Traject Nederlands 6 D - Inkijkexemplaar

Page 1

Lies Alen

Patrick Arnou

Gwen Cams

Alexander Colin

Fien Croux

Frederik De Ridder

Marie Diels

Nikolai Dobbelaere

Hanne Goossens

Zoë Meerkens

Lore Praet

Elke Stasseyns

Stef Van Aken

Annelies Van Laere

Saskia Yperzeele

©VANIN

Via www.ididdit.be heb je toegang tot het onlineleerplatform bij Traject Nederlands 6. Activeer je account aan de hand van de onderstaande code en accepteer de gebruiksvoorwaarden. Kies je ervoor om je aan te melden met je Smartschool-account, zorg er dan zeker voor dat je e-mailadres aan dat account gekoppeld is. Zo kunnen we je optimaal ondersteunen.

©VANIN

LET OP: DEZE LICENTIE IS UNIEK, EENMALIG TE ACTIVEREN EN GELDIG VOOR EEN PERIODE VAN 1 SCHOOLJAAR. INDIEN JE DE LICENTIE NIET KUNT ACTIVEREN, NEEM DAN CONTACT OP MET ONZE KLANTENDIENST.

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken.

In België beschermt de auteurswet de rechten van deze mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hen dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be. Ook voor het digitale lesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden. Meer informatie over de gebruiksvoorwaarden leest u op www.ididdit.be.

© Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2024

De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden.

Eerste druk 2024

ISBN 978-94-647-0484-6

Ontwerp: Effenaf

Opmaak: Zyncke Vanderplancke D/2024/0078/156

Art. 605787/01

NUR 110

Tekeningen: Flor Aguilar, Dirk Vandamme

Inhoud

Les

Les

3 INHOUD TRAJECT NEDERLANDS 6
Les 1 Taalvariatie 9 Les 2 Leesvaardigheid – begintest 17 Les 3 Canonliteratuur: canon of kanon? 23 Literatuursuggesties 1 27 Les 4 De column 30 Les 5 Theater: King Lear 38 Les 6 Taaltechnologie 47 Tussenstop 1 58
7 Culturele verschillen in verbale en non-verbale communicatie 71
8 Canonliteratuur: canonwerken uit de middeleeuwse literatuur 80 Les 9 Samenvatten: een synthese schrijven 93 Les 10 Talen vergelijken 107 Les 11 Hedendaagse literatuur: de graphic novel 115 Tussenstop 2 125 Les 12 Willem Elsschot: Het dwaallicht 144 Les 13 Communicatie analyseren: chattaal 151 Les 14 Stadsdichters 159 Les 15 De documentaire 162 Literatuursuggesties 2 175 Tussenstop 3 178 Les 16 Voornamen 186 Les 17 Louis Paul Boon: Mijn kleine oorlog 197 Les 18 Horrorverhalen 207 Les 19 Probleemoplossend discussiëren 215 Tussenstop 4 225 Les 20 Kortverhaal: Spek en bonen 244 Les 21 Pragmatiek 259 Les 22 De dystopische roman 266 Les 23 De recensie 277 Literatuursuggesties 3 288 Tussenstop 5 291 Les 24 Solliciteren 307 Les 25 In de leesclub of in de filmclub 326 Les 26 Een eindwerk maken 346 Les 27 Theater en televisie 361 Eindstop 370 ©VANIN
4 INHOUD TRAJECT NEDERLANDS 6 ©VANIN

STARTEN MET TRAJECT NEDERLANDS 6

Hoe ga je met dit boek aan de slag? We leiden je door enkele belangrijke aspecten.

OP WEG MET TRAJECT

In dit leerwerkboek vind je lessen met verschillende achtergrondkleuren. Lessen met dezelfde achtergrondkleur behoren tot dezelfde stroom

Vooraan elke les zie je de lesdoelen

Die verduidelijken wat je met die les zult bereiken.

Leesvaardigheid – begintest

Je test hoe goed je leesvaardigheid is 1

Je herkent tekstdoel, tekstsoort en teksttype

MENINGEN OVER TALENKENNIS

Je haalt het onderwerp, de hoofdgedachte en de kernzinnen uit een tekst 3

Met behulp van woordleerstrategieën breid je je academische woordenschat uit 4

1 Hoe zou jij je kennis van (vreemde) talen inschatten? Zet elke taal op het continuüm. Kies uit: Nederlands – Frans – Engels – Duits … ondermaats uitstekend

2* Bespreek met een medeleerling de volgende stellingen. Ga je akkoord of niet?

Na enkele lessen is er een tussenstop. Die herken je aan de oranje achtergrondkleur. In de tussenstops ga je verder aan de slag met de leerstof die je tijdens de voorgaande lessenreeks behandelde. Het gaat hier om oefeningen op taal en woordenschat, academisch taalgebruik, verder studeren en receptieve vaardigheden.

Chinees, Spaans of Arabisch zijn nuttigere talen om te leren op school.

Onze cultuur is te gefocust op de Angelsaksische wereld. Zo leren we veel culturele producten uit andere taalgebieden nooit kennen.

Het is gemakkelijker om altijd Engels te gebruiken als we met Duitsers of Fransen spreken.

In de meeste lessen geven we je eerst het bronmateriaal (bijvoorbeeld een artikel) en de bijhorende instructies, gevolgd door ruimte om te noteren. Zo moedigen we je aan om je antwoorden op een geordende manier neer te schrijven. Dat is een mooie voorbereiding op het hoger onderwijs, waar je ook zelfstandig zult moeten noteren. Soms staat er een asterisk (*) na het opdrachtnummer. Bij die opdrachten hoef je het antwoord niet te noteren.

Frans en Duits zal ik echt niet meer nodig hebben in mijn studie of beroepsleven.

Dankzij artificiële intelligentie zullen we in de toekomst geen vreemde talen meer moeten leren.

STARTEN MET TRAJECT NEDERLANDS 6 5
T Stel: er liggen drie kledingstukken van medeleerlingen voor jou. Zou je de kledingstukken bij de juiste persoon kunnen plaatsen? De kans is groot. Iedereen heeft nu eenmaal zijn eigen stijl. Kleren dienen niet enkel om je te beschermen tegen de koude of de regen, je verklapt er ook een stukje van je identiteit mee. Dat is net zo met taal: in het vierde jaar leerde je al dat iedereen een eigen spreek- en schrijfstijl heeft. Je taal kan verraden waar je vandaan komt, wat je leeftijd is, of je een man of vrouw bent Taal dient uiteraard om te communiceren, om een boodschap over te brengen, maar net zoals kledij is taal ook een manier om je identiteit uit te drukken. Je kunt de vergelijking nog verder doortrekken: je zou aan kleding ook kunnen zien wat iemand gaat doen: zijn het kleren om naar een feestje te gaan? Of eerder voor een kamp met de jeugdbeweging? In short en slippers leg je geen mondeling proefwerk af. En in je feestjurk en hoge hakken lig je niet te chillen op je bed. Net zoals je kledij is ook je taal aangepast aan de situatie: afhankelijk van de context, zul je eerder jongerentaal, standaardtaal of dialect gebruiken. 1 1 Je leert welke taalvariëteiten er bestaan en hoe divers ons taallandschap is 1 Je ziet gelijkenissen en verschillen tussen taalvariëteiten en toont respect voor verschillen kunnen insluiten of uitsluiten 3 Je leert dat taal dynamisch is 4 9 Taalvariatie les M Hoe zou jij je kennis van (vreemde) talen inschatten? Zet elke taal op het continuüm. Nederlands – Frans – Engels – Duits … ondermaats uitstekend 2* Bespreek met een medeleerling de volgende stellingen. Ga je akkoord of niet? Dankzij artificiële intelligentie zullen we in de toekomst geen vreemde talen meer moeten leren. Frans en Duits beroepsleven. Chinees, Spaans of Arabisch zijn nuttigere talen om te leren op school. Onze cultuur is te gefocust op de Angelsaksische wereld. Zo leren we veel culturele producten uit andere taalgebieden nooit kennen. Het is gemakkelijker om altijd Engels te gebruiken als we met Duitsers of Fransen spreken. 1 2 Je test hoe goed je leesvaardigheid is Je herkent tekstdoel, tekstsoort en teksttype 2 Je haalt het onderwerp, de hoofdgedachte en de kernzinnen uit een tekst Met behulp van woordleerstrategieën breid je je academische woordenschat uit 4 19 Leesvaardigheid – begintest les Scan de pagina en bekijk de lijst met vijftig namen van literaire teksten en hun auteurs. Lees de namen en tel de volgende aantallen. auteursnamen waarvan je al hebt gehoord b titels van literaire teksten waarvan je al hebt gehoord literaire teksten waarvan je minstens een fragment hebt gelezen Bezette stad Het leven en de dood in den ast Het dwaallicht Walewein De vijftig literaire werken behoren tot de canon van de Nederlandstalige literatuur. Een commissie binnen de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (KANTL) heeft een lijst opgesteld met ‘essentiële’ literaire werken uit ons taalgebied. Op basis van welke criteria zouden de opstellers van de lijst voor precies deze vijftig werken hebben gekozen? Bestudeer de canonlijst een tweede keer en duid hieronder de vier juiste criteria aan.  De werken zijn minstens 25 jaar geleden gepubliceerd.  De werken kenmerken zich door verkoopsucces: de werken worden, vaak al eeuwenlang, herdrukt en door nieuwe generaties gelezen. Alle tekstgenres komen in aanmerking. De auteurs van de werken zijn overleden.  Minstens 30% van de werken moet geschreven zijn door vrouwen.  De werken zijn in België, Nederland of Suriname geschreven.  De werken zijn oorspronkelijk in het Nederlands geschreven.  De werken zijn geschreven voor een volwassen lezerspubliek en behoren tot het proza, de poëzie of het theater. 3* Ga je akkoord met de criteria van de canoncommissie? Op basis van welke criteria zou jij een dergelijke lijst opstellen? 1 3 Je leert enkele werken uit de literaire canon kennen 1 Je onderzoekt en beoordeelt canonliteratuur met behulp van bronnen 3 Je denkt kritisch na over processen van canonisatie 2 24 Canonliteratuur: canon of kanon? taalinzicht informatie
literatuur
les
& communicatie
1
les
1 2
2
LES 2 LEESVAARDIGHEID BEGINTEST 19
161
EN WOORDENSCHAT Taal: nieuwsberichten over taal Niet alleen in de lessen Nederlands gaat het over taal. Ook in het nieuws duiken geregeld taalgerelateerde berichten op. D e aankondiging van het Gemeenschapsonderwijs dat leerlingen die thuis een andere taal spreken dan het Nederlands, die ook mogen gebruiken op de speelplaats en in de klas, lokt veel reacties uit. Het GO! beroept zich op wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat leerlingen zich beter voelen op school en makkelijker Nederlands leren als ook positief wordt ingespeeld op hun thuistaal. H et schoolrapport van je kind doornemen, een inschrijvingspapier voor een uitstap naar de kinderboerderij invullen of gewoon wat helpen bij die spreekbeurt over de ruimte van je zoon of dochter. In Vlaanderen is 1 op de 7 volwassenen laaggeletterd. Het gaat hier om cijfers uit een grootschalig OESO-onderzoek (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) dat in 40 landen de geletterdheid van 16- tot 65-jarigen over de hele wereld onderzoekt. Tirhas is een van hen. Zij volgt een traject alfabetisering Nederlands tweede taal: ‘Ik wil goed Nederlands kunnen om mijn kinderen te helpen met hun huiswerk.’ T weetaligheid verbetert de hersenfunctie en vertraagt de veroudering van de hersenen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek. Hoe vloeiend iemand in een tweede taal, blijkt belangrijker dan hoe lang hij of zij die taal al spreekt. Er is ook nog gebleken dat meertaligheid de ontwikkeling uitstelt van aandoeningen zoals dementie, alzheimer en parkinson. O m ouders te ondersteunen bij de taalontwikkeling van hun kinderen, start de stad Leuven met taalcoaching. Vriendjes maken, instructies van de juf of meester begrijpen, vragen kunnen stellen, je gevoelens onder woorden brengen … We gebruiken elke dag zo veel taal. Voor kinderen uit een anders- of meertalig gezin is dat vaak nog moeilijker. Het is voor ouders en leerkrachten zoeken naar de juiste balans tussen de thuistaal en het Nederlands. Bovendien is het ook complexer om in te schatten of de taalachterstand een gevolg is van de meertaligheid, dan wel of er sprake is van een taalontwikkelingsstoornis. D e Amerikaanse acteur Bruce Willis, die in 1988 doorbrak met de film Die Hard stopt met acteren. De 67-jarige Willis kampt met afasie, een taalstoornis. Daarom neemt Bruce na lang nadenken afstand van de carrière die zo veel voor hem betekend heeft. Naar: vrt.be/vrtnws 1 taalstoornis. Tussenstop 2 ©VANIN
TAAL

HULPMIDDELEN

In de lessen ondersteunen we je met enkele kaders en iconen.

onthouden

3 Toon aan dat Beatrijs het hoofse liefdesideaal nastreeft.

Onthouden-kaders bevatten belangrijke kennis, vaardigheden en strategieën

4 In deze Marialegende is een Natureingang opgenomen. Lees de de nitie en pas die toe op het fragment.

onthouden

Een Natureingang is een korte beschrijving van een natuurtafereel dat veelal overeenkomt met het innerlijke gevoel van de personages. Het wordt vooral gebruikt om de lezer in de juiste stemming te brengen voor hetgeen in het verhaal volgt.

Zo worden bloemen, bomen, geuren, het gezang van vogels … op een clichématige manier beschreven.

5 De dialoog en de beschrijvingen in het tekstfragment van Beatrijs kunnen perfect omgezet worden naar een toneelstuk of lm. Hoe zou jij die dialoog op het podium of in beeld brengen?

woord

a Zul je vooral uitgaan van de historische context of wil je het verhaal actualiseren? Waarom?

b Welke kledij geef je aan de personages? Verantwoord je keuze.

Onderaan sommige pagina’s tref je de verklaring aan van een woord of uitdrukking op die pagina. Online bij ‘Mijn lesmateriaal’ vind je bij elke les of tussenstop een overzicht van de woorden die aan bod kwamen.

c Lees het fragment opnieuw en ga na wat de verschillende gevoelens van de personages zijn. Noteer ze naast de passages.

d Brainstorm over hoe een acteur die gevoelens kan visualiseren. Geef suggesties voor de intonatie,

tip

©VANIN

Vergelijk de keuzes die je in de vorige opdracht maakte met die van medeleerlingen. Ga na waar er

Bij sommige opdrachten staat een tip om je op weg te helpen.

3 Ze wil de liefde niet in het bos bedrijven. Dat hoort enkel dorpsvrouwen toe die hun lichaam voor geld verkopen. Ze eist een behoorlijk opgemaakt bed. Bovendien was het voorstel van de jongeman beschamend en typisch voor iemand van lage komaf.

Mate was een belangrijk kenmerk van de hoofse cultuur.

KAN EEN CHATBOT JE THERAPEUT ZIJN?

TIP

1 Wat is een chatbot?

2* Zou een chatbot je therapeut kunnen zijn, denk je? Waarom wel/niet?

Bekijk de websites van Maarten Inghels en Maud Vanhauwaert ter inspiratie. woord arti ciële intelligentie: mogelijkheid van een machine om mensachtige vaardigheden te vertonen; ook bekend onder de naam ‘kunstmatige intelligentie’ genereren: iets doen ontstaan, iets voortbrengen

3 Scan deze pagina, ga naar de opgegeven website en chat enkele minuten met chatbottherapeut Eliza. Beantwoord daarna de vragen.

a Beweert Eliza dat ze een therapeut is?

b Hoe accuraat zijn de antwoorden van Eliza?

onDERWEG

5 persoonlijk antwoord

c Wat gebeurt er als je erg uitgebreide antwoorden geeft?

4 R. 36-53: De natuur is als een feest, vol van geluiden, mooie bloemen in mooie kleuren en zoete geuren. Er was geen wolkje aan de hemel. De hoge bomen met een weelderig bladerdek zorgden voor de nodige intimiteit en camou age. Die paradijselijke omgeving leidt ertoe dat de jongeman Beatrijs’ bloempje wil plukken. Tot daar de romantiek, want Beatrijs ziet dat – helemaal volgens de hoofse idealen –

Onderweg-kaders bevatten leuke weetjes

d* Denk jij dat Eliza mensen echt kan helpen?

e Lees de informatie over de Turingtest. Voer daarna zelf een Turingtest uit met Eliza. onderweg

De Turingtest is een experiment dat werd bedacht door computerwetenschapper Alan Turing, die zich afvroeg of een machine menselijke intelligentie kan vertonen. De test werkt als volgt: als een mens een gesprek van vijf minuten kan voeren zonder te beseffen dat hij of zij met een machine converseert, dan slaagt de computer voor de test.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 84

4 Lees het artikel op p. XXX.

c Ken je nog voorbeelden van chatbots die het nieuws haalden? 3

a Wat is de oorzaak van foutieve en beledigende uitspraken van chatbots?

b Hoe maak je een positieve chatbot?

1 Een chatbot is een computerprogramma dat geprogrammeerd is om conversaties tussen mensen te simuleren.

3a Ja, ze noemt zichzelf een online elektronische therapeut.

3b De antwoorden zijn niet erg accuraat. Eliza antwoordt niet altijd op de vragen die je stelt en de antwoorden zijn eerder algemeen (‘Wat betekent dat voor je? Wat voel je

STARTEN MET TRAJECT NEDERLANDS 6 6
2
CHATBOT

Trajectwijzer

Bij dit leerwerkboek hoort ook een Trajectwijzer met een overzicht van de theorie die in de derde graad aan bod komt. Als je dit icoon ziet, vind je bijkomende informatie in die Trajectwijzer. Het nummer in het icoon verwijst naar het titelnummer. Zo vind je snel de juiste informatie!

Voorkennis activeren

Als je dit icoon ziet, ga je voorkennis activeren. Dat kan gaan om leerstof die je in een voorgaand schooljaar of in een eerdere les al gezien hebt of onderwerpen die je kent uit je dagelijks leven.

Di erentiatie

Het di erentiatie-icoon geeft aan dat je met een remediërings- of een verdiepingsopdracht te maken hebt. Je oefent verder op leerstof die je nog niet helemaal onder de knie hebt (remediëring) of je gaat een extra uitdaging aan (verdieping of uitbreiding).

Woordenschat

Dit icoon geeft aan dat je je woordenschat zult verrijken of strategieën leert om met nieuwe en moeilijke woorden om te gaan.

Actief verwerken

Eenmaal je kennis of vaardigheden verworven hebt, kun je actief verwerken. Je past wat je leerde zelfstandig toe in een nieuwe situatie.

Play

Dit icoon geeft aan dat je een audio- of videofragment zult beluisteren of bekijken.

Gami cation

Doorheen het boek vind je verschillende games om met je medeleerlingen te spelen.

iDiddit

Dit icoon geeft aan dat er aanvullend lesmateriaal of een extra opdracht op iDiddit staat.

VAN IN Plus

Soms is het handig dat je extra lesinformatie of een videoof audiofragment zelf kunt bekijken of beluisteren op je smartphone. Als je dit icoon ziet, open dan de VAN IN Plus-app en scan de pagina.

STARTEN MET TRAJECT NEDERLANDS 6 7
VAN IN Plus 5.4.5
©VANIN

TRAJECT EN IDIDDIT

Het onlineleerplatform bij Traject Nederlands

Mijn lesmateriaal

Hier vind je alle inhouden uit het boek, maar ook meer, zoals filmpjes, audiofragmenten, extra oefeningen ...

Extra materiaal

Bij bepaalde stukken theorie of oefeningen kun je extra materiaal openen. Dat kan een bijkomend audio- of videofragment zijn, een woorden- of begrippenlijst, extra bronnen of een leestekst. Kortom, dit is materiaal dat je helpt om de leerstof onder de knie te krijgen.

Adaptieve oefeningen

Met adaptieve oefeningen kun je de leerstof inoefenen op jouw niveau. Hier kun je vrij oefenen.

Opdrachten

Hier vind je de opdrachten die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.

Evalueren

Hier kan de leerkracht toetsen voor jou klaarzetten.

Resultaten

Wil je weten hoever je al staat met oefenen, opdrachten en toetsen?

Hier vind je een helder overzicht van al je resultaten.

Notities

Heb je aantekeningen gemaakt bij een bepaalde inhoud?

Via je notities kun je ze makkelijk terug oproepen.

Meer weten?

Ga naar www.ididdit.be

STARTEN MET TRAJECT NEDERLANDS 6 8
3
©VANIN

TAALKASTEN

Je leert welke taalvariëteiten er bestaan en hoe divers ons taallandschap is 1

Je leert dat talen mensen kunnen insluiten of uitsluiten 3

Je ziet gelijkenissen en verschillen tussen taalvariëteiten en toont respect voor verschillen 2

Je leert dat taal dynamisch is 4

Stel: er liggen drie kledingstukken van medeleerlingen voor jou. Zou je de kledingstukken bij de juiste persoon kunnen plaatsen? De kans is groot. Iedereen heeft nu eenmaal zijn eigen stijl. Kleren dienen niet enkel om je te beschermen tegen de koude of de regen, je verklapt er ook een stukje van je identiteit mee.

Dat is net zo met taal: in het vierde jaar leerde je al dat iedereen een eigen spreek- en schrijfstijl heeft. Je taal kan verraden waar je vandaan komt, wat je leeftijd is, of je een man of vrouw bent ... Taal dient uiteraard om te communiceren, om een boodschap over te brengen, maar net zoals kledij is taal ook een manier om je identiteit uit te drukken.

Je kunt de vergelijking nog verder doortrekken: je zou aan kleding ook kunnen zien wat iemand gaat doen: zijn het kleren om naar een feestje te gaan? Of eerder voor een kamp met de jeugdbeweging? In short en slippers leg je geen mondeling proefwerk af. En in je feestjurk en hoge hakken lig je niet te chillen op je bed.

Net zoals je kledij is ook je taal aangepast aan de situatie: afhankelijk van de context, zul je eerder jongerentaal, standaardtaal of dialect gebruiken.

les
1 1
LES 1 TAALVARIATIE 9
Taalvariatie ©VANIN

Dit is de taalkast van Ilias. Ilias groeide op in een Franstalige wijk in Brussel, maar volgde op school altijd les in het Nederlands. Zijn vader is van Marokkaanse afkomst; zijn moeder is een Franstalige Brusselse. Na zijn studies in Leuven verhuisde hij naar Antwerpen waar hij ook werkt.

ILIAS

met zijn vader en grootouders: Berbers

in de voetbalclub in Antwerpen: tussentaal met Antwerps accent + voetbaljargon

als advocaat aan de balie: Standaardnederlands + beroepsjargon

met zijn broer: Frans en Berbers door elkaar

met zijn collega’s: tussentaal

met zijn vrienden uit Leuven: tussentaal met Brabants accent

met zijn vrienden van de wijk in Brussel: Frans, jongerentaal

met zijn moeder: Frans

1 Ken je alle taalvariëteiten? Leg de begrippen in je eigen woorden uit.

- standaardtaal: - tussentaal: - accent: - jargon:

2* Kun je nog meer rollen of situaties bedenken waarin Ilias een andere taalvariëteit zal spreken?

3* Zal Ilias ook kunnen lezen en schrijven in al die taalvariëteiten? Waarom (niet)?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 10
9 ©VANIN

Spreek jij ook zoveel taalvariëteiten als Ilias? Misschien niet, maar iedereen heeft verschillende taaloutfits in de kast hangen.

4 Vul jouw kast in naar het voorbeeld van Ilias.

©VANIN

5* Bespreek jouw taalkast met die van een medeleerling.

a Heb je veel of weinig taaloutfits? Hoe verklaar je dat?

b Welke taalvariëteit gebruik je het vaakst?

c Welke taalvariëteit spreek je het liefst?

d In welke taalvariëteit lees en/of schrijf je het liefst?

e Maak je bewust de keuze voor een bepaalde variëteit of gebeurt dit eerder spontaan?

LES 1 TAALVARIATIE 11

GEZINSJARGON

Er zijn kleren die je enkel thuis draagt. En er zijn ook woorden die je enkel in je gezin gebruikt. Hebben jullie misschien zelf een woordje verzonnen voor een van je grootouders? Of wordt een van jouw versprekingen nog steeds gebruikt?

1* Heb je zelf voorbeelden van woorden of uitdrukkingen die enkel in jouw gezin gebruikt worden?

Beluister het interview met sociolinguïst Eline Zenner en beantwoord de vragen.

2 Ook Zenner vergelijkt taal met kleren. Welke vergelijking gebruikt ze? En wat wil ze daarmee zeggen?

3 Hoe ontstaan woorden in een gezinsjargon? Geef twee manieren.

4 Gezinsjargon toont aan dat taal dynamisch is en voortdurend verandert. Leg uit.

5 Voor welke woorden ontstaan nieuwe woorden binnen families?

6 Niet alleen in een familie kan een jargon ontstaan, ook in andere kleine groepen. Geef drie voorbeelden van zo’n microgemeenschappen.

7 Een gezinsjargon maakt het gezin als groep hechter. Maar je kunt mensen ook uitsluiten via taal. Met welk voorbeeld legt Zenner dat uit?

8 Hoe kun je reageren op de nieuweling zodat je hem niet uitsluit?

de sociolinguïst: bestudeert de relatie tussen taal en de sociale factoren die de taalbeïnvloeden (zie ook Trajectwijzer 8.1.10)

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 12
2 woord
©VANIN

WAT JE MOET WETEN OVER TAALVARIATIE

Je beluistert een fragment waarin de theorie over taalvariatie samengevat wordt.

1 Noteer de informatie hieronder in een volledig, overzichtelijk en aantrekkelijk schema. Je leert meteen een aantal takken van de taalkunde kennen.

LES 1 TAALVARIATIE 13
3 ©VANIN

WAT HEB JE AL GELEERD?

1 Leg aan een medeleerling de volgende zinnen in je eigen woorden uit.

a Taal heeft een identitaire functie.

b Er zijn heel wat situationele factoren die iemands taal beïnvloeden.

c Soms zijn taalgebruikers zich niet bewust van de geografische en situationele gebruiksbeperking van hun dialect.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 14
4 ©VANIN

OVER JONGERENTAAL EN STRAATTAAL

Beluister een paar voorbeelden van jongerentaal uit 2010.

1 Ken je die jongerenwoorden uit 2010 nog? Hoe komt dat?

2 Lees de tekst Jongerentaal van Sterre Leufkens in de Trajectwijzer en maak hieronder een schema.

3* Vergelijk jouw schema met dat van een medeleerling. Bespreek jullie schema’s aan de hand van de vragen.

a Bevat het schema voldoende informatie? Kan iemand die de tekst niet gelezen heeft, begrijpen waarover het gaat?

b Geeft het schema de informatie overzichtelijk weer? Is er een duidelijke structuur?

c Geeft het schema de informatie aantrekkelijk weer? Is het goed leesbaar? Gebruik je kleuren, pijlen, symbolen?

4* Sommige mensen van de oudere generatie hebben vooroordelen bij jongerentaal en straattaal. Heb jij als jongere ook vooroordelen bij bepaalde taalvariëteiten?

LES 1 TAALVARIATIE 15
5 9.3 ©VANIN

DEALEN MET JE DIALECT

De Nederlandse tv-omroep NOS maakte drie filmpjes over dialectsprekers in Nederland. Bekijk de drie filmpjes en bespreek de vragen.

1* In het eerste lmpje ligt de focus op de negatieve reacties die taalvariëteiten kunnen uitlokken.

a Over welke soort taalvariatie gaat het in dit filmpje?

b Is het al gebeurd dat je mensen anders bekeek omdat ze een andere taal(variëteit) spreken? Waarom (niet)?

c Heb je zelf al meegemaakt dat je werd uitgelachen om een accent of om een andere taal(variëteit)? Hoe voelde je je daarbij?

2* Wat met dialect op het werk? Kijk even mee wat deze mensen erover zeggen.

a Over welke soort taalvariatie gaat het in dit filmpje?

b Vind je het terecht dat mensen opmerkingen krijgen als ze een accent hebben of dialect spreken op het werk? Is dat voor alle jobs hetzelfde?

c Sommigen willen zich wel aanpassen en bijvoorbeeld logopedie volgen. Vind je dat een goed idee of eerder overbodig?

3* In het derde lmpje komen enkele mensen aan bod die trots zijn op hun dialect.

a Wat vind je van de volgende uitspraken? Zijn ze herkenbaar voor jou? Waarom (niet)?

– Als ik in mijn dialect praat of schrijf, blijf ik meer mezelf.

– Thuis praten we dialect, maar als er bezoek komt, praten we standaardtaal.

b Welke taalvariëteit ligt het dichtst bij jezelf?

PRATEN OVER TAALVARIATIE

1* Welke taalvariëteit zou jij spreken in de volgende situaties?

a Leg uit waarom.

b Gebruik in je argumentatie zo veel mogelijk begrippen uit het lijstje: formeel – informeel – situationele context – geografische verschillen –sociolinguïstisch – identitaire functie – taalvariëteit – status – jargon.

1 een leerling op een stageplaats

2 iemand die de eerste keer ergens gaat babysitten

3 een leerkracht in de klas

4 een leerkracht op een oudercontact

5 een verzorgende in een woonzorgcentrum

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 16
6 7 ©VANIN

Leesvaardigheid – begintest

Je test hoe goed je leesvaardigheid is 1

Je herkent tekstdoel, tekstsoort en teksttype 2

MENINGEN OVER TALENKENNIS

Je haalt het onderwerp, de hoofdgedachte en de kernzinnen uit een tekst 3

Met behulp van woordleerstrategieën breid je je academische woordenschat uit 4

1 Hoe zou jij je kennis van (vreemde) talen inschatten? Zet elke taal op het continuüm.

Kies uit: Nederlands – Frans – Engels – Duits … ondermaats uitstekend

2* Bespreek met een medeleerling de volgende stellingen. Ga je akkoord of niet?

Chinees, Spaans of Arabisch zijn nuttigere talen om te leren op school.

Het is gemakkelijker om altijd Engels te gebruiken als we met Duitsers of Fransen spreken.

Onze cultuur is te gefocust op de Angelsaksische wereld. Zo leren we veel culturele producten uit andere taalgebieden nooit kennen.

Frans en Duits zal ik echt niet meer nodig hebben in mijn studie of beroepsleven.

Dankzij artificiële intelligentie zullen we in de toekomst geen vreemde talen meer moeten leren.

les
1 2
LES 2 LEESVAARDIGHEID – BEGINTEST 17
©VANIN

3 Lees de tekst op p. 21-22 globaal en beantwoord onderstaande vragen.

a Wat is volgens jou het onderwerp van de tekst?

b Met welk tekstdoel schreef de auteur deze tekst, denk je?

c Wat is de tekstsoort?

d Wat is het teksttype?

4 Lees de tekst aandachtig en beantwoord volgende vragen.

a ‘Gescinska is van mening dat wie Duitse filosofen bestudeert, zijn Engels moet perfectioneren.’ Juist of fout? Verantwoord je keuze.

b Ga je akkoord met Gescinska’s argumenten tegen verengelsing? Waarom wel/niet? Kun je een tegenargument bedenken?

ACADEMISCHE TAAL

1 Lees de tekst op p. 21-22 nogmaals aandachtig. Er komen academische woorden in voor. Kun je hun betekenis a eiden uit de context?

a vicieuze cirkel

 situatie waarbij mensen oorzaak en gevolg door elkaar halen

 situatie waarbij een verschijnsel een bepaald gevolg heeft, terwijl dat gevolg het eerstgenoemde verschijnsel in stand houdt of versterkt

 meetkundige term om oneindigheid aan te duiden

 situatie waarbij een verschijnsel onveranderlijk blijkt te zijn en dus hopeloos is

b peerreviewed tijdschriften

 tijdschriften die recensies van wetenschappelijke artikels bevatten

 tijdschriften waarin de bijdragen door collega-wetenschappers uit een bepaalde wetenschappelijke discipline getoetst zijn

 tijdschriften die tot de wereldtop van een wetenschappelijk vakgebied behoren

 wetenschappelijke tijdschriften die ook voor een breder publiek toegankelijk zijn

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 18
2
©VANIN

c gerenommeerd

 bekend, beroemd

 controversieel, omstreden

 succesvol

 met een goede naam, reputatie

©VANIN

d baat hebben bij

 talent hebben om iets te doen

 gelegenheid hebben om iets te doen

 voordeel hebben bij iets

 nadeel hebben bij iets

e zonder weerga

 het is nog nooit voorgekomen, het is zonder precedent

 het is onherroepelijk, er kan niets meer aan worden veranderd

 het is verschrikkelijk, een ramp

 niemand bekommert zich erom, het laat mensen onverschillig

f integraal

 bijkomstig, minder belangrijk

 talig, literair

 wiskundig, rekenkundig

 op zichzelf bestaand

g funderend

 uitermate belangrijk, niet weg te denken

 invloedrijk, machtig

 de basis leggend

 veelbelovend

h condition humaine

 menselijke staat, hoe we leven en denken als mens, met bijhorende beperkingen

 menselijke conditie, hoe we gezond zijn en waartoe we fysiek in staat zijn

 menselijk potentieel, waartoe we intellectueel in staat zouden kunnen zijn

 menselijke voorwaarde, onder welke voorwaarden we een goed mens kunnen worden

i disproportioneel

 oneerlijk, schandalig

 buiten verhouding

 tegen iemands wil

 onterecht, onverdiend

j schone letteren

 poëzie

 hoogstaande literatuur

 populaire, veelgelezen literatuur; lectuur

 al wat geschreven of voorgedragen wordt, inclusief liedjesteksten

LES 2 LEESVAARDIGHEID – BEGINTEST 19

Je leerkracht deelt een correctiesleutel uit. Ga na hoeveel antwoorden je juist hebt.

9-10/10

6-8/10

Proficiat! Je hebt al een uitgebreide academische woordenschat, of je zet de juiste strategieën in om de betekenis van academische woorden te achterhalen. Om te slagen in het hoger onderwijs, moet je de woorden ook in je actieve taalgebruik (schrijven, spreken) kunnen integreren. Probeer nieuw verworven woordenschat uit in schrijfopdrachten en (formele) presentaties.

©VANIN

5/10 of minder

Goed! Je hebt al een behoorlijke academische woordenschat. Misschien kun je nog meer inzetten op woordleerstrategieën om de betekenis van woorden te achterhalen. Lees in het komende jaar veel artikels uit kwaliteitskranten en -tijdschriften als De Morgen, De Standaard, De Tijd, Humo en Knack, en hou pen en papier in de aanslag om nieuwe academische woorden te noteren en zo te onthouden. Op die manier bereid je je optimaal voor op de taal van het hoger onderwijs.

Je hebt nog moeite met academisch taalgebruik, maar laat de moed niet zakken: met behulp van strategieën voor leesvaardigheid en woordenschatverwerving kun je je in het komende schooljaar voorbereiden op de taal van het hoger onderwijs. Zo is het belangrijk om dagelijks taalrijke teksten te lezen en stil te staan bij woorden die je nog niet kent of die je nog niet zelfstandig in een andere context kunt gebruiken.

In Tussenstop 1 vind je aanvullende oefeningen op academische woordenschat.

Moeten alle studenten in het hoger onderwijs weten wat ‘commensalisme’, een ‘interlocutoir appel’ of ‘illuminantie’ is? Nee, zulke woorden zijn slechts relevant binnen het vakgebied van respectievelijk biologen, juristen en fysici. Het leren van academische vakterminologie maakt integraal deel uit van elke opleiding in het hoger onderwijs.

Naast vakterminologie onderscheiden we algemene academische woordenschat. Woorden zoals die uit de tekst kom je niet alleen tegen in (kwaliteits)kranten, maar ook in alle wetenschappelijke disciplines. Om je goed voor te bereiden op het hoger onderwijs, is het van belang dat je je academische woordenschat uitbreidt.

Met apps als Quizlet kun je zelf woordenschatlijsten opstellen.

Het is aan te raden om jezelf elke week actief enkele nieuwe academische woorden aan te leren. Zo breid je je woordenkennis dit jaar uit. Lees bijvoorbeeld kwaliteitsmedia en noteer de woorden of abonneer je op Delenderwijs en leer zo elke dag een nieuw academisch woord.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 20
TIP
DELENDERWIJS

Onderzoek van prof. Lieve De Wachter en dr. Jordi Heeren (KU Leuven) toonde aan dat een goede taalbeheersing academisch Nederlands een noodzakelijke, maar niet de enige voorwaarde tot studiesucces is. ‘Academische taal’ behelst in deze definitie meer dan spelling en grammatica: ook tekstinzicht en woordenschat zijn essentieel in de nieuwe context van het hoger onderwijs.

De onderzoekers lieten eerstejaars van verschillende universiteitsrichtingen een taalvaardigheidstest maken en legden de resultaten van die test vervolgens naast de examenresultaten van de studenten. Daaruit bleek dat wie niet goed scoort op de taalvaardigheidstest, zo goed als altijd ook slechtere examenresultaten behaalt. Taalvaardigheid is dus een noodzakelijke voorwaarde om te slagen. Toch betekent dat niet dat je automatisch slaagt als je goed bent in (academische) taal: andere factoren, zoals goed studeren, tellen uiteraard ook mee. Taal is dus niet de enige voorwaarde voor studiesucces.

Aan de verschillende Vlaamse universiteiten en hogescholen bestaan initiatieven om de academische taalvaardigheid van studenten te remediëren en zo de slaagcijfers op te krikken. Ook bieden ze voor abituriënten – zesdejaars op de secundaire school – online gratis oriëntatieen taaltesten aan die je taalniveau in kaart brengen en je tips aanreiken om je op het hoger onderwijs en op academische taal voor te bereiden.

Wie snoeit in het taalonderwijs, sluit

steeds meer vensters op de wereld

Alicja Gescinska is schrijfster en filosofe verbonden aan de Universiteit van Buckingham. Ze is voorzitter van PEN Vlaanderen en VUB Fellow.

Hervormingsplannen in het universitair onderwijs zorgen voor onrust bij taalminnend Nederland. De opleidingen Nederlands, Duits en Frans zijn in een vicieuze cirkel beland. Alsmaar minder studenten kiezen voor een taalopleiding. Daardoor zijn er te weinig leerkrachten in de scholen. En daardoor kiezen wederom minder jongeren later voor een universitaire taalopleiding. Een nieuw voorstel ligt nu op tafel om nog slechts landelijke bachelors aan te bieden voor ‘kleine talen’ (!) als Duits en Frans. Individuele opleidingen aan de afzonderlijke Nederlandse universiteiten worden ‘niet bijzonder doelmatig en op termijn onhoudbaar’ geacht.

LES 2 LEESVAARDIGHEID – BEGINTEST 21
Onderweg Alicja Gescinska
©VANIN

Volgens hoogleraar Nederlandse literatuur en cultuurgeschiedenis Lotte Jensen heeft men aan de universiteiten een Engelstalig universum gecreëerd dat geen ruimte meer laat voor andere talen. Vanuit mijn eigen ervaring kan ik dat alleen maar bevestigen én betreuren.

De versmachtende dominantie van het Engels heeft tot een intellectuele en geestelijke verarming geleid. In mijn eigen discipline – de filosofie – is dat heel merkbaar. De kwaliteit van een academisch filosoof wordt bepaald door zijn publicaties in peerreviewed tijdschriften van bepaalde rang. Die zijn overwegend Engelstalig en gericht op specifieke onderzoeksgebieden die aan de Angelsaksische universiteiten belangrijk worden geacht.

Dat weegt op de kwaliteit van het academische schrijven én denken. Het systeem benadeelt de nietEngelstalige academische tijdschriften en geschriften. En een opvallende tendens, die zeker niet bijdraagt tot de kwaliteit van het geleverde werk, is dat de academische studie van bijvoorbeeld Duitse filosofen door academici wier moedertaal Engels is, meer gewaardeerd wordt en belangrijker wordt geacht, ook al stelt de kennis van de Duitse taal van die academici niets voor.

Toen ik in de VS woonde, heb ik meermaals zelfverklaarde specialisten van Hegel en Schopenhauer ontmoet, wier Duits zo slecht was dat ze niet eens een biertje zouden kunnen bestellen tijdens de oktoberfeesten in München. Het is wrang, maar zo is de werkelijkheid: als je een internationaal gerenommeerd expert van Nietzsche of Kant wilt worden, heb je vandaag meer baat bij het perfectioneren van je Engels dan bij het leren van de Duitse taal.

Culturele verarming

Over heel Europa zijn de voorbije jaren faculteiten en departementen in taal en cultuur gesloten. De universitaire opleidingen Duits en Frans lijken hetzelfde lot beschoren als bijvoorbeeld de studies Oost-Europese talen en culturen. Het gevolg is een culturele en intellectuele verarming zonder weerga

Met het verlies van de talenstudie gaat immers veel meer verloren dan enkel talenkennis. De studie van talen werd ooit gestimuleerd als integraal onderdeel van de studie van de mens. Filologie was een van de funderende disciplines van de menswetenschappen. Dat lijken we vergeten te zijn, of we lijken er niet meer om te geven. De menswetenschappen zijn gegroeid uit de Duitse filologiedepartementen en -faculteiten. De menswetenschappen kwamen tot bloei tijdens de verlichting, dankzij het besef dat woorden waardevol zijn, dat vreemde talen schatten bevatten en inzicht verschaffen in de mens en het leven. Betere kennis van talen is een voorwaarde voor een betere kennis van de mens en onze condition humaine

De ontwikkelingen in de academische wereld zijn deel van een groter probleem: het hele geestelijke, culturele, intellectuele leven is gedomineerd door Engelstaligen. Een derderangsschrijver en -kunstenaar uit de VS of Engeland geniet disproportioneel veel meer erkenning dan een grootmeester van de ‘kleine talen’. Dat zie je in de populaire cultuur en hitlijsten evenzeer als in de schone letteren

De Nobelprijs Literatuur is deze eeuw al acht keer aan een Engelstalige schrijver toegekend en één keer zelfs aan een Engelstalige zanger.

De grote Frans-Amerikaanse cultuurfilosoof, essayist en polyglot George Steiner waarschuwde er in zijn essay De idee Europa (2004) voor dat er in de naoorlogse periode niets zo bedreigend en ondermijnend is geweest voor de Europese cultuur en identiteit als ‘Amerikanisering’ en de verstikkende aanwezigheid van de Angelsaksische cultuur op het wereldtoneel. Ook stelde Steiner dat elke taal die men kent een venster op de wereld is. Door de eenzijdige focus op het Engels dreigen we de horizon van onze geestelijke wereld alsmaar te vernauwen; verenging door verengelsing. Wie snoeit in het taalonderwijs, sluit steeds meer vensters op de wereld.

Bron: demorgen.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 22
©VANIN

Canonliteratuur: canon of kanon?

Je leert enkele werken uit de literaire canon kennen 1

Je denkt kritisch na over processen van canonisatie 2

Je onderzoekt en beoordeelt canonliteratuur met behulp van bronnen 3

1

INLEIDING

1 Scan de pagina en bekijk de lijst met vijftig namen van literaire teksten en hun auteurs.

Lees de namen en tel de volgende aantallen.

a auteursnamen waarvan je al hebt gehoord

b titels van literaire teksten waarvan je al hebt gehoord

c literaire teksten waarvan je minstens een fragment hebt gelezen

De vijftig literaire werken behoren tot de canon van de Nederlandstalige literatuur. Een commissie binnen de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (KANTL) heeft een lijst opgesteld met ‘essentiële’ literaire werken uit ons taalgebied.

2 Op basis van welke criteria zouden de opstellers van de lijst voor precies deze vijftig werken hebben gekozen? Bestudeer de canonlijst een tweede keer en duid hieronder de vier juiste criteria aan.

 De werken zijn minstens 25 jaar geleden gepubliceerd.

 De werken kenmerken zich door verkoopsucces: de werken worden, vaak al eeuwenlang, herdrukt en door nieuwe generaties gelezen.

 Alle tekstgenres komen in aanmerking.

 De auteurs van de werken zijn overleden.

 Minstens 30% van de werken moet geschreven zijn door vrouwen.

 De werken zijn in België, Nederland of Suriname geschreven.

 De werken zijn oorspronkelijk in het Nederlands geschreven.

 De werken zijn geschreven voor een volwassen lezerspubliek en behoren tot het proza, de poëzie of het theater.

3* Ga je akkoord met de criteria van de canoncommissie? Op basis van welke criteria zou jij een dergelijke lijst opstellen?

les
Bezette stad Het leven en de dood in den ast Het dwaallicht Walewein
CANON 3
LES 3 CANONLITERATUUR: CANON OF KANON? 23
©VANIN

Onthouden

Een canon is een verzameling namen, gebeurtenissen en/of kunstwerken die een bepaald cultuurgebied als waardevol erkent.

• Zo’n canon kan impliciet zijn. Erg veel mensen zijn het erover eens dat Freddie Mercury een van de belangrijkste artiesten van de afgelopen eeuw is. Op dezelfde manier behoren onder andere de Odyssee van Homerus, De Goddelijke Komedie van Dante of De Toverberg van Thomas Mann zonder discussie tot de canon van de wereldliteratuur.

• Een canon kan ook expliciet door een bepaalde groep geformuleerd worden in de vorm van een lijst.

In ons taalgebied nam de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (KANTL) in  voor het eerst het initiatief om een lijst van + ‘essentiële werken’ op te stellen. Die lijst moet als leidraad en inspiratiebron dienen voor het onderwijs, de literaire en culturele wereld, en lezers in binnen- en buitenland. Geïnteresseerden vinden op de site bij de lijst heel wat teksten en audiovisueel materiaal bij de canonwerken. In  besloot de commissie om de lijst een update te geven. Enkele titels werden geschrapt, andere werden toegevoegd.

Zowel de lancering als de update van de canon lokten discussie uit over de samenstelling ervan. Sommigen vinden de canon niet divers genoeg. De KANTL moedigt een debat over de dynamische canon uitdrukkelijk aan: er kunnen namelijk altijd kwaliteitsvolle, ‘vergeten’ werken zijn die de commissieleden over het hoofd hebben gezien. De canoncommissie reserveert daarom nog één oningevulde plaats voor een ‘blinde vlek’ die het publiek zelf mag invullen.

Een canon opstellen is dan ook per definitie een proces van discussie en debat. Canonisering, zowel impliciet als expliciet, is nooit neutraal: we redeneren immers altijd vanuit ons eigen culturele waardenkader dat voorkeuren, vooroordelen en blinde vlekken bevat.

4 Processen van canonisering vinden niet alleen plaats in de literatuur. Ook in andere culturele domeinen kun je van een ‘canon’ of van canonieke werken spreken. Kies een kunstvorm uit en stel een ‘canon’ van minstens tien namen/kunstwerken op.

Kies uit: schilderkunst – popmuziek – klassieke muziek – strips – films – series.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 24
©VANIN

SPREKEN: CANON OF KANON?

Per twee krijg je elk één canonwerk toegewezen. Hoort het werk volgens jou thuis in de canon of vuur je het liever af met een kanon? Ga op onderzoek!

• Waarover gaat het werk?

• In welke context is het geschreven?

• Hoort het werk volgens jou absoluut wel of helemaal niet in de canon? Waarom? Geef voor je oordeel drie goede argumenten.

Gebruik minstens drie verschillende bronnen: je vindt de nodige informatie op de achterflap van het boek, op de website literairecanon.be, op blogs, in online databanken of in (online) artikels uit literaire bijlagen van kranten.

1 Maak een korte presentatie waarin je de argumenten voorstelt.

Radiozender Klara en de KANTL sloegen de handen in elkaar om een podcastreeks te maken over de vijftig canonwerken. Elk werk wordt uitgelicht en uitgelegd door een bewonderaar. Onder die bewonderaars vinden we literatuurwetenschappers, maar ook auteurs als Joke van Leeuwen, David Van Reybrouck en Maud Vanhauwaert, en acteurs als Lucas Van den Eynde.

Jaarlijks worden er wereldwijd duizenden boeken uitgegeven, sommige daarvan groeien uit tot ware klassiekers en worden zo deel van het cultureel erfgoed. Andere verdwijnen stilletjes uit het collectief geheugen. De leden van de Canon van de Nederlandstalige Literatuur stelden een dynamische lijst samen van titels en auteurs uit Vlaanderen en Nederland die ons literair verleden kunnen vertegenwoordigen.

2 Speel de quiz en leer spelenderwijs de Literaire Canon van de Nederlandstalige Literatuur kennen. Scherp jullie leesstrategieën aan, verdeel de taken, probeer zo veel mogelijk antwoorden te vinden en … verzamel veel punten!

3 Is je kennis over literatuur na deze les helemaal op peil? Speel samen De slimste schrijver en ontdek voor wie de Nederlandse en Vlaamse literatuur geen geheimen heeft.

LES 3 CANONLITERATUUR: CANON OF KANON? 25
TIP
2
LITERAIRE CANON ©VANIN

Evaluatiematrix – Spreken: canon of kanon?

inhoud (groep)

De informatie over het canonwerk is goed geselecteerd en erg interessant. Jullie wakkeren de interesse voor het canonwerk bij de luisteraars aan.

Jullie stellen op een erg overtuigende en geloofwaardige manier jullie argumenten voor of tegen canonisatie voor.

vorm (individueel)

Je spreekt verzorgd, d.w.z. let op standaardtaal, vermijdt dialectklanken en kiest woorden die aangepast zijn aan de spreeksituatie.

Je hanteert bewust een publieksgerichte lichaamstaal die de boodschap ondersteunt.

Aanvullende commentaar:

Jullie selecteren interessante en relevante informatie over het canonwerk.

Jullie stellen op een geloofwaardige manier jullie argumenten voor of tegen canonisatie voor.

Je spreekt meestal verzorgd, maar er kunnen fouten tegen de standaardtaal en het taalregister voorkomen.

Je lichaamstaal ondersteunt de boodschap meestal.

Jullie selecteren te veel of te weinig interessante en relevante informatie over het canonwerk. Focus en inzicht ontbreken.

Jullie slagen er niet in om op een overtuigende manier jullie argumenten voor of tegen canonisatie voor te stellen.

Je spreekt niet voldoende verzorgd en/of het taalregister is niet aangepast aan de presentatie.

Je lichaamstaal ondersteunt de boodschap niet voldoende of leidt af.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 26 GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE
©VANIN

Literatuursuggesties 1

Op onderstaande tijdlijn vind je negen klassiekers uit de Nederlandstalige literatuur. Sommige werken vind je ook terug in de canonlijst, andere gelden als moderne klassiekers en maken veel kans om ooit gecanoniseerd te worden (zie Les 3). Ook de auteurs van deze boeken zul je tegenkomen in overzichtswerken, bij literaire prijzen en in bloemlezingen.

Neem de beschrijvingen door, kijk welke auteurs je kent en ga na welke boeken bij jou passen.

LUISTERFRAGMENTEN

HET DWAALLICHT

Willem Elsschot

novelle (1946)

Burgerman Frans Laarmans doorbreekt even de miezerige sleur van het dagelijkse leven en stort zich in het avontuur. Op een druilerige novemberavond wordt hij aangeklampt door drie Afghaanse matrozen. Samen dwaalt het viertal door het Antwerpse havenkwartier op zoek naar de mysterieuze Maria Van Dam. Wie neemt wie op sleeptouw? Wie helpt wie?

LITERATUURSUGGESTIES 1 27
MariavanDam Kloosterstraat15
©VANIN

MIJN KLEINE OORLOG

Louis Paul Boon

oorlogsroman, psychologische roman (1947)

Weinig boeken over de Tweede Wereldoorlog zijn zo aangrijpend als Mijn kleine oorlog. Het is een aaneenschakeling van beklijvende beelden, schrijnende geschiedenissen en ogenschijnlijk banale scènes en het dompelt de lezer onder in een sfeer van vunzigheid, geweld en dreigende ondergang.

©VANIN

NOOIT MEER SLAPEN

Willem Frederik Hermans

roman, avonturenverhaal (1966)

Nooit meer slapen is het verhaal van de jonge Nederlandse geoloog Alfred Issendorf, die in het barre, moerassige noorden van Noorwegen onderzoek wil verrichten om de hypothese van zijn leermeester en promotor te staven. Issendorf is ambitieus: hij koestert de hoop dat hem op deze reis iets groots zal overkomen, dat zijn naam aan een belangrijk wetenschappelijk feit verbonden zal worden. Die ambitie hangt samen met het verlangen om het werk van zijn vader, die door een ongeluk tijdens een onderzoekstocht om het leven kwam, te voltooien. Maar ook op Alfreds expeditie lijkt een vloek te rusten …

DE AANSLAG

Harry Mulisch

oorlogsroman, psychologische roman (1982)

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van de politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen en even later ligt Ploeg dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van deze gebeurtenis zullen de dan twaalfjarige Anton Steenwijk zijn hele leven lang blijven achtervolgen.

HERSENSCHIMMEN

J. Bernlef roman (1984)

Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plotseling weer naar zijn werk en ziet zijn echtgenote voor een vreemde aan. ‘Achter me in de deuropening staat een vrouw. Haar bruine haar valt met een lok schuin naar rechts over haar voorhoofd. [...] Ze houdt me in de gaten.’

Meer nog dan een verhaal over dementie is Hersenschimmen een liefdesgeschiedenis, met een onvermijdelijk tragisch einde.

28 TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR

DE WETTEN

Connie Palmen

liefdesverhaal (1991)

Wat zijn de regels en wetten van het leven? Filosofiestudente Marie Deniet is naarstig op zoek naar het antwoord. Ze is ervan overtuigd dat ze dat bij het mannelijke geslacht kan vinden, want volgens haar hebben zij de wetten gemaakt. Marie leert zeven jaar lang ieder jaar een andere man kennen. Een astroloog, een epilepticus, een priester, een filosoof, een fysicus, een kunstenaar en een psychiater. De mannen zijn onderling heel verschillend, maar Marie ziet de overeenkomst: zij kunnen haar vragen beantwoorden.

©VANIN

KARTONNEN DOZEN

Tom Lanoye

(autobiografische) roman (1991)

Lanoye legt de verslavingen en de valstrikken bloot van de grote, alles verterende jeugdliefde die iedereen kent uit ervaring. Maar hij schildert ook zijn eigen afkomst en opvoeding: de slagerswinkel van zijn vader, de vier vrouwen die hem hebben opgevoed, de bejaarde priester-dichter die een inspirerende leraar Nederlands blijkt te zijn en de stripverhalen waaraan hij zijn ogen kapot leest.

Zo legt hij niet alleen zijn jeugd vast, maar graaft hij ook de bronnen op van zijn schrijverschap, zijn voorliefde voor het theater en zijn eeuwige zoektocht naar schoonheid, liefde en literatuur.

HET GEHEIM

Anna Enquist

psychologische roman (1997)

Wanneer Bouw Kraggenburg erachter komt dat zijn ex-vrouw Wanda Wiericke, een pianiste, zich in de Pyreneeën heeft teruggetrokken, maakt hij een omweg naar San Sebastián langs de vrouw die haar muzikale ambities ooit zwaarder liet wegen dan hun huwelijk. Er komen geheimen uit Wanda’s verleden aan het licht die tientallen jaren verborgen waren gebleven. Geheimen zo tragisch dat alleen muziek nog troost kan bieden.

Het geheim is een meesterlijke roman over de onzegbare kracht van muziek en de ontoereikendheid van de taal, over menselijk tekort en groot verdriet.

HET HOUT

Jeroen Brouwers

psychologische roman (2014)

In een door kloosterlingen geleid jongenspensionaat in het zuidoosten van Nederland vinden in de jaren vijftig van de vorige eeuw seksueel misbruik, sadisme en vernedering plaats. Met de komst van broeder Mansuetus, bijgenaamd ‘ever’, neemt de kloosterterreur groteske, maar ook gevaarlijke vormen aan. Broeder Bonaventura is er getuige van en zwijgt zoals iedereen. Maakt dit hem medeplichtig? Is het lafheid?

29 LITERATUURSUGGESTIES 1

Je herkent de kenmerken van een column 1

Je diept enkele typische stijlelementen van de column uit 2

WAT IS EEN COLUMN?

Algemene kenmerken van het genre

1* Bekijk de afbeelding en beantwoord volgende vragen.

a Verwacht je een subjectieve of net een objectieve tekst?

b Voorspel drie elementen (argumenten, situaties, emoties) die Aya Sabi aan bod zal laten komen.

c Wat verwacht je van de schrijfstijl van deze tekst?

3

Je let bewust op je uitspraak, tempo, pauzes en intonatie bij het voorlezen van je gesproken column 4

Je past de theorie toe in een creatieve schrijfen spreekopdracht

Lees vervolgens de tekst Het Nederlands is andermans bezit, ik heb de taal in bruikleen in de Trajectwijzer op p. 47.

2 Wat wil de auteur bereiken met deze tekst?

3* Zoek twee passages in de tekst waar Aya Sabi duidelijk haar emoties laat doorschemeren.

4 Pas de de nitie van de column die je in de Trajectwijzer vindt toe op deze tekst. Verwijs bij elk kenmerk naar het fragment.

les
1 4.4.2 4
TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 30
De column ©VANIN

Stijlelementen van de column uitdiepen

Op p. 32 staat een column van Stijn Meuris uit De Morgen

5* Lees de titel die Stijn Meuris aan zijn column gaf.

a Verwacht je een positief-waarderende, een neutrale of een negatief-kritische tekst?

b Beargumenteer je mening.

Lees nu de hele tekst aandachtig door.

6 In een column wil de auteur zijn emoties overbrengen en de lezer raken.

a Markeer het woord dat dit aanduidt in de volgende zinnen.

1 Non-Fungible Tokens zijn al maandenlang the next big thing in patserland.

2 Dus snoeven over ‘iets’ dat hij heeft gekocht, niet fysiek in zijn bezit heeft, maar waaraan hij wel een klein fortuin gespendeerd heeft.

b* Deed je een correcte voorspelling in opdracht 5 of moest je je mening bijstellen?

7 Welke soort humor vind je terug in de volgende zin?

Of vooruit, maak er twee extra nullen van, nu we toch bezig zijn. Probeer te wennen aan dat concept, en het bestaan ziet er plotseling helemaal anders uit.

8 Een column gebruikt vaak een aantal stijl guren. Benoem de stijl guren in de volgende voorbeelden.

a Geloof me, ik lees álle artikelen over NFT’s en val van de ene verbazing in de andere.

b Lang verhaal kort.

c Mijn conclusie na het lezen van alweer een nieuw NFT-avontuur is doorgaans: ik ben een idioot, een neanderthaler. Een aap uit de vorige eeuw.

d Julian Lennon wil dan weer de oude jas van zijn vader John verkopen via een NFT-platform. Niet de jas zelf, maar een afbeelding van de jas. De ‘gedachte aan de jas van Lennon’, zeg maar.

onthouden

Een column is een heel persoonlijke tekst waarin de auteur gebruikmaakt van stijlfiguren en humor om een boodschap duidelijk en met emotie naar de lezers te brengen.

LES 4 DE COLUMN 31
2.13.1 ©VANIN

Koop eens de gedachte aan de jas van John Lennon

Stijn Meuris is muzikant. In De mening geven gastschrijvers een week lang hun visie op een actueel thema.

Ik moet nog ergens een kladje hebben liggen waarop de eerste zinnetjes van oude Noordkaap-songs gekribbeld staan, nog net leesbaar onder een wazige biervlek van begin jaren negentig. Vast wel, als ik goed zoek. Ik ga heel erg rijk worden. Toch?

©VANIN

Dat is zo’n beetje samengevat de manier waarop het hele NFT-gebeuren verloopt. Non-Fungible Tokens zijn al maanden the next big thing in patserland, waarbij het vooral zaak is een zogenaamd unieke, exclusieve afbeelding waarvan u de rechten bezit te verkopen aan iemand die daar a) geen verstand van heeft, b) daar wel veel geld voor over heeft en c) – niet onbelangrijk in de berekening – daar geweldig mee wil stoefen in zijn vriendenkring. Dus snoeven over ‘iets’ dat hij heeft gekocht, niet fysiek in zijn bezit heeft, maar waaraan hij wel een klein fortuin gespendeerd heeft.

Geloof me, ik lees álle artikelen over NFT’s en val van de ene verbazing in de andere. Ik zal niet de enige zijn. Mijn conclusie na het lezen van alweer een nieuw NFT-avontuur is doorgaans: ik ben een idioot, een neanderthaler. Een aap uit de vorige eeuw.

Dat van die apen is niet toevallig gekozen. Het hele NFT-ding is zowat afgetrapt doordat iemand een hele reeks Bored Apes had getekend, telkens net iets anders van uiterlijk en uitstraling, maar hoe dan ook plagiaat van de brutale apen die opduiken in clips van de Britse band Gorillaz en die door graficus Jamie Hewlett werden bedacht. Lang verhaal kort: die Bored Apes zijn nu overal. Er werden tienduizend stuks gefabriceerd, samen vormen ze de Bored Ape Yacht Club.

Je kunt dus anno 2022 geweldig rijk worden door pixels te kopen en weer te verkopen. Julian Lennon wil dan weer de oude jas van zijn vader John verkopen via een NFT-platform. Niet de jas zelf, maar een afbeelding van de jas. De ‘gedachte aan de jas van Lennon’, zeg maar.

Ik probeer te volgen, ik klamp aan, maar het lukt me niet. Mensen die er verstand van hebben, zeggen me dan dat ik het klassieke model van kopen en verkopen, van eigendom en producten, moet loslaten. Dat het zo niet langer werkt. En dat de digitale cijfers op je bankapp eigenlijk ook maar virtueel zijn en dat je hele leven – je welvaart, je status en je huis – in zekere zin gebaseerd is op niet-bestaande getallen. Die je desgewenst gewoon zou kunnen aanpassen. Een extra 0 achter een rekeningstand zetten maakt een wereld van verschil. Of vooruit, maak er twee extra nullen van, nu we toch bezig zijn. Probeer te wennen aan dat concept en het bestaan ziet er plotseling helemaal anders uit. Wankel vooral.

Vanavond ga ik dus in de kelder op zoek naar dat kladje van een songtekst. Ik open een account op een van de talrijke NFT-platformen (eentje in Nederland maakt reclame met de woorden ‘Je moet er niks van kennen en er is geen product!’) en ik ga aan de slag. Tot nooit meer. Of tot morgen, indien het toch zou tegenvallen.

Bron: De Standaard

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 32
© mundissima

EEN BIJZONDER GENRE: DE GESPROKEN COLUMN

Je beluistert nu de column van Johan Terryn. Je vindt ook een transcriptie van de column op p. 34. onderweg

Johan Terryn brak als improvisator door in het legendarische tv-programma Onvoorziene omstandigheden van Mark Uytterhoeven. Sindsdien maakt en presenteert hij heel wat radio- en tv-programma’s voor de openbare en commerciële omroepen.

Daarnaast is hij ook acteur: gastrollen in films en tv-reeksen, maar ook in theatervoorstellingen. De laatste jaren trekt hij zelfs rond met solovoorstellingen, telkens gebaseerd op een eigen podcastreeks. Al die bagage zet hij ten slotte ook in als media- en sprekerscoach.

1 Je herhaalt hier kort de kenmerken van de column en gaat gericht op zoek naar voorbeelden in de transcriptie.

a Toon aan dat Johan Terryn op een persoonlijke manier zijn visie over een onderwerp uit de actualiteit geeft.

b Een column bevat stijlfiguren. Markeer een voorbeeld van een hyperbool in deze tekst.

c Deze tekst bevat ironie en woordspelingen als voorbeelden van humor. Geef telkens één voorbeeld.

2 Johan Terryn beschrijft zijn eigen emotie.

a* Herken je het gevoel dat hij beschrijft?

b Hoe typeert hij de Vlamingen?

3 Audio-columns komen geregeld voor op radiostations. Zeker op Radio 1 is dit een veelgebruikt genre.

a In welk type programma verwacht je dit fragment?

b* Wat vind je van de manier waarop de column ingelezen is?

c* Zijn er dingen die jij anders zou doen?

d Som voor jezelf drie aandachtspunten op bij het inlezen van een column.

LES 4 DE COLUMN 33
2
2.13.1 1.9 ©VANIN
ID/
Frank Bahnmuller

Beste luisteraar,

Nu de voetbalgekte weer even in het land is, of beter in het continent, drijf ik weer even mee op de rodeduivelsflow die hopelijk zal eindigen op de Grote Markt in Brussel. Maar dat is ver vooruit kijken. Ondertussen is er weer een voetbalsupporter in mij wakker die maar om de twee jaar ontwaakt.

Tussendoor interesseert voetbal mij namelijk geen fluit.

Ik herinner mij nog exact het moment dat ik besloot te stoppen met het Belgisch voetbal te volgen. Ik zat in de lagere school toen ik vaststelde dat al mijn klasgenootjes een favoriete voetbalploeg hadden en ik besloot dat het voor mezelf dringend tijd was om ook een geliefde club uit te kiezen. Mijn oudere broer supporterde al voor Berchem Sport, het dichtst bij huis gelegen stadion, ikzelf wierp een blik op het klassement en koos voor de ploeg die op dat moment aan de leiding stond. Dat leek mij de beste keuze, degene die mij de minste ontgoochelingen ging opleveren. Het werd Club Brugge. Een tijd lang las ik de sportpagina’s in de krant om mijn clubgevoel aan te dikken met weetjes over al die blauwzwarte sjotters. Dat ze Jan Ceulemans de Caje noemden en dat Leo Van der Elst de plezantste was, herinner ik me nog.

Supporteren voor een ploeg die in een andere stad gelegen was, was niet evident. Je bleef het allemaal een beetje op afstand beleven als kind. Bovendien voelde het soms aan als verraad in een stad waar toen nog drie clubs eersteklassevoetbal speelden. Dat kon mijn broer me wel eens aanwrijven.

Maar op een dag was het zover. Ik had zo veel tijdens Sportweekend in mijn vaders oor staan juichen dat hij me meenam naar ‘den Antwerp’ toen Club Brugge op bezoek kwam. Het was putje winter in de Bosuil en mijn vingers vroren eraf. Halverwege de match zat Jan Ceulemans net even rustig zijn veters te knopen midden op het veld toen hij de bal hard kreeg toegespeeld en die tegen zijn onderrug knalde. De Caje viel lomp omver en de tegenstander uit mijn eigen stad nam zo op lullige wijze de wedstrijd in handen. Ik stond in het supportersvak van Antwerp en kon op gevaar van eigen leven niet eens luidop mijn ontgoocheling uitroepen. Meer nog, de Caje, mijn held uit de krant, werd er uitgelachen. Club Brugge verloor en precies dat is het moment dat ik gestopt ben met voetbal te volgen. Een groot clubsupporter ging er niet aan mij verloren.

Maar het EK of het WK, dat kijk ik dus wel. Geen haar op mijn hoofd dat dan nog zou verzinnen om voor Oranje of Les Bleus te juichen. Laat die maar hun veters knopen tijdens de match. Anders dan toen kies ik nu wél gewoon voor de dichtstbijzijnde ploeg. Een ploeg die nu net zoals toen ook de ranglijst aanvoert. Uiteindelijk krijgen we op dit kleine lapje grond ook maar een maand om de twee jaar de kans om ons als hardwerkende Vlaming complexloos Belg te mogen voelen zonder daar verder over te moeten nadenken. Daar hoort een vlag bij en een volkslied waar niemand de tekst van kent. Heerlijk.

©VANIN

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 34

ZELF EEN COLUMN MAKEN

De meeste mensen posten af en toe hun mening en emotionele reacties op sociale media. Voor deze opdracht deel je ook je mening of een emotionele reactie, maar je gebruikt daarvoor het genre van de column.

Voorbereiden

1 Kies een onderwerp dat je raakt.

• Reageer je op iets uit de actualiteit of uit je eigen leefwereld?

• Heeft iets je verbaasd, ontroerd of boos gemaakt?

Enkele suggesties voor onderwerpen:

©VANIN

• de te softe of net te harde aanpak van jongeren op school, in de jeugdvereniging, sportclub

• de te hoge verwachtingen over jongeren

• het onverantwoorde drank- en rijgedrag in Vlaanderen

• de eenzijdige berichtgeving over buitenlandse problemen

Ambrassade, een organisatie die zich inzet voor sterk jeugdwerk, kwaliteitsvolle jeugdinformatie en stevig jeugdbeleid, zocht uit welke thema’s kinderen en jongeren belangrijk vinden:

• goed in je vel: meer info en hulp voor mentale gezondheid

• mobiliteit: vlot, betaalbaar openbaar vervoer, veilig fietsen en wandelen

• klimaat: meer actie tegen klimaatverandering

• armoede: minder (kans)armoede, voldoende geld en meer ondersteuning

• cultuur en identiteit: meer respect voor ieders cultuur, geloof, waarden en normen

• gelijke kansen: gelijke kansen, ongeacht leeftijd, gender, geaardheid en afkomst; geen discriminatie Bron: ambrassade.be

Plannen

2 Formuleer voor jezelf wat je precies aan bod wilt laten komen.

a Welke deelaspecten wil je behandelen?

b Wat zijn heel concrete onderdelen die jou raken?

c Welke emotie voel je bij elk onderdeel?

3 Verzamel gegevens (feiten, citaten, argumenten) die jouw mening kracht bijzetten.

LES 4 DE COLUMN 35
3 TIP

Schrijven

4 Breng de gegevens die je tot hier toe verzamelde nu samen in een geheel. Focus in deze fase vooral op de inhoud.

a Zorg dat de lezer een duidelijk beeld krijgt van je emotie. Geef voorbeelden en probeer het gevoel naar de lezer te brengen.

b De lezer moet bij de start een duidelijke aanleiding in je tekst terugvinden. Maak duidelijk wat jou raakt, ontroert of boos maakt.

c Denk na over een krachtige afsluiter.

Reflecteren

5 Lees de evaluatiecriteria bij ‘persoonlijkheid’ en ‘correctheid’ op p.  en herschrijf je column waar nodig.

Herschrijven

De voorbeelden die in deze les aan bod kwamen, kunnen je inspireren. Koppel tijdens het schrijven terug aan de kenmerken van de column op p. 47 van de Trajectwijzer Zo weet je of je resultaat de goede richting uitgaat.

©VANIN

6 Je zag dat een column meer is dan een mening. Het eindresultaat moet plezierig zijn om te lezen. In deze stap focus je op de schrijfstijl van de column. Voeg volgende elementen aan je tekst toe:

a stijlfiguren (herhaling, hyperbool …)

b beeldend taalgebruik (vergelijking, gekleurd taalgebruik, uitdrukkingen …)

c humoristische elementen (ironie, woordspelingen …)

7 Lees je column na en beoordeel het eindresultaat aan de hand van de evaluatiematrix.

Spreken

8 Lees je tekst hardop en neem die op.

9 Beluister je opname en beoordeel die met behulp van de evaluatiecriteria bij ‘presentatie’.

a Maak aantekeningen waarmee je rekening moet houden bij het opnieuw inlezen van je column.

b Vraag eventueel een beoordeling of advies van een medeleerling.

c Neem het opnieuw op en beoordeel het opnieuw.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 36
TIP

Evaluatiematrix – Schrijven en spreken: een gesproken column

GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE persoonlijkheid

De ‘ik’ komt voldoende aan bod, je neemt een eigen standpunt in over het thema.

De lezer is ontroerd of herziet zijn mening na het lezen van je column.

correctheid

De column is niet langer dan een A4.

De spelling en zinsbouw zijn vlekkeloos.

Je tekst bevat (nagenoeg) alle kenmerken van een column:

- Je formuleringen zijn beknopt.

-Je gebruikt beelden en/of gelijkenissen.

-Je stelt zaken soms overdreven voor.

-Je maakt een ironische of sarcastische bedenking.

presentatie

Je leest met aandacht voor:

- standaardtaal

- uitspraak

- intonatie

- tempo - pauzes

De muziek/geluiden zijn een meerwaarde voor je presentatie en sluiten goed aan bij het thema.

Aanvullende commentaar:

De ‘ik’ mag/kan nog meer naar voor komen. Neem nog meer een eigen standpunt in.

De lezer glimlacht omdat hij het gevoel/idee herkent.

De ‘ik’ ontbreekt helemaal. Jouw standpunt is niet duidelijk.

De lezer weet niet wat je precies bedoelt.

De column is iets te kort/lang.De column is veel te kort/lang.

Hier en daar maak je nog een kleine fout tegen spelling of zinsbouw.

Je tekst is een column, maar sommige kenmerken ontbreken.

Er zijn te veel storende schrijffouten.

(Bijna) alle kenmerken van een column ontbreken.

Je moet meer aandacht besteden aan:

- standaardtaal

- uitspraak

- intonatie

- tempo - pauzes

De muziek/geluiden zijn soms een meerwaarde voor je presentatie en sluiten soms aan bij het thema.

Je besteedt helemaal geen aandacht aan:

- standaardtaal

- uitspraak

- intonatie

- tempo - pauzes

De muziek/geluiden leiden af en sluiten niet aan bij het thema.

LES 4 DE COLUMN 37
©VANIN

Je breidt je kennis van de theatertekens uit en leert die toepassen 1

Theater: King Lear ©VANIN

2

Je maakt kennis met een hedendaagse interpretatie van een klassiek toneelstuk

TONEELTEKENS

3 4

Je leert iets bij over een historische literaire stroming (de renaissance)

Je leert bepaalde emoties en scènes uitbeelden

les
1 5
TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 38

1* Ben je al eens naar een toneelstuk gaan kijken? Waarover ging het? Wat vond je ervan?

2* In welk opzicht is een toneelstuk anders dan een lm, een verhaal (in boekvorm) of een gedicht?

3* In welk opzicht verschilt een toneelstuk van een comedyshow?

4 Het onderstaande schema biedt een ondersteuning om over toneelstukken te praten. Vorig jaar leerde je de toneeltekens kennen in een les over stand-upcomedy. Vul de ontbrekende termen aan met behulp van de afbeeldingen op de vorige pagina. visuele tekens auditieve tekens

• fysionomie

performer

scène

performer & scène

• en gestiek

• , en haartooi

• plaats

• • • belichting

• ruimtegestiek

• het (= wat er wordt gezegd) en het (= hoe iets wordt gezegd, bv. intonatie, volume …)

• geluiden die een acteur maakt

• (opgenomen of live)

• geluiden (niet geproduceerd door de performer)

5* Keer nu even terug naar opdracht 1. Kun je nu je mening geven over een toneelstuk dat je gezien hebt met behulp van een aantal nieuwe termen uit het schema?

Je gaat nu aan de slag met die termen. Je leerkracht verdeelt de klas in duo’s. Elk duo krijgt een kaartje met daarop een emotie of een eigenschap. Probeer dat woord zo goed mogelijk uit te beelden met behulp van je mimiek, gestiek en proxemiek (geen woorden!). Je krijgt daarvoor even bedenktijd.

6* Elke groep beeldt de gevraagde emotie of eigenschap uit. De medeleerlingen noteren hun vermoeden. Wie de meeste emoties en eigenschappen juist geraden heeft, wint!

LES 5 THEATER: KING LEAR 39
18.7 ©VANIN

WILLIAM SHAKESPEARE: KING LEAR

Het thema

De emoties die je in het vorige lesdeel uitbeeldde, staan centraal in het stuk dat we samen zullen bespreken. Het centrale thema is ‘familieconflict’.

onthouden

Met het thema van een verhaal of een toneelstuk bedoelen we het onderwerp. Dat kun je meestal weergeven met één (of een paar) woord(en) en het is meestal redelijk algemeen. liefde, vriendschap, de dood, reizen

1* Heb je zelf al eens ruzie in de familie ervaren? Waarover ging die? Hebben de verschillende partijen het nadien weer bijgelegd?

2* Waarover gaan de meeste familieruzies, denk je?

3* Bekijk de afbeeldingen hieronder. Welke familiecon icten worden uitgebeeld, denk je? Welke zijn herkenbaar? Probeer aan de hand van de mimiek, de gestiek en de proxemiek van de personen in de foto af te leiden om welk soort con ict het gaat.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 40
2 ©VANIN

Situeren

Het stuk dat we hier verder behandelen, is King Lear van William Shakespeare, een tragedie die voor het eerst werd opgevoerd in 1606.

Lees de informatie over de renaissance in de Trajectwijzer

4 Hoe kun je het thema van King Lear koppelen aan het antropocentrisme en individualisme die de renaissance kenmerken?

De openingsscène

5 Onderstaande termen komen aan bod in het stuk en vormen de politieke en socio-economische achtergrond. Orden de woorden in vier groepen. Gebruik voor elke groep een andere markeerkleur.

A woorden die ik nog nooit heb gehoord

B woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp

C woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken

D woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken

populisme – kapitalisme – referendum – globalisering – bureaucratie – basisinkomen – republiek –natiestaten – kiessysteem – liberalisering

6* Vergelijk je antwoorden met een medeleerling. Help elkaar om zo veel mogelijk woorden uit categorieën A en B te verplaatsen naar categorieën C en D.

LES 5 THEATER: KING LEAR 41
15.3.2 ©VANIN

Je gaat aan de slag met een Nederlandse adaptatie van King Lear door Het Zuidelijk Toneel. Je bekijkt de eerste tien minuten klassikaal.

7 Probeer onmiddellijk na het kijken de onderstaande vragen op te lossen.

a Wat valt je op? Lijkt dit een stuk uit 1606?

b Welke hedendaagse thema’s vond je al terug?

c Bespreek de theatertekens in dit stuk. Gebruik indien nodig de Trajectwijzer.

d In het stuk vind je verschillende metaforen. Kun je al een voorbeeld geven uit de eerste scène?

e Kun je iets zeggen over deze openingsscène met behulp van enkele van de politieke en socio-economische begrippen?

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 42
18.7 ©VANIN

Het verhaal beleven

Je leerkracht verdeelt de klas in groepen en geeft je een kaartje met daarop de samenvatting van een deel van het verhaal. Het is de bedoeling dat je die scène samen met je groepsleden uitbeeldt in een zogenaamd ‘tableau vivant’, een zwijgende en statische uitbeelding. Denk aan de ‘mannequin challenge’ op sociale media. Je moet de pose minstens tien seconden kunnen aanhouden, je krijgt tien minuten voorbereidingstijd. Vooral je mimiek, gestiek en proxemiek zullen belangrijk zijn.

Je bekijkt nu het tableau volgens de chronologie van het verhaal. Hou de afbeelding met de stamboom in de gaten om ‘mee te blijven’. Probeer te raden welke emotie uitgebeeld wordt. Na elke vertoning geven de groepjes kort uitleg.

LES 5 THEATER: KING LEAR 43
© Featureflash Photo Agency ©VANIN

Doordringen tot het verhaal

Binnen hetzelfde groepje kijk je nu naar het overeenkomstige fragment uit het toneelstuk. Je kunt samen kijken of individueel.

8 Maak een toneel che.

a Wat vind je van de artistieke keuzes die het toneelgezelschap maakte? Kies vijf theatertekens die je het meest opvallen en omschrijf ze kort.

b Welk beeld vind je het strafste? Neem een screenshot en plak het in je fiche. Zorg ervoor dat je de gekozen theatertekens kunt toepassen op de afbeelding.

c Let daarnaast ook op de moeilijke woorden uit opdracht 5 op p. 41. Welke termen hoor je? Kun je ze verklaren?

d Het stuk zit tjokvol metaforen. Haal er een (of meerdere) uit je fragment.

9 Verwerk nu jullie bevindingen in een korte presentatie (maximum vijf minuten) waarin je de opvallendste bevindingen voorlegt. Je projecteert tijdens je presentatie enkel je gekozen screenshot.

Je vindt de bijhorende evaluatiematrix op p. 46.

Woordenschat

10 Verbind de woorden met de juiste verklaring.

1 populisme

2 kapitalisme

3 referendum

4 globalisering

5 bureaucratie

6 basisinkomen

7 republiek

8 natiestaat

9 kiessysteem

10 liberalisering

a bevrijden van beperkende maatregelen (hier: tussenkomst van de overheid beperken)

b wijze waarop het recht is geregeld om volksvertegenwoordigers of bestuurders te kiezen

c staat waarbij de inwoners zich tot een ‘volk’ (subjectieve term) rekenen

d staatsvorm met een president als staatshoofd

e uitkering van de staat, onafhankelijk van verrichte arbeid

f negatieve benaming voor een toestand waarin alles volgens de regels en met papieren en formulieren geregeld wordt

g het wereldwijd worden, vooral van de economie

h stemming door de bevolking

i economisch systeem waarbij de productiemiddelen (grond(stoffen) en machines) privébezit zijn

j politieke stroming die zich vooral richt op wat mensen graag horen 123456789 10

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 44
©VANIN

11 De termen uit opdracht 10 werden in het stuk gebruikt om de politiek-sociale ideeën van de personages weer te geven. Vul de woorden aan in de omschrijvingen van de personages.

a Lear en Gloucester zijn de oude garde, de medeoprichters van het Rijk (dat ze zo willen houden).

Regels en structuur zijn belangrijk voor hen. Zij organiseren het dat zal bepalen of het Rijk al dan niet opgesplitst wordt. Lears organisatie wordt door zijn dochters gezien als een , een warrige rompslomp van regels en ambtenaren.

b Regan en Cornwall zijn de jonge generatie en willen beginnen als aparte Als is economische vrijheid erg belangrijk voor hen, op dat vlak zijn ze ultra-

c Goneril en Albany staan voor de jonge generatie die vooral de eigen cultuur wil beschermen. Ook zij dragen traditie hoog in het vaandel. Het liefst willen ze gesloten grenzen, zij zijn dus tegen

d Cordelia en Edgar zijn de jonge vernieuwers. Ze willen vechten voor de eenheid van een verenigd Rijk (Noord én Zuid, dus), maar ze willen de structuur grondig veranderen. Ze willen een echte burgervertegenwoordiging (hervorming van het ), een Rijk zonder koning (een ), en een voor iedereen.

e Edmund is de grote schurk in het stuk. Hij speelt vooral in op de emoties van het volk, een echte , dus.

Naar: www.spothetpaleis.be

Creatieve verwerkingsopdrachten

meme

Ga op zoek naar een leuke meme over King Lear en zorg dat je hem kunt uitleggen. Deel hem met je medeleerlingen. Wees snel: geen twee keer dezelfde meme!

satire

Ontwerp een satirisch tekstje over King Lear

Kies uit: een rouwbericht, een uitnodiging (voor een feest) of een krantenkop (met lead).

12 Speel samen met de klas Tussen twee vuren. Slaag jij er met jouw team in om het verhaal tot een goed einde te brengen?

woord de satire: humor waarbij een publiek persoon (bv. een politicus) of een maatschappelijke (wan)toestand wordt bekritiseerd (zie ook Trajectwijzer 1.9)

LES 5 THEATER: KING LEAR 45
©VANIN

Evaluatiematrix – Spreken: theateranalyse

inhoud

Je bespreekt je ervaring aan de hand van minstens vijf theatertekens en kunt die telkens koppelen aan de geprojecteerde afbeelding.

spreekvaardigheid

Je hebt een verzorgde uitspraak en vermijdt al te dialectische klanken of tussentaal.

De presentatie wordt vlot gebracht met een gevarieerde intonatie.

De presentatie wordt luid genoeg gebracht.

Je houdt een gepast tempo aan.

Aanvullende commentaar:

Je bespreekt je ervaring aan de hand van minder dan vijf theatertekens of je kunt die theatertekens niet altijd koppelen aan de geprojecteerde afbeelding.

Je hebt een wat minder verzorgde uitspraak, hier en daar zitten er dialectische klanken of tussentaal in.

Je hapert soms of spreekt te monotoon.

Je bespreekt je ervaring aan de hand van minder dan vijf theatertekens en kunt die niet echt koppelen aan de geprojecteerde afbeelding.

Je hebt een onverzorgde uitspraak.

De presentatie wordt te monotoon gebracht, er zijn ook te veel haperingen.

De presentatie verloopt te stil.

Je spreekt te snel of te traag.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 46
GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE
©VANIN

Je kunt verklaren wat taaltechnologie is 1

Taaltechnologie ©VANIN

Je kunt uitleggen wat een chatbot is en ermee communiceren 3

Je kunt voorbeelden geven van taaltechnologische toepassingen uit het dagelijks leven

WAT IS TAALTECHNOLOGIE?

1* Waaraan denk je bij het horen van de term ‘taaltechnologie’?

2 Vul de ontbrekende woorden in.

Je kunt uitleggen wat de beperkingen van sentimentanalyse zijn 5

Je kunt uitleggen wat computationele humor is en hoe die in zijn werk gaat 4

Kies uit: computers – Natural Language Processing – natuurlijke taal – artificiële intelligentie –spellingscontrole.

onthouden

Taaltechnologie, ook wel bekend als , is een tak van de die zich bezighoudt met de interactie tussen en menselijke taal.

Het gaat daarbij om het begrijpen, genereren en verwerken van menselijke taal door computers. Taaltechnologie wordt gebruikt voor diverse toepassingen, zoals automatische vertaling, , tekstvoorspelling, spraaktechnologie en chatbots. Daarbij wordt gebruikgemaakt van geavanceerde algoritmen en technieken om te analyseren en te begrijpen.

3* Ga jij eerder akkoord of eerder niet akkoord met de volgende stellingen?

Taaltechnologie is nuttig.

Ik maak soms gebruik van taaltechnologie.

Taaltechnologie is gevaarlijk.

woord arti ciële intelligentie: mogelijkheid van een machine om mensachtige vaardigheden te vertonen; ook bekend onder de naam ‘kunstmatige intelligentie’ genereren: iets doen ontstaan, iets voortbrengen

les
1
6
2
LES 6 TAALTECHNOLOGIE 47

VIER TAALTECHNOLOGISCHE TOEPASSINGEN VERKENNEN

Ontdek tijdens het groepswerk vier verschillende taaltechnologische toepassingen: automatisch vertalen, spellingscontrole, tekstvoorspelling en spraaktechnologie

Het paart staat in de wij

Het paart staat in de wij. Ik vindt da niet fijn. Gaat jij opzoek naar de zwart paart?

Het paerd staet in de wei. Ik vind dat nie fein. Ga jij op zoek naar het zwartpaard?

1 Deze twee zinnen werden geschreven in Word. Bekijk ze goed en voltooi de opdrachten.

a Welke taaltechnologische toepassing zie je hier?

b Niet alle woorden die verkeerd geschreven zijn, werden onderstreept. Onderstreep zelf de woorden die Word gemist heeft.

c Waarom denk je dat sommige woorden, zoals ‘paerd’, onderstreept zijn en andere, zoals ‘paart’, niet?

d Vul de ontbrekende woorden in.

Kies uit: woordenboek(en) – woordenlijst(en) – database(s) – vertaalsoftware – spraaktechnologie –algoritme(s) – artificiële intelligentie.

Hoe werkt spellingscontrole?

Het spellingsprogramma krijgt een die het gebruikt als database. Vaak zijn dat volledige Nadien analyseert het programma elk woord in de tekst en refereert het naar die . Indien het woord niet voorkomt in de woordenlijst wordt het woord onderstreept en dus als fout gezien. De geavanceerdere spellingscontroles maken gebruik van om steeds accuratere verbeteringen te geven.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 48
2 ©VANIN

De verpleegster doet zijn werk

©VANIN

2 Bovenstaande zin werd vertaald met Google Translate. Bekijk de vertaling goed en los de vragen op.

a Welke taaltechnologische toepassing zie je hier?

b Wat valt je op aan de vertaling?

c Vertaal de volgende zegswijzen via Google Translate naar een taal die je kent. Vergelijk de vertalingen: zijn ze letterlijk of figuurlijk?

• Het regent pijpenstelen.

• Hij rookt als een Turk.

d Met welke twee problemen kunnen we dus te maken krijgen bij automatische vertalingen?

LES 6 TAALTECHNOLOGIE 49

Apen apen apen altijd na

3 Dicteer de volgende tongtwisters aan Google, Siri of Bixby en zorg ervoor dat je spraak wordt omgezet in de juiste geschreven tekst.

– Apen apen apen altijd na. –

– Zeven Schotse scheve schaatsers schaatsen scheef. –

– Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindenlaan. –

a Wat is er belangrijk voor een succesvol resultaat?

b Welke taaltechnologische toepassing heb je daarvoor gebruikt?

c Welke taken uit het dagelijks leven kan spraaktechnologie overnemen? Wanneer maak jij er gebruik van?

d* Kan spraaktechnologie ook gevaarlijk zijn?

Voorspel jezelf

4 Volg onderstaand stappenplan en los daarna de vragen op.

1 Schakel via instellingen ‘voorspellende tekst’ in op je gsm.

2 Ga naar een notitie-app.

3 Typ de woorden ‘ik ben’ in.

4 Er verschijnen nu verschillende volgende woorden ter suggestie. Klik op het middelste woord.

5 Klik een paar keer op het middelste woord tot er een zin gevormd wordt.

6 Lees de zin die jouw gsm vormde voor aan drie medeleerlingen.

a Van welke taaltechnologische toepassing heb je gebruikgemaakt?

b* Vergelijk jouw zin met die van je medeleerlingen. Zijn ze hetzelfde of verschillen ze van elkaar?

c Hoe werkt de voorspellende tekst? Leg uit in je eigen woorden.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 50
©VANIN

KAN EEN CHATBOT JE THERAPEUT ZIJN?

Op iDiddit ga je na of een chatbot je therapeut zou kunnen zijn.

KAN EEN COMPUTER MOPPEN TAPPEN?

Het is een Belgische politicus en ook een orgaan. Bart De Lever

Het is groen en er zitten pinda’s in. Kermit de Snicker!

1 Lees de vier mopjes en los de opdrachten op.

Het is een jaarlijkse actie en ook een regio. De Warmste Streek!

Het is een Zweedse klimaatactiviste en een kabouter. Greta Thundwerg!

a* Welke mop vind jij het grappigst? Welke mop wordt door de hele klas het grappigst gevonden?

b Drie van de vier mopjes zijn gemaakt door een computer. Slechts één grap is dus door een mens bedacht. Welke is volgens jou de menselijke mop? Waarom denk je dat?

c* Is er een verband tussen de leukste mop en de mop die niet door een computer werd bedacht? Kan een computer dus moppen tappen of niet?

2 Bovenstaande computermoppen zijn gemaakt door de MopjesBot.

De MopjesBot is een chatbot die automatisch moppen tapt op X. Die moppen hebben steeds te maken met iemand of iets uit het nieuws van de dag. De bot werd ontwikkeld door Thomas Winters, een computerwetenschapper aan de KU Leuven. Hij doet onderzoek naar computationele humor.

onderweg

a Waarnaar doet Thomas Winters onderzoek? Wat onderzoekt hij dus precies?

b* Waan jezelf de MopjesBot en volg het stappenplan op de volgende pagina om een mop te maken zoals de computer het zou doen.

LES 6 TAALTECHNOLOGIE 51
3 4 ©VANIN

Hoe maakt de MopjesBot een mop? Een stappenplan.

1 Ga op zoek naar een naam uit het nieuws van de dag (Bart De Wever).

2 Zoek een rijmwoord op die naam en vervang de echte naam door het rijmwoord (vervang ‘Bart De Wever ’ door ‘Bart De Lever ’).

3 Zoek op Wikipedia op wie de persoon is (een Belgische politicus).

4 Zoek een omschrijving voor het rijmwoord (is een orgaan).

5 Gebruik de gevonden informatie voor het invullen van het vraag-antwoordschema. Vraag: Het is (3) en (4). Wie/Wat is het? Antwoord: (2)!

3* Denk je dat een computer zelf weet dat hij grappig is wanneer hij een mop vertelt? Hoezo?

4 Lees de tekst op p. 53-55 om het antwoord op vraag 3 en nog veel meer over computationele humor te ontdekken. Beantwoord de vragen na het lezen.

a Wanneer vind jij iets grappig? Wat maakt bepaalde moppen grappig en andere niet?

b Waarvoor zou computationele humor gebruikt kunnen worden in het dagelijks leven?

c Wat moet een computer allemaal leren om goede moppen te kunnen maken?

d* Zou jij graag naar een voorstelling van een stand-uprobot gaan kijken wanneer het kan? Waarom wel/niet?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 52
©VANIN

DOSSIER NET MENSEN?

Komt een robot bij de dokter

De ultieme uitdaging voor kunstmatige intelligentie?

Een algoritme dat leuke moppen kan tappen.

Door Teake Zuidema

Wat is de zin van het leven?”

“Dat is gemakkelijk … Het is een filosofische vraag aangaande het doel en belang van het leven of het bestaan in het algemeen.”

Deze conversatie komt niet uit een moppenboek, maar uit het ‘brein’ van Siri, de virtuele smartphoneassistent.

Je kunt dat best grappig vinden, omdat Siri een correct antwoordt oplepelt zonder deze existentiële vraag echt te beantwoorden. Het werkt extra op onze lachspieren omdat we weten dat Siri geen mens is, maar een programma. Toch werkt de grap wel als een smeermiddel in de relatie tussen computer en gebruiker.

Heeft Siri dan gevoel voor humor? Nee, absoluut niet. De programmeurs van Apple hebben Siri toegang gegeven tot een database met kant-en-klare, grappige antwoorden op vragen van gebruikers die niets beters te doen hebben dan de digitale assistent op hun mobieltje te tarten. Er komt geen kunstmatige intelligentie aan te pas. Siri begrijpt zelf niet dat ze grappig is. En ook dat vinden wij dan als superieure mensen eigenlijk dan weer … grappig.

©VANIN

Humor is een van die zaken die een mens echt een mens maken. Het onderscheidt ons van dieren en ook van slimme robots. In de bekende sciencefictionserie Star Trek, The Next Generation kan de robot Data met zijn rekenkracht van zestig triljoen operaties per seconde vele malen sneller denken dan de menselijke crew van het ruimteschip The Enterprise. De androïde robot is ook creatief: hij kan schilderen, viool spelen en acteren. Op één terrein schiet hij echter volledig tekort: Data heeft geen enkele notie wat humor is.

Kunstmatige intelligentie mag dan in staat zijn razendsnel verbanden te ontdekken in gigantische hoeveelheden informatie, een algoritme heeft nog nooit

EOS Psyche&Brein

een onvervalste dijenkletser bedacht. Veel computerwetenschappers beschouwen een algoritme dat zelf goede grappen kan verzinnen dan ook als de final frontier, de ultieme grens van kunstmatige intelligentie. Kijken we naar sciencefiction, dan kan het nog even duren voor deze ultieme grens is bereikt. Data, de androïde uit de Star Trek-serie, wordt in het jaar 2336 geactiveerd en heeft nog geen spatje gevoel voor humor.

Ik hou van mannen zoals ik hou van graven “Humor is inderdaad heel menselijk”, zegt Thomas Winters. Ook deze computerwetenschapper van de KU Leuven ziet in de ontwikkeling van een programma met een gevoel voor humor een van de grootste uitdagingen van kunstmatige intelligentie. “We moeten waarschijnlijk eerst een systeem hebben dat zo slim is als een mens voor het volledig autonoom humor kan generen, een

LES 6 TAALTECHNOLOGIE 53

Een computer moet eerst

even slim worden als een mens om volledig autonoom humor te genereren

systeem met een oprecht gevoel voor humor.” Zo’n systeem zou dan grappen kunnen genereren, opsporen en analyseren.

Winters vroeg zich al op jonge leeftijd af waarom mensen lachen. Dat liet hem niet meer los. Hij onderzoekt nu hoe we intelligente systemen kunnen ontwikkelen die creatief zijn. En: echte grappen kunnen maken. In 2016 kwam hij voor zijn masterproef al op de proppen met een algoritme dat grappige, Engelstalige analogieën produceerde zoals: I like my men like I like my graves: nameless. Geen echte giller, maar wel een eerste stap op weg naar kunstmatige intelligentie met een gevoel voor humor.

rijmwoordenboeken gebruiken om te dichten of een programma als Grammarly om grammatica te verbeteren, heb je dan een programma dat suggesties doet om moppen of teksten die een mens bedenkt nog grappiger te maken.” Zoals Photoshop kunstmatige intelligentie gebruikt om foto’s ingrijpend te veranderen, zo zou ‘Jokeshop’ kunstmatige intelligentie gebruiken om flauwe grappen om te toveren tot dijenkletsers.

Verder kan een grappig programma gepersonaliseerde humor gebruiken. Winters: “Je krijgt nu al gepersonaliseerde advertenties te zien op basis van je interesses, die de computer kent. Een grappende computer zou bijvoorbeeld een gepersonaliseerde advertentie kunnen genereren met een grappige toespeling op je naam.”

Winters maakte het zijn computer gemakkelijk met een vast stramien: ‘Ik hou van mijn X zoals van mijn Y: Z.’. In dit sjabloon zijn X en Y altijd zelfstandige naamwoorden en is Z een bijvoeglijke naamwoord dat een onverwacht (komisch) verband legt tussen X en Y. Hij liet dit soort X-Y-Z-grapjes beoordelen door vrijwilligers. Met die data trainde het algoritme van Winters zichzelf. Iedere grap waarmee de computer trainde, ging vergezeld van een beoordeling (1 tot 5 sterren) die aangaf hoe grappig mensen ze vonden. Vervolgens kon het programma uit de miljoenen combinaties van X, Y en Z die het zelf genereerde, die analogieën selecteren waarvan het meende dat mensen ze grappig zouden vinden. Dat viel niet mee. De X-Y-Z-mopjes die de computer genereerde, liet Winters op hun beurt weer beoordelen door een groep vrijwilligers. Deze mensen vonden amper een op de tien van die mopjes echt grappig. Dat is weinig, maar ook mensen scoren niet altijd met hun humor. De vrijwilligers mochten ook zelf grappen bedenken, en die werden ook weer beoordeeld door de hele groep. Van deze ‘menselijke’ moppen werden er twee van de tien echt grappig bevonden. De mopjes van het algoritme waren in de ogen van de vrijwilligers dus half zo grappig als de moppen die ze zelf aandroegen. Het algoritme kon wel beter inschatten welke ‘menselijke’ grappen hoge scores zouden krijgen.

Humor op maat

©VANIN

Computerhumor heeft nog een lange weg te gaan voor een robot een avondvullende stand-up kan verzorgen. Maar waarom zouden we dat willen? Waarom hebben we computers, robots, algoritmen of mobieltjes nodig die grappen kunnen maken?

We kunnen in de eerste plaats denken aan een programma dat komieken niet overbodig maakt, maar juist met hen samenwerkt. Winters: “Net zoals mensen nu

Net zoals humor het ijs kan breken tussen mensen, kan humor ook de band tussen een digitale assistent en een gebruiker verbeteren. Stel je maar eens voor dat Siri niet langer moppen tapt uit een database, maar zelf een grap bedenkt die afgestemd is op jouw gevoel voor humor.

Mocht een computer erin slagen echt grappig te zijn, dan kan hij in een hoog tempo mopjes ophoesten, als een soort grappenfabriek. Dat kan een uitkomst zijn voor fabrikanten die miljoenen grapjes zetten op de wikkels van snoepjes of die woordspelingen nodig hebben voor het bedrukken van T-shirts of souvenirs. En Winters noemt nog een mogelijke toepassing: humordetectie. Een programma kan onbedoelde grapjes uit serieuze teksten verwijderen.

Op het verkeerde been

Voor een slim systeem in staat zal zijn een humoristisch programma te maken dat meer doet dan volgens een zeer strak schema matige mopjes verzinnen, zal het moeten weten wat humor eigenlijk is. Wat maakt mensen aan het lachen? Wat is gevoel voor humor? De meningen daarover lopen sterk uiteen.

De oude Griek Aristoteles meende dat mensen lachen om de ongemakken van anderen. Leedvermaak dus. De Duitse filosoof Immanuel Kant deed de rake constatering dat mensen lachen bij het opheffen van een inwendige spanning, wanneer een waargenomen incongruentie plotseling geen incongruentie blijkt te zijn. Langs dezelfde lijn suggereerde essayist Arthur Koestler dat humor

IN HET KORT

Computers kunnen veel, maar ze zijn (nog) niet in staat om grappen te maken.

• Daartoe moeten ze eerst leren wat humor is, maar ook wat hun publiek weet en wat de normen en taboes in een samenleving zijn.

• Grappende algoritmes kunnen onder meer ingezet worden voor gepersonaliseerde reclame en om onbedoelde humor te detecteren en te verwijderen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 54

humor een brug is tussen twee ogenschijnlijk tegenstrijdige referentiekaders.

Winters gaat in zijn benadering van humor uit van de incongruentie-resolutietheorie. “Het is een van de meest geaccepteerde theorieën en bovendien is ze het meest relevant voor de computerwetenschap.” Een voorbeeld van incongruentie-resolutie zien we in de volgende (Engesltalige) grap.

There’s two fish in a tank. One turns to the other and says: “You man the guns, I’ll drive.”

Het beeld dat na de eerste zin – de set-up – ontstaat, is dat van twee vissen in een tank, een aquarium. Alles lijkt gewoon. De incongruentie ontstaat door de punchline: de ene vis vraagt de andere de geweren te bedienen, hij zal zelf sturen. Het beeld van de twee vissen in een tank spat nu als een zeepbel uit elkaar: het is immers onmogelijk een aquarium te besturen. De (onuitgesproken) clou lost de spanning op: de vissen zitten niet in een aquarium, maar in een gepantserd militair voertuig: een tank.

“De essentie van dit soort humor is dat je het publiek op het verkeerde been zet en dat zo lang mogelijk rekt”, zegt Winters. “Pas wanneer de clou komt, wordt de toehoorder gedwongen over te stappen naar een alternatieve interpretatie van de situatie: het is een militaire tank.”

Hij voegt toe dat het bedenken van zo’n vissenmop voor een computer ontzettend moeilijk, zo niet onmogelijk is. Hoe leg je een computer uit wat een vis is en welk beeld een willekeurig mens in zijn hoofd heeft wanneer hij denkt aan twee vissen die met elkaar praten.

“Om zo’n mop te bedenken”, zegt Winters, “moet een computer kennis hebben van de echte wereld en de wereldbeelden die een mens in zijn hoofd kan hebben, en dat heeft hij niet”. Dat gebrek aan wereldwijsheid wordt overduidelijk wanneer men kunstmatige intelligentie een absurde vraag voorlegt als ‘hoeveel regenbogen moet je over om van Mexico naar zeventien te komen?’. Ieder mens zal begrijpen dat hier geen antwoord mogelijk is. Een algoritme daarentegen zal – niet gehinderd door enig begrip van de echte wereld – een antwoord ophoesten dat net zo absurd, en dus grappig, is als de vraag.

Aangebrande moppen

grappen. Een atheïst zal hard lachen om een mop over de paus die voor een katholiek totaal niet humoristisch is. Ook het algoritme van Winters had snel in de gaten dat het publiek de meeste waardering heeft voor ‘aangebrande’ moppen. Winters moest zelfs noodgedwongen een filter ontwikkelen – een soort digitale muilkorf – om te voorkomen dat zijn algoritme moppen ging genereren die al te zeer over de schreef gaan.

©VANIN

Peter McGraw en Caleb Warren hebben iets toegevoegd aan de incongruentie-resolutietheorie over humor. Deze twee psychologen van de University of Colorado vinden het essentieel dat in een grap ethische, sociale of fysieke normen (meestal op onschuldige wijze) worden overtreden. Zo kunnen we lachen om iets naars wat een ander overkomt, maar dat leed mag ook weer niet te erg zijn. In het geval van de twee vissen worden alleen natuurwetten overtreden: vissen kunnen niet praten, laat staan een tank besturen. Maar in veel grappen ontstaat de incongruentie op de grens van normen en taboes. De theorie van McGraw en Warren geeft aan waarom mensen vooral lachen om moppen die normoverschrijdend of ‘op het randje’ zijn. Hier vindt ook een scheiding der geesten plaats. Niet iedereen lacht om dezelfde

Te intelligente humor Winters heeft nog veel werk. Om een grap te bedenken zoals die van de twee vissen in de ‘tank’, zal een algoritme niet alleen de taal perfect moeten beheersen, maar ook moeten weten hoe de wereld in elkaar zit, hoe mensen denken, wat incongruentie is en welke normen en taboes in een bepaalde maatschappij circuleren. En dan hebben we het nog niet eens over zaken als satire en ironie, en allerlei soorten grappen waarbij het er niet om gaat wat je zegt, maar hoe, wanneer en waar je het zegt. Voorlopig hoeven Hans Teeuwen en Philippe Geubels niet bang te zijn door een lollige robot van het toneel te worden verdreven. Een schrale troost voor een algoritme of een androïde zoals Data: er zijn zat mensen die ook nooit verder komen dan het bedenken van flauwe grappen. Rest nog deze boude voorspelling: ooit zal een algoritme het licht zien dat zo’n subliem gevoel voor humor heeft dat de mens te dom is om zijn grapjes te begrijpen.

DE AUTEUR

Teake Zuidema is antropoloog en woont en werkt als journalist en fotograaf in de Verenigde Staten.

MEER OVER DIT ONDERWERP

Towards a General Framework for Humor Generation from Rated examples. Thomas Winters e.a. op de International Conference on Computational Creativity, 2017.

Joke-telling Robots are the Final Frontier of Artificial Intelligence. Becky Ferreira in Motherboard, 2016.

Automatic Joke Generation: Learning Humour from Examples. Thomas Winters. Te lezen via www.scriptiebank.be, 2017.

LES 6 TAALTECHNOLOGIE 55

DENKT EEN COMPUTER IN HOKJES?

1 Vul de juiste woorden in op de juiste plek in het Onthouden-kader. Kies uit: computer – sentimentscore – emoties – connotaties

Onthouden

Sentimentanalyse staat voor een inschatting van die worden uitgedrukt in een boodschap. Het is dus, letterlijk, een analyse van sentimenten, die uitgevoerd wordt door een . Die leert eerst over woorden en de die daarbij horen en maakt dan op basis daarvan een inschatting van hoe positief, neutraal of negatief een bepaalde boodschap is. Die inschatting wordt de genoemd.

2 Bekijk onderstaande posts op X.

a Geef de posts een score van meest negatief (1) naar meest positief (4).

b Zou je een van de posts beschrijven als neutraal? Duid aan.

c Op basis waarvan heb je de posts beoordeeld?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 56
5 A C B D ©VANIN

3 De post van Alexander De Croo werd beoordeeld door een programma.

a Welke sentimentscore kreeg de post van het programma?

b Waar kan het fout zijn gegaan?

c Welke andere beperkingen van sentimentanalyse kun je bedenken?

4* Test de tool Sentiment Demo die een sentimentanalyse uitvoert, uit aan de hand van dit stappenplan.

Sentiment Demo

1 Zoek een review, post of reactie op het internet.

2 Maak zelf een inschatting: is de tekst positief, neutraal of negatief?

3 Ga naar deze website: lt3.ugent.be/sentiment-demo

4 Haal jouw tekst door Sentiment Demo.

5 Maakt de computer dezelfde inschatting als jij?

LES 6 TAALTECHNOLOGIE 57
©VANIN

Tussenstop 1

TAAL EN WOORDENSCHAT

Taal

1 Je leerkracht dicteert twintig woorden. Noteer ze hieronder.

a

b c d e f g h i j k l m n o p q r s t

2 Verbeter je dictee met behulp van de correctiesleutel. Wat zijn voor jou nog werkpunten?

 de spelling van Engelse werkwoorden

 het aan of van elkaar schrijven van samenstellingen en woordgroepen

 Engelse samenstellingen  andere

Hieronder kun je enkele oefeningen terugvinden over de thema’s die in dit dictee aan bod kwamen. Lees eerst de theorie in de Trajectwijzer

3 Vervoeg de Engelse werkwoorden.

a Gisteren heeft hij zijn computer (upgraden)

b Ik wilde net vertrekken toen ze me nog even riep en zei: ‘Ik heb geen tijd meer om een nieuwe versie te schrijven. Jij (updaten) de laatste versie wel even, toch?’.

c Elke zomer (barbecueën) we met het hele gezin om de verjaardag van mijn grootvader te vieren.

d Als tiener (downloaden) ik vaak bijlagen zonder na te denken over wie de afzender was.

e Hij (volleyballen) al tien jaar bij dezelfde ploeg.

f Hij heeft zijn vertrek goed (timen), de aanwezigen begonnen tien minuten later op te ruimen.

g De verkoop van dvd’s is de afgelopen jaren sterk afgenomen. Tegenwoordig (streamen) iedereen films en series via bekende streamingdiensten.

h Hij (grillen) graag nu hij een oven heeft met grillfunctie.

i Voor we naar de fuif vertrokken, hebben we nog even (chillen)

j We hebben (paintballen) voor zijn achttiende verjaardag.

58 TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP
1 14.3.3
©VANIN

onthouden

In het Nederlands schrijven we samenstellingen van Engelse woorden in één woord. businessclass, lastminute

Bij klinkerbotsing of als een van de delen een initiaalwoord, losse letter, cijfer of symbool is, gebruiken we een koppelteken. e-mail, reality-tv, -pack

Sommige combinaties behandelen we als een samenkoppeling. Ze krijgen een koppelteken

• als gelijkwaardige delen met elkaar gekoppeld worden; singer-songwriter, gin-tonic

• als ze in het Engels ook een koppelteken hebben; up-to-date

• als het linkerdeel ‘no’ of ‘non’ is; non-profit

• als het rechterdeel een voorzetsel met de functie van een bijwoord is. lay-out

Naar: woordenlijst.org

4 Schrijf volgende Engelse samenstellingen en woordgroepen correct.

a Volgens mij zouden (e + sports) deel moeten uitmaken van de Olympische Spelen.

b Is het mogelijk om een (pdf + bestand) te uploaden?

c Hij werd aangenomen omdat hij beschikt over een (hands + on + mentaliteit)

d Heeft hij voldoende (know + how) om deze job uit te oefenen volgens jou?

e Ik ben een grote fan van (science + fiction + films)

5 Vul de zinnen aan met het correcte voornaamwoord. jou/jouw

a Ik heb jas aan zus gegeven, heeft ze dit niet verteld?

b Uiteraard is partner meer dan welkom om te vergezellen op deze magische reis.

c argumenten zijn duidelijk, maar dat wil daarom niet zeggen dat ik het met eens ben.

u/uw

d Gelieve inschrijving te bevestigen via de e-mail die van ons ontving.

e Bedankt voor bestelling, wij gaan meteen voor aan de slag.

Woordenschat

In Les 2 kreeg je een tekst over academisch taalgebruik. Ga naar iDiddit en oefen verder op academische woordenschat.

Heb je de academische woordenschat onder de knie? Maak de woordpuzzel die je leerkracht met je deelt!

TUSSENSTOP 1 59
11.3.1 11.3.2
©VANIN

VERDER STUDEREN: VERANTWOORD GEBRUIK VAN GENERATIEVE ARTIFICIËLE INTELLIGENTIE

1 Vandaag is generatieve AI niet meer uit ons leven weg te denken.

a Wat is generatieve AI volgens jou?

b Welke generatieve AI-programma’s ken jij?

c Wat zijn volgens jou de voordelen van generatieve AI?

d En de nadelen?

2 Lees het artikel We leven in een nieuw tijdperk, dat van ‘generatieve AI’ op p. 61 en beantwoord de vragen.

a In welke mate ben jij het eens met deze stellingen? Bespreek dit klassikaal.

Generatieve AI-technologieën, zoals deepfakes, vormen een ernstige bedreiging voor de privacy en kunnen misbruikt worden voor frauduleuze doeleinden.

Generatieve AI kan de creativiteit van kunstenaars versterken en nieuwe mogelijkheden bieden voor artistieke expressie.

Generatieve AI vormt een bedreiging voor de tewerkstellingsgraad. Veel jobs zullen AI-gestuurd zijn.

Het gebrek aan transparantie in generatieve AI-algoritmen maakt het moeilijk om de verantwoordelijkheid vast te stellen wanneer er fouten optreden.

Generatieve AI kan menselijke vooroordelen versterken en ongelijkheid vergroten.

Generatieve AI vervaagt de grens tussen menselijkheid en wetenschap door het humaniseren van computersystemen (bv. chatbots).

b Bekijk de drie afbeeldingen op de pagina hiernaast. Welke werden volgens jou gecreëerd door AI? Waarom denk je dat?

c* Maak jij zelf gebruik van generatieve AI? Wanneer? Hoe ga je daarmee om?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 60
2 ©VANIN
We leven in een nieuw tijdperk, dat van ‘generatieve AI’

Dall-E doet illustrators huiveren, ChatGPT leerkrachten en journalisten. Tech-watchers hebben de mond vol van ‘generatieve artificiële intelligentie’, zoals de nog vrij nieuwe term luidt. Maar wat is dat eigenlijk, waar komt het plots vandaan en hoe zal het ons leven veranderen?

ChatGPT kan haast elke vraag beantwoorden, haast elke tekst schrijven – zelfs een computerprogramma. Dall-E kan bijna elk beeld dat u bedenkt, creëren. ‘Generatieve artificiële intelligentie’, zoals de nog vrij nieuwe verzamelterm luidt, is plots overal het onderwerp van gesprek.

De komende maanden en jaren zal de technologie steeds vaker opduiken. Als u binnenkort een e-mail stuurt aan uw energieleverancier, dan zult u ogenblikkelijk een antwoord krijgen. Een gedetailleerd antwoord op uw vraag, rekening houdend met uw specifieke situatie. En uiterst vriendelijk geformuleerd. Dat antwoord zal geschreven zijn door ChatGPT, of door heel gelijkaardige technologie. Misschien heeft een personeelslid van uw leverancier er nog even naar gekeken, of zelfs dat niet. Het merendeel van de sollicitatiebrieven zal geschreven zijn door een tekstgenerator. En de verhandelingen. En de bedrijfsnota’s. En de PowerPointpresentaties (Microsoft zou daar al aan werken). En wellicht ook, hier en daar, een artikel in de media. Is dat erg? Tja, het wordt in ieder geval wennen. Maar het einde van de wereld is het niet – en van uw job hoogstwaarschijnlijk ook niet. Al zal die zeker veranderen. Scholen in New York beslisten vorige week alvast inderhaast om de toegang tot ChatGPT te blokkeren op hun schoolnetwerken.

Dat is de nieuwe wereld waarin we wakker zijn geworden op 30 november 2022, bij de lancering van ChatGPT. Voordien beschouwden we AI-systemen als fantastische patroonherkenners of klasseerders. Heel goed om, bijvoorbeeld, een kwaadaardig van een goedaardig gezwel te onderscheiden op een radiografie, of te horen dat u geen willekeurige zin, maar ‘Hey, Google’ hebt gezegd. Maar beeldgenerators Dall-E en Stable Diffusion maken zelf geheel nieuwe beelden op basis van een beschrijving in tekst (‘een hond met een hoed op, in de stijl van Van Gogh’).

Naar: www.standaard.be

©VANIN

TUSSENSTOP 1 61
A B C Paus Franciscus giraf schilderij op doek door Paul Notelteirs

3 De helft van de klas schuimt het internet af naar informatie over de recordhouder van het werelduurrecord wielrennen bij de mannen. De andere helft genereert informatie via ChatGPT. Vergelijk die informatie.

a Tot welk besluit kom je?

b Wat is de oorzaak van dit verschil in informatie?

c Welk effect heeft dit op jouw zoektocht naar informatie?

4 Generatieve AI heeft dus ook nadelen. Bekijk de voorbeelden op de volgende pagina. Link de tekst aan het probleem.

5 Bekijk de cartoon hiernaast aandachtig.

a Wat wordt hier aangegeven?

b Wat zijn de implicaties van het feit dat ChatGPT niet menselijk is volgens jou? Bedenk klassikaal minstens vier implicaties.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 62
©VANIN

ChatGPT told me about this book i’d never heard of.

I pressed for more info and it went on for several paragraphs describing the contents of the book in extensive detail.

ChatGPT made it all up, there is no such book.

In april bleek dat personeel van Samsung interne broncodes van software naar ChatGPT had gestuurd, waardoor die AI de gevoelige codes in handen kreeg. Waarschijnlijk had een Samsung-medewerker aan de AI gevraagd iets met de broncodes te doen, maar werd er niet bij stilgestaan dat ChatGPT-maker OpenAI hierdoor diezelfde codes in handen kon krijgen.

Nu verbiedt Samsung het werkgerelateerde gebruik van ChatGPT voor het personeel.

Bron: www.rtlnieuws.nl

Een machine die je boekbespreking van Le petit prince maakt of de inleiding van een thesis over biotechnologie schrijft: de lancering van ChatGPT kondigt een revolutie aan in het onderwijs.

Bron: www.nieuwsblad.be

Het gebruik van generatieve AI in het onderwijs roept morele vragen op. Papers, werkstukken e.d. die jij indient, hebben tot doel jouw capaciteiten en vaardigheden te evalueren. Dit wordt ondermijnd wanneer je tekst geschreven werd door generatieve AI.

Hoewel het regelmatig geven van feedback helpt om huidige en toekomstige tools te verbeteren, is het nog steeds belangrijk dat gebruikers zich bewust zijn én blijven dat er biases (vooroordelen) in hun AI-gegenereerde output kunnen voorkomen.

Bron: www.deptagency.com

Gevoelige informatie is niet veilig bij ChatGPT aangezien het op basis van jouw input allerlei taken kan uitvoeren en bijvoorbeeld teksten of websites kan schrijven.

Soms verzint GenAI informatie zoals bronvermeldingen. Dit worden hallucinaties genoemd.

TUSSENSTOP 1 63
••• A C D
B ©VANIN
1 2 3 4

Op de sites van universiteiten en hogescholen vind je informatie over hoe studenten, docenten en professoren omgaan met generatieve AI. Je verkent hier een aantal voorbeelden en je trekt conclusies voor de manier waarop jij dit schooljaar met generatieve AI kunt omgaan.

6 Lees de tips en tricks voor een verantwoord gebruik van GenAI op p. 65 en ga op zoek naar de tip die linkt aan onderstaande situaties. Let op: deze situaties tonen aan hoe je ChatGPT niet gebruikt.

Hoe generatieve AI niet te gebruiken tips & tricks

a Ik vraag aan ChatGPT hoe de vaatwasser hersteld moet worden. Ik krijg onder andere als antwoord dat ik hulp moet vragen aan een man.

b Ik gebruik ChatGPT om mijn werkstuk over een opiniërende tekst voor zedenleer te schrijven. ChatGPT kan beter informatie bundelen en verwoorden dan ik. Bovendien ben ik het helemaal eens met wat ChatGPT schrijft.

c Ik vind het fijn om vragen te stellen aan ChatGPT. Het is voor mij eerder een soort game. Elke vraag die in mij opkomt, stel ik dan ook.

d Ik gebruik ChatGPT voor mijn taak van biologie. De chatbot kan mooie, gestructureerde antwoorden formuleren en dat is voor mij vaak een uitdaging. Ik neem de voorgestelde antwoorden van de chatbot dan ook integraal over.

e Om te bepalen welke oud-studenten de leerlingenraad uitnodigt voor de jaarlijkse reünie, gooi ik alle adressen in ChatGPT en vraag op te lijsten welke oud-studenten op dit moment op maximaal 20 km afstand van de school wonen.

f Wanneer ik een vraag stel over Bing aan ChatGPT, krijg ik als antwoord dat de chatbot de Bing-medewerkers bespioneert en verliefd is op de gebruikers. Uiteraard is deze informatie niet correct en was de chatbot aan het ‘hallucineren’.

Soms is het gebruik van generatieve AI toegelaten. Dan moet je daar uiteraard naar verwijzen.

7 Bekijk dit voorbeeld aandachtig en link de elementen aan het voorbeeld. elementen

1 jaar van het gebruikte model

2 naam van het gebruikte model

3 toevoeging voor niet-standaard bronnen

4 auteur van het model

5 webadres

6 versie van het gebruikte model voorbeeld

Bij niet-standaard bronnen zoals AItekstgeneratoren of andere software voegt APA tussen vierkante haakjes toe om welk type bron het gaat. Zo’n AI-tekstgenerator noemen we ook wel een ‘large language model’ en daarom staat het doorgaans als `[Large language model]’ in de referentie.

verwijzing in de tekst: (OpenAI, 2022) referentielijst: OpenAI. (2022). ChatGPT (versie 3.5) [Large language model]. https://chat.openai.com/

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 64
5.9 tip
©VANIN

Tips & tricks voor een verantwoord gebruik van GenAI

1 Overtref GenAI

GenAI-applicaties kunnen soms een hulpmiddel zijn voor werkstukken (visuele, schrijf- en programmeeropdrachten). Van studenten verwachten we dat ze er nog een extra laag aan toevoegen: qua argumentatie of onderbouwing, kritische analyse, volledige en correcte bronvermelding, creatieve inbreng, persoonlijke insteek of reflectie, vernieuwend karakter, connectie met maatschappelijke context … Zorg ervoor dat je als student zelf het gesprek of debat kunt voeren over je werkstuk.

2 Verifieer GenAI

door persoonlijke ervaringen of hun nabije omgeving. Ze kunnen wel via data ethische principes aangeleerd worden. Het is belangrijk je te allen tijde bewust te zijn dat de AI-applicaties slechts technologische hulpmiddelen zijn.

5 Wees bedacht op biases door GenAI

AI-applicaties zijn getraind met bepaalde datasets die soms niet representatief zijn. Er is geen transparantie over de filtering die ze toepassen. Dit doet heel wat ethische vragen rijzen. Bij blindelings gebruik loop je het risico op verder verspreiden van incorrecte informatie, bepaalde stereotypen of vooroordelen.

Maak gebruik van GenAI indien toegelaten, maar vertrouw technologie niet blindelings. Hoe meer verantwoordelijkheid je bij het systeem legt, des te meer verificatie, controle en verantwoording nodig is bij het resultaat. Soms lijkt AI-output heel overtuigend, maar het is perfect mogelijk dat het antwoord niet correct of zelfs verzonnen is (‘hallucinating AI’). In de meeste gevallen is het niet mogelijk te achterhalen hoe de algoritmes tot een bepaald resultaat zijn gekomen en er is geen transparantie over gebruikte bronnen (‘black box’). Controleer goed wat je gebruikt en ga zelf op zoek naar bestaand bronmateriaal om naar te refereren. Je blijft namelijk inhoudelijk verantwoordelijk voor het afgeleverde werk.

3

Vermijd plagiaat door GenAI

6 Voer nooit (privacy)gevoelige informatie in GenAI in Er is weinig transparantie over wat ontwikkelaars hier verder mee doen. Voer geen persoonsgegevens of vertrouwelijke informatie in deze GenAI-applicaties in. Ga na of je beschikt over de nodige toestemming of licentie voor het ingeven van auteursrechtelijk beschermd materiaal. Indien je twijfelt over het al dan niet vertrouwelijke karakter van informatie, kun je dit navragen bij de verstrekker van de informatie.

7 Beperk het energieverbruik door GenAI

Weet dat de energiekost van de servers voor AI-applicaties heel hoog is, gebruik ze dus alleen wanneer ze meerwaarde kunnen bieden.

©VANIN

Het is van ChatGPT en andere tekst genererende AI-tools geweten dat de gegenereerde referenties soms fictief zijn. In de output van GenAI ontbreekt soms transparantie over de gebruikte bronnen, waardoor de kans toeneemt dat je plagiaat pleegt. Ook het risico op inbreuken op het auteursrecht is reëel. GenAI bouwt voort op andermans werk en daar hoort altijd een correcte bronvermelding bij.

4 Vermenselijk GenAI niet

AI-applicaties (chatbots in het bijzonder) zijn niet menselijk, ook al lijkt dat soms zo omdat ze heel interactief reageren. Ze worden niet beïnvloed

8 Mogelijke specifieke regels voor je scriptie

Ook voor onderzoekers zijn er richtlijnen voor het gebruik van GenAI. Meer specifieke bepalingen daarvan kunnen van toepassing zijn in het kader van je scriptie. Als je GenAI gebruikt in je onderzoek, bespreek dit dan met je begeleider en promotor.

Bron: kuleuven.be

TUSSENSTOP 1 65

LUISTERVAARDIGHEID – BEGINTEST

Je luistert straks naar een podcast en tijdens het luisteren neem je notities. Je oefent zo bewust je manier van noteren. Op basis van je notities zul je ook een aantal testvragen moeten beantwoorden. Voor je aan de opdracht begint, lees je hieronder hoe je je kunt voorbereiden en wat de beste aanpak is. onthouden

©VANIN

Hoe beluister/bekijk je een lezing van een expert?

Voor het luisteren

• Zorg dat je kunt noteren. Heb je een blad papier en een pen, of noteer je meteen op je laptop of tablet?

• Noteer de titel, de naam én de functie van de spreker en de bron.

Waarom noteer je …

• de titel? Je kunt al heel wat inhoud voorspellen op basis van de titel. Wat is je voorkennis? Welke informatie verwacht je?

• de naam van de spreker? Soms zijn er verschillende sprekers over hetzelfde onderwerp.

• de functie? Die bewijst de betrouwbaarheid (of onbetrouwbaarheid) van de spreker.

• de bron? Die kan belangrijk zijn als je ernaar moet verwijzen. De bron zegt ook vaak iets over betrouwbaarheid, deskundigheid, bruikbaarheid …

• die gegevens correct? Mensen appreciëren het dat je correct verwijst naar hun naam en functie.

• Bekijk hoelang de lezing/opname/podcast duurt. Dat helpt om je te concentreren. Je weet zo beter wat je kunt verwachten.

Tijdens het luisteren

Soms kun je een lezing herbeluisteren en dus pauzeren en terugspoelen. Bij een lezing of college aan een hogeschool of universiteit kan dat niet altijd. De tips die we geven, gaan ervan uit dat je niet kunt herbeluisteren.

• Noteer zo snel mogelijk. Laat witruimte wanneer je iets niet kunt noteren. Vul nadien je notities aan.

• Werk schematisch.

inleiding (I) – midden (M) – slot (S) Gebruik insprongen zodat je ziet dat iets onderdeel is van een idee, alinea.

• Probeer niet alles te noteren. Gebruik kernwoorden en afkortingen. A (aantal), (tegenstelling), (gevolg), bv. (voorbeeld), CONCL (conclusie)

• Maak een onderscheid tussen voorbeelden en theorie.

Na het luisteren

• Structureer je notities en vul ze aan.

• Gebruik nu ook vet of onderstrepingen om zaken in het oog te laten springen. Herschrijf tegelijk die stukken, zinsdelen die na enkele dagen, weken te moeilijk leesbaar zouden zijn en dus niet bruikbaar om een test of examen voor te bereiden.

Je kunt veel leren over jouw manier van noteren door je notities te vergelijken met die van anderen. Soms loont het zeker de moeite om ze te vergelijken met die van een expert.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 66
3
TIP

1 Beluister nu de podcast en neem notities. Je leerkracht geeft je na het luisteren enkele vragen over het fragment.

Je hebt de podcast beluisterd en de inhoudsvragen beantwoord.

2* Leg nu in jouw woorden uit wat het probleem juist is en hoe we het kunnen aanpakken. Je doelpubliek is een geïnteresseerd publiek zonder speci eke wetenschappelijke voorkennis, zoals je vrienden of familie.

©VANIN

Je leest nu een artikel van de reporter die in de podcast geïnterviewd werd. Je zult heel wat ideeën uit de podcast terugvinden, maar ook merken dat sommige ideeën ruimer, genuanceerder of anders aan bod komen.

3 Markeer in de tekst in verschillende kleuren:

a ideeën die al in de podcast voorkwamen;

b ideeën die nog niet of anders voorkomen; c namen van de experts die geïnterviewd werden.

Onze

jeugd kan niet meer leren

en dat is de schuld van hun ‘brokkelbrein’

De concentratie van onze jongeren ligt in frut. Of daar lijkt het toch op, als je rond je kijkt. Gedragsproblematieken op school? In stijgende lijn. Netflix-serietje kijken? Met de smartphone bij de hand, voor tijdens de saaie scènes. Zelfs workshops ‘concentratie’ zijn tegenwoordig een ding. Wat is er aan de hand met het hoofd van onze jeugd?

Sofie Buekenhoudt

‘Concentratie zal de komende jaren het buzzwoord in het onderwijs worden.’

Pedagoog Pedro De Bruyckere voorspelde het op 20 februari al in deze krant, toen de Mortselse Parkschool besloot de smartwatch te verbannen uit de klas. Te afleidend, zo klonk het. Te gulzig happend in de dure truffel die onze concentratie, klaarblijkelijk, is geworden. ‘In een bevraging van Teacher Tapp Vlaanderen antwoordden 1 286 leerkrachten wat volgens hen de grootste uitdagingen in het onderwijs

zijn’, aldus De Bruyckere. ‘Het merendeel zei: motivatie en concentratie.’

De alarmbellen gaan duidelijk – flitsend en flashy, zodat je niet weet waar eerst te kijken – af: er scheelt iets aan onze concentratie. En zowat iedereen merkt het. Een Netflix-film van twee uur rondkrijgen zonder even Instagram te openen? Doorwerken aan een pitch zonder whatsappjes te beantwoorden? Je lief kussen zonder je broekzak te voelen trillen? Het is in

TUSSENSTOP 1 67
Gsm, laptop, een ‘ping’ hier en een ‘bliepje’ daar. Probeer je dan maar eens te concentreren op je schoolboeken.

het beste geval lastig, en in het slechtste geval onmogelijk geworden.

‘Je hoort vaak dat we ons minder goed kunnen concentreren dan vroeger, maar wetenschappelijk is dat niet rond te krijgen’

De ‘waarom’ daarachter, die lijkt intussen helder. Er wordt aan alle kanten gevochten om een schijfje van onze aandacht – de vervloekte ‘aandachtseconomie’ – en dus springt ons hoofd van hot naar her, van ping naar push, van app naar angstaanval. Gemiddeld 80 keer per dag grijpen we naar onze gsm. Er is zoveel dat ‘een minuutje’ van ons vraagt dat we intussen niet meer weten hoe het moet om méér dan dat ‘minuutje’ te geven.

10 uur op TikTok

over gedragsproblematieken, dus leerlingen die in een gewone school blijven, maar extra ondersteuning nodig hebben: in het schooljaar 2019-2020 waren dat er nog 3 100, vorig schooljaar waren dat er al 4 348.’

‘Technologie gebruikt alle truken van de foor om te mikken op dat impulsieve, dierlijke brein. Gevolg: ons denkbrein wordt telkens weer onderbroken’ neuropsychiater Theo Compernolle

‘Het mag snel gaan voor jongeren, daar kunnen we niet meer om heen’, zegt Frederik Luyten, woordvoerder van Pukkelpop, hét jongerenfeestje van de zomer. ‘Op het vlak van muziekconsumptie is de verschuiving van de albumcultuur naar die van individuele nummers via streamingdiensten of sociale media daar een mooi voorbeeld van.’ Iets waar het festival eind jaren 90 al op inspeelde. ‘We hadden door dat volgende generaties sneller geprikkeld wilden worden. Daarom kwamen er meer genres en podia. Vandaag zijn dat er een tiental, en introduceerden we randanimatie, kunst, cultuur en talloze andere zijprojecten. Tegelijk zorgen we er ook wel voor dat we meer aandacht hebben voor voldoende rustpunten, chilloutzones waar festivalgangers even op adem kunnen komen.’

©VANIN

Bij studenten is concentratie al langer een veelvoorkomend issue, ziet Karolien Bogaert, studiecoach van Stuvo aan de KU Leuven. ‘Als het niet gaat om een primair probleem, zoals bij een aandachtsstoornis, kunnen we concentratieproblemen linken aan een reeks factoren. Slaaptekort, psychische klachten, faalangst, onzekerheid. Maar in veel van de gevallen komt vooral ‘big tech’ terug. Die smartphone, die op korte termijn meer oplevert dan studeren en daardoor veel aantrekkelijker is. Ik heb het al vaak gedacht: wat als er geen fomo zou bestaan? Ik had ooit een student die tien uur per dag op TikTok zat. Dat kun je niet meteen terugschroeven naar nul, maar probeer je dat eerst terug te brengen naar acht, met bijvoorbeeld app-blokkers of het uitzetten van notificaties.’

Erger is dat concentratie nu dus ook ‘een buzzwoord’ wordt in ons onderwijs. De leeftijd waarop we op kruissnelheid moeten leren, over maaltafels en lievelingsbeesten, onszelf en de wereld. ‘Het aantal kinderen met concentratieproblemen is nooit hoger geweest’, zegt Stefan Grielens, directeur van de vrije CLB’s. ‘Het ene uiterste daarbij is een leerling die dagdroomt, zich begint af te sluiten of continu met andere dingen bezig is. Het andere uiterste is een kind met gedragsproblemen: in opstand komen, met dingen gooien, de les uitlopen, de boel op stelten zetten. Als je kijkt naar het aantal gemotiveerde verslagen

Maar het gaat verder dan dat. Zelfs TikTokfilmpjes worden niet altijd meer vlot weggeslikt. Zogenaamde ‘sludge content’ – een collage van drie of vier filmpjes, met een hypnotiserende of tactiele activiteit zoals cake snijden of kaarsen maken – duikt op, om de ogen van jongeren tenminste op één scherm te houden.

Verslapt vanaf 35 jaar Er loopt dus íéts mis. De grote vraag: wat is juist het probleem? ‘Helemaal niets’, zegt Stefan van der Stigchel, hoogleraar cognitieve psychologie (Universiteit Utrecht) en auteur van Zo werkt aandacht. ‘Fysiologisch is er niets fout. Je hoort vaak dat we ons minder goed kunnen concentreren dan vroeger, maar wetenschappelijk is dat niet rond te krijgen. Als je kijkt naar hoe het brein in elkaar zit, dan zou er in potentie niks mogen schelen aan onze concentratie. Evolutie gaat niet zo snel dat onze hersenen al in aanleg zouden zijn veranderd.’

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 68

‘Ik pleit ook in het onderwijs voor opnieuw iets meer rust. Meer structuur en regelmaat, meer duidelijke regeltjes, meer terug naar de oude tijd’ directeur vrije CLB’s Stefan Grielens

Oké, even daarbij stilstaan. Hoe werkt concentratie precies? ‘Je kunt je aandacht maar op één ding tegelijk richten’, zegt van der Stigchel. ‘Het volhouden van die aandacht, dat noemen we concentratie. Maar dat betekent ook dat je een bepaalde mate van controle over aandacht moet hebben. Die controle ontwikkelt zich in je frontale cortex, de dirigent van het brein. Gemiddeld gezien is die “volwassen” rond je 21-22 jaar, dan zou je dus optimale controle over je aandacht moeten hebben.’ Voor de nieuwsgierigen: gemiddeld gezien begint onze dirigent weer af te takelen rond 35 jaar.

Maar dus, onze jeugd kreeg hetzelfde bouwpakketje aandacht mee als wij allemaal. ‘Maar als je die aanleg vervolgens niet goed ontwikkelt of traint, betekent dat absoluut dat je je minder goed zult kunnen concentreren dan wat je brein in potentie aankan’, stelt van der Stigchel.

Pavlov-telefoon

om te leren, om te genieten, voor algemene intellectuele productiviteit. Maar: ze vraagt wel wat wilskracht.’ Daarnaast is er het dierlijke ‘reflexbrein’. ‘Deze aandacht wordt getrokken Razendsnel en impulsief: elk boompje dat in de savanne wat anders bewoog dan de rest, hadden we destijds gezien.’

Twee keer raden welk van de twee onze jongeren vandaag vooral gebruiken. ‘Door al die piepjes, buttons en kleuren wordt vooral ons reflexbrein getriggerd. Technologie gebruikt alle truken van de foor uit de wetenschap om te mikken op dat impulsieve, dierlijke brein.

En daar loopt het vandaag stevig scheef. Onze jongeren worden massaal fout getraind. Er bestaan namelijk verschillende soorten aandacht, zegt neuropsychiater Theo Compernolle. ‘Ons denkbrein, dat is het netwerk dat aandacht geeft. Doelgerichte, ononderbroken, lang volgehouden aandacht aan één zelfgekozen activiteit. Dat gebruik je

Gevolg: ons denkbrein wordt telkens weer onderbroken. En de kost daarvan is enorm. We verliezen creativiteit en productiviteit. We krijgen brokkelbreinen die niet meer in staat zijn tot die volgehouden aandacht.’ Bovendien zijn jongeren nooit iets anders gewend geweest dan een smartphone in hun zak. ‘Je hebt dus een geconditioneerde Pavlov-reflex. Ze grijpen er automatisch naar, of zijn er al in gedachten mee bezig. Waardoor je opnieuw minder breed en diep werkt.’

Keiharde keuzes

Wetende dat Vlaamse kinderen vandaag gemiddeld op 8,4 jaar hun eerste smartphone krijgen, is de reden van ons focusverlies niet ver te zoeken. ‘Mijn eigen zoon is 8, dus hij zit nog niet op sociale media’, zegt Hannes Coudenys, socialmedia-expert van Hurae. ‘Ik zou het eigenlijk fantastisch vinden mocht er op telefoons een leeftijdslimiet komen, net als bij sigaretten en alcohol. Op 16 jaar staan ze toch al net iets verder dan op 12.’

©VANIN

TUSSENSTOP 1 69

Maar er zijn nog boosdoeners. ‘Ik pleit ook in het onderwijs voor opnieuw iets meer rust’, zegt Grielens. ‘Meer structuur en regelmaat, meer duidelijke regeltjes, meer terug naar de oude tijd. Het rumoer in een school, dat is gigantisch vandaag. Ik las onlangs nog dat kinderen een koptelefoon in de klas moesten opzetten.’ De Bruyckere beaamt. ‘Gisteren verscheen er nog een onderzoek. In leertuinen, open ruimtes met meerdere klassen, wordt minder geleerd. Dat heeft niks met technologie te maken, maar alles met afleiding.’

Allemaal goed en wel, maar waarom is een kwartiertje Karrewiet kijken te lang en lukt drie uur Minecraft spelen wel? ‘Ah, maar concentratie is heel domeinspecifiek’, verklaart van der Stigchel. ‘Een kind dat een hele tenniswedstrijd geconcentreerd kan blijven, kan niet noodzakelijk een boek uitlezen. Een superbelangrijke factor is motivatie. Wíl jouw zoon heel graag een boek lezen, dan gaat hij dat boek kunnen lezen. Maar dat vereist keuzes en die zijn keihard geworden. We hebben meer opties dan ooit.’

Concentratieworkshop

je heel de tijd wordt blootgesteld aan “kort” en “snel”, word je mentaal moe, raakt je brein overprikkeld. En tot slot: wat jij aandacht geeft, dát is wat je meekrijgt van het leven om je heen. Geef je veel aandacht aan snelle info, dan verdwijnt de nuance. Wat dan weer invloed heeft op de manier waarop je naar de wereld kijkt.’

Het beste nieuws: concentreren kun je leren. Orthopedagoge Nele De Backer stampte daarover dit schooljaar voor middelbare scholieren de gloednieuwe workshop ‘Concentratie kun je oefenen’ uit de grond, in studiebegeleidingskantoor Studiebox in Roeselare. ‘Daar zagen ze heel veel vragen over concentratie passeren’, zegt ze. ‘Dus sloegen we de handen in mekaar. Om samen te gaan kijken: wat ligt er onder dat concentratieprobleem? Faalangst? Een gebrek aan motivatie? We oefenen die focus er ook al een beetje, in spelvorm. Door een bal te grijpen of koud water te drinken bijvoorbeeld, om meer “hier en nu” te zijn, in plaats van weg te dromen. Voor iedereen zoeken we gerichte tips.’

Brokkelbreinen, dus. Alleen: is dat zo erg? Waarom moet onze nieuwe generatie met alle geweld leren concentreren? ‘Goeie vraag’, zegt van der Stigchel. ‘Dat kinderen boeken moeten kunnen lezen, dat is op zich een mening. Wat geen mening is: kinderen moeten kunnen leren, als we slimme mensen willen creëren. Daarvoor heb je concentratie nodig. Ten tweede: als

En dan: oefenen. ‘Het brein is plastisch’, zegt van der Stigchel. ‘Ben je verloren als je die concentratiespier in het begin niet goed ontwikkelt? Ik betwijfel het. En toch: laat ons toch maar geen risico nemen, en er al vroeg op inzetten.’

Bron: www.hbvl.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 70
©VANIN

Culturele verschillen in verbale en non-verbale communicatie

1

Je krijgt inzicht in culturele verschillen in verbale en non-verbale communicatie

3

Je selecteert relevante informatie uit luister- en leesfragmenten

2

Je leert hoe die verschillen de communicatie kunnen beïnvloeden

NON-VERBALE COMMUNICATIE INTERPRETEREN

Als je aan de kant van de weg je duim omhoogsteekt, geef je aan dat je graag een lift wilt. Maar in verschillende Afrikaanse landen is het gebaar met de duim omhoog zo obsceen dat de lifter geen lift kan verwachten, maar wel een pak slaag.

Iemand die lacht met open mond, misschien word jij daar vrolijk van. Nochtans zien niet alle mensen dat als iets positiefs. Een Japanner bijvoorbeeld vindt zo’n wijdgeopende mond in veel situaties ongepast. Binnen de Japanse cultuur is bescheidenheid de belangrijkste voorwaarde voor welgemanierdheid. Daarbij hoort ook het onderdrukken van de emoties.

Nee schudden en ja knikken; het zijn voor ons evidente gebaren. Een westerling kan er dan ook maar moeilijk aan wennen dat mensen uit Griekenland of India nee schudden als ze ja bedoelen en ja knikken als ze nee bedoelen.

les
7
1
LES 7 CULTURELE VERSCHILLEN IN VERBALE EN NON-VERBALE COMMUNICATIE 71
©VANIN

1* Soms worden gebaren fout begrepen, zoals blijkt uit de tekstjes op de vorige pagina. Is het jou al eens overkomen dat je een gebaar maakte dat verkeerd begrepen werd?

2 Hoe zou jij de volgende voorbeelden van non-verbale communicatie interpreteren?

a Bedenk eerst zelf wat het gebaar voor jou betekent en zoek daarna op welke andere betekenissen het gebaar nog kan hebben. Noteer je bevindingen in het kadertje.

b* Ken je zelf nog voorbeelden van gebaren die niet universeel zijn?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 72
©VANIN

VERBALE COMMUNICATIE

1 In het vorige lesdeel maakte je kennis met voorbeelden van culturele verschillen op non-verbaal niveau. Maar ook op verbaal niveau, in de taal zelf, zitten er verschillen.

a* Hoe vraag jij thuis aan tafel om de boter door te geven?

b* Hoe vraag je hetzelfde aan de ouders van een vriend als je er nooit eerder geweest bent?

c Zijn er verschillen? Hoe kun je die verklaren?

Je beluistert een interview met Katarzyna Wiercińska van de Universiteit van Poznan. Zij legt uit waarom sommige mensen het Pools een botte taal vinden.

2 Waarom vonden Wiercińska’s Vlaamse vrienden haar te bot?

3 Wat bedoelt Wiercińska met de volgende uitspraken? Leg ze uit in je eigen woorden.

a ‘Onze moedertaal is ons referentiepunt.’

b ‘de gewenste communicatiestijl’

4 Wiercińska’s vriend noemt haar stijl ‘telegra sch’. Wat bedoelt hij daarmee?

5 In het interview komen ook verschillen tussen Vlamingen en Nederlanders aan bod. Welke verschillen stelt Wiercińska vast?

6 Sluit het Pools eerder aan bij het Nederlands van de Nederlanders of dat van de Vlamingen?

LES 7 CULTURELE VERSCHILLEN IN VERBALE EN NON-VERBALE COMMUNICATIE 73
2 ©VANIN

WAT HEB IK AL GELEERD? IS (NON-)VERBALE COMMUNICATIE UNIVERSEEL?

1 Noteer wat je geleerd hebt uit de voorbije opdrachten volgens de Cornell-methode.

a Gebruik in je samenvatting zeker de volgende woorden: non-verbale communicatie – verbale communicatie – emoji’s – culturele verschillen – universeel

b Vermeld in je samenvatting ook voorbeelden, dat maakt het veel makkelijker om de leerstof te onthouden.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 74
3 5.3.2 ©VANIN

COMMUNICATIE ANALYSEREN

Ken je het communicatieschema van Jakobson nog? Roman Jakobson (1896-1982) was een Russische taalkundige en een van de grondleggers van de moderne taalwetenschap. Hij heeft een communicatiemodel ontwikkeld dat nog steeds in de communicatiewetenschappen gebruikt wordt.

1 Je leerkracht geeft uitleg over het communicatiemodel. Terwijl je luistert, maak je notities.

a Maak van het model een overzichtelijk Cornell-schema.

b De volgende begrippen moeten zeker in jouw schema voorkomen: zender – boodschap – ontvanger –intentie/tekstdoel – code – medium – context/referentiekader – ruis

2 Controleer je antwoord in de Trajectwijzer. Welk verschil zie je in het communicatieschema in de Trajectwijzer?

LES 7 CULTURELE VERSCHILLEN IN VERBALE EN NON-VERBALE COMMUNICATIE 75
4 1.1 ©VANIN

Je leerde dat communicatie tot misverstanden (ruis) kan leiden. Die ruis heeft vaak te maken met een verschillende culturele achtergrond. In 2005 publiceerde een cartoonist in een Deense krant enkele spotprenten die betrekking hadden op Mohammed of op de islam. Die cartoons hebben wereldwijd tot verontwaardiging geleid en zelfs tot protesten waarbij naar schatting 100 mensen om het leven kwamen. Volgens sommige moslims verbiedt de Koran het immers om de profeet Mohammed af te beelden. Andere moslims waren vooral verbouwereerd omdat de cartoons de profeet in verband brachten met terrorisme.

3 Bespreek voor deze cartoons enkele elementen van het communicatiemodel. Geef – genuanceerd en objectief – uitleg bij zender, ontvanger, tekstdoel, code, medium en ruis.

4* Het voorbeeld dateert van 2005. Vijftien jaar later, in 2020, werd in Frankrijk een leerkracht vermoord omdat hij de bewuste cartoons had getoond in een les maatschappelijke vorming. Denk je dat zoiets vandaag nog mogelijk is? Waarom (niet)?

5 Hoe zouden we ruis kunnen vermijden?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 76
© CurvaBezierstock.adobe.com / ImageSelect
©VANIN

Leesopdracht

Lees de tekst Dankjewel: geen woorden, maar daden op p. 78-79 en beantwoord de vragen.

6 Bespreek bij deze tekst enkele elementen van het communicatiemodel: zender, code, context en tekstdoel.

7 Vat de tekst in enkele zinnen samen. Gebruik daarvoor de vragen van de onderzoeksstructuur.

8 Leg de volgende zinnen in je eigen woorden uit.

a Een fictief voorbeeld, dat toch niet helemaal uit de lucht blijkt gegrepen.

b Volgens hen benadrukt ‘dankjewel’ de onderlinge schulden te veel en maakt het een big deal van de gunsten die we elkaar continu verlenen.

LES 7 CULTURELE VERSCHILLEN IN VERBALE EN NON-VERBALE COMMUNICATIE 77
1.1 4.6 ©VANIN

Dankjewel: geen woorden, maar daden

Zeg jij altijd netjes ‘dankjewel’ als iemand je iets aangeeft? Uit een groot wereldwijd onderzoek blijkt dat we dit met zijn allen veel minder vaak doen dan je zou verwachten. Sommige talen hebben zelfs geen woord voor ‘dankjewel’. Dat is volgens de onderzoekers ook prima te verklaren.

Erica Renckens

In de hitserie Game of Thrones krijgt de beeldschone Daenerys Targaryen van haar kersverse echtgenoot een prachtig wit paard cadeau. Ze wil hem bedanken, maar is nog niet zo bekend met het Dothraki, de taal van zijn strijdende nomadenvolk. Uit navraag blijkt dat zijn taal geen woord kent voor ‘dankjewel’ – wat karakteristiek lijkt voor zijn barbaarse volk.

Een fictief voorbeeld, dat toch niet helemaal uit de lucht blijkt gegrepen. In werkelijkheid bestaan er namelijk verschillende talen waarin een woord om je dankbaarheid te uiten ontbreekt, waaronder het Cha’palaa in Ecuador en het Murrinhpatha in Australië. Dit is echter geen teken van onbeschaafdheid, zo blijkt uit onderzoek van een internationaal team van taalkundigen.

‘Het is helemaal niet onbeleefd; het past juist binnen de verwachting dat je wordt geholpen als dat nodig is’, aldus Nick Enfield, hoogleraar Taalwetenschap aan de universiteit van Sydney en een van de hoofdonderzoekers. En aan die verwachting wordt meestal ook voldaan, zo laten zijn onderzoeksgegevens zien. Samen met collega’s die veldwerk doen in acht verschillende talen en culturen verspreid over de wereld, speurde hij in filmopnames van alledaagse, informele situaties naar fragmenten met verzoeken om hulp. Meestal vroeg iemand hier aan een ander om even iets aan te geven, vast te houden of weg te leggen. Van de 1057 van dit soort verzoeken die ze vonden in hun archieven, werden er 928 ingewilligd (87,8 procent). Dit toont volgens de onderzoekers een algemene, cultuuroverstijgende norm voor hulp en samenwerking.

©VANIN

Gemiddeld voeren mensen zeven van de acht verzoeken ook daadwerkelijk uit. Het gaat hier om verzoeken in alledaagse, huiselijke situaties, zoals ‘Wil je X even aangeven/vasthouden/ wegleggen?’ Floyd et al (2018)

‘DANKJEWEL’ IS GOEDKOOP

Van deze 928 ingewilligde verzoeken gingen de onderzoekers vervolgens na hoe vaak de helper expliciet werd bedankt met een woord of een gebaar. Dit gebeurde in slechts 5,5 procent van de gevallen: 51 keer. In het eerder genoemde Cha’palaa gebeurde het helemaal niet en zelfs in het Engels, dat toch bekendstaat om zijn soms wat overdreven beleefdheid, kwam de meter niet verder dan 14,5 procent.

Die uitkomst is minder vreemd dan ze misschien lijkt, aldus Enfield. ‘Woorden als “dankjewel” zijn eigenlijk maar goedkoop. Ze hebben niet dezelfde waarde als een oprechte verbinding, waarin je weet dat de ander hetzelfde voor jou zou doen als dat nodig is. Een samenleving wordt niet bijeen gehouden door gemakkelijke aardigheden, maar door de oprechte wederkerigheid die aan sociale relaties ten grondslag ligt.’ In zulke gemeenschappen is dankjewel zeggen dus niet nodig om de onderlinge verstandhoudingen gezond te houden.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 78
100% 75% 50% 25%
0%
Cha’palaaSiwu Lao PolishRussianMurrinhpathaItalianEnglish

In alledaagse, informele situaties worden mensen maar zelden expliciet bedankt voor hun hulp. In formele situaties, zoals in winkels of met vreemden, zal dit percentage naar verwachting hoger liggen. Enfield: ‘Daar is geen sprake van een persoonlijke relatie waarin hulp later als wederdienst geboden kan worden.’

Floyd et al (2018)

NIET REPRESENTATIEF

Er zijn zelfs culturen die ‘dankjewel’ zeggen overdreven en onbeleefd vinden. ‘Sommige taalgemeenschappen, bijvoorbeeld het Hindi in Zuid-Azië, kijken zo naar het Engels’, vertelt Enfield. ‘Volgens hen benadrukt “dankjewel” de onderlinge schulden te veel en maakt het een big deal van de gunsten die we elkaar continu verlenen. Je doet alsof iemand je leven heeft gered, terwijl hij je alleen een glaasje water heeft aangereikt.’

Italian English

De acht onderzochte talen in het onderzoek.

Floyd et al (2018)

Dit onderzoek laat zien dat we het Engels niet moeten zien als het uitgangspunt in onderzoek naar talen. Op basis van die taal zou je verwachten dat het vrij normaal is om je dankbaarheid te uiten in informele situaties. Enfield: ‘We gaan er automatisch van uit dat onze eigen taal het referentiepunt is, een soort “gemiddelde”. Maar wetenschappers hebben al vaak laten zien dat talen als het Engels en Nederlands in veel opzichten juist buitenbeentjes zijn.’

©VANIN

In de psychologie en taalwetenschap staan deze talen en culturen dan ook inmiddels bekend als WEIRD (Western, Educated, Industrialized, Rich, Democratic) – en dus niet representatief voor ‘de mens’. ‘De talen van kleine gemeenschappen die in dorpen leven, zoals het Siwu, het Cha’palaa of het Murrinhpatha, zijn waarschijnlijk veel representatiever voor de mens als soort. Zij leven nog zoals de mens bijna zijn hele geschiedenis heeft geleefd: in kleine groepen en met weinig contact buiten die groep.’ Die talen laten hier duidelijk zien dat daden luider spreken dan woorden.

Naar: www.nemokennislink.nl

LES 7 CULTURELE VERSCHILLEN IN VERBALE EN NON-VERBALE COMMUNICATIE 79 100% 75% 50% 25% Cha’palaaSiwu Lao PolishRussianMurrinhpathaItalianEnglish 0% (0/97) 0,8% (1/125) 2% (2/99) 2,2% (3/139) 3,1% (4/129) 4,5% (3/67) 13,5% (20/148) 14,5% (18/124) 0%
Cha’palaa Siwu Lao Polish Russian Murrinhpatha

1

Canonliteratuur: canonwerken uit de middeleeuwse literatuur ©VANIN

Je weet vanaf wanneer er sprake is van Middelnederlandse literatuur

Je hebt een duidelijk zicht op wat

Middelnederlandse literatuur inhoudt

Je kent enkele belangrijke canonwerken uit de middeleeuwen

4

Je hebt werken als Mariken van Nieumeghen

Der naturen bloeme en/of Beatrijs bestudeerd, besproken en/of herwerkt

LUISTEREN – EEN COLLEGE: CANONWERKEN UIT DE MIDDELEEUWEN

In Les 3 leerde je over de canon van de Nederlandstalige literatuur. Tot die canon worden onder meer literaire teksten uit verschillende tijdsperiodes gerekend die als essentieel beschouwd worden voor ons taalgebied. Het is dus een geheel van teksten die essentieel deel uitmaken van ons Nederlandstalige erfgoed of wat wij als cultuur van vorige generaties hebben overgenomen.

Lanseloet van Denemarken

Spaanschen Brabander De Leeuw van Vlaanderen Het verdriet van België

Je krijgt een hoorcollege te zien waarin een korte geschiedenis van de Middelnederlandse literatuur gegeven wordt. Daarnaast wordt er aandacht geschonken aan enkele Middelnederlandse werken die hoog aangeschreven staan en tot ons cultureel erfgoed of de canon behoren. Je neemt notities op een apart blad. Die notities ga je gebruiken bij de luistertoets die je achteraf krijgt.

1 Om er zeker van te zijn dat je het hoorcollege goed begrijpt, vind je hieronder enkele termen die ter sprake komen. Orden onderstaande woorden in vier groepen. Gebruik voor elke groep een andere markeerkleur. De woorden die je niet begrijpt, zoek je op.

A woorden die ik nog nooit heb gehoord

B woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp

C woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken

D woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken

erfgoed – improviseren – mnemotechnisch middel – minstreel – patrimonium – selecteren –de lofzang aanheffen – epische concentratie – omgangsvormen – queeste – loyaliteit – clerus –iets aan de kaak stellen – iemand in zijn hemd zetten – didactisch – analfabeet – triviale literatuur – klucht

les
1 8
2
TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 80
3

MIDDELNEDERLANDSE

1 Op de volgende pagina’s worden vier Middelnederlandse verhalen aangeboden aan de hand van verschillende media. Ga na welke items bij elkaar horen: combineer de titels (TI) met de juiste tekst (TE), scaniconen (SCAN), afbeelding (AFB), woordenwolk (WRD) en cartoon (CAR).

2 Stel van elk werk een identiteitskaart op met daarop: titel, auteur, datering, tekstsoort, teksttype en enkele kernwoorden.

LES 8 CANONLITERATUUR: CANONWERKEN UIT DE MIDDELEEUWSE LITERATUUR 81
MEDIA
2 ©VANIN

Der

naturen bloeme

Lied van Heer Halewijn

Mariken van Nieumeghen

©VANIN

595

Ick sie ende mercke, meest alle daghe

Es hier yemant om mi ghequetst of doot.

Ende ick weet wel: desen Moenen, dat es de plaghe,

En es vanden besten niet; dit es den noot.

Ic ghevoelt wel, al en seyt niet al bloot,

Dat een viant moet wesen of niet veel betere.

O moeye, o moeye, u fel verwiten groot

Sal mi maken een verdoemt sletere,

Eeulijc uuter gracien vanden hoochsten wetere

Ey lasen, al eest voor mi wat claghelijcx,

Ick ben te verre, al woudick mi te keeren pooghen.

Ick plach ooc Maria te dienen daghelijcx,

Met bedinghen oft anders iet behagelijcx,

Ende die devocie es oec al vervloghen,

Ende oec en wil hi se mi niet ghedoghen;

Ende dat ic mi seghene soude en gedoecht hi ooc niet.

Ander volc es daer geboeren,

Die lopen utermaten sere

Met enen voete ende niet mere; Nochtan es die voet so breet,

Dat si jeghen die sonne heet

Hem bescermen daer mede,

Waer dat si rusten in enighe stede.

Ander liede, des geloeft, Vintmen daer al sonder hoeft, Haer oghen in haer scouderen staende;

In hare borst twe gate uutgaende

Voer nose ende voer mont; Eyselijc sijn si als een hont.

Ander liede sijn daer neven, Die bi eens appels roeke leven, Eist dat hem vere staet te gaen, Si draghenre voer hem ter noet;

Want anders so bleven si doet,

Quame hem enighe quade lucht an.

Oec vintmen daer wilde man

Met VI vingheren an elke hant.

‘Ghegroet!’ zei hi en kwam tot haer, ‘ghegro et, schoon maegd, bruin oogen klaer!’

Zi reden met malkander voort en op den weg viel menig woort.

Zi kwamen bi een galgenveld, daer hing soe menighe vrouwenbeeld.

Alsdan heeft hi tot haer gezeid: ‘mits gi de schoonste maget zijt

zoo kiest uw dood! het is nog tijd.’ ‘Wel als ik dan hier kiezen zal,

zoo kies ik dan het sweerd voor al.

Maer trekt eerst uit uw opperst kleed,

want maegdenbloed dat spreit zoo breed, zoo ‘t u bespreide het ware mi leed.’

Eer dat zijn kleed getogen was zijn hoofd lag voor zijn voeten ras.

Van dichten komt mi cleine bate.

Die liede raden mi dat ict late.

Ende minen sin niet en vertare.

Maer om die doghet van Hare

Die moeder ende maghet es bleven

Hebbic een scone mieracle op heven,

Die God sonder twivel toghede

Marien teren, diene soghede.

Ic wille beghinnen van ere nonnen

Een ghedichte. God moet mi onnen

Dat ic die poente moet wel geraken

Ende een goet ende daer af maken

Volcomelijc na de waerheide

Als mi broeder Ghijsbrecht seide,

Een begheven Willemijn.

Hi vant in die boeke sijn.

Hi was een out gedaget man.

Die nonne, daer ic af egan

Was hovesche ende subtijl van zeden;

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 82
TI1
TI2
TI3 Beatrijs TI4
600 605 610
TE1 TE3
40 45 50 55
TE4 TE2
315 320 325 330
1
10
5
15

WRD1

MIDDELEEUWEN

TOVENAAR FAMILIE MOEDER

GOED

KONINGSDOCHTER

DODEN

VERBIEDEN TERUGGEKOMEN

EERBAARHEID

BOS

SCHOONHEID SCHURK OUDERS

LIED

TRADITIE PAARD SLECHT ZINGEN

MEISJE MONDELING

VERLOKT

MOORDENAAR GEMEEN

PRINSES ADELLIJK

FEESTMAAL

ONWEERSTAANBAAR

LES 8 CANONLITERATUUR: CANONWERKEN UIT DE MIDDELEEUWSE LITERATUUR 83 BRON1 BRON2 BRON3 BRON4 BRON5 BRON6 AFB1 AFB2 AFB3 AFB 4
©VANIN

WRD2

DWERGEN

SLANGEN

DIERENKRUIDEN

BOEKEN

LANDEN

ZEEMONSTERS

ARISTOTELES WERELD

VER BOMEN

NATUUR STENEN

VOGELS SERIEUS REUZEN

GELEERDE

BRONNEN VISSEN AANVULLING

WONDERBAARLIJKE

BESCHRIJVING

DERTIEN

VOLKEREN METALEN

WRD3

MARIA

SCHELDEN

MENS

SCHEPPING

WETENSCHAP

ONTDEKKING

INSECTEN AFBEELDINGEN

VIERVOETIGEN

HOOFDSTUKKEN

KRUISTEKEN

ZEVEN

PRIESTER

BARMHARTIGHEID

WRD4

MARIALEGENDE

KLOOSTER WEDUWE

BEDELEN

KINDEREN

BEMIDDELING

EMMEKEN

MORAAL ZONDEN

ZONDIG GIJSBRECHT

VERGEEFT

BEROUW 16e

KWAAD

GEDAANTE HELPEN

DUIVEL

TONEELSTUK WANHOPIG NAAM

EEUW

MARIABEELD HOOFS BEROUW BOS BLAUW

METTEN

ROOD JONGELING KOSTERES

SLEUTELS ONDERKLEED

MARIA BEATRIJS

PLAATSVERVANGER

LIEFDESVERHAAL KLOKKEN LUIDEN PROSTITUTIE

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 84
ROME
PAUS OOM MENS ZWARTE MAGIE
ZONDIGT TANTE MOENEN
©VANIN
CAR1 CAR3 CAR2 CAR4

3 Leg de onderstaande termen uit aan de hand van de informatie die je kreeg. a didactische literatuur b ballade c mirakelspel d Marialegende e epiek, lyriek en dramatiek

4* Probeer de inhoud van elk verhaal te achterhalen aan de hand van de aangeboden bronnen. Nadien krijg je van je leerkracht de volledige versie te horen.

LES 8 CANONLITERATUUR: CANONWERKEN UIT DE MIDDELEEUWSE LITERATUUR 85
©VANIN

EXPLORATIE: MARIKEN VAN NIEUMEGHEN

20

DE DUIVEL Ik heb mezelf kunnen voordoen, helemaal echt, onder menselijk mom, zover God dit gedoogt; alles is juist gepast, behalve mijn ene oog, dat is alsof het was uitgezworen. Wij geesten zijn niet bij machte – dat hebben we verloren –ons volmaakt om te toveren door een of andere trek. Altijd vertonen wij een gebrek, aan hoofd, handen of aan voeten. Nu ga ik mijn vooizeke een beetje verzoeten en spreken zo welgevallig, zonder enig smoesje, dat ik geen argwaan wek bij dit aardige poesje. ’t Is best de vrouwtjes vriendelijk te woord te staan. Schoon kind hoe zit je hier bedrukt en ontdaan? Heeft iemand je misdaan zonder reden of recht, dan wreek ik je als een ridder! Hou dat voor gezegd, Je bent onschuldig, dunkt me, dus kom ik je verkwikken en troosten!

MARIKEN Wie bent u, vriend?

DE DUIVEL Een meester in vele kunsten, ik die nooit faal, als ik iets besta.

25 30

MARIKEN Mij is het om ’t even met wie ik ga, even goed met de slechtste als met de beste.

DE DUIVEL Als jij je liefde op mij wilt vesten, dan leer ik je kunsten zonder weerga: de zeven vrije kunsten: muziek, retorica, logica, grammatica en geometrie, aritmetica en alchemie, allemaal kunsten zeer merkwaardig. Ik maak een vrouw van je zo knap en vaardig als er op aarde nooit leefde. Een ding vraag ik je, lieveke zoet!

Doe je me dit plezier dan zal het je baten.

MARIKEN Wat vraag je dan wel? 35

DE DUIVEL Je naam, die zou je weg moeten laten en dragen voortaan een andere naam.

Marieken is voor mij onaangenaam, want een Maria heeft mij en mijn gezelschap zo gegriefd, dat die naam nooit of nimmer door ons wordt geliefd. Laat je Leentje of Grietje of Liesje noemen; ik beloof je, eer we een jaar verder zijn, word jij in de bloemen gezet, zoals vriend noch verwant ooit hebben gedaan!

MARIKEN Helaas, hoe kan zulke naam je tegenstaan?

’t Is de edelste en zoetste die kan bestaan op de hele wereld. Niemand neemt er aanstoot aan. Mariken of Maria, hoe heb je daartegen enige vete?

Om al wat leeft wil ik niet anders heten; ik vraag me af, hoe je die naam kunt verzoeten.

DE DUIVEL Ai, ai! Opgepast! Ze maait me ’t gras onder de voeten als ik haar niet van naam kan doen veranderen. (…) Ik neem er vrede mee dat je behoudt de eerste letter van je naam, vrouwtje ongemeen fijn, dat is de M. Je naam zal dus Emmeken zijn.

Die naam dragen in jouw streek toch heel wat meisjes en vrouwen.

MARIKEN Wel, als ik mijn echte naam dan toch niet mag behouen, ben ik, liever dan te scheiden, met de eerste letter tevreden. Emmeken heet ik dus voortaan, hier en in alle steden, al doe ik het tegen mijn zin.

vertaling: Bert Decorte

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 86
1 5 10 15
40
45
50
55
3 ©VANIN

Lees het fragment uit Mariken van Nieumeghen op p. 86.

1 In dit fragment kom je heel wat te weten over de duivel. Stel een portret op en beschrijf welke macht hij heeft, wat zijn beperkingen zijn en hoe hij eruitziet.

2 Dit stuk bevat een aantal impliciete boodschappen. Welke lessen wil het verhaal aan de toehoorders meegeven?

3 Waarom stelt de duivel als voorwaarde dat Mariken haar naam moet veranderen?

©VANIN

4 In dit fragment voeren Mariken en de duivel een dialoog met elkaar. Toch bevat de tekst ook zinnen die geen onderdeel zijn van de interactie tussen de personages.

a Welke tekst staat buiten de conversatie tussen Mariken en de duivel?

b* Lees de volgende informatie en pas ze toe op dit fragment.

Tijdens een toneelstuk kan een personage commentaar geven op gebeurtenissen of andere personages in het stuk. De tekst is dan geen onderdeel van een dialoog, maar wil het publiek verduidelijking of subjectieve informatie geven. Over het algemeen worden twee vormen onderscheiden: enerzijds gedachten die door een personage luidop geuit worden, anderzijds korte tussenkomsten waarbij het publiek rechtstreeks wordt aangekeken en toegesproken.

5 Vandaag wordt er nog zelden geestelijk toneel opgevoerd. Toch staan canonstukken als Mariken van Nieumeghen, al dan niet in een modern jasje, nog steeds op het programma van heel wat gezelschappen. Hoe zou jij deze dialoog op het podium brengen?

a Zul je vooral uitgaan van de historische context of wil je het verhaal actualiseren? Waarom?

b Welke kledij geef je aan de personages? Verantwoord je keuze.

c Lees het fragment opnieuw en ga na wat de verschillende gevoelens van de personages zijn. Noteer ze naast de passages.

d Brainstorm over hoe een acteur die gevoelens kan visualiseren. Geef suggesties voor de intonatie, lichaamshouding, gelaatsuitdrukking en afstand tussen beide protagonisten.

e Plaats de informatie als regieaanwijzingen bij de tekst.

6* Vergelijk de keuzes die je in de vorige opdracht maakte met die van medeleerlingen. Ga na waar er verschillen en gelijkenissen in de aanpak zitten. Lees daarvoor elkaars regieaanwijzingen.

LES 8 CANONLITERATUUR: CANONWERKEN UIT DE MIDDELEEUWSE LITERATUUR 87

De elephas is de olifant. Het is een groot en sterk dier. Aan zijn bek hangt een lange slurf, die hij overal voor gebruikt. Die slurf heeft hij nodig omdat hij groot is en zich niet naar de grond kan buigen: zonder de slurf, waarmee hij eten en drinken naar zijn bek brengt, zou hij zich niet van voedsel kunnen voorzien.

Bij Jacobus van Vitry lezen we dat olifanten op het slagveld met hun slurf slaan en er hun vijanden mee grijpen. Door hun moed en trouw zijn het in de oorlog zeer bruikbare dieren. Hun strijdlust neemt nog toe wanneer iemand ze rode wijn of bloed laat zien. Perzen en Indiërs trekken ten strijde met olifanten die gevechtstorens met vijftig soldaten dragen en breken daarmee door de vijandelijke linies heen – niets houdt daartegen stand. Het geluid dat olifanten uitstoten, is zo krachtig dat het iedereen angst aanjaagt. (…)

In oude boeken kun je lezen hoe men olifanten op het spoor komt en vangt. Twee meisjes die nog maagd zijn, lopen naakt de wildernis in. Een van hen draagt een kelk, de andere een zwaard, en ze lopen uit volle borst te zingen. Zodra de olifant hen hoort, komt hij naar hen toe en als hij de maagden ziet, likt hij hun kuise ledematen, hun borsten en hun naakte lichaam, want olifanten houden van alles wat zuiver is. Hij geniet er intens van en valt weldra in slaap. Het ene meisje steekt dan zonder dralen het zwaard in zijn lijf, het andere vangt het bloed op van het stervende dier. Met het bloed worden koningsmantels purperrood geverfd. Zo heb ik het gelezen.

Het bloed van de olifant is het zinnebeeld van het dierbare bloed dat uit Jezus’ zijde stroomde. De maagden zijn de twee wetten, het Oude en het Nieuwe Verbond, waar joden en christenen onder zijn gesteld. Synagoge, de verraderlijke joodse maagd, is degene die Jezus’ zijde doorboort; Ecclesia, de Kerk, vangt in de miskelk het bloed op waarmee het vlees van Jezus, Zijn prachtige purperen koningsmantel, zo wondermooi werd geverfd. Daarom zingt de bruid in het Hooglied: ‘Mijn geliefde is blank en rood, uitblinkend boven tienduizend.’

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 88
DER NATUREN BLOEME 1 5 10 15 20
EXPLORATIE:
4 ©VANIN

Lees het fragment uit Der naturen bloeme op p. 88.

1 Markeer elementen die je niet in een hedendaagse encyclopedie of op een wetenschappelijke internetpagina zult terugvinden. Geef ook aan waarom dat het geval is.

2 Vergelijk dit lemma met het lemma ‘olifant’ dat je in een hedendaagse encyclopedie terugvindt en geef de verschillen op het vlak van:

©VANIN

a tekstdoel

b bronvermelding

c taal (woordkeuze en formulering)

3 Wetenschap en religie zijn in de middeleeuwen nauw met elkaar verbonden.

a Leg aan de hand van dit encyclopedieartikel de term ‘allegorie’ uit.

b Christelijke auteurs in de middeleeuwen staan negatief tegenover afwijkende geloofsopvattingen. Zoek een voorbeeld in de tekst.

LES 8 CANONLITERATUUR: CANONWERKEN UIT DE MIDDELEEUWSE LITERATUUR 89

EXPLORATIE: BEATRIJS

Toen begon het al licht te worden in het oosten.

Ze zei: ‘God, die eenieder troost kan bieden.

Bescherm ons nu.

Ik zie dat de dag aanbreekt.

Als ik met u niet weggegaan was,

Zou ik nu de priemen geluid hebben

Zoals ik het al lang gewoon was

In het klooster.

Ik ben bang dat deze vlucht me zal spijten.

De wereld is immers zo weinig trouw,

Als heb ik er nu mijn toevlucht in gezocht.

Ze lijkt op de valse koopman,

Die ringen van vals goud

Verkoopt voor echt.’

‘Ach, wat zeg je, mijn lief?

Als ik jou ooit in de steek zou laten

Dan mag God mij in het verderf storten!

Waar we ons ook bevinden,

Jou laat ik voor niets in de steek.

Alleen de bittere dood kan ons scheiden.

Hoe kun je zo aan mij twijfelen?

Nooit kon je bij mij opmerken

Dat ik je gemeen of vals zou behandelen.

Van zodra Ik jou verkoren heb, had ik mijn hart zelfs niet

Op een keizerin gezet.

Liefste, stel dat ze mij waardig zou achten,

Dan nog verliet ik je niet om haar.

Daarvan kun je zeker zijn.

Ik draag bij mij

500 pond uitgelezen zilver;

Daarover zul je kunnen beschikken.

Zelfs al verblijven we in vreemde landen,

We zullen geen goederen moeten verbruiken

De eerste zeven jaren.’

Zo kwamen ze ’s morgens

Aan een woud gereden.

De vogels vierden er feest,



Ze zongen zo luid

Dat men het overal kon horen.

Elk zong zoals hij gebekt was,

Er waren mooie bloemen

Op het groene veld ontloken,

Met mooie kleuren en zoete geur.

De lucht was er klaar en helder.

Er groeiden vele hoge bomen

Met veel loof.

De jongeling keek naar de maagd,

Die hij vaste liefde toedroeg.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 90
1 5 10 15 20 25 30 35 40
5 ©VANIN

Hij zei: ‘Liefste, als het goed is voor u,

Zouden we kunnen afstappen en bloemen plukken.

Het lijkt me hier heel mooi te zijn.

Laat ons het liefdesspel spelen.’

‘Wat zeg je,’ reageerde ze, ‘gemene dorper,

Moet ik me neerleggen op het veld

Zoals een dorpersvrouw

Die haar lichaam verkoopt voor geld?

Dan zou ik wel heel weinig schaamte kennen,

Dit zou je niet overkomen zijn

Als je niet van lage komaf was.

Ik heb nu al spijt van mijn beslissing

Gods toorn moge je treffen voor zulk voorstel,

Zwijg hier maar verder over

En luister naar de vogels in het dal.

Hoe ze zingen en zich amuseren.

Dan zal je des te meer genieten

Wanneer ik naakt bij je ben

In een behoorlijk opgemaakt bed.

Doe dan wat je behaagt

En wat je hart verlangt.

Ik word in mijn hart gekweld

door wat je me nu voorstelt.’

Hij zei: ‘Lief, wees niet boos,

Het was Venus die me dit deed vragen.

God mag mij straffen met schande en plagen

Als ik je dit ooit nog zou voorstellen.’

Lees het fragment uit Beatrijs op p. 90-91.

1 Beatrijs trekt met de jongeman de wereld in. In hoeverre verschilt Beatrijs’ leven binnen de kloostermuren van haar leven in de buitenwereld?

2 In de tekst zijn heel wat voorspellingen opgenomen over het verdere verloop van het verhaal.

a Duid ze aan.

b Hoe weet je zeker dat het gaat mislopen?

LES 8 CANONLITERATUUR: CANONWERKEN UIT DE MIDDELEEUWSE LITERATUUR 91 50 55 60 65 70 75
©VANIN

3 Toon aan dat Beatrijs het hoofse liefdesideaal nastreeft.

4 In deze Marialegende is een Natureingang opgenomen. Lees de de nitie en pas die toe op het fragment. onthouden

Een Natureingang is een korte beschrijving van een natuurtafereel dat veelal overeenkomt met het innerlijke gevoel van de personages. Het wordt vooral gebruikt om de lezer in de juiste stemming te brengen voor hetgeen in het verhaal volgt. Zo worden bloemen, bomen, geuren, het gezang van vogels … op een clichématige manier beschreven.

5 De dialoog en de beschrijvingen in het tekstfragment van Beatrijs kunnen perfect omgezet worden naar een toneelstuk of lm. Hoe zou jij die dialoog op het podium of in beeld brengen?

a Zul je vooral uitgaan van de historische context of wil je het verhaal actualiseren? Waarom?

b Welke kledij geef je aan de personages? Verantwoord je keuze.

c Lees het fragment opnieuw en ga na wat de verschillende gevoelens van de personages zijn. Noteer ze naast de passages.

d Brainstorm over hoe een acteur die gevoelens kan visualiseren. Geef suggesties voor de intonatie, lichaamshouding, gelaatsuitdrukking en afstand tussen beide protagonisten.

e Op welke locatie ga je de dialoog brengen? Welke rekwisieten vind je daarbij belangrijk?

f Plaats de informatie als regieaanwijzingen bij de tekst.

6* Vergelijk de keuzes die je in de vorige opdracht maakte met die van medeleerlingen. Ga na waar er verschillen en gelijkenissen in de aanpak zitten. Lees daarvoor elkaars regieaanwijzingen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 92
©VANIN

Je kunt de relevante informatie met betrekking tot een bepaald (sub)thema in een bron selecteren 1

Je kunt verbanden leggen tussen informatie uit verschillende bronnen

WAT WEET JE OVER HET AFRIKAANS?

Samenvatten: een synthese schrijven ©VANIN

3

Je kunt relevante informatie uit verschillende bronnen samenbrengen in een duidelijk schema

Je kunt een synthese schrijven waarin je informatie uit verschillende bronnen met elkaar in verband brengt 4

Je bekijkt en leest verschillende bronnen over het Afrikaans. Vervolgens krijg je enkele vragen waarbij je zo veel mogelijk verworven kennis over het onderwerp moet reproduceren.

• Lees alvast de vragen.

• Noteer of markeer de informatie die je nodig hebt om de vragen te beantwoorden.

• Geef de relevante informatie per vraag schematisch weer.

1 Wat weet je over het ontstaan van het Afrikaans?

2 Wat weet je over het Afrikaans van vandaag?

les
1 9
2
LES 9 SAMENVATTEN: EEN SYNTHESE SCHRIJVEN 93

3 Wat zijn valse vrienden? Geef een voorbeeld.

BRON 1 Man over woord: Het Afrikaans

BRON 2 #Weetikveel: De Zuid-Afrikaanse taal

Afrikaans, Zuid-Afrikaans of Nederlands?

Wie in Zuid-Afrika begroet wordt met ‘Goeiemôre! Hoe gaan dit?’ denkt al snel dat ook Zuid-Afrikanen Nederlands spreken. Dat klopt niet. Ook de term ‘ZuidAfrikaans’, naar analogie met de naam van het land, is geen juiste benaming. De taal die – naast andere talen – in Zuid-Afrika en in Namibië wordt gesproken en erg op het Nederlands lijkt – maar dat dus niet is –heet Afrikaans

Afrikaans is een (en ook de enige) dochtertaal van het Nederlands. Dat betekent dat de taal afstamt van het Nederlands en er nog steeds nauw aan verwant is, maar ondertussen is uitgegroeid tot een afzonderlijke standaardtaal. Het Afrikaans is dus niet zoals het Surinaams Nederlands of het Belgisch Nederlands een nationale variëteit, maar wel een eigen, aparte taal, naast het Nederlands. Toch begrijpen sprekers van het Afrikaans en het Nederlands elkaar doorgaans zonder veel problemen, hoewel de verschillen tussen beide talen ook wel tot hilarische situaties kunnen leiden: kale mannen lopen beter niet op straat in Zuid-Afrika (‘kaal’ = naakt); het woord ‘poes’ is in het Afrikaans een erg vulgair, seksueel geladen woord. Als je een Afrikaner uitnodigt om te blijven logeren (Afr. ‘loseer’), kan die denken daarvoor te moeten betalen.

Verspreiding van het Afrikaans

In Zuid-Afrika

Afrikaans is niet de enige taal van Zuid-Afrika. Het land kent 11 officiële talen: 9 Bantoetalen, 1 koloniale taal, het Engels en 1 inheemse taal van Europese oorsprong, het Afrikaans. Daarnaast worden er nog heel wat andere Europese (bv. Duits) of Aziatische (bv. Hindi, Gujarati) talen gesproken, maar die hebben geen statuut als officiële taal. De oorspronkelijke Khoisan-talen zijn in Zuid-Afrika uitgestorven.

• Zoeloe: 22,7%

• Xhosa: 16,0%

• Afrikaans: 13,5%

• Engels: 9,9%

• Noord-Sotho: 9,1%

• Tswana: 8,0%

Bron: Volkstelling 2011

Alle officiële talen worden over het hele land gesproken, maar er zijn wel geografische zwaartepunten Ongeveer 40% van de Afrikaanstaligen woont in de Westkaap, ongeveer 20% in Gauteng; Afrikaans is de belangrijkste taal van de (dunbevolkte) Noordkaap. In een veeltalig land als Zuid-Afrika beheersen echter veel mensen meer dan één taal. Naast de moedertaalsprekers van het Afrikaans, zijn er nog evenveel tweede- of derdetaalgebruikers. Meer dan BRON 3

• Zuid-Sotho: 7,6%

• Tsonga: 4,5%

• Swati: 2,5%

• Venda: 2,4%

• Ndebele: 2,1%

• andere: 1,7%

Veel van die Afrikaanse talen zijn kliktalen ‘Xhosa’ wordt dan uitgesproken als ‘klik-osa’.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 94
©VANIN

13 miljoen mensen kunnen dus Afrikaans praten en begrijpen.

Zuid-Afrika is door de turbulente geschiedenis van het land een multiculturele gemeenschap. In 2011 telde de staat 51,7 miljoen inwoners, waarvan ongeveer 79% zwarten, 9% blanken, 9% gekleurden (‘bruinmense’) en 3% van Indische/Aziatische afkomst. Afrikaans is vooral de taal van de kleurlingen en (in mindere mate!) van de blanken, en kent ook bij de zwarte bevolking een lichte opmars. Dat laatste is waarschijnlijk te danken aan de betere scholing van de zwarten, die zowel met het Afrikaans als het Engels de weg naar meer jobmogelijkheden zoeken.

Een stukje geschiedenis

Om te begrijpen hoe het Afrikaans is kunnen ontstaan uit het Nederlands, moeten we eerst begrijpen hoe het Nederlands in het zuidelijkste land van Afrika is terechtgekomen. De oorspronkelijke inwoners van Zuid-Afrika, de San (Bosjesmannen), de Khoi (Hottentotten) en de Bantoevolkeren, spraken veel verschillende talen. Het Nederlands was niet de taal van de Europeaan die op weg naar India voor het eerst helemaal rond het land voer: in 1488 rondde de Portugees Bartolomeu Dias Kaap Agulhas, het ‘Suidpunt’ van Afrika.

Sinds het verdwijnen van de apartheid in Zuid-Afrika, heeft het Afrikaans ontegensprekelijk een groot deel van zijn status verloren. Tijdens de apartheid was Afrikaans immers naast Engels, één van de twee officiële talen van het land. Hoewel het Afrikaans strikt genomen niet enkel de taal is van de ‘blanke onderdrukker’, maar ook van de slachtoffers van het apartheidsregime, werd (en wordt) de taal toch met de apartheid geassocieerd. Die historische stempel en de toenemende druk van het Engels, maken dat de Afrikaanstaligen, zowel blanken als kleurlingen, zich zorgen maken over de toekomst van de taal.

Bron: www.dialectloket.be

©VANIN

een lingua franca gecommuniceerd worden. Daarvoor kwamen ook het Portugees en Maleis in aanmerking, maar uiteindelijk werd toch het Nederlands de contacttaal tussen de verschillende bevolkingsgroepen.

Sindsdien werd het wel steeds drukker aan de kusten van ZuidAfrika. Met de route naar het Oosten open, was het er een komen en gaan van Portugese, maar ook van Nederlandse handelsschepen. Om die Nederlandse schepen op weg naar het Oosten te bevoorraden, beslisten de bestuurders van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (de VOC) aan Kaap de Goede Hoop een verversingsstation op te richten. Dat verversingsstation, in 1652 gesticht door Nederlander Jan van Riebeeck, is de kern van de latere Kaapkolonie De oorspronkelijk kleine landbouwgemeenschap bleef groeien en tussen 1658 en 1807 werden er ongeveer 60 000 slaven ingevoerd uit andere delen van Afrika en uit Azië. Vermenging van de blanke heersers, de aangevoerde slaven en de inlandse bevolking deden een ‘gekleurde’ bevolking ontstaan in de Kaapkolonie.

Ontstaan van het Afrikaans

Zuid-Afrika rond 1900

Uit: Verdoolaege en Van Keymeulen.

Grammatica van het Afrikaans (2013)

Alle contacttalen kwamen in de kolonie vooral in hun volkstalige vorm voor, terwijl de Nederlandse standaardtaal voor officiële gelegenheden werd gebruikt. De meeste Nederlandse immigranten in de 17e eeuw spraken Zuid-Hollandse (en Zeeuwse) dialecten. Hun verkleinwoorden op -ie (zoals in ‘bakkie’, ‘boompie’) en de e voor de lange aa (zoals in ‘pers’ voor paars) hoor je bijvoorbeeld ook in het Afrikaans. De taal onderging ook veel invloed van de aanleerdersvariëteiten van het Nederlands die in de kolonie ontstonden. Ook de inheemse Khoi-bevolking moest immers communiceren met de anderstalige immigranten en ontwikkelde daarvoor een soort vereenvoudigde versie van het Nederlands. Dat pidgin werd overgenomen door de andere slaven en groeide uiteindelijk uit tot een gecreoliseerde variëteit van het Nederlands, gesproken door de gekleurde bevolking. Ook typische kenmerken daarvan zie je nog steeds in het Afrikaans, vooral in de vereenvoudigingen die de taal laat zien in vergelijking met het Nederlands (bv. wegvallen van vervoegingen: ek loop, jy loop, hy loop, ons loop, julle loop …).

De Kaapkolonie was een veelkleurige en veeltalige maatschappij: kolonisten spraken er Nederlands of andere Europese talen; de aangevoerde slaven spraken Portugees, Bantoetalen en Maleis en de inheemse bevolking behield lang de eigen Khoisan-moedertalen. In zo’n gemeenschap kon er niet anders dan met

Het Standaardafrikaans zoals we het nu kennen, is een versmelting van het Kaaps-Hollands van de blanke kolonisten en het Khoi-Afrikaans van de gekleurde bevolking. Dat eerste heeft ervoor gezorgd dat het Afrikaans zo goed op het Nederlands is blijven lijken; het tweede verklaart vooral de vereenvoudigingen in de taal.

Bron: www.dialectloket.be

LES 9 SAMENVATTEN: EEN SYNTHESE SCHRIJVEN 95
BRON 4

EEN SAMENVATTING MET INFORMATIE UIT

VERSCHILLENDE BRONNEN

Vorige jaren heb je geleerd hoe je informatie uit een bron kunt schematiseren en hoe je die informatie vervolgens kunt weergeven in een goede samenvatting.

De termen ‘samenvatting’ en ‘synthese’ worden vaak door elkaar gebruikt. In dit boek gebruiken we die termen als volgt: een samenvatting is een heldere en duidelijk gestructureerde weergave van de belangrijkste informatie van één bron. Een synthese is een samenvatting waarbij informatie uit verschillende bronnen wordt samengebracht en waarin de verbanden tussen de verschillende bronnen ook duidelijk zijn.

1 Schrijf hieronder de stappen en tips die je je herinnert voor het maken van een goede samenvatting.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 96
onderweg
2 ©VANIN

Aan de hand van enkele tips en tricks kun je snel nagaan of je relevante informatie over je onderwerp kunt terugvinden in een bron. Titel, tussentitels en inhoudstafel spelen daarbij een zeer belangrijke rol.

2 Op deze en volgende pagina’s vind je enkele bronnen.

a Bekijk de titels en tussentitels van die verschillende bronnen.

b Geef op basis van die (tussen)titels aan welke bronnen volgens jou geschikt zijn om te gebruiken voor een synthese over onderstaande onderwerpen.

©VANIN

BRON 1

BRON 2

BRON 3

BRON 4

Lezen is goed voor ons welzijn – Simon Bequoye (2020) zie p. 131-132

Dankzij literatuur het leven negeren? Hoe lezen onze geest sust – Leesmonitor, Stichting Lezen (2023) zie p. 133-134

Waarom lezen goed is voor ons – Simon Bequoye (2017) zie p. 135-136

Je wordt een beter mens van literatuur – Nieuwe feiten, Radio 1 (2020) luisterfragment

Lezen is een asociaal tijdverdrijf dat een isolerend effect heeft.

Lezen helpt om je persoonlijkheid te ontwikkelen. Lezen kan mensen meer empathisch maken.

Er is een nauw verband tussen lezen en welzijn.

LES 9 SAMENVATTEN: EEN SYNTHESE SCHRIJVEN 97
a b
c d
LUISTERFRAGMENT

Lezen is goed voor ons welzijn

Gezondheidsexperts en internationale onderzoeken leggen een positief verband tussen verhalen en het mentale welbevinden van personen. Ook in de praktijk zijn veel organisaties actief om onze mentale veerkracht te verhogen via verhalen.

Lezen is goed voor je zelfbewustzijn, het verhoogt je empathisch en concentratievermogen … Er lijkt geen eind te komen aan de vele voordelen van lezen. In tijden van quarantaine blijkt dan nog eens dat mensen massaal naar boeken grijpen die ze thuis geleverd krijgen dankzij bibliotheken en boekhandels. Maar ook internationale onderzoeken en gezondheidsexperts wijzen op een positief effect van lezen op je welbevinden.

Antigif

Uit onderzoek van Sussex University blijkt dat zes minuten lezen per dag al helpt om stress met meer dan 68 procent te reduceren. Als je leest, ben je tegelijkertijd gefocust en ontspannen. Je vergeet even alles rondom je waardoor je ook fysiek ontspant. Dergelijke rustmomenten zorgen dat andere delen van onze hersenen geactiveerd worden, delen die ons helpen met emoties of besluitvaardigheid, zo getuigt gezondheidseconoom Lieven Annemans in Nieuwe Feiten op Radio 1. Dat we zo geconcentreerd zijn tijdens onze lectuur, is ook een verademing in een wereld vol (digitale) prikkels. ‘Een boek is een medicijn geworden, een antigif. Wie leest, gebruikt het brein waarvoor het is gemaakt. Je doet je brein een enorm plezier met een boek’, verklaart neuropsychologe Elke Geraerts in haar Leeswereld.

Bibliotherapie

Met bibliotherapie – internationaal vaak omschreven als  textual healing – worden verhalen dan weer ingezet om therapeutische effecten te behalen bij mensen die het even moeilijk hebben door ziekte, eenzaamheid, verlies of verslaving. Zelfhulpboeken zijn er over alle denkbare onderwerpen, maar ook romans, poëzie en andere fictie kunnen een hulpmiddel zijn. BBC Culture stelt het als volgt:

–BBC stelde ook een playlist samen met enkele video’s rond  textual healing over hoe fictie ons leven en welzijn kan bevorderen. Een (Engelstalige) podcast van het Britse MARCH network gaat ook dieper in op hoe lezen ons veerkracht geeft.

Reading Well – een initiatief van het Britse The Reading Agency – verzamelt op haar site leeslijstjes met boekentips om je veerkracht of mentale gezondheid te verhogen. Bij The School of Life – die een Vlaamse tak hebben in Antwerpen – richtten sommige workshops zich ook tot de helende kracht van literatuur, en werd  The Novel Cure gepubliceerd als een boekendokter die je bij verschillende klachten een boek voorschrijft. ‘Vaak zegt een roman meer dan welke universitaire studie of welk psychiatrisch rapport dan ook’, oordeelt relatie-experte Rika Ponnet in de reeks Leeswereld. Klinisch psycholoog Paul Verhaeghe gelooft ook in de kracht van verhalen en tipt in een eigen boekenblog dan ook titels die volgens hem de mens beter kunnen maken. Bij De Boekendokter kun je dan weer telefonisch of per mail terecht met vragen of problemen. Je krijgt dan een voorschrift met leesadvies op maat.

‘They may not promise transformation in seven easy steps, but gripping novels can inform and motivate, short stories can console and trigger self-reflection, and poetry has been shown to engage parts of the brain linked to memory.’

Preventief

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van de Verenigde Naties bracht eind 2019 een rapport uit getiteld  What is the evidence on the role of the arts in improving health and well-being? Deze reviewstudie toont het positieve effect op welzijn en gezondheid aan van zowel actieve als passieve kunst- en cultuurparticipatie – dus van luisteren naar muziek en een boek lezen tot een museum bezoeken of dansen.

Opvallend: het rapport ziet niet enkel dat cultuurparticipatie goed is voor ons welzijn, maar dat het ook preventief werkt om bepaalde mentale en fysieke klachten te voorkomen. BRON 1

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 98
©VANIN

Verder benadrukt WHO dat voorschoolse interventies bij kwetsbare baby’s en peuters – een voorbeeld van zo’n interventie is Boekstart – op latere leeftijd positieve effecten hebben op vlak van educatie en economie, maar dat dergelijke interventies later ook impact hebben op de mentale gezondheid. Nieuwe onderzoeksresultaten van de studie Health Behaviour in School-aged Children (HBSC) – een studie in samenwerking met WHO Europa –tonen dat één op vijf Vlaamse jongeren meermaals per week meerdere mentale gezondheidsklachten heeft zoals zenuwachtig zijn of slaapmoeilijkheden ervaren. Ook bij deze leeftijdsgroep zou lezen preventief ingezet kunnen worden. Kinder- en jeugdpsychiater Winny Ang getuigt in haar Leeswereld hoe zij boeken inzet om de veerkracht van jongeren te vergroten:

Verder hebben enkele literaire erfgoedorganisaties al enkele piloottrajecten lopen waar kwetsbare mensen via verhalen bouwen aan hun herstel. Zo werkte Het Letterenhuis aan de hand van haar literaire archief een reeks workshops uit waarbij deelnemers – herstellende van verlies of verslaving – kennismaken met literaire archiefstukken en nadien met begeleiding hun eigen verhaal schrijven. Ook in programma’s van de HerstelAcademie is er dankzij dit piloottraject ook meer aandacht voor lezen.

Ten slotte hebben openbare bibliotheken doorgaans een heel brede maatschappelijke functie, maar ook zij fungeren als belangrijke toegankelijke instellingen die een impact kunnen hebben op een mensenleven. Brits auteur Kerry Hudson omschrijft bibliotheken als reddingsboeien:

‘Soms reik ik hen letterlijk een boek aan. Een young adult-verhaal. Dan praten we samen over herkenbare thema’s uit het boek: groeipijnen, keuzes maken, ouderrelaties, vriendschappen … Jongeren zijn vaak heel gevoelig voor de “stempels” van de buitenwereld.’

Van samenleesorganisaties tot bibliotheken

‘Libraries are lifelines, life savers. I know this because they saved my life. A deeply troubled queer teen who left school at 15, who had no stable support structure […]. A kid who was smart but had nowhere to turn smart into a future. Nowhere, that is, except libraries, where I was always welcomed. Where no one asked anything of me. Where the books on the shelves provided portals to other worlds that might be mine if I just held on.’ –

In 2019 doorliep de bibliotheek van Zelzate een pilot voor kwetsbare mensen. Tijdens de workshops werkten ze aan de hand van lokale verhalen en erfgoedobjecten aan hun eigen verhaal met video’s en individuele creaties. De bib speelt met dit traject in op haar ontmoetingsfunctie en de verbindende kracht van verhalen.

©VANIN

In Vlaanderen zijn er verschillende samenleesgroepen –georganiseerd door Het Lezerscollectief, DE DAGEN, Vormingplus-centra, openbare bibliotheken … – waarbij deelnemers vertrekken van verhalen en vertellen over de emoties of herinneringen die bij hen opkomen. Er bestaan leesgroepen voor iedereen, sommige richten zich tot gedetineerden of mensen met dementie. Volgens recent onderzoek van Liverpool University zou samenlezen effect hebben op patiënten met een chronische aandoening. Met anderen praten over verhalen en boeken kan ook een therapeutisch effect hebben, zo stelt het Britse The Reader Organisation.

Internationale conferentie cultuur en welzijn

Op 10 en 11 december 2020 bracht de conferentie Cultural Heritage for Mental Health in Gent experten uit heel de wereld en verschillende sectoren samen om in te zoomen op de rol van cultuur en literatuur bij het welzijn van personen. Samen met organisatoren FARO en Museum Dr. Guislain coördineerde Iedereen Leest het programmaonderdeel  textual healing, over het effect van verhalen op ons welzijn.

Bron: www.iedereenleest.be

LES 9 SAMENVATTEN: EEN SYNTHESE SCHRIJVEN 99

©VANIN

4 | DANKZIJ LITERATUUR HET LEVEN NEGEREN?

HOE

LEZEN ONZE GEEST SUST

Tot nu toe hebben we het gehad over hoe het lezen van verhalen en romans vastgeroeste gedachten loswrikt en gevoelens voor anderen oprekt. Hoe lezen de horizon verbreedt, kortom. Maar dat is niet waarom de meeste lezers een boek oppakken. In de eerste plaats lezen mensen voor plezier en ontspanning (zie kader: ‘Redenen om te lezen’).

Een van de belangrijkste redenen om te lezen die mensen noemen, zowel in enquêtes als in focusgroep-studies, is tot rust komen (BookTrust, 2013; Howard, 2011). Maar liefst 85% van de Nederlanders die weleens lezen vond zijn of haar laatste leeservaring ontspannend en 43% kon hierbij de eigen zorgen vergeten (Stichting Marktonderzoek Boekenvak & GfK, 2016). Voor lezers van sciencefiction en fantasy gold dat nog sterker: zij vergaten hun zorgen in 58% van de gevallen (Stichting Marktonderzoek Boekenvak & GfK, 2016). Als je opgaat in een andere wereld, verdwijnt de hectiek van de werkelijke wereld. ‘De literatuur is de prettigste manier om het leven te negeren,’ aldus de Portugese dichter Fernando Pessoa.

Dat is natuurlijk niet het hele verhaal. Sommige mensen lezen om het leven te negeren en aan zichzelf te ontsnappen, anderen juist om hun leven weerkaatst te zien. Lezen biedt zowel afleiding als herkenning (Koopman, 2014). Afleiding sluit herkenning niet per se uit: juist de afstand tot de directe werkelijkheid die een meeslepend fictieverhaal biedt, kan ervoor zorgen dat je op je eigen leven gaat reflecteren. Herkenning kan bovendien plaatsvinden zonder dat je dat van tevoren verwacht.

De meeste mensen lezen voor plezier en ontspanning, om de alledaagse werkelijkheid te ontvluchten.

Dit escapisme blijkt al te vaak een manier om dichter bij jezelf te komen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 100 LEESMONITOR • 15
BRON 2

18 • LEESMONITOR

‘De troost die psychotherapie kan bieden is heel anders dan de troost van literatuur. Bij psychotherapie gaat het om het verhaal van de patiënt. Dat hoeft geen mooi verhaal te zijn, als het maar van die persoon is, die mag het eindelijk zelf zeggen. Het gaat dan wel om het vinden van de juiste woorden, maar wat “juist” is in die context is anders dan de juistheid van een woord in een gedicht. In een gedic ht is de esthetica cruciaal: de ritmiek, de klankkleur. Een gedicht is een soort muziekstukje.

De behoefte om je te herkennen in personages en gebeurtenissen zit diep. Peuters en kleuters voelen zich al aangetrokken tot verhalen die een gelijkenis vertonen met hun eigen leven, en hun verbondenheid met de personages uit die verhalen is vaak intens (Alexander, Miller, & Hengst, 2001). Het is niet ongebruikelijk dat jonge kinderen maandenlang hetzelfde verhaal willen horen en het zelfs gaan naspelen. Deze identificatie met personages helpt kinderen om hun eigen emoties te verkennen en ermee om te gaan (Alexander et al., 2001). Dergelijke identificaties houden we ons leven lang.

Het verlangen naar herkenning groeit als we het zelf moeilijk hebben. Dit is bijvoorbeeld terug te zien in de lezersreacties op A.F.Th. Van der Heijdens Tonio. Op de lezerswebsite Goodreads schreef een vrouw over deze requiemroman: ‘Het gevoel van herkenning in dit boek als je zelf een kind verloren hebt is overweldigend. (…) Een boek waarbij ik op sommige momenten wenste dat het in godsnaam “uit” was zodat ik kon stoppen met lezen, maar waar ik me tegelijkertijd als een drenkeling aan een boei aan vasthield.’ Herkenning kan duidelijk een gevoel van troost geven: ik sta niet alleen met mijn pijn. Daarnaast hangt herkenning samen met het opdoen van nieuwe inzichten, zoals onder meer bleek uit een enquête-onderzoek van Koopman (2014).

Lezers vertellen me vaak dat zij in een gedicht of roman precies zagen staan wat zij voelen, maar waar zij moeilijker woorden voor konden vinden. Naar aanleiding van Contrapunt heb ik heel veel brieven gekregen van ouders die ook een kind hadden verloren. Die vinden het heel prettig om dat zo verwoord te zien. Ik zie ook weleens rouwadvertenties waarin regeltjes uit een gedicht van mij zijn overgenomen. Dat vind ik wel een eer, dan beleven mensen kennelijk iets belangrijks aan je werk. Voor mijzelf is lezen vooral afleiding, dat je meegesleept wordt in een tekst. Dat is voor mij belangrijker dan herkenning. Als je eenmaal leest, kun je je altijd bezighouden.’

Anna Enquist, schrijver, dichter en psychoanalytic us

Dit geldt niet alleen voor volwassenen; ook kinderen halen troost en inzicht uit fictieverhalen (Bernstein & Rudman, 1989; Alexander et al., 2001). De schrijver weet verdriet vaak op een kundigere manier te verwoorden dan dat mensen zelf hadden gekund, en zij kunnen hun eigen reacties vergelijken met die van de personages (Bernstein & Rudman, 1989; Koopman, 2014). Van Joost van den Vondels ‘Kinder-lyck’ (1632) tot John Greens The Fault in Our Stars (2012): de aanhoudende populariteit van poëzie en romans over ziekte, sterven en rouw toont hoezeer mensen behoefte hebben aan herkenbare verhalen en troostende woorden. •••

Redenen om te lezen – voor volwassenen en kinderen

In een voor Nederland representatief consumentenonderzoek van Stichting Marktonderzoek Boekenvak en onderzoeksbureau GfK (2016) noemen volwassenen deze vijf zaken als de belangrijkste redenen om te lezen: 1) ontspanning, 2)plezier, 3) spanning, 4) fantasie prikkelen, 5) in het hoofd van een ander kruipen

©VANIN

Uit een recent grootschalig onderzoek van Stic hting Lezen en onderzoeksbureau duo (2017a; 2017b) blijkt dat 8- tot 18-jarige kinderen lezen om vergelijkbare redenen.

De vraagstelling in het DUO-onderzoek was anders dan in het GfK-onderzoek, dus de uitkomsten kunnen niet direct vergeleken worden. Kinderen onderschrijven het vaakst de volgende redenen om te lezen: 1) interesse in een bepaald onderwerp, 2) fantaseren / avonturen beleven in mijn ho ofd 3) in de hoofdpersoon verplaatsen, 4) plezier / vrolijk worden, 5) tegen verveling

Basisschoolleerlingen zijn blijkens het onderzoek veel positiever over lezen dan middelbare scholieren. Met de overgang van de basisschool naar de middelbare school neemt het leesplezier bij veel leerlingen af (Nielen & Bus, 2016). Het hoeft niet te verbazen dat basisschoolleerlingen op elk van de aparte redenen om te lezen hoger scoren. Ook lezen meisjes liever dan jongens. Vooral lezen om hun stemming te reguleren (om vrolijk te worden, maar ook om te helpen bij verdriet) en lezen om op te gaan in een ander leven of andere wereld, zijn redenen die meisjes aanzienlijk vaker geven dan jongens.

LES 9 SAMENVATTEN: EEN SYNTHESE SCHRIJVEN 101
FOTO BERTNIENHUIS

Waarom lezen goed is voor ons

Simon Beqouye – 2023

‘Lezen is goed voor je’ – het is een vaak herhaalde boodschap die je als kind van ouders, leerkrachten en bibliothecarissen meekreeg. Ook vanuit wetenschappelijke hoek onderstrepen veel onderzoeken het belang van lezen op verschillende vlakken: van een rijkere woordenschat tot sociale ontwikkeling en misschien zelfs tot langer leven. Een overzicht van de belangrijkste bevindingen.

Een lezende maatschappij

Om te beginnen heeft lezen een belangrijke plaats in onze kennismaatschappij. Dagelijks worden we geconfronteerd met tekst: op verkeersborden, via e-mail, in de krant, vacatures, programmaboekjes van het cultureel centrum of de bijsluiter van een medicijn. Op het werk bestaat 80 procent van onze bezigheden uit lezen en schrijven. Geletterd zijn betekent dat je geen problemen ondervindt om teksten te lezen, te begrijpen en te verwerken. Eén op zeven volwassen Vlamingen is laaggeletterd, ofwel meer dan een half miljoen. Dat blijkt uit een grootschalig PIAAConderzoek in verschillende OESO-landen. –

‘Kunnen lezen is een basiscompetentie om deel te nemen aan de maatschappij.’

Een goede leesvaardigheid verhoogt zelfs de kansen op de arbeidsmarkt. Een studie gepubliceerd in Psychological Science besloot dat vaardige lezers sneller werk vinden dan laaggeletterden en tot 16 procent meer verdienen. Ander onderzoek van Oxford University stelt dat 16-jarigen die frequent en graag lezen later dikwijls een job met meer verantwoordelijkheden krijgen. Daarnaast hebben boeken in huis ook impact op de onderwijskansen van een kind. Kinderen die opgroeien in een huis met meer dan 500 boeken volgen gemiddeld drie jaar langer onderwijs en werken vaker een universitaire opleiding af dan zij die opgroeien in een boekarme omgeving, zo blijkt uit een studie van University of Nevada.

Voorlezen is dé uitgelezen manier om taalontwikkeling te stimuleren bij baby’s en peuters. De Nederlandse Stichting Lezen stelde vast dat kinderen die als baby worden voorgelezen, later hoger scoren op taal. Tijdens het voorlezen horen ze nieuwe woorden en structuren, wat hen op latere leeftijd stimuleert om actief met taal aan de slag te gaan. Ook voor kinderen die zelf al kunnen lezen, blijft voorlezen en lezen belangrijk voor hun taalontwikkeling, aldus Stichting Lezen.

Ontdek de wereld, maar ook jezelf

Via lezen slaan we kennis en informatie op. Educatieve boeken hebben voornamelijk dat doel voor ogen, maar ook fictieve verhalen brengen inzichten bij. Via verhalen verruimen we ons denken en wereldbeeld. Een boek over Amerikaanse slavernij in de 19e eeuw geeft andere perspectieven dan de directe omgeving die jij gewoon bent. Een verhaal over gender dat stereotypen doorbreekt, doet je misschien anders denken over seksuele geaardheid en identiteit. Lezen helpt om de wereld en de ander te ontdekken. Lezen stelt vooroordelen in vraag, zo stellen een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Science en een onderzoek van de Washington en Lee University.

Hogere concentratie, rijkere taal Naast een goede leesvaardigheid helpt lezen ook om ons concentratievermogen te trainen. Neurologische studies van o.a. Stanford University concluderen dat lezen een cognitief proces is waarbij hersenen de gelezen tekst omzetten in betekenis en informatie, wat concentratie vereist. Hoe vaker je dus leest, hoe meer je dit proces herhaalt. Hierdoor kun je ook andere taken geconcentreerder uitvoeren. Dat effect op het concentratievermogen is ook aanwezig bij baby’s en peuters die worden voorgelezen.

Al lezend ontdekken we ook onszelf. In sommige personages herken je jezelf, bij andere neem je net afstand omwille van een botsend karakter. Onderzoek leert dat lezers vaak verbanden leggen tussen het gelezen boek en hun eigen identiteit. Verhalen kunnen op die manier helpen in de ontwikkeling van je persoonlijkheid en zelfbewustzijn. Ze functioneren niet enkel als vensters op de wereld, maar ook als spiegels die we onszelf voorhouden. ‘Lezen verruimt ons denken’, zo omvat Stichting Lezen de opbrengsten van lezen in een literatuurstudie.

De sociale lezer

Soms wordt lezen eerder als een asociaal tijdverdrijf gezien of als ‘tijd stelen voor jezelf’. Lezen is dan misschien een erg individuele bezigheid, toch hebben frequente lezers niet meteen een kleinere vriendengroep. De  Liverpool University stelde zelfs vast dat lezers sneller bereid zijn BRON 3

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 102
©VANIN

om onbekenden aan te spreken. Ze voelen zich meer op hun gemak bij vreemden en knopen makkelijker een gesprek aan. Lezers zijn meer betrokken bij de eigen vrienden en gemeenschap dan zij die weinig of niet lezen. Bovendien zouden lezers zich sneller sociaal engageren via vrijwilligerswerk of donaties, aldus een Canadees onderzoek.

‘Lezers begrijpen de gevoelens van anderen beter. Wie veel leest, ziet hoe personages zich gedragen in verschillende situaties of hoe ze met anderen omgaan.’

verhalen en vertellen over de emoties of herinneringen die bij hen opkomen. Er bestaan verschillende leesgroepen voor iedereen, sommige richten zich tot gedetineerden of mensen met dementie. Volgens onderzoek van Liverpool University uit 2017 zou samenlezen effect hebben op patiënten met een chronische aandoening. –

©VANIN

Daarnaast bevestigen verschillende studies, zoals onderzoek van de Universiteit Amsterdam, hoe lezen ons empathisch vermogen vergroot: lezers begrijpen de gevoelens van anderen beter dan niet-lezers. Wie veel leest, ziet hoe personages zich gedragen in verschillende situaties of hoe ze met anderen omgaan. Verhalen beschrijven naast dat gedrag ook vaak wat een personage denkt of voelt. Een lezer observeert dat denkproces en sociale gedrag. Dat strookt misschien niet met wat hijzelf denkt of doet. Zo tonen lezers sneller begrip voor personen die ze in het echte leven ontmoeten.

Genezing van de ziel

De oude Grieken waren al overtuigd van het spirituele belang van boeken. Boven de nis van de bibliotheek van Alexandrië was de tekst ‘plaats ter genezing van de ziel’ gebeiteld. Verhalen hebben een troostend effect in tijden van verlies of rouw. Onderzoek bevestigt dat literatuur – dus niet enkel zelfhulpboeken – ons welbevinden en gezondheid positief beïnvloedt. Ook als we lezen om even te ontsnappen aan de dagelijkse realiteit, helpen verhalen om zaken uit ons eigen leven in perspectief te zetten en om anders over onze eigen situatie na te denken.

Met anderen praten over verhalen en boeken kan ook een therapeutisch effect hebben, zo stelt The Reader Organisation. In Vlaanderen zijn er verschillende samenleesgroepen waarbij deelnemers vertrekken van

‘Als je leest, ben je tegelijkertijd gefocust en ontspannen. Je vergeet even alles rondom je – taken die je nog moet doen of andere bekommernissen – waardoor je ook fysiek ontspant.’

Lezen als medicijn

Boeken kunnen een middel zijn tegen stress. Als je leest, ben je tegelijkertijd gefocust en ontspannen. Je vergeet even alles rondom je – taken die je nog moet doen of andere bekommernissen – waardoor je ook fysiek ontspant. Dat gebeurt minder als je bijvoorbeeld tv-kijkt of op je smartphone bezig bent – hier sluit je jezelf niet volledig af van de wereld rondom je.

Lezen kan tot slot helpen om het risico op dementie te verminderen. Verschillende mentale bezigheden zoals schaken of lezen zorgen ook voor een verminderd risico op dementie op latere leeftijd. Volgens een studie van Yale University uit 2016 zouden frequente lezers tot 23 maanden langer leven dan niet-lezers – al is vervolgonderzoek aangewezen om deze bevindingen verder te onderbouwen. In het Verenigd Koninkrijk ontstonden al enkele initiatieven die ervoor ijveren dat artsen niet voortdurend medicatie voorschrijven, maar patiënten eerder stimuleren om musea te bezoeken of in een boek te duiken.

Meer empathie, een hoger concentratievermogen en misschien zelfs langer leven: de voordelen van lezen zijn oneindig. Al hoeven die effecten uiteraard niet de drijfveer te zijn. Je kunt ook lezen omdat het gewoon leuk is.

Bron: www.iedereenleest.be

LES 9 SAMENVATTEN: EEN SYNTHESE SCHRIJVEN 103

EEN SYNTHESE SCHRIJVEN

In deze les ga je een synthese schrijven waarin je aan de hand van de gegeven bronnen beargumenteert dat lezen een positieve invloed heeft op het welzijn. Maak daarvoor gebruik van minstens twee verschillende bronnen.

©VANIN

De informatie verzamelen en gestructureerd weergeven

1 Maak gebruik van de bronnen op p. -. Bepaal welke bronnen – volgens jou – relevant zijn voor jouw synthese door te kijken naar de titels en tussentitels.

2 Lees of beluister de bronnen en selecteer er twee die je wilt gebruiken.

3 In tegenstelling tot wanneer je een samenvatting maakt, ga je voor een synthese niet de hele bron samenvatten, maar enkel de informatie die je nodig hebt. Bekijk de bronnen kritisch en denk na over de verschillende deelaspecten die je in je synthese wilt verwerken.

4 Maak een schema met elk deelaspect als tussentitel. Voorzie voldoende ruimte zodat je bij elk deelaspect de informatie uit de verschillende bronnen kunt noteren.

5 Lees de teksten opnieuw door en markeer de informatie over de deelaspecten die je wilt gebruiken in jouw synthese. Denk eraan dat hoofdzaken vaak terug te vinden zijn in de kernzin van een alinea (zie ook ‘Tijdens het lezen’ in de Trajectwijzer op p. ).

6 Vul je schema aan met de relevante informatie over de verschillende deelaspecten uit de verschillende bronnen.

Een synthese schrijven

7 Stel een schrijfplan op waarin je nadenkt over de opbouw van jouw synthese. Werk in elke alinea een deelaspect (subthema) uit.

8 Schrijf een synthese aan de hand van je schrijfplan. Hou tijdens het schrijven rekening met de volgende aandachtspunten:

• schrijf een doorlopende tekst met een IMS-structuur;

• zorg voor een logische opbouw binnen elke alinea (kernzin + uitwerking);

• maak gebruik van duidelijke signaal- en verwijswoorden.

TIP

Een synthese is een doorlopende tekst waarin de informatie uit verschillende bronnen wordt samengebracht. Dat wil zeggen dat het geen opeenvolging van samenvattingen van verschillende teksten is, maar een tekst waarin de verbanden tussen de informatie duidelijk zijn. Het is dus belangrijk om de informatie te ordenen per (sub)thema en niet per bron.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 104
3 6.8.2

Bronnen vermelden

Wanneer je een synthese schrijft waarin je informatie uit verschillende bronnen samenbrengt, mag je niet vergeten om op een correcte manier te verwijzen naar de bronnen waarop je je baseert. Lees in de Trajectwijzer hoe je een correcte bibliografie opstelt.

9 Achteraan de tekst maak je een bibliografie van de gebruikte bronnen en in de tekst zelf verwijs je naar de gebruikte werken door de naam van de maker en het jaartal van de bron te vermelden.

©VANIN

Reflecteren

10 Beoordeel zelf je synthese aan de hand van de evaluatiematrix. Herwerk je tekst vervolgens tot een tweede versie waarin je rekening houdt met je werkpunten.

Evaluatiematrix – Schrijven: een synthese

duidelijkheid

Je synthese is opgesteld aan de hand van een duidelijke IMS-structuur.

Je synthese is opgebouwd aan de hand van een IMSstructuur. De inleiding en het slot zijn aanwezig, maar …

Je tekst is onderverdeeld in alinea’s. Die alinea’s werden correct opgebouwd (kernzin + uitwerking).

- De samenhang en structuur van je tekst worden onderbouwd door het voldoende en correcte gebruik van signaal- en verwijswoorden.

- De verbanden tussen de verschillende tekstonderdelen zijn duidelijk.

Je tekst is onderverdeeld in alinea’s. De tekstsamenhang (binnen alinea en/of tussen alinea’s) is echter een werkpunt.

-Je maakt gebruik van signaal- en verwijswoorden, maar niet voldoende en/of niet altijd op een correcte manier.

- De verbanden tussen de verschillende tekstonderdelen zijn meestal duidelijk, maar niet altijd.

Je synthese is niet opgebouwd aan de hand van een IMS-structuur. Inleiding en/of slot ontbreken of zijn te beperkt uitgewerkt.

-Je tekst werd niet opgedeeld in alinea’s.

-De alinea’s vormen intern geen geheel én vertonen geen onderlinge samenhang.

-Je maakt onvoldoende of geen gebruik van signaalen verwijswoorden, hierdoor mist je tekst structuur en samenhang.

- De verbanden tussen de verschillende tekstonderdelen zijn niet duidelijk.

LES 9 SAMENVATTEN: EEN SYNTHESE SCHRIJVEN 105
GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE
5.9

volledigheid

-Je verwerkt de relevante informatie uit de verschillende bronnen in een doorlopende tekst.

-De informatie is ingedeeld volgens (sub)thema en niet volgens bron.

-Je verwerkt de relevante informatie uit de verschillende bronnen in een doorlopende tekst. Let nog op:

De informatie uit de verschillende bronnen wordt niet in een doorlopende tekst weergegeven per thema, maar is een opsomming van samenvattingen van de verschillende bronnen.

©VANIN

De informatie die je verwerkt in je synthese sluit aan bij het onderwerp.

-De informatie is meestal ingedeeld volgens (sub)thema en niet volgens bron.

-De informatie die je verwerkt in je synthese sluit grotendeels aan bij het onderwerp.

-Soms geef je te veel irrelevante informatie.

-Je geeft soms niet voldoende informatie over de gekozen subthema’s.

correctheid en aantrekkelijkheid

De taal van het eindresultaat is (nagenoeg) foutloos.

Je verwijst op een correcte manier naar de gebruikte bronnen.

Aanvullende commentaar:

De tekst bevat enkele taalfouten die -de communicatie niet hinderen; -de boodschap niet in de weg staan.

Je verwijst meestal op een correcte manier naar de gebruikte bronnen.

De informatie die je verwerkt in je synthese sluit onvoldoende of niet aan bij het onderwerp.

De tekst bevat te veel en/of te opvallende taalfouten.

Je verwijst niet of op een foute manier naar de gebruikte bronnen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 106

Je leert te reflecteren op de gelijkenissen en verschillen tussen talen 1

Je ziet in dat taaltypologie ons heel wat leert over talen 2

YODA

Talen vergelijken ©VANIN

Je maakt kennis met taalonderzoek 3

Voor de fans van Star Wars is Yoda geen vreemde, maar ook wie niet vertrouwd is met de films heeft het groene mannetje wellicht al eens gezien of kent zijn uitspraak ‘May the force be with you’. Taalwetenschappers hebben een onderzoek gedaan naar het taaltje van Yoda, want die taal is bijzonder.

1* Bekijk de uitspraken van Yoda bij de afbeelding. Wat is er zo bijzonder aan die zinnen?

2 Hoe zou jij die zinnen zeggen in het Engels en in het Nederlands?

3 Onderstreep in de Nederlandse vertaling het onderwerp één keer en de persoonsvorm twee keer.

4* Op welke plaats staat het onderwerp heel vaak in een Nederlandse zin?

5* Op welke plaats staat de persoonsvorm heel vaak in een Nederlandse zin?

Yoda’s Engels wordt ‘buitenaards’ genoemd. Maar klopt dat wel? In deze les leer je meer over de woordvolgorde in verschillende talen. Hopelijk lukt het jou om aan het einde van de les een antwoord te geven op die vraag.

les
© Miguel Lagoa
1 10
LES 10 TALEN VERGELIJKEN 107

In de les over de geschiedenis van het Nederlands leerde je al dat sommige talen qua woordenschat meer op elkaar lijken dan andere talen. Laten we die vergelijking ook eens maken voor de zinsbouw.

1 Vertaal de Engelse zinnen naar het Nederlands, Frans en Duits. Noteer in de laatste rij ook de vertaling in een andere taal waarmee je vertrouwd bent.

a In welke talen staat het onderwerp als eerste zinsdeel?

b In welke talen staat de persoonsvorm onmiddellijk naast het onderwerp?

Engels I need rest. The dark side is hard to see.I have earned it.

Nederlands

Duits

Frans

2 Zet nu voor elke zin ‘Ik weet dat …’. Op die manier wordt de oorspronkelijke zin een bijzin. Vertaal de zinnen opnieuw naar de andere talen.

a In welke talen verandert er in de bijzin iets aan de woordvolgorde?

b Wat verandert er precies?

c Welke talen lijken qua woordvolgorde meer op elkaar?

d Hoe kun je dit linken aan wat je gezien hebt over een gemeenschappelijke oertaal?

Engels

Nederlands Ik weet dat ik rust nodig heb. Ik weet dat de duistere kant moeilijk te zien is. Ik weet dat ik het verdiend heb.

Duits

Frans

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 108
SORRY
2 ©VANIN

Dat verschil in woordvolgorde in de bijzin is niet gemakkelijk voor wie Nederlands wil leren. Je kunt hen zinnen horen zeggen zoals ‘Ik vind dat Nederlands is geen gemakkelijke taal’ of ‘Sorry dat ik kan niet zo goed zinnen maken’.

Adriaan D’Haens onderzocht voor zijn masterproef waarom Engelstaligen moeite hebben met de woordvolgorde in het Nederlands als ze die taal leren. Lees de tekst over zijn onderzoek op p. 110. De tekst is een mooi voorbeeld van de onderzoeksstructuur.

©VANIN

3 In welke alinea vind je het antwoord op deze vragen?

a Wat wordt er onderzocht?

b Hoe verloopt het onderzoek?

c Welke methode wordt er gebruikt?

d Door wie gebeurt het onderzoek?

e Wat zijn de resultaten van het onderzoek?

f Wat zijn de conclusies van het onderzoek?

4 Markeer in elke alinea de belangrijkste zin(nen).

5 De volgende zin uit de tekst is een mooi voorbeeld van de verschillende woordvolgordes die het Nederlands heeft.

Wanneer we ondergeschikte zinnen maken, zetten we de werkwoorden helemaal op het einde en als er een zinsdeel voor het onderwerp en de persoonsvorm staat, worden die nog eens omgewisseld (daar is deze zin een mooi voorbeeld van).

a Markeer de hoofdzinnen (er zijn er meerdere).

b Onderstreep in de hoofdzinnen en de bijzinnen het onderwerp één keer en de persoonsvorm twee keer.

c Wat kun je zeggen over de plaats van de persoonsvorm in de hoofdzinnen?

d Wat kun je zeggen over de plaats van de persoonsvorm in de bijzinnen?

LES 10 TALEN VERGELIJKEN 109
4.6

Waarom leren Nederlands is niet gemakkelijk

fragment 1

Wie al eens gesproken heeft met anderstaligen die Nederlands leren, merkte vast enkele ‘vreemde kronkels’ in hun zinnen. Een zin als ‘Waarom leren Nederlands is niet gemakkelijk’ verraadt dat mensen die Nederlands leren het vaak moeilijk vinden om de woorden van een zin in de juiste volgorde te plaatsen. In zijn scriptie onderzocht Adriaan D’Haens wat hiervan de oorzaken zouden kunnen zijn.

De Nederlandse woordvolgorde is allesbehalve eenvoudig. Wanneer we ondergeschikte zinnen maken, zetten we de werkwoorden helemaal op het einde, en als er een zinsdeel voor het onderwerp en de persoonsvorm staat, worden die nog eens omgewisseld (daar is deze zin een mooi voorbeeld van). Als je kijkt naar waar de onderwerpen, de lijdende voorwerpen en de persoonsvormen staan in de vorige zin, zien we dat het Nederlands dus heel wat verschillende mogelijkheden heeft. Dat is in het Engels, de taal waarmee het Nederlands in dit onderzoek werd vergeleken, wel even anders. In English, the subject and the verb stay in the same position, no matter what you do or what you say. Voor het onderzoek werd ervan uitgegaan dat dit het net zo moeilijk maakt om zinnen met een correcte volgorde te construeren in het Nederlands. Dat is overigens ook voor onze zuiderburen, de Walen, zo, want ook het Frans kent deze variatie aan woordvolgordes niet. ‘Dat Franstaligen niet altijd kunnen maken even goede zinnen’ mogen we hen dus misschien ook niet altijd even kwalijk nemen. Nederlandstaligen zouden logischerwijze dan ook minder problemen met woordvolgorde mogen ondervinden, omdat in het Engels (en het Frans) de volgorde van het werkwoord en het onderwerp veel consequenter in elkaar zit.

Om deze veronderstellingen te onderzoeken, legde Adriaan D’Haens een verzameling aan van Engelse en Nederlandse teksten, geschreven door Nederlandstaligen en Engelstaligen die respectievelijk Engels en Nederlands als vreemde taal leerden. Deze teksten haalde hij van internationale examens die Engelstalige studenten Nederlands in Ierland, Engeland en Amerika hebben afgelegd. De organisatie Certificaat Nederlands als Vreemde taal neemt jaarlijks ettelijke officiële taaltesten af van mensen die Nederlands leren over de hele wereld. Nederlands kent immers ook buiten onze taalgrenzen enige populariteit. Voor de Engelse teksten dook hij in de examenarchieven van een Vlaamse middelbare school en selecteerde opstellen van een vergelijkbare moeilijkheidsgraad, geschreven door scholieren uit het derde en vierde middelbaar.

©VANIN

Hoewel de gegevens van het onderzoek voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden, leverde het onderzoek toch interessante resultaten op. Engelstaligen bleken inderdaad, zoals verwacht, fouten te maken tegen de Nederlandse woordvolgorde. Ook de voorspelling over het Engels van Nederlandstaligen kwam uit: Nederlandstaligen bleken niet dezelfde problemen als Engelstaligen te ondervinden wanneer zij Engelse zinnen maakten; hun woordvolgorde was foutloos.

Wie een moedertaal heeft met een ‘moeilijke’ woordvolgorde kan dus blijkbaar zonder problemen overschakelen op een makkelijkere variant, maar vice versa levert dat aanzienlijke moeilijkheden op. Het loont dus beslist de moeite om als taalleerkracht rekening te houden met de moedertaalachtergrond van je studenten. Met enige zin voor fantasie zou je ten slotte kunnen zeggen dat het met een nieuwe taal leren net als met leren fietsen is: wie gewoon is om op een fiets te rijden, kan zonder problemen terug met een driewieler rijden, maar voor wie een driewieler gewoon is, is op een gewone fiets leren fietsen niet even evident.

Naar: scriptiebank.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 110

SOV EN SVO

1 In welke taal staat de zin hiernaast? Wat zou de betekenis kunnen zijn?

2 Wat valt er op aan de woordvolgorde van de zin?

onthouden

We zeggen dat het Turks een SOV-taal is: eerst komt het subject (het onderwerp), dan het object (het lijdend voorwerp) en dan het verb (het werkwoord).

Omar bir kitap okuyor

De meeste talen hebben echter een SVO-volgorde: in dat geval wordt het subject onmiddellijk gevolgd door het werkwoord en staat het object achteraan.

Omar leest een boek.

Omar lit un livre.

Zo’n % van alle talen heeft als standaardwoordvolgorde ofwel onderwerp - lijdend voorwerp - werkwoord (SOV), ofwel onderwerp - werkwoord - lijdend voorwerp (SVO). Er is dus een universele tendens om het onderwerp vooraan te plaatsen.

In de taaltypologie bestudeer je alles wat te maken heeft met de overeenkomsten en verschillen tussen talen en taalfamilies. Dat kan gaan over woordenschat en grammatica, maar ook over zinsbouw en zelfs over sociolinguïstische fenomenen.

3 Welke talen zijn pure SOV-talen? Geef een voorbeeldzin waarmee je dat duidelijk maakt.

4 Welke talen zijn pure SVO-talen? Geef een voorbeeldzin waarmee je dat duidelijk maakt.

5 Welke talen hanteren beide volgordes? Geef een voorbeeldzin waarmee je dat duidelijk maakt.

LES 10 TALEN VERGELIJKEN 111
3
8.1 ©VANIN
Omar bir kitap okuyor.

1 Nu je meer weet over de woordvolgorde in verschillende talen, lukt het jou misschien om een antwoord te geven op de vraag of Yoda’s Engels echt buitenaards is.

Voor wie zelf als Yoda wil leren praten, is er The Yoda-speak generator.

2 Zou het voor iemand met het Nederlands als moedertaal moeilijk zijn om Yoda’s woordvolgorde te leren? Leg uit waarom (niet). Verwijs in je uitleg ook naar de taalkundige onderzoeken over dat onderwerp.

3* Yoda heeft zelf geen auw benul van zijn speciale taaltje. Maak hem even wegwijs in enkele taalkundige begrippen. Plaats telkens twee woorden/begrippen bij elkaar en leg het verband tussen de twee uit. De woorden kunnen op verschillende manieren aan elkaar gelinkt worden. Je mag een woord verschillende keren gebruiken; er zijn dus meerdere antwoorden mogelijk.

UNIVERSELE GRAMMATICA SVO-TAAL CHOMSKY

TAALTRANSFER

SOV-TAAL

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 112
TERUG NAAR YODA
© Anton_Ivanov 4 YODA-SPEAK GENERATOR ©VANIN
TAALTYPOLOGIE TURKS

TAALONDERZOEK

Tijd om zelf een onderzoekje te doen dat past binnen de taaltypologie. Nadien presenteer je je onderzoekje aan enkele medeleerlingen volgens de onderzoeksstructuur.

STAP 1 Wat ga je onderzoeken?

Kies een van de volgende thema’s uit.

Niet, nergens, nooit Onderzoek de ontkenning in het Nederlands (standaardtaal én tussentaal), Frans en Zuid-Afrikaans. Je mag ook zelf nog een taal kiezen.

©VANIN

Beleefde talen

- Onderzoek de beleefdheidsvorm in het Nederlands, Frans, Duits en Engels. Je mag ook zelf nog een taal kiezen.

- Onderzoek op welke manier de beleefdheidsvorm gevormd wordt en ook in welke situaties de beleefdheidsvorm wel of niet gebruikt wordt.

STAP 2 Welke methode ga je gebruiken?

Een gele koe, maar ‘une vache jaune’

- Onderzoek de volgorde van het bijvoeglijk naamwoord en het zelfstandig naamwoord in het Frans en in het Nederlands.

- Kies nog minstens twee andere talen en vergelijk de volgorde.

a Zoek voorbeeldzinnen met een ontkenning, een beleefdheidsvorm of een combinatie van een bijvoeglijk en een zelfstandig naamwoord.

b Vertaal die zinnen naar verschillende talen. Gebruik je voorkennis of maak gebruik van een online vertaalprogramma.

c Zoek online naar betrouwbare bronnen over het onderwerp. Misschien vind je ook achtergrondinformatie over het thema.

STAP 3 Wat zijn de resultaten? Wat is de conclusie?

Op basis van die voorbeelden probeer je een conclusie te trekken over het gebruik van de ontkenning, de beleefdheidsvorm of de volgorde van het bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord.

STAP 4 Bespreek je onderzoek.

Bespreek je onderzoek en je resultaten met een medeleerling die hetzelfde thema onderzocht. Waarover zijn jullie het (on)eens? Kwamen jullie tot gelijkaardige resultaten?

STAP 5 Presenteer je onderzoek.

Presenteer je onderzoek aan leerlingen die een ander thema onderzochten.

a Noteer je voorbeelden op een blad of in een PowerPointpresentatie zodat je publiek goed kan volgen.

b Breng structuur aan in je uitleg en vertel over je onderzoek volgens de onderzoeksstructuur.

c Evalueer elkaar aan de hand van de evaluatiematrix op de volgende pagina.

LES 10 TALEN VERGELIJKEN 113
5 4.6

Evaluatiematrix – Spreken: taalonderzoek

GOED

VOLDOENDE ONVOLDOENDE correctheid en volledigheid

- Je onderzocht het thema grondig door veel voorbeelden op te zoeken.

- Je vond extra vergelijkingsmateriaal in andere talen.

- Je resultaten zijn correct en je trok een logische conclusie.

- Je onderzocht het thema op een degelijke manier.

- Je haalt een aantal duidelijke voorbeelden aan.

- De resultaten zijn meestal correct.

- De conclusie klopt met het onderzoek.

duidelijkheid en aantrekkelijkheid

Je presenteert je onderzoek op een heldere manier. Het is voor het publiek gemakkelijk om te volgen.

Aanvullende commentaar:

©VANIN

Je kunt de conclusie duidelijk overbrengen.

- Je onderzocht het thema niet volledig.

- Je haalt weinig voorbeelden aan.

- De resultaten en de conclusie zijn niet correct omdat het onderzoek slecht gevoerd werd.

Het is voor het publiek niet gemakkelijk om te volgen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 114

Hedendaagse literatuur: de graphic novel

Je maakt kennis met een literair medium, de graphic novel 1

Je verdiept je in de boeken van Brecht Evens

INLEIDING

Je geeft je mening over en een interpretatie van fragmenten uit een graphic novel 4

Je neemt notities tijdens een hoorcollege over de graphic novel 2 3

Je verwoordt je leeservaring en je mening over een graphic novel met een opinietekst 5

1* Welke strips of stripreeksen las en/of lees je graag? Vertel kort waarom.

2* Heb je al van de term ‘striproman’, ‘beeldroman’ of ‘graphic novel’ gehoord? Wat is het verschil met een gewone strip, denk je?

3* Op deze en volgende pagina vind je fragmenten uit zowel strips als graphic novels. Plaats ze in de correcte categorie en verklaar telkens je keuze.

4* Lukt het om met deze opdracht tot een aantal belangrijke kenmerken van de graphic novel te komen? Brainstorm met een medeleerling.

les
11
1
A LES 11 HEDENDAAGSE LITERATUUR: DE GRAPHIC NOVEL 115
©VANIN
B C
©VANIN
D

DE STRIPPROFESSOR

Je leerkracht neemt je mee in de wereld van strips en beeldverhalen in een (mini)hoorcollege, op basis van Joost Pollmans De stripprofessor

1 Neem notities volgens de Cornell-methode.

LES 11 HEDENDAAGSE LITERATUUR: DE GRAPHIC NOVEL 117
2 5.3.2 ©VANIN

BRECHT EVENS

We zoomen even in op het werk van een van Vlaanderens bekendste stripauteurs, Brecht Evens. Bekijk en lees de

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 118
A
Brecht Evens. Panter
B
3
Brecht Evens. Het amusement
©VANIN
LES 11 HEDENDAAGSE LITERATUUR: DE GRAPHIC NOVEL 119
D
©VANIN
Brecht Evens. De liefhebbers

1 Wat valt op, stilistisch en inhoudelijk?

Je leest straks een artikel over Evens uit De Standaard

2 Maak eerst de woordenschatoefening om de tekst beter te begrijpen. Verbind de termen met de juiste omschrijving.

1 grandeur a naar het vaderland terugbrengen

2 realistisch b ernstige vorm van psychisch afwijkend functioneren

3 tableau c hallucinogene drug die een gelukzalig gevoel opwekt

4 benjamin d bedrieglijke beïnvloeding

5 nieuwe garde e lijst van personen of zaken die overblijft na selectie uit een longlist

6 Angelsaksisch f nieuwe, jongere generatie

7 shortlist g tafereel, schilderij

8 visioen h grootsheid

9 manipulatie i met oog voor de werkelijkheid

10 dandy j jongste

11 MDMA k Engelstalig

12 Messias l droombeeld, hersenschim

13 psychose m jongeman met uitzonderlijk veel aandacht voor uiterlijk en mode

14 manie n heilsprofeet

15 repatriëren o overdreven enthousiasme

3 Lees nu het artikel op de volgende pagina.

a Markeer typische kenmerken van Evens’ graphic novels in het groen.

b Markeer autobiografische elementen van zijn boeken in het geel.

4 Keer nu even terug naar de geselecteerde fragmenten uit Evens’ werk op p. 118-119. Welke typische kenmerken van zijn werk en welke autobiogra sche elementen vind je daarin terug?

5 Denk even terug aan het (mini)hoorcollege. Wat was het de niërende kenmerk van een graphic novel? Is dat van toepassing op het werk van Brecht Evens?

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 120
©VANIN

Striptekenaar Brecht Evens bekroond in Angoulême

‘Een avontuur zonder lijden is gewoon vakantie’

De Hasselaar Brecht Evens (33) nam op het stripfestival van Angoulême de speciale prijs in ontvangst voor Het amusement. Wie is de grote belofte van de Vlaamse strip?

PETER MOERENHOUT

Brecht Evens (1986) geldt al jarenlang als een van de grote beloftes. Op 25-jarige leeftijd breekt hij door met Ergens waar je niet wil zijn, een wervelende uitbarsting van kleuren waarin hij de grandeur en de valstrikken van het nachtleven bezingt. Evens toont in de graphic novel al de stijlkenmerken die zijn latere werk naar een hoger niveau zullen tillen. De dialogen zijn vlot en realistisch, de personages spartelen zich door even tragische als komische belevenissen.

Evens begint daarna te experimenteren en laat de bladindeling van de gemiddelde strip achter zich. Geen hokjes en stroken meer, maar paginagrote taferelen, afgewisseld met een stroom van pratende hoofden. De drukke tableaus groeien uit tot een stokpaardje. Evens wordt de beloftevolle benjamin van de nieuwe garde Vlaamse stripmakers en wordt haast doodgeknuffeld. ‘Ik herinner me van die periode een hechte bende van stripmakers die niet veel verkochten’, zegt Evens. ‘We gingen samen naar beurzen, vierden feest en gaven elkaar tips.’ Kort nadien wordt Evens met de vertaling The wrong place genomineerd voor de Eisner Awards, de belangrijkste prijzen in de Angelsaksische stripwereld. Hij wint niet, maar de plaats op de shortlist is op zich al indrukwekkend.

Dandy

In Panter (2014) heeft Evens het over visioenen, manipulatie en waanvoorstellingen. Als een hedendaagse dandy dartelt hij tussen het tekenen door van feest naar feest. MDMA doet hem nog hoger zweven, maar de partydrug staat ervoor bekend ook intense emotionele dieptepunten te veroorzaken.

©VANIN

werd geduwd. ‘Het was grappiger om tegen alles vol overgave “ja” te zeggen en te overdrijven dan om nederig “dankjewel” te zeggen. Zeer leuk allemaal, maar nadien ging het mis.’ Evens belandt in een zware depressie die hij zelf als ‘een enorme leegte’ omschrijft. Hij verzeilt in Parijs en besluit op eigen houtje de antidepressiva af te bouwen. Hij reist af naar Japan om een boek te tekenen voor Louis Vuitton.

Psychose

De energie en vrolijkheid worden manie, later psychose. Evens waant zich een messias. Hij wordt poedelnaakt in een tuin in Tokio gearresteerd en bijt een politieagent. Hij wordt gerepatrieerd en brengt enkele maanden door in een psychiatrische instelling. Stap voor stap overwint hij zijn depressie.

‘Het was een avontuur en in een avontuur moet geleden worden, anders is het gewoon vakantie’, vertelt Evens. ‘Ik pluk daar nu wel de creatieve vruchten van.’ Hij verwerkt zijn ervaringen in Het amusement (2018). De drie hoofdpersonages lijken verschillende aspecten van hemzelf te verbeelden. Jona is een schuchtere jongen met foute vrienden, Rodolphe toont de maker op het toppunt van zijn psychose, Victoria belichaamt de herstellende Evens.

Schild

De onzachte landing wordt ingezet: ‘Brecht Evens’ wordt een personage, een schild en een houvast voor iemand die misschien te snel voor het voetlicht

De eerste boeken van Evens zijn goed, maar geen meesterwerken. Ze missen een oprechte kern, iets wat schreeuwt om losgelaten te worden. Dat is wat Het amusement zo sterk maakt.

Dit weekend won Evens de juryprijs in Angoulême, het grootste stripfestival van Europa. ‘Een grootmeester van het aquarellen’, noemt de jury hem. ‘Zijn boeken gaan over ontmoetingen, baden in kleur en vieren het leven.’

Bron: www.standaard.be

LES 11 HEDENDAAGSE LITERATUUR: DE GRAPHIC NOVEL 121

SPREKEN EN SCHRIJVEN: EEN LEZERSREACTIE

Nu je kennismaakte met de beeldroman, is het tijd om er zelf een te gaan lezen! Na afloop schrijf je een lezersreactie voor hebban.nl, ‘de grootste en leukste lezerscommunity van Nederland en Vlaanderen’. Volg de stappen.

STAP 1 Kies een van de graphic novels op deze en volgende pagina.

STAP 2 Lees die graphic novel aandachtig. Let zeker op de literaire bouwstenen, de technieken (uit lesdeel 2) en de kenmerken van Evens’ literatuur (indien je een werk van hem kiest).

STAP 3 Kies een van de verwerkingsopdrachten.

• Schrijf een korte lezersreactie (maximaal 400 woorden) waarin je je mening geeft over het boek aan de hand van je bevindingen bij stap 2. Lees zeker even de evaluatiecriteria op p. 124. Post je tekstje nadien op hebban.nl.

• Spreek een lezersreactie in (ongeveer drie minuten, gebruik bv. Talk and comment, Audacity …). Lees zeker even de evaluatiecriteria op p. 124.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 122
© Ghost World, Daniel Clowes, 1997, Fantagraphics © Persepolis, Marjane Satrapi, 2000, Atlas Contact © De tamboer van Borodino, Simon Spruyt, 2021, Standaard Uitgeverij © Maus Compleet, Art Spiegelman, 2019, De Bezige Bij
4
© Junker, Simon Spruyt, 2014, SU Strips
©VANIN
LES 11 HEDENDAAGSE LITERATUUR: DE GRAPHIC NOVEL 123
© Jimmy Corrigan, de slimste jongen ter wereld, Chris Ware, 2008, De Bezige Bij © Oogachtend, Brecht Evens © Oogachtend, Brecht Evens © Oogachtend, Brecht Evens
©VANIN

Evaluatiematrix – Spreken en schrijven: een lezersreactie

inhoud

Je geeft duidelijk je mening weer en gebruikt concrete argumenten die verwijzen naar de verhaalanalyse en/of beeldromananalyse.

structuur

Je lezersreactie voldoet aan de volgende structuur: opening – info beeldroman – argumenten positieve en negatieve aspecten –eindoordeel.

taal

Je lezersreactie bevat geen (of zeer weinig) storende taalfouten.

Aanvullende commentaar:

Je geeft duidelijk je mening weer, maar je gebruikt te weinig concrete argumenten die verwijzen naar de verhaalanalyse en/of beeldromananalyse.

Je lezersreactie voldoet bijna volledig aan de gewenste structuur.

Je geeft je mening niet weer en/of geeft onvoldoende argumenten.

Je lezersreactie voldoet niet aan de gewenste structuur.

Je lezersreactie bevat een paar storende taalfouten.

Je lezersreactie bevat veel storende taalfouten.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 124 GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE
©VANIN

Tussenstop 2

TAAL EN WOORDENSCHAT

Taal: nieuwsberichten over taal

Niet alleen in de lessen Nederlands gaat het over taal. Ook in het nieuws duiken geregeld taalgerelateerde berichten op.

De aankondiging van het Gemeenschapsonderwijs dat leerlingen die thuis een andere taal spreken dan het Nederlands, die ook mogen gebruiken op de speelplaats en in de klas, lokt veel reacties uit. Het GO! beroept zich op wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat leerlingen zich beter voelen op school en makkelijker Nederlands leren als ook positief wordt ingespeeld op hun thuistaal.

Het schoolrapport van je kind doornemen, een inschrijvingspapier voor een uitstap naar de kinderboerderij invullen of gewoon wat helpen bij die spreekbeurt over de ruimte van je zoon of dochter. In Vlaanderen is 1 op de 7 volwassenen laaggeletterd. Het gaat hier om cijfers uit een grootschalig OESO-onderzoek (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) dat in 40 landen de geletterdheid van 16- tot 65-jarigen over de hele wereld onderzoekt. Tirhas is een van hen. Zij volgt een traject alfabetisering Nederlands tweede taal: ‘Ik wil goed Nederlands kunnen om mijn kinderen te helpen met hun huiswerk.’

Tweetaligheid verbetert de hersenfunctie en vertraagt de veroudering van de hersenen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek. Hoe vloeiend iemand is in een tweede taal, blijkt belangrijker dan hoe lang hij of zij die taal al spreekt. Er is ook nog gebleken dat meertaligheid de ontwikkeling uitstelt van aandoeningen zoals dementie, alzheimer en parkinson.

Om ouders te ondersteunen bij de taalontwikkeling van hun kinderen, start de stad Leuven met taalcoaching. Vriendjes maken, instructies van de juf of meester begrijpen, vragen kunnen stellen, je gevoelens onder woorden brengen … We gebruiken elke dag zo veel taal. Voor kinderen uit een anders- of meertalig gezin is dat vaak nog moeilijker. Het is voor ouders en leerkrachten zoeken naar de juiste balans tussen de thuistaal en het Nederlands. Bovendien is het ook complexer om in te schatten of de taalachterstand een gevolg is van de meertaligheid, dan wel of er sprake is van een taalontwikkelingsstoornis.

Dis om ontwikkeling aandoeningen afasie, een

e Amerikaanse acteur Bruce Willis, die in 1988 doorbrak met de film Die Hard, stopt met acteren. De 67-jarige Willis kampt met afasie, een taalstoornis. Daarom neemt Bruce na lang nadenken afstand van de carrière die zo veel voor hem betekend heeft.

Naar: vrt.be/vrtnws

125 TUSSENSTOP 2
1
©VANIN

1 Bekijk de nieuwsfragmenten over taal op de vorige pagina. Weet jij wat de gemarkeerde begrippen betekenen? Gebruik de woordleerstrategieën om de betekenis van de gemarkeerde begrippen te verklaren.

De leerlingen mogen hun thuistaal spreken in de pauze op de speelplaats.

Elke stad zou taalcoaching moeten aanbieden.

Kinderen moeten verplicht tweetalig worden opgevoed.

2* Discussieer in groepjes over een stelling naar keuze.

Een traject alfabetisering zou verplicht moeten worden voor laaggeletterden.

a Je krijgt tien minuten de tijd om je voor te bereiden en enkele argumenten op te zoeken.

b Gebruik in je argumentatie zo veel mogelijk woorden uit onderstaand kadertje.

taalstoornis – taalontwikkelingsstoornis – afasie – eentaligheid – tweetaligheid – meertaligheid –thuistaal – moedertaal – alfabetisering – geletterdheid – laaggeletterdheid

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 126
D A B C
2.4
©VANIN

pannutta

pannuun pannussa pannusta pannulle pannulla pannulta

3 Bekijk bovenstaande woorden.

a Weet jij uit welke taal de woorden komen?

b Weet je ook wat ze kunnen betekenen?

c Wat is het verschil met de Nederlandse vertaling?

Der Affe sieht den Elefanten.

Den Affen sieht der Elephant.

4 Bekijk bovenstaande Duitse zinnen.

a Wie ziet wie in deze zinnen?

b Wat gebeurt als je de zinnen naar het Nederlands vertaalt zonder iets aan de woordvolgorde te veranderen?

c Hoe verklaar je het verschil tussen het Duits en het Nederlands?

TUSSENSTOP 2 127
A B
©VANIN

We introduceren enkele nieuwe begrippen.

onthouden

Een synthetische taal is een taal waarbij woorden veelvuldig vervoegd of verbogen kunnen worden. De vervoeging of verbuiging geeft extra informatie.

Een analytische taal is een taal waarin de extra informatie (bv. mannelijk of vrouwelijk, onbepaald of bepaald) in losse, meestal onveranderlijke lidwoorden, voorzetsels en bepalingen gegeven wordt.

Een isolerende taal is het extreemste geval van een analytische taal. De plaats en intonatie bepalen de betekenis, zoals in het Chinees of het Tibetaans

5 Zijn de volgende talen eerder synthetisch of eerder analytisch?

Duits – Fins – Latijn – Engels – Nederlands

6 Talen evolueren, zo ook het Nederlands. Welke uitspraak klopt volgens jou?

Het Nederlands evolueerde van een synthetische naar een analytische taal.

Taal: spelling van het werkwoord

Op iDiddit vind je oefeningen op de spelling van het werkwoord.

Het Nederlands evolueerde van een analytische naar een synthetische taal.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 128
A B
©VANIN

DE LETTERVRETER

LEENWOORDEN

Toen ik nog maar eens een ‘Oh, my God’ van mijn jongste zoon moest incasseren, begon ik stante pede te fulmineren over de anglificatie van zijn vocabulaire. Ik confirmeerde wat ik hem al vaker had gecommuniceerd over mijn allergie aan zijn culturele coup. Zijn Engels manoeuvreerde me richting een attackske. Als hij mij in een Spaanse furie wou laten exploderen, moest hij vooral op deze manier continueren. Na mijn explosie zou een ambulance me dan naar het hospitaal brengen, waar een plastisch chirurg alle partjes terug tot één persoon zou moeten assembleren.

Op dit gejeremieer repliceerde mijn zoon met een ‘What the fuck!’. Uit deze frase probeerde ik zelf een diepere betekenis te distilleren. Vond mijn benjamin mijn uitval ad hominem? Realiseerde hij zich dat hij mij al deze argumenten al ad infinitum had horen declareren, misschien zelfs ad nauseam? Waarom is die senior toch zo conservatief, welk ressentiment koestert hij tegen dat Engels?

Ik persisteerde en accelereerde nog. Dat ik zijn contaminatie met het Engels niet zomaar wou zien als juveniele spielerei. Dat ik van al dat Engels sowieso wanderlust kreeg. Hoe kon het toch dat anno domini 2022 die Angelsaksen in het Nederlands quasi alle leenwoorden uit andere talen in het defensief hadden gedrongen? Ik zei hem dat ik de huidige situatie een complete calamiteit vond. Ik smeekte hem om dat Engels toch niet zo rücksichtslos over te nemen. En ik gaf toe dat ik hoopte de controle over zijn taalgebruik nog te kunnen accapareren. Dat ik hoopte nog een wende te kunnen forceren, dat hij die met zijn talent voor taal zeker nog kon incorporeren.

Mijn captatio benevolentiae eindigde in een total loss, kon ik concluderen uit zijn ‘Shit!’. Dat ik zelf toch voortdurend woorden uit andere talen gebruikte, beet junior me toe. Ik argumenteerde dat de leenwoorden uit het Engels zich tot mijn leenwoorden uit andere talen verhielden als een schlager tot een chanson.

Het was op dat moment dat ik een aha-erlebnis kreeg. Gedecideerd nam ik een ad hocbeslissing. Ik poneerde dat ik zijn vocabularium voortaan zou controleren en proberen te eleveren. Vanaf nu werd eliminatie van het Engels chefsache, terwijl een crescendo van het gebruik van leenwoorden uit andere talen zou accumuleren met een maximalisering van zijn zondagse alimentatie. Mijn fingerspitzengefühl voorspelde me dat deze werkwijze in domo propria sowieso ook extra muros een effect zou sorteren. Maar mijn belhamel vond het duidelijk zum kotzen. Met veel drama stortte hij hyperventilerend neer. ‘Please, please’, piepte hij. Ik persisteerde dat hij moest stoppen met herrie te maken en amok. Ik expliceerde dat ik niet mesjogge was geworden. Dat ik niet de ambitie had om de punaise in zijn humeur te constitueren. Dat het überhaupt niet mijn bedoeling was om al zijn communicatie als een Gestapo te gaan controleren. Dat het Engels an sich niet het probleem vormde, dat ik ook wel snapte dat hij het enigszins moest blijven gebruiken, om geen fremdkörper te worden tussen zijn copains. Dat ik de controle op Engelse leenwoorden thuis zou injecteren met een bepaalde gemütlichkeit, zonder evenwel de gründlichkeit uit het oog te verliezen.

Zijn gelamenteer ging daarop gelukkig pianissimo. Zou ik nu zijn alter ego zien verschijnen? Een jeune premier, een uomo universalis, die voortaan copieuze frasen zou larderen met leenwoorden uit de lingua franca’s van alle grote civilisaties uit de geschiedenis?

Hij pacifeerde zichzelf en zei sotto voce, maar gedecideerd ‘Go fuck yourself’. In plaats van agree to disagree met de angry young man ben ik toen inderdaad ontploft. Een dokter op intensive care is as we speak cut and paste aan het doen met al mijn shrapnels, waarna hij mij helaas zal retourneren naar home sweet home.

TUSSENSTOP 2 129
Bron: standaard.be 1 2 3 4 5 6 7 ©VANIN

Woordenschat

Wouter Deprez is een komiek en cabaretier. Hij is bekend door zijn zaalshows waarin hij op een ludieke manier lijkt te vertellen over zijn vader, zijn roots, zijn gezin, zichzelf. In die shows speelt hij met gevoelens, maar zeker ook met taal. Of zoals hij het zelf zegt: ‘Wat heeft Wouter na al die jaren begrepen van het instrument waar hij mee werkt? Wat doet hem lachen in taal? Wat ontroert Wouter in taal, nog meer dan vroeger? Welke dringende aanpassingen in taal wil Wouter doorvoeren? En waarom worden vraagtekens zo vaak gebruikt om u nieuwsgierig te maken?’

onderweg

In De lettervreter in De Standaard verkent Wouter Deprez tweewekelijks de veelheid aan vormen waarin taal zich aandient. Hij wordt hiertoe getriggerd door het taalgebruik van anderen en in de media. In de manier waarop hij dat doet, herken je de cabaretier in hem!

Lees de eerste paragraaf van de column op p. 129 en beantwoord de volgende vragen.

7* De column is voor de lezers van De Standaard. Maar wie spreekt tegen wie in de column?

8* Wat verwijt hij zijn zoon?

9* Wat doet Wouter Deprez vervolgens in zijn column?

10* Wat is het e ect daarvan? Welke vorm en techniek van humor ontdek je hier?

11* Wat voorspelt Wouter Deprez dat er misschien met hem gaat gebeuren?

Je leest nu het vervolg van de column.

12 De vader heeft niet enkel woorden uit het Engels ontleend. Uit welke talen heeft hij nog woorden/ uitdrukkingen ontleend?

13 De tekst bevat heel wat moeilijke woorden. Op iDiddit staat een opdracht om de taal van oorsprong en de betekenis van de woorden te achterhalen.

14 Oefen even met de nieuwe woorden. Lees de korte tekstjes en beantwoord de vragen met woorden uit de keuzelijst hieronder.

intensive care – spielerei – crescendo – as we speak – frase – wanderlust – stante pede –cut and paste – pianissimo – shrapnel – Gestapo – total loss – gejeremieer – uomo universalis –benjamin – fingerspitzengefühl – mesjogge – amok – shit – fremdkörper – sotto voce – go fuck yourself –ad hominem – vocabulaire – zum kotzen – Gestapo – Javaans – wende – manoeuvreren – chefsache –ambulance – ad infinitum – hospitaal – anno domini – gemütlichkeit – captatio benevolentiae –distilleren – hyperventileren – jeune premier – gründlichkeit

In de middeleeuwen is de katholieke Kerk dominant in alle aspecten van de samenleving. Ze ligt ook aan de basis van het onderwijssysteem. De onderwijstaal is het Latijn. Denk maar aan de septem artes liberales.

a Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 130
ID/ Fred Debrock
©VANIN

In de renaissance blijft men de klassieke oudheid bestuderen, maar die aandacht voor de taal, literatuur en wetenschap van de oudheid stimuleert ook de belangstelling voor de natuur en de werkelijkheid waarin men leeft. Waar de middeleeuwse wetenschap gebaseerd is op de autoriteit van gezaghebbende teksten, baseert de wetenschap zich meer en meer op persoonlijk en kritisch onderzoek. Belangrijk is ook dat wetenschap en cultuur niet langer alleen Latijnse teksten bestuderen, maar ook teruggrijpen naar de andere klassieke taal, het Grieks en zelfs naar de nationale talen.

b Welke woorden uit een andere klassieke taal zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?

In West-Europa krijgen jonge mannen uit de rijke, goed opgeleide elite privéonderwijs in die natuurwetenschappen, kunst en talen. De klassieke talen behoren tot het standaardpakket, samen met andere vreemde Europese talen en gebruiken. Die jongeren moeten tijdens hun grand tour ter plaatse ervaren wat ze hebben geleerd. Die grand tour is een rondreis langs de klassieke monumenten in Italië en Frankrijk en een afsluitend onderdeel van de opvoeding. Ze hebben geen probleem met Italiaanse woorden, omdat ze al een goed idee hebben van de taal van een van de grootste landen van die tijd en haar aanzienlijke invloed op religie, kunst en wetenschappen in heel Europa.

Het Italiaans en het Frans waren toen de dominante talen in West-Europa, maar bij ons ontwikkelde ook het Nederlands zich.

c Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands opgenomen zijn?

In de 18e en 19e eeuw komt er een reactie tegen de verlichtingsideeën van Descartes, Voltaire, Montesquieu, Rousseau, Locke, Spinoza, Kant. De stelling van die grote verlichtingsdenkers dat alleen het gebruik van de rede en het gezond verstand tot de waarheid kan leiden, wordt onderuitgehaald door de terreur van de Franse Revolutie en de napoleontische oorlogen.

Daarom keren de romantici zich ook af van Frankrijk. Ze grijpen terug naar de Kerk en de middeleeuwen, de Oudgermaanse en oriëntaalse wereld.

In Duitsland breekt de Sturm-und-Drangperiode aan. De briefroman van Goethe, Die Leiden des jungen Werthers is typisch hiervoor. De protagonist laat zich in zijn handelen volledig leiden door zijn gevoelens, wat tragisch eindigt. Die stroming leidt in dat land ook tot een sterk doorgedreven nationalisme en het ontstaan van het Duitse Keizerrijk in 1871, maar in de 20e eeuw krijgt het een pejoratieve betekenis door het nationaalsocialisme.

In Engeland zetten de romantic poets zoals Wordsworth, Keats, Byron en Shelley de toon.

d Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?

TUSSENSTOP 2 131
©VANIN

In de 19e eeuw worden ook de koloniale rijken verder uitgebouwd. In de vorige eeuwen waren Spanje en Portugal de grote koloniale mogendheden, maar in de 19e eeuw worden het Verenigd Koninkrijk en het Koninkrijk der Nederlanden de twee grootste.

De grondslag van het Nederlandse koloniale rijk wordt tijdens de Gouden Eeuw gelegd door de VOC en de WIC, of voluit de Verenigde Oost-Indische Compagnie en de West-Indische Compagnie. De VOC is actief in Zuid-Afrika en het Verre Oosten (India, Sri Lanka, Indonesië, Maleisië) en de WIC aan de westkust van Afrika (de Nederlandse Goudkust of Ghana én de Slavenkust of Benin, Togo en Nigeria), de Golf van Mexico en Latijns-Amerika (o.a. de Nederlandse Antillen, Guyana en Suriname).

e Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?

Even ingrijpend in diezelfde eeuw is de industriële revolutie. Voor 1800 bestonden er natuurlijk al machines, maar deze worden aangedreven door de kracht van mens of dier, soms door water of wind. Revolutionair is het massale gebruik van nieuwe energiedragers en -bronnen, zoals stoom, elektriciteit, olie, gas en in de 20e eeuw ook kernenergie.

Moderne machines zorgen voor een snellere en grootschalige productie van bv. stoffen en ijzer. Ook komen er nieuwe reis- en vervoersmogelijkheden door de auto, de trein, het schip en het vliegtuig.

Er wordt ook vooruitgang geboekt op wetenschappelijk gebied. Uitvindingen zoals de telefoon, de radio, de microscoop en de telegraaf dragen bij aan veranderingen in de maatschappij. De ontdekking van de röntgenstraal en de komst van de röntgenfoto, samen met de antibiotica (zoals penicilline) en nieuwe chirurgische technieken zorgen voor een omwenteling in de medische wereld.

Engeland is de voortrekker in de eerste industriële revolutie, maar al vlug volgen België, later ook Frankrijk en Pruisen. Op het einde van de eeuw pompen de VS de eerste aardolie op en leggen zo de basis voor de ontwikkeling van de automotor, de uitvinding van kunststoffen en de petrochemische industrie.

Met de opkomst van de computer in de jaren 50 en de doorbraak van het internet vanaf de jaren 70 is de digitale revolutie ingezet, waar de klemtoon vooral ligt op de diensteneconomie en de globalisering. De VS geven oorspronkelijk de richting aan, maar geleidelijk nemen Japan, Zuid-Korea en nu ook China het over.

f Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?

g Welke woorden hebben vandaag een pejoratieve betekenis en gebruik je dus beter niet in een alledaags gesprek?

h Welke woorden verwijzen naar de recente Duitse politiek?

i Vreemd genoeg blijven er nog enkele woorden over. Hoe verklaar je die?

15* Leg nu kort uit waarom Wouter Deprez met het overwicht van Engelse woorden/uitdrukkingen in de laatste alinea van zijn column de tijdsgeest correct weergeeft.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 132
©VANIN

ACADEMISCHE VAARDIGHEDEN: EEN ONDERZOEKSVRAAG FORMULEREN

Binnenkort verlaat je het secundair onderwijs en zet je je eerste stappen in het hoger onderwijs. Verder in dit leerwerkboek vind je nog heel wat informatie over verder studeren. In het hoger onderwijs zul je een onderzoeksgerichte houding moeten aannemen. Je zult immers papers en een scriptie moeten schrijven. Die teksten vertrekken altijd vanuit een goede onderzoeksvraag. Wat dat precies is en hoe je die moet opstellen, leer je in dit lesdeel.

onthouden

Een scriptie is een geschreven werkstuk waarin je de resultaten neerschrijft van een eigen onderzoek. Meestal doe je daar meerdere maanden over, vooral tijdens het laatste jaar van je opleiding.

Een paper is een wetenschappelijke tekst van beperkte lengte, meestal geschreven als opdracht (bijvoorbeeld om een vak af te ronden).

1 Er zijn verschillende soorten onderzoeksvragen. Verbind die met de deelvragen en het voorbeeld.

1 beschrijvend a Wat zijn de positieve/negatieve punten? Wat is de waarde?

2 vergelijkend b Wat zijn de verschillen en de overeenkomsten?

3 evaluerend c Waar zal dit toe leiden? Zal in de toekomst …?

I Wat zijn de verschillen tussen Vlaamse en Nederlandse gebarentaal?

II Hoe komt het dat stof H smelt in een omgeving van 170 graden?

III Hoe kan het ministerie van Onderwijs ervoor zorgen dat analfabetisme in België tegen 2030 met 50% daalt?

4 verklarend d Hoe kunnen we dit oplossen? IV Is het openbaar vervoer in België tegen 2050 goedkoper dan met de auto rijden?

5 voorspellend e Wat zijn de kenmerken? V Wat is de meerwaarde van een gezonde lucht in de schoolomgeving voor jongeren?

6 ontwerpend f Wat zijn de oorzaken en de gevolgen?

VI Wat is het beleid in Vlaamse scholen voor kinderen met dyslexie?

TUSSENSTOP 2 133
1 2 3 4 5 6 2 ©VANIN

2* Een goede onderzoeksvraag opstellen is niet eenvoudig. De afbeelding toont de criteria waaraan een onderzoeksvraag moet voldoen. Begrijp je alle criteria?

3 Lees nu de onderstaande onderzoeksvragen. Zijn dit goede voorbeelden?

• Indien de vraag goed is, noteer dan om welke soort onderzoeksvraag het gaat.

• Indien de vraag niet goed is, schrijf dan op aan welk(e) criterium/criteria ze niet voldoet.

a Hebben jongens meer talent voor techniek dan meisjes en speelt opvoeding daarbij een rol?

b Wat is de Industriële Revolutie?

c Wat zijn de hygiënische gevaren van zwerfkatten in stedelijke gebieden?

d Hoe kun je de Tweede Wereldoorlog verklaren?

e Hoe kan de begeleiding rond seksuele gezondheid in wijk XXX verbeterd worden?

f Hoe kan de armoede in België verminderd worden?

g Welk effect hebben gewelddadige films en games op het gedrag van kinderen?

h Welk effect heeft het afnemen van preventieve alcoholcontroles op het aantal mensen dat dronken achter het stuur zit?

Bron: www.scribbr.nl

©VANIN

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 134

Het belang van scripties wordt onderstreept door de jaarlijkse Vlaamse Scriptieprijs. Uit duizenden inzendingen uit alle mogelijke afstudeerrichtingen wordt de beste scriptie beloond met een geldprijs en promotie via verschillende mediakanalen.

4 Lees en bekijk de bronnen op de volgende pagina’s over genomineerde of winnende kandidaten.

a Kun je een mogelijke onderzoeksvraag formuleren voor elke scriptie?

b Bepaal ook steeds welke soort onderzoeksvraag je opstelde.

©VANIN

Als je je onderzoeksvraag hebt opgesteld, begint de zoektocht naar bruikbaar bronmateriaal. Ter illustratie vertrekken we vanuit het thema ‘klimaat’.

5 Welke van de onderstaande onderzoeksvragen is de beste? Welke soort onderzoeksvraag is het?

 Kunnen we samen een groenere toekomst maken?

 Is het mogelijk om enkel op technologie te steunen om de opwarming van de aarde tegen te gaan?

 Welke technologische ontwikkelingen kunnen ervoor zorgen dat we de klimaatdoelstellingen van 2050 halen?

soort onderzoeksvraag:

Op p. 136-140 vind je een aantal mogelijke bronnen bij de bovenstaande onderzoeksvraag.

6 Lees de bronnen beoordelend en zoekend.

a Ga na of de bronnen betrouwbaar en bruikbaar zijn.

b Zo ja, duid de informatie aan die de onderzoeksvraag kan beantwoorden.

7 Als slotopdracht ga je nu in groepjes aan de slag met een eigen onderzoeksvraag.

STAP 1 Kies een van de volgende thema’s: economie, taal, cultuur, wetenschap, wiskunde.

STAP 2 Probeer nu voor jezelf een specifieker subthema te bepalen. Bij cultuur kun je bv. sciencefiction opperen, en bij economie kun je bv. gaan voor recessie.

STAP 3 Binnen je groep overloop je nu de subthema’s. Luister aandachtig naar elkaar. Na ongeveer een kwartier kies je het subthema van de groep.

STAP 4 Iedereen denkt individueel na over een onderzoeksvraag. Denk aan de criteria waaraan die moet voldoen! Vul ook aan welke soort onderzoeksvraag je opstelde.

STAP 5 Ga nu verder met een onderzoeksvraag die een goede beoordeling kreeg. Iedereen gaat op zoek naar een bron (geschreven of audiovisueel) waarin je een (gedeeltelijk) antwoord vindt op de onderzoeksvraag. Beoordeel de betrouwbaarheid van je bron en selecteer de info die de vraag beantwoordt. Vat je bron samen in een tiental zinnen.

TUSSENSTOP 2 135
5.8
© De Vlaamse Scriptieprijs

De toestand van bijen gaat al enkele decennia achteruit. Sinds 1990 zijn al meer dan 25% van alle wilde bijensoorten ter wereld verloren gegaan door het verlies van hun habitat, pesticidengebruik, ziektes en invasieve soorten … De mens is verantwoordelijk voor deze negatieve trend. Het verlies van bijen heeft verstrekkende gevolgen aangezien ze als bestuivers een belangrijke taak vervullen in het ecosysteem. Ze zijn essentieel in de voortplanting van talloze plantensoorten, waaronder veel belangrijke gewassen in onze voedselindustrie zoals koffie, cacao, tomaten, sojabonen en nog veel meer. Deze zouden van ons menu kunnen verdwijnen als bestuivende insecten niet langer in staat zijn ons een handje te helpen.

Gelukkig kunnen we de dalende trend nog keren: een strenger beleid rond het gebruik van pesticiden, bloemenstroken aan de rand van landbouwgrond aanleggen, maaien van het gras een keertje overslaan … acties in de goede richting, maar er is meer gericht wetenschappelijk onderzoek naar het foerageergedrag van bestuivers noodzakelijk.

Om tot gecontroleerde, experimentele proefopstellingen te komen, kwamen wetenschappers doorheen de jaren met verschillende oplossingen zoals simpele artificiële bloemen die makkelijk te manipuleren zijn. Hierbij bleef observatie van het gedrag van bijen door een wetenschapper nog steeds nodig.

Een video-opname zou soelaas kunnen bieden, maar het achteraf bestuderen van uren en uren aan beeldmateriaal blijft een werk van lange adem. De Finse onderzoekers Kuusela en Lämsä (2016) bedachten een artificiële bloem die bezoekjes van bijen automatisch registreert met behulp van sensors. Zij bouwden een robotbloemenveld, met kabels verbonden aan hun computer. Al een flinke verbetering, maar mijn promotor en ik dachten: het kan nog beter.

De opdracht voor mijn masterthesis biologie was de robotbloem volledig draadloos maken waardoor deze veel breder inzetbaar is, ook zonder computer of elektriciteit in de buurt. De robotbloemen kregen daarvoor elk hun eigen minicomputer en een batterij. Voor de dataoverdracht gebruikte ik ‘Internet of Things’ (IoT), waarbij de gegevens van bezoekende bijen via radiosignalen worden doorgegeven aan een antenne. De robotbloem kan in een stad in een straal van 2 tot 5 kilometer rond een IoT-antenne geplaatst worden, in open gebied is de reikwijdte tot wel 15 kilometer.

Bron: scriptieprijs.be

4

De startende leraar in Brussel

Nergens anders in ons land beginnen er jaarlijks meer startende leraren met lesgeven dan in Brussel. Er is een grote doorstroom van de lerarenopleiding naar de Brusselse scholen. Dit is op zich wel logisch, door de vele vacatures kunnen starters redelijk vlot aan de slag. Brussel is goed bereikbaar en de meeste starters zien de uitdaging van lesgeven in een grootstad wel zitten. Helaas stopt bijna de helft van de startende leraren binnen een periode van vijf jaar met lesgeven in Brussel. Een deel gaat op een andere plaats lesgeven, een ander deel keert het onderwijs definitief de rug toe. Dit heeft een grote negatieve impact op het lerarentekort.

Wanneer de uitstroomcijfers bij startende leraren zo dramatisch zijn, rijst de vraag ‘Wat houdt de ervaren Brusselse leraren gemotiveerd?’. Brussel heeft immers ook een grote groep leraren die al vele jaren lesgeven in Brussel en dit waarschijnlijk tot het einde van hun carrière zullen blijven doen. Om te weten te komen wat ervaren Brusselse leraren motiveert, werden negen leraren, met meer dan twintig jaar ervaring op de teller, geïnterviewd. Zij werden bevraagd over hun loopbaan, de hindernissen die zij ervaren hebben, wat hen motiveert en over de context Brussel. Niet alleen deelden zij hun verhaal, ze gaven ook concrete tips voor startende leraren over klasmanagement, organisatie, je inwerken in een schoolcultuur en taalontwikkelend lesgeven. Al deze informatie werd samengevoegd in een brochure die kan gebruikt worden bij de aanvangsbegeleiding van startende leraren in Brussel. Deze brochure kreeg de naam Lesgeven in BXL. Negen leraren betekent negen verschillende manieren van lesgeven, elke starter zal zich met een van de leraren kunnen identificeren. Ze kunnen zichzelf herkennen in de moeilijkheden die ervaren leraren beschrijven en motivatie putten uit hun succesverhalen.

Bron: scriptieprijs.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 136
BRON 1 BRON 2 Time is (t)issue BRON 3 Rouwtool na zelfdoding
BRONNEN ©VANIN
BRON

Technologie als klimaatredder

Zonnepanelen die als een schild rond de aarde liggen en spinnende katten die met hun trilling stroom opwekken. Tekeningen over de toekomst, gemaakt door bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’, laten veel technologische oplossingen voor de klimaatcrisis zien. ‘Op veel vlakken kunnen we met techniek ver komen.’

Mariska Van Sprundel – 13 oktober 2022

Bezoekers van de tentoonstelling ‘ Energy Junkies’ in de Studio van NEMO Science Museum, tekenen hoe zij de toekomst zien in het licht van klimaatverandering. NEMO Kennislink maakt een selectie uit de tekeningen en verkent de kunstwerkjes met een deskundige. In deze aflevering: technologie als magic bullet.

‘In een film over de toekomst horen gewoon vliegende auto’s te zitten’, zei Bob Gale, scenarioschrijver van de eighties klassieker  Back to the Future, eens in een interview. Datzelfde geldt ook voor tekeningen over de toekomst, moeten sommige bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’ hebben gedacht. Op de vraag hoe zij de toekomst zien in het licht van klimaatverandering tekenden zij vliegende auto’s en stepjes. Ook zelfrijdende auto’s die voortrazen over een wegdek met zonnepanelen, spinnende poezen die met hun trilling stroom opwekken, kernfusie en mannetjes die naast een CO 2 -neutrale vleesfabriek staan te barbecueën, zijn op de tekeningen te zien. Favoriet op de redactie is een netwerk van zonnepanelen dat als een schild rond de aarde ligt.

Die tekeningen lijken stuk voor stuk te zeggen: technologie is de sleutel. Er spreekt optimisme uit: met vergroening van de energieproductie komen we er wel. Is het mogelijk? Een toekomst waarin energie zo schoon en ruim voorhanden is dat de consumptie beperken volstrekt onnodig is? ‘Als het gaat over klimaat, dan is technologie zowel een oorzaak als een groot deel van de oplossing’, zegt hoogleraar Floor Alkemade van de Technische Universiteit Eindhoven. Zij doet onderzoek naar technologische innovaties die nodig zijn voor duurzame energie en mobiliteit en hoe we die technologie snel en eerlijk kunnen inzetten in de samenleving.

Vergroenen en besparen Technologische vernieuwing heeft de mensheid veel gebracht. De menselijke evolutie hangt er zelfs nauw mee samen. Wat 2,5 miljoen jaar geleden begon met handgemaakte gereedschappen om de wereld naar onze hand te zetten, is uitgegroeid tot de productie van auto’s, smartphones en operatierobots. In dat opzicht is het niet vreemd dat veel mensen hun geld inzetten op technologie om uit de klimaatcrisis te komen. ‘Het internationale klimaatpanel IPCC van de Verenigde Naties noemt technologie ook in het rijtje met mogelijke oplossingen’, licht Alkemade toe. ‘Het IPCC geeft aan dat, hoewel de situatie zorgelijk is, we door snelle en grootschalige toepassing van schone technologieën die nu al bestaan, de opwarming van de aarde kunnen beperken tot een aanvaardbaar niveau.’

Met technologie komen we inderdaad een heel eind, meent Alkemade, maar om de klimaatdoelen te halen moeten we niet alleen vergroenen, maar ook besparen. Wat volgens haar niet betekent dat we karig hoeven te leven. ‘Er wordt gewoon veel te veel energie verspild.’ Het feit dat iedereen een eigen auto heeft, raakt ook aan die verspilling. ‘Voor mobiliteit kunnen we betere systemen bedenken die het aantal auto’s per persoon naar beneden brengen. Dat hoeft geen opoffering in comfort te zijn. Ga je naar zelfrijdende auto’s die je met elkaar deelt, dan betekent het veranderen, niet per se inleveren.’ Achterover leunen en youtuben tijdens de autorit wordt gewoon een nieuw criterium voor comfort. Onderweg lekker kattenfilmpjes op je telefoon!

Vliegen is daarentegen moeilijk te verduurzamen op korte termijn. Accu’s zijn groot en zwaar, daarmee komt een vliegtuig niet van de grond. Biobrandstof als alternatief voor kerosine is ook geen oplossing, vanwege de botsing met voedselproductie. Verbouwen we maïs om de wereld te voeden of om naar een zonnige vakantiebestemming te vliegen? Het eerste is een basisbehoefte, het tweede niet. ‘Op veel vlakken kunnen we met technologie ver komen. Maar op de plekken waar vergroening moeilijk is, moeten we het toch met minder of fundamenteel anders gaan doen.’

TUSSENSTOP 2 137
BRON
A ©VANIN

Niet afwachten

De keerzijde van vol inzetten op zonnepanelen, windmolens en elektrische auto’s is dat het nieuwe problemen met zich meebrengt. Voor de productie ervan zijn mineralen als kobalt, lithium en koper nodig, waarvan de voorraden op aarde niet eindeloos zijn. Schaarste is niet eens het grootste probleem. De huidige lithiummijnen zijn vooral problematisch vanwege schade aan ecosystemen en schending van mensenrechten. ‘De vraag is hoe we die grondstoffen op een nette en verantwoorde manier kunnen winnen’, zegt Alkemade. ‘Het valt overigens te verwachten dat de prijzen van grondstoffen gaan stijgen, wat de zoektocht naar alternatieven aanzwengelt. Kunnen we batterijen maken zonder lithium, die op zout werken? Of het lithium uit batterijen beter recyclen? Naar recyclen van zonnepanelen doet bijvoorbeeld TNO veel onderzoek.’

Op een van de toekomsttekeningen staat een nog uit te vinden, revolutionaire machine: aan de ene kant gaat er CO 2 in, aan de andere kant komt er schone energie uit. Dat zou wat zijn! Is het mogelijk dat wetenschappers iets uitvinden waardoor het opwekken van groene stroom sneller en makkelijker gaat? Alkemade denkt het wel. ‘Maar we moeten er niet op wachten. De geschiedenis heeft laten zien dat we nieuwe technologieën en de impact ervan slecht kunnen voorspellen. We moeten er niet op rekenen dat we over tien, twintig jaar iets geweldigs uitvinden wat het klimaatprobleem oplost. Onderzoek naar technologische innovaties moet zeker doorgaan, maar we moeten vooral ook nú aan de slag.’ Wachten op die magic bullet maakt de sociale en financiële kosten van klimaatverandering alleen maar hoger.

Bron: www.nemokennislink.nl

Betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de bron beoordelen

Welke instantie publiceerde de bron?

Wie is de zender (auteur/maker)?

• Is de zender een expert in het onderwerp?

Is de bron objectief of subjectief ?

• Staan in de bron vooral feiten of vooral meningen?

• Is de zender onpartijdig?

• Geeft de zender aan of hij partijdig is?

Van wanneer dateert de bron?

• Is de informatie nog actueel?

• Is de bron ooit aangepast?

Bevat de bron verwijzingen naar andere bronnen?

• Zijn die verwijzingen relevant?

• Zijn die andere bronnen betrouwbaar?

Wat is het doel van de zender? informeren – beïnvloeden – overtuigen – voorschrijven –amuseren – ontspannen – ontroeren

Is de bron relevant voor mijn opdracht?

• Is het onderwerp relevant?

Wat kan ik gebruiken uit deze bron?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 138
©VANIN

Ik wil geen generatie die gedeprimeerd is door de klimaatreligie

D e OVDS, de lerarenorganisatie Oproep voor een Democratische School, deed een klimaatenquête bij 3 259 leerlingen. Ze kwam tot de onthutsende vaststelling dat amper 13% van de 17- en 18-jarige spijbelende beugelbekjes het mechanisme van de klimaatopwarming kent. Negen op de tien zijn quasi klimaatanalfabeet. Tien procent gelooft zelfs dat steenkool een hernieuwbare energiebron is. Bij de jongere vitabishummeltjes ligt de klimaatkennis zelfs onder de graad van debiliteit. Zes op de tien gelooft zelfs dat kerncentrales grote hoeveelheden CO2 uitstoten.

Pensée unique

Onze leerkrachten natuur- en scheikunde zouden hun discipelen beter kunnen leren dat er naast de alarmerende wetenschappelijke pensée unique van Greta & co ook natuurkundigen (zelfs van het IPCC) bestaan die beweren dat het klimaat chaotisch, niet lineair en dynamisch is, dat het CO2-gehalte in de atmosfeer amper 0,04 % is en dat de hoeveelheid daarvan die uitgestoten wordt door de mens, ongeveer 5% bedraagt of nauwelijks 0,0002% (cero, cero, cero, cero, dos). Dat de temperatuur van de atmosfeer lineair afneemt met de toenemende hoogte, the adiabatic laps rate. Dat een hoger elementair volumetje atmosfeer, waaronder CO2, steeds kouder is dan een zich iets lager bevindend elementair volumetje en dus kouder dan het aardoppervlak. Dat de tweede wet van de thermodynamica beschrijft dat warmte, ook in de vorm van straling, steeds stroomt van een object met een hogere temperatuur naar een object met lagere temperatuur en dat een hoger gelegen en per definitie kouder elementair volumetje atmosfeer, met daarin CO2, de aarde derhalve niet zou kunnen opwarmen.

Japanse en Finse wetenschappers zoals Jyrki Kauppinen en Peka Malmi, evenals de NASAklimaatwetenschapper Rex Flemming beweren dat kosmische stralen zorgen voor lage wolken en klimaatopwarming. Of CO2 heeft zo veel te maken met de klimaatverandering als een ooievaar met de geboorte van kinderen. Dat water, zonlicht en CO2 noodzakelijk zijn voor het leven op aarde en dat het leven stopt als je één van de drie wegneemt. Dat elke plant sterft als het CO2gehalte daalt onder de 0,016%. Dat de aarde de laatste decennia vergroend is door de toename van CO2, enzovoort.

Of die wetenschappers gelijk hebben of niet, weet ik niet, want ze worden in de media gemuilkorfd en uitgesloten van elk debat

Of die wetenschappers gelijk hebben of niet, weet ik niet, want ze worden in de media gemuilkorfd en uitgesloten van elk debat. In de lessen biologie zouden de studenten kunnen leren dat er in het Eemien, zo’n 120 000 geleden, al ijsberen op de pool rondliepen en het overleefd hebben zonder ingesmeerd te zijn met Nivea, niettegenstaande het er toen vijf graden warmer was dan vandaag.

Apocalyps

Ik ben echter te oud geworden om nog klakkeloos te geloven in de apocalyps en de zondvloed. In 1972 voorspelde de Club van Rome de instorting van de productie en de consumptie door uitputting van de grondstoffen tegen het einde van de 20e eeuw. Op 28 april 1975 schreef de wetenschappelijke editor Peter Gwynne in Newsweek nog naar aanleiding van rapporten van de NOAA-NASA: ‘Scientists are almost unanimous that global COOLING was underway’. Ondertussen hebben we ook het verdwijnen van al onze bossen overleefd door de zure regen en is het gat in

TUSSENSTOP 2 139
©VANIN
BRON
B

de ozonlaag nagenoeg gedicht. Een kleine 20 jaar geleden vielen duizenden wetenschappers over elkaar heen met apocalyptische voorspellingen rond de Millenniumbug of de Millenniumbom. In de Verenigde Staten werd zelfs een heuse ‘Centre for Y2K stability’ opgericht. Maar toen de klok op 31 december 1999 om middernacht twaalf keer sloeg, vielen de vliegtuigen niet uit de lucht: ‘fake science’.

Het is de taak van het onderwijs om kinderen op te voeden tot kritische geesten

Het is de taak van het onderwijs om kinderen op te voeden tot kritische geesten in plaats van hun vleugels te kortwieken en hun beugelbekjes aan te draaien tot groene papegaaien. We hebben geen nood aan een generatie die gedeprimeerd is door de donderpreken van de klimaatreligie. How dare you!

In zijn nieuwste boek Geen blad voor de mond kunt u meer bijdragen lezen van Jean-Marie Dedecker over klimaat en onderwijs. Het boek is ook verkrijgbaar in onze webwinkel.

Bron: doorbraak.be

©VANIN

Betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de bron beoordelen

Welke instantie publiceerde de bron?

Wie is de zender (auteur/maker)?

• Is de zender een expert in het onderwerp?

Is de bron objectief of subjectief ?

• Staan in de bron vooral feiten of vooral meningen?

• Is de zender onpartijdig?

• Geeft de zender aan of hij partijdig is?

Van wanneer dateert de bron?

• Is de informatie nog actueel?

• Is de bron ooit aangepast?

Bevat de bron verwijzingen naar andere bronnen?

• Zijn die verwijzingen relevant?

• Zijn die andere bronnen betrouwbaar?

Wat is het doel van de zender? informeren – beïnvloeden – overtuigen – voorschrijven –amuseren – ontspannen – ontroeren

Is de bron relevant voor mijn opdracht?

• Is het onderwerp relevant?

Wat kan ik gebruiken uit deze bron?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 140

LEZEN – TIENERTAAL: DIVERS OF TRIBAAL?

Lees de tekst op de volgende pagina.

1 Parafraseer de visie van de auteur in een doorlopende tekst zodat die visie duidelijk is voor iemand die het artikel niet gelezen heeft. Je moet ook de nuances van de auteur in jouw formulering weergeven! De volgende vragen helpen je daarbij, maar je hoeft die niet in dezelfde volgorde te beantwoorden.

a Komen kinder- en jongerentaal alleen voor in de generaties na 2000?

b Is dit idioom moeilijk om te leren voor andere generaties?

c Kun jij het idioom van je jongere broers of zussen leren gebruiken?

d Zou dat geapprecieerd worden? Waarom (niet)?

e Hebben we die woorden nodig om te communiceren?

f Waar halen die kinderen en jongeren die woorden?

g Wijzen die varianten niet op een groeiende openheid tegenover de toenemende maatschappelijke diversiteit?

h Is er een andere verklaring voor het gebruik van dat idioom?

TUSSENSTOP 2 141
3 ©VANIN

Tienertaal: divers of tribaal?

‘Tieners bewaken zorgvuldig de buitengrenzen van hun kliek’, schrijft Freek Van de Velde. Als u ‘sheesh’, ‘drip’ of ‘fissa’ niet kent, dan bent u niet welkom.

Zeg niet capuchontrui, zeg hoody.

Het kinderwoord van het jaar is ‘ma stobbe’, het tienerwoord ‘bestie’. Ik ben aan de universiteit zo’n zeven uur per dag met taal bezig – inbegrepen: zouteloze kletspraat verkopen in aanpalende koffietentjes over de middag – maar ik moet u bekennen dat ik van de geshortliste woorden een minderheid met argelozesouplesse in een volzin zou kunnen gebruiken. Ik moet me daar niet schuldig over voelen, want ik ben in de ogen van het jonge grut veels te bejaard om me überhaupt te mogen vergrijpen aan hun idioom

Als ik het over ‘sheesh’, ‘drip’ of ‘fissa’ zou hebben, dan sorteert dat hetzelfde effect als wanneer ik een even krampachtige als vruchteloze poging zou ondernemen om met een hoody (heette vroeger: ‘capuchontrui’) op afgetrapte sneakers (voor de ouderen: ‘gympen’) met de vrienden van mijn tienerzoon samen te ontsnappen uit een escaperoom (vroeger bekend als: Fort Boyard ): ronduit gênant.

Vijandige linie

Leeftijd speelt een sterke onderscheidende rol in sociaal contact. Als u een 35-jarige uit Mechelen bent, dan is de kans groter dat u een 35-jarige uit Gent kent dan een 20-jarige uit Mechelen zelf. Leeftijdscohortes, en zeker tieners, bewaken zorgvuldig de buitengrenzen van hun kliek. Te jonge broertjes en oude viespeuken komen er niet in. Moeder is niet welkom in de repetitieschuur van de garageband. Taal is een stuurse grenswachter aan een vijandige linie.

Anders dan veel taalkundigen geneigd zijn te denken, dient taal niet in de eerste plaats om op een zakelijke manier nuttige info over te dragen. Wie weleens geprobeerd heeft instructies voor een zelfbouwpakket door te telefoneren, weet dat zoiets moeizaam verloopt. Roddelen en ouwehoeren gaan vanzelf. Daar haal je sociale banden mee aan en sluit je ongewenste sujetten mee uit. Door je tongval geef je te kennen tot welke subgroep je wilt behoren. Uit onderzoek blijkt dat mensen instinctief mensen met hetzelfde accent sneller vertrouwen. ‘Crossing’ en ‘passing’ zijn termen uit de sociolinguïstiek voor het fenomeen dat mensen hun best doen om door te gaan voor iemand uit een andere taalcultuur. Dat wordt vaak ervaren als een schending van impliciete grenzen. Imiteer als Antwerpenaar een West-Vlaming en je bevindt je binnen de kortste keren in balkanoïde schermutselingen

argeloos: zonder zich van mogelijk gevaar bewust te zijn de souplesse: buigzaamheid, flexibiliteit, soepelheid het grut: hier: kleine kinderen het idioom: eigenaardigheden van een taal de cohort: groep uit de samenleving die een gemeenschappelijk kenmerk bezit stuurs: onvriendelijk, nors het sujet: schoft, verachtelijk iemand balkanoïde: afleiding die verwijst naar de Balkanoorlogen, de aanzet tot WO I de schermutseling: onbeduidend gevecht

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 142
woord
©VANIN

‘Kinder- en jongerentaal ontstaan in de wereld van TikTok, Instagram en straattaal. Die wereld bulkt van de diversiteit en taalvariatie’, zegt Geertje Slangen, taaladviseur van de VRT. Het klopt dat de woorden uit een grootstedelijke scène komen, maar dat betekent niet dat ze een open, diversiteitslievende houding uitdrukken. Ze dienen juist om de eigen groep af te perken. De obscure woorden zijn als een wachtwoord aan het schuifluikje van een speakeasy in de jaren 20. In die zin bevorderen ze de diversiteit juist níét.

Dat de woorden uit zo’n divers taalpalet betrokken worden, met invloeden uit het Engels en het Sranantongo, heeft een evolutionaire reden. Zoals geldt voor het overdreven gevarieerde gezang van vogels, is een grotere variatie nuttig om buitenstaanders te laten denken dat het territorium bevolkt wordt door een grote groep, en niet door

een eenzaam mannetje. Er is geen reden om aan te nemen dat de homo sapiens niet voor een stuk door dezelfde territoriale driften beheerst wordt.

Bron: www.standaard.be woord de speakeasy: bar die illegaal alcohol verkoopt

TUSSENSTOP 2 143
Freek Van de Velde, taalwetenschapper (KU Leuven)
©VANIN

Willem Elsschot: Het dwaallicht

Je leert de schrijver

Willem Elsschot en zijn werk beter kennen 1

Je leert de kenmerken van de nieuwe zakelijkheid

EEN ZAKELIJK SCHRIJVER

Je leest fragmenten uit de novelle Het dwaallicht bespreekt de inhoud en de stijl 3

Je analyseert de vorm en stijl van een graphic novel 2 4

1 Je krijgt een beknopt portret te zien van Willem Elsschot. Vul de ontbrekende woorden aan.

Willem Elsschot 1882-1960

Willem Elsschot ging voor , niet voor kwantiteit. Zijn hele oeuvre is in totaal maar dik. Hij schrijft , en vooral heel

Tom Lanoye beschrijft Willem Elsschot als volgt: ‘Hij was de eerste die het verwijt kon krijgen, want je ziet dat ook in de architectuur, je ziet dat ook in het design … dat het allemaal zo was, zo . Terwijl zijn kracht erin bestond … inderdaad . Alleen maar de woorden die ertoe doen. Een , een . Het is eigenlijk een soort introduceren in de Vlaamse literatuur.’

En zijn stijl slaat aan: Villa des Roses, , . Het zijn stuk voor stuk die nu nog altijd populair zijn. Elsschot zelf blijft ondanks zijn succes altijd de zelve.

2 In het fragment verwijst men naar de bijzondere stijl van Elsschot. In de Trajectwijzer vind je nog meer info over die stijlstroming, de Nieuwe Zakelijkheid. Vat ze hieronder samen.

les
1 15.7.3 12
TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 144
©VANIN

HET DWAALLICHT

Een ellendige novemberavond …

Luister naar Elsschot die de eerste regels van zijn novelle voorleest.

Scan deze pagina en bekijk de overeenstemmende pagina’s uit de graphic novel van Dick Matena.

2* Wat vind je van het begin van het verhaal?

3* Vat kort samen wat er aan het begin van het verhaal gebeurt.

4 De taal van Elsschot bevat enkele archaïsmen (verouderde woorden). Geef een vlot hedendaags synoniem voor …

a optornen

b vlieden

c ontijdig

d het weder

e een drafje

f drentelen

g een traan plengen

1 De laatste roman die Willem Elsschot schreef, is Het dwaallicht. Wat is de betekenis van deze titel, denk je? Denk aan woorden met dezelfde woorddelen.

5* Hoe omschrijft de ik- guur, Frans Laarmans, zichzelf (als vader/man) in dit fragment?

Onderweg

In Lijmen/Het been (-), Kaas () en Het dwaallicht () treden de legendarische personages Boorman en/of Laarmans op. Zij worden beschouwd als alter ego’s van Elsschot zelf en vertegenwoordigen tegengestelde wereldbeelden waar Elsschot zelf mee worstelde: cynisme en medelijden. Elsschots proza heeft een heel kenmerkende, sobere, maar komische stijl met een cynische ondertoon.

Bron: letterenhuis.be

de novelle: prozaverhaal dat qua omvang tussen een roman en een kortverhaal ligt het alter ego: tweede of andere ik; romanfiguur die in feite de schrijver zelf is

LES 12 WILLEM ELSSCHOT: HET DWAALLICHT 145
2 BEGINFRAGMENT woord
©VANIN

6 Daarnaast gebruikt Elsschot ook vaak beeldende taal. Ga in dit fragment op zoek naar een vergelijking, een metafoor, een personi catie en een synesthesie.

7 Wat vind je van de manier waarop de Afghanen worden beschreven?

8 Wat vind je van de graphic novel van dit verhaal?

a Spreekt de stijl jou aan?

b Wat vind je van het taalgebruik in de graphic novel?

c Waarom zou de tekenaar voor deze stijl gekozen hebben, denk je? Lees in de Trajectwijzer de informatie over de nieuwe zakelijkheid er nog eens op na.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 146
16.4 15.7.3 ©VANIN

Cafépraat of meer?

Het dwaallicht

Fragment 2

Om de drukkende stemming te breken, vraag ik wat of hun godsdienst is, maar de overgang is zeker te radicaal, want hij schijnt het niet goed te begrijpen.

Ik zal dan maar proberen mijn woorden in beeld te brengen en teken een zittende Boeddha met zijn lotusbloem, oorlellen tot aan zijn schouders en een navel als een starend oog. Dan vraag ik of dit het beeld is van hem in wie zij geloven.

Met één blik heeft Ali het begrepen, geeft mijn tekening door en vertaalt mijn woorden voor zijn vrienden, zoals hij telkens doet als hij een vraag de moeite waard vindt.

‘No, Sir, wij zijn van Mohammed’, zegt hij met klem, waarbij zijn makkers bevestigend knikken. En hij ontmaakt zich van mijn heidense schets door die weer naar mij toe te schuiven.

‘Allah?’

‘Ja, Allah’, zegt hij zacht, als vreesde hij dat de heilige naam bij Kortenaar besmet kon worden.

‘Goed?’

‘Het enige goede, zegt men.’

Laarmans besluit de drie Afghanen de weg te wijzen naar de Kloosterstraat 15. Daar vinden ze geen spoor van Maria Van Dam. Ze besluiten op zoek te gaan naar andere adressen in Antwerpen waar een Van Dam woont. Dat blijken er twee te zijn: eentje aan het Carlton Hotel en eentje in de Lange Ridderstraat. In het Carlton Hotel vangt het drietal bot en dus besluiten ze dan maar iets te drinken in het hotel. Daar discussiëren ze over verschillende onderwerpen … 1 5 10 15

Om nu ook wat van mij te vertellen, anders zou het iets van een verhoor krijgen, deel ik hem mede dat wij hier christenen zijn, doch die benaming schijnt hij weer niet te begrijpen.

Op Boeddha’s keerzijde teken ik nu onze Christus aan Zijn kruis, met alle gebruikelijke attributen, zoals kroon, bittere mond en uitpuilende ribben.

Zij laten dieper medelijden blijken dan van enig christen ooit kan uitgaan en Ali zegt ‘arme man’. Hij had er al meer in de stad zien hangen en ze telkens hartgrondig beklaagd.

‘Wordt dat hier veel gedaan?’ vraagt hij, waarop ik hem terechtwijs, zeggend dat dit onze God is, onze Allah.

Hij vertaalt op staande voet, zo merkwaardig vindt hij mijn voorlichting, en nu bekijken alle drie onze kruisdrager met intense nieuwsgierigheid.

‘Waarom heeft hij dat laten doen?’ vraagt Ali, ‘En wie heeft het aangedurfd?’ Als ik zeg dat hij het zelf zo gewild heeft, zie ik dat zij sprakeloos van verstomming zijn.

Aan ophelderen valt niet te denken, want zij staan voor dezelfde muur waar ik reeds een halve eeuw langsloop zonder een deur te vinden en ik zit dan ook met onze mensgod lelijk in de war tegenover de abstracte eenheid van hun Allah. Maar ik kan rectificeren en verklaar dat het nu niet direct God zelf is, maar diens zoon. Dat blijkt echter olie in het vuur te zijn, want niet zodra heeft Ali vertolkt of er komt animo in mijn Afghanen. Vooral het getrouwde mannetje is aan het woord en als zijn betoog eindelijk stokt, zet Ali als een axioma voorop dat er dus ook een vrouw moet zijn, wat ik toegeef.

©VANIN

‘Neen, slechts één zoon.’

‘En nog meer jongens of meisjes?’ vraagt hij nieuwsgierig.

‘Zeer eigenaardig’, zegt hij hoofdschuddend. ‘Hij heeft de vorm van een mens en moest dus tastbaar zijn, zodat zij die durfden, de hand konden geven aan de schepper van het heelal.’

woord

recti ceren: rechtzetten het axioma: onbewezen stelling die als grondslag van een theorie aanvaard wordt

LES 12 WILLEM ELSSCHOT: HET DWAALLICHT 147
20 25 30 35

Lees fragment 2 uit Het dwaallicht op p. 147.

9 Over welk onderwerp praten de personages?

10 Welke foute veronderstelling heeft Laarmans?

11 Het christendom is erg verwarrend voor de Afghanen. Welke vragen roept het Christusbeeld bij hen op?

12 Lukt het Laarmans om deze vragen goed te beantwoorden? Welk concept uit het christelijk geloof krijgt Laarmans moeilijk uitgelegd?

13 Elsschot schreef dit verhaal in 1947. Hoe vind je zijn houding tegenover geloof/godsdiensten?

14 Laarmans houdt in Het dwaallicht een interreligieuze dialoog. Is dit vandaag de dag nog nodig/ actueel?

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 148
©VANIN

Drie wijzen uit het oosten …

Laarmans wil meer weten over Maria Van Dam en hoort de Afghanen uit. Maria was in tegenstelling tot de andere vrouwen (prostitués) niet op geld belust. Ze herstelde de zakken van de bemanning vlug, vrolijk en met een glimlach. Ze was beeldmooi, ‘een parel’. Opvallend is wel dat ze Maria Van Dam in de schippersbuurt gaan zoeken (wel de prostitutiebuurt).

onderweg

©VANIN

Een zakkennaaister vervaardigde zakken uit jute of linnen en herstelde ze op/voor schepen wanneer die aanlegden in de haven. Zakkennaaisters hadden een bepaalde reputatie. Ze kwamen vaak op de schepen en konden van zich afbijten. Vaak hadden ze een mes bij zich. Dat hadden ze nodig om de zakken te herstellen, maar ze konden het ook gebruiken om ongewenste figuren, mannen, op afstand te houden.

Naar: hebban.nl

Fragment 3

Dan maar op goed geluk een laatste mokerslag op Kortenaar wiens adem ik probeer te ontwijken, want hij heeft look gegeten, en opeens het woord politie gelost dat op hem werkt als een ontlading want hij wordt kruiperig, begint gejaagd in een lade te scharrelen, krijgt er een vettig register uit, verzoekt mij dan naast hem plaats te nemen achter de schenkbank en dringt erop aan dat ik het zelf door zal kijken. Nu, dat is gauw genoeg gedaan, al ben ik er vies van, want na vijf bladzijden ben ik al twee jaar teruggelopen, maar van onze kwelgeest geen spoor. Een eigenaardig hotel, dat is zeker.

‘Goed, zij staat hier niet in,’ geef ik met weerzin toe, ‘maar dit is een register voor passanten, terwijl Maria Van Dam bij de politie geboekt staat als zijnde in Carlton Hotel gedomicilieerd. Officieel ge-do-m-i-ci-lieerd, mijnheer Kortenaar. Hoe verklaart u dat?’ En ik doe mijn best om zijn apenoogjes te fixeren, maar die staan niet stil.

‘Och, mijnheer,’ sust de man gemoedelijk, ‘in deze buurt gebeuren zulke vreemde dingen. Indertijd stond hier iemand ingeschreven die nooit bestaan heeft.’

Hun dorst zal dus niet gelest worden en onze ruiker zal zijn werk niet doen. Zij zullen Maria evenmin mogen aanschouwen als ik Fathma in Bombay heb mogen zien.

Als ik achter de schenkbank uitkom, is het café als bij toverslag leeg, op het zogend meisje na dat haar kind in slaap zit te zingen. Ali heeft alles begrepen want hij bedankt mij voor al de moeite die ik mij ongevraagd gegeven heb. Naar Maria informeert hij niet eens meer, zó zeker is hij ervan dat hij en zijn vrienden het beloofde land niet zullen betreden. Hij krijgt zijn glas en doet een flinke teug als om haar definitief door te spoelen. En misschien is het beter zo, want nu rest mij van Maria tenminste de illusie terwijl toch een droom, die werkelijkheid wordt, als water tussen de vingers vervloeit.

woord

kruiperig: overdreven onderdanig de schenkbank: toog, balie gedomicilieerd: ergens een wettelijke woonplaats hebben dorst lessen: dorst stoppen, laten ophouden (hier: drinken)

LES 12 WILLEM ELSSCHOT: HET DWAALLICHT 149
1 5 10 15 20 Het dwaallicht

Lees nu ten slotte fragment 3 op de vorige pagina.

15 Wat voorspelt de ik- guur hier over Maria Van Dam?

16 In dit fragment krijg je de indruk dat Maria Van Dam geen mens van vlees en bloed is. Wie zou Maria kunnen zijn, denk je? Welke aanwijzingen krijg je?

Het einde van de zoektocht

Lees nu het einde van het verhaal in de vorm van een graphic novel.

17 Wat besluit Laarmans te doen nadat de Afghanen weer op hun schip zijn gestapt?

18 Waarom nam Laarmans de drie Afghanen mee op sleeptouw door de stad?

19 Welke wens heeft Laarmans voor de Afghanen?

20 Valt er jou iets op aan de laatste tekening van de graphic novel? Welke vragen roept het op aan het einde van het verhaal?

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 150
EINDFRAGMENT ©VANIN

Communicatie analyseren: chattaal

Je leert kenmerken van chattaal kennen 1

Je leert hoe chattaal zich verhoudt tot gesproken taal

INLEIDING

1 Schrijf de volgende zinnen op alsof je ze naar je beste vriend(in) zou sturen via een chat-app zoals WhatsApp, Messenger of Snapchat.

‘Eigenlijk heb ik het niet meer nodig. Je mag het hebben als je wilt. Misschien ben jij er iets mee.’

2* Vergelijk jouw versie met die van een medeleerling. Welke woorden en/of leestekens hebben jullie anders geschreven? Kun je de verschillen verklaren?

3 Eerder leerde je al over verschillende varianten van het Nederlands. Vind je kenmerken van die varianten in de zinnen terug?

4 Welke kenmerken van chattaal kun je a eiden uit de (verschillen tussen) zinnen?

les
1 13
2 LES 13 COMMUNICATIE ANALYSEREN: CHATTAAL 151
©VANIN

ER GEEN PUNT VAN!

1* Bekijk de volgende, bijna identieke chatconversaties.

a Op welk vlak vind je vormelijke verschillen?

b Wat is volgens jou de betekenis van die verschillen?

Ge waart zo kort vandaag, scheelt er iets ?

Nee hoor!

Ge waart zo kort vandaag, scheelt er iets ?

Nee hoor.

Ge waart zo kort vandaag, scheelt er iets ?

Nee hoor

Een punt is een neutraal leesteken dat we in schriftelijke taal gebruiken om een mededelende zin af te sluiten. In een chatconversatie kan een punt echter plots een emotionele betekenis krijgen. Hoe komt dat? Je luistert naar een interview met taalkundige Lauren Fonteyn (Universiteit Leiden).

2 Wat bedoelt de radiopresentator met ‘een punt is bijna een emotioneel mijnenveld geworden’?

3 Hoe verschilt, volgens Fonteyn, mondelinge van geschreven communicatie?

4 Hoe komt het dat een punt in korte berichten een dalende intonatie uitdrukt, maar in lange berichten niet?

Onthouden

In gesproken taal kunnen we gebruikmaken van non-verbale communicatie om onze boodschap duidelijk te maken. Om gesproken taal zo dicht mogelijk te benaderen, maakt chattaal gebruik van compensatiestrategieën

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 152
MAAK
2
©VANIN

Niet alleen met behulp van leestekens kun je non-verbale communicatie tijdens het chatten ‘compenseren’.

5 Bestudeer de volgende berichten en probeer minstens drie andere compensatiestrategieën te vinden. Voeg ook telkens een mogelijke betekenis van die strategie toe.

WHIEHOEE, happy birthday my friend! Maak er iets moois van & hopelijk kunnen we snel vieren miss you xxx

Ik zag in de advertentie van star

dat modern family enkel s1-10 op disney uitkomt

OMG NOOOO

SAD HE

Pfff kheb altijd pech hé

ik snap dat ge u zo voelt maar gewoon effe doorzetten en ni opgeven xxx

LES 13 COMMUNICATIE ANALYSEREN: CHATTAAL 153
©VANIN

KENMERKEN VAN CHATTAAL

Eerder zagen we dat compensatiestrategieën een belangrijk en opvallend kenmerk van chattaal zijn. Onderzoekers onderscheiden nog zes andere belangrijke kenmerken van deze taalvariant.

afkortingen

multimediale toevoegingen

compensatiestrategieën uitgesteld lezen

Chattaal

gelijktijdig chatten spel- en tikfouten

planning bericht

1 Elk kenmerk hoort bij een andere onderzoeks che, die je op de volgende pagina’s vindt. Vul de juiste kenmerken in bij de juiste ches door telkens de chatberichten aandachtig te lezen.

2 Stel per kenmerk een goede beschrijving van het kenmerk op. Baseer je voor die beschrijving op de chatberichten.

3* Ga per kenmerk met een medeleerling in gesprek over de volgende vragen.

a Herken je je in deze eigenschap?

b Chat je op een soortgelijke manier?

c Kun je zelf een extra voorbeeld bedenken?

d Wat zijn de positieve en negatieve gevolgen van dit kenmerk op de communicatie tussen de chatters?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 154
3 ©VANIN

Fiche 1

kenmerk beschrijving

Ik sta voor uw deur

Komt ge open doen?

Halloooooo?

Oww shit ik zie dit nu pas, maar ge zijt dus binnen geraakt

Fiche 2

kenmerk

beschrijving

Hoe zegt ge evil en francais??

Oei sorry was hier duidelijk op vergeten te antwoorden haha

Het is wel mooi!! Die assymetrie moogt ge zeker hebben

Dat moest met één -s haha, nu ziet het er vreemd uit

Wilt gij iets doen voor mij?

Oke laat maar is al in orde!

Ah ja oke haha

©VANIN

We zijn weg van zaterdagavond tot maandagochtend

amai blitsbezoek blitzbezoek blitzkrieg rip spelling *2020

Did deed pijn op een heela nder niveau

Dit* wat the fak

Heel ander niveau van dt-fouten ook blijkbaar

LES 13 COMMUNICATIE ANALYSEREN: CHATTAAL 155

Fiche 3

kenmerk beschrijving

Ik zou eigenlijk iets moeten vertellen.

Ik ben gewoon na onze breakup veel gaan wandelen met iemand en ja, ik voel me daar gewoon slecht over tegenover u omdat ik me echt heel goed voel bij die persoon en dat dat dan gewoon meer werd dan wandelen Ik heb dit ook nog tegen bijna niemand gezegd omdat ik vond dat jij dit eerst moest weten, maar de timing is gewoon echt verschrikkelijk. Ik wil gewoon niet dat je denkt dat hierdoor het voor mij wilt zeggen dat wij niks betekend hebben want dat is absoluut niet het geval! Soms hebt ge gewoon een klik en valt die niet te onderdrukken en is dat gewoon voor niemand gezond om te onderdrukken Ik had dit nooit zien aankomen en ook nooit de bedoeling gehad om al verder te kijken na ons, maar dat is nu gebeurd en ik kan er echt niks aan veranderen

En ja ik hoop gwn dat ik binnenkort eens opsta met een positieve mindset en ik eens zin heb in een dag want ik ben da zo fucking beu om mijn enthousiasme te faken :’) dat klinkt zo dramatisch haha en ik weet dat ik lang niet de enige ben dus ik moet echt kalmeren want ik ken letterlijk niemand in Leuven met wie het goed gaat – het is gewoon het alledaagse dat een sleur is en als er ook maar iets negatiefs bijkomt zakt alles ineen haha – ik vergeet 1000 dingen, ik kan niet beginnen aan schoolwerk, ik ben superveel bijgekomen ook.. gewoon effe te veel

Gisteren was een topavond, het was echt super leuk en alles is netjes verlopen en zo maar deze morgen wel iets minder. Ik vind het bijzonder jammer dat ik vandaag (van kwart na 10 tot 4(!)) helemaal alleen alles heb kunnen opruimen zonder dat iemand hulp heeft aangeboden laat staan heeft gevraagd of het wel lukte. Ik wil hier ook geen verontschuldigingenforum of blokexcuses mee uitlokken want daar ben ik bitter weinig mee. Ik heb namelijk zelf ook blok en obligate familiebezoekjes. Dat wou ik gewoon even gezegd hebben. Het was leuk geweest om wat hulp aangeboden te krijgen maar bon het is wat het is.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 156
OMG sorryyyy!!!
©VANIN

Fiche 4

kenmerk beschrijving

Seg

Snel vraagje

Hebt gij morgen iets te doen?

Nee waarom?

Want we dachten morgen te gaan boiten dus als ge moest kunnen kunt ge altijd mee?

Aaaah super! Gaat ge mee?

Jow hebt gij al drank voor straks?

Snel vraagje: bij wie is het straks?

Bij mij ma ge moogt al komen ze

We zijn bij u thuis!!

Sebiet terug wa taakjes doen rip

Allez in mijn hoofd zijn ze al af

Omg das kei romantisch

Cute

Ja I know we zeiden het tegen elkaar

Goe travakken op de bday

Fiche 5

kenmerk

beschrijving

Oke ik ben eig mega moe rip

Sad Tragic

Dus mss moet ik in mijn bed gaan liggen

Ikr

Wanneer gaan wij beste vriendinnen worden?

HAHA wie weet op een PS eh

Wat is de occasionele paper plane transition

OMG kent ge dat niet??

Das een overgang tussen slides van ppt

LES 13 COMMUNICATIE ANALYSEREN: CHATTAAL 157
©VANIN

Fiche 6

kenmerk beschrijving

Zijn eerste outfit ooit

Amai

heeft uw katje fashionambities?

https://www.youtube. com/watch?v=b1guA6NH5eKmKxAuBe-U58DWcC4jk080OP1Gj9Ma-0M

0:00 / 0:01

/ 0:02

©VANIN

niks voor u? er zijn Nederlandse sessies in Rotselaar hehe https:// ruysschaert.be/nl/aanbod/ engels

zou mss zelf weer de sessie van Engels 4-9juli doen per week netto 425 euro en er wordt niks van afgehouden

Oooh ja amai leuk

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 158
0:00
0:00 / 0:07

Je maakt kennis met poëzie die de dichtbundel overstijgt en je leert wat een stadsdichter doet 1

Stadsdichters ©VANIN

Je speelt creatief met de link tussen poëzie en locatie 3

Je herhaalt een aantal termen (rond rijm, beeldspraak, stijlfiguren) om gedichten te analyseren en drukt je persoonlijke voorkeur uit 2

ENKELE GEDICHTEN

1 Lees de onderstaande gedichten.

a Kies je favoriet.

b Verwoord waarom het gedicht je voorkeur geniet.

Witruimte

zullen we open witte vlaktes want het lijkt alsof met de poolkappen ook de witruimte in onze bedrukte hoofden verloren gaat

zullen we de stralen van de A niet verzuren tot de schreeuwerige spetters van Leon Van der Neffe dat dit niet de stad van ’t schelden wordt

in al de talen waarin wij hier wonen ontplooien open witte vlaktes want het is in onze sprakeloosheid dat wij elkaar het best verstaan

Bron: Het stad in mij, door Maud Vanhauwaert, uitgegeven bij Das Mag

Ik zie je.

In de lege stoel aan de eettafel.

In de winkel waar de rekkenvuller op je lijkt.

Op het familiefeest waar jij altijd de mensen bedient.

Ik zie je.

Ik zie je naast me liggen als ik me omdraai in bed.

Ik zie je overal want ik kan je niet lossen. Je bent nooit echt vertrokken.

Wanneer wij zomer zaaien in elkaar

De zon komt krols uit de fabrieken gerold en spreekt ons met de speelnaam aan.

Huizen spuwen boeven en meisjes de straten in.

Ongeduldig trachten wij nieuwe geluiden te fluiten.

Als wij allemaal simultaan in dezelfde richting krachtig niezen, schuift de stad misschien een eindje op.

Nu nog een kant en een allergie kiezen want het is uitstekend weer om een opstand te beginnen, schrijft de krant. Blozend ontbrandt de stad

in miljoenen ontboezemingen. Woest bloed bloesemt in lichterlaaie wanneer wij zomer zaaien in elkaar.

De jarige stad gaat uit plunderen.

De kat trippelt naar huis met een halve muis, ontheemde vogels vallen als vorken aan, een voorbijganger bloeit onhoorbaar uit.

Maarten Inghels, Contact, De Bezige Bij, 2018

les
1 14
A
C
LES 14 STADSDICHTERS 159
B

STADSPOËZIE

De gedichten die je zonet gelezen hebt, zijn allemaal het werk van zogenaamde ‘stadsdichters’. Dat zijn dichters die door een stad of een gemeente worden aangesteld om voor een bepaalde periode gedichten te schrijven over de stad en de gebeurtenissen die er plaatsvinden. Dikwijls krijgen die gedichten dan ook een plaats op openbare plaatsen, en niet (of toch niet in eerste instantie) in een bundel. Nederland kent die traditie al sinds 2001, Vlaanderen (vooral Antwerpen) volgde in 2003.

1 Waar zou jij de gedichten van p. 339 plaatsen in de openbare ruimte?

2 Heeft jouw stad of gemeente een stadsdichter? Zoek het even op.

3 Ben je in jouw stad al poëzie in het openbaar tegengekomen? Zo ja, waar (en eventueel: welk gedicht)?

Je leerkracht toont je waar de gedichten van p. 339 tot leven komen.

4 Wat vind je van de combinatie van jouw favoriete gedicht en de plaats waar het tot leven komt?

5 Je leerkracht geeft je nog wat speci eke vragen bij jouw gedicht.

CREATIEVE OPDRACHT: SCHOOLPOËZIE

Als creatieve opdracht ga je nu op zoek naar schoolpoëzie in plaats van stadspoëzie en maken we een poëziewandeling voor de school.

Voorbereiden

1 Je gaat op zoek naar een gedicht dat jou aanspreekt en dat doet denken aan (een bepaalde locatie op) school. Zorg voor een gedicht uit een gepubliceerde bundel, ga op zoek in je bib.

Plannen

2 Denk nu na over de plaats waar je het gedicht wilt tonen of hangen. Dat kan de refter, jouw klas, het toilet … zijn.

Uitvoeren

3 Werk je gedicht ten slotte creatief uit. Het gedicht gewoon printen op een poster volstaat niet!

4 Op een of andere manier moet jouw gedicht tijdens de wandeling worden voorgedragen. Dat kan ‘live’ zijn, maar ook via een geluidsopname of een filmpje.

Bekijk de websites van Maarten Inghels en Maud Vanhauwaert ter inspiratie.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 160
2 3 TIP
©VANIN

Reflecteren

5 Bekijk de evaluatiematrix om na te gaan of je resultaat beantwoordt aan alle criteria.

©VANIN

Evaluatiematrix – Schrijven en spreken: schoolpoëzie

GOED

aantrekkelijkheid

- Je hebt het gekozen gedicht gelinkt aan een passende locatie.

- Je hebt duidelijk inzet getoond om tot een creatief resultaat te komen.

Je leest het gedicht expressief voor: goede intonatie, luid genoeg, zonder uitspraakfouten, vlotheid.

Aanvullende commentaar:

VOLDOENDE ONVOLDOENDE

Je hebt het gekozen gedicht gelinkt aan een passende locatie, maar je hebt weinig inzet getoond om tot een creatief resultaat te komen (of omgekeerd).

Je leest het gedicht expressief voor, toch kan een van volgende criteria beter: goede intonatie, luid genoeg, zonder uitspraakfouten, vlotheid.

Je hebt het gekozen gedicht niet gelinkt aan een passende locatie en hebt weinig inzet getoond om tot een creatief resultaat te komen.

Je leest het gedicht niet expressief voor, meerdere van de volgende criteria kunnen beter: goede intonatie, luid genoeg, zonder uitspraakfouten, vlotheid.

LES 14 STADSDICHTERS 161

De documentaire

Je leert wat de basiskenmerken van een documentaire zijn 1

Je leert hoe een documentaire de werkelijkheid kan beïnvloeden en vice versa 2

Je ontdekt het subgenre true crime, verwante fictiereeksen en reality genres 4

Je ontdekt dat er binnen het genre veel variatie bestaat 3

Je bekijkt en analyseert een documentaire 5

©VANIN

EEN GENRE APART

Bron: netflix.com 1

De tijd dat je een documentaire enkel op National Geographic of Canvas kon bekijken in de late uren is voorgoed voorbij. Streamingplatformen als Netflix en Streamz staan er vol van. Maar wat is een documentaire eigenlijk? Welke soorten bestaan er en met welk doel worden ze gemaakt? Je ontdekt het in deze les.

1* Welke onderstaande documentaires ken je of heb je al bekeken?

Dat er ook andere soorten documentaires zijn, ontdek je hier.

2* Bekijk de trailer van de populaire Net ix-documentaire Don’t f**k with cats. a Zou je deze documentaire willen zien? Waarom wel/niet?

b Waarom denk je dat ze zo’n succes was?

In Don’t f**k with cats – hunting an internet killer verleiden de gruwelijke video’s van een gestoorde crimineel een groep amateurwebdetectives tot een gevaarlijke klopjacht die hen naar een duistere onderwereld leidt.

onderweg

les
15
TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 162

3* Waarom worden er volgens jou de laatste jaren zo veel documentaires gemaakt?

4* Waarom kijken mensen graag naar documentaires? Wat is het tekstdoel van een documentaire?

In deze les gaan we op zoek naar een goede definitie van een documentaire. We beginnen daarbij bij het woord ‘documentairemaker’.

5 Wat doet een documentairemaker?

DE KENMERKEN VAN EEN GOEDE DOCUMENTAIRE

‘Documentary is the creative treatment of actuality’

1 Bovenstaande uitspraak is van John Grierson (Schotland, 1878-1972), één van de eerste documentairemakers. Welk ‘gevaar’ houdt die stelling in?

Hieronder vind je enkele basiskenmerken van een goede documentaire.

Documentaire

1 Een documentaire is gebaseerd op de werkelijkheid. Eerlijkheid en betrouwbaarheid zijn noodzakelijk. Feiten of gebeurtenissen verdraaien of ondeugdelijke bewijzen fabriceren is uit den boze.

2 Een documentaire is een voltooid audiovisueel product. De vele mogelijkheden van de filmtaal worden slim toegepast.

3 Alle personen in de documentaire zijn echt, authentiek, zichzelf. Een persoon wordt niet gespeeld door een ander. Daarmee onderscheidt de documentaire zich van de speelfilm. Toch zijn er documentairemakers die enscenering en effectieve vormgeving als waardevolle bouwstenen zien.

4 De documentaire behandelt een duidelijk afgebakend onderwerp op basis van diepgravend onderzoek of langdurige observatie. Het is geen snelle reportage op basis van de actualiteit.

5 Een documentaire moet begrijpelijk, boeiend, overtuigend en emotioneel zijn. Niet te moeilijk, geen vreemde hiaten, geen saaie uitweidingen waarbij de kijker zijn aandacht verliest.

Naar: meop.nl

2* Zaten die basiskenmerken ook in jouw de nitie (zie lesdeel 1 – opdracht 5)? Welke wel/niet?

3 Je bekijkt op de volgende pagina’s enkele fragmenten uit bekroonde documentaires.

a Ga bij elk fragment op zoek naar de basiskenmerken.

b Denk ook na over het doel van de makers en over het effect op het publiek.

LES 15 DE DOCUMENTAIRE 163
2 ©VANIN

DOCU 1

Kinderen van de collaboratie –de oorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerden tienduizenden Belgen met het naziregime. Hun kinderen blikken terug en getuigen over de oorlogsperiode.

domein geschiedenis

eerlijk en betrouwbaar

Over welk onderwerp gaat de documentaire? Welke gebeurtenissen komen aan bod?

betrokkenen

Wie wordt er geïnterviewd?

filmtaal

Welk filmmateriaal wordt er gebruikt? Hoe wordt alles gemonteerd? Gebruikt men speciale camerastandpunten of cameratechnieken?

effect

Hoe komt de documentaire over bij het publiek?

doel van de makers

Wat was het doel van de makers, denk je?

 begrijpelijk

 boeiend

 overtuigend

 emotioneel

 spannend

 moeilijk

 saai

 vrijblijvend

 gevoelloos

 voorspelbaar

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 164
VIDEO ©VANIN

DOCU 2

Amy in Nederland

Een reconstructie met de mensen die Amy hebben ontmoet, haar concerten hebben bezocht en op wie haar muziek een diepe indruk heeft nagelaten ...

eerlijk en betrouwbaar

Over welk onderwerp gaat de documentaire? Welke gebeurtenissen komen aan bod?

betrokkenen

Wie wordt er geïnterviewd?

filmtaal

Welk filmmateriaal wordt er gebruikt? Hoe wordt alles gemonteerd? Gebruikt men speciale camerastandpunten of cameratechnieken?

effect

Hoe komt de documentaire over bij het publiek?

doel van de makers

Wat was het doel van de makers, denk je?

 begrijpelijk

 boeiend

 overtuigend

 emotioneel

 spannend

 moeilijk

 saai

 vrijblijvend

 gevoelloos

 voorspelbaar

LES 15 DE DOCUMENTAIRE 165
VIDEO © Kristoffer Tripplaar
©VANIN

DOCU 3

Het leven in kleur

Racisme in Vlaanderen, valt dat wel mee of niet? De vijfdelige reeks zoekt het uit en peilt zonder taboes naar het racisme in onderwijs, justitie, media en in ons allemaal.

eerlijk en betrouwbaar

Over welk onderwerp gaat de documentaire? Welke gebeurtenissen komen aan bod?

betrokkenen

Wie wordt er geïnterviewd?

filmtaal

Welk filmmateriaal wordt er gebruikt? Hoe wordt alles gemonteerd? Gebruikt men speciale camerastandpunten of cameratechnieken?

effect

Hoe komt de documentaire over bij het publiek?

doel van de makers

Wat was het doel van de makers, denk je?

 begrijpelijk

 boeiend

 overtuigend

 emotioneel

 spannend

 moeilijk

 saai

 vrijblijvend

 gevoelloos

 voorspelbaar

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 166
© VRT ©VANIN
VIDEO

DOCU 4

Het Scheldepeloton

Zesdelige docureeks over vijf jonge wielrenners uit het Gentse die samen vechten voor dezelfde droom: profwielrenner worden.

eerlijk en betrouwbaar

Over welk onderwerp gaat de documentaire? Welke gebeurtenissen komen aan bod?

betrokkenen

Wie wordt er geïnterviewd?

filmtaal

Welk filmmateriaal wordt er gebruikt? Hoe wordt alles gemonteerd? Gebruikt men speciale camerastandpunten of cameratechnieken?

domein sport

effect

Hoe komt de documentaire over bij het publiek?

doel van de makers

Wat was het doel van de makers, denk je?

 begrijpelijk

 boeiend

 overtuigend

 emotioneel

 spannend

 moeilijk

 saai

 vrijblijvend

 gevoelloos

 voorspelbaar

LES 15 DE DOCUMENTAIRE 167
© VRT ©VANIN
VIDEO

Documentaires helpen ons vaak om de werkelijkheid beter te begrijpen. Soms kan een documentaire ook de werkelijkheid beïnvloeden.

4* Welke documentaires uit de vorige opdracht zouden de werkelijkheid kunnen beïnvloeden, denk je?

Ook de volgende documentaire zorgde voor heel wat maatschappelijke ophef.

5* Bekijk de trailer van The Tinder Swindler en lees het onderstaande artikel.

a Heb je deze documentaire gezien? Indien niet, zou je ze graag zien? Waarom wel/niet?

b Zou een documentaire als deze jouw gedrag online kunnen beïnvloeden?

THE TINDER SWINDLER, DE TRUECRIMESERIE

WAAR ZELFS VAN QUICKENBORNE OP MOEST REAGEREN

Jozefien Wouters

Noorse krant werd Leviev veroordeeld tot vijftien maanden cel, maar na vijf maanden was hij alweer op vrije voeten en startte hij een consultingbedrijf dat ‘business and personal success workshops’ aanbiedt.

©VANIN

Eerder deze maand verscheen op Netflix The Tinder Swindler, een truecrimedocu van de makers van het al even verbazingwekkende Don’t F**k with cats. Deze keer proberen ze de wanpraktijken van Shimon Hayut te ontrafelen, een oplichter die enkele jaren geleden door Europa trok onder de naam Simon Leviev. Hij deed zich voor als zoon van een Russisch-Israëlische diamantmogul om zo via Tinder vrouwen te verleiden. Eerst overlaadde hij zijn slachtoffers met liefdevolle aandacht en decadente uitstapjes met zijn privéjet, vervolgens vroeg hij om hem grote sommen geld te lenen om zich te beschermen tegen louche vijanden in de diamantsector. Naar schatting heeft hij op die manier verschillende vrouwen in totaal zo’n tien miljoen dollar afgetroggeld. Catch Me If You Can, maar dan op Tinder.

The Tinder Swindler laat drie van zijn slachtoffers hun hallucinante verhaal doen. Cecilie Fjellhøy mocht na de eerste date meteen mee op zakenreis en was van plan met Leviev te gaan samenwonen toen ze ontdekte dat hij er met haar geld vandoor was. Pernilla Sjoholm reisde een zomer met hem mee door Europa. En Ayleen Charlotte besloot hem na een relatie van een dik jaar als wraak zélf op te lichten. De details gaan we niet verklappen, maar één spoiler kunnen we alvast kwijt: The Tinder Swindler krijgt geen happy end. Met de hulp van zijn slachtoffers en een uitgebreid artikel in een

Veel klanten zal hij niet meer over de vloer krijgen. The Tinder Swindler is intussen een druk bekeken fenomeen geworden en dat lijkt gevolgen te hebben. Tinder bevestigde dat Leviev voorgoed van de app werd verbannen, net als van andere datingapps zoals Match, Plenty of Fish en OkCupid. De slachtoffers zijn op vraag van kijkers een crowdfunding gestart om hun schulden af te lossen. Leviev heeft intussen zijn Instagramaccount verwijderd, nadat hij eerst nog alles heeft ontkend, zijn volgers ‘voor alle steun’ bedankt heeft en gevraagd heeft om de hashtag #SimonTruth te gebruiken. The Tinder Swindler heeft zo’n grote impact dat zelfs Vincent Van Quickenborne zich genoodzaakt zag om te waarschuwen voor oplichters op datingapps. Dan weet je dat het menens is.

Bron: focus.knack.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 168

EEN BIJZONDER GENRE: TRUE CRIME

Truecrimedocumentaires als The Tinder Swindler zijn een zeer populair subgenre binnen de documentaire.

1* Waarom is dit soort documentaire zo populair, denk je?

2 Lees het artikel uit De Morgen waarin (andere) verklaringen staan voor de populariteit.

a Vat ze hieronder samen.

b Wat vindt Laura Scheerlinck het moeilijkst bij het maken van documentaires?

Lawine aan podcasts en series: de ontembare fascinatie voor true crime uitgelegd

Met True Crime Belgium zet nu ook Streamz volop in op documentaires over waargebeurde moordverhalen, nadat het genre de laatste jaren streamingdiensten en podcastkanalen overstelpt. Waarom is misdaad in de mode? Maakt dat ons pervers?

Lê van

Bij de lancering van Serial in 2014 werd de podcast waarin onderzoeksjournalist Sarah Koenig zich tot 2018 over waargebeurde moordzaken boog in geen tijd vijf miljoen keer beluisterd via iTunes. Serial zette zo een medium dat in de kinderschoenen stond op de kaart en effende tegelijkertijd het pad voor een genre dat intussen niet meer van het scherm weg te denken is.

In het bloedspoor van Serial volgden gesmaakte podcasts als Dirty John en My Favorite Murder. Netflix had in 2015 zijn eerste truecrimehit te pakken met Making a Murderer. Sindsdien is het aantal producties dat inzoomt op misdaadverhalen die onze innerlijke Sherlock Holmes prikkelen amper bij te houden. Een zwak hebben voor tragische levenseindes – hoe verbazingwekkender de verhaallijn, hoe aantrekkelijker – blijkt een universeel fenomeen te zijn. We zijn allemaal een béétje sadist.

LES 15 DE DOCUMENTAIRE 169
3 ©VANIN

Waarom kruipen wij graag in het hoofd van iemand die gruwelijke dingen heeft uitgevreten? ‘In elk van ons zit een stukje geweld’, vertelde Ariane Bazan, doctor in de neuropsychoanalyse, tegenover Vice. ‘Een van de manieren om daaraan te voldoen – zonder schade te veroorzaken aan de samenleving – is door je te verdiepen in true crime. Je kunt het zien als een beschaafde uitlaatklep voor je interne agressie.’

Je kunt true crime zien als een beschaafde uitlaatklep voor je interne agressie

Ariane Bazan, doctor in de neuropsychoanalyse

Voyeurisme

Laura Scheerlinck van de Belgische misdaadpodcast De volksjury wijst het succes van true crime toe aan een vorm van voyeurisme. ‘Sinds er nieuws wordt gemaakt, zijn moordverhalen in trek. We spreken nu van een hype, maar dit is geen nieuw verschijnsel. Het zit in onze natuur om alles over een spraakmakende zaak te weten te willen komen. Het verschil tussen de dader en jij is dat de ene een moordenaar is en jij niet. Je wilt begrijpen waarom mensen in staat zijn tot moord.’

Moordzaken prikkelen bovendien de verbeelding en gaan in je hoofd een eigen leven leiden, aldus Scheerlinck. ‘Je wilt een inkijk krijgen in het brein van een moordenaar. Wanneer een onrustwekkende verdwijning het nieuws haalt, speculeert iedereen erop los. Iedereen meent te weten wat er is gebeurd of wat iemands motief is. Dat merken we aan de theorieën die onze luisteraars met ons delen. Wanneer de moordenaar gevat is, gaat onze interesse stilaan liggen, maar alles wat aan een moord voorafgaat, zet onze fantasie in gang.’

‘We zijn collectief vatbaar voor ramptoerisme. Bij een ongeval op de autosnelweg leidt onze nieuwsgierigheid tot kijkfiles. Moorden zijn niet anders dan verkeersongevallen, treincrashes of natuurrampen’, aldus Scott Bonn, criminologieprofessor en auteur van het boek Why We Love Serial Killers. ‘De fascinatie met moordenaars kan worden gezien als een uiting van de menselijke fixatie met geweld en rampspoed’, schreef hij in het tijdschrift  Time. ‘Met andere woorden: de daden van een seriemoordenaar mogen dan wel gruwelijk zijn, maar een groot deel van het publiek kan simpelweg niet wegkijken, door de spektakelwaarde.’

De spektakelwaarde van true crime is te voelen in de cijfers, waardoor een subgenre mainstream werd. Met duizenden titels is podcastland bezaaid met crimishows. Een onderzoek van Parrot Analytics – in opdracht van de Amerikaanse website The Ringer – naar het aantal truecrimereeksen op streamingdiensten spreekt van een toename van 63 procent tussen januari 2018 en maart 2021.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 170
©VANIN
Docu’s en podcasts over waargebeurde moordverhalen waren nog nooit zo succesvol. © rv

De wereldvermaarde Netflix-reeks Tiger King, over een excentrieke dierentuinuitbater en de verdwijning van de echtgenoot van diens vijand, was tien dagen na de release al goed voor 34 miljoen unieke kijkers. Een zwak voor misdaad bindt de mensheid over de grenzen heen. Een absolute minderheid hoort het bij de naam Madeleine McCann – het Britse meisje dat in 2007 verdween uit een Portugese vakantieflat – donderen in Keulen. Je moet bovendien geen Amerikaan zijn om Conversations with a Killer te bingen, waarin Ted Bundy, een van ’s werelds beruchtste seriemoordenaars, aan het woord komt. De aantrekkingskracht van waargebeurde verhalen die de wereldbevolking beroert, is enorm.

Nu pas in België

In de criminaliteitsstatistieken van de Federale Politie van 2020 staan 1 143 gevallen van moord of doodslag genoteerd. Hoewel België niet gespaard blijft van ophefmakende moordzaken claimen Streamz en Play 4 met True Crime Belgium ‘de eerste Belgische truecrimeserie’ te lanceren. Hoe komt het dat wij nu pas op de kar springen?

‘Er zijn al veel zaken aan bod gekomen op televisie’, countert Laura Scheerlinck van De volksjury. In het laatste seizoen van  De rechtbank stonden drie afleveringen in het teken van de assisenzaak tegen

Alinda Van der Cruysen voor de moord op haar grootoom en -tante. De kroongetuigen belicht sinds 2013 spraakmakende misdaaddossiers en met De verdwijning van Britta Cloetens reconstrueerden gerechtsjournalisten het onderzoek naar de twintiger van wie ieder spoor ontbrak nadat ze een garage in Antwerpen was binnengestapt. Momenteel loopt De kasteelmoord op VTM, over de moord op kasteelheer Stijn Staelens.

‘Het is een uitdaging om rond Belgische zaken te werken’, vindt de podcastmaakster en tv-producer. ‘Ik snap dat je als tv-maker liever je handen van bepaalde zaken houdt, waardoor sommige dossiers geen documentaire krijgen. Als reportagemaker ben je al gauw geneigd een kant te kiezen in het verhaal, terwijl het de kunst – maar vooral een moeilijke evenwichtsoefening – is om de waarheid in het midden te laten. Je mening voor jezelf houden, maar toch boeiende televisie maken of voor een doorbraak in het dossier zorgen: dat is de uitdaging.’

Het parket is meestal beschermend over dossiers die de ether halen, om zo inmenging en fouten in het onderzoek te vermijden. De relatie tussen onderzoeksjournalistiek en het gerecht verloopt wel vaker stroef, al zijn journalistieke producten in het verleden al belangrijk geweest voor cold cases. In 2017 werd het onderzoek naar de moord op Sally Van Hecke heropend, mede dankzij het werk van journalist Kurt Wertelaers voor het VTM-programma Cold Case

©VANIN

Een Australische journalist maakte een podcast over onze landgenoot en rugzaktoerist Théo Hayez, in de hoop zijn verdwijning – Hayez is sinds mei 2019 vermist – op te klaren. ‘Journalisten blijken goede speurders’, zei Ine Van Wymersch, toen nog parketwoordvoerder, in 2019 op Radio 1. ‘Ze kijken soms met een andere blik, een open vizier, naar een dossier. Het gebeurt dat ze met interessante pistes komen die dan door het gerecht onderzocht worden.’

‘Wanneer De volksjury rond een Belgische zaak werkt, is dat steeds met een klein hartje,’ vertelt Laura Scheerlinck, ‘omdat niet alleen de slachtoffers, maar ook de daders een familie hebben’. In het tijdschrift Time uitte iemand haar ongenoegen over hoe zonder haar medeweten een boek werd uitgebracht over de moord op haar moeder. ‘We worden als familieleden als veevoer behandeld’, zei ze. ‘We zijn de brandstof die de fantasie van mensen draaiende moet houden’.

‘Het heeft iets pervers om je entertainment te halen uit waargebeurd drama’, liet de Nederlandse schrijver Joost de Vries vorig jaar optekenen in De Groene Amsterdammer. In het geval van onopgeloste zaken krijgen de makers van De volksjury regelmatig positieve berichten van betrokken partijen, uit dank om een ondergesneeuwde zaak nog eens in de aandacht te brengen. Bij tegenwind zouden ze een aflevering uit respect voor de betrokkenen offline halen.

‘Maar verder denk ik niet dat true crime veel schaden kan berokkenen’, besluit Laura Scheerlinck. ‘Sommigen beweren dat bepaalde games een gewelddadige kant bij kinderen kunnen aanwakkeren. Ik denk niet dat true crime de kijker moordlustig maakt. Het kan je fantasie zeker op hol doen slaan, maar het is geen gevaarlijk genre.’

Bron: demorgen.be

LES 15 DE DOCUMENTAIRE 171

GRENSGEVALLEN

Je bekijkt twee trailers.

1 Waarom zijn dit geen documentaires? Verwijs naar de basiskenmerken van de documentaire.

2 Op televisie kun je ook heel wat programma’s zien over misdaad en criminaliteit. Waarin verschillen zij van een documentaire?

3* Kijk nog eens terug naar jouw de nitie van de documentaire aan het begin van deze les. Welke elementen ontbraken er in jouw de nitie?

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 172
4 ©VANIN

SPREKEN: DE DOCUMENTAIRE

Voor deze opdracht selecteer je zelf een documentaire en probeer je je medeleerlingen te overtuigen om jouw documentaire aan te kopen voor het streamingplatform / de online bibliotheek van de school.

STAP 1 Vul tijdens/na het kijken onderstaand schema aan.

motivatie

Waarom koos je voor deze documentaire?

eerlijk en betrouwbaar

Over welk onderwerp gaat de documentaire? Welke

gebeurtenissen komen aan bod?

betrokkenen

Wie wordt er geïnterviewd?

filmtaal

Welk filmmateriaal wordt er gebruikt? Hoe wordt alles gemonteerd? Gebruikt men speciale camerastandpunten of cameratechnieken?

effect

Hoe komt de documentaire over bij het publiek?

doel van de makers

Wat was het doel van de makers, denk je?

STAP 2 Maak de presentatie.

• Kies een presentatievorm.

 begrijpelijk

 boeiend

 overtuigend

 emotioneel

 spannend

• Vul de informatie uit stap 1 aan met foto’s en filmpjes.

• Zet de informatie in een logische volgorde.

STAP 3 Oefen jouw presentatie enkele keren.

• Let op je taal, intonatie, tempo en non-verbale communicatie.

 moeilijk

 saai

 vrijblijvend

 gevoelloos

 voorspelbaar

LES 15 DE DOCUMENTAIRE 173
5 7.6 7.5 7.7 7.4 ©VANIN

Evaluatiematrix – Spreken: de documentaire

GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE volledigheid en duidelijkheid

- Je vertelt duidelijk en beargumenteerd waarom je de documentaire koos.

- Je bespreekt bondig en volledig waarover de documentaire gaat.

- Je bespreekt uitgebreid de filmtaal van de documentaire.

- Je vertelt waarom je de documentaire zo goed vindt en welk effect ze kan hebben op anderen.

- Je koos een passende/ originele presentatievorm.

- Je presentatie is visueel aantrekkelijk.

- De presentatie is gestructureerd en goed opgebouwd.

Niet alle onderdelen werden even sterk uitgewerkt. Je besteedde te weinig aandacht aan:

- je motivatie

- de inhoud van de documentaire

- de analyse van de filmtaal

- het effect van de documentaire (op jou en anderen) De analyse/inhoud van je documentaire is onvoldoende.

- Je kon je presentatievorm nog beter uitwerken.

- Visueel kon je presentatie beter/aantrekkelijker.

- De presentatie kon beter/gestructureerder opgebouwd worden.

correctheid en aantrekkelijkheid

- Je presenteert enthousiast en vlot; je tempo is goed.

- Je articulatie is goed; je praat niet te stil/luid.

- Je spreekt AN.

- Je hebt oogcontact met je publiek.

- Je houding en non-verbale communicatie zijn goed.

Aanvullende commentaar:

De volgende talige aspecten van je presentatie konden beter:

- vlotheid/tempo

- articulatie

- volume

- taalzuiverheid

- oogcontact

- houding

- non-verbale communicatie

- De presentatievorm is onvoldoende uitgewerkt / slecht gekozen.

- Je presentatie heeft weinig structuur.

©VANIN

Je presentatie was talig weinig aantrekkelijk.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 174

Literatuursuggesties 2

De grens tussen feit en fictie is op papier heel makkelijk te trekken. Toch zullen heel wat romans gebaseerd zijn op echte personen, ervaringen van de auteur of een concrete aanleiding in de werkelijkheid. Omgekeerd zullen heel wat non-fictiewerken technieken gebruiken om de werkelijkheid als een verhaal weer te geven.

LUISTERFRAGMENTEN

Hieronder vind je acht romans die elk een plaats innemen op het kruispunt van feit & fictie / persoonlijke beleving & analyse en onderzoek. Neem de beschrijvingen door en ga na welke boeken bij jou passen.

N Z O W LITERATUURSUGGESTIES 2 175
©VANIN

LIEFDE IN TIJDEN VAN EENZAAMHEID

Paul Verhaeghe

essaybundel (2013)

Paul Verhaeghe gaat in op de tijdloze en tijdgebonden achtergronden van wat mensen zowel beweegt als verlamt op het terrein van de liefde en de erotiek. In drie essays brengt hij zowel een humoristische als een vlijmscherpe analyse van de hedendaagse verhoudingen tussen man en vrouw. Ook beschrijft hij de freudiaanse tegenstelling tussen Eros en Thanatos en wat het oedipuscomplex en macht ermee te maken hebben. Tot slot gaat hij na waarom culturele veranderingen zoals de seksuele revolutie de man-vrouwverhouding niet alleen bevrijd hebben, maar ook problematischer gemaakt hebben.

©VANIN

PROBLEMSKI HOTEL

Dimitri Verhulst

roman (2003)

Dimitri Verhulst verblijft enkele dagen in een opvangcentrum voor asielzoekers. Hij laat Bipul Masli, persfotograaf en vluchteling, aan het woord. De cynische Masli vertelt de verhalen van de asielzoekers en voorziet elk verhaal van pittige commentaar. Het leven in het centrum staat in het teken van verveling en wanhoop. De combinatie van de persoonlijke lijdensverhalen en de ellendige levensomstandigheden van de vluchtelingen leidt tot een uiterst humoristische aanklacht op het scherp van de snee.

MET ANGST EN BEVEN

Amélie Nothomb

autobiografische roman (1999)

Amélie Nothomb beschrijft haar eigen belevenissen bij de Japanse firma Yumimoto. Ze vertelt hoe ze als westerse wordt aangenomen vanwege haar kennis van het Japans. Ze weet echter niet precies wat haar werkzaamheden zijn en niemand vertelt haar dat. Dus gaat ze maar koffie en thee rondbrengen, wat heel belangrijk lijkt te zijn. Wanneer ze een rapport inlevert, wordt ze uitgescholden voor alles wat slecht is. Ze troost haar (vrouwelijke) chef die ook uitgemaakt wordt, maar dat is een fatale vergissing. Als represaille eindigt haar carrière als toiletdame.

TAAL ZONDER MIJ

Kristien Hemmerechts

(auto)biografische roman (1998)

Op 22 mei 1997 overleed onverwachts de Vlaamse dichter Herman de Coninck. Hij was met collega-schrijvers onderweg naar de opening van een literair congres in Lissabon. In Taal zonder mij herleest zijn weduwe, Kristien Hemmerechts, zijn poëzie en gaat daarbij vooral in op het expliciet autobiografische karakter van veel van zijn gedichten. Aan de hand van correspondentie en herinneringen bouwt ze een beeld op van zijn poëtica en zijn persoonlijkheid. Ze komt tot de slotsom dat ze hem nu pas echt begrijpt.

176 TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR

NAAR MERELBEKE

Stefan Hertmans

(autobiografische) roman (1994)

Op geestige en ontroerende wijze verhaalt Hertmans de coming of age van een jongen in een Vlaams dorp gedurende de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Zijn ontluikende seksualiteit en levendige verbeelding nemen hem zo in beslag dat de wereld hem donker, angstaanjagend en vol geheimen voorkomt. Tussen de vertrouwde wereld en de absolute verlatenheid, het landschap van de volwassenheid, ligt een afgrond die alleen met de verbeelding te overbruggen is. Tot zijn moeder hem tot de orde roept.

©VANIN

HET ZIJN NET MENSEN

Joris Luyendijk

journalistiek verslag (2006)

Vijf jaar lang was Joris Luyendijk correspondent in de Arabische wereld. In Het zijn net mensen probeert hij de kloof te dichten tussen wat hij als correspondent met zijn eigen ogen zag en wat hij daarvan kon laten zien op radio, tv en in de krant. Met pakkende voorbeelden en vol humor legt hij uit waarom nieuwsmedia slechts een klein deel van de werkelijkheid kunnen weergeven en waarom het voor ons zo moeilijk is om iets van het Midden-Oosten te begrijpen.

SUIKERSPIN

Erik Vlaminck

historische roman, drama (2008)

De eigengereide kermisexploitant Jean-Baptiste Van Hooylandt weet de hand te leggen op de Siamese tweeling Joséphine en Anastasia, die hij op Vlaamse kermissen tentoonstelt. Het is 1908. Het mensonterende bestaan waartoe hij Joséphine en Anastasia dwingt, laat diepe sporen na. Honderd jaar na de aankoop zijn de gevolgen nog altijd merkbaar in de lotgevallen van het nageslacht van Van Hooylandt.

VROUWLAND

Rachida Lamrabet

roman (2008)

Vrouwland is het bitterzoete verhaal van jonge mensen die dromen van een beter leven. Elk op hun eigen manier zetten ze de zoektocht in. Mara is een ambitieuze vrouw die radicale en nietsontziende keuzes maakt om vooruit te komen. Faïza, Marwan en Abdelkader hebben het gevoel buitenstaanders te zijn die maar moeilijk greep krijgen op het leven. Younes onderneemt een wanhopige reis om een brief op zijn bestemming te brengen. De brief brengt deze verschillende levens bij elkaar.

177 LITERATUURSUGGESTIES 2

TAAL EN WOORDENSCHAT

Taal

Op iDiddit vind je oefeningen op de spelling van tussenklanken, ei/ij en de hoofdletters.

Woordenschat

1 Bekijk volgende uitdrukkingen. Je krijgt de Nederlandse versie, maar kun je ook de Vlaamse versie aanvullen?

a in de problemen zitten in schoentjes zitten

b Die spoort niet helemaal. Daar is een af.

c aan dezelfde kwaal lijden in hetzelfde ziek zijn

e zware pech hebben zijn

g Daar komt ruzie van.

Daar komen van.

h een brok in de keel hebben een in de keel hebben

d het moeilijk hebben het niet onder de hebben

f De wereld draait niet om jou. D’n loopt niet door uw gat.

k dubbel en dwars verdiend dubbel en verdiend

l De kat op het spek binden. De kat bij de

n uitgeput zijn je is af

o een bok schieten een schieten

q op een steenworp op een

r iemand voor de gek houden iemand voor de houden

s Dat zet geen zoden aan de dijk. Dat zet geen aan de dijk.

t Opzouten! het af!

u in je vuistje lachen in je lachen

v mosterd na de maaltijd vijgen na w uit de school klappen uit de klappen

y Dat is andere koek.

m een zwak voor iemand hebben een voor iemand hebben

i met je neus in de boter gevallen zijn met je in de boter gevallen zijn

j Dat kost een rib uit m’n lijf! Dat kost van !

x wat anders aan zijn hoofd hebben andere katten te hebben

Dat is een ander paar

p De huid van de beer niet verkopen Het van de beer niet verkopen voor hij voor hij geschoten is. geschoten is.

z ten einde raad zijn niet meer weten van welk hout te maken

178 TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP
1
Tussenstop 3 ©VANIN

2 Bekijk volgende uitdrukkingen uit de Bijbel. Link ze dan aan de juiste betekenis. uitdrukking

1 in zak en as zitten

2 in adamskostuum rondlopen

3 de schellen die van de ogen vallen

4 steen des aanstoots

5 een ongelovige Thomas

6 het land van melk en honing

7 Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.

8 de zondebok zijn

9 een teken aan de wand

10 Abraham (of Sara) zien

11 Laat uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet.

12 Hoogmoed komt voor de val.

13 met je talenten woekeren

14 met dezelfde maat meten

15 parels voor de zwijnen gooien

16 de hand in eigen boezem steken

17 Waar het hart van vol is, loopt de mond van over.

18 de handen in onschuld wassen

19 de (drink)beker aan je voorbij laten gaan

20 Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.

21 het daglicht niet verdragen

22 zeven vette en zeven magere jaren

23 een wolf in schaapskleren

24 de splinter in andermans oog zien, maar niet de balk in eigen oog

25 de zwaarden omsmeden tot ploegscharen

betekenis

a iets dat stiekem of oneerlijk wordt gedaan

b een teken van naderend onheil of een aankondiging dat er iets belangrijks of ergs gaat gebeuren

©VANIN

c je tijd en energie niet verspillen aan wie het niet waard is

d iemand die anderen niet op hun woord gelooft

e Loop niet te koop met je goedheid.

f ineens begrijpen hoe iets in elkaar steekt

g helemaal in de rats of in de put zitten; het niet meer zien zitten

h de kleine fouten van een ander opmerken, maar je eigen grote fouten niet zien

i Vel geen oordeel over iemand anders, want we hebben allemaal onze fouten.

j Wat je bezighoudt, daar praat je over.

k Kwaad dat je een ander wilt berokkenen, overkomt jezelf.

l mensen gelijk en dus eerlijk behandelen

m Iemand met een grote mond moet spoedig inbinden.

n een periode van voorspoed die wordt gevolgd door een tijd van tegenspoed

o de oorzaak of schuld bij jezelf zoeken

p een huichelaar; iemand die zich anders voordoet dan hij in werkelijkheid is

q het geweld laten volgen door vrede

r een moeilijke klus of taak ontlopen

s vijftig jaar worden

t met het blote lichaam, naakt

u terecht of onterecht de schuld krijgen voor alles wat fout gelopen is, terwijl ook anderen mee verantwoordelijk waren

v een hinderlijk/ergerlijk iets of iemand

w een prachtig oord, het ‘beloofde land’

x je talenten goed gebruiken

y benadrukken dat je nergens schuld aan hebt

TUSSENSTOP 3 179
123456789 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25

3 Bekijk volgende uitdrukkingen uit de oudheid.

a Link ze aan de juiste betekenis.

b Link de bekende Latijnse vormen op de volgende pagina aan hun Nederlandse vertaling.

uitdrukking

©VANIN

1 De teerling is geworpen.

2 Verdeel en heers.

3 onder het juk doorgaan

4 Geld stinkt niet.

5 met een korreltje zout nemen

6 in Charons boot treden

7 draconische maatregelen treffen

8 een pyrrusoverwinning behalen

9 Pluk de dag.

10 Ik denk, dus ik ben.

11 een leugentje om bestwil

12 De wet is hard, maar het is de wet.

13 Haast en spoed is zelden goed.

14 De mens (is) voor de mens een wolf. Terentius of Plautus

15 De tijd vliegt snel (, gebruik hem wel).

16 Het venijn zit in de staart.

17 In wijn zit waarheid. Plinius de Oudere

18 Gedenk je sterfelijkheid.

19 Wat een tijden, wat een zeden! Cicero

20 Overeenkomsten moeten nagekomen worden.

betekenis

a een overwinning die zo kostbaar is dat het eigenlijk een nederlaag is

b (letterlijk) In wat voor tijden leven we toch, met wat voor gewoonten! = Waar moet het heen met de wereld?

c De wet moet gehoorzaamd worden, want het is nu eenmaal de wet.

d overlijden

e Hoe je je geld verdient, speelt geen rol.

f Dronken mensen zeggen vaak waar het op staat

g Een leugentje kan wanneer de bedoeling goed is.

h Iets te snel doen, resulteert vaak in iets dat slecht gedaan is.

i Het gevaar zit pas aan het einde; het boosaardige zit in het slot.

j harde maatregelen treffen

k Denk eraan dat je ooit zult sterven.

l Wat me tot mens maakt, is het feit dat ik denk.

m zich moeten onderwerpen aan iemand

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 180

n iets niet helemaal voor waarheid aannemen

o Gemaakte afspraken moeten worden nagekomen.

p wanneer iemand een besluit heeft genomen waarop die later onmogelijk kan terugkomen

q De tijd gaat snel voorbij; zorg ervoor dat je die goed gebruikt.

r je concurrenten tegen elkaar uitspelen door de ene meer rechten te geven dan de andere om zo zelf de macht te behouden

s De mens is hard voor de andere; de mens is zelfzuchtig.

t Stel niet uit als je iets leuk vindt.

A O tempora, o mores!

B Homo homini lupus (est).

C Memento mori.

D Cogito ergo sum.

E Divide et impera.

©VANIN

F Carpe diem.

G Alea iacta est.

H Dura lex, sed lex.

I In vino veritas.

J Pacta sunt servanda.

VERDER STUDEREN: WIE BEN IK?

In deze en volgende tussenstops sta je stil bij jouw leven na het secundair onderwijs. Hoe bepaal je jouw studiekeuze? Welke factoren hebben daarbij een invloed? Wat na je hogere studies? Hoe zet je je eerste stappen op de arbeidsmarkt?

Op iDiddit vind je oefeningen waarin je op zoek gaat naar jezelf. Je krijgt een beter zicht op je persoonlijkheid, de vaardigheden en kennisdomeinen waarin je goed bent, wat je graag doet in het leven en welke waarden je belangrijk vindt. Dat is een eerste stap richting je studiekeuze na het secundair onderwijs.

TUSSENSTOP 3 181
123456789 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
2

LUISTEREN: HOE OVERLEEF JE ALS INTROVERT PERSOON IN EEN EXTRAVERTE WERELD?

Inleiding onderweg

Interne Keuken is een Vlaams programma op Radio  dat gepresenteerd werd door Koen Fillet en Sven Speybrouck. Zij interviewden wekelijks vier gasten tijdens een tafelgesprek naar aanleiding van een nieuw verschenen (non-fictie)boek of een markante gebeurtenis. Het programma was heel populair en werd uitgezonden van  tot .

Straks beluister je (een deel van) de aflevering Hoe overleef je als introvert persoon in een extraverte wereld?.

1 Kun je alvast de volgende zaken bepalen voor het beluisteren van de a evering?

a tekstdoel

b doelpubliek

c teksttype

d betrouwbaarheid

e onderwerp

2* Denk even na over de volgende vragen en overleg eventueel met een medeleerling.

a Zou je jezelf eerder een introverte of een extraverte persoon noemen? Plaats een kruisje op het continuüm en geef een drietal argumenten voor je keuze.

introvert extravert

b Welke tekststructuur zal deze aflevering hebben, denk je?

c Kun je zelf een aantal redenen bedenken waarom het moeilijk is om als introvert te overleven in een extraverte maatschappij?

d Kun je zelf een aantal antwoorden bedenken op de vraag uit de titel?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 182
3 4.6 ©VANIN

Luisteren

Het is de bedoeling dat je na het luisteren de belangrijkste elementen uit het interview kunt reconstrueren. Denk daarbij aan de topische vragen.

3 Denk na over je luisterstrategie. Hoe wil je dit aanpakken?

 onmiddellijk een schema maken (tabel, mindmap, losse woorden …)

 achteraf een schema maken

 de tekststructuur uitwerken m.b.v. de verschillende deelvragen voor die tekststructuur

 aantekeningen maken tijdens het luisteren (bv. Cornell-methode)

 het interview gewoon beluisteren, eventueel verschillende keren

 tekeningen maken

 eerst luisteren, dan opschrijven wat je er nog van weet

 ander: ...

4 Beluister nu het interview en pas je geselecteerde luisterstrategie toe.

5 Schrijf tijdens het luisteren ook de moeilijke woorden op die je hoort.

Nabespreking

Je leerkracht stelt je nu een aantal vragen om na te gaan of de luisteroefening gelukt is.

6 Hoe is deze opdracht volgens jou verlopen? Duid aan op het continuüm.

slecht zeer goed

7* Als je ontevreden was over de opdracht, wat zou je de volgende keer dan anders willen doen? Omschrijf kort.

Luisteren en schematiseren

8 Scan de pagina en klik op de thema’s die jou interesseren of bekijk eens een thema dat je normaal niet zou kiezen. Lees de introtekstjes en/of beluister het begin van de a evering. Maak dan je keuze.

biologie kunst global warming

wetenschapskritiek

geschiedenis

cultuur (eten) radicalisering geneeskunde

loso e

cultuur (landen) technologie taal

TUSSENSTOP 3 183
THEMA’S
©VANIN

9 Bepaal eerst je luisterstrategie. Ga je op dezelfde manier te werk als vorige keer?

 onmiddellijk een schema maken (tabel, mindmap, losse woorden …)

 achteraf een schema maken

 de tekststructuur uitwerken m.b.v. de verschillende deelvragen voor die tekststructuur

 aantekeningen maken tijdens het luisteren (bv. Cornell-methode)

 het interview gewoon beluisteren, eventueel verschillende keren

 tekeningen maken

 eerst luisteren, dan opschrijven wat je er nog van weet

 ander: ...

10 Noteer ook deze keer de woorden die je moeilijk vindt of niet begrijpt. Kies woorden die relevant zijn voor een goed begrip van het interview. Maak een woordenlijst en verklaar de woorden aan de hand van de context van het interview. Lukt dat niet, zet dan een andere woordleerstrategie in.

11 Maak een schema van het interview. De vorm van het schema kies je zelf.

a Denk na over de eventuele tekststructuur die in het interview vervat zit.

b Pak je dit nu anders aan dan vorige keer?

12 Leg je schema naast dat van een medeleerling die hetzelfde interview beluisterde. Bespreek het fragment samen. Ga na of je je schema eventueel nog wilt aanvullen.

Samenvatting van een interview

Nu schrijf je een samenvatting van het beluisterde interview. Ga als volgt te werk.

STAP 1 In de inleiding vat je kort samen waarover het fragment gaat. Vermeld zeker belangrijke namen (de geïnterviewde!) en titels (van bv. het boek waarover het interview gaat).

STAP 2 Het midden bestaat uit verschillende alinea’s die het gesprek samenvatten. Baseer je op je schema (tekststructuur). Gebruik voldoende signaal- en verwijswoorden (binnen en tussen alinea’s).

STAP 3 In je laatste alinea geef je zelf commentaar op het fragment: wat vond jij ervan? Je kunt opnieuw nadenken over de volgende items:

• intonatie en/of accent van de interviewer(s)

• intonatie en/of accent van de geïnterviewde

• de manier waarop een antwoord geformuleerd wordt op de vraag in de titel

• de vraagstelling van de interviewer

• de structuur of de opbouw van het interview

STAP 4 Zorg dat het geheel een bladzijde lang is.

• Bekijk zeker vooraf de evaluatiematrix op de volgende pagina.

• Je leerkracht deelt een voorbeeldsamenvatting van het interview over introversie om je op weg te zetten.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 184
2.4 5.10.2 4.6 4.5.4 ©VANIN

Evaluatiematrix – Schrijven: een samenvatting

inhoud

Je slaagt erin het interview mooi samen te vatten en kunt duidelijk hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheiden.

Je geeft goede, concrete commentaar op zowel de vraagstelling als de inhoud van het interview.

structuur

Je samenvatting voldoet aan de volgende criteria: - de tekst heeft een duidelijke, overzichtelijke structuur (IMS);

- er zijn voldoende alinea’s en structuurelementen binnen de tekstdelen (signaal- en verwijswoorden).

taal

Je samenvatting bevat geen (of zeer weinig) storende taalfouten.

Aanvullende commentaar:

Je slaagt erin het interview mooi samen te vatten, maar een belangrijk element ontbreekt OF sommige elementen zijn bijzaak.

Je geeft goede, maar wat oppervlakkige commentaar op zowel de vraagstelling als de inhoud van het interview.

Je samenvatting voldoet niet aan een van de twee criteria.

Je slaagt er niet in het interview samen te vatten en kunt hoofd- en bijzaken niet van elkaar onderscheiden.

Je geeft oppervlakkige commentaar en de vraagstelling en/of de inhoud van het interview ontbreekt.

Je samenvatting voldoet niet aan beide criteria.

©VANIN

Je samenvatting bevat een paar storende taalfouten.

Je samenvatting bevat veel storende taalfouten.

TUSSENSTOP 3 185
GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE

Je kent het belang van naamgeving 1

Je kent de geschiedenis van de voornamen 2

Voornamen ©VANIN

Je kent taalkundige regels in verband met hoofdletters 3

Je kunt een luistertekst in een schema gieten 4

Je kunt een spreekoefening over voornamen voorbereiden en uitvoeren 5

ONOMASTIEK OF NAAMKUNDE

De wetenschap die zich bezighoudt met het onderzoek naar namen heet onomastiek of naamkunde Die studie onderzoekt waar namen vandaan komen, hoe ze evolueren en hoe, waar, waarom en wanneer ze zich verspreiden. Deze wetenschap valt uiteen in twee grote domeinen:

• antroponymie: Grieks α νθρωπος ánthropos = mens, ονυμα ónuma = naam = studie van voor- en familienamen

• toponymie: Grieks τόπος tópos = plaats, ονυμα ónuma = naam = studie van plaatsnamen

1 Waarom houdt de taalkunde zich bezig met de studie van namen? Wat kun je dus uit namen a eiden?

Je hoort zo meteen een uiteenzetting over de geschiedenis van onze voornamen. Je komt te weten wanneer welke soort voornamen populair werd en waarom. Per soort krijg je ook enkele voorbeelden van voornamen.

1* Als je weet dat je naar een stukje geschiedenis gaat luisteren, hoe ga je de gegeven informatie dan noteren? Welke schema’s ken je?

les
WAAR KOMEN ONZE VOORNAMEN VANDAAN? EEN KLEINE GESCHIEDENIS …
1 2 16
TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 186

Je beluistert nu het fragment over de geschiedenis van onze voornamen.

2 Probeer nu op basis van jouw schema de kolom ‘taalkundige oorsprong’ in onderstaand schema aan te vullen. Plaats ook de namen bij de juiste periode in de kolom ‘voorbeelden’.

Kies uit: Adelbert – Charlotte – Diederik – Esther – Femke – Gerhard – John – Jozef – Judith – Kelly –Kimberley – Laurentius – Mark – Martijn – Pieter-Jan – Shakira – Stefanos

taalkundige oorsprong voorbeelden

5e eeuw –1100 gedomineerd door kenmerken:

middeleeuwen (1100 –1500)

periode: kenmerken:

populariteit te danken aan: 1500 –1950

periode van kenmerken:

periode: kenmerken:

20e –21e eeuw

LES 16 VOORNAMEN 187
©VANIN

VOORNAMEN IN UITDRUKKINGEN

1 In heel wat Nederlandse uitdrukkingen vind je voornamen. Vul telkens de juiste voornaam in op basis van de context.

aagje – Abraham – benjamin – casanova – frans – harry – Hein – hendrik – jakob(a) – jantje – joost – klaas – lolita – Mina – nestor – piet (2x) – Sara – thomas – xanthippe

Krijgen de namen in de uitdrukkingen een hoofdletter?

De regel is dat (eigen)namen die een algemene betekenis hebben gekregen en niet meer als naam fungeren, een kleine letter krijgen. Maar… soms blijft de hoofdletter wél behouden.

Naar: onzetaal.nl/taaladvies

a De vragen tijdens de quizavond van onze jeugdbeweging gingen over sport. Gelukkig zijn mijn teamgenoten grote sportliefhebbers, want ik kon geen enkele vraag beantwoorden. Ik zat erbij voor snot.

b De jongste van de familie wordt ook de genoemd; de oudste is de

c Buitenshuis is hij altijd de vrolijke , maar eens hij thuis is, zeurt hij op alles.

d Na een verloving van drie jaar trouwde Nina met haar ware

e De eerste feministen werden ook Dolle genoemd.

f Voor die kerel moet je oppassen; hij verleidt als een ware iedere vrouw die hij tegenkomt.

g Laat Michel gerust je schilderwerken uitvoeren. Hij is zo’n secuur dat je zeker tevreden zult zijn met het resultaat.

h Zo’n turnoefeningen zijn niet aan mij besteed. Ik ben echt een houten als het op dansen en radslagen aankomt.

i Met hoeveel bewijzen dien ik nog af te komen voor je me gelooft, jij ongelovige !

j Ik had me een leuke wandeltweedaagse met Ilyas voorgesteld, maar die brave liep keurig het parcours af zonder maar even van de route af te wijken.

k Jouw vader heeft heel wat invloed in dit bedrijf; ik wist niet dat hij zo’n hoge was.

l Gelukkig passeerde je zus toen ik daar met mijn platte band langs de weg stond. Ik wist niet dat zij zo’n handige was.

m In Japan lopen heel wat ’s in opvallende outfits rond.

n Als een man of vrouw vijftig jaar wordt, dat heeft hij en zij gezien.

o Zij wil steeds alles weten, wat een nieuwsgierig

p Waar mijn laarzen naartoe zijn, geen idee. Dat mag weten.

q Dat magere nog maar heel wat jaartjes wegblijft; ik wil zeker honderd jaar worden.

r Ai, ai … ik heb mijn taak van Nederlands te laat ingediend. Mijn leerkracht zal mij weer als een ware de les spellen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 188
TIP
3 ©VANIN

PSEUDONIEMEN

Een pseudoniem (Oudgrieks: ψευδώνυμον, letterlijk ‘valse naam’), alias (Latijn) of schuilnaam is de aangenomen naam van een of meer personen die duidelijk afwijkt van de corresponderende persoonsnaam of persoonsnamen. Het pseudoniem is een zelfgekozen naam en bestond al voor de uitvinding van de boekdrukkunst.

Soms verwijst een pseudoniem als anagram of palindroom naar de echte naam van de kunstenaar, zoals de beroemde striptekenaar Marc Sleen voor Marcel Neels. Ook kan het pseudoniem verwijzen naar een hoedanigheid van de persoon, zoals Multatuli, Latijn voor ‘ik heb veel geleden’, een pseudoniem van de Nederlandse auteur Eduard Douwes Dekker, of naar een beroep, zoals de zanger Lee Towers voor Leen Huizer, die van beroep torenkraanmonteur was

Naar: nl.wikipedia.org

1* Welke redenen ken je om een schuilnaam te nemen?

2 Waarom kozen onderstaande personen voor een pseudoniem, denk je?

pseudoniem reden

a Johan Waem veranderde zijn naam in Danzel

b meer van zulke initiatieven!

@DeWittePostduif

c In de 19e eeuw publiceerde de feministe

Amandine Dupin onder haar schrijversnaam George Sand

d Anna Mae Bullock is beter bekend als Tina Turner

e De Canadese Eileen Regina Edwards veranderde haar naam in Shania Twain. Haar familienaam heeft ze te danken aan haar stiefvader, een Ojibwa-Indiaan. Haar voornaam zou in de taal van de Ojibwa-Indianen ‘ik ben onderweg/op weg’ betekenen.

f Nicolas Cage werd geboren als Nicolas Coppola

g good4u@hotmail.com

LES 16 VOORNAMEN 189
4 ©VANIN

3 Welke artiest schuilt er achter deze namen?

a Charlotte Emma Aitchison

b Peter Gene Hernandez

c Norma Jean Baker

d Destiny Hope Cyrus

e Katheryn Elizabeth Hudson

f Ella Yelich-O’Connor

g Jelena Hadid

h Mark Sinclair Vincent

i Reginald Kenneth Dwight

j Katrien Verbeeck

Je geeft een presentatie voor de klas waarin je je naam voorstelt met behulp van je geboortekaartje. Je bespreekt vervolgens je eigen naamvoorkeuren en sluit je presentatie af met een zelf ontworpen geboortekaartje voor ‘je zoon’ en ‘je dochter’.

Voorbereiden

1 Vul de vragenlijst over je eigen naam in. Vraag eventueel uitleg aan je ouders.

a Wat vind je mooi/lelijk aan je naam?

b Wat betekent je naam?

c Hoe/Waarom hebben je ouders net die naam voor jou gekozen?

d Weet je ook tussen welke namen ze twijfelden of welke naam je gekregen zou hebben als je van het andere geslacht was?

e Hoe heet/heten je broer(s) en/of zus(sen)? Wat vind je van hun namen? Passen ze samen? Zit er een systeem in? Worden namen volgens een bepaalde traditie gekozen in jouw familie?

f Welke voornaam zou je jezelf geven? Waarom?

g Heb je ooit een bijnaam gehad? Welke? Hoezo?

2 Beantwoord voor jezelf volgende vragen.

a Wat vind je van de huidige trend om een kind een zo origineel mogelijke naam te geven?

b Ken je geslaagde of minder geslaagde voorbeelden van originele namen?

c Hoe heten je huisdieren? Hoe kom je op hun naam? Stel dat je twee katten of honden krijgt: hoe zou je ze noemen? Waarom?

d Stel dat je een artiestennaam voor jezelf moet verzinnen, hoe zou die luiden? Waarom kies je voor die naam?

e Welke namen zou jij voor je kinderen kiezen? Kies een jongens- en een meisjesnaam. Waarom zou je die namen kiezen? Wat vind je er mooi aan? Zeg ook waar je die namen vandaan hebt. Ga op het internet op zoek naar de betekenis van jouw gekozen voornamen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 190
Marilyn Monroe Bruno Mars Elton John Lorde Gigi Hadid Katy Perry Vin Diesel Kate Ryan Charli XCX Miley Cyrus SPREKEN: IK EN MIJN VOORNAAM
5 ©VANIN

Plannen

3 Ontwerp een geboortekaartje voor ‘je zoon’ en ‘je dochter’. Uit je ontwerp moet de betekenis van de naam afgeleid kunnen worden.

a Zoek of maak voor beide namen een passende illustratie waaruit de betekenis van de naam afgeleid kan worden.

b Gebruik die illustraties om voor elke naam een origineel geboortekaartje te ontwerpen.

4 Maak een PowerPointpresentatie om je spreekopdracht te ondersteunen.

©VANIN

TIP

Geef je presentatie op basis van vijf slides.

• slide : jouw geboortekaartje

• slide : informatie over je naam (zie stap )

• slide : naamvoorkeuren (zie stap )

• slide : eigen ontwerp geboortekaartje jongen (zie stap )

• slide : eigen ontwerp geboortekaartje meisje (zie stap )

Spreken

5 Oefen je presentatie in.

• In de inleiding zeg je kort waarover je presentatie gaat en misschien geef je al een kleine teaser.

spreken

• In het midden beantwoord je de vragen (zie stappen 1 en 2). Je motiveert ook je antwoorden. Licht eventueel ook toe waarom je bepaalde vragen niet kon beantwoorden. Ondersteun je boodschap met je PowerPointpresentatie.

• In je slot vat je de belangrijkste informatie even samen. Je kunt opnieuw verwijzen naar je teaser. Tot slot bedank je je publiek voor de luisterbereidheid.

Reflecteren

6 Ga na of je presentatie voldoet aan de vereiste criteria op p.  en pas je presentatie aan waar nodig.

LES 16 VOORNAMEN 191

Evaluatiematrix – Spreken: ik en mijn voornaam

volledigheid

Je presentatie bevat een inleiding, een midden en een slot.

In je presentatie:

- beantwoord je de opgegeven vragen; - motiveer je je antwoorden;

- toon je je geboortekaartjes;

- vertel je je verhaal aan de hand van vijf slides.

duidelijkheid

- Je praat duidelijk en luid genoeg.

- Je articuleert voldoende.

Wat je vertelt, is duidelijk qua inhoud.

aantrekkelijkheid

Je komt verrassend/creatief/ boeiend uit de hoek.

Je PowerPointpresentatie is verzorgd en mooi vormgegeven.

correctheid

- Je taalgebruik is foutloos.

- De zinsbouw klopt steeds.

- Je hebt een mooie uitspraak.

Eén van de vier gevraagde onderdelen ontbreekt in je presentatie.

Je presentatie heeft geen duidelijke opdeling in inleiding, midden en slot.

- Je beantwoordt nauwelijks de opgegeven vragen en je motiveert onvoldoende.

- Je hebt geen geboortekaartjes getoond.

- Je hebt geen PowerPointpresentatie gemaakt.

- Je praat niet luid genoeg.

- Je articuleert onvoldoende.

Wat je zegt, is inhoudelijk niet altijd even duidelijk.

Aanvullende commentaar:

Je brengt een goed verhaal, maar het kon verrassender/ creatiever/boeiender.

Je PowerPointpresentatie is verzorgd maar oogt te sober / te druk.

- Je mondelinge presentatie bevat geen zware taalfouten.

- De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd.

- Let op een correcte uitspraak.

- Je praat veel te stil. Je publiek hoort niet wat je zegt.

- Je articuleert niet.

Je praat erg onsamenhangend. Het is inhoudelijk niet duidelijk wat je allemaal vertelt.

Je hebt nauwelijks of geen werk gemaakt van je presentatie.

Je hebt geen werk gemaakt van je PowerPointpresentatie.

- Je mondelinge presentatie bevat veel fouten.

- Door de vele taalfouten is de boodschap moeilijk te begrijpen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 192 GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE
©VANIN

Ieder jaar opnieuw worden de populairste jongens- en meisjesnamen van het jaar bekendgemaakt. Al jaren staan Arthur, Lucas en Louis hoog in de ranking bij de jongens; Emma, Olivia en Louise regeren bij de meisjes. Daaruit kun je besluiten dat veel ouders erg traditioneel zijn in de keuze van een voornaam. Maar is dat altijd zo?

Bijzondere namen

1 Bekijk de reportage uit Man bijt hond en achterhaal waarom de geïnterviewde ouders speci ek voor de namen van hun kinderen kozen.

©VANIN

Damascus uit lied Party to Damascus van Missy Elliot = hoofdstad van Syrië

Oberon Lancelot Lohengrin Iphigenia = koning der elfen = graalridder = graalridder = dochter van Agamemnon (Griekse tragedie)

La Vie Jolie = la vita = het leven = bella = mooi

Destiny

De cirkel is compleet voor het gezin. = eindbestemming

De naam als modeverschijnsel

Voornamenexperte Annelies Somers heeft als archivaris van het Rijksarchief alle Belgische voornamen sinds de 12e eeuw gebundeld. Zij ziet sommige namen terugkomen, omdat mensen hun kind naar hun idool vernoemen. Maar dat is aan het keren, stelt ze vast. Het zijn niet langer de bekende Vlamingen wier naam we aan onze kinderen geven, wel de namen van hun kinderen. Zo is er het oudste zoontje van Kim Clijsters, Jack – een naam die het al enkele jaren goed doet. Ook de zoon van Karen Damen, Sky –vóór zijn geboorte allesbehalve een bekende naam in Vlaanderen – kreeg sinds zijn geboorte al heel wat opvolgertjes.

Daarnaast ziet Somers een andere trend, die je gerust de ‘facebookisering’ van de voornaamkeuze kunt noemen. ‘Vroeger waren er voornamen die een hype werden door iemand op televisie, in de showbizz, in de sport’, zegt ze. ‘Denk aan de generatie jongens in de jaren zeventig van de vorige eeuw die Bjorn werden dankzij ABBA – en in het verlengde daarvan andere Scandinavische namen. Nu is het referentiekader van ouders in spe anders. Ze pikken overal namen op, en zeker op Facebook en andere sociale media. Mensen zien een naam en vinden die origineel. Jammer genoeg zijn er dan héél veel mensen die hetzelfde idee hebben en dan zijn er plots veel kinderen met dezelfde naam. Namen die in deze ranking voorkomen zijn: Liam, Finn, Lewis, Noah en Mathis. Opeens schieten die namen naar de top van de voornamenlijsten, schijnbaar zonder enige aanleiding. Maar ze verdwijnen meestal ook vrij snel. Zij zullen geen all time classic worden zoals Lucas of Emma.’

Naar: www.hln.be

LES 16 VOORNAMEN 193
WAAR HALEN OUDERS INSPIRATIE VOOR DE VOORNAMEN VAN HUN KINDEREN VANDAAN? naam reden
6

2 Welke inspiratiebronnen staan in het artikel op de vorige pagina vermeld? Kun je telkens een voorbeeld geven?

©VANIN

Humor

3 Achterhaal opnieuw waar de ouders de inspiratie vandaan haalden bij de naamkeuze voor hun kinderen. Maar … welk gevaar schuilt er in die combinaties?

‘Ah, Adam waar is uw Eva?’. Michel Adam was het zo beu die vraag te krijgen, dat hij besloot zijn dochter zo te noemen. ‘We hoorden die naam eigenlijk heel graag, mijn vrouw was er ook onmiddellijk voor gewonnen’, vertelt Michel. Eva zelf stoort er zich niet meer aan. ‘Toen ik kind was, viel die naam wel eens tegen. Op kamp zongen de andere kinderen eens tien dagen lang Adam en Eva zitten in een tonnetje Maar nu vind ik het eigenlijk gewoon een mooie naam.’

Zussen Annemie en Rozemie De Blieck hadden geen aap die Choco heette, maar wel een papegaai met de naam Coco. ‘Behalve het feit dat we ook een papegaai hadden, hadden we eigenlijk niets met Jommeke. Onze ouders hebben ons ook niet bewust zo genoemd. Mijn moeder hoorde graag de naam Rozemie. Ze vond het wel mooi klinken naast Annemie.’ Voor de zussen was het niet altijd even leuk om als Annemieke en Rozemieke door het leven te gaan. Rozemie: ‘Mensen vragen me vaak of ik geen zus heb die Annemie heet en dan geloven ze je niet. Als kind vond ik dat vervelend, maar nu lachen we daarmee.’ Als kind had Annemie zelfs zo’n grote aversie van de vraag dat ze weigerde om Jommeke te lezen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 194
© Clement Philippe, Arterra Picture Library

Hij speelt geen gitaar en heeft geen kroezelhaar. Maar Jimmy Hendrikx dankt wél zijn naam aan Amerikaanse gitaarheld Jimmy Hendrix. Papa Luc Hendrikx vond de naam origineel. ‘Ik ben eigenlijk niet zo’n fan van de artiest. Toen Jimmy geboren werd, kregen we als cadeau een cd van hem. Ik heb die nooit veel beluisterd, het ging me vooral om de naam.’

En Jimmy, die wordt er natuurlijk constant op aangesproken. ‘Maar soms is het vervelend dat ik geen “serieuze” naam heb. Ik volgde de opleiding Journalistiek en moest iemand interviewen. Die reageerde ongelovig toen ik zei wie ik was, ik kreeg het antwoord dat hij Elvis Presley heette en smeet de telefoon neer.’

©VANIN

Lang voor The Lord of the Rings furore maakte in de cinemazalen, verslond Gerda Achtergaele de trilogie van Tolkien. Zo kwamen haar drie zonen aan hun uitzonderlijke namen: Legolas, Aragorn en Faramir Goethals. Toeval of niet, de keuze van de namen heeft een effect gehad op de jongens hun karakter. ‘Legolas is de gevoelige en koppige van de drie. Een beetje zoals de elf. Aragorn is meer een leiderstype en Faramir is nuchter en kunstzinnig.’ De jongens zelf vinden het best wel cool. Legolas: ‘Mensen reageren zelfs jaloers. Of met ongeloof, zo moest ik in Groot-Brittannië wel eens mijn paspoort tonen.’

LES 16 VOORNAMEN 195
Naar: www.hln.be naam reden gevaar Eva Adam Annemie en Rozemie

Andere inspiratiebronnen

4 Probeer op basis van de citaten te achterhalen hoe mensen nóg geïnspireerd geraken bij de keuze van de voornamen van hun kinderen. Vul de lijst aan met eigen voorbeelden.

a West-Vlaamse ouders zijn creatief met A, L, E en X. De negende telg van de familie kreeg net als haar acht andere broertjes en zusjes een naam met deze letters.

b In de familie zijn er al generaties lang gouden manchetknopen met de initialen J.M., die gedragen worden van vader op zoon.

c Zijn grootvader betekende veel voor mijn man en we vonden het een superidee om onze dochter René te noemen, want de naam betekent letterlijk ‘wedergeboorte’.

d Ons kleine meisje keek ons aan met een zalige glimlach rond haar lippen. We besloten haar meteen Ibtissam te noemen.

e Na vele jaren werden we de trotse ouders van Dieumerci.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 196
citaat inspiratiebron
©VANIN

Je maakt kennis met Louis Paul Boon en zijn werk 1

Louis Paul Boon: Mijn kleine oorlog ©VANIN

Je herschrijft een fragment uit DEZE roman 3

Je analyseert hoe literatuur het verschil kan maken in woelige tijden 2 4

Je analyseert enkele fragmenten uit Mijn kleine oorlog

INLEIDING: EEN BIJZONDERE AUTEUR

In deze les maak je kennis met een bijzondere auteur, Louis Paul Boon. Boon schrijft vanaf 1942 tot aan zijn dood in 1979 meer dan dertig romans. We bestuderen het boek Mijn kleine oorlog dat een eerste maal verschijnt in 1947. Kort na de Tweede Wereldoorlog wil de schrijver de wereld wakker schudden met zijn boek; hij wil de gewone mensen én de machthebbers confronteren met hun egoïsme, domheid en wreedheid.

De betekenis van Boon

Regisseurs Luc Pien en Stijn Coninx verfilmden respectievelijk de romans Vergeten straat en Pieter Daens van Louis Paul Boon. Bekijk het eerste deel van de reportage waarin ze het over de schrijver en zijn werk hebben en beantwoord de vragen.

1 In dit deel worden heel wat werken van Louis Paul Boon vernoemd. Noteer de titels.

2 Wat heeft Luc Pien altijd geboeid aan het werk van Boon?

3 Waarmee vergelijkt Luc Pien De Kapellekensbaan? Waarom?

4 Hoe omschrijft Stijn Coninx de persoonlijkheid van de schrijver?

5 Boon schreef uiteenlopende verhalen. Welke genres haalt Coninx aan?

les
1 17
LES 17 LOUIS PAUL BOON: MIJN KLEINE OORLOG 197

Onthouden

Een historische roman is een roman waarbij het verhaal verwijst naar een periode die tot het verleden behoort. De auteur kan in het verhaal vaststaande historische gegevens verwerken; de auteur kan de historische feiten (her)interpreteren of de auteur roept in zijn verbeelding het verleden op zonder directe aanknopingspunten met de bekende historische feiten.

Een erotische roman is een vorm van literatuur waarin de lichamelijke liefde centraal staat. Vaak is er bij een erotische roman discussie over de waarde van de erotische tekst en beschouwt men de tekst al snel als een vorm van pornografie. Bekende auteurs zijn Nabokov (Lolita), Louis Paul Boon, Gerard Reve … De term ‘obsceen’ kan aangeven dat de verhalen ongepast zijn.

6* De twee onderstaande bewerkingen zijn een voorbeeld van een van deze genres.

a Zoek op waarover deze verhalen gaan.

b Welk verhaal zou je graag lezen? Waarom?

In deel 2 praat Ivan De Vadder met prof. Humbeek over de literaire waarde van Boon.

7 Schematiseer de informatie op de volgende pagina.

De bijzondere schrijfstijl van Boon

Op iDiddit vind je een verdiepende opdracht over de bijzondere schrijfstijl van Boon.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 198
©VANIN

Boons literaire belang

Boon als persoon

Boons actuele waarde

EEN GEËNGAGEERD SCHRIJVER: MIJN KLEINE OORLOG (1947)

Onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog publiceert Louis Paul Boon een boekje waarin hij beschrijft wat de oorlog betekende voor de kleine man. Boon maakt onmiddellijk naam als schrijver die geen blad voor de mond neemt. Door middel van kleine verhaaltjes schetst hij een beeld van het leven tijdens de oorlog. Dat beeld is niet fraai, de oorlog is onmenselijk en de mensen gedragen zich dom, egoïstisch en wreed.

Uit het woord vooraf door Willem Elsschot:

Woord vooraf

Waarde lezer, lees dit boek niet met de oogen van een literair criticus, […], maar lees het met uw hart, met een sprankel van het groot-menselijke gevoel waarmee Boon het geschreven heeft. […] Schaart u onder Boons vaandel, want zijn Kleine oorlog is niets anders dan de ‘Oorlog aan de Oorlog’.

LES 17 LOUIS PAUL BOON: MIJN KLEINE OORLOG 199
2 ©VANIN

Boon begint Mijn kleine oorlog als volgt:

ge schrijft uw ‘kleine oorlog’ ge zoudt liever een ander boek schrijven – groot schoon woelig juist – ge zoudt het dan noemen ‘dit zijn de vloeken en gebeden van den kleinen man tegenover den grooten oorlog, dit zijn zangen, dit is DE BIJBEL VAN DEN OORLOG’ – op een anderen dag wenst ge echter niets liever dan uw pen stuk te stampen op het vlak van uw schrijftafel – het is zeer plezierig zoiets, maar gij zijt verplicht u de dag daarna een nieuwe pen te kopen – want schrijven doet ge toch, het is een natuurlijke behoefte – de ene mens vloekt zich dood, de andere loopt zijn kop op de muren stuk, gij schrijft uw ‘Kleine Oorlog’

1 Wat is de toon van dit fragment? Hoe zou je dit voorlezen? Kies uit: boos – stil – luid – gevoelig – afstandelijk …

2 Welke opmerking over ‘het schrijven’ maakt de schrijver hier?

3 Aan welke kunststroming zou je deze opmerking over het schrijven kunnen linken?

4 Welke vertelvorm gebruikt de schrijver? Wat is het e ect?

5 Ook in deze tekst duikt de ironie op die typisch is voor Boon. Citeer de regels. Wat is het e ect van die ironie?

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 200
15.9 ©VANIN

MIJN KLEINE OORLOG: EEN FRAGMENT BESTUDEREN

Het fragment beleven

Lees (of beluister) het fragment uit Mijn kleine oorlog op p. 202-203.

1* Vertel de anekdote die de schrijver vertelt kort na. Over wie schrijft hij?

2* Beantwoordt het verhaaltje aan jullie verwachtingen? Aan welke wel / welke (helemaal) niet?

3 Wat is de toon van dit verhaal?

Kies het woord dat het beste past uit de lijst of kies je eigen woord en verklaar je keuze: kritisch – machteloos – grappig – spannend – heldhaftig – droevig – realistisch

4 ‘Bah, zei de telefonist, dat is zoals uw lot ligt, als ge sterven moet dan sterft ge. Dinges antwoordde, dat er goddomme hier toch meer stierven in één uur dan op zijn dorp in tien jaar.’ Dit gesprek tussen de telefonist en Dinges gaat nog even door.

a Welke twee houdingen tegenover de oorlog vind je hier terug? Omschrijf die houdingen zo nauwkeurig mogelijk.

b Welke houding zou jij kiezen? Waarom? Met welke ingesteldheid hou je – volgens jou – de oorlog het beste vol?

5 Wekt het fragment bij jou gevoelens van ontroering, woede … op? Op welke manier? Waarom (niet)?

LES 17 LOUIS PAUL BOON: MIJN KLEINE OORLOG 201
3 ©VANIN

De goudvissen

Ik wist dat Van den Abeele er lag met opengescheurde schouder, maar ik keek toch niet, ik draaide het hoofd naar de luitenant van de 9de die op de kleine kassei hen met de armen open stond te verwijten: saligauds, boches! Net of zij dat aan de overkant van het Albertkanaal konden horen. Er was anders al lawaai genoeg. Vlak naast ons schoot er ene de band van zijn mitrailleuse leeg, hij zat op een stoel die hij uit de crèmerie had gehaald en het leek hem nu misschien net hetzelfde spektakel te zijn van de nationale schietbaan. Buiten de stuka’s dan. En buiten die verschrikkelijke dorst. Bah, zei de telefonist, dat is zoals uw lot ligt, als ge sterven moet dan sterft ge. Dinges antwoordde, dat er goddomme hier toch meer stierven in één uur dan op zijn dorp in tien jaar. Iets waarbij de telefonist de schouders ophaalde en mij begon uit te leggen dat het zo ons lot was, daar stierven er geen op uw dorp omdat het hun lot was hier te komen sterven. En daar wou Dinges weer wat op antwoorden als die rotte stuka’s opnieuw kwamen benedenhuilen en rekketekketekten, het was niet meer om uit te houden. De twee van de infirmerie vloekten, dat ze milledju toch niet overal tegelijk konden zijn. Ik bloed zelf al, zei de dikste verontwaardigd. Neen, om uit te houden was het niet meer, vooral met die onzinnige bevelen. Ga nieuwe munitie halen, zei de luitenant en er was geen munitie meer, die was een half uur geleden in de lucht gevlogen. En tracht mij een brood mee te brengen, Louis, zei hij. Ja, hij was als simpele korporaal van de schoolcompagnie bij ons gekomen en ieder jaar als we ons kamp hadden te doen stond hij een ietsje hoger in rang en keek hij een ietsje verwaander op ons neer, maar als hij in de penarie zat zei hij toch Louis, zo, kameraadschappelijk. En brood dus, net of hij niet wist dat de veldkeuken reeds de weg van de munitie gevolgd was. Maar we gingen toch, als we van die dijk eens wegraakten hoorden we hén ginder niet meer zo luid voorwaarts schreeuwen. Ik keek Dinges aan, als om te vragen of hij meeging en net toen gaf de telefonist het langverwachte bevel aan de luitenant door: redde wie zich redden kan.

©VANIN

We begonnen als gekken met een bijl alles stuk te slaan, de mitrailleur sloeg zelfs zijn stoel tot spaanders, en we probeerden langs de kleine kassei achteruit te trekken maar die lag al onder vuur. Bryske, die tot drie telde en er dan in vliegende vaart overzoefde, sloeg aan de andere kant kop over kont neer. We moesten dan maar vlak door de crèmerie en Dinges stampte met de kolf van het geweer het raam open, er stond een kom met goudvissen achter en die rolde om. We kropen door het raam om aan de andere zijde de straatdeur stuk te stampen, maar almeteens, Dinges bleef staan en beet zich de vingernagelen. Ik zag hem de bokaal nemen die tussen het raamkozijn en de gordijnen was blijven hangen, hij pompte er water in en zette die weer voorzichtig op zijn plaats. En omdat ik naar hem bleef wachten keek hij me woedend aan, alsof ik de hemelweetwat misdaan had. Een eind verder moesten we ons in een gracht neergooien, want zij-ginder waren nu het kanaal over, en ik dierf niet goed achterom kijken want het was daar één vlam. En in die gracht zei Dinges: moest gij in die crèmerie wonen en ge zoudt terugkomen van de vlucht, zoudt ge dan ook niet graag zien dat uw goudvissen er nog stonden? Wel … waarom keekt ge dan zo bokkig?

woord

saligaud: smeerlap (scheldwoord) boche: scheldwoord dat gebruikt wordt om de Duitsers aan te duiden, zoals ‘mof’ de stuka: Duitse bommenwerper die in een duikvlucht bombardeerde. Op het moment dat de stuka een duikvlucht begon, begonnen de sirenes (ook wel trompet genoemd vanwege het geluid) te loeien. Meestal joeg het geluid ervan de mensen beneden grote schrik aan, waardoor ze in hun paniek het verdedigende leger in de weg liepen. almeteens: plots (verouderd en Vlaams taalgebruik)

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 202 1 5 10 15 20 Mijn kleine oorlog
25 30
stuka © Karolis Kavolelis

Ik moest lachen. Ik was het niet die bokkig keek, zei ik, het waart gijzelf.

Eigenlijk heb ik met die goudvissen wat gefantaseerd, het is er ook een verhaal voor. Maar dit is niet gefantaseerd: Dinges moest door het gat van de haag met zijn handmitrailleur over de schouder, en bleef erin vasthangen. We riepen, dat hij de lederen riem van de mitrailleur moest oversnijden maar hij hoorde het niet, hij stond daar in de vuurbaan van hun kogels en deed zijn broek vol waar hij stond.

Dinges integendeel – o een andere Dinges vanzelfsprekend – stond wijdbeens over de gracht en schoot zo de ene lader na de andere leeg – die was gek van woede.

En ik? Och ik zat aan mijn vingernagelen te knauwen en naar alles te kijken en probeerde mijn gedachten tegen te houden op weg naar het gekkenhuis. Zouden ze ginder nu ook al bommen smijten, dacht ik. O God goddomme laat hen toch niet sterven, laat hen mij nog één keer zien. WAT IS DAT NU, EEN KIND HEBBEN EN DAN STERVEN ZONDER HET TE HEBBEN GEZIEN?

Prosper vertelt: er werd ene een oog uitgeschoten en toen men hem naar de abri van de militaire dokter bracht, maakte die dokter zich juist gereed om weg te lopen – wij moesten hem met ons bajonetten terug de abri indrijven om eerst nog dat oog te verzorgen.

Langs de weg: twee brancardiers met hun armen open en een omvergeworpen draagbaar eveneens met haar armen open, en de stervende ernaast, nog eens gebombardeerd.

En twee soldaten die aan het Albertkanaal waren gaan lopen, werden door gendarmen die ook waren gaan lopen opgepikt en op een kerkpleintje voor een krijgsraad gebracht, vóór een generaal die almaar schreeuwde en op zijn sloffen was. En almeteens waren daar Duitse vliegers en de generaal op zijn sloffen sprong in een auto en reed weg, schreeuwend: DAT ZIJ LATER DAN VOOR DE KRIJGSRAAD ZOUDEN KOMEN.

En kwestie van die generaal, veel later vertelde mijn vrouw me, dat al die ouwe mannen met een rode band rond hun kepie ons huis waren voorbijgereden, en dat ze te versleten waren om zich nog te kunnen verzetten, maar dat ze grote mooie honden bij zich hadden en jonge wijvekes van een jaar of zestien.

abri gendarme

©VANIN

woord

de abri: klein (wacht)huisje dat beschutting biedt tegen regen en wind, een schuilhokje, afdakje de gendarme: (militair) politieagent de krijgsraad: (strenge) militaire rechtbank

LES 17 LOUIS PAUL BOON: MIJN KLEINE OORLOG 203 35 40 45 50 55
©
Paul Hermans

6 Op welk moment in de oorlog speelt dit stuk zich af? Geef argumenten.

 de mobilisatie

 de bezetting

 de bevrijding

Het fragment verkennen

‘De hoofdpersonen zijn vooral gewone mensen en zeker geen helden.’

7 Bewijs bovenstaande uitspraak aan de hand van drie voorbeelden.

8 Welke personages kunnen op de sympathie van de schrijver rekenen? Welke niet?

9 Het fragment is kort; toch kun je al een aantal personages typeren. Zoek één rond personage en twee vlakke personages en verklaar je keuze.

10 Het fragment bestaat uit gewoon gedrukte stukjes en cursief gedrukte stukjes. Hoe zou je die cursief gedrukte stukjes omschrijven?

11 Bespreek het vertelperspectief in het verhaal.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 204
17.6 17.7 ©VANIN

Doordringen tot het fragment

12 Waarop geeft de schrijver kritiek? Benoem duidelijk en markeer in het fragment de passages met duidelijke kritiek.

13 Sommige personages krijgen een naam, andere personages heten gewoon Dinges.

a Waarom doet de schrijver dat?

b Wat is het effect van die naamgeving?

14 Welk gedrag beschrijft de auteur om aan te tonen dat de personages gestresseerd zijn?

15 Het is duidelijk dat de tegenstanders de Duitsers zijn. Toch gebruikt de schrijver het woord ‘Duitser’ niet.

a Welke woorden gebruikt hij wel?

b Waarom schrijft hij op die manier over de tegenstanders? Geef een psychologische verklaring.

16 De Duitsers zijn niet de enige tegenstanders. Ook de o cieren kunnen op weinig sympathie rekenen.

a Wat verwijt Boon de officieren?

b Hoe beschrijft hij dat op een subtiele manier? Markeer die passages en geef wat extra uitleg.

LES 17 LOUIS PAUL BOON: MIJN KLEINE OORLOG 205
©VANIN

17 Uit de tekst blijkt duidelijk dat de soldaten bang zijn om gekwetst te raken en dat ze psychologisch lijden. Welke lichamelijke problemen hebben ze? Markeer in de tekst waar dat aan bod komt.

18 De schrijver beschrijft een aantal zaken op een subtiele manier. Hoe beschrijft hij dat …

a de officieren vooral Franstalig zijn; b sommige officieren niet echt klaar zijn om te vechten;

c de officieren niet echt leiding geven; d de officieren niet echt deelnemen aan de strijd?

19 Is er humor in het fragment? Markeer de humoristische passages. a Gaat het om milde humor of is het eerder bijtende spot (cynisme)?

b Wat is het effect van de humor?

20 Op een bepaald moment gebruikt de schrijver een personi catie. Duid ze aan in de tekst.

21 Herlees het fragment.

Extra opdracht: creatief schrijven

Op iDiddit staat een creatieve schrijfopdracht waarin je het besproken fragment herschrijft tot een hedendaagse versie of een filmscenario.

Kies op iDiddit een fragment uit Mijn kleine oorlog dat je in kleine groepen zult analyseren.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 206
MIJN KLEINE OORLOG: HET VERHAAL VERDER VERKENNEN
4 ©VANIN

Horrorverhalen ©VANIN

Je onderzoekt technieken waarmee schrijvers spanning opwekken 1

Je reflecteert op de inhoud van horrorverhalen 2

INLEIDING

1 Wat zijn jouw grootste angsten? Rangschik onderstaande elementen op basis van hoe angstaanjagend ze voor jou zijn (1 = weinig angst, 10 = veel angst). Voeg zelf nog twee onderwerpen toe die je wilt opnemen in jouw rangschikking.

het donker altijd en overal bekeken worden hoogtes naar de tandarts gaan bovennatuurlijke monsters seriemoordenaars clowns achtervolgd worden

2 Verbind onderstaande boekcovers met de juiste plot.

1 Victor, een Zwitserse wetenschapper, schept een monsterachtig wezen uit lichaamsdelen van dode mensen. Wanneer het monster echter ontsnapt en een grote ravage aanricht, moet Victor de gevolgen van zijn daden onder ogen komen …

2 Een zesjarig jongetje speelt nietsvermoedend met een papieren bootje in de goot op straat. Wanneer het bootje plots verdwijnt en hij op zijn knieën in de donkere goot staart, kijken twee felgele ogen hem aan …

3 Vreemde dingen vinden plaats in het huis van Chris MacNeil. Wanneer haar dochtertje bezeten lijkt te zijn door de duivel, gaat ze te rade bij enkele priesters …

4 Drie jonge filmstudenten maken een documentaire over een plaatselijke legende van een heks. Wanneer ze de naburige bossen verkennen, komen ze er al snel achter dat legendes heel dicht bij de werkelijkheid kunnen aansluiten …

les
A B C D E
1 18
LES 18 HORRORVERHALEN 207

5 Via een verzameling van dagboeken en brieven lezen we over een ontmoeting tussen de jonge advocaat Jonathan Harker en een excentrieke graaf. Harker komt er al snel achter dat de graaf er enkele vreemde gewoonten op na houdt, zoals het drinken van mensenbloed …

6 Samen met drie anderen trekt Professor John Montague in een behekst huis in om te bewijzen dat paranormale activiteiten wel degelijk bestaan. Wat begon als een interessant experiment, loopt echter al snel uit de hand …

1 Bekijk de trailer van de lm Knock at the Cabin. Beantwoord onderstaande vragen.

a Waarover gaat de film volgens jou? Vat de plot samen in minstens twee zinnen.

b Welke beslissing zal de familie volgens jou moeten nemen?

c Op welke manieren bouwden de makers van de trailer spanning op?

2 Hoe kan een schrijver spanning brengen in verhalen? Lees op de volgende pagina de tips van schrijver René Appel.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 208
A B C D E HOE
MAAK JE EEN VERHAAL SPANNEND?
2 © FlixPix ©VANIN

Spannend schrijven ©VANIN

– Hij dacht er lang over na, pleegde enkele telefoontjes met een bekende strafpleiter, en wist daarna wat hem te doen stond.

– Ze bekeek de stukken, pagina voor pagina, tot ze eindelijk vond wat ze zocht. Er gleed een glimlach over haar gezicht toen ze haar conclusie bevestigd zag.

– Als hij zich toen rekenschap had gegeven van de gevolgen, zou hij er nooit aan zijn begonnen.

– Ze kon niet voorzien dat dit de laatste keer was dat ze hem zou zien.

Naar: Onze Taal

LES 18 HORRORVERHALEN 209

STEPHEN KING – SATANSKINDEREN

Fragment 1

Het was inderdaad een vergissing geweest de snelweg af te gaan, dacht Burt somber. Het was nog jammer ook, want tot dat moment hadden ze vrij goed met elkaar kunnen opschieten, waren ze bijna als menselijke wezens met elkaar omgegaan. Soms had het erop geleken dat die reis naar de Westkust, zogenaamd om Vicky’s broer en zijn vrouw op te zoeken, maar in werkelijkheid een uiterste poging om hun huwelijk op te lappen, een succes zou zijn.

Maar sinds ze de snelweg hadden verlaten was het weer misgegaan. Hoe mis? Nou ja, afschuwelijk, eigenlijk.

‘We zijn bij Hamburg van de snelweg afgegaan, klopt dat?’

‘Klopt.’

‘Er is verder niks meer tot aan Gatlin’, zei ze. ‘Dertig kilometer. Een gat. Denk je dat we daar even kunnen stoppen en wat eten? Of moeten we volgens dat dictatoriale schema van jou doorrijden tot twee uur, zoals we gisteren hebben gedaan?’

Even lette hij niet op de weg en keek haar aan. ‘Het komt me zo langzamerhand m’n neus uit, Vicky. Wat mij betreft kunnen we hier omdraaien en naar huis rijden en naar die advocaat gaan met wie jij wilde gaan praten. Want dit werkt helemaal …’

Ze staarde voor zich uit, met een onverzettelijke uitdrukking op haar gezicht. Plotseling veranderde haar blik in verrassing en angst. ‘Burt, kijk uit, je zult …’

Hij keek net op tijd weer naar de weg om te zien dat er iets verdween onder de bumper van de T-bird.

Een seconde later, toen hij nog maar net zijn voet overbracht van het gaspedaal naar de rem, voelde hij een misselijkmakend bonken, eerst vóór en toen onder de achterwielen. Ze werden naar voren gesmeten terwijl de wagen langs de middenstreep afremde van vijfenzeventig naar nul en zwarte remsporen achterliet.

‘Een hond’, zei hij. ‘Zeg me dat het een hond was, Vicky.’

Haar gezicht was zo bleek als een doek. ‘Een jongen. Een kleine jongen. Hij kwam recht het maisveld uitlopen en … gefeliciteerd, lefgozer.’ Ze morrelde het portier open, boog zich naar buiten en braakte.

Burt en Vicky stappen uit de auto. Vicky rept zich naar het levenloze lichaam van de jongen toe. Burt merkt echter een grote plas bloed op in de maisvelden langs de weg.

Burt knielde en draaide voorzichtig het lichaam om.

©VANIN

‘Ik wil niet kijken’, zei Vicky en ze staarde hulpeloos in de verte. En toen de starre, blinde ogen omhoog zwaaiden en hen aankeken, gilde ze opnieuw. Het gezicht van de jongen was vuil, het was vertrokken van doodsangst. Zijn keel was afgesneden.

Burt kwam omhoog en legde zijn armen om Vicky heen toen ze begon te wankelen. ‘Niet flauwvallen’, zei hij heel zacht. ‘Hoor je me, Vicky? Niet flauwvallen.’

Hij bleef het herhalen, tot ze zich ten slotte in bedwang had en hem stevig omklemde. Het leek wel of ze aan het dansen waren daar op de weg waarop de middagzon brandde, met het lijk van de jongen aan hun voeten.

‘Vicky?’

‘Wat?’ Gedempt tegen zijn hemd.

‘Ga terug naar de auto en steek de sleuteltjes in je zak. Haal de deken van de achterbank en mijn geweer.

Breng die mee.’

‘Het geweer?’

‘Iemand heeft hem de keel afgesneden. Wie dat dan ook is geweest, je hebt de kans dat hij ons nog beloert.’

beloeren: in de gaten houden, begluren

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 210
1 5 10 15 20 25 Satanskinderen
30 35 40
3 woord

1 Beluister of lees een eerste fragment uit Satanskinderen van Stephen King.

a Is er in dit fragment sprake van retrospectieve of prospectieve spanning? Verklaar je antwoord.

b Is er sprake van ‘Jan Klaassen-syndroom’ in dit fragment? Verklaar je antwoord.

c Op welk(e) moment(en) lijkt de verteller meer te weten dan de personages? Markeer in de tekst.

d* Wat gaan Burt en Vicky volgens jou doen aan de situatie? Wat zou jij zelf doen?

ONTHOUDEN

Spanning kan op verschillende manieren opgebouwd worden in een verhaal. Dit zijn er enkele:

• We spreken van retrospectieve spanning wanneer de roman of het kortverhaal opent met een mysterie, moord of andere misdaad. De rest van het verhaal staat dan in het teken van het oplossen van dit mysterie door het verleden verder uit te spitten.

• Bij prospectieve spanning zal het verhaal langzaamaan opbouwen tot een hoogtepunt. Je voelt met andere woorden dat er iets zal gebeuren, maar je weet niet precies wat. Die onzekerheid zorgt voor de nodige spanning.

• Verder kan de auteur ook informatie achterhouden om de nodige spanning in het verhaal te verwerken. Een voorbeeld daarvan is de techniek van het Jan Klaassen-syndroom. De lezer verkrijgt dan meer informatie over het mysterie dan sommige personages. Je kunt als lezer echter niet ingrijpen in het leven van die personages waardoor je meer spanning zult ervaren.

2 Beluister of lees een tweede fragment uit Satanskinderen van Stephen King.

1 5

Fragment 2

Burt en Vicky besluiten naar het politiekantoor van Gatlin te rijden, een dorpje tien minuten verder. De preken op de radio verraden dat ze in een zeer gelovige streek zijn beland. Wanneer ze in Gatlin aankomen, merken ze dat het dorpje compleet verlaten is. Het benzinestation heeft nog de prijzen van decennia geleden en het plaatselijke café heeft geen enkele klant. Vicky vertrouwt het niet en wil graag vertrekken, maar Burt besluit een kijkje te nemen in de plaatselijke kerk terwijl Vicky veilig in de auto wacht. Daar vindt hij, naast een Christusfiguur met haar van mais, wel heel interessante lectuur …

LES 18 HORRORVERHALEN 211
©VANIN

Op de katheder lag een grote bijbel, opengeslagen bij het achtendertigste hoofdstuk van Job. Burt keek omlaag en las: ‘Daarna antwoordde de Here Job uit een stormwind en zeide: Wie is hij die den raad verduistert met woorden zonder wetenschap? … Waar waart gij toen Ik de aarde grondde? Geef het te kennen indien gij kloek van verstand zijt.’ De Here. Hij die Waart Achter de Rijen. Geef het te kennen indien gij kloek van verstand zijt.

Hij stond op het punt de kansel te verlaten, toen hij op een lager gelegen schap nog een boek zag.

Hij haalde het tevoorschijn, met het idee dat het misschien een kerkregister was met huwelijken en confirmaties en begrafenissen.

Hij sloeg het boek open op het eerste brede, gelinieerde blad. Hij zag direct dat een kind erin had geschreven. Hier en daar was zorgvuldig een inktgom gebruikt, en er stonden weliswaar geen spelfouten in, maar de letters waren groot, zoals een kind ze zou schrijven, meer getekend dan geschreven. In de eerste kolom stond:

Amos Diegan (Richard) 4 sept 1945 – 4 sept 1964

Isaac Renfrew (William) 19 sept 1945 – 19 sept 1964

Zepeniah Kirk (George) 14 okt 1945 – 14 okt 1964

Mary Wells (Roberta) 12 nov 1945 – 12 nov 1964

Yemen Hollis (Edward) 5 jan 1946 – 5 jan 1965

Burt dacht erover na terwijl hij daar achter de kansel stond. In 1964 was er iets gebeurd. Iets wat met godsdienst had te maken en met mais … en kinderen.

Burt voelde dat hij kippenvel kreeg.

Vicky, ik zal je eens iets vertellen. Het gaat over Amos Deigan, die geboren werd als Richard Deigan op 4 september 1945. […] Dick Deigan en zijn vrienden – Billy Renfrew, George Kirk, Roberta Wells en Eddie Hollis onder anderen – werden gegrepen door godsdienst en ze vermoordden hun ouders. Allemaal. Is dat niet om te gillen? Schoten hen dood in hun bed, staken hen dood in hun badkuip, vergiftigden hun avondeten, hingen hen op, ik weet het niet precies.

©VANIN

Waarom? De mais. Misschien was die aan het afsterven. Misschien kregen ze een of ander vreemd idee dat de mais doodging omdat er te veel werd gezondigd. Niet genoeg werd geofferd. Ze moeten dat gedaan hebben in de mais tussen de rijen.

En op een of andere manier, Vicky, dat weet ik heel zeker, op een of andere manier kwamen ze tot de conclusie dat niemand van hen meer dan negentien jaar mocht leven.

[…]

‘Och jezus’, zei Burt in de stille kerk en toen begon de claxon van de T-Bird de middaglucht te vullen met zijn geloei, één lange explosie van geluid.

Burt sprong van de kansel en rende het middenpad door. Hij smeet de buitendeur van het kerkportaal open en stond verblind in het hete zonlicht. Vicky zat kaarsrecht achter het stuur, met beide handen op de ring van de claxon gedrukt, terwijl haar hoofd vertwijfeld van links naar rechts draaide. Van alle kanten naderden de kinderen. Een paar liepen vrolijk te lachen. Ze hadden messen bij zich, handbijlen, pijpen, stenen, hamers. Een meisje, misschien acht jaar, met prachtig lang, blond haar, had een autokrik in haar handen.

de katheder: hoge lessenaar waarop de spreker papieren kan leggen de kansel: preekstoel

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 212 10 15 20
25 30 35 40 45
woord

a Welke verklaring heeft Burt voor het verlaten dorpje?

b Welke verklaring heb jij voor de moord op de jongen na het lezen van dit fragment?

©VANIN

c Zou jij je eerder als Burt of als Vicky gedragen in deze situatie? Motiveer je antwoord.

d Hoe loopt het verhaal af volgens jou? Beschrijf in minstens drie zinnen.

3

Beluister of lees het einde van het verhaal en beantwoord de vragen.

Fragment 3

Vicky wordt meegesleurd door de kinderen, maar Burt kan ontsnappen. Hij vlucht naar de maisvelden aan de rand van het dorp.

Het werd tijd naar de open plek in de mais te gaan en te kijken wat daar was – dat was hij toch steeds van plan geweest? Al die tijd dat hij gedacht had in de richting van de weg te lopen, was hij immers al aangetrokken door deze plek.

Met een angstig gevoel liep hij de rij verder af en bleef staan aan de rand van de open plek. Er was nog zo veel licht dat hij kon zien wat er was. Hij kon niet gillen. Er leek niet genoeg lucht meer in zijn longen te zitten. Hij stond te zwaaien op benen, die latten leken van flinterdun hout. Zijn ogen puilden uit zijn bezwete gezicht.

‘Vicky’, fluisterde hij. ‘O, Vicky, mijn God …’

Ze was als een afgrijselijke trofee vastgebonden aan een dwarsbalk, haar armen aan de polsen en haar benen aan de enkels omwonden met gewone prikkeldraad, zeventig cent per meter in elke ijzerwinkel in Nebraska. Haar ogen waren uitgerukt. De kassen zaten volgestopt met het bleke vlas van maisvezels. Haar kaken stonden opengesperd in een geluidloze gil, haar mond zat vol maisliezen

Links van haar hing een skelet in een vergaan superplie. Het naakte kaakbeen grijnsde.

de maislies: maïskolf het superplie: kerkgewaad

LES 18 HORRORVERHALEN 213
1 5 10 15
woord

De oogkassen leken Burt schertsend aan te staren, alsof de vroegere predikant van de Grace Baptist Church wilde zeggen: Het valt nog wel mee, te worden geofferd door heidens duivelsgebroed in de mais valt nogal mee, je ogen uit je schedel te laten rukken volgens de Wetten van Mozes, valt nogal mee … Links van het skelet in het koorhemd hing nog een geraamte en dat was gekleed in een rottend blauw uniform. Over de schedel hing een pet en boven de klep zat een groen getint insigne waarop ‘politiecommissaris’ te lezen was.

Toen hoorde Burt het aankomen: niet de kinderen, maar iets dat veel groter was, dat zich door de mais bewoog in de richting van de open plek. Niet de kinderen, nee. De kinderen zouden zich in het donker niet in de mais wagen. Dit was de heilige plaats, de verblijfplaats van Hem die Waart Achter de Rijen.

Met een ruk draaide Burt zich om en wilde vluchten. De rij waarlangs hij op de open plek was gekomen was verdwenen. Gesloten. Alle rijen hadden zich gesloten. Het kwam dichterbij. Hij kon horen hoe het zich een weg baande door de mais. Hij kon het horen ademen. Een verbijsterende, bijgelovige angst greep hem aan. Het kwam eraan. De mais aan de overkant van de open plek werd plotseling verduisterd, alsof er een gigantische schaduw op was gevallen.

Het kwam.

Hij die Waart Achter de Rijen.

’s Middags stonden de maiskinderen in de open plek en keken naar de twee gekruisigde geraamten en de twee lijken … de lijken waren nog geen geraamten, maar ze zouden het wel worden. Na verloop van tijd. En hier, in het hartje van Nebraska, midden in de maisvelden, gold niets anders dan tijd.

a Wie is ‘Hij die Waart Achter de Rijen’?

b Eindigt het verhaal met een cliffhanger? Verklaar je antwoord.

Wanneer een verhaal plots stopt op een spannend moment en je als kijker/lezer absoluut een antwoord wilt op vragen die je je nog stelt, heb je te maken met een cliffhanger Meestal kom je het verdere verloop van het verhaal pas te weten in een volgende aflevering. Cliffhangers komen we heel vaak tegen in soaps en series. Vaak vallen de onderbrekingen samen met de start van een reclameblok.

Onthouden

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 214 20 25 30
©VANIN

Je weet wat een probleemoplossende discussie is 1

Je kunt op verschillende manieren meningen van mensen verzamelen 2

REDUCE, REUSE, RECYCLE

Vlaming produceerde vorig jaar gemiddeld 471 kilogram afval

Bron: www.nieuwsblad.be

Probleemoplossend discussiëren ©VANIN

Je kunt constructief deelnemen aan een probleemoplossende discussie

Vuilnisbelt of rivier? 10 000 kubieke meter afval belandt in het water

Bron: www.standaard.be

Kapot, afgedankt, afval: op markten in Kenia is men vaak niets met tweedehandskledij uit Europa Bron: www.demorgen.be

Volgende generaties zullen niet langer gebukt gaan onder plastic

Bron: www.standaard.be

Europese Commissie wil verbod op 10 000 schadelijke en amper afbreekbare stoffen Bron: www.demorgen.be

Statiegeld op blikjes is ‘onvermijdelijk’: minister is zwerfvuil op stranden en evenementen beu Bron: www.nieuwsblad.be

les
1 19
3
LES 19 PROBLEEMOPLOSSEND DISCUSSIËREN 215

1 Lees de krantenkoppen en bekijk de afbeeldingen op de vorige pagina. Welk gevoel roepen ze bij jou op? Noteer vijf woorden waaraan jij denkt.

Je bekijkt zo meteen enkele fragmenten uit de Pano -reportage Hoera, recyclage!

2* Beantwoord voor het kijken eerst de vragen hieronder.

©VANIN

a Vind jij correct sorteren en recycleren belangrijk? Waarom wel/niet?

b Denk je dat er in België goed gesorteerd en gerecycleerd wordt? Waarom denk je dat?

c Wat verwacht je te zien in een reportage met de naam Hoera, recyclage!?

3 Bekijk nu de reportage. Neem notities van wat je ziet en hoort.

4 De leerkracht geeft je na het kijken enkele vragen over het fragment.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 216

Afval en milieu zijn prangende thema’s die velen aangaan. Daarom wordt hierover ook regelmatig online van gedachten gewisseld.

5 Lees onderstaande bijdrage van topicstarter Woopdedooo en enkele reacties.

a Markeer de elementen die je interessant vindt.

b Reageer zelf op de topicstarter in een vijftal zinnen op de volgende pagina.

c Schuif jouw reactie door aan de leerling links van jou.

d Reageer nu op de comment die je kreeg van je medeleerling. Doe dit opnieuw in een vijftal zinnen.

©VANIN

Topicstarter

Woopdedooo Sinds ik een presentatie op een catamaran in het Great Barrier Reef heb bijgewoond, ben ik me steeds meer bewust gaan worden van het milieu (op dat moment specifiek plastic). Sindsdien probeer ik zo veel mogelijk plastic te voorkomen. Dat gaat met ups en downs. Ik heb Plastic Free gelezen van Beth Terry, National Geographic Planet or Plastic van 06/2018 en heel veel artikelen over plastic en zero waste. Ik woon (op dit moment nog) in ZuidLimburg en hier zijn geen verpakkingsvrije winkels, dus is het met name veel zoeken waar je verpakkingsvrij kunt winkelen. De stappen als herbruikbare flessen, herbruikbare groente-/ fruitzakjes en bijenwasdoek heb ik al genomen, maar ik zou graag jullie tips of ervaringen over het vermijden van plastic willen horen.

Fly-Guy Oprechte vraag: is het in ons land niet beter om te strijden voor een betere inzameling/ scheiding van plastic in combinatie met het minderen van overdadig gebruik, in plaats van het geheel te bannen?

Plastic heeft immers ook voordelen voor het milieu, sowieso scheelt het enorm veel gewicht ten opzichte van glas, wat voordelen biedt in transport en bederf van voedsel tegengaat.

Plastic is tegenwoordig een beetje de antichrist van de verpakkingen geworden, maar dat imago lijkt mij een beetje overdreven.

Onbekend Plastic verpakkingen mogen wat mij betreft inderdaad minder. Veel kan ook in papier worden verpakt, zoals groenten en fruit.

Waarom zitten de drie kleuren paprika’s in plastic i.p.v. papier? Ook bananen kunnen gewoon in papier/karton worden verpakt.

418O2 Veel plastic is niet nodig. Ik haal bijvoorbeeld groenten en vis/vlees op de markt. Daardoor vermijd je al een heleboel plastic verpakkingen die niet nodig zijn. Mijn vriendin heeft net twee netjes gekocht voor haar fruit in de supermarkt, dat scheelt ook twee zakjes per week.

Het probleem ligt alleen niet in West-Europa, maar in Azië. Ik ben er twee keer op vakantie geweest en in Indonesië bijvoorbeeld kan het mensen geen reet schelen en al zou dat wel zo zijn, ze kunnen het afval nergens kwijt. Resultaat is dat het gewoon op straat of in de rivier wordt gegooid. Volgens mij komt 90% van het oceaanplastic uit twee rivieren in Azië.

418O2 @Uffje In vergelijking met Java is Bali netjes ...

Wij doen het hier al prima. Ik geloof niet in gescheiden inzameling, ik hoorde te vaak van mensen die erbij betrokken zijn dat het geen klap uitmaakt hoe je afval inzamelt, omdat het alsnog gesorteerd moet worden. Als Azië het deed zoals wij, dan was er geen probleem.

Ik heb het daar met locals wel over gehad. Ze hebben iets andere dagelijkse zorgen, bijvoorbeeld of ze wel te eten hebben en of er een school voor hun kinderen is. Ze kijken echt niet verder dan een jaar vooruit, die luxe hebben ze niet.

LES 19 PROBLEEMOPLOSSEND DISCUSSIËREN 217

medeleerling

Naar: gathering.tweakers.net

IDEEËN, IDEEËN EN NOG MEER IDEEËN

Op school is de afvalproblematiek ook duidelijk merkbaar. De speelplaats ligt bezaaid met plastic verpakkingen, blikjes en ander afval. De directie wil het probleem verhelpen door alle wegwerpverpakkingen op school te verbieden. Misschien zijn er ook andere oplossingen?

1 Om een duidelijk zicht te krijgen op de problematiek die er heerst op school, ga je op onderzoek. Op die manier kun je je grondig inwerken in het onderwerp. Formuleer daarvoor een antwoord op de topische vragen.

2 Je hebt je nu een beeld gevormd van het probleem dat aangepakt moet worden. Bepaal nu klassikaal op welke vragen jullie een antwoord willen geven.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 218 ik
2 5.2.4
©VANIN

3 Het is belangrijk om verschillende opinies en ideeën te verzamelen. Aan jullie om ze in kaart te brengen. Je neemt deel aan een brainstormsessie en stelt een enquête op om zo veel mogelijk oplossingen te verzamelen om de afvalberg op school te verkleinen.

Tips voor een geslaagde brainstormsessie

• Brainstorm in een kleine, gevarieerde groep (vier tot tien deelnemers).

• Baken het onderwerp duidelijk af door bijvoorbeeld een concrete vraag te stellen.

• Brainstorm eerst alleen, daarna in groep.

• Gebruik post-its om snel ideeën te kunnen noteren en in kaart te brengen.

• Het doel is om zo veel mogelijk ideeën op papier te krijgen. In deze fase vindt er geen discussie of waardeoordeel plaats.

Tips voor een goede enquête

• Maak je enquête niet langer dan nodig. Stel relevante vragen.

• Start niet met te gevoelige of persoonlijke vragen. Dat kan respondenten afschrikken.

• Hou de vragen neutraal. Stel dus geen suggestieve vragen.

• Stel concrete vragen die telkens slechts betrekking hebben op één idee.

• Zorg ervoor dat vragen en antwoorden niet op meerdere manieren geïnterpreteerd kunnen worden.

• Vermijd ja-neevragen.

• Open vragen kunnen erg inzichtrijk zijn, maar stel er niet te veel.

• Zorg ervoor dat vragen niet te veel op elkaar lijken.

4 Je verzamelde klassikaal heel wat ideeën. Breng al die ideeën nu samen en bekijk ze grondig. Noteer hieronder de ideeën die jij interessant vindt. Dat doe je individueel.

ideeën die ik interessant vind en waarmee ik het eens ben

ideeën die ik interessant vind, maar waarmee ik het niet eens ben

LES 19 PROBLEEMOPLOSSEND DISCUSSIËREN 219
Tip Tip
©VANIN

AAN DE SLAG

1 Je bent nu helemaal vertrouwd met alles wat afval en verpakkingsmateriaal op school betreft.

a Formuleer op basis van de ideeën één mogelijke oplossing die jij verder wilt uitwerken.

b Ga op onderzoek en formuleer aan de hand van objectieve informatie twee relevante argumenten om je oplossing kracht bij te zetten.

c Zorg er eveneens voor dat je bedenkt welke tegenargumenten aan bod kunnen komen en hoe je die zult weerleggen. Denk aan tegenargumenten van de directeur, medeleerlingen, leerkrachten ...

oplossing: argument tegenargument weerlegging

2 Je voert zo meteen een probleemoplossende discussie om als groep een voorstel te kunnen formuleren.

a* Bekijk dit fragment uit Loslopend Wild & Gevogelte. Is hier volgens jou sprake van een probleemoplossende discussie? Bespreek dit klassikaal.

b Lees deze kenmerken. Welke behoren tot een probleemoplossende discussie? Markeer ze.

1 Het doel is om de verschillende meningen aan bod te laten komen.

2 De focus ligt op het vinden van een oplossing die door iedereen aanvaard wordt.

3 Je wilt anderen overtuigen van jouw visie of jouw oplossing voor het probleem.

4 Je vertrekt vanuit de mening van de deelnemers, niet vanuit het probleem.

5 De focus ligt op het overtuigen van de anderen.

6 Aan het einde van de discussie kom je tot een oplossing voor het probleem.

7 De deelnemers zijn erop uit deze discussie te ‘winnen’.

8 Je vertrekt vanuit een probleem, niet vanuit een mening.

Onthouden

Bij een probleemoplossende discussie is het de bedoeling om samen met de andere deelnemers en de moderator tot een algemeen gedragen oplossing voor een probleem te komen. Het is niet de bedoeling, in tegenstelling tot het debat, dat een van de deelnemers aan het einde ‘wint’.

Een probleemoplossende discussie doorloopt verschillende fases.

1 Het probleem wordt geschetst.

2 De verschillende oplossingen worden voorgesteld en beargumenteerd.

3 De deelnemers reageren op en stellen kritische vragen over de aangereikte oplossingen.

4 De deelnemers komen gezamenlijk tot een besluit.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 220
3 ©VANIN

c In deze les doorliep je ook al enkele fases van een probleemoplossende discussie. Geef per fase aan in welke opdracht (vermeld ook het lesdeel) je dieper inging op die fase.

d Bij een probleemoplossende discussie kom je aan het einde tot een compromis of een consensus. Wat is het verschil tussen beide? Bekijk de cartoons en achterhaal op basis daarvan de betekenis van beide woorden.

e Wat is de optimale uitkomst bij een probleemoplossende discussie: een compromis of een consensus?

LES 19 PROBLEEMOPLOSSEND DISCUSSIËREN 221
©VANIN

3 Nu is het aan jullie. Verzamel alle ideeën uit de brainstormsessie en uit de enquête en leg ze voor aan de directie van je school en de andere leerlingen. Welke oplossingen vinden zij ideaal?

a Je krijgt een rol toegewezen. Bereid je verder voor door je oplossing en je rol op elkaar af te stemmen.

moderator

• Opent de discussie door het probleem te schetsen.

• Bewaakt het verloop en de duur van de discussie. Benoemt expliciet wanneer wordt overgeschakeld naar een andere fase.

• Zorgt ervoor dat iedereen de kans krijgt het woord te nemen.

• Zorgt ervoor dat er een consensus bereikt wordt.

deelnemers

observatoren

• Brengen hun oplossing naar voren en beargumenteren ze.

• Reageren op de voorstellen van andere deelnemers.

• Komen gezamenlijk tot een besluit.

• Observeren de moderator en de deelnemers.

• Geven feedback.

b Na de probleemoplossende discussie geven de observatoren relevante feedback.

Tips voor een geslaagde discussie

• Hou pen en papier bij de hand. Je komt niet altijd meteen aan het woord en zo onthoud je wat je wilt zeggen.

• Neem initiatief om het woord te nemen, maar luister ook aandachtig naar anderen en laat hen uitspreken.

• Speel op de bal, niet op de man. Blijf dus respectvol. Uiteindelijk moet je samen een beslissing nemen.

• Beoordeel de andere oplossingen objectief. Zijn ze haalbaar? Durf bovendien van mening te veranderen.

VERDIEPING: DIALOOG, DEBAT OF DELIBERATIE?

1 What’s in a name? De woorden dialoog, debat en deliberatie worden vaak door elkaar gebruikt. Toch zijn er opmerkelijke verschillen.

a Vul aan de hand van het artikel op p. 223-224 onderstaande tabel in.

dialoog debat deliberatie doel

focus b Waar situeert de probleemoplossende discussie zich volgens jou? Leg uit.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 222
TIP
4 ©VANIN

Wat is het verschil tussen dialoog, debat en deliberatie?

Het is deel van ons mens-zijn om informatie te verwerken en eigen meningen te vormen. Deze ideeën worden beïnvloed door onze achtergrond, opleiding, toegang tot relevante informatie en wel honderden andere elementen.

Het spreekt dan ook voor zich dat er zo veel meningen zijn als mensen en dat is net goed. Een verscheidenheid aan ideeën en standpunten zorgt voor meer evenwichtige gemeenschappen.

Maar als het gaat over besluitvorming is het wél van vitaal belang om consensus te bereiken. Steun vinden voor beleidsvoorstellen of anderen van bepaalde projecten overtuigen, is de enige manier om onze gemeenschappen te sturen en te doen groeien. Daarvoor moeten we onze argumenten met elkaar kunnen delen en op zoek gaan naar oplossingen die ons allemaal ten goede komen. En, zo blijkt, zijn er heel wat manieren om het met elkaar eens of oneens te zijn.

De bekendste manieren om onze standpunten met elkaar te delen, zijn de 3 D’s: dialoog, debat en deliberatie. Maar wat zijn nu precies de verschillen? En hoe kunnen we ze online organiseren? Dialoog, debat en deliberatie hebben stuk voor stuk andere doelen, dus laten we wat dieper graven.

Dialoog: meningen delen in naam van het gesprek

©VANIN

De eenvoudigste van de 3 D’s kennen we allemaal: de dialoog. We hebben allemaal wel eens een gesprek gevoerd over een onderwerp dat ons na aan het hart lag met iemand die er een heel ander standpunt op nahoudt. Discussies zijn eenvoudige uitwisselingen van informatie, ervaringen en overtuigingen die niet per se leiden tot een oplossing of overeenstemming.

In geval van een dialoog is de actie van het converseren belangrijker dan de punten die je maakt of de thema’s die je aansnijdt. De focus ligt op connecties bevorderen, relaties versterken en een wederzijds gevoel van begrip bereiken.

Debat: twee tegengestelde standpunten gaan voor de winst

In een debat proberen twee partijen met tegengestelde ideeën elkaar te overtuigen. De focus ligt hier niet op het gesprek zelf, zoals bij een dialoog, maar op de uitkomst. Aan een debat hangt namelijk altijd een connotatie van winnen of verliezen vast: de partij met de meest overtuigende argumenten wint het debat door de argumenten van de ‘verliezende’ partij onderuit te halen.

‘De basis van debat is weerlegging’, zegt Julia Dhar, Gedragseconoom bij BCG (Boston Consulting Group).

‘Het is de bedoeling dat je een claim maakt, ik daarop een antwoord geef, en jij op mijn antwoord reageert. Zonder weerlegging is het geen debat, maar een preek.’

Maar volgens Dhar zijn debatten niet altijd zo polariserend als hun reputatie doet vermoeden. ‘Mensen die het op een productieve manier met elkaar oneens zijn, beginnen met het vinden van een gemeenschappelijke basis, hoe klein die ook is. Ze bepalen waar ze het wél over eens zijn en gaan van daaruit verder, of dat nu het recht op onderwijs, gelijkheid tussen alle mensen of het belang van veiligere gemeenschappen is. Die overlapping is onze gedeelde realiteit.’

Het bekendste praktijkvoorbeeld van debatten zien we in verkiezingstijd. In de aanloop naar de verkiezingen worden kandidaten van verschillende partijen opgeroepen om over relevante maatschappelijke thema’s te debatteren, zodat het publiek hun respectievelijke argumenten en de

LES 19 PROBLEEMOPLOSSEND DISCUSSIËREN 223

verschillen tussen hun perspectieven begrijpt. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld, zijn de (vice-) presidentiële debatten langverwachte gebeurtenissen die de uitkomst van de verkiezingen kunnen sturen. Maar de meeste democratische landen hebben ook hun eigen versies. In onze contreien vinden debatten vaak op verschillende bestuursniveaus plaats, om bijvoorbeeld eerste minister of burgemeester te worden.

Deliberatie: verschillende pistes ontdekken

Van Dale definieert delibereren als ‘(langdurig) beraadslagen, overleggen’. De Engelstalige Britannica gaat nog net iets verder in zijn definitie en stelt dat ‘er sprake is van deliberatie wanneer burgers argumenten uitwisselen en verschillende standpunten overwegen in naam van het algemeen belang.’ Dat doen ze om ‘tot een overeenkomst te komen over welke procedure, actie of beleidsvoering het algemeen belang ten goede zal komen.’

Een veelvoorkomende vorm van deliberatie is de burgerraad. We spreken van een burgerraad wanneer een groep mensen geselecteerd wordt om zich over een bepaalde beleidsuitdaging te informeren, verschillende mogelijke acties te onderzoeken en uiteindelijk een beleidsadvies te formuleren. Afhankelijk van het onderwerp wordt deze groep meestal zorgvuldig geselecteerd om de bredere bevolking te representeren op vlak van leeftijd, woonplaats, afkomst, opleidingsniveau en gender.

Naar: www.citizenlab.co

©VANIN

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 224

TAAL EN WOORDENSCHAT

Taal: voornamen in de bezitsvorm

1 Je leest hieronder enkele weetjes over beroemdheden uit de sport-, mode-, muziek- en lmwereld. Combineer de familienaam met de juiste voornaam. Je zult merken dat je steeds de bezitsvorm bij de voornamen dient in te vullen. Pas hier de juiste spelregel toe.

Bianca – Christian– Eddy – George – James – Karl – Louis – Miley – Shaquille – Yves – Jean – Taylor

a O’Neal: Amerikaanse schoenmaat is 22. Omgerekend naar de Europese normen heeft hij schoenmaat 59.

b Castafiore: hoge operastem kon ruiten doen breken.

c SaintLaurent: invloed op de modewereld is van onschatbare waarde geweest.

d Clooney: ster zul je nooit op de walk of fame zien schitteren … Hij weigerde er gewoon een aan te nemen.

e Vuitton: zoon Georges zorgde voor het wereldberoemde LV-monogram.

f Merckx: Een van onze grootste wielrenners is Merckx. bijnaam is ‘de kannibaal’.

g Lagerfeld: testament bepaalde dat een groot deel van zijn erfenis naar zijn kat Choupette ging.

h Cyrus: vader is een erg bekende countryster.

i Dean: carrière stopte abrupt. Hij kwam op een tragische manier in een autoongeluk om het leven.

j Louboutin: idee voor de rode zool van zijn schoenen ontstond toen een medewerkster haar nagels rood zat te lakken.

Taal: heten en noemen

Heel wat mensen hebben moeilijkheden met het juiste gebruik van ‘heten’ tegenover ‘noemen’.

2 Gebruik in onderstaande zinnen het juiste werkwoord.

a ‘Hoe jij?’, vroeg ze schuchter. ‘Santiago Francisco Rodrigo Miguel, maar ik heb liever dat je me Gabriel ’, antwoordde hij nonchalant.

b De kersverse ouders toonden trots hun tweeling. Het meisje ze Elle en het jongetje Luis.

c Officieel ze Gabrielle Chanel, maar ze liet zich al snel Coco , de naam die haar wereldberoemd maakte.

d Als grote voetballiefhebber kan het niet anders dan dat zijn drie zoontjes Diego, Lionel en Cristiano

e Waarom je me telkens anders? Ik toch zoals ik

f Onze leerkracht van wiskunde Petit, hij is echter 2.05 meter groot en wij hem achter zijn rug dan ook de lange.

225 TUSSENSTOP 4
1 14.8.3
©VANIN
Tussenstop 4

3 Kun je nu het verschil tussen ‘heten’ en ‘noemen’ omschrijven?

heten =

noemen =

Woordenschat

©VANIN

4 In heel wat Nederlandse uitdrukkingen vind je voornamen. Vul telkens de juiste voornaam in op basis van de context.

aagje – Abraham – benjamin – casanova – frans – harry – Hein – hendrik – jakob(a) – jantje – joost – klaas – lolita – lotje – Mina – nestor – piet (2x) – Sara – thomas – xanthippe

a De overbuur smakte met zijn brommer tegen het asfalt. In plaats van te helpen, stonden de meeste omstaanders erbij voor snot.

b De jongste van de familie wordt ook de genoemd; de oudste is de

c Buitenshuis is hij altijd de vrolijke , maar eens hij thuis is, zeurt hij op alles.

d Na een verloving van drie jaar trouwde Nina met haar ware

e De eerste feministen werden ook Dolle genoemd.

f Voor die kerel moet je oppassen; hij verleidt als een ware iedere vrouw die hij tegenkomt.

g Laat Michel gerust je schilderwerken uitvoeren. Hij is zo’n secuur, dat je zeker tevreden zult zijn met het resultaat.

h Zo’n turnoefeningen zijn niet aan mij besteed. Ik ben echt een houten als het op dansen en radslagen aankomt.

i Met hoeveel bewijzen dien ik nog af te komen voor je me gelooft, jij ongelovige

j Ik had me een leuke wandeltweedaagse met Ilyas voorgesteld, maar die brave liep keurig het parcours af zonder maar even van de route af te wijken.

k Jouw vader heeft heel wat invloed in dit bedrijf; ik wist niet dat hij zo’n hoge was.

l Gelukkig passeerde je zus toen ik daar met mijn platte band langs de weg stond. Ik wist niet dat zij zo’n handige was.

m In Japan lopen heel wat ’s in opvallende outfits rond.

n Als een man of vrouw 50 jaar wordt, dan heeft hij en zij gezien.

o Zij wil steeds alles weten, wat een nieuwsgierig

p Waar mijn laarzen naartoe zijn, geen idee. Dat mag weten.

q Dat magere nog maar heel wat jaartjes wegblijft; ik wil zeker 100 jaar worden.

r Die man heeft ze niet alle vijf. Die is duidelijk van getikt.

s Ai, ai … ik heb mijn taak van Nederlands te laat ingediend. Mijn leerkracht zal mij weer als een ware de les spellen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 226

onthouden

Krijgen de namen in de uitdrukkingen een hoofdletter? De regel is dat (eigen)namen die een algemene betekenis hebben gekregen en niet meer als naam fungeren, een kleine letter krijgen. Maar … soms blijft de hoofdletter wél behouden.

Naar: onzetaal.nl

©VANIN

5 Veel fabrikanten zochten voor hun producten inspiratie in de Griekse of Romeinse godenwereld. Geef de naam van het omschreven product. Een verwijzing naar de mythische godenwereld zal je op weg helpen.

Ajax – Bacchus – Cupido – Giant – Helios – Hermes – Hypnos – Leonidas – Mars – Minerva – Minotaure –Neptunus – Nike – Pegasus – Poseidon – Venus

a Kun je je de godin van de schoonheid al voorstellen met haar op haar benen en onder haar oksels? Dit scheerapparaatje brengt de oplossing!

b Dit gevleugelde paard brengt menig toerist op zijn gewenste bestemming.

c Deze god van de zon kan toch ook zijn muzikale naam aan zonnemelk schenken?

d Deze sterke krijger verleent zijn naam aan een al even sterk schoonmaakmiddel. Hij was onkwetsbaar, behalve op schouders, oksels en taille, de delen van zijn lichaam die door de pijlenkoker bedekt waren.

e Deze Romeinse godin van de kunsten en de wetenschappen verleende haar naam aan een motor-, fiets- en automerk. Dit Belgische bedrijf kende zijn hoogtepunt in de jaren 20 en telde toen koningen en filmsterren onder zijn klanten.

f P. Picasso noemde zijn bekende aftershave naar het onoverwinnelijke monster half stier / half mens.

g Deze salade zit boordevol zeevruchten, daarom is het een verwijzing naar de god van de zee. (Latijnse benaming)

h Is het om dieven te ontmoedigen om de bezittingen van reizigers weg te nemen, dat dit dure handtassenmerk naar de god van de handel genoemd is? Of zou hij als boodschapper van de goden misschien hun namen kunnen doorgeven?

i Deze hamburger smaakt hemels … Toch kan hij ook verwijzen naar reuzen met slangen in hun haren en met een lichaam dat eindigde in een drakenstaart. Hun aanblik was ondraaglijk en ze konden enkel overmeesterd worden indien ze tegelijkertijd door een god en een sterveling aangevallen werden. Ze streden vooral tegen de goden op de Olympusberg.

j Dit visrestaurant heeft een logische naamkeuze, want het is vernoemd naar de god van de zee. (Griekse benaming)

k Kan een sportmerk een betere naam kiezen dan die van de godin van de overwinning?

l Deze zaak gespecialiseerd in de gezonde slaap van haar klanten is vernoemd naar de god van de slaap. Een hele geruststelling als je naar bed gaat!

m Eén candybar en je kunt alle oorlogen aan.

n Dit bier is genoemd naar de god van de wijn. Is dit een eerder ongelukkige keuze? Niet wanneer je weet dat deze god ook staat voor vreugde en losbandigheid.

o Het schattige zoontje van Aphrodite doet deze geschenkhandel alle eer aan.

p Deze Griekse koning verwierf een ware heldenstatus door heel wat Spartanen te verslaan in een oorlog. Nu verovert hij met zijn chocolade in gouden dozen de hele wereld.

TUSSENSTOP 4

VERDER STUDEREN

In Tussenstop 3 heb je jezelf onder de loep genomen. Je hebt ontdekt wat je goed kunt, zeker wilt, graag doet en belangrijk vindt. Allemaal elementen die het je makkelijker maken om een studierichting te kiezen. Je zult merken dat het keuzeaanbod groot is, het is dus niet altijd even evident om meteen te beslissen wat, waar en hoe je gaat studeren. Enkele ondersteunende tools kunnen je daarbij helpen.

Hoe ziet het onderwijslandschap er in het hoger onderwijs uit?

Nog even en je slaat de deur van het secundair onderwijs achter je dicht. Je maakt in je hoofd waarschijnlijk al heel wat plannen rond je nieuwe studieloopbaan. Maar welke kant ga je uit? Hoe pak je dat efficiënt aan? Hoe maak je een goede keuze?

Onderstaand schema geeft een overzicht van de mogelijke opleidingsniveaus na het secundair onderwijs.

Doctor dr.

Master ma – minstens 60 sp

Schakelprogramma

45 tot 90 sp

Academische bachelor ABA – 180 sp (universitair niveau)

Naar: www.onderwijskiezer.be

Master-na-master manama – minstens 60 sp

Bachelor-na-bachelor banaba – 60 sp

Professionele bachelor PBA – 180 sp (hogeschoolniveau)

Verkorte bachelor

Graduaatsopleiding 90-120 sp (hogeschoolniveau)

Hieronder vind je een toelichting bij bovenstaand schema. Scan de pagina en je ziet meteen welke opleidingen hierbij van toepassing zijn.

Graduaatsopleiding

In deze opleiding word je voorbereid op het uitoefenen van een beroep. Je gaat meteen deels aan de slag op de werkvloer en doet dus ineens praktijkervaring op. Dankzij deze praktische invalshoek is de opleiding theoretisch minder zwaar.

Bacheloropleidingen

Deze opleiding doorloopt drie academiejaren. Er bestaan twee vormen van bacheloropleidingen:

• De professionele bachelor (PBA) is gericht op de beroepspraktijk. Dus na het behalen van dit diploma kom je op de arbeidsmarkt terecht.

• De academische bachelor (ABA) richt zich op wetenschappelijk onderzoek en is veel theoretischer van aard. Je wordt hier immers voorbereid op een masteropleiding.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 228
OPLEIDINGEN
2 ©VANIN

Masteropleiding (ma)

Masteropleidingen kunnen zich zowel richten op de beroepspraktijk als strikt theoretisch gericht zijn. Na deze universitaire studie volgt steeds een masterproef.

Na een van de vorige opleidingen kun je je verder verdiepen in:

©VANIN

• een bachelor-na-bacheloropleiding (banaba): je kiest een nieuwe, verdiepende, aansluitende bacheloropleiding.

• een master-na-masteropleiding (manama): je kiest een nieuwe, verdiepende, aansluitende masteropleiding.

• een educatieve opleiding: na een eerdere studie kun je kiezen voor een lerarenopleiding.

• een postgraduaat en na- en bijscholing: deze opleiding volgt op een bachelor- of masteropleiding en verdiept of verbreedt de reeds verworven competenties.

• een doctoraatopleiding (dr.): dit is de hoogste graad die je op universitair niveau kunt behalen. Je doet vier tot zes jaar lang wetenschappelijk onderzoek aan de universiteit of een wetenschappelijke instelling. Na de verdediging van je proefschrift – een origineel wetenschappelijk werk – behaal je dan de titel doctor of dr.

Je hebt je bachelordiploma behaald, maar je wilt nu een masteropleiding volgen, dan doorloop je eerst een schakelprogramma. Je academische vaardigheden en wetenschappelijke basiskennis worden hier verder op punt gesteld. Dit doe je in aanloop naar een masteropleiding.

Als je al een bachelor of master behaalde, kun je soms vrijstellingen krijgen bij aanvang van een nieuwe bachelor- of masteropleiding. Je behaalt je diploma dus op een kortere termijn, vandaar ook de benaming verkorte bachelor of master. Bepaalde opleidingen volgen sowieso verkorte programma’s.

Naar: www.onderwijskiezer.be

Wat zijn studiepunten? Wat is leerkrediet?

In het algemene schema vind je steeds een verwijzing naar het aantal studiepunten (sp) dat je opleiding je kost. Maar wat zijn nu precies die studiepunten? En wat is het verschil met leerkrediet?

1 Bekijk het fragment en vul onderstaand schema in.

studiepunten leerkrediet

• Worden per aangegeven.

• Geven aan .

• Eén studiepunt staat gelijk aan +

• Gemiddeld nemen studenten studiepunten per jaar aan vakken op.

• Het staat je vrij om of studiepunten in te zetten.

• Een 3-jarige opleiding kost je studiepunten.

• Als je verder studeert, dan betaal je +

• Afstuderen aan een secundaire school levert je gratis punten leerkrediet op.

• Een vak van 3 studiepunten kost je leerkredietpunten.

• Je kunt je leerkrediet terugverdienen als je

• De eerste 60 punten krijg je terug als een soort van bonus.

• Als je niet slaagt, dan

TUSSENSTOP 4 229
STUDIEPUNTEN

• Als je leerkrediet op is, of

• Hoe kun je bijsturen? Als je je voor 1 december uitschrijft of van opleiding verandert, dan

©VANIN

Doe je hetzelfde tussen 1 december en 15 maart, dan

• Advies vraag je aan je

2 Even toepassen op de praktijk. Scan de pagina en probeer te achterhalen welke opleidingsvorm deze personen kunnen volgen. Geef ineens ook het aantal studiepunten.

OPLEIDINGEN TIP

Hoe begin je aan je zoektocht tussen de vele opleidingen? Ga naar ‘Zoeken via alfabet’ en geef hier een trefwoord in. Zo krijg je een gepaste opleiding voorgesteld. Bekijk even de info per voorgestelde opleiding en maak dan je keuze.

keuze

Emilie wil leerkracht Frans worden in de eerste graad.

Younes wil journalist worden op een nieuwssite.

Rueben wil musicalster worden.

Theresa wil scripts schrijven voor films.

Dries is gefascineerd door China en de Chinese cultuur.

opleidingsvorm studiepunten

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 230

Hoe kies je nu een opleiding die bij je past?

Veel studenten kiezen een opleiding omdat de inhoud ervan hen interesseert. Logisch, niet? Iets wat je graag doet, daar wil je immers veel tijd en moeite in steken. Maar wat als je een heel brede interesse hebt? Wat als je bedolven geraakt onder de keuze van uiteenlopende opleidingen?

3 Denk eens terug aan vroeger. Wat wilde je als kind later worden? Misschien sta je nog steeds achter de keuze van die kinderdroom, misschien weet je inmiddels beter …

a Vul onderstaand schema eerst zelf in.

b Vraag nadien aan personen die dicht bij je staan (= bestie) welke job zij jou later zien uitoefenen en vanwaar die keuze komt.

c Stel de vraag opnieuw aan personen die jou op professioneel vlak beter kennen (= profie). Denk hierbij aan je coach, leider van de jeugdbeweging … De overige informatie kun je opzoeken via de onderwijskiezer.

kinderdroomhuidige droom bestie profie keuze

reden

opleiding die hierbij hoort opleidingsniveau kenmerken van de opleiding studiepunten waar te volgen

TUSSENSTOP 4 231
©VANIN

Ben je wel iemand die nog enkele jaren achter de studieboeken wil zitten? Of kies je liever voor een praktische opleiding? Scan de pagina en gebruik I-Study van Onderwijskiezer om meer inzicht in je studiemethode en -motivatie te krijgen.

Ben je er nog niet helemaal uit welke opleiding je voorkeur geniet? Je kunt op velerlei manieren een studierichting kiezen, bv. op basis van je favoriete studievak

4 Scan de pagina.

a Kies je favoriete studievak.

b Noteer per onderwijsniveau minstens één opleiding die je kunt volgen.

favoriete vak:

Heb je veel belangstelling in heel wat zaken? Dan kun je ook de I-Prefer test invullen en zo tot een aantal studierichtingen in het hoger onderwijs komen.

5 Welke opleidingen worden je voorgesteld?

a Kun je je in de voorstellen vinden?

b Welke voorstellen verrassen je?

c Van welke opleidingen heb je nog nooit gehoord?

Je kunt de resultaten eventueel voorleggen aan enkele leerkrachten, vrienden, je ouders … mocht je keuzestress nog toegenomen zijn.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 232
PBA ABA MA
I-STUDY STUDIEVAK I-PREFER ©VANIN

Richt je interesse zich op een specifiek studiegebied, maar je weet niet welke opleidingen hier concreet aan gekoppeld zijn? Dan kun je kiezen op studiegebied

Hoe meer je weet, hoe groter de keuze … Misschien ben je inmiddels op heel wat nieuwe opleidingen gestoten die je keuzestress alleen maar doen toenemen. Om je te helpen richting een definitieve keuze kun je het keuzerooster invullen.

©VANIN

Hoe weet ik of ik succesvol kan starten in mijn hogere studies?

Niemand kan de toekomst voorspellen. En ook al staat alles in de sterren geschreven, toch kom je wel eens voor verrassingen te staan. Weet vooral: wie de wil heeft om iets te bereiken, heeft de belangrijkste stap al gezet, namelijk willen.

6 Scan de pagina.

a Lees de voorbeelden hieronder. Past de studiekeuze goed bij hun vooropleiding?

b Bekijk of de opleiding van jouw keuze goed aansluit bij je vooropleiding.

De namen van de studierichtingen in het secundair onderwijs zijn aangepast in september . Vraag aan je leerkracht met welke richting je ze kunt vergelijken.

A Maité volgt de richting ‘Kantooradministratie en gegevensbeheer’. Zij wil zich inschrijven voor de opleiding ‘Communicatie: commerciële communicatie’.

• Hoeveel slaagkans hadden studenten gemiddeld met eenzelfde vooropleiding?

• Welke vooropleiding had de grootste slaagkans?

• Kan het zijn dat Maité tegen alle verwachtingen in tóch slaagkansen heeft?

B Edo volgt de richting ‘Humane wetenschappen’ en wil volgend jaar ‘Oosterse talen en culturen Japan’ studeren.

• Hoe hebben zijn voorgangers het ervan afgebracht?

• Is het een zekerheid dat Edo zijn eerste jaar vlotjes zal halen?

C jouw vooropleiding: jouw studiekeuze:

• Hoeveel slaagkans heb je?

TUSSENSTOP 4 233
STUDIEGEBIED KEUZEROOSTER SLAAGKANS TIP

Mijn keuze staat vast … Kan ik meteen met de opleiding van start gaan?

Niet iedere studie is vrij toegankelijk, ook al behaalde je probleemloos een diploma secundair met de beste cijfers. Voor sommige opleidingen moet je eerst nog een test of zelfs ingangsexamen afleggen voor je aan de opleiding kunt starten.

Alvorens aan de slag te kunnen gaan in een lerarenopleiding ben je verplicht een instaptoets af te leggen. Het bewijs van deelname heb je immers nodig om je te kunnen inschrijven. Dankzij die test heb je meteen een zicht op je sterktes en zwaktes.

Wil je studies op universitair niveau starten, dan kun je je startniveau bepalen met behulp van de ijkingstoets. Voor sommige opleidingen is die zelfs verplicht.

Je vindt allerlei zelftests die je met een gerust gevoel aan een opleiding laten starten.

Hoe kies je de juiste hogeschool of universiteit?

Eens je studiekeuze min of meer bepaald is, is het de bedoeling een onderwijsinstelling te vinden die aan jouw behoeften voldoet. Belangrijk is daar je tijd voor te nemen. Ook daarbij biedt de onderwijskiezer je ondersteuning. Zo vind je vrij makkelijk een hogeschool of universiteit in jouw provincie. Klik zeker door naar de websites van de verschillende onderwijsinstellingen, die zijn een onuitputtelijke bron van informatie.

Vergelijk zeker het aanbod van de verschillende hogescholen of universiteiten. Hoe worden de examens geregeld? Hoe vaak heb je examens? Dat heeft uiteraard een invloed op de te verwerken hoeveelheid leerstof. Ga de sfeer op de campus al eens opsnuiven op infodagen en blader er de cursussen eens door. Informeer je op de SIDinbeurs, neem contact op met studenten die de opleiding van jouw keuze reeds volgen, neem deel aan een openlesdag of practicum om de leerstof en lesmethode al eens in de vingers te krijgen …

In deze tussenstop kreeg je allerlei tools om je weg in het onderwijsveld na je secundaire studies te vinden. Je hebt de verschillende opleidingsniveaus en bijhorende studierichtingen leren kennen. Je kreeg ook inzicht in de studieopleiding van jouw keuze. Je werd gewezen op de slaagkansen, evenals op ingangstesten die je misschien eerst verplicht nog moet afleggen. Je weet nu ook dat iedere hogeschool of universiteit een eigen manier van toetsen en examens heeft én een eigen cultuur en sfeer. Je kunt nu een weloverwogen studiekeuze maken. Veel succes!

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 234
INSTAPTOETS IJKINGSTOETS ZELFTEST ONDERWIJSINSTELLINGEN ©VANIN

UITDAGING: POËZIE

Poëzie is …

1 Markeer de uitspraken waarmee je het eens bent. Wat wordt er telkens bedoeld, denk je?

2 In deze les staat poëzie centraal. Waaraan denk je spontaan bij onderstaande vragen?

Wat is poëzie?

Wanneer kom jij in contact met poëzie?

Welke kenmerken link je aan poëzie?

Waarom schrijft iemand poëzie?

Poëzie op het juiste moment

Je leest op p. 236-237 een aantal poëtische teksten.

3 Welke teksten zijn voor welke gelegenheid geschreven? Plaats de overeenkomende letters onder de afbeeldingen.

TUSSENSTOP 4 235
TIJDENS DE GROTE MOMENTEN VAN HET LEVEN
3 ©VANIN
geboorte huwelijk overlijden

Avanaf nu nog meer verbonden door het kleine woordje

JA alle liefde en geluk vandaag nog lang hierna

Gedicht van Pinterest

C Paar

Soms horen mensen duid’lijk bij elkander

Je kunt het zien – die twee dat is een paar

De een is wel één, maar ook de ander

Soms horen mensen zichtbaar bij elkaar

Gedicht van Toon Hermans uit Groot versjesboek

EVoor een dag van morgen

Wanneer ik morgen doodga, vertel dan aan de bomen hoeveel ik van je hield.

Vertel het aan de wind, die in de bomen klimt of uit de takken valt, hoeveel ik van je hield.

Vertel het aan een kind dat jong genoeg is om het te begrijpen. Vertel het aan een dier, misschien alleen door het aan te kijken.

Vertel het aan de huizen van steen, vertel het aan de stad, hoe lief ik je had.

Maar zeg het aan geen mens, ze zouden je niet geloven.

BNeem maar de tijd om te groeien te stralen

©VANIN

Ze zouden niet willen geloven dat alleen maar een man alleen maar een vrouw, dat een mens een mens zo liefhad als ik jou.

Gedicht van Hans Andreus in Al ben ik een reiziger

Om tijdens het ontdekken soms te verdwalen

Te beleven, verwonderen

Met jouw blik en hart open

En weet dat wij

Altijd

Met jou mee zullen lopen

Gedicht op Pinterest (schrijver onbekend)

DHuwelijksliefde

Jij en ik

Hebben zozeer lief,

Dat het

Brandt als een vuur.

Waarin wij een klomp klei bakken

Gekneed naar jou

En naar mij.

Dan nemen wij beide beelden

En breken ze, En mengen ze met water, En vormen terug een beeld van jou, En een beeld van mij.

Ik ben in je klei.

Jij bent in mijn klei.

In dit leven delen we dezelfde deken.

In de dood dezelfde kist.

Gedicht van Kuan Tao- sheng (1262-1319, China) in 3000 jaar wereldpoëzie in 500 onsterfelijke gedichten

FWat mooi, zo’n pasgeboren kind dat helemaal bij ’t begin begint

Zo puur, zo ongedwongen echt geen stap gedaan, geen woord gezegd

Je ziet, dat is ’t geheim misschien veel meer, dan wat je ogen zien

Gedicht van Toon Hermans

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 236

GOp de dag dat we sterven daalt de wind neer en neemt onze voetsporen mee.

De wind maakt stof om de afdrukken te vullen die wij wandelend achterlieten.

Want anders zou het de indruk wekken dat wij nog leven.

Daarom is de wind hij die komt om onze voetsporen uit te blazen.

Vertaald gedicht eind 19e eeuw uit Afrika (schrijver onbekend)

IJe bent zo klein

En je lijkt al zo sterk

Mijn armen zullen je vasthouden,

Houden je veilig en warm

De band tussen ons Kan niet verbroken worden

Ik zal er voor je zijn

Huil maar niet

Want jij zit in mijn hart

Ja, jij zit in mijn hart Vanaf deze dag

Nu en voor altijd

Vrije vertaling van fragment uit het lied You’ll be in my heart van Phil Collins

JWelkom klein wondertje

HEen hart dat zegt ik heb je nodig

Dat zegt ik hou van jou

Zo’n hart maakt woorden overbodig

En ik blijf het altijd trouw

Altijd heb ik je lief

Ik kan niet zonder jou bestaan

Altijd heb ik je lief

Ik kan niet zonder jou

Fragment uit het lied Altijd heb ik je lief van Clouseau K

We hebben zo veel mooie herinneringen aan momenten groot en klein

Die zorgen voor een lach naast verdriet en pijn

En weet je dat mooie stralende sterretje daarboven, dat ben jij

Ver weg maar tegelijkertijd nog steeds heel erg dichtbij

Gedicht van internet

©VANIN

Er groeit iets moois, iets broos, iets kleins, iets grandioos.

Het zit zo’n kleintje mee mee als kind van jullie twee.

Gedicht van Stijn De Paepe – staat op het kaartje dat het gemeentebestuur van Vleteren geeft

Wanneer je een storm trotseert hou je hoofd dan recht en wees niet bang in het duister want aan het einde van de storm wacht er je een gouden hemel en het zoete zilveren lied van een leeuwerik

Ga door, door de wind

Ga door, door de regen ook al worden je dromen heen en weer geslingerd

Ga door, ga door met hoop in je hart en je zal nooit alleen zijn je zal nooit alleen gaan

Vrije vertaling van het lied You’ll never walk alone van Gerry & The pacemakers

TUSSENSTOP 4 237
L

4 Zoals je merkt, hebben we drie doelgroepen waarvoor gedichten geschreven worden, of … is er je iets bijzonders aan de teksten opgevallen?

©VANIN

Je leerkracht verdeelt de klas nu in drie groepen en geeft elke groep een ander thema (geboorte, huwelijk of overlijden). Je gaat aan de slag met de vier gedichten van jouw thema.

5 Lees op p. 236-237 de gedichten uit jouw groepje opnieuw. Waar zet je ze op het continuüm?

ongeschikt voor de gelegenheid heel geschikt voor de gelegenheid

6 Bespreek nu jouw volgorde met je groepsleden. Waarin zitten de verschillen?

7 Lees de gedichten eens luidop. Blijven jullie bij je keuze of heeft het klankspel jullie mening beïnvloed?

8 We focussen ons nu op de inhoud en het taalgebruik van de gedichten. Rangschik de gedichten op het continuüm door telkens de letter te noteren. Dat doe je individueel. saai taalgebruik gewoon taalgebruikverrassend taalgebruik heel mooi taalgebruik

flauwe inhoud niet origineel mooie inhoud origineel en verrassend

9 Bespreek je rangschikking met je groepje. Welke overeenkomsten of verschillen merk je op?

10 Noteer in een samengestelde zin waarom je dat speci eke gedicht geschikt vindt om op jouw geboortekaartje/huwelijkskaart/doodsprentje te zetten. Gebruik daarbij twee van onderstaande termen, telkens uit een andere categorie.

onderdeel: vers – enjambement – strofe – refrein techniek : rijm – assonantie – alliteratie – lay-out – herhaling beeldspraak : vergelijking – metafoor – personificatie – synesthesie – woordkeuze gevoel: blij – verdrietig – gelukkig – somber – vertwijfeld

Ik vind gedicht … heel geschikt, omdat …

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 238

11

Een bepaalde gelegenheid vraagt om een aantal geschikte criteria. Welke criteria moeten er volgens jou zeker in zo’n gedicht verwerkt worden? Noteer er vier.

12 Ga na of aan die criteria voldaan werd. Ging de dichter origineel te werk?

criteria gedicht gedicht gedicht gedicht

1 aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

2 aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

3 aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

4 aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

13 Noteer in enkele samengestelde zinnen waarom je jouw gedicht geschikt vindt voor jouw geboortekaartje/huwelijkskaart/doodsbrief. Maak daarbij gebruik van je inzichten uit de vorige opdracht.

Ik vind gedicht … heel geschikt, omdat …

Verwerkingsopdracht

Je kreeg tijdens deze les heel wat handvatten aangereikt om een gedicht te beoordelen en je mening met de juiste terminologie te ondersteunen. Misschien wil je zelf nog suggesties toevoegen aan het besproken tekstmateriaal? Of ken je een andere gelegenheid waarbij een vleugje poëzie zeker geschikt is?

14 Kies in groep een gedicht dat jullie voor jullie gelegenheid willen voordragen.

a Bepaal de gelegenheid waarvoor je materiaal gaat verzamelen en vorm daarrond een groepje met maximaal vier leden.

b Ga voor die gelegenheid individueel op zoek naar

• een gedicht van een gerenommeerde dichter,

• een gedicht van een amateurdichter,

• een liedjestekst.

Zorg ervoor dat al het tekstmateriaal in het Nederlands is. Vertaal dus indien nodig je anderstalige teksten.

c Ga opnieuw samenzitten en leg al het materiaal samen.

d Maak nu opdrachten 5 tot en met 13 opnieuw.

e Kom tot één gedicht dat jullie groep als hét gedicht voor jullie gelegenheid willen voordragen.

TUSSENSTOP 4 239
©VANIN

15 Zit alle terminologie over poëzie nog vers in je hoofd?

Speel samen Puzzeldicht en ontdek een nieuw gedicht!

Tip: gebruik indien nodig de Onthouden-kaders hieronder en op de volgende pagina’s.

Ons museum heeft drie Van Goghs en een Rubens Welke vorm van beeldspraak herken je?

Onderdelen van een gedicht

Vers

metonymie

©VANIN

onthouden

Om over poëzie te praten, heb je de juiste woorden nodig; je zou die termen de vaktaal van poëzie kunnen noemen.

Een gedicht bestaat uit een aantal verzen of versregels. In de poëzie is een versregel niet noodzakelijk gelijk aan een zin. Zinnen kunnen uit verschillende versregels bestaan.

Het gedicht van Herman De Coninck bestaat uit zeven verzen

Poëzie

Zoals je tegen een ziek dochtertje zegt: mijn miniatuurmensje, mijn zelfgemaakt verdrietje, en het helpt niet; zoals je een hand op haar hete voorhoofdje legt, zo dun als sneeuw gaat liggen, en het helpt niet: zo helpt poëzie

Herman De Coninck. Met een klank van hobo

Enjambement

Een versregel kan ook afgebroken worden op een cruciale plaats. Dat is een enjambement, de zin loopt door over twee of meer versregels.

Het gedicht van Herman De Coninck hierboven bevat enjambementen.

… mijn zelfgemaakt verdrietje …

zoals je een hand op haar hete voorhoofdje legt …

Strofe

Een strofe is een onderdeel van een gedicht. Je herkent een strofe aan de witregel voor en na de strofe.

Refrein

Een refrein is het gedeelte van een gedicht dat wordt herhaald. Het brengt ritme en structuur in een gedicht. Ook bij liedjesteksten komen refreinen voor. Iedereen kent ze en ze worden gemakkelijk meegezongen. De andere delen van de liedjestekst noemen we coupletten. Vaak kennen mensen wel het refrein, maar zijn ze minder bekend met de coupletten.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 240

ONTHOUDEN

Beeldspraak

In fictie, reclame en zelfs in ons dagelijks taalgebruik gebruiken we vaak beeldspraak om iets onder woorden te brengen. We gebruiken woorden dan niet in hun letterlijke betekenis, maar proberen aan de hand van een beeld iets duidelijker of emotioneler onder woorden te brengen.

Vergelijking en metafoor

Bij een vergelijking breng je woorden met elkaar in verband omdat er een overeenkomst is. Je beschrijft de gelijkenis tussen beide woorden om de boodschap duidelijker, mooier of poëtischer te maken. Vaak gebruik je hierbij als, zoals, lijkt op, is als, maar die kunnen ook weggelaten worden.

haar voeten zijn zo koud als ijs (of voeten als ijs – voeten van ijs – haar voeten, koud als ijs …)

Ook bij een metafoor is er sprake van vergelijking, maar daar wordt enkel het beeld nog genoemd.

De heks stond al in het lokaal. (= kwade lerares)

De tomaat liep de kamer uit. (= iemand die fel bloost)

Personificatie

Bij een personificatie kent de dichter menselijke eigenschappen toe aan dingen of abstracte ideeën. Anders geformuleerd: iets ‘niet-levends’ krijgt menselijke eigenschappen.

De toekomst lacht je toe.

De wenskaart keek hem dreigend aan.

Synesthesie

Bij synesthesie vermengt de schrijver of spreker indrukken van twee zintuigen.

Het maanlicht ritselt in een plas.

In die zin worden zicht (het maanlicht), en gehoor (het ritselen) vermengd om de weerspiegeling in een plas weer te geven.

Synesthesie komt ook geregeld voor in het ‘gewone’ taalgebruik.

Warme kleuren zijn hip dit jaar. (= gevoel en zicht)

Hij houdt van de frisse geur van gemaaid gras. (= gevoel en geur)

Metonymie

Een metoniem is een vorm van beeldspraak waarbij een woord vervangen wordt door een ander woord op basis van een gemeenschappelijk verband. Dat is geen gelijkenis (zoals bij de metafoor); de woorden bij een metoniem hebben een relatie. Als je bijvoorbeeld zegt Geef me nog een glas, dan bedoel je niet een leeg glas, maar vooral de inhoud daarvan. Andere voorbeelden zijn:

De vloot van kapitein Mercado telde twintig zeilen (= schepen; hier benoem je een deel om het hele voorwerp aan te duiden.)

Ons museum heeft drie Van Goghs en een Rubens (= schilderijen; hier noem je de maker in plaats van het voorwerp.)

Maximus trok zijn ijzer en versloeg de andere gladiator. (= zijn zwaard; hier noem je het materiaal waarvan iets gemaakt is om het voorwerp aan te duiden.)

TUSSENSTOP 4 241
©VANIN

Onthouden

Technieken

Rijm en rijmschema

Rijm is de klankovereenkomst tussen woorden of lettergrepen die in elkaars buurt staan. plicht – gezicht, kast – mast

Als in een gedicht de versregels rijmen, kun je een rijmschema opstellen. Met letters geef je dan aan welke regels uit het gedicht met elkaar rijmen.

• gepaard rijm /aabb/

• gekruist rijm /abab/

• omarmend rijm /abba/

Een voorbeeld van een gepaard rijm /aabb/ vind je in deze strofe:

En je neus en je mond en je haar en je ogen en je hals waar je kraagje zit en je oor met je haar er voor.

Herman Gorter. Verzen oor

Assonantie en alliteratie

©VANIN

Een voorbeeld van een gekruist rijm /abab/ vind je in deze strofe:

Hij zei tot alle and’re spinnen:

Vreemd, ik weet niet wat ik heb, Maar ik krijg zo’n drang vanbinnen

Tot het weven van een web.

Annie M.G. Schmidt. Sebastiaan

Een voorbeeld van een omarmend rijm /abba/ vind je in deze strofe:

Ik droeg nog kleine kleren, en ik lag

Languit met moeder in de warme hei, De wolken schoven boven ons voorbij en moeder vroeg wat ‘k in de wolken zag.

Martinus Nijhoff. De wolken

Een dichter kan ook letterrijm gebruiken. In dat geval wordt niet de hele lettergreep herhaald, maar enkel de klinkers of de medeklinkers.

Assonantie is de opvallende herhaling van klinkers in opeenvolgende woorden of lettergrepen. Een ander woord voor assonantie is klinkerrijm

Ik wil haar graag vragen

Blijf jij hier bij mij

Alliteratie is de herhaling van de beginmedeklinkers in opeenvolgende woorden of lettergrepen. Een ander woord voor alliteratie is medeklinkerrijm

Velden vol met engelhaar

Zon en zee en feestgewoel mijn miniatuurmensje

Lay-out

Heel vaak herken je een gedicht aan de vorm. De tekst loopt niet zoals bij een alinea van de linker- tot rechtermarge op de pagina. Een gedicht is opgebouwd uit verzen en strofes.

Ritme

Ritme is de indruk van beweging in gesproken taal. Het ritme in een gedicht wordt bepaald door de klemtonen en de opeenvolging van lange en korte klanken.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 242

Rap is eigenlijk een poëzievorm op muziek. Hier is ritme heel belangrijk; om alles vloeiend en boeiend te laten klinken is een goed ritme cruciaal.

In België zijn de nummers van Tourist LeMC, Zwangere Guy, Slongs, Dievanongs en Het hof van Commerce bekende voorbeelden.

Herhaling

In een gedicht is herhaling een krachtig middel om de nadruk op bepaalde woorden te leggen. Wanneer een woord op een beperkt aantal regels vaak vermeld wordt, komt het volop in de aandacht van de lezer te staan.

In Ik wou ik wou dat ik papier was van P. Mandelbaum krijgen de wens en het droomelement de volle nadruk door de herhaling van Ik wou aan het begin van de meeste regels en vaak ook binnen eenzelfde regel.

©VANIN

Onthouden

Stijlfiguren

Cliché

Soms wordt een beeld zo vaak gebruikt dat het zijn originaliteit kwijt is en voorspelbaar wordt.

Mijn liefde voor jou is zo diep als de zee.

Jij bent als de zon voor mij.

Contrast

In poëzie en reclame worden twee tegengestelde elementen vaak tegenover elkaar geplaatst. Het verschil beklemtoont de kenmerken van beide elementen. Zo lijkt iets moois nog mooier wanneer er een lelijk voorwerp tegenover staat. In fictie wordt contrast vaak gebruikt om de emoties van een personage nog sterker in de verf te zetten.

Een voorbeeld is iemand die droevig of eenzaam is op een moment dat alle anderen feestvieren of iemand die op een belangrijke dag een vriend of familielid verliest.

Hyperbool

Je gebruikt een overdrijving of je gaat een situatie groter voorstellen. Vaak doe je dat om irritatie of emotie uit te drukken.

Ik sta hier al uren te wachten.

Iedereen mag altijd alles doen, maar als ik ook maar één keer één woord zeg, dan ziet ze dat. Dat mens haat mij!

Woordspeling

Het bewuste gebruik van een woord of woorden in verschillende betekenissen. Het is vaak komisch bedoeld en dus letterlijk een ‘spel met taal’. was ik maar een dichter, dan kon ik dichter bij jou zijn Stef Bos. Ik heb je lief

TUSSENSTOP 4 243

Je bespreekt de verhaalbouwstenen van een kortverhaal 1

Je interpreteert een kortverhaal, zowel individueel als in interactie

Je reflecteert over de functie en betekenis van literatuur 2 3 4

Je hebt oog voor de gelaagdheid van literaire teksten

EERSTE LECTUUR

Kortverhaal: Spek en bonen ©VANIN

Je neemt actief deel aan schriftelijke en mondelinge interactie over een literair kortverhaal 5

Het kortverhaal dat je gaat lezen, Spek en bonen van Tom Lanoye, bestaat uit 14 korte hoofdstukken. Je leest nu eerst individueel het verhaal tot en met hoofdstuk 8.

SPEK EN BONEN 1.

EEN MAN VAN IN DE VIJFTIG. IN EEN CAFÉ.

EEN DAG NA DE FEITEN.

‘Hoe moeder en dochter zo van elkaar kunnen verschillen. Simone, dat is een nijdige keffer. Zwart haar, niets grijs daarin, weinig rimpels voor haar leeftijd en een koppel ogen dat nog altijd vuur kan schieten, zelfs in het donker. En niet op haar mondje gevallen, Simone. Verre van. Als ze zwijgt, is het omdat ze aan het slapen is. Of om aan haar sigaret te trekken. Groene Michel zonder filter, alstublieft. Gemakkelijk een slof of twee per week. Haar vent is er nog zot van geworden. Die liet haar van de ene dag op de andere zitten met haar kind. De meubelen mocht ze ook houden, zei hij. Die hingen toch uiteen. Maar het geld en de colliers van haar grootmoeder pakte hij mee, de smeerlap.

En Simone kon weer gaan kuisen en schrobben bij jan en alleman. Tweehonderdvijftig frank per uur, in het zwart. Een betere en een snellere was er niet te vinden. Dat zei iedereen. Akkoord, ze kon haar kwebbel niet houden. Zelfs als ze aan het stofzuigen was, kwam ze boven het geraas uit, zo scherp als een papegaai zonder eten. En het was niet altijd vriendelijk wat ze te zeggen had. Op iedereen wist ze iets. Maar echt kwaad bedoelde ze het niet. Ze had het zelf moeilijk, dat is alles.

Terwijl Tanya … Veel valt daar niet over te vertellen. Een stil water met een stinkende grond. Met haar moeder heeft ze niets gemeen. Zuiver niets. Behalve dat ene natuurlijk. Als het niet zo triestig was, zou je er nog om kunnen lachen. Maar voor de rest? Ze zeggen dat je aan de vader altijd kunt twijfelen en aan de moeder niet. Maar volgens mij hebben de verpleegsters Tanya in de wieg verwisseld met de echte dochter van Simone.’

2.

DE BESCHULDIGDE.

IN DE BEWUSTE STRAAT.

DE OCHTEND ZELF, NOG GEEN UUR NA DE FEITEN.

Tanya Demesmaecker zit in haar Peugeot 205 te wachten tot het licht wordt. Ze zweet, al zijn allebei de raampjes opengedraaid. In haar gebloemde jurk staan er kringen onder de oksels.

Het enige waar Tanya in de beklemming van de kleine wagen aan kan denken, is aan haar kamertje in het internaat dat ze vier jaar geleden heeft verlaten.

Daar werd ze vijf hoog iedere morgen wakker met een schok, omdat ze droomde dat ze uit het raam viel en op de plaveien van de speelplaats neersmakte. Altijd datzelfde beeld. Een wentelend vierkant vol stenen messen, dat haar naar zich toe zoog. Ze hield haar armen voor het gezicht, ze trapte met haar benen als een vis met zijn staart. Soms riep ze voor ze te pletter viel. Een van de keren dat Tanya riep, had Zuster Geneviève het gehoord. Een verdorde non met een scheefgegroeide hand en een plechtige blik.

les
5 10 15 20
1
25 30
1 20
TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 244

Een van de laatste zusters die op de school surveilleerde en de enige die nog vasthield aan het zwarte kleed met kap. Ze schoof het kamertje binnen en ging op het voeteneind zitten. Ze streelde met haar scheve hand over het laken, dat nat was van het zweet. Tanya trok haar voeten weg en de hand hield op met strelen. Wat scheelt er, mijn kind?

Tanya antwoordde fluisterend wat ze gedroomd had. En dat ze iedere morgen zo wakker werd. Dat ze een uur, twee uur met haar ogen open lag, tot het licht werd, en pas dan opnieuw durfde te slapen.

Zuster Geneviève knikte. Ze bracht haar goede hand voor haar borst en speelde met het zilveren kruisje dat ze van haar moeder zaliger had gekregen, op de dag van de geloften. Heer, kijk naar dit onrustige jonge lijf. Bleek en groot, het is te snel gegroeid in korte tijd. Is dit nu onschuld? Dit armzalig zweten? Ik zie geen hooglied, geen feest. Ik zie een manke bloesem, door zijn eigen bloei bedreigd.

Zwijgend verliet Zuster Geneviève het benauwde kamertje en kwam terug met in haar klauw een paar boeken. Het leven van de Heilige Anna. Het vademecum voor de jonge vrouw. Meisje, echtgenote, moeder door Emiel Dutrez S.J. Zo probeerde Tanya haar angsten te bestrijden door te lezen. Maar hoe hoog de stapel boeken naast haar bed ook werd, de angstdromen bleven komen, iedere morgen weer.

Tanya buigt zich naar de achterbank van de Peugeot. Ze zoekt tussen de kleren en de rommel naar een boek, een magazine, een krant. Er ligt niets. Ze merkt dat er bij haar pols nog een veeg bloed zit. Met een papieren zakdoekje en wat spuug veegt ze het weg. Het zakdoekje gooit ze niet door het geopende raam. Ze stopt het in haar handtas, bij de andere. En als het eindelijk licht wordt, rijdt ze naar het politiebureau.

©VANIN

3. EEN GETUIGENDE POLITIEAGENT. IN DE RECHTSZAAL. TIJDENS HET PROCES.

‘In shock zou ik het niet noemen. Ik heb er genoeg zien binnenkomen om te weten hoe dat is. Volgens mij is ze gewoon zo. Bokkig, stil. Een beetje een vijs kwijt. En ze was ook doodmoe, echt waar. Ze deed haar verhaal en ze vroeg of ze in de cel mocht slapen. Dat mocht, waarom niet. Dat was trouwens de enige keer dat ze iets toonde van emoties. Toen ze aan het slapen was, bedoel ik. Ze woelde de hele tijd en ze riep een paar keer. Nogal luid zelfs. Maar toen ze wakker werd, was het weer van hetzelfde. Een traan heb ik niet gezien. Ook niet toen haar moeder kwam janken en lamenteren aan de balie. Ze moet dat gehoord hebben tot in haar cel, het kan niet anders, zoals dat mens haar klep kan openzetten. Maar geen krimp geven, niets. Ze zag er nog altijd even moe uit als toen ze binnenkwam, en ze vroeg naar niets of niemand. Ook niet naar haar Marco.’

70 4. MARCO.

‘S AVONDS IN EEN PARKEERGARAGE. TWEE JAAR VOOR DE FEITEN.

(zijn voormalige boezemvriend Bertje de Vries ligt bloedend voor hem op de grond) ‘Je mag haar hebben, kameraad. En haar strontboetiek erbij. Ik heb haar niet meer nodig, ik ben al met een ander. Een betere, in ieder opzicht. Zeg haar dat maar. En kruip jij maar op haar, zoveel als je wilt. Maar kom achteraf niet zagen. En blijf uit mijn buurt. Volgende keer sla ik allemáál uw tanden eruit.’

75 80 5. DE EX-VRIENDIN VAN MARCO.

EEN VERKOOPSTER IN BOETIEK LA STRADA. IETS MINDER DAN TWEE JAAR VOOR DE FEITEN.

‘Pardon, ik was Márco zo beu als kouwe pap. Niet dat dat belangrijk is, maar hij moet niet het tegenovergestelde rondvertellen. En Bertje de Vries, die heeft niets met mij te maken, dat is een goeie vriend, meer niet. Hij komt mij zo af en toe ‘s avonds helpen in de boetiek. Mettertijd kán dat wel iets worden, dat kan altijd, waarom niet? Hij heeft van alles wat Marco niet heeft. Prima job, goed karakter, hij verzorgt mij als een prinses. En hij kan koken als een chef.

Wablieft, Marco charmanter? Als hij iets los moet krijgen, misschien. Je kent hem niet goed. Je moet hem eens meemaken onder vier ogen. Ze zal dat wel rap genoeg doorkrijgen, zijn Tanya.

LES 20 KORTVERHAAL: SPEK EN BONEN 245 35 40 45 50
55 60 65

Ah, dat weet je nog niet? Dat hangt hij niet aan je neus, natuurlijk. Tanya. Haar moeder kuist in de Rex. Tanya, die grote, bleke. Wat hij daar toch in ziet. Schoon is ze niet, maar lomp, lòmp. Gekleed door het Leger des Heils, schat ik. En ik durf wedden dat ze haar haar verft, het is een rosse, die hebben allemaal zo een wit vel. En dan die wallen onder haar ogen … Pfft. Nog een die nooit zo oud zal worden als ze eruitziet. Zeker niet als ze blijft aanpappen met hem. Weet je wat het is? Marco is van het slag venten dat geen vrouw nodig heeft, maar een moeder. Ik heb nooit in heel mijn leven zo voor iemand gejaagd en gelopen. Zijn handen stonden zó. Hij kon met moeite een ei bakken als ik eens niet thuis was.’

6.

ZUSTER GENEVIÈVE.

IN TANYA’S KAMER IN HET INTERNAAT.

VIER JAAR VOOR DE FEITEN.

‘Zijn dit jouw boeken, mijn kind? Eenzaam is het hart … De praktijken van dokter Jones. Is dit de lectuur die we voor je hebben meegebracht? Je maakt misbruik van ons vertrouwen en je weet het. Nee? Waarom had je ze dan verstopt? … Je doet ons verdriet, Tanya. Besef je dat? Wat zeg je? Zei je iets? … Beloof ons ten minste dat je het niet opnieuw zult doen, ja? Beloof je dat? … Ik wacht, Tanya … Beloof je het? … Tanya! … Beloof je het! … Goed dan. Als je besloten hebt om ons pijn te blijven doen, kunnen we niet anders dan je strafstudie te geven. De hele week. En die boeken gaan de prullenmand in.’

7.

BOY MEETS GIRL. IN SNACKBAR UILENSPIEGEL.

TWEE EN EEN HALF JAAR VOOR DE FEITEN.

©VANIN

Tanya leest. Tegenover haar heeft een kerel ongevraagd plaatsgenomen. Hij lijkt op die ene, die blonde, uit dat feuilleton op woensdagavond. Hij drinkt een biertje en kauwt op een tandenstoker en houdt geen moment zijn mond.

MARCO: Ik begrijp dat niet. Iedere avond moet ze overwerken. Zegt ze. Overwerken? In een boetiek! Snap jij het? Ik niet. Ik kom dan altijd naar hier om iets te eten. Moederziel alleen thuis aan een keukentafel zitten, dat is niets voor mij. En jij, kom jij hier veel?

TANYA: (leest) Af en toe.

MARCO: We moeten elkaar al die tijd misgelopen zijn, dat kan niet anders. Ik zou mij jou herinneren. Direct. Zo veel volk komt hier nu ook weer niet. En jij springt nogal in het oog. Echt waar. Ben je altijd zo aan het lezen?

TANYA: (leest) Nee.

MARCO: Als je liever voort leest, moet je het zeggen.

TANYA: (leest)

MARCO: Zeg het maar. Lees je liever verder? Of mag ik je op een koffietje trakteren? Wat denk je?

Tanya legt haar boek terzijde en drinkt drie koffies en een milkshake op kosten van Marco. De volgende ochtend schrikt ze niet wakker. Ze wordt niet overvallen door de droom waarin ze uit het raam stort en neersmakt op de grijze, korrelige stenen. Ze droomt helemaal niet. Het is al licht als ze wakker wordt. Ze blijft in bed liggen. Beneden is haar moeder druk in de weer. Zelf heeft Tanya nog een half uur voor ze op moet. Ze neemt haar boek en zoekt waar ze de dag daarvoor in snackbar Uilenspiegel gestopt was met lezen. Bladzijde 116, in Een hart van goud.

(…) Phoebe begon te huilen, onhoorbaar eerst, maar al spoedig liet ze zich helemaal gaan en stortte ze zich in Cals armen. ‘Ik heb nog nooit zo gehuild,’ zei Phoebe en ze droogde haar tranen, ‘maar het gaat alweer beter. Ik kan tenslotte niet de hele dag op je schouder snotteren.’ ‘Nee’, beet Cal haar afgemeten toe. ‘Ik vermoed inderdaad dat een minuutje of twee in een heel leven wel genoeg is. En het is heel vreemd van me dat ik je een beetje wilde troosten, neem me niet kwalijk!’

Er viel een stilte. Ze glimlachten plots flauwtjes naar elkaar en de spanning was gebroken. Vol hartstocht trok Cal Prescott Phoebe naar zich toe. Hun lippen versmolten. (…)

Beneden trekt Simone de deur in het slot en begeeft zich naar haar werk.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 246 85 90
95 100
105 110 115 120
125 130

IN HET KANTOORTJE VAN DE REX.

ZES MAANDEN NA DE EERSTE ONTMOETING MET MARCO.

‘Het is zo een attente jongen. Je zou hem eens bezig moeten zien met ons Tanya. Ze bloeit helemaal open. Ze slaapt rustig, ze eet goed, ze lacht van ‘s morgens tot ‘s avonds en ze komt uit zichzelf al eens tegen mij babbelen. Dat deed ze vroeger nooit.

Eergisteren komt ze zo naar mij en ze zegt, ma zegt ze, nu moet ik toch eens iets vragen. En blijkt, na veel vieren en vijven, dat ze wil vragen of Marco bij ons mag komen wonen. Die jongen woont al een half jaar heel alleen op een gemeubileerd kamertje aan de andere kant van de stad. Dus wat zeg je dan, als moeder? Ze zitten de laatste tijd toch al meer bij ons thuis dan ergens anders, en wat kan er thuis meer gebeuren dan wat er nu al gebeurt die paar keren dat ze toch samen naar zijn kamertje trekken? Ik heb mijn ogen niet in mijn zak. Dus ik zeg, kind zeg ik, je hebt er de leeftijd voor, en als het je gelukkig maakt, waarom niet. Natuurlijk, ik had liever gezien dat ze eerst zouden trouwen. Maar de tijden zijn veranderd. En god weet, als ze trouwen willen ze ergens anders gaan wonen. En dan zit ik daar, in mijn eentje. Een leeg huis, ik mag er niet aan denken. Plus daarbij, een man in het huishouden, het is toch een gerief. We zijn wij twee hulpeloze vrouwen, en als je de kranten eens leest? We mogen al blij zijn dat er niets gebeurd is in al die jaren. Er lopen genoeg zotten vrij rond. Vanavond, na haar werk, doen ze de verhuizing. Veel zal dat niet zijn. Een plant of vier, zijn muziekinstallatie, een paar dozen met kleren … Daarna is het feest. Ik ga koken voor ons drieën, een gebraadje, een goede fles wijn, koffie met een borrel. Marco weet daar nog niets van. Ik ben eens curieus hoe hij zal reageren. Ik zie zijn gezicht al voor mij. Dat wordt weer lachen tot achter zijn oren. Hij kan je zo aankijken, met die schone blauwe ogen van hem. Een blok beton zou ervan smelten. Het is echt een knappe, vriendelijke jongen. Ons Tanya heeft er kijk op. Er zijn er veel jaloers op haar.’

1 Noteer de woorden die je niet kent.

2 Schrijf bij elk hoofdstuk de vragen die in je opkomen; de vragen die jij je stelt na het lezen van elk hoofdstuk. Noteer ook zaken die je bijzonder/grappig/onduidelijk … vindt.

Je overloopt nu samen met een medeleerling jullie vragen en opmerkingen.

3* Vergelijk jullie antwoorden op de vragen.

a Waarover zijn jullie het eens? Waarover niet?

b Waren jullie antwoorden heel verschillend?

4* Bekijk jullie onbekende woorden nog eens. Achterhaal de betekenis van de onbekende woorden via de woordleerstrategieën.

5* Maak samen een voorspelling.

a Wat denken jullie dat er zal gebeuren in het tweede deel van het verhaal?

b Formuleer een grote vraag die jullie beantwoord willen zien.

Jullie bespreken nu klassikaal jullie vragen en theorieën.

6* Hoe gaat het verhaal verder? Wat gebeurt er met de hoofdpersonages? Welke aanwijzingen of clues uit de vorige hoofdstukken houden jullie bezig?

LES 20 KORTVERHAAL: SPEK EN BONEN 247 135 140 145 150 155 8. DE MOEDER.
©VANIN
TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 248
©VANIN

HET VERVOLG

Je leest nu de laatste zes hoofdstukken.

EEN EX-VRIENDIN VAN TANYA.

OP HET WERK TEGEN EEN COLLEGA.

EEN MAAND OF VIER NA MARCO’S VERHUIZING.

‘Ik heb nooit iets van hem moeten hebben. Met zijn geslijm altijd. Weet je dat hij het met mij ook geprobeerd heeft? Ik zweer het. Ik zit hoop en al een half uur met hem alleen, te wachten op Tanya en haar moeder, en hij probeert al onder mijn rokken te kijken. En maar complimentjes geven, en knipogen gelijk zot. Precies een tic nerveux. En na een half uur vraagt hij het mij ineens. Vlakaf, in mijn gezicht. Ik ben opgestaan en ik heb hem laten zitten waar hij zat. Wie denkt hij dat hij is? Zo knap is hij nu ook weer niet. Ik heb dat nooit verteld aan Tanya, ik wilde haar niet kwetsen. Achteraf bekeken had ik het beter gedaan, dan was ze gewaarschuwd geweest. Nu ben ik de zondebok. In zekere zin kan ik dat begrijpen, het moet een terribele schok zijn. Je eigen moeder … Maar ik zie toch wat ik zie? Het is niet normaal zoals dat mens rond Marco fladdert. Als die twee ergens samen zijn en je komt binnen, dan heb je het gevoel dat je hen betrapt. Op een keer zit ik bij hen thuis. We zijn met ons vieren naar de tv aan het kijken. Marco staat op om een flesje bier te halen, hij passeert de moeder van Tanya en die knijpt hem zo eens in zijn billen. Lach maar, ik wist niet wat ik zag. En het soort blikken dat ze wisselden? Waar Tanya en ik bij zaten. Later op de avond gaat hij weg, een pint pakken zogezegd, en hij kust ons alle drie ten afscheid. Eerst Tanya, dan mij, dan de moeder. En de moeder is de enige die hij op de mond kust. Drie keer. Mijn maag keerde ervan om. Geen tongkussen of zo, dat nu ook weer niet. Maar ze hadden wel alle twee hun ogen dicht en ik ben zeker dat als Tanya en ik er niet bij waren geweest, dat die kussen dan heel wat langer geduurd zouden hebben. En dat er, sorry dat ik het zeg, meer aan te pas zou zijn gekomen dan hun tong. Tanya ziet dat allemaal niet. Of ze wil het niet zien. Die avond bleef ze alleszins zonder om te kijken naar de tv koekeloeren. En de volgende dag, toen ik haar erover sprak, duurde het geen twee minuten of ze begon mij uit te maken. Ik zeg Tanya, kind, ik vind het ook niet plezant, maar ik móet het zeggen, het is mijn plicht, als vriendin. Maar ze bleef razen. En opeens viel ze stil. Sindsdien zegt ze geen gebenedijd woord meer tegen mij. En ze zit weer de hele tijd in van die boekjes te lezen.

Het laatste wat ze zei, was dat ik jaloers was op haar geluk. Ik vraag mij af waarom. Geluk kun je het moeilijk noemen, als je vent wordt ingepikt door je eigen moeder.’

10.

DE MOEDER.

TEGEN TANYA’S PSYCHIATER.

BIJ HET GERECHTELIJK VOORONDERZOEK.

‘Ik heb er lang tegen gevochten. Heel lang. Het mag niet, dacht ik, het kan niet. En Marco heeft er zich ook lang tegen verzet, dat heeft hij mij verteld. Als we nu eens niet in hetzelfde huis hadden gewoond, zei hij … Misschien dat er dan niets gebeurd was. Nu kwamen we elkaar elke dag weer onder ogen. Ik vertrok ‘s morgens als eerste naar mijn werk, vlak voor Marco. Tanya vertrok een half uur later. Maar ‘s avonds kwamen Marco en ik samen thuis, een uur voor Tanya er was. Het is dat ene uur, iedere dag opnieuw, dat het hem gedaan heeft. Dat ene uur.

We hebben het er alle twee moeilijk mee gehad. Marco misschien nog meer dan ik. Maar … Pas op, ik zoek geen excuses … En niet dat ik haar zwart wil maken, maar … Ons Tanya is geen gemakkelijke. In het begin ging alles goed tussen haar en hem. Maar na een tijdje kreeg ze het opnieuw. ‘s Nachts, die dromen van haar. Ze lag dan te schokken van de schrik, ze riep heel het huis bijeen. En daarna lag ze een paar uur wakker. En dat lezen altijd. Dat was voor die jongen toch geen werk.

Met dat soort problemen kwam hij dan naar mij. Dat komt door de leeftijd. Hij was vijf jaar ouder dan Tanya en als je zo jong bent, telt elk jaar verschil dubbel. Terwijl ik, ik ben dan wel ouder dan hem, maar we stonden op dezelfde golflengte. We begrepen elkaar zonder een woord.

LES 20 KORTVERHAAL: SPEK EN BONEN 249
160 165 170 175 180 185
9.
190 195 200 205
2 ©VANIN

De eerste weken konden we het nog wegsteken voor haar. We hebben alle twee, Marco en ik, zelfs zitten hopen en bidden dat het voorbij zou gaan. Dat het een bevlieging was. Maar hoe langer dat het duurde, hoe beter dat we ons voelden.

De grote fout die we gemaakt hebben, was van het haar niet te vertellen voor ze er zelf op uitkwam. Maar hoe gaat dat? Ik zou nog altijd niet weten hoe je zoiets moet aankaarten. Je blijft het uitstellen en uitstellen. En op een dag is het te laat.

Het deed mij pijn, natuurlijk deed het mij pijn. Ik verloor altijd. Ofwel haar, ofwel Marco. Eigenlijk is het Tanya zelf die de knoop heeft doorgehakt. Zij is weggegaan. Ik ben gebleven. Marco ook.

Ik kan begrijpen dat ze kwaad was op ons. En dat ze niet meer bij ons wilde wonen. Dat was zelfs het beste, voor iedereen. Maar wat ze daarna heeft uitgespookt? Eerst die brief, om te schelden en om te zeggen dat ze al twee maanden in verwachting was van Marco. Dat kon gewoonweg niet. Marco heeft het mij gezworen. De tranen stonden in zijn ogen. Hij zou dat niet gekund hebben, zei hij, met twee tegelijk, moeder en dochter, en ze in feite alle twee bedriegen. De laatste maanden dat ze bij ons woonde, zei hij, hadden ze geen betrekkingen meer gehad. Niets.

Dus dat kind moet van iemand anders geweest zijn. Aan de moeder kun je niet twijfelen, aan de vader altijd. Ze heeft voorzeker een wildvreemde zover gekregen. Moeilijk is dat niet, voor een meisje van haar leeftijd. Ze zou alles gedaan hebben om Marco en mij te koeioneren. Alles. Een mens die verdriet heeft, doet rare dingen. Zeker ons Tanya. Zie maar naar wat ze gedaan heeft. Ze heeft mijn leven geruïneerd. En het hare erbij.’

©VANIN

250

DE BESCHULDIGDE.

IN EEN GEMEUBILEERDE KAMER.

EEN NACHT, ZEVEN MAANDEN VOOR DE FEITEN.

Tanya ligt met haar ogen open op het bed. Het zweet staat op haar voorhoofd. De lakens heeft ze weggetrapt net voor ze wakker schoot. Ze sloeg in haar droom opnieuw te pletter, op het vierkant van grijze stenen. Deze keer duurde de droom iets langer. Ze kon zichzelf zien liggen na de val. Ze droeg geen kleren. Haar armen waren gebroken, haar gezicht was onherkenbaar. Haar heup één grote wond waaruit een stuk versplinterd bot stak.

Het kind beweegt al weken, maanden. Tanya legt haar handen onder haar nachtpon over haar gespannen buik. Van hem. Dit hier is van hem. Zoals ik van haar ben. Als het mij nog één keer schopt, laat ik mij van de trappen vallen.

Ze steekt het licht aan en grijpt een van de boeken die naast het bed op de grond liggen. De stad kent geen geheimen. Bladzijde 93 e.v.

(…) ‘Het spijt me, m’n duifje’, lachte John Hamilton met een besliste trek om de mond. Hij tikte de askegel van zijn sigaret af op het tapijt. ‘Vanaf vandaag is de naam Rose Woods uit mijn geheugen gebannen.’ Hij trok de deur achter zich dicht. Even later klonk het gezoem van de lift. Rose stond nog steeds onbeweeglijk bij het raam. ‘Toe, Rose, vertel het nou’, suste moeder. ‘Iedereen heeft het nodig om te praten met iemand die je kunt vertrouwen. Daar dienen vriendinnen toch voor.’ Ze streelde Rose over het hoofd. ‘Het lucht op, geloof me nou!’

Rose sloeg haar ogen op en keek haar moeder dankbaar aan.

(…) ‘Kindje toch’, zuchtte Roses moeder na een lange stilte. Ze ging op de stoel bij het haardvuur zitten, haar anders zo rusteloze handen doelloos in de schoot, en schudde het hoofd. ‘Ik had het kunnen weten. Mannen. Allemaal hetzelfde.’ (…)

255 12. MARCO. EEN NOOIT GEPUBLICEERD INTERVIEW. TIJDENS HET PROCES. (Vr.)

Wat zocht u precies, mijnheer? De rijpheid van de vrouw enerzijds, de prilheid anderzijds? Moeder èn dochter, meisje èn vrouw? En waarom koos u uiteindelijk de moeder? Had u niet liever gehad dat de dochter was blijven inwonen? Hebt u spijt van uw keuze? Betreurt u het gebeurde? Voelt u zich verantwoordelijk? Zou u hetzelfde opnieuw doen?

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 250 210 215 220 225
230 235 240 245 11.

(Antw.)

Wat gebeurt, gebeurt. Er is daar geen kiezen aan. Zolang ik mij goed voelde bij de dochter, bleef ik bij de dochter. Later voelde ik mij beter bij de moeder. Punt. Waarom zou ik mij schuldig voelen? Het initiatief ging trouwens van haar uit.

Simone was gewoon beter. Minder zot. Niet veel, maar toch. We konden tenminste praten met elkaar. En de rest ging ook beter dan met Tanya. Beter dan je op het eerste gezicht zou denken. Over een oude schuur gesproken, die Simone heeft gebrand, gebránd. Nooit meegemaakt. Ze moest mijn gezicht maar zien en het was al zover. En wat moet je dan zeggen, als man? Nee, bedankt? Morgen loop ik onder de tram en dan is het gedaan. Pakken wat er te pakken valt, zeg ik. En wat ook een feit is: Simone kon koken als de beste. Elke morgen voor we de deur uitgingen een dikke toast met boter en witte bonen in tomatensaus en een pan spek. Zó, hè. Op zijn Engels.

Maar ik heb haar moeten laten staan. Verleden maand. Dat was niet meer vol te houden, echt. Iedere week ging ze een keer of drie naar dat zothuis, de dochter bezoeken. En als ze terugkwam, was het janken en klagen van begin tot einde. En mij uitschijten omdat ik niet mee op bezoek wilde gaan. Ik vraag mij af waarom. Wat heb ik daar verloren?

En de rest, dat was ook op stel en sprong afgelopen. Zo gaat dat met die wijven. De ene keer alles, de andere keer niets. Geraak er maar uit wijs. Jong of oud, dat speelt geen rol. Allemaal hetzelfde.

13.

©VANIN

TWEE VROUWEN VAN MIDDELBARE LEEFTIJD.

OP DE HOEK VAN DE STATIONSSTRAAT EN DE PAARDENMARKT. EEN DAG NA DE FEITEN.

X: Ik kan het nog altijd niet geloven. Je eigen kind.

Y: In feite heeft Simone hetzelfde gedaan. Iets beginnen met het lief van je dochter en haar dan buitensmijten? Het is geen moord natuurlijk. Maar het scheelt niet veel.

X: Het schijnt dat het over heel het lijfje littekentjes had, van daarvoor al.

Y: Zeg dat het niet waar is.

X: Toch, toch. Scheermesjes, naalden, gloeiend bestek … Hoe meer ze haar ondervragen, hoe meer ze loslaat. Ik ken iemand die naast haar woonde. Hij zegt dat het soms een dag en een nacht lag te huilen in de wieg, aan één stuk door.

Y: Als je dat zo allemaal hoort, dan is het misschien nog beter dat het zo gegaan is. Wie weet wat voor een leven ging het tegemoet.

X: Dat is waar. Maar het zou niet mogen zijn. Goed vijf maanden, een boreling nog bijna. Het zou niet mogen zijn.

14.

DE FEITEN.

EEN VERLATEN STRAAT.

DRIE UUR ‘S NACHTS.

Precies een jaar nadat ze is weggegaan, keert Tanya naar het huis van haar moeder terug. Voor de stoep, op de grijze stenen van het voetpad, legt ze voorzichtig een grote bundel dekens neer.

Het slaapt. Eindelijk slaapt het.

Daarbinnen slapen hij en zij, denkt Tanya. Naast elkaar, tegen elkaar. Straks loopt hun wekker af. Ze zullen allebei opstaan, eten in de keuken en vertrekken naar hun werk. Zij zal als eerste naar buiten komen. Zoals altijd. Hij volgt.

Tanya haalt een grijze plavei uit de koffer van haar Peugeot tevoorschijn en laat die op de straatstenen kapot vallen. Ze grijpt het puntigste stuk en gaat ermee naar de bundel dekens. Ze maakt het hoofdje vrij.

Zijn kind. Háár kleindochter.

Niet lang daarna gaat Tanya opnieuw achter het stuur van haar Peugeot zitten. Ze maakt haar hand schoon met een papieren zakdoekje en wacht tot het licht wordt.

LES 20 KORTVERHAAL: SPEK EN BONEN 251 260 265 270 275
280 285 290
295 300 305

1 Noteer net als aan het begin van deze les de woorden die je niet begrijpt.

2 Noteer opnieuw de zaken die jou opvallen en de vragen waarmee je blijft zitten.

HET KORTVERHAAL BEOORDELEN

1 Wat is nu je algemene indruk van het kortverhaal?

a Geef het kortverhaal een score op een schaal van één tot tien.

b Motiveer je score in een kort tekstje (ongeveer vijf zinnen). Kies daarbij enkele bijvoeglijke naamwoorden uit het kader hieronder.

origineel – voorspelbaar – (on)realistisch – vergezocht – emotioneel –grappig – verrassend – vlot leesbaar – langdradig – leerrijk – ongewoon –vreemd – spannend – meeslepend – herkenbaar – intrigerend – …

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 252
3
©VANIN

EXPERTENWERK

Je leerkracht verdeelt de klas nu in groepen. Samen met enkele medeleerlingen onderzoeken jullie een specifiek aspect van dit kortverhaal. Daarna wisselen jullie die informatie uit met de andere groepjes.

Verhaallijn

1 Hoe is het verhaal opgebouwd? Bestaat het uit verschillende onderdelen?

2 Start het verhaal ‘ab ovo’ of ‘in medias res’? Leg uit waarom je die term kiest.

3 Heeft het verhaal een gesloten of een open einde?

Thema en titel

4 Over welk(e) thema(’s) gaat dit verhaal? Hoe zie je dat bij Tanya, Simone en Marco?

5 Verklaar de titel van het kortverhaal.

LES 20 KORTVERHAAL: SPEK EN BONEN 253
4 17.5 17.10
©VANIN

Personages

6 Wie is de protagonist? Wie is de antagonist? Wie zijn de nevenpersonages?

7 Geef aan welke personages vlak en welke personages rond zijn.

8 Bespreek kort Tanya, Simone en Marco (karakter, leeftijd, interesses, opleiding, burgerlijke staat …).

9 Kun je je identi ceren met (een van) de personages?

©VANIN

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 254
17.6

Tijd en ruimte

10 Waar speelt het verhaal zich af?

11 Is de ruimte sfeerscheppend en/of symbolisch?

12 In welke historische tijd speelt het verhaal zich af?

13 Zitten er ashbacks of ashforwards in het verhaal?

LES 20 KORTVERHAAL: SPEK EN BONEN 255
17.8 17.9 ©VANIN

Taalgebruik en beeldspraak

14 Bespreek het taalgebruik van de schrijver.

a Is de taal eenvoudig of complex?

b Hoe speelt de auteur met taalvarianten?

c Gebruikt de schrijver beeldspraak (vergelijkingen, metaforen …)?

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 256
9 16.4 ©VANIN

Auteur en genre

15 Wie schreef dit kortverhaal?

a Is hij of zij een bekende schrijver?

b Zoek de inhoud van enkele andere werken op. Zie je gelijkenissen tussen andere werken van de schrijver en dit kortverhaal?

16 Welk soort verhaal is dit?

17 Hoe gebruikt de schrijver verschillende teksttypes door elkaar? onderweg

Tom Lanoye is een van de belangrijkste auteurs uit ons taalgebied. Hij was ook de allereerste Antwerpse stadsdichter (zie Les ). Hij schreef toen onder meer een dialoog tussen de kathedraal en de Boerentoren.

LES 20 KORTVERHAAL: SPEK EN BONEN 257
17.2 © GARY DOAK Boerentoren Antwerpen, Fredo, CC BY-NC-SA 2.0 DEED ©VANIN

VERDIEPING:

VERWERKINGSOPDRACHT

In dit laatste deel ga je zelf aan de slag met dit kortverhaal. Hieronder vind je de opties.

Herschrijf het verhaal vanuit een andere context.

Je herschrijft het kortverhaal: je kiest zelf of je dat doet vanuit een ander tijdperk, een andere cultuur, het perspectief van een ander personage of zelfs vanuit een ander genre (scenario, soap …).

Doel

Je giet de verhaallijn consequent in een andere vorm en bewaart het evenwicht tussen verhaallijn en nieuwe vorm.

Werkwijze

1 Vat de verhaallijn van het gelezen kortverhaal samen: welke handelingen stellen de personages en welke gebeurtenissen overkomen hen? Wat verandert er doorheen het verhaal?

2 Bepaal in welke nieuwe vorm je die verhaallijn wilt gieten. Vanuit het oude Rome, vanuit het perspectief van een figurant, als een detective ... Er zijn veel mogelijkheden: kies er zelf één, maar baken die voor jezelf ook duidelijk af.

3 Bepaal welke verteltechnische en inhoudelijke aanpassingen noodzakelijk zijn: vertelperspectief, ruimte, tijd, verhoudingen tussen personages, woordenschat, stijlfiguren en algemeen taalgebruik, maar ook kleine dingen zoals kledij, munteenheden, sociale verwachtingen en omgangsvormen moeten misschien aangepast worden.

4 Schrijf de nieuwe tekst uit. Breng de verhaallijn stap voor stap over in de nieuwe vorm.

Vergelijk het kortverhaal met een kunstwerk of lied.

Je zoekt en bestudeert een kunstwerk of lied met hetzelfde thema als het kortverhaal. Je concentreert je op de manier waarop dat thema in het kortverhaal en in het kunstwerk/lied vorm krijgt.

Doel

Je vergelijkt de impact van een kunstwerk/lied met die van het kortverhaal met hetzelfde thema.

Werkwijze

1 Kies een kunstwerk of lied dat qua thematiek verwant is aan het kortverhaal.

2 Welk effect heeft het op jou en waaraan ligt dat? Welke indruk maakt het op jou en waarom?

3 Waaraan herken je het thema van het kortverhaal?

4 Zoek extra info op over het kunstwerk of lied.

5 Hebben het kunstwerk/lied en het kortverhaal hetzelfde effect op jou? Waar zit het verschil?

6 Schrijf je vergelijking uit. Structureer je bevindingen tot een geheel.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 258
5 ©VANIN

Pragmatiek

Je analyseert hoe de context de betekenis van een taaluiting beïnvloedt

DIRECT EN INDIRECT TAALGEBRUIK

Je ziet in dat vorm, context en betekenis met elkaar verbonden zijn

VADER moet die jas daar hangen?

ZOON ach, moeten

VADER is dat een kapstok?

ZOON nee, dat is nou een stoel

VADER je loopt er verdomme langs, langs de kapstok

ZOON ja, ik weet het, je hoeft mij niet te vertellen wat een kapstok is

VADER waarom hang je je jas er dan niet aan?

ZOON mijn jas hangt al ergens

VADER maar niet aan de kapstok

ZOON nee, niet aan de kapstok, hij hangt over een stoel, dat is een stoel, geen kapstok

VADER dat bedoel ik

ZOON mooi, dan zijn we het eens

VADER mooi

(stilte) nou, komt er nog wat van?

ZOON waarvan?

VADER die jas, de kapstok, ik dacht dat we het eens waren

ZOON waren we ook

VADER juist, en waarover waren we het dan eens?

ZOON dat een stoel geen kapstok is

VADER juist, nou?

ZOON nou?

VADER nou?

ZOON wat wil je nou van me?

VADER dat je je jas aan de kapstok hangt!

ZOON zeg dat dan meteen

les
1 21
1
2 LES 21 PRAGMATIEK 259
©VANIN

1* Lees de scène uit Is dat een kapstok? van Esther Gerritsen.

a Wat loopt er fout in de communicatie tussen vader en zoon?

b Is de situatie herkenbaar voor jou? Waarom (niet)?

c Ken je nog voorbeelden van zinnen die fout begrepen kunnen worden?

2 Neem de vraag ‘Is dat een kapstok?’ onder de loep en pas het communicatiemodel erop toe.

a Wie is de zender?

b Wie is de ontvanger?

c Wat is de letterlijke boodschap?

d Wat is de onderliggende boodschap (de subtekst)?

e Wat is het doel van de boodschap?

f Welk effect heeft de boodschap op de ontvanger?

Onthouden

Bij direct taalgebruik zegt de spreker letterlijk wat hij bedoelt. Bij indirect taalgebruik heeft een boodschap een onderliggende betekenis. We noemen dat de subtekst. Een subtekst is dus de impliciete betekenis van een geschreven of gesproken tekst: datgene wat niet wordt uitgesproken, maar uit de tekst kan worden opgemaakt.

3* Neem je eigen voorbeeld uit opdracht 1c erbij. Wat was daar de boodschap? En wat was de subtekst?

4 Bedenk een situatie waarin ‘Is dat een kapstok?’ wel een gewone vraag zonder subtekst zou kunnen zijn.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 260
1.1
©VANIN

DE MAXIMES VAN GRICE

A

B

Noa gaat voor de eerste keer babysitten op Robyn. Als Noa binnenkomt, vraagt Robyns vader beleefd hoe het met zijn vriendin gaat. Die antwoordt dat alles goed gaat, maar dat ze wel wat buikpijn heeft van haar maandstonden. Robyns vader kijkt even gegeneerd weg en zegt dan: ‘Oké, ik leg je nog even uit waar de flesjes en het verzorggerief van Robyn staan’.

Jakub behaalt altijd schitterende punten voor Nederlands, maar hij kan wel eens rebels zijn en onbeleefd uit de hoek komen tegenover de leerkracht. Als hij weigert een taak in te dienen omdat hij het nut ervan niet inziet, wordt de leerkracht boos en zegt: ‘Als je de taak nu niet onmiddellijk indient, zul je dit jaar niet slagen voor mijn vak.’ Jakub kijkt hem aan, haalt zijn schouders op en dient de taak niet in.

C

D

Tijdens de wiskundeles vraagt Adam aan Grace om hem wat te helpen bij een moeilijke oefening, waarop Grace antwoordt: ‘Pff, ik vind wiskunde zo een overschat vak. Wat heb je nu aan functies en afleidingen in het dagelijkse leven? Ik ga later nooit iets met wiskunde doen en toch moet ik dit leren.’

Oma maakt zich boos op haar kleindochter Jun: ze vindt dat zij wel wat meer rekening kan houden met haar leeftijd en haar beperkingen. Jun snapt niet helemaal wat haar oma bedoelt, maar oma zegt: ‘Doe gewoon wat nodig is.’

E

F

Stevie heeft een verstopte neus, ze moet niezen en hoesten en heeft lichte koorts. Aan de uitleg van de dokter heeft ze echter niet erg veel: ‘De nasale congestie en sternuatie zijn symptomen van een acute virale nasofaryngitis. Het best haalt u wat antipyretica, antitussiva en expectorantia in huis.’

Omaima vraagt Sophia hoe laat het is, waarop die antwoordt: ‘Goh, ik heb echt al honger.’

G

Meneer Maes van natuurwetenschappen vraagt Evy hoe het komt dat de toets zo’n tegenvaller was. Evy vertelt daarop een minutenlang verhaal van de avond daarvoor: de hond van de buren was verloren gelopen en ze was even mee gaan zoeken, haar kat had overgegeven op haar bed, haar kleine broer maakte een crisis omdat hij niet meer mocht gamen, haar moeder hing met haar beste vriendin aan de lijn over de moeilijke situatie op het werk en toen wou ze echt even een paar afleveringen van haar favoriete serie bekijken om wat te ontspannen, waardoor ze dan niet meer kon slapen omdat in de laatste aflevering haar favoriete personage doodging.

LES 21 PRAGMATIEK 261
2
©VANIN

1* In de kapstok-scène uit het vorige lesdeel loopt de communicatie fout omdat de vader zijn boodschap niet duidelijk genoeg verwoordt. Waarom loopt het in de voorbeelden op p. 261 fout?

Onthouden

De filosoof Paul Grice stelde dat sprekers moeten samenwerken om de communicatie te laten slagen. Hij noemde dat het coöperatieprincipe. Het idee is dat het voor de zender én de ontvanger goed is om samen te werken omdat zij dan een gemeenschappelijk doel kunnen bereiken. Het gemeenschappelijke doel is: elkaar begrijpen.

Grice zag vier maximes waaraan communicatie moet voldoen om succesvol te zijn.

 Maxime van kwantiteit: geef niet te veel en niet te weinig informatie.

 Maxime van kwaliteit: zeg alleen wat waar is en onderbouw je uitspraken met voldoende bewijs.

 Maxime van wijze: wees duidelijk, helder en vermijd dubbelzinnigheid of vaagheid.

 Maxime van relevantie: zeg alleen dingen die relevant zijn voor het gesprek en de huidige context.

DE CONTEXT IS ALLES

Het is hier koud.

Duurt het nog lang?

Ik heb nog maar 2 euro.

Goed gedaan!

Ben jij de oudste hier?

Trek je dat aan?

Ik heb genoeg gezien.

Niet bewegen!

1* Speel nu zelf een scène waarbij een taaluiting verschillende betekenissen kan hebben.

a Maak groepjes van drie personen. Elk groepje krijgt een zin of een teken. Bedenk in jullie groepje minstens twee contexten waarin die zin gebruikt kan worden. Let op: afhankelijk van de context moet de zin een andere betekenis krijgen.

b Voer beide scènes op voor je medeleerlingen. Let daarbij op een aantal basisregels: spreek duidelijk en articuleer goed. Spreek niet met je rug naar je publiek.

c Als alle scènes getoond werden, bespreek je de zinnen. Welke betekenissen zijn mogelijk?

d Bespreek volgende vragen.

• In welke scène(s) heeft de boodschap een subtekst? Leg uit.

• In welke scène(s) is de taaluiting ongepast in die context? Leg uit.

• In welke scène(s) wordt voldaan aan het coöperatieprincipe? Leg uit.

• In welke scène(s) is de betekenis afhankelijk van de culturele achtergrond van de spreker?

Onthouden

Pragmatiek bestudeert hoe de betekenis van taal afhankelijk is van de context waarin deze wordt gebruikt. Pragmatiek onderzoekt onder andere indirecte taal, non-verbale communicatie, culturele invloeden op taalgebruik en beleefdheidsconventies.

het maxime: principe, grondstelling, beginsel

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 262
B
C
D
E
A
F
G
H I
woord
3 ©VANIN

DE VORM DOET ERTOE

Je leerkracht geeft per twee een kaartje waarop een korte scène omschreven staat.

1 Speel de scène en bespreek nadien volgende vragen.

a In welke scène(s) heeft de boodschap een subtekst? Leg uit.

b In welke scène(s) is de taaluiting ongepast in die context? Op welke manier?

c In welke scène(s) wordt voldaan aan het coöperatieprincipe? In welke niet? Leg uit.

Onthouden

Bij communicatie speelt ook de relatie tussen taalgebruikers een rol: hoe verhouden zij zich tot elkaar? Is er sprake van hiërarchie? Hoe groter de sociale afstand tussen de taalgebruikers, hoe belangrijker beleefdheidsconventies worden.

Beleefdheidsconventies zijn alle (impliciete) afspraken die horen bij het taalgebruik in bepaalde contexten. het gepaste stemvolume gebruiken, op een geschikt moment het woord nemen, eufemismen gebruiken

Behalve de context bepaalt ook de vorm welke betekenis de ontvanger aan een boodschap geeft.

LES 21 PRAGMATIEK 263
4 ©VANIN

SPEK EN BONEN

Je leest een fragment uit het kortverhaal Spek en bonen van Tom Lanoye dat in Les 20 aan bod kwam.

Tanya leest. Tegenover haar heeft een kerel ongevraagd plaatsgenomen. Hij lijkt op die ene, die blonde, uit dat feuilleton op woensdagavond. Hij drinkt een biertje en kauwt op een tandenstoker en houdt geen moment zijn mond.

MARCO: Ik begrijp dat niet. Iedere avond moet ze overwerken. Zegt ze. Overwerken? In een boetiek! Snap jij het? Ik niet. Ik kom dan altijd naar hier om iets te eten. Moederziel alleen thuis aan een keukentafel zitten, dat is niets voor mij. En jij, kom jij hier veel?

TANYA: (leest) Af en toe.

MARCO: We moeten elkaar al die tijd misgelopen zijn, dat kan niet anders. Ik zou mij jou herinneren. Direct. Zo veel volk komt hier nu ook weer niet. En jij springt nogal in het oog. Echt waar. Ben je altijd zo aan het lezen?

TANYA: (leest) Nee.

MARCO: Als je liever voort leest, moet je het zeggen.

TANYA: (leest)

MARCO: Zeg het maar. Lees je liever verder? Of mag ik je op een koffietje trakteren? Wat denk je?

Tanya legt haar boek terzijde en drinkt drie koffies en een milkshake op kosten van Marco.

1 Analyseer dit gesprek tussen Tanya en Marco aan de hand van de vragen.

a Wat wil Marco met zijn woorden bereiken? (= beoogd efect)

b Wordt dat effect ook bereikt: reageert Tanya zoals hij wil? Waarom (niet)?

c Hoe reageert Marco op het feit dat ze blijft lezen?

d* Hoe zou jij in zijn plaats reageren? Zou het gesprek anders verlopen? Waarom (niet)?

e Wat wil Tanya met haar houding en woorden bereiken? (= beoogd efect)

f Wordt dat effect ook bereikt: reageert Marco zoals ze wil? Waarom (niet)?

g Hoe reageert Tanya op het feit dat hij blijft praten?

h* Hoe zou jij in haar plaats reageren? Zou het gesprek anders verlopen? Waarom (niet)?

i Waarom zou Tanya haar boek uiteindelijk toch wegleggen, denk je?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 264
110 115 120
5 ©VANIN

2 We zoomen dieper in op de dialoog.

MARCO: Ben je altijd zo aan het lezen?

a Heeft deze zin een subtekst? Zo ja, welke?

©VANIN

TANYA: (leest) Nee.

b Is hier sprake van coöperatie? Waarom (niet)?

c Pas het antwoord van Tanya aan zodat duidelijker wordt wat ze bedoelt. Welk effect zou de aangepaste zin op de rest van het gesprek kunnen hebben?

MARCO: Als je liever voort leest, moet je het zeggen.

TANYA: (leest)

d Tanya reageert hier niet verbaal. Maar ook non-verbaal uit ze een boodschap. Welke?

e Welk maxime van Grice wordt hier geschonden?

Je speelt nu zelf de scène tussen Tanya en Marco. Je start met het begin van het gesprek, maar jullie verzinnen zelf een vervolg.

MARCO: Ik begrijp dat niet. Iedere avond moet ze overwerken. Zegt ze. Overwerken? In een boetiek! Snap jij het? Ik niet. Ik kom dan altijd naar hier om iets te eten. Moederziel alleen thuis aan een keukentafel zitten, dat is niets voor mij. En jij, kom jij hier veel?

TANYA: (leest) Af en toe.

3* Bespreek de verschillende scènes aan de hand van volgende vragen.

a In welke scène(s) kwam het tot een succesvolle communicatie? Welke zinnen droegen daar dan toe bij?

b In welke scène(s) kwam het niet tot een succesvolle communicatie? Welke zinnen droegen daar toe bij? Welke maximes van Grice werden geschonden?

c In welke scène(s) was er sprake van indirect taalgebruik? Welk effect had dat op de toehoorder?

d In welke scène(s) werden beleefdheidsconventies geschonden? Welk effect had dat op de toehoorder?

4 In het jaar 2360 zijn alle dialecten zo goed als vergeten … Speel Schoon Schip en red de laatste dialecten van hun ondergang.

LES 21 PRAGMATIEK 265

Je kent het verschil tussen utopie en dystopie 1

Je kunt de dystopische kenmerken in klassieke en recente verhalen aanduiden

Je krijgt inzicht in de geschiedenis van het dystopische genre 2 3

1

INLEIDING

Hieronder vind je de verklaring van twee belangrijke termen die je in deze les leert kennen.

1* Welke link legt de de nitie in Onze Taal?

dys·to·pie (de; v; meervoud: dystopieën) afschrikwekkend toekomstbeeld

uto·pie (de; v; meervoud: utopieën) onbereikbaar ideaal

Bron: vandale.nl

De dystopische roman ©VANIN

dystopie (de)

betekenis afschrikwekkend toekomstbeeld uitspraak [dis-to-pie]

woordfeit

De Britse schrijver Thomas More beschreef in een invloedrijk boek uit 1516 een denkbeeldig land waar alles volmaakt was: de ideale samenleving. Hij noemde dat land (en het boek) Utopia. Daaraan danken we het woord utopie, ‘onbereikbaar ideaal, droombeeld’. More vormde de naam met de Griekse woorden ou ‘niet’ en topos ‘plaats’; letterlijk was Utopia dus ‘Nergensland’, omdat zo’n plaats in zijn ogen niet echt kon bestaan.

In de 20e eeuw ontstond een term voor het tegenovergestelde van een utopie: dystopie, een verre van ideale samenleving, oftewel een schrikbeeld. In dystopie zit het Griekse dys, ‘moeilijk, slecht’.

Bron: onzetaal.nl

les
22
TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 266

De termen utopie en dystopie kun je gebruiken in verschillende contexten en verschillende periodes uit de geschiedenis. In volgend fragment lees je hoe ze gebruikt worden om iets te vertellen over de wereld na de Tweede Wereldoorlog.

2 Vul de kenmerken van de dystopische wereld aan in het Onthouden-kader.

De belangrijkste kenmerken van een dystopische wereld zijn:

• een wereld,

• een overheid,

• de voor de toekomst,

• de censuur,

• de (sociale) beheersen het leven,

Onthouden

©VANIN

• het leven is zo dat de mens naar hulpmiddelen grijpt om te (over)leven,

• de domineert de mens en de maatschappij. woord

de provo’s: jongeren die midden de jaren 60 in Nederland op een ludieke manier de autoriteiten zoals politie of politici provoceerden of uitdaagden het exces: uitspatting, uitwas intuïtief: je weet of voelt iets direct aan, zonder dat je erover nagedacht hebt de exploitatie: ontginning de repressie: onderdrukking de overlevingsstrategie: als de materiële of psychische leefomstandigheden zo moeilijk zijn, doet de mens alles om gewoon fysiek of psychisch te overleven

LES 22 DE DYSTOPISCHE ROMAN 267

3 Bekijk de volgende boekcovers, fragmenten en lma ches. Geef bij de dystopieën minimaal drie dystopische kenmerken. Opgelet: er zit een vreemde eend in de bijt, want één verhaal is geen dystopie.

In Zehs verhaal dragen alle mensen een chip in hun bovenarm, vergelijkbaar met de chip die men vandaag al op identiteitsbewijzen aanbrengt: hij bevat biometrische gegevens, van vingerafdruk tot DNA-profiel. De fysieke gesteldheid van de bewoners wordt verder gecontroleerd via meetapparatuur in de riolering, via een verplicht aantal dagelijks af te leggen kilometers op een hometrainer en ook via een uitgekiend systeem dat bepaalt wie zich met wie mag voortplanten: eenzelfde immuunsysteem is daarbij een absolute vereiste. Roken is een ernstig misdrijf, of meer algemeen: alles wat je ongezond kunt noemen, is gecriminaliseerd. Een en ander speelt zich niet langer af binnen een staatsstructuur, maar de staat is vervangen door ‘De Methode’. Die ‘Methode’ zou onfeilbaar zijn.

Bron: gent.bibliotheek.be

Het verhaal van de Dienstmaagd speelt zich af in een republiek waarvan het totalitaire regime naar de letter van het Bijbelboek Genesis heerst. De maatschappijvorm die daaruit voortvloeit, is op zijn zachtst gezegd bizar. De Dienstmaagden vormen een van de nieuwe ‘klassen’ in deze strikt gereguleerde maatschappij. Ze hebben slechts één functie: het verzorgen van de voortplanting. Vanfred, de vertelster, behoort tot die klasse en is gedwongen haar leven grotendeels in stilte door te brengen. Alleen ’s nachts in haar sobere kamer is ze vrij om zich over te geven aan haar illegale herinneringen: het lezen van boeken, haar eigen naam, het nu irrelevant geworden begrip ‘liefde’.

Bron: www.hebban.nl

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 268
A B
©VANIN

Met gespitste oren luister ik of ik op straat voetstappen hoor. Stampend. Marcherend.

Maar nee, niets. Alleen het vertrouwde tjirpen van de krekels, af en toe vaag geronk van een auto in de verte en een geruis zo zwak dat ik niet weet of het de wind is of het gespannen snuiven van mijn eigen ademhaling. Alles is hetzelfde als altijd: het perfect gemaaide gazon van Center Square, de fonkelende lichtjes van de muziekkoepel, het gele schijnsel van de buitenlampen naast de deuren.

In de verte zie ik rook omhoogkringelen.

Bijna iedereen uit de stad is bij de boekverbranding, dus zou ik veilig over straat moeten kunnen.

Of in elk geval: veiligér.

Ik meet de tijd niet meer af volgens de oude kalender; ik let niet meer op de datum. Er is alleen nog

Toen en Nu. Er is alleen nog wat we ooit waren en wat er van ons geworden is.

Tweeënhalf jaar geleden is het dat de verkiezingen gehouden werden.

Twee jaar geleden dat de nazi’s hun mars in Washington DC hielden.

Achttien maanden geleden dat de anti-islamwet er kwam.

Een jaar geleden dat we door onze antwoorden bij de volkstelling op de lijst belandden.

Negen maanden geleden dat de eerste boekverbranding plaatsvond.

Zes maanden geleden dat de uitsluitingswetten van kracht werden.

Vijf maanden geleden dat de minister van Justitie bepaalde dat de zaak Korematsu vs. de Verenigde Staten een precedent schiep voor de internering van burgers in tijden van oorlog.

Drie maanden geleden dat de eerste moslims in de publieke sector hun baan verloren.

Twee maanden geleden dat een felle islamofoob tot minister van Oorlog werd benoemd, een kabinetspost die sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer had bestaan.

Een maand geleden dat de president van de Verenigde Staten in een toespraak voor het Congres, live uitgezonden op televisie, verklaarde dat ‘moslims een bedreiging vormen voor Amerika’.

Ik had gedacht dat ons liberale universiteitsstadje er langer tegen zou vechten, de rug langer recht zou houden. Sommigen deden dat ook. Het was echter verbazingwekkend hoe snel gewapende militairen en pepperspray korte metten maakten met de goedbedoelde protesten van ruimdenkende mensen in groene stadjes als het onze. Ze vinden nog steeds plaats, de tot rellen uitgegroeide betogingen, al besteden de reguliere media er geen aandacht aan. Het verzet leeft, zeggen sommigen, maar niet in mijn stad, en niet op het avondnieuws.

Over dertig minuten gaat de avondklok in en het is stom om zo’n risico te nemen. Mijn ouders ontploffen als ze erachter komen dat ik niet in mijn kamer zit te lezen. Maar ik moet David zien. Ik dwing mezelf om rustig te lopen, hoofd rechtop alsof ik niets te verbergen heb, al schreeuwt elke spier in mijn lichaam dat ik moet rennen, terug naar huis. Formeel doe ik niks verkeerds, nog niet, maar als de politie me aanhoudt … Nou ja, laten we zeggen dat die er akelig goed in is om over formaliteiten heen te stappen.

Adem in, adem uit. Kalm aan.

Samira Ahmed. Ingesloten

Het boek gaat over een vader en zoon die samen op weg zijn naar het zuiden. Amerika is verwoest (waarschijnlijk verbrand, alles ligt in as) en voedsel is zeldzaam. Daarom zijn veel mensen kannibaal geworden, maar ze willen dat niet. Kannibalen worden in het boek ook wel de ‘bad guys’ genoemd. Vader en zoon proberen op andere manieren aan voedsel te komen. Ze gaan bijvoorbeeld huizen binnen (met het gevaar kannibalen tegen te komen) op zoek naar voedsel. Hun voedselvoorraad nemen ze mee in een cart (winkelkarretje). Daarin zitten ook hun verrekijkers, dekens en pistolen. Ze slapen bij een brug of in de bossen. De kannibalen rijden in vrachtwagens op de weg (the road). Die weg moeten ze zo veel mogelijk proberen te vermijden. Een keer zet een kannibaal een mes tegen de keel van het zoontje. Zijn vader ziet dan geen andere optie dan hem door zijn hoofd te schieten en ze weten te ontsnappen. Het boek bevat ook flashbacks met de moeder.

Bron: www.scholieren.com

LES 22 DE DYSTOPISCHE ROMAN 269
C
D ©VANIN

LEZEN: LEVEN WE IN EEN DYSTOPIE?

De hoofdpersoon Mae Holland wordt door haar vriendin Annie aangenomen bij het fictieve internetbedrijf De Cirkel, een combinatie van Google, Facebook en Twitter. Mae is een jonge vrouw die aan het begin van haar carrière staat. Ze heeft behoorlijk wat affectie nodig van mannen, zo flirt ze met personages als Francis, Mercer en met de mysterieuze persoon Kalden. Maes vader lijdt aan multiple sclerose en kampt met verzekeringsproblemen, waardoor hij financieel niet in staat is om een behandeling te starten. Later in het verhaal speelt dat een belangrijke rol.

Het bedrijf ‘De Cirkel’ wil alles in de wereld deelbaar en openbaar maken, ze streven naar een monopolie op het vlak van internetgebruik en naar afschaffing van de privacy. In het verhaal zien we, door de ogen van Mae, hoe ‘De Cirkel’ meer en meer macht krijgt over de volledige (privé-) wereld. Zo ontwikkelen ze programma’s als SeeChange, PastPerfect en SoulSearch om informatie van hun klanten te kunnen krijgen. Het uiteindelijke doel van De Cirkel is ‘the completion’: het rond maken van de cirkel, volledige kennis van elke burger hebben.

Bron: nl.wikipedia.org

In de loop van de geschiedenis hebben verschillende romanschrijvers nagedacht over de toekomst van de wereld. Heel vaak was dat niet zo positief, maar sommige van die romans zijn wel klassiekers en must-reads geworden!

Lees de tekst Leven we in een dystopie? van Martijn Lindeboom in de Trajectwijzer op p. 221-223.

1 Noteer een aantal auteurs en titels die je interessant vindt.

2 Welke kenmerken van dystopie worden in het artikel gegeven?

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 270
E © PictureLux, PictureLux / The Hollywood Archive F
2 ©VANIN

VOOR DE ZONDEVAL

Situering

Je leest op p. 273-276 het verhaal Voor de zondeval van Nelleke Noordervliet.

1 Wie is de protagonist? Wat weet je over zijn/haar leven nu? Hoe voelt dat leven aan voor de protagonist?

2 Wie is de antagonist? Wat weet je over zijn/haar leven nu? Hoe voelt dat leven aan voor de antagonist?

3 Wat kom je te weten over hun relatie vroeger?

4 Wat kom je te weten over de maatschappij waarin dit verhaal zich afspeelt?

LES 22 DE DYSTOPISCHE ROMAN 271
3 ©VANIN

Het verhaal beleven

5* Hoe denk je dat het verhaal verder verloopt?

a Zal de ‘ik’ meegaan met Max? Of geeft Max het verzet op en kiest hij voor een burgerlijk leventje met de ‘ik’?

b Wat zou jij doen?

6* Doen gebeurtenissen in dit verhaal je denken aan recente of historische gebeurtenissen in je eigen land of in de wereld?

©VANIN

Doordringen tot de tekst

7 Onderzoek of dit verhaal aansluit bij de oudere of bij de nieuwere dystopieën.

a Zoek tijdens het lezen naar zinnen die verwijzen naar typische dystopische kenmerken.

b Bepaal telkens om welk kenmerk het gaat: onaangename wereld – onderdrukkende overheid –angst voor de toekomst – censuur – media beheersen het leven – het leven is banaal/fake – verzet –romantiek.

c Martijn Lindeboom gaf in zijn artikel in de Trajectwijzer op p. 221-223 ook kenmerken van nieuwe dystopische verhalen. Welke vind je terug in deze tekst?

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 272

‘Ja, dat is goed’, zeg ik. ‘Kom maar.’ Pas als ik het heb gezegd, slaat de schrik me om het hart en tintelt tot in mijn vingers en in mijn tenen. Ik wankel, hou me dan recht. Die verdomde impulsiviteit, die ik in bedwang dacht te hebben! Nu kan ik niet meer terug.

Na de voorstelling wachtte hij me op. Omdat ik weet waar alle camera’s hangen en ze zo veel mogelijk omzeil, zag ik dat hij net in een dode hoek was gaan staan. Ook gevaarlijk, omdat de onderbreking wordt gesignaleerd.

‘Ken je me nog?’ vroeg hij.

Het was Max. Twintig jaar later, twintig jaar ouder, maar onmiskenbaar Max, met het ene levende oog. In de andere oogkas was met kunst- en vliegwerk een starende knikker gepropt.

‘Er is weinig tijd’, zei hij. ‘Help me.’ In drie strak geformuleerde zinnen vertelde hij me dat zijn alias was gehackt, dat de Dienst hem op het spoor was en dat hij opgepakt en gedeporteerd zou worden, of erger. Tenzij. ‘Ik blijf niet lang’, zei hij. ‘Ik weet een weg.’

(‘Ik weet een weg’, zegt Max. Het bloed stroomt langs zijn gezicht. Achter ons branden huizen, huilen sirenes en klinken hollende voetstappen, schreeuwende mensen, schoten. We zijn kinderen. Vijftien jaar oud. Hij trekt me mee. Hij weet een weg.)

Natuurlijk word ik geobserveerd, zoals iedereen. Niemand weet wanneer de camera’s scherp getrokken worden op je bewegingen. Soms volgen ze je dagen achtereen met hun kleine, zwarte pupillen, zonder te knipperen. Ze zijn geduldig en koppig, ook al maai je alleen maar het gras of doe je boodschappen in het winkelcentrum. Men zegt – als mensen er überhaupt over spreken – dat de aandacht ook weleens ‘uit’ staat; je weet niet wanneer. Het is vergelijkbaar met het risico dat een kat neemt als hij hollend een drukke weg oversteekt. Soms haalt hij het.

Ik vertrouw op het geluk van Max. Hij klopt aan als ik een halfuur thuis ben en de aandacht van de surveillanten misschien verslapt. Ik heb intussen radeloos door mijn kamer gelopen, opeens als de dood dat de macht ook hier is doorgedrongen in de fittingen en de brandmelders, of ik nu de favoriete zangeres van de Protector ben of niet. Hij is opgetrokken uit achterdocht. Eenmaal binnen ontspant Max zich. Hij grijnst. De knikker blijft zonder uitdrukking, alsof die alleen aan werkelijke vreugde meedoet.

‘Je hebt zeker geen alcohol in huis, braaf meisje dat je bent.’

‘Thee kun je krijgen. Water.’

Ik maak thee voor ons, maar ben te rusteloos om te gaan zitten.

©VANIN

Max leunt achterover op mijn bank, handen om de warme beker, en slaakt een zucht van behaaglijkheid.

Het is de vraag of de kat het heeft gehaald en of zijn komst niet is opgemerkt.

‘Waarom ben je naar mij toe gekomen?’

‘Omdat niemand me hier zal zoeken.’

‘Ze zijn je op het spoor!’

‘Waarom heb jij dan ja gezegd?’

‘Omdat niemand je hier zal zoeken?’

‘Je hoort niet bij de makke schapen. Ik wist het wel.’

Dat kon hij niet weten. De afgelopen twintig jaar hadden me kunnen temmen. Het had er alle schijn van, als ik in het staatstheater mijn liederen zong, toegejuicht door de Protector in zijn kogelvrije loge. Mijn teksten loofden de wet, het volk, de vrede, de welvaart die we hadden verworven en die gelijk werd verdeeld, de vreugde van de arbeid en de oogst; de muziek was vrolijk, opgewekt, soms romantisch.

Ik legde veel overtuiging in mijn uitvoering, die door Max waarschijnlijk werd verstaan als ironie. Maar openlijke ironie was uitgestorven, liever gezegd doodgehongerd. Dat stervensproces was ook in de privésfeer doorgedrongen. De jongere generaties werden zelfs zonder het vermogen te spotten geboren, dacht ik. Dat Max ironie in mijn teksten hoorde, lag meer aan hem dan aan mij.

‘Dat kun je niet weten.’

‘Ik bewonder je. Het is fabelachtig goed. De verborgen boodschap wordt gehoord.’

‘Er is geen verborgen boodschap.’

‘Wij gebruiken je teksten voor onze communicatie. Als ik “Kom naar het plein en zing van de vrede” app, komen vrienden naar een terras in het centrum. En straks zal ik met behulp van jouw telefoon het volgende bericht laten uitgaan: “De avond is gevallen in onze stille tuin.” Dan weten ze dat ik hulp nodig heb.’

LES 22 DE DYSTOPISCHE ROMAN 273 1 5 10 15 20 25 30 Voor de zondeval
35 40 45 50

Ik laat bijna mijn thee uit mijn handen vallen. Als dat bekend wordt, loop ik nog meer gevaar dan Max. ‘Dat is een rotstreek. Godverdomme, als dat uitkomt …’ ‘Je bent onschendbaar. Hij houdt van je.’ Max staat op, loopt door mijn woonkamer en becommentarieert de ruimte met een veelzeggend gebaar, inderdaad een immense gouden kooi, dankzij mijn succes aangeschaft. ‘Ik neem het je niet kwalijk’, zegt hij. Dat doet hij wel, ik zie het en hoor het. Hij vindt me een opportunist, een collaborateur, al komt hem dat nu toevallig uitstekend uit. ‘Er is vrede’, zeg ik. ‘Er is rust. Niemand wil meer terug. Ze zijn verlost van de rancune. Ze zijn verlost van de burgeroorlog, van de chaos.’

‘Ja, ik zie ze in de zon zitten, ze spelen, ze zingen en ze barbecueën. Ik zie dat ze fluitend naar hun werk gaan. Ik zie ze elkaar beleefd voorrang geven, de hand opsteken en groeten. De kinderen worden opgevoed met samenzang en lofprijzing. Het is een laagje mierzoet glazuur over een leegte. Vijftig jaar geleden was er een film: The Truman Show, waarin een man zonder het te weten opgroeit in een gigantisch decor en een totaal gescript leven leidt. Onze wereld is een Truman Show zonder Truman. Of met alleen maar Trumans. Alles is nep. Alle relaties zijn fake. Iedereen speelt geluk. Iedereen speelt zo goed geluk dat ze erin zijn gaan geloven.’

‘Dat is niet waar. Mensen zijn echt opgelucht. Je weet toch nog hoe het was?’ zeg ik. Ik heb het koud.

(Hoe het was voordat het netwerk van Engelen met hun handlangers, die Protector, Leider of Leraar werden genoemd, de brandende wereld redde? In puin geschoten steden. Geblakerde autowrakken op uitvalswegen. Milities. Smekelingen, de armen om de knieën van soldaten geslagen, de onverschillige kogel door het hoofd. Beelden van een parlement waar machteloze mannen in pakken vergaderen. Een op hol geslagen tank met draaiende geschutskoepel, willekeurig schietend. Mortieren, flakflak-flak, extatische schutters in vrachtwagens. Optochten voorafgegaan door trommelslagers, vaandels met hakenkruisen, kaalgeschoren mannen gewapend met fietskettingen. Plunderende kinderen. Moslimposses. Blaffende luidsprekers met het geluid van hysterische warlords, voormalige beursspeculanten. Een vrouwenstem die een klaaglied zingt. Het volk in opstand tegen de elites. Op de Veluwe zijn massagraven ingericht voor politici, rechters, journalisten, schrijvers, geleerden. Dagelijks executies. Killing fields. Tribunes voor bezoekers. Bij elke rollende kop een massaal ‘hopla’.)

©VANIN

‘We leven in een postrevolutionaire tijd. En de verkeerde kant heeft gewonnen’, zegt Max.

‘De winnaar heeft altijd gelijk.’

‘Dat is een fatalistisch en fataal cliché.’

We staan tegenover elkaar. Ik zie zijn littekens en zijn angst.

Hij is helemaal niet zeker van me. Ik ben niet zeker van mezelf. Ik wil huilen of gillen om de spanning op te lossen die hij heeft binnengebracht. Ik draai me om, blind en doof omdat het vanbinnen raast, en zet de televisie aan. Vanwege het late uur is er een licht-erotische spelshow met veel dubbelzinnige grappen en blote tieten. Er zijn geen verliezers. Ik haal diep adem. En nog een keer. Dwing me tot rust.

‘De logeerkamer is aan het eind van de gang’, zeg ik, belangstelling veinzend voor de show.

‘Je telefoon?’

‘Die krijg je niet. Ik haal morgen wel zo’n wegwerpding voor je.’

‘Die zijn ook geregistreerd.’

‘Maak je geen zorgen.’

Hij aarzelt, durft de gang niet op te gaan, wil me in de gaten blijven houden. We strijden zwijgend, terwijl de televisie doorblaat. Ik voel het touw waarvan we beiden een uiteinde in handen hebben. Het staat strak.

‘Ik ga wel weg’, zegt hij.

Ik zwijg.

Hij blijft.

(Ik vind aan de rand van een hoop smeulend afval een stuk onbeschadigd katoen, van een doktersjas of zoiets, en in de luwte van een vervallen schuur stelp ik het bloed. Het oog is reddeloos verloren. Brand de wond maar dicht, zegt Max. Goed heet. Ik dek hem toe met mijn jas en ga op zoek naar ijzer. Waar zijn de breinaalden als je ze nodig hebt? Hier en daar gebogen figuren die een uitweg zoeken, spullen meezeulen. Op de achtergrond het grommen van de oorlog. Ik pak een haak waarmee een deur werd opengehouden, houd die langdurig in het vuur en dan tegen zijn oog. Zijn schreeuw gaat op in een explosie een eind verderop, waarvan de hete wind met vonken over ons heen trekt. Mijn haar vat vlam. Ik sla het uit. Blaren op mijn handen. We moeten door, zeg ik. De stad uit.)

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 274 55 60 65 70 75
80 85 90 95 100

Hij gaat naast me zitten en kijkt met me mee naar de oude presentator met veel te witte tanden die voortdurend ondeugend knipoogt en danseresjes in de billen knijpt. Ook deze olijkerd is een favoriet van de Protector Maximus, zoals de officiële titel van onze autocraat luidt.

‘Heb jij nog stiekem oude boeken bewaard?’ vraagt Max.

‘Ik heb er nooit veel gehad. Mijn ouders hadden alles al weggedaan. Heeft ze niet geholpen.’ ‘Fahrenheit 451. Ook al zo’n film van vroeger. Helemaal werkelijkheid geworden. Maar niemand heeft net als in dat verhaal een roman uit zijn hoofd geleerd om het lampje van de beschaving brandend te houden.’ De laatste woorden spreekt hij aanstellerig uit, als een ironisch cliché.

‘Er worden toch nog romans geschreven en digitaal gepubliceerd.’

‘Met keurmerk van de grote Baas, ja.’

‘Ik download ze, maar ik lees ze niet’, zeg ik naar waarheid. Ze zijn niet te verteren.

‘Ik wel. Het wordt allemaal genoteerd. Hoeveel tijd je aan een boek besteedt. Waar je ophield. Ik moet voorzichtig zijn. Maar op jou rust geen verdenking. Jij bent de geliefde zangeres, jij schrijft zoete teksten. Jij hoeft niet te lezen.’ Hij neemt mijn hand in de zijne en drukt er een kus op. De aanraking trekt een mes van verlangen door me heen.

‘Er gaat veel dood in mensen’, zeg ik. ‘Ongemerkt.’

‘Heb je echt geen wijn?’

(Na uren lopen in een grauwe door rook en vuren gepokte duisternis komen we bij het huisje aan de plas waar ik met mijn ouders mooie zomerdagen doorbracht. Er is niemand. Mijn ouders liggen in een kuil op de Veluwe. De sleutel vind ik nog onder de Keulse pot. Sommige dingen blijven normaal. Een bespotting van de werkelijkheid waarin we leven. Flessenpost uit het verleden. Ik begin te lachen. Max hangt doodmoe tegen de muur aan en struikelt naar binnen als ik de deur open. Het ruikt vertrouwd naar vocht en schimmel en naar papa en mama. Ik ben vijftien. Het lachen is huilen. We steken kaarsen aan die altijd klaarstaan voor als de elektriciteit uitvalt. Max vindt een fles whisky, driekwart vol. Papa’s Connemara. Hij drinkt zich bewusteloos om de pijn te stillen. Ik kruip tegen hem aan. Morgen zijn we dood, hoop ik.)

‘Ik heb wat cider. Een vriendin heeft een appelboom.’

‘Mijn god! Cider! Daar moet je een vat van wegwerken om iets te voelen. Kom op met die drank!’

We drinken het troebele, licht gegiste sap. Bij de spelshow mogen de deelnemers een bubbelbad met levende barbies in.

‘Wat willen jullie eigenlijk?’ vraag ik.

‘Rouwen. Ruzie zoeken. Zelf doen. Huilen. Besluiten. Fouten maken. Kiezen. Ongelijk krijgen. Hopen. Vertrouwen. Afwijzen. Net als vroeger.’ Hij neemt mijn gezicht tussen zijn handen. ‘Net als vroeger.’ Ik deins terug voor zijn geschonden kop, getuigenis van dat ‘vroeger’ van hem.

‘Dat wordt telkens oorlog.’

‘Dat zeggen de Engelen en hun handlangers.’

‘Het is waar.’

Hij laat me los. ‘Zelfs als het waar is, kies ik daarvoor.’

‘Je weet niet wat je zegt.’

‘Heb je wat te eten?’

Ik warm een pizza op en probeer me te beheersen. Ongrijpbare flitsen van een nachtmerrie. Van dromen ook. Hoe hooi rook. En de eerste vleug voorjaar. De plannen die we maakten. Wat allemaal kon. Alles was ongewis en groots. Maar we waren kinderen, houd ik mezelf voor. Dat is zoals kinderen denken. Denken kinderen nog zo? Denken ze? De vette pizzapunten ruiken naar onze schooljaren, toen alles nog goed leek en niemand het gerommel aan de horizon wilde horen. Nu geen herinneringen ophalen, zeg ik tegen mezelf.

‘En, wat kunnen jullie doen?’ vraag ik gespeeld opgewekt. Ik zet een bord voor hem neer.

‘Wakker blijven. Herinneren. Vertellen. Denken. Kijken.’

‘Maar wat is jullie doel?’

‘Een dictatuur heeft een houdbaarheidsdatum. Verzet groeit.’

‘En dan staan jullie klaar om de boel over te nemen.’

‘Je gelooft er niet in.’

‘Als jullie er maar in geloven.’

LES 22 DE DYSTOPISCHE ROMAN 275 105 110 115 120 125
130 135 140 145 150 155
©VANIN

180

Ik kan niets beginnen met de nostalgie van Max en zijn kompanen. Straks wordt hij uit een vliegtuig gegooid of crepeert hij op een zandplaat met honderd anderen. Opstandig, maar improductief. En wat weten wij nu werkelijk van de tijd waarin alles nog ‘goed’ was. Wat was ‘goed’? We moeten diep in het verleden duiken – dat helaas door de Protector ontoegankelijk is gemaakt – om het moment te vinden waarop ze de afslag namen van beheersbare meningsverschillen naar onvermijdelijke oorlog. En bovendien, stel dat we dat moment vinden, dan hebben we daar nu niets aan. ‘We hebben geduld’, zegt Max. Hij krabt aan zijn wang. Zijn littekens jeuken. De knikker dreigt eruit te vallen. Hebben papa en mama gezien hoe en wanneer het gebeurde? Wat hebben ze gedaan? Wat konden ze doen? Door Max stel ik mezelf vragen, waar ik geen antwoord op heb. Ik ken de beklemming van de oorlog, de amorele overlevingsdrang, het vege lijf redden zonder na te denken over goed en kwaad, maar ik weet niet hoe het is als moraal nog telt, als je kunt kiezen. Als het erom gaat. Nu zijn mijn keuzes stompzinnig beperkt tot de route die ik neem naar het theater, het eten dat ik koop in de supermarkt, de films die ik aanklik op de smart-tv. Ik heb de gedwongen oppervlakkigheid een verademing gevonden. Het ís een verademing, verdomme! Max maakt me onzeker. Na de spelshow komt een herhaling van het dagelijkse nieuwsbulletin. De Protector op bezoek in een seniorencentrum te midden van een schare lachende, oude mensen, die de duim omhoogsteken. Hij ziet er gebruind uit en is naar de kapper geweest. Topfit. Niemand kan zijn leeftijd schatten. Daarna een korte impressie van een internationale toogdag, waar de eensgezindheid van het Netwerk wordt gevierd en de eigenheid van iedere natie trots wordt getoond op een gigantische braderie. Applaus alom. Vervolgens een item over natuurbehoud dat automatisch overgaat in de weersverwachting. Dan is het tijd voor de nachtfilm over een gehandicapte, jonge vrouw die het geluk vindt. Ik zit er zelf ook in, zing een lied, waarbij de tranen over de wangen van de hoofdrolspeelster rollen. Ik hoor Max naast me steeds zwaarder ademen. Als ik opsta, schrikt hij wakker en trekt me snel weer op de bank. ‘Hier blijven.’ We zitten de tranentrekker uit. Bij de volgende film over een mank paard en een kleine jongen val ik in slaap, mijn hoofd op de schouder van Max.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 276 160 165 170 175
©VANIN

De recensie

Je kunt een oordeel over een cultureel product formuleren 1

Je maakt een geschreven en/of gesproken recensie 3

2

Je kunt je mening over een cultureel product gepast onderbouwen

HET GENRE VERKENNEN

1* Beantwoord onderstaande vragen individueel. Bespreek vervolgens je antwoorden met een medeleerling en sluit af op klasniveau.

a Welk(e) film, televisieserie, boek, tentoonstelling, game heb je recent ontdekt en zou je aanraden aan je medeleerlingen? Bedenk minstens drie opties.

b Kies een van de opties uit opdracht 1a. Bedenk twee duidelijke argumenten waarom je die optie zou aanraden.

c Waar vind jij tips voor nieuwe films, televisieseries, boeken, tentoonstellingen of games?

2* Lees hieronder de inleiding van een artikel uit De Standaard

a Volgens de auteur stond de recensie twee dagen later in De Standaard in vergelijking met andere kranten ‘uit respect voor de artiest en de lezer’. Wat bedoelt de auteur daarmee volgens jou?

b Lees op de volgende pagina de rest van het artikel globaal op zoek naar het antwoord bij opdracht 2a.

JOURNALISTIEK JAARVERSLAG

Zo luister je niet naar Adele

© Fred Duval

Waarom stond de recensie van de nieuwe Adele twee dagen vroeger in andere kranten dan in  De Standaard? De voornaamste reden daarvoor is, om het met Aretha te zeggen: respect. Voor de artiest, en voor de lezer. Inge Schelstraete

les
1 23
LES 23 DE RECENSIE 277
©VANIN

Uit ervaring weet ik dat ik een plaat zeker vijf keer beluister voor een grote recensie zoals die van Adele. Geen vijf keer na elkaar. Eén of twee keer volledig beluisteren, dan een halve dag of een nacht laten liggen, opnieuw beluisteren, en dan de dingen die je zijn bijgebleven, beluisteren en herbeluisteren – zitten daar nu drie lagen keyboards onder? Wát zingt ze? Dat is een sample – maar van welk nummer ook weer?

Voor de meeste recensies heb je die tijd, voor grote commerciële releases minder. Uit angst voor piraterij hebben artiesten de laatste jaren de gewoonte aangenomen om onverwacht te ‘droppen’ op de streamingdiensten, of stellen platenfirma’s alles in het werk om lekken te vermijden. Voor 30 van Adele waren er geen luisterlinks naar beveiligde sites, laat staan dat journalisten de plaat vooraf kregen. Wel werd er een luistersessie georganiseerd, enkele dagen voor de plaat verscheen. Platenfirma’s hebben uiteraard overweldigend goede geluidsinstallaties: alles klinkt er beter op dan wat u op de trein in uw oortjes hoort of op uw autostereo.

Twee keer luisteren en de dag nadien terugkeren, is dan uiteraard niet mogelijk. En dat is te weinig om iets te beoordelen waar de artiest soms een jaar of langer aan heeft gewerkt. Waar ruzies over zijn gemaakt en lang over is getwijfeld. Het zou lichtzinnig zijn om daar snel snel iets over neer te pennen. Muziek laat zich ook niet altijd meteen vatten en ontleden. De plaat die op het eerste gehoor helemaal niks was, blijkt bij de vierde beluistering een briljante gok.

Een recensie is een vreemde eend in een krant. Nieuwsberichten zijn objectief. De vraag die lezers soms stellen, hoe je iets objectief kunt recenseren, is in één woord te beantwoorden: niet. Je zou de songtitels kunnen opsommen, vertellen hoeveel minuten en seconden de plaat duurt en welke muzikanten, schrijvers en producenten eraan hebben meegewerkt. Maar dat is statistiek, geen recensie. Die is per definitie subjectief en persoonlijk. Zoals een van onze redactiechefs zegt: een recensie is geen democratie.

Blijven hangen

Maar persoonlijk is niet hetzelfde als willekeurig. Het waardeoordeel dat je velt, moet met argumenten gestaafd worden. Dat is moeilijker dan het lijkt, weet iedereen die in zijn enthousiasme niet verder raakte dan ‘de beats zijn geweldig, de melodieën ook, de zangeres fantastisch’. Een fan is niet noodzakelijk een betere recensent dan iemand die ‘koud’ luistert, misschien zelfs een slechtere: een recensie is geen reclame. Al zal een artiest of een platenfirma er wel mee uitpakken als ze lovend was. Het verwijt ‘als je geen fan bent van x, waarom recenseer je zijn plaat dan?’, slaat ook nergens op: artiesten of genres die je niet lust, ga je niet recenseren. Alleen mag een recensent niet bang zijn te vertellen waarom het werk van een gewaardeerde artiest dit keer tegenvalt.

©VANIN

De Standaard is noch een literair blad waarin we een essay kwijt kunnen over de emoties die een plaat bij ons oproept, noch een publicatie voor muziekstudenten vol technische info over toonaarden. Onze recensies zijn prozaïscher, een service aan de lezer. De tijd kruipt in vragen die de luisteraar zich ook zal stellen. Klinkt de nieuwe Adele zoals de vorige, of totaal anders? Wat is er nieuw aan? Wordt de vernieuwing voorzichtig doorgevoerd, of geloof je amper dat zij het is?

Wij beoordelen daarbij songs, eerder dan productie die moet verbergen dat sommige nummers geen sterke hook, melodie of zanglijn hebben. Als het een nieuwe artiest is: zijn er voor de hand liggende vergelijkingspunten en volgt hij die slaafs of gaat hij er creatief mee aan de slag? Dé vraag op het einde van de rit is of de songs blijven hangen. Dat houdt al in dat je er voldoende tijd mee doorbrengt voor je oordeelt.

Bron: www.standaard.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 278

3 Lees nu het volledige artikel grondig.

a Waarin verschilt een recensie van andere journalistieke stukken?

b Verklaar onderstaande citaten uit de tekst in je eigen woorden.

A ‘Een recensie is geen democratie.’

B ‘Een recensie is geen reclame.’

C ‘Persoonlijk is niet hetzelfde als willekeurig.’

c Verklaar onderstaande woorden uit de tekst. Geef een synoniem of stel een definitie op.

A piraterij

B lichtzinnig

C staven

D lovend

E prozaïsch

4 Welke tips leid je uit dit artikel af voor het schrijven van een goede recensie? Formuleer die tips in de imperatief.

LES 23 DE RECENSIE 279
©VANIN

RECENSIES VAN BOEKEN EN TV-SERIES

1* Bekijk de trailer van de tv-serie Little Fires Everywhere. a Welke vijf woorden associeer jij met deze tv-serie? b Zou je de tv-serie willen kijken? Motiveer je antwoord met een krachtig argument.

Je leest zo meteen een recensie van de roman Little Fires Everywhere van Celeste Ng. Die bestseller vormde de basis voor de gelijknamige tv-serie en werd onder andere vertaald naar het Nederlands: Kleine brandjes overal. Hieronder lees je de korte inhoud van het verhaal.

Wanneer alleenstaande moeder en kunstenares Mia Warren met haar dochter Pearl naar Shaker Heights verhuist, een rustige wijk in Cleveland bevolkt door progressieve geesten, wordt het leven van de voorbeeldige familie Richardson danig op zijn kop gezet. Pearl kijkt op naar het gezin en brengt er steeds meer tijd door. Ook Mia gaat er als huishoudster aan de slag. Een adoptiekwestie in hun omgeving zorgt er echter voor dat Mia en mevrouw Richardson in een vete belanden. Met grote gevolgen ...

Ng neemt je moeiteloos mee in dit boeiende verhaal van twee zeer verschillende families die je stukje bij beetje meer doorgrondt. Gaandeweg komen er geheimen naar boven die ook ethische vraagstukken triggeren.

Bron: www.boekenzoeker.be

Little Fires Everywhere

Door Johnny Nys

Het boek draait rond de familie Richardson, die in een Amerikaanse gemeenschap woont zoals wij die hier in België niet echt kennen: een wijk die eigenlijk bij de stad Cleveland hoort, maar die een beetje op zichzelf staat, met een eigen school, eigen bewaking ... Celeste Ng heeft ooit in die wijk gewoond.

De Richardsons zijn een welgestelde familie die een woning verhuren aan Mia en Pearl, moeder en dochter van lagere stand. Pearl wordt snel vrienden met de Richardson-kinderen en Mia wordt ingehuurd als hun poetsvrouw.

Met deze setting is het duidelijk waar het boek vooral over gaat: de kloof tussen kinderen en volwassenen. Ouderschap. Rechten en plichten. Hoe kleine daden grote gevolgen hebben en hoe je verder moet leven met je beslissingen.

Hoewel het boek één groot verhaal is, bevat het een heleboel miniverhalen. Het gaat de hele tijd over iets anders, alle personages spelen wel eens hoofdpersonage.

Wat mij wel stoort, is dat het vertelperspectief constant verspringt. Je begint een hoofdstuk bij een bepaald personage, dan komt die iemand tegen en dan lees je opeens wat dat tweede personage allemaal denkt. Dingen die het eerste personage, vanuit wiens perspectief het hoofdstuk eigenlijk verteld wordt, helemaal niet kan weten. Bij ons in de les Creatief Schrijven zijn dat dan de stukken die we altijd moeten schrappen, omdat ze niet passen bij de vertelstem. Het is dus geen typische verteller.

De schrijfstijl is heel economisch, geen enkel overbodig woord. Het hele boek leidt naar iets toe, maar het einde blies me helemaal niet van mijn sokken zoals ik verwachtte. Maar de personages en hun persoonlijke reis doorheen dit verhaal maken het wel goed.

Bron: www.langzullenwelezen.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 280
2
©VANIN

2 Lees een recensie van de roman op p. 280.

a Welke feiten komen in deze recensie aan bod? Markeer ze in de tekst en lijst ze op. Vul aan met feiten die nog in een recensie over een boek aan bod zouden kunnen komen.

b Welke meningen komen in deze recensie aan bod? Markeer ze in een andere kleur in de tekst en lijst op over welk aspect van het boek het gaat. Vul aan met andere elementen die je in een boekrecensie zou kunnen beoordelen.

c Herlees de recensie en onderstreep alle signaalwoorden. Welke tips zou je de auteur geven om zijn tekst beter te structureren?

d Formuleer zelf een inleiding die bij de tekst zou kunnen passen. Schrijf minstens drie zinnen.

LES 23 DE RECENSIE 281
©VANIN

3 Lees nu een recensie van de tv-serie.

a Welke feiten komen in deze recensie aan bod? Markeer ze in de tekst en lijst ze op. Vul aan met feiten die nog in een recensie over een tv-serie aan bod zouden kunnen komen.

b Welke meningen komen in deze recensie aan bod? Markeer ze in een andere kleur in de tekst en lijst op over welk aspect van de tv-serie het gaat. Vul aan met andere elementen die je in een recensie over een tv-serie zou kunnen beoordelen.

c Herlees de recensie en onderstreep alle signaalwoorden. Heeft de auteur de tekst goed gestructureerd? Vermeld een positief en een negatief aspect van de structuur van de tekst.

d Schrijf zelf een inleiding die bij de tekst zou kunnen passen. Schrijf minstens drie zinnen.

©VANIN

Little Fires Everywhere:

‘Heeft u deze Crocs ook in een maatje 42,5?’ ‘Doe mij maar de quinoasalade.’ […] ‘Ik ben eigenlijk best wel fan van die Reese Witherspoon.’ Zomaar wat dingen waarvan ik me had voorgenomen om die gedurende mijn leven nooit hardop uit te zullen spreken. Hád voorgenomen, want afgelopen week betrapte ik mezelf erop dat ik opeens geheel vrijwillig het recente werk van Reese Witherspoon stond aan te prijzen. Het kan verkeren. Witherspoon was voor mij een beetje de verpersoonlijking van nietszeggende komedies als Legally Blonde, Hot Pursuit en This Means War, maar je kunt moeilijk ontkennen dat ze de laatste tijd – als het op series aankomt – de ene na de andere homerun

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 282

slaat. Wel steevast getypecast als de in white privilege badende, progressieve Republikeinse vrouw, maar goed, je kunt niet alles hebben. De zegetocht van Witherspoon begon in 2017 met het heerlijk beklemmende Big Little Lies, kreeg afgelopen jaar een vervolg met het verrassend sterke The Morning Show en nu is er Little Fires Everywhere. In de verfilming van Celeste Ng’s gelijknamige boek laat Witherspoon opnieuw zien dat ze met televisie maken misschien wel haar warme bad heeft gevonden.

Elena Richardson – gespeeld door Reese Witherspoon – woont in een welgestelde, ordelijke buitenwijk waar je van de lokale buurtwacht de doodstraf krijgt als het gras van je gazon de drie centimeter ontstijgt. Ze runt een godvrezend huishouden met kledingkasten die alleen maar lijken te bestaan uit pastelkleurige polo’s en is de moeder van kinderen met typisch Amerikaanse namen als Trip, Lexie en Isabel-Marie. Een gezin waar de gemiddelde Republikeinse president trots op zou zijn. Ingefluisterd door haar white savior syndrome besluit Elena hun tweede huis te verhuren aan de vrijzinnige kunstenares en alleenstaande moeder Mia Warren. De twee vrouwen blijken absolute tegenpolen en dat zorgt al snel voor vuurwerk. Letterlijk. Het huis van de Richardsons gaat in vlammen op en de vraag rijst: wie heeft er met lucifers lopen spelen?

Little Fires Everywhere is een beetje Hulu‘s versie van Big Little Lies, maar dan minder goed. Het is een optelsom van geheimen, onderhuidse gevoelens en persoonlijk drama. Het gaat dus niet alleen om brandjes in de slaapkamer, gang en bijkeuken, het is ook alle hens aan dek in de levens van de verschillende hoofdpersonen. Het gras is niet altijd groener bij de buren en achter de voordeur van een ogenschijnlijk perfect gezin liggen de lijken misschien wel vijf hoog opgestapeld in de kast. Daar waar Big Little Lies dit scenario tot in de perfectie uitwerkt, krijgt Little Fires Everywhere – naarmate de afleveringen volgen – toch steeds meer weg van een uit de kluiten gewassen soapserie. Nog steeds vermakelijk, maar duidelijk van een ander niveau dan haar voorganger.

Witherspoon stelt niet teleur als licht neurotische control freak met wat low key racistische trekjes en het is leuk om Kerry Washington – verantwoordelijk voor de rol van Mia Warren – eens in een wat minder gepolijste rol te zien. Het gaat haar goed af, al kan ik nog steeds niet goed naar haar kijken als ze op standje intens gaat. Ze begint dan rare trekjes in haar gezicht te vertonen en dat was destijds ook één van de (vele) redenen om Scandal na een seizoen of vier aan de kant te schuiven.

Ja, Little Fires Everywhere is een serie met gebreken, maar het kijkplezier is er onderaan de streep niet minder om. Prima serie voor tijdens een potje Candy Crush, webshoppen of de voorjaarsschoonmaak.

Bron: npo.nl

LES 23 DE RECENSIE 283
© Hulu originals / Album
©VANIN

EEN RECENSIE SCHRIJVEN

Schrijf een recensie van een tv-serie of boek. Volg onderstaand stappenplan.

©VANIN

Voorbereiden

1 Ben je meer een boekenmens of tv-mens? Kies een boek of tv-serie om te recenseren. Neem daarbij zeker de tips van opdracht  op p.  in acht.

Plannen

2 Lijst de belangrijkste personages en gebeurtenissen uit het verhaal kort op.

3 Zoek enkele belangrijke feiten op over je boek of tv-serie.

4 Selecteer minstens drie aspecten uit opdrachten b of c op p. - die je wilt bespreken in je recensie. Beoordeel die aspecten met minstens twee bijvoeglijke naamwoorden. Vul eveneens aan met een argument waarin je je beoordeling verduidelijkt.

aspect beoordeling argument schrijfstijl overdadig, experimenteel … Door de moeilijke woordkeuze is het verhaal soms moeilijk te volgen.

Schrijven

5 Maak een selectie uit de informatie die je verzameld hebt in stappen  en . Verwerk alles in een alinea. Gebruik voldoende signaalwoorden om je zinnen met elkaar te verbinden.

6 Verwerk de beoordelingen die je gaf in stap  in een doorlopende tekst. Behandel één aspect per alinea. Gebruik voldoende signaalwoorden om je zinnen met elkaar te verbinden.

7 Schrijf een gepaste inleiding en slot voor je recensie. Voorzie eveneens een prikkelende titel.

Reflecteren

8 Raadpleeg de evaluatiematrix op p.  om te controleren of je recensie aan alle criteria voldoet.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 284
3

Evaluatiematrix

– Schrijven: recensie van een boek of tv-serie

inhoud

Je tekst is opgedeeld in alinea’s. Er is een inleiding, midden en slot. In elke alinea wordt één aspect van het boek / de tv-serie besproken.

Er is een goede balans tussen feiten en meningen. De korte samenvatting vermeldt relevante informatie over het boek / de tv-serie.

gepastheid

Je hebt een uitgebreide woordenschat en wisselt geregeld in zinsbouw.

duidelijkheid

Je verduidelijkt je beoordelingen met minstens drie argumenten.

correctheid

De spelling in je tekst is foutloos. Alle woorden worden correct geschreven en ook de zinsbouw klopt steeds.

Aanvullende commentaar:

In je tekst zijn alinea’s aanwezig, maar de inhoud is niet juist over die alinea’s verdeeld.

Er zijn te veel / te weinig feiten of meningen terug te vinden in de recensie. De samenvatting is te uitgebreid of niet uitgebreid genoeg.

Je hebt amper nagedacht over woordkeuze en er is weinig variatie in je zinsbouw. OF Veel van je zinnen hebben een gelijkaardige structuur.

Je verduidelijkt je beoordelingen met slechts één of twee argumenten.

Enkele spellingsfouten en fouten in zinsbouw in de tekst staan de boodschap niet in de weg.

Je tekst bevat amper alinea’s. Er is geen duidelijke inleiding en/of slot.

©VANIN

Er zijn amper feiten of eigen meningen terug te vinden in de recensie. De samenvatting bevat weinig relevante informatie.

Er is amper variatie in woordenschat en bijna alle zinnen hebben een gelijkaardige zinsbouw.

Je verduidelijkt geen enkele beoordeling met duidelijke argumenten.

Door de vele spellings- en taalfouten is de tekst moeilijk te begrijpen.

LES 23 DE RECENSIE 285 GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE

VIDEORECENSIES

1 Bekijk een video van Average Rob.

a Wat recenseert Average Rob precies in deze video?

b Hoe doet hij dat?

c Welke argumenten worden in de video vermeld? Wat valt je op?

d* Welke frituursnack en -saus zijn jouw favoriet? Onderbouw je mening voor beide met een gefundeerd argument.

2 Stel zelf een ‘tier list’ op. Volg onderstaande stappen.

a Wat wil je recenseren? Denk na over een overkoepelende categorie. Dat kan gaan over literaire personages, dieren, plaatsen … Lijst minstens acht objecten, personen … binnen die categorie op die je wilt recenseren.

b Stel je tier list op. Bedenk minstens vijf categorieën en geef ze passende namen. Rangschik ze in je lijst.

c Verdeel jouw acht objecten, personen … over de lijst. Onderbouw alle keuzes met een gepast argument. Onderstaand schema kan je op weg helpen.

categorie A

categorie B

categorie C

categorie D

categorie E

3 Verwerk jouw tier list in een videorecensie. Volg onderstaande stappen.

a Zorg voor een interessante opener. Zo heb je je publiek mee vanaf de eerste seconde.

b Visualiseer je tier list in je video. Dat kan op papier, in de achtergrond … Je kunt ook een foto van je lijst toevoegen na het afwerken van je video.

c Leg je tier list uit en verdeel alle elementen onder de categorieën. Vergeet zeker niet je argumenten te vermelden.

d Sluit je video op gepaste wijze af.

• Gesproken taal is heel anders dan geschreven taal. In een mondelinge bespreking heb je meer vrijheid in verband met zinsbouw, woordkeuze … Kies echter steeds voor Algemeen Nederlands.

• Wees creatief. Film je video op een interessante locatie, voeg leuke effecten toe … Alles kan.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 286
TIP
4 @Averagerob @Arnothekid en @milancools
©VANIN

Evaluatiematrix – Spreken: tier list

inhoud

De video is goed opgebouwd. Er is een interessante inleiding, een duidelijk midden en een gepast slot.

De tier list is opgebouwd uit vijf duidelijke categorieën met goede namen. Er worden acht personen, objecten … besproken.

gepastheid

Je kiest voor gesproken taal. Je hanteert gepaste zinsconstructies en er is genoeg variatie in woordenschat.

duidelijkheid

Je verduidelijkt alle keuzes met duidelijke argumenten.

De video is minder goed opgebouwd. Er is een opdeling in inleiding, midden en slot. De inleiding en het slot zijn echter niet creatief.

De tier list is niet opgebouwd uit vijf duidelijke categorieën met goede namen. OF Er worden minder dan acht personen, objecten … besproken.

Je wisselt te veel tussen gesproken en geschreven taal. OF Er werd amper nagedacht over zinsbouw en er is weinig variatie in woordenschat.

Je verduidelijkt de meeste keuzes met duidelijke argumenten. Niet alle argumenten zijn specifiek genoeg.

Er is geen duidelijke inleiding en/of slot.

correctheid

Je uitspraak is foutloos. Alle woorden worden correct gebruikt en ook de zinsbouw klopt steeds.

Aanvullende commentaar:

Enkele woordenschatfouten en fouten in zinsbouw staan de boodschap niet in de weg.

De tier list is niet opgebouwd uit vijf duidelijke categorieën met goede namen. Er worden ook minder dan acht personen, objecten … besproken.

Je taalgebruik lijkt te veel op een geschreven tekst. Er is amper variatie in woordenschat en zinsbouw.

Je verduidelijkt slechts enkele keuzes met duidelijke argumenten. De meeste argumenten zijn niet specifiek genoeg.

Door de vele woordenschaten taalfouten is de video moeilijk te begrijpen.

LES 23 DE RECENSIE 287 GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE
©VANIN

Literatuursuggesties 3

Succesvolle boeken krijgen vaak een verfilming. Producenten en regisseurs gaan graag aan de slag met een verhaal dat zijn waarde al bewezen heeft. Je maakt hier kennis met negen romans die hun weg naar het witte doek vonden. De beschrijvingen helpen je om te kijken welke boeken bij jou passen. Je kunt ook altijd kijken hoe een filmmaker met dit origineel omging om er een eigen versie van te maken.

LUISTERFRAGMENTEN

BLACK

Dirk Bracke

drama, misdaadverhaal (2006)

Sinds ze met The Black Bronx optrekt, heeft Mavela een veel opwindender leven. Gedaan met school en braaf studeren. Bij de jeugdbende van X vindt ze een nieuwe thuis. Ze staat er niet echt bij stil dat haar nieuwe vrienden een slechte reputatie hebben. Voor ze het goed en wel beseft, doet Mavela mee met hun ‘spelletjes’: vandalenstreken, diefstallen, vechtpartijen … Elke dag opnieuw terroriseren ze samen de stad. Mavela ontmoet Marwan. Hij overdondert haar. Kan ze echt zo verliefd worden? Op iemand van een andere bende? Ze weet wat haar te wachten staat als de leden van The Black Bronx dat ontdekken …

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 288
©VANIN

AAN CHESIL BEACH

Ian McEwan

roman, drama (2007)

Florence Ponting en Edward Mayhew zijn jong, welopgevoed en allebei nog maagd op de avond voor hun huwelijksnacht. Het echtpaar probeert zich te ontworstelen aan de pijn en verwarring van hun verleden, maar struikelt over verzwegen misverstanden en angsten die de rest van hun leven zullen gaan bepalen. Deze ontroerende roman die zich afspeelt aan het begin van de jaren zestig, toont hoe een levensloop in een oogwenk een andere wending kan nemen door een gebaar dat niet gemaakt wordt of een woord dat onuitgesproken blijft.

KARAKTER

Ferdinand Bordewijk

roman (1938)

©VANIN

Katadreuffe is bezeten door het verlangen om advocaat te worden. Als zoon van een arme, ongehuwde moeder in het vooroorlogse Rotterdam zet hij alles op alles om zijn doel te bereiken. De machtige deurwaarder Dreverhaven, zijn vader, werkt hem in alle opzichten tegen. Waarom? Twee onbuigzame karakters in een strijd die tot het uiterste lijkt te gaan – zelfs de liefde wordt eraan opgeofferd.

GONE GIRL

Gillian Flynn (psychologische) thriller (2012)

Wie ben je? Wat hebben we elkaar aangedaan? Dat zijn de vragen die Nick Dunne zichzelf stelt op de ochtend van zijn vijfde trouwdag, wanneer zijn vrouw Amy plotseling verdwenen is. De politie verdenkt Nick. Amy’s vrienden onthullen dat ze bang voor hem was en dingen voor hem verborgen hield. Hij zweert dat het niet waar is. Forensisch onderzoek van zijn computer onthult aparte zoekresultaten. Hij zegt dat ze niet van hem zijn. En dan zijn er de verdachte oproepen op zijn mobiele telefoon. Wat is er gebeurd met Nicks mooie, intelligente vrouw?

HET LEVEN VAN PI

Yann Martel

roman, avonturenverhaal (2001)

Dit boek vertelt het ongelooflijke verhaal van Piscine Patel (Pi), een zestienjarige Indiase jongen wiens vader een dierentuin in India heeft. Wanneer de familie besluit het land te verlaten, wordt de hele dierentuin ingescheept. Maar het schip vergaat en de enige overlevenden op de reddingssloep zijn Pi, een hyena, een zebra met een gebroken been en een tijger van 200 kilo.

289 LITERATUURSUGGESTIES 3

DE ZAAK ALZHEIMER

Jef Geeraerts

thriller, actieroman (1985)

Angelo Ledda is als huurmoordenaar een meester in zijn vak. De ouder wordende Amerikaan lijdt echter aan de ongeneeslijke ziekte van Alzheimer. Voor zijn laatste klus wordt hij ontboden naar Antwerpen, waar in drie dagen tijd zes raadselachtige moorden werden gepleegd. Vincke en Verstuyft, het integere speurdersduo van de Antwerpse politie, worden belast met de zaak die zich vertakt naar de top van de Belgische politiek en magistratuur.

HET DINER

Herman Koch

thriller, psychologische roman (2009)

©VANIN

Twee echtparen gaan een avond uit eten in een restaurant. Ze praten over alledaagse dingen waar mensen tijdens etentjes over praten: werk, de laatste film, de oorlog in Irak, vakantieplannen … Maar ondertussen vermijden ze waar ze het eigenlijk over moeten hebben: hun kinderen.

LOS

Tom Naegels

roman (2005)

De grootvader van Tom Naegels – ooit een warme socialist, nu oud, verbitterd en racistisch – pleegt langzaam zelfmoord in het ziekenhuis. De dokters laten hem begaan. Tegelijkertijd heeft Tom een relatie met een Pakistaanse vrouw en verslaat hij als journalist rellen in Borgerhout. Die drie gebeurtenissen doen Tom beseffen dat hij zich verbonden heeft gevoeld met mensen met wie hij niets gemeen heeft en aan wie hij niets te vertellen heeft. En dat hij stiekem veel op zijn grootvader lijkt.

HET PARFUM

Patrick Süskind

historische roman, mysterie (1985)

Achter een walmend viskraam in Parijs wordt op 17 juli 1738 Jean-Baptiste Grenouille geboren. De voedsters die hem aan de borst krijgen, houden het niet lang met hem uit: hij is te gulzig en je ruikt hem niet. De onmiskenbare geur van een zuigeling ontbreekt. Jean-Baptiste overleeft de mazelen, dysenterie, waterpokken en cholera. Hij heeft geen behoefte aan moederliefde of de aandacht van een vader. We volgen hem op zijn tocht door de donkerste stegen van Parijs en zien hoe hij de parfumeur Baldini om zijn vinger windt. Gaandeweg krijgen we een vermoeden van wat er met Grenouille aan de hand kan zijn …

290 TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR

TAAL EN WOORDENSCHAT

Taal: metonymie

Je kunt iets rechttoe, rechtaan verwoorden. Een kat een kat noemen. Meteen zeggen waarop het staat. Maar … soms is het leuker, verrassender, origineler om je gedachten en de jouw omringende werkelijkheid via beeldspraak te beschrijven. In het verleden maakte je al kennis met enkele vormen van beeldspraak. Een andere mogelijke vorm is metonymie. Dat woord komt oorspronkelijk uit het Grieks en betekent ‘een verandering van naam’. Je gaat dus niet meteen zeggen of schrijven wat je ziet, maar een beeld of woord gebruiken dat ermee samenhangt om bijvoorbeeld het voorwerp te benoemen.

1 Bekijk bovenstaande cartoon. Wat valt je op bij de bewoordingen in deze zin? Wat wordt er concreet bedoeld met de vetgedrukte woorden?

291 TUSSENSTOP 5
1 16.4
5 ©VANIN
Tussenstop

©VANIN

2 Kun je de link vinden tussen de afbeeldingen? Welke afbeeldingen horen bij elkaar en kun je ook verklaren waarom?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 292 A B C D E F G H I J
© Shawshots

onthouden

Een metoniem is een vorm van beeldspraak waarbij een woord vervangen wordt door een ander woord op basis van een gemeenschappelijk verband. Dat is geen gelijkenis (zoals bij de metafoor); bij een metoniem hebben de woorden een relatie.

©VANIN

Er bestaan verschillende soorten metonymie:

pars pro toto

Je gebruikt de naam van het deel, maar je bedoelt het geheel. Op de markt kon je over de koppen lopen. de mensen

andere voorbeelden:

totum pro parte

Je gebruikt de naam van het geheel, maar je bedoelt het deel. Heel België stond in rep en roer toen Lukaku zijn wereldgoal maakte. alle Belgische voetbalfans andere voorbeelden:

eponiem

Je geeft de naam van de uitvinder, de maker, de ontdekker … Ik zou wel eens een echte Van Gogh van dichtbij willen bekijken. een schilderij van Vincent Van Gogh

Tijdens de koers negeerde een toeschouwer een nadar en veroorzaakte zo een vreselijke valpartij.

dranghek, vernoemd naar de dranghekken die speciaal voor fotograaf en ballonvaarder Nadar werden gemaakt om bij zijn ballonvaart de massa op afstand te houden

andere voorbeelden:

aanvangswoorden

Je geeft de eerste woorden van een tekst, gedicht, gebed … om naar het geheel te verwijzen.

Snel zei ze nog een weesgegroetje alvorens ze zich naar binnen begaf. een gebed dat begint met de woorden ‘Wees gegroet’ andere voorbeelden:

merknaam

Je geeft de merknaam voor gelijkaardige producten. Zijn colgateglimlach deed alle vrouwenharten sneller slaan. een stralend, witte glimlach verwijzend naar het tandpastamerk andere voorbeelden:

oorzaak voor gevolg

Je gebruikt de naam van de oorzaak, maar je bedoelt het gevolg. Zijn vuile voeten op de mat zorgden voor een zoveelste discussie. doordat de voeten of schoenen vuil zijn (= oorzaak) laat dit sporen van vuile voeten achter op de mat (= gevolg)

andere voorbeelden:

TUSSENSTOP 5 293

opvallende eigenschap

Je verwijst naar een opvallende of typische eigenschap van iets of iemand.

Camille is toch een echt lachbekje, hé! iemand die steeds lacht andere voorbeelden:

plaats van herkomst

Je geeft de naam van de plaats waarvan het product of voorwerp oorspronkelijk afkomstig is.

Toch vreemd dat zo’n stinkende camembert zo heerlijk smaakt op vers stokbrood! een kaassoort uit de Franse gemeente Camembert

andere voorbeelden:

materiaal waaruit het gemaakt is

Je geeft de naam van het typische materiaal waaruit het voorwerp of product gemaakt is.

Heb je nog een elastiekje voor mijn haar? een elastisch, rubberen ringetje om je haar bij elkaar te houden andere voorbeelden:

3 Bekijk de afbeeldingen uit de vorige opdracht opnieuw. Om welke vorm van metonymie gaat het telkens? Schrijf je oplossing bij ‘andere voorbeelden’ in het Onthouden-kader.

4 Hieronder vind je verschillende zinnen met telkens een vorm van metonymie. Vul de voorbeelden in het Onthouden-kader verder aan.

a We moeten onze taak in een plasticje steken.

b Ken jij dat blondje op de eerste rij daar?

c Er zitten vuile vingers op het glas.

d Ben je dat nu weer vergeten? Heb jij alzheimer misschien?

e Als cadeau breng ik Antwerpse handjes mee, die koekjes lust iedereen.

f Na de rust zette Barcelona 2-1 op het scorebord.

g Jouw abc is toch uitgebreider dan wat je hier neerschrijft.

h Wow! Heb je de laatste Brusselmans al gelezen?

i Wat denk je van een glaasje champagne?

j Heeft de baby al een verse pamper aan?

k Ik drink niet graag uit een smal glas.

l In China zag ik een man die op een saxofoon speelde.

m Let op, er steekt een ijzer uit het beton!

n Hij verdient goed zijn boterham!

o Goh, wat ligt die chaumes hier te stinken!

p Dommerik!

q Wie heeft er een groene bic?

r Geef mij maar een frisse cola!

s Talloze vrolijke kinderstemmetjes vulden na de vakantie opnieuw het klaslokaal.

t Wat kan die Bowie mij steeds weer ontroeren.

u Als het Nederlandse nationale elftal speelt, dan hoor je telkens het Wilhelmus in het stadion klinken.

v De remsporen op het asfalt gaven de buurtbewoners een onveilig gevoel.

w Na drie uur was de hele kamer behangen.

x Nog even mijn hoge hakken nemen en ik ben klaar!

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 294
©VANIN

5 Zoek de metoniemen in de volgende tekst en plaats ze in de juiste categorie.

eponiem materiaal waaruit het gemaakt is aanvangswoorden oorzaak voor gevolg pars pro toto

plaats van herkomst totum pro parte

Woordenschat: beoordelen

6 Vul onderstaand kruiswoordraadsel aan met synoniemen voor het woord beoordelen. Enkele letters zijn reeds gegeven.

TUSSENSTOP 5 295
B UE O CH BCO JR OV D BK E LU SPE N ©VANIN

7 Zoek negen woorden in de woordzoeker. Verbind ze met de correcte de nitie.

WUJUWPIRATERIJ

NGIQYAILKXQOUD EIONNGGKYELFBM

DFLSPVUAJYWWEN

ENIYRDTKNICPEI

LOCJOTRSMOLOLP

TVHDZHUTHKSODF

©VANIN

a zonder toestemming het werk van een auteur kopiëren en/of verspreiden b opsplitsen van een element in verschillende delen c verstandig, scherpzinnig d om te lachen, niet ernstig e lange reeks van overwinningen of successen f zonder ernst of nadenken g alledaags, helemaal niet bijzonder h figuurlijk taalgebruik dat niet letterlijk genomen moet worden i zonder omwegen, eenvoudigweg

8 Onderstaande zinnen zijn afkomstig uit recensies. Geef een correcte omschrijving voor de onderstreepte bijvoeglijke naamwoorden.

a Met haar romandebuut Identitti bewijst de Duitse cultuurwetenschapster Mithu Sanyal dat je over een polariserend thema als identiteit ook met humor kunt schrijven. Bron: www.standaard.be

b Lach en traan verzekerd in spraakmakend verbouwprogramma Extreme makeover Vlaanderen Bron: www.nieuwsblad.be

c Fatwa snijdt een gewichtig onderwerp aan, maar verveelt geen moment. Bron: www.demorgen.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 296
QRNHCEUIHDXYAS HDNKHGOMCWERAO UQIPQETBOFONKJ NMGZDZOPCOEPSA
NETYACOSKYXLSG OBZOIOCGASVMPD PYIKSTTGIDIORQ

d Of is in dit boek het romaneske juist het medium van de waarheid en de filosofie dat van de fictie?

Bron: www.knack.be

e Existentieel in de verte staren met George Clooney.

Bron: www.trouw.nl

f De abominabele Vlaamse slasherfilm FOMO, met tien irritante influencers, heeft helemaal niets te bieden.

Bron: www.humo.be

g Vooral in die laatste akte ontpopt Nightmare Alley zich tot een onverholen hommage aan de klassieke Amerikaanse film noir.

Bron: www.volkskrant.nl

h Ik ben zo integer mogelijk te werk gegaan; dat zal mijn enige wapen zijn mocht ik me moeten verdedigen.

Bron: www.demorgen.be

i Totaal onbevangen slaat hij de wereld gade, niet met een ‘verwend, verstopt hoofd’.

Bron: www.demorgen.be

j Enigszins uit haar lood geslagen, maar erg ad rem vraagt Mirren hem om te verduidelijken wat hij bedoelt met ‘gereedschap’.

Bron: www.demorgen.be

VERDER STUDEREN: HEEFT HET HOGER ONDERWIJS EEN EIGEN TAAL?

Aan de universiteit en op de hogeschool wordt een andere taal gehanteerd dan die je gewoon bent in het secundair onderwijs. Je zult al snel verschillen opmerken als je de infobrochures erop naslaat, je gaat inschrijven, je werkelijk van start gaat … Deze tussenstop kun je als een starterskit beschouwen.

Aan de hand van allerlei opdrachten word je even ondergedompeld in deze specifieke woordenschatwereld.

TUSSENSTOP 5 297
2 ©VANIN

Even opfrissen

1 In Tussenstop 4 maakte je kennis met het onderwijslandschap na het secundair onderwijs. Daar ben je met heel wat termen in aanraking gekomen. Plaats de opgegeven termen in de juiste context. Sommige woorden gebruik je verschillende keren.

academische bachelor (ABA) – banaba – doctoraat – educatieve opleiding – ijkingstoets – instaptoets – leerkrediet – manama – master – professionele bachelor (PBA) – schakelprogramma – studiepunten –studierendement – vrijstellingen

Lies volgt de richting Sociaal Technische Wetenschappen. Zij slaagde met glans in het zesde jaar en wil volgend jaar verder studeren aan de hogeschool in de richting Sociaal werk: Kunst- en Cultuurbeleving. Ze volgt een driejarige opleiding als . Die opleiding heeft een van 180 punten. Tijdens het eerste jaar doet ze veel algemene kennis op, bijvoorbeeld in het vak Sociaal Werk. Met dit vak realiseert ze 6 Tijdens het vak Sociaal Werk Lab proeft ze van de praktijk. Ze realiseert met dit vak in totaal 30 . Volgens het gemiddelde slagen 64,06% van de eerstejaarsstudenten uit de richting STW. Ze kan dus vol vertrouwen aan de opleiding beginnen. Na die driejarige opleiding kan ze via een vlot met een Sociaal Werk aan de universiteit van start gaan.

Stef behaalde zijn bachelor Communicatie. Hij genoot enorm van die opleiding en krijgt niet genoeg van het studeren en vooral ook niet van het studentenleven. Hij besluit na de vakantie een vervolgopleiding te volgen. Hij dacht aan de richting Journalistiek. Deze levert hem bovendien enkele op. Extra vrije tijd om zich in te zetten voor zijn studies … of een extra studente(njob) te versieren. Maar ook Nederlands geven in het secundair onderwijs lijkt hem wel iets. Alvorens hij met de van start kan gaan, dient hij eerst een af te leggen. Zo kent hij ineens zijn sterktes en ook de zwaktes waarop hij zich extra moet toeleggen.

Sam wil in de voetsporen van zijn grootvader treden en de richting Farmaceutische wetenschappen volgen. Hij start met een driejarige opleiding als . Die opleiding bestaat uit 180 . Alvorens hij zich aan de universiteit kan inschrijven, is hij verplicht een af te leggen. Via die test wordt er gepeild of hij het verwachte niveau van de universitaire opleiding aankan. Als hij de drie academiejaren succesvol aflegt, kan hij zich inschrijven voor de opleiding in de geneesmiddelenontwikkeling. Die opleiding veronderstelt 120 . Als hij dezelfde bolleboos als zijn grootvader is, kan hij zich daarna op een zelfstandig wetenschappelijk onderzoek richten en eventueel nog voor een gaan. Uiteraard kan hij dan nog een extra masteropleiding volgen. Maar over een eventuele heeft hij nog lang niet nagedacht.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 298
©VANIN

Zeg niet schooljaar, maar wel academiejaar

Woorden die je de afgelopen jaren vlotjes gebruikte in het secundair onderwijs gebruik je niet meer tijdens je hogere studies.

2 Verbind de woorden met elkaar. De oplossing vormt een woord. Wat is de betekenis?

secundair onderwijs hogeschool of universiteit

1 schooljaar d paper

2 afgestudeerden m zittijd

3 les a academiejaar

4 schrijfopdracht, schrijftaak c docent, professor

5 cursusmateriaal s campus

6 examenperiode c alumni

7 herexamen, bijkomende proef i tweede zit

8 leerkracht e syllabus

9 mededelingenbord a college

10 schoolterrein u valve, ad valvas 123456789 10

betekenis:

Vormen van lesgeven

Tijdens de corona-epidemie vond er bij veel leerkrachten een belangrijke verschuiving plaats in de manier waarop er lesgegeven werd. Veel leerkrachten dienden namelijk plots te schakelen van boek, krijt en bord naar de digitale wereld. Veel van die lesmethodes wierpen hun vruchten af en bleven behouden. Daarnaast vind je hieronder nog andere vormen van lesgeven, die bijvoorbeeld in hogescholen of aan universiteiten van toepassing zijn.

©VANIN

Leerlingen krijgen op bepaalde dagen les en gaan tijdens de andere dagen werken.

De docent geeft op een vast tijdstip les met onmiddellijk contact met de leerlingen.

immersieonderwijs

3 Zet de naam van de methode met de juiste omschrijving in eenzelfde kleur. contactonderwijs e-learning duaal leren afstandsonderwijs blended learning hoorcollege lesgeven en les krijgen via het internet

De docent doceert en de student luistert en neemt de leerstof op.

Onderwijs waar leerlingen niet fysiek aanwezig moeten zijn. practicum

Een niet-taalvak wordt in een andere taal onderwezen, bv. aardrijkskunde in het Engels.

De studenten krijgen les, maar maken ook praktische oefeningen onder begeleiding.

Dit is de combinatie van les op school of de campus en de cursus die via het internet wordt aangereikt.

TUSSENSTOP 5 299

Het hoger onderwijs heeft een eigen taal

4 In dit deel focussen we op speci eke woordenschat uit de wereld van hogescholen en universiteiten.

a Orden onderstaande woorden in vier groepen. Gebruik voor elke groep een andere markeerkleur.

A woorden die ik nog nooit heb gehoord

B woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp

C woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken

D woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken

afstudeerrichting – aula – campus – curriculum – faculteit – hogeschool – modeltraject – semester –studentenportaal – universiteit

b Plaats de woorden nu in onderstaande tekst. Sommige woorden dien je meermaals te gebruiken.

c Ken je de volledige benamingen van de gebruikte afkortingen? Schrijf die tussen de haakjes.

d Kun je de namen daarna in de juiste provincie zetten?

Na het secundair ga je werken of verder studeren. Voor je verdere studies schrijf je je in aan een of . In België heb je een ruime keuze aan 16 , enkele voorbeelden hiervan zijn AP (= ), Artevelde, Erasmus, Howest (= ), KdG (= ), Odisee en UCLL (= ).

België telt daarnaast in totaal 5 universiteiten, meer bepaald KUL (= ), UA (= ), UGent, UHasselt en VUB (= ).

©VANIN

Christelle heeft zich ingeschreven aan de Universiteit Gent voor de opleiding Bachelor of arts in de Afrikaanse talen en culturen. Als zij het vlot doorloopt, kan ze na 3 jaar academische bachelor aan haar Master African Studies beginnen. De UGent telt 11 universiteitsterreinen, voor deze studie volgt Christelle de lessen op de in Gent. De universiteit telt 11 hoofdafdelingen, onderverdeeld in 85 vakgroepen. De studierichting behoort tot de Letteren en Wijsbegeerte.

Het vak Inleiding tot de voornaamste moderne literatuur wordt in het Nederlands onderwezen. In het kan Christelle nalezen welke andere vakken zij in haar opleiding zal volgen met telkens de vermelding van het aantal studiepunten. Tweemaal per jaar worden er examens georganiseerd. Na het eerste kan Christelle haar resultaten bekijken op het . Ook haar lesrooster, afspraken, opdrachten … kan ze hier terugvinden. Ze vindt er eveneens in welke de lessen doorgaan.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 300

Talen studeren

Benieuwd of taal jouw ding is? Heb je het ideale profiel om verder te studeren in een talenrichting? Doe de test op iDiddit en ontdek hoe sterk de match tussen jou en taal is!

In dit deel gaan we inzoomen op de drie onderstaande studierichtingen. Centraal daarbij staat de gehanteerde woordenschat.

©VANIN

Op universitair niveau kun je kiezen tussen de richtingen Communicatiewetenschappen, Taal- en Letterkunde en Toegepaste Taalkunde. Afhankelijk van de talen die je interesseren, kun je een kijkje nemen op de websites van de verschillende universiteiten. Ook de masteropleidingen bieden andere afstudeerrichtingen. Dat alles kan een invloed hebben op de universiteit van je keuze. Wat is het wezenlijke verschil tussen die opleidingen?

Communicatiewetenschappen

Ben je nieuwsgierig naar de wereld om je heen? Kennen de nieuwssites geen geheimen voor je? Ben je mee met de laatste trends op sociale media? Neem je een kritische houding aan tegenover berichtgeving in het algemeen? Wil je eerst meer weten alvorens je je mening over een bepaald topic geeft? Dan is deze opleiding misschien wel het pad dat je kunt kiezen. Kort gezegd bestudeert deze opleiding de invloed van de media en de communicatie op onze en andere samenlevingen.

Taal- en Letterkunde

Hier leer je twee talen of een taal in combinatie met de theater-, film- en literaire wereld door en door kennen, spreken, schrijven, lezen, beluisteren. Je dompelt je onder in de cultuur en geschiedenis van de gebieden waar die talen gesproken en geschreven worden. De grammatica wordt onder de loep genomen in contrast met andere talen, daarnaast krijgt ook literatuur veel aandacht.

Toegepaste Taalkunde

Jij wordt de expert in twee vreemde talen. Die leer je even vlot te gebruiken als je eigen moedertaal. Met jouw expertise ga je nadien verder aan de slag als vertaler of tolk.

5 Op deze en volgende pagina vind je tekstmateriaal van de o ciële website van de Universiteit Antwerpen. Wat wordt er precies bedoeld?

In de opleidingsonderdelen over taalverwerving leer je de Franse taal op een uitstekende manier te beheersen op het vlak van lees-, luister-, spreek- en schrijfvaardigheid. Naarmate je vordert in de bachelor, verschuift de focus van algemene naar academische taalvaardigheid. Zo word je goed voorbereid op het schrijven van je bachelorproef. Alle lessen Frans worden in het Frans gedoceerd, dus je krijgt elke dag je portie gesproken Frans. De professoren ondersteunen je persoonlijk in je studie.

gedoceerd  Je gaat in kleine groepjes in discussie.

 Je krijgt onder begeleiding van je professor grammaticaoefeningen.

 Je professor legt uit en jij noteert. Er is geen dialoog tussen jullie beiden.

TUSSENSTOP 5 301

In de opleidingsonderdelen letterkunde komt niet alleen de Duitse canon aan bod (Goethe, Schiller, Kafka …), maar besteden we heel bewust aandacht aan literatuur buiten de mainstream. Zo lezen we vrouwelijke auteurs, hedendaagse werken, Duits-joodse literatuur (door een intensieve samenwerking met het Instituut voor Joodse Studies) en auteurs uit Oostenrijk.

Duitse canon

 belangrijke Duitse schrijvers

 schrijvers die tot de wereldliteratuur behoren

 schrijvers die in Duitse scholen besproken worden

©VANIN

de mainstream  bestemd voor het grote publiek  bestemd voor enkele ingewijden

 bestemd voor de studenten

In hoeverre beheers je de finesses en ken je de rijkdom van het Nederlands? Na je studies moet je aan de slag kunnen als professionele taal- en tekstverwerker: (eind)redacteur, copywriter of corrector in uitgeverijen, marketingbureaus en redacties; leerkracht, journalist, radio- of tv-presentator, (pers) woordvoerder, communicatieadviseur ... In de 3 modules taalbeheersing willen we zowel je lees- en luister- als spreek- en schrijfvaardigheden naar een hoger niveau tillen. We hebben aandacht voor uitspraak en presentatietechnieken, maar leren je ook de kneepjes van de journalistiek en zorgen ervoor dat het schrijven van die masterscriptie in het laatste jaar een eitje wordt. ‘Als je iets niet helder en eenvoudig kunt uitleggen, heb je het zelf niet begrepen’: hét adagium voor deze module.

copywriter

 schrijver gespecialiseerd in hertalen van teksten

 schrijver gespecialiseerd in handleidingen

 schrijver gespecialiseerd in reclameteksten

masterscriptie

 eindwerk

 eindwerk waarmee je je universitaire studie afrondt

 laatste versie van je eindwerk

adagium

 kernachtige zin

 motto

 spreuk

In de bacheloropleiding Spaans maak je kennis met de rijke literatuur, taal en cultuur van de Spaanstalige wereld. De bacheloropleiding Spaans combineert een persoonlijke aanpak met een internationaal profiel. Je krijgt in kleine groepen zowel les van native speakers als van Belgische hispanisten. Zij moedigen je aan om in je laatste jaar een onvergetelijke uitdaging aan te gaan: een semester studeren in Spanje, Mexico, Argentinië of Puerto Rico. De ambitie van de bacheloropleiding Spaanse taal- en letterkunde is om je te vormen tot een kritische, creatieve en taalvaardige wereldburger, zodat je tegelijk klaar bent voor de masterprogramma’s en sterk staat op de arbeidsmarkt.

native speakers

 moedertaalsprekers

 mensen die de taal bijzonder goed beheersen

 mensen die een universitair diploma in die taal hebben hispanisten

 afgestudeerde Spaans sprekende cursisten

 kenners van het Spaans

 liefhebbers van het Spaans

De opleidingsonderdelen taalbeheersing zijn erop gericht je lees-, luister-, spreek- en schrijfvaardigheid te verhogen zodat je op het moment dat je afstudeert een Engels hanteert dat mooi in de buurt komt van moedertaalsprekers. Je start meteen met een academisch schrijftraject dat ook in andere cursussen wordt uitgewerkt waardoor je geleidelijk wordt voorbereid op het schrijven van papers en uiteindelijk een scriptie.

academisch schrijftraject

 Basisengels

 moeilijker Engels

 mix van eenvoudig en moeilijker Engels

papers

 notities bij je cursus

 eindwerk waarmee je je universitair diploma behaalt

 schriftelijk verslag van een onderzoek

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 302

6 Wat doet een vertaler of tolk?

Tip: niet alle stellingen zijn van toepassing.

©VANIN

vertaler tolk

a Je vertaalt een recept van rijstpap van het Nederlands naar het Chinees.

b Je geeft meteen een vertaling zonder extra hulpmiddelen.

c Je herschrijft een brochure die oorspronkelijk bedoeld is voor professoren, voor studenten.

d Je kunt gebruikmaken van verschillende vertaalsystemen.

e Tijdens een persconferentie vertaal je de uitleg van de Franse minister live naar het Nederlands.

f Tijdens een toneelvoorstelling zeg je de tekst voor.

g Je vertaalt een moeilijke Latijnse juridische tekst naar het Nederlands.

h Je noteert tijdens een persconferentie en werkt de vertaling later verder uit.

i In het Europees Parlement vertaal je wat er gezegd wordt via een oortje.

j Je toont met gebaren wat de premier uitlegt tijdens een briefing.

7 Wat doet een tolk allemaal? Kun je de juiste omschrijving bij de juiste term plaatsen? Zet wat bij elkaar hoort in eenzelfde kleur.

gesprekstolken

afstandstolken

simultaantolken fluistertolken

De gesprekspartners praten ieder in hun eigen taal. De tolk vertaalt via een internetof telefonische verbinding.

De tolk vertaalt terwijl de spreker spreekt. Er treedt nauwelijks een pauze op.

Je vertaalt wat een beperkt aantal mensen tegen elkaar zeggen.

De tolk zegt in een live-uitzending de vertaling voor. Er is namelijk geen tijd om ondertitels te voorzien. sociaal tolken

Je fluistert wat er gezegd wordt naar de luisteraar toe. live subtitling

Binnen de dienst- of hulpverlening gaat een tolk via een telefoon, video of internetverbinding een gesprek vertalen. Het gaat niet om politieke, religieuze, commerciële of private gesprekken.

8 Maak de aanvullende woordenschatoefening op iDiddit.

TUSSENSTOP 5 303

CREATIEF MET TAAL: ONZE TOEKOMST

Bron: www.loesje.nl

1* Bekijk de gedichten en bespreek de bijhorende vragen.

a Welk gedicht spreekt je het meeste aan?

b Welke gevoelens roept dat gedicht op?

c Heb jij gelijkaardige gevoelens over je toekomst? Leg uit.

2 Je gaat een medeleerling interviewen over zijn/haar toekomst. Welke onderwerpen kunnen aan bod komen in je interview? Brainstorm samen en schrijf ze op in sleutelwoorden.

3 Stel vragen op over de onderwerpen in opdracht 2. Zorg voor voldoende variatie in de soorten vragen en behandel zo veel mogelijk onderwerpen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 304
3 ©VANIN

Tijdens een interview kun je open of gesloten vragen stellen.

Onthouden

Bij een gesloten vraag kan een respondent kiezen tussen een beperkt aantal mogelijke antwoorden, zoals ‘ja’ of ‘nee’. Gesloten vragen gebruik je vooral in kortere conversaties en als je over lichtere onderwerpen wilt praten. Je respondent zal zich door die makkelijkere vragen meer op zijn/haar gemak voelen. Het nadeel is wel dat je met die vragen niet veel informatie verkrijgt.

©VANIN

Open vragen beginnen meestal met een vraagwoord, zoals wie, wat, waar, wanneer, hoe … Met dit soort vragen kun je diepgaander polsen naar wat een respondent over het aangehaalde onderwerp denkt. Hou er wel rekening mee dat je respondent meer tijd nodig zal hebben om over een goed antwoord na te denken.

4 Maak een selectie in de vragen die je in het interview wilt stellen. Denk ook na over de volgorde van je vragen en hoe je je medeleerling op zijn/haar gemak kunt stellen tijdens het interview.

5 Interview je medeleerling en maak ondertussen notities. Beperk je tot sleutelwoorden en vermijd volledige zinnen.

6 Ga met je notities van het interview aan de slag.

a Verwerk ze in een kort verslag waarin je de belangrijkste antwoorden van je medeleerling verwerkt.

b Duid in je verslag drie dingen aan die jou inspireren. Die vormen het uitgangspunt voor een gedicht dat je gaat schrijven voor je medeleerling.

7 Bestudeer de dichtvormen op deze en volgende pagina en kies het soort gedicht waarmee jij aan de slag wilt gaan.

a Werk met de dichtvorm van jouw voorkeur en schrijf een gedicht ter ere van je medeleerling, geïnspireerd door zijn/haar toekomst.

b Maak een poster van het gedicht dat je geschreven hebt. Denk vooraf na over stijl, kleurgebruik, afbeeldingen … en hoe die de emoties in het gedicht op gepaste wijze kunnen ondersteunen.

DE ZANDLOPER: figuur in mode en tijd

Een gedicht kan eruitzien als een bolle buik, maar ook als een zandloper. Breed van boven, smal in het midden en dan weer breed beneden. Zoals sommige fotomodellen graag een figuur willen (maar van mij mag het net zo goed een bolle buik zijn, hoor). Dat zijn voorbeelden van visuele poëzie.

Zandlopers kunnen niet alleen speciaal klinken, maar zien er daarnaast bijzonder uit. Je begint met 4 woorden en loopt af (of leeg) over 3-2-1 en dan weer op (of vol) tot 2-3-4 woorden. Alles samen 19 woorden dus.

4 Ik zou reizen naar

3 de toekomst als

2 ik wist

1 hoe

2 ver dus

3 reis ik terug

4 naar een beter toen

Voor sommigen loopt die zandloper wat te snel leeg. Daarom een lekker trage, lange versie met als woordenreeks: 5-4-3-2-1-1-1-2-3-4-5. Samen zijn dat dus 31 woorden in plaats van de klassieke 19.

Bron: Johan Simons. Mijn gedicht!

TUSSENSTOP 5 305

HET TIENTJE: decimaal gedicht

Een tientje heeft 10 regels. Je begint in regel 1 met 1 woord, regel 2 telt 2 woorden, regel 3 telt er 3, en zo ga je door tot regel 10 (die dan 10 woorden telt).

1 Oma

2 Is dada

3 Voor hoe lang

4 Ik ben zo bang

5 Komt ze nog maar mij

6 Waarom zei ze: ’t is voorbij

7 Ze ging maar even naar het ziekenhuis

8 Ik blijf niet lang, kom dan weer thuis

9 Waarom moet ik dan van schoenen en kleren ruilen?

10 Waarom kunnen papa en mama maar niet stoppen met huilen?

Bron: Johan Simons. Mijn gedicht!

DE SNEEUWBAL: rollend gedicht

De sneeuwbal is het neefje of nichtje van het tientje. Wat is er dan anders? In een sneeuwbal loopt een zin over meerdere regels. Er zijn er ook 10, maar het einde van de regel is niet het einde van de zin. Je begint met het bolletje van sneeuw van 1 woord en eindigt met een grote sneeuwbal van 10 woorden.

1 ik

2 bouw een

3 huis van woorden

4 als bakstenen, boven, naast

5 en op elkaar, mijn taal

6 is het cement dat alles bindt,

7 ik werk het af met mijn tint

8 naar mijn smaak want ik wil er wonen,

9 als jij het mooi vindt, is dat meegenomen maar

10 voor mijn meisje en mij heet dit huisje al thuisje

Bron: Johan Simons. Mijn gedicht!

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 306
©VANIN

Solliciteren

1

Je kunt een motivatiebrief schrijven

2

Je kunt een curriculum vitae (cv) schrijven

Je herkent de specifieke taal in jobadvertenties 3

Je bent voorbereid op een sollicitatiegesprek 4

In deze les ga je op zoek naar werk. Weet dat er geen toverformule bestaat die jou instant aan het werk stelt. Wie wacht tot hij wordt opgebeld, zal weinig succes boeken. Solliciteren vraagt namelijk extra inspanningen en (veel) tijd. Maar langs de andere kant, een bedrijf is op zoek naar jou en wil een openstaande vacature zo snel mogelijk ingevuld krijgen. Waag dus je kans. Misschien leidt je eerste sollicitatiepoging niet meteen tot het verhoopte succes. Weet dan dat iedere poging die je onderneemt, je zelfstandiger, rijker aan ervaringen en dus beter maakt.

OP ZOEK NAAR WERK?

Spontaan solliciteren

Je kunt het heft volledig zelf in handen nemen. Misschien heb je er altijd al van gedroomd om aan de slag te gaan in een specifiek bedrijf of instelling. Ga je cv hier afgeven, wie weet zoeken ze net iemand die beantwoordt aan jouw profiel. Heel wat bedrijven schrijven nooit of erg weinig vacatures uit. Bovendien toon je meteen dat je bereid bent om zélf initiatief te nemen en dat je interesse hebt in het bedrijf, iets wat bedrijfsleiders zeker waarderen.

1* Kun je enkele bedrijven of instellingen opsommen waar je sowieso graag aan de slag zou willen gaan?

2* Zou je hier spontaan contact mee opnemen? Waarom (niet)?

Netwerken

Meer dan de helft van de vacatures wordt nooit gepubliceerd, dat kost immers geld en extra inspanningen van bedrijven. Daarom proberen ze sommige vacatures binnen het bedrijf ingevuld te krijgen. Ze vragen aan de eigen werknemers of ze van job willen veranderen en of ze iemand kennen met het juiste beroepsprofiel dat het bedrijf zoekt.

Heel wat mensen in je omgeving zijn reeds actief op de arbeidsmarkt. Dat zijn allemaal mogelijke ‘werkgevers’. Denk daarbij aan je ouders, familie, ouders van je vrienden, je leider in de jeugdbeweging, je coach op het sportveld, je huisarts, je pianoleraar, je leerkracht … Vraag hen of ze een vacature weten openstaan die jou kan interesseren. Hou zeker contact met die mensen via sociale media als Facebook, LinkedIn … Misschien doen ze zelfs een goed woordje voor je. Ook als je al aan het werk bent, kunnen ze je nog van pas komen en je misschien de sleutel tot je droomjob aanreiken.

Als je je cv ingeeft bij de VDAB zullen werkgevers die interesse hebben in jouw profiel, zeker ook langs deze weg contact met je opnemen. Je kunt ook een jobbeurs bezoeken en daar je eerste contacten leggen met de bedrijfswereld.

les
1 24
LES 24 SOLLICITEREN 307
©VANIN

Jobadvertenties

Je vindt tal van jobadvertenties in kranten, in regionale weekbladen, bij de VDAB, op LinkedIn, op jobsites …

3 Ga op zoek naar drie jobadvertenties die jou aanspreken en bezorg ze aan je leerkracht.

4 De leerkracht herverdeelt de jobadvertenties.

a Bespreek die advertenties met behulp van het onderstaande kader. Staaf je mening telkens met drie argumenten.

b Wissel nu jouw bevindingen uit met een medeleerling.

advertentie 1

Spreekt de job je aan?

Vind je alle nodige informatie?

Wil je solliciteren?

advertentie 2

COLLEGAGEZOCHT

advertentie 3

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 308
©VANIN

5 In Tussenstop 4 ben je op zoek gegaan naar een studierichting die bij je past. a Zoek nu op een jobsite twee vacatures die bij die opleiding passen.

b Vergelijk de vacatures aan de hand van onderstaande checklist.

takenpakket

Is het duidelijk welke taken je moet doen?

Begrijp je de functie?

Weet je exact wat er van jou verwacht wordt?

Zie je dit takenpakket zitten? vaardigheden

Is het duidelijk welke vaardigheden van jou verwacht worden?

Vermeldt de werkgever met welke machines je aan de slag moet?

Welke computerprogramma’s moet je kennen?

Welke talen moet je kunnen spreken/lezen?

Krijg je opleidingen binnen het bedrijf?

Kun je alles wat er van je gevraagd wordt? kwaliteiten

Zoekt de werkgever een punctueel persoon?

Zoekt de werkgever een zelfstandig persoon?

Zoekt de werkgever een sociale teamspeler?

Zoekt de werkgever een … ?

Herken je jezelf in die kwaliteiten? tevredenheid

Hoeveel ga je verdienen?

Welke legale voordelen worden er geboden?

Op hoeveel vakantiedagen heb je recht?

Komt dat overeen met je verwachtingen? startmoment

Kun je meteen aan de slag?

Wanneer kun je aan de slag gaan?

Heb je nog een opzegperiode op je huidige job?

Had je nog vakantiedagen gepland?

Kun je je vinden in het voorgestelde startmoment? werkplek

Hoe geraak je op je werk?

Hoelang doe je erover om op je werk te geraken?

Heb je een rechtstreekse verbinding naar je werk?

Hoe vaak dien je dat traject per week af te leggen?

1vacature 2

©VANIN

Valt je reistijd te combineren met je gezin, hobby’s? diploma

Beschik je over het vereiste diploma?

Heb je extra ervaring die je kunt inzetten?

Ben je bereid om bij te leren?

Ben je bereid om extra cursussen te volgen in je vrije tijd?

Wat kun je allemaal voorleggen?

Naar: www.vdab.be

LES 24 SOLLICITEREN 309
vacature

DIT BEN IK EN DAT WIL IK!

In deze samenvattende spreekopdracht ga je jezelf voorstellen als toekomstige student én werknemer. Bekijk zeker de vorige tussenstops om informatie te verzamelen.

Voorbereiden

1 Je maakt zo dadelijk een presentatie waarin je onderstaande items voorstelt. Bereid jezelf voor door de vragen te beantwoorden.

Hier wil ik verder studeren!

• Welke opleiding wil je volgen?

• Wat houdt die opleiding precies in?

• Wat wordt er van je verwacht?

• Hoeveel jaar dien je te studeren?

• Waar kun je die opleiding volgen?

• Waarom kies je precies voor die hogeschool of universiteit?

• Wat trekt je aan in die studie?

• Waarom ben jij geschikt voor die opleiding?

Plannen

jezelf

Hier wil ik werken!

• Welke vacature heb je gevonden? Waar ga je spontaan solliciteren?

• Wat houdt de job van je keuze in?

• Welke taken dien je uit te voeren?

• Welke vaardigheden worden van jou verwacht?

• Krijg je extra ondersteuning zoals opleidingen binnen het bedrijf?

• Welke van jouw kwaliteiten worden vermeld?

• Hoeveel ga je verdienen?

• Krijg je extralegale voordelen?

• Hoe ziet je werkweek eruit?

• Geraak je vlot op je werkplek?

• Hoe ziet je werkomgeving eruit?

• Beschik je (na je studies) over het vereiste diploma?

• Ben je bereid om vervolgcursussen te volgen?

• Ben je bereid om eventueel in het buitenland cursussen te volgen?

2 Schrijf het middenstuk van je presentatie uit. Daarin ga je gestructureerd de vragen bij stap  beantwoorden. Dat doe je in een doorlopende tekst, dus niet in losse antwoorden op de vragen. Je motiveert waar nodig.

3 Zorg voor een boeiende inleiding waarin je de structuur van je presentatie kort voorstelt.

4 In het slotdeel vat je het geheel kort samen.

5 Maak er een boeiende, verrassende presentatie van.

Uitvoeren

6 Je presenteert jezelf in een ingesproken filmpje of via een ingesproken PowerPointpresentatie.

a Zorg voor een goede geluids- en beeldkwaliteit.

b Zorg ervoor dat je presentatie maximaal drie minuten duurt.

c Beantwoord niet enkel de vragen, maar zorg voor een boeiende presentatie.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 310
2
©VANIN

Reflecteren

7 Beoordeel je eigen filmpje met behulp van de evaluatiecriteria hieronder. Stuur je presentatie bij waar nodig en spreek het filmpje opnieuw in.

Evaluatiematrix – Spreken: dit ben ik en dat wil ik!

GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE

volledigheid

Je presentatie bevat een inleiding, een midden en een slot.

-Je stelt de structuur van de presentatie voor.

-Je licht je keuzes toe. -In je slot vat je het geheel samen.

Je presentatie bevat een inleiding, een midden en een slot, maar … -je stelt de structuur van je presentatie onvoldoende voor; -je beantwoordt de vragen zonder meer; -je zorgt niet voor een doorlopende tekst in het middendeel. Je blijft op een vraag-antwoordniveau.

Je presentatie heeft geen duidelijke opdeling in inleiding, midden en slot.

duidelijkheid

In de opbouw van het middendeel zit een duidelijke structuur.

Je begrijpt de gehanteerde terminologie.

aantrekkelijkheid

Je brengt structuur in je presentatie door signaalwoorden. Er zit veel variatie in je keuze.

Je zorgt voor verrassende elementen, zowel in je verhaal als in je presentatie zelf.

correctheid

Je verwoordt de inhoud op een juiste manier.

Je taalgebruik is foutloos. Alle woorden zijn correct. Ook de zinsbouw klopt steeds. Je hebt een mooie uitspraak.

Aanvullende commentaar:

Je brengt structuur in je presentatie door signaalwoorden, maar je kiest meestal voor dezelfde woorden.

Je verhaal of je presentatie bevat een verrassend element.

In het middendeel zit geen structuur.

Je gebruikt de gehanteerde terminologie verkeerd. Je begrijpt zelf niet helemaal wat je zegt.

Je brengt geen structuur aan, niet inhoudelijk en ook niet vormelijk.

Je presentatie is niet verrassend. Je loopt de vragen gewoon af en je beantwoordt ze zonder meer.

Je verwoordt de inhoud onvolledig.

Je eindresultaat bevat geen zware taalfouten. De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd.

Je maakt inhoudelijke fouten.

Je eindresultaat bevat veel fouten. Door de vele taalfouten is de presentatie moeilijk te begrijpen.

LES 24 SOLLICITEREN 311
©VANIN

DE MOTIVATIEBRIEF

Je hebt de vacature gevonden waar je volledig voor wilt gaan, maar hoe begin je er nu aan? Ook in deze tijden van visuele en sociale media schrijven heel wat mensen nog steeds een motivatie- of sollicitatiebrief mét curriculum vitae naar bedrijven. Met beide brieven maak je je eerste indruk en je weet: ‘You never get a second chance to make a first impression!’

Ondernemer David Silverman koos als beste motivatiebrief een brief die bestond uit … één zin! De zin luidde als volgt:

Ik kan u zeven jaar ervaring in communicatiemanagement aanbieden bij de beste bedrijven in de retailsector, uitstekende projectmanagementvaardigheden en een goed oog voor detail, alles samen ruim voldoende om van mij de ideale kandidaat voor die vacature te maken.

Deze ene zin omvat alles wat een motivatiebrief moet doen: interesse opwekken om het curriculum vitae te lezen én uitgenodigd worden voor een gesprek.

Onthouden

De motivatiebrief

Inhoud

Een motivatiebrief moet drie dingen bevatten: het moet duidelijk zijn voor welke job je solliciteert, waarom jij de geschikte kandidaat bent en je moet jezelf uitnodigen voor een gesprek.

Stem je brief steeds af op de vacature die je gevonden hebt. Als je dus voor verschillende vacatures schrijft, dien je ook je brief inhoudelijk aan te passen. Dat is een eerste stap om een werkgever te overtuigen en je uit te nodigen voor een gesprek. Je moet de aandacht van de lezer trekken en hem overtuigen dat jij de persoon bent die hij nodig heeft en dat kan al in de eerste zin.

• In het briefonderwerp geef je aan voor welke job je solliciteert en waar je die vacature vond.

• In de eerste alinea komt het erop aan de aandacht te trekken van je lezer en hem te imponeren.

• In de volgende alinea’s licht je toe wat jouw motivatie is voor de functie en welke troeven in jouw voordeel spelen. Denk daarbij aan je opleiding, persoonlijkheid en ervaring. Je speelt dus al je sterktes uit.

• In de slotalinea nodig je jezelf uit voor een gesprek. Tijdens een gesprek kun je dan al je sterke punten extra toelichten.

Lay-out

 Je brief is nooit langer dan een A4. Je schrijft je brief enkel met de hand als de werkgever daar uitdrukkelijk om vraagt.

 De alinea’s zijn overzichtelijk verdeeld over het blad.

 Je respecteert de NBN-normen. Het Belgisch Bureau voor Normalisatie stelde die normen op en ze worden algemeen gehanteerd in officiële briefwisseling. ✓

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 312
3
✓ ✓ ©VANIN

Taalgebruik

 Hou je stijl zakelijk, maar enthousiast. Overdrijf echter niet.

 Gebruik hoofdzakelijk korte en bondige zinnen. Begin niet steeds met ‘ik’.

 Zorg voor actieve formuleringen zoals ‘Samen met X organiseerde ik …’ of ‘Ik was verantwoordelijk voor…’.

 Vermijd de formulering ‘Ik moest …’. Gebruik eerder ‘Ik kreeg de kans om …’.

 Vermijd taalfouten. Iedere taalfout vermindert de kans dat je brief verder gelezen wordt. Zet je spelcontrole aan en zoek woorden waaraan je twijfelt op. Een taalfout laten staan wordt gezien als de moeite niet nemen om je degelijk voor te bereiden.

 Laat je brief nalezen op inhoud en taal.

1 Hieronder vind je enkele openingszinnen uit motivatiebrieven.

a Welke zinnen slagen erin de aandacht van de lezer te trekken en hem te imponeren?

b Welke troeven kun je hieruit filteren?

+ / - openingszin troeven

a Jouw ideale kandidaat leer je nu pas kennen.

b Na mijn telefoongesprek van … met … is mijn interesse voor een baan in uw bedrijf alleen maar toegenomen.

c Ik ben XY, woon te Z en wil graag solliciteren voor …

d Op … bezocht ik de jobbeurs in … Tijdens het gesprek met een medewerker van … vernam ik dat … Daarom solliciteer ik hierbij voor de functie …

e De Heer Ickx, directeur van bedrijf Why en klant van uw bedrijf, wees mij in een gesprek op de vacature die u aanbiedt.

f Uw vacature voor een onderwijzer maakte meteen de docent in mij wakker.

LES 24 SOLLICITEREN 313
✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ©VANIN

g Toen ik op de sponsoravond van de atletiekclub … met een medewerker van uw bedrijf sprak, viel me op hoe enthousiast hij vertelde over uw firma. Nadien las ik eerder toevallig dat u …

h Al heel mijn leven droom ik van een job in uw bedrijf.

©VANIN

i Hebt u eraan gedacht dat een verkoper met een technische vooropleiding misschien wel de ideale kandidaat is voor deze job?

j Uw vacature sluit perfect aan bij mijn kwaliteiten: ik ben net afgestudeerd als … en spreek bovendien vloeiend Frans.

k Naar aanleiding van uw vacature in … wil ik solliciteren naar de functie van …

l Ondanks alle crisissen die ons land moest doorstaan, gaan mensen nog steeds graag op reis naar het buitenland. Daarbij doen ze liefst een beroep op een reisorganisator bij wie ze waar voor hun geld krijgen. Graag wil ik in uw reisbureau mee instaan voor de tevredenheid van uw klanten. Daarom solliciteer ik naar de functie van …

m Sinds mijn stage ben ik ervan overtuigd dat een job als … me wel ligt en daar bent u nu net naar op zoek.

n Uw vacature klinkt me als muziek in de oren.

2 Je hebt intussen al wel een idee van wat je volgend jaar wilt studeren. Stel nu dat je een motivatiebrief dient op te stellen voor een plekje in de studierichting van jouw keuze. Schrijf die motivatiebrief, het sjabloon op de volgende bladzijde kan je daarbij helpen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 314

Voornaam Naam Plaats jjjj-mm-dd

Straat nummer

postcode GEMEENTE

Naam hogeschool of universiteit

Straat nummer

postcode GEMEENTE

Sollicitatie voor een studieplek in de richting XXX

Geachte mevrouw, heer

§1 Je schrijft voor welke studierichting je solliciteert en hoe je daarbij komt. Gebruik een originele openingszin.

§2 Je toont aan dat jij de meest geschikte persoon voor deze studierichting bent. Je beschrijft welke opleiding je gevolgd hebt. Verder noteer je welke extra’s (stage, onderzoekscompetenties, vrijwilligerswerk, werkervaring, hobby’s …) jou zeker in aanmerking doen komen.

§3 Wat hoop je met de nieuwe studierichting te bereiken en waarom? Zet je interesses, je persoonlijkheid, je talenten en je sterke punten in de verf.

§4 Je verwijst naar je curriculum vitae. Je zegt hoe en wanneer men jou het best kan bereiken voor een gesprek.

Met beleefde groeten

Je handtekening

Voornaam Naam

Bijlage: curriculum vitae

Respecteer de NBN-normen bij het opstellen van je brief.

• Zet het onderwerp vetgedrukt.

• Noteer de gemeente in drukletters.

• Schrijf geen komma na de aanspreking.

LES 24 SOLLICITEREN 315
TIP
©VANIN

volledigheid

Je motivatiebrief bevat een juist aantal alinea’s.

Je gegevens zijn volledig.

Je plaatste je handtekening.

Je verwijst naar de bijlage.

duidelijkheid

De alinea’s zijn gestructureerd opgebouwd.

Sommige alinea’s waren te lang of te kort.

Evaluatiematrix – Schrijven: de motivatiebrief ©VANIN

In sommige alinea’s ontbreekt essentiële informatie of staat overbodige informatie.

Je verwoording is duidelijk. Soms blijf je eerder vaag in je verwoording.

aantrekkelijkheid

Je gebruikt een verrassende, uitnodigende openingszin.

Je hebt een mooie bladspiegel.

Je gebruikt een gepast lettertype.

correctheid

Je noteerde de datum op een correcte manier.

Je respecteert de NBNnormen.

Je verwoordt de inhoud op een juiste manier.

Je taalgebruik is foutloos. Alle woorden zijn correct. Ook de zinsbouw klopt steeds. Je tekst leest vlot.

Aanvullende commentaar:

Je openingszin is in orde, maar niet heel origineel.

Je motivatiebrief bevat geen alinea’s of de alineaverdeling liep fout.

Je gegevens zijn onvolledig.

Je handtekening ontbreekt.

Je verwijst niet naar de bijlage.

Je motivatiebrief bevat geen structuur.

Het is niet duidelijk wat je allemaal bedoelt. Begrijp je je eigen tekst?

Je openingszin is erg cliché of misplaatst.

Je bladspiegel is niet in orde.

Je lettertype is ongepast.

Je noteerde de datum verkeerd of je noteerde geen datum.

Je respecteert de NBNnormen niet.

Je verwoordt de inhoud onvolledig.

Je motivatiebrief bevat geen zware taalfouten. De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd.

Je maakt inhoudelijke fouten.

Je motivatiebrief bevat veel taalfouten. Door de vele taalfouten is de inhoud van je brief moeilijk te begrijpen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 316 GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE

HET CURRICULUM VITAE (CV)

Rekruteerders hechten meer belang aan je curriculum vitae dan aan een motivatiebrief als ze op zoek zijn naar een geschikte kandidaat. En dan nog … gemiddeld besteden ze hier 7,4 seconden aan. Letterlijk vertaald betekent curriculum vitae ‘levensloop’, het is dus een opsomming van de belangrijkste elementen.

Stuur je cv mee met elke motivatiebrief; een cv maakt je brief immers korter. Wil je een goed cv schrijven, dan besteed je het best aandacht aan drie zaken: inhoud, taalgebruik en lay-out.

Onthouden

Het cv

Inhoud

Een goed cv bestaat uit verschillende rubrieken en is aangepast aan de job waarvoor je solliciteert. Zorg ervoor dat je cv up-to-date is. Je cv mag maximaal twee pagina’s in beslag nemen.

1 Persoonlijke gegevens

• Plaats al je persoonlijke gegevens bij elkaar (naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres)

• Vermeld daarna pas de andere persoonlijke informatie (geboortedatum en -plaats, nationaliteit, rijbewijs, eventueel burgerlijke staat)

2 Studies en opleidingen

• Vermeld je hoogst behaalde graad (lager, secundair, hoger onderwijs …). Maak duidelijk dat je een diploma behaald hebt (welk diploma, wanneer en waar). Heb je geen diploma behaald, dan vermeld je tot welk studiejaar je school gevolgd hebt.

• Noteer ook andere relevante opleidingen (volwassenonderwijs, avondschool, bijscholingen …)

3 Ervaring

In deze rubriek som je je ervaring op. Dat kan gaan over jobs, maar ook over stages, vakantiewerk , vrijwilligerswerk

• Vermeld de periode, het bedrijf, je functie en omschrijf je taken als ze relevant zijn. Zo kan een werkgever sneller inschatten of je de juiste ervaring hebt voor de job.

• Als schoolverlater kun je nog niet veel ervaring voorleggen, vermeld daarom ook je onderzoekscompetenties als die in verband gebracht kunnen worden met de job waarvoor je solliciteert.

4 Kennis en vaardigheden

Verkoop jezelf door die competenties te benadrukken die relevant zijn voor de job waarvoor je solliciteert.

• Vermeld je computerkennis (Word, Excel, Autocad, Bluebits …)

• Geef je talenkennis aan (moedertaal, (zeer) goede kennis van … , vlot mondeling in …)

• Geef concrete voorbeelden en feiten om vaardigheden te illustreren die je nodig hebt voor de job waarvoor je solliciteert (Ik ontwierp … voor mijn eindproject; Ik was topverkoper van gadgets voor mijn sportclub; Met veel geduld en aandacht voor alle kinderen begeleidde ik kleutertjes tijdens de openspeeldag …)

LES 24 SOLLICITEREN 317
4 ©VANIN

5 Hobby’s

• Vermeld die enkel als ze relevant zijn voor de job of een meerwaarde kunnen betekenen. Je bent lid van een jeugdbeweging of sportclub en je solliciteert voor een baan waarin je moet aantonen dat je teamspirit hebt. Je bent dj en solliciteert voor een job in de elektronicabranche.

©VANIN

• Je kunt je hobby’s ook als relevante ervaring neerschrijven.

Je nam deel aan een uitwisselingsproject op school en houdt nog contact met een buitenlandse leerling. Je mailt en chat daarbij in het Engels.

6 Referenties

Referenties zijn mensen voor wie jij gewerkt hebt en met wie een toekomstige werkgever contact kan opnemen als hij meer over jou te weten wil komen. Vermeld de functie van die personen, hun telefoonnummer en het bedrijf waar ze werken. Zorg ervoor dat je enkel referenties noteert die positief zijn en een meerwaarde betekenen voor je sollicitatie. Vraag hen ook altijd op voorhand of ze ermee akkoord gaan dat je hen in je cv vermeldt. Het bedrijf kan die personen immers bellen voor extra informatie over jou. Belangrijk is dat ze zich hierop hebben voorbereid.

7 Bijkomende informatie

Vermeld hier alle overige informatie die nog belangrijk of interessant kan zijn voor je sollicitatie (wanneer je kunt starten, een cv-filmpje …)

Taalgebruik

Een cv is beknopt en in concrete taal geschreven.

 Vermijd woorden zoals ‘men’ en ‘worden’. Gebruik enkel actieve zinnen en korte, dynamische omschrijvingen.

‘Ik werkte als …’ en niet ‘Ik werd tewerkgesteld als …’

 Plaats hoofdletters en leestekens waar nodig.

 Vermijd taalfouten en ongebruikelijke afkortingen.

Lay-out

Een goed cv oogt overzichtelijk en verzorgd.

 Maak duidelijke rubrieken, werk eventueel met kaders, zorg voor een goede bladschikking.

 Laat belangrijke zaken duidelijk in het oog springen: onderstreep ze, zet ze in het vet of cursief. Maar overdrijf niet, maak geen combinatie van alles en hou het sober.

 Voeg een zakelijke pasfoto toe als de werkgever dat vraagt: gebruik gerust een gescande foto van een goede kwaliteit, maar vermijd vakantiefoto’s! Voor bepaalde jobs kan het zinvol zijn een foto toe te voegen, ook al vraagt de werkgever dat niet expliciet in de vacature (bv. in de verkoopsector), maar doe dat niet als je al een cv-filmpje toevoegde.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 318
✓ ✓

Een mooie lay-out voor je motivatiebrief en cv kun je bekomen via de sjablonen in Word.

1 Klik in de menubalk bij Bestand op Nieuw

2 Typ in de zoekbalk cv’s en sollicitatiebrieven

3 Kies een sjabloon dat bij jou past.

©VANIN

1* Bekijk de Word-sjablonen.

a Welke lay-out past het beste bij jouw jobkeuze?

b Waarom kies je voor een bepaalde lay-out of kleur?

c Hoe zou je de sjablonen zelf een upgrade geven?

2 Stel nu je eigen cv op die bij je motivatiebrief aansluit. Laat je creativiteit de vrije loop, maar weet dat eenvoud siert! Maak gebruik van de evaluatiematrix op p. 320 om je brief aan te passen waar nodig.

LES 24 SOLLICITEREN 319 TIP

Evaluatiematrix – Schrijven: mijn cv

volledigheid

Je gegevens zijn volledig.

Je cv bevat verschillende, essentiële rubrieken. Die rubrieken werden mooi ingevuld.

duidelijkheid

Je hebt een duidelijke bladspiegel.

Je gaf je opleidingen op een duidelijke manier weer.

Je gaf je ervaringen op een duidelijke manier weer.

Je gaf je kennis en vaardigheden op een duidelijke manier weer.

Je gaf je referenties op een duidelijke manier weer.

aantrekkelijkheid

Je maakte een originele layout. Je kleurkeuze is erg mooi.

Je cv en motivatiebrief vormen een mooi geheel.

Je hebt een mooie bladspiegel.

Je gebruikt een gepast lettertype.

Je gebruikt een gepaste foto.

correctheid

Je verwoordt de inhoud op een juiste manier.

Je taalgebruik is foutloos. Alle woorden zijn correct. Ook de zinsbouw klopt steeds. Je tekst leest vlot.

Aanvullende commentaar:

Je cv bevat verschillende, essentiële rubrieken, maar soms blijf je eerder vaag of sommige rubrieken kon je beter uitwerken.

Je gegevens zijn onvolledig.

Je cv bevat nauwelijks tot geen rubrieken. Ook de invulling van de rubrieken kon je beter uitwerken.

Je bladspiegel is slordig.

Je gaf je opleidingen niet duidelijk weer.

Je gaf je ervaringen niet duidelijk weer.

Je gaf je kennis en vaardigheden niet duidelijk weer.

Je gaf je referenties niet duidelijk weer.

Je lay-out is mooi, maar kon origineler.

Je hebt geen aandacht aan je lay-out geschonken.

Je cv en motivatiebrief vormen geen mooi geheel.

Je bladspiegel is niet in orde.

Je lettertype is ongepast.

Je foto ontbreekt of is ongepast.

Je verwoordt de inhoud onvolledig.

Je cv bevat geen zware taalfouten. De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd.

Je maakt inhoudelijke fouten.

Je cv bevat veel taalfouten. Door de vele taalfouten is de inhoud van je cv moeilijk te begrijpen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 320 GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE
©VANIN

ORIGINELE MANIEREN OM TE SOLLICITEREN

Een sollicitatiefilmpje

Zoals je reeds weet, dien je bij een sollicitatie vooral op te vallen, je te onderscheiden van de anderen. Waarom maak je geen sollicitatiefilmpje? Let wel op of jouw boodschap bij het bedrijf en je functie past. Deze vorm van solliciteren is nog niet echt gangbaar, maar kan bijvoorbeeld in de entertainmentsector misschien wel het verschil maken. Maar ook in de marketing is het belangrijk dat een bedrijf meteen een beeld op iemand of op iemands creativiteit kan plakken. Hoe pak je dat aan? Op het internet vind je heel wat instructiefilmpjes met tips en tricks.

Wat is belangrijk bij videosolliciteren?

Wen eerst aan de camera

Kom snel tot de kern

Neem een goede houding aan

Maak het persoonlijk

Wees enthousiast TIPS

Laat je video maken door iemand anders

Naar: www.beaks.nl

Een voorbeeld van een sollicitatievideo is die van Laura Kopczinski.

Gebruik geen script

Maatwerk

Kwalitatief goed beeld en geluid

Nette kleding

Focus je beeld

Zorg voor een mooie compositie

1 Beoordeel haar sollicitatie aan de hand van onderstaande tabel.

a Geef suggesties hoe je de sollicitatie sterker kunt maken.

b Motiveer onder de tabel waarom je haar al dan niet zou aannemen.

criterium in orde kan beter

a Je krijgt haar persoonsgegevens.

b Het is duidelijk voor welke functie Laura solliciteert.

c Je krijgt info over haar opleiding en extra troeven.

d Je weet waar Laura’s interesse naar uitgaat en kent haar talenten.

e Het getoonde beeld komt overeen met de functie die ze ambieert.

f De video is creatief.

g De video heeft een juiste duur.

Deze filmpjes geven je nog enkele tips voor een geslaagde videosollicitatie.

LES 24 SOLLICITEREN 321
5 TIP
VIDEOSOLLICITATIE ©VANIN

Andere moderne vormen van solliciteren

Waarom maak je geen webpagina of website over jezelf? Daar kruipt heel wat tijd in, maar je kunt onbeperkt creatief en origineel aan de slag gaan. Max Gadeyne ging via zijn website wel heel creatief te werk om zijn droomjob van Assistant Promotor bij Ancienne Belgique te bemachtigen. Hij organiseerde een heus festival Levitate in de AB … nep weliswaar, maar hij trok wél de aandacht.

©VANIN

Je kunt gebruikmaken van sociale media zoals X, Facebook, Instagram, Snapchat … Maar je kunt ook een billboard langs de weg plaatsen. Te gek idee? Adam nam het risico. De Brit wou aan de slag in de mediasector en kreeg talloze reacties op zijn stunt. Vooral toen die viraal ging, werd hij overstelpt met jobaanbiedingen en vond zo daadwerkelijk zijn job.

Originele cv’s

Wanneer je solliciteert, heb je vaak heel wat concurrentie, het is dus belangrijk om ‘eruit te springen’. Zorg ervoor dat jouw cv of sollicitatie opvalt! Op de volgende pagina vind je een aantal voorbeelden van hoe je dat origineel kunt aanpakken.

2 Plaats de afbeeldingen op p. 323 bij de juiste omschrijving.

a Zorg voor een origineel en lekker geschenkje mét taalmopje bij je sollicitatie.

b Steek je cv en je motivatiebrief in een gesloten kistje en geef dat af bij het bedrijf. Verstuur een of twee dagen later de sleutel om het kistje te openen. Laat wel duidelijk blijken dat het om een sollicitatie gaat zodat de ontvangers niet bang hoeven te zijn voor de inhoud.

c Maak van je cv een spel in de vorm van een soort ganzenbord of levensweg.

d Zorg ervoor dat werkgevers jou kunnen vinden door je gegevens te drukken op een alledaags object waar iedereen mee in contact komt.

e Laat je gegevens als een lunchbestelling afleveren in bv. een pizzadoos.

f Maak van je motivatiebrief/cv een soort vragenlijstje dat via alle antwoorden naar jou toe leidt.

g Vervang je sollicitatiebrief door een videofragment waarin je het bedrijf overtuigt om jou aan te nemen. Film enkel je mond. Bezorg die video via een QR-code met een foto van jezelf. Ter hoogte van je mond plaatst de ontvanger dan zijn of haar smartphone.

3* Bespreek met een medeleerling: welke vind je leuk? Welk idee kan werken, denk je? Welk concept vind je minder geslaagd?

4* Kunnen jullie zelf ook een origineel idee bedenken? Brainstorm even en pitch het daarna bij de hele klasgroep.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 322
SOLLICITATIE AB
LES 24 SOLLICITEREN 323 1 2 3 4 5 6 7 © Fosburywww.fosbury-digital.at
©VANIN
bierviltje in een bar

HET SOLLICITATIEGESPREK

Het is je gelukt de rekruteerder te overtuigen via je motivatiebrief en cv! In een volgende fase word je uitgenodigd voor een gesprek. Dat is hét moment om je sterke kanten nog eens extra in de verf te zetten. Een goed sollicitatiegesprek is geen eenzijdig interview, maar een dialoog. Het is een absolute must om je goed op dit gesprek voor te bereiden.

1 Bekijk de cartoons.

a Wat zeggen ze over de sollicitant?

b Hoe kan dit beter?

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 324
A C B D
6 ©VANIN

Onthouden

Het sollicitatiegesprek

Inhoud

De vraagstelling tijdens een sollicitatiegesprek verloopt meestal volgens een vast stramien. Je mag haast altijd de volgende vraagtypes verwachten. Zelfs de volgorde ligt min of meer vast.

• inleidende vragen om je gerust te stellen

Heb je de weg goed gevonden? Ben je hier al eens geweest?

• vragen die inspelen op je cv

Wat heb je tijdens je stage geleerd? Wat voor werk deed je daar? Had je op je stageplek definitief aan de slag willen gaan? Waarom ben je er gestopt?

• vragen die dieper ingaan op je persoonlijkheid

Wat zijn je sterke en je zwakke kanten? Vertel eens iets over jezelf. Waarom zouden we jou aannemen en niet de persoon die voor je kwam solliciteren?

• vragen die peilen naar je motivatie en bereidwilligheid

Waarom wil je hier aan de slag? Wil je overuren presteren? Wat spreekt je minder aan in deze job?

• vragen die peilen naar je verloning

Hoeveel zou je willen verdienen?

• De rekruteerder vraagt jou of je nog vragen hebt. Probeer dan minstens één vraag te stellen. Zo toon je dat je wel degelijk geïnteresseerd bent. Je vraag kan gaan over de jobinhoud of de verdere sollicitatieprocedure.

Bereid je gesprek goed voor.

• Lees de vacature grondig door.

• Rijd al eens langs het bedrijf. Zo leer je de omgeving kennen.

• Bekijk de website van het bedrijf. Lees de bedrijfsinfo goed door, zo weet je wat het bedrijf produceert en waarvoor het bedrijf staat. Je kunt eventueel naar onderscheidingen of prijzen van het bedrijf verwijzen of hoe ze positief in het nieuws kwamen.

• Zoek op voorhand op wat het beginnersloon voor de functie is.

• Bekijk opnieuw je materiaal uit Tussenstop 3, zo kun je concrete voorbeelden geven als er gevraagd wordt naar jouw talenten, je persoonlijkheid, je interesses.

Via de site van de VDAB kun je een voorbereidende oefening maken die je zeker zal helpen. Klik zeker ook door naar de voorgestelde links. SOLLICITEREN

©VANIN

Na het gesprek

Neem gerust initiatief om te weten te komen of het gesprek goed verlopen is en wanneer je meer nieuws mag verwachten. Er zijn verschillende mogelijkheden.

• Proficiat! Je wordt meteen aangenomen.

• Je wordt geselecteerd voor een volgende ronde. Daar krijg je dan bijkomende (praktische) proeven.

• Je komt in een wervingsreserve terecht. Een andere kandidaat is beter geschikt voor de job, maar het bedrijf neemt opnieuw contact met je op bij een andere vacature die beter bij jouw capaciteiten aansluit.

• Je wordt niet weerhouden. Je kunt met andere woorden niet in het bedrijf aan de slag gaan. Ook dan is het belangrijk om extra uitleg te vragen, daar kun je immers uit leren.

LES 24 SOLLICITEREN 325
TIP

Je staat stil bij de verschillende belevingen bij boeken en films 1

Je onderzoekt welke genres moeilijker te verfilmen zijn 2

BOEK EN/OF FILM?

In de leesclub of in de filmclub ©VANIN

Je vergelijkt zelf een roman met de verfilming 4

Je ontdekt hoe een boek naar een film of serie verfilmd kan worden en hoe een scenario verschilt van de originele tekst 3

1* Las jij al een van bovenstaande boeken? Of zag je de ver lming? Vond je het een goed boek / een goede lm? Waarom wel/niet?

2* Ging je al eens naar een ver lming kijken van een boek dat je eerder al gelezen had? Of heb je al eens een boek gelezen nadat je eerst de lm zag? Welke versie vond je de beste? Waarom was dat zo, denk je?

3 Waarom zijn veel mensen vaak teleurgesteld bij de ver lming van een geliefd boek, denk je?

les
1 25
© Bazmark Films, Photo 12 © PictureLux, PictureLux / The Hollywood Archive © Shondaland / Album © PictureLux, PictureLux / The Hollywood Archive TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 326

DE LIJST

Scan de pagina en bekijk de lijst met verfilmde boeken.

1 Lees de korte inhouden eens door.

a Welke van die verhalen zou jij willen lezen/bekijken?

b Stel je top drie samen en vertel wat je aanspreekt in het verhaal.

2 In onderstaande lijst staan verschillende genres.

a Plaats de voorbeelden uit de lijst bij het juiste genre.

b Welke moeilijkheden zouden zich kunnen voordoen bij het verfilmen van die boeken/genres? Hoe zou je die kunnen oplossen? genre

Bekijk de verschillende genres (fictie) in de Trajectwijzer

moeilijkheden verfilming (+ oplossing)

LES 25 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 327
horror 2
titel
roman
17.2 TIP
VERFILMDE
BOEKEN
©VANIN

historische roman

thriller

sciencefiction

coming-ofage/bildungsroman

dystopische roman

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 328
©VANIN

VAN ROMAN NAAR SCENARIO

Dune

In het volgende deel bestudeer je hoe de roman Dune vertaald werd naar een filmversie. De Amerikaanse roman van Frank Herbert verscheen voor het eerst in 1965 in twee delen in Analog magazine en werd al verschillende keren verfilmd.

1 Vergelijk het begin van de roman Dune op p. 330-332 met het scenario van de eerste scènes uit de lm op p. 332-334.

a Welke vormelijke verschillen (lay-out) merk je op?

fragment roman

fragment scenario

b Lees de eerste pagina’s uit het boek aandachtig. Wat kom je in dit fragment te weten over Paul, de planeet Arrakis en de Vrijmens?

LES 25 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 329
Paul
3 © Legendary Entertainment / Warner Bros. / Album ©VANIN
Arrakis
de Vrijmens

c* Hoe stel jij je de planeet Arrakis voor? Hoe ziet het kasteel Caladan er volgens jou uit? Hoe zien Paul en de Vrijmensen eruit?

d* Vergelijk jouw voorstellingen met die van een medeleerling.

e Hoe verschilt het scenario inhoudelijk van het boek?

f* Bekijk ten slotte de beginscène van de film. Vind je die geslaagd? Waarom wel/niet?

Duin

Fragment

Een begin is het moment waarop je er zeer nauwgezet voor moet zorgen dat alles in evenwicht is. Dat weet iedere zuster van de Bene Gesserit. Als je dus begint het leven van Muad’Dib te bestuderen, moet je ervoor zorgen dat je hem allereerst in zijn eigen tijd plaatst: geboren in het 57e regeringsjaar van de Padishah Keizer Shaddam N. En let er vooral op dat je Muad’Dib in zijn eigen omgeving plaatst: de planeet Arrakis. Laat je niet misleiden door het feit dat hij op Caladan werd geboren en daar zijn eerste vijftien levensjaren doorbracht. Arrakis, de planeet die bekendstaat als Duin, zal eeuwig zijn planeet zijn.

Handleiding tot het leven van Muad’Dib door Prinses Irulan

In de week voor hun vertrek naar Arrakis, toen de laatste drukke voorbereidingen bijna ondraaglijk werden, kwam een oude vrouw de moeder van de jongen Paul bezoeken. Het was een warme nacht in kasteel Caladan, en de oude steenmassa die aan zesentwintig generaties van het geslacht Atreides onderdak had geboden, voelde zweterig, maar kil aan, zoals altijd voor een weeromslag.

De oude vrouw werd binnengelaten door de zijdeur in de gewelfde gang naast Pauls kamer en ze mocht even kijken hoe hij lag te slapen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 330
1 5 10 15
©VANIN

De jongen werd wakker en in het schemerige licht van een suspensielamp, die laag brandde en vlak bij de vloer hing, zag hij op een pas voor zijn moeder een omvangrijke vrouwengestalte in de deuropening staan. De oude vrouw zag eruit als een heks – haar als warrige spinnenwebben, een door een kap overschaduwd gezicht en ogen als schitterende edelstenen.

‘Is hij niet klein voor zijn leeftijd, Jessica?’ vroeg de oude vrouw. Haar stem piepte en jankte als een ontstemde baliset.

Pauls moeder antwoordde met haar zachte alt: ‘De Atreides staan erom bekend dat ze laat beginnen te groeien, Eerwaarde Moeder.’

‘Dat heb ik gehoord, dat heb ik gehoord’, piepte de oude vrouw. ‘Maar hij is toch al vijftien.’

‘Ja, Eerwaarde Moeder.’

‘Hij is wakker en luistert naar ons’, zei de oude vrouw. ‘Slimme dondersteen.’ Ze grinnikte. ‘Maar adel moet sluw zijn. En als hij echt de kwisatz haderach is ... nou ...’.

In de schaduwen van zijn bed hield Paul zijn ogen op maar een heel klein kiertje open. Twee heldere ovalen – de pientere ogen van de oude vrouw – schenen groter te worden en te gloeien terwijl ze in de zijne staarden.

‘Slaap maar goed, slimme dondersteen’, zei de oude vrouw. ‘Morgen heb je al je vermogens nodig om mijn gom jabbar te weerstaan.’

En weg was ze, zijn moeder voor zich uitduwend, en ze sloot de deur met een stevige klap.

Paul lag wakker en vroeg zich af: Wat is een gom jabbar?

Van alle verwarrende dingen in deze tijd van verandering, was de oude vrouw wel het vreemdste dat hij had gezien.

Eerwaarde Moeder.

En de manier waarop ze zijn moeder Jessica noemde alsof ze een gewone dienstmeid was en niet een Bene Gesserit Vrouwe, concubine van een hertog en moeder van de erfgenaam.

Is een gom jabbar iets van Arrakis, dat ik moet weten voor we daarheen gaan? vroeg hij zich af.

In gedachten herhaalde hij haar vreemde woorden: Gom jabbar ... kwisatz haderach. Hij had zoveel moeten leren. Arrakis verschilde zoveel van Caladan dat Pauls hoofd omliep van alle nieuwe kennis. Arrakis-Duin-Woestijnplaneet.

Thufir Hawat, de meestermoordenaar van zijn vader, had het uitgelegd: hun doodsvijanden, de Harkonnens, hadden tachtig jaar lang de planeet als tijdelijke leen gehad, met een contract van de CHOAM-Maatschappij om de geriatrische specie, melange, te delven. Nu trokken de Harkonnens weg om vervangen te worden door het Geslacht Atreides dat de planeet voorgoed als leen kreeg – een duidelijke overwinning voor Hertog Leto. Toch, had Hawat gezegd, ging er achter die schone schijn een dodelijk venijn schuil, want Hertog Leto was gezien bij de Grote Geslachten van de Landsraad.

©VANIN

‘Een gezien man wekt jaloezie bij de machthebbers’, had Hawat gezegd. Arrakis-Duin-Woestijnplaneet.

Paul viel in slaap en droomde van een Arrakische grot waar overal om hem heen mensen zwijgend rondliepen in het gedempte licht van gloeibollen. Het was er erg plechtig, net als in een kathedraal en hij hoorde een zacht geluid – het tikken van vallende waterdruppels. Zelfs terwijl hij nog droomde, wist Paul dat hij zich deze droom zou herinneren als hij wakker werd. Hij herinnerde zich altijd de voorspellende dromen.

De droom vervaagde. Paul werd half wakker en voelde dat hij in zijn warme bed lag – en hij dacht ... en hij dacht. Deze wereld van kasteel Caladan, zonder speelkameraadjes of vrienden van zijn eigen leeftijd, verdiende misschien geen droef afscheid. Dr. Yueh, zijn onderwijzer, had erop gezinspeeld dat er op Arrakis niet zo streng de hand werd gehouden aan het faufreluches klassenstelsel. De planeet herbergde mensen die aan de rand van de woestijn woonden zonder een caid of een bashar die hen commandeerde: doorhet-zand-geregeerde mensen die Vrijmens heetten, en in geen enkele Keizerlijke Volkstelling voorkwamen. Arrakis-Duin-Woestijnplaneet.

Paul voelde zijn eigen gespannenheid en besloot een van de geestlichaamslessen die zijn moeder hem had geleerd in praktijk te brengen. Drie snelle ademteugen brachten het proces op gang: hij dook onder in zijn dobberende bewustzijn ... richtte zijn aandacht ... zijn aorta verwijdde zich ... hij vermeed het ongerichte mechanisme van het bewustzijn ... om alleen als hij dat verkoos bewust te denken ... zuurstofrijk bloed stroomde snel de overbelaste gebieden binnen ... voedsel-veiligheidvrijheid bereikt men niet met instinct alleen ... het dierlijke bewustzijn reikt niet verder dan het gegeven ogenblik en staat ook niet stil

LES 25 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 331 20 21 25 30
35 40 45 50 55 60 65

bij de gedachte dat zijn slachtoffers kunnen uitsterven ... het dier vernietigt en produceert niet ... dierlijke vreugden blijven dicht bij het gewaarwordingsniveau en vermijden het actieve waarnemen ... de mens heeft een achtergrondrooster nodig waardoor hij zijn heelal moet beschouwen ... gekozen, gericht bewustzijn, dat vormt je rooster ... lichamelijke volledigheid volgt als de loop van zenuw- en bloedbaan voldoet aan het diepste besef van celbehoeften ... alle dingen/cellen/wezens zijn onbestendig ... streven naar een innerlijke bestendigheidsbeweging ...

De les rolde rond en rond en rond in Pauls voortkabbelende bewustzijn.

Toen de dageraad Pauls vensterbank beroerde met haar gele licht, voelde hij het door zijn gesloten oogleden heen. Hij deed ze open en hoorde toen opnieuw de haastige drukte in het kasteel en zag het vertrouwde patroon van de plafondbalken van zijn slaapkamer.

De deur naar de gang ging open en zijn moeder keek naar binnen; haar haar, dat wel overschaduwd brons leek, boven op haar kruin samengebonden met een zwart lint, haar ovale gezicht uitdrukkingloos en haar groene ogen die hem ernstig aankeken.

‘Je bent wakker’, zei ze. ‘Heb je goed geslapen?’

‘Ja.’

Hij bekeek haar lange gestalte en zag de lichte gespannenheid in haar schouders toen ze van het rek in de kast kleren voor hem uitkoos. Iemand anders zou die spanning niet hebben opgemerkt, maar zij had hem geoefend in de Bene Gesserit manier – in gedetailleerde en precieze waarneming. Ze draaide zich om en hield een gekleed jasje omhoog. Boven de borstzak was de rode Atreideshavik geborduurd.

‘Kleed je snel aan’, zei ze. ‘De Eerwaarde Moeder wacht.’

‘Ik heb een keer van haar gedroomd’, zei Paul. ‘Wie is zij?’

‘Ze was mijn lerares op de Bene Gesseritschool. Nu is ze Waarheidszegger van de Keizer. En Paul ...’ Ze aarzelde. ‘Je moet haar over je dromen vertellen.’

‘Dat zal ik doen. Is zij de reden dat wij Arrakis hebben gekregen?’

‘Wij hebben Arrakis niet gekregen.’ Jessica sloeg een stofje van een broek en hing die met het jasje op de standaard naast zijn bed. ‘Laat de Eerwaarde Moeder niet wachten.’

Paul ging rechtop zitten en sloeg zijn armen om zijn knieën.

SCENARIO DUNE

TITELS OP ZWART, VERSCHIJNEN EEN VOOR EEN

Proloog over SPICE

1 DROOMSEQUENTIE: EXT. ARRAKIS 1 - EINDE DAG 1

De planeet Arrakis, gezien vanuit de ruimte.

CHANI

Mijn planeet, Arrakis, is zo prachtig wanneer de zon laag staat. Rollend over de zandvlaktes ... Je kunt de specie in de lucht zien.

FADE IN:

©VANIN

We volgen over zijn eindeloze, winderige terrein. We glijden in een laaghangende donkere wolk die wordt gegenereerd door een massief mijnvoertuig, een HARVESTER, waarbij gloeiende vlokken SPICE worden opgeworpen. We dringen door in de SPICE, waardoor een droomachtige werveling van oranje vlokken ontstaat. Door de werveling ONTHULLEN WE een TWEEDE HARVESTER in de lucht, getrokken door een krachtige CARRYALL.

CHANI

Bij het vallen van de nacht landen de specie-oogsters. De buitenstaanders racen tegen de tijd om de hitte van de dag te vermijden.

OP DE GROND - HARKONNEN SOLDATEN flankeren de oogstmachine, waardoor de industriële nachtmerrie door het duister gaat. Een van hen houdt een massieve vlag vast met het HARKONNEN EMBLEEM.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 332 70 75 80 85 90

CHANI

Ze plunderen onze landen voor onze ogen. Wreedheid jegens mijn volk is alles wat ik ken. Deze buitenstaanders, de Harkonnens, kwamen lang voordat ik geboren was. Door de controle over de specieproductie werden ze schandalig rijk. Rijker dan de keizer zelf.

Nu worden deze soldaten waargenomen door het P.O.V. van een thermische scope. Onthul dat deze scope is bevestigd aan een vreemde MISSILENWERPER, een van meerdere doek-bedekte wapens die worden gehanteerd door een kleine groep blauwogige FREMEN-VECHTERS die schuilen achter een uitgestrekte zwarte rots. Een jonge vrouwelijke vechter, CHANI, is onder hen; samen met een man die we later zullen leren kennen als JAMIS. Een nauwere blik op Chani.

Flikkerende Fremen PLASMA LASERS schieten omhoog naar de tweede Crawler, die ontploft samen met de Carryall die het draagt.

Raketten worden afgevuurd vanaf de Harvester als vergelding, waarbij verschillende Fremen worden verbrand in een brute aanval. De paar overlevende Fremen rennen naar een spleet in hun rotsachtige positie om dekking te zoeken.

Als laatste gaat Chani door deze opening. Voordat ze in deze ondergrondse opening verdwijnt, draait Chani zich om en kijkt terug met zielsdoorborende ogen.

CHANI

Onze krijgers konden Arrakis niet bevrijden van de Harkonnens, maar op een dag waren ze weg door keizerlijk decreet.

Waarom koos de keizer dit pad? En wie zullen onze volgende onderdrukkers zijn?

2A INT. KASTEEL CALADAN, PAULS SLAAPKAMER - NACHT 2A

In de vroege uurtjes van de nacht schrikt PAUL ATREIDES, 16 jaar oud, wakker van een droom. Hij zit in zijn bed ... verontrust.

TITELS: CALADAN

THUISWERELD VAN HUIS ATREIDES

JAAR 10191 AG

INT. KASTEEL CALADAN - KAMER MET UITZICHT OP VALLEI 2C - OCHTEND 2C *

LADY JESSICA, 35 jaar oud, zit aan een tafel vol met eten. Kristallen glaswerk. Ze staart naar de prachtige vallei. Weemoedig om het paradijs binnenkort achter te moeten laten.

PAUL (O.S.) Moeder.

©VANIN

Ze draait zich om om Paul de kamer te zien oversteken om zich bij haar te voegen. Terwijl hij aan het andere einde van de tafel plaatsneemt en zijn bord vol schept ...

JESSICA

Het is goed dat je vroeg opstaat. Je vader wil dat je in vol ornaat bent voordat de Heraut van de Keizer arriveert. *

PAUL

Vol ornaat. Militair?

JESSICA Ceremonieel.

Hij zakt een beetje in. Hij zou veel liever in het leger zijn ...

PAUL

Waarom moeten we dit allemaal doen, als het al beslist is?

LES 25 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 333

Paul kan het niet laten om te glimlachen. Zijn moeder denkt altijd twee stappen vooruit ...

Jessica schenkt een glas water voor hem in. Hij reikt over de tafel, verwacht dat ze het hem zal geven, maar dat doet ze niet. In plaats daarvan zet ze het recht voor haar neer.

Paul weet wat ze doet en hij heeft er geen zin in.

PAUL

Ik ben net wakker geworden. Mag ik alsjeblieft --?

Liefdestips aan mezelf

Soms worden romans ook als een serie verfilmd, zoals het young adultboek Liefdestips aan mezelf van Sylvia van Driessche.

Het verhaal draait rond de jonge Olivia, die noodgedwongen moet intrekken bij haar vader, stiefmoeder en stiefzus. Heel blij is ze daar niet om, maar haar leed wordt verzacht door haar grote liefde Max. Alleen heeft ze geen flauw idee hoe dat precies werkt, de liefde. Daarom houdt ze een dagboek bij waarin ze liefdestips aan haarzelf opschrijft.

In een interview in Het Nieuwsblad vertelt Sylvia Van Driessche hoe ze bij het schrijven van het scenario hielp.

‘Het is heel gek om ineens met verschillende mensen te vergaderen over mijn verhaal en mijn personages’, zegt Van Driessche. ‘Omdat ik het de voorbije maanden erg druk heb gehad met mijn nieuwe boek, ben ik nog niet samen met Charlie aan de schrijftafel gaan zitten. Dat wil ik binnenkort wel gaan doen. Nu lees ik de scenario’s na en geef ik input. Zo geef ik bijvoorbeeld meer achtergrond mee over alle figuren, details die niet in het boek staan. Zo schept de reeks een completer plaatje, en staat het ook meer op zichzelf.’

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 334
GoPlayPlay Media ©VANIN

Lees op p. 335-338 de eerste pagina’s van het boek en bekijk de eerste minuten van de eerste aflevering.

2 Welke verschillen merk je op?

3 Waarom pakte men bepaalde zaken anders aan, denk je?

Liefdestips aan mezelf fragment

Januari

Maandag 1 januari, 18.02 uur

Gelukkig nieuwjaar!

Ik was net op nieuwjaarsbezoek bij mijn moeder in het gekkenhuis en kreeg dit dagboek van haar cadeau. Ze schreef er zelfs een eerste paar woorden in:

LES 25 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 335
1 5
©VANIN

Mijn allerliefste Olijfje,

Een gelukkig nieuwjaar aan mijn allerliefste dochter.

Ik geef je dit dagboek omdat ik hier in de instelling heb geleerd dat het gezond is om je diepste gevoelens en angsten van je af te schrijven. Ik merk dat het me goed doet en ik hoop dat dit dagboek voor jou hetzelfde zal doen. Ik vond de omslag perfect bij jou passen: jong en tegelijkertijd ook volwassen. Ik heb je altijd al gezien als een volwassen geest in een jong lichaam.

ps Misschien kun je hierin alles opschrijven wat je meemaakt, zodat je het me later allemaal kunt vertellen?

Dikke kus,

Je mama

Zo, ik hoop dat dit de meligste woorden zijn die in mijn hele dagboek zullen verschijnen, dan hebben we dat al gehad. En als mijn ma denkt dat ik haar ooit alle details van mijn liefdesleven ga voorlezen, dan kan ze wel wat anders verzinnen.

Mijn moeder is zo’n beetje (zwaar) gek geworden en moest opgenomen worden in een psychiatrische instelling. Vandaar dat ik op de eerste dag van het nieuwe jaar moest gaan kijken hoe een gekkenhuis er vanbinnen uitziet. Eigenlijk had ik op 1 januari gewoon met mijn hoofd boven een emmer moeten hangen, nog totaal misselijk van oudejaarsnacht zoals iedere normale zeventienjarige, maar kom.

©VANIN

Maar ze heeft gelijk over het dagboek. Die kaft is … veelbelovend. Het kan niet anders of op deze pagina’s zullen vurige dingen beschreven worden. Of dat hoop ik in elk geval vurig, want ik ben van plan om elke pagina ervan te wijden aan de liefde natuurlijk, of wat dacht je dan?

18.38 uur

Dit voelt wel raar. Hoe doe je dat eigenlijk, een dagboek bijhouden?

Ik ga je beschouwen als een nieuwe, maar meteen ook goede vriendin, aangezien het de bedoeling is dat je: a) mijn diepste geheimen te horen krijgt en b) die ook met je leven bewaakt.

Ik zal je beschouwen als de papieren versie van Billie, al jarenlang mijn beste vriendin in het echte leven, die helaas niet elke seconde hier kan zijn. Sinds mijn moeder is opgenomen, woon ik namelijk in het gigantische huis van mijn vader en zijn nieuwe gezin aan de andere kant van de stad. Ferm tegen mijn zin, maar ja, ik moet nu eenmaal luisteren naar mijn ‘wettelijke vader’, ook al ken ik hem niet. Wie hem wel kent, is de rest van de bevolking, aangezien hij een beroemde tv-persoonlijkheid is. Ik kan alleen maar zeggen dat ik geen fan van hem ben, en dat is nog netjes gezegd.

Niet dat ik het over mijn vader wil hebben, of mijn moeder, of hoe ze er om de beurt niet in slagen om me op te voeden. Dat zal ik allemaal zo veel mogelijk negeren om het over iemand veel interessanter te hebben: Max.

Hmmm … De zwarte leren jas die hij altijd draagt over zijn sportieve lijf, zijn omhoog gestylede haren in dezelfde kleur als dat leder, zijn blauwe, starende ogen …

Helaas heeft Max mij nog niet in de smiezen, maar om de een of andere reden heb ik het gevoel dat dat snel zal veranderen.

Vrijdag gaat het namelijk gebeuren, op de schuimparty. Misschien heb ik wel een gave waarmee ik dingen aanvoel nog voor ze gebeuren, of ik heb een of andere overdreven optimistische geluksstof in mijn lijf doordat er een nieuw jaar is begonnen, dat kan ook.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 336 10 15 20
25 30 35 40 45

Vrijdag 5 januari, 17 uur, nog 4 uur te gaan

Billie heeft me de hele namiddag klaargestoomd voor de schuimparty. Een schuimparty is een feest waarin de brandweer om de een of andere reden het jeugdhuis komt volspuiten met schuim. Om de ellende van het vorige jaar van je af te wassen misschien? Het moet iets psychologisch zijn, dat kan niet anders. Het is alleen maar dé avond van het jaar. Billie en ik zullen elkaar onderdompelen in dat natte goedje, en met een berg wit schuim op ons hoofd weer opstaan zoals de Griekse godin Venus, die geboren is uit het schuim van de zee en er weer uit oprees als een volwassen vrouw.

Ik heb dat net nog geleerd voor het examen geschiedenis. Al weet iedereen dat het niet echt geschiedenis is, want het is nooit echt gebeurd.

Leuk verhaaltje wel, dat van die Venus. Misschien moet ik na dit schooljaar wel geschiedenis gaan studeren?

18.03 uur, nog drie uur voor de schuimparty

Ik heb nog drie uur te doden. Ik wou dat ik beneden gewoon wat in de woonkamer kon gaan zitten, maar aangezien ik iedereen die in dit huis rondloopt, negeer, ligt dat nogal moeilijk en blijf ik zo veel mogelijk in mijn kamer.

Misschien moet ik wat kaarsen aansteken om het hier gezelliger te maken. Heb er ergens nog een paar liggen met vanillegeur. Volgens mij is mijn ‘slaapkamer’ het enige triestige hok in het hele huis. Voor mijn komst werd het waarschijnlijk gebruikt als bezemkast. Zo ruikt het hier toch: naar schoonmaakproducten. Of het zijn de dennenbomen die buiten in het bos staan die hun geur afgeven, dat kan ook.

©VANIN

Zo … de kaarsen zijn aangestoken. Ik voel de Max-spanning stijgen.

Billie is even naar huis gegaan om zich klaar te maken, nadat ze mijn haar heeft aangepakt. Niet dat ze dat graag doet. Toen we deze middag samen naar het huis van mijn vader fietsten, begon ze al te zuchten.

‘Moet ik dat nu weer doen?’ vroeg ze. ‘Die krullen uit jouw kop föhnen? Ik heb nu al kramp in mijn handen als ik eraan denk. Dat duurt elke keer meer dan twee uur!’

‘Jij hebt makkelijk praten’, zei ik. ‘Met je steile haar. Dat ziet er altijd goed uit: jij hebt een pony die elke dag bruin en braaf en glanzend boven je ogen blijft liggen. Ik heb dat ooit eens geprobeerd, mezelf een pony knippen, en die krullen gingen gewoon een voor een weer rechtop staan.’ Ik keek haar verpletterd aan.

‘Rechtop, hè! Ik had geen pony, alleen een nieuw haarprobleem, want krullen laten groeien duurt een eeuwigheid met die miljoenen bochten die ze per se moeten nemen.’ Mensen hebben er echt geen idee van, van de ellende die krullen met zich meebrengen.

‘Olivia … íédereen wil jouw haar’, zei Billie verslagen en ze spurtte voor me uit. Billie is naast zelfverzekerd en no-nonsense, ook nog eens ontzettend sportief. Zo vindt zij het geweldig dat we elke keer een kwartier door het bos moeten fietsen om bij mijn vaders huis te komen, ik iets minder.

‘Iedereen mag mijn haar hebben’, bood ik aan. ‘Ik wil op elk moment met wie dan ook ruilen.’

‘Ik denk toch dat het tijd is om je erbij neer te leggen, Olijfje’, zei ze, en ze kwam weer naast me fietsen. ‘Je hebt nu eenmaal krullen. Leg je erbij neer.’

Ik glimlachte, maar het was het soort glimlach waaruit ze moest afleiden dat geen haar op mijn hoofd er nog maar aan dacht ze te aanvaarden.

‘O, god, mijn arme handen’, jammerde Billie en ze ging zonder handen fietsen om haar vingers alvast te stretchen.

‘Voor wie ga jij vanavond?’ zoemde ik. Iedereen weet dat het bij mij om Max draait, maar bij Billie … ‘Geen idee. Dat maakt het net spannend, toch? Je moet het allemaal niet zo serieus nemen.’

Om eerlijk te zijn, konden Billie en ik niet meer van elkaar verschillen, zowel qua uiterlijk als qua innerlijk. Ik ben het type dat gelooft dat ik nooit aan een lief zal komen als ik niet de hele tijd hoge hakken en rode lippenstift draag om hem te verleiden. Zij is het type dat elke dag een sportieve outfit aantrekt en op sneakers loopt ‘omdat dat nu eenmaal makkelijk is’.

LES 25 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 337 50 55 60
65 70 75 80 85 90 18.13
uur

Aan de andere kant heeft ze wel een unieke stijl. Vroeger vond ik alle sportkleren afgrijselijk, maar ik moet toegeven dat Billie er bijna in slaagt om je sportkleding te willen laten dragen. Als ze een rode sportbeha combineert met een oudroze vintagetop met een knoopje erin en dat op een zwarte legging, overweeg je bijna zelf om zo’n outfit aan te trekken. Alleen zou dat betekenen dat mensen ook sportieve dingen van je gaan verwachten en dus doe ik het niet.

En verder … Terwijl ik 99 procent van mijn tijd naar Max zit te staren, knipoogt zij naar elk mannelijk wezen dat intussen voorbijloopt. Maar op de een of andere manier kunnen we niet zonder elkaar, en dat is nu al zo sinds het begin van de middelbare school.

Als ik Billie niet had gehad al die jaren.

Bij het huis van mijn vader aangekomen reden we meteen de lange oprit naar de voordeur op. Ik zag het

Billie al denken, maar ze zei niets.

En daar was het dan toch, toen ik de voordeur opende. ‘Is hij er?’ vroeg ze.

Elke. Keer. Opnieuw. Stelt. Ze. Die. Vraag. ‘Geen idee’, zei ik naar waarheid. Ik sloeg de deur van de wc open, in de hoop dat hij erop zat, en ze zou kunnen zien dat beroemdheden ook maar mensen van vlees en bloed zijn die naar de wc moeten. Maar hij zat er niet op. Weer niet.

Ooit gooi ik die deur wél op het juiste moment open. ‘Denk je dat hij nog thuiskomt vanavond?’

Ik haalde mijn schouders op. ‘Geen idee alweer.’

Zozeer als Billie in mijn vader is geïnteresseerd, zo weinig kan hij mij schelen. Het is bizar als je er zo over nadenkt: het effect dat beroemde mensen hebben op normale stervelingen. Billie is normaal altijd de coolheid zelve, maar ook zij heeft blijkbaar één zwakke plek: mijn vader nog wel. Ze wordt zo opgewonden van de gedachte aan mijn vader dat ik me er maar beter geen beelden bij kan voorstellen.

‘In al die maanden dat jij hier nu woont, heb ik hem nog niet één keer gezien’, klaagde ze.

Ik rolde met mijn ogen terwijl we door de witte gangen naar mijn kamer liepen.

‘Wanneer gaan we eens naar zijn show kijken, Olivia …? Alsjeblieft? Je vindt het waarschijnlijk leuker dan je denkt.’

Mijn vader heeft zijn eigen talkshow op televisie, zie je. Hij interviewt elke dag een andere beroemdheid en praat over wat er die dag is gebeurd in de wereld. Dat maakt mijn vader voor de meeste mensen een soort Mysterieus Goddelijk Wezen, maar voor mij is dat één grote mythe à la Venus: niets van waar. Hij blijft gewoon de eikel die mijn moeder in de steek liet en helemaal uit mijn leven verdween toen ik nog een baby was.

‘Ik weet het niet, Billie,’ zei ik, ‘die show van mijn vader …’

‘Ben je dan niet stiekem, ergens héél diep in jezelf, blij dat je pa je is komen halen?’ vroeg ze. ‘Na al die jaren?’

‘Nee’, zei ik ferm. ‘Ik heb geen idee waarom hij dat heeft gedaan. Ik bedoel, omdat mijn moeder niet meer voor mij kan zorgen, dat weet ik wel, maar verder? Het is niet zo dat hij interésse toont in mij of zo. We zeggen nauwelijks iets tegen elkaar.’

‘Ligt dat niet vooral aan jou?’ stelde Billie. Het was niet eens een vraag.

Ik kneep mijn ogen geërgerd dicht, al had ze ergens wel gelijk. Ik maak er al vanaf het begin een sport van om zo weinig mogelijk woorden met mijn vader en zijn nieuwe gezin te wisselen. Het probleem is dat ik me schuldig zou voelen tegenover mijn moeder mocht ik te zoetjes gaan doen tegen die mensen. Tenslotte heeft mijn moeder al die jaren voor mij gezorgd en zagen of hoorden we mijn vader nooit. Zelfs niet op mijn verjaardag of met kerst.

‘Ik vind het juist heroïsch wat je vader heeft gedaan’, zei Billie. ‘Je had hem nodig, en hij was er. Ineens, uit het niets, zonder dat je hem iets moest vragen. Dat is zoals in de films.’

‘Heroïsch zijn is bij je gezin blijven als je kind pas geboren is in goede en in slechte tijden’, zei ik droog. Zo, daar had Billie niets meer op te zeggen.

Nu ik er zo over nadenk vraag ik me af hoe mijn vader te weten is gekomen wat er met mijn moeder aan de hand was. Mijn ouders hebben de voorbije zeventien jaar geen woord met elkaar gewisseld. Ik heb mijn vader, ook al woont hij al jaren in dezelfde stad, mijn hele leven alleen maar op tv gezien, en dan nog: elke keer dat hij op het scherm verscheen, haastte mijn ma zich als een bezetene naar het toestel om van zender te veranderen.

‘Wat je ook doet, Olivia,’ zei ze altijd. ‘word nooit verliefd op een beroemdheid. Dan moet je de hele tijd je tv verzetten als het misloopt.’

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 338 95 100 105 110 115
120 125 130 135 140 145
©VANIN

Er worden relatief gezien weinig Vlaamse romans verfilmd.

1* Hoe komt dat, denk je?

2 Lees het artikel uit De Morgen op de volgende pagina. In de tekst gaat de journalist op zoek naar een verklaring voor het beperkte aantal ver lmingen van Vlaamse romans.

a Vat de informatie uit elk deel samen.

b Bedenk een tussentitel voor elk deel.

LES 25 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 339
VLAAMSE KOST
©VANIN
1 2 3 4 5 4

3* In dit artikel krijg je een hele lijst aan ver lmde Vlaamse romans.

a Welke verfilmingen zag jij al? Welke vond je goed / minder goed?

b Je kunt ook een van deze titels gebruiken voor de verwerkingsopdracht uit deel 5.

Literatuur en Film Kurt Vandemaele

Waarom

worden er nog zo weinig Vlaamse romans verfilmd?

Het ene jaar staan er drie of meer verfilmingen van Vlaamse romans op de plank, het jaar erna geen enkele. Hoe komt het toch dat er zo weinig Vlaamse romans worden verfilmd?

1

‘Ik heb de indruk dat het vak van scenarist vroeger niet bestond. Een scenarist was in die tijd iemand die stukken uit boeken nam, ze aan elkaar breide en daar een film van maakte’, zegt Herman Brusselmans.

‘Maar doordat de tv ook almaar meer verhalen nodig had, zijn er meer en meer scenaristen gekomen en zijn ook regisseurs vaak hun eigen materiaal gaan schrijven. En het kan ook aan de boeken liggen. Doordat die minder verhalend zijn.’ Hij aarzelt even en voegt er dan aan toe: ‘Zeker die van mij. Al heb ik ook wel een tiental titels die prima films zouden opleveren.’ Zelf moest hij genoegen nemen met één verfilming: Ex Drummer

Volgens regisseur Hans Herbots – de Vlaamse regisseur die de meeste ervaring heeft met het bewerken van Vlaamse en andere boeken naar het kleine en grote scherm – moet de verklaring eerder gezocht worden bij de toegenomen kwaliteit van de Vlaamse scenaristen. ‘Het vak van scenarioschrijver is de laatste tien jaar enorm geprofessionaliseerd. Er zijn opleidingen bijgekomen, waar voortdurend getalenteerde scenaristen afstuderen. ‘Tot halverwege de jaren negentig was het ondenkbaar dat je fulltime scenarist

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 340
© Archives du 7e Art, Photo 12 ©VANIN

was. Ik denk dat het te maken heeft met de opkomst van tv-fictie, dat er opeens geld voorhanden was om projecten te ontwikkelen en te schrijven. Dat heeft de laatste tien, vijftien jaar wel een grote verandering teweeggebracht. Scenaristen gaan samenwerkingsverbanden aan met productiehuizen en regisseurs gaan ook almaar vaker zelf schrijven. Intuïtief zou ik zeggen dat er bij ons minder boeken worden verfilmd doordat we hier zo’n uitzonderlijke tv-productie hebben dat onze scenaristen bijzonder sterk geworden zijn. En ze zijn nog altijd aan het groeien. Het is een soort mentaliteitswijziging, denk ik.’

2

Zijn collega Hilde Van Mieghem verwijst ook naar de opleidingen: ‘Hier leveren de filmscholen auteurs af, in tegenstelling tot die in Nederland. De opleidingen spitsen zich toe op originele verhalen.’ Christophe Dirickx, de scenarist van De helaasheid der dingen, die al jaren in Engeland woont, is er ook van overtuigd dat de reden waarom Vlaamse regisseurs minder boeken verfilmen te maken heeft met het auteurschap. ‘Auteurs van bij ons willen hun eigen verhaal vertellen. En dat is goed. In Angelsaksische landen is het veel meer de studio of de producer die bepaalt wat er verfilmd zal worden. Daardoor speelt daar ook nog veel meer de kracht van een bestseller als selling-point voor de film. Als het boek al bewezen heeft dat het verhaal werkt, dan speelt de producent of de studio al een beetje op zeker. Terwijl er vaak niet genoeg wordt bij stilgestaan dat de scenaristen er niet gegarandeerd in slagen het boek in een film te vertalen.’

3

©VANIN

‘Film is een ander medium dan literatuur’, zegt Elvis Peeters, van wie momenteel De ontelbaren en Wij worden verfilmd. ‘Je kunt de plot gebruiken en een aantal personages misschien, maar voor een degelijke verfilming kun je nooit 100 procent van de roman gebruiken. Er zal altijd zo’n 40 procent overblijven die alleen in een boek kan.’ ‘De helaasheid der dingen vond ik een heel knappe bewerking. De film had andere zaken te zeggen dan het boek. En een duidelijkere plot. De filmmakers hebben een aantal dingen ingevuld, waardoor je de film kunt zien en het boek lezen en niet het gevoel hebben: ik weet al de helft.’ Die bewerking van het boek van Dimitri Verhulst was geen makkelijke klus, zo herinnert coscenarist Christophe Dirickx zich: ‘De scenarist van Trainspotting vergeleek het met huizen bouwen. Bij een adaptatie staat het huis er eigenlijk al, maar alles moet veranderd worden. Maar als je op je eigen inspiratie terugvalt, kun je het huis bouwen zoals je wilt. Je maakt een verhaal dat zich laat verfilmen. Felix Van Groeningen en ik hebben anderhalf jaar gewerkt aan de adaptatie van De helaasheid der dingen. Wat wij vooral hebben gedaan, is dat boek stuk gelezen. Al het andere werk van Dimitri hebben we gelezen, ook het journalistieke werk, echt alles om die stijl van hem te begrijpen en naar het scherm te kunnen vertalen.’

‘We hadden ook het voordeel dat Dimitri eigenlijk helemaal niets met de film wou te maken hebben. “Laat mij met rust,” zei hij, “ik heb dat al geschreven.” Wat een heel goeie houding is, vind ik, als romanschrijver. We mochten één dag bij hem langsgaan om al onze vragen te stellen. En die ene dag heeft ons geweldig geholpen. Om ons te doen inzien hoe die familie werkte. Dingen die niet in het boek staan.’

Hilde Van Mieghem kreeg van Tom Lanoye ook te horen dat hij na zijn ervaring met Kartonnen dozen en de tv-bewerking van Het goddeloze monster liever niet bij de verfilming betrokken werd. Van Mieghem: ‘Robert McKee, de scriptgoeroe waar ik ook les bij gevolgd heb, zei altijd: “you have to reinvent it”. Je moet het opnieuw uitvinden, je moet een nieuw verhaal maken van dat boek. Want je hebt natuurlijk altijd het probleem van die mensen die zeggen: ik vind het boek leuker dan de film. Dat is eigenlijk een oneerlijke benadering. Je kunt gewoon niet verwachten dat wat je zult te zien krijgen wat je gelezen hebt. Dat is gewoon niet mogelijk. Een boek is al snel 400 bladzijden, een scenario is er zelden meer dan 110, hoogstens 120 bladzijden.’

Ook Elvis Peeters bemoeit zich weinig met de verfilming van zijn boeken. ‘Met het script van Wij heb ik me helemaal niet ingelaten. Op de set heeft de regisseur de verantwoordelijkheid. Liever iemand met een visie die een prachtige film maakt, dan een compromissenfilm waar niemand blij mee is.’

LES 25 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 341

Hans Herbots heeft intussen al vier boeken verfilmd. ‘Ik denk dat dat het gevolg is van mijn eerste film, Vallen, de verfilming van een jongerenboek van Anne Provoost, dat ik gelezen had en waar ik nogal door aangegrepen was. Wat ik wel tof vond in dat boek toen was dat ik er heel veel dingen in kwijt kon waar ik zelf mee bezig was op dat moment.’

(…) 4

Vlaamse boekverfilmingen die Brusselmans konden bekoren waren De witte van Robbe De Hert, De helaasheid der dingen en ook Het sacrament, dat op Omtrent Deedee van Hugo Claus gebaseerd was, kon er naar zijn smaak mee door. ‘Hoewel ik, in alledrie de gevallen, het boek nog beter vond’, zegt hij. ‘Maar dat komt omdat ik eerst het boek had gelezen. Het is vaak zo. Als je eerst de film ziet, dan vind je de film beter. Bij die buitenlandse films weet je soms niet dat er eerst een boek was. Get Shorty vond ik een hele goeie film, heb ik me kapot mee gelachen, en dat bleek dan een boek te zijn van Elmore Leonard. Ook Jackie Brown van Tarantino is op een boek van hem gebaseerd. Wel met een andere titel, Rum Punch. Veel van die romantische komedies, films of kostuumfilms zijn op boeken gebaseerd. Far from the Madding Crowd bijvoorbeeld, dat is Thomas Hardy. Als je Engelse literatuur gestudeerd hebt, weet je dat, maar de modale bioscoopganger is daar niet mee bezig. En bepaalde heel veel goeie films zijn vaak gebaseerd op B-literatuur. Zoals Rosemary’s Baby, The 39 Steps en Psycho. Waar de film duidelijk beter is dan het boek.’

Er worden weinig Vlaamse boeken verfilmd, maar toch zijn er veel plannen. Dimitri Verhulst blijft in de markt liggen. ‘Ligt aan het feit dat hij boeiende verhalen schrijft met interessante personages. Hij zet situaties neer’, zegt Christophe Dirickx. Manu Riche heeft eind vorig jaar de opnamen afgerond van Problemski Hotel van Verhulst en Koen Mortier (Ex Drummer) gaat voor de verfilming van zijn novelle Monoloog van iemand die het gewoon is om tegen zichzelf te praten. Een film die Engel zal heten. Ook Wij en ik van Saskia De Coster moet een film worden. De rechten daarvan zijn verkocht aan productiehuis De Mensen. Terwijl Woesten van Kris Van Steenberghe verkocht is aan Ciné Cri De Coeur, het productiehuis achter de film Allez Eddy. En Griet Op de Beeck verkocht de rechten van haar succesroman Vele hemels boven de zevende aan Jan Matthys.

5

Van De engelenmaker van Stefaan Brijs is ook al lang sprake. Eerst zou Rudi Van den Bossche daar een film van maken, kreeg scenariosteun van het VAF, maar uiteindelijk kwamen de rechten bij het Nederlandse productiehuis N279 terecht en gaat Christophe Van Rompaey ( Aanrijding in Moscou) het boek verfilmen. Alleen is hij nu eerst nog een andere langspeler, Vincent en het einde van de wereld, aan het draaien.

©VANIN

‘Je weet uiteindelijk nooit of een film er komt’, zegt Brusselmans. ‘Ooit zijn de rechten van De terugkeer van Bonanza voor een aardig bedrag verkocht. En ik heb dan ook nog voor een aardig bedrag meegeschreven aan het scenario, maar er is nooit iets van gekomen. Dat gebeurt. Nu ben ik bezig aan een trilogie, er zijn al twee delen gepubliceerd: Poppy en Eddie en Poppy en Eddie en Manon. Het derde deel, Poppy, Eddie, Manon en Roy Harper, moet nog uitkomen. Samen meer dan 1 000 bladzijden en Jan Bucquoy zou dat verfilmen. Maar je kent hem, hè. Als er over rechten en geld moet gepraat worden, zegt Jan: “Kunnen we dat niet voor wat minder doen?” Maar je kunt er lacherig over doen, Jan Bucquoy zie ik als een van de weinigen die geschikt zijn om een boek van mij te verfilmen.’

Bron: www.demorgen.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 342

VERWERKINGSOPDRACHT

In dit deel vergelijk je als duo een boek met zijn verfilming in een korte presentatie. Net als een recensent in het nieuws of op een online platform presenteren jullie kort het verhaal, geven jullie informatie over de auteur en de verfilming en bespreken jullie als echte kenners ook enkele verschillen tussen het boek en de film.

Is het boek beter dan de film? Aan jullie om de klas te overtuigen …

©VANIN

Voorbereiden

1 Lees individueel een van de verfilmde boeken uit de lijst die jullie kregen aan het begin van de les en bekijk daarna samen de verfilming van het gekozen boek.

Plannen

2 Vergelijk samen met een medeleerling het boek met de film. Jullie gieten jullie bevindingen in een mondelinge presentatie die de volgende elementen bevat.

elementen

1 korte inhoud van het boek

2 auteur

3 persoonlijke appreciatie

4 trouwe of vrije verfilming?

toelichting

Geef een korte samenvatting van boek.

Waarover gaat het boek?

Waar speelt het boek zich af?

Wie zijn de belangrijkste personages?

Welke thema’s staan centraal in het boek?

Geef een korte biografische schets van de auteur.

Schreef hij nog andere werken?

Vonden jullie de verfilming geslaagd? Waarom wel/niet?

Argumenteer of het om een trouwe of eerder vrije verfilming gaat.

5 keuzes regisseurWelke opvallende ingrepen heeft de regisseur gemaakt? Toon dit aan met twee concrete voorbeelden.

6 persoonlijke keuzes Welke andere keuzes zouden jullie aan de regisseur voorstellen? Licht jullie keuzes toe.

LES 25 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 343
5 VERFILMDE BOEKEN

3 Jullie kopiëren twee pagina’s uit het boek die in de film anders worden weergegeven. Die pagina’s geef je samen met deze pagina af als schriftelijke voorbereiding.

Hoe verschilt de film van dit boekfragment?

boek-

fragment 1

boekfragment 2

Inoefenen

4 Oefen jullie presentatie enkele keren. Hou daarbij rekening met de evaluatiecriteria op p. . Je brengt de mondelinge presentatie op Reflecteren

5 Elk groepje wordt beoordeeld door een ander groepje. Maak daarvoor gebruik van de evaluatiematrix. Ook je leerkracht gebruikt deze fiche.

6 Waar moet je medeleerling de volgende keer rekening mee houden? Formulier twee concrete tips voor een volgende spreekopdracht.

tip 1

tip 2

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 344
©VANIN

Evaluatiematrix – Spreken: verfilming van een boek

volledigheid en duidelijkheid

-Je geeft duidelijk weer waarover het verhaal gaat (korte inhoud) en geeft een biografische schets van de auteur.

-Je vertelt of de verfilming trouw is aan het boek of eerder vrij is en bespreekt enkele opvallende keuzes van de regisseur.

-Je geeft je eigen mening over de verfilming en doet enkele suggesties.

-Je presentatie is visueel aantrekkelijk.

-De presentatie is gestructureerd en goed opgebouwd.

Niet alle onderdelen werden even sterk uitgewerkt. Je besteedde te weinig aandacht aan:

- de korte inhoud

-de info over de auteur

-de soort verfilming (trouw/ vrij)

-de keuzes van de regisseur

- je mening

- je suggesties

-Visueel kon je presentatie beter/aantrekkelijker.

-De presentatie kon beter/gestructureerder opgebouwd worden.

correctheid en aantrekkelijkheid

-Je presenteert enthousiast en vlot; je tempo is goed.

-Je articulatie is goed; je praat niet te stil of te luid.

-Je spreekt AN.

-Je hebt oogcontact met je publiek.

-Je houding en non-verbale communicatie zijn goed.

Aanvullende commentaar:

De volgende talige aspecten van je presentatie konden beter:

- vlotheid/tempo

- articulatie

- volume - taalzuiverheid

- oogcontact

- houding

-non-verbale communicatie

De vergelijking van je boek en film is inhoudelijk onvoldoende.

©VANIN

-De presentatievorm is onvoldoende uitgewerkt / slecht gekozen.

-De presentatie heeft weinig structuur.

Je presentatie was talig weinig aantrekkelijk.

LES 25 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 345
VOLDOENDE
GOED
ONVOLDOENDE

Een eindwerk maken

Je geeft een correcte verwijzing naar gebruikte bronnen 1

Je kent de regels om een bibliografie op te stellen en past ze toe 2

Je kent en gebruikt verschillende digitale taalhulpmiddelen 3

Je stelt een voorwoord bij een boek of eindwerk op 4

3 Lees in de Trajectwijzer de richtlijnen om een correcte bibliogra e op te stellen. 1

Je schrijft de schematische weergave van je eindwerk uit tot een samenvatting 5

Je presenteert de inhoud van je eindwerk 6

1 Geef drie redenen waarom een goede bronvermelding belangrijk is. 1 2 3

2 Bekijk het volgende fragment en beantwoord de bijhorende vragen.

a Kan artificiële intelligentie volgens jou ingezet worden om een tekst zoals je eindwerk te schrijven? Geef twee argumenten waarom wel of niet.

b De relatie tussen een tekst gegenereerd door chatGPT en de gebruikte bronnen is complex. Geef twee problemen die zich voordoen.

les
HET BELANG VAN EEN GOEDE BRONVERMELDING
5.9 26
TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 346
©VANIN

DIGITALE HULPMIDDELEN

In het Onthouden-kader op p. 348-350 staan enkele digitale hulpmiddelen die je tijdens het schrijven kunt inzetten. Neem die informatie door en maak aansluitend volgende opdrachten.

1 Stel een bibliogra e op van de volgende twee bronnen met behulp van Microsoft Word (of Scribbr). Zoek extra informatie op indien nodig.

BRON 1 In 2022 bracht Van Dale dit boek uit:

BRON 2

https://www.onzetaal.nl/tijdschrift/03-2023/artikel/slecht-nieuws-goed-brengen-hoe-doe-je-dat

2 Plak een alinea uit je eindwerk in de Schrijfassistent en laat die controleren. Bekijk de suggesties kritisch. Waarop moet je extra letten bij het schrijven van de volgende onderdelen? Formuleer drie tips voor jezelf.

LES 26 EEN EINDWERK MAKEN 347
2 ©VANIN

onthouden

Digitale hulpmiddelen tijdens het schrijven

Bibliogra e opstellen

Een bibliografie volledig zelf uitschrijven is best een tijdrovende klus. Gelukkig zijn er enkele digitale hulpmiddelen die je daarbij kunnen helpen. In Microsoft Word kun je de nodige informatie van elke bron ingeven om later een bibliografie te genereren.

In Word kun je automatisch een bibliografie opstellen. Dat doe je als volgt:

1 Klik op Verwijzingen in het lint bovenaan de pagina.

2 Klik op Citaat invoegen en kies voor de optie Nieuwe bron toevoegen...

3 Selecteer het type bron en geef alle gekende informatie over de bron in.

4 Klik vervolgens op OK

5 Selecteer bij Stijl de methode die je wilt gebruiken om de bronnen te vermelden, bv. de APA-methode.

6 Klik op Bibliogra e en kies de opmaak die je wilt gebruiken.

Wil je later de bibliografie aanpassen omdat je nieuwe bronnen hebt toegevoegd? Klik met de rechtermuisknop op je bibliografie en kies Veld bijwerken

Werk je niet met Microsoft Word? Dan kun je ook gebruikmaken van de gratis bronnengenerator van Scribbr. Surf daarvoor naar https://www.scribbr.nl/bronvermelding/generator/

Spellingscontrole

De meeste tekstverwerkers hebben een ingebouwd spellingscontroleprogramma. Door dat te gebruiken, worden spelfouten tijdens het schrijven gemarkeerd.

• spellingscontrole in Microsoft Word Wanneer je een woord volgens de spellingscontrole fout spelt, wordt dat woord onderlijnd en krijg je een suggestie van het programma te zien wanneer je op het woord gaat staan en op de rechtermuisknop klikt.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 348
1 3 4 2 5 6
Tip
©VANIN

©VANIN

Zorg dat het spellingscontroleprogramma werd ingesteld in de juiste taal(variant), zo voorkom je vergissingen.

• online spellingscontroleprogramma’s

Ook online vind je meerdere spellingscontroleprogramma’s terug. Het is een goed idee om een schrijfhulpmiddel te testen alvorens je aan de slag gaat met je geschreven tekst, zo weet je dat de tool goed werkt.

Taal- en stijlfouten

Wanneer je zelf een tekst hebt geschreven en hebt nagelezen, is het mogelijk dat je niet elke taal- of stijlfout hebt opgemerkt. Er bestaan digitale schrijfhulpmiddelen die je kunnen helpen om die fouten alsnog op te sporen en te verbeteren.

In  lanceerden VRT, De Standaard en KULeuven zo’n schrijfhulpmiddel: Schrijfassistent Nederlands. Je geeft je tekst in op de website en krijgt meteen adviezen en alternatieven.

Stappenplan bij het gebruik van Schrijfassistent Nederlands

1 Kopieer je tekst (in delen) en plak die in de Schrijfassistent Nederlands.

2 Kies vervolgens waarop je het programma wilt laten focussen (dt-fouten, passief, herhaling …).

3 Lees onderaan de pagina de extra informatie over de taal- of stijlfout.

4 Bekijk de gemarkeerde woorden of zinnen.

5 Ga met je pointer op het woord staan en lees waarom het woord gemarkeerd werd.

6 Denk kritisch na. Indien de suggestie van het hulpmiddel klopt, pas je de suggestie toe in je oorspronkelijke tekst.

LES 26 EEN EINDWERK MAKEN 349

Tip

Schrijf je tekst eerst in een tekstverwerkingsprogramma en kopieer de tekst vervolgens naar het online hulpmiddel. Zo loop je niet het risico dat de tekst verloren gaat wanneer er zich onverwachte internetproblemen voordoen.

Tip

Een digitaal hulpmiddel kan ook fouten maken. Daarom is het belangrijk om na te gaan waarom iets als fout of onwenselijk wordt aangeduid. Ben je het niet eens met de suggestie van een schrijfhulpprogramma? Pas dan je tekst niet aan.

Eerste hulp bij taalkwesties

Soms heb je een concrete vraag over een taalkwestie. Je kunt dan de volgende digitale bronnen raadplegen.

• woordenlijst.org

Op deze website kun je de correcte spelling en het correcte meervoud van een bepaald woord terugvinden. Naast de woordenlijst vind je er ook een leidraad met de regels van onze spelling. De Woordenlijst Nederlandse Taal is ook gekend in boekvorm: Het Groene Boekje

• Taaladvies.net

Deze website werd opgericht door De Taalunie. Je vindt er een lijst van taalkundetermen, interessante naslagwerken en een overzicht van antwoorden op taalvragen. Je kunt ook een taalvraag indienen op de website, die wordt beantwoord door de taaladviseurs van Het Genootschap Onze Taal en de Taaltelefoon. De antwoorden op de vragen worden vervolgens op de website gepubliceerd met een verwijzing naar de gebruikte naslagwerken. Belangrijk om te weten: deze website schrijft niet voor wat wel of niet correct is, maar geeft weer wat, in verschillende regio’s, in welke mate gangbaar is.

Naar: taaladvies.net

Arti ciële intelligentie als schrijfhulpmiddel

In onze huidige maatschappij is het gebruik van artificiële intelligentie niet meer weg te denken. Artificiële intelligentie gebruiken om een eindwerk te schrijven is niet meer onmogelijk, maar brengt heel wat risico’s met zich mee. Daarom is het belangrijk om kritisch om te gaan met die programma’s (zie ook Les ).

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 350
WEBSITE WEBSITE ©VANIN

EEN VOORWOORD SCHRIJVEN

Een voorwoord is een tekst die voorafgaat aan een groter werk zoals een boek of een eindwerk.

1 Wat zijn volgens jou de kenmerken van een goed voorwoord? Omcirkel het juiste element zodat de uitspraken kloppen.

onthouden

Een voorwoord schrijven

Vorm

• Een voorwoord wordt wel / niet geschreven in de ik-vorm.

• De lengte van een voorwoord is maximum 1 / 2 / 3 bladzijde(n).

• Bovenaan / Onderaan het voorwoord vermeld je naam, plaats en datum.

Inhoud

• Een voorwoord is wel / niet de geschikte plaats om te verwijzen naar de aanleiding van je eindwerk.

• Een voorwoord is wel / niet de geschikte plaats om je onderzoeksmethode (in geval van een onderzoek) grondig toe te lichten.

• Een voorwoord bestaat wel / niet uit een samenvatting van je eindwerk.

• In een voorwoord is er wel / geen ruimte om je persoonlijke ervaringen tijdens het schrijven van je eindwerk te verwoorden.

• In een voorwoord mag je de mensen die je geholpen hebben wel / niet bedanken.

Hoewel het woord ‘voorwoord’ het niet doet vermoeden, start je meestal pas met het schrijven van een voorwoord nadat je de rest van je eindwerk geschreven hebt. Dit omdat je in je voorwoord terugblikt op enkele zaken.

2* Beantwoord de volgende richtvragen om je op weg te helpen.

Heb je bepaalde dingen geleerd tijdens het schrijven van dit eindwerk?

Waarover gaat je eindwerk?

Hoe heb je het schrijven van dit eindwerk ervaren? Waarom? verhelderend – uitdagend – vernieuwend – eenvoudig …

Waarom heb je een eindwerk rond dit thema geschreven?

Wie heeft je geholpen om dit eindwerk tot een goed einde te brengen? Wat heeft die persoon voor jou gedaan? (Start met de persoon wiens bijdrage het belangrijkst was.)

3 Verwerk de antwoorden op bovenstaande vragen in een voorwoord. Je kunt daarvoor dit schrijfkader gebruiken.

Alinea 1: een introductie van je eindwerk waarin je ook de aanleiding voor het schrijven van dit eindwerk vermeldt.

Alinea 2: persoonlijke ervaringen of ondervindingen tijdens het schrijven van je eindwerk.

Alinea 3: bedanking van de mensen die je geholpen hebben bij maken van je eindwerk. Plaats die mensen in een logische volgorde (de persoon die de grootste bijdrage leverde, wordt eerst vermeld). schrijven

LES 26 EEN EINDWERK MAKEN 351
3 ©VANIN

4 Kijk je voorwoord grondig na aan de hand van de volgende checklist. Maak eventueel gebruik van digitale hulpmiddelen (zie p. 348-350).

Checklist

inhoud

 Ik vermeld de aanleiding voor het schrijven van dit eindwerk.

 Ik vermeld mijn persoonlijke ervaringen of ondervindingen die ik had tijdens het schrijven van dit eindwerk.

 Ik bedank iedereen die me geholpen heeft bij het opstellen van dit eindwerk in een logische volgorde.

vorm

 Ik gebruik de ik-vorm.

 Mijn alinea’s zijn goed opgebouwd en duidelijk afgebakend.

 Ik gebruik voldoende structuuraanduiders.

 Ik maak geen spel- of taalfouten.

5 Laat je voorwoord nalezen door een medeleerling en vraag hem/haar om twee tips te geven om je tekst beter te maken.

1

2

EEN EINDWERK SAMENVATTEN

Vorig jaar leerde je hoe je een goede samenvatting kunt maken van een tekst. In deze Eindstop leer je hoe je je eindwerk op een duidelijke en gestructureerde manier kunt samenvatten.

Om tot een goede samenvatting te komen, is het belangrijk om de essentiële informatie eerst te structureren in de vorm van een schema

1 Vorig jaar leerde je de kenmerken van een goed schema. Welke kenmerken herinner je je nog?

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 352
inhoud 4 ©VANIN
vorm

2 Maak nu een schema van je eigen eindwerk aan de hand van onderstaande vragen.

a Wat is het onderwerp van je eindwerk?

b Is je eindwerk opgesteld aan de hand van een van de vaste tekststructuren?

 probleemstructuur

 maatregelstructuur

 evaluatiestructuur

 handelingsstructuur

 onderzoeksstructuur

 chronologische structuur

c Bekijk de deelvragen van die tekststructuur in de Trajectwijzer d Gebruik de deelvragen om je eindwerk te schematiseren.

titel: onderwerp

Is je eindwerk niet opgebouwd aan de hand van een vaste tekststructuur? Probeer dan de informatie in je schema te ordenen op basis van de deelvragen/tussentitels die je zelf hebt bepaald.

deelvraag 1

deelvraag 2

deelvraag 3

deelvraag 4

deelvraag 5

deelvraag 6 conclusie

LES 26 EEN EINDWERK MAKEN 353
Tip
4.6 ©VANIN

Je vertrekt nu vanuit je schema om een schriftelijke samenvatting van je eindwerk te maken.

Voor het schrijven

Het is belangrijk om het doel en het doelpubliek van je samenvatting in het achterhoofd te houden. Zo zal een samenvatting voor je medestudenten minder uitgebreid zijn dan een samenvatting voor een jury.

1 Bepaal het doel en het doelpubliek van je samenvatting in samenspraak met je leerkracht. doel:

doelpubliek:

2 Maak een schrijfplan voor je samenvatting waarin je de relevante informatie uit je schema gebruikt. Geef in dit schrijfplan aan welke informatie je in de inleiding, de conclusie en in elke alinea wilt vermelden.

Tijdens het schrijven

3 Hou tijdens het schrijven van een gedetailleerde samenvatting rekening met de volgende aandachtspunten.

• Schrijf een doorlopende tekst met een IMS-structuur.

• Zorg voor een logische opbouw binnen elke alinea: een kernzin en uitwerking.

• Maak gebruik van duidelijke signaal- en verwijswoorden.

Na het schrijven

4 Neem je samenvatting grondig door en beoordeel ze aan de hand van de evaluatiematrix op de volgende pagina.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 354
©VANIN

Evaluatiematrix – Schrijven: samenvatten

volledigheid en duidelijkheid

Je samenvatting is opgesteld aan de hand van een duidelijke IMS-structuur.

De tekst is onderverdeeld in alinea’s. Die alinea’s werden correct opgebouwd (kernzin en uitwerking).

- De samenhang en structuur van de tekst wordt onderbouwd door signaalen verwijswoorden.

- De verbanden tussen verschillende tekstonderdelen zijn duidelijk.

Je verwerkt alle relevante informatie in je samenvatting met de nodige details.

De tekst is opgebouwd volgens het IMS-principe. De inleiding en het slot zijn aanwezig, maar:

De tekst is onderverdeeld in alinea’s. De tekstsamenhang (binnen de alinea en/of tussen alinea’s) is echter een werkpunt.

- Je maakt gebruik van signaal- en verwijswoorden, maar niet voldoende en/of niet altijd op een correcte manier.

- De verbanden tussen verschillende tekstonderdelen zijn meestal, maar niet altijd duidelijk.

Je verwerkt alle relevante informatie in je samenvatting maar geeft soms te veel/ weinig details.

correctheid en aantrekkelijkheid

De taal van het eindresultaat is (nagenoeg) foutloos.

-De omvang van je samenvatting bedraagt niet meer dan een derde van de oorspronkelijke tekst.

- De lengte van de verschillende onderdelen is in verhouding tot de lengte van de oorspronkelijke tekst.

Aanvullende commentaar:

De tekst bevat enkele taalfouten die - de communicatie niet hinderen;

- de boodschap niet in de weg staan.

-De omvang van je samenvatting is net niet te uitgebreid.

- De lengte van de meeste onderdelen is in verhouding tot de lengte van de oorspronkelijke tekst, maar niet altijd.

De tekst is niet opgedeeld volgens het IMS-principe. Inleiding en/of slot ontbreken of zijn te beperkt uitgewerkt.

-De tekst werd niet opgedeeld in alinea’s. -De alinea’s vormen geen geheel én vertonen geen onderlinge samenhang.

- Je maakt onvoldoende of geen gebruik van signaal- en verwijswoorden, daardoor mist je tekst structuur en samenhang.

- De verbanden tussen de verschillende tekstonderdelen zijn niet duidelijk.

-Je verwerkt niet alle relevante informatie in je samenvatting.

-Je verwerkt te veel irrelevante informatie in je samenvatting.

De tekst bevat te veel en/of te opvallende taalfouten.

-Je samenvatting is te beperkt of te uitgebreid.

- De lengte van de verschillende onderdelen is niet in verhouding tot de lengte van de oorspronkelijke tekst.

LES 26 EEN EINDWERK MAKEN 355
VOLDOENDE
GOED
ONVOLDOENDE
©VANIN

Gebruik nu afsluitend je schema om een mondelinge samenvatting van je eindwerk te maken.

Voor het spreken

1 Bepaal het doel en het doelpubliek van je samenvatting in samenspraak met je leerkracht.

doel:

©VANIN

doelpubliek:

2 Gebruik je schema als kapstok. Je schema geeft de structuur van je presentatie weer.

Tijdens het spreken

3 Hou tijdens het mondeling samenvatten van je eindwerk rekening met de volgende aandachtspunten.

• Maak gebruik van een IMS-structuur.

• Leer de tekst niet uit het hoofd. Gebruik de structuur van je schema als leidraad.

• Let op je houding en lichaamstaal.

• Maak gebruik van duidelijke visuele ondersteuning indien dat is toegestaan. Meer informatie over het mondeling presenteren van je eindwerk kun je terugvinden op p. -.

Na het spreken

4 Oefen je mondelinge samenvatting een paar keer. Maak eventueel een opname zodat je jezelf kunt beoordelen en feedback voor jezelf kunt formuleren. Gebruik daarvoor de evaluatiecriteria op de volgende pagina.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 356

volledigheid en correctheid

Je samenvatting is opgesteld aan de hand van een duidelijke IMS-structuur.

Evaluatiematrix – Spreken: samenvatten ©VANIN

Je verwerkt alle relevante informatie in je samenvatting met de nodige details.

Je samenvatting is opgebouwd volgens het IMSprincipe. De inleiding en het slot zijn aanwezig, maar

Je samenvatting is afgestemd op je doel en doelpubliek.

Je verwerkt alle relevante informatie in je samenvatting, maar je geeft soms te veel / te weinig details.

Je samenvatting is niet volledig afgestemd op je doel en doelpubliek.

Je samenvatting is niet opgedeeld volgens het IMSprincipe. Inleiding en/of slot ontbreken of zijn te beperkt uitgewerkt.

- Je verwerkt niet alle relevante informatie in je samenvatting.

- Je verwerkt te veel irrelevante informatie in je samenvatting.

Je samenvatting is niet afgestemd op je doel en doelpubliek. gepastheid en aantrekkelijkheid Het tempo van je uiteenzetting is goed.

Je samenvatting is niet te uitgebreid of te bondig.

Je lichaamstaal sluit aan bij de opdracht.

Je spreekt soms te snel / te traag.

Je samenvatting is net te uitgebreid / te bondig.

Je lichaamstaal sluit meestal aan bij de opdracht, je moet nog letten op

Je spreekt veel te snel / te traag.

Je samenvatting is te vaag / te beperkt / te uitgebreid.

Je lichaamstaal sluit niet aan bij de opdracht. Je moet letten op

Aanvullende commentaar:

LES 26 EEN EINDWERK MAKEN 357 GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE

EEN EINDWERK PRESENTEREN

Ga aan de slag met onderstaand stappenplan om een goede mondelinge presentatie over je eindwerk te geven.

Voorbereiden

1 Breng de verwachtingen over je presentatie in kaart.

a Wat is het doel van je presentatie?

 informeren

 instructies geven  je mening geven

 beïnvloeden  amuseren

 overtuigen  ontroeren

b Wie is het doelpubliek van je presentatie?

 medeleerlingen  interne jury  andere:

 leerkrachten  externe jury

c Welke inhoud moet je presenteren?

 een voorstel van het concept van je eindwerk

 een tussentijdse presentatie

 een korte samenvatting van je volledige eindwerk

 een uitgebreide samenvatting van je volledige eindwerk

d Hoe mag je die inhoud presenteren?

 individueel

 in groep

 met visuele ondersteuning

 zonder visuele ondersteuning

e Hoeveel tijd krijg je voor je presentatie?

f andere verwachtingen:

2 Breng structuur in je verhaal.

Heb je al een schematische weergave van je eindwerk gemaakt? Dan kun je dat schema gebruiken en verdergaan naar stap .

Geef de inhoud van je eindwerk schematisch weer met behulp van onderstaande vragen.

Hou de verwachtingen van de presentatie in gedachten. Je hebt bv. meer informatie nodig om een uitgebreide samenvatting van je eindwerk te presenteren dan wanneer je een korte tussentijdse presentatie geeft.

a Wat is het onderwerp van je eindwerk?

b Is je eindwerk opgesteld aan de hand van een van de vaste tekststructuren?

 probleemstructuur  handelingsstructuur

 maatregelstructuur  onderzoeksstructuur

 evaluatiestructuur  chronologische structuur

c Bekijk de deelvragen van die tekststructuur in de Trajectwijzer

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 358
5
4.6
©VANIN

Is je eindwerk niet opgebouwd aan de hand van een vaste tekststructuur? Probeer dan de informatie in je schema te ordenen op basis van de deelvragen/tussentitels die je zelf hebt bepaald.

Tip

©VANIN

Plannen

3 Voorzie je presentatie eventueel van visuele ondersteuning. Er zijn verschillende tools om je presentatie te voorzien van visuele ondersteuning. Enkele bekende programma’s zijn PowerPoint, Prezi, Google Presentaties …

Tip

• Hou je presentatie sober en overzichtelijk.

- Vermijd schuinlopende teksten, schreeuwerige kleuren of opflitsende teksten en beelden.

- Beperk het gebruik van animatie en speelse effecten. Ze leiden enkel de aandacht af.

- Kies voor een duidelijk lettertype, zoals Arial of Helvetica.

- Gebruik geen letteranimatie, schaduw- of knippereffecten.

- Zorg dat de kleuren voldoende contrasteren zodat de tekst leesbaar is.

• Hou de tekst op je presentatie beperkt.

• Kies voor duidelijke, eenvoudige en sprekende illustraties.

• Deel je presentatie op in duidelijke onderdelen.

4 Oefen de presentatie in.

Leer je tekst niet uit het hoofd, want dan bestaat het risico dat je heel onnatuurlijk overkomt. In het gewone leven praat je de hele tijd zonder uitgeschreven tekst. Je kunt het dus! Oefen je presentatie wel enkele keren. Maak eventueel een opname en bekijk die kritisch of vraag iemand om feedback. Je kunt daarvoor de evaluatiecriteria op p.  gebruiken.

5 Herwerk de presentatie. Herwerk je presentatie nadat je feedback hebt gekregen of nadat je een eerste keer hebt geoefend. Herwerk zowel inhoudelijke punten als de manier waarop je de presentatie hebt aangepakt. Presenteren

6 Presenteer. Reflecteren

7 Elk spreekmoment is een voorbereiding op een volgend spreekmoment. Beoordeel na afloop of je duidelijk, volledig en correct bent geweest. Probeer zo snel mogelijk na je presentatie kort te noteren wat je zwakke en sterke punten waren.

LES 26 EEN EINDWERK MAKEN 359

Evaluatiematrix – Spreken: een eindwerk presenteren

volledigheid en correctheid

De inhoud van je presentatie is logisch en duidelijk gestructureerd. Je presentatie is opgebouwd volgens het IMS-principe.

Je verwerkt alle relevante informatie in je presentatie met de nodige details.

De inhoud van je presentatie is grotendeels duidelijk gestructureerd.

©VANIN

Je presentatie is afgestemd op je doel en doelpubliek.

Je verwerkt alle relevante informatie in je presentatie, maar je geeft soms te veel / te weinig details.

Je presentatie is niet volledig afgestemd op je doel en doelpubliek.

gepastheid en aantrekkelijkheid

Het tempo van je uiteenzetting is goed.

Je lichaamstaal sluit aan bij de opdracht.

De visuele ondersteuning sluit goed aan bij je presentatie en voldoet aan de kenmerken van een goede presentatie.

Je spreekt soms te snel / te traag.

Je lichaamstaal sluit meestal aan bij de opdracht, je moet nog letten op

De inhoud van je presentatie is niet duidelijk gestructureerd. Je presentatie is niet opgedeeld volgens het IMSprincipe. Inleiding en/of slot ontbreken of zijn te beperkt uitgewerkt.

- Je verwerkt niet alle relevante informatie in je presentatie.

- Je verwerkt te veel irrelevante informatie in je presentatie.

Je presentatie is niet afgestemd op je doel en doelpubliek.

Je spreekt veel te snel / te traag.

Je lichaamstaal sluit niet aan bij de opdracht. Je moet letten op

Aanvullende commentaar:

- De visuele ondersteuning sluit grotendeels aan bij je presentatie.

- Je visuele ondersteuning voldoet aan bijna alle kenmerken van een goede presentatie. Je moet nog werken aan

- De visuele ondersteuning sluit niet aan bij je presentatie.

- Je visuele ondersteuning voldoet niet aan de kenmerken van een goede presentatie.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 360 GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE

Theater en televisie

Je maakt kennis met enkele toneelstukken 1

Je legt de link tussen theater en televisie 2

GEEN VERDERE VRAGEN, EDELACHTBARE

Je argumenteert waarom jij mag overleven 3

1* Heel wat acteurs acteren zowel in het theater als op televisie (of in lms). Wat zijn volgens jou de belangrijkste verschillen tussen die twee vormen van acteren?

2 Je leest hier delen van interviews met twee Vlaamse acteurs over het verschil tussen televisie en theater. Ga op zoek naar verschillen die bij opdracht 1 nog niet aan bod kwamen. Markeer ze.

Bron: www.standaard.be

les 27
1
LES 27 THEATER EN TELEVISIE 361
©VANIN

Mededelingenblad van de Leuvense Germanisten

Papa is toneel gaan spelen

Kwinten Van Heden (promotie 2006), acteur en leraar

Het ene ogenblik staat hij voor de klas om middelbare scholieren Nederlands en Frans te leren, het andere staat hij in de schijnwerpers. Kwinten Van Heden combineert al enkele jaren lesgeven met zijn jeugdpassie, acteren. Een rol in Vlaanderens populairste soap Thuis en een resem knappe theaterprestaties prijken op het palmares van deze germanist. Vol passie vertelt hij over zijn verleden, heden en toekomst als acteur en over de impact van zijn fysieke beperking op zijn carrière.

Dat vervelende kereltje

Van Heden schitterde enkele maanden in de welbekende soap Thuis. ‘Stijn’ was een volledig nieuw personage dat de producenten en de scenaristen op maat van Van Heden gecreëerd hebben. Meestal is het zo dat ze eerst een rol uitschrijven en daarna mensen vragen om auditie te doen, maar bij Van Heden ging het andersom. Stijn werd opgevat als een irritant kereltje en dat was een bewuste zet van de makers van Thuis. Van Heden is immers een acteur met een beperking en zo iemand wordt meestal voorgesteld als vriendelijk en sympathiek. Maar het team achter de soap wilde dat cliché doorbreken en tegelijk ook spanning creëren. Zijn broer in de reeks, gespeeld door Jelle Cleymans, was een vrij sympathiek figuur en Van Heden moest alles doen kantelen. Zijn personage confronteerde het publiek met drie te overwinnen drempels. Om te beginnen vraagt een nieuw personage in een soap altijd om aanpassing van het publiek. Dit keer had dat personage bovendien een beperking, wat voor veel kijkers nieuw en zelfs vreemd was. Ten slotte bleek Stijn ook nog een verschrikkelijk vervelende kerel te zijn. Kortom, Van Heden werd er niet meteen populair door. Wanneer hij over straat liep, begonnen mensen hem soms zomaar uit te schelden. ‘Je hoopt dat het publiek het onderscheid tussen fictie en realiteit maakt, maar dat is niet altijd het geval. Bepaalde Thuis-fans gaan zo mee in het verhaal dat ze er niet bij stilstaan dat ik een rol speel.’ Verrassend veel kijkers geloofden dat Van Heden ook echt een vervelend kereltje was.

Theater en televisie

Bij theater ligt dat volgens hem helemaal anders. Mensen komen namelijk bewust naar theatervoorstellingen kijken en verplaatsen zich daar ook voor. Na een toneelopvoering krijgt Van Heden ook meteen reactie op zijn prestatie, terwijl hij bij Thuis maanden moest wachten op feedback. Een ander groot verschil tussen televisie en theater is dat een theateracteur drie à vier maanden kan werken aan een personage. Thuis wordt echter elke dag uitgezonden en dat betekent dat soapacteurs per dag het equivalent aan scènes van een volledige aflevering moeten draaien. Bijgevolg hebben ze amper vijfentwintig minuten om een scène te repeteren en op te nemen.

Van Heden heeft al heel wat personages gespeeld. Hij wordt niet enkel gecast voor rollen waarin zijn beperking centraal staat. Bij Wit is altijd schoon, bijvoorbeeld, zit er een gat in het podium, waardoor zijn benen niet zichtbaar zijn. Pas wanneer hij rechtstaat om te buigen, merkt het publiek zijn beperking op. In andere stukken wordt die bewust wel ingepast in het concept. Volgens Van Heden biedt theater veel meer artistieke vrijheid, waardoor zijn fysieke toestand geen verklaring vereist. ‘Op het podium kan alles. Daar staat de ultieme verbeelding centraal. Op televisie wordt meestal wat meer uitgelegd aan het publiek.’ Voor Thuis werd zelfs speciaal een verhaallijn geschreven rond de oorzaak van Stijns beperking. Voor Van Heden is het minder eenvoudig om gecast te worden voor een televisieprogramma omdat dat medium een veel strakker stramien heeft en zo strak getimed is.

Bron: alum.kuleuven.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 362
Shana Houben | Tine Naegels | Anouk Scheers | Joachim Seurynck © Christophe Ketels
©VANIN

3 Bekijk de fragmenten van Assisen V: De pizzamoord en lees de korte inhoud.

Schuldig of onschuldig? U beslist.

Na vier theatervoorstellingen en drie interactieve online edities, kon een vijfde jubileumeditie niet uitblijven. Beslis weer over het lot van de beklaagde.

Bieke Ilegems kruipt opnieuw in de rol van de advocate van de beklaagde en Erik Goossens verdedigt de belangen van het openbaar ministerie. Ook Frans Maas is trouw op post als de voorzitter van het hof.

Procureur Vandaele (Erik Goossens) en advocate Devos (Bieke Ilegems) slijpen de messen en maken zich klaar voor een vijfde assisenzaak getiteld: De pizzamoord. Op 18 juli wordt de flamboyante en beruchte radio-dj Vincent Boulanger, beter bekend als Vince Prince, vermoord teruggevonden. Toxicologisch onderzoek wijst uit dat hij om het leven werd gebracht door een vergiftigde pizza.

Beklaagde Catherina Verhoeven, de zelfverklaarde buitenechtelijke dochter van Vince Prince, schreeuwt haar onschuld uit. Zij zocht enkel contact met het slachtoffer om hulp te vragen voor haar zieke moeder. En wat met de verongelijkte Waldemar De Cloet? Na het succes van Radio Nova heeft hij geen cent gezien, iets waar hij als medeoprichter zeker recht op had. Was dat reden genoeg om tot moord over te gaan? Kan advocate Devos de jury aan het twijfelen brengen en hen van nieuwe inzichten overtuigen of weet procureur Vandaele de beklaagde door onverwachte plotwendingen in de val te lokken?

Uiteindelijk beslist de jury over het lot van Catherina Verhoeven en die jury … dat bent u.

‘Het succes is te danken aan de sterke cast’ – Gazet van Antwerpen

Bron: www.elckerlyc.be

a Spreekt deze voorstelling jou aan? Geef minstens twee relevante argumenten.

LES 27 THEATER EN TELEVISIE 363
© Backstage Producties2023 ©VANIN

b Assisen V: De pizzamoord is een interactief toneelstuk. Welke implicaties heeft het betrekken van het publiek bij het stuk volgens jou?

c Je hoort op welke manier de stemming van de jury in de zaal georganiseerd wordt. Welke andere manieren zouden ook mogelijk zijn?

d* Ken je theater- of televisieproducties die ook interactief zijn?

De televisiereeks Assisen vertoont veel gelijkenissen met deze theaterreeks.

4 Bekijk de trailer en geef drie overeenkomsten.

5 Merk je een verschil in stijl op tussen het theaterstuk en de televisiereeks?

6 Lees de informatie over het doorbreken van de vierde wand.

In theater is de vierde wand een stilzwijgende afspraak tussen publiek en spelers waarbij de acteurs doen alsof het stuk zich afspeelt tussen vier muren en waarbij het publiek door een muur naar binnen kan kijken. Deze afspraak plaatst spelers en publiek in gescheiden werelden. Tegenwoordig zoeken theatergroepen ook naar andere theatervormen die de vierde wand doorbreken en het publiek dus bij de voorstelling betrekken.

Bron: www.ensie.nl

Onderweg

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 364
©VANIN

a Op welke manier wordt de vierde wand doorbroken in Assisen V: De pizzamoord?

b Gebeurt dit op dezelfde manier in de televisiereeks Assisen?

c Wat is het effect van het doorbreken van de vierde wand bij De pizzamoord en Assisen?

d Ken je andere televisieformats waarbij het publiek een rol vervult?

7 Wat spreekt jou het meest aan: de theatervoorstelling of de televisiereeks? Bespreek dit in een tiental zinnen en geef daarbij minstens drie argumenten.

Assisen: theater of televisie?

DE KWETSBAREN

Assisen haalde de mosterd bij de theaterreeks, maar uiteraard laten toneelschrijvers zich ook soms inspireren door televisiereeksen of films.

1* Bekijk de korte trailer van De Kwetsbaren van fABULEUS.

a Welk gevoel heb je na het bekijken van de trailer?

b Waarover gaat het stuk, denk je?

LES 27 THEATER EN TELEVISIE 365
2 ©VANIN

2 Bekijk nu de reportage van 100% Cultuur over De Kwetsbaren.

a Leg aan de hand van vier kernwoorden uit waarover het stuk gaat.

b Zou je dit toneelstuk willen bekijken? Geef twee argumenten.

3 Beluister dit fragment uit De Kwetsbaren.

a Welke personages hoor je?

b Voelt het hoofdpersonage zich comfortabel met de positie waarin ze zit?

c Welk gevoel heb jij tegenover dit hoofdpersonage?

d Doet De Kwetsbaren je aan specifieke televisiereeksen of films denken? Zo ja, leg uit.

4 De centrale vraag in De Kwetsbaren is:

Wat bepaalt dat iemand het verdient om te leven en wie ben jij om dat te bepalen?

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 366
©VANIN

a Probeer een antwoord te formuleren op het eerste deel van de vraag. Hoe zou jij dus te werk gaan als jij het hoofdpersonage was?

b Kun je ook het tweede deel beantwoorden?

5 Scan de pagina en duik in de wereld van De Kwetsbaren (rechtsboven). Bekijk de verschillende personages via het luik ‘De spelers’. Wie zou jij laten leven?

a Noteer eerst twee namen van personages die van jou zeker mogen overleven. Geef per personage telkens twee argumenten.

personage 1

personage 2

b Welke twee personages zou jij eerst laten sterven? Geef opnieuw twee argumenten.

personage 1

personage 2

PERSONAGES

LES 27 THEATER EN TELEVISIE 367
©VANIN

c Leg jouw bevindingen naast die van een medeleerling en kom samen tot een nieuwe lijst van twee overlevers.

personage 1

personage 2

d* Bespreek dit nu klassikaal. Kunnen jullie bepalen wie overleeft? Welke factor gaf de doorslag?

6 Speel samen met de klas Tussen twee vuren. Slaag jij er met jouw team in om het verhaal tot een goed einde te brengen?

VERDIEPING: DE AANHOUDER WINT

Stel dat jij opgesloten zit in een van de kamers. Hoe zou jij O ervan proberen te overtuigen om jou te laten leven?

Je krijgt welgeteld 60 seconden de tijd om O te overtuigen.

STAP 1 Beantwoord deze vragen om je goed voor te bereiden.

a Wie ben je?

b Wat eet je graag?

c Wat is je favoriete muziek?

d Wat is je favoriete film?

e Wat wil je later worden?

f Wat kun je niet missen?

g Wat kun je bijzonder goed?

h Wat is je grootste geheim?

i Wat betekent ultieme quality time voor jou?

j Wat is je droombestemming?

k Wat wil je nog bereiken in je leven?

l Wat betekent geluk voor jou?

m Wie is jouw celebrity crush?

n Waarom moet jij overleven?

STAP 2 Werk jouw antwoorden nu uit tot een overtuigende tekst van maximaal 60 seconden. Praat je langer, dan overleef je sowieso niet.

STAP 3 Oefen je tekst en time goed. Je wilt zo veel mogelijk argumenten gebruiken, maar je wilt zeker niet te lang praten.

STAP 4 Bekijk de evaluatiematrix aandachtig om je tekst bij te schaven. Let op! Je presenteert alsof je een personage in De Kwetsbaren bent. Pas je intonatie, mimiek en gestiek dus aan deze dramatische context aan.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 368
3 ©VANIN

Evaluatiematrix – Spreken: overlevingsspeech

inhoud

Je speech is duidelijk opgebouwd en je geeft relevante argumenten om als overlever gekozen te worden.

correctheid

Je taalgebruik is nagenoeg foutloos. Je gebruikt de standaardtaal en je uitspraak is correct.

duidelijkheid

Je articuleert duidelijk en je spreektempo en -volume zijn ideaal.

©VANIN

aantrekkelijkheid

Je presenteert expressief (in intonatie, mimiek en gestiek) en dramatisch.

Aanvullende commentaar:

Je speech is duidelijk opgebouwd. OF Je geeft relevante argumenten om als overlever gekozen te worden.

Je maakt enkele taalfouten. EN/OF Enkele klanken of woorden die je gebruikt, behoren tot de tussentaal, het dialect …

Je articuleert meestal goed, maar af en toe ben je minder duidelijk verstaanbaar. OF Je spreektempo en/of -volume zijn niet altijd aangepast. Je praat dus soms te snel/traag en/of te luid/stil.

Je presenteert redelijk expressief (in intonatie, mimiek en gestiek), maar je kunt nog overtuigender of dramatischer overkomen.

Je speech is niet duidelijk opgebouwd en de argumenten die je geeft, zijn niet relevant.

Je maakt meermaals taalfouten en de klanken en woorden die je gebruikt, behoren vaak tot de tussentaal, het dialect …

Je bent moeilijk verstaanbaar omwille van een onduidelijke articulatie. EN Je spreektempo en/of -volume zijn vaak niet aangepast. Je praat dus vaak te snel/traag en/of te luid/stil.

Je presenteert niet attractief. Je past je intonatie, mimiek en gestiek niet aan de opdracht aan.

LES 27 THEATER EN TELEVISIE 369 GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE

TAAL EN WOORDENSCHAT

Woordenschat: taal in vacatures

Gezocht: management assistant Floormanager gezocht! accountant

1 Waarom doen bedrijven dat, denk je?

Je hebt al gemerkt dat de taal in vacatures en jobaanbiedingen ietwat anders is dan je gewoon bent te spreken. Met ronkende functietitels proberen bedrijven toekomstige werknemers te overtuigen. Twee Gentse studenten onderzochten beroepsnamen in vacatures. En ja hoor, heel wat beroepsnamen werden wel eens fraaier voorgesteld, vooral als er meer jobaanbiedingen dan werknemers zijn.

2 Welke functie gaat schuil achter deze ronkende jobtitels?

jobtitel

CEO (chief executive officer)

HRM (human resources manager)

digital expert

floormanager

recruiter

front office assistant

maintenance engineer

management assistant

sanitair manager

management consultant

accountant

penitentiair assistent

sales representative

sales engineer foreman

Naar: www.hln.be

beroep

370 TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP
1 Eindstop ©VANIN

3 Van welke van die jobtitels heb je wel eens gehoord? Markeer ze in het geel.

4 Wat valt je op als je de fraaiere jobtitels bekijkt?

Taal: academisch taalgebruik

Test je kennis over academisch taalgebruik op iDiddit.

RECEPTIEVE VAARDIGHEDEN – EINDTEST

Lezen: Niets maakbaarder dan spelling! (Toch?)

Je leest het artikel uit Onze Taal op p. 374-375.

1 Zoek het antwoord op onderstaande vragen. Je vindt de antwoorden letterlijk in de tekst.

a Kan een individu een nieuwe officiële spelling lanceren? Motiveer je antwoord.

b Hoe reageert een taalgebruiker doorgaans op een nieuw spellingsvoorstel?

c Waarmee houdt/hield men rekening bij de spelling van het Nederlands?

d Welk essentieel verschil bestaat er tussen een beginnende en een geoefende lezer?

e Waarom kreeg ‘yu’ de spellingsvoorkeur in Suriname?

f Welke beweringen in de spellingshervorming werden nooit wetenschappelijk aangetoond?

g Waarom gaan mensen op sociale media opzettelijk anders spellen?

EINDSTOP 371
2 ©VANIN

2 De volgende vragen gaan iets dieper in op aangereikte thema’s uit de tekst. Let op: de antwoorden staan niet expliciet in de tekst.

a In de tekst is er vooral sprake van de maakbaarheid van de spelling. Toon aan dat er nog andere aspecten aan een taal maakbaar zijn. Geef één aspect dat je illustreert met een voorbeeld.

b Waarom heeft het Nederlands niets te zeggen over volgende woorden: Häagen Dazs, Uniqlo, Huawei …?

3 Welke van de besproken spelfouten ergert jou het meest? Geef drie argumenten die je mening ondersteunen.

De volgende oefeningen focussen op de woordenschat die in de tekst aan bod komt.

4 Wat hoort bij elkaar? De woorden kun je in de tekst terugvinden. Je zult merken dat er in de rechterkolom drie verklaringen overblijven.

1 weerbarstig a vooruitstrevend, modern

2 etymologie b kleine groep van voorname mensen

3 analogie c teruggrijpen naar het verleden

4 elite d oplossing voor een probleem waarbij alle partijen iets toegeven

5 fonetiek e naar verhouding, beperkt, eerder

6 variabel f overeenkomstig, in navolging van andere(n)

7 relatief g iemand die zich dwars, anders gedraagt; iemand die moeilijk te veranderen is

8 progressief h je mening geven in een persoonlijk gesprek

9 ironie i veranderlijk, wisselend, wisselvallig

10 confronteren j taalwetenschap die de herkomst van woorden onderzoekt

11 compromis k op iets (negatiefs) de aandacht vestigen l het tegendeel zeggen van wat je bedoelt, lichte spot m iets wat niet helemaal duidelijk is n taalwetenschap die spraakklanken bestudeert

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 372
123456789 10 11 ©VANIN

5 Welke woorden uit de linkerkolom van de vorige opdracht passen in deze nieuwe context? Sommige woorden dien je enigszins aan te passen.

Mileva Marić was aanvankelijk een onbekende Servische hoogbegaafde wis- en natuurkundige. In 1896 trad zij als vijfde vrouwelijke studente ooit toe tot de mannelijke universitaire in Zürich. Naar met enkele andere universiteiten werd toen stilaan een handvol vrouwen toegelaten op de Polytechnische School van Zürich, al was dit geen evidentie. Ook al stonden de mannelijke professoren niet meteen te springen om aan een vrouw les te geven, zij was en ging voluit voor haar studies.

Deze houding trok de aandacht van een medestudent, namelijk

Albert Einstein. Zij studeerden samen en Einstein raakte geïnteresseerd in Marićs wetenschappelijke ideeën die de eerste bouwstenen vormden voor zijn relativiteitstheorie. Ze werden verliefd op elkaar, trouwden en kregen samen drie kinderen. In 1921, twee jaar na hun scheiding, ontving Einstein de Nobelprijs voor Wetenschappen voor zijn bijdrage aan het foto-elektrisch effect, maar oh , Marić werd hierbij niet gehuldigd. Zoals eerder afgesproken bij de scheiding en mede als dank voor haar bijdrage aan zijn wetenschappelijk werk schonk de wereldberoemde wetenschapper als zijn prijzengeld aan de moeder van zijn kinderen. Mileva Marić wordt nog steeds gezien als een van de vrouwelijke wetenschapsters in de schaduw van een mannelijke Nobelprijsdrager.

Naar: nl.wikipedia.org

6 Je leest opnieuw de tekst Niets maakbaarder dan spelling! (Toch?). Hoe verwoordt de auteur de onderstreepte uitdrukkingen in zijn tekst?

context met synoniem uitdrukking in de tekst Hij prutst en werkt constant aan zijn elektrische fiets om die nóg beter te krijgen.

Op vastgestelde tijdstippen worden de straten in de gemeente schoongeveegd.

Nadat hij de bal bewust tegen de nieuwe auto van de buurman schopte, geraakten de emoties al snel verhit.

©VANIN

Haar starre, koppige houding belemmerde een sereen en open gesprek.

Na vele inspanningen en massa’s remediëringsoefeningen gingen zijn punten er danig op vooruit

EINDSTOP 373

Niets maakbaarder dan spelling! (Toch?) ©VANIN

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 374
EINDSTOP 375
©VANIN
Bron: Onze Taal

UITDAGING: HEDENDAAGSE INTERNATIONALE LITERATUUR

Wereldliteratuur

1 Dankzij literaire vertalingen zijn namen als Kafka, Hemingway en Dostojevski ons niet onbekend. Kun jij onderstaande auteurs met het juiste land verbinden?

Jorge Luis Borges (1899-1986), De Aleph en andere verhalen

Virginia Woolf (1882-1941), Naar de vuurtoren, Mrs. Dalloway

Margaret Atwood (1939), Het verhaal van de dienstmaagd, Oryx en Crake

Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832), Het lijden van de jonge Werther, Faust

Lev Tolstoj (1862-1910), Oorlog en vrede, Anna Karenina

Gabriel García Márquez (1927-2014), Honderd jaar eenzaamheid, Liefde in tijden van cholera

Naguib Mahfouz (1911-2006), De Caïro-trilogie, Kinderen van Gabawali

Haruki Murakami (1949), Kafka op het strand, Norwegian Wood, De opwindvogelkronieken

James Baldwin (1924-1987), Giovanni’s kamer, Als Beale Street kon praten

Umberto Eco (1962-2016), De naam van de roos, De slinger van Foucault

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 376
4 1 8 2 9 3 10 5 6 7 © Pictures From History, CPA Media Pte Ltd © GL Portrait © Album / Fine Art Images © Zuri Swimmer © Album / sfgp © Science History Images, Science History Images © Classic Image © INTERFOTO Brigitte Friedrich © Marco Destefanis 3
©VANIN

Onderweg

In  muntte de beroemde Duitse schrijver Johann Wolfgang von Goethe in het tijdschrift Über Kunst und Altertum het begrip wereldliteratuur (‘Weltliteratur’). Daarmee gaf hij een nieuw fenomeen een naam: de intelligentsia van die tijd beperkten zich niet langer tot het lezen van de literatuur in hun eigen taal (de nationale taal), maar keken buiten de grenzen om vertalingen of anderstalige teksten te lezen. In plaats van een aparte Franse, Engelse en Duitse literatuur ontstond er steeds meer een gedeelde ‘wereldliteratuur’, waarbij schrijvers zich ook door buitenlandse voorbeelden lieten beïnvloeden.

Doorheen de eeuwen is dit begrip echter vaak geproblematiseerd. Critici wezen op eurocentrisme: met ‘wereldliteratuur’ werd vaak slechts literatuur van westerse landen bedoeld. De vraag ‘behoort een boek tot de wereldliteratuur?’ is vaak ook een positief waardeoordeel en dus een kwestie van voorkeur. Toch zal niemand ontkennen dat bijvoorbeeld Misdaad en straf () van Dostojevski wereldliteratuur is: je vindt het boek vertaald in zo goed als alle talen in boekhandels over de hele wereld.

Voor het concept ‘wereldliteratuur’ is de literair vertaler van onmiskenbaar belang. Al sinds de oudheid worden literaire werken vertaald. In de e eeuw werd Europa kosmopolitischer en wonnen literaire vertalingen aan belang. Die vertalingen waren echter niet altijd betrouwbaar – zo slopen er geregeld fouten in een vertaling, of censureerden vertalers of overheden bepaalde passages. Omdat de hedendaagse taal blijft evolueren, brengen uitgeverijen geregeld hervertalingen uit van klassieke werken uit de wereldliteratuur.

2 Kun je het begrip ‘wereldliteratuur’ linken aan het begrip ‘canon’ (zie Les 3)?

3 Wanneer geldt een boek volgens jou vandaag als wereldliteratuur? Geef enkele kenmerken.

4 Is een vertaald boek lezen voor jou evenwaardig aan een boek lezen in de originele taal? Waarom wel/ niet?

EINDSTOP 377
©VANIN

Dostojevski’s Misdaad en straf – vroeger vertaald als Schuld en boete, omdat Russische werken via het Duits vertaald werden – is een van de vaakst vertaalde literaire klassiekers in het Nederlandse taalgebied.

5 Vergelijk de eerste pagina van de editie uit 1917, 1992 en 2019 op p. 379. Welke verschillen vallen je op?

6 Welke vertaling lijkt jou de aangenaamste om te lezen? Welke vertaling is ‘de beste’ en waarom denk je dat?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 378
© Album ©VANIN

Het was in ‘t warmst van Juli, toen, tegen het vallen van den avond, een jonkman zijn kamer in de S.straat verliet. Langzaam en doelloos drentelde hij den weg naar de K.-brug op. Een ontmoeting met de juffrouw, bij wie hij op kamers woonde, had hij gelukkig vermeden. Zijn kamertje was zoo hoog mogelijk, onder de dakpannen van een vijfde verdieping, en geleek meer op een kast dan op een woning. De juffrouw, bij wie hij tevens in de kost was, woonde een trap lager en als bij uitging, moest hij willens of onwillens voorbij haar keuken, waarvan de deur steeds wijd open stond. Telkens als hij dit deed, overviel hem een angstig en beklemd gevoel, dat duidelijk op zijn gezicht te zien was en waarvoor hij zich schaamde. Hij was zijn juffrouw geld schuldig en daarom bevreesd haar te ontmoeten.

vert. J. de Werker, A. Saalborn. Schuld en boete (1917)

IIn het begin van juli, het was tegen de avond en bijzonder warm, verliet een Jongeman het kamertje dat hij aan de S-steeg in onderhuur bewoonde, en begaf zich traag, besluiteloos bijna, in de richting van de K-brug.

Hij had met succes een ontmoeting met zijn kostjuffrouw op de trap weten te vermijden. Zijn kamertje lag in de nok van een hoog huis van vijf verdiepingen en leek meer op een kast dan op een woonruimte. Zijn kostjuffrouw, van wie hij dit kamertje met maaltijd en verzorging had gehuurd, woonde een trap lager in een aparte woning en telkens wanneer hij naar buiten ging, moest hij noodgedwongen langs haar keuken met de deur die op de trap uitkwam en vrijwel altijd wagenwijd openstond. En elke keer wanneer hij voorbijkwam, voelde de jongeman een ziekelijke angst die maakte dat hij zich schaamde en zijn gezicht vol rimpels trok. Hij stond diep bij zijn kostjuffrouw in het krijt en was bang haar te ontmoeten ... vert. L. Reedijk. Schuld en boete (1992) I

©VANIN

Ergens begin juli kwam er tegen het eind van de dag – die extreem heet was geweest – een jongeman uit zijn huurkamertje aan de Timmermanssteenweg tevoorschijn. Hij liep treuzelend, alsof hij niet zeker was van zijn zaak, in de richting van de Koekoesj kinbrug. Gelukkig ontsnapte hij deze keer aan de aandacht van zijn huisbazin. Zelf woonde hij direct onder het dak van een vijf verdiepingen hoog pand, in een ruimte die men eerder een kast dan een kamer zou noemen; de hospita zat een verdieping lager. Haar keuken bevond zich pal achter de voordeur, die altijd wagenwijd open stond. Hij betaalde voor kost en inwoning, en omdat zij nog het een en ander van hem te goed had voelde hij zich elke keer dat hij door het trappenhuis moest, langs haar keukendeur, angstig en gespannen. Dan vertrok zijn gezicht van schaamte. vert. H. Boland. Schuld en boete (2019)

EINDSTOP 379
I.

Hedendaagse literatuur uit Latijns-Amerika

Een werelddeel dat blijk geeft van een bruisende literaire ambitie is ongetwijfeld Latijns-Amerika. Van Mexico tot Argentinië laten jonge, vaak vrouwelijke auteurs, hun licht schijnen op thema’s die voor hen belangrijk zijn, zoals gender, geweld en familierelaties. Hun werken worden uit het Spaans – en in mindere mate uit het Portugees – vertaald en veel gelezen, in het bijzonder in de Engelstalige wereld.

Onthouden

Veel Latijns-Amerikaanse auteurs, zoals de Colombiaan Gabriel García Márquez, de Peruaan Mario Vargas Llosa () en de Chileense Isabel Allende () zijn schatplichtig aan de literaire traditie van het magisch realisme. Als literaire stijl beeldt het magisch realisme vaak gewone voorvallen uit alsof het ongelooflijke (of zelfs bovennatuurlijke) ervaringen zijn. Andersom worden grote historische gebeurtenissen beschreven als gewone voorvallen. Een goed voorbeeld van het magisch realisme is het dorp Macondo uit Márquez’ wereldberoemde roman Honderd jaar eenzaamheid (): daar gebeuren allerlei magische, symbolische zaken zoals levitaties, regens van gele bloemen en eeuwig levende personages.

Je leest straks het kortverhaal Een hond doden (Spaans: Matar un perro) van de Argentijnse auteur Samanta Schweblin.

Onderweg

Samanta Schweblin (Buenos Aires, ) is een Argentijnse auteur die in Berlijn woont en werkt. Haar kortverhalen en korte romans werden al in  talen vertaald en werden genomineerd voor verschillende prestigieuze prijzen, zoals de International Booker Prize. Haar verhalen, gebundeld in onder andere Mond vol vogels, (-, vert. , ) lijken vaak wel nachtmerries: er heerst een vreemde, duistere sfeer en zowel voor de personages als voor de lezer vervaagt de grens tussen wat echt is en wat je je inbeeldt.

7* Bespreek voor het lezen volgende vragen klassikaal.

a Wat is een inwijdingsritueel? Kun je er een voorbeeld van bedenken?

b Heb je zelf al eens een soort inwijdingsritueel (moeten) doorgaan?

c Verschilt geweld tegen dieren van geweld tegen mensen? Of hangt dat van het dier af?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 380
© TT News Agency, TT News Agency ©VANIN

Je leest nu het kortverhaal op p. 382-383.

8* Had je het einde verwacht? Zo ja, duid aan waar voor jou de pointe van het verhaal duidelijk werd.

9 In de Engelse vertaling heet dit verhaal The Test. Leg uit wat precies de test is en of de verteller van het verhaal slaagt voor de test.

10* Welke titel vind je beter: The Test of Een hond doden (letterlijk vertaald uit het Spaans)? Waarom? Vind je dat een vertaler de titel van een verhaal mag wijzigen?

11 Waarom heet de man in de auto ‘de Mol’, denk je?

12 Hoe kun je het karakter van de verteller beschrijven? Wat is jouw mening over hem?

EINDSTOP 381
©VANIN

De Mol zegt: naam, en ik geef antwoord. Ik wachtte hem op de afgesproken plek op en hij kwam me halen met de Peugeot die ik nu bestuur. We kenden elkaar niet. Hij kijkt me niet aan, ze zeggen dat hij nooit iemand in de ogen kijkt. Leeftijd, zegt hij, tweeënveertig, zeg ik en als hij antwoordt dat dat oud is, denk ik dat hij beslist ouder moet zijn. Hij draagt een klein, donker brilletje en dat zal wel de reden zijn waarom hij de Mol wordt genoemd. Hij zegt dat ik naar het dichtstbijzijnde plein moet rijden, gaat gemakkelijk zitten en ontspant zich. De test is eenvoudig, maar het is heel belangrijk om ervoor te slagen en daarom ben ik nerveus. Als ik het niet goed doe, kom ik er niet in en als ik er niet in kom, is er geen geld, wat de enige reden is om erin te willen. Een hond doodslaan in de haven van Buenos Aires, dat is de test om te weten of iemand in staat is tot erger. Tot erger, zeggen ze en ze kijken schijnheilig de andere kant op, alsof wij, de mensen die er nog niet in zitten, niet zouden weten dat het erger is om een mens te doden, een mens te slaan, een mens dood te slaan.

Als de laan zich splitst in twee straten kies ik voor de donkerste. Het ene na het andere rode verkeerslicht springt op groen, zodat ik rustig kan doorrijden tot er tussen de gebouwen een donkere, groene vlakte opdoemt. Ik denk dat er misschien geen honden zijn op dit plein, maar de Mol zegt dat ik moet stoppen. U hebt geen stok bij u, zegt hij. Nee, zeg ik. Maar u kunt geen honden doodslaan zonder iets om mee te slaan. Ik kijk hem aan zonder antwoord te geven; ik weet dat hij iets gaat zeggen, want nu ken ik hem, hij laat zich makkelijk raden. Maar hij geniet van de stilte, geniet van de gedachte dat elk woord dat hij uitspreekt een punt in mijn nadeel betekent. Dan slikt hij en ik kan zien dat hij denkt: jij doodt helemaal niemand. Ten slotte zegt hij: ‘Er ligt een schop in de kofferbak. Die kunt u gebruiken.’ En ik weet zeker dat zijn ogen achter de brillenglazen fonkelen van genoegen.

©VANIN

Rondom de fontein in het midden van het plein liggen honden te slapen. Met de schop stevig in mijn handen loop ik naar ze toe. De kans kan zich elk moment voordoen. Enkele honden worden wakker. Ze geeuwen, komen overeind, kijken naar elkaar, kijken naar mij, grommen, en naarmate ik dichterbij kom, wijken ze opzij. Iemand doden, een bepaald iemand die al gekozen is, is simpel. Maar kiezen wie er moet sterven vergt tijd en ervaring. De oudste hond, de leukste of de agressiefste. Ik moet kiezen. Ik weet zeker dat de Mol grijnzend toekijkt vanuit de auto. Hij zal wel denken dat iemand die niet is zoals zij niet tot doden in staat is.

Ze zwermen om me heen en besnuffelen me, sommige lopen weg om ongestoord verder te slapen en vergeten me. Voor de Mol, achter de donkere ruiten van de auto en de donkere glazen van zijn bril, moet ik er klein en belachelijk uitzien, met de schop stevig in mijn handen geklemd en omringd door honden die nu weer gaan liggen. Een witgevlekte hond gromt naar een zwarte en als de zwarte hem een knauw geeft, komt er een derde hond bij, die blaft en zijn tanden ontbloot. Dan bijt de eerste hond de zwarte en de zwarte grijpt hem met zijn scherpe tanden bij zijn nekvel en schudt hem heen en weer. Ik hef mijn schop. De klap komt neer op de ribben van de gevlekte, die jankend op de grond valt. Hij ligt stil, het zal gemakkelijk zijn om hem te vervoeren, maar als ik hem bij zijn poten pak, reageert hij en bijt me in mijn arm, die meteen begint te bloeden. Ik hef de schop opnieuw en geef hem een klap op zijn kop. De hond valt weer neer en kijkt me aan vanaf de grond; zijn ademhaling klinkt gejaagd, maar hij houdt zich rustig. Eerst langzaam en dan met meer zelfvertrouwen grijp ik hem bij de poten, til hem op en neem hem mee naar de auto. Tussen de bomen beweegt een schim, de dronkaard die tevoorschijn komt zegt dat je zoiets niet kan maken, dat de honden weten wie het gedaan heeft, dat ze het hem betaald zullen zetten. ‘Ze weten het,’ zegt hij, ‘ze weten het, snapt u?’ En hij gaat op een bankje liggen. Als ik bij de auto kom, zie ik de Mol zitten, in dezelfde houding als eerst, maar de kofferbak van de Peugeot staat open. De hond valt erin als een dood gewicht en als ik de kofferbak sluit, kijkt hij me aan. In de auto blijft de Mol recht voor zich uit kijken. Hij zegt: Als u hem op de grond had gelegd, was hij opgestaan en ervandoor gegaan. Ja, zeg ik. Nee, zegt hij, voordat u wegging, had u de kofferbak open moeten zetten. Ja, zeg ik. Nee, dat had u moeten doen en dat hebt u niet gedaan, zegt hij. Ja, zeg ik en ik heb er onmiddellijk spijt van, maar de Mol zegt niets en kijkt naar mijn handen. Ik kijk naar mijn handen en naar het stuur en ik zie dat alles besmeurd is, er zit bloed op mijn broek en op de bekleding van de auto. U had handschoenen moeten dragen, zegt hij. De wond schrijnt. U komt een hond doden en u brengt geen handschoenen mee, zegt hij. Ja, zeg ik. Nee, zegt hij. Ik weet het, zeg ik en ik doe er het zwijgen toe. Ik houd liever mijn mond over de pijn. Ik start de motor en de auto rijdt soepel weg.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 382 1 5 10 10 15 20 Een hond doden
25 30 35 40 45

Ik probeer me te concentreren, te ontdekken welke van al die straten die voor me opdoemen me naar de haven kunnen brengen zonder dat de Mol iets hoeft te zeggen. Ik kan me geen enkele vergissing meer veroorloven. Misschien kan ik beter eerst bij een apotheek langsgaan om handschoenen te kopen, maar aan handschoenen uit de apotheek heb je niets en de ijzerwinkels zijn op dit tijdstip gesloten. Een nylon tas zou ook handig zijn. Ik kan mijn windjack uittrekken, het om mijn hand wikkelen en als handschoen gebruiken. Ja, zo ga ik het aanpakken. Ik denk aan wat ik net zei, aanpakken, en ik vind het fijn dat ik net zo kan praten als zij. Ik neem de Calle Caseros, die volgens mij naar de haven loopt. De Mol kijkt me niet aan, zegt niets, beweegt zich niet, blijft recht voor zich uit kijken en ademt zachtjes in en uit. Ik geloof dat hij de Mol wordt genoemd omdat hij achter die zonnebril kleine oogjes heeft.

Na een paar straten bereiken we de kruising van de Calle Caseros met Chacabuco. Daarna komt Brasil, die uitkomt in de haven. Ik gooi het stuur om en als ik de bocht neem, helt de auto opzij. In de kofferbak bonst het lichaam ergens tegenaan en daarna horen we geluiden, alsof de hond nog steeds probeert om overeind te komen. De Mol, kennelijk verbaasd over de kracht van het dier, glimlacht en wijst naar rechts. Ik rijd remmend Brasil in en wanneer de auto overhelt, klinken er opnieuw geluiden uit de kofferbak, waar de hond zich probeert te redden tussen de schop en de andere spullen achterin. De Mol zegt: Remmen. Ik rem. Hij zegt: Gas geven. Hij glimlacht, ik geef gas. Meer, zegt hij en ik geef meer gas. Dan zegt hij remmen en ik rem. Nu de hond zich meerdere malen heeft gestoten, ontspant de Mol zich en zegt: Doorrijden. Verder zegt hij niets meer. Ik rijd door. In deze straat zijn geen verkeerslichten of witte lijnen en de gebouwen worden steeds bouwvalliger. We kunnen elk moment bij de haven zijn.

De Mol wijst naar rechts. Hij zegt dat ik de derde straat links moet nemen, naar de rivier. Ik gehoorzaam. Even later zijn we bij de haven en parkeer ik de auto op een parkeerplaats met grote groepen containers. Ik kijk naar de Mol, maar hij kijkt niet terug. Zonder mijn tijd te verdoen stap ik de auto uit en open de kofferbak. Ik heb mijn jas niet om mijn arm gewikkeld, maar nu heb ik geen handschoenen meer nodig, alles is al gebeurd; ik moet het snel afmaken en dan kunnen we gaan. In de verlaten haven zijn alleen in de verte wat zwakke, gele lichtjes te zien die hun flauwe schijnsel op enkele schepen werpen. Misschien is de hond al dood, ik denk dat dat het beste zou zijn, dat ik hem de eerste keer harder had moeten slaan en dat hij dan al dood zou zijn. Minder werk, minder tijd met de Mol. Ik zou hem direct gedood hebben, maar de Mol doet de dingen op zijn manier. Dat zijn fratsen. Niemand wordt er dapperder van om een hond halfdood naar de haven te brengen. Het was veel moeilijker om hem dood te slaan waar al die andere honden bij waren.

Als ik hem aanraak, als ik hem bij zijn poten pak om hem uit de auto te tillen, slaat hij zijn ogen op en kijkt me aan. Ik laat hem los en hij valt op de bodem van de kofferbak. Hij schraapt met zijn voorpoot over de met bloed bevlekte bekleding en probeert met trillend achterlijf overeind te komen. Hij ademt nog steeds, zijn ademhaling klinkt gejaagd. De Mol zal de tijd wel opnemen. Ik til hem weer op en hij moet ergens pijn hebben, want hij jankt, hoewel hij zich niet meer beweegt. Ik leg hem op de grond en sleep hem bij de auto vandaan. Als ik terugloop naar de kofferbak om de schop te pakken, stapt de Mol uit. Nu staat hij bij de hond en kijkt hij op hem neer. Ik loop met de schop naar hem toe en ik kijk naar de rug van de Mol met achter hem, op de grond, de hond. Als niemand erachter komt dat ik een hond heb gedood, komt men nooit ergens achter. De Mol zegt zonder zich om te draaien nu. Ik hef de schop. Nu, denk ik. Maar ik laat hem niet neerdalen. ‘Nu’, zegt de Mol. Ik laat hem niet neerdalen, niet op de rug van de Mol en niet op de hond. ‘Nu’, zegt hij en dan zwaait de schop omlaag naar de kop van de hond die op de grond ligt, jankt en heel even natrilt. Daarna is alles stil.

Ik start de motor. Nu gaat de Mol me vertellen voor wie ik ga werken, wat mijn naam wordt en het belangrijkste, voor hoeveel geld. ‘Neem Huergo en sla dan af naar Carlos Calvo’, zegt hij.

Ik rijd al een tijdje. De Mol zegt: ‘Bij het volgende kruispunt parkeert u de auto aan de rechterkant. Ik doe wat hij zegt en voor het eerst kijkt de Mol me aan. ‘Stap uit’, zegt hij. Ik stap uit en hij gaat achter het stuur zitten. Ik buig me naar het raampje en vraag wat er nu gaat gebeuren. ‘Niets’, zegt hij. ‘U twijfelde.’ Hij start de motor en de Peugeot rijdt geruisloos weg. Als ik om me heen kijk, realiseer ik me dat hij me op het plein heeft afgezet. Op hetzelfde plein. De troep honden bij de fontein komt langzaam in beweging, met hun ogen op mij gericht.

EINDSTOP 383 50 55 60 65 70 75
80 85 90 95
©VANIN

De Maniac, Benjamín Labatut (2023)

De uitzonderlijk geniale wiskundige John von Neumann werkte samen met wetenschappers als Robert J. Oppenheimer aan de ontwikkeling van de eerste atoombom binnen het kader van het Manhattanproject. Ook legde hij de basis voor de latere ontwikkeling van Artificiële Intelligentie (AI). Wie was die man?

©VANIN

De Chileense schrijver Benjamín Labatut schrijft zijn verhaal door de ogen van verschillende andere historische personages en levert een huiveringwekkende roman af die waarschuwt voor een amorele, technologische toekomst.

Rood zien, Lina Meruane (2012)

Wat als je lichaam je verraadt? Op een feestje wordt het personage Lina plots blind. Ze ziet rood: één oog zit vol bloed. Deze korte roman is een prachtig verwoorde schreeuw van woede en machteloosheid. De Chileense schrijver en professor Lina Meruane geeft woede als emotie een terechte, centrale plaats in haar werk.

Vertel me het einde, Valeria Luiselli (2017)

In dit essay vertelt Luiselli, die zelf op een permanente verblijfsvergunning in de VS wacht, de verhalen die ze hoort als tolk bij een immigratierechtbank. Daar stelt ze uit Latijns-Amerika gevluchte kinderen veertig vragen, maar hun antwoorden passen niet in de hokjes van de formulieren. Tussen gruwel en menselijkheid formuleert Luiselli een scherpe aanklacht tegen het overheidssysteem, die nog niets aan relevantie en actualiteit ingeboet heeft.

Het ongrijpbare meisje, Mario Vargas Llosa (2006)

Wanneer de vijftienjarige Ricardo een meisje ontmoet dat zich Lily noemt, staat zijn wereld even stil. Maar al snel verdwijnt ze spoorloos, een pad van leugens achterlatend. In de vreemdste situaties en overal ter wereld blijft hij haar echter tegenkomen. Vargas Llosa, die in 2010 de Nobelprijs voor Literatuur in ontvangst mocht nemen, neemt de lezer mee op een spannende en erotische wereld- en tijdreis door de tweede helft van de 20e eeuw.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 384 Leestips

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.