TeleScoop 2 - Leerwerkboek

Page 1

tele scoop

Chris Van Broeck Ruben Foubert Matthias Herreman Bert Rondeaux

2

Tim Slootmans

tele scoop 2

Annemie Van Cleemput

Leer zoals je bent Ontdek het onlineleerplatform: diddit. Vooraan in dit boek vind je de toegangscode, zodat je volop kunt oefenen op je tablet of computer. Activeer snel je account op www.diddit.be en maak er een geweldig schooljaar van!

ISBN 978-90-306-9505-9 594164

73566_TELESCOOP COVER 2_V3.indd Alle pagina's

vanin.be

16/06/20 08:46



2

IN

tele

Chris Van Broeck Ruben Foubert

Matthias Herreman Bert Rondeaux

N

Tim Slootmans

©

VA

Annemie Van Cleemput


Via www.diddit.be heb je toegang tot het onlineleerplatform bij TeleScoop. Activeer je account aan de hand van de onderstaande code en accepteer de gebruiksvoorwaarden.

Let op: activeer deze licentie pas vanaf 1 september; de licentieperiode start vanaf activatie en is 365 dagen geldig.

2

!

IN

tele

VA

N

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken. In België beschermt de auteurswet de rechten van deze mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hen dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be. Ook voor het onlinelesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden. Meer informatie over de gebruiksvoorwaarden leest u op www.diddit.be. © Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2020

De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden. Fotocredits

©

p. 17 Airolo, Zwitserland © Stefano Ember / Shutterstock.com p. 18 hotel Belvedere 2018 © Francesco Bonino / Shutterstock.com; Dani Arnold © Mammut p. 34 © Archiv Badrutt’s Palace Hotel p. 37 © ETH-Bibliothek Zürich, Bildarchiv/Stiftung Luftbild Schweiz / Fotograf: Mittelholzer, Walter / LBS_MH01-001157 (links) en Dr Kieran Baxter, University of Dundee (rechts) p. 38 © EQRoy / Shutterstock.com p. 49 Caiapó indianen © Wallace Teixeira / Shutterstock.com p. 50 Oreo © DenisMArt / Shutterstock.com; Big Mac McDonald’s © Patcharaporn Puttipon / Shutterstock. com; Head & Shoulders © MailHamdi / Shutterstock.com; kipnuggets McDonald’s © Deman / Shutterstock.com; Alpro © Weho / Shutterstock. com p. 54 Carajàs © T photography / Shutterstock.com p. 67 PEFC-label © balipadma / Shutterstock.com p. 68 Greta Thunberg © Per Grunditz / Shutterstock.com p. 76 plantage palmolie © Dede Sudiana / Shutterstock.com p. 83 © REUTERS p. 85 satellietbeelden Shanghai © NASA Earth Observatory p. 102 tuk tuk © 1000 Words / Shutterstock.com; scooters © xuanhuongho / Shutterstock.com; segway © Drakonyashka / Shutterstock.com; deelfietsen © Heng Lim / Shutterstock.com; metro © TonyV3112 / Shutterstock.com p. 103 ontbossing © Rich Carey / Shutterstock.com p. 108 permafrost © Boris Radosavljevic (CC 2.0) p. 119 schade na tsunami © Frans Delian / Shutterstock.com; schade na aardbeving © Ivano de Santis / Shutterstock.com p. 121 © Marco Iacobucci Epp / Shutterstock.com p. 124 luchtfoto’s © Getty Images/Ulet Ifansasti p. 125 luchtfoto's Indonesië © EPA/DIGITAL GLOBE/HANDOUT; detectiesysteem tsunami © The Mariner 2392 / Shutterstock.com p. 141 3-D kaart Lyon © schusterbauer.com / Shutterstock.com; kaart Rugby © Michael715 / Shutterstock.com p. 142 wateroverlast © Peter Deconinck, BELGA p. 155 winkelstraat © T.W. van Urk / Shutterstock.com p. 156 strand Bredene © BELGA / Kurt Desplenter; Blankenberge © Thierry Hebbelinck / Shutterstock.com Credits kaarten en luchtfoto's p. 149, 152-153 © NGI

Eerste druk, 2020 ISBN 978-90-306-9505-9 D/2020/0078/115 Art. 594164/01 NUR 126/128

2

Coverontwerp: B.AD Ontwerp binnenwerk: Banananas, B.AD Tekeningen: Geert Verlinde Opmaak: B.AD


Inhoud

IN

Starten met TeleScoop 5 diddit het onlineleerplatform bij TeleScoop 7 Voorbeeld uit de actualiteit 8 Actualiteitssjabloon 9

de wereld ligt aan je voeten 9 13 hoog spel spelen 9 17 18 19 34 40 44 47

huilen met de wolven in het bos

49

Wow! 1 Door de bomen het bos niet meer zien 2 Wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren zitten 3 Waar een wil is, is een weg Aha! Test jezelf Woordenlijst

50 51 59 66 71 75 80

wie het schoentje past, trekt het aan

81

©

VA

N

Wow! 1 Woorden zijn dwergen, daden zijn bergen 2 Als het water zakt, kraakt het ijs Aha! Test jezelf Woordenlijst

Wow! 1 Daar wringt het schoentje 2 Iemand iets in de schoenen schuiven Aha! Test jezelf Woordenlijst

82 83 102 112 116 118

INHOUD

3


119

Wow! 1 Heet onder onze voeten 2 In het oog van de storm 3 Aan de rand van de ravijn groeien de mooiste bloemen Aha! Test jezelf Woordenlijst

120 121 128 131 133 137 140

ben jij een buitenbeentje?

141

Wow! 1 Heg noch steg weten 2 Verder kijken dan je neus lang is 3 Alle kaarten op tafel Woordenlijst

142 143 148 157 161

VA

N

IN

de tol van moeder natuur betalen

Š

Referentiekaarten 162

4

INHOUD


STARTEN MET TELESCOOP Welkom bij TeleScoop. We leggen graag even uit hoe je met dit leerwerkboek aan de slag gaat. 1

Op weg met TeleScoop Het leerwerkboek bestaat uit vijf thema’s. Elk thema is op dezelfde manier opgebouwd. Elk thema start met enkele foto’s die te maken hebben met dat thema. Je vindt er ook een handig overzicht van de hoofdstukken.

tele

Huilen met de wolven in het bos

1

lawines Opvallend veel zware s vier doden in de Alpen: minsten

2

DE STANDAARD - 29/12/2019

Krokusvakantie start met lange files richting de Alpen

1 Door de bomen het bos niet meer zien 2 Wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren zitten

HET BELANG VAN LIMBURG - 28/2/2019

3 Waar een wil is, is een weg

IN

We starten elk thema met een WOW. Op deze Wow!-pagina is er de keuze tussen verschillende interessante items. Je maakt hier kennis met het onderwerp van het thema.

Wat wil ik te weten komen over dit thema?

Ontdek deze en nog andere opties via het onlinelesmateriaal.

18

N

! a h A

- 27/9/2019

GAZET VAN ANTWERPEN

HOOG SPEL SPELEN

Voor je verder oefent, bekijk je eerst de AHA. Hier vind je de tekening van de landschapsvormende lagen, de synthese van het thema en een checklist.

Aha!

Landschapsvormende lagen

Bekijk de figuur en vul de tabel aan.

verticale relatie tussen landschapsvormende lagen (blauwe pijl)

tussen:

zijn durvers, Er zijn durvers en er en dan heb je deze Zwitser

verklaring

Synthese

VA

en

Alpen = gebergte

verticale relatie tussen landschapsvormende lagen (groene pijl)

tussen:

verklaring

en

gebroken horizonlijn

verticale relatie tussen landschapsvormende lagen (rode pijl) tussen:

verklaring

en

Duid de relaties uit de tabel aan op de figuur. - Markeer de lagen die een rol spelen. - Duid de relaties aan met pijlen in de juiste kleur.

HOOG SPEL SPELEN

temperatuurverschillen

regenschaduw

gebergtevegetatie met vegetatiezones (te vergelijken met klimaatzones op noordelijk halfrond)

Alpen = miljoenen jaren oud alpiene gebergtevorming

vorming is nog steeds bezig

geologisch recent ontstaan

Alpen = resultaat van platentektoniek lithosfeerplaten bewegen naar elkaar toe

sterke horizontale en tegengestelde krachten

samendrukken van gesteentelagen

vervormen en plooien van gesteenten

Alpen = landschap in verandering

42

door de mens

door klimaatopwarming

door erosie en verwering

activiteiten van de mens (toerisme, landbouw, wonen …)

smelten van gletsjers andere vegetatie

afbraak van gesteente

HOOG SPEL SPELEN

©

40

In de thema’s vind je verschillende manieren om een synthese te maken: mindmap, schema, samenvatting en Cornell. In het boek staat per thema één manier. Op diddit vind je nog andere manieren.

steile hellingen

grote hoogteverschillen

neerslagverschillen

De checklist is een opsomming van de doelen waaraan je in het thema hebt gewerkt. Je gaat bij jezelf na welke doelen je denkt bereikt te hebben, of waaraan je nog moet werken. Als je twijfelt, dan blader je terug in het thema.

Checklist

Wat kan ik?

helemaal begrepen

hier kan ik nog groeien

p.

Ik kan aan de hand van een atlas plaatsen, landen en gebieden lokaliseren op een kaart.

19, 21, 23, 28

Ik kan landschapselementen in een landschap herkennen en benoemen.

20, 24, 37

Ik kan een reliëfvorm herkennen, beschrijven en benoemen.

20

Ik kan de invloed van de hoogte op de temperatuur en neerslag in het gebergte uitleggen.

21, 22, 23

Ik kan besluiten formuleren door gebruik te maken van kaarten, atlas, luchtfoto’s, schema’s, diagrammen.

21, 22, 23, 25, 26, 30

Ik kan klimatogrammen vergelijken en een besluit nemen.

22, 23

Ik kan vegetatie in het landschap herkennen, beschrijven en het vegetatietype benoemen.

24, 25

Ik kan de vegetatiezones in het gebergte koppelen aan de juiste klimaatzone op het noordelijk halfrond.

25

Ik kan de belangrijkste reliëfeenheden op de kaart en globe aanduiden en benoemen.

28

Ik kan bij een onderzoeksvraag aan de hand van een experiment gegevens verzamelen.

31

Ik kan een wetenschappelijk onderzoek volgens een gegeven werkwijze uitvoeren.

31

Ik kan (veilig en) met zorg een experiment uitvoeren.

31

Ik kan bij een onderzoeksvraag een duidelijke hypothese formuleren.

31

Ik kan een antwoord op een onderzoeksvraag formuleren.

31

Ik kan een gestelde hypothese aan de resultaten van waarnemingen aftoetsen.

31

Ik kan een aardrijkskundig verschijnsel aan de hand van een experiment verklaren. Ik kan het ontstaan van een plooiingsgebergte aan de hand van de platentektoniek uitleggen.

TEST JEZELF V6

1

2

Wat verklappen kaarten over de Alpen? a

Waar situeren de Alpen zich ten opzichte van België?

b

Welke bergtop vormt het hoogste punt van de Alpen?

c

Welke hoogte heeft dat hoogste punt?

d

Naar welke zee stromen de rivieren die in het Italiaanse deel van de Alpen ontspringen?

In een berglandschap zijn er ook landschappelijke relaties te ontdekken. Vul de tabel aan met goede voorbeelden. landschappelijke relatie

Ik kan uitleggen dat duurzaam omgaan met het berglandschap soms moeilijk is.

34, 35

Ik kan de evolutie van berglandschappen door menselijke activiteiten beschrijven en verklaren.

34, 35, 36, 37

Ik kan de invloed van de klimaatopwarming op het berglandschap beschrijven en verklaren.

37, 38

Ik kan de gevolgen van de zwaartekracht, stromend water, wind en ijs op het reliëf beschrijven en verklaren.

38, 39

verticale relatie tussen de laag klimaat en de laag vegetatie in het gebergte

V6

Denk je dat je alles begrepen hebt in dit thema? Ga dan naar het onlinelesmateriaal en oefen verder. AHA!

voorbeeld

verticale relatie tussen de laag klimaat en de laag reliëf in het gebergte

31 30, 32, 33

43

Je kunt in het onderdeel Test jezelf verder oefenen. Je leerkracht beslist of je de oefeningen op het einde van het thema maakt of doorheen de lessen. Op diddit vind je bovendien nog meer oefeningen.

3 Noteer naast elk nummer de naam van de juiste reliëfeenheid.

2

5 1

6 evenaar

4 3

44

1

4

2

5

3

6

HOOG SPEL SPELEN

Starten met TELESCOOp

5


afgebroken materiaal verdwijnt.

c In graniet vind je verschillende soorten mineralen terug. Dit zijn de drie belangrijkste: Het getransporteerde materiaal wordt als sedimenten op een andere plaats afgezet. Waar komt het lichtste materiaal uiteindelijk terecht volgens jou? Hoe geraakt het materiaal op die plek?

e

2 Handig voor onderweg f loop Welke kracht materiaalword van het hooggelegen gebergte naar de laaggelegen zee verplaatsen? In de van doet elkhet thema je ondersteund door een aantal hulpmiddelen.

kwarts

fig. 1.10: graniet

c

Hier en daar wordt er een ‘Tip’ ingeschakeld. Dat zijn kleine items die je helpen om een opdracht goed uit te voeren kwarts veldspaat of die je extra uitleg geven. ziet eruit als glas, is vaak doorschijnend

d

Noteer de soorten mineralen in de vakken bij de foto van graniet (fig. 1.10). 2 ALS HET WATER ZAKT, KRAAKT HET IJS 39

Tip

Beschik je thuis zelf over een verzameling mineralen? Neem ze mee naar school en toon je klasgenoten nog andere voorbeelden.

mica

witroze, splijt gemakkelijk

1 heet onder onze voeten

- donkergroene tot zwarte kleur - opgebouwd uit fijne blaadjes

Interessant om weten

Een ‘Interessant om weten’ is een klein blokje informatie dat je verder op weg helpt om de opdrachten goed te begrijpen.

Als een zuivere stof overgaat van gesmolten naar vaste toestand (stolling), ontstaan er vormen die afhankelijk zijn van de samenstelling van die stof. Net als bij sneeuw kunnen ook in gesteenten kristallen ontstaan bij stolling. d

mica

IN

b

veldspaat

We zetten doorheen thema ziet eruit als glas, is vaak witroze, splijt gemakkelijk - donkergroenehet tot zwarte kleur Wat valt er op als je een stuk graniet bestudeert? Berglandschappen veranderen op korte termijn door lawines en menselijke activiteiten zoals toerisme, doorschijnend - opgebouwd uit fijne blaadjes de belangrijkste zaken op een landbouw, wonen … Op middellange termijn zorgt de klimaatopwarming voor het smelten van gletsjers en het ontstaan van andere vegetaties. Ook menselijke ingrepen hebben een sterke en blijvende invloed. Interessant om weten rijtje in deze rode kaders. Erosie en verwering hebben een heel langzame werking maar zijn heel bepalend voor het uitzicht van het Als een zuivere stof overgaat van gesmolten naar vaste toestand (stolling), ontstaan er vormen die berglandschap. afhankelijk zijn van de samenstelling van die stof. Net als bij sneeuw kunnen ook in gesteenten In graniet vind je verschillende soorten mineralen terug. Dit zijn de drie belangrijkste: kristallen ontstaan bij stolling. Test jezelf: oefening 6

Noteer de soorten mineralen in de vakken bij de foto van graniet (fig. 1.10).

Wanneer je een onderzoek uitvoert, volg je telkens zeven stappen die worden aangeduid Tip met volgende iconen: Beschik je thuis zelf over een verzameling mineralen? Neem ze mee naar school en toon je

N

klasgenoten nog andere voorbeelden.

Onderzoeksvraag

Besluit

Werkwijze

1 heet onder onze voeten

Hypothese

127

VA

Waarneming

Reflectie

Benodigdheden

WOORDENLIJST

Onderzoek 1

Thema Hoog spel spelen

hoofdstuk

term

definitie

1

de aardplaat

stuk van de vaste buitenste schil van de aarde (aardkorst)

1

de asthenosfeer

schil van de aarde die onder de lithosfeer ligt, plastische laag waarop de lithosfeerplaten drijven en glijden of er gedeeltelijk in wegzinken

condenseren

overgaan van gasvormige naar vloeibare toestand

1

©

Vaktaal en moeilijke woorden vallen extra op door de stippellijn. Achteraan het thema vind je die woorden terug in de woordenlijst.

2

het decennium periode van tien jaar

2

de erosie

afbraak van gesteente door bewegend ijs, stromend water of wind

1

fysisch

synoniem van natuurkundig, gaat over de eigenschappen van stoffen zoals ze voorkomen op aarde. Vast, vloeibaar of stroperig zijn fysische eigenschappen.

1

de geologie

wetenschap die de aardkorst onderzoekt

2

de gletsjer

ijsmassa die langzaam van een helling schuift

1

de lithosfeer

buitenste schil van de aarde, een schaal uit steen die hard en vast is

1

de platentektoniek

verschijnsel waarbij lithosfeerplaten bovenop de asthenosfeer bewegen ten opzichte van elkaar

1

plastisch

toestand tussen vast en vloeibaar, stroperig

1

het sediment

afzetting van materiaal dat door wind, water of ijs getransporteerd werd

3 Benodigdheden - 1 chocoladereep zonder noten - 1 chocoladereep met noten - een gekarteld mes 4 Werkwijze 1 Leg de twee chocoladerepen op een plat vlak en laat ze met elkaar botsen door ze langzaam tegen elkaar te drukken. 2 Snijd de repen met een gekarteld mes voorzichtig overlangs door. 5 Waarneming a Welke chocoladereep behoudt het minst zijn oorspronkelijke vorm? b Wat is er gebeurd met die chocoladereep?

c Beschrijf de nieuwe vorm van de reep.

6 Besluit a Wat gebeurt er met de gesteentelagen als twee lithosfeerplaten op elkaar botsen? b Was jouw hypothese juist? ja / nee 7 Reflectie Krachten kunnen de (bewegings)toestand van een voorwerp veranderen. Welk resultaat leveren die krachten op in het proces van de platentektoniek?

WOORDENLIJST

47

De volgende iconen helpen je ook nog een eind op weg:

6

Het beeldfragment dat hierbij hoort, vind je ook online terug.

Als je dit icoon ziet, dan vind je op diddit een ontdekplaat terug.

Als je dit icoon ziet, vind je extra materiaal terug op diddit.

STARTEN MET TELESCOOP

Onderzoeksvraag Wat gebeurt er als twee lithosfeerplaten op elkaar botsen?

2 Hypothese Stel een goede hypothese op.

in je eigen woorden

1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN

31

127


het onlineleerplatform bij TeleScoop

Leerstof kun je inoefenen op jouw niveau. Je kunt vrij oefenen en de leerkracht kan ook voor jou oefeningen klaarzetten.

Hier vind je de opdrachten terug die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.

IN

Hier kan de leerkracht toetsen en taken voor jou klaarzetten.

N

Benieuwd hoe ver je al staat met oefenen en opdrachten? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.

Š

VA

Hier vind je het lesmateriaal per hoofdstuk (o.a. videobestanden, instructiefilmpjes .... Ga hier ook aan de slag met de ontdekplaten!

DIDDIT

7


VOORBEELD UIT DE ACTUALITEIT ORKAAN DORIAN ‘WIST HET PARADIJS UIT’: DE BAHAMA'S BLIJVEN VERWEESD ACHTER, ORKAAN TREKT TRAAG VERDER NAAR FLORIDA

IN

Op de Bahama's zijn nu al zeven doden geteld na de doortocht van orkaan Dorian. De ravage op de eilandengroep is enorm en dat is nog zacht uitgedrukt. De lokale overheid vreest dat de dodentol nog kan oplopen. De orkaan is ondertussen wat afgezwakt, maar haalt nog altijd windsnelheden tot 175 kilometer per uur. Dorian trekt nu traag verder in de richting van de Amerikaanse staten Florida en South Carolina.

N

Dorian is onverbiddelijk geweest voor het noorden van de Bahama's. De doortocht van de orkaan is verwoestend geweest, met zeven dodelijke slachtoffers en ontzettend veel schade tot gevolg.

VA

De Amerikaanse kustwacht is bijgesprongen bij reddingsoperaties in de Bahama's, ze hebben met helikopters 47 mensen van daken kunnen halen. Amerikaanse media schrijven dat ‘het paradijs is uitgewist’. Zelfs recente huizen die werden gebouwd onder de nieuwste en striktste bouwregels zijn verwoest.

©

Volgens premier Hubert Minnis is 60 procent van de woningen op het eiland Great Abaco vernield. ‘We zijn aangevallen door een gemene storm waar we geen verweer tegen hadden’, omschrijft Minnis het alheersende gevoel. Toen Dorian Great Abaco bereikte, haalde de orkaan windsnelheden van 290 km per uur. De premier stuurt nu veiligheidstroepen naar Great Abaco om geweld en plunderingen te voorkomen. De Britse koningin Elizabeth II heeft intussen haar medeleven betuigd met de families van de slachtoffers in de Bahama's. De Queen is het staatshoofd van de Caraïbische eilandengroep. Dorian is ondertussen afgezwakt tot een orkaan van categorie 5 naar 2, maar de windsnelheden zijn nog altijd stevig te noemen: zo'n 175 kilometer per uur. De orkaan begeeft zich traag naar de kustlijn van de Amerikaanse staat Florida. Verwacht wordt dat hij daar in de nacht van woensdag op donderdag aankomt. Morgen en overmorgen volgen dan de staten Georgia, North en South Carolina. Bron: VRT nws (4/9/2019)

8

VOORBEELD UIT DE ACTUALITEIT


ACTUALITEITSSJABLOON WAT IS ER GEBEURD? 1

Onderstreep (of markeer) de belangrijkste woorden of stukken in de tekst en vat de gebeurtenis samen in maximum vijf lijnen.

de Bahama’s, in de Caraïben, is een sterke orkaan gepasseerd. Alles op het eens zo Op paradijselijke eiland Abaco is daar vernield. Ondertussen is orkaan Dorian op weg naar het zuidoosten van de Verenigde Staten.

IN

2 Markeer de begrippen die je niet goed begrijpt geel en zoek de betekenis op.

orkaan: een tropische storm met heel hoge windsnelheden - ravage: verwoesting, puinhoop -

VA

1 Markeer de plaatsen die genoemd worden met een blauwe markeerstift. 2 Zoek in je atlas waar die plaatsen liggen. 3 Duid ze met een door jou gekozen symbool aan op de wereldreferentiekaart. Noteer je symbool in de legende. 4 Situeer de plaatsen in de werelddelen en wereldblokken. Noteer die hieronder.

Werelddeel:

- Bahama’s: ten oosten van de zuidkust van Noord-Amerika, eilandengroep Grote Antillen - Florida, Georgia, South-Carolina: in Noord-Amerika Oceaan: Atlantische Oceaan

©

V6

N

WAAR IS DIT GEBEURD?

Staten:

- Bahama’s: onafhankelijke staat, hoofdstad Nassau (aflezen van staatkundige kaart) - Florida, Georgia, South-Carolina: staten van de USA, liggen in het zuidoosten van de USA

Eventueel geografische coördinaten en halfronden gebruiken: noordelijk en westelijk halfrond, of meer gedetailleerd 25° N 80 °W

ACTUALITEITSSJABLOON

9


WAAROM IS DAT DAAR GEBEURD? 1

Zoek een mogelijke verklaring aan de hand van kaarten in je atlas. Noteer die kaarten in je tekst.

Orkanen ontstaan in de tropen, tussen de evenaar en de keerkringen. Daar vinden we de warmste temperaturen. Op het einde van de zomer is de zee het warmst. Hoe warmer de zee, hoe meer waterdamp er in de atmosfeer terecht komt. Daardoor ontstaat er een sterke opwaartse luchtstroming. Krachtige wind en felle neerslagbuien zijn daarvan het gevolg. Dus hoe warmer de oceaan, hoe feller de orkaan.

2 Kan een dergelijke gebeurtenis ook bij ons voorkomen

Nee, wij liggen te ver van de tropen. De Atlantische Oceaan is op onze breedtes nooit echt warm.

IN

De restanten van een tropische storm steken de oceaan over en zijn dan hun kracht verloren.

SYNTHESE

N

Noteer hieronder de kern van het verhaal. Zorg ervoor dat de ‘Wat, waar en waarom daar’-vragen worden beantwoord.

In de Bahama’s, een eilandengroep ten zuidoosten van de Verenigde Staten, heeft een sterke

VA

orkaan grote verwoestingen aangericht. De eilandengroep ligt in het gevaarlijke gebied voor tropische stormen: een warme zee zorgt voor veel waterdamp in de lucht. De sterke opstijgende luchtstroming veroorzaakt felle regen en hevige windstoten.

©

10

ACTUALITEITSSJABLOON


ACTUALITEITSSJABLOON WAT IS ER GEBEURD? 1

Onderstreep (of markeer) de belangrijkste woorden of stukken in de tekst en vat de gebeurtenis samen in maximum vijf lijnen.

IN

2 Markeer de begrippen die je niet goed begrijpt geel en zoek de betekenis op.

VA

1 Markeer de plaatsen die genoemd worden met een blauwe markeerstift. 2 Zoek in je atlas waar die plaatsen liggen. 3 Duid ze met een door jou gekozen symbool aan op de wereldreferentiekaart. Noteer je symbool in de legende. 4 Situeer de plaatsen in de werelddelen en wereldblokken. Noteer die hieronder.

©

V6

N

WAAR IS DIT GEBEURD?

ACTUALITEITSSJABLOON

11


WAAROM IS DAT DAAR GEBEURD? 1

Zoek een mogelijke verklaring aan de hand van kaarten in je atlas. Noteer die kaarten in je tekst.

2 Kan een dergelijke gebeurtenis ook bij ons voorkomen

IN

SYNTHESE

N

Noteer hieronder de kern van het verhaal. Zorg ervoor dat de ‘Wat, waar en waarom daar’-vragen worden beantwoord.

©

VA

12

ACTUALITEITSSJABLOON


tele

©

VA

N

IN

DE WERELD LIGT AAN JE VOETEN


1

Elke verandering start bij jezelf. Voor we onze aardrijkskundige ontdekkingstocht in dit nieuwe schooljaar verder zetten, zoeken we een goed en haalbaar idee om onze wereld op het juiste spoor te zetten. a Plaats een kruisje voor de vraag waarover jij verder wilt nadenken. Hoe kunnen we de toenemende wereldbevolking blijven voorzien van voldoende voedsel? Hoe kunnen we de de gevolgen van onze wereldwijde verplaatsingen (van goederen en mensen) voor het milieu en het klimaat zo klein mogelijk maken? Wat kunnen we zelf doen om het verdwijnen van het regenwoud tegen te gaan? Welke oplossingen of ingrepen kunnen de files verminderen? Wat is de beste plek op aarde om te wonen? b Waaraan moeten de ideeën voldoen om het doel te kunnen bereiken? Bedenk samen een reeks voorwaarden (criteria) en stel hier een lijst op.

IN

Selecteer samen drie voorwaarden waaraan een succesvolle oplossing moet voldoen. Duid ze met een markeerstift aan in de bovenstaande lijst.

VA

c

N

d Bedenk om de beurt een idee dat een oplossing kan zijn voor de uitgekozen vraag. Noteer alle ideeën onder elkaar op een afzonderlijk blad papier. Vul de roos op de volgende pagina aan met ideeën. Doe dat op de volgende manier: - Noteer de ideeën die aan drie criteria voldoen in het miden. - Noteer de ideeën die aan twee criteria voldoen in de tweede cirkel. - Noteer de ideeën die slechts aan één criterium voldoen in de buitenste cirkel.

©

e f

Bekijk de ideeën die in het midden staan. Zit er een idee bij dat jij zelf of binnen jouw gezin kunt uitvoeren? Waarom (niet)?

g Welke problemen kunnen de uitvoering van jouw idee met zich meebrengen? Hoe kun je die problemen verhelpen?

h Kun je een idee aanpassen zodat het wel aan de drie uitgekozen voorwaarden voldoet? Welk idee? Welke aanpassingen zijn er nodig?

14

DE WERELD LIGT AAN JE VOETEN


IN N VA

©

2 Op jouw tocht doorheen TeleScoop 2 heb je heel wat nieuwe inzichten opgedaan. Denk opnieuw na over de vraag die je aan het begin van het schooljaar uitgekozen hebt. a Bekijk je drie voorwaarden opnieuw waaraan een succesvolle oplossing moet voldoen. Volstaan ze? Leg uit waarom (niet).

b Bedenk opnieuw om de beurt een idee dat een oplossing kan zijn voor de uitgekozen vraag. Noteer alle ideeën onder elkaar op een afzonderlijk blad papier. c

Vul de roos aan met ideeën. Doe dat op de volgende manier: - Noteer de ideeën die aan drie criteria voldoen in het miden. - Noteer de ideeën die aan twee criteria voldoen in de tweede cirkel. - Noteer de ideeën die slechts aan één criterium voldoen in de buitenste cirkel.

DE WERELD LIGT AAN JE VOETEN

15


d Bekijk de ideeën die in het midden staan. Zit er een idee bij dat jij zelf of binnen jouw gezin kunt uitvoeren? Waarom (niet)?

e Welke problemen kunnen de uitvoering van jouw idee met zich meebrengen? Hoe kun je die problemen verhelpen?

©

VA

N

IN

16

DE WERELD LIGT AAN JE VOETEN


tele

©

VA

N

IN

HOOG SPEL SPELEN

1 Woorden zijn dwergen, daden zijn bergen 2 Als het water zakt, kraakt het ijs


2

IN

1

lawines Opvallend veel zware s vier doden en st in m : en lp A e d in 2/2019

N

DE STANDAARD - 29/1

Krokusvakantie start met lange files richting de Alpen

VA

HET BELANG VAN LIMBURG - 28/

2/2019

jn durvers, zi er en s er rv u d jn zi Er itser en dan heb je deze Zw PEN - 27/9/2019

©

GAZET VAN ANTWER

Wat wil ik te weten komen over dit thema?

Ontdek deze en nog andere opties via het onlinelesmateriaal.

18

HOOG SPEL SPELEN


1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN Waarom trekken jaarlijks 120 miljoen toeristen naar de Alpen? 1

a Over welke landen strekken de Alpen zich uit? Overtrek op de kaart de landsgrenzen. Gebruik daarbij eventueel je atlas.

Rijn

ube

be

Danu

Inn

Lech

Dan

München

Wenen

Isar bs ou

Zugspitze 2962

Zurich

ino

Tic

N

Ain

Brennerpas Bern Finsteraarhorn 4274 Gotthardpas Meer van Jungfrau Genève Splügenpas 4158 Bernina Peak Bolzano Rhône Rheinwaldhorn Weisshorn 4049 3402 4505 Genève Simplonpas Grote Sint-Bernhardpas Dufourspitze Mont Blanc Matterhorn 4634 Pia ve 4807 4478 Aosta Milaan e Venetië r è Is

Turijn

Grenoble Mount Écrin 4103

Og

Gardameer

Ad ige

Po

Po

Dur anc e

Nice

Marseille

Raab

Drava

Triglav 2864

Golf van Venetië

K R O AT I Ë

Reno

Mount Argentera 3297

Cannes

0

lio

VA

Drome

Grossglockner 3797

r

Rhône

Innsbruck

Mu

Lyon

s Enn

Salzach

IN

ne Sa ô

Basel

D

Rhône

Arno

Firenze

Adriatische Zee 2000 1000

Middellandse Zee

200

100 km

fig. 1.1: orohydrografische kaart Alpen

b Noteer de namen van de landen in de vakken op de kaart.

©

V6

Elk jaar verblijven 120 miljoen toeristen samen maar liefst 386 miljoen nachten in de Alpen.

c

Duid met een kader het gebied van kaart 1.1 aan op de administratieve kaart van Europa.

fig. 1.2: administratieve kaart Europa 1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN

19


2 Het Alpenlandschap heeft een heel eigen uitzicht en daagt mensen uit om grenzen te verleggen. a Bekijk het filmpje van de basejumper met wingsuit. Hoe ziet het landschap eruit? Som op welke landschapselementen je herkent.

fig. 1.3: Alpenlandschap Chamonix, Frankrijk

IN

b In TeleScoop 1 leerde je het reliëf beschrijven aan de hand van de drie reliëfelementen. Vul ze aan in de tabel.

het verschil tussen het hoogste en het laagste punt in het landschap

de lijn waar het land en de lucht elkaar schijnbaar raken

N

c

Bestudeer de onderstaande foto. Denk daarbij aan wat je vorig schooljaar geleerd hebt over het reliëf. Markeer in de tabel onder de foto alle begrippen die bij het reliëf in dit landschap passen.

©

VA

V13

het schuin aflopend vlak tussen een hoger en een lager deel in het landschap

fig. 1.4: reliëf in Zinal, Zwitserland

gebroken horizonlijn

rechte horizonlijn

golvende horizonlijn

klein hoogteverschil

matig hoogteverschil

groot hoogteverschil

steile hellingen

matige hellingen

zwakke hellingen

vlakte

20

HOOG SPEL SPELEN

heuvelland

gebergte

plateau


3 Onderzoek welke invloed een gebergte heeft op de neerslag en de temperatuur in een bepaald gebied. a Lokaliseer Zermatt, Chamonix en Merano op de onderstaande kaart: noteer de plaatsnamen in de juiste vakken. ube

Dan

München

Sa ô

ne

DUITSLAND Basel

bs ou

ZWITSERLAND

Brennerpas Bern Finsteraarhorn 4274 Gotthardpas Meer van Jungfrau Genève Splügenpas 4158 Bernina Peak Bolzano Rhône Rheinwaldhorn Weisshorn 4049 3402 4505 Genève Simplonpas Grote Sint-Bernhardpas Dufourspitze Mont Blanc Matterhorn 4634 Pia ve 4807 4478 Aosta Milaan e Venetië èr

Grenoble Mount Écrin 4103

lio

Gardameer

Ad ige

Po

Triglav 2864

S LOV E N I Ë

K R O AT I Ë

Reno

Mount Argentera 3297

Nice

Arno

Adriatische Zee

Firenze

2000

N Middellandse Zee

Marseille 100 km

1000

I TA L I Ë

200

VA

fig. 1.5: orohydrografische kaart Alpen

Raab

Drava

Golf van Venetië

Po

Cannes

0

Og

Turijn

Dur anc e

Rhône

ino Tic

Is

Drome

Grossglockner 3797

Innsbruck

Wenen

s Enn

Salzach

IN

Rhône

Zugspitze 2962

Zurich

r

Lyon

OOSTENRIJK

Mu

Ain

D

be

Danu

Inn

Lech

FRANKRIJK

Isar

Rijn

V6

b Bekijk figuur 1.6 aandachtig. In ‘Veel watertjes doorzwommen’ uit TeleScoop 1 heb je geleerd dat de hoogte invloed heeft op de temperatuur en de hoeveelheid neerslag. Welke invloed heeft de hoogte op de temperatuur van de lucht?

OOST

©

WEST

stijgende lucht condenseert door

drogere, koude lucht

WATERDAMP

fig. 1.6 neerslag- en temperatuurverschillen in het gebergte

-4°C

3000 m

2°C

2000 m

8°C

1000 m

14°C

0m

20°C

dalende lucht verdroogt door

aanvoer van warme, vochtige lucht

4000 m

Deze zijde van het gebergte is de 'regenschaduw'.

1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN

21


c

Wanneer is er meer of minder kans op neerslag?

Tip Denk aan voorbeelden uit het dagelijks leven zoals een droogkast en een koude spiegel in een vochtige badkamer.

d Waarom is dat zo? Wat gebeurt er met waterdamp als die afkoelt?

e Wat kun je besluiten over het neerslagverschil tussen de westelijke zijde van het gebergte en de oostelijke zijde? Leg uit.

IN

f

Noteer de volgende termen in de juiste vakken van figuur 1.6: afkoeling, opwarming, veel neerslag, minder neerslag.

V14

N

g Zoek in je atlas de kaarten met informatie over de luchtdruk en winden in de wereld. Welke windrichting overheerst in West-Europa tijdens de maanden januari en juli?

h Vergelijk het klimatogram van Chamonix met het klimatogram van Zermatt. Bekijk daarbij vooral de jaarwaarden. Noteer onder de klimatogrammen welk temperatuurverschil je opmerkt.

VA

V6

Chamonix (1037 m)

Nmm

140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0

©

T°C

30 25 20 15 10 5 0

J

F M A M J

J A S O N D Jaar

88 85 82 76 93 97 79 96 87 82 95 95 -2,1 -0,7 3

6,7 10,8 14,1 16,2 15,7 13,1 8,3 3,1 -1

Temperatuurverschil:

Verklaring:

22

HOOG SPEL SPELEN

1055 7,3

Zermatt (1617 m) T°C

Nmm

30 25 20 15 10 5 0

140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 J

F M A M J

J A S O N D Jaar

103 97 102 111 133 138 115 135 112 111 112 106 1375 -4,1 -3,6 -0,8 2,3 6,6 10,2 12,7 12,1 9,7 5,3 0,4 -2,5

4


i

Zoek naar een verklaring voor dat temperatuurverschil. Vergelijk daarvoor de hoogte van de twee plaatsen. Noteer je antwoord onder de klimatogrammen.

j

Vergelijk nu het klimatogram van Chamonix met dat van Merano. Bekijk daarbij vooral de jaarneerslag. Noteer onder de klimatogrammen welk neerslagverschil je opmerkt.

k Zoek naar een verklaring voor die verschillen door de ligging ten opzichte van de Alpen en ten opzichte van de Atlantische Oceaan te vergelijken. Noteer je antwoord onder de klimatogrammen. Chamonix (1037 m)

Merano (338 m) Nmm

30 25 20 15 10 5 0

140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 J

F M A M J

J A S O N D Jaar

88 85 82 76 93 97 79 96 87 82 95 95 6,7 10,8 14,1 16,2 15,7 13,1 8,3 3,1 -1

Neerslagverschil:

l

30 25 20 15 10 5 0

7,3

J

F M A M J

J A S O N D Jaar

36 37 47 57 80 83 88 98 77 75 70 46

794

0,3 3,2 7,8 12 15,8 19,2 21,2 20,4 17,6 10,2 5,9 1,6

11,3

VA

Verklaring:

Nmm

140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0

N

-2,1 -0,7 3

1055

T°C

IN

T°C

Lokaliseer de plaatsen Chamonix en Merano op de kaart (fig. 1.7) met de letters C en M.

m Wat valt er op als je alle gebieden met de grootste hoeveelheid jaarneerslag bekijkt?

©

Tip

Vergelijk deze kaart met de natuurkundige kaart van Europa.

< 400 mm 400 - 800 800 - 2000 > 2000 mm

fig. 1.7: jaarneerslag in het zuidwesten van Europa

1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN

23


4 Welke invloed heeft het klimaat op de vegetatie in een gebergte? a Bestudeer de foto’s van de vegetatiezones in de Alpen. Noteer naast elke foto welke natuurlijke plantengroei je herkent. 1

2

IN

N

3

VA

Š

4

5

24

HOOG SPEL SPELEN


b Lokaliseer de landschappen uit vraag a op de tekening hieronder. Noteer het nummer van elke foto in de juiste cirkel.

sneeuwgrens (2 600 m)

boomgrens (2 000 m)

N

fig. 1.8: vegetatiezones in het gebergte

Met welke vegetatiezones op het noordelijk halfrond kun je de vegetatie in het gebergte vergelijken? Noteer de namen uit figuur 1.9 in de juiste vakken naast de tekening (fig. 1.8).

©

VA

c

IN

akkerbrouwgrens (800 m)

ijswoestijn toendra taiga gemengd woud loofbossen hardbladige vegetatie/steppe

woestijn

savanne tropisch regenwoud

fig. 1.9: vegetatiezones in het noordelijk halfrond

d Welke klimaatfactor wordt beïnvloed door de breedteligging en/of de hoogte en bepaalt de vegetatieverschillen in het gebergte én op het noordelijk halfrond? De Alpen vormen een reliëfgebied met alle kenmerken van een gebergte: grote hoogteverschillen, steile hellingen en een gebroken horizonlijn. Het uitzicht van het Alpenlandschap is heel verscheiden. De grote hoogteverschillen zorgen voor neerslag- en temperatuurverschillen. In de gebergtevegetatie kun je verschillende zones onderscheiden die vergelijkbaar zijn met de klimaatzones op het noordelijk halfrond. De temperatuurverschillen spelen daarbij een grote rol. Door de regenschaduw zijn sommige hellingen of gebieden droger dan andere. Test jezelf: oefeningen 1 en 2

1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN

25


Waar op aarde liggen de grote gebergten? 1

De Alpen hebben wereldwijd heel wat zusjes en broertjes. a Lees in de tekst waarom de Alpen lijken op andere gebergten in de wereld.

N

IN

In de kuststreken rond de Middellandse Zee liggen de grote gebergten van zuidelijk Europa en noordelijk Afrika: de Alpen en de Atlas. Wist je dat die gebergten een aantal overeenkomsten hebben met een hele reeks andere gebergtegordels in de wereld? Het landschap heeft er vaak een gelijkaardig uitzicht: een uitgesproken reliëf met steile hellingen, grote hoogteverschillen en een gebroken horizonlijn. Ook geologisch is er een verband. Ze zijn ontstaan in hetzelfde fig. 1.10: de Himalaya, een alpien gebergte geologische tijdperk waarin langgerekte stroken van de aardkorst sterk geplooid werden. Samen met de Alpen ontstond zo een oostwestgeoriënteerde gordel van gebergten die te volgen is van Marokko en Spanje tot in Azië. Geologen spreken van de alpiene gebergten.

b Arceer de periode van de alpiene gebergtevorming op de geologische tijdsband.

Eon

Era

periode

tijdvak

plooiingsfasen / temperatuur / zeespiegelpeil

VA

aanvang van de periode

evolutie leven

(miljoen jaar geleden)

nu 0,012 2,6

66

Holoceen

Quartair

Pleistoceen

Cenozoïcum

Neogeen

Paleogeen

Alpiene plooiing (65 miljoen jaar geleden tot nu)

Mesozoïcum

Jura

©

Phanerozoïcum

Krijt

252

Trias Perm

Hercynische plooiing (390 tot 300 miljoen jaar geleden)

Carboon Devoon

Paleozoïcum

Siluur

Caledonische plooiing (520 tot 395 miljoen jaar geleden)

Ordovicium Cambrium

541

Precambrium

4600 plooiingsfase

ijstijden

warme periode

hoog zeepeil

laag zeepeil

explosie van leven

ontstaan van de aarde 4600 miljoen jaar geleden

fig. 1.11: geologische tijdsband

c

26

De alpiene gebergten werden gevormd in het Cenozoïcum. Zoek op de tijdslijn wanneer het proces van de alpiene gebergtevorming eindigt.

HOOG SPEL SPELEN


d Vergelijk de leeftijd van een mens met de periode van de alpiene gebergtevorming en met de leeftijd van de aarde.

-

Hoe oud worden mensen?

-

Wanneer startte de alpiene gebergtevorming?

-

Wat is de ouderdom van de aarde?

e Markeer wat juist is in dit besluit. De start van de alpiene gebergtevorming vond voor de mens recent / lang geleden plaats. De start van de alpiene gebergtevorming vond geologisch gezien recent / lang geleden plaats.

2 Niet overal in de wereld vind je gebergten terug.

VA

a Noteer de namen van de volgende gebergten op de juiste plaats op de wereldkaart (fig. 1.12): Rocky Mountains, Alpen, Himalaya, Andes, Atlas, Kaukasus. b Noteer ook de namen van de volgende reliëfgebieden op de juiste plaats: Tibetaans Hoogland, Ethiopisch Hoogland, Hoogland van Brazilië, Hoogland van Iran, Russisch Laagland, Laagland van Amazonië, West-Siberisch Laagland. c

Duid met een markeerstift de alpiene gebergtegordel in Eurazië aan die van west naar oost loopt. Je start in het Atlasgebergte (Marokko) aan de Atlantische Oceaan en gaat via de Pyreneeën, de Alpen, de Karpaten, het gebergte in Turkije, de Kaukasus, het Iraans Hoogland en de Himalaya naar de gebergten in Indonesië.

©

V6

N

IN

De grootste gebergteketens die je vandaag op de aarde terugvindt, zijn al enkele tientallen miljoenen jaren oud. Voor de mens is dat een hele tijd, maar als je ze op de geologische tijdsband bekijkt, zijn ze vrij recent ontstaan. De vorming van de alpiene gebergten is vandaag nog steeds bezig. Test jezelf: oefening 3

1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN

27


N

IN

evenaar

VA © fig. 1.12: reliëfkaart wereld

28

HOOG SPEL SPELEN


Hoe ontstaan gebergten? 1

De aarde is opgebouwd uit gesteenten in vloeibare, plastische of vaste vorm. a Je kunt de opbouw van de aarde vergelijken met de structuur van een chocoladereep. Breek en trek als het kan ook een echte reep in twee delen uit elkaar. Noteer hieronder bij elk deel of het een vloeibare, plastische of vaste textuur heeft.

fig. 1.13: delen van een chocoladereep

b Welk deel van de chocoladereep breekt het minst snel? Hoe komt dat?

c

asthenosfeer

vast plastisch

N

lithosfeer

0 km diepte 100-200 350-500

vast

VA

IN

mesosfeer

Welk deel vertoont de meeste scheuren? Hoe komt dat?

oceaan vast

plastisch vloeibaar

©

d De aarde bestaat uit schillen of sferen. Bestudeer de figuur met de fysische opbouw van de aarde.

e Met welke schillen van de aarde kun je de onderdelen van de chocoladereep vergelijken? In welke vorm komt het gesteente voor in elke laag? Vul de tabel aan. chocoladereep

zware oceanische lithosfeerplaat

2900

buitenkern lichte continentale lithosfeerplaat vast

5150 binnenkern

6370 fig. 1.14: de fysische opbouw van de aarde

schil van de aarde

vorm van het gesteente

chocoladekorst

vast / vloeibaar / plastisch

laag karamel

vast / vloeibaar / plastisch

koekje

vast / vloeibaar / plastisch

1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN

29


2 De lithosfeer bestaat uit aardplaten die bovenop de asthenosfeer bewegen ten opzichte van elkaar. Dat noemen we platentektoniek.

Interessant om weten In de natuurwetenschappen worden natuurkundige krachten verklaard. Dat zijn krachten die de bewegingstoestand van voorwerpen of organismen veranderen. De zwaartekracht bijvoorbeeld stuurt de platentektoniek aan: lithosfeerplaten verschuiven over de stroperige asthenosfeer die eronder ligt. De zwaarste platen duiken naar beneden. De lichtere platen blijven boven drijven. In de lithosfeer treden daardoor heel wat trek-, duw- en wrijvingskrachten op. a Krachten doen de lithosfeerplaten verschuiven. Bestudeer de kaart over de platentektoniek (fig. 1.15). In welke drie richtingen bewegen de lithosfeerplaten ten opzichte van elkaar? - -

N

IN

-

VA

evenaar

Š

plaatranden onzekere plaatranden

verplaatsingsrichting

fig. 1.15: platentektoniek

b Wanneer lithosfeerplaten botsen, ontstaan er gebergten. In welke richting moeten de aardplaten bewegen om te botsen? c

30

Voer het onderzoek op de volgende pagina uit.

HOOG SPEL SPELEN


Onderzoek 1 Onderzoeksvraag Wat gebeurt er als twee lithosfeerplaten op elkaar botsen? 2 Hypothese Stel een goede hypothese op.

3 Benodigdheden - 1 chocoladereep zonder noten - 1 chocoladereep met noten - een gekarteld mes

IN

4 Werkwijze 1 Leg de twee chocoladerepen op een plat vlak en laat ze met elkaar botsen door ze langzaam tegen elkaar te drukken. 2 Snijd de repen met een gekarteld mes voorzichtig overlangs door. 5 Waarneming

N

a Welke chocoladereep behoudt het minst zijn oorspronkelijke vorm? b Wat is er gebeurd met die chocoladereep?

VA

c Beschrijf de nieuwe vorm van de reep.

6 Besluit

©

a Wat gebeurt er met de gesteentelagen als twee lithosfeerplaten op elkaar botsen?

b Was jouw hypothese juist? ja / nee

7 Reflectie Krachten kunnen de (bewegings)toestand van een voorwerp veranderen. Welk resultaat leveren die krachten op in het proces van de platentektoniek?

1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN

31


MAG HET IETS MEER ZIJN? 3 De vorming van een plooiingsgebergte is een verhaal van miljoenen jaren. Tussen de bewegende lichte continentale platen bevindt zich een zware oceanische plaat. Op de bodem van de oceaan bezinken sedimenten. Die bedekken de oceanische plaat.

fig. 1.16: platentektoniek: vorming van een oceanische plaat

dikke laag sedimenten aan de rand van oceanische korst

IN

oceanische rug

Wanneer twee lichte lithosfeerplaten tegen elkaar worden geduwd, kan een gebergte gevormd worden. botsingszone met plooiingsgebergte

nieuwe sedimenten met afbraakmateriaal van gebergte

VA

N

geplooide sedimenten

asthenosfeer

asthenosfeer

fig. 1.17: platentektoniek: botsing van twee lichte continentale lithosfeerplaten

Š

Twee lichte continentale lithosfeerplaten botsten letterlijk tegen elkaar op. Er ontstaat een groot, hoog, massief gebergte. De gesteenten van op de zeebodem worden vervormd, geplooid en toegevoegd aan het nieuw ontstane gebergte. De Himalaya en de Alpen zijn het resultaat van zo’n botsing van twee lichte lithosfeerplaten. Wanneer een zware en een lichte lithosfeerplaat tegen elkaar worden geduwd, kan er ook een gebergte gevormd worden. plooiingsgebergte oceanische korst

fig. 1.18: platentektoniek: botsing van een zware en een lichte continentale lithosfeerplaat

32

HOOG SPEL SPELEN

sedimenten


De zware oceanische plaat duikt in de diepte en tilt de lichte continentale plaat op. De lichte gesteenten (sedimenten) op de zeebodem worden afgeschraapt, geplooid, vervormd en toegevoegd aan de continentale plaat. Zo ontstaat een nieuw gebergte. De Andes en de Rocky Mountains zijn het resultaat van zo’n botsing van een zware en een lichte lithosfeerplaat. Gebergten ontstaan door het samendrukken van gesteentelagen wanneer lithosfeerplaten naar elkaar toe bewegen. Sterke horizontale en tegengesteld gerichte krachten vervormen en plooien de gesteenten.

VA

N

IN

Test jezelf: oefeningen 4 en 5

©

fig. 1.19: geplooide gesteentelagen in de Himalaya

1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN

33


2 ALS HET WATER ZAKT, KRAAKT HET IJS Welke factoren veranderen het landschap in de Alpen? 1

Wintersporttoerisme brengt veel geld op maar gaat niet altijd even goed samen met respect voor natuur en milieu.

Interessant om weten

N

IN

In september 1864 sloot de Zwitserse hoteleigenaar Johannes Badrutt een weddenschap af met vier Britse zomergasten. Hij nodigde hen uit om ook de winter in Sankt Moritz door te brengen. Beviel het hen niet, dan zou hij hun reiskosten terugbetalen. De Britten kwamen en ontdekten in de bergen een prachtige witte winterwereld. Ze bleven tot Pasen 1865. De eerste steen voor het wintertoerisme in de Alpen was gelegd. fig. 2.1: een excursie op de gletsjer in Sankt Moritz in de 19de eeuw Honderdvijftig jaar later is wintersport in de Alpenlanden uitgegroeid tot een grote bron van inkomsten. Tientallen miljoenen mensen komen er zich elk jaar uitleven op de latten. Terwijl ze genieten van het wonderlijke glijgevoel en de zuivere berglucht, staan ze er nauwelijks bij stil dat de sneeuwpret een enorme druk uitoefent op de natuur.

Tip

VA

a Het inrichten en onderhouden van wintersportgebieden veroorzaakt heel wat problemen die dan weer andere problemen met zich meebrengen. Trek op de volgende pagina tien pijlen die oorzaak en gevolg zichtbaar maken.

Sommige oorzaken hebben meerdere gevolgen!

Š

b Welke oplossingen kunnen die problemen verhelpen of verkleinen? Vul de tabel aan met het juiste probleem of bedenk zelf een oplossing. probleem

mogelijke oplossing natuurgebieden aanleggen

Een sneeuwlaag die uit kunstsneeuw bestaat, smelt trager.

geen nieuwe hotels met zwembaden aanleggen

Het risico op erosie en modderlawines neemt toe.

het skiseizoen korter maken

34

HOOG SPEL SPELEN


opblazen van rotsen en gebruik van zware bulldozers voor de aanleg van nieuwe skipistes (hoger op de berghellingen)

trager smelten van sneeuwlaag uit kunstsneeuw doorlatendheid van de bodem vermindert

klimaatopwarming zorgt voor minder sneeuw in lager gelegen gebieden

erosie en modderlawines

kappen van stukken bos voor bouw van skiliften en kabelbanen

skilatten, snowboardplanken en de zware snowcat/ pistenbully duwen op de sneeuw en op de begroeiing

IN

aantal sneeuwsporters neemt toe

N

sneeuwkanonnen maken kunstsneeuw

drinkwatertekort

VA

versnippering en vernietiging van de natuurlijke leefwereld van dieren

nieuwe wegen en parkeerplaatsen

©

bouw van hotels met zwembaden

meer smeltwater (kunstsneeuw heeft een andere samenstelling)

beschadiging van takjes en knopjes van planten uitgestelde bloeiperiode van alpenbloemen

c

Verduidelijk de betekenis van drie pijlen.

Maak je graag je eigen keuzes en werk je het liefst zelfstandig? Kies dan voor spoor 1. Geef je je keuzes liever uit handen? Kies dan voor spoor 2.

2 ALS HET WATER ZAKT, KRAAKT HET IJS

35


SPOOR 1 Nummer drie pijlen die je hebt getrokken op de vorige bladzijde. Maak voor elke pijl het verband duidelijk in de onderstaande tabel. pijl 1 oorzaak:

gevolg:

verklaring:

pijl 2 gevolg:

IN

oorzaak:

verklaring:

N

pijl 3

verklaring:

gevolg:

VA

oorzaak:

Š

SPOOR 2

Laat op de vorige pagina een klasgenoot drie pijlen een nummer geven. Maak voor elke pijl het verband duidelijk in de onderstaande tabel. pijl 1 oorzaak:

gevolg:

verklaring:

36

HOOG SPEL SPELEN


pijl 2 oorzaak:

gevolg:

verklaring:

pijl 3 oorzaak:

gevolg:

IN

verklaring:

VA

a Vergelijk de twee foto’s van de gletsjers in het gebied rond de Mont Blanc. Welke veranderingen in het landschap kun je duidelijk zien?

N

2 Het uitzicht van berglandschappen over de hele wereld verandert in sneltempo. Die verandering maakt de klimaatopwarming heel zichtbaar.

©

fig. 2.2: Mer de Glace in Chamonix, Frankrijk in 1919 (linkse foto) en in 2019 (rechtse foto)

b Lees de tekst. Markeer de oorzaken van de verandering van het berglandschap.

De Franse president Macron besliste in februari 2020 de omgeving van de Mont Blanc uit te roepen tot beschermd natuurgebied. Na een wandeling langs één van Europa’s beroemdste gletsjers, La Mer de Glace, sprak de president van een ‘ongelukkig uithangbord van de klimaatverandering’. La Mer de Glace, gelegen in het Mont Blanc-gebied, is met zijn dertien kilomer de grootste gletsjer van Frankrijk en daarmee een trekpleister voor toeristen. Veel mensen bezoeken er de grot in het ijs. Tegenwoordig zijn er echter grote witte doeken nodig om de hitte van de zon te weerkaatsen. Het traject naar het ijs gaat via trappen en wordt elk jaar 20 traptreden langer.

2 ALS HET WATER ZAKT, KRAAKT HET IJS

37


IN

De bezoekers horen er tegenwoordig vooral water druppelen. De gletsjer smelt - en dan ook nog met een buitengewoon grote snelheid.

N

De veranderingen worden bevestigd door wetenschappelijke metingen van het ijs op 2 400 meter hoogte. ‘Zo’n 15 jaar geleden smolt daar per jaar 4,5 meter ijs, nu is dat 6,3 meter per jaar’, zegt onderzoeker Christian Vincent van de Universiteit van Grenoble. Als die trend zich doorzet of verergert, zou de gletsjer over 30 jaar zo’n 80 procent van haar oppervlakte kwijt zijn. In het ergste geval is ze over 70 jaar compleet verdwenen.

©

VA

Gletsjers kunnen aangroeien bij voldoende sneeuwval in de winter. Het dik pak sneeuw wordt bovenaan de gletsjer omgezet in ijs en zo beschermt de gletsjer zichzelf tegen de zon. Er valt echter steeds minder sneeuw en sinds eind jaren tachtig stijgt de temperatuur in het gebergte met gemiddeld 0,2 tot 0,5 graden per decennium. De komende 15 jaar zet die trend zich versneld voort. Hoger gelegen bergflanken zijn niet langer het hele jaar bevroren. Het gevolg is dat los materiaal en sneeuw steeds meer in lawines naar beneden donderen. De witte wereld wordt steeds grijzer en groener. Landschappen die we decennia geleden nog als onveranderlijk beschouwden, verdwijnen nu voor onze ogen. Bron: VRT nws (13/2/2020)

3 Verwering, erosie en de zwaartekracht dragen hun steentje bij aan de verandering van het berglandschap. a Bestudeer het landschap op de foto (fig. 2.3) en de info in de onderstaande tabel. Het uitzicht van het gebergte is een resultaat van langdurige verwering en erosie. Kleur op de foto het gedeelte dat door erosie werd gevormd geel en het gedeelte dat door verwering werd gevormd groen.

38

erosie

afbraak van gesteente door bewegend ijs, stromend water of wind

gladde vormen

verwering

afbraak van gesteente door temperatuurverschillen

scherpe vormen

HOOG SPEL SPELEN


IN

fig. 2.3: erosie en verwering in het gebergte

b Valleien worden gevormd door erosie. Lees in de tabel wat het verschil is tussen een V-dal en een U-dal.

V-vormig dal (V-dal)

gevormd door snelstromend water

U-vormig dal (U-dal)

gevormd door een traag bewegende gletsjer

N

c

Welk dal herken je op de foto?

Wat heeft de vallei gedurende een lange periode vormgegeven? Markeer het juiste antwoord. wind – ijs – water

VA

d Het fijne gesteentemateriaal (keien en korrels) verdwijnt door (snel) stromend water uit het berglandschap. Maak op de foto (fig. 2.3) met blauwe pijlen duidelijk in welke richtingen het afgebroken materiaal verdwijnt. e Het getransporteerde materiaal wordt als sedimenten op een andere plaats afgezet. Waar komt het lichtste materiaal uiteindelijk terecht volgens jou? Hoe geraakt het materiaal op die plek?

f

Welke kracht doet het materiaal van het hooggelegen gebergte naar de laaggelegen zee verplaatsen?

©

Berglandschappen veranderen op korte termijn door lawines en menselijke activiteiten zoals toerisme, landbouw, wonen … Op middellange termijn zorgt de klimaatopwarming voor het smelten van gletsjers en het ontstaan van andere vegetaties. Ook menselijke ingrepen hebben een sterke en blijvende invloed. Erosie en verwering hebben een heel langzame werking maar zijn heel bepalend voor het uitzicht van het berglandschap. Test jezelf: oefening 6

2 ALS HET WATER ZAKT, KRAAKT HET IJS

39


! a h A ! a h A

Landschapsvormende lagen

Bekijk de figuur en vul de tabel aan.

verticale relatie tussen landschapsvormende lagen (blauwe pijl)

tussen:

verklaring

en

IN

verticale relatie tussen landschapsvormende lagen (groene pijl)

tussen:

en

N

verklaring

VA

verticale relatie tussen landschapsvormende lagen (rode pijl)

tussen:

en

Š

Duid de relaties uit de tabel aan op de figuur. - Markeer de lagen die een rol spelen. - Duid de relaties aan met pijlen in de juiste kleur.

40

HOOG SPEL SPELEN

verklaring


kaart van het landgebruik

vegetatiekaart

reliĂŤfkaart

VA

bodemkaart

N

IN

klimaatkaart

Š

kaart van de ondergrond

AHA!

41


Synthese Alpen = gebergte gebroken horizonlijn

steile hellingen

grote hoogteverschillen

temperatuurverschillen

regenschaduw

gebergtevegetatie met vegetatiezones (te vergelijken met klimaatzones op noordelijk halfrond)

IN

neerslagverschillen

Alpen = miljoenen jaren oud geologisch recent ontstaan

vorming is nog steeds bezig

N

alpiene gebergtevorming

VA

Alpen = resultaat van platentektoniek sterke horizontale en tegengestelde krachten

samendrukken van gesteentelagen

vervormen en plooien van gesteenten

Š

lithosfeerplaten bewegen naar elkaar toe

42

Alpen = landschap in verandering

door de mens

door klimaatopwarming

door erosie en verwering

activiteiten van de mens (toerisme, landbouw, wonen ‌)

smelten van gletsjers andere vegetatie

afbraak van gesteente

HOOG SPEL SPELEN


Checklist helemaal begrepen

Wat kan ik?

hier kan ik nog groeien

p.

Ik kan aan de hand van een atlas plaatsen, landen en gebieden lokaliseren op een kaart.

19, 21, 23, 28

Ik kan landschapselementen in een landschap herkennen en benoemen.

20, 24, 37

Ik kan een reliëfvorm herkennen, beschrijven en benoemen.

20 21, 22, 23

Ik kan besluiten formuleren door gebruik te maken van kaarten, atlas, luchtfoto’s, schema’s, diagrammen.

21, 22, 23, 25, 26, 30

IN

Ik kan de invloed van de hoogte op de temperatuur en neerslag in het gebergte uitleggen.

Ik kan klimatogrammen vergelijken en een besluit nemen.

22, 23

Ik kan vegetatie in het landschap herkennen, beschrijven en het vegetatietype benoemen.

24, 25 25

Ik kan de belangrijkste reliëfeenheden op de kaart en globe aanduiden en benoemen.

28

Ik kan bij een onderzoeksvraag aan de hand van een experiment gegevens verzamelen.

31

Ik kan een wetenschappelijk onderzoek volgens een gegeven werkwijze uitvoeren.

31

Ik kan (veilig en) met zorg een experiment uitvoeren.

31

Ik kan bij een onderzoeksvraag een duidelijke hypothese formuleren.

31

Ik kan een antwoord op een onderzoeksvraag formuleren.

31

Ik kan een gestelde hypothese aan de resultaten van waarnemingen aftoetsen.

31

Ik kan een aardrijkskundig verschijnsel aan de hand van een experiment verklaren.

31

©

VA

N

Ik kan de vegetatiezones in het gebergte koppelen aan de juiste klimaatzone op het noordelijk halfrond.

Ik kan het ontstaan van een plooiingsgebergte aan de hand van de platentektoniek uitleggen.

30, 32, 33

Ik kan uitleggen dat duurzaam omgaan met het berglandschap soms moeilijk is.

34, 35

Ik kan de evolutie van berglandschappen door menselijke activiteiten beschrijven en verklaren.

34, 35, 36, 37

Ik kan de invloed van de klimaatopwarming op het berglandschap beschrijven en verklaren.

37, 38

Ik kan de gevolgen van de zwaartekracht, stromend water, wind en ijs op het reliëf beschrijven en verklaren.

38, 39

Denk je dat je alles begrepen hebt in dit thema? Ga dan naar het onlinelesmateriaal en oefen verder. AHA!

43


TEST JEZELF V6

1

Wat verklappen kaarten over de Alpen? a Waar situeren de Alpen zich ten opzichte van België? b Welke bergtop vormt het hoogste punt van de Alpen? c

Welke hoogte heeft dat hoogste punt?

d Naar welke zee stromen de rivieren die in het Italiaanse deel van de Alpen ontspringen?

2 In een berglandschap zijn er ook landschappelijke relaties te ontdekken. Vul de tabel aan met goede voorbeelden. voorbeeld

verticale relatie tussen de laag klimaat en de laag reliëf in het gebergte

verticale relatie tussen de laag klimaat en de laag vegetatie in het gebergte

IN

landschappelijke relatie

N

V6

VA

3 Noteer naast elk nummer de naam van de juiste reliëfeenheid.

2

5

©

1

6 evenaar

4 3

44

1

4

2

5

3

6

HOOG SPEL SPELEN


4 Leg uit waarom gebergten een zichtbaar resultaat zijn van de platentektoniek.

5 Markeer het woord dat niet in de rij thuishoort en verklaar daarna je keuze.

1

wegzinken in de asthenosfeer – continentale plaat – licht – plooiingsgebergte

Verklaring:

2

bewegen – zwaartekracht – mesosfeer – platentektoniek

IN

Verklaring:

6 Noteer de volgende begrippen in de juiste kolom: gletsjers smelten, steenlawine, skipistes aanleggen, kunstsneeuw, groenere berghellingen, verstoren van planten- en dierenwereld.

N

verandering van het Alpenlandschap invloed van de klimaatopwarming

invloed van de mens

VA

fysische veranderingen

©

7 Ken je de begrippen uit dit thema al? a

Noteer welke begrippen bij de volgende omschrijvingen passen. kernwoorden

b

begrip

ijsmassa - schuiven - helling

wetenschap - onderzoek - aardkost

Noteer drie kernwoorden die het begrip kunnen verklaren. kernwoorden

begrip

de asthenosfeer

de erosie

Test jezelf

45


c

Bekijk de afbeelding. Welk begrip zoeken we? Verklaar je keuze.

begrip: verklaring:

©

VA

46

HOOG SPEL SPELEN

N

IN


WOORDENLIJST Thema Hoog spel spelen hoofdstuk 1

term de aardplaat

definitie

in je eigen woorden

stuk van de vaste buitenste schil van de aarde (aardkorst)

1

de asthenosfeer

condenseren

schil van de aarde die onder de lithosfeer ligt, plastische laag waarop de lithosfeerplaten drijven en glijden of er gedeeltelijk in wegzinken overgaan van gasvormige naar vloeibare toestand

IN

1

2

het decennium periode van tien jaar

1

synoniem van natuurkundig, gaat over de eigenschappen van stoffen zoals ze voorkomen op aarde. Vast, vloeibaar of stroperig zijn fysische eigenschappen.

de geologie

de gletsjer

wetenschap die de aardkorst onderzoekt

ijsmassa die langzaam van een helling schuift

©

2

fysisch

afbraak van gesteente door bewegend ijs, stromend water of wind

1

de lithosfeer

N

1

de erosie

VA

2

buitenste schil van de aarde, een schaal uit steen die hard en vast is

1

1

de platentektoniek

plastisch

verschijnsel waarbij lithosfeerplaten bovenop de asthenosfeer bewegen ten opzichte van elkaar

toestand tussen vast en vloeibaar, stroperig

1

het sediment

afzetting van materiaal dat door wind, water of ijs getransporteerd werd

Woordenlijst

47


1

de textuur

manier waarop iets is samengesteld

2

de verwering

afbraak van gesteente door temperatuurverschillen (vorst, warmte) of een chemische reactie

1

de zwaartekracht

kracht waarmee iets wordt aangetrokken in de richting van het middelpunt van de aarde

48

Š

IN

N

VA

HOOG SPEL SPELEN


tele

Š

VA

N

IN

Huilen met de wolven in het bos

1 Door de bomen het bos niet meer zien 2 Wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren zitten 3 Waar een wil is, is een weg


IN N VA Š

Wat wil ik te weten komen over dit thema?

Ontdek deze en nog andere opties via het onlinelesmateriaal.

50

Huilen met de wolven in het bos


1 DOOR DE BOMEN HET BOS NIET MEER ZIEN Waar vind je tropische regenwouden op aarde? Tropische regenwouden hebben de weelderigste plantengroei op aarde. Beantwoord daar de volgende vragen over. a Zoals je ziet op figuur 1.1 hebben tropische regenwouden een bijzonder weelderige plantengroei. Hoe komt dat? Bekijk het klimatogram (figuur 1.2).

T°C

Nmm

IN

N

50 40 30 20 10 0 -10 -20

VA

V14

1

fig. 1.1: weelderige plantengroei

J

F M A M J

300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0

J A S O N D Jaar

260 288 314 300 256 114 88 58 83 126 183 217

2287

26,1 26,0 26,1 26,3 26,3 26,4 26,5 27,0 27,5 27,6 27,3 26,7 26,7

fig. 1.2: klimatogram Manaus

b Zoek de ligging van de tropische regenwouden op in je atlas. Kleur de gebieden met tropische regenwouden groen op de kaart (fig. 1.3). c

De tropische regenwouden hebben een gelijkaardige ligging. - Overtrek de belangrijkste breedtelijn die de regenwouden doorkruist met rood op kaart 1.3. - Schrijf de naam erbij op de kaart.

©

V6

d In welke werelddelen liggen de tropische regenwouden?

e Zoek per werelddeel uit vraag d het land met de grootste oppervlakte aan tropisch regenwoud. Noteer de namen van die drie landen op de kaart. f

Zoek de naam van het tropisch regenwoud dat in Zuid-Amerika ligt op in je atlas. Noteer die naam op de kaart.

g Dat regenwoud wordt doorkruist door de grootste rivier van Zuid-Amerika. - Zoek die rivier op in je atlas. - Schets de rivier in blauw op de kaart en noteer de naam erbij.

Interessant om weten Tijdens het regenseizoen kan de Amazonerivier tot wel 40 km breed worden. Dat is dezelfde afstand als Antwerpen-Brussel in vogelvlucht.

1 Door de bomen het bos niet meer zien

51


IN

fig. 1.3: vegetatiekaart van de wereld

Wat valt er op?

©

VA

N

2 Het regenwoud is doorheen de jaren sterk veranderd. Vergelijk op de wereldkaart (fig. 1.4) de huidige oppervlakte van de tropische regenwouden met de oorspronkelijke oppervlakte.

huidige oppervlakte tropische regewouden oorspronkelijke oppervlakte tropische regenwouden fig. 1.4: veranderingen in de oppervlakte van regenwouden

3 Het regenwoud is een krimpende schatkamer. Bekijk bij het onlinelesmateriaal de animatie van de verdwijning van de tropische regenwouden door de jaren heen. a Over welk gebied gaat de animatie? V6 V10

52

b Ga in je atlas op zoek naar de streek Rondônia, waarvan Porto Velho (8° S 63° W) de hoofdstad is. Duid Porto Velho met een bolletje aan op de kaart (fig. 1.4) en noteer de naam erbij.

Huilen met de wolven in het bos


Wat zit er in de tropische voorraadkast? 1

Bestudeer de onderstaande teksten, grafieken en tabellen in duo’s. Je hebt die nodig om verderop de opdrachten op te lossen.

Welke tropische producten zitten er in de voorraadkast bij jou thuis?

IN

In 2010 beloofden voedselproducenten en voedingsketens om tegen 2020 niet langer bossen op te offeren voor akkerbouw en veeteelt. Greenpeace stelt vast dat er van die belofte niet veel in huis kwam. Erger nog: de ontbossing is sinds 2010 alleen maar toegenomen. Grote bedrijven zoals Nestlé, Unilever en Kellog’s hadden tien jaar geleden toegegeven dat ze mee verantwoordelijk zijn voor de ontbossing. Zij gebruiken voor hun producten soja en palmolie, waarvoor wereldwijd bossen fig. 1.5: sojaplantage gekapt worden. De bedrijven hadden tien jaar geleden beloofd dat ze tegen 2020 niet langer ingrediënten uit ontboste gebieden zouden gebruiken. Maar veel bedrijven blijken niet te weten waar de ingrediënten die ze gebruiken vandaan komen.

VA

N

Sojabonen worden geteeld op plantages. Na de oogst worden de bonen in grote hoeveelheden verscheept naar Europa. Hier worden ze verwerkt in veevoeder voor runderen, kippen en varkens. Soja is sinds de jaren ’60 een veel gebruikt voedergewas. Het heeft namelijk een hogere voedingswaarde aan plantaardige eiwitten dan de graangewassen tarwe en maïs die in onze streken geteeld worden als voedergewas.

fig. 1.6: palmplantage

Net als sojabonen wordt palmolie geteeld op plantages. Grote gebieden tropische regenwouden worden omgehakt om de plantages te kunnen aanleggen. Palmolie zit in een heleboel voedingsmiddelen, maar ook in verzorgingsproducten. Op de verpakking staat dan ‘plantaardige olie (palm)’, ‘palmolie’ of ‘palmvet’. 400

Productie van soja (in miljoen ton)

©

V17

totale wereldproductie Argentinië Brazilië China India Verenigde Staten

350 300

250 200 150 100 50 0

1977

1979

1981

1983

1985

1987

1989

1991

1993

1995

1997

1999

2001

2003

2005

2007

2009

2011

2013

2015

2017

2019

fig. 1.7: grafiek sojaproductie per land bron data: USDA PS&D, Gro

1 Door de bomen het bos niet meer zien

53


Braziliaans vlees op jouw bord In 2018 was Brazilië de grootste exporteur van rundsvlees met 1,64 miljoen ton rundsvlees. Top 10 landen voor de export van rundsvlees vanuit Brazilië Hongkong

24%

China

19%

Egypte

11%

Europese Unie

7%

Chili

7%

Iran

5%

Saudi-Arabië

2%

Verenigde Arabische Emiraten

2%

Verenigde Staten Filipijnen

2% 1%

fig. 1.8: grafiek bestemmingen van Braziliaans vlees bron data: Braziliaans Ministerie Economie (Secex)

fig. 1.9: grootschalige runderveeteelt

2010 2011 vers en bevroren kalfs- en rundvlees vers en bevroren kippenvlees

102

14

2012

IN

Belgische import van kippen-en rundvlees uit Brazilië (in ton)

47

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 180

233

138

37

72

18

24

382 1 232 17 789 6 397 4 311 1 083

54

32 1 241

806

VA

N

fig. 1.10: tabel Belgische import kippen- en rundsvlees uit Brazilië bron: Eurostat, bewerkt door VLAM

Ondergrondse schatten

©

ArcelorMittal Belgium, een staalbedrijf in de Gentse haven, voert jaarlijks tien miljoen ton grondstoffen in. Met in Brazilië ontgonnen hoogwaardig ijzererts maken ze staal in de vorm van balken, draden en platen. In de haven van Gent gebruikt Volvo die staalplaten om auto’s mee te maken. In het Braziliaanse Carajás, bij de Tucuruidam, ligt de grootste ijzerertsmijn ter wereld.

fig. 1.11: ijzerertsmijn in Carajàs (Brazilië)

54

Huilen met de wolven in het bos


Wie houdt niet van een zomers feestje in de tuin? Maar sta je er wel eens bij stil uit welke houtsoort de stoelen en tafels gemaakt zijn? De meeste houten tuintafels en -stoelen, maar ook terrasplanken, zijn gemaakt van tropische boomsoorten zoals teak, afzelia, padoek en bankirai. Ook voor raamomlijstingen maakt men soms gebruik van tropische houtsoorten zoals mahonie. Die en nog andere tropische houtsoorten zijn heel populair omwille van hun duurzaamheid en sterkte. Dat zorgt natuurlijk voor een hoger prijskaartje.

VA

N

Houtkap

IN

Bosbouw of roofbouw

©

2 Juist of fout? Leg je keuze uit.

a Belgische landbouwers kunnen niet genoeg voedergewassen produceren voor hun vee. Daarom voeren ze soja in vanuit Brazilië.

b Jaarlijks worden verschillende tonnen rundvlees uit het Amazonegebied naar België vervoerd.

1 Door de bomen het bos niet meer zien

55


3 Welke voedingsmiddelen en verzorgingsproducten die je thuis hebt staan, bevatten palmolie?

Tip

Bekijk de WOW-pagina.

4 In TeleScoop 1 leerde je al over industrie, grondstoffen, half afgewerkte producten en afgewerkte producten. Dit houdt ook verband met ontbossing. Bekijk het filmpje over mijnbouw bij het onlinelesmateriaal. a Welke grondstof wordt ontgonnen?

b Welke half afgewerkte producten worden daarmee gemaakt in de basisindustrie?

c

Noem een afgewerkt product dat gemaakt wordt met dat staal.

IN

V6

d Zoek in je atlas op welke andere grondstoffen er ontgonnen worden in het Amazonewoud in Brazilië. - atlaskaart: - grondstoffen:

N

Tip

Denk terug aan het thema ‘Met twee voeten op de grond’ uit TeleScoop 1.

VA

e Staal wordt niet alleen gebruikt om auto’s te maken. Noem enkele andere producten die ook gemaakt worden met staal.

5 Er zijn nog andere oorzaken van ontbossing. Bekijk het filmpje bij het onlinelesmateriaal.

©

a Welke andere oorzaak van ontbossing zie je in het filmpje?

b Waarom vinden de houthakkers dat ze onterecht als de ‘bad guys’ worden voorgesteld?

c

Waarom voelen ze zich niet verantwoordelijk voor de ontbossing?

d Welke oppervlakte bos verdwijnt er per minuut van het Amazonewoud?

56

Huilen met de wolven in het bos


e Waarom worden de bomen gerooid?

f

Sommige bomen worden illegaal gerooid. Hoeveel procent van de houtkap is dat?

6 Vul de tabel aan. Gebruik daarvoor de informatie op de vorige bladzijden.

Tip Gebruik alle foto’s van de WOW-pagina.

activiteiten

opbrengst van de activiteiten

wordt verwerkt in:

2

veeteelt

mijnbouw

akkerbouw 3

VA

N

1

IN

om plaats te maken voor een ander bodemgebruik

omwille van de waarde van de bomen

4

houtkap

©

De ontbossing van de tropische regenwouden heeft verschillende oorzaken. Grote delen van het woud verdwijnen om plaats te maken voor veeteelt en akkerbouw. Brazilië voert veel vlees en soja uit naar Europese landen. In Carajás bevindt zich de grootste ijzerertsmijn ter wereld. Staal is in onze samenleving niet weg te denken en wordt gebruikt om bijvoorbeeld auto’s en fietsen te maken. Het hout van de tropische boomsoorten is enorm gewild omdat het zo duurzaam is. Het is sterk hout dat heel geschikt is om er bijvoorbeeld terrasplanken en tuinmeubilair van te maken. Test jezelf: oefeningen 1, 2 en 3

1 Door de bomen het bos niet meer zien

57


V17

7 Er komen steeds meer mensen bij. De groeiende bevolking heeft een invloed op het regenwoud. a Bekijk de grafieken. Evolutie wereldbevolking 1900 – 2020

bevolking (in miljard)

7 6 5 4 3

IN

2 0 5 0 5 0 5 0 5 0 5 0 5 0 5 0 5 0 5 0 5 0 5 0 5 0 190 190 191 191 192 192 193 193 194 194 195 195 196 196 197 197 198 198 199 199 200 200 201 201 202 fig. 1.12: grafiek bevolkingsevolutie in de wereld (1900-2020) bron data: Worldometer

Welvaartsevolutie in de wereld

N

60

56 54 52 50

VA

welvaartsscore

58

2009

2011

2013

2015

2017

2019

Š

fig. 1.13: grafiek welvaartgroei in de wereld bron data: Legatum Institute

b Wat is het verband tussen het verdwijnen van het regenwoud en de stijgende vraag naar goederen uit het tropisch regenwoud?

Door de snel groeiende wereldbevolking moeten steeds meer monden gevoed worden. Bovendien is de welvaart in de meeste landen toegenomen, waardoor de vraag naar grondstoffen voor de industrie ook sterk gestegen is. In de toekomst zal die vraag nog meer toenemen door de stijgende wereldbevolking. De belangrijkste oorzaken van de ontbossing zijn dus de groeiende wereldbevolking en het steeds grotere verbruik van producten per persoon.

58

Huilen met de wolven in het bos


2 WIE ZIJN GAT VERBRANDT, MOET OP DE BLAREN ZITTEN Ontbossen: tot (w)elke prijs? 1

De ontbossing heeft gevolgen voor de waterkringloop van tropische regenwouden. a Bekijk de onderstaande figuren.

verdamping

neerslag

verdamping

+

+

transpiratie

transpiratie

VA

N

waterkringloop

IN

neerslag

fig. 2.1: waterkringloop in het tropisch regenwoud

fig. 2.2: verstoring van de waterkringloop in het tropisch regenwoud

©

b Welk effect heeft de ontbossing op de waterkringloop? Markeer de juiste antwoorden in de tabel. normale waterkringloop

verstoorde waterkringloop

aantal bomen

weinig / veel

weinig / veel

neerslag

weinig / veel

weinig / veel

verdamping en transpiratie

weinig / veel

weinig / veel

opname van water door de vegetatie

weinig / veel

weinig / veel

afvloeiing van oppervlaktewater

weinig / veel

weinig / veel

Grootschalige ontbossing zoals in het Amazonewoud zorgt voor een verstoring van de neerslagcyclus. Als bossen verdwijnen voor weilanden of gewassen heeft dat een ingrijpende invloed op de lokale neerslagcyclus. Door het verdwijnen van bomen is er minder transpiratie. Daardoor komt er minder vocht in de lucht en valt er dus ook minder neerslag. 2 Wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren zitten

59


2 Ook de samenstelling van de atmosfeer verandert als gevolg van de ontbossing. a Leid uit figuur 2.3 af welk verband er is tussen bomen en CO2.

O2

b ‘Het Amazonewoud vormt de longen van de aarde.’ Klopt die uitspraak? Leg uit.

CO2

c

Wat is het belangrijkste gevolg van de ontbossing voor onze planeet?

IN

fig. 2.3: bomen als onze leverancier van zuurstof

3 Er is niet enkel goud en hout te vinden in de ‘schatkamer van de tropen’. Je vindt er ook prachtige fauna en flora en natuurlijk de inheemse stammen.

N

Wil je graag meer te weten komen over de fauna en flora van het Amazonewoud? Ga dan naar spoor 1. Heb je meer interesse in de inheemse bevolking van dit reusachtige woud? Kies dan voor spoor 2.

VA

a Markeer de passage die jou het meest verwondert. b Bespreek jouw passage met je buur. c

Maak samen een samenvatting van jullie spoor. Schrijf er maximum drie zinnen over.

SPOOR 1

©

Door de hoge temperatuur en neerslaghoeveelheden heerst er een enorme biodiversiteit in het Amazonewoud. Sommige bomen, woudreuzen, worden tot wel zestig meter hoog. Er staan naar schatting 390 miljard bomen in het hele woud en er zijn wel 16 000 verschillende boomsoorten. Op 1 hectare kun je 750 verschillende boomsoorten en 1 500 andere plantensoorten aantreffen. De dichte en weelderige begroeiing is de woonplaats van een heleboel dieren. Zo leven er onder andere bijna 400 verschillende soorten slangen, 2,5 miljoen verschillende insectensoorten, meer dan 400 soorten zoogdieren en even veel soorten amfibieën. Wekelijks worden er nog nieuwe diersoorten ontdekt.

60

Huilen met de wolven in het bos


Samenvatting spoor 1

SPOOR 2

In het Amazonewoud wonen nog 200 000 indianen, verspreid over ongeveer 300 verschillende stammen. Sommige stammen weigeren elk contact met de buitenwereld. Door ontbossing verdwijnt hun territorium.

IN

Raoni is de stamleider van de Kayapo-indianen. Hij is wereldberoemd in zijn strijd voor het behoud van het Amazonewoud en de inheemse cultuur. De inheemse bevolking leeft volgens een eigen traditionele levenswijze en heeft een uitgebreide plantenkennis. Ze gebruiken meer dan 200 planten met medicinale krachten.

©

VA

N

Het Amerikaanse instituut voor kankeronderzoek heeft 2 100 planten uit het regenwoud geïdentificeerd die werken tegen kankercellen. Zo is vincristine, afkomstig uit de plant maagdenpalm, een sterk anti-kankermedicijn. De ‘slaapbol’ of ‘bolpapaver’ wordt dan weer gebruikt om spierontspanners te maken, maar ook voor de stof codeïne, die onder meer in hoestsiropen zit. In maar liefst 25 % van onze medicijnen zitten plantaardige stoffen afkomstig uit regenwouden. Wetenschappers schatten dat nog maar 1 % van de tropische bomen en planten onderzocht zijn op hun medicinale werking. Er is dus nog werk aan de winkel!

Samenvatting spoor 2

Het Amazonewoud herbergt een enorme diversiteit aan planten en dieren. Verschillende planten hebben een geneeskrachtige werking. Sommige planten en dieren dreigen te verdwijnen nog voor wetenschappers de kans zullen krijgen om ze te bestuderen.

2 Wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren zitten

61


V17

4 Is de opwarming van de aarde een feit of een fabel? Bekijk de grafiek (fig 2.4) over de gemiddelde temperatuur en de hoeveelheid CO2 in de periode van het jaar 1000 tot 2000. a De gemiddelde hoeveelheid CO2 in de atmosfeer bedroeg 285 deeltjes per miljoen tot aan de start van de industriële revolutie. Teken die lijn in zwart op de grafiek.

Tip Je leest de waarden voor de CO2 in de atmosfeer af op de y-as rechts.

b Wat valt er op als je de evolutie van de hoeveelheid CO2 vergelijkt met de gemiddelde hoeveelheid?

IN

N

De rode lijn op de grafiek stelt de gemiddelde temperatuur tussen het jaar 1000 en 2000 voor. Je leest de waarden af op de y-as rechts. Welke evolutie maakte de temperatuur door in die periode?

c

VA

Evolutie CO2

14,5

410

gemiddelde temperatuur

390

14,3

©

370 350

14,1

330

13,9

310 290

13,7 270 13,5

1000

1100

1200

1300

1400

1500

fig. 2.4: grafiek evolutie CO2 in atmosfeer en gemiddelde temperatuur (1000-2000) bron data: Mauna Lao Observatorium

62

Huilen met de wolven in het bos

1600

1700

1800

1900

250 2000

hoeveelheid CO2 in de atmosfeer

gemiddelde temperatuur (in °C)

hoeveelheid CO2 in de atmosfeer (deeltjes per miljoen)


5 Wat is de oorzaak van de stijging van de temperatuur en het CO2-gehalte in de atmosfeer? a Vergelijk het CO2-gehalte in de atmosfeer met de bevolkingsevolutie (fig. 2.5). Wat stel je vast?

b Teken ook op deze grafiek de zwarte lijn van het gemiddelde CO2-gehalte in de atmosfeer.

Tip Je leest de waarden voor de CO2 in de atmosfeer af op de y-as rechts. Vanaf welk jaartal ongeveer ligt het CO2-gehalte in de atmosfeer continu boven die lijn?

12

12

wereldbevolking (in miljarden)

wereldwijde uitstoot van fossiele brandstoffen (in miljard ton CO2)

VA 6

6

4

4

©

390 380 370 360 350 330 320 310 300 290 280 270

0

0

400

340

2

2

410

hoeveelheid C02 in de atmosfeer

uitstoot fossiele brandstoffen

8

8

hoeveelheid CO2 in de atmosfeer (deeltjes per miljoen)

N

10

10

IN

c

wereldbevolking

V17

100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000 1100 1200 1300 1400 1500 1600 1700 1800 1900 2000

fig. 2.5: grafiek evolutie CO2 in atmosfeer, bevolkingsevolutie en wereldwijde uitstoot van fossiele brandstoffen (0-2000) bron data: Populatie: Angus Maddison and U.N. - Uitstoot: Tom Boden and Bob Andres, Carbon Dioxide Information Analysis Center at Oak Ridge National Laboratory, and Gregg Marland, Research Institute for Environment, Energy and Economics; Atmospheric CO2: NOAA

Interessant om weten Rond 1750 startte de industriële revolutie in Engeland. In het begin van de 19de eeuw volgde de rest van Europa. Fabrieken en grootschalige industrie ontstonden.

2 Wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren zitten

63


V17

6 Is klimaatverandering van alle tijden? Om hier een correct beeld van te krijgen, moeten we verder terug in de tijd. Bekijk figuur 2.6. a Over welke periode gaat deze grafiek?

b Welke evolutie is er te zien in de temperatuur op lange termijn?

c

Trek op de grafiek blauwe verticale lijnen die aangeven op welke momenten de temperatuur haar laagste punten bereikte.

d Bekijk de intervallen tussen de blauwe lijnen die je hebt getrokken. Hoeveel jaar duurt een koude periode gemiddeld?

IN

e Een langdurige koude periode is een ijstijd. Wanneer eindigde de laatste ijstijd?

f

Wat valt er op aan het CO2-gehalte op het einde van de grafiek?

10

VA

Wereldwijd gemiddelde

400 vandaag

temperatuur

hoeveelheid CO2 in de atmosfeer (deeltjes per miljoen)

dieptepunt ijstijd

350

Š

5

300

0

250

-5 200

-10

150 800

700

600

500 400 300 aantal duizend jaar geleden

fig. 2.6: grafiek temperatuurschommeling en CO2-schommeling (- 800.000 jaar-2020)

64

Huilen met de wolven in het bos

200

100

0

hoeveelheid CO2 in de atmosfeer

temperatuurverandering ten opzichte van de huidige temperatuur

N

g Wat gebeurt er dan normaal met de evolutie van de temperatuur?


h Controleer je antwoord met de onderstaande grafiek (fig 2.7). Gemiddelde jaartemperatuur te Brussel − Ukkel van 1833 tot 2019 Afwijking van de jaarlijkse gemiddelde waarden vergeleken met de referentie periode 1961−1990

Anomalie (°C)

2 1 0

−1 −2 1840

1860

1880

1900

1920

Trendlijn (trend sinds 1981: 0.38°C/decennium)

1940

1960

1980

2000

Normaalwaarde 1961−1990: 9.8°C

fig. 2.7: grafiek gemiddelde jaartemperatuur Brussel (1833-2019)

IN

Het gehalte aan CO2 in de atmosfeer bepaalt de temperatuur. Stijgt het gehalte aan CO2, dan stijgt ook de temperatuur. Dat is het broeikaseffect. Hoe dat precies in elkaar zit, ontdek je in 'Wie het schoentje past, trekt het aan'.

N

Het klimaat schommelt al honderden duizenden jaren. Periodes van afkoeling wisselden af met periodes van opwarming. Sinds de start van de industriële revolutie zien we dat het CO2-gehalte in de atmosfeer is gestegen met maar liefst 46 %. Nooit eerder was de concentratie CO2 in de atmosfeer zo hoog.

©

VA

Die toename werd veroorzaakt door de stijgende wereldbevolking en de hogere welvaart. Dat zit zo: hoe meer mensen er zijn, hoe meer monden er gevoed moeten worden. In combinatie met de stijging van de welvaart, levert dat een grotere nood op aan gewassen en grondstoffen om producten mee te maken. We zien dus een stijging van menselijke activiteiten zoals industrie, transport en verwarming. Die zorgen voor een hogere uitstoot van CO2. Er is ook meer landbouwgrond nodig, en daarvoor worden grote wouden zoals de regenwouden ontbost. De bomen die moeten wijken, kunnen geen CO2 meer opnemen. Die stijging van CO2 in de atmosfeer zorgt voor een stijging van de temperatuur. De tropische regenwouden hebben een grote ecologische waarde voor de hele planeet. Ze zijn niet enkel belangrijk omwille van hun grote biodiversiteit, ze spelen ook een belangrijke rol in het klimaatevenwicht omdat ze CO2 uit de atmosfeer halen en O2 produceren. Voor de toekomst van onze planeet en onze soort is het daarom van groot belang om de ontbossing van de regenwouden af te remmen. Test jezelf: oefening 4

Interessant om weten

Wordt de kans op nieuwe infectieziekten zoals corona enkel groter? "Ontbossing in regenwouden heeft negatieve impact" Hoe meer het regenwoud wordt aangetast, hoe groter het risico dat er in de toekomst opnieuw virussen overspringen van dier op mens, zoals in 2020 bij het nieuwe coronavirus gebeurde. Dat bevestigt ook professor Kevin Ariën van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen: 'Virussen springen regelmatig over van dier op mens, maar meestal komen we er goed vanaf. We zijn al aan een en ander ontsnapt.' Maar we kijken dus maar beter uit voor de toekomst. Bron: VRT nws, 30/4/2020 Meer info hierover vind je bij het onlinelesmateriaal.

2 Wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren zitten

65


3 WAAR EEN WIL IS, IS EEN WEG Wat kun jij doen om de tropische regenwouden te redden? 1

De tabel hieronder ken je nog uit het vorige hoofdstuk. Vul de laatste kolom in aan de hand van de opdrachten. Ontbossing van tropische regenwouden opbrengst van de activiteiten

activiteiten

wordt verwerkt in:

maatregelen

om plaats te maken voor een ander bodemgebruik 1

varkensvlees, kippenvlees, rundsvlees

steak, chicken nuggets, worst, hamburgers …

IN

veeteelt

2

mijnbouw

ijzererts

staal voor auto’s, fietsen …

3

akkerbouw

soja

veevoeder

koekjes, chocopasta, shampoo, chips, margarine …

VA

palmolie

N

omwille van de waarde van de bomen

4

houtkap

tropisch hardhout

terrasplanken, tuinmeubels

©

a Bekijk bij het onlinelesmateriaal de filmpjes over Célia Xakriabá, een inheemse vrouw. Vul de maatregelen die zij voorstelt op de juiste plaats aan in de laatste kolom van de tabel.

66

Huilen met de wolven in het bos


b De logo’s hieronder vind je terug op sommige producten die gemaakt worden van hout. Vul de tabel aan.

Tip Ga online op zoek naar informatie over de labels.

voluit

betekenis

c

fig. 3.2: hout met PEFC-label

IN

afkorting

fig. 3.1: hout met FSC-label

Lees de infotekst over hoe recycleren het Amazonewoud helpt. Vul vervolgens de tabel op de vorige pagina aan.

VA

N

Staal is het meest gerecycleerde materiaal ter wereld. Het kan keer op keer gerecycleerd worden zonder aan kwaliteit te verliezen. 95 % van alle autowrakken wordt gerecycleerd.

fig. 3.3: recyclage van autowrakken

d Bekijk bij het onlinelesmateriaal het filmpje over

©

chips en vul de tabel op de vorige pagina aan.

2 Wat wil/kun jij veranderen aan je levenswijze om de tropische regenwouden te helpen?

Door onze levensstijl te veranderen, kunnen we ons steentje bijdragen om de tropische regenwouden minder te belasten. Maar elke verandering van gewoonten vraagt een inspanning. Dat kunnen we vaak niet alleen.

3 Waar een wil is, is een weg

67


Welke hoopgevende initiatieven zijn er voor de toekomst van onze planeet? Bekijk bij het onlinelesmateriaal een fragment uit de toespraak van Greta Thunberg op de top van de Verenigde Naties.

1

a Wat is volgens Greta Thunberg voor wereldleiders belangrijker dan de klimaatverandering?

b Welk negatief neveneffect heeft die groei? Dat leerde je al in het vorige hoofdstuk.

fig. 3.4: Greta Thunberg op de klimaattop

IN

2 Wetenschappers en bedrijven binden de strijd aan tegen CO2. Lees de infotekst waarvan de titel en foto’s jou het meest aanspreken. a Noteer onder de infotekst in enkele zinnen de korte inhoud van de tekst. b Vertel de inhoud ervan aan de klas.

Je klasgenoten vertellen jou wat er in de andere teksten staat. Noteer de inhoud in enkele zinnen onder elke infotekst.

N

c

VA

SPOOR 1

'Miraculeuze' ingaboom kan ontbossing van Amazonewoud helpen tegengaan

Š

Het Amazonewoud in Zuid-Amerika heeft zwaar te lijden onder de houtkap. In die mate zelfs dat sommige wetenschappers vrezen dat het woud zich niet meer zal herstellen. Herbebossing met de ingaboom zou redding kunnen brengen. De inga is een boom die ontzettend snel groeit, ook op weinig vruchtbare bodems. Bovendien brengt hij stikstof in de bodem, waardoor die vruchtbaar wordt voor andere planten en bomen. Daardoor kan er op korte termijn weer een tropisch woud fig. 3.5: ingaboom ontstaan op gronden die ontbost werden voor akkerbouw of veeteelt. De ingaboom is in de Amazonelanden een inheemse soort. Hij maakt wortels die de bodem breken waardoor die meer water doorlaat en minder snel uitdroogt. De inga verliest ook veel bladeren die een humuslaag vormen waarop andere planten en organismen kunnen groeien. Naar: VRT nws (29/10/2019)

Samenvatting spoor 1

68

Huilen met de wolven in het bos


SPOOR 2

'Massale wereldwijde bebossing kan decennium CO2-uitstoot neutraliseren'

Naar: HLN (17/2/2019)

Samenvatting spoor 2

N

fig. 3.6: bomen redden de planeet

IN

Bomen zijn 'het krachtigste wapen in de strijd tegen de klimaatopwarming'. Dat zegt Thomas Crowther, een bekende ecoloog. Een massale (her)bebossing over de hele wereld zou volgens hem tien jaar menselijke CO2-uitstoot compleet tenietdoen. Volgens berekeningen is er plaats voor nog 1,2 biljoen bomen extra op onze planeet. Parken, bossen en afgelegen gronden hebben volgens wetenschappelijke berekeningen nog ruimte voor 1,2 biljoen extra bomen. Als we daarin slagen, zou dat meer succes hebben dan welke andere tactiek dan ook in onze strijd tegen de opwarming van de aarde.

SPOOR 3

VA

©

CO2 uit de lucht halen? Zo doen ze dat al in Zwitserland!

fig. 3.7: ‘CO2-stofuiger’ van Climeworks

Er zijn wetenschappers die geloven dat we de klimaatopwarming nooit zullen stoppen door alleen maar minder CO2 uit te stoten. We zullen CO2 ook actief uit de lucht moeten halen. Sommige bedrijven, zoals het Zwitserse Climeworks, zijn daar al mee bezig. Het toestel dat de ingenieurs ontwierpen, werkt als een stofzuiger die CO2 uit de lucht zuigt. De filter is behandeld met een chemische stof waaraan CO2 blijft vastkleven. Als de filter verzadigd is, wordt hij verhit en komt de CO2 weer los. Ze wordt vervolgens opgevangen en opgeslagen.

3 Waar een wil is, is een weg

69


Naar: VRT nws (9/3/2019)

Samenvatting spoor 3

N

fig. 3.8: werking van de ‘CO2-stofuiger’ van Climeworks

IN

Een toestel kan per jaar 50 ton CO2 uit de lucht halen. Climeworks hoopt 1 % van de wereldwijde uitstoot aan CO2 uit de lucht te kunnen filteren tegen 2025. De technologie is op dit moment nog duur. Ondanks de nog hoge kostprijs zijn de installaties toch rendabel. Dat komt omdat de CO2 die ze uit de lucht filteren, verkocht wordt als grondstof. Zo gaat de CO2 die Climeworks in Hinwil (Zwitserland) opvangt naar een aanpalend tuinbouwbedrijf dat het gebruikt als meststof om tomaten te doen groeien. Ook een frisdrankproducent is afnemer. Die gebruikt de CO2 als gas om water en limonades te doen bruisen.

VA

©

Test jezelf: oefening 5

70

Huilen met de wolven in het bos


! a h A ! a h A

Synthese

VA

N

IN

In Zuid-Amerika, Afrika en Azië vind je tropische regenwouden in de gebieden rond de evenaar. De weelderige plantengroei wordt mogelijk gemaakt door de grote neerslaghoeveelheid en de hoge temperaturen het hele jaar door. In elk werelddeel worden deze wouden kleiner. Onder meer vanuit Europa is er een grote vraag naar producten afkomstig uit de tropische wouden. In het Amazonewoud worden grote stukken ontbost om plaats te maken voor akkerbouw. Zo is Brazilië de grootste exporteur van soja. Die soja wordt in Europa gebruikt als veevoeder. Ook veeteelt is in Brazilië een belangrijke economische sector waarvoor grond vrijgemaakt moet worden. Ze kweken kippen, varkens en runderen om te verkopen aan de rest van de wereld. De Belgische staalindustrie is afhankelijk van ijzererts afkomstig uit de Braziliaanse mijn Carajàs, de grootste ijzerertsmijn ter wereld. Het hout dat gekapt wordt, komt vaak in Europa terecht. Hier maken we er onder meer terrashout en meubels van. Die tropische houtsoorten zijn gekend voor hun duurzaamheid. Door de snelgroeiende wereldbevolking stijgt de vraag naar producten voortdurend. De inheemse bevolking wordt door de ontbossing van hun grondgebied verjaagd. Zo kunnen ze hun traditionele levenswijze niet verderzetten. Dat is bijzonder jammer omdat ze onder meer een uitgebreide plantenkennis hebben waar ook wij voordeel uit kunnen halen. In 25 % van onze medicijnen zitten plantaardige stoffen die afkomstig zijn uit de tropische regenwouden. Veel kennis is momenteel bij ons nog onbekend.

©

Door het dalend aantal bomen raakt de neerslagcyclus verstoord. Lokaal is er minder transpiratie en verdamping. Bomen nemen CO2 uit de atmosfeer op en slaan die op. Tijdens dat proces komt O2 (zuurstof) vrij in de lucht. Als er minder bomen zijn, stijgt de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer, en die zorgt voor de opwarming van de planeet. Dat is het broeikaseffect. Grote bosoppervlakken zijn dus het beste middel om klimaatopwarming tegen te gaan. Temperatuurschommelingen zijn weliswaar een wederkerend fenomeen op aarde. IJstijden en warmere periodes wisselen elkaar voortdurend af. Maar in geen enkele warme periode was het gehalte CO2 in de atmosfeer zo hoog als nu. Er zijn gelukkig ook hoopvolle signalen in de strijd tegen de klimaatopwarming. Dankzij de technologische vooruitgang bestaan er machines om CO2 uit de lucht te halen. Helaas zijn die momenteel nog te duur om op grote schaal te gebruiken. Acties zoals die van Greta Thunberg en de klimaatspijbelaars roepen politici op om hun verantwoordelijkheid voor de planeet op te nemen. We kunnen ook zelf ons steentje bijdragen door bijvoorbeeld lokale producten te kopen, minder of lokaal vlees te eten en producten met palmolie te vervangen door varianten zonder palmolie.

AHA!

71


Landschapsvormende lagen Bekijk de figuur en vul de tabel aan. verticale relatie tussen landschapsvormende lagen (blauwe pijl) tussen:

verklaring

klimaat en

verticale relatie tussen landschapsvormende lagen (groene pijl) tussen:

Š

VA

N

Duid de relaties uit de tabel aan op de figuur. - Markeer de lagen die een rol spelen. - Duid de relaties aan met pijlen in de juiste kleur.

IN

landgebruik en vegetatie

verklaring

72

Huilen met de wolven in het bos


kaart van het landgebruik

vegetatiekaart

reliĂŤfkaart

VA

bodemkaart

N

IN

klimaatkaart

Š

kaart van de ondergrond

AHA!

73


Checklist helemaal begrepen

Wat kan ik?

hier kan ik nog groeien

Ik kan de tropische regenwouden situeren op een wereldkaart.

52

Ik kan het verband uitleggen tussen de weelderige plantengroei en het klimaat.

51

Ik kan de evolutie van de oppervlakte van de regenwouden verwoorden.

52

Ik kan de oorzaken van ontbossing afleiden uit informatiebronnen zoals teksten, foto’s, grafieken en filmpjes.

53, 54, 55 57

Ik kan de invloed van mijn levenswijze op de ontbossing verwoorden.

57

Ik kan de invloed van de stijgende wereldbevolking op de ontbossing uitleggen.

58

IN

Ik kan de oorzaken van ontbossing opsommen.

Ik kan de gevolgen van ontbossing opsommen.

59-65 62-65

Ik kan de evolutie van het CO2-gehalte en de temperatuur beschrijven.

62-64

Ik kan de samenhang tussen het CO2-gehalte in de atmosfeer en de evolutie van de temperatuur toelichten.

62-64

Ik kan maatregelen opsommen die mijn invloed op de ontbossing beperken.

66

N

Ik kan de invloed van de mens op de klimaatopwarming uitleggen.

VA

Ik kan oplossingen verwoorden om het CO2-gehalte in de atmosfeer te doen dalen.

Š

Denk je dat je alles begrepen hebt in dit thema? Ga dan naar het onlinelesmateriaal en oefen verder.

74

p.

Huilen met de wolven in het bos

68-70


TEST JEZELF 1

Voer de opdrachten uit op de wereldkaart. a Kleur de gebieden met tropische regenwouden groen. b Overtrek de evenaar met rood. Noteer de namen van de werelddelen met een tropisch regenwoud op de kaart.

V14

2 Bekijk de klimatogrammen.

a Omcirkel het klimatogram dat het best past bij het tropisch regenwoud.

T°C

Nmm

©

V11

VA

N

IN

c

50 40 30 20 10 0 -10 -20 J

F M A M J

300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0

J A S O N D Jaar

T°C

Nmm

300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0

50 40 30 20 10 0 -10 -20 J

F M A M J

J A S O N D Jaar

T°C

Nmm

300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0

50 40 30 20 10 0 -10 -20 J

F M A M J

J A S O N D Jaar

55 41 34 33 30 42 49 55 54 58 59 53

563

73 63 70 51 67 72 73 79 69 75 76 81

849

260 288 314 300 256 114 88 58 83 126 183 217

-5,1 -5,4 -3,6 -1,1 2,5 6,2 9,2 9,1 6,6 2,4 -1,3 -3,7

1,3

3,3 3,7 6,8 9,8 13,6 16,2 18,4 18 14,9 11,1 6,8 3,9

10,5

26,1 26,0 26,1 26,3 26,3 26,4 26,5 27,0 27,5 27,6 27,3 26,7 26,7

2287

b Leg je keuze uit.

Test jezelf

75


3 Bekijk hieronder enkele foto’s die te maken hebben met de ontbossing van het regenwoud. Schrijf het juiste begrip bij elke foto. Kies uit: veeteelt, akkerbouw, mijnbouw, houtkap.

Tip

IN

N

Sommige begrippen moet je meer dan één keer gebruiken.

VA

4 Lees de uitspraken over ontbossing in de tabel.

a Wat vindt de persoon die de uitspraak doet het belangrijkst: economie of ecologie? Schrijf het juiste nummer in de eerste kolom. - 1: de economische waarde primeert; - 2: de ecologische waarde primeert. b Is het een positieve of een negatieve uitspraak? Zet een + of - in de tweede kolom. + of -

©

1 of 2

uitspraken

1 Minister: ‘De opbrengsten van de mijnbouw zijn een zegen voor de Braziliaanse economie.’ 2 Raoni, stamhoofd van de Kayapo-indianen: ‘We worden tegen onze zin verjaagd van ons leefgebied door illegale houtkap.’ 3 Werknemer van een houthandelaar: ‘Door de Europese vraag naar tropisch hout heb ik werk, daarmee kan ik mijn gezin onderhouden.’ 4 Wetenschapper: ‘De biodiversiteit in het Amazonewoud is ongekend. Ik ben er al twee jaar op zoek naar nieuwe geneeskrachtige planten.’ 5 Milieuactivist: ‘Het perfecte evenwicht tussen bodem, plantengroei en atmosfeer mag niet verstoord worden.’ 6 Vlaamse boer: ‘Gelukkig is er soja uit Brazilië, want van dat veevoeder groeien mijn koeien beter.’

76

Huilen met de wolven in het bos


7 Moeder met kinderen die allergisch zijn voor koemelk: ‘Aangezien ik sojamelk kan kopen, kan ik mijn kinderen toch een eiwitrijke, melkvervangende drank geven.’ 8 Jair Bolsonaro, president van Brazilië: ‘Wij kappen het woud om meer plaats te maken voor landbouw. Niemand uit Europa moet zich moeien met ons Amazonewoud. Europa heeft zelf bijna al zijn bossen gerooid.’ 9 Filosoof: ‘De rijkdom en schoonheid van het Amazonewoud zijn een ware rijkdom voor de hele wereld en voor Brazilië in het bijzonder. Dat mag niet verdwijnen.’ 10 Klimatoloog: ‘Het Amazonewoud is van groot belang voor de neerslagbalans op aarde. Het moet behouden blijven.’ 11 Braziliaanse boer: ‘Gelukkig wordt er regelmatig wat woud afgebrand en krijg ik er zo af en toe een stukje landbouwgrond bij. Anders had ik geen grond en geen inkomen.’

IN

12 Wereldbank: ‘De wereldhandel in soja komt de wereldeconomie ten goede.’ 13 Tuincenter: ‘Die tuinmeubelen in tropisch hout gaan een leven lang mee.’ 14 Je eigen uitspraak:

Plaats nu de nummers van de uitspraken op de juiste plaats in het kwadrant. Werk daarvoor per twee. - Plaats het nummer bovenaan in de grafiek als het een uitspraak is waarin de ecologische waarde centraal staat en onderaan als de economische waarde centraal staat. - Plaats het nummer links als de uitspraak negatief is en rechts als ze positief is. Bv. Een negatieve uitspraak waarin de ecologische waarde primeert, plaats je bovenaan links.

VA

c

N

15 Uitspraak van je ouders:

©

ecologische waarde (2) planet

negatief

positief

economische waarde (1) profit, prosperity d Vergelijk het kwadrant van je team met dat van de andere groepen in de klas. Bespreek de verschillen klassikaal. Test jezelf

77


5 Plaats de letters bij de volgende uitspraken in de juiste kolom van de tabel. a De vegetatie verandert in het Amazonewoud omdat er minder neerslag valt. b Wereldwijde bebossing kan een decennium aan CO2-uitstoot neutraliseren. c

In 1950 waren er 2,5 miljard mensen op de aarde. In 2020 zijn het er al meer dan 7,5 miljard. Al die mensen moeten gevoed worden.

d CO2 uit de lucht halen met behulp van speciaal ontwikkelde machines kan al, maar is nog heel duur. e In 2018 waren er 5,8 miljoen varkens in Vlaanderen. f

Mijn schrijnwerker raadt me een terras van tropisch hardhout aan omdat dat een heel duurzaam materiaal is.

g Door lokaal geproduceerd vlees te kopen, verkleinen we onze ecologische voetafdruk. h Het CO2-gehalte in de atmosfeer was nog nooit zo hoog. gevolg

N

maatregel

IN

oorzaak

6 Omschrijf de begrippen in je eigen woorden.

breedtelijn

in eigen woorden

VA

begrip

tropisch regenwoud

Š

biodiversiteit

78

Huilen met de wolven in het bos


7 Bekijk de foto’s. Welk begrip wordt afgebeeld? Noteer het en leg de betekenis uit. foto

begrip + verklaring begrip: verklaring:

begrip: verklaring:

IN

omschrijving langdurige, koude periode

N

8 Welke begrippen passen bij de volgende omschrijvingen?

©

VA

weinig last van slijtage, ook: spaarzaam met grondstoffen en producten

begrip

Test jezelf

79


WOORDENLIJST Thema Huilen met de wolven in het bos hoofdstuk 2

2

term

definitie

in je eigen woorden

de grote verscheidenheid aan biodiversiteit planten en dieren

het broeikaseffect

geleidelijke stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde doordat de warmte steeds meer wordt vastgehouden in de atmosfeer

de CO2

koolstofdioxide, een gas dat in onze atmosfeer voorkomt Door menselijke activiteiten stijgt het gehalte in de atmosfeer. Dat zorgt voor klimaatopwarming.

3

de ecoloog

persoon die planten en dieren bestudeert en hoe die in relatie staan tot elkaar en hun omgeving

1

1

de ijstijd

langdurige koude periode

de import

duurzaam

de plantage

N

dieren en planten

invoer

weinig last van slijtage, ook: spaarzaam met grondstoffen en producten aanplanting van struiken of bomen in de tropen, die jaar na jaar een product opleveren

Š

1

de fauna en flora

VA

2

IN

2-3

2

de transpiratie

verdamping van water door planten

het tropisch regenwoud

wouden die rond de evenaar liggen

2

de waterkringloop

kringloop van water dat circuleert in een gesloten kring tussen de aarde en de dampkring

1

de weelderige heel veel verschillende soorten plantengroei planten

woudreuzen

2

1

2

80

Huilen met de wolven in het bos

bomen die tot zestig meter hoog kunnen worden


tele

Š

VA

N

IN

Wie het schoentje past, trekt het aan

1 Daar wringt het schoentje 2 Iemand iets in de schoenen schuiven


hoenen kost Productie van loopsc oopprijs slechts 12 % van verk

IN

1

Kosten paar loopschoen

en (€ 100)

N

andere kosten € 1,6

lonen arbeiders € 0,4

merk € 33

VA

fabrikant € 12

winst fabrikant €2

distributie € 55

©

2

Wat wil ik te weten komen over dit thema?

Ontdek deze en nog andere opties via het onlinelesmateriaal.

82

Wie het schoentje past, trekt het aan

grondstoffen €8


1 DAAR WRINGT HET SCHOENTJE Waar komt onze kledij vandaan? 1

Kledij wordt in verschillende landen over de hele wereld geproduceerd. Kijk op een kledinglabel bij je buur waar zijn of haar kledij of schoenen vandaan komen. a Uit welke landen komen de kledingstukken en schoenen van de leerlingen uit je klas? Duid ze op de kaart aan met een stip. b In welk werelddeel liggen de meeste van die landen?

IN

noordpoolcirkel

kreeftskeerkring

N

evenaar

VA

steenbokskeerkring

0

3000 km

op de evenaar

zuidpoolcirkel

fig. 1.1: wereldkaart

©

2 Ook schoenen worden op verschillende plaatsen in de wereld gemaakt. Lees het artikel bij het onlinelesmateriaal en los de onderstaande vragen op. a Waar worden de schoenen geproduceerd?

b Hoeveel paar schoenen worden hier jaarlijks geproduceerd?

c

Van Haren is volgens de reporter de grootste schoenwinkel van Nederland. Kun je dat verklaren?

fig. 1.2: werknemers in een textielfabriek in Ho Chi Minhstad

1 Daar wringt het schoentje

83


d De hoofdverantwoordelijke wil niet zeggen hoeveel de werknemers in deze fabriek verdienen. Hij zegt wel dat het loon van enkele factoren afhankelijk is. Welke factoren zijn dat?

e Geef drie redenen waarom de schoenen niet in Europa geproduceerd worden.

f

Hoeveel procent van de schoenen wordt in Azië geproduceerd?

IN

Goederen waar veel werkuren voor nodig zijn om te maken, worden geproduceerd in Azië omdat de loonkost daar heel laag is. Daardoor kunnen ze voor een lage prijs verkocht worden in de Europese winkels. Test jezelf: oefening 1

V17

Bekijk de onderstaande grafiek en het filmpje over Ho Chi Minhstad via het onlinelesmateriaal. Wat kun je besluiten uit de evolutie over de bevolking van deze stad?

8,5

VA

1

N

Waarom groeien Aziatische steden zo snel?

Bevolkingsevolutie van Ho Chi Minhstad

aantal inwoners (in miljoenen)

©

8,0 7,5

7,0 6,5 6,0 5,5 5,0 2008

2009

2010

2011

2012

2013 jaartal

fig. 1.3: grafiek bevolkingsgroei in Ho Chi Minhstad (2008-2018) bron data: United Nations - World Population Prospects

84

Wie het schoentje past, trekt het aan

2014

2015

2016

2017

2018


2 Waarom groeien Vietnamese steden zo snel? Bekijk de grafiek (fig. 1.4) over de tewerkstelling in Vietnam en los de vragen op.

100 %

Tewerkstelling in economische sectoren in Vietnam (in % van het totaal, 2008 tot 2018)

30,42

30,60

29,61

30,41

31,44

32,00

32,22

33,24

33,37

34,07

34,40

21,06

21,85

21,68

21,28

21,19

21,18

21,45

22,74

24,76

25,78

25,81

48,52

47,55

48,71

48,31

47,37

46,81

46,34

44,02

41,87

40,16

39,79

2011

2012

2013

2014

80 % aandeel in de totale tewerkstelling

60 %

40 %

20 %

dienstensector landbouwsector

0%

2008

2009

2010

jaartal fig. 1.4: grafiek tewerkstelling in Ho Chi Minhstad (2008-2018) bron data: Statista 2020

IN

industriesector

2015

2016

2017

2018

N

a Beschrijf de evolutie van de economische sectoren in Ho Chi Minhstad (2008-2018).

VA

b De industrie- en dienstensector vind je voornamelijk in steden. Welke gevolg heeft de economische verschuiving voor de verdeling van de bevolking tussen stad en platteland?

Groeien steden als olievlekken?

Shanghai is erg veranderd doorheen de tijd. Dat zie je op de onderstaande beelden.

Š

V17

1

fig. 1.5: satellietbeeld Shanghai in 1984

fig. 1.6: satellietbeeld Shanghai in 2019

aantal inwoners in Shanghai 1984

1990

2000

2010

2020

11 859 700

13 341 900

16 407 700

23 019 200

24 200 000

1 Daar wringt het schoentje  

85


V6

a Zoek in je atlas op waar Shanghai ligt. Duid die plaats met een stip aan op de wereldkaart (fig. 1.10). b Duid op de satellietbeelden (fig. 1.5 en 1.6) de rivier Huangpu aan met blauw en omcirkel de luchthaven. c

Beschrijf hoe Shanghai en omgeving de laatste 35 jaar veranderd zijn.

d Bekijk via het onlinelesmateriaal de timelapse van de opbouw van de Shanghai Tower. In dat filmpje zie je hoe het landschap wordt aangepast aan een stad waar miljoenen mensen wonen. Welke aanpassingen zie je? - Wegennet:

- Gebouwen:

IN

VA

N

e Wat is de oplossing om deze miljoenen mensen te huisvesten op de relatief beperkte ruimte?

fig. 1.7: Shanghai vroeger (onder) en nu (boven)

Steden waar meer dan tien miljoen mensen samenwonen, noem je een megastad of miljoenenstad. Test jezelf: oefening 2

Interessant om weten

Š

De Shanghai Tower is met zijn 632 meter het hoogste gebouw van China. Om je een idee te geven: de toren is vijf keer zo hoog als de kathedraal van Antwerpen en twee keer zo hoog als de Eiffeltoren.

fig. 1.8: de Shangai Tower

86

Wie het schoentje past, trekt het aan


2 Inwonersaantallen verschillen erg tussen landen onderling. Sommige steden hebben meer inwoners dan een klein land. Onderzoek of er ook steden bestaan met meer inwoners dan België. a Zoek op in je atlas: hoeveel mensen wonen er in België? b Bekijk tabel 1.9. In welke stad wonen de meeste mensen? c

Hoeveel mensen wonen daar?

d In welk werelddeel liggen de meeste wereldsteden volgens de tabel? Hoeveel zijn het er?

e In welke drie werelddelen liggen de andere megasteden?

f

Duid die steden met een stip aan op de wereldkaart (fig. 1.10). Schrijf er hun nummer uit de top tien en de eerste letter(s) van de stad bij.

stad

IN

grootste wereldsteden (2018) aantal inwoners in 2018

Tokio (Japan)

37 468 000

2

Delhi (India)

28 514 000

3

Shanghai (China)

25 582 000

4

São Paulo (Brazilië)

21 650 000

5

Mexico City (Mexico)

6

Caïro (Egypte)

7

Bombay (India)

19 980 000

8

Beijing (China)

19 618 000

9

Dhaka (Bangladesh)

19 578 000

10

Osaka (Japan)

19 281 000

N

1

21 581 000

VA

20 076 000

fig. 1.9: tabel tien grootste wereldsteden (2018) bron data: United Nations

©

V6

noordpoolcirkel

kreeftskeerkring

evenaar

steenbokskeerkring

0

3000 km op de evenaar zuidpoolcirkel hoge bevolkingsdichtheid

fig. 1.10: wereldkaart

1 Daar wringt het schoentje

87


V6

3 Hoe dicht wonen mensen bij elkaar? Om dat te kunnen vergelijken, gebruik je het begrip bevolkingsdichtheid. Daamee druk je uit hoeveel mensen er gemiddeld per km² wonen. a Op welke kaart in je atlas vind je informatie over de bevolkinsdichtheid in de wereld?

b Op welke manier worden de verschillen in bevolkingsdichtheid weergegeven op die kaart?

c

Kleur de gebieden met een hoge bevolkingsdichtheid rood op figuur 1.10 (p. 87).

d In welke drie delen van de wereld wonen de mensen het dichtst op elkaar? Omschrijf elk deel met een werelddeel, eventueel verduidelijkt door een windrichting.

IN

4 De manier waarop de bevolking zich over een bepaald gebied heeft verdeeld, noemen we de bevolkingsspreiding. Je kunt het onderscheid maken tussen dichtbevolkt en dunbevolkt. Zijn volgende plaatsen dicht- of dunbevolkt? a Noteer in de tweede kolom of het om een stad, een streek of een land gaat.

plaatsnaam

N

b Markeer in de derde kolom of de plaats dicht- of dunbevolkt is. stad, streek of land?

bevolkingsspreiding

Australië

dichtbevolkt / dunbevolkt

kust van Golf van Bengalen

dichtbevolkt / dunbevolkt

Zuidoost-kust Brazilië

dichtbevolkt / dunbevolkt

Namibië

dichtbevolkt / dunbevolkt

©

VA

Shanghai

dichtbevolkt / dunbevolkt

MAG HET IETS MEER ZIJN?

5 Bekijk het uitgewerkt voorbeeld van hoe je de bevolkingsdichtheid berekent van Ho Chi Minhstad. Bereken zelf de bevolkingsdichtheid van Shanghai en van je eigen schoolgemeente. Ho Chi Minhstad Inwoners: 10 200 000 Oppervlakte: 1 000 km² Bevolkingsdichtheid = inwoners / oppervlakte = 10 200 000 inw. / 1 000 km² = 1 020 inw. / km²

88

Wie het schoentje past, trekt het aan


Shanghai Inwoners: 25 582 000 Oppervlakte: 6 350 km² Bevolkingsdichtheid =

=

=

Je schoolgemeente: Inwoners: Oppervlakte:

=

=

IN

Bevolkingsdichtheid =

VA

a Op welke atlaskaart vind je info over de bevolkingsdichtheid per gemeente in België? b Wat is de gemiddelde bevolkingsdichtheid van België? c

Welke drie steden hebben de hoogste bevolkingsdichtheid in België?

d Hoe hoog is de gemiddelde bevolkingsdichtheid van die steden? e Is de voorwaarde vervuld om een megastad te zijn?

©

V6

N

6 De schoenen die gemaakt worden in Ho Chi Minhstad worden getransporteerd en verkocht in België. De meeste schoenen worden verkocht in steden waar de bevolkingsdichtheid het grootst is. Vinden we ook in België megasteden?

f

Wat is de bevolkingsdichtheid van jouw schoolgemeente?

g Vergelijk die met de gemiddelde bevolkingsdichtheid van België.

h Wat valt er op als je de bevolkingsdichtheid van de meeste gemeenten in Vlaanderen bekijkt en vergelijkt met het gemiddelde van België?

1 Daar wringt het schoentje

89


Wat zijn de oorzaken van de ongelijke bevolkingsspreiding? 1

Ga op zoek naar de ooraken van de ongelijke bevolkingsspreiding op het vlak van reliëf en klimaat door een onderzoek uit te voeren. Zoals je eerder al leerde, wonen er niet overal even veel mensen. Dit onderzoek maakt duidelijk hoe dat komt. Je vertrekt vanuit een onderzoeksvraag, formuleert vervolgens een hypothese en staaft die met argumenten. Daarna volgt het onderzoek voor België, Europa en de wereld. Na dat onderzoek ben je klaar om een conclusie te formuleren. Ten slotte kijk je na of je conslusie overeenstemt met je hypothese. ONDERZOEKSVRAAG: WELKE IMPACT HEBBEN DE FACTOREN RELIËF EN KLIMAAT OP DE BEVOLKINGSSPREIDING?

b Geef twee argumenten bij je hypothese. 1

c

Voer je onderzoek uit met je atlas.

VA

V6

N

2

IN

a Formuleer een hypothese bij de onderzoeksvraag.

Deel 1: België

- Op welke kaart in je atlas vind je info over de bevolkingsspreiding en -dichtheid in België?

- Arceer de dichtst bevolkte gebieden rood op figuur 1.11 van België (p. 94).

©

- Op welke kaart in je atlas vind je info over het reliëf in België?

- Arceer het gebied < 200 meter groen op figuur 1.11 van België (p. 94) en vul de legende aan. - Welk verband zie je tussen de bevolkingsspreiding en het reliëf in België?

Deel 2: Europa - Op welk kaart in je atlas vind je info over de bevolkingsspreiding en -dichtheid in Europa?

- Op welk kaart in je atlas vind je info over het reliëf in Europa?

90

Wie het schoentje past, trekt het aan


- Arceer de gebieden met een hoogte boven 2 000 meter bruin op figuur 1.12 van Europa (p. 94) en vul de legende aan. - Welk verband zie je tussen de bevolkingsspreiding en het reliëf in Europa?

- Illustreer dat met twee voorbeelden.

- Op welke kaart in je atlas vind je info over het klimaat in Europa?

- Welk verband zie je tussen de bevolkingsspreiding en het klimaat in Europa?

- Illustreer dat met een voorbeeld.

IN

Deel 3: de wereld

N

- Arceer dat gebied blauw op figuur 1.12 van Europa (p. 94) en vul de legende aan.

VA

- Waar in je atlas vind je de jaarneerslagkaart van de wereld?

- Arceer de gebieden waar de neerslag lager is dan 200 mm lichtblauw op figuur 1.13 van de wereld (p. 95) en vul de legende aan. - Welk verband zie je tussen de hoeveelheid neerslag en de bevolkingsspreiding in de wereld?

©

Vinden we de verbanden tussen reliëf, klimaat en bevolkingsspreiding die gelden voor België en Europa ook terug op wereldschaal? Zoek het uit!

- Op welke kaart in je atlas vind je info over de bevolkingsspreiding en -dichtheid in de wereld?

- Op welke kaart in je atlas vind je info over het reliëf in de wereld?

- Op welke kaart in je atlas vind je info over het klimaat in de wereld?

1 Daar wringt het schoentje

91


- Ga op zoek naar twee plaatsen waar er een lage bevolkingsdichtheid is door het reliëf.

Plaats A:

Plaats B:

- Lokaliseer plaats A op de wereldkaart. - Verklaar waarom deze plaats een lage bevolkingsdichtheid heeft.

- Lokaliseer plaats B op de wereldkaart. - Verklaar waarom deze plaats een lage bevolkingsdichtheid heeft.

Plaats A:

Plaats B:

VA

- Lokaliseer plaats B op de wereldkaart. - Verklaar waarom deze plaats een lage bevolkingsdichtheid heeft.

N

- Lokaliseer plaats A op de wereldkaart. - Verklaar waarom deze plaats een lage bevolkingsdichtheid heeft.

IN

- Ga op zoek naar twee plaatsen waar er een lage bevolkingsdichtheid is door het klimaat.

Interessant om weten

©

Woestijn is ‘désert’ in het Frans. We kennen het woord ‘deserteren’ als weggaan, verlaten. Een woestijn is een verlaten, onbewoond gebied. In die betekenis past ook het begrip ‘groene woestijn’, waarmee men de tropische regenwouden aanduidt. Door hun ondoordringbare plantengroei zijn ze onbewoond. Met ‘witte woestijnen’ bedoelt men de onbewoonde, koude gebieden met eeuwige sneeuw, zoals Groenland en Antarctica.

92

Wie het schoentje past, trekt het aan


d Welke conclusie trek je uit je onderzoek? Formuleer een antwoord op je onderzoeksvraag.

e Op welke manier komt je hypothese overeen met de resultaten van je waarnemingen?

2 Vul de synthesetabel aan voor de onderzoeksvraag die je behandeld hebt. De bevolking is ongelijk gespreid …

IN

… door natuurlijke factoren. Reliëf

in België

Vul de hoogteligging aan:

- gunstig en dichtbevolkt: Reliëf

N

- ongunstig en dunbevolkt:

Vul de reliëfvorm aan:

VA

- gunstig en dichtbevolkt:

in Europa

- ongunstig en dunbevolkt: Klimaat

Vul het klimaattype aan:

- gunstig en dichtbevolkt:

- ongunstig en dunbevolkt:

©

Reliëf Vul de reliëfvorm aan: - gunstig en dichtbevolkt: - ongunstig en dunbevolkt: Klimaat Vul de neerslaghoeveelheid aan:

in de wereld

- ongunstig en dunbevolkt: Vul het klimaattype aan: - gunstig en dichtbevolkt: - ongunstig en dunbevolkt: Vegetatie Vul het vegetatietype aan: - ongunstig en dunbevolkt: 1 Daar wringt het schoentje

93


IN N

0

50 km

fig. 1.11: kaart België

20°O

40°O

VA

20°W

No o rdp oolc irke

R

60°N

60°O

l

©

O

H S

T

50°N

D

M

R

K V

L

A

M

B W

B

K P

P

L

40°N

L

B

W

B

B

S

M R

C

Z B

B S

P

S

I

T

A 0

500

1000 km

fig. 1.12: kaart Europa

94

Wie het schoentje past, trekt het aan

V

belangrijke steden rivieren staatsgrenzen


noordpoolcirkel

kreeftskeerkring

evenaar

steenbokskeerkring

0

3000 km op de evenaar

IN

zuidpoolcirkel

fig. 1.13: kaart wereld

MAG HET IETS MEER ZIJN?

N

3 Ga op zoek naar de oorzaken van de ongelijke bevolkingsspreiding op het vlak van economie door een onderzoek uit te voeren.

WELKE ECONOMISCHE FACTOREN DRAGEN BIJ TOT DE ONGELIJKE BEVOLKINGSSPREIDING?

VA

a Formuleer een hypothese bij de onderzoeksvraag.

b Geef twee argumenten bij je hypothese. 1

©

2

V6

c

Voer je onderzoek uit. Voor de arceringen gebruik je de kaart van België die je terugvindt bij het onlinelesmateriaal.

Deel 1: België LANDBOUW - Op welke kaart in je atlas vind je info over de grootte van landbouwbedrijven in België?

- Arceer het gebied waarin de gemiddelde bedrijfsgrootte > 35 ha is blauw op de kaart van België en vul de legende aan. - Op welke kaart in je atlas vind je info over de bevolkingsspreiding en -dichtheid in België?

1 Daar wringt het schoentje

95


- Arceer de dichtstbevolkte gebieden rood op de kaart van België en vul de legende aan. - Wat is het verband tussen de gearceerde gebieden?

fig. 1.14: tuinbouw

fig. 1.15: veeteelt

IN

- Bekijk de landbouwtypes op de foto’s. Omcirkel het landbouwtype dat een kleine oppervlakte nodig heeft.

fig. 1.16: akkerbouw

- Welke landbouwkaart komt overeen met dat landbouwtype?

- Arceer dat gebied groen op de kaart van België en vul de legende aan.

VA

- Hoe kun je dat verklaren?

N

- Wat is het verband tussen dat landbouwtype en de bevolkingsdichtheid van België?

- Noem twee dunbevolkte gebieden waar wel nog grote landbouwbedrijven te vinden zijn.

©

INDUSTRIE - Op welke kaart in je atlas vind je info over de industriegebieden in België?

- Arceer de twee grootste Vlaamse industriegebieden en de twee grootste Waalse industrie- gebieden paars op de kaart van België en benoem ze. Vul de legende aan. - Op welke kaart in je atlas vind je info over de industrie in België?

- Zet kruisjes in de gebieden waar meer dan 2 500 mensen per gemeente in de industrie werken op de kaart van België en vul de legende aan. - Bekijk het rood gearceerde gebied op figuur 1.11 van België opnieuw. Wat geeft die arcering weer?

96

Wie het schoentje past, trekt het aan


- Wat is het verband tussen de plaatsen waar de kruisjes staan, het paars gearceerde gebied en het rood gearceerde gebied op de kaart van België?

-

Hoe kun je dat verklaren?

Deel 2: Europa LANDBOUW

IN

Gelden de resultaten van je onderzoek in België ook voor Europa? Onderzoek de bevolkingsdichtheid van de Europese akkerbouwgebieden. - Op welke kaart in je atlas vind je info over de landbouw in Europa?

- Arceer de gebieden met akkerbouw op figuur 1.17 van Europa zwart en vul de legende aan. - Op welke kaart in je atlas vind je info over de bevolkingsspreiding en -dichtheid in Europa?

N

VA

- Wat is het verband tussen het gearceerde akkerbouwgebied en de bevolkingsdichtheid?

20°W

No o rdp oolc irke

20°O

40°O

60°O

l

©

60°N

50°N

40°N

bosbouw akkerbouw en veeteelt akkerbouw op vruchtbare bodem subtropische/mediterrane gewassen intensieve veeteelt extensieve veeteelt toendra en overgang naar taiga 0

500

1000 km

fig. 1. 17: vereenvoudigde landbouwkaart Europa

1 Daar wringt het schoentje

97


INDUSTRIE - Op welke kaart in je atlas vind je info over de industrie in Europa? -

Arceer de ‘blauwe banaan’ blauw op figuur 1.12 (p. 94) van Europa en vul de legende aan. Dat is een uitgestrekt gebied waarveel industrie voorkomt. Enkele belangrijke industriegebieden van de ‘blauwe banaan’ zijn Birmingham en Manchester (Engeland), Randstad Holland (Nederland), Vlaamse Ruit (België), het Ruhrgebied (Duitsland) en Milaan en Turijn (Italië).

- Op welk kaart in je atlas vind je info over de bevolkingsspreiding en -dichtheid in Europa?

- Wat is het verband tussen de gearceerde industriezone en de bevolkingsdichtheid?

Deel 3: de wereld

N

IN

- Hoe kun je dat verklaren?

Vind je de verbanden tussen landbouw/reliëf en de bevolkingsdichtheid die gelden voor België en Europa ook terug op wereldschaal? Zoek het uit!

VA

- Op welke kaart in je atlas vind je info over de bevolkingsdichtheid in de wereld?

- Waar in je atlas vind je de landbouwkaart van de wereld? - Waar in je atlas vind je de industriekaart van de wereld?

©

- Ga op zoek naar twee plaatsen waar een duidelijk verband zichtbaar is tussen landbouw en de bevolkingsdichtheid.

98

Plaats A:

Plaats B:

- Lokaliseer plaats A op de wereldkaart. - Verklaar het verband tussen landbouw en bevolkingsdichtheid op die plaats.

- Lokaliseer plaats B op de wereldkaart. - Verklaar het verband tussen landbouw en bevolkingsdichtheid op die plaats.

Wie het schoentje past, trekt het aan


- Ga op zoek naar twee plaatsen waar een duidelijk verband zichtbaar is tussen industrie en de bevolkingsdichtheid.

Plaats A:

Plaats B:

- Lokaliseer plaats A op de wereldkaart. - Verklaar het verband tussen industrie en bevolkingsdichtheid op die plaats.

- Lokaliseer plaats B op de wereldkaart. - Verklaar het verband tussen industrie en bevolkingsdichtheid op die plaats.

Interessant om weten

IN

©

VA

N

De bevolkingsspreiding is goed te zien op deze satellietfoto van lichtvervuiling. Waar veel mensen samen leven, is er vanuit de ruimte meer licht te zien.

d Welke conclusie trek je uit je onderzoek? Formuleer een antwoord op je onderzoeksvraag.

e Op welke manier komt je hypothese overeen met de resultaten van je waarnemingen?

1 Daar wringt het schoentje

99


De spreiding van de bevolking komt neer op deze vraag: welke gebieden zijn wel/niet interessant voor mensen om te wonen? De mogelijkheden om te leven worden gestuurd door de natuur. Reliëf en klimaat zijn de eerste en meest bepalende factoren die verklaren waarom een gebied onbewoond of moeilijk bewoonbaar is. Op de tweede plaats wordt de bevolkingsdichtheid verklaard door de vraag hoeveel mensen er een inkomen kunnen hebben in een bepaald gebied. Dat hangt af van de economische sector in dat gebied. In landbouwstreken heeft één persoon veel oppervlakte nodig voor zijn activiteiten. Daar is geen ruimte voor iets anders. Gebieden met veel industrie en kantoren bieden wel veel tewerkstelling. Daar kunnen dus meer mensen wonen en een inkomen hebben.

f

IN

Hoe kleiner de oppervlakte die nodig is voor een inkomen, hoe dichter de mensen bij elkaar kunnen wonen. Dat verklaart waarom de bevolkingsdichtheid in landbouwstreken laag is en in industriegebieden hoog. Voorbeelden van dichtbevolkte industriegebieden zijn de Vlaamse Ruit en in Europa de ‘blauwe banaan’. Heb je het helemaal begrepen? Bewijs het door deze synthesetabel aan te vullen.

verklaring van de bevolkingsdichtheid door natuurlijk factoren

België

voorbeelden dichtbevolkt voorbeeld Europa

-

-

Laag- en Midden-België

gebergten

©

dunbevolkt

Hoog-België

VA

dunbevolkt

voorbeelden

dichtbevolkt voorbeelden

impact van klimaat

N

impact van reliëf

koude en koudgematigde klimaten

-

-

-

-

vlaktes

West-Europa: gematigd klimaat

-

-

-

-

wereld dunbevolkt

gebergtes en hooggelegen gebieden (zoals Tibet)

- woestijnen: te droog - tropisch regenwoud: te weelderige plantengroei - koude klimaten: te koud

-

-

-

voorbeelden

100

Wie het schoentje past, trekt het aan


vlaktes

- voldoende neerslag - gematigde temperatuur

voorbeelden

4 Even herhalen: kun jij volgende plaatsen aanduiden op de globe? 2

fig. 1.18: globes

N

Duid de Atlantische Oceaan aan met ‘AO’ op globe 1 en 2. Duid de Stille Oceaan aan met ‘SO’ op globe 1 en 3. Arceer de Middellandse Zee op globe 2. Kleur het continent Eurazië blauw op globe 2 en 3. Kleur het continent Amerika rood op globe 1. Arceer het Andesgebergte op globe 1. Arceer de Himalaya en Tibet op globe 3. Overtrek de Amazone blauw op globe 1. Overtrek de Kongo geel en de Niger bruin op globe 2. Plaats de eerste twee letters van deze steden bij de juiste stippen op de globes: - Washington D.C. (Wa) en Brasilia (Br) op globe 1. - Brussel (Br) en Kinshasa (Ki) op globe 2. - Bejing (Be) en Canberra (Ca) op globe 3.

VA

a b c d e f g h i j

3

IN

1

Om in kaart te brengen waar veel mensen wonen en waar weinig, gebruiken we het begrip bevolkingsdichtheid. De bevolkingsdichtheid van een gebied bereken je door het aantal inwoners te delen door de bewoonde oppervlakte. Ze wordt uitgedrukt in inwoners/km².

©

V6

dichtbevolkt

De bevolkingsspreiding is de manier waarop de bevolking zich over een bepaald gebied verdeeld heeft. We maken het onderscheid tussen dichtbevolkte en dunbevolkte gebieden. De wereldbevolking woont vooral in miljoenensteden, waarvan er veel in Azië liggen. In die steden is er veel werkgelegenheid. Ongelijke bevolkingsspreiding kan verklaard worden door de impact van natuurlijke en economische factoren. Natuurlijke factoren zoals klimaat, vegetatie en reliëf zorgen ervoor dat bepaalde gebieden beter en andere minder bewoonbaar zijn. Economische factoren bepalen waar veel mensen tewerkgesteld kunnen worden (industrie en steden) of juist minder (landbouwgebieden). Ondertussen kun je uitleggen waarom de meeste goederen gemaakt worden in landen waar de lonen heel laag zijn. Je weet nu ook dat die realiteit in verband staat met de enorme bevolkingsgroei in die gebieden. Test jezelf: oefeningen 3 en 4 1 Daar wringt het schoentje

101


2 IEMAND IETS IN DE SCHOENEN SCHUIVEN In het vorige hoofdstuk onderzocht je waarom mensen zich in steden vestigen. In miljoenensteden levert dat een nieuw probleem op: dagelijks moeten die miljoenen mensen namelijk op hun werk geraken. Hoe ziet het transport in die megasteden eruit? En welke gevolgen heeft dat voor het klimaat en het milieu? Hoe verplaatsen mensen zich in megasteden? Bekijk de foto’s. Hoe is het leven in de Aziatische megasteden aangepast aan het transport van miljoenen mensen?

VA

N

IN

1

Š

2 Welk typisch transportmiddel tref je aan in grote steden?

102

Wie het schoentje past, trekt het aan


Is al dat verkeer nu slecht voor het milieu, het klimaat of allebei? 1

Iedereen weet dat vervuilende transportmiddelen slecht zijn voor onze planeet. Maar waarom is al dat transport niet goed voor de aarde? Is er een verschil tussen milieu en het klimaat? We zouden bijna door de bomen het bos niet meer zien. En laat die bomen nu net zo belangrijk zijn voor het klimaat. Bekijk het filmpje bij het onlinelesmateriaal.

2 Bekijk de foto’s. a Gaat het over klimaat of milieu? Overleg met je buur. b Markeer het onderschrift bij elke foto groen als het over het milieu gaat. Markeer het onderschrift bij elke foto rood als het over het klimaat gaat.

Zeeën en oceanen worden vervuild door plastic.

VA

N

Er worden fossiele brandstoffen gebruikt om wagens te laten rijden.

IN

c

Het Amazonewoud wordt ontbost.

Kerncentrales wekken energie op.

Een met olie besmeurde zeevogel wordt gewassen na een ramp op een boorleiland.

3 Formuleer in je eigen woorden wat je tot nu toe weet over het verschil tussen de milieu -en klimaatproblematiek.

©

4 Auto’s hebben een effect op zowel het klimaat als het milieu. Lees onderstaande uitleg over die effecten. - Klimaat: auto’s verbranden fossiele brandstoffen. Daarbij komt CO2 vrij. Die CO2 versterkt het broeikaseffect en dus de opwarming van de aarde. - Milieu: de uitlaatgassen van auto’s bevatten ook fijnstofdeeltjes. Die vervuilen de lucht en zijn schadelijk voor de gezondheid.

2 IEMAND IETS IN DE SCHOENEN SCHUIVEN

103


a Bekijk het onderzoek over de schadelijke gevolgen van uitlaatgassen van auto’s op het milieu via het onlinelesmateriaal. b Beantwoord de vragen in de tabel. auto aangedreven met … aardgas (cng)

elektrische batterij

waterstof

diesel

benzine

Zet een kruisje bij de auto’s die duidelijk fijn stof uitstoten. Hoeveel fijnstofdeeltjes worden uitgestoten per cm²? Op welke manier brengen de elektrische wagen en waterstofauto fijn stof in de lucht? Wat kun je uit dit onderzoek besluiten?

IN

De uitstoot van fijn stof kun je ook onderzoeken in je atlas en op het internet.

-

Op welke atlaskaart vind je info over fijn stof?

-

Omcirkel de vijf Belgische steden met de hoogste fijnstofconcentraties op de kaart (fig. 2.1).

-

Ga via het onlinelesmateriaal naar de website van Irceline. Wat is de actuele fijnstofconcentratie in jouw schoolgemeente?

N

c

VA

V6

-

In 2018 organiseerde De Standaard een project waarbij burgers mee onderzoek konden doen naar de luchtkwaliteit in Vlaanderen. Dat onderzoek heette Curieuzeneuzen. Ga via het onlinelesmateriaal op zoek naar de gemeten luchtkwaliteit in jouw woonomgeving en in de schoolomgeving. Wat kun je besluiten?

©

Knokke N31 E34 E403 Brugge

Oostende

Maldegem

A10

E34

N44

E40

Veurne

E403

Tielt

R4

Gent

E17

Oudenaarde

A19

Kortrijk Ronse

fig. 2.1: wegenkaart Vlaanderen

104

Wie het schoentje past, trekt het aan

R4

Lokeren

Lommel

Geel

Bree

E313

N16

Maaseik

E17

Dendermonde

Mechelen

Diest

R0

Leuven

Brussel E40

Geraardsbergen Halle

E411

E314

Hasselt Genk

E314

E40

Ninove

Aarschot

E19

Aalst Waregem

Ieper

Lille Herentals

Lier

A12

Deinze

Roeselare Poperinge

Antwerpen

Sint-Niklaas

Eeklo

E40

Diksmuide

E34

E34

Zelzate

Turnhout

E17

A12

R2

E313

Tienen

Sint-Truiden

Tongeren


Interessant om weten Smog komt van de Engelse woorden ‘smoke’ (rook) en ‘fog’ (mist). We gebruiken de term als er meer luchtverontreiniging is dan gewoonlijk. Dan hangt er soms een soort mist van uitlaatgassen. Die wordt veroorzaakt door de uitstoot van vervuilende deeltjes door wagens en industrie. Tijdens een smogalarm wordt de maximumsnelheid op autostrades in ons land beperkt tot 90 km/u omdat de uitstoot van fijn stof dan lager is.

N

IN

Door de coronacrisis werd nogmaals duidelijk wat de invloed is van transport. Langer dan dertig jaar konden de Indiërs die rondom het Himalayagebergte wonen niet genieten van het uitzicht door de enorme luchtvervuiling. Toen op 22 maart 2020 een lockdown werd ingesteld om de verspreiding van het coronavirus in te dammen, was de lucht na 21 dagen al zoveel schoner geworden dat de besneeuwde bergtoppen eindelijk weer te zien waren voor de lokale inwoners.

Is de mens verantwoordelijk voor de klimaatverstoring?

VA

Als we de gemiddelde temperatuurgegevens van de laatste decennia bekijken dan bestaat er geen twijfel meer over: de aarde warmt op. Hoe komt die opwarming tot stand? Kunnen we er nog iets aan doen of zijn we te laat?

©

V17

fig. 2.2: grafiek: afwijking van de gemiddelde wereldtemperatuur bron: VMM – MIRA (www.milieurapport.be)

2 IEMAND IETS IN DE SCHOENEN SCHUIVEN

105


De huidige klimaatopwarming wordt veroorzaakt door een versterkt broeikaseffect.

1

a Bekijk de video bij het onlinelesmateriaal en vul het schema aan met deze begrippen: invallende zonnestralen, weerkaatste zonnestralen, broeikasgassen in de atmosfeer, zonnestralen worden omgezet in warmtestralen, absorptie van warmte door de atmosfeer, warmte die de aarde verlaat, de ruimte in.

atmosfeer

IN

warmte

N

aarde

fig. 2.3: het broeikaseffect

VA

b Broeikasgassen in de atmosfeer zorgen ervoor dat warmte blijft hangen rond de aarde. Als de hoeveelheid broekasgassen stijgt, wat verandert er dan in het schema? Schrijf bij de juiste pijlen op de tekening: meer, minder. c

Wat is daar het gevolg van?

©

Interessant om weten Broeikasgassen zijn op zich niet slecht, want ze zorgen ervoor dat de aarde een geschikte temperatuur heeft om te leven. Het wordt pas problematisch als er steeds meer broeikasgassen in de atmosfeer komen. De gemiddelde temperatuur op aarde met het natuurlijke broeikaseffect is 15 °C. Zonder het broeikaseffect zou de gemiddelde temperatuur op aarde -18 °C zijn.

106

Wie het schoentje past, trekt het aan


2 Broeikasgassen spelen een belangrijke rol bij de klimaatopwarming. Hoog tijd dus om de broeikasgassen eens verder onder de loep te nemen. Lees het artikel over broeikasgassen en verwerk de inhoud in het schema op p. 109.

Hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer haalt nieuwe recordcijfers De hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer is vorig jaar opnieuw gestegen, tot een nieuw record. Dat blijkt uit het jongste jaarrapport van de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) dat eind 2019 verschenen is. De organisatie vreest dat de stijgende trend niet snel gekeerd zal worden. De broeikasgassen waar de WMO naar verwijst, zijn onder meer koolstofdioxide (CO2) en methaan (CH4). Ze zijn schadelijk omdat ze bijdragen aan de klimaatopwarming.

VA

N

IN

Koolstofdioxide (CO2) Koolstofdioxide komt enerzijds vrij door natuurlijke processen, zoals vulkanisme, en anderzijds door menselijke factoren, namelijk door het verbranden van fossiele brandstoffen. Fossiele brandstoffen zijn grondstoffen die miljoenen jaren geleden gevormd werden door dood plantenmateriaal dat CO2 had opgeslagen. Doorheen de tijd is dat dood plantenmateriaal omgevormd tot steenkool, aardolie en aardgas. Steenkool gebruiken we om bijvoorbeeld elektriciteit op te wekken in steenkoolcentrales. Aardolie gebruiken we onder andere om brandstof voor wagens van te maken. Aardgas gebruiken we om bijvoorbeeld huizen mee te verwarmen. Doordat we die grondstoffen sinds de industriële revolutie (1750) massaal zijn beginnen gebruiken, komt al die opgeslagen CO2 na verbranding terug in de atmosfeer. De WMO merkt op dat er intussen bijna anderhalve keer zo veel CO2 in de atmosfeer is als voor de start van de industriële revolutie. Sinds de mens op aarde rondloopt, is de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer nooit zo hoog geweest. Evolutie uitstoot broeikasgas

©

415

trendlijn

410

405

CO2 (deeltjes per miljoen)

V17

400 395 390 385 380 375 2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

jaartal

fig. 2.4: grafiek uitstoot broeikasgas CO2 wereldwijd (2006-2020) bron data: NASA

2 IEMAND IETS IN DE SCHOENEN SCHUIVEN

107


IN

Methaan (CH4) Methaan is na CO2 het belangrijkste broeikasgas dat bijdraagt tot de klimaatopwarming. Ongeveer 40 % van het methaan dat in de atmosfeer terechtkomt, is afkomstig uit natuurlijke ‘bronnen’, zoals moerassen en het ontdooien van de permafrost. Ongeveer 60 % komt in de atmosfeer terecht door menselijke activiteiten, zoals landbouw en veeteelt.

fig. 2.5: permafrost die ontdooit in Canada

N

Wat zijn de gevolgen? Doordat er steeds meer broeikasgassen in de atmosfeer komen, stijgt de temperatuur. Dat kun je zien door de curve van de evolutie van de hoeveelheid CO2 (fig. 2.4) te vergelijken met die van de temperatuur op p. 105 (fig. 2.2).

VA

Opwarming doet het ijs smelten, en daardoor stijgt de zeespiegel. Sinds 1880 is het zeewater gemiddeld 1,8 millimeter per jaar gestegen, maar sinds de jaren negentig is dat proces versneld: het bedraagt nu gemiddeld drie millimeter per jaar. Die stijging is het gevolg van het uitzetten van zeewater door de opwarming. De NASA verwacht de komende eeuw een zeespiegelstijging van ongeveer een meter. Je kunt je voorstellen dat zo’n enorme stijging dramatische gevolgen zou hebben wereldwijd.

©

Evolutie zeeniveau in Oostende sinds 1951 7100

trendlijn jaargemiddelde van het gemeten zeeniveau

zeeniveau (mm)

7050

7000

6950

6900 1951

1960

fig. 2.6: grafiek stijging zeeniveau bron data: Milieurapport.be

108

Wie het schoentje past, trekt het aan

1970

1980

jaartal

1990

2000

2010

2017


SCHEMA Volgens de World Meteorologische Organisatie is de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer in 2019 opnieuw gestegen, tot een nieuw record. De twee broeikasgassen die daarvoor verantwoordelijk zijn, zijn en . A = CO2

Dat komt op twee manieren vrij:

1 zoals 2 door

toepassing:

toepassing:

toepassing:

VA

N

IN

B = CH4

1

40 %: natuurlijke bronnen zoals

2

60 %: menselijke activiteiten door

©

Gevolg:

-

sinds 1880:

-

sinds 1990:

3 Wat denk jij? Is de mens verantwoordelijk voor de klimaatopwarming van de laatste decennia? Toets je mening af met die van je buur en noteer kort jullie bevindingen.

De huidige klimaatopwarming wordt veroorzaakt door de mens. Er is een duidelijk verband te zien tussen de stijging van de concentratie broeikasgassen (zoals koolstofdioxide en methaan) in de atmosfeer en de temperatuur. Test jezelf: oefening 5

2 IEMAND IETS IN DE SCHOENEN SCHUIVEN

109


Wat zijn de gevolgen van het wegverkeer in België? 1

Ga via het onlinelesmateriaal naar de website van verkeerscentrum.be en los onderstaande vragen op. a Duid op de kaart van Vlaanderen (fig. 2.7) met rood aan waar er op dit moment file is.

Knokke N31 E403 Brugge

Maldegem

E40

Veurne

E34

N44

E403

Tielt

R4

Gent

Lokeren

Oudenaarde

A19

Kortrijk Ronse

Lommel

Geel

Bree

E313

N16

Maaseik

E17

Dendermonde

Mechelen

Diest

R0

Leuven

Brussel E40

Geraardsbergen Halle

E314

Hasselt Genk

E314

E40

Ninove

Aarschot

E19

Aalst E17

Waregem Ieper

R4

Lier

A12

Deinze

Roeselare Poperinge

Lille Herentals

Sint-Niklaas

Eeklo

E40

Diksmuide

Antwerpen

E313

Tienen

Sint-Truiden

Tongeren

E411

IN

A10

E34

E34

Zelzate

Turnhout

E17

A12

R2

E34

Oostende

fig. 2.7: wegenkaart Vlaanderen

b Ga op zoek naar de regio waarin je school gelegen is. Klik vervolgens 'files' en 'camerabeelden' aan bij 'toon op kaart'. Bekijk een beeld van een webcam in je omgeving. Beschrijf de huidige verkeerssituatie.

c

Klik op ‘dagelijkse files’ en speel het tijdsverloop af op een maandagochtend tussen 6u en 9u. Rond welke steden staan er op dat moment veel files?

VA

N

d Bedenk daar een mogelijke verklaring voor.

e Wat is de invloed van de haven van Antwerpen op de files rond Antwerpen?

f

Welke atlaskaart geeft je een beeld van de verkeerswegen in België?

©

V6

g Wat is de drukste snelweg die het dichtst bij jouw schoolgemeente ligt?

h Duid die snelweg met gele fluo aan op de kaart (fig. 2.7).

110

i

Wat is het gemiddeld aantal personenwagens per dag op die snelweg?

j

Wat is het verband tussen de uitstoot van fijn stof (zie fig. 2.1 op p. 104) en de fileproblematiek?

Wie het schoentje past, trekt het aan


2 Er zijn bedrijven die op zoek gaan naar oplossingen om het fileleed door vrachtwagens te verkleinen. a Zoek via Google Maps waar het distributiecentrum van Nike gelegen is. Duid die locatie met een kruisje aan op de wegenkaart van Vlaanderen (fig. 2.7). b Waarom is die locatie beter dan in de buurt van de haven van Antwerpen?

c

Op welke manier wint het bedrijf groene stroom?

N

IN

3 Hoe duurzaam is transport? Dat kunnen we bekijken vanuit de duurzaamheidsdriehoek. Die bestaat uit drie elementen: People (mensen), Planet (aarde) en Profit (winst). Om duurzaam te werken, moeten die drie elementen in balans zijn. Schrijf bij de juiste cirkel hoe Nike met haar vestiging langs de E313 en het Albertkanaal op een duurzame manier de goederen transporteert. Hou er rekening mee dat de PPP in balans blijft!

People:

VA

PLE

duurzaam

Planet: 1 Er word en veel kil ometers wegverkee r vermede n door de co ntainers m et binnensch epen aan te voeren. 2

P

Prof it:

PL A

T NE

PE

O

©

V16A

R

O F I T

fig. 2.8: de duurzaamheidsdriehoek

Doordat we met steeds meer mensen zijn en de wereldhandel toeneemt, duiken er problemen op in verband met transport en de gevolgen daarvan voor het klimaat en het milieu. We wijzen anderen graag met de vinger in deze kwestie, terwijl we ons beter zouden bezighouden met het zoeken naar oplossingen. Om tot duurzame oplossingen te komen, houden we best rekening met de drie factoren uit de duurzaamheidsdriehoek: mens, planeet en winst.

2 IEMAND IETS IN DE SCHOENEN SCHUIVEN

111


! a h A ! a h A

Landschapsvormende lagen

Bekijk de figuur en vul de tabel aan.

horizontale relatie tussen landschapsvormende lagen (rode pijl)

tussen:

verklaring

en

IN

verticale relatie tussen landschapsvormende lagen (blauwe pijl) verklaring

en

VA

N

tussen:

verticale relatie tussen landschapsvormende lagen (groene pijl)

tussen:

Š

en

Duid de relaties uit de tabel aan op de figuur. - Markeer de lagen die een rol spelen. - Duid de relaties aan met pijlen in de juiste kleur.

112

Wie het schoentje past, trekt het aan

verklaring


kaart van het landgebruik

vegetatiekaart

reliĂŤfkaart

VA

bodemkaart

N

IN

klimaatkaart

Š

kaart van de ondergrond

AHA!

113


Synthese ONDERWERP: stijging wereldbevolking Æ ongelijke bevolkingsspreiding (door klimaat, reliëf en economische factoren) Æ ontstaan van miljoenensteden Æ gevolgen voor transport, klimaat en milieu KERNWOORDEN

KERNLEERSTOF

megastad

miljoenenstad, stad waar meer dan tien miljoen inwoners samenwonen

bevolkingsdichtheid

De bevolkingsdichtheid bereken je door het aantal inwoners te delen door de bewoonde oppervlakte. Ze wordt uitgedrukt in inwoners/km².

bevolkingsspreiding

manier waarop de bevolking zich over een bepaald gebied heeft verdeeld (dichtbevolkt vs. dunbevolkt)

redenen ongelijke bevolkingsspreiding

- -

broeikaseffect

De gemiddelde temperatuur op aarde stijgt doordat de zonnestraling steeds meer wordt vastgehouden in de atmosfeer. Dat is het gevolg van de toename van broeikasgassen zoals CO2 en methaan in de atmosfeer.

PPP

People (mensen), Planet (aarde) en Profit (winst) Om duurzaam te ondernemen, hou je best rekening met die drie elementen uit de duurzaamheidsdriehoek.

VA

N

IN

natuurlijke factoren die ongunstig zijn voor de mens: voornamelijk klimaat en reliëf economische factoren: bepalen waar veel mensen kunnen tewerkgesteld worden (industrie en steden) of juist minder (landbouwgebieden)

SAMENVATTING

©

De wereldbevolking stijgt. Mensen vestigen zich vooral op plaatsen die een gunstige natuurlijke ligging hebben en op economisch vlak veel werkgelegenheid bieden. Daardoor komen er steeds meer miljoenensteden bij. Dat heeft heel wat gevolgen voor het klimaat en het milieu. Er is meer vraag naar transport, waardoor de broeikasgassen in de atmosfeer toenemen en de temperatuur op aarde stijgt. De duurzaamheidsdriehoek kan ons helpen om mogelijke oplossingen in kaart te brengen.

114

Wie het schoentje past, trekt het aan


Checklist helemaal begrepen

Wat kan ik?

hier kan ik nog groeien

p.

84

Ik kan op basis van satellietbeelden een veranderend landschap beschrijven.

85

Ik kan enkele kenmerken opsommen van hoe het landschap is aangepast aan een miljoenenstad.

86

Ik kan wereldsteden situeren op een kaart.

87

Ik kan aan de hand van de gepaste atlaskaart bepalen of een gebied dun- of dichtbevolkt is.

88

Ik kan de begrippen bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding verwoorden in eigen woorden.

88

IN

Ik kan enkele redenen opsommen waarom goedkope producten in landen zoals Vietnam worden geproduceerd en niet in Europa.

90-95 95100

Ik kan enkele continenten, werelddelen, steden, rivieren en zeeën aanduiden op de globe.

101

Ik kan met enkele voorbeelden illustreren wat een duurzame manier van verplaatsen is.

102

Ik kan beoordelen of een verschijnsel een klimaat- of milieueffect is.

103

Ik kan door middel van ICT-toepassingen opzoeken hoeveel fijn stof er aanwezig is in de lucht.

104

Ik kan in eigen woorden uitleggen wat het versterkt broeikaseffect is.

106

Ik kan in eigen woorden verwoorden wat de bijdrage ivan koolstofdioxide en methaan is aan de huidige opwarming van de aarde.

107109

©

VA

Ik kan onderzoeken wat de economische redenen zijn van de ongelijke bevolkingsspreiding.

N

Ik kan onderzoeken wat de natuurlijke redenen zijn van de ongelijke bevolkingsspreiding.

Ik kan verwoorden waarom de zeespiegel stijgt ten gevolge van de opwarming van de aarde.

109

Ik kan van een bepaalde levenswijze, transportwijze, productiewijze … beoordelen of de PPP in evenwicht is.

111

Denk je dat je alles begrepen hebt in dit thema? Ga dan naar het onlinelesmateriaal en oefen verder.

AHA!

115


TEST JEZELF 1

Goedkope goederen worden voornamelijk geproduceerd in landen waar de loonkost heel laag is. Bekijk de kaart en los de vragen op.

noordpoolcirkel

kreeftskeerkring

evenaar

geen data geen minimum

IN

$ 0,00 - $ 1,00 $ 1,01 - $ 2,00 $ 2,01 - $ 3,00 $ 3,01 - $ 5,00 $ 5,01 - $ 7,50 $ 7,51 - $ 10,00

steenbokskeerkring

zuidpoolcirkel

minimumlonen in de wereld

N

$ 10,00 +

a Welke info vind je terug op de kaart? Omcirkel het juiste antwoord. bevolkingsdichtheid / inkomensverdeling / aanwezigheid van industriesector

VA

b Welke kaart in je atlas komt hiermee overeen?

V6

c

Omcirkel Australië met blauw.

d Waarom zul je waarschijnlijk geen massaproductie tegenkomen in Australië?

©

2 Bekijk het filmpje bij het onlinelesmateriaal. Kies een van de vijftien veranderingen in het landschap en noteer welke wijzigingen je waarneemt. - plaats:

-

jaar verschil tussen de twee foto’s:

-

wijziging in het landschap:

116

Wie het schoentje past, trekt het aan


V6

3 Ga in je atlas op zoek naar de bevolkingsdichtheid van volgende gemeenten in België. - Bütgenbach: - Oostende: - Elsene: 4 Ga op zoek naar … de bevolkingsdichtheid van deze Europese landen (DB):

de grootte van de bevolking van deze Europese steden (PL): a Madrid:

atlas:

atlas:

b Duitsland:

b Berlijn:

atlas:

atlas:

c Zweden: atlas:

IN

a Spanje:

c Stockholm: atlas:

N

5 Bekijk de tekst over broeikasgassen op p. 107-108 opnieuw. Je hebt die tekst al samengevat in een schema. Maak nu op een apart blad een mindmap van de tekst.

VA

6 Maak met je buur een woordketting met de begrippen die je in dit hoofdstuk geleerd hebt. Als je vastzit, mag je ook gebruikmaken van begrippen uit vorige hoofdstukken of van vorig jaar. Volg het stappenplan.

1 De jongste begint en kiest een begrip uit dit thema. 2 De andere leerling formuleert in eigen woorden de verklaring van dat begrip. 3 Is dat gelukt? Dan mag die leerling een nieuw begrip kiezen dat begint met de laatste letter van het vorige begrip. 4 Nu is het de beurt aan de andere leerling om het begrip in eigen woorden uit te leggen. 5 Als dat opnieuw gelukt is, kiest die leerling een nieuw begrip dat begint met de laatste letter van het vorige. 6 Elk duo herhaalt de stappen zo veel mogelijk zonder fouten te maken en maakt zo een woordketting 7 Noteer de begrippen hieronder. 8 Welk duo van de klas maakt de langste woordketting?

©

V6

Test jezelf

117


WOORDENLIJST Thema Wie het schoentje past, trekt het aan hoofdstuk

2

2

1 2

de bevolkingsspreiding

manier waarop de bevolking zich over een bepaald gebied heeft verdeeld (dichtbevolkt vs. dunbevolkt)

het broeikaseffect

geleidelijke stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde doordat de warmte steeds meer wordt vastgehouden in de atmosfeer

het fijn stof

de koolstofdioxide (CO2)

vorm van luchtvervuiling door microscopisch kleine deeltjes in uitlaatgassen die schadelijk zijn voor de gezondheid kleur- en reukloos broeikasgas dat van nature in de atmosfeer voorkomt Door menselijke industriële activiteiten stijgt het aandeel in de atmosfeer en dat levert een bijdrage aan de klimaatopwarming.

de loonkost

de megastad

het methaan

2

118

de permafrost

deel van de productiekosten die bestemd zijn voor arbeid

miljoenenstad, stad waar meer dan tien miljoen inwoners samenwonen

broeikasgas dat van nature in de atmosfeer voorkomt Door menselijke en industriële activiteiten stijgt het aandeel in de atmosfeer en dat levert een bijdrage aan de klimaatopwarming

©

1

De bevolkingsdichtheid bereken je door het aantal inwoners te delen door de bewoonde oppervlakte. Ze wordt uitgedrukt in inwoners/km².

IN

2

in je eigen woorden

N

1

de bevolkingsdichtheid

definitie

VA

1

term

Permafrost betekent letterlijk 'bevroren grond'. Het is het gebied nabij de polen in het hooggebergte waar de ondergrond nooit helemaal ontdooit. Onder de permafrost zit een grote hoeveelheid methaan opgeslagen, wat een zeer sterk broeikasgas is.

2

PPP

1

het wegennet het geheel van wegen in een bepaald gebied

People (mensen), Planet (aarde) en Profit (winst) Om duurzaam te ondernemen, hou je best rekening met die drie factoren.

Wie het schoentje past, trekt het aan


tele

©

VA

N

IN

DE TOL VAN MOEDER NATUUR BETALEN

1 HEET ONDER ONZE VOETEN 2 IN HET OOG VAN DE STORM 3 AAN DE RAND VAN DE RAVIJN GROEIEN DE MOOISTE BLOEMEN


1

N

IN

2

ekken een Dikke lavastromen tr in Hawaï spoor van vernieling

©

VA

3

or een reeks n weken opgeschrikt do Hawaï werd de afgelope auea, één Kil romen van de vulkaan uitbarstingen en lavast ntallen Tie d. e vulkanen ter werel rden van de meest actiev we en ns en meer dan 2 000 me Een huizen zijn al verwoest n. lle va ge een eerste gewonde op geëvacueerd. Er is ook die n ma n het onderbeen van ee brok lava verbrijzelde zijn balkon zat.

Wat wil ik te weten komen over dit thema?

Ontdek deze en nog andere opties via het onlinelesmateriaal.

120

DE TOL VAN MOEDER NATUUR BETALEN


1 HEET ONDER ONZE VOETEN Welke gevolgen kunnen de bewegingen van aardplaten hebben? 1

In ‘Hoog spel spelen’ leerde je dat onze aardkorst is opgebouwd uit een aantal aardplaten. Die platen kunnen op drie manieren bewegen ten opzichte van elkaar. a Noteer op welke drie manieren de aardplaten zich ten opzichte van elkaar kunnen bewegen.

b Duid die bewegingen aan met pijlen op figuur 1.4 (p. 123).

V6

IN

2 De bewegingen van aardplaten kunnen grote gevolgen hebben. a Lees het artikel.

N

Midden-Italië weer opgeschrikt door aardbeving, epicentrum op uur rijden van L’Aquila

©

VA

Tien jaar na de dodelijke aardbeving in en rond de Italiaanse stad L’Aquila is het midden van Italië opnieuw opgeschrikt door een aardschok. Die vond plaats omstreeks 18.35 uur en had een kracht van 4.4 op de schaal van Richter.

fig. 1.1: Aquila, Italië, 17/04/09, na een aardbeving

Het epicentrum van de beving lag vijf kilometer ten zuidoosten van de gemeente Balsorano in de provincie L’Aquila op een diepte van 14 kilometer. Onmiddellijk renden de bewoners van de regio de straat op. Over eventuele slachtoffers en schade is nog niets bekend. Volgens persbureau ANSA was de beving ook in delen van Rome voelbaar. Tientallen verontruste inwoners belden de brandweer.

Italië ligt op twee breuklijnen, waardoor er vaak aardbevingen zijn. De stad L’Aquila en omgeving werden in 2009 getroffen door een zware aardbeving. Toen kwamen zeker driehonderd mensen om het leven. Tien jaar later is de wederopbouw nog niet voltooid. Bron: AD.nl (7/11/2019)

b Omschrijf in twee zinnen wat er gebeurd is in Italië.

c

Duid Italië aan op figuur 1.4. Kies zelf een symbool en noteer dat in de legende bij de kaart.

1 heet onder onze voeten

121


d Bekijk het filmpje over het ontstaan van aardbevingen bij het onlinelesmateriaal. Vul daarna in je eigen woorden de betekenis aan van enkele moeilijke begrippen uit het filmpje. - epicentrum:

schaal van Richter:

-

- breuklijn:

Interessant om weten

N

IN

Een seismograaf is een toestel dat de trillingen van een aardbeving kan registreren. De kracht van de beving wordt weergegeven met de schaal van Richter.

V6

VA

fig. 1.2: een seismograaf

e Bekijk de tabel met de vijf grootste aardbevingen uit de recente geschiedenis. Duid de plaatsen uit de tabel met een stip aan op de wereldkaart (fig. 1.4) en schrijf er het nummer bij. kracht (schaal van Richter)

1 Valdivia, Chili (1960)

9.5

©

aardbevingen

2 Alaska, USA (1964)

9.2

3 Sumatra, Indonesië (2004)

9.1

4 Kamchatka, Rusland (1952)

9

5 Stille Oceaan, Japan (2011)

9

Schaal van Richter 1 – 2

normaal niet voelbaar, kan enkel waargenomen worden met apparatuur

2 – 4

trillingen voelbaar

4 – 5

ramen rammelen of breken, lichte schade

5 – 7

barsten in muren, takken breken af

7 – 8

gebouwen storten in, aardverschuivingen

8 – 10

verwoestende gevolgen met veel dodelijke slachtoffers

fig. 1.3: de schaal van Richter

122

DE TOL VAN MOEDER NATUUR BETALEN


f

Verklaar waarom de zwaarste aardbevingen zich net op die plaatsen hebben voorgedaan. - Welke info uit het artikel en het filmpje over Italië is belangrijk?

Wat stel je vast als je de plaatsen op de kaart bekijkt?

-

evenaar

N

IN

plaatranden onzekere plaatranden verplaatsingsrichting

VA

fig. 1.4: wereldkaart platentektoniek

g Zijn aardbevingen ook bij ons mogelijk? Zoek op het internet naar:

-

de meest recente aardbeving in België:

de meest krachtige aardbeving ooit gemeten in België:

-

©

Tip

V20

Hoe zoek je gericht naar de juiste info op het internet? Tik enkele belangrijke woorden in de zoekbalk: bv. aardbeving + België. Of tik een volledige vraag in de zoekbalk: bv. Wat was de zwaarste aardbeving in België?

1 heet onder onze voeten

123


3 Een aardbeving op zee heeft vaak nog een ander gevolg. a Lees het artikel en bekijk het filmpje bij het onlinelesmateriaal.

Leven na de tsunami: de rampplekken toen en tien jaar later

fig. 1.5: luchtfoto’s strand in Thailand na de tsunami (2004) en tien jaar later

VOOR EN NA Meer dan 180 000 doden, ruim 45 000 vermisten, zeker 120 000 gewonden en 1,7 miljoen mensen die dakloos werden. Dat was de zware tol van één van de meest verwoestende natuurrampen uit de geschiedenis, de tsunami in de Indische Oceaan van 26 december 2004. Nu, tien jaar na datum, is er nog weinig te merken van de enorme ravage in de getroffen gebieden.

IN

De tsunami was het gevolg van een zware zeebeving in de Indische Oceaan, iets ten westen van het Indonesische eiland Sumatra, op 26 december om 7.59 uur lokale tijd. De beving van 9.1 tot 9.3 op de schaal van Richter was de derde zwaarste ooit gemeten. Ze bracht een enorme vloedgolf in beweging die zich in verschillende richtingen over de Indische Oceaan verplaatste met een snelheid tot 900 km per uur. Waar de tsunami aan land kwam, was hij soms tien meter hoog. Bron: HLN (23/12/14)

vloedgolf

VA

Tip

N

b Zijn volgende uitspraken juist of fout? Verbeter de foute uitspraken.

Laat je helpen door figuur 1.6 en de info uit het filmpje en het artikel bij vraag 3a.

3000 m zeebodem

hypocentrum

fig. 1.6: het ontstaan van een tsunami

uitspraken

Een tsunami of vloedgolf ontstaat door een beving op de zeebodem.

©

De hoogte van een vloedgolf neemt af naarmate hij de kustlijn nadert.

Op het moment dat een vloedgolf aan land komt, is hij al in kracht afgenomen. Daardoor is de schade eerder beperkt.

124

DE TOL VAN MOEDER NATUUR BETALEN

juist

fout


c

Bekijk de luchtfoto’s van de kustlijn in Indonesië voor en na de tsunami. Beschrijf de belangrijkste gevolgen van een tsunami.

Tip

IN

De info uit vragen 3a en b helpt je ook op weg.

fig. 1.7: luchtfoto’s kustlijn Indonesië, voor en na de tsunami van 2004

Interessant om weten

©

VA

N

In maart 2011 sloeg het noodlot ook toe in Japan. Een tsunami overspoelde grote delen van het land en kostte vele mensenlevens. Ook de kerncentrale van Fukushima werd vernield, met een nucleaire catastrofe tot gevolg. Hebben we iets geleerd uit al die rampen? Er zijn ondertussen wel detectiesystemen voor tsunami’s. Boeien in zee kunnen de tsunami tijdig detecteren en een waarschuwing zenden. Op land kan dan een tsunamialarm afgaan zodat mensen zich in veiligheid kunnen brengen.

fig. 1.8: detectiesysteem en waarschuwingsbord tsunami

Wanneer twee aardplaten tegen elkaar botsen of langs elkaar bewegen, komt er energie vrij. Door de wrijving ontstaan er schokgolven van energie die naar het oppervlak van de aardbol gaan: dat noemen we het epicentrum van de aardbeving. Het gaat dus om een ontlading van opgebouwde spanning. Je kunt het vergelijken met een lat die wordt gebogen: de spanning bouwt zich op tot de lat plots breekt. Dat voelen wij aan als een aardbeving. Een aardbeving kan zich zowel op het land als in de zee voordoen. Bij een beving op zee kan een vloedgolf of tsunami gevormd worden. De kracht van die hoge golf die het land overspoelt, kan het landschap in enkele minuten volledig verwoesten. Een seismograaf meet de kracht van een aardbeving. Die kracht wordt uitgedrukt op de schaal van Richter. Test jezelf: oefening 1

1 heet onder onze voeten

125


4 Op plaatsen waar de ene aardplaat onder de andere schuift, treffen we vaak nog een ander fenomeen aan: vulkanen.

IN

a Bekijk de ontdekplaat van een vulkaan via het onlinelesmateriaal.

fig. 1.9: aardplaat schuift onder andere aardplaat

ontstaan van vulkanen

Vergelijk jouw informatie met die van je buur en vul aan. Stel op basis van alle info een mindmap op. Doe dat op een apart blad.

Š

c

stollingsgesteenten

onderdelen van een vulkaan

VA

N

b Welke belangrijke informatie heb je uit de ontdekplaat gehaald? Noteer ze in de passende kolom van de tabel.

Een ander gevolg van de beweging van aardplaten is het ontstaan van vulkanen. Wanneer een aardplaat onder een andere plaat schuift, smelt het gesteente. Het hete magma dat diep in de aardkorst zit, wordt naar het aardoppervlak geduwd en wordt vanaf dan lava genoemd. Het hoeft niet altijd tot een uitbarsting van lava te komen. Soms spuwt een vulkaan enkel gas. Ook bij uiteenwijkende platen kunnen vulkanen ontstaan. Het vloeibare magma stijgt naar de oppervlakte en kan een vulkanisch eiland vormen. IJsland is daar een voorbeeld van. Magma die in een vulkaan begint af te koelen, wordt hard en vertoont kristallen. Zo ontstaan er stollingsgesteenten. We maken een onderscheid tussen 'vulkanische' stollingsgesteenten (basalt, lava, obsidiaan en as) en 'diepte' stollingsgesteenten zoals graniet. Test jezelf: oefening 2

126

DE TOL VAN MOEDER NATUUR BETALEN


5 In stollingsgesteenten zoals graniet vind je verschillende soorten mineralen terug. a Bekijk een echt stuk graniet of de foto’s.

IN

fig. 1.10: graniet

In graniet vind je verschillende soorten mineralen terug. Dit zijn de drie belangrijkste:

©

VA

c

N

b Wat valt er op als je een stuk graniet bestudeert?

kwarts

ziet eruit als glas, is vaak doorschijnend

veldspaat witroze, splijt gemakkelijk

mica - donkergroene tot zwarte kleur - opgebouwd uit fijne blaadjes

Interessant om weten Als een zuivere stof overgaat van gesmolten naar vaste toestand (stolling), ontstaan er vormen die afhankelijk zijn van de samenstelling van die stof. Net als bij sneeuw kunnen ook in gesteenten kristallen ontstaan bij stolling. d Noteer de soorten mineralen in de vakken bij de foto van graniet (fig. 1.10).

Tip Beschik je thuis zelf over een verzameling mineralen? Neem ze mee naar school en toon je klasgenoten nog andere voorbeelden.

1 heet onder onze voeten

127


2 IN HET OOG VAN DE STORM Het gevaar komt niet enkel uit de aardbodem. Welke natuurfenomenen heeft moeder natuur nog voor ons in petto? 1

Moeder natuur maakt het ons niet altijd gemakkelijk. Niet alleen op de grond kan het rommelen, ook in de atmosfeer durft moeder natuur wel eens haar mindere kant te tonen. a Vul het onderschrift bij deze foto aan. b Hoe herken je dit weerfenomeen?

IN

fig. 2.1:

Interessant om weten

N

Cycloon, orkaan of tyfoon? Wat is het verschil?

VA

Er is helemaal geen verschil. De naam verandert naargelang de regio waar ze voorkomen. Bekijk op de wereldkaart waar welke term gebruikt wordt.

orkaan

Š

cycloon

fig. 2.2: orkaan, cycloon of tyfoon

Wat is dan een tornado? Een tornado is vaak een lokaal weerverschijnsel. Door grote temperatuurverschillen tussen lucht aan de grond en lucht op grote hoogte ontstaat er een soort van draaikolk die alles opzuigt. We noemen een tornado ook een windhoos.

128

DE TOL VAN MOEDER NATUUR BETALEN

fig. 2.3: tornado of windhoos

tyfoon evenaar


Hoe ontstaan orkanen? Noteer de nummers uit de tabel op de juiste plaats op de tekening. 1

De temperatuur van het zeewater aan de tropen is hoger dan 26.5 °C.

2

Het water verdampt en daardoor stijgt er vochtige lucht op.

3

De waterdamp condenseert (koelt af en vormt kleine druppels) en er vormen zich onweerswolken.

4

Door het draaien van de aarde draait ook de tropische strom rond. Zijwinden maken de storm nog sterker. Het zal ook hevig beginnen regenen.

VA

N

IN

c

fig. 2.4: ontstaan van vulkanen

©

d Een doordenkertje: Waarom neemt een tropische storm af in kracht als ze over land komt?

V20

e Ga online op zoek naar een tyfoon en een orkaan die vorig jaar over land gekomen zijn. Noteer eerst welke zoektermen je daarvoor gebruikt. - zoektermen: - tyfoon: - orkaan: f

Zoek op het internet naar een storm die recent heeft plaatsgevonden in België. Was dat een orkaan? Verduidelijk je antwoord.

2 IN HET OOG VAN DE STORM

129


Interessant om weten Weerfenomenen zoals orkanen en tyfonen krijgen vaak een naam. Die gewoonte ontstond enkele honderden jaren geleden op de Caraïben. Men gebruikte de naam van de heilige van die bepaalde dag. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gaven piloten de namen van hun lief of vrouw aan de orkanen. Begin jaren vijftig is men meisjesnamen (in alfabetische volgorde) beginnen geven aan orkanen. Sinds 1979 wordt er afgewisseld tussen jongens- en meisjesnamen. g Kies één van je antwoorden uit vraag e of f. Maak in een PowerPointvoorstelling met afbeeldingen duidelijk hoe jouw storm, tyfoon of orkaan het landschap veranderd heeft.

©

VA

N

Test jezelf: oefening 3

IN

Een tropische storm ontstaat meestal in gebieden waar het zeewater minstens 26.5 °C is. Het water verdampt en de vochtige lucht stijgt op. In de hogere luchtlagen is het veel kouder, waardoor de waterdamp snel afkoelt en condenseert. Er vormen zich onweerswolken met veel neerslag. Door het effect van de draaiing van de aarde draait de tropische storm spiraalsgewijs rond. In het noordelijk halfrond draait de tornado in tegenwijzerzin, in het zuidelijk halfrond in wijzerzin. In het oog van de storm is het zo goed als windstil. Tropische stormen veroorzaken in korte tijd grote veranderingen in het landschap: schade aan woningen door de wind, overstromingen en aardverschuivingen door de overvloed aan regen ...

130

DE TOL VAN MOEDER NATUUR BETALEN


3 AAN DE RAND VAN DE RAVIJN GROEIEN DE MOOISTE BLOEMEN Waarom blijven mensen toch in risicogebieden wonen? 1

a Noteer bij de onderstaande regio’s waarom ze een risicogebied vormen om er te leven. Maak daarbij gebruik van je atlas. Welke kaarten denk je nodig te hebben?

- Sicilië: - Indonesië: b Zijn die gebieden dun- of dichtbevolkt?

Interessant om weten

IN

- kaarten:

VA

N

Wist je dat tien procent van de wereldbevolking in de buurt van een actieve vulkaan leeft? Er zijn ongeveer 1 500 vulkanen actief op aarde. Vijftig tot zestig daarvan barsten jaarlijks uit.

©

V6

In 'Wie het schoentje past, trekt het aan' leerde je al hoe verspreid de wereldbevolking woont. Sommige regio’s zijn door moeilijke natuurlijke omstandigheden (reliëf, klimaat ...) dunbevolkt. Onderzoek of dat ook geldt voor risicogebieden zoals de regio’s rond vulkanen of gebieden waar vaak aardbevingen en tsunami’s voorkomen.

In het jaar 79 barstte de Italiaanse vulkaan Vesuvius uit. Pompeï en Herculaneum, twee steden in de buurt van de vulkaan, werden zwaar getroffen. Mensen stierven plots door het inademen van die gloeiend hete aswolk. Archeologen gebruiken de restanten van die ramp om in te schatten hoe de Romeinen in die tijd leefden.

fig. 3.1: afgietsels van slachtoffers in Pompeï

c

Wat zijn de voordelen van wonen in een vulkaangebied?

Haal je het antwoord op die vraag het liefst uit een filmpje? Volg dan spoor 1. Geef je de voorkeur aan een online zoekactie? Ga dan naar spoor 2.

3 Aan de rand van de ravijn groeien de mooiste bloemen

131


SPOOR 1 Bekijk het filmpje bij het onlinelesmateriaal. Noteer vier voordelen van wonen in een gebied rond een vulkaan.

SPOOR 2

Ga op het internet op zoek naar minstens vier voordelen van wonen in een gebied rond een vulkaan. Welke zoektermen gebruik je?

-

Welke voordelen heb je gevonden?

VA

N

-

Š

V6

IN

132

-

Vind je ook voordelen voor het wonen in gebieden met overstromingsgevaar?

DE TOL VAN MOEDER NATUUR BETALEN


! a h A ! a h A

Synthese

gevolgen: veel schade aan landschap door wind en regen

ontstaan: door opwarming zeewater en temperatuurverschil met lucht

ontstaan: door beweging aardplaten

In het oog van de storm

IN

aardbevingen

meten: met seismograaf, uitgedrukt in schaal van Richter tsunami

Heet onder onze voeten

VA

De tol van moeder natuur betalen

N

mogelijke gevolgen

vulkanen

ontstaan door beweging aardplaten

onderdelen

Š

Aan de rand van de ravijn groeien de mooiste bloemen

veel schade aan landschap en mensen

voordelen wonen in risicogebied

vruchtbare bodem, bouwmaterialen, geothermische energie en toerisme

vulkanische gesteenten (lava, as, obsidiaan) dieptegesteenten (graniet) AHA!

133


Landschapsvormende lagen Bekijk de figuur en vul de tabel aan. horizontale relatie in de laag landgebruik (paarse pijl) tussen:

verklaring

en

horizontale relatie in de laag landgebruik: conflictrelatie (zwarte pijln) tussen:

en

IN

verklaring

verticale relatie tussen landschapsvormende lagen (rode pijl)

verklaring

en

VA

N

tussen:

verticale relatie tussen landschapsvormende lagen (groene pijl)

tussen:

verklaring

en

Š

verticale relatie tussen landschapsvormende lagen (blauwe pijl)

tussen:

en

verklaring

Duid de relaties uit de tabel aan op de figuur. - Markeer de lagen die een rol spelen. - Duid de relaties aan met pijlen in de juiste kleur.

134

DE TOL VAN MOEDER NATUUR BETALEN


kaart van het landgebruik

vegetatiekaart

VA

bodemkaart

N

reliĂŤfkaart

IN

klimaatkaart

Š

kaart van de ondergrond

landschap

AHA!

135


Checklist helemaal begrepen

Wat kan ik?

hier kan ik nog groeien

123

Ik kan in mijn eigen woorden uitleggen hoe een aardbeving en een tsunami ontstaan.

124

Ik kan met voorbeelden aantonen hoe een aardbeving en tsunami het landschap kunnen veranderen.

132

Ik kan in mijn eigen woorden uitleggen hoe een vulkaan ontstaat.

126

Ik kan een aantal stollingsgesteenten opsommen.

126

Ik kan de belangrijkste onderdelen van een vulkaan benoemen.

126

Ik kan een tropische storm op een luchtfoto herkennen.

128

Ik kan in mijn eigen woorden uitleggen hoe een orkaan ontstaat.

129

Ik kan met voorbeelden aantonen hoe een tropische storm het landschap kan veranderen.

130

Ik kan verklaren waarom mensen in de buurt van een vulkaan willen wonen.

132

N

IN

Ik ken de drie verschillende bewegingen die aardplaten kunnen maken en kan ze aanduiden op een kaart.

Š

VA

Denk je dat je alles begrepen hebt in dit thema? Ga dan naar het onlinelesmateriaal en oefen verder.

136

p.

DE TOL VAN MOEDER NATUUR BETALEN


TEST JEZELF 1

Lees de artikels en beantwoord de vragen.

Zware zeebeving in de Caraïben, tsunamialarm opgeheven In het Caribisch gebied heeft een zware zeebeving plaatsgevonden met een kracht van 7.7 op de schaal van Richter. De meteorologische dienst van de Verenigde Staten (NWS) gaf daarna een tsunamiwaarschuwing af voor onder meer Cuba, Jamaica en de Kaaimaneilanden. Intussen is het tsunamialarm opgeheven. Bron: HLN (18/1/2020)

IN

Vrees voor nieuwe uitbarsting van vulkaan op IJsland

IJsland houdt de adem in voor een mogelijke nieuwe uitbarsting van een vulkaan. Sinds een week nemen wetenschappers tekenen waar dat Mount Thorbjörn uit zijn slaap aan het ontwaken is. De vorige uitbarsting van de vulkaan dateert van 800 jaar geleden.

N

Bron: HLN (28/1/2020)

VA

a Lokaliseer beide gebieden op onderstaande kaart.

©

evenaar

plaatranden onzekere plaatranden verplaatsingsrichting

b Verklaar met behulp van de kaart waarom de aardbeving en de vulkaanuitbarsting juist daar plaatsvinden.

Test jezelf

137


c

Waarom is er sprake van een tsunamirisico?

2 Benoem volgende onderdelen op de figuur van de vulkaan: aswolk, centrale kraterpijp, hoofdkamer, kegel, krater en lavastroom.

IN

N

VA

3 Beschrijf in je eigen woorden hoe een orkaan ontstaat in vier stappen. 1

2

©

3

4

4 Zoek in een naslagwerk de betekenis op van de titel van hoofdstuk 3: ‘Aan de ravijn groeien de mooiste bloemen’. Beschrijf in je eigen woorden waarom die titel goed past bij dat hoofdstuk. - Betekenis:

138

-

Past bij het hoofdstuk omdat

DE TOL VAN MOEDER NATUUR BETALEN


5 Ken je de begrippen uit dit thema al? a Noteer drie kernwoorden die de begrippen kunnen verklaren. begrip

kernwoorden

epicentrum

stollingsgesteente

b Noteer welke begrippen bij de volgende kernwoorden passen. begrip

kernwoorden lijn, rakende aardplaten

overgaan van gasvormig naar vloeibaar

©

VA

N

IN

Test jezelf

139


WOORDENLIJST Thema De tol van moeder natuur betalen hoofdstuk 1

term de breuklijn

definitie

in je eigen woorden

lijn waar twee aardplaten elkaar raken

2

condenseren

overgang van gasvormige naar vloeibare toestand

2

het epicentrum de geothermie

plaats aan het aardoppervlak waar de schok van een aardbeving vertrekt warmte uit de aarde

IN

2

1

het magma

vloeibaar ondergronds gesteente

1

2

140

onderdeel van een gesteente Elk mineraal kan verschillende kleuren en kristalvormen hebben.

het naslagwerk boek of digitale gegevens waarin je informatie kunt opzoeken het stollingsgesteente

gesteente dat ontstaan is door stolling van magma

de tsunami

vloedgolf, heel hoge golf die door een zeebeving wordt veroorzaakt

Š

1

het mineraal

VA

2

N

DE TOL VAN MOEDER NATUUR BETALEN


tele

©

VA

N

IN

Ben jij een buitenbeentje?

1 Heg noch steg weten 2 VERDER KIJKEN dan je neus lang is 3 Alle kaarten op tafel


Je hebt dit schooljaar met TeleScoop de hele wereld afgereisd. In dit thema onderzoek je of je graag in je eigen land woont.

r val zorgt voo Zware regen de Westhoek in t s a rl e v ro wate

INWONERS WILLEN KNIP OM SLU

IPVERKEER TE WEREN

Kasseien en geluidsoverlast blijven probleem in Hooimanstraat

VA

N

2

IN

1

Š

3

Wat wil ik te weten komen over dit thema?

4

Ontdek deze en nog andere opties via het onlinelesmateriaal.

142

Ben jij een buitenbeentje?


1 HEG NOCH STEG WETEN Hoe onderzoek je je eigen omgeving als een echte aardrijkskundige? 1

Bepaal je onderzoeksvraag. a Laat je inspireren door de info op de WOW-pagina. Waar wil je graag iets meer over weten? Wat kun je onderzoeken in de schoolomgeving of tijdens een uitstap?

Tip

IN

Hoe zoek je een goed onderwerp? - Stel je een bepaalde route voor (bv. de weg van je huis naar school). - Kom je langs opvallende landschapselementen? - Welke plaatsen vind je fijn en waarom? - Waar vind je het gevaarlijk? Wat zou je daar graag anders zien? - Stond er onlangs in de krant een onderwerp over je gemeente? b Noteer kort enkele ideeën en overleg dan met je teamgenoten.

Is het onderwerp van je onderzoek wel aardrijkskundig? Controleer dat aan de hand van deze vragen. - Beschrijf je elementen die in het landschap te zien zijn? - Onderzoek je hoe mensen zich aan het landschap aanpassen en/of het veranderen? - Ontstaan daardoor problemen? Zie je er oplossingen voor?

c

Kies samen met je teamgenoten een onderzoeksvraag en noteer die hier.

VA

N

­ ­ ­

Tip

©

TF0

Laat je inspireren door deze voorbeelden van onderzoeksvragen. 1 Langs welk traject kun je op de veiligste manier naar je school/sportclub/jeugdbeweging fietsen? 2 Hoe snel stijgt het water als gevolg van de klimaatverandering en woon jij dan in het overstromingsgebied? 3 Aan welke voorwaarden moet dit onbebouwd terrein voldoen om er een speelplaats of een skatepark in te richten? 4 Hoe verandert het landschap als je vanuit het stadscentrum richting de stadsrand gaat? ­5 Hoe snel kan jouw papieren bootje op de rivier varen? Naar waar zal het varen? 6 …

d Onderwerp je onderzoeksvraag zelf aan een onderzoek. Vink de criteria aan waaraan je vraag voldoet. Gaat je onderzoeksvraag over elementen in een van de landschapsvormende lagen? Is het een echte vraag en dus geen ja/nee-vraag? Is er een methode (in kaart brengen, meten, experiment, tellen ...) om je onderzoeksvraag te beantwoorden? 1 Heg noch steg weten

143


2 Bepaal je hypothese. a Heb je al een idee wat het antwoord op je onderzoeksvraag kan zijn? Dat idee noemen we de hypothese. Noteer je hypothese.

b Keer na je onderzoek terug naar deze vraag. Vergelijk je resultaten met je hypothese. Had je een gelijkaardig antwoord of ben je verrast door de uitkomst van je onderzoek?

IN

Tip

VA

N

Laat je inspireren door deze voorbeelden van hypothesen bij de onderzoeksvragen. 1 Traject A is drukker en er rijden meer fietsers dan op traject B. Ik denk dat traject B daarom veiliger is. 2 Wij wonen ver van de zee, dus ik denk niet dat we moeten vrezen voor overstromingsgevaar. 3 Het onbebouwd terrein ligt in een woonwijk met een oudere bevolking. Die zullen het vast fijn vinden dat er kinderen en jongeren komen spelen. 4 Van op de tram zie ik dat het minder druk wordt en er minder winkels zijn als we van het centrum weg rijden. 5 Mijn bootje vaart ongeveer zo snel als ik kan fietsen en het vaart naar gemeente X, 7 km verder. 6 …

3 Bereid je onderzoek voor.

©

a Baken je onderzoeksgebied af. - Zoek lijnvormige elementen op de topografische kaart (bv. wegen, spoorwegen, waterlopen). ­ Overtrek de elementen die te maken hebben met je onderzoek. of - Leg de straten/kruispunten vast waar je een telling zult uitvoeren. b Voor welke werkwijze kies je? Bekijk hieronder de verschillende soorten onderzoeken.

Observatie - Je noteert wat je ziet. - Je noteert en tekent op een kaartafdruk. - Je kruist zichtbare elementen aan in een tabel. - Je neemt foto’s. - Je markeert de landschapselementen op een zwart-witfoto. - Je legt de blikvangers vast. - Je maakt een landschapsschets.

144

Ben jij een buitenbeentje?


Meting - Je meet en plaatst de gegevens in een grafiek. Bv. afstand, helling, geluidssterkte, stroomsnelheid, temperatuur …

Experiment - Je voert een experiment uit. Bv. een grondboring, de korrelgrootte bepalen …

IN

Telling - Je telt het aantal auto’s, fietsers, voetgangers, toeristen, huizen … - Je brengt de resultaten van je telling overzichtelijk in kaart.

Markeer je keuze: observeren, meten, experiment uitvoeren, tellen, enquête/interview afnemen.

VA

c

Enquête of interview - Je stelt een vragenlijst op en interviewt voorbijgangers. - Je verwerkt je resultaten in een overzicht.

N

d Maak een stappenplan met behulp van de informatie hierboven.

©

e Welk materiaal heb je nodig? Noteer dat hier.

1 Heg noch steg weten

145


Hoe geraak je nooit meer de weg kwijt? TF1 1

Voor je onderzoek is het belangrijk dat je je goed kunt oriënteren in je eigen schoolomgeving. Kaarten helpen je daarbij. Maar het is niet handig als er te veel informatie op één kaart staat. Daarom leer je je eigen kaartenmap maken met Google maps, Topomapviewer en Geopunt. a Om je standplaats of route te vinden, maak je gebruik van Google Maps. b Maak je eigen topografische kaart met Topomapviewer. Een topografische kaart is een algemene kaart: ze geeft het landschap zo goed en zo volledig mogelijk weer. Je vindt er zowel info over natuurlijke kenmerken zoals plantengroei, rivieren en reliëf als over menselijke elementen zoals wegen, bebouwing, administratieve grenzen, namen van steden en gemeenten ... c

In je onderzoek zul je ook thematische kaarten nodig hebben. Op die kaarten wordt slechts één thema afgebeeld, zoals de bodem, huizen en percelen, waterwegen … Op de website van Geopunt vind je een groot aanbod aan thematische kaarten.

IN

d Om het terrein nog beter te verkennen, maak je gebruik van Google Earth. Zeker wanneer je het reliëf wilt onderzoeken, is deze applictaie een grote hulp.

VA

N

e Heb je alle kaarten een titel gegeven? Wanneer alle kaarten van je team geprint zijn, breng je ze samen. Je hebt nu je eigen kaartenmap gemaakt en bent klaar om erop uit te trekken!

fig. 1.1 algemene kaart Mechelen

fig. 1.2: thematische kaart landbouwpercelen

©

2 Je hebt ook terreinfiches nodig voor je onderzoek. Bekijk het overzicht op de volgende pagina.

146

Ben jij een buitenbeentje?


Onderzoek in je eigen omgeving

Hoe voer ik een aardrijkskundig onderzoek uit? - Onderzoeksvraag - Hypothese - Benodigheden - Werkwijze - Waarneming - Besluit - Reflectie je eigen kaartbundel maken

Verder kijken dan je neus lang is – de basis het terreinwerk oriënteren

TF6 onderzoek van een groeve TF7 bodemonderzoek TF8 reliëfvormen herkennen in het landschap en op kaart TF9 afstand, hoogte en helling meten

TF20 veranderingen in het landschap onderzoeken Alle kaarten op tafel de verwerking - Fomuleer jullie besluiten en leg ze naast elkaar. - Leg relaties tussen landschapsvormende lagen. - Maak een mooi geheel van al jullie kaarten, foto’s, besluiten.

TF10 diepte, breedte, stroomsnelheid en debiet van een rivier meten TF11 weerelementen meten

landgebruik: open ruimte onderzoeken

TF12 waardering van de open ruimte

VA

TF1 Hoe maak ik mijn eigen kaartenmap? -­ Google Maps -­ Topomapviewer -­ Geopunt -­ Google Earth

lagen met natuurlijke elementen onderzoeken

veranderingen in het landschap onderzoeken

IN

TF0

Verder kijken dan je neus lang is – de lagen het terreinwerk

N

Heg noch steg weten de voorbereiding

©

TF2 oriënteren zonder kaarten TF3 oriënteren met kaarten

het landschap als geheel onderzoeken

TF4 een landschap waarnemen - foto’s bewerken - horizonschets maken - landschapstekening maken - op kaart noteren of inkleuren

TF13 karteren van de open ruimte TF14 interview landbouwer landgebruik: bebouwde ruimte onderzoeken

TF15 karteren van de bebouwde ruimte TF16 vragenlijst opstellen TF17 geluidsoverlast meten TF18 tevredenheidsonderzoek TF19 recreatie en toerisme

TF5 een landschap determineren

1 Heg noch steg weten

147


2 VERDER KIJKEN DAN JE NEUS LANG IS Bekijk jij het landschap met een kennersblik? Voor je op stap gaat, verdeel je de taken. Maak duidelijke afspraken over wie wat doet. Bij elke volgende opdracht verander je van rol. Dit zijn de rollen: ­- organisator en taakverdeler ­- fotograaf/tekenaar ­- aantekenaar op de kaart ­- uitvoerder van het experiment ­- verzamelaar van gegevens in een grafiek of tabel ­- navigator en kaartlezer -­ verslaggever -­ …

IN

1

2 Daar sta je dan! Gelukkig kun je je al oriënteren, lokaliseren en situeren.

TF4

N

Bij elk aardrijkskundig onderzoek begin je met je te oriënteren. In TeleScoop 1 (thema ‘Laat in je kaarten kijken’) heb je verschillende vaardigheden geleerd om je positie in het landschap te bepalen. Gebruik die vaardigheden om je te lokaliseren en te situeren. Raadpleeg daarvoor de terreinfiches bij het onlinelesmateriaal.

VA

TF2-3

3 Wat is dit voor landschap? Voor je met je onderzoek start, bekijk je het landschap als geheel.

©

a Kies een van de onderstaande methodes om het landschap aandachtig te bestuderen.

148

-

Maak foto’s van het landschap. Duid de locatie van elke foto aan op de topografische kaart en maak een lijst op zodat je achteraf nog weet wat je gefotografeerd hebt. Foto’s zijn een goede hulp bij de studie van het reliëf, functies in de stad, bezoek aan een groeve of boerderij …

-

Maak je eigen landschapstekening. Die helpt je om veel intenser waar te nemen en het landschap beter te begrijpen. Met behulp van een kader kun je je gebied afbakenen en schetsen.

-

Ga naar een hoge plaats in je stad of gemeente. Daar maak je een horizonschets. Noteer zeker de naam van de gebouwen die je herkent op je tekening. Misschien lukt dat vanuit je klaslokaal..

Ben jij een buitenbeentje?


-

Ben je geen tekentalent? Dan kun je een foto maken van het landschap. In Word kun je die foto bewerken als fotokopie. Daarop kun je de belangrijkste elementen kleuren en benoemen. Je kunt een legende maken of tekst noteren op de tekening.

-

Loop een bepaald traject en noteer op de kaart welke elementen je tegenkomt.

IN

N

carpool

VA

villawijk bopsumtteent

©

ing l l e e h 17 ts eial ngs E l

nt

restaura

villawijk

ing vearflope gezi nde cht hel l

speelbos jeugdbeweging

abdij

:

kasteel

champignonkwekerij

fig. 2.1: voorbeeld van een kaart met aantekeningen

TF5

b Kijk nog eens naar ‘Een ballonnetje oplaten’ uit TeleScoop 1. Kijk goed rond in het landschap. Kun je aan de hand van de tabel het landschap determineren?

2 VERDER KIJKEN dan je neus lang is

149


In welke landschapslaag voer jij je onderzoek uit? Hoe pak je het onderzoek aan? 1

Bepaal bij welke landschapsvormende laag jouw onderzoek past. a In jouw schoolomgeving kun je niet voor elke laag een onderzoeksvraag en hypothese formuleren. Bevindt jouw school zich midden in de stad of op het platteland? Is je omgeving reliëfrijk of niet? Stroomt er een rivier in de nabijheid? Beschrijf kenmerkende elementen van je schoolgeving.

TF6

2 Hoe onderzoek je de laag van de ondergrond?

IN

b In welke landschapsvormende laag past jouw onderzoeksvraag?

VA

N

a In TeleScoop 1 (‘Met twee voeten op de grond’) heb je verschillende grondsoorten leren kennen. Er zijn heel wat plaatsen in Vlaanderen waar je de ondergrond kunt bestuderen. Zijn er in jouw omgeving groeves waarin grondstoffen ontgonnen worden? Waarvoor worden die grondstoffen gebruikt? Zoek het op in je atlas op de kaart met (steen)groeven.

fig. 2.2: een groeve

b Wat wil je te weten komen over die plek? Formuleer je onderzoeksvraag en hypothese.

©

3 Hoe onderzoek je de laag van de bodem? a Heb je al eens onderzocht wat er in de laag onder je voeten zit? Weet je nog wat het verschil is tussen bodem en ondergrond? Kun je grind, zand, leem en klei herkennen? Daarbij kan een bodemboring heel wat informatie opleveren. Vooral land- en tuinbouwers hebben heel wat kennis over de bodem.

Tip Het is interessant om twee of meer boringen te doen. Kies dan voor twee plekken met verschillende kenmerken, bijvoorbeeld langs weerzijden van een dijk, bovenaan en onderaan een helling of op een natte en een droge plaats. 150

Ben jij een buitenbeentje?

fig. 2.3: een bodemboring


b Wil je de bodem in je schoolomgeving onderzoeken? Wat wil je daarmee te weten komen? Formuleer je onderzoeksvraag en hypothese.

4 Hoe onderzoek je de laag van het reliëf ?

fig. 2.4: op weg naar de Kemmelberg

IN

a Vlaanderen ligt bijna volledig in het laagland, dus lager dan 200 m. Enkel de Reesberg in de Voerstreek, in het uiterste oosten van ons land, steekt er een stukje bovenuit: 287,5 m. Wanneer jouw omgeving heel vlak is, kun je er weinig reliëfonderzoek doen. Enkel in een heuvelachtig landschap is het interessant om de laag reliëf te onderzoeken. Beschrijf het reliëf in het landschap van je schoolomgeving.

VA

N

b Je weet vast nog wel hoe je reliëfvormen kunt determineren. Vergelijk het reliëf in het landschap met dat op de kaart. Bestudeer de hoogtelijnen en geef een korte beschrijving.

TF8

TF9

c

TF10

d Loopt er een rivier in de buurt van je school? Dan kun je de stroomsnelheid gemakkelijk meten. Als je ook de diepte en de breedte meet, kun je berekenen hoeveel water er per seconde voorbij stroomt. Dat noemen we het debiet van de rivier. Ingenieurs die waterwegen onderhouden, overstromingsgevaar inschatten of riolen aanleggen, houden het debiet in de gaten. De werkwijze om de stroomsnelheid en het debiet van een rivier te meten, vind je op fiche 10.

©

Wil je de afstand tot een gebouw kennen of de hoogte schatten van een object zoals een boom, gebouw of rotswand? Of wil je de hellingsgraad van een helling meten? Dat is dagelijkse kost voor architecten, aannemers die wegen aanleggen en wielrenners. Raadpleeg daarvoor fiche 9.

e Wil je het reliëf in je schoolomgeving onderzoeken? Wat wil je daarmee te weten komen? Formuleer je onderzoeksvraag en hypothese.

fig. 2.5: onderzoek van rivierwater

2 VERDER KIJKEN dan je neus lang is

151


5 Hoe onderzoek je de laag van het klimaat? a Hoe verschillen temperatuur, neerslag, windsterkte, luchtdruk ‌ van plaats tot plaats in de buurt van je school? Ook dat kan onderwerp zijn van je onderzoek. Beschrijf enkele typische kenmerken met betrekking tot weerselementen in de buurt van je school.

b Bekijk de onderstaande luchtfoto van een schoolomgeving. Lees ook de informatie na op fiche 11.

1

5

3

N

2

1 speelplaats: verhard, zonnekant 2 speelplaats: verhard, schaduwzijde 3 bomenrij 4 grasperk 5 noordzijde, doorgang (windtunnel)

IN

TF11

VA

4

fig. 2.6: luchtfoto van een schoolomgeving

Wil je het klimaat in je schoolomgeving onderzoeken? Wat wil je daarmee te weten komen? Formuleer je onderzoeksvraag en hypothese.

Š

c

6 Hoe onderzoek je de laag van de vegetatie? a Zoals je weet, is Vlaanderen een dichtbebouwd gebied. Zoek jij graag de natuur op? Dan kun je op zoek gaan naar natuurlijke pareltjes in je schoolomgeving. Bekijk daarvoor de link op het onlinelesmateriaal. b Baken het natuurgebied af op de topografische kaart en duid je wandelroute aan. Trek er samen met je leraar biologie of natuurwetenschappen op uit om dit biotoop te onderzoeken. 152

Ben jij een buitenbeentje?

fig. 2.7: onderzoek van een biotoop


c

Wil je de vegetatie in je schoolomgeving onderzoeken? Wat wil je daarmee te weten komen? Formuleer je onderzoeksvraag en hypothese.

7 Hoe onderzoek je de open ruimte in de laag van het landgebruik? a Welke informatie kun je afleiden uit straatnamen?

Maar klopt de betekenis van die straatnamen wel? Ook dat kan onderwerp zijn van jouw onderzoek. Misschien ligt er wel helemaal geen bos meer aan de Bosstraat? Zoek op je Geopuntkaart naar namen met een aardrijkskundige betekenis en probeer daarvoor een verklaring te vinden.

VA

N

IN

-­ Straatnamen zoals de Beekstraat, Hoogstraat, Bergstraat, Dalstraat … leren je iets over het reliëf. -­ Straatnamen zoals de Heidebaan, Bosstraat, Polderstraat, Akkerstraat … geven een aanwijzing over de vegetatie en het bodemgebruik. -­ Straatnamen zoals de de Antwerpse Steenweg, Gentstraat, Naamse Poort … verwijzen naar een nabijgelegen plaats waarheen de weg leidt. -­ De betekenis van straatnamen zoals Kerkplein, Schoolstraat, Molenweg … spreken voor zich. ­- Straatnamen zoals de de Botermarkt, Zwartezustersstraat, Heerbaan, Watermolenstraat … geven ook wat van de geschiedenis van de omgeving prijs.

TF12

b Vind je de buurt van je school een aangename omgeving? Zou je hier willen wonen? Doe een kwaliteitsonderzoek aan de hand van fiche 12.

TF13

c ­

Ga op stap en noteer alle landschapselementen die je tegenkomt op de topografische kaart.

©

­ - Baken vooraf je onderzoeksgebied af aan de hand van (veld)wegen. Je kunt de percelen nog beter afbakenen op een satellietbeeld.

fig. 2.8: route karteren op een kaart 2 VERDER KIJKEN dan je neus lang is

153


­ - Bestudeer tijdens je wandeling alle landschapselementen die je tegenkomt. Waar staan de boerderijen? Wat is de functie van de gebouwen? Herken je het gewas? Loopt er een beekje? Is er een duiker of gemaal? Liggen de velden helemaal vlak of is er ergens een helling?

fig. 2.9: duiker

Bestudeer je het landbouwlandschap in mei of september? Ga dan na of het altijd dezelfde gewassen zijn die op de velden staan. Neem daarvoor de geopuntkaart met de landbouwgewassen van de twee vorige jaren mee. Je hebt al met zo’n kaarten gewerkt in ‘Eten wat de pot schaft’ uit TeleScoop 1. Herken je de gewassen die op de akkers staan? Karteer ze op de topografische kaart.

IN

­ -

fig. 2.10: gemaal

©

VA

N

d Om meer te weten te komen over het landbouwlandschap in je schoolomgeving, kun je ook een boer bevragen. Misschien heeft je leerkracht een afspraak gemaakt met een landbouwer. Overleg in je team over wat je te weten wilt komen en stel een vragenlijst op.

fig. 2.11: runderkweker aan het werk

e Wil je de open ruimte in je schoolomgeving onderzoeken? Wat wil je daarmee te weten komen? Formuleer je onderzoeksvraag en hypothese.

154

Ben jij een buitenbeentje?


8 Hoe onderzoek je de bebouwde ruimte in de laag van het grondgebruik? a Woon je in een grote stad of een verstedelijkte of landelijke gemeente? Dan is het interessant om de bebouwing te onderzoeken. Voor dat onderzoek kun je op verschillende manieren gegevens verzamelen. Je kunt bijvoorbeeld de functies van de gebouwen op een kaart noteren. Daarvoor gebruik je best de basiskaart van Geopunt die je in zwart-wit afdrukt. Daarop vind je elk gebouw en elk perceel terug. Op dezelfde manier kun je ouderdom, functies en types van bebouwing (verspreid, lint, kernen) bestuderen. Spreek af welke afkortingen jullie gebruiken en hoe je legende er zal uitzien. Ook groen en water in de gemeente kun je inkleuren.

VA

N

IN

T15

fig. 2.12: luchtfoto van Hasselt

TF17

b Vat post in een drukke winkelstraat of een winkelcentrum aan de rand van de stad. Onderzoek waar de voorbijgangers vandaan komen, wat ze komen doen in de stad, hoe vaak ze komen, welke veranderingen ze de laatste tijd zien … Bepaal vooraf je onderzoeksvraag en stel een vragenlijst op.

©

TF16

c

Ligt je school aan een drukke straat of een spoorweg of maken auto’s die over een kasseiweg rijden veel lawaai? Gebruik fiche 17 om de geluidsoverlast te onderzoeken.

fig. 2.13: winkelstraat in Antwerpen

TF18

d Lijkt het je leuk om in je schoolomgeving te wonen? Of juist niet? Onderzoek de tevredenheid van buurtbewoners met behulp van een tevredenheidstabel. Die vind je bij terreinfiche 18. Doe ook eens de test op het onlinelesmateriaal. Beantwoord de twintig vragen en op basis van je antwoorden toont de site hoe je omgeving er in de toekomst zou kunnen uitzien.

TF19

e Is er recreatie of toerisme te vinden in je schoolomgeving? Ook dat kan een interessant onderzoeksonderwerp opleveren! Bedenk wat je kunt onderzoeken en verdeel de taken in je team.

2 VERDER KIJKEN dan je neus lang is

155


TF20 9 Jullie hebben verschillende onderzoeken uitgevoerd. Focus nu op de veranderingen in het landschap. a Onderzoek veranderingen op het terrein. Enkele voorbeelden: ­

-

Natuurlijke oorzaken kunnen het landschap veranderen. Denk aan een storm die op het strand kliffen tot twee meter kan vormen.

-

Kijk goed rond en duid op je topografische kaart aan waar er nieuwe wegen, shoppingcentra of woonwijken worden aangelegd. Werden daarvoor gebouwen afgebroken? Werd er een speelplein of parkje aangelegd?

-

In steden worden rivieren opnieuw blootgelegd en worden straten verkeersluw gemaakt.

-

Landbouwgewassen veranderen van jaar tot jaar en landbouwgrond wordt bebouwd met stallen, manèges, serres …

-

Ook de klimaatverandering kan tot wijzigingen in in het landschap leiden: hogere dijken, windmolens …

©

VA

N

IN

fig. 2.14: kliffen op het strand van Bredene na een storm (2017)

fig. 2.15: bouw van appartementsblok op de dijk van Blankenberge

b Onderzoek veranderingen in de klas. Gebruik daarvoor de websites bij het onlinelesmateriaal over toenemende bebouwing in Vlaanderen. ­ ­

156

Je kunt oude topografische kaarten opzoeken via de Cartesiuskaarten op het onlinelesmateriaal. Misschien wil je weten hoe je straat er 250 jaar geleden uitzag. Maak dan een Geopuntkaart van de Ferrariskaart en zoek de verschillen.

Ben jij een buitenbeentje?


3 ALLE KAARTEN OP TAFEL 1

Kaart even na. a Leg al je gegevens, notities en kaarten op tafel. b Lees je onderzoeksvraag nog eens aandachtig. c

Formuleer een besluit. Komen je resultaten overeen met je hypothese? Vul je antwoord aan op p. 144.

d Vraag je met je team af hoe dat komt en noteer dat ook op p. 144. 2 Onderzoek de verticale en horizontale relaties. a Welke landschapslagen heb je met je team onderzocht?

IN

b Onderzoek de horizontale relaties in de laag landgebruik en de verticale relaties tussen de verschillende lagen. horizontale relaties in de laag landgebruik verklaring

en

en

VA

N

tussen:

verticale relaties tussen landschapsvormende lagen

tussen:

©

verklaring

en

en

3 Alle kaarten op tafel

157


c

Duid de relaties uit de tabel aan op de figuur.

- -

Markeer de lagen die een rol spelen. Duid de relaties aan met pijlen.

kaart van het landgebruik

VA

reliĂŤfkaart

N

klimaatkaart

IN

vegetatiekaart

bodemkaart

Š

kaart van de ondergrond

landschap

158

Ben jij een buitenbeentje?


3 Stel je eigen aardrijkskundige excursiebundel samen. Breng al je materiaal (foto’s, tekeningen, kaarten, besluiten …) samen tot een verzorgd geheel. Geef er een persoonlijke toets aan. 4 Reflecteer over je werk. a

Hoe verliep dit aardrijkskundig onderzoek voor jou en je team? Sta even stil bij de volgende vragen: - Wat ging er goed? - Wat was jouw rol in het geheel? - Wat liep anders dan verwacht? - Wat zou je anders kunnen doen een volgende keer? - Welk verder onderzoek zou je nog kunnen doen?

IN

b Vul de reflectiewolk aan.

Welke NIEUWE IDEEËN heb ik gekregen?

N

Wat heb ik GELEERD?

VA

©

Wat ging GOED?

Wat ga ik VERANDEREN?

3 Alle kaarten op tafel

159


Checklist helemaal begrepen

Wat kan ik?

hier kan ik nog groeien

Ik kan een aardrijkskundige onderzoeksvraag opstellen.

143

Ik kan bij mijn onderzoeksvraag een hypothese formuleren.

144

Ik kan een werkmethode bedenken om mijn onderzoek uit te voeren.

145

Ik kan een stappenplan opstellen.

145

Ik kan de juiste kaarten maken aan de hand van Topomapviewer en Geopunt.

146 en TF1 147

Ik kan met mijn teamgenoten de rollen van het groepswerk verdelen.

148

IN

Ik kan aan de hand van mijn stappenplan en het overzichtsschema de terreinfiches kiezen die ik bij mijn onderzoek nodig heb.

145

Ik kan het landschap onderzoeken aan de hand van zelfgemaakte foto’s en tekeningen.

148

Ik kan op een kaart de landschapselementen die ik zie noteren.

149

Ik kan mijn onderzoek volgens de richtlijnen in de terreinfiches uitvoeren.

150156

Ik kan mijn resultaten en metingen correct noteren.

150156

VA

N

Ik kan een lijst met het nodige materiaal voor mijn onderzoek opstellen en weet hoe die te gebruiken.

157

Ik kan mijn besluiten vergelijken met mijn hypothese.

144

Ik kan de horizontale en verticale relaties in mijn onderzoek herkennen en benoemen.

157158

Ik kan samen met mijn teamgenoten de resultaten samenvoegen tot een geheel.

159

Š

Ik kan uit mijn resultaten een besluit trekken.

Ik kan reflecteren over mijn onderzoek en nagaan wat goed ging en wat beter kon. Denk je dat je alles begrepen hebt in dit thema? Ga dan naar het onlinelesmateriaal en oefen verder.

160

p.

Ben jij een buitenbeentje?

159


WOORDENLIJST Thema Ben jij een buitenbeentje? hoofdstuk 1

2

term

definitie

in je eigen woorden

de algemene kaart

overzichtskaart met zo veel mogelijk landschapselementen

de biotoop

natuurlijke omgeving waarin planten en dieren leven

het debiet

hoeveelheid water (in m³ of liter) die per seconde door een bepaalde doorsnede van een rivier stroomt

IN

2

2

de duiker

hier: buis die onder een weg loopt en waterlopen (zoals sloten en beken) met elkaar verbindt

2

het gemaal

hier: pompinstallatie om water van een lager naar een hoger gelegen gebied te pompen Gemalen staan meestal aan dijken.

2

N

een kaart maken of op een kaart aanduiden

de recreatie

de thematische kaart

besteding van vrije tijd aan plezier en ontspanning

kaart die enkel gegevens bevat over een bepaald thema (bv. landbouwgewassen, reliëf, bodem, klimaat …)

©

1

karteren

VA

2

2

1

het toerisme

vorm van recreatie gericht op het reizen en verblijven buiten de eigen omgeving

de topografische kaart

algemene kaart met zo veel mogelijk landschapselementen

Woordenlijst

161


IN N 0

50 km

VA © 162

REFERENTIEKAART VAN BELGIË


REFERENTIEKAART VAN EUROPA

163

0

L

40°N

50°N

60°N

500

M

R

D

1000 km

© L

20°W

l

P

B

A

B

R

O

P

S

V

K

B

L

W Z

P

S

B

N

VA

Noo rdp oolc irke

T

B

B

S

A

S

V

R

T

H

B

M

IN W

20°O

C

I

K

40°O

M

60°O

bergketens

staatsgrenzen

rivieren

belangrijke steden


164

REFERENTIEKAART VAN DE WERELD

0

op de evenaar

3000 km

© N

VA IN

zuidpoolcirkel

steenbokskeerkring

evenaar

kreeftskeerkring

noordpoolcirkel



tele scoop

Chris Van Broeck Ruben Foubert Matthias Herreman Bert Rondeaux

2

Tim Slootmans

tele scoop 2

Annemie Van Cleemput

Leer zoals je bent Ontdek het onlineleerplatform: diddit. Vooraan in dit boek vind je de toegangscode, zodat je volop kunt oefenen op je tablet of computer. Activeer snel je account op www.diddit.be en maak er een geweldig schooljaar van!

ISBN 978-90-306-9505-9 594164

73566_TELESCOOP COVER 2_V3.indd Alle pagina's

vanin.be

16/06/20 08:46


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.