11 minute read
Les 14 De Guldensporenslag Ontdekplaat – Wapens en belegering
14 Op 11 juli viert Vlaanderen zijn nationale feestdag. Op die dag, in 1302, vechten het Franse en het Vlaamse leger, samen met hun bondgenoten, tegen elkaar. In de De Guldensporenslag 19e eeuw groeit er opnieuw belangstelling voor die historische veldslag.
Wat zijn de redenen voor die oorlog? Hoe verloopt die veldslag en wat zijn de gevolgen? Hoe kijken mensen in de moderne en de hedendaagse tijd terug naar de Guldensporenslag? Met andere woorden, welk beeld hebben zij van die veldslag?
Kaartnr(s).
± 3500 v.C. ± 800 v.C. ± 500 ± 1450 ± 1750± 1945
PREHISTORIE OUDE NABIJE OOSTEN KLASSIEKE OUDHEID MIDDELEEUWEN HEDENDAAGSE TIJD
De Vlaamse graaf strijdt tegen de Franse koning In de 13e eeuw is het graafschap Vlaanderen een bijna onafhankelijk gebied in het Franse
koninkrijk. De Franse monarchie wil meer macht over de lenen krijgen. De Vlamingen kiezen
bij conflicten dikwijls de kant van de Engelsen tegen de Fransen. Dat doen ze omdat de Engelsen
de wol leveren die nodig is voor de Vlaamse lakennijverheid. Dat leidt tot zware spanningen met
de Franse koning Filips IV de Schone. Die wil nieuwe inkomsten. Hij zet de Vlaamse graaf onder druk. In 1297 sluit de Vlaamse graaf Gwij (Guy) van Dampierre een verdrag met de Engelse koning tegen de Franse koning. Er breekt een oorlog uit. De graaf verliest en wordt gevangengezet. Vlaanderen wordt militair bezet. Dat doet de anti-Franse gevoelens sterk toenemen. Tegelijkertijd groeien de tegenstellingen tussen het volk en de rijke klasse (de handelaars en een
deel van de adel). De rijke klasse zoekt steun bij de Franse koning. Zij worden leliaards genoemd (naar de lelie op het koninklijke wapenschild). Het volk, de stedelijke ambachten voorop, kiest de
kant van graaf Gwij. Zijn aanhangers gaan de geschiedenis in als de klauwaards (naar de leeuw in het wapenschild van de graaf).
De stad Brugge wordt het centrum van het verzet. Het volk lijdt er onder de oorlogsbelasting die
de Franse koning heeft opgelegd. De leiders van de opstand zijn figuren uit het volk. Onder hen de wever Pieter de Coninck.
138 LES 14 de guldensporenslag
VROEGMODERNE TIJD
MODERNE TIJD 1302 Guldensporenslag © VAN IN
OPDRACHT 2 De eigen autonomie verdedigen
Nieuwe inkomsten verkrijgen uit Vlaanderen Steun zoeken bij de Franse koning tegen de ambachten Steun zoeken bij de Vlaamse graaf tegen de handelaars
Vlaanderen met buurlanden, 1302
- Bekijk de legende van de kaart.
Geef twee Vlaamse steden die je op de kaart ziet.
- Toon met behulp van de kaart aan dat het conflict geen strijd is tussen Franstaligen en
Nederlandstaligen. Geef een voorbeeld van een Franstalig gewest dat de Vlaamse graaf steunt en een voorbeeld van een Nederlandstalig gewest dat de kant van Frankrijk kiest.
139E de middeleeuwen van 900 tot 1450 kiest de kant van de Vlaamse graaf. kiest de kant van Frankrijk. Vul punt 1 van het schema op blz. 146 aan. De Guldensporenslag wordt uitgevochten op 11 juli 1302 In de nacht van 17 op 18 mei 1302 doden Bruggelingen vele leliaards en Fransen. Die gebeurtenis gaat de geschiedenis in als de Brugse metten. De koning stuurt een leger. De kern van dat leger bestaat uit 2 500 goed geoefende adellijke ruiters. Het ‘Vlaamse’ volksleger telt bijna uitsluitend voetvolk (een derde uit Brugge) en wordt geleid door de adellijke vrienden en familieleden van de graaf. Ook een aantal ‘Waalse’ strijders zijn daarbij. De graaf van Namen is immers een zoon van de Vlaamse graaf. Op 11 juli 1302, kort voor het middaguur, breekt in Kortrijk de hel los. De Franse ruiters voeren angstaanjagende aanvallen uit, maar toch houden de Vlamingen stand. Zij staan schouder aan schouder achter enkele beken. Met hun pieken of goedendags (steekwapens en slagwapens) OPDRACHT 3 2 © VAN IN
werpen de Vlamingen honderden ridders van hun paard. Zij slachten de ridders en edelen af. Ook de Franse aanvoerder, Robert d’Artois, overleeft het niet. Na enkele uren trekken de Fransen zich terug. Ze moeten 500 paar vergulde ruitersporen achterlaten. Daarom spreken we van de
Guldensporenslag.
Bijna twee jaar blijft het graafschap Vlaanderen onafhankelijk. De Fransen slaan echter terug en de Vlaamse graaf aanvaardt in 1305 een vredesverdrag. Het graafschap krijgt een zware belasting
opgelegd en wordt opnieuw een Frans leen.
OPDRACHT 4 - Lees de lestekst en bestudeer de kaart.
140 LES 14 de guldensporenslag - Zijn de volgende stellingen juist of fout? Juist Fout a De Vlamingen vangen de Franse aanval op achter twee beken. b Het Vlaamse leger steunt vooral op ruiters. c Achter de Vlamingen heb je de Leie en aan hun rechterflank Kortrijk. d Brabanders vechten mee aan Franse kant. © VAN IN
Ik zou een verhaal geven van feiten waarbij ikzelf aanwezig was of die ik gezien heb of met zekerheid heb horen vertellen van personen die erbij aanwezig waren. (…) Mijn bedoeling is de feiten zeer scherpzinnig en nauwgezet in detail uit te schrijven. Ik begon hieraan in het
jaar 1308 in het minderbroederklooster van Gent, waar ik toen deel van uitmaakte.
Toen de Fransen in het Vlaamssprekende gedeelte van Vlaanderen binnenrukten, wilden ze hun wreedheid tonen en de Vlamingen schrik aanjagen. Ze spaarden geen vrouwen, kinderen of bejaarden. Ze sloegen iedereen dood die ze konden vinden. Tot zelfs de heiligenbeelden in de kerken sloegen ze het hoofd af, alsof het levende mensen waren en ze hakten er ook andere ledematen van af. Dat feit schrikte de Vlamingen niet af. Het bezielde hen. Ze werden erdoor nog kwader, meer verontwaardigd en woedend, waardoor ze vastbesloten waren om vreselijk hard te vechten.
Vertaald uit: Annales Gandenses, 14e eeuw Een Gentse monnik die aan de kant van de klauwaards staat, schrijft in het Latijn op wat er in
1302 is gebeurd. Hij vermeldt enkele getuigen zoals de Brugse ridder Gerard de Moor.
- De bron is bewerkt. Toon aan met twee voorbeelden.
Lees de historische vraag: ‘Hoe gedraagt het Franse leger zich voor de Guldensporenslag?’ - Is de bron bruikbaar om deze historische vraag te beantwoorden? Leg uit waarom (niet).
141E de middeleeuwen van 900 tot 1450 - Is de bron betrouwbaar? Omcirkel telkens het juiste antwoord. • Het is een primaire / secundaire bron. • De schrijver staat wel / niet aan de kant van een van de partijen. • De schrijver is een klauwaard / leliaard. • De maker van de bron wil de lezer informeren / ontspannen. • Wat is je besluit? Is de bron betrouwbaar om die historische vraag te beantwoorden? © VAN IN
In middeleeuwse oorlogen is het de gewoonte alle tegenstanders te doden en geen gevangenen te nemen. Ze nemen wraak omwille van de moordpartijen en de plunderingen door de Fransen. De Fransen zijn geen christenen, maar mensen die kerken vernietigen. De Vlamingen hebben schrik voor hun leven.
De Guldensporenslag wordt een mythe
België ontstaat in 1830. De jonge staat zoekt in de geschiedenis verhalen die de onafhankelijkheid van België moeten ondersteunen. De schrijver Hendrik Conscience gebruikt in zijn boek ‘De Leeuw van Vlaanderen’ de feiten uit 1302 om aan te tonen dat in het verleden onze gewesten met succes de Fransen hebben bestreden. Conscience verdedigt het bestaan van België.
Later wordt zijn boek anders geïnterpreteerd. De Vlamingen gaan het gebruiken als symbool van hun strijd tegen de Franstalige burgerij, die de macht in handen heeft in België. De veldslag wordt een symbool voor de vrijheid van de Vlamingen in een door Franstaligen geleid België. 11 juli is de Vlaamse nationale feestdag.
In 1302 is er echter geen sprake van een Belgisch of Vlaams nationaliteitsgevoel zoals we dat vandaag kennen. Zowel Conscience als de Vlaamse beweging schrijven hun eigen beeld van het verleden. Ze verwijzen naar het verleden om de onafhankelijkheid van België te rechtvaardigen of om de Vlaamse eisen te ondersteunen. Die beelden van het verleden zijn historisch onjuist.
Conscience en de Vlaamse beweging creëren elk hun mythe van de Guldensporenslag. 142 LES 14 de guldensporenslag Lees de tekst van Conscience aandachtig. Misschien zijn er enkele woorden die je niet begrijpt. Gebruik de QR-code voor een hedendaagse vertaling. Bron De Fransen gebruikten een goed middel om zich alles te bezorgen en zich tezelfdertijd bij de Vlamingen hatelijk te maken. Elk ogenblik vertrokken er grote benden soldeniers uit de verschansing, om het land af te lopen en alles te roven, te plunderen of te vernielen. Die boze krijgsknechten hadden de bedoeling van hun veldheer Robrecht d’Artois ten volle begrepen; om ze uit te voeren, begingen zij de gruwelijkste misdaden, welke men in de oorlog plegen kan. Ter teken van verwoesting, waarmee zij het land van Vlaanderen bedreigden, hadden zij allemaal kleine bezems aan hun speren gehangen; daarmee wilden ze te kennen geven, dat zij kwamen om Vlaanderen te keren en te zuiveren. Inderdaad, zij verzuimden niets om dit voornemen te volbrengen; na weinige dagen stond er in het ganse zuidelijke gedeelte van het land geen enkel huis, niet één kerk, of slot, of klooster, ja zelfs geen boom meer recht ... Uit: Hendrik Conscience, De Leeuw van Vlaanderen, 1838 Meer informatie over de bron vind je in de lestekst. - Is dit een primaire bron om te onderzoeken wat er in 1302 gebeurt? HEDENDAAGSE VERTALING OPDRACHT 6 © VAN IN
- Uit welke eeuw stamt het werk van Conscience?
- Vergelijk met de tekst van de Gentse monnik. Welke gelijkenis zie je?
- Hoe verklaar je die gelijkenis?
OPDRACHT 7
België is bekend om zijn striptekenaars die de geschiedenis vaak in hun verhalen verweven. De Guldensporenslag is een dankbaar onderwerp.
Bron 1
Bob De Moor, De Leeuw van Vlaanderen, als reeks verschenen in het stripweekblad Kuifje, 1949-1950
Het verhaal – met als hoogtepunt de Guldensporenslag – is
143E de middeleeuwen van 900 tot 1450 gebaseerd op het werk van Conscience. Bron 2 © VAN IN
R. Matton en C. Verhaeghe, Kroniek der Guldensporenslag, deel 3: De Lente. Kortrijk 1995
In de jaren 90 (20e eeuw) verschijnt de ‘Kroniek der Guldensporenslag’ van Ronny Matton en Christian Verhaeghe. In vier delen vertellen ze het verhaal van de Franse koning Filips de Schone die in zijn nachtmerries ziet wat er met zijn leger zal gebeuren in 1302.
144 LES 14 de guldensporenslag - Lees de volgende omschrijvingen. Duid aan of ze bij de tekening van De Moor of bij de tekening van Matton en Verhaeghe passen. De Moor Matton en Verhaeghe dapper Vlaamsgezind wreed en bloeddorstig kritisch tegenover het nationale verleden verheerlijken van het nationale verleden tegen oorlog De Fransen zijn de vijand. De Vlamingen zijn even erg als de Fransen. avontuurlijk - Vat de boodschap van De Moor in een zin samen. © VAN IN
- Leg uit: De twee stripverhalen geven een verschillend beeld van de Vlamingen.
ONWAARSCHIJNLIJK!
Bruggelingen slachten tijdens de Brugse metten vele Fransen af die zich in de stad bevinden. Er bestaan veel versies van dat verhaal, maar volgens de Gentse monnik heeft het zich als volgt afgespeeld.
Op 17 mei trekken 1 700 gewapende Franse ruiters de stad binnen. Ze hadden nog veel voetvolk mee. De Bruggelingen vrezen voor hun leven en roepen de hulp in van stadsgenoten die de stad al waren ontvlucht. De volgende morgen zouden die gewapend de stad binnentrekken. Zij kunnen dat doen omdat er bressen in de wallen zijn en de gracht op sommige plaatsen gedempt is. Maar hoe herken je de Fransen en de Vlamingen? Wel, laat ze in het Nederlands ‘scutum et amicus’ herhalen: ‘schild en vriend’. De Fransen kunnen de ‘sch’ niet uitspreken en verraden zichzelf op die manier.
1 500 Fransen zouden sneuvelen. Dat aantal lijkt echter fel overdreven.
Wat je na deze les moet kennen en kunnen:
KENNEN
1 het begrip ‘monarchie’ uitleggen 2 de begrippen ‘klauwaard’, ‘leliaard’ en ‘mythe’ uitleggen 3 de datum en plaats van de Guldensporenslag geven 4 de oorzaken van het conflict tussen de Franse koning en de Vlaamse graaf uitleggen 5 de verhoudingen tussen de verschillende partijen uitleggen 6 de overwinning van de Vlamingen verklaren 7 twee betekenissen vermelden die in de moderne en in de hedendaagse tijd aan de Guldensporenslag gegeven worden
Ede middeleeuwen van 900 tot 1450 145
KUNNEN 1 informatie uit historische kaarten afleiden 2 de bruikbaarheid van een bron beoordelen in functie van een historische vraag 3 de betrouwbaarheid van een bron beoordelen in functie van een historische vraag 4 bronnen vergelijken in functie van een historische vraag 5 met twee voorbeelden uitleggen waarom mensen verwijzen naar het verleden 6 met een voorbeeld aantonen hoe mythes onze voorstelling van het verleden beïnvloeden Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor. © VAN IN
LES 14 SCHEMA
De Guldensporenslag
1 De Vlaamse graaf strijdt tegen de Franse koning
leliaards klauwaards
Franse troepen bezetten het graafschap Vlaanderen. Centrum van het verzet: Brugge
2 De Guldensporenslag wordt uitgevochten op 11 juli 1302
Brugse metten
Franse koning stuurt een leger.
Guldensporenslag: 11 juli 1302 Vlaamse leger steunt op voetvolk. Franse leger steunt op ruiterij. Leger van de Vlaamse graaf verslaat het Franse leger. Twee jaar lang is het graafschap Vlaanderen onafhankelijk. 1305 Er is een nieuwe vredesverdrag tussen de Franse koning en de Vlaamse graaf. Vlaanderen moet een zware belasting betalen. Graafschap blijft een Frans leen, maar onder controle van graaf. 3 De Guldensporenslag wordt een mythe Hendrik Conscience schrijft in 19e eeuw ‘De Leeuw van Vlaanderen’. Doel: de onafhankelijkheid van België verdedigen 11 juli is de Vlaamse nationale feestdag. Doel: symbool van de Vlaamse strijd voor meer zelfstandigheid in België In de moderne en de hedendaagse tijd gebruikt men de Guldensporenslag om standpunten te verdedigen die niets met de gebeurtenissen van 1302 te maken hebben. © VAN IN