16 minute read

Les 1 Inleiding

1

INLEIDING

Op verkenning in STORIA HD GO!

Je vindt de inhoudsopgave van dit leerwerkboek op blz. 3. De lessen zijn gegroepeerd in zes onderdelen. Een onderdeel begint steeds met een les over het heden. Daarna komen de lessen over het verleden. Op het einde van het onderdeel vind je een overzicht van de geziene leerstof over het verleden en/of het heden.

Het leerwerkboek Alle lessen hebben dezelfde structuur, maar de leerstof wordt op verschillende manieren aangebracht. Tijdens sommige lessen zal je leraar veel vertellen; andere lessen worden grotendeels of volledig opgebouwd aan de hand van verschillende soorten opdrachten. Die opdrachten kun je klassikaal, in groepjes of individueel oplossen. De volgende illustraties maken de structuur van elke les duidelijk.

HEDEN

CSafety fi rst voor iedereen! 1 Titel van het We leven in een welvaartstaat: de overheid zorgt voor een sociaal vangnet onderdeel voor mensen die het financieel moeilijk hebben. Ook het welzijn van de mensen is belangrijk. Geld (alleen) maakt niet gelukkig. Sociale wetten beschermen de levenskwaliteit van de mensen, de overheid regelt de gezondheidszorg en de laatste tijd wordt er ook steeds meer aandacht besteed aan ons leefmilieu. We beseffen dat duurzame ontwikkeling noodzakelijk is. Op diddit vind je extra opdrachten bij deze les. OPDRACHT 1 Op het Europese grondgebied begint de coronacrisis in Italië op 31 januari 2020. Op 9 maart 2020 wordt Italië in quarantaine geplaatst. Heel kort daarna, op 18 maart 2020, besluit België om in

lockdown te gaan om zoveel mogelijk besmettingen te voorkomen.

2 Het diddit-icoon - De lockdown beperkt je vrijheid. Je mag niet meer doen wat je wilt, wanneer je wilt en met verwijst naar wie je wilt. Wie beslist daarover en op welke basis?

onlinelesmateriaal.

- Is dat volgens jou een beperking van het vrijheidsbeginsel dat in de grondwet wordt gegarandeerd? Zoek informatie op over het ‘vrijheidsbeginsel’ en bespreek klassikaal. Vat jullie antwoord hieronder samen. - Tijdens de lockdown ging het onder andere ook over (de schending van) kinderrechten. Zoek daarover een krantenartikel. OPDRACHT 2 Vandaag worden graan, groenten, fruit en vlees op grote (industriële)

schaal geproduceerd. Daarvoor worden soms methoden en producten

gehanteerd die voor het leefmilieu (mens, dier en planten) niet zo goed

zijn. Maar er zijn steeds meer voedingsmiddelen die met respect voor

‘duurzame ontwikkeling’ geproduceerd worden. Ze krijgen na controle

door een keuringsdienst een logo zoals ‘fair trade’ of ‘biologische producten’.

Herken je dat label? Waarvoor staat het? De welvaartstaat heeft pas in de hedendaagse tijd vorm gekregen. In het verleden behelpen de mensen zich op andere manieren. C SAFETY FIRST VOOR IEDEREEN! 53

3 Moeilijke woorden krijgen een ander kleurtje. Ze worden verklaard vanaf blz. 189. Als er nog woorden zijn die je niet begrijpt, schrijf je ze op in je ‘persoonlijk woordenboek’ op blz. 195 in dit leerwerkboek. De verklaring zoek je op in een (online) woordenboek zoals www.woorden.org. © VAN IN

4 Lesnummer

8 Deze icoontjes geven aan welke domeinen in de les aan bod komen.

6De Vikingen De Vikingen zijn de geschiedenis ingegaan als woeste plunderaars. Dat beeld strookt echter niet helemaal met de waarheid. De Scandinavische landen zijn zelfs heel trots op hun Vikingverleden. Je kunt er prachtige musea bezoeken over de Vikingen.

Wie waren de Vikingen? Waarom zien wij de Vikingen als woeste plunderaars? Wat leert verder onderzoek ons?

± 800

Kaartnr(s).

± 1050

9 De tijdlijn situeert de les in de tijd.

OPDRACHT 1

1

OPDRACHT 2 Wat weet je al over de Vikingen? Vanwaar heb je die informatie? Bespreek klassikaal en vergelijk het beeld dat je hebt met de inhoud van de les.

De Vikingen zijn Germanen uit het noorden

De Vikingen komen uit Scandinavië, de landen die vandaag Noorwegen, Zweden en Denemarken

heten. Tussen 800 en 1050 leven ze in een periode van grote bloei. De Vikingen bouwen

snelle, sterke en wendbare schepen waarmee ze niet alleen Europa afreizen, maar ook verdere gebieden. Ze verkennen, plunderen en veroveren grondgebied. Rond het jaar 1000 bereikt Leif Eriksson Amerika.

Bekijk de kaart op de volgende bladzijde. - Welke hedendaagse landen zijn in de 8e en 9e eeuw belangrijke Vikinggebieden?

- In welke gebieden zijn er Vikingen in de 10e en 11e eeuw? Bespreek klassikaal en vat kort samen.

- Omcirkel het juiste antwoord.

De Vikingen leven in een maritieme / continentale ruimte.

42 LES 6 De Vikingen

10 Ondertitels leiden de verschillende delen van de les in.

Aanwezigheid van de Vikingen in de 8e-11e eeuw

OPDRACHT 3

Bron 1 Restanten van Skuldelev 2

© Vikingschipmuseum in Roskilde Bron 2 Reconstructie van het schip

© BELGA / AFP

Skuldelev 2 is een van de vijf Skuldelevschepen die in 1962 worden opgegraven in de baai van

Roskilde. De Skuldelevschepen worden daar rond het jaar 1070 tot zinken gebracht om de kust te verdedigen tegen invallen vanuit zee. Skuldelev 2 is een eiken langschip: een oorlogsschip van 30 m lang en 3,8 m breed, met een diepgang van slechts 1 m. Het schip bood plaats aan een grote bemanning van ongeveer 65 personen, waaronder 60 roeiers. Dankzij het grote zeil van ca. 112 m² kon het topsnelheden behalen van 20 knopen (36 km/u). Een langschip werd dikwijls versierd met een slangenkop of een draak. Daarom wordt het ook drakar genoemd. De restanten van de Skuldelevschepen staan tentoongesteld in het Vikingschipmuseum in Roskilde in Denemarken. Het hout kreeg een speciale behandeling zodat het goed zou bewaren en werd op een metalen skelet gemonteerd. Tussen 2000 en 2004 bouwt het Vikingschipmuseum een reconstructie van het schip.

- ‘Zowel bron 1 als bron 2 is een bewerkte bron.’ Juist of fout? Motiveer je antwoord.

BDe vroege miDDeleeuwen 43

11 De contextinformatie helpt je om de bron te begrijpen.

ONWAARSCHIJNLIJK!

Het Frankische Rijk betaalt aan de Vikingen grote sommen zilver en goud om de aanvallen te stoppen. In 911 staat koning Karel de Eenvoudige zelfs een heel stuk van zijn grondgebied aan de monding van de Seine af aan Vikingaanvoerder Rollo. Rollo zou in ruil nieuwe invallen via de Seine verhinderen. Niet onbelangrijk, want ook Parijs ligt aan de Seine. Dat land van de Noormannen (dat is een andere naam voor de Vikingen) kennen we vandaag als Normandië.

Via de Wolga en de Dnjepr dringen de Vikingen in de loop van de 9e eeuw ook ver door naar het oosten. Ze stichten er het Rijk van Kiev. De lokale bevolking noemt hen ‘Roes’, een woord dat vermoedelijk van het Oudnoorse woord voor

‘roeiers’ is afgeleid. De Roes geven hun naam aan Rusland.

De Russen zelf willen tot vandaag weinig weten over hun

Vikingverleden. Zij vinden dat dat hun volk oneer aandoet.

Zelfs in de Hagia Sophia, de Byzantijnse kathedraal in

Constantinopel, hebben Vikingen sporen achtergelaten.

Onderaan op de foto zie je runentekens die in het marmer zijn gekrast. De inscriptie is niet helemaal ontcijferd maar bevat zeker de naam Halfdan.

KENNEN

1 de begrippen ‘maritieme ruimte’, ‘continentale ruimte’ en ‘handel’ uitleggen 2 de begrippen ‘getuigenis’, ‘reconstructie’, ‘scheepsgraf’ en ‘grafgift’ uitleggen 3 de Vikingen in de ruimte en de tijd situeren 4 drie voordelen van de constructie van een Vikingschip geven 5 twee redenen geven waarom de Vikingen de geschiedenis ingingen als woeste plunderaars 6 vier voorbeelden geven van archeologische vondsten die dat beeld bijstellen

BDe vroege miDDeleeuwen 49 LES 1 INLEIDING

LES 14 SCHEMA

De Guldensporenslag 1 De Vlaamse graaf strijdt tegen de Franse koning + +

leliaards klauwaards

Franse troepen bezetten het graafschap Vlaanderen. Centrum van het verzet: Brugge 2 De Guldensporenslag wordt uitgevochten op 11 juli 1302 Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

Brugse metten KUNNEN Franse koning stuurt een leger.

1 verschillende soorten bronnen Guldensporenslag: 11 juli 1302 onderscheiden Vlaamse leger steunt op voetvolk. 2 de betrouwbaarheid, de functie Franse leger steunt op ruiterij. en het doelpubliek van een bron beoordelen Leger van de Vlaamse graaf verslaat het Franse leger. 3 de beperkingen van bronnen en de Twee jaar lang is het graafschap Vlaanderen onafhankelijk. gevolgen daarvan op historische

beeldvorming aantonen 1305 Er is een nieuwe vredesverdrag tussen de Franse koning en de Vlaamse graaf.

4 aantonen hoe een bron bewerkt is Vlaanderen moet een zware belasting betalen. 5 informatie uit bronnen afleiden Graafschap blijft een Frans leen, maar onder controle van graaf. 6 de invloed van standplaatsgebondenheid 3 De Guldensporenslag wordt een mythe op historische beeldvorming 7 aantonen met een voorbeeld de presentatie van een bron Hendrik Conscience schrijft in 19e eeuw ‘De Leeuw van Vlaanderen’. evalueren Doel: de onafhankelijkheid van België verdedigen 8 de invloed van standplaatsgebondenheid op historische 11 juli is de Vlaamse nationale feestdag.

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor. 9 beeldvorming analyseren met behulp van opdrachten verschillende soorten historische vragen onderscheiden Doel: symbool van de Vlaamse strijd voor meer zelfstandigheid in België In de moderne en de hedendaagse tijd gebruikt men de Guldensporenslag om standpunten te verdedigen die niets met de gebeurtenissen van 1302 te maken hebben. 146 LES 14 De GulDensporenslaG

14 Nadat je de les hebt geleerd, moet je deze zaken KENNEN en KUNNEN. Het icoontje verwijst naar de oefeningen op diddit. De begrippen die je moet kennen, staan altijd bovenaan.

12 In de rubriek ‘onWAARschijnlijk’ vind je extra informatie over de 13 Een schema van de lesinhoud helpt je de les te studeren.les: boeiende verhalen die je normaal niet in schoolboeken vindt. 5© VAN IN

het onlineleerplatform bij STORIA HD GO!

Leerstof kun je inoefenen op jouw niveau.

Je kunt vrij oefenen en de leraar kan ook voor jou oefeningen klaarzetten. Je kunt kiezen uit: - oefeningen per les, - oefeningen op ‘het referentiekader’, - oefeningen op ‘werken met bronnen (HD)’, - oefeningen op ‘kennis en begrippen’, - oefeningen op ‘historische redeneerwijzen’.

Hier vind je de opdrachten die de leraar voor jou heeft klaargezet.

Hier kan de leraar taken voor jou klaarzetten.

Benieuwd hoe ver je al staat met oefenen en opdrachten? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.

Hier vind je het lesmateriaal per les of per leerstofonderdeel (onder andere de kennisclips, de verhalen van Dirk Bracke en de video- en audiobestanden). Daarnaast zijn er de ontdekplaten waarmee je zelf aan de slag kunt. Je vindt er bijvoorbeeld allerlei soorten bronnen en filmmateriaal rond een bepaald thema. Ga op ontdekkingstocht en voer de opdrachten uit. Veel plezier!

VERHAAL

Gotische kerk Ontdekplaat - Hagia Sophia

HET ONLINELEERPLATFORM BIJ STORIA HD GO!

‘Het loopt verkeerd’, voorspelde Alderik somber. Zijn ogen stonden zorgelijk terwijl ze over alle hoeken van het slagveld schoten. ‘Nog even en de Visigoten lopen over ons heen.’ Hij trok de leidsels van zijn paard strak omdat het dier nerveus trappelde. Chlodovech streek zwijgend over zijn lange baard. Samen met zijn lange haar was zijn baard een symbool van zijn koningschap. Voor zijn ogen drong een lafbek zich brutaal door de rijen strijdmakkers naar achter. Zijn gezicht was verkrampt van angst. Zodra hij voorbij de achterhoede geraakt was, gooide hij zijn zwaard en schild weg en vluchtte terwijl hij voortdurend schichtig om zich heen keek. ‘Er moet een ruiter achter hem aan om hem te doden!’ gromde Chlodovech woedend. Meteen stuurde Alderik iemand uit. Chlodovech volgde de ruiter met zijn ogen. De lafaard moest gedood worden. Hij wist dat de man een voorbeeld voor anderen kon zijn. Als hij hem liet lopen, zouden anderen ook hun leven willen redden door te vluchten. In een oogwenk had de ruiter hem ingehaald en hij dreef de lanspunt tussen de schouders van de deserteur. ‘Daar!’ wees Alderik. Een ruiterafdeling van de Visigoten drong onweerstaanbaar diep door de linies van de Franken. Onafgebroken hakten en boorden zwaarden en lansen zich in schilden, in Frankische lichamen. De Franken werden langzaam achteruitgedrongen.. Chlodovech wist dat het gevecht niet lang meer zou duren. Het stormde in zijn hoofd. Zijn vrouw Clotilde wilde al langer dat hij christen zou worden, net zoals zij. Het was een moeilijke keuze. Zijn mannen baden tot de oeroude goden van hun voorouders. Goden die ze meegebracht hadden toen ze over de Rijn trokken om voor de Hunnen te vluchten en in DOOPSEL - DIRK BRACKE 39

1 het Romeinse Rijk een beter leven op te bouwen. Het was niet gemakkelijk om die oude, vertrouwde goden op te geven. Ook zijn vader had tot de oude goden gebeden. Kon een koning voor een andere god kiezen dan zijn volk? Maar als hij christen werd, zou hij de steun van de bisschoppen krijgen. Het zou het hem veel gemakkelijker maken om de Gallo-Romeinse bevolking achter zich te 10 krijgen. En de steun van hun soldaten kon hij best gebruiken. Omdat zijn vrouw had aangedrongen, had hij twee kinderen laten dopen; een van hen was bijna meteen daarna gestorven. Het had hem 15 sceptisch gemaakt tegenover de God van de christenen. Maar nu … Chlodovech maakte zich meer zorgen dan hij liet blijken. Zijn mannen mochten niet zien dat hij nerveus was, dat hij niet meer in de 20 overwinning geloofde. Hij had zoveel te verliezen. Wellicht zou de koning van de Visigoten zijn haar en baard laten afsnijden en hem daarna doden. Dat zou hij ook doen. En zijn Rijk zou door de Visigoten 25 worden ingepalmd. Misschien werden zijn mannen slaaf of werden ze gedwongen om in het leger van Visigoten te vechten. Alles wat zijn vader en hij zo zorgvuldig hadden opgebouwd, zou in deze veldslag verloren gaan. 30 ‘Kijk!’ zei Alderik ongerust. Stap voor stap weken de Franken onder de zwaarden en de lansen. ‘Terugtrekken vooraleer we allemaal sterven?’ Chlodovech klemde zijn tanden op elkaar, zodat zijn kaakspieren gespannen stonden. Hij 35 moest iets doen! Zijn goden hielpen hem niet. Als nu … God van Clotilde, dacht hij. Als je me de overwinning geeft, laat ik me dopen. Hij trok zijn zwaard. ‘Vecht met me mee! Maak 40 ze af!’ schreeuwde hij terwijl hij zijn paard vooruitdreef.

Doopsel DIRK BRACKE Over Chlodovech, koning van de Franken tussen 481 en 511, en over zijn bekering tot het christendom

45 50 55 60 65 70 75 80 5 © VAN IN

Welkom in de geschiedenislessen van het derde jaar van het secundair onderwijs. Je ontdekte in de vorige schooljaren al dat geschiedenis veel meer is dan feiten en datums uit het hoofd leren. Geschiedenis is niet zo moeilijk, als je de lessen op de juiste manier aanpakt. Luister daarom naar de raadgevingen van je leraar. Goed opletten in de klas brengt je al een hele stap vooruit. Je leraar zal je ook uitleggen hoe je de leerstof thuis kunt herhalen en instuderen.

In de klas Als je aandachtig luistert en actief meewerkt in de klas, zul je thuis gemakkelijker de leerstof kunnen instuderen. In de klas doe je het volgende: - onthoud de titel van de les; - let op de ondertitels: ze vatten de hoofdlijnen van de les samen; - het is belangrijk dat je alles begrijpt: woorden of onderdelen die je niet begrijpt, kun je immers moeilijk onthouden; - probeer te antwoorden op vragen die je leraar stelt; - bestudeer de bronnen en de opdrachten aandachtig; - zorg ervoor dat je notities ordelijk, volledig en foutloos zijn.

Thuis Voorbereiden Neem wat je nodig hebt om je les in te studeren: je agenda, je leerwerkboek, notities, een te verbeteren test ... Studeer op een rustige en ordelijke plaats, zodat je geconcentreerd kunt werken.

Verkennen Bestudeer eerst de opbouw van de les. Lees de inleiding en bekijk het kaartje, de maatschappelijke domeinen en de tijdlijn. Daarna noteer je de titels en de ondertitels. Zo ken je de hoofdlijnen al.

Lezen en begrijpen Neem de hele les grondig door en controleer of je alles echt begrijpt. De teksten en de bronnen brengen het verhaal van de les. Om het verhaal te begrijpen, moet je ook alle woorden begrijpen. Bij het vak geschiedenis horen heel wat specifieke begrippen. We onderscheiden historische begrippen en structuurbegrippen. Die structuurbegrippen gaan over het vak geschiedenis. Je vindt ze in het oranje in de woordenlijst. Maak per les een woordenlijst met de begrippen die je moet kennen. De uitleg kun je meestal kopiëren uit de woordenlijst of uit de les. Bekijk vervolgens het schema. Dat bevat de hoofdzaken en de kernwoorden. Probeer nu aan de hand van het schema de inhoud van de les op te zeggen. Als je op die manier de les verkent, wordt er heel wat informatie in je geheugen opgeslagen. Je zult dus heel wat tijd besparen bij het instuderen.

Oefenen Tijdens de geschiedenislessen leer je ook historische vaardigheden. Je leert hoe je historische informatie ontdekt, onderzoekt en structureert. Je zult bijvoorbeeld leren om informatie te halen uit bronnen, tijdlijnen en kaarten. Je leert ook om kritisch om te gaan met je bronnen. Vaardigheden verwerf je door te oefenen. Maak de opdrachten opnieuw en kijk na of je antwoorden juist zijn. De vaardigheden zijn minstens even belangrijk als de inhoud van de les.

LES 1 INLEIDING Studeren Studeer de definities van de begrippen die je moet kennen. Leer het schema uit het hoofd en overloop nog eens alle opdrachten. Let daarbij extra op de titels, zodat je inzicht hebt in de opbouw van de les. Bij een toets of examen is het echter niet voldoende om enkel de informatie van je schema op te schrijven. Controleren Controleer of je het schema zelf opnieuw kunt samenstellen. Vergelijk met het schema in je leerwerkboek. Ga na of je elk woord en elk verband tussen de woorden in het schema kunt uitleggen. Raadpleeg de lijst KENNEN en KUNNEN. KENNEN geeft weer wat je van de leerstof moet onthouden en uitleggen. KUNNEN somt op welke vaardigheden in de les aan bod zijn gekomen. De lijst is een prima controlemiddel om na te gaan of je de leerstof beheerst. De puntjes die je onder de knie hebt, kruis je aan in het voorziene vakje. Zo heb je altijd een goed overzicht. Op diddit vind je interactieve opdrachten om KENNEN en KUNNEN verder in te oefenen. 7© VAN IN

OPDRACHT

Je leert in het vak geschiedenis niet alleen verhalen over het verleden, maar ook hoe die verhalen ontstaan. Je krijgt dus inzicht in het verleden én in de wetenschappelijke methode die geschiedkundigen gebruiken om over het verleden te vertellen: je leert historisch denken. We geven je hier een overzicht van de vier bouwstenen van historisch denken. Dat hoef je niet uit het hoofd te leren.

Lees de krachtlijnen van historisch denken. - Probeer het woord te achterhalen dat in elke krachtlijn ontbreekt. - Onderstreep de kernwoorden in de uitleg.

HD1 Een beeld van het verleden opbouwen

Geschiedkundigen ordenen stukjes geschiedenis in de tijd, de ruimte en het maatschappelijk domein (zie les 4). Zo krijg je een beter overzicht en inzicht. Tegelijkertijd leer je historische begrippen en structuurbegrippen (zie woordenlijst) om de kenmerken van de samenlevingen die je bestudeert juist te benoemen.

HD2 Kritisch redeneren met en over

Onze kennis over het verleden leiden we af uit bronnen: we redeneren met bronnen. Daarom is het heel belangrijk om goede bronnen uit te kiezen. Je leert controleren of een bron bruikbaar, betrouwbaar en representatief is: dat is redeneren over bronnen.

HD3 Tot historische

komen

Het antwoord op een historische vraag is een samenhangende historische redenering. Typische historische redeneringen zijn: aanleiding – oorzaak – gevolg – toeval, evolutie – revolutie, gelijktijdigheid – ongelijktijdigheid en continuïteit – verandering. Zo vormen we ons een beeld van het verleden. HD4 Reflecteren over de relatie verleden, en toekomst Iedereen kijkt met zijn ogen naar het heden en het verleden: vanuit het eigen perspectief. Dat heet dan standplaatsgebondenheid. We weten bovendien niet alles over het verleden. Je leert ook nadenken over het gebruik van geschiedenis in de samenleving. © VAN IN

This article is from: