Traject Nederlands 3 D/A - proefhoofdstukken

Page 1

oo

fh

oe

pr

N

uk © VA

fd st

IN

ERK EERW

L BOEK


OEK

RKB ERWE

pr oe

fh o

of d

st

uk

©

VA

N

IN

LE

Patrick Arnou Alexander Colin Sofie Costermans Frederik De Ridder Ulrik De Roover Marie Diels Nikolai Dobbelaere Hanne Goossens Zoë Meerkens Lore Praet Elke Stasseyns Glenn Van Belleghem Annelies Van Laere Saskia Yperzeele


Inhoud Traject 3 d/a Les 1 Les 2 Les 3 Les 4

Leesvaardigheid – Wat is jouw startpositie? Kortfilms bespreken en vergelijken Spelling van het werkwoord Soorten verhalen

nog aan te vullen in voorlaatste proef

Literatuursuggesties 1

XX XX XX XX

XX

Communicatieschema en teksttypes Spreekwoorden, uitdrukkingen en zegswijzen

©

uk

Les 7 Woordsoorten Les 8 Ruimte in verhalen Les 9 Strategieën bij luisteren en kijken Les 10 Hoofdletters en tekstopbouw Les 11 Stiftgedichten Les 12 Media en ik

VA

Tussenstop 1

N

Les 5 Les 6

XX

IN

Starten met Traject Nederlands 3

st

Tussenstop 2

fh o

of d

Les 13 Nieuwsberichten aantrekkelijk maken Les 14 Notities nemen Les 15 Beeldtaal in stripverhalen Les 16 Een nieuwsbericht maken Les 17 Zinsdelen Les 18 Fanfictie Tussenstop 3

pr oe

Les 19 Argumenteren Les 20 Hoe fictie en non-fictie met gebeurtenissen omgaan Literatuursuggesties 2 Les 21 Aaneenschrijven van woorden Les 22 Gedichten lezen en beleven Les 23 Het tijdschriftartikel Tussenstop 4

INHOUD  TRAJECT Nederlands 3

3


Les 24 Tekststructuur en signaalwoorden Les 25 Beeldspraak Les 26 Spreken: de tekstinspectie Les 27 Woordtekens Les 28 Register

IN

Tussenstop 5

VA

N

Les 29 Kortverhaal Les 30 Balanstest – receptieve vaardigheden Les 31 Toneeltekst en theateropvoering Les 32 Taal bij dieren Les 33 Een reactie schrijven

pr oe

fh o

of d

st

uk

©

Tussenstop 6

4

INHOUD  TRAJECT Nederlands 3


Starten met Traject Nederlands 3 Hoe ga je met dit boek aan de slag? We leiden je door enkele belangrijke aspecten.

IN

Op weg met Traject

In dit leerwerkboek vind je lessen met verschillende achtergrondkleuren. Lessen met dezelfde achtergrondkleur behoren tot dezelfde stroom.

1

Je gaat na hoe een auteur met tijd speelt om een verhaal te vertellen

2 Je kent de begrippen flashback,

Balanstest – 31 receptieve vaardigheden Je test hoe goed je leesen luistervaardigheid zijn

1

flashforward en cliffhanger

3

3

Je gebruikt woordleerstrategieën om de betekenis van onbekende woorden te vinden

4

Je selecteert en verwerkt informatie uit teksten

De meeste sprookjes beginnen met de zin ‘Er was eens …’. Echt veel komen we daarbij niet te weten over de plaats en tijd van die verhalen. In dit hoofdstuk proberen we wel de tijd in verhalen te achterhalen en verdiepen we ons in hoe een schrijver met tijd kan spelen in een verhaal.

1

1 Je hebt ongetwijfeld al eens een film gezien of een verhaal gelezen waarbij de chronologie van het verhaal niet van begin tot einde gevolgd werd.

balanSteSt luiStervaardigHeid: vlOeKen en ScHelden

Ik vloek dagelijks. Ik erger mij soms als iemand anders vloekt. Ik word op mijn vingers getikt door mijn ouders als ik vloek. Ik vind dat vloeken in bepaalde situaties moet kunnen. Ik vind dat mensen in het algemeen te vaak vloeken.

b Wat kan volgens jou een voordeel zijn van de chronologie in een verhaal verbreken?

¡ ja ¡ ja ¡ ja ¡ ja ¡ ja

1 Geef aan of je de nieuwsberichten interessant vindt om verder te lezen.

b Wat voor soort programma is dit? ¡ soap ¡ quiz ¡ praatprogramma ¡ realityshow

Valentijnswerk Banksy al na 48 uur vernield

Clan Sinds de dood van hun ouders vormen vijf zussen een hechte clan. In het rustige Vredegem maken de vijf zussen Goethals zich klaar voor de begrafenis van Jean-Claude Delcorps, de echtgenoot van een van de zussen.

©

c Wat is het doel van dit filmpje? Duid er twee aan. ¡ overtuigen ¡ informeren ¡ raken ¡ amuseren 3 Bekijk het volledige fragment en los de vragen op. a In welke van deze afbeeldingen wordt gevloekt?

¡

141

LES 14 tijd en SpanningSOpbOuw

Jonge holebi’s in elkaar geslagen in Gent, politie zoekt daders via camerabeelden

literatuur

Vandaag is een wereldwijde ‘palindroomdag’, en wellicht ook de laatste die jij zal meemaken

Nederlands kampioenschap Tegenwindfietsen stopgezet wegens te harde wind

Patiënt aarde maakt de mens ziek

Moeten alle dierproeven verboden worden?

¡

325

receptieve vaardigHeden

LES 15 nieuwSbericHten aantreKKelijK maKen

informatie & communicatie

149

taalinzicht

st

LES 31 balanSteSt –

Meisjes lijken steeds jonger te puberen: ‘We zien al meisjes tussen 7 en 8 jaar die borsten krijgen’

Sharenting: ouders posten foto’s Wolvin Noëlla laat zich voor het van kind ongevraagd online eerst bij daglicht zien

uk

Thuis – seizoensfinale 25 Na het nieuws te horen dat Jasper door een procedurefout opnieuw vrijgelaten is, loopt de spanning hoog op.

Je vat een nieuwsbericht mondeling samen

ben je vlug te verleiden?

Hieronder vind je enkele nieuwstitels en bijhorende beelden.

¡ nee ¡ nee ¡ nee ¡ nee ¡ nee

a Wat is het onderwerp?

2 Bekijk de volgende fragmenten uit Clan en Thuis.

3

Je kunt deze taaltechnieken toepassen in geschreven en gesproken communicatieve situaties

1

2 Bekijk de eerste vijftien seconden van het filmpje. c Kun je ook een nadeel bedenken?

Je kent een aantal belangrijke taaltechnieken om vlotter en gevarieerder te schrijven en te spreken: verwijswoorden, synoniemen, concrete werkwoorden en treffende bijvoeglijke naamwoorden

2

Je neemt schematisch notities tijdens het lezen en luisteren

1 Hieronder vind je vijf stellingen. Welke zijn op jou van toepassing?

a Welk voorbeeld kun je hiervan geven?

Nieuwsberichten aantrekkelijk 15 maken 1

2

Je leert dat elk verhaal zich in een (on)bepaalde 4 historische tijd afspeelt

Je analyseert het verband tussen tijdselementen en spanningsopbouw in verhalen

les

N

les

Tijd en spanningsopbouw

14

VA

les

fh o

Tussenstop 2

1

les

of d

Vooraan elke les zie je de lesdoelen. Die verduidelijken wat je met die les zult bereiken.

wOOrdenScHat

1 Welke woorden in het onderstaande rooster zijn synoniemen van elkaar?

1

Kortverhaal: Oma’s geheim

2

1

Je vertelt hoe je een verhaal ervaart

3 Je let bij het bespreken van het verhaal op de verhaaltechnieken die de auteur gebruikt heeft

2

Je vergelijkt een verhaal met je eigen situatie

4 Je kent de termen thema, vertelperspectief, personage, protagonist, identificatie en verhaallijn

Situeren

a Breng de woorden met een gelijkaardige betekenis samen. b Geef bij elk trio nog een synoniem. alledaags

gangbaar

keuze-

gebruikelijk

ander

algemeen erkend

afgezaagd

onbenullig

optie

2 Vul de juiste woorden aan bij de omschrijvingen. De antwoorden vormen een woordslang: de laatste letter van elk woord vormt de eerste letter van het volgende woord. In de slang zijn die vakjes gekleurd. a gebruik of verbruik

d uitdrukking

b echt

e paradijs

pr oe

1

Na enkele lessen is er een tussenstop. Die herken je aan de oranje achtergrondkleur. In de tussenstops ga je verder aan de slag met de leerstof die je tijdens de voorgaande lessenreeks behandelde. Het gaat hier om een herhaling of een uitbreiding van de leerstof, woordenschat en een creatieve opdracht.

c breekbaar, zacht, fijn

3 In het onderstaande rooster kun je op elke lijn een woord invullen dat een synoniem heeft of uitgelegd wordt in onderstaande lijst. De letters ‘on’ zitten in elk woord. O O

verbruik

N N

O

N

O

N

O

N

inhoud

3

1

liefdevol kijken zorgeloos

2

4

gedesinteresseerd

Als je de letters bij de nummers gevonden hebt, kun je de volgende zin aanvullen: ‘Ik begin maar beter zo vlug mogelijk aan die taak, er is nog veel werk voor de . 1

TUSSENSTOP 2

2

3

4

133

1 Welk geheim deelde je ooit met je oma of opa? a Waarom vertelde je het aan hen? b Hoe gingen ze met dat geheim om?

In de meeste lessen voorzien we bij de opdrachten ruimte om je antwoord te noteren. 2 Welk geheim hebben je grootouders jou ooit toevertrouwd? In sommige lessen geven we je echter eerst het bronmateriaal (bijvoorbeeld een artikel) en de bijhorende a Vond je dat vreemd of zou je dat vreemd vinden? b Zou je dat geheim bewaren? Geef een reden je waarom je dat zou doen en eenop reden een waarom je dat niet instructies, gevolgd door ruimte om te noteren. Zo moedigen we je aan om antwoorden geordende zou doen. manier neer te schrijven. Dat is een mooie voorbereiding op de derde graad, waar je ook zelfstandig zult moeten 3 In deze les lees je het verhaal Oma’s geheim. noteren. a Welk geheim zou dat kunnen zijn? b Hoe zou een schrijver daarmee omgaan?

INHOUD  TRAJECT Nederlands 3

5


bouwen. opmerking over deis. tomatensoep in regel 8 bewijst dat je als lezer van ons samen. Rianne was vier, ik zes. Ik realiseer meop dattedat alweer De bijna tien jaar geleden Ik plof neer op mijn bed en laat mijn tranen de vrije loop. We waren altijd samen, Rianne en ik. Ook die dag … weet dan het personage.

Het was een warme dag. Hartje zomer. Mama stond achter de sorteermachine in de donkere schuur, maar zelfs daar was het niet koel. Het zweet gutste van haar gezicht. In de kas, waar papa en de drie broers aan De passage in regel 46-47 daarentegen bewijst dat je als lezer weet dan het het werk waren, was het helemaal niet uit te houden. Maar ondanks de hitte, ging het werk gewoon door. De tomaten moesten, als altijd, op tijd bij de veiling zijn. personage: je vermoedt dat die ‘kleine tomaatjes’ geen tomaten zijn en dus gevaarlijk kunnen zijn. Gaan jullie maar spelen in de tuin’, zei mama tegen mij. ‘Jij kan best even op Rianne passen. Ik heb het hekje goed gesloten, zodat jullie de tuin niet uit kunnen. O ja, en de schommel is kapot, dus niet gaan chommelen, hoor!’ k knikte trots, ik was tenslotte al zes jaar. ‘Ja mama, ik zal goed op haar passen.’ WaarHeId In VerHalen, WaarHeId In de medIa Over twee uurtjes gaan we eten. Tomatensoep.’ 4 Lekker! Met veel ballen?’ Mét veel ballen’, lachte mama. In de lessen ondersteunen we je met enkele kaders en iconen. Rianne en ik hadden de oude dekens uit de schuur gehaald, ze over het wasrek gedrapeerd en ze met In het verhaal Bittere oogst slaagde de auteur erin om ons als lezer mee te laten leven met Renske en haar jeugdtrauma. knijpers vastgezet. Een mooie tent was het resultaat. Als lezer weten we dat Bittere oogst niet echt gebeurd is, maar beseffen we tegelijk dat het zou kunnen gebeuren. Ik ben zogenaamd de moeder en jij het kind’, zei ik tegen Rianne. De feiten zijn in dat verhaal wel verzonnen, maar niet onmogelijk. Had de auteur gezegd dat Rianne door een alien Ze keek wat beteuterd. ontvoerd was, dan hadden de meesten onder ons dit onmiddellijk als fantasie afgewezen. Oké,’ besliste ik snel, ‘dan ben jij de vader.’

2

Hulpmiddelen

onthouden

266

TRAJECT nederlandS 3

VA

woord

N

grond vallen. Wat eten we, moeder?’ Zogenaamde tomatensoep, vader’, zei ik plechtig. Dat ziet er lekker uit!’ riep vader enthousiast en ze nam een grote slok en nog één, totdat het hele kopje eeg was. Ik was blij dat zij ervan smulde. Zelf had ik maar een klein slokje genomen, omdat ik het eigenlijk helemaal niet lekker vond. Het leek in de verste verte niet op mama’s tomatensoep. Na het eten ging vader lapen in onze mooie tent. Net als papa, die na het eten ook altijd een dutje op de bank deed …

IN

onthouden

Rianne knikte blij. ‘Ja, ik ben zonaamt vader!’ Onthouden-kaders bevatten belangrijke kennis,zich vaardigheden en strategieën. een koken.’ journalist die over zo'n drama in de media rapporteert, strikt aan de feiten houden? Of is er in een Ga maar een stukje fietsen, vader, dan Moet ga ik eten plaats voor uit emoties en interpretatie? Datdrap, bekijken k pakte een emmertje, plukte wat grasnon-fictietekst en blaadjes enook deed er water de gieter bij. De groene die we in deze les. al roerend ontstond, leek nergens op. Toen ik nog eens rondkeek, zag ik de struik. Er zaten kleine, rode omaatjes aan. Zulke kleintjes had ik nog nooit gezien, maar ik zou er vast heel goed tomatensoep van kunnen maken. Net als mama. Ik plukte de tomaatjes, net zoveel tot het emmertje voor de helft gevuld was. grens tussen fictie non-fictie is niet altijd duidelijk. Heel vaak baseren auteurs zich op de Het prutje kleurde langzaam maar zeker van groenDenaar rood. Wat was ik en trots op mijn tomatensoep. werkelijkheid om overdreven of uitgevonden verhalen te vertellen. Soaps zijn hier een duidelijk Vader, vader,’ riep ik, ‘we kunnen eten.’ voorbeeld Snel pakte ik twee plastic bekertjes en vulde ze met de rodevan. vloeistof. Rianne liet zich met een plof op de

lIteratUUr

Onderaan sommige pagina’s tref je de verklaring aan van een woord of uitdrukking op die pagina. Online bij het lesmateriaal vind je bij elke tussenstop een overzicht van de woorden die aan bod kwamen.

les

©

woord

Kortfilms bespreken en 10 vergelijken 1

6 HOe FICtIe en nOn-FICtIe met GeBeUrtenISSen OmGaan

3

1

4

Je kent de kenmerken van 261 het genre kortfilm

Je kent de termen realistisch verhaal, open en gesloten einde, verhaallijn en chronologie, protagonist, antagonist en nevenpersonage weg te helpen.

tip om je op

of d

Je analyseert hoe een auteur een verhaal opbouwt en zijn sommige opdrachten staat een boodschap naar het publiek brengt

2

st

tip Bij

Je vertelt hoe je een verhaal ervaart

uk

zijn borst natmaken: zich voorbereiden op veel tegenstand (uitdrukking) de kas: broeikas, serre draperen: een stuk stof over iets (laten) hangen

KOrtFIlm THE PRESENT

tip

De woordwolk die je daarnet bestudeerde, is een visuele weergave in kernwoorden van een nieuwsbericht uit een krant. Een woordwolk geeft de belangrijkste kernwoorden van een tekst visueel Situeren weer: hoe groter het woord, hoe vaker het woord in de tekst voorkomt.

1 In dit deel bekijk en vergelijk je twee kortfilms.

fh o

a Hou je vangeschreven deze verhalen? Nieuwsberichten worden om zo veel mogelijk gelezen te worden. Journalisten denken dus steeds goed na op welkebmanier zetitels hun berichten Welke ken je? verpakken. In dit deel onderzoek je stapsgewijs een aantal taaltechnieken om de lezer te boeien. 2 Op welke manier verschilt een kortfilm van een gewone film?

Taaltechniek 1 onDERWEG

Onderweg-kaders bevatten leuke weetjes. 3 Lees en bekijk onderstaande informatie over de kortfilm The Present aandachtig.

pr oe

BOB THISSEN EN VRIEND FILMEN HOE ZE AAN onDERWEG BOORD GAAN VAN VERLATEN SCHIP OP ZEE

Jacob Frey is een Duitse regisseur die op wereldwijde filmfestivals al meermaals in de prijzen viel voor zijn kortfilms, hij mag reeds meer 100vriend awards hebben achter zijn schrijven. Zijn kortfilm The Present Bob Thissen dan en zijn in naam Griekenland in 2016 viraalMet op het meer dan 150 miljoen mensen een avontuurging meegemaakt. eeninternet, opblaasbare de film. Hij meenaar aan Walt Disney’s Zootopia en kajak gingenbekeken Bob Thissen enwerkte zijn ook vriend aande Thekust Secretvan Life of Pets. een verlaten Moana schip en voor Elefsina om

beelden te maken van wat ooit een echt schip was. Het varen naar het schip met een opblaasbare kajak en het maken van beelden bleek een moeilijke opdracht! a Waarover denk je dat het verhaal zal gaan?

1 Vind je de krantenkop en lead aangenaam om te lezen? Heeft de journalist de lezer voldoende verleid? Waarom wel/niet?

b Heb je op basis van de poster een vermoeden van wat er in de doos verstopt zit? 2 Welke woorden worden herhaald? a Duid ze met een kleur aan in de tekst.

6

b Vind je die herhaling storend?

Starten met TRAJECT Nederlands 3   3 Herschrijf samen met een medeleerling de titel en lead zodat er meer afwisseling en variatie in


Voorkennis activeren Als je dit icoon ziet, ga je voorkennis activeren. Dat kan gaan om leerstof die je in een voorgaand schooljaar al gezien hebt of onderwerpen die je kent uit je dagelijks leven.

N

Woordenschat Dit icoon geeft aan dat je je woordenschat zult verrijken of strategieën leert om met nieuwe en moeilijke woorden om te gaan.

IN

Differentiatie Het differentiatie-icoon geeft aan dat je met een remediërings- of een verdiepingsopdracht te maken hebt. Je oefent verder op leerstof die je nog niet helemaal onder de knie hebt (remediëring) of je gaat een extra uitdaging aan (verdieping of uitbreiding).

VA

Actief verwerken Eenmaal je kennis of vaardigheden verworven hebt, kun je actief verwerken. Je past wat je leerde zelfstandig toe in een nieuwe situatie.

Play Dit icoon geeft aan dat je een audio- of videofragment zult bekijken of beluisteren.

uk

©

Gamification Doorheen het boek vind je verschillende games. In een bijhorende video leggen we uit hoe je het spel speelt met je medeleerlingen.

KENNISCLIP

pr oe

fh o

of d

st

QR-code Soms is het handig dat je extra lesinformatie of een video- of audiofragment zelf kunt bekijken of beluisteren op je smartphone. Daarom voorzien we QR-codes: scan ze en log in op diddit.

Starten met  TRAJECT Nederlands 3

7


3

Diddit De opdrachten in dit boek worden aangevuld met digitaal lesmateriaal en oefeningen op diddit.

VA

Je kunt vrij oefenen en de leraar kan ook voor jou oefeningen klaarzetten.

N

Leerstof kun je inoefenen op jouw niveau.

IN

het onlineleerplatform bij Traject Nederlands

Hier vind je de opdrachten terug die de leraar voor jou heeft klaargezet.

©

Hier kan de leraar toetsen en opdrachten voor jou klaarzetten.

uk

Benieuwd hoe ver je al staat met oefenen en opdrachten? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.

pr oe

fh o

of d

st

Hier vind je het lesmateriaal per deel (o.a. videobestanden en instructiefilmpjes).

8

Starten met TRAJECT Nederlands 3


les

Leesvaardigheid – Wat is jouw startpositie?

1

1

Je test hoe goed je informatie uit teksten kunt halen

2

3

Je controleert of informatie betrouwbaar is

VA

N

Jongeren en media 1 Vul deze korte enquête in. Ik lees meer dan twee keer per week in de krant.

¡ ja

¡ nee

¡ ja

¡ nee

¡ ja

¡ nee

Ik lees bijna dagelijks nieuwsartikelen op mijn smartphone.

¡ ja

¡ nee

Ik denk dat jongeren over 100 jaar nog boeken lezen.

¡ ja

¡ nee

Ik heb al eens een e-book gelezen.

uk

©

Ik lees graag boeken.

st

2 Lees de tekst Jongeren lezen meer dan ooit op p. XX een eerste keer globaal en beantwoord volgende vragen.

onthouden

of d

Bij globaal lezen neem je de tekst volledig door. Je zoekt uit waar de tekst over gaat (het onderwerp). Die informatie vind je meestal in de inleiding, de tussentitels en het slot. Je kijkt ook naar de lay-out (opmaak) van de tekst en de illustraties.

fh o

Op die manier probeer je een algemeen beeld van de tekst te krijgen. Je kunt na het globaal lezen zeggen wat het onderwerp is en of je de tekst in detail wilt verwerken.

a Wat is volgens jou het onderwerp van de tekst? b Welke informatie geeft de inleiding daarover? ¡ ¡ ¡ ¡

Jongeren lezen meer dan vroeger. Jongeren lezen minder dan vroeger. Jongeren lezen meer boeken dan vroeger, maar minder krantenartikels. Jongeren lezen minder boeken dan vroeger, maar meer korte berichten online.

pr oe

1

IN

Je gebruikt woordstrategieën om de betekenis van onbekende woorden te vinden

c Waarom heeft de schrijver deze tekst gemaakt? ¡ ¡ ¡ ¡

om de lezer te informeren om de lezer te ontspannen om de lezer te ontroeren om de lezer te overtuigen

LES 1 Leesvaardigheid – Wat is jouw startpositie?

9


d Geef de tekstsoort en het teksttype. teksttype

¡  informatieve tekst

¡ reisverhaal

¡  persuasieve tekst

¡ medische bijsluiter

¡  opiniërende tekst

¡ nieuwsartikel

¡  prescriptieve tekst

¡  reclametekst

¡  argumentatieve tekst

¡  recept

¡  narratieve tekst

¡  wetenschappelijke studie

IN

tekstsoort

a Welke titel zou ook passen bij dit artikel? ¡ Jongeren lezen geen boeken meer. ¡ Jongeren lezen vooral digitaal. ¡ Jongeren lezen oppervlakkig. b Markeer in elke alinea de belangrijkste zin.

©

¡ Jongeren hebben concentratieproblemen bij het lezen.

VA

N

3 Lees de tekst een tweede keer. Deze keer lees je alles en probeer je de hele boodschap te begrijpen. Beantwoord daarna volgende vragen.

uk

c De tekst bevat negen alinea’s. Elke alinea geeft het antwoord op een vraag. Plaats de juiste vraag bij elke alinea. alinea 1 • • Hoe werken interventies bij het lezen van boeken?

st

alinea 2 • • Wat is immersief lezen?

alinea 3 • • Welk soort lezen promoot Stichting Lezen?

of d

alinea 4 • • Van welke onderzoeksresultaten vertrekt dit artikel? alinea 5 • • Zullen jongeren in de toekomst nog boeken lezen? alinea 6 • • Wat doet Stichting Lezen (rond deze problematiek)? alinea 7 • • Welke voordelen heeft het lezen van boeken?

fh o

alinea 8 • • Wat is transmedia storytelling? alinea 9 • • Welk probleem ontstaat bij digitaal lezen?

d Wat is immersief lezen niet volgens dit artikel?

pr oe

¡ In een leesflow raken bij het lezen van een boek. ¡ Bij het lezen niet taskswitchen of interactieve momenten hebben. ¡ Verplicht boeken lezen. ¡ Helemaal opgaan in een verhaal.

e Welke stelling over Stichting Lezen is juist? ¡ Stichting Lezen wil het digitaal lezen bij jongeren vervangen door lezen op papier. ¡ Stichting Lezen wil het immersief lezen promoten: ze willen dat jongeren meer tijd steken in langere teksten. ¡ Stichting Lezen verplicht jongeren om boeken te lezen ¡ Stichting Lezen vreest dat jongeren in de toekomst geen boeken meer gaan lezen.

10

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


f Waarvan zijn deze boeken een voorbeeld? ¡ diepleeservaringen ¡ interventieverhalen ¡ transmediaverhalen

uk

©

VA

N

IN

¡ mediamultitasken

st

JONGEREN LEZEN MEER DAN OOIT

Muriel Janssen

fh o

of d

Jongeren lezen steeds minder boeken. Tegelijkertijd zijn ze twee uur en twaalf minuten per dag bezig met communiceren via sociale media. En daarbij wordt wel veel gelezen en geschreven. Als whatsappen, e-mailen en twitteren vormen zijn van lezen, dan lezen we volgens Stichting Lezen meer dan ooit.

pr oe

Wanneer we naar de traditionele media (krant, tijdschrift) kijken, gaat de leestijd bij jongeren achteruit. Volgens de Leesmonitor van Stichting Lezen lazen 13- tot 19-jarigen in 2013 nog 23 minuten per dag, in 2015 was dat nog maar 10 minuten. En die daling zet zich voort. Daarentegen zijn jongeren steeds meer actief op sociale media en brengen

ze wel vier keer zoveel tijd door op het web als 65-plussers.

Waarom lezen? Jelle Jolles, hoogleraar Neuropsychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, schreef in januari 2018 een artikel over de redenen waarom

woord de ontplooiing: groei, ontwikkeling de consequentie: gevolg de empathie: je inleven in de emoties van andere mensen

LES 1 Leesvaardigheid – Wat is jouw startpositie?

11


leeservaringen. ‘Dit is wel een punt van zorg voor ons’, zegt Bakker.

Sociale media Stichting Lezen promoot het traditionele lezen: het immersief lezen. Lange tijd met een lange concentratieboog. ‘Wij zullen er niet voor terugschrikken om de andere media te gebruiken om het lezen van traditionele media te bevorderen waar mogelijk. De realiteit is dat sociale media heel handig zijn. Wij zijn niet tegen sociale media maar wel vóór het lezen van traditionele media. Wat ons betreft is het een en-enverhaal.’

VA

N

IN

boeken lezen belangrijk is. Lezen draagt bij aan een bredere vorming en geeft kennis en inzichten binnen en buiten de school, die nodig zijn voor verdere ontplooiing. Ervaring in het lezen zorgt voor crea­tiviteit, het leren plannen en het overzien

Terug de boeken in

©

Het probleem

Een vraag waar Stichting Lezen zich vaak over buigt, is: hoe krijg je jongeren terug de boeken in? Stichting Lezen biedt verschillende programma’s voor jongeren om ze niet te verliezen aan sociale media. ‘Wij zorgen voor een kwalitatief boekenaanbod op scholen.’

uk

van de consequenties van je plannen of je handelen. Door te lezen kom je meer te weten over andermans gevoelens en gedachten en dat is dan weer belangrijk bij de ontwikkeling van empathie.

of d

st

Tellegen & Frankhuisen (2002) onderscheiden een vijftal positieve leeservaringen. Er is sprake van ‘geboeide aandacht’ als lezers volledig geconcentreerd zijn. Ze kunnen dan hun gevoel van tijd en plaats verliezen, gaan voor langere tijd op in het verhaal en raken in een zogeheten ‘leesflow’. Dit wordt ook wel ‘dieplezen’ of ‘immersief lezen’ genoemd.

pr oe

fh o

Niels Bakker van de Stichting Lezen meent dat deze diepe en geconcentreerde manier van lezen vooral door langere teksten wordt opgeroepen. Op sociale media ben je veel meer met korte, inter­ actieve momenten bezig. Tijdens het digitale lezen gaan mensen snel andere taken uitvoeren. Als dit ‘taskswitchen’ (mediamultitasken) veelvuldig plaatsvindt, maakt de aandacht voortdurend sprongen. Met als gevolg, zo denken critici als Carr (2011), Wolf (2007) en Spitzer (2013), dat er geen leesflow ontstaat, een van de vijf positieve

Verder vertelt Bakker dat er binnenkort een onderzoek verschijnt waarin er met een interventie wordt gewerkt. Jongeren krijgen berichten/meldingen op hun telefoon waardoor ze gestimuleerd worden om een boek te lezen. Dit soort interventies helpt om jongeren van sociale media terug de boeken in te krijgen. Dit onderzoek is nog niet officieel gepubliceerd. Volgens Bakker ligt hier nog wel een terrein waar meer gewonnen kan worden.

woord kwalitatief: van goede kwaliteit de interventie: tussenkomst

12

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


IN N

st

De betrouwbaarheid van informatie

1 In de krant, op televisie en online kom je met heel veel informatie in aanraking.

of d

a Hoe beslis je of informatie betrouwbaar is?

b De vragen op de volgende pagina helpen je om te selecteren welke info betrouwbaar is en welke niet. Markeer de vragen waar je zelf niet aan gedacht had.

fh o

2 Is de tekst Jongeren lezen meer dan ooit volgens jou betrouwbaar? ¡  ja

¡  nee

3 Geef drie redenen waarom je dit zegt.

pr oe

2

Bron: De Volkskrant

uk

‘In het slechtste geval komen we in een toekomst waarin jongeren helemaal geen boeken meer lezen’, gaat Bakker verder. ‘Gelukkig ziet het daar niet naar uit: veel cijfers uit het buitenland maar

VA

Toekomstbeeld

ook uit Nederland laten zien dat bijna de helft van de jongeren wel eens een e-book leest. Dit aantal vinden wij opmerkelijk hoog. Maar als je aan jongeren vraagt waaruit ze liever een lange tekst lezen, kiezen ze toch voor het gedrukte boek.’

©

Een andere manier om jongeren aan het lezen te krijgen is transmedia storytelling. Eén verhaal wordt op meerdere platforms verteld. ‘Bijvoorbeeld Harry Potter: je hebt boeken, films maar ook games. De lezers switchen van het ene naar het andere platform. Ondanks dat ze verschillende platforms gebruiken zijn ze wel actief in hetzelfde verhaal. Er ontstaat een andere vorm van emersie of onderdompeling. Dit is ook een voorbeeld van hoe je mensen die meeraffiniteit hebben met film of games kan bereiken. Via deze transmedia-verhalen krijg je ze uiteindelijk toch de boeken in.’

woord de affiniteit: verbondenheid met, interesse voor

LES 1 Leesvaardigheid – Wat is jouw startpositie?

13


IN N VA © uk st of d fh o

pr oe 14

TRAJECT Nederlands 3

INFO & COMMUNICATIE


of d

st

uk

©

VA

N

IN

4 Veel jongeren lezen geen kranten meer of kijken niet naar het televisiejournaal. Nieuws bereikt hen vaak alleen nog maar via sociale media, bijvoorbeeld via Instagram. Bekijk de volgende nieuwsberichten op sociale media en vul de tabel in.

fh o

tekstdoel

¡ informeren ¡ ontspannen ¡ ontroeren ¡ overtuigen

Facebook-post over de paus en Donald Trump

¡ informeren ¡ ontspannen ¡ ontroeren ¡ overtuigen

Instagram-post over Ariana Grande

¡ informeren ¡ ontspannen ¡ ontroeren ¡ overtuigen

pr oe

Instagram-post van Cristiano Ronaldo

LES 1 Leesvaardigheid – Wat is jouw startpositie?

bron

Is de bron betrouwbaar? Waarom (niet)?

15


uk

©

VA

N

IN

5 Bekijk nu aandachtig onderstaande afbeeldingen.

a Vergelijk de inhoud met wat je in de tabel noteerde.

b Wat zeggen de afbeeldingen over de betrouwbaarheid van berichten op sociale media?

st

fh o

of d

6 In bovenstaande afbeeldingen staat de term ‘fake news’.

pr oe

a Schrijf in je eigen woorden op wat ‘fake news’ betekent. b Geef nu zelf een voorbeeld dat je onlangs tegenkwam.

16

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


onthouden Bij de opdrachten in dit deel deed je aan kritisch lezen. Hierbij ga je na of alle informatie in de tekst klopt en je denkt ook na of de bron van het artikel betrouwbaar is.

VA

N

Hoe beoordeel je informatie? Dagelijks kom je in contact met verschillende soorten informatie. In sommige gevallen is er een duidelijke kwaliteitscontrole gebeurd (het nieuws op radio en televisie, schoolboeken, artikels in wetenschappelijke tijdschriften), in andere gevallen wordt een mening van een persoon snel als feit voorgesteld (posts op sociale media of reclameberichten die vermomd zijn als nieuwsitem). Bij alle bronnen die je gebruikt, is het belangrijk om na te gaan of ze correct en betrouwbaar zijn.

IN

onthouden

KENNISCLIP

©

• Correct: Kijk of de informatie juist en niet verouderd is. Vraag je af of er geen onwaarheden in een artikel staan. Je doet er goed aan om informatie die je in een bron vindt te vergelijken met een andere bron. Zo kun je zien of ze dezelfde feiten geven.

uk

• Betrouwbaar: Kijk wie de tekst geschreven heeft en ga na of die persoon iets van het onderwerp afweet. Probeer ook te weten te komen waarom een tekst geschreven werd. De informatie kan misschien wel correct zijn, maar bijvoorbeeld maar één kant van de zaak belichten omdat de maker een bepaalde stelling wil aantonen.

of d

st

Op een site van een filmproducent zul je bijvoorbeeld nooit negatieve informatie over de eigen films vinden. Je zult er misschien citaten van recensenten of kenners terugvinden, maar die zijn geselecteerd om de film te promoten, niet om de film kritisch te bespreken.

pr oe

fh o

De vragen op pagina XXX helpen je om te selecteren welke info betrouwbaar is en welke niet.

LES 1 Leesvaardigheid – Wat is jouw startpositie?

17


les

Kortfilms bespreken en vergelijken

2

1

2

Je vertelt hoe je een verhaal ervaart

3

4

Je kent de termen hoofdpersonage, tegenspeler, nevenpersonage, verhaallijn, open einde en chronologie

IN

Je bestudeert hoe een auteur een verhaal opbouwt en zijn boodschap naar het publiek brengt

Je kent de kenmerken van het genre kortfilm

N

Kortfilm The Present

1

VA

Situeren 1 In deze les bekijk en vergelijk je twee kortfilms. a Hou je van deze verhalen?

©

b Welke titels ken je?

2 Geef het grootste verschil tussen een kortfilm en een gewone film.

uk

st

of d

3 Lees en bekijk onderstaande informatie over de kortfilm The Present aandachtig.

pr oe

fh o

Jacob Frey is een Duitse regisseur die op wereldwijde filmfestivals al meermaals in de prijzen viel voor zijn kortfilms, hij mag reeds meer dan 100 awards achter zijn naam schrijven. Zijn kortfilm The Present ging in 2016 viraal op het internet, meer dan 150 miljoen mensen bekeken de film. Hij werkte ook mee aan Walt Disney’s Zootopia en Moana en aan The Secret Life of Pets.

a Waarover denk je dat het verhaal zal gaan?

18

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR

onDERWEG


b Heb je op basis van de poster een vermoeden van wat er in de doos verstopt zit? c Jacob Frey werkte ook aan soortgelijke langspeelfilms mee, welke? Welke van die films heb je gezien?

IN

Het verhaal beleven

VA

4 Waarom is de jongen eerst boos als hij ziet dat het hondje gehandicapt is?

N

©

uk

5 Vond je het einde van het verhaal verrassend? Waarom?

a Kies er twee uit.

of d

b Beantwoord de vragen.

st

6 Hieronder vind je enkele vragen over de film.

c Geef één duidelijk argument.

onthouden

fh o

Als je iets zegt of je mening geeft, dan neem je een standpunt in. Je kunt je standpunt verdedigen of uitleggen met argumenten. Dat zijn redenen die je geeft om anderen van je mening te overtuigen.

pr oe

• Heeft de kortfilm je anders doen nadenken over handicap, gezin of huisdieren? Antwoord:

Argument:

• Begrijp je de reactie van het hoofdpersonage? Antwoord: Argument:

LES 2 Kortfilms bespreken en vergelijken

19


• Heb je ooit al eens iemand uitgesloten omdat die persoon een beperking had of heb je je al eens uitgesloten gevoeld? Antwoord: Argument:

IN

• Vond je het een mooie kortfilm? Antwoord:

N

Argument:

VA

7 Doen de personages je aan iemand denken? Omschrijf welke punten van overeenkomst je ziet.

©

Doordringen tot de tekst

uk

8 In het verhaal zitten slechts drie personages. Vul deze tabel in.

de tegenspeler

st

het nevenpersonage

of d

het hoofdpersonage

onthouden

fh o

Het hoofdpersonage staat centraal in een verhaal. Het is de figuur die de belangrijkste rol heeft. Nevenpersonages zijn bijfiguren, personages die minder opvallen en op de achtergrond aanwezig zijn.

pr oe

De tegenspeler zorgt ervoor dat het hoofdpersonage verandert of in actie komt. De tegenspeler kan een echte vijand zijn (zoals The Joker bij Batman of Thanos bij de Avengers), maar hij kan ook een personage zijn dat ervoor zorgt dat het verhaal op gang komt.

20

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


9 Hieronder vind je tien scènes uit de kortfilm. a Nummer ze tijdens het kijken van 1 tot 10. b Schrijf naast elke scène in één korte zin wat er gebeurt. volgorde

beschrijving

pr oe

fh o

of d

st

uk

©

VA

N

IN

scène

LES 2 Kortfilms bespreken en vergelijken

21


IN N VA

onthouden

2

Kortfilm Coin Operated

st

Situeren

uk

©

In deze opdracht heb je de verhaallijn samengesteld. Je hebt alle scènes in volgorde kunnen plaatsen, dat betekent dat we als kijker het verhaal stap voor stap volgen. Het maakt geen sprongen vooruit of achteruit in de tijd. Dit noemen we een chronologisch verloop.

1 Bekijk de affiche van deze kortfilm.

of d

a Welke personages verwacht je tegen te komen? b Wat zal er gebeuren in de kortfilm?

fh o

pr oe

2 Waar droom jij van? Wat vind je belangrijk in het leven? Hoe ver wil jij gaan om dit te bereiken?

22

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


Het verhaal beleven 3 Centraal in deze kortfilm staat een jongen. a Hoe oud schat je het hoofdpersonage in het begin van de film?

IN

b Wat is zijn grote droom?

N

c Hoe wil hij die droom bereiken?

VA

©

4 Neem volgende lijst met karaktereigenschappen door.

spaarzaam

volhardend

onhandig

fantasierijk

onbezonnen

solitair

geduldig

wilskrachtig

verwend

wispelturig

naïef

onverschillig

achterdochtig

ambitieus

gedisciplineerd

uk

lui

st

gedreven

of d

a Verdeel de woorden over deze vier groepen.

fh o

woorden die ik nog nooit gehoord heb

pr oe

woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp

woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet gebruik

woorden die ik begrijp en zelf gebruik

LES 2 Kortfilms bespreken en vergelijken

23


b Vergelijk jouw indeling met die van een medeleerling. Welke woorden hebben jullie anders ingedeeld? c Kun je aan elkaar de betekenis van een woord uitleggen? d Zoek de betekenis op van de woorden die jullie allebei niet begrijpen. e Omcirkel de eigenschappen die bij het hoofdpersonage passen.

IN

Doordringen tot de tekst

pr oe

fh o

of d

b Hoe kun je dit verklaren?

st

uk

a Wie zit erin? Beschrijf het personage in detail.

©

6 Als eindbeeld zien we hoe de raket door de lucht vliegt.

VA

N

5 Vind je Coin operated een realistisch verhaal of niet? Kijk hierbij naar de personages en de situaties.

24

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


7 Deze kortfilm heeft een open einde. a Hou je van verhalen met een open einde? Waarom (niet)? b Waarom laat de regisseur ons achter met vragen?

IN

N

VA

onthouden

uk

Verwerken: de kortfilms vergelijken 1 Lees onderstaande reviews over de twee kortfilms.

st

a Geef steeds aan over welke film het citaat gaat. b Vermeld of je het er mee eens bent.

of d

‘Ik kan me enorm goed vinden in deze film. Het gaat erover hoe je met hoop en focus zelfs de meest onmogelijke dromen waar kan maken. Zo ben ik ook: naïef en hoopvol! En gericht op mijn doel!’

¡ akkoord ¡ niet akkoord

‘Wat een trieste conclusie: je hebt dus heel veel geld nodig om je dromen ¡ The Present waar te maken.’ ¡ Coin Operated

¡ akkoord ¡ niet akkoord

‘Wondermooie kortfilm leert ons in 4 minuten dat ook klein geluk groots kan zijn.’

¡ The Present ¡ Coin Operated

¡ akkoord ¡ niet akkoord

‘Deze film is werkelijk een geschenk voor mij! Als kind werd ik gepest omdat ik flaporen had, toen ik achttien was, heb ik ze laten opereren. Maar deze film toont aan hoe gelukkig we kunnen zijn als we vrede nemen met hoe we eruitzien. Prachtig!’

¡ The Present ¡ Coin Operated

¡ akkoord ¡ niet akkoord

‘Indrukwekkend hoe de regisseur erin slaagt in 5 minuten een heel leven ¡ The Present te vertellen! Ik vond deze kortfilm tegelijkertijd triest en mooi.’ ¡ Coin Operated

¡ akkoord ¡ niet akkoord

fh o

¡ The Present ¡ Coin Operated

pr oe

3

©

Dit verhaal heeft een open einde: we blijven achter met een aantal vragen. We moeten een deel van het verhaal zelf invullen.

LES 2 Kortfilms bespreken en vergelijken

25


2 Stel dat je beide films als tip zou doorsturen naar één persoon. Wie zou je dan kiezen? Schrijf hieronder het berichtje dat je naar die persoon zou schrijven. Zorg dat uit je berichtje blijkt waarom je deze persoon kiest. The Present

IN

Aan:

Aan:

pr oe

fh o

Bericht:

of d

Coin Operated

st

uk

©

VA

N

Bericht:

26

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


3 Bedenk voor beide films een originele alternatieve titel. Je mag kiezen voor Engels of Nederlands. The Present: Coin Operated:

4 Welke kortfilm sprak jou het meeste aan? Geef twee redenen waarom dat zo is.

IN

N

VA

pr oe

fh o

of d

st

uk

©

LES 2 Kortfilms bespreken en vergelijken

27


les

Spelling van het werkwoord

3

1

Je kunt in een zin een persoonsvorm (tegenwoordige en verleden tijd) en een voltooid deelwoord aanduiden

2

3

IN

Je kent de regels van de werkwoordspelling

Je kunt werkwoorden correct spellen en uitleggen waarom je voor die spellingwijze kiest

VA

Wat vind je in de huis kamer?

N

1 Is onderstaande zin volgens jou correct gespeld? Leg uit waarom je dit (niet) vindt.

2 Deze zin komt uit een Nederlands belspel. Je leraar laat je een fragment zien.

©

a Welke indruk maakt de presentatrice met haar tussenkomst?

uk

b Vind je het erg dat zij deze fout maakt? Waarom (niet)?

of d

st

3 Kun je de zin ‘Wat vind je in de huiskamer?’ aanvullen met een woord zodat je de persoonsvorm met -dt schrijft?

onthouden

In een goed gebouwde zin staat altijd een persoonsvorm (pv). De persoonsvorm is het werkwoord dat hoort bij het onderwerp.

pr oe

fh o

In de zin Mijn broer gaat straks liever voetballen is gaat de persoonsvorm. Gaat staat in het enkelvoud, net zoals het onderwerp. Als het onderwerp enkelvoud is, dan staat de pv in het enkelvoud; als het onderwerp meervoud is, dan staat de pv in het meervoud.

4 Focus nu op de werkwoordtijd van de persoonsvorm. a In welke tijd staat het werkwoord hier? ¡ onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) ¡ voltooid tegenwoordige tijd (vtt) ¡ voltooid verleden tijd (vvt)

b Herschrijf de zin in de onvoltooid verleden tijd.

28

TRAJECT Nederlands 3

TAALINZICHT


onthouden Het Nederlands heeft verschillende werkwoordstijden. Je vindt de vier belangrijkste tijden in de onderstaande tabel. onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)

ik werk, ik studeer, ik lees

2

voltooid tegenwoordige tijd (vtt)

ik heb gewerkt, ik heb gestudeerd, ik heb gelezen

3

onvoltooid verleden tijd (ovt)

ik werkte, ik studeerde, ik las

4

voltooid verleden tijd (vvt)

ik had gewerkt, ik had gestudeerd, ik had gelezen

N

IN

1

VA

5 Heb je zelf problemen met de werkwoordspelling? Geef eventueel een voorbeeld van iets wat je vaak fout doet of waaraan je telkens twijfelt.

©

a Welke twee spellingregels legt hij uit?

st

Regel 1:

of d

uk

6 Je leraar toont je een kort fragment waarin Ruud Hendrickx, de taaladviseur van de VRT, ons geheugen over de dt-regel opfrist.

Bijvoorbeeld: Regel 2:

fh o

Bijvoorbeeld:

pr oe

b Waarom legt hij net die regels uit?

c Geef de stam van volgende werkwoorden: zingen

zweven

douchen

spelen

lopen

zeggen

wensen

klagen

LES 3 Spelling van het werkwoord

29


d Pas deze regels nu toe in de volgende zinnen. Noteer ook telkens welke vorm van het werkwoord je gebruikte. Kies uit: • persoonsvorm in de ott • voltooid deelwoord (vd)

IN

NEDERLANDSE STRATENMAKER MAAKT TAALFOUT

N

In de Nederlandse gemeente Enschede hebben straatleggers een taalblunder                (maken -     ). Ze legden ‘shcoolzone’ in plaats van ‘schoolzone’.

VA

De letters waren in de straat               (leggen -     ), precies tegenover de Prinseschool.

De gemeente heeft de blunder in de nacht van maandag op dinsdag

©

(herstellen -     ).

uk

De directrice van de school               (arriveren -     ) en ze               (knipperen -     ) even met haar ogen: ‘Staat schoolzone nu weer verkeerd               (spellen -     )?’

st

De taalfout die een dag eerder in Nederland viraal ging, is zowaar               (terugkeren -     ) in de Enschedese wijk. De witte letters vormden wederom het woord

of d

‘shcoolzone’.

‘Dit hebben studenten gedaan, dat kan niet anders!’,

fh o

(zeggen -     ) een stratenmaker. ‘Het

(liggen -     ) er namelijk heel amateuristisch in. Die hebben natuurlijk

pr oe

vannacht besloten een geintje uit te halen.’

Bron: Het Laatste Nieuws

30

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


7 Vul in met d, t, dt, dd of tt.

Bart Rooms

IN

Kinderrechtencommissaris wil duidelijkere regels rond arrestaties van minderjarigen

N

De politie vermoe    dat een jongen

VA

van 17 jaar een fiets gestolen heeft. Hij wor    opgepakt en geboei   , voor de ogen van zijn vrienden. Mag dat?

uk

Vanaf wanneer mogen ze jou als minderjarige

©

Later blijkt dat hij er niets mee te maken heeft.

oppakken? Daar moeten duidelijke regels over komen, vin

de kinderrechtencommissaris.

Ze kreeg meerdere klachten van jongeren die zich slecht behandel

voelen. De arrestaties

st

verlopen vaak op dezelfde manier als bij volwassenen. Dat kan trauma’s veroorzaken. Daarom wil de kinderrechtencommissaris dat dat verander    en dat de politie zich aan een

of d

gedragscode hou   . Jongeren moeten bij een arrestatie beter begelei    worden. Vorig weekend pakte de Antwerpse politie 17 jongeren op omdat ze vermoe   en dat ze van plan waren om winkels te plunderen. 15 van hen mochten dezelfde avond nog naar huis.

fh o

Online kwam er veel commentaar van broers en zussen, ouders en vrienden van de opgepakte jongeren. Ze stellen zich vragen bij de manier waarop de politie de minderjarigen heeft behandel   .

pr oe

Bron: www.vrt.be/vrtnws

woord de code: (hier) afgesproken regels waaraan mensen binnen een bepaalde groep zich houden

LES 3 Spelling van het werkwoord

31


8 Welke vorm van het werkwoord is het? Kies uit: • persoonsvorm, tegenwoordige tijd (pv, ott of vtt) • persoonsvorm, verleden tijd (ovt of vvt)

IN

• voltooid deelwoord (vd)

N

100 LEERLINGEN GEËVACUEERD OP INTERNAAT NA HEVIGE ROOKONTWIKKELING

VA

Op een internaat zijn gisteren ongeveer 100 leerlingen geëvacueerd (    ). Iemand had een wc-rol in brand gestoken in de toiletten waardoor er veel rook hing (    ) op de derde verdieping. Het incident gebeurde (    ) rond 18 uur. De opzichters

©

begonnen onmiddellijk met de evacuatie. Een honderdtal leerlingen verzamelde

(    ) zich voor de gebouwen. Toen de brandweer aankwam (    ), was

uk

het brandje al geblust. Niemand raakte (    ) gewond. Er is vooral nog verlucht (    ) in het gebouw en ook de CO werd gemeten. Intussen werden de leerlingen opgevangen (    ) in de refter. Na drie kwartier mochten ze terug naar binnen. De

st

directie en de politie zoeken (    ) nu uit wie de wc-rol in brand heeft gestoken. Het is nog niet duidelijk welke straf die leerling zal (    ) krijgen.

of d

Bron: www.hln.be

9 Je legt nu een test af om te kijken hoe sterk je werkwoordspelling is. Op basis van je resultaat krijg je aanvullende oefeningen.

SPELREGELS

pr oe

fh o

10 Je bent nu klaar voor de escape room waarin kapitein Sidney Patrick Elling je hulp nodig heeft om het Kofschip van de ondergang te redden.

woord de evacuatie: een groep mensen een bepaalde plaats laten verlaten; een plaats ontruimen

32

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


onthouden Spelling van het werkwoord 1 Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd stam

je/jij, u

stam +t

ik werk je/jij werkt, u werkt

N

! werk jij? hij, zij, het stam +t hij werkt, zij werkt, het werkt wij stam +en (= infinitief) wij werken stam +en (= infinitief) jullie werken enkelvoud jullie zij stam +en (= infinitief) zij werken

je/jij, u

stam +te

hij, zij, het stam +te stam +ten

jullie

stam +ten

zij

stam +ten

3 Voltooid deelwoord

uk

enkelvoud

wij

ik werkte je/jij werkte, u werkte hij werkte, zij werkte, het werkte wij werkten jullie werkten zij werkten

©

meervoud

stam +te

VA

2 Persoonsvorm in de verleden tijd ik

IN

meervoud

ik

of d

st

Gedanst, gebouwd en geduwd zijn voorbeelden van een regelmatig voltooid deelwoord: ze eindigen op -t of -d en beginnen met ge-. Als je twijfelt tussen -d of -t aan het einde, voeg je er in gedachten een -e aan toe. Je hoort dan meteen wat de juiste keuze is: gedanste, gebouwde, geduwde.

pr oe

fh o

Soms is het voltooid deelwoord onregelmatig, zoals bij geblazen, gedacht en gedaan. Die vormen moet je uit het hoofd leren.

LES 3 Spelling van het werkwoord

33


4

Soorten verhalen 1

Je weet wat genres zijn

2

Je kunt zeggen tot welk genre bepaalde fragmenten horen

3 Je leert je favoriete genres kennen

N

Van welke verhalen hou jij?

Je overtuigt anderen van een verhaal in een audio- of filmbestand

VA

1

5

4

Je praat met medeleerlingen over romanfragmenten

IN

les

Verhalen zijn overal. Je hoort, leest en ziet ze, je verzint ze zelf en je brengt ze via woorden en beelden naar buiten. Er zijn heel wat mogelijkheden om je te amuseren en je fantasie de vrije loop te laten.

a Vertel in je eigen woorden wat ze betekenen. b Welke iconen gebruik je zelf?

uk

c Noteer hoeveel tijd je er per week aan besteedt.

©

1 Hieronder krijg je iconen te zien.

pr oe

fh o

of d

st

Wat is dit?

Gebruik je Hoeveel tijd dit zelf? per week?

¡ ja ¡ nee

¡ ja ¡ nee

¡ ja ¡ nee

¡ ja ¡ nee

¡ ja ¡ nee

34

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


N

¡ ja ¡ nee

IN

¡ ja ¡ nee

VA

¡ ja ¡ nee

a Welke drie verhalen lijken jou het aantrekkelijkst?

©

2 We hadden het in de vorige oefening over hoe verhalen tot bij jou komen. Hieronder en op de volgende pagina vind je covers, afbeeldingen en foto’s.

b Wat weet je over die verhalen of wat verwacht je ervan?

uk

c Vertel kort aan je medeleerlingen hoe jouw top drie eruitziet.

SPREkEN

of d

Mijn top drie van de verhalen is op de eerste plaats … met … op de tweede plaats en ten slotte … op de derde plaats.

st

Hieronder vind je een kader dat je als hulpmiddel bij deze opdracht kunt gebruiken. Je mag de top drie in je eigen woorden weergeven, maar je kunt dit spreekkader gebruiken wanneer je vastzit.

fh o

Het eerste verhaal spreekt me aan omdat … Ik denk dat het gaat over … Wat ik interessant vind bij het tweede verhaal is dat het gaat over … Ik koos het derde verhaal omdat … 2

3 Kris, een jongen die lijdt aan het syndroom van Gilles de la Tourette, is op vakantie met zijn neef Hopper. Ze rijden door de bergen wanneer er een hevig noodweer losbarst. Ineens loopt er een man op de weg! Hopper kan hem niet meer ontwijken. De jongens raken in paniek en slaan op de vlucht. Ze komen terecht in Odrin, een Spaans bergdorp dat altijd in de schaduw ligt. Er hangt een vreemde sfeer; de meeste bewoners zijn nors en gedragen zich soms ronduit bedreigend. Kris en Hopper besluiten ervandoor te gaan, maar de enige toegangsweg is afgesloten en wordt door gewapende mannen bewaakt. Niemand mag het dorp nog in of uit – er waart een onbekend en zeer besmettelijk virus

MIRJAM MOUS VIRUS

pr oe

1

MIRJAM MOUS

rond ...

12+

14+

16+

vanin.be

LES 4 Soorten verhalen

592611

WWW.BOEKTOPPERS.BE

pakketB_3_virus.indd 1

1/05/19 11:33

35


5

IN

4

7

N

8

uk

©

VA

6

st

9

11

pr oe 13

36

14

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR

12

© 2021 Standaard Uitgeverij

fh o

of d

10

15


3 Hieronder vind je tekstfragmenten die bij de foto’s horen. Vul de tabel op p. XX verder in.

IN

a Jem was zeven toen haar moeder overleed en sindsdien draagt ze een geheim met zich mee. Zodra ze haar blik op iemand richt, ziet ze een nummer verschijnen: de sterfdatum van degene die ze aankijkt. Voorvoelend dat er iets gruwelijk uit de hand gaat lopen, rent Jem met Spider weg voor wat later een terroristische aanslag blijkt. Dat wordt gezien en ze zijn meteen verdacht. Door hun slechte achtergrond afkomstig uit een beruchte wijk van Londen, geduchte spijbelaars, en Spider is al bekend bij de politie passen ze precies in het plaatje van jeugddelinquenten. Al snel zijn ze de meest gezochte criminelen van het land.

N

b Een groep jongeren trekt zich een aantal dagen terug in een afgelegen bos om een middeleeuws rollenspel te spelen. Normaal gesproken zou dat niks voor de student medicijnen Bastiaan zijn, maar hij is verliefd op Sandra en heeft zich door haar laten overtuigen. Hun avontuur begint onschuldig, maar wordt al enigszins benauwend als het gerucht gaat dat het deel van het bos waarin ze verblijven, vervloekt is.

VA

c Drie moedige jongeren gaan aan het eind van de Tweede Wereldoorlog met duizenden andere vluchtelingen op zoek naar de vrijheid. Ze ontmoeten elkaar op weg naar een voormalig cruiseschip dat hen in veiligheid moet brengen. Hoewel ze door de oorlog lijnrecht tegenover elkaar staan, moeten ze samenwerken om te overleven.

©

d Elk jaar opnieuw kijken ze uit naar eind september. Ja, de bal is wat vrijer in vergelijking met de vorige jaren. Nee, je kan niet meer zo makkelijk met je sterspeler voorbij alles en iedereen sprinten. Ja, de ‘getimede schoten’ zorgen voor een extra uitdaging om voor de perfecte afwerking te kunnen zorgen. Waan je een stervoetballer en help je favoriete team aan de overwinning.

st

uk

e Khalil grijpt mijn hand. ‘Kom.’ Er zijn veel te veel mensen en er is veel te veel zwart krullend haar om Kenya te onderscheiden. ‘Wacht. Kenya … – Geen tijd voor. Meekomen!’ Hij sleurt me mee door de mensenmassa, duwt mensen opzij en gaat op tenen staan. Dat alleen al is genoeg om neergeschoten te worden. Ik kijk of ik Kenya ergens zie tussen de paniekerige gezichten, maar ze is nog steeds nergens te bekennen. Ik hoef niet te zien op wie er geschoten is of wie de schutter is. Als je niks gezien hebt, kun je ook niemand verraden.

fh o

of d

f Ver voorbij de machtige ijsmuur die de noordgrens van het koninkrijk sinds mensenheugenis beschermt, roert zich een lang vergeten vijand. Maar ieders blik is naar het zuiden gericht, naar het hof waar de machtige Lannisters sterke spelers zijn. Immers, de macht van de koning is tanende, zijn Hand is onder verdachte omstandigheden aan zijn eind gekomen, velen zijn uit op eigen gewin. Toch zijn er nog trouwe onderdanen. De Starks van Winterfell bijvoorbeeld, hard en onverzettelijk als hun bevroren domein. Als de koning Eddard Stark tegen diens zin benoemt tot zijn nieuwe Hand, worden zowel hij als zijn familie betrokken bij de meest omvattende machtsstrijd ooit, het levensgevaarlijke spel der tronen.

pr oe

g

LES 4 Soorten verhalen

woord geducht: 1. gevreesd; 2. heel erg de delinquent: iemand die een overtreding begaat enigszins: een beetje voormalig: vroeger zich roeren: bewegen, in opstand komen tanende: aan het verminderen, aan het afnemen diens: van hem, van die

37


h Een jacht op tegenstanders maar ook op buit, die overal verstopt ligt. Om de spanning hoog te houden, wordt het speelterrein steeds kleiner door een dodelijke storm die telkens een groter deel van het eiland omspant. Maar je kunt eigen stellages bouwen om dekking te zoeken en om de omgeving te kunnen overzien. Een vriendelijk schietspel waarbij je vrienden kunt zoeken om te winnen.

N

IN

i In de Bange Jaren stond de Derde Wereldoorlog op het punt van uitbreken en de aarde dreigde intussen ten onder te gaan aan het veranderende klimaat. Economische groei was het enige dat telde. Gelukkig ontstond er een tegenbeweging. Steeds meer mensen begonnen op eigen houtje duurzame projecten te ontwikkelen en maakten zich hard voor een betere wereld: sinds de Grote Ommekeer gaat het weer beter met de aarde. Het resultaat is een ideale wereld, volgens de vijf nieuwe leiders. Maar als je je niet aan hun regels houdt, word je opgepakt door de handhavers. Die zijn echter iets heel anders van plan dan verwacht. Holdens zus Prissy ontvangt mysterieuze berichtjes van een onbekende op haar camphone. Hoe kan het dat de afzender alles van haar weet, maar zij niets van hem? En waarom heeft ze het gevoel dat er iets niet klopt aan de arrestatie van haar broer?

VA

j Een mysterieuze man die zichzelf ‘de professor’ noemt, organiseert samen met acht specialisten de grootste overval in de Spaanse geschiedenis. Samen willen ze de Koninklijke Munt van Spanje infiltreren om zelf bankbiljetten te drukken. Het doel is om met een totaal van 2,4 miljard euro in de tas het gebouw te verlaten. Hiervoor moeten ze echt op elkaar kunnen rekenen; ze hebben immers elf dagen toegang tot de gelddrukmachines nodig. Dit vereist een uitgekiend plan om de speciale eenheden van de Spaanse politie om de tuin te leiden.

uk

©

k Op 6 november 1983 verdwijnt de twaalfjarige Will Byers op mysterieuze wijze in het stadje Hawkins. Als gevolg van de verdwijning begint Joyce, de alleenstaande moeder van Will, door te slaan. De politie en de jeugdvrienden van Will beginnen een onderzoek. Op een dag vinden de drie jongeren een verdwaald meisje met paranormale krachten. Ze noemen haar Eleven. Samen ontdekken ze dat er mysterieuze krachten in het spel zijn en dat een sinistere overheidsorganisatie probeert om de waarheid te verdoezelen.

of d

st

l Kris is op vakantie met zijn neef Hopper. Ze rijden door de bergen als er een hevig noodweer losbarst. Ineens loopt er een man op de weg! Hopper kan hem niet meer ontwijken. De jongens slaan op de vlucht. Ze komen terecht in een Spaans bergdorp. Er hangt een vreemde sfeer en de bewoners zijn nors en soms ronduit bedreigend. Kris en Hopper besluiten er vandoor te gaan, maar de enige toegangsweg is afgesloten en wordt door gewapende mannen bewaakt. Niemand mag het dorp nog in of uit want er waart een onbekend en zeer besmettelijk virus rond ...

pr oe

fh o

n

© 2021 Standaard Uitgeverij

m Hannah heeft zelfmoord gepleegd en de mensen die daar in haar ogen verantwoordelijk voor zijn, krijgen cassettebandjes toegestuurd. Op deze bandjes vertelt ze de dertien redenen voor haar zelfmoord.

o Neem oude helden (Griekse goden, ridders van de ronde tafel … ) of nieuwe helden en plaats ze in grote steden (New York) tussen karakters die we herkennen uit het normale leven. Voeg nu een gezonde dosis fantasie en wilde sciencefiction toe: gekke wetenschappers, moordende robots, heidense goden die de stellage: stelling, verhoging buiten de sterren samenwerken met buitenaardse rijken. Mix infiltreren: binnendringen in dat allemaal en je krijgt zoiets. Gekostumeerde goeddoeners uitgekiend: tot in de details uitgedacht die het opnemen tegen een buitenaardse invasie onder sinister: onheilspellend, eng leiding van een magische godheid. Eind goed, al goed!

38

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR

woord


LES 4 Soorten verhalen

39

Maus

Album 26

h@ck

Game of Thrones

10

11

12

13

15

14

Stranger Things

9

sportsimulatie

futuristische thriller, dystopie

graphic novel, autobiografie

avonturenroman, sciencefiction

8

VA

©

superhelden, samenwerken, goed-slecht

competitie, voetbal

oorlog, draken, macht

gebrek aan vrijheid, negatief toekomstbeeld

N

IN

grappige situaties, maar ook lachen met de kenmerken van een stripverhaal

parallelle wereld, monsters

weglopen, liefde

overleven

misdaad, ramp

magie, verliefdheid

onderwerp

uk

st

historische roman, oorlogsroman

7

actie

Fortnite

6

of d

thriller, misdaadverhaal

La Casa de Papel

5

drama

drama, mysterie

Virus

3

fh o

thriller

genre

4

The Hate U Give

2

1

nr. titel

pr oe

f

k

a

c

j

m

b

letter


4 Maak gebruik van de tabel uit de vorige opdracht om een omschrijving te geven voor deze woorden: • genre:

IN

• thriller: • drama:

N

VA

• autobiografie:

©

• sciencefiction:

uk

5 Een titel vertelt al heel veel over het verhaal. Plaats de volgende titels bij het juiste genre.

2 Drakenbloed

a psychologische roman

st

1 Star Wars – Levensschuld

b historische roman c horror

4 Halloween

d fantasy

5 Wie is de moordenaar?

e sciencefiction

6 De verkeerde vriend

f biografische roman

7 Het dagboek van Renia Spiegel

g detective

fh o

of d

3 De tatoeëerder van Auschwitz

2

pr oe

1

3

4

5

6

7

6 Beluister de fragmenten uit de boeken Haat en Er is geen vorm waarin ik pas. Tot welk genre behoren de boeken? Geef ook telkens twee redenen waarom je dit zegt. 1 Haat genre

redenen

40

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


2 Er is geen vorm waarin ik pas genre

N

IN

redenen

7 Vaak zijn aan een genre typische kenmerken verbonden.

VA

a Maak een lijst van minstens vijf elementen die je verbindt met het genre detective.

©

b Overloop deze elementen met enkele medeleerlingen. Stel een lijst van tien typische elementen op. c Verzin een titel die duidelijk maakt dat het om een detectiveverhaal gaat.

of d

st

Op zoek naar een goed boek in de bib Zoek in  Catalogus  Krantenarchief

fh o

ROMAN

Verfijn

Materiaal  Reeks

Filialen en collecties

Fictie of Non-fictie

Uitgever

Bekroning

Muziek of film  Auteur

Geavanceerd zoeken

x

Leeftijd  Recensie

Taal

zoeken

Uitgegeven tussen

Onderwerpen

Genre

Minder filters –

pr oe

2

uk

1 In de bibliotheekcatalogus kun je gebruikmaken van een elektronische catalogus om materiaal te vinden. Omdat er heel veel in de collectie van de bib staat, kun je je zoekopdracht verfijnen. Zo kun je ervoor kiezen om gericht materiaal op te zoeken. a Vorige jaren stond je stil bij het onderscheid tussen fictie en non-fictie. Leg dit in je eigen woorden uit.

LES 4 Soorten verhalen

41


b Wat betekent ‘bekroning’?

uk

©

VA

N

IN

st

2 Ga via boekenzoeker.org of een bibliotheekwebsite op zoek naar twee romans (fictie) van maximaal tien jaar oud over een onderwerp dat je interesseert. Maak gebruik van filters om je zoekopdracht te verfijnen.

BOEK 1

of d

3 Vul de volgende steekkaarten in.

• auteur:

• aantal bladzijden:

fh o

• vier kernwoorden over de inhoud: 1

3

2

4

pr oe

• Noteer ook drie interessante weetjes over het boek. Bijvoorbeeld: Is het verfilmd? Heeft het prijzen gewonnen? Hoe vaak is het al opnieuw uitgegeven? 1

2

3

42

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


auteur:

aantal bladzijden:

vier kernwoorden over de inhoud:

1

3

2

4

IN

BOEK2

Noteer ook drie interessante weetjes over het boek. Bijvoorbeeld: Is het verfilmd? Heeft het prijzen gewonnen? Hoe vaak is het al opnieuw uitgegeven?

VA

N

1

2

©

3

uk

4 Stel je boekenkeuze voor in een audio- of videobestand van ongeveer twee minuten. Je eindresultaat moet voldoen aan volgende criteria: Het filmpje is minimaal anderhalf en maximaal drie minuten lang.

Van beide verhalen geef je de auteur en minimaal drie kernwoorden.

Je legt duidelijk uit waarom je deze verhalen wilt lezen.

Bij elk verhaal vermeld je ook drie weetjes die je terugvond in de bibliotheekcatalogus.

Je spreektempo is aangenaam: niet te snel en niet te traag. Je brengt ook variatie in je intonatie.

of d

st

SPREkEN

fh o

De twee boeken die ik zou willen lezen zijn ... en ...

Het eerste verhaal is geschreven door ... en telt ... pagina’s. Het spreekt me aan omdat ... Ik vond terug dat het boek gaat over ... , ... , ... en ...

pr oe

Bij het zoeken in de bibliotheekcatalogus kwam ik over het boek te weten dat ... Twee andere weetjes zijn: ten eerste ... en ten tweede ... Wat ik interessant vind bij het tweede verhaal is dat het gaat over ... , ... , ... en ... Ik denk dat ik dit boek graag zal lezen omdat ... De schrijver van dit verhaal is ... en het boek telt... pagina’s. In de bibliotheekcatalogus stond bij dit boek dat het … Twee andere weetjes zijn: ten eerste ... en ten tweede ...

LES 4 Soorten verhalen

43


Evaluatiematrix GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

inhoud Bij beide verhalen ontbreken een of meerdere kernwoorden.

Je geeft aan waarom jij deze verhalen wilt lezen.

Je slaagt er niet in om over te brengen waarom je deze verhalen graag wilt lezen.

correctheid

Je maakt enkele taalfouten en/ of enkele klanken of woorden die je gebruikt, behoren tot de tussentaal, het dialect … Let op voor:

duidelijkheid

st

Let op voor:

uk

Je articuleert meestal goed, maar af en toe ben je minder duidelijk verstaanbaar. OF Je spreektempo is niet altijd aangepast. Je praat dus soms te snel/traag.

Je bent moeilijk verstaanbaar omwille van een onduidelijke articulatie. EN Je spreektempo is vaak niet aangepast. Je praat dus vaak te snel/traag.

Je filmpje is minimaal anderhalf en maximaal drie minuten lang.

Je filmpje is korter/langer dan de vooropgestelde tijd.

Je probeert te variëren in je stemgebruik, maar doet dat nog te weinig.

Je intonatie is storend. Je varieert te veel in je stemgebruik. OF Je spreekt te eentonig.

of d

Je articuleert duidelijk en je spreektempo is ideaal.

Je maakt meermaals taalfouten en de klanken en woorden die je gebruikt, behoren vaak tot de tussentaal, het dialect …

©

Je taalgebruik is nagenoeg foutloos. Je gebruikt de standaardtaal en je uitspraak is correct.

Je weet niets extra te vertellen over je boekenkeuze.

VA

Bij elk verhaal vermeld je drie Je geeft weetjes bij de weetjes die je terugvond in de verhalen, maar het aantal is te bibliotheekcatalogus. beperkt.

IN

Bij één van de twee verhalen ontbreekt een kernwoord.

N

Van beide verhalen geef je de auteur en minimaal drie kernwoorden.

fh o

volledigheid

aantrekkelijkheid

pr oe

Je brengt op een aangename manier variatie in je stem (intonatie). Aanvullende commentaar:

44

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


onthouden Verhaalgenres

Sciencefiction speelt zich af in een denkbeeldige wereld of in de toekomst. Wetenschap (technologie, robots, ruimteschepen en experimenten) staat centraal in deze avonturenverhalen.

keViN BrOOkS iBOY

Een iPhone wordt van een flat gegooid en boort zich in het hoofd van de 16-jarige Tom. Hij overleeft het ongeluk, maar een aantal achtergebleven stukjes in zijn hoofd zorgen voor een buitengewoon effect … Hij weet en

16+

www.vanin.be

563181

WWW.BOekTOPPerS.Be

pakketB_1_iBoy.indd 1

MOORD OP EEN SCHILDERIJ

Broeckhaert. Titiana en Luuk raken steeds meer verstrikt in deze mysterieuze zaak. Een razend spannende en mysterieuze zoektocht naar de waarheid.

16+

©

D MOOOPR EEN ILDERIJ SCH E. GERARD HILDE

513959

WWW.BOEKTOPPERS.BE

15-06-2010 14:25:29

of d

B moord op een schilderij_BT kopie 2.indd 1

uk

Maar er valt opnieuw een slachtoffer. Ook deze moord staat afgebeeld op een schilderij van

14+

Een detective is een misdaadroman waarin een speurder op zoek gaat naar de dader. Sherlock Holmes is misschien wel de beroemdste detective in dit genre.

st

van de bekende schilder Leo Broeckhaert. Is hij de dader? Moordde hij uit jaloezie omdat de directeur een relatie begon met zijn exvrouw? Zijn dochter Titiana en haar vriend Luuk proberen zijn onschuld te bewijzen.

12+

5/06/15 11:54

HILDE E. GERARD

De directeur van een Antwerps museum wordt op een gruwelijke manier vermoord. Zijn dood wordt aangekondigd op een portret

Een thriller is een spannend boek over moorden of misdaden, vaak met een moeilijke verhaallijn. Veel thrillers worden nu in reeksen uitgebracht, met een vast hoofdpersonage (vaak een politieagent of inspecteur).

Leo Meersman is een van de wreedste seriemoordenaars van de laatste decennia.

overtuigd dat het er zeven waren. Hij weet zeker dat ook de vijfjarige Arne in handen van Meersman is gevallen. Zijn lichaam is echter nooit gevonden. Het is een cold case die Masson al een halve carrière bezighoudt en die hem

12+

14+

16+

16+

vanin.be

Het engelenhuis Dirk Bracke

JONGEN

DE

IN H ET

G RAF

595234

12+

16+

14+

TONI COPPERS

Bij drama vertelt een schrijver over een moeilijke, droevige periode in het leven van een personage. We lezen wat een personage denkt en voelt in die omstandigheden.

Het engelenHuis

14+

PRIKKEL DRAAD

Yasmien ontfermt zich over Bo en de junkie Steffie, een ander nieuw meisje. Samen kunnen ze beter opboksen tegen de harde realiteit van de instelling. Toch kan Bo er niet aarden. Ze droomt van Tony en het luxeleventje dat ze buiten leidde!

PRIKKELDRAAD

12+

DERK VISSER

Dirk Bracke

pr oe

fh o

diep in zijn ziel raakt. Op zijn sterfbed vraagt Meersman onverwacht om Masson te zien.

TONI COPPERS DE JONGEN IN HET GRAF

Hij kreeg in 2002 levenslang voor het misbruiken en vermoorden van zes jongens. Hoofdinspecteur Michel Masson is ervan

WWW.BOEKTOPPERS.BE

De veertienjarige Bo belandt in de gesloten instelling van Beernem. Een echte gevangenis als je het haar vraagt. Ze lijkt er met haar dure merkkledij en juwelen niet echt op haar plaats. Vernederd geeft ze al haar kleren en persoonlijke spulletjes af. Haar eerste dagen zijn een echte hel: ze wordt afgezonderd van de rest van de wereld en vooral van Tony …

DERK VISSER

De vijftienjarige Chelsea woont in een heel gewone wijk in een grote stad, maar verder is er niet veel ‘gewoon’ in haar leven. Het café van haar vader ging na het rookverbod failliet en haar moeder wil eindelijk ‘iets’ voor zichzelf. En ook haar oudere zus is niet echt gelukkig. Maar al laten ze het niet altijd zien, ze houden toch van elkaar. Een dramatische gebeurtenis lijkt daar verandering in te brengen. Chelsea probeert zich staande te houden en zich niet te laten overmeesteren door schuldgevoel en verdriet. Mickey, die een groot zangtalent in haar ziet, helpt haar daarbij.

© XX

14+

VA

12+

keViN BrOOkS

N

ziet meer dan hij zich ooit kon voorstellen. Tom beschikt ineens over superkrachten. En met die ongelooflijke kracht komt de keuze: wraak nemen op een gewelddadige straatbende die zijn vriendin Lucy terroriseert of zich toch maar gedeisd houden?

IN

Een verhaalgenre is een bepaald soort verhaal. Op streamingdiensten staan verhalen gegroepeerd (komedie, fantasy, drama) omdat ze dezelfde typische kenmerken hebben. Hieronder vind je enkele bekende voorbeelden.

www.vanin.be vanin.be

WWW.BOekTOPPerS.Be

549636

571322

WWW.BOEKTOPPERS.BE

pakketB_3_prikkeldraad.indd 1

16/05/17 19:02

LES 4 Soorten verhalen

45


16+

Jonkvrouw

VA

14+

Jean-Claude Van Rijckeghem & Pat Van Beirs

©

12+

Een historische roman gaat over een bepaalde periode in de geschiedenis. Een auteur doet opzoekingswerk en beschrijft hoe personages toen leefden. De personages kunnen verzonnen zijn of gebaseerd op mensen die echt geleefd hebben.

509835

uk

J.-C. VAN RIJCKEGHEM & P. VAN BEIRS JONKVROUW

In haar eigen woorden vertelt de middeleeuwse Marguerite van Male over haar vreselijke vossenhaar dat nooit in vorm blijft, over Willem die een meester is in de zoenkunde, over Roderik uit wiens kaakbeen ze een tand heeft geslagen, over de monnik Zannekin die stinkt als een varkenskot, over de vrije stad Brugge met haar knarsende uithangborden, over de boeken van haar moeder met hun verhalen over smachtende liefde, over de rode zweertjes in het gezicht van haar toekomstige echtgenoot en over de zwarte haat die ze voelt voor haar bloedeigen vader.

N

IN

Een autobiografie is een verhaal dat gaat over het eigen leven van de auteur.

WWW.BOEKTOPPERS.BE / WWW.BOEKTOPPERS.NL

pr oe 46

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR

© XX

fh o

of d

st

In fantasy staan verzonnen werelden centraal. Een auteur maakt een wereld met verschillende gebieden, volkeren, wezens en talen. Hij laat een held of groep personages op tocht gaan om een doel te bereiken. Daarvoor moeten ze op verschillende plaatsen halt houden en komen ze in contact met bewoners en wezens in die wereld.

Horrorverhalen willen de lezer doen griezelen. Dat kan gebeuren door spectaculaire, buitenaardse wezens, geesten en verschijningen, of net door gebeurtenissen te nemen die heel dicht bij ons dagelijks leven liggen.


Er waren redenen waarom Violet Park niets met mij te maken zou moeten hebben.

Lucas (16) raakt geïntrigeerd door een urn die is achtergelaten bij een taxistandplaats. Hij probeert de urn met de as van Violet Park in bezit te krijgen en gaat op zoek naar de geschiedenis van deze vrouw. Hij realiseert zich

OP ZOEK NAAR VIOLET PARK

niet dat dit het begin is van een zoektocht naar zichzelf en zijn identiteit. En uiteindelijk moet hij onder ogen zien wat er gebeurd is met zijn verdwenen (en misschien wel overleden) vader.

12+

14+

16+

512526

WWW.BOEKTOPPERS.BE / WWW.BOEKTOPPERS.NL

Violet Park.indd 1

OP ZOEK NAAR VIOLET PARK

IN

En alles veranderde.

JENNY VALENTINE

JENNY VALENTINE

Ze was oud. Ze was dood. Ze zat in een urn op een plank. Maar per ongeluk ontmoette ik haar midden in de nacht.

N

De nadruk bij avonturenromans ligt op spannende gebeurtenissen. We volgen een held die allerlei obstakels moet overwinnen om een doel te bereiken.

15-07-2009 08:42:30

pr oe

fh o

of d

st

uk

©

VA

Een dystopie is een roman die zich afspeelt in de toekomst. De auteur schetst een wereld waar het slecht is om te leven, de focus ligt op het negatieve van technologie en mensen leven in een harde maatschappij waar geen vrijheid en zekerheid is.

LES 4 Soorten verhalen

47


Literatuursuggesties 1

pr oe

fh o

of d

st

uk

©

VA

N

IN

In les 4 maakte je kennis met verschillende genres. Je leerde hoe je efficiënt een boek terugvindt via de bibliotheekcatalogus. Toch is het soms leuk om je te laten verrassen. In deze bibliotheek zetten de medewerkers elke maand een aantal boeken in de kijker. Ontdek hier de boeksuggesties van deze maand.

48

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


Carver – horlogemaker, uitvinder romer – besluit met zijn gezin naar verhuizen, naar een oud huis aan hoorde aan een beroemde chirurg, het huis bevat veel eigen geheimen ligt een naargeestige, ommuurde op een zespuntige ster troont. Als en in die tuin, krijgt hij de schrik

n Rolands grootvader onder druk n te komen, begint het huiveringe Nevelprins zich in al zijn gruwe-

BELUISTER FRAGMENT

Monika Feth

uk

De aardbeienplukker

©

VA

N

789056 723521

2003

st

thriller (psychologisch)

BELUISTER FRAGMENT

fh o

of d

Als haar vriendin Caro vermoord wordt, zweert Jette op haar rouwdienst wraak te zullen nemen. De moordenaar neemt haar op haar woord en gaat in de aanval. Hij zoekt toenadering tot Jette als vriend. Zij wordt verliefd op hem, zonder dat ze beseft met wie ze te maken heeft …

met de Prix Sorcières 2004 12+

14+

16+

BTVAO08

Anne-Laure Bondoux

DE TRANEN VAN DE MOORDENAAR

pr oe

De tranen van de moordenaar

ANNE-LAURE BONDOUX

overdo woont met zijn ouders erderij in het onherbergzame n Chili. Angel Allegria is een ar op de vlucht, op zoek naar komen. Het toeval brengt et huis van de Poloverdo’s. os doodt hij het ouderpaar, ongen laat hij leven, zonder weten waarom. Het is een een bijzondere relatie, die enoeg uitgroeit tot iets wat op zelfs liefde lijkt.

PPERS.BE

mysterie, horror

1 943: de vader van Max besluit met zijn gezin naar een dorp aan de kust te verhuizen, naar een oud huis aan het strand dat ooit toebehoorde aan een beroemde chirurg. Het huis bevat vele geheimen en verhalen en erachter ligt een naargeestige, ommuurde tuin met een poort waarboven een zespuntige ster staat. Terwijl het gezin zich installeert en probeert te wennen, sluiten Max en zijn zus vriendschap met Roland. Ze ontmoeten ook Rolands grootvader, de vuurtorenwachter. Hij was 25 jaar geleden de enige overlevende van een schipbreuk. Bij een duik naar het schip ziet Max aan de mast een vlag met een afbeelding van de zespuntige ster die hij aantrof op de tuinpoort. Dan begint het verhaal van de nevelprins.

nur 302 ⁄ 284

9

Carlos Ruiz Zafón

1993

de nevelprins

zich installeert en probeert te wenzus Alicia al snel vriendschap met oeten ze zijn grootvader, de vuurtoaar geleden de enige overlevende de Orpheus, een wrak dat daar voor k naar het schip ziet Max iets wat aan de mast golft een halfvergane van dezelfde zespuntige ster die hij

DE NEVELPRINS

De nevelprins

Een verroeste ketting hing om de zwart geworden ijzeren spijlen, verzegeld met een oud slot waaraan de tijd een uitgebluste kleur had gegeven. Het struikgewas had door de jaren heen terrein gewonnen en gaf de plek het uiterlijk van een verlaten broeikas. Vermoedelijk had in geen jaren iemand voet in die tuin gezet, bedacht Max. Hij keek om zich heen en zag een vuistgrote steen bij de tuinmuur liggen. Met kracht beukte hij met de steen op het slot tot de oude beugel meegaf onder de slagen. Max duwde tegen de grote poort en voelde hoe deze lui meegaf. Toen de opening wijd genoeg was om hem door te laten, rustte hij een ogenblik uit en stapte naar binnen. (…) Midden in de beeldentuin stond op een sokkel een uit de kluiten gewassen standbeeld dat een glimlachende clown met rechtopstaand haar voorstelde. Eén arm had hij uitgestrekt en met zijn vuist, gehuld in een buitenproportioneel grote handschoen, leek hij een onzichtbaar object in de lucht te slaan. Aan zijn voeten zag Max een grote platte steen waarop vaag een tekening in reliëf was te zien. Hij knielde neer, schoof het onkruid dat het koude oppervlak bedekte opzij, en tevoorschijn kwam een grote zespuntige ster in een cirkel. Hij herkende het symbool, het was identiek aan wat hij op de poort had gezien. Hij stond langzaam op en bekeek het spookachtige spektakel om hem heen. Een huivering voer door zijn lichaam en hij deed onwillekeurig een stap achteruit. De hand die seconden eerder nog tot een vuist gebald was geweest, had nu een open, gestrekte palm, in een uitnodigend gebaar. Heel even voelde Max de koude ochtendlucht branden in zijn keel en het bonzen van zijn hart in zijn slapen ...

IN

` CaRLOS RUIZ Z aFON

óns échte romandebuut!

a RUIZ ` ZaFON C RLOS

Paolo Poloverdo woont met zij ouders op een boerderij in het zuiden van Chili. Angel Allegria is een moordenaar op de vlucht, op zoek naar een plaats om te schuilen. Het toeval brengt hem bij het huis van Paolo. Hij doodt Paolo’s ouders, maar laat de jongen leven, zonder te weten waarom. Het is het begin van een bijzondere relatie, die vreemd genoeg uitgroeit tot iets wat op liefde lijkt.

poëtisch en symbolisch reisverhaal 2003

De tranen van de

moordenaar

BELUISTER FRAGMENT

Anne-Laure Bondoux

VAN IN 02-04-2008 09:45:29

Literatuursuggesties 1

49


Moord op een schilderij HILDE E. GERARD

dochter Titiana en haar vriend Luuk jn onschuld te bewijzen.

t opnieuw een slachtoffer. Ook deze

MOORD OP EEN SCHILDERIJ

t afgebeeld op een schilderij van t. Titiana en Luuk raken steeds meer deze mysterieuze zaak.

spannende en mysterieuze naar de waarheid.

12+

14+

16+

Hilde E. Gerard detective

BELUISTER FRAGMENT

2009

D MOOOPR EEN ILDERIJ SCE H E. GERARD HILD

513959

e directeur van een Antwerps museum wordt vermoord. Deze dood werd D aangekondigd op een portret van de bekende schilder Leo Broeckhaert. Is hij de dader? Moordde hij uit jaloezie omdat de directeur een relatie begon met zijn ex? Zijn dochter en haar vriend Luuk proberen zijn onschuld te bewijzen en dan valt er opnieuw een slachtoffer. Ook deze moord staat afgebeeld op een van Broeckhaerts schilderijen …

IN

er? Moordde hij uit jaloezie omdat r een relatie begon met zijn ex-

N

r van een Antwerps museum wordt welijke manier vermoord. Zijn

t aangekondigd op een portret ende schilder Leo Broeckhaert. Is

uk

probleemboek, drama 2015

16+

©

Derk Visser

BELUISTER FRAGMENT

e vijftienjarige Chelsea woont in een heel gewone wijk in een grote stad. Het café D van haar vader ging na het rookverbod failliet en haar moeder wil eindelijk iets voor zichzelf. En ook haar oudere zus is niet echt gelukkig. Maar al laten ze het niet altijd zien, iedereen in dit gezin houdt van elkaar. Een dramatische gebeurtenis brengt daar verandering in. Chelsea probeert zich staande te houden en zich niet te laten overmeesteren door schuldgevoel en verdriet. Mickey, die een groot zangtalent in haar ziet, helpt haar daarbij.

st

14+

PRIKKEL DRAAD

PRIKKELDRAAD

12+

Prikkeldraad

DERK VISSER

DERK VISSER

njarige Chelsea woont in een heel wijk in een grote stad, maar verder veel ‘gewoon’ in haar leven. Het haar vader ging na het rookverbod haar moeder wil eindelijk ‘iets’ voor n ook haar oudere zus is niet echt Maar al laten ze het niet altijd zien, n toch van elkaar. Een dramatische nis lijkt daar verandering in te Chelsea probeert zich staande te n zich niet te laten overmeesteren ldgevoel en verdriet. Mickey, die zangtalent in haar ziet, helpt haar

VA

15-06-2010 14:25:29

vanin.be

of d

571322

n er rare dingen. ‘s Nachts wordt er en de inbreker laat een groot boek

De negen kamers

Peter-Paul Rauwerda

pr oe

een huis dat onverwacht verschijnt. de dag eenzelfde huis op een d veldje opdoemt, besluit hij naar

PETER-PAUL RAUWERDA DE NEGEN KAMERS

al tijdenlang vreselijke

n. Net op het moment dat hij s is, worden ze vrijwel ondraaglijk

fh o

16/05/17 19:02

aan. Terwijl zijn hoofd bonkt, oor de kamers van het mysterieuze droom en werkelijkheid.

12+

14+

16+

vanin.be

PETER-PAUL RAUWERDA

De negen kamers

fantasy, filosofisch verhaal 2016

J onas heeft al tijdenlang vreselijke hoofdpijnen. Net op het moment dat hij alleen thuis is, worden ze ondraaglijk en gebeuren er rare dingen. ‘s Nachts wordt er ingebroken en de inbreker laat een groot boek achter over een huis dat onverwacht verschijnt. Als later op de dag eenzelfde huis op een braakliggend veldje opdoemt, besluit Jonas naar binnen te gaan.

595233

50

BELUISTER FRAGMENT

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


iBoy

rdt van een flat gegooid en

et hoofd van de 16-jarige Tom.

Kevin Brooks

et ongeluk, maar een aantal

KEVIN BROOKS iBOY

n stukjes in zijn hoofd zorgen ngewoon effect … Hij weet en

hij zich ooit kon voorstellen. Tom

s over superkrachten. En met

ke kracht komt de keuze: wraak gewelddadige straatbende die

ucy terroriseert of zich toch maar n?

14+

sciencefiction, actie

BELUISTER FRAGMENT

2010

T ijdens een ongeluk krijgt de 16-jarige Tom een iPhone tegen zijn hoofd. Een aantal achtergebleven stukken zorgen ervoor dat hij meer weet en ziet dan hij zich kon voorstellen. Deze superkracht brengt een verscheurende keuze met zich mee: wraak nemen op de bende die Toms vriendin terroriseert of zich rustig houden en onopvallend verder leven.

IN

12+

KEVIN BROOKS

16+

www.vanin.be

N

563181

raakt geïntrigeerd door een urn die

elaten bij een taxistandplaats. Hij e urn met de as van Violet Park in

n (en misschien wel overleden) vader.

12+

14+

16+

512526

PPERS.NL

Jenny Valentine

humoristisch verhaal, avontuur 2007

BELUISTER FRAGMENT

L ucas raakt geïntrigeerd door een urn die is achtergelaten bij een taxistandplaats. Hij probeert de urn met de as van Violet Park in bezit te krijgen en gaat op zoek naar de geschiedenis van deze vrouw. Hij realiseert zich niet dat dit het begin is van een zoektocht naar zichzelf en zijn identiteit. En uiteindelijk moet hij onder ogen zien wat er gebeurd is met zijn verdwenen vader.

of d

OP ZOEK NAAR VIOLET PARK

ijgen en gaat op zoek naar de gevan deze vrouw. Hij realiseert zich t het begin is van een zoektocht naar

n zijn identiteit. En uiteindelijk moet ogen zien wat er gebeurd is met zijn

OP ZOEK NAAR VIOLET PARK

uk

JENNY VALENTINE

ongeluk ontmoette ik haar de nacht. eranderde.

st

JENNY VALENTINE

d. Ze was dood. een urn op een plank.

©

Op zoek naar Violet Park

redenen waarom Violet Park niets maken zou moeten hebben.

VA

5/06/15 11:54

H ET M EI SJE EN D E SO L D A AT

12+

14+

16+

HET MEISJE EN DE SOLDAAT

pr oe

ALINE SAX

hter de frontlijn in de Westhoek staat een g, waar soldaten komen verpozen als ze dagen rust hebben. Er woont een blind dat graag in de zon buiten op de bank een dag komt een soldaat naast haar die anders ruikt dan andere soldaten. g de herberg niet binnen omdat hij zwart ar het meisje praat onbevangen met hem genieten samen van de gesprekken. Als hij dag ineens niet meer opdaagt, besluit ze gaan zoeken.

fh o

15-07-2009 08:42:30

ALINE SAX

Het meisje en de soldaat Aline Sax oorlogsverhaal, drama 2014

BELUISTER FRAGMENT

met prenten van

ANN DE BODE

vanin.be

et achter de frontlijn in de Westhoek staat een herberg. Er woont een blind meisje N dat graag in de zon buiten op de bank zit. Op een dag komt een soldaat naast haar zitten die anders ruikt dan andere soldaten. Hij mag de herberg niet binnen omdat hij zwart is. Samen genieten ze van de mooie gesprekken die ze hebben. Als hij op een dag ineens niet meer opdaagt, besluit ze hem te gaan zoeken.

595233

Literatuursuggesties 1

51


les

Communicatieschema en 5 teksttypes 3

4

Je herkent en onderscheidt verschillende tekstdoelen, tekstsoorten en teksttypes

2

Je legt een verband tussen taalgebruik (woordkeuze, formulering) en de inhoud van een bericht

Je vergelijkt de vorm en opbouw van teksten met de verschillende doelen

5

Je kent de negen vragen van het communicatieschema en je kunt ze toepassen op een tekst

IN

1

Je kent de verschillende onderdelen van het communicatieschema

1

VA

N

Lezen doe je een hele dag door. Berichtjes op WhatsApp, een artikel in de krant, reclame in het bushokje, de vragen van een toets, een songtekst, een mail in je inbox, een gedichtje van je lief … Je bent dan ook best een tekstexpert met al die teksten rondom jou. Laat dat nu net zijn waar we in deze les aan werken!

Elke tekst heeft een context

©

1 Elke tekst is een vorm van communicatie. Hieronder vind je het communicatieschema. Plaats de woorden op de juiste plaats in het schema.

uk

Kies uit: zender – ontvanger – boodschap – onderwerp – doel – stijl/taal – kanaal – effect – ruis

ABC

st

ABC

of d

ABC

pr oe

fh o

2 Op de volgende pagina’s vind je twee nieuwsberichten. Zonder een woord te lezen kun je vaak al heel wat afleiden van een tekst. a Wat weet je zelf al over De Standaard en Ketnet?

52

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


b Kijk naar de lay-out van beide nieuwsberichten. Wat kun je hieruit afleiden?

IN

N

3 Op basis van deze informatie: wie/wat is … tekst 1

tekst 2

VA

de zender het doelpubliek / de ontvanger

uk

©

het kanaal / het medium

¡ om de lezer te informeren ¡ om de lezer te ontspannen

st

4 Beide teksten hebben hetzelfde doel. Waarom werden ze geschreven?

¡ om de lezer te stimuleren of verplichten om iets te doen

of d

¡ om de lezer te overtuigen

5 Wat is het onderwerp van beide teksten?

fh o

onthouden

pr oe

Een tekst gaat altijd ergens over. Dat is het onderwerp van de tekst. Vaak kun je dat onderwerp in één woord benoemen.

LES 5 Communicatieschema en teksttypes

53


IN N VA

©

In Australië komen steeds meer koala’s in de problemen door de aanhoudende bosbranden. Een uitgedroogde koala vroeg en kreeg hulp van een fietser.

uk

Op Instagram is een video gedeeld van een sterk uitgedroogde koala die verward en zwalpend in het midden van de weg ‘om hulp leek te vragen’. Dat zeggen de fietsers die het dier aantroffen in de buurt van het Australische Adelaide op Instagram.

st

‘De koala kwam recht op me afgelopen’, schrijft fietser Anna Heusler op Instagram. ‘Terwijl ik afstapte, klom hij op mijn fiets en gaf ik hem water. Dit is het beste wat me ooit is overkomen tijdens een fietstochtje!’

Leger

of d

De vrouw liet het dier haar hele bidon leegdrinken. Door de aanhoudende bosbranden zijn naar schatting al 8.000 koala’s gestorven. In totaal zouden al meer dan 450 miljoen dieren gestorven zijn. Dat zeggen ecologen aan The Times.

pr oe

fh o

Vrijdag raakte bekend dat Australië het leger heeft ingeschakeld om de bosbranden te bestrijden. Het leger zal er voortaan mee voor zorgen dat de blusvliegtuigen gevuld worden met water, staan in voor de zoekvliegtuigen, verzorgen het vervoer van de brandweermannen en staan de zoek- en reddingsoperaties bij met een helikopter. ‘Doordat Defensie achter de schermen gaat helpen, zijn er meer brandweermannen beschikbaar om de branden te blussen’, verklaarde defensieminister Linda Reynolds.

woord zwalpen: voortbewegen zonder doel de defensie: verdediging; in dit geval gaat het om Australische landsverdediging

54

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


IN N

Koala klimt op fiets en drinkt drinkfles helemaal leeg

st

uk

©

VA

In Australië is het nog steeds ontzetend warm. De droogte zorgt ervoor dat veel dieren amper water vinden, net zoals deze koala.

of d

De koala vond gelukkig een stelletje wielrenners die een tochtje maakten toen het 40 graden was. De koala zat in het midden op de weg.

pr oe

fh o

Toen een van de wielrenners het beestje water wou geven, klom die meteen op de fiets en dronk de drinkfles helemaal leeg. Bosbranden Het gaat niet goed met koala’s in Australië. Dat komt door hitte en bosbranden. Er zijn de laatste tijd waarschijnlijk duizenden koala’s gestorven.

reacties (26) Je moet je aanmelden om een reactie te schrijven Lollypop23

😢

Superschattig! Maar wel erg voor al die koala’s Ik heb medelijden. Koala’s zijn ook mijn lievelingsdieren. fLIPFLOPPER Schattig!!!

😀

lotjes

😀

Ik heb al een giraf geaait maar een koala ook in parai daiza Lacksy

😀

Arme koalatjes in Australië heel erg C U T E

LES 5 Communicatieschema en teksttypes

😢

Toch nog is dit

55


6 Beide teksten geven andere informatie over het onderwerp. a Vul in deze tabel de antwoorden op elke vraag zo volledig mogelijk in. De Standaard

Ketnet

wie

IN

wat

N

waar

©

VA

waarom

fh o

extra info

of d

st

uk

hoe

pr oe

b Wat valt er je op als je de inhoud van beide teksten vergelijkt?

56

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


c Hoe komt dat, denk je?

7 Gebruikt men in de teksten … Omcirkel telkens de correcte mogelijkheid. De Standaard

woordsoorten

meer korte zinnen / lange zinnen

meer makkelijke woorden / ook moeilijke

meer makkelijke woorden / ook moeilijke

woorden

woorden

N

woordkeuze

meer korte zinnen / lange zinnen

VA

zinsbouw

Ketnet

IN

veel bijvoeglijke naamwoorden /

veel bijvoeglijke naamwoorden /

weinig bijvoeglijke naamwoorden

weinig bijvoeglijke naamwoorden

©

8 Bekijk de reacties bij de tweede tekst. Wat is het effect van de nieuwsberichten bij het publiek? ¡ De kinderen hebben iets bijgeleerd. ¡ De kinderen vinden het grappig.

uk

¡ De kinderen leven mee met de koala’s en de mensen die dit meemaakten.

onthouden

of d

st

¡ De kinderen willen geld inzamelen voor acties om koala’s te helpen.

fh o

Elke boodschap doet iets met je: je kunt een bericht leuk vinden, een tekst kan ervoor zorgen dat je iets doet, een nieuwsbericht kan je iets leren, een mail kan je boos maken … We noemen dat het effect van een boodschap.

9 De informatie werd verspreid via een website. Welke elementen kunnen ervoor zorgen dat de lezers afgeleid worden?

pr oe

LES 5 Communicatieschema en teksttypes

57


10 Hieronder vind je verschillende teksten. Geef telkens de tekstsoort, het teksttype en het tekstdoel. tekstsoort: teksttype:

IN

tekstdoel:

N

teksttype:

uk

st

tekstsoort:

tekstdoel:

pr oe

fh o

of d

teksttype:

58

©

tekstdoel:

VA

tekstsoort:

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE

tekstsoort: teksttype: tekstdoel:


onthouden

We onderscheiden verschillende tekstsoorten: tekstsoort

verklaring

IN

Dagelijks komen we in aanraking met verschillende teksten. Denk maar aan horoscoopvoorspellingen, uitnodigingen, mails, recepten, advertenties, sms-berichten. Elk van die teksttypes heeft eigen inhoudelijke kenmerken en ook een specifieke vorm (lay-out, woordkeuze, taalgebruik …). Bij elke tekst heeft de zender ook een doel voor ogen: hij wil iets met de tekst bereiken, bijvoorbeeld mensen informeren, hen raken, hen van iets overtuigen …

voorbeelden van teksttypes

brengt feiten, geeft informatie

tijdschriftartikel, krant

persuasieve tekst

overtuigt mensen

reclameboodschap

opiniërende tekst

geeft een mening

recensie, review

prescriptieve tekst

zegt hoe iets moet worden uitgevoerd

narratieve tekst

brengt een verslag uit; schetst een verloop

VA

N

informatieve tekst

instructie

uk

©

dagboekfragment, reisverhaal

pr oe

fh o

of d

st

11 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen over het communicatieschema. Je herhaalt er ook het onderscheid tussen tekstsoort, tekstdoel en teksttype.

LES 5 Communicatieschema en teksttypes

59


2

Elke tekst heeft een context Nu is het aan jullie om een echte tekstexpert te worden. 1 Je leraar geeft je een tekst.

IN

1

©

VA

Voorbereiding 1 Was je handen zorgvuldig. 2 Verwarm de over voor op 190 °C. 3 Bekleed de ovenschaal met bakpapier. 4 Weeg alle ingrediënten zorgvuldig af.

N

Ingrediënten voor 30 koekjes 1 ei 80 g lichtbruine suiker 125 g boter 60 g suiker 175 g bloem 1 zakje vanillesuiker 1 koffielepel bakpoeder 125 g chocolade in stukjes 100 g amandelpoeder

of d

st

uk

Uitvoering 1 Doe eerst de boter in een mengkom en klop zachtjes. 2 Voeg er daarna de bruine suiker en vanillesuiker bij en meng alles door elkaar. 3 Dan voeg je het ei bij het mengsel - meng opnieuw. 4 Voeg het bakpoeder toe aan de bloem. 5 Roer vervolgens de bloem voorzichtig onder het mengsel. 6 Breek de chocolade in kleine stukjes. 7 Stort de chocoladestukjes bij je mengsel en roer om. 8 Schep met een lepel kleine balletjes uit het deeg en leg ze op de bakplaat. 9 Tenslotte bak je de koekjes 10 tot 12 minuten in een voorverwarmde oven. Smakelijk!

4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN Zoals alle geneesmiddelen kan VAXIGRIP bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt.

fh o

2

pr oe

In klinische studies zijn de volgende bijwerkingen waargenomen. De frequentie hiervan is ingeschat als ‘vaak voorkomend’: bij 1 tot 10 van de 100 gebruikers. - hoofdpijn - zweten - spierpijn (myalgie), gewrichtspijn (artralgie) - koorts, algemeen onwel gevoel (malaise), rillingen, vermoeidheid - plaatselijke reacties: roodheid, zwelling, pijn, blauwe plekken (ecchymose), harde zwelling (induratie) rond de plaats waar het vaccin werd ingespoten. Deze reacties verdwijnen meestal zonder behandeling binnen 1 à 2 dagen. Naast de bovengenoemde, vaak voorkomende bijwerkingen kwamen de volgende bijwerkingen voor nadat het vaccin op de markt werd gebracht: - allergische reacties: - in zeldzame gevallen leidend tot medische noodsituaties met falen van het bloedsomloopsysteem om een voldoende bloedstroom naar de verschillende organen te handhaven (shock) - in zeer zeldzame gevallen leidend tot zwelling vooral zichtbaar in het hoofd en de hals, waaronder het gezicht, de lippen, tong, keel of een ander lichaamsdeel (angio-oedeem)

60

- huidreacties die zich over het lichaam kunnen verspreiden, waaronder jeuk (pruritus, urticaria), huiduitslag - ontsteking van een bloedvat (vasculitis), wat kan leiden tot huiduitslag en in zeer zeldzame gevallen tot tijdelijke nierproblemen. - pijn waar een gevoelszenuw loopt (neuralgie), afwijkingen in het waarnemen van gevoel, pijn, warmte en koude (paresthesie), stuipen (convulsies) gepaard met koorts, neurologische aandoeningen die kunnen leiden tot een stijve nek, verwardheid, gevoelloosheid, pijn en zwakte in de ledematen, evenwichtsverlies, verlies van reflexen, gedeeltelijke verlamming of verlamming van het hele lichaam (encephalomyelitis, neuritis, syndroom van Guillain-Barré) - tijdelijke afname van het aantal bloedplaatjes: een laag aantal bloedplaatjes kan leiden tot overmatige vorming van blauwe plekken of bloedingen (voorbijgaande trombocytopenie), tijdelijke zwelling van de klieren in de hals, oksels of lies (voorbijgaande lymfadenopathie)

Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als u een bijwerking merkt die niet in deze bijsluiter wordt vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 5. HOE U VAXIGRIP MOET BEWAREN Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. Gebruik VAXIGRIP niet na de vervaldatum die vermeld wordt op de verpakking na EXP. De verval­ datum verwijst naar de laatste dag van die maand.

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE

In de koelkast bewaren (2°C - 8°C). Niet invriezen. Bewaar de spuit in de buitenverpakking om tegen licht te beschermen. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6. AANVULLENDE INFORMATIE Hoe ziet VAXIGRIP er uit en wat is de inhoud van de verpakking? VAXIGRIP is een suspensie voor injectie die wordt aangeboden in een voorgevulde spuit van 0,5 ml in een doos van 1, 10, 20 of 50 stuks. Het is mogelijk dat niet alle verpakkingen worden verkocht. Na zacht schudden ziet het vaccin eruit als een witachtige en licht doorschijnende vloeistof. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant De houder van de vergunning voor het in de handel brengen is: Sanofi Pasteur MSD, Jules Bordetlaan 13, 1140 Brussel - België De fabrikant is: SANOFI PASTEUR, 2, avenue Pont Pasteur , 69007 Lyon, RANKRIJK Registratie nummers: BE108184 - BE225994


N

IN

3

VA

12 tot 17 februari 2018 2 tot 7 april 2018 9 tot 14 april 2018

31 oktober tot 5 november 2017 5 tot 10 februari 2018 11 tot 16 februari 2018

9 tot 14 april 2018 3 tot 8 juni 2018

12 tot 17 februari 2018 9 tot 14 april 2018

pr oe

fh o

of d

st

uk

©

26 tot 31 december 2017 8 tot 13 april 2018

31 oktober tot 5 november 2017 5 tot 10 februari 2018 11 tot 16 februari 2018

12 tot 17 februari 2018 2 tot 7 april 2018 9 tot 14 april 2018

9 tot 14 april 2018 3 tot 8 juni 2018

26 tot 31 december 2017 8 tot 13 april 2018

LES 5 Communicatieschema en teksttypes

12 tot 17 februari 2018 9 tot 14 april 2018

61


pr oe

fh o

of d

st

uk

©

VA

N

IN

4

2 Vul de fiche zo correct en volledig mogelijk in.

62

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


3 Wissel jullie antwoorden in kleine groepen uit. a Wie is de zender? Wie maakte de tekst?

N

IN

b Wie is de ontvanger? Wie is het doelpubliek? Wie moet/mag de tekst lezen?

©

uk

d Waarover gaat de boodschap? Wat is het onderwerp van de boodschap? Wat zijn de hoofdpunten?

VA

c Wat is de boodschap? Wat wil de maker vertellen?

e Wat is de bedoeling? (tekstdoel) Met welke reden maakte men de boodschap?

¡ informeren

¡ ontspannen ¡ raken

st

¡ overtuigen

of d

f Onderzoek de woordkeuze en lay-out van de tekst. Is er iets opvallends aan de taal? Wat is er typisch aan de lay-out? Waarom passen de woorden en de lay-out bij de boodschap?

fh o

g Zijn de omstandigheden om te communiceren ideaal of zijn er stoorzenders (ruis)?

pr oe

h Wat is het kanaal? Via welk medium verstuurt men de boodschap?

i Wat is het effect? Wat doet de boodschap met de ontvanger? Hoe reageert die?

teksttype

LES 5 Communicatieschema en teksttypes

63


3

Taalspelletjes 1 Wat betekenen de volgende uitdrukkingen over eten en drinken? van twee walletjes eten

2

Het sop is de kolen niet waard.

a Iets bekends wordt op een nieuwe manier gepresenteerd.

3

appelen voor citroenen verkopen

b Hij laat zich iets afnemen waar hij recht op heeft.

4

op eieren lopen

5

Verandering van spijs doet eten.

c De vele inspanningen leveren maar weinig resultaten op.

6

met de gebakken peren zitten

7

Hij viel met zijn gat in de boter.

8

Dat is nieuwe wijn in oude zakken.

9

Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.

d van beide partijen je voordeel behalen

N

e Het is goed om af en toe iets anders te doen.

f Je verdedigt wie jou betaalt / financieel ondersteunt. h heel voorzichtig handelen

4

de onaangename gevolgen van iets dragen

j

(onverwacht) goed terechtkomen

5

6

7

©

3

i

8

9

10

8

9

10

uk

2

VA

g iets van geringe waarde als iets kostbaars verkopen

10 Hij laat het vlees van zijn brood eten.

1

IN

1

2 Ontcijfer de volgende letterwoorden (sms’jes en chatberichten).

3

xoxo

4

w8

5

asap

6

brb

7

ff

8

ic

9

cu

a tot later

b eeuwige beste vriend

st

lol

c ik ben onmiddellijk terug

d ik begrijp het

of d

bff

2

fh o

1

10 tx

2

3

4

pr oe

1

64

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE

5

e wacht

f kusjes en knuffels g bedankt h luidop aan het lachen i

zo snel mogelijk

j

even 6

7


3 Voor welke aandoening of welk lichaamsdeel ga je naar deze dokter? cardioloog

a huidziekten

2

psycholoog

b geestesziekten

3

viroloog

c longaandoeningen

4

gastroloog

d virussen

5

neuroloog

e hart- en vaatziekten

6

pneumoloog

f

7

dermatoloog

g kanker

8

oncoloog

h spijsvertering

9

orthopedist

i

de plaats en aard van je ziekte vastleggen

j

skelet, spieren, gewrichten

2

3

4

5

6

7

8

9

10

VA

1

aandoeningen zenuwstelsel

N

10 radioloog

IN

1

4 Stop de band. Vul de volgende Nederlandse liedjesteksten aan. Jij geeft me vonken en vuur …

a die altijd voor je straalt

2

Wil je weten hoe het danst zonder mij …

b vertel me dan, waarom verlang ik zo

3

De meeste dromen zijn bedrog …

c ik ben te oud om te weten waarom

4

Laat me nu toch niet alleen …

d misschien heb je meer balans zonder mij

5

Maar, ze is maor zestien jaor …

6

Laat de zon in je hart …

7

Wie heb ik aan de lijn, hallo hallo …

8

Ik zie goud aan de rand van de zon …

h radeloos en verloren

9

Een ster, die jou nooit meer verlaat …

i

oye oyalele, en niemand die merkt wat we doen

j

ze schijnt toch voor iedereen

uk

©

1

e maar als ik wakker word naast jou dan droom ik nog f

en dat is bitter jong

st

g gevaarlijk maar van lange duur

2

3

4

5

6

7

8

9

10

pr oe

fh o

1

of d

10 Oye oyalele, ik geef je een stiekeme zoen …

LES 5 Communicatieschema en teksttypes

65


5 Weet jij wat deze mediawoorden betekenen? a Een vorm van oplichting, waarbij criminelen nepsites gebruiken om

1

algoritme

2

avatar

3

cookie

4

deep fake

5

drone

6

digital native

7

fomo

8

meme

9

phishing

persoonlijke informatie van derden in hun bezit te krijgen. b Een technologie waarbij men beeld en geluid manipuleert en zo iemand iets

laat zeggen of doen in een video, zonder dat die persoon dat ooit echt gezegd of gedaan heeft.

IN

c Een wiskundige formule die bepaalt hoe een website of apparaat moet werken.

Het wordt gebruikt om reclame af te stemmen op jouw persoonlijke interesses. d Een vliegtuigje zonder piloot aan boord. De toestellen worden op afstand

bestuurd en hebben vaak een camera aan boord.

e Afkorting van ‘fear of missing out’. De term verwijst naar de angst om dingen te

10 trol

N

missen die (online) gebeuren.

f Een klein bestandje dat door websites op je computer wordt gezet en dat je

VA

klikgedrag rapporteert aan onlinewinkels.

g Iemand die is geboren tijdens of na de algemene introductie van digitale

technologieën en die technologieën vaak zonder problemen gebruikt. h Iemand die het leuk vindt om rare standpunten op een internetforum te

plaatsen, om anderen te choqueren of te beledigen.

j

Een foto – maar dat kan ook een video- of audiobestand zijn – met een grappige tekst of een quote. Het wordt vaak massaal verspreid via sociale media. 3

4

uk

2

©

De onlinerepresentatie van jezelf; dat kan een 3-dimensionale figuur zijn, een eenvoudig symbool of een foto.

5

6

7

8

9

10

st

1

i

of d

6 Elk jaar organiseert Van Dale de verkiezing van ‘Het woord van het jaar’. Weet jij nog wat deze woorden betekenen? winkelhieren

2

moordstrookje

3

koesterkoffer

4

ontvrienden

5

kraamkost

6

flitsmarathon

7

selfie

8

frietchinees

9

stoeproken

a een gefotografeerd zelfportret, doorgaans gemaakt met een smartphone of webcam b actie waarbij de politie gedurende een bepaalde periode intensief en over een hele regio snelheidscontroles houdt

pr oe

fh o

1

66

d roken op de stoep voor een horecazaak e een tas met tastbare herinneringen om een jong gezin te steunen na het verlies van een kind f

een niet-verhoogd fietspad, niet afgescheiden van de rijweg

g een Aziaat die een frituur uitbaat in België

10 tentsletje

1

c meisje dat op festivals met verschillende jongens gaat

h kennissen en vrienden verwijderen van sociale media

2

i

vers gemaakt eten dat je meeneemt op bezoek bij zwangere of net bevallen vrouwen

j

bij lokale bedrijven en winkels kopen 3

4

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE

5

6

7

8

9

10


6

Spreekwoorden, uitdrukkingen en zegswijzen 1

Je kent verschillende spreekwoorden, uitdrukkingen en zegswijzen en hun betekenis

2

Je kent het verschil tussen een spreekwoord, een uitdrukking en een zegswijze

Het verschil tussen spreekwoorden, uitdrukkingen en zegswijzen

N

1

IN

les

VA

1 Onze cartoonist gaf een eigen interpretatie aan vijf veelvoorkomende uitdrukkingen. a Welke uitdrukkingen zijn afgebeeld?

st

2

uk

©

b Geef bij elke tekening de juiste betekenis.

3

of d

1

fh o

4

betekenis

pr oe

uitdrukking

5

1 2 3 4 5

LES 6 Spreekwoorden, uitdrukkingen en zegswijzen

67


onthouden Een uitdrukking is een voorbeeld van figuurlijk taalgebruik. Een groep woorden betekent niet precies wat er staat; je moet de betekenis niet letterlijk nemen. De zender wil een boodschap zo nadruk geven of duidelijker onder woorden brengen.

IN

Alles is koek en ei betekent ze komen goed overeen. Je leeft als God in Frankrijk betekent jij hebt een luxeleven zonder zorgen.

N

2 In deze oefening krijg je tien frequent gebruikte uitdrukkingen. Geef telkens aan of het om een spreekwoord of zegswijze gaat. ¡ zegswijze   ¡ spreekwoord

b Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.

¡ zegswijze   ¡ spreekwoord

c ze alle vijf op een rijtje hebben

¡ zegswijze   ¡ spreekwoord

d een boompje opzetten (over)

¡ zegswijze   ¡ spreekwoord

e Blaffende honden bijten niet.

¡ zegswijze   ¡ spreekwoord

©

VA

a als een God in Frankrijk

f de spuigaten uitlopen

¡ zegswijze   ¡ spreekwoord

¡ zegswijze   ¡ spreekwoord

uk

g Eén zwaluw maakt de lente niet.

h Waar het hart van vol is, loopt de mond van over.

¡ zegswijze   ¡ spreekwoord

i oude koeien uit de sloot halen

¡ zegswijze   ¡ spreekwoord

st

¡ zegswijze   ¡ spreekwoord

of d

j een vogel voor de kat zijn

onthouden

Er zijn twee soorten uitdrukkingen.

1 Spreekwoorden kun je niet veranderen; ze hebben vaak het uitzicht van een volledige zin.

fh o

Oost, west, thuis best. Beter één vogel in de hand, dan tien in de lucht.

pr oe

2 Zegswijzen kun je aanpassen; het zijn groepen woorden die je aan de situatie kunt aanpassen. Je kunt de zegswijze ze alle vijf op een rijtje hebben op verschillende manieren vervormen:

68

Met die opmerking bewijst hij dat hij ze alle vijf op een rijtje heeft. Jij hebt ze niet alle vijf op een rijtje. Ik ben er zeker van dat ik ze wél nog alle vijf op een rijtje heb.

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


3 In deze oefening ga je aan de slag met enkele heel frequente uitdrukkingen. a Verbind elke uitdrukking met de juiste betekenis. b Je krijgt ook artikels waaruit de uitdrukking is weggelaten. Verbind de artikels met de correcte ontbrekende uitdrukking. Soms zul je een werkwoord moeten vervoegen of de woordvolgorde moeten aanpassen. uitdrukking

betekenis

IN

iets in de doofpot stoppen

voorbeeld

zich in de luren laten leggen (< iemand in de luren leggen) koek en ei de appel valt niet ver van de boom

N

geen blad voor de mond nemen de kat uit de boom kijken

VA

een vogel voor de kat zijn

©

Betekenissen:

vrijuit zeggen wat je vindt

2

goed overeen komen

3

een afwachtende houding aannemen

4

opzettelijk ergens niet meer over praten, iets verzwijgen

fh o

of d

st

uk

1

niet meer geholpen kunnen worden , hulpeloos verloren zijn

pr oe

5

6

zeer sterk lijken op iemand

7

zich laten bedriegen

8

kordaat optreden om iets af te handelen

LES 6 Spreekwoorden, uitdrukkingen en zegswijzen

69


b

a Tom Boonen over BK

De haat-liefdeverhouding tussen Trump en zijn Russische ambtgenoot Even later was het weer (…) tussen de twee – vers verkozen – presidenten. In maart 2018 werd Poetin immers herverkozen als Russisch president. ‘Ik heb hem gebeld om hem te feliciteren’, aldus Trump op Twitter. ‘Goed kunnen opschieten met Rusland is een goede zaak, geen slechte.’

Bron: www.nieuwsblad.be

Bron: www.hln.be

VA

c

d

Herman Brusselmans zorgt voor commotie in ‘De Slimste Mens’

N

IN

‘Het BK blijft zeer moeilijk te voorspellen. Het is een koers die je niet heel makkelijk kan winnen. Het is zwaar, maar als een ploeg wil controleren, kan dat wel lukken. Het zal er allemaal van afhangen wat de andere teams willen. Ik ga (…). Ik hoop in een situatie terecht te komen waarbij de echt snelle mannen niet voorop rijden’, aldus Boonen.

(…) bij Jef en Luca Philipoom

©

Dat rijmt niet alleen, maar klopt ook als een bus. Luca Philipoom (11) uit Pulderbos, zoon van meervoudig Belgisch, Europees en wereldkampioen driebanden Jef, is nu zelf Belgisch kampioen biljart.

uk

In de puzzelronde blijft Peter Van de Veire scoren. Rani ontgoochelt en verliest veel tijd. Ze blokkeert volledig in de filmpjesronde en kan zelfs niet op de naam Schoenaerts komen. Haar concurrenten profiteren maximaal. In de finale is Rani (…). Ze weet zestien goede antwoorden (…) op zes vragen, maar het tijdsverschil is te groot. Met zeven goede antwoorden speelt Michèle Rani naar huis.

e

st

pr oe

fh o

Binnen de katholieke kerk zal niem and zijn straf mislopen als hij schuldig bevonden wordt aan kindermisbr uik. Dat heeft de paus Franciscus vrijdag gezegd. ‘Het mag nooit meer gebeuren dat er gevallen van kindermisbruik genege erd worden of (…), zoals in het verlede n.’

Bron: www.standaard.be

h

Controleartsen van het ziekenfonds (…) door mensen die een ziekte veinzen om niet te moeten werken. Dat schrijft De Standaard op basis van uitspraken van Rufij Baeke van het Syndicaat van Vlaamse Huisartsen. Bron: www.vrt.be/vrtnws

70

f

of d

Bron: www.hln.be

Bron: www.nieuwsblad.be

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT

Philippe Geubels is bekend geworden als een brutale Belgische cabaretier die (…) en er geen moeite mee heeft om eerlijk te zijn over de manier waarop hij zijn geld verdient. Bron: oneoftheleaders.org

g Ook Indonesië wil (…) met drugsdealers Ze nemen stevige maatregelen om het probleem zo snel mogelijk de kop in te drukken. De regering ziet dit als een prioriteit om de veiligheid, volksgezondheid en het toerisme op korte termijn te verhogen. Bron: www.standaard.be


4 Spreken is zilver, maar uitbeelden is goud! Wie beeldt het snelste de uitdrukkingen uit? Welk team kent de meeste spreekwoorden en zegswijzen?

SPELREGELS

1 Lees de eerste alinea van een column van Ann De Craemer in De Morgen. a Wat is het onderwerp van de column?

IN

Spreekwoorden in ons dagelijks leven

column

N

Spreekwoorden zijn het peper en zout van onze

taal: ze brengen het geheel op smaak en verlenen er een pittige toets aan. Wanneer ik met iemand

VA

b Waaraan merk je dat het om een column gaat?

praat die zijn zinnen op het gepaste moment

kruidt met een welgekozen spreekwoord of gezegde, weet ik meteen dat ik te maken heb

©

met een spreker die verschillende registers van

het Nederlands weet te bespelen. Ik hou van

uk

spreekwoorden omdat ze in één kernachtige zin adviezen, wijsheden of vermaningen meegeven die van generatie op generatie zijn overgeleverd.

st

Telkens als iemand een spreekwoord gebruikt, komt de geschiedenis van onze taal tot leven.

fh o

of d

Ik ben gek op knuppels die in het hoenderhok worden gegooid, gegeven paarden die men niet in de bek kijkt en slapende honden die men beter niet wakker maakt.

onthouden

Een column is een korte tekst waarin een auteur op een persoonlijke manier zijn visie geeft op een onderwerp. Meestal gaat het om iets wat in de actualiteit belangrijk is; maar een column kan ook over alledaagse dingen gaan.

pr oe

2

c Wat zijn de hoofdpunten die Ann De Craemer geeft?

LES 6 Spreekwoorden, uitdrukkingen en zegswijzen

71


onthouden Onderwerp, hoofdgedachte en hoofdpunten Een tekst gaat altijd ergens over. Dat is het onderwerp van de tekst. Dikwijls kun je dat onderwerp in één woord benoemen. Het onderwerp van de tekst is een woord (of een woordgroep) dat aangeeft waarover de tekst gaat.

IN

taalfouten of taalfouten van leerlingen De hoofdgedachte is het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd. Die zin geeft de centrale boodschap van de tekst.

N

Leerlingen maken veel taalfouten.

De hoofdpunten zijn de inhoudelijke elementen die de auteur gebruikt om de hoofdgedachte uit te werken.

©

VA

Leerlingen maken veel taalfouten wanneer ze met elkaar communiceren. Leerlingen maken minder taalfouten wanneer ze met de leraar communiceren.

d Ga je akkoord met de mening van de schrijfster? Waarom (niet)?

uk

2 Ann De Craemer schrijft ‘Telkens als iemand een spreekwoord gebruikt, komt de geschiedenis van onze taal tot leven.’ Wat bedoelt ze precies?

st

of d

fh o

3 Lees de volgende artikels en krantenkoppen. Elke tekst bevat minstens een spreekwoord waarvan een deel ontbreekt.

pr oe

a Vul de ontbrekende woorden aan. Kies uit: aap – buur – hart – kogel – kuil – mond – vriend b Geef de betekenis van de verschillende spreekwoorden of zoek ze op.

De              is door de kerk1: de iconische ‘Albertbuilding’ in Kessel-Lo gaat dan toch onder de sloophamer.

72

Lange tijd was er twijfel of het erfgoedwaardige gebouw toch gerenoveerd kon worden. Maar dat plan gaat niet door.

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


Toen Astrid vertelde dat ze nog op zoek was naar sponsors om haar nieuwe boek te financieren, werd het ons opeens duidelijk waarom ze ons uitgenodigd had.

IN

‘Nu komt de              uit de mouw2’, riep Peter.

verre            ’3, ‘Wie een

spreekwoorden en gezegden - vaak zonder dat

graaft voor een

we het weten. Want wie denkt aan de Bijbel als

ander valt er zelf in’4 en ‘Waar het

hij spreekwoorden gebruikt als ‘Beter een

van vol is, loopt

goede              dan een

de             van over’5?

1

uk

2

st

3

5

pr oe

fh o

of d

4

VA

©

Betekenis

N

De Bijbel is vermoedelijk onze rijkste bron aan

LES 6 Spreekwoorden, uitdrukkingen en zegswijzen

Beter een goede buur dan een verre vriend 73


Tussenstop 1 1

Woordenschat

IN

1 Welke woorden schuilen er achter de volgende vijf anagrammen? Plaats het juiste woord bij de passende foto.

st

of d

uk

©

VA

N

Kies uit: egelstal – sertinis – walzdnep – aildoroog – ronde

onthouden

Een anagram is een (onbestaand) woord dat je vormt door de letters van een woord in een andere volgorde te plaatsen.

fh o

Grondzeil is een anagram van zoldering.

2 Duid de juiste betekenis aan.

pr oe

a Jaime stond aan de grond genageld. ¡ vastgeniet ¡ neergeslagen ¡ verstijfd

b Henry Deswarte was de voormalige voorzitter van de tennisclub. ¡ op dit moment ¡ vroegere ¡ echte

c Van een verkoper van films en boeken verwacht je dat hij affiniteit heeft met alle genres. ¡ kennis en interesse ¡ gevoelens van haat en afschuw ¡ ervaring bij het maken van iets

74

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


d Ik liet mij in het ziekenhuis onderzoeken door een neuroloog. ¡ chirurg ¡ arts die gespecialiseerd is in het zenuwstelsel ¡ arts die gespecialiseerd is in het hart e Mijn vader kreeg drie phishing-e-mails en nam daarna contact op met de bank.

IN

¡ valse e-mails die persoonlijke informatie willen bekomen ¡ agressieve reclameberichten ¡ wedstrijdvraag waarmee je luxeproducten kunt winnen

N

3 Vul de drie woordbruggen aan. De laatste letter van een woord en de beginletter van het volgende woord vallen samen.

©

VA

a • een huidarts, een dokter die gespecialiseerd is in de huid en huidziekten • heel erg gevreesd • iemand die het fijn vindt om online choquerende of beledigende boodschappen te plaatsen

b • tussenkomst

uk

• een beetje

of d

c • online audio-uitzending

st

• iets wat niet onmiddellijk duidelijk of zichtbaar is

• afnemend

fh o

• verdediging

pr oe

4 Vorm zes woorden door de lettergrepen uit onderstaande kolommen samen te voegen. Je gebruikt telkens een lettergreep uit elke kolom. af

di

vig

dren

lin

teit

de

ge

quent

be

fini

nair

or

te

kiend

uit

drij

len

TUSSENSTOP 1

75


5 Lees aandachtig de zinnen. Leid de betekenis af van de vetgedrukte woorden door de context te onderzoeken. a In China willen bepaalde politici seksueel getinte websites censureren. Door ze te verwijderen hoopt men seksueel misbruik tegen te gaan.

IN

b De spits van Real Madrid imponeerde de voetbalsupporters met zijn fantastische dribbel. De toeschouwers in het stadion bleven minutenlang zijn naam luidkeels roepen.

N

VA

c Tijdens het verjaardagsfeestje stapte Karim parmantig de zaal binnen. Het leek alsof hij op een catwalk wandelde: zelfbewust en fier!

©

d Mijn oudste broer is heel introvert. Ik daarentegen ben heel sociaal, enthousiast en kom graag onder de mensen.

uk

st

e Mijn ouders stonden sceptisch tegenover de uitleg die ik gisterenavond gaf. Mijn zus geloven ze steeds, maar ik moet keihard mijn best doen om hen te overtuigen.

of d

fh o

f Gisteren pikte ik in het museum de volgende discussie op: ‘Noem je dat een reeks schilderijen? Dat is gewoon een verzameling grijze vierkanten.’ – ‘Dat moet ik toch nuanceren. Sommige schilderijen zijn grijs met witte stippen, andere vierkanten zijn grijs met rode bollen.’

pr oe

onthouden

Om de betekenis van woorden te achterhalen kun je een aantal woordleerstrategieën gebruiken. Zo kun je de betekenis van het woord vanuit de context verklaren. Je bekijkt afbeeldingen, je zoekt synoniemen, tegenstellingen of voorbeelden in de zinnen voor of na het onbekende woord. Soms wordt het woord ook in de tekst verklaard. Omdat de drie gevangenen in detentie werden geplaatst, mochten ze niet deelnemen aan de dagactiviteiten en moesten ze hun maaltijd in afzondering opeten. Door de context van de gevangenis en de extra uitleg na de komma begrijp je waarschijnlijk wat detentie betekent.

76

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


6 Hieronder vind je een lijst van acht woorden. a Zeg telkens tot welke woordsoort het woord behoort. b Geef het bijhorende zelfstandig naamwoord. woordsoort

zelfstandig naamwoord

IN

kwalitatief empathisch collecteren

N

bekroning defensief

VA

evacueren ongegeneerd

©

ontplooien

onthouden

uk

Een zelfstandig naamwoord (zn) geeft een naam aan een persoon, begrip, dier of zaak. Ook eigennamen zijn zelfstandige naamwoorden.

st

buurvrouw, schoonheid, olifant, Spar, Ibrahim

Een bijvoeglijk naamwoord (bn) of adjectief geeft meer informatie over een zelfstandig naamwoord.

of d

Het bijvoeglijk naamwoord kan voor het zelfstandig naamwoord staan. Zij rijdt met een prachtige auto.

Het kan ook achteraan in de zin staan.

fh o

De versieringen zijn heel mooi.

Een werkwoord (ww) geeft een handeling of een toestand aan. Het drukt uit hoe het onderwerp van een zin eruitziet, wat het onderwerp doet, hoe het onderwerp zich voelt …

pr oe

De zon schijnt. Zij heeft in de tuin gewerkt. Hij is bezorgd.

TUSSENSTOP 1

77


2

Taal 1 Onderzoek aandachtig de volgende zinnen. In elke groep is er steeds één pv fout gespeld. Geef aan welke.

IN

a ¡  Carpoolen beperkt auto’s aan de schoolpoort. ¡  Ik weet niet wat je daarmee bedoeld. ¡  Mieren ruiken het als een van hun soortgenoten dood is, omdat een dode mier bepaalde chemicaliën plots niet meer afscheidt.

N

b ¡  Haarverf van dat merk beschadigt haar en hoofdhuid. ¡  Geen enkele fout word je vergeven. ¡  Als hij morgen voor de vijfde keer aan zijn knie geopereerd wordt, zal hij eindelijk naar huis mogen.

VA

c ¡  De hondjes zullen niet weglopen als je ze stevig vastbindt. ¡  Weet je wat mij zo sterk ontroert als ik naar jou kijk? ¡  Mijn moeder scheid steeds het plastic afval van ander afval. 2 Vul de gaten in de zinnen aan met ei of ij.

©

a De k    zer en k    zerin wonen in een heel chique pal   s.

b Opnieuw heeft een r   ger alle vissen uit onze v   ver opgegeten.

uk

c Het l   dt geen tw   fel dat sommige leerlingen grote spellingsproblemen ervaren. d De Rode Duivels l   den aan de rust met 2-0 dankzij twee doelpunten van Hazard.

wedstr   d.

st

e De nieuwe jockey ber   dt het paard als geen ander en wint de ene na de andere

f Mijn ouders zeggen dat ik niet steeds om de hete br    heen moet draaien.

of d

g Niemand neemt graag afsch   d van mensen die je graag hebt. h Sommige mensen kunnen moeilijk een goed geh   m bewaren. i In de les techniek gingen met een b   tel en b   l aan de slag.

fh o

j Het is b   na vakantie. Het s   n om leuke dingen te doen! k Mijn jongste zus l   dt aan een zeer zeldzame en p   nlijke ziekte.

3 Welke werkwoorden worden hier afgebeeld?

pr oe

a Maak een zin met dat werkwoord in de ovt. b Geef ook telkens het voltooid deelwoord. c Is het een sterk of een zwak werkwoord? Kruis aan. d Geef aan of volgende werkwoorden zwak of sterk zijn.

78

dansen

¡ zwak   ¡ sterk

willen

¡ zwak   ¡ sterk

springen

¡ zwak   ¡ sterk

leiden

¡ zwak   ¡ sterk

zwaaien

¡ zwak   ¡ sterk

lijden

¡ zwak   ¡ sterk

waaien

¡ zwak   ¡ sterk

nemen

¡ zwak   ¡ sterk

kopen

¡ zwak   ¡ sterk

baseballen ¡ zwak   ¡ sterk

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


zin met werkwoord in ovt

voltooid deelwoord

zwak of sterk

IN

¡ zwak ¡ sterk

¡ zwak ¡ sterk

¡ zwak ¡ sterk

¡ zwak ¡ sterk

onthouden

fh o

of d

st

uk

©

VA

N

¡ zwak ¡ sterk

Bij zwakke werkwoorden hebben de verleden tijd en het voltooid deelwoord dezelfde klank als bij de infinitief en de tegenwoordige tijd.

pr oe

spelen: ik speel – ik speelde – gespeeld antwoorden: zij antwoordt – zij antwoordde – geantwoord hopen: wij hopen – wij hoopten – gehoopt

Bij sterke werkwoorden vinden we in de verleden tijd een andere klank terug dan in de infinitief en de tegenwoordige tijd. vergeten: ik vergeet – ik vergat – vergeten nemen: hij neemt – hij nam – genomen

TUSSENSTOP 1

79


4 Vul in. Kies uit: jij – je – jou – jouw

c Mijn vader zag … gisteren in de stad.

d Mag ik voor deze test … materiaal gebruiken?

e Ik heb … niet gezien.

f Alles wat door … wordt aangeraakt, verandert in goud.

g Ik deed het voor … plezier.

h Heb … al gebeld om te weten wanneer de film begint?

VA

i Beweer … dat ik mijn fiets aan … heb uitgeleend en niet aan hem? j … zus deelt graag haar spullen, maar mijn zus absoluut niet.

N

b Met … zou ik graag een week op reis gaan.

IN

a Het gaat vandaag niet over …, … hoeft niet altijd in de belangstelling te staan.

De vorm jij is het onderwerp.

Jou is de vorm die:

st

• het lijdend voorwerp is;

uk

Jij zingt een lied. Jij moet niet luisteren naar wat hij zegt.

©

onthouden

Ik zie jou. Zij mag jou niet slaan.

of d

• na een voorzetsel komt. Ik hou van jou. Hij praat tegen jou.

Jouw gebruik je om een bezit aan te duiden.

fh o

Het is jouw computer. (= die computer is van jou)

pr oe

Je is een vervangwoord voor de drie bovenstaande vormen. Het wordt vaak in spreektaal gebruikt. Als een woord nadruk heeft, dan gebruik je die vorm niet. Je zult echter aanvoelen wanneer dat kan.

5 Enkele of dubbele klinker? a Vul in elke reeks de klinkers aan. b Er is telkens één woord dat niet in de rij past. Duid dat woord aan.

80

je voorn   m

wees niet b   zig

hij is muzik   l

hij is k   l

januar

industr

p   ramide

sush

Heverl

tw   ën

overz   s

in sp

g   chelen

b   men

b   ren

dem

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


kiw   tje

tax   tje

bikin   tje

diplomat   sch

trag   k

publ   catie

souven   r

du

sald

shamp

avocad

jul

alcoholic

alib

rotat

afsch   w

m   r

sp   g

br   t

afsch   welijk

m   ren

sp   gen

br   taal

g   taar

fabr   cage

ident   f   ceren psychiatr

N

VA

6 Welk woord is telkens afgebeeld? Duid de variant aan die standaardtaal is.

IN

caf   tje

onthouden

of d

st

uk

©

Het Standaardnederlands of de Nederlandse standaardtaal is de taalvariant die in formele situaties gebruikt wordt. Het gaat dus niet om dialect of tussentaal.

¡ autostrade   ¡ autosnelweg, snelweg, autoweg

pr oe

fh o

¡ elektrieker   ¡ elektricien

¡ slager   ¡ beenhouwer

¡ chauffage   ¡ centrale verwarming

¡ hal, ingang   ¡ inkom, inkomhal

¡ drie en een halve liter   ¡ drie liter en (een) half

TUSSENSTOP 1

81


IN

¡ ik verschiet   ¡ ik schrik

©

VA

N

¡ verdiep   ¡ verdieping

Is een luistertoets een kwelling voor jou? Stel je de volgende situatie voor.

st

3

¡ foto’s nemen   ¡ foto’s trekken

uk

¡ vuilnisbak   ¡ vuilbak

of d

Je komt de klas binnen en merkt op dat je leraar Nederlands een filmpje heeft klaarstaan. Nadat iedereen is gaan zitten en nieuwsgierig voor zich uitstaart, kondigt je leraar een kijktoets aan die meetelt voor je eerste rapport. De leraar voegt er ook nog aan toe dat je notities mag maken tijdens het kijken. 1 Laten we uitvoeren wat hierboven beschreven staat. Lees eerst grondig het stappenplan. a Je kijkt dadelijk naar een filmpje met als titel Waarom werkt 5G beter dan 4G?.

fh o

b Je mag tijdens het kijken notities nemen, maar dat is niet verplicht. c Na het kijken krijg je van je leraar een blad met een aantal vragen. d Voor het oplossen van de vragen krijg je vijf minuten tijd.

pr oe

2 Je krijgt nu de vragen van je leraar. 3 Tijd om na te gaan hoe je de luistertest hebt ervaren en aangepakt. Beantwoord individueel volgende vragen: a Wat vond je van deze luisteropdracht? b Hoe heb je de luisteropdracht aangepakt?

c Wat had je vooraf willen weten?

82

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


Woordenlijst woord

voorbeeldzin

betekenis

Erin had als kind al veel affiniteit voor mode: verbondenheid met, interesse voor ze las modemagazines, kocht opvallende kledij en hield defilés met haar vriendinnen.

het algoritme

Via een algoritme bepalen heel wat sociale media welke reclame of berichten van vrienden je te zien krijgt.

wiskundige formule die bepaalt hoe een website of apparaat moet werken

de bekroning

De Nobelprijs voor Literatuur was de ultieme bekroning voor zijn rijkgevulde schrijverscarrière.

prijs

de cardioloog

Na zijn eerste hartaanval ging opa om de zes arts die gespecialiseerd is in het hart maanden op consultatie bij de cardioloog.

de code

In de achttiende eeuw kon je aan het Franse hof niet zomaar doen wat je wou; er heerste gedragsafspraken een strikte code.

de consequentie

Als jullie dat doen, dan zal dat zeker gevolg consequenties hebben voor jullie resultaten.

de defensie

De tegenstander kon met groot gemak acht keer scoren; de Duivels zitten duidelijk met een probleem in hun defensie.

verdediging

fh o

of d

st

uk

©

VA

N

IN

de affiniteit

algoritme

dermatoloog

evacuatie

de delinquent

Jonge delinquenten worden bij zware misdrijven in de gesloten jeugdinstelling van iemand die een overtreding begaat Everberg opgevangen.

de dermatoloog

Ik laat het moedervlekje op mijn been morgen onderzoeken door een dermatoloog.

diens

De bekende filmster en diens medewerkers verblijven tijdens de opnames van de film in van hem, van die het Ritz-hotel.

pr oe

4

TUSSENSTOP 1

huidarts, arts die gespecialiseerd is in huidziekten

83


je inleven in de emoties van andere mensen

enigszins

Na de aartsmoeilijke toets stelde de leraar de klas enigszins gerust door nog een inhaaltoets aan te kondigen.

een beetje

de evacuatie

Na het gaslek bij onze buren volgde er een evacuatie van de school en werd iedereen naar de sporthal gebracht.

een gebied ontruimen, verlaten omdat er gevaar is

fomo

Lee vindt op Facebook alle activiteiten van de Chiro en de Scouts leuk en is geïnteresseerd in alle feestjes en fuiven; ze heeft echt last van fomo.

afkorting van ‘fear of missing out’; de term verwijst naar de angst om dingen te missen die online gebeuren

geducht

De Belgische tennisster speelt straks tegen een geduchte tegenstander: de nummer twee van de wereld!

1. gevreesd; 2. heel erg

infiltreren

De agent infiltreerde drie jaar lang in het Antwerpse drugsmilieu en slaagde erin een beruchte drugsbaron op te sluiten.

binnendringen in

de interventie

De professor onderbrak de vergadering met een interessante interventie over de gevaren van overgewicht.

tussenkomst

kwalitatief

Artikelen die je via Chinese webshops kan kopen, zijn vaak spotgoedkoop, maar kwalitatief stellen ze maar weinig voor.

van goede kwaliteit

pr oe

de ontplooiing

phishing

84

N

VA

©

uk

st

of d

Onze huisarts vermoedt dat oma de ziekte arts die gespecialiseerd is in het van Parkinson of dementie heeft en verwees zenuwstelsel haar door naar een neuroloog.

fh o

de neuroloog

IN

de empathie

Rita vroeg om empathie tijdens de laatste examenperiode; ze had het thuis erg moeilijk.

Boeken lezen vergroot niet alleen je taalgevoel, het blijkt ook goed voor je algemene ontplooiing.

groei, ontwikkeling

vorm van oplichting, waarbij Onze buren gaven hun persoonlijke criminelen nepsites gebruiken om gegevens door na een valse mail van de bank en verloren zo via phishing 3 000 euro. persoonlijke informatie van derden in hun bezit te krijgen

de podcast

Ik mis vaak boeiende gesprekken op de radio, gelukkig worden die achteraf vaak online als podcast aangeboden.

audio-uitzending waarbij het geluidsbestand op aanvraag wordt aangeboden via het web

(zich) roeren

Na jaren van onderdrukking begon de bevolking zich te roeren en eiste ze meer inspraak.

bewegen, in opstand komen

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


onheilspellend, eng

de stellage

De trappenhal van ons nieuwe huis was zo hoog dat we een extra stellage nodig hadden om het plafond te kunnen verven.

stelling, verhoging

trol

phishing

vlog

©

online platform dat video op aanvraag aanbiedt; meestal ligt de nadruk op tvreeksen, maar deze platformen stellen ook film, theater, muziekoptredens en zaalshows ter beschikking

uk

de streamingdienst

Via deze nieuwe streamingdienst kun je de beste internationale films en series ontdekken.

VA

N

IN

sinister

De nieuwe Vlaamse horrorfilm zit vol duistere plotwendingen en kent een al even sinister einde.

De dictator voelde dat zijn populariteit tanende was en gaf zijn volk opeens veel meer vrijheden.

aan het verminderen, aan het afnemen

de trol

Toen de popster bekend maakte dat hij president wou worden, startten trollen op sociale media een haatcampagne tegen de man.

iemand die het fijn vindt om online choquerende of beledigende boodschappen te plaatsen

Freek gaat nooit onvoorbereid op reis: hij heeft vooraf het programma van elke dag helemaal uitgekiend.

tot in de details uitgedacht

of d

fh o

uitgekiend

st

tanende

pr oe

de vlog

Heel wat tieners volgen online de dagelijkse dagboek (Engels: ‘log’) op internet, gebeurtenissen van hun leeftijdsgenoten via waarbij het grootste deel bestaat uit videobeelden vlogs.

voormalig

De voormalige voorzitter van de partij had zware kritiek op de nieuwe leider.

vroeger

zwalpen

De dronken man zwalpte van de ene verlichtingspaal naar de andere en kon zich amper recht houden.

voortbewegen zonder doel

TUSSENSTOP 1

85


les

Woordsoorten

7

Je kent de belangrijkste woordsoorten en voornaamwoorden

1

3

Je kunt de verschillende soorten voornaamwoorden herkennen en benoemen

2 4 Je gebruikt woordsoorten en

Je kunt de verschillende woordsoorten herkennen en benoemen

IN

N

Wat weet je nog?

VA

1

voornaamwoorden om je teksten beter en gerichter te maken

Zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel … In de eerste graad leerde je alles over de verschillende woordsoorten. Wat weet je nog hierover? Aan het einde van de les vind je een overzicht met termen en voorbeelden. Dat kan je helpen bij het maken van de oefeningen.

©

1 In onderstaand gedicht werden enkele woorden gemarkeerd.

a Tot welke woordsoort behoren ze? Plaats de woorden in de juiste categorie.

uk

b Welke categorie bleef leeg? Geef hier zelf een voorbeeld.

st

Ik trek mijn jas uit en mijn woorden ook. Ik spuug mijn stem in het glas op het nachtkastje. De avond heeft de verkeerde kleur, denk ik terwijl het bad volloopt met tomatensoep.

of d

Door het beton hoor ik mijn stem hoesten. ‘Gezondheid’, probeer ik bijna. Ik steek mijn schoenen in brand zodat ze niet vertellen waar ze zijn geweest.

fh o

Hester van Beers. Ik trek mijn jas uit

werkwoord

voltooid deelwoord

pr oe

infinitief

(persoonlijk) voornaamwoord

86

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT

telwoord

zelfstandig naamwoord

voorzetsel

lidwoord

bijvoeglijk naamwoord


2 Hieronder zie je tien zinnen waarin de persoonsvorm onderstreept werd. Tot welke soort werkwoord behoren deze persoonsvormen? Kies uit: zelfstandig werkwoord – hulpwerkwoord – koppelwerkwoord a Ik geef je een roosje.

¡  zelfstandig werkwoord  ¡ hulpwerkwoord  ¡ koppelwerkwoord

b Hij lijkt me best aardig.

¡  zelfstandig werkwoord  ¡ hulpwerkwoord  ¡ koppelwerkwoord

IN

c Er wordt mij gezegd dat dat klopt. ¡  zelfstandig werkwoord  ¡ hulpwerkwoord  ¡ koppelwerkwoord ¡  zelfstandig werkwoord  ¡ hulpwerkwoord  ¡ koppelwerkwoord

e Ik word er ziek van.

¡  zelfstandig werkwoord  ¡ hulpwerkwoord  ¡ koppelwerkwoord

f Thomas is vader geworden.

¡  zelfstandig werkwoord  ¡ hulpwerkwoord  ¡ koppelwerkwoord

g De zon schijnt.

¡  zelfstandig werkwoord  ¡ hulpwerkwoord  ¡ koppelwerkwoord

h Ik wil dit niet doen.

¡  zelfstandig werkwoord  ¡ hulpwerkwoord  ¡ koppelwerkwoord

i Teksten schrijven is moeilijk.

¡  zelfstandig werkwoord  ¡ hulpwerkwoord  ¡ koppelwerkwoord

j Aram zingt in een band.

¡  zelfstandig werkwoord  ¡ hulpwerkwoord  ¡ koppelwerkwoord

VA

N

d Ik heb je dat gisteren gevraagd.

¡ werkwoord

¡ bijvoeglijk naamwoord

¡ zelfstandig naamwoord

¡ bijwoord

of d

¡ zelfstandig naamwoord

st

b Wie heeft alle koekjes opgegeten? ¡ voegwoord

uk

a Heb jij de gevraagde documenten meegenomen?

©

3 Met deze quiz ga je na hoe diepgaand jouw kennis over de woordsoorten is. Lees de vier mogelijkheden en duid telkens het juiste antwoord aan.

¡ bijvoeglijk voornaamwoord

¡ werkwoord

c Wanneer zul je het nu eindelijk leren!

¡ infinitief

¡ hulpwerkwoord

¡ onvoltooid deelwoord

fh o

¡ koppelwerkwoord

d De laatste doet de deur dicht! ¡ hoofdtelwoord

¡ bijvoeglijk voornaamwoord

¡ bijwoord

¡ rangtelwoord

pr oe

e Word jij ook ongelukkig van regen? ¡ koppelwerkwoord

¡ infinitief

¡ hulpwerkwoord

¡ voltooid deelwoord

f Ai, dat lijkt me geen strak plan … ¡ voorzetsel

¡ zelfstandig naamwoord

¡ voegwoord

¡ bijwoord

g De jongen struikelde over zijn eigen voeten. ¡ lidwoord

¡ telwoord

¡ bijwoord

¡ voorzetsel

LES 7 Woordsoorten

87


h Hij liep weg, vluchtend voor de regen. ¡ werkwoord

¡ infinitief

¡ voorzetsel

¡ zelfstandig naamwoord

¡ bijwoord

¡ voorzetsel

¡ werkwoord

j Zag jij die jongen die dat brood stal? ¡ zelfstandig naamwoord

¡ werkwoord

¡ telwoord

VA

¡ bijvoeglijk naamwoord

N

¡ zelfstandig naamwoord

IN

i Ik moest kloppen want de bel doet het niet.

©

0 tot 4 correcte antwoorden: de woordsoortenbeginneling De leerstof over de woordsoorten uit de eerste graad moet nog even van onder het stof gehaald worden. Maak je echter geen zorgen: met wat oefening werk jij jezelf in geen tijd op tot woordsoortenfluisteraar! Maak eerst de oefeningen van 2 Woordsoorten en 3 Voornaamwoorden op de volgende pagina’s of online bij ‘Oefenen’.

uk

5 tot 7 correcte antwoorden: de woordsoortenherkenner Persoonlijke voornaamwoorden, werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden … Al die woordsoorten zeggen jou nog wel iets. Soms gaat het echter nog wel eens mis, zeker als het om de wat moeilijkere woordsoorten gaat. Maak van 2 Woordsoorten en 3 Voornaamwoorden telkens de eerste oefening en ga vervolgens over naar 4 Geef kleur aan je teksten.

pr oe

fh o

of d

st

8 tot 10 correcte antwoorden: de woordsoortenfluisteraar Proficiat, je bent een echte kenner! De verschillende woordsoorten hebben voor jou geen geheimen meer. Je hoeft de remediëringsoefeningen op de volgende pagina’s niet te maken en mag direct overgaan naar 4 Geef kleur aan je teksten.

88

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


Woordsoorten 1 In de eerste graad leerde je dat er verschillende woordsoorten bestaan. Verbind de woorden uit de zin met de correcte woordsoort.

haar

a

bijvoeglijk naamwoord

2

hond, kippenboutjes, tafel, soepvlees

b

werkwoord

3

heeft, gejat

c

bijwoord

4

twee

d

lidwoord

5

erg

e

zelfstandig naamwoord

6

malse

f

(bezittelijk) voornaamwoord

7

en

g

telwoord

8

van

h

voegwoord

9

de

i

voorzetsel

3

4

VA

©

2

5

6

7

8

9

uk

1

N

1

IN

Haar1 hond2 heeft3 twee4 erg5 malse6 kippenboutjes2 en7 soepvlees2 van8 de9 tafel2 gejat3!

st

2 Duid in onderstaand gedicht de volgende woordsoorten aan:

a in de eerste strofe: twee infinitieven, twee (bezittelijke) voornaamwoorden, een telwoord en vijf lidwoorden

of d

b in de tweede strofe: een bijvoeglijk naamwoord, twee verschillende voorzetsels en twee verschillende voegwoorden; c in de derde strofe: een (persoonlijk) voornaamwoord, twee zelfstandige naamwoorden en een telwoord.

fh o

1 Zittend. Denkend aan liggen. Je handen strijken rimpels in het tafellaken glad rond een gerecht dat moeilijk en te veel voor twee en niet als op het plaatje is, maar ruikt, het ruikt de ramen uit, het doet zijn best niet in te zakken, zoals een ingehouden buik niet bol te zijn – ook andersom is vergelijken.

pr oe

2

2 Lopend. Bijvoorbeeld naar de ramen en terug en toch weer naar de ramen, omdat geluid zich buigt naar wat je horen wilt, maar het niet is. Er danst een stoet voorbij, verklede mensen die iets onverstaanbaars juichen, van elkaar goed weten hoe ze heten en te kijken dansen dat je kijken moet.

LES 7 Woordsoorten

89


IN

3 Staand. Bij een ingang, uitgang waar je zei dat, maar er zijn er drie, je weet niet meer of die of deze. Van blijven staan komt niemand tegen, maar met bewegen wordt haast bereikt wat net verdween. Zeker nog niet gezegd wie blijft en wie beweegt en wie dan wie wanneer en van hoe ver weer ziet.

N

4 Niet

VA

Joke van Leeuwen. Vier manieren om op iemand te wachten

3 In onderstaande tekst werden enkele woorden gemarkeerd. Tot welke woordsoort behoren ze? Plaats de woorden in de juiste categorie.

fh o

of d

st

uk

©

We nemen graag een trouwe viervoeter in huis. Maar kan die sterke emotionele band tussen mens en hond zich ook uitstrekken tot vergevorderde jaloeziegevoelens? Of honden jaloers worden is voor veel hondenbezitters geen vraag maar een weet. Honden kunnen zelfs jaloers zijn op denkbeeldige soortgenoten. 80 procent geeft aan weleens gedragingen van jaloezie bij hun hond te hebben gezien. Om te testen wanneer honden precies jaloers gedrag vertonen, verzamelden de onderzoekers achttien viervoeters. Vervolgens observeerde het team de honden terwijl hun baasjes een realistisch nagemaakte nephond aaiden. Daarna bestudeerden de onderzoekers de honden terwijl de baasjes een grote cilinder streelden. De honden bleken inderdaad jaloers te worden wanneer hun baasjes aandacht gaven aan de nephond. Wanneer de baasjes de van fleece gemaakte cilinder aaiden, deed dit de honden overigens niets.

lidwoord

bijvoeglijk naamwoord

pr oe

telwoord

voegwoord

bijwoord

zelfstandig naam woord

voorzetsel

voornaamwoord

werkwoord

4 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen over de verschillende woordsoorten.

90

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


Voornaamwoorden

a Waarom maakt hij zich toch zo druk? ¡ bezittelijk voornaamwoord

¡ wederkerend voornaamwoord

¡ persoonlijk voornaamwoord

¡ vragend voornaamwoord

N

b Roep je jouw broer even?

¡ wederkerend voornaamwoord

¡ persoonlijk voornaamwoord

¡ vragend voornaamwoord

VA

¡ bezittelijk voornaamwoord

c Ik ken de jongen die daar loopt.

¡ vragend voornaamwoord

¡ betrekkelijk voornaamwoord

¡ persoonlijk voornaamwoord

©

¡ aanwijzend voornaamwoord

¡ vragend voornaamwoord

¡ onbepaald voornaamwoord

st

e Ze helpen elkaar met hun huiswerk.

¡ betrekkelijk voornaamwoord

uk

d Ze hoorde iemand om hulp roepen. ¡ aanwijzend voornaamwoord

IN

1 In de voorgaande oefeningen ben je al met de verschillende voornaamwoorden in aanraking gekomen. Hoe goed kun jij ze van elkaar onderscheiden? Lees de vier antwoordmogelijkheden en duid telkens het juiste antwoord aan.

¡ wederkerend voornaamwoord

¡ betrekkelijk voornaamwoord

¡ vragend voornaamwoord

of d

¡ persoonlijk voornaamwoord

f Welke vragen heb je nog?

¡ bezittelijk voornaamwoord

¡ vragend voornaamwoord

¡ aanwijzend voornaamwoord

¡ persoonlijk voornaamwoord

fh o

g Dat was mijn idee!

¡ persoonlijk voornaamwoord

¡ bezittelijk voornaamwoord

¡ aanwijzend voornaamwoord

¡ wederkerend voornaamwoord

h Men zegt weleens dat het gras groener is aan de overkant.

pr oe

3

¡ wederkerig voornaamwoord

¡ onbepaald voornaamwoord

¡ vragend voornaamwoord

¡ bezittelijk voornaamwoord

i Wie kan me zeggen hoe laat het is? ¡ vragend voornaamwoord

¡ bezittelijk voornaamwoord

¡ betrekkelijk voornaamwoord

¡ wederkerend voornaamwoord

j Mijn koninkrijk voor een paard! ¡ bezittelijk voornaamwoord

¡ wederkerend voornaamwoord

¡ persoonlijk voornaamwoord

¡ aanwijzend voornaamwoord

LES 7 Woordsoorten

91


2 Markeer in onderstaande tekst een voorbeeld van elk voornaamwoord. persoonlijk voornaamwoord – bezittelijk voornaamwoord – aanwijzend voornaamwoord – betrekkelijk voornaamwoord – onbepaald voornaamwoord – wederkerend voornaamwoord – wederkerig voornaamwoord – vragend voornaamwoord

IN

Ik ontmoette mijn vriend bij valavond tijdens die opperste, menselijke dwaasheid die men carnaval noemt. Zijn warme groet was te wijten aan het feit dat hij zich al tegoed had gedaan aan enkele glazen wijn. Hij droeg bont en had een nauw aangesloten, gestreept broekpak aan. Op zijn hoofd prijkte een punthoed met belletjes. Ik was zo blij hem te zien dat ik zijn hand maar bleef vasthouden en zei: ‘Mijn beste Fortunato, fijn dat we elkaar hier treffen. Wie had dat gedacht!’

N

Bron: Edgar Allan Poe. Het vat Amontillado

VA

3 In onderstaande tekstfragmenten werden enkele woorden gemarkeerd. Over welke voornaamwoorden gaat het? Plaats de woorden in de juiste categorie.

©

‘Oeroeg was mijn vriend.’ Zo begint het prozadebuut van Hella S. Haasse, dat in 1948 als Boekenweekgeschenk gegeven werd aan elke Nederlander en waarin de ik en Oeroeg jarenlang elkaars vriend zijn. Wie vraagt zich af of hij voorgoed een vreemde zal zijn? De ik en Oeroeg hebben mekaar al lang niet gezien.

uk

Als gevolg van de staking van de conducteurs die elkaar al weken opjutten, kwam het hele gezelschap te laat aan op Schiphol. Door middel van alle kleine ingrepen die in het weekend uitgevoerd werden, herstelde het computersysteem zichzelf.

st

Iedereen die deelnam aan de Kamervergadering over het beleid ten aanzien van Saoedi-Arabië, spoedde zich nadien per taxi naar huis.

of d

Wat die opmerking betreft dat hout geen goed alternatief is, neem ik me voor het tegendeel te bewijzen. Wanneer is dat groot debat op tv in het kader van de verkiezingen waarvoor elke Belg vragen mag insturen? Elke autobestuurder zal zich ergeren aan de geldstraffen die de rechters willen invoeren met het oog op het terugdringen van alle korte vrijheidsstraffen.

pr oe

fh o

wederkerend voornaamwoord

betrekkelijk voornaamwoord

wederkerig voornaamwoord

vragend voornaamwoord

aanwijzend voornaamwoord

onbepaald voornaamwoord

4 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen over de verschillende voornaamwoorden.

92

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


Geef kleur aan je teksten 1 Volgende recensie klinkt nogal tegenstrijdig. a Vervang de vijftien gemarkeerde woorden door passende antoniemen, zodat de inhoud logisch wordt.

IN

onthouden

uk

©

VA

N

Antoniemen zijn woorden die (ongeveer) het tegengestelde betekenen. Mooi en lelijk zijn bijvoorbeeld antoniemen, net als groot en klein.

Teleurgesteld hief regisseur Bong Joon-ho zijn vuist in de lucht

toen werd bekend­gemaakt dat zijn film Parasite de kleine winnaar

was van de Gouden Palm. En terecht. De Zuid-Koreaanse film

opbouw een onvergelijkelijk werk dat moeizaam onder de huid

st

is door zijn mix van genres, voorspelbare wendingen en saaie

of d

kruipt en daar voorlopig niet vandaan komt.

Het geld groeit het gezin Kim niet op de rug. Vader Ki-taek, zijn vrouw Chung-sook, dochter Ki-jeong en zoon Ki-woo leven in een gigantische kelder waarin de kakkerlakken tussen

fh o

de plinten ritselen en de wifi-verbinding van de bovenburen wordt getapt. Uitzicht op een slechtere baan dan pizzadozen

vouwen lijkt er niet te zijn, tot Min op bezoek komt. Deze familievriend vraagt aan Ki-woo om bijles te geven aan Da-hye, de dochter van het broodarme gezin Park. Met zijn charme én

een echt universiteitsdiploma weet Ki-woo de baan eerlijk te

bemachtigen. Zijn leugen om andermans bestwil is de eerste

in een reeks van vele. Snel maar zeker weten alle leden van het

gezin Kim met steeds doorzichtigere smoesjes een plek in te

pr oe

4

nemen in het gezin Park om wat bij te verdienen. Hoogmoed en een onontwarbaar web van ware verhalen maken dat hun

verhaal voordeligere vormen aanneemt ...

Bron: Recensie ‘Parasite’, www.filmvandaag.nl

woord hoogmoed: zelfoverschatting, overdreven tevreden over jezelf zijn onontwarbaar: bijna niet uit elkaar te halen, bijzonder complex

LES 7 Woordsoorten

93


b Tot welke twee woordsoorten behoren de woorden die je moest vervangen?

IN

c Over welke woordsoort gaven de gemarkeerde woorden meer informatie? Geef telkens een voorbeeld uit de tekst.

N

VA

2 In de eerste zin van de recensie geeft het bijwoord ‘teleurgesteld’ meer informatie over het werkwoord ‘heffen’. Bijwoorden kunnen echter over nog veel andere zaken meer informatie geven. Over welk woord geeft het onderstreepte bijwoord meer uitleg in onderstaande zinnen?

©

a Hij lachte hard.

uk

b Morgen kom ik langs. c Hij is een heel lieve jongen.

st

of d

d Ik vond de situatie verschrikkelijk erg.

e Ik kan niet komen.

pr oe

fh o

94

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


3 In de vorige opdrachten werkte je met een bestaande recensie. Je ging dieper in op manieren om je boodschap te nuanceren en meer kleur te geven door bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden te gebruiken. Nu is het volledig aan jou! a Schrijf zelf een korte tekst van ongeveer tien zinnen over de laatste film of aflevering van een tv-reeks die je gezien hebt. • Zeg iets over de verhaallijn

IN

• Zeg iets over de acteurs of regisseur;

• Geef minstens één element dat je goed vond en één element dat je minder goed vond. b Gebruik in je tekst minstens: • zeven bijvoeglijke naamwoorden;

N

• drie bijwoorden.

VA

c Wissel je tekst met een medeleerling. Onderstreep in zijn/haar tekst alle bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden die je tegenkomt. d Vervang de bijvoeglijke naamwoorden vervolgens door een antoniem. e Geef elkaar de tekst terug en lees het resultaat in je eigen tekst na. persoonlijk antwoord

©

uk

st

fh o

of d

pr oe

LES 7 Woordsoorten

95


Evaluatiematrix GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

volledigheid

correctheid

duidelijkheid en gepastheid

IN

N

©

Je tekst bevat opvallende spellingfouten, te veel herhaling en/of foute zinnen. Hierdoor is het moeilijk om je tekst te begrijpen.

Je tekst is vlot, maar de bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden die je gebruikt zijn heel algemeen (bv. goed, leuk, saai). Ze geven niet echt een persoonlijke mening weer.

Je mening komt onvoldoende duidelijk naar voren. De bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden zijn heel algemeen.

Je tekst is goed opgebouwd, maar niet persoonlijk.

Je tekst is een verzameling van losse, algemene zinnen. Je spreekt de lezer niet aan.

of d

st

De bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden helpen om je mening naar voren te brengen.

Je maakt enkele fouten tegen spelling of zinsbouw.

uk

Je taalgebruik is zo goed als foutloos: je spelling is correct en alle zinnen zijn helder en juist opgebouwd.

Je tekst bevat twee of minder van de gevraagde elementen.

VA

Je Je tekst bevat drie van de vier gevraagde elementen. • schreef tien zinnen over de laatste film/aflevering die je zag; • vertelt iets over de verhaallijn en de acteurs of regisseur; • haalt minstens één positief en één negatief element aan; • gebruikt minstens zeven bijvoeglijke naamwoorden en drie bijwoorden.

aantrekkelijkheid

fh o

Je tekst is aangenaam om te lezen: je spreekt de lezer aan, je schrijft origineel en je varieert in woorden.

pr oe

Aanvullende commentaar:

96

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


onthouden 1 Woordsoorten Zelfstandige naamwoorden benoemen personen, zaken, begrippen … Je kunt er altijd een lidwoord voor zetten.

Bijvoeglijke naamwoorden geven meer informatie over een zelfstandig naamwoord. een lief meisje, de zachte stof, het mooie huis

de, het

onbepaald lidwoord

een

VA

bepaald lidwoord

N

Lidwoorden staan altijd voor een zelfstandig naamwoord.

IN

de jongen, de stoel, de liefde

©

Bijwoorden geven meer informatie over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord, een ander bijwoord of een hele zin. Je beweegt houterig. Het is een erg leuke les. Je praat heel grappig. Ik kom zeker.

uk

Telwoorden zijn woorden die een aantal of een volgorde weergeven. twee, zeven, honderd (aantal) tweede, tiende, laatste (volgorde)

st

Hoofdtelwoorden geven een aantal of nummer aan. Een atletiekbaan heeft een lengte van vierhonderd meter. In de tijd dat ik vijftien rondes loop, loopt mijn vriendin er achttien.

of d

Rangtelwoorden geven de rangorde of plaats in een reeks aan. Hij eindigde op de vierde plaats, maar zijn vriendin op de eerste. Voegwoorden verbinden zinnen en zinsdelen met elkaar en drukken een bepaald verband uit. en, maar, omdat, als, wanneer, hoewel, terwijl

fh o

Voorzetsels drukken de relatie uit tussen de woordgroep waar het voorzetsel deel van uitmaakt en een ander element in de zin. in, aan, van, door, tussen, uit, op, boven, onder, over, mee, voor

pr oe

2 Voornaamwoorden verwijzen naar iets of iemand. Het zijn korte woordjes; om te weten over wie of wat ze gaan, heb je andere delen uit de tekst nodig. Er zijn acht soorten: voornaamwoord

voorbeeld

persoonlijk voornaamwoord

ik, jij, hij, wij, jullie, zij, mij, jou, hem, haar, ons

bezittelijk voornaamwoord

mijn, jouw, zijn, haar, onze, jullie, hun

aanwijzend voornaamwoord

die, dat, deze, dit, degene, hetzelfde

vragend voornaamwoord

wie, wat, welk(e)

wederkerend voornaamwoord

hij wast zich, wij scheren ons

wederkerig voornaamwoord

wij zien elkaar, we houden van mekaar

betrekkelijk voornaamwoord

het meisje dat daar loopt, de jongen die zingt

onbepaald voornaamwoord

men, ieder, alles, iets, iemand, sommige

LES 7 Woordsoorten

97


3 Werkwoorden Soorten werkwoorden drukken acties uit. Er zijn verschillende soorten werkwoorden: • De onvervoegde vorm van het werkwoord is de infinitief. De infinitief vind je in het woordenboek en eindigt meestal op -en.

IN

werken • Een andere vorm van het werkwoord is het voltooid deelwoord. Zij heeft in de tuin gewerkt. Hij heeft met de poppen gespeeld.

N

Er zijn drie soorten werkwoorden: zelfstandige werkwoorden, hulpwerkwoorden en koppelwerkwoorden.

VA

Een zelfstandig werkwoord bevat op zichzelf de betekenis van het werkwoordelijk gezegde.

of d

st

uk

©

Mijn leerlingen lezen geregeld een boek.

Hij klimt naar boven.

Het zelfstandig werkwoord kun je niet weglaten in de zin. Soms zijn er extra werkwoorden in de zin.

pr oe

fh o

Mijn leerlingen hebben dit jaar een boek gelezen. Het zelfstandig werkwoord is lezen. Hebben is in deze zin het hulpwerkwoord.

Hij heeft haar geholpen.

98

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


Soms kunnen er verschillende hulpwerkwoorden in een zin staan. Mijn leerlingen willen soms blijven lezen. Willen en blijven zijn hulpwerkwoorden. Lezen is het zelfstandig werkwoord.

In een zin met een naamwoordelijk gezegde hebben we een koppelwerkwoord.

uk

©

VA

N

Hij is een voetballer. Jan lijkt een lezer.

IN

Veelvoorkomende hulpwerkwoorden zijn onder andere hebben, worden, zijn, kunnen en willen.

st

Hij is trots op zijn prestatie.

of d

De werkwoorden hebben in de voorbeeldzinnen nog onvoldoende betekenis. Er is nog extra informatie nodig. In de eerste zin koppelt is de woorden hij en voetballer aan elkaar zodat de betekenis van de zin duidelijk wordt. Veelvoorkomende koppelwerkwoorden zijn: zijn, worden, blijven, lijken en schijnen.

fh o

Sommige werkwoorden kunnen dus tot verschillende soorten behoren. Denk bij het analyseren dus steeds over de betekenis en kijk naar het verband tussen het werkwoord en de andere zinsdelen.

pr oe

De zon schijnt. (= zelfstandig werkwoord: de betekenis is duidelijk, er zijn geen andere zinsdelen nodig om de boodschap te begrijpen.) Hij schijnt blij met zijn nieuwe fiets. (= koppelwerkwoord: schijnt betekent hier niet stralen, we hebben aanvullende informatie uit andere zinsdelen nodig om de boodschap te begrijpen.) Ik heb drie zussen. (= zelfstandig werkwoord, hebben betekent bezitten.) Ik heb gisteren toets gehad. (= hulpwerkwoord, hebben geeft de tijd aan.)

LES 7 Woordsoorten

99


les

Ruimte in verhalen

8

1

Je vergelijkt hoe een verhaal in verschillende bewerkingen een andere vorm krijgt (in een andere tijd, in een ander genre)

2

3

N

De plaatsen in een verhaal

VA

1

IN

Je kent volgende termen om over plaatsen in verhalen te praten: ruimte, decor en sfeer

Je analyseert de ruimte in filmtrailers

of d

st

uk

©

1 Bekijk deze afbeeldingen. Over welk verhaal gaat het volgens jou?

2 Je bekijkt de trailer van een moderne bewerking van dit verhaal. a Geef twee gelijkenissen met het originele verhaal en twee verschillen. verschillen

pr oe

fh o

gelijkenissen

b Zou je de film willen zien? Geef twee redenen waarom (niet).

3 Ook de film Passengers heeft heel wat gelijkenissen met het verhaal van Robinson Crusoe. a Bekijk de trailer en verzamel zo veel mogelijk gelijkenissen met het originele verhaal. b Stel samen met een medeleerling een lijst op van vier gelijkenissen. 1 Het schip van Robinson Crusoe is een ruimteschip in Passengers.

100

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


2 3

IN

4 c Welk genre is Passengers volgens jou?

N

d Waarom is de plaats waar het verhaal zich afspeelt in beide verhalen belangrijk?

VA

onthouden

uk

©

De plaats waar een verhaal zich afspeelt, noemen we de ruimte. Dit decor is belangrijk voor het verhaal: je krijgt meer informatie over de concrete omstandigheden waarin een personage leeft of de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt.

4 Voor een film of tv-reeks moet je een locatie zoeken voor volgende scènes: • een begrafenis;

st

• een politieachtervolging na een bankoverval;

• een romantische ontmoeting tussen twee hoofdpersonages.

of d

Beschrijf het decor zo volledig mogelijk. Zeg niet alleen waar de scène zich afspeelt, maar ook wat de weersomstandigheden zijn, op welk moment van de dag het gebeurt …

fh o

pr oe

onthouden

De ruimte zegt niet alleen waar het verhaal zich afspeelt, maar zorgt ook voor een bepaalde sfeer. Zo komt er spanning of emotie in het verhaal. In veel horrorverhalen zal de ruimte donker zijn, vol schaduwkanten, een kapot of bedekt interieur en oude, krakende deuren.

LES 8 Ruimte in verhalen

101


Toepassen op romanfragmenten

2

1 Hieronder vind je drie boekcovers terug. a Bekijk ze aandachtig en voorspel wat er in het verhaal zal gebeuren.

14+

16+

decor

MONICA FURLONG

JUNIPER

vanin.be

VA

12+

bespreking ruimte

592610

sfeer

2/05/19 11:21

©

aar krachten meten met een echte het rijk van haar vader te gronde wil

JUNIPER

ny is een strenge onderwijzeres, maar aan leert Juniper steeds meer over de de geheimen van de magie. Na een n dag keert Juniper als een volleerde ug naar huis. Daar worden haar wijsheid al snel op de proef gesteld.

MONICA FURLONG

n ‘doran’, een wijze vrouw die over krachten beschikt. Juniper, zoals oor Euny wordt genoemd, heeft het kkelijk. Het sobere en harde leven je ver van het kasteel valt haar

ver de mysterieuze dood van zijn

12+

14+

16+

st

n bij de samenzwering. uw aan zijn meester, de invloedrijke delaar Marcus Clodius Drousus, wordt ef gesteld. Zeker wanneer Freio meer

LUC HANEGREEFS

bespreking ruimte

decor

of d

machtige handelaars. Wanneer de kenbediende Freio getuige is van de anslag op een gezant van de keizer, ij en zijn vriendin Amma ongewild

LUC HANEGREEFS DE RING VAN COMMODUS

wrede en onpopulaire keizer s in het verre Rome over het rijk oeit er in Atuatuca een opstand. De zijn het beu om uitgebuit te worden

uk

beschrijving cover

Tungrorum – het huidige Tongeren – r 190 na Christus.

vanin.be

592610

sfeer

12+

14+

16+

HET VIERDE RIJK

kens in een kopie van anderen, ze eten wie ze zelf is. ect bestuderen de drie meisjes n de macht kwam. Ze bedenken plan waarmee ze Hedvig van haar n stoten. Maar al snel stijgt de an hen naar het hoofd …

beschrijving cover

MARIA NYGREN

pr oe

vig. Zelfs de rector gehoorzaamt onde meisje blindelings. Blenda lair geweest en droomt ervan om g in de spotlights te staan. En ze ge. Lena-Stina haalt goede cijfers, een plezier in het leven. En Penny

MARIA NYGREN

njarige Blenda midden in het een nieuwe school komt, ziet at iedereen in de ban is van één

fh o

1/05/19 10:46

bespreking ruimte decor

vanin.be

592611

sfeer 1/05/19 11:29

102

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR

N

beschrijving cover

ding van haar opvoeding wordt e dochter van koning Marc van naar haar meter Euny gestuurd.

IN

b Bespreek de ruimte: beschrijf het decor en de sfeer.


2 Je beluistert het verhaal Tussenstop van Tom Thys. Je kunt het hier volgen. a Onderstreep alle decorelementen. b Markeer de ruimte-elementen die zorgen voor sfeer. c Overloop in duo wat jullie aangeduid hebben. d Vul samen deze tabel in.

N

IN

decor

©

VA

sfeer

Tussenstop

10

of d

st

5

Mary kreeg het langzaam op haar zenuwen. Ze had barstende hoofdpijn gekregen van de hitte en de kinderen waren aan het kibbelen op de achterbank. Joshua was elf en maakte er een sport van om zijn twee jaar jongere zusje altijd en overal te jennen. ‘Voor de laatste keer, hou op met ruziën!’ Mary schrok van haar eigen stem die kennelijk effect had, want de kinderen zwegen onmiddellijk. Ze waren het niet gewoon om zo lang stil te moeten zitten. En er was nog geen beterschap in zicht, want de weg naar Brisbane was nog minstens tweehonderd kilometer. Tweehonderd kilometer zonder airco, met als decor een eindeloze, dorre vlakte en een bloedhete zon die hoog aan de hemel stond. De weerman had voorspeld dat dit weleens de warmste en droogste Australische zomer in jaren kon worden.

uk

1

‘Zijn we er bijna?’ zeurde Sheila. Mary wiste zweet van haar voorhoofd en zuchtte. Sheila drong niet langer aan. Eindelijk, stilte.

fh o

Net zoals vorige zomer zouden ze enkele weken van hun vakantie doorbrengen aan de kust. Mary hunkerde al naar het koele water van de oceaan.

pr oe

15

‘Whoa, cool!’ zei Joshua, na een stilte die amper enkele kilometers geduurd had. Hij stak zijn hoofd tussen de twee passagiersstoelen en wees opgewonden naar buiten. Ook Mary zag het: een zilverkleurige glijbaan, kronkelend als een python. Ze kon zich niet herinneren dat die er vorig jaar al stond. Het was trouwens geen logische plaats voor een glijbaan, middenin een niemandsland waar nauwelijks mensen passeerden. ‘Toe mama, kunnen we even stoppen? Ik wil in die glijbaan. Toe, één keertje maar.’ Nog voor Mary iets kon zeggen kreeg Joshua versterking van zijn zusje. ‘Ja mama, één keertje. Toe.’

20

‘Het is al goed. Eén keertje en dan weer de wagen in. We hebben nog een flink stuk voor de boeg.’ Mary minderde vaart om haar wagen aan de kant te parkeren. Ze dacht dat een korte tussenstop de kinderen wat rustiger zou maken. Dat hoopte ze alleszins. Joshua opende het portier en sprong uit de wagen. Sheila volgde in zijn voetsporen. Ze struikelde bijna over haar eigen voeten van enthousiasme. ‘Om ter eerst’, schaterde Joshua.

woord hunkeren: uitkijken naar voor de boeg hebben: nog moeten doen (uitdrukking)

LES 8 Ruimte in verhalen

103


25

IN

30

‘Wees voorzichtig!’ schreeuwde Mary hen na. Terwijl de kinderen naar de glijbaan renden, dronk ze gulzig van een flesje water dat al lauw geworden was. Op dit moment kon ze wel een moord begaan voor een ijsje. Haar mond plakte. Er was geen zuchtje wind en elke beweging die ze maakte voelde als een inspanning. Met lome passen slenterde ze in de richting van de glijbaan die zich middenin een korenveld bevond. Het gevaarte doemde op uit de vlasblonde stengels en contrasteerde fel met de heldere lucht. Zonnestralen weerkaatsten op de zilveren buis. ‘Voorzichtig’, riep ze nogmaals toen Joshua de stalen trappen al aan het beklimmen was. Mary schatte dat de glijbaan bijna tien meter hoog was. Joshua was boven. Apetrots wuifde hij naar zijn moeder om vervolgens met een luid ‘jiiihaaa’ in de buis te verdwijnen. ‘Wacht op mij’, gilde Sheila, maar hij was al weg.

N

‘JOSHUA!’ gilde ze. Er sprongen tranen in haar ogen, tranen van angst en wanhoop. Er kwam echter geen reactie en dat maakte haar alleen maar banger. Ze hapte naar lucht. Net wanneer ze zijn naam opnieuw wilde roepen, hoorde ze een hol getrommel binnenin de glijbaan. Bop. Bop. Bop. Eerst klonk het ver weg, daarna zwol het geluid aan. BOP. Er was iets op weg naar beneden … Mary keek naar binnen en was zodanig gechoqueerd door wat ze zag, dat ze achteruit deinsde. Ze viel achterover in het koren, met wijd opengesperde ogen en een schreeuw die bevroor in haar keel. Het voorwerp dat met hobbelende stoten uit de glijbaan kwam gedenderd, rolde recht in haar schoot. Het was Joshua’s hoofd, afgehakt, net onder de kin, met rafelige linten vlees waar enkele seconden geleden zijn hals nog zat. In een reflex duwde Mary het hoofd van haar zoon van zich af. Haar vingers zaten onder het bloed en trilden als een espenblad. Opnieuw trachtte ze te krijsen, maar ze huiverde zo hard dat haar stem brak.

fh o

55

Via de spiegelingen binnenin de glijbaan zag Mary een netwerk van vlijmscherpe messen. Grote messen, kleine messen, gekartelde cirkels, zelfs minuscule scheermesjes, allemaal met elkaar verbonden als een propeller die de hele omtrek van de glijbaan besloeg. Hij draaide rond zonder ook maar enig geluid te produceren. Het was een duivels mechanisme, gemaakt om levens te verwoesten. Mary zocht haar zoon in het labyrint van reflecties, alsof ze nog enige hoop koesterde dat hij er levend uit zou komen, maar die hoop veranderde al snel in een nachtmerrie. Het lichaam dat eens haar zoon toebehoorde gleed in onherkenbare repen en brokken naar beneden, gevolgd door een rivier van bloed. De rode brij stroomde uit de zilveren buis en sijpelde over de rand op Mary’s benen. Ergens in het bloed dreef een vinger. Een kleine, onschuldige vinger.

of d

50

st

uk

45

VA

40

Joshua’s overwinningskreet was al weggestorven toen zijn zusje halverwege de trappen stond. ‘Ik kom eraan’, juichte ze uitgelaten. Op datzelfde moment weerklonk er een doffe klap in de glijbaan, gevolgd door een hels geschreeuw waarvan de nagalm rauw en onmenselijk klonk. Sheila proestte het uit, waarschijnlijk omdat ze dacht dat haar grote broer weer een grapje uithaalde, maar Mary had meteen door dat er iets niet pluis was. Ze vreesde dat haar zoon onderweg een been of een arm gebroken had, of erger nog, dat hij zijn hoofd had gestoten en daardoor buiten bewustzijn was geraakt. Ze rende naar de glijbaan.

©

35

Mary durfde niet opzij te kijken, maar deed het toch. Joshua’s hoofd lag tussen het koren. Hij had één oog open waarmee hij haar hulpeloos aankeek. Het andere oog was gesloten, zijn gezicht verwrongen tot een masker van pijn. Ze kon het niet geloven. Heel even leek de wereld rondom haar te wankelen. Ze voelde zich duizelig en alles werd stil. Oorverdovend stil. Een kortstondig moment dat een eeuwigheid leek te duren. Tot ze de frêle stem van Sheila hoorde: ‘Ik kom eraan, mama!’

pr oe

60

woord trillen als een espenblad: heel erg trillen (uitdrukking) minuscuul: heel klein de propeller: een draaiende luchtschroef, zoals bij vliegtuigen of een ventilator frêle: breekbaar, fijn, zacht

104

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


Ruimte in films

3

In deze spreekopdracht passen jullie de theorie rond ruimte in verhalen toe op films.

IN

1 Je leraar geeft je de titel van een film. Je bekijkt in duo de trailer. 2 Focus op de inhoud van het verhaal.

a Wat verwacht je van de inhoud? Voorspel drie dingen die volgens jou zeker aan bod zullen komen in het verhaal.

N

VA

b Wil je de film gaan bekijken? Geef twee redenen waarom (niet).

©

st

4 Bespreek het decor en de sfeer.

uk

3 Bij je favoriete streamingdienst zijn films ondergebracht in verschillende categorieën. Welk genre past bij deze film?

fh o

of d

decor

pr oe

sfeer

5 Breng al de informatie bijeen in een PowerPointpresentatie. Het eindresultaat moet voldoen aan volgende criteria: • Bespreek zowel de inhoud van de trailer (opdracht 2) als de ruimte-elementen (opdracht 4). • Houd de presentatie sober en overzichtelijk. • Voeg afbeeldingen toe om je bespreking te verduidelijken. • Gebruik weinig tekst in de presentatie.

6 Op   /  /     breng je de presentatie voor de klas. Overloop de evaluatiematrix op de volgende pagina. LES 8 Ruimte in verhalen

105


Evaluatiematrix GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

volledigheid en duidelijkheid Je bespreekt de inhoud van de trailer en/of de ruimteelementen, maar je informatie is niet altijd even volledig uitgewerkt.

Je werkt de inhoud van de trailer en de ruimte-elementen onvoldoende uit. De informatie is niet correct.

Je PowerPointpresentatie bevat niet te veel tekst. Alle tekens zijn goed leesbaar. Je maakt bovendien geen storende taalfouten.

Sommige slides bevatten te veel tekst en/of sommige delen zijn minder leesbaar. Je maakt geen storende taalfouten.

Je PowerPointpresentatie bevat te veel tekst en/of sommige delen zijn minder leesbaar. Je maakt bovendien (te veel) storende taalfouten.

©

De afbeeldingen passen bij de De afbeeldingen ontbreken inhoud, maar de link is soms of staan volledig los van de onvoldoende duidelijk. inhoud.

correctheid en aantrekkelijkheid

Je presentatie bevat te veel tussentaal, uitspraakfouten en/ of dialectwoorden. Die leiden de aandacht te veel af van de boodschap.

st

uk

Je praat vlot en gebruikt Je praat vlot maar gedurende de hele presentatie je presentatie bevat standaardtaal. dialectwoorden, tussentaal, en/of uitspraakfouten. Aanvullende vragen:

N

VA

gepastheid De afbeeldingen die je kiest, sluiten zeer goed aan bij de inhoud.

IN

Je bespreekt de inhoud van de trailer en de ruimte-elementen duidelijk: je informatie is volledig en correct.

of d

• Zou je naar de film gaan op basis van deze presentatie? Geef twee redenen waarom je dit (niet) zou doen. –

fh o

• Geef twee sterke punten van deze presentatie.

pr oe

• Noteer één concreet aandachtspunt voor de volgende spreekoefening.

106

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


Hoe maak je een goede PowerPointpresentatie? PowerPoint is een hulpmiddel om een presentatie te maken en te geven. Het is geen tovermiddel. De slides zorgen voor ondersteuning en structuur, maar vervangen niet wat je vertelt. Houd bij het opbouwen van je presentatie rekening met de volgende tips:

2 Houd de tekst op je presentatie beperkt. 3 Kies voor duidelijke, eenvoudige en sprekende illustraties.

N

VA

✓ V o ermijd schuinlopende teksten, schreeuwerige kleuren of opflitsende teksten en beelden. ✓ Beperk het gebruik van animatie en speelse effecten. Ze o leiden enkel de aandacht af. ✓ Kies voor een duidelijk lettertype, zoals Arial of Helvetica. o ✓ Gebruik geen letteranimatie, schaduw- of knippereffecten. o

IN

1 Houd je presentatie sober en overzichtelijk.

of d

st

uk

©

✓ D o e illustraties verduidelijken iets. ✓ De illustraties zorgen voor een rustpunt in je verhaal. o ✓ De illustraties trekken de aandacht. Met een verrassende illustratie o behoud je de aandacht van het publiek. Het publiek vraagt zich af wat de bedoeling van de illustratie is en zal aandachtiger naar jouw uitleg luisteren. Beperk wel het aantal illustraties en overdrijf niet. ✓ o Als je een goede verteller bent met een sterk verhaal, dan is het bijzonder aantrekkelijk om een presentatie met enkel afbeeldingen te gebruiken.

tip

fh o

Gebruik rechtenvrije afbeeldingen die je op sites vindt zoals bijvoorbeeld Pexels. De afbeeldingen zijn van goede kwaliteit en heel aantrekkelijk.

4 Deel je presentatie op in duidelijke onderdelen. 5 Laat zo weinig mogelijk aan het toeval over.

pr oe

✓ O o efen je presentatie op voorhand. ✓ Test of je alles technisch goed beheerst. Weet je wat je moet doen o wanneer er iets misloopt met de computer of de projector?

LES 8 Ruimte in verhalen

107


les

9

Strategieën bij luisteren en kijken 1

Je kunt tijdens het luisteren en kijken het doel, het onderwerp, de hoofdgedachte en de hoofdpunten achterhalen

3 2

Je past deze strategieën bewust toe tijdens het kijken en luisteren

IN

Je kent een aantal strategische vaardigheden om goed te luisteren en te kijken: voorkennis inzetten, voorspellingen doen, vragen stellen, een luisterdoel kiezen en actief luisteren

1

VA

N

Aan het einde van tussenstop 1 kreeg je een luistertest, zonder verdere informatie van je leraar. In deze les kijken we naar technieken om gericht te luisteren. Je gaat na wat je kunt doen wanneer je een fragment lastig of moeilijk vindt.

Beter luisteren

©

Voor het luisteren

pr oe

fh o

of d

st

uk

1 Bekijk de foto’s die verband houden met het fragment. Lees de bijhorende vragen en vul het schema op de volgende pagina aan.

a Welk onderwerp staat centraal? Waarom denk je dat? b Wat weet je al over dat onderwerp? Noteer je voorkennis in een aantal kernwoorden. c Welk soort luisterfragment (teksttype) verwacht je te zien? Waarom denk je dat?

108

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


TEKSTTYPE

©

2 Je kijkt nu naar een kort stuk uit het beeldfragment.

VA

N

IN

VOORKENNIS

ONDERWERP

uk

a Controleer wat je bij de vorige opdracht noteerde. Verbeter het schema of vul het aan. Gebruik daarvoor een andere kleur. b Geef ook de hoofdgedachte van het beeldfragment: wat wordt er over het algemene onderwerp gezegd?

st

c Voorspel een drietal vragen of deelonderwerpen die in het filmpje aan bod kunnen komen.

HOOFDGEDACHTE

of d

fh o

VOORspellen

ONDERWERP

VRAAG/DEELONDERWERP

VRAAG/DEELONDERWERP

pr oe

VRAAG/DEELONDERWERP

3 Bekijk de vragen die je na het kijken moet oplossen. Zo heb je een concreet luisterdoel. Afhankelijk van wat je met de informatie moet doen, zul je immers op een andere manier luisteren en tussendoor notities nemen.

LES 9 Strategieën bij luisteren

en kijken

109


Tijdens het luisteren 4 Beluister nu aandachtig het fragment en formuleer een antwoord op de volgende vragen. a Met welke tekstsoort en teksttype heb je te maken?

¡ videoclip

¡ persuasieve tekst

¡ interview

¡ opiniërende tekst

¡ nieuwsuitzending

¡ informatieve tekst

¡ reclameboodschap

¡ argumentatieve tekst

¡ kortfilm

¡ narratieve tekst

¡ documentaire

¡ diverterende tekst

¡ reportage

VA

¡ prescriptieve tekst

IN

teksttype

N

tekstsoort

b Welke zin omschrijft het best de hoofdgedachte van het filmpje?

¡ Het belangrijkste kenmerk in de puberteit is het krijgen van puistjes. ¡ In de puberteit ontstaan hormonen die het gedrag beïnvloeden.

©

¡ De puberteit is een verwarrende periode die soms (heel) moeilijk verloopt.

uk

¡ In de puberteit worden jongens en meisjes opstandig en soms agressief.

onthouden

of d

st

De hoofdgedachte is het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd. Die zin geeft de centrale boodschap van de tekst of het fragment.

c In het filmpje krijg je vier hoofdpunten. Geef die schematisch weer. 1 In de puberteit ontstaan

fh o

 

2 Ook de

pr oe

 

3 De puberteit en duurt

4 Het is normaal dat

110

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


d Bij opdracht 2 voorspelde je enkele items. Welke zijn aan bod gekomen in het filmpje? Welke niet?

tip • Wat zal er in de volgende alinea aan bod komen? • Kan ik deze alinea in een zin samenvatten? • Waarom beweert de auteur dit hier? 2 Vat tussendoor samen.

IN

1 Stel jezelf vragen tijdens het luisteren.

Na het luisteren

VA

N

3 Probeer de betekenis van moeilijke woorden af te leiden uit het fragment.

5 Tijd om na te gaan hoe je de luisteropdracht hebt aangepakt.

a Vul hieronder en op de volgende pagina de hulpfiche voor lezen en luisteren in.

uk

©

b Overloop samen met twee medeleerlingen je antwoorden.

Strategieën bij lezen en luisteren

1 Welke strategieën paste je toe voor het lezen en luisteren?

of d

fh o

voor het LEZEN EN LUISTEREN

st

pr oe

Wat is het voordeel hiervan?

LES 9 Strategieën bij luisteren

en kijken

111


IN

N

©

uk

of d

st

na het LEZEN EN LUISTEREN

3 Welke kritische vragen stel je bij een boodschap?

VA

tijdens het LEZEN EN LUISTEREN

2 Wat kun je doen tijdens het lezen en luisteren? Hoe zorg je ervoor dat je volhoudt bij een moeilijk of saai fragment?

4 Bij de taalvakken op school doe je soms luisteroefeningen. a Geef aan hoe goed jij jezelf inschat. b Geef telkens één item waar je goed in bent en één waar je moeite mee hebt.

fh o

vak

pr oe

Nederlands

score

¶¶¶¶¶

verantwoording +

+ Frans

¶¶¶¶¶

+ Engels

¶¶¶¶¶

112

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


5 Formuleer drie moeilijkheden bij luisteren op school. a Omschrijf ze zo concreet mogelijk. b Overloop die moeilijkheden met een medeleerling. Formuleer samen waar je op kunt letten om er beter in te worden.

IN

1

2

N

3

uk

©

Luister- en kijkprofiel

st

In je dagelijks leven kom je heel vaak met luisteren in contact, zonder dat je daar bewust bij stilstaat. Houd gedurende één week je luister- en kijkgedrag bij. Het medium dat je gebruikt (tv, smartphone, tablet …) maakt voor deze opdracht niet uit. Vul deze fiche in en breng ze volgende week mee naar de klas. 1 Maak een algemene inschatting van je mediagebruik.

of d

Hoeveel tijd kijk je hiernaar?

fh o

Nederlandstalige muziek

Geef wat je hebt bekeken een waardeoordeel.

¶¶¶¶¶

anderstalige muziek

¶¶¶¶¶

Nederlandstalige soap

¶¶¶¶¶

pr oe

2

VA

anderstalige soap

¶¶¶¶¶

reality

¶¶¶¶¶

games

¶¶¶¶¶

quiz

¶¶¶¶¶

LES 9 Strategieën bij luisteren

en kijken

113


Hoeveel tijd kijk je hiernaar?

¶¶¶¶¶

sport

¶¶¶¶¶

Nederlandstalige serie

¶¶¶¶¶

N

IN

spel

¶¶¶¶¶

VA

anderstalige serie

¶¶¶¶¶

film

©

documentaire

uk

comedy

fh o

reclame

of d

actualiteit

st

journaal

¶¶¶¶¶ ¶¶¶¶¶ ¶¶¶¶¶ ¶¶¶¶¶ ¶¶¶¶¶

jongerenprogramma

¶¶¶¶¶

filmpjes van influencers

¶¶¶¶¶

pr oe 114

Geef wat je hebt bekeken een waardeoordeel.

filmpjes van YouTube, TikTok …

¶¶¶¶¶

filmpjes van vloggers

¶¶¶¶¶

andere, nl. …

¶¶¶¶¶

andere, nl. …

¶¶¶¶¶

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


2 Stel nu een top drie op van je favoriete programma’s. Geef telkens in twee zinnen aan waarom je dat programma aantrekkelijk of interessant vindt. 1

IN

2

N

VA

3

©

uk

3 Vergelijk je mediagebruik met dat van (één van je) ouders. Noteer twee gelijkenissen en twee verschillen. • gelijkenis 1

st

of d

• gelijkenis 2

• verschil 1

fh o

• verschil 2

pr oe

4 Vergelijk je mediagebruik met dat van één van je medeleerlingen. Noteer drie dingen (minimaal één gelijkenis en minimaal één verschil). •

• •

LES 9 Strategieën bij luisteren

en kijken

115


les

hoofdletters en tekstopbouw

10

1

Je vergelijkt (twee) teksten kritisch

3 2

Je schrijft een tekst van een aantal alinea’s op een vlotte en aantrekkelijke manier

N

Ik noem je ...

VA

1

IN

Je kent de belangrijkste categorieën van woorden die je met een hoofdletter schrijft

1 Bekijk het korte filmpje en beantwoord samen met een medeleerling de vragen. a Welke vraag hebben de makers van dit filmpje aan deze mensen gesteld?

©

b Vat in één woord het onderwerp van dit filmpje samen. Hoe zou je dit woord omschrijven?

uk

c Welk synoniem gebruikt een van de geïnterviewden voor dit woord?

st

d Kun je zelf nog voorbeelden geven van dergelijke woorden?

of d

onthouden

Synoniemen zijn woorden die (ongeveer) dezelfde betekenis hebben.

fh o

misdadig – gemeen – boosaardig – slecht wandelen – stappen – gaan

pr oe

2 Je krijgt zes fragmenten waarin telkens één woord centraal staat. Gebruik die fragmenten om de betekenis van de woorden te vinden.

116

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


Wat is volgens jou de betekenis van expressie?

©

Een groepje van minderjarige en meerderjarige jongens uit Sint-Truiden heeft naaktbeelden van jonge meisjes via Facebook Messenger verspreid. De slachtoffers waren tussen de 12 en 16 jaar oud. De Truiense politie onderzoekt de zaak. Sinds de feiten is één van de slachtoffers in behandeling bij een therapeut. Tegen haar vader en therapeut heeft ze verklaard dat ze niet het enige minderjarige meisje is dat door het kliekje jongens benaderd werd.

st

uk

Aan Luc Valkiers hebben de supermarkten allerminst een trouwe klant. ‘Ik kom er zelden of nooit. Ik kook alleen met eigen kweek en teelt. Onmeetbaar lekkerder.’ Zijn dochters hebben hem in hun prille tienerjaren vaak verfoeid: ‘Zij verkozen junkfood, al zijn ze intussen bijgedraaid. Ook zij smaken nu het verschil tussen de supermarkt en mijn tuin.’

VA

N

IN

Duncan Laurence won een aantal jaar geleden het Eurovisiesongfestival. In de Rockacademie van Tilburg bloeide Duncan helemaal open. Nina June, zijn zangcoach, omschrijft hem zelfs als ‘uitbundig’. ‘Hij zong heel goed en hield van het podium. Hij wilde graag entertainen, was niet zo ingetogen als nu. Tegenwoordig heeft hij meer rust in zijn performance. ‘Laat mensen naar jou komen, in plaats van dat jij naar de mensen gaat’, adviseerde ik hem. Duncan durft het klein te houden nu, minder te doen. Hij heeft een eigen geluid en is zangtechnisch erg goed. Hij switcht gemakkelijk van borststem naar kopstem en heeft veel vocale expressie.’

Leg in eigen woorden het woord verfoeid uit.

of d

fh o

‘Verfoeid’ is een voltooid deelwoord. Ken je de infinitief?

pr oe

Waarmee houdt een therapeut zich bezig?

onthouden

Gewerkt, gedanst, verboden en gezongen zijn het voltooid deelwoord; werken, dansen, verbieden en zingen zijn de infinitief van deze werkwoorden. De infinitief eindigt op -en, je kunt die terugvinden in het woordenboek.

LES 10

hoofdletters en tekstopbouw

117


N

IN

Een mannenschoen in maat 50 of een vrouwenschoen in maat 42? Tot enkele jaren geleden was het haast onmogelijk om deze maten in een doorsnee schoenenwinkel op de kop te tikken. Vandaag hoeft dat geen probleem meer te zijn. Gemiddeld zijn onze voeten de voorbije dertig jaar immers twee centimeter gegroeid. Voor mannen was schoenmaat 43 courant, maar intussen is dat al maat 47 geworden. Bij vrouwen is dezelfde tendens – weliswaar minder opvallend – waar te nemen: in 1995 was de gemiddelde schoenmaat bij Europese vrouwen maat 37,5, nu 39 à 40.

VA

Geef een synoniem voor het woord courant.

©

of d

st

uk

In dit interview vraagt een journalist aan twee professionele hockey­ speelsters of vrouwen competitiviteit missen. Pauline Leclef: ‘Wie dat denkt, mag altijd eens komen kijken naar onze trainingen of onze wedstrijden. Dat is hard tegen hard. Wij willen altijd winnen. Alsof het anders kan op top-niveau.’ Judith Vandermeiren: ‘Dat cliché hangt samen met de misvatting dat vrouwen soft zijn en ambitie missen. Ook wij dromen van het allerhoogste. De duels in het hockey zijn veel harder geworden dan vroeger. Toen overheerste techniek, nu is het vooral een contactsport.’ Wat bedoelt Judith Vandermeiren met het woord cliché?

fh o

pr oe

Een onderzoek naar groene alternatieven voor het vliegtuig levert onderstaande resultaten op.

Van alle ondervraagden zegt 29% het vervuilende vliegtuig te willen ruilen, op voorwaarde dat de kosten van het duurzamere alternatief niet hoger zijn en de verplaatsing even comfortabel is. 14% van de mensen is zelfs bereid een toeslag te betalen. 26% laat zijn keuze van transportmiddel niet afhangen van de CO2-uitstoot. De overige 30% had geen mening. Leg in eigen woorden het woord alternatief uit.

118

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


Valentijn en valentijn Op p. XX en XX vind je twee teksten. Je krijgt nu enkele opdrachten bij die twee teksten.

IN

1 Lees enkel de inleiding van beide teksten. Naar aanleiding van welke gebeurtenis werden beide teksten geschreven? tekst 1 tekst 2

N

onthouden

2 Kijk naar de eerste zin van beide inleidingen.

st

uk

a Met welke soort zin beginnen beide alinea’s? ¡ een vraagzin ¡ een mededelende zin ¡ een bevelende zin ¡ een ontkennende zin

©

VA

De inleiding (of lead) leidt kort de tekst in. De inleiding geeft meestal het belangrijkste onderwerp van de tekst weer en geeft ook aan wat de auteur erover wil zeggen. Vaak staat dit tekstdeel in een ander lettertype. Een goede inleiding probeert de lezer ook altijd te verleiden om verder te lezen door een citaat, een voorbeeld of een vraag.

b Waarom hebben de schrijvers voor dit soort inleiding gekozen?

of d

3 Lees beide teksten volledig door.

a Geef het onderwerp van elke tekst weer.

fh o

b Geef ook telkens de hoofdgedachte.

onthouden

Een tekst gaat altijd ergens over. Dat is het onderwerp van de tekst. Dikwijls kun je dat onderwerp in één woord benoemen. De hoofdgedachte is wat er over het onderwerp gezegd wordt; de centrale boodschap van de tekst.

pr oe

2

tekst 1

tekst 2

onderwerp

hoofdgedachte

woord de aanleiding: reden waarom iets gebeurt

LES 10

hoofdletters en tekstopbouw

119


4 Welk tekstdoel hebben beide teksten? 5 Welke tekst vond je het boeiendst om te lezen? Geef in een aantal zinnen je mening via een ikboodschap.

IN

N

SCHRIJven

©

VA

Ik vond … het boeiendst om te lezen. Ik heb hiervoor een aantal argumenten. Ten eerste … Ten tweede … Ook …

6 Welke tekst heeft de beste inleiding? Geef minimaal één reden waarom je dit zegt.

uk

st

7 De tussentitel van dit deel bevat de woorden Valentijn en valentijn.

of d

a Wat is het verschil tussen deze twee woorden als je kijkt naar de vorm?

fh o

b Geef de betekenis van beide woorden.

pr oe

c Formuleer dit verschil nu als een algemene spellingregel.

120

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


onthouden Elke tekst begint met een titel (of kop). Een goede titel is kort, zegt iets over de inhoud en bevat geen leestekens.

8 Duid het slot in beide teksten aan. Wat kun je hieruit concluderen?

N

IN

Soms zijn er tussentitels (of tussenkopjes). Die staan boven een deel van de tekst en geven aan waarover dat deel gaat.

VA

onthouden

©

De laatste alinea vormt vaak het slot van de tekst. Daarin wordt nog eens samengevat wat er over het onderwerp wordt gezegd of wat de auteur van het onderwerp vindt (de hoofdgedachte van de tekst). Niet elke tekst heeft een slot.

st

uk

IMS-structuur: een goede tekst is opgebouwd uit een inleiding (I), een midden (M) en een slot (S). Na de inleiding volgt een midden waarin de auteur meer informatie geeft over het onderwerp. Dat stuk tekst is meestal opgedeeld in alinea’s. In elke alinea wordt telkens een aspect of een deelonderwerp van het hoofdonderwerp besproken.

of d

9 Hieronder vind je de samenvatting van elke tekst. Er moeten telkens een aantal gaten opgevuld worden. Je leraar leest de samenvattingen voor. a Denk telkens goed na of je het woord met of zonder hoofdletter schrijft.

pr oe

fh o

Koosnamen zijn ook in (1) heel populair. In de (2) top vijf staan schatje, poepie, liefje, scheetje en bolleke helemaal bovenaan. Het gebruik van koosnamen duidt op de innige band die tussen mensen bestaat. Koosnaampjes zijn helemaal geen nieuw gegeven. Zo gebruikte de beroemde (3) schrijver (4) (16de - 17de eeuw) in zijn toneelstuk (5) al de koosnaam ‘muis’. Koosnamen verwijzen vaak naar innerlijke of uiterlijke eigenschappen. Tot slot: sommige koosnamen klinken plagerig en moet je met een dosis humor interpreteren.

1 2 3 4 5

LES 10

hoofdletters en tekstopbouw

121


IN

Het woord (1) verwijst in onze taal naar iemands aanbidder of geliefde. Maar (2) is van oorsprong een eigennaam. Er was ooit een (3), al is er over deze man niet veel bekend. Naar het schijnt was hij een priester die in de 5de eeuw na (4) het huwelijk tussen een (5) soldaat en een (6) vrouw inzegende. De toenmalige keizer liet hem onthoofden, maar paus (7) riep de 14de (8) uit tot de naamdag van (9). Tot op vandaag is (10) de feestdag van de geliefden. 6

2

7

3

8

4

9

5

10

b Wissel met een medeleerling de antwoorden uit. c Leg aan elkaar uit welke spellingregels je hebt gebruikt.

VA

N

1

©

d Samen met je leraar overloop je de antwoorden en sta je stil bij een aantal belangrijke spellingregels over de hoofdletters.

uk

10 Online vind je een zelftest en meer oefeningen op het juiste gebruik van hoofdletters.

of d

st

VAN TARZAN TOT TROLLETJE

pr oe

fh o

Schurkt u vandaag met Valentijn aan tegen poepie? Of vlijt u zich in de armen van bolleke? U bent niet de enige. Hoe graag we ook denken dat we kiezen voor de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie: als het op koosnamen aankomt zijn we hopeloos cliché. Op enkele uitzonderingen na.

Als het over de liefde gaat, dan volstaat een voornaam niet. Dan heten Jan en An plots schatje, poepie, liefje, scheetje of bolleke, zo blijkt uit de Vlaamse top vijf. We kiezen zo’n naam niet zomaar, zegt relatietherapeut Marc Van den Herrewegen. ‘Het is

122

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT

TEKST 1

een uiting van de innige band tussen twee mensen, een verbondenheid die men met vrienden bijvoorbeeld niet deelt. Vandaar dat veel mensen ook wat verlegen worden als ze in het openbaar met hun koosnaam worden aangesproken.’ Zo’n liefkozende bijnaam is geen nieuw gegeven en de populairste zijn door de eeuwen heen eigenlijk amper veranderd. Shakespeare gebruikte in Hamlet al ‘muis’, en in Henry IV ‘lammetje’. Allebei vandaag nog perfect aanvaardbare koosnaampjes. ‘Onbewust kiest men voor een bepaalde innerlijke of uiterlijke eigenschap die men apprecieert, zoals ook indianenstammen hun totemnamen uitkozen. Dat kan gaan om een eigenschap die de persoon nu al heeft, maar evengoed een soort verlangen. Bij iemand die men beertje noemt, kan het bijvoorbeeld zijn dat de geliefde gewoon hoopt op wat meer knuffels.’ Niet alle koosnaampjes lijken zo positief. Want wat met ‘varkentje’ of ‘ratteke’? ‘In die gevallen is dat meestal een soort plagerij, met een beetje humor’, zegt Van den Herrewegen. ‘Onderling verdragen geliefden dat. Maar naar de buitenwereld kan het soms vreemd overkomen.’ Bron: Het Nieuwsblad


TEKST 2

IN

MOPPIE, POEPIE, SNOEZEPOES

st

uk

©

VA

N

Hoeveel koosnamen zijn er in onze taal voor iemands beminde? Er zullen niet veel mensen meer zijn die hun geliefde chéri, duifje, ogelijntje, hartenlapje, poeteloeris, tudebekje of zoeteliefje noemen, maar troetelnamen als hartendiefje, honnepon, oogappeltje, schattebout, snoezepoes, hertje, moppie en poepie zijn vast nog wel in gebruik voor geliefden, die vandaag wellicht een lief briefje, een rode roos, een lekker luchtje of een mooi ondergoedje van hun romantische valentijns zullen krijgen.

Het standbeeld van Sint-Valentijn in het Italiaanse Terni

In elk geval stelde paus Gelasius in 496 de 14de februari in als naamdag van Sint-Valentijn, waarmee hij meteen een christelijk alternatief creëerde voor een door hem verfoeid Romeins vruchtbaarheidsfeest, de Lupercalia, dat rond diezelfde tijd werd gehouden.

Over de Heilige Valentijn is niet veel bekend, maar het verhaal gaat dat hij een priester was die de liefde tussen een Romeinse soldaat en een christelijke vrouw bezegelde met een huwelijk. Dat kwam hem duur te staan: op last van de keizer werd hij onthoofd. Dat zou op 14 februari zijn gebeurd, al kan die datum er ook later bij bedacht zijn.

Het woord valentijn is in onze taal overigens nog altijd in ontwikkeling: de laatste jaren wordt met een valentijn namelijk niet alleen iemands geliefde of aanbidder bedoeld, maar geregeld ook de door hem of haar aanbeden man of vrouw.

pr oe

fh o

of d

‘Duizend kussen van je valentijn!’ Valentijn als naam voor een aanbidder is nog niet zo lang courant: het woord werd pas in 2005 in Van Dale opgenomen. Valentijn is van oorsprong een eigennaam. Er was ooit een Sint-Valentijn, en ook tegenwoordig zijn er mensen die Valentijn heten.

LES 10

hoofdletters en tekstopbouw

Bron: www.trouw.nl

123


3

Schrijven: bijnamen van bekende mensen

IN

In de eerste twee delen van deze les ging je aan de slag met koosnamen, tekstopbouw en hoofdletters. In dit deel focus je op de bijnaam van een bekende persoon.

Voorbereiden 1 Welke bijnamen gebruik jij op school, in je klas of vriendenkring?

N

VA

2 Geef een voorbeeld van een bekende persoon die een bijnaam heeft. a Weet je waarom deze bijnaam wordt gebruikt?

©

b Ken je ook de echte naam van deze persoon?

uk

Plannen

st

Je schrijft straks een informatieve tekst over de bijnaam van een bekende persoon. Je lezers zijn leeftijdsgenoten die je niet kent.

of d

3 Ga online op zoek naar informatie over bijnamen van bekende personen. Dit kunnen zangers, sporters, politici of zelfs criminelen zijn. 4 Kies op basis hiervan een beroemde persoon die je interessant vindt. 5 Verzamel informatie over deze persoon.

pr oe

fh o

drie feiten over deze persoon

Vind je deze bijnaam geslaagd? Waarom (niet)?

124

twee interessante weetjes over deze persoon

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT

informatie over de bijnaam


Schrijven

• • • • •

Je schrijft een informatieve tekst over een bekende persoon en zijn/haar bijnaam. tekstdoel: informeren en je eigen mening geven publiek: onbekende leeftijdsgenoten taal: Standaardnederlands (geen tussentaal of dialectwoorden) aantal alinea’s: 4

IN

6 Nu is het aan jou! Je schrijft het schrijfplan uit tot een volle tekst. Maak gebruik van dit schrijfschema.

Je verleidt de lezer met een spannende titel.

alinea 1

Een goede tekst begint met een inleiding. Je geeft aan wie de bekende persoon is waarover je gaat schrijven en wat zijn/haar bijnaam is. Een inleiding van een tekst is ook een aandachtstrekker. Geef dus ook wat extra info over de bekende persoon en/of zijn/haar bijnaam, zodat de lezer nieuwsgierig wordt om verder te lezen.

alinea 2

In deze alinea geef je kort weer wie je bekende persoon is. Dit kunnen een aantal biografische (W-vragen) elementen zijn. Ook een of meer interessante weetjes kunnen hier een plaats krijgen.

alinea 3

In deze alinea geef je meer info over de bijnaam van de bekende persoon. De volgende vragen kunnen je op weg helpen. Waarom deze bijnaam? Hoe komt hij/ zij aan deze bijnaam?

alinea 4

In de slotalinea geef je kort je eigen mening weer. Vind je de bijnaam wel/niet geslaagd? Geef ook minstens twee argumenten waarom je dit vindt.

st

of d

Reflecteren

uk

©

VA

N

titel

7 Je krijgt van je leraar een tekst. Lees deze door en beantwoord de vragen die onder de tekst staan. 8 Vergelijk de tekst met wat jij schreef.

fh o

a Wat is er beter in jouw tekst?

b Wat kun je leren uit de tekst die je van je leraar kreeg? c Wat kun je aan je eigen tekst verbeteren?

pr oe

Herschrijven 9 Herschrijf nu je eigen tekst. a Houd rekening met de suggesties die je bij de vorige opdracht neerschreef. b Bekijk de evaluatiematrix. c Wissel je tekst met een medeleerling om elkaar feedback te geven.

LES 10

hoofdletters en tekstopbouw

125


Evaluatiematrix Hoe heb je het gedaan? Markeer de gepaste beoordeling of laat dit door een medeleerling doen.

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

IN

GOED

inhoud

Je voegt geen titel toe.

De informatie in je tekst is correct en volledig. Je maakt gebruik van het schrijfschema om voldoende en gevarieerde informatie te verzamelen.

De informatie in je tekst is niet altijd correct EN nogal eenzijdig.

VA

De informatie in je tekst is niet altijd correct OF nogal eenzijdig.

structuur

Je hanteert een IMS-structuur, maar brengt de structuur enkel inhoudelijk/vormelijk aan.

Je tekst is onderverdeeld in duidelijke en logische alinea’s. Je maakt daarvoor duidelijk gebruik van het schrijfschema.

Je tekst is onderverdeeld in alinea’s, maar de verdeling is niet helemaal duidelijk of logisch. Sommige alinea’s zijn te lang of te kort.

Je gebruikt geen (of onvoldoende) IMS-structuur in je tekst, niet inhoudelijk en niet vormelijk.

uk

©

Je gebruikt een duidelijke IMS-structuur in je tekst. De IMS-structuur is zowel inhoudelijk als vormelijk (alinea’s) aanwezig in je tekst.

Je tekst heeft (bijna) geen alineaverdeling.

st

of d

correctheid

N

Je voegt een gepaste, Je voegt een titel toe, duidelijke en kernachtige titel maar die is voorspelbaar of toe. onduidelijk.

De spelling van de hoofdletters is foutloos.

De spelling van de hoofdletters is bijna foutloos.

Je maakt meer dan twee fouten tegen de spelling van de hoofdletters.

De informatie die je geeft, is niet altijd even duidelijk en begrijpelijk. Daardoor is het soms moeilijk om de inhoud te begrijpen.

De informatie die je geeft, is onduidelijk. Daardoor is het moeilijk om de inhoud te begrijpen.

Je brengt wel wat variatie aan in zinsbouw, woordvolgorde en woordgebruik. Toch sluipen er enkele storende herhalingen in je tekst.

Je brengt bijna geen variatie aan in zinsbouw, woordvolgorde en woordgebruik. Daardoor zijn er veel storende herhalingen in je tekst.

duidelijkheid

fh o

Je geeft duidelijke en begrijpelijke informatie over de bekende persoon en zijn/ haar bijnaam.

pr oe

aantrekkelijkheid

Je varieert vlot in zinsbouw, woordvolgorde en woordgebruik.

Aanvullende commentaar:

126

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


onthouden Hoofdletters Je schrijft een hoofdletter: • aan het begin van een zin;

IN

Aan het begin van een zin, schrijf je een hoofdletter. • bij namen van: – personen;

N

Koen Wauters, Angèle

– gebouwen, bedrijven, merken;

VA

Atomium, Aldi, Mars

– kranten, tijdschriften, hemellichamen.

©

De Standaard, Humo, Mars

uk

• bij aardrijkskundige namen en hun afleidingen;   Houthalen, België, Belgisch(e), Belg

st

• bij talen en dialecten;

of d

West-Vlaams, het Grieks

• bij feestdagen;

fh o

Kerstmis, Moederdag, Pasen

• bij historische gebeurtenissen.

pr oe

De Franse Revolutie, de Eerste Wereldoorlog

LES 10

hoofdletters en tekstopbouw

127


les

Een stiftgedicht maken

11

1

2

Je vertelt hoe je een verhaal ervaart

3

4

Je kent de termen realistisch verhaal, open en gesloten einde, verhaallijn en chronologie, protagonist, antagonist en nevenpersonage

IN

Je analyseert hoe een auteur een verhaal opbouwt en zijn boodschap naar het publiek brengt

Je kent de kenmerken van het genre kortfilm

N

In de les over het communicatieschema zag je dat teksten tot een bepaald type behoren en dat de auteur telkens een bepaald tekstdoel heeft. Teksttypes zoals artikels, interviews, brochures en bijsluiters zijn eerder zakelijk: ze geven informatie. Teksttypes zoals gedichten, liedteksten en spreuken willen de lezer dan weer emotioneren.

VA

In deze uitbreidingsopdracht vertrek je van een zakelijke tekst om er een mooi poëtisch resultaat mee te bereiken. 1 Hieronder vind je een aantal voorbeelden van stiftgedichten.

Dimitri Antonissen. Eenzaam

pr oe

fh o

of d

st

uk

b Geef twee redenen waarom je dat gedicht verkiest.

©

a Welk gedicht vind jij het beste?

© Judy Elfferich, judyelf.edublogs.org

Jelko Arts. Spin

Dimitri Antonissen, Sneeuwvlokjes

128

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


2 Ga samenzitten met enkele medeleerlingen en overloop jullie keuze. 3 Kijk nog eens naar de voorbeelden en som de kenmerken van een stiftgedicht op.

IN

5 Ga nu zelf aan de slag om een stiftgedicht te maken. a Houd rekening met de criteria in dit evaluatieformulier.

4

Het eindresultaat is vormelijk ook creatief opgemaakt.

Het eindresultaat bevat bovendien beeldend taalgebruik en/of klankspel.

Het eindresultaat werd tijdig afgegeven en heeft alle kenmerken van een stiftgedicht.

uk

3

KENNISCLIP

©

5

VA

4 Je bekijkt een kennisclip van iemand die een stiftgedicht maakt.

N

1 / 2 Het eindresultaat werd tijdig afgegeven, maar heeft niet alle kenmerken van een stiftgedicht. Je diende het eindresultaat niet in.

st

0

of d

b Als inspiratiebron vind je hier een krantenartikel met daaronder twee verschillende eindresultaten.

fh o

STIJGENDE ZEESPIEGEL BEDREIGT DRIE KEER MEER MENSEN DAN GEDACHT

pr oe

Niet 80 miljoen maar 300 miljoen mensen wonen vandaag in een gebied dat tegen 2050 minstens één keer per jaar onder water zal lopen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek met veel preciezere hoogtemetingen. De nieuwe studie, die gisteren is gepubliceerd in Nature Communications, stelt dat de vorige gekende cijfers te optimistisch waren. Rekenkundig onderzoeker Scott Kulp en klimaatwetenschapper Benjamin Strauss (Princeton University) beweren niet dat de zeespiegel nóg sterker zal stijgen, wél dat de hoogtegegevens van heel wat kustgebieden moeten worden bijgesteld naar beneden. Het leidt de wetenschappers tot de conclusie dat wereldwijd drie keer meer mensen dan tot nu toe gedacht bedreigd zouden zijn door de stijgende zeespiegel. Over dertig jaar zouden plekken waar nu tot 170 miljoen mensen wonen permanent onder de vloedlijn liggen. Vandaag wonen zo’n 300 miljoen

LES 11 Een stiftgedicht maken

mensen op plaatsen die tegen 2050 minstens één keer per jaar zullen overstromen. Tegen het einde van deze eeuw zou het mogelijk gaan over 420 tot zelfs 630 miljoen kwetsbare mensen voor jaarlijkse overstromingen, afhankelijk van het zeeniveau op dat moment. De schattingen voor deze eeuw gaan van een stijging van 60 centimeter tot een van zo’n 2 meter. De voorspellingen van de nieuwe studie houden geen rekening met toekomstige bevolkingsgroei of natuurlijke erosie van kustland. Voor Europa, Australië en de VS zouden de gevolgen van de klimaatverandering niet veel dramatischer zijn dan tot nu toe gedacht, omdat daar al met preciezere gegevens werd gewerkt. In ons land zouden overstromingen aan de kust kunnen reiken tot de streek rond Dendermonde. Bron: www.hln.be

129


mensen op plaatsen die tegen 2050 minstens één keer per jaar zullen overstromen. Tegen het einde van deze eeuw zou het mogelijk gaan over 420 tot zelfs 630 miljoen kwetsbare mensen voor jaarlijkse overstromingen, afhankelijk van het zeeniveau op dat moment. De schattingen voor deze eeuw gaan van een stijging van 60 centimeter tot een van zo’n 2 meter. De voorspellingen van de nieuwe studie houden geen rekening met toekomstige bevolkingsgroei of natuurlijke erosie van kustland. Voor Europa, Australië en de VS zouden de gevolgen van de klimaatverandering niet veel dramatischer zijn dan tot nu toe gedacht, omdat daar al met preciezere gegevens werd gewerkt. In ons land zouden overstromingen aan de kust kunnen reiken tot de streek rond Dendermonde. Bron: www.hln.be

Niet 80 miljoen maar 300 miljoen mensen wonen vandaag in een gebied dat tegen 2050 minstens één keer per jaar onder water zal lopen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek met veel preciezere hoogtemetingen. De nieuwe studie, die gisteren is gepubliceerd in Nature Communications, stelt dat de vorige gekende cijfers te optimistisch waren. Rekenkundig onderzoeker Scott Kulp en klimaatwetenschapper Benjamin Strauss (Princeton University) beweren niet dat de zeespiegel nóg sterker zal stijgen, wél dat de hoogtegegevens van heel wat kustgebieden moeten worden bijgesteld naar beneden. Het leidt de wetenschappers tot de conclusie dat wereldwijd drie keer meer mensen dan tot nu toe gedacht bedreigd zouden zijn door de stijgende zeespiegel. Over dertig jaar zouden plekken waar nu tot 170 miljoen mensen wonen permanent onder de vloedlijn liggen. Vandaag wonen zo’n 300 miljoen

mensen op plaatsen die tegen 2050 minstens één keer per jaar zullen overstromen. Tegen het einde van deze eeuw zou het mogelijk gaan over 420 tot zelfs 630 miljoen kwetsbare mensen voor jaarlijkse overstromingen, afhankelijk van het zeeniveau op dat moment. De schattingen voor deze eeuw gaan van een stijging van 60 centimeter tot een van zo’n 2 meter. De voorspellingen van de nieuwe studie houden geen rekening met toekomstige bevolkingsgroei of natuurlijke erosie van kustland. Voor Europa, Australië en de VS zouden de gevolgen van de klimaatverandering niet veel dramatischer zijn dan tot nu toe gedacht, omdat daar al met preciezere gegevens werd gewerkt. In ons land zouden overstromingen aan de kust kunnen reiken tot de streek rond Dendermonde. Bron: www.hln.be

N

Niet 80 miljoen maar 300 miljoen mensen wonen vandaag in een gebied dat tegen 2050 minstens één keer per jaar onder water zal lopen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek met veel preciezere hoogtemetingen. De nieuwe studie, die gisteren is gepubliceerd in Nature Communications, stelt dat de vorige gekende cijfers te optimistisch waren. Rekenkundig onderzoeker Scott Kulp en klimaatwetenschapper Benjamin Strauss (Princeton University) beweren niet dat de zeespiegel nóg sterker zal stijgen, wél dat de hoogtegegevens van heel wat kustgebieden moeten worden bijgesteld naar beneden. Het leidt de wetenschappers tot de conclusie dat wereldwijd drie keer meer mensen dan tot nu toe gedacht bedreigd zouden zijn door de stijgende zeespiegel. Over dertig jaar zouden plekken waar nu tot 170 miljoen mensen wonen permanent onder de vloedlijn liggen. Vandaag wonen zo’n 300 miljoen

STIJGENDE ZEESPIEGEL BEDREIGT DRIE KEER MEER MENSEN DAN GEDACHT

IN

STIJGENDE ZEESPIEGEL BEDREIGT DRIE KEER MEER MENSEN DAN GEDACHT

VA

6 Ga samenzitten met enkele andere medeleerlingen en bepaal welke stiftgedichten van de klas de podiumplaatsen krijgen.

uk

©

pr oe

fh o

of d

st

130

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


12

Media en ik 1

Je kunt topische vragen stellen en beantwoorden

Je stelt een infographic op die duidelijk, correct en aantrekkelijk is

bronnen en hun lay-out

uit bronnen halen

5

4

6

Je voert een klein onderzoek over je eigen leefwereld

Je presenteert de resultaten van een onderzoek

N

De toekomstverwachting van jongeren

VA

1 Kijk naar de leerling die naast je zit.

a Maak drie voorspellingen over zijn of haar leven over twintig jaar. Denk aan jobs, liefdesleven, familiesituatie, wonen …

c Zie jij de voorspellingen over jouw toekomst zitten?

uk

st

of d

©

b Wissel jullie antwoorden nu in duo uit.

2 Denk samen met twee medeleerlingen na over jullie toekomst. a Maak een lijst van twee dingen waar jullie onzeker over zijn.

fh o

b Over welke dingen zijn jullie positief? Som twee elementen op.

onzeker

positief

pr oe

1

3 Je staat kritisch tegenover

2 Je kunt hoofdpunten

IN

les

LES 12 Media en ik

131


Je leest nu een artikel in verschillende delen. Voer bij elk deel de opdrachten uit.

Deel 1 3 Op de volgende pagina staat het eerste deel van het krantenartikel. Vul de tabel in op basis van de informatie die je in de inleiding krijgt. antwoord

IN

topische vraag wie

N

wat

VA

waar wanneer

©

waarom

uk

hoe

4 Lees de tekst en ontdek hoe de ondervraagde jongeren hun verdere leven zien.

st

a Markeer in de tekst wanneer ze positief zijn over hun toekomst. b Gebruik een andere kleur wanneer ze negatief zijn.

of d

5 Over welke aspecten van hun toekomst kregen de jongeren vragen? a Som ze in kernwoorden op.

fh o

b Vergelijk de cijfergegevens uit de tekst met jullie eigen toekomstvoorspellingen (oefeningen 1 en 2). Geef minstens één overeenkomst en één verschil.

pr oe

6 Welke onderwerpen zullen in het vervolg van de tekst aan bod komen volgens jou?

132

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


OM VAN TE DROMEN

IN N Janne (17 jaar): ‘Na mijn middelbaar ga ik verder studeren. Op zich ga ik graag naar school, maar ik moet er ook echt voor werken. Het lijkt me vreselijk om drie jaar hard te werken voor een diploma en dan te merken dat dit je niet verder helpt om een job te vinden.’

pr oe

fh o

of d

st

uk

Het toekomstbeeld dat jongeren voor zichzelf schetsen is alleszins positief te noemen en bevat weinig verrassende resultaten. In het gemiddelde traject dat jongeren schetsen, worden ze 81 jaar en krijgen ze twee à drie kinderen. 80% van de jongeren wil trouwen (gemiddeld wanneer ze 26 jaar zijn) en nagenoeg allemaal dromen ze van een eigen huis. Het maakt niet echt uit of deze stek zich nu in de stad of op het platteland bevindt. Of hen een gelukkige toekomst te wachten staat? De meesten antwoorden positief, met een gamma van ‘uiteraard’ tot ‘niet, toch?’ in de ogen. Uit de gesprekken blijkt dat jongeren zich bewust zijn van scheidingen en geldmoeilijkheden, maar op een enkeling na denken ze allemaal deze problemen te kunnen ontlopen.

VA

Een traject over rozen

De hedendaagse jongeren hopen op een gezonde combinatie van carrière en vrienden, willen veel reizen en dromen van vrijheid en welstand. Waarschijnlijk komt daarom net hun grootste onzekerheid naar boven in de antwoorden over hun professionele toekomst. Voor de jongste tieners is dit nog heel veraf: zij hebben nog niet beslist wat ze later willen doen. Jongeren vanaf 16 jaar hopen dat ze snel een job zullen vinden. Hoewel ze er nagenoeg allemaal van uitgaan dat dit in orde komt, denkt slechts een derde snel werk te vinden na de opleiding. Een opvallende vrees die ongeveer 40% van de jongeren deelt, is te moeten werken in een sector die niet aansluit bij hun interesse en vooropleiding.

©

Titels als ‘Belg onzeker over werkzekerheid en toekomst’, ‘8 op 10 Belgen pessimistisch over loon en werkomstandigheden’ en ‘65% kan jeugddromen niet waarmaken’ zijn voor de regelmatige krantenlezer wellicht niet onbekend. Uit de dagelijkse berichtgeving blijkt het kortetermijnperspectief van de (jonge) werkende burger niet echt optimistisch. Omdat vragen over toekomstverwachtingen nogal eigen zijn aan de start van een nieuw jaar, trokken we de Leuvense binnenstad in om een vijftigtal jongeren te polsen over hun algemene toekomstperspectieven.

Gino Bombeke

woord het gamma: reeks met verschillende nuances de welstand: goede gezondheid en financiële situatie

LES 12 Media en ik

133


Deel 2 7 Lees nu het tweede deel van het artikel. Haal de hoofdpunten uit het deel door de infographic aan te vullen.

onthouden

IN

De hoofdpunten zijn de belangrijkste elementen uit de tekst. Het zijn de kernelementen die de auteur gebruikt om zijn boodschap uit te werken

BEKEND

VA

BEROEMD

N

titel:

©

Ondertitel:

3

st

2

uk

1

• • • • •

of d

8 De schematische afbeelding die je in de vorige opdracht gebruikte om gericht informatie uit de tekst te halen, noemen we een infographic. a Waar vind je infographics in je dagelijkse leven?

fh o

b Wat is er belangrijk om de informatie volledig, maar toch overzichtelijk te presenteren? Som drie aandachtspunten op.

pr oe

onthouden

Een infographic (of een informatieve illustratie) geeft informatie weer in de vorm van grafieken en afbeeldingen in combinatie met beperkte tekst. Vaak wordt er in een infographic gebruik gemaakt van kleur, lijntekeningen en cijfers. In artikels vind je vooral resultaten van onderzoeken in deze vorm.

134

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


IEDEREEN BEROEMD

N VA

uk

Het rapport vermeldt dat 61% van de jongeren ervan droomt beroemd te worden. Opleidingsniveau of geslacht gaven geen aanleiding tot significante verschillen. Wel zagen jongens zich eerder als beroemde wetenschappers of sporter, terwijl meisjes droomden van een carrière als zangeres, actrice en fotomodel. Bij de vraag Hoe wil je beroemd worden? antwoordde slechts 22% expliciet dit niet te willen. Een stijgend aantal niet-celebrityresultaten hier toont aan dat jongeren een sterke link leggen tussen beroemd zijn en de entertainmentsector. Anna (15 jaar) bevestigt dit: ‘Er is een verschil tussen bekend en beroemd. Je bent beroemd als mensen foto’s van je in hun schoolagenda steken. Dat kan bij sporters of filmsterren, maar ik zie het nog niet direct gebeuren bij wetenschappers.’

tijd gaat naar film en muziek, dus je bent er veel mee bezig. Ook gaan veel tijdschriften en sites over sterren en komen vragen als “Wil je beroemd worden?”, “In welke film wil je meespelen?” en “Wie is je favoriete celeb?” terug in gesprekken met vrienden en in schoolboeken.’

©

De resultaten komen goed overeen met de nietrepresentatieve steekproef die wij op straat aanspraken. Hieronder volgt een overzicht van de voornaamste bevindingen, aangevuld met enkele citaten die wij optekenden.

IN

Marion Duimel publiceerde (in opdracht van de stichting Mijn Kind Online) het onderzoeksrapport Onbewerkt beroemd, met daarin de resultaten uit een representatieve bevraging van ongeveer 500 Nederlandse tieners. Een van de uitgangspunten was de vraag hoeveel jongeren ervan droomden ooit een ster te worden en waarom ze dit deden. Duimel onderzocht hiernaast of er een verband was tussen deze droom en de mediaconsumptie van jongeren of de manier waarop ze online gebruik maakten van bewerkte en gecorrigeerde foto’s.

fh o

of d

st

De belangrijkste achterliggende reden die jongeren in het onderzoek gaven voor hun sterrendroom was anderen blij maken (32%). Ook wij tekenden reacties op als ‘Dan zijn je ouders en vrienden trots op je!’ (Ellen, 14 jaar) en ‘Dan kun je iets betekenen voor andere mensen’ (Sien, 16 jaar). Hiernaast kwamen op de tweede en derde plaats: rijk zijn / in een mooi huis wonen (29%) en gelukkig zijn (17%). Voor de Leuvense jongeren was de materiële reden het meest doorslaggevend. Thomas (16 jaar): ‘In films maar ook in documentaires hebben sterren een luxueus leven: ze wonen groot, hebben niet echt zware dagen en kunnen zich veel aanschaffen.’

pr oe

Sofie (17 jaar): ‘Ik snap wel waarom zoveel mensen beroemd willen worden. Een groot stuk van je vrije

Of de roem ook automatisch geluk met zich meebrengt bleek een moeilijkere kwestie; de meningen waren dan ook sterk verdeeld. Heel wat jongeren twijfelden eraan of bekende mensen gelukkiger waren.

woord representatief: iets wat een betrouwbaar beeld geeft van de totale groep de consumptie: gebruik, verbruik voornaamste: belangrijkste significant: betekenisvol, iets wat niet voortkomt uit toeval materieel: wat te maken heeft met voorwerpen

LES 12 Media en ik

135


9 Lees de laatste alinea van het artikel nogmaals door. a Wat denk jij hierover? Schrijf je mening uit in een korte tekst.

b Lees je mening voor aan een medeleerling en luister naar de tekst die hij/zij schreef. c Vergelijk jullie meningen met elkaar. Geef één gelijkenis en één verschil uit jullie teksten.

N

persoonlijk antwoord

VA

©

uk

st

fh o

of d

pr oe

136

IN

SCHRIJven

Ik vind dat ..., want ... Bovendien ... Toch ... .

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


Deel 3 Je leest nu eerst het laatste deel van de tekst. Vervolgens los je de vragen op. 10 In de vorige twee delen van dit artikel stond een foto.

©

VA

being humble is more important than being famous

N

IN

a Welke afbeelding past het beste bij de hoofdgedachte van dit deel? Kies één van onderstaande foto’s.

b Waarom kies je voor dit beeld?

uk

(Robin Sharma)

st

11 In dit deel komen verschillende jongeren aan bod. Kies één reactie waar je het mee eens bent of net helemaal niet. Reageer hier in een korte tekst op.

SCHRIJven

of d

Ik ben het eens/oneens met … , die beweert dat … Ik ben van mening dat … Verder …

persoonlijk antwoord

fh o

pr oe

LES 12 Media en ik

137


N

st

uk

Vooral talentenshows op televisie worden met kritische zin benaderd. Jongeren vinden deze heel leuk om naar te kijken, maar ze geloven niet in de geclaimde doorbraakkansen. Ruben (17 jaar): ‘Shows als Belgium’s Got Talent zijn er eigenlijk niet op uit een ster te zoeken, maar om een programma te maken. Rare mensen worden veel meer in beeld gebracht dan mogelijke artiesten.’

Isa (16 jaar): ‘Het is leuk om iets te maken en dat dan te tonen aan vrienden. Het gaat meestal om dingen die je samen gedaan hebt, bijvoorbeeld op een cultuuravond. Eigenlijk zijn die opnames alleen interessant voor mensen die daar waren.’ Dit sluit aan bij een observatie van Duimel in het bovenvermelde rapport: jongeren (meisjes iets meer dan jongens) bewerken graag digitale foto’s van zichzelf. Toch willen ze te allen tijde als zichzelf overkomen. Als de foto genomen wordt, hechten ze belang aan hun houding. Achteraf passen ze lichte bewerkingen toe als bijsnijden, filters toevoegen, zwart-wit maken en tekst bij de afbeelding plaatsen. Anton (17 jaar): ‘Het is fun om een foto wat bij te kleuren of er een quote bij te plaatsen, maar echt gaan bijwerken is triestig. Foto’s waar echt aan gesleuteld is, zie je zelden, ze krijgen ook harde commentaar en staan vaak niet zo lang online.’ Zowel het onderzoeksrapport van Marion Duimel als de straatantwoorden bewijzen dat jongeren veel bezig zijn met sociale media. Voor velen lonkt ook stiekem het sterrendom. Toch blijven deze twee elementen gescheiden. In tegenstelling tot wat we dachten plaatsen weinig jongeren materiaal online om op te vallen of door te breken. Ze houden er eerder van hun digitale foto’s en opnames met vrienden te delen via netwerksites.

VA

Opvallend is dat alle jongeren die wij aanspraken heel realistisch blijven over hun doorbraakkans. Hoewel een enkeling toegaf met die ambitie ooit te hebben deelgenomen aan een talentenjacht, blijkt het leeuwendeel van de jongeren zeer terughoudend tegenover de kansen die nieuwe media bieden. Annelies (15 jaar): ‘Iedereen droomt er wel van om bekend te worden. Maar de kans dat je een filmpje online zet en zo een platencontract binnenhaalt, is toch heel klein.’

jongeren wel gretig gebruikmaken van digitale opnamemiddelen. Ze richten zich echter sterk op hun peers om de resultaten te delen. Sociale netwerksites worden boven YouTube verkozen om beeldmateriaal te delen.

©

De talloze talentenshows op tv, de bereikbaarheid van populaire figuren en de mogelijkheid om online content te verspreiden, lijken tegemoet te komen aan deze bekendheidsdroom. In tegenstelling tot vorige generaties zijn camera’s gemeengoed en is het relatief eenvoudig geworden om opnames te maken. Toch lijkt dit niet zo veel invloed te hebben.

IN

REALISTISCH?

pr oe

fh o

of d

Om effectief aan de weg te timmeren zien de ondervraagde jongeren meer heil in lokale dansstudio’s en toneelgroepen. Hier krijgen ze een persoonlijke begeleiding en komen ze met hun kwaliteiten naar buiten op vaste toonmomenten. Vaak bestaat er een soort van ‘keurgroep’ of zijn er in de buurt dansstudio’s die een ‘best of’ van jongeren binnen een bepaalde discipline verzamelen. Kaat (17 jaar): ‘Via een dansstudio kom je direct met mensen in contact. Mensen kennen en actief opzoeken is belangrijk om door te groeien. Gezelschappen kijken naar wat je kunt voorleggen of komen langs bij optredens. En dan helpt het zeker als je contacten hebt.’ Wees jezelf, onder vrienden Uit de gesprekken komt duidelijk naar voor dat

138

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE

Uit de antwoorden die de Leuvense jongeren ons gaven, bleek ook een overwegend positieve toekomstvisie. We wensen alle jongeren dan ook de moed en inspiratie om hun dromen op een gezonde manier na te jagen! Bron: Krax

woord de content: inhoud (op digitale media) het gemeengoed: iets wat algemeen verspreid is geclaimd: met veel zekerheid beweerd effectief: echt aan de weg timmeren: werken aan je carrière (uitdrukking) gretig: enthousiast, met plezier lonken: verleidelijk kijken


Waarom zijn smartphones zo verslavend? Voel jij je vaak slaperig en ben je onafscheidelijk van jouw smartphone? Hopelijk lijd je dan niet aan een smartphoneverslaving. Je bekijkt een filmpje van KLAAR over smartphonegebruik.

IN

1 Bekijk de afbeelding en lees de informatietekst over KLAAR. Duid in de omschrijving het tekstdoel aan.

uk

©

VA

N

VRT NWS wil met de KLAAR-filmpjes betrouwbare informatie en duiding geven rond actuele thema’s. KLAAR biedt niet alleen inzicht en context bij de actualiteit, het wil jongeren ook kritisch, doelgericht en bewust leren omgaan met media.

2 Is deze bron betrouwbaar?

st

of d

Bekijk het filmpje een eerste keer. Let op de verschillende deelonderwerpen en vragen die besproken worden. 3 Wat is de aanleiding van het filmpje?

fh o

4 Wie laat Yousri aan het woord? Is hij een goede bron?

pr oe

2

5 Welke vragen stelt Yousri aan Tim? Som er twee op.

Bekijk het filmpje een tweede keer en beantwoord deze vragen. 6 Hoe komt het dat we zo verslaafd zijn aan onze smartphone?

LES 12 Media en ik

139


7 Waarom doen bedrijven dat?

IN

8 Vat het besluit van Yousri in je eigen woorden samen.

N

VA

9 Wat heb je bijgeleerd uit dit fragment? 10 Heb jij soms last van FOMO? Doe de test!

©

a Zet een vinkje voor de beweringen die op jou van toepassing zijn.

Ik word ongerust als ik erachter kom dat mijn vrienden plezier maken zonder mij.

uk

Ik voel me onprettig wanneer ik een mogelijkheid mis om vrienden te ontmoeten.   Wanneer ik op vakantie ga / iets te doen heb, check ik regelmatig online wat mijn vrienden aan het doen zijn.

st

Ik denk dat anderen meer plezier hebben in het leven dan ik.   Wanneer ik iets leuks doe, vind ik het belangrijk dit te delen op sociale media.

of d

Ik voel me onzeker als ik niet weet wat vrienden aan het doen zijn.   Ik vind het belangrijk mee te zijn met de groep en begrijp alle inside jokes.   Ik vraag me soms af of ik te veel tijd doorbreng met wat er met mijn vrienden gebeurt op sociale media.

fh o

Ik vind het niet leuk om geplande afspraken af te zeggen, ook al ben ik ziek.   Als ik het leuk heb, is het belangrijk dat ik dat deel op sociale media.

pr oe

Heb je meer dan de helft van de beweringen aangeduid? Dan ben jij waarschijnlijk een echte FOMO Sapiens!

b Stel zelf een definitie op van het concept FOMO op basis van de test.

c Denk je dat sociale media FOMO erger maken of helpen voorkomen? Geef één sterk argument voor je mening.

140

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


Maak en presenteer een infographic

IN

Uit het onderzoek van Marion Duimel bleek dat jongeren steeds meer bezig zijn met sociale media. Ze gebruiken apps als Twitter en Facebook om opnames en foto’s met hun vrienden te delen. In het interview met Tim Verheyden kwamen we te weten dat apps en online toepassingen heel sterk op ons inspelen om zo gegevens los te krijgen. Daardoor worden we onbewust verslaafd aan onze smartphone. Ben jij ook verslaafd aan je smartphone of eerder FOMO-free? Ga op onderzoek uit en presenteer jouw bevindingen over je smartphonegebruik aan de klas.

N

Voorbereiden

VA

1 Beantwoord volgende vragen eerlijk.

©

Hoeveel tijd spendeer je iedere dag op je smartphone?

of d

Op welke dagen gebruik je jouw smartphone het meest?

st

Waarvoor gebruik je die apps?

uk

Welke apps gebruik je het meest?

fh o

Onderzoeken

2 Installeer een app op je smartphone om je gebruik bij te houden. Houd je gegevens van minstens één week bij. 3 Verwerk vervolgens de resultaten in een overzichtelijke infographic. Het eindresultaat bevat volgende elementen:

pr oe

3

• het gemiddeld aantal uur dat je per dag bezig bent met je smartphone • de top vijf van meest gebruikte apps • een detailanalyse van de meest gebruikte app: wat doe je ermee?

4 Je krijgt van je leraar een goed en een slecht voorbeeld van een infographic. Kijk naar de voorbeelden en noteer twee dingen waar je zelf op moet letten.

LES 12 Media en ik

141


Presenteren

Reflecteren a Vul het evaluatieformulier op p. XX in na de presentatie.

©

6 Je leraar geeft je de naam van een medeleerling.

VA

N

• presenteer de gegevens die je verzameld hebt over jouw smartphonegebruik op een overzichtelijke manier • vergelijk je smartphonegebruik met de verwachtingen die je vóór het onderzoek had (stap 1) • vertel je medeleerlingen waaraan je wilt werken in je smartphonegebruik en welke concrete stappen je hiervoor wilt zetten.

pr oe

fh o

of d

st

uk

b Nadien beoordeel je ook de infographic aan de hand van het formulier op p. XX.

142

IN

5 Deel jouw smartphonegebruik met de rest van de klas. Je bespreekt het volgende:

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


Evaluatiematrix – Infographic: Ik en media Ik beoordeelde de infographic van

ONVOLDOENDE

Je toont niet alle gevraagde informatie in je infographic. Deze informatie ontbreekt:

Je toont amper de gevraagde informatie in je infographic. Deze informatie ontbreekt:

IN

VOLDOENDE

inhoud

VA

Je toont alle gevraagde informatie in je infographic. Ik kon de infographic dan ook gemakkelijk vinden op basis van mijn notities.

N

GOED

.

OF Het was een uitdaging om de juiste infographic te vinden. correctheid

De informatie in je infographic en je presentatie verschillen veel van elkaar. Er zijn meer dan twee verschillen, namelijk

duidelijkheid

st

uk

©

De informatie in je infographic Er zijn maximum twee komt volledig overeen met de inhoudelijke verschillen informatie uit je presentatie. tussen je presentatie en je infographic, namelijk

EN Het was een uitdaging om de juiste infographic te vinden.

fh o

De opbouw en informatie is duidelijk nadat ik de infographic even geanalyseerd heb. De informatie is duidelijk geformuleerd, maar niet goed gepresenteerd.

De opbouw en informatie in de infographic zijn niet overzichtelijk gepresenteerd zowel op het gebied van opmaak als van formulering. Ik begrijp de informatie vaak niet.

Je hebt een mooie infographic gemaakt. Ik zou echter meer afbeeldingen en kleuren toevoegen.

Je hebt een sobere infographic gemaakt zonder afbeeldingen en je gebruikte slechts één of twee kleuren.

Je hebt een professionele infographic gemaakt, maar je paste niet alle tips toe. Let op voor:

Je hebt de tips voor het maken van een infographic niet toegepast. Let op voor:

of d

De opbouw van en de informatie in je infographic zijn in één oogopslag duidelijk.

aantrekkelijkheid

pr oe

Je hebt een infographic gemaakt die de aandacht trekt met interessante afbeeldingen en kleuren. gepastheid

Je hebt een professionele infographic gemaakt en de tips voor het maken van een infographic gevolgd.

Aanvullende commentaar:

LES 12 Media en ik

143


Evaluatiematrix – Spreken: Ik en media Ik beoordeelde de infographic van

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

IN

GOED

.

inhoud De meeste elementen van je presentatie zijn aanwezig, maar dit onderdeel ontbreekt:

Verschillende elementen van je presentatie ontbreken, namelijk

Je maakt enkele taalfouten en/ of enkele klanken of woorden die je gebruikt behoren tot de tussentaal, het dialect … Let op voor:

Je maakt meermaals taalfouten en de klanken en woorden die je gebruikt behoren vaak tot de tussentaal, het dialect … Let op voor:

©

Je taalgebruik is nagenoeg foutloos. Je gebruikt de standaardtaal en je uitspraak is correct.

VA

correctheid

of d

aantrekkelijkheid

Je presentatie is goed te volgen, maar de inleiding, het midden en het slot zijn niet of moeilijk te onderscheiden.

st

Je hebt de presentatie goed opgebouwd. Het is duidelijk wat de inleiding, het midden en het slot van je presentatie is.

uk

duidelijkheid

Je presentatie is moeilijk te volgen. Er ontbreekt een inleiding of een slot en in het midden lopen de verschillende inhoudelijke onderdelen door elkaar.

Je maakt vaak oogcontact, maar vooral met de leerkracht of slechts met enkele leerlingen. OF Je maakt soms vreemde handgebaren.

Je maakt amper oogcontact met het publiek; je kijkt te veel naar de infographic, de grond … Je beweegt amper en gebruikt je handen niet.

Je brengt wel wat variatie aan in zinsbouw, woordvolgorde en woordgebruik. Toch sluipen er enkele storende herhalingen in je presentatie.

Je brengt bijna geen variatie aan in zinsbouw, woordvolgorde en woordgebruik. Daardoor zijn er veel storende herhalingen in je presentatie.

Je gebruikt formele spreektaal. Je gebruikt soms woorden die eerder in een gesprek onder vrienden passen dan in een zakelijke presentatie. Let op voor:

Je gebruikt vaak woorden die eerder in een gesprek onder vrienden passen dan in een zakelijke presentatie. Let op voor:

fh o

Je maakt oogcontact met het volledige publiek en gebruikt je handen als ondersteuning van de uitleg.

N

Je presenteert de gegevens, vergelijkt ze met de verwachtingen en zegt hoe je je smartphonegebruik wilt veranderen.

pr oe

Je varieert vlot in zinsbouw, woordvolgorde en woordgebruik.

gepastheid

Aanvullende commentaar:

144

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


onthouden Hoe presenteer je informatie? Bij een mondelinge presentatie presenteer je iets aan een publiek met een bepaald doel. De basisstructuur van een goede presentatie is als volgt: inleiding, midden en slot. In een goede presentatie vertel je een verhaal.

IN

1 Zeg wat je gaat vertellen. 2 Vertel het. 3 Zeg wat je verteld hebt.

VA

©

✓ Sta rechtop met je voeten op schouderbreedte. o Dat is een rechte en open houding. ✓ Om te starten zijn je handen naast je lichaam. o Stop je handen niet in je zakken. Wees niet bang om te bewegen, maar overdrijf niet. ✓ Kijk rond, richt je blik niet op één persoon. o

N

Lichaamstaal Wanneer je bijvoorbeeld spreekt voor een groep is je lichaamstaal heel belangrijk, houd de volgende richtlijnen in het achterhoofd:

st

uk

Intonatie, articulatie, volume en tempo Intonatie is het verloop van toonhoogte wanneer je een zin of een woord uitspreekt. Het is aangenamer om te luisteren naar een spreker die varieert in toonhoogte. Als je altijd dezelfde toonhoogte gebruikt, klink je saai of monotoon. Articulatie: spreek elk woord correct en duidelijk uit.

of d

Spreek niet te luid of te stil. Het volume dat je gebruikt, past bij de situatie.

pr oe

fh o

Spreek niet te snel of te traag, maar kies een gepast tempo.

LES 12 Media en ik

145


Tussenstop 2 1

Woordenschat

IN

1 Welke woorden in het onderstaande rooster zijn synoniemen van elkaar? a Breng de woorden met een gelijkaardige betekenis samen. b Geef bij elk trio nog een synoniem. frequent

optie

keuze-

gebruikelijk

ander

algemeen erkend

meeste

N

belangrijkste

VA

zwaarste

uk

©

2 Vul de juiste woorden aan bij de omschrijvingen. De antwoorden vormen een woordslang: de laatste letter van elk woord vormt de eerste letter van het volgende woord. In de slang zijn die vakjes gekleurd. a gebruik of verbruik

c breekbaar, zacht, fijn

b echt

of d

st

d uitdrukking

pr oe

fh o

3 Welk woord is hier afgebeeld? Je krijgt telkens de eerste letter.

146

a l

b e

c t

d g

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


4 In het onderstaande rooster kun je op elke lijn een woord invullen dat een synoniem heeft of uitgelegd wordt in onderstaande lijst. De letters ‘on’ zitten in elk woord.

1

O

N

O

N

O

N

O

N

U T

verbruik

3

inhoud

7

N

liefdevol kijken

IN

C

6

5

1

1

2

3

4

5

6

7

.

N

Als je de letters bij de nummers gevonden hebt,krijg je het woord

niet uit elkaar te halen

4

VA

5 Hieronder vind je vijf reeksen van vier woorden. In elke reeks is er één woord dat bij een andere woordsoort hoort. Duid dit woord aan. schaapachtig

consumptie

representatief

expressie

materieel

effectief

gretig

hunkeren

lonken

hebben

verfoeid

minuscuul

cliché

gamma

incident

trillen

claimen

uk

st frêle

of d

timmeren

©

achterdochtig

6 Je vindt hier een combinatie van uitdrukkingen die je in de les tegenkwam en uitdrukkingen die frequent voorkomen in ons dagelijks taalgebruik.

fh o

a Welke uitdrukkingen worden hier letterlijk afgebeeld?

pr oe

b Geef telkens de betekenis.

betekenis:

betekenis:

TUSSENSTOP 2

147


betekenis:

IN

betekenis:

VA

N

betekenis:

uk

©

betekenis:

of d

st

7 Een ander, moeilijker woord voor een tegenstander in verhalen is ‘antagonist’. The Joker is de antagonist van Batman, Thanos is de antagonist van The Avengers. De term is het antoniem van het woord ‘held’.

fh o

a Geef van volgende woorden het antoniem.

• toekomst:

• objectief:

• labiel:

• verspillend:

pr oe

• krimpen:

b Kijk naar het voorvoegsel in de woorden ‘antagonist’, ‘antoniem’ en ‘antistof’. Wat betekent ‘ant(i)’ in die gevallen?

c Onderstreep in onderstaande woorden het voorvoegsel. Markeer ook de vijf woorden zonder voorvoegsel. concept oeroud verdrinken onkruid

148

herkennen onze bestelen oneerlijk

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP

verkiezen verrekijker gefluister herdenking

oever onschuld verweren ontbreken

proefje gebergte aseksueel


Taal 1 Eigennamen schrijf je met een hoofdletter, soortnamen niet. Vervang in volgende zinnen de eigennaam telkens door een soortnaam.

IN

a Oh nee, Harry heeft hier op de grond geplast. b Ik houd zielsveel van Marianna.

N

c Rosie werkt niet meer. Dat is vervelend.

VA

d Carmina is echt prachtig! e Kasper is deze week verkocht.

©

voorvoegsel

uk

2 Hieronder zie je twee tabellen. In de linkerkolom vind je verschillende voor- en achtervoegsels, in de rechterkolom vind je verschillende voorbeeldwoorden. Geef op basis van die voorbeeldwoorden telkens de betekenis van het voor- of achtervoegsel. betekenis

st

antipathiek, antivries, contraproductief

pre-

fh o

pro-

of d

anti- / contraher-

afleidingen

asociaal, atypisch, abnormaal

a- / ab-

herexamen, hernemen, heropvoeden prehistorisch, prenataal prodemocratisch, pro-Amerikaans, proloog

on-

oninteressant, onvriendelijk, onbetaalbaar, onzin

ont-

– ontbossen, ontharen, onteren – ontvlambaar, ontdooien

pr oe

2

achtervoegsel

betekenis

afleidingen

-fiel

bibliofiel, anglofiel, homofiel

-loog / -noom

dermatoloog, bioloog, gastronoom, econoom

-logie / -nomie

psychologie, archeologie, autonomie, ergonomie

-loos

werkloos, levenloos, achteloos, geluidloos

-rijk / -vol

fantasierijk, kleurrijk, betekenisvol, stijlvol

TUSSENSTOP 2

149


onthouden Voorvoegsels en achtervoegsels zijn woorddeeltjes die niet als losse woorden op zich bestaan, maar die vooraan of achteraan een grondwoord worden toegevoegd. Zo ontstaat een afleiding.

Voor- en achtervoegsels kunnen een betekenis aan het grondwoord toevoegen.

IN

Het woord heropening bestaat uit het voorvoegsel her-, het grondwoord open en een achtervoegsel -ing. Het is dus een afleiding van het woord open.

N

Wanneer je iets opent, doe je dat voor de eerste keer, maar wanneer je iets heropent, open je iets opnieuw.

VA

3 Soms verandert een voor- of achtervoegsel niet (alleen) de betekenis, maar ook de woordsoort van een grondwoord. Van het zelfstandig naamwoord ‘geluk’ kun je immers een bijvoeglijk naamwoord maken door er ‘-ig’ aan toe te voegen: ‘gelukkig’. a Gebruik de achtervoegsels -achtig, -er, -ig, -lijk, -isch en -ing om afleidingen van de woorden te maken.

©

b Schrijf er telkens bij tot welke woordsoort ze behoren. grondwoord

afleiding(en)

uk

leugen (zn)

woordsoort(en)

vrede (zn)

democratie (zn)

of d

ontdekken (ww)

st

vriend (zn)

wetenschap (zn) pracht (zn)

fh o

mythologie (zn) kind (zn)

bakken (ww)

pr oe

deugd (zn) kritiek (zn)

4 In de les over de woordsoorten maakte je kennis met de kracht van bijvoeglijke naamwoorden om je teksten aantrekkelijker te maken en je boodschap meer kleur te geven.

onthouden

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord Je kunt een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken: De mail werd verstuurd wordt dan de verstuurde mail; de tuin werd geharkt wordt de geharkte tuin. Wanneer je twijfelt over de laatste letter van een voltooid deelwoord, is dit ook een handige manier om zeker te zijn.

150

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


hun                zoontje

b Het hemd is geruit.

het                hemd

c De jongen werd gehaat.

de                jongen

d Het vliegtuig is geland.

het                vliegtuig

e De trap werd verbreed.

de                trap

f De afbeelding werd vergroot.

de                afbeelding

g Zijn schouder is ontwricht.

zijn                schouder

h De muur is beklad.

de                muur

i Haar beslissing werd betwist.

haar                beslissing

j De stad werd bezet.

de                stad

VA

N

a Hun zoontje werd gepest.

IN

Gebruik volgende voltooid deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord.

¡ Houd jij van lezen?

©

5 Kies uit volgende duo’s telkens de zin met de juiste werkwoordspelling.

¡ Houdt jij van lezen?

¡ Mijn nieuwe pc bied meer mogelijkheden dan de vorige.

uk

¡ Mijn nieuwe pc biedt meer mogelijkheden dan de vorige.

¡ Ze hoefte geen extra oefeningen over dit onderwerp.

¡ Waarom heb ik niet meer gereist in mijn leven?

¡ Waarom heb ik niet meer gereisd in mijn leven?

¡ Waarom heb je me niet gebelt toen je problemen had?

¡ Waarom heb je me niet gebeld toen je problemen had?

¡ Kleedt u zich maar om in deze kabine.

¡ Kleed u zich maar om in deze kabine.

¡ Ik checkde mijn inbox net nog!

¡ Ik checkte mijn inbox net nog!

¡ Ik heb geen zin om afgeblaft te worden.

¡ Ik heb geen zin om afgeblafd te worden.

pr oe

fh o

of d

st

¡ Ze hoefde geen extra oefeningen over dit onderwerp.

¡ Het wordt je niet gemakkelijk gemaakt door Thomas.

¡ Het word je niet gemakkelijk gemaakt door Thomas.

¡ Vader lichte het deksel van de pot even op.

¡ Vader lichtte het deksel van de pot even op.

¡ Vroeger praatten we nooit over onze emoties.

¡ Vroeger praten we nooit over onze emoties.

TUSSENSTOP 2

151


s

w

s

v

o

k

VA

N

m

IN

6 Au of ou? Schrijf telkens op welk woord is afgebeeld.

st

uk

©

k

p

of d

7 Geef van volgende woorden de verkleinvorm en de meervoudsvorm. verkleinwoord

huis

fh o

boterham plant

ketting

pr oe

deur

raam

leraar

asperge bal slang

152

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP

meervoud


onthouden De verkleinvorm van woorden krijg je door -je, -tje, -pje, -kje of -etje toe te voegen. Door het woord hardop uit te spreken, hoor je meestal wat je moet kiezen. katje, treintje, boompje, koninkje, bloemetje

De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud.

N

• De meeste daarvan krijgen in het meervoud -en als uitgang. boeken, kasten, woorden

VA

• Een meervoud op -s komt ook vaak voor. tips, letters, bijtjes • Soms zijn er ook dubbelvormen.

• Er zijn ook speciale meervoudsuitgangen.

©

leraren – leraars, appelen – appels

uk

mogelijkheid – mogelijkheden, stad – steden, ei – eieren

• Een korte klinker wordt soms lang in het meervoud.

st

vat – vaten, voetpad – voetpaden

of d

Bijzondere meervouden • Bij samenstellingen met twee gelijkwaardige delen krijgen beide de meervoudsvorm. studiemeesters-opvoeders

• Bepaalt het eerste deel het tweede, dan staat alleen het tweede deel in het meervoud.

fh o

kandidaat-notarissen (Welke notarissen?)

• Bepaalt het tweede deel het eerste, dan staat alleen het eerste deel in het meervoud. processen-verbaal (Welke processen?)

pr oe

10.1

IN

onthouden

8 Als je klaar bent met alle oefeningen uit deze tussenstop, kun je Bij-bingo spelen. In dit spel ga je actief aan de slag met bijvoeglijke naamwoorden.

TUSSENSTOP 2

SPELREGELS

153


3

Lezen: Eerste beeldroman op Instagram

Voor het lezen 1 Heb je een Instagram-account? Gebruik je dat actief? Wat post je er vooral op? 2 Wie volg je? Naar welke berichten ben je op zoek?

N

Tijdens het lezen

IN

In deze leesopdracht haal je informatie uit een tekst en beoordeel je de kwaliteit van de bron. Je bepaalt ook het teksttype, het tekstdoel en de tekstsoort. Ten slotte sta je stil bij hoe je de opdracht hebt aangepakt.

VA

3 Je vindt op de volgende pagina een leestoets. Overloop de vragen en neem de tekst grondig door.

tip

1 Gebruik een markeerstift tijdens het lezen om de belangrijkste zaken uit te lichten.

©

2 Let op de titel, ondertitel, tussentitels.

uk

3 Bekijk ook de illustraties: sommige kunnen de inhoud misschien duidelijker maken.

Na het lezen – reflectie

st

4 Overleg met een medeleerling buur en evalueer de tekst.

a Hielp de lay-out van het artikel om de tekst sneller te lezen?

of d

b Had je last met het taalgebruik of sommige begrippen?

c Hielpen de illustraties om het artikel beter te begrijpen? 5 Overloop nu samen met twee medeleerlingen deze vragen.

fh o

a Vonden jullie de opdracht gemakkelijk, doenbaar of moeilijk? b Waren jullie tevreden over jullie notities? c Hebben jullie veel zaken niet kunnen noteren? Hoe kwam dat?

pr oe

d Wat zouden jullie de volgende keer anders aanpakken?

154

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


Toets – Eerste beeldroman op Instagram 1 Welk teksttype hoort bij deze tekst? 2 Wat is het hoofddoel van de auteur?

IN

3 Waarom kiest de maker van de beeldroman voor illustraties die ‘geen doodles, maar ook niet heel perfect’ zijn?

N

VA

©

4 Geef twee redenen waarom @byfarihah volgens de maker een roman is.

uk

st

fh o

of d

5 Is @byfarihah een eenmalig experiment? Antwoord met ja/nee en leg uit waarom je dat kiest.

6 ‘De auteur van @byfarihah wil vooral het beleid van de Nederlandse overheid aanklagen.’ Is deze stelling waar of niet waar? Leg uit waarom je dat antwoord gaf.

pr oe

TUSSENSTOP 2

155


IN N VA © uk st of d fh o

pr oe 156

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


Woordenlijst woord

voorbeeldzin

betekenis

De manager van die muzikant is nu aan de weg aan het timmeren om een internationale carrière mogelijk te maken.

werken aan je carrière (uitdrukking)

de aanleiding

De moord op prins Frans Ferdinand wordt gezien als de aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog.

de reden waarom iets gebeurt

alternatief

Die toets valt echt op een slecht moment! Misschien moeten we een alternatief voorstellen?

andere manier om hetzelfde te bereiken, ander moment

Toerisme Brugge wil dat de toeristen voorbij de clichés van friet en chocolade kijken.

beeld dat heel vaak gebruikt wordt en daardoor wat afgezaagd is

de consumptie

De consumptie van alle huishoudens verminderde vorige maand met drie procent.

gebruik, verbruik

de content

Om je digitale content niet te verliezen, is het belangrijk om alles op te slaan in de cloud.

inhoud (op digitale media)

courant

Griep is veel couranter tijdens de wintermaanden dan tijdens de zomer.

frequent, gangbaar, gebruikelijk

effectief

Denk jij nu dat je hier effectief mee zult wegkomen?

echt

de expressie

John heeft veel expressie in zijn gezicht; je ziet altijd onmiddellijk hoe hij zich voelt.

N

uitdrukking

fh o

of d

st

uk

©

VA

het cliché

IN

aan de weg timmeren

gretig

hoogmoed

hunkeren

frêle

Het mag dan een kleintje zijn, frêle is het pasgeboren olifantje met zijn tachtig kilo zeker niet.

het gamma

De keten Kluswerk biedt je een heel gamma aan doe-het- reeks met verschillende zelfartikelen aan. nuances

geclaimd

Elke vooruitgang in de maatschappij wordt telkens door elke politieke partij geclaimd.

met veel zekerheid beweerd

het gemeengoed

De smartphone is ondertussen gemeengoed geworden.

iets wat algemeen verspreid is

gretig

Gretig nam hij alle indrukken van zijn wereldreis in zich op. enthousiast, met plezier

de hoogmoed

De sollicitant liet tijdens het gesprek uitschijnen dat hij alles kon, maar de praktische proeven toonden iets anders aan en zijn hoogmoed werd afgestraft.

pr oe

4

TUSSENSTOP 2

breekbaar, fijn, zacht

zelfoverschatting, overdreven tevreden zijn over jezelf

157


Na dat lange schooljaar hunkert elke leerling naar de zomervakantie.

uitkijken naar

lonken

Verleidelijk lonkte zij naar alle jongens die passeerden.

verleidelijk kijken

materieel

Voor hogesnelheidstreinen willen de spoorwegen meer materieel inzetten.

wat te maken heeft met voorwerpen

Door de uitvinding van de microscoop konden wetenschappers voor het eerst minuscule deeltjes zien die niet zichtbaar waren voor het blote oog.

heel klein

minuscuul

onontwarbaar

Wie er in België bevoegd is voor welk politiek domein, is een onontwarbaar kluwen.

bijna niet uit elkaar te halen, bijzonder complex

de propeller

Door een probleem aan de linkerpropeller moest het vliegtuig een noodlanding maken.

draaiende luchtschroef, zoals bij vliegtuigen of een ventilator

Uit representatief onderzoek blijkt dat ongeveer de helft van alle Belgische jongeren te dik is.

iets wat een betrouwbaar beeld geeft van de totale groep

Lotar scoort vijftien procent hoger dan vorig schooljaar, toch een significant verschil.

de therapeut

Na het verlies van zijn moeder besloot Flynn met een therapeut te praten om het rouwproces op gang te helpen.

trillen als een espenblad

Trillend als een espenblad nam Lucy plaats in de wachtkamer bij de dokter.

heel erg trillen (uitdrukking)

Lang heb ik podcasts verfoeid, maar nu ben ik er dol op.

met afschuw bekijken, verwensen

fh o

of d

st

uk

significant

verfoeien

pr oe

onontwarbaar

158

N

VA

©

representatief

IN

hunkeren

propeller

betekenisvol, iets wat niet voortkomt uit toeval persoon die mensen helpt om bepaalde gebeurtenissen te verwerken

verfoeien

voor de boeg hebben

Laat ons eraan beginnen, we hebben nog heel wat werk voor de boeg.

nog moeten doen (uitdrukking)

Het verminderde werkgeheugen op mijn huidige laptop is misschien de voornaamste reden om een nieuwe te kopen.

belangrijkste

voornaamste

de welstand

Door de economische crisis kreeg de welstand in Europa een flinke deuk.

goede gezondheid en financiële situatie

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


les

Nieuwsberichten aantrekkelijk 13 maken 1

Je kent een aantal belangrijke taaltechnieken om teksten aantrekkelijker te maken: verwijswoorden, synoniemen, concrete werkwoorden en treffende bijvoeglijke naamwoorden

2

3

Je kunt deze taaltechnieken toepassen in geschreven en gesproken communicatieve situaties

IN

Hieronder vind je enkele nieuwstitels en bijhorende beelden.

VA

N

Ben je vlug te verleiden?

Meisjes lijken steeds jonger te puberen: ‘We zien al meisjes tussen 7 en 8 jaar die borsten krijgen’

Nederlands kampioenschap Tegenwindfietsen stopgezet wegens te harde wind

&&&&&

&&&&&

of d

Valentijnswerk Banksy al na 48 uur vernield

st

uk

©

1 Welke nieuwsberichten wil je lezen? Geef je interesse aan door één of meerdere icoontjes te kleuren. Hoe interessanter je een nieuwsbericht vindt, hoe meer icoontjes je kleurt.

fh o

&&&&&

Sharenting: ouders posten foto’s Wolvin Noëlla laat zich voor het van kind ongevraagd online eerst bij daglicht zien

pr oe

1

Je vat een nieuwsbericht mondeling samen

Patiënt aarde maakt de mens ziek

&&&&&

&&&&&

&&&&&

Jonge holebi’s in elkaar geslagen in Gent, politie zoekt daders via camerabeelden

Vandaag is een wereldwijde ‘palindroomdag’, en wellicht ook de laatste die jij zal meemaken

Moeten alle dierproeven verboden worden?

&&&&&

&&&&&

&&&&&

LES 13 Nieuwsberichten aantrekkelijk maken

159


2 Waarop heb je gelet? ¡ de titel van het nieuwsbericht ¡ het beeld ¡ zowel de titel als het beeld

IN

3 Vorm een groepje van drie leerlingen. Leg aan je groepsleden uit welk bericht je het minst en welk bericht je het meest interessant vindt.

a Vat in je eigen woorden de hoofdgedachte van het artikel samen. b Vind je het nog steeds interessant? Geef een reden waarom je dit zegt.

VA

c Gebruik het spreekkader om je mening te geven.

N

4 Je leraar deelt de volledige artikels uit. Lees en bekijk het volledige bericht dat je het interessantst vond.

• Het artikel dat ik heb gelezen gaat over …

SPREkEN

• Ik geef kort een antwoord op een aantal W-vragen: wie – wat – waar – wanneer – waarom – hoe. • Ik vind het artikel nog steeds interessant of boeiend om te lezen. Ten eerste … Ten tweede … Tot

©

slot … OF

Na het lezen van het volledige artikel moet ik mijn mening herzien. Ik vind het artikel niet zo

uk

st

interessant meer omdat … Ook vind ik dat … Tot slot …

onthouden

Kleine ingrepen, grote effecten

fh o

2

of d

Een tekst gaat altijd ergens over. Dat is het onderwerp van de tekst. Dikwijls kun je dat onderwerp in één woord benoemen. De hoofdgedachte is wat er over dat onderwerp gezegd wordt; de centrale boodschap van de tekst.

pr oe

Bekijk aandachtig de woordwolk.

160

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


1 Maak met deze woorden een kort samenhangend verhaal.

tip

IN

De woordwolk die je daarnet bestudeerde, is een visuele weergave in kernwoorden van een nieuwsbericht uit een krant. Een woordwolk geeft de belangrijkste kernwoorden van een tekst visueel weer: hoe groter het woord, hoe vaker het woord in de tekst voorkomt.

2 Lees de volgende vier stellingen over de tekst. Twee ervan zijn waar, twee zijn verzonnen. Probeer op basis van de woordwolk te achterhalen welke twee uitspraken waar zijn.

N

Uitspraak 1: Bob Thissen is eigenaar van het cruiseschip Theofilos. Uitspraak 2: Bob Thissen is een urban explorer. Uitspraak 3: Bob Thissen heeft met een opblaasbare kajak een plezierreisje naar Griekenland gemaakt. Uitspraak 4: Bob Thissen is een waaghals die verlaten plekken fotografeert.

VA

¡ ¡ ¡ ¡

©

Nieuwsberichten worden geschreven om zo veel mogelijk gelezen te worden. Journalisten denken dus steeds goed na op welke manier ze hun berichten verpakken. In dit deel onderzoek je stapsgewijs een aantal taaltechnieken om de lezer te boeien.

uk

Taaltechniek 1

st

BOB THISSEN EN VRIEND FILMEN HOE ZE AAN BOORD GAAN VAN VERLATEN SCHIP OP ZEE

fh o

of d

Bob Thissen en zijn vriend hebben in Griekenland een avontuur meegemaakt. Met een opblaasbare kajak gingen Bob Thissen en zijn vriend naar een verlaten schip voor de kust van Elefsina om beelden te maken van wat ooit een echt schip was. Het varen naar het schip met een opblaasbare kajak en het maken van beelden bleek een moeilijke opdracht!

pr oe

1 Vind je de krantenkop en inleiding aangenaam om te lezen? Heeft de journalist de lezer voldoende verleid? Waarom wel/niet?

2 Welke woorden worden herhaald? a Duid ze met een kleur aan in de tekst. b Vind je die herhaling storend?

LES 13 Nieuwsberichten aantrekkelijk maken

161


3 Herschrijf samen met een medeleerling de titel en inleiding. Zorg voor meer afwisseling en haal de herhaling uit de tekst.

IN

N

VA

4 Vergelijk de versie van jullie duo met die van twee andere groepjes.

©

5 Ga klassikaal na welke taalkundige technieken de verschillende groepjes hebben gebruikt om de kop en lead gevarieerder en boeiender te maken.

uk

Taaltechniek 2

st

De eerste taaltechniek om een tekst aantrekkelijker te maken, was herhaling vermijden.

of d

Je verkent nu samen met dezelfde medeleerling een tweede taaltechniek. Het vertrekpunt is de herschreven titel en inleiding uit de vorige opdracht. Lees het bericht nogmaals en beantwoord nadien samen de vragen.

fh o

WAAGHALZEN FILMEN HOE ZE AAN BOORD GAAN VAN VERLATEN CRUISEFERRY OP ZEE

pr oe

De Nederlandse avonturier Bob Thissen en zijn vriend hebben in Griekenland een avontuur meegemaakt. Met een opblaasbare kajak gingen ze naar een verlaten cruise voor de kust van Elefsina om beelden te maken van wat ooit een echt vaartuig was. Dat werd geen plezierreisje!

6 Duid alle werkwoorden in de titel en inleiding aan met een kleur. 7 Wat hebben al die werkwoorden gemeenschappelijk? Weet je ook hoe dergelijke werkwoorden worden genoemd?

162

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


8 Hieronder vind je een aantal loperwerkwoorden die je zojuist hebt aangeduid. Ga op zoek naar zo veel mogelijk synoniemen voor die werkwoorden. Let op: ze moeten wel passen in de oorspronkelijke tekst. meemaken

varen

maken

uk

©

VA

N

IN

gaan

st

9 Vul de herschreven tekst aan met de nieuwe werkwoorden.

fh o

of d

WAAGHALZEN FILMEN HOE ZE AAN BOORD             (GAAN) VAN VERLATEN CRUISEFERRY OP ZEE De Nederlandse avonturier Bob Thissen en zijn vriend hebben in Griekenland een avontuur             (meegemaakt). Met een opblaasbare kajak             (gingen) ze naar een verlaten cruise voor de kust van Elefsina om

pr oe

beelden te             (maken) van wat ooit een echt vaartuig was. Dat werd

geen plezierreisje!

10 Welk effect heeft het gebruik van die werkwoorden? LES 13 Nieuwsberichten aantrekkelijk maken

163


Taaltechniek 3 In de vorige opdrachten ging je aan de slag met de titel en de inleiding van het artikel. Voor de laatste taaltechniek ligt de focus op het volledige artikel.

IN

11 Lees de volledige tekst.

N

WAAGHALZEN FILMEN HOE ZE AAN BOORD KLAUTEREN VAN VERLATEN CRUISEFERRY OP WOELIGE ZEE

of d

©

st

uk

Thissen en zijn kameraad zijn (3) urban explorers, avonturiers die verlaten gebouwen en niet openbaar toegankelijke locaties verkennen. Het plan in Griekenland was eigenlijk om een visser te zoeken die hen tot bij een van de (4) schepen kon brengen in de baai van Elefsina, ten noordwesten van Athene. Daar liggen veel uit roulatie genomen vaartuigen, wachtend om ontmanteld te worden. Omdat ze er niet in slaagden om iemand te vinden die hen kon brengen, besloten ze om een opblaasbare kajak te kopen en zelf naar een van de schepen te peddelen: de Theofilos van rederij Nel Lines. Het schip deed 25 jaar dienst, maar ligt er nu verlaten bij.

VA

De Nederlandse avonturier Bob Thissen heeft in Griekenland een (1) avontuur beleefd. Met een opblaasbare kajak peddelde hij samen met een vriend naar een verlaten cruiseferry voor de kust van Elefsina om beelden te schieten van wat eens een (2) schip was. Het werd geen plezierreisje!

Bron: www.hln.be

pr oe

fh o

Op beelden is te zien hoe de twee avonturiers van de kust naar het schip peddelen en moeten opboksen tegen een (5) zee en sterke stroming. Ook aan boord raken blijkt geen sinecure te zijn. Hun bootje maakt water en in de verte doemt plots een (6) marineschip op.

Eenmaal aan boord ontdekken ze dat ze niet alleen zijn. Een (7) bewaker met een hond blijkt er te patrouilleren. En die krijgt hen in de gaten. Intussen hebben ze gelukkig wel al (8) beelden kunnen maken van de binnenkant van het eens zo fraaie vaartuig.

12 In het artikel zijn acht woorden weggelaten. a Vul samen met een medeleerling de ontbrekende woorden in. Gebruik jullie creativiteit en taalgevoel, maar zorg er wel voor dat de inhoud van het artikel behouden blijft. 1 2 3 4

164

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT

woord uit roulatie: niet meer gebruikt ontmantelen: uit elkaar halen geen sinecure: niet eenvoudig


5 6 7

IN

8

b Bestudeer aandachtig de woorden die je hebt ingevuld. Over welke soort woorden gaat het?

N

c Wat voegen die woorden toe aan de inhoud van het artikel? Met andere woorden, welk effect hebben die woorden?

VA

©

13 De originele woorden die weggelaten zijn in het artikel vind je hieronder terug. Verbind de woorden met de juiste verklaring. Laat je ook leiden door de voorbeeldzinnen die met elk woord zijn gemaakt. ’s Nachts ziet onze straat er toch wel heel troosteloos uit.

a wat gevaar oplevert

2 woelig

Mijn broer had zich overslapen na een heel woelige nacht.

b waarvan je verbaasd of onder de indruk bent

3 oogverblindend

Gisteren beleefde ik in het Sportpaleis een oogverblindend concert.

c zuiver, helemaal

4 robuust

Onze robuuste buurman werkt als beveiligingsagent.

d somber, grauw

De bergtocht die we gisteren maakten, was een gewaagde onderneming.

e heel erg groot

6 verbluffend

Op Instagram waren verbluffende filmpjes van de aardbeving te zien.

f

7 gigantisch

In onze stad wordt opnieuw een gigantisch gebouw gebouwd.

g sterk, stevig

8 rasecht

Onze leraar Nederlands is een rasechte toneelspeler.

h heel mooi

st

of d

fh o

5 gewaagd

uk

1 troosteloos

pr oe

1

2

3

4

5

6

niet rustig, wild

7

8

14 Ga nu terug naar het artikel en vul de acht gaten in. 1

5

2

6

3

7

4

8

LES 13 Nieuwsberichten aantrekkelijk maken

165


3

Reflectie 1 Som drie dingen op die je geleerd hebt tijdens deze lessenreeks. 2 Je maakte kennis met verschillende technieken om je teksten aantrekkelijker te maken. Vul deze tabel in. Hierop ga ik bij een volgende tekst zeker letten.

IN

techniek

Dit pas ik al toe.

verwijswoorden gebruiken

N

herhaling vermijden concrete werkwoorden kiezen

VA

bijvoeglijke naamwoorden toevoegen

©

synoniemen gebruiken

onthouden

uk

In deze les maakte je kennis met drie technieken om je teksten aantrekkelijker te maken. 1 Vermijd herhaling: breng variatie in je tekst, zodat je ontvanger niet altijd dezelfde woorden leest. Je kunt dat doen door synoniemen te kiezen of verwijswoorden (hij, zij, deze, dit …) te gebruiken.

st

2 Gebruik concrete werkwoorden. Zorg voor werkwoorden met een duidelijke betekenis en vermijd algemene werkwoorden (maken, gaan, hebben, zeggen).

of d

3 Voeg bijvoeglijke naamwoorden aan je tekst toe.

De lead is de inleiding van een artikel. Die is vaak schuin- of vetgedrukt. In dat deel van de tekst beantwoordt de journalist enkele belangrijke vragen over het onderwerp en geeft hij de hoofdgedachte van zijn tekst kernachtig weer.

fh o

Loperwerkwoorden zijn vage werkwoorden met weinig of geen betekenis. Ze zijn onnauwkeurig en weinig concreet. Ze geven de lezer van de tekst weinig informatie. Je vervangt ze beter door werkwoorden die een concrete betekenis hebben.

pr oe

Wanneer je gaan vervangt door stappen, klauteren, klimmen of vooruit spartelen, krijgt de lezer een veel beter beeld van wat er gebeurt. Maken is een ander loperwerkwoord dat vaak gebruikt wordt. Concrete werkwoorden zijn produceren, ontwikkelen, knutselen of bouwen.

Synoniemen zijn woorden die (ongeveer) dezelfde betekenis hebben. misdadig – gemeen – boosaardig – slecht wandelen – stappen – gaan

Verwijswoorden verwijzen terug naar iets wat al vernoemd is of wijzen vooruit naar iets wat kort daarna komt. Ze voorkomen dat dezelfde woorden herhaald worden. In teksten worden de voornaamwoorden hij, zij, deze, die, hun, onze … heel vaak gebruikt als verwijswoord.

166

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


les

14

Notities nemen 1

Je kunt tijdens het luisteren en kijken het doel, het onderwerp, de hoofdgedachte en de hoofdpunten achterhalen

3

2

IN

Je past luisterstrategieën (voorspellingen doen, vragen stellen, tussentijds samenvatten) bewust toe tijdens het kijken en luisteren

Je oefent op notities nemen

N

In het vorige trimester stond je stil bij luisterstrategieën. In deze les herhaal je ze en koppel je ze aan notities nemen. 1 Sommige schoolvakken werken met invulmethoden, bij andere vakken moet je veel zelfstandig noteren.

VA

a Bij welke vakken neem je het meeste zelf notities?

b Ben je daar goed in of vind je dat juist heel moeilijk? Leg kort uit waarom je dat vindt.

©

uk

c Maak je notities bij het studeren? Waarom doe je dat (niet)?

st

2 Welke soorten schema’s ken je uit die vakken?

of d

fh o

pr oe

3 Hieronder krijg je drie verschillende teksten. a Wat is het doel van deze teksten? drup-drop spetter-spat plens-plons het is lente en het regent onomatopeetjes van regenachtig nat

‘Zeker gezond’: nieuwe app Vlaamse overheid

Vlaams instituut Gezond Leven lanceert website en app met meer dan duizend recepten

De overheid leert ons gezond koken

Hanneke Post. Kriebels en krabbels

LES 14 Notities nemen

167


b Van welke tekst kun je geen schema maken? Waarom niet? 4 Als je notities maakt, heb je vaak weinig tijd om alles te noteren. Hoe kun je dat probleem oplossen?

IN

N

5 Welke afkortingen of symbolen gebruik jij vaak? Deel er vijf met je medeleerlingen.

VA

of d

st

uk

6 Aan de slag! Neem notities bij het fragment uit Man over Woord over de stilste taal ter wereld: onze lichaamstaal.

©

tip

Zes vuistregels als je notities maakt

fh o

1 Zorg dat je pen en papier klaar hebt liggen.

2 Schrijf geen hele zinnen, maar kernwoorden of woordgroepen. 3 Focus enkel op de hoofdzaken.

pr oe

4 Een aantal voorbeelden of extra uitleg zijn nuttig om achteraf je notities te begrijpen. 5 Laat veel wit tussen de woorden: na het luisteren kun je daar nog wat bijschrijven en/of aanvullen. 6 Notities nemen moet snel gaan: gebruik daarom afkortingen, tekens en/of symbolen.

7 Wissel je notities met die van een medeleerling. a Markeer de kernwoorden. Wanneer er informatie ontbreekt, dan mag je die in een andere kleur aanvullen. b Beoordeel de tekens, symbolen en afkortingen die je medeleerling gebruikte. Schrijf kort uit wat je daarvan vindt.

8 Vergelijk ten slotte je schema met het modelantwoord dat je van je leraar krijgt.

168

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


Welke schema’s zijn er? Op school moet je vaak teksten verwerken of krijg je de opdracht om de inhoud van een bron te studeren. Door een schema te maken, krijg je inzicht in de structuur van de tekst, blijft je aandacht bij de bron en zorg je voor een overzichtelijke weergave van de hoofdgedachte en hoofdpunten van een bron. Algemeen

IN

Iedereen heeft een eigen manier om schema’s te maken. Er zijn dus geen wetten of vaste richtlijnen. Belangrijk is dat je de kernelementen van een tekst op een voor jou gestructureerde en duidelijke manier weergeeft. Veelvoorkomende schema’s

VA

Je vindt hieronder en op de volgende pagina’s enkele veelvoorkomende schema’s. Boomschema

Duits

Nederlands

© Noord

Engels

Zweeds

Noors

Deens

Oost

IJslands

Gotisch

st

De Germaanse taalfamilie

Germaans

uk

Een boomschema kun je gebruiken om overzichtelijk weer te geven hoe de structuur van iets in elkaar zit. Je kunt ook gemakkelijk een rangorde of een hiërarchie weergeven West met een boomschema.

N

Schema’s zijn visuele manieren om informatie te ordenen; je gebruikt schema’s om bijvoorbeeld informatie uit een tekst overzichtelijk en visueel weer te geven.

Cyclisch schema

of d

Een cyclisch schema geeft een visuele weergave van een kringloop weer. Heel wat elementen in de natuur (seizoenen, waterkringloop, de ontwikkeling van ei naar volwassen dieren …) of processen in onze maatschappij (verkiezingen, een schooljaar, de indeling van een dag) verlopen volgens terugkerende patronen.

fh o

Vergelijkende tabel

In een tabel kun je heel gemakkelijk zaken met elkaar vergelijken. Als je de voor- en nadelen van digitaal en op papier lezen met elkaar wilt vergelijken kun je de volgende tabel opstellen.

pr oe

6.10 6.9

digitaal lezen

voordelen

op papier lezen nadelen

voordelen

nadelen

het is goedkoop

je kunt een boek niet doorgeven aan vrienden

je kunt een boek uitlenen aan vrienden

het is duurder dan een e-boek

het neemt weinig ruimte in beslag (op reis, in huis)

je hebt nog een extra scherm in je leven

je kunt het scherm eens ontvluchten

het neemt veel ruimte in beslag (op reis, in huis)

het heeft heel veel opslagmogelijkheden

je leest minder nauwkeurig omdat je gaat scannen

je leest nauwkeuriger, het is dus geschikter om moeilijke teksten te lezen

als je de e-reader verliest, ben je het boek niet kwijt

de productie van een e-reader is heel belastend voor het milieu

de meeste boeken gebruiken papier met een fsc-label

een e-reader gaat snel stuk

een boek gaat lang mee

Bron: www.iedereenleest.be

LES 14 Notities nemen

169


Mindmap

N

IN

Een mindmap is een handige manier om je gedachten te structureren. Die weergave helpt om een brainstorm te sturen of verschillende aspecten van een tekst visueel te schematiseren. Centraal staat een kernidee van waaruit verschillende pijlen vertrekken. Het kenmerk van een mindmap is dat je vooral werkt met tekeningen, en dus niet alleen met woorden en symbolen.

uk

©

VA

Volgende tips helpen je om een mindmap op te bouwen: 1 Plaats het onderwerp of de hoofdgedachte in het midden van de pagina. 2 Laat vanuit dat woord verschillende pijlen vertrekken. Je kunt voor jezelf een eigen kleurcode vastleggen: rood voor oorzaken, groen voor oplossingen, blauw voor voorbeelden. Zo creëer je eenheid tussen je verschillende mindmaps. 3 Werk met tekeningen, maar stop niet teveel tijd in details. Tijdlijn

st

Dit schema vertrekt van een lijn met daarop enkele kerndata of kernmomenten. De gebeurtenissen worden na elkaar op die lijn geplaatst. Die manier van schematiseren is ideaal voor teksten met een chronologisch verloop en historische gebeurtenissen. Het helpt je ook om het overzicht te behouden bij een verhaal waarin veel tijdssprongen zijn waardoor de chronologie verstoord is. 1880

of d

1800

ROMANTIEK

fh o

REALISME EN NATURALISME

1820

1920

pr oe

Continuüm

Een continuüm kun je gebruiken om bijvoorbeeld de gevoelswaarde van woorden in kaart te brengen. Je krijgt op die manier snel een visueel overzicht van het effect dat sommige woorden kunnen hebben. Een continuüm is handig wanneer je de ordening nog wilt bespreken omdat het ruimte geeft om wijzigingen en nuances aan te brengen. negatieve connotatie

moddervet

170

vet

positieve connotatie

dik

zwaarlijvig

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE

corpulent

weldoorvoed

volslank


les

Beeldtaal in stripverhalen

15

1

Je maakt kennis met verschillende soorten stripverhalen

3 Je kijkt na hoe een stripmaker zijn verhaal sterker maakt door beeldtaal

2 4 Je past je kennis rond

Je kent termen rond afstand, perspectief en tekenstijl

IN

VA

N

Verschillende soorten strips

Typisch voor strips is dat beeldtaal en geschreven taal gemengd worden. Er bestaan verschillende soorten stripverhalen.

st

uk

© 2021 Stand

©

aard Uitgever

ij

1 Verbind de termen en definities in de volgende oefening met de juiste afbeeldingen.

of d

fh o

pr oe

1

beeldtaal en stripverhalen toe op een concrete strip

term

definitie

a

comic

1

Japanse strip, meestal zwart-wit met veel actie en hevige emoties

b

vedettestrip

2

Amerikaans formaat stripboek van ongeveer 24 pagina's. Meestal bevatten deze uitgaven delen van series die later gebundeld worden in zogenaamde trade-paperbacks.

c

cartoon

3

een stripboek met 'romandikte'; de inhoud brengt een boodschap

d

manga

4

een stripreeks rond bekende mediafiguren

e

graphic novel

5

een enkel plaatje, al dan niet voorzien van tekst

LES 15 Beeldtaal in stripverhalen

171


2 Veel stripreeksen zijn genoemd naar het hoofdpersonage. a Som vijf stripfiguren op die je herkent in deze afbeelding.

IN

N

VA

Beeldtaal

st

2

uk

©

b Geef zelf een voorbeeld van een stripverhaal dat naar de held genoemd is. Vermeld zijn vijand en wie hem helpt.

pr oe

fh o

of d

1 Welk gevoel heeft Obelix in deze prent? Geef drie argumenten die je antwoord ondersteunen.

172

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


2 Strips kunnen heel erg verschillen van tekenstijl. Hieronder vind je twee extremen. a Plaats de woorden bij de juiste tekening.

VA

N

IN

Kies uit: realistisch – lijntekening – ingekleurd – zwart-wit – gedetailleerd – globaal getekend

©

b Geef nu in je eigen woorden een omschrijving van de termen realistisch, lijntekening, gedetailleerd en globaal getekend.

uk

• realistisch: • lijntekening:

• globaal getekend:

st

• gedetailleerd:

of d

3 Soms gaat de striptekenaar dicht bij zijn onderwerp staan, maar soms staat hij veraf. De hoek van waaruit de tekening gemaakt wordt, kan ook verschillen.

onthouden

pr oe

fh o

Bij afstand spreken we over een totaalbeeld, een mediumbeeld en een close-up. Hebben we het over de tekenhoek van waaruit de tekening wordt gemaakt, dan spreken we van kikvorsperspectief, neutraal perspectief of vogelperspectief.

a Leg elke term in je eigen woorden uit. • kikvorsperspectief:

• neutraal perspectief:

• vogelperspectief: • close-up:

LES 15 Beeldtaal in stripverhalen

173


• mediumbeeld: • totaalbeeld:

©

VA

N

IN

b Benoem de afstand en het perspectief bij de volgende vier voorbeelden.

uk

fh o

of d

st

pr oe

174

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


N

IN

4 In deze totaaloefening krijg je de startprent van een klassiek verhaal. Bekijk de prent aandachtig en beantwoord de vragen eronder.

©

¡ avonturenverhaal ¡ sciencefiction ¡ fantasy ¡ detective ¡ historische strip

VA

a Over welke soort strip gaat het hier? Duid aan.

uk

b Geef twee elementen uit de tekening die dat duidelijk laten zien.

st

c Wie zijn de hoofdrolspeler en de tegenspeler in het verhaal?

of d

d Hieronder vind je termen die de tekenstijl van strips omschrijven. Onderstreep alle woorden die op deze afbeeldingen van toepassing zijn. globaal getekend gedetailleerd

lijntekening zwart-wit

fh o

realistisch ingekleurd

e Welke afstand zit er in het plaatje? Leg uit waarom je die term kiest.

pr oe

¡ close-up ¡ mediumbeeld ¡ totaalbeeld

f Geef ook het perspectief van het plaatje. Leg uit waarom je die term kiest. ¡ kikvorsperspectief ¡ neutraal perspectief ¡ vogelperspectief

5 Je leest nu thuis een strip en past de leerstof rond beeldtaal zelfstandig toe op een voorbeeld.

LES 15 Beeldtaal in stripverhalen

175


3

Huislectuur – Stripverhaal 1 Paspoort van het verhaal titel:

IN

reeks: schrijver: tekenaar: genre: ¨  komische strip

N

¨ avonturenstrip   ¨ sciencefictionstrip

VA

¨  historische strip uitgeverij: 2 Inhoud

©

hoofdrolspeler: tegenspeler:

uk

thema:

Noteer in een vijftal regels wat er in je strip gebeurt.

st

of d

fh o

3 Tekenstijl

a Omschrijf de tekenstijl van het stripverhaal (je kunt gebruikmaken van deze woorden: gedetailleerd – lijntekening – (on-)realistisch)

pr oe

176

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


b Past de tekenstijl bij het verhaal? Geef twee argumenten waarom dat (niet) het geval is.

IN

N

VA

4 Afstand en perspectief

Blader door het stripverhaal en neem een foto van drie concrete panels. a Voeg die toe aan deze les.

©

b Geef bij elk panels aan wat de afstand en het perspectief is.

5 Beoordeling

uk

c Wat vind je van die panels? Vat je leeservaring in één bijvoeglijk naamwoord samen.

st

a Heb je het verhaal graag gelezen? Waarom (niet)?

fh o

of d

b Aan wie zou je de strip aanraden? Aan wie niet? Leg ook telkens uit waarom je dit (niet) zou doen.

pr oe

woord het panel: vakje in een stripverhaal

LES 15 Beeldtaal in stripverhalen

177


onthouden Tekenstijl Een affiche of tekening kan realistisch zijn: de tekening lijkt in dat geval op een foto. Daarbij zal vaak gedetailleerd gewerkt worden: een precieze weergave van de werkelijkheid met heel veel oog voor details.

IN

Het andere uiterste is een lijntekening: de vorm van de figuur wordt met beperkte lijnen weergegeven. In dat geval worden enkel de hoofdzaken in het beeld opgenomen.

N

Afstand Bij afstand spreken we over een totaalbeeld, een mediumbeeld en een close-up.

uk

©

VA

Het totaalbeeld toont het onderwerp in de wijde omgeving. Als kijker krijg je zo een overzicht. Vaak wordt het gebruikt om een realistisch beeld van de omgeving te schetsen, om de kijker bij de start van een verhaal een globaal beeld te geven van de personages in hun omgeving of om aan het einde van een scène of aflevering een verrassing te creëren. We zien de gevolgen van een actie voor de omgeving of we zien dat de personages zich op een vreemde plaats bevinden.

st

Bij een mediumbeeld krijg je het grootste deel van het onderwerp in beeld. Dat is een neutrale manier om personages in hun omgeving weer te geven. In films en tvreeksen komt het mediumbeeld vaak voor bij gesprekken.

of d

Bij een close-up krijg je een deel van het onderwerp in beeld met aandacht voor detail. De focus ligt op een detail of op de emoties in het gezicht van een personage. Perspectief

fh o

Als we het hebben over de tekenhoek van waaruit de tekening wordt gemaakt, dan spreken we over neutraal perspectief, kikvorsperspectief of vogelperspectief. Het onderwerp wordt dan vanuit een bepaalde hoek weergegeven.

pr oe

Bij een neutraal perspectief staat de kijker op dezelfde hoogte als het onderwerp. Bij een kikvorsperspectief wordt het onderwerp van onderuit weergegeven. Hierdoor lijkt het groter. In films, strips en reclame wordt dat vaak gebruikt om een sterk, machtig of beangstigend personage neer te zetten.

Het tegenovergestelde is het vogelperspectief. Hier zie je het onderwerp van bovenaf, waardoor het kleiner en nietiger overkomt.

178

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


les

Een nieuwsbericht maken

16

1

Je bouwt samen met een medeleerling een nieuwsbericht op

3 Je verwerkt een geschreven tekst tot een ingesproken nieuwsbericht

2

4 Je beoordeelt de tussentijdse

resultaten van je medeleerlingen en geeft suggesties om hun teksten aantrekkelijker te maken

IN

Je past een aantal belangrijke taaltechnieken toe om teksten aantrekkelijker te maken: verwijswoorden, synoniemen, concrete werkwoorden en treffende bijvoeglijke naamwoorden

VA

N

In les 13 leerde je een aantal taaltechnieken om een nieuwsbericht aantrekkelijk en boeiend te verpakken. In dit laatste deel ga je zelf aan de slag. Je kruipt samen met een medeleerling in de huid van een journalist en maakt een gesproken nieuwsbericht voor de videorubriek ‘bizar nieuws’.

Voorbereiden Lees de onderstaande bizarre koppen.

©

Stier is zo geliefd dat honderden mensen lockdown schenden voor begrafenis

uk

e je de Vleugellamme privéjet waarme weg op mag wordt geveild

st

2 100 keer heen en weer: koppel loopt marathon op balkon in Dubai

of d

1 Hoe zou je de rubriek ‘bizar nieuws’ kunnen omschrijven?

2 Kun je een aantal synoniemen geven voor bizar?

fh o

pr oe

3 Lees nu het volledige artikel bij de kop 2 100 keer heen en weer: koppel loopt marathon op balkon in Dubai.

LES 16 Een nieuwsbericht maken

179


N VA

Een Zuid-Afrikaans koppel heeft op het balkon van hun appartement in Dubai een marathon gelopen. Om de 42,2 kilometer af te leggen, moesten ze meer dan 2 100 keer heen en weer lopen op het balkon van een twintigtal meter. Hun bizarre uitdaging was te volgen via Facebook Live.

IN

2 100 KEER HEEN EN WEER: KOPPEL LOOPT MARATHON OP BALKON IN DUBAI

©

Collin Allin en zijn vrouw Hilda legden de marathon af in 5 uur, 9 minuten en 39 seconden, blijkt uit de tijdsopname die ze online zetten. Het sportieve koppel kreeg voor dit krankzinnige project de hulp van hun 10-jarige dochter. Zij nam de rol van wedstrijdleidster op zich en bevoorraadde haar ouders van de nodige drank, voeding en muziek.

of d

Bron: www.hln.be

st

uk

‘We dit it... #balconymarathon’, liet Collin weten via Instagram. Hij feliciteerde ook zijn vrouw voor haar allereerste marathon. Zelf zegt de Zuid-Afrikaan plannen te hebben om een ‘grotere, globale en meer inclusieve’ looptocht te organiseren. Mensen die wegens het coronavirus in lockdown vastzitten, zouden dan van bij hen thuis enkele kilometers mee kunnen huppelen.

a Wat is het voornaamste doel van dit artikel? Het nieuwsbericht wil de lezer in de eerste plaats …

fh o

¡ informeren ¡ overtuigen ¡ ontspannen ¡ amuseren of raken

b Wat wil de zender nog bereiken?

pr oe

Het nieuwsbericht wil de lezer ook … ¡ informeren ¡ overtuigen ¡ ontspannen ¡ amuseren of raken

c Bekijk nog eens aandachtig het nieuwsbericht. Uit welke vier onderdelen bestaat het bericht?

180

1

2

3

4

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


Plannen In duo spreek je straks een nieuwsbericht in voor de videorubriek ‘bizar nieuws’ van een populaire website.

IN

4 Je leraar bezorgt je een lijstje met een aantal bizarre nieuwskoppen. Overloop samen met je medeleerling het lijstje en kies een titel uit die jullie boeit.

Wat?

Waar?

uk

©

Wie?

VA

N

5 In gesproken nieuwsberichten krijg je meestal op de verschillende W-vragen een antwoord. Laat je creativiteit de vrije loop en schrijf individueel bij elke W-vraag een aantal kernwoorden die je kunt linken aan de nieuwskop die jullie kozen.

st

BIZAR

Hoe?

Waarom?

pr oe

fh o

of d

Wanneer?

6 Overloop de antwoorden die jullie gaven in duo en selecteer een aantal trefwoorden waarmee jullie het gesproken nieuwsbericht kunnen vormgeven.

LES 16 Een nieuwsbericht maken

181


Schrijven 7 Schrijf op basis van de geselecteerde trefwoorden het nieuwsbericht uit. Houd rekening met volgende elementen.

IN

• De tekst moet aantrekkelijk zijn om naar te luisteren. • Het nieuwsbericht bestaat uit een inleiding of lead en een uitwerking van de W-vragen. • Maak zeker gebruik van de taaltechnieken die je in les 13 leerde kennen: − geen herhaling − concrete werkwoorden − bijvoeglijke naamwoorden

Reflecteren

©

9 Wissel jullie nieuwsbericht uit met een ander duo.

VA

N

8 De deadline voor deze opdracht is

uk

10 Vul de fiche in.

of d

Spreken

st

11 Bezorg de opmerkingen die je gaf aan de schrijvers van het nieuwsbericht. Geef indien nodig mondeling toelichting.

12 Lees jullie nieuwsbericht hardop.

13 Kijk naar de feedback en suggesties die jullie kregen.

pr oe

fh o

14 Spreek het nieuwsbericht samen in. • • • • •

Spreek Standaardnederlands; geen tussentaal of dialectwoorden. Het fragment duurt twee tot drie minuten. Splits het nieuwsbericht op zodat elke leerling ongeveer een even groot deel vertelt. Zorg voor een neutraal spreektempo: niet te snel, maar zeker ook niet te traag. Leg klemtonen en varieer in je volume.

15 De deadline voor deze opdracht is

182

tip

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


Evaluatiematrix Hoe heb je het gedaan? Markeer de gepaste beoordeling of laat dit door een medeleerling doen.

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

IN

GOED

inhoud

Je nieuwsbericht is niet volledig. De volgende inhoudelijke elementen komen helemaal niet aan bod of zijn onvoldoende uitgewerkt:

N

Je nieuwsbericht geeft niet op alle relevante W-vragen een antwoord. De volgende inhoudelijke elementen ontbreken of komen onvoldoende aan bod:

VA

Je nieuwsbericht geeft een antwoord op alle relevante W-vragen.

©

correctheid

st

uk

Je taalgebruik is bijna foutloos. Je maakt enkele taalfouten en/ Je gebruikt de standaardtaal of enkele klanken of woorden en je uitspraak is correct. die je gebruikt behoren tot de tussentaal, het dialect … Let op voor:

Je maakt meermaals taalfouten en de klanken en woorden die je gebruikt behoren vaak tot de tussentaal, het dialect … Let op voor:

of d

Je articuleert meestal goed, maar af en toe ben je minder duidelijk verstaanbaar. OF Je spreektempo en/of -volume zijn niet altijd aangepast. Je praat dus soms te snel/traag en/of te luid/stil.

Je bent moeilijk verstaanbaar omwille van een onduidelijke articulatie. EN Je spreektempo en/of -volume zijn vaak niet aangepast. Je praat dus vaak te snel/traag en/of te luid/stil.

Je nieuwsbericht is creatief uitgewerkt: bij video is er aantrekkelijk beeldmateriaal, bij audio zijn er passende jingles of soundscapes.

Je ging aan de slag met audio en video om het geheel creatief op te bouwen. Die toevoegingen zijn echter te geforceerd of leiden de aandacht van de boodschap af.

Er is geen creatieve uitwerking (aanvullende jingles of soundscapes, aantrekkelijk beeldmateriaal) of die uitwerking stoort de boodschap.

Je brengt op een aangename manier variatie in je stem (intonatie).

Je probeert te variëren in je stemgebruik, maar doet dat nog te weinig.

Je intonatie is storend. Je varieert te veel in je stemgebruik. OF Je spreekt te eentonig.

duidelijkheid

fh o

Je articuleert duidelijk en je spreektempo en -volume zijn ideaal.

pr oe

aantrekkelijkheid

LES 16 Een nieuwsbericht maken

183


GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

aantrekkelijkheid

pr oe

fh o

of d

st

uk

©

Aanvullende commentaar:

184

IN

Je nieuwsbericht is niet aantrekkelijk genoeg opgesteld. De volgende taaltechnieken ontbreken of zijn in heel beperkte mate aanwezig: • verwijswoorden • synoniemen • concrete werkwoorden • treffende bijvoeglijke naamwoorden

N

Je nieuwsbericht is niet altijd even aantrekkelijk opgesteld. De volgende taaltechnieken zijn onvoldoende aanwezig: • verwijswoorden • synoniemen • concrete werkwoorden • treffende bijvoeglijke naamwoorden

VA

Je nieuwsbericht bevat: • voldoende verwijswoorden • synoniemen • concrete werkwoorden • treffende bijvoeglijke naamwoorden

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


Zinsdelen

17

1

Je kent de termen onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling

2

3 Je begrijpt hoe een

Je denkt na over de functie van een zinsdeel

IN

De verschillende zinsdelen

VA

1 Hieronder staan zeven zinnen die een werkwoordelijk gezegde bevatten. a Markeer in onderstaande zinnen het onderwerp. b Omcirkel de pv in elke zin.

uk

©

HARDNEKKIGE DIEF STEELT TELKENS KLEEFPASTA VOOR ZIJN KUNSTGEBIT

fh o

of d

st

Diefstal in supermarkten bestaat helaas al lang. Maar in de Louis Delhaize van Oostende hebben ze af te rekenen met een wel heel bijzondere diefstal. Iemand steelt er telkens weer de kleefpasta voor kunstgebitten. Ook de koffiecups worden vaak gestolen. De dief heeft het niet gemunt op kleefpasta of koffiecups van een ander merk. Het team van Louis Delhaize heeft genoeg van deze schandalige praktijken. De producten liggen nu bij de kassa.

pr oe

1

zin is opgebouwd

N

les

Bron: www.hln.be

c In deze oefeningen kwamen enkel werkwoordelijke gezegdes voor. Geef twee voorbeelden van een zin met een naamwoordelijk gezegde.

LES 17 Zinsdelen

185


onthouden In een goed gebouwde zin staat altijd een persoonsvorm (pv). De persoonsvorm is het werkwoord dat hoort bij het onderwerp.

IN

In de zin Mijn broer gaat straks liever voetballen is gaat de persoonsvorm. Gaat staat in het enkelvoud, net zoals het onderwerp. Als het onderwerp enkelvoud is, dan staat de pv in het enkelvoud; als het onderwerp meervoud is, dan staat de pv in het meervoud.

N

Het deel waarin je verneemt wat het onderwerp doet of wat ermee gebeurt, noem je het werkwoordelijk gezegde (wwg). Het deel waarin verteld wordt hoe, wie of wat het onderwerp is of wordt, noem je het naamwoordelijk gezegde (nwg). Mama voetbalt in de tuin met mijn zusje. Columbus ontdekt Amerika.

Mama doet iets. Columbus doet iets.

naamwoordelijk gezegde zijn / worden

Dries Mertens is een voetballer. Columbus werd beroemd.

Dries is iets. Columbus wordt iets.

VA

werkwoordelijk gezegde doen

©

2 Welke zinsdelen kunnen een lijdend voorwerp zijn? Kies er vier uit en maak er een correcte zin mee waarin je dat zinsdeel als lijdend voorwerp gebruikt. schandaal een vriend daarnaast

uk

limonade een koala hoe een koala drinkt

st

goud de waarheid vuurwerk

of d

fh o

pr oe

Lijdend voorwerp Het meisje helpt haar vader. (= lijdend voorwerp, iemand helpen) Hij maakt het eten klaar. (= lijdend voorwerp, iets klaarmaken) Ik geef een cadeau aan Anna. (= lijdend voorwerp, iets geven)

Hoe herken je een lijdend voorwerp? 1 Het komt alleen voor bij een werkwoordelijk gezegde. 2 Het kan vervangen worden door iets/iemand. 3 Het begint nooit met een voorzetsel (in, met, op, uit …).

186

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT

onthouden


3 Duid in de volgende zinnen de bepalingen aan. a De koala drinkt erg gulzig. b Gisteren vertelde mijn vriend zijn vader de waarheid. c Om middernacht stak de gemeente een mooi vuurwerk af om het nieuwe jaar te vieren. d Op de Olympische Spelen won de atleet goud.

IN

onthouden

N

Bepalingen zijn zinsdelen die extra informatie geven aan de ontvanger over wanneer, hoe, waarom, waar … iemand iets doet.

VA

De bepaling is een zinsdeel dat minder nauw met het werkwoord verbonden is dan zinsdelen zoals het onderwerp en voorwerpen (bv. lijdend en meewerkend voorwerp). Het kan gemakkelijker wegvallen dan die andere zinsdelen. Een zin kan meer dan één bepaling bevatten.

uk

‘Morgen match!’

©

Zij gaat morgen voetballen in Lokeren.

Zij voetbalt op het veld.

pr oe

fh o

of d

st

Zij voetbalt morgen.

LES 17 Zinsdelen

187


2

Zelftest 1 In welke krantenkop is het onderstreepte zinsdeel het onderwerp? ¡ Ontplofte riool katapulteert bromfietser de lucht in ¡ Na zes jaar vindt vrouw haar verdwenen hond terug ¡ Wie zijn de kerstkindjes van dit jaar? 2 Hebben onderstaande zinnen een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde? • De wind is zwak en soms matig in de Ardennen.

IN

¡ Een dertiger timmert oude man in elkaar

N

• Er wordt droge continentale en stabiele lucht naar onze streken aangevoerd.

VA

• Een krachtig hogedrukgebied over Centraal Europa bepaalt ons weer vandaag en morgen.

3 In welke zin is ‘mijn vriend’ het lijdend voorwerp? ¡ Ik bel mijn vriend.

©

• Nadien wordt het meestal zonnig, ondanks hoge en middelhoge wolkenvelden in het noorden van het land.

uk

¡ Ik stuur mijn vriend een berichtje. ¡ Gisteren belde mijn vriend me om te vragen of ik mee ging zwemmen. 4 In welke zinnen is het onderstreepte zinsdeel een lijdend voorwerp?

st

¡ Ik vroeg het aan mijn moeder terwijl ze de krant zat te lezen. ¡ Ik zei toch dat ik dat wel zou doen!

of d

¡ Maar dat kon ik toch helemaal niet weten!

5 Welke functie hebben de onderstreepte zinsdelen? Koppels maken al eens ruzie. Maar zelfs als de gemoederen verhit raken, vermijd je toch beter deze twee woorden om je relatie gezond te houden: ‘altijd’ en ‘nooit’.

fh o

¡ onderwerp

¡ lijdend voorwerp

pr oe

¡ meewerkend voorwerp

188

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


onthouden Meewerkend voorwerp Sommige werkwoorden hebben naast bijvoorbeeld het lijdend voorwerp nog een aanvulling nodig, dan kun je aan of voor iets/iemand aanvullen. Dat zinsdeel is het meewerkend voorwerp.

IN

Hij gaf aan zijn vriendin een verlovingsring. (= meewerkend voorwerp, iets aan iemand geven) Ze koopt hem een nieuwe blu-ray van The Mandalorian. (= meewerkend voorwerp, iets voor iemand kopen) Hoe herken je het meewerkend voorwerp?

N

1 Het komt alleen voor bij een werkwoordelijk gezegde.

VA

2 Het meewerkend voorwerp kan vervangen worden door aan of voor iets/iemand.

6 Welke van deze zinnen telt twee werkwoordelijke gezegdes?

¡ Veel jongeren vinden dat ze gezond leven, maar doen dat in werkelijkheid juist niet.

7 Welke functie hebben de onderstreepte zinsdelen?

©

¡ Ze gaan zich te buiten aan alcohol en drugs, roken en lijden aan overgewicht.

uk

Sinds augustus werkt Hilde als verpleegster in een woonzorgcentrum. Ze probeert een tot twee keer per week met de fiets te gaan. ¡ voorzetselvoorwerp ¡ bijwoordelijke bepaling

st

¡ meewerkend voorwerp

of d

8 Benoem de onderstreepte zinsdelen.

a Mijn allergie is de voorbije jaren erger geworden.

fh o

b Mijn partner en ik hadden vroeger elk een bedrijfswagen. c We hebben een station vlakbij. d We overwegen nu om deze zomer met de tgv op reis te gaan.

pr oe

e Ik geef het boek aan mijn vader. f Ik vraag het aan mijn leerkracht. g Luchtvervuiling veroorzaakt elk jaar veel doden. h Wereldwijd veroorzaakt met fijnstof vervuilde lucht 8,8 miljoen doden per jaar.

LES 17 Zinsdelen

189


3

Remediëring 1 Wat is het onderwerp van deze slogan?

Bij ruzies vermijd je toch beter deze twee woorden: ‘altijd’ en ‘nooit’.

2 Volgende zinnen bevatten telkens een spellingfout. • Markeer in elke zin de persoonsvorm (niet in de delen tussen haakjes). • Omcirkel het onderwerp.

VA

• Kun je nu uitleggen waarom het werkwoord fout gespeld was?

ontleed

a (Het is belangrijk dat) ik een zin goed ontleedt.

©

uk

vermijd

st

b Zo vermijdt je spelfouten.

of d

vermijdt

fh o

c Zo vermijd je broer ook spelfouten.

pr oe

aanvaardt

d Zo een grote spelfout aanvaard de leraar niet.

190

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT

N

IN

¡ ruzies ¡ je ¡ twee woorden


3 Verdeel de zinnen over twee kolommen: de eerste kolom bevat de zinnen met een werkwoordelijk gezegde, de tweede die met een naamwoordelijk gezegde. a Toetanchamon was een farao van de 18de Dynastie van het Oude Egypte. b Hij heette oorspronkelijk Toetanchaton. c Zijn graf werd in 1922 door Howard Carter gevonden.

IN

d Het bleek ongeschonden te zijn. e Het graf bevatte meer dan 3 500 kunstvoorwerpen. f Toetanchamon trouwde met zijn halfzus Anchesenpaäton. g De farao regeerde maximaal drie jaar.

N

h De farao stierf op 19-jarige leeftijd.

zinnen met een nwg

a Man bijt hond.

uk

b Meisjes lezen samen graag modeblaadjes.

©

4 Markeer in de zinnen alle voorwerpen en benoem ze.

VA

zinnen met een wwg

st

c Die aandoening zorgde bij de farao voor een gebrek aan bloedtoevoer.

of d

d Aan honden mag je geen chocolade geven.

e Een lerares krijgt van haar leerlingen twee hamsters voor haar verjaardag.

fh o

5 Benoem de onderstreepte zinsdelen. a Heb je hem ook gewassen?

b Waarom geef je hem een kwetsende opmerking?

d Ik zie hem veel te weinig.

pr oe

c Ik stop hem stiekem een briefje in de hand.

LES 17 Zinsdelen

191


4

Vervolgoefeningen 1 Doorstreep in de volgende tekst de bijwoordelijke bepalingen.

IN

De koala zat midden op de weg en de vrouw wilde de koala verplaatsen. Maar de koala ging meteen op zijn doel af: de fiets met de drinkbus. Een andere fietser kon het vervolg filmen en die beelden gaan nu vlot de wereld rond. Door de aanhoudende hitte, droogte en de vele bosbranden zijn de voorbije maanden duizenden koala’s omgekomen. Er zijn in de regio 30 procent minder koala’s door het natuurgeweld.

N

Bron: www.vrt.be/vrtnws

VA

2 Lees de volgende onvolledige zinnen. Puzzel maken?

Ikke boos. Oma lief.

Oh! Trein snel hé!

©

Tutje hebben!

uk

a Wie zou zoiets zeggen? b Herschrijf de uitspraken tot volledige zinnen.

c Onderstreep in elke zin het zinsdeel dat je hebt toegevoegd.

st

• • •

of d

fh o

d Welke zinsdelen laten kleine kinderen soms weg?

pr oe

192

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


3 Een foto en een zin, meer heb je niet nodig voor een meme. a Zoek online een meme of kies er hier eentje uit. b Schrijf er een verhaaltje rond van minstens vijf zinnen. c Houd rekening met deze vier elementen: • Duid in elke zin het onderwerp aan.

IN

• Zorg ervoor dat niet elke zin met het onderwerp begint.

• Bouw minstens een zin met een meewerkend voorwerp en onderstreep die zin in het groen.

• Bouw minstens twee zinnen met een bijwoordelijke bepaling en onderstreep ze in het blauw.

N

VA

©

uk

mijn leerkracht tijdens een toets spellingregels

of d

st

uitzondering op de regel

pr oe

fh o

Wanneer de PowerPointpresentatie start en er staat ‘slide 1 van de 243’

LES 17 Zinsdelen

profielfoto vs. echte leven

193


5

Verbeter een krantenartikel 1 In het krantenartikel kloppen de zinnen niet helemaal. Verbeter het artikel. a Zet een kruisje op de plaats waar je een zinsdeel mist.

IN

b Vul de zin aan met een zelfgekozen woord of woordgroep.

VA

N

c Benoem het zinsdeel dat je aanvulde.

‘RAMBO VAN ZWARTE WOUD’ OPGEPAKT

In Duitsland is opgepakt. De politie slaagde er na een zesdaagse klopjacht eindelijk in om

uk

arresteren. Al sinds zondag was hij op de vlucht

©

de man, die ook wel de ‘Rambo van het Zwarte Woud’ wordt genoemd, te ontwapenen en te

nadat hij vier politiemannen had overmeesterd.

st

Hij was erin geslaagd van de vier agenten af te

nemen en het Zwarte Woud in te vluchten. Een bos

of d

dat hij kent.

waren tientallen agenten naar hem op zoek, met speurhonden, patrouillewagens en helikopters.

fh o

De plaatselijke bevolking werd gewaarschuwd omdat de man. Naast de vier dienstwapens van de politie, droeg hij ook een boog en een of meerdere pijlen en een mes. De 31-jarige man werd in de Duitse pers tot ‘Rambo van het Zwarte Woud’ gedoopt, omdat hij

pr oe

vaak rondliep en een wapengek zou zijn. Bron: www.vrt.be/nws

2 Welke zinsdelen zijn noodzakelijk om een grammaticaal correcte zin te kunnen maken? 3 Welke zinsdelen geven extra betekenis aan de zin, maar zijn niet nodig om een grammaticaal correcte zin te kunnen maken?

194

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


les

18

fanfictie 1

Je weet wat fanfictie is

2

Je kunt de kenmerken van fanfictie geven

3

4 Je schrijft een eigen

Je verkent enkele voorbeelden van het genre

IN

VA

N

Fans van fictie

In dit deel lees je een tekst over hoe mensen een band opbouwen met personages uit fictiereeksen. 1 Hieronder vind je in de linkerkolom enkele woorden die in de tekst voorkomen. a Onderstreep de woorden die je kent.

©

b Verbind ze met het juiste synoniem of de juiste verklaring uit de rechterkolom.

uk

1 spoiler 2 transgender 3 het loodje leggen

illu?

st

4 om de haverklap

6 fictioneel

of d

5 simultaan

7 zich vereenzelvigen a (bijna) heel de tijd

fh o

b sterven

c op hetzelfde moment

d informatie die een deel van de plot verklapt van bijvoorbeeld een boek of film, die voor de lezer of kijker verborgen had moeten blijven e zichzelf op veel vlakken herkennen in iemand

pr oe

1

fanfictieverhaal

f

iemand die zich niet, of niet helemaal, thuis voelt in de geslachtsrol die past bij de uiterlijke geslachtskenmerken die hij/zij bij de geboorte heeft gekregen

g verzonnen h zelfstandig 1

2

3

4

5

6

7

Lees nu het artikel Waarom hechten we ons zo aan fictieve personages?.

LES 18

fanfictie

195


IN

Waarom hechten we ons zo aan fictieve personages?

VA

‘Door naar televisieshows te kijken, hoeven we even niet aan onze eigen zorgen te denken, maar worden we wel blootgesteld aan alle aspecten van het leven van die personages: hun vrienden, problemen en interesses. Ze zijn vaak zo diep uitgewerkt dat we niet alleen met hen meeleven, maar ook aan hen gehecht raken en ons na verloop van tijd zelfs met de personages vereenzelvigen vereenzelvigen. Dikwijls zien we een stukje van onszelf terug in zo’n tv-karakter.’

fh o

of d

st

uk

Trouwe fan van een serie zijn is zwaar. Je moet sociale activiteiten rond de afleveringen plannen, spoilers ontlopen en omgaan met jaloezie wanneer je favoriete personage een relatie krijgt met een ander. Om nog maar te zwijgen over wanneer er eentje het loodje legt of besluit om plots te verdwijnen uit de serie die jij met hart en ziel volgt. Om de haverklap stierf een topfavoriet in Game of Thrones. In de Vlaamse soap Familie was het dan weer geen vreemd gegeven om plots op wereldreis te vertrekken en om nog maar te zwijgen van de bekende ‘ik ga in het buitenland studeren’-verhaallijn. Welke draai de schrijvers er ook aan besluiten te geven, de verontwaardigde reacties zijn nooit ver zoek. Gelukkig blijken die perfect normaal te zijn.

Psychologische reden Een studie uit 2014 ontdekte namelijk dat fans van een televisieserie vaak met verdriet achterblijven wanneer één van de personages sterft of verdwijnt. Volgens Robert Rowney, een Amerikaanse psychiater, is er een psychologische reden waarom we ons zo kunnen hechten aan fictionele figuren. ‘De personages vormen een uitweg om even aan de stress en beslommeringen van ons eigen leven te ontsnappen’, verklaart hij.

©

Leen Dendievel speelde lange tijd de transgender Kaat in de Eén-soap Thuis. Toen na drie jaar een einde aan die rol kwam, moesten de fans afscheid nemen van het populaire personage en dat bracht heel wat teleurgestelde reacties met zich mee. Kaat was omwille van haar transseksualiteit een bijzonder karakter voor vele fans. Maar hoe komt het nu eigenlijk dat we ons zo hechten aan personages?

N

Margo Verhasselt en Sophie Vereycken

pr oe

Nee, we zijn niet allemaal geboren dramaqueens en nee, de reacties van fans zijn geen vorm van simultane massahysterie. Integendeel, het is de normaalste zaak van de wereld om een traantje weg te pinken wanneer je favoriete tv-personage het leven laat.

Emotionele band Het is dus niet verwonderlijk dat we ook aangedaan zijn wanneer we een personage, met wie we zo’n emotionele band hadden, zien sterven. ‘Uiteraard is er een groot verschil met het verliezen van iemand uit je eigen omgeving,’ nuanceert Rowney, ‘maar wanneer je erg begaan bent met een personage uit een televisieshow zal het verlies van die fictionele persoon ook erg reëel aanvoelen.’ Bron: www.hln.be

woord reëel: echt waar

196

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


2 Hoe komt het volgens Robert Rowney dat we ons zo hechten aan fictionele personages?

IN

3 Welke twee andere effecten kunnen fictieve personages op ons hebben? •

N

VA

4 Herken je dit bij jezelf of bij mensen in je omgeving? Geef een concreet voorbeeld.

©

uk

st

5 We gaan nu aan de slag met verhalen uit jouw leven.

of d

a Wat zijn de verhalen (films, series, boeken …) die jouw leven tekenen? Op de volgende pagina vind je een mindmap om je op weg te helpen. Een mindmap is een handige manier om je gedachten te structureren. Deze weergave helpt om een brainstorm te sturen of verschillende aspecten van een tekst visueel te schematiseren.

fh o

b Maak een lijst van drie boeken, series of films die enorme indruk op je hebben gemaakt of die misschien zelfs jou of je leven veranderd hebben. Schrijf er ook bij waarom.

pr oe

LES 18

fanfictie

197


Was je ooit stiekem verliefd op een personage? En aan welk karakter had je een hekel?

VA

Van welke boeken, films, series hield je als kind? En nu?

©

Van welk boek, welke serie of film zou je het einde willen veranderen?

N

IN

persoonlijk antwoord

uk

Jouw fictieve wereld

Wat zijn jouw favoriete personages aller tijden?

of d

st

Is er een personage dat je zou willen zijn?

pr oe

fh o

Over welke boeken, series, films of personages heb je wel eens online extra informatie opgezocht of reviews gelezen?

198

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR

Welk personage zou je weer tot leven roepen? Heb je ooit moeten huilen bij een film, serie of boek? Wanneer?


Wat is fanfictie? 1 Bekijk de covers en lees de korte inhouden. a Bij welke cover passen deze korte inhouden?

E

C

A

The next generation

catching fire:

D

©

B

VA

N

SAVING BOROMIR

IN

b Vul ook aan op welke reeks het verhaal gebaseerd is.

uk

1 Het is 13 000 jaar na de dood van De Laatste Sith, 13 000 jaar na de dood van Darth Vader / Anakin Skywalker, The Chosen One. Een nieuw tijdperk breekt aan. Nieuwe Jedi’s worden opgetrommeld via een droom, aangestuurd door The Force, en deze keer zijn ze sterker dan ooit tevoren. Dit kan alleen maar iets goeds betekenen ... of toch niet? Volg het avontuur vanuit de ogen van Rani Kenobi, de jonge Padawan van De Volgende Generatie Jedi’s.

of d

st

2 Naast Boromir en Faramir heeft Denethor ook een mooie dochter: Mirabella. Wanneer Boromir deelneemt aan het reisgenootschap dat Frodo begeleidt op zijn tocht naar Mordor om de ring te vernietigen, is Mirabella wantrouwig. Ze besluit het gezelschap te volgen …

fh o

3 Tijdens het vijfde jaar op Zweinstein moet Hermelien voor het vak Verweer tegen de zwarte kunsten plots samenwerken met haar rivaal Draco Malfidus. Wat een onmogelijke opdracht lijkt, mondt uit in een stiekeme romance. Kan Hermelien Draco overtuigen van Het Goede of is de invloed omgekeerd … 4 Wanneer Katniss Everdeen voor de Kwartskwelling een tweede keer de arena in zal moeten gaan, kan haar zus Prim dit niet nog eens laten gebeuren. De eerste keer heeft haar zus haar leven gered, nu zal zij hetzelfde doen voor Katniss. Maar hoe zal dat aflopen …

pr oe

2

5 Stel je voor: omwille van een kleinigheid werd je verbannen van De Ark naar de aarde en je overleefde er twee jaar op jezelf. Dan landen er plots 100 mensen van jouw leeftijd op de aarde en ontdek je hoe moeilijk samenwerken is na al die tijd alleen …

Bron: www.wattpad.com

cover inhoud

LES 18

fanfictie

gebaseerd op ...

199


2 Wat hebben de schrijvers van bovenstaande verhalen gedaan?

IN

3 Wie heeft deze verhalen geschreven, denk je?

N

4 Waarom zouden mensen zich hiermee bezighouden?

VA

©

uk

onthouden

st

Deze verhalen zijn voorbeelden van fanfictie. Bij fanfictie nemen fans (meestal geen professionele schrijvers) een boek, film of serie als uitgangspunt en gaan er dan op verschillende manieren creatief mee aan de slag.

fh o

of d

Ze veranderen de verhaallijn door: • nieuwe personages toe te voegen; • de relaties tussen de oorspronkelijke personages te veranderen; • een nevenpersonage te veranderen in een held; • een vervolg op het verhaal te bedenken; • een link te leggen met hun eigen leven.

5 Er bestaat nog een tweede type fanfictie, zoals je merkt aan de andere covers. Waarover gaat die volgens jou?

pr oe

200

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


Fanfictie verkennen 1 Ken je Wattpad? Maakte je er ooit al gebruik van?

IN

VA

N

2 Lees hoofdstuk 9 van het populaire verhaal Nu ik hem ken dat Hanlynn12 op Wattpad plaatste.

©

Ellie Smith zit in haar vijfde jaar op Hogwarts. Ze is goed bevriend met Ginny Weasley. In het vijfde jaar komt ze plotseling in aanraking met een bijzondere jongen. Alles wordt anders …

of d

st

uk

‘We kunnen helemaal niet met elkaar omgaan. Het is veel te ingewikkeld’, ik kijk hem boos aan. Draco glimlacht naar me. ‘Je hebt helemaal gelijk’, zegt hij. ‘Waarom heb je me dan hier mee naar toe genomen?’, vraag ik gefrustreerd. ‘Ik weet het niet’, zucht Draco, hij laat zichzelf tegen de boomstam op de grond zakken. ‘Ik denk dat ik behoefte heb aan een vriendelijk persoon’, zegt hij. ‘Ik ben nog nooit vriendelijk tegen je geweest’, ik ga naast hem op de grond zitten. ‘Jawel, zo voelt het wel voor mij. Je boeit me. Het is lang geleden dat ik iemand echt interessant vond.’ Draco kijkt me voorzichtig aan. ‘Ik begrijp het niet’, zeg ik. Het is een tijdje stil. ‘Hoe kan ik jou ooit vertrouwen?’ Ik kijk Draco aan, het is duidelijk te zien dat mijn woorden hem pijn doen. ‘Ik ben niet zoals je denkt dat ik ben.’ ‘Dat mag je me laten zien dan’, zeg ik uitdagend. Er verschijnt een glimlacht op zijn gezicht. Hij legt zijn hand op die van mij en kijkt me voorzichtig aan. ‘Kijk, ik zei toch dat je vriendelijk bent. Daarom wil ik bij je zijn.’ Zijn hand voelt warm en vertrouwd. Mijn hart gaat als een gek tekeer, ik ben bang dat hij het kan horen. Ik wil mijn mond opendoen om iets te zeggen, maar ik kan niks tegen hem inbrengen. ‘Kom, laten we teruggaan’, zegt Draco ten slotte. Ik ben weer veilig terug in de leerlingenkamer van Gryffindor, ongezien door de gangen gelopen. In de leerlingenkamer is het druk, een aantal doen huiswerk, anderen doen een spel en de rest zit met elkaar te kletsen. Er gaat een warm gevoel door me heen nu ik hier sta, Gryffindor is echt thuiskomen. ‘Elfie, kom je er ook bij?’ Ginny zwaait vanaf de bank naar me. ‘Aan je gezicht te zien was het een goed gesprek’, lacht ze als ik naast haar zit. ‘Ja, dat was het zeker’, zeg ik. Het voelt nog steeds vreemd om de waarheid voor haar te verbergen. Maar ik weet zelf niet eens wat er aan de hand is, laat staan dat ik het aan haar kan uitleggen. Ooit zal ik het vast allemaal vertellen.

fh o

pr oe

3

a Op welke originele boekenreeks is dit verhaal gebaseerd? LES 18

fanfictie

201


b Hoe merk je dat?

IN

c Op welke twee manieren heeft de schrijfster van dit verhaal de verhaallijn aangepast?

N

VA

d Wat vind je van de schrijfstijl van Hanlynn 12?

©

uk

of d

persoonlijk antwoord

st

e Ben je benieuwd naar het vervolg van dit verhaal?

onderweg

pr oe

fh o

Bekende jeugdboekenreeks The Mortal Instruments is gebaseerd op een andere erg bekende jeugdboekenreeks: die van J.K. Rowling. Fanfictie-schrijfster Cassandra Clare sleepte haar lezers zo mee dat ze haar eigen boeken mocht uitbrengen. De gelijkenissen? Het roodharige hoofdpersonage Clary werd gebaseerd op Ginny Wemel. Jace, de mannelijke hoofdrol, was dan weer een interpretatie van Draco Malfidus.

E.L. James, de schrijfster van Fifty shades of Grey, was zo’n grote fan van Twilight, dat ze erotische verhalen over de hoofdpersonages Bella en Edward begon te schrijven. Verhalen die online zo aansloegen dat ze besloot een boek te schrijven. Door de auteursrechten kon ze niet langer de personages van Twilight gebruiken, zo ontstonden Anna Steele en Mr. Grey.

202

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR

onderweg


Creatief: Schrijf je eigen fanfictie In deze creatieve schrijfopdracht ga je zelf aan de slag. Volg dit stappenplan en kom zelf tot een verrassend verhaal!

Voorbereiden

IN

1 Blader terug naar p. XX en kijk welke series, boeken en films jij noteerde als antwoord bij opdracht 5.

2 Kies een titel waarmee je graag aan de slag wilt gaan om een verhaal te schrijven. Dit wordt jouw startpunt!

VA

N

3 Fris je geheugen over dit verhaal op. Herlees de korte inhoud, bekijk een fragment, zoek namen en plaatsen op … Ook al ga je straks het verhaal veranderen, het is belangrijk om je geheugen op te frissen.

Plannen

4 Bedenk enkele wat-als-scenario’s als uitgangspunt voor je verhaal: • • • • •

st

uk

©

Wat als een bepaald personage niet gestorven was? Wat als twee personages een romance zouden hebben? Wat als je zelf een personage was in het verhaal? Wat als het verhaal slecht afliep in plaats van goed? Wat als de personages kinderen/ouders/broers/zussen zouden hebben? Wie/hoe zouden die zijn? • Wat als een ander personage het hoofdpersonage in het verhaal was? • …

of d

5 Overleg met een medeleerling en kies het scenario waarmee jij wilt werken!

Schrijven

tip Denk na hoe je het verhaal een boeiende wending kunt geven. Vertrek van een idee dat jij zelf graag zou lezen.

fh o

6 Bedenk het verhaal in grote lijnen. Zo zorg je ervoor dat je niet vastloopt tijdens het schrijfproces en zo weet je wat het eindpunt van je verhaal is. 7 Schrijf een verhaal van ongeveer 400 woorden (1 A4). Zie het als een fragment of hoofdstuk uit je boek. Het hele verhaal hoeft niet ‘af’ te zijn. 8 Maak een cover voor je verhaal en voeg een korte inhoud (‘de tekst op de achterflap’) toe.

pr oe

4

Reflecteren 9 Lees alles na op schrijffouten of laat het nalezen door iemand anders.

Herschrijven 10 Herschrijf nu je tekst. a Houd rekening met de suggesties die je van medeleerlingen kreeg. b Bekijk de evaluatiecriteria.

LES 18

fanfictie

203


Evaluatiematrix Hoe heb je het gedaan? Markeer de gepaste beoordeling of laat dit door een medeleerling doen.

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

IN

GOED

inhoud Je verhaal bevat een cover, een korte inhoud en een uitgeschreven tekst.

Je hebt één van de gevraagde elementen niet opgenomen in je verhaal.

Je hebt meer dan één van de gevraagde elementen niet opgenomen in je verhaal.

Je verhaal is duidelijk te volgen, maar bevat (een of enkele kleine) inhoudelijke fouten.

De structuur van je verhaal is onduidelijk.

De tekst bevat enkele fouten in spelling en/of zinsbouw. De fouten leiden de aandacht van de boodschap af, maar het geheel blijft wel begrijpelijk.

De tekst bevat veel en/of zware fouten in spelling en/ of zinsbouw. Die zorgen ervoor dat de tekst moeilijk te begrijpen is.

Let op voor:

Let op voor:

VA

Je verhaal bevat een duidelijk te volgen structuur met een begin, een uitwerking en een einde.

uk

st

aantrekkelijkheid

©

correctheid De spelling in je tekst is foutloos. Ook de zinsbouw en het gebruik van leestekens zijn correct.

N

structuur

Je zorgt voor een degelijk verhaal dat beantwoordt aan de opdracht. De gebeurtenissen zijn interessant, maar het geheel is heel bekend/herkenbaar. Je verhaal mist originaliteit.

Je verhaal is onvoldoende creatief. Het volgt het origineel te letterlijk.

Je gebruikt veel woorden en je tekst bevat omschrijvingen of beeldspraak die het verhaal spannend maken of ervoor zorgen dat de lezer sterk kan meeleven met de personages.

Je taalgebruik is correct, maar verrast niet.

Je taalgebruik is te eenvoudig en bevat opvallend veel herhaling.

Je verhaal is geschreven voor leeftijdsgenoten en bevat geen ongepaste inhoud.

Sommige elementen in je verhaal kunnen ongepast zijn voor leeftijdsgenoten.

pr oe

fh o

of d

Je verhaal is boeiend en meeslepend. Je hebt een origineel uitgangspunt bedacht.

gepastheid

Aanvullende commentaar:

204

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


Tussenstop 3 Woordenschat

ten ti ter

IN-

tie si mi

IN

1 Bekijk dit raster en stel drie woorden samen die met ‘in-‘ beginnen. Je mag elke lettergreep maar één keer gebruiken. teit ac teit

N

1                      2

VA

3

v

st

f

uk

©

2 Welke woorden worden hier weergegeven?

o

of d

Woorden hebben een bepaalde betekenis; die ken je of kun je opzoeken in een woordenboek. Een woord kan ook een bepaalde gevoelswaarde hebben. Woorden als ‘tafel’, ‘stoel’ of ‘pen’ zijn neutraal, maar ‘lui’ en ‘wijf’ hebben een negatieve bijklank, terwijl ‘opgewekt’ en ‘dame’ eerder positieve gevoelens oproepen. 3 ‘Lui’ en ‘wijf’ hebben een negatieve connotatie; ‘opgewekt’ en ‘dame’ hebben een positieve connotatie.

fh o

a Hebben onderstaande woorden een positieve connotatie of een negatieve connotatie? Zet ze in de juiste kolom. Kies uit: oogverblindend – rasecht – troosteloos – verbluffend – woelig positieve connotatie

negatieve connotatie

pr oe

1

b Beoordeel de connotatie van onderstaande woorden. Welk woord hoort niet thuis in de rij? mistroostig

TUSSENSTOP 3

empathisch

bizar

somber

205


enorm (gasinchtig):

stevig (subtour):

algemeen (balgoal):

prachtig (brol goedvinden):

gevaarlijk (wegdaag):

IN

4 Welk woord zoeken we in de onderstaande omschrijvingen? Je krijgt telkens een anagram tussen haakjes om je te helpen.

N

onthouden

VA

Een anagram is een (onbestaand) woord dat je vormt door de letters van een woord in een andere volgorde te plaatsen. Grondzeil is een anagram van zoldering.

uk

©

5 Een van de taaltechnieken om teksten aantrekkelijker te maken, is herhaling vermijden. Dat kun je doen door synoniemen van een woord op te zoeken. In plaats van drie keer traag in je tekst te gebruiken, kun je ook gebruikmaken van bijvoorbeeld langzaam en sloom. a Geef drie synoniemen voor de onderstaande woorden. Je kunt een online synoniemenwoordenboek gebruiken zoals synoniemen.net of de synoniemengids in Word.

st

b Geef tot slot één antoniem voor elk van deze woorden. vlug:

zeggen:

of d

 

vertrekken:

fh o

echtgenote:

aardig:

pr oe

206

vriend:

kalmeren:

TRAJECT Nederlands 3

TUSSENSTOP


IN

Synoniemen zijn woorden met (ongeveer) dezelfde betekenis. Antoniemen zijn woorden met tegenovergestelde Hij was gevlucht uit Duitsland en vertelde hoe verschrikkelijk het Deeen akelige voortekenen vanbetekenis. wat leven voor joden daar was geworden. er zouFiets gebeuren, bracht oom Uli is een synoniem van velo. mee uit Hamburg. Groot is een antoniem van klein.

6 Hieronder vind je een tekst over de stripversie van Het achterhuis. Vul de termen die met strips te maken hebben in.

N

Kies uit: denkballon – fictieve – graphic novel – splash – tekstballon – bijschrift – stomme strips

Na twee jaar deden de nazi’s er een inval en werden de bewoners naar concentratiekampen

.

De

afgevoerd.

geeft weer wat een personage zegt. Als het iets

Anne houdt een dagboek bij en schrijft daarin

personage denkt, zoals Anne in het voorbeeld, wordt dat een

Joden sloegen op deook vlucht, en zochten veilig genoemd. Er bestaan strips die geeneen tekst heenkomen. bevatten, we noemen ze

st

brieven aan Kitty, een odse winkels in brand, en gooiden ruiten in. Ze verbrandden boeken joodse cultuur vriendin. Het dagboekook van Anneover Frank is een van of van joodse schrijvers. de beroemdste boeken ter wereld en is vertaald in

of d

meer dan 70 talen. Van het boek werd ook een

.

gemaakt,

fh o

dat is een beeld­roman of een roman in stripvorm.

Een

de aandacht van de lezer te trekken.

Joden sloegen op de vlucht, en zochten een veilig heenkomen.

ER GAAN GERUCHTEN OVER EEN WERKKAMP IN DACHAU, WAAR DE NAZI’S IEDEREEN HEEN STUREN DIE NIET ‘DUITS GENOEG’ IS.

MAAR WAT DOEN ZE DAAR MET DIE MENSEN?

ER GAAN GERUCHTEN OVER EEN WERKKAMP IN DACHAU, WAAR DE NAZI’S IEDEREEN HEEN STUREN DIE NIET ‘DUITS GENOEG’ IS.

TUSSENSTOP 3

is een grote,

vaak full-pagina illustratie met de bedoeling om

pr oe

ver joodse cultuur

Als de verteller aan het woord is, lees je dat in het

©

ar was

VA

Nazi’s synagoges en joodse Hij was gevlucht uit Duitsland en vertelde hoe verschrikkelijk hetin brand, en Anne leefdestaken als joods meisje met haar winkels familie In gooiden een stripruiten of eenin.graphic novel wordt de tekst op leven voor joden daar was geworden. ondergedoken in het Achterhuis in Amsterdam. verschillende manieren weergegeven.

uk

t i

onthouden

MAAR WAT DOEN ZE DAAR MET DIE MENSEN?

13

207


2

Taal 1 In onderstaande tabel vind je tien woorden. a Tot welke woordsoort behoren de woorden?

IN

b Leid telkens een bijvoeglijk naamwoord af van de woorden. bijvoeglijk naamwoord 1 gen

N

2 leugen

VA

3 probleem 4 plant 5 financiën

©

6 concurrentie 7 genie

uk

8 chaos 9 therapie

st

10 water

of d

2 Verbind onderstaande zinnen met de juiste term. mededelende zin ontkennende zin zin

,

en

en

vragende zin

,

en

fh o

1 Welke groenten eet jij het liefst? 2 Stop daarmee!

3 De puppy mag op acht weken naar zijn nieuwe eigenaar. 4 Werk jij ook tijdens het weekend?

pr oe

5 Ik wil niet verhuizen naar een ander land. 6 Gisteren legde onze kip voor het eerst een ei.

7 Vrienden, ga zitten! 8 Ik heb nog nooit met een auto gereden. 9 Wat een lekkere maaltijd! 10 Heb je nieuwe planten gekocht? 11 Warm dat het afgelopen zomer was! 12 De meeste rozen bloeien van juni tot oktober.

208

TRAJECT Nederlands 3

TUSSENSTOP

bevelende zin

uitroepende zin

en

en


onthouden Een mededelende zin geeft informatie of drukt een boodschap neutraal uit. Na een mededelende zin komt een punt. Hij heeft de wedstrijd gewonnen. Dat meisje speelt voetbal.

IN

Met een vragende zin wil je iets te weten komen. Na een vraag komt een vraagteken. Wie heeft de wedstrijd gewonnen? Speelt zij voetbal? Ontkennende zinnen zeggen dat iets niet het geval is.

Een uitroepende zin drukt een gevoel uit. Na een uitroepende zin komt een uitroepteken. Jij moet toch altijd rommel maken! (boosheid)

VA

N

Nee, jij mag niet naar het secretariaat. Ik was gisteren niet aanwezig op dat feestje.

©

Bevelende zinnen drukken uit dat iemand iets moet doen. Na een bevelende zin komt een uitroepteken.

uk

Ruim je bureau op! Geef hem een pass!

st

3 Bij sommige werkwoorden moet je een vast voorzetsel gebruiken, bijvoorbeeld ‘houden van iets/ iemand’ of ‘rekenen op iets/iemand’. Vul in volgende zinnen het juiste voorzetsel in. a Ik wil graag jullie aandacht vestigen

of d

dit probleem.

b Hij is slim, dat kun je afleiden

het feit dat hij altijd 100% behaalt.

c Deze toets heeft geen invloed d De walvis behoort

de familie van de zoogdieren.

fh o

e Wat kun je concluderen f België grenst

g Ze waren afhankelijk

pr oe

h Wit is tegengesteld

je punten.

dat feit?

Frankrijk. elkaar. zwart.

onthouden

Voorzetsels drukken relaties tussen woorden of groepen woorden uit. Die relaties kunnen gaan over plaats, tijd, oorzaak, richting … Het boek ligt in de kast. Het boek ligt op de tafel. Ik ga met de fiets naar school. Rond 12 uur stapte hij uit bed.

TUSSENSTOP 3

209


4 Hieronder vind je zes tussentitels uit een tekst over strips. • Plaats de letter van de alinea’s bij de juiste tussentitel. Er hoort één alinea bij elke tussentitel. • Markeer het onderwerp en onderstreep de pv in elke tussentitel. 4 Strips dwingen tot scherp observeren

2 Strips zijn goed voor de woordenschat

5 Plaatjes helpen het verhaal te begrijpen

3 Strips zijn goed voor de algemene kennis

6 Strips geven leeszelfvertrouwen

IN

1 Strips geven leesplezier

Het lezen wordt volledig ondersteund door plaatjes. Hierdoor hebben lezers voor wie bepaalde zaken nieuw zijn visuele ondersteuning.

b

Lezers komen met verschillende ideeën, culturen en periodes in aanraking. Ze doen ook een schat aan informatie op over allerlei onderwerpen.

c

Strips zijn een ideaal middel om de drempel tot lezen te verlagen en ook nog eens heel wat leeskilometers te maken.

d

De meeste strips verschijnen in serievorm. Wie met succes één deel heeft uitgelezen, kan erop vertrouwen dat het met een ander deel ook wel zal lukken.

e

Om een strip te begrijpen, moet je goed letten op woorden, gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal.

f

Nieuwe woorden die een lezer tegenkomt in de tekst van een strip worden ondersteund door een plaatje en een context, waardoor de lezer de betekenis gemakkelijk kan achterhalen. Uit een onderzoek van de Journal of Child Language is dan ook gebleken dat een kind in een stripboek maar liefst twee keer zoveel nieuwe woorden leest als in een gemiddeld kinderboek.

fh o

of d

st

uk

©

VA

N

a

1

2

3

4

5

pr oe

5 De uitdrukking ‘reilen en zeilen’ schrijf je met korte ei. Vul in volgende zinnen ‘ei’ of ‘ij’ in. a Ik r  s het liefste met de tr  n; die pr  s is goedkoper dan met de wagen r  den. b W   vinden niet dat ze het uitzicht op de w   mogen w  zigen. c Wie mooi wil z  n moet p  n l  den.

d Ze l  dt een teruggetrokken leven en houdt niet van de w  de wereld. e H   ber  dt z  n r  st in een gr  ze pan.

f Op de v  ling van z  n woonboot tw  felde Yu of het bod nog verder zou st  gen.

210

TRAJECT Nederlands 3

TUSSENSTOP

6


6 Je kunt getallen in cijfers noteren, maar je kunt ze ook voluit schrijven. a Lees volgende getallen en duid aan welke schrijfwijze de juiste is. ¡ ¡ ¡

167 598

¡ honderdzevenenzestigduizend vijfhonderdachtennegentig 3 ¡ honderdzevenenzestigduizendvijfhonderdachtennegentig 0 ¡ honderdzevenenzestig duizend vijfhonderd achtennegentig 7

222

¡ ¡ ¡

tweehonderd tweeëntwintig 5 tweehonderdtweeëntwintig 1 tweehonderd tweeentwintig 6

45

¡ ¡ ¡

vijfenveertig 0 vijvenveertig 9 vijvenfeertig 2

999

¡ ¡ ¡

negenhonderd negenennegentig 0 negenhonderdnegenenegentig 0 negenhonderdnegenennegentig 5

5 718

¡ ¡ ¡

vijf duizend zevenhonderd achttien 1 vijfduizend zevenhonderd achttien 4 vijfduizend zevenhonderdachttien 2

436 370 177 ¡  vierhonderdzesendertig miljoen driehonderdzeventigduizend honderdzevenenzeventig   0 ¡   vierhonderdzesendertig miljoen driehonderdzeventig duizend honderd zevenenzeventig   3 ¡   vierhonderdzesendertig miljoen driehonderdzeventig duizend honderdzevenenzeventig   6

8 500 000 000 ¡  achtmiljard vijfhonderdmiljoen 0 ¡   acht miljard vijfhonderd miljoen 7 ¡   acht miljard vijfhonderdmiljoen 3

fh o

of d

st

uk

©

VA

N

66

IN

zessenzestig 1 zesenzestig 2 zezenzestig 0

33

pr oe

400 000

¡ drieëndertig 6 ¡  drieendertig 2 ¡  drie-en-dertig 9

¡ vierhonderd duizend 3 ¡  vierhonderduizend 0 ¡  vierhonderdduizend 6

b Schrijf de cijfers achter de juiste antwoorden achter elkaar. Welk getal krijg je?

c Schrijf dit getal nu voluit.

TUSSENSTOP 3

211


onthouden Deze getallen schrijf je in één woord: • alle hoofdtelwoorden tot en met duizend

21

98

250

veelvouden van honderd en duizend driehonderd, zestienhonderd, vijfenzestighonderd; zevenduizend, vierennegentigduizend, vijfhonderdduizend

Een veelvoud van een miljoen of miljard schrijf je los. acht miljoen, vijftien miljard

47

0 tot 1.000

1.600 500.000 300 100 en 1000 7.000 94.000 6.500

8.000.000

IN

eenentwintig, zevenenveertig, achtennegentig, tweehonderdvijftig

VA

N

1.000.000 en 1.000.000.000 0.000 15 .000.00

7 Onderzoek aandachtig de volgende duo’s. In elk duo is er steeds één pv in de ovt fout gespeld. Geef aan welke. Verbeter de drie fouten.

©

• •

uk

a ¡ Dat hij er met zijn titularis over kon praten, luchte de leerling enorm op. ¡ De negatieve beoordeling verbaasde hem.

st

b ¡ Het meisje wende zich in allerlei bochten, maar helaas kon ze haar woede niet verklaren.

of d

¡ Het mistte deze ochtend zo erg dat ik geen hand voor ogen zag.

c ¡ De winkelbediende speldde de broekspijpen op de gewenste lengte; ze moesten 2 cm ingekort worden.

pr oe

fh o

¡ Door de verschrikkelijke warmte op de speelplaats ontbloten wij gisteren onze buik.

212

TRAJECT Nederlands 3

TUSSENSTOP


Lezen en luisteren: graphic novels In les 15 werkte je met fragmenten uit verschillende stripverhalen. Je gaat aan de hand van een kijkfragment en een leestekst nu dieper in op de graphic novel.

IN

Voor het kijken en lezen 1 Je maakte in les 15 kennis met verschillende strips. a Welke vond je boeiend?

VA

c Welke reeksen volg je? Van welke auteur of welk genre ben je fan?

N

b Welke herkende je?

2 Aan de start van deze lessenreeks kwam het begrip ‘graphic novel’ aan bod.

uk

©

a Kun je daarvan nog een definitie geven?

b Welke titels of auteurs kun je noemen?

st

Tijdens het kijken en lezen

of d

Je krijgt eerst een beeldfragment over graphic novels te zien. Daarin maak je kennis met de term en de manier waarop mensen tegenover dat medium staan. 3 Voorspel de inhoud van het fragment.

a Welke meningen zullen aan bod komen?

fh o

b Welke deelonderwerpen verwacht je? 4 Neem notities terwijl je kijkt.

5 Lees nu het artikel van Anneka Robeyns. Duid de kernzaken aan.

Na het kijken en lezen – reflectie

pr oe

3

6 Overleg met een medeleerling en evalueer de tekst. a Hielp de lay-out van het artikel om de tekst sneller te lezen? b Met welke zinnen of begrippen had je last?

7 Overleg met een medeleerling en evalueer het beeldfragment. a Wat vond je van de afspeelsnelheid (te laag, te hoog of op tempo)? b Hielpen de illustraties op de achtergrond? c Was het beter geweest om eerst het artikel te lezen en daarna de video te bekijken?

TUSSENSTOP 3

213


8 Overloop nu samen met twee medeleerlingen deze vragen. a Vonden jullie de opdracht gemakkelijk, doenbaar of moeilijk? b Hebben jullie veel zaken niet kunnen noteren? Hoe kwam dat? c Wat zouden jullie de volgende keer anders aanpakken?

IN

onthouden Hoe schematiseer je informatie?

N

Dagelijks komt er gigantisch veel informatie op je af. Sommige informatie is bedoeld als ontspanning en hoef je niet vast te zetten, andere informatie gebruik je om te studeren of als bron om zelf mee aan de slag te gaan.

VA

Een schema is een manier om informatie te ordenen of overzichtelijk en visueel weer te geven. Ook notities die je neemt in de les of bij het lezen of beluisteren van een bron horen daarbij.

©

Iedereen heeft een eigen manier om schema’s en notities te maken. Er zijn dus geen wetten of vaste richtlijnen. Belangrijk is dat je de kernelementen van een tekst op een voor jou gestructureerde en duidelijke manier weergeeft.

fh o

of d

st

uk

Volgende tips kunnen je helpen: • Denk voor het luisteren of lezen al na over het onderwerp. Wat weet je al? Wat zal volgens jou zeker aan bod komen? Op welke vragen wil je zeker een antwoord? Dat zal je helpen om de gedachtegang te volgen en je aandacht bij het onderwerp te houden. • Schrijf nooit dingen letterlijk over. Bij definities is het wel belangrijk om zorgvuldig en met meer detail te noteren. • Focus op de hoofdzaken, noteer kernwoorden en maak gebruik van afkortingen, pijlen en tekens. Zorg er wel voor dat je achteraf nog begrijpt wat je genoteerd hebt. • Blijf jezelf tussendoor vragen stellen. Probeer het overzicht te houden over wat al aan bod kwam en wat er volgens jou later nog vermeld zal worden. • Duid in je schema belangrijke woorden aan. Geef ook aan wat je moeilijk vindt of niet begrijpt. Zo weet je achteraf waar je extra uitleg over moet vragen of wat je moet opzoeken. • Veel schema’s zijn visueel: ze gebruiken pijlen en symbolen en werken met insprong. Na verloop van tijd zul je zien dat je een eigen code ontwikkelt waarbij een symbool altijd hetzelfde betekent.

tip

pr oe

Zes vuistregels als je notities maakt

214

TRAJECT Nederlands 3

1 2 3 4

Zorg dat je pen en papier klaar hebt liggen. Schrijf geen volledige zinnen, maar kernwoorden of woordgroepen. Focus enkel op de hoofdzaken. Een aantal voorbeelden of extra uitleg zijn nuttig om achteraf je notities te begrijpen. 5 Laat veel witruimte tussen de woorden: na het luisteren kun je daar nog wat bijschrijven en/of aanvullen. 6 Notities nemen moet snel gaan: gebruik daarom afkortingen, tekens of symbolen.

TUSSENSTOP


Belgische stripcultuur omarmt de graphic novel

st

uk

©

VA

N

Anneka Robeyns

IN

Beeldverhaal ontgroeit zijn puberteit

© Martijn Stoop

of d

Wie ‘graphic novel’ denkt, denkt ‘veredelde strip’. Maar waar men de strip vroeger beschouwde als leesluiheid-bevorderende jeugdlectuur, nemen literaire uitgevers het medium nu plots veel serieuzer.

fh o

De beeldroman is bezig aan een wereldwijde opmars in het literaire landschap. Binnen de stripwereld wordt die opkomst soms teder omschreven als de ‘volwassenwording van de strip’. Ze heeft namelijk lange tijd te kampen gehad met het vooroordeel een medium voor kinderen te zijn.

pr oe

Academici besteden dan ook nog niet zo lang aandacht aan het stripmedium als kunstvorm. De muur tussen literatuur en stripverhaal werd de voorbije drie decennia steen voor steen neergehaald. ‘Er is geen eenduidig antwoord op de vraag wat de graphic novel is omdat dat afhangt van de striptraditie waarin men zit’, verklaart professor Jan Baetens, verbonden aan het departement Literatuurwetenschap en het Instituut voor Culturele Studies. ‘De Fransen hadden bijvoorbeeld al sinds de jaren zestig een soort van strips die beantwoordden aan wat in Amerika graphic novels werden genoemd’, legt hij uit. ‘In Amerika werden die dingen absoluut niet opgemerkt, terwijl ze in Frankrijk onmiddellijk in het mainstream segment zaten. Dat is de reden waarom vele Fransen allergisch zijn aan de term graphic novel. Omdat ze dat Amerikaans cultuurimperialisme vinden.’

‘Graphic novels lezen is geen vervanging van literatuur’ Jan Baetens, professor culturele studies

TUSSENSTOP 3

215


Judith Vanistendael is een Belgische striptekenares en illustratrice. Van haar verschenen reeds een aantal succesvolle beeldromans, zoals De maagd en de neger, het monumentale Toen David zijn stem verloor, en momenteel werkt ze aan een nieuwe graphic novel over terreur, Mikel.

IN

Ze vergelijkt graphic novelists met regisseurs: ‘Je hebt er die een strak scenario hebben, die kostuums, belichting en locatie vooraf regelen en een strak draaiplan hanteren. Ik ben zo iemand die helemaal op voorhand een structuur uitwerkt.’

N

‘Daarnaast heb je ook regisseurs die juist heel intuïtief aan de slag gaan. Ik denk dat dat bij strips een beetje hetzelfde is. Je hebt mensen die alleen strips tekenen of die alleen scenario’s schrijven. Maar bij vele graphic novels is het zo dat het scenario en de tekeningen door dezelfde persoon worden gedaan.’

VA

Literatuur met grote ‘L’

©

‘Voor de buitenstaander staat de graphic novel duidelijk hoger aangeschreven dan ouderwetse comics,’ licht professor Baetens verder toe, ‘maar er zijn heel wat specialisten die vinden dat de graphic novel ook negatieve kanten heeft. Ze vinden dat het genre breekt met wat de comic zo interessant maakt: de directe link met populaire cultuur enerzijds en anderzijds de mogelijkheid van comics week na week te verschijnen. Daardoor kunnen die meer inspelen op de actualiteit.’

uk

Uiteindelijk zouden zowel graphic novels als comics een plaats moeten hebben in de literatuur en in het onderwijs. Volgens Jan Baetens vallen daar nog twee opmerkingen bij te maken: ‘Het zou ten eerste niet mogen zijn dat we alleen naar de absolute toplaag kijken (Maus, Persepolis…) en de rest vergeten.’

st

‘Ten tweede mogen we graphic novels ook niet gaan lezen ter vervanging van andere literatuur’, vindt Baetens. ‘Stel, je zegt dat graphic novels literatuur zijn. Dan is de verleiding groot om te zeggen ik lees graphic novels, dus ik heb een kennis van literatuur.’

of d

‘Vlaamse graphic novel is bekend om haar experimenteel-visuele artisticiteit’ Judith Vanistendael, auteur graphic novels

Stripland België

pr oe

fh o

In België staan we bekend om onze striphelden maar ook om onze graphic novels, zo blijkt. Judith Vanistendael, die tevens lesgeeft aan het Sint Lucas in Brussel, merkt op: ‘Er komen veel Fransen studeren in Brussel omdat de opleidingen hier zo goed zijn. Daar bestaat dan ook een bruisende Franstalige stripgemeenschap. In Antwerpen heb je eveneens een soort van scene en je hebt daar dan bijvoorbeeld het ‘Grafixx’-festival.’ (een evenement waar onafhankelijk drukwerk van grafische kunstenaars, striptekenaars en uitgeverijen centraal staan, red.) Zowel Vanistendael als Baetens hameren op het feit dat er grote verschillen bestaan tussen de Vlaamse en de Franco-Belgische striptraditie. ‘De Vlaamse graphic novels zijn zeer bekend om hun diversiteit en hun experimenteel-visuele artisticiteit. We zijn dan weer minder gerenommeerd voor onze verhalen. Je hebt natuurlijk ook heel wat alternatieve graphic novels aan de Franse kant, maar ik heb het gevoel dat het daar toch allemaal wat eenvormiger is’, legt Vanistendael uit. Dankzij zijn literaire aspiraties heeft de graphic novel dus de aandacht van de literaire wereld getrokken. Dat kwam de bekendheid en het imago van het medium ten goede. Een groei ervan in het onderwijs is onafwendbaar. ‘Ik denk dat we een weddenschap kunnen afsluiten waarin we stellen dat binnen tien à twintig jaar de aanwezigheid van visuele literatuur merkelijk zal toegenomen zijn’, aldus Baetens. Bron: www.veto.be

216

TRAJECT Nederlands 3

TUSSENSTOP


Woordenlijst voorbeeldzin

woord

betekenis

Met stijgende verbazing las ik het artikel met de bizarre kop ‘Baby geboren met hondenpoten’.

vreemd, absurd, verwonderlijk

de illusie

Het lijkt alsof de spiralen op de foto draaien, maar dat is gewoon een illusie.

onjuist idee van de werkelijkheid

fictioneel

De serie Bevergem speelt zich af in een fictioneel dorpje in West-Vlaanderen.

verzonnen

geen sinecure

Alleen een kind opvoeden is geen sinecure.

niet eenvoudig

gewaagd

De bergtocht die we gisteren maakten, was een gewaagde onderneming.

wat gevaar oplevert

gigantisch

In onze stad wordt opnieuw een gigantisch gebouw gebouwd.

heel erg groot

globaal

Globaal gezien is er elk jaar minder werkloosheid.

algemeen, in grote lijnen

het loodje leggen

Bij het begin van de film wist je al dat de vijand het loodje zou leggen tijdens het gevecht.

sterven (uitdrukking)

het panel

Grote panels in stripverhalen trekken meteen de aandacht. Je kunt er niet naast kijken.

vakje in een stripverhaal

om de haverklap

Hij viel me om de haverklap lastig met een nieuwe vraag over hoe hij het probleem moest aanpakken.

N

VA

©

uk

st

of d

ontmantelen

(bijna) heel de tijd (uitdrukking)

De opgegraven bom uit Wereldoorlog I werd eerst volledig ontmanteld uit veiligheidsoverwegingen.

uit elkaar halen

Gisteren beleefde ik in het Sportpaleis een oogverblindend concert.

heel mooi

fh o

oogverblindend

IN

bizar

pr oe

4

bizar

gewaagd

rasecht

Onze leerkracht Nederlands is een rasechte toneelspeler.

zuiver, helemaal

realistisch

Dit boek geeft een realistische weergave van het dagelijkse leven in de negentiende eeuw.

werkelijk, tot in het detail correct

reëel

Heb jij een reëel beeld van jouw toekomst?

echt, waar

TUSSENSTOP 3

217


Onze robuuste buurman werkt als beveiligingsagent.

sterk, stevig

De twee groepen die ik echt wilde bekijken, stonden simultaan op het programma. Ik moest kiezen tussen één van de twee podia.

op hetzelfde moment

simultaan

Die filmbespreking bevatte heel wat spoilers.

informatie die een belangrijk element verklapt en daardoor de verrassing wegneemt

Veel transgenders krijgen te maken met clichés en onbegrip in de maatschappij.

iemand die zich niet (helemaal) thuis voelt in de geslachtsrol die past bij de uiterlijke geslachtskenmerken die hij/zij bij de geboorte heeft gekregen

VA

de transgender

N

de spoiler

IN

robuust

’s Nachts ziet onze straat er toch wel heel troosteloos uit.

somber, grauw

uit roulatie nemen

Wegens racisme en seksisme werd de boekenreeks Gangreen van Jeff Geeraerts uit roulatie genomen.

niet meer gebruiken

verbluffend

Op Instagram waren verbluffende filmpjes van de aardbeving te zien.

waarvan je verbaasd of onder de indruk bent

of d

st

uk

©

troosteloos

illusie

Zij ging zo op in de reeks dat ze zich vereenzelvigde zichzelf op veel vlakken herkennen met het personage: ze herkende zich helemaal in in iemand het gedrag en de gevoelens van dat karakter.

woelig

Mijn broer had zich overslapen na een heel woelige nacht.

fh o zich vereenzelvigen

pr oe 218

zich vereenzelvigen

TRAJECT Nederlands 3

TUSSENSTOP

niet rustig, wild


les

19

Argumenteren 1

Je kent de begrippen mening, standpunt, argument, feit, conclusie

3

2

N

Facebook: een publiek dagboek?

VA

1 Bekijk je Facebook- of Instagram-account. Scroll door de eerste vijftig berichten en tel hoeveel hiervan gesponsord zijn. a Hoeveel advertenties kwam je tegen?

©

b Vind je dat veel?

2 Surf naar www.facebook.com/ads/preferences en bekijk jouw advertentievoorkeuren.

uk

a Zijn er advertentievoorkeuren bij die je helemaal niet verwacht had?

b Begrijp je waarom Facebook denkt dat jij hierin geïnteresseerd bent?

st

3 In het artikel werden sommige woorden gemarkeerd. Verbind die woorden met de zinnen in de tweede kolom. Het vetgedrukte woord (woorden) heeft een gelijkaardige betekenis aan het woord in de eerste kolom. a De analyse van de gegevens gebeurt door onderzoekers.

1 verstrekken 3 data

b Mark Zuckerberg beaamt dat Facebook gegevens van gebruikers verkoopt aan adverteerders.

of d

2 weigeren

4 een beroep doen op 5 netwerk

c Het Facebook-account van Djamel geeft weer dat hij een erg uitgebreid sociaal web heeft. d Wat deel jij mee via sociale media?

fh o

6 inclusief

e Kunt u mij wat informatie geven over het gebruik van sociale media?

7 bevestigen

f

8 bevinding

Wereldwijd geven 500 miljoen meer gebruikers de voorkeur aan Facebook ten opzichte van YouTube.

g Een andere vaststelling is dat veel jongeren niet zouden willen betalen voor Facebook in ruil voor een account zonder advertenties.

pr oe

1

IN

Je onderscheidt standpunten, argumenten, feiten en meningen van elkaar

Je formuleert argumenten en tegenargumenten

1

LES 19 Argumenteren

h Voor die nieuwe laptop betaalde Sofia € 899, btw meegerekend.

2

i

Harry wil zijn telefoonnummer niet bekendmaken op zijn Instagram-account.

j

De leraar riep de hulp in van zijn leerlingen om zijn profielgegevens verder aan te vullen. 3

4

5

6

7

8

219


Hier lees je op welke manier Facebook jouw gegevens gebruikt zodat adverteerders gericht reclame aan jou kunnen bezorgen.

N

IN

Facebook zet informatie die gebruiker niet zelf deelt in voor advertenties

©

Ook blijkt Facebook telefoonnummers die gebruikers opgegeven hebben ter beveiliging van hun account in te zetten voor gerichte advertenties. Een woordvoerder van Facebook bevestigt dat het sociale netwerk dit doet. Gebruikers die daar niet van gediend zijn, zijn kunnen een andere beveiligingsmethode gebruiken zonder telefoonnummer, aldus Facebook. Facebook gaat niet tegen de bevindingen van de onderzoekers in, maar verschuilt zich achter zijn voorwaarden en stelt dat gebruikers hun advertentievoorkeuren zelf kunnen aanpassen via instellingen op de site.

uk

Gebruikers kunnen hun eigen schaduwcontactinformatie niet inzien, omdat ze die niet zelf aan Facebook gegeven hebben. Ook weigert Facebook deze data te verstrekken als Europese gebruikers een beroep doen op het recht op inzage van hun gegevens.

VA

Amerikaanse onderzoekers tonen aan hoe Facebook ‘schaduwcontactinformatie’ gebruikt voor het richten van advertenties. Het gaat om gegevens die gebruikers niet zelf aan Facebook hebben verstrekt en om telefoonnummers voor beveiliging.

Bron: www.tweakers.net

fh o

of d

st

Met het onderzoek tonen de wetenschappers aan dat Facebook telefoonnummers koppelt aan personen, ook als personen dat nummer zelf niet aan het sociale netwerk hebben gegeven. Dat gebeurt bijvoorbeeld als persoon A zijn contacten deelt met Facebook, inclusief een telefoonnummer van persoon B, die wel een Facebook-account heeft, maar nooit zijn nummer heeft gedeeld.

onthouden

Een feit is een controleerbaar gegeven in de werkelijkheid. Dingen die je kunt zien, horen, meten … en die niet persoonlijk, dus objectief, zijn.

pr oe

De zon komt op in het oosten.

Met een standpunt of een mening geef jij aan hoe je over een stelling denkt. Dat is steeds persoonlijk, dus subjectief. Het is leuk om elk jaar met de jeugdbeweging op kamp te gaan.

woord het recht op inzage: een organisatie moet jou binnen een bepaalde termijn kunnen informeren over de gegevens die ze van jou hebben niet van gediend zijn: iets niet willen

220

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


4 Verschillende mensen reageerden op dit artikel. a Lees deze reacties en plaats ze in de juiste tabel: feit of mening. m3gA

Ik heb een Facebook-account om wat zaken te testen (Facebook inloggen op wifi). Ik heb er een volledig nieuw e-mailadres voor aangemaakt. Ik gebruikte dit nooit eerder, maar zodra ik mijn telefoonnummer invulde, had ik mijn volledige contactlijst van Whatsapp als vriendschapsvoorstel.

2

Chriistiix

Het wordt steeds gekker. Wij als consumenten worden helemaal uitgemolken voor en door zulke businessmodellen. En dit is gewoon best belachelijk. Dat je je profiel compleet maakt met gegevens die Facebook weer gebruikt, dat weten we ondertussen wel. Maar als je gegevens wil geven voor de veiligheid en deze gewoon weer worden gebruikt voor advertenties, is dat natuurlijk te gek voor woorden.

3

bBob1970

Gelukkig houdt de EU zich nu met de kwestie Facebook bezig. Helaas duurt het te lang en wordt het hoog tijd dat er boetes van 10% van de jaaromzet komen om Facebook tot de orde te roepen.

4

H92

Herkenbaar. Ik heb een Instagram-account aangemaakt en bewust gekozen om niet in te loggen met Facebook. Ik heb wel hetzelfde e-mailadres gebruikt. Iedereen van mijn vriendenlijst op Facebook die ook Instagram heeft, werd aanbevolen.

5

Bonus

Ik kan nu niet zeggen dat ik het echt abnormaal vind wat Facebook doet. Ze moeten er toch ook iets aan verdienen. Bij de bakker verwacht je toch ook niet dat je je brood gratis meekrijgt?

6

DigitalMaster

Het gemak van Facebook is voor mij belangrijker dan het potentieel ongemak. Ik maal er dus niet om. Niemand wordt hier rechtstreeks door benadeeld. Je kunt nog steeds gewoon doen en laten wat je wilt als je een Facebook-account hebt.

7

Memphis

of d

st

uk

©

VA

N

IN

1

fh o

Alles wat gratis is op het internet, moet ergens van betaald worden, want echt gratis bestaat niet. Je kunt bij Facebook eindeloos veel data gebruiken, net zoals bij Google met bijvoorbeeld YouTube.

Bow

pr oe

8

Ik heb mijn telefoonnummer lang geleden verwijderd van Facebook. Recent kreeg ik weer een vraag om mijn telefoonnummer op te geven. Het vakje was reeds ingevuld met mijn telefoonnummer.

feit

mening

b Bekijk de forumberichten die een mening uitdrukken opnieuw. Welke zijn positief tegenover de praktijken op Facebook? Welke zijn negatief? positief

negatief

woord de consument: klant, gebruiker potentieel: mogelijk, met de kans dat je … krijgt ergens niet om malen: ergens niet om geven, iets niet erg vinden

LES 19 Argumenteren

221


5 Welk forumbericht sluit het meest aan bij jouw mening over het onderwerp? 6 Probeer in één zin te formuleren wat jouw mening, jouw standpunt is over volgende stelling. Facebook verkoopt de profielgegevens van gebruikers aan adverteerders.

IN

7 Leg uit waarom je dit standpunt hebt. Formuleer twee argumenten die je mening onderbouwen.

N

VA

onthouden

©

Om iemand van je mening te overtuigen, moet je gebruikmaken van goede argumenten. In je argumentatie geef je de redenen aan waarom je een bepaald standpunt inneemt.

Standpunt en argument

of d

2

st

uk

Ik vind de Indische keuken heerlijk (standpunt), omdat ik graag pikant eet en het fijn vind om kennis te maken met voeding uit andere werelddelen (argumenten).

1 Markeer het standpunt en onderstreep het argument in de volgende uitspraken.

fh o

a Nog nooit was het zo gemakkelijk om je aan te melden voor een dienst of product, omdat je vaak niet eens een account hoeft aan te maken of een nieuw wachtwoord hoeft te onthouden. b Facebook is je agenda, je fotoalbum, je adressenboek, je nieuwsbron, de plek waar je over je passies kunt lezen en praten, en natuurlijk de plek waar je contact houdt met je vrienden en familie - dichtbij én ver weg. Daarom is Facebook onmisbaar in het leven van veel mensen.

pr oe

c Als bedrijf is het belangrijk om actief te zijn op Instagram, want het geeft je merk of product een persoonlijk karakter. d Doordat je foto's op Snapchat – als je ze eenmaal gezien hebt – niet nog een keer kunt bekijken, is het moeilijk om een echt gesprek te voeren. Dit is het grootste nadeel aan dit platform. e Omdat je op TikTok geen volgers nodig hebt om bekeken te worden, verkies ik deze app boven Instagram.

222

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE

tip Deze signaalwoorden worden vaak gebruikt bij argumenten: omdat, doordat, daarom, dus, aangezien, want …


2 Wanneer je met iemand discussieert, moet je steeds rekening houden met de argumenten die de ander kan gebruiken. Als je hierop kunt anticiperen, heb je een streepje voor in de discussie. Welk argument spreekt het argument uit de eerste kolom tegen? Verbind de argumenten met hun tegenargument. tegenargument

argument

3 Op Twitter vertellen mensen dat ze koffie halen of naar de wc gaan. Dat vind ik volstrekt oninteressant. 4 Sociale media zijn enkel voor jongeren. Bron: www.frankwatching.com

IN

b Juist door gebruik te maken van aanbevelingen uit je online netwerk, is de informatie die je krijgt vaak heel nuttig.

c Je moet inderdaad tijd investeren om de wereld van sociale media te leren kennen en met de verschillende media en tools om te leren gaan. Aan de andere kant helpen de tools ook om tijd te besparen. Twitter vervangt bijvoorbeeld vaak een telefoontje of een mailtje.

N

2 Via sociale media krijg je zo veel informatie mee. Dat krijg ik nooit verwerkt.

a Uit onderzoek blijkt dat meer dan 75% van de 65+’ers actief is op sociale media.

VA

1 Ik heb een erg druk leven waardoor ik geen tijd heb om me nog eens bezig te houden met het onderhouden van contacten via sociale media.

2

3

4

uk

1

©

d Je bent niet verplicht om bepaalde mensen te volgen op sociale media. Volg enkel wie je interessant vindt.

3 Bedenk nu zelf een tegenargument voor volgende stellingen en argumenten.

st

a Jongeren mogen pas vanaf hun twaalfde op sociale media, want op jongere leeftijd kunnen ze de gevaren nog niet inzien.

of d

b Facebook schendt mijn privacy aangezien het mijn profielgegevens doorspeelt aan adverteerders.

fh o

pr oe

onthouden

Wanneer je het niet eens bent met iemands argumenten kun je argumenten tegen het standpunt geven. Je geeft dan tegenargumenten.

woord anticiperen: vooruitlopen op bepaalde zaken, rekening houden met wat er in de toekomst kan gebeuren

LES 19 Argumenteren

223


3

Computer says no 1 Jef Ausloos doet onderzoek naar alles wat te maken heeft met rechten en plichten van IT-bedrijven. Hij is dus een expert ter zake. In volgende fragmenten lees je wat hij van deze situatie vindt.

N

IN

a Markeer in deze alinea het standpunt van de schrijver en onderstreep de drie argumenten die hij geeft.

Computer says no

VA

D

of d

st

uk

©

at Facebook een belangrijke impact heeft op mens en maatschappij staat buiten kijf. Het is dan ook hoogst problematisch dat het bedrijf vrijwel geen publieke verantwoording aflegt. In de eerste aflevering van Facebook en ik tracht Tim Verheyden tevergeefs contact op te nemen met een vertegenwoordiger van het bedrijf. Ook zijn uitdrukkelijk verzoek tot inzage in alle data die Facebook over hem bezit en wat ze ermee doet, bleef onbeantwoord. Dat laatste is nochtans een recht dat iedereen in de EU zonder meer kan inroepen op grond van de zogenaamde GDPR. Zelfs wanneer hij dan maar zelf aan Facebooks deur ging aankloppen in Silicon Valley, werden hij en zijn cameraploeg vriendelijk de laan uitgestuurd.

Bron: www.vrt.be/vrtnws

b Eén argument zet Jef Ausloos nog eens extra kracht bij. Aan de hand van welke zin doet hij dat?

fh o

pr oe

c Is je antwoord bij opdracht b een feit of een mening? d Vind je dat een sterk (bijkomend) argument of niet? Leg uit.

224

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


Dergelijk gedrag is verontrustend voor een bedrijf dat door vele mensen dagelijks gebruikt wordt voor communicatie en nieuwsconsumptie. Zouden we het aanvaarden, moesten minder grote spelers zoals kranten, televisiezenders of telecomoperatoren individuen en journalisten steevast negeren wanneer ze gevraagd worden (problematische) praktijken toe te lichten?

IN

2 In bovenstaande alinea eindigt Ausloos met een vraag die je als argument kunt lezen. Formuleer hiervoor een tegenargument.

N

VA

©

3 De schrijver sluit Computer says no af met een conclusie. Welke conclusie past het best bij de twee voorgaande alinea’s? Dergelijke macht kan bewust of onbewust gebruikt worden voor bedenkelijke doeleinden. Denk maar aan hoe Facebook op moeilijk detecteerbare wijze seksisme, racisme … kan bestendigen en zelfs vergemakkelijken door adverteerders toe te staan om pastinaakrecepten enkel naar de ‘vrouw aan de haard’ te sturen, vastgoed- en jobaanbiedingen enkel aan de blanke middenklasse te tonen, of tienermeisjes te viseren die zich ‘onzeker en waardeloos’ voelen. Ook al was dit alles niet noodzakelijk Zuckerbergs intentie wanneer hij Facebook oprichtte, hij bouwde wel de digitale infrastructuur die het allemaal toelaat.

¡

Facebook experimenteert dan ook op massale schaal met gebruikers om zo te bepalen welke kleine aanpassingen in lay-out, interactie, newsfeed-volgorde … het langste de aandacht kunnen vasthouden.

of d

st

uk

¡

fh o

Onze relatie met Facebook betreft dus een soort van spiegelraam, waar maar langs één kant doorgekeken kan worden. Het bedrijf heeft inzage in de meest intieme aspecten van ons leven, maar in welk mate laat het ons toe terug te kijken?

Maandag zagen we de eerste aflevering van de nieuwe docu-reeks Facebook en ik van Tim Verheyden, waarin hij zicht probeert te krijgen op het ongrijpbare netwerk dat Facebook geworden is. Wat alvast duidelijk werd, is dat we ons niet alleen zorgen moeten maken over hoe Facebook onze privacy schendt, maar ook over hoe het bedrijf macht over ons uitoefent.

pr oe

¡

¡

LES 19 Argumenteren

225


4

Uitbreiding: Aan de slag 1 Bekijk het beeldfragment Sociale netwerken betaal je met je persoonlijke data. Wat is jouw standpunt over het geven van jouw persoonlijke gegevens in ruil voor gepersonaliseerde reclame?

tegenargument

st

uk

©

VA

N

argument

IN

2 Formuleer nu drie goede argumenten die jouw standpunt onderbouwen. Geef meteen ook een mogelijk tegenargument.

Schrijven

of d

3 Kies vervolgens een van onderstaande mogelijkheden.

Schrijf een reactie bij het beeldfragment. Houd rekening met deze richtlijnen.

SCHRIJven

fh o

• Je reactie moet een duidelijke IMS-structuur hebben. Gebruik daarvoor het schrijfkader. • Je tekst bestaat uit 100-150 woorden. • Gebruik woordenlijst.org wanneer je twijfelt over de spelwijze van een woord. • Raadpleeg schrijfassistent.be om je tekst te checken.

Debatteren

pr oe

Je leraar zet je samen met twee of drie medeleerlingen. Jullie voeren een gesprek over het gebruik van persoonlijke gegevens om gepersonaliseerde reclame te sturen. • Gebruik de argumenten die je formuleerde en anticipeer op mogelijke tegenargumenten. • Zorg ervoor dat je je niet van de wijs laat brengen door je tegenstanders.

SPREkEN

Standpunt innemen Je leraar legt je enkele stellingen voor. Wanneer je het eens bent met een stelling, ga je vooraan in de klas staan. Ben je het oneens, ga dan achteraan in de klas staan.

226

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


Hoe fictie en non-fictie met 20 gebeurtenissen omgaan 1

Je vertelt hoe je een verhaal ervaart

3 Je analyseert de verhaalaspecten personage, vertelperspectief en spanning

2

4

Je verbindt een verhaal met je eigen situatie

5 Je benoemt wat feit en

Je vergelijkt hoe fictie en non-fictie met de werkelijkheid omgaan

wat interpretatie is in een artikel

IN

les

Je leest zo dadelijk het verhaal Bittere oogst van Irma Moekestorm. 1 Welk genre verwacht je? Leg uit waarom je daarvoor kiest. historisch verhaal

dierenverhaal

humor

ander genre

st

uk

Het verhaal beleven

fantasy

©

drama sciencefiction

2 Waarover denk je dat dit verhaal gaat?

2

VA

N

Situeren

1

of d

Je krijgt het kortverhaal hier in drie delen. Na elk deel beantwoord je een aantal vragen.

Bittere oogst Deel 1

Lusteloos roer ik door mijn soepkom die bijna tot de rand gevuld is. Intussen gluur ik naar mijn drie oudere broers die wél gretig van hun soep eten. Alle drie houden ze hun lepel soepel tussen hun vingers, waarvan de nagels zwarte randen hebben. Zelfs een grondige schrobbeurt met groene zeep heeft de sporen van het werken in de tomaten niet kunnen wissen. Vandaag hadden we weer allemaal, zoals we dat al jaren gewend zijn op onze vrije zaterdag, ons steentje bijgedragen op het bedrijf van papa. De jongens hadden geplukt, terwijl het mijn taak was om de geoogste tomaten te sorteren. De kneusjes, die ik apart moest houden, zouden vanavond op het menu staan, wist ik toen al. Mama’s befaamde tomatensoep met ballen. Alleen de gedachte daaraan maakte me al misselijk … ‘Smaakt het niet, Renske?’ vraagt mama. Geïrriteerd haal ik mijn schouders op. ‘Als je heel de dag tussen de tomaten werkt en je moet ze ’s avonds nog eten ook, dan komt het je neus uit.’ Een massale spotlach valt me ten deel. ‘Wat een onzin,’ zegt André, ‘ik kan niets beters verzinnen dan de tomatensoep van mama.’ ‘Inderdaad’, merkt Frank op. ‘Maar het geeft niks, hoor. Geef maar hier, ik heb er nog wel een plekje voor.’ Boos en opgelucht tegelijk schuif ik, net iets te wild, de kom in de richting van Frank. Een golf klotst over de rand en een grote, rode vlek verspreidt zich over het geruite tafellaken. ‘Nu is het klaar!’ briest papa onverwachts. ‘Ondankbare griet. Ga meteen maar door naar je kamer!’

fh o

1

pr oe

5

10

15

woord

gretig: enthousiast, met plezier befaamd: beroemd

LES 20 Hoe fictie en non-fictie met gebeurtenissen omgaan

227


1 Vat samen wat er in het fragment gebeurt.

IN

2 Wie zijn de belangrijkste personages?

N

3 Wie is er in het verhaal aan het woord?

VA

a Is de informatie die ze geeft betrouwbaar?

©

uk

st

b Welk effect zou het hebben wanneer het verhaal door een zij-verteller werd gebracht die over Renske praat?

of d

fh o

4 Renske en haar broers verschillen duideliijk op twee vlakken. Op welke vlakken?

pr oe

5 Wat vind je van het gedrag van Renske? Waarom doet zij zo, volgens jou?

228

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


Deel 2

Het was een warme dag. Hartje zomer. Mama stond achter de sorteermachine in de donkere schuur, maar zelfs daar was het niet koel. Het zweet gutste van haar gezicht. In de kas, waar papa en de drie broers aan het werk waren, was het helemaal niet uit te houden. Maar ondanks de hitte, ging het werk gewoon door. De tomaten moesten, als altijd, op tijd bij de veiling zijn. ‘Gaan jullie maar spelen in de tuin’, zei mama tegen mij. ‘Jij kan best even op Rianne passen. Ik heb het hekje goed gesloten, zodat jullie de tuin niet uit kunnen. O ja, en de schommel is kapot, dus niet gaan schommelen, hoor!’ Ik knikte trots, ik was tenslotte al zes jaar. ‘Ja mama, ik zal goed op haar passen.’ ‘Over twee uurtjes gaan we eten. Tomatensoep.’ ‘Lekker! Met veel ballen?’ ‘Mét veel ballen’, lachte mama. Rianne en ik hadden de oude dekens uit de schuur gehaald, ze over het wasrek gedrapeerd en ze met knijpers vastgezet. Een mooie tent was het resultaat. ‘Ik ben zogenaamd de moeder en jij het kind’, zei ik tegen Rianne. Ze keek wat beteuterd. ‘Oké,’ besliste ik snel, ‘dan ben jij de vader.’ Rianne knikte blij. ‘Ja, ik ben zonaamt vader!’ ‘Ga maar een stukje fietsen, vader, dan ga ik eten koken.’ Ik pakte een emmertje, plukte wat gras en blaadjes en deed er water uit de gieter bij. De groene drap, die al roerend ontstond, leek nergens op. Toen ik nog eens rondkeek, zag ik de struik. Er zaten kleine, rode tomaatjes aan. Zulke kleintjes had ik nog nooit gezien, maar ik zou er vast heel goed tomatensoep van kunnen maken. Net als mama. Ik plukte de tomaatjes, net zoveel tot het emmertje voor de helft gevuld was. Het prutje kleurde langzaam maar zeker van groen naar rood. Wat was ik trots op mijn tomatensoep. ‘Vader, vader,’ riep ik, ‘we kunnen eten.’ Snel pakte ik twee plastic bekertjes en vulde ze met de rode vloeistof. Rianne liet zich met een plof op de grond vallen. ‘Wat eten we, moeder?’ ‘Zogenaamde tomatensoep, vader’, zei ik plechtig. ‘Dat ziet er lekker uit!’ riep vader enthousiast en ze nam een grote slok en nog één, totdat het hele kopje leeg was. Ik was blij dat zij ervan smulde. Zelf had ik maar een klein slokje genomen, omdat ik het eigenlijk helemaal niet lekker vond. Het leek in de verste verte niet op mama’s tomatensoep. Na het eten ging vader slapen in onze mooie tent. Net als papa, die na het eten ook altijd een dutje op de bank deed …

45

©

fh o

50

uk

40

st

35

of d

30

VA

N

25

IN

20

Stampvoetend loop ik de trap op naar mijn kamertje op zolder. Het gebeurt niet vaak dat papa boos is, maar als het zover is, maak dan je borst maar nat. Diep in mijn hart weet ik best dat ik het er zelf naar gemaakt heb. Maar toch, ik kon er niets aan doen. Jarenlang heb ik me beheerst en gedaan wat er van me verwacht werd. En nu zomaar ineens, kon ik het niet meer … Ik open de deur naar mijn kamertje op zolder. Het is niet groot, maar ik heb in ieder geval een plekje waar rust heerst te midden van ons drukke gezin. Vroeger moest ik het kamertje delen met Rianne. Automatisch dwaalt mijn blik naar de twee fotolijstjes op mijn bureau. Eén omlijst een foto van Rianne en één een foto van ons samen. Rianne was vier, ik zes. Ik realiseer me dat dat alweer bijna tien jaar geleden is. Ik plof neer op mijn bed en laat mijn tranen de vrije loop. We waren altijd samen, Rianne en ik. Ook die dag …

pr oe

55

woord zijn borst natmaken: zich voorbereiden op veel tegenstand (uitdrukking) de kas: broeikas, serre draperen: een stuk stof over iets (laten) hangen

LES 20 Hoe fictie en non-fictie met gebeurtenissen omgaan

229


6 In het fragment maak je kennis met Rianne. a Wat kom je over haar te weten?

IN

b Wat spelen Renske en Rianne?

N

7 Welke betekenis geef je op dit moment aan de titel?

uk

8 Hoe denk je dat het verhaal zal aflopen? Deel 3

Een zachte klop klinkt op mijn slaapkamerdeur. Papa stapt binnen en laat zich zakken op mijn bed. ‘Nou, nou, zo erg is het ook weer niet.’ Troostend strijkt hij over mijn blonde lokken. ‘Jawel. Het was mijn schuld’, zeg ik, terwijl mijn schouders schokken. ‘Rianne … ze at mijn tomatensoep … Zogenaamde tomatensoep … Ik had er kleine tomaatjes doorheen gedaan. Tenminste, ik dacht dat het tomaatjes waren … Eerlijk waar, pap, ik wist het niet … Daarom werd ze niet meer wakker. En daarom … daarom wil ik ook nooit meer tomatensoep eten …’ Eindelijk heb ik het verteld. Die afschuwelijke waarheid. Het blijft lang stil. Aarzelend hef ik mijn hoofd op en zoek zijn ogen. Ik zie dat hij slikt, vechtend tegen zijn tranen. Dan verbreekt hij eindelijk de stilte. ‘Ach, meisje toch. Het was niet jouw schuld. Heb jij dat al die jaren gedacht?’ Ik knik. ‘Wist u dat het door de besjes kwam?’ ‘Ja, dat wisten we. Dat hoorden we in het ziekenhuis.’ ‘Ik mis haar zo.’ ‘Wij ook, lieverd, wij ook’, klinkt plots schor de stem van mama. ’Maar het was niet jouw schuld. Je was nog veel te jong. Ach Renske … ’ Dan zijn daar twee paar armen om me heen en vermengen zich onze tranen.

fh o

65

of d

st

60

©

VA

pr oe

70

9 In dit deel doet Renske haar bekentenis. a Hoe voelt Renske zich na de bekentenis? b Had je de reactie van haar vader verwacht? Waarom (niet)?

10 Vergelijk het einde met jouw voorspelling. Geef minimaal één gelijkenis en één verschil aan.

230

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


Doordringen tot de tekst 1 Hieronder vind je twintig woorden die je kunt gebruiken om verhalen te beoordelen. a Sorteer ze in twee kolommen.

IN

b Zorg ervoor dat woorden die het tegenovergestelde betekenen, naast elkaar staan. Om je op weg te helpen, zijn er al twee woorden ingevuld. spannend

saai

volwassen

ongeloofwaardig

vaag

zwaarmoedig

oppervlakkig

intrigerend

gevoelloos

overtuigend

meeslepend

langdradig

realistisch

nauwkeurig

infantiel

duister

luchtig

ontroerend

weinig zeggend

VA

negatief

N

opgewekt

positief

¡ geen oordeel

¡

¡ geen oordeel

¡ spannend ¡

©

¡ saai

uk

¡ a Selecteer vier woorden die je aangevinkt¡hebt. geen oordeel ¡ SCHRIJven waarom je dat vindt. ¡ ¡ b Schrijf voor elk van de gekozen woorden¡opgeen oordeel c Verwijs bij alles wat je zegt concreet naar het verhaal. ¡ ¡ geen oordeel ¡ d Vertel je mening aan een medeleerling. Sta open voor zijn opmerkingen en pas je versie aan in een ¡ ¡ geen oordeel ¡ andere kleur. ¡

¡

¡ geen oordeel

¡

¡ geen oordeel

¡

of d

¡

st

¡ e Schrijf nu een tekst van ongeveer vijftien¡zinnen. geen oordeel f Herlees alles om spel- of tikfouten weg te werken. ¡ g Lees je tekst hardop en luister of die vlot¡ geen oordeel leest.

¡

fh o

2 Kruis bij elk woordpaar het vak aan dat jouw mening het beste weergeeft. 3 Schrijf nu jouw mening over het verhaal neer.

SCHRIJven Selecteer vier woorden die je aangevinkt hebt. Schrijf voor elk van de gekozen woorden op waarom je dat vindt. Verwijs bij alles wat je zegt concreet naar het verhaal. Vertel je mening aan een medeleerling. Sta open voor zijn opmerkingen en pas je versie aan in een andere kleur. e Schrijf nu een tekst van ongeveer vijftien zinnen. f Herlees alles om spel- of tikfouten weg te werken. g Lees je tekst hardop en luister of die vlot leest. a b c d

pr oe

3

LES 20 Hoe fictie en non-fictie met gebeurtenissen omgaan

231


SCHRIJven

persoonlijk antwoord •

argumentatie: concreet voorbeeld:

IN

•                argumentatie:

N

VA

concreet voorbeeld: •                argumentatie:

©

concreet voorbeeld:

st

uk

argumentatie:

of d

concreet voorbeeld:

fh o

persoonlijk antwoord

pr oe

232

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR

SCHRIJven


4 Uitbereidingsopdracht: argumentatie

b Luister naar elkaars mening over de stelling.

VA

c Kies samen een standpunt. Formuleer wat jullie van de stelling vinden.

N

IN

a Kies samen met twee medeleerlingen één van volgende stellingen. • De ouders van Renske hadden ongelijk om nooit met hun dochter over het voorval te praten. • De mama van Renske is schuldig aan de dood van Rianne. Zij had de twee meisjes nooit alleen mogen laten. • De vader van Renske troost haar op een goede manier. • Renske had eerlijk tegen haar ouders moeten opbiechten wat er gebeurd was. • Babysitten kan vanaf 12 jaar. • Dit verhaal versterkt alleen maar de stereotiepe taakverdeling tussen jongens en meisjes. • Een trauma moet je altijd behandelen met medicatie. • Iedereen kan zich zelf over een trauma zetten. • Ouders mogen kinderen/tieners vragen om te helpen in het huishouden of in hun zaak. Ze moeten hen daarvoor niet betalen.

d Formuleer drie argumenten die jullie standpunt onderbouwen. 5 Evalueer de samenwerking binnen jullie groep.

uk

©

a Beoordeel eerst jouw inbreng en dan die van de anderen.

ik ja

de anderen nee

ja

nee

We hebben actief en respectvol geluisterd. We hebben vragen gesteld.

st

We hebben relevante informatie uitgewisseld.

We hebben ideeën of meningen met argumenten in vraag gesteld. We bouwden voort op wat de anderen zeiden.

of d

We hebben iedereen aangemoedigd om een bijdrage te leveren. We hadden als groep een duidelijk doel en we waren bereid om een gemeenschappelijke oplossing te vinden. b Noteer nu een aantal punten waarop je volgende keer individueel of als groep zou willen/moeten werken.

fh o

pr oe

LES 20 Hoe fictie en non-fictie met gebeurtenissen omgaan

233


4

Waarheid in verhalen, waarheid in de media

IN

In het verhaal Bittere oogst slaagde de auteur erin om ons als lezer mee te laten leven met Renske en haar jeugdtrauma. Als lezer weten we dat Bittere oogst niet echt gebeurd is, maar beseffen we tegelijk dat het zou kunnen gebeuren. De feiten zijn in dat verhaal wel verzonnen, maar niet onmogelijk. Had de auteur gezegd dat Rianne door een alien ontvoerd was, dan hadden de meesten onder ons dit onmiddellijk als fantasie afgewezen. Moet een journalist die over zo'n drama in de media rapporteert, zich strikt aan de feiten houden? Of is er in een non-fictietekst ook plaats voor emoties en interpretatie? Dat bekijken we in deze les.

N

onthouden

VA

We noemen teksten fictie (fictionele teksten) wanneer ze gaan over een verzonnen werkelijkheid. Die verhalen spelen zich vooral af in de fantasie van de auteur en zijn publiek. videogames, fantasy en sprookjes

kranten, woordenboeken en reisgidsen

©

Non-fictie is de verzameling van teksten die over de bestaande werkelijkheid gaan. Die teksten zijn zakelijk en gaan over feiten.

uk

De grens tussen fictie en non-fictie is niet altijd duidelijk. Heel vaak baseren auteurs zich op de werkelijkheid om overdreven of uitgevonden verhalen te vertellen. Soaps zijn hier een duidelijk voorbeeld van.

st

In Het Laatste Nieuws verscheen in de regionale pagina’s het artikel op de volgende pagina.

of d

1 Kijk naar de titel van het artikel.

a Welk beeld wordt hier van die parkeerplaats geschetst? b Welk woord is subjectief?

c Past het citaat bij de rest van de kop?

fh o

2 Lees het artikel een eerste keer door en geef vijf feiten die in de tekst voorkomen.

pr oe

3 Bekijk de foto’s bij het artikel. a Wat is de functie van de foto’s bij het artikel? Kies een van de mogelijkheden. ¡ Ze ondersteunen het verslag van de journalist. ¡ Ze proberen in te spelen op de emoties van de lezer. ¡ Ze proberen een kritische noot/bedenking van de journalist toe te voegen.

234

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


b Gebruik één van de foto’s om je antwoord uit te leggen.

IN

VA

N

©

DEZE BESTUURDER VOND EEN UNIEKE PARKEERPLAATS: ‘WAGEN HANGT HIER AL SINDS VANNACHT’

uk

VLIERZELE In de nacht van zaterdag op zondag belandde in de Oordegemstraat in Vlierzele (Sint-Lievens-Houtem) een Peugeot Partner hoog en droog in de struiken.

st

De bestuurder, die meer dan waarschijnlijk richting Oordegem reed, ging uit de bocht net voor bakkerij Vereecken. Zijn wagen belandde in de struiken van Axa-verzekeringskantoor De Clercq aan de Muizenhoek. ‘We vonden de wagen in de nacht van zaterdag op zondag, maar van de automobilist was geen spoor te bekennen’, vertelt men in de bakkerij. De wagen zelf lijkt niet al te erg beschadigd en wellicht kwam de chauffeur met de schrik vrij.

pr oe

fh o

of d

Hoe het ongeval precies gebeurde is niet duidelijk. Reed de man te snel? Had hij te veel gedronken? Of dommelde hij gewoon in? Allemaal open vragen. Feit is dat de Oordegemstraat geregeld gebruikt wordt als sluipweg, waar het gaspedaal stevig wordt ingeduwd. Geen beste combinatie met enkele verraderlijke bochten waaronder die aan de bakkerij.

Bron: www.hln.be

4 Lees het artikel opnieuw. Hieronder vind je een schaal met als twee uitersten: emotioneel en feitelijk. emotioneel

feitelijk

a Waar zou je het artikel plaatsen? b Leg uit waarom je het artikel hier plaatst. LES 20 Hoe fictie en non-fictie met gebeurtenissen omgaan

235


5 Herlees de tekst een laatste keer en zoek nu die elementen die het standpunt of de interpretatie van de journalist weergeven.

IN

N

VA

onthouden

©

Het standpunt of de interpretatie is de persoonlijke invulling van de journalist. Er zit voor een stuk mening in; de werkelijkheid wordt niet helemaal objectief weergegeven. Omdat die uitspraken subjectief zijn, is er discussie over.

uk

6 Onderstaande tekst vat samen hoe media vandaag omgaan met feiten en emoties. Vul de ontbrekende elementen aan.

st

Kies uit: de emoties – fictie – feiten – spannender – tijdschriften – topische vragen – ongeloofwaardig

In een krantenartikel of bij nieuwsberichten op radio en tv willen de mensen

nog altijd

of d

vernemen. De

zijn

hierbij het richtsnoer: wie, wat, wanneer, waar, waarom en hoe. De laatste jaren is er ook in de pers meer aandacht voor

die

fh o

bepaalde feiten kunnen oproepen. Vroeger kwamen die vooral aan bod in                , omdat die meer tijd hadden om

anderen te interviewen voor ellijk aandacht voor.

het artikel gepubliceerd werd. Vandaag hebben sommige kranten er al onmidd

pr oe

Journalisten geven ook vermoedens en interpretaties. Artikels beperken zich

niet altijd tot pure

feiten. Toch is er nog een verschil met

: hier mag de auteur of

te regisseur een loopje nemen met die feiten om het verhaal                 hierin mee te gaan. Als maken. Toch zijn er grenzen aan de bereidheid van de lezer of de kijker om die vindt dat het                wordt, haakt die gewoon

236

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR

af.


Literatuursuggesties 2

pr oe

fh o

of d

st

uk

©

VA

N

IN

In les 20 maakte je kennis met Renske, een jong meisje dat een gebeurtenis die ze meemaakte een plaats moet geven. Hieronder vind je een overzicht van verschillende romans die zich verder van huis afspelen, maar hetzelfde thema hebben. Telkens staat een jong hoofdpersonage centraal dat een gebeurtenis meemaakt die zijn of haar verdere leven bepaalt. Reis mee om te leren! Kies een bestemming en kom in een andere omgeving terecht waarin je nagaat hoe mensen binnen hun eigen context keuzes (moeten) maken.

Literatuursuggesties 2

237


14+

16+

De stille pijn van Luca Kristien Dieltiens

Kristien Dieltiens oorlogsroman

BELUISTER FRAGMENT

2007

Ik ben herinnering. Alles zit in mij gestapeld, als boeken op een plank.

506955

Als jonge volwassene keert Luca terug naar zijn geboortedorp in Kroatië. Tijdens zijn jarenlange verblijf in België heeft hij geen woord meer gesproken. Zijn kindertijd en het abrupte einde ervan heeft hij verdrongen. Hoe dichter Luca zijn land nadert, hoe sterker de herinneringen worden, hoe scherper de beelden. Geruststellende beelden, van zijn beste vriend Vanja, van ma en Jelena, van de houten ‘mensen’ van pa, de bloemenvelden, de bergen in de verte.

Mats Wahl

uk

MATS WAHL

2009

16+

mats wahl

De zestienjarige Hilmer Eriksson is verdwenen. Vermist. Zaterdagavond kwam hij niet aan bij zijn vriendin Ellen. Zowel Ellen als zijn ouders zijn doodongerust. Hilmer is geen jongen die gekke, onbezonnen dingen doet. Is het een ongeval? Of helemaal niet? Politierechercheur Harald Fors bijt zich in deze mysterieuze zaak vast.

of d

BTVAN09

ZOEK

BELUISTER FRAGMENT

st

ZOEK

genomineerd voor de Jonge

14+

thriller, crime fiction

©

Zoek

arige Hilmer Eriksson is . Zomaar ineens, vermist. Na raining kwam hij niet aan bij n Ellen. Zijn ouders zijn ust en Ellen natuurlijk ook. ebeurd? Hilmer is helemaal n die gekke dingen doet. ercheur Harald Fors stort zich . Hij ondervraagt klasgenoten, personeel van de school, en an het dorp. Maar niemand weten over de verdwijning . Of kan de dader zijn geheim el goed verbergen?

12+

VA

N

PERS.NL

De Stille Pijn van Luca

IN

12+

KRISTIEN DIELTIENS DE STILLE PIJN VAN LUCA

olwassene keert Luca terug naar rtedorp in Kroatië. Tijdens zijn verblijf in België heeft hij geen proken. Zijn kindertijd en het nde ervan heeft hij verdrongen. r Luca zijn land nadert, hoe herinneringen worden, hoe e beelden. Geruststellende n warme herinneringen aan vriend Vanja, ma en Jelena, de houten ‘mensen’ van pa, nvelden, de bergen in de verte, n over de boze heks Baba Yaga … de andere beelden doemen op. eigende angst, van vrienden die worden, van haat, verraad en oor je leven.

PERS.BE

Aan de rivier

Aan de rivier

Steven Herrick

Steven Herrick

psychologische roman, drama

pr oe

STEVEN HERRICK

edicht schetst Steven Herrick het ingeslapen stadje in Australië. iets en toch is de spanning nwezig. Harry groeit met zijn n een leeg huis. Zijn vader werkt, is dood, zijn vriendinnetje

fh o

26-03-2009 10:40:46

12+

14+

2010

AAN DE RIVIER

oor humor én de tragiek van het en beschrijft de auteur een dorpje wil je leven – maar één ding kunt t is weggaan.

arry groeit op in een dorp in Australië in de jaren vijftig en zestig van de vorige H eeuw. Zijn moeder overleed toen Harry zeven jaar was. Samen met zijn broertje houdt hij het huishouden draaiende; hun vader heeft het verlies van zijn vrouw nooit kunnen verwerken. Harry weet dat hij maar een ding wil: het dorp verlaten zodra hij kan.

16+

513959

ERSVO.NL

15-06-2010 13:47:24

238

BELUISTER FRAGMENT

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


Ik ben niet bang

etste zomer van de twintigste

desolate omgeving. Wanneer ze

ten en onbewoonde boerderij ek uitgaan, stuit de negenjarige

trano op een geheim, een geheim

eine te komen met zijn ontdekking,

le over morele dilemma’s heen de strijd aangaan met zijn

12+

14+

familieroman, drama

BELUISTER FRAGMENT

2011

IK BEN NIET BANG

ukwekkend en zo verschrikkelijk emand erover durft te vertellen.

Niccolo Amaniti

16+

NICCOLÒ AMMANITI www.vanin.be

545435

Eppo zijn allebei op de vlucht voor

emen, maar komen al reizend tot de dat er niet van weg te lopen valt. Het tijd, maar uiteindelijk vertrouwen ze noeg om de last die op hun schouders

lkaar te delen en zo van dat gewicht en. 12+

14+

thriller, psychologische roman 2013

st

woon weg wil, maar waarvan ze weg krijgt hij geen zicht op. Dat het iets e maken heeft, is duidelijk. Zijn at op haar arm getatoeëerd.

Marian De Smet

BELUISTER FRAGMENT

E ppo komt al liftend met een Vlaams meisje in contact. Tabby is achttien en ze heeft niet echt een doel voor ogen op het moment dat ze Eppo meeneemt in haar oude Volkswagen Golf. Het komt erop neer dat ze elkaar op sleeptouw nemen. Eppo heeft gaandeweg door dat Tabby gewoon weg wil, maar waarvan, daar krijgt hij geen zicht op. Dat het iets met Rob te maken heeft, is duidelijk. Zijn naam staat op haar arm getatoeëerd.

of d

doel voor ogen wanneer ze Eppo t in haar oude Volkswagen Golf. Het p neer dat zij hem brengt waar hij Eppo heeft gaandeweg door dat

Rotmoevie MARIAN DE SMET ROTMOEVIE

Nederlandse jongen van zeventien, ftend met een Vlaams meisje in abby is achttien en heeft niet

uk

©

VA

18-10-2011 12:42:24

p de warmste zomerdag van de eeuw rijdt de negenjarige Michele op zijn O fietsje door de uitgestrekte akkers rond zijn dorp. Op een verlaten heuvel ontdekt hij een jongetje dat in een put ligt, vastgeklonken aan een ketting. Michele kan met niemand over zijn ontdekking praten en om het geheim te kunnen dragen, trekt hij zich terug in zijn verbeeldingswereld. Wanneer hij meer gruwelijkheden ontdekt, wordt Michele heen en weer geslingerd tussen zijn nieuwsgierigheid en angst, tussen de harde feiten en de fantasie waarin hij probeert te vluchten. Hij wil het jongetje redden, maar zijn eigen wereldje brokkelt gestaag af naarmate zijn vermoeden sterker wordt dat hij niet als enige van het geheim op de hoogte is. Als hij ervan overtuigd is dat ook zijn eigen leven op het spel komt te staan, voelt hij zich gedwongen een onomkeerbaar besluit te nemen.

IN

en de hitte, trekken zes kinderen etsen op uit, in de door de zon

N

n. Terwijl de ouderen binnen

NICCOLÒ AMMANITI

tting: een kleine gemeenschap, uit vijf huizen, omringd door

MARIAN DE SMET

16+

www.vanin.be

fh o

557616

pr oe

25/06/13 15:45

ingesneeuwd. Er is geen het mobiele netwerk is uitgevallen bijzijnde huis is een paar

derop. De meisjes doen er een

g over. Maar dan verdwijnt Kim De overgebleven drie vriendinnen maar ze denken dat Kim terug

am is gegaan. Als Feline ook akt de bezorgdheid plaats voor

en Abby kunnen door het slechte nt op. De sfeer wordt steeds

angstaanjagender. Wie heeft het nt? Weten ze eigenlijk wel alles

Vals

MEL WALLIS DE VRIES VALS

kantie en Abby, Kim, Pippa en aar een huisje in de Ardennen.

Mel Wallis de Vries thriller 2017

VALS MEL WALLIS DE VRIES

12+

14+

16+

vanin.be

BELUISTER FRAGMENT

et is kerstvakantie en Abby, Kim, Pippa en Feline gaan naar een huisje in de H Ardennen. Door het slechte weer sneeuwen ze in. Er is geen elektriciteit, het mobiele netwerk is uitgevallen en het dichtstbijzijnde huis is een paar kilometer verderop. De meiden doen er een beetje lacherig over. Maar dan verdwijnt Kim opeens na een ruzie.

571322 17/05/17 10:53

Literatuursuggesties 2

239


Virus

ngen die lijdt aan het syndroom e la Tourette, is op vakantie met

niek en slaan op de vlucht. Ze cht in Odrin, een Spaans bergdorp

n de schaduw ligt. Er hangt een eer; de meeste bewoners zijn nors

n zich soms ronduit bedreigend. per besluiten ervandoor te gaan,

ige toegangsweg is afgesloten en gewapende mannen bewaakt. ag het dorp nog in of uit – er

Mirjam Mous thriller 2019

14+

K ris, een jongen die lijdt aan het syndroom van Gilles de la Tourette, is op vakantie met zijn neef Hopper. Ze rijden door de bergen als er een hevig noodweer losbarst. Plots loopt er een man op de weg en Hopper kan hem niet meer ontwijken. De jongens raken in paniek en slaan op de vlucht. Ze komen terecht in Odrín, een Spaans bergdorp, dat altijd in de schaduw ligt. Er hangt een sfeer en de meeste bewoners zijn nors en bedreigend. Kris en Hopper besluiten er stilletjes vandoor te gaan, maar de enige toegangsweg is afgesloten en wordt door gewapende mannen bewaakt. Niemand mag het dorp nog in of uit: er is een onbekend en zeer besmettelijk virus uitgebroken.

IN

onbekend en zeer besmettelijk virus

12+

BELUISTER FRAGMENT

MIRJAM MOUS

16+

vanin.be

592611

16+

ISH AIT HAMOU

vanin.be

HARD HART

BELUISTER FRAGMENT

T om Macleigh komt uit een liefdeloos gezin. Hij laat de bedrukte sfeer van zijn ouderlijk huis en de voorspelbaarheid van zijn saaie provinciestadje achter zich om te gaan studeren aan de universiteit van Boston. Hier maakt hij vrienden en wordt hij voor het eerst verliefd. Na veel dagdromen durft hij de stap te wagen om op zijn droommeisje af te stappen. Wordt de liefde voor Rachella zijn redding of zijn ondergang?

592611

pr oe

fh o

1/05/19 11:17

240

uk

2019

st

psychologische roman, drama

of d

14+

Ish Ait Hamou

HARD HART

12+

Hard hart ISH AIT HAMOU

leigh laat de bedrukte sfeer van zijn k huis en de voorspelbaarheid van e provinciestadje achter zich en gaat aan de universiteit van Boston. In imiteit van de grootstad bloeit de rokken jongeman langzaam open: hij eigen benen, maakt enkele intrigerende vrienden en komt in de ban van zijn oie studiegenote Rachella. Verlegen , durft Tom haar niet aan te spreken rliest zich in dagdromen. Hij krijgt ook meer af te rekenen met onverklaarbare anvallen, waarbij hij het contact met elijkheid compleet verliest. Wanneer een donkere periode doormaakt, blijkt llig de juiste man op de juiste plaats. en gaandeweg naar elkaar toe. Wordt de or Rachella Toms redding of ondergang?

©

VA

23/05/19 12:23

N

pt er een man op de weg! Hopper et meer ontwijken. De jongens

MIRJAM MOUS VIRUS

opper. Ze rijden door de bergen een hevig noodweer losbarst.

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


les

21

Aaneenschrijven van woorden 1

Je kent de regels over het aaneenschrijven van woorden

3 Je kent de regels voor de tussenletters

2

N

Los of aaneen?

VA

1 Lees deze tekst en bepaal het onderwerp.

Nipte winst Het werd een erg nipte overwinning voor ‘Veel diarree gevallen in Nickerie’, want de titel haalde slechts drie stemmen meer dan het ‘wild triootje’ van een slager uit Bunnik die een pakket van hert, haas en zwijn verkocht. Mogelijk ging het daar trouwens niet om een fout, maar gewoon om een reclamestunt. De stad Rotterdam vervolledigde het podium met een briefje dat bij de uitgang van het stadhuis hing. ‘De bezoekers passen in de paal links van u’, stond daarop. Bron: www.hln.be

fh o

of d

st

uk

BIZAR De nieuwskop ‘Veel diarree gevallen in Nickerie’ is onlangs uitgeroepen tot de Onjuiste Spatie. De titel stond in juli op de Surinaamse nieuwssite GFC Nieuws. De verkiezing wordt georganiseerd door Signalering Onjuist Spatiegebruik (SOS), dat al jaren optreedt tegen foute spelling. Op de site van de organisatie stemden 1.800 surfers voor hun favoriete fout.

©

2 Leg de drie spatiefouten die in de tekst aan bod komen uit. • diarreegevallen – diarree gevallen:

pr oe

1

Je past de spellingregels in dit deel toe om je teksten correct te maken

IN

4

Je ziet in dat de schrijfwijze van woorden invloed kan hebben op de betekenis van je boodschap

• wildtriootje – wild triootje:

• bezoekerspassen – bezoekers passen:

3 Welke van die fouten vind je grappig? Ken je eventueel andere voorbeelden?

LES 21 Aaneenschrijven van woorden

woord nipt: maar net, op het nippertje, zonder veel overschot

241


4 Verzin een titel voor het artikel.

onthouden

IN

Samengestelde woorden (samenstellingen) schrijf je zo veel mogelijk aan elkaar. Dat is niet altijd logisch. Je schrijft in het Nederlands pianospelen en gitaarspelen in een woord, maar mondharmonica spelen in twee woorden. Dat zijn voorbeelden die je uit het hoofd moet leren of opzoekt op www.woordenlijst.org.

N

In de vorige oefening zag je dat het altijd belangrijk is om na te denken over de betekenis van het woord.

VA

5 Duid de juiste schrijfwijze aan.

a Het bankje is nog vrij, maar pas op met je linker arm / linkerarm want er steekt een spijker uit het hout. b De lange afstand loper / lange afstandloper / langeafstandloper dronk na de finale een witte wijn / wittewijn.

©

c Ik ben fan van rood fruit, bij voor beeld / bij voorbeeld / bijvoorbeeld aardbei.

d Hoe romantisch als op een zomer dag / zomerdag de oranje zon onder gaat/ ondergaat in de zee.

uk

e Je kunt over al / overal naartoe als je een diploma hebt.

f Er is een te kort / tekort aan drinkbaar water maar de tijd is te kort / tekort om uit te leggen hoe dat komt.

st

g Dat hoge gebouw / hogegebouw is geen bibliotheek, maar een hoge school / hogeschool. h Je kunt een te goed bon / tegoed bon / tegoedbon krijgen maar je kunt het bedrag ook weg schenken / wegschenken aan een goed doel / goeddoel.

of d

i We vonden elkaar terug op het festival bij de eerste hulp post / eerste hulppost / eerstehulppost van het Rode Kruis.

2

fh o

j De zetels in de hoge snelheidstrein / hogesnelheids trein / hogesnelheidstrein naar Parijs zijn donker blauw / donkerblauw.

De tussenletters

pr oe

1 Hieronder vind je enkele krantenkoppen en reclameslogans.

Re uz e nho nge r ? Pr o e f o nz e ham bur ge r s!

aclean helpt!

weg met spinnewebben in huis. delt

Voor een reuzenleuk verjaardagsfeestje, moet je bij ons zijn!

IN DE DORPSCHOOL OP HET DORPPLEIN GEBEUREN RARE DINGEN! Gratis lekkere pan nekoeken

Kruidethee van paardebloemen zuivert de lever 242

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


a Sommige woorden zijn rood onderstreept. Wat betekent dat? b Welk soort taalfout wordt er in de zinnen gemaakt?

2 Schrijf de woorden aan elkaar. a Kies of je hierbij -e of -en gebruikt. b Verwijs ook iedere keer naar de juiste regel. Maak gebruik van het schema op p. XXX.

kruid + thee

kruidenthee

snot + bel

snottebel

A B4

campagne + leider pad + stoel

©

gans + bord

regel

N

resultaat

VA

opgave

IN

seconde + lang

uk

rood + kool spin + web

st

steek + blind zon + scherm

of d

dame + blad goed + morgen

3 Voeg beide woorden samen en schrijf het correcte resultaat.

krant + artikel

groente + soep

dorp + huis

pr oe

fh o

paard + bloem

bere + goed

ui + soep

station + straat

aardbei + jam

televisie + zender horloge + maker

LES 21 Aaneenschrijven van woorden

243


2 brug

b fiets

3 insect

c boetiek

4 dame

d bout

5 kip

e hotel

6 maan

f

7 boek

g gerecht

8 aubergine

h schijn

9 giraf

i

club

10 meisje

j

nek

vanger

N

a bouwer

VA

1 vlieg

IN

4 Combineer een woord uit de eerste kolom met een woord uit de tweede kolom

©

5 Je leraar dicteert nu een aantal zinnen. Noteer ze hier correct. Let in het bijzonder op de tussenletters.

uk

1 2

st

3

4 5

fh o

of d

6

pr oe

7

8

9

10 6 Je leraar zet online een zelftest voor je klaar. Zo kun je zelf nagaan of je dit onderwerp beheerst.

244

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


onthouden

IN

KENNISCLIP

tussenletters bij samenstellingen Het eerste woord heeft alleen een meervoud op -en kruid + thee  kruidenthee, paard + bloem  paardenbloem 1 Het eerste woord gaat over iets waar er echt maar één van is. maneschijn

VA

B tussenletter -e

N

A tussenletter -en

2 Het eerste woord heeft een versterkende betekenis (vervang door: heel).

©

beresterk, apetrots, reuzefijn

uk

3 Het eerste woord heeft (ook) een meervoud op -s. groentesoep

4 Het eerste deel heeft geen meervoud.

st

rijstebrij, snottebel

of d

5 Versteende uitdrukkingen; dat zijn woorden waarvan je waarschijnlijk ook de betekenis moet opzoeken. bolleboos, ruggespraak, elleboog, flierefluiter

fh o

6 Let op: alle regels voor de tussenletters gaan enkel op bij zelfstandige naamwoorden. Als het eerste deel een werkwoord of bijvoeglijk naamwoord is, dan schrijf je geen -n.

pr oe

C tussenletter -s

wiegelied, spinnewiel, knarsetanden, wittebrood

Je schrijft een tussen-s bij volgende samenstellingen: 1 Als je ze hoort. eendagsvlieg, meisjesgek

2 Als het tweede deel met een sisklank begint, pas je de analogieregel toe. Dorpsstraat  dorpsplein spijsverteringsstelsel  spijsverteringskanaal 3 Soms heb je de keuze. Raadpleeg www. woordenlijst.org als je twijfelt. tijdverschil, tijdsverschil 4 Onthoudwoorden: alleszins, geenszins, anderszins, buitenshuis

LES 21 Aaneenschrijven van woorden

245


les

22

Gedichten lezen en beleven 1

Je verwoordt je gedachten en gevoelens bij gedichten

3 Je gaat na hoe teksten

2

een bepaalde emotie kunnen oproepen

Een gedicht begrijpen

N

1

IN

Je verbindt gedichten aan ervaringen uit het dagelijks leven

VA

1 Waarvoor staat het letterwoord ‘fomo’? Leg in je eigen woorden uit wat het betekent.

©

uk

2 Dat gevoel overvalt iedereen wel eens, maar sommigen zijn er vatbaarder voor dan anderen. Welke tip zou je hen geven?

st

of d

pr oe

fh o

3 Patrick McGinnis, een Amerikaanse schrijver en econoom bedacht naast ‘fomo’, het letterwoord ‘fobo’. Dat betekent fear of better options. Doe de quiz!

Heb jij last van fobo?

A H et kiezen van een film via een streamingdienst neemt bij jou meer tijd in beslag dan het kijken zelf. 1   Dat klopt volledig!

2   Ik weet meestal meteen wat ik wil kijken.

B Vind je het moeilijk om een keuze te maken wanneer je voor de chips staat in de supermark t en je moeder gezegd heef t dat je slechts één zak mag meebrengen? 1   Ja, ik kan nooit kiezen, meestal vraag 2   Nee, ik heb een favoriete smaak, dus ik het aan mijn broer of zus of neem ik de keuze is snel gemaakt. toch stiekem twee zakken mee.

246

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


C Op maandagavond vragen twee vrienden of je op vrijdag mee naar de film wilt met hen. Maar die ochtend op school hoorde je ook iets over een verjaardagsfeest op vrijdag. Je hebt geen idee of je uitgenodigd bent, maar je zou daar wel veel liever naartoe gaan . . . Wat doe je?

IN

1   Je vertelt je twee vrienden dat je nog 2   Je zegt meteen toe: anders heb je niet zeker bent of je kunt en dat je hen misschien helemaal geen plannen op tegen vrijdag iets zult laten weten. vrijdag. Hopelijk wordt in de loop van de week dan alles duidelijk.

N

D Scroll je soms uren door websites op het internet op zoek naar de perfecte sneakers? Om dan uiteindelijk met volle winkelmandjes en verlangslijstjes je laptop zuchtend weer dicht te slaan?

2   Nee, ik ga gewoon naar de winkel, daar heb je niet zo belachelijk veel keuze.

VA

1   Ja, heel herkenbaar!

uk

©

E Je beste vriend(in) vraagt je of je deze zomer mee op kamp wilt. Je kersverse lief gaat met zijn ouders op reis en je mag mee, en een groepje vrienden van school nodigt je uit om mee naar Pukkelpop te gaan. HELP - Dat klink t allemaal goed en je hebt slechts budget om één ding van dat alles te doen. Hoe reageer je? 2   Je wilt niemand aan het lijntje houden en beginnen uitkijken naar iets, dus je hakt de knoop door, vandaag nog!

of d

st

1   Je reageert enthousiast tegenover iedereen en schuift je beslissing vooruit. Je zult op het laatste moment beslissen, wanneer je alle mogelijke informatie hebt. 4-5 keer: Fobo zit in je bloed.   Je twijfelt de hele   dag door.

fh o

Hoeveel keer koos je voor het eerste antwoord?

2-3 keer: Af en toe heb je   last van keuzestress en heb je dus   wel eens fobo.

0-1 keer: Jij hebt absoluut geen last van fobo. Je weet perfect wat je wilt.

4 Lees nu dit gedicht van Geert De Kockere

pr oe

We kunnen zoveel zijn, zoveel zelfs dat we soms te weinig zijn. Omdat we niet kunnen kiezen wát we willen zijn. Het is de weinigheid door het teveel. En de vraag blijft steeds: moeten we van alles wat zijn of moeten we van iets alles zijn? Was ik uw dokter, dan zei ik: Maak u zoveel mogelijk zo weinig mogelijk zorgen. Geert De Kockere

LES 22 Gedichten lezen en beleven

a Dit gedicht gaat ook over fobo. Leg uit. b Herken je jezelf in het gedicht? Lig je soms wakker van die keuzes? Kun je een voorbeeld geven?

247


5 Denk je dat mensen vroeger minder last hadden van fobo? Waarom?

Een gedicht beleven

N

2

IN

1 Beluister het gedicht Dit is een brief aan vaders en moeders van Tjitske Jansen.

VA

Dit is een brief aan vaders en moeders.

Ik ben het kind. Hou me vast en kijk naar me. Til me op, zet me neer, laat me gaan. Het kan mij niet schelen hoe u uw geld verdient En of u succesvol bent. Geld daar kun je snoep van kopen, maar ik hoef geen dure koeken bij de chocolademelk. Alleen maar een dropje op mijn knie als ik gevallen ben. Alleen maar op schoot En als ik op schoot zit, moet u niet altijd tv kijken. En als u mij een verhaaltje vertelt, ga dan op de rand van mijn bed zitten. En zeg dat ik mijn ogen dicht mag doen. En vraag me hoe het was vandaag want dat begrijp ik best. En ik zal zeggen dat het fijn was vandaag. En blijf dan na dat verhaaltje nog even zitten. En kijk dan naar me.

©

2 Vat kort samen waarover het gedicht gaat.

uk

st

of d

fh o

Tjitske Jansen. Het moest maar eens gaan sneeuwen

3 Orden de volgende woordgroepen onder wat ‘belangrijk’ of ‘onbelangrijk’ is voor het kind. succesvolle ouders hebben

vastgehouden worden

dure dingen krijgen

de job van de ouders

verhaaltje vertellen op bed

pr oe

aandacht krijgen

248

tv kijken

belangrijk

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR

getroost worden onbelangrijk


4 Markeer enkele voorbeelden van ‘aandacht krijgen’ die de ik-figuur in het gedicht aanhaalt. 5 Wat voor soort ouders zou de ik-figuur in het gedicht kunnen hebben?

6 Als je nog ergens één regel mocht toevoegen aan het gedicht, welke zou dat dan zijn?

IN

N

onthouden

VA

Voor sommige gebeurtenissen en gevoelens vinden we moeilijk woorden. Op die momenten helpen gedichten. Ze kunnen ons troosten of drukken een gevoel uit dat we op een bepaald moment ervaren. Niet toevallig zijn geboortes, huwelijken en begrafenissen momenten waarbij poëzie vaak gebruikt wordt.

Als ik een man was

of d

zou ik wel weten hoe

st

Een gedicht bespreken

mij lief te hebben.

Ik zou mijn plotselinge

droefheden een bedding

fh o

geven, mijn natte haar naar achteren strijken,

mijn boodschappenlijstjes

zou ik aanbidden en proberen

te doorgronden.

Ik zou mijn lege flessen

pr oe

3

uk

©

In een gedicht probeert een auteur een sfeer over te brengen en een boodschap naar de lezer te brengen.

naar de glasbak dragen

en zeggen `onze’. Ik zou mij aaien en

met mijn oor op mijn buik willen horen tot waar

mijn hart harder bonsde.

Ik zou chocola voor mij kopen en die niet helemaal opeten

maar ook een stukje voor mij bewaren. Ik zou naar vroeger vragen en de naam van de hond van mijn eerste

LES 22 Gedichten lezen en beleven

249


man’s tweede vrouw zelfs onthouden.

Ik zou mij loslaten zodra ik los wou en ik zou

mij vertrouwen waar

ik ook heen wou. Ik zou mij afhalen als ik terugkwam

IN

en dan blij zijn. Ik zou zelf (als ik die man was) niet vaak weg zijn, maar trouw tot in de dood (na honderd jaar) en

N

van al mijn onderkinnen dan de ander vinden

en heerlijk hoe ik rook.

VA

de een nog mooier

Judith Herzberg. Hoe

©

1 Verschillende aspecten van een relatie komen aan bod. Kun jij de onderstaande woorden achter de verzen in het gedicht plaatsen?

uk

Kies uit: verrassing – taakverdeling – zachtheid (x3) – troost – interesse – vertrouwen (x2) – respect (x2) – vrijheid 2 Vat kort samen waarover het gedicht gaat.

st

of d

3 Markeer minimaal drie dingen in het gedicht die jij ook erg belangrijk vindt.

fh o

a Waar moet jij verder spontaan aan denken als je dat leest? b Wat vind jij erg belangrijk bij je partner?

4 Schept de ik-figuur een realistisch beeld volgens jou? Leg uit waarom je dat (niet) vindt.

pr oe

5 Vind je het een geslaagd gedicht? Waarom (niet)?

250

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


Een gedicht schrijven 1 Lees onderstaande tekst uit De Volkskrant. a Vat de inhoud in één zin samen.

IN

b Leg uit wat een associatie is.

VA

c Hoe zou een dichter met dit onderwerp aan de slag kunnen gaan?

N

uk

©

GEUR ALS SNELWEG NAAR ONZE EMOTIES draadjesvlees en je voelt je weer helemaal terug in het huis van je oma. Loop langs een pan met mosselen en je herinnert je die keer dat je ervan over je nek bent gegaan zo heftig, dat het bijna weer gebeurt. Geur is een directe snelweg naar ons verleden en naar onze emoties.

st

‘Wanneer hersengebieden die de geur herkennen tegelijk worden geactiveerd met hersengebieden die gedrag aansturen, ontstaat een associatie.’

of d

Die associaties zijn bijna onverbrekelijk. Zo slecht als het bewustzijn geuren weet te benoemen, zo sterk is de associatieve band. Ruik een krijtje en je bent terug naar school. Snuif de lucht van

fh o

De geur van tijd

Tijd heeft een geur ik heb hem zelf geroken toen mijn vader het liet zien het oude kerkje bij Wijns in Friesland.

pr oe

4

‘Moet je eens kijken,’ zei hij. ‘Je ruikt hier een paar eeuwen.’ Ik keek, stak mijn neus naar voren. En tussen de muur en de deur rook ik tijd stof en verheven woorden vreugde, oude kleren tranen en hout. Remko Ekkers. De geur van tijd

LES 22 Gedichten lezen en beleven

Bron: www.volkskrant.nl

2 Lees het gedicht De geur van tijd tweemaal hardop. a Wat bedoelt de dichter met ‘Je ruikt hier een paar eeuwen’? b Vergelijk dit gedicht met wat je bij 1c noteerde. Welke gelijkenissen of verschillen zie je?

woord de associatie: zie antwoord bij opdracht 6b over zijn nek gaan: overgeven

251


3 Hoe ruikt de tijd volgens jou? Denk aan je vroegste geurherinneringen en vul het schema aan met je eigen gedicht. Tijd heeft een geur ik heb hem zelf

IN

geroken toen

.

N

‘                    ‘, zei

.’

VA

‘Je ruikt hier

.

Ik keek, stak mijn neus naar voren. En tussen

©

rook ik tijd

en

uk

,

.

pr oe

fh o

of d

st

onthouden

Synesthesie Bij synesthesie vermengt de schrijver of de spreker indrukken van twee zintuigen. Het maanlicht ritselt in een plas. In die zin worden zicht (het maanlicht), en gehoor (het ritselen) vermengd om de weerspiegeling in een plas weer te geven.

Synesthesie komt ook geregeld voor in het ‘gewone’ taalgebruik. Warme kleuren zijn hip dit jaar. (= gevoel en zicht) Hij houdt van de frisse geur van gemaaid gras. (= gevoel en geur)

252

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


23

Het tijdschriftartikel 1

2

Je kunt het communicatieschema voor een tijdschriftartikel aanvullen

Je kunt de elementen van een tijdschriftartikel herkennen en zelf toepassen

3

Je staat stil bij de manier waarop je notities neemt

Je schematiseert informatie uit een kijkfragment

5

VA

N

De structuur van een tijdschriftartikel

Je werkt samen met medeleerlingen om zelf een blogartikel te schrijven

Wanneer je door een tijdschrift bladert, zul je snel ontdekken dat artikels erg kunnen verschillen in onderwerp, lengte, stijl en doelpubliek. Toch zijn er enkele elementen die je in bijna elk artikel herkent.

Titel

uk

©

1 Wat is het verschil tussen een titel en een normale zin? Schrap wat niet past in de volgende tekst. Controleer je antwoorden bij je leraar.

onthouden

of d

st

Een kop is de titel van een kranten- of tijdschriftartikel. Een titel heeft meerdere functies. Het geeft in de eerste plaats de essentie van de tekst weer en heeft dus het doel om te informeren / overtuigen / ontroeren / ontspannen. Bovendien moet een titel ook de aandacht trekken en de lezer overhalen om het artikel te lezen. Het heeft bijgevolg een informerende / overtuigende / ontroerende / ontspannende functie. Dat kan de auteur doen door bijvoorbeeld een pakkende quote weer te geven of een woordspeling te maken.

fh o

Een titel van een artikel is opgesteld in een specifieke stijl. Een titel is meestal langer dan / korter dan / even lang als een gewone zin. Het is dus opgebouwd in telegramstijl / een uitgebreide stijl en lijkt daarom vaak grammaticaal incorrect / correct. Structuurwoorden zoals lidwoorden en voorzetsels worden vaak behouden / weggelaten. Bovendien gebruikt de auteur meestal een passieve / actieve zin en kiest hij vaak voor de onvoltooid tegenwoordige tijd / verleden tijd.

2 Op de volgende pagina vind je de krantenkop en de inleiding van een artikel. Vind je de titel goed gekozen?

pr oe

1

4

IN

les

3 Welke alternatieve titels passen bij het artikel? Bedenk er minstens twee.

LES 23 Het tijdschriftartikel

253


Leren

terwijl je slaapt wakkert het geheugen aan

©

VA

N

IN

Wil je goed voorbereid aan je examen deelnemen, zorg dan voor een goede nachtrust. En vraag terloops ook even aan moeder -of vaderlief of ze de kern van de leerstof komen influisteren terwijl je (bijna) in dromenland zit. Want dat helpt volgens nieuw onderzoek de leerstof nog beter in het geheugen te verankeren. Volgens een studie die recent verscheen in het toonaangevende tijdschrift Current Biology, kun je toch beter in je bed kruipen, slapen, en ... misschien ook iemand de kern van de leerstof laten influisteren – dit is geen grap. Eerder onderzoek naar slaap toonde immers aan dat de eerste drie slaapstadia (ongeveer de eerste 90 minuten na het indommelen, ook wel de non-rem slaap genoemd) een cruciale rol spelen in het consolideren van wat we geleerd hebben gedurende de dag. In deze slaapstadia treedt een geleidelijke vertraging van de hersengolven op, vooraleer we in een droomstadium belanden.

uk

Bron: www.knack.be

4 Bekijk onderstaande titels.

st

a Markeer twee titels die volgens jou goed zijn.

of d

b Leg voor elke titel uit waarom.

In de geschiedenis zijn wel meer dingen wel dan niet gelukt

fh o

¡ De titel staat in telegramstijl. ¡ De titel bevat een woordspeling.

¡ De titel zegt iets over de inhoud van het artikel. ¡ De titel nodigt de lezer uit om het artikel te lezen.

AUTO RUIMT BAAN VOOR OPENBAAR VERVOER IN LATIJNS-AMERIKA

pr oe

¡ De titel staat in telegramstijl. ¡ De titel bevat een woordspeling.

¡ De titel zegt iets over de inhoud van het artikel. ¡ De titel nodigt de lezer uit om het artikel te lezen.

Hoe Wilders media bespeelt

¡ De titel staat in telegramstijl. ¡ De titel bevat een woordspeling.

¡ De titel zegt iets over de inhoud van het artikel. ¡ De titel nodigt de lezer uit om het artikel te lezen.

woord terloops: tussendoor, vluchtig toonaangevend: leidend, richtinggevend consolideren: vastzetten

254

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


De helft van de zwangere vrouwen heeft geen idee hoeveel invloed voeding op haar kind heeft ¡ De titel zegt iets over de inhoud van het artikel. ¡ De titel nodigt de lezer uit om het artikel te lezen.

NEDERLANDERS WORDEN STEEDS OUDER, VOORAL DOORDAT ZE NA HUN 65STE LANGER IN LEVEN BLIJVEN

¡ De titel zegt iets over de inhoud van het artikel. ¡ De titel nodigt de lezer uit om het artikel te lezen.

VA

N

¡ De titel staat in telegramstijl. ¡ De titel bevat een woordspeling.

IN

¡ De titel staat in telegramstijl. ¡ De titel bevat een woordspeling.

onthouden

Lead of inleiding

uk

©

De kop of titel van een artikel geeft het onderwerp van een tekst weer. Een kop is kernachtig (geen lidwoorden, geen bijvoeglijke naamwoorden) en is ook bedoeld om de aandacht van de lezers te trekken.

st

5 Herlees de lead van de tekst. Welke antwoorden op de vragen kun je al geven op basis van dat deel van de tekst? Schrijf de antwoorden op in enkele sleutelwoorden. sleutelwoorden

of d

vraag wie wat

fh o

waar

wanneer

pr oe

waarom hoe

onthouden

De lead is de samenvattende inleiding van een artikel. Die is vaak schuin- of vetgedrukt. In dat deel van de tekst beantwoordt de journalist enkele belangrijke topische vragen.

LES 23 Het tijdschriftartikel

255


onthouden Topische vragen Topische vragen zijn vragen die je kunt gebruiken voor, tijdens en na het lezen, luisteren en/of kijken. De vragen helpen je om meer informatie over het onderwerp van de tekst te krijgen. Ze worden ook de W-vragen genoemd: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.

IN

Door die vragen te beantwoorden, krijg je een duidelijk beeld van wat er over het onderwerp gezegd wordt.

N

Alinea’s

©

dat dezelfde geheugenrepresentaties opnieuw worden geactiveerd. Dit is ook gekend als doelgerichte geheugenheractivatie (targeted memory reactivation, TMR), en het zou een aantoonbaar gunstig effect hebben op ons geheugen de volgende dag. Het is echter nog steeds niet duidelijk hoe dit effect optreedt.

uk

Geheugenonderzoek toont ook aan dat net opgeslagen geheugenrepresentaties nog heel gevoelig en onstabiel zijn tijdens de non-remslaap. Hét uitgelezen moment dus om ze ook te versterken, win it or lose it. Een techniek die vaak toegepast wordt, en lijkt te werken, is het aanbieden van auditieve cues tijdens slaap zo-

VA

6 Neem volgende alinea door.

st

7 Een sterke alinea begint met een kernzin of een topiczin. Bekijk de eerste zin van de alinea grondig. Wat is kenmerkend voor een goede kernzin? ¡ De eerste zin van een alinea, waarin de hoofdgedachte van die alinea wordt weergegeven.

of d

¡ De kernzin van een alinea bevat de essentie van wat er in dat tekstdeel aan bod komt. Die kan vaak aan het begin of het einde van de alinea gevonden worden. ¡ Een introducerende zin van een alinea, waarin het onderwerp wordt weergegeven en waarop de rest van de alinea verder bouwt.

fh o

8 Wat is de functie van de rest van de alinea? Wat is het verband tussen de kernzin en de overige zinnen in de alinea?

pr oe

onthouden

Een goede tekst is opgedeeld in alinea’s. Een alinea begint op een nieuwe regel en is op die manier gemakkelijk herkenbaar. Een lezer ziet onmiddellijk uit hoeveel alinea’s een tekst bestaat. Een alinea bestaat uit een aantal zinnen die samen horen. In de kernzin staat de belangrijkste informatie. De kernzin is meestal de eerste of de laatste zin, de rest van de alinea bevat extra informatie, verduidelijkingen of voorbeelden.

256

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


Foto 9 Aan welke criteria moet een foto bij een artikel volgens jou voldoen? Duid aan.

emotie oproepen

grappig zijn

subtiel zijn

speels zijn

essentie weergeven

passen bij de inhoud

vragen oproepen

groot staan

IN

aandacht trekken

2

uk

©

VA

1

N

10 Welke andere foto’s passen bij het artikel? Bestudeer volgende afbeeldingen, beslis of ze bij het artikel zouden passen en leg uit waarom wel/niet.

st

4

pr oe

fh o

3

of d

LES 23 Het tijdschriftartikel

257


11 Bekijk volgende inleidingen van artikels. Beschrijf voor iedere inleiding een bijpassende foto.

‘In Gent

wordt straks een kind geboren met drie biologische ouders.

Zijn

wij daar klaar voor?’

IN

In een tijd waarin de Vlaming op droog zaad zit, is de missie voor vruchtbaarheidsonderzoekers duidelijk. Van vrouwen in de menopauze tot mannen zonder zaad in de zak: iederéén moet vruchtbaar worden. Maar is het recht op een kind wel absoluut? Zijn we ons voldoende bewust van de risico’s? En leggen we niet beter de nadruk op kinderloos geluk, in plaats van steeds verdergaande behandelingen te ontwikkelen? ‘Als we niet opletten, worden die technieken alleen iets voor de happy few.’

N

Bron: www.humo.be

VA

©

uk

VOOR DE GRIEKSE EILANDBEWONERS IS HET GENOEG: ‘WE WEIGEREN DE GEVANGENIS VAN EUROPA TE WORDEN’

of d

Bron: www.mo.be

st

De voorbije dagen kwam het tot gewelddadige confrontaties tussen de Griekse oproerpolitie en bewoners van de eilanden Chios en Lesbos. Die lijken vastbesloten de bouw van nieuwe, gesloten vluchtelingenkampen tegen te houden. Ondertussen dreigt de Turkse overheid de grenzen met Europa open te gooien, wat de spanningen alleen maar doet toenemen.

fh o

Boze stiefmoeder of blije plusmama? ‘Streef realistische verwachtingen na’

pr oe

Stiefmoeders hebben er een opvallende evolutie op zitten. Van symbool van het kwaad naar een vrouw die het midden houdt tussen een goede vriendin en een vervangmoeder. Maar nog altijd worden ze minder makkelijk in de armen gesloten dan stiefvaders. Een onderzoek. Bron: weekend.knack.be

woord de happy few: heel kleine groep mensen, uitverkorenen

258

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


2

Informatie uit een beeldfragment verwerken

IN

In het vorige deel maakte je kennis met de opbouw en structuur van een krantenartikel. Voor je zelf een nieuwsblog opzet met enkele medeleerlingen, sta je stil bij de vraag of de berichten die we dagelijks in kranten en op tv horen volledig en betrouwbaar zijn. In de volgende opdracht ga je dieper in op de rol van de journalist in het verzamelen van het nieuws en in het vertrouwen dat mensen hebben in dat nieuws. Je krijgt een beeldfragment te zien waarin journalisten geïnterviewd worden over hun rol.

N

1 Bekijk de reportage en neem notities.

VA

2 Beantwoord de vragen die je van je leraar krijgt. 3 Overleg met een medeleerling en evalueer het beeldfragment. a Wat vonden jullie van het spreektempo? b Hielp de videoanimatie om het systeem beter te begrijpen?

©

4 Overloop nu samen met twee medeleerlingen volgende vragen.

uk

a Vonden jullie de opdracht gemakkelijk, doenbaar of moeilijk? b Was je tevreden over je notities?

c Heb je veel zaken niet kunnen noteren? Hoe kwam dat?

of d

Achter het nieuws

fh o

Jij en je medeleerlingen zijn een groep van onderzoeksjournalisten die meer duiding willen geven bij het nieuws. Maak samen een online blog met achtergrondartikels bij de actualiteit.

Voorbereiden

1 Vul het communicatieschema voor jullie blog aan.

pr oe

3

st

d Wat zou je de volgende keer nog anders aanpakken?

zender

boodschap

ontvanger

doel

LES 23 Het tijdschriftartikel

kanaal

effect

259


2 Schets een beeld van de ideale lezer van het tijdschrift. Wees zo specifiek mogelijk. Bespreek geslacht, mogelijk beroep, leeftijd, rijk/arm, interesses … in minstens vijf lijnen.

IN

N

VA

Plannen

uk

©

3 Zoek per twee naar onderwerpen uit de actualiteit die jullie willen onderzoeken. Zoek daarvoor op nieuwswebsites en websites van tijdschriften. Selecteer minimaal drie geschikte onderwerpen. 4 Bespreek samen hoe je het onderwerp kunt onderzoeken. Daarbij zijn vooral de ‘waarom’- en ‘hoe’-vragen belangrijk. Welke onderzoeksvragen kun je stellen bij jullie gekozen onderwerpen? mogelijke onderzoeksvragen

pr oe

fh o

of d

st

onderwerp

5 Selecteer nu met welke onderzoeksvragen jullie verder aan de slag gaan. a Maak een top drie van de onderzoeksvragen. b Leg ze voor aan de rest van het journalistenteam. c Kom samen tot een besluit welk duo welke vraag voor zijn rekening neemt.

260

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


Onderzoeken 6 Beantwoord de vijf W’s en één H voor jouw onderzoeksvraag in sleutelwoorden. vraag

sleutelwoorden

IN

wie

N

wat

VA

waar

wanneer

©

waarom

uk

hoe

pr oe

fh o

of d

st

7 Ga met je onderzoeksvraag aan de slag. Maak een schematische voorstelling van het antwoord dat jij op die vraag wilt geven in jouw artikel.

LES 23 Het tijdschriftartikel

261


Schrijven 8 Begin bij de lead van je artikel. Baseer je op de sleutelwoorden die je voor de vijf W’s en één H hebt opgesteld. Verwerk ook je onderzoeksvraag in de inleiding. Je lead bestaat uit maximaal vijf zinnen. 9 Verwerk je schematisch antwoord in een doorlopende tekst. De tekst is tussen de vijftien en de twintig zinnen lang. •

Gebruik woordenlijst.org wanneer je twijfelt over de spelwijze van een woord. Raadpleeg schrijfassistent.be om je tekst te checken.

VA

N

IN

tip

©

Reflecteren

10 Herlees de tekst die je geschreven hebt en geef aan welke signaalwoorden (omdat, hoewel, dus) en structuuraanduiders (ten eerste, vervolgens, ten slotte) je gebruikte.

uk

11 Bedenk een gepaste titel bij jouw artikel en ga op zoek naar een foto.

12 Wissel je artikel uit met een ander duo. Beoordeel het artikel aan de hand van het evaluatiekader.

of d

st

13 Formuleer twee goede aspecten en twee concrete werkpunten voor het artikel van je medeleerlingen.

Herschrijven

fh o

14 Ga aan de slag met de feedback die je van je medeleerlingen hebt gekregen en pas aan waar nodig. 15 Voeg extra signaalwoorden en structuuraanduiders toe waar nodig.

pr oe

16 Plaats je artikel op je blog!

262

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


Evaluatiematrix GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

inhoud Je titel voldoet niet aan de voorwaarden van een goede titel EN de toegevoegde foto dekt niet / niet helemaal de volledige inhoud van het artikel.

Je bespreekt het onderwerp en de onderzoeksvraag in de inleiding.

Je tekst bevat geen inleiding of onderzoeksvraag.

structuur

Je tekst bevat enkele fouten in spelling en/of zinsbouw. De fouten leiden de aandacht van de boodschap af, maar het geheel blijft wel begrijpelijk.

Je tekst bevat veel en/of zware fouten in spelling en/ of zinsbouw. Die zorgen ervoor dat de tekst moeilijk te begrijpen is.

Let op voor:

Let op voor:

Je geeft een antwoord op de onderzoeksvraag, maar ik stel mij nog de volgende vraag:

Je behandelt de onderzoeksvraag amper in je artikel en ik stel mij nog de volgende vra(a)g(en):

fh o

of d

De spelling in je tekst is foutloos. Ook de zinsbouw en het gebruik van leestekens zijn correct.

Je gebruikt geen of amper verbindingswoorden en structuuraanduiders.

uk

Je gebruikt verbindingswoorden en structuuraanduiders, maar kiest meestal voor dezelfde woorden.

st

correctheid

Je artikel heeft (bijna) geen alineaverdeling.

©

Je artikel is onderverdeeld in Je artikel is onderverdeeld in duidelijke en logische alinea’s. alinea’s, maar de verdeling is niet helemaal duidelijk of logisch. Sommige alinea’s zijn te lang / te kort. Je brengt structuur in je artikel door verbindingswoorden en structuuraanduiders. Er zit voldoende variatie in je keuze.

N

VA

Je bespreekt het onderwerp en de onderzoeksvraag in de inleiding onvoldoende.

IN

Je titel trekt de aandacht en je Je titel voldoet niet aan de toegevoegde foto is gepast. voorwaarden van een goede titel. OF Je toegevoegde foto dekt niet / niet helemaal de volledige inhoud van het artikel.

volledigheid

pr oe

Je geeft een correct en volledig antwoord op de onderzoeksvraag.

Aanvullende commentaar:

LES 23 Het tijdschriftartikel

263


Tussenstop 4 1

Woordenschat

IN

1 Vul in elke zin het werkwoord aan. De eerste letter is telkens al gegeven. Volgende anagrammen kunnen je telkens helpen om het werkwoord te vormen: a Noodcel Reins Door een groot aantal zetels in het parlement, probeert elke politieke partij zijn macht te c            . b Erica Pinten

op wat de vijand gaat doen, zo kunnen

N

We moeten a we hem verslaan.

VA

c Scone Muren Om onze planeet te redden, moeten we met z’n allen heel wat minder vlees c            . d Pint

Hij is altijd te laat of n

e Kreken Verst

Dokters moeten volgens de eed van Hippocrates hulp v aan alle zieken.

©

op tijd, maar nooit te vroeg..

I

N

I

N

st

N

of d

I

uk

2 In de woorden die we zoeken zit telkens de lettercombinatie ‘in’. Vind je de woorden met behulp van de omschrijvingen? een artikel waarin de journalist de achtergrond van een nieuwswaardig feit belicht met inbegrip van, inbegrepen op de hoogte brengen

I

N

iets wat je na onderzoek te weten komt

I

N

inkijk

fh o

3 Vul de drie woordbruggen aan. De laatste letter van een woord en de beginletter van het volgende woord vallen samen.

pr oe

a • verbruiker, eindgebruiker • leidend • elektronische gegevens

b • hangen • over de ... gaan • serre

264

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


IN

c • ergens niet om ... • maak je borst maar ... • tussendoor

4 In de onderstaande tabel werden drie woorden in lettergrepen gesplitst, en door elkaar gehaspeld. Haal jij ze uit elkaar?

su

be

vin

ten

con

N

ding

tieel

ment

VA

po

©

5 Lees aandachtig volgende zinnen. Leid de betekenis van de onderstreepte woorden af door te zoeken naar een verglijkbaar woord (dat je wel kent) uit een andere taal of door de afzonderlijke woorddelen te onderzoeken.

uk

a Een Britse jongen heeft zich voor zijn schooldirectie moeten verantwoorden omdat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan racisme. De jongen had een imaginair pistool naar een klasgenootje gericht en gezegd: ‘We moeten het Duitse leger neerknallen.’

st

fh o

of d

b Een man uit Kortrijk die zijn ex-vriendin obsessief stalkte, kreeg een duidelijke boodschap van de rechter: stoppen of de cel in. De man stond al voor de tweede keer terecht voor jarenlange stalking van zijn ex.

pr oe

c Een filmregisseur wordt bijgestaan door regieassistenten. Het is namelijk heel belangrijk dat alle details in het oog worden gehouden. Het kan bijvoorbeeld niet dat iemand een smartwatch draagt in een film over het oude Rome.

d De stad Gent voorziet twee nieuwe oversteekplaatsen voor voetgangers ter hoogte van het stadspark. In één beweging worden ook de te hoge stoepboorden, die door fietsers als oncomfortabel worden ervaren, weggewerkt.

TUSSENSTOP 4

265


e De Plastic Soup Foundation vecht al jarenlang tegen het dumpen van microplastics in zeeën en oceanen.

IN

f Caesar versloeg de Galliërs en Franken en bracht zo de expansie van het grote Romeinse rijk op haar toppunt.

N

VA

onthouden

©

Om de betekenis van woorden te achterhalen kun je een aantal woordleerstrategieën gebruiken. Je kunt nagaan of het woord lijkt op een woord dat je kent uit een andere taal. Als je het woord in de vreemde taal begrijpt, zul je ook gemakkelijker de betekenis ervan kennen in het Nederlands.

pr oe

fh o

of d

st

uk

Bij het horen van educatief verlof, kun je denken aan het Franse éducation of het Engelse to educate. Hoewel je het woord detentie niet dagelijks zult gebruiken, ken je uit een film of songtekst zeker détention of detention.

Woorddelen kunnen je ook helpen. Denk na wat de afzonderlijke delen van een woord betekenen. Misschien ken je er een van. soepgroente: groente die in de soep verwerkt wordt groentesoep: soep gemaakt met verschillende groenten

266

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


6 Wat moet je doen bij de volgende instructies? Leg het onderstreepte woord in je eigen woorden uit. a Definieer het woord ‘habitat’.

IN

b Bewijs dat a2 + b2 = c2.

N

VA

c Situeer de Franse Revolutie.

©

d Illustreer waarom het beleid van Leopold II in Congo nefast was voor de Congolezen.

uk

st

e Verklaar je antwoord aan de hand van de theorie die je toepast op de tekst.

of d

f Vergelijk de hoge adel met de lage adel op overzichtelijke wijze.

fh o

pr oe

g Hoe interpreteer je deze grafiek?

h Wat kun je concluderen uit deze cijfers?

TUSSENSTOP 4

267


2

Taalbeschouwing

b Hoe zou jij dit probleem oplossen

c Wat een spannend verhaal

d Ga zitten

e Wie is er ingeschreven voor de infosessie

f Wees stil

g Er is geen evenement gepland deze week

h Er wordt hevig onweer voorspeld voor vanavond

N

VA

a De kat is bang van de dierenarts

IN

1 Vul onderstaande zinnen aan met een correct leesteken. Geef telkens aan welke soort zin het is.

i Pas op

©

j Welke vaccins krijgen kinderen op de leeftijd van acht weken

2 Luister naar volgend dictee. Schrijf de zinnen correct op. Let in het bijzonder op de spelling van de tussenletters.

uk

st

fh o

of d

pr oe

268

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


er na ipv voor oef 2 Ik heb onthoudkad ? n mooi uitkwam, ok gezet omdat het da

onthouden

Soorten zinnen

Elke zin eindigt met een leesteken. Meestal begint een zin met een hoofdletter. 1 Mededelende zin

N

De mededelende zin komt het meeste voor in onze taal. Die zin bevat altijd een onderwerp en een persoonsvorm. In dit zinstype is de persoonsvorm altijd het tweede zinsdeel.

IN

Een zin heeft een bedoeling: iets meedelen, iets vragen, iets bevelen of uitroepen. We spreken van een mededelende zin, een vragende zin (of vraagzin), een uitroepende zin (of uitroep) en een bevelende zin (of bevel).

VA

Hij heeft de wedstrijd gewonnen. Dat meisje speelt voetbal. Na een mededelende zin komt een punt. 2 Vragende zin

uk

©

Een vragende zin die je met ja of nee kunt beantwoorden begint altijd met de persoonsvorm. We noemen die omkering van onderwerp en persoonsvorm inversie. Andere vraagzinnen beginnen met een vraagwoord.

st

Heeft hij de wedstrijd gewonnen? Wie heeft de wedstrijd gewonnen? Speelt zij voetbal? Welke sport beoefent zij?

of d

Na een vraag komt een vraagteken. 3 Bevelende zin of imperatief

Met een bevelende zin geef je iemand een bevel, een opdracht, een instructie … Ruim je bureau op! Geef hem een pass!

fh o

Na een bevelende zin komt een uitroepteken.

4 Uitroepende zin

pr oe

Een uitroepende zin drukt een gevoel uit. Kon ik maar beter voetballen! (= wens) Jij moet toch altijd rommel maken! (= boosheid)

Na een uitroepende zin komt een uitroepteken.

5 Ontkennende en bevestigende zin Zinnen kunnen bevestigend of ontkennend zijn. Dit is lekkere spaghetti. (= bevestigend) Ik ontmoet iemand tijdens mijn ziekteverlof. (= bevestigend) Dit is geen lekkere spaghetti. (= ontkennend) Ik ontmoet niemand tijdens mijn ziekteverlof. (= ontkennend)

TUSSENSTOP 4

269


3 In deze oefening sta je stil bij het verschil tussen hun en hen. a Ik geef de aanwezigheidslijst aan        door. b Ik geef        met veel plezier een duur cadeau. c Hij schenkt        zonder te vragen nog een glas in.

IN

d Wij bekijken        niet meer sinds die gebeurtenis. e De tranen sprongen        in de ogen. f Hoe gaat het met       ?

N

g Hij is volgens        nog steeds dezelfde persoon als degene die ze tien jaar geleden ontmoet hebben. h Hij had iedereen gezien, behalve       .

Hun betekent:

©

1 aan/voor hen: Ik geef hun die toets niet terug. 2 van hen: Dat is hun werk.

VA

onthouden

Hen gebruik je:

4 Schrijf de getallen voluit. a 55 b 4 077

of d

st

uk

1 na een voorzetsel: met hen, door hen, over hen 2 als lijdend voorwerp: Ik zie hen niet meer.

c 318

d 133

fh o

e 500 000

g 88

h 8 650 458

pr oe

f 161 410

onthouden

Deze getallen schrijf je in één woord: • •

alle hoofdtelwoorden tot en met duizend eenentwintig, zevenenveertig, achtennegentig, tweehonderdvijftig

veelvouden van honderd en duizend driehonderd, zestienhonderd, vijfenzestighonderd; zevenduizend, vierennegentigduizend, vijfhonderdduizend

Een veelvoud van een miljoen of miljard schrijf je los. acht miljoen, vijftien miljard

270

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


5 Vul als of dan in. Soms moet je de zin verder ook aanvullen met een van de vormen die gegeven worden. a Deze zomer was veel heter        vorige zomer. b Ariana is net zo oud        Otis. c De vraag naar tickets was groter        het aantal plaatsen.

IN

d Mijn tuin is niet zo kleurrijk        die van jij/jou. e Ik neem een andere bus naar school        hij/hem. f Jani’s programma is net zo populair        dat van Tom.

N

g Weet jij meer        ik/mij? h Hij heeft net zoveel praatjes        jij/jou.

VA

i Een appel is zoeter        een citroen, maar even zoet        een peer.

j Kasem haalde meer        80% en scoorde daarmee even hoog        jij/jou. 6 Schrijf je volgende woorden aan elkaar of los? Kies telkens de juiste vorm. a VRTprogramma

VRT-programma

b hogeschoolopleiding

hoge schoolopleiding

hogeschool opleiding

c Oostvlaams

Oost-Vlaams

Oost Vlaams

d nek-aan-nek race

nekaannek-race

nek-aan-nekrace

e paarswitte overwinning

paars-witte overwinning

paars witte overwinning

h 30+fuif

©

uk

lange afstandsloper

langeafstands loper

e-mail

e mail

of d

g email

st

f langeafstandsloper

VRT programma

30+ fuif

i ergrodewijn

erg-rode-wijn

erg rode wijn

j oudemannenhuis

oude-mannenhuis

oude mannen huis

fh o

30+-fuif

onthouden

pr oe

Samengestelde woorden schrijf je zo veel mogelijk aan elkaar. Dat is niet altijd logisch. Als je twijfelt, kun je altijd kijken op www.woordenlijst.org. In les 21 zag je dat het altijd belangrijk is om na te denken over de betekenis van het woord. Een lange afstandsloper is iets anders dan een langeafstandsloper.

TUSSENSTOP 4

lange afstandsloper

langeafstandsloper

271


onthouden Bij vergelijkingen maken we soms taalfouten. Volgende regel helpt je: • Bij een gelijkenis gebruiken we    .

Om te weten of je hij, hem, ik of mij moet gebruiken verleng je de zin in je hoofd.

N

Zij is net zo sterk als hij (is). Zij is sterker dan ik (ben).

VA

7 Vul in de volgende tekst de juiste pv’s in de ott in.

Hoewel de kans dat zo’n fout           (optreden) weer niet zo klein is: gemiddeld

uk

klavertjevier? En           (brengen)

©

KLAVERTJEVIER Hoe           (vinden) ik een

IN

• Bij de vergrotende trap gebruiken we    .

1 op 1 000 is een klavertjevier. En klaver

er wellicht niet bij stil, maar de klaver die ze

(verspreiden) zich over de

opslokken, heet Trifolium repens en door die

grond, dus de kans dat je op één plek meer dan

naam           (vermoeden) je al dat

één klavertjevier           (vinden),

die drie blaadjes           (hebben).

is vrij groot. De natuur

Een klavertjevier is de uitzondering die de regel

(kunnen) zich bij momenten trouwens serieus

(bevestigen). Zo’n vierdelig

vergissen: in sommige onderzoeken

klaverblad is het gevolg van een genetisch foutje

(worden) er zelfs melding

van de natuur, zeg maar.

gedaan van een klavertjeveertien.

pr oe

fh o

of d

st

het echt geluk? De Latijnonkundige koeien staan

(brengen) een klavertjevier ook echt geluk? Zeer zeker. Wat moet je doen om het te vinden? Urenlang lig je in een zonnige wei op je buik naar een klavertjevier te zoeken, net zoals in je kindertijd. Wedden dat op het moment dat je er eentje           (vinden), je je gelukkig           (voelen)? Bron: Stedelijke Basisschool De Droomballon

272

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


Lezen: een schema maken (uitbreiding) Voor het lezen

IN

1 Je gaat aan de slag met een artikel uit het Vlaamse tijdschrift Knack. a Wat weet je al over het tijdschrift waaruit jouw artikel komt?

N

VA

b Vul aan met informatie die je online vindt over het tijdschrift. Baseer je op minstens twee verschillende bronnen.

©

uk

st

fh o

of d

c Schets een beeld van de ideale lezer van het tijdschrift. Wees zo specifiek mogelijk. Bespreek geslacht, mogelijk beroep, leeftijd, rijk/arm, interesses …

2 Scan de tekst op p. XX tot XX: neem de tekst algemeen door, zonder alle details te lezen. a Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

pr oe

3

b Formuleer twee elementen die volgens jouw verwachtingen in de tekst uitgebreid besproken zullen worden.

TUSSENSTOP 4

273


3 Vul het communicatieschema voor jouw tekst aan. stijl

ABC

ABC

boodschap

zender

ontvanger

N

kanaal

4 Er zijn verschillende soorten tijdschriftartikels.

uk

a Verbind het soort artikel met de correcte definitie.

©

effect

VA

doel

IN

ABC

a een ooggetuigenverslag van een journalist over een bepaald onderwerp

1 nieuwsartikel 2 column

b een bespreking en beoordeling van een culturele uiting, bv. een boek, muziekstuk, computerspel, theatervoorstelling …

3 achtergrondartikel

st

4 recensie

c Een artikel waarin een auteur zijn of haar mening uitdrukt over het onderwerp, vaak in een zakelijke stijl.

5 opiniestuk 6 reportage

fh o

of d

d Een vaak vaste, persoonlijke bijdrage van een auteur aan een krant of tijdschrift, waarin de auteur zijn of haar mening uitdrukt over een onderwerp. Het bevat veel persoonlijke elementen.

f

2

pr oe

1

e Een artikel waarin de journalist de achtergrond van een nieuwswaardig feit belicht. Er wordt vooral gefocust op het ‘waarom’ en het ‘hoe’ van het nieuwsfeit. Een artikel waarin een nieuwswaardig feit of recente gebeurtenis wordt belicht. 3

4

b Tot welke categorie/categorieën behoort het artikel? Waarom?

274

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP

5

6


Tijdens het lezen 5 Lees de tekst individueel. Duid ondertussen moeilijke woordenschat in de tekst aan. a Overloop de woordenschat met een medeleerling en kies samen minstens vijf woorden.

definitie

VA

©

N

woord

IN

b Maak een woordenschatlijst waarin je de woorden uitlegt. Werk met synoniemen, definities …

6 Maak een schema waarin je alle hoofdpunten van de tekst opneemt.

uk

a Beslis samen welk soort schema jullie willen opstellen: mind map, T-schema, lineair schema …

pr oe

fh o

of d

st

b Maak een goed onderscheid tussen hoofdinformatie en details.

TUSSENSTOP 4

275


Leren

terwijl je slaapt wakkert het geheugen aan

VA

N

IN

Wil je goed voorbereid aan je examen deelnemen, zorg dan voor een goede nachtrust. En vraag terloops ook even aan moeder- of vaderlief of ze de kern van de leerstof komen influisteren terwijl je (bijna) in dromenland zit. Want dat helpt volgens nieuw onderzoek de leerstof nog beter in het geheugen te verankeren. na het indommelen, ook wel de non-remslaap genoemd) een cruciale rol spelen in het consolideren van wat we geleerd hebben gedurende de dag. In deze slaapstadia treedt een geleidelijke vertraging van de hersengolven op, vooraleer we in een droomstadium belanden. Slaap is met andere woorden erg belangrijk om datgene wat je ingestudeerd hebt op te slaan in het langetermijngeheugen. Voldoende slaap voor een examen brengt je dus al één (grote) stap dichter bij een onderscheiding.

©

uk

Dit artikel is een product van de wetenschapsblog Mensenkennis.be, een initiatief van de Gentse Alumni Psychologie.

Geheugenonderzoek toont ook aan dat net opgeslagen geheugenrepresentaties nog heel gevoelig en onstabiel zijn tijdens de non-remslaap. Hét uitgelezen moment dus om ze ook te versterken, win it or lose it. Een techniek die vaak toegepast wordt, en lijkt te werken, is het aanbieden van auditieve cues tijdens slaap zodat dezelfde geheugenrepresentaties opnieuw worden geactiveerd. Dit is ook gekend als doelgerichte geheugenheractivatie (targeted memory reactivation, TMR), en het zou een aantoonbaar gunstig effect hebben op ons geheugen de volgende dag. Het is echter nog steeds niet duidelijk hoe dit effect optreedt.

st

Je kent het wellicht wel, een nachtje doorstuderen voor je examen. Nog één dag te gaan en het is D-day. Het laatste hoofdstuk ken je nog niet helemaal vanbuiten – het zou maar eens net over dat ene hoofdstuk gaan. Het is nu 22:35. Slik. Paniek. Koffie. The show must go on.

fh o

of d

Maar is het eigenlijk wel een goed idee om je slaap te laten voor een extra herhaling van de leerstof? Volgens een studie die recent verscheen in het toonaangevende tijdschrift Current Biology, kan je toch beter in je bed kruipen, slapen en ... misschien ook nog vragen aan moeder- of vaderlief of ze de kern van de leerstof komen influisteren terwijl je (bijna) in dromenland zit – dit is geen grap. Slaap jezelf naar een onderscheiding

pr oe

Eerder onderzoek naar slaap toonde aan dat de eerste drie slaapstadia (ongeveer de eerste 90 minuten

276

De onderzoekers in de huidige studie wilden aantonen dat TMR, of dergelijke geheugen heractivatie, de hersengolven tijdens de nonremslaap versnelt en daardoor de gevormde geheugenassociaties versterkt met als gevolg een betere consolidatie voor later gebruik. Om dit aan te tonen, ontwikkelden de onderzoekers een cognitieve taak waarbij proefpersonen nieuwe associaties tussen adjectieven en prenten van objecten of scènes (bv. levendig – appel, grappig – woestijn …) vanbuiten moesten leren. Deze woorden werden op voorhand onnatuurlijk aan elkaar gekoppeld (de kans is

woord terloops: tussendoor, vluchtig D-day: de dag waarop tijdens de Tweede Wereldoorlog de geallieerde soldaten aankwamen op de stranden in Normandië. Figuurlijk betekent dit: een heel belangrijke dag. toonaangevend: leidend, richtinggevend consolideren: vastzetten de geheugenrepresentatie: opgeslagen element in het geheugen de cue: teken, aanwijzing de consolidatie: het vastzetten cognitief: wat te maken heeft met leren of de werking van ons brein het adjectief: bijvoeglijk naamwoord

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


IN

N

Kortom, deze toonaangevende studie toont aan dat de non-remslaap een sleutelrol speelt in geheugenconsolidatie en dat de TMR-techniek hiervan gebruik maakt om het geheugen nog verder te versterken. Meer bepaald leidt slaap en het aanbieden van auditieve cues tijdens slaap tot betere scores op het geheugen de volgende dag. Dit kan worden verklaard door versnelde hersengolfactivatie, dat plaatsvindt tijdens de eerste slaapstadia (de non-remslaap). Dit suggereert dus dat slaap verbindingen in het brein triggert voor verdere vorming of consolidatie. Met andere woorden, mocht je niet aan een extra herhaling van je cursus toekomen, panikeer dan niet, zelfs zonder moeder- of vaderlief staat er je nog een lange nacht voor de boeg ... eentje met slaap weliswaar.

of d

st

uk

Een eerste test volgde vijf minuten na het instuderen. Tijdens deze eerste ondervraging, moesten proefpersonen aangeven of een adjectief eerder gezien was of niet en beschrijven met welk soort prent (object of scène) het geassocieerd was. Daaropvolgend mochten proefpersonen ofwel gaan slapen ofwel een online computerspel spelen. De hersengolven en andere fysiologische parameters van de slaapgroep werden gemonitord aan de hand van een elektro-encefalogram. Net wanneer de proefpersonen uit de slaapgroep in de non-remslaap belandden, ratelde een externe spreker in dezelfde kamer dezelfde adjectieven opnieuw af. De helft van deze adjectieven waren de adjectieven die door de proefpersoon correct konden worden geassocieerd, zoals initieel getoetst, de andere helft waren nieuwe adjectieven. Hetzelfde gebeurde bij de wakkere groep. Na 90 minuten slaap of wakker blijven, kregen alle proefpersonen een nieuwe geheugentest gelijkaardig aan de eerste. Deze test werd een laatste keer uitgevoerd de volgende dag nadat alle proefpersonen een nacht hadden geslapen.

TMR had geen zichtbaar gunstig effect op de geheugenprestaties van de wakkere groep. Met andere woorden, de wakkere groep presteerde niet beter voor de adjectieven die ingefluisterd werden dan voor de andere (niet-ingefluisterde) adjectieven. Op basis van de hersengolfactiviteit tijdens de non-remslaap konden de onderzoekers bovendien afleiden met welke categorie (object of scène) de cue was geassocieerd en hiermee de verhoogde scores van de proefpersonen voorspellen op de toets die de volgende dag(en) afgenomen werd.

VA

‘Een techniek die vaak toegepast wordt, en lijkt te werken, is het aanbieden van auditieve cues tijdens slaap.’

Geheugen extra versterken

©

klein dat jij een woestijn spontaan als ‘grappig’ zal beschrijven).

fh o

Eerst en vooral vonden de onderzoekers dat slaap een gunstig effect had op de geheugenprestaties: de groep die sliep na het instuderen, scoorde significant hoger op de geheugentest dan de groep die een online computerspel had gespeeld. Dit gunstig effect was zelfs nog steeds zichtbaar op de test die een dag later plaatsvond. Dit geeft aan dat slaap een niet te onderschatten effect heeft op ons lange termijngeheugen, een effect dat zelfs aanhoudt tot twee dagen na het instuderen.

pr oe

Ook de TMR-techniek tijdens de non-remslaap had een gunstig effect bovenop het effect van slaap: De slaapgroep presteerde nog beter voor de adjectieven die ingefluisterd werden tijdens de slaap dan voor de adjectieven die niet ingefluisterd werden. Ook in het elektro-encefalogram stelde de onderzoekers een modulatie van de hersengolfactivatie vast ten gevolge van TMR.

Eleonore Smalle is post-doctoraatsonderzoekster in de cognitieve psychologie. Ze is verbonden aan het Instituut voor Psychologisch Wetenschappelijk Onderzoek (IPSY) en het Instituut voor Neurowetenschap (IoNS) van de Université catholique de Louvain (Louvain-laNeuve), en aan de vakgroep Experimentele Psychologie van de Universiteit Gent. Daar bestudeert ze geheugenmechanismen aan de basis van taalverwerving. Aan de Universiteit van Oxford en de Universiteit van Nottingham doet ze tevens onderzoek naar invloeden van de motorische cortex op spraakperceptie, door middel van Transcraniale Magnetische Stimulatie en electro-encefalografie van het brein. Bron: www.knack.be

woord

fysiologisch: wat te maken heeft met processen in het lichaam het elektro-encefalogram: instrument dat aan de hand van elektrische signalen de werking van de hersenen in kaart brengt initieel: in het begin, aanvankelijk significant: betekenisvol, iets wat niet voortkomt uit toeval

TUSSENSTOP 4

277


Verwerken Je leraar vertelt je nu wat je met het schema moet doen.

Terugblikken

IN

7 Kijk terug naar de verwachtingen die je formuleerde over de tekst. Welke voorspellingen deed je correct?

N

VA

8 Beoordeel het schema over de tekst.

a Welke aspecten van het schema zaten goed? Vermeld er minstens twee.

©

uk

st

b Wat kan verbeterd worden aan het schema? Vermeld opnieuw minstens twee aspecten.

pr oe

fh o

of d

278

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


Woordenlijst betekenis

anticiperen

Als je een debat voorbereidt, dan doe je er goed aan om te anticiperen op de argumenten die je tegenstanders aan bod zullen laten komen.

vooruitlopen op bepaalde zaken, rekening houden met wat er in de toekomst kan gebeuren

de happy few

De jury koos tien mensen uit meer dan 5.000 kandidaten, ze waren de happy few die mochten deelnemen aan het televisieprogramma.

kleine groep mensen, uitverkorenen

de associatie

Hoewel ze dezelfde familienaam hebben, had ik verbinding van verschillende nooit de associatie gelegd tussen de twee broers. gedachten of gevoelens

befaamd

De befaamde componist maakt een speciaal nummer voor Tomorrowland.

beroemd

bevestigen

Het secretariaat van de dokter stuurde mij een sms om mijn afspraak te bevestigen.

(opnieuw) ja zeggen, instemmen

de bevinding

Wat zijn jouw bevindingen in dit onderzoekje voor chemie?

consolideren

Nadia schopte het tot assistent-manager, nu wil ze haar macht consolideren als bedrijfsleidster.

vastzetten

de consument

Een verhoging van de belasting op producten wordt meestal doorgerekend aan de consument.

klant, gebruiker

de data

Internetgiganten als Google en Facebook nemen het niet zo nauw met onze persoonlijke data.

gegevens

N

IN

voorbeeldzin

vaststelling, iets wat je (na onderzoek) te weten komt

fh o

of d

st

uk

©

VA

woord

ergens niet om m

pr oe

4

alen

kas

netwerk

draperen

Ze drapeerde elegant de sjaal over haar schouders.

een stuk stof over iets (laten) hangen

een beroep doen op

Wanneer je voor de rechtbank moet verschijnen, kun je een beroep doen op een advocaat.

gebruiken, de hulp inroepen van (uitdrukking)

ergens niet om malen

Magali maalt niet om cijfers en stevent recht op een tekort af.

ergens niet om geven, iets niet erg vinden (uitdrukking)

niet van gediend zijn

Ik ben niet gediend van jouw flauwe grapjes, Trees!

niet willen (uitdrukking)

TUSSENSTOP 4

279


Gretig nam hij alle indrukken van zijn wereldreis in zich op.

enthousiast, met plezier

inclusief

Wij hebben een inclusieve school, waar iedereen welkom is.

met inbegrip van, meegerekend

de kas

We pikken geregeld een tomaatje uit de kas bij mijn grootouders.

broeikas, serre

het netwerk

Het account van Djamel geeft weer dat hij een erg uitgebreid netwerk heeft.

sociaal web

nipt

Annemarie ontsnapte nipt aan de dood tijdens haar motorongeval.

maar net, op het nippertje, zonder veel overschot

over zijn nek gaan

Wanneer ik iemand zie overgeven, ga ik vaak zelf bijna over mijn nek.

overgeven

het potentieel

Jij ziet misschien een bouwvallig pand, maar ik zie vooral veel potentieel om hier een knappe woning van te maken!

mogelijkheid, met de kans dat je … krijgt

st

uk

©

VA

N

IN

gretig

of d

niet van gediend zijn

Het Amerikaanse gerecht heeft recht op inzage van de belastingaangifte van de president.

fh o

het recht op inzage

over zijn nek gaan

terloops

Terwijl jij bij de directie langsgaat, spring ik terloops even binnen bij het secretariaat.

tussendoor, vluchtig

leidend, richtinggevend

toonaangevend

De wereldberoemde en toonaangevende nachtclub gaat dicht wegens druggebruik en fraude.

verstrekken

In het station zijn er een aantal infopunten die informatie verstrekken aan verdwaalde reizigers.

geven, delen

weigeren

Ik vroeg of hij dat wilde doen, maar hij weigerde mij te helpen.

iets niet willen

zijn borst natmaken

De tegenstander zal zijn borst nat moeten maken.

zich voorbereiden op veel tegenstand (uitdrukking)

pr oe 280

een organisatie moet jou binnen een bepaalde termijn kunnen informeren over de gegevens die ze van jou hebben

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


les

Tekststructuur en 24 signaalwoorden 1

Je krijgt inzicht in de structuur van teksten

3

Je weet hoe teksten opgebouwd zijn

2

4

VA

N

Raadselachtige verbanden

Overal lezen, horen en schrijven mensen teksten. Heel wat van die teksten worden opgebouwd volgens een bepaalde structuur. Als je die structuren (her)kent, kun je sneller een tekst doorgronden of zelf maken.

©

1 Op de volgende pagina spreken enkele bekende gezichten in raadsels. Stel samen met een medeleerling een lijst van vier vragen op. Probeer zo veel mogelijk te variëren door elke vraag met een ander vraagwoord te starten.

st

uk

1

fh o

3

of d

2

pr oe

1

Je brengt structuur in teksten door signaalwoorden

IN

Je kent de verschillende tekststructuren

4

5

LES 24 Tekststructuur en signaalwoorden

281


Moh, dat is toch een probleem!

Vandaag neemt men nieuwe maatregelen. 2

VA

N

IN

1

©

4

of d

st

© BELGIAN_FREELANCE

uk

3

fh o

En dat hebben we onderzocht.

pr oe

5

282

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE

© Pieter-Jan Vanstockstraeten/Photo News

Zou ik het kopen? Ik twijfel.

Zo maken we dit stapsgewijs klaar.


onthouden Om communicatie eenvoudiger te maken gebruiken heel wat zenders vaste structuren. Ze bouwen hun teksten op volgens een vaste structuur die een aantal vragen en een bepaalde volgorde bevat.

IN

Afhankelijk van het tekstdoel kiest de zender een andere tekststructuur. Je vindt hieronder de meest voorkomende tekststructuren. We noteren de vaste structuren aan de hand van een aantal vragen waarop in de tekst een antwoord wordt gegeven. Probleemstructuur

N

Wat is het probleem? Wat zijn de deelproblemen? Waarom is het een probleem? Wat zijn de oorzaken van het probleem? Welke oplossingen zijn er?

Maatregelstructuur

©

Wat is de maatregel? Waarom is de maatregel nodig/ingevoerd? Hoe wordt de maatregel uitgevoerd? Wat zijn de (verwachte) effecten van de maatregel?

uk

• • • •

VA

• • • • •

Evaluatiestructuur

of d

st

• Wat wordt er geëvalueerd? • Wat zijn de voor- en nadelen? • Welke gelijkenissen en verschillen zijn er met andere(n)? • Wat pleit voor en wat pleit tegen? • Wat is de conclusie? Onderzoekstructuur

Wat wordt er onderzocht? Hoe verloopt het onderzoek? Welke methode wordt gebruikt? Door wie gebeurt het onderzoek? Wat zijn de resultaten van het onderzoek? Wat zijn de conclusies uit het onderzoek?

fh o

• • • • • •

Handelingsstructuur

pr oe

• Wat is het doel van de handeling? • Wat heb je nodig (voorwaarden, ingrediënten)? • Wat doe je eerst? • Wat volgt er dan? • Waar moet je tijdens het uitvoeren rekening mee houden? • Wat is de uitkomst?

LES 24 Tekststructuur en signaalwoorden

stap 1 stap 2 stap 3

283


2 Geef voor volgende titels telkens wat je verwacht over de tekststructuur, het onderwerp en de hoofdgedachte.

100 KM/U OP NEDERLANDSE SNELWEGE N

b

oudere generaties? Zijn jongeren sterker dan

of d

st

uk

©

VA

N

IN

a

tekststructuur

hoofdgedachte

fh o

a

onderwerp

pr oe

b

3 Noteer bij elke afbeelding op p. XXX een vraag om meer informatie te weten te komen.

284

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


4 Bekijk de reportage uit Het Journaal en beantwoord de deelvragen van deze structuur.

100 KM/U OP NEDERLANDSE SNELWEGEN

VA

N

IN

VIDEO

deelvraag

antwoord

uk

©

Wat is de maatregel?

of d

st

Waarom is de maatregel nodig?

pr oe

fh o

Hoe wordt de maatregel uitgevoerd?

Door wie?

Wat zijn de verwachtingen? En de gevolgen?

LES 24 Tekststructuur en signaalwoorden

285


5 Bekijk de reportage uit Ook getest op mensen en geef de hoofdpunten weer in dit overzicht. oudere generaties? Zijn jongeren sterker dan

VA

N

IN

VIDEO

deelvraag

antwoord

uk

of d

st

Hoe wordt het onderzocht?

©

Wat wordt er onderzocht?

pr oe

fh o

Wat zijn de resultaten?

Wat is de conclusie?

286

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


onDERWEG

N

Puzzelen met signaalwoorden

VA

In het volgende fragment uit We zullen doorgaan legt Eric Dilles uit hoe een puzzel wordt gemaakt. 1 Luister goed naar zijn uitleg en som hieronder de verschillende stappen op.

©

De volgende stap is dat het drukwerk naar de fabriek gaat. Dan worden die vellen van de puzzel gekleefd op blauw karton, de dozenvellen op ander karton. En dan worden die gestanst (in stukken verdeeld).

uk

Je moet eerst een foto of een schilderij selecteren waarvan je de rechten hebt. Dan ga je een ontwerp maken voor een puzzel en een doos en gaan we drukken. En zo wordt een puzzel gemaakt.

De volgende stap is dan dat die gebroken worden in een trommel. Dan komen die in een zakje terecht.

st

De tweede stap is: we gaan puzzelvellen drukken en dan gaan we doosvellen drukken.

of d

In de volgende stap worden de dozen gemaakt en stoppen de mensen aan de lopende band de zak in de doos. 2 Eric Dilles laat de zinnen in zijn boodschap logisch op elkaar volgen. a Markeer de woorden die een duidelijke structuur in zijn boodschap brengen.

fh o

b Welke relatie drukken die woorden uit?

pr oe

2

IN

De tekststructuren helpen je niet alleen om beter teksten te schrijven, ze geven je ook een kapstok om te voorspellen wat er aan bod kan komen in een lees- of luisterfragment. Bij het studeren zijn ze een handige tool om teksten te schematiseren. In deze oefeningen zag je dat de deelvragen als skelet bij je schema, mindmap of voorstelling kunnen dienen.

LES 24 Tekststructuur en signaalwoorden

287


onthouden Signaalwoorden drukken verbanden uit tussen verschillende zinnen in een tekst of tussen verschillende alinea’s. Ze brengen structuur aan en helpen de lezer om de boodschap te volgen.

IN

De signaalwoorden ten eerste, ten tweede, daarna en ten slotte geven bijvoorbeeld de verschillende onderdelen van een opsomming duidelijk aan.

N

Met maar, toch en hoewel kun je een tegenstelling aanduiden; en kortom of met andere woorden maken duidelijk dat je een samenvatting geeft van iets wat je in de tekst uitwerkte.

VA

3 Welk verband drukken de volgende signaalwoorden uit? Verbind de woorden uit de eerste kolom telkens met de relatie die ze aangeven. 1 nadat, daarna, eerst, later

a vergelijking

2 omdat, daardoor, doordat

b samenvatting c toegeving

d oorzaak en gevolg

5 maar, echter, anderzijds, hoewel

©

3 zo ook, als 4 bijvoorbeeld, ter illustratie

e toelichting

6 als, in het geval dat, wanneer

f

g voorwaarde

uk

7 kortom, met andere woorden, al met al

opsomming

h tegenstelling

2

3

4

5

6

7

st

1

of d

4 Lees de volgende zinnen en vul een passend signaalwoord in. a Verschillende mensen reageerden kwaad toen het festival afgelast werd.                de veiligheid van de aanwezigen niet kon worden gegarandeerd, kon de organisatie niet anders dan de deuren te sluiten.

fh o

b In België kunnen de meeste mensen hun ziekenhuisfactuur betalen wanneer ze geopereerd moeten worden. In Amerika hebben                heel weinig mensen een ziekteverzekering en komen ze vaak in de problemen wanneer ze ziek worden.

pr oe

c Mourat en Thomas werden niet door de coach opgesteld voor de match van zaterdag.                ze meer trainen en de bal meer aan hun teamgenoten geven, is hij bereid hen wel een plaats te geven.

d De man reed 80 km/u in een zone 30.                had hij te veel gedronken en was zijn auto gestolen.

e Kato had besloten om gezond te leven.                is ze alweer aan het snoepen en vergat ze te ontbijten.

f Het restaurant is gesloten wegens ziekte.                zal ik dan maar zelf koken. 5 Online bij 'Oefenen' vind je aanvullende oefeningen op signaalwoorden en de relatie die ze uitdrukken.

288

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


25

Beeldspraak 1

Je onderscheidt objectieve en subjectieve foto’s en teksten

2

3

Je kent het onderscheid tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik en je kunt voorbeelden benoemen

5

Je staat kritisch tegenover beelden die je in het dagelijks leven tegenkomt

Je denkt na over de betekenis en het effect van beelden IN reclame en in poëzie

VA

N

Beelden vind je overal

Je komt elke dag in contact met honderden foto’s. Posters in de klas, kaartjes tussen je schoolagenda, foto’s in de krant en affiches onderweg naar huis brengen je allemaal beelden. In dit deel gaan we na waarom foto’s voor ons zo belangrijk zijn.

©

Sommige foto’s hebben een belangrijke functie en proberen ons iets bij te leren of willen iets verduidelijken. Andere foto’s dienen dan weer ter illustratie en proberen bijvoorbeeld een krantenartikel aantrekkelijker te maken.

st

1 Bekijk aandachtig de volgende foto’s.

uk

Foto’s kunnen ook een vorm van kunst zijn, net zoals schilderijen, beeldhouwwerken, muziek en literatuur. Als een kunstenaar een foto neemt en bewerkt, dan doet hij meer dan alleen maar de wereld weergeven. Hij wil een boodschap overbrengen of een gevoel uitdrukken.

a Gaat het om een foto uit de krant, om een kunstfoto of nog iets anders? Vul dit aan in de eerste kolom van de tabel op de volgende pagina.

of d

b Wat is het doel van de foto: de werkelijkheid weergeven of persoonlijke gevoelens overbrengen? Leg dit uit in de tweede kolom. 1

2

3

4

5

6

fh o

pr oe

1

4

Je kent de belangrijkste vormen van beeldspraak en figuurlijk taalgebruik: metafoor En vergelijking

IN

les

LES 25 Beeldspraak

289


soort foto

doel van de foto

objectief/subjectief ¡ objectief ¡ subjectief

2

¡ objectief ¡ subjectief

3

¡ objectief ¡ subjectief

4

¡ objectief ¡ subjectief

5

¡ objectief ¡ subjectief

N

IN

1

6

VA

¡ objectief ¡ subjectief

©

2 Vorige jaren ging je aan de slag met de termen objectief en subjectief. Geef van elke foto aan of ze objectief of subjectief is. Vul dat in de laatste kolom van de tabel in.

onthouden

st

uk

Objectief betekent zakelijk, letterlijk, neutraal. Een objectieve foto geeft de werkelijkheid weer zoals die echt is. Het tegenovergestelde is subjectief, dat vinden we vaak bij kunstfoto’s. De kunstenaar gebruikt een beeld om een boodschap of gevoelens over te brengen.

2

Beeldtaal

of d

3 Online bij ‘Oefenen’ vind je extra oefeningen over het onderscheid tussen objectief en subjectief.

pr oe

fh o

Niet alleen bij kunstfoto’s worden gevoelens of gedachten weergegeven die niet letterlijk te zien zijn. Ook in schilderijen en gedichten zal een kunstenaar dat proberen te doen. Op zich heb je daarvoor zelfs geen tekeningen nodig: je kunt ook alleen met taal iets duidelijk maken zonder het letterlijk te zeggen.

De tweede kus is een prachtige stripverhalenreeks van de Vlaamse tekenaar Conz. In deel 1 wordt Ringo verliefd op Hanne. Je ziet hier het moment waarop Ringo voor de eerste keer langsgaat bij haar ouders.

290

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR

© Uitgeverij Oogachtend

Beelden in strips


1 Welke elementen zijn terug te vinden in de werkelijkheid?

3 Waarom brengt Ringo in zijn gedachten die dingen met elkaar in verband?

VA

N

IN

2 Waarmee vergelijkt Ringo deze zaken?

©

Op de volgende pagina zie je het moment waarop Ringo en Hanne elkaar op een fuif tegenkomen.

uk

4 Omcirkel alle tekeningen van Hanne die je op beide pagina’s tegenkomt.

5 Trek op p. XX een rood kader rond de cellen die niet echt nodig zijn om het verhaal te volgen. 6 Wat zie je letterlijk op de afbeeldingen?

st

of d

fh o

7 De zee is enkel aanwezig in de fantasiewereld van Ringo. a Welk element uit de werkelijkheid wordt met de zee vergeleken?

pr oe

b Waarom werd de zee gebruikt en niet bergen of de woestijn?

LES 25 Beeldspraak

291


pr oe

fh o

of d

st

uk

©

VA

N

IN

© Uitgeverij Oogachtend

292

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


onthouden Bij letterlijk taalgebruik beschrijven de woorden die je gebruikt wat er in de werkelijkheid gebeurt. Ik viel over de mat. De Zoo kocht een nieuwe beer aan.

Toen hij dat hoorde, viel hij van zijn stoel. (= zeer verbaasd zijn) De beer (= sterke man) kwam het café binnen.

IN

Bij figuurlijk taalgebruik betekent een woord of zin niet precies wat er staat; je moet de betekenis niet letterlijk nemen. De zender gebruikt dan een beeld om iets uit te drukken of duidelijker onder woorden te brengen.

VA

N

Sommige zinnen kunnen zowel letterlijk als figuurlijk gebruikt worden. De context is dan heel belangrijk om de boodschap goed te begrijpen.

Beelden in reclame

©

Ook in de reclamewereld worden er vaak beelden met elkaar vergeleken om zaken te verkopen of duidelijk te maken.

a Wat is de boodschap hier?

fh o

of d

st

b Wat is het doel van de advertenties?

uk

8 In de volgende advertenties vind je de combinatie van letterlijke zaken (het product of de boodschap) en een passend beeld (waarmee het product vergeleken wordt).

pr oe

boodschap

doel

LES 25 Beeldspraak

293


IN N ©

VA

boodschap

st

uk

doel

of d

9 Teksten hebben altijd een tekstdoel.

a Wat is het gemeenschappelijke tekstdoel van al die campagnes?

fh o

b Toch kun je een onderscheid maken tussen de eerste twee campagnes en de laatste twee. Leg het verschil uit in je eigen woorden.

pr oe

294

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


Beelden in poëzie

Vergelijking en metafoor 1 Lees het gedicht Laat alle kleuren los en los er volgende vragen bij op.

IN

Nergens spelen (woordelijke) beelden zo’n belangrijke rol als in gedichten. In dit deel maak je kennis met de meest voorkomende vormen van beeldspraak.

VA

xb In strofe 2 ‘buitelen kleuren’. Wat drukt de dichter met dit beeld uit?

uk

Maar ik ben een vlinder! In mij buitelen duizelend alle kleuren rond. Voel maar, ik heb vleugels onder mijn schouders. En vlinderspieren. Hebt u al eens een vlinder lang zien stilzitten? Zou u niet liever met ons

©

Het is juist, ik geef het toe, ik kan niet stilzitten. Dat is niet mijn favoriete hobby. U hebt makkelijk spreken, u loopt alsmaar rond in de klas. Kunnen we niet eens ruilen? Ja, ik heb mijn rilatine al genomen.

N

a Waarom vergelijkt de ik-persoon zichzelf met een vlinder?

Laat alle kleuren los

c Welk nieuw woord verzint de dichter om de onrust van de ik-persoon weer te geven?

st

vrij warboeien en gekkig ondersteboven sommen maken? Waarom kunnen we van deze klas geen vlinderschool maken? Dan kunnen we met u in koor fladderen.

of d

Daniel Billet. Vlinders in het mijnenveld

fh o

2 In het gedicht Zoals vertrekt Judith Herzberg van één element uit de werkelijkheid dat ze ziet en kent, maar moeilijk kan beschrijven. Weet jij waarover Herzberg het heeft?

3 Hiervoor gebruikt Judith Herzberg zes beelden. Die beginnen allemaal met hetzelfde woord.

pr oe

3

a Met welk woord begint elk beeld?

b Welke van de situaties ken je zelf? Wat heb je zelf al eens meegemaakt? c Welke van de vergelijkingen snap je niet?

Zoals Zoals je soms een kamer ingaat, niet weet waarvoor en dan terug moet langs het spoor van je bedoeling, zoals je zonder tasten snel iets uit de kast pakt en pas als je het hebt, weet wat het was, zoals je soms een pakje ergens heen brengt en, bij het weggaan, steeds weer denkt, schrikt, dat je te licht bent, zoals je je, wachtend, minutenlang hevig verlieft in elk nieuw mens maar toch het meeste wachtend bent, zoals je weet: ik ken het hier, maar niet waar het om ging en je een geur te binnen schiet bij wijze van herinnering, zoals je weet bij wie je op alert en bij wie niet, bij wie je kan gaan liggen, zo, denk ik, denken dieren, kennen dieren de weg. Judith Herzberg. Zoals

d Is Judith Herzberg zeker van de vergelijkingen? Geven haar beelden de werkelijkheid goed weer of twijfelt ze daaraan?

LES 25 Beeldspraak

295


4 In beide gedichten zijn vergelijkingen belangrijk, maar toch is er een verschil in de manier waarop ze worden weergegeven. a Welk(e) woord(en) gebruik je wanneer je een vergelijking maakt? b In welk gedicht is dat woord niet aanwezig? Hoe wordt de vergelijking daar weergegeven?

IN

N

onthouden

VA

Bij een vergelijking wordt een woord met een ander woord in verband gebracht op basis van een overeenkomst. Je beschrijft de gelijkenis tussen beide woorden om de boodschap duidelijker, mooier of poëtischer te maken. Vaak gebruik je daarbij als, zoals, lijkt op, is als … maar die kunnen ook weggelaten worden. Haar voeten zijn zo koud als ijs. (Of voeten als ijs; voeten van ijs; haar voeten, koud als ijs …) Ook bij een metafoor is er sprake van vergelijking, maar daar wordt enkel het beeld nog genoemd.

uk

©

De heks (= kwade lerares) stond al in het lokaal. De tomaat (= iemand die fel bloost) liep de kamer uit.

5 Nu oefenen we even! Is er sprake van een vergelijking of van een metafoor in onderstaande zinnen? Leg de beeldspraak uit.

st

a De vijand kwam als een dief in de nacht.

of d

b Het peloton bereikte de voet van de berg.

fh o

c Marijke, dat arme schaap, heeft zich weer laten beetnemen.

pr oe

d Hij schepte op over zijn creatie alsof hij de uitvinder van het wiel was.

e Van leerlingen die pas in de hogere graad tot bloei komen, zijn veel voorbeelden te geven.

woord het peloton: term uit het wielrennen die gebruikt wordt om een grote groep renners te beschrijven

296

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


a

Och, arm schaap, heb je je pijn gedaan?

b

t in de roos. Het speelplein op het strand is een scho

c

Wie is een grotere aap, ik of

d

Na een dagje met de baby’s laadden

e

Hij voelt zich als een vis in het water.

f

Een oorlog tegen drugs winnen, hoe doe je dat?

g

Als een kind met snoep, zo blij ben ik!

jij?

VA metafoor

uk

©

vergelijking

bij een koffie.

N

de twee vriendinnen hun batterij op

IN

6 Is er in onderstaande zinnen sprake van een vergelijking of van een metafoor? Plaats de zinnen in de juiste categorie.

7 Online bij ‘Oefenen’ vind je extra oefeningen over beeldspraak.

of d

st

8 Toon aan je medeleerlingen hoe vertrouwd je bent met enkele veel gebruikte beelden in het spel Metaforenmemory.

Uitbreiding: Menselijke eigenschappen 9 In dit gedicht wordt de wind voorgesteld als een persoon.

fh o

a Welke menselijke eigenschappen krijgt de wind?

pr oe

b Waarom wordt hij zo voorgesteld, denk je?

c Hoe noemen we die vorm van beeldspraak? ¡ vergelijking ¡ personificatie ¡ synesthesie ¡ metoniem

SPELREGELS

Wees maar niet bang voor de wind, al kolkt hij vannacht rond het huis. Zoekt hij loeiend, razend, huilend iets wat zich niet kan verschuilen, wat hij brullend vast kan grijpen, los kan rukken, weg kan smijten om zijn gierende woede te koelen. Wees maar niet bang voor de wind, – hij zoekt deze nacht niet naar jou. Of het zou moeten zijn om te vertellen dat op een dag – misschien al gauw – zal komen waar je al zo lang op wacht. Wees maar niet bang voor de wind. Beluister zijn ruisen. Misschien vertelt hij vannacht… Kees Spiering. Een pijl door je maag

LES 25 Beeldspraak

297


10 We oefenen nu alle beeldspraakvormen die we leerden kennen! Herken je in de onderstaande voorbeelden een vergelijking, een metafoor, een synesthesie of een personificatie? Verklaar telkens je antwoord! a Soms lacht de toekomst je toe.

IN

b Rond je tiende breekt de storm van de puberteit aan.

N

c Het viergangenmenu biedt een kleurig palet aan smaken.

VA

d Zomernachten die even warm en zacht waren als de buik van konijnenjongen. (Peter Verhelst)

©

e De nachten zijn daar bitter koud.

uk

f In dat huis heeft de armoede haar intrek genomen.

st

g Haar koude ogen zeggen genoeg.

of d

h Met lood in zijn schoenen begon hij aan de wedstrijd.

fh o

i Ik voel me als een kleuter die een basketbal wil vastgrijpen. (David Van Reybrouck)

pr oe

j Mijn ouderlijk huis is nog steeds een veilige haven voor mij.

onthouden

Personificatie Bij een personificatie kent de dichter menselijke eigenschappen toe aan dingen of abstracte ideeën. Anders geformuleerd: iets ‘niet-levends’ krijgt menselijke eigenschappen. De toekomst lacht je toe. De wenskaart keek hem dreigend aan.

298

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


les

Spreken: de tekstinspectie

26

1

3

Je bespreekt een probleem en presenteert je oplossing op een gestructureerde manier

Je weet hoe teksten opgebouwd zijn

2 4

IN

Je past de deelvragen van verschillende tekststructuren toe

Je brengt structuur in teksten door signaalwoorden

of d

st

uk

©

VA

N

Alles kan beter en daarom ga je in deze opdracht jouw school, vereniging, dorp of eigen gezin doorlichten. Je denkt na over een probleem en presenteert de beste oplossing of maatregel aan de klas.

Observatie

1 Denk na over het dagelijkse leven in jouw school, gezin, vereniging of dorp.

fh o

2 Som enkele dingen op die je opvallen, die je storen of die je minder goed vindt. 3 Formuleer hier kort een probleem dat je vaststelt.

SCHRIJven

pr oe

Ik heb onze school / ons gezin / mijn vereniging (Chiro / scouts / sportclub …) / mijn dorp / mijn straat geobserveerd en ik heb ontdekt dat … beter kan / niet helemaal goed verloopt.

4 Leg het probleem voor aan je leraar.

LES 26 Spreken: de tekstinspectie

299


Analyse van het probleem 5 Beantwoord eerst deze deelvragen in trefwoorden.

IN

Wat is het probleem? Waarom is het een probleem?

N

Wat zijn de oorzaken?

VA

Wat zijn de gevolgen?

©

Hoe kunnen we het probleem oplossen?

omdat …

st

Ik vind … een probleem

uk

6 Schrijf nu jouw probleemstelling uit tot een volle tekst. Je gebruikt daarvoor het onderstaande schrijfkader.

of d

Dat komt / De redenen daarvoor zijn: Ten eerste … Ten tweede … Daardoor …

fh o

Mogelijke oplossingen voor het probleem zijn …

pr oe

300

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE

SCHRIJven


Evaluatie van mogelijke oplossingen 7 Brainstorm samen met enkele medeleerlingen over mogelijke oplossingen voor jouw probleem. Geen idee is gek genoeg, geef luidop suggesties en denk nog niet aan mogelijke praktische problemen.

IN

8 Noteer de mogelijke oplossingen hieronder. oplossing 1

N

oplossing 2

VA

oplossing 3

©

of d

Wat zijn de gelijkenissen? Wat zijn de verschillen?

antwoord

st

deelvraag

uk

9 Vergelijk de verschillende oplossingen aan de hand van de deelvragen.

Wat zijn de voordelen? Wat zijn de nadelen

fh o

Wat pleit voor/ tegen? Conclusie?

pr oe

10 Schrijf op basis van die vergelijking een evaluatie over de beste oplossing. Ik heb twee mogelijke oplossingen vergeleken voor het probleem.

SCHRIJven

• Een eerste mogelijke oplossing is ... Die oplossing heeft als voorde(e)l(en) dat ... Maar er zijn ook negatieve kanten aan die oplossing: ... • Een tweede mogelijke oplossing is ... Die oplossing heeft als voorde(e)l(en) dat ... Ook die oplossing heeft minpunten: ... Toch lijkt oplossing ... mij de beste oplossing omdat …

LES 26 Spreken: de tekstinspectie

301


Presentatie 11 Op basis van jouw analyse werk je een presentatie uit van maximaal zes minuten. Om de presentatie te begeleiden maak je ook een PowerPoint. 12 Denk na over de volgorde van je slides.

probleemstructuur opsomming/vergelijking evaluatie maatregel

VA

13 Gebruik signaalwoorden om de samenhang van je slides te verhogen. 14 Zorg voor een overzichtelijke lay-out.

©

Deel je boodschap op in duidelijke onderdelen. Houd de tekst op je presentatie beperkt. Gebruik afbeeldingen om je boodschap te ondersteunen. Vermijd te veel afbeeldingen, grafieken en tekeningen. Kies een sober lettertype (bv. Helvetica, Arial, Calibri).

uk

• • • • •

IN

Welk probleem heb je geobserveerd? Bespreek het probleem uitvoerig. Overloop de mogelijke oplossingen. Vertel welke oplossing je verkiest en waarom. Leg de maatregel/oplossing uit die je bedacht.

N

1 2 3 4 5

tip

st

15 Bereid je presentatie goed voor.

pr oe

fh o

of d

16 Bekijk de evaluatiematrix op de volgende pagina. Zo weet je waarop je moet letten. De linkerkolom is een checklist om na te gaan of je alles goed hebt uitgevoerd.

302

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE

tip


Evaluatiematrix GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

inhoud De analyse/inhoud van je presentatie is onvoldoende. Volgende delen kwamen niet aan bod of werden te weinig

uitgewerkt:

correctheid

of d

duidelijkheid

Je presentatie bevat enkele spelling- en/of taalfouten. Die leiden de aandacht van de boodschap echter niet af.

st

Je presentatie bevat geen spelling- of taalfouten.

uk

Je presentatie bevat (te veel) storende spelling- en/ of taalfouten. Die leiden de aandacht van de boodschap af.

Je articuleert meestal goed, maar af en toe ben je minder duidelijk verstaanbaar. OF Je spreektempo en/of -volume zijn niet altijd aangepast. Je praat dus soms te snel/traag en/of te luid/stil.

Je bent moeilijk verstaanbaar omwille van een onduidelijke articulatie. EN Je spreektempo en/of -volume zijn vaak niet aangepast. Je praat dus vaak te snel/traag en/of te luid/stil.

Je presentatie is degelijk, maar let erop dat je niet te veel tekst op een slide zet / de woorden duidelijk leesbaar zijn / de presentatie logisch opgebouwd is.

Je presentatie voldoet niet, omdat je te veel tekst op een slide zet, de woorden niet duidelijk leesbaar zijn en de presentatie niet logisch opgebouwd is.

Je brengt op een aangename manier variatie in je stem (intonatie).

Je probeert te variëren in je stemgebruik, maar doet dat nog te weinig.

Je intonatie is storend. Je varieert te veel in je stemgebruik. OF Je spreekt te eentonig.

Je maakt oogcontact met het volledige publiek en gebruikt je handen als ondersteuning van de uitleg.

Je maakt vaak oogcontact, maar vooral met de leerkracht of slechts enkele leerlingen. Je maakt soms vreemde handgebaren.

Je maakt amper oogcontact met het publiek; je kijkt te veel naar de presentatie, de grond … Je beweegt amper en gebruikt je handen niet.

fh o

Je articuleert duidelijk en je spreektempo en -volume zijn ideaal.

Let op voor:

©

Let op voor:

Je maakt meermaals taalfouten en de klanken en woorden die je gebruikt behoren vaak tot de tussentaal, het dialect …

VA

Je taalgebruik is bijna foutloos. Je maakt enkele taalfouten en/ Je gebruikt de standaardtaal of enkele klanken of woorden en je uitspraak is correct. behoren tot de tussentaal, het dialect …

IN

De meeste elementen van je presentatie zijn goed uitgewerkt, maar je besteedt te weinig aandacht aan:

N

Je bespreekt de probleemsituatie. Vervolgens overloop en evalueer je enkele mogelijke oplossingen. Ten slotte leg je uit welke oplossing je verkiest.

pr oe

Je presentatie bevat niet te veel tekst, is goed leesbaar en is logisch opgebouwd.

aantrekkelijkheid

LES 26 Spreken: de tekstinspectie

303


gepastheid Je gebruikt vaak woorden die eerder in een gesprek onder vrienden passen dan in een zakelijke presentatie.

Let op voor:

Let op voor:

pr oe

fh o

of d

st

uk

©

VA

N

Aanvullende commentaar:

IN

Je gebruikt formele spreektaal. Je gebruikt soms woorden die eerder in een gesprek onder vrienden passen dan in een zakelijke presentatie.

304

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


onthouden Hoe geef je een mondelinge presentatie? Omschrijving Bij een mondelinge presentatie presenteer je iets aan een publiek met een bepaald doel.

IN

De basisstructuur van een goede presentatie is als volgt: inleiding, midden en slot. In een goede presentatie vertel je een verhaal.

N

1 Zeg wat je gaat vertellen. 2 Vertel het. 3 Zeg wat je verteld hebt.

©

uk

Enkele tips: ✓ verras je publiek; o ✓ stel een vraag; o ✓ vertel een korte anekdote; o ✓ begin niet te spreken voordat het stil is. o

VA

De inleiding heeft een dubbele functie: je trekt de aandacht en daarnaast zeg je duidelijk waarover je uiteenzetting gaat en hoe ze is opgebouwd. Wanneer je een stelling verdedigt, maak je dat al duidelijk in de inleiding. Zorg dat de eerste indruk bij je publiek goed is.

st

Belofte Doe aan het begin van je presentatie een belofte. Geef je publiek iets om naar uit te kijken. Beloof je luisteraars dat ze iets zullen bijleren, iets ontdekken, of op een andere manier naar de wereld zullen kijken.

of d

Je stelt aan je medeleerlingen een boek voor dat je gelezen hebt. Je bent enthousiast en je belooft hen in de inleiding dat ze dankzij jouw uitleg over het boek hun ouders beter zullen begrijpen.

fh o

In het slot geef je geen nieuwe informatie, maar wel je conclusies of een samenvatting van de belangrijkste elementen.

pr oe

Enkele tips: ✓ laat je publiek duidelijk weten dat je presentatie ten einde loopt door o structuuraanduiders te gebruiken zoals ten slotte, als laatste punt, samenvattend; ✓ o vermijd clichés zoals ik dank u voor uw aandacht en dat was het; ✓ zorg voor een aantrekkelijke en originele afsluiter; o ✓ houd het slot kort. o

Slot Op zoek naar een goed einde voor je presentatie? Gebruik dan bijvoorbeeld: • een verwijzing naar je inleiding; • een interactieve Kahoot; • een citaat dat jouw basisstelling mooi samenvat.

LES 26 Spreken: de tekstinspectie

305


Stappenplan Stap 1: Bepaal het doel van de presentatie.

IN

Stap 2: Let op de communicatiesituatie. Informeer je over je publiek en de context. Een goede spreker past zowel de inhoud als de vorm van zijn boodschap aan zijn toehoorders aan. Ook de context speelt een rol: is je publiek vrijwillig aanwezig of werden ze verplicht om te komen luisteren? Mag je spreken voor een fris publiek of is je publiek al moe omdat ze al vijf sprekers hebben gehoord?

N

Stap 3: Breng structuur in je verhaal. Verzamel informatie en breng die samen in een heldere structuur. Iedereen houdt van verhalen. Een verhaal kun je makkelijk onthouden en kun je ook navertellen. Je zult merken dat jouw uitleg veel concreter wordt wanneer je een verhaal probeert te vertellen.

VA

tip

©

Ken je zelf de kern van jouw presentatie? Beeld je in hoe je in een minuut jouw presentatie zou samenvatten voor een leerling die afwezig was. Lukt dat? Dat is de kern van jouw presentatie.

uk

Stap 4: Oefen de presentatie in. Leer je tekst niet uit het hoofd, want dan bestaat het risico dat je heel onnatuurlijk overkomt. In het gewone leven praat je de hele tijd zonder uitgeschreven tekst. Je kunt het dus!

st

Oefen je presentatie wel enkele keren. Maak eventueel een opname en bekijk die kritisch of vraag iemand om feedback.

of d

Stap 5: Herwerk de presentatie. Herwerk je presentatie nadat je feedback hebt gekregen of nadat je een eerste maal hebt geoefend. Herwerk zowel inhoudelijke punten als de manier waarop je de presentatie hebt aangepakt.

fh o

Stap 6: Presenteer.

pr oe

Stap 7: Reflecteer. Elk spreekmoment is een voorbereiding op een volgend spreekmoment. Beoordeel na afloop of je duidelijk, volledig en correct bent geweest. Probeer zo snel mogelijk na je presentatie kort te noteren wat je zwakke en sterke punten waren.

306

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


tip Bekijk tijdens de voorbereiding van de presentatie zeker de evaluatiecriteria die bij de presentatie horen. Je kunt die evaluatiematrix ook gebruiken bij stap 7.

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

Sommige slides bevatten te veel tekst en/of sommige delen zijn minder leesbaar. Je maakt geen storende taalfouten.

Je presentatie bevat te veel tekst en/of sommige delen zijn minder leesbaar. Je maakt bovendien (te veel) storende taalfouten.

De afbeeldingen passen bij de inhoud, maar de link is soms onvoldoende duidelijk.

De afbeeldingen ontbreken of staan volledig los van de inhoud.

IN

GOED

Je presentatie bevat niet te veel tekst. Alle tekens zijn goed leesbaar. Je maakt bovendien geen storende taalfouten.

N

volledigheid en duidelijkheid

De afbeeldingen die je kiest, sluiten zeer goed aan bij de inhoud.

VA

gepastheid

correctheid en aantrekkelijkheid

Je presentatie bevat te veel tussentaal, uitspraakfouten en/ of dialectwoorden. Die leiden de aandacht te veel af van de boodschap.

pr oe

fh o

of d

st

uk

©

Je praat vlot en gebruikt Je praat vlot maar gedurende de hele presentatie je presentatie bevat standaardtaal. dialectwoorden, tussentaal, en/ of uitspraakfouten.

LES 26 Spreken: de tekstinspectie

307


les

Woordtekens

27

1

Je weet waarom woorden soms met een woordteken geschreven worden

2

3

Wat weet je nog?

N

1

Je kunt de spellingregels van het trema, het koppelteken en de apostrof toepassen

IN

Je kent de voornaamste spellingregels voor het gebruik van woordtekens

Patient steelt gsms van ambulanciers

4

6

‘Dat zakje cocaine kwam door de wind mijn auto binnengewaaid’

uk

Repatriering van migranten is gestart

8

Stelende pinguin loopt tegen lamp

10

Vrouw doodt met een kogel eland en skier

Radioicoon in alle stilte abrupt weg bij MNM Puppys jagen gewapende overvaller uit cafe

11

Dit gebeurt er in je brein als je een deja vu ervaart

of d

9

naar aquarium 12 Blauwe kreeft krijgt politieescorte

Ronaldos jongste zoontje aanwezig op prem voetbaldocu over Real Madrid

13

eval

Molecule geidentificeerd die orming verant woordelijk is voor tumorv

st

7

Fileelende door spectaculair ong

Scandinavier met een been wandelt voor dochter in rolstoel dwars door China

3

5

2

©

1

VA

1 Lees samen met een medeleerling hardop de volgende krantenkoppen zoals ze geschreven zijn.

Kat die filmscenes naspeelt hit op sociale media

fh o

15

iere

14

Antirimpelcreme en kilos plastic uit maag dood hert gehaald

16

in bal Bowling prof blijft met vingers s atie lific kwa WK steken tijdens

a Wat merk je op? Was het gemakkelijk of moeilijk?

pr oe

b Kun je hiervoor een verklaring geven?

c Markeer de woorden die fout zijn geschreven.

woord repatriëren: terugbrengen naar het land van herkomst identificeren: vaststellen wat iets is

308

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


9

2

10

3

11

4

12

5

13

6

14

7

15

8

16

e Vergelijk je antwoorden met het correctiemodel dat je van je leraar krijgt.

tip

VA

Gebruik woordenlijst.org wanneer je twijfelt over de spelwijze van een woord.

2 Je gaat samen met een medeleerling aan de slag met het correctiemodel uit de vorige opdracht.

©

a Lees de woorden en markeer de woordtekens. b Sorteer de woorden in volgende kolommen.

N

1

IN

d Verbeter nu de woorden. Zorg ervoor dat de spelling correct is.

koppelteken

of d

st

apostrof

uk

c Overleg samen met je medeleerling waarom je ze op die manier groepeert.

accent

pr oe

fh o

trema of deelteken

2

De apostrof

1 In de volgende zinnen staan alle woorden voluit geschreven. a Duid eerst de woorden aan waaruit je letters kunt weglaten of die je op een kortere manier kunt schrijven. b Doorstreep daarna de weggelaten letters en vervang ze door een apostrof. Des avonds voel ik me nog niet direct moe. Mijn broer en zus zijn dan soms al gaan slapen, maar ik wil dan graag nog even naar mijn televisietje kijken.

LES 27 Woordtekens

309


2 Je schrijft niet alleen een apostrof als je letters weglaat, maar ook bij een aantal bezitsvormen, verkleinwoorden en meervoudsvormen. Kun je van elk twee voorbeelden geven? Je vindt de spellingregels in het onthoudenkader op p. XXX. bezitsvormen:

IN

verkleinwoorden: meervoudsvormen:

Het koppelteken

VA

3

N

1 Lees de onderstaande zin. a Markeer alle woorden met een koppelteken.

uk

©

Plots kreeg de ski-instructeur een astma-aanval, maar door de slechte radio-ontvangst duurde het een hele poos voor de hulpdiensten ter plekke waren. a manusje-van-alles b

bijna-doodervaring

c

in- en uitvoer

d

Vlaams-Brabant

e

speler-coach

f

wc-papier

g

Deswarte-Dewitte

of d

¡ afleidingen ¡ samenstellingen ¡ afkortingen ¡ vervoegingen

st

b Duid de juiste term aan. Die woorden zijn:

onthouden

Een samenstelling is een woord dat gevormd is uit twee of meer bestaande woorden. Met de woorden kook en boek kun je kookboek vormen.

fh o

In een afleiding kunnen niet alle delen zelfstandig voorkomen. Dat is een belangrijk verschil tussen een afleiding en een samenstelling. Bij treintje is tje geen zelfstandig woord; bij appels is s geen zelfstandig woord. Jij loopt, hij loopt, wij hebben gelopen zijn vervoegingen van het werkwoord lopen.

Bij een afkorting geef je een woord of een groep woorden met minder tekens weer.

pr oe

vb. is de afkorting van voorbeeld, m.a.w. is de afkorting van met andere woorden.

c Welk probleem zou er zich voordoen indien de gemarkeerde woorden geen koppelteken zouden krijgen?

d Welke hoofdregel kun je hieruit afleiden over het gebruik van dat woordteken?

310

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT

woord het manusje-van-alles: 1. iemand die veel weet over of handig is in heel veel zaken; 2. klusjesman


2 Wat zie je op de afbeeldingen?

VA

N

IN

a Noteer het antwoord. Je kunt hints vragen aan je leraar wanneer je iets niet weet.

b Welke regel leid je hieruit af?

©

uk

3 Het koppelteken komt ook nog in een aantal andere situaties voor. Verbind de onderstaande regels met de bijpassende voorbeelden. 1 Je gebruikt een koppelteken in samenstellingen met aardrijkskundige namen. 2 Je gebruikt een koppelteken in samenstellingen met cijfers, letters, tekens en initiaalwoorden (letter per letter uitspreken).

st

3 Je gebruikt een koppelteken in samenstellingen met gelijkwaardige delen. 4 Je gebruikt een koppelteken in samenstellingen met familienamen.

of d

5 Je gebruikt een koppelteken in samenstellingen met de volgende voorvoegsels: kandidaat-, bijna-, niet-, ex-, non-, interim-, chef-, adjunct-, oud-. 6 Je gebruikt een koppelteken in stapelsamenstellingen.

fh o

7 Je gebruikt een koppelteken om herhaling te vermijden. manusje-van-alles

b

bijna-doodervaring

c

in- en uitvoer

d

Vlaams-Brabant

pr oe

a

e

speler-coach

f

wc-papier

g

Deswarte-Dewitte 1

2

3

4

5

6

7

woord het manusje-van-alles: 1. iemand die veel weet over of handig is in heel veel zaken; 2. klusjesman

LES 27 Woordtekens

311


4 Pas de regels nu toe op volgende woordcombinaties. Denk telkens na waar je een koppelteken invoegt. Maak gebruik van het onthoudenkader aan het einde van deze les.

100 + jarige

oud + leerling

vanille + ijs

CO + vergiftiging

zee + egel

niet + roker

A4 + blad

non + verbaal

N

VA

West + Australië

IN

woon + werk + verkeer

arbeids + ongeschikt

alinea + indeling

regering + Jambon

ex + vriendin

gsm + gebruik

$ + teken

uk

diploma + uitreiking

st

of d

duo + sprong

©

Deens + Zweedse serie

pr oe

fh o

vergeet + mij + nietje

312

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


Het trema 1 Lees de onderstaande tekst en let op de gemarkeerde woorden. Verfraaiingswerken

VA

N

IN

Bacterien op je lijf smeren om puistjes en schimmels te lijf te gaan? Toegegeven, het klinkt inefficient en vooral heel naief. Maar voor Tom Verlinden was het hoogtijd voor een andere aanpak dan bij de traditionele antibiotica en agressieve zepen het geval is. Geobsedeerd ging hij op zoek naar een alternatieve behandeling voor huidaandoeningen. Tom Verlinden: ‘Elke mens heeft goede en slechte bacterien. Bij mensen met acne overheersen de slechte en die beinvloeden op een negatieve manier onze huid. Antibiotica werken in dat geval heel goed, maar zij doden ook de goede bacterien en schimmels.’ Na grondig onderzoek kon Tom Verlinden de goede bacterien van gezonde mensen isoleren. Ze werden opgekweekt tot miljoenen en miljoenen nieuwe bacterien die ze dan eventueel in huidzalf konden gebruiken. Er dook wel een probleem op: normaal blijven die beestjes niet lang genoeg in leven om ze ook te gebruiken. Daarom creeerden Verlinden en co een microcapsule die de gezonde bacterien beschermt tegen water en lucht. Tom Verlinden: ‘Na een lange zoektocht van drieennegentig dagen konden we eindelijk een commercieel product op de markt brengen dat echt werkt.’

©

Bron: www.hln.be

uk

2 Vul volgende tabel aan met de woorden die in de tekst gemarkeerd zijn.

woorden die ik fout kan lezen en die een trema krijgen

fh o

of d

st

woorden die ik niet fout kan lezen

De spellingregel hiervoor is:

De spellingregel hiervoor is:

pr oe

4

LES 27 Woordtekens

313


5

Inoefenen

Australiër vindt het ultieme middel om minnaars voor zijn verloofde af te schrikken

Wielrenster Sofie De Vuyst test positief op anabole steroiden

VA

¡ goed   ¡ fout

N

¡ goed   ¡ fout

Heftig: vrouw wordt geëlektrocuteerd door kabel

©

¡ goed   ¡ fout

Klachten over kapotte wc’s bij NMBS: Naar het toilet? Dan moet u uitstappen

uk

¡ goed   ¡ fout

st

Dood hert met 7 kilogram plastic in maag aangetroffen in Thaïs park ¡ goed   ¡ fout

of d

Zou jij een dinoei herkennen? Dit jongetje vond er elf! ¡ goed   ¡ fout

fh o

Goedkoopste Colruyt’s liggen naast Albert Heijn ¡ goed   ¡ fout

Oud-leerling1 vertelt in Sint Michiels2 over gevaren smartphone gebruik3 in verkeer

pr oe

1 ¡ goed   ¡ fout 2 ¡ goed   ¡ fout 3 ¡ goed   ¡ fout

Amerikaan sterft door zelfgebouwde anti-inbraakval

¡ goed   ¡ fout Dieten mislukt omdat brein ons saboteert

¡ goed   ¡ fout

314

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT

IN

1 Lees aandachtig de krantenkoppen. Zijn de onderstreepte woorden goed of fout gespeld? Verbeter de foute woorden. Als je twijfelt, gebruik je het onthoudenkader aan het einde van deze les om de regels op te zoeken.


2 Welke zin is correct geschreven? Ook bij deze oefening kun je gebruik maken van het onthoudenkader op p. XXX. ¡ A Noord Korea is weer met raketten aan het spelen. ¡ B Noordkorea is weer met raketten aan het spelen. ¡ C Noord-Korea is weer met raketten aan het spelen.

N

¡ A Zo’n duobaan zag de 65’plusser best wel zitten. ¡ B Zo’n duobaan zag de 65 plusser best wel zitten. ¡ C Zo’n duobaan zag de 65-plusser best wel zitten.

IN

¡ A Er zijn 200 personen geëvacueerd bij een brand in Molenbeek. ¡ B Er zijn 200 personen ge-evacueerd bij een brand in Molenbeek. ¡ C Er zijn 200 personen geevacueerd bij een brand in Molenbeek.

©

¡ A De verpleger werkt ook op zon en feestdagen. ¡ B De verpleger werkt ook op zon- en feestdagen. ¡ C De verpleger werkt ook op zon en -feestdagen.

VA

¡ A Een grote groep priesters, dominee’s, rabi’s en imam’s was aanwezig op de plechtigheid. ¡ B Een grote groep priesters, dominees, rabis en imams was aanwezig op de plechtigheid. ¡ C Een grote groep priesters, dominees, rabi’s en imams was aanwezig op de plechtigheid.

uk

¡ A De beurscrash heeft het maisbedrijf volledig geruïneerd. ¡ B De beurscrash heeft het maïsbedrijf volledig geruineerd. ¡ C De beurscrash heeft het maïsbedrijf volledig geruïneerd.

st

¡ A Mijn vader heeft al zijn zwart-witfoto’s uit zijn doe-het-zelfzaak teruggevonden. ¡ B Mijn vader heeft al zijn zwartwitfoto’s uit zijn doehetzelfzaak teruggevonden. ¡ C Mijn vader heeft al zijn zwart-wit-foto’s uit zijn doe-het-zelf-zaak teruggevonden.

Vervolgoefeningen

1 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen over het gebruik van het koppelteken, het trema en de apostrof. Je leraar legt je uit hoe je verder oefeningen maakt.

pr oe

6

SPELREGELS

fh o

of d

3 Je bent er nu klaar voor om een medeleerling uit te dagen voor het Woordtekenduel. Je leraar geeft je een spelbord, een dobbelsteen en een werkblad. Neem zelf een rode en groene balpen en een persoonlijk voorwerp dat als pion kan dienen.

2 Je leraar zet online een zelftest voor je klaar. Zo kun je zelf nagaan of je alle lesonderdelen beheerst.

LES 27 Woordtekens

315


onthouden Woordtekens Woordtekens helpen je om woorden correct uit te spreken en/of om de woorden beter te begrijpen. • Trema

IN

België, patiënt, industriële, financiën • Koppelteken Vlaams-Brabant

N

• Apostrof

VA

auto’s, ’s nachts 1 Trema

Je gebruikt een trema om leesverwarring te voorkomen. Bijvoorbeeld bij poezie zonder trema zou je oe kunnen lezen zoals in poes. Met het trema zie je hoe je de e moet uitspreken.

©

naïviteit, ruïne, reële, financiële, geïnteresseerd, poëzie, reünie, vacuüm, continuüm

uk

Uitzonderingen Je schrijft geen trema:

• bij woorden met Latijnse of Franse uitgangen (= leenwoorden); museum, elekricien, Parisienne

st

• wanneer er geen leesverwarring is; chaos, neon, koala

of d

• bij dubbele -i;

glooiing, verfraaiing

• bij het splitsen in lettergrepen.

pr oe

fh o

knie-en, ru-ine, fi-nan-ci-ele

Het trema geeft aan wanneer een nieuwe lettergreep begint en daarom wordt het ook wel eens ‘deelteken’ genoemd.

Meervouden van woorden die eindigen op -ie Als -ie de klemtoon heeft, schrijf je -ieën. genieën, melodieën, knieën Als -ie geen klemtoon heeft, schrijf je -iën. poriën, provinciën, ceremoniën De woorden die eindigen met de onbeklemtoonde -ie hebben vaak ook een meervoud op -s. provincies, ceremonies

316

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


2 Koppelteken Je gebruikt een koppelteken om leesverwarring te voorkomen. Je gebruikt het bij andere woorden dan het trema.

leerling-kok, studiemeester-opvoeder, paarse-groene regering, politiek-economische problemen • bij samengestelde aardrijkskundige namen en hun afleidingen;

VA

West-Vlaanderen, Oost-Vlaams

N

• bij samenstellingen met evenwaardige delen;

IN

Je schrijft een koppelteken:

• bij uitgebreide samenstellingen met gelijkwaardige delen of combinaties;

• bij weggelaten woorddelen; in- en uitvoer, op- en afrit

©

nek-aan-nekrace, doe-het-zelfzaak, zwart-witfoto

uk

• bij woordcombinaties met als eerste lid niet, non, bijna, oud, sint, ex;

st

niet-roker, non-verbaal, bijna-doodervaring, oud-leerlingen, Sint-Niklaas, sint-bernardshond, ex-vriendin • bij samenstellingen met cijfers, letters, tekens en afkortingen;

of d

3-daagse, B-elftal, @-teken, sms-bericht

• bij Engelse woorden waarvan het tweede deel een voorzetsel is dat met een klinker begint;

fh o

black-out, lay-out, hold-up, drive-in

• bij samenstellingen met klinkerbotsing.

pr oe

astma-aanval, media-evenement, diplomauitreiking, live-uitzending, ski-instructeur, auto-export, bureau-uren

Klinkerbotsing betekent dat er twee klinkers naast elkaar staan die als één klank gelezen kunnen worden terwijl dat niet de bedoeling is.     aa     ae  ai           au ee     ei    eu wel klinkerbotsing ie             oe ui    oo ou       oi     uu

LES 27 Woordtekens

ao     ea                eo   ia     io geen klinkerbotsing iu           oa   ua        ue      uo

317


tip

Gebruik een koppelteken bij samenstellingen en een trema bij afleidingen bij klinkerbotsing. • samenstellingen camouflage-uitrusting, functie-inhoud

IN

• afleidingen geüniformeerd (= afleiding van uniform) beïnvloeden (= afleiding van invloed)

N

3 Apostrof

©

agenda’s, accu’s, taxi’s, whisky’s

VA

Je gebruikt een apostrof: • als het woord eindigt op een enkele klinker die lang wordt uitgesproken, of op een medeklinker +y, en gevolgd door: – de meervoudsuitgang -s;

Leesbaarheid verhogen Soms kun je als taalgebruiker toch een koppelteken gebruiken wanneer er geen klinkerbotsing is. Je doet dat dan om de leesbaarheid te verhogen. rijangst – rij-angst, batterijoplader – batterij-oplader, babyyoghurt – baby-yoghurt, skiuitrusting – ski-uitrusting

Maar je gebruikt geen apostrof als er geen fout in de uitspraak mogelijk is.

uk

lentes, bureaus, milieus, etuis, shampoos, cafés, cowboys – de -s die de bezitsvorm aanduidt.

Andrea’s vriendje, Betty’s broer

st

Maar je gebruikt geen apostrof als er geen fout in de uitspraak mogelijk is;

of d

Belgiës ontstaan, tantes auto, Renés job, Britneys hits of om de merknaam te accentueren. Van Dale’s woordenboek

• bij een naam waarbij je als laatste letter een sisklank hoort;

fh o

Andreas’ vriendin, Janice’ kleedje, Mulisch’ boeken, Brusselmans’ idee

• voor -tje van het verkleinwoord maar dit alleen na een medeklinker +y;

pr oe

baby’tje, pony’tje

Maar je gebruikt geen apostrof: – na een klinker +y; playboytje, essaytje – bij verkleinwoorden van woorden die eindigen op een lang uitgesproken enkele klinker. autootje, cafeetje, skietje, parapluutje, cappuccinootje, slaatje

• in afleidingen van cijfer- of letterwoorden; een 40+’er, een tv’tje, een A4’tje, gsm’s, sms’en (je sms’t)

• om aan te duiden dat er letters of cijfers uit een woord of een getal zijn weggelaten. ’s morgens, ’t sneeuwt, z’n, ’n

318

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


les

Register

28

1

Je kent de termen formeel, informeel en register en de onderdelen van zakelijke communicatie

3

Je kunt formeel en informeel taalgebruik in gepaste situaties toepassen

2 4

1 Je krijgt een situatie en twee rollen van je leraar. a Bereid samen met een medeleerling deze situatie voor. b Neem elk een rol voor jullie rekening.

©

c Breng het resultaat van jullie voorbereiding voor de klas.

VA

N

Formeel en informeel

2 Bekijk een dialoog van een ander duo.

uk

a Vul alle elementen van het communicatieschema aan.

stijl

ABC

ABC

of d

st

ABC

boodschap

zender

fh o

ontvanger

doel

pr oe

1

IN

Je kent het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik

Je kunt een zakelijk bericht opstellen met een goede structuur

kanaal

effect

b Focus nu op de stijl van de dialoog. Wat valt je op aan woordkeuze, aanspreking en taalgebruik?

LES 28 Register

319


onthouden Met register bedoelen we taalgebruik dat aan een bepaalde situatie of een bepaald milieu gebonden is. Dat betekent dat je je boodschap anders formuleert op basis van de context of de ontvanger. In een rechtbank maak je bijvoorbeeld gebruik van andere woordenschat en zinsconstructies dan tijdens een gesprek met vrienden op de speelplaats.

3 Rangschik de dialogen van je medeleerlingen van formeel naar informeel.

N

Onder vrienden gebruik je een informeel taalregister: de communicatie is dan los.

IN

Tijdens een gesprek met de directeur kies je een meer formeel taalregister, je gaat dan deftig en officieel communiceren.

uk

©

VA

formeel informeel

st

4 Geef aan of volgende zinnen een voorbeeld zijn van formeel of informeel taalgebruik. Bedenk ook een specifieke situatie waarin de zinnen aan bod kunnen komen.

situatie:

of d

a Hopende u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

fh o

b Ik voel me echt belabberd. Ik ga ff thuisblijven. situatie:

c Wij zijn van oordeel dat u helaas geen geschikte kandidaat bent voor de positie.

pr oe

situatie:

d Toen hij het nieuws hoorde, ging hij helemaal over de rooie. situatie:

e Ik had graag geïnformeerd of avondkleding gepast is voor dit evenement. situatie: f Ik ben gans blut, leen je mij wat poen? situatie:

320

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE

formeel informeel


5 Ga met de zinnen uit de vorige oefening aan de slag. Vorm formele zinnen om naar informele. Zoek ook voor de informele voorbeelden een goed formeel alternatief. a b

IN

c

N

d

VA

e f

pr oe

fh o

of d

st

uk

©

LES 28 Register

321


2

Zakelijke e-mail 1 Bestudeer onderstaande e-mails en beantwoord de bijhorende vragen.

IN

e-mail 1

Sandra V. !!!

N

Rachel N.

seg mevrouw

VA

dus ja sorry eh ma je geeft ons te veel taken

©

wehebben jou maar 2u per week dus je stuur zo veel taken zelfs als het school is in een hele week we hebben ni zoveel taken mhm does een beetje kalm!

uk

geen elnkele leerkracht geeft ons zvl taken als jij. mijn moeder ze word boos en ze zegt ik doe niets. neeeee ik doe iets!!!!! alz ja ik doe moeite eh ma alz je moet ook mewerke dus de taak van vlgende week over de merovingers knnen je die uitstellen mss?????

e-mail 2

fh o

Herman V.

of d

st

ju

school

Lana T.

Liefste meneer

pr oe

ustuurde een mailtje dat ik de deadline heb gemist van die vraagstukken maar das nie waar k heb de opdracht van wel gemaakt maar nog niet door gestuurd ik ga eerst nog ff nakijken endan pas doorsturen. Nog ff geduld dus please #NoStress Groetjes

322

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


a Vul voor beide berichten deze tabel in. e-mail 1

e-mail 2

zender

IN

ontvanger

boodschap

N

tekstdoel

VA

b Hoe zou je het taalgebruik in de twee e-mails omschrijven? Verwijs naar concrete elementen uit de berichten om je antwoord te ondersteunen. Beide berichten zijn formeel/informeel.

©

uk

st

1

Lana

fh o

of d

c Welke tips zou je de leerlingen geven om hun boodschap aan te passen? Stel per afzender een top drie met nuttige tips samen.

2

pr oe

3

Rachel

1

2 3

LES 28 Register

323


2 Bekijk wat de leerlingen ingaven bij de regel onderwerp in elk bericht. a Waarom is dat in beide gevallen niet gepast voor een zakelijke mail?

IN

e-mail 1

VA

N

e-mail 2

©

b Hoe ziet het onderwerp van een goede zakelijke mail eruit? Formuleer vier kenmerken.

uk

of d

e-mail 1 1

st

c Geef voor beide mails twee alternatieven. Houd hierbij rekening met de criteria die je hierboven noteerde.

2

e-mail 2 1

fh o

2

3 Kijk naar de aanspreking in beide e-mails. Welke andere aansprekingen zouden beter zijn? Kruis de goede alternatieven aan. ¡  Beste,

¡  Hey mevrouw,

¡  Hey!

¡  Dag meneer,

¡  Hallo,

¡  Mijne heren,

¡  Beste mevrouw Verheijen,

pr oe

¡  Geachte meneer,

4 Bestudeer hoe de zenders hun e-mail hebben afgesloten. a Waarom passen de afsluiters in de e-mails niet?

b Geef een goed alternatief.

324

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


5 Kies een van de e-mails waarmee jij aan de slag wilt gaan. Bestudeer de afzonderlijke alinea’s van jouw keuze. a Noteer de boodschap van elke alinea. b Geef aan wat het doel is van de alinea. c Som de taalvormen op die de alinea informeel maken. Wat is de boodschap van de alinea?

Wat is het doel van de alinea?

uk

©

VA

N

1

Welke taalvormen maken de alinea informeel?

IN

alinea

fh o

of d

st

2

pr oe

3

LES 28 Register

325


6 Herwerk de e-mail die jij gekozen hebt tot een goed voorbeeld van een zakelijke e-mail.

Stappenplan 1 Behoud de structuur van de e-mail: je begint met een inleidende zin, vervolgens leg je het probleem uit en als laatste bied je een mogelijke oplossing.

IN

2 Werk alinea per alinea en houd je doelpubliek goed in je achterhoofd. 3 Neem de boodschap en het doel van elke alinea over, maar kies voor formele alternatieven op het gebied van woordenschat en zinsbouw. 4 Vul je e-mail aan met een gepaste aanspreking en een gepast onderwerp.

uk

©

VA

N

5 Voeg een afsluiter toe.

st

fh o

of d

pr oe

326

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


7 Wissel met een medeleerling je eindresultaat uit. Beoordeel elkaars e-mail aan de hand van de volgende criteria. a Duid voor elk onderdeel aan waar de e-mail van je medeleerling zich volgens jou situeert. b Geef twee tips om de e-mail beter te maken. c Noteer voor het bericht ook twee sterke punten.

Je houdt rekening met het doelpubliek. Je gebruikt formele woordenschat. Je hanteert de juiste spelling en het juiste leestekengebruik. Je zinnen zijn grammaticaal correct. inhoud

De boodschap van de oorspronkelijke e-mail blijft behouden in het nieuwe resultaat. Je hanteert een goede opdeling in alinea’s.

VA

Je legt alle onderdelen van de e-mail voldoende uit. structuur

nee

N

stijl

±

IN

ja

De e-mail volgt de structuur van inleidende zin – probleem – oplossing. Je e-mail heeft een gepaste aanspreking en afsluiter.

©

tips: •

• sterke punten:

pr oe

fh o

of d

st

uk

LES 28 Register

327


3

Uitbreiding: Zelf een zakelijke e-mail schrijven

IN

Je bent getuige van een vreemd voorval op jouw school. Je wilt dit melden door een e-mail te verzenden naar de vertrouwenspersoon op je school, mevrouw Verheijen. In dit onderdeel zul je stap voor stap zo’n zakelijke e-mail leren opstellen.

Voorbereiden

N

1 Vervolledig volgende onderdelen van het communicatieschema voor het bericht dat je zult opstellen.

zender:

teksttype:

tekstdoel:

©

ontvanger:

VA

boodschap:

2 Denk na over de details van het voorval waarvan jij getuige was.

uk

a Vervolledig volgende mindmap met sleutelwoorden.

of d

st

VOORVAL

Wat verwacht je van de school om dit op te lossen?

pr oe

fh o

Wat is er gebeurd?

b Bespreek samen met een medeleerling van welk voorval jij getuige was en welke oplossing jou gepast lijkt. c Vul achteraf je mindmap aan met extra details.

328

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


Plannen 3 Omdat je communiceert met een persoon die je niet goed kent en die bovendien ouder is, is de stijl van je e-mail formeel. a Bestudeer de woorden en constructies in je mindmap. Zijn ze formeel genoeg?

IN

b Zoek naar alternatieven en vul ze daaronder in.

N

Schrijven 4 Schrijf je sleutelwoorden uit in volledige zinnen.

VA

5 Kies een gepaste inleidende en afsluitende zin en voeg die toe aan je resultaat.

uk

©

6 Kies een gepaste aanspreking en afsluiter en voeg die toe aan je e-mail.

st

fh o

of d

pr oe

LES 28 Register

329


Reflecteren 7 Lees je eigen tekst grondig na. Kijk of je zelf verbeteringen kunt aanbrengen aan de vorm en de inhoud van je bericht.

IN

8 Wissel met een medeleerling je eindresultaat uit. Beoordeel elkaars e-mail aan de hand van de volgende criteria. a Duid voor elk onderdeel aan waar de e-mail van je medeleerling zich volgens jou situeert. b Geef twee tips om de e-mail beter te maken. c Noteer voor het bericht ook twee sterke punten.

Mijn medeleerling houdt rekening met het doelpubliek. stijl

VA

Mijn medeleerling gebruikt formele woordenschat.

Mijn medeleerling hanteert de juiste spelling en het juiste leestekengebruik. De zinnen van mijn medeleerling zijn grammaticaal correct.

©

De boodschap van de e-mail komt duidelijk naar voren in de e-mail. Mijn medeleerling legt alle onderdelen van de e-mail voldoende uit.

uk

inhoud

Mijn medeleerling hanteert een goede opdeling in alinea’s. De e-mail volgt de structuur van inleidende zin – probleem – oplossing – afsluitende zin.

st

structuur

De e-mail heeft een gepaste aanspreking en afsluiter.

of d

tips: •

fh o

sterke punten: •

pr oe

Herschrijven 9 Herschrijf je bericht op basis van de suggesties die je kreeg.

330

±

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE

nee

N

ja


Evaluatiematrix GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

inhoud Je bespreekt het probleem slechts beperkt. OF Je biedt geen concrete oplossing.

Je bespreekt het probleem slechts beperkt. EN Je biedt geen concrete oplossing.

IN

Je bespreekt het probleem uitgebreid genoeg en biedt ook een oplossing aan. structuur

Je e-mail heeft (bijna) geen alineaverdeling.

Je brengt structuur in je e-mail door verbindingswoorden en structuuraanduiders. Er zit voldoende variatie in je keuze.

Je gebruikt verbindingswoorden en structuuraanduiders, maar kiest meestal voor dezelfde woorden.

Je gebruikt geen of amper verbindingswoorden en structuuraanduiders.

Je tekst bevat enkele fouten in spelling en/of zinsbouw. De fouten leiden de aandacht van de boodschap af, maar het geheel blijft wel begrijpelijk.

Je tekst bevat veel en/of zware fouten in spelling en/ of zinsbouw. Die zorgen ervoor dat de tekst moeilijk te begrijpen is.

Let op voor:

Let op voor:

VA

©

of d

st

uk

correctheid De spelling in je tekst is foutloos. Ook de zinsbouw en het gebruik van leestekens zijn correct.

N

Je e-mail is onderverdeeld in Je e-mail is onderverdeeld duidelijke en logische alinea’s. in alinea’s, maar de verdeling is niet helemaal duidelijk of logisch. Sommige alinea’s zijn te lang / te kort.

Je taalgebruik is redelijk formeel, maar sommige verwoordingen komen eerder informeel over. De aangehaalde formuleringen kunnen beter in de tekst verwerkt worden. OF Je taalgebruik is formeel, maar te stijf.

Je taalgebruik is informeel of met momenten zelfs onbeleefd. Je hebt je niet aangepast aan de context van de opdracht en je maakt nauwelijks gebruik van de juiste formuleringen.

Je tekst bevat een gepaste aanspreking en afsluiter, maar de inleidende zin is niet gepast voor de e-mail.

Je gebruikt een aanspreking en/of afsluiter die niet geschikt is voor de e-mail. Je bericht bevat geen inleidende zin.

gepastheid

pr oe

fh o

Je taalgebruik is formeel, zonder dat het geheel stijf of ouderwets overkomt.

Je tekst bevat een gepaste aanspreking en afsluiter en ook een gepaste inleidende zin. Aanvullende commentaar:

LES 28 Register

331


onthouden Hoe schrijf je een mail? Met vrienden en familie communiceer je vaak online. De stijl daarbij is informeel: je gebruikt afkortingen, afbeeldingen en memes, je laat hoofdletters en leestekens weg en je tekst is meestal niet opgebouwd uit alinea’s.

N

IN

Voor school en later voor je stage of werk moet je soms communiceren met mensen die je niet kent of mensen die een hogere positie hebben. In dat geval maak je gebruik van een zakelijk bericht.

Herman Verheijen Gemiste deadline

onderwerpregel

Geachte heer Verheijen,

VA

Lana T.

aanspreking

Gisteren verstuurde u een e-mail om mij op de hoogte te brengen dat ik de taak over vraagstukken nog niet had ingediend.

©

Ik heb de opdracht eergisteren voorbereid, maar had deze nog niet ingediend bij u. Dit komt omdat ik mij zeer onzeker voelde over mijn antwoorden op de vragen. Toch wil ik een goed resultaat behalen voor uw vak. Daarom zou ik graag nog even de tijd nemen om mijn antwoorden goed na te kijken alvorens ik ze indien.

bericht

afsluiter

st

Vriendelijke groeten, Lana

uk

Ik begrijp dat dit mogelijk een ongemak voor u zou zijn, maar zou het voor u in orde zijn indien ik de taak vanavond bij u indien? Op die manier heb ik nog even tijd om mijn antwoorden door te lezen en aan te passen waar nodig.

of d

De onderwerpregel in zakelijke mails is kort en duidelijk. Je gebruikt een groep woorden die de inhoud van je bericht samenvat. Leestekens, woordgrappen of dubbele bodems zijn hier niet gepast.

fh o

Gebruik als aanspreking Geachte heer of Geachte mevrouw voor mensen die je niet kent. Je kunt de familienaam toevoegen (Geachte heer Demunyck of Geachte mevrouw Franck) of mensen met hun functie aanspreken: Geachte commissaris, Geachte mevrouw de directeur. Gebruik neutrale woorden, blijf altijd beleefd en schrijf positief. Vermijd geklaag, ook als je over een probleem mailt. Stel zelf (haalbare) oplossingen voor en geef aan dat je steeds wilt bellen of afspreken om dingen verder te bespreken.

pr oe

Bij een mail is het belangrijk dat de tekst kort blijft. Bouw je bericht op uit alinea’s en voeg geen emoticons of memes toe. Rond je mail op een vriendelijke manier af, zodat je op het einde een positieve indruk achterlaat. Lees voor het versturen je bericht zeker na, zodat je geen storende spellingfouten laat staan. Een goede zakelijke mail: ✓ is kort en gericht op oplossingen; o ✓ is beleefd, zeker in de aanspreking en afsluiter; o ✓ bevat geen spellingfouten, memes of emoticons; o ✓ heeft een duidelijke onderwerpregel. o

332

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


onthouden Situationele taalvariatie

IN

We passen ons taalgebruik meestal aan op basis van de situatie. Veelal doen we dat heel onbewust, zoals bij praten met vrienden op de speelplaats of met je ouders thuis, maar tegelijk letten we soms ook heel specifiek op hoe we spreken, zoals wanneer je iets aan je leraar vraagt of wanneer je een sollicitatiegesprek voert. Een register is een term voor taalgebruik dat past bij een bepaalde situatie. Een taalgebruiker leert om het geschikte register te gebruiken. Die keuze maak je op basis van de communicatieve situatie waarin je je bevindt.

N

Tijdens een gesprek met de directeur kiest de leerling een meer formeel taalregister, terwijl die leerling met vrienden in de jeugdbeweging kiest voor het informele taalregister.

VA

De verschillen tussen de registers zie je best op een as met twee uitersten: vulgair – informeel – neutraal – formeel – archaïsch. Registerkeuze is lang niet alleen iets wat gebeurt binnen de standaardtaal. Ook binnen een dialect kun je bijvoorbeeld kiezen voor vulgair of neutraal.

uk

officiële mededeling van een minister

sollicitatie­ gesprek

mail naar je directeur

gesprek met je directeur op een receptie

heel informele taal

tekstbericht met vrienden over ruzie op school

grap vertellen in de jeugd­ beweging

pr oe

fh o

of d

brief van de rechtbank

st

heel formele taal

©

De grens tussen een formeel en een informeel taalregister is niet altijd zo duidelijk. Veel registers hebben zowel formele als informele kenmerken. Om duidelijk te maken wat verschillen tussen taalregisters zijn, is het handig om te werken met een continuüm.

LES 28 Register

333


Tussenstop 5 1

Woordenschat

IN

1 Soms levert een combinatie van een bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord een uitdrukking op: in een nieuw jasje steken, zwarte sneeuw zien, een koude douche krijgen …

onthouden

N

Een uitdrukking is een vaste combinatie van woorden met een figuurlijke betekenis. De woordgroep betekent niet meer letterlijk wat er staat, maar drukt iets achterliggends uit.

VA

Wanneer je zegt dat iemand groene vingers heeft, bedoel je dat deze persoon gevoel heeft om planten te verzorgen. Iemand die lange tenen heeft, is snel beledigd of lichtgeraakt.

b Geef de betekenis van de woordcombinatie.

betekenis

uk

uitdrukking uit          borst

of d

st

een          stilte een          boek een          beer

fh o

in          lijnen

een          muis

een          klaas

pr oe

een          appel

op zijn          gemak          bloed hebben

334

©

a Vul de volgende bijvoeglijke naamwoorden in. Kies uit: dood – open – ongelikt – blauw – rot – vol – grijs – ijzig – hout – grof

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


2 Concrete en abstracte woorden a Bekijk onderstaande schilderijen en probeer ze zelf onder te brengen in twee categorieën (A en B) op basis van wat je ziet. Schrijf de nummers van de bijhorende schilderijen in de juiste categorie. 2

3

IN

1

© Peter Barritt / Alamy

© Tomas Abad AGE

VA

6

N

© Art Reserve / Alamy

© Peter Horree / Alamy

5

st

B

of d

A

uk

©

4

b Vul in deze tekst de begrippen figuratieve kunst en abstracte kunst in. De ene categorie bevat herkenbare onderwerpen zoals portretten, landschappen en stillevens. Deze schilderijen zijn dan ook voorbeelden van                   : kunstwerken

fh o

waarin iets te herkennen valt, iets wat lijkt op iets dat echt bestaat, iets wat realistisch lijkt. Van de schilderijen in de andere categorie kun je maar moeilijk zeggen dat ze iets herkenbaars of realistisch weergeven. In de                    hoeven kunstwerken niet langer een

pr oe

weergave van de realiteit te zijn. De schilders focussen zich meer op vormen, kleuren en contrasten dan op herkenbare objecten, personen of situaties. Ook in de taal zien we deze tweedeling.

onthouden

Aan de ene kant zijn er woorden die naar concrete zaken verwijzen. Die zaken zijn herkenbaar en je kunt ze zien of aanraken. Denk maar aan een stoel: dat is een voorwerp dat tastbaar en herkenbaar is.

Aan de andere kant zijn er abstracte woorden. Voorbeelden van abstracte zaken zijn gevoelens, eigenschappen, gebeurtenissen … Dat zijn concepten die niet tastbaar zijn. Denk maar aan het woord ‘liefde’: in tegenstelling tot een stoel kun je ‘de liefde’ niet letterlijk aanraken. Daarnaast heeft niet iedereen hetzelfde idee over hoe ‘de liefde’ eruitziet en op welke manier je dat concept het beste kunt voorstellen.

TUSSENSTOP 5

335


abstract

N

concreet

IN

c Schrijf de onderstaande woorden in de juiste wolk: zijn het concrete of abstracte woorden? Kies uit: liefde – zolder – lepel – angst – juf An – uur – ontmoeting – tafel – piano – hond – honger – vriendelijkheid – boek – haat – maan

3 Woordenschatsuitbreiding

uk

©

VA

a Probeer met de letters die door elkaar staan elke foto in één woord te omschrijven. Bij de laatste foto hoort een uitdrukking.

vagera

of d

st

ulucsunim

pr oe

fh o

hachstemisc

336

aslasma

garnaalmi

ienkidte

eafdbkce

eordn ed elpo mnnee

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


b De gevonden woorden passen in de onderstaande zinnen. Vul ze aan.

Onze klas begreep niets van de uitleg die de leerkracht geschiedenis gaf over het ontstaan van de Honderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk. Uiteindelijk heeft hij de les opnieuw gegeven en alles (1) in beeld gebracht. Nu begrepen we alles veel beter. wist je dat we ook wereldkampioen batterijen inzamelen zijn? Aan alle elf miljoen Belgen die (2) batterijen inzamelen: een dikke merci!

IN

Belgen behoren tot de absolute wereldtop als het gaat over bier brouwen, chocolade maken (en eten). Dat is geen nieuws. Maar

VA

N

Na ruim zes weken op zee te hebben rondgedobberd zijn twee vissers eindelijk aangemeerd bij Namoluk, een (3) eilandje in de Stille Oceaa n. In het stadhuis van de stad Oostende werden twee smileyterminals geplaatst waar burgers hun bezoek kunnen beoordelen. Met de (4) wil de stad waar mogelijk de dienstverlening verder verbeteren.

©

chemische producten. ‘Die dampen moeten tot explosie zijn gekomen. De woning is helemaal vernield. De (5) is enorm’, zegt de burgemeester.

uk

Een arbeider is levensgevaarlijk gewond geraakt bij een ontploffing in een huis in Vilvoorde. De man was in de woning aan het klussen met

of d

st

Een man uit Aalst met een migratieachtergrond heeft een brief vol racistische verwijten in zijn brievenbus gevonden. In de brief (die trouwens vol schrijffouten staat) zegt de schrijver: ‘Jullie vreemden zijn halve beesten en jullie kinderen zijn (6).’ Verschillende politici uit Aalst hebben al gereageerd en noemen de brief puur racisme.

Speciaal voor de gamers onder jullie hebben we de bediening en de gebruikersinterface van de PlayStation-console (7). Onze finale

review van het toestel komt er in de helft van volgende week aan, maar hier zijn onze tussentijdse indrukken.

fh o

De eerste twee honden waarbij een besmetting met het coronavirus werd vastgesteld, werden vermoedelijk besmet door hun baasjes. Onderzoekers stelden vast dat de code van het virus bij de honden (8) was aan die van het virus bij hun besmette gezinsle den.

pr oe

1 2 3 4 5 6 7 8

TUSSENSTOP 5

337


c Maak een woordenlijst. Geef de betekenis en bepaal ook telkens de woordsoort. Gaat het om een werkwoord (ww), een bijvoeglijk naamwoord (bn) of een zelfstandig naamwoord (zn)? betekenis

woordsoort ¡  ww ¡  bn ¡  zn ¡  ww ¡  bn ¡  zn ¡  ww ¡  bn ¡  zn ¡  ww ¡  bn ¡  zn ¡  ww ¡  bn ¡  zn ¡  ww ¡  bn ¡  zn ¡  ww ¡  bn ¡  zn ¡  ww ¡  bn ¡  zn

st

uk

©

VA

N

IN

woord

dialoog dynamisch kunstmatig

monoloog

amateuristisch

beknopt

tijdelijk

modern

fh o

schaars

of d

4 Geef het tegengestelde van de volgende bijvoeglijke naamwoorden. Een voorbeeld helpt je op weg.

5 In les 25 maakte je kennis met beeldspraak in gedichten en reclame. Zeg voor elke zin of het om een vergelijking of een metafoor gaat.

b Toen Tanja binnenkwam, riep Argus luid: ‘De heks is daar.’

c Toen hij die informatie hoorde, vielen de puzzelstukjes in zijn hoofd op hun plaats.

d Zijn ogen leken wel gloeiende kolen.

e Jij bent zo zacht als een kussen.

f Blijf met je klauwen van mijn pennenzak.

g Zijn argumentatie viel als een kaartenhuisje in elkaar.

h Hij zuchtte als een paard dat net een tocht van dertig kilometer had afgelegd.

pr oe

a Elk woord dat ze sprak deed pijn als een zweepslag.

338

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


Geef zelf een voorbeeld van een vergelijking: Noteer hier een metafoor:

a Afkortingen kunnen het beste uitgelegd worden d.m.v. voldoende voorbeelden.

N

¡  deze manier van ¡  door middel van ¡  dit middel voor

IN

6 Waarvoor staan onderstaande afkortingen? Duid de juiste optie aan. De voorbeeldzin laat je toe de betekenis uit de context af te leiden.

b De vertaling naar gebarentaal gebeurde simultaan, er zat m.a.w. geen merkbare vertraging op.

VA

¡  met andere woorden ¡  mits andere woorden ¡  met alle woorden

c Ook leraren ondervinden soms examenstress, i.t.t. wat leerlingen soms denken.

©

¡  in tegenstelling tot ¡  in tegenwoordige tijd ¡  in tegendeel tegen

st

¡  door wijlen zou ¡  dat wil zeggen ¡  desondanks wil zeggen

uk

d Deze producten zijn allergeenvrij, d.w.z. dat je er geen allergische reactie door kunt krijgen.

e Haar baas wilde haar graag nog even spreken i.v.m. de schitterende presentatie die ze had gehouden.

of d

¡  in verband met ¡  in visie met ¡  in verschil met

f Veel ouders vragen hun kinderen om ook eens buiten te spelen i.p.v. de hele tijd binnen te gamen.

fh o

¡  in persoon van ¡  in plaats van ¡  in persoonlijke voege

g In een groepswerk moet je duidelijke afspraken maken m.b.t. de taakverdeling.

pr oe

¡  mits betrokkenheid tot ¡  mede betrokken tot ¡  met betrekking tot

h N.a.v. zijn fantastische rapport zijn Mohammed en zijn ouders eens goed uit eten gegaan. ¡  Naar achting van ¡  Naar aanloop van ¡  Naar aanleiding van

i Jorans resultaten voor Nederlands zijn duidelijk verbeterd t.o.v. zijn eerste rapport. ¡  ten opzichte van ¡  tegen overstaan van ¡  tegenover van

j Dat Loes naar het volgende jaar over mag? Die conclusie kun je nog niet zomaar trekken o.b.v. haar huidige resultaten. ¡  op bewijs van ¡  op basis van ¡  onder bezit van TUSSENSTOP 5

339


2

Taal 1 Markeer in elke zin het signaalwoord en zeg welk verband het uitdrukt. a Net zoals vorig jaar behaalde Kyona ook nu weer een A-attest.

b Omdat Yuri te veel hamburgers had gegeten, was hij ’s avonds misselijk.

N

c Céline is een kei in voetbal, maar Maarten haat deze sport.

IN

VA

d De GFT-bak is enkel bedoeld voor composteerbaar materiaal. Dit betekent dat luiers hierin niet gedeponeerd mogen worden.

e Dus we kunnen zeggen dat de langetermijngevolgen van de e-sigaret nog niet gekend zijn.

©

uk

f Op Tomorrowland komen er volgend jaar weer grote artiesten. Dimitri Vegas & Like Mike zijn uiteraard van de partij. Verder kun je ook Hardwell en Tiësto beluisteren. Ten slotte mag David Guetta zeker niet ontbreken.

st

g Als je genoeg geld spaart, kun je volgende zomer op reis.

of d

h Eerst weeg je alle ingrediënten af. Vervolgens meng je alles goed door elkaar. Ten slotte zet je het mengsel gedurende 30 minuten in de oven.

fh o

onthouden

Signaalwoorden drukken verbanden uit. Met maar kun je een tegenstelling aanduiden en kortom maakt duidelijk dat je een samenvatting geeft. Veelvoorkomende verbanden zijn:

pr oe

• chronologie toen, eerst, terwijl …

zodat, als gevolg van … • opsomming ook, bovendien, vervolgens … • samenvatting kortom, samengevat … • tegenstelling maar, toch, hoewel … • toelichting bijvoorbeeld, zoals … • vergelijking als, dat is te vergelijken met … • voorwaarde indien, wanneer, als … • oorzaak

340

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


2 Pandemie, post-apocalyptisch en registratie zijn drie woorden uit de woordverklaring van vorige lessen. Die woorden tonen aan dat je de ie-klank in het Nederlands op verschillende manieren kunt weergeven. a Luister naar de volgende woorden en plaats ze in de juiste kolom. y

b Vul i, ie of y in. 1 Omdat de fabr  kant geen act

ondernomen had om de h  giëne in de kant  ne te verbeteren,

moest hij de fabriek stilleggen en ging hij bijna faill  t. 2 Ook in volle  bal, rugb  , hocke

VA

IN

ie

N

i

en atlet  k zijn de clubs in l  ga’s gegroepeerd.

4 De jur

©

3 Heel wat toer  sten kennen ons land door de pral  nes, de fr  turen en het kr  kenbier met salam  . adv  seerde de studente om mee te doen aan de Vlaamse F  sica Ol  mpiade. naar het id  ll  sche, tropische eiland door de

uk

5 Toen de romantische ant  qua  r op de ferr

wereldberoemde d  va haar tedd  beer genoemd werd, was hij smoorverliefd! 6 Kiw  ’s, papr  ka’s en s  naasappels waren ooit exoten, net als sp  naz  ! die met d  nam  t kunnen omgaan.

st

7 Het leger heeft nood aan pol  valente techn  c

8 In de lessen l  teratuur kom je de volgende begrippen zeker tegen: s  mbool, lab  rint, m  the,

of d

mot  f en sat  re.

9 Wie op zijn tw  nt  gste nog altijd speelt met barb  poppen, raad je best st  kem een gesprek met een ps  choloog of ps  ch  ater aan.

fh o

10 Een aspir  ntje kan de pijn missch  n verminderen. 3 Afleidingen

a Van welk zelfstandig naamwoord zijn deze bijvoeglijke naamwoorden afgeleid? bijvoeglijk naamwoord

zelfstandig naamwoord

pr oe

humoristisch nationaal religieus

mysterieus functioneel realistisch schandalig

TUSSENSTOP 5

341


b Van welk werkwoord zijn deze zelfstandige naamwoorden afgeleid? zelfstandig naamwoord

werkwoord

overname aanbod vlucht

IN

schrift belofte

N

combinatie

Afleiding, grondwoord, voor- en achtervoegsel

VA

onthouden

treintje: tje is geen zelfstandig woord. schattig: ig is geen zelfstandig woord.

©

In een afleiding kunnen niet alle delen zelfstandig voorkomen. Dat is een belangrijk verschil tussen een afleiding en een samenstelling.

Onschuldig is een afleiding:

schuld is het grondwoord

st

on is het voorvoegsel, het komt voor het grondwoord, on kan niet zelfstandig voorkomen

uk

Een afleiding bestaat uit een grondwoord en voor- of achtervoegsels.

ig is het achtervoegsel, het komt achter het grondwoord, ig kan niet zelfstandig voorkomen

of d

Een ander woord voor voorvoegsel is prefix. Een ander woord voor achtervoegsel is suffix.

fh o

4 Kies in de volgende woordgroepen telkens de juiste meervoudsvorm. Houd rekening met wat je in les 34 leerde over de apostrof. a Japanse bonsai’s/bonsais

b de kiescampagnes/kiescampagne’s van de president

pr oe

c Door de klimaatopwarming hebben we ook last van snikhete lente’s/lentes. d In showbizzland lopen enkele opvallende duo’s/duos rond.

e de twee Renés/René’s f Hoeveel hobbies/hobby’s heb jij? g In deze bundel staan mijn favoriete haiku’s/haikus.

h Ons dorp heeft vier café’s/cafés.

i De nieuwbouw van onze school heeft verschillende niveau’s/niveaus. j Bijna elke western opent met cowboys/cowboy’s op hun paarden.

342

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


5 Kies telkens de correcte verkleinvorm van volgende woordparen.

IN

a cakeje/cake’je

N

b kettingetje/kettinkje

VA

c café’tje/cafeetje

taxi’tje/taxietje

of d

f

st

e souvenirtje/souveniertje

uk

©

d opa’tje/opaatje

fh o

g restaurantje/restaurannetje

pr oe

h machinetje/machientje

i

brunetje/brunettetje

j

crèmetje/crèmepje

TUSSENSTOP 5

343


6 Vul de werkwoorden in dit artikel correct aan. Kies uit: d – t – dt – dd – tt

‘DE ZWARTE DOOD’, VERSPREID DOOR MENSEN, NIET DOOR RATTEN waarmee de ziekte zich versprei  heeft en hoeveel mensen erdoor getroffen werden.

De wetenschappers bestudeer  en data van het patroon en de schaal waarin de Zwarte Dood in Europa om zich heen greep. ‘We beschikken over degelijke sterftecijfers van negen uitbraken van de builenpest in verschillende Europese steden’, zeg  professor Nils Stenseth (Universiteit Oslo) aan BBC. ‘Dat liet ons toe om verschillende modellen over de dynamiek van de ziekte uit te werken.’

‘De conclusie is duidelijk: het model waarin de ziekte doorgegeven wordt door vlooien en luizen die bij mensen parasiteren, past het beste. Het zou onwaarschijnlijk zijn dat de pest zich even snel versprei  zou hebben als dat door ratten zou zijn gebeurd. De bacterie zou eerst nog die extra ‘tussenstap’ van de ratten hebben moeten nemen, in plaats van zich van persoon tot persoon te versprei  en.’

N

VA

©

Volgens professor Stenseth heeft het onderzoek vooral een historische opzet: de hedendaagse wetenschappelijke kennis over ziektes gebruiken om uit te vissen wat er gebeur  is tijdens een van de meest verwoestende pandemieën uit de geschiedenis. Begrijpen hoe de dynamiek van een epidemie werkt, is van belang als je de sterftecijfers probeert terug te dringen, lui  het.

st

uk

De onderzoekers simuleer  en een uitbraak van de pest in elk van die steden (Barcelona, Firenze, Londen, Stockholm, Moskou en Gdansk), waarbij ze drie wiskundige modellen hanteer  en. In elk van die modellen was er telkens een andere ‘veroorzaker’: ratten, verspreiding door de lucht en vlooien en luizen die op mensen en hun kleren zitten. Zeven van de negen keer bleek het ‘menselijke’ model veel beter overeen te stemmen met het patroon van de uitbraak van de Zwarte Dood. Het weerspiegel  e perfect de snelheid

IN

‘Verspreiding door parasieten bij mensen meest waarschijnlijk’

of d

Bron: www.vrt.be/vrtnws

7 Ga online of in een tijdschrift op zoek naar twee artikels met een verschillende tekststructuur. a Noteer de titel van jouw artikel(s) in het juiste vak.

pr oe

fh o

probleemstructuur

handelingsstructuur

344

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP

maatregelstructuur

evaluatiestructuur

onderzoeksstructuur

chronologische structuur


b Vat een van de teksten samen aan de hand van de deelvragen van de tekststructuur. antwoord

VA

N

IN

deelvraag

uk

oorzakelijk (oorzaak-gevolg)

tegenstellend

toegevend

voorwaardelijk

opsommend

toelichtend

concluderend

of d

redengevend

doel-middel

st

chronologisch

©

c Markeer de signaalwoorden in het artikel (minimaal acht, maximaal vijftien) en plaats ze bij het juiste verband.

fh o

voordeel-nadeel

pr oe

vergelijkend

onthouden

Bij de probleemstructuur wordt een probleem met de oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen uitgewerkt. Een tekst met een chronologische structuur geeft een overzicht in verschillende stappen. Bij de evaluatiestructuur worden de voor- en nadelen van verschillende onderwerpen opgesomd en zegt de schrijver wat de voorkeur krijgt. Een overzicht van de signaalwoorden vind je bij opdracht 1 van dit deel.

TUSSENSTOP 5

345


3

Luisteren: Multitasken

Dokter en onderzoeker

Lieven Vandenhaute

Hendrik Cammu

VA

N

© Nola Cammu

Elke weekdag van 12:00 tot 13:00 uur

IN

Voor het luisteren

Multitasking

st

uk

©

Single focus

of d

1 Bestudeer aandachtig de infographic die bij het luisterfragment hoort en beantwoord volgende vragen. a Over welk soort luisterfragment gaat het hier?

fh o

pr oe

b Het fragment gaat dieper in op het onderwerp multitasken. Kun je omschrijven welk deelaspect behandeld wordt? c Geloof jij dat vrouwen betere multitaskers zijn? Waarom wel/niet?

346

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


Tijdens het luisteren 2 Je luistert naar een deel van een interview tussen presentator Lieven Vandenhaute en dokter Hendrik Cammu. a Lees aandachtig de vragen zodat je weet waarop je je precies moet focussen. b Geef concreet aan waarop je tijdens het luisteren zult letten en welk luisterdoel je hebt.

IN

N

• Wat is de aanleiding voor het interview met dokter en onderzoeker Hendrik Cammu?

VA

¡ Presentator Lieven Vandenhaute wil weten waarom hij als man geen twee zaken tegelijkertijd kan uitvoeren.

¡ Dokter Hendrik Cammu heeft onderzoek gedaan naar het verschil in multitasken tussen mannen en vrouwen.

©

¡ Zwitserse wetenschappers hebben onderzoek gedaan naar het verschil in multitasken tussen mannen en vrouwen.

• Wat is de Stroop-test?

uk

¡ Luisteraars van Nieuwe feiten willen weten of het klopt dat vrouwen beter zijn dan mannen in multitasken.

st

¡ Bij dit taalexperiment worden de woorden rood en groen in een andere kleur aan de deelnemers getoond. De proefpersonen moeten dan het juiste woord benoemen.

of d

¡ Bij dit taalexperiment worden de kleuren rood en groen met andere woorden aan de deelnemers getoond. De proefpersonen moeten dan het juiste woord benoemen. ¡ Bij dit taalexperiment worden de woorden rood en groen in een andere kleur aan de deelnemers getoond. De proefpersonen moeten dan de juiste kleur benoemen.

fh o

¡ Bij dit taalexperiment worden de kleuren rood en groen met andere woorden aan de deelnemers getoond. De proefpersonen moeten dan de juiste kleur benoemen.

• Lieven Vandenhaute spreekt op een bepaald moment van een mentale taak. Kun je uit de context afleiden wat hij daarmee bedoelt?

pr oe

• Waarom hebben de Zwitserse onderzoekers de deelnemers aan het experiment laten lopen op de loopband en hen tegelijkertijd onderworpen aan de Stroop-test? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. ¡ Om de linkerhersenhelft van de proefpersonen extra te belasten. ¡ Om de proefpersonen extra fysiek te belasten. ¡ Om de rechterhersenhelft van de proefpersonen extra te belasten. ¡ Om de proefpersonen extra mentaal te belasten.

TUSSENSTOP 5

347


• Tot welke conclusie komen de Zwitserse onderzoekers? Geef je antwoord weer in maximaal dertig woorden.

IN

N

3 Je luistert nu een tweede keer naar het fragment. Verbeter je antwoorden waar nodig of vul ze verder aan.

VA

Na het luisteren

4 Tijd om na te gaan hoe je de luisteroefening hebt ervaren en aangepakt. Beantwoord individueel de vragen in en motiveer telkens je antwoord. Nadien bespreek je klassikaal de antwoorden. a Hoe heb je het intensief luisteren ervaren?

©

uk

st

b Op welke problemen of knelpunten ben je gebotst?

fh o

of d

c Wat zou je de volgende keer anders aanpakken? Noteer twee concrete zaken waar je bij een volgende opdracht op zult letten.

pr oe

348

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


les

29

Kortverhaal 1

Je vertelt hoe je een verhaal ervaart

3

2

Je verbindt het verhaal met de realiteit

N

Situeren

st

uk

©

VA

1 De titel van het kortverhaal is voorlopig een goed bewaard geheim. Probeer aan de hand van de rebus de titel te raden.

of d

2 Welk soort verhaal verwacht je bij deze titel? Leg uit waarom je dit zegt. 3 De schrijver van dit kortverhaal is Dirk Bracke. a Wat weet je over deze auteur?

fh o

b Welke titels kun je van hem opnoemen?

onDERWEG

Dirk Bracke is een heel bekende Vlaamse jeugdschrijver. Naast het schrijven houdt hij van voetbal, volleybal, joggen en stevige rockmuziek.

pr oe

1

IN

Je vergelijkt een verhaal met je eigen situatie

De verhalen van Dirk Bracke zijn hard en realistisch, maar ook spannend en meeslepend. Hij schrijft meestal over actuele en moeilijke thema’s. Hij schrijft onder meer over incest (Straks doet het geen pijn meer), aids (Het uur nul), autisme (Een lege brug), jeugdbendes (Black), homoseksualiteit (Zij en haar), tienermoeders (Over tijd), straatkinderen (Een vlieg op de muur) en kindsoldaten (Als de olifanten vechten). Aan zijn boeken gaat heel wat opzoekingswerk vooraf, zodat je in zijn verhalen tegelijk een heleboel informatie krijgt.

LES 29 Kortverhaal

349


Het verhaal beleven

2

IN

Je krijgt het kortverhaal hier in drie delen. Na elk deel beantwoord je in groepen van drie de vragen bij elk fragment. Elke leerling neemt een rol op. • Leerling 1 is de aanvoerder van de groep en zorgt ervoor dat de groep goed functioneert en iedereen aan bod komt. • Leerling 2 is de notulist en neemt al het schrijfwerk voor zijn/haar rekening. • Leerling 3 is de woordvoeder en brengt mondeling verslag uit voor de klas.

tip

VA

N

In groep werken betekent dat je actief naar elkaar luistert. De volgende zaken zijn hierbij van belang: 1 Je luistert naar de mening van de groepsleden. 2 Je laat de groepsleden uitspreken. 3 Je stelt vragen wanneer iets niet duidelijk is in de uitleg van een ander groepslid. 4 Je respecteert wat andere groepsleden zeggen.

©

Op het einde van het groepswerk evalueer je in welke mate jij en je groepsleden al dan niet actief naar elkaar kunnen luisteren.

Meegesleurd

fh o

10

st

5

Dag 1 Die ochtend scheen de zon over de Graslei en dat klopte niet. Het moet regenen en een ijzige wind moet iedereen doen beven van de kou, dacht ik. Op andere dagen fietste ik zwierig tussen de voetgangers en de andere fietsers, maar nu mocht ik niet vergeten om te trappen of ik zou vallen. Op de brug van de Sint-Michielshelling stond Marcia. Zoals elke ochtend zat ze op haar fiets en ze hield zich met een hand op de brugleuning in evenwicht. Zou ze iets weten? vroeg ik me af. Maar nee, hoe kan Marcia al iets weten? Geruchten gaan snel, besefte ik. En de buren hebben het vast gezien. Twee mannen die pa naar de politieauto leidden, terwijl een derde pa’s laptop en een doos met dvd’s in de autokoffer plaatste. De hele tijd had ik me op de bank teruggetrokken. Onbeweeglijk, met een kussen als een buffer in mijn armen tegen me aangedrukt. Griet zat naast me op de bank. Ze was al zeventien, twee jaar ouder dan ik. Maar ook Griet zweeg en luisterde. Achter de deur riep ma luid naar pa, naar de politiemannen. Eigenlijk wilde ik niets horen, maar ik kon me niet bedwingen om te luisteren. Weet jij waarom? fluisterde Griet. Nee, mompelde ik. Zou het iets met zijn werk op de bank te maken hebben? Het protest van ma werd zwakker. Ik zat met mijn rug naar het raam omdat ik niet wilde zien hoe pa werd weggevoerd. Maar ik voelde dat achter de ramen mensen naar de politieauto loerden en dat ze gokten wat er aan de hand was.

of d

1

uk

Deel 1

pr oe

15

20

Gelukkig kwebbelde Marcia honderduit zodat het minder opviel dat ik geen zin had om te praten. Toch voelde ik me veiliger toen we eindelijk op het schoolplein arriveerden. Nu was het niet enkel Marcia en ik. ‘Moet je Joyce zien.’ Met een hoofdknikje wees ik naar een meisje dat vrolijk huppelend kwam aangerend. Nel volgde uitgelaten haar spoor.

woord honderduit: continu, enthousiast en zonder ophouden

350

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


‘Moeten jullie wat weten?’ riep Joyce al van op een afstand. Hoewel het gezicht van Joyce vrolijk stond, leek het alsof er een emmer ijskoud water over me werd uitgestort. Zou ze het al weten, flitste het angstig door mijn hoofd. ‘Van de Velde is ziek!’ ‘Yes!’ riep Marcia uit. Ze greep met beide handen mijn middel vast om samen een dansje te maken. Gelaten liet ik me meeslepen. ‘Ben je dan niet blij!’ riep ze vrolijk. ‘Geen toets vandaag!’ ‘Toch wel’, probeerde ik enthousiast te klinken. Joyce en Marcia keken elkaar vragend aan.

25

IN

30

N

Ik moet nog naar de Fnac, wuifde ik bij de schoolpoort Marcia weg. Zonder op een reactie te wachten, reed ik naar de andere kant van de straat. Ik voelde me opgelucht omdat de schooldag achter de rug was. Ik had geprobeerd om de lessen te volgen, geprobeerd om met de anderen mee te praten en mee te giechelen, maar de beelden van de vorige avond verschenen telkens onhoudbaar voor mijn ogen. Ergens wilde ik snel thuis zijn om te weten hoe het nu verder ging, maar ook zag ik er ontzettend tegenop om naar huis te gaan. ‘Hei!’ Op het nippertje ontweek ik een vrouw die opeens de straat dwarste. Ik kneep de remmen dicht en ik moest haastig een voet op de stenen zetten omdat mijn voorwiel in het tramspoor terechtkwam. Nijdig keek ik over mijn schouder en ik zag hoe de vrouw me nakeek. ‘Heb je soms prut in je ogen!’ Het deed me deugd dat ik eens kon schreeuwen. Ik trapte mijn fiets weer in gang. Het is goed dat ik niets aan Marcia verteld heb, dacht ik. Niemand weet iets. En misschien is het gewoon een vergissing, is pa onschuldig. Als pa straks terug thuis is, dan is alles weer zoals vroeger. Toch voelde ik dat het nooit meer zoals vroeger zou worden.

VA

35

©

40

uk

45

st

1 Beschrijf je eerste reactie op het verhaal.

a Kies een van onderstaande beoordelingswoorden.

of d

b Geef aan waarom je dat vindt. Dat doe je met een argument of een voorbeeld. spannend

saai

grappig

onecht

interessant

herkenbaar

verrassend

zielig

geloofwaardig

waardeloos

fh o

2 Beschrijf het hoofdpersonage van het verhaal zo gedetailleerd mogelijk.

pr oe

3 Werden er te veel gedachten en gevoelens beschreven of net te weinig?

4 Wat is er volgens jou met de vader gebeurd? 5 Wat vond je van de beginzinnen van dit fragment?

woord nijdig: scherp, boos

LES 29 Kortverhaal

351


65

IN

N

Opeens hoorden we een auto voor ons huis stoppen. Haastig stond Griet op en liep naar het raam. ‘Politie’, zei ze enkel terwijl ze het gordijn enkele centimeters opzij trok. De buren zullen weer voor hun vensters staan, dacht ik. Meteen scheurde een deurbel de stilte in het huis kapot. Ma kwam overeind en ze liep naar de hal. Een politievrouw kwam binnen. Ma en een politieman volgden haar spoor. ‘Ik zou eens met jullie willen praten’, zei de vrouw.

st

70

VA

60

©

55

uk

50

Deel 2 Dat is vreemd, dacht ik toen ik mijn fiets langs het raam liet uitbollen en ik merkte dat de gordijnen waren dichtgetrokken. Opeens voelde mijn keel droog aan. Ik viste de sleutel uit mijn broekzak. Stilletjes duwde ik mijn fiets naar het stalletje achter het huis en liep langs de keuken naar binnen. ‘Dag’, zei ik toen ik ma in het halfduister op een stoel zag zitten. Ze probeerde een mislukte glimlach op haar lippen te persen. ‘Je hebt de gordijnen gesloten?’ ‘Sommige mensen loeren door het raam. Ik weet ook niet wat ze verwachten om te zien …’ Ze tilde gelaten haar hand op. ‘Er bestaan nu eenmaal zulke mensen.’ Ze haalde vermoeid haar handen over haar gezicht. ‘Waarom? Waarom moest hij dat doen?’ Ze vroeg het op een toon die geen antwoord verwachtte. Ze was vast bang voor het antwoord. Ma beet op haar onderlip alsof ze zich schuldig voelde, alsof ze zelf kinderporno op zijn laptop downloadde. ‘Nu begrijp ik waarom hij elke avond in zijn bureau moest werken. Alsof zijn job nooit ophield. Ik kan me wel voor de kop slaan omdat ik soms medelijden met hem had.’ Ze rilde even en legde haar handen op het tafelblad. Ik zag dat ze haar trouwring niet meer droeg. Een bleke ring sloot nu rond haar vinger. ‘Ik denk niet dat ik iets verkeerd gedaan heb, Liesje. Ik denk niet dat hij zo in mij teleurgesteld was …’ Ik wil het niet horen, dacht ik. Ik voelde me zelf al zo rot, ik kon de ellende van ma er niet bijnemen. ‘Waarom moest hij alles kapot maken?’ ‘Ik wil het liever niet horen, ma’, zei ik zacht. Gelukkig, dacht ik toen ik Griet hoorde. Nu moest ik het verdriet van ma niet meer alleen dragen.

of d

fh o

75

Dag 2 Papa lag bovenop de deken. Ik lag lekker toegestopt in bed en leunde met mijn hoofd tegen zijn schouder. Griet lag in haar nachtkleed naast pa en ze keek mee naar de plaatjes in het boek die pa telkens aanwees. De herinnering deed tranen in mijn ogen vechten terwijl ik over de Graslei fietste. Waarom wist ik niet, maar de hele nacht had ik aan vroeger gedacht. ‘Shit! Had je aan ma niet genoeg?’ tierde ik binnensmonds terwijl ik mijn fietstrappers martelde. ‘En dan nog met kinderen!’ Meisjes jonger dan ik, had ma gezegd. Marcia wachtte op de brug en ze zwaaide. Ze weet het niet, dacht ik opgelucht. Op het schoolplein zag ik meteen dat het gezicht van Joyce op mij gericht was en dat haar ogen van me wegvluchtten. Hoewel ik haar onmogelijk kon horen, zag ik dat ze achter haar hand fluisterde. Ze roddelen over mij! Toen ze haar hand liet zakken dacht ik duidelijk te merken dat haar lippen Liesje vormden. Alsof ze verwachtte dat ik haar automatisch zou volgen liep Marcia naar de meisjes. ‘Hoi’, zei Marcia. ‘Hallo’, zeiden Joyce en Nel tegelijk alsof ze het gerepeteerd hadden. Ik merkte dat hun blikken me ontweken en ik voelde me plotseling niet lekker. ‘Is er iets?’ vroeg Marcia verbaasd. ‘Nee’, zei Nel te vlug. Joyce loerde me afwachtend aan alsof ze verwachtte dat ik spontaan over pa zou vertellen. ‘Ik heb gehoord dat jouw vader in de gevangenis zit. Kinderporno.’

pr oe

80

85

90

woord spontaan: uit zichzelf, zonder verplichting

352

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


Ik had de klap verwacht, maar toch kwam hij nog hard aan. Even vroeg ik me af hoe ze wist dat mijn vader was opgepakt wegens kinderporno. Misschien gisten de mensen maar wat en klonk het woord kinderporno het meest vies, het meest sensationeel. Het was vreemd, maar eigenlijk had ik liever gehad dat hij was meegenomen wegens diefstal of fraude of zoiets. Misschien klonk zelfs moord beter. Beschaamd, alsof ik de schuldige was, keek ik naar het asfalt tussen mijn voeten. ‘Neeee … toch.’ Marcia liet haar nee ongelovig lang klinken. Ze keerde zich naar mij. ‘Is dat echt waar?’ Mijn zwijgen vertelde alles. Het bleef stil ondanks het lawaai op het schoolplein. Onbewust schoof Marcia een beetje van me weg. ‘Ik heb het niet gedaan’, zei ik nijdig. ‘Niemand wist het.’ ‘Het moet vast heel erg zijn voor jullie’, zei Nel. ‘Er is toch niets met jou gebeurd?’ vroeg Joyce. Ze klonk meelevend, maar ik voelde dat ze vooral nieuwsgierig was. ‘Nee, helemaal niet.’ De politievrouw had gisteren dezelfde vraag gesteld. Er is toch niets met jou gebeurd? Die nacht had ik in mijn geheugen gegraven. Ik probeerde me te herinneren of papa me vervelend aanraakte als hij me in bed stopte of keek hij op een andere manier naar me als ik in mijn blootje van de badkamer naar mijn kamer liep. Ik dacht het niet, maar helemaal zeker zou ik nooit meer zijn.

IN

95

6 Hoe is de relatie tussen Liesje en haar mama?

©

105

VA

N

100

7 Welke betekenis geef je nu aan de titel? Vergelijk met de invulling die je eraan gaf voor het lezen.

uk

st

of d

8 Geef in maximaal vier zinnen een samenvatting van het verhaal.

fh o

pr oe

9 In dit fragment zien we hoe Liesjes vriendinnen op het voorval reageren. a Welke verschillende reacties zie je? b Doen de personages je aan iemand denken?

woord de fraude: vervalsing, bedrog

LES 29 Kortverhaal

353


130

135

IN

N

VA

fh o

140

©

125

uk

120

st

115

of d

110

Deel 3 Omdat we niet eeuwig in het schemerduister konden leven, hingen de gordijnen terug waar ze hoorden. Ergens voelde ik opluchting toen ik het zag. Het leek er een beetje op dat we ons gewone leventje konden hervatten. Ma probeerde zelfs te glimlachen toen ik in de woonkamer kwam. Als een drenkeling die even boven water komt, dacht ik. ‘Hoe was het?’ vroeg ze. ‘Op school weten ze het nu ook.’ ‘Was het erg?’ ‘In het begin wel, maar op de duur deed het me niks meer’, zei ik om ma niet terug onder het wateroppervlak te duwen. Griet kwam uit de keuken. Ik had niet eens gemerkt dat ze er al was. Op vrijdag is ze altijd vroeger thuis, besefte ik. Zonder iets te zeggen, plofte ze naast me op de bank. We zaten met onze rug naar het raam en ik merkte dat ma opeens verstijfde. Haar ogen keken over me heen alsof ze een spook zag. Een seconde later werd er gebeld. ‘Pa?’ vroeg ik. Ma knikte. Als bevroren bleef ze op de stoel zitten. ‘Wat nu?’ vroeg ze alsof ze de beslissing aan ons overliet. ‘Moet ik de deur openen?’ Ik schrok toen de bel voor de tweede keer rinkelde. Dit keer belde hij langer en feller. Hij wil zo snel mogelijk uit de ogen van de buren verdwijnen, besefte ik. ‘Zal ik …’ Ma hield me met een armgebaar tegen. ‘Moet ik nog met hem verder?’ vroeg ze aan ons, maar ze vroeg het wellicht aan zichzelf. Ik kreeg het koud. Vorige nacht had ik me ook afgevraagd of pa en ma en wij nog samen … ‘Ik wil niet meer met hem in een bed liggen!’ zei ze heftig. De bel sneed weer door het huis en nu wilde hij blijkbaar de knop niet meer lossen. Ma veerde recht en ze trok de deur achter zich dicht. Het is niet zo erg als je denkt. Nee? Waarom heeft de politie je dan meegenomen? Ik wil dat je jouw spullen pakt en verdwijnt! Waarom? Het is ook mijn huis! Griet en ik durfden bijna niet te ademen om geen woord te missen. Durf je Griet en Liesje nog onder de ogen te komen? Waarom niet? Ik heb hen toch niks misdaan? Als jij niet gaat dan ga ik weg! Griet en ik keken elkaar verbijsterd aan. Ma weggaan? ‘We moeten toch niet verhuizen omdat hij met vieze dingen bezig was’, siste Griet. ‘Hij moet het huis uit. Wat denk jij?’ Ik kromp in elkaar en sloeg mijn armen om mijn knieën, alsof ik zo klein mogelijk wilde zijn. ‘Pa het huis uit?’ herhaalde ik stil. Ik wist het niet. Ik wilde enkel dat alles zo snel mogelijk voorbij zou zijn. Dat alles zoals vroeger werd. En toch … er was te veel gebroken dat niet meer kon gelijmd worden.

145

pr oe

10 Je krijgt hier een aantal beoordelingswoorden. opgewekt

spannend

saai

meeslepend

ongeloofwaardig

vaag

duister

ontroerend

waardeloos

gevoelloos

overtuigend

weinig zeggend

langdradig

realistisch

nauwkeurig

waardevol

a Sorteer de woorden in twee kolommen: een kolom met positieve woorden, een met negatieve. b Zorg ervoor dat woorden met een tegengestelde betekenis naast elkaar staan. c Duid bij elk duo aan welk woord het beste overeenkomt met jouw mening.

woord de drenkeling: iemand die uit een schip viel in volle zee

354

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


negatieve beoordelingswoorden

VA

N

IN

positieve beoordelingswoorden

11 Welke passage uit het kortverhaal is jou het meest bijgebleven? Zoek de passage op en lees een fragment voor. Vertel daarbij:

uk

©

• waarom het fragment je geraakt heeft; • wat je vindt van de manier waarop de auteur de gebeurtenissen onder woorden brengt.

12 Zou je het verhaal aan iemand aanraden? Aan wie (een bepaald persoon, een bepaalde groep mensen, lezers van een bepaald genre of soort boeken …)?

st

13 Welke betekenis geef je aan de titel aan het einde van het verhaal?

fh o

of d

pr oe

LES 29 Kortverhaal

355


3

Doordringen tot de tekst 1 Hieronder krijg je vier stellingen over kortverhalen. a Geef telkens aan of de stelling volgens jou op het verhaal van toepassing is.

Is dit van toepassing op het verhaal?

¡ ja   ¡ nee

Het verhaal staat ver van mij af. Het gaat over situaties die onbegrijpelijk zijn.

¡ ja   ¡ nee

N

Het verhaal is origineel.

VA

¡ ja   ¡ nee

of d

st

uk

©

Het verhaal begint zonder inleiding.

reden

IN

b Leg uit waarom je dat vindt.

¡ ja   ¡ nee

fh o

Het verhaal telt een beperkt aantal uitgewerkte personages.

2 Wie is de protagonist van het verhaal? Geef aan waarom je dat zegt.

pr oe

onthouden

Protagonist/held Het personage dat centraal staat en waarvan we meestal de gevoelens en gedachten kennen, noemen we de protagonist. Die figuur speelt de hoofdrol in het verhaal. Bij reeksen zal de protagonist vaak in de titel staan: Harry Potter, Suske en Wiske, Sherlock Holmes, Spiderman …

356

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


3 Het verhaal wordt verteld in de ik-vorm. a Waarom is dat belangrijk voor de band tussen Liesje en de lezer?

IN

b Wat zou er anders zijn als de gebeurtenissen in het verhaal in de zij-vorm waren beschreven?

N

VA

4 Je focust nu op het einde van het verhaal.

a Vind je het een open of een gesloten einde? Leg uit waarom je die keuze maakt.

©

uk

st

of d

onthouden

fh o

Bij een gesloten einde is het verhaal echt afgelopen. Het hoofdprobleem is opgelost en alle vragen die je in de loop van het verhaal had, zijn beantwoord. Ook weet je waar de personages staan en hoe ze zich voelen.

pr oe

Bij een open einde zijn niet alle vragen beantwoord. Er zijn nog heel wat zaken niet opgelost: het verhaal kan nog verschillende kanten op en je weet niet hoe het verder zal gaan met de personages.

b Als jij de uitgever van het verhaal was, zou je het einde dan laten of zou je het veranderen? Wat zou je aanpassen?

5 Vind je Meegesleurd een realistisch verhaal of niet? Geef twee redenen waarom je dat zegt.

LES 29 Kortverhaal

357


les

Balanstest – 30 receptieve vaardigheden 1

Je test hoe goed je leesen luistervaardigheid zijn

3

Je gebruikt woordleerstrategieën om de betekenis van onbekende woorden te vinden

2

IN

N

Balanstest luistervaardigheid: vloeken en schelden

VA

1

Je neemt schematisch notities tijdens het lezen en luisteren

4

Je selecteert en verwerkt informatie uit teksten

1 Hieronder vind je vijf stellingen. Welke zijn op jou van toepassing?

a Wat is het onderwerp?

of d

st

b Wat voor soort programma is dit? ¡ soap ¡ quiz ¡ praatprogramma ¡ realityshow

¡ nee ¡ nee ¡ nee ¡ nee ¡ nee

uk

2 Bekijk de eerste vijftien seconden van het filmpje.

¡ ja   ¡ ja   ¡ ja   ¡ ja   ¡ ja

©

Ik vloek dagelijks. Ik erger mij soms als iemand anders vloekt. Ik word op mijn vingers getikt door mijn ouders als ik vloek. Ik vind dat vloeken in bepaalde situaties moet kunnen. Ik vind dat mensen in het algemeen te vaak vloeken.

fh o

c Wat is het doel van dit filmpje? Duid er twee aan. ¡ overtuigen ¡ informeren ¡ ontroeren ¡ amuseren

3 Bekijk het volledige fragment en los de vragen op.

pr oe

a In welke van deze afbeeldingen wordt gevloekt?

¡

358

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE

¡


b Waarom vloeken wij? ¡ Omdat dat zo hoort in het verkeer. ¡ Omdat wij iemand anders willen kwetsen. ¡ Om iemand anders te wijzen op zijn/haar fouten. ¡ Omdat dat oplucht wanneer we erg boos zijn of pijn hebben.

IN

c Werkt vloeken voor iedereen even goed? ¡ Nee: als je het vaak doet en het dus gewend bent, helpt het niet meer. ¡ Nee: het werkt niet als je te veel pijn hebt. ¡ Nee: voor sommigen werkt schelden beter. ¡ Ja: voor iedereen werkt vloeken even goed.

N

d Wat is het meest populaire scheldwoord in Vlaanderen en Nederland?

VA

e Waarover heeft Fieke Van der Gucht niet gesproken? ¡ Vloekwoorden veranderen doorheen de tijd. ¡ Vloeken doet je sterker voelen. ¡ Men heeft het effect van vloeken onderzocht door de handen van de proefpersonen in een ijsbad te steken. ¡ Op zich mag je vloeken in de buurt van je kinderen.

uk

©

f Welk zin beschrijft het beste waarover het hele fragment gaat? ¡ Mensen kennen het verschil tussen vloeken en schelden niet. ¡ Vloeken zou verboden moeten zijn in de buurt van kinderen. Kinderen raken vloeken te hard gewend. ¡ Vloeken veranderen in de loop van de tijd. We hebben ze nodig om de spanning eraf te laten. ¡ Hoeveel we vloeken hangt af van de opvoeding. Als je als kind gestraft wordt als je vloekt, vloek je als volwassene minder.

st

4 Bekijk het fragment nu opnieuw en beantwoord daarna deze vragen. a Verbind het juiste woord met de juiste definitie. 1 taalkundige

b iemand die zich met taal bezighoudt

of d

2 nuance

a iets wat eerst nog speciaal was, is nu een gewoonte

3 taboewoorden

c een vloek die wordt verzacht, zoals potvolkoffie

4 gewenning

d woorden die je eigenlijk niet mag zeggen

5 bastaardvloek

e een subtiel onderscheid tussen twee zaken, een klein verschil

fh o

1

2

3

4

5

pr oe

b Wat is een stapelvloek? ¡ een vloek die verzacht wordt, zoals potvolkoffie. ¡ een vloek die versterkt wordt, zoals godmiljaardenondeju. ¡ een vloek over God. ¡ een Engelse vloek.

c Waarom sprak men plots over vloeken in de buurt van kinderen? ¡ De presentator vroeg ernaar. ¡ Maaike Cafmeyer vertelde over haar kinderen die vloekten. ¡ Maaike Cafmeyer vertelde over haar mama die vroeger kwaad werd als ze vloekte. ¡ Een andere gast aan tafel vroeg ernaar.

LES 30 Balanstest –

receptieve vaardigheden

359


d Volgend schema bevat de hoofdpunten van dit gesprek. Vul het aan op basis van jouw notities. wat

twee krachttermen • schelden = iemand anders kwetsen • vloeken = naar jezelf

lucht op! opgelet: veel vloeken g gewenning*

IN

vloeken & schelden

• • •

test

kwaad verbazing pijn

twee groepen proefpersonen met hand in ijsbad •

: minder pijn

: meer pijn

VA

te vermijden?

N

*je raakt eraan gewend, dus het helpt niet meer

nee: zelfs kinderen (2j) hebben al taboewoorden *

soorten

a klassieke vloek b

verschilt per generatie • vroeger: religieus, naar/over God •

st

evolutie

uk

c bastaardvloek = verzachten

©

*woorden die je niet mag zeggen

2

fh o

of d

e Beoordeel de betrouwbaarheid van de informatie.

Balanstest leesvaardigheid: emoji’s en taal

pr oe

1 Hieronder vind je vijf stellingen. Welke zijn op jou van toepassing? Ik gebruik dagelijks emoji’s wanneer ik berichten stuur. Mijn ouders gebruiken soms emoji’s in hun berichten. Ik weet van elke emoji wat die betekent. Emoji’s betekenen hetzelfde in elke cultuur. Er is te weinig aandacht voor wat emoji’s betekenen in de Nederlandse taal.

2 Lees de tekst op p. XX een eerste keer en beantwoord de volgende vragen. a Wat is volgens jou het onderwerp van de tekst? b Geef de hoofdgedachte van de inleiding in één zin weer.

360

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE

¡ ja   ¡ ja   ¡ ja   ¡ ja   ¡ ja

¡ nee ¡ nee ¡ nee ¡ nee ¡ nee


c Met welk tekstdoel schreef de auteur de tekst? ¡ informeren ¡ ontspannen ¡ ontroeren ¡ overtuigen ¡ medische bijsluiter ¡ nieuwsartikel ¡ reclametekst ¡ recept ¡ wetenschappelijke studie

N

¡ informatieve tekst ¡ persuasieve tekst ¡ opiniërende tekst ¡ prescriptieve tekst ¡ narratieve tekst ¡ reisverhaal

IN

d Geef de tekstsoort en het teksttype.

©

a Welke alternatieve titel past het beste bij dit artikel? ¡ Boek Nederlandse emoji-expert groot succes ¡ Emoji’s steeds meer een taal op zich ¡ Emoji is snelst groeiende beeldtaal ooit ¡ Betekenis emoji’s sterk cultureel bepaald

VA

3 Lees de tekst nu een tweede keer. Je leest het geheel en dringt door tot de volledige boodschap van de tekst. Beantwoord daarna de volgende vragen.

b Welke hoofdpunten komen in de verschillende alinea’s aan bod? a

Is er een verschil tussen rijke en arme landen in emojigebruik?

alinea 2

b

Wat voor soort taal zijn emoji’s?

alinea 3

c

Wat zijn emoji’s?

alinea 4

d

Welke onderzoeken bestaan er al rond emoji’s?

alinea 5

e

Hoe kun je verklaren waarom bepaalde emoji’s in bepaalde landen vaker / minder vaak worden gebruikt?

alinea 6

f

Zijn emoji’s een taal?

g

Hoe ontwikkelt de betekenis van emoji’s zich?

h

Wat heeft een grote invloed op welke emoji’s jij als individu gebruikt?

i

Waarom interpreteren we de emoji’s niet allemaal hetzelfde?

j

Hebben emoji’s een vaste definitie?

alinea 8 alinea 9

st

fh o

alinea 10

of d

alinea 7

uk

alinea 1

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

pr oe

c Welke zin vat samen waarover het artikel gaat? ¡ De betekenis van emoji’s hangt af van land tot land en kan in de loop van de tijd veranderen. ¡ Emoji’s worden steeds meer een duidelijke taal die over de hele wereld gebruikt kan worden. ¡ Emoji’s zijn vooral nuttig in sms’en en berichten op sociale media, maar hebben verder geen echte invloed op onze taal. ¡ Er moet zo snel mogelijk een eenduidig woordenboek voor emoji’s komen, zodat die over heel de wereld hetzelfde betekenen.

d Welke stelling is onjuist? ¡ Emoji’s vervangen de non-verbale communicatie. Dat wil zeggen: gezichtsuitdrukkingen, handgebaren, klemtonen … ¡ Emoji’s zeggen iets over wat de inwoners van bepaalde landen belangrijk vinden. ¡ Emojipedia, het ‘woordenboek voor emoji’s’, bepaalt wat emoji’s betekenen. ¡ Emoji’s hebben een grote invloed op onze communicatie.

LES 30 Balanstest –

receptieve vaardigheden

361


4 Bij de volgende vragen focus je op een specifiek woord of verband in de tekst.

uk

©

c Waarvan is alinea 3 een voorbeeld? ¡ een reden ¡ een voorwaarde ¡ een opsomming ¡ een tegenstelling

VA

b Welk verband legt het bindwoord ‘terwijl’ in alinea 9? ¡ een voorwaarde ¡ een opsomming ¡ een toegeving ¡ een tegenstelling

N

a Hoe verhoudt alinea 10 zich ten opzichte van alinea 9? ¡ als oorzaak – gevolg ¡ als een tegenstelling ¡ als een opsomming ¡ als een vergelijking

IN

e ‘Net als gesproken en geschreven taal ontwikkelt de betekenis van emoji’s zich organisch.’ (zie alinea 5) Wat wordt daarmee bedoeld? ¡ De betekenis van emoji’s verandert op een natuurlijke manier, net zoals gesproken en geschreven taal veranderen. ¡ De betekenis van emoji’s verandert omdat grootmachten zoals Google en Facebook dat beslissen. ¡ Net zoals het gesproken en geschreven woord ‘vuur’ in de loop van de tijd is veranderd, verandert ook de emoji voor het woord ‘vuur’.

of d

st

d Wat betekent ‘non-verbale communicatie’ (zie alinea 7)? ¡ de woorden in gesprekken ¡ alle niet-woorden in gesprekken, zoals handgebaren en gezichtsuitdrukkingen ¡ gesprekken via een scherm, zoals sms’en ¡ alle geschreven gesprekken 5 Hieronder vind je een weergave van de hoofdpunten uit de tekst. Vul op de lege plaatsen een passend woord in. emoji = snelst groeiende beeldtaal ooit Japan g andere cultuur en gewoontes, dus andere betekenis

ontwikkeling

organisch = gaat vanzelf

wat

op taal

pr oe

fh o

g vervangt non-verbale communicatie: =              ,              ,                context is heel belangrijk! anders per land • cultuur • wat er leeft • humor •

362

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


IN

Snapt iedereen jouw emoji wel? Dezelfde symbolen, andere betekenis

N

Een emoji met een omhooggestoken duimpje? Als wij die zien, zullen we doorgaans blij zijn. Toon diezelfde emoji in Bangladesh en daar zal je een heel andere reactie krijgen: je zegt dan zoveel als ‘steek het waar de zon niet schijnt’. Om maar aan te tonen: niet elke emoji betekent overal hetzelfde. Er is een verschil tussen hoe een emoji bedoeld is en hoe hij gebruikt wordt. De Nederlandse emoji-expert Lilian Stolk schreef er een boek over en gaf meer uitleg aan de NOS.

VA

1 In maart verschijnt Het zonder woorden boek van de Nederlandse historicus, kunstenaar en ‘emojiexpert’ Lilian Stolk. Daarin schetst ze de evolutie van de snelst groeiende beeldtaal ooit. Emoji’s zijn meer dan alleen lollige, boze of verdrietige gezichtjes, zegt Stolk. Ze hebben een serieuze impact op onze communicatie, cultuur en taalbegrip.

©

2 Er is al veel onderzoek gedaan naar welke emoji’s we gebruiken, maar nog niet naar hoe we ze gebruiken, vertelt Stolk aan de NOS. We zien wereldwijd wel allemaal dezelfde symbolen, maar we interpreteren ze niet allemaal hetzelfde.

st

Zijn emoji’s een taal?

uk

3 Een deel van de oorzaak ligt in de oorsprong, zegt de Nederlandse taaldeskundige Lieke Verheijen. Emoji’s komen uit Japan, waardoor ze voor Japanners een specifieke betekenis hebben, terwijl wij ze interpreteren op een manier die voor ons uitkomt. Een groot verschil bijvoorbeeld zit in de handgebaren. Wat Japan en andere westerse landen als acceptabel beschouwen, vinden andere landen beledigend. Net als bepaalde gelaatsuitdrukkingen. Ook wat als humoristisch beschouwd wordt, is sterk cultureel bepaald.

of d

4 Het is lastig om een vaste definitie te geven aan emoji’s, erkent ook Jeremy Burge bij de NOS. Hij zit in de commissie die nieuwe emoji’s keurt en is oprichter van het ‘woordenboek’ Emojipedia. 5 Net als gesproken en geschreven taal ontwikkelt de betekenis van emoji’s zich organisch, zegt hij. ‘In de loop van de tijd kunnen betekenissen veranderen. Kijk naar de ‘vuur’-emoji: die begon als gewoon natuurfenomeen, maar toen begonnen mensen het te gebruiken als een positief symbool.’

fh o

6 Zijn emoji’s een taal? Tot op zekere hoogte, zegt Lieke Verheijen. ‘Sommige emoji’s zijn heel duidelijk, andere zijn te veel afhankelijk van de context. Je moet zeker weten dat je gesprekspartner de emoji hetzelfde begrijpt als jij. Een echte taal is het dus niet.’

pr oe

7 Volgens Lilian Stolk zijn ze meer een aanvulling op bestaande taal. ‘In een echt gesprek gebruik je handgebaren, gezichtsuitdrukkingen, klemtonen. Daarmee geef je nuance aan wat je zegt. Je kunt emoji’s zien als een digitale vertaling van die non-verbale communicatie.’

Wie gebruikt welke soort emoji’s?

8 In het algemeen is er een verschil te zien tussen arme en rijke landen. In rijkere landen sturen mensen meer positievere emoji’s dan in de armere. 9 ‘Welke emoji’s veel worden gebruikt zegt iets over waar een land waarde aan hecht’, zegt Verheijen. ‘Amerikanen gebruiken bijvoorbeeld vaker pistolen en pizza’s, terwijl Fransen heel veel verschillende hartjes sturen. Dat zegt iets over wat er leeft onder de bevolking.’

10 Je omgeving heeft ook een grote invloed. ‘Als mensen in je kring bepaalde emoji’s vaak gebruiken, neem je die snel over. Dat kunnen ook mensen zijn die je niet persoonlijk kent, maar die je op sociale media vaak voorbij ziet komen.’ Bron: www.vrt.be/vrtnws

LES 30 Balanstest –

receptieve vaardigheden

363


les

31

Toneeltekst en theateropvoering 1

Je kent de gepaste terminologie om over toneelstukken te praten: mimiek, gestiek, regie-aanwijzingen, decor en kledij

2 3 Je kunt de verschillen aantonen

Je krijgt inzicht in hoe een auteur een theatertekst opbouwt

IN

tussen roman en toneelbewerking

N

Toneel

1

VA

1 Wat is jouw ervaring met theater? a Geef een antwoord op basis van deze schalen. nooit

©

haat

vaak liefde

uk

b Deel je ervaringen met een medeleerling. Probeer zo concreet mogelijk te verwoorden hoe jij tegenover theater staat.

st

2 Tijdens dit schooljaar hadden we het al over verhalen, kortverhalen, strips en gedichten. Op welke manier verschilt een toneelstuk van die genres? Gebruik de onderstaande foto’s en het tekstfragment om je te helpen.

of d

pr oe

fh o

Meisje: ‘Dus vannacht heb je buiten op een bankje geslapen omdat je nergens een slaapplek kon vinden?’ Backpakker: ‘Ja en eerst was ik bang. Maar toen ik op mijn rug naar de sterren keek, werd ik langzaamaan steeds rustiger. Het was alsof ik daar hoorde in die duisternis. Op een gegeven moment leek het alsof de zwaartekracht elk moment zou verdwijnen en de bank mij los zou laten. Toen ik wakker werd, voelde ik me vrij. Ik was leeg, maar tegelijkertijd volkomen helder. Het voelde alsof alles weer mogelijk was.’ M: ‘Hmm…’ B: ‘Toen ik nog een kind was droomde ik vaak dat ik kon vliegen. En ik wist zeker dat het ook een keer zou lukken. Vele jaren ben ik , fladderend met mijn armen, van muurtjes en kleine gebouwen afgesprongen. Ik geloofde dat ik ooit een keer in de lucht zou blijven hangen.” M: ‘En?’ B:

364

‘Zie je me vliegen?’

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


IN

3 Bij een toneelstuk heb je dus niet alleen tekst. Acteurs en actrices brengen het verhaal tot leven door middel van intonatie, volume, mimiek en gestiek. Plaats de de juiste term bij de foto’s.

N

onthouden

VA

De schrijver van een toneelstuk zal in zijn tekst aanwijzingen opnemen over hoe de acteurs de boodschap moeten brengen. Deze regieaanwijzingen staan dikwijls in de vorm van bijvoeglijke naamwoorden als blij, geërgerd, kwaad …

brutaal

gefronste wenkbrauwen

vuisten gebald

harde klemtonen

volume luid

of d

fh o

bang

intonatie

st

dankbaar

gestiek

uk

mimiek

©

4 De woorden in volgende tabel zijn mogelijke regieaanwijzingen. Omschrijf telkens hoe je die tot uiting kunt brengen.

pr oe

verveeld

flirterig

LES 31 Toneeltekst en theateropvoering

365


5 We werken nu met een dialoog uit Is dat een kapstok?, een bundel toneelteksten met erg herkenbare scènes uit een gezin. a Lees even het volgende fragment.

(Moeder en vader zitten in de sofa, beiden lezen een krant of zitten op de tablet.) Moeder: (        ) We moeten van het weekend nog boodschappen doen. Vader: (        )

Ik regel alles.

IN

b Duid de regieaanwijzingen aan.

Ik regel alles, jij hoeft niets te doen.

Moeder: (        ) Ik regel het liever zelf. Vader: (        )

VA

Vader: (        )

N

Moeder: (        ) Ja, dat ken ik. Dan loop ik volgende week ook nog om allerlei spullen.

Wij gaan van het weekend geen boodschappen doen.

Moeder: (        ) Mag ik dat aub zelf uitmaken?

Vader: (        ) Kun je dat niet gewoon eens aan mij overlaten?

uk

niet in Irak.

©

Moeder: (        ) Ik mag toch zeker wel voor mijn mening uitkomen? We leven hier Vader: (        ) Irak?

Ja, of Iran, weet ik veel.

Vader:

En wat heeft dat ermee te maken?

st

Moeder:

Moeder: (        ) Dat we in een vrij land leven, en dat ik zelf wil bepalen wanneer ik

(stilte)

of d

boodschappen doe.

c Speel nu de dialoog na, houd rekening met de regieaanwijzingen.

pr oe

fh o

d Welke vind jij de moeilijkste om rekening mee te houden?

366

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


Niets

2

IN

Niets is een bekroonde jeugdroman van de Deense auteur Janne Teller, wiens werk al werd vertaald in 25 talen. Ze schreef vooral romans over menselijke waarden en beschaving, die vaak tot verhitte debatten leidden. Niets uit 2000 wordt weleens een volledige vernieuwing van de jeugdroman genoemd. Het boek won verschillende literaire prijzen.

N

Het boek begint op de eerste schooldag. Pierre Antoine, een jongen van het eerste middelbaar, staat tijdens de les op en zegt dat niets zin heeft. 'Op het moment dat je geboren wordt, begin je al te sterven.' Hij verlaat het klaslokaal en kruipt in een boom. Daar bekogelt hij de jongelui die toch nog iets van hun leven willen maken met zure pruimen, elke dag weer.

VA

Pierres medeleerlingen bedenken een plan. Ze willen hem tonen dat er iets van betekenis bestaat. In een oude, verlaten zagerij aan de rand van het dorp, besluiten ze een verzameling aan te leggen van voorwerpen die voor hen betekenis hebben. Dit is het begin van ‘de berg van betekenis’.

Gerda

10

©

uk

fh o

15

st

5

Het kostte me drie dagen om Gerda’s zwakke punt te vinden en gedurende die drie dagen deed ik heel aardig tegen haar. Ik had Gerda altijd links laten liggen. Ze spuugde een beetje als ze sprak en veel als ze lachte, en dat deed ze bijna de hele tijd. Bovendien hing ze voortduren aan Rikke-Ursula’s lippen, en Rikke-Ursula was mijn beste vriendin en zo speciaal dat ze behalve dat blauwe haar en die zes vlechten alleen maar zwarte kleren droeg. Als mijn moeder het niet steeds met haar kleurrijke inkopen gesaboteerd had, dan zou ik ook alleen maar in het zwart rondlopen. Nu moest ik het doen met één zwarte broek, twee zwarte T-shirts waarop Engelse moppen stonden en een zwarte wollen trui, die te warm was voor deze tijd van het jaar. Maar nu ging het om Gerda. Ik ruilde haarelastiekjes met haar, smoesde met haar over jongens en vertrouwde haar toe dat ik grote Hans leuk vond (wat absoluut niet waar was, maar ook al mag je niet liegen, dit was een omstandigheid die mijn oudere broer overmacht noemde. Wat dat precies betekende, wist ik niet, maar het hield in elk geval in dat je toch mocht jokken. De eerste twee dagen was de opbrengst karig. Het leek alsof Gerda niets had waaraan ze verknocht was. Of dat ze me doorhad. Ze had wat ouderwetse poëzieplaatjes, die ze van haar oma had gekregen, maar ik wist dat ze daar nauwelijks naar had omgekeken sinds we in het vijfde zaten. Behalve die plaatjes had ze me ook een foto laten zien van Tom Cruise, op wie ze smoor was en die ze elke avond voor het slapengaan welterusten kuste. Ze had ook een hele stapel romantische blaadjes over dokters die verpleegsters zoenen en daarna nog lang en gelukkig leven. Ik moet bekennen dat ik af en toe best zin had om ze te lenen en Gerda zou vast een traantje laten als ze gedwongen werd ze weg te geven, maar eigenlijk was het rotzooi, een hoop nonsens. Nee, ik moest tot de derde dag wachten voor ik haar zwakke punt ontdekte. Het gebeurde toen we op de kamer van Gerda thee zaten te drinken en naar een cassette luisterden die ze net van haar vader had gekregen. De twee voorgaande avonden hadden we op de kamer gezeten die ze bij haar moeder had en waar het stikte van de meisjesdingen en prulletjes. Nu zaten we op de kamer in het huis van haar vader, waar ze om de week woonde. Het was niet de cassetterecorder of de opblaasbare plastic leunstoel of de popsterren aan de wand die de kamer anders maakten dan die bij haar moeder, want daar had ze ook een cassetterecorder en een opblaasbare plastic leunstoel en popsterren aan de wand. Wat de kamer bij haar vader bijzonder maakte, was de grote kooi met het kleine hamstertje die in de hoek stond. De hamster heette Oscartje, en het was Oscartje die Gerda de volgende dag van mij op de berg van betekenis moest leggen.

of d

1

pr oe

20

25

30

woord overmacht: onvoorziene en onkeerbare situatie die ervoor zorgt dat je iets niet kunt doen verknocht zijn aan: gehecht aan

LES 31 Toneeltekst en theateropvoering

367


50

IN

N

st

55

VA

45

©

40

uk

35

Gerda huilde en zei dat ze dat van grote Hans zou verklappen. Oh wat moest ik lachen toen ik zei dat het gelogen was en alleen maar overmacht. Dat had tot gevolg dat Gerda nog harder begon te huilen en zei dat ik de grootste valserik was die ze kende. En nadat ze twee uur gehuild had en nog steeds ontroostbaar was, bekroop me het gevoel dat ze misschien gelijk had en kreeg ik er bijna spijt van. Maar toen keek ik naar mijn enkelhoge groene sandalen die boven op de berg lagen en ik hield mijn poot stijf. Rikke-Ursula en ik gingen meteen met Gerda mee naar huis om Oscartje op te halen, zodat ze de kans niet kreeg om ons te slim af te zijn. Gerda’s vader woonde in een van de nieuwe rijtjeshuizen die grijsbruin waren en van baksteen, in ieder geval aan de buitenkant. Eronder zat gewoon beton. Het huis had grote kantelramen in alle kamers en het stond aan de andere kant van Tering, waar nog niet zo lang geleden weilanden waren met grijsbruine schapen. Dat het huis aan de andere kant van Tering lag, maakte de tocht lang en vermoeiend, maar die grote kantelramen waren het belangrijkst. Gerda’s vader was thuis en daarom moesten we Oscartje naar buiten zien te smokkelen. We regelden het zo dat Rikke-Ursula in Gerda’s kamer stond, terwijl ik buiten wachtte om Oscartje aan te pakken en in de oude, verroeste kooi te stoppen die we voor de gelegenheid op de kop getikt hadden. Gerda stak geen hand uit. Ze stond alleen maar hardop te huilen in een hoek van de kamer. ‘Nou hou je je mond’, zei ik toen ik het gejank beu was. ‘Anders gooien we een dood Oscartje op de berg.’ Dat deed Gerda niet stoppen met huilen, maar ze dempte het geluid tenminste, zodat het om uit te houden was. En ze kwam ook nog het huis uit zonder dat haar vader argwaan kreeg. Oscartje was wit en bruin gevlekt en eigenlijk best schattig met zijn trillende snorharen, en ik had er niets op tegen dat ik hem niet hoefde te vermoorden. De kooi was echter zwaar en lastig om te dragen, en dat terwijl het een heel eind lopen was naar de zagerij. We hadden de krantenkar van vrome Kai moeten lenen. Dat hadden we niet gedaan, dus droegen we de kooi om de beurt. Gerda moest er ook aan geloven; we zouden niet weten waarom alleen Rikke-Ursula en ik ons een ongeluk moesten zeulen. Het duurde eeuwen om bij de akker en de zagerij te komen en Oscartje poepte de hele tijd, alsof hij dacht dat ik hem toch zou afmaken, maar dadelijk waren we er en konden we de kooi en Oscartje in het halfduister achter de deur neerzetten.

of d

fh o

60

Gerda kreeg toestemming om de kooi met wat zaagsel te vullen, en nadat ze Oscartje een extra portie hamstervoer en een bakje schoon water had gegeven, klom ik op de keukentrap om de kooi op de berg te zetten. Ik klom weer naar beneden, schoof de trap aan de kant en keek vol bewondering naar de berg en de kooi, die er als een scheve ster bovenop stond. Toen merkte ik hoe stil het was in de zagerij. Stil. Stiller. Heel stil. Het was zo stil dat ik plotseling wel moest zien hoe groot en leeg de zagerij was, hoeveel scheuren en barsten er zaten in de betonnen vloer die onder het vuile zaagsel doorschemerde, hoe dik het spinrag op de balken en de planken plakte, hoeveel gaten er zaten in het dak en hoe weinig ruiten er heel waren gebleven. Ik keek naar alles om me heen, van de ene kant naar de andere, en ten slotte naar mijn klasgenoten. Zij stonden nog steeds stilletjes naar de kooi te staren. Het was alsof Oscartje iets met de berg van betekenis deed wat noch mijn groene sandalen, noch Sebastians hengel, noch Richards voetbal hadden klaargespeeld. Ik was zelf bijzonder in mijn sas met mijn bijdrage, dus het deed best pijn toen niemand reageerde. Het was Ole die me te hulp schoot. ‘Verdomme, dit is pas betekenis!’ zei hij met klem en hij keek van Oscartje naar mij. ‘Ik vraag me af of Pierre Anthon hiertegenop kan’, voegde grote Hans eraan toe, en er was niemand die protesteerde. Ik moest in mijn tong bijten om niet te blozen van trots. Het was laat en de meesten van ons moesten op tijd thuis zijn voor het eten. We wierpen een laatste bewonderende blik op onze volgeladen berg voor Sofie het licht uitdeed en de deur sloot. Jan-Johan maakte het hangslot vast en daarna spoedde iedereen zich naar huis. Het was Gerda’s beurt.

65

pr oe

70

75

woord dempen: inhouden, stiller of kleiner maken

368

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


Elise 1

IN

5

Tweeënvijftig, drieënvijftig, vierenvijftig … We dwaalden een tijdje rond in het donker tot Elise de juiste richting vond en ons naar het graf van haar kleine broertje leidde. Zevenenzeventig, achtenzeventig, negenenzeventig … Daar was het: 3.1.1990 – 21.2.1992, Emil Jensen, onze dierbare zoon en geliefde broer, stond er op de steen. Ik wierp een blik op Elise en wilde wedden dat ze niet achter de woorden geliefde broer had gestaan. Toch begreep ik goed waarom hij op de berg moest liggen. Een broertje was niet zomaar iets. Ook al was hij vermoedelijk niet geliefd genoeg geweest. De steen was van marmer en helder wit en mooi, met twee duiven op de rand en rode en gele en paarse bloemen ervoor. Ik begon bijna te huilen en tuurde daarom naar de sterren en de halve maan en moest denken aan wat Pierre Anthon die ochtend had gezegd: dat de maan in achtentwintig dagen om de aarde draait, terwijl de aarde er een jaar over doet om rond de zon te cirkelen. Hierdoor kon ik mijn huilen inhouden, maar ik durfde niet meer naar de steen en de duiven te kijken. Even later stuurde Ole Elise en mij twee verschillende kanten op om op wacht te staan. De zaklantaarns hield hij. Die hadden de jongens nodig om te zien waar ze moesten graven, zei hij, met het gevolg dat wij tussen de graven door naar de kerk moesten lopen zonder ander licht dan de maneschijn. Dat was niet alleen flauw, het gaf aan alles een bijna blauwe, spookachtige gloed. Elise ging bij de ingang aan de achterkant van de kerk staan, in de buurt van de domineeswoning en een heel eind van mij vandaan. Tegen elkaar praten konden we natuurlijk niet. We konden elkaar niet eens opbeuren door naar elkaar te kijken. Ik probeerde mij bezig te houden met het bestuderen van de kerk; die ruw en wit was en lichte deuren had met houtsnijwerk en hoog in de muur kleurrijke glas-in-loodramen die zo laat op de avond eerder zwart leken dan gekleurd. Tegelijk begon ik weer te tellen. Eén, twee, drie … Er kwam een raar, bonzend geluid van het graf achter me als een van de spaden de grond trof. Bons, en dan een plof als de aarde van de schop gleed. Bons plof, bons plof. Zo te horen schepten ze snel, maar toen klonk er een harde tik – de jongens hadden de kist geraakt – en vanaf dat moment deden ze het rustiger aan. Ik wist dat ze langs de kanten van de kist groeven om het gat zo klein mogelijk te houden. Het idee alleen al gaf me koude rillingen. Ik trok mijn schouders op, keek naar de dennenbomen en begon ze te tellen. Er stonden achttien grote en zeven kleine langs het pad dat van de straat naar de kerk liep. Ze bewogen een beetje met hun takken in een wind die ik niet voelde, maar dat kwam natuurlijk omdat ik beschut werd door de muur van het kerkhof. Ik zette twee kleine passen naar voren, eentje naar links en twee terug. En daarna nog een keer, maar nu naar rechts. Zo ging ik door met het dansje dat ik in mijn hoofd componeerde. Eén, twee, opzij. Eén, twee, terug. Eén, twee, opzij … Ik bleef stokstijf staan. Ik had iets gehoord. Grind dat onder een voet knerste, zo leek het wel. Ik tuurde het pad af, maar kon niets zien. Had ik mijn zaklantaarn maar gehad. Daar was het weer. Krrruuunchh. Het kwam van onderaan het pad, bij de poort. Ik moest ineens vreselijk plassen en ik stond op het punt om naar de jongens toe te rennen. Maar toen herinnerde ik me wat Ole had gezegd en ik wist dat hij mij een oplawaai zou geven als ik plotseling kwam aanzetten. Ik haalde diep adem, schoof mijn handen in elkaar en maakte een toeterend geluid door lucht te blazen door de spleet tussen mijn twee duimen. ‘Oeeeeh’, klonk het langgerekt. Het grind knarste nogmaals, en ik blies de longen uit mijn lijf. ‘Oeeeh. Oeeeh.’ Toen dook Ole naast me op. ‘Wat is er?’ fluisterde hij. Ik was zo bang dat ik geen antwoord kon geven, tilde alleen maar mijn arm op en wees naar het pad. ‘Hierheen’, zei Ole en omdat ik even bang was voor wat er gebeurde als ik hem niet gehoorzaamde als voor degene die het knarsende geluid maakte, volgde ik hem toen hij tussen de dennen verdween, waar de duisternis nog dichter was. We liepen maar een klein stukje voor Ole halt hield en voor zich uit tuurde. Ik stond achter hem en kon niets zien. Er viel blijkbaar ook niets te zien, want Ole liep weer langzaam door. We bewogen ons voetje voor voetje voorwaarts om geen geluid te maken. Mijn hart ging zo tekeer dat mijn oren suisden, en ik kreeg algauw het gevoel dat we urenlang tussen de stammen slopen.

fh o

30

of d

st

25

©

20

uk

15

VA

N

10

pr oe

35

40

45

50

LES 31 Toneeltekst en theateropvoering

369


65

IN

fh o

85

st

80

of d

75

uk

©

70

Even later was het Ole die floot. Ze waren klaar met graven en de kleine kist stond in het grind en zag er eenzaam en vreselijk triest uit, maar daar konden we geen tijd aan besteden, want er was een ander probleem opgedoken. De jongens hadden alle aarde die ze weggegraven hadden terug in het gat geschoven en toch was het gat maar voor driekwart gevuld. Een natuurkundige wet die we niet geleerd hadden: als een lichaam uit de grond verwijderd wordt, zakt het peil van de aarde op de plek waar het lichaam zich bevond evenredig met het volume van het lichaam. Iedereen die in de buurt van de kleine Emils graf zou komen, zou zien dat de kleine Emil er niet meer lag. Op dit moment begon Elise te huilen en ze hield er niet mee op, ook al zei Ole dat ze dat moest. We waren een poosje radeloos. En toen bedacht ik dat we een paar grafstenen van andere graven in het gat konden kieperen en bedekken met aarde. De grafmaker zou waarschijnlijk merken dat er stenen ontbraken, maar hij zou nooit op het idee komen dat ze in het graf van Emil Jensen lagen. Tenminste, als het ons lukte om alle bloemen op precies dezelfde plek terug te leggen. Het kostte ons aardig wat tijd en het was erg vermoeiend om twee grafstenen los te wrikken en ze naar het graf van de kleine Emil te zeulen. Vooral omdat we niet de dichtstbijzijnde stenen durfden te nemen, voor het geval iemand toch zou zien dat er in de aarde gewoeld was. Maar in de kuil kregen we ze, en na een dikke laag aarde en een dun laagje grind begonnen we aan de bloemen, die een beetje schade geleden hadden, maar verder geen slechte indruk maakten toen we ze met de stoffer van Ole behoedzaam hadden schoongeborsteld. De klok van het raadhuis sloeg twaalf toen we net klaar waren en ons omdraaiden naar de kist. Ik verstijfde en kon zelfs in het donker zien dat de jongens wit wegtrokken. De torenklok had een lage, holle klank en elke slag galmde als de roep van een geest over de graven: Kooom! Kooom! Kooom! We bewogen geen spier. Ik durfde noch te kijken, noch mijn ogen te sluiten, en staarde met starre blik naar Jan-Johan alsof ik alleen zijn beeld op mijn netvlies verdragen kon. De slagen telde ik niet, maar het leek alsof het er veel meer waren dan twaalf. Na een eeuwigheid ebde de laatste slag weg en werd het weer stil. We keken elkaar zenuwachtig aan en toen kuchte Jan-Johan. Hij wees naar de kist. ‘Nu brengen we hem weg’, zei hij en ik hoorde dat hij het woord kist handig omzeilde. De kist was vast heel mooi en krakend wit geweest toen Elises kleine broertje erin werd gelegd. Nu zaten er kleine barstjes in het wit en puilden de wanden akelig uit en was er niets moois aan. Er kroop een worm uit de aarde op een van de hoeken en vrome Kai weigerde de kist op te tillen voor Ole de worm met de stoffer had weggeveegd. Toen begonnen de vier jongens te dragen: Ole en vrome Kai aan de ene kant en Richard en Jan-Johan aan de andere. Elise, die was opgehouden met huilen toen we de torenklok hoorden, liep voor de kist uit met haar zaklantaarn, en ik met de mijne erachter.

N

60

VA

55

Ineens duwde Ole de takken opzij en hij stapte zomaar het pad op. ‘Ha’, grijnsde hij en ik gluurde over zijn schouder en schaamde me rot. Het was Assepoester, Sørensens oude hond, die na Sørensens dood nergens anders wilde wonen dan op het graf van haar baasje. De hond was nieuwsgierig geworden van het geluid van de schoppen en sukkelde op haar jichtige poten langs het pad naar boven. We mochten blij zijn dat ze niet was gaan blaffen. Ze keek ons belangstellend aan en snuffelde aan mijn benen. Ik aaide haar even over haar kop en keerde toen terug naar mijn post.

pr oe

90

95

Dat de kist zwaar zou zijn, daar hadden de jongens niet op gerekend en ze hijgden en zweetten, maar Ole gunde hun geen rustpauze voor we onder aan het pad waren. Daar had ik niets op tegen. Ik had absoluut geen behoefte om langer dan nodig op het kerkhof te blijven.

woord evenredig: gelijk, in dezelfde verhouding radeloos: van streek, vertwijfeld behoedzaam: voorzichtig, overwogen het raadhuis: stadhuis, gemeentehuis wegebben: langzaam verdwijnen

370

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


115

IN

N

110

Ik deed het licht aan en de jongens zeulden de kist de zagerij is. In het felle neonlicht zag de kist er minder luguber uit. Het is maar een dood kind met wat planken eromheen, bedacht ik, terwijl ik rustig de kist bestudeerde, die aan de voet van de berg van betekenis stond omdat hij te zwaar was om bovenop te komen. We waren te moe om ons druk te maken om Assepoester en lieten de hond daarom voor wat ze was, deden het licht uit, sloten de deur en spoedden ons terug naar de stad. Aan het begin van mijn straat zei ik gedag en ik liep haastig naar huis, iets minder bezwaard dan toen ik op weg was gegaan. Het boek zat nog steeds tussen het raam en ik klom naar binnen en in bed zonder dat ik iemand wakker maakte.

VA

105

©

100

Achter mij knarste het grind. Sørensens Assepoester kuierde met hangende kop in ons kielzog, alsof ze meeliep in een rouwstoet. Eerst vonden we het alleen maar gezellig en werden we er zelfs iets dapperder van, maar toen we bij de weg aangekomen waren en de kist op de krantenkar hadden gezet en ze niet van plan bleek om ons alleen te laten, werden we een beetje ongerust. Als de grafmaker morgen ontdekte dat er niet alleen twee grafstenen weg waren, maar dat ook Assepoester verdwenen was, kon het wel eens lastig worden. Maar er was weinig aan te doen. Zodra een van ons met haar terug naar het kerkhof was gelopen, dook ze weer bij ons op. Nadat we dit vier keer geprobeerd hadden, gaven we het op en besloten we dat ze achter ons aan kon lopen tot ze er zelf genoeg van kreeg. Dat gebeurde niet en toen we bij de oude zagerij aankwamen en het hangslot openden, was Assepoester de eerste die door de deur naar binnen glipte.

125

st

Wij zessen, die ’s nachts op pad waren geweest, zaten met slaperige gezichten in de klas, maar we waren daarom niet uit onze hum. Integendeel! Het verhaal werd fluisterend aan degenen die naast ons zaten, overgebracht en daarna zoemde het de hele klas door tot Eskildsen nijdig werd en riep dat hij stilte verlangde. Toen was het even rustig, maar algauw klonk er opnieuw gefluister en moest Elkildsen weer gaan roepen. Het leek een eeuwigheid te duren voor de laatste les afgelopen was en we konden uitzwermen naar de oude zagerij. Onze heldendaden hadden intussen wel de kans gekregen om uit de dijen, want bij elke herhaling van het verhaal werden onze nachtelijke belevenissen op het kerkhof grootser en griezeliger.

of d

120

uk

Reken maar dat de anderen grote ogen opzetten, toen ze de kist zagen, en de hond van Sørensen die erbovenop lag.

fh o

De berg van betekenis groeit uit tot een waanzinnige opeenstapeling van voorwerpen, een huisdier, een lijk en een afgehakte vinger. De pers springt erop, en de berg wordt wereldberoemd. Je leraar vertelt je hoe het verhaal afloopt.

pr oe

Overloop de vragen hieronder. Noteer je antwoorden gestructureerd op de volgende pagina. 1* Wat zou jij op de berg van betekenis leggen? 2 Je werkt nu in duo. Een leerling leest het offer van Gerda, de andere dat van Elise. Beantwoord volgende vragen. a Welk offer wordt beschreven in jouw stukje? b Hoe wordt het karakter en/of het uiterlijk van het centrale personage omschreven in het boek? c Welke regieaanwijzingen zou jij aanbrengen? d Voor welk decor, welke belichting en muziek zou jij kiezen?

3* Wissel van gedachten met een medeleerling die het andere fragment las. Beschrijf wat er gebeurde en schets waarom je die antwoorden gaf. * Het antwoord op deze vraag hoef je niet te noteren.

LES 31 Toneeltekst en theateropvoering

371


4 Je bekijkt nu de toneelbewerking die overeenkomt met jouw fragment. a Hoe brengt de acteur jouw personage tot leven? Focus op mimiek, gestiek, volume en intonatie. b Beschrijf kort de muziek, de belichting en het decor. c Vergelijk met de keuzes die jij maakte.

pr oe

fh o

of d

st

uk

©

VA

N

IN

d Welke versie vind jij beter, het boek of het toneelstuk? Leg concreet uit waarom je dat vindt.

372

TRAJECT Nederlands 3  LITERATUUR


les

32

Taal bij dieren 1

Je kent het verschil tussen communicatie en taal

N

Mensen en dieren

VA

1 Wat onderscheidt de mens van andere dieren volgens jou? Overleg samen met een medeleerling en som minimaal drie verschilpunten op.

©

uk

2 Je bekijkt een filmpje van biologe Jane Goodall.

fh o

of d

st

a Wat is volgens haar het grootste verschil tussen de mens en andere dieren?

b Ben je het eens met Jane Goodall? Waarom (niet)?

pr oe

1

Je denkt na over het verschil tussen menselijke taal en dierentaal

IN

2

c Hebben dieren een taal volgens jou? Geef twee argumenten. Verzin ook een tegenargument.

LES 32 Taal bij dieren

373


3 Taal is een vorm van communicatie, maar niet alle communicatie is taal. a Rangschik deze voorbeelden van meest talig naar minst talig. Kies uit: babytaal – het spinnen van een kat – gebarentaal – het zingen van een walvis – een pratende papegaai – Nederlands – hiërogliefen – een bijendans – HTML – spijkerschrift talig

niet-talig

IN

N

VA

b Wat zeggen katten tegen elkaar als ze miauwen, of vogels die vanaf een boomtak hun liedje zingen?

onDERWEG

Bestaat dierentaal?

fh o

2

of d

st

uk

©

Wist je dat … … HTML, oftewel HyperText Markup Language, de standaard opmaaktaal voor webpagina’s is? … spijkerschrift ontstond rond 3300 v.C. en er zo uitziet? … menselijke (gesproken) taal hoe dan ook taliger is dan dierlijke communicatie? … de ‘taal’ van dieren die met elkaar communiceren om een boodschap over te brengen, taliger is dan die van dieren die zonder dringende reden geluid produceren?

1 Bekijk aandachtig het fragment uit Man over Woord over dierentaal.

pr oe

a Neem op de volgende pagina zelfstandig notities tijdens het beluisteren van het fragment. Werk schematisch en in puntjes, niet in volzinnen. Gebruik tekens zoals pijlen om verbanden aan te geven.

374

tip Zes vuistregels als je notities maakt 1 2 3 4

Zorg dat je pen en papier klaar hebt liggen. Schrijf geen volledige zinnen, maar kernwoorden of woordgroepen. Focus enkel op de hoofdzaken. Een aantal voorbeelden of extra uitleg zijn nuttig om achteraf je notities te begrijpen. 5 Laat veel witruimte tussen de woorden: na het luisteren kun je daar nog wat bijschrijven en/of aanvullen. 6 Notities nemen moet snel gaan: gebruik daarom afkortingen, tekens of symbolen.

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


IN

N

VA

©

uk

st

fh o

of d

pr oe

LES 32 Taal bij dieren

375


b Beantwoord op basis van je schema nu de volgende vragen. •

Welke drie redenen die dieren hebben om te communiceren kun je afleiden uit het interview met Dirk Draulans?

IN

N

VA

Waarom is het volgens Dirk Draulans niet uit te sluiten dat chimpansees in de toekomst zullen beginnen spreken? Leg in je eigen woorden uit wat hij precies bedoelt met zijn antwoord.

©

uk

Welke twee ontwikkelingen heeft de mens doorgemaakt waardoor hij wel kan spreken terwijl apen dat niet kunnen?

st

of d

fh o

Waarom is de mens volgens Darwin in eerste plaats beginnen spreken?

pr oe

Denk jij dat apen ooit zullen kunnen spreken? Waarom (niet)? Geef twee argumenten.

– –

376

TRAJECT Nederlands 3   TAALINZICHT


2 Bekijk een filmpje over gorilla Koko. a Vat na het kijken kort samen waarom deze gorilla bekend werd.

IN

N

b Wat is jouw mening over Koko’s kennis van (gebaren)taal? Vind je dat taal? Geef minstens twee argumenten. –

VA

©

3 Wat heb je bijgeleerd over menselijke taal en dierentaal? Wat vond je het meest interessant of verrassend?

uk

st

4 Hebben de opdrachten je mening over dierentaal veranderd? Waarom (niet)?

pr oe

fh o

of d

LES 32 Taal bij dieren

377


les

Een reactie schrijven

33 1

Je haalt elementen uit bronnen en vergelijkt die met elkaar

3

Je krijgt inzicht in tweetaligheid

2

4 Je schrijft een reactie op een mening en onderbouwt die aan de hand van bronnen

Tweetaligheid

N

1

IN

Je gebruikt argumenten om je eigen mening kracht bij te zetten

VA

1 Wandel rond in de klas en vind een medeleerling voor elk van onderstaande criteria.

• Je mag elke medeleerling maar één keer in het raster opnemen. • Voer telkens een kort gesprek met die medeleerling. Stel minstens één extra vraag over het onderwerp.

… vier of meer talen spreekt.

… ooit in het buitenland zou willen studeren.

st

… Engels als zijn lievelingsvak beschouwt.

… het vak Nederlands niet leuk vindt.

… ‘goedendag’ kan zeggen in minstens vijf talen.

of d

… Frans als zijn lievelingsvak beschouwt.

uk

… thuis een andere taal spreekt dan Nederlands.

©

Vind iemand die …

2 Kies het antwoord van een medeleerling die jou het meest verraste en leg uit in minstens twee zinnen waarom.

fh o

pr oe

Ik vind het verrassend dat mijn medeleerling … omdat …

SCHRIJven

Je weet nu hoe jouw medeleerlingen tegenover taal staan. Je gaat nu aan de hand van een kijkfragment dieper in op taalonderwijs.

378

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


Voor het kijken 3 Je kijkt naar een fragment uit het televisieprogramma Ook getest op mensen. a Ken je dat programma?

IN

b Wat zijn jouw verwachtingen over het programma op basis van de titel?

N

VA

4 In het programma komen de begrippen ‘tweetaligheid’ en ‘immersieonderwijs’ aan bod. Kies de definitie die volgens jou de meest correcte is.

©

tweetaligheid ¡ het afwisselend én vlot kunnen gebruiken van twee talen in verschillende situaties ¡ een omgeving waarin je twee talen door elkaar mag spreken ¡ een school waar je in twee talen les krijgt

Tijdens het kijken

st

uk

immersieonderwijs ¡ onderwijs van slechte kwaliteit ¡ onderwijs waarbij leerlingen ondertitels bij de les krijgen ¡ onderwijs waarbij bepaalde vakken in een andere taal (niet de moedertaal) gegeven worden

wie

fh o

wat

of d

5 Bekijk het eerste deel van het fragment en vul onderstaand schema in. Gebruik volledige zinnen.

pr oe

waarom

hoe

waar

wanneer

6 Vergelijk jouw tabel met die van een medeleerling. Vul elkaars notities aan.

LES 33 Een reactie schrijven

379


7 Bekijk het tweede deel van het fragment uit Ook Getest op Mensen en vul onderstaand schema in. wie

IN

wat waarom

N

hoe

VA

waar

©

wanneer

Na het kijken

uk

8 Geef twee verschillen tussen de onderzoeken in het eerste deel en in het tweede deel.

st

fh o

of d

9 Geef drie voordelen van immersieonderwijs volgens Professor Van De Craen.

pr oe

10 Welke nadelen of hindernissen heeft immersieonderwijs? Geef er twee.

380

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


Informatie samenbrengen Je vergelijkt de inhoud van de kijkfragmenten nu met een krantenartikel. Zo leg je informatie over hetzelfde onderwerp uit verschillende bronnen samen.

IN

1 Lees het artikel en markeer de voor- en nadelen van immersieonderwijs die in de tekst aan bod komen.

2 Welk voordeel van immersieonderwijs uit Ook getest op mensen komt ook aan bod in het artikel?

N

VA

3 Formuleer nu kort jouw eerste mening over immersieonderwijs.

b Welke argumenten hebben jou overtuigd?

©

a Ben jij een voor- of tegenstander?

uk

Ik ben voornamelijk een voorstander/tegenstander van immersieonderwijs omdat … • Het belangrijkste argument voor mij is … • Andere voordelen/nadelen zijn …

SPREkEN

fh o

of d

st

Daarom denk ik dat het goed / niet goed is om immersieonderwijs toe te passen.

pr oe

2

LES 33 Een reactie schrijven

381


IN

Stampvolle klassen in immersiescholen: ‘Maar niet SARA DE SLOOVER© BRUZZ perfect tweetalig’

N

Bijna 4 500 Franstalige Brusselse kinderen volgen immersieonderwijs, waarbij ze een deel van de vakken in het Nederlands krijgen. Maar de vraag is nog groter: de klassen zitten stampvol en de wachtlijsten ook. ‘Het niveau van het Nederlands in het gewone Franstalige onderwijs is totaal ontoereikend’, zegt hoogleraar Alex Housen (VUB). ‘Vandaar het succes. Toch zijn deze leerlingen zeker niet perfect tweetalig. Buiten de klas horen ze vaak nooit Nederlands.’

VA

Brussel heeft 18 basis- en 17 middelbare scholen die immersieonderwijs aanbieden. Die scholen hebben vaak wachtlijsten. ‘Nergens is het belang van kennis van de andere landstaal belangrijker dan in de hoofdstad. En dus zijn klassen met 30 kinderen geen uitzondering’, zegt Housen, specialist in meertalig onderwijs en tweedetaalverwerving. Samen met onder meer Philippe Van Parijs is hij medeoprichter van het Marnixplan, dat meer­taligheid in Brussel bevordert.

Andere hersenen

uk

©

De voordelen van immersie zijn overduidelijk, zeggen experts. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die immersieonderwijs volgen hun brein op andere manieren gebruiken. ‘Leerstof in een andere taal krijgen leidt vaak ook tot een betere verwerking van die leerstof’, klinkt het bij Housen. ‘Omdat meer domeinen van de hersenen geactiveerd worden, leidt dat tot diepere verwerking.’

st

Brusselse ouders hopen vooral dat hun kroost vlot Nederlands leert. ‘Het niveau van het Nederlands in het gewone Franstalige onderwijs is totaal ontoereikend’, zegt Housen. ‘Ouders hopen dat immersie dat probleem oplost. In de praktijk blijkt dat vaak tegen te vallen, heb ik zelf ervaren. Mijn kinderen zijn de enige Nederlandstaligen in een basisschool met immersie in Sint-Lambrechts-Woluwe. Hun klasgenootjes begrijpen veel, maar praten in het Nederlands blijft moeilijk.’

of d

Dat er ondanks de grote populariteit niet meer immersie­scholen zijn, wijt Housen vooral aan een gebrek aan gekwalificeerd personeel: ‘Leerkrach­ten die taalkundig en pedagogisch onderlegd zijn. Ik ken een Franstalige school in het centrum die immersie wou invoeren, maar er uiteindelijk heeft van afgezien omdat ze niet genoeg geschikte leerkrachten konden vinden.’

fh o

‘Je mag in België niet zomaar in de andere gemeenschap gaan werken. Een Vlaming die in een Frans­talige school Nederlandse les wil geven, moet daarvoor eerst een taalexamen Frans afleggen. Bovendien liggen de lonen lager dan aan Vlaamse kant. Ze krijgen dus vaak les van Franstalige leerkrachten.’

‘Zijn en blijven Franstaligen’

pr oe

Het is nooit de bedoeling dat de kinderen in het immersieonderwijs perfect tweetalig worden, benadrukt Wim De Grieve, die inspecteur vreemde talen is in het Franstalige basisonderwijs. ‘Het zijn en blijven Franstalige kinderen die buiten de lessen en ook thuis Frans praten. Hoe meer Nederlands kinderen horen en gebruiken, hoe hoger hun niveau. Maar bij de meesten beperkt hun kennis zich dus tot de klascontext. Onder elkaar praten ze Frans.’ Housen: ‘Wie verwacht dat zijn kroost perfect Nederlands leert, moet ook af en toe Ketnet aanzetten, of hen bijvoorbeeld naar de Nederlandstalige muziekacademie of sportclub sturen.’ ‘Bovendien zijn er geen duidelijke doelen vastgelegd voor de vreemde taal in het immersieonderwijs’, stipt De Grieve nog aan. ‘Het decreet spreekt in het basisonderwijs bijvoorbeeld van 8 tot 21 uur in de andere taal. Hoe meer uren, hoe groter het resultaat natuurlijk. Verder speelt ook nog mee welke vakken precies in de andere taal worden gegeven, en of de leerkrachten moedertaalsprekers zijn of niet.’ Housens zoontje moet volgend jaar naar de secundaire school. Hij is er nog niet uit of hij hem naar een Nederlands- of Franstalige school gaat sturen. ‘Ik ben een groot voorstander van tweetalige scholen, maar omdat die niet bestaan, was immersie op een Franstalige school de beste keuze voor ons. Als het enigszins mogelijk is, zou ik daar in het secundair graag ook weer voor kiezen.’ Bron: bruzz.be

382

TRAJECT Nederlands 3   INFO & COMMUNICATIE


Verwoord je mening

IN

In het vorige deel maakte je kennis met de voor- en nadelen van immersieonderwijs aan de hand van een fragment uit Ook getest op mensen en een krantenartikel. Je schrijft nu in verschillende stappen een reactie op het televisiefragment vanuit jouw ervaringen als leerling. 1 Hoe zou volgens jou immersieonderwijs het beste vorm krijgen in jouw school? Vul onderstaande kader in met enkele kernwoorden. Wees zo specifiek mogelijk.

N

voor wie door wie

VA

welke talen

©

welke vakken

2 Kijk naar de argumenten die je in het vorige deel verzamelde.

uk

a Herlees je mening over immersieonderwijs (opdracht 3 van 2 Informatie samenbrengen). b Gebruik die argumenten om je mening in een doorlopende tekst uit te schrijven.

st

Je kunt hierbij gebruikmaken van de onderstaande formuleringen om jouw tekst vorm te geven en een nieuwe alinea mee te starten.

schrijven

of d

Immersieonderwijs is vooral nuttig voor … aangezien … • Ten eerste … • Verder … Ik ben van mening dat … Toch mogen we niet vergeten dat …

fh o

Hoewel … is het toch belangrijk om te vermelden dat … Tenslotte …

3 Schrijf een inleidende alinea voor jouw tekst. Vat samen waar het fragment uit het televisieprogramma Ook Getest op Mensen over ging en geef ook al je mening.

pr oe

3

4 Vat aan het einde van je tekst jouw standpunt in twee zinnen samen. 5 Voeg ook een titel toe.

LES 33 Een reactie schrijven

woord ontoereikend: niet genoeg, onvoldoende wijten aan: een reden geven gekwalificeerd: iets wat / iemand die voldoet aan bepaalde eisen (bv. een opleiding, diploma, fysieke mogelijkheden) het decreet: wet (in België: gemaakt door een van de gemeenschappen van ons land) enigszins: een beetje

383


Tussenstop 6 1

Woordenschat

d

b

Bonjour, je m’apppelle Alice.

st

uk

Hallo, ik heet Alice.

©

g

VA

N

IN

1 Welk woord wordt hier afgebeeld?

t

r

of d

2 Geef een synoniem voor volgende woorden

b in dezelfde verhouding, gelijk

c uit zichzelf, zonder dat het moet

fh o

a niet genoeg, onvoldoende

e besluit, bevel, wet

pr oe

d stadhuis, gemeentehuis

Synoniemen zijn woorden die (ongeveer) dezelfde betekenis hebben. misdadig – gemeen – boosaardig – slecht wandelen – stappen – gaan

384

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP

onthouden


3 Je maakte dit jaar kennis met het verschil tussen spreekwoorden, zegswijzen … Welk dier ontbreekt in de volgende uitdrukkingen? Een dier kan maar één keer voorkomen. a Rani werkt al heel haar leven hard in haar eigen zaak. Nu heeft ze haar op het droge en heeft ze genoeg verdiend om niet meer te moeten werken. b We weten nog niet of we op vakantie vertrekken, we kijken nog even de c De acteurs van die film eisen boter bij de

uit de boom.

IN

: ze willen delen in de winst die de film boekte.

d Stop eens met leuteren over dingen die al lang vergeten en vergeven zijn. Je moet geen oude            uit de gracht halen.

N

e Wees blij met de cadeautjes die je gekregen hebt, want je moet een gegeven niet in de bek kijken.

f Die twee maken echt de hele tijd ruzie; die leven samen als kat en            .

in schaapskleren te zijn.

VA

g Ik dacht echt dat ik haar kon vertrouwen; ze ziet er zo lief en onschuldig uit. Maar het bleek een

Spreekwoorden, zegswijzen en uitdrukkingen

©

onthouden

uk

Spreekwoorden kun je niet veranderen; ze hebben vaak het uitzicht van een volledige zin. Spreekwoorden zijn vaak kernachtig. De meeste spreekwoorden zijn wijsheden die van generatie op generatie worden doorgegeven. Soms verwijzen ze naar gewoontes of gebruiksvoorwerpen die we niet altijd meer kennen.

of d

st

Oost west, thuis best. Na regen komt zonneschijn. Hoge bomen vangen veel wind.

Zegswijzen kun je aanpassen; het zijn woordgroepen die je aan de situatie kunt aanpassen door een onderwerp te kiezen, het werkwoord te vervoegen of ze negatief te gebruiken. In deze discussie hield zij het been stijf. (zegswijze: het been stijf houden)

fh o

De term uitdrukking is een algemene term die we gebruiken voor de vaste verbinding met een figuurlijke betekenis die we hierboven bespraken.

pr oe

4 Welk woord ontbreekt in de zin? a Ik kan dat werk niet doen omdat ik er niet voor                ben.

b Hij zoekt excuses en                aan het feit dat hij afwezig was toen de opdracht gegeven werd. c Omdat zijn vader niet wou betalen, werd Thomas              en begon hij te schelden.

d Ik ben niet kwaad, wel                teleurgesteld omdat je me niet verwittigd had. e Ik ben                aan mijn gsm; ik zou niet meer kunnen leven zonder het toestel.

f Ze vertelde                over haar nieuwe vriendje: iedereen kreeg alles over hem te horen. g Nu ben je droevig, maar na een tijdje zal het verdriet               .

TUSSENSTOP 6

385


5 Teken een theaterscène zoals ze hier beschreven wordt.

st

uk

©

VA

N

IN

• Teken een podium. Aan beide zijden van het podium hangt een theatergordijn. • Op het podium staan twee bomen als decor. • De cast bestaat uit een acteur en een actrice. Ze staan tegenover elkaar. De acteur heeft een hond aan de leiband. • De actrice richt een pistool op de acteur. Behalve het pistool zijn er ook nog andere rekwisieten want ze heeft ook een koffertje in de hand.

of d

6 Lees aandachtig de korte fragmenten. Leid de betekenis van de onderstreepte woorden af door een van de geleerde strategieën toe te passen. Let wel op: een woordenboek is niet toegelaten.

fh o

a Lommel wordt wel eens de heetste plek van Vlaanderen genoemd. Als we de borden aan de apotheekzaken mogen geloven, dan zou dat wel eens heel goed kunnen kloppen. Zaterdagmiddag stond er immers op te lezen dat het kwik tot 43 graden gestegen was in het stadscentrum. Metingen op dergelijke borden zijn echter niet bepaald accuraat, vermoedelijk was het toch enkele graden frisser. strategie: ¡ context

¡ andere taal

¡ woorddelen

accuraat:

pr oe

b Twee mannen probeerden een woning in Gent binnen te dringen. Ze gaven zich uit voor politieagenten en toonden valse dienstkaarten aan de bewoner. ‘Ze vroegen of ze de woning mochten betreden in het kader van een buurtonderzoek’, klinkt het bij de lokale politiezone. ‘Wees extra voorzichtig en laat niet iedereen zomaar binnen’, benadrukt de politie. ‘Ook al lijkt hun uitleg plausibel.’ De intenties van de twee onbekende mannen blijven onduidelijk. Mogelijk proberen ze met een smoes woningen binnen te dringen om zaken te stelen. strategie: ¡ context

¡ andere taal

¡ woorddelen

¡ andere taal

¡ woorddelen

plausibel: strategie: ¡ context intentie:

386

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


c In groep H van de Champions League speelden Rijsel en Celtic 2-2 gelijk, waardoor AC Milan alleen leider is met zes punten. In die match werkte Jonathan David, die een erg moeilijke start kent in Frankrijk, zich nog wat meer op tot antiheld door een strafschop te missen voor de pauze, waarna hij vervangen werd. strategie: ¡ context

¡ andere taal

¡ woorddelen

antiheld:

IN

¡ andere taal

persoonlijkheidsstoornis:

zwakbegaafd:

¡ andere taal

¡ woorddelen

uk

strategie: ¡ context

©

¡ woorddelen

VA

strategie: ¡ context

N

d Onder grote belangstelling van de media begint straks in de rechtbank in Utrecht het vierdaagse proces tegen de verdachte van de tramaanslag in de Nederlandse stad. De 38-jarige man moet van de rechters verplicht verschijnen, desnoods onder dwang. Hij wilde zichzelf verdedigen maar de rechtbank wees dat verzoek af omdat de verdachte niet in staat zou zijn om te begrijpen wat er gebeurt in de rechtszaal. Volgens deskundigen lijdt de man aan persoonlijkheidsstoornissen en is hij zwakbegaafd.

of d

st

e Een tube ontharingscrème en een nieuwsgierige peuter? Geen ideale combinatie! Maisie Saward ontsnapte aan het toeziend oog van haar vader en smeerde in de badkamer de ontharingscrème op haar hoofd. Haar vader probeerde het product nog uit haar haar te wassen, maar het kwaad was geschied. Het meisje zal nu voor een lange tijd met een grote kale plek op haar voorhoofd door het leven moeten. Maisie vindt het zelf blijkbaar ook hilarisch. ‘Ze wrijft nu met haar hoofd tegen allerlei voorwerpen omdat dat zo grappig aanvoelt. En als ik een foto wil nemen, buigt ze haar hoofd zodat die kale plek er zeker op staat. Ze is er helemaal weg van’, besluit haar moeder. strategie: ¡ context

¡ woorddelen

fh o

hilarisch:

¡ andere taal

pr oe

f De dader van de aanslag in Manchester enkele jaren geleden blijkt enige tijd daarvoor door de Britse marine te zijn gered uit een oorlogsgebied in Libië. De man blies zichzelf op kort na een concert van de Amerikaanse zangeres Ariana Grande. Daardoor kwamen 22 mensen om het leven. De man zou heel veel contact gehad hebben met een terroristische organisatie. Tijdens die contacten zou hij gebrainwasht zijn: hij kreeg voortdurend te horen hoe slecht onze vrije manier van leven is en uiteindelijk was hij daar ook zelf van overtuigd. strategie: ¡ context

¡ andere taal

¡ woorddelen

brainwashen:

TUSSENSTOP 6

387


2

Taal 1 Plaats de woorden in de tabel. Kies uit: demping – fraude – realiseren – associatie – fictie

werkwoord

©

VA

N

zelfstandig naamwoord

IN

Leid daarna van de werkwoorden een zelfstandig naamwoord af en van de zelfstandige naamwoorden een werkwoord.

2 Onderstreep in deze zinnen het onderwerp en duid de juiste vorm van de persoonsvorm aan.

uk

a De graafwerken leverde / leverden geen doorbraak op in het moordonderzoek. b Vijftien euro kost / kosten deze pralines.

st

c De gegevens van dat onderzoek die bepaalt / bepalen hoeveel CO2 er in de lucht zit, wordt / worden regelmatig in vraag gesteld.

of d

d Deze diersoort komt / komen veelvuldig voor in de regio.

e De kudde schapen kon / konden niet samengehouden worden door de herdershond. f Volgens sommige critici circuleert / circuleren drugs op elke school. g Een reeks liedjes werd / werden toegevoegd aan de muzieklijst voor het schoolbal.

fh o

h Dertig procent van de respondenten gelooft / geloven niet in een nultolerantiebeleid in het verkeer. i In de vakantie geeft / geven verschillende musea korting op de entreeprijs.

pr oe

j De helft van de leerlingen protesteerde / protesteerden tegen de onverwachte toets.

onthouden

Het onderwerp en de persoonsvorm (pv) in een zin komen altijd overeen. Als het onderwerp enkelvoud is, dan staat de pv in het enkelvoud; als het onderwerp meervoud is, dan staat de pv in het meervoud. In de zin Mijn broer gaat straks liever voetballen is gaat de persoonsvorm en mijn broer het onderwerp. Gaat staat in het enkelvoud, net zoals het onderwerp.

388

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


3 Vul de gaten in de zinnen aan met ou of au. a Vanaf nu kun je uit de school    tomaat fruit halen. b Het is belangrijke om regelmatig r   we groeten te eten. c In een reusachtig w   d naast de Russische stad Mosk    werd het skelet van een dinos   rus

IN

opgegraven. d Dit weekend werden de spelers van mijn favoriete voetbalclub uitgej   wd door de toesch   wers. e Ik noteerde alle taken en oefeningen n   wkeurig in mijn schoolagenda. f De bergbeklimmers kl   teren stap voor stap naar de top van Mount Everest.

N

g Mijn leerkracht wiskunde trok de wenkb   wen op toen hij mijn toets zag.

i De kabelj   w is een vis die in koudere wateren leeft.

VA

h Zwart is de kleur van de r   w.

4 Je krijgt een dictee te horen waarbij de nadruk ligt op de correcte meervoudsvorm.

©

Mijn broer wou zijn vriendin verrassen met enkele                voor haar verjaardag. Hij had al               ,             ,

enorm geschrokken van de kostprijs.

uk

en                voor                gegoogeld, maar was

st

Om aan genoeg centen te komen, liep hij verschillende                   af op zoek naar een vakantiejob. Hij was bereid om                aan te vullen

of d

of                te serveren.

Uiteindelijk moest hij in een tuincentrum de                verzorgen. Leuk was dat zijn beide                in zijn flatgebouw woonden op verschillende                en dat ze dus niet met verschillende

pr oe

fh o

naar het werk reden.

TUSSENSTOP 6

389


5 Werkwoordstijden. a Lees het krantenartikel op de volgende pagina over De schrijfassistent. Welke werkwoordstijd wordt in de aangeduide gevallen gebruikt?

IN

Kies uit: onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) – voltooid tegenwoordige tijd (vtt) – onvoltooid verleden tijd (ovt) – voltooid verleden tijd (vvt) – onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottoekt)

DE SCHRIJFASSISTENT IS KLAAR!

N

Bron: vrttaal.net

©

1

voor journalisten lieten4 bouwen door het Instituut voor Levende Talen (KU Leuven), zal binnenkort gratis beschikbaar zijn5 op schrijfassistent.be.

VA

Goed nieuws voor iedereen die af en toe twijfelt1 over de spelling van een woord, struikelt2 over de dt-regel of voor wie regelmatig in zijn pen kruipt 3: De schrijfassistent, een webtool die De Standaard en VRT in 2016 oorspronkelijk

2

uk

3        4

st

5

onthouden

of d

Het Nederlands heeft acht werkwoordstijden. Je vindt ze in de onderstaande tabel. De eerste twee tijden zijn de belangrijkste. Voor de andere tijden combineer je eigenlijk verschillende werkwoorden met elkaar. werkwoordstijd

voorbeeld

fh o

1 onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) ik werk, ik studeer, ik lees ik werkte, ik studeerde, ik las

3 voltooid tegenwoordige tijd (vtt)

ik heb gewerkt, ik heb gestudeerd, ik heb gelezen

4 voltooid verleden tijd (vvt)

ik had gewerkt, ik had gestudeerd, ik had gelezen

5 onvoltooid (tegenwoordige) toekomende tijd (otkt)

ik zal werken, ik zal studeren, ik zal lezen

6 voltooid (tegenwoordige) toekomende tijd (vtkt)

ik zal gewerkt hebben, ik zal gestudeerd hebben, ik zal gelezen hebben

7 onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtkt)

ik zou werken, ik zou studeren, ik zou lezen

8 voltooid verleden toekomende tijd (vvtkt)

ik zou gewerkt hebben, ik zou gestudeerd hebben, ik zou gelezen hebben

pr oe

2 onvoltooid verleden tijd (ovt)

390

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


IN

b Vul onderstaande tekst aan met de juiste vorm van het werkwoord.

VA

N

Subsidies voor 3 virtual-reality-games

De Vlaamse minister van sport              375 000 euro

©

(toekennen, vtt) in het kader van de projectoproep virtual-reality-games in het sport- en beweegbeleid. Na een jurybeoordeling               drie projecten

uk

(selecteren, passief, ovt) die zich duidelijk                 (onderscheiden, ovt) van de andere zeven ingediende projecten. De beoordelingscommissie              (zijn, ovt) bij elk van de drie projecten enthousiast over het spelconcept

st

en het verhaal achter de game, over de mogelijkheden van het product om te inspireren en

Doel

of d

motiveren tot bewegen of sporten en de bruikbaarheid binnen de sportsector.

Deze projectoproep was geïnspireerd op het Gamefonds, maar              (hebben, ott) een eigen sportspecifieke doelstelling. We

fh o

(ondersteunen, ott) projecten die als eindproduct een virtual-reality-game met een duidelijke sport- of beweegcomponent hebben. Aan de hand hiervan              we              (nagaan, ottoekt) welke mogelijkheden virtual reality (VR)              (bieden, ott) om mensen effectief aan te zetten tot meer sporten en

pr oe

bewegen.

Bron: www.sport.vlaanderen

TUSSENSTOP 6

391


6 Onderstaande zinnen bevatten telkens schooltaalwoorden. Kies telkens de beste omschrijving voor de onderstreepte woorden. a In de tekst stonden kortere en langere paragrafen. ¡ woorden ¡ tekstdelen

IN

¡ zinnen b De schoolleiding was matig tevreden over het besluit. ¡ echt ¡ helemaal niet

N

¡ niet erg c De keuze van die studierichting biedt hem veel perspectief.

VA

¡ oplossingen ¡ mogelijkheden ¡ zorgen d Hij toont relatief weinig interesse voor talen.

©

¡ Hij toont heel weinig interesse. ¡ Hij toont veel interesse. e Deze vraag is niet relevant. ¡ Deze vraag is belangrijk.

st

¡ Deze vraag is niet belangrijk.

uk

¡ Hij toont vrij weinig interesse.

¡ Deze vraag is niet duidelijk.

of d

f Ze heeft een geringe kennis van het Nederlands. ¡ beperkte

¡ voldoende ¡ ruime

fh o

g Onze doelstelling werd verwezenlijkt. ¡ Ons doel werd gerealiseerd. ¡ Ons idee werd afgeslagen. ¡ Onze stelling werd waargemaakt.

pr oe

h Het was een nauwelijks noemenswaardig voorval. ¡ Het voorval was het niet waard om vermeld te worden. ¡ Het voorval was het echt waard om vermeld te worden. ¡ Het voorval was het amper waard om vermeld te worden.

i Onafhankelijk van elkaar beantwoordden de leerlingen de vraag op een gelijkaardige manier. ¡ Zonder elkaar te beïnvloeden beantwoordden de leerlingen de vraag op een soortgelijke manier. ¡ Los van elkaar beantwoordden de leerlingen de vraag helemaal hetzelfde. ¡ Doordat ze de vraag apart beantwoordden, leken de antwoorden van de leerlingen erg op elkaar.

392

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


Kijken: Ocean Cleanup Voor het kijken

IN

1 Heb je al gehoord van de Ocean Cleanup? 2 Welk probleem pakt Ocean Cleanup volgens jou aan?

N

3 Nam je ooit zelf deel aan deze of een soortgelijke actie?

VA

Je krijgt nu een gesprek te zien tussen Boyan Slat en Matthijs van Nieuwkerk in zijn talkshow De Wereld Draait Door (DWDD). Ze hebben het over de Ocean Cleanup en een nieuw systeem dat Boyan Slat bedacht heeft om het plasticprobleem aan te pakken.

©

Tijdens het kijken

uk

4 Je luistert een eerste keer naar het gesprek tussen Boyan Slat en Matthijs van Nieuwkerk. Neem notities bij het kijken. Volgende namen worden geciteerd: Rebecca Helm (RH) en Jan Andries van Franeker (JF).

st

5 Je bekijkt het gesprek een tweede keer. Overloop je schema en vul de ontbrekende zaken aan.

of d

Na het kijken – reflectie

6 Overleg met een medeleerling en evalueer het gesprek. a Hadden jullie last van de Nederlandse uitspraak van Boyan Slat en Matthijs van Nieuwkerk? b Wat vonden jullie van het tempo van het gesprek?

fh o

c Hielp de videoanimatie om het systeem beter te begrijpen?

7 Overloop nu samen met twee medeleerlingen deze vragen. a Vonden jullie de opdracht gemakkelijk, doenbaar of moeilijk? b Waren jullie tevreden over jullie notities?

pr oe

3

c Hebben jullie veel zaken niet kunnen noteren? Hoe kwam dat? d Wat zouden jullie de volgende keer anders aanpakken?

TUSSENSTOP 6

393


Woordenlijst woord

voorbeeldzin

betekenis

De brandweer bevrijdde behoedzaam de vrouw die klem zat in haar auto.

voorzichtig, overwogen

het decreet

Sommige politici willen dat het hoofddoekenverbod in een decreet wordt vastgelegd.

wet (in België: gemaakt door een van de gemeenschappen van ons land)

dempen

Dubbel glas zal het straatlawaai beter dempen.

inhouden, stiller of kleiner maken

de drenkeling

Gisteren werden vijf drenkelingen gered in volle zee.

iemand die uit een schip viel in volle zee

IN

behoedzaam

decreet

uk

©

VA

N

4

dempen

Hij was toch enigszins bezorgd toen ze niet verscheen op het afgesproken uur.

een beetje

evenredig

Het geld wordt evenredig verdeeld over alle kinderen.

gelijk, in dezelfde verhouding

Jan is veroordeeld tot vijf jaar voorwaardelijk wegens fraude.

vervalsing, bedrog

Uit onderzoek bleek dat heel wat onthaalouders niet gekwalificeerd waren.

iets wat / iemand die voldoet aan bepaalde eisen (bv. een opleiding, diploma, fysieke mogelijkheden)

Ik had beter niet gevraagd hoe het met hem ging. Na die vraag begon Yussef honderduit te vertellen tot in de vroege uurtjes.

continu, enthousiast en zonder ophouden

nijdig

Toen ik Jan-Willem zijn koekje niet gaf, werd hij erg nijdig.

scherp, boos

ontoereikend

Ondanks alle inspanningen is de gezondheidszorg nog altijd ontoereikend.

niet genoeg, onvoldoende

de overmacht

Door een treinstaking kon ze niet op het werk geraken. Niemand nam haar dat kwalijk want dat was overmacht.

onvoorziene en onomkeerbare situatie die ervoor zorgt dat je iets niet kunt doen

De gemeente heeft besloten om het oude raadhuis te slopen en een nieuw gebouw te zetten.

stadhuis, gemeentehuis

het raadhuis

fh o

gekwalificeerd

of d

de fraude

st

enigszins

pr oe

honderduit

394

TRAJECT Nederlands 3   TUSSENSTOP


De vluchteling was radeloos toen zijn asielaanvraag opnieuw werd geweigerd.

van streek, vertwijfeld

spontaan

Wanneer je een gezin hebt, wordt het steeds moeilijker om spontaan een uitstapje te maken.

uit zichzelf, zonder verplichting

In België zijn heel wat mensen tweetalig: ze spreken zowel Frans als Nederlands.

het afwisselend kunnen gebruiken van twee talen in verschillende situaties

VA

N

de tweetaligheid

IN

radeloos

verknocht zijn aan

©

nijdig

Sommige mensen zijn zo verknocht aan hun gsm gehecht aan dat ze hem geen uurtje kunnen missen.

wegebben

Na een tijdje zal het verdriet wegebben.

langzaam verdwijnen

wijten aan

Het ongeval waarbij twee mensen stierven, is te wijten aan overdreven snelheid.

een reden geven

pr oe

fh o

of d

st

uk

verknocht zijn aan

TUSSENSTOP 6

395


pr oe

fh o

N

VA

©

uk

st

of d IN


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.