TaalRecht 1.1 - hoofdstuk 1

Page 1

Thema 1:

Welkom

Dit leer ik

Ik kan het zo

< < < < < <

• Ik zeg wie ik ben, welke taal ik spreek en waar ik woon. • Ik vraag persoonlijke informatie. • Ik vul een cursistenkaart in. • Ik zeg en vraag een telefoonnummer. • Ik lees en begrijp de informatie op mijn identiteitskaart. • Ik geef iets en zeg 'dank je'.

< < < < < <

< < < < < <

< < < < < <

1 WELKOM

DVD | 01

1 Hassan komt thuis. Hij ziet Hilde. Hilde heeft een zware tas. Hassan helpt Hilde.

rlands te Meer filmpjes om Nede edbox.be. leren vind je op www.n atie in jouw taal. Klik op HELP voor inform

2 Schrijf het nummer van de foto.

1

2

3

4

5

6

Kom binnen.

Wablieft? Ik begrijp het niet.

Dag meneer. Ik heet Hilde. Ik ben de buurvrouw. Dag mevrouw. Mijn naam is Hassan. Ik ben de buurman.

Alsjeblieft. Dank je. Dag. Tot ziens.

Ik spreek Arabisch. En een beetje Nederlands.

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

13


2

HOE HEET JIJ? 1 Luister. Goedemorgen / goedemiddag / goedenavond. Ik ben de leerkracht. Ik heet

.

Ik spreek Nederlands en een beetje

.

Dag meneer / dag mevrouw. Hoe heet jij? Ik heet

.

Welke taal spreek jij? Ik spreek

TA AL TA AK

.

2 Rol: communicator Spreek met een klasgenoot. Zeg: Goedemorgen / goedemiddag / goedenavond. Vraag

Hoe heet jij?

Welke taal spreek jij?

Antwoord

Ik heet ...

Ik spreek ... en een beetje ...

Klasgenoot 1 Klasgenoot 2 Klasgenoot 3 Klasgenoot 4 Zeg: Dag meneer / dag mevrouw.

14

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10


3

DE KLASGENOTEN 1 Welke vraag? Trek een streep.

CD | 1-3

Hoe heet jij? Welke taal spreek jij? Waar woon jij? Uit welk land kom jij?

• • • •

• • • •

geboorteland moedertaal woonplaats naam

2 Schrijf de naam van de klasgenoten: Hassan, Yurek, Pei Le.

Naam:

Moedertaal: Arabisch Woonplaats:

Antwerpen

Geboorteland: Irak

Naam:

Moedertaal: Pools Woonplaats:

Antwerpen

Geboorteland: Polen

Naam:

Moedertaal: Chinees Woonplaats:

Gent

Geboorteland: China

TA AL TA AK

3 Rol: cursist Schrijf jouw cursistenkaart.

Naam:  Moedertaal:  Woonplaats:  Geboorteland:

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

15


4

EEN VRAAG 1 Wie hoor je?

CD | 4

spreekt met en met 2 Vraag en antwoord. Trek een streep. Yurek Hoe heet jij? Welke taal spreek jij? Waar woon jij? Uit welk land kom jij?

• • • •

• • • •

Ik spreek Pools en een beetje Nederlands. Ik heet Yurek. Ik kom uit Polen. Ik woon in Antwerpen.

• • • •

• • • •

Ik kom uit China. Ik heet Pei Le. Ik woon in Gent. Ik spreek Chinees.

• • • •

• • • •

Ik spreek Arabisch en een beetje Nederlands. Ik kom uit Irak. Ik woon in Antwerpen. Ik heet Hassan.

Pei Le Hoe heet jij? Welke taal spreek jij? Waar woon jij? Uit welk land kom jij?

Hassan Hoe heet jij? Welke taal spreek jij? Waar woon jij? Uit welk land kom jij?

16

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10


TA AL TA AK

3 Rol: communicator Zoek een klasgenoot. Ja, ik begrijp het. Wablieft?

Begrijp je het? Nee, ik begrijp het niet.

Wie is jouw klasgenoot? Vraag: • Hoe heet jij? • Welke taal spreek jij? • Waar woon jij? • Uit welk land kom jij?

Klasgenoot 1

Naam:  Moedertaal:  Woonplaats:  Geboorteland:

Klasgenoot 2

Naam:  Moedertaal:  Woonplaats:  Geboorteland:

Klasgenoot 3

Naam:  Moedertaal:  Woonplaats:  Geboorteland:

Klasgenoot 4

Naam:  Moedertaal:  Woonplaats:  Geboorteland:

Vind je dit moeilijk? Maak dan een blauwe oefening op pagina 29.

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

17


EX TR A

4 Schrijf op de kaart. • • • •

Schrijf de naam van de leerkracht op het label. Schrijf jouw naam en jouw land op het label. Schrijf de naam en het land van de vier klasgenoten. Heb je een grote kaart? Hang de kaart aan de muur in de klas en schrijf alle namen, landen, talen.

NA AM LE ER KR

AC HT:

JO UW NA AM

:

LA ND :

LA ND :

KLASG

E N O OT

2:

L AND:

KLAS GENO OT 1: LAND :

18

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10


5

JA OF NEE? 1 Wat hoor je? JA of NEE? Ik ben Hasssan. Dit is mijn klasgenoot Pei Le. Ben jij een vrouw, Pei Le?

JA / NEE

Is jouw moedertaal Chinees, Pei Le?

JA / NEE

Ik ben Hassan. Ben jij een vrouw, Yurek?

JA / NEE

Is jouw moedertaal Russisch, Yurek?

JA / NEE

ja

sim

In jouw taal?

non

nee

no

nein

yes

да

нет

Dit is mijn klasgenoot Yurek.

oui

CD | 5

não

JA = NEE = 2 JA of NEE? Onderstreep. Ben jij een vrouw?

JA / NEE

Ben jij een man?

JA / NEE

Ben jij de leerkracht?

JA / NEE

Is jouw moedertaal Russisch?

JA / NEE

Is jouw moedertaal Frans?

JA / NEE

Spreek jij een beetje Nederlands?

JA / NEE

Is de leerkracht een man?

JA / NEE

Is de leerkracht een vrouw?

JA / NEE

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

19


ben - bent - is

ik - mijn / jij - jouw

Ik ben Hassan. Jij bent Pei Le. Ben jij Pei Le? De leerkracht is een man.

Ik heet Hassan. Mijn naam is Hassan. Wie ben jij? Wat is jouw naam?

3 Lees samen met een klasgenoot. • Ben jij mijn buurman? • Ja. Ik ben Hassan. Mijn naam is Hassan Sadiq. En jij bent mijn buurvrouw! • Ja, ik ben Hilde. Ik ben jouw buurvrouw. • Is dit jouw hond? • Ja, dit is mijn hond, Billie. 4 Schrijf: BEN / BENT / IS. Kijk en controleer. •

jij mijn buurman?

• Ja. Ik

Hassan.

Mijn naam

Hassan Sadiq.

En jij

mijn buurvrouw!

• Ja, ik

Hilde.

Ik

jouw buurvrouw.

dit jouw hond?

• Ja, dit

mijn hond, Billie.

5 Schrijf: IK - MIJN / JIJ - JOUW. Kijk en controleer. • Ben

buurman?

• Ja.

ben Hassan. naam is Hassan Sadiq.

En

bent

• Ja,

buurvrouw!

ben Hilde. ben

• Is dit

buurvrouw. hond?

• Ja, dit is

hond, Billie.

Vind je dit moeilijk? Maak dan een blauwe oefening op pagina 29.

20

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10


6

DE SCHOOL VAN HASSAN 1 Hoe zeg je het?

CD | 6

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

nul

één

twee

drie

vier

vijf

zes

zeven

acht

negen

tien

Doe je boek dicht. Tel van 0 tot 10. 2 Wat is correct? Schrijf een kruisje X. CD | 7

Telefoonnummer de school

091 663 790

091 542 111

091 333 569

091 254 680

het secretariaat

091 42 111

091 254 680

091 663 790

091 333 569

de directeur

091 254 680

091 663 790

091 333 569

091 542 111

de leerkracht

091 333 569

091 254 680

091 663 790

091 542 111

3 Werk samen met een klasgenoot. Jij bent klasgenoot A of klasgenoot B. Leg een blad op A of B. Lees het groene vak. Zeg het telefoonnummer. Controleer je klasgenoot. Vind je dit moeilijk? Lees dan eerst de witte vakken. Klasgenoot A

Klasgenoot B

Alarmnummer Europa

112

Alarmnummer Europa één één twee

112

Info Vlaanderen één twee nul zeven

1207

Info Vlaanderen

1207

Stad Hasselt

011 23 90 11

Stad Hasselt 011 23 90 11 nul één één twee drie negen nul één één

Card Stop 070 344 344 nul zeven nul drie vier vier drie vier vier

Card Stop

Politie Antwerpen

Politie Antwerpen 0800 12312 nul acht nul nul één twee drie één twee

0800 12312

070 344 344

Politie Brussel 02 279 77 11 nul twee twee zeven negen zeven zeven één één

Politie Brussel

Toerisme Amsterdam

Toerisme Amsterdam 020 625 28 69 nul twee nul zes twee vijf twee acht zes negen

020 625 28 69

Bibliotheek Gent 09 266 70 00 nul negen twee zes zes zeven nul nul nul

1

2

3

4

02 279 77 11

Bibliotheek Gent

5

6

7

8

09 266 70 00

9

10

21


Klasgenoot A

Helpdesk

Klasgenoot B

078 18 88 89

Helpdesk 078 18 88 89 nul zeven acht één acht acht acht acht negen

Museum Oostende 059 50 81 18 nul vijf negen vijf nul acht één één acht

TA AL TA AK

Museum Oostende

059 50 81 18

4 Rol: communicator Zeg jouw telefoonnummer aan de leerkracht.

Vind je dit moeilijk? Maak dan een blauwe oefening op pagina 30. Vind je dit gemakkelijk? Maak dan een gele oefening op pagina 31.

7

DE IDENTITEITSKAART Trek een streep. Vergelijk met jouw identiteitskaart. Controleer. Naam •

• M

Voornamen •

• Sadiq

Geslacht •

• 90.02.12-555.36

Geboorteplaats en -datum •

Nationaliteit •

• 594-5528954-84

Kaartnr. •

• Baghdad 12 FEBR 1990

Geldig van - tot •

• Hassan

Handtekening van de houder •

• 09.12.2016 - 09.12.2021

Identificatienummer van het rijksregister •

LE ER TI P

• Irakees

Corrigeert de leerkracht een woord? Schrijf het correcte woord 3 keer.

Vind je dit moeilijk? Maak dan een blauwe oefening op pagina 30.

22

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10


8

ALSJEBLIEFT / DANK JE

de portefeuille de zakdoek

De tas van Hilde de gsm

de sleutel

de donut

de euro

1 Wat zit in jouw tas? Wat zit in jouw boekentas? Zoek het op!

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

23


2 Werk samen met 3 klasgenoten. Wat zit in de tas van jouw klasgenoot? Teken en schrijf 1 ding. Schrijf de naam. De tas van de leerkracht

De tas van

De tas van

De tas van

de agenda

TA AL TA AK

3 Rol: communicator Alsjeblieft. / Dank je. Leg 1 ding op de tafel. Vraag 1 ding aan je klasgenoot. Mag ik jouw portefeuille? Mag ik jouw sleutels? Alsjeblieft, mijn portefeuille. Alsjeblieft, mijn sleutels. Dank je. Dank je.

Mag ik jouw gsm?

Alsjeblieft, mijn gsm.

Dank je.

Vind je dit gemakkelijk? Maak dan een gele oefening op pagina 31.

24

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10


9

DE BLOG VAN HASSAN 1 Lees de blog van Hassan. Zoek de moeilijke woorden op.

De blog van Hassan HOME

OVER

CO N TAC T

Ik ben Hassan, Hassan Sadiq. Ik kom uit Irak. Ik woon in België. België is een klein land. België is in Europa. Mijn buurvrouw spreekt Nederlands en een beetje Antwerps. Nederlands is moeilijk. Spreken is moeilijk. Luisteren is gemakkelijk. Schrijven is moeilijk. Lezen is gemakkelijk. Ik krijg hoofdpijn van Nederlands.

2 Wie ben jij? Wat is moeilijk?

HOME

OVER

CO N TAC T

• Ik ben ... • ... is moeilijk.

Oefen extra online op diddit.be!

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

25


DIT LEER IK

HOE ZEG JE HET? Dag meneer. Dag mevrouw. Ik heet ... Mijn naam is ... Ik ben ...

Ik spreek ... Ik spreek een beetje Nederlands. Ik kom uit ...

NIEUWE WOORDEN Wie ben jij? de man, de mannen de vrouw, de vrouwen de buurman de buurvrouw de klasgenoot, de klasgenoten de leerkracht de naam, namen de moedertaal Nederlands de woonplaats het land, de landen moeilijk / gemakkelijk / een beetje

Het telefoonnummer 0 nul 1 één 2 twee 3 drie 4 vier 5 vijf 6 zes 7 zeven 8 acht 9 negen 10 tien Werkwoorden heten - Ik heet Hassan. wonen - Ik woon in Antwerpen. spreken - Ik spreek Arabisch. begrijpen - Ik begrijp het niet. komen uit - Ik kom uit Irak. luisteren - Ik luister naar de cd. schrijven - Ik schrijf mijn naam op de kaart. lezen - Lezen is gemakkelijk.

de zakdoek, de zakdoeken de tas de tassen de portefeuille, de portefeuilles de gsm, de gsm’s de donut, de donuts de euro, de euro’s de sleutel, de sleutels de identiteitskaart Groeten goedemorgen goedenavond goedemiddag

26

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10


GRAMMATICA Het werkwoord ZIJN

JA-NEE-vragen

Ik ben een Belg. Jij bent een Belg. Ben jij een Belg? Yurek is een Pool.

Ben jij mijn buurvrouw? Ja, ik ben jouw buurvrouw.

ik - mijn / jij - jouw

Wie? Waar? Welke? Wat?

Ik ben Hassan. Mijn moedertaal is Arabisch. Jij bent Yurek. Jouw moedertaal is Pools.

Wie ben jij? Ik ben Hassan. Waar woon jij? Ik woon in Antwerpen. Welke taal spreek jij? Ik spreek Arabisch. Wat zit in de tas? Sleutels.

Is jouw moedertaal Chinees? Nee, mijn moedertaal is Pools.

UITSPRAAK CD | 8

Wat hoor je? Schrijf een kruisje X. Oefen de woorden met een kruisje.

EE (lang)

E (kort) X

l...k-ker ik spr...k de l...r-kracht w...l-ke de B...lg ik h...t

O (kort)

E (kort) CD | 9

X

de p...r-tefeuille z...s t...t ziens welk...m ik b...n ik k...m

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

27


+R CD | 10

-R X

t...ien ik sp...eek het appa...tement lekke... de t...as de g...sm ik begr...p

IJ / EI

EU CD | 11

X

j... de sl...-tel v...f ik begr...p de d...r de ...-ro

CD | 12

28

Wat hoor je? Schrijf een kruisje X. Oefen de zinnen met een kruisje. Dank je.

o O

O o

Wablieft?

o O

O o

Welkom.

oO

Oo

Lekker.

oO

Oo

Alsjeblieft.

o o O

oOo

Begrijp je het?

OoOo

oOoo

Ik begrijp het.

ooOo

oOoO

Ik begrijp het niet.

ooOoO

OOoOo

Goedemorgen.

oOoO

OoOo

Goedemiddag.

OOoo

OoOo

Goedenavond.

oOoO

OoOo

Tot ziens.

oo

OO

Kom binnen.

oOo

ooO

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

X


IK OEFEN EXTRA

4

EEN VRAAG 1 Leg een blad op de blauwe kolom. Geef het antwoord. Leg dan een blad op de witte kolom. Zeg of schrijf de vragen.

Antwoorden

Vragen Naam - Hoe heet jij? Moedertaal - Welke taal spreek jij? Woonplaats - Waar woon jij? Geboren in - Uit welk land kom jij?

Ik heet ... Ik spreek ... Ik woon in ... Ik kom uit ...

2 Leg een blad op de blauwe kolom. Zeg of schrijf de vraag.

Correct naam moedertaal woonplaats geboorteland

5

Hoe heet jij? Welke taal spreek jij? Waar woon jij? Uit welk land kom jij?

JA / NEE Leg een blad op de blauwe kolom. Kijk en controleer.

Correct

Vul in: IK - MIJN ben een cursist Nederlands.

Ik

naam is Yurek.

Mijn

Pools is

moedertaal.

mijn

woon in Antwerpen.

Ik

Correct

Vul in: JIJ - JOUW Wie ben

?

Hoe heet

jij

?

Wat is

jij

moedertaal?

Spreek

jouw

ook Nederlands?

Is

jij

leerkracht een man?

1

2

3

4

jouw

5

6

7

8

9

10

29


Correct

Vul in: BEN - BENT - IS Jij

een cursist Nederlands. jij ook een leerkracht?

Ben

jij een leerkracht Chinees?

Ben

Chinees jouw moedertaal?

Is

een taal uit China.

is

Chinees

6

bent

DE SCHOOL VAN HASSAN Leg een blad op de blauwe kolom. Zeg het nummer. Kijk en controleer. Correct 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

7

Correct

nul één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien

4 7 3 1 2 0 9 10 5 8 6

Correct

vier zeven drie één twee nul negen tien vijf acht zes

10 1 9 6 2 7 4 0 5 8 3

tien één negen zes twee zeven vier nul vijf acht drie

DE IDENTITEITSKAART Leg een blad op de blauwe kolom. Wat is het? A of B? Kijk en controleer. A Voornamen Geboorteland en -datum Rijksregisternummer Nationaliteit Geslacht Handtekening Kaartnr. Naam Geldig van - tot -

Maria Anna K. Belg 890877854 Gent 3/4/1968 V 12/08/2016-12/8/2021 68.04.03-454.25 Vandenborre

30

1

B

2

3

4

5

6

Correct

Naam Nationaliteit Kaartnr. Geboorteplaats en -datum Voornamen Geldig van - tot Rijksregisternummer Geslacht Handtekening

7

8

9

10

A B B B A B B A B


IK OEFEN EXTRA

6

DE SCHOOL VAN HASSAN Leg een blad op de gele kolom. Lees. Zeg plus (+) of min (-). Kijk en controleer. Controleer 5+3=8 1+2=3 4 + 6 = 10 9-6=3 10 - 5 = 5 8-7=1

8

Controleer

vijf plus drie is acht één plus twee is drie vier plus zes is tien negen min zes is drie tien min vijf is vijf acht min zeven is één

8 + 1 = ... 3 + 4 = ... 5 + 5 = ... 10 - 3 = ... 8 - 6 = ... 9 - 5 = ...

acht plus één is negen drie plus vier is zeven vijf plus vijf is tien tien min drie is zeven acht min zes is twee negen min vijf is vier

ALSJEBLIEFT / DANK JE Zoek de woorden: ACHT / LEKKER / BUURVROUW / WELKOM / LEERKRACHT / SPREKEN / BEGRIJPEN / GSM / WABLIEFT / EURO / KOEK C

N

X

O

B

M

U

L

O

B

A

S

U

C

U

O

U

E

Q

E

W

I

Y

J

U

K

O

E

K

G

N

E

K

E

R

P

S

R

L

R

Y

U

L

G

V

G

H

K

E

I

E

T

L

K

R

G

Q

R

K

J

I

E

U

R

O

S

R

A

K

P

B

I

C

G

U

M

N

C

E

E

T

H

C

A

W

T

Q

H

R

N

W

A

B

L

I

E

F

T

X

Q

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

31


LIEDJE

IK KOM UIT EEN LAND Ik kom uit Irak, Afghanistan,

Ik kom uit een land ver van

.

uit Bulgarije of uit Turkije,

Het is wel fijn om hier te zijn,

Marokko, China en Japan,

maar ik denk aan mijn land en dat doet pijn.

uit Libanon of Pakistan. Syrië, India, Bangladesh, Ik kom uit een land,

ik kom uit Albanië, of uit Somalië,

ik kom uit een land ver van hier.

Chili, Polen en Tibet.

Ik kom uit een

ver van hier.

Alle landen A tot Z.

Het is wel fijn om hier te zijn, maar ik denk aan mijn land en dat doet pijn.

Ik kom uit een land, ik

Congo, Ghana, Kazachstan,

uit een land ver van hier.

Ik kom uit een land ver van hier. Tunesië,

ik kom uit Roemenië of

Het is wel fijn om hier te zijn,

Tsjechië, Thailand of Soedan,

maar ik denk aan mijn land en dat doet pijn.

Egypte, Rusland of Iran.

Ja, het is fijn om hier te zijn, maar ik denk aan mijn land en dat doet

Ik kom uit een land,

.

ik kom uit een land ver van hier.

1 Luister naar het liedje. Lees de tekst. Vul de woorden in. CD | 13

2 Uit welk land kom jij? Omcirkel jouw land of schrijf jouw land hier: 3 Welke taal / talen spreken de mensen in jouw land? 4 Welke nationaliteit hebben de mensen in jouw land? 5 Juist of fout? Schrijf een kruisje X.

fout

juist De zanger komt uit België. De zanger komt uit een ander land. De zanger vindt het leuk in België. De zanger mist zijn land.

32

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10


DRAAIKAARTJES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

33


#

34

de portefeuille

de tas

de donut

de zakdoek

de sleutel

de gsm (gee / es / em)

goedemorgen

de identiteitskaart

goedenavond

goedemiddag

de leerkracht

de klasgenoot

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.