Mavo & ik 3 - inkijkexemplaar

Page 1

©VANIN

©VANIN

©VANIN

©VANIN

INHOUD

INHOUD | 3 Mavo & ik HOOFDSTUK 1: De wereld om ons heen 9 HOOFDSTUK 2: Ik (b)en de andere 35 HOOFDSTUK 3: Online in je blootje 6 4 HOOFDSTUK 4: Een ingewikkeld land 90 HOOFDSTUK 5: I’m an artist 126 HOOFDSTUK 6: Ruimte en planeten 155 HOOFDSTUK 7: Een wereld in groei 183 HOOFDSTUK 8: Hoe het vroeger anders was ... 210 WOORDENLIJST 233 KAARTEN 243 TIJDLIJN 24 6
©VANIN

©VANIN

STARTEN MET M avo & ik

Welkom bij Mavo & ik. We leggen graag even uit hoe je met dit leerwerkboek aan de slag gaat.

O p weg met Mavo & ik 1

Het leerwerkboek bestaat uit acht hoofdstukken. Deze spilfiguren nemen je mee op weg.

In hoofdstuk 1: De wereld om ons heen gaan we op wereldreis. We ontdekken waar ons voedsel vandaan komt en hoe het hier belandt. En nog veel meer!

In hoofdstuk 2: Ik (b)en de andere gaan we op ontdekkingstocht naar wie we zijn, van welke groepen we deel uit maken en hoe dat ons leven bepaalt.

Je seksualiteit ontdekken gebeurt steeds vaker online. En dat verloopt niet altijd even prettig ... In hoofdstuk 3: Online in je blootje helpen we je mee op weg.

België is een ingewikkeld land. In hoofdstuk 4: Een ingewikkeld land leren we hoe ons land in elkaar zit en hoe onze democratie werkt.

Mavo & ik STARTEN MET MAvO & IK | 5
Adila
Elena Jack Anouar
©VANIN

In hoofdstuk 5: I’m an artist mag je helemaal uit de bol gaan! We maken een eigen kunstwerk en leren een heleboel bij over kunst in al zijn vormen.

Ik neem je mee op ruimtereis in hoofdstuk

6: Ruimte en planeten. We leren alle planeten kennen in ons zonnestelsel en ontdekken waarom we seizoenen hebben en hoe eb en vloed ontstaan.

De wereldbevolking wordt alsmaar groter: er komen steeds meer mensen bij. Hoe houdt onze aarde dat vol? In hoofdstuk 7: Een wereld in groei gaan we op zoek naar de antwoorden op die vraag.

We sluiten af met hoofdstuk 8: Hoe het vroeger anders was en leren hoe het moet geweest zijn om te leven in een andere tijd.

O riënteren

Een inleidende oefening over het onderwerp

Een brainstormsessie

Voorkennis activeren

v oorbereiden

De noodzakelijke kennis en vaardigheden voor het U-gedeelte worden hier aangeleerd en aangereikt.

Werkvormen worden aangeleerd.

U itvoeren

©VANIN

Pas wat je aangeleerd hebt toe op een nieuwe oefening of situatie.

R eflecteren

Elk hoofdstuk is ingedeeld in opdrachten. De kleur van de opdracht geeft aan welke stap binnen OVUR aan bod komt. Bij de laatste opdracht (reflecteren) ga je na in hoeverre je een lesdoel bereikt hebt. Verder oefenen doe je via diddit.

Vraag feedback aan je klasgenoten. Bespreek de samenwerking in groep. Evalueer jezelf.

Mavo & ik 6 | STARTEN MET MAvO & IK
Mila Marieke Julan Lotte

Checklist

We willen graag dat je vorderingen maakt en dat je reflecteert op je taken en leert uit feedback.

Ik kan het. Hier kan ik nog groeien.

Ik kan de zeven werelddelen opsommen. ¨ ¨

Ik kan de zeven werelddelen aanduiden op een blanco wereldkaart. ¨ ¨

Ik kan de transportstroom van goederen afleiden van een kaart. ¨ ¨

Ik kan de transportstroom van goederen aanduiden op een kaart. ¨ ¨

Ik kan de vluchtelingenstromen afleiden van een kaart.

Elk hoofdstuk eindigt met een checklist. Het is een hulpmiddel om zelf zicht te krijgen of je de doelen, waaraan we in het hoofdstuk gewerkt hebben, al dan niet onder de knie hebt.

H andig voor onderweg

Ik kan met een voorbeeld uitleggen dat bepaalde factoren de betekenis van een plaats kunnen beïnvloeden.

Ik kan situeren met behulp van de windstreken. ¨

Ik kan samenwerken per twee of in een groep.

In de loop van elk hoofdstuk word je ondersteund door een aantal hulpmiddelen.

Moeilijke woorden herken je aan de stippellijn. Sommige moeilijke woorden worden extra uitgelegd in een begrippenkader.

Woordenlijst

Hoofdstuk 1 Woord Verklaring In je eigen woorden aanzienlijk Behoorlijk veel het alternatief De andere mogelijkheid de bui voelen hangen De narigheid of de moeilijkheden die gaan volgen, al zien aankomen concreet Duidelijk, echt finaal Compleet, totaal de Italiaanse laars Italië de mensenrechten De rechten die mensen hebben, zoals recht op onderdak, onderwijs, voedsel, gelijke behandeling … de optie De keuze oriënteren Bepalen op welke plaats je bent de producent Een aanbieder van producten of diensten de transportstroom De weg die een product aflegt van het land van herkomst tot het land waar het product verkocht wordt uitwijken Vluchten, naar een andere plaats gaan de vluchteling Iemand die op de vlucht gaat of is (op zoek naar veiligheid) het wereldblok Een verzameling van verschillende landen die bij elkaar in de buurt liggen en een gemeenschappelijk kenmerk delen

Hoofdstuk 2 Woord Verklaring In je eigen woorden de allochtone roots Jij of (een deel van) je familie is afkomstig uit een ander land. de assimilatie Je volledig aanpassen aan de maatschappij waarin je nu leeft en je volledig gaan gedragen zoals de mensen die er geboren zijn. Je geeft je oude identiteit op. extravert Iemand die naar buiten gekeerd is, op de buitenwereld gericht is, die contact zoekt met anderen en makkelijk zichzelf aan anderen laat zien. Extraverte personen zien zichzelf het liefst omringd door anderen en krijgen energie van dingen doen.

Mavo&ik3_LWB_09_Nawerk.indd

Woordenlijst 1

Theoretische tijdzones: 24 uurzones, verdeeld over de aarde volgens de meridianen. Werkelijke tijdzones: verschillende tijdzones, gebaseerd op de theoretische tijdzones, maar anders verdeeld over de aarde volgens afspraken tussen landen en regio’s.

In de woordenlijst vind je alle onderstreepte woorden terug, alfabetisch gerangschikt per hoofdstuk. In de laatste kolom kun je ook nog in je eigen woorden de begrippen verklaren. Zijn er nog moeilijke woorden die niet in de lijst staan? Voeg ze gerust zelf toe.

Filmpjes en ander materiaal kun je rechtstreeks bekijken door de QR-code te scannen, of online via diddit.

KINDERRECHTEN MENSENRECHTEN

In een chatbox ga je in groepjes of met de hele klas een gesprek voeren over een bepaalde stelling. Het is de bedoeling dat je luistert naar elkaars mening en leert hoe anderen denken.

CHATBOX

Wat vinden jullie? Moet het versturen van ongewenste seksuele afbeeldingen strafbaar zijn?

Wanneer wel? Wanneer niet?

Welke straf of boete vinden jullie billijk?

De volgende iconen helpen je ook nog een eind op weg:

Het beeldfragment dat hierbij hoort, vind je online.

Groepswerk

Je oefent je ICT-vaardigheden.

Je vindt online een ontdekplaat.

©VANIN

Je vindt online extra (ondersteunend) materiaal.

Deze opdrachten zijn een extra verdieping of bieden een extra uitdaging.

Mavo & ik STARTEN MET MAvO & IK | 7
2
¨ ¨
¨
¨
¨
¨ ¨

Leerstof kun je inoefenen op jouw niveau.

Je kunt vrij oefenen en de leerkracht kan ook voor jou oefeningen klaarzetten.

Hier vind je de opdrachten terug die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.

Hier kan de leerkracht toetsen en taken voor jou klaarzetten.

Benieuwd hoe ver je al staat met oefenen en opdrachten? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.

Hier vind je het lesmateriaal per hoofdstuk, zoals videobestanden en de animatiefilmpjes van de spilfiguren.

©VANIN

Mavo & ik 8 | DIDDIT: HET ONLINELEERPLATFORM BIJ MAvO & IK
het onlineleerplatform
bij Mavo & ik

HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN

OPDRACHT 1: Onze wereld

Hoe goed ken jij de wereld(delen)?

Stap 1: Lees eerst de onderstaande vragen.

Stap 2: Probeer dan de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. Werk in potlood als je twijfelt.

Stap 3: Bekijk nu de video over de werelddelen.

Stap 4: O verloop je antwoorden nog een keer en pas aan indien nodig.

Stap 5: Vergelijk vervolgens je antwoorden met die van een klasgenoot.

Stap 6: Je leerkracht overloopt de antwoorden. Verbeter of vul aan indien nodig. Schrijf nu alle antwoorden met balpen.

Welk werelddeel is het grootste?

Welk werelddeel is het kleinste?

In welke twee werelddelen ligt Rusland, het grootste land ter wereld?

De K ilimanjaro is een hoge berg in Tanzania. De berg staat vooral bekend om zijn eeuwige sneeuw. In welk werelddeel ligt de Kilimanjaro?

In welk werelddeel liggen de meeste landen?

Vaticaanstad is het kleinste land ter wereld. In welk werelddeel kun je dat land bezoeken?

Welk werelddeel telt het grootste aantal inwoners?

In welke twee werelddelen ligt Turkije?

9 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN
BEKIJK v IDEO
O
1 2 3 4 5 6 7 8 ©VANIN

In welk werelddeel kun je over de Chinese Muur, de langste muur ter wereld, lopen?

In welk werelddeel ligt de Mount Everest, de hoogste berg ter wereld?

Welk werelddeel ligt ten zuiden van Europa?

Waar ligt de Sahara, de grootste woestijn ter wereld?

In welk werelddeel ligt de Amazone, de langste rivier ter wereld?

Canada behoort samen met de VS tot hetzelfde werelddeel. Welk werelddeel is dat?

Welk werelddeel telt het kleinste aantal inwoners?

Welk werelddeel bestaat enkel uit eilandjes?

Welk werelddeel is volledig bedekt met sneeuw en ijs?

Welk werelddeel staat bekend om zijn carnaval?

OPDRACHT 2: Onze wereld op kaart

1 Vul aan. Deze opdracht maak je per twee.

Horizontaal

1 Deze lijn verdeelt de aarde in een noordelijk en zuidelijk halfrond.

2 Werelddeel waarin de grootouders van Anouar wonen

3 Werelddeel dat volledig op het noordelijk halfrond ligt

Verticaal

4 Werelddeel waarin het geboorteland van Julan ligt

5 Bovenaan op de aarde

6 Kleinste werelddeel

©VANIN

7 Onderaan op de aarde

8 Werelddeel waar geen mensen wonen

9 Werelddeel ten zuiden van Noord-Amerika

10 Deze lijn verdeelt de aarde in een oostelijk en westelijk halfrond.

11 Werelddeel waarin België ligt

10 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN
O
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18

Stap 1: Noteer eerst alle woorden uit het kruiswoordraadsel in de kadertjes op de kaart. Schrijf in potlood als je twijfelt.

Stap 2: Laat de leerkracht je antwoorden controleren.

Tussentijdse feedback door de leerkracht

©VANIN

Stap 3: Vervolledig vervolgens de kaart met de halfronden.

Stap 4: De oplossing wordt klassikaal overlopen.

11 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN
8 1 9 4 10 2 11 756 3 -
2 Vul de wereldkaart op de volgende bladzijde aan.

©VANIN

12 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN

3 Oriënteren door middel van de windstreken

Oriënteren met behulp van de windstreken wil zeggen dat je de windstreken gebruikt om je plaats te bepalen op een plattegrond of kaart. Dat is de standaardmethode die op een kaart wordt toegepast.

Stap 1: Plaatsbepalend oriënteren

Vul aan met behulp van het oriëntatieblad dat de leerkracht jou zal geven.

Op een kaart ligt:

• Europa Afrika.

• Azië Europa.

• Zuid-Amerika Noord-Amerika.

• Noord-Amerika Europa.

Stap 2: Oriënteren met behulp van de windstreken

Aardrijkskundig oriënteren we ons altijd met behulp van de windstreken. Gebruik het tweede oriëntatieblad om de volgende opdracht te maken.

a Vul aan met een windstreek. Gebruik de wereldkaart (p. 12 of via de QR-code).

Op een kaart ligt:

• Europa ten van Afrika en ten van Azië.

• A zië ten van Europa.

• Zuid-Amerika ten van Noord-Amerika.

• Noord-Amerika ten van Europa.

• Antarctica ten van Afrika.

• Oceanië ten van Afrika.

• Zuid-Amerika ten van Afrika.

b Vul aan met een windstreek. Ditmaal gebruik je de kaart van Europa (p. 244 of via de QR-code).

• Ten van België ligt Nederland.

• België ligt ten van Frankrijk.

• Duitsland ligt ten van België.

• De Noordzee grenst aan het van België.

©VANIN

• Ten van België ligt Luxemburg.

• In het grenst België aan Frankrijk.

• Ten van Zwitserland ligt Italië.

• Duitsland grenst in het aan Denemarken.

• Ten van Polen vind je Duitsland.

13 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN N Z O W
WERELDKAART KAART EUROPA

• Het Verenigd Koninkrijk ligt ten van Ierland.

• Ten van Tsjechië vind je Oostenrijk.

• Zweden ligt ten van Noorwegen en ten van Finland.

• Turkije ligt ten van Griekenland.

• Letland grenst in het aan Estland en in het aan Litouwen.

• Ten van Spanje ligt Marokko.

• Portugal ligt ten van Spanje.

c Schrap wat niet past. Gebruik de wereldkaart (op p. 12 of via de QR-code bij vraag a).

• België ligt rechts / links van de nulmeridiaan en onder / boven de evenaar.

• Duitsland ligt in het westelijk / oostelijk halfrond.

• De Noordpool ligt in het noordelijk / zuidelijk halfrond.

• Antarctica ligt in het noordelijk / zuidelijk halfrond.

• Oceanië ligt rechts / links van de nulmeridiaan en onder / boven de evenaar.

• Canada ligt onder / boven de evenaar en in het westelijk / oostelijk halfrond.

• Zuid-Afrika ligt onder / boven de evenaar in het noordelijk / zuidelijk halfrond.

• De VS liggen in het noordelijk / zuidelijk halfrond en onder / boven de evenaar.

MIJN NOTITIES

14 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN
Mijn geboorteland ligt boven de evenaar.
©VANIN

4 Van werelddeel naar wereldblok

Je kent nu de verschillende werelddelen. Maar weet je ook wat een wereldblok is?

Net als een werelddeel is een wereldblok een verzameling van verschillende landen die bij elkaar in de buurt liggen en een gemeenschappelijk kenmerk delen: taal, cultuur, godsdienst, geschiedenis, klimaat … Een wereldblok is kleiner dan een werelddeel.

Ontdek alles over wereldblokken en groepen van landen via de ontdekplaat bij het onlinelesmateriaal. ONTDEKPLAAT

Op de kaart zie je de verschillende wereldblokken. Vul de legende aan met de passende kleuren van op de kaart.

Legende

Kleur Wereldblok

Latijns-Amerika: alle landen van Zuid-Amerika en Midden-Amerika. MiddenAmerika bestaat uit alle landen in Noord-Amerika die onder de Verenigde Staten liggen: Mexico, Centraal-Amerika en de Caraïben.

Voormalige Sovjet-Unie: allemaal landen in het oosten van de EU die ooit tot de Sovjetunie hoorden, zoals Rusland, Armenië, Oekraïne, Azerbeidzjan, Estland, Kazachstan …

Arabische wereld: met de Arabische wereld (Al-Alam Al-Arabi) worden 22 landen aangeduid waar men vooral Arabisch spreekt. Dit wereldblok omvat het noorden van Afrika en een stukje van Azië.

Angelsaksisch Amerika: de landen Canada en de Verenigde Staten

Sub-Sahara-Afrika: ook wel Zwart-Afrika genoemd. Het ligt ten zuiden van de Sahara.

©VANIN

Europa: de landen in het noorden, het westen en het zuiden van Europa

Moesson-Azië: Oost-Azië, Zuid-Azië en Zuidoost-Azië

Oceanië: Australië, Nieuw-Zeeland en Nieuw-Guinea

15 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN

Naast de wereldblokken bestaan er nog andere groepen van landen.

5 Groepen van landen. Zoek op uit welke landen deze groepen bestaan.

a Tot de Maghreb of Maghreblanden behoren de Noord-Afrikaanse landen ten westen van Egypte. Welke landen zijn dat? Markeer.

b Welke landen vormen samen de Balkanlanden?

¨ Albanië

¨ Bosnië en Herzegovina

¨ Bulgarije

¨ Griekenland

¨ Hongarije

¨ Italië

¨ Kosovo

c Welke landen vormen samen de Baltische Staten?

¨ Kroatië

¨ Montenegro

¨ Noord-Macedonië

¨ Oostenrijk

¨ Roemenië

¨ Servië

¨ Slovenië

Waarom zouden die landen de Baltische Staten genoemd worden?

Mentale kaart

In je hoofd heb je een ‘mentale kaart’ zitten. Niet in het echt natuurlijk, maar als we het over de wereldkaart hebben, dan denk jij spontaan aan deze kaart. Dat is immers hoe jij – als Europeaan – de wereld ziet, met Europa netjes in het midden. Dit is jouw mentale kaart.

perspectief was de Middellandse Zee het centrum van de wereld.

© Granger

Kaart 2: Hedendaagse wereldkaart vanuit het Chinese perspectief

Hedendaagse wereldkaart vanuit het Chinese perspectief

Griekse wereldbeeld (ca. 500 v.C.)

Kaart 1: Griekse wereldbeeld (ca. 500 v.C.)

Kaart 2: Hedendaagse wereldkaart vanuit het Chinese perspectief

© Granger

©VANIN

Hedendaagse wereldkaart. Deze kaart bekijkt de aarde vanuit een Chinees perspectief. In China gebruikt men de term ‘Zhonghuo’ om China aan te duiden, dat is Chinees voor ‘het rijk van het midden’.

↑ Hedendaagse wereldkaart. Deze kaart bekijkt de aarde vanuit een Chinees perspectief. In China gebruikt men de term ‘Zhonghuo’ om China aan te duiden, dat is Chinees voor ‘het rijk van het midden’.

Kaart 3: De grote ontdekkingen en de kolonisatie tijdens de vroegmoderne tijd

Als je het over de wereldkaart hebt in een school in China, dan denken de Chinese leerlingen spontaan aan deze kaart. Dit is hun mentale kaart. Zie je het verschil?

Het Griekse wereldbeeld naar een kaart van de Griek Hecataios (ca. 500 v.C.). Vanuit het Griekse perspectief was de Middellandse Zee het centrum van de wereld.

Het Griekse wereldbeeld naar een kaart van de Griek Hekataios (ca. 500 v.C.). Vanuit het Griekse perspectief was de Middellandse Zee het centrum van de wereld.

De mentale wereldkaart van een Griek in de Klassieke Oudheid, zag er dan weer helemaal anders uit. Voor hen was de Middellandse Zee het middelpunt van de wereld. Als je het met hen over de wereld had, dan dachten zij spontaan hieraan.

Hedendaagse wereldkaart. Deze kaart bekijkt vanuit een Chinees perspectief. In China gebruikt term ‘Zhonghuo’ om China aan te duiden, dat voor ‘het rijk van het midden’.

Kaart 3: De grote ontdekkingen en de kolonisatie tijdens de vroegmoderne tijd

16 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN
Marokko Tunesië Soedan Mali Libië
Mauritanië Ethiopië Nigeria Egypte Algerije
Kaart 1: Griekse wereldbeeld (ca. 500 v.C.) ↑ Het Griekse wereldbeeld naar een kaart van de Griek Hecataios (ca. 500 v.C.). Vanuit het Griekse

OPDRACHT 3: van het schip tot in de winkel v

1 Lees het verhaal van Julan en Marieke.

Kijk Marieke, wat vind je van mijn nieuw vest?

Mooi, maar ongetwijfeld hebben er arme kinderen aan gewerkt.

Nee hoor, het is een duur Belgisch modemerk. Mijn vest is dus zeker ook gemaakt in België.

Natuurlijk!

Daar geloof ik niks van. Mag ik eens kijken?

Zie je wel! Heel veel kleren worden in arme landen gemaakt en dan naar ons land vervoerd.

Bangladesh? Waar ligt dat ergens?

©VANIN

17 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN

2 Kijk eens op het etiket van de trui die je nu draagt. Waar is het kledingstuk gemaakt? Jouw kleren hebben misschien al meer van de wereld gezien dan jij!

a Uit welk(e) land(en) komen jullie kleren?

©VANIN

b Zoek de landen op in een atlas of op het internet en kleur ze in op de kaart.

18 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN

3 Niet alleen kleren, maar nog tal van andere producten worden ingevoerd uit andere landen.

a Uit welke landen komen de onderstaande producten? Zoek de producten in de winkel en noteer uit welk land ze komen.

b Vul aan met drie eigen voorbeelden.

Land van herkomst:

Land van herkomst:

Land van herkomst:

Land van herkomst:

Land van herkomst:

Land van herkomst:

Land van herkomst:

Land van herkomst:

Land van herkomst:

Wist je dat in Nederland en België de rijst zo verbouwd wordt dat hij een lange korrel geeft? In Azië wordt de rijst zo verbouwd dat hij een dunne korrel geeft.

©VANIN

c Uit welk werelddeel komt het merendeel van de rijst, denk je? En de koffie?

19 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN
afbeelding of tekening van jouw product afbeelding of tekening van jouw product afbeelding of tekening van jouw product
1 4 7 2 5 8 3 6 9

d Uit welke landen komen deze producten?

Producent: aanbieder van producten of diensten

Bron: Food and Agriculture Organization of The United Nations

20 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN
Topproducenten
Land Productie (ton) Brazilië 3 556 638 Vietnam 1 616 307 Indonesië 722 461 Colombia 720 634 Honduras 481 053 Ethiopië 470 221 Peru 369 622 India 326 982 Guatemala 245 580 Oeganda 211 200 Topproducenten
mandarijn
Land Productie (ton) China 19 035 444 Spanje 1 978 581 Turkije 1 650 000 Marokko 1 208 789 Egypte 1 068 351 Brazilië 996 872 Verenigde Staten 804 670 Japan 773 700 Italië 699 832 Zuid-Korea 646 218 Topproducenten van rijst 2018 Land Productie (ton) China 212 129 000 India 172 580 000 Indonesië 83 037 000 Bangladesh 56 417 319 Vietnam 44 046 250 Thailand 32 192 087 Myanmar 25 418 142 Filipijnen 19 066 094 Brazilië 11 749 192 Pakistan 10 802 949 Topproducenten van katoen 2018 Land Productie (ton) China 17 711 962 India 14 657 000 Verenigde Staten 11 429 937 Brazilië 4 956 044 Pakistan 4 828 439 Turkije 2 570 000 Australië 2 500 000 Oezbekistan 2 293 039 Griekenland 837 432 Argentinië 813
van koffie 2018
van
2018
692
©VANIN

Stap 1: Bekijk de tabellen en vul het onderstaande schema aan met de passende landen.

TopproducentKoffie Rijst Mandarijn Katoen

1ste plaats

2de plaats

3de plaats

Stap 2: Geef elk product een symbool.

TopproducentKoffie Rijst Mandarijn Katoen

Symbool

In stap 1 heb je per product telkens 3 landen genoteerd. Noteer op de wereldkaart op p. 18 in die landen het symbool van elk product uit stap 2. Bij sommige landen kun je meer dan 1 symbool zetten.

Stap 3: In welk werelddeel liggen de meeste topproducenten?

1 Trek vanuit elk land waarin je een symbool gezet hebt een rechte pijl naar België.

2 Transport gebeurt per boot of per vliegtuig. De pijlen geven ongeveer aan hoe een vliegroute eruit zou kunnen zien.

K ies één product vanuit één land uit. Duid vervolgens met een kronkelende pijl, in een andere kleur, de weg aan die het product zou afleggen als het per boot naar België zou moeten komen. Probeer de kortste weg te nemen!

3 Wat zal het snelst gaan, denk je: per boot / per vliegtuig ? Markeer.

4 Doordenkertje: waarom worden mandarijntjes zelden per boot getransporteerd en rijst meestal wel?

4 Transportstromen

Transportstroom: de weg die een product aflegt van het land van herkomst tot het land waar het product verkocht wordt

©VANIN

Stap 1: Voor je aan de opdracht begint: lees de vragen bij fragment 1. Is alles duidelijk?

Stap 2: Luister naar het eerste fragment.

Stap 3: Probeer de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden in potlood. FRAGMENT 1

21 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN

Fragment 1

a Waar speelt het fragment zich af? Kruis aan.

¨ De haven van Antwerpen

¨ In de supermarkt

¨ Op de markt

b O ver welk product gaat het?

c Elke maandagmorgen wordt ton gelost.

d Welke route heeft het schip afgelegd? geladen in

e Hoe lang vaart het schip van New York naar Antwerpen?

Stap 4: Laat de leerkracht je antwoorden controleren.

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 5: Lees de vragen bij fragment 2. Is alles duidelijk?

Stap 6: Luister naar het tweede fragment.

Stap 7: Probeer de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden in potlood.

Fragment 2

a O ver welk product gaat het?

b Hoeveel wordt er gelost? ton = kopjes

c Uit welke landen komt het product?

d Wat vindt men naast het product soms nog in de containers?

22 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN
  
FRAGMENT 2 ©VANIN

Stap 8: Laat de leerkracht je antwoorden controleren.

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 9: Lees de vragen bij fragment 3. Is alles duidelijk?

Stap 10: Luister naar het derde fragment.

Stap 11: Probeer de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden in potlood.

Fragment 3

a O ver welk product gaat het?

b Uit welke landen komt het product?

c In welk werelddeel liggen die landen?

d Via welke route komen ze aan in de haven van Antwerpen?

e Waar gaan de producten naartoe?

Stap 12: Laat de leerkracht je antwoorden controleren.

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 13: De drie fragmenten worden met de hele klas besproken. Verbeter je antwoorden indien nodig en schrijf alles in balpen.

Samengevat

Vul aan met de woorden uit de lijst.

©VANIN

lange - verkocht - herkomst - producten

Sommige hebben al een weg afgelegd van het land van tot het land waar ze worden.

23 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN
3
FRAGMENT

5 Teken met pijlen de transportroute van de bananen op de kaart op p. 18.

• Teken de zeeroute in het blauw.

• Teken de luchtroute in het rood (zonder tussenlanding).

OPDRACHT 4: v luchtelingenstromen v

Niet alleen producten doorkruisen verschillende landen of zeeën om op hun eindbestemming te komen. Elke dag en overal ter wereld vluchten mensen uit hun thuisland. Ze hebben daar verschillende redenen voor, zoals geweld, oorlog of schending van mensenrechten. De vluchtelingen wagen hun leven op zoek naar veiligheid.

Mensenrechten: de rechten die mensen hebben, zoals recht op onderdak, onderwijs, voedsel, gelijke behandeling …

Vluchteling: iemand die op de vlucht gaat of is

Stap 1: Lees het onderstaande artikel. Is alles duidelijk?

Stap 2: Markeer met groen de route die werd afgesloten.

Stap 3: Markeer met geel de nieuwe routes die de vluchtelingen kunnen afleggen.

Balkanroute is gesloten, maar welke wegen naar Europa liggen nog open?

De Balkanroute is sinds dinsdagnacht helemaal geen optie1 meer voor de vluchtelingen uit het Midden-Oosten op weg naar West- of NoordEuropa. Momenteel zitten al duizenden migranten vast aan gesloten grenzen. Naar waar zullen zij uitwijken2?

Slovenië maakte dinsdag bekend dat de grenzen van de EU-lidstaat gesloten blijven. Enkel migranten die over geldige visa en paspoorten beschikken mogen van de grenspolitie doorreizen. Deze beslissing betekent de finale3 blokkering van de Balkanroute, waarlangs het afgelopen jaar meer dan een miljoen mensen naar Oostenrijk en vooral Duitsland is gereisd. De route liep van Griekenland door Macedonië en Servië tot Hongarije.

Migranten die via de Balkanlanden de kortste weg wilden volgen, zullen nu dus moeten uitwijken naar langere omwegen. Al lang geen optie meer is om via het Turkse vasteland het Europese continent te bereiken: Bulgarije sloot de

1 de optie = de keuze

2 uitwijken = vluchten, naar een andere plaats gaan

enige grensovergang vorig jaar al af met hekken en prikkeldraad.

Welke opties blijven over?

1 Via de Zwarte Zee naar Oekraïne en Polen

©VANIN

Deze reisweg lijkt het kortste alternatief4 , maar is niet de veiligste reisweg. Vluchtelingen zouden de boot kunnen nemen aan de Zwarte Zee in Turkije en zo de oversteek maken naar het arme Roemenië of het instabiele Oekraïne. Vandaar zouden ze kunnen doorreizen naar Polen.

3 finaal = compleet, totaal

4 het alternatief = de andere mogelijkheid

24 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN
© Ajdin Kamber/Shutterstock.com

2 Via Rusland en Wit-Rusland naar de Baltische Staten

Vluchtelingen zouden Polen ook kunnen vermijden en verder noordwaarts trekken door Oost-Europa. Hoewel deze reisweg aanzienlijk5 langer zal duren, is dat niet onwaarschijnlijk. Vorig jaar bereikten ongeveer 6 000 asielzoekers Finland en Noorwegen via de noordelijke grenzen met Rusland. Estland, Letland en Litouwen voelen de bui al hangen6 en verstrengen de identiteitscontroles aan hun grenzen. De drie staten zouden ook al concrete7 plannen hebben om muren te bouwen langs de oostelijke grenzen met Rusland en Wit-Rusland.

3 Via de Middellandse Zee verder naar Italië Voor Griekenland de toegangspoort werd voor de honderdduizenden bootvluchtelingen uit het Midden-Oosten, bereikten de meeste asielzoekers de Europese Unie via een oversteek van Noord-Afrika naar Italië. Naar verwachting zullen de vluchtelingen de eindbestemming van de oversteek van de Middellandse Zee verleggen naar de tip of de hiel van de Italiaanse laars8. De kortste weg is oversteken vanuit Albanië, maar er zijn ook gevaarlijkere routes vanuit Libië ofwel vanuit Turkije.

Bron: www.nieuwsblad.be, 09/03/2016

5 aanzienlijk = behoorlijk veel

6 de bui voelen hangen = de narigheid of de moeilijkheden die gaan volgen, al zien aankomen

7 concrete = duidelijke, echte

8 de Italiaanse laars = Italië

a Uit welke regio komen de vluchtelingen? Kruis aan.

¨ Het Midden-Oosten

¨ West-Europa

¨ Oost-Europa

b Door welke landen liep de Balkanroute?

c Duid de drie alternatieve routes aan op de kaart.

• Route 1:

• Route 2:

• Route 3:

©VANIN

Legende

Alternatieve route 1

Alternatieve route 2

Alternatieve route 3

25 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN
Stap 4: Beantwoord de vragen over de tekst.

OPDRACHT 5: De ene plek is de andere niet

Plaatsen hebben soms een persoonlijke betekenis. Je persoonlijke ervaringen beïnvloeden de beleving en de betekenis van een plaats.

1 Lees wat deze jongeren te vertellen hebben.

2 Met welke plek(ken) voelen deze jongeren zich verbonden? Markeer de plaatsen in de teksten.

Ik ben geboren in Nanjing, een stad in het oosten van China. Toen ik 1 jaar was, hebben mijn twee papa’s mij geadopteerd. Zo ben ik in België terechtgekomen. Ik weet niet veel meer over mijn geboorteland.

Tijdens de weekends en de vakanties werk ik vaak omdat ik aan het sparen ben voor een reis naar China. Want ook al voel ik me 100 % Belg, toch wil ik heel graag mijn geboorteland eens bezoeken.

Elk jaar gaan we tijdens de zomervakantie enkele weken naar Marokko. We rijden er met de auto naartoe, want dan kunnen we veel meer bagage meenemen dan in een vliegtuig. In Marokko bezoeken we eerst de familie van mijn papa in Tanger. Daarna rijden we door naar mijn oma en opa in Rabat, waar mijn mama geboren is. Na een maand ben ik wel blij dat ik terug naar België kan, want dan mis ik mijn vrienden hier.

Ik ga al mijn hele leven lang elk jaar met oma en opa op vakantie naar hun caravan op een Spaanse camping aan de Costa Dorada. Vijf jaar geleden hebben ze de caravan verkocht en er een huisje gekocht op dezelfde camping. Ik heb er heel wat vrienden uit verschillende landen leren kennen. Het is leuk om er elk jaar weer een aantal van hen terug te zien. Voor mij is het absoluut een feest om naar Spanje te gaan!

©VANIN

Vorig jaar ben ik mijn broer gaan bezoeken in Canada. Hij woont er nu al drie jaar met zijn Canadese vrouw. Ik heb er ook vrijwilligerswerk gedaan op een ranch. Het was een onvergetelijke ervaring, maar het leven op een typische Canadese boerderij is niks voor mij. Het is er veel te rustig. En je hebt helemaal geen buren. Kun je je voorstellen dat je een uur moet rijden om een kopje koffie te drinken bij je dichtstbij wonende buren?

26 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN
v

3

Op 11 september 2001 ging mijn papa zoals elke dag naar zijn kantoor in een van de WTC-torens. Hij is nooit meer thuisgekomen. Ik heb mijn papa nooit gekend, maar ik mis hem nog elke dag. Elk jaar ga ik samen mijn mama en mijn twee zussen op de verjaardag van mijn papa naar het 9/11 Memorial op Ground Zero, het herdenkingsmonument voor de slachtoffers van de terroristische aanslagen in New York.

Morgen begint de hadj, de jaarlijkse pelgrimstocht naar Mekka voor moslims. Mekka is de geboorteplaats van de profeet Mohammed. Iedere moslim moet verplicht eens in zijn leven op bedevaart naar Mekka, maar enkel als hij of zij daartoe in staat is. Binnen tien jaar zou ik graag meedoen aan de pelgrimstocht. Ik kan het uitstellen, maar in de toekomst heb ik misschien geen tijd meer of word ik ziek.

CHATBOX

Heb jij een plaats die voor jou een speciale betekenis heeft? Leg uit waarom dat zo is.

27 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN
Waarom is dat zo?
©VANIN

OPDRACHT

6: We kijken door een gekleurde bril

Bekijk de beelden en beantwoord telkens de bijbehorende vragen.

Wonen elders

a Wat zie je op de afbeeldingen?

b Kun je je voorstellen dat je daar zou wonen? Waarom (niet)?

Naar de markt in Azië

a Welke dieren worden te koop aangeboden op de foto’s?

©VANIN

b Zou jij dit eten?

c Sommige Aziaten hebben daar geen moeite mee. Leg uit waarom.

28 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN
JA NEE
v
© Michelle Maria/Pixabay © Adam Jan Figel/Shutterstock.com

De Ganges in India

a Beschrijf wat je ziet.

b De leerkracht legt je uit hoe daar in India over gedacht wordt. Vat kort samen.

MIJN NOTITIES

Wat voor de ene vreemd is, vindt de andere heel normaal!

©VANIN

29 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN
© JossK/Shutterstock.com © Matej Hudovernik/Shutterstock.com

OPDRACHT 7: Hoe ervaren we afstand? v

1 Kijk nog even naar wat Lotte te vertellen had in opdracht 5. Wat vond Lotte minder leuk aan Canada?

2 Zou zich dat ook in België kunnen voordoen? Waarom wel/niet?

3 Afstand

a Vul de juiste gegevens aan.

37,59 miljoen - 11,46 miljoen - 30 689 km² - 9 985 000 km²

Aantal inwoners Oppervlakte Canada Belgie

• Vul aan met Canada of België. is meer dan 300 keer groter dan telt maar 3 keer zoveel inwoners dan . is erg dunbevolkt.

Ook in Amerika leggen we vaak grote afstanden af om familie of vrienden te bezoeken!

©VANIN

30 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN

b Zoek op met Google Maps.

• Hoe lang rijden wij van de ene kant van België naar de andere kant, dus van Aarlen naar Oostende?

Welke afstand leg je dan af?

• Hoe lang zouden we van de ene kant van Canada naar de andere kant rijden, dus van Dawson naar St John’s?

Welke afstand leg je dan af?

• Wat denk je? Zou een Canadees de afstand tussen Aarlen en Oostende ver vinden? Zou een Canadees een autorit van 3 uur lang vinden? Leg je antwoord uit.

OPDRACHT 8: Samenvatting U

Stap 1: De leerkracht verdeelt jullie in groepjes.

Stap 2: Elk groepje krijgt zeven kaartjes. Op elk kaartje staat één van de zeven werelddelen.

Stap 3: Je krijgt telkens een vraag te zien. Overleg in jullie groepje wat het antwoord op de vraag kan zijn.

Stap 4: Kleur het hokje bij elke vraag in de kleur van het kaartje/werelddeel, waarvan jullie denken dat dat het correcte antwoord is.

Stap 5: Elk groepje beantwoordt nu de vraag door een van de zeven kaartjes in de lucht te steken. De leerkracht geeft telkens de correcte oplossing. Kleur de correctie in de onderste rij.

Antwoord

Correctie

MIJN NOTITIES

©VANIN

31 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN
Vraag 123456789 10 11 12 13 14 15

OPDRACHT 9: Uit welke landen komen deze producten?

1 Situeer deze producten op de kaart. Zet het nummer van de afbeelding in het land.

©VANIN

32 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN
U
P

2 Geef met pijlen de mogelijke transportroute aan van het land van herkomst naar België. Zet telkens het nummer van de afbeelding bij de transportroute.

3 Noteer de namen van alle landen uit vraag 1 in het passende kader. Je kunt landen in meerdere kaders plaatsen.

Onder de evenaar

NoordAmerika

ZuidAmerika Europa

Boven de evenaar

Afrika

In het westelijk halfrond

Oceanië

Azië In het oostelijk halfrond

©VANIN

33 HOOFDSTUK 1: DE WERELD OM ONS HEEN
CHILI SOUTHAFRICA NEWZEALAND ITALY NORTHKOREA SPAIN CHINA THEUSA
© RustyR/Shutterstock.com
1 4 2 5 3 7 8 6

4 Situeren met behulp van de windstreken

Kies een land uit opdracht 9.1:

Welk buurland vind je ten oosten van dit land?

Het land dat ik koos, ligt ten zuiden van

Ten westen van het land dat ik koos vind je

Ten noorden van het land dat ik koos vind je

OPDRACHT 10: Evalueer jezelf R

1 Wat vond je van dit hoofdstuk ? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft.

������������ ������������ ������������ ������������ ������������

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan het. Hier kan ik nog groeien.

Ik kan de zeven werelddelen opsommen. ¨¨

Ik kan de zeven werelddelen aanduiden op een blanco wereldkaart. ¨¨

Ik kan de transportstroom van goederen afleiden van een kaart. ¨¨

Ik kan de transportstroom van goederen aanduiden op een kaart. ¨¨

Ik kan de vluchtelingenstromen afleiden van een kaart. ¨¨

Ik kan met een voorbeeld uitleggen dat bepaalde factoren de betekenis van een plaats kunnen beïnvloeden. ¨¨

Ik kan situeren met behulp van de windstreken. ¨¨

Ik kan samenwerken per twee of in een groep. ¨¨

Ik kan mijn mening op een respectvolle manier verwoorden. ¨¨

Ik kan ontbrekende informatie vlot opzoeken op het internet. ¨¨

Ik ken de termen werelddelen en wereldblokken. ¨¨

3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?

4 Welke vragen heb ik nog?

▶ Verder oefenen? Ga naar .

34 HOOFDSTUK 1: DE
OM
WERELD
ONS HEEN
©VANIN

HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE

OPDRACHT 1: Kenmerkenbingo

1 Vul de kenmerkenbingo op p. 36-37 in.

Stap 1: Eerst vul je de kenmerkenbingo in voor jezelf. Markeer alle kenmerken die op jou van toepassing zijn.

Stap 2: Vergelijk daarna jouw gemarkeerde kenmerken met die van een klasgenoot. Kenmerken die jullie gemeenschappelijk hebben, mag je met blauw omcirkelen.

Stap 3: Vergelijk ten slotte jouw gemarkeerde kenmerken met die van een andere klasgenoot. Kenmerken die jullie gemeenschappelijk hebben, mag je met rood omcirkelen.

2 Je hoort erbij.

De leerkracht geeft een kenmerk. Alle leerlingen die dat kenmerk hebben, gaan rechtstaan. Vervolgens geeft de leerkracht een ander kenmerk. We doen dit nog een paar keer voor een aantal andere kenmerken. Wat leert deze oefening ons?

Ik hou van mijn lange, rode lokken. Niet veel mensen hebben rood haar, het maakt me uniek!

Ik sport supergraag. Ik vind het belangrijk om sterker te worden en er gespierd uit te zien!

35 HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE
O
©VANIN

Ik heb een andere godsdienst dan de islam of het katholieke geloof.

Thuis spreek ik meer dan één taal.

Thuis spreek ik een andere taal dan Nederlands.

Ik heb enkel de Belgische nationaliteit.

Ik heb een broer of een zus.

Ik ben vegetariër.

Mijn beide ouders werken.

Ik speel een muziekinstrument.

Ik heb blauwe ogen.

Ik heb geen piercings.

Ik draag vooral merkkleren.

Ik heb een eigen bankrekening.

Ik vind sport niet leuk.

Ik heb zwart haar.

Ik heb geen relatie.

Ik kijk graag series op Netflix of andere streamingdiensten.

Ik krijg zakgeld.

Ik ben enig kind.

KENMERKENBINGO

Ik hou van sport.

Ik heb bruin haar.

Ik beoefen een individuele sport.

Ik ga naar optredens en concerten. Ik hou van technomuziek.

Thuis spreek ik Nederlands.

Ik heb meer dan één broer of zus.

Ik ben moslim.

Ik kleed mij volgens mijn geloof.

Ik heb blond haar.

Ik beoefen een ploegsport.

Ik hou van rapmuziek.

Ik ga graag naar de bioscoop.

Ik woon in een appartement.

Ik woon in een huis.

Ik ben niet gelovig.

Ik ben katholiek.

Wij eten enkel halal.

Ik heb bruine ogen.

Ik hou van lekker eten. Ik hou van rockmuziek. Ik heb een andere nationaliteit dan de Belgische.

Ik heb een relatie.

Wij eten thuis alles.

Slechts één van mijn ouders werkt.

Ik heb een piercing.

Ik heb groene ogen. Ik heb de Belgische nationaliteit en nog een andere.

Ik hou van uitgaan en feesten.

HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE 36
©VANIN

Ik verf mijn haar. geduldig

slordig Sociale media interesseren me niet echt. Vrienden zijn voor mij belangrijk. koppig kalm nauwkeurig

Ik kom met de wagen naar school. twijfelaar

Familie is voor mij belangrijk. Ik zit op (meerdere) sociale media. voorzichtig Ik besteed niet overdreven veel aandacht aan mijn uiterlijk. zenuwachtig vrolijk

Ik kom met de fiets naar school.

Ik kom met het openbaar vervoer naar school.

Ik kom te voet naar school.

zorgzaam Ik geef makkelijk geld uit. onhandig Uiterlijk is voor mij belangrijk. sociaal kieskeurig

doorzetter

onafhankelijk babbelaar Ik vind sparen belangrijk. handig extravert levendig grappig

nieuwsgierig

zwijgzaam Ik ben een ‘avondmens’ . betrouwbaar introvert spontaan trots

Ik heb rood haar. opvliegend

Ik neem graag risico’s. verlegen gevoelig

zelfzeker Ik ben een ‘ochtendmens’ . nonchalant

37 HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE
©VANIN

OPDRACHT 2: Wie ben ik? v

1 Jouw kenmerken bepalen jouw identiteit.

Je hebt je kenmerken gemarkeerd in de vorige opdracht. Je identiteit, of wie je bent, wordt voor een groot deel bepaald door die kenmerken.

Hieronder zie je welke kenmerken de identiteit van Moussa bepalen.

Identiteit: alle kenmerken samen die maken wie jij bent.

DE IDENTITEIT vAN MOUSSA

Moussa

Belg Congolees man voetbalfan sportief piercing dierenliefhebber rapmuziek tatoeages rustig maakt snel vrienden nauwkeurig

a K ijk even naar de kenmerken van Moussa. Wat kom je te weten over hem?

b Welk kenmerk vindt Moussa het belangrijkst voor zijn identiteit?

c Op welke manier zou je dat kunnen merken aan Moussa wanneer je hem tegenkomt op straat?

©VANIN

HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE 38

2 Wie ben jij? Waaruit bestaat jouw identiteit?

a Vul je eigen identiteitsdiagram aan.

Stap 1: Bekijk eerst de kenmerkenbingo op p. 36-37 nog eens. Bestudeer welke kenmerken je voor jezelf hebt gemarkeerd. Noteer de belangrijkste kenmerken die deel uitmaken van jouw identiteit in de tweede kolom.

Stap 2: Geef die kenmerken daarna een score van 1 tot en met 10 in de eerste kolom. 1 is het kenmerk dat jij het belangrijkst vindt, 10 is het kenmerk dat jij het minst belangrijk vindt.

Stap 3: Geef elk kenmerk een kleur.

Stap 4: Vervolledig op de volgende bladzijde nu het diagram van jouw identiteit. Begin met je belangrijkste identiteitskenmerk. Denk goed na: hoeveel plaats neemt dat in je identiteit in? De helft? Minder? Een kwart? Voel je je meestal minstens voor de helft …?

MIJN NOTITIES

39 HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE
Score Ik ben …, ik voel me vooral … Kleur
©VANIN

b Welke kenmerken van jouw identiteit maken dat je tot een groep van mensen behoort?

c Kunnen andere mensen dat aan je uiterlijk zien?

d Welke kenmerken ...

- zullen je hele leven je identiteit bepalen?

- zullen waarschijnlijk verdwijnen als je ouder wordt?

e Het kan zijn dat een bepaald kenmerk je identiteit nu nog niet bepaalt, maar later misschien wel. Geef een voorbeeld.

HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE 40
MIJN IDENTITEIT ©VANIN

Een deel van je identiteit bepaal je zelf. Het zijn persoonlijke kenmerken.

Een deel van je identiteit maakt dat je tot een bepaalde groep gaat behoren.

(Normaal gezien) blijvend:

Sommige delen van je identiteit zijn blijvend, andere delen zijn tijdelijk of veranderlijk.

Tijdelijk of veranderlijk:

Jij hebt jouw eigen identiteit. Een deel daarvan is je naam. Uiteraard ben jij uniek, maar je naam deel je misschien wel met een heleboel mensen. Open de link bij het onlinelesmateriaal en maak de extra opdracht rond voornamen.

©VANIN

41 HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE
f Samengevat Voorbeelden

OPDRACHT 3: Ik ben deel van een groep

Een deel van je identiteit wordt bepaald door de groep of groepen waartoe je behoort. Soms is dat je eigen keuze: je kiest zelf je favoriete voetbalploeg, je lievelingsmuziek, je manier van kleden, je uiterlijk … Soms is dat niet je eigen keuze: je wordt door anderen in een bepaalde groep geplaatst omwille van je huidskleur, je manier van kleden …

1 Het verhaal van Julan en Anouar

a Bekijk het filmpje van Julan. Vat in je eigen woorden samen op welke manier Julan in een bepaalde groep geplaatst wordt.

CHATBOX

Geef je eigen mening daarover. Wat vind jij ervan? Stel dat jij Julan bent, hoe zou jij je dan voelen?

b Bekijk het filmpje van Anouar. Vat in je eigen woorden samen op welke manier Anouar in een bepaalde groep geplaatst wordt.

CHATBOX

Geef je eigen mening daarover. Wat vind jij ervan? Stel dat jij Anouar bent, hoe zou jij je dan voelen?

2 En jij?

a Plaatsen mensen jou ook in een bepaalde groep? Hoe voel je je daarbij?

b Plaats jij soms mensen in een bepaalde groep?

c Heb je zelf het gevoel dat je bij een bepaalde groep hoort en ben je daar fier op?

MIJN NOTITIES

HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE 42
v
FILMPJE JULAN FILMPJE ANOUAR ©VANIN

3 Groepen en je identiteit

Je identiteit wordt beïnvloed door de groep waarvan je deel uitmaakt. Of je dat nu bewust of onbewust doet, of je dat leuk vindt of niet: het gebeurt.

Wat als we de klas bijvoorbeeld simpelweg opdelen in twee groepen op basis van geslacht?

Geef voor elke groep een paar typische kenmerken: dat mogen lichamelijke kenmerken (van je lichaam) zijn, of psychologische kenmerken (van je manier van denken), sociologische kenmerken (van je gedrag) …

jongens meisjes

Samengevat

Vul aan.

sociale – persoonlijke – culturele – individuele – gender

• Je hebt een of identiteit: dat zijn jouw persoonlijke kenmerken.

• Je hebt ook een identiteit: je behoort tot een bepaalde groep in de samenleving. Arm of rijk, tweeverdieners of niet, groot of klein gezin, gescheiden ouders of niet, single of in een relatie …

©VANIN

• Daarnaast heb je ook nog een identiteit: je cultuur, je afkomst maakt dat je ook in een bepaalde groep terechtkomt. Autochtoon of allochtoon, Nederlandstalig of anderstalig, moslim of geen moslim … Hier speelt je nationaliteit ook soms mee.

• Je geslacht of bepaalt eveneens tot welke groep je behoort.

43 HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE

4 Groepsidentiteit

Beantwoord deze vragen.

a Op welke momenten voelen we ons meer Belg (dan normaal)?

b Stel dat iemand twee nationaliteiten heeft: op welke momenten kan de ene nationaliteit overheersen over de Belgische nationaliteit?

c Op welke momenten kun je je meer man of meer vrouw voelen?

d Hoe of wanneer is het onderscheid tussen moslims en niet-moslims in onze maatschappij het meest zichtbaar?

CHATBOX

Groepsidentiteit kan ook verstikkend werken. Soms wordt van jou verwacht dat je je op een bepaalde manier gedraagt, kleedt, spreekt ... om tot een bepaalde groep te (mogen) horen. Op dat moment geef je een stukje van je eigen identiteit op om je te gedragen zoals de rest van de groep.

Kun je daar voorbeelden van geven?

©VANIN

Samengevat

Elk groep waarvan je deel uitmaakt, heeft een paar kenmerken waaraan die groep herkenbaar is. Elke groep waarvan je deel uitmaakt, bepaalt ook een beetje wie je zelf bent: de groep heeft een invloed op je uiterlijk, je gedrag, je manier van denken, je dagelijkse leven, de manier waarop andere mensen naar je kijken of je behandelen.

HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE 44

OPDRACHT 4: Identiteit en plaats v

1 Wat als … je zou leven in een ander land?

a Misschien droom je er wel van om ooit te gaan leven in een ander land? Welk land zou je dan kiezen?

Voor een heleboel jongeren is dat geen droom, maar een realiteit. Ze wonen in het buitenland: tijdelijk of permanent.

Vaak is dat niet hun eigen keuze, maar de keuze van hun ouders.

b Stel dat je ouders beslissen om binnen een maand te verhuizen naar een ander land. Hoe zou jij je dan voelen?

c Wat zijn de nadelen en de voordelen van verhuizen naar een ander land? Vul de tabel aan.

Nadelen Voordelen

China? Een lekker warm zuiders land? Of toch maar België?

©VANIN

45 HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE

2 Leven in een ander land

Deze opdracht maken we in groepjes van drie.

Stap 1: De leerkracht bepaalt welk filmpje jullie groep bekijkt.

Stap 2: Maak een rolverdeling.

Wie noteert?

Wie brengt verslag uit voor de andere groepen?

Wie bedient de laptop?

Stap 3: Lees de vragen vooraf. Is alles duidelijk? Bekijk het filmpje. Beantwoord de vragen.

Stap 4: Breng verslag uit voor de andere groepen. Situeer het land op de wereldkaart (p. 49).

Fragment 1

a Waar wonen de jongeren uit de reportage?

Land:

Stad:

b Situeer het land op de wereldkaart.

In welke stad of welk dorp leven de jongeren? Zoek die plaats op het internet op en duid ze aan op de wereldkaart.

c Wat is er in dat land echt helemaal anders dan bij ons in België? Je mag informatie halen uit wat de jongeren vertellen in de reportage en wat je zelf ziet tijdens de reportage.

FRAGMENT 1

©VANIN

d Z ijn er ook herkenbare elementen: zaken die ook in België gebeuren of bestaan?

e Voelen ze zich nog Belg?

HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE 46

Fragment 2

a Waar wonen de jongeren uit de reportage?

Land:

Stad:

b Situeer het land op de wereldkaart.

In welke stad of welk dorp leven de jongeren? Zoek die plaats op het internet op en duid ze aan op de wereldkaart.

c Wat is er in dat land echt helemaal anders dan bij ons in België? Je mag informatie halen uit wat de jongeren vertellen in de reportage en wat je zelf ziet tijdens de reportage.

FRAGMENT 2

d Z ijn er ook herkenbare elementen: zaken die ook in België gebeuren of bestaan?

Fragment 3

a Waar woont de jongere uit de reportage?

Land:

Stad:

b Situeer het land op de wereldkaart.

In welke stad of welk dorp leeft de jongere? Zoek die plaats op het internet op en duid ze aan op de wereldkaart.

c Wat is er in dat land echt helemaal anders dan bij ons in België? Je mag informatie halen uit wat de jongere vertelt in de reportage en wat je zelf ziet tijdens de reportage.

FRAGMENT 3

©VANIN

d Z ijn er ook herkenbare elementen: zaken die ook in België gebeuren of bestaan?

47 HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE

Fragment 4

a Waar woont de jongere uit de reportage?

Land:

Stad:

b Situeer het land op de wereldkaart.

In welke stad of welk dorp leeft de jongere? Zoek die plaats op het internet op en duid ze aan op de wereldkaart.

c Wat is er in dat land echt helemaal anders dan bij ons in België?

Je mag informatie halen uit wat de jongere vertelt in de reportage en wat je zelf ziet tijdens de reportage.

FRAGMENT 4

d Z ijn er ook herkenbare elementen: zaken die ook in België gebeuren of bestaan?

CHATBOX

Stel dat je in het buitenland woont. Hoe zou jij er dan voor zorgen dat je je toch nog een beetje Belg zou voelen?

3 Leven in een ander land: een impact op je identiteit

Allochtone roots: jij (of een deel van) je familie is afkomstig uit een ander land.

a Als je zelf allochtone roots hebt, hoe zorg jij er dan voor dat je toch nog een band behoudt met het land waar jij of je familie vandaan komt?

Weetje

©VANIN

In het buitenland voelen we ons vaak meer Belg dan in ons eigen land. Als iemand je in het buitenland vraagt wie je bent en waar je vandaan komt ga je vaak antwoorden met ‘Ik ben … en ik ben een Belg.’ Of je gaat je aangevallen voelen als men een opmerking maakt over België. Terwijl dat je, wanneer iemand je ernaar vraagt in België, je misschien niet gaat antwoorden dat je een Belg bent, of diezelfde opmerking minder kwetsend gaat ervaren.

HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE 48

©VANIN

49 HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE
P

b Stel dat je een tijdje in een ander land zou gaan wonen. Hoe zou dat een invloed hebben op jouw identiteit? Bekijk je identiteitsdiagram uit opdracht 2 nog eens (p. 40). Zou je iets aanpassen of toevoegen?

OPDRACHT 5: Samenleven kost moeite

We zijn allemaal uniek, en toch behoren we tot bepaalde groepen. In dezelfde samenleving samenleven, als individuele mensen of als verschillende groepen, dat gaat niet vanzelf. Dat kost moeite.

We moeten al eens wat ‘water bij de wijn doen’: dan moeten we ons aanpassen aan de andere(n).

1 Als individu: inclusief of exclusief?

Een inclusieve samenleving is een samenleving waarin niemand uitgesloten wordt. Iedereen is welkom. In ons land hebben we ook inclusief onderwijs: iedereen heeft recht op onderwijs, ongeacht zijn/haar beperkingen. Met een paar voorbeelden maken we dat duidelijk.

Okan

Okan staat voor ‘OnthaalKlas voor Anderstalige Nieuwkomers’ . Dat wil zeggen dat je recht hebt op onderwijs, ook al ken je de taal niet en ben je nieuw in ons land. In het onthaalonderwijs in het secundair onderwijs krijgen anderstalige leerlingen

1 jaar Nederlandse taallessen. Daarna krijgen ze begeleiding in het vervolgonderwijs: ze volgen dan les in een gewone klas, maar krijgen nog extra begeleiding. Hun leeftijd en taalniveau bepalen mee in welk leerjaar en in welke richting ze instappen. (Wist je trouwens dat ook leerlingen uit het Franstalig onderwijs in België zich gewoon kunnen inschrijven in het Nederlandstalig onderwijs? Ook al begrijpen ze geen of amper Nederlands, toch hebben zij dan weer geen recht op OKAN-onderwijs.)

• Geef je persoonlijke mening: wat vind jij van het OKAN-systeem? Vind je het een goed idee? Kan dit? Mag dit?

• Heb jij ideeën om het OKAN-systeem goed of beter te kunnen laten werken?

HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE 50
v
©VANIN

M-decreet (of begeleidingsdecreet)

In België mag een handicap je niet beletten om onderwijs te volgen als je dat zou kunnen. Dat is niet enkel in België zo: het is een Europese regel die geldt in alle landen van de EU. Vlaanderen heeft die Europese regel omgezet in het M-decreet: een Vlaamse wet die bepaalt dat iedereen, ongeacht zijn of haar beperkingen, met wat redelijke aanpassingen welkom moet zijn in een gewone school. Op papier is dat een mooi initiatief, maar in werkelijkheid is het vaak zo eenvoudig niet. Om die reden werkt men aan een nieuw begeleidingsdecreet dat het M-decreet op termijn zal vervangen.

Elisa is 15 jaar en zit in een rolstoel. Ze wil graag kapster worden. Dat lukt ook best, maar het is niet eenvoudig. Het duurde even voor ze een school vond waar ze terechtkon. De school moet immers een aantal aanpassingen doen aan de school, de klassen, de praktijklokalen enz. om ervoor te zorgen dat ze de lessen ook echt kan volgen.

• Welke aanpassingen zijn nodig om ervoor te zorgen dat Elisa de lessen kan volgen en kapster kan worden?

Aanpassing

In de school

In de gangen

In het lokaal

• A an welke lessen kan Elisa moeilijker deelnemen?

©VANIN

• Welke andere activiteiten kunnen moeilijker verlopen?

• Stel dat Elisa in jullie klas zou zitten. Op welke manieren kunnen jullie Elisa helpen?

51 HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE

Jamel is 16 en volgt de opleiding houtbewerking. Hij is er echt goed in. Je merkt haast niet dat hij doof is en niets kan horen. Dat valt vooral op in de gewone lessen. Moest je niet weten dat hij doof is, je zou het niet eens merken.

• Hoe kan de leerkracht ervoor zorgen dat Jamel alle lessen goed kan volgen?

• Welke problemen kunnen er met Jamel ontstaan in de klas?

• Hoe kunnen jullie, als klas, ervoor zorgen dat Jamel makkelijk alle lessen kan volgen?

©VANIN

Tania is 16 jaar en blind. Nu ja, zo goed als blind. Ze ziet haast niets meer en zal binnen een paar jaar volledig blind zijn. Dat weet ze. Net daarom wil ze nu nog zo veel mogelijk leven als een gewoon meisje, nu het nog een beetje kan. Ze staat erop om aan alle lessen deel te nemen. In de klas kan ze rekenen op haar blindengeleidehond (die overal meegaat en in de klas naast haar zit). Ze heeft een iPad waar alle lessen en werkboeken vooraf opgezet worden. Met voorleessoftware kan ze elke tekst met één klik laten voorlezen en hoeft ze enkel maar haar koptelefoon op te zetten om te kunnen volgen. Twee keer per week komt er een extra begeleider naar school die haar helpt met het maken van taken, opdrachten en haar lessen. Om die reden hoeft ze de lessen godsdienst/zedenleer niet te volgen: tijdens die lesuren komt de begeleider naar school. Bij schooluitstappen gaat de begeleider mee en zorgt hij dat Tania steeds veilig is. De hond, Jimmy, gaat ook mee.

HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE 52

Alle leerkrachten zorgen voor aangepaste opdrachten zodat Tania alle lessen kan volgen. Zelfs de les LO. Twee andere leerlingen dragen een fluovestje: dat ziet Tania nog net en zij volgt die leerlingen dan. Zo kan ze ook deelnemen aan de loopoefeningen. Bij basket, voetbal en volleybal zorgt de begeleider voor een speciale bal die geluid maakt. Het is even wennen voor de andere leerlingen, maar op die manier kan Tania ook meedoen. In de klas heeft alles een vaste plek: zo weet Tania steeds waar alles staat en loopt ze nergens tegenaan. Iedereen zet zijn boekentas ook netjes achteraan zodat Tania er niet over kan struikelen als ze tussen de banken door loopt.

Elke dag is een andere leerling verantwoordelijk voor Tania: hij of zij zorgt er dan voor dat Tania alle materiaal in haar boekentas heeft zitten op het einde van de dag, begeleidt haar van het ene naar het andere lokaal en stapt met haar mee tot aan de bus na school.

• Markeer in de tekst alle aanpassingen die voor Tania gemaakt zijn zodat ze de lessen vlot kan volgen.

CHATBOX

Stel dat Elisa, Jamel of Tania in jullie klas zou zitten. Vinden jullie dat oké? Is het nog haalbaar voor jullie op die manier? Of zie je problemen opduiken? Geef jullie mening.

2 Als groep: multicultureel? Integratie? Assimilatie? Kruisbestuiving?

Samenleven met verschillende groepen in één maatschappij is nog moeilijker. Er komen heel wat afspraken en verwachtingen bij kijken.

Een paar belangrijke woorden:

Multicultureel: dat wil zeggen dat we met meerdere culturen samenleven.

• In België wonen Franstaligen en Nederlandstaligen samen in hetzelfde land. Welke voordelen en nadelen biedt dat? Noem er een paar op.

Voordelen Nadelen

©VANIN

Multicultureel wil ook zeggen dat we samenleven met mensen met een andere achtergrond (Italiaans, Spaans, Arabisch, Marokkaans, …) of godsdienst (islam, joods, …) met respect voor elkaar en elkaars gebruiken.

CHATBOX

Welke afspraken zorgen ervoor dat samenleven met anderstaligen in België goed lukt? Welke afspraken zouden dat nog beter kunnen laten lukken volgens jullie?

53 HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE

Integratie: Je bent opgegroeid in een andere maatschappij dan degene waarin je nu leeft. Je past je zo veel mogelijk aan aan de nieuwe maatschappij en je gaat je gedragen zoals de mensen die er geboren zijn.

Je leert de taal en neemt de gebruiken over. Thuis praat je meestal nog je moedertaal en je behoudt een aantal gewoonten uit je oorspronkelijke land (feestdagen, maaltijden, godsdienst).

• Vaak vinden we van mensen die vanuit het buitenland in ons land komen wonen dat ze zich moeten ‘integreren’ . Ze moeten zich aanpassen aan ons land en aan onze gebruiken. Wat verstaan jullie daaronder? Wat verwacht je van die mensen? Noteer een aantal voorbeelden en leg telkens uit waarom.

Assimilatie: Je bent opgegroeid in een andere maatschappij dan degene waarin je nu leeft. Je past je volledig aan aan de nieuwe maatschappij en je gaat je volledig gedragen zoals de mensen die er geboren zijn. Je geeft je oude identiteit op. Je praat je oorspronkelijke taal niet meer, vergeet alle gebruiken van je oude identiteit en past je helemaal aan aan je nieuwe omgeving.

• Denk je dat dat kan? Kun je als buitenstaander in België jezelf helemaal omtoveren tot een ‘echte Belg’? Ja of nee? Leg uit.

• Vind je assimilatie nodig? Of is integreren voor jou voldoende?

©VANIN

Kruisbestuiving: Dit wil zeggen dat we onze culturen gaan vermengen. We gebruiken woorden uit elkaars talen, we leren gerechten kennen van andere landen, nemen feestdagen over … We maken elkaars cultuur rijker en waardevoller.

HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE 54

Een mooi voorbeeld daarvan is het woord van het jaar 2020 volgens Ketnet. Zoek het artikel bij het onlinelesmateriaal of scan de QR-code en lees het artikel.

• Uit welke taal komt het?

• Wat betekent het?

ARTIKEL

• Gebruik je het zelf soms?

• Geef een voorbeeld van een woord uit een andere taal dat jij dagelijks of vaak gebruikt.

• Geef een voorbeeld van gerechten die we overgenomen hebben van andere culturen en nu overal in België te vinden zijn.

• Geef een voorbeeld van feestdagen of tradities die we overgenomen hebben uit andere culturen.

3 Mee eens of oneens?

Wat vind jij? Duid je mening bij elke uitspraak aan door een kruisje te zetten op de plaats die het beste bij jou past.

Alle stations, treinen en bussen in België moeten vlot toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers.

mee oneens mee eens

Wie in ons land komt wonen, moet zich aanpassen aan onze gewoonten.

mee oneens mee eens

Jongens- en meisjestoiletten moeten steeds gescheiden blijven van elkaar.

mee oneens mee eens

Als een school warme maaltijden aanbiedt, zijn dat best allemaal halalmaaltijden. Da’s het makkelijkste voor iedereen.

mee oneens mee eens

Als je je in België wilt integreren, draag je best geen hoofddoek.

mee oneens mee eens

Vind jij samenleven met andere culturen moeilijk of makkelijk? Leg uit waarom.

55 HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE
CHATBOX ©VANIN

OPDRACHT 6: Wanneer een groep uitgesloten wordt v

1 Apartheid in Zuid-Afrika

Stap 1: Bekijk eerst het fragment via het onlinelesmateriaal.

Stap 2: Markeer dan in de woordenwolk de woorden en getallen die bij dit fragment horen.

Stap 3: Noteer ten slotte in de samenvatting en met behulp van de gemarkeerde woorden wat apartheid was en wanneer het bestond.

Woordenwolk

Zuid-Afrika

Samengevat

Vul aan met de correcte woorden.

treinen - systeem - stranden - Zuid-Afrika - protesteerden - blanken - 1984gescheiden - aparte - zwarten - 1990

Apartheid was een van rassenscheiding in . Zwarten en leefden er volledig van elkaar, in wijken (Johannesburg/Soweto).

mochten hun wijken niet verlaten zonder een speciaal pasje. Er waren aparte en aparte voor zwarten en blanken. Andere landen tegen dit systeem (economische en culturele boycot). Het systeem bestond van t.e.m. : vanaf dan werd het geleidelijk aan afgeschaft (dus niet in één keer).

• Geef je eigen mening: zou dit vandaag de dag nog kunnen gebeuren?

• Situeer de periode van 'Apartheid' op de tijdlijn.

HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE 56
apartheid politiek sport blanken 1990 auto’s tennis konijnen
geld stranden 1965 treinen protest
Soweto Olympische Spelen Johannesburg pasje
muziek aparte
1940 Rusland
economische boycot
Chinezen
zwarten
wijken
1948 sigaretten 1
prehistorie oude nabije oosten klassieke oudheid middeleeuwen vroegmoderne tijd moderne tijd hedendaagse tijd ± 3500 v.C. ± 800 v.C. ± 500 ± 1450± 1750± 1945
©VANIN

2 Ondertussen in de VS …

Deze opdracht is een gefaseerd groepswerk. Dat doen we op de volgende manier.

Stap 1: De klas wordt in groepjes van drie leerlingen verdeeld.

Stap 2: Elke groep spreekt zelf onderling een taakverdeling af.

Jullie halen informatie uit twee korte beeldfragmenten, een luisterfragment en een tekstfragment.

Spreek zelf in jullie groepje af wie wat gaat doen.

Luisterfragment:

Beeldfragmenten (2):

Tekstfragment:

Stap 3: Elk groepslid maakt de opdracht die bij zijn/haar informatiebron hoort.

Stap 4: Wissel informatie uit: vertel aan de andere leden van de groep wat je geleerd hebt uit jouw opdracht.

Vul samen het syntheseblad aan dat de leerkracht jullie bezorgt.

Stap 5: We bespreken deze opdracht in een klassengesprek.

• Duid op de wereldkaart in de klas aan over welke gebieden het gaat.

• Duid op de tijdlijn in de klas aan over welke periode het gaat.

3 Mensenrechten

Bekijk de lijst met de Mensenrechten via de QR-codes.

Noteer het nummer van de rechten die geschonden worden door racisme, slavernij en door rassenscheiding of apartheid op de juiste plaats.

Mensenrechten

Racisme

Slavernij

Apartheid

MENSENRECHTEN

©VANIN

57 HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE

OPDRACHT 7: Black Lives Matter

Wat weet je over ‘Black Lives Matter?’ Zoek informatie op en probeer een antwoord te geven op deze drie vragen.

a Wat betekent de slogan ‘Black Lives Matter’?

b Waartegen reageren de demonstranten?

c Hoe is de ‘Black Lives Matter’ beweging ontstaan?

CHATBOX

Denk even terug aan de manier waarop zwarte burgers in Amerika vroeger behandeld werden (slavernij, rassenscheiding, minder rechten). Denk je dat die ervaring ook nu nog een rol speelt in de manier waarop ze vandaag de dag in Amerika behandeld worden door o.a. de politie? Leg uit.

MIJN NOTITIES

©VANIN

HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE 58
v
© Joseph Sohm/Shutterstock.com

OPDRACHT 8: De identiteit van Lisa U

Hoi, Ik ben Lisa, 16 jaar. Ik woon in een appartement, samen met m’n mama en m’n 2 zusjes. Ik ben dol op mode! Echt waar: als ik zou kunnen, kocht ik elke dag nieuwe kleren! Ik kan een mooie trui in een etalage of een zomers kleedje maar moeilijk weerstaan. Ik denk dat ik meer kleren heb dan mijn mama en mijn zusjes samen. Omdat ik graag kleren koop en mijn zakgeld niet echt denderend is, werk ik elke zaterdag als verkoopster in een kledingwinkel om de hoek. Een superleuke job, want ik kan de hele dag mensen helpen met het uitzoeken van de perfecte outfit en ik krijg er nog geld voor ook. Ik krijg bovendien korting op alles wat ik zelf koop in de winkel. Soms geef ik wel eens meer uit dan ik de dag zelf verdiend heb ... Maar ach, ik ben nu eenmaal dol op kleren.

Op Instagram heb ik een account waar ik alles over mode deel en tips geef om bepaalde kledingstukken te combineren. Best veel mensen vinden mijn foto’s en filmpjes leuk: ik heb ondertussen al bijna 2000 volgers. Af en toe geeft iemand me negatieve commentaar, maar

dat valt eigenlijk nog goed mee. Mama is er niet zo blij mee dat ik daar zoveel tijd in steek, maar ze weet ook dat ik het leuk vind. We hebben wel de afspraak dat ik elke foto eerst aan haar laat zien voor ik die post.

Naast mode ben ik dol op sporten. Ik ben lid van de zwemclub ‘De dolfijntjes’ en ga drie keer per week zwemmen. Ik speel ook toneel met een groepje vrienden uit de buurt. Elk jaar brengen we twee voorstellingen. Op straat spreek ik Nederlands, maar thuis vooral Frans. Mijn mama is Franstalig, net zoals de rest van de familie. We voelen ons Belgen.

Ik heb twee katten: Mina en Malia. Ik ben dol op die twee beestjes. Als ik geen foto’s van mezelf op Instagram post, is het van mijn twee lieverdjes.

Mijn familie betekent alles voor mij. Mijn mama, mijn zusjes … ik zou ze niet kunnen missen. We zijn één team en doen erg veel samen.

Ik ben fan van Beyoncé en Taylor Swift. Het zijn coole vrouwen, met elk een eigen stijl, en ik hou ontzettend veel van hun liedjes.

59 HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE
1 Lees het verhaal van Lisa. 2 Schrijf de kenmerken van de identiteit van Lisa in de juiste kolom. Individuele kenmerken (echt iets van Lisa alleen) Sociale kenmerken (die je kunt linken aan een groep)
©VANIN

3 Zijn er kenmerken bij die in de loop van haar leven zullen verdwijnen, denk je?

4 Als je ouder wordt bepalen andere kenmerken je identiteit.

a Geef één individueel kenmerk dat er nu nog niet is en waarvan jij denkt dat het in de toekomst de identiteit van Lisa mee gaat bepalen.

b Geef één groepskenmerk dat er nu nog niet is en waarvan jij denkt dat het in de toekomst de identiteit van Lisa mee zal bepalen.

OPDRACHT 9: verschillende soor ten racisme en vooroordelen

1 Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

a Wat is ‘latent racisme’? Leg in je eigen woorden uit.

b Geef er een voorbeeld van uit de reportage.

c Is dat volgens jou eerder een vorm van racisme of eerder een vorm van vooroordeel?

d Gebeurt dat opzettelijk? Duid het correcte antwoord aan. JA NEE

HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE 60
U
©VANIN

2 Vul de mindmap aan.

a Welke kernwoorden associeer jij met latent racisme?

LATENT RACISME

b Stel dat je zelf geconfronteerd wordt met latent racisme. Geef een tip om er rustig mee om te gaan.

c Hoe kun je voorkomen dat je zelf die ‘fout’ zou maken en iemand onbewust zo zou behandelen?

White privilege

Dit is een vorm van latent racisme. Het betekent eenvoudig gezegd dat we ‘witte’ of ‘blanke’ mensen in een overwegend ‘witte’ of blanke’ maatschappij, anders behandelen dan mensen met een andere huidskleur. Dat is niet iets wat we bewust doen. We staan er niet bij stil. Maar het gebeurt elke dag en als je het meemaakt is het kwetsend. Dat jij dit als blanke man/vrouw in een blank land niet hoeft mee te maken maakt van jou een ‘geprivilegieerd’ (bevoordeeld) iemand: je hebt het makkelijker enkel en alleen omdat je blank bent. Dat noemt men ‘white privilege’ .

Een paar voorbeelden:

Een blanke jongen hoeft haast nooit zijn identiteitskaart te laten zien aan de politie als er geen echte aanleiding voor is. Voor allochtone jongens is dat doodnormaal: ze maken het meer dan eens per jaar mee.

Wanneer een groepje blanke jongeren rondhangt aan het station en luide muziek laat horen, vinden we dat niet erg. Doen jongeren met een andere huidskleur dat, dan is de kans groot dat iemand de politie belt. Beide groepjes doen nochtans gewoon hetzelfde, maar de blanke jongeren worden beter behandeld: dat is white privilege.

Allochtone meisjes worden in een winkel veel vaker gevraagd om hun handtas even open te doen en te laten inspecteren dan blanke meisjes …

61 HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE
©VANIN

CHATBOX

Maak je zelf soms een situatie mee die verbandt houdt met white privilege? Of heb je zelf soms onbewust op zo’n manier gereageerd?

Weetje

Er is niet enkel zoiets als een ‘white privilege’: blanken die verhuizen naar bijvoorbeeld China ervaren soms de keerzijde van de medaille. Ze komen in een ‘Chinese privilege’ terecht waar zij anders behandeld worden, simpelweg omdat zij nu de uitzondering zijn. Een rare blanke in een wereld vol Chinezen …

OPDRACHT 10: Evalueer jezelf R

1 Wat vond je van dit hoofdstuk ? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft.

������������ ������������ ������������ ������������ ������������

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan uitleggen uit welke verschillende kenmerken mijn identiteit bestaat.

Ik kan met een voorbeeld uitleggen hoe mijn identiteit ook beïnvloed wordt door de groepen waarvan ik deel uitmaak.

Ik kan voor- en nadelen geven van het leven in een diverse samenleving.

Ik kan een voorbeeld geven van een manier waarop ik het samenleven met anderen makkelijker kan maken in een diverse samenleving.

Ik kan een voorbeeld geven van onverdraagzaamheid, racisme of discriminatie uit het verleden.

Ik kan een voorbeeld geven van onverdraagzaamheid, racisme of discriminatie uit het heden.

Ik kan in een concrete situatie aangeven welke mensenrechten geschonden worden.

Ik kan een gebeurtenis, plaats of persoon situeren op een tijdlijn.

Ik kan een gebeurtenis, plaats of persoon situeren op een kaart.

Ik kan met een voorbeeld uitleggen hoe we bepaalde zaken nu anders bekijken dan in het verleden.

Ik kan het. Hier kan ik nog groeien.

HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE 62
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
©VANIN

Checklist

Ik kan verschillen en gelijkenissen geven tussen ons leven nu, en het leven vroeger.

Ik kan een sociaal of politiek kenmerk geven van een periode uit de geschiedenis.

Ik kan het.

Hier kan ik nog groeien.

Ik kan tips geven om met vooroordelen om te gaan of om te voorkomen dat ze mijn gedrag beheersen.

Ik kan informatie opzoeken op het internet.

Ik kan vlot samenwerken met anderen.

3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?

4 Welke vragen heb ik nog?

▶ Verder oefenen? Ga naar .

MIJN NOTITIES

©VANIN

63 HOOFDSTUK 2: IK (B)EN DE ANDERE
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨

O

3: ONLINE IN JE BLOOTJE

HOOFDSTUK

OPDRACHT 1: Het is niet altijd even veilig online

1 Bespreek in groep.

a Ben je online al in aanraking gekomen met ongewenste seksuele beelden of voorstellen?

JA NEE

b Als je antwoord ja is, wat heb je dan gedaan?

2 Leg in je eigen woorden uit wat de volgende termen betekenen.

sexting:

3 Lees de tekst.

a Markeer in de tekst wat catfishing betekent.

dickpic:

‘BV’s van wie naaktbeelden rondgaan, zijn slachtoffer van kwaad opzet’

Peter Van de Veire (48) reageerde vanochtend pakkend op de gelekte naaktfoto’s van hem die de laatste dagen op social media rondgaan. Eerder liet een andere BV, Stan Van Samang (41), al weten juridische stappen te ondernemen tegen onbekenden voor de verspreiding van gelijkaardige beelden. Ook Sean Dhondt is slachtoffer geworden van wat vermoedelijk ‘catfishing’ is.

De getroffen mannelijke BV’s en schermgezichten proberen te achterhalen hoe hun expliciete privébeelden met soms seksuele handelingen massaal verspreid geraakten op het internet.

HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE 64
Peter Van de Veire © BELGIAN_FREELANCE
©VANIN
Stan Van Samang

Wat er precies gebeurd is, is nog niet duidelijk. Maar er wordt vooral in de richting gekeken van kwaad opzet, bevestigt advocaat Tom Bauwens. Dat betekent dat de bekende Vlamingen doelbewust in de val gelokt zijn door de charmes van iemand die hun vertrouwen kon winnen, al dan niet met een vals profiel op social media. Die persoon zendt dan vaak pikante foto’s van zichzelf om zo uiteindelijk ook seksueel getinte beelden van het slachtoffer te bemachtigen, om daar vervolgens misbruik van te maken door ze te verspreiden en/of te verkopen. Dat heet catfishing.

b Ben je zelf ooit al benaderd door onbekenden op het internet? JA NEE

c A anvaard je vriendschapsverzoeken van mensen die je niet echt kent? JA NEE

OPDRACHT 2: Strafbaar of niet? v

1 Lees het artikel en vul de tabel op de volgende bladzijde aan. Verbeter indien niet waar.

Finland maakt het sturen van dickpics strafbaar

Finland gaat het ongewenst toesturen van foto’s van het mannelijk geslachtsdeel, zogeheten ‘dickpics’, strafbaar stellen. De straffen kunnen oplopen tot zes maanden cel.

Het wetsvoorstel, dat aan het parlement zal worden voorgelegd, wil de definitie van seksuele intimidatie uitbreiden tot ‘mondeling pesten, met foto’s of berichten, foto’s maken van anderen of pronken’ . De straffen kunnen variëren van een boete tot een gevangenisstraf van zes maanden, afhankelijk van de ernst van de feiten.

Een wereldwijd fenomeen dat bekendstaat als ‘dickpics’ of ‘cyber flashing’, het ongevraagd verzenden van seksuele foto’s, is een veelvoorkomend probleem geworden voor veel mensen. Het probleem stelt zich voornamelijk bij vrouwen, die de beelden op internet of via berichtenapps ontvangen.

Volgens een studie van de kinderrechten-ngo Plan International, die 14 000 jonge meisjes en jonge vrouwen in 22 landen op alle continenten interviewde, zei ongeveer 35 procent van hen ‘seksuele of expliciete foto’s of afbeeldingen’ te hebben ontvangen.

‘Het is dus heel relevant om te kijken hoe de wet daarmee moet omgaan’, zegt Sami Kiriakos, adviseur bij het Finse ministerie van Justitie.

Verschillende overheden, zoals die van Schotland, hebben in 2010 al actie ondernomen tegen seksuele intimidatie op het internet. Onlangs nog introduceerde Texas een boete van 500 dollar voor het verzenden van ongevraagde seksuele afbeeldingen.

Naar: De Standaard, 13/10/2020

65 HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE
Bron: Het Laatste Nieuws, 11/9/2020
©VANIN

1 Finland wil het verzenden van dickpics strafbaar maken.

2 Het verzenden van dickpics kan je in Finland een jaar celstraf opleveren.

3 Enkel in Finland wil men het verzenden van ongewenste naaktbeelden strafbaar maken.

4 Volgens een studie in 22 landen op alle continenten zei 35 procent van de jonge vrouwen ‘seksuele of expliciete foto’s of afbeeldingen’ te hebben ontvangen.

2 Hoe zit het in België?

In België kan het versturen van ongewenste seksuele afbeeldingen bestraft worden met een gevangenisstraf tot 1 jaar en/of een geldboete tot 1 000 euro.

CHATBOX

Wat vinden jullie? Moet het versturen van ongewenste seksuele afbeeldingen strafbaar zijn? Wanneer wel? Wanneer niet?

Welke straf of boete vinden jullie billijk?

MIJN NOTITIES

Voor je aan de discussie begint: noteer hier even kort wat jouw mening is en waarom.

HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE 66
Niet
Waar
waar
©VANIN

OPDRACHT 3: Elena heeft een probleem … v

Lees de strip en beantwoord de vragen.

16 jaar

a Wat is er gebeurd? Vertel in je eigen woorden.

b Wat vind jij van deze situatie? Hoe zou jij reageren?

©VANIN

c Wat er gebeurt tussen Elena en Jason, is een typisch voorbeeld van verschillende verwachtingen in een relatie. Beschrijf in je eigen woorden welke verwachtingen Jason heeft.

Heeft Elena dezelfde verwachtingen? Omcirkel het correcte antwoord. JA NEE

67 HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE
19 jaar STOP!
Elena heeft een ouder vriendje, Jason. Hij heeft een auto.

d Omcirkel de emoties die aan bod komen bij Elena op het moment dat dit gebeurt.

verliefdheid

liefdesverdriet liefde afwijzing

Leg kort in je eigen woorden uit waarom.

Weetje

Liefdesverdriet komt dikwijls aan bod in liedjes die je hoort op de radio. Vaak schrijft de zanger of zangeres zijn of haar liefdesverdriet van zich af in een ‘break-upsong’. Recente voorbeelden daarvan zijn ‘Geen tranen meer’ van Camille, ‘Ciao Adios’ van Anne-Marie en 'ABDCEFU' van Gayle.

OPDRACHT 4: Wanneer is seks oké?

1 Seks is oké als ...

Seks is oké als er aan de volgende zes criteria voldaan wordt.

¨ 1 Wederzijdse toestemming: We geven allebei toestemming en vinden het oké.

¨ 2 Vrijwilligheid: Ik doe iets omdat ik het wil, niet om de andere blij te maken of omdat ik bang ben voor de gevolgen. Ik chanteer de andere niet om iets te doen (bv. ‘Als je mij graag ziet, doe je dit voor mij.’).

¨ 3 Gelijkwaardigheid: Seksueel contact met iemand die veel ouder of slimmer is, of een machtspositie heeft over de andere, is niet oké. Ook niet met iemand die jonger of zwakker is.

¨ 4 Leeftijd: Ik doe geen dingen waarvoor ik me te jong voel.

¨ 5 Context: Ik hou rekening met mijn omgeving en doe geen dingen die anderen zouden kunnen storen of choqueren.

¨ 6 (Zelf)respect: Ik stel geen gedrag dat me zou kunnen schaden. Ik bezorg niemand (psychische of lichamelijke) schade.

Stel dat Elena toegeeft en seks heeft met Jason, ook al wil ze het zelf niet voor 100 %. Welke van de zes criteria zijn dan niet oké in de relatie van Jason en Elena? Vink ze aan.

2 Pas de zes criteria toe op de vijf situaties op de volgende bladzijde.

Stap 1: Lees de situatie(s). Is alles duidelijk?

Stap 2: Bepaal eerst voor elke situatie of de zes criteria oké (+) of niet oké (-) zijn. Markeer in de tabel het juiste symbool. Let op: in sommige situaties kun je niet alle criteria aankruisen.

Stap 3: Bepaal daarna of je de situatie in zijn geheel of eerder vindt. Omcirkel het juiste symbool.

Stap 4: Leg vervolgens bij elke situatie uit waarom ze volgens jou (niet) oké is.

HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE 68
v
©VANIN

Situatie 1

Een jongen van 12 jaar wordt door z’n oudere broer uitgedaagd om een dickpic te versturen naar een meisje dat ze kennen.

Situatie 2

In de kleedkamer na een voetbalmatch nemen de meisjes van de U19 een groepsfoto waar ze allemaal met bloot bovenlijf op te zien zijn. Iedereen doet mee, maar de foto is zo genomen dat er geen enkele blote borst te zien is. Ze staan allemaal netjes achter elkaar en het eerste meisje heeft de beker vast die ze net gewonnen hebben. Ze hebben veel plezier.

Situatie 3

Een jongen krijgt zijn vriendin zo ver dat ze naaktfoto’s van haar laat nemen en dat hij die mag verkopen. Met de winst koopt hij een nieuwe iPhone voor zichzelf en ook een voor haar. Het meisje vindt het oké.

Situatie 4

Een jongen van 17 en een meisje van 18 hebben al een jaar lang een relatie. Ze hebben al wat geëxperimenteerd en orale seks gehad. De ouders van het meisje gaan een weekendje weg. Het koppel heeft het huis voor hen alleen en vindt dit een mooi moment om voor de eerste keer seks te hebben. Ze voelen zich allebei klaar voor de volgende stap. Het meisje neemt al een tijdje de pil en de jongen stelt voor om voor de veiligheid ook een condoom te gebruiken.

Situatie 5

©VANIN

Een leerlinge van het 6e jaar heeft een erg slecht mondeling examen achter de rug. Het ziet er niet goed uit. En haar stage was ook al niet geweldig dit jaar … Ze begint te huilen. De leerkracht biedt aan haar punten wat op te krikken als ze seks met hem heeft.

69 HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE

Waarom?

–+

Wederzijdse toestemming

–+

–+

Leeftijd –+ Context –+

–+

–+

–+

W ederzijdse toestemming

Context

–+

W ederzijdse toestemming

–+

–+

Gelijkwaardigheid

Leeftijd –+ Context –+

HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE 70
Situatie Criteria
Oké/ niet oké? 1
Vrijwilligheid
Gelijkwaardigheid
–+ 2
–+
Zelfrespect
Vrijwilligheid
Gelijkwaardigheid
–+
Leeftijd
–+ 3
Zelfrespect
Vrijwilligheid
©VANIN
Zelfrespect –+
71 HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE
Criteria Oké/ niet oké? Waarom? 4 Wederzijdse toestemming –+ Vrijwilligheid –+ Gelijkwaardigheid –+ Leeftijd –+ Context –+ Zelfrespect –+ 5 W ederzijdse toestemming –+ Vrijwilligheid –+ Gelijkwaardigheid –+ Leeftijd –+ Context –+ Zelfrespect –+ 16 jaar 19 jaar STOP! Elena heeft een ouder vriendje ,
. Hij heeft een auto. ©VANIN
Situatie
Jason

3 Hoe kun je reageren?

Vaak spreekt men in dit soort situaties van seksuele integriteit. Dat betekent dat je verantwoordelijk omgaat met je eigen seksualiteit en die van de ander. Je respecteert elkaars grenzen en dwingt niemand ergens toe.

Stel dat je in een situatie terechtkomt waarin je je niet goed voelt of waarin je bepaalde dingen niet wilt doen. Hoe kun je best je grenzen aangeven in zo’n situatie? We gaan even terug naar de vorige situaties.

Situatie 1 (p. 69)

Stel: jij bent de jongen van 12. Je wilt je broer op een veilige manier, en zonder dat er ruzie van komt, duidelijk maken dat je dit niet wilt doen. Hoe kun je dat aanpakken?

Situatie 2 (p. 69)

Je vindt die foto geen probleem, maar wilt er zelf niet op staan. Hoe maak je dat respectvol duidelijk aan je ploeggenoten?

Ze luisteren niet naar jou en sleuren je lachend naar de groep toe. Maar je wilt écht niet. Wat kun je dan doen?

HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE 72
©VANIN

Een leerkracht doet jou onverwacht dit voorstel en je bent een beetje verbouwereerd. Hoe kun je reageren?

4 Op zoek naar hulp?

Zit je met vragen? Ben je op zoek naar hulp? Bij Awel en Alles over seks kun je terecht. Neem een kijkje op beide sites.

WWW.AWEL.BE

a Wat vind je van het aanbod bij Awel?

■ Is dat een goed aanbod volgens jou? JA NEE

■ Heb je suggesties? Wat ontbreekt nog? Wat kan beter?

©VANIN

■ Zou je zelf contact opnemen met deze organisatie als je hulp nodig hebt?

73 HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE
Situatie 5 (p. 69)
WWW.ALLESOv ERSEKS.BE

b Wat vind je van het aanbod bij Alles over seks?

■ Is de informatie vlot te vinden? JA NEE

■ Is de informatie duidelijk? JA NEE

■ Heb je suggesties? Wat ontbreekt nog? Wat kan beter?

■ Waar kun jij met je vragen over seks terecht?

OPDRACHT 5: Sexting

1 Bekijk het filmpje van Elena.

Bespreek het filmpje in een klassengesprek aan de hand van deze vragen.

■ Wat is er gebeurd?

■ Wat kan Elena eraan doen?

■ Hoe zou jij reageren moest het jou overkomen?

■ Wat met Julan? Begrijp je zijn reactie? Leg uit waarom.

■ Heb je tips voor Julan om dit op te lossen?

■ Elena en haar vriendje Jason zitten op dezelfde school. Hoe reageert de school best volgens jullie? Wat kan de school doen? Wat mag de school doen?

2 Hoe reageren?

Elena heeft samen met haar ouders klacht ingediend bij de politie. Een medewerker van het CLB is in alle klassen met de leerlingen komen praten en heeft gevraagd of ze de foto van hun smartphones willen verwijderen.

Jason is even niet meer welkom op school. De school bekijkt nog hoe het verder moet.

Ik kan die Jason niet meer zien! En ik wil het hem betaald zetten! Vanavond ga ik met mijn broers de ruiten van zijn auto inslaan!

©VANIN

Wat vind jij? Goed idee? Slecht idee? Leg uit waarom.

HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE 74
v
BEKIJK v IDEO

Ik heb een dickpic van een heel kleine piemel gevonden op het internet en die verspreid over alle Whatsapp-groepjes waarvan ik weet dat Jason er ook inzit. Netjes erbij gezet: dit is de piemel van Jason. Zo maakt hij het ook eens mee!

Wat vind jij? Goed idee? Slecht idee? Leg uit waarom.

Ik probeer er gewoon te zijn voor Elena. Ze heeft mijn vriendschap nu nodig, meer niet. Ze mag me dag en nacht bellen en ik ga elke dag bij haar langs.

Wat vind jij? Goed idee? Slecht idee? Leg uit waarom.

Ik schaam me dat ik er niet was toen Elena me nodig had. Ik ga voor ons vijven een filmavond organiseren bij me thuis. Ik zorg voor lekkere hapjes en veel chips! Ik wil Elena terug blij maken en haar helpen zodat ze haar zorgen vergeet.

©VANIN

Wat vind jij? Goed idee? Slecht idee? Leg uit waarom.

75 HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE

Van welke spilfiguren zijn de reacties ...

- in het voordeel van Elena? Omcirkel die namen.

- in het nadeel van Elena? Onderstreep die namen.

Weetje

Op het verspreiden van seksuele beelden van iemand, zonder toestemming, staat een straf van 6 maanden tot 5 jaar cel. Die straf loopt op van 10 tot 15 jaar cel als de beelden betrekking hebben op een persoon die 16 jaar of jonger is.

3 Sexting in cijfers

Stap 1: Bekijk de website via de QR-code of gebruik het kopieerblad dat de leerkracht je bezorgt.

Stap 2: Lees eerst de stellingen in de onderstaande tabel voor je aan de opdracht begint. Is alles duidelijk?

Stap 3: Zoek dan de juiste informatie op.

Stap 4: Kruis vervolgens in de tabel aan of de stelling juist of fout is.

Stap 5: Noteer ten slotte het juiste antwoord. Doe dat alleen bij een foute stelling.

1 Er is maar één vorm van sexting: elkaar naaktfoto’s sturen.

2 38 % van de jongeren kreeg al eens een sexy foto doorgestuurd.

3 Vooral jongeren uit de derde graad (5e en 6e jaar) doen aan sexting.

4 25 % van de jongeren heeft al eens een foto in zwemkledij, bikini of onderbroek gestuurd.

5 Sexting kan gebeuren tussen bekenden en onbekenden.

6 Jongeren doen meer aan sexting dan volwassenen.

©VANIN

7 Holebi-jongeren zijn meer bij sexting betrokken dan heterojongeren.

HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE 76
Stelling Juist Fout
BEKIJK WEBSITE Anouar

8 10 % van de jongeren heeft al eens een foto van geslachtsdelen verstuurd.

9 Jongens vragen vaker om naaktfoto’s dan meisjes.

10 68 % van de jongeren staan onherkenbaar op een naaktfoto.

11 Meer meisjes dan jongens voelen zich onder druk gezet om een naaktfoto te sturen.

12 De meeste jongeren die een naaktfoto krijgen doen niets. Ze reageren niet.

13 Meestal krijgen we naaktfoto’s te zien van mensen die we kennen.

14 In de derde graad heeft meer dan de helft van de jongeren ooit al een sexy foto doorgestuurd of gezien van iemand anders.

15 20 % van de jongeren stuurde ooit al een naaktfoto door.

16 Sexting om te pesten komt meer voor dan vrijwillige sexting.

17 Sexting gebeurt meestal binnen een relatie.

18 20 % van de jongeren stuurde al eens een naaktfoto naar iemand die ze enkel online kenden.

19 Meisjes zijn bezorgder over de verspreiding van een naaktfoto dan jongens.

20 Het merendeel van de jongeren vindt dat seksuele beelden van iemand anders doorsturen gemeen is.

77 HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE Stelling Juist Fout
©VANIN

Jongeren spreken onder elkaar niet van ‘sexting’ . Z ij noemen het ‘naaktfoto’s versturen’ .

1 Waarom doet men meer onderzoek naar jongeren en sexting dan naar ouderen en sexting?

2 Een derde van de meisjes en 15 % van de jongens heeft spijt dat ze een naaktfoto van zichzelf verstuurd hebben. Waar hebben ze vooral spijt van?

3 Waarom sturen jongeren sexy beelden en teksten?

Kruis de correcte antwoorden aan.

¨ Uit verveling

¨ Voorafgaand aan of als aanvulling op een seksuele ontmoeting

¨ Omdat ze het in series en in films zien en het willen nadoen

¨ Om te flirten voor de relatie start

¨ Om een periode dat het koppel gescheiden is te overbruggen

¨ Omdat hun vrienden het ook doen

¨ Om een unieke vertrouwensband te creëren tussen partners

¨ Om seksueel zelfvertrouwen te verwerven

4 Waarom doen sommige jongeren toch aan sexting buiten een relatie?

5 Sturen de meeste jongeren seksuele beelden door waarop ze herkenbaar zijn? Leg uit.

6 Wat is het grote risico bij sexting?

©VANIN

7 Leg uit: sexting wordt anders beoordeeld voor jongens dan voor meisjes.

HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE 78

OPDRACHT 6: Geslacht en gender v

1 Geslacht of gender?

Geslacht

– Je geslacht ligt vast, maar je kunt het met medische ingrepen veranderen. – Je wordt ermee geboren.

Je bent man of vrouw = je seksuele kenmerken.

Gender

Je gender betekent ‘sociaal geslacht’ en gaat over sociale rollen en normen voor meisjes en voor jongens. Het zijn de kenmerken, eigenschappen, talenten, verwachtingen … die we associëren met vrouwen en mannen.

a Vul de mindmap aan met de correcte woorden. Vul eerst aan met wat je al weet of denkt te weten. Zoek de rest op het internet op en vul verder aan.

genderidentiteit - genderexpressie - cisgender - transgender genderfluïde - genderneutraal - a-gender

Wie niet echt bij het mannelijk of vrouwelijk geslacht wil behoren en zich nu eens man voelt en dan weer vrouw (onafhankelijk van je geslacht) noemen

we .

Het staat niet echt constant vast of je je man of vrouw voelt.

Je geeft aan of je je een meisje of een jongen voelt, geen van beide, allebei of nog iets anders.

G E N D E R

Iemand die zich geen man, maar ook geen vrouw voelt en zelfs niets tussenin, noem je

Wie van geslacht verandert is een .

b Noteer de juiste termen tussen de haakjes.

Wie zich helemaal gedraagt en kleedt naar de kenmerken van zijn geslacht, noem je een

Hoe je je gedraagt, kleedt en aan de buitenwereld toont,

heet .

©VANIN

genderexpressie - geslacht - genderidentiteit - transgender - cisgender

Je kunt dus een man zijn (=

), maar je vrouw voelen (= ) en je als vrouw kleden (= ).

79 HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE
of
.

2 Seksuele identiteit

Je geslacht heeft een invloed op je identiteit. Dat zagen we al in hoofdstuk 2: je bent man of vrouw, en dat bepaalt voor een stukje wie je bent en tot welke groep mensen je behoort of ingedeeld wordt. Uiteraard heeft je seksuele voorkeur ook een invloed op je identiteit. Of je op mannen en/of vrouwen valt: het bepaalt mee wie je bent.

a LGBTQ(+)

Wanneer het over seksuele voorkeur gaat, duikt vaak het letterwoord LGBTQ(+) op.

Stap 1: Zoek eerst voor elke letter op voor welk Engels woord het staat.

Stap 2: Zoek vervolgens de vertaling van dat Engelse woord op en schrijf die samen met een woordje uitleg in het juiste vak. De (+) krijg je cadeau: die betekent dat er nog andere vormen bestaan.

Weetje

Soms spreekt men ook van LGBTQIA waarbij de I staat voor interseksueel en de A voor aseksueel. Interseksuelen hebben mannelijke en vrouwelijke kenmerken: ze hebben borsten én een penis. Aseksuelen zijn geslachtloos: ze zijn totaal niet geïnteresseerd in seks. Sommigen gaan nog verder en spreken van LGBTTTQQIAA.

Als je zin hebt, mag je zelf uitzoeken waar dat allemaal voor staat.

HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE 80
L G B T Q (+)
B = Q = T = (+) = Er bestaan
L = G =
ook nog andere vormen.
©VANIN

Je bent heteroseksueel als je je aangetrokken voelt tot iemand van een ander geslacht. Je bent homoseksueel als je je aangetrokken voelt tot iemand van hetzelfde geslacht. Je bent biseksueel als je je aangetrokken voelt tot een persoon ongeacht het geslacht.

b Markeer per spilfiguur twee termen die bij hun situatie passen. Leg ook kort uit waarom.

Ik weet niet goed of ik op jongens of meisjes val. Ik heb ooit al wel eens met een jongen gekust, maar ook al met een meisje. Ik kleed me ook niet echt als een meisje: ik draag bijvoorbeeld nooit rokjes. Soms, als ik aan het voetballen ben, voel ik me net een jongen.

Ik heb twee papa’s dus hey … chill. Ik zit er zo niet mee. Zelf val ik niet op mannen en mijn papa’s vinden dat oké.

Ik val op jongens. En ik voel me 100 % een vrouw. Ik ben dol op rokjes en oorbelletjes en handtassen!

81 HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE
heteroseksueel heteroseksueel heteroseksueel homoseksueel homoseksueel homoseksueel biseksueel biseksueel biseksueel cisgender cisgender cisgender transgender transgender transgender genderfluïde genderfluïde genderfluïde ––––––
©VANIN

OPDRACHT 7: Soorten relaties v

Als je je tot iemand aangetrokken voelt en die andere persoon hetzelfde voor jou voelt, dan kunnen jullie samen een relatie starten. Maar ook daarin is er voor elk wat wils!

1 Soorten relaties

a Maak de juiste combinatie.

losse relatie

friends with benefits

Jullie zijn al een tijdje samen, wonen samen of denken eraan. Jullie zijn trouw aan elkaar.

Jullie hebben een relatie, maar jullie wonen niet samen en zijn dat ook niet van plan (‘living apart together’). Seks? Oké. Samenwonen? Nee, bedankt!

Jullie hebben een vaste relatie en zijn al een tijdje samen of wonen zelfs samen. Maar je hebt er niets tegen dat je partner af en toe seks met iemand anders heeft. Dat stoort je niet. Omgekeerd mag jij ook best een avontuurtje hebben met iemand anders.

open relatie

Jullie hebben af en toe seks en vormen soms een koppel. Dat duurt nooit lang en jullie hebben geen verplichtingen ten opzichte van elkaar. Jullie zijn elkaar niet trouw en verwachten dat ook niet van elkaar.

huwelijk

latrelatie

vaste relatie polyamorie

Jullie hebben een vaste relatie en hebben die voor de wet en/of volgens jullie geloof vastgelegd. Je kunt deze relatie maar definitief beëindigen door officieel van elkaar te scheiden.

Jullie zijn eigenlijk gewoon twee vrienden. Maar af en toe hebben jullie ook seks met elkaar, zonder dat jullie een relatie hebben of er een willen beginnen.

©VANIN

Je hebt een relatie met meerdere mensen tegelijkertijd, en die weten dat ook van elkaar.

HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE 82

b K ies vier relatievormen. Geef telkens een voordeel en een nadeel.

Soort relatie:

Voordeel: Nadeel:

Soort relatie:

Voordeel: Nadeel:

Soort relatie:

Voordeel: Nadeel:

2 Wanneer je jouw partner niet kan/mag kiezen

Soort relatie:

Voordeel: Nadeel:

Lees de tekst die je van je leerkracht krijgt en beantwoord de vragen.

a Wat is er gebeurd? Vat in je eigen woorden samen. Denk daarbij aan de W-vragen: Wie? Wat? Waar? Waarom? Hoe? Wanneer?

b Markeer in de tekst welke straffen er gevraagd worden voor de ouders en voor de echtgenoot.

c Blijft het huwelijk bestaan? Markeer in de tekst.

©VANIN

83 HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE

d Wat denk jij over de situatie? Geef mondeling je mening.

Stap 1: Verwoord je gedachten op een respectvolle manier. Hoe reageer je op een respectvolle manier? Leg in je eigen woorden kort uit.

Stap 2: Leg duidelijk uit waarom je dat vindt.

Een paar voorbeeldzinnen die je kunnen helpen:

Ik vind dat … want …

– Mijn mening is dat …

– De reden waarom ik dat vind is dat …

Volgens mij is dat …, want …

e Komt een gedwongen huwelijk nog vaak voor in België?

– Onderstreep in de tekst.

– Onderstreep ook waarom.

OPDRACHT 8: Sexting kan ook op een veilige manier

Laat ons eerlijk zijn: sexting gebeurt regelmatig. En op zich is er niets mis mee als het in vertrouwen binnen een relatie kan gebeuren. Maar opletten is toch wel een beetje de boodschap.

Het kan ook op een veilige manier. We zoeken het samen even uit.

Stap 1: De klas wordt in groepen verdeeld.

Stap 2: De leerkracht wijst elke groep een of meer vragen toe. Zoek je antwoorden op de website die je via de QR-code vindt.

1 Wat zijn de voordelen van sexting?

2 Wat zijn de risico’s van sexting?

3 Welke tips zijn er om op een veilige manier aan sexting te doen?

4 Wanneer is sexting strafbaar?

5 Wat kan ik doen als mijn naaktfoto online staat?

6 Hoe reageer ik als een naaktfoto van iemand anders rondgaat?

7 Hoe reageer ik als ik een naaktfoto krijg die ik niet wil?

Stap 3: Eerst zoeken alle groepsleden samen informatie op om de vraag te beantwoorden.

Stap 4: Elke groep maakt vervolgens een korte samenvatting voor de andere groepen door middel van een mindmap.

Je kunt een kladversie maken op de blanco mindmap die de leerkracht jullie bezorgt.

Stel daarvoor een taakverdeling op.

1 Wie maakt de kladversie van de mindmap?

©VANIN

2 Wie maakt de definitieve versie van de mindmap?

3 Wie stelt de informatie mondeling voor aan de klas?

Je mag pas overgaan naar stap 5 na feedback door de leerkracht.

HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE 84
U
BEKIJK WEBSITE

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 5: Maak nadien de definitieve versie op.

©VANIN

85 HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE

Stap 6: Jullie krijgen de tijd om jullie informatie voor te stellen en uit te leggen aan de andere groepen.

Stap 7: Reflectie. Hoe is jullie groepsopdracht verlopen? Sta daar samen even bij stil.

Wat vinden jullie? Wat vindt de leerkracht?

O Het was voor iedereen duidelijk wat de opdracht precies inhield.

V We hebben de deeltaken onder de leden van onze groep verdeeld.

¨ Oké

¨ Niet oké

Opmerkingen:

¨ Akkoord

¨ Niet akkoord

Opmerkingen:

We hebben sommige deeltaken samen of per twee gedaan.

¨ Oké

¨ Niet oké

Opmerkingen:

¨ Akkoord

¨ Niet akkoord

Opmerkingen:

¨ Oké

¨ Niet oké

Opmerkingen:

¨ Akkoord

¨ Niet akkoord

Opmerkingen:

Iedereen wist wat zijn deeltaak precies was.

¨ Oké ¨ Niet oké

Opmerkingen:

¨ Akkoord

¨ Niet akkoord

Opmerkingen:

U Iedereen voerde zijn deeltaak uit.

¨ Oké

¨ Niet oké

Opmerkingen:

¨ Akkoord

¨ Niet akkoord

Opmerkingen:

De mindmap is volledig en duidelijk.

¨ Oké ¨ Niet oké

Opmerkingen:

¨ Akkoord

¨ Niet akkoord

Opmerkingen:

©VANIN

We hebben onze vraag duidelijk en volledig beantwoord.

¨ Oké

¨ Niet oké

¨ Akkoord

¨ Niet akkoord

Opmerkingen: HOOFDSTUK

Opmerkingen:

3: ONLINE IN JE BLOOTJE 86

¨ Oké

¨ Niet oké

Opmerkingen:

¨ Akkoord

¨ Niet akkoord

Opmerkingen:

Wat vinden jullie? Wat vindt de leerkracht? Onze uitleg was duidelijk en volledig voor de andere groepen.

R Productevaluatie: wat vonden we van het resultaat? Wat kan beter?

Procesevaluatie: wat vonden we van de samenwerking? Wat kan beter?

¨ Oké

¨ Niet oké

Opmerkingen:

¨ Akkoord

¨ Niet akkoord

Opmerkingen:

¨ Oké

¨ Niet oké

Opmerkingen:

¨ Akkoord

¨ Niet akkoord

Opmerkingen:

OPDRACHT 9: Seksuele integriteit in gevaar

Lees de teksten via de QR-codes en voer de bijbehorende opdrachten uit.

Artikel 1

a Duid eerst de criteria aan die bij deze situatie passen en leg daarna kort uit waarom ze wel of niet oké zijn.

¨ Wederzijdse toestemming

¨ Vrijwilligheid

¨ Gelijkwaardigheid

©VANIN

¨ Leeftijd

87 HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE
U
LEES DE TEKST

¨ Zelfrespect

b Maak ten slotte een conclusie: kan dit voor jou? Of toch niet? Leg ook hier kort uit waarom.

c Stel dat dit op jouw school gebeurt en jij het te weten komt. Hoe zou je reageren?

Waarom zou je zo reageren?

Artikel 2

a Is er sprake van wederzijdse toestemming en vrijwilligheid? Leg uit.

b Is leeftijd hier een criterium?

– Wat zegt de wet?

– Wat vind je zelf?

HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE 88 ¨ Context
LEES DE TEKST
©VANIN

OPDRACHT 10: Evalueer jezelf

1 Wat vond je van dit hoofdstuk ? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft.

������������ ������������ ������������ ������������ ������������

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan in een concrete situatie aanduiden welke criteria van de seksuele integriteit bedreigd worden.

Ik kan in een concrete situatie uitleggen waarom bepaalde criteria van de seksuele integriteit bedreigd worden.

Ik kan evalueren of een reactie op een bepaalde seksuele situatie in het voordeel of het nadeel van het slachtoffer is.

Ik weet welke risico’s er aan sexting verbonden zijn.

Ik kan tips geven om veilig aan sexting te doen.

Ik kan met behulp van de zes criteria aangeven wanneer mijn (seksuele) grenzen overschreden worden.

Ik kan verschillende soorten relaties toelichten.

Ik ken verschillende vormen van seksualiteit.

Ik kan in een groeps- of klasgesprek respectvol praten rond seksualiteit.

Ik weet welke stappen ik kan zetten als er misbruik gemaakt wordt van seksuele (naakt)beelden van mij.

Ik ken hulporganisaties die ik online kan bereiken voor hulp of informatie.

3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?

4 Welke vragen heb ik nog?

▶ Verder oefenen? Ga naar .

89 HOOFDSTUK 3: ONLINE IN JE BLOOTJE
Hier
Ik kan het.
kan ik nog groeien.
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
R
©VANIN

HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND

OPDRACHT 1: Wat vind je leuk aan België?

In België ligt Spa-Francorchamps, het mooiste racecircuit ter wereld!

In België kun je leuk shoppen, zoals in Brussel of in Gent! In België kun je lekker eten!

Wat vind jij leuk aan België? Waaraan denk je spontaan? Vul de tekstballon aan.

Plak hier een leuke vakantiefoto uit België van jezelf.

In België .

CHATBOX

©VANIN

Stel dat je over België wilt vertellen aan een vriend in het buitenland. Hij of zij kent België helemaal niet. Wat ga je vertellen? Welke beelden gebruik je daarbij?

HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND 90
O

OPDRACHT 2: v laanderen, Wallonië of Brussel? O

1 Vul aan. Deze opdracht maak je per twee.

Stap 1: Bekijk eerst de afbeeldingen. Wat zie je? Noteer het onder elke afbeelding.

Manneke Pis - Ros Beiaard (Dendermonde) - Menenpoort (Ieper)Maasmechelen Village - Brussel - Luikse wafel - Vlaanderen - Noordzee Haven van Antwerpen - Dinant - Brusselse wafel - Spa-Francorchamps Brugse Reien - Atomium - Baraque de Fraiture - Openluchtmuseum Bokrijk Koninklijk Paleis - Wallonië

Stap 2: Vul in potlood in als je twijfelt. Laat de leerkracht je antwoorden controleren.

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 3: Kleur vervolgens het bolletje bij alle afbeeldingen die tot Vlaanderen horen groen.

Stap 4: Laat de leerkracht je antwoorden controleren.

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 5: Kleur daarna het bolletje bij alle afbeeldingen die tot Wallonië horen rood.

Stap 6: De oplossing wordt klassikaal overlopen.

91 HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND
© Jens Mommens/Shutterstock.com
1 6 4 5 2 3
© Peter Erik Forsberg AGE © 2021 – www.atomium.be – SOFAM
©VANIN
HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND 92 ©
BELGA © XINHUA © Mariadouwma/Shutterstock.com
© Jens Mommens/Shutterstock.com Stap 7: Beantwoord deze vragen. • Welke afbeeldingen horen niet tot Vlaanderen of tot Wallonië? Nummers: • Waartoe behoren ze dan wel?
© olrat/Shutterstock.com 16 © 11 10 15 AFP/Freelancer/Getty Images 7 17 12 8 18 13 9 14 ©VANIN

2 Vul de kadertjes aan. Zoek de antwoorden op het internet.

BELGIË

Oppervlakte: km2

Aantal inwoners: (miljoen)

VLAANDEREN

Oppervlakte: km2

Aantal inwoners: (miljoen)

WALLONIË

Oppervlakte: km2

Aantal inwoners: (miljoen)

BRUSSEL

Oppervlakte: km2

Aantal inwoners: (miljoen)

3 Schrap wat niet past.

Vlaanderen – Wallonië – Brussel is het grootst.

Vlaanderen – Wallonië – Brussel telt het meest aantal inwoners.

4 Van welk land/welke regio zijn deze vlaggen?

Vlaanderen - België - Brussel - Wallonië

©VANIN

93 HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND

OPDRACHT 3: Machtig!

CHATBOX

Stel: Jullie leerkracht vraagt op welke dag van de week jullie een grote toets willen inplannen volgende week. Iedereen mag beslissen op welke dag hij of zij die toets wil maken. Op welke manier kun je ervoor zorgen dat iedereen tevreden is?

1 Denk even na … Wat is macht? Wanneer heb je macht? Wie heeft er macht? Wie heeft macht in de wereld? In België? Op school?

2 Wie is onze koning? En wat doet hij elke dag? Heeft hij veel macht?

OPDRACHT 4: Structuur van België

Spreken we over het land België? Of over de staat België?

Volgens mij betekent dat allebei hetzelfde!

Het land België kunnen we onderverdelen in verschillende niveaus. Maar hoe zit dat nu precies? Laten we het even toepassen op jouw school. Jouw school kun je vergelijken met het land België.

Het land België is onderverdeeld in deelstaten (gewesten en gemeenschappen). Ook jouw school is onderverdeeld in verschillende graden: eerste graad, tweede graad en derde graad.

Die deelstaten van België zijn nog eens onderverdeeld in provincies. Ook de verschillende graden in je school kun je nog eens opsplitsen. De tweede graad bijvoorbeeld omvat het derde en vierde middelbaar.

De provincies kun je op hun beurt nog eens onderverdelen in gemeenten. En ook op school heb je nog een onderverdeling. Je kunt namelijk per jaar kiezen welke richting je gaat volgen: kantoor, basismechanica, hout …

Elk niveau heeft zijn eigen bestuur. Op school is dat ook zo. De directeur is bijvoorbeeld de baas van de school, maar in de klas is de leerkracht verantwoordelijk.

HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND 94
O
v
©VANIN

1 De Belgische staatsstructuur

Stap 1: Bekijk eerst het filmpje. Waarom is de Belgische staatsstructuur zo ingewikkeld?

Stap 2: Vul vervolgens dit schema aan. Alle antwoorden vind je in het filmpje.

BELGIË = FEDERALE STAAT

In het noorden van België wordt officieel Nederlands gesproken, in het zuiden en in het oosten .

België = verantwoordelijk voor gemeenschappelijke nationale zaken, zoals , en .

België bestaat uit:

3

- het Gewest

- het Gewest

- het Gewest

3

- de Gemeenschap

- de Gemeenschap

- de Gemeenschap

De gewesten regelen dingen die te maken hebben met .

De gemeenschappen regelen dingen die te maken hebben met .

Dat zijn dingen zoals , , en .

België telt zes regeringen:

Dat is voor zaken zoals , , en .

Naast een regering heeft elke deelstaat ook een eigen

95 HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND
---
-
BEKIJK
v IDEO ©VANIN

Stap 3: Laat de leerkracht je antwoorden controleren.

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 4: Vul ten slotte de legendes aan op deze kaartjes.

GEMEENSCHAPPEN

taal, cultuur, onderwijs en sport

GEWESTEN

economie, werk, mobiliteit en milieu

Stap 5: De oplossing wordt klassikaal overlopen.

©VANIN

Noteer alle moeilijke woorden uit dit deel in jouw persoonlijke begrippenlijst!

HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND 96

2 De provincies

België heeft tien provincies. Elk van deze provincies heeft een eigen hoofdstad: de provinciehoofdstad. Elke provincie wordt bestuurd door een eigen gouverneur. De gouverneur vertegenwoordigt de provincie in het land en in het gewest. Dat betekent dat hij of zij opkomt voor de belangen van de provincie.

a Beantwoord deze vragen. Gebruik de kaart van België achteraan in je leerwerkboek of scan de QR-code.

• In welk provincie woon je?

• In welke provincie ga je naar school?

• Welke provincie grenst aan zee?

• Je gaat in vogelvlucht van Hasselt naar Brugge. Welke provincies doorkruis je?

• Je gaat in vogelvlucht van Antwerpen naar Aarlen. Welke provincies doorkruis je?

• Wie staat aan het hoofd van een provincie?

b Welke provincies behoren tot

- het Vlaamse gewest? Markeer ze groen.

- het Waalse gewest? Markeer ze blauw.

AntwerpenLuik

OostVlaanderen WestVlaanderen Namen

HenegouwenLimburgLuxemburgWaals-Brabant VlaamsBrabant

c Tot welke provincie behoort het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Kruis aan.

¨ Vlaams-Brabant

¨ Waals-Brabant

¨ Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest maakt van geen enkele provincie deel uit.

d Vul de tabel aan. Gebruik opnieuw de kaart van België.

Provincie

Antwerpen

Oost-Vlaanderen

Provinciehoofdstad

VLAANDEREN

Vlaams-Brabant

Brugge

97 HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND
©VANIN
KAART vAN BELGIË

WALLONIË

Luik Henegouwen

Luxemburg

Waver

e Scan de QR-codes. Open Google Maps en het stappenplan om te leren werken met Google Maps. Je vindt het ook in de toolbox bij het onlinelesmateriaal.

Oefen met het stappenplan en vul het onderstaande evaluatierooster in.

Stap 1: Je krijgt de naam van een Vlaamse provinciehoofdstad toegewezen. Noteer de naam van de provinciehoofdstad in het evaluatierooster.

Stap 2: O verloop het stappenplan en vul het evaluatierooster verder aan.

Geef je provinciehoofdstad in Google Maps in. ¨

Schakel over naar de satellietkaart. ¨

Zoom in op het centrum van de stad. ¨

Geef het adres in dat je van je leerkracht krijgt.

Adres: ¨

Schakel over naar Streetview. ¨

Wandel door de straat van het station. ¨

Schakel terug over naar de gewone kaart. ¨

Bekijk de actuele verkeersinformatie in de omgeving. ¨

Plan de route naar het eindpunt dat je van je leerkracht krijgt. ¨

Hoe lang ben je onderweg te voet? minuten ¨

Hoe lang ben je onderweg met de fiets? minuten ¨

HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND 98 Provincie Provinciehoofdstad
©VANIN
STAPPENPLAN GOOGLE MAPS

Als je vastzat of niet wist hoe je iets moest opzoeken, hoe heb je dat dan opgelost?

¨ Ik vroeg het aan mijn buur.

¨ Ik vroeg het aan de leraar.

¨ Ik keek nog eens naar het stappenplan.

¨ Ik zocht het op via Google.

¨ Ik deed niks.

¨ Ik had helemaal geen problemen.

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 3: Vul dit schema aan samen met de leerkracht.

Beginpunt Citadel van Dinant

Eindpunt Grote Markt in Brussel

Afstand met de auto (kortste route)

Afstand met de fiets (kortste route)

Afstand in vogelvlucht

Hoe komt het dat de weg met de fiets korter is dan de weg met de auto?

Stap 4: Vul nu zelf dit schema aan.

Beginpunt Je school:

Eindpunt Station van je provinciehoofdstad:

Afstand met de auto (kortste route)

Afstand met de fiets (kortste route)

©VANIN

Afstand in vogelvlucht

99 HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND

Stap 1: Bekijk het volledige filmpje een eerste keer.

Stap 2: Lees vragen a tot en met d. Is alles duidelijk?

Stap 3: Bekijk nu enkel het eerste deel van het filmpje. Beantwoord daarna vragen a tot en met d in potlood.

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 4: Lees vraag e.

Stap 5: Bekijk nu enkel het tweede deel van het filmpje. Beantwoord daarna vraag e in potlood.

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 6: Lees vraag f.

Stap 7: Bekijk vervolgens het derde deel van het filmpje. Beantwoord daarna vraag f in potlood.

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 8: Lees vraag g.

Stap 9: Bekijk ten slotte het laatste deel van het filmpje. Beantwoord daarna vraag g in potlood en voer uit wat in vraag h gevraagd wordt.

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 10: O verloop de antwoorden klassikaal. Vul nu alles in met balpen.

Hoe is de opdracht verlopen?

a Hoeveel gemeenten zijn er in Vlaanderen? gemeenten

b Wat is een gemeente?

HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND 100 3 De gemeenten
BEKIJK
©VANIN
v IDEO

c Vul dit schema aan.

provincie – gemeente – gemeenschap en gewest

Bestuursniveau

d Schrap wat niet past.

Een gemeente heeft het grootste / kleinste bestuursniveau in ons land.

e Een gemeente kan over heel wat zaken beslissen. Geef enkele voorbeelden.

f Vul aan.

De is de baas van de gemeente en van de . Hij bestuurt de gemeente samen met en

taak: taak:

GEMEENTEBESTUUR = + +

Het gemeentebestuur wordt om de jaar gekozen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen.

©VANIN

g Vroeger waren er meer dan 2 700 gemeenten. Nu zijn er heel wat minder gemeenten in België.

• Hoe komt het dat er nu minder gemeenten dan vroeger zijn?

101 HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND

• Waarom doen de gemeenten dat?

h Zoek jouw schoolgemeente en woongemeente op de kaart via de QR-code. De gemeente waar je woont kan ook de gemeente zijn waar je schoolloopt.

• Kleur je schoolgemeente op de onderstaande kaart.

• Arceer je woongemeente.

Noteer alle moeilijke woorden uit dit deel in jouw persoonlijke begrippenlijst!

MIJN NOTITIES

©VANIN

HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND 102
BEKIJK KAART

OPDRACHT 5: Confederalisme, separatisme of federalisme?

1 Wat betekenen de moeilijke woorden in deze krantenkoppen?

a Combineer.

confederalisme

separatisme

federalisme

België bestaat uit deelstaten die gebonden worden door één gemeenschappelijke grondwet en een gemeenschappelijke (federale) regering.

België bestaat uit deelstaten. In principe beslissen die over alles zelf, behalve over een paar onderwerpen waarvan ze afgesproken hebben dat ze daarover nog samen beslissen.

Vlaanderen en Wallonië zijn elk afzonderlijk een land.

b Kleur het bolletje bij de spilfiguur met de passende tekst voor het huidige België.

MIJN NOTITIES

©VANIN

103 HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND
v
?

Hoi! Alles goed? Hallo, wie geht’s? Bonjour ! Ça va ?

a In welke taal groeten de spilfiguren elkaar?

b In hoeveel talen kun jij iemand begroeten? Vul de vierde tekstballon aan in een andere taal.

c We vormen een samenleving van mensen die verschillende talen spreken.

• Hoeveel talen spreken we officieel in België? 123

• Welke voordelen brengt dat met zich mee?

• Z ijn er ook nadelen aan verbonden?

MIJN NOTITIES

©VANIN

HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND 104 2 Samenleven in een meertalig land

d Lees de tekstjes, bekijk het schema en de kaart. Beantwoord dan de vragen op p. 106-107.

Welke talen mogen hier gesproken worden?

In België mag iedereen in zijn vrije tijd de taal spreken die hij of zij wil. Die taalvrijheid ligt vast in de grondwet. Italiaans, Arabisch, Chinees … je kiest zelf welke taal je gebruikt in jouw gezin, onder vrienden, in het culturele of economische leven.

Net zoals alle andere landen heeft België ook officiële talen. Dat zijn het Nederlands, het Frans en het Duits. Het gebruik van een van deze officiële talen is verplicht in een aantal situaties.

Schema: in welke taal kun je terecht bij de overheid?

In welke taal naar school?

De onderwijstaal is de officiële taal van het gebied waar de school ligt. Buiten de taalvakken moeten alle andere vakken in die taal worden onderwezen. In Brussel heb je de keuze tussen Nederlandstalig en Franstalig onderwijs. De faciliteitengemeenten kennen enkele uitzonderingen.

OVERHEID TAAL REGEL

Federale overheidNederlands, Frans of Duits

Provincie Nederlands, Frans of Duits

Gewesten

Afhankelijk van de woonplaats van de burger (taalgebied)

Afhankelijk van het taalgebied van de provincie

Vlaams Gewest Nederlands Nederlands taalgebied

Waals GewestFrans of Duits

Afhankelijk van de woonplaats van de burger

Brussels Hoofdstedelijk Gewest Frans en/of Nederlands

Taalfaciliteiten: de uitzondering

Een bijzondere regeling is er in de faciliteitengemeenten. Die gemeenten liggen in een eentalig taalgebied, maar bieden ‘faciliteiten’ aan anderstalige inwoners. Zo heb je rond Brussel zes faciliteitengemeenten in het Nederlandse taalgebied, waar faciliteiten gelden voor Franstalige inwoners. Daar kan een inwoner vragen om een bepaald document in het Frans te ontvangen. Deze gemeenten zijn niet tweetalig zoals de gemeenten in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. Officiële berichten en mededelingen moeten er in het Nederlands en het Frans gebeuren, individuele communicatie gebeurt er in regel in het Nederlands maar kan als uitzondering ook in het Frans.

• Bij individuele communicatie: afhankelijk van de keuze van de burger

• Publieke communicatie is in de regel tweetalig.

105 HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND
Bron: De Boeck Atlas tweetalig gebied / Vlaamse en Franse Gemeenschap Franse Gemeenschap / faciliteitengemeenten Duitstalige Gemeenschap met faciliteiten
Schaal 1 2 500 000 B Gewesten
1 2 3 11 10 9 8 7 6 54 15 14 13 12 16 18 17 19 20 25 24 23 22 21 1 Komen-Waasten 2 Mesen 3 Moeskroen 4 Spiere-Helkijn 5 Ronse 6 Vloesberg 7 Bever 8 Edingen 9 Drogenbos 10 Linkebeek 11 Sint-Genesius-Rode 12 Wemmel 13 Kraainem 14 Wezembeek-Oppem 15 Herstappe 16 Voeren 17 Malmédy 18 Waimes 19-22 Lontzen, Raeren, Eupen, Kelmis 23-27 Burg-Reuland,
©VANIN
Vlaamse Gemeenschap / faciliteitengemeenten
en gemeenschappen
Sankt Vith, Amel, Bütgenbach, Büllingen

• Schrap wat niet past. Leg uit. In België worden slechts drie talen gesproken: waar / niet waar.

• Wat kan in de volgende situaties?

Ik ben Vlaming, maar verhuis naar Wallonië en ga daar ook naar school. Mag ik de leerkracht verplichten om Nederlands te spreken?

¨ Ja, je hebt het recht om in het Nederlands aangesproken te worden.

¨ Nee, de officiële taal in Wallonië is Frans. Wil je daar gaan wonen, dan is de taal leren noodzakelijk.

Ik ben Franstalig en ga naar het gemeentehuis van Mesen, de gemeente waar ik woon. Kan ik er een document in het Frans ophalen?

¨ Ja, je hebt het recht om het document in het Frans te krijgen want Mesen is een faciliteitengemeente.

¨ Ja, je krijgt het document standaard in het Frans, ook al vraag je er niet om.

¨ Nee, Mesen ligt in West-Vlaanderen en de officiële taal is er Nederlands. Je kunt er enkel documenten in het Nederlands ophalen.

• Beantwoord deze vragen.

- In welke provincie ligt Wemmel?

- Hoe komt het dat je er toch terechtkunt voor officiële documenten in het Nederlands én in het Frans?

- In welke taal krijg ik die documenten standaard?

In welke provincie ligt Moeskroen?

- Schrap wat niet past. De officiële documenten in Moeskroen zijn opgesteld in het Nederlands / in het Frans / in beide landstalen

Ik krijg die documenten standaard in het Nederlands / in het Frans / in beide landstalen.

CHATBOX

Stel dat er geen taalwetgeving is; er is dus geen verplicht gebruik van het Nederlands of het Frans. Welke tips zouden ervoor kunnen zorgen dat Franstaligen en Nederlandstaligen zonder problemen kunnen samenleven in België?

HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND 106
-
©VANIN

e In een faciliteitengemeente worden alle wegwijzers en vertaalbare straatnamen tweetalig weergegeven. Ken jij de Nederlandse naam van deze faciliteitengemeenten? De namen die je niet kent, zoek je online op.

Espierres-Helchin

Rhode-Saint-Genèse

Messines

Mouscron

Biévène

Comines-Warneton

Noteer alle moeilijke woorden uit dit deel in jouw persoonlijke begrippenlijst!

MIJN NOTITIES

3 Samenleven in een multicultureel land

a Wat vind jij dat een buitenlander moet doen wanneer hij/zij in België komt wonen? Bedenk enkele positieve voorstellen. Leg uit waarom.

WAT

©VANIN

107 HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND
© BELGA
KUN
DOEN OM
JE
GEMAKKELIJK TE INTEGREREN IN BELGIË?

b Lees het artikel en beantwoord de vragen.

Vlaanderen mag dan toch onverdoofd slachten verbieden, zegt Europees Hof

Vlaanderen mag wel degelijk onverdoofd slachten verbieden. Dat heeft het Europees Hof van Justitie beslist. Sinds begin vorig jaar is het in Vlaanderen verboden om schapen, geiten en pluimvee te slachten zonder verdoving. Enkele joodse en islamitische verenigingen waren tegen dat verbod naar de rechter gestapt. Zij vonden het een schending van de godsdienstvrijheid, gezien onverdoofd slachten voor hen past binnen religieuze rituelen.

Bron: www.vrt.be

• Wat is het probleem? Markeer in het artikel.

• In België geldt vrijheid van godsdienst voor alle Belgen, ongeacht je geloof. Toch wordt dit religieus ritueel verboden. Wat is jouw mening?

• Voor bepaalde zaken werkt men met een uitdoofscenario. Stel dat het onverdoofd slachten nog even mag, maar binnen twee jaar niet meer. Zou dat een goede oplossing zijn? Waarom (niet)?

c De aanwezigheid van meerdere culturen in onze samenleving maken onze eigen cultuur ook rijker. Wij nemen zaken over uit andere culturen. Geef telkens een voorbeeld op het vlak van:

• voeding:

• feesten:

• muziek:

d Geef een voorbeeld van iets uit een andere cultuur wat jij leuk vindt.

Ik hou enorm veel van Italiaanse en Spaanse muziek! En jij?

©VANIN

HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND 108

OPDRACHT 6: Wie beslist? v

1 België is een samenleving.

Als ik alleen in de klas zou zitten, dan moet ik met niemand rekening houden.

Als wij met ons tweetjes in de klas zitten, moeten we rekening houden met elkaar.

Als wij allemaal samen in de klas zitten, moeten we rekening houden met elkaar. De klas vormt een soort van samenleving. En samenleven betekent rekening houden met elkaar en met bepaalde (leef)regels.

a Geef een voorbeeld van een (leef)regel die je moet volgen in de klas.

b Geef een voorbeeld van een (leef)regel die je thuis moet volgen.

c Geef een voorbeeld van een (leef)regel die je moet volgen in je sport- of jeugdbeweging.

2 België is een democratische rechtsstaat.

Het is niet gemakkelijk om regels op te stellen voor iedereen en waar iedereen achterstaat. Dat geldt zowel voor een school als voor een jeugdclub, een sportvereniging of een gemeente. Maar ook in een land gelden regels of afspraken om samen te leven.

©VANIN

De afspraken moeten rechtvaardig zijn: iedereen moet gelijk worden behandeld. Een land waar rekening gehouden wordt met iedereen, heet een democratie. Democratie betekent echter ook dat de burger de regels die door een meerderheid opgesteld zijn, aanvaardt en naleeft. Als dat niet gebeurt, moeten sancties mogelijk zijn.

In een democratie heeft iedereen inspraak en is vrijheid van meningsuiting noodzakelijk. En als die democratie de vrijheid en de gelijkheid van de burgers vastlegt in regels dan spreken we van een democratische rechtsstaat. Regels blijven bovendien niet altijd geldig. In de samenleving worden voortdurend regels opgesteld en aangepast.

109 HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND

a Schrap wat niet past. In een democratie:

• hebben burgers inspraak / geen inspraak in het bestuur.

• beslist 1 persoon / de minderheid / de meerderheid.

• gelden de afspraken voor iedereen / voor de minderheid / voor de meerderheid / voor de rijken / voor de armen.

• worden de mensenrechten gerespecteerd / niet gerespecteerd

• is er vrijheid / geen vrijheid van meningsuiting.

b Lees het stripverhaal.

Volgende week hebben jullie een grote herhalingstoets wiskunde. Wanneer plannen we die in: dinsdag, woensdag of donderdag?

Herhalingstoets Wiskunde

Op maandag ben ik pas om 21 uur thuis. Dat gaat echt niet voor mij! Liever op donderdag.

Ik heb die het liefst op dinsdag, want maandag is de enige dag dat ik kan studeren.

Wablief, donderdag? Nee, dan moeten we op woensdag studeren en dan ga ik op stap met een vriendin.

Voor mij is het om het even. Ik kan elke dag.

Ik wil maandag of vrijdag!

Voor mij past donderdag ook niet.

Stel dat dit in jullie klas gebeurt. Op welke dag kan de toets doorgaan?

• Z ijn jullie tot een besluit gekomen? JA NEE

• Is iedereen het ermee eens? JA NEE

Waarom (niet)?

• Wie heeft de knoop doorgehakt?

• Was dat een democratische beslissing? Waarom (niet)?

En dinsdag hebben we al een toets van Nederlands!

©VANIN

HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND 110

c Waar kun je de regels van de school terugvinden?

d Ook ons land heeft zo’n reglement, maar dan voor alle burgers. Lees onderstaand kadertje. Waar kun je de regels van ons land terugvinden?

Belgische Grondwet

In een democratie is de grondwet het contract tussen de burgers en de staat. In de grondwet staan belangrijke dingen beschreven. Onder andere waar de bestuurders van ons land zich aan moeten houden. De Belgische Grondwet telt 198 artikels. Bij het ontstaan van het onafhankelijke België in 1830 werd onze grondwet opgesteld. Ze werd in 1831 goedgekeurd.

MIJN NOTITIES

Noteer alle moeilijke woorden uit dit deel in jouw persoonlijke begrippenlijst!

3 De Vlaamse regering

Stap 1: Bekijk het filmpje een eerste keer.

Stap 2: Lees de vraag die bij deel 1 hoort.

Stap 3: Bekijk het eerste deel van het filmpje. Vul het kader bij deel 1 aan.

BEKIJK v IDEO

©VANIN

111 HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND

Deel 1

a Geef drie voorbeelden van zaken die de overheid doet voor de burgers.

Stap 4: Lees de vragen die bij deel 2 horen.

Stap 5: Bekijk het tweede deel van het filmpje. Vul het kader bij deel 2 aan.

Deel 2

b Hoe bepalen we wie bestuurt?

c Wie mag meedoen?

d Op welke manier kun je zelf verkozen worden?

e Vul aan.

Hoe stemmen een partij heeft, hoe van haar kandidaten een plaats zullen krijgen in het parlement.

f Hoe noemen we een plaats in het parlement?

g Hoeveel zetels zijn er in het Vlaams Parlement?

h Vul aan.

Een partij met veel stemmen haalt zetels.

Een partij met weinig stemmen haalt zetels.

Tussentijdse feedback door de leerkracht

©VANIN

Stap 6: Lees de vragen die bij deel 3 horen.

Stap 7: Bekijk het derde deel van het filmpje. Vul het kader bij deel 3 aan.

HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND 112
–––

Deel 3

i Leg de term ‘volksvertegenwoordiger’ uit aan de hand van het filmpje.

j Wat betekent: ‘In een democratie moet er voor elke beslissing een meerderheid zijn’?

k Geen enkele partij heeft dus op haar eentje de meerderheid. Wat nu?

l Wat beslist de meerderheid?

Stap 8: Lees de vragen die bij deel 4 horen.

Stap 9: Bekijk het vierde deel van het filmpje. Vul het kader bij deel 4 aan.

Deel 4

m Wat doen de 124 volksvertegenwoordigers (het parlement)?

¨ debatteren over nieuwe ideeën

¨ de decreten, de wetten voor Vlaanderen stemmen

¨ de decreten uitvoeren

¨ een begroting maken

¨ de begroting goedkeuren

¨ controleren of de ministers hun werk goed doen

n Wat doen de ministers (de regering)?

¨ debatteren over nieuwe ideeën

¨ de decreten, de wetten voor Vlaanderen stemmen

¨ de decreten uitvoeren

¨ een begroting maken

¨ de begroting goedkeuren

¨ controleren of de ministers hun werk goed doen

o Wat staat er in een begroting?

©VANIN

113 HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 10: Lees de vraag die bij deel 5 hoort.

Stap 11: Bekijk het vijfde deel van het filmpje. Vul het kader bij deel 5 aan.

Deel 5

p Beslissingen worden op verschillende niveaus genomen. Welke zijn de verschillende bestuursniveaus? Vul aan.

België – gewesten – gemeenschappen – –

Stap 12: Lees de vraag die bij deel 6 hoort.

Stap 13: Bekijk het laatste deel van het filmpje. Vul het kader bij deel 6 aan.

Deel 6

q Wat kun je doen als je niet tevreden bent met de beslissingen van de Vlaamse Regering?

Wie zijn de ministers van de huidige Vlaamse Regering? Hoeveel ministers kende jij al?

4 Vlaanderen, België of Europa?

Bekijk de affiches bij het onlinelesmateriaal. Wie is bevoegd voor de onderstaande taken? Zet een kruisje in de juiste kolom.

VlaanderenBelgiëEuropa

troepen naar oorlogsgebieden sturen

noodhulp verlenen bij natuurrampen

industriezones aanleggen

bruggen en wegen aanleggen

de Belgische Spoorwegen

duidelijke labels en etiketten op voedsel voorzien

steun geven aan landbouwers

de strijd tegen de klimaatopwarming pensioenen

HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND 114
–––
©VANIN

5 Gemeenschap of gewest?

Gewesten beschikken over bevoegdheden in domeinen die met hun regio of gebied te maken hebben.

buitenlandse handel

toezicht over de provincies en de gemeenten

economie

ruimtelijke ordening

leefmilieu

natuurbehoud

vervoer (met uitzondering van de NMBS)

energie

werkgelegenheid

landbouw

waterbeleid

toerisme

huisvesting

openbare werken

dierenwelzijn

De bevoegdheden van de gemeenschappen hebben vooral met taal of personen te maken.

justitie opvang van immigranten

familiehulp

cultuur (theater, bibliotheken, audiovisuele media ...)

GEWESTEN GEMEENSCHAPPEN

onderwijs gezondheidszorg

©VANIN

jeugdbescherming

sociale bijstand

115 HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND

Wie is bevoegd voor …? Zet een kruisje in de juiste kolom.

Gewest Gemeenschap

steun aan bedrijven

steun aan gezinnen (gezinstoelagen)

bescherming van het leefmilieu

musea

zuivering van het afvalwater hulp aan bejaarden

visvangst

verdeling van elektriciteit en aardgas controle van de zorginstellingen regionale luchthavens

mogelijkheid op goede thuiszorg

OPDRACHT 7: Scheiding van de machten

Vroeger lag de macht vaak nog bij adellijken of alleen de koning. De Franse filosoof Montesquieu (18e eeuw) vond dat de macht niet bij één persoon of een bepaalde groep moest liggen, want machtsconcentratie kan leiden tot machtsmisbruik. Hij vond dat er drie politieke groepen moesten zijn die allemaal op elkaar zouden letten. Dat principe noemen we de scheiding van de machten.

SCHEIDING vAN DE MACHTEN

Wetgevende macht

Uitvoerende macht

Scheiding van de machten

Scheiding van de machten

Scheiding van de machten

Rechterlijke macht

wetgevende macht

wetgevende macht

Om een land te regeren moeten er wetten gemaakt worden.

wetgevende macht

uitvoerende macht

uitvoerende macht

uitvoerende macht

De wetten moeten in de praktijk uitgevoerd worden.

rechterlijke macht

rechterlijke macht

rechterlijke macht

Als een wet aanleiding geeft tot conflicten, moeten die opgelost worden.

Om een land te regeren moeten er wetten gemaakt worden.

Om een land te regeren moeten er wetten gemaakt worden.

Om een land te regeren moeten er wetten gemaakt worden.

Die wetten moeten in de praktijk uitgevoerd worden.

De wetgevende macht is in handen van het parlement.

De wetgevende macht is in handen van het parlement.

De wetgevende macht is in handen van het parlement.

De wetgevende macht is in handen van het parlement.

Paleis der Natie

Die wetten moeten in de praktijk uitgevoerd worden.

Die wetten moeten in de praktijk uitgevoerd worden.

De uitvoerende macht ligt bij de regering en de koning.

De uitvoerende macht ligt bij de regering en de koning.

De uitvoerende macht ligt bij de regering en de koning.

De uitvoerende macht ligt bij de regering en de koning.

Als een wet aanleiding geeft tot conflicten, moeten die opgelost worden

Als een wet aanleiding geeft tot conflicten, moeten die opgelost worden

Als een wet aanleiding geeft tot conflicten, moeten die opgelost worden

De rechterlijke macht wordt uitgeoefend door de hoven en rechtbanken.

De rechterlijke macht wordt uitgeoefend door de hoven en rechtbanken.

Koninklijk paleis

De rechterlijke macht wordt uitgeoefend door de hoven en de rechtbanken.

De rechterlijke macht wordt uitgeoefend door de hoven en rechtbanken.

©VANIN

Justitiepaleis

Justitiepaleis

Justitiepaleis

Justitiepaleis

Door de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht gescheiden te houden voorkomt men dat er oneerlijke en onrechtvaardige situaties ontstaan. Een rechter past alleen de wet toe; hij maakt ze niet. Omgekeerd moet het parlement zorgen voor goede wetten, maar een parlementslid mag niet tussenkomen in een rechtszaak.

Door de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht gescheiden te houden voorkomt men dat er oneerlijke en onrechtvaardige situaties ontstaan. Een rechter past alleen de wet toe; hij maakt ze niet. Omgekeerd moet het parlement zorgen voor goede wetten, maar een parlementslid mag niet tussenkomen in een rechtszaak.

Door de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht gescheiden te houden voorkomt men dat er oneerlijke en onrechtvaardige situaties ontstaan. Een rechter past alleen de wet toe; hij maakt ze niet. Omgekeerd moet het parlement zorgen voor goede wetten, maar een parlementslid mag niet tussenkomen in een rechtszaak.

Door de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht gescheiden te houden voorkomt men dat er oneerlijke en onrechtvaardige situaties ontstaan. Een rechter past alleen de wet toe; hij maakt ze niet. Omgekeerd moet het parlement zorgen voor goede wetten, maar een parlementslid mag niet tussenkomen in een rechtszaak.

HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND 116
v
20 1 België –Belgique –Belgien
Paleis der Natie Fig. 2 De staatsmachten
20 1 België –Belgique –Belgien
Paleis der Natie Koninklijk paleis Fig. 2 De staatsmachten Koninklijk Paleis
20 1 België –Belgique –Belgien
Paleis der Natie Koninklijk paleis Fig. 2 De staatsmachten

Wie is de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht in deze situaties?

Situatie 1

De leerkracht Nederlands heeft me betrapt toen ik in de toiletten aan het roken was. Ik moest naar de directeur. In het schoolreglement staat dat roken verboden is. Ik moest een dag thuisblijven en straf schrijven.

wetgevende macht

uitvoerende macht

rechterlijke macht

Situatie 2

directeur

directeur (schoolreglement)

leerkracht Nederlands

Thuis hebben we allemaal samen een blad met afspraken opgesteld, een soort van huisreglement. Wie zich gedurende de week niet houdt aan een van de afspraken, zoals je eigen bord in de vaatwasser steken of je jas aan de kapstok hangen, krijgt een sticker achter zijn naam op het overzicht in de berging. Wie op het einde van de week vijf stickers heeft, moet in het weekend het huis helemaal alleen stofzuigen.

wetgevende macht:

uitvoerende macht:

rechterlijke macht:

MIJN NOTITIES

©VANIN

117 HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND

OPDRACHT 8: Koningen vroeger en nu v

1 Bekijk de afbeeldingen van de verschillende koningen. Beantwoord daarna de vragen.

Ik trouwde 6 keer en liet 2 van mijn vrouwen onthoofden!

Iedereen die niet roomskatholiek was, gooide ik op de brandstapel!

Ik was de Zonnekoning van Frankrijk en gaf luxueuze feesten in de tuin van mijn kasteel te Versailles. Om die te kunnen betalen liet ik de bevolking heel veel belastingen betalen.

• Wie is de huidige koning van België?

©VANIN

• Wie is zijn troonopvolger?

• Wat is daar zo speciaal aan?

• K an onze huidige koning zijn vrouw(en) ter dood veroordelen? JA NEE

• K an onze koning geweld gebruiken om zijn zin door te drijven? JA NEE

• K an onze koning zelf beslissen ons belastingen te laten betalen voor iets? JA NEE

HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND 118
© FineArt/Alamy Hendrik VIII van Engeland Bloody Mary van Engeland Lodewijk XIV van Frankrijk © IanDagnall Computing / Alamy © PRISMA ARCHIVO/Alamy

2 Hoe ziet een gemiddelde dag van onze koning eruit? Lees de tekst en beantwoord de vragen.

Koning Filip en Koningin Mathilde wonen samen met hun vier kinderen in het Kasteel van Laken.

Na het ontbijt brengt koning Filip prinses Eléonore naar school.

De koning komt aan op zijn kantoor in het Koninklijk Paleis van Brussel.

Samen met zijn team bereidt hij zijn werkdag voor.

De audiënties starten. Elke maandagmorgen ontvangt de koning de eerste minister. Koning Filip moet honderden wetten en koninklijke besluiten ondertekenen.

De koning luncht in het Koninklijk Paleis. Soms luncht hij met Belgische of buitenlandse genodigden op zijn kantoor of bij hem thuis in het Kasteel van Laken.

In de namiddag leest de koning zijn dossiers, beantwoordt hij de vele brieven of legt hij een werkbezoek af, bijvoorbeeld aan een fabriek, een ziekenhuis of een school.

Soms brengt hij een officieel bezoek aan het buitenland. Bij een staatsbezoek bezoekt het staatshoofd van een land een ander land.

©VANIN

De koning woont soms een ceremonie bij, zoals deze herdenking van oorlogsslachtoffers. De koning vertegenwoordigt België.

Basis kleurenpalet

De avond brengen koning Filip en koningin Mathilde samen met hun kinderen door. Ze lezen een boek, kijken tv of gaan naar een concert of een toneelvoorstelling …

119 HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND
WELKOM OP ONZE SCHOOL, KONING FILIP!

a Wat zijn de taken van de koning? Kruis aan.

¨ wetten en koninklijke besluiten ondertekenen

¨ wetten en koninklijke besluiten maken

¨ België vertegenwoordigen

b Heeft de koning macht? JA NEE

c Welk besluit kun je trekken als je kijkt naar de macht van koningen vroeger en onze koning nu?

d Toch is er nog altijd iets wat hetzelfde gebleven is, namelijk de erfopvolging. Wat betekent dat?

e Vul de tekst aan met een van deze woorden.

democratie – koningshuis – België – koning – staatshoofd – grondwet

In een constitutionele monarchie is er alleen een voor bepaalde taken. De koning is dan alleen . Een constitutionele monarchie komt bijna altijd voor met een . Een constitutionele monarchie wordt vaak vermengd met een vorm van . In een constitutionele monarchie is er vaak een parlement en/of regering. Ook bestaat er dan minstens een en heel vaak andere wetten. Bekende constitutionele monarchieën zijn o.a. Nederland, , het Verenigd Koninkrijk en Spanje.

MIJN NOTITIES

©VANIN

HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND 120

OPDRACHT 9: Elders en anders v

België is een koninkrijk, maar er zijn ook andere staatsvormen.

a O ver welke staatsvorm spreken Mila, Elena en Anouar? Vul aan met een van deze woorden.

koninkrijk – republiek – dictatuur

- macht is in handen van 1 persoon of een kleine groep mensen

- de grondwet, als die bestaat, wordt niet nageleefd

- iedere inwoner moet leven zoals de koning of president het wil

- staatshoofd = president

- voor een bepaalde tijd verkozen

- de macht kan vooral symbolisch zijn (Duitsland)

- soms vrij grote macht (Verenigde Staten)

- staatshoofd = koning(in)

- aangeduid via erfopvolging

- de macht kan vooral symbolisch zijn (in Europa)

- soms vrij grote macht (buiten Europa)

b Geef voor elke staatsvorm drie landen als voorbeeld.

c Wat is het verschil tussen een koning en een president wat de opvolging betreft?

121 HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND
Koninkrijk Republiek Dictatuur –––––––––
©VANIN

OPDRACHT 10: Nu is het aan jou!

1 Vul aan met een getal.

België heeft regeringen.

België bestaat uit provincies.

Het Vlaams Gewest en het Waals Gewest tellen elk provincies.

2 Schrap wat niet past. Leg telkens ook uit waarom dat zo is.

• België is een dictatuur – democratie.

• België is een koninkrijk – republiek – dictatuur.

3 Leg met een voorbeeld uit wat de scheiding van de machten betekent.

Tussentijdse feedback door de leerkracht

4 Iemand uit een ander land komt in België wonen.

a Geef twee tips die je aan die persoon zou geven. Die tips maken het gemakkelijker om hier in België samen te leven met de andere Belgen.

b Leg telkens uit waarom het volgens jou een goede tip is.

Tip 1:

Dit is een goeie tip omdat

Tip 2:

Dit is een goeie tip omdat

©VANIN

HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND 122
U

OPDRACHT 11: Welk woord zoeken we?

1 Schrap het woord dat niet in het rijtje past. Waarom hoort het er niet bij?

• gewest – gemeenschap – dorp – provincie – gemeente

• gemeenschap – taal – economie – onderwijs – cultuur

• schepencollege – gemeenschap – gemeente – burgemeester – gemeenteraad

2 Welke woorden zoeken we? Combineer telkens drie woorden en leg het verband tussen die woorden.

10 gouverneur laagste bestuursniveau economie 5 in Vlaanderen 3 burgemeester fusioneren Brussels Hoofdstedelijk

• Woord 1:

• Woord 2:

• Woord 3:

3 Wat betekenen deze woorden? Combineer.

1 het bestuur A een straf, een boete

2 de autonomie B het hulpmiddel

3 de faciliteit C het contract tussen de burgers en de staat

4 de sanctie D een groep van mensen die de leiding heeft

5 de grondwet E een plaats in het parlement

6 de zetel F zelfbestuur, zelfstandigheid

123456

4 Wat is het verschil tussen een wet en een decreet?

123 HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND
U
©VANIN

OPDRACHT 12: GIS-viewer U

Deze opdracht maak je in groepjes. Beurtelings bereken je de afstand van de ene provinciehoofdstad naar de andere in Google Maps.

Wat heb je nodig?

- Google Maps

- 2 dobbelstenen

- Scoreblad van de leerkracht

- Je goed humeur!

Stap 1: Welke zijn de provinciehoofdsteden van ons land? Noteer ze in alfabetische volgorde in de tabel. Nummers 5 en 12 zijn al ingevuld.

Stap 2: De eerste groep gooit met de dobbelstenen. Noteer het aantal ogen in de eerste kolom van de tabel bij stap 4. Kijk in de tabel bij stap 1 met welke provinciehoofdstad dat nummer overeenkomt.

Stap 3: De eerste groep gooit nogmaals met de dobbelstenen. Noteer ook nu het aantal ogen en de provinciehoofdstad in de eerste kolom.

Opgepast:

- Gooi je 12, dan geef je de beurt aan de andere groep.

- Gooi je tweemaal hetzelfde cijfer na elkaar, dan is de volgende groep aan de beurt.

Stap 4: Bereken in Google Maps de afstand van de ene provinciehoofdstad naar de andere.

Worp (Provincie)hoofdstadBereken de afstand in Google Maps.

Stap 5: Nu is het de beurt aan de volgende groep.

Stap 6: De groep die als eerste vijf afstanden correct berekend heeft, wint!

OPDRACHT 13: Ga op ontdekking

Scan de QR-code en bekijk de ontdekplaat. Vul het takenblad in dat de leerkracht je geeft.

HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND 124
1 5 Brussel 9 2 6 10 3 7 11 4 8 12 beurt overslaan
2
1 =
=
U BEKIJK ONTDEKPLAAT
��
©VANIN

OPDRACHT 13: Evalueer jezelf R

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan de voordelen van een diverse samenleving uitleggen.

Ik kan de uitdagingen van een diverse samenleving uitleggen.

Ik kan uitleggen hoe een decreet tot stand komt.

Ik kan de begrippen uit mijn woordenlijst uitleggen.

Ik kan met een voorbeeld uitleggen dat meerdere personen beslissen over het ontstaan van een wet.

Ik kan met een voorbeeld uitleggen hoe de scheiding der machten werkt.

Ik ken het onderscheid tussen de bestuursniveaus van ons land: gemeente, provincie, gemeenschap, gewest, federaal, Europese Unie.

Ik kan aan de hand van een voorbeeld een verschil uitleggen tussen vroeger en nu op het vlak van de macht van een koning.

Ik kan per twee of in een groep samenwerken.

Ik kan mijn mening op een respectvolle manier verwoorden.

Ik kan ontbrekende informatie vlot opzoeken op het internet.

Ik kan met een voorbeeld uitleggen hoe in een democratie beslissingen genomen worden.

Ik kan met een voorbeeld uitleggen hoe in een dictatuur beslissingen genomen worden.

3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?

Ik kan het. Hier kan ik nog groeien.

4 Welke vragen heb ik nog?

▶ Verder oefenen? Ga naar .

125 HOOFDSTUK 4: EEN INGEWIKKELD LAND
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
1 Wat vond je van dit hoofdstuk ? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft.
������������ ������������ ������������ ������������ ������������
©VANIN

O

HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST

OPDRACHT 1: Kunst in al zijn vormen

1 Noteer de naam van de kunstvorm in het kadertje bij de passende afbeelding.

beeldhouwkunst – bouwkunst – literatuur – poëzie – schilderkunst –videokunst – fotografie – dans – muziek – tekenen – film

Kunstvormen: de verschillende manieren om aan kunst te doen

krokus kom op wees niet bang kom maar tevoorschijn lentebode

Bron: poezieverrijkt.nl

©VANIN

HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST 126
FILMFESTIVAL © Kobby Dagan/Shutterstock.com
KUNST

2 Hoe kom jij in je dagelijks leven in aanraking met kunst?

Kunst is overal. Je komt haast dagelijks kunst tegen, vaak zonder dat het opvalt. Zullen we de verschillende kunstvormen eens van dichtbij bekijken?

De leerkracht bezorgt je een vragenlijst. Aan de hand daarvan vul je deze tabel in.

Kunstvorm

Film (videoclip, tekenfilm, soap …)

Op welke manieren kom ik die verschillende kunstvormen tegen in mijn dagelijks leven?

Muziek

Dans

Fotografie

Schilderkunst

©VANIN

Beeldhouwkunst

127 HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST

OPDRACHT 2: Kunst en techniek

Elke kunstvorm kent verschillende technieken. Kunstenaars gaan op zoek naar andere manieren om hun kunstvorm te beoefenen. Dat gebeurt in elke kunstvorm. Zo ontstaan nieuwe soorten dans en muziek, andere manieren van beeldhouwen of schilderen … Wij bekijken het even van dichtbij voor de schilderkunst.

Scan de QR-code en bekijk de ontdekplaat. Maak dan de opdrachten.

a Geef de rondjes van een omschrijving en het bijhorende beeld dezelfde kleur.

Aquarel

Gebrandschilderd glas

Tatoeages

Graffiti

Pointillisme

©VANIN

Weetje

Graffiti wordt ook street art genoemd. Je vindt graffitikunstwerken namelijk niet in een museum maar gewoon buiten, op straat. Door graffiti worden de muren in een stad, dorp of wijk onderdeel van een kunstwerk.

HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST 128
v
© Jovan Milosavljevic/Shutterstock.com © Anna Krivitskaya/Shutterstock.com © Nacho Calonge/Getty Images
BEKIJK ONTDEKPLAAT
Klassiek schilderij

b Kruis aan wat juist en fout is. Noteer het juiste antwoord indien nodig.

Je gebruikt speciale verf om een aquarel te maken.

Om een aquarel te maken gebruik je speciale stof om op te schilderen.

Graffiti is altijd illegaal.

Een klassiek schilderij wordt op stof gemaakt.

Graffiti wordt altijd met een spuitbus gemaakt.

Het woord graffiti betekent ‘ingekraste tekeningen’ .

Je kunt gebrandschilderd glas maken met gewone waterverf.

Bij gebrandschilderd glas worden de tekeningen in het glas gebakken, in een oven.

Het woord graffiti is van oorsprong een Spaans woord.

Sommige aquarelkunstenaars schilderen op nat papier.

Een tatoeage wordt door middel van naalden aangebracht.

Bij tatoeages wordt speciale verf gebruikt.

Bij pointillisme wordt de verf nooit gemengd.

Een pointillistisch schilderij bekijk je best vanop een zo kort mogelijke afstand.

De stof waarop een schilder schildert, wordt canvas of doek genoemd.

129 HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST
©VANIN

OPDRACHT 3: Moderne kunst versus klassieke kunst

Met klassieke kunst bedoelen we vooral de kunst die dateert van voor de Eerste Wereldoorlog. Klassieke kunst is aan allerlei regeltjes gebonden omdat schilders en kunstenaars zich aan strikte regels moesten houden om voldoende opdrachten te krijgen.

Aan het eind van de 19e eeuw komt daar steeds meer weerstand tegen en eisen sommige schilders steeds meer vrijheid op om te doen wat ze zelf mooi vinden.

Een belangrijk kenmerk van moderne kunst is dan ook dat de kunstwerken niet langer gemaakt worden aan de hand van klassieke regels. Kunstenaars willen vooral iets unieks maken, iets origineels. Bij moderne kunst zijn de kunstenaars vooral aan het experimenteren. Fantasie speelt meer en meer een rol. Het effect van het schilderij of het kunstwerk is belangrijker dan dat het een precieze weergave is van de werkelijkheid.

Het doel van moderne kunst is vaak ook gewoon de toeschouwer uitdagen en prikkelen.

1 K lassieke of moderne kunst?

Schrijf het nummer van de 14 kunstwerken op deze en de volgende bladzijde in de passende cirkel. Bij twijfel schrijf je het nummer in de middencirkel.

Klassieke kunst Moderne kunst ??

Klassiek: oud, uit de oudheid, iets dat zijn waarde al bewezen heeft

Modern: nieuw, eigentijds

©VANIN

HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST 130
v
© Iain Masterton/Alamy © Yevgen Belich/Shutterstock.com © Tomas Abad/Alamy
1 2 3
Joan Miró Piet Mondriaan Pieter Paul Rubens

©VANIN

CHATBOX

Welk soort kunstwerken vind jij het mooiste: klassieke of moderne? Of allebei?

Leg uit waarom.

131 HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST
© Hamza Khan/Alamy © Album/Oronoz © Hercules Mila Alamy © Sowa Sergiusz/Alamy © Album / Fine Art Images © Jacky Telem/Alamy © AGEFOTOSTOCK © Raga Fuste Prisma © AGEFOTOSTOCK © World History Archive © Rune Hellestad - Corbis/Getty Images Salvador Dalí Andy Warhol Pablo Picasso Michelangelo Paul Gauguin Auguste Rodin Leonardo da Vinci Claude Monet René Magritte Jeff Koons Henri de Toulouse Lautrec
6 11 4 9 14 5 10 7 12 8 13

2 Welke titel hoort bij welk kunstwerk?

Het strand van Sainte-Adresse – The Queen – Woman and Bird – Victory Boogie Woogie –Venus en Adonis – De Clown Cha-U-Kao – De denker – Landschap in Tahiti –Brandende giraffe – La lecture – Mona Lisa – Puppy – Madonna met kind – L’ami de l’ordre

Kunstenaar en titel Kunstenaar en titel

Joan Miro Jeff Koons

Piet Mondriaan Michelangelo

Pieter Paul Rubens Leonardo da Vinci

Pablo Picasso Andy Warhol

Auguste Rodin

René Magritte

Salvador Dali

Henri de Toulouse Lautrec

©VANIN

Claude Monet Paul Gauguin

HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST 132

3 Is het altijd meteen duidelijk wat een kunstwerk voorstelt? JA NEE

Waarom wel/niet?

OPDRACHT 4: Beroemde Belgische kunst v

1 Belgische kunstenaars

Ons landje telt een heleboel wereldbekende kunstenaars en veel musea waar je hun kunst kunt bewonderen.

Stap 1: Scan eerst de QR-code en lees de tekstjes. Bekijk dan de bijhorende afbeeldingen op p. 133-135.

Stap 2: Noteer drie kernwoorden bij elke kunstenaar.

Stap 3: Ga op het internet op onderzoek uit: wanneer leefde de kunstenaar of werd hij/zij geboren? Vul correct aan.

Stap 4: Noteer vervolgens de naam van de kunstenaar in de juiste historische periode op de tijdlijn op p. 135.

Opgelet: soms kom je in twee historische periodes terecht. In dat geval noteer je de naam van de kunstenaar in de periode waarin het grootste deel van zijn leven zich heeft afgespeeld. Enkel de naam ‘Paul Delvaux’ mag je in twee periodes noteren.

133 HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST
LEES DE TEKSTEN
leefde van tot . Drie kernwoorden: 1 2 3 Jan van Eyck leefde van tot . Drie kernwoorden: 1 2 3 Pieter
leefde van tot . Drie kernwoorden: 1 2 3 René Magritte leefde van tot . Drie kernwoorden: 1 2 3 © Album/Fine Art Images ©VANIN
Pieter Paul Rubens Breug(h)el de Oude
HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST 134
James
Ensor leefde van tot . Drie kernwoorden: 1 2 3
Paul Delvaux
leefde van tot Drie kernwoorden: 1 2 3
Drie
Victor Horta leefde van tot .
kernwoorden: 1 2 3 Stromae werd geboren in Drie kernwoorden: 1 2 3
Drie
Drie
1 2 3
Léon Spilliaert leefde van tot .
kernwoorden: 1 2 3 Hergé leefde van tot .
kernwoorden:
Drie
Drie
1 2
Jacques Brel leefde van tot .
kernwoorden: 1 2 3 Peyo leefde van tot .
kernwoorden:
3
© Pictorial Press Ltd/Alamy © Album/Coll. Pottier/Kharbine-Tapabor © Frederic LegrandCOMEO/ Shutterstock.com © Francois LOCHON/Getty Images
©VANIN
© Jean-Regis Roustan/Getty Images

a Belgische kunstenaars in de hedendaagse tijd (nu)

In welke kunstvormen blinken deze Belgen uit de vorige opdracht uit in de hedendaagse tijd? Markeer de passende kunstvormen.

muziek dans poëzie bouwkunst film schilderkunst

tekenen

beeldhouwkunst literatuur stripverhaal

135 HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST Angèle werd geboren in . Drie kernwoorden: 1 2 3 Orlandus Lassus leefde van tot . Drie kernwoorden: 1 2 3 Axelle Red werd geboren in . Drie kernwoorden: 1 2 3 Adil El Arbi werd geboren in ; Bilal Fallah in . Drie kernwoorden: 1 2 3 ©
Cardinale-Corbis/Getty
©
SOULOY
Images
Stephane
Images
Frederic
/Getty
prehistorie oude nabije oosten klassieke oudheid middeleeuwen vroegmoderne tijd moderne tijd hedendaagse tijd ± 3500 v.C. ± 800 v.C. ± 500 ± 1450± 1750± 1945
© Kathy Hutchins/Alamy
2 Vroeger en nu
©VANIN

b Belgische kunstenaars in eerdere historische periodes (vroeger) Vul aan met een kunstvorm.

Onze bekendste Belgische kunstenaars uit eerdere historische periodes beoefenden vooral de

OPDRACHT 5: Hedendaagse Belgische kunst v

Laat ons eens een kijkje nemen bij onze bekendste hedendaagse kunstenaars. De muzikanten kennen jullie al. Maar er valt nog meer te ontdekken!

Mogen we deze kunstenaar even voorstellen?

Stap 1: De klas wordt verdeeld in vijf groepen.

Stap 2: Elke groep krijgt een van deze kunstenaars toegewezen:

¨ Jan Fabre ¨ Panamarenko

¨ Wim Delvoye ¨ Luc Tuymans

¨ Isabelle Scheltjens

Stap 3: Gebruik het infokader dat de leerkracht je geeft om de onderstaande informatie te verzamelen.

Wat moet er zeker in je powerpoint, padlet of google jamboard staan?

¨ een foto van de kunstenaar.

¨ geboorte- en sterftedatum van de kunstenaar.

¨ foto’s (of filmpjes) van drie bekende kunstwerken van de kunstenaar.

¨ Wat is er speciaal aan deze kunstenaar en zijn/haar werk?

¨ Zoek één interessant weetje op over de kunstenaar of zijn/haar werk.

¨ Ga op zoek naar prijzen van de kunstwerken van deze kunstenaar.

HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST 136
©VANIN

Stap 4: Maak een powerpoint, padlet of google jamboard rond de kunstenaar.

Stap 5: Bespreek samen met de leerkracht wanneer de verschillende onderdelen klaar moeten zijn.

Deadlines

Dit moet klaar zijn tegen: / /

Opzoeken van alle informatie

Eerste versie van de powerpoint/padlet/het jamboard

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Dit moet klaar zijn tegen: / /

Definitieve versie van de powerpoint/padlet/ het jamboard

Stap 6: Stel jullie presentatie voor aan de klas.

Dit moet klaar zijn tegen: / /

Voor de groep die de voorstelling geeftVoor de groepen die de voorstellingen volgen

Het werk wordt gelijk verdeeld: zorg dat elk groepslid evenveel aan het woord komt.

Let op je taal: gebruik correct Nederlands tijdens jullie presentatie.

Maak oogcontact met het publiek wanneer je spreekt.

Volg aandachtig de voorstelling van de groep en gedraag je respectvol.

Tijdens de presentatie hou je het stil.

Noteer wat je wilt gebruiken voor stap 7.

Stap 7: Na elke voorstelling praten we even na met de klas. Wat vinden jullie ervan? Is dit kunst die je aanspreekt? Of eerder niet? Welke gevoelens wekken de kunstwerken bij jullie op?

Wat vind je van de kunstwerken van Mijn persoonlijke mening De mening van de klas

Jan Fabre

Mijn mening komt overeen / niet overeen met de mening van de klas.

©VANIN

Panamarenko

Mijn mening komt overeen / niet overeen met de mening van de klas.

137 HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST

Wat vind je van de kunstwerken van Mijn persoonlijke mening De mening van de klas

Wim Delvoye

Luc Tuymans

Isabelle Scheltjens

Mijn mening komt overeen / niet overeen met de mening van de klas.

Mijn mening komt overeen / niet overeen met de mening van de klas.

Mijn mening komt overeen / niet overeen met de mening van de klas.

Een kunstenaar verkoopt zijn werk meestal niet zelf. Dat gebeurt in een kunstgalerij. Geïnteresseerde kopers kunnen daar een kunstwerk gaan bezichtigen. De galerijhouder (= de eigenaar van de galerij) verkoopt dan het kunstwerk. In ruil krijgt hij een deel van de verkoopsprijs.

Ga naar het onlinelesmateriaal en maak de extra opdracht ‘Instagram als digitale galerij’

HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST 138
©VANIN

OPDRACHT 6: Graffiti: kunst voor jongeren?

Graffiti wordt vaak als een kunst voor en door jongeren beschouwd. Maar eigenlijk is graffiti al eeuwen oud.

1 Lees de tekst en beantwoord de vragen.

Graffiti: met spuitbus aangebrachte tekeningen of tekens

Graffiti: een uiting van jongerencultuur?

Graffiti is een kunstvorm die wordt uitgevoerd door met spuitbussen of andere materialen figuren en/of teksten op bijvoorbeeld muren te plaatsen. Er wordt ook gespoten op trams, treinen, bussen en metro’s. Het woord graffiti betekent ‘ingekraste tekeningen’ en is de meervoudsvorm van het Italiaanse woord graffito.

Oude graffiti

Graffiti is van alle tijden. De Romeinen uit de klassieke oudheid schreven op hun muren en monumenten. Dat waren vooral politieke uitspraken (zoals in Pompeï op de linkse afbeelding) en aankondigingen van gladiatorenspelen. In Rome is er zelfs graffiti gevonden die de Vikingen daar hebben aangebracht.

©VANIN

139 HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST
v
Graffiti in Pompeï Graffiti in Jordanië © Karl Allen Lugmayer/Shutterstock.com

Moderne graffiti

De opkomst van graffiti in de twintigste eeuw is begonnen in Philadelphia. In het begin van de jaren zestig lieten jeugdbendes met een viltstift hun handtekening (tag) achter op muren en gebouwen. De viltstift wordt al snel vervangen door de spuitbus en het metrostel werd de ideale drager om een miljoenenpubliek te bereiken. Begin jaren 1980 waait de graffiti over van New York naar verschillende Europese steden.

Kunst

Aanvankelijk werd er wat neergekeken op graffiti, maar toen de uitingswijze evolueerde naar steeds grotere en complexere tekeningen werd graffiti ook in bredere kringen als kunstuiting gezien. De graffitimakers halen inspiratie uit allerlei andere media. De poppetjes die vaak naast de woorden zijn afgebeeld lijken in vorm en lichaamshouding veel op stripfiguren. Bekende moderne graffitikunstenaars zijn Keith Haring en Banksy.

Graffiti is strafbaar

Graffiti aanbrengen gebeurt vaak illegaal. Ongewenste graffiti wordt beschouwd als beschadiging van gebouwen. Daarom maakt de politie er een proces-verbaal van en wordt de dader gestraft. Dat kan behoorlijk duur uitvallen! Hij/zij moet meestal de kosten van het verwijderen betalen. In sommige steden zijn er plaatsen waar je wel (legaal) op schuttingen of op muren met spuitbussen mag spuiten.

Naar: nl.wikipeda.org

MIJN NOTITIES

HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST 140
Keith Haring © Travellaggio/Shutterstock.com © Joe McNally/Getty Images
©VANIN

a Waar of niet waar? Verbeter indien nodig.

Graffiti vind je vooral terug op openbare plaatsen.

De term graffiti komt uit het Italiaans.

Graffiti bestond al in de klassieke oudheid.

Moderne graffiti ontstond in de jaren 1960 in Moskou.

Je naam met viltstift aanbrengen op een metrostel: zo’n handtekening wordt een ‘scrub’ genoemd.

Vanaf de jaren 1980 vind je ook moderne graffiti terug in Europese steden.

Bekende moderne graffitikunstenaars zijn Keith Haring en Banksy.

Ongewenste graffiti wordt als vandalisme beschouwd.

b Wat vind jij van graffiti?

• Is het volgens jou kunst? Waarom wel/niet?

• Moet het overal kunnen? Waar wel/waar niet?

• Als je betrapt wordt op het spuiten van graffiti waar dat niet mag, moet je betalen voor de verwijderingskosten van alle graffiti op die plaats. Eerlijk of niet? Geef je mening.

©VANIN

c Ga online op zoek naar afbeeldingen van graffiti van Keith Haring en Banksy.

141 HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST
Waar Niet waar

Weetje

Wie is Banksy? Dat weet eigenlijk niemand. De kunstenaar wenst onbekend te blijven. Er wordt wel beweerd dat Banksy aanwezig was toen er in 2016 in Amsterdam twee tentoonstellingen tegelijkertijd over zijn werk gehouden werden. Maar niemand weet of dat waar is. De fotograaf Steve Lazarides werkt als tussenpersoon voor Banksy. Lazarides heeft een kunstgalerij op Greek Street in Soho (Londen) genaamd Laz Inc. In die winkel worden originele schilderijen van Banksy verkocht.

Naar. www.wikipedia.org

2 Legale graffitimuren

Meer en meer gemeenten voorzien legale graffitimuren: plekjes waar je zonder problemen graffiti mag spuiten. Vaak moet je vooraf wel even langs bij de jeugddienst om af te spreken wat je wilt doen, of om een ontwerptekening te tonen. Maar je riskeert zeker en vast geen torenhoge boete achteraf.

a Scan de QR-code en neem een kijkje op de kaart met legale graffitimuren in België. Is er eentje in je buurt?

Laat ons eerlijk zijn. Een mooi uitgevoerde graffititekening is een echt kunstwerk. Maar vaak gaat het om wat snelle krabbels op een muur of op een treinstel. Zeker in de buurt van stations kan graffiti eerder storend dan kunstzinnig overkomen. Als je zo’n treinstel of een muur van een station aan het ‘taggen’ bent, ben je uiteraard niet op een legale graffitimuur bezig. En dat kan je aardig wat kosten …

b Lees de teksten en beantwoord de vragen.

Graffitikunstenaar moet 56 000 euro betalen omdat hij treinen beschildert

Bezint eer ge begint. Die boodschap heeft een Spaanse rechter gegeven aan wie graag kleur in het leven van pendelaars brengt door treinen te beschilderen. Hij veroordeelde een Belgische graffitispuiter (28) tot het betalen van liefst 56 000 euro. De artiest, woonachtig in Spanje, kon door de politie gelinkt worden aan minstens 14 ‘kunstwerken’ die werden aangebracht op treinen in verschillende Spaanse steden. Hij leefde zich uit op locomotieven en wagons. De Belg had er blijkbaar zijn hobby van gemaakt, want hij was er al mee bezig sinds 2015. Hij moet nu 56 000 euro schadevergoeding betalen voor de schoonmaak- en herstellingskosten.

4 miljoen euro

Ook in ons land staan zware straffen op het bekladden van treinen. Wie betrapt wordt, draait op voor de kosten. Wie hardnekkig zulke vandalenstreken uithaalt, kan zelfs tot 5 jaar in de cel belanden. Volgens een woordvoerder geeft de NMBS elk jaar meer dan 4 miljoen euro uit aan de herstellingen.

Naar: www.hln.be

HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST 142
© Leonid Andronov/Shutterstock.com
1
BEKIJK KAART
©VANIN

Vuur met vuur bestrijden: NMBS gaat graffiti te lijf met … graffiti

De treinhalte Diesdelle kampt met hardnekkige vandalen die het station besmeuren met graffiti. De gemeente en de NMBS doen daarom een beroep op de vzw Propaganza om het station op te frissen.

Wie binnenkort de trein neemt aan de halte Diesdelle in Ukkel, zal dat niet meer moeten doen op een perron vol illegale graffiti. Vzw Propaganza gaat het station onder handen nemen. De perrons en de doorgang hebben in het verleden vaak te maken gehad met illegale graffiti. Daar wil de NMBS nu komaf mee maken. ‘Illegale graffiti en tags hebben een negatief effect op de uitstraling van de stations en ondermijnen het veiligheidsgevoel’, zegt Ines Venneman van de NMBS. ‘Bovendien lopen de kosten om de graffiti te verwijderen hoog op.’

Doeltreffendheid bewezen

Daarom zal de vzw Propaganza het station onder handen nemen met ... graffiti. ‘Maar het gaat om een streetartproject met kwaliteitsvolle graffiti. Wij steunen zulke projecten om de stationsbuurt aangenamer en kleurrijker te maken. Dergelijke projecten hebben hun doeltreffendheid al bewezen. In stations als Ruisbroek, Ukkel-Kalevoet en Lembeek stellen onze onderhoudsploegen minder vandalisme vast na de graffitiprojecten.’

Drie weken lang zullen er 10 tot 25 kunstenaars aan de slag gaan in het station. Zij zullen ongeveer 1 800 vierkante meter bewerken. ‘We geven de kunstenaars daarbij grote vrijheid, maar stellen ook voorwaarden. Zo mogen ze enkel lichte kleuren gebruiken en geen vunzige tekeningen of teksten op de muren aanbrengen.

Bron: www.nieuwsblad.be

Sterrenbeelden sieren station van Halle

Na de succesvolle graffitiprojecten in de stations van Lembeek en Buizingen werd beslist om deze lijn door te trekken en de steunmuur van perron 1 in het station Halle te laten ‘painten’ door 24 streetarten graffitiartiesten die hun strepen al ruim verdiend hebben. ‘Kwaliteitsvolle graffiti aanbrengen in en rond de stationsomgeving heeft zijn voordelen in Halle al bewezen’, aldus het stadsbestuur. ‘Er moeten amper nog kosten of moeite gedaan worden om illegale tags en graffiti te verwijderen. Onderhoudsbeurten en het oververven van muren behoren quasi tot het verleden. De kwaliteitsvolle graffiti draagt ook bij aan een aangenamere omgeving, wat ten goede komt aan het veiligheidsgevoel van pendelaars en passanten.’

Bron: www.persinfo.org

143 HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST
© NicNak/Shutterstock.com
2 3 ©VANIN
Het station van Halle wordt aangepakt door 24 streetart- en graffitiartiesten van hoog niveau.

• Illegaal graffiti spuiten kan je een torenhoge rekening of zelfs een gevangenisstraf opleveren. Bewijs dat met een voorbeeld uit een tekst.

• Het verwijderen van ongewenste graffiti kost handenvol geld. Hoeveel geeft de NMBS jaarlijks uit aan het verwijderen van ongewenste graffiti?

¨ 4 miljoen euro per jaar

¨ 10 000 euro per maand

¨ 1 miljoen euro per jaar

¨ 100 000 euro per maand

• Op welke manier probeert de NMBS illegale graffiti tegen te gaan? Verduidelijk met voorbeelden uit de teksten.

• Werkt die aanpak? Markeer het antwoord in de teksten.

• A an welke voorwaarden moeten de legale graffititekeningen in de stations voldoen? Onderstreep het antwoord in de teksten.

Weetje

Wat is het grootste onderscheid tussen illegale graffiti en graffiti als kunst?

Hoewel graffiti absoluut gezien kan worden als een vorm van kunst, is veel afhankelijk van het type en vooral ook van de plaats waar de graffiti is aangebracht.

Is het een snelle krabbel op een muur? Een tag op een trein? Of een uitgebreide tekening met veel oog voor detail?

Gebeurt het op een legale locatie of met toestemming van de eigenaar (van de muur of het huis)? Of is de graffiti zonder toestemming aangebracht op gebouwen, monumenten of voertuigen? In die laatste gevallen is er sprake van een misdrijf (vandalisme) en kunnen de werken dus onmogelijk als kunst worden bestempeld.

Illegale graffiti wordt doorgaans nooit aangebracht door echte kunstenaars. Een uitzondering daarop is de wereldberoemde graffitikunstenaar Banksy. Die brengt vaak graffiti aan zonder toestemming van de eigenaar van de muur, maar zijn werkstukken worden wereldwijd wel als kunst beschouwd.

©VANIN

Een ‘piece’ is een grootschalige tekening die door een graffitiartiest vaak op een complete muur wordt aangebracht. Het gaat om een kunstwerk waar veel tijd en moeite in wordt gestoken en waarvan het eindresultaat het aanschouwen meer dan waard is. Pieces worden vaak op locaties geplaatst die speciaal daarvoor door de gemeente zijn voorzien.

HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST 144

Geef je eigen mening: is dit een goede aanpak van de NMBS? Waarom wel/niet?

CHATBOX Ken je ook zulke projecten in je eigen buurt?

c Graffiti en COVID-19 Voer de onderstaande opdrachten uit.

Wereldwijd inspireerden COVID-19, de coronacrisis en de lockdowns in 2020 en 2021 heel wat graffitikunstenaars tot ware kunstwerkjes.

• Ga online op zoek naar een graffitikunstwerk in verband met COVID-19.

- Welke site(s) ga je gebruiken?

- Welke zoekwoorden ga je gebruiken?

• K ies er één kunstwerk uit.

• Stuur de afbeelding online naar je leerkracht (Smartschool of een ander leerplatform).

• Leg in een bijbehorend bericht uit waarom je net voor die afbeelding koos, met minstens drie argumenten. Dat kan gaan om de boodschap, de tekening zelf, de stijl, de gevoelens die het kunstwerk bij je losmaakt … Hou rekening met de regels van de ‘nettiquette’ bij je bericht: zorg voor een correcte aanspreking (Mijnheer, Mevrouw ...) en een afscheidsformule (vriendelijke groeten ...).

Een argument is een reden waarom je die keuze maakt. Bv: Ik koos voor deze afbeelding omdat ze echt laat zien hoe ik me voelde tijdens de lockdown.

d Scan de QR-code en neem eens een kijkje op de website ‘Propaganza

– Urban Artists’ . Dat is een community van voornamelijk Brusselse straatkunstenaars die vooral met legale graffiti aan de slag gaan. Ze hebben een Facebook- en een Instagramaccount.

145 HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST
OPEN WEBSITE ©VANIN

OPDRACHT 7: Kunst als historische bron v

De allereerste foto werd in 1826 genomen. Daarvoor bestonden er simpelweg geen fototoestellen. Ook de selfies waren dus nog niet uitgevonden. Het enige beeldmateriaal dat we hebben van periodes als de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd is vaak kunst: beeldhouwwerken, glasramen en schilderijen.

Bestudeer de schilderijen en beantwoord de vragen. Bij het onlinelesmateriaal vind je een notitieblad dat je daarbij helpt. Scan de QR-code om grotere versies van de schilderijen te bekijken.

• Wat kun je leren over het leven in die historische periode door deze schilderijen te bekijken?

• Verduidelijk met voorbeelden uit de schilderijen.

CHATBOX

©VANIN

Zijn kunstwerken betrouwbare historische bronnen als je iets te weten wilt komen over het dagelijks leven in de middeleeuwen? Waarom wel/niet?

Ga op instagram op zoek naar ‘ganbrood’ . Dat is de artiestennaam van Bas Uterwijk, een Nederlandse fotokunstenaar. Hij zet portretten of afbeeldingen van historische figuren om in echte foto’s. Ze lijken net echt! Op zijn account vind je foto’s terug van Cleopatra, Julius Caesar, Mozart, Van Gogh, Mona Lisa …

HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST 146
Rembrandt van Rijn – De Nachtwacht Rembrandt van Rijn – Portret van Saskia Van Uylenburgh Jan van Eyck – Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw
©
Pieter Breug(h)el de Oude – De Boerenbruiloft (detail)
© AGEFOTOSTOCK
PHOTO12
BEKIJK SCHILDERIJEN

OPDRACHT 8: Kunst en expressie v

1 Bedoeling, onderwerp en vormgeving

Vormgeving

Ook de vormgeving bepaalt hoe je naar een kunstwerk kijkt. Welke techniek heeft de kunstenaar gebruikt? Stelt hij/zij de werkelijkheid voor zoals ze is? Of net niet?Bij e en romantisch schilderij horen vaak zachte kleuren en fijne penseelstreken.Bij t wee rouwende ouders zullen eerder donkere kleuren opduiken en misschien zelfs grove plakken verf.

Het onderwerp, een persoon die schreeuwt, speelt in dit werk een rol.

Onderwerp

Het onderwerp speelt ook een rol. De kunstenaar kiest een bepaald onderwerp uit: een romantische kus van twee verliefde personen, of twee rouwende ouders bij een gestorven kind. Of gewoon een lief klein hondje …

Bedoeling en expressie

Een kunstenaar legt zelden gewoon iets vast. Vaak zit er ook een bedoeling achter.

De k unstenaar wil iets aanklagen, zoals een probleem in de maatschappij.

De k unstenaar wil de kijker over iets laten nadenken. Of de kunstenaar wil iets uitdrukken: dat noemt men een expressie .

De k unstenaar wil de kijker emotioneel raken: je vindt iets mooi, het geeft je een goed gevoel … of net niet.

De k unstenaar wil woede of angst, of een andere emotie uitbeelden.

Maar de vormgeving versterkt het onderwerp nog: het hele schilderij is opgebouwd rond die schreeuw. De lucht neemt de vorm aan van de schr eeuwende persoon. De kleuren stralen angst uit. Je hoort bijna de schr eeuw zelf als je ernaar kijkt, net door de manier waarop het werk geschilderd is.

In 1829 schilderde Cornelis Kruseman dit portret van moeder en zoon. Je ziet aan de blik van beiden dat ze elkaar graag zien.

Edvard MünchDe schreeuw

Cornelis KrusemanRudolphina Wilhelmina Elizabeth de Sturler, tweede echtgenote van Johannes graaf van den Bosch met hun zoon Richard Leeuwenhart

Welk gevoel geeft dit schilderij jou?

Hoe kan een treurig onderwerp je schilderij beïnvloeden?

De kunstenaar Banksy wisselt grappige tekeningen af met tekeningen met een duidelijke boodschap, die je ergens over willen laten nadenken. Zoals met deze afbeelding bijvoorbeeld: er zit een duidelijke boodschap achter.

Welke bedoeling heeft de kunstenaar hier?

Wat wil hij duidelijk maken?

147 HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST
©VANIN
Street art van Banksy © IMAGO

Soms speelt een bepaalde vormgeving, een techniek, een bedoeling of een onderwerp zo’n grote rol voor een groepje kunstenaars dat ze allemaal voor dezelfde onderwerpen, dezelfde bedoeling of dezelfde techniek kiezen.

Zo ontstaat een kunststroming: een bepaalde stijl die kenmerkend is voor een bepaalde groep, periode of plaats in de kunstgeschiedenis.

Op ontdekkingstocht

Stap 1: Ga eerst voor elk van de volgende kunststromingen online op zoek naar een afbeelding.

Stap 2: Lees dan de teksten over de verschillende kunststromingen op p. 148-151.

Stap 3: Duid vervolgens jouw mening aan op de schuifbalk. Doe dat door een kruisje in een vak te zetten.

Stap 4: Leg met argumenten uit waarom dit jouw mening is.

Stap 5: Bespreek ten slotte in jullie groepje telkens wat jullie ervan vinden.

Stap 6: Duid de mening van de anderen in een andere kleur aan op de schuifbalk.

Impressionisme

Niet wat je ziet is belangrijk, maar de indruk die het nalaat op dat moment. Licht is erg belangrijk voor deze kunstenaars. Typisch voor impressionisten is dat ze verschillende schilderijen maken van hetzelfde onderwerp, op verschillende momenten. Bijvoorbeeld: dezelfde kerk in de winter, in de zomer, in de lente, ’s morgens, ’s avonds … Je hoeft niet echt af te beelden wat er is, maar hoe het er op dat moment uitziet volgens jou. Is dat in de mist op een natte morgen, dan schilder je bijvoorbeeld een wazig en mistig beeld.

a Wat vind ik ?

Dit is niet mijn ding. Dit vind ik de max!

b Waarom dit mijn mening is:

c Wat vinden de anderen?

HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST 148 2 Kunststromingen
©VANIN

Expressionisme

De uitdrukking van gevoelens is belangrijk: dat wordt expressie genoemd. De schreeuw van Edvard Münch is daar een voorbeeld van. Het is belangrijker dat het kunstwerk een gevoel uitdrukt dan dat het een goed beeld geeft van de werkelijkheid.

a Wat vind ik ?

Dit is niet mijn ding. Dit vind ik de max!

b Waarom dit mijn mening is:

c Wat vinden de anderen?

Realisme

Het realisme was een kunststroming in de 19e-eeuwse beeldende kunst, theater en literatuur, waarin gestreefd werd naar het weergeven van de werkelijkheid (of réalité in het Frans) zoals ze is. Kunstenaars van het realisme deden dus eigenlijk wat we vandaag doen door een foto te nemen. Ze wilden de werkelijkheid zo goed mogelijk vastleggen.

a Wat vind ik ?

Dit is niet mijn ding. Dit vind ik de max!

b Waarom dit mijn mening is:

c Wat vinden de anderen?

149 HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST
©VANIN

Pointillisme

Dit is een kunststroming die helemaal opgebouwd is rond een techniek. De kunstenaar bouwt een tekening of een schilderij op uit kleine puntjes, niets meer dan dat. Onze hedendaagse Belgische kunstenares Isabelle Scheltjens doet vandaag nog steeds hetzelfde met haar mozaïekfoto’s.

a Wat vind ik ?

Dit is niet mijn ding. Dit vind ik de max!

b Waarom dit mijn mening is:

c Wat vinden de anderen?

Surrealisme

Surrealistische kunstenaars willen voorbij de werkelijkheid gaan. Surrealisten proberen hun fantasie zo veel mogelijk de vrije loop te laten. Ze schilderen bijvoorbeeld droombeelden. De Belgische kunstenaar René Magritte wordt als een surrealist beschouwd. Hij schildert wel in een realistische stijl, maar stelt beelden samen in absoluut onverwachte en verrassende combinaties die in het echt niet kunnen bestaan.

a Wat vind ik ?

Dit is niet mijn ding. Dit vind ik de max!

b Waarom dit mijn mening is:

c Wat vinden de anderen?

©VANIN

HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST 150

Kubisme

Deze kunstenaars gebruiken alleen hoekige vormen. De kubisten deden alsof de natuur alleen maar bestond uit kubussen, kegels en bollen. Alles werd met deze vormen getekend. Zo krijg je bijvoorbeeld vrouwen met hoekige gezichten en een driehoekige neus. Kubisten maken vaak ook gebruik van collages, waarbij ze verschillende lagen kleurvlakken op elkaar leggen.

a Wat vind ik ?

Dit is niet mijn ding. Dit vind ik de max!

b Waarom dit mijn mening is:

c Wat vinden de anderen?

Abstracte kunst

Dit is een kunststroming binnen de moderne kunst waarin de kunstenaars niet proberen om objecten uit de natuurlijke wereld weer te geven en waarin er geen zaken uit de reële wereld hoeven afgebeeld te zijn. Abstracte kunstenaars maken vooral gebruik van vormen en kleuren, ritmes en contrasten.

a Wat vind ik ?

Dit is niet mijn ding. Dit vind ik de max!

b Waarom dit mijn mening is:

c Wat vinden de anderen?

151 HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST
©VANIN

- Welke kunststroming bevalt jou het meest?

Leg kort uit waarom.

- Welke kunststroming bevalt jou het minst?

Leg kort uit waarom.

OPDRACHT 9: Een eigen kunstwerk U

Nu ben jij aan de beurt. Je wordt zelf een kunstenaar. Laat je inspireren door wat je geleerd hebt in dit hoofdstuk of doe helemaal je eigen ding. Je bent vrij om te doen wat jij wilt.

1 ORIËNTEREN

a Welke kunstvorm wil je gebruiken?

¨ beeldhouwkunst

¨ literatuur

¨ poëzie

¨ schilderkunst

¨ fotografie

¨ dans

¨ muziek

¨ tekenen

b Waarom kies je voor deze kunstvorm?

¨ film

c Wat wil je uitdrukken? Wat is de bedoeling van je kunstwerk? Gaat het om schoonheid? Iets moois of origineels creëren? Of wil je een boodschap geven? Of allebei? Of ga je gewoon zomaar iets maken, zonder boodschap? Of wil je dat je kunstwerk expressief is: wil je gevoelens of emoties uitdrukken of oproepen? Denk erover na en schrijf het op.

d Welke techniek wil je gebruiken? Welke kunstvorm?

¨ collage

¨ zwart-witfoto

¨ slow motion movie

¨ stop motion movie

¨ rapsong

¨ gedicht

¨ graffiti

¨ schilderen

¨ foto

¨ beeldhouwwerk

¨ tekening

¨ dans

¨ liedje

¨ voorwerp versieren

¨ aquarel

¨ pointillisme

¨ muziek

©VANIN

¨ fotobewerking met filters

¨ strip

¨ toneelstuk

¨

HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST 152
¨

e Is er een kunststroming waardoor je je wilt laten inspireren?

¨ nee

¨ impressionisme

¨ expressionisme

¨ realisme

¨ pointillisme

¨ surrealisme

¨ kubisme

¨ abstracte kunst ¨

f Neem je antwoorden over in het persoonlijke kunstportfolio dat je bij het onlinelesmateriaal vindt.

2 vO ORBEREIDEN

Bereid je kunstportfolio verder voor.

¨ Ga online op zoek naar voorbeelden en inspiratie: druk ze af of bewaar de link. Voeg ze toe aan je kunstportfolio.

¨ Welk materiaal heb je nodig? Maak een lijstje en voeg het ook toe aan je kunstportfolio.

¨ Kun je dit alleen of heb je hulp nodig? Zo ja: waar kun je hulp vragen? Noteer ook dat in je kunstportfolio.

3 UIT vOERING

• Werk een eerste kladversie van je kunstwerk uit.

• Bespreek de kladversie samen met je leerkracht aan de hand van je kunstportfolio. Pas aan indien nodig.

Deadline : / /

• Werk een definitieve versie uit. Deadline : / /

• Stel je werk voor aan de klas. Deadline : / /

4 REFLECTIE

¨ Vul de zelfreflectie in je kunstportfolio aan.

¨ Bekijk alle kunstwerken van de andere leerlingen. Stel je persoonlijke top 3 samen met behulp van de hulpkaders in je kunstportfolio.

¨ Geef je volledig ingevulde kunstportfolio af aan de leerkracht.

OPDRACHT 10: Evalueer jezelf R

1 Wat vond je van dit hoofdstuk ? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft.

������������

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

153 HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST
������������ ������������ ������������ ������������
©VANIN

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan het.

Hier kan ik nog groeien.

Ik kan genieten van kunst. ¨¨

Ik kan een oordeel geven over een kunstwerk van anderen. ¨¨

Ik besef dat je kunst op verschillende manieren kunt bekijken en interpreteren. ¨¨

Ik begrijp de wisselwerking tussen bedoeling, onderwerp en techniek van een kunstwerk. ¨¨

Ik kan een kunstwerk beoordelen als een vorm van een historische bron. ¨¨

Ik kan kunstwerken uit het verleden herkennen. ¨¨

Ik kan kunstwerken uit het heden herkennen. ¨¨

Ik kan zelf een kunstwerk maken. ¨¨

Ik kan uitdrukken wat ik voel en wat ik denk bij een kunstwerk. ¨¨

Ik kan zelfstandig een kunstportfolio voor een opdracht aanvullen en bijhouden. ¨¨

Ik kan verschillende kunststromingen onderscheiden. ¨¨

Ik kan vlot informatie opzoeken. ¨¨

Ik kan zelfstandig opdrachten uitvoeren. ¨¨

Ik kan vlot samenwerken met anderen. ¨¨

Ik kan deadlines naleven. ¨¨

Ik hou rekening met feedback. ¨¨

3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?

4 Welke vragen heb ik nog?

▶ Verder oefenen? Ga naar .

©VANIN

HOOFDSTUK 5: I’M AN ARTIST 154

HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN

OPDRACHT 1: Ons zonnestelsel

1 Waar of niet waar?

Bekijk het filmpje via de QR-code en los de opdracht op. Vul aan indien niet waar.

Stap 1: Lees eerst de stellingen in de tabel. Is alles duidelijk?

Stap 2: Duid dan in potlood aan of je denkt dat het waar of niet waar is. Weet je ook waarom de stelling niet waar is? Noteer het op de schrijflijn.

Stap 3: Bekijk daarna het filmpje.

Stap 4: O verloop de stellingen een tweede keer. Zet je antwoorden in balpen als je zeker weet dat ze correct zijn.

Stap 5: Bekijk het filmpje ten slotte nog een keer. Ga zo verder tot je alle antwoorden gecontroleerd hebt.

Stelling

1 De aarde draait rond de zon.

2 Alleen de aarde draait rond de zon. De andere planeten in ons zonnestelsel draaien rond de maan.

3 De aarde is de grootste planeet van ons zonnestelsel.

4 Er is maar één zonnestelsel in de hele ruimte.

5 Saturnus heeft een ring om zich heen.

6 Mars en Venus staan het dichtst bij de aarde.

7 Op de planeet die het dichtst bij de zon staat, is het ontzettend warm!

8 De aarde draait rond de maan.

9 De aarde draait een toertje rond de zon, maar ook rond zichzelf.

Waar Niet waar

©VANIN

155 HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN
O
BEKIJK v IDEO

Stelling

10 Om één keer helemaal rond haar as te draaien heeft de aarde 24 uur tijd nodig.

11 Om één volledig toertje rond de zon te maken heeft de aarde ongeveer 3 jaar tijd nodig.

Waar Niet waar

12 Pluto is geen echte planeet, maar dat weten we nog niet zo lang.

13 Mars noemen we ook wel ‘de groene planeet’ .

14 Op de planeet Uranus is het erg koud!

• Hoe koud is het op de planeet Uranus?

-214 °C -14 °C 14 °C 2 14 °C

• Welk soort planeet is Pluto?

2 Zoek de juiste combinaties.

Noteer in het rooster bij elk hemellichaam de nummers van de juiste afbeelding en omschrijving. Twijfel je over een antwoord? Bekijk dan het filmpje uit de vorige opdracht nog een keertje.

HemellichaamAfbeeldingOmschrijving

aarde

maan

Mars

Jupiter

Venus

Saturnus

Mercurius

Neptunus

Uranus

©VANIN

HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN 156
I ❤ ��

De rode planeet. Genoemd naar de Romeinse god van de oorlog.

Behoorlijk grote planeet met een ring eromheen.

Blauwe planeet die genoemd is naar de Romeinse god van de zee.

Een wat grijzere planeet, ver weg van de zon, tussen Saturnus en Neptunus in.

Planeet waarop wij leven. De enige planeet van ons zonnestelsel waar leven op ontdekt is.

De grootste planeet van ons zonnestelsel.

Klein planeetje dat het dichtst bij de zon staat in ons zonnestelsel. Het is er ontzettend warm!

Hemellichaam dat rond de aarde draait. Je ziet het ’s nachts.

Planeet die tussen ons en de zon in staat. Genoemd naar de Romeinse godin van de schoonheid en de liefde.

157 HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN
1 4 7 10 13 16 11 14 17 12 15 18 2 5 8 3 6 9
©VANIN

OPDRACHT 2: Over planeten en sterren v

1 Lees de informatie.

Een ster is een bol die bestaat uit samengeperst gas. Je kunt er dus niet op wonen.

In die gasbol is de druk zo groot en de temperatuur zo hoog, dat er energie vrijkomt waardoor de ster licht gaat uitstralen. Een ster is dus een onbewoonbaar, gloeiend heet, gasvormig hemellichaam dat licht geeft.

Een planeet is een rond en groot hemellichaam dat rond een ster (bv. de zon) draait. Onze aarde is een planeet. Een planeet is een kleiner hemellichaam dan een ster. Een planeet geeft geen licht. Onze aarde is een planeet en draait rondjes om de zon samen met nog een handvol andere planeten.

De zon is een ster: ze geeft licht en ze is onbewoonbaar. De zon ziet er voor ons op aarde groter uit dan andere sterren omdat de zon veel dichter bij de aarde staat.

2 Vul de tekst aan.

bewoonbaar – een baan (2x) – licht – gasbollen – zon (2x) – planeet –heel ver weg – dichterbij

• Sterren kun je zien omdat ze geven.

Planeten kun je zien omdat ze door de worden beschenen.

• Sterren zijn gloeiend hete .

• De is een ster.

• Sterren zijn niet

. Sommige planeten, zoals de aarde, wel.

• Sterren bevinden zich niet in rond een planeet.

Planeten bevinden zich wel in rond een ster.

©VANIN

• De aarde is een .

• Sterren staan van ons in de ruimte.

Planeten staan veel

HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN 158

OPDRACHT 3: De maan dr aait rond de aarde en de aarde rond de zon

HOEK 1: DE MAAN DRAAIT ROND DE AARDE

1 Van volle maan naar maanloze nacht

Lees de tekst en beantwoord de vragen.

De maan vanuit de ruimte bekeken Oppervlakte van de maan

De maan is het enige hemellichaam dat rond de aarde beweegt. Zelf straalt de maan geen licht uit, maar ze is wel zichtbaar vanop de aarde omdat ze zonlicht weerkaatst. De afstand tussen de aarde en de maan bedraagt 384 000 km. De maan is kleiner dan de aarde: de diameter van de maan is ongeveer 1/3 van die van de aarde. De maan heeft geen dampkring of atmosfeer om haar heen. Zonder een dampkring is leven zoals op aarde niet mogelijk. De zwaartekracht op de maan is veel kleiner dan op de aarde: je kunt er moeiteloos meters ver springen!

Bron: Geonatura 5

a Juist of fout? Verbeter wanneer de stelling fout is. Stelling

1 De maan is het enige hemellichaam dat rond de aarde draait.

2 De afstand tussen de aarde en de maan is 384 km.

3 De maan straalt zelf geen licht uit: ze weerkaatst het licht van de zon.

4 De maan is groter dan de aarde.

©VANIN

5 Op de maan is er leven zoals op aarde mogelijk.

159 HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN
v
Juist Fout

b Lees eerst de tekst en bekijk daarna de figuur. Los vervolgens de opdrachten op.

De schijngestalten van de maan

De maan is niet altijd op dezelfde manier zichtbaar vanop de aarde. Gedurende de omloop van de maan rond de aarde zie je dagelijks het belichte deel van de maan veranderen: dat zijn de schijngestalten van de maan.

De schijngestalten van de maan zijn de verschillende manieren waarop de maan zichtbaar is vanop de aarde.

- Nieuwe maan: periode van een week waarin je de maan vanop aarde niet ziet.

- Eerste kwartier: periode van een week waarin je enkel de rechterhelft van de maan vanop aarde ziet.

- Volle maan: periode van een week waarin je de maan vanop aarde volledig ziet.

De beweging van de maan rond de aarde

Eerste kwartier (EK)

waarneembaar vanop aarde

- Laatste kwartier: periode van een week waarin je enkel de linkerhelft van de maan vanop aarde ziet. 1

Volle maan (VM)

waarneembaar vanop aarde

Laatste kwartier (LK)

waarneembaar vanop aarde

Nieuwe maan (NM)

waarneembaar vanop aarde

HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN 160
week 1 week 1 week 1 week
Bron: Geonatura 5 BEKIJK v IDEO
©VANIN

• Vul de correcte benaming van de schijngestalten van de maan aan onder elke foto.

• We zien dus telkens maar een stukje van de maan. Hoe lang duurt het voor de maan van de ene schijngestalte naar de andere evolueert?

6 uur12 uur1 dag 1 week 1 maand 1 jaar

• Waarom wordt de nacht waarbij er een nieuwe maan is ook wel een maanloze nacht genoemd? Is er dan geen maan? Leg uit.

2 Zonsverduistering

Bekijk het filmpje en schrap wat niet juist is.

Bij een volledige zonsverduistering zie je een mooie lichtkrans om de zon.

Bij een zonsverduistering staat de maan tussen de aarde en de zon in.

Bij een zonsverduistering staat de aarde tussen de maan en de zon in.

©VANIN

Iedereen ziet, overal op aarde, een zonsverduistering op hetzelfde moment.

Niet overal op aarde kun je een volledige zonsverduistering zien op hetzelfde moment.

Je beschermt best je ogen als je naar een zonsverduistering kijkt.

Naar een zonsverduistering kun je kijken met je blote ogen: bescherming is niet nodig.

161 HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN
BEKIJK v IDEO

De maan draait niet enkel cirkeltjes rond de aarde. Ze heeft ook een invloed op wat er op aarde gebeurt. Zo is de maan verantwoordelijk voor eb en vloed in onze zeeën.

Lees de tekst en vul de afbeelding correct aan.

De hoogte van het zeeniveau aan de kust schommelt dagelijks volgens de getijden. Twee keer per dag trekt de zee zich ver terug: dat noemen we eb (of laagtij). En twee keer per dag komt het zeewater erg hoog het strand op gestroomd: dat noemen we vloed (of hoogtij). Eb en vloed wisselen elkaar constant af: na eb komt vloed, na vloed komt eb.

Door de aantrekkingskracht tussen de maan en de aarde ontstaat er vloed of hoogtij aan de kant van de aarde die naar de maan toe gekeerd staat (zie afbeelding). Vergelijk het met twee magneten: die willen ook naar elkaar toe. Het zeeoppervlak trekt naar de maan toe. Zo krijg je vloed. Aan de overzijde krijg je hetzelfde effect omdat het zeewater veel minder aantrekkingskracht van de maan ondervindt en vrij kan stromen: daar is het ook hoogtij of vloed. Aan de boven- en onderzijde van de aarde hebben ze op datzelfde moment laagtij of eb. Omdat de maan op 24 uur tijd een rondje rond de aarde maakt, komt elke plek op aarde twee keer per dag aan de beurt. Eb en vloed schuiven mee, op het ritme van de maan.

HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN 162 3 Eb en vloed
laagtij of laagtij of
©VANIN
of vloed of vloed

HOEK 2: DAG EN NACHT

1 Een etmaal op aarde duurt 24 uur

Bekijk het beeldfragment via het onlinelesmateriaal en vul aan.

De aarde doet er 24 uur over om één keer rond haar eigen as te draaien: dat noemen we de beweging of . Dat wil zeggen dat één helft van de aarde gedurende 12 uur naar de zon toegekeerd staat: die periode noemen we . De andere helft staat dus gedurende 12 uur van de zon weg gekeerd: die periode noemen we . Wanneer wij in België naar de zon gekeerd staan, is het aan de andere kant van de wereld (o.a. in Australië) nacht.

Elke 24 uur beginnen we aan een nieuwe dag op onze kalender. Zo’n periode van 24 uur noemen we een etmaal.

De achterzijde van de aarde zit in de schaduw; dit deel is niet zichtbaar. Daar is het dus nacht

MIJN NOTITIES

Deze zijde van de aarde is verlicht; dit deel is zichtbaar. Hier is het dus dag

©VANIN

163 HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN

2 Een dag op een andere planeet

De aarde doet er 24 uur over om één keer om haar eigen as te draaien. Daardoor duurt een volledige kalenderdag bij ons op aarde 24 uur. Elke 24 uur beginnen we aan een nieuwe dag. Andere planeten doen daar langer of minder lang over.

a Bekijk deze gegevens.

b Rangschik de planeten van de langste dag naar de kortste dag. Noteer ook de lengte van de dag op elke planeet.

Planeet

Op deze planeet duurt de dag het langst:

Lengte van de dag

©VANIN

Op deze planeet duurt de dag het minst lang:

HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN 164
Venus 243 aardse dagen Saturnus 10 uur, 33 minuten aarde 23 uur, 56 minuten Uranus 17 uur, 14 minuten Mars 24 uur, 37 minuten Neptunus 15 uur, 57 minuten Jupiter 9 uur, 55 minuten

HOEK 3: DE OORSPRONG vAN ONZE SEIZ OENEN

We weten nu al hoe het komt dat een dag 24 uur en een jaar 365 dagen duurt. We weten ook dat de maan eb en vloed veroorzaakt in onze zeeën en oceanen.

Maar daar stopt het niet: ook de seizoenen hebben we te danken aan de bewegingen van de aardbol in de ruimte.

1 Vier seizoenen

a Bekijk eerst het fragment via het onlinelesmateriaal en lees dan de tekst.

Er zijn seizoenen omdat: - de aarde rondjes rond de zon draait, - de aarde scheef staat.

Als de aarde precies recht zou staan, zou er weinig verschil zijn tijdens dat rondje rond de zon. Maar de aarde staat dus scheef. Omdat de aarde rond de zon draait, is tijdens onze zomer het noordelijke deel het meest naar de zon gekanteld, en tijdens onze winter het zuidelijke deel. In de zomer straalt de zon dus veel meer ‘van boven’ op ons deel van de aarde. De zonnestralen moeten dan door een veel kleiner stuk van de dampkring reizen en daardoor is het veel warmer.

De volgende figuur maakt dat duidelijk:

Op het noordelijk halfrond, bij de rode pijl, krijgt de aarde in deze positie het meeste zonlicht.

Op dat deel van de aarde (waaronder België) zal het dus zomer zijn: er vallen heel veel zonnestralen op die plaats.

Op het zuidelijk halfrond, bij de blauwe pijl, vallen de zonnestralen schuin in en onder een minder scherpe hoek. Daar is het winter.

165 HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN
zonlicht zomer winter
©VANIN

6 maanden later is het zomer aan de onderzijde van de aardbol (het zuidelijk halfrond) en winter aan de bovenzijde (het noordelijk halfrond). De aarde heeft ondertussen de helft van haar baan rond de zon afgelegd.

De volgende figuur maakt dat duidelijk:

De aarde draait rond de zon in een ellips. Dat betekent dat de aarde niet in een mooie cirkel rond de zon draait, maar in een soort ovaal (een beetje een vervormde en langwerpige cirkel). Daardoor is de afstand tot de zon dus niet altijd hetzelfde. Vaak denken mensen dat in de zomer de aarde dichter bij de zon staat en het daardoor warmer is. De afstand maakt eigenlijk niet zoveel uit, het gaat dus om de kanteling van de aarde.

Het is zelfs zo dat in ‘onze’ zomer de aarde verder van de zon staat dan in de lente ...

Dat maken deze figuur en video dan weer duidelijk:

©VANIN

Je ziet duidelijk dat we op 21 juni (tijdens de zomer), verder van de zon verwijderd zijn dan op 21 maart. De schuine stand van de aarde naar de zon toe heeft dus veel meer invloed op de seizoenen dan de afstand tot de zon.

HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN 166
winter zomer zonlicht
ZON 21 juni 21 december 21 maart 21 september lente 92 dagen 20 h winter 89 dagen zomer 93 dagen 14 h herfst 89
19 h : evenaar : poolcirkel : nacht : dag
dagen
BEKIJK v IDEO

b Beantwoord nu deze vragen.

• De seizoenen worden het meest bepaald door: ¨ de afstand van de aarde tot de zon, ¨ de k anteling van de aarde.

• Vul aan met het passende seizoen.

Samengevat

Vul aan.

• De aarde draait rond haar eigen as: daar hebben we dag en nacht aan te danken. Maar de aarde draait ook rond : en daar hebben we onze kalender aan te danken.

• Een op aarde duurt ongeveer dagen. Dat is de tijd die de aarde nodig heeft om keer een baan rond te maken. Op andere duurt zo’n baan rond de zon niet even lang als op aarde. Dat komt omdat die andere planeten er of over doen om een volledige baan rond te maken: een jaar duurt daar dus ook langer of korter dan op aarde.

• Een is de periode waarin dezelfde schijngestalte heeft. Na ongeveer een of een periode van dagen krijgen we een ander deel van de maan te zien.

• Een is de periode die de aarde nodig heeft om 1 keer rond haar eigen as te draaien. Daar doet de aarde ongeveer uur over. Zo’n periode van 24 uur noemen we een .

• Omdat de aarde op die manier telkens met maar één kant naar de zon gekeerd staat, kun je die periode van 24 uur opdelen in twee delen:

- een deel van de aarde staat gericht naar de zon, daar is het ;

- een deel van de aarde staat weg van de zon, daar is het .

167 HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN
21 december = start van de 21 maart = start van de 21 juni = start van de 21 september = start van de
©VANIN

Weetje

De aarde heeft gemiddeld 365 dagen en afgerond 6 uur nodig (365,14 dag) om een rondje rond de zon te draaien. Door elke 4 jaar een extra dag tussen te voegen, loopt de kalender weer in de pas met de asomwenteling van de aarde. Die datum is 29 februari, de schrikkeldag. Als er geen schrikkeldag zou zijn, dan zouden we langzaamaan kerst vieren in de zomer. In de jaren die deelbaar zijn door 100 is er geen schrikkeldag, tenzij ze deelbaar zijn door 400.

2 Hoe zit dat op andere planeten?

a Lees de tekst. Markeer alle namen van planeten.

b Hoe lang doen die planeten erover om een rondje rond de zon te maken? Onderstreep in de tekst.

Wanneer wordt Nieuwjaar ‘gevierd’ op andere planeten?

Vindt u het moeilijk 365 dagen lang uw goede voornemens vol te houden? Dan mag u zich gelukkig prijzen dat u niet op Neptunus leeft, want daar wordt maar elke 165 aardejaren Nieuwjaar ‘gevierd’ .

De lengte van een jaar verschilt op elke planeet.

Mercurius is de planeet die zich het dichtst bij de zon bevindt. Een jaar duurt er amper 88 dagen. Bizar genoeg duurt een jaar op die planeet minder lang dan een dag. Door de tergend trage rotatiesnelheid van Mercurius duurt een dag er 176 aardse dagen, twee keer zo lang als een jaar.

Aan het andere eind bevindt zich Neptunus, de uiterste planeet in ons zonnestelsel. Neptunus ligt 30 keer zo ver van de zon als de aarde en doet 165 jaar over één baan.

Bron: De Morgen, 31/12/2014

MIJN NOTITIES

HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN 168
©VANIN

v

OPDRACHT 4: Tijdzones

1 Even herhalen

Kennen jullie dit nog? Vul de wereldkaart aan met de ontbrekende informatie.

.

Voor ik geadopteerd werd, woonde ik in China.

halfrond

Bovenkant =

Hoi, Ik ben Julan. Vandaag leef ik in België.

China ligt rechts van de nulmeridiaan: in het

nulmeridiaan

halfrond.

halfrond.

En boven de evenaar, dus ook in het

China ligt in het werelddeel

halfrond

Rechterkant =

.

halfrond

Onderkant =

halfrond

België ligt

rechts van de nulmeridiaan: in het oostelijk halfrond. En boven de evenaar, dus ook in het noordelijk halfrond.

België ligt in het werelddeel Europa.

Linkerkant =

Hoi, Ik ben Anouar. Ik woon in België.

evenaar

Mijn grootouders zijn afkomstig uit Marokko.

Marokko ligt in het werelddeel

halfrond.

Marokko ligt links van de nulmeridiaan: in het

halfrond.

En boven de evenaar, dus ook in het

169 HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN
©VANIN

2 Zonnewijzers en tijdzones

De voorloper van het uurwerk is de zonnewijzer. Een zonnewijzer is handig en onhandig tegelijkertijd. Het grote nadeel van een zonnewijzer is dat die tijd voor elke plaats anders is: de tijd hangt immers af van de stand van de zon ter plaatse.

Bekijk het beeldfragment via het onlinelesmateriaal en beantwoord de vragen.

a Vroeger gebruikte men zonnewijzers om te weten hoe laat het was. Koning Lodewijk XIV, de Zonnekoning, had een heel speciale zonnewijzer. Wat was er zo speciaal aan?

b Geef een ander woord voor meridiaan:

Kun je dat ‘andere woord’ voor meridiaan verklaren? Waarom noemt men de meridiaan zo?

c Hoeveel uurzones zijn er op aarde? Markeer het juiste antwoord.

12 36 114 83 24 7 99 330

d Schrap wat niet past.

• Als je naar het oosten gaat, dan wordt het 1 uur vroeger / later.

• Als je naar het westen gaat, dan wordt het 1 uur vroeger / later.

• Er zijn landen met meerdere uurzones: waar / niet waar.

uurzone of tijdzone: de aarde is onderverdeeld in 24 uur- of tijdzones. In gebieden die in dezelfde tijdzone liggen is het even laat.

MIJN NOTITIES

©VANIN

HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN 170

Stap 1: Verzamel eerst de dingen die je voor deze opdracht nodig hebt: ¨ een smartphone, ¨ een computer met internetverbinding, ¨ je leerwerkboek.

Stap 2: Omcirkel alle steden van de uurwerkjes op de kaart (p. 171) zodat je ze duidelijk ziet liggen op de wereldkaart.

Stap 3: Hoe laat is het in Londen? Leg een lat op de kaart en kijk in welke uurzone je terechtkomt.

Duid de tijd correct aan op de klok onder de kaart.

• Het is volgens deze kaart in Londen uur.

• Hoe laat is het op dat moment in Brussel?

Een woordje uitleg

In theorie zitten we samen met Londen in dezelfde tijdzone. Het zou dus even laat moeten zijn in Brussel als in Londen.

Leg een lat op Brussel en trekt een denkbeeldige lijn. Je ziet dat Brussel nog net in het bruine gedeelte zit waar ook Londen in zit. Maar alle landen van de EU, behalve Portugal en Ierland, hebben ervoor gekozen om dezelfde tijdzone te gebruiken. Daarom is het in Brussel niet even laat als in Londen, maar uur.

Kijk dus altijd goed in welke kleur de steden zich bevinden: de theoretische tijdzones komen immers niet overeen met de werkelijke tijdzones.

Theoretische tijdzones: 24 uurzones, verdeeld over de aarde volgens de meridianen. Werkelijke tijdzones: verschillende tijdzones, gebaseerd op de theoretische tijdzones, maar anders verdeeld over de aarde volgens afspraken tussen landen en regio’s.

Weet je met deze kaart exact hoe laat het is in New York? Helaas niet. Je begrijpt nu beter waarom het vroeger is in New York dan hier in België, maar hoe laat het echt is … dat is nog net iets ingewikkelder!

Omdat er in sommige landen bovendien een systeem van zomer- en wintertijd bestaat en in andere landen dan weer niet, neem je er best je smartphone even bij (of een computer met internetverbinding).

MIJN NOTITIES

©VANIN

HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN 172

Stap 4: Neem je smartphone en werk deze stappen in volgorde af.

• Check je ‘klok’-app op je smartphone. Je hebt vaak een wekker, een klok, een timer en een stopwatch in één.

• Ga naar ‘klok’ of ‘wereldklok’ .

• Elk groepslid kiest een niet-Europese stad uit en beantwoordt de onderstaande vragen.

Ik kies voor

• Hoe laat is het nu in België?

• Hoe laat is het nu in jouw gekozen stad?

• Het is daar vroeger / later dan bij ons.

• Hier is het nu dag. Daar is het nu dag / nacht

• Waarom heb je voor die stad gekozen?

Weetje

Wanneer je het vliegtuig neemt naar een ver land, kom je wel eens in een andere tijdzone terecht. Of ben je ineens al een dagje ouder … Vlieg je bijvoorbeeld naar Tokio dan mag je de klok 8 uur vooruit zetten! Als je om 11 uur in Brussel vertrokken bent, dan is het 19 uur plaatselijke tijd in Tokio.

Je vlucht duurt ongeveer 11,5 uur. Als je in Tokio landt, is het voor jou 22:30 uur, maar daar is het op dat moment al 6:30 uur en is de volgende dag al begonnen.

Omgekeerd, als je naar Los Angeles zou vliegen, moet je de klok 9 uur terugdraaien. Het is daar 9 uur vroeger dan hier. Als je dus om 11 uur in Brussel vertrokken bent, dan is het 2 uur in Los Angeles. Je vlucht duurt ongeveer 13,5 uur. Als je in Los Angeles landt, is het voor jou 00:30 uur en is de volgende dag al begonnen. Maar daar is het op dat moment 9 uur vroeger. Het is daar dan 15:30 uur en dus ook een dag vroeger dan in Brussel.

©VANIN

Ons lichaam verwerkt die tijdsverschillen moeilijk. Je hebt even tijd nodig om eraan te wennen. Dat noemt men een jetlag: de tijd die je lichaam nodig heeft om te wennen aan het tijdsverschil.

173 HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN
12:00 85% Klok ma 21 dec. New York 6 uur vroeger Sydney 10 uur later Moskou 2 uur later 12:00 6 : 00 22 : 00 14 : 00

OPDRACHT 5: De mens verovert de ruimte

Bekijk de beeldfragmenten via het onlinelesmateriaal en beantwoord de vragen.

a Omcirkel de hemellichamen in ons zonnestelsel waar de mens ooit al is geweest.

Mars Jupiter Neptunus de maan

de zon Uranus

b Wat gebeurde er op 21 juli 1969?

c Welk land slaagde daarin?

d Naar welke plaats in de ruimte wil men nog gaan?

e Is dat nu al mogelijk?

OPDRACHT 6: Satellieten zijn onmisbaar

1 Wat zijn satellieten?

In de sterrenkunde is een satelliet een object dat om een planeet draait.

• De maan bijvoorbeeld is een satelliet van de aarde, want de aarde is een planeet en de maan draait rond de aarde.

• De aarde zelf is dan weer geen satelliet van de zon: de aarde draait wel rond de zon, maar de zon is een ster en geen planeet.

Wanneer we het in het dagelijkse leven over satellieten hebben, bedoelen we daar vaak iets anders mee.

We hebben het dan over apparaten, gemaakt door de mens (bv. ruimtestations), die in de ruimte hangen en om de aarde heen cirkelen. Of beter: de meeste satellieten proberen op net hetzelfde plekje boven de aarde te blijven hangen.

Dat noemen we een geostationaire baan: die satelliet zweeft dan aan een erg hoge snelheid om de aarde heen en probeert zo mooi de hele tijd boven hetzelfde plekje op de aardbol te blijven.

HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN 174
v
v
©VANIN

2 Waarom hebben we satellieten nodig?

a Er zijn verschillende soorten satellieten, elk met een eigen functie. Verbind elke soort satelliet met de juiste functie.

helpt ons om het weer te voorspellen

communicatiesatelliet

observatiesatelliet

onderzoekssatelliet

weersatelliet

navigatiesatelliet

b Lees de teksten en beantwoord de vragen.

maakt beelden van de ruimte voor wetenschappelijk onderzoek

zorgt ervoor dat we supersnel internet kunnen gebruiken, kunnen tv-kijken of telefoneren

maakt beelden van de aarde. Die beelden gebruiken we om landkaarten te maken of om onderzoek te doen naar bosbranden en dergelijke.

helpt ons te navigeren met behulp van een gps

De hedendaagse plaatsbepaling gebeurt met gps-ontvangers. Daarvoor zijn 32 satellieten nodig die op een hoogte van 20 200 km in 32 banen rond de aarde draaien. Wanneer een ontvanger (bv. je smartphone) contact heeft met vier satellieten, worden drie coördinaten doorgegeven: de breedteligging, lengteligging en hoogteligging. Het gpssysteem is eigendom van de VS en is een militair systeem. Dat betekent dat het signaal afgesloten of versleuteld kan worden. Europa is al geruime tijd bezig met de ontwikkeling van een eigen systeem, Galileo. Het Europese systeem zal waarschijnlijk in 2025 volledig operationeel zijn en zal nauwkeuriger zijn dan het Amerikaanse systeem.

Sinds de eerste lancering in 1960 zijn de weersatellieten onmisbaar om het weer te voorspellen. Om het WestEuropese weer te voorspellen worden de beelden van de Meteosat-, de NOAA- en de Metop-satellieten gebruikt. De Meteosat- en Metop-weersatellieten zijn Europees (ESA) en de NOAA-weersatellieten zijn Amerikaans (NASA).

175 HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN
1 2
©VANIN

SpaceX lanceert eerste zestig Starlink-satellieten voor snel internet

SpaceX heeft bekendgemaakt dat de zestig satellieten succesvol in een baan om de aarde zijn geplaatst.

Volgens Elon Musk, de directeur van SpaceX, zijn alle zestig Starlink-satellieten online.

De satellieten zijn vannacht op een hoogte van ongeveer 440 km boven de aarde losgelaten, waarna ze uiteindelijk naar 550 km klimmen door middel van eigen stuurraketten. Elke satelliet weegt 227 kg.

Het zijn de eerste zestig satellieten die onderdeel moeten worden van een netwerk van uiteindelijk 12 000 satellieten, waarmee overal op aarde toegang moet komen tot snel en betaalbaar internet.

Naar: www.tweakers.net

• Markeer in de tekst.

- Hoeveel satellieten heb je nodig om met een gps-systeem wereldwijd je plaats te kunnen bepalen?

- Met hoeveel satellieten maakt jouw smartphone contact om jouw plaats te kunnen bepalen?

- Hoeveel satellieten heeft Starlink nodig om overal op aarde voor internet te kunnen zorgen?

Hoeveel weegt een Starlink-satelliet?

• Wie is eigenaar van het gps-systeem?

• Europa werkt aan een eigen gps-systeem. Markeer het correcte antwoord.

- Hoe heet het? Galileo Asterix Jumbo SpacePlace - Tegen wanneer zou het klaar zijn? 2022 2030 2025 2040

• Weersatellieten bestaan nog niet zo lang. WAAR NIET WAAR

Leg je antwoord uit.

• Om het weer in Europa te voorspellen worden enkel Europese satellieten gebruikt.

WAAR NIET WAAR

Leg je antwoord uit.

Weetje

Gps staat voor global positioning system: wereldwijd plaatsbepalingssysteem. In het Nederlands is de afkorting dus eigenlijk wps ☺

HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN 176
-
3
©VANIN

OPDRACHT 7: De Maya’s wisten het al v

a Lees de teksten.

Meer dan 1 000 jaar geleden leefde in het huidige Mexico een volk dat bijna net zoveel van sterrenkunde wist als wij nu: de Maya’s. Ze wisten al dat er planeten bestonden en konden de baan ervan voorspellen. Met erg ingewikkelde berekeningen (zonder computer) slaagden ze erin een zonsverduistering tot op de dag correct te voorspellen. We weten niet goed hoe ze het klaarspeelden, vooral omdat we over erg weinig geschreven bronnen beschikken uit die periode. Maar het heiligdom van Chichén Itza in de provincie Yucatan in Mexico laat een beetje zien waartoe ze in staat waren.

In Chichén Itzá staat de piramide van Kukulcán. Dat gebouw is meer dan 1 000 jaar oud en laat mooi zien dat de Maya’s al enorm veel kennis hadden over de lengte van de dagen en het aantal dagen in een jaar. De tempel heeft bijvoorbeeld in totaal 365 treden, wat symbool staat voor het aantal dagen in een jaar. Dat wisten ze toen al!

Daarnaast is er iets spectaculairs te zien op de piramide op de dag waarop de lente en de herfst beginnen. Het gebouw staat zo opgesteld dat, door de stand van de zon op die twee dagen, de schaduwen op zo’n manier langs de trappen lopen, dat ze op kruipende slangen lijken.

Je moet al erg veel van sterrenkunde kennen om zoiets klaar te spelen.

Op basis van de bewegingen van de maan en de sterren slaagden de Maya’s erin een kalender samen te stellen die meer dan 1 000 jaar voorop liep op hun tijd. Ze konden voorspellen wanneer de volgende maansverduistering of zonsverduistering eraan zat te komen, ook al was dat soms pas honderden jaren later.

Naar: www.wikipedia.org

De priesters uit het oude Babylon ontwikkelden een rekensysteem dat gebaseerd was op het getal 60. De keuze van het getal 60 in het oude Babylon heeft vermoedelijk te maken met het feit dat de Babyloniërs zich met sterrenkunde bezighielden. Ze merkten op dat het getal 60 in hun waarnemingen en berekeningen een grote rol speelde. Daarom heeft een uur zestig minuten en gaan er zestig seconden in een minuut.

Naar: www.vrijeschoolpedagogie.com

177 HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN
Azteekse zonnekalender
1 2 3
©VANIN

b Schrijf een kort tekstje waarin je met één voorbeeld uit de teksten bewijst dat men ook erg lang geleden al met sterrenkunde bezig was.

OPDRACHT 8: Wat weet je over …

1 Markeer in de tweede kolom voor elke stelling het correcte antwoord.

Tip: je kunt alle antwoorden in dit hoofdstuk terugvinden.

De aarde is de grootste planeet van ons zonnestelsel.

Een dag op de planeet Mars duurt dubbel zo lang als op aarde.

De aarde draait rond de zon.

De afstand van de aarde tot de zon zorgt ervoor dat we seizoenen hebben. In de winter staan we gewoon verder van de zon, dus is het kouder.

De Maya’s wisten 1 000 jaar geleden al dat een jaar 365 dagen telde.

HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN 178
Stellingen Mijn antwoord Het juiste antwoord
U
WAAR NIET WAAR WAAR NIET WAAR
WAAR NIET WAAR WAAR NIET WAAR
WAAR NIET WAAR WAAR NIET
WAAR
WAAR NIET WAAR WAAR NIET WAAR
WAAR NIET
WAAR NIET
WAAR
WAAR
©VANIN

Er zijn al mensen op de planeet Mars geland met een raket.

Satellieten bestaan nog maar sinds 1999, ongeveer gelijk met de uitvinding van de smartphone.

Het gps-systeem maakt gebruik van Amerikaanse satellieten.

Alleen de aarde draait rond de zon. De andere planeten in ons zonnestelsel draaien rond de maan.

De aarde draait een rondje om de zon, maar ook om zichzelf.

De maan is verantwoordelijk voor eb en vloed op aarde.

Op 21 september begint de winter.

Een ander woord voor meridiaan is middaglijn.

De aarde is opgedeeld in 28 tijdzones.

In de landen ten oosten van ons op de kaart is het later dan in België.

In de landen ten westen van ons op de kaart is het vroeger dan in België.

NIET WAAR WAAR NIET WAAR

WAAR

WAAR NIET WAAR WAAR NIET WAAR

WAAR NIET WAAR WAAR NIET WAAR

WAAR NIET WAAR WAAR NIET WAAR

WAAR NIET WAAR WAAR NIET WAAR

WAAR NIET WAAR WAAR NIET WAAR

WAAR

NIET WAAR WAAR NIET WAAR

WAAR

NIET WAAR WAAR NIET WAAR

WAAR

NIET WAAR WAAR NIET WAAR

WAAR

NIET WAAR WAAR NIET WAAR

WAAR

NIET WAAR WAAR NIET WAAR

179 HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN Stellingen Mijn antwoord Het juiste antwoord
©VANIN

Stellingen

Satellieten worden gebruikt om het weer te voorspellen.

Om de hele aarde van internet te voorzien heeft Starlink 60 satellieten nodig.

2 Duid de juiste antwoorden in de derde kolom aan met de verbetersleutel die de leerkracht je bezorgt. Verbeter wanneer de stelling niet waar is.

OPDRACHT 9: Leg in je eigen woorden uit …

Leg het antwoord op deze vragen in je eigen woorden uit.

Tip: je kunt alle antwoorden in dit hoofdstuk terugvinden.

Stap 1: Noteer je antwoorden netjes in een Worddocument of op een takenblad en bezorg ze aan de leerkracht. Noteer als titel ‘U-Opdracht 9: Leg in je eigen woorden uit’

Stap 2: Vermeld je naam en klas.

Stap 3: Schrijf de vraag over die je gaat beantwoorden.

Stap 4: Noteer je antwoord onder de vraag.

Stap 5: Herhaal deze werkwijze voor andere vragen.

¨ 1 Waarom hebben we een dag en een nacht? Verduidelijk met een tekening.

¨ 2 Waarom duurt een jaar 365 dagen? Is dat op andere planeten ook zo?

¨ 3 Waarom hebben we seizoenen?

¨ 4 Hoe beïnvloedt de maan eb en vloed?

¨ 5 Welke zijn de schijngestalten van de maan en hoe komt dat?

¨ 6 Leg het systeem van tijdzones uit. Waarom gebruikt men werkelijke tijdzones in plaats van theoretische tijdzones?

¨ 7 Wat is het verschil tussen een ster en een planeet?

HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN 180
U
Mijn antwoord Het juiste
antwoord
WAAR NIET WAAR WAAR NIET WAAR
WAAR NIET WAAR WAAR NIET WAAR
©VANIN

OPDRACHT 10: Evalueer jezelf R

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan verklaren hoe het onderscheid tussen dag en nacht ontstaat.

Ik kan verklaren hoe het komt dat we op aarde (vier) seizoenen hebben.

Ik kan verklaren waarom een jaar ongeveer 365 dagen duurt.

Ik kan verklaren waarom een etmaal 24 uur duurt.

Ik ken de schijngestalten van de maan.

Ik kan het onderscheid tussen een planeet en een ster uitleggen.

Ik ken de planeten van ons zonnestelsel.

Ik kan opzoeken hoe laat het nu is op een andere plaats op aarde.

Ik kan met een voorbeeld uitleggen wat tijdzones zijn en hoe ze werken.

Ik kan in mijn eigen woorden de gevolgen uitleggen van de omwenteling van de maan om de aarde.

Ik kan in mijn eigen woorden de gevolgen uitleggen van de omwenteling van de aarde om haar eigen as.

Ik kan in mijn eigen woorden de gevolgen uitleggen van de omwenteling van de aarde om de zon.

Ik kan in mijn eigen woorden uitleggen wat een satelliet is en waarvoor hij zoal gebruikt wordt.

Ik kan met een voorbeeld aantonen dat men in vroegere tijden ook al veel over sterrenkunde wist.

Ik kan in mijn eigen woorden uitleggen waarom een dag of een jaar op een planeet niet even lang duurt als op een andere planeet in ons zonnestelsel.

Ik kan zelfstandig opdrachten uitvoeren.

Ik kan vlot samenwerken met anderen.

Ik kan het. Hier kan ik nog groeien.

©VANIN

181 HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
1 Wat vond je van dit hoofdstuk ? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft.
������������ ������������ ������������ ������������ ������������

3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?

4 Welke vragen heb ik nog?

▶ Verder oefenen? Ga naar .

MIJN NOTITIES

©VANIN

HOOFDSTUK 6: RUIMTE EN PLANETEN 182

HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI

OPDRACHT 1: Welke woorden zoeken we? O

1 Los de rebussen op.

2 Begrijp je alle woorden van de rebussen? Schrijf bij elke omschrijving het nummer van de passende rebus.

de toename van het aantal inwoners in een bepaald land of gebied gedurende een bepaalde tijd (geboortecijfer –sterftecijfer)

het aantal geboortes per 1 000 inwoners over een bepaalde periode, meestal een jaar

een groot aantal mensen dat in dezelfde periode naar een ander land reist om een nieuwe woonplaats te vinden

een groep mensen die in dezelfde periode geboren zijn

de toename van het aantal ouderen op de totale bevolking

iets dat anders is geworden

3 Van welke begrippen had je nog nooit gehoord? Markeer de omschrijving van die woorden in de vorige opdracht.

4 Bekijk de rebuswoorden aandachtig. Waarover zou dit hoofdstuk gaan, denk je?

183 HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI
mig+ + i+ + t+ k=r -m d=m + + + g -s t=v -s o=i + + te + t=c w=g g=f + e+ + -zi -ke -t -n be+ + + + sgro+ s=l -p -ri ve+ + + m=r -n + i+ + t+ -m d=m + + + g -s t=v -s o=i + te + t=c g=f e+ + -ke -t -n + + + sgro+ -p -ri ve+ + + m=r -n + i+ + t+ -m d=m + + + g -s t=v -s o=i + te + t=c g=f e+ + -ke -t -n + + + sgro+ -p -ri ve+ + + m=r -n mig+ + i+ + t+ k=r -m d=m + -s t=v + + te + t=c w=g g=f + e+ + -zi -ke -t -n be+ + + + sgro+ s=l -p -ri ve+ m=r mig+ + i+ + t+ k=r -m d=m + -s t=v -s + + te + t=c w=g g=f + e+ + -zi -ke -t -n be+ + + + sgro+ s=l -p -ri ve+ + m=r mig+ + i+ + t+ k=r -m d=m + -s t=v + + te + t=c w=g g=f + e+ + -zi -ke -t -n be+ + + + sgro+ s=l -p -ri ve+ m=r 1 3 5 4 6 2 ©VANIN

OPDRACHT 2: Aantal inwoners

Marieke

Hoeveel inwoners telt België?

9 miljoen. 9 miljoen? Maar opa, dat is toch veel te weinig!

Ik heb op school altijd geleerd dat we met bijna 9 miljoen Belgen zijn.

Opa, toen jij op school zat ... dat is al zeker 60 jaar geleden. We tellen nu al meer dan 11 miljoen Belgen.

Je opa komt dan ook uit een andere periode hè meisje.

Mama, hoe komt het eigenlijk dat er nu ineens zoveel meer mensen zijn?

1 Wat is volgens jou het antwoord op de vraag van Marieke?

2 Hoeveel inwoners telt België op dit moment? Vul aan.

Op / / (datum) telt België inwoners.

OPDRACHT 3: verschillende gener aties

Stap 1: Wat betekent het begrip ‘generatie’? Wat is een generatie?

©VANIN

Stap 2: Lees eerst de tekstjes. Is alles duidelijk?

Stap 3: Markeer dan de verschillende generaties in de teksten.

HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI 184
O
O
op bezoek bij haar opa. 's Avonds thuis ...

Jongeren van generatie Z zijn de echte ‘digital natives’: ze staan op en gaan slapen met hun ogen gericht op een of ander scherm. Blogs, vlogs en social media zijn hun ding. Het is een visuele generatie, die communiceert in beelden. Ze groeien op in een wereld omringd door internet.

Generatie Y, ook wel de millenniumgeneratie genoemd, zijn de kinderen van de rijke, gezonde en actieve babyboomgeneratie van de jaren 60. 9/11 staat op hun netvlies gebrand en de euro wordt ingevoerd. In hun kindertijd gaan ze extra beschermd door het leven als gevolg van de daden van Marc Dutroux. Ze springen handig om met technologie.

De stille generatie is een generatie die vroeger hun nieuws via de krant las. In hun jeugd kwam de tv en radio op; pas in hun latere levensjaren maakten ze kennis met het internet. De meeste mensen maken daar dan ook geen gebruik van.

Na de Tweede Wereldoorlog werden veel kinderen geboren. We noemen hen de babyboomgeneratie. De babyboomers zijn momenteel hét gezicht van de vergrijzing. Ze zijn –op de jongsten onder hen na – bijna allemaal op pensioen.

Generatie X is de generatie die geboren is na de babyboomgeneratie. Ze zijn opgegroeid met de kernramp in Tsjernobyl, aids en de Amerikaanse sciencefictionfilm E.T. Omdat deze generatie tussen de beruchte babyboomers en millennials in zit, worden zij vaak vergeten. Generatie X wordt ook wel de verloren generatie genoemd.

©VANIN

Generatie alpha is de eerste generatie die volledig opgroeit in de 21e eeuw. De alpha-kinderen zijn voornamelijk kinderen van millennials. In het jaar dat de eerste alpha-kinderen werden geboren, werd de iPad gelanceerd.

185 HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI

Stap 4: Vul nu de tijdlijn aan met de correcte benaming van de generaties.

Stap 5: Bekijk eerst de tijdlijn. Beantwoord daarna de onderstaande vragen.

a Hoe lang duurt een generatie gemiddeld?

b Tot welke generatie behoort Marieke? En haar mama en opa?

c Hoeveel generaties zitten er tussen:

• Marieke en haar mama?

• mama en opa?

• Marieke en opa?

• Marieke en Elena?

HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI 186
± 1930 ± 1945± 1965± 1980± 1995± 2010±2025
©VANIN

OPDRACHT 4: Bevolkingsgroei v

1 Bekijk de grafieken. Beantwoord daarna de vragen.

Voordat je informatie uit een grafiek kunt aflezen moet je eerst weten waar de grafiek over gaat. Daarbij is het belangrijk om te weten welke informatie op de horizontale as (ook wel de x-as genoemd) en op de verticale as (ook wel de y-as genoemd) staat.

a Wat staat er op de x-as?

b Wat staat er op de y-as?

c Wat kun je afleiden uit de grafiek?

d Hoeveel inwoners zijn er ongeveer bijgekomen sinds 2002?

Aantal inwoners 2002

Aantal inwoners 2020

Toename van

187 HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI E vOLUTIE vAN DE BE vOLKING IN BELGIË 11 600 000 11 400 000 11 200 000 11 000 000 10 800 000 10 600 000 10 400 000 10 200 000 10 000 000 20022004200620082010 2012 201420162018 2020
statbel.fgov.be
Bron:
aantal inwoners jaar
y-as
x-as
©VANIN

a Wat staat er op de x-as?

b Wat staat er op de y-as?

c Wat kun je afleiden uit de grafiek?

d Deze grafiek geeft meer weer dan de bevolkingsstijging: het is ook een voorspelling. Hoe kun je dat zien?

e Juist of fout? Zet een kruisje in de juiste kolom.

De wereldbevolking is tussen 1950 en 1990 ongeveer verdubbeld.

In 2055 zullen we met dubbel zoveel inwoners op aarde zijn als in 1985.

De evolutie van de wereldbevolking steeg supersnel tussen 1965 en 1970.

In de periode 2030-2050 kent de wereldbevolking ineens een daling.

Na 2055 verwacht men dat de wereldbevolking trager zal stijgen.

MIJN NOTITIES

HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI 188 E vOLUTIE vAN DE WERELDBE vOLKING 15 aantal inwoners (in miljard) 10 5 0 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010 2020 2030 2040 2050 2060 2070 2080 2090 1955 1965 1975 1985 1995 2005 2015 2025 2035 2045 2055 2065 2075 2085 2095 2100 Bron: www.oxfamnovib.nl
Juist Fout
jaar
©VANIN

E vOLUTIE vAN DE BE vOLKING PER WERELDDEEL

a Wat geeft deze grafiek weer?

b Zal de bevolking in elk werelddeel even sterk stijgen? JA NEE

c In welk werelddeel stijgt het bevolkingsaantal het sterkst?

d Met hoeveel personen zal de bevolking in Afrika stijgen?

In 2100 zullen er bijna 11 miljard mensen op de wereld wonen. Hoeveel % van die mensen zullen in Afrika en Azië wonen?

4 386 591 070 (Afrika) + 4 888 652 980 (Azië) =

Noteer hier je berekening:

Conclusie: % van de wereldbevolking woont in Afrika en Azië.

189 HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI
Afrika Azië Europa Zuid-Amerika Noord-Amerika Oceanië 6 aantal inwoners (in miljard) 4 2 0 Bron: https://www.oxfamnovib.nl 2000 2050 2100
Aantal inwoners Stijging 2000814 063 149 2050 2 477 536 320 21004 386 591 070
jaar 5 3 1 + +
©VANIN

2 Lees eerst de tekst. Beantwoord daarna de vragen.

Bevolkingskrimp vanaf 2064

De wereldbevolking zal tot 2064 groeien van de huidige 7,8 miljard tot 9,7 miljard, om tegen het einde van de eeuw terug te vallen tot 8,8 miljard. Dat blijkt uit een studie van onderzoekers van de University of Washington.

De Verenigde Naties voorspelde in 2019 nog dat de wereldwijde populatie tegen 2100 zou stijgen tot 10,9 miljard.

De UWA-onderzoekers geven aan dat de afname van de bevolking zich onverbiddelijk zal voortzetten van zodra ze begonnen is. Tegen 2100 verwachten ze dat in 183 landen het vruchtbaarheidscijfer te laag zal liggen om nog een bevolkingsgroei te veroorzaken, dat de bevolking van 23 landen tegen dan nog de helft zal bedragen van die van vandaag en dat er in 34 landen een terugval zal zijn van 25 tot 50 procent. Volgens de trends zou de bevolking van China tegen 2100 terugvallen tot 730 miljoen, terwijl ze in 2017 nog 1,4 miljard bedroeg. In Sub-Sahara-Afrika zou de bevolking dan weer verdrievoudigen tot 3,07 miljard.

Bron: De Morgen, 15/7/2020

a De bevolkingsgroei zal omslaan in een bevolkingskrimp. Wat wordt daarmee bedoeld?

b Hoe zal de wereldbevolking deze eeuw evolueren? Toon aan op deze tijdsbalk.

• Kleur de periode waarin de bevolking zal groeien rood.

• Kleur de periode waarin de bevolking niet meer zal groeien groen.

c Is dat overal ter wereld zo? JA NEE

MIJN NOTITIES

HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI 190
Leg uit. 20002010 2020 2030 2040 2050 2060 2070 208020902100
d
©VANIN

OPDRACHT 5: Oorzaken van bevolkingsgroei

1 Lees de tekstjes.

Belgische bevolking blijft groeien

Op 1 januari 2019 telde België 11 431 406 inwoners. Dat blijkt uit de officiële cijfers van Statbel, het Belgische statistiekbureau. De Belgische bevolking groeide op jaarbasis aan met 0,49 %, een groeicijfer dat in lijn ligt met de groei van de laatste jaren. De bevolkingsgroei komt er doordat er meer geboortes dan overlijdens zijn (goed voor 12,5 % van de totale bevolkingstoename) en doordat er meer immigratie dan emigratie is (wat het grootste deel van het groeicijfer verklaart (87,5 %)). Het is dus vooral de internationale migratie die de drijvende kracht vormt achter de aanhoudende bevolkingsgroei in België.

Bron: www.hln.be

Russische bevolking krimpt met 12 miljoen inwoners

Het aantal inwoners van Rusland daalt de komende vijftien jaar flink, mogelijk zelfs met 12 miljoen mensen. Dat schrijft de Moscow Times op basis van het jaarrapport van het Russische bureau voor de statistiek. Dit jaar neemt het aantal Russen al af met zo’n 100 000 tot een totaal van 146,7 miljoen. De daling wordt volgens het bureau vooral veroorzaakt door een afname van het aantal immigranten en het aantal geboortes.

Bron: www.hln.be

a Geef twee oorzaken van bevolkingsgroei.

b Geef twee oorzaken van bevolkingskrimp of bevolkingsafname.

Wanneer er meer geboortes zijn dan overlijdens, spreken we van een natuurlijke aangroei.

Wanneer er meer mensen in het land komen wonen dan dat er mensen het land verlaten, spreken we van migratiegroei.

MIJN NOTITIES

191 HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI
-
-
v
1 2 ©VANIN

Mijn mama is de jongste van zeven kinderen. Ik heb twee broers en een zusje.

Mijn ene papa heeft twee zussen en twee broers. Ik heb geen broers of zussen.

Mijn papa heeft een tweelingbroer. Ik heb een tweelingzus en een broer.

Mijn mama heeft drie broers. Ik heb geen broers of zussen.

Mijn mama is de oudste van vijf kinderen. Ik heb een broer en een zus.

a Hoeveel kinderen telde het gezin waarin de mama of papa van Marieke, Julan, Elena, Anouar en Mila opgegroeid zijn?

Aantal kinderen

Mama van Marieke

Papa van Julan

Papa van Elena

Mama van Anouar

Mama van Mila

Totaal

b Hoeveel kinderen zijn er gemiddeld per gezin? Om dat te berekenen, moet je het aantal kinderen delen door het aantal gezinnen.

c Hoeveel kinderen telt het gezin waarin Marieke, Julan, Elena, Anouar en Mila opgroeien?

Aantal kinderen

Marieke

©VANIN

Julan

Elena Anouar

Mila

Totaal

HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI 192 2 Gezinsgrootte vroeger en nu

d Hoeveel kinderen zijn er gemiddeld per gezin? Om dat te berekenen, moet je het aantal kinderen delen door het aantal gezinnen.

e Welke conclusie kun je trekken uit de evolutie van de gezinsgrootte?

¨ De gezinsgrootte stijgt.

¨ De gezinsgrootte blijft gelijk.

¨ De gezinsgrootte daalt.

3 Evolutie van de huishoudgrootte

Stap 1: Bekijk eerst de onderstaande grafiek. Vul aan.

Bron: www.wonenvlaanderen.be

• In de laatste jaren is het aantal personen per Vlaams gezin gedaald / gestegen.

• In 2009 werden er personen per gezin geteld. Een huishouden telt nu gemiddeld personen per gezin.

MIJN NOTITIES

193 HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI
GEMIDDELDE HUISHOUDGROOTTE 2,36 2,35 2,34 2,33 2,32 2,31 2,3 2,29 20092010 2011 2012 2013 201420152016201720182019
aantal personen jaar ©VANIN

Hoe kan het dat de bevolkingsgroei de komende jaren dan tóch toeneemt?

Stap 2: Bekijk nu onderstaand schema. Is alles duidelijk?

Stap 3: Bekijk vervolgens het filmpje via de QR-code.

Stap 4: Vul daarna het schema aan. Vul in potlood in als je twijfelt.

Stap 5: Bekijk het filmpje een tweede keer.

Stap 6: Vul het schema verder aan indien nodig. Laat de leerkracht je antwoorden controleren.

Feedback door de leerkracht

Stap 7: De oplossing wordt klassikaal overlopen.

miljard mensen op aarde

miljard arme gezinnen

miljard gemiddelde gezinnen

arm gezin: ouders + kinderen

geen / weinig / veel kindersterfte

• Twee ouders worden vervangen door .

• Er is geen grote / een grote bevolkingsgroei.

Waarom is het hebben van een grote familie noodzakelijk bij arme gezinnen?

¨ Het is economisch nodig: kinderen helpen de ouders in het huishouden.

¨ Er sterven sowieso veel kinderen.

¨ Ze krijgen veel geld voor hun kinderen.

¨ Het is een sociaal statussymbool, een soort van pronkstuk.

Door de arme gezinnen uit de armoede te halen, zullen die gezinnen ook voor minder / meer kinderen kiezen.

gemiddeld gezin: ouders + kinderen

geen / weinig / veel kindersterfte

• De ouders worden vervangen door .

• Er is geen grote / een grote bevolkingsgroei.

Conclusie

©VANIN

De wereldbevolking zal tegen het eind van de eeuw op voorwaarde dat .

HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI 194
BEKIJK v IDEO

Stap 8: Leg nu met je eigen woorden uit waarom wereldwijd de gezinnen kleiner worden wanneer de economie in een land verbetert.

OPDRACHT 6: Gevolgen van bevolkingsgroei

1 Lees de tekst en vul het schijfdiagram en de legende aan. Kies voor elk onderdeel een andere kleur.

De aarde heeft een oppervlakte van ongeveer 510 100 000 km². Ongeveer 70 % daarvan wordt ingenomen door water: oceanen, zeeën, meren enz. Ongeveer 17 % wordt ingenomen door bergen en woestijnen. Blijft over voor menselijke bewoning: ongeveer 13 %. Door de klimaatveranderingen zal dit percentage de volgende decennia gevoelig krimpen.

DE AARDE

Legende

%KleurIngenomen door water bergen en woestijnen menselijke bewoning

195 HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI
v
©VANIN

2 Bevolkingsdichtheid

Op 13 % van de aarde kunnen mensen wonen. Maar het aantal mensen per vierkante kilometer is niet gelijkmatig verspreid. De bevolkingsdichtheid verschilt van land tot land. Door de stijgende bevolkingsgroei stijgt in veel landen ook de bevolkingsdichtheid. Er wonen dus steeds meer mensen op een kleine oppervlakte.

De bevolkingsdichtheid is het aantal inwoners per km2 . Dus hoe hoger de bevolkingsdichtheid, hoe meer mensen er bij elkaar wonen op dezelfde oppervlakte.

Bekijk de kaart over de bevolkingsdichtheid in Europa via de QR-code. Welke 10 landen zijn het dichtstbevolkt in Europa?

HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI 196
Land Bevolkingsdichtheid (inwoners per km²) Jaar 15 470 2020 2 273 2019 1 447 2020 561 2020 416 2020 384 2020 270 2020 245 2020 243 2020 225 2020
©VANIN
BEKIJK DE KAART

3 De wereldbevolking groeit sneller dan ooit. Tegen het einde van de eeuw zullen er nog vier miljard meer mensen op de planeet leven. Wat zijn de gevolgen daarvan?

Scan de QR-code en lees de teksten. Beantwoord vervolgens de vragen.

a Welke vijf gevolgen heeft de aanhoudende bevolkingsgroei? Leg uit in je eigen woorden.

©VANIN

b Wat zijn de gevolgen van waterschaarste? Vul aan.

• De bevolking gebruikt water. Daardoor zijn mensen kwetsbaar voor . Dat leidt tot , want de mensen kunnen niet of als ze ziek zijn.

• Het gebrek aan water kan een bron zijn voor .

197 HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI
Gevolgen Uitleg 1 2 3 4 5
LEES DE TEKSTEN

4 Wat zijn mogelijke oplossingen voor deze drie problemen?

Probleem

Milieu

Oplossing

Verstedelijking

Waterschaarste

5 En wat met de hongersnood? Lees de strip en beantwoord de vragen.

Kijk eens wat een mooie libel.

Wist je dat je die beestjes in China kunt kopen, meestal gebakken op een stokje?

a Kun je uit deze strip een mogelijke oplossing afleiden om hongersnood te verhelpen?

Oh nee, om op te eten?

Ja hoor. Het smaakt naar krab.

b Waarom is die oplossing ook beter voor het milieu? Bekijk het filmpje via de QRcode of lees de tekst op de volgende bladzijde.

Heb jij dat al eens gegeten?

Libellen nog niet, maar ik heb wel eens sprinkhanen geproefd!

HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI 198
BEKIJK v IDEO
©VANIN

Insecten kweken

Insecten kweken vergt veel minder inspanningen dan het kweken van kippen, varkens en runderen.

• Slechts 10 % van het voeder dat een koe eet, wordt omgezet in vlees. Bij insecten kan dat oplopen tot meer dan 40 %. Eén van de redenen daarvoor is dat insecten koudbloedig zijn: ze verbruiken dus in tegenstelling tot zoogdieren geen energie om hun lichaam op temperatuur te houden.

• Daarnaast kan ook een groter deel van het dier als vlees worden gebruikt: ongeveer 90 % van het insect kun je opeten. Bij een koe of een varken is dat slechts 50 %.

• Daarbij planten insecten zich ook veel sneller voort dan zoogdieren.

• Ook is er minder water en plaats nodig om insecten te kweken.

• Ten slotte lijkt ook de uitstoot van broeikasgassen een stuk lager te liggen bij insecten.

CHATBOX

Bron: www.voedingscentrum.nl

Geef je eigen mening: zou jij insecten eten als blijkt dat dat beter is voor het milieu?

OPDRACHT 7: vergrijzing

Een bevolkingsdiagram is een grafiek die wordt gebruikt om de leeftijden van de bevolking met elkaar te kunnen vergelijken. Zo’n grafiek kan verschillende vormen aannemen. De oorspronkelijke vorm van deze grafiek was doorgaans een piramide, zoals hieronder afgebeeld:

©VANIN

Bron: www.statbeljunior.be

Onderaan zijn de staafjes langer. Daar zitten de kinderen. Bovenaan worden de staafjes korter omdat je minder oudere mensen hebt. Het korter worden van de staafjes toont aan dat er veel mensen sterven in elke leeftijdscategorie.

199 HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI
v
BE vOLKINGSPIR AMIDE Man Vrouw leeftijd aantal mensen
10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

1 Stel je voor dat er in je gemeente meer oudere mensen (+55 jaar) dan jongere mensen zouden wonen, hoe zou de grafiek er dan uitzien? Zet een kruisje bij de passende grafiek.

HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI 200
leeftijd aantal mensen 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 leeftijd aantal mensen 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 leeftijd aantal mensen 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 ¨ ¨ ¨ 2 Bekijk deze grafiek. AANTAL 65-PLUSSERS 1 700 1 800 1 600 1 500 1 400 1 300 1 200 1 100 1 000 900 2000 2003 20062009 2012 201520182021 2024 2027 2030 2033 Bron: 2000-2017 waarnemingen Statbel - 2018-2035 vooruitzichten Statistiek Vlaanderen • www.statistiekvlaanderen.be aantal inwoners x 1000 jaar ©VANIN

a Wat kun je er op aflezen?

b Wat stel je vast?

¨ Het aantal 65-plussers stijgt.

¨ Het aantal 65-plussers daalt.

¨ Het aantal 65-plussers blijft gelijk.

3 Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

a Wat betekent vergrijzing?

¨ De le vensverwachting stijgt voortdurend.

¨ De gemiddelde leeftijd van de bevolking in een land stijgt.

¨ De steden worden steeds groter.

b Welke twee factoren zorgen voor de vergrijzing?

c Geef twee gevolgen van de vergrijzing.

Je weet nu wat vergrijzing betekent. Maar wat zou vergroening of verwitting betekenen?

- Vergroening:

- Verwitting:

MIJN NOTITIES

201 HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI
-
-
BEKIJK v IDEO
©VANIN

OPDRACHT 8: Migraties

Het inwonertal wordt niet alleen bepaald door het aantal geboortes, maar ook door het aantal mensen dat een land binnenkomt of verlaat. Migratie dus. Mensen migreren om verschillende redenen.

1 Lees de tekstjes. Waarom vluchten mensen?

Door de oorlog vluchtte mijn vader naar België. Ik miste hem en ben ook naar hier gekomen.

Paluku, 20 jaar uit Congo

In mijn land werd de relatie met mijn vriendin niet aanvaard. Toen mijn vriendin vermoord werd, ben ik gevlucht.

Dana, 30 jaar uit Dubai

Ons grondwater raakte vervuild, en zo ook onze grond. Onze dieren gingen dood en de oogst mislukte. Er was enkel nog vervuiling. Het was onmenselijk om hier te moeten leven.

Melchora, 65 jaar uit Peru

Op een avond stond de Taliban aan ons huis. Ze wilden me meenemen. Mijn vader wilde dat ik veilig was en vluchtte.

Alan, 18 jaar uit Afghanistan

Nadat ik als journalist een reportage had gemaakt over mijn stad werd ik gevangengenomen en gemarteld. Ik kon vluchten met mijn gezin.

Hasan, 42 jaar uit Syrië

Mijn dorp werd verwoest door een krachtige storm. Er bleef niets meer van over. Mijn ouders zijn vissers, maar alle schepen zijn verloren gegaan. Heel veel familieleden, vrienden en kennissen in ons dorp stierven.

Miranda, 10 jaar uit de Filipijnen

©VANIN

HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI 202
v

2 Migratiestromen

a Bekijk het filmpje. Vul het schema aan:

- Welke drie migratieroutes vertrekken vanuit Noord-Afrika naar Europa?

- Uit welke landen komen de meeste migranten?

©VANIN

3 migratieroutes vanuit Noord-Afrika

203 HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI
route via route richting route naar b Teken de routes op de kaart. BEKIJK v IDEO

3 Migratie vroeger

Bekijk het filmpje.

a Waarom kwamen er na de Tweede Wereldoorlog zoveel Italianen naar België?

¨ Omdat er nog altijd oorlog was in hun land.

¨ Om er in de steenkoolmijnen te gaan werken.

¨ Omdat ze hier een beter leven wilden opbouwen.

b In welke Vlaamse provincie liggen die steenkoolmijnen?

West-VlaanderenOost-VlaanderenAntwerpenVlaams-BrabantLimburg

c Hoe heten de mensen die tijdelijk in ons land komen werken?

d Waarom is Rocco naar België gekomen?

¨ Hij wilde geld verdienen om zijn moeder te helpen.

¨ Omdat zijn vader al in de steenkoolmijnen werkte.

¨ Omdat hij de boerderij van zijn vader niet wilde overnemen.

e Rocco is nog een van de weinige mijnwerkers van ‘de eerste generatie ’ . Wat betekent dat?

f Wie behoort dan tot ‘de tweede generatie’?

g Bekijk het filmpje. Hoe voelen migranten zich in Vlaanderen? Schrap het foute antwoord.

57 % van de migranten voelt zich aanvaard / niet aanvaard bij ons. Maar de band met België / het land van herkomst blijft bestaan.

h In welke situaties krijgen de migranten te maken met discriminatie?

MIJN NOTITIES

HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI 204
BEKIJK v IDEO BEKIJK v IDEO ©VANIN

OPDRACHT 9: De bevolkingstabel

Stap 1: Bekijk de bevolkingstabel. Om de bevolkingstabel correct te kunnen begrijpen, heb je een aantal formules nodig.

Als je de kolommen geboortes en inwijking optelt, krijg je de groei (blauwe kolom). De groei is het totaal aantal inwoners dat er bijkomt in die gemeente, door kinderen die geboren worden of mensen die in die gemeente komen wonen.

geboortes + inwijking = groei

Een voorbeeld: In 2022 worden er 138 kinderen geboren en komen er 301 mensen in de gemeente wonen. In totaal groeit de bevolking van de gemeente dan aan met 439 inwoners (138 + 301).

Stap 2: Vul aan.

In 2019 worden er kinderen geboren en komen er mensen in de gemeente wonen. In totaal groeit de bevolking van de gemeente aan met inwoners.

205 HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI
U BE vOLKINGS TABEL jaar geboortesinwijking groei overlijdensuitwijkingdalingverschiltotale bevolking 2015 40 111 20168918927889200 40 100 2017 103 201 95 197 12 2018 115 244 359 195 288 40 183 2019 116 266 90189 103 40 286 2020 126 300 125255 40 332 2021 134 299 156299 455 2022 138 301 439 189355 -105 40 205 + = + –=
=
©VANIN

Als je de kolommen overlijdens en uitwijking optelt, krijg je de daling (gele kolom). De daling is het totaal aantal inwoners dat verdwijnt uit die gemeente, door mensen die overlijden of mensen die uit die gemeente weggaan.

overlijdens + uitwijking = daling

Een voorbeeld: In 2021 overlijden er 156 inwoners en wijken er 299 mensen uit naar een andere gemeente. In totaal daalt de bevolking van de gemeente daardoor met 455 inwoners (156 + 299).

Stap 3: Vul aan.

In 2017 overlijden er inwoners en wijken er mensen uit naar een andere gemeente. In totaal daalt / stijgt de bevolking van de gemeente daardoor met inwoners.

Als je de kolom daling aftrekt van de kolom groei, krijg je het verschil (groene kolom). Het verschil is het totaal aantal inwoners dat er verdwijnt of bijkomt uit die gemeente door het totaal aantal mensen die overlijden en uitwijken af te trekken van het totaal aantal mensen die in die gemeente geboren worden of er komen wonen. Zo kom je te weten of de totale bevolking uiteindelijk stijgt of daalt.

groei – daling = verschil

Een voorbeeld: In 2018 groeit de bevolking aan met 359 inwoners en daalt de bevolking met 288 inwoners.

Uiteindelijk komen er daardoor in totaal slechts

71 inwoners bij (359 - 288).

In 2021 is het zelfs zo dat er uiteindelijk meer mensen verdwijnen uit de gemeente dan dat er bijkomen. Dan bekom je een negatief getal.

Stap 4: Vul aan.

In 2016 groeit de bevolking aan met inwoners en daalt de bevolking met inwoners.

©VANIN

Het totale bevolkingscijfer daalt / stijgt in 2016.

HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI 206
=

Stap 5: Pas die formules nu zelfstandig toe op de ontbrekende bevolkingscijfers in de bevolkingstabel.

Tussentijdse feedback door de leerkracht

Stap 6: Beantwoord ten slotte deze vragen.

a Als je het aantal geboortes bekijkt, welke tendens stel je dan vast?

b Als je het aantal overlijdens bekijkt, welke tendens stel je dan vast?

c Wat kun je uit die twee vaststellingen afleiden over de bevolking van die stad?

d Kruis aan wat juist is.

¨ In 2022 werden het meeste kinderen geboren.

¨ In 2020 waren er het meeste inwijkingen.

¨ In 2019 vertrokken het minst mensen uit de gemeente.

¨ In 2016 waren er ongeveer evenveel geboortes als overlijdens.

¨ In 2021 waren er evenveel uitwijkingen als inwijkingen.

¨ In 2020 waren er minder geboortes dan sterfgevallen.

MIJN NOTITIES

207 HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI
©VANIN

U

OPDRACHT 10: Ontdek jouw regio

1 Vul het schema aan. Je leerkracht bezorgt je het nodige document.

Regio

Hoeveel inwoners telt de regio?

Zijn er meer vrouwen dan mannen?

Tot welke leeftijdscategorie behoren de meeste mannen?

Tot welke leeftijdscategorie behoren de meeste vrouwen?

Tot welke leeftijdscategorie onder de 100 jaar behoren de minste inwoners?

Tot welk soort huishouden behoort de grootste groep inwoners?

Hoeveel % van de bevolking komt uit Spanje?

2 Juist of fout? Zet een kruisje in de juiste kolom.

In Hasselt wonen meer vrouwen dan mannen.

In Antwerpen zijn er meer alleenstaande ouders dan in Luik.

Zowel in Antwerpen als in Hasselt zijn Nederlanders de tweede grootste groep inwoners met een buitenlandse nationaliteit.

In elke gemeente waren er meer geboortes dan overlijdens.

De bevolking in Antwerpen stijgt voortdurend.

HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI 208
Noteer de top 3 van de nationaliteiten. 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3
Juist Fout
©VANIN

OPDRACHT 11: Evalueer jezelf R

1 Wat vond je van dit hoofdstuk ? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft.

������������ ������������ ������������ ������������ ������������

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.

Checklist

Ik kan het begrip generatie uitleggen.

Ik kan het begrip periode verwoorden.

Ik begrijp het begrip verandering.

Ik kan de demografische evolutie (in verschillende regio’s) in de wereld beschrijven.

Ik kan de gevolgen van bevolkingsgroei beschrijven.

Ik kan de begrippen bevolkingsdichtheid, bevolkingsgroei en vergrijzing uitleggen.

Ik kan oorzaken van migratie uitleggen.

Ik kan gevolgen van migratie uitleggen.

Ik kan migratiestromen op een kaart afleiden.

Ik kan ontbrekende informatie vlot opzoeken op het internet.

Ik kan oplossingen benoemen voor de gevolgen van de wereldwijde bevolkingsgroei.

Ik kan in mijn eigen woorden uitleggen wat vergrijzing is.

Ik kan in mijn eigen woorden uitleggen wat migratiestromen zijn.

Ik kan informatie uit een grafiek halen.

Ik kan de natuurlijke aangroei van een gemeente berekenen in cijfers.

Ik kan samenwerken per twee of in een groep.

Ik kan mijn mening op een respectvolle manier verwoorden.

3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien?

Ik kan het. Hier kan ik nog groeien.

©VANIN

4 Welke vragen heb ik nog?

▶ Verder oefenen? Ga naar .

209 HOOFDSTUK 7: EEN WERELD IN GROEI
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨

HOOFDSTUK 8: HOE HET v ROEGER ANDERS WAS …

OPDRACHT 1: vroeger en nu … O

1 Bekijk de afbeeldingen bij Anouar, Mila, Julan, Elena en Marieke.

a Welke link is er tussen de verschillende afbeeldingen?

b Welk soort schrift herken je? Noteer de naam van het schrift bij de passende spilfiguur.

hiërogliefen – alfabetisch schrift – rotstekening – spijkerschrift – Chinese tekens

- Anouar:

- Mila:

- Julan:

- Elena:

- Marieke:

©VANIN

c Zet de verschillende schriften in chronologische volgorde. Noteer 1 in het vakje bij de afbeelding van het oudste schrift, 2 bij de afbeelding met het op een na oudste schrift enz.

HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS 210

2 Boekdrukkunst

Jullie gebruiken allemaal ditzelfde boek Mavo & ik 3. Vroeger was het helemaal niet zo vanzelfsprekend om meerdere exemplaren van eenzelfde boek te hebben.

In de middeleeuwen werden boeken met de hand (over) geschreven. Daarom spreken we van handschriften. Tot de 11e eeuw gebeurde dat bijna uitsluitend door monniken. Na de 11e eeuw werd er niet alleen meer gekopieerd in kloosters of abdijen.

Tijdens de middeleeuwen werden er soms wel eens boeken gedrukt: niet met losse letters, maar met een houtblok. Alle letters en afbeeldingen werden uit dat houtblok gesneden. Vervolgens bracht de drukker inkt aan op dat houtblok. Het werd dan op een papier gelegd en aangedrukt. Voor elke pagina moest men uit een houtblok letters snijden. Boekdrukkunst slaat op de techniek om boeken met losse letters te drukken. De Duitse drukker Johannes Gutenberg (1398-1468) heeft voor het eerst een boek gedrukt met losse loden letters.

Om een boek te drukken moet je een aantal stappen doorlopen. Bekijk de filmpjes van het museum Plantin Moretus via het onlinelesmateriaal.

a Hoe werd een boek gedrukt? Zet de stappen in de juiste volgorde.

211 HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS
© INTERFOTO A. Koch
Het
Drukken Het
De tekst in de zethaak zetten De matrijs slaan
©VANIN
Het gietproces
zetwerk invormen
zetwerk opbinden
De
inkt op de tafel aanbrengen De stempel graveren

b Vergelijk dat even met nu. Hoe lang duurt het nu om een blad te printen of te kopiëren?

OPDRACHT

2: De zeven historische periodes

1 Ken je de zeven historische periodes nog? Zet ze in de juiste volgorde op deze tijdlijn.

2 Zet op de tijdlijn een kruisje in de periode waarin het eerste boek met losse letters werd gedrukt.

3 Welke link is er tussen deze opdracht en de titel van dit hoofdstuk?

OPDRACHT 3: Tijd en ruimte

1 Welke begrippen zoeken we? Vul aan. Een aantal letters krijg je cadeau.

1 periode van 12 maanden

2 periode van 100 jaar

3 tijdsduur of …

4 periode van 1000 jaar

5 het feit dat iets anders wordt

6 opsomming van feiten volgens het verloop van de tijd

Met de letters in de gekleurde hokjes kun je een nieuw woord vormen:

De begrippen in het rooster hebben allemaal te maken met tijd. Een evolutie is een verandering over een lange periode. Zo kan een gebied dat vroeger platteland was, evolueren naar een stad. De ruimte of de omgeving bepaalt voor een groot stuk de ontwikkeling van een samenleving Die ruimte kan veranderen doorheen de tijd en evolueert door de mens.

HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS 212
1 J 2 E 3 P E 4 M NN 5 V R G 6 C OOO
T
± 3500 v.C. ± 800 v.C. ± 500 ± 1450± 1750± 1945
O
O
©VANIN

Mijn overgrootouders zijn geboren in hun dorp vlakbij Tanger en zijn nooit buiten de grenzen van dat dorp gegaan. Het was dus ondenkbaar dat zij vroeger ooit naar België zouden komen. Gelukkig is het nu gemakkelijker om naar verschillende landen te reizen. Zo kunnen wij elk jaar onze familie in Marokko bezoeken. En via internet blijven we elke dag in contact met elkaar!

Vroeger beperkte de samenleving zich tot het dorp of de stad. Maar dankzij moderne transportmiddelen (auto, bus, trein …) is het contact tussen steden en de omliggende gebieden toegenomen.

Om de ruimte om ons heen in te delen, gebruiken we deze ruimtelijke begrippen.

Lokaal: alles wat over de omgeving rond een bepaalde plaats, dorp of stad gaat (= plaatselijk)

Regionaal: alles wat over een bepaalde streek, een provincie, een regio of een deel van een land gaat

Nationaal: alles wat over een volledig land, één land gaat

Mondiaal: alles wat over de werelddelen of de hele wereld gaat

a Noteer het passende ruimtelijke begrip bij deze vier kaartjes.

213 HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS 2
Ruimtelijke begrippen
©VANIN
Dit is Tanger. In deze stad wonen mijn grootouders.

Tanger-Tétouan

Tanger-Tétouan is een van de regio’s van het land Marokko.

Tanger ligt in het noorden van Marokko, in de regio TangerTétouan.

Marokko

b Pas dit nu toe op jouw schoolgemeente.

Ruimtelijk begrip

Lokaal

Regionaal

Nationaal

Mondiaal

Marokko ligt in Afrika. En Afrika is een van de zeven werelddelen.

©VANIN

Toepassing op jouw schoolgemeente

HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS 214
Marokko

OPDRACHT 4: Situeren in tijd en ruimte

1 Verbind deze gebeurtenissen met de juiste plaats op de tijdlijn.

De Berlijnse Muur was een muur van 45,3 kilometer lang die dwars door de stad Berlijn liep. Hij scheidde West- en Oost-Berlijn van elkaar. Op 9 november 1989 kwam men in opstand en viel de Muur.

De tombe van de Egyptische farao Toetanchamon (1342 v.C. – 1323 v.C.)

Van 28 juli 1914 tot 11 november 1918 vond de Grote Oorlog plaats. Heel wat landen namen daaraan deel.

©VANIN

De Italiaanse ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus wordt gezien als de ontdekker van Amerika in 1492.

Kruistochten waren gewapende tochten in de 11e tot de 13e eeuw. Men vertrok vanuit christelijke gebieden in Europa naar Palestina om daar de bedevaartplaatsen te heroveren op de moslims.

Het maken en gebruiken van vuur kan gezien worden als een van de belangrijkste uitvindingen van de mens, maar ook als een van de eerste uitvindingen.

Ook veel voorwerpen en uitvindingen zijn doorheen de tijd geëvolueerd en zullen ook blijven evolueren. Denk maar aan de fiets, de computer of de gsm.

215 HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS
v
prehistorie oude nabije oosten klassieke oudheid middeleeuwen vroegmoderne tijd moderne tijd hedendaagse tijd ± 3500 v.C. ± 800 v.C. ± 500 ± 1450± 1750± 1945
© Nick Brundle Photography/ Shutterstock.com © Everett Collection/Shutterstock.com

• Welke kaart geeft België weer rond 52 v.C. (= Belgica)? Schrap wat niet juist is: kaart 1 – kaart 2.

Welke kaart geeft het huidige België weer? Schrap wat niet juist is: kaart 1 – kaart 2.

• Welke historische periodes geven de kaarten weer?

- k aart 1:

- k aart 2:

• Kunnen we al spreken van België rond 52 v.C.? JA NEE Waarom wel/niet?

• Geef twee verschillen tussen beide kaarten.

Door de eeuwen heen is ons landschap fel veranderd: steden breidden uit, rivieren werden gekanaliseerd, onze kust is hard veranderd …

Gallia Belgica was volgens Julius Caesar het noordelijke deel van Gallië, waar de Belgen woonden. Caesar bepaalde de grenzen van Gallia Belgica als de Noordzee, de Nederrijn, de Ardennen en de Seine. Het lag iets zuidelijker dan het huidige België.

©VANIN

HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS 216 2 Ruimte evolueert …
© Feitscherg
1 2

OPDRACHT 5: De evolutie van een stad

1 Van dorp tot stad

Je leerkracht bezorgt je de opdracht. Combineer de afbeeldingen met de passende tekstjes.

2 Sporen van het verleden in een stad

a Bekijk het filmpje. Beantwoord de vragen.

• Noteer twee verschillen tussen het uitzicht van een middeleeuwse stad en een moderne stad.

• Een middeleeuwse stad is opgedeeld in wijken. Elke wijk wordt bewoond door mensen die ongeveer hetzelfde beroep uitoefenen.

- Waarom woonden de bakkers dicht bij de Molenaarswijk?

¨ Er was kans op brandgevaar.

¨ Ze konden hun afval lozen in de rivier.

¨ Zo konden ze gemakkelijk aan meel geraken.

¨ Omdat de molenaars veel brood nodig hadden.

- Waarom woonden de beenhouwers aan de rand van de stad naast de rivier?

¨ De beenhouwerijen stonken te veel.

¨ Omdat ze anders met de dieren van het platteland de hele stad moesten doorkruisen.

¨ Er was kans op brandgevaar.

¨ Zo konden ze hun afval lozen in de rivier.

• Waarom begonnen de mensen ook buiten de stadsrand te bouwen? Geef twee redenen.

b Ga zelf op zoek naar sporen van het verleden in jullie schoolgemeente. Ga op zoek naar plaatsnamen die kunnen verwijzen naar oude beroepen, een plaats die vroeger belangrijk was, een marktplaats …

217 HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS
v
Tekst
Afbeelding
abcdefghij
-
-
Naam Verwijst naar BEKIJK
©VANIN
v IDEO

OPDRACHT 6: Wat kunnen we leren uit een bron?

1 Het avondmaal van een jongere uit de 21e eeuw

a Bekijk de foto’s van jullie avondmaal. Die foto’s kunnen we beschouwen als een bron.

Op welke vraag of vragen geven deze bronnen een antwoord?

¨ Hoe gezond eten de jongeren tegenwoordig?

¨ Wat eet een Vlaams gezin als avondmaal?

¨ Wat eten jongeren het liefst op restaurant?

¨ Wat eet een jongere zoal als avondmaal?

b K ies uit alle foto’s een maaltijd die het minst gezond lijkt. Beeld je even in dat dit de enige bron over eten in de 21e eeuw zou zijn. Kunnen we daaruit concluderen dat jongeren enkel ongezonde dingen eten?

c Stel dat in het jaar 2121 een jongere ...

- één van deze foto’s vindt. Wat zegt die foto over het voedsel uit onze tijd?

- een collage van alle foto’s vindt. Heb je dan een beter zicht op het eten uit onze tijd?

- de helft (knip eventueel je foto in twee) van de foto vindt. Wat zegt die foto dan over het eten in onze tijd?

d Welke conclusie kun je uit deze opdracht trekken?

MIJN NOTITIES

HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS 218
v
©VANIN

2 Eten in de 17e eeuw: voedsel op canvas

a Bekijk het schilderij. Ziet het eten er lekker uit?

b Welke etenswaren herken je? Noteer het in de hokjes rond het schilderij.

c Uit welke eeuw dateert het schilderij? 16e eeuw 17e eeuw 18e eeuw

In welke periode zitten we dan? Gebruik de tijdlijn op p. 246.

d Is dit een maaltijd voor rijkere mensen of eerder voor arme mensen? Waarom denk je dat?

e Bekijk aandachtig het glas op het schilderij. Wat zie je?

Zo’n glas heet een roemer. Wat is het nut van die nopjes? Of dienen ze enkel ter versiering?

©VANIN

f Schilderijen werden meestal in opdracht gemaakt. Waarom zou iemand dit schilderij laten maken?

219 HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS
Stilleven met kalkoenpastei, Pieter Claesz, 1627 © FineArt/Alamy

g Op welke vraag kan dit schilderij een antwoord geven?

¨ Hoe gezond aten de rijken uit de vroegmoderne tijd?

¨ Wat at een arm gezin als avondmaal?

¨ Wat aten de rijken het liefst op restaurant in de vroegmoderne tijd?

¨ Wat aten de rijken uit de vroegmoderne tijd zoal?

Op heel veel stillevens uit de 17e eeuw zie je citroenen. Waarom is dat zo? Zoek op.

Is dat nu nog altijd zo?

Alleen op woensdag vlees

Een keer per dag aten we een grote kom pap, waar met zijn allen uit gegeten werd. Daarbij dronken we dunbier, bier aangelengd met water. De wezen in de Amsterdamse weeshuizen kregen wel twee keer per dag te eten: broodpap met zoete melk, witte bonen en erwten met vet. Veel variatie was er niet. Alleen op woensdag stond er vlees of vis op tafel.

Van de beste tarwe maken de bakkers witbrood. Dit witbrood is alleen voor de rijke mensen. Ik heb er wel eens een klein stukje van gehad, toen ik bij de bakker was. Het smaakt heel anders dan ons roggebrood.

a Bekijk het schilderij. Wat is de man aan het eten?

b Lees de bijbehorende tekst. Wat dronken ze in die tijd?

c Waarom dronken ze niet gewoon water, zoals wij?

¨ In de steden was er nauwelijks proper drinkwater.

¨ Ze dronken niet graag water, maar frisdrank was nog niet uitgevonden.

¨ Bier was goedkoper dan water.

¨ Het water was sterk vervuild omdat iedereen zijn afval in de gracht gooide.

Maak een stilleven van jouw foto. Denk je dat dat niks voor jou is? Kijk dan even naar het filmpje.

Ook kinderen dronken bier bij hun dagelijkse maaltijd!

©VANIN

3 Tijd om te vloggen!

Interview een van je grootouders of misschien nog oudere mensen, zoals je overgrootouders. Volg daarbij het stappenplan.

HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS 220
OPEN STAPPENPLAN
De papeter, Daniel Boone, ca. 1660-1680 Naar: onh.nl/verhaal
© Album BEKIJK v IDEO

OPDRACHT 7: We kijken met een gekleurde bril

1 Mentale tijd

We beleven tijd anders naargelang de omstandigheden. Heb je plezier? Dan gaat de tijd snel voorbij. Je bent bijvoorbeeld op een keileuk feestje beland om 21 uur en plots is het al 1 uur 's nachts, zonder dat je dat gemerkt hebt. Dat kamp met de jeugdbeweging dat je zo leuk vond? Die 10 dagen leken amper een weekend lang te zijn. De tijd is voorbijgevlogen!

Het omgekeerde gebeurt als je iets niet leuk vindt. Die lange, saaie schooldag lijkt wel een jaar te duren. (Behalve wanneer je een leuke les Mavo hebt uiteraard: dan vliegt de tijd voorbij.)

Dat noemen we 'mentale tijd': een uur is altijd 60 minuten lang, maar in je hoofd kan het veel korter lijken, of net veel langer. Het hangt er maar van af hoe je de tijd beleeft.

a Duid aan wanneer de tijd het langst duurt, of net voorbijvliegt.

Je gaat met je papa naar een voetbalwedstrijd kijken. Hij is een grote voetbalfan, maar jij helemaal niet.

De tijd gaat snel voorbij.De tijd gaat traag voorbij.

Je bent drie weken op bezoek bij je familie in Marokko. Je hebt erg uitgekeken naar deze vakantie en je hebt elke dag dolle pret met je neven en nichten. De tijd gaat snel voorbij.De tijd gaat traag voorbij.

Je bent al de hele woensdagnamiddag aan het werk voor die taak voor Mavo en het lukt je maar niet.

De tijd gaat snel voorbij.De tijd gaat traag voorbij.

2 Standpunt

Stap 1: Lees eerst de vier tekstjes op deze en de volgende bladzijde. Is alles duidelijk?

Stap 2: Markeer vervolgens in het kadertje onder elke tekst door wie het geschreven is.

Stap 3: Leg ook kort uit waarom dat volgens jou zo is.

Het werd een stevige wedstrijd gisterenavond tussen FC Club Brugge en RSC Anderlecht. De teams gaven elkaar geen duimbreed toe en dat zorgde ervoor dat er weinig kansen op een doelpunt waren. Toch vond Club Brugge een gaatje in de verdediging van RSC Anderlecht en profiteerde van een afgeweken bal op een Anderlechtspeler. Met een gelukje stond het 1-0. RSC Anderlecht zette de score terecht gelijk door in de tweede helft door de buitenspelval te glippen en de gelijkmaker te scoren. Een terecht goedgekeurd doelpunt van de bezoekende ploeg. Zo eindigde de wedstrijd in een verdiend gelijkspel voor beide ploegen.

©VANIN

a Markeer het juiste antwoord. Dit tekstje is geschreven door:

een neutrale voetballiefhebber een supporter van FC Club Brugge

een supporter van RSC Anderlecht iemand die niets om voetbal geeft

221 HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS
v
1

b Waarom denk je dat?

De voetbalmatch van gisterenavond van FC Club Brugge tegen RSC Anderlecht verliep vlot. In de eerste helft scoorde het team van Club Brugge een doelpunt. In de tweede helft scoorde het team van RSC Anderlecht een doelpunt. De wedstrijd eindigde op een gelijkspel.

c Markeer het juiste antwoord. Dit tekstje is geschreven door:

een neutrale voetballiefhebber

d Waarom denk je dat?

een supporter van FC Club Brugge

een supporter van RSC Anderlecht

iemand die niets om voetbal geeft

Gisterenavond zag Club Brugge zich door de fout van de scheidsrechter een terechte overwinning ontglippen. Al vroeg in de eerste helft scoorde de thuisploeg een verdiend doelpunt na een fantastische actie vanop de rechterflank. Het team van RSC Anderlecht kwam nauwelijks aan de bal. FC Club Brugge kon de overwinning al ruiken toen het team van Anderlecht onverwachts een doelpunt kon maken in het begin van de tweede helft. Een duidelijk geval van buitenspel, maar de scheidsrechter kende, volkomen onterecht, het doelpunt toe.

e Markeer het juiste antwoord. Dit tekstje is geschreven door:

een neutrale voetballiefhebber

f Waarom denk je dat?

een supporter van FC Club Brugge

een supporter van RSC Anderlecht

iemand die niets om voetbal geeft

Op verplaatsing bij FC Club Brugge speelde RSC Anderlecht een goede wedstrijd. Club Brugge drong stevig aan, maar RSC Anderlecht hield goed stand. Helaas kon een doelpunt niet vermeden worden, toen vanop de rechterflank een voorzet gegeven werd en de bal jammer genoeg afweek op het been van een verdediger van RSC Anderlecht die zich nog met volle moed voor de bal gooide. Geen nood, want in de tweede helft drong RSC Anderlecht stevig aan. De spelers van FC Club Brugge werden moe en het team van RSC Anderlecht liet zien dat hun conditie beter was. Dat werd uiteindelijk beloond met een terecht doelpunt. De trainer van FC Club Brugge riep nog om buitenspel, maar de scheidsrechter oordeelde terecht dat daar geen sprake van kon zijn. RSC Anderlecht bleef druk zetten, maar een tweede doelpunt zat er niet meer in. Een gelijkspel dan maar, waardoor FC Club Brugge ontsnapte aan de nederlaag die ze verdienden.

HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS 222
3 4 2
©VANIN

g Markeer het juiste antwoord. Dit tekstje is geschreven door:

een neutrale voetballiefhebber een supporter van FC Club Brugge

h Waarom denk je dat?

een supporter van RSC Anderlecht iemand die niets om voetbal geeft

Stap 4: Beantwoord ten slotte de onderstaande vragen door het nummer van de juiste tekst te markeren.

i Hoe beleefde een supporter van Brugge de match? Om een antwoord op die vraag te krijgen, kun je een van de vier teksten gebruiken. Maar welke twee teksten zijn dan het meest bruikbaar en betrouwbaar?

1 234

j Hoe verliep de voetbalmatch tussen Anderlecht en Club Brugge? Welke tekst is dan het meest bruikbaar en betrouwbaar?

1 234

k Welke bron is het minst betrouwbaar als we een verslag willen maken over de beleving van een Anderlecht-supporter?

1 234

l Welk verslag is het minst betrouwbaar als bron wanneer we een antwoord willen op de vraag ‘Hoe beleeft een voetbalsupporter de wedstrijd’?

1 234

Je merkt dat niet elke tekst een betrouwbaar antwoord kan geven op een vraag.

Voor historische bronnen is dat net hetzelfde.

- De standplaatsgebondenheid speelt een rol: vanuit welk standpunt kijk je naar een gebeurtenis? Ben je neutraal of heb je een bepaalde voorkeur? Schrijf je vanuit het standpunt van de overwinnaar of van het volk dat de oorlog verloren heeft?

- Je doelpubliek speelt ook een rol: schrijf je voor de website van Club Brugge? Schrijf je in dienst van een machtige koning?

©VANIN

Mentale tijd speelt hier ook een rol. Zo zal een man van 60 het levensverhaal van een vrouw van 35 beschouwen als het verhaal van een jonge vrouw. Een meisje van 15 jaar zal datzelfde levensverhaal beschouwen als het verhaal van een al wat oudere vrouw die al vrij veel meegemaakt had in haar leven. Voor haar is een jonge vrouw eerder iemand van ongeveer 20 jaar oud. Zeker niet meer. Je bekijkt de situatie anders vanuit je eigen tijdsbeleving en de context. Een professionele voetbalspeler van 35 jaar zal een oude speler genoemd worden. Zou je een leerkracht van 35 jaar ook een oude leerkracht noemen?

223 HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS
-

3 Kinderen van de kolonie

Van 1908 tot 1960 was Congo een Belgische kolonie. Dat betekent dat België de baas was over dat land.

a Bekijk het eerste deel van het filmpje over Congo via het onlinelesmateriaal.

Belgen en Congolezen getuigen over dezelfde periode, over dezelfde tijd en dezelfde gebeurtenissen. Maar ze bekijken het totaal anders.

• Welke woorden/zinnen horen bij de getuigenissen van de Congolezen? Markeer ze groen.

• Welke woorden/zinnen horen bij de getuigenissen van de Belgen? Markeer ze blauw.

altijd zorgen overleven

vlees

veel eten

grote villa’s

geen elektriciteit straatlantaarn

zwembad

Wat moeten we morgen eten?

clubs voor blanken boys in dienst

kleine huisjes

bonen en rijst

Alles was gratis. We kwamen niks tekort.

• Schrap wat niet past.

In Belgisch Congo waren de armen meestal blank / zwart en de rijken meestal blank / zwart.

b Bekijk deel 2 via het onlinelesmateriaal. Beantwoord de vragen.

• Wat betekende de ‘Pax Belgica’ voor de Congolezen …

- in de steden?

- op het platteland?

• Hoe wordt de rijkdom verdeeld?

• Er was een grote sociale kloof tussen de Congolezen en de Belgen. Ze moeten strikt gescheiden leven. Met een moeilijk woord noemen we dat segregatie. Geef enkele voorbeelden daarvan.

HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS 224
---
het paradijs ©VANIN

OPDRACHT 8: Sociale verschillen

Stap 1: Bekijk eerst de ontdekplaat via de QR-code.

Stap 2: Bekijk dan deze afbeeldingen. Wat zie je?

Stap 3: Lees nu de teksten die je van je leerkracht krijgt. Noteer bij elke tekst het nummer van de passende afbeelding.

Stap 4: Beantwoord vervolgens deze vragen.

a Hoe leefden de eerste mensen? Markeer in de tekst.

©VANIN

b Welk groot verschil is er tussen een nomadische en een sedentaire samenleving?

225 HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS
v
BEKIJK ONTDEKPLAAT
©
Heritage Images/Contributor
1 3 2 4

c Hoe zijn de drie verschillende sociale klassen onderverdeeld in Egypte? Wie staat aan de top? En wie staat helemaal onderaan? Kleur de piramide juist in.

boeren, landarbeiders en slaven de farao en zijn familie, edelen, priesters en hoge ambtenaren lage ambtenaren, ambachtslieden en handelaren

d Wat is het verschil tussen een landbouwsamenleving en een landbouwstedelijke samenleving?

e Vanaf welke periode was er meer ongelijkheid tussen de mensen? Duid aan op de tijdlijn.

f Wat betekent ‘brood en spelen’?

g Waarom deden de rijken dat? Markeer in de tekst.

h Wat weet je over de verschillen tussen rijke en arme mensen …

- bij de jager-verzamelaars?

- bij de boeren in de landbouwsamenleving?

- in het Oude Egypte?

- in het Romeinse Rijk?

- in het huidige België?

Stap 5: De oplossing wordt klassikaal overlopen.

HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS 226
± 3500 v.C. ± 800 v.C. ± 500 ± 1450± 1750± 1945
prehistorie oude nabije oosten klassieke oudheid middeleeuwen vroegmoderne tijd moderne tijd hedendaagse tijd
©VANIN

OPDRACHT 9: Culturele verschillen

Natuur is alles wat ontstaan is zonder dat de mens er iets voor gedaan heeft. Daar tegenover staat het begrip ‘cultuur’ .

Cultuur is alles wat door de mens is gemaakt en wordt voortgebracht, dus zowel voorwerpen als dingen die bedacht zijn (ideeën, wetten …).

Op cultureel gebied zijn er grote verschillen tussen mensen en tussen historische periodes: wat men normaal vond een aantal jaren of eeuwen terug, vinden wij nu misschien vreemd of gewoonweg onbegrijpelijk. Wij vinden bijvoorbeeld mensenrechten erg belangrijk, maar dat was vroeger vaak niet het geval. Wat op een andere plek op aarde doodnormaal is, vinden we hier abnormaal. In Azië en Afrika is insecten eten normaal; bij ons doet haast niemand dat.

De klas wordt in duo’s verdeeld. Per duo maak je de opdracht van één van de twee hoeken. Daarna wissel je van hoek.

HOEK 1: CULTURELE v ERSCHILLEN OP v LAK vAN v ROUWEN EN WERK

Bekijk het filmpje via de QR-code. Beantwoord de vragen.

a Uit welk jaar dateert het nieuws?

b In welke historische periode bevinden we ons dan?

c Wat is het nieuws?

d Waarvoor was ze bevoegd?

¨ gezin en huisvesting

¨ opvoeding en gezondheid

¨ gezin en opvoeding

e In welk jaar werd ze het eerste vrouwelijke parlementslid? Markeer.

1930194619641980

f Op welke manier werd ze onthaald door haar collega’s?

227 HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS
v
Marguerite De Riemaecker-Legot
©VANIN
BEKIJK v IDEO

g Er is jarenlang actie gevoerd voor vrouwen in de politiek. Miet Smet begon in 1978 in het parlement. Ook zij kwam terecht in een echte mannenwereld. Hoe uitte zich dat?

h Ze promootte een totaal ander type gezin dan in die tijd. Leg uit.

i Hoe zit dat nu met vrouwen in de politiek? Zijn ze nog steeds een uitzondering?

HOEK 2: CULTURELE v ERSCHILLEN OP v LAK vAN KINDEREN

Bekijk de vijf fragmenten via het onlinelesmateriaal en vul het schema aan.

Deel 1

Tot het einde van de 18e eeuw

5 kinderen: of kinderen bleven in leven

1880 - 1950

korte periode van Vlaamse kinderrijkdom: het aantal gezinnen met veel kinderen daalt / groeit.

Welke positie neemt de kerk in?

Deel 2

Pas vanaf welke periode werden de kinderen ook echt opgevoed?

Gevolg:

Redenen:-

- Bij de burgerij:

- Bij de doorsneebevolking:

HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS 228
©VANIN

Deel 3

19e eeuw

Zolang mensen niet voor al hun kinderen kunnen zorgen, zoeken ze noodoplossingen: .

Gevolg: Degenen die blijven leven, Een vrouw die ongewenst zwanger raakt, moet vaak alleen voor de gevolgen opdraaien.

Oplossing: Als de ouders van een van de partijen voldoende geld hebben, kiezen ze vaak voor

Deel 4

Een kinderloos boerengezin loopt het risico om arm te worden. Waarom?

Deel 5

19e eeuw

--

MIJN NOTITIES

Het loon van de kinderen is laag, maar .

-

-

©VANIN

229 HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS
Bij boeren zijn kinderen altijd welkom omdat .-
Welke taken hebben de kinderen van de industriearbeiders?
In welke omstandigheden leven de kinderen uit de armste gezinnen?
Hoe ziet de positie van de kinderen er nu uit?

OPDRACHT 10: Historische bronnen vergelijken

Vandaag organiseren we voetbalwedstrijden in een groot stadion waar duizenden mensen naar komen kijken.

In het oude Rome hadden ze gladiatorengevechten waar duizenden mensen naar kwamen kijken, in een groot stadion.

Hoe leefden de gladiatoren in het oude Rome?

Deze drie bronnen gaan over hetzelfde onderwerp, namelijk gladiatoren.

a Lees de teksten bij de afbeeldingen.

Gladiator is een Amerikaans-Britse film uit 2000 die zich afspeelt in de Romeinse tijd. Het is een fictief verhaal geïnspireerd op keizer Commodus en zijn vader Marcus Aurelius. De film werd genomineerd voor twaalf Oscars en won er uiteindelijk vijf, waaronder die voor beste film, beste acteur en beste geluid.

Alex is op bezoek bij zijn nicht Tullia. Daar ontmoet hij een gladiator met een bewogen verleden. Hij schijnt bovendien over bijzondere krachten te beschikken. Alex’ nieuwsgierigheid en rechtvaardigheidsgevoel zijn geprikkeld en hij begint het leven van de man uit te pluizen.

©VANIN

HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS 230
U
© Allstar Picture Library Ltd./Alamy Uittreksel uit het werk 'Alex-Eed van de gladiator', Jacques Martin, Jailloux en Breda © Casterman. Met dank aan de auteurs en Casterman Publishing.
1 2

b Bekijk nu opnieuw de vraag van Anouar.

In het Gallo-Romeins museum is er een tijdelijke tentoonstelling over gladiatoren. De expo neemt je mee op reis door het verleden van een echte Romein. Je krijgt een beeld over de uitrusting, soorten gladiatoren, politieke en economische achtergrond. De unieke stukken zorgen in combinatie met interactieve beelden voor een totaalbeleving. Je leert namelijk hoe het was om te vechten als een echte gladiator. Je krijgt er een duidelijk beeld van hoe zich een dag afspeelde voor, tijdens en na een gevecht in het amfitheater.

• Welke bron kan een antwoord geven op die historische vraag? Leg uit waarom.

¨ Bron 1

¨ Bron 2

¨ Bron 3

¨ geen van deze bronnen

• Welke bron(nen) kun je niet gebruiken om een antwoord te vinden op die historische vraag? Leg uit waarom niet.

¨ Bron 1

¨ Bron 2

¨ Bron 3

¨ Elke bron is bruikbaar.

OPDRACHT 11: Evalueer jezelf R

1 Wat vond je van dit hoofdstuk ? Omcirkel de emoji(’s) die je gevoel het best omschrijft.

Ik koos deze emoji(’s) omdat:

231 HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS
������������ ������������ ������������ ������������ ������������
3
©VANIN

Checklist

Ik kan de historische periodes op een tijdlijn aanduiden.

Ik kan deze begrippen die te maken hebben met tijd uitleggen: jaar, eeuw, periode, millennium, verandering, chronologie, evolutie.

Ik kan de begrippen lokaal, regionaal, nationaal, mondiaal gebruiken bij het situeren in de ruimte.

Ik kan situeren in tijd.

Ik kan situeren in ruimte.

Ik herken sporen van het verleden in een stad.

Ik kan in grote lijnen de evolutie van een stad beschrijven.

Ik kan de bruikbaarheid van bronnen evalueren in functie van een historische vraag.

Ik kan de betrouwbaarheid van bronnen evalueren in functie van een historische vraag.

Ik kan met een voorbeeld aantonen dat er culturele verschillen waren vroeger en nu.

Ik kan met een voorbeeld aantonen dat er sociale verschillen waren vroeger en nu.

Ik kan (historische) bronnen vergelijken met elkaar.

Ik kan samenwerken per twee of in een groep.

Ik kan mijn mening op een respectvolle manier verwoorden.

Ik kan ontbrekende informatie vlot opzoeken op het internet.

Ik kan een aantal kenmerken van historische periodes opnoemen.

HOOFDSTUK 8: HOE HET vROEGER ANDERS WAS 232
2 Duid aan of je het volgende goed beheerst of dat het nog beter kan.
Ik kan het. Hier kan ik nog groeien.
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
¨¨
3 Wat kan ik doen om nog verder te groeien? 4 Welke vragen heb ik nog?
©VANIN
▶ Verder oefenen? Ga naar .

WOORDENLIJST

Hoofdstuk 1

Woord Verklaring In je eigen woorden aanzienlijk Behoorlijk veel

het alternatief De andere mogelijkheid

de bui voelen hangen

De narigheid of de moeilijkheden die gaan volgen, al zien aankomen

concreet Duidelijk, echt

finaal Compleet, totaal

de Italiaanse laars

de mensenrechten

Een benaming voor het land Italië, dat op een kaart de vorm van een laars lijkt te hebben

De rechten die mensen hebben, zoals recht op onderdak, onderwijs, voedsel, gelijke behandeling …

mentale kaart het beeld dat je in je hoofd hebt van een kaart.

de optie De keuze

oriënteren Bepalen op welke plaats je bent

de producent Een aanbieder van producten of diensten

de transportstroom

De weg die een product aflegt van het land van herkomst tot het land waar het product verkocht wordt

uitwijken Vluchten, naar een andere plaats gaan

de vluchteling Iemand die op de vlucht gaat of is (op zoek naar veiligheid)

het wereldblok Een verzameling van verschillende landen die bij elkaar in de buurt liggen en een gemeenschappelijk kenmerk delen

Hoofdstuk 2

Woord Verklaring In je eigen woorden de allochtone roots Jij of (een deel van) je familie is afkomstig uit een ander land.

©VANIN

de assimilatie Je volledig aanpassen aan de maatschappij waarin je nu leeft en je volledig gaan gedragen zoals de mensen die er geboren zijn. Je geeft je oude identiteit op.

extravert Iemand die naar buiten gekeerd is, op de buitenwereld gericht is, die contact zoekt met anderen en makkelijk zichzelf aan anderen laat zien. Extraverte personen zien zichzelf het liefst omringd door anderen en krijgen energie van dingen doen.

WOORDENLIJST 233

Hoofdstuk 2

Woord Verklaring

het diagram

Een schematische voorstelling van een aantal gegevens en hun onderlinge verband

het gebruik De gewoonte(n) van/in een bepaald land

In je eigen woorden

het gefaseerd groepswerk

Groepswerk in stappen of fasen die elkaar opvolgen

het gender Het sociaal geslacht, typisch mannelijk of vrouwelijk gedrag. De kenmerken, eigenschappen, talenten, verwachtingen … die we toekennen aan vrouwen en mannen.

de identiteit

Alle kenmerken samen die maken wie jij bent de impact De invloed, het gevolg, het effect

het inclusief onderwijs

de inclusieve samenleving

Iedereen heeft recht op onderwijs, ongeacht zijn of haar beperkingen. Met wat aanpassingen moet dat lukken.

Een samenleving die niemand uitsluit, iedereen is welkom

het individu Een persoon, een mens

de integratie Je zo veel mogelijk aanpassen aan de nieuwe maatschappij waarin je nu leeft en je gaan gedragen zoals de mensen die er geboren zijn de kruisbestuiving

Dit wil zeggen dat we onze culturen gaan vermengen. We gebruiken woorden uit elkaars talen, we leren gerechten kennen van andere landen, nemen feestdagen over …

de lichamelijke kenmerken

Kenmerken in verband met je lichaam, bv. lang haar, huidskleur …

multicultureel Met meerdere culturen samen(leven)

nonchalant Onnauwkeurig

permanent De hele tijd, altijd, continu de psychologische kenmerken

de sociologische kenmerken

Kenmerken in verband met je manier van denken, bv. optimistisch zijn, altijd positief denken, het glas is halfvol

Kenmerken in verband met je gedrag ten opzichte van anderen, bv. egoïstisch zijn, alleen maar aan jezelf denken

sociaal Graag mensen om je heen hebben, zelf gezelschap opzoeken

spontaan Iets doen zonder nadenken

©VANIN

uniek Waar er maar één van bestaat

WOORDENLIJST 234

Hoofdstuk 3

Woord Verklaring

billijk Rechtvaardig

biseksueel Je bent biseksueel als je je aangetrokken voelt tot een persoon, ongeacht het geslacht.

catfishing Proberen iemand zover te krijgen dat hij of zij jou een naaktfoto stuurt (al dan niet door middel van een vals profiel)

de dickpic Een foto van een penis (in erectie)

het gender Het sociaal geslacht, typisch mannelijk of vrouwelijk gedrag. De kenmerken, eigenschappen, talenten, verwachtingen … die we toekennen aan vrouwen en mannen

het geslacht Man of vrouw, seksuele kenmerken

heteroseksueel Je bent heteroseksueel als je je aangetrokken voelt tot iemand van een ander geslacht.

homoseksueel Je bent homoseksueel als je je aangetrokken voelt tot iemand van hetzelfde geslacht.

de intimidatie Iemands gedrag beïnvloeden door hem angst aan te jagen door te dreigen met negatieve gevolgen sexting Het versturen van seksueel getinte tekstberichtjes, foto’s of filmpjes naar elkaar

de seksuele integriteit Verantwoordelijk omgaan met je eigen seksualiteit en die van de ander. Je respecteert elkaars grenzen en dwingt niemand ergens toe.

verbouwereerd Verbaasd, versteld, geschrokken, onder de indruk van wat er gebeurt

Hoofdstuk 4

Woord Verklaring In je eigen woorden de audiëntie Een bespreking tussen de koning en een persoon over een belangrijk onderwerp voor de burgers van het land

de autonomie Zelfbestuur, zelfstandigheid

de Belgische Grondwet

Hierin staan de regels van ons land.

het bestuur Een groep van mensen die de leiding heeft

bevoegd zijn voor Het recht hebben om iets te doen

de ceremonie Een plechtigheid voor een belangrijke gebeurtenis

©VANIN

het

confederalisme

Een land dat bestaat uit deelstaten (gemeenschappen en gewesten) met elk een eigen grondwet

het decreet Een Vlaamse wet

WOORDENLIJST 235
In je eigen woorden

Hoofdstuk 4

Woord Verklaring

de democratie De manier waarop een land bestuurd wordt. In een democratie hebben de mensen invloed op wie er bestuurt.

de erfopvolging De oudste dochter/zoon van een koning(in) volgt hem/ haar op.

de faciliteit Het hulpmiddel

de faciliteitengemeenten

De verzamelnaam voor de rand- en taalgrensgemeenten. Een Belgische gemeente, gelegen in een eentalig gebied, waarvan grondwettelijk is vastgelegd dat ze gemeentelijke diensten, als burgers daar om vragen, ook in een andere taal moet aanbieden dan in de officiële taal van het taalgebied waarin de gemeente ligt

de federale staat Een staat die uit verschillende deelstaten bestaat

het federalisme Een land dat bestaat uit deelstaten (gemeenschappen en gewesten) die gebonden worden door één gemeenschappelijke grondwet

fuseren of fusioneren Samensmelten of samenvoegen van gemeenten

de gemeenschap Een bevolkingsgroep met dezelfde taal en cultuur. In België hebben we een Vlaamse, een Franse en een Duitstalige gemeenschap met elk een eigen parlement en een eigen regering.

de gemeente Een grondgebied waar mensen samenwonen en dat samen bestuurd wordt. Dat kan zowel een dorp als een stad zijn.

het gemeentebestuur De leden van het gemeentebestuur besturen samen de gemeente. Het gemeentebestuur bestaat uit de burgemeester, het schepencollege en de gemeenteraad.

het gewest Een bepaald grondgebied, dat eigen beslissingen kan nemen over een aantal bevoegdheden. In België zijn er drie gewesten: het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

de GIS-viewer Een computerprogramma waarmee informatie in kaart kan worden gebracht. GIS staat voor Geografisch InformatieSysteem. Een voorbeeld is Google Maps.

de gouverneur De persoon die aan het hoofd van een provincie staat de grondwet Het contract tussen de burgers en de staat. In de grondwet staan de grondrechten en plichten van burgers.

integreren Je zo veel mogelijk aanpassen aan de nieuwe maatschappij waarin je nu leeft en je gaan gedragen zoals de mensen die er geboren zijn

In je eigen woorden

WOORDENLIJST 236
©VANIN

Hoofdstuk 4

Woord Verklaring

het koninklijk besluit

Een besluit van de regering

de samenleving De maatschappij, het land, de regio, de plaats waarin mensen samenleven

In je eigen woorden

de rechtsstaat Een land waarbij niet te veel macht bij één persoon of één bepaalde groep personen ligt rechtvaardig Eerlijk

de sanctie Een straf, een boete

het separatisme Een scheiding van de deelstaten

het staatsbezoek Een officieel bezoek van een staatshoofd aan het buitenland

vertegenwoordigen Aanwezig zijn in naam van een persoon of een groep personen

het uitdoofscenario

Een manier om een regeling of een systeem langzaam en zonder veel in te grijpen af te bouwen en zo vanzelf te laten verdwijnen

verkozen worden Iemand die door middel van verkiezingen is verkozen om de bevolking van een land/stad of een ander gebied te vertegenwoordigen

de volksvertegenwoordiger Iemand die de bevolking vertegenwoordigt in het parlement

Hoofdstuk 5

Woord

Verklaring In je eigen woorden aanklagen Iemand beschuldigen, iets veroordelen

de aquarel Schildertechniek waarbij je waterverf met erg veel water verdunt en op speciaal papier schildert

het argument De reden waarom je iets doet of niet doet, of waarom je een bepaalde mening hebt

het canvas of doek

Het stuk stof waarop een schilderij geschilderd wordt

het contrast Het verschil tussen tegenstellingen en overeenkomsten. Bijvoorbeeld tussen licht en donker of tussen twee kleuren, tussen personen. Een hoog contrast duidt op een groot verschil, bv. zwart en wit, dag en nacht.

het gebrandschilderd glas

©VANIN

Raam dat bestaat uit kleine stukjes glas die samen een tekening vormen. Het resultaat wordt een ‘glasraam’ genoemd.

de graffiti Tekeningen of tekens op muren, aangebracht met spuitbusverf

hardnekkig Koppig, zonder ophouden hedendaags Vandaag, in deze historische tijdsperiode

WOORDENLIJST 237

Hoofdstuk 5

Woord Verklaring

illegaal Onwettig

klassiek Oud, uit de oudheid, iets wat zijn waarde al bewezen heeft

In je eigen woorden

de kunst Unieke creatieve dingen, zoals een schilderij of een beeld, waarbij verbeelding gebruikt wordt en die bij mensen gevoelens of een mening losmaken de kunstgalerij Een soort winkel waar je kunst kunt bezichtigen en kopen de kunststroming Een bepaalde kunststijl die kenmerkend is voor een bepaalde groep, periode of plaats in de kunstgeschiedenis.

de kunstvormen De verschillende manieren om aan kunst te doen de legale graffitimuur

Een muur waarop graffiti spuiten toegelaten is modern Nieuw, eigentijds

het pointillisme Schildertechniek waarbij een tekening opgebouwd wordt door heel veel kleine puntjes

het ritme Een specifieke herhaling die een patroon of regelmaat vertoont

de street art Kunst die je vindt op straat, op muren en op pleinen

de tatoeage Tekening op (menselijke) huid met inkt, aangebracht met naalden

Hoofdstuk 6

Woord Verklaring

het eerste kwartier De periode van een week waarin je enkel de rechterhelft van de maan vanop aarde ziet

de ellips Een langwerpige cirkel

het etmaal Een periode van 24 uur

de jetlag De tijd die je lichaam nodig heeft om te wennen aan het tijdsverschil tussen verschillende tijdzones

het laatste kwartier De periode van een week waarin je enkel de linkerhelft van de maan vanop aarde ziet

de nieuwe maan De periode van een week waarin je de maan niet ziet vanop aarde

de planeet Een rond en groot hemellichaam dat om een ster heen draait

de ster Een onbewoonbaar, gloeiend heet, gasvormig hemellichaam dat licht geeft

de theoretische tijdzones

24 uurzones, verdeeld over de aarde volgens de meridianen

In je eigen woorden

©VANIN

WOORDENLIJST 238

Hoofdstuk 6

Woord Verklaring

de schijngestalten van de maan

De verschillende manieren waarop de maan vanop aarde zichtbaar is

de uurzone of tijdzone

De aarde is onderverdeeld in 24 uur- of tijdzones. In gebieden die in dezelfde tijdzone liggen is het even laat.

De periode van een week waarin je de maan vanop aarde volledig ziet de werkelijke tijdzones

de volle maan

De verschillende uurzones, verdeeld over de aarde volgens afspraken tussen landen en regio’s, gebaseerd op de theoretische tijdzones de zon Een grote, onbewoonbare ster die licht geeft en waar andere sterren en planeten omheen cirkelen

Hoofdstuk 7

Woord Verklaring

het bevolkingsdiagram

de bevolkingsdichtheid

de bevolkingsgroei

Een grafiek die wordt gebruikt om de leeftijd van de bevolking met elkaar te kunnen vergelijken (synoniem bevolkingspiramide)

Het aantal inwoners per oppervlakte (meestal een vierkante kilometer)

De toename van het aantal inwoners in een bepaald land of gebied gedurende een bepaalde tijd (geboortecijfer – sterftecijfer)

In je eigen woorden

de bevolkingskrimp

De bevolkingsafname, daling van de bevolking de broeikasgassen

De gassen die het broeikaseffect versterken en zorgen voor de opwarming van de aarde

de emigratie Het verlaten van een land om je elders te vestigen de gastarbeider Iemand die tijdelijk naar een ander land gaat om er te werken. Tijdelijk houdt in dat het de bedoeling is terug te keren naar het land van herkomst. Als dat niet het geval is, wordt de gastarbeider een immigrant.

het geboortecijfer

Het aantal geboortes per 1 000 inwoners over een bepaalde periode, meestal een jaar

de generatie Een groep mensen die in dezelfde periode geboren zijn

©VANIN

de gezinsgrootte Het aantal kinderen per gezin de huishoudgrootte

Het aantal personen dat deel uitmaakt van het huishouden en in dezelfde woning leeft

de immigratie Het feit dat mensen zich vestigen in een ander land of gebied

de immigrant Iemand uit een bepaald land die definitief in een ander land gaat wonen

WOORDENLIJST 239
In je eigen woorden

Hoofdstuk 7

In je eigen woorden de koudbloedige dieren

Woord Verklaring

Bij koudbloedige dieren is de lichaamstemperatuur ongeveer gelijk aan de temperatuur van de omgeving waarin het dier leeft. Ze kunnen zelf geen lichaamswarmte produceren en verbruiken dus ook geen energie.

de migratie De verplaatsing van de bevolking de migratiegroei Het verschil tussen immigranten en emigranten in een land

de migratieroute Een route die migranten volgen vanuit hun thuisland naar een land waar ze hopen op een beter leven de migratiestroom

de natuurlijke aangroei

Een groot aantal mensen dat in dezelfde periode naar een ander land reist om een nieuwe woonplaats te vinden

Het verschil tussen het aantal geboortes en het aantal overlijdens in een bepaald gebied

de verandering Iets wat anders is geworden

de vergrijzing De toename van het aantal ouderen op de totale bevolking. De gemiddelde leeftijd van de bevolking in een land stijgt.

de voorspelling Een beschrijving van wat er in de toekomst zal gebeuren

het vruchtbaarheidscijfer

de waterschaarste

Hoofdstuk 8

Het gemiddelde aantal kinderen per vrouw

Het tekort aan water

Woord Verklaring

het alfabetisch schrift

Het schrift zoals wij het kennen, met gebruik van het alfabet

het ambacht Werk waarbij je iets met je handen maakt brood en spelen Gratis voedseluitdelingen en gratis voorstellingen in het circus of in het amfitheater voor de arme mensen de Chinese tekens

De karakters die worden gebruikt om de Chinese taal te schrijven

In je eigen woorden

chronologisch

In de volgorde van de gebeurtenissen in de tijd de cultuur Alles wat door de mens is gemaakt en wordt voortgebracht, dus zowel voorwerpen als dingen die bedacht zijn (ideeën, wetten …). Daar tegenover staat het begrip ‘natuur’.

het doelpubliek De persoon of de groep van personen voor wie je boodschap bestemd is evolueren Veranderen over een lange periode

WOORDENLIJST 240
©VANIN

Hoofdstuk 8

Woord Verklaring

de evolutie Een verandering over een lange periode de gladiator De zwaardvechter, iemand die bij de oude Romeinen een gevecht leverde in een amfitheater als volksvermaak

de hiërogliefen Eenvoudige tekeningen van alleen maar lijnen, waarin je duidelijk een beeld herkent kanaliseren Het rechttrekken van beken of rivieren, het bevaarbaar maken

de kolonie Een gebied van het land buiten het eigen land de koopkracht De hoeveelheid geld die iemand heeft om producten mee te kopen

lokaal Alles wat over de omgeving rond een bepaalde plaats, dorp of stad gaat (= plaatselijk)

mentale tijd We beleven tijd anders naargelang de omstandigheden. Een uur is altijd 60 minuten, maar als je plezier hebt gaat dat uur snel voorbij, en wanneer je je verveelt duurt dat uur eindeloos lang.

mondiaal Alles wat over de werelddelen of de hele wereld gaat nationaal Alles wat over een volledig land, één land gaat

de natuur Alles wat ontstaan is zonder dat de mens er iets voor gedaan heeft. Daar tegenover staat het begrip ‘cultuur’.

de nomaden (de nomadische samenleving)

Mensen die rondtrekken en geen vaste woon- of verblijfplaats hebben. Ze trekken mee met hun vee.

de patriciër Lid van de Romeinse adel

regionaal Alles wat over een bepaalde streek, een provincie, een regio of een deel van een land gaat

de rotstekening Getekende afbeelding op een rots

het ruimtelijk begrip

Een woord dat te maken heeft met de indeling van de ruimte (lokaal, regionaal, nationaal, mondiaal)

de samenleving Gemeenschap, alle mensen samen en hoe ze met elkaar omgaan

sedentair (de sedentaire samenleving)

Met een vaste verblijfplaats of standplaats

©VANIN

de segregatie De scheiding van verschillende bevolkingsgroepen, bv. zwarten en blanken. Het omgekeerde noemen we integratie.

het spijkerschrift Het oudste schrift uit de geschiedenis, waarbij men met een scherp voorwerp tekens in klei drukte.

de standplaatsgebondenheid

Vanuit welk standpunt kijk je naar een gebeurtenis?

de middeleeuwse wijk Deel van een stad bewoond door mensen die ongeveer hetzelfde beroep uitoefenen

WOORDENLIJST 241
In je eigen woorden

©VANIN

WOORDENLIJST 242 Woord Verklaring In je eigen woorden

NOORDZEE

W

Kaart van België (provincies)

staatsgrens provinciegrens provinciehoofdplaats provincie

K A ARTEN 243 KAARTEN ldeSche Samber Maas Leie IJzer Maas Namen Bergen Gent Leuven Waver Antwerpen Brugge Aarlen Luik Hasselt Hasselt NAMEN VLAAMS-BRABANT WEST-VLAANDEREN HENEGOUWEN OOST-VLAANDEREN WAALS-BRABANT ANTWERPEN LUXEMBURG LUIK LIMBURG LUIK R K J I K N A R R F EN D E LUXEMBURG HE RT OGDOM GROOTDNALST LAND IUD
T
©VANIN
K A ARTEN 244
van Europa BOSNIË EN HERZEGOVINA SERVIË MONTENEGRO KOSOVO NOORDMACEDONIË TURKIJE
Kaart
©VANIN

©VANIN

K A ARTEN 245
P Wereldkaart
TIJDLIJN 246 TIJDLIJN prehistorie oude nabije oosten klassieke oudheid middeleeuwen vroegmoderne tijd moderne tijd heden - daagse tijd ± 3500 v.C. ± 800 v.C. ± 500 ± 1450± 1750± 1945 ©VANIN

©VANIN

©VANIN

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.