PAV Atelier - Milieu - hoofdstuk 5

Page 1

5 Het blauwe goud 5.1 Het kostbare goed Alles wat leeft, heeft water nodig. Zonder water gaat elk levend wezen dood. Je kan je zelfs geen leven zonder water voorstellen. Dagelijks verbruiken we liters water om te drinken, te wassen, te koken … Maar ook de landbouw en de industrie verbruiken erg veel water.

5.1.1 In het huishouden Opdracht 20 Bekijk aandachtig de tabel en maak de rekenoefeningen. Tabel 3: gemiddeld waterverbruik per Vlaming per dag

verbruik

in liter

in %

wc

30

27

ligbad/douche

44

wassen (kleding)

17

afwas

8

koken en drinken

3

schoonmaak

4

tuin

4

TOTAAL

110

40 16 7 2 4 4

100

Naar: ‘Hoeveel water verbruik ik?’, internet, (http://www.dewatergroep.be).

Let op! Deze waarden zijn gemiddeldes waar uiteraard een grote spreiding op zit. Het verbruik van een gezin is niet enkel afhankelijk van het aantal personen, maar ook van de gewoontes.

5 Het blauwe goud

25


1 Bereken – zonder je rekenmachine te gebruiken ­â€“ hoeveel liter water de Vlaming dagelijks verbruikt. Noteer dat onderaan in de tweede kolom. 2 Bereken vervolgens de percentages1 per activiteit. Overleg2 met je buur hoe je best te werk gaat. Neem een kladpapier en een rekenmachine. Schrijf nadien de gevonden percentages op de juiste plaats in de tabel. 3 Duid deze percentages ten slotte aan3 in het vierkantsdiagram. Vergeet de legende4 niet aan te vullen5.

ligbad/douche wc wassen (kleding) afwas schoonmaak tuin koken en drinken

Opdracht 21 Wil je je eigen waterverbruik uitrekenen? Dat kan! Je leerkracht zal jou de nodige informatie geven.

Opdracht 22 Bekijk de waterfactuur en beantwoord de vragen.

1 2 3 4 5

26

Milieu

het percentage: verhouding op honderd overleggen: bespreken aanduiden: (her)kenbaar maken, aanwijzen de legende: verklaring van de gebruikte symbolen, kleuren of lijnen aanvullen: het ontbrekende erbij voegen, voltallig maken


Kobe Braems-Verbloemen, Lange Lijsterlaan 112, 8000 Brugge

1 Hoeveel personen wonen op dit adres?

Er wonen twee personen. Op de factuur staat: 2 gedomicilieerde(n). 2 Wat betekent ‘vastrecht’?

Het vastrecht is een vaste vergoeding per wooneenheid. 3 Hoeveel bedraagt de totale korting (incl. btw) op het vastrecht voor deze familie?

13,66 euro + 8,20 euro + 5, 46 euro = 27,32 euro zonder btw

27,32 euro x 6 % = 1,64 euro, 27,32 euro + 1,64 euro = 28,96 euro

De totale korting (incl. btw) op het vastrecht bedraagt 28,96 euro. 5 Het blauwe goud

27


4 Noteer de verbruiksperiode van deze factuur.

Begin: 08-09-2015, einde: 06-09-2016. 5 Hoeveel liter water heeft dit gezin verbruikt?

Dit gezin heeft 37 m3 = 37 000 dm3 = 37 000 l water verbruikt. Om de eenheden om te zetten, kan je deze tabellen gebruiken: inhoud eenheid: liter (l) hl dal

l

inhoud eenheid: kubieke meter (m3) dam3 m3 hm3

dl

cl

ml

dm3

cm3

mm3

1 m3 = 1 000 dm3 1 dm3 = 1 l 1 m3 = 1 000 l 6 Vergelijk1 het waterverbruik van dit gezin met het Vlaams gemiddelde. Wat stel je vast? Leg uit.

37 000 l : 2 = 18 500 l per persoon.

18 500 l : 365 = 50,68 l per persoon, per dag.

Dit gezin verbruikt minder dan het Vlaamse gemiddelde: 50,68 l in plaats van 110 l per persoon, per dag.

7 Hoeveel procent2 meer of minder dan het Vlaams gemiddelde heeft dit gezin dan verbruikt? Noteer ook de bewerkingen. Rond het eindresultaat af tot op twee cijfers na de komma.

110 l

1 l

100 % → 100 % 110

50,68 l

100 % x 50,68 = 46,07 % 110

100 % - 46,07 % = 53,93 % minder De waterfactuur werkt met een basis- en een comforttarief. Wie zuinig omspringt met water, wordt dus beloond. Deze opsplitsing in twee tarieven geldt voor de drie delen van de waterfactuur: drinkwater, afvoer van afvalwater en zuivering van afvalwater. Je betaalt het basistarief voor het basisverbruik. Dat is 30 m3 per wooneenheid en 30 m3 per gedomicilieerde per jaar. 1 vergelijken: naast elkaar plaatsen om te kunnen oordelen over gelijkenissen en verschillen 2 het procent: verhouding op honderd

28

Milieu


Je betaalt het comforttarief voor al het water dat je meer verbruikt dan het basisverbruik. Het comforttarief is twee keer het basistarief. 8 Hoeveel bedraagt het basisverbruik voor dit gezin?

30 m3 voor de wooneenheid + 2 x 30 m3 voor 2 gedomicilieerden = 90 m3 Het basisverbruik voor dit gezin bedraagt 90 m3. 9 Betaalt dit gezin ook het comforttarief? Motiveer je antwoord.

Dit gezin betaalt geen comforttarief, omdat het minder dan 90 m3 (nl. 37 m3) verbruikt.

10 Hoeveel m3 drinkwater krijgt elk gezinslid gratis? Hoeveel liter water is dat?

Elk gezinslid krijgt 4,73 m3 (9,45 : 2) water gratis.

Dat is 4 730 liter water.

Opdracht 23 Met water kan je ook heel wat spreekwoorden1 maken. Geef de juiste cijfer-lettercombinatie. Er zijn twee betekenissen die je niet mag gebruiken.

spreekwoord

betekenis

1

Stille waters hebben diepe gronden.

a

Nutteloos werk doen.

2

In troebel water is het goed vissen.

b

Iets heel snel uitvoeren.

3

De kruik gaat zo lang te water tot ze breekt/barst.

c

Letterlijk: door regen mislukt. Figuurlijk: door een andere oorzaak2 mislukt.

4

’t Feest is in het water gevallen.

d

Dronken zijn.

5

Water naar de zee dragen.

e

Als je niet luistert of onvoorzichtig bent, zal je vroeg of laat schade ondervinden van je fouten.

f

Je kan je eigen voordeel halen uit de moeilijkheden die iemand anders meemaakt.

g

Stille mensen hebben vaak diepe gedachten.

1

2

3

4

5

g

f

e

c

a

1 het spreekwoord: bepaald vaststaand zinnetje waarin een waarheid of een wijsheid staat 2 de oorzaak: datgene waardoor iets gebeurt

5Â Het blauwe goud

29


5.1.2 In de fabrieken, de steden en de landbouw Opdracht 24 Waarom is water belangrijk in fabrieken, steden en in de landbouw? Bespreek1 het met je klasgenoten. Noteer de belangrijkste besluiten op een apart blad. Tijdens het klasgesprek hou je rekening met deze tips. • Denk eerst even na over het onderwerp: wat weet je er al over? • Luister goed naar wat je medeleerlingen zeggen. • Zwijg wanneer een medeleerling aan het woord is. • Wacht tot je medeleerling is uitgepraat en onderbreek niemand. • Vertel wat je wil zeggen in een logische volgorde. • Praat duidelijk. • Blijf bij het onderwerp. • Vraag uitleg als je iets niet begrijpt. • Reageer actief als er vragen gesteld worden.

5.1.3 Waterzuivering in Vlaanderen ‘De terugkomst van prachtige waterdieren als de otter of de zeehond toont aan dat het met de waterkwaliteit in Vlaanderen de goede kant opgaat. De bijdrage die Aquafin daarin de voorbije decennia (periodes van tien jaar) geleverd heeft, is daarbij van doorslaggevend belang geweest’, schreef Chris Steenwegen (directeur van Natuurpunt) op de website van deze organisatie. Aquafin werd in 1990 opgericht door het Vlaamse gewest om de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen verder uit te bouwen, te leiden en te financieren.

Opdracht 25 1 Zijn er rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) bij jou in de buurt? Zo ja, waar zijn ze gelegen? Je leerkracht zal je de nodige informatie geven om deze installaties op te sporen.

Persoonlijk antwoord.

ikipedia.org).

‘Rwzi Antwerpen-Zuid’, internet, (http://nl.w

1 bespreken: overleggen met anderen, samen praten over wat jullie zullen doen

30

Milieu


2 Hoe werkt een rioolwaterzuiveringsinstallatie in Vlaanderen? Bekijk het filmpje over waterzuivering in Vlaanderen via het onlinelesmateriaal. Tijdens het bekijken van het filmpje kan je aantekeningen maken op een kladpapiertje. Kijk aandachtig naar de verschillende stappen waarin water gezuiverd wordt en beantwoord dan de vragen. a Welke verontreinigende stoffen worden bij de mechanische zuivering uit het afvalwater verwijderd?  voedingsstoffen (eiwitten, vitaminen, vetten, mineralen …)  slib  grofvuil  b Welke verontreinigende stoffen worden in het beluchtingsbekken uit het afvalwater verwijderd?  slib  organische stoffen (materiaal waaruit levende en dode organismen zijn opgebouwd en  dat door micro-organismen kan worden afgebroken)  grofvuil c De zuivering van organische stoffen gebeurt door middel van:  roosters.  bacteriën en zuurstofgas.   scheikundige stoffen. d Waar komt het gezuiverde water uit de RWZI terecht?  in flessen als drinkwater  in de riool  in  een beek of rivier e Plaats deze afbeeldingen in de juiste volgorde (1-2-3). 1 3

2

‘Grofvuilroos

ter’, internet,

(http://www2

.zuiderzeela

nd.nl).

5 Het blauwe goud

31


5.2 Als water en vuur Opdracht 26 Ga even terug naar de familie Beekman op p. 14. Op deze tekening kan je duidelijk een onderscheid1 maken tussen waterverspilling en watervervuiling. Schrijf de verschillende situaties in de passende kolom: waar gaat het over waterverspilling en waar gaat het over watervervuiling?

waterverspilling

watervervuiling

•  Kraan open tijdens het

•  Afvalstoffen lozen in beken,

•  Kraan open bij het inzepen

•  Motorolie in de wasbak gieten.

tandenpoetsen.

onder een douche.

rivieren …

•  Auto wassen met tuinslang en kraantjeswater.

•  Te veel water gebruiken bij het wassen van de auto.

Opdracht 27 Hoe zou de familie Beekman hun waterverbruik kunnen verminderen? Zoek zelf enkele oplossingen en tips.

•  Vul een bekertje met water tijdens het tandenpoetsen.

•  Gebruik regenwater om de auto te wassen of gebruik emmers water. •  Doe de kraan dicht als je je inzeept onder de douche.

•  Gebruik niet te veel water bij het wassen van de auto. •  Hou motorolie bij in de milieubox.

Afsluiter Themaopdracht. Je krijgt van je leerkracht ‘flitskaarten’ voor het thema ‘Water’. Doe nu hetzelfde als bij het thema ‘Lucht’.

1 het onderscheid: het verschil

32

Milieu


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.