Ntc5 3 4u lwb vbpg

Page 1

Leerwerkboek

3/4 u

Kevin Breyne Chris De Commer Elke Stasseyns Marloes Van Damme Ann Vandemaele Rudi Wuyts

inclusief

onlinelesmateriaal

5


Aan de slag met Hoe begin ik aan een les? Je vindt de uitgebreide inhoudsopgave van dit leerwerkboek op blz. 4-8. Het leerwerkboek bestaat uit zes blokken met in totaal dertig lessen. Bij het begin van elke les vind je een overzicht van de verschillende lesonderdelen.

LES 1 Welke lezer ben jij?

1 2 3 4

Speeddaten: leer je klasgenoten beter kennen Een mindmap maken Test je literaire competentie Leesautobiografie

Word een expert op het vlak van spreken, zakelijk lezen en schrijven, kijken/luisteren, taalbeschouwing, literatuur en creatief schrijven! Tips en oranje vastgespijkerd-kaders met kennis helpen je op weg. In Les 3 De vele gezichten van de literatuur hoor je 3 BV’s hun lievelingsboek voorstellen. Zij vertellen waarom zij dat boek bijzonder vinden. Misschien inspireren hun verhalen jou om je leesautobiografie nog interessanter te maken?

tip

Je weg vinden in de chaos van sites is niet zo eenvoudig, maar wie de juiste zoekwoorden intikt, geraakt sneller op zijn bestemming. Kun je de tips aanvullen? Tip 1 (bij vraag 1 en 9) De meest betrouwbare info over een persoon vind je natuurlijk op de site die die persoon over zichzelf maakt, maar je vindt er niet altijd gemakkelijk je weg. In plaats van onmiddellijk naar de site te surfen waar je de info vermoedelijk zal vinden, geraak je met de juiste combinatie van zoektermen vaak sneller waar je moet zijn. Als je zeker bent dat iets op een bepaalde site te vinden is en je kent de exacte URL, dan kun je in het zoekvenster van Google intikken

Icoontjes leiden je naar een opdracht waar je de pc voor nodig hebt bijhoort

of waar een PowerPointvoorstelling

. Je vindt alle nodige informatie op www.knooppunt.net.

Bij elk blok hoort ook een Tussenspel

rond een bepaald thema.

In de bijlagen achteraan in je leerwerkboek vind je ten slotte extra informatie over verschillende taalonderdelen: 1 2 3 4

2

Spellinggids Leesportfolio PoĂŤzieprikbord Compendium literatuurstudie


Hoe leg ik dat uit? In de woordkoorden vind je uitleg bij allerlei moeilijke woorden. Een vergelijking zonder de tussenstap met ‘als’ of ‘lijken op’ is een metafoor.

Na de eerste vijf blokken sleutel je aan je taalvaardigheid.

tril

og

niem syno

ie

end intriger

debuut

Je hebt woorden nodig om te kunnen redeneren, argumenteren, begrijpen. Zonder woorden kun je niet denken. Nieuwe woorden leren houdt nooit op. Als middelbare scholier leer je gemiddeld 3 000 woorden per jaar bij. In deze les herhaal je de woorden die je pad kruisten tijdens de voorbije lessen Nederlands. Je verrijkt je woordenschat vertrekkend vanuit de woorden die je al hebt geleerd.

essen

tieel

Woordenbad 1

In de rubriek Woordenbad herhaal je de woorden die je pad kruisten tijdens de voorgaande lessen. Je verrijkt je woordenschat en vertrekt daarbij vanuit de woorden die je al hebt geleerd. Je maakt ook opdrachten over het juiste taalgebruik.

Taaltelefoon 1 In de Taaltelefoon herhaal je de spellingregels. Je vertrekt daarbij telkens vanuit een dictee.

Vluchtweg Tijdens mijn laatste reis naar het alles steeds

werd ik van de illusie

dat

verloopt op luchthavens. Wat was er

Terwijl ik in

– vroeger –

naar de

.

de luchthaven gewoon op mijn vlucht,

ik me nog snel

. Ik nam mijn favoriete krant uit de rekken en liep naar de kassa, waar een foto hing die vermoedelijk een kersvers fotomodel

EVALUATIE OPDRACHT 5

.

Hoe evalueer ik mezelf en mijn medeleerlingen?

Zelfevaluatie Vorm van het werk – hoe ziet de leesautobiografie eruit? Zet een kruisje in de kolom als je werk aan de eisen voldoet. 1e versie Mijn uitgeprinte tekst is een bladzijde. Mijn tekst is een doorlopende tekst. Ik heb mijn top drie in een apart tekstvak geschreven.

2de versie

Bij spreek- en schrijfopdrachten hoort een uitneembaar evaluatieblad. Voor je aan de slag gaat, kijk je na aan welke evaluatiecriteria je opdracht zal moeten voldoen. Bij het evalueren van je medeleerlingen ga je gestructureerd te werk.

Ik heb rekening gehouden met de evaluatiecriteria.

3


Blz.

Les

Taalonderdeel

Wat leer je? Wat oefen je?

B LO K 1

9

19

25

Spreken

Speeddaten

Zakelijk lezen

Eigen lezersprofiel

Zakelijk schrijven

Mindmap Eigen lezersprofiel Leesautobiografie

Kijken / luisteren

Klasgenoten Korte spreekoefening

Literatuur

Bepaling lezersprofiel

Zakelijk lezen

Zoekend lezen: antwoord op concrete vragen zoeken op het internet

Zakelijk schrijven

Tips voor het intikken van zoektermen bij Google Parafraseren

Taalbeschouwing

Synoniemen van abstracte woorden als oorzaak, kenmerk, werkwijze …

Kijken / luisteren

Luisteren naar informatieve en diverterende teksten

Literatuur

Algemene kennismaking Het literaire bedrijf

Literatuur

Poëzie: vorm + stijlfiguren (klanknabootsing, vergelijking en metafoor)

1 Welke lezer ben jij?

2 Info verzamelen op het internet

3 De vele gezichten van de literatuur

36

4 Poëzie: het mooiste beeld

Kijken / luisteren 40

5 De kunst van het presenteren

Beoordelend luisteren naar PowerPointpresentaties Non-verbale communicatie

Taalbeschouwing

Theorie over de PowerPointpresentatie Verbale en non-verbale communicatie

53

Woordenbad 1

Taalbeschouwing

Woordenschat: semantiseren, consolideren en controleren + strategieën

55

Taaltelefoon 1

Taalbeschouwing

Spelling: strategieën

Spreken

Instructies geven (origami)

Zakelijk lezen

Tekst over sms-taal Instructies lezen en uitvoeren (gezelschapsspel, wegbeschrijving)

Zakelijk schrijven

Instructies geven (to do-lijstje, wegbeschrijving via mail)

Kijken / luisteren

Instructies beluisteren en parafraseren (Hoe doe je dat? Reistips)

Taalbeschouwing

Bindwoorden, verwijswoorden, werkwoordspelling, schooltaalwoorden

Creatief schrijven

Een horoscoop schrijven

57

Tussenspel 1: Instructietaal

B LO K 2

75

80

4

6 Karel ende Elegast

Kijken / luisteren

Kern van het verhaal noteren

Literatuur

Karel ende Elegast: ridderroman De middeleeuwen Leeservaring: creatieve opdracht (verfilming)

Spreken

Maatregel-, evaluatie- of probleemstructuur

Zakelijk lezen

Hoofdvragen van maatregel-, evaluatie-, probleem- en evolutiestructuur ordenen

Zakelijk schrijven

Zakelijke brief met maatregelstructuur (actie tegen wegwerpverpakkingen) Artikel voor schoolblad

Kijken / luisteren

Structurerend luisteren/kijken: informatieve teksten, persuasieve teksten

Taalbeschouwing

Maatregel-, evaluatie- of probleemstructuur Publiekgericht schrijven

7 Herhaling vaste structuren


Blz.

91

96

104

Les

Taalonderdeel Zakelijk lezen

Hypertekst Informatieve tekst

Kijken / luisteren

Reportage structurerend en kritisch bekijken

Spreken

Stukje verhaal vertellen

Kijken / luisteren

Samenvatting verhaal

Literatuur

De middeleeuwen Terugkerende verhaalstructuren + ridderroman Walewein

Zakelijk lezen

Doel, doelgroep … bepalen van een zakelijke brief

Zakelijk schrijven

Zakelijke brief (brief aan ouders over scoutskamp / spaarrekening )

Taalbeschouwing

Het communicatiemodel Taalregisters Enkelvoudige en samengestelde zin

Literatuur

Tijd, ruimte … afleiden uit beginfragmenten van films Voorspellend lezen: plot, chronologisch of niet, verhaalbegin en -einde, vertelstandpunt Kortverhaal De smaak van leven - Sara Paretsky

8 Google kritisch bekeken

9 Koning Arthur en de ridders van de ronde tafel

Wat leer je? Wat oefen je?

10 Zakelijke communicatie

111

11 Het kortverhaal

120

Woordenbad 2

Taalbeschouwing

Woordenschat: semantiseren, consolideren en controleren + strategieën

123

Taaltelefoon 2

Taalbeschouwing

Spelling: strategieën

Zakelijk schrijven

Tekstopbouw activerende teksten Schrijfstrategieën

Creatief schrijven

F1: spreekballonnen F2: slogans F3: bijschriften F4: reclameteksten

127

Tussenspel 2: Schrijfstrategieën

B LO K 3 137

144

153

162

179

12 Poëzie: het sonnet

13 De onderzoeksstructuur

Zakelijk lezen

Informatieve tekst: lemma

Literatuur

Poëzie : het sonnet W. Shakespeare, J. Kal, H. Matthysen

Spreken

Bizar experiment presenteren

Zakelijk lezen

Krantenartikel Structurerend lezen Populairwetenschappelijke tekst

Zakelijk schrijven

Begrippen omschrijven (definities)

Kijken / luisteren

Structurerend luisteren: reclametest in Volt Beoordelend luisteren (medeleerling presenteert bizar experiment)

Taalbeschouwing

Onderzoeksstructuur

Zakelijk lezen

Webquest over zoekresultaten + zelf op internet zoeken

Taalbeschouwing

Woordenschat: woordbetekenis + bronnen beoordelen

Kijken / luisteren

Kenmerken van de romantische komedie

Literatuur

Stijlkenmerken romantiek en realisme, sociale en historische achtergrond, Oorlogsdagboek V. Loveling en Het verkoolde alfabet - P. De Wispelaere November - H. De Coninck

Zakelijk lezen

Informatieve (wetenschappelijke) tekst

Taalbeschouwing

Inzicht in taalgebruik, semantiek (relaties tussen associaties), mentaal lexicon ( zelf uitbouwen), woordvorming en woordleerstrategieën

14 Zoekresultaten beoordelen

15 Romantiek en realisme

16 Weg met het woordenboek

5


Blz.

Les

Taalonderdeel

Wat leer je? Wat oefen je?

188

Woordenbad 3

Taalbeschouwing

Woordenschat: semantiseren, consolideren en controleren + strategieën

191

Taaltelefoon 3

Taalbeschouwing

Spelling: strategieën

Spreken

Versierzinnen

Zakelijk lezen

Tijdschriftartikels Wist je dat?-weetjes

Zakelijk schrijven

Lezersbrief

Kijken / luisteren

Liefdesweetjes

Taalbeschouwing

Gevoelswaarde van woorden

Creatief schrijven

Zeg het met bloemen

194

Tussenspel 3: Valentijn

B LO K 4

205

217

231

Spreken

Zelf stellingen en argumenten formuleren

Zakelijk lezen

Activerende boodschap (PETA) lezen Forumreacties beoordelend lezen

Zakelijk schrijven

Betoog over pedagogische tik Krantenartikel, lezersbrief en column over eenarmige presentatrice

Kijken / luisteren

Inleiding van een debat: stelling herkennen Debat in Jongeren Lagerhuis: argumenten herkennen

Taalbeschouwing

Feit - mening - stelling - argument Soorten argumenten

Creatief schrijven

Vervolg schrijven op een verhaalbegin

Literatuur

Hoelah - C. Nooteboom Vrienden - P. Aspe Verhaaltheorie: plot, tijd, ruimte, verhaalbegin en -einde, personages, vertelstandpunt

Zakelijk lezen

Zoekend lezen in korte zakelijke teksten: hoe ontstaan hypes?

Kijken / luisteren

Schrijvers in praatprogramma’s

Taalbeschouwing

Beoordelend luisteren: debat in Jongeren Lagerhuis

17 Argumenteren

18 Bouwstenen van een verhaal

19 Argumentatie kritisch beoordelen

Foute argumentatie

236

Doel, doelgroep … bepalen van een zakelijke brief

Zakelijk schrijven

Zakelijke brief (brief aan ouders over scoutskamp / spaarrekening )

Literatuur

Bestsellers en/of gehypete boeken Genietend lezen: Mannen die vrouwen haten - S. Larsson en Komt een vrouw bij de dokter - Kluun

20 Hypes en bestsellers

244

21 Poëzie: spinnen, sterren en synestheten

Literatuur

Stijlfiguren: personificatie, synesthesie, symbool

248

Woordenbad 4

Taalbeschouwing

Woordenschat: semantiseren, consolideren en controleren + strategieën

253

Taaltelefoon 4

Taalbeschouwing

Spelling: strategieën

Spreken

PowerPointpresentatie over eigen voornaam

Zakelijk lezen

Tijdschrift- en krantenartikels

Zakelijk schrijven

Lezersbrief

Kijken / luisteren

Geschiedenis van voornamen

Taalbeschouwing

Woordenschat: uitbreiding Betekenis uitdrukkingen Productnamen Bezitsvorm

Creatief schrijven

De winterreis - A. Nothomb

256

6

Zakelijk lezen

Tussenspel 4: Voornamen


Blz.

Les

Taalonderdeel

Wat leer je? Wat oefen je?

B LO K 5 273

283

291

298

22 Citeren en parafraseren met juiste bronvermelding

Zakelijk schrijven

Citeren Parafraseren Bronvermelding

Zakelijk lezen

Interview (informatieve, diverterende tekst)

Zakelijk schrijven

Interview met klasgenoot uitschrijven voor het schoolblad

Kijken / luisteren

Beoordelend luisteren naar interviewfragmenten Soorten interviewvragen

Spreken

Info uitwisselen

Taalbeschouwing

Rolpatronen in woorden en beroepsnamen

Literatuur

Column Kleine dagen - B. Dewulf

Zakelijk lezen

Krantenartikels over taalevolutie

Zakelijk schrijven

Gedocumenteerde tekst schrijven over taalverandering

Taalbeschouwing

Taalverandering Verkennen van woordbetekenis m.b.t. naamgeving (herkennen, benoemen, bespreken)

23 Interview

24 Jongens en meisjes … een wereld apart?

25 Taal leeft!

304

26 Het ding moet toch een naam hebben …

Taalbeschouwing

311

Woordenbad 5

Taalbeschouwing

Woordenschat: semantiseren, consolideren en controleren + strategieën

318

Taaltelefoon 5

Taalbeschouwing

Spelling: strategieën

Zakelijk lezen

Zoekend lezen: hyperteksten Informatieve tekst: lemma encyclopedie

Kijken / luisteren

Structurerend en beoordelend luisteren Informatieve diverterende tekst

Taalbeschouwing

Gevoelswaarde + strategieën woordenschat

Creatief schrijven

Stijlimitatie - prozatekst

Literatuur

Het literaire bedrijf Tekstervarend en teksbestuderend lezen: modern proza

320

Tussenspel 5: Godverdomse dagen op een godverdomse bol

B LO K 6

335

27 Theater … een wereld van verschil

243

28 Zakelijk lezen

361

29 Paul Van Ostaijen

368

30 Debatteren

Spreken

Standpunt uiteenzetten en motiveren

Zakelijk lezen

Persuasieve tekst: recensie

Taalbeschouwing

Woordleerstrategieën en register, non-verbale elementen

Literatuur

Kai Hänzel - Het gevecht van De Vocht (Laika): theatertekentaal , handeling en dialoog

Zakelijk lezen

Formulieren / administratieve teksten

Zakelijk lezen

Wetenschappelijke tekst

Literatuur

Poëzie: expressionisme Tekstervarend en tekstbestuderend lezen

Spreken

Debatteren

Zakelijk lezen

Argumenteren Beïnvloedende teksten

Kijken / luisteren

Debat door klasgenoten

Taalbeschouwing

Conventies van debat en discussie Argumentatie Probleemstructuur

7


Blz.

377

Les

Tussenspel 6: Reclame

Taalonderdeel Spreken

Reclamespot

Zakelijk lezen

Debat over reclame Krantenartikels

Zakelijk schrijven

Klachtenbrief

Kijken / luisteren

Volt: reclametest Oorworm Reclamespot

Taalbeschouwing

(Engelse) werkwoorden Gepaste schrijfstijl Slogans

B I J L AG E N

8

395

1 Spellinggids

423

2 Leesportfolio

430

3 PoĂŤzieprikbord

437

4 Compendium literatuurstudie

Wat leer je? Wat oefen je?


LES 1 Welke lezer ben jij?

1 2 3 4

Speeddaten: leer je klasgenoten beter kennen Een mindmap maken Test je literaire competentie Leesautobiografie

1 Speeddaten: leer je klasgenoten beter kennen Opdracht 1 Je krijgt een kaartje met een vraag i.v.m. lezen. Je stelt die vraag aan een aantal leerlingen in de klas om elkaar beter te leren kennen als lezer.

2 Een mindmap maken Opdracht 2 Maak een mindmap over jezelf als lezer. Je vindt een voorbeeld op de volgende bladzijde. Gebruik die als basis voor een spreekopdracht waarin je jezelf als lezer aan je klasgenoten voorstelt. Je begint je mindmap met jezelf sterren te geven: * Zelfs de boeken die ik voor school moet lezen, lees ik niet uit. ** Ik lees enkel de boeken die ik verplicht voor school moet lezen. *** Ik lees wel eens een boek uit eigen beweging. **** Ik verslind boeken, ik ben een echte boekenwurm. Je speeddate-antwoorden leveren inspiratie.

Opdracht 3 Vul tijdens de spreekoefening de onderstaande tabel aan. Je noteert de namen van klasgenoten die hetzelfde type lezer zijn als jij en de kenmerken die jullie gemeenschappelijk hebben. Leerling

Gemeenschappelijk

Les 1 - Welke lezer ben jij?

9


10

Les 1 - Welke lezer ben jij?

examens

op kot

kind

student

zolder

leeslijst

tiener

TOP-boeken (LB Ned)

Tiny

Roodkapje

VROEGER

Jessica Blandy jeugd

ik als LEZER ÌÌÌ

TOP 3

wat?

Humo De Morgen

triest open einde

volwassenen met hoek af + kinderen

volw.+ adolescentenlit.

1 ‘De helaasheid der dingen’ (Dimitri Verhulst) 2 ‘De buitenvrouw’ (Joost Zwagerman) 3 ‘Het huis van de moskee’ (Kader Abdolah)

volwassenen

NIET sf, fantasy Pieter Aspe

WEL thrillers, spionage, familie, kortverhalen

kopen + lenen aan/van vrienden bib

1 / week

alleen + stil

Fatboy / trein

omstandigheden

‘s morgens / ‘s avonds

1 ‘jij, jij en jij’ (Per Nilsson) 2 ‘De 17 de zomer van Maurice Hamster’ (Laure Van den Broeck) 3 ‘Een jongen’ (Sonya Hartnett)

Jommeke Suske en Wiske Kuifje

plaat met 6 sprookjes

NU


3 Test je literaire competentie

Opdracht 4 test in. Kruis bij Om te achterhalen welk soort lezer jij bent, vul je de onderstaande . Je mag meer passen drag leesge jouw bij best het die elk rubriekje de zinnen aan dan één zin aanduiden. Ik vind een boek goed … als het niet te veel pagina’s telt. als het spannend is. als het realistisch en geloofwaardig is. als ik er iets kan uit leren (voor mezelf). als ik de samenhang en/of structuur in het boek heb ontdekt. als ik overdonderd word door de literaire taal. (= als ik vind dat de auteur een buitengewoon mooie taal heeft gebruikt) Deze uitspraak past bij mij: Ik lees omdat ik moet voor school, maar eigenlijk interesseert lezen me heel weinig. denk Ik lees niet graag boeken met veel ‘lege plekken’ en/of een open einde. Ik niet graag na over wat ik heb gelezen. Tijdens het lezen probeer ik het verhaal zo goed mogelijk te begrijpen. Tijdens het lezen probeer ik me met een personage te identificeren. van de Tijdens het lezen probeer ik de gebeur tenissen, handelingen en reacties teren. interpre te k personages zo veel mogelij Tijdens het lezen heb ik aandacht voor de verteltechniek. Ik zie een boek als onderdeel van een cultuur of een literaire stroming en probeer het ook binnen dat kader te begrijpen. Deze zinnen zouden uit MIJN (mondelinge of schriftelijke) boekverslagen kunnen komen: Het boek was gemakkelijk te lezen en gelukkig snel uit. Ik heb het boek jankend uitgelezen. Ik ging helemaal op in het verhaal. Het viel tegen, want ik lees niet graag historische boeken. om Het boek was saai, omdat het hoofdpersonage er een heel boek over deed achter de waarheid van die avond te komen. Ik vond het mooi, omdat het over problemen op school gaat. Ik hou van het boek, want nu weet ik wat de moeder van een verslaafde meemaakt. Het boek geeft je een idee van hoe jongens van die leeftijd soms denken. Ik kan me wel voorstellen dat jonge mensen in de oorlog de verkeerde keuzes maakten. Alles in het boek hangt met elkaar samen. kanten Door die verschillende verhaallijnen kon je het verhaal van verschillende bekijken. elkaar; Van Mulisch weet ik dat je op alles moet letten. Het zit zo slim doordacht in wat een geweldige schrijver!

S B T I A L

S B T I A A L

S B B B B T T I I A A L

Les 1 - Welke lezer ben jij?

11


Wat interesseert jou in een boek? Ik lees niet graag. Ik lees alleen graag boeken over gebeur tenissen en avonturen. De nadruk moet liggen op het verhaal, niet op de hoofdpersonages. Ik lees graag boeken met hoofdpersonages van mijn eigen leeftijd. De hoofdpersonages hoeven niet noodzakelijk van mijn eigen leeftijd te zijn. te Ik probeer tijdens het lezen de handelingen en reacties van elk personage begrijpen vanuit zijn eigen leefwereld. lijnen Ik vind het leuk als ik in een verhaal ook verschillende (kruisende) verhaal en terugkerende elementen vind. Een Ik ga in een boek ook op zoek naar diepere betekenislagen en symboliek. wereld de van ang onderg de voor staan l symboo kan tragisch liefdesverhaal waarin we leven. dit Ik probeer een boek ook te begrijpen in zijn ‘tijd’. Waarom heeft de auteur de en/of tijd de van invloed de boek geschreven? In welk opzicht merk je maatschappij waarin hij/zij leeft/leefde?

Kijk na het invullen welke letter per rubriek bij de ‘laagst aangekruiste’ zin staat. Die letter zegt je iets over je literaire competentie. Je scoorde vooral S (schools). Je hebt geen belangstelling voor lezen en voelt weerzin als je een boekenopdracht krijgt. Je kiest voor een boekenopdracht meestal het dunste boek in de bib. Je scoorde vooral B (belevend). Je leest vooral spannende boeken en laat je meeslepen door de gebeur tenissen. Je bent niet het type dat stilstaat en nadenkt over wat je hebt gelezen. Je scoorde vooral T (toetsend). Jij hebt niet alleen belangstelling voor de inhoud van het verhaal, maar je zoekt in een boek ook naar herkenning. Je leest graag verhalen over personages (van jouw leeftijd) die zich in herkenbare situaties bevinden. Je scoorde vooral I (identificerend). Jij kunt je in (bijna) om het even welk soort verhaal inleven. In elk personage (jong of oud) probeer je iets te vinden dat je

12

Les 1 - Welke lezer ben jij?

S B T I A L

L

begrijpt. Je bent vooral geïnteresseerd in het gevoelsleven van de personages en probeert hun reacties en handelingen te verklaren, zelfs al zou jij hun problemen helemaal anders aanpakken. Je scoorde vooral A (analyserend). Je zoekt achter het verhaal verschillende interpretaties en praat daar graag over met andere lezers. Je let op de verteltechniek en je vindt het leuk als het verhaal qua structuur niet gewoon van A tot Z loopt. Je vindt het uitdagend de structuur en/of samenhang in het verhaal te ontdekken. Je scoorde vooral L (literair). Niet alleen het verhaal en de personages interesseren je. Je bent op zoek naar de verschillende betekenislagen. Je hebt oog voor het ongewone (literaire) taalgebruik van een auteur en je probeert het boek ook te begrijpen in zijn literair-historische context.


4 Leesautobiografie 4.1 Wat is een leesautobiografie?

In een leesautobiografie beschrijf je in een doorlopende tekst van één bladzijde (uitgeprint!) (lettertype: , lettergrootte: , regelafstand: ) je ontwikkeling als lezer vanaf het begin tot nu. Je deelt de tekst op in alinea’s. Je gaat op zoek naar boeken en verhalen die veel indruk op jou hebben gemaakt. Je hoeft natuurlijk geen opsomming te geven van alle boeken die je gelezen hebt, maar je pikt er de onvergetelijke (zowel positieve als negatieve) momenten uit. Je vertelt hoeveel sterren je aan jezelf hebt gegeven in de mindmap en verklaart waarom. In een apart tekstvak plak je een top drie van je favoriete boeken aller tijden. Je schrijft je tekst voor de leraar en voor je klasgenoten.

G KUNNEN HELPEN

ENKELE VRAGEN DIE JE OP WE

Hoe zag het eruit? Wat stond erin? 1 Wat was het eerste boek in je leven? verteld? Door wie? Werd het je voorgelezen of werd erbij je kleuter was? 2 Waren er veel boeken rondom je toen Welke (soort) boeken waren dat? gelezen hebt? Hoe oud was je toen? 1 Het rechht om niet 3 Wat was het eerste boek dat je zelf te leezen n? erva je d von Wat ? Als ik zelf liever schr Wat stond erin ijf, waarom ool? basissch moet ik dan nog lez 4 Hoe ontwikkelde je je als lezer in de en ? ? zoal Las je ook buiten de school? Wat las je wie? Met eek? biblioth 2 Het rechht om blad 5 Ging je als lagereschoolkind naar de zijden ovver ? te slaann Was dat leuk ke, telij afsto meest Veel te spannend om 6 Wie is het meest fascinerende, het nog 100 pagina’s gerende personage dat je ooit intri st mee het of te ieks te wachten, ik wil he het sympath t nu weten, nu! in een boek ontmoet hebt? Waarom? dat? je vind rom ? Waa 3 Het rechht om een 7 Moet een verhaal altijd goed aflopen boek niett uit ten einde? Waarom? geslo een of open een voor keur voor te lezen 8 Heb je een ? kent niet l maa hele je die ld were Geeeeuuw … Is dit 9 Mag een verhaal zich afspelen in een een slaapliedje of à la Lord of the Rings? asy fant van of s okje spro van een boek? Weg erm Hou je bv. ee aal? . verh een in urd’ Wat is voor jou het belang van ‘waar gebe js erwi ond ir nda secu het van 4 Het rechht om te 10 Wat voor fictielezer ben je in de loop herleezzen zen? gele al voor je heb en boek e genr k Wel En waarom mag ik Ha geworden? s, man rry Potter niet tiero poli lers, thril asy, nog eens lezen? Wie (historische romans, sciencefiction, fant he eft er hier ans, rom ale soci Titanicc zeven keer ge liefdesromans, psychologische romans, en)? zie rhal n? orve horr f en/o elspionageverhalen, misdaadromans, griez ? lfde twaa je s sind nderd 5 Het rechht om wa 11 Lees je ook strips? Is je smaak vera t dan ook te lezenn erwerpen? ond e welk r Ove ctie? -fi non eens wel Poëzie (om over te sc 12 Lees je ook hrijven op een lees je? brief en dan naar m 13 Welke kranten en/of tijdschriften ijn lief te sturen) ? en Playboyy (goed vo 14 Op basis waarvan kies je een boek or m ijn Engels!) ? aden Door wie laat je je wel eens boeken aanr kt. schi rang aag je die vand 6 Het rechht om je zo 15 Geef je top drie van boeken zoals als je favoriete ze voor jou en hebb Wat zen? gele en boek die je personaagee te gedr Wanneer heb ag en ? eens Ik wil vlechtjes als Pip betekend? Herlees je die boeken nog wel pi, spieren als ? eten geni de Rode Ridder en he Hoe komt het dat je er nog van kunt t sexappeal van Sneeuwwitje

DE RECHTEN VAN DE LEZER

Les 1 - Welke lezer ben jij?

13


16 Wat is het laatste boek dat je hele maal uitgelezen hebt? Was dat een positieve leeservaring? Hoe lang is dat geleden? 17 Wat ben je nu aan het lezen? Welk boek ligt klaar om verslonden te worden? Wanneer ga je weer eens naar de bib? Of koop je je volgende boek? 18 Op welk tijdstip van de dag lees je het liefst? Onder welke omstandigheden lees je? Zijn er veel, weinig of geen mensen in de buurt? Mogen de anderen je storen? Staat er muziek op? Staat de tv aan? Waar lees je (in bed, op de sofa, op toilet, in de tuin, op het strand, op de trein …)? 19 Zou je verder lezen als het spannen d is en je moet ergens naartoe of gaan slapen? Heb je wel eens een boek in één ruk uitgelezen? Welk boek was dat? Waarom kon je niet stoppen? 20 Praat je wel eens over een boek dat je gelezen hebt? Of lees je soms samen met iemand hetz elfde boek? Met wie? Wat vertel je dan zoal? Verraad je het slot van het verhaal? Mag een ander jou vertellen hoe het afloopt? 21 Heb je iemand wel eens een boek cadeau gedaan, of welk boek zou je iemand cadeau doen? Kreeg je zelf al eens een boek als geschenk? Welk? Wat vond je ervan? 22 Hoe lang geef je een verhaal de kans om ‘goed’ te worden (druk je uit in aantal bladzijden, aant al zinnen of woorden)? Waarom lees je eerst / nooit eerst het einde van een boek? Lees je eerst het achterplat? Hoeveel moe ite wil je doen om ‘in’ een boek te komen? 23 In welk(e) van de 10 ‘rechten van de lezer’ kun je je wel vinden? Waarom? Voor welk(e) boek(en) heb je die rechten al eens toegepast? Met welk(e) van de 10 ‘rech ten van de lezer’ kun je niet akkoord gaan? Waarom niet ?

14

Les 1 - Welke lezer ben jij?

t chips in Met de billen op de bril, me het gras. op es de zetel, met madeliefj m te grasdduinenn 8 Heet recchtt om voor mij. Eén boek? Dat is niet genoeg … k elij teg vijf Ik lees er drie, vier, m hardop te lezzen 9 Heet recchtt om r korte Meestal voorafgegaan doo vraagt: and iem giechelbui. Waaarop s voor.’ een s Lee g? ‘Wat is er zo grappi m te zwijggen 10 Heet recchtt om en andere Vooral voor moeder, broers dat je pen roe tactloze wezens die N! moet komen ÉÉÉ-TE Bron: In één adem uit: het B door Daniel Pennac.

geheim van het lezen


4.2 Schrijfoefening leesautobiografie Opdracht 5 In deze eerste schrijfoefening van het schooljaar ga je heel ‘strategisch’ te werk. Je kent de OVUR-strategie al uit de vorige jaren. Toch is het belangrijk dat je ervaart hoe die strategie jou kan helpen om een goed schrijfproduct af te leveren.

ORIËNTEREN/VOORBEREIDEN - De leerkracht heeft enkele afspraken gemaakt met jou. Noteer die hieronder Ik heb de opdracht ontvangen op Ik moet de eerste versie van de opdracht indienen op

- De eerste versie van je leesautobiografie laat je nalezen door een klasgenoot voor /

/

- Lees nog eens aandachtig de opgave op blz. 13. Fluoresceer in het groen de inhoudelijke eisen die aan de leesautobiografie worden gesteld. Waarover moet je schrijven? Je vindt op blz. 13-14 een aantal vragen die je kunnen helpen om de tekst te schrijven. Welke vragen ga je gebruiken? Maak een keuze. - Markeer in het geel de vormelijke aspecten van de leesautobiografie. Hoe moet je schrijven? (Aantal pagina’s, opbouw …) - Op blz. 18 vind je evaluatiecriteria die de leraar gebruikt om je werk te beoordelen. Bekijk deze criteria aandachtig. Weet je wat de leraar bedoelt met de verschillende criteria?

tip

In Les 3 De vele gezichten van de literatuur hoor je 3 BV’s hun lievelingsboek voorstellen. Zij vertellen waarom zij dat boek bijzonder vinden. Misschien inspireren hun verhalen jou om je leesautobiografie nog interessanter te maken?

UITVOEREN Je schrijft de leesautobiografie. Je bekijkt de opmerkingen van je klasgenoot en je maakt een tweede versie. Je voegt de eerste versie en de opmerkingen van je klasgenoot bij de tweede versie die je indient op /

/

Bekijk nog eens wat je op de vorige bladzijden groen en geel hebt gemarkeerd. Heb je met al die aspecten rekening gehouden? Op blz. 18 vind je de evaluatiecriteria die de leraar gebruikt om jouw werk te beoordelen. Bekijk deze criteria nog eens aandachtig. Hoe ga je het er vanaf brengen?

Les 1 - Welke lezer ben jij?

15


16

Les 1 - Welke lezer ben jij?


EVALUATIE OPDRACHT 5

Zelfevaluatie Vorm van het werk – hoe ziet de leesautobiografie eruit? Zet een kruisje in de kolom als je werk aan de eisen voldoet. 1e versie

2de versie

Mijn uitgeprinte tekst is een bladzijde. Mijn tekst is een doorlopende tekst. Ik heb mijn top drie in een apart tekstvak geschreven. Ik heb rekening gehouden met de evaluatiecriteria.

Inhoud van het werk – staat in mijn leesautobiografie wat de leerkracht verwacht? 1e versie

2de versie

Ik heb rekening gehouden met de vragen om de tekst te schrijven. Ik heb ook een afsluiter geschreven. Ik heb rekening gehouden met de evaluatiecriteria.

Naam:

Klas:

Nr:

Leraar:

17


EVALUATIECRITERIA

1 zeer zwak

2 zwak

3 voldoende

4 goed

5 zeer goed

Beoordeling

Duidelijkheid - De informatie is duidelijk gestructureerd. - De woordkeuze en formulering zijn duidelijk.

Correctheid - Er zijn geen fouten in de structuur, de tekstsoort beantwoordt aan de opgave. - De woordkeuze is correct. - De grammatica is correct. - De spelling is correct.

Aantrekkelijkheid - De inhoud is boeiend gepresenteerd. - Er is rekening gehouden met het doelpubliek (= leerkracht en klasgenoten). - De lay-out is verzorgd. - Het taalgebruik is aantrekkelijk.

Gepastheid - De inhoud is relevant voor het doel en de doelgroep. - De tekst is geschreven in een gepast register (formeel / informeel / neutraal / subjectief / vaktaal). - De stijl is aangepast aan de tekstsoort.

18

Naam:

Klas:

Nr:

Leraar:


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.