdat: b Wat zou er gebeuren als we in een extra maatcilinder een tak met nog meer bladeren zouden plaatsen? Water dat via de stengel naar boven in de plant wordt getransporteerd, kan verdampen via de bladeren. Naargelang er meer water verdampt, wordt er ook meer water opgenomen door de wortels. Dat opwaarts transport van water en opgeloste stoffen gebeurt via de ©VAN IN houtvaten in het xyleem.

WEETJE Het water stroomt met een snelheid van 1 tot 6 m/uur in de vaatbundels (Ø 25-75 µm) van dunne bomen en 16 tot 45 m/uur in de vaatbundels (Ø 100 – 200 µm) van dikke bomen.

OPDRACHT 8 Op de onderstaande afbeelding zie je een microscopisch beeld van het blad van een prei. Beantwoord de vragen. 1 Welk weefsel herken je op de afbeelding? 2 Waar komt dat weefsel voor bij de plant? 3 Hoe kun je huidmondjes herkennen? 4 Wat is de functie van de huidmondjes? 5 Op de microfoto van afb. 190 zie je een andere afbeelding van de epidermis met huidmondjes. In welke cellen voornamelijk kun je bladgroenkorrels of chloroplasten waarnemen? ©VAN IN Het is via de openingen, de huidmondjes, dat de verdamping gebeurt. De meeste huidmondjes liggen in de epidermis van de bladeren.

B Transport van assimilaten

Voor planten is water voor meerdere processen van belang. Eén daarvan is de fotosynthese. Fotosynthese kan plaatsvinden in de cellen die bladgroenkorrels bevatten, dus in alle groene delen van de plant. In het fotosyntheseproces vormt de plant glucose, een energierijke stof. Glucose wordt door de plant zelf opgebouwd; het is een assimilaat. Nadien worden de glucosemoleculen aaneengeschakeld tot grotere moleculen, zetmeel. Zetmeel is ook een assimilaat. Tijdens assimilatie worden er in planten organische stoffen gevormd uit eenvoudige bouwstenen. Om uit die organische stoffen energie te halen, breken de planten die weer af. Dat is de dissimilatie. Dieren halen hun bouwstenen uit voeding, bijvoorbeeld uit de voedingsstof glucose. Als er te veel glucose is in het lichaam, dan kan glucose worden omgezet naar vetten. Die vetten worden bij glucosetekort in het lichaam als energiebron gebruikt. Bij dieren wordt voor de opbouw van stoffen de term anabolisme gebruikt, en voor de afbraak de term katabolisme. WEETJE OPDRACHT 9 ONDERZOEK Welke weg leggen de assimilaten af in de plant? 1 Onderzoeksvraag Waar bevindt zich zetmeel in de plant? 2 Hypothese Noteer een hypothese. 3 Benodigdheden … kruidachtige plant met wortel (herderstasje, paardenbloem, geranium) … aardappel … (scalpeer)mesje … flesje lugol ©VAN IN

4 Werkwijze 1 2 3 Snijd met een scalpeermesje een zijwortel door en breng een beetje lugol aan op het snijvlak. Snijd met een scalpeermesje een zijstengel door en breng een beetje lugol aan op het snijvlak. Snijd met een mesje de aardappel doormidden en breng een beetje lugol aan op het snijvlak. 5 Waarneming Wat neem je waar bij de drie plantendelen? 6 Verwerking a Voor welke stof is lugol een indicator? b Uit welke bouwstenen is zetmeel opgebouwd? c Waar in de plant wordt die stof aangemaakt? e Tijdens welk proces gebeurt dat? f Waarom heeft de plant die stof nodig? 7 Besluit Noteer een besluit. ©VAN IN

8 Reflectie a De uitvoering van de proef verliep vlot / niet vlot (schrap wat niet past), omdat:

b Vergelijk je hypothese met je besluit. ©VAN INEen aardappel groeit onder de grond en er groeit een stengel uit die boven de grond komt. Je zou denken dat de aardappel een wortel is, maar het is een stengel. Dat kun je zien aan de kleine kuiltjes of ogen op de aardappels. Daarin bevindt zich een knop. Wortels bevatten geen knoppen, die komen alleen op stengels voor. De aardappel is wel een speciale stengel, want hij groeit onder de grond en bevat reservestoffen voor de plant. We noemen die stengel daarom een stengelknol. WEETJE oog In de eerste graad leerde je dat planten via het fotosyntheseproces energie van de zon opslaan in glucose. Glucose is dus een energierijke stof. De fotosynthese vindt plaats in de groene delen van de plant. Tijdens celademhaling worden de energierijke stoffen omgezet naar energiearme stoffen waardoor de opgeslagen energie vrijkomt. De celademhaling vindt plaats in alle cellen van de plant. De energie die vrijkomt, wordt gebruikt om te groeien en om allerlei processen te regelen. De assimilaten worden geproduceerd in de bladeren en verbruikt in alle plantendelen; er is dus transport nodig. Het transport van die assimilaten naar alle cellen van de plant gebeurt via de zeefvaten van het floëem. Dat transport kan dus zowel naar boven als naar beneden verlopen.

blad

water

Afb. 191 De transportwegen van stoffen in de plant

houtvaten (xyleem) zeefvaten (floëem) deelweefsel zeefvaten houtvaten opname van water en mineralen glucose zuurstofgaskoolstofdioxidegas huidmondje bladgroenkorrel cel in het blad Stoffen die door de wortel worden opgenomen uit de bodem verplaatsen zich via de houtvaten van het xyleem opwaarts naar de cellen in heel de plant. De aangemaakte organische stoffen of assimilaten (bv. glucose, zetmeel) en zuurstofgas verplaatsen zich zowel opwaarts als neerwaarts via de zeefvaten van het floëem naar de cellen in heel de plant. Celademhaling is daardoor mogelijk in alle cellen van de plant. Ø ` Maak oefening 3, 4 en 5 op p. 375. ©VAN IN

This article is from: