14 minute read
Les 5 De Franken, nieuwe heersers in het westen
5
De Franken, nieuwe heersers in het westen
Germaanse stammen bezetten steeds grotere stukken van het West-Romeinse Rijk. Vooral de Franken slagen erin om een nieuw rijk te stichten. Ze krijgen steun van de christelijke Kerk en na enkele eeuwen is er zelfs opnieuw een keizer in het westen.
Wie regeert over het Frankische Rijk? Hoe wordt het bestuurd? Hoe voorzien de Franken in hun levensonderhoud? Wat gebeurt er op cultureel vlak? Komt er een einde aan het rijk?
Kaartnr(s).
480 751
900
1000 MEROVINGERS KAROLINGERS DE FRANKEN Merovingers en Karolingers regeren over het rijk In de 5e eeuw controleren de Franken Noord-Gallië en het Rijnland. Het Frankische gebied bestaat uit verschillende koninkrijkjes die elk bestuurd worden door een machtige familie. De Merovingers zijn zo’n Frankische familie. Hun leider Chlodovech slaagt erin om alle andere Frankische koningen te verslaan. De Merovingers worden zo koning van het volledige Frankische Rijk. Ze slagen er ook in om nieuwe gebieden te veroveren en het rijk groter te maken. Vanaf de 7e eeuw laten de Merovingische koningen het bestuur over aan medewerkers die ze belonen met grote stukken grond en waardevolle voorwerpen (zilver, goud, juwelen …). De Merovingers worden armer en verliezen ook veel macht. In 751 zet een rijke familie van medewerkers, de Karolingers, de laatste Merovingische koning af. De paus steunt hen omdat ze hem helpen tegen andere Germanen in Noord-Italië. De Karolingers maken de macht van de koning weer groter. Ze breiden ook het rijk verder uit. In 800 kroont de paus de Karolinger Karel de Grote tot keizer. Het Frankische Rijk wordt daarmee de politieke opvolger van het WestRomeinse Rijk. © VAN IN
OPDRACHT 1
De wraak van Chlodovech (466-511) In 486 overwint het leger van Chlodovech bij Soissons een Gallo-Romeins leger. De Franken slaan aan het plunderen. Zo roven zij een grote waardevolle vaas uit een kerk.
Bron 1 Bron 2
Tekening, 14e eeuw, uit Les Grandes Chroniques de France de Charles V
De bisschop van de beroofde kerk vraagt aan Chlodovech de vaas terug. Bij het verdelen van de buit vraagt de Frankische aanvoerder zijn mannen om hem de vaas te geven bovenop zijn gewoon deel van de krijgsbuit. De meesten gaan akkoord en juichen hem toe. Eén krijger schiet echter naar voren en slaat de vaas stuk. Terwijl hij dat doet, roept hij: 'Jij gaat niet meer dan jouw rechtmatig deel ontvangen!' Chlodovech blijft kalm en zendt de brokstukken naar de bisschop. Later op het jaar houdt hij een wapeninspectie. Hij keurt de bijl van dezelfde krijger af en gooit het wapen op de grond. Terwijl de man het wapen opraapt, splijt Chlodovech zijn schedel met een bijl en roept: 'Dat is wat jij met de vaas deed in Dit is een rijk geïllustreerd Soissons.'
manuscript gemaakt in opdracht van de Franse Bewerking van Gregorius Van Tours, Geschiedenis van de Franken
koning Charles V tussen Gregorius (538-594) komt uit een belangrijke Gallo-Romeinse 1370 en 1379. Boven de tekst familie. Hij wordt bisschop van Tours, een zeer belangrijke kun je lezen: puis comment functie binnen de Kerk en in het Frankische Rijk. Gregorius
33B DE vROEGE MIDDELEEUwEN - Omcirkel het juiste antwoord. TIP Raadpleeg de woordenlijst. Bron 1 is een primaire / secundaire bron. Bron 2 is een primaire / secundaire bron. - Vergelijk bron 1 met het verhaal in bron 2. Wat klopt er niet op de tekening? TIP Let op de wapens. - Lees de uitleg bij bron 2. Waarom moet je kritisch zijn tegenover wat Gregorius schrijft? Kruis aan. Gregorius durft geruchten en roddels gebruiken. Hij kent Chlodovech persoonlijk. - Waarom gebruiken historici het werk van Gregorius, zelfs als het niet zo betrouwbaar is? Onderstreep het antwoord in de contextinformatie over Gregorius. kent verschillende Merovingische koningen persoonlijk. Zijn werk is een van de weinige geschreven bronnen over de Franken in de 6e eeuw. Gregorius gebruikt zowel persoonlijke ervaringen als bronnen. Voor zaken waar hij zelf weinig van weet, die hij niet zelf heeft meegemaakt of waarover hij geen bronnen vindt, baseert hij zich op geruchten en roddels. Ook al wat christelijk is, vindt hij zeer belangrijk. il se venga de celui qui le contredist (en hoe hij zich wreekt op diegene die hem tegenspreekt). © VAN IN
Bron
[De laatste Merovingische koning] werd afgezet op bevel van Stephanus, paus in Rome. Zijn haar
werd kort geschoren en hij werd in een klooster opgesloten (in 751). De Merovingers bezaten
geen enkele macht meer. (...) Het enige wat de koning nog overbleef, was dat hij (...) op zijn troon zat om de rol van regeerder te spelen (...) zoals men hem had voorgedaan of zelfs had opgedragen. Behalve die inhoudsloze koningstitel en de te kleine vergoeding (...) die de
hofmeier [medewerker] hem verleende, had de vorst geen enkel bezit, afgezien van een enkel
landgoed met een zeer kleine jaarlijkse opbrengst.
Bewerking van Einhard, Het leven van Karel de Grote, ca. 830
De geleerde Einhard (770-840) komt uit de Mainstreek (nu Duitsland) en is een belangrijke medewerker van Karel de Grote en zijn opvolger Lodewijk de Vrome. Einhard schrijft de biografie omstreeks 830 in opdracht van Lodewijk de Vrome. Hij wil in zijn werk Karel vooral ophemelen.
- Op wiens bevel wordt de Merovingische koning afgezet?
- Wat gebeurt er met de afgezette koning?
- Lees de contextinformatie over de auteur van deze bron. Waarom moet je niet alles geloven wat hij in de tekst vertelt?
34 LES 5 DE FRANkEN, NIEUwE HEERSERS IN HET wESTEN De koning bestuurt het Frankische Rijk De Frankische koning (of keizer) heeft alle macht en beschouwt het rijk als zijn persoonlijk bezit. Bij zijn dood wordt het daarom verdeeld over al zijn mannelijke erfgenamen. De koning is de hoogste bestuurder, wetgever en rechter. Hij regeert niet vanuit een vaste hoofdstad. Het koninklijk hof verbruikt meer voorraden dan één landgoed kan voortbrengen. De hele hofhouding reist daarom van het ene landgoed naar het andere. Dat is gemakkelijker dan de voorraden te verplaatsen. Het rijk wordt ingedeeld in gouwen (provincies), waar gouwgraven of hertogen de bevelen van de koning uitvoeren. De Karolingers richten in grensgebieden marken op. Daar gaan Frankische krijgers met hun gezin wonen. Een mark dient om het rijk te beschermen tegen invallers en wordt bestuurd door een markgraaf. Hertogen en markgraven hebben dezelfde taken als een gouwgraaf, maar commanderen ook nog een Frankisch leger. Onder Karel de Grote (768-814) controleren inspecteurs, zendgraven genoemd, of de graven, hertogen en markgraven de bevelen van de koning wel uitvoeren. © VAN IN
- 'Onze gewesten horen al lang bij het Frankische Rijk.' Juist of fout?
Motiveer je antwoord.
- Geef drie gebieden of volkeren die door de Karolingers zijn onderworpen.
- Onderstreep de hedendaagse landen die in het Karolingische Rijk liggen (ook al is het maar een klein deeltje).
België – Duitsland – Engeland – Frankrijk – Ierland – Italië – Nederland – Luxemburg – Polen – Spanje
Landbouw is de belangrijkste economische activiteit
35B DE vROEGE MIDDELEEUwEN Om machtig en rijk te zijn, moet je veel grond bezitten. In het noorden van het Frankische Rijk komt steeds meer grond in handen van een klein aantal machtige families. Ze richten grote domeinen op. Die worden steeds groter omdat de gewone boeren hun boerderijtjes afstaan. Die boeren hopen op een beter leven door voor een heer en zijn familie te werken. Ze worden horigen: in ruil voor een hoeve en bescherming dienen zij de familie. Als zij niet gehoorzamen, kunnen zij hun hoeve verliezen. Op een domein wonen ook ambachtslieden (een smid, een timmerman, een pottenbakker ...) die allerlei gebruiksvoorwerpen maken. Handelaars leveren producten die een domein niet zelf voortbrengt. Ze verhandelen ook goederen die een heer wenst te verkopen zoals een deel van de oogst, gebruiksvoorwerpen ... Schematische voorstelling van een domein Opmerking: in werkelijkheid liggen de drie delen door elkaar. OPDRACHT 4 © VAN IN
- Wat is een 'mansus'?
- Waaruit bestaat een tenure?
- Waar woont de heer van het domein volgens jou?
- Welk deel van de drie wordt niet bewerkt en mag gebruikt worden om hout te sprokkelen en het vee te laten grazen?
De christelijke Kerk speelt een belangrijke rol in de cultuur
Chlodovech bekeert zich omstreeks 500 tot het christendom. Hij wil dat de christelijke Kerk, die goed georganiseerd is, helpt bij het bestuur van zijn rijk. Ook de Frankische koningen na hem
maken dankbaar gebruik van geestelijken om bijvoorbeeld advies te geven of wetten op te schrijven.
In het Frankische Rijk ontstaan er honderden kloosters. Rijke en machtige families stichten
zelf kloosters of schenken er gronden aan. Zo hopen zij naar de hemel te mogen. In een klooster 36 LES 5 DE FRANkEN, NIEUwE HEERSERS IN HET wESTEN of abdij leven verschillende geestelijken samen onder leiding van een abt of abdis. Zij doen dat volgens bepaalde regels. In de 8e eeuw beslist de Frankische koning dat ze allemaal de leefregel van de abt Benedictus uit de 6e eeuw moeten volgen. Die kloosterregel stelt dat kloosterlingen eenvoudig moeten leven en naast studeren en bidden ook met de handen moeten werken. Grote kloosters en het koninklijk hof spelen een belangrijke rol in de cultuur. Geleerden schrijven er boeken en verzamelen zo veel mogelijk klassieke literatuur. Bij sommige kloosters en kerken ontstaan scholen waar jonge geestelijken leren lezen en schrijven. Kunstenaars maken voor de Kerk en het hof schilderingen, beelden … Omdat de Kerk het Latijn gebruikt, wordt dat voor lange tijd de taal van de wetenschap. Beluister het verhaal van Dirk Bracke over het doopsel van Chlodovech. - Tegen wie vechten de Franken? - Welk geloof heeft Clotilde? - Waarom wil Chlodovech de veldslag winnen? OPDRACHT 5 VERHAAL © VAN IN
- Welke twee voordelen krijgt Chlodovech als hij christen wordt?
- Men vecht tijdens een groot deel van de middeleeuwen te voet. Paarden dienen om de krijgers over het slagveld te verplaatsen. Welk historisch foutje staat er dan in het verhaal over de aanval van de Visigoten?
OPDRACHT 6
De Angelsaksische geestelijke Alcuinus van York (735-804) is een raadgever en leraar van Karel de Grote en zijn familie. Hij schreef tal van werken en verbeterde de opleiding van de geestelijken. Hij leidde ook verschillende kloosters.
Bron 1 Bron 2
Tekening, ca. 825-850
Alcuinus (in het midden) overhandigt met een jongere kloosterling een boek aan een bisschop.
- Kijk op de tekening naar het hoofd van de jonge monnik. Wat is blijkbaar een kenmerk van een kloosterling? - Op welke historische vraag geeft bron 2 het beste antwoord? Kruis aan.
Is Karel de Grote de stichter van de scholen? Is Alcuinus een belangrijke raadgever van Karel de Grote? Welke rol moeten kloosters van Karel de Grote spelen in het onderwijs?
BDE vROEGE MIDDELEEUwEN 37
Karel bij de gratie van God, koning van de Franken en de Lombarden en de patriciërs van Rome, aan de abt Baugulf en aan iedereen van de kloostergemeenschap (…) Het mag geweten zijn dat wij met onze raadgevers besloten hebben dat het nuttig is voor de
bisdommen en kloosters (…) bezig te zijn met schrijfwerk en ijverig te zijn in het onderwijzen van al wie de vaardigheid tot leren bezit, en dat volgens het talent van elk individu (…) De inzet voor onderwijzen en leren moet ook gelden voor de zinsbouw, zodat wie wenst God op de juiste manier te plezieren dat ook doet door op een correcte manier te spreken. (…) Brief van Karel de Grote aan de abt van Fulda, ca. 782 De brief is geschreven en opgesteld door Alcuinus. Karel heeft hem ondertekend. © VAN IN
Karel de Grote is net zoals zijn voorgangers een vorst die regelmatig op veroveringstocht vertrekt. Daardoor krijgen zeer veel krijgers de kans om te plunderen en rijker te worden. Ze blijven Karel dan ook gehoorzamen en steunen.
Lodewijk de Vrome (814-840), zijn zoon en opvolger, heeft meer interesse voor godsdienstige zaken en verwaarloost het bestuur van zijn rijk. Hij voert weinig oorlog en controleert de graven en hertogen minder. De slechte wegen en de grootte van het rijk bemoeilijken ook de contacten tussen het hof en de graven en hertogen. Die doen daardoor meer en meer hun zin.
De zonen van Lodewijk maken nog tijdens zijn leven openlijk ruzie over de verdeling van het rijk. Drie jaar na zijn dood komen ze tot een akkoord. In het ‘Verdrag van Verdun’ (843) verdelen zij het Frankische Rijk in drie delen. Het middelste stuk valt later verder uiteen in kleinere vorstendommen. De twee andere delen leggen de basis voor het hedendaagse Frankrijk en Duitsland.
OPDRACHT 7
Het Verdrag van Verdun (843)
- Wie krijgt wat? Vul de tabel aan.
- In welk gebied ligt het grootste deel van onze gewesten?
- Geef de naam van drie buitenlandse groepen die het Frankische Rijk in de 9e eeuw aanvallen.
Karel de Kale
Lotharius
Lodewijk de
38 LES 5 DE FRANkEN, NIEUwE HEERSERS IN HET wESTEN - Met welk hedendaags land komt West-Francië grotendeels overeen? Onderstreep. België – China – Duitsland – Frankrijk – Italië – Zweden - Wie van de zonen krijgt de keizerstitel? Duitser © VAN IN
Waar zijn de Franken gebleven? Na de 8e eeuw vertalen historici over het algemeen het Latijnse ‘Franci’ in ‘Fransen’. De Franken worden dus Fransen. De inwoners van Oost-Francië noemt men Duitsers, net zoals hun koning Lodewijk door ons ‘de Duitser’ wordt genoemd. De bewoners van de Duitse provincie Frankenland blijft men wel Franken noemen.
Op het vlak van taal zijn de Vlamingen en een deel van de Nederlanders de directe afstammelingen van de Merovingers en Karolingers. Het Nederlands wordt ook wel ‘NederFrankisch’ genoemd. In het moderne Arabisch noemt men Europa nog altijd ‘Firanja’, afgeleid van Francia.
Wat je na deze les moet kennen en kunnen:
KENNEN
1 de begrippen ‘Karolingers’,
‘Merovingers’, ‘gouw’, ‘mark’,
‘gouwgraaf’, ‘markgraaf’, ‘hertog’,
‘domein’, ‘horigen’ en ‘klooster’ uitleggen 2 uitleggen wie de Franken, de
Merovingers en de Karolingers zijn en hen in de tijd situeren 3 uitleggen hoe het Frankische rijk bestuurd wordt 4 de drie onderdelen van een domein geven en kort uitleggen 5 verklaren waarom de domeinen groter worden 6 aantonen dat geestelijken een belangrijke rol in het bestuur spelen 7 drie voorbeelden geven van culturele activiteiten onder de
Karolingers 8 de datum van het ‘Verdrag van
Verdun’ geven 9 een politiek, sociaal, economisch en cultureel kenmerk van het
Frankische rijk geven
BDE vROEGE MIDDELEEUwEN 39
10 het bestuur van Lodewijk de Vrome met dat van Karel de Grote vergelijken
11 het ontstaan van Frankrijk en Duitsland verklaren KUNNEN 1 bronnen indelen volgens soort 2 de betrouwbaarheid, het doel en bruikbaarheid van een bron met behulp van opdrachten inschatten 3 met behulp van een kaart de groei en het uiteenvallen van het Frankische rijk uitleggen 4 informatie uit een bron halen Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor. © VAN IN
LES 5 SCHEMA
De Franken, nieuwe heersers in het westen
1 Merovingers en Karolingers regeren over het rijk
Frankische gebied = verschillende koninkrijkjes o.l.v. verschillende families
Merovingers
• Chlodovech verslaat alle andere Frankische koningen, controle over volledige Frankische Rijk. • Veroveren nieuwe gebieden, rijk wordt groter • 7e eeuw: minder macht + worden armer
Oorzaken - laten bestuur over aan medewerkers - belonen medewerkers met landerijen en waardevolle voorwerpen
Karolingers
• rijke familie van medewerkers van de Merovingers • worden in 751 koning met steun van de paus • breiden het rijk verder uit • 800: paus kroont Karel de Grote tot keizer.
40 LES 5 DE FRANkEN, NIEUwE HEERSERS IN HET wESTEN 2 De koning bestuurt het Frankische Rijk Koning • heeft alle macht en het rijk is zijn persoonlijk bezit; • is hoogste bestuurder, wetgever en rechter. Rijk is ingedeeld in gouwen (provincies), bestuurd door een gouwgraaf of hertog. Karolingers richten marken op in grensgebieden, geleid door een markgraaf. • hertog + markgraaf = commando over een leger • zendgraven: controle van de graven, hertogen en markgraven in de tijd van Karel de Grote © VAN IN
Grond = macht en rijkdom
Domeinen (in het noorden van het Frankische rijk)
• Ze zijn het bezit van een klein aantal machtige families. • Ze worden groter omdat gewone boeren hun boerderijtjes afstaan. - Ze worden horigen = in ruil voor een hoeve en bescherming dienen en gehoorzamen zij de familie. • Domein bestaat uit een vroonhof, tenures en woeste gronden. • Ambachtslieden maken er gebruiksvoorwerpen. • Handelaars leveren producten en verhandelen goederen van het domein (deel van de oogst, gebruiksvoorwerpen ...).
4 De christelijke Kerk speelt een belangrijke rol in de cultuur
Christelijke Kerk helpt de Frankische koningen bij het bestuur: opschrijven wetten + advies.
Ontstaan van honderden kloosters
• Rijken en machtigen stichten zelf kloosters of schenken grond aan klooster. • Klooster of abdij = geestelijken leven er samen volgens leefregels o.l.v. een abt / abdis. - Regel van Benedictus: eenvoudig leven, studeren, bidden en handenarbeid
41B DE vROEGE MIDDELEEUwEN Kloosters en koninklijk hof spelen een belangrijke rol in de cultuur • Bijhouden klassieke literatuur en boeken schrijven • Ontstaan van scholen om jonge geestelijken op te leiden • Kunstenaars maken schilderingen en beelden. • Latijn = taal van de wetenschap 5 Het Karolingische Rijk valt uiteen Lodewijk de Vrome = zoon en opvolger van Karel de Grote • minder oorlogsvoering dus minder kans voor krijgers om te plunderen • meer interesse in godsdienst • verwaarlozing bestuur • slechte wegen + grootte van het rijk zorgen voor slechtere contacten Gevolgen • Graven en hertogen doen meer en meer hun eigen zin. • Zonen van Lodewijk maken nog tijdens zijn leven ruzie over verdeling van het rijk. Verdrag van Verdun (843) Zonen van Lodewijk verdelen na zijn dood het rijk. © VAN IN