STORIA HD GO! 1 - Volledig inkijkexemplaar

Page 1

STORIA 1 GO!

HD

In

ki

jk ex

em

pl aa

r

LEERWERKBOEK


r

pl aa

em

jk ex

ki

In


INHOUD 4

D Het oude nabije oosten (ca. 3500-800 v.C.)

83

A Vaardig in geschiedenis

8

Les 13 Het ontstaan van de stroomculturen Les 14* Egypte: het land van de Nijl Ontdekplaat –Egypte en de Nijl Les 15 Farao en co. Les 16 Egypte onder de farao’s Ontdekplaat –Bloei en verval van Egypte Les 17 De Egyptische godsdienst Ontdekplaat –Egyptische goden Les 18 Leven na de dood Les 19* De Egyptische kunst

84 90

pl aa

Les 2 De tijdrekening 9 Les 3 Domeinen in de geschiedenis 15 Les 4 Plaatsen en ruimten 18 Ontdekplaat –Vaardig in geschiedenis Overzicht A 22

r

Les 1 Inleiding

B Prehistorie

23

99 103 107 117 124

Ontdekplaat –Kunst in dienst van de farao en de goden Les 20 Egypte: wetenschap en techniek 132 Les 21* Het dagelijkse leven in het 137 Oude Egypte Les 22 Mesopotamië en Egypte: een vergelijkend onderzoek 140 Les 23 De evolutie van het schrift 146 Overzicht D 152

ki

jk ex

em

Les 5 De evolutie van de mens 24 Ontdekplaat –De evolutie van de mens Les 6 Jagers en voedselverzamelaars in de oude steentijd 34 Les 7* De nieuwe steentijd of het ‘neolithicum’ 43 Les 8 De werktuigen van de 51 prehistorische mens Ontdekplaat –De werktuigen van de prehistorische mens Les 9 De bronnen van de geschiedenis 58 Les 10 Redeneren over bronnen 62 Les 11* Onderzoek 66 Overzicht B 73 C De prehistorie in Noordwest-Europa

In

74

Les 12 Raadsels in steen 75 Ontdekplaat –Raadsels in steen Herhalingsoefeningen 82

E Je weg vinden in het verleden

153

Les 24 Herhalingsoefeningen 154 Les 25* Onderzoek 157 Ontdekplaat –De graftombe van Toetanchamon Les 26 Herhalingsles 162 Woordenlijst 164 Mijn persoonlijk woordenboek 168 * Deze les kan georganiseerd worden als BZW-les (Begeleid Zelfstandig Werken)

INHOUD

3


1

INLEIDING

1

Op verkenning in STORIA HD GO!

r

Je vindt de inhoudsopgave van dit leerwerkboek op blz. 3. Kijk eens hoeveel lessen er zijn gepland. In hoeveel groepen of onderdelen kun je ze onderverdelen? Elk onderdeel heeft een titel. Als je die leest, weet je welke onderwerpen je dit schooljaar bestudeert.

pl aa

Het leerwerkboek

em

De lessen hebben steeds dezelfde structuur, maar de leerstof wordt op verschillende manieren aangebracht. Tijdens sommige lessen zal je leraar veel vertellen; andere lessen worden grotendeels of volledig opgebouwd aan de hand van verschillende soorten opdrachten. Die opdrachten kun je klassikaal, in groepjes of individueel oplossen. De onderstaande illustraties maken de structuur van elke les duidelijk.

2 Duidelijke lestitels

4 Het kaartje vertelt over welk gebied de les gaat. In het vakje onder de kaart kun je verwijzen naar kaarten uit je historische atlas.

3 Een krachtige inleiding met de onderzoeksvragen van de les

jk ex

OPDRACHT 2

Raadsels in steen

Megalithische monumenten in België In ons land kun je vandaag op een tiental plaatsen megalieten terugvinden. Ze bevinden zich bijna allemaal in Wallonië. Bron 1

Bron 2

In de omgeving van het Waalse dorpje Wéris staan megalieten. Het hunebed dat je hier

In Hollain bij Doornik staat de beroemdste Belgische menhir: de ‘Pierre Brunehaut’. Hij

ziet, is een van de best bewaarde in ons land. Het is 11 m lang, 5 m breed en 2 m hoog. Het wordt gedateerd tussen 3500 v.C. en 2500 v.C.

is 5,9 m hoog (waarvan 1,9 m in de grond), 3,3 m breed, 0,5 m dik en is waarschijnlijk ca. 2500 v.C. opgericht. Men gelooft in de streek

Op het einde van de 19e eeuw heeft men het hunebed opgegraven en gerestaureerd. Er

dat het einde van de wereld aanbreekt als de steen omvalt.

Omstreeks het begin van het 5e millennium v.C. beginnen mensen in West-Europa met grote stenen monumenten te bouwen. Vandaag worden die monumenten ‘megalieten’ genoemd. Dat woord komt uit het Grieks en betekent letterlijk: ‘grote stenen’.

1 Lesnummer

Wie heeft die megalieten gebouwd? Welke ‘soorten’ megalieten onderscheiden we? Welk doel hadden die monumenten? Hoe werden ze gebouwd? Wat is het meest bekende megalithische monument?

±2 50 020 00 v.C .

Kaartnr(s).

werden beenderresten, potscherven en stenen pijlpunten gevonden.

In

±6 00 0

v.C

.

ki

5 Deze icoontjes geven aan welke domeinen in de les aan bod komen.

NEOLITHICUM IN EUROPA

6 De tijdlijn situeert de les in de tijd.

1

- Welke soort bron zijn de megalieten? Omcirkel. Historische bron / historisch werk Primaire bron / secundaire bron

Neolithische samenlevingen in Europa bouwen grote monumenten

Geschreven bron / ongeschreven bron

Tussen ongeveer 4800 v.C. en ca. 1500 v.C. worden in West-Europa veel megalithische constructies gebouwd. Ook in (delen van) Afrika, Azië en Oceanië vinden we gelijkaardige constructies terug. Over wie die megalieten in Europa heeft gebouwd, bestaat veel onduidelijkheid. Er zijn namelijk

- Beschrijf een van deze twee megalieten. Uiterlijk:

geen geschreven bronnen van die megalietenbouwers. Meer dan waarschijnlijk gaat het niet om één aparte beschaving, maar om verschillende afzonderlijke samenlevingen. Er bestaan

Ouderdom:

verschillende soorten van megalieten. De bekendste ‘types’ zijn de menhirs en de hunebedden. Een menhir is een grote, rechtopstaande steen. Menhirs werden dikwijls in rijen of cirkels bij

Weetje:

elkaar gezet. Op die manier dienden ze misschien als tempel voor godsdienstige plechtigheden of als observatorium om aan de hand van de beweging van de hemellichamen een kalender op te stellen. Een hunebed of dolmen lijkt op een reusachtige stenen tafel. Archeologen denken

- In de loop der tijd zijn er heel wat megalieten verloren gegaan. Bedenk hiervoor enkele oorzaken.

dat dolmens als grafkamer gediend hebben. Die kamer werd dan met aarde of losse stenen bedekt. In sommige dolmens heeft men nog menselijke beenderen teruggevonden. De bekendste megalithische monumenten bevinden zich in Bretagne (Frankrijk) en Zuid-Engeland. OPDRACHT 1

Duid in de tekst aan waarom onze kennis over de megalietenbouwers beperkt is. - Uit welk millennium v.C. dateert de ‘Pierre Brunehaut’?

C

7 Ondertitels leiden de verschillende delen van de les in.

4

INLEIDING

LES

DE PREHISTORIE IN NOORDWEST-EUROPA

75

76

LES 12

RAADSELS IN STEEN

8 Moeilijke woorden krijgen een ander kleurtje. Ze worden verklaard vanaf blz. 164. Als er nog woorden zijn die je niet begrijpt, schrijf je ze op in je ‘persoonlijk woordenboek’ op blz. 168 in dit leerwerkboek. De verklaring zoek je op in een woordenboek. Je kunt ook uitleg vragen aan je leraar.


9 In de rubriek ‘OnWAARschijnlijk’ vind je extra informatie over de les: boeiende verhalen die je normaal niet in schoolboeken terugvindt.

10 Een schema van de lesinhoud op het einde van de les helpt je de les te studeren.

LES 5

ONWAARSCHIJNLIJK!

SCHEMA

Al sinds de middeleeuwen doen de meest fantastische verhalen de ronde over de megalithische monumenten.

De evolutie van de mens

Dat komt vooral omdat men er weinig over wist en eigenlijk nog steeds weinig over weet. Een voorbeeld. In het dorpje Mousny in de Ardennen bevinden zich een hoop grote keien die min of meer een cirkel vormen. Een legende beweert dat de keien eigenlijk een herder en zijn schapen zijn. Zij werden door Jezus Christus in stenen veranderd omdat de herder Christus weigerde te helpen! Andere verhalen brengen megalieten in verband met de duivel, bovennatuurlijke krachten en zelfs buitenaardse wezens. Nog altijd zijn er mensen die dergelijke zaken geloven.

1 De mens is vrij jong in vergelijking met de leeftijd van de aarde Miljoen jaar geleden 4 540

Ontstaan van de aarde

63

Uitsterven van de reuzenreptielen

7à6

De eerste mensachtigen

2,5

De eerste homo-soorten

2 Wetenschappers zoeken naar sporen van de oudste mensen en mensachtigen De evolutieleer (Charles Darwin): alle levende wezens op aarde evolueren. We beschikken over twee informatiebronnen over de eerste mensen:

Bron: www.megalitica.be

• •

overblijfselen van mensen (bv. beenderen), sporen van menselijke handelingen (bv. werktuigen).

3 De stamboom van de mens is eerder een warrige struik

1 het begrip ‘millennium’ uitleggen 2 de begrippen ‘megaliet’, ‘hunebed’, ‘menhir’ en ‘observatorium’ uitleggen 3 de samenlevingen van de megalietenbouwers in de tijd situeren 4 twee theorieën over de betekenis en de bouw van megalithische monumenten geven 5 de mysterieuze reputatie van Stonehenge verklaren

LES 12

1 informatie uit teksten, kaarten en afbeeldingen halen 2 megalieten observeren en beschrijven

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

RAADSELS IN STEEN

De ontwikkelingsfasen van de mens:

jk ex

12 Na elk onderdeel vind je een handig overzicht van de geziene leerstof.

In

ki

13 Op drie plaatsen in het leerwerkboek vind je een origineel en spannend verhaal van jeugdauteur Dirk Bracke. Daarmee zul je de geschiedenis op een net iets andere manier (her)beleven. Je kunt de verhalen ook beluisteren bij het onlinelesmateriaal.

Mensachtigen

Australopithecus (= zuidelijke mensachtige)

Mensen

Homo habilis (= handige mens)

Homo erectus (= rechtopstaande mens) Homo neanderthaler Homo sapiens (= wetende mens)

11 Nadat je de les hebt geleerd, moet je deze zaken KENNEN en KUNNEN. Het icoontje verwijst naar de oefeningen op diddit. De begrippen die je moet kennen, staan altijd bovenaan.

werktuigen vervaardigen.

Verschillende mensensoorten kwamen tegelijkertijd voor, heel wat soorten stierven uit.

em

80

KUNNEN

pl aa

KENNEN

r

Een mens onderscheidt zich door drie kenmerken: • voldoende hersenen, • rechtop lopen,

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

B

PREHISTORIE

33

VERHAAL

Rama en Austra

DIRK BRACKE

Over de evolutie en levenswijze van mensachtigen in Oost-Afrika

1

5

10

15

20

25

30

35

40

Die ochtend ontdekte Rama iets vreemds. Het oerwoud leek op te houden; hij had de rand van zijn wereld bereikt. Het oerwoud ging langzaam over in een vlakte met hoog gras en struiken. Eigenlijk had hij schrik om verder te gaan en hij merkte dat Bosei ook onrustig was. Enkele dagen geleden had hij het wijfje uit een vreemde groep kunnen meelokken, maar hij was bang dat een mannetje hen zou volgen om haar terug naar de groep te slepen. ‘Laat ons teruggaan.’ Bosei jankte en liep soms een eindje terug. Met een primitieve taal konden ze elkaar iets vertellen. ‘We gaan verder.’ Ze protesteerde snauwend, maar toch volgde ze hem. Na een tijdje zag Rama een waterpoel. Hoe lang was het al niet geleden dat hij nog eens de scheuten en de malse, jonge stengels van waterplanten had geproefd. Hij liep naar het water en keek met enige trots naar zijn spiegelbeeld. Aan de overkant van de poel lesten enkele gazellen hun dorst. Rama kende die dieren niet. Ze leefden vast niet in het oerwoud. Maar omdat er zoveel water tussen hen lag, voelde hij zich niet bang. Ook Bosei staarde als versteend naar de vreemde wezens. De gazellen keken op. Ze vluchtten een eindje weg en wachtten argwanend af. Enkel een kalfje waagde zich wat dichter naar het water. Rama voelde dat er gevaar dreigde. Hij speurde scherp rond. De poel lag vol takken, bladeren en halfrotte boomstammen. Een kleine rimpeling dreef langzaam over het water. Meteen wist Rama wat er ging gebeuren. Ook in het oerwoud kenden ze krokodillen. Hij brak een lange, dunne tak af en zwaaide hem gillend boven zijn hoofd. Terwijl hij op en neer sprong, meende hij dat die tak hem groter maakte. De krokodil zou misschien schrik krijgen. De valse boomstam dobberde schijnbaar toevallig

45

50

55

60

65

70

75

80

in de richting van het jong. Plotseling schoot de monsterachtig lange muil uit het water. Twee rijen vlijmscherpe tanden klapten in de nek van het jong. Een scherpe kreet klonk over het water. De andere gazellen vluchtten weg. Rama zag hoe het water opspatte. Nog even merkte hij de spartelende poten van de prooi boven het water. Enkele ogenblikken later was de poel weer kalm. De kringen op de oppervlakte verkleinden. Het werd weer stil. De krokodil zou haar prooi onder water verdrinken, ze naar een rustige plaats slepen en daarna opeten. Rama besloot de grasvlakte te verkennen op zoek naar voedsel. Bosei was in de boom achtergebleven. Austra hing aan haar borst en dan kon ze niet snel genoeg vluchten als er gevaar dreigde. Tenslotte waren ze niet sterk, niet eens snel. Rama moest het voedsel maar halen. Nog voor hij het oerwoud helemaal had verlaten, ontdekte hij een bessenstruik. Hij kon het niet laten om enkele bessen op te eten. Een trosje bessen hing hoog in de struik en Rama richtte zich op zijn achterpoten om ze te plukken. Hij bleef rechtop lopen om zich een weg te banen door de hoge grassen van de savanne. Een brede strook met lang gras scheidde hem nu van het oerwoud. Hij voelde zich erg onveilig. Maar hij vergat zijn angst onmiddellijk toen hij tussen het gras vijf struisvogeleieren ontdekte. Meteen liet hij de bessen vallen, nam twee eieren op en liep snel terug. Ook tussen de bomen in het oerwoud bleef hij nu rechtop lopen. Bosei zag hem aankomen. Hij kon de blijdschap van haar gezicht aflezen. ‘Kijk, ik heb een ei meegebracht’, toonde Rama aan Austra. ‘Ei’, zei Bosei nadrukkelijk tegen de baby. Rama reikte haar de eieren aan en liet zich vliegensvlug weer uit de boom zakken. Op vier poten holde hij weg. In het grasland RAMA EN AUSTRA — DIRK BRACKE

41

INLEIDING

5


Leerstof kun je inoefenen op jouw niveau.

Je kunt vrij oefenen en de leerkracht kan ook voor jou oefeningen klaarzetten. Je kunt kiezen uit: - oefeningen per les - oefeningen op ‘tijd, ruimte, domein’ - oefeningen op ‘werken met bronnen (HD)’ - oefeningen op ‘kennis’ - oefeningen op ‘begrippen’

pl aa

Hier vind je de opdrachten terug die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.

Hier kan de leerkracht toetsen en taken voor jou klaarzetten.

Benieuwd hoe ver je al staat met oefenen en opdrachten? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.

Hier vind je het lesmateriaal per les of per leerstofonderdeel (o.a. de videobestanden en audiobestanden). Je merkt ook dat je kunt kiezen tussen verschillende oefeningen. Daarnaast zijn er de ontdekplaten waarmee je zelf aan de slag kunt. Je vindt er allerlei soorten bronnen, filmmateriaal enz. rond een bepaald thema. Ga op ontdekkingstocht en voer de opdrachten uit. Veel plezier!

In

ki

jk ex

em

r

het onlineleerplatform bij STORIA HD GO!

STORIA Ontdekplaat

Naam:

Egypte en de Nijl

Klas:

Nr.

Datum:

1 Welke historische vraag wordt er in deze ontdekplaat beantwoord? Onderlijn.

/1

-

Welk verband is er tussen de Nijl en het ontstaan van de Egyptische samenleving?

-

Hoe regelen de Egyptenaren vandaag de overstroming van de Nijl?

2 Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

/3

Het leven van de Egyptenaren is ingedeeld in 3 seizoenen. Welke? 1= 2= 3= In welk seizoen worden er dijken aangelegd om het water vast te houden? In welk seizoen werken de Egyptenaren aan grote bouwwerken? In welk seizoen wordt er geploegd, gezaaid en gewerkt aan de irrigatie? 3 Juist of onjuist? Omcirkel en verbeter de fouten. Nijlkrokodillen worden in het Oude Egypte ook als huisdier gehouden.

6

HET ONLINELEERPLATFORM BIJ STORIA HD GO!

/4 Juist

Onjuist

De Egyptische moedergodin Tawaret wordt afgebeeld als een krokodil.

Juist

Onjuist

De terugkeer van de ibissen valt samen met de oogsttijd.

Juist

Onjuist

Papyrusriet is een zeldzame plant langs de Nijl.

Juist

Onjuist


Geschiedenis studeren: in de klas en thuis Welkom in de geschiedenislessen van het eerste jaar van het secundair onderwijs. Geschiedenis is heus niet zo moeilijk als sommigen beweren. Het komt eropaan de lessen op de juiste manier aan te pakken. Luister daarom naar de raadgevingen van je leraar. Goed opletten tijdens de lessen brengt je al een hele stap vooruit. Je leraar zal je ook uitleggen hoe je de leerstof thuis kunt herhalen en instuderen. In de loop van het schooljaar zul je merken dat geschiedenis veel meer is dan feiten en datums uit het hoofd leren. Lesteksten kun je samenvatten met een schema of een mindmap. Dat zijn goede geheugensteunen. Bekijk vervolgens het schema. Dat bevat de hoofdzaken en de kernwoorden. Probeer nu aan de hand van het schema de inhoud van de les op te zeggen. Als je op deze manier de les verkent, wordt er heel wat informatie in je geheugen opgeslagen. Je zult dus heel wat tijd besparen bij het instuderen.

pl aa

Als je aandachtig luistert en actief meewerkt in de klas, zul je thuis gemakkelijker de leerstof kunnen instuderen. In de klas doe je het volgende: - prent de titel van de les onmiddellijk in je hoofd; - let op de ondertitels; ze vatten de hoofdlijnen van de les samen; - het is belangrijk dat je alles begrijpt; woorden of onderdelen die je niet begrijpt, kun je immers moeilijk onthouden; - probeer te antwoorden op vragen die je leraar stelt; - bestudeer de bronnen en de opdrachten aandachtig; - zorg ervoor dat je notities ordelijk, volledig en foutloos zijn.

r

In de klas

Oefenen Tijdens de geschiedenislessen leer je ook historische vaardigheden. Je leert hoe je historische informatie ontdekt, onderzoekt en structureert. Je zult zo bijvoorbeeld leren om informatie te halen uit bronnen, tijdlijnen en kaarten. Vaardigheden verwerf je door te oefenen. Maak de opdrachten opnieuw en kijk na of je antwoorden juist zijn. De vaardigheden zijn minstens even belangrijk als de inhoud van de les.

em

Thuis

jk ex

Voorbereiden Neem wat je nodig hebt om je les in te studeren: je agenda, je leerwerkboek, notities, een te verbeteren test enz. Studeer op een rustige en ordelijke plaats, zodat je geconcentreerd kunt werken.

ki

Verkennen Bestudeer eerst de opbouw van de les. Lees de inleiding en bekijk het kaartje, de domeinen en de tijdlijn. Daarna noteer je de titels en de ondertitels. Zo ken je de hoofdlijnen al.

In

2

Lezen en begrijpen Neem de hele les grondig door en controleer of je alles echt begrijpt. De teksten en de bronnen brengen het verhaal van de les. Om het verhaal te begrijpen, moet je ook alle woorden die aan bod komen begrijpen. Bij het vak geschiedenis horen heel wat specifieke begrippen. We onderscheiden historische begrippen en structuurbegrippen. Deze laatste gaan over het vak geschiedenis. Je vindt ze in een kleurtje in de woordenlijst.

Studeren De avond voor een test of examen moet je de les instuderen. Studeer de definities van de begrippen die je moet kennen. Leer het schema uit het hoofd en overloop nog eens alle opdrachten. Controleren Controleer of je het schema zelf opnieuw kunt samenstellen. Vergelijk met het schema in je leerwerkboek. Ga na of je elk woord en elk verband tussen de woorden in het schema kunt uitleggen. Raadpleeg de lijst KENNEN en KUNNEN. KENNEN geeft weer wat je van de leerstof moet onthouden en uitleggen. KUNNEN somt op welke vaardigheden in de les aan bod zijn gekomen. De lijst KENNEN en KUNNEN is een prima controlemiddel om na te gaan of je de leerstof beheerst. De puntjes die je onder de knie hebt, vink je aan in het voorziene vakje. Zo heb je altijd een goed overzicht. Op diddit vind je interactieve opdrachten om KENNEN en KUNNEN verder in te oefenen.

ďťż

INLEIDINGďťż

7


Geschiedenis is de wetenschap die onderzoekt hoe de mensen vroeger leefden. Geschiedkundigen of historici zijn de wetenschappers die het verleden bestuderen. Ze houden daarbij rekening met aantal zaken. In dit onderdeel leer je hoe ze hun weg vinden in het verleden.

In

ki

jk ex

em

pl aa

r

A

Vaardig in geschiedenis

Archeologische opgravingen in de buurt van Lima, Peru in mei 2004

8

A ďťż VAARDIG IN GESCHIEDENIS


2

De tijdrekening De geschiedenis onderzoekt het verleden van de mens. Dat verleden gaat van zeer lang geleden tot nog maar pas gebeurd. In die lange periode ontstaan en verdwijnen menselijke samenlevingen, zoals die van de Egyptenaren en de Romeinen. Geschiedenis heeft dus met de tijd te maken.

pl aa

r

Hoe deel je die tijd overzichtelijk in? Hoe kies je een vertrekpunt voor een tijdsindeling? Heeft elke samenleving hetzelfde vertrekpunt? Hoe stel je de tijd zichtbaar voor?

KLASSIEKE OUDHEID

4

5

0

19 ±

17 ±

±

14

5

5

0

0

0

5

±

MIDDELEEUWEN

HEDENDAAGSE TIJD

MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD

Elke samenleving heeft een eigen tijdrekening

ki

Een tijdrekening is een manier om de jaren te tellen vanaf een bepaald vertrekpunt. Meestal kiest men daarvoor een belangrijke gebeurtenis. Elke tijdrekening start met het jaar 1. Het jaar nul bestaat dus niet! Niet elke samenleving kiest hetzelfde vertrekpunt. Onze samenleving kiest bijvoorbeeld de geboorte van Christus als vertrekpunt. Men spreekt daarom van de christelijke tijd­rekening. De moslims (volgelingen van de islam) gebruiken de islamitische tijdreke­ning. Die begint met de vlucht van de profeet Mohammed uit de stad Mekka. Voor hen is dat dus het jaar 1. Volgens de christelijke tijdrekening is dat echter het jaar 622. Joden starten hun tijdrekening met de schepping van de wereld. Die gebeurtenis situeren ze in het jaar 3761 voor de geboorte van Christus. De islamitische en de joodse kalender zijn gebaseerd op de maan. Daardoor duurt hun jaar 354 dagen en begint hun nieuwe jaar niet altijd op hetzelfde tijdstip. Je kunt het joodse of islamitische jaartal niet zomaar berekenen door het christelijke jaartal erbij te tellen of ervan af te trekken. Het ‘christelijke’ jaar 2020 is het jaar 1441 of 1442 in de islamitische tijdrekening en het jaar 5780 of 5781 in de joodse tijdrekening.

In

1

OUDE NABIJE OOSTEN

jk ex

PREHISTORIE

em

±

±

8

35

0

0

0

0

v.

v.

C

C

.

.

Kaartnr(s).

A

Vaardig in geschiedenis

9


OPDRACHT 1

Onderstreep de juiste antwoorden. • Het jaar nul bestaat / bestaat niet. • De christelijke tijdrekening begint met de geboorte van Christus / de kruisiging van Christus. • De islamitische tijdrekening is ouder / jonger dan de christelijke tijdrekening. • De joodse tijdrekening is ouder / jonger dan de christelijke tijdrekening.

2

Om de tijd te kunnen indelen, gebruiken we een aantal begrippen

em

1

pl aa

r

Om de gebeurtenissen aan te duiden die zich afspelen voor het begin van onze tijdrekening gebruiken we de afkorting ‘v.C.’ . Dat betekent ‘voor Christus’. Zo zou de stad Rome gesticht zijn in 753 v.C. Dat wil zeggen: 753 jaar voor het begin van onze tijdrekening of 753 jaar voor de geboorte van Christus. Voor feiten na het begin van onze jaartelling schrijven we gewoon het jaartal. Zo keuren de Verenigde Naties in 1989 de kinderrechten goed. Het beginjaar en het laatste jaar van een eeuw zijn een beetje verwarrend. Een eeuw begint altijd met het eerste jaar en eindigt bij het honderdste jaar. Hieronder zie je een voorbeeld voor de eerste eeuw. na Christus 100

Voor de eeuwen die voor Christus komen, moet je even opletten. De tweede eeuw v.C. bijvoorbeeld begint in het jaar 200 v.C. en eindigt in het jaar 101 v.C.

jk ex

voor Christus

200 v.C.

Geef de begin- en einddatum van de volgende eeuwen.

ki

OPDRACHT 2

• 3e eeuw v.C. :

begin:

einde:

• 20e eeuw:

begin:

einde:

In

OPDRACHT 3

101 v.C.

In welke eeuw vallen de volgende jaartallen? • 406 v.C.:

• 1453:

• 1789:

• 1302:

• 1500:

• 2001:

Je kunt een aantal jaren in groepjes indelen: een periode van 10 jaar noemt men een ‘decennium’, een periode van 100 jaar is een ‘eeuw’ en een periode van 1000 jaar wordt een ‘millennium’ genoemd.

10

LES 2

De tijdrekening


OPDRACHT 4

Uit hoeveel jaar bestaan … • twee decennia?

• zes millennia?

• vijf eeuwen?

Het verleden wordt soms ook ingedeeld in generaties. Men kijkt dan naar leeftijdsgroepen, mensen die ongeveer in dezelfde periode geboren zijn. Die periode kan enkele decennia omvatten. Jij behoort bijvoorbeeld tot de generatie die rond de eeuwwisseling geboren is. Je ouders en je grootouders behoren elk tot een andere generatie.

3

We gebruiken een ‘tijdlijn’ om de tijd zichtbaar voor te stellen

Bestudeer de tijdlijn van de Belgische koningen.

In

ki

jk ex

OPDRACHT 5

em

pl aa

r

Een tijdlijn is een horizontale of verticale lijn met een vertrekpunt en een eindpunt. De tijdlijn stelt de gebeurtenissen voor in chronologische volgorde. Dat wil zeggen: eerst de eerste gebeurtenis, daarna de tweede en zo verder. Een jaartal stelt men op de lijn voor met een streepje. Tijdsaanduidingen zoals jaren, decennia, eeuwen of millennia hebben op een tijdlijn elk hun eigen lengte. Belangrijke kenmerken of gebeurtenissen uit een periode worden op een tijdlijn extra vermeld. Een tijdlijn moet je dus leren lezen. Bovendien moet je er zelf een kunnen maken die door anderen kan gelezen worden.

koning Leopold I

koning Leopold II

koning Albert I

koning Leopold III

koning Boudewijn I

koning Albert II

koning Filip I

• Welke koning regeert het langst? ............................................................................................................................................................................................................... • Welke koning voor Albert II kent de kortste regeerperiode? ........................................................................................................................... • Welke koningen worden nog opgevolgd tijdens hun leven? ............................................................................................................................

A

Vaardig in geschiedenis

11


OPDRACHT 6

Vervolledig de onderstaande tijdlijn. De tijdlijn start bij het jaar 400 v.C. en loopt door tot het jaar 2050. Elke eeuw is 0,7 cm. Duid op de tijdlijn het volgende aan: • het begin van onze tijdrekening; • het begin van de islamitische tijdrekening; • de 15e eeuw, de 20e eeuw en de 3e eeuw v.C.; • het jaar waarin jij nu leeft.

2050

pl aa

r

400 v.C.

4

Onze geschiedenis wordt ingedeeld in zeven tijden

OPDRACHT 7

jk ex

em

De geschiedenis bevat enorm veel gebeurtenissen. Daarvan een overzicht krijgen is niet eenvoudig. Daarom wordt het verleden ingedeeld in perioden die we ook tijden of tijdvakken noemen. Vroeger heb je misschien al een bepaalde indeling van het verleden geleerd. Vanaf dit jaar gebruik je een indeling in zeven verschillende tijden of tijdvakken. We onderscheiden: prehistorie, oude nabije oosten, klassieke oudheid, middeleeuwen, vroegmoderne tijd, moderne tijd en hedendaagse tijd. Die indeling geldt niet voor de hele wereld. De Chinezen bijvoorbeeld gebruiken een andere indeling. Op de uitvouwbare tijdlijn bij je leerwerkboek zie je een overzicht van twee verschillende tijdsindelingen.

De zeven tijden of tijdvakken

In

ki

Neem de uitvouwbare tijdlijn. Zijn de stellingen juist of onjuist? Zet een kruisje in het juiste vakje.

12

LES 2

a

Alle tijden duren even lang.

b

Wij leven in de hedendaagse tijd.

c

Het jaar 1 valt in de middeleeuwen.

d

De vroegmoderne tijd komt voor de moderne tijd.

e

De nieuwe tijden in tijdlijn 2 vallen in het secundair onderwijs uiteen in drie tijden.

f

De prehistorie/oudheid vallen in het secundair onderwijs uiteen in twee aparte tijden.

g

De hedendaagse tijd duurt langer dan de middeleeuwen.

De tijdrekening

Juist

Onjuist


OPDRACHT 8

In welke van de zeven tijden horen de afbeeldingen thuis? Gebruik daarvoor het stickervel achteraan in je leerwerkboek. Kleef de juiste tijd bij elke afbeelding.

a Kathedraal Notre Dame van Parijs, gebouwd tussen 1163 en 1225

b De Eiffeltoren in Parijs,

pl aa

r

gebouwd in 1889

c Koepel van de Sint-Pietersbasiliek in Rome,

ki

jk ex

em

gebouwd in de 16e eeuw

In

d Het Atomium in Brussel, gebouwd in 1958

A

Vaardig in geschiedenis

13


ONWAARSCHIJNLIJK! Geschiedenis heeft alles te maken met tijd. Zoveel tijd dat we het ons moeilijk kunnen voorstellen. Hoeveel tijd dan? Hoe lang bestaat de aarde al? En hoe lang zijn er al mensen?

jk ex

em

pl aa

r

Vandaag bepalen wetenschappelijke metingen dat de aarde ongeveer 4,54 miljard jaar oud is en dat de eerste mensachtigen tussen de 7 en 6 miljoen jaar geleden zijn verschenen. Zoveel geschiedenis is moeilijk te vatten … Nog niet zo heel lang geleden, in het begin van de 18e eeuw, werd de ouderdom van de aarde nog op een aantal 100 000 jaren geschat en de leeftijd van de mensen op een paar 1000 jaar. En als we nog een beetje verder teruggaan in de geschiedenis, wordt het nog krasser: een Ierse bisschop berekende met behulp van de Bijbel dat God de aarde schiep in het jaar 4004 voor Christus. Ondanks al zijn inspanningen zat die bisschop er dus ongeveer een miljoen keer naast! Bijbelteksten zijn natuurlijk ook geen geschikte bron voor dit soort berekeningen. Maar goed, het is interessant om weten dat de mensen pas in het midden van de 19e eeuw beginnen te beseffen dat de aarde gigantisch veel ouder is dan men tot dan toe dacht.

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

ki

KENNEN

In

1 de begrippen ’tijd’, ‘chronologie’, ‘periode’, ‘tijdrekening’, ‘tijdlijn’, ‘generatie’, ‘decennium’, ‘eeuw’ en ‘millennium’ uitleggen 2 het vertrekpunt van drie tijdrekeningen geven 3 de tijden met begin- en eindjaar in de juiste chronologische volgorde opnoemen

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

14

LES 2

De tijdrekening

KUNNEN 1 de afkorting ‘v.C.’ gebruiken 2 begin- en eindjaar van een eeuw opnoemen 3 een jaartal uit een willekeurige eeuw opnoemen 4 een jaartal in de juiste eeuw, het juiste millenium en de juiste tijd plaatsen 5 een tijdlijn lezen 6 zelf een tijdlijn maken 7 een gebeurtenis in de juiste tijd plaatsen 8 gebeurtenissen chronologisch rangschikken


3

Domeinen in de geschiedenis

Waarover gaan de domeinen eigenlijk?

pl aa

r

De geschiedenis bestudeert het verleden van de mens. Dat omvat heel wat gebeurtenissen. Om een beter inzicht te verkrijgen, delen geleerden de gebeurtenissen in soorten in: je hebt zo politieke, sociale, economische en culturele gebeurtenissen. Men noemt die soorten de maatschappelijke domeinen.

OUDE NABIJE OOSTEN

KLASSIEKE OUDHEID

4

5

0

19 ±

17 ±

±

14

5

5

0

0

0

5

MIDDELEEUWEN

HEDENDAAGSE TIJD

MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD

jk ex

1

±

±

±

PREHISTORIE

em

8

35

0

0

0

0

v.

v.

C

C

.

.

Kaartnr(s).

Het politieke domein

In

ki

Om te kunnen samenleven, moeten mensen afspraken maken. Dat gebeurt in een school, een gezin, een land enz. Die afspraken leggen vast wat mag en niet mag. Ze bepalen ook wat je moet doen en waar je recht op hebt. Er zijn mensen nodig die dat allemaal organiseren. Zij besturen en hebben macht. Politiek gaat over wie die macht heeft, hoe men de macht krijgt en hoe men bestuurt. Mensen leven samen in een bepaald gebied. Soms moet men dat beschermen tegen invallers. Soms probeert men zelf zijn gebied verder uit te breiden. In nog andere gevallen werkt men met andere gebieden samen. Politiek gaat dus ook over oorlog en vrede met andere gebieden.

2

Het sociale domein Het sociale domein deelt mensen in groepen in. Dat kan op basis van rijkdom (arm en rijk), politieke macht, godsdienst, onderwijs enz. Sociaal gaat ook over hoe mensen samenleven. Tussen verschillende groepen in de samenleving kan er onenigheid ontstaan.

A

Vaardig in geschiedenis

15


3

Het economische domein Om te (over)leven hebben mensen levensnoodzakelijke dingen nodig: voedsel, kledij, onderdak … Economische activiteiten zorgen voor een inkomen. We doen aan landbouw, handel, arbeid, organisatie enz. Wanneer mensen geld als betaalmiddel gebruiken, spreken we van een geldeconomie.

4

Het culturele domein

OPDRACHT 1

pl aa

r

Het culturele domein heeft met de menselijke geest te maken. Via godsdienst probeert de mens te weten te komen wat de zin van het leven is en of er leven na de dood is. De mens bestudeert ook het leven en de natuur. Hij zoekt naar kennis en technieken om zijn levensomstandigheden te verbeteren. Hij uit zijn gevoelens en zijn denken via de kunst. Ook de dagelijkse leefgewoonten zoals eten, drinken, mode en ontspanning behoren tot de culturele sfeer van de mens.

Knip een krantenartikel uit de voorpagina van een krant en kleef het op een A4-bladzijde. Stop het in je geschiedenismap. Vermeld hier welk domein of welke domeinen in het artikel aan bod komen.

• Domeinen:

STORIA HD gebruikt symbolen om aan te geven welke domeinen in een les behandeld worden.

toont de zitbanken van een parlement en verwijst naar de politiek.

toont een groep van mensen en verwijst naar het sociale domein.

toont geld en graan, en verwijst naar het inkomen en het economische domein.

toont een tempel en verwijst naar het culturele domein.

jk ex

OPDRACHT 2

em

• Titel van het artikel:

In

ki

Op je stickervel vind je die symbolen terug. Je krijgt hier zes afbeeldingen. Over welk domein gaat het? Kleef het juiste symbool er telkens bij. Let op! Bij f moet je drie symbolen kleven. Je moet ook aan je klasgenoten je keuze kunnen uitleggen. a

16

LES 3

Domeinen in de geschiedenis

b


d

f

ki

jk ex

em

pl aa

e

r

c

In

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN 1 de begrippen ‘handel’, ‘landbouw’ en ‘geldeconomie’ uitleggen 2 de begrippen ‘politiek’, ‘economisch’, ‘sociaal’ en ‘cultureel’ uitleggen 3 de vier verschillende domeinen opnoemen

KUNNEN 1 bronnen sorteren per domein waartoe ze behoren 2 zelf een onderwerp opnoemen dat tot een bepaald domein behoort

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

A

Vaardig in geschiedenis

17


4

Plaatsen en ruimten

Hoe bestudeer je een landkaart?

pl aa

r

De samenlevingen die door de geschiedenis worden bestudeerd, bevinden zich op een bepaalde plaats of in een bepaalde ruimte. De grootte daarvan kan verschillen: een werelddeel (Europa, Azië ...), een gebied (Balkan, Oost-Afrika ...), een land (België, Mali ...), een streek (de Kempen, de Westhoek ...) of een stad/ gemeente (Antwerpen, Parijs ...). De wereld in zijn geheel is ook een ruimte. We bestuderen de ruimte met behulp van landkaarten.

4

5

0

19 ±

17 ±

±

14

5

5

0

0

50

±

±

±

OUDE NABIJE OOSTEN

KLASSIEKE OUDHEID

MIDDELEEUWEN

jk ex

PREHISTORIE

em

8

35

0

0

0

0

v.

v.

C

C

.

.

Kaartnr(s).

HEDENDAAGSE TIJD

MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD

De wereld volgens middeleeuwse christenen In het verleden heeft men soms andere ideeën over hoe de wereld eruitziet. De middeleeuwse christenen denken ten onrechte dat Jeruzalem het middelpunt van de aarde is. Zij tekenen dan ook kaarten waarop die stad in het midden ligt. Bij de kaart op de volgende bladzijde is de bovenkant niet het noorden, maar het oosten.

In

OPDRACHT 1

ki

Bij het vak geschiedenis maak je dikwijls gebruik van historische landkaarten. In het verleden zijn er immers andere grenzen en landen. Er ontstaan en verdwijnen rijken en staten. Sommige gebieden horen bij andere landen dan vandaag. In het verleden kijkt men vaak ook anders naar de wereld.

- Waaraan kun je herkennen dat het om een godsdienstige kaart gaat? - Duid met een pijl de stad Jeruzalem op de kaart aan.

18

LES 4

Plaatsen en ruimten


r pl aa

em

Middeleeuwse wereldkaart, ca. 1260, Westminster, bewaard in The British Library in Londen

jk ex

Geschiedkundige kaarten helpen je om je weg te vinden in het verleden. Als je een kaart leest, houd je het best rekening met de volgende vijf regels.

Hoe bestudeer ik een kaart?

In

ki

1 Lees de titel: waarover gaat de kaart? Over welke tijd, welk gebied, welk onderwerp ‌? 2 Welke schaal heeft de kaart? Hoeveel keer werd het gebied op de kaart verkleind? 3 Raadpleeg de legende. Wat betekent elk symbool? 4 De bovenkant van een kaart is meestal het noorden. 5 Kijk naar de kaart, lees de namen en vergelijk voortdurend met de legende.

Op een kaart vind je een reeks gegevens die je bij het bestuderen helpen: de titel zegt over welk gebied en welke tijd de kaart gaat. Elke kaart is een verkleining van de werkelijkheid. De schaal staat boven- of onderaan op de kaart en vertelt hoe groot de verkleining is. Ze wordt met een breuk of met een lijn weergegeven. De schaal vertelt hoeveel 1 cm op de kaart in werkelijkheid voorstelt (1 cm op de kaart is in werkelijkheid zoveel centimeter, meter of kilometer). Bij een schaal van 1/100 000 komt 1 cm overeen met 100 000 cm (of 1 km). De legende geeft uitleg over de verschillende symbolen, kleuren, lijnen, bolletjes enz. op een kaart. Ze helpt je de kaart te lezen en te begrijpen. Op de kaart zelf staat nog andere informatie: namen van steden, landen, volkeren, rivieren ... Behalve wanneer het anders wordt vermeld, is de bovenkant van de kaart het noorden.

A

Vaardig in geschiedenis

19


OPDRACHT 2

Kijk naar de schaal bij elke kaart. Sorteer de kaarten naar ware grootte: de letter van de kaart die in werkelijkheid de grootste oppervlakte heeft zet je bij 1, de kaart met de tweede grootste oppervlakte bij 2 enzovoort. a

b

N

W

Noordzee

O

Z

strand Ze e d i j k Leopoldlaan

0

K o n i ng

100 km

D uin en w e g

inn elaan

Kerkstraat

c

Ma rkt ple in Oos t end elaan

aa n

pl aa

Spermaliestra at

r

el W es te nd

0

500 m Brussel

OPDRACHT 3

500 km

jk ex

0

em

d

1

2

3

4

- Wat betekenen de volgende kleuren op de kaart? • Groen =

ki

In

• Roze =

Noordzee

NEDERLAND

Brugge

Antwerpen

Duinkerken r IJze

• Paars =

Gent

Kortrijk

Brussel

Moeskroen

DUITSLAND

Hasselt

Schelde

Maastricht

Leuven

Voeren

Waver

as Ma

Luik

Eupen

Hoei

Bergen Namen

- Wat stelt de rode stippellijn op de kaart voor?

FRANKRIJK Nederlandstalig

20

LES 4

- Wat is de volle rode lijn op de kaart?

Franstalig

taalgrens

Plaatsen en ruimten

Aarlen

tweetalig Duitstalig 0

50 km

LUXEMBURG


- De volgende uitspraken zijn juist of onjuist. Kruis aan. Juist a

Maastricht ligt in België.

b

Voeren ligt in het Nederlandstalige taalgebied.

c

Moeskroen ligt in het Franstalige taalgebied.

d

Duinkerken hoort bij Frankrijk.

Onjuist

- Welke taal spreekt men in …

• Eupen?

• Kortrijk?

• Hoei?

• Brussel?

pl aa

OPDRACHT 4

r

Historische gebeurtenissen kun je vanuit verschillende invalshoeken bekijken. Op ruimtelijk vlak bijvoorbeeld maakt men een onderscheid tussen lokaal, regionaal, nationaal, Europees en mondiaal. Bekijk opnieuw de kaarten bij opdracht 2. Bij welke kaart horen de begrippen thuis? Betekenis

Kaart

em

Begrip

verwijst naar het plaatselijke (wijk, gemeente …)

Regionaal

verwijst naar de regio (streek, provincie, gewest …)

Nationaal

verwijst naar de staat of het land

Europees

verwijst naar het continent

Mondiaal

verwijst naar de wereld

In

ki

jk ex

Lokaal

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN 1 de begrippen ‘schaal’ en ‘legende’ uitleggen 2 uitleggen hoe je een kaart bestudeert 3 het onderscheid tussen de begrippen ‘lokaal’, ‘regionaal’, ‘nationaal’, ‘Europees’ en ‘mondiaal’ uitleggen

KUNNEN 1 met behulp van een kaart opdrachten oplossen en vragen beantwoorden

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

A

Vaardig in geschiedenis

21


OVERZICHT A

Vaardig in geschiedenis tijdrekeningen: westen

christelijke tijdrekening

TIJD

- geboorte van Christus = 1 - v.C. / n.C.

millennium, eeuw, jaar, periode, duur tijdlijn

r

gebeurtenissen in chronologische volgorde

OUDE NABIJE OOSTEN

ki

MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD

POLITIEK

bestuur, macht, relaties tussen landen

SOCIAAL

sociale groepen

ECONOMISCH

(over)leven

CULTUREEL

godsdienst, kennis, leefgewoonten, kunst

kaartlezen

In

Bij het onlinelesmateriaal vind je een ontdekplaat om dit onderdeel verder in te oefenen.

22

A

Vaardig in geschiedenis

4 19

HEDENDAAGSE TIJD

DOMEIN

VAARDIGHEDEN

5

0 ±

±

14 ±

17

5

5

0

0

0

5

±

MIDDELEEUWEN

werelddeel

jk ex

RUIMTE

KLASSIEKE OUDHEID

em

PREHISTORIE

pl aa

±

±

8

35

0

0

0

0

v.

v.

C

C

.

.

westerse geschiedenis ingedeeld in zeven tijden


r

Zolang een gebied of volk geen schrift gebruikt, bevindt het zich in de prehistorie. Het duurt zeer lang alvorens mensen een schrift gebruiken. De Sumeriërs ontwikkelen, waarschijnlijk als eerste, een schrift omstreeks 3500 v.C. De mens bestaat dan al minstens 2,5 miljoen jaar. Een groot deel van het menselijke verleden valt dus in de prehistorie.

em

pl aa

B

Prehistorie

Hieronder vind je enkele fragmenten van prehistorische rotsschilderingen. Welke dieren herken je? Omcirkel de juiste antwoorden.

In

ki

jk ex

Aap – paard – neushoorn – mammoet – hond – kat – oeros

Lascaux (Frankrijk, tussen 18 000 en 15 000 jaar oud)

Altamira (Spanje, ca. 15 000 jaar oud) Rouffignac (Frankrijk, ca. 13 000 jaar oud)

B

Prehistorie

23


5

De evolutie van de mens De mens ontstaat in Afrika tijdens de prehistorie en evolueert verder in de loop van de geschiedenis.

pl aa

r

Wanneer zijn de eerste mensen ontstaan? Wat is evolutie? Wat weten we over de eerste mensen?

.

.

v.

C

.g

.j

0

0

m

0

,5

0

2

EERSTE MENSACHTIGEN

em

±

32

±

±

±

7

4

à

,5

6

m

m

.j

.j

.g

.g

.

.

Kaartnr(s).

AUSTRALOPITHEKEN

VROEGE HOMO

1

HOMO SAPIENS

jk ex

De mens is vrij jong in vergelijking met de leeftijd van de aarde

Bron Heel oude voetsporen

In

OPDRACHT 1

ki

De mens leeft al vrij lang op aarde. Wetenschappers schatten dat de eerste mensachtigen 6 à 7 miljoen jaar oud zijn. De eerste mensen zijn ongeveer 2,5 miljoen jaar geleden ontstaan. Toch is de mens vrij jong in vergelijking met de leeftijd van de aarde en veel andere levende wezens. Onze planeet ontstond zo’n 4,5 miljard jaar geleden. Zo’n 250 miljoen jaar geleden begon het tijdperk van de dinosaurussen. Een kleine 200 miljoen jaar later verdwenen zij. Dit was nog lang voor het ontstaan van de mens.

In Tanzania (Afrika) werden in versteend vulkanisch as voetsporen van een mensachtige ontdekt. De sporen zouden 3,6 miljoen jaar oud zijn. Raadpleeg de tijdlijn. Van welke soort zijn de voetsporen? Omcirkel. Australopithecus ­- vroege homo - homo sapiens

24

LES 5

De evolutie van de mens


OPDRACHT 2

Bron ‘(…) Stel het je voor: we brengen de geschiedenis van het heelal terug tot één jaar. Op 1 januari de oerknal, in maart de eerste sterrenstelsels, half augustus het ontstaan van de aarde.’ ‘Even wachten hoor. De oerknal vond ongeveer twaalf miljard jaar geleden plaats, zei jij, dus als je de geschiedenis van het heelal terugbrengt tot één jaar, komt één maand overeen met één miljard jaar.’ ‘Precies. Elke dag duurt dan ongeveer dertig miljoen jaar en een uur is 1,4 miljoen jaar.’ ‘De eerste zoogdieren ontstonden op 24 december rond de middag. Hoe zit dat dan met de dinosaurussen?’ ‘Reken maar uit. Dertig miljoen jaar is een dag, dus vijfenzestig miljoen jaar is iets meer dan twee dagen. De dinosaurussen verschenen dus in de nacht van 25 december en stierven uit in de nacht van 29 december. En op 31 december, om een uur of zes ’s avonds, leefde de gemeenschappelijke voorouder van mens en aap. Vijf minuten voor middernacht ontstond de homo sapiens en om 23 uur, 59 minuten en 35 seconden werd de laatste mammoet geveld.’

pl aa

r

Bewerking uit: Govert Schilling, Wat was er voor de oerknal? ... en andere kwesties die het voorstellingsvermogen te boven gaan, 1995

Lees de bron en duid aan op de kalender. Je vindt de symbooltjes op het stickervel. • de oerknal

• de dinosaurussen (begin tot einde)

• het ontstaan van de aarde

• de mens

jk ex

• de eerste sterrenstelsels

em

• de eerste zoogdieren

22 23 24 25 26 27 28

29 30 31

22 23 24 25 26 27 28

29 30 31

22 23 24 25 26 27 28

29 30

Februari 1 8 2 9 3 10 4 11 5 12 6 13 7 14 Juni 1 8 2 9 3 10 4 11 5 12 6 13 7 14 Oktober 1 8 2 9 3 10 4 11 5 12 6 13 7 14

In

ki

Januari 1 8 15 2 9 16 3 10 17 4 11 18 5 12 19 6 13 20 7 14 21 Mei 1 8 15 2 9 16 3 10 17 4 11 18 5 12 19 6 13 20 7 14 21 September 1 8 15 2 9 16 3 10 17 4 11 18 5 12 19 6 13 20 7 14 21

15 16 17 18 19 20 21

22 23 24 25 26 27 28

15 16 17 18 19 20 21

22 23 24 25 26 27 28

29 30

15 16 17 18 19 20 21

22 23 24 25 26 27 28

29 30 31

Maart 1 8 15 2 9 16 3 10 17 4 11 18 5 12 19 6 13 20 7 14 21 Juli 1 8 15 2 9 16 3 10 17 4 11 18 5 12 19 6 13 20 7 14 21 November 1 8 15 2 9 16 3 10 17 4 11 18 5 12 19 6 13 20 7 14 21

22 23 24 25 26 27 28

29 30 31

22 23 24 25 26 27 28

29 30 31

22 23 24 25 26 27 28

29 30

April 1 8 15 2 9 16 3 10 17 4 11 18 5 12 19 6 13 20 7 14 21 Augustus 1 8 15 2 9 16 3 10 17 4 11 18 5 12 19 6 13 20 7 14 21 December 1 8 15 2 9 16 3 10 17 4 11 18 5 12 19 6 13 20 7 14 21 B

22 23 24 25 26 27 28

29 30

22 23 24 25 26 27 28

29 30 31

22 23 24 25 26 27 28

29 30 31

Prehistorie

25


2

Wetenschappers zoeken naar sporen van de oudste mensen en mensachtigen Lange tijd geloven mensen dat alle levensvormen op aarde zijn gekomen zoals ze er nog altijd uitzien. In de 19e eeuw ontwikkelen wetenschappers zoals de Brit Charles Darwin een nieuwe visie op de oorsprong van alle leven. Darwin stelde dat het leven het resultaat is van een lange evolutie. Binnen elke soort zijn er kleine verschillen tussen individuen. De individuen die het best zijn aangepast aan hun omgeving zullen de meeste nakomelingen hebben en hun kenmerken doorgeven aan volgende generaties. De omstandigheden (o.a. het klimaat) waarin een dier of een plant leeft, kunnen grondig veranderen. Soorten die niet of onvoldoende zijn aangepast, verdwijnen vaak. Zo’n aanpassing gebeurt meestal wel heel geleidelijk.

OPDRACHT 3

Het begrip evolutieleer

r

Duid de juiste betekenis aan. de wetenschappelijke verklaring voor de groei van baby’s tot volwassen personen

OPDRACHT 4

Bestudeer de volgende bronnen.

em

Bron 1

pl aa

de wetenschappelijke verklaring voor de evolutie van planten en dieren van generatie op generatie de wetenschappelijke verklaring voor de overgang van een pre-industriële naar een industriël­e samenleving

jk ex

Als een anonieme auteur, of iemand die enkel bekend staat als een amateur in de natuurwetenschap, deze verrassende theorie naar voren zou brengen, dat alle verschillende stammen van levende wezens die de aarde, de lucht en het water bevolken (…), zouden afstammen van vier of vijf voorouders, wiens nakomelingen, door kleine opeenvolgende gradaties van verschil doorheen de eeuwen, zouden zijn ontwikkeld in de enorme variatie die er bestaat tussen de ontelbare soorten die er nu zijn, dan zou het terecht zijn dat een drukbezet man vol ongeloof het ongelezen boek zou opzijleggen. Maar het geval is helemaal anders wanneer deze theorie wordt voorgesteld door C. Darwin, een man die hoog staat aangeschreven in de wereld van de natuurfilosofie, (…)

In

ki

Uit: W.R. Church, ‘Bespreking van On the Origin of Species (1859) van Charles Darwin’, The Guardian, 8 februari 1860 The Guardian is een Britse krant die sinds 1821 tot op heden wordt uitgegeven.

Bron 2

Het boek van C. Darwin is geen werk van wetenschappelijk onderzochte feiten om een theorie te bewijzen, maar het is, vooral, een vage en erg onlogische argumentering, gebaseerd op de onjuiste toepassing van gekende feiten, waarbij hij, in eerste instantie, probeert zijn onbewijsbare aannames te ondersteunen, (…) Als deze hypothese [evolutie] waar is, dan zijn christenen, voor meer dan tweeduizend jaar, de dupe geweest van monsterlijke leugens, - (…) Uit: H.A. Dubois, in: American Quarterly Church Review and Ecclesiastical Register, 17 juli 1865 Het American Quarterly Church Review and Ecclesiastical Register was een christelijke publicatie die tussen 1848 en 1891 onder verschillende namen is uitgegeven en waarin theologische en religieuze zaken werden besproken.

26

LES 5

De evolutie van de mens


- Werden de ideeĂŤn van Darwin door deze tijdgenoten als algemeen aanvaarde opvattingen beschouwd?

- Onderlijn in bron 1 hoe dit blijkt. - Waarom vindt de auteur van bron 1 dat er moet geluisterd worden naar Darwin?

- Wat is de voornaamste verklaring voor het standpunt van de auteur van bron 2, denk je?

Een mensachtige gaat dood.

ki

1

em

Hoe ontstaan fossielen?

jk ex

OPDRACHT 5

pl aa

r

Alle levende wezens op aarde evolueren, ook de mens. De vraag is dus hoe onze voorouders er enkele miljoenen jaren geleden uitzagen. Om die vraag te beantwoorden, zoeken verschillende soorten wetenschappers, zoals bijvoorbeeld archeologen naar fossiele resten en andere sporen.

2

In

Het lichaam vergaat en de botten raken verspreid.

3

De botten raken begraven na een vulkaanuitbarsting, een overstroming of iets dergelijks en er vindt fossilisatie plaats.

B

Prehistorie

27


4

Een archeoloog vindt het fossiel.

- Wat zijn fossielen? - Wat zoeken archeologen nog in de bodem om hun kennis over de eerste mensen op te bouwen, denk je?

pl aa

r

3

De stamboom van de mens is eerder een warrige struik

Wat maakt van een mens een mens? We gaan hier dieper in op de ontwikkelingsfasen van de mens. Maar wat maakt van een mens een mens?

jk ex

OPDRACHT 6

em

Het is een hele puzzel om de juiste stamboom van de mensachtigen en mensen op te stellen. De moeilijkheid is dat verschillende soorten tegelijkertijd voorkwamen en dat heel wat soorten uitstierven (= doodlopende takken in de stamboom). Hieronder vind je de grote lijnen van de evolutie van onze voorouders.

Een mensachtige loopt rechtop. (Chimpansees, gorilla’s, de mens en enkele uitgestorven soorten zoals de australopithecus zijn mensachtigen.) Een mens loopt rechtop, heeft voldoende hersenen en vervaardigt werktuigen. (De huidige mens, de homo sapiens, is de enige overlevende mensensoort.)

In

ki

Waarom wordt taal niet gebruikt als kenmerk om de mens te onderscheiden, denk je?

28

LES 5

De evolutie van de mens


OPDRACHT 7

De ontwikkelingsfasen van de mens Bekijk de illustraties op de volgende bladzijden. - Vergelijk de verschillende mensensoorten met elkaar. Je merkt dat het uiterlijk van onze voorouders sterk is geëvolueerd. We bestuderen een aantal uiterlijke kenmerken. Bekijk elke mensensoort aandachtig. Wat verandert er? Onderstreep het telkens in de tabel. lichter

zwaarder

Gebit en kin

meer vooruitstekend

minder vooruitstekend

Voorhoofd

hoger

lager

Schedeldak

afgeplat

rond

Hoeveelheid hersenen

minder

meer

Lichaamsbeharing

minder

meer

Verhouding armen-benen

armen worden korter

Werktuigen

eenvoudiger

verfijnder

Lichaamslengte

groter

kleiner

r

Oogkas

pl aa

armen worden langer

em

- Welk verband bestaat er tussen de herseninhoud van mensen en de manier waarop ze werktuigen vervaardigen?

jk ex

- Welk verband bestaat er tussen rechtop lopen en de ontwikkeling van de schedelinhoud? Twee stellingen zijn juist, één stelling is onjuist. Zet een kruisje in de juiste kolom. Juist

Onjuist

ki

Omdat de mens rechtop loopt, wordt de schedel gedragen op de schouders en zijn er minder sterke spieren nodig die de schedel omhullen dan bij viervoeters. Door het afnemen van de spiermassa rond de schedel kan die zich gaan ontwikkelen.

In

Rechtop lopen is moeilijker dan voorovergebogen lopen. Je moet er al je spieren voor aanspannen. Baby’s lopen ook eerst voorovergebogen, want rechtop lopen vereist meer herseninhoud. Rechtop lopen betekent dat je je handen kunt gebruiken voor andere dingen. Dat stimuleert de ontwikkeling van de hersenen.

B

PREHISTORIE

29


De ontwikkelingsfasen van de mens De verschillende soorten staan in de volgorde van de tijd dat ze leefden. Over de vraag of die verschillende soorten rechtstreeks van elkaar afstammen, bestaat nog veel onzekerheid.

Homo habilis, ‘handige mens’ 2,3-1,2 miljoen jaar v.C.

Homo erectus, ‘rechtopstaande mens’ 1,8 miljoen jaar-141 000 v.C.

em

pl aa

r

Australopithecus, ‘zuidelijke aap’ 4-2 miljoen jaar v.C.

In

ki

jk ex

*

30

LES 5

De evolutie van de mens


Homo neanderthaler (uitgestorven) ca. 250 000-30 000 v.C.

*

In

ki

jk ex

em

pl aa

r

Homo sapiens, ‘wetende mens’ ca. 320 000 v.C. - nu

= herseninhoud

B

Prehistorie

31


OPDRACHT 8

De vermoedelijke verspreiding van de moderne mens (homo sapiens)

pl aa

r

Omdat de oudste resten van moderne mensen steeds werden gevonden in Oost-Afrika gingen wetenschappers ervan uit dat de moderne mens daar ook ontstaan moest zijn en zich van daaruit had verspreid. Na lang onderzoek werd in 2017 bekend gemaakt dat resten (ca. 315 000 jaar oud), gevonden in Marokko in de jaren 1960, van een vroege homo sapiens waren. Is de moderne mens dan daar ontstaan? Heeft de mens zich van daaruit over de wereld verspreid? De discussie hierover is nog niet gesloten! - Uit welk continent komen de eerste mensen?

em

- In welk continent arriveert de mens het eerst?

- Wat was de belangrijkste reden waarom de moderne mens zich langzaam heeft verspreid

jk ex

over de wereld?

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

In

ki

1 het begrip ‘evolutie’ en ‘evolutieleer’ uitleggen 2 de begrippen ‘archeoloog’, ‘fossiel’, ‘mens’ en ‘mensachtige’ uitleggen 3 de twee belangrijkste bronnen voor onze kennis over de prehistorische mens opnoemen 4 het onderscheid tussen mensen en mensachtigen met drie kenmerken aantonen 5 de namen van de voorlopers van de huidige mens opnoemen 6 de evolutie van de uiterlijke kenmerken van onze voorouders beschrijven 7 het continent waar de mens is ontstaan, noemen

32

LES 5

De evolutie van de mens

KUNNEN 1 inzien dat de mens vrij jong is in vergelijking met de leeftijd van de aarde 2 begrijpen dat niet iedereen de evolutietheorie aanvaardt 3 de voorlopers van de huidige mens in chronologische volgorde plaatsen 4 aan de hand van afbeeldingen twee uiterlijke kenmerken van onze voorouders opnoemen 5 informatie uit historische kaarten halen

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.


LES 5 SCHEMA

De evolutie van de mens 1 De mens is vrij jong in vergelijking met de leeftijd van de aarde Miljoen jaar geleden 4 540

63

Ontstaan van de aarde Uitsterven van de reuzenreptielen

7 à 6

De eerste mensachtigen

2,5

De eerste homo-soorten

pl aa

r

2 Wetenschappers zoeken naar sporen van de oudste mensen en mensachtigen

em

De evolutieleer (Charles Darwin): alle levende wezens op aarde evolueren.

jk ex

We beschikken over twee informatiebronnen over de eerste mensen: • overblijfselen van mensen (bv. beenderen), • sporen van menselijke handelingen (bv. werktuigen).

3 De stamboom van de mens is eerder een warrige struik

In

ki

Een mens onderscheidt zich door drie kenmerken: • voldoende hersenen, • rechtop lopen, • werktuigen vervaardigen. Verschillende mensensoorten kwamen tegelijkertijd voor, heel wat soorten stierven uit. De ontwikkelingsfasen van de mens:

• Mensachtigen

Australopithecus (= zuidelijke mensachtige)

• Mensen

Homo habilis (= handige mens) Homo erectus (= rechtopstaande mens) Homo neanderthaler Homo sapiens (= wetende mens)

B

Prehistorie

33


6

Jagers en voedselverzamelaars in de oude steentijd In het vorige hoofdstuk heb je geleerd dat het verhaal van de mens enkele miljoenen jaren geleden is begonnen.

pl aa

r

Hoe houden die eerste mensen zich in leven? Wat zijn hun middelen van bestaan?

±2 ,5 m .j. g.

à6

MENSEN eerste mens eerste mensachtige

jk ex

ZOOGDIEREN

±7

em

m .j. g.

±7 0m .j. g.

Kaartnr(s).

In welke domeinen situeren we deze les?

Miljoenen jaren lang trokken mensen en mensachtigen rond op zoek naar voedsel

In

1

ki

Hoe de eerste mensen aan voedsel geraken, kunnen we afleiden uit de vondsten van archeologen. Tijdens deze les gaan jullie archeologisch werk doen. Probeer besluiten te trekken op basis van de vondsten en je inlevingsvermogen!

Pas zo’n goede 12 000 jaar geleden beginnen mensen geleidelijk aan landbouw te doen (zie les 7). Voor die tijd moeten zij –net als alle andere dieren –zien te overleven met het eten dat ze vinden of kunnen vangen. Omdat veel dieren voortdurend rondtrekken op zoek naar voedsel, moeten ook de mensen, die steeds meer leven van de jacht, die dieren volgen. Heel lange tijd hebben mensen dan ook geen vaste verblijfplaats, maar leiden ze een nomadenbestaan. Ze trekken voortdurend van de ene plaats naar de andere. Daarbij wonen ze soms tijdelijk in grotten, en later ook in eenvoudige tenten of hutten.

OPDRACHT 1

- Denk je dat de mensen in deze fase van hun bestaan vooral in grote of in kleine groepen leven? Probeer uit te leggen waarom je dat denkt.

34

LES 6

Jagers en voedselverzamelaars in de oude steentijd


- Zijn er vandaag nog steeds groepen mensen die een nomadenbestaan leiden? Zo ja, geef een voorbeeld. - Bekijk dit schema. Tijd

Wat archeologen vinden

3,5-0,5 miljoen jaar geleden

• Geen wapens • Fossielen van kleinere diersoorten die wijzen op jacht • Nauwelijks werktuigen (zie les 11)

pl aa

r

OPDRACHT 2

em

Chopper: een van de oudste werktuigen. Het is een bewerkte steen met een eenvoudige snijrand. Het werd o.a. gebruikt om vlees af te snijden.

jk ex

- Wat klopt niet? Schrap en verklaar waarom.

• 3,5 tot 0,5 miljoen jaar geleden eten de eerste mensen: bessen, sprinkhanen, ratten, buffels, resten van prooien, noten, eetbare wortels. Verklaring:

ki

In

OPDRACHT 3

Verbind de woorden met de juiste omschrijving. Aaseters

Mensen die geen vaste woonplaats hebben en rondtrekken

Nomaden

Bijvoorbeeld: wolf, beer, panter, vos

Vleeseters

Stillen hun honger met de resten van de prooien van grotere dieren

Graseters

Bijvoorbeeld: paard, olifant, hert, nijlpaard, neushoorn, oerrund

B

Prehistorie

35


2

Betere wapens en werktuigen leiden tot meer afwisseling en aanbod in het voedsel van de mensen - Bekijk eerst het schema. Tijd

Wat archeologen vinden

500 000 jaar geleden

• Sporen van het wegsnijden van vlees op botten van grotere zoogdieren

400 000 jaar geleden

• Acht volledige speren van sparrenhout (zie afbeelding)

300 000 jaar geleden

• Er zijn overal duidelijke sporen van jacht en visvangst. • Om te weten hoe met deze primitieve wapens werd gejaagd, maken etnografen vergelijkingen met hedendaagse jagersverzamelaars.

pl aa

r

OPDRACHT 4

Een van de gevonden speren in de koolgroeve van Schöningen. Op deze plaats in Duitsland hebben archeologen heel wat resten van oude menselijke aanwezigheid teruggevonden, o.a. acht houten speren van

em

ca. 400 000 jaar oud.

- Wat klopt niet? Schrap en verklaar waarom.

• Vanaf 500 000 jaar geleden eten de eerste mensen:

jk ex

grotere zoogdieren, beenmerg, eetbare delen van planten, brood, kleinere dieren. Verklaring:

ki

• Vanaf 500 000 jaar geleden gebruiken de eerste mensen slimme jachttechnieken zoals:

In

aanvallen met ijzeren speren, achtervolgen, zich verdekt opstellen, valstrikken plaatsen, dieren opdrijven en van een klif laten lopen. Verklaring:

36

LES 6

Jagers en voedselverzamelaars in de oude steentijd


Waarom jagen onze voorouders liever op rendieren dan op mammoeten, denk je?

OPDRACHT 6

Vanaf ca. 35 000 jaar geleden worden de jachttechnieken meer verfijnd. Hieronder vind je een aantal afbeeldingen van archeologische vondsten jonger dan 35 000 jaar. a Speren en harpoenen

In

ki

jk ex

em

pl aa

r

OPDRACHT 5

Sommige speren waren voorzien van een spits in vuursteen (silex) of obsidiaan (vulkanisch glas). Harpoenen met spitsen uit been of gewei zijn ons bekend vanaf 13 500 jaar geleden.

- Uit welke materialen werden de punten of spitsen van harpoenen en speren gemaakt? Schrap wat niet past: been, gewei, houten in het vuur geharde punten, ijzer, silex, obsidiaan. - Waarvoor dienen de weerhaken aan speerpunten? B

PREHISTORIE

37


pl aa

r

b De speerwerper of speerdrijver De speerwerper of speerdrijver is ongeveer 20 000 jaar oud. Met behulp van een werpstok, ook speerwerper of speerdrijver genoemd, kan men veel verder gooien. De speer rust in een gleuf in het uiteinde van de werpstok. In andere werpstokken rust de speer op een haakje.

- Leg uit waarom een speer die gegooid wordt met een speerdrijver, veel verder gaat dan een gewoon gegooide speer.

em

- De makers van de speerwerpers waren ook ‘kunstzinnig’. Verklaar.

In

ki

jk ex

c De bola d De slinger

e Pijl en boog De oudste ons bekende boog is ongeveer 11 000 jaar oud.

- Vul telkens de naam van het juiste wapen in. • Dit wapen wordt naar de poten van een dier gegooid om het ten val te brengen: • Hiermee kan een steen krachtig worden weggeslingerd:

38

LES 6

Jagers en voedselverzamelaars in de oude steentijd


ONWAARSCHIJNLIJK! Het geeft me een gek gevoel dat die muurschilderingen door zo’n prehistorische mens werden gemaakt.

jk ex

em

pl aa

r

Ja, daarom willen we ook zo graag meer weten over de betekenis en de bedoeling ervan. Er bestaan verschillende theorieën. Over het algemeen denken de specialisten van de prehistorische kunst dat de tekeningen werden gemaakt met religieuze of ceremoniële bedoelingen. Ze denken dat omdat de grotten waarin muurschilderingen werden gevonden, niet werden bewoond en dikwijls ook erg moeilijk toegankelijk zijn. Die grotten zouden dus dienst hebben gedaan als een soort heilige plaats waar ceremonies werden gehouden in verband met dood, angst, vruchtbaarheid, jacht enz. Sommige onderzoekers geven de rotskunst tegelijkertijd een meer wetenschappelijke betekenis. Ze menen sterrenkaarten of andere astronomische gebeurtenissen in de rotstekeningen te herkennen. Volgens hen heeft de prehistorische mens vanaf 40 000 jaar geleden al een goede kennis van de beweging van hemellichamen.

ki

Detail van de rotsschilderingen in Lascaux (Frankrijk, tussen 18 000 en 15 000 jaar oud)

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

In

KENNEN

1 de begrippen ‘nomade’ en ‘jager-verzamelaar’ uitleggen 2 de begrippen ‘silex’, ‘speerdrijver’, ‘slinger’, ‘bola’, ‘aaseters’ en ‘etnografie’ uitleggen 3 de leefwijze van onze verste voorouders beschrijven 4 het gebruik van drie jachtwerktuigen uitleggen

KUNNEN 1 de leefwijze van de eerste mensen afleiden uit archeologische vondsten 2 de jacht op grotere zoogdieren situeren in de tijd 3 afbeeldingen van jachtwerktuigen chronologisch ordenen

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

B

Prehistorie

39


LES 6 SCHEMA

Jagers en voedselverzamelaars in de oude steentijd 1 Miljoenen jaren lang trokken mensen en mensachtigen rond op zoek naar voedsel

• leven in kleine groepen; • leven als nomaden. Ze eten … • vruchten en noten, • eetbare delen van planten,

pl aa

• zoeken waarschijnlijk een groot deel van de dag voedsel;

r

De eerste mensen …

• kleinere dieren,

em

• insecten zoals termieten en sprinkhanen, • resten van prooien (het zijn aaseters).

jk ex

2 Betere wapens en werktuigen leiden tot meer afwisseling en aanbod in het voedsel van de mensen • Vanaf ca. 500 000 jaar geleden ontwikkelt de mens betere wapens. Bv.: de 400 000 jaar oude speren

ki

De mens gaat nu ook op grotere zoogdieren jagen.

In

Tijdens de laatste ijstijd (tussen ca. 100 000 en 10 000 v.C.) jaagt de mens op rendieren,

paarden, steenbokken en vissen.

• Vanaf ca. 35 000 jaar geleden (homo sapiens) gebruikt de mens een heel gevarieerd

gamma van wapens.

Bv.: harpoenen, speren met speerdrijvers … BESLUIT Gedurende 99 % van zijn bestaan heeft de mens geleefd als jager-verzamelaar.

40

LES 6

Jagers en voedselverzamelaars in de oude steentijd


VERHAAL

Rama en Austra

DIRK BRACKE

Over de evolutie en levenswijze van mensachtigen in Oost-Afrika

15

20

30

35

40

r

pl aa

In

25

45

in de richting van het jong. Plotseling schoot de monsterachtig lange muil uit het water. Twee rijen vlijmscherpe tanden klapten in de nek van het jong. Een scherpe kreet klonk over het water. De andere gazellen vluchtten weg. Rama zag hoe het water opspatte. Nog even merkte hij de spartelende poten van de prooi boven het water. Enkele ogenblikken later was de poel weer kalm. De kringen op de oppervlakte verkleinden. Het werd weer stil. De krokodil zou haar prooi onder water verdrinken, ze naar een rustige plaats slepen en daarna opeten.

50

em

10

jk ex

5

Die ochtend ontdekte Rama iets vreemds. Het oerwoud leek op te houden; hij had de rand van zijn wereld bereikt. Het oerwoud ging langzaam over in een vlakte met hoog gras en struiken. Eigenlijk had hij schrik om verder te gaan en hij merkte dat Bosei ook onrustig was. Enkele dagen geleden had hij het wijfje uit een vreemde groep kunnen meelokken, maar hij was bang dat een mannetje hen zou volgen om haar terug naar de groep te slepen. ‘Laat ons teruggaan.’ Bosei jankte en liep soms een eindje terug. Met een primitieve taal konden ze elkaar iets vertellen. ‘We gaan verder.’ Ze protesteerde snauwend, maar toch volgde ze hem. Na een tijdje zag Rama een waterpoel. Hoe lang was het al niet geleden dat hij nog eens de scheuten en de malse, jonge stengels van waterplanten had geproefd. Hij liep naar het water en keek met enige trots naar zijn spiegelbeeld. Aan de overkant van de poel lesten enkele gazellen hun dorst. Rama kende die dieren niet. Ze leefden vast niet in het oerwoud. Maar omdat er zoveel water tussen hen lag, voelde hij zich niet bang. Ook Bosei staarde als versteend naar de vreemde wezens. De gazellen keken op. Ze vluchtten een eindje weg en wachtten argwanend af. Enkel een kalfje waagde zich wat dichter naar het water. Rama voelde dat er gevaar dreigde. Hij speurde scherp rond. De poel lag vol takken, bladeren en halfrotte boomstammen. Een kleine rimpeling dreef langzaam over het water. Meteen wist Rama wat er ging gebeuren. Ook in het oerwoud kenden ze krokodillen. Hij brak een lange, dunne tak af en zwaaide hem gillend boven zijn hoofd. Terwijl hij op en neer sprong, meende hij dat die tak hem groter maakte. De krokodil zou misschien schrik krijgen. De valse boomstam dobberde schijnbaar toevallig

ki

1

55

60

65

70

75

80

Rama besloot de grasvlakte te verkennen op zoek naar voedsel. Bosei was in de boom achtergebleven. Austra hing aan haar borst en dan kon ze niet snel genoeg vluchten als er gevaar dreigde. Tenslotte waren ze niet sterk, niet eens snel. Rama moest het voedsel maar halen. Nog voor hij het oerwoud helemaal had verlaten, ontdekte hij een bessenstruik. Hij kon het niet laten om enkele bessen op te eten. Een trosje bessen hing hoog in de struik en Rama richtte zich op zijn achterpoten om ze te plukken. Hij bleef rechtop lopen om zich een weg te banen door de hoge grassen van de savanne. Een brede strook met lang gras scheidde hem nu van het oerwoud. Hij voelde zich erg onveilig. Maar hij vergat zijn angst onmiddellijk toen hij tussen het gras vijf struisvogeleieren ontdekte. Meteen liet hij de bessen vallen, nam twee eieren op en liep snel terug. Ook tussen de bomen in het oerwoud bleef hij nu rechtop lopen. Bosei zag hem aankomen. Hij kon de blijdschap van haar gezicht aflezen. ‘Kijk, ik heb een ei meegebracht’, toonde Rama aan Austra. ‘Ei’, zei Bosei nadrukkelijk tegen de baby. Rama reikte haar de eieren aan en liet zich vliegensvlug weer uit de boom zakken. Op vier poten holde hij weg. In het grasland RAMA EN AUSTRA — DIRK BRACKE

41


100

105

120

125

jk ex

NABESPREKING

• Waar leeft Rama?

• Hoe geraakt Rama aan voedsel?

ki

In

• Waarom loopt Rama in de savanne altijd rechtop?

• Welke drie voordelen biedt het rechtop lopen nog? • Hoe kan Rama zich verdedigen tegen de hyena?

Bij het onlinelesmateriaal kun je het verhaal ook beluisteren.

42

RAMAJagers EN AUSTRA — DIRK BRACKE en voedselverzamelaars in de oude steentijd

LES 6

r

95

115

pl aa

90

110

op een tak zat en hij wilde weggaan toen … Een krokodil schoot met een ongelooflijke snelheid uit het water. Met haar kleine, gekromde poten kon ze een kleine afstand zeer snel overbruggen. De hyena schreeuwde in doodsangst. Hij probeerde zich los te rukken, maar de tanden losten hun prooi niet meer. Langzaam werd de hyena naar het water getrokken. Rama zag hoe de krokodil vastberaden doorzette. Het water naderde onheilspellend. De poten van de hyena krabden tevergeefs in het zand. Onverstoorbaar gleed het reptiel achteruit in het water. Nog eenmaal zag Rama de hyenakop boven het spattende water verschijnen. Dan verdwenen beiden in de diepte van de poel. Het lange sleepspoor in het zand was alles wat nog restte van de hyena. Rama kroop uit de boom. Enkel door te denken had hij dit bereikt. Net zoals hij had ontdekt dat hij door op twee poten te lopen met een stok kon slaan, veel meer voedsel naar zijn nest kon dragen en beter de omgeving kon verkennen. En dat zou hij allemaal aan Austra leren.

em

85

richtte hij zich weer op. En toen hij in de verte een leeuw zag, besefte hij dat hij roofdieren al van op een afstand kon zien als hij boven het gras keek. Door op zijn achterste poten te lopen kon hij niet alleen heel wat dragen, hij kon ook verder kijken. *** Sidderend van angst zag Rama hoe de hyena ongeduldig rondzwierf. Rama dacht koortsachtig na. Als de hyena in de buurt bleef, konden ze niet uit hun boom komen om in de vlakte naar voedsel te zoeken. En Austra deed vervelend omdat hij honger had. Rama wipte naar de takken van een nabije boom. Alsof hij hoopte dat Rama uit een boom zou vallen, volgde de hyena hem. Soms bleef Rama even op de grond staan om de hyena te laten naderen, maar dan vluchtte hij weer in een boom. Hij leidde het roofdier naar een boom die met zijn takken boven het water uitstak. Rama bevond zich gevaarlijk dicht bij de waterspiegel. De hyena bleef aan de rand van de poel staan. Het oerwoud was nu griezelig stil. De hyena keek naar Rama die veilig


7

De nieuwe steentijd of het ‘neolithicum’

r

Langzamerhand wonen groepen mensen op een bepaalde plaats. Zo ontstaan kleine gemeenschappen waar men voor het eerst aan landbouw en veeteelt doet.

pl aa

Waarom vestigen mensen zich op een vaste plaats? Waar vind je die eerste nederzettingen? Welke veranderingen brengt dat mee voor de samenleving?

Zuid-Amerika

v.C . ±3 00 0

v.C .

±6 00 0

±4 50 0

em ±6 50 0

v.C .

v.C .

Egypte

Zuidoost-Europa

jk ex

China

±7 00 0

v.C . ±8 50 0

±1 00 00 v.C .

Vruchtbare Sikkel

v.C .

Kaartnr(s).

Het begin van de landbouw

ZuidoostAzië

Midden-Amerika

Situeer deze uitspraak in de tijd, de ruimte en het domein: ‘De landbouw ontstaat 10 000 jaar v.C. in de Vruchtbare Sikkel.’ Gebruik de stickers. Ruimte:

Domein:

In

ki

Tijd:

±1 00 00 v.C .

Noteer op de tijdlijn: ‘nomadische samenleving’, ‘sedentaire samenleving’. TIP Raadpleeg de woordenlijst.

GROEPSWERK

Onderzoek in groepjes van 2 hoe die overgang van een nomadische naar een sedentaire samenleving gebeurde.

B

PREHISTORIE

43


Naam:

Klas:

Nr.:

Score:

Groepsleden:

1

Zwervende mensen blijven steeds meer op een vaste plaats

OPDRACHT 1

Waarom leven de mensen tot 12 000 jaar geleden als nomaden? TIP Denk terug aan de vorige lessen of lees het verhaal van Rama en Austra op blz. 41-42.

OPDRACHT 2

Geleidelijk aan vestigen de mensen zich op een vaste plaats. Waar, wanneer en waarom gebeurt dat? Rangschik deze feiten chronologisch.

r

Kleine groepen mensen blijven in de vruchtbare gebieden wonen. Ze moeten niet langer rondzwerven om voldoende voedsel te vinden.

De mens wordt sedentair.

pl aa

Het verhaal begint met een klimaatverandering. Ongeveer 12 000 jaar geleden komt er een einde aan de laatste ijstijd.

em

IJsvlakten smelten en aan de kusten en de rivieren wordt heel wat land overspoeld. Daardoor ontstaan veel meer vruchtbare gronden.

De Vruchtbare Sikkel, 10 000-6000 v.C.

In

ki

OPDRACHT 2 3

jk ex

Zoals bijvoorbeeld in bepaalde gebieden van het Nabije Oosten (Zuidwest-Azië). Er is daar bijgevolg een overvloedige wilde plantengroei.

44

LES 7

De nieuwe steentijd of het ‘neolithicum’


Omcirkel telkens het juiste antwoord. - Welke vorm heeft het vruchtbare gebied? cirkel – ovaal – sikkel – vierkant - De mensen in de Vruchtbare Sikkel eten … alleen planten – planten en dieren – alleen dieren. - Welke vier hedendaagse landen liggen in de Vruchtbare Sikkel? Gebruik daarvoor de wereldkaart achteraan in je leerwerkboek. Turkije – Groenland – Marokko – Rusland – Syrië – Iran – Irak – Vlaanderen

2

r

De mens ontdekt de landbouw en de veeteelt in de Vruchtbare Sikkel

De groei van de wereldbevolking miljoen mensen

em

100 50

10

2000

4000

6000

8000

10 000

12 000

1

jk ex

5

0

OPDRACHT 4

pl aa

12 000 jaar geleden beginnen de mensen ter plaatse de vruchtbare gronden te bewerken: zij zaaien en oogsten zelf granen. Dat is het begin van de landbouw.

v.C.

Naar: E. Deevey

8000 v.C.:

5 miljoen

6 miljoen

10 miljoen

5000 v.C.:

40 miljoen

50 miljoen

60 miljoen

3000 v.C.:

50 miljoen

75 miljoen

100 miljoen

In

ki

- Hoeveel mensen leven er omstreeks 8000 v.C., omstreeks 5000 v.C. en omstreeks 3000 v.C.? Omcirkel.

- Hoe zou je die opmerkelijke stijging kunnen uitleggen? Omcirkel de vier juiste antwoorden. Gunstiger klimaat

Beter voedsel

Betere geneeskunde

Betere hygiëne

Betere landbouw en veeteelt

Minder voorbehoedsmiddelen

- Welk dubbel verband is er tussen landbouwproductie en bevolkingsgroei? Omcirkel het juiste antwoord. Hoe meer landbouwproductie er is, hoe meer bevolkingsgroei noodzakelijk / mogelijk is. Hoe groter de bevolkingsgroei is, hoe meer landbouwproductie noodzakelijk / mogelijk is. B

PREHISTORIE

45


OPDRACHT 5

- In welk gedeelte van Europa raakt de landbouw voor het eerst bekend? Kies uit:

De verspreiding van de landbouw in Europa 0

500 km

Noord-Europa, West-Europa,

Noordzee

Zuidwest-Europa, Zuidoost-Europa,

Oostzee

Atlantische Oceaan

Oost-Europa.

vroege nederzettingen van landbouwers

pl aa

late nederzettingen van jagers/verzamelaars

r

Zee arte Zw

7000-5400 v.C.

5300-5000 v.C.

6500-5200 v.C.

na 5000 v.C.

Middellandse Zee

In

ki

jk ex

em

De verspreiding van de landbouw en de domesticatie

- Vul in: oorzaak of gevolg.

De bevolkingsgroei betekent meer monden om te vullen.

Men gaat op zoek naar nog meer vruchtbare gronden.

- Welk dier wordt in Europa en China gedomesticeerd?

46

LES 7

De nieuwe steentijd of het ‘neolithicum’


Datum

Plaats

Hond

15 000 v.C.*

Europa? China?

Geit

10 000 v.C.

Iran

Schaap

8000 v.C.

Azië, Midden-Oosten

Varken

13 000 v.C.

Midden-Oosten

Koe

8000 v.C.

Indië, Midden-Oosten

Kat

7000 v.C.

Middellandse Zee

Kip

6000 v.C.

Zuidoost-Azië

Cavia

5000 v.C.

Zuid-Amerika

Ezel

5000 v.C.

Egypte

Paard

4000 v.C.

Oost-Europa

Lama

4000 v.C.

Zuid-Amerika

Rotsduif

3000 v.C.

Egypte, Middellandse Zee

Kameel

2500 v.C.

Centraal-Azië

r

Dier

pl aa

OPDRACHT 6

* Sommige overblijfselen lijken erop te wijzen dat er 33 000 jaar geleden al hondachtigen bij de mens leefden.

em

Een gedomesticeerd dier plant zich voort in gevangenschap, is gemakkelijk te voeden, groeit snel op, is gewend aan mensen en is niet agressief tegenover hen. - Zoek in de lijst de drie dieren die het eerst werden gedomesticeerd.

In

ki

jk ex

- Kun je verklaren waarom de hond het oudste huisdier is? TIP De hond werd gedomesticeerd vóór het ontstaan van de landbouw.

B

PREHISTORIE

47


3

De hele samenleving verandert Mensen blijven in de vruchtbare gebieden op een vaste plaats wonen. Ze geven hun nomadenbestaan op en worden sedentair. In plaats van rond te trekken op zoek naar voedsel, beginnen ze aan landbouw te doen en domesticeren ze dieren. Het leven van die mensen verandert. We noemen dit de agrarische of neolithische (r)evolutie.

OPDRACHT 7

Verbind de begrippen met de juiste omschrijving. Evolutie

Op een vaste plaats blijven wonen

Revolutie

Wilde dieren tot huisdier maken

Sedentair worden In sommige gebieden, zoals in Noordwest-Europa, gebeurt de overgang snel.

Vul de mindmap over de gevolgen van de sedentarisatie aan met deze woorden: houten sikkels met ingezette scherpe steentjes / veel of weinig / stevige lemen hutten / maalstenen / rijk of arm / oorlog om het bezit ervan / houten graaf- en plantstokken / offers om gunstig te stemmen.

jk ex

em

OPDRACHT 8

pl aa

r

Domesticeren In sommige gebieden, zoals in de Vruchtbare Sikkel, gebeurt de overgang geleidelijk.

Goden

In

ki

Voorraden

48

LES 7

De nieuwe steentijd of het ‘neolithicum’

Bevolkingsgroei

SEDENTAIR Nieuwe beroepen en taken

Werktuigen Woningen


ONWAARSCHIJNLIJK! Hoe kunnen archeologen oude dingen zo nauwkeurig dateren? Er zijn vandaag verschillende methoden om de ouderdom van een voorwerp te bepalen. De eerste doorbraak in het onderzoek kwam er pas rond het jaar 1950. Toen kwam een Amerikaanse wetenschapper op het briljante idee dat alle overblijfselen van planten en dieren een precieze klok in zich dragen, namelijk radioactieve koolstofdeeltjes: C-14. Het systeem kun je vergelijken met dat van een batterij.

pl aa

r

Rond de aarde zit een laagje ‘lucht’, de atmosfeer. De atmosfeer bestaat uit gassen zoals zuurstof en stikstof. Zonder die gassen zou het leven op aarde niet mogelijk zijn. Net zoals vaste stoffen en vloeistoffen, bestaan gassen uit zeer kleine deeltjes die wetenschappers atomen noemen. De stralen van de zon, maar ook andere stralen uit de ruimte, komen door de atmosfeer naar het aardoppervlak. Wanneer stralen uit de ruimte met de gasatomen botsen, kunnen ze samensmelten. Zo ontstaan in de atmosfeer na een tijdje nieuwe gassen, zoals bijvoorbeeld koolzuurgas. Dat gas ken je ongetwijfeld van de bubbels in frisdrank. In koolzuurgas zit een stof die wetenschappers koolstof-14 of C-14 noemen.

em

Planten nemen die stof uit de lucht op. Vermits dieren en mensen ook planten eten, komt C-14 ook in hun lichaam terecht. Een kenmerk van radioactieve deeltjes is dat ze aan een constante snelheid verdwijnen. C-14 kun je het best vergelijken met een batterij. De batterij loopt stilaan leeg, maar door telkens opnieuw te eten, blijft het C-14-batterijtje van mensen en dieren vol.

jk ex

Wanneer een plant, dier of mens sterft, bevat die een bepaalde hoeveelheid C-14. Omdat de ‘batterij’ daarna niet meer wordt ‘opgeladen’, loopt ze stilaan leeg. Het gaat een aardig stuk trager dan bij een echte batterij! Pas na 5730 jaar is ze halfleeg. Wanneer archeologen dierlijke, plantaardige of menselijke overblijfselen vinden, meten ze hoeveel C-14 er nog in zit. Om de ouderdom te bepalen, controleren ze m.a.w. hoe ver het C-14-batterijtje is leeggelopen! Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

ki

KENNEN

In

1 de begrippen ‘nomadische samenleving’, ‘sedentaire samenleving’, ‘evolutie’, ‘revolutie’ en ‘neolithische of agrarische (r)evolutie’ verklaren 2 de begrippen ‘nomade’ en ‘domesticatie’ verklaren 3 uitleggen waarom sommige mensen op een vaste plaats blijven wonen 4 het ontstaan van ‘echte’ landbouw beschrijven 5 het nut van huisdieren voor de mens uitleggen 6 de verandering van de samenleving uitleggen

KUNNEN 1 het proces van nomadisch tot sedentair bestaan chronologisch rangschikken 2 de Vruchtbare Sikkel op een kaart aanduiden 3 een historische kaart met een hedendaagse kaart vergelijken 4 een oorzaak en een gevolg van de bevolkingsgroei geven 5 een mindmap over de gevolgen van sedentarisatie aanvullen Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

B

PREHISTORIE

49


LES 7 SCHEMA

De nieuwe steentijd of het ‘neolithicum’

1 Zwervende mensen blijven steeds meer op een vaste plaats Ca. 10 000 v.C. (= het einde van de laatste ijstijd)

r

Wanneer?

pl aa

Waar voor het eerst? In de Vruchtbare Sikkel

2 De mens ontdekt de landbouw en de veeteelt in de Vruchtbare Sikkel landbouw veeteelt

em

De mens ontdekt de evolutie van zaad tot plant. De mens domesticeert dieren.

jk ex

Aanvankelijk aanvulling bij: • jacht • visvangst Verbeterde voedselvoorziening leidt tot bevolkingsgroei.

ki

Nood aan: • meer voedsel • meer vruchtbare gronden Oplossing: • uitwijken naar andere streken

In

De overgang van een nomadische naar een sedentaire samenleving noemen we de neolithische of agrarische (r)evolutie.

3 De hele samenleving verandert • Betere woningen • Nieuwe werktuigen • Nieuwe beroepen en taken • De mens probeert de gunst van de goden te verkrijgen door:

50

LES 7

- offers aan de vruchtbaarheidsgodin,

- beeldjes en godsdienstige rituelen.

De nieuwe steentijd of het ‘neolithicum’


Wanneer, hoe en waarom gebruiken de prehistorische mensen vuur? Welke werktuigen maken de prehistorische mensen? Welke materialen gebruiken ze?

r

Niet alleen mensen, maar ook sommige dieren gebruiken werktuigen. De mens vervaardigt echter zelf werktuigen.

pl aa

8

De werktuigen van de prehistorische mens

Kaartnr(s).

KOPER

.

v. C 0 ±1

BRONS

IJZER

jk ex

STEEN

20

±3 30

±5 50

0

0

v. C

em

v. C

.

.

Chronologie van gebruikte materialen in het Nabije Oosten

In welke tijd situeren we:

- de steentijd en de kopertijd?

1

In

ki

- de bronstijd en de ijzertijd?

OPDRACHT 1

Vuur: een heel belangrijke ontdekking Los de vragen op met behulp van de vier onderstaande bronnen. Bron 1 Hoe oud is de barbecue? De juiste datering van de ontdekking en het gebruik van vuur door mensen is voorwerp van voortdurend onderzoek (…) Het eerste gebruik van vuur door de mens gebeurde misschien al 1,5 miljoen jaar geleden in Afrika … Het vinden van bewijs van het eerste regelmatige gebruik van vuur is moeilijk, omdat het identificeren van oude vuurhaarden niet altijd eenvoudig is … Mogelijk bewijs van verbrande resten van een miljoen jaar oud is te vinden in de Wonderwerkgrot in de provincie Noord-Kaap in Zuid-Afrika. Echte aanwijzingen van het

B

Prehistorie

51


regelmatige gebruik van vuur zijn afkomstig van grotten in Israël die dateren tussen 400 000 en 300 000 jaar geleden en omvatten het herhaalde gebruik van een enkele haard in de grot van Qesem en aanwijzingen voor het braden van vlees … De volgende fase was om een vuur te kunnen aanmaken … Het gebruik van vuurstenen om vuur te maken kan zich al 400 000 jaar geleden hebben voorgedaan, maar concreet bewijs daarvan dateert van 40 000 jaar geleden … Uit: A.C. Scott, ‘When Did Humans Discover Fire?’, Time Magazine, 1 juni 2018 (eigen bewerking en vertaling)

Bron 2 Vuurstenen en vuurboor

jk ex

em

Vuurstenen worden tegen elkaar geslagen boven droog materiaal. De vonken vallen op het droge materiaal, dat vuur vat. Het gloeiende stukje wordt dan zorgvuldig aangeblazen.

pl aa

r

Het vuur wordt opgewekt door een stuk hout snel heen en weer te draaien tussen de handpalmen, terwijl men het stevig op een ander stuk hout drukt.

Bron 3 Koken maakt ons tot mens

In

ki

Koken heeft zeker de levens van onze voorouders ten goede veranderd. Wanneer de mens begonnen is met het regelmatig bereiden van voedsel op een vuur is niet duidelijk. Warmte maakt voedsel zachter, waardoor er minder tijd nodig is om te kauwen. Het geeft ook meer calorieën vrij en geeft zo meer energie. Met warmte behandeld voedsel is ook veiliger. Rauw vlees heeft een hoog gehalte aan ziekteverwekkers. Roosteren op hete kolen doodt ziektekiemen die voedselvergiftiging veroorzaken. Een ander voordeel van koken is dat het anders oneetbaar voedsel, zoals knollen, eetbaar maakt of gemakkelijker te verteren. Zo is een rauwe aardappel voor 32 % verteerbaar, een gekookte aardappel voor 98 %. En koken maakt tijd vrij om meer interessante dingen te doen dan alleen het vinden van eten en eten. Eten smaakt meestal beter als het wordt gekookt. We kunnen niet weten of onze voorouders het verschil op prijs stelden, maar studies met apen toonden aan dat ze liever gekookt voedsel hebben en dat ze meestal aardappelen, wortels en zoete aardappelen boven rauwe producten verkiezen. Koken vereist vaardigheden die verder gaan dan het beheersen van vuur, zoals het vermogen om de ingrediënten niet ineens op te eten, kunnen wachten tot het eten klaar is, zich herinneren hoe iets moet worden bereid enz. Uit: G. Lawton, ‘Every human culture includes cooking –this is how it began’, New Scientist, 2 november 2016 (eigen bewerking en vertaling)

52

LES 8

De WERKTUIGEN DE werktuigen van VAN de DE prehistorische PREHISTORISCHE mens MENS


Bron 4 Aardewerk Het bakken van potten begint in het oude nabije oosten rond 7000 v.C.

Aardewerk, Mesopotamië, 5500-4000 v.C. Diameter 7 cm, Metropolitan Museum of Art, New York

- Waarom worden in bron 1 begrippen als ‘misschien’ en ‘mogelijk’ gebruikt?

r

pl aa

- Van wanneer dateren mogelijke sporen van gebruik van vuur door mensen? 1,5 miljoen jaar v.C. 1,5 miljoen jaar geleden

Tussen 400 000 en 300 000 jaar geleden

- Welke drie technieken gebruikt de prehistorische mens om vuur te maken? Vuurstenen

Zwavel

Lenzen gericht op de zon

Houtskool

De vuurboor

Lucifers

em

- De eerste mens kent deze technieken niet. Op welke twee manieren zou hij aan vuur geraakt zijn? Blikseminslag

Vulkaanuitbarsting

jk ex

Aardbeving

- Voor welke toepassingen kan de prehistorische mens het vuur hebben gebruikt? Verlichting

Jacht

Voedsel bereiden

Koper smelten

Bos platbranden

IJzer smeden

Verwarming

Potten bakken

Bescherming tegen dieren

ki

In

- Welke voordelen heeft het koken van voedsel?

Het voedsel levert zo meer energie.

Er is minder tijd nodig om te kauwen.

Het eten wordt lekkerder.

Gekookt voedsel bevat minder ziekteverwekkers.

Bereid voedsel bevat meer vitamines.

Oneetbaar voedsel, zoals knollen, wordt eetbaar.

B

PREHISTORIE

53


2

De eerste werktuigen zijn uit steen gemaakt - Zoek de juiste afbeeldingen op het stickervel achteraan in je leerwerkboek en kleef ze in dit overzicht. Deze werktuigen worden bijvoorbeeld gebruikt om beenderen te verbrijzelen of om vlees in stukken te snijden.

Vuistbijlen worden vanaf 700 000 jaar geleden gemaakt. Van de hele steen worden stukken afgeslagen om de gewenste vorm te krijgen. Aan de ene kant eindigen die werktuigen in een punt, aan de andere kant zijn ze rond.

Deze werktuigen worden onder meer gebruikt om dieren te slachten en om hout te hakken.

jk ex

em

De mens gaat bewust stukken van een steen afslaan om daarmee werktuigen te maken. Dat noemen we afslagwerktuigen. Het eindresultaat van die ontwikkeling zijn kleine werktuigen van enkele cm groot.

r

Een chopper is een stenen werktuig met slechts ĂŠĂŠn, weinig bewerkte en onregelmatige snijrand. Choppers komen bijna alleen voor in vondsten van meer dan 2 miljoen jaar oud.

pl aa

OPDRACHT 2

Harpoenen worden gebruikt om te vissen.

In

ki

De homo sapiens gebruikt het gewei van rendieren onder andere om er harpoenen mee te maken.

Ze worden bijvoorbeeld vastgezet in jachtgerei van hout en been, zoals pijlen, harpoenen enz.

Nog later slijpt of polijst de mens zijn werktuigen. Het voordeel van de slijptechniek is dat zo een rechte snede gemaakt kan worden. Die stenen werktuigen gaan ook langer mee. De mens slaagt er bovendien in om gaten in stenen te boren.

54

LES 8

De werktuigen van de prehistorische mens

Zo kan de mens een bijl maken. Met een bijl kan hij bijvoorbeeld de grond bewerken.


- Als je geen geschreven bronnen hebt, wat kun je dan doen om te weten waarvoor iets werd gebruikt?

3

De metaaltijden: van koper naar brons en ijzer

In

ki

jk ex

em

pl aa

r

Op het einde van de prehistorie leert de mens metalen bewerken: eerst koper, daarna brons en ijzer. Dat gebeurt niet overal op hetzelfde moment. De kopertijd komt in sommige streken niet voor, omdat de mens daar meteen van steen op brons overschakelt. Koper is het eerste metaal dat de mens gebruikt. Het komt vrij in de natuur voor. Eerst bewerkt de mens het koper door het in een bepaalde vorm te slaan. Daarna ontdekt hij dat koper gesmolten kan worden in een eenvoudig kampvuur. Het vloeibare koper wordt in een open vorm gegoten. Na afkoeling wordt het gescherpt en gepolijst. Stenen werktuigen zijn echter scherper dan hun koperen tegenhangers. Brons is een legering van koper en tin. Koper is een zacht metaal, maar door er tin aan toe te voegen wordt het veel harder. Brons smelten vereist technische kennis en vaardigheid. IJzer is nog harder dan brons. Bovendien is ijzer goedkoper. In de primitieve ovens is de temperatuur nooit zo hoog dat het ijzer volledig smelt: de gewonnen ijzerkorrels uit de oven worden daarna in het vuur samengesmeed door de smid. Vooral wapens (speren, zwaarden ...) en allerlei gebruiksvoorwerpen voor de landbouw worden van ijzer gemaakt. Voor sieraden blijft brons de voorkeur genieten.

OPDRACHT 3

IJzeren zwaard

IJzeren zwaard - In welke tijd werd dit zwaard gemaakt? Kies uit: steentijd – kopertijd – bronstijd – ijzertijd. - Hoe wordt van ijzeren staven een zwaard gemaakt? (TIP Kijk naar het handvat.)

B

Prehistorie

55


OPDRACHT 4

Ötzi, de ijsman In het Ötztal in de Alpen, op de grens van Oostenrijk en Italië, is in 1991 een man gevonden die daar leefde omstreeks 3300 v.C. Door koude en wind is hij als het ware gevriesdroogd en zeer goed bewaard. Deze vondst is zeer belangrijk. De man (Ötzi genoemd) droeg heel wat met zich mee: een soort rugzak, een pijlenkoker en pijlen, een koperen bijl, een vuurstenen dolk, kleinere gereedschappen en paddenstoelen. Hij was dus goed uitgerust voor een tocht door de Alpen. Ötzi droeg een lendenlap en beenlingen, losse pijpen die met een koord aan een tailleriem werden vastgemaakt. Deze kledingvorm werd tot zo’n honderd jaar geleden nog gedragen door NoordAmerikaanse indianen. Zijn kleding was genaaid met draden van pees; sommige stukken waren hersteld met boombast.

r

- In welke tijd leefde Ötzi? Kies uit: steentijd – kopertijd – bronstijd – ijzertijd.

pl aa

- Beschrijf de uitrusting van Ötzi (mondeling).

© South Tyrol Museum of Archaeology/A. Ochsenreiter

jk ex

em

Wil je meer weten over de dood van Ötzi? Neem dan een kijkje bij het onlinelesmateriaal.

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

ki

KENNEN

In

1 het begrip ‘chronologie’ uitleggen 2 de begrippen ‘vuurboor’, ‘chopper’, ‘vuistbijl’, ‘harpoen’ en ‘polijsten’ uitleggen 3 twee mogelijke vormen van vuurproductie beschrijven 4 vier toepassingen van het vuur in de prehistorie opnoemen 5 de evolutie van de steenbewerking in vier stappen beschrijven 6 het gebruik van drie werktuigen uitleggen 7 de chronologie van de door de mens gebruikte metalen opnoemen

56

LES 8

De werktuigen van de prehistorische mens

KUNNEN 1 informatie uit bronnen gebruiken 2 de eerste werktuigen chronologisch rangschikken 3 verschillende werktuigen identificeren

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.


LES 8 SCHEMA

De werktuigen van de prehistorische mens 1 Vuur: een heel belangrijke ontdekking misschien al 1,5 miljoen jaar geleden

vuur dat op natuurlijke wijze is ontstaan (bv. bliksem)

r

Eerste gebruik vuur:

pl aa

De mens maakt zelf vuur: tussen 400 000 en 300 000 jaar geleden

verschillende technieken (bv. silexstenen, vuurboor)

Toepassingen:

• • • • •

em

verwarming afbranden van bos bescherming dieren uit schuilplaatsen lokken voedselbereiding

jk ex

2 De eerste werktuigen zijn uit steen gemaakt Het grootste deel van de prehistorie: de steentijd Ontwikkeling van de steenbewerking: vier fasen 1 Afslaan van enkele stukken van een steen

ki

2 Eenvoudige vuistbijlen

3 Werktuigen uit afgeslagen stukken steen

In

4 Gepolijste werktuigen

3 De metaaltijden: van koper naar brons en ijzer Einde prehistorie: de mens leert metalen bewerken. Kopertijd

bronstijd

ijzertijd

B

Prehistorie

57


9

De bronnen van de geschiedenis

pl aa

Welke soorten bronnen zijn er? Waar kun je ze vinden?

r

Hoe geraakt een geschiedkundige aan zijn kennis over het verleden? Hij leeft immers in het heden. Een geschiedkundige raadpleegt allerlei bronnen. Die geven informatie over het verleden en vertellen hem wat er is gebeurd.

±

17

8

8

2 86

. C v.

51

±

±

0

0

14

±

em .

v.

C

v. C 0

30 ±3

±3

50

0

v. C

.

.

Het ontstaan van het schrift

1

Kaartnr(s).

Sumerië

1

China

jk ex

Egypte + Indië

onze gewesten Rusland

Australië

Bronnen kun je indelen in verschillende groepen

In

ki

Bronnen geven informatie over het verleden: ze zijn de basis van onze historische kennis. Ze worden op drie manieren in groepen ingedeeld. Ten eerste maken we een onderscheid tussen ‘historische bronnen’ en ‘historische werken’. Historische bronnen zijn voorwerpen uit het verleden en getuigenissen over het verleden. Historische werken zijn het resultaat van een wetenschappelijk onderzoek na de feiten, met behulp van bronnen en andere werken. Ten tweede maken we een onderscheid tussen ‘primaire’ en ‘secundaire’ bronnen. Primaire bronnen dateren uit de tijd zelf. Secundaire bronnen zijn later gemaakt. Ten derde maken we een onderscheid tussen ‘geschreven’ en ‘ongeschreven’ bronnen. Ongeschreven bronnen worden verder verdeeld in mondelinge en materiële bronnen.

OPDRACHT 1

58

LES 9

In welke categorieën horen deze bronnen? Onderlijn het goede antwoord. Bron 1

De kaart met prehistorische vindplaatsen in België

Historische bron / historisch werk

Primaire bron / secundaire bron

Geschreven bron / ongeschreven bron

De bronnen van de geschiedenis


Afgietsels van de beenderresten in Spy

Historische bron / historisch werk

Primaire bron / secundaire bron

Geschreven bron / ongeschreven bron

Bron 3

36 000 jaar oude beenderresten gevonden in Spy Schedel van een

Historische bron / historisch werk

Primaire bron / secundaire bron

Geschreven bron / ongeschreven bron

Bron 4

Een krantenartikel uit 1886 over de beenderresten in Spy

Historische bron / historisch werk

Primaire bron / secundaire bron

Geschreven bron / ongeschreven bron

Bron 5

De Britse munt uitgegeven ter ere van Charles Darwin

Historische bron / historisch werk

Primaire bron / secundaire bron

Geschreven bron / ongeschreven bron

pl aa

r

neanderthaler, 36 000 jaar oud, ontdekt in 1886 in Spy

em

2

Bron 2

Britse munt uitgegeven in 2009 ter ere van de 150e verjaardag van de evolutieleer

De prehistorie en het schrift

In

OPDRACHT 2

ki

jk ex

Sommige volkeren en samenlevingen hebben nooit of pas erg laat een schrift gebruikt en dus geen geschreven bronnen gemaakt. Zolang een gebied of volk geen schrift gebruikt, bevindt het zich in de prehistorie of voorgeschiedenis. Dat wil niet zeggen dat het daarom per definitie om primitieve samenlevingen gaat. Van het ogenblik dat volkeren een schrift hebben, begint voor hen de geschiedenis. Het ontstaan van het schrift gebeurt niet overal op hetzelfde tijdstip. De prehistorie eindigt dus niet overal op hetzelfde moment (zie de tijdlijn).

Juist

Onjuist

De prehistorie eindigt overal ter wereld op hetzelfde moment: ca. 3500 v.C. In onze gewesten duurt de prehistorie meer dan 3000 jaar langer dan in Egypte. In AustraliĂŤ eindigt de prehistorie pas ca. 1788 v.C. Een volk leeft in de prehistorie tot het zelf een schrift gebruikt.

B

Prehistorie

59


3

De bronnen in een handboek zijn dikwijls bewerkt De historische bronnen die in de lessen gebruikt worden, zijn dikwijls bewerkt. Dat betekent dat ze niet gelijk zijn aan de originele bron. Meestal wordt er ook een titel toegevoegd. Het is belangrijk dat je hier oog voor hebt, omdat die ingrepen de betekenis van de bron beïnvloeden. Wat betekenen de volgende vermeldingen bij bronnen? Teken een pijl. Vertaald

Het is geen letterlijke weergave van de originele tekst.

‘Naar…’

Een materiële bron wordt niet in zijn geheel getoond.

(…) of […]

De originele bron is in een andere taal.

Detail

Er is op die plaats in de originele tekst geknipt.

In

ki

jk ex

em

pl aa

r

OPDRACHT 3

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN 1 uitleggen wat bronnen zijn 2 de begrippen ‘historische bronnen’, ‘historische werken’, ‘primaire bronnen’, ‘secundaire bronnen’, ‘geschreven bronnen’ en ‘ongeschreven bronnen’ uitleggen 3 het onderscheid tussen prehistorie en geschiedenis verklaren

60

LES 9

De bronnen van de geschiedenis

KUNNEN 1 een reeks bronnen volgens soort sorteren 2 aantonen hoe een historische bron bewerkt is Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.


LES 9 SCHEMA

De bronnen van de geschiedenis 1 Bronnen kun je indelen in verschillende groepen Bronnen geven informatie over het verleden

r

Verschillende soorten bronnen

Historische bron ÅÆ Historisch werk voorwerp uit het verleden of resultaat van wetenschappelijk getuigenis over het verleden onderzoek

Primaire bron ÅÆ Secundaire bron dateert uit de tijd zelf is later, in een andere tijd gemaakt

em

pl aa

jk ex

Geschreven bron ÅÆ Ongeschreven bron

mondelinge

materiële

In

ki

2 De prehistorie en het schrift

PREHISTORIE

GESCHIEDENIS schrift

3 De bronnen in een handboek zijn dikwijls bewerkt De originele bronnen worden dikwijls … - vertaald, - ingekort, - in andere woorden verteld, - niet volledig getoond.

B

Prehistorie

61


10

Redeneren over bronnen In les 9 heb je geleerd dat er verschillende soorten bronnen zijn en dat bronnen erg belangrijk zijn voor geschiedkundigen. De bronnen geven immers informatie over het verleden.

pl aa

r

Welke beperkingen kunnen bronnen hebben? Hoe bepaalt een geschiedkundige of een bron betrouwbaar is? Waarom is geschiedenis niet hetzelfde als het verleden?

PREHISTORIE

OUDE NABIJE OOSTEN

1

em

±

±

8

35

KLASSIEKE OUDHEID

MIDDELEEUWEN

4

5

0

19 ±

17 ±

14

5

5

0

0

0

5

±

±

0

0

0

0

v.

v.

C

C

.

.

Kaartnr(s).

HEDENDAAGSE TIJD

MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD

jk ex

Bronnen hebben altijd beperkingen

Om een antwoord te vinden op een historische vraag zoek en selecteer je bronnen. Hier moet je voorzichtig mee omspringen, want bronnen hebben altijd beperkingen. Stel dat je wil weten hoe het onderwijs aan de eerstejaars verloopt in deze school, tijdens dit schooljaar.

ki

OPDRACHT 1

In

- De onderzoeksvraag bakent het onderzoek af in tijd, ruimte en domein. Vul in. Tijd:

Ruimte:

Domein: - Stel je voor dat je beschikt over de volgende 6 bronnen. Bespreek klassikaal de voordelen en/of nadelen van elke bron. • Bron 1: een archiefdoos met ingevulde werkboeken van het vorige schooljaar • Bron 2: de punten van de beste leerling van een klas • Bron 3: een interview met een leerling van het eerste jaar • Bron 4: de lessentabel op de website van de school • Bron 5: een usb-stick met vakantiefoto’s van een van de leraars • Bron 6: een interview met de directeur van de school

62

LES 10

Redeneren over bronnen


- Vat de nadelen van de bronnen kort samen. Bron 1 en bron 5 Bron 2 Bron 3 en bron 6 Alle bronnen - Besluit:

2

pl aa

Bronnen worden kritisch ontleed en vergeleken

r

Een geschiedkundige onderzoekt een bron voor hij ze gebruikt. Hij ontleedt de bron en probeert meer informatie te verkrijgen over de maker, het doelpubliek en de functie of bedoeling van de bron. De geschiedkundige zal de bron ook vergelijken met andere bronnen over hetzelfde onderwerp. Zo probeert hij te achterhalen wat er in het verleden is gebeurd.

OPDRACHT 2

jk ex

em

We leren je in de geschiedenislessen om zelf ook kritisch met bronnen om te gaan. Om je daarbij te helpen, geven we je een vragenreeks die je moet proberen te beantwoorden. Zo kun je achterhalen of je te maken hebt met een betrouwbare bron. Dat is ook buiten het vak geschiedenis een belangrijke vaardigheid. Er komt immers dagelijks een heleboel informatie op je af. We gaan verder met het fictieve onderzoek van opdracht 1. - Waarom is het interview met de directeur van de school mogelijk onbetrouwbaar?

ki

In

- De betrouwbaarheid van het interview met de directeur wordt dus beïnvloed door de functie en het doelpubliek van dat interview. Leg uit. Functie:

Doelpubliek: - Voor welke vraag is het interview met de directeur wel een betrouwbare bron? Omcirkel. • Vraag 1: Hoe stelt de directeur van de school het onderwijs aan de eerstejaars voor? • Vraag 2: Wat denkt de directeur over het onderwijs aan de eerstejaars? • Vraag 3: Hoe verloopt het onderwijs aan de eerstejaars van de school?

TIP De betrouwbaarheid is afhankelijk van de historische vraag die je stelt. Eenzelfde bron kan voor de ene vraag wel betrouwbaar zijn en voor een andere vraag niet.

B

Prehistorie

63


3

Geschiedenis is niet het verleden Geschiedenis is een reconstructie van het verleden. Over sommige perioden uit ons verleden weten we slechts weinig door het gebrek aan bronnen. Als er een nieuwe bron ontdekt wordt, kan onze kennis over het verleden veranderen. Dat gebeurt ook als de geschiedkundigen een bron anders gaan interpreteren.

OPDRACHT 3

Lees de lestekst en omcirkel het juiste antwoord. A De geschiedenis blijft hetzelfde / kan veranderen. B Onze kennis over het verleden is onvolledig / volledig. C Ons eigen standpunt beïnvloedt wel / niet hoe wij naar het verleden kijken.

ki

jk ex

em

pl aa

r

D De beperkingen van bronnen hebben wel / geen invloed op het verleden.

In

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN 1 het begrip ‘reconstructie’ uitleggen 2 drie beperkingen van bronnen opnoemen 3 het verschil tussen de geschiedenis en het verleden uitleggen

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

64

LES 10

Redeneren over bronnen

KUNNEN 1 de bruikbaarheid van een bron in functie van een historische vraag beoordelen 2 beoordelen of een bron typerend is om een historische vraag te beantwoorden 3 aan de hand van vragen de betrouwbaarheid van een bron in functie van een historische vraag beoordelen


LES 10 SCHEMA

Redeneren over bronnen 1 Bronnen hebben altijd beperkingen Een bron moet je beoordelen op:

pl aa

r

• bruikbaarheid = geeft ze een antwoord op de historische vraag? • representativiteit = geeft ze een typerend beeld? • betrouwbaarheid = vertelt ze de waarheid? Gebruik en vergelijk liefst zoveel mogelijk bronnen.

2 Bronnen worden kritisch ontleed en vergeleken

Wie is de auteur? Wie, wanneer, waar, maatschappelijke positie, persoonlijke kenmerken Wat is het doelpubliek? Wat is de functie of bedoeling van de bron? Informeren / overtuigen / ontspannen / ontroeren / activeren

jk ex

• • •

em

Je beantwoordt (een selectie van) deze vragen:

De betrouwbaarheid van de bron is afhankelijk van de historische vraag die je aan de bron stelt.

ki

3 Geschiedenis is niet het verleden

In

De kennis die we hebben van het verleden is bepaald door: • de beschikbaarheid van bronnen • de interpretatie die we aan de bronnen geven Geschiedenis kan veranderen.

B

Prehistorie

65


11

Onderzoek Je hebt in les 6 kennisgemaakt met de neanderthaler. Restanten van die mensensoort werden in 1856 opgegraven in de plaats Neandertal bij Düsseldorf in Duitsland. Later werden ook op andere plaatsen restanten van de neanderthaler ontdekt. In deze opdracht onderzoek je hoe onze voorstelling van de neanderthaler doorheen de tijd verandert.

Klas:

Nr.:

Score:

Nieuw onderzoek

Opgraving

Nieuw onderzoek

16 20

11

Serie Neandertaler Reconstructie van Alfons en Adrie Kennis

Bestudeer de onderstaande bronnen en los de vragen op.

jk ex

OPDRACHT 1

19

em

Tekening van Kupka

20

85

pl aa

19

57

19 08 19 09

r

Naam:

In

ki

Bron 1 Schedel van een neanderthaler (1908)

© Luna04 / CC BY 2.5

66

LES 11

Onderzoek

Schedel van een neanderthaler opgegraven in La Chapelleaux-Saints (Zuid-Frankrijk) in 1908. De restanten zijn 60 000 jaar oud. Op basis van de schedel en andere skeletresten trekken geleerden besluiten over het uitzicht van de neanderthaler, o.a. dat hij O-benen (gebogen heupen en knieën) had. Nieuw onderzoek in 1957 toont aan dat het om restanten van een oude man ging die een deel van zijn tanden kwijt was en aan een ontsteking van de beenderen leed. Verder onderzoek in 1985 bevestigt dat het individu behoorlijk gehandicapt was aan de benen. Het gaat dus om iemand die niet als model voor de ganse soort kan gelden.


pl aa

r

Bron 2 Reconstructie van de neanderthaler van La Chapelle-aux-Saints door de Tsjechische kunstenaar František Kupka (1871-1957) Gepubliceerd in het Franse maandblad l’Illustration in 1909. Kupka verblijft vanaf 1896 in Parijs. In die periode maakt hij tekeningen voor magazines en studeert hij biologie, geschiedenis en archeologie aan de universiteit. Kupka baseert zich voor deze tekening op de conclusies van de geleerden die de restanten in 1908 bestudeerd hebben. Het maandblad l’Illustration is erg populair en staat bekend voor z’n wetenschappelijke aanpak. Kupka wordt later een beroemd kunstenaar.

© Kennis&Kennis

ki

jk ex

em

Bron 3 Reconstructie van de neanderthaler van La Chapelle-aux-Saints uit de 21e eeuw De Nederlandse kunstenaars Alfons en Adrie Kennis zijn gespecialiseerd in gezichtsconstructies. Zij baseren zich op een techniek ontwikkeld aan de universiteit van Manchester. Intussen zijn er veel meer restanten van neanderthalers gevonden. Het kunstenaarsduo vergelijkt tal van schedels van verschillende soorten mensen en mensapen alvorens de reconstructie te starten. Exact is de reconstructie niet. De haargroei, de oogkleur en de dikte van alle weke delen blijven het resultaat van giswerk. Maar geleerden zijn het er vandaag over eens dat de neanderthaler er beslist veel menselijker uitzag dan men eerst aannam.

In

Bron 4 De televisieserie ‘Neandertaler’ Deze Duitse televisieserie uit 2016 stelt de neanderthaler nog steeds voor als een woeste moordenaar. Duits gesproken en Engels ondertiteld

- Welke soort bron is dit? Omcirkel. Bron 1

Bron 2 en 3

Historische bron / historisch werk

Historische bron / historisch werk

Primaire bron / secundaire bron

Primaire bron / secundaire bron

Geschreven bron / ongeschreven bron

Geschreven bron / ongeschreven bron

B

Prehistorie

67


- Welke bron of bronnen kun je gebruiken om de volgende historische vragen te beantwoorden? • Vraag 1: Hoe zag de neanderthaler eruit?

• Vraag 2: Welke technieken hebben we vandaag om ons een beeld te vormen van de neanderthaler?

• Vraag 3: Welk beeld heeft men in het begin van de 20e eeuw van de neanderthaler?

• Vraag 4: Hoe wordt de neanderthaler vandaag voorgesteld in sommige populaire media? - Welke bronnen hebben de bedoeling om een wetenschappelijk juist beeld te geven van de neanderthaler?

pl aa

r

- Bestudeer bron 1 aandachtig. Waarom zet de vondst in La Chapelle-aux-Saints de geleerden op het verkeerde spoor?

em

- Hoe stelt Kupka de neanderthaler voor? Omcirkel het juiste antwoord. • De neanderthaler loopt rechtop / voorovergebogen.

jk ex

• De neanderthaler is sterk / weinig behaard.

• Het gezicht van de neanderthaler lijkt op dat van een gorilla / een mens. - Vergelijk bron 2 met bron 3. Omcirkel het juiste antwoord. De neanderthaler in bron 3 ziet er wilder / menselijker uit.

ki

- Bestudeer bron 2 aandachtig aan de hand van deze vragen.

In

Wie is de auteur?

Wie? Noteer naam, geboortejaar en sterftejaar. Wanneer heeft hij de bron gemaakt? Waar heeft hij de bron gemaakt? Beroep: Persoonlijke kenmerken: Wat is het doelpubliek?

68

LES 11

Onderzoek


Wat is de functie of de bedoeling van de bron? Informeren / overtuigen / ontspannen / ontroeren / activeren - Waarom is de tekening van Kupka onbetrouwbaar? Omcirkel juist of onjuist. • Het was niet zijn bedoeling om wetenschappelijk juist te werken.

Juist / onjuist

• De lezers van het maandblad zijn vooral uit op ontspanning.

Juist / onjuist

• De vondst in La Chapelle-aux-Saints, waarop Kupka zich baseert, is niet typerend voor de neanderthaler als soort.

Juist / onjuist

• Er zijn in 1909 al veel restanten van neanderthalers gevonden.

Juist / onjuist

r

- Hoe toont dit onderzoek aan dat geschiedenis kan veranderen?

Misschien ken je de hobbit uit de boeken of de speelfilms ‘The Lord of the Rings’ (In de Ban van de Ring). Die kleinere mensensoort is een verzinsel van de Britse schrijver J.R. Tolkien. In 2003 ontdekt men echter in een grot op het Indonesische eiland Flores restanten van mensen van ongeveer één meter. Men sprak al vlug over de ‘floresmens (homo floresiensis)’ of … hobbit.

In

ki

jk ex

Bron 1 Ligging van Flores

em

OPDRACHT 2

pl aa

Bron 2 Twee schedels vergeleken Een schedel van een homo floresiensis naast die van een homo sapiens. De floresmens werd ca. 1,1 m groot en woog maximum 35 kg. Alle gevonden overblijfselen samen dateert men tussen 700 000 jaar en 50 000 jaar geleden.

B

Prehistorie

69


pl aa

r

Bron 3 Reconstructie van een floresmens uit de 21e eeuw

Š AGEFOTOSTOCK

Bron 4 Een afstammeling van de homo erectus?

jk ex

em

Volgens wetenschapper Rik Potts (van het Amerikaanse National museum of Natural History) is de floresmens een rechtstreekse afstammeling van de homo erectus die tot 300 000 jaar geleden in Zuidoost-AziĂŤ leefde. Door de ijstijden daalde het zeepeil en konden zij via landwegen naar Indonesische eilanden zoals Flores trekken. Wanneer het zeepeil na verloop van tijd weer stijgt, zaten ze vast op het eiland. Om te overleven zouden ze dan na verloop van tijd kleiner geworden zijn. Kleine mensen verbruiken minder voedsel. Op het eiland leefde ook een soort dwergolifant die eenzelfde evolutie heeft doorgemaakt, maar langs de andere kant kwamen er ook zeer grote ooievaars en behoorlijk grote ratten voor.

ki

Bewerking van een artikel in National Geographic, 2016

In

Bron 5 Een moderne mens die aan een ziekte leed? Volgens de onderzoeker Robert D. Martin (van het Amerikaanse Field Museum of Natural History) is de floresmens gewoon een moderne mens die aan microcefalie leed. Die ziekte zorgt ervoor dat de hersenen en de schedelomvang minder goed groeien. Hij komt tot die conclusie na de vergelijking van een schedel van de floresmens met die van hedendaagse mensen die lijden aan die ziekte. Volgens Indonesische geleerden leed de floresmens dan weer aan een andere ziekte die dwerggroei veroorzaakt. Gebaseerd op artikels in het tijdschrift Science

70

LES 11

Onderzoek


Bron 6 Uitgeroeid door de moderne mens? Het uitsterven van de floresmens lijkt samen te vallen met de komst van de moderne mens naar het eiland. Tot op vandaag bestaat de legende van de Ebu Gogo op Flores. Het zou gaan om harige wezens van maximum 1,5 m die zich snel door de jungle bewegen. Ze zouden een eigen taal onder elkaar gebruiken. Omdat ze voedsel stalen en kinderen ontvoerden, hebben de mensen hen uitgeroeid. Op Sumatra bestaat een gelijkaardige mythe over de Orang Pendek wat vertaald ‘korte mens’ betekent. Ook hier zou het om een harig wezen gaan met een menselijk gelaat. Sommige geleerden denken dat het eerder om een apensoort gaat. Gebaseerd op artikels in Wikipedia English

1 Vraagstelling

pl aa

r

In deze opdracht onderzoek je wat je met zekerheid over de floresmens mag vertellen. Formuleer na raadpleging van de bronnen één vraag voor jezelf die je graag beantwoord wil zien. 2 Situering

- In welke van de zeven tijden leefde de floresmens?

em

- Waar en in welke tijd werden de restanten gevonden?

- Zoek het eiland Flores op een wereldkaart op. In welk continent ligt het?

jk ex

3 Kritische studie

- Welke bronnen zijn primair? - Welke bronnen zijn werken?

- Lees wat elke bron over de floresmens zegt en beantwoord de vragen bij besluit.

ki

4 Besluit

- Geef vier zaken die zeker zijn over de floresmens.

In

• 1 • 2 • 3 • 4

- Geef drie beweringen die niet bewezen zijn over de floresmens. • 1 • 2 • 3

B

Prehistorie

71


5 Reflectie - Hoe toont dit onderzoek aan dat de geschiedenis kan veranderen? - Heb je een antwoord op je vraag gevonden? Waarom wel? Waarom niet?

ONWAARSCHIJNLIJK!

pl aa

r

- Zoek zelf op internet of er nieuwe informatie is over de floresmens.

ki

jk ex

em

Vandaag zijn er geen grote wetenschappelijke discussies meer over het uiterlijk van de neanderthaler. Iedereen is het erover eens dat die er veel menselijker heeft uitgezien dan men aanvankelijk dacht. Toch staat de neanderthaler de laatste jaren opnieuw in het centrum van de belangstelling. De onderzoekers proberen te achterhalen waarom de neanderthaler zo’n 35 000 jaar geleden uitstierf, terwijl de moderne mens overleefde. Ongeveer 50 000 jaar geleden trok de homo sapiens uit Afrika naar Europa. Heeft de komst van de moderne mens de neanderthaler de dood ingejaagd? Misschien omdat de neanderthalers minder goed konden netwerken of omdat de homo sapiens nieuwe ziektes meebracht uit Afrika, waartegen de neanderthaler niet bestand was? Of stierven ze uit zonder bijzondere oorzaak, gewoon omdat uitsterven in de biologie de normaalste zaak van de wereld is? Genetisch onderzoek bewijst in elk geval dat de neanderthaler een stukje verder leeft in ons: Europeanen en Aziaten hebben gemiddeld tweeënhalf procent neanderthaler-DNA in zich. De twee mensensoorten hebben op verschillende plaatsen en momenten seksueel contact gehad: 60 000 jaar geleden in Azië en daarna ook in Europa. Wat je na deze les moet kunnen:

In

KUNNEN

1 een reeks bronnen volgens soort sorteren 2 de bruikbaarheid van een bron in functie van een historische vraag beoordelen 3 aan de hand van vragen de betrouwbaarheid van een bron in functie van een historische vraag beoordelen 4 beoordelen of een bron typerend is om een historische vraag te beantwoorden

72

LES 11

Onderzoek

5 het onderscheid tussen het verleden en de geschiedenis aantonen 6 met een voorbeeld aantonen dat de beperkingen van bronnen gevolgen hebben voor onze kennis over het verleden

Een aantal onderdeeltjes van ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kunt, zet je daar een kruisje voor.


OVERZICHT B

Prehistorie PREHISTORIE - streek of volk zonder schrift ONTSTAAN EN EVOLUTIE VAN DE MENS

- weinig + onduidelijke bronnen

pl aa

- mensen

r

- mensachtigen (ontstaan: ca. 6 tot 7 miljoen jaar geleden) voorbeeld: australopithecus Afrika ca. 2,5 miljoen jaar geleden verspreiding over de wereld

homo habilis

em

homo erectus

homo neanderthaler

jk ex

HOMO SAPIENS

moderne mens

jacht + voedselpluk nomaden houten + stenen wapens

betere techniek grotschilderingen + venusbeeldjes

ki

In

NABIJE OOSTEN Vruchtbare Sikkel (10 000 v.C.) - stammen sedentair - domesticeren van dieren - landbouw + veeteelt

veel voedsel

nederzettingen nieuwe werktuigen + gebruiksvoorwerpen vruchtbare grond = rijkdom

B

Prehistorie

73


In dit onderdeel bestudeer je de prehistorie van NoordwestEuropa. Onze gewesten liggen in dat gebied. Men gebruikt er in vergelijking met het Nabije Oosten pas laat een schrift (zie les 22). Omstreeks 5500 v.C. begint men hier aan landbouw te doen. Tijdens het neolithicum en de bronstijd ontstaan er landbouwsamenlevingen die raadselachtige bouwwerken oprichten. Hieronder zie je bijvoorbeeld een foto van Stonehenge (Engeland, 3100-1100 v.C.). Ten onrechte beweren sommigen dat de Kelten Stonehenge gebouwd hebben. Dat volk komt echter pas vanaf 700 v.C. in Europa voor. Omdat ze ijzeren voorwerpen gebruiken, begint met hun komst de ijzertijd in West-Europa.

em

Omcirkel het juiste antwoord.

pl aa

r

C

De prehistorie in Noordwest-Europa

• In onze gewesten gebruikt men vroeger / later een schrift dan in het Nabije Oosten. • Stonehenge is gebouwd / niet gebouwd door de Kelten.

In

ki

jk ex

• Stonehenge ligt in Engeland / Vlaanderen.

Stonehenge, Engeland, 3100-1100 v.C.

74

C

DE PREHISTORIE IN NOORDWEST-EUROPA


12

Raadsels in steen

pl aa

Wie heeft die megalieten gebouwd? Welke ‘soorten’ megalieten onderscheiden we? Welk doel hadden die monumenten? Hoe werden ze gebouwd? Wat is het meest bekende megalithische monument?

r

Omstreeks het begin van het 5e millennium v.C. beginnen mensen in West-Europa met grote stenen monumenten te bouwen. Vandaag worden die monumenten ‘megalieten’ genoemd. Dat woord komt uit het Grieks en betekent letterlijk: ‘grote stenen’.

±2 50 020 00 v.C .

jk ex

NEOLITHICUM IN EUROPA

em

±6 00 0

v. C

.

Kaartnr(s).

1

Neolithische samenlevingen in Europa bouwen grote monumenten

In

ki

Tussen ongeveer 4800 v.C. en ca. 1500 v.C. worden in West-Europa veel megalithische constructies gebouwd. Ook in (delen van) Afrika, Azië en Oceanië vinden we gelijkaardige constructies terug. Over wie die megalieten in Europa heeft gebouwd, bestaat veel onduidelijkheid. Er zijn namelijk geen geschreven bronnen van die megalietenbouwers. Meer dan waarschijnlijk gaat het niet om één aparte beschaving, maar om verschillende afzonderlijke samenlevingen. Er bestaan verschillende soorten van megalieten. De bekendste ‘types’ zijn de menhirs en de hunebedden. Een menhir is een grote, rechtopstaande steen. Menhirs werden dikwijls in rijen of cirkels bij elkaar gezet. Op die manier dienden ze misschien als tempel voor godsdienstige plechtigheden of als observatorium om aan de hand van de beweging van de hemellichamen een kalender op te stellen. Een hunebed of dolmen lijkt op een reusachtige stenen tafel. Archeologen denken dat dolmens als grafkamer gediend hebben. Die kamer werd dan met aarde of losse stenen bedekt. In sommige dolmens heeft men nog menselijke beenderen teruggevonden. De bekendste megalithische monumenten bevinden zich in Bretagne (Frankrijk) en Zuid-Engeland.

OPDRACHT 1

Duid in de tekst aan waarom onze kennis over de megalietenbouwers beperkt is.

C

De prehistorie in Noordwest-Europa

75


OPDRACHT 2

Megalithische monumenten in België In ons land kun je vandaag op een tiental plaatsen megalieten terugvinden. Ze bevinden zich bijna allemaal in Wallonië. Bron 2

pl aa

r

Bron 1

In Hollain bij Doornik staat de beroemdste Belgische menhir: de ‘Pierre Brunehaut’. Hij is 5,9 m hoog (waarvan 1,9 m in de grond), 3,3 m breed, 0,5 m dik en is waarschijnlijk ca. 2500 v.C. opgericht. Men gelooft in de streek dat het einde van de wereld aanbreekt als de steen omvalt.

em

In de omgeving van het Waalse dorpje Wéris staan megalieten. Het hunebed dat je hier ziet, is een van de best bewaarde in ons land. Het is 11 m lang, 5 m breed en 2 m hoog. Het wordt gedateerd tussen 3500 v.C. en 2500 v.C. Op het einde van de 19e eeuw heeft men het hunebed opgegraven en gerestaureerd. Er werden beenderresten, potscherven en stenen pijlpunten gevonden.

jk ex

- Welke soort bron zijn de megalieten? Omcirkel. Historische bron / historisch werk Primaire bron / secundaire bron

ki

Geschreven bron / ongeschreven bron

- Beschrijf een van deze twee megalieten.

In

Uiterlijk:

Ouderdom: Weetje:

- In de loop der tijd zijn er heel wat megalieten verloren gegaan. Bedenk hiervoor enkele oorzaken. - Uit welk millennium v.C. dateert de ‘Pierre Brunehaut’?

76

LES 12

Raadsels in steen


Megalieten in Europa

em

pl aa

r

OPDRACHT 3

- Omcirkel de hedendaagse Europese landen waar de megalietenbouwers vroeger woonden.

jk ex

België – China – Duitsland – Engeland – Frankrijk – Nederland – Oostenrijk – Portugal – Spanje - Aan welke oceaan liggen de meeste gebieden van de megalietenbouwers?

In

ki

C

De prehistorie in Noordwest-Europa

77


OPDRACHT 4

Hoe zet men een megaliet rechtop? Hier zie je een van de mogelijke methoden om een megaliet rechtop te zetten. Bij het onlinelesmateriaal vind je een filmpje van een soortgelijk experiment van Britse archeologen. 2

1

4

- Omcirkel het juiste antwoord.

pl aa

r

3

em

Dit experiment toont aan dat je met eenvoudige / ingewikkelde methoden een megaliet rechtop kunt zetten. - Welk gevaar dreigt er als de steen rechtop wordt gezet?

2

jk ex

- Je weet al dat een megaliet misschien als graf, als tempel of als kalender gediend heeft. Wat zou nog een functie kunnen zijn?

ki

Stonehenge, het ultieme raadsel in steen

In

Stonehenge, in Zuid-Engeland, is voor het grote publiek het meest bekende megalithische monument. Het gaat hier om een vrij groot monument dat in verschillende fasen is opgetrokken. De oudste delen dateren van ca. 3000 v.C. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid in de buurt zijn zelfs duizenden jaren ouder. De site ondergaat een laatste wijziging tussen 1950 en 1500 v.C. Na het verdwijnen van de samenlevingen die het complex hebben gebouwd, raakt de plaats verlaten. Eeuwen later weet men totaal niet meer waarvoor Stonehenge gediend heeft. Daardoor raken allerlei fantastische verhalen over de plek algemeen verspreid. Vooral het verhaal over de duivel als bouwer of bewoner blijkt daarbij nogal populair te zijn. Men vertelt ook weleens dat de beroemde tovenaar Merlijn de cirkel opgericht zou hebben. Vanaf de 17e eeuw denkt men dat Stonehenge een godsdienstig centrum van de Keltische druïden (priesters en geleerden) is. De Kelten komen echter pas zo’n 1000 jaar nadat Stonehenge verlaten is in Engeland terecht … De meeste geschiedkundigen zijn het er vandaag over eens dat Stonehenge een belangrijk godsdienstig centrum is geweest, of toch zeker een belangrijke ontmoetingsplaats voor grote groepen mensen. Rond de cirkel liggen ook heel wat grafheuvels. Men vermoedt ook dat de stenen cirkel de macht en het aanzien moesten aantonen van de stam(men) die in de buurt leefde(n).

78

LES 12

Raadsels in steen


OPDRACHT 5

Bron Stonehenge in de hedendaagse tijd Jaarlijks, vooral tijdens de zomer- en de winterzonnewende, komen duizenden mensen naar Stonehenge om er feest te vieren of een spirituele ervaring te beleven. Velen geloven dat Stonehenge een magische plek is. Sommigen verkleden zich als Keltische druĂŻden.

pl aa

r

- Waarom kun je zeggen dat de mensen die zich als Keltische druĂŻden verkleden beter hadden moeten opletten in de geschiedenisles? (TIP Lees de lestekst.)

u m iter aa ste no nd e

em

g

ng

ga er

d on r) s n zo ome (z

jk ex

an rg e d r) on nte s i n zo (w

rg a

ng

o zo (z pga nsom n er g )

In

ki

te rs g e n t ui pga g no an r) aa g p e m so int n zo (w

- Bestudeer de tekening. Welke mogelijke verklaring die je al eerder bent tegengekomen, wordt hier weergegeven?

C

De prehistorie in Noordwest-Europa

79


ONWAARSCHIJNLIJK! Al sinds de middeleeuwen doen de meest fantastische verhalen de ronde over de megalithische monumenten.

ki

jk ex

Bron: www.megalitica.be

em

pl aa

r

Dat komt vooral omdat men er weinig over wist en eigenlijk nog steeds weinig over weet. Een voorbeeld. In het dorpje Mousny in de Ardennen bevinden zich een hoop grote keien die min of meer een cirkel vormen. Een legende beweert dat de keien eigenlijk een herder en zijn schapen zijn. Zij werden door Jezus Christus in stenen veranderd omdat de herder Christus weigerde te helpen! Andere verhalen brengen megalieten in verband met de duivel, bovennatuurlijke krachten en zelfs buitenaardse wezens. Nog altijd zijn er mensen die dergelijke zaken geloven.

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

In

KENNEN

1 het begrip ‘millennium’ uitleggen 2 de begrippen ‘megaliet’, ‘hunebed’, ‘menhir’ en ‘observatorium’ uitleggen 3 de samenlevingen van de megalietenbouwers in de tijd situeren 4 twee theorieën over de betekenis en de bouw van megalithische monumenten geven 5 de mysterieuze reputatie van Stonehenge verklaren

80

LES 12

Raadsels in steen

KUNNEN 1 informatie uit teksten, kaarten en afbeeldingen halen 2 megalieten observeren en beschrijven

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.


LES 12 SCHEMA

Raadsels in steen 1 Neolithische samenlevingen in Europa bouwen grote monumenten

r

Rond 4500 v.C. begint men in Europa bouwwerken op te trekken van grote stenen. megalieten

pl aa

Andere namen voor die monumenten zijn: • menhirs, • hunebedden.

Ze zijn ouder dan de bouwwerken van Egypte en Mesopotamië. Waar? Vooral in Noordwest-Europa (o.a. Bretagne en Zuid-Engeland)

em

Mogelijke functies: begraafplaatsen of astronomische betekenis • omdat er lichamen gevonden werden • omdat ze op de hemel georiënteerd zijn

jk ex

Andere nog onopgeloste vragen over de megalieten: • Hoe heeft men ze opgetrokken? • Hoe oud zijn ze?

2 Stonehenge, het ultieme raadsel in steen

ki

Waar?

In

Wanneer opgetrokken?

Zuid-Engeland

Tussen de eerste helft van het 3e millennium v.C. en 1500 v.C.

Foute veronderstellingen: • Archeologen proberen vergezochte theorieën te ontkrachten. • Probleem: ze beschikken zelf over weinig gegevens.

C

De prehistorie in Noordwest-Europa

81


Herhalingsoefeningen Een kleine herhalingsoefening om je kennis wat op te frissen. - Welke bronnen gaan over de prehistorie? Zoek eventueel in een naslagwerk informatie over de bron. - Welke soort bronnen wordt hier afgebeeld?

Bron 1 G. Corstjens, De

Bron 2 De menhirs van MĂŠnec (Carnac, Bretagne)

Kelten, een verhaal van

em

pl aa

r

migratie en assimilatie, 2018

Bron 4 Deel van een Chinese zuil

In

ki

jk ex

Bron 3 Grotschilderingen in Lascaux (Frankrijk)

Onderstreep telkens het juiste antwoord.

82

Bron

Prehistorie?

1

ja / nee

geschreven / ongeschreven

primair / secundair historische bron / historisch werk

2

ja / nee

geschreven / ongeschreven

primair / secundair historische bron / historisch werk

3

ja / nee

geschreven / ongeschreven

primair / secundair historische bron / historisch werk

4

ja / nee

geschreven / ongeschreven

primair / secundair historische bron / historisch werk

HERHALINGSOEFENINGEN LES 12 Raadsels in steen

Soort bron


Bij grote stromen ontstaan de eerste georganiseerde beschavingen van de mens. Hoe dat gebeurt, bestudeer je in de volgende lessen. Die eerste beschavingen ontwikkelen een schrift. Zij leven dus in een andere tijd dan de prehistorie. We komen in een nieuw tijdvak: het oude nabije oosten. Je bestudeert daarbij vooral de bekendste stroomcultuur: het Oude Egypte.

em

Langs de Eufraat en de Tigris in MesopotamiĂŤ

pl aa

r

D

Het oude nabije oosten (ca. 3500-800 v.C.)

In Egypte ontstaat langs de Nijl de bekendste stroomcultuur.

jk ex

(Tweestromenland) ontstaat de Sumerische samenleving.

In

ki

In de Indusvallei in IndiĂŤ komt de Harappacultuur tot bloei.

Langs de Gele Rivier in China ontstaat ook een stroomcultuur.

D

Het oude nabije oosten

83


Waar en hoe ontstaan die eerste grote beschavingen? Waarin verschillen ze van de gewone landbouwnederzettingen?

Kaartnr(s).

±

EGYPTE (NIJL)

. 1

v. C 30 ±

±

32 3

13 00

v. C

v. C

.

.

em

26 00 v 25 .C 00 . v. C . ±

±

v. C 33 00 ±

35 00

v. C

.

.

De vier stroomculturen

±

r

In les 7 heb je geleerd dat in sommige streken de mens op een bepaald moment zijn zwervende bestaan opgeeft. Hij vestigt zich op een vaste plaats en doet aan landbouw. Uit een aantal van die landbouwnederzettingen ontwikkelen zich grote beschavingen.

pl aa

13

Het ontstaan van de stroomculturen

MESOPOTAMIË (TIGRIS EN EUFRAAT) CHINA (GELE RIVIER)

jk ex

INDIË (INDUS)

- Situeer het ontstaan van de stroomculturen in de tijd, de ruimte en het domein. Kruis de juiste antwoorden in de tabel aan.

ki

Tijd

Ruimte

Afrika + Azië + Europa

Oude nabije oosten

Azië

Klassieke oudheid

Afrika + Azië

In

Prehistorie

- Raadpleeg de tijdlijn. • Waar ontstond de eerste stroomcultuur? • Welke stroomcultuur heeft de langste duur?

84

LES 13

Het ontstaan van de stroomculturen

Domein

Cultureel + Politiek + Sociaal + Economisch Politiek


1

De eerste grote beschavingen ontstaan in de buurt van belangrijke rivieren Rond 5000 v.C. is er een klimaatverandering die leidt tot de uitdroging van een aantal vruchtbare gebieden, zoals de Vruchtbare Sikkel (zie les 7). Er ontstaat een woestijngordel die zich uitstrekt van de Sahara tot in China.

OPDRACHT 1

s Ka

Zwarte Zee

pis

che Zee

is Tigr

jl

Arabische woestijn

Go l f

0 - 250 mm neerslag per jaar (België: 800 - 900 mm/jaar)

Vruchtbare valleien van Nijl, Tigris en Eufraat

em

500 km

ch e

250 - 500 mm neerslag per jaar

Zee

0

z is

500 - 1000 mm neerslag per jaar

de

Ni

t

Ro

Libische woestijn

raa

r Pe

Sinaï

Euf

r

Middellandse Zee

pl aa

Syrische woestijn

Iraanse steppe

- Waarom kunnen in de gele gebieden maar weinig mensen wonen?

jk ex

- Waar kunnen de bewoners naartoe trekken om toch aan voldoende voedsel te geraken?

- Wat is immers noodzakelijk om aan landbouw te doen, waar ook ter wereld?

ki

In

In de meeste gevallen is alleen een kleine strook langs de rivier geschikt voor landbouw. Maar de verschillende volkeren ontdekken dat ze door bevloeiing of irrigatie grotere gebieden vruchtbaar kunnen maken.

OPDRACHT 2

Bron

Bij de landbouw onderscheiden we twee types, namelijk regenlandbouw en irrigatielandbouw. Bij irrigatie moeten we denken aan natuurlijke en kunstmatige irrigatie. Natuurlijke irrigatie is het best mogelijk in Egypte, waar de Nijl voor de zaaitijd overstroomt (tussen juli en september), waarna het bevochtigde land ingezaaid kan worden. In Mesopotamië is de overstroming onregelmatiger en valt zij bovendien na de zaaitijd, zodat kunstmatige irrigatie geboden is. De irrigatielandbouw was aanzienlijk productiever dan de regenlandbouw. De opbrengst beliep ongeveer het vijftienvoudige van het zaaigoed. Dat is zeer veel als men dat vergelijkt met de situatie in Griekenland, Italië en de Europese middeleeuwen, waar een verhouding 1:4 normaal en 1:7 al uitzonderlijk was (bijvoorbeeld in Campanië in Italië). Uit: L. De Blois en R.J. Van Der Spek, Een kennismaking met de oude wereld

D

Het oude nabije oosten

85


- Aan welk type landbouw doet men in België? - Aan welk type landbouw doet men in Egypte en Mesopotamië? - Geef een voordeel en een nadeel van irrigatielandbouw ten opzichte van regenlandbouw. Voordeel: Nadeel:

2

Langs die belangrijke rivieren ontwikkelen zich georganiseerde steden De irrigatielandbouw maakt de samenleving ingewikkelder. Een boer kan niet in zijn eentje irrigatiekanalen graven en dijken aanleggen. Hij moet samenwerken met andere boeren uit zijn omgeving. Al die werken maken een goede organisatie noodzakelijk. Bepaalde mensen worden

r

daarbij leiders. Zij hebben een grote kennis of kunnen goed organiseren. Misschien bezitten ze

pl aa

wel de meeste grond en laten ze anderen voor hen werken. Ze worden de bestuurders van de gemeenschap. De leiders worden ook legeraanvoerders, verantwoordelijk voor de verdediging van het grondgebied. Als er meer dan voldoende voedsel is, hoeft niet iedereen boer te zijn. Nog meer dan in de eerste landbouwnederzettingen houden mensen zich met andere beroepen bezig: soldaten, timmerlieden, pottenbakkers enz. worden betaald met de landbouwoverschotten.

em

Er ontstaat een ruileconomie. Als een gemeenschap aangroeit en groter wordt, kan de leider (farao, koning, stamhoofd …) niet langer alleen besturen. Ambtenaren helpen hem daarbij. Ze controleren of iedereen wel de regels en wetten van de leider navolgt. Ze houden ook toezicht op het oogsten. Dankzij het schrift kunnen ze bepaalde gegevens beter onthouden (hoeveelheid

jk ex

voedsel, aantal boeren, aantal stukken vruchtbare grond enz.) of bepaalde regels en wetten op­ schrijven. Dat gebeurt in Egypte en Mesopotamië omstreeks het midden van het 4e millennium v.C. Schrijvers genieten een groot aanzien. Ondanks de irrigatielandbouw blijft de mens nog sterk afhankelijk van de natuur en de natuurkrachten. Daarom vereert hij verschillende goden in de hoop dat zij hem zullen helpen. Priesters leiden de verering van die goden. Dat gebeurt in soms fraaie tempels die het middelpunt vormen van de nederzetting of stad. De koningen zien er

ki

wel op toe dat de priesters hun gezag steunen. Vaak is de koning ook de leider van de priesters.

In

Doordat de samenleving ingewikkelder wordt, ontstaat er sociale ongelijkheid.

OPDRACHT 3

Lees de lestekst. Markeer negen verschillende beroepen die worden vermeld.

Deze muurschildering uit de graftombe van Sennedjem (Vallei der Koningen,13e eeuw v.C.) toont de irrigatielandbouw.

86

LES 13

Het ontstaan van de stroomculturen


OPDRACHT 4

De tekst legt uit waarom er aan die belangrijke rivieren georganiseerde steden ontstaan. Het antwoord bestaat uit drie delen: irrigatielandbouw, bevolkingsgroei en natuurkrachten. Bestudeer het schema en vul in. Irrigatielandbouw leiders voedseloverschot

Bevolkingsgroei ambtenaren schrift

Natuurkrachten priesters goden

ONTSTAAN VAN EEN GEORGANISEERDE STAD 1 Dit maakt de taak van de ambtenaren gemakkelijker:

pl aa

r

2 Zij leiden de verering van de goden: 3 Irrigatielandbouw vraagt organisatie en dus

4 Irrigatielandbouw zorgt voor goede opbrengsten en zelfs voor 5 Zij zijn nodig voor de organisatie en om controle te houden:

3

em

6 Zij beheersen de natuurkrachten en worden aanbeden:

De steden aan de stromen groeien uit tot ontwikkelde rijken

a n ho g

Indu s

at

N ij l

ki In

fra

ris Ti g

0

Eu

Ho

jk ex

OPDRACHT 5

2000 km

- Bij welke rivieren ontstaan de stroomculturen? Egypte:

China:

MesopotamiĂŤ:

IndiĂŤ:

- Wat is een rijk? TIP Raadpleeg de woordenlijst.

D

Het oude nabije oosten

87


ONWAARSCHIJNLIJK! Vandaag vormt water nog altijd de inzet van zware politieke discussies in het Nabije of Midden-Oosten. Zware politieke discussies voor water … Dat kun je je misschien moeilijk voorstellen? Water is levensnoodzakelijk. Maar ook in de wereld van vandaag is zoet water op vele plaatsen zeldzaam en dus kostbaar. Het klimaat warmt op en de landbouwgronden dreigen nog verder te verdorren. Water geeft je macht ... Drie voorbeelden: • Israël bezet de Syrische Golanhoogvlakte. Wie de Golanhoogte bezit, controleert een groot deel van de watervoorziening van de Israëlische irrigatiekanalen …

pl aa

r

• Turkije heeft stuwdammen op de bovenloop van de Eufraat en de Tigris en bouwt er nog bij. Het land wil met waterkracht elektriciteit opwekken, maar krijgt dankzij die dammen ook de controle over de watervoorziening van Syrië en Irak. Die landen gaan daar uiteraard niet mee akkoord.

em

• Dit landbouwersgezin uit Tunesië lijdt onder de droogte die het land treft ten gevolge van de klimaatverandering.

jk ex

© CGIAR Research Program on Dryland Systems

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

In

ki

1 de begrippen ‘landbouw’, ‘ambtenaren’, ‘ongelijkheid’, ‘ruileconomie’ en ‘rijk’ uitleggen 2 de begrippen ‘stroomculturen’, ‘bevloeiing’ en ‘irrigatielandbouw’ uitleggen 3 de vier stroomculturen opnoemen 4 de verhuizing naar de stromen verklaren 5 het ontstaan van irrigatielandbouw verklaren 6 het ontstaan van het koningschap uitleggen 7 de rol van priesters verklaren 8 de ontwikkeling van stad tot rijk uitleggen 9 het ontstaan van het schrift verklaren

88

LES 13

Het ontstaan van de stroomculturen

KUNNEN 1 op een blinde kaart de vier stroomculturen aanduiden 2 informatie uit bronnen halen 3 kaarten lezen 4 oorzaken en gevolgen opnoemen

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.


LES 13 SCHEMA

Het ontstaan van de stroomculturen 1 De eerste grote beschavingen ontstaan in de buurt van belangrijke rivieren

r

Rond 5000 v.C. ontstaat in de eerste landbouwgebieden een probleem: weinig regen droogte verdorde oogst hongersnood

pl aa

De landbouwers verhuizen naar de buurt van grote rivieren. Ze vinden daar voldoende water en via bevloeiing of irrigatie maken ze meer grond vruchtbaar.

2 Langs die belangrijke rivieren ontwikkelen zich georganiseerde steden

em

IRRIGATIELANDBOUW

SAMENWERKEN VOEDSELOVERSCHOT Goede organisatie is noodzakelijk. Er ontstaan andere beroepen Leiders en ruileconomie. Leiders worden bestuurders. Soldaten, bouwvakkers, timmerlieden, pottenbakkers …

jk ex

DE BEVOLKING GROEIT: ORGANISATIE en ONGELIJKHEID

In

ki

AMBTENAREN Helpen de bestuurders Taken: - controle - toezicht op het oogsten - gebruik van het schrift Voordelen: - gegevens onthouden - regels en wetten opschrijven NATUURKRACHTEN

De mens blijft nog steeds erg afhankelijk van de natuur. Priesters vragen de hulp aan de goden. Er worden tempels gebouwd.

3 De steden aan de stromen groeien uit tot ontwikkelde rijken De grote stroomculturen breiden na verloop van tijd hun grondgebied uit. Koningen heersen nu niet meer over één stad, maar over een heel rijk. D

Het oude nabije oosten

89


14

Egypte: het land van de Nijl Het Oude Egypte heeft alles te danken aan enkele aardrijkskundige kenmerken van het land: de aanwezigheid van de Nijl op de eerste plaats natuurlijk, maar zelfs de woestijn was onmisbaar!

pl aa

r

Hoe ziet Egypte eruit? Welk verband is er tussen de Nijl en het ontstaan van de Egyptische beschaving?

EUROPA OUDE NABIJE OOSTEN PREHISTORIE

em

±

±

8

35

KLASSIEKE OUDHEID

In

ki

jk ex

De Nijl, de vruchtbare strook en de woestijn

Satellietfoto van de Nijl (Google Earth) GROEPSWERK

1 Werk per twee om deze les op te lossen. 2 Voor opdracht 3 heb je toegang tot het internet nodig. Succes!

90

LES 14

Egypte: het land van de Nijl

4

5

0

19 ±

17 ±

14

5

5

0

0

50

±

MIDDELEEUWEN

±

0

0

0

0

v.

v.

C

C

.

.

Kaartnr(s).

HEDENDAAGSE TIJD

MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD


Naam:

Klas:

Nr.:

Score:

Groepsleden:

1

Egypte: woestijn en vruchtbare landbouwgrond langs de Nijl

OPDRACHT 1

Bekijk de kaart van het Oude Egypte. - Welke vier natuurlijke grenzen heeft Egypte? Onderstreep. • In het noorden: de Rode Zee / de Middellandse Zee / de Zwarte Zee • In het oosten:

r

de Arabische woestijn / de Libische woestijn

pl aa

• In het zuiden: de stroomversnelling / de deltamonding • In het westen:

de Arabische woestijn / de Libische woestijn

em

- Hoe noemen de Egyptenaren het gebied van de Nijlvallei en van de deltamonding? Omcirkel. • Het gebied van de deltamonding: Opper-Egypte / Neder-Egypte • Het gebied van de Nijlvallei:

jk ex

Opper-Egypte / Neder-Egypte

- Vul het kaartje in op blz. 96.

In

ki

- De Egyptenaren noemen de woestijn het Rode land en het vruchtbare gebied het Zwarte land. Rangschik in de juiste kolom: woestijn – vruchtbaar – vol leven – het rijk van de dood – steengroeven – koper – halfedelstenen – landbouw – bewoning. Het Zwarte land

Het Rode land

Buiten de grondstoffen levert de woestijn nog een andere belangrijke bijdrage aan de bloei van het Oude Egypte. De woestijn schermt het land af van invallers. Er is dus geen groot leger nodig en daardoor kan er meer aandacht gaan naar de culturele ontwikkeling van het land. D

Het oude nabije oosten

91


OPDRACHT 2

Bestudeer de foto op blz. 90. - Welke drie grote elementen bepalen het Egyptische landschap? - Wat valt je op aan de overgang tussen de vruchtbare strook en de woestijn?

OPDRACHT 3

Zoek informatie op over het Egyptische klimaat. - Neerslag:

Egypte, een geschenk van de Nijl De jaarlijkse overstroming van de Nijl

jk ex

em

OPDRACHT 4

pl aa

2

r

- Temperatuur:

half juli - o ktober

novembe

r - maart april - half juli

ki

Onderstreep de juiste antwoorden.

In

- Tijdens welke maanden overstroomt de Nijl? half juli –oktober / november –maart / april –half juli - Tijdens welke maanden zaaien de Egyptenaren hun gewassen? half juli –oktober / november –maart / april –half juli - Tijdens welke maanden oogsten de Egyptenaren? half juli –oktober / november –maart / april –half juli - Tijdens welke maanden helpen de Egyptenaren mee aan de bouwwerken voor de farao? half juli –oktober / november –maart / april –half juli De boeren kunnen tijdens de overstroming niet op het land werken. Dat betekent dat duizenden arbeidskrachten vier maanden per jaar kunnen meehelpen aan de bouwwerken voor de farao.

92

LES 14

Egypte: het land van de Nijl


OPDRACHT 5

Bestudeer deze bronnen. Bron 1 Over de natuur van de stroom kon ik noch van de priesters noch van iemand anders iets vernemen, en toch wilde ik van hen horen waarom de Nijl zwelt en overstroomt bij het begin van de zomerzonnestilstand, gedurende honderd dagen, en dan, (...) terugwijkt en klein van bedding wordt, zodat zij gedurende de volledige winter smal is, tot de zomerzonnestilstand er opnieuw is. Over die zaken kon ik niets vernemen van de Egyptenaren, toen ik hen vroeg welke kracht de Nijl toch had waardoor zij andere eigenschappen heeft dan de andere rivieren (...). Uit: Herodotos, Historiën, Boek II, 19 De Griek Herodotos van Halicarnassus (ca. 485-425/420 v.C.) maakt in de 5e eeuw v.C. een reeks studiereizen. Hij schrijft zijn conclusies neer in een uitgebreid historisch werk. Herodotus raadpleegt

pl aa

r

verschillende bronnen en gaat zelf op onderzoek, maar is soms lichtgelovig.

Bron 2

em

Heil aan jou, o Nijl, die zich manifesteert over dit land en komt om leven te schenken aan Egypte. Mysterieus vloei je voort uit de duisternis, op deze dag dat je gevierd wordt. De oevers gemaakt door de Ra (zonnegod) bevloeiend en zo ervoor zorgend dat al het vee leeft, jij geeft de aarde te drinken, jij de onuitputtelijke. (...) Heer der vissen, gedurende de overstroming daalt geen vogel neer op de oogst. Jij schept het graan, jij brengt de gerst voort, alzo de eeuwige duur van de tempels verzekerd. Als jij jouw werkt stopt, komt alles wat leeft in gevaar. (...)

jk ex

Uit: Loflied op de Nijl, ca. 2100 v.C.

- Op welke vraag zoekt Herodotos een antwoord?

ki

- Is het Egyptische ‘Loflied op de Nijl’ bruikbaar om de vraag van Herodotos te beantwoorden?

In

- Wij weten vandaag wel het antwoord: zoek het op in deze les. - Welke historische vraag kun je met behulp van het fragment uit het ‘Loflied op de Nijl’ wel beantwoorden? Omcirkel. • Vraag 1: Hoe kijken de Egyptenaren naar de Nijl? • Vraag 2: Welke technieken gebruiken de Egyptenaren om het water te controleren? • Vraag 3: In welk seizoen staat de Nijl het hoogst? - Geef ook het antwoord op deze vraag. D

Het oude nabije oosten

93


OPDRACHT 6

Ibissen tref je nu bijna niet meer aan in Egypte, maar in de oudheid waren ze talrijk. Ze leefden langs de Nijl en kondigden overstromingen aan. Ze werden als goden vereerd. - Markeer in deze tekst de oorzaak en het gevolg van de overstromingen in twee kleuren. De grote toename van het debiet komt door de tropische regens duizenden kilometers stroomopwaarts. Als het water in september begint te zakken en enkele weken later weer mooi in de bedding stroomt, zijn de oevers bedekt met een laagje vruchtbaar rivierslib. Dat slib dient als bemesting en maakt het voor de boeren mogelijk om

r

een rijke oogst binnen te halen.

De god Thoth, ca. 300-200 v.C. Hoogte 19,5 cm, breedte 20,5 cm, Kestner Museum, Hannover

pl aa

- Waaraan waren de overstromingen volgens de Oude Egyptenaren te danken?

Bron 1 De sjadoef De sjadoef dient om water te scheppen.

Bron 2 Het scheprad Al in de tijd van de farao’s gebruikt de Egyptische boer een scheprad om water naar hoger gelegen akkers te brengen. Wat toen heel ‘modern’ was, is nu verouderd.

In

ki

jk ex

OPDRACHT 7

em

De boeren moeten er natuurlijk wel voor zorgen dat de grond niet uitdroogt. Daarom bevloeien ze de akkers met water. Het water putten ze uit de kanaaltjes die ze tussen de akkers hebben gegraven.

Grafschildering in het graf van Ipoe, Deir el-Medina, ca. 1240 v.C.

- Hoe noemen we dit type landbouw? (Zie les 13.) - Hoe wordt het scheprad aangedreven?

94

LES 14

Egypte: het land van de Nijl


ONWAARSCHIJNLIJK! De jaarlijkse overstroming van de Nijl maakte leven mogelijk in een land dat voor 95 % uit woestijn bestaat. Hoe regelen de Egyptenaren vandaag eigenlijk die overstromingen?

pl aa

r

Vanaf het begin van de 20e eeuw kennen de Egyptenaren geen overstromingen meer. Een dam gebouwd bij Aswan regelt het debiet van de rivier en de toevoer van water naar de irrigatiekanalen. In 1964 starten de Egyptenaren daar met de bouw van een nog grotere dam. Hij wordt 111 meter hoog en heeft een lengte van 3,6 km. Het stuwmeer is 500 km lang en 16 km breed: het grootste waterreservoir ter wereld. Het meer dreigt de reusachtige tempel bij Aboe Simbel echter te overstromen. Men verplaatst de tempel daarom naar een hogergelegen plaats.

em

Ook vandaag is de Egyptische landbouw helemaal afhankelijk van irrigatie (continuïteit), maar de manier waarop die gebeurt, is veranderd.

De verplaatsing van de tempel bij Aboe Simbel en de Aswandam

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

jk ex

KENNEN

In

ki

1 de begrippen ‘rijk’ en ‘landbouw’ uitleggen 2 de begrippen ‘slib’, ‘irrigatie’ en ‘irrigatielandbouw’ uitleggen 3 de vier natuurlijke grenzen van Egypte opnoemen 4 de naam van de twee Egyptes geven 5 het verschil tussen het Zwarte en het Rode land uitleggen 6 het belang van de vruchtbare strook en de woestijn aantonen 7 het klimaat in Egypte benoemen en bondig bespreken 8 het belang van overstromingen voor Egypte aantonen 9 de groei van een hoogstaande beschaving in Egypte verklaren

KUNNEN 1 oorzaak en gevolg in een tekst aanduiden 2 de natuurlijke grenzen van Egypte op een blinde kaart aanduiden en benoemen 3 de Nijl, de vruchtbare Nijlvallei, de deltamonding, Opper-Egypte, Neder-Egypte, het Zwarte land en het Rode land aanduiden en benoemen op een blinde kaart 4 de bruikbaarheid en betrouwbaarheid van een bron beoordelen in functie van een historische vraag 5 een voorbeeld van continuïteit en verandering tussen heden en verleden geven

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

D

Het oude nabije oosten

95


LES 14 SCHEMA

Egypte: het land van de Nijl 1 Egypte: woestijn en vruchtbare landbouwgrond langs de Nijl

em

• Zwarte en Rode land

pl aa

• Neder- en Opper-Egypte

r

• Vier natuurlijke grenzen

jk ex

2 Egypte, een geschenk van de Nijl OORZAAK

WOESTIJN • Grondstoffen • Bescherming tegen invallers

FARAO • De overstromingen zijn magisch. • De farao zegt dat hij goddelijk is.

IRRIGATIELANDBOUW • De akkers worden bevloeid met water via kanalen. • Grote groepen mensen moeten samenwerken.

In

ki

OVERSTROMINGEN • Rivierslib (= vruchtbaar slijk) wordt door de overstroming op het land afgezet. • Grote bouwprojecten mogelijk

GEVOLG HET OUDE EGYPTE KAN UITGROEIEN TOT EEN MACHTIG RIJK MET EEN HOOGSTAANDE CULTUUR.

96

LES 14

Egypte: het land van de Nijl


VERHAAL

Kemi

DIRK BRACKE

Over de voltooiing van de grote piramide tijdens het Oude Rijk en over het leven van gewone Egyptenaren

15

20

30

35

40

r

pl aa

In

25

45

zomer naar deze plaats gekomen. ‘Ik ben benieuwd hoeveel ik dit keer aan mijn huis moet herstellen’, zei Ankhhaf een tikkeltje bezorgd. Kemi knikte. Zijn vrouw en zijn twee zoontjes probeerden het huis zo goed mogelijk te beschermen als het rivierwater zich een weg over het land zocht, maar toch moest hij bij elke thuiskomst heel wat weggespoelde lemen tegels vervangen. Zijn blik dwaalde naar beneden. Er werden nog stenen naar boven getrokken. Halverwege de helling geraakte een slede niet vooruit en geïnteresseerd bleef Kemi toekijken. ‘Doe dat niet, dat is gevaarlijk’, mompelde Kemi toen hij zag hoe een jonge kerel zich bukte om een steen, die de slede ophield, weg te halen. De mannen die aan de touwen trokken, hadden hem niet opgemerkt. Met een schokje schoof de slede een eindje vooruit. Een ijselijke schreeuw sneed over de bouwplaats toen de slede over zijn hand gleed. Kemi en Ankhhaf grepen tegelijkertijd naar het kleine amulet van de god Bes dat ze om hun hals droegen. Misschien konden de magische krachten van Bes de hand nog redden. Iedereen vloog overeind en staarde verschrikt naar het ongeluk. De man kronkelde van pijn terwijl zijn hand onder het hout bleef steken. Kemi en Ankhhaf haastten zich naar beneden om te helpen. Er werd geschreeuwd, maar niemand deed echt iets nuttigs. Sommigen probeerden de steen achteruit te duwen, maar de zware slede verroerde niet. ‘De hand uitgraven!’ riep Kemi. Meteen liet hij zich op zijn knieën zakken en krabde onder de hand het puin weg. Zijn nagels scheurden open en scherpe steenranden maakten bloederige schrammen, maar uiteindelijk kon de man zijn hand onder de slede weghalen. Hij kreunde ontzettend. Aan zijn arm hing nog

50

55

em

10

jk ex

5

Het zweet druppelde van Kemi’s kin en neus toen hij zich schrap zette en aan het touw trok. Met tientallen anderen sleurde hij de slede omhoog langs de helling die met puin, zand en modder zo glad mogelijk gemaakt was. Op de slede lag een enorme steen die naar de top van de piramide moest. Een opzichter vuurde hen aan terwijl de spieren van Kemi zich spanden om de slede enkele centimeters te verplaatsen. ‘Rusten!’ Het bevel van de opzichter werd als een echo herhaald. Ze lieten het touw vallen en Kemi liet zich op zijn hurken zakken. Aangetrokken door zijn zweet landden vliegen op zijn naakte lijf. Hij probeerde hen met zijn handen weg te slaan, maar bijna onmiddellijk kwamen ze weer aangevlogen. Zijn hoofddoek kleefde zweterig tegen zijn hoofd. Hij wilde de hoofddoek afnemen, dacht aan de brandende zon op zijn kaalgeschoren schedel en zijn hand zakte meteen terug naar beneden. ‘Hier’, zei Ankhhaf terwijl hij Kemi een aarden kruik toestak. De slokken water leken Kemi’s mond en keel te zalven. Automatisch volgden zijn ogen de loop van de helling. ‘We zijn er bijna’, constateerde hij tevreden. Nu het bovenste deel van de piramide vorm kreeg, waren een aantal werklui al volop bezig met het aanbrengen van de platen gepolijste kalksteen. Die zouden de piramide in de zon laten schitteren. Beide mannen woonden in hetzelfde dorp en elke zomer maakten ze de lange tocht om aan de piramide te werken. Tijdens die maanden was het land overstroomd door het water van de Nijl en was er geen werk op de akkers. Dan konden ze aan het koningsgraf werken en kregen ze brood, uien en look. ‘Het zal vreemd zijn als we niet meer aan het graf moeten werken’, zei Kemi. Sinds hij een man was geworden, was hij elke

60

65

ki

1

70

75

80

KEMI — DIRK BRACKE

97


85

90

100

105

Kemi keek hem na tot Ankhhaf hem een tikje tegen de schouder gaf. Vanuit het noorden kwam een prachtig versierde boot langzaam in de richting van de piramide gevaren. ‘De koning’, zei Kemi ademloos. ‘Hij komt vast kijken hoe ver zijn graf gevorderd is.’ Hij voelde zich gelukkig omdat hij de goddelijke koning zou zien, al was het maar van ver. De man met de geplette hand was opeens vergeten. De opzichters schreeuwden. Zeker nu de koning kwam kijken, moesten ze terug aan het werk. Kemi haastte zich naar de slede, nam het touw en zette zich schrap.

pl aa

r

95

enkel vlees, been en bloed. ‘Wie zal er nu zijn land moeten bewerken?’ vroeg Ankhhaf aan niemand in het bijzonder. Kemi haalde de schouders op. Hij wist het niet, hij hoopte alleen dat hij nooit zijn hand zou verliezen. Zijn jongens waren nog te klein om het land te bewerken en zeker om aan de piramide te werken. Als zijn kinderen ouder waren … dan zouden ze zijn plaats kunnen innemen … als hij zijn hand zou verliezen. Terwijl het bloed van zijn hand stroomde, strompelde de man moeizaam naar beneden.

NABESPREKING

• Wie werkt aan de bouw van de piramide?

em

• Wanneer wordt er aan de piramide gewerkt? Verklaar.

jk ex

• Welke gevoelens heeft Kemi ten opzichte van de koning?

ki

• De goden zijn erg belangrijk in het leven van de Egyptenaren. Geef een voorbeeld uit het verhaal.

In

• Zou jij reageren zoals Kemi als je collega zijn hand verliest? Leg uit.

Bij het onlinelesmateriaal kun je het verhaal ook beluisteren.

98

KEMI —Egypte: DIRK BRACKE het land van de Nijl

LES 14


15

Farao en co. Deze les zal je een beter inzicht geven in de samenstelling van de Egyptische samenleving.

pl aa

r

Welke sociale groepen vind je erin terug? Welke taken heeft elke groep? Wie heeft er de meeste macht? Hoe is die macht ontstaan?

±

±

8

35

KLASSIEKE OUDHEID

em

EUROPA OUDE NABIJE OOSTEN PREHISTORIE

4

5

0

MIDDELEEUWEN

19 ±

17 ±

14

5

5

0

0

50

±

±

0

0

0

0

v.

v.

C

C

.

.

Kaartnr(s).

HEDENDAAGSE TIJD

MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD

jk ex

Situeer deze les in de tijd, de ruimte en het domein. Duid het juiste antwoord aan. a Ruimte: Egypte – domein: sociaal, economisch en politiek – tijd: oude nabije oosten b Tijd: oude nabije oosten – ruimte: Egypte – domein: cultuur

ki

c Ruimte: oude nabije oosten – domein: Egypte – tijd: stroomculturen ROLLENSPEL

In

1 Neem allemaal een kaartje en ga volgens de instructies op de achterkant ergens in de klas staan of zitten. 2 Op de achterkant van het kaartje vind je ook je tekst. 3 Luister goed naar elkaar, want de volgende drie opdrachten maken jullie op basis van het rollenspel.

4 Op het einde van de les geef je je kaartje terug aan je leraar. Veel succes!

D

Het oude nabije oosten

99


OPDRACHT 1

Wat heeft het rollenspel je geleerd over de Egyptische samenleving? Bespreek klassikaal.

OPDRACHT 2

Hieronder zie je de sociale piramide van het Oude Egypte. Zoek de ontbrekende afbeeldingen op het stickervel achteraan in je leerwerkboek en kleef ze op hun plaats.

pl aa

r

farao

ADEL

gouverneur opperbevelhebber

em

hogepriesteres

jk ex

ambtenaren

vizier

soldaten

ki

HET GEWONE VOLK

In

VRIJEN

ambachtslieden, landbouwers

ONVRIJEN

slaven

Opmerking De vizier wordt zittend afgebeeld: zitten duidt in het Oude Egypte op macht; dat is vandaag bij ons trouwens ook zo.

100

LES 15

Farao en co.


OPDRACHT 3

Vul nu zelf het schema op de volgende bladzijde aan.

ONWAARSCHIJNLIJK!

pl aa

r

De schrijvers bekleden in het Oude Egypte een vooraanstaande positie. Hun opleiding begint op vijf- of zesjarige leeftijd en duurt een tiental jaar. Slechts 5 % van de actieve bevolking kan lezen en schrijven. De kennis van de schrijvers gaf hen veel macht en ze beschermden hun positie door de hiërogliefen voortdurend ingewikkelder te maken. De schrijvers worden doorgaans in kleermakerszit afgebeeld, met een papyrusrol op de knieën.

em

Zittende schrijver, uit het Oude Rijk, ca. 2600 v.C. Beschilderde kalksteen, albast en bergkristal, 53,7 cm hoog, vindplaats: Saqqara, Egypte, nu in het Louvre, Parijs

© Shutterstock.com

jk ex

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de verschillende groepen van de Egyptische samenleving in de sociale piramide plaatsen 2 informatie halen uit een rollenspel

In

ki

1 de begrippen ‘ambtenaar’ en ‘ambacht’ uitleggen 2 de begrippen ‘farao’ en ‘ambachtslieden’ uitleggen 3 twee grote voorrechten van de farao opnoemen 4 met drie voorbeelden aantonen dat de farao ook plichten had 5 de drie belangrijkste medewerkers van de farao met hun taken opnoemen 6 met twee voorbeelden aantonen dat de ambtenaren een belangrijke taak hadden in de Egyptische maatschappij 7 aantonen dat de Egyptische welvaart en beschaving steunen op het harde werk van de boer

KUNNEN

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

D

Het oude nabije oosten

101


LES 15 SCHEMA

Farao en co. FARAO OF KONING

pl aa

RECHTEN

r

Onbeperkte macht Hogepriester smeekt hulp van de goden af Wordt stilaan als god vereerd

ki

jk ex

MEDEWERKERS

em

PLICHTEN •

:

bestuur, belasting, rechtspraak

:

eredienst, beheer bezittingen van de goden

:

verdediging van Egypte

:

hof, gouverneur van een provincie

In

• overstromingen en bevloeiing regelen • : • betaald met belastingen • administratie

HET GEWONE VOLK • : meesters in hun ambacht, anonieme kunstenaars • zorgen voor voedsel voor de hele bevolking • : • werken ook aan grote bouwwerken, in mijnen en in steengroeven

SLAVEN

102

LES 15

Aantal:

Wie?

Farao en co.


16

Egypte onder de farao’s Als je de geschiedenis van ons land bekijkt van het begin van onze jaartelling tot nu, dan gaat het al over een periode van meer dan 2000 jaar. In die periode heeft men hier vele volkeren en vreemde overheersers zien passeren. Bovendien hebben er zich zeer ingrijpende veranderingen voorgedaan. De geschiedenis van het Oude Egypte beslaat een periode van ongeveer 3000 jaar!

pl aa

r

In welke perioden delen we die 3000 jaar geschiedenis op? Hoe situeren we Egypte in de ruimte?

. 1

.

30

2 33

v.

v.

C

C

. 75 ±

70

±

10

0

v.

v.

C

C

.

.

C

v.

.

C

v.

0

0

5

5

16

±

15

v. 0 4

HET OUDE RIJK

±

. C

C v. 0 8

20

21

em

eenmaking

±

±

±

±

31

27

0

0

0

0

v.

v.

C

C

.

.

.

Kaartnr(s).

HET NIEUWE RIJK

ROMEINSE PERIODE

jk ex

HET MIDDENRIJK

VREEMDE HEERSERS

PTOLEMEÏSCHE PERIODE

Bestudeer de tijdlijn.

ki

- De momenten van bloei staan in een kleur. Welke bloeiperiode duurt het langst?

In

- Hoe is er een einde gekomen aan het Oude Egyptische Rijk?

1

Het Oude Egypte: situering in de tijd Rond 3100 v.C. verenigt farao Narmer heel Egypte; daarvoor bestond dat nog uit Opper- en NederEgypte. Zo ontstaat wat men later het Oude Egypte is gaan noemen. Vanaf dan begint dus de ‘echte geschiedenis’ van Egypte. Doorheen die lange tijd kent het land momenten van bloei en van verval. Perioden van machtige farao’s wisselen af met tijdperken van zwakke farao’s, burgeroorlogen en invallen. Die laatste perioden noemen we ‘tussentijden’. Op de volgende bladzijde zie je een overzicht.

D

Het oude nabije oosten

103


± 2700 v.C.

± 2180 v.C. ± 2040 v.C.

± 1650 v.C. ± 1550 v.C.

± 1070 v.C.

Vreemde heersers

± 750 v.C.

Ptolemeïsche periode

332 v.C.

Romeinse periode

30 v.C.

pl aa

r

Het Nieuwe Rijk

derde tussenperiode

Het Oude Rijk

Het Middenrijk

tweede tussenperiode

Over welke periode gaat het? Vul het bij elk tekstje in aan de hand van de gegevens in de tijdlijn.

eerste tussenperiode

OPDRACHT 1

De naam Toetanchamon klinkt bij veel mensen bekend in de oren. In zijn eigen tijd is hij echter een onbelangrijke figuur. Hij sterft jong, op 19-jarige leeftijd in 1322 v.C. en raakt dan ook al snel vergeten. Tot in 1922 zijn graf wordt ontdekt. Het blijkt het best bewaarde koningsgraf te zijn dat ooit is gevonden. Sindsdien is hij wereldwijd bekend.

ki

jk ex

em

De piramiden van Gizeh behoren tot de meest indrukwekkende bouwwerken uit de geschiedenis en zijn zonder twijfel de bekendste monumenten van het Oude Egypte. Ze werden gebouwd tussen ca. 2580 en 2470 v.C.

In

Vanaf 2040 v.C. wordt Thebe (het huidige Luxor) de belangrijkste stad van het land. De plaatselijke god, Amon van Karnak, krijgt een hoge status. Er worden prachtige tempels gebouwd.

104

LES 16

Egypte onder de farao’s

Ramses II is een heel belangrijke farao. Hij is niet alleen een groot krijgsman, die veel militaire overwinningen behaalt, maar hij laat ook in heel Egypte talloze indrukwekkende bouwwerken optrekken. Veel van die monumenten bestaan nog en vormen naast de piramiden de belangrijkste toeristische trekpleisters van Egypte. Hij regeerde maar liefst 66 jaar en werd in 1224 v.C. opgevolgd door zijn dertiende zoon.


Steeds meer Hyksos, een volk uit KleinAzië, vestigen zich in de Nijldelta. De farao’s gebruiken hen als huursoldaten. De Hyksos grijpen echter in ca. 1700 v.C. de macht en heersen meer dan 100 jaar over NederEgypte. De Egyptenaren kunnen hen dan verdrijven.

pl aa

r

De Griekse veldheer Alexander de Grote verovert in 332 v.C. Egypte. Na zijn dood wordt Ptolemaeus, een van zijn generaals, koning van Egypte. Daardoor wordt het land opnieuw onafhankelijk, maar wel onder farao’s van Griekse afkomst.

Het hiërogliefenschrift wordt gebruikt door de ambtenaren om de staat vanuit de hoofdstad te organiseren en te besturen. Ca. 2000 v.C. waren er zo’n 700 verschillende tekens in gebruik.

In

ki

jk ex

em

In 30 v.C. pleegt de bekende Egyptische koningin Cleopatra zelfmoord, door een beet van een slang. Egypte is verslagen door de Romeinen onder leiding van Octavianus en haar geliefde Marcus Antonius is dood. Egypte komt nu onder het gezag van de Romeinen. Cleopatra is de laatste farao.

In 392 gebiedt de Romeinse keizer de sluiting van alle niet-christelijke plaatsen van aanbidding. In 394 zijn de laatste hiërogliefen geschreven. De Oud-Egyptische cultuur heeft alles overleefd, behalve het verlies van zijn goden. De kennis van het hiërogliefenschrift verdwijnt met de laatste priesters van het oude geloof. De betekenis van de Egyptische schrifttekens zal 1400 jaar lang verborgen blijven.

D

Het oude nabije oosten

105


2

Het Oude Egypte: situering in de ruimte

OPDRACHT 2

De drie rijken - Welk van de drie Egyptische Rijken heeft de grootste oppervlakte? - Welke vijf huidige landen behoorden geheel of gedeeltelijk tot het Nieuwe Rijk? Omcirkel ze in het lijstje. Egypte – Marokko – Sudan – Israël (en bezette gebieden) – Jordanië –

pl aa

r

Libanon – Irak - Welk vreemd volk valt het Middenrijk binnen?

ki

jk ex

em

In

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN 1 de drie perioden van bloei en de drie perioden van verval in de juiste volgorde opnoemen (geen datums, behalve 3100 v.C. en 30 v.C.)

KUNNEN 1 Cheops, Toetanchamon, Ramses II en Cleopatra in de perioden van de geschiedenis van Egypte situeren 2 informatie halen uit kaarten 3 het Oude Egypte situeren in de ruimte Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

106

LES 16

Egypte onder de farao’s


17

De Egyptische godsdienst Je weet al dat de farao wordt vereerd als een god. De Egyptenaren vereren nog honderden andere goden.

pl aa

r

Waarom dat enorme aantal? Hoe stellen de Egyptenaren de goden voor? Hoe vereren ze hun goden? Blijft hun godsdienst 3000 jaar lang ongewijzigd?

. 1

.

v. 30

v.

2

33

C

C

.

v.

0

75

±

70

10

±

HET NIEUWE RIJK

HET MIDDENRIJK

1

C

.

C

v.

C

.

. C

v.

0

5

5 16

15 ±

±

0

v.

. C

.

v.

C 0

v. 4

0 8

20

21

HET OUDE RIJK

em

eenmaking

±

±

±

±

31

27

0

0

0

0

v.

v.

C

C

.

.

Kaartnr(s).

VREEMDE HEERSERS

ROMEINSE PERIODE PTOLEMEÏSCHE PERIODE

jk ex

In Egypte is de godsdienst alomtegenwoordig

In

ki

In het leven van een Egyptenaar zijn twee dingen belangrijk: de godenverering en de dood. Dat klinkt misschien gek, maar toch is het de waarheid. De Egyptenaren zijn er heilig van overtuigd dat alle geluk op aarde te danken is aan de goden. En bovendien geloven ze dat de dood niet het einde is, maar juist een nieuw begin. De goddelijke krachten moeten dan ook voortdurend door verering worden gesterkt. Daarom worden ze dagelijks geëerd met speciale rituelen door de priesters in de tempels, maar ook door de gewone Egyptenaren thuis.

OPDRACHT 1

Maak van de lestekst een mindmap.

DE GODEN

D

Het oude nabije oosten

107


OPDRACHT 2

Lees het verhaal ‘Het Opetfestival’ van Dirk Bracke op blz. 115-116. Wat leert het verhaal ons over het belang van de godsdienst voor de Egyptenaren?

2

De goden worden op verschillende manieren voorgesteld

OPDRACHT 3

pl aa

r

Het resultaat is een kleurrijke godenwereld. Op een bepaald moment worden in Egypte zelfs meer dan tweeduizend goden vereerd. Maar geen enkele Egyptenaar aanbidt al deze goden. Het belang van een god is erg streekgebonden en varieert ook in de tijd. De goden worden als dier, als mens, als een combinatie van beide of als hemellichaam voorgesteld. Meestal kan een god op verschillende manieren worden afgebeeld (bv. Amon als mens, nijlgans of ram). Hier maken jullie kennis met de belangrijkste Egyptische goden. Vul het kruiswoordraadsel in. Bestudeer de afbeeldingen en zoek de namen van de volgende belangrijke goden.

In

ki

jk ex

em

Egyptische goden

Sobek

Amon

LR BEELD

Hathor

Anoebis

1 God van de vruchtbaarheid en het eeuwige leven en heerser van de onderwereld. Hij wordt vaak in het groen afgebeeld. (Groen is de kleur van de vruchtbaarheid.) Hij draagt in zijn handen een herdersstaf en een dorsvlegel. Op zijn hoofd heeft hij de witte kroon van Opper-­ Egypte met veren aan elke kant. Zijn lichaam is gewikkeld in een witte stof, die verwijst naar de mummie­die hij was. 2 God van het schrift en de wijsheid. Hij wordt voorgesteld als een mens met de kop van een ibis en ook in de gedaante van een ibis of een baviaan. De ibis, een watervogel, is vaak te zien tijdens de overstroming van de Nijl. De Egyptenaren denken daarom dat deze vogel de over­ stroming en dus de goede oogst aankondigt.

108

LES 17

De Egyptische godsdienst


3 Godin van de liefde, de schoonheid, de vreugde, het moederschap. De meeste afbeeldingen tonen een jonge vrouw met het hoofd van een koe of met koehoorns met daartussen de zonneschijf. Ze wordt ook wel afgebeeld als een koe. Ze is na Isis de machtigste godin. 4 Een angstaanjagende god, symbool voor kracht. Hij wordt voorgesteld als een krokodil of een man met het hoofd van een krokodil. Daarom symboliseert hij ook de vruchtbaarheid van de Nijl. 5 Echtgenote en zus van Osiris en aanbeden als ideale moeder en echtgenote. Ze wordt afgebeeld met een kroon in de vorm van het hiĂŤrogliefenteken voor een troon. Ze wordt ook vaak voorgesteld met haar kind Horus op de schoot.

r

6 Zoon van Isis en Osiris en god van de hemel. Hij is ook een symbool van macht. De farao is de menselijke gedaante van deze god. Hij wordt afgebeeld als een valk of als een mens met het hoofd van een valk.

pl aa

7 Schepper en zonnegod. Hij wordt gelijkgesteld aan Ra. Vanaf het Middenrijk wordt AmonRa de hoofdgod van Egypte. Hij wordt afgebeeld als een man gekroond met twee hoge struisvogelpluimen of als een ram of een nijlgans.

em

8 God van het balsemen. Hij speelt een belangrijke rol bij de overgang naar het hiernamaals. Hij wordt afgebeeld als een jakhals of met de kop van een jakhals.

In

ki

jk ex

Hedendaagse tekeningen van enkele Egyptische goden

Osiris

Thot

Isis

Horus

D

Het oude nabije oosten

109


6 8

4 5 7 1

L Y

2

Welk woord zie je nu in de oranje vakjes verschijnen? Wat betekent het?

3

OPDRACHT 4

pl aa

r

P

De goden en de farao hebben vaak een aantal attributen bij zich: dat zijn symbolen of voorwerpen met een bepaalde betekenis. Zoek telkens de juiste afbeelding op je stickervel.

jk ex

em

De staf en de vlegel zijn symbolen van de farao. De staf verwijst naar de rol van de farao als herder van zijn volk. De dorsvlegel naar zijn verplichting om het volk van voedsel te voorzien. Deze symbolen linken de farao ook aan Osiris.

In

ki

Het ankh-teken of ankh-kruis staat symbool voor het eeuwige leven. De goden dragen dit als symbool van hun onsterfelijkheid.

De dubbele kroon van de farao is een combinatie van de witte kroon van Opper-Egypte en de rode kroon van Neder-Egypte. De kroon symboliseert de heerschappij over het eengemaakte Egypte.

110

LES 17

De Egyptische godsdienst


3

De Egyptische tempels zijn woningen voor de goden

- Onderstreep de kernwoorden in de lestekst.

ki

OPDRACHT 5

jk ex

em

pl aa

r

De Oude Egyptenaren bouwen prachtige tempels die dienen als woningen voor hun goden. De ijver waarmee de Egyptische bevolking deze bouwwerken realiseert, toont duidelijk aan hoe gelovig de Egyptenaren wel zijn. Elke Egyptische arbeider is er heilig van overtuigd dat de bouw van een mooie tempel van het allergrootste belang is, want enkel als de god de tempel als woning aanvaardt, blijft het geluk op aarde verzekerd. De Egyptische tempels zijn dus geen plaatsen waar gelovigen samenkomen, zoals bijvoorbeeld kerken of moskeeën. Enkel de priesters die de god vereren, mogen de tempel betreden. In het centrum van de tempel staat het beeld van de godheid. Meestal staan er rond de tempel nog verschillende gebouwen: plaatsen om offers te brengen, heiligdommen, magazijnen enz. Al die gebouwen worden onderhouden door de priesters. De Amon-priesters van de tempelstad in Karnak worden door hun rijkdommen enorm machtig en vormen dus een bedreiging voor de farao’s. Amenhotep IV bedenkt een plan om de macht van de Amon-priesters te breken. Kort na zijn troonsbestijging in 1365 v.C. verbiedt hij alle goden en vervangt ze door de god Aton, de zichtbare zonneschijf. Zo komt er een korte De tempelstad in Karnak periode van monotheïsme: een godsdienst waarbij men maar één god vereert. Traditionele tempels worden gesloten en de hoofdstad wordt verplaatst naar een nieuwe stad (het huidige El-Amarna). De kunststijl wordt meer realistisch. Farao Amenhotep verandert zijn naam in Achnaton, wat betekent: ‘straal/glans van Aton’ of ‘hij die ten dienste van Aton staat’. Dit alles leidt tot politieke en economische instabiliteit. Na zijn dood in 1348 v.C. aanbidden de Egyptenaren opnieuw de vroegere goden.

In

Achnaton en zijn echtgenote Nefertete koesteren zich in de zonnestralen van Aton. Op hun schoot zitten drie dochters.

Huisaltaar, ca. 1350 v.C. Kalksteen, 32,5 cm hoog, Egyptisch Museum, Berlijn

- Is er sprake van continuïteit of verandering op godsdienstig vlak tijdens de regering van Achnaton? Omcirkel. - Uit welke periode van de geschiedenis van het Oude Egypte dateert dit huisaltaar?

D

Het oude nabije oosten

111


OPDRACHT 6

Godsdiensten komen in veel culturen voor. Kies een godsdienst die vandaag in België voorkomt en vergelijk die met de godsdienst van het Oude Egypte. - Plaats de volgende elementen in de linkerkolom: tempel – polytheïsme – leven na de dood – priesters en priesteressen. Noteer aan de andere kant het overeenkomstige begrip voor de door jou gekozen godsdienst. Jouw keuze:

pl aa

r

Oud-Egyptische godsdienst

- Vergelijk jouw antwoorden met die van je buurman/buurvrouw. Wat zijn de verschillen en de overeenkomsten?

em

ONWAARSCHIJNLIJK!

jk ex

De Egyptenaren stellen zich één grote godenfamilie voor met menselijke gevoelens en problemen. Alles wat de goden meemaken, geeft verklaringen voor het leven op aarde.

In

ki

Maak even kennis met een Egyptische mythe. Geb, de god van de aarde, en zijn zus Noet, de hemel­godin, hebben samen vier kinderen: Osiris, Isis, Seth en Nepthys. Osiris en Isis huwen en heersen als rechtvaardige vorsten over Egypte in een tijd van vrede en welvaart. Maar hun broer Seth, god van de chaos, woestijn en onvruchtbaarheid, wordt jaloers. Hij bedenkt een plan om Osiris te vermoorden en zelf de troon van Egypte op te eisen. Seth laat een prachtige lijkkist voor Osiris maken en nodigt zijn broer uit voor een feestmaal. Tijdens het feest gaat Osiris door een list in de kist liggen. Zodra hij neerligt, gooien de samenzweerders zich op hem en spijkeren ze het deksel dicht. Daarna werpen ze de lijkkist in de Nijl. Osiris verdrinkt. Isis slaagt er echter in de kist met haar dode echtgenoot terug te vinden. Met behulp van toverkracht zorgt ze ervoor dat Osiris haar bevrucht. Maar Seth geeft zich niet gewonnen. Woedend pakt hij het lichaam van zijn dode broer en snijdt het in veertien stukken, die hij over heel Egypte verspreidt. Isis gaat op zoek naar de stukken en vindt ze allemaal, op één na: zijn penis, symbool van levenskracht, is verloren. Ze zet de stukken weer in elkaar en balsemt en mummificeert het lichaam met de hulp van Anoebis. Zo verkrijgt Osiris, door de zonnegod Ra voorbestemd als Koning van de Onderwereld, het eeuwige leven. Door te paren met de dode Osiris heeft Isis vrij letterlijk nieuw leven uit de dood opgewekt. Ze noemt het kind Horus en voedt hem in het geheim op. De volwassen Horus wil zijn vader wreken en eist de troon op van Seth, die op een wrede manier over Egypte heerst. Na een reeks meedogenloze gevechten krijgt Horus de troon van de goden. Seth aanvaardt de beslissing en gebruikt vanaf dat moment zijn enorme kracht om Ra elke nacht te beschermen wanneer die met zijn zonnebark door de onderwereld reist.

112

LES 17

De Egyptische godsdienst


pl aa

r

Dit tafereel uit de tempel van Dendera toont de mummificatie van Osiris en de wonderbaarlijke bevruchting van Isis. De godin is te zien als een vogel boven de tot leven gewekte fallus van haar echtgenoot.

jk ex

em

Fragment van een reliëf in steen uit het Dendera tempelcomplex, Egypte

ki

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

In

1 de begrippen ‘polytheïsme’ en 2 3 4 5

‘monotheïsme’ uitleggen de begrippen ‘attributen’, ‘ankh’ en ‘dubbele kroon’ uitleggen het belang van de godsdienst voor de Egyptenaren uitleggen de rol van een tempel in Egypte beschrijven de aparte positie van farao Achnaton in de Egyptische godsdienst verklaren

KUNNEN 1 aan de hand van een beschrijvin­g de afbeelding van een god identificeren 2 bronnen met elkaar vergelijke­n 3 overeenkomsten en verschillen tussen de Oud-Egyptische godsdienst en een hedendaagse godsdienst opnoemen

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

D

Het oude nabije oosten

113


LES 17 SCHEMA

De Egyptische godsdienst

pl aa

De Egyptenaren vereren vele goden = polytheïsme Godsdienst is heel belangrijk: • de goden zorgen voor alle geluk; • ze worden dagelijks vereerd; • de dood is een nieuw begin.

r

1 In Egypte is de godsdienst alomtegenwoordig

2 De goden worden op verschillende manieren voorgesteld

jk ex

em

De goden worden afgebeeld: • als dier, • als mens, • als een combinatie van mens en dier, • als een hemellichaam. De goden dragen attributen bij zich.

3 De Egyptische tempels zijn woningen voor de goden

In

ki

De Egyptische tempels = woningen voor de goden Taak van de priesters: • de goden vereren • offers brengen • de tempel onderhouden • … Tempelstad in Karnak: • ter ere van Amon-Ra • bestaat uit: cultusplaatsen, heiligdommen, magazijnen • de Amon-priesters worden zeer machtig. Tijdens de regering van Achnaton (1365 v.C.) wordt één god vereerd: Aton, de zonneschijf. = monotheïsme

114

LES 17

De Egyptische godsdienst


VERHAAL

Het Opetfestival

DIRK BRACKE

Over het belang van goden en tempels tijdens het Nieuwe Rijk

15

20

30

35

40

r

pl aa

In

25

45

van de tempel van Amon in Luxor. Ook muzikanten met trommels en rinkelende sistrums begeleidden het schip en trompetten klonken boven alles uit. Mensen waren opgewonden en vrolijk nu het Opetfeest was begonnen. Het land snakte al weken naar water en nu zou de Nijl eindelijk weer uit haar oevers breken. Tussen al dat lawaai hoorde Nehi soms het loeien van de runderen die straks zouden geoffer­d worden. Nehi keek zijn ogen uit. Het was allemaal nog veel indrukwekkender dan hij gedroomd had. Vroeger had hij de stoet soms van heel ver gezien en leek het enkel een lang lint dat vooruitgleed, maar nu … Het was onvoorstelbaar. Hij had het zo druk met om zich heen kijken dat hij opeens tegen iemand aanbotste. ‘Hei!’ riep de man terwijl hij struikelde en vlug zijn handen uitstak om niet op zijn gezicht te vallen. Hij viel in het zand en zijn zwart opgemaakte ogen keken Nehi boos aan. ‘Ik had je niet gezien’, verontschuldigde Nehi zich vlug en hij bukte zich om de man recht te helpen. Plots bleef hij verrast staan. ‘Nee maar, Irsu!’ riep hij verbaasd. ‘Ben jij hier ook?’ Als het Nijlwater over het land stroomde, werkten ze aan de tempel, die nooit afgewerkt leek. Vorig jaar hadden ze allebei in dezelfde zaal natte pleister aangebracht zodat de muren door de kunstenaars konden beschilderd worden. ‘Ik mag op het voorhof staan als de koning aan de goden offert’, zei Irsu terwijl hij terug opstond. ‘Jij ook!’ riep Nehi. Hij voelde zich opgelucht. Hij was natuurlijk fier dat hij uitverkoren was, maar ook een beetje bang dat hij iets verkeerds zou doen of zeggen. Met Irsu erbij voelde hij zich een stuk zekerder.

50

em

10

jk ex

5

Met een zwierig gebaar hield Merti met beide handen Nehi’s lendendoek voor zich uit. Geen spatje vet of modder zat er nog op het witte linnen. Nehi knikte tevreden toen hij de lendendoek van zijn vrouw overnam en die rond zijn middel bond. Merti boog zich om een denkbeeldig stofje weg te knippen en toen ze zich oprichtte, keek ze hem fier aan. ‘Dat de koning jou heeft uitverkoren om van dichtbij het Opetfestival te volgen’, zei ze voor de zoveelste keer met ongeloof en fierheid in haar stem. Ze draaide haar hoofd naar hun kinderen die voor de hut waren samengetroept. ‘Het is een grote eer voor jullie vader en voor ons.’ De kinderen waren naakt en ze popelden om terug in de Nijl te gaan zwemmen, maar hun moeder wilde per se dat ze vader zouden uitwuiven. ‘De ogen van de koning zijn overal’, zei Nehi. ‘Zijn dienaars zullen ook gemerkt hebben dat ik een goede werker ben. Zowel op de akker als aan de tempel.’ Hij stak zijn vinger belerend in de lucht. ‘Onze koning is een zoon van de god Amon die onder de mensen leeft. Daarom is zijn wijsheid immens.’ Merti knikte overdonderd. Ze kon het bijna nog steeds niet geloven dat haar man was uitgekozen. ‘Zorg ervoor dat je lendendoek niet vuil wordt als je naar het voorhof van de tempel gaat … Het voorhof van de tempel’, herhaalde ze alsof ze het nog steeds niet kon geloven.

ki

1

Langzaam volgde Nehi het Nijlschip. Hij lette er wel op dat hij een behoorlijk eind uit de buurt van de met schilden en strijdknotsen bewapende soldaten bleef. Hoewel, op een feestdag als vandaag leken zelfs soldaten vredig terwijl ze op de oever met het schip meeliepen. De zeilen flapperden zachtjes in de wind en tientallen mannen trokken van op de oever met touwen het schip in de richting

55

60

65

70

75

80

HET OPETFESTIVAL - DIRK BRACKE

115


100

105

ki

110

125

130

r

120

‘Anders moest de ceremonie opnieuw beginnen.’ ‘Waarom?’ vroeg Nehi terwijl hij zijn vingers over de stenen wreef om ze proper te maken. ‘Als er iets verkeerd loopt met de ceremonie, breekt de chaos los. Dan keren de goden zich van ons af en komt er geen overstroming maar honger en ellende in ons land.’ De stoet schreed verder en de koning liep in de richting van de tempel. ‘Straks zal hij oog in oog staan met zijn vader Amon, die hem zal kronen tot koning van beide landen, tot de volgende overstroming.’ Nehi rekte zijn hoofd om de koning tussen de zuilen te volgen tot hij uit het zicht verdween. ‘Hoe weet jij dat allemaal?’ vroeg Nehi een beetje wantrouwig. ‘Mijn zus is de vrouw van een tempelschrijver. Soms komt ze nog bij mijn moeder op bezoek en dan vertelt ze over de tempel en de priesters.’ Nehi keek hem plots met heel andere ogen aan. Een zus die met een tempelschrijver getrouwd is! Eigenlijk voelde hij zich een beetje jaloers. Zijn broers en zussen werkten net zoals hij op het land, en ook zijn kinderen zouden later op het land werken. Maar dit had hij dan toch mogen beleven. Tranen liepen van ontroering over zijn wangen toen hij de priesters in de tempel zag binnengaan. Morgen zou hij Merti en zijn kinderen vertellen wat hij had gezien en Nehi wist dat hij zich dit moment tot op zijn sterfdag zou herinneren.

pl aa

95

115

135

em

90

jk ex

85

Soldaten vormden een rij om de mensen op het voorhof van de tempel op een afstand te houden­. Nehi keek zijn ogen uit. Nu stond hij op de heilige grond van de tempel en eerbiedig boog hij een beetje het hoofd. Er klonk muziek en hij keek snel in de richting van de hoofdpoort. Het schip was intussen aangemeerd en priesters hadden drie godenbarken van boord gehaald en droegen die door de pyloon naar het voorhof. ‘De goden Amon, Moet en Chonsoe’, herkende Nehi bewonderend de tekens op de barken en zijn adem leek te gloeien toen ze de barken langzaam in de richting van de tempel droegen. Begeleid door de opperpriesters, prinsen en hoge ambtenaren volgde de koning. Op zijn hoofd stond de dubbele kroon van Opper- en Neder-Egypte. Priesters droegen Nijlwater waarmee de koning gereinigd zou worden, verse bloemen die de koning zouden verjongen, wierook om hem te vergoddelijken. Een geweldig gejuich rolde over het voorhof en de tempel toen de mensen de koning verwelkomden. Merti en de kinderen zullen me niet geloven, dacht Nehi opgewonden. En toch is het allemaal echt. Een zwerm opgeschrikte eenden vloog laag boven de tempel en een kwakje stront viel op Nehi’s schouder. Met een nijdige trek om zijn mond wreef Nehi de viezigheid weg en Irsu lachte. ‘Gelukkig is het op jouw schouders gevallen en niet op de offergaven’, plaagde Irsu lacherig.

140

145

In

NABESPREKING

• Op welk moment in het jaar wordt het Opetfestival gevierd?

• Geef de dubbele betekenis van het Opetfestival. • Welke goden staan centraal in dit feest? • Welk deel van de tempel mogen de uitgekozen Egyptenaren betreden? Bij het onlinelesmateriaal kun je het verhaal ook beluisteren.

116

HET OPETFESTIVAL - DIRK BRACKE De Egyptische godsdienst

LES 17


18

Leven na de dood De meeste beelden van het Oude Egypte die je kent, zoals mummies en piramiden, houden verband met de dood. De dood speelt een centrale rol in het leven van een Egyptenaar.

pl aa

r

Hoe komt dat? Wat stellen de Egypte-­ naren zich voor van het leven na de dood? Wat gebeurt er na het overlijden met het dode lichaam?

C v. 30

v.

33

2

v.

0

±

75

. 1

.

C

.

C

.

C

v.

70

±

10

C

.

. C

v.

0

5

5

15

16

±

±

0

v.

. C

.

v.

C 0

v. 4

0 8

20

21

HET OUDE RIJK

em

eenmaking

±

±

±

±

31

27

0

0

0

0

v.

v.

C

C

.

.

Kaartnr(s).

HET NIEUWE RIJK

ROMEINSE PERIODE PTOLEMEÏSCHE PERIODE

jk ex

HET MIDDENRIJK

VREEMDE HEERSERS

1

De dood, een nieuw begin

Op deze afbeelding zie je de overledene en zijn vrouw aan het werk op het land, in het hiernamaals. Ze hebben hun mooiste kleren aan en een glimlach op het gezicht.

In

OPDRACHT 1

ki

De dood is volgens de Oude Egyptenaren niet het einde. Ze noemen de dood ‘de nacht op weg naar het leven’. De dood betekent dus de kans om het hiernamaals te bereiken. De Egyptenaren stellen zich hierbij een vruchtbaar paradijs voor dat ze ‘de Rietvelden’ noemen. Een land zoals Egypte, maar waar alles perfect is.

Welk beeld hebben de Egyptenaren van het hiernamaals? Omcirkel wat past. Overvloedige oogsten / gelukkige mensen / het werk is er hard en vuil.

Grafmonument van Sennedjem, ca. 1200 v.C. Fragment van de grafschildering, Deir-El-Medina, Egypte

D

Het oude nabije oosten

117


2

De dood, een tijdelijke scheiding van lichaam en zielen De Egyptenaar gelooft dat de mens bestaat uit een lichaam en twee zielen: de ‘Ba’ en de ‘Ka’. De Ba stelt iemands persoonlijkheid of karakter voor. Hij blijft na de dood in verbinding met de nog levende familieleden en vrienden. De Ka stelt iemands levenskracht voor: een soort onzichtbare dubbelganger die na de dood heen en weer reist tussen de wereld van de doden en het graf waar het lichaam rust. De Ka en de Ba verlaten het lichaam regelmatig, maar keren er ook dikwijls naar terug. Daarom is het belangrijk dat het lichaam na de dood goed bewaard blijft.

OPDRACHT 2

De koninklijke Ka van Toetanchamon

em

pl aa

r

Het graf van farao Toetanchamon ligt in de Vallei der Koningen en is pas in 1922 ontdekt. Voor de grafkamer staan aan de ingang twee identieke levensgrote Ka-beelden, die de ingang bewaken. De beelden zijn ongeveer 167 cm hoog en 53 cm breed. Elk beeld is gemaakt van hout, bedekt met zwart hars en gouden kleding. Toetanchamon is afgebeeld met een korte rok, sandalen, een breed halssnoer en armbanden. In zijn handen heeft hij een knots en een staf. Het hoofd is bedekt met een gestreept hoofddoek en op het voorhoofd staat de uraeus (cobraslang), het koninklijke herkenningsteken. De farao zelf is begraven in een grote sarcofaag in de grafkamer (zie verder, opdracht 3). In de sarcofaag bevinden zich drie houten kisten met daarin de mummie van de farao. - Waarvoor heeft het beeld gediend?

jk ex

ki

- Noem twee zaken die aan het beeld opvallen.

- Hoe weten wij dat het om een levensgroot beeld van de farao gaat?

In

- Stel, je vindt een Oud-Egyptisch beeld. Aan wat kun je zien dat het om een farao gaat?

118

LES 18

Leven na de dood


3

De noodzakelijke voorbereidingen om eeuwig te leven Het hiernamaals bereiken is echter niet evident en zeker niet voor iedere Egyptenaar weggelegd. Ten eerste moet je het verdienen: enkel de mensen die een goed leven hebben geleid, zullen van de god Osiris toegang krijgen tot het rijk van de doden. Ten tweede moeten er een aantal praktische voorbereidingen worden getroffen. Om verder te kunnen leven, moet het lichaam perfect bewaard blijven. Daarom wordt het gemummificeerd en in een sarcofaag gelegd. De dode kan ook voorwerpen meenemen naar het hiernamaals.

OPDRACHT 3

Bestudeer de bronnen en vul de tabel in: juist of onjuist? Noteer ook het cijfer van de bron die je voor die vraag hebt gebruikt.

Bron 2 Beschilderde houten kist met een mummie van een Thebaanse priesteres (ca. 1000 v.C., British Museum, Londen)

jk ex

Bron 3

em

pl aa

Bron 1 Een mummie Lichaam van een man dat op een natuurlijke wijze geconserveerd is door het hete zand waarin het was begraven. Het zand slorpte het vocht uit het lichaam op, zodat de bacteriĂŤn die verantwoordelijk zijn voor de afbraak van het lijk zich niet konden vermenigvuldigen. (ca. 3200 v.C., British Museum, Londen)

r

REEKS 1: het mummificeren

In

ki

Met een beitel maken ze het linkerneusgat wat groter. Ze stoppen er een ijzeren haak in waarmee ze in het rond draaien. Zo snijden ze de hersenen in stukken en brokken. Daarna verwijderen ze de hersenen met een soort lepel. Vervolgens halen zij met een scherpe Ethiopische steen (obsidiaan) de lies open en verwijderen ze alle ingewanden, behalve het hart. Dat moet door de goden in het hiernamaals gewogen worden. Dan spoelen zij de buikholte achtereenvolgens met palmwijn en fijngemaakte specerijen. Na vervolgens de buik te hebben opgevuld met fijngestampte zuivere mirre, een soort kaneel, en andere bekende reukwerken (behalve wierook), naaien zij die weer dicht. Na die bewerking leggen zij het lijk gedurende zeventig dagen in een natronbad; langer mag dat niet duren. Als die tijd verstreken is, spoelen zij het lijk af en wikkelen het helemaal in repen fijn linnen. Dat bestrijken ze met gomstof, dat bij de Egyptenaren dienstdoet als lijm. Dan halen de verwanten de mummie weg en maken een houten afbeelding in mensengedaante waarin de mummie opgeborgen wordt. Tot slot wordt het geheel rechtovereind tegen een muur geplaatst en zorgvuldig bewaard in de grafkamer.

Bewerking van Herodotus, HistoriĂŤn, Boek II, 86 Herodotus (485-425/420 v.C.) is een Griekse geschiedschrijver die in de oudheid de wereld afreist. Veel van zijn geschriften berusten op waarnemingen. Hij wil voorkomen dat het verleden van de mensheid verloren gaat. Ondanks zijn kwaliteiten is hij soms lichtgelovig.

D

Het oude nabije oosten

119


Juist

Onjuist

Bron

1 Het hete woestijnzand kan ervoor zorgen dat een lichaam niet wegrot. 2 Een lijk zal nooit op een natuurlijke wijze conserveren. 3 Alle Egyptische mummies zijn door balsemers gemaakt. 4 Van een lijk een mummie maken duurt meer dan twee maanden. 5 De hersenen zijn volgens de Egyptenaren niet belangrijk.

Grafkamer (links) en sarcofaag (boven) van Toetanchamon, ca. 1314 v.C.

In

ki

jk ex

em

pl aa

Bron 1 Een sarcofaag Een sarcofaag is een houten of stenen kist, bestaande uit een aantal in elkaar passende houten kisten (met een menselijke vorm); de dode werd daarin opgeborgen. Het geheel werd afgesloten met een dekplaat, waarop dikwijls de overledene stond afgebeeld.

r

REEKS 2: de inrichting van het graf

Bron 2 Kalkstenen canopenvazen In deze vazen werden de ingewanden bewaard die men uit het lijk verwijderde voor men het mummificeerde.

Bron 3 Shabtibeeldjes (ca. 1290 v.C.) Deze beeldjes werden mee in het graf geplaatst. In het hiernamaals werkten ze in de plaats van de overledene.

120

LES 18

Leven na de dood


Bron 4 Dodenboek Een dodenboek is een papyrusrol met een tweehonderdtal aanwijzingen en spreuken. Die moeten de dode helpen bij zijn doortocht door de onderwereld naar een nieuw leven in het hiernamaals.

pl aa

r

Fragment uit het Dodenboek van Hoenefer, ca. 1300 v.C. Hoogte 45 cm, breedte 90,5 cm, British Museum, Londen

Juist

Onjuist

Bron

1 De canopenvazen dienen voor de bewaring van de ingewanden. 2 Sarcofagen zijn afbeeldingen op de muren van de grafkamer.

4

De overledene heeft zijn ingewanden nog nodig in het hiernamaals.

5

De shabtibeeldjes zullen voor de overledene werken in het hiernamaals.

jk ex

em

De voorwerpen in de Egyptische graven hebben enkel een decoratief doel.

Lees de tekst op de volgende pagina. Welke figuren herken je op de tekening?

In

ki

OPDRACHT 4

3

1

2

5

3 4

1

2

3

4

5

D

Het oude nabije oosten

121


ONWAARSCHIJNLIJK! In de hal van de twee waarheden Die Egyptenaren houden zich enkel bezig met de dood! Het lijkt wel alsof ze vergeten te genieten van het leven. Maar begrijp ze niet verkeerd! De Egyptenaren zijn niet geobsedeerd door de dood, maar door het eeuwige leven.

ki

jk ex

em

pl aa

r

De illustratie op de vorige bladzijde toont een uittreksel uit het dodenboek dat aan de overleden Hoenefer wordt meegegeven omstreeks 1300 v.C. De prachtige kwaliteit van dat dodenboek bewijst de hoge status van Hoenefer, een koninklijke schrijver. In dat uittreksel staat het oordeel van de overleden Hoenefer beschreven in de ‘hal van de twee waarheden’. Iedere Egyptenaar moet na zijn dood voor de god Osiris verschijnen, die oordeelt over de toekomst van de ziel. Osiris wordt daarvoor bijgestaan door 42 rechters. Bovenaan op de afbeelding aanbidt Hoenefer de 14 belangrijkste goden, die op het oordeel van Osiris toekijken. Anoebis, de god met het hoofd van een jakhals, brengt de overledene binnen. Op de weegschaal wordt het hart van Hoenefer (symbool van hoe hij heeft geleefd) afgewogen tegen de veer van de godin Maät (symbool van waarheid en rechtvaardigheid). De Oude Egyptenaren geloven immers dat het hart de kern is van de persoonlijkheid en de zetel van het verstand, de gevoelens, de wil en het geweten. Dat is ook de reden waarom het hart altijd in de mummie wordt gelaten, terwijl al de andere organen uit het dode lichaam worden verwijderd. De lever, de maag, de longen en de darmen zijn ook noodzakelijk in het hiernamaals. Maar zij worden afzonderlijk bewaard in canopenvazen, beschermd door de vier zonen van Horus (de vier kleine figuurtjes op de lotusbloem, links van Osiris op de afbeelding). De hersenen worden weggegooid! De uitslag van het dodengericht is gunstig als de weegschaal in evenwicht hangt. De overledene heeft dan geluk en mag naar de wereld der doden gaan, waar hij eeuwig gelukkig zal leven. Maar als het hart te zwaar wordt bevonden, wordt het verslonden door het monster Ammut (rechts van de weegschaal). Dat is het ergste wat een Egyptenaar kan overkomen: alle hoop op wedergeboorte is dan definitief verloren. De dode verdwijnt voorgoed. Thot, de god van de wijsheid en het schrift, met het hoofd van een ibis, noteert de uitspraak van Osiris. Osiris zetelt op een troon die op water staat, symbool voor de Nijl.

In

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN 1 de begrippen ‘mummie’, ‘sarcofaag’, ‘canopenvazen’, ‘shabtibeeldjes’, ‘Ka’ en ‘Ba’ uitleggen 2 het idee van ‘leven na de dood’ in het Oude Egypte verklaren 3 de reden voor het mummificeren geven 4 drie kenmerken van een Egyptisch graf opnoemen en uitleggen

122

LES 18

Leven na de dood

KUNNEN 1 bronnen ontleden 2 de bruikbaarheid van bronnen beoordelen 3 informatie uit bronnen halen

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.


LES 18 SCHEMA

Leven na de dood 1 De dood, een nieuw begin De dood = de kans om het dodenrijk te bereiken en eeuwig gelukkig te leven

r

2 De dood, een tijdelijke scheiding van lichaam en zielen

pl aa

De Ba en de Ka leven verder na de dood. • De Ba houdt contact met familie en vrienden op aarde. • De Ka is de dubbelganger die verder leeft in het dodenrijk. De Ba en de Ka keren regelmatig naar het lichaam van de dode terug.

Goed leven op aarde

em

3 De noodzakelijke voorbereidingen om eeuwig te leven

mummie + canopenvazen voor de ingewanden

jk ex

De bewaring van het lichaam

gunstig oordeel van Osiris

In

ki

De inrichting van de grafkamer voorwerpen die nuttig zijn in het hiernamaals, zoals de shabtibeeldjes, het dodenboek, geluksbrengers enz.

D

Het oude nabije oosten

123


19

De Egyptische kunst In deze les onderzoek je in groep de kunstuitingen van het Oude Egypte. Dat doe je door drie historische vragen te beantwoorden.

pl aa

r

Wat zijn de kenmerken van de bouwkunst? Hoe evolueren de graven? Wat maakt de Egyptische beeldende kunst zo typisch?

C v. 30

v.

33

2

v.

0

±

±

75

. 1

.

C

.

C

.

C

C

v.

70

C

v.

15

10

.

. ±

±

16

5

5

0

v. 0 4

0

C

v.

.

. C v. 0 8

20

21

HET OUDE RIJK

em

eenmaking

±

±

±

±

31

27

0

0

0

0

v.

v.

C

C

.

.

Kaartnr(s).

HET NIEUWE RIJK

jk ex

HET MIDDENRIJK

VREEMDE HEERSERS

ROMEINSE PERIODE PTOLEMEÏSCHE PERIODE

Situeer deze les in de tijd, de ruimte en het domein. Gebruik de stickers. Ruimte:

Domein:

ki

Tijd:

In

GROEPSWERK

1 We verdelen de klas in zes groepjes. Elk groepje gaat in de Egyptische woestijn op onderzoek naar sporen van kunstuitingen. 2 Twee groepjes starten met lesonderdeel 1 op de volgende bladzijde, twee groepjes met onderdeel 2 op blz. 126 en twee groepjes met onderdeel 3 op blz. 129. 3 Eerst los je een rebus op. In ruil voor de juiste uitkomst krijg je van je leraar een reeks kaartjes. 4 Op de kaartjes vind je verschillende bronnen. Met die informatie los je de vragen op. 5 Als je groepje klaar is met een onderdeel, bezorg je de kaartjes terug aan je leraar en begin je met de volgende rebus. Succes bij het speurwerk!

124

LES 19

De Egyptische kunst


Naam:

Klas:

Nr.:

Score:

Groepsleden:

1

De kenmerken van de bouwkunst

z = h l=z

v +

o = e

d=g

ki

jk ex

em

a De tempel van Luxor

r

Rebus

pl aa

OPDRACHT 1

In

- Welke figuren staan langs de laan? - Benoem de verticale, spitse steen aan de ingang van de tempel. - Voor de pyloon of het poortgebouw staan twee enorme beelden of kolossen. Wie beelden ze uit? - Vergelijk de grootte van de tempel met de mensen op de foto. Wat stel je vast? Welk passend begrip vind je hiervoor in je bronnenmateriaal? - Met welk doel is de tempel gebouwd? Vergelijk met een christelijke kerk of met een moskee. D

Het oude nabije oosten

125


- Een zuil bestaat uit drie delen. Welke delen zie je op afbeelding b? Duid ze aan.

b

- Hoe is het kapiteel versierd? - Benoem van de volgende afbeeldingen de liggende figuur (c) en het bouwwerk (d). - Stel zelf bij elk van de drie afbeeldingen nog een historische (w-)vraag en beantwoord ze.

d

r

pl aa

ContinuĂŻteit, evolutie en verandering in de grafkunst

In

2

ki

jk ex

em

c

OPDRACHT 2

Rebus

126

LES 19

De Egyptische kunst

-b

-i

ee = oo

-l


Bron Van mastaba tot piramide - Benoem elke fase en noteer de datering. f b

a

e

d

c

a

pl aa

r

b

Datering:

em

Datering:

c

jk ex

d

ki

Datering:

Datering:

In

e Rode piramide van Snofroe f

Datering: ca. 2600 v.C. Datering:

D

Het oude nabije oosten

127


- De afbeeldingen geven de evolutie van mastaba tot piramide weer. Rangschik chronologisch en teken een pijl tussen elke fase: piramide, trappenpiramide, mastaba, knikpiramide.

- Toon aan dat het hier om een evolutie gaat. Welke nieuwe elementen zorgen ervoor dat een bestaand type graf zich ontwikkelt tot een ander type? • Een trappenpiramide bestaat in feite uit • Een piramide is een trappenpiramide met - Omcirkel telkens de juiste antwoorden. • De piramide van Cheops is hoger dan a de basiliek van Koekelberg (die is 100 m hoog). b de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen (die is 123 m hoog). c de WTC-torens (die waren 415 en 417 m hoog).

em

pl aa

a Het zijn heilige plaatsen ter ere van de goden. b Het zijn graven van rijke personen. c De bedoeling is de overledene de beste kansen te geven voor zijn reis naar het hiernamaals. De goede bewaring van de mummie is daarvoor volgens de Egyptenaren noodzakelijk.

r

• Welk doel hadden deze bouwwerken?

- Waar worden de farao’s van het Nieuwe Rijk begraven?

jk ex

- Wat is de oorzaak van die verandering?

- Waarom is dat zo belangrijk?

ki

In

- Vergelijk met de piramiden. Waarom gebruik je bij de rotsgraven beter de term ‘verandering’ dan ‘evolutie’?

- Welke farao is wereldberoemd geworden door de ontdekking van zijn ongeschonden graf ?

Luchtfoto van de Vallei der Koningen

128

LES 19

De Egyptische kunst


3

De beeldende kunst: muurschilderingen, reliëfs en beeldhouwwerk

OPDRACHT 3

Rebus

e = o t = r

- d

pl aa

r

- Hoe zie je dat dit Egyptische kunst is?

d=g

• Aan de typische houding van de figuren:

em

• Aan de typische kleuren. Verbind: goudgeel

het vruchtbare land

jk ex

groen

de zon

rood

de woestijn

blauw

de planten

zwart

de Nijl en de hemel

ki

• Markeer de kleur die je niet ziet op de afbeelding.

In

- De Egyptenaren beelden personages geïdealiseerd af. Leg uit.

- Hoe noemen we kunst die de werkelijkheid weergeeft? Geef een voorbeeld uit de Egyptische kunst. - Waarom worden volwassen, menselijke figuren niet allemaal even groot afgebeeld? - De Egyptische kunst staat in dienst van andere domeinen van het maatschappelijke referentie­ kader. Toon dat aan door in het schema (blz. 131, deel 1) tussen de haakjes het domein in te vullen. D

Het oude nabije oosten

129


Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KUNNEN 1 informatie opzoeken in bronnen 2 de grootte van sommige Egyptische bouwwerken inschatten door ze te vergelijken met mensen en andere gebouwen 3 de delen van een zuil aanduiden op een afbeelding 4 op een afbeelding kenmerken van de beeldende kunst herkennen en benoemen 5 op een afbeelding realisme en idealiseren onderscheiden 6 met een afbeelding het kleurgebruik bespreken 7 het verband tussen politiek, kunst en godsdienst aantonen

pl aa

1 de begrippen ‘continuïteit’, ‘evolutie’, ‘verandering’ en ‘kunstuiting’ uitleggen 2 de begrippen ‘mastaba’, ‘sfinx’, ‘obelisk’, ‘pyloon’ en ‘kolos’ uitleggen 3 uitleggen waarom de Egyptische bouwwerken vaak zo monumentaal zijn 4 de evolutie van mastaba tot de grote piramide van Cheops uitleggen 5 de oorzaak van de bouw van rotsgraven uitleggen 6 de typische houding van afgebeelde figuren verwoorden 7 het onderscheid tussen grote en kleine figuren verklaren 8 de betekenis van idealiseren in de kunst uitleggen 9 de betekenis van realisme in de kunst uitleggen

r

KENNEN

In

ki

jk ex

em

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

130

LES 19

De Egyptische kunst


LES 19 SCHEMA

De Egyptische kunst 1 De kenmerken van de bouwkunst bouwkunst = uitdrukking van macht

(domein =

)

r

MONUMENTAAL = ZEER GROOT PIRAMIDE

pl aa

TEMPEL

• woning god (domein = • buiten: sfinxen, kolossen, obelisk

) graf farao

em

• poortgebouw = pyloon • zuilen: voetstuk, schacht, kapiteel (met plantenmotieven)

2 Continuïteit, evolutie en verandering in de grafkunst

jk ex

EVOLUTIE Wanneer? In het Oude Rijk Hoe? Mastaba trappenpiramide

grote piramide

VERANDERING Wanneer? In het Nieuwe Rijk ca. 1500 v.C. Wat? Rotsgraven Waarom? Plunderingen van piramiden leven in hiernamaals niet mogelijk (= oorzaak) Waar? Vallei der Koningen bij Thebe, bekendste = graf van Toetanchamon

ki

knikpiramide

In

3 De beeldende kunst: muurschilderingen, reliëfs en beeldhouwwerk IDEALISEREND REALISME = mooier dan in werkelijkheid = zoals in werkelijkheid = meestal = in bepaalde perioden KLEURGEBRUIK = GEÏNSPIREERD OP DE NATUUR UITGEBEELDE FIGUREN GROOTTE: BELANGRIJKER

GROTER

HOUDING FIGUREN = ZEER TYPISCH • hoofd en benen = in zijaanzicht • bovenlichaam = in vooraanzicht

HERKENBAAR

D

Het oude nabije oosten

131


20

Egypte: wetenschap en techniek

pl aa

Hoe hebben de Egyptenaren de piramiden gebouwd?

r

De wetenschappelijke kennis van de Oud-Egyptische beschaving is een onderwerp waarover veel geschreven is. Vaak hoor of lees je ook veel bizarre verhalen over magie en bovennatuurlijke krachten. Tijdens deze les kom je de waarheid te weten. (Althans voor zover we die kennen …)

jk ex

VREEMDE HEERSERS

In

ki

De Egyptenaren creëerden indrukwekkende bouwwerken. Het meest indrukwekkende voorbeeld is de grote piramide van Cheops.

De piramiden van Cheops (links) en Chefren, Gizeh, Oude Rijk, ca. 2580-2470 v.C.

LES 20

Egypte: wetenschap en techniek

. 1

.

C v. 30

v. 33

2

v. ±

75

0

v.

70

10

±

HET NIEUWE RIJK

HET MIDDENRIJK

132

C

.

C

.

C

C

.

. C

v.

0

0

5

5

16

15

±

±

HET OUDE RIJK

v.

. C

.

v.

C 0

v. 4

0 8

20

21

em

eenmaking

±

±

±

±

31

27

0

0

0

0

v.

v.

C

C

.

.

Kaartnr(s).

ROMEINSE PERIODE PTOLEMEÏSCHE PERIODE


1

pl aa

• De piramide was oorspronkelijk ruim 146 m hoog. • De zijden zijn ongeveer 230 m breed. • De piramide telt ongeveer 2,3 miljoen stenen van elk ongeveer 2300 kg. • De bouw duurde ongeveer 20 jaar. • De bouw was klaar rond 2560 v.C. • De bouwwerken zijn buiten­gewoon precies uitgevoerd. Lees maar even ...

r

Wat we weten ...

In

ki

jk ex

em

- De zijden van het grondvlak hebben een gemiddelde fout van slechts 58 mm om een perfect vierkant te vormen. - De buitenste blokken kalksteen passen precies in elkaar. (Gemiddeld zijn de voegen slechts een halve mm breed.) - De basis ligt perfect waterpas binnen een marge van 150 mm. (Daarvoor werden geultjes gegraven, die men liet vollopen met water.) - De vier zijden wijzen precies naar het geografische noorden, oosten, zuiden en westen. • De zachte kalksteen werd ter plaatse ontgonnen, maar andere stenen werden aangevoerd uit Toera (harde kalksteen) en uit het 934 km (!) verder gelegen Aswan (roze graniet). • Het grondvlak is eigenlijk geen vierkant maar een vierhoekige ster: dat is enkel op bepaalde momenten vanuit de lucht zichtbaar! • Slavernij speelde een minder belangrijke rol dan vroeger werd gedacht. De arbeiders waren geen slaven, maar loonarbeiders die uit vrije wil bereid waren om zich letterlijk dood te werken. Dat is voor ons moeilijk te begrijpen: de Oud-Egyptische beschaving heeft andere waarden dan de onze. Elke Oud-Egyptenaar is ervan overtuigd dat de farao dit grootse graf moet krijgen (zie les 18). • De werktuigen waarover de Oud-Egyptenaren beschikten, waren zeer primitief (zie de onderstaande bronnen). Maar met onze 21e-eeuwse technologie zouden we geen beter resultaat kunnen verkrijgen!

OPDRACHT 1

Bron Sporen van steenbeitels in de granietgroeven De steenhouwers houwen al dat gesteente met hamers en beitels van doleriet, een zeer hard gesteente. Men werkt ook met houten hamers en met koperen en bronzen gereedschap. Men ontgint de steenblokken door met beitels sleuven te hakken rond de gewenste blokgrootte. Daarna wrikt men de stenen los met hefbomen. Een andere werkwijze is gaten kloppen in de steen om ze daarna met houten wiggen op te vullen. Die gaten worden met water gevuld. Door de uitzetting van het hout barst de steen los van de rots.

D

Het oude nabije oosten

133


- Welke technieken worden vandaag gebruikt om stenen te ontginnen? - Wat vind je van de technieken die de Oud-Egyptenaren gebruiken? Bron Het vervoer van een beeld van 60 ton

jk ex

em

pl aa

r

OPDRACHT 2

ki

Wandtekening uit het graf van Djehoetihetep, ca. 2119 v.C.

In

Je kunt hier zes verschillende taken terugvinden: (1) de leider, (2) diegene die de juiste koers en richting aangeeft, (3) de trekkers van de slede, (4) de dragers van water om over de balken te gieten, (5) diegenen die de balken voortdurend voor de slede verplaatsen, (6) diegene die de balken voortdurend met water begiet. Duid die verschillende taken aan op de afbeelding.

2

Wat we niet weten ‌ - Hoe de Egyptenaren erin zijn geslaagd de blokken naar boven te brengen - Hoe de Egyptenaren met zulke primitieve middelen zo’n hoge graad van precisie konden bereiken Tot op vandaag buigen wetenschappers zich over deze mysteries.

134

LES 20

Egypte: wetenschap en techniek


OPDRACHT 3

- Vergelijk de onderstaande bronnen. Op welk punt geven ze elkaar gelijk? Op welk punt spreken ze elkaar tegen? - De titel van het krantenartikel is misleidend. Leg uit.

jk ex

em

pl aa

r

Bron 1 Een piramide in opbouw

De tekening illustreert een van de theorieĂŤn over de bouwwijze van een piramide. Er wordt een weg aangelegd rond de piramide om de blokken naar boven te slepen.

ki

Bron 2

In

Franse architect ontrafelt mysterie piramide van cheops De Franse architect Jean-Pierre Houdin is er dankzij driedimensionale technologie van overtuigd geraakt dat hij het mysterie van de bouw van de piramide van Cheops heeft opgelost: dankzij een spiraalvormige helling hebben de bouwers het bovenste deel kunnen afwerken. Houdin heeft zich al acht jaar in het mysterie van de bouw van de piramide vastgebeten en wuift de traditionele theorie van de hand dat het 146 meter hoge bouwsel via hellingen aan de buitenkant tot stand kwam. Volgens de architect werden de hoogste galerijen via een interne helling gebouwd. Die moet er volgens hem nog altijd zijn en hij wil die ter plaatse ook zoeken. Zijn theorie aan de hand van technologie van Dassault Systems is te bekijken via www.3ds.com/khufu. (LIM) Uit: De Standaard, 31 maart 2007

D

Het oude nabije oosten

135


Vergelijk de onderstaande bronnen. Op welk punt geven de teksten elkaar gelijk? Op welk punt spreken ze elkaar tegen?

Bron 2 De archeoloog Hawass onderzocht graven van werkers. Hun skeletten vertonen slijtage en letsels van het slepen van stenen. Sommigen misten vingers, anderen ledematen. (...) Om de zware arbeid die de bouw van een piramide vergde beter in te schatten, heeft de onderzoeker Mark Lehner met een groep medewerkers een piramide van 9 meter hoog gebouwd. Zij gebruikten dezelfde kalksteen uit Toera als voor de piramiden van Gizeh ... Lehner gebruikte een hellende aanvoerweg die zich langs zijn piramide in opbouw slingerde. Hij en zijn medewerkers kwamen tot de conclusie dat twaalf mensen volstaan om een blok op zijn plaats te krijgen. Een blok werd over de aanvoerweg naar omhoog geschoven met woestijnklei en water als glijmiddel ... Uiteindelijk berekende Lehner dat niet meer dan tienduizend arbeiders nodig zijn op de bouwwerf om een grote piramide te bouwen ...

em

Cheops gaf alle Egyptenaren het bevel voor hem te werken. Zo verplichtte hij de enen rotsblokken uit de groeven in de Arabische bergen te halen en die naar de Nijl te slepen; anderen belastte hij die stenen, op schepen, naar de andere oever van de stroom te brengen en ze dan naar het Libische gebergte te sleuren. Er werd met 100 000 man tegelijk gewerkt. Iedere groep werkte drie maanden. Men werkte tien jaar aan de aanleg van een weg. Daardoor raakte het volk totaal uitgeput. Volgens mij was dat werk niet veel geringer dan de bouw van de piramide zelf ...

r

Bron 1

pl aa

OPDRACHT 4

jk ex

Naar: Herodotus, Historiën, Boek II, 124 Herodotus (485-425/420 v.C.) is een Griekse geschiedschrijver die in de

oudheid de wereld afreist. Veel van zijn

geschriften berusten op waarnemingen. Hij wil voorkomen dat het verleden van

Vertaling van: David Roberts, Age of Pyramids

kwaliteiten is hij soms lichtgelovig.

(De tijd van de Piramiden), National Geographic

In

ki

de mensheid verloren gaat. Ondanks zijn

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN 1 het begrip ‘slavernij’ uitleggen Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

136

LES 20

Egypte: wetenschap en techniek

KUNNEN 1 bronnen ontleden 2 bronnen vergelijken 3 Oud-Egyptische technieken vergelijken met hedendaagse


21

Het dagelijkse leven in het Oude Egypte Elke dag staan we voor keuzes: wat zullen we vanavond eten? Welke kleren trekken we aan? In deze les bestudeer je het dagelijkse leven in het Oude Egypte.

pl aa

r

Hoe ziet een Egyptisch huis eruit? Welke kleding draagt een Egyptenaar? Neemt hij weleens een bad? Wat eet hij?

HET NIEUWE RIJK

C v. 30

v.

2

33

VREEMDE HEERSERS

ROMEINSE PERIODE PTOLEMEÏSCHE PERIODE

jk ex

HET MIDDENRIJK

1

. 1

.

C

.

v.

0

75 ±

±

10

5

5

16

15

±

±

C

.

C

C

v.

70

.

. C

v.

0

v. 0 4

HET OUDE RIJK

0

C

v.

.

. C v. 0 8

20

21

em

eenmaking

±

±

±

±

31

27

0

0

0

0

v.

v.

C

C

.

.

Kaartnr(s).

De Egyptische woning

In

ki

De Egyptenaren bouwen hun huizen met stenen van leem of van modder die ze in de zon laten drogen. Voor deuren en ramen hangen ze doeken om de huizen te beschermen tegen het stof, de insecten en de warmte. Daarom zijn de vensters ook zeer klein. Bij sommige huizen bevindt zich op het dak een slaapkamer met slechts drie muren en zonder plafond: daar slaapt de familie op warme zomernachten. Om de huizen te beschermen tegen de jaarlijkse overstromingen van de Nijl, hebben ze vaak verschillende verdiepingen.

OPDRACHT 1

Bron

Vergelijk jouw huis met deze Egyptische woning. Geef twee verschillen en twee gelijkenissen. Verschillen: Gelijkenissen: D

Het oude nabije oosten

137


2

Kleding en verzorging Omdat Egypte een warm land is, dragen de mensen niet veel kleding. Dagelijks wassen ze zich in de Nijl of in een bad buiten. De rijken hebben thuis een aparte badkamer. In plaats van zeep gebruiken ze een soort crème gemaakt van olie, limoen en parfum. De Egyptische artsen kunnen al bepaalde ziekten genezen. Ze maken geneesmiddelen op basis van planten.

OPDRACHT 2

Bron Medische teksten

pl aa

r

Astma: een mengeling van warme kruiden op een steen opgewarmd, zodat de patiënt de dampen kan inademen. Kanker: ‘een tumor tegen de god Xenus’, daartegen kun je niets doen. Ogen: een bereiding op basis van dierlijke lever kan nachtblindheid verbeteren. Kledij: kan worden beschermd tegen muizen en ratten met vet van katten. Overlijden: een halve ui en bierschuim zijn een prima remedie tegen de dood. Guineaworm: rol het uiteinde van de worm op een stokje en trek langzaam uit.

em

Fragmenten uit: het Papyrus Ebers Het Papyrus Ebers is een van de oudst bekende medische teksten. Het wordt gedateerd tussen de 16e en 14e eeuw v.C. De papyrusrol is 20 m lang en telt 110 pagina’s. In de inleiding staan magische formules die de arts moeten beschermen tegen de demonen die de ziekten veroorzaken. Maar de 877 remedies tegen allerlei ziekten tonen eveneens dat de Egyptenaren ook een degelijke wetenschappelijke kennis hebben opgebouwd.

De Oude Egyptenaren hebben voor sommige kwalen al goede remedies. Onderlijn hiervan twee voorbeelden.

jk ex

Bron 1 Houten juwelenkistje met ingelegd ivoor

Bron 2 Grafschildering van Anher-Khaou, 1186 v.C.

In

ki

OPDRACHT 3

- Zijn deze bezittingen van arme of rijke mensen? Motiveer je antwoord. - Beschrijf de kleding van de mannen, vrouwen en kinderen. Mannen: Vrouwen: Kinderen:

138

LES 21

Het dagelijkse leven in het Oude Egypte

Bron 3 Make-upkistje


3

Voeding Alles wat men weet over de Egyptische keuken, heeft men geleerd door vondsten in de graven. De Egyptenaren bereiden hun voedsel in een oven of boven een open vuur. Op het dagelijkse menu van een Egyptenaar staan hoofdzakelijk brood en uien. Toch worden er ook fruit, groenten en vlees gegeten. Zowel de volwassenen als de kinderen drinken bier. Dat brouwsel lijkt eerder op een soort soep. Het wordt gemaakt van een mengsel van gerst, water en brood. Dat goedje gist dan een tijdje. Vooraleer men het bier kan drinken, moet het gezeefd worden. Bron Grafschildering

em

pl aa

r

OPDRACHT 4

Fragment uit de graftombe van Nakht, schrijver, Thebe, ca. 14e eeuw v.C.

jk ex

- Welke vruchten plukt men en welke drank maakt men ervan?

- Geef twee diersoorten die men vangt om op te eten.

In

ki

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN 1 een Egyptisch huis beschrijven 2 zes belangrijke voedingsproducten van de Egyptenaren geven 3 de Egyptische kleding beschrijven 4 twee kenmerken van de Egyptische geneeskunde geven

KUNNEN 1 Egyptische leefgewoonten met onze hedendaagse leefgewoonten vergelijken 2 uit bronnen kenmerken van de Egyptische leefgewoonten afleiden Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

D

Het oude nabije oosten

139


22

Mesopotamië en Egypte: een vergelijkend onderzoek Egypte ken je ondertussen al wat beter. Mesopotamië of het Tweestromenland is in les 13 even aan bod gekomen. In deze les ga je op zoek naar overeenkomsten en verschillen tussen beide samenlevingen.

pl aa

r

Overstromen de Tigris en de Eufraat ook elk jaar in Mesopotamië? Bouwt men er ook immense piramiden?

1

1

.

v. 0 ±6

0

6

±1

BABYLON

9

v.

0

v.

0

0

0

C

.

C

. C

em

SUMERIË

±2

±3

±2

5

0

35

0

0

v.

v.

C

C

.

.

Kaartnr(s).

ASSYRIË

jk ex

Mesopotamië is vruchtbaar

In

ki

De Tigris en de Eufraat ontspringen in de bergen van het huidige Turkije. Beide rivieren monden uit in de Perzische Golf. Het vruchtbare gedeelte ligt hoofdzakelijk tussen beide stromen in. In het bergachtige noorden valt voldoende neerslag en is normale landbouw mogelijk, maar naar het zuidelijke laagland toe begint geleidelijk de woestijn. Daar regent het weinig of niet. Landbouw is er enkel mogelijk na irrigatie. Als in de lente de sneeuw in de bergen smelt, kunnen beide rivieren in het laagland buiten hun oevers treden. Zoals in Egypte wordt ook hier een uiterst vruchtbaar slib op het land afgezet. Een nadeel is wel dat de overstroming zich net voordoet in de zaaitijd. De boeren moeten dus een tijd wachten met het bewerken van hun akkers. De overstromingen gebeuren ook zeer onregelmatig. Soms stijgt het water onvoldoende en blijft een overstroming uit. Soms is de stijging zo groot dat het eerder lijkt op een ware zondvloed. Het verschil tussen de hoogste en de laagste stand van het rivierwater bedraagt gemiddeld vier meter.

OPDRACHT 1

Vul het schema aan met behulp van de bovenstaande tekst.

Hoe ontstaat een stroomcultuur?

Egypte

Naam stromen

140

LES 22

Mesopotamië en Egypte: een vergelijkend onderzoek

Mesopotamië


Hoe ontstaat een stroomcultuur?

Egypte

Mesopotamië

Neerslag

In het zuiden: In het noorden:

Overstroming

Vruchtbaar land

In het zuiden:

r

Landbouwsysteem

In Mesopotamië ontwikkelen zich achtereenvolgens drie beschavingen

ki

jk ex

em

Mesopotamië kan in drie delen ingedeeld worden: Sumerië, Babylonië (met de steden Babylon en Akkad) en Assyrië (met de steden Assur en Nineve). Sumeriërs, Babyloniërs en Assyriërs hebben achtereenvolgens een belangrijke rol gespeeld in Mesopotamië.

In

2

pl aa

In het noorden:

Oorspronkelijk beschouwt men in Sumerische steden de stadsgod als heerser. De koning oefent als plaatsvervanger van de godheid de macht uit. Stilaan wordt de koning zelf ‘god’ genoemd. Vanaf dan wordt zijn macht ‘goddelijk’ en dus onbeperkt. De koning laat zich bijstaan door een aantal voorname helpers. Tot die bevoorrechte klasse behoren de priesters, die de goden gunstig moeten stemmen en de edelen, die mee besturen of optreden als rechter. Ook de handelaars kunnen dankzij hun rijkdom een grote invloed uitoefenen op het bestuur. Onder die drie bevoorrechte groepen staat de rest van de bevolking, met in afnemende graad van belang: de soldaten, de ambachtslieden, de landbouwers en de slaven. De Babylonische koning Hammoerabi (1728 tot 1686 v.C.) stelt een geschreven wet op waaraan iedereen zich moet houden. Niet iedereen is gelijk voor die wet: voor hetzelfde vergrijp wordt een edelman bijvoorbeeld minder streng gestraft dan een arme boer. D

Het oude nabije oosten

141


OPDRACHT 2

Vul in het schema aan de hand van de tekst aan wat ontbreekt of omcirkel het juiste antwoord.

Wat kenmerkt een stroomcultuur?

Egypte

Mesopotamië

Politieke organisatie - Bestuur

Farao: alleenheerser / democratie

Koning: alleenheerser / democratie

- Sociale structuur

Iedereen gelijk / standenmaatschappij

Iedereen gelijk / standenmaatschappij

Onvoldoende / voldoende

Onvoldoende / voldoende

- Rechtspraak (Wie?) Economische welvaart

Culturele bloei - Ontstaan van het schrift (Wanneer?)

- Wetenschap

Zie opdracht 4.

- Godsdienst

Zie opdracht 4.

em

Zie opdracht 4.

jk ex

3

- Kunst

pl aa

r

- Voedseloverschotten

De inwoners van Mesopotamië vereren vele goden

In

ki

In elke stad staat een tempel waarin priesters offers kunnen brengen aan de goden. De goden zijn onberekenbaar, kunnen plots boos worden en moeten daarom dagelijks offers krijgen. Kwade goden kunnen immers de mensen straffen met misoogsten, oorlogen en ziektes. De Sumeriërs geloven in een triest leven na de dood. In tegenstelling tot Egypte denken zij dat het hiernamaals een donkere en koude wereld is. De kleren bestaan er uit pluimen zoals bij de vogels en men krijgt er enkel stof en klei te eten! Enkel de koning zou het er iets beter hebben. De doden worden in de grond begraven. De bodem wordt achteraf met de grond gelijkgemaakt zodat niets erop wijst dat er een graf is. De joden zijn verwant aan de meeste Mesopotamische volkeren. Zij vereren echter in tegenstelling tot de anderen slechts één god: Jahweh.

4

Klei is in Mesopotamië het belangrijkste bouwmateriaal Mesopotamië is arm aan steen. Klei is er echter in overvloed. Dat materiaal vormt dan ook de belangrijkste grondstof voor huizen, tempels en paleizen. Gewoonlijk worden de binnenmuren opgetrokken uit in de zon gedroogde kleisteen. De buitenmuur bestaat uit in ovens gebakken steen. Bij gewone regenval biedt dat voldoende bescherming, maar bij een overstroming of een hevig onweer kunnen prachtige gebouwen veranderen in gigantische modderhopen. Om zich beter tegen aanvallen te verdedigen, bouwt men stevige wallen rond de steden.

142

LES 22

Mesopotamië en Egypte: een vergelijkend onderzoek


pl aa

r

Centraal in de stad staat meestal de tempel. Die bestaat uit een reeks gebouwen waarvan de torentempel of ziggurat het belangrijkste deel is. Ziggurats kun je omschrijven als vierkante, trapsgewijze piramiden met een heiligdom of tempel op het bovenste terras. Een lange, steile trap leidt naar de top.

De Ishtarpoort van Babylon, de hoofdingang van de stad, herbouwd in het Pergamonmuseum in Berlijn

jk ex

ki

Kunst en wetenschap in Mesopotamië

In

5

em

De buitenmuren van tempels, poorten en paleizen worden meestal versierd met geglazuurde tegels waarop in schitterende kleuren voornamelijk leeuwen, stieren en mythische dieren worden afgebeeld. Het laagje glazuur geeft een bijkomende bescherming tegen de regen en de schurende werking van het zand.

© Brit

Assyrische koning op jacht

ish M

useum

Gevleugelde stier met mensenhoofd, wachter bij het paleis van de Assyrische koning

Koningen, jacht- en oorlogstaferelen, gevleugelde stieren en goden voorgesteld als mensen worden in prachtige reliëfs en halfverheven beeldbouwwerken voorgesteld. In Mesopotamië worden ook beelden gemaakt. In vergelijking met de Egyptische beelden zijn ze kleiner in aantal en meestal niet zo groot. Steen moet immers worden ingevoerd.

D

Het oude nabije oosten

143


De Sumeriërs vinden ca. 3500 v.C. het wiel uit.

r

De Babyloniërs denken dat ze de grillen van de goden kunnen voorspellen aan de hand van voortekens. Daarom bestuderen de priesters vanop de ziggurats de sterren om de toekomst te weten te komen. Zij kunnen zelfs zons- en maansverduisteringen voorspellen! De Babyloniërs zijn zeer bedreven in de rekenkunde: zij kennen het tiendelig en het zestigdelig (of twaalfdelig) stelsel.

pl aa

De Babylonische wiskundigen ontdekken hoe men ongeveer de oppervlakte van een cirkel kan berekenen. Zij maken vierkanten of zeshoeken in en om de cirkel, en nemen dan de helft van de gezamenlijke oppervlakte van de binnen- en buitenfiguren.

OPDRACHT 3

em

Zieken worden genezen door een combinatie van geneesmiddelen en toverij. Tovermiddelen moeten de boze geesten die mensen ziek maken, helpen verdrijven. Vergelijk nu de Egyptische en de Mesopotamische cultuur met behulp van de tekst en de afbeeldingen op de vorige bladzijden. Vervolledig de tabel met de volgende begrippen.

In

ki

jk ex

tempels – hiërogliefen – koningen, goden, jacht en oorlog – indrukwekkend – 60- en 10-delig stelsel – oriëntering zonnekalender – ommuurde steden – op kleisteen; alles is weg – torentempels of ziggurats – paleizen – muurschilderingen – natuurlijke grenzen – hout (balken) – kalksteen, marmer, graniet – spijkerschrift – oppervlakte cirkel – Aton – zoals op aarde – combinatie geneeskunde en toverij – 60- en 10-delig stelsel – koningen, goden, dagelijks leven – combinatie geneeskunde en toverij – minder en niet zo groot – kalksteen (tongewelf ) – paleizen – dier, mens, half mens-half dier – een gewoon graf – gedroogde kleistenen – ontelbaar – Jahweh – een triest bestaan – zons- en maansverduisteringen – oppervlakteberekening – dier, mens, half mens-half dier – ontelbaar – veel kolossale beelden

Egypte

Bouwkunst

- Bouwmateriaal - Gebouw voor • goden • koningen • verdediging - Daken

144

LES 22

Mesopotamië en Egypte: een vergelijkend onderzoek

Mesopotamië


Egypte

Mesopotamië

Beeldende kunst - Kenmerken - Onderwerp

- Schilderingen Wetenschap

r

- Sterrenkunde

pl aa

- Rekenkunde - Meetkunde

- Schrift Godsdienst - Aantal goden

jk ex

- Voorstelling van de goden

em

- Geneeskunde

- Leven na de dood

ki

- Uitzicht van de graven - Uitzondering

In

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN 1 een verschil of een gelijkenis geven tussen Mesopotamië en Egypte op het gebied van aardrijkskunde, politiek, godsdienst, bouwkunst, kunst en wetenschap; over elk onderdeel moet je voldoende uitleg kunnen geven; bekijk daarom de bronnen en lees natuurlijk de lestekst.

KUNNEN 1 op een blinde kaart de woongebieden van Sumeriërs, Babyloniërs en Assyriërs aanduiden 2 bronnen met elkaar vergelijken 3 een bron met behulp van opdrachten ontleden Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

D

Het oude nabije oosten

145


23

De evolutie van het schrift Je weet al dat de stroomculturen elk een schrift ontwikkelen. Dat helpt hen bij de organisatie en het bestuur. Het eerste schrift ontstaat zo in Mesopotamië omstreeks 3500 v.C.

pl aa

r

Welke verschillen bestaan er tussen de schriften? Welke schrijfmaterialen gebruikt men? Bestaan er vandaag nog verschillende schriften?

±

17

8

8

2 86

C v.

51

±

±

0

0

14

±

.

em .

v.

C

v. C 0

±3

±3

30

50

0

v. C

.

.

Het ontstaan van het schrift

1

Kaartnr(s).

Sumerië

1

China

onze gewesten Rusland

jk ex

Egypte + Indië

Australië

Er bestaan beeldschriften en klankschriften

In

ki

We onderscheiden verschillende schriftsoorten. In een beeldschrift bedoelen de tekens wat ze voorstellen of uitbeelden. Een tekening van een koe betekent ook koe. Men noemt zulke tekens ook wel pictogrammen. Bij een klankschrift worden de tekens gebruikt om bepaalde klanken op te schrijven. Die tekens zijn soms niet meer herkenbaar als een tekening.

OPDRACHT 1

Bron Kleitablet met spijkerschrift Het eerste schrift in Mesopotamië maakt gebruik van beelden. Beelden in klei tekenen is echter moeilijk. Omstreeks 2900 v.C. verandert men daarom het schrift. - Herken je nog duidelijke figuren? Ja / nee. - Waarom spreekt men van spijkerschrift, denk je?

146

LES 23

De evolutie van het schrift


- Omcirkel het juiste antwoord: het spijkerschrift is een klankschrift / een beeldschrift / een combinatie van klank- en beeldschrift. - Waarop is de tekst geschreven?

OPDRACHT 2

Hiërogliefen

2

1

pl aa

Bron 1 Het stenen palet van Narmer Omstreeks 3100 v.C. verovert Narmer Neder-Egypte. Hij is de farao van Opper-Egypte. Bovenaan op het palet vind je twee tekens: een meerval (vis) (1) en een beitel (2) (in het Egyptisch ‘nar’ en ‘mer’). Zij vormen samen de naam van de overwinnaar.

r

De Egyptische tekens worden meestal van links naar rechts gelezen, maar kunnen evengoed in de omgekeerde volgorde of in een kolom gezet worden. De Egyptenaren hadden daarvoor geen vaste regels. Namen van farao’s staan in een ‘cartouche’.

em

- Omcirkel het juiste antwoord: het Egyptische schrift is een klankschrift / een beeldschrift / een combinatie van klank- en beeldschrift.

1

Bron 2 Cartouches met hiërogliefen Een cartouche toont in een ovale omcirkeling de naam van een Egyptische koning of koningin in hiërogliefen.

2

jk ex

- Waarop is de tekst geschreven?

1

In

ki

Bekijk de cartouches op de foto en tel de tekens. Een cartouche bevat telkens hetzelfde aantal / een verschillend aantal tekens.

D

Het oude nabije oosten

147


2

De evolutie van het schrift De Feniciërs gebruiken spijkerschrifttekens om er uitsluitend klanken mee neer te schrijven. Zij maken zo het eerste zuivere klankschrift. De Feniciërs schrijven geen klinkers omdat zij de medeklinkers het belangrijkst vinden. Later voegen de Grieken daar de klinkers aan toe. Ons alfabet is gebaseerd op het Griekse systeem. De benaming komt overigens van de twee eerste letters uit de Griekse verzameling tekens: alfa en bèta.

OPDRACHT 3

De evolutie van het schrift

Fenicisch

Vroeggrieks

Grieks

- Is er veel of weinig gelijkenis tussen Fenicisch en Vroeggrieks?

em

- Hoe zou je deze wijzigingen kunnen verklaren?

jk ex

OPDRACHT 4

pl aa

- Hoe verandert de richting van de tekens van Vroeggrieks naar Grieks?

r

Voorbeelden van andere hedendaagse schriften

ki

Chinees: Cyrillisch (Rusland):

man

gevangene

In

vrouw ruzie

Aeroflot

- Omcirkel bij het Cyrillische woord twee letters die hetzelfde zijn als in ons schrift. - Omcirkel het juiste antwoord. Het Chinese / ons schrift is hoofdzakelijk een beeldschrift.

148

LES 23

De evolutie van het schrift

Latijn


3

De schrijfmaterialen variëren Als schrijfmateriaal gebruikt men producten die in de streek te vinden zijn. In Mesopotamië gebruikt men voornamelijk zachte klei, waarin men met een houten stokje schrijft. Beschreven klei laat men opdrogen tot hij hard is. In Egypte groeit veel papyrusriet. Van die plant maakt men grote gladde rollen om op te schrijven. De Egyptische inkt is vast en wordt vlak voor het gebruik vloeibaar gemaakt. De pennen waarmee men schrijft, worden uit riet gesneden.

OPDRACHT 5

Bron De Egyptische schrijver Lees de tekst hierboven. - Op welk materiaal schrijft deze schrijver, denk je?

pl aa

- Waar komt het Nederlandse woord papier vandaan?

r

- Van welke moderne schrijfmaterialen maken wij gebruik?

em

Beschilderde kalksteen, albast en bergkristal, uit het Oude Rijk, 53,7 cm hoog, Louvre, Parijs © Shutterstock.com

In

ki

OPDRACHT 6

jk ex

Schrijf een naam met behulp van de bovenstaande hiërogliefen.

D

Het oude nabije oosten

149


ONWAARSCHIJNLIJK! Die hiërogliefen zijn echt wel prachtig! En griezelig geheimzinnig ook …

ki

jk ex

em

pl aa

r

Zeg dat wel! Pas in 1822 kon een jonge geleerde de code breken en het schrift ontcijferen. Eeuwenlang hebben geleerden tevergeefs pogingen gedaan om het hiërogliefenschrift te ontcijferen. Stel het je voor: de kennis van de hiërogliefen verdwijnt ca. 400 n.C., samen met de laatste priesters van het oude geloof, en is maar liefst 1400 jaar lang verborgen gebleven. De mysterieuze tekens en afbeeldingen spreken sterk tot de verbeelding en allerhande verhalen beginnen de ronde te doen. Zo gelooft men bijvoorbeeld in Europa dat in Egypte de bron ligt van alle wijsheid. De sleutel die zal leiden tot de ontcijfering, wordt in 1799 gevonden door Franse soldaten in dienst van Napoleon: de steen van Rosette. Het is een grote steen met een tekst opgetekend in drie verschillende schriften, waaronder het hiërogliefenschrift. Jean-François Champollion slaagt er op 14 september 1822 in om de code te breken. Bijna neemt hij die nieuwe kennis mee in zijn graf. Maar gelukkig ontwaakt hij na vijf lange dagen uit zijn coma. Nu de hiërogliefen kunnen worden gelezen, weten we dat de meeste teksten een heel specifiek en praktisch religieus doel hadden. De wijsheid van het Oude Egypte bestaat wel, maar heeft meer met geloof te maken dan met wetenschap. Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

In

KENNEN

1 het begrip ‘schriftsoort’ uitleggen 2 het verschil tussen een klank- en een beeldschrift uitleggen 3 drie geschriften uit het verleden met hun belangrijkste kenmerk opnoemen 4 de gebruikte schrijfmaterialen in Egypte en Mesopotamië geven 5 twee voorbeelden van nietwesterse geschriften opnoemen 6 hedendaagse schrijfmaterialen opnoemen

150

LES 23

De evolutie van het schrift

KUNNEN 1 hiërogliefen, spijkerschrift, Cyrillisch schrift en Chinees schrift herkennen 2 gelijkenissen en verschillen tussen schriftsoorten onderscheiden 3 heden en verleden vergelijken

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.


LES 23 SCHEMA

De evolutie van het schrift 1 Er bestaan beeldschriften en klankschriften beeldschrift

afbeeldingen, pictogrammen

klankschrift

tekens beelden klanken uit

Eerste schriften zijn een mengeling van beeld- en klankschrift.

2 De evolutie van het schrift

Mesopotamië

eerste schrift ca. 3500 v.C.

hiërogliefen (‘heilige tekens’)

em

Egypte

pl aa

r

beeld- en klankschrift vanaf ca. 3300 v.C.

Mesopotamië

schrift verandert ca. 2900 v.C.

jk ex

beelden

ruwe vorm

spijkervormige indrukken

Feniciërs

ki

klankschrift op basis van spijkerschrift

toevoeging klinkers

alfabet (ABC)

In

Grieken

(spijkerschrift)

3 De schrijfmaterialen variëren Egypte

Mesopotamië

papyrus, rieten pennen en inkt klei, houten stokje

D

Het oude nabije oosten

151


OVERZICHT D

Het oude nabije oosten (ca. 3500-800 v.C.) VIER CULTUREN LANGS GROTE STROMEN:

0

2000 km

OUDE EGYPTE (NIJL)

Hykso s±1 730 v. C.

Kreta

Cyprus

Eufraat

FENICIË

Jordaan

Middellandse Zee

DELTA

PALESTINA

Sinaï

Nijl

Libische woestijn

• farao = alleenheerser

uiteindelijk gelijkgesteld met een god

• rijk = Opper-Egypte + Neder-Egypte

soms meer gebied in Afrika en Azië

jk ex

Gizeh Memphis

em

POLITIEK

Tigris

pl aa

N ij l

Indu s

ris Ti g

Ho

r

Nijl (Afrika), Eufraat en Tigris, Indus en Gele Rivier (Azië) Irrigatielandbouw meer samenwerking tussen mensen + leider nodig voldoende voedsel meer mensen • samenleving met meer beroepen (boeren, a n ho Eu g fra at ambachtslieden, ambtenaren, soldaten …) • ontstaan van schrift • ontstaan van rijken

Arabische woestijn

SOCIAAL EN ECONOMISCH

DAL DER KONINGEN

de

Karnak Luxor

Ro

Thebe

Zee

1

Aboe Simbel

sociale piramide

2

NUBIË

3

4

ki

het Oude Rijk (2640-2134 v. C.)

het Middenrijk (2040-1650 v. C.)

5

het Nieuwe Rijk (1540-1070 v. C.)

vruchtbare gebieden

0

500 km

In

cataract

CULTUREEL

• polytheïsme

veel goden

vaak verbonden met de natuur

monotheïsme onder farao Achnaton (14e eeuw v.C.)

• geloof in leven na de dood ziel huist in dode lichaam

mummificeren

• indrukwekkende bouwwerken

tempels + begraafplaatsen

• kunstwerken

sfinxen, obelisken, muurschilderingen

• schrift

hiërogliefen

MESOPOTAMIË (EUFRAAT EN TIGRIS)

152

D

Het oude nabije oosten

piramiden

rotsgraven


E

Je weg vinden in het verleden Dit onderdeel bestaat uit een reeks van herhalingsoefeningen die je kennis over tijden, domeinen, ruimten en bronnen opfrissen en je vaardigheden verder trainen. Verschillende elementen uit alle voorgaande lessen komen aan bod.

In

ki

jk ex

em

pl aa

r

Veel succes!

Je weet al dat een geschiedkundige het verleden indeelt in zeven tijden. Gebeurtenissen en ontwikkelingen brengt hij onder in vier domeinen: politiek, sociaal, economisch en cultureel. Nieuwe feiten of gebeurtenissen deelt een historicus altijd in bij een tijd of domein. Die zaken werken dus als een soort kapstok of kader. Zo behoudt hij een overzicht over de vele dingen die in het verleden gebeurd zijn. Van jou wordt een soortgelijke vaardigheid verwacht. Je moet bepaalde bronnen, feiten, evoluties enz. kunnen plaatsen bij een bepaalde tijd en een domein. De plaats waar iets gebeurt, is ook belangrijk. De geschiedenis is immers niet overal hetzelfde. De Europeanen hebben bijvoorbeeld grotendeels een andere geschiedenis dan de Chinezen. Je kunt dus ook belangstelling hebben voor het verleden van een bepaald gebied. De grootte daarvan verschilt weleens: een continent of werelddeel (Europa, AziĂŤ ...), een deel van een continent (MesopotamiĂŤ, Oost-Afrika ...), een land (BelgiĂŤ, Spanje ...), een streek (de Kempen, de Westhoek ...), een stad/gemeente (Antwerpen, Parijs ...) enz. Van jou wordt verwacht dat je weet welk gebied je aan het bestuderen bent.

E

Je weg vinden in het verleden

153


24

Herhalingsoefeningen In deze les oefen je het situeren van bronnen in tijd, ruimte en domein.

Naam:

Klas:

ki In LES 24

4

5

0

19 ±

17 ±

±

14

5

5

0

0

0

MIDDELEEUWEN

HEDENDAAGSE TIJD

MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD

Je vindt hieronder negen bronnen. Bij elke bron kleef je de juiste tijd en het juiste logo voor de domeinen. Je vindt de stickers terug op je stickervel. Merk op dat de meeste bronnen bij meerdere domeinen horen. Omcirkel in het rood de bronnen die over Europa gaan. Bron 1 Tekening van ridders uit de 12e eeuw

154

5

em

KLASSIEKE OUDHEID

jk ex

OPDRACHT

±

C v. 0 0 8 ±

OUDE NABIJE OOSTEN

pl aa

.

. C v. 0 0 35 ±

PREHISTORIE

Score:

r

Groepsleden:

Nr.:

Herhalingsoefeningen

Bron 2 Een mozaïek uit het ‘Huis van de Faun’ in Pompeji Een vulkaanuitbarsting bedekt de Romeinse stad in 79 onder een dikke laag as. De figuur die wordt afgebeeld, is waarschijnlijk Alexander de Grote (336-323 v.C.). Hij is een Macedonische koning en legeraanvoerder die een groot rijk verovert.


Bron 3 Vlaamse studenten betogen in 1968 tegen een Franstalige universiteit in Leuven. Ze vrezen dat Leuven zal verfransen en dat de Vlamingen net zoals in Brussel niet meer zullen meetellen.

Bron 4

em

pl aa

r

Bron 5 Dodenmasker van Toetanchamon, een farao uit de 14e eeuw v.C.

jk ex

Adolf Hitler is van 1933 tot 1945 de dictator van Duitsland. Hij laat miljoenen mensen vermoorden en start de Tweede Wereldoorlog.

Bron 6 De ‘Venus van Willendorf’

In

ki

Het 10,5 cm hoge kalkstenen beeldje is ongeveer 30 000 jaar oud. Het werd in het Oostenrijkse Willendorf opgegraven.

Bron 7 Keizer Karel V (1500-1558), geschilderd door Pieter Paul Rubens (1577-1640) De keizer regeert over onze gewesten, Spanje, ZuidItalië en het Duitse Rijk. Tijdens zijn bewind starten de Spanjaarden met de verovering van Amerika.

E

Je weg vinden in het verleden

155


pl aa

r

Bron 8 Egyptisch beeldje van ploegende boer

In

ki

jk ex

em

Bron 9 Speerwerper

Wat je na deze les moet kunnen:

KUNNEN 1 bronnen en gebeurtenissen in de juiste tijd en het juiste domein plaatsen 2 bronnen en gebeurtenissen uit Europa aanduiden

156

LES 24

Herhalingsoefeningen

Een aantal onderdeeltjes van ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kunt, zet je daar een kruisje voor.


25

Onderzoek Je hebt in de vorige lessen al kennis gemaakt met farao Toetanchamon. In 1322 v.C. is de farao op 19-jarige leeftijd gestorven. Hij wordt dan ook snel vergeten, tot in 1922 zijn graf wordt ontdekt. Sindsdien is hij wereldberoemd. In deze opdracht onderzoek je hoe het wetenschappelijk onderzoek naar de dood van Toetanchamon is verlopen.

Klas:

Nr.:

Score:

20 18

20 10

20 06

DNAGenetisch analyse onderzoek Nieuw onderzoek

Bestudeer de onderstaande bronnen en los de vragen op. Bron 1 Het graf van farao Toetanchamon in de Vallei der Koningen, Luxor Op 4 november 1922 ontdekt archeoloog Howard Carter het graf van farao Toetanchamon. Voor het eerst betreden archeologen een ongeschonden Egyptisch koningsgraf! De vondst is tot op vandaag absoluut uniek. De jonge farao wordt op slag wereldberoemd. Op deze foto uit het Archief van The New York Times, zie je Howard Carter bij de sarcofaag van Toetanchamon in 1923. De ontdekking vergroot onze kennis over de cultuur van het Oude Egypte, maar roept meteen ook nieuwe vragen op. Iedereen wil weten waarom deze farao maar 18 of 19 jaar is geworden

In

ki

jk ex

OPDRACHT

Onderzoek toont aan dat de farao vermoord is

em

Howard Carter ontdekt de grafkamer

pl aa

19 22

19 68

r

Naam:

De Vallei der Koningen, Luxor Het graf van Toetanchamon bevindt zich rechts tegenover de ingang centraal op de foto. Š Peter J. Bubenik (1995), CC BY-SA 2.0

E

Je weg vinden in het verleden

157


Bron 2 De grafkamer van Toetanchamon De tombe van Toetanchamon is een van de meest bezochte sites in Egypte. Tussen 2009 en 2019 is de grafkamer volledig gerestaureerd. De foto toont de west- en noordwand en de sarcofaag met de mummie.

© imageselect

Bron 3 Wetenschappers proberen het mysterie te ontrafelen: een beknopt overzicht 1926 De mummie wordt grondiger onderzocht, maar dat onderzoek levert geen antwoorden.

em

pl aa

r

1968 Röntgenfoto’s van de schedel laten een bloeduitstorting zien en een losse botsplinter. Voor de onderzoekers is het duidelijk dat Toetanchamon met een slag op zijn achterhoofd werd vermoord. De moord past ook bij andere informatie die de geschiedkundigen hebben. Ze weten dat de vader van Toetanchamon, farao Achnaton, veel vijanden had gemaakt met politieke en godsdienstige hervormingen. Alles lijkt te kloppen. 2006 Röntgenscans tonen dat de bloeduitstorting gestolde balsemvloeistof is en dat de schedel pas na de dood van de farao werd beschadigd! De scans tonen wel een dijbeenbreuk. De Egyptische radioloog Ashraf Selim vermoedt dat de wonde een dodelijke infectie heeft veroorzaakt. Maar andere specialisten betwijfelen dat. 2010 DNA-analyse toont aan dat Toetanchamon aan

jk ex

malaria leed. 2018 Uitgebreid DNA-onderzoek op 16 koninklijke mummies, o.l.v. Zahi Hawass, toont aan dat de farao leed aan allerlei erfelijke ziekten. Het team besluit dat de farao is gestorven door de combinatie van een zwakke gezondheid, malaria en een dijbeenbreuk.

Zahi Hawass onderzoekt het lichaam van Toetanchamon, 2008 © imageselect

Bron 4 Krantenartikel

In

ki

LONDEN/KAIRO - Na meer dan drieduizend jaar zou eindelijk de doodsoorzaak van de jonge Egyptische farao Toetanchamon bekend zijn. Volgens de Britse kwaliteitskrant The Guardian kwam een internationaal onderzoeksteam onder leiding van de Egyptische radioloog Ashraf Selim tot de bevinding dat alles terug te voeren is tot de val van een paard, met een gecompliceerde breuk als gevolg. […] Uit: Toetanchamon stierf na val van paard, Het Nieuwsblad, 28 november 2006

Bron 5 Artikel […] ‘Iedereen dacht lange tijd dat hij vermoord was. Er zijn grootse films over gemaakt en boeken over geschreven, maar nu is de zaak gesloten’, aldus de hoofdarcheoloog van Egypte, Zahi Hawass. De studie is een mijlpaal omdat de Egyptische overheid voor het eerst toestond om genetisch onderzoek uit te voeren op de koninklijke mummies. Het is het startschot voor een nieuw onderzoeksveld: moleculaire egyptologie. ‘Een nieuw tijdperk’, meent Hawass. Uit: Toetanchamon. Man achter het masker, Wetenschap in Beeld, 4 december 2018

158

LES 25

Onderzoek


- Zijn deze vragen historische vragen? Rangschik de nummers in het venndiagram. JA

TWIJFEL

NEE

pl aa

r

1 Hoe stierf Toetanchamon? 2 In welk werelddeel ligt Egypte? 3 Met welke techniek kunnen erfelijke ziekten worden opgespoord? 4 Geeft het krantenartikel betrouwbare informatie over de doodsoorzaak?

- Situeer de historische vraag ‘Hoe stierf Toetanchamon’ in de tijd, de ruimte en het maatschappelijk domein. Gebruik de stickers. Ruimte: Domein:

em

Tijd:

jk ex

- Welke soort bron is dit? Omcirkel.

Bron 3

Historische bron / historisch werk

Historische bron / historisch werk

Primaire bron / secundaire bron

Primaire bron / secundaire bron

Geschreven bron / ongeschreven bron

Geschreven bron / ongeschreven bron

ki

Bron 1

In

- In een handboek worden bronnen dikwijls bewerkt. Geef hiervan drie voorbeelden voor deze les.

- Welke van de vijf bronnen kun je gebruiken om deze historische vraag te beantwoorden? • Vraag 1: Hoe kwam Toetanchamon om het leven? • Vraag 2: Waarom zaten de onderzoekers zo lang op een dwaalspoor? • Vraag 3: Hoe ziet het graf van Toetanchamon eruit?

E

Je weg vinden in het verleden

159


- Bestudeer bron 4 aandachtig aan de hand van deze vragen. Wie is de auteur? Wie? Wanneer? Waar heeft hij de bron gemaakt? Beroep: Welke bron heeft de krant gebruikt?

Wat is de functie of bedoeling van de bron?

pl aa

Informeren / overtuigen / ontspannen / ontroeren / activeren

r

Wat is het doelpubliek?

- Heeft de journalist van het artikel in bron 4 de bedoeling om de waarheid te vertellen? Ja / nee

em

- Vind je dat hij onzorgvuldig te werk is gegaan bij het opstellen van zijn artikel? Ja / nee

jk ex

- Vergelijk bron 3 en bron 4. Vind je een aanwijzing dat de journalisten toch te snel besluiten trekken? Ja / nee Leg uit.

In

ki

- Hoe lang hebben de geschiedkundigen gedacht dat Toetanchamon slachtoffer werd van moord?

- Hoe komt het dat de onderzoekers zo lang op een verkeerd spoor zaten? Geef 3 oorzaken.

- Wat weten we nu over de dood van Toetanchamon?

160

LES 25

Onderzoek


- Is het onderzoek naar de dood van Toetanchamon nu afgerond volgens Zahi Hawass? Toon aan met een citaat.

- En volgens jou?

ONWAARSCHIJNLIJK!

pl aa

r

- Hoe toont dit onderzoek aan dat de geschiedenis kan veranderen?

In het graf werden meer dan 5 000 voorwerpen gevonden. Het

ki

jk ex

em

gouden dodenmasker is daarvan ongetwijfeld het beroemdst. In 2001 vinden onderzoekers op de binnenkant een gedeeltelijk verwijderde cartouche met de naam van koningin Nefertiti. Dat wijst erop dat het prachtige dodenmasker oorspronkelijk voor haar is gemaakt en niet voor Toetanchamon. Zou het kunnen dat dit jarenlang over het hoofd werd gezien, omdat wij niet verwachten dat vrouwen een heel belangrijke status kunnen bekleden in het Oude Egypte?

In

Wat je na deze les moet kunnen:

KUNNEN 1 een historische vraag herkennen 2 bronnen volgens soort sorteren 3 hoe een historische bron bewerkt is, aantonen 4 de bruikbaarheid van een bron in functie van een historische vraag beoordelen 5 aan de hand van vragen de betrouwbaarheid van een bron in functie van een historische vraag beoordelen

6 het onderscheid tussen het verleden en de geschiedenis aantonen 7 met een voorbeeld aantonen dat de beperkingen van bronnen gevolgen hebben voor onze kennis over het verleden

Een aantal onderdeeltjes van ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kunt, zet je daar een kruisje voor.

E

Je weg vinden in het verleden

161


26

Herhalingsles Aan de hand van een reeks opdrachten en vragen herhaal je zelf de leerstof die je dit jaar gezien hebt. Als je het antwoord niet weet, kun je het opzoeken in de andere lessen.

MIDDELEEUWEN

jk ex

a de mensen zich hullen in beestenvellen en leven van de jacht. b men geen geschreven bronnen gebruikt. c men nog geen landbouw beoefent en rondzwerft.

ki

d men materiële bronnen maakt.

In

OUDE STEENTIJD

2 Ongeveer 1,5 / 2,5 / 3,5 / 4,5 miljoen jaar geleden ontstaan de eerste echte mensen in Afrika / Amerika / Antarctica / Azië / Oceanië / Europa. 3 Onze rechtstreekse voorouder heet: homo habilis / homo sapiens / homo neanderthaler / chimpansee / homo erectus. 4 De laatste ijstijd eindigt ongeveer 20 000 / 15 000 / 10 000 / 5000 v.C. NEOLITHICUM

5 In China / Zuid-Amerika / het Nabije Oosten / de Balkan schakelt de mens omstreeks 20 000 / 15 000 / 10 000 / 5000 v.C. voor het eerst over op landbouw en veeteelt.

162

LES 26

Herhalingsles

5 4

MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD

1 Men spreekt van prehistorie als

6 ‘De mens wordt sedentair.’ Leg die uitspraak uit.

19

HEDENDAAGSE TIJD

Omcirkel het juiste antwoord of beantwoord de vraag. A PREHISTORIE

±

±

±

14

17

5

5

0

0

r 0

0

5

v. 0 0 8 ±

KLASSIEKE OUDHEID

em

OPDRACHT

OUDE NABIJE OOSTEN

Score:

±

. C

C v. 0 0 35 ±

PREHISTORIE

Nr.:

pl aa

Klas:

.

Naam:


NOORDWEST-EUROPA EN ONZE GEWESTEN 7 De eerste mensen in onze gewesten leven van landbouw / veeteelt / jacht en voedselpluk. 8 In de nieuwe steentijd en de bronstijd bouwt men in West-Europa megalieten / piramiden / zigurrats. B OUDE NABIJE OOSTEN (ca. 3500-800 v.C.) 1 Omcirkel de rivieren waarlangs een stroomcultuur is ontstaan.

Schelde / Gele Rivier / Amazone / Wolga / Eufraat en Tigris / Nijl / Mekong / Indus / Rijn

2 De volkeren van de stroomculturen doen aan irrigatielandbouw. Verklaar wat men daarmee bedoelt.

HET OUDE EGYPTE

r

3 Langs welke stroom ontstaat de Egyptische cultuur?

pl aa

4 De Egyptische stroomcultuur ontstaat in Afrika / Azië / Amerika / Europa / Oceanië.

5 De macht van de farao is het best te vergelijken met die van een verkozen president /

dictator / de Belgische koning.

6 Uit welke twee delen bestaat het Oude Egypte?

handelaar of vizier?

em

7 Welk beroep oefenen de meeste Egyptenaren uit: farao, schrijver, soldaat, boer, ambachtsman,

8 De Oude Egyptenaren zijn tijdens het grootste gedeelte van hun geschiedenis monotheïstisch / polytheïstisch.

jk ex

9 Wat zijn hiërogliefen?

10 De piramiden zijn: paleizen / voorraadschuren / begraafplaatsen / energiecentrales. 11 Hoe heet de Egyptische techniek waarbij men lijken zodanig behandelt dat ze voor lange tijd bewaard kunnen worden?

ki

12 De Egyptenaren willen lijken lang bewaren omdat a ze geloven dat de ziel blijft wonen in het lichaam.

In

b ze dat properder vinden. c ze zo hun eerbied voor de overledenen kunnen tonen. d ze geloven dat de doden ooit zullen verrijzen.

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN 1 belangrijke kenmerken van de prehistorie en het oude nabije oosten opnoemen

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

KUNNEN 1 informatie opzoeken 2 vragen en opdrachten over de prehistorie en het oude nabije oosten oplossen

E

Je weg vinden in het verleden

163


Woordenlijst We onderscheiden twee soorten begrippen: structuurbegrippen en historische begrippen. Structuurbegrippen gaan over het vak geschiedenis: ze staan in deze woordenlijst in het paars. Historische begrippen gaan over het verleden. De belangrijkste historische begrippen of sleutelbegrippen staan in het blauw.

administratie: het systematisch (schriftelijk) vastleggen van gegevens

bron: een bron geeft informatie (over het verleden) canopenvazen: vier vazen waarin de ingewanden bewaard werden die men uit het lijk verwijderde voor men het mummificeerde.

pl aa

agrarische (r)evolutie: of neolithische (r)evolutie; de meer of minder geleidelijke overgang van een nomadische samenleving naar een sedentaire landbouwsamenleving

bola: werpwapen; bestaat uit drie met elkaar verbonden riemen die aan het uiteinde verzwaard zijn met in een leren zakje genaaide stenen

r

aaseter: voedt zich met lichamen van gestorven dieren

ambacht: een beroep waarbij iets met de hand wordt gemaakt, bv. timmerman, bakker

cataract: stroomversnelling. De Egyptenaren telden er vijf op de Nijl; ze telden stroomopwaarts (van noord naar zuid).

em

ambachtslieden: enkelvoud: ambachtsman; een vakman die van een ambacht zijn beroep heeft gemaakt ambtenaar: iemand die in dienst is (een job heeft) bij een overheid

jk ex

ankh: Egyptisch symbool voor het eeuwige leven

ki

archeoloog: iemand die zich bezighoudt met het ontdekken, opgraven en bestuderen van materiële overblijfselen uit het verleden van de mens attribuut: teken of voorwerp met een bepaalde betekenis; door de goden gedragen

In

Ba: ziel; houdt contact met de familie en vrienden op aarde balsem: welriekende en bederfwerende vloeistof balsemen: met balsem behandelen om ontbinding tegen te gaan beschaving: een samenleving of maatschappij met een bepaalde cultuur bevloeiing: irrigatie in een gebied met weinig neerslag, de grond via kanaaltjes van water voorzien

164

WOORDENLIJST

chopper: een stenen werktuig met slechts één, weinig bewerkte en onregelmatige snijrand; meer dan 2 miljoen jaar oud chronologie: wetenschap voor het plaatsen van gebeurtenissen in de tijd chronologisch < chronologie: de opeenvolging van historische gebeurtenissen doorheen de tijd continuïteit: begrip dat erop wijst dat zaken niet veranderen. Ze blijven voortduren; het tegengestelde van verandering cultureel: dit domein onderzoekt hoe de mens op zoek is naar de zin van zijn bestaan; hoe de mens zijn bestaan probeert te verbeteren en aangenamer te maken door wetenschappen, techniek, kunst, sport, feesten en ontspanning. cultuur: het geheel aan gewoonten, ideeën en gebruiken van een samenleving; wordt gevormd door de godsdienst, de kunst, de leefgewoonten, de kennis en de techniek debiet: de hoeveelheid water die per seconde een bepaald punt passeert


delta: monding van een rivier die opgesplitst is in verschillende armen. Delta is een letter uit het Griekse alfabet: Δ. De letter heeft dezelfde driehoekige vorm, vandaar de naam. dolmen: hunebed; lijkt op een reusachtige stenen tafel; diende waarschijnlijk als grafkamer domesticeren: wilde dieren gewend maken aan de nabijheid van mensen, tot huisdier (domus = huis) maken; ook gewassen kunnen door de mens worden gedomesticeerd. dubbele kroon: symbool voor de heerschappij over het eengemaakte Egypte

economisch: dit domein onderzoekt hoe de mens voorziet in zijn levensonderhoud. eeuw: een periode van 100 jaar

generatie: leeftijdsgroep; mensen die ongeveer in dezelfde periode geboren zijn. Die periode kan enkele decennia omvatten. halfedelsteen: benaming voor kostbare stenen die in waarde volgen op edelstenen, bv. graniet, kwarts ... handel: het kopen en verkopen van producten harpoen: werpspies om te vissen; gemaakt van het gewei van rendieren hiërogliefen: schrift van de Oude Egyptenaren. De Egyptenaren zelf gebruiken het woord tijdens een groot deel van hun geschiedenis niet. Het woord komt uit het Grieks en betekent letterlijk ‘heilig teken’. historische bronnen: voorwerpen uit het verleden en getuigenissen over het verleden

em

etnografie: wetenschap die de cultuur en manier van leven van bepaalde samenlevingen bestudeert

geldeconomie: een economie waar geld als betaalmiddel wordt gebruikt

pl aa

duur: lengte in tijd gemeten, hoe lang iets duurt

fossiel: overblijfsel van een plant of een dier dat in de aardbodem is bewaard

r

decennium: een periode van 10 jaar

evolutie: ontwikkeling, geleidelijke verandering doorheen de tijd

ki

jk ex

evolutieleer: planten en dieren evolueren doorheen de tijd, omdat individuen met bepaalde kenmerken in een bepaalde omgeving beter kunnen overleven en zich dus meer zullen voortplanten. Hun kenmerken worden dan versterkt doorgegeven naar de volgende generatie.

In

farao: koning; het woord is afgeleid van het Egyptische ‘per-a’ (groot huis) en werd gebruikt om het koninklijk paleis aan te duiden (vergelijk met: ‘Het Witte Huis’ of ‘het paleis’ ...). Feniciërs: volk van handelaars en zeevaarders dat zich oorspronkelijk aan de kusten van het huidige Syrië en Libanon vestigt. De Feniciërs beheersen de Middellandse Zee van de 11e-10e eeuw v.C. tot de 8e eeuw v.C. De Fenicische zeelui gelden als de besten van hun tijd. Enkelen zouden zelfs rond Afrika gevaren hebben. De Feniciërs stichten overal handelsposten. De bekendste is Carthago in Noord-Afrika (Tunesië).

historische werken: zijn het resultaat van wetenschappelijk onderzoek dat na de feiten met behulp van bronnen en andere werken is gemaakt idealiseren: iets mooier, beter voorstellen dan in werkelijkheid irrigatie < irrigeren: bevloeien met water irrigatielandbouw: landbouw met behulp van irrigatie; in tegenstelling tot regenlandbouw jaar: de tijd die de aarde nodig heeft om rond de zon te draaien; 12 maanden jager-verzamelaar: iemand die overleeft door te jagen en voedsel te verzamelen Ka: ziel; dubbelganger die verder leeft in het dodenrijk kolos: zeer groot beeld; het woord ‘kolossaal’ (iets dat zeer groot is) is ervan afgeleid krijgsgevangene: een strijder die tijdens de oorlog wordt gevangengenomen door de vijand kritisch: scherp en nauwkeurig beoordelend

WOORDENLIJST

165


kunstuiting: een product van menselijke creativiteit: bouwkunst, schilderkunst, beeldhouwkunst, literatuur, muziek ...

mysterieus: geheimzinnig

landbouw: akkerbouw; het bewerken van land legende: vertelt wat de verschillende symbolen, kleuren, lijnen enz. op een kaart willen zeggen legering: metaalmengsel

natuurkrachten: krachten van de natuur, zoals aardbevingen, bliksem, stormen, tornado’s enz. Neder-Egypte: het gebied in Egypte, van de Middellandse Zee tot Memphis neolithisch: behorend tot het neolithicum: laatste periode van de steentijd, voor de opkomst van het gebruik van metalen

megaliet: zeer groot stenen monument gebouwd vanaf 4500 v.C.

nomade: iemand die geen vaste verblijfplaats heeft en zwervend rondtrekt; hij volgt en bejaagt rondtrekkende kudden dieren.

pl aa

menhir: grote, rechtopstaande steen, dikwijls in rijen of cirkels bij elkaar gezet; de betekenis blijft een raadsel.

neolithische (r)evolutie: of agrarische (r)evolutie; de meer of minder geleidelijke overgang van een nomadische samenleving naar een sedentaire landbouwsamenleving

r

mastaba: Oud-Egyptisch graf in de vorm van een langwerpige, afgeknotte piramide

mens: een mens loopt rechtop, heeft voldoende hersenen en vervaardigt werktuigen; de homo sapiens is de enige overlevende mensensoort.

obelisk: granieten pilaar uit één stuk, met vier zijden die naar boven toe smaller worden; op de top staat een kleine piramide. Ze kunnen meer dan 20 m hoog zijn en meer dan 200 ton wegen! (Het woord obelisk is van Griekse oorsprong en betekent ‘klein braadspit’.)

em

mensachtige: een mensachtige loopt rechtop; chimpansees, gorilla’s, de mens en enkele uitgestorven soorten zijn mensachtigen.

nomadische samenleving: een groep mensen met een nomadische levenswijze

jk ex

Mesopotamië: stroomcultuur aan de Tigris en de Eufraat migratie: wanneer een groep mensen zich verplaatst van de ene streek naar de andere met het doel in die nieuwe streek te gaan leven.

ki

millennium: een periode van 1000 jaar

In

monotheïsme: het aanbidden en erkennen van slechts één god, het tegengestelde van polytheïsme monumentaal: gezegd van grootse bouwwerken, beeldhouwwerken, kunst: door de grote afmetingen vaak indrukwekkend mummie: een gebalsemd of uitgedroogd lijk; oorspronkelijk stamt het woord van het Arabische woord voor ‘bitumen’; het duidde op de zwarte verschijning van de lichamen, die suggereerde dat de lijken een laagje pek hadden gekregen. mummificeren: uitdrogen of balsemen tot een mummie

166

WOORDENLIJST

observatorium: sterrenwacht; plaats vanwaar men de beweging van de sterren, de maan, de planeten ... bekijkt en bestudeert ongelijkheid: er zijn verschillende sociale groepen, met meer of minder aanzien, macht en rijkdom Opper-Egypte: het gebied in Egypte van Memphis tot de eerste cataract of stroomversnelling in het Oude Rijk periode: een bepaalde tijdsduur die duidelijk of minder duidelijk is afgebakend polijsten: slijpen; stenen glad en glanzend schuren politiek: dit domein onderzoekt hoe de mens zijn grondgebied bestuurt, verdedigt of uitbreidt. polytheïsme: het aanbidden en erkennen van meerdere goden; het tegengestelde van monotheïsme


primaire bronnen: dateren uit de tijd zelf

slinger: riem met een zakje van onderen om er een steen in te doen en die dan weg te slingeren

pyloon: poortgebouw van een Egyptische tempel

smeden: metaal verhitten en bewerken

reconstructie: iets dat uit losse stukken of feiten weer in elkaar is gezet, in de oorspronkelijke vorm hersteld

sociaal: dit domein onderzoekt welke groepen er in de samenleving zijn.

revolutie: een snelle en ingrijpende gebeurtenis die grote veranderingen met zich meebrengt

sociale groepen: verschillende bevolkingsgroepen binnen een samenleving

rijk: een staat; met een bevolking, een grondgebied en een politieke organisatie

sociale piramide: vorm waarin de verschillende bevolkingsgroepen van een samenleving worden voorgesteld

samenleving: een gemeenschap van mensen

pl aa

sarcofaag: doodskist

speerdrijver: werpstok, ongeveer 20 000 jaar oud, waarmee men een speer veel verder kan gooien

r

ruileconomie: producten worden ‘betaald’ met andere producten in plaats van met geld

schaal: staat bovenaan of onderaan op een kaart en vertelt hoe groot de verkleining is

schriftsoorten: we onderscheiden beeldschrift en klankschrift

tijd: tijdvak; elk van de grote perioden in de tijd waarin men de geschiedenis kan indelen tijdlijn: een middel om de tijd zichtbaar voor te stellen

em

secundaire bronnen: zijn later, in een andere tijd gemaakt

stroomculturen: de eerste grote beschavingen; ze ontwikkelden zich aan een rivier.

sedentair: de mensen trekken niet meer rond, ze hebben zich ergens vast gevestigd.

tijdrekening: een manier om de tijd voor te stellen vanaf een bepaald vertrekpunt verandering: iets wat op een bepaald moment anders wordt; het tegengestelde van continuïteit

sfinx: beeld met het lichaam van een leeuw en een mensenhoofd, soms met vleugels

Verenigde Naties: internationale organisatie waarvan de meeste landen in de wereld lid zijn

shabtibeeldjes: beeldjes van dienaren en dergelijke, die mee in het graf werden geplaatst om in het hiernamaals te werken in de plaats van de overledene

vizier: hoogste bestuurder in Egypte na de farao; de vizier handelde voor de farao de administratieve aangelegenheden af.

In

ki

jk ex

sedentaire samenleving: een groep mensen met een sedentaire levenswijze

silex: vuursteen

slavernij: onvrije arbeid; de slaaf is eigendom van zijn meester. slib: geheel van vaste stoffen die door het water worden meegevoerd of zich uit het water hebben neergezet

vuistbijl: stenen werktuig, aan de ene kant eindigt het in een punt, aan de andere kant is het rond; vanaf 700 000 jaar geleden vuurboor: om vuur te maken; stuk hout dat snel heen en weer wordt gedraaid terwijl men het stevig op een ander stuk hout drukt ziggurat: tempeltoren in Mesopotamië

WOORDENLIJST

167


Mijn persoonlijk woordenboek Het is best mogelijk dat er nog andere woorden in dit leerwerkboek staan die je niet begrijpt. Dan zoek je die woorden op in een woordenboek of op het internet. Vaak vind je bij een woord verschillende betekenissen. De eerste betekenis is niet noodzakelijk de juiste. Als men jou zou zeggen dat je heel geslepen bent, betekent dat niet dat je gepolijst bent, zoals in de woordverklaring staat. Dan moet je een andere betekenis kiezen. Denk dus altijd goed na en kies die betekenis die het best past in de tekst die je probeert te begrijpen.

Les

r

pl aa

em

ki

jk ex

In

168

MIJN PERSOONLIJK WOORDENBOEK


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.