Traject Nederlands 6 D/A - Leerwerkboek

Page 1

Lies Alen

Patrick Arnou

Gwen Cams

Alexander Colin

Fien Croux

Frederik De Ridder

Marie Diels

Nikolai Dobbelaere

Hanne Goossens

Zoë Meerkens

Lore Praet

Elke Stasseyns

Stef Van Aken

Annelies Van Laere

Saskia Yperzeele

©VANIN

Via www.ididdit.be heb je toegang tot het onlineleerplatform bij Traject Nederlands 6. Activeer je account aan de hand van de onderstaande code en accepteer de gebruiksvoorwaarden. Kies je ervoor om je aan te melden met je Smartschool-account, zorg er dan zeker voor dat je e-mailadres aan dat account gekoppeld is. Zo kunnen we je optimaal ondersteunen.

©VANIN

LET OP: DEZE LICENTIE IS UNIEK, EENMALIG TE ACTIVEREN EN GELDIG VOOR EEN PERIODE VAN 1 SCHOOLJAAR. INDIEN JE DE LICENTIE NIET KUNT ACTIVEREN, NEEM DAN CONTACT OP MET ONZE KLANTENDIENST.

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken.

In België beschermt de auteurswet de rechten van deze mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hen dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be. Ook voor het digitale lesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden. Meer informatie over de gebruiksvoorwaarden leest u op www.ididdit.be.

© Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2024

De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden.

Eerste druk 2024

ISBN 978-94-647-0485-3

Ontwerp: Effenaf

Opmaak: Zyncke Vanderplancke D/2024/0078/157

Art. 605788/01

NUR 110

Tekeningen: Flor Aguilar, Dirk Vandamme

Inhoud

3 INHOUD TRAJECT NEDERLANDS 6
Les 1 Taal en identiteit 9 Les 2 Luistervaardigheid – begintest 15 Les 3 Professioneel communiceren: telefoneren 17 Les 4 Taaltechnologie 25 Les 5 In de leesclub of in de filmclub 32 Tussenstop 1 52
6 Professioneel communiceren: het aanrijdingsformulier 72 Les 7 Recente Nederlandstalige literatuur 77 Literatuursuggesties 1 88 Les 8 Culturele verschillen in verbale en non-verbale communicatie 91 Les 9 Kritisch lezen en luisteren: jongeren en politiek 96 Les 10 De documentaire 107 Tussenstop 2 116 Les 11 Een Nederlander in Vlaanderen 140 Les 12 Interactieve verhalen 147 Les 13 Professioneel communiceren: een klacht formuleren 149 Les 14 Professioneel communiceren: het verslag 161 Les 15 Paul van Ostaijen 168 Literatuursuggesties 2 176 Tussenstop 3 179 Les 16 Voornamen 207 Les 17 Horrorverhalen 218 Les 18 Probleemoplossend discussiëren 226 Les 19 De recensie 233 Les 20 Kortverhaal: Spek en bonen 248 Eindstop 257 Verder studeren / op zoek naar werk Les 21 Zelfkennis is het begin van alle wijsheid 289 Les 22 Verder studeren: het onderwijslandschap 301 Les 23 Verder studeren: de taal van het hoger onderwijs 309 Les 24 Op zoek naar werk 315 Les 25 Solliciteren 323 Kennisoverzicht 337 ©VANIN
Les
4 INHOUD TRAJECT NEDERLANDS 6 ©VANIN

STARTEN MET TRAJECT NEDERLANDS 6

Hoe ga je met dit boek aan de slag? We leiden je door enkele belangrijke aspecten.

OP WEG MET TRAJECT

In dit leerwerkboek vind je lessen met verschillende achtergrondkleuren. Lessen met dezelfde achtergrondkleur behoren tot dezelfde stroom

taalinzicht informatie & communicatie literatuur

Vooraan elke les zie je de lesdoelen

Die verduidelijken wat je met die les zult bereiken.

BELLEN VERSUS APPEN

1 Doe de zelftest om te achterhalen wat voor soort beller jij bent. Bespreek vervolgens met een medeleerling of het resultaat bij jou past.

Wat voor soort beller ben jij?

a Een onbekend nummer belt je. Neem je op?

 No way!  Soms.  That’s me!

b Je gaat uit eten met vrienden en er moet iemand bellen om te reserveren. Neem jij je telefoon?

 No way!  Soms.  That’s me!

Na enkele lessen is er een . Die herken je aan de oranje achtergrondkleur. In de tussenstops ga je verder aan de slag met de leerstof die je tijdens de voorgaande lessenreeks behandelde. Het gaat hier om oefeningen op taal en woordenschat, academisch taalgebruik, verder studeren en receptieve vaardigheden.

c Je smartphone is al een week in herstelling en je hebt nog steeds niets gehoord. Bel je om te vragen hoe het zit?

 No way!  Soms.  That’s me!

d Je hebt vier gemiste oproepen van een vriend. Bel je terug?  No way!  Soms.  That’s me!

e Een vriend appt dat hij ruzie heeft. Bel je om te horen hoe het gaat?

 No way!  Soms.  That’s me!

f Je bent te laat thuis en een ouder belt je. Neem je op?  No way!  Soms.  That’s me!

In de meeste lessen geven we je eerst het bronmateriaal (bijvoorbeeld een artikel) en de bijhorende instructies, gevolgd door ruimte om te noteren. Zo moedigen we je aan om je antwoorden op een geordende manier neer te schrijven. Dat is een mooie voorbereiding op het hoger onderwijs, waar je ook zelfstandig zult moeten noteren. Soms staat er een asterisk (*) na het opdrachtnummer. Bij die opdrachten hoef je het antwoord niet te noteren.

Vooral de stiltes die vallen, vind je vreselijk. Als er iemand jou belt, neem je nooit op. Stuurt er iemand een spraakbericht, antwoord je steeds met een bericht. Emoji’s en leestekens geven voldoende intonatie en gevoel aan hetgeen je wilt zeggen. Meestal Soms je bent geen grote fan van bellen, maar ziet wel in dat het soms handig kan zijn. Je gesprekken zijn meestal kort en to the point. Spraakberichten opnemen doe je bij je dichtste vrienden als je je handen nodig hebt.

Meestal No way je sterft nog liever dan te bellen. Je stamelt aan de telefoon en weet niet wat zeggen.

STARTEN MET TRAJECT NEDERLANDS 6 5
les TAALVARIËTEITEN Vorig jaar bestudeerde je je eigen taalkast: je leerde dat je een andere taaloutfit aantrekt in een andere situatie. 1 Ken je de volgende taalvariëteiten nog? Verbind de betekenis met het juiste begrip. jargon formeel taalgebruik informeel taalgebruik jongerentaal 6 straattaal 7 standaardtaal 8 dialect mengtaal die jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden in het dagelijks leven spreken taal die gebruikt wordt binnen een vakgebied of een groep mensen; vaktaal die voor buitenstaanders vaak moeilijk te volgen is geen dialect, maar ook geen standaardtaal; taalvariëteit die daar ergens tussenin ligt d taalvariëteit die als norm geldt en bv. in het journaal wordt gebruikt taalgebruik in een zakelijke, officiële context taalgebruik in een ongedwongen context die tot de privésfeer behoort taal die jongeren spreken en die heel snel verandert h variëteit die gesproken wordt in een stad of dorp leerling op een stageplaats tiener die de eerste keer ergens gaat babysitten leerling op een mondeling proefwerk leerkracht op een verzorgende in een woonzorgcentrum Bekijk bovenstaande situaties. Welke taalvariëteit zou jij spreken? Leg uit waarom. b Gebruik in je argumentatie zo veel mogelijk van onderstaande woorden. Doorstreep het begrip dat je gebruikt hebt. Heb je alle begrippen in een correcte context gebruikt? Bingo! Knap gedaan! jargon formeelinformeel tussentaal jongerentaal straattaal dialect standaardtaal 1 1 Je ziet in hoe taal een rol kan spelen bij groepsvorming 1 sociolinguïstiek kennen 2 9 Taal en identiteit les B Doe de zelftest om te achterhalen wat voor soort beller jij bent. Bespreek vervolgens met een medeleerling of het resultaat bij jou past. Wat voor soort beller ben jij? Een onbekend nummer belt je. Neem je op?  No way!  Soms.  That’s me! b Je gaat uit eten met vrienden en er moet iemand bellen om te reserveren. Neem jij je telefoon?  No way!  Soms.  That’s me! Je smartphone is al een week in herstelling en je hebt nog steeds niets gehoord. Bel je om te vragen hoe het zit? No way! Je hebt vier gemiste oproepen van een vriend. Bel je terug?  No way!  Soms.  That’s me! Een vriend appt dat hij ruzie heeft. Bel je om te horen hoe het gaat?  No way!  Soms.  That’s me! Je bent te laat thuis en een ouder belt je. Neem je op?  No way!   That’s me! Meestal No way je sterft nog liever dan te bellen. Je stamelt aan de telefoon en weet niet wat zeggen. Vooral de stiltes die vallen, vind je vreselijk. Als er iemand jou belt, neem je nooit op. Stuurt er iemand een spraakbericht, antwoord je steeds met een bericht. Emoji’s en leestekens geven voldoende intonatie en gevoel aan hetgeen je wilt zeggen. je bent geen grote fan van bellen, maar ziet wel in dat het soms handig kan zijn. Je gesprekken zijn meestal kort en to the point. Spraakberichten opnemen doe je bij je dichtste vrienden als je je handen nodig hebt. haal jou maar eens van de telefoon! Je weet altijd wat zeggen en bent nooit verlegen om iemand op te bellen, of dit nu om vrienden of familie gaat of eerder een onbekende. Als een persoon niet opneemt, spreek je een uitgebreide tekst in op de voicemail of stuur je spraakberichten. Call me maybe?! 1 3 gesprekken onderscheiden 1 Je kent de telefoonetiquette 2 Je speelt in op een moeilijke situatie tijdens een telefoongesprek Je kunt een zakelijk telefoongesprek voeren 4 17 Professioneel communiceren: telefoneren les B ? Las jij al een van bovenstaande boeken? Of zag je de ver lming? Vond je het een goed boek een goede lm? Waarom wel/niet? 2* Ging je al eens naar een ver lming kijken van een boek dat je eerder al gelezen had? Of heb je al eens een boek gelezen nadat je eerst de lm zag? Welke versie vond je de beste? Waarom was dat zo, denk je? 3 Waarom zijn veel mensen vaak teleurgesteld bij de ver lming van een geliefd boek, denk je? 1 5 Je staat stil bij de verschillende Je leert waarom er relatief weinig 4 Je vergelijkt zelf een roman met de verfilming Je ontdekt hoe een boek naar een film of serie verfilmd kan worden en hoe een scenario verschilt van de originele tekst 3 Je onderzoekt welke genres moeilijker te verfilmen zijn 2 PictureLux, PictureLux The Hollywood Archive PictureLux, PictureLux The Hollywood Archive 32 In de leesclub of in de filmclub
1
les
Meestal
me haal jou maar eens van de telefoon! Je weet altijd wat zeggen en bent nooit verlegen om iemand
te bellen,
nu om
familie
de
stuur
me maybe?! 1 3
formele en informele gesprekken onderscheiden 1 Je kent de telefoonetiquette 2 Je speelt in op een moeilijke situatie tijdens een telefoongesprek 3 Je kunt een zakelijk
4 LES 3 PROFESSIONEEL COMMUNICEREN TELEFONEREN 17
52 TAAL EN WOORDENSCHAT Taal: dictee Je toekomstige baas vindt niets zo vervelend als taalfouten. Zeker in je cv, je motivatiebrief of je communicatie aan een leidinggevende. Geen zin om elk woordje op te zoeken? Hoeft niet! We schotelen je graag een lijst voor met de twintig meest gemaakte fouten. 1 Beluister het dictee en noteer de correcte schrijfwijze van die twintig woorden. Nog een tip: schrijf de woorden die je fout had op een post-it en hang die aan jouw computerscherm. Zo vermijd je dat je in de toekomst nog eens dezelfde fouten maakt. De twintig meest gemaakte fouten in cv’s en motivatiebrieven 1 4 5 8 9 11 14 15 18 19 Naar: www.jobat.be 2 Verbeter je dictee met behulp van de correctiesleutel. Wat zijn voor jou nog werkpunten? spelling van Engelse werkwoorden het aan of van elkaar schrijven van samenstellingen en woordgroepen  Engelse samenstellingen samenstellingen met afkortingen  andere: Op de volgende pagina’s vind je enkele oefeningen over de thema’s die in dit dictee aan bod kwamen. 1 TIP Gebruik volgende hulpmiddelen om fouten te voorkomen: woordenlijst.org/leidraad Tussenstop 1
That’s
op
of dit
vrienden of
gaat of eerder een onbekende. Als een persoon niet opneemt, spreek je een uitgebreide tekst in op
voicemail of
je spraakberichten. Call
Je kunt
telefoongesprek voeren
Professioneel communiceren: telefoneren
©VANIN

a Wie is ‘Hij die Waart Achter de Rijen’?

HULPMIDDELEN

b Eindigt het verhaal met een cliffhanger? Verklaar je antwoord.

In de lessen ondersteunen we je met enkele kaders en iconen.

onthouden

©VANIN

Onthouden

woord

De documentaire

Wanneer een verhaal plots stopt op een spannend moment en je als kijker/lezer absoluut een antwoord wilt op vragen die je je nog stelt, heb je te maken met een cliffhanger Meestal kom je het verdere verloop van het verhaal pas te weten in een volgende aflevering. Cliffhangers komen we heel vaak tegen in soaps en series. Vaak vallen de onderbrekingen samen met de start van een reclameblok.

Je ontdekt waarom documentaires zo populair zijn 1

Je leert wat de basiskenmerken van een documentaire zijn 2

Je leert hoe een documentaire de werkelijkheid kan beïnvloeden en vice versa 4

Je bekijkt en analyseert enkele bekroonde documentaires 3

Je ontdekt het subgenre true crime, verwante fictiereeksen en reality genres 6

Je ontdekt dat er binnen het genre veel variatie bestaat

Je analyseert een documentaire die je interesseert

Onderaan sommige pagina’s tref je de verklaring aan van een woord of uitdrukking op die pagina. Online bij ‘Mijn lesmateriaal’ vind je bij elke les of tussenstop een overzicht van de woorden die aan bod kwamen.

EEN GENRE APART

Onthouden-kaders bevatten belangrijke kennis, vaardigheden en strategieën 225

woord

De tijd dat je een documentaire enkel op National Geographic of Canvas kon bekijken in de late uren is voorgoed voorbij. Streamingplatformen als Netflix en Streamz staan er vol van. Maar wat is een documentaire eigenlijk? Welke soorten bestaan er en met welk doel worden ze gemaakt? Je ontdekt het in deze les.

de katheder: hoge lessenaar waarop de spreker papieren kan leggen de kansel: preekstoel

1* Welke onderstaande documentaires ken je of heb je al bekeken?

tip

Bij sommige opdrachten staat een tip om je op weg te helpen.

Noteer je bronnen tijdens het werken. Zo vermijd je dat je achteraf bronnen moet terugzoeken en veel tijd verliest.

Dat er ook andere soorten documentaires zijn, ontdek je hier.

onDERWEG

Onderweg-kaders bevatten leuke weetjes

2* Bekijk de trailer van de populaire Net ix-documentaire Don’t f**k with cats a Zou je deze documentaire willen zien? Waarom wel/niet?

b Waarom denk je dat ze zo’n succes was? onderweg

In Don’t f**k with cats – hunting an internet killer verleiden de gruwelijke video’s van een gestoorde crimineel een groep amateurwebdetectives tot een gevaarlijke klopjacht die hen naar een duistere onderwereld leidt.

Bron: netflix.com

STARTEN MET TRAJECT NEDERLANDS 6 6
Hij die Waart Achter de Rijen. ’s Middags stonden de maiskinderen in de open plek en keken naar de twee gekruisigde geraamten
twee lijken … de lijken waren nog geen geraamten, maar ze zouden het wel worden. Na verloop van tijd. En hier, in het hartje van Nebraska, midden in de maisvelden, gold niets anders dan tijd.
en de
2
les
1 10
5
7 LES 10 DE DOCUMENTAIRE 107
Tip

Voorkennis activeren

Als je dit icoon ziet, ga je voorkennis activeren. Dat kan gaan om leerstof die je in een voorgaand schooljaar of in een eerdere les al gezien hebt of onderwerpen die je kent uit je dagelijks leven.

Di erentiatie

Het di erentiatie-icoon geeft aan dat je met een remediërings- of een verdiepingsopdracht te maken hebt. Je oefent verder op leerstof die je nog niet helemaal onder de knie hebt (remediëring) of je gaat een extra uitdaging aan (verdieping of uitbreiding).

Woordenschat

Dit icoon geeft aan dat je je woordenschat zult verrijken of strategieën leert om met nieuwe en moeilijke woorden om te gaan.

Actief verwerken

Eenmaal je kennis of vaardigheden verworven hebt, kun je actief verwerken. Je past wat je leerde zelfstandig toe in een nieuwe situatie.

Play

Dit icoon geeft aan dat je een audio- of videofragment zult beluisteren of bekijken.

Gami cation

Doorheen het boek vind je verschillende games om met je medeleerlingen te spelen.

iDiddit

Dit icoon geeft aan dat er aanvullend lesmateriaal of een extra opdracht op iDiddit staat.

VAN IN Plus

Soms is het handig dat je extra lesinformatie of een videoof audiofragment zelf kunt bekijken of beluisteren op je smartphone. Als je dit icoon ziet, open dan de VAN IN Plus-app en scan de pagina.

STARTEN MET TRAJECT NEDERLANDS 6 7
VAN IN Plus
©VANIN

TRAJECT EN IDIDDIT

Het onlineleerplatform bij Traject Nederlands

Mijn lesmateriaal

Hier vind je alle inhouden uit het boek, maar ook meer, zoals filmpjes, audiofragmenten, extra oefeningen ...

Extra materiaal

Bij bepaalde stukken theorie of oefeningen kun je extra materiaal openen. Dat kan een bijkomend audio- of videofragment zijn, een woorden- of begrippenlijst, extra bronnen of een leestekst. Kortom, dit is materiaal dat je helpt om de leerstof onder de knie te krijgen.

Adaptieve oefeningen

Met adaptieve oefeningen kun je de leerstof inoefenen op jouw niveau. Hier kun je vrij oefenen.

Opdrachten

Hier vind je de opdrachten die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.

Evalueren

Hier kan de leerkracht toetsen voor jou klaarzetten.

Resultaten

Wil je weten hoever je al staat met oefenen, opdrachten en toetsen?

Hier vind je een helder overzicht van al je resultaten.

Notities

Heb je aantekeningen gemaakt bij een bepaalde inhoud?

Via je notities kun je ze makkelijk terug oproepen.

Meer weten?

Ga naar www.ididdit.be

STARTEN MET TRAJECT NEDERLANDS 6 8
3
©VANIN

Je ziet in hoe taal een rol kan spelen bij groepsvorming 1

Taal en identiteit ©VANIN

Je leert het begrip sociolinguïstiek kennen

TAALVARIËTEITEN

Vorig jaar bestudeerde je je eigen taalkast: je leerde dat je een andere taaloutfit aantrekt in een andere situatie.

1 Ken je de volgende taalvariëteiten nog? Verbind de betekenis met het juiste begrip.

1 jargon

2 formeel taalgebruik

3 informeel taalgebruik

4 tussentaal

5 jongerentaal

6 straattaal

7 standaardtaal

8 dialect

a mengtaal die jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden in het dagelijks leven spreken b taal die gebruikt wordt binnen een vakgebied of een groep mensen; vaktaal die voor buitenstaanders vaak moeilijk te volgen is c geen dialect, maar ook geen standaardtaal; taalvariëteit die daar ergens tussenin ligt d taalvariëteit die als norm geldt en bv. in het journaal wordt gebruikt e taalgebruik in een zakelijke, officiële context f taalgebruik in een ongedwongen context die tot de privésfeer behoort g taal die jongeren spreken en die heel snel verandert h variëteit die gesproken wordt in een stad of dorp

leerling op een stageplaats

tiener die de eerste keer ergens gaat babysitten

2 Bekijk bovenstaande situaties.

leerling op een mondeling proefwerk

a Welke taalvariëteit zou jij spreken? Leg uit waarom.

leerkracht op een oudercontact

verzorgende in een woonzorgcentrum

b Gebruik in je argumentatie zo veel mogelijk van onderstaande woorden. Doorstreep het begrip dat je gebruikt hebt.

c Heb je alle begrippen in een correcte context gebruikt? Bingo! Knap gedaan!

jargon formeelinformeel tussentaal jongerentaal straattaal dialect standaardtaal

les
12345678
1
1
LES 1 TAAL EN IDENTITEIT 9
2

onthouden

Met taal kun je in de eerste plaats communiceren. Maar taal heeft nog een tweede functie: je kunt ook je identiteit uitdrukken. Je kunt met taal aanduiden dat je tot een bepaalde groep behoort of dat je je met een bepaalde groep wilt identificeren. Sociolinguïstiek is een tak van de taalwetenschap die het verband tussen de taal en een sociale groep bestudeert.

GEZINSJARGON

Er zijn kleren die je enkel thuis draagt. En er zijn ook woorden die je enkel in je gezin gebruikt. Hebben jullie misschien zelf een woordje verzonnen voor een van je grootouders? Of wordt een van jouw versprekingen nog steeds gebruikt?

1* Heb je zelf voorbeelden van woorden of uitdrukkingen die enkel in jouw gezin gebruikt worden?

Beluister het interview met sociolinguïst Eline Zenner en beantwoord de vragen.

2 Ook Zenner vergelijkt taal met kleren. Welke vergelijking gebruikt ze? En wat wil ze daarmee zeggen?

3 Hoe ontstaan woorden in een gezinsjargon? Geef twee manieren.

4 Gezinsjargon toont aan dat taal dynamisch is en voortdurend verandert. Leg uit.

5 Voor welke woorden ontstaan nieuwe woorden binnen families?

6 Niet alleen in een familie kan een jargon ontstaan, ook in andere kleine groepen. Geef drie voorbeelden van zo’n microgemeenschappen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 10
2 ©VANIN

7 Een gezinsjargon maakt het gezin als groep hechter. Maar je kunt mensen ook uitsluiten via taal. Met welk voorbeeld legt Zenner dat uit?

8 Hoe kun je reageren op de nieuweling zodat je hem niet uitsluit? onthouden

Elke persoon behoort tot verschillende groepen (familie, stad, streek, land, religie, filosofie, vriendengroep, beroep …). En alle groepen hebben de neiging taalvariëteiten te ontwikkelen die hen afbakenen van andere groepen. Taal is dus een middel waarmee mensen zich kunnen onderscheiden van anderen die niet tot hun groep behoren. Daarom gebruikt elke spreker in de praktijk veel taalvariëteiten of registers, zelfs al is die er zich niet van bewust.

JONGERENTAAL

Elk jaar wordt een ‘Woord van het jaar’ gekozen, voor volwassenen, maar ook voor kinderen en tieners. De laatste jaren zien we dat er tussen de genomineerde woorden voor kinderen en tieners steeds vaker woorden opduiken die niet uit het Nederlands komen, zoals ‘kaulo’ en ‘hayek’.

1 Ken je de woorden ‘kaulo’ en ‘hayek’? Weet je wat ze betekenen?

2 Hoe komt het dat je die woorden wel of niet kent?

3* Ken je nog andere woorden in jongerentaal die uit het Arabisch komen?

LES 1 TAAL EN IDENTITEIT 11
3 © VRT ©VANIN

Je leest twee fragmenten uit een artikel van StampMedia over het Arabisch in jongerentaal.

4 Op welke vraag zouden de fragmenten een antwoord kunnen zijn? Noteer minstens één mogelijke vraag en formuleer het antwoord daarop in je eigen woorden.

Het zijn vaak de jongeren die een voortrekkersrol spelen bij processen van taalverandering en net die groep is het meest etnisch en cultureel divers: ze pikken woorden en uitdrukkingen van elkaar op en breiden zo de Nederlandse omgangstaal uit met taalelementen uit de hele wereld.

©VANIN

Net zoals de samenstelling van de bevolking verandert door inmenging van andere culturen, tekent de diversiteit zich onvermijdelijk ook in de taal af. Een cultuur bepaalt zelf elke dag hoe de taal eruitziet. Het is dan ook onmogelijk om de veranderingen tegen te houden, want net zoals de identiteit van een bevolking evolueert, zal die verandering zich ook in de taal voltrekken.

5 Beantwoord de volgende vragen mondeling.

a Professor Zenner vertelde dat een gezinsjargon aantoont dat een taal dynamisch is. Op welke manier zou je dat ook over jongerentaal kunnen zeggen?

b Daarnaast toonde ze aan dat een gezinsjargon een groep hechter kan maken. Op welke manier zou je dat ook over jongerentaal kunnen zeggen?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 12

VERDIEPING: KAN DE TAALKUNDE EEN MISDAAD OPLOSSEN?

1 Je leerkracht vertelt je het verhaal van de dood van Paul Harland. Luister goed en achterhaal de leugens.

2 Lees nu de tekst op p. 14. Welke leugens heeft je leerkracht verteld?

3 Vat de tekst samen aan de hand van de vragen van de onderzoeksstructuur (je vindt de vaste tekststructuren in het Kennisoverzicht op p. 359). Vul het rooster in met relevante informatie uit de tekst. Zorg ervoor dat iemand die de tekst niet gelezen heeft, de tekst begrijpt aan de hand van jouw antwoorden. Beperk je dus tot de belangrijkste info uit de tekst.

Wat werd er onderzocht?

Hoe is het onderzoek gevoerd?

Wat waren de resultaten van het onderzoek?

Wat is de conclusie?

LES 1 TAAL EN IDENTITEIT 13
4 ©VANIN

Kan de taalkunde misdaden oplossen?

Over forensische taalkunde

Een bijzondere tak van de toegepaste taalkunde is de forensische taalkunde. Forensisch taalkundigen doen onderzoek naar taaluitingen die relevant zijn voor het feitenonderzoek bij rechtspleging of geschillenbeslechting. Het gaat hierbij dus om ‘taal als bewijs’. Is het werkelijk mogelijk om aan de hand van taaluitingen misdaden op te lossen? – Ton Broeders

Op 17 juni 2003 werd de 42-jarige Nederlandse sciencefictionschrijver Paul Harland (pseudoniem voor Paul Smit) dood aangetroffen in zijn huis in Tiel. De schrijver lag in bed, met een plastic zak over zijn hoofd. Toxicologisch onderzoek wees op de recente inname van acht à negen slaappillen. Naast zijn bed lag een Engelstalig afscheidsbriefje, gericht aan zijn man Tarik D., met wie hij eerder dat jaar was getrouwd. Uit het briefje viel af te leiden dat de schrijver zelfmoord had gepleegd omdat hij met hiv geïnfecteerd was. Dat laatste leek te worden bevestigd door twee ter plaatse aangetroffen (eveneens Engelstalige) e-mailberichten, waarin ene Dave uit Liverpool de schrijver verweet hem met hiv te hebben besmet. Toch werd er al snel getwijfeld aan het zelfmoordscenario. Die twijfel werd vooral gevoed door de tekst van de afscheidsbrief. Was die wel geschreven door Harland zelf? Een mooie vraag voor de forensisch taalkundige. (…)

©VANIN

De zaak Harland

Hoewel uit de inhoud van het afscheidsbriefje viel op te maken dat de schrijver zelfmoord had gepleegd, leek de vorm ervan toch moeilijk met dat scenario te rijmen. Vrienden van de schrijver wezen erop dat het briefje vol Engelse taalfouten stond. En dat terwijl Harland nog kort voor zijn dood een Engelstalig boek had gepubliceerd. Het Openbaar Ministerie gaf het Nederlands Forensisch Instituut (het NFI) opdracht te onderzoeken of Harland inderdaad de schrijver van het briefje was. Als vergelijkingsmateriaal voor dat onderzoek stelde het OM een groot aantal Engelstalige e-mailberichten ter beschikking, afkomstig van de computer van de schrijver. Daaruit bleek dat de schrijver beschikte over een uitzonderlijk goede beheersing van het Engels. Dat stond in schril contrast met het steenkolenengels van het afscheidsbriefje, waarvan het taalgebruik sterk overeenkwam met dat van de weinige Engelstalige vergelijkingsteksten die beschikbaar waren voor de verdachte Tarik D. Zo bevatte het briefje dubbele persoonsvormen in negaties, zoals ‘I didn’t believed’, ‘I didn’t suspected’, ‘they didn’t knew’. Daarnaast ontbrak veelal het lidwoord, zoals in ‘we went for check-up’, ‘for last few months’, ‘with better guy’, ‘made mistake’. Een type fout dat vaak voorkomt bij sprekers met een Slavische moedertaal.

De bevindingen van het onderzoek waren daarom volgens het NFI zeer veel waarschijnlijker onder de aanname dat Tarik D. het briefje geschreven had dan onder de aanname dat Harland de schrijver was. Wel wees de onderzoeker erop dat juist iemand met de taalkundige vaardigheden van Harland in staat kon zijn een briefje op te stellen met daarin het type taalfouten dat voorkwam in het Engels van Tarik D., zeker wanneer wordt aangenomen dat hij vertrouwd is met het schriftelijk taalgebruik van D. Anderzijds moest het omgekeerde, en foutloos Engels briefje geschreven door Tarik D. dat door zou moeten gaan voor een briefje afkomstig van Harland, uitgesloten worden geacht.

Het scenario van de in scène gezette zelfmoord die voor moord zou moeten doorgaan, is door advocaat Spong in hoger beroep inderdaad opgevoerd. Hij verwees daarbij naar de plot van het laatste, Engelstalige, boek dat Harland schreef. Daarin beneemt de minnaar van de hoofdfiguur zichzelf het leven op een wijze die op moord lijkt. Het Arnhemse gerechtshof verwierp dit scenario en veroordeelde Tarik D. op 7 maart 2006 wegens moord tot twaalf jaar gevangenisstraf.

Bron: www.taalcanon.nl

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 14

Je test hoe goed je luistervaardigheid is 1

Je selecteert en verwerkt informatie uit teksten 2

Luistervaardigheid – begintest ©VANIN

Je gebruikt woordleerstrategieën om de betekenis van onbekende woorden te vinden 3

1 Hieronder vind je vier stellingen. Welke zijn op jou van toepassing?

a Ik eet meerdere keren per week vlees.

 ja  nee

b Als een maaltijd geen vlees bevat, is het geen volwaardige maaltijd.  ja  nee

c Ik heb ooit overwogen om vegetariër te worden.

d Ik zou wel eens een nieuwe vleessoort willen proeven.

2 Bekijk het begin van het beeldfragment.

a Wat is het onderwerp?

b Uit welk soort programma komt het beeldfragment?

 kookprogramma

 nieuwsuitzending

 praatprogramma

 ziekenhuisserie

c Wat voor soort beeldfragment is het toegevoegde Engelstalige filmpje?

 instructiefilmpje

 nieuwsreportage

 wetenschappelijke analyse

 reclameboodschap

d Wat is het doel van het Engelstalige filmpje?

 overtuigen

 informeren

 amuseren

 voorschrijven

3 Bekijk nu het volledige fragment.

a Hoe is de mammoetgehaktbal tot stand gekomen?

 ja  nee

 ja  nee

 De mammoetgehaktbal is schapenvlees waaraan bepaalde smaakstoffen zijn toegevoegd.

 Het ontbrekende DNA van de mammoet wordt aangevuld met dat van een olifant en vervolgens ingebracht in schapencellen.

 De eiwitten van de mammoet worden met bepaalde technieken meermaals gekopieerd en aan elkaar verbonden.

 Mammoetcellen en olifantencellen worden met elkaar gecombineerd tot deze gehaktbal.

b Hoe zou je het begrip ‘kweekvlees’ definiëren? Leg uit in je eigen woorden.

les
2
LES 2 LUISTERVAARDIGHEID – BEGINTEST 15

c Welke stelling(en) over kweekvlees klopt/kloppen niet? Duid ze aan.

 Bij de productie van kweekvlees wordt er aanzienlijk meer energie en water verbruikt dan bij de productie van gewoon vlees.

 Bij de productie van kweekvlees wordt dierenleed tot een minimum beperkt.

 Kweekvlees is veel beter voor het milieu dan echt vlees.

 Het is nog niet duidelijk of de smaak van kweekvlees sterk aanleunt bij die van echt vlees.

d Hoe komt het dat de mammoetgehaktbal niet eetbaar is?

 Bij de productie van de gehaktbal zijn toxische stoffen vrijgekomen.

 Mammoetvlees is niet eetbaar voor de mens.

 Niemand is er al in geslaagd om eetbaar kweekvlees te maken.

 De wetenschappers hebben achteraf toxische stoffen toegevoegd.

e Welke mening of welk argument wordt niet aangehaald door voorbijgangers in de voxpops?

 Als de overheid het goedkeurt, zal kweekvlees wel te vertrouwen zijn.

 Als we met kweekvlees niet moeten inboeten aan smaak en tegelijk dierenleed besparen, zou ik het wel proberen.

 Kweekvlees zal nooit van dezelfde kwaliteit zijn als echt vlees.

 Er is te weinig transparantie over het productieproces.

4 Bekijk het volledige fragment nog een keer en beantwoord de vragen.

a Verbind het woord met de bijpassende definitie.

1 procedé a gerelateerd aan handel

2 exclusief b winstgevend

3 vooralsnog c iets of iemand anders uitsluitend

4 commercieel d opnieuw opbouwen

5 reconstrueren e op dit ogenblik

f manier waarop iets gebeurt of wordt gemaakt

g met inbegrip van h voorafgaand aan

1 2 3 4 5

b Wat bedoelt journalist Wim De Vilder als hij kweekvlees omschrijft als een delicatesse?

c Volgens Professor Thorrez is kweekvlees nog niet rendabel. Wat bedoelt hij daarmee?

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 16
©VANIN

1

Je kunt formele en informele gesprekken onderscheiden

2

Je kent de telefoonetiquette

BELLEN VERSUS APPEN

3

Je speelt in op een moeilijke situatie tijdens een telefoongesprek

4

Je kunt een zakelijk telefoongesprek voeren

1 Doe de zelftest om te achterhalen wat voor soort beller jij bent. Bespreek vervolgens met een medeleerling of het resultaat bij jou past.

Wat voor soort beller ben jij?

a Een onbekend nummer belt je. Neem je op?

 No way!  Soms.  That’s me!

b Je gaat uit eten met vrienden en er moet iemand bellen om te reserveren. Neem jij je telefoon?

 No way!  Soms.  That’s me!

c Je smartphone is al een week in herstelling en je hebt nog steeds niets gehoord. Bel je om te vragen hoe het zit?

 No way!  Soms.  That’s me!

d Je hebt vier gemiste oproepen van een vriend. Bel je terug?

 No way!  Soms.  That’s me!

e Een vriend appt dat hij ruzie heeft. Bel je om te horen hoe het gaat?

maybe?! 1

 No way!  Soms.  That’s me!

f Je bent te laat thuis en een ouder belt je. Neem je op?

 No way!  Soms.  That’s me!

Meestal That’s me: haal jou maar eens van de telefoon! Je weet altijd wat zeggen en bent nooit verlegen om iemand op te bellen, of dit nu om vrienden of familie gaat of eerder een onbekende. Als een persoon niet opneemt, spreek je een uitgebreide tekst in op de voicemail of stuur je spraakberichten. Call me

Meestal Soms: je bent geen grote fan van bellen, maar ziet wel in dat het soms handig kan zijn. Je gesprekken zijn meestal kort en to the point. Spraakberichten opnemen doe je bij je dichtste vrienden als je je handen nodig hebt.

Vooral de stiltes die vallen, vind je vreselijk. Als er iemand jou belt, neem je nooit op. Stuurt er iemand een spraakbericht, antwoord je steeds met een bericht. Emoji’s en leestekens geven voldoende intonatie en gevoel aan hetgeen je wilt zeggen.

Meestal No way: je sterft nog liever dan te bellen. Je stamelt aan de telefoon en weet niet wat zeggen.

les
3
LES 3 PROFESSIONEEL COMMUNICEREN: TELEFONEREN 17
©VANIN
Professioneel communiceren: telefoneren

2* Zijn de volgende stellingen volgens jou juist of fout?

A Tijdenshetbellenhebbenveelstudentenhetgevoel datzecontrolehebbenoverhetgesprek.

Jongeren leggen altijd eerst contact via berichten of mail.

Oudere mensen bellen veel meer dan jongere mensen.

3 Beluister het fragment Jongeren durven niet meer bellen.

a Hoe komt het dat jongeren minder bellen?

b Waarom is het volgens Hervé Van De Weyer efficiënter om te bellen?

c Waarom zijn jongeren bang om te bellen?

d Wanneer heb je telefoongesprekken echt nodig?

e Leg uit wat Hervé Van De Weyer bedoelt met ‘het zorgt voor een overload aan communicatie en zo zien we door het bos de bomen niet meer’.

4* Herbekijk de stellingen uit opdracht 2 en bespreek opnieuw of ze juist of fout zijn.

5 Bedenk drie situaties waarin het noodzakelijk is om de telefoon te nemen en naar iemand te bellen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 18
B
C
©VANIN

ZAKELIJK TELEFONEREN

1 Werk samen met een medeleerling. Jullie bekijken fragmenten uit een andere serie: Grond en De Twaalf.

a Noteer per fragment of het om een formeel of informeel gesprek gaat en waarom je dat denkt.

b Formuleer vervolgens een conclusie.

c Bespreek ten slotte jullie bevindingen met elkaar.

Onthouden

Je past je taalgebruik meestal aan op basis van de situatie. De grens tussen een formeel en informeel taalregister is niet altijd zo duidelijk.

Enkele tips als je met een onbekende derde persoon of iemand formeel belt.

• Gebruik Standaardnederlands, ook als de andere persoon tussentaal of dialect gebruikt.

• Formuleer korte en duidelijke zinnen.

LES 3 PROFESSIONEEL COMMUNICEREN: TELEFONEREN 19
2 ©VANIN

2 Lees het Tip-kader en plaats bij elke tip de juiste uitleg.

1 Bereid je voor op een zakelijk telefoongesprek.

2 Stel je meteen voor zodra je gesprekspartner heeft opgenomen en zich bekend heeft gemaakt.

3 Vraag eventueel of de situatie gunstig is voor een gesprek voordat je met het eigenlijke gesprek begint.

4 Pas de tandartstechniek toe als je zaken doet die de gesprekspartner niet kan zien of horen.

5 Neem het initiatief om het gesprek af te sluiten.

Bron: www.vlaanderen.be/taaladvies

Uitleg bij de tips

a Je kunt je voorbereiden door goed uit te zoeken wie de eigenlijke gesprekspartner is voor het doel dat je voor ogen hebt. Zo voorkom je dat je naar verschillende nummers moet bellen of eindeloos wordt doorgeschakeld. Ook een papieren geheugensteuntje met de bespreekpunten in een goede volgorde is erg handig. Je hebt het gesprek dan beter onder controle. Je voorkomt daarmee ook dat je achteraf moet terugbellen omdat je in de loop van het gesprek iets uit het oog verloren hebt. Als je goed voorbereid bent, zul je een boodschap ook beter gestructureerd en geformuleerd op een antwoordapparaat kunnen inspreken.

b Beperk achtergrondgeluiden en laat de luidsprekerfunctie voor wat ze is. Dat zorgt voor mindere kwaliteit en ook zelf ben je veel sneller afgeleid door de mensen rondom je. Gebruik een headset als je de handen vrij wilt hebben.

c Zeg precies wat je aan het doen bent, bijvoorbeeld als je iets in je documenten moet opzoeken of als iemand anders je tijdens het gesprek stoort of onderbreekt. Doordat er geen visuele feedback is, geef je daarmee informatie die in een gewoon gesprek vanzelfsprekend is, maar in een telefoongesprek ontbreekt en daardoor tot communicatiestoornissen of ergernis kan leiden.

d De gebruikelijke formulering daarvoor is: Goedemorgen/goedemiddag/goedendag/goedenavond, u spreekt met [naam organisatie / jouw naam]. Je spreekt die beginwoorden bij voorkeur traag en duidelijk uit. Op die manier kan de gesprekspartner aan je stem wennen of je stem herkennen als jullie elkaar al kennen. Als de gesprekspartner zich niet bekendmaakt of als de identiteit van de opgebelde partij niet verstaanbaar of niet precies genoeg was, vraag je naar preciezere gegevens: Spreek ik met …?, Met wie spreek ik?

e Je kunt de situatie van de gesprekspartner meestal niet beoordelen omdat je niet weet in welke situatie de gesprekspartner aan de andere kant van de lijn zich bevindt. Zo kan een telefoonoproep erg vervelend zijn als die persoon met iemand anders in gesprek of in vergadering is. Je kunt naar de situatie van de gesprekspartner peilen met de volgende formuleringen: Schikt het dat ik u nu een paar vragen stel? Stoor ik niet? Ik hoop dat mijn telefoontje niet ongelegen komt. Het kan in het begin van het gesprek ook nuttig zijn om te melden hoeveel en welke punten je wilt bespreken.

f Praat niet te luid. Mensen hebben de neiging om luid te praten als ze telefoneren. Dat kan frustrerend zijn. Ook als je lacht, kan dat harder klinken dan dat je bedoelt.

g De persoon die opbelt, bepaalt in principe ook wanneer het gesprek afgelopen is. Maak dat op het geschikte moment duidelijk door het gesprek af te ronden, bijvoorbeeld door te herhalen wat de kern van het gesprek is en duidelijk te maken dat je afscheid wilt nemen. Een persoonlijke, duidelijke afsluiting heeft dezelfde waarde als een handdruk in een gewoon gesprek. Als de verbinding onverwachts wordt afgebroken, brengt ook de opbeller de verbinding opnieuw tot stand.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 20
TIp
©VANIN

3 Wat zou je tijdens een telefoongesprek kunnen zeggen in de volgende situaties?

Je zit in de trein en de verbinding is slecht.

Je kleine zus wil de telefoon afpakken en krijst de hele boel bij elkaar.

Je moet zoeken naar je identiteitskaart om je rijksregisternummer door te geven.

De verbinding werd plots verbroken en je belt opnieuw naar de persoon.

Je hoort achtergrondgeluiden bij je gesprekspartner en wilt nagaan of het past.

Je hebt niet begrepen hoe je gesprekspartner heet en van welk bedrijf hij/zij is.

LES 3 PROFESSIONEEL COMMUNICEREN: TELEFONEREN 21
a d b e c f ©VANIN

4 Lees de situaties en oefen het telefoongesprek samen met een medeleerling.

A

Je bent hoofdanimator bij vzw Speelplezier. Je organiseert tijdens de krokusvakantie een ridderkamp voor twintig kinderen tussen vijf en acht jaar en wilt het Gravensteen in Gent bezoeken. Je hebt voldoende budget maar wilt weten welke momenten nog beschikbaar zijn.

Hallo, balie Gravensteen, goedemorgen.

Waarmee kan ik u helpen?

Om hoeveel deelnemers zou het gaan?

En hoeveel begeleiders?

Ik neem de agenda er even bij. *PAUZE*

U kunt komen op 22 februari om 10u of op 24 februari om 14u.

Oké, dan noteer ik het zo. Mag ik uw naam en contactgegevens?

U krijgt zo dadelijk een bevestigingsmail en achteraf wordt er gefactureerd aan vzw Speelplezier.

B

Je deed je smartphone twee werkdagen geleden binnen om een gebarsten scherm te herstellen. Ze hadden gezegd dat dit maximaal een werkdag zou duren. Je belt om te informeren.

©VANIN

Had u nog verdere vragen?

Nog een fijne dag.

Goedemorgen, Fixit met Lorenzo.

Over welk model gaat het precies?

En wanneer hebt u hem binnengebracht?

Ah, ik zie het al. Deze is inderdaad klaar en ik had op mijn lijst staan dat ik u deze voormiddag zou contacteren. U kunt hem dus komen ophalen.

Het komt op €130, enkel elektronisch te betalen.

Tot snel.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 22
© ERA Foto

5 Vorm een duo met een medeleerling. Je krijgt een situatie van de leerkracht. Kies wie welke persoon speelt en voer een telefoongesprek. Je mag individueel iets voorbereiden, maar niets met elkaar afspreken.

Evaluatiematrix – Spreken: telefoneren

©VANIN

GOED

VOLDOENDE ONVOLDOENDE volledigheid

Het telefoongesprek wordt op een correcte manier gestart en beëindigd.

Het telefoongesprek wordt gestart en beëindigd, maar het verloopt wat stroef.

Het telefoongesprek wordt niet correct gestart of beëindigd. duidelijkheid

De boodschap van de situatie wordt duidelijk overgebracht.

Extra: de moeilijkheid wordt correct behandeld.

correctheid

Je taalgebruik is nagenoeg foutloos. Je spreekt Standaardnederlands.

Aanvullende commentaar:

De boodschap van de situatie wordt overgebracht.

Extra: de moeilijkheid wordt behandeld, maar het kan vlotter.

Hier en daar zitten er dialectische klanken of tussentaal in je uitleg.

De boodschap wordt niet duidelijk overgebracht.

Extra: de moeilijkheid wordt niet goed aangepakt.

Je uitspraak is onverzorgd (dialect, tussentaal) en leidt de aandacht af van de boodschap.

LES 3 PROFESSIONEEL COMMUNICEREN: TELEFONEREN 23

VOICEMAIL

1 Je beluistert zes voicemailbegroetingen.

a Welke versie lijkt het meest op jouw begroeting?

b Welke optie lijkt jou de beste? Welke elementen moeten zeker aanwezig zijn?

c* Neem zelf een goede voicemail op en bezorg deze aan je leerkracht.

©VANIN

Evaluatiematrix – Spreken: voicemail

volledigheid

De voicemail is volledig. De voicemail is niet volledig. duidelijkheid

Het is voor de beller duidelijk hoe hij/zij je opnieuw moet bereiken.

Het is voor de beller niet duidelijk hoe hij/zij je opnieuw moet bereiken. correctheid

Je taalgebruik is foutloos. Je spreekt Standaardnederlands.

Aanvullende commentaar:

Hier en daar zitten er dialectische klanken of tussentaal in je uitleg.

Je uitspraak is onverzorgd (dialect, tussentaal) en leidt de aandacht af van de boodschap.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 24
GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE
3

Je kunt verklaren wat taaltechnologie is 1

Taaltechnologie ©VANIN

Je kunt je mening over taaltechnologie verwoorden: is het nuttig, gevaarlijk, betrouwbaar ...? 3

Je kunt voorbeelden geven van taaltechnologische toepassingen uit het dagelijks leven 2

WAT IS TAALTECHNOLOGIE?

geen taaltechnologie taaltechnologie 1 woord arti ciële intelligentie: mogelijkheid van een machine om mensachtige vaardigheden te vertonen; ook bekend onder de naam ‘kunstmatige intelligentie’ genereren: iets doen ontstaan, iets voortbrengen geavanceerd: heel modern, met of volgens de nieuwste mogelijkheden of inzichten gemaakt

1* Waaraan denk je bij het horen van de term ‘taaltechnologie’?

2 Vul de ontbrekende woorden in.

Kies uit: computers – Natural Language Processing – natuurlijke taal – artificiële intelligentie –spellingscontrole.

onthouden

Taaltechnologie, ook wel bekend als , is een tak van de die zich bezighoudt met de interactie tussen en menselijke taal. Het gaat daarbij om het begrijpen, genereren en verwerken van menselijke taal door computers. Taaltechnologie wordt gebruikt voor diverse toepassingen, zoals automatische vertaling, , tekstvoorspelling, spraaktechnologie en chatbots. Daarbij wordt gebruikgemaakt van geavanceerde algoritmen en technieken om te analyseren en te begrijpen.

3 In welke mate hebben de volgende technologische toepassingen iets te maken met taaltechnologie? Plaats ze op het continuüm.

a ChatGPT

b keukenrobot

c spellingscontrole

d gps

e Google Translate

les
4
LES 4 TAALTECHNOLOGIE 25

4* Ga jij eerder akkoord of eerder niet akkoord met de volgende stellingen?

Taaltechnologie is nuttig.

Ik maak soms gebruik van taaltechnologie.

Taaltechnologie is gevaarlijk.

ENKELE TAALTECHNOLOGISCHE TOEPASSINGEN VERKENNEN

Ontdek tijdens het groepswerk vier verschillende taaltechnologische toepassingen: automatisch vertalen, spellingscontrole, tekstvoorspelling en spraaktechnologie

Het paart staat in de wij

Het paart staat in de wij. Ik vindt da niet fijn. Gaat jij opzoek naar de zwart paart?

Het paerd staet in de wei. Ik vind dat nie fein. Ga jij op zoek naar het zwartpaard?

1 Deze twee zinnen werden geschreven in Word. Bekijk ze goed en voltooi de opdrachten.

a Welke taaltechnologische toepassing zie je hier?

b Niet alle woorden die verkeerd geschreven zijn, werden onderstreept. Onderstreep zelf de woorden die Word gemist heeft.

c Waarom denk je dat sommige woorden, zoals ‘paerd’, onderstreept zijn en andere, zoals ‘paart’, niet?

Ga zelf naar Word en test de betrouwbaarheid van de spellingscontrole. Probeer de corrector om de tuin te leiden en formuleer een zin met (een) fout(en) zonder dat die onderstreept worden.

d Ga zelf naar Word en test de betrouwbaarheid van de spellingscontrole. Probeer de corrector om de tuin te leiden en formuleer een zin met (een) fout(en) zonder dat die onderstreept worden.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 26
2
©VANIN

De verpleegster doet zijn werk

2 Bovenstaande zin werd vertaald met Google Translate. Bekijk de vertaling goed en los de vragen op.

a Welke taaltechnologische toepassing zie je hier?

b Wat valt je op aan de vertaling?

c Vertaal de volgende zegswijzen via Google Translate naar een taal die je kent. Vergelijk de vertalingen: zijn ze letterlijk of figuurlijk?

• Het regent pijpenstelen.

• Hij rookt als een Turk.

LES 4 TAALTECHNOLOGIE 27
©VANIN

Apen apen apen altijd na

3 Dicteer de volgende tongtwisters aan Google, Siri of Bixby en zorg ervoor dat je spraak wordt omgezet in de juiste geschreven tekst.

– Apen apen apen altijd na. –

– Zeven Schotse scheve schaatsers schaatsen scheef. –

– Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindenlaan. –

a Wat is er belangrijk voor een succesvol resultaat?

b Welke taaltechnologische toepassing heb je daarvoor gebruikt?

c Welke taken uit het dagelijks leven kan spraaktechnologie overnemen? Wanneer maak jij er gebruik van?

d* Kan spraaktechnologie ook gevaarlijk zijn?

Voorspel jezelf

4 Volg onderstaand stappenplan en los daarna de vragen op.

1 Schakel via instellingen ‘voorspellende tekst’ in op je gsm.

2 Ga naar een notitie-app.

3 Typ de woorden ‘ik ben’ in.

4 Er verschijnen nu verschillende volgende woorden ter suggestie. Klik op het middelste woord.

5 Klik een paar keer op het middelste woord tot er een zin gevormd wordt.

6 Lees de zin die jouw gsm vormde voor aan drie medeleerlingen.

a Van welke taaltechnologische toepassing heb je gebruikgemaakt?

b* Vergelijk jouw zin met die van je medeleerlingen. Zijn ze hetzelfde of verschillen ze van elkaar?

c Hoe werkt de voorspellende tekst? Leg uit in je eigen woorden.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 28
©VANIN

Billie versus Eliza

5 De klas wordt verdeeld in twee groepen. De ene groep surft naar bol.com en chat eventjes met Billie. De andere groep surft naar eclecticenergies.com en chat met Eliza.

a Hoe worden digitale personen zoals Billie en Eliza genoemd?

b* Wie was er aangenamer om mee te praten: Billie of Eliza? Waarom?

Een grappige computer

©VANIN

Het is een Belgische politicus en ook een orgaan. Bart De Lever

Het is groen en er zitten pinda’s in. Kermit de Snicker!

6 Lees de vier mopjes en los de opdrachten op.

Het is een jaarlijkse actie en ook een regio. De Warmste Streek!

Het is een Zweedse klimaatactiviste en een kabouter. Greta Thundwerg!

a* Welke mop vind jij het grappigst? Welke mop wordt door de hele klas het grappigst gevonden?

b Drie van de vier mopjes zijn gemaakt door de MopjesBot, een chatbot die elke dag automatisch mopjes genereert op X. Slechts één grap is dus door een mens bedacht. Welke is volgens jou de menselijke mop?

7* Waan jezelf de MopjesBot en volg het stappenplan om een mop te maken zoals de computer het zou doen.

Hoe maakt de MopjesBot een mop? Een stappenplan.

1 Ga op zoek naar een naam uit het nieuws van de dag (Bart De Wever).

2 Zoek een rijmwoord op die naam en vervang de echte naam door het rijmwoord (vervang ‘Bart De Wever ’ door ‘Bart De Lever ’).

3 Zoek op Wikipedia op wie de persoon is (een Belgische politicus).

4 Zoek een omschrijving voor het rijmwoord (is een orgaan).

5 Gebruik de gevonden informatie voor het invullen van het vraag-antwoordschema.

Vraag: Het is (3) en (4). Wie/Wat is het?

Antwoord: (2)!

LES 4 TAALTECHNOLOGIE 29
BILLIE ELIZA

Negatief of positief?

8 Bekijk onderstaande posts op X. Geef de posts een score van meest negatief (1) naar meest positief (4).

9 De X-post van Alexander De Croo werd beoordeeld door Sentiment Demo, een tool die teksten analyseert en aangeeft of een tekst eerder positief of negatief is.

a Welke sentimentscore kreeg de post van het programma?

b Waarom zou de tool die beoordeling hebben gemaakt? Waar kan het fout zijn gegaan?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 30
A C B D
©VANIN

10* Test de tool Sentiment Demo zelf eens uit aan de hand van dit stappenplan.

Sentiment Demo

1 Zoek een review, post of reactie op het internet.

2 Maak zelf een inschatting: is de tekst positief, neutraal of negatief?

3 Ga naar deze website: lt3.ugent.be/sentiment-demo

4 Haal jouw tekst door Sentiment Demo.

5 Maakt de computer dezelfde inschatting als jij?

Dit is taaltechnologie!

11 Noteer individueel een antwoord op onderstaande vragen.

a Welke taaltechnologische toepassingen kende je al? Welke nog niet?

b Welke toepassing vond je het interessantst? Welke het minst interessant?

c Is taaltechnologie volgens jou altijd betrouwbaar?

LES 4 TAALTECHNOLOGIE 31
©VANIN

Je staat stil bij de verschillende belevingen bij boeken en films 1

Je onderzoekt welke genres moeilijker te verfilmen zijn 2

BOEK EN/OF FILM?

In de leesclub of in de filmclub ©VANIN

Je vergelijkt zelf een roman met de verfilming 4

Je ontdekt hoe een boek naar een film of serie verfilmd kan worden en hoe een scenario verschilt van de originele tekst 3

1* Las jij al een van bovenstaande boeken? Of zag je de ver lming? Vond je het een goed boek / een goede lm? Waarom wel/niet?

2* Ging je al eens naar een ver lming kijken van een boek dat je eerder al gelezen had? Of heb je al eens een boek gelezen nadat je eerst de lm zag? Welke versie vond je de beste? Waarom was dat zo, denk je?

3 Waarom zijn veel mensen vaak teleurgesteld bij de ver lming van een geliefd boek, denk je?

les
1 5
© Bazmark Films, Photo 12 © PictureLux, PictureLux / The Hollywood Archive © Shondaland / Album © PictureLux, PictureLux / The Hollywood Archive TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 32

DE LIJST

Scan de pagina en bekijk de lijst met verfilmde boeken.

1 Lees de korte inhouden eens door.

a Welke van die verhalen zou jij willen lezen/bekijken?

b Stel je top drie samen en vertel wat je aanspreekt in het verhaal.

2 In onderstaande lijst staan verschillende genres.

a Plaats de voorbeelden uit de lijst bij het juiste genre.

b Welke moeilijkheden zouden zich kunnen voordoen bij het verfilmen van die boeken/genres? Hoe zou je die kunnen oplossen?

genre titel

Bekijk de verschillende genres (fictie) in het Kennisoverzicht op p.

moeilijkheden verfilming (+ oplossing) roman

LES 5 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 33
horror 2
TIP
VERFILMDE
BOEKEN
.
©VANIN

historische roman

thriller

sciencefiction

coming-ofage/bildungsroman

dystopische roman

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 34
©VANIN

VAN ROMAN NAAR SCENARIO

Dune

In het volgende deel bestudeer je hoe de roman Dune vertaald werd naar een filmversie. De Amerikaanse roman van Frank Herbert verscheen voor het eerst in 1965 in twee delen in Analog magazine en werd al verschillende keren verfilmd.

1 Vergelijk het begin van de roman Dune op p. 36-38 met het scenario van de eerste scènes uit de lm op p. 38-40.

a Welke vormelijke verschillen (lay-out) merk je op?

fragment roman

fragment scenario

b Lees op p. 36-38 de eerste pagina’s uit het boek aandachtig. Wat kom je in dit fragment te weten over Paul, de planeet Arrakis en de Vrijmens?

LES 5 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 35
Paul
3 © Legendary Entertainment / Warner Bros. / Album ©VANIN
Arrakis de Vrijmens

c* Hoe stel jij je de planeet Arrakis voor? Hoe ziet het kasteel Caladan er volgens jou uit? Hoe zien Paul en de Vrijmensen eruit?

d* Vergelijk jouw voorstellingen met die van een medeleerling.

e Hoe verschilt het scenario inhoudelijk van het boek?

f* Bekijk ten slotte de beginscène van de film. Vind je die geslaagd? Waarom wel/niet?

Duin

Fragment

Een begin is het moment waarop je er zeer nauwgezet voor moet zorgen dat alles in evenwicht is. Dat weet iedere zuster van de Bene Gesserit. Als je dus begint het leven van Muad’Dib te bestuderen, moet je ervoor zorgen dat je hem allereerst in zijn eigen tijd plaatst: geboren in het 57e regeringsjaar van de Padishah Keizer Shaddam N. En let er vooral op dat je Muad’Dib in zijn eigen omgeving plaatst: de planeet Arrakis. Laat je niet misleiden door het feit dat hij op Caladan werd geboren en daar zijn eerste vijftien levensjaren doorbracht. Arrakis, de planeet die bekendstaat als Duin, zal eeuwig zijn planeet zijn.

Handleiding tot het leven van Muad’Dib door Prinses Irulan

In de week voor hun vertrek naar Arrakis, toen de laatste drukke voorbereidingen bijna ondraaglijk werden, kwam een oude vrouw de moeder van de jongen Paul bezoeken. Het was een warme nacht in kasteel Caladan, en de oude steenmassa die aan zesentwintig generaties van het geslacht Atreides onderdak had geboden, voelde zweterig, maar kil aan, zoals altijd voor een weeromslag.

De oude vrouw werd binnengelaten door de zijdeur in de gewelfde gang naast Pauls kamer en ze mocht even kijken hoe hij lag te slapen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 36
1 5 10 15
©VANIN

De jongen werd wakker en in het schemerige licht van een suspensielamp, die laag brandde en vlak bij de vloer hing, zag hij op een pas voor zijn moeder een omvangrijke vrouwengestalte in de deuropening staan. De oude vrouw zag eruit als een heks – haar als warrige spinnenwebben, een door een kap overschaduwd gezicht en ogen als schitterende edelstenen.

‘Is hij niet klein voor zijn leeftijd, Jessica?’ vroeg de oude vrouw. Haar stem piepte en jankte als een ontstemde baliset.

Pauls moeder antwoordde met haar zachte alt: ‘De Atreides staan erom bekend dat ze laat beginnen te groeien, Eerwaarde Moeder.’

‘Dat heb ik gehoord, dat heb ik gehoord’, piepte de oude vrouw. ‘Maar hij is toch al vijftien.’

‘Ja, Eerwaarde Moeder.’

‘Hij is wakker en luistert naar ons’, zei de oude vrouw. ‘Slimme dondersteen.’ Ze grinnikte. ‘Maar adel moet sluw zijn. En als hij echt de kwisatz haderach is ... nou ...’.

In de schaduwen van zijn bed hield Paul zijn ogen op maar een heel klein kiertje open. Twee heldere ovalen – de pientere ogen van de oude vrouw – schenen groter te worden en te gloeien terwijl ze in de zijne staarden.

‘Slaap maar goed, slimme dondersteen’, zei de oude vrouw. ‘Morgen heb je al je vermogens nodig om mijn gom jabbar te weerstaan.’

En weg was ze, zijn moeder voor zich uitduwend, en ze sloot de deur met een stevige klap.

Paul lag wakker en vroeg zich af: Wat is een gom jabbar?

Van alle verwarrende dingen in deze tijd van verandering, was de oude vrouw wel het vreemdste dat hij had gezien.

Eerwaarde Moeder.

En de manier waarop ze zijn moeder Jessica noemde alsof ze een gewone dienstmeid was en niet een Bene Gesserit Vrouwe, concubine van een hertog en moeder van de erfgenaam.

Is een gom jabbar iets van Arrakis, dat ik moet weten voor we daarheen gaan? vroeg hij zich af.

In gedachten herhaalde hij haar vreemde woorden: Gom jabbar ... kwisatz haderach. Hij had zoveel moeten leren. Arrakis verschilde zoveel van Caladan dat Pauls hoofd omliep van alle nieuwe kennis. Arrakis-Duin-Woestijnplaneet.

Thufir Hawat, de meestermoordenaar van zijn vader, had het uitgelegd: hun doodsvijanden, de Harkonnens, hadden tachtig jaar lang de planeet als tijdelijke leen gehad, met een contract van de CHOAM-Maatschappij om de geriatrische specie, melange, te delven. Nu trokken de Harkonnens weg om vervangen te worden door het Geslacht Atreides dat de planeet voorgoed als leen kreeg – een duidelijke overwinning voor Hertog Leto. Toch, had Hawat gezegd, ging er achter die schone schijn een dodelijk venijn schuil, want Hertog Leto was gezien bij de Grote Geslachten van de Landsraad.

©VANIN

‘Een gezien man wekt jaloezie bij de machthebbers’, had Hawat gezegd. Arrakis-Duin-Woestijnplaneet.

Paul viel in slaap en droomde van een Arrakische grot waar overal om hem heen mensen zwijgend rondliepen in het gedempte licht van gloeibollen. Het was er erg plechtig, net als in een kathedraal en hij hoorde een zacht geluid – het tikken van vallende waterdruppels. Zelfs terwijl hij nog droomde, wist Paul dat hij zich deze droom zou herinneren als hij wakker werd. Hij herinnerde zich altijd de voorspellende dromen.

De droom vervaagde. Paul werd half wakker en voelde dat hij in zijn warme bed lag – en hij dacht ... en hij dacht. Deze wereld van kasteel Caladan, zonder speelkameraadjes of vrienden van zijn eigen leeftijd, verdiende misschien geen droef afscheid. Dr. Yueh, zijn onderwijzer, had erop gezinspeeld dat er op Arrakis niet zo streng de hand werd gehouden aan het faufreluches klassenstelsel. De planeet herbergde mensen die aan de rand van de woestijn woonden zonder een caid of een bashar die hen commandeerde: doorhet-zand-geregeerde mensen die Vrijmens heetten, en in geen enkele Keizerlijke Volkstelling voorkwamen. Arrakis-Duin-Woestijnplaneet.

Paul voelde zijn eigen gespannenheid en besloot een van de geestlichaamslessen die zijn moeder hem had geleerd in praktijk te brengen. Drie snelle ademteugen brachten het proces op gang: hij dook onder in zijn dobberende bewustzijn ... richtte zijn aandacht ... zijn aorta verwijdde zich ... hij vermeed het ongerichte mechanisme van het bewustzijn ... om alleen als hij dat verkoos bewust te denken ... zuurstofrijk bloed stroomde snel de overbelaste gebieden binnen ... voedsel-veiligheidvrijheid bereikt men niet met instinct alleen ... het dierlijke bewustzijn reikt niet verder dan het gegeven ogenblik en staat ook niet stil

LES 5 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 37 20 21 25 30
35 40 45 50 55 60 65

bij de gedachte dat zijn slachtoffers kunnen uitsterven ... het dier vernietigt en produceert niet ... dierlijke vreugden blijven dicht bij het gewaarwordingsniveau en vermijden het actieve waarnemen ... de mens heeft een achtergrondrooster nodig waardoor hij zijn heelal moet beschouwen ... gekozen, gericht bewustzijn, dat vormt je rooster ... lichamelijke volledigheid volgt als de loop van zenuw- en bloedbaan voldoet aan het diepste besef van celbehoeften ... alle dingen/cellen/wezens zijn onbestendig ... streven naar een innerlijke bestendigheidsbeweging ...

De les rolde rond en rond en rond in Pauls voortkabbelende bewustzijn.

Toen de dageraad Pauls vensterbank beroerde met haar gele licht, voelde hij het door zijn gesloten oogleden heen. Hij deed ze open en hoorde toen opnieuw de haastige drukte in het kasteel en zag het vertrouwde patroon van de plafondbalken van zijn slaapkamer.

De deur naar de gang ging open en zijn moeder keek naar binnen; haar haar, dat wel overschaduwd brons leek, boven op haar kruin samengebonden met een zwart lint, haar ovale gezicht uitdrukkingloos en haar groene ogen die hem ernstig aankeken.

‘Je bent wakker’, zei ze. ‘Heb je goed geslapen?’

‘Ja.’

Hij bekeek haar lange gestalte en zag de lichte gespannenheid in haar schouders toen ze van het rek in de kast kleren voor hem uitkoos. Iemand anders zou die spanning niet hebben opgemerkt, maar zij had hem geoefend in de Bene Gesserit manier – in gedetailleerde en precieze waarneming. Ze draaide zich om en hield een gekleed jasje omhoog. Boven de borstzak was de rode Atreideshavik geborduurd.

‘Kleed je snel aan’, zei ze. ‘De Eerwaarde Moeder wacht.’

‘Ik heb een keer van haar gedroomd’, zei Paul. ‘Wie is zij?’

‘Ze was mijn lerares op de Bene Gesseritschool. Nu is ze Waarheidszegger van de Keizer. En Paul ...’ Ze aarzelde. ‘Je moet haar over je dromen vertellen.’

‘Dat zal ik doen. Is zij de reden dat wij Arrakis hebben gekregen?’

‘Wij hebben Arrakis niet gekregen.’ Jessica sloeg een stofje van een broek en hing die met het jasje op de standaard naast zijn bed. ‘Laat de Eerwaarde Moeder niet wachten.’

Paul ging rechtop zitten en sloeg zijn armen om zijn knieën.

SCENARIO DUNE

TITELS OP ZWART, VERSCHIJNEN EEN VOOR EEN

Proloog over SPICE

1 DROOMSEQUENTIE: EXT. ARRAKIS 1 - EINDE DAG 1

De planeet Arrakis, gezien vanuit de ruimte.

CHANI

Mijn planeet, Arrakis, is zo prachtig wanneer de zon laag staat. Rollend over de zandvlaktes ... Je kunt de specie in de lucht zien.

FADE IN:

©VANIN

We volgen over zijn eindeloze, winderige terrein. We glijden in een laaghangende donkere wolk die wordt gegenereerd door een massief mijnvoertuig, een HARVESTER, waarbij gloeiende vlokken SPICE worden opgeworpen. We dringen door in de SPICE, waardoor een droomachtige werveling van oranje vlokken ontstaat. Door de werveling ONTHULLEN WE een TWEEDE HARVESTER in de lucht, getrokken door een krachtige CARRYALL.

CHANI

Bij het vallen van de nacht landen de specie-oogsters. De buitenstaanders racen tegen de tijd om de hitte van de dag te vermijden.

OP DE GROND - HARKONNEN SOLDATEN flankeren de oogstmachine, waardoor de industriële nachtmerrie door het duister gaat. Een van hen houdt een massieve vlag vast met het HARKONNEN EMBLEEM.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 38 70 75 80 85 90

CHANI

Ze plunderen onze landen voor onze ogen. Wreedheid jegens mijn volk is alles wat ik ken. Deze buitenstaanders, de Harkonnens, kwamen lang voordat ik geboren was. Door de controle over de specieproductie werden ze schandalig rijk. Rijker dan de keizer zelf.

Nu worden deze soldaten waargenomen door het P.O.V. van een thermische scope. Onthul dat deze scope is bevestigd aan een vreemde MISSILENWERPER, een van meerdere doek-bedekte wapens die worden gehanteerd door een kleine groep blauwogige FREMEN-VECHTERS die schuilen achter een uitgestrekte zwarte rots. Een jonge vrouwelijke vechter, CHANI, is onder hen; samen met een man die we later zullen leren kennen als JAMIS. Een nauwere blik op Chani.

Flikkerende Fremen PLASMA LASERS schieten omhoog naar de tweede Crawler, die ontploft samen met de Carryall die het draagt.

Raketten worden afgevuurd vanaf de Harvester als vergelding, waarbij verschillende Fremen worden verbrand in een brute aanval. De paar overlevende Fremen rennen naar een spleet in hun rotsachtige positie om dekking te zoeken.

Als laatste gaat Chani door deze opening. Voordat ze in deze ondergrondse opening verdwijnt, draait Chani zich om en kijkt terug met zielsdoorborende ogen.

CHANI

Onze krijgers konden Arrakis niet bevrijden van de Harkonnens, maar op een dag waren ze weg door keizerlijk decreet.

Waarom koos de keizer dit pad? En wie zullen onze volgende onderdrukkers zijn?

2A INT. KASTEEL CALADAN, PAULS SLAAPKAMER - NACHT 2A

In de vroege uurtjes van de nacht schrikt PAUL ATREIDES, 16 jaar oud, wakker van een droom. Hij zit in zijn bed ... verontrust.

TITELS: CALADAN

THUISWERELD VAN HUIS ATREIDES

JAAR 10191 AG

INT. KASTEEL CALADAN - KAMER MET UITZICHT OP VALLEI 2C - OCHTEND 2C *

LADY JESSICA, 35 jaar oud, zit aan een tafel vol met eten. Kristallen glaswerk. Ze staart naar de prachtige vallei. Weemoedig om het paradijs binnenkort achter te moeten laten.

PAUL (O.S.) Moeder.

©VANIN

Ze draait zich om om Paul de kamer te zien oversteken om zich bij haar te voegen. Terwijl hij aan het andere einde van de tafel plaatsneemt en zijn bord vol schept ...

JESSICA

Het is goed dat je vroeg opstaat. Je vader wil dat je in vol ornaat bent voordat de Heraut van de Keizer arriveert. *

PAUL

Vol ornaat. Militair?

JESSICA Ceremonieel.

Hij zakt een beetje in. Hij zou veel liever in het leger zijn ...

PAUL

Waarom moeten we dit allemaal doen, als het al beslist is?

LES 5 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 39

Paul kan het niet laten om te glimlachen. Zijn moeder denkt altijd twee stappen vooruit ...

Jessica schenkt een glas water voor hem in. Hij reikt over de tafel, verwacht dat ze het hem zal geven, maar dat doet ze niet. In plaats daarvan zet ze het recht voor haar neer.

Paul weet wat ze doet en hij heeft er geen zin in.

PAUL

Ik ben net wakker geworden. Mag ik alsjeblieft --?

Liefdestips aan mezelf

Soms worden romans ook als een serie verfilmd, zoals het young adultboek Liefdestips aan mezelf van Sylvia van Driessche.

Het verhaal draait rond de jonge Olivia, die noodgedwongen moet intrekken bij haar vader, stiefmoeder en stiefzus. Heel blij is ze daar niet om, maar haar leed wordt verzacht door haar grote liefde Max. Alleen heeft ze geen flauw idee hoe dat precies werkt, de liefde. Daarom houdt ze een dagboek bij waarin ze liefdestips aan haarzelf opschrijft.

In een interview in Het Nieuwsblad vertelt Sylvia Van Driessche hoe ze bij het schrijven van het scenario hielp.

‘Het is heel gek om ineens met verschillende mensen te vergaderen over mijn verhaal en mijn personages’, zegt Van Driessche. ‘Omdat ik het de voorbije maanden erg druk heb gehad met mijn nieuwe boek, ben ik nog niet samen met Charlie aan de schrijftafel gaan zitten. Dat wil ik binnenkort wel gaan doen. Nu lees ik de scenario’s na en geef ik input. Zo geef ik bijvoorbeeld meer achtergrond mee over alle figuren, details die niet in het boek staan. Zo schept de reeks een completer plaatje, en staat het ook meer op zichzelf.’

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 40
© GoPlayPlay Media ©VANIN

Lees op p. 41-44 de eerste pagina’s van het boek en bekijk de eerste minuten van de eerste aflevering.

2 Welke verschillen merk je op?

3 Waarom pakte men bepaalde zaken anders aan, denk je?

Liefdestips aan mezelf fragment

Januari

Maandag 1 januari, 18.02 uur

Gelukkig nieuwjaar!

Ik was net op nieuwjaarsbezoek bij mijn moeder in het gekkenhuis en kreeg dit dagboek van haar cadeau. Ze schreef er zelfs een eerste paar woorden in:

LES 5 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 41
1 5
©VANIN

Mijn allerliefste Olijfje,

Een gelukkig nieuwjaar aan mijn allerliefste dochter.

Ik geef je dit dagboek omdat ik hier in de instelling heb geleerd dat het gezond is om je diepste gevoelens en angsten van je af te schrijven. Ik merk dat het me goed doet en ik hoop dat dit dagboek voor jou hetzelfde zal doen. Ik vond de omslag perfect bij jou passen: jong en tegelijkertijd ook volwassen. Ik heb je altijd al gezien als een volwassen geest in een jong lichaam.

ps Misschien kun je hierin alles opschrijven wat je meemaakt, zodat je het me later allemaal kunt vertellen?

Dikke kus,

Je mama

Zo, ik hoop dat dit de meligste woorden zijn die in mijn hele dagboek zullen verschijnen, dan hebben we dat al gehad. En als mijn ma denkt dat ik haar ooit alle details van mijn liefdesleven ga voorlezen, dan kan ze wel wat anders verzinnen.

Mijn moeder is zo’n beetje (zwaar) gek geworden en moest opgenomen worden in een psychiatrische instelling. Vandaar dat ik op de eerste dag van het nieuwe jaar moest gaan kijken hoe een gekkenhuis er vanbinnen uitziet. Eigenlijk had ik op 1 januari gewoon met mijn hoofd boven een emmer moeten hangen, nog totaal misselijk van oudejaarsnacht zoals iedere normale zeventienjarige, maar kom.

©VANIN

Maar ze heeft gelijk over het dagboek. Die kaft is … veelbelovend. Het kan niet anders of op deze pagina’s zullen vurige dingen beschreven worden. Of dat hoop ik in elk geval vurig, want ik ben van plan om elke pagina ervan te wijden aan de liefde natuurlijk, of wat dacht je dan?

18.38 uur

Dit voelt wel raar. Hoe doe je dat eigenlijk, een dagboek bijhouden?

Ik ga je beschouwen als een nieuwe, maar meteen ook goede vriendin, aangezien het de bedoeling is dat je: a) mijn diepste geheimen te horen krijgt en b) die ook met je leven bewaakt.

Ik zal je beschouwen als de papieren versie van Billie, al jarenlang mijn beste vriendin in het echte leven, die helaas niet elke seconde hier kan zijn. Sinds mijn moeder is opgenomen, woon ik namelijk in het gigantische huis van mijn vader en zijn nieuwe gezin aan de andere kant van de stad. Ferm tegen mijn zin, maar ja, ik moet nu eenmaal luisteren naar mijn ‘wettelijke vader’, ook al ken ik hem niet. Wie hem wel kent, is de rest van de bevolking, aangezien hij een beroemde tv-persoonlijkheid is. Ik kan alleen maar zeggen dat ik geen fan van hem ben, en dat is nog netjes gezegd.

Niet dat ik het over mijn vader wil hebben, of mijn moeder, of hoe ze er om de beurt niet in slagen om me op te voeden. Dat zal ik allemaal zo veel mogelijk negeren om het over iemand veel interessanter te hebben: Max.

Hmmm … De zwarte leren jas die hij altijd draagt over zijn sportieve lijf, zijn omhoog gestylede haren in dezelfde kleur als dat leder, zijn blauwe, starende ogen …

Helaas heeft Max mij nog niet in de smiezen, maar om de een of andere reden heb ik het gevoel dat dat snel zal veranderen.

Vrijdag gaat het namelijk gebeuren, op de schuimparty. Misschien heb ik wel een gave waarmee ik dingen aanvoel nog voor ze gebeuren, of ik heb een of andere overdreven optimistische geluksstof in mijn lijf doordat er een nieuw jaar is begonnen, dat kan ook.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 42 10 15 20
25 30 35 40 45

Vrijdag 5 januari, 17 uur, nog 4 uur te gaan

Billie heeft me de hele namiddag klaargestoomd voor de schuimparty. Een schuimparty is een feest waarin de brandweer om de een of andere reden het jeugdhuis komt volspuiten met schuim. Om de ellende van het vorige jaar van je af te wassen misschien? Het moet iets psychologisch zijn, dat kan niet anders. Het is alleen maar dé avond van het jaar. Billie en ik zullen elkaar onderdompelen in dat natte goedje, en met een berg wit schuim op ons hoofd weer opstaan zoals de Griekse godin Venus, die geboren is uit het schuim van de zee en er weer uit oprees als een volwassen vrouw.

Ik heb dat net nog geleerd voor het examen geschiedenis. Al weet iedereen dat het niet echt geschiedenis is, want het is nooit echt gebeurd.

Leuk verhaaltje wel, dat van die Venus. Misschien moet ik na dit schooljaar wel geschiedenis gaan studeren?

18.03 uur, nog drie uur voor de schuimparty

Ik heb nog drie uur te doden. Ik wou dat ik beneden gewoon wat in de woonkamer kon gaan zitten, maar aangezien ik iedereen die in dit huis rondloopt, negeer, ligt dat nogal moeilijk en blijf ik zo veel mogelijk in mijn kamer.

Misschien moet ik wat kaarsen aansteken om het hier gezelliger te maken. Heb er ergens nog een paar liggen met vanillegeur. Volgens mij is mijn ‘slaapkamer’ het enige triestige hok in het hele huis. Voor mijn komst werd het waarschijnlijk gebruikt als bezemkast. Zo ruikt het hier toch: naar schoonmaakproducten. Of het zijn de dennenbomen die buiten in het bos staan die hun geur afgeven, dat kan ook.

©VANIN

Zo … de kaarsen zijn aangestoken. Ik voel de Max-spanning stijgen.

Billie is even naar huis gegaan om zich klaar te maken, nadat ze mijn haar heeft aangepakt. Niet dat ze dat graag doet. Toen we deze middag samen naar het huis van mijn vader fietsten, begon ze al te zuchten.

‘Moet ik dat nu weer doen?’ vroeg ze. ‘Die krullen uit jouw kop föhnen? Ik heb nu al kramp in mijn handen als ik eraan denk. Dat duurt elke keer meer dan twee uur!’

‘Jij hebt makkelijk praten’, zei ik. ‘Met je steile haar. Dat ziet er altijd goed uit: jij hebt een pony die elke dag bruin en braaf en glanzend boven je ogen blijft liggen. Ik heb dat ooit eens geprobeerd, mezelf een pony knippen, en die krullen gingen gewoon een voor een weer rechtop staan.’ Ik keek haar verpletterd aan.

‘Rechtop, hè! Ik had geen pony, alleen een nieuw haarprobleem, want krullen laten groeien duurt een eeuwigheid met die miljoenen bochten die ze per se moeten nemen.’ Mensen hebben er echt geen idee van, van de ellende die krullen met zich meebrengen.

‘Olivia … íédereen wil jouw haar’, zei Billie verslagen en ze spurtte voor me uit. Billie is naast zelfverzekerd en no-nonsense, ook nog eens ontzettend sportief. Zo vindt zij het geweldig dat we elke keer een kwartier door het bos moeten fietsen om bij mijn vaders huis te komen, ik iets minder.

‘Iedereen mag mijn haar hebben’, bood ik aan. ‘Ik wil op elk moment met wie dan ook ruilen.’

‘Ik denk toch dat het tijd is om je erbij neer te leggen, Olijfje’, zei ze, en ze kwam weer naast me fietsen. ‘Je hebt nu eenmaal krullen. Leg je erbij neer.’

Ik glimlachte, maar het was het soort glimlach waaruit ze moest afleiden dat geen haar op mijn hoofd er nog maar aan dacht ze te aanvaarden.

‘O, god, mijn arme handen’, jammerde Billie en ze ging zonder handen fietsen om haar vingers alvast te stretchen.

‘Voor wie ga jij vanavond?’ zoemde ik. Iedereen weet dat het bij mij om Max draait, maar bij Billie … ‘Geen idee. Dat maakt het net spannend, toch? Je moet het allemaal niet zo serieus nemen.’

Om eerlijk te zijn, konden Billie en ik niet meer van elkaar verschillen, zowel qua uiterlijk als qua innerlijk. Ik ben het type dat gelooft dat ik nooit aan een lief zal komen als ik niet de hele tijd hoge hakken en rode lippenstift draag om hem te verleiden. Zij is het type dat elke dag een sportieve outfit aantrekt en op sneakers loopt ‘omdat dat nu eenmaal makkelijk is’.

LES 5 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 43 50 55 60
65 70 75 80 85 90 18.13
uur

Aan de andere kant heeft ze wel een unieke stijl. Vroeger vond ik alle sportkleren afgrijselijk, maar ik moet toegeven dat Billie er bijna in slaagt om je sportkleding te willen laten dragen. Als ze een rode sportbeha combineert met een oudroze vintagetop met een knoopje erin en dat op een zwarte legging, overweeg je bijna zelf om zo’n outfit aan te trekken. Alleen zou dat betekenen dat mensen ook sportieve dingen van je gaan verwachten en dus doe ik het niet.

En verder … Terwijl ik 99 procent van mijn tijd naar Max zit te staren, knipoogt zij naar elk mannelijk wezen dat intussen voorbijloopt. Maar op de een of andere manier kunnen we niet zonder elkaar, en dat is nu al zo sinds het begin van de middelbare school.

Als ik Billie niet had gehad al die jaren.

Bij het huis van mijn vader aangekomen reden we meteen de lange oprit naar de voordeur op. Ik zag het Billie al denken, maar ze zei niets.

En daar was het dan toch, toen ik de voordeur opende. ‘Is hij er?’ vroeg ze.

Elke. Keer. Opnieuw. Stelt. Ze. Die. Vraag. ‘Geen idee’, zei ik naar waarheid. Ik sloeg de deur van de wc open, in de hoop dat hij erop zat, en ze zou kunnen zien dat beroemdheden ook maar mensen van vlees en bloed zijn die naar de wc moeten. Maar hij zat er niet op. Weer niet.

Ooit gooi ik die deur wél op het juiste moment open. ‘Denk je dat hij nog thuiskomt vanavond?’

Ik haalde mijn schouders op. ‘Geen idee alweer.’

Zozeer als Billie in mijn vader is geïnteresseerd, zo weinig kan hij mij schelen. Het is bizar als je er zo over nadenkt: het effect dat beroemde mensen hebben op normale stervelingen. Billie is normaal altijd de coolheid zelve, maar ook zij heeft blijkbaar één zwakke plek: mijn vader nog wel. Ze wordt zo opgewonden van de gedachte aan mijn vader dat ik me er maar beter geen beelden bij kan voorstellen.

‘In al die maanden dat jij hier nu woont, heb ik hem nog niet één keer gezien’, klaagde ze.

Ik rolde met mijn ogen terwijl we door de witte gangen naar mijn kamer liepen.

‘Wanneer gaan we eens naar zijn show kijken, Olivia …? Alsjeblieft? Je vindt het waarschijnlijk leuker dan je denkt.’

Mijn vader heeft zijn eigen talkshow op televisie, zie je. Hij interviewt elke dag een andere beroemdheid en praat over wat er die dag is gebeurd in de wereld. Dat maakt mijn vader voor de meeste mensen een soort Mysterieus Goddelijk Wezen, maar voor mij is dat één grote mythe à la Venus: niets van waar. Hij blijft gewoon de eikel die mijn moeder in de steek liet en helemaal uit mijn leven verdween toen ik nog een baby was.

‘Ik weet het niet, Billie,’ zei ik, ‘die show van mijn vader …’

‘Ben je dan niet stiekem, ergens héél diep in jezelf, blij dat je pa je is komen halen?’ vroeg ze. ‘Na al die jaren?’

‘Nee’, zei ik ferm. ‘Ik heb geen idee waarom hij dat heeft gedaan. Ik bedoel, omdat mijn moeder niet meer voor mij kan zorgen, dat weet ik wel, maar verder? Het is niet zo dat hij interésse toont in mij of zo. We zeggen nauwelijks iets tegen elkaar.’

‘Ligt dat niet vooral aan jou?’ stelde Billie. Het was niet eens een vraag.

Ik kneep mijn ogen geërgerd dicht, al had ze ergens wel gelijk. Ik maak er al vanaf het begin een sport van om zo weinig mogelijk woorden met mijn vader en zijn nieuwe gezin te wisselen. Het probleem is dat ik me schuldig zou voelen tegenover mijn moeder mocht ik te zoetjes gaan doen tegen die mensen. Tenslotte heeft mijn moeder al die jaren voor mij gezorgd en zagen of hoorden we mijn vader nooit. Zelfs niet op mijn verjaardag of met kerst.

‘Ik vind het juist heroïsch wat je vader heeft gedaan’, zei Billie. ‘Je had hem nodig, en hij was er. Ineens, uit het niets, zonder dat je hem iets moest vragen. Dat is zoals in de films.’

‘Heroïsch zijn is bij je gezin blijven als je kind pas geboren is in goede en in slechte tijden’, zei ik droog. Zo, daar had Billie niets meer op te zeggen.

Nu ik er zo over nadenk vraag ik me af hoe mijn vader te weten is gekomen wat er met mijn moeder aan de hand was. Mijn ouders hebben de voorbije zeventien jaar geen woord met elkaar gewisseld. Ik heb mijn vader, ook al woont hij al jaren in dezelfde stad, mijn hele leven alleen maar op tv gezien, en dan nog: elke keer dat hij op het scherm verscheen, haastte mijn ma zich als een bezetene naar het toestel om van zender te veranderen.

‘Wat je ook doet, Olivia,’ zei ze altijd. ‘word nooit verliefd op een beroemdheid. Dan moet je de hele tijd je tv verzetten als het misloopt.’

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 44 95 100 105 110 115
120 125 130 135 140 145
©VANIN

Er worden relatief gezien weinig Vlaamse romans verfilmd.

1* Hoe komt dat, denk je?

2 Lees het artikel uit De Morgen op p. 46-48. In de tekst gaat de journalist op zoek naar een verklaring voor het beperkte aantal ver lmingen van Vlaamse romans.

a Vat de informatie uit elk deel samen.

b Bedenk een tussentitel voor elk deel.

LES 5 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 45
VLAAMSE KOST
4 ©VANIN
1 2 3 4 5

3* In dit artikel krijg je een hele lijst aan ver lmde Vlaamse romans.

a Welke verfilmingen zag jij al? Welke vond je goed / minder goed?

b Je kunt ook een van deze titels gebruiken voor de verwerkingsopdracht uit deel 5.

Literatuur en Film Kurt Vandemaele

Waarom worden er nog zo weinig Vlaamse romans verfilmd?

Het ene jaar staan er drie of meer verfilmingen van Vlaamse romans op de plank, het jaar erna geen enkele. Hoe komt het toch dat er zo weinig Vlaamse romans worden verfilmd?

1

‘Ik heb de indruk dat het vak van scenarist vroeger niet bestond. Een scenarist was in die tijd iemand die stukken uit boeken nam, ze aan elkaar breide en daar een film van maakte’, zegt Herman Brusselmans.

‘Maar doordat de tv ook almaar meer verhalen nodig had, zijn er meer en meer scenaristen gekomen en zijn ook regisseurs vaak hun eigen materiaal gaan schrijven. En het kan ook aan de boeken liggen. Doordat die minder verhalend zijn.’ Hij aarzelt even en voegt er dan aan toe: ‘Zeker die van mij. Al heb ik ook wel een tiental titels die prima films zouden opleveren.’ Zelf moest hij genoegen nemen met één verfilming: Ex Drummer

Volgens regisseur Hans Herbots – de Vlaamse regisseur die de meeste ervaring heeft met het bewerken van Vlaamse en andere boeken naar het kleine en grote scherm – moet de verklaring eerder gezocht worden bij de toegenomen kwaliteit van de Vlaamse scenaristen. ‘Het vak van scenarioschrijver is de laatste tien jaar enorm geprofessionaliseerd. Er zijn opleidingen bijgekomen, waar voortdurend getalenteerde scenaristen afstuderen. ‘Tot halverwege de jaren negentig was het ondenkbaar dat je fulltime scenarist

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 46
© Archives du 7e Art, Photo 12 ©VANIN

was. Ik denk dat het te maken heeft met de opkomst van tv-fictie, dat er opeens geld voorhanden was om projecten te ontwikkelen en te schrijven. Dat heeft de laatste tien, vijftien jaar wel een grote verandering teweeggebracht. Scenaristen gaan samenwerkingsverbanden aan met productiehuizen en regisseurs gaan ook almaar vaker zelf schrijven. Intuïtief zou ik zeggen dat er bij ons minder boeken worden verfilmd doordat we hier zo’n uitzonderlijke tv-productie hebben dat onze scenaristen bijzonder sterk geworden zijn. En ze zijn nog altijd aan het groeien. Het is een soort mentaliteitswijziging, denk ik.’

2

Zijn collega Hilde Van Mieghem verwijst ook naar de opleidingen: ‘Hier leveren de filmscholen auteurs af, in tegenstelling tot die in Nederland. De opleidingen spitsen zich toe op originele verhalen.’ Christophe Dirickx, de scenarist van De helaasheid der dingen, die al jaren in Engeland woont, is er ook van overtuigd dat de reden waarom Vlaamse regisseurs minder boeken verfilmen te maken heeft met het auteurschap. ‘Auteurs van bij ons willen hun eigen verhaal vertellen. En dat is goed. In Angelsaksische landen is het veel meer de studio of de producer die bepaalt wat er verfilmd zal worden. Daardoor speelt daar ook nog veel meer de kracht van een bestseller als selling-point voor de film. Als het boek al bewezen heeft dat het verhaal werkt, dan speelt de producent of de studio al een beetje op zeker. Terwijl er vaak niet genoeg wordt bij stilgestaan dat de scenaristen er niet gegarandeerd in slagen het boek in een film te vertalen.’

3

©VANIN

‘Film is een ander medium dan literatuur’, zegt Elvis Peeters, van wie momenteel De ontelbaren en Wij worden verfilmd. ‘Je kunt de plot gebruiken en een aantal personages misschien, maar voor een degelijke verfilming kun je nooit 100 procent van de roman gebruiken. Er zal altijd zo’n 40 procent overblijven die alleen in een boek kan.’ ‘De helaasheid der dingen vond ik een heel knappe bewerking. De film had andere zaken te zeggen dan het boek. En een duidelijkere plot. De filmmakers hebben een aantal dingen ingevuld, waardoor je de film kunt zien en het boek lezen en niet het gevoel hebben: ik weet al de helft.’ Die bewerking van het boek van Dimitri Verhulst was geen makkelijke klus, zo herinnert coscenarist Christophe Dirickx zich: ‘De scenarist van Trainspotting vergeleek het met huizen bouwen. Bij een adaptatie staat het huis er eigenlijk al, maar alles moet veranderd worden. Maar als je op je eigen inspiratie terugvalt, kun je het huis bouwen zoals je wilt. Je maakt een verhaal dat zich laat verfilmen. Felix Van Groeningen en ik hebben anderhalf jaar gewerkt aan de adaptatie van De helaasheid der dingen. Wat wij vooral hebben gedaan, is dat boek stuk gelezen. Al het andere werk van Dimitri hebben we gelezen, ook het journalistieke werk, echt alles om die stijl van hem te begrijpen en naar het scherm te kunnen vertalen.’

‘We hadden ook het voordeel dat Dimitri eigenlijk helemaal niets met de film wou te maken hebben. “Laat mij met rust,” zei hij, “ik heb dat al geschreven.” Wat een heel goeie houding is, vind ik, als romanschrijver. We mochten één dag bij hem langsgaan om al onze vragen te stellen. En die ene dag heeft ons geweldig geholpen. Om ons te doen inzien hoe die familie werkte. Dingen die niet in het boek staan.’

Hilde Van Mieghem kreeg van Tom Lanoye ook te horen dat hij na zijn ervaring met Kartonnen dozen en de tv-bewerking van Het goddeloze monster liever niet bij de verfilming betrokken werd. Van Mieghem: ‘Robert McKee, de scriptgoeroe waar ik ook les bij gevolgd heb, zei altijd: “you have to reinvent it”. Je moet het opnieuw uitvinden, je moet een nieuw verhaal maken van dat boek. Want je hebt natuurlijk altijd het probleem van die mensen die zeggen: ik vind het boek leuker dan de film. Dat is eigenlijk een oneerlijke benadering. Je kunt gewoon niet verwachten dat wat je zult te zien krijgen wat je gelezen hebt. Dat is gewoon niet mogelijk. Een boek is al snel 400 bladzijden, een scenario is er zelden meer dan 110, hoogstens 120 bladzijden.’

Ook Elvis Peeters bemoeit zich weinig met de verfilming van zijn boeken. ‘Met het script van Wij heb ik me helemaal niet ingelaten. Op de set heeft de regisseur de verantwoordelijkheid. Liever iemand met een visie die een prachtige film maakt, dan een compromissenfilm waar niemand blij mee is.’

LES 5 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 47

Hans Herbots heeft intussen al vier boeken verfilmd. ‘Ik denk dat dat het gevolg is van mijn eerste film, Vallen, de verfilming van een jongerenboek van Anne Provoost, dat ik gelezen had en waar ik nogal door aangegrepen was. Wat ik wel tof vond in dat boek toen was dat ik er heel veel dingen in kwijt kon waar ik zelf mee bezig was op dat moment.’

(…) 4

Vlaamse boekverfilmingen die Brusselmans konden bekoren waren De witte van Robbe De Hert, De helaasheid der dingen en ook Het sacrament, dat op Omtrent Deedee van Hugo Claus gebaseerd was, kon er naar zijn smaak mee door. ‘Hoewel ik, in alledrie de gevallen, het boek nog beter vond’, zegt hij. ‘Maar dat komt omdat ik eerst het boek had gelezen. Het is vaak zo. Als je eerst de film ziet, dan vind je de film beter. Bij die buitenlandse films weet je soms niet dat er eerst een boek was. Get Shorty vond ik een hele goeie film, heb ik me kapot mee gelachen, en dat bleek dan een boek te zijn van Elmore Leonard. Ook Jackie Brown van Tarantino is op een boek van hem gebaseerd. Wel met een andere titel, Rum Punch. Veel van die romantische komedies, films of kostuumfilms zijn op boeken gebaseerd. Far from the Madding Crowd bijvoorbeeld, dat is Thomas Hardy. Als je Engelse literatuur gestudeerd hebt, weet je dat, maar de modale bioscoopganger is daar niet mee bezig. En bepaalde heel veel goeie films zijn vaak gebaseerd op B-literatuur. Zoals Rosemary’s Baby, The 39 Steps en Psycho. Waar de film duidelijk beter is dan het boek.’

Er worden weinig Vlaamse boeken verfilmd, maar toch zijn er veel plannen. Dimitri Verhulst blijft in de markt liggen. ‘Ligt aan het feit dat hij boeiende verhalen schrijft met interessante personages. Hij zet situaties neer’, zegt Christophe Dirickx. Manu Riche heeft eind vorig jaar de opnamen afgerond van Problemski Hotel van Verhulst en Koen Mortier (Ex Drummer) gaat voor de verfilming van zijn novelle Monoloog van iemand die het gewoon is om tegen zichzelf te praten. Een film die Engel zal heten. Ook Wij en ik van Saskia De Coster moet een film worden. De rechten daarvan zijn verkocht aan productiehuis De Mensen. Terwijl Woesten van Kris Van Steenberghe verkocht is aan Ciné Cri De Coeur, het productiehuis achter de film Allez Eddy. En Griet Op de Beeck verkocht de rechten van haar succesroman Vele hemels boven de zevende aan Jan Matthys.

5

Van De engelenmaker van Stefaan Brijs is ook al lang sprake. Eerst zou Rudi Van den Bossche daar een film van maken, kreeg scenariosteun van het VAF, maar uiteindelijk kwamen de rechten bij het Nederlandse productiehuis N279 terecht en gaat Christophe Van Rompaey ( Aanrijding in Moscou) het boek verfilmen. Alleen is hij nu eerst nog een andere langspeler, Vincent en het einde van de wereld, aan het draaien.

©VANIN

‘Je weet uiteindelijk nooit of een film er komt’, zegt Brusselmans. ‘Ooit zijn de rechten van De terugkeer van Bonanza voor een aardig bedrag verkocht. En ik heb dan ook nog voor een aardig bedrag meegeschreven aan het scenario, maar er is nooit iets van gekomen. Dat gebeurt. Nu ben ik bezig aan een trilogie, er zijn al twee delen gepubliceerd: Poppy en Eddie en Poppy en Eddie en Manon. Het derde deel, Poppy, Eddie, Manon en Roy Harper, moet nog uitkomen. Samen meer dan 1 000 bladzijden en Jan Bucquoy zou dat verfilmen. Maar je kent hem, hè. Als er over rechten en geld moet gepraat worden, zegt Jan: “Kunnen we dat niet voor wat minder doen?” Maar je kunt er lacherig over doen, Jan Bucquoy zie ik als een van de weinigen die geschikt zijn om een boek van mij te verfilmen.’

Bron: www.demorgen.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 48

VERWERKINGSOPDRACHT

In dit deel vergelijk je als duo een boek met zijn verfilming in een korte presentatie. Net als een recensent in het nieuws of op een online platform presenteren jullie kort het verhaal, geven jullie informatie over de auteur en de verfilming en bespreken jullie als echte kenners ook enkele verschillen tussen het boek en de film.

Is het boek beter dan de film? Aan jullie om de klas te overtuigen …

©VANIN

Voorbereiden

1 Lees individueel een van de verfilmde boeken uit de lijst die jullie kregen aan het begin van de les en bekijk daarna samen de verfilming van het gekozen boek.

Plannen

2 Vergelijk samen met een medeleerling het boek met de film. Jullie gieten jullie bevindingen in een mondelinge presentatie die de volgende elementen bevat.

elementen

1 korte inhoud van het boek

2 auteur

3 persoonlijke appreciatie

4 trouwe of vrije verfilming?

toelichting

Geef een korte samenvatting van boek.

Waarover gaat het boek?

Waar speelt het boek zich af?

Wie zijn de belangrijkste personages?

Welke thema’s staan centraal in het boek?

Geef een korte biografische schets van de auteur.

Schreef hij nog andere werken?

Vonden jullie de verfilming geslaagd? Waarom wel/niet?

Argumenteer of het om een trouwe of eerder vrije verfilming gaat.

5 keuzes regisseurWelke opvallende ingrepen heeft de regisseur gemaakt? Toon dit aan met twee concrete voorbeelden.

6 persoonlijke keuzes Welke andere keuzes zouden jullie aan de regisseur voorstellen? Licht jullie keuzes toe.

LES 5 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 49
5 VERFILMDE BOEKEN

3 Jullie kopiëren twee pagina’s uit het boek die in de film anders worden weergegeven. Die pagina’s geef je samen met deze pagina af als schriftelijke voorbereiding.

Hoe verschilt de film van dit boekfragment? boek-

fragment 1

boekfragment 2

Inoefenen

4 Oefen jullie presentatie enkele keren. Hou daarbij rekening met de evaluatiecriteria op p. . Je brengt de mondelinge presentatie op

Reflecteren

5 Elk groepje wordt beoordeeld door een ander groepje. Maak daarvoor gebruik van de evaluatiematrix. Ook je leerkracht gebruikt deze fiche.

6 Waar moet je medeleerling de volgende keer rekening mee houden? Formulier twee concrete tips voor een volgende spreekopdracht.

tip 1

tip 2

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 50
©VANIN

Evaluatiematrix – Spreken: verfilming van een boek

volledigheid en duidelijkheid

-Je geeft duidelijk weer waarover het verhaal gaat (korte inhoud) en geeft een biografische schets van de auteur.

-Je vertelt of de verfilming trouw is aan het boek of eerder vrij is en bespreekt enkele opvallende keuzes van de regisseur.

-Je geeft je eigen mening over de verfilming en doet enkele suggesties.

-Je presentatie is visueel aantrekkelijk.

-De presentatie is gestructureerd en goed opgebouwd.

Niet alle onderdelen werden even sterk uitgewerkt. Je besteedde te weinig aandacht aan:

- de korte inhoud

-de info over de auteur

-de soort verfilming (trouw/ vrij)

-de keuzes van de regisseur

- je mening

- je suggesties

-Visueel kon je presentatie beter/aantrekkelijker.

-De presentatie kon beter/gestructureerder opgebouwd worden.

correctheid en aantrekkelijkheid

-Je presenteert enthousiast en vlot; je tempo is goed.

-Je articulatie is goed; je praat niet te stil of te luid.

-Je spreekt AN.

-Je hebt oogcontact met je publiek.

-Je houding en non-verbale communicatie zijn goed.

Aanvullende commentaar:

De volgende talige aspecten van je presentatie konden beter:

- vlotheid/tempo

- articulatie

- volume - taalzuiverheid

- oogcontact

- houding

-non-verbale communicatie

De vergelijking van je boek en film is inhoudelijk onvoldoende.

©VANIN

-De presentatievorm is onvoldoende uitgewerkt / slecht gekozen.

-De presentatie heeft weinig structuur.

Je presentatie was talig weinig aantrekkelijk.

LES 5 IN DE LEESCLUB OF IN DE FILMCLUB 51
GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE

TAAL EN WOORDENSCHAT

Taal: dictee

Je toekomstige baas vindt niets zo vervelend als taalfouten. Zeker in je cv, je motivatiebrief of je communicatie aan een leidinggevende. Geen zin om elk woordje op te zoeken? Hoeft niet! We schotelen je graag een lijst voor met de twintig meest gemaakte fouten.

1 Beluister het dictee en noteer de correcte schrijfwijze van die twintig woorden. Nog een tip: schrijf de woorden die je fout had op een post-it en hang die aan jouw computerscherm. Zo vermijd je dat je in de toekomst nog eens dezelfde fouten maakt.

De twintig meest gemaakte fouten in cv’s en motivatiebrieven

Tussenstop 1 ©VANIN

Naar: www.jobat.be

2 Verbeter je dictee met behulp van de correctiesleutel. Wat zijn voor jou nog werkpunten?

 spelling van Engelse werkwoorden

 het aan of van elkaar schrijven van samenstellingen en woordgroepen

 Engelse samenstellingen

 samenstellingen met afkortingen

 andere:

Op de volgende pagina’s vind je enkele oefeningen over de thema’s die in dit dictee aan bod kwamen.

Gebruik volgende hulpmiddelen om fouten te voorkomen:

• woordenlijst.org/leidraad

• taaladvies.net

• vlaanderen.be/team-taaladvies

52 TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
1 TIP

Taal:

spelling van Engelse werkwoorden

3 Lees de theorie over de spelling van Engelse werkwoorden in het Kennisoverzicht op p. 363 en maak vervolgens de opdracht.

a Gisteren heeft hij zijn computer (upgraden)

b Ik wilde net vertrekken toen ze me nog even riep en zei: ‘Ik heb geen tijd meer om een nieuwe versie te schrijven. Jij (updaten) de laatste versie wel even, toch?’.

©VANIN

c Elke zomer (barbecueën) we met het hele gezin om de verjaardag van mijn grootvader te vieren.

d Als tiener (downloaden) ik vaak bijlagen zonder na te denken over wie de afzender was.

e Hij (volleyballen) al tien jaar bij dezelfde ploeg.

f Hij heeft zijn vertrek goed (timen), de aanwezigen begonnen tien minuten later op te ruimen.

g De verkoop van dvd’s is de afgelopen jaren sterk afgenomen. Tegenwoordig (streamen) iedereen films en series via bekende streamingdiensten.

h Hij (grillen) graag nu hij een oven heeft met grillfunctie.

i Voor we naar de fuif vertrokken, hebben we nog even (chillen)

j We hebben (paintballen) voor zijn achttiende verjaardag.

Taal: het aan of van elkaar schrijven van samenstellingen en woordgroepen onthouden

Samenstellingen worden in regel aan elkaar geschreven (bv. tafellaken). Wanneer er een klinkerbotsing is, is een koppelteken verplicht (bv. auto-ongeluk)

In het Kennisoverzicht op p. - lees je meer over het gebruik van koppeltekens

Woordgroepen worden los van elkaar geschreven (bv. oude man)

4 Schrijf volgende samenstellingen en woordgroepen correct.

a Ze wordt opgevolgd in het ziekenhuis omdat ze een (hoog + risico + zwangerschap) heeft.

b Ik koop enkel (vrij + uitloop + eieren). Voor mij is het belangrijk dat de kippen een (hoogwaardig + leven) leiden.

c Na twee (uitgesteld + huwelijk + reis) konden Tom en Gina eindelijk vertrekken.

d Hij heeft gisteren een (nieuw + hoofd + telefoon) gekocht.

e In programma’s van de (openbaar + omroep) wordt er (standaard + Nederlands) gesproken.

TUSSENSTOP 1 53
TIP

Taal: samenstellingen met afkortingen

5 Spel de volgende samenstellingen met afkortingen correct. Plaats een koppelteken waar nodig.

a De makers van dat (tv + programma) stuurden hem een (e + mail) met de vraag of hij extra uitleg wilde geven.

©VANIN

b CMV is een (dubbelstreng + DNA + virus). Kan een besmetting worden vastgesteld aan de hand van een (PCR + test)?

c Wil je een factuur van de aankoop van je nieuwe (dvd + speler)? Vergeet dan zeker je (btw + nummer) niet te vermelden.

d Hieronder kun je mijn (IBAN + nummer) terugvinden. Dat heb je nodig om de (EK + tickets) terug te betalen.

e Vergeet je niet om morgen de (gft + bak) en de (pmd + zak) klaar te zetten voor de afvalophaling?

Taal: Engelse samenstellingen onthouden

Een in het Nederlands gebruikelijke samenstelling van Engelse woorden schrijven we in één woord. Bij klinkerbotsing of als een van de delen een initiaalwoord, losse letter, cijfer of symbool is, gebruiken we een koppelteken.

Sommige combinaties behandelen we als een samenkoppeling. Ze krijgen een koppelteken:

• als gelijkwaardige delen met elkaar gekoppeld worden (bv. singer-songwriter);

• als ze in het Engels ook een koppelteken hebben (bv. up-to-date);

• als het linkerdeel no of non is (bv. non-profit)

Bron: woordenlijst.org/leidraad

6 Schrijf onderstaande samenstellingen met Engelse woorden correct.

a Volgens mij zouden (e + sports) deel moeten uitmaken van de Olympische Spelen.

b Is het mogelijk om een (pdf + bestand) te uploaden?

c Hij werd aangenomen omdat hij beschikt over een (hands + on + mentaliteit)

d Heeft hij voldoende

(know + how) om deze job uit te oefenen volgens jou?

e Ik ben een grote fan van (science + fiction + films)

Taal: reflectie

7 Heb je na het maken van de extra opdrachten nog niet ontdekt waarom je bepaalde woorden fout schreef? Gebruik de hulpmiddelen in het Tip-kader op p. 52 om een verklaring te vinden.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 54

Woordenschat: uitdrukkingen, spreekwoorden en zegswijzen

onthouden

De term uitdrukking is een algemene term die we gebruiken als verzamelnaam voor spreekwoorden en zegswijzen.

• Spreekwoorden kun je niet veranderen; ze hebben vaak het uitzicht van een volledige zin. Spreekwoorden zijn vaak kernachtig. De meeste spreekwoorden zijn wijsheden die van generatie op generatie worden doorgegeven. Soms verwijzen ze naar gewoontes of gebruiksvoorwerpen die we niet altijd meer kennen.

Oost west, thuis best.

Na regen komt zonneschijn.

Hoge bomen vangen veel wind.

• Zegswijzen kun je aanpassen; het zijn woordgroepen die je aan de situatie kunt aanpassen door een onderwerp te kiezen, het werkwoord te vervoegen of ze negatief te gebruiken.

In deze discussie hield zij het been stijf. (zegswijze: het been stijf houden)

©VANIN

8 De volgende uitdrukkingen worden vaak verkeerd gebruikt. Vul ze aan met het juiste woord.

been – bezint – boom – bril – dempt – jong/groen – kaars – klepel – kolfje – kraan – molen – nering –olie – schaadt – schaap – stenen – tong – wint – wind – zeil

a Baat het niet, dan het niet.

b eer ge begint.

c Wat baten en , als de uil niet zien wil.

d Wie in een glazen huis woont, moet niet met gooien.

e Wie niet waagt, niet

f Als er één over de dam is, dan volgen er meer.

g Hoge bomen vangen veel

h Een oogje in het houden.

i Een klap van de krijgen.

j op het vuur gooien.

k Het is een naar zijn hand.

l Dweilen met de open.

m Als het kalf verdronken is, men de put.

n Hij heeft de klok horen luiden, maar weet niet waar de hangt.

o Het achterste van zijn laten zien.

p De kat uit de kijken.

q Met je verkeerde uit bed stappen.

r Een oude bok lust nog wel een blaadje.

s De tering naar de zetten.

TUSSENSTOP 1 55

9 De volgende uitdrukkingen zijn gelinkt aan een beroep. a Breng ze onder bij het juiste beroep.

b Verbind elke uitdrukking met de juiste betekenis.

1 Het is schering en inslag. a aansluiting krijgen met een voorligger

2 het gat dichten/dichtrijden b achter een tegenstander aan gaan

©VANIN

3 in iemands wiel springen c Dat is echt iets voor hem.

4 naar de pieren/haaien gaan d de zaak geheel verkeerd aanpakken

5 het paard achter de wagen spannen e Het gebeurt heel vaak.

6 te veel hooi op de vork nemen f iemand laten gehoorzamen

7 met de kippen op stok gaan g Je neemt te veel werk aan waardoor je in de problemen komt.

8 Wie het eerst komt, het eerst maalt. h ten onder gaan, zinken

9 iemand in het gareel houden i vroeg gaan slapen

10 Dat is koren op zijn molen. j Wie eerst komt, is eerst aan de beurt.

11 aan de bak komen k iemand te snel af zijn, iemand overtreffen

12 iemand de loef afsteken l aan de beurt komen, de kans krijgen om te laten zien wat je kunt

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 56
wielrenners molenaars wevers zeelui landbouwers

LUISTERVAARDIGHEID

In Les 2 kwam je al te weten hoe ver je staat op het gebied van luistervaardigheid. In deze oefening krijg je de kans om je luistervaardigheid verder te verbeteren en ga je nog een stap verder: je combineert de informatie uit een luisterfragment met de informatie uit een tekst.

©VANIN

Je luistert straks naar een podcast en tijdens het luisteren neem je notities. Je oefent zo bewust je manier van noteren. Op basis van je notities zul je ook een aantal testvragen moeten beantwoorden. Voor je aan de opdracht begint, lees je hieronder hoe je je kunt voorbereiden en wat de beste aanpak is.

Hoe beluister/bekijk je een lezing van een expert?

In het leerwerkboek staan enkele oefeningen waar je leert luisteren en kijken naar een expert. Je oefent daar het (snel) nemen van notities. Een vaardigheid die in het hoger onderwijs heel belangrijk is. Je krijgt hier een aantal tips.

Wat is een goede voorbereiding?

• Zorg dat je kunt noteren. Heb je een blad papier en een pen nodig of noteer je meteen op je laptop of tablet?

• Noteer de titel, de naam én de functie van de spreker.

Waarom noteer je … … de titel? Op een test of examen gebruikt men soms alleen die voor de vraag. … de naam van de spreker? Soms heb je verschillende sprekers over hetzelfde onderwerp.

… de functie? Dit bewijst de betrouwbaarheid (of onbetrouwbaarheid) van de spreker! … de bron? Dit kan belangrijk zijn als je ernaar moet verwijzen in je bibliografie. … die gegevens correct? Mensen appreciëren het dat je correct verwijst naar hun naam en functie.

• Denk al eens na over de titel en het onderwerp. Wat is je voorkennis? Welke informatie verwacht je? Ken je de spreker? Ken je een aantal woorden die te maken hebben met het onderwerp? Moest je vooraf iets lezen?

• Bekijk hoelang de lezing / de opname / de podcast duurt. Dat helpt om je te concentreren. Je weet zo beter wat je kunt verwachten.

• Weet je welke opdracht je achteraf krijgt? Wordt het een klassieke test of krijg je nog een verwerkingsopdracht? Moet je veel details kennen of enkel de grote lijnen?

Hoe neem je notities tijdens een lezing?

Soms kun je een lezing herbeluisteren en dus stilzetten en terugspoelen. Bij een lezing of een college aan een hogeschool of een universiteit kan dat niet altijd. De tips die we geven, gaan ervan uit dat je niet kunt herbeluisteren.

Iedereen ontwikkelt uiteindelijk een eigen noteerstijl. Toch geven we enkele belangrijke tips.

• Noteer zo snel mogelijk. Laat witruimte wanneer je iets niet kunt/kon noteren. Vul nadien je notities aan.

• Werk schematisch.

inleiding (I) – midden (M) – slot (S) Gebruik insprongen zodat je ziet dat iets onderdeel is van een idee, alinea.

• Gebruik kernwoorden en eigen en officiële afkortingen.

A (aantal), ↔ (tegenstelling), → (gevolg), vb. (voorbeeld), CONCL (conclusie)

• Maak een onderscheid tussen voorbeelden en theorie.

TUSSENSTOP 1 57
2
onthouden

De Cornell-methode

Dit systeem is een belangrijke manier om te noteren. Je gebruikt de linkerkolom om de inhoud met kernwoorden samen te vatten. In de rechterkolom noteer je ideeën en voorbeelden uitgebreider.

©VANIN

Waarom moeten we nog leren als Google alles weet? Daarop geeft

Tim Surma een antwoord. Bij het beeldfragment vind je hierna een voorbeeld van notities nemen volgens de Cornell-methode.

titel Waarom nog leren als Google alles weet? kernwoord (deelonderwerp) informatie

kennis ≠ informatie kennis = verwerkte informatie die in je hoofd zit Wat je weet (kennis) bepaalt wat je ziet (informatie). bv. niet-schaker kijkt anders naar schaakbord dan schaker

2 geheugens – werkgeheugen (= om na te denken): ruimte is beperkt, dus makkelijk overbelast

– langetermijngeheugen (= stockage voor alles wat je weet en kunt): komt het werkgeheugen te hulp klaspraktijk basiskennis = belangrijk want je bouwt erop voort bv. maaltafels nog nodig in middelbaar bv. grote woordenschatkennis  beter tekstbegrip samenvatting Kennis zorgt ervoor dat je makkelijker en sneller nieuwe informatie leert. Daarom is blijven leren belangrijk (ook in tijden van Google).

Wat doe je onmiddellijk na het luisteren?

• Structureer je notities en vul ze aan.

• Gebruik nu ook vet of onderstrepingen om zaken in het oog te laten springen.

• Herschrijf meteen die stukken of zinsdelen die na enkele dagen, weken moeilijk leesbaar zouden zijn en dus niet bruikbaar om een test of examen voor te bereiden.

• Zoek bij twijfel de correcte spelling en eventueel de verklaring van moeilijke kernbegrippen op.

Je kunt veel leren over jouw manier van noteren door je notities te vergelijken met die van anderen. Soms loont het zeker de moeite om ze te vergelijken met die van een expert.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 58
TIP
VIDEO

1 Beluister nu de podcast en neem notities. Je leerkracht geeft je na het luisteren enkele vragen over het fragment.

Je hebt de podcast beluisterd en de inhoudsvragen beantwoord.

2* Leg nu in jouw woorden uit wat het probleem juist is en hoe we het kunnen aanpakken. Je doelpubliek is een geïnteresseerd publiek zonder speci eke wetenschappelijke voorkennis, zoals je vrienden of familie.

©VANIN

Je leest nu een artikel van de reporter die in de podcast geïnterviewd werd. Je zult heel wat ideeën uit de podcast terugvinden, maar ook merken dat sommige ideeën ruimer, genuanceerder of anders aan bod komen.

3 Markeer in de tekst in verschillende kleuren:

a ideeën die al in de podcast voorkwamen;

b ideeën die nog niet of anders voorkomen; c namen van de experts die geïnterviewd werden.

Gsm, laptop, een ‘ping’ hier en een ‘bliepje’ daar. Probeer je dan maar eens te concentreren op je schoolboeken.

Onze jeugd kan niet meer leren en dat is de schuld van hun ‘brokkelbrein’

De concentratie van onze jongeren ligt in frut. Of daar lijkt het toch op, als je rond je kijkt. Gedragsproblematieken op school? In stijgende lijn. Netflix-serietje kijken? Met de smartphone bij de hand, voor tijdens de saaie scènes. Zelfs workshops ‘concentratie’ zijn tegenwoordig een ding. Wat is er aan de hand met het hoofd van onze jeugd?

Sofie Buekenhoudt

‘Concentratie zal de komende jaren het buzzwoord in het onderwijs worden.’ Pedagoog Pedro De Bruyckere voorspelde het op 20 februari al in deze krant, toen de Mortselse Parkschool besloot de smartwatch te verbannen uit de klas. Te afleidend, zo klonk het. Te gulzig happend in de dure truffel die onze concentratie, klaarblijkelijk, is geworden. ‘In een bevraging van Teacher Tapp Vlaanderen antwoordden 1 286 leerkrachten wat volgens hen de grootste uitdagingen in het onderwijs

zijn’, aldus De Bruyckere. ‘Het merendeel zei: motivatie en concentratie.’

De alarmbellen gaan duidelijk – flitsend en flashy, zodat je niet weet waar eerst te kijken – af: er scheelt iets aan onze concentratie. En zowat iedereen merkt het. Een Netflix-film van twee uur rondkrijgen zonder even Instagram te openen? Doorwerken aan een pitch zonder whatsappjes te beantwoorden? Je lief kussen zonder je broekzak te voelen trillen? Het is in

TUSSENSTOP 1 59

het beste geval lastig, en in het slechtste geval onmogelijk geworden.

‘Je hoort vaak dat we ons minder goed kunnen concentreren dan vroeger, maar wetenschappelijk is dat niet rond te krijgen’

De ‘waarom’ daarachter, die lijkt intussen helder. Er wordt aan alle kanten gevochten om een schijfje van onze aandacht – de vervloekte ‘aandachtseconomie’ – en dus springt ons hoofd van hot naar her, van ping naar push, van app naar angstaanval. Gemiddeld 80 keer per dag grijpen we naar onze gsm. Er is zoveel dat ‘een minuutje’ van ons vraagt dat we intussen niet meer weten hoe het moet om méér dan dat ‘minuutje’ te geven.

10 uur op TikTok

over gedragsproblematieken, dus leerlingen die in een gewone school blijven, maar extra ondersteuning nodig hebben: in het schooljaar 2019-2020 waren dat er nog 3 100, vorig schooljaar waren dat er al 4 348.’

‘Technologie gebruikt alle truken van de foor om te mikken op dat impulsieve, dierlijke brein. Gevolg: ons denkbrein wordt telkens weer onderbroken’ neuropsychiater Theo Compernolle

‘Het mag snel gaan voor jongeren, daar kunnen we niet meer om heen’, zegt Frederik Luyten, woordvoerder van Pukkelpop, hét jongerenfeestje van de zomer. ‘Op het vlak van muziekconsumptie is de verschuiving van de albumcultuur naar die van individuele nummers via streamingdiensten of sociale media daar een mooi voorbeeld van.’ Iets waar het festival eind jaren 90 al op inspeelde. ‘We hadden door dat volgende generaties sneller geprikkeld wilden worden. Daarom kwamen er meer genres en podia. Vandaag zijn dat er een tiental, en introduceerden we randanimatie, kunst, cultuur en talloze andere zijprojecten. Tegelijk zorgen we er ook wel voor dat we meer aandacht hebben voor voldoende rustpunten, chilloutzones waar festivalgangers even op adem kunnen komen.’

©VANIN

Bij studenten is concentratie al langer een veelvoorkomend issue, ziet Karolien Bogaert, studiecoach van Stuvo aan de KU Leuven. ‘Als het niet gaat om een primair probleem, zoals bij een aandachtsstoornis, kunnen we concentratieproblemen linken aan een reeks factoren. Slaaptekort, psychische klachten, faalangst, onzekerheid. Maar in veel van de gevallen komt vooral ‘big tech’ terug. Die smartphone, die op korte termijn meer oplevert dan studeren en daardoor veel aantrekkelijker is. Ik heb het al vaak gedacht: wat als er geen fomo zou bestaan? Ik had ooit een student die tien uur per dag op TikTok zat. Dat kun je niet meteen terugschroeven naar nul, maar probeer je dat eerst terug te brengen naar acht, met bijvoorbeeld app-blokkers of het uitzetten van notificaties.’

Maar het gaat verder dan dat. Zelfs TikTokfilmpjes worden niet altijd meer vlot weggeslikt.

Zogenaamde ‘sludge content’ – een collage van drie of vier filmpjes, met een hypnotiserende of tactiele activiteit zoals cake snijden of kaarsen maken – duikt op, om de ogen van jongeren tenminste op één scherm te houden.

Erger is dat concentratie nu dus ook ‘een buzzwoord’ wordt in ons onderwijs. De leeftijd waarop we op kruissnelheid moeten leren, over maaltafels en lievelingsbeesten, onszelf en de wereld. ‘Het aantal kinderen met concentratieproblemen is nooit hoger geweest’, zegt Stefan Grielens, directeur van de vrije CLB’s. ‘Het ene uiterste daarbij is een leerling die dagdroomt, zich begint af te sluiten of continu met andere dingen bezig is. Het andere uiterste is een kind met gedragsproblemen: in opstand komen, met dingen gooien, de les uitlopen, de boel op stelten zetten. Als je kijkt naar het aantal gemotiveerde verslagen

Verslapt vanaf 35 jaar Er loopt dus íéts mis. De grote vraag: wat is juist het probleem? ‘Helemaal niets’, zegt Stefan van der Stigchel, hoogleraar cognitieve psychologie (Universiteit Utrecht) en auteur van Zo werkt aandacht. ‘Fysiologisch is er niets fout. Je hoort vaak dat we ons minder goed kunnen concentreren dan vroeger, maar wetenschappelijk is dat niet rond te krijgen. Als je kijkt naar hoe het brein in elkaar zit, dan zou er in potentie niks mogen schelen aan onze concentratie. Evolutie gaat niet zo snel dat onze hersenen al in aanleg zouden zijn veranderd.’

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 60

‘Ik pleit ook in het onderwijs voor opnieuw iets meer rust. Meer structuur en regelmaat, meer duidelijke regeltjes, meer terug naar de oude tijd’ directeur vrije CLB’s Stefan Grielens

Oké, even daarbij stilstaan. Hoe werkt concentratie precies? ‘Je kunt je aandacht maar op één ding tegelijk richten’, zegt van der Stigchel. ‘Het volhouden van die aandacht, dat noemen we concentratie. Maar dat betekent ook dat je een bepaalde mate van controle over aandacht moet hebben. Die controle ontwikkelt zich in je frontale cortex, de dirigent van het brein. Gemiddeld gezien is die “volwassen” rond je 21-22 jaar, dan zou je dus optimale controle over je aandacht moeten hebben.’ Voor de nieuwsgierigen: gemiddeld gezien begint onze dirigent weer af te takelen rond 35 jaar.

Maar dus, onze jeugd kreeg hetzelfde bouwpakketje aandacht mee als wij allemaal. ‘Maar als je die aanleg vervolgens niet goed ontwikkelt of traint, betekent dat absoluut dat je je minder goed zult kunnen concentreren dan wat je brein in potentie aankan’, stelt van der Stigchel.

Pavlov-telefoon

om te leren, om te genieten, voor algemene intellectuele productiviteit. Maar: ze vraagt wel wat wilskracht.’ Daarnaast is er het dierlijke ‘reflexbrein’. ‘Deze aandacht wordt getrokken Razendsnel en impulsief: elk boompje dat in de savanne wat anders bewoog dan de rest, hadden we destijds gezien.’

Twee keer raden welk van de twee onze jongeren vandaag vooral gebruiken. ‘Door al die piepjes, buttons en kleuren wordt vooral ons reflexbrein getriggerd. Technologie gebruikt alle truken van de foor uit de wetenschap om te mikken op dat impulsieve, dierlijke brein.

En daar loopt het vandaag stevig scheef. Onze jongeren worden massaal fout getraind. Er bestaan namelijk verschillende soorten aandacht, zegt neuropsychiater Theo Compernolle. ‘Ons denkbrein, dat is het netwerk dat aandacht geeft. Doelgerichte, ononderbroken, lang volgehouden aandacht aan één zelfgekozen activiteit. Dat gebruik je

Gevolg: ons denkbrein wordt telkens weer onderbroken. En de kost daarvan is enorm. We verliezen creativiteit en productiviteit. We krijgen brokkelbreinen die niet meer in staat zijn tot die volgehouden aandacht.’ Bovendien zijn jongeren nooit iets anders gewend geweest dan een smartphone in hun zak. ‘Je hebt dus een geconditioneerde Pavlov-reflex. Ze grijpen er automatisch naar, of zijn er al in gedachten mee bezig. Waardoor je opnieuw minder breed en diep werkt.’

Keiharde keuzes

Wetende dat Vlaamse kinderen vandaag gemiddeld op 8,4 jaar hun eerste smartphone krijgen, is de reden van ons focusverlies niet ver te zoeken. ‘Mijn eigen zoon is 8, dus hij zit nog niet op sociale media’, zegt Hannes Coudenys, socialmedia-expert van Hurae. ‘Ik zou het eigenlijk fantastisch vinden mocht er op telefoons een leeftijdslimiet komen, net als bij sigaretten en alcohol. Op 16 jaar staan ze toch al net iets verder dan op 12.’ Maar er zijn nog boosdoeners. ‘Ik pleit ook in

©VANIN

TUSSENSTOP 1 61

het onderwijs voor opnieuw iets meer rust’, zegt Grielens. ‘Meer structuur en regelmaat, meer duidelijke regeltjes, meer terug naar de oude tijd. Het rumoer in een school, dat is gigantisch vandaag. Ik las onlangs nog dat kinderen een koptelefoon in de klas moesten opzetten.’ De Bruyckere beaamt. ‘Gisteren verscheen er nog een onderzoek. In leertuinen, open ruimtes met meerdere klassen, wordt minder geleerd. Dat heeft niks met technologie te maken, maar alles met afleiding.’

Allemaal goed en wel, maar waarom is een kwartiertje Karrewiet kijken te lang en lukt drie uur Minecraft spelen wel? ‘Ah, maar concentratie is heel domeinspecifiek’, verklaart van der Stigchel. ‘Een kind dat een hele tenniswedstrijd geconcentreerd kan blijven, kan niet noodzakelijk een boek uitlezen. Een superbelangrijke factor is motivatie. Wíl jouw zoon heel graag een boek lezen, dan gaat hij dat boek kunnen lezen. Maar dat vereist keuzes en die zijn keihard geworden. We hebben meer opties dan ooit.’

en “snel”, word je mentaal moe, raakt je brein overprikkeld. En tot slot: wat jij aandacht geeft, dát is wat je meekrijgt van het leven om je heen. Geef je veel aandacht aan snelle info, dan verdwijnt de nuance. Wat dan weer invloed heeft op de manier waarop je naar de wereld kijkt.’

Het beste nieuws: concentreren kun je leren. Orthopedagoge Nele De Backer stampte daarover dit schooljaar voor middelbare scholieren de gloednieuwe workshop ‘Concentratie kun je oefenen’ uit de grond, in studiebegeleidingskantoor Studiebox in Roeselare. ‘Daar zagen ze heel veel vragen over concentratie passeren’, zegt ze. ‘Dus sloegen we de handen in mekaar. Om samen te gaan kijken: wat ligt er onder dat concentratieprobleem? Faalangst? Een gebrek aan motivatie? We oefenen die focus er ook al een beetje, in spelvorm. Door een bal te grijpen of koud water te drinken bijvoorbeeld, om meer “hier en nu” te zijn, in plaats van weg te dromen. Voor iedereen zoeken we gerichte tips.’

Concentratieworkshop Brokkelbreinen, dus. Alleen: is dat zo erg? Waarom moet onze nieuwe generatie met alle geweld leren concentreren? ‘Goeie vraag’, zegt van der Stigchel. ‘Dat kinderen boeken moeten kunnen lezen, dat is op zich een mening. Wat geen mening is: kinderen moeten kunnen leren, als we slimme mensen willen creëren. Daarvoor heb je concentratie nodig. Ten tweede: als je heel de tijd wordt blootgesteld aan “kort”

En dan: oefenen. ‘Het brein is plastisch’, zegt van der Stigchel. ‘Ben je verloren als je die concentratiespier in het begin niet goed ontwikkelt? Ik betwijfel het. En toch: laat ons toch maar geen risico nemen, en er al vroeg op inzetten.’

Bron: www.hbvl.be

©VANIN

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 62

UITDAGING: POËZIE

Poëzie is …

1 Markeer de uitspraken waarmee je het eens bent. Wat wordt er telkens bedoeld, denk je?

2 In deze les staat poëzie centraal. Waaraan denk je spontaan bij onderstaande vragen?

Wat is poëzie?

Wanneer kom jij in contact met poëzie?

Welke kenmerken link je aan poëzie?

Waarom schrijft iemand poëzie?

Poëzie op het juiste moment

Je leest op p. 64-65 een aantal poëtische teksten.

3 Welke teksten zijn voor welke gelegenheid geschreven? Plaats de overeenkomende letters onder de afbeeldingen.

TUSSENSTOP 1 63
TIJDENS DE GROTE MOMENTEN VAN HET LEVEN
3 ©VANIN
geboorte huwelijk overlijden

Avanaf nu nog meer verbonden door het kleine woordje

JA alle liefde en geluk vandaag nog lang hierna

Gedicht van Pinterest

C Paar

Soms horen mensen duid’lijk bij elkander

Je kunt het zien – die twee dat is een paar

De een is wel één, maar ook de ander

Soms horen mensen zichtbaar bij elkaar

Gedicht van Toon Hermans uit Groot versjesboek

EVoor een dag van morgen

Wanneer ik morgen doodga, vertel dan aan de bomen hoeveel ik van je hield.

Vertel het aan de wind, die in de bomen klimt of uit de takken valt, hoeveel ik van je hield.

Vertel het aan een kind dat jong genoeg is om het te begrijpen. Vertel het aan een dier, misschien alleen door het aan te kijken.

Vertel het aan de huizen van steen, vertel het aan de stad, hoe lief ik je had.

Maar zeg het aan geen mens, ze zouden je niet geloven.

BNeem maar de tijd om te groeien te stralen

©VANIN

Ze zouden niet willen geloven dat alleen maar een man alleen maar een vrouw, dat een mens een mens zo liefhad als ik jou.

Gedicht van Hans Andreus in Al ben ik een reiziger

Om tijdens het ontdekken soms te verdwalen

Te beleven, verwonderen

Met jouw blik en hart open

En weet dat wij

Altijd

Met jou mee zullen lopen

Gedicht op Pinterest (schrijver onbekend)

DHuwelijksliefde

Jij en ik

Hebben zozeer lief,

Dat het

Brandt als een vuur.

Waarin wij een klomp klei bakken

Gekneed naar jou

En naar mij.

Dan nemen wij beide beelden

En breken ze, En mengen ze met water, En vormen terug een beeld van jou, En een beeld van mij.

Ik ben in je klei.

Jij bent in mijn klei.

In dit leven delen we dezelfde deken.

In de dood dezelfde kist.

Gedicht van Kuan Tao- sheng (1262-1319, China) in 3000 jaar wereldpoëzie in 500 onsterfelijke gedichten

FWat mooi, zo’n pasgeboren kind dat helemaal bij ’t begin begint

Zo puur, zo ongedwongen echt geen stap gedaan, geen woord gezegd

Je ziet, dat is ’t geheim misschien veel meer, dan wat je ogen zien

Gedicht van Toon Hermans

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 64

GOp de dag dat we sterven daalt de wind neer en neemt onze voetsporen mee.

De wind maakt stof om de afdrukken te vullen die wij wandelend achterlieten.

Want anders zou het de indruk wekken dat wij nog leven.

Daarom is de wind hij die komt om onze voetsporen uit te blazen.

Vertaald gedicht eind 19e eeuw uit Afrika (schrijver onbekend)

IJe bent zo klein

En je lijkt al zo sterk

Mijn armen zullen je vasthouden,

Houden je veilig en warm

De band tussen ons Kan niet verbroken worden

Ik zal er voor je zijn

Huil maar niet

Want jij zit in mijn hart

Ja, jij zit in mijn hart Vanaf deze dag

Nu en voor altijd

Vrije vertaling van fragment uit het lied You’ll be in my heart van Phil Collins

JWelkom klein wondertje

HEen hart dat zegt ik heb je nodig

Dat zegt ik hou van jou

Zo’n hart maakt woorden overbodig

En ik blijf het altijd trouw

Altijd heb ik je lief

Ik kan niet zonder jou bestaan

Altijd heb ik je lief

Ik kan niet zonder jou

Fragment uit het lied Altijd heb ik je lief van Clouseau K

We hebben zo veel mooie herinneringen aan momenten groot en klein

Die zorgen voor een lach naast verdriet en pijn

En weet je dat mooie stralende sterretje daarboven, dat ben jij

Ver weg maar tegelijkertijd nog steeds heel erg dichtbij

Gedicht van internet

©VANIN

Er groeit iets moois, iets broos, iets kleins, iets grandioos.

Het zit zo’n kleintje mee mee als kind van jullie twee.

Gedicht van Stijn De Paepe – staat op het kaartje dat het gemeentebestuur van Vleteren geeft

Wanneer je een storm trotseert hou je hoofd dan recht en wees niet bang in het duister want aan het einde van de storm wacht er je een gouden hemel en het zoete zilveren lied van een leeuwerik

Ga door, door de wind

Ga door, door de regen ook al worden je dromen heen en weer geslingerd

Ga door, ga door met hoop in je hart en je zal nooit alleen zijn je zal nooit alleen gaan

Vrije vertaling van het lied You’ll never walk alone van Gerry & The pacemakers

TUSSENSTOP 1 65
L

4 Zoals je merkt, hebben we drie doelgroepen waarvoor gedichten geschreven worden, of … is er je iets bijzonders aan de teksten opgevallen?

©VANIN

Je leerkracht verdeelt de klas nu in drie groepen en geeft elke groep een ander thema (geboorte, huwelijk of overlijden). Je gaat aan de slag met de vier gedichten van jouw thema.

5 Lees op p. 64-65 de gedichten uit jouw groepje opnieuw. Waar zet je ze op het continuüm?

ongeschikt voor de gelegenheid heel geschikt voor de gelegenheid

6 Bespreek nu jouw volgorde met je groepsleden. Waarin zitten de verschillen?

7 Lees de gedichten eens luidop. Blijven jullie bij je keuze of heeft het klankspel jullie mening beïnvloed?

8 We focussen ons nu op de inhoud en het taalgebruik van de gedichten. Rangschik de gedichten op het continuüm door telkens de letter te noteren. Dat doe je individueel. saai taalgebruik gewoon taalgebruikverrassend taalgebruik heel mooi taalgebruik

flauwe inhoud niet origineel mooie inhoud origineel en verrassend

9 Bespreek je rangschikking met je groepje. Welke overeenkomsten of verschillen merk je op?

10 Noteer in een samengestelde zin waarom je dat speci eke gedicht geschikt vindt om op jouw geboortekaartje/huwelijkskaart/doodsprentje te zetten. Gebruik daarbij twee van onderstaande termen, telkens uit een andere categorie.

onderdeel: vers – enjambement – strofe – refrein techniek : rijm – assonantie – alliteratie – lay-out – herhaling beeldspraak : vergelijking – metafoor – personificatie – synesthesie – woordkeuze gevoel: blij – verdrietig – gelukkig – somber – vertwijfeld

Ik vind gedicht … heel geschikt, omdat …

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 66

11

Een bepaalde gelegenheid vraagt om een aantal geschikte criteria. Welke criteria moeten er volgens jou zeker in zo’n gedicht verwerkt worden? Noteer er vier.

12 Ga na of aan die criteria voldaan werd. Ging de dichter origineel te werk?

criteria gedicht gedicht gedicht gedicht

1 aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

2 aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

3 aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

4 aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

aanwezig:  ja  nee origineel:  ja  nee

13 Noteer in enkele samengestelde zinnen waarom je jouw gedicht geschikt vindt voor jouw geboortekaartje/huwelijkskaart/doodsbrief. Maak daarbij gebruik van je inzichten uit de vorige opdracht.

Ik vind gedicht … heel geschikt, omdat …

Verwerkingsopdracht

Je kreeg tijdens deze les heel wat handvatten aangereikt om een gedicht te beoordelen en je mening met de juiste terminologie te ondersteunen. Misschien wil je zelf nog suggesties toevoegen aan het besproken tekstmateriaal? Of ken je een andere gelegenheid waarbij een vleugje poëzie zeker geschikt is?

14 Kies in groep een gedicht dat jullie voor jullie gelegenheid willen voordragen.

a Bepaal de gelegenheid waarvoor je materiaal gaat verzamelen en vorm daarrond een groepje met maximaal vier leden.

b Ga voor die gelegenheid individueel op zoek naar

• een gedicht van een gerenommeerde dichter,

• een gedicht van een amateurdichter,

• een liedjestekst.

Zorg ervoor dat al het tekstmateriaal in het Nederlands is. Vertaal dus indien nodig je anderstalige teksten.

c Ga opnieuw samenzitten en leg al het materiaal samen.

d Maak nu opdrachten 5 tot en met 13 opnieuw.

e Kom tot één gedicht dat jullie groep als hét gedicht voor jullie gelegenheid willen voordragen.

TUSSENSTOP 1 67
©VANIN

15 Zit alle terminologie over poëzie nog vers in je hoofd?

Speel samen Puzzeldicht en ontdek een nieuw gedicht!

Tip: gebruik indien nodig de Onthouden-kaders hieronder en op de volgende pagina’s.

Ons museum heeft drie Van Goghs en een Rubens Welke vorm van beeldspraak herken je?

Onderdelen van een gedicht

Vers

metonymie

©VANIN

onthouden

Om over poëzie te praten, heb je de juiste woorden nodig; je zou die termen de vaktaal van poëzie kunnen noemen.

Een gedicht bestaat uit een aantal verzen of versregels. In de poëzie is een versregel niet noodzakelijk gelijk aan een zin. Zinnen kunnen uit verschillende versregels bestaan.

Het gedicht van Herman De Coninck bestaat uit zeven verzen

Poëzie

Zoals je tegen een ziek dochtertje zegt: mijn miniatuurmensje, mijn zelfgemaakt verdrietje, en het helpt niet; zoals je een hand op haar hete voorhoofdje legt, zo dun als sneeuw gaat liggen, en het helpt niet: zo helpt poëzie

Herman De Coninck. Met een klank van hobo

Enjambement

Een versregel kan ook afgebroken worden op een cruciale plaats. Dat is een enjambement, de zin loopt door over twee of meer versregels.

Het gedicht van Herman De Coninck hierboven bevat enjambementen.

… mijn zelfgemaakt verdrietje …

zoals je een hand op haar hete voorhoofdje legt …

Strofe

Een strofe is een onderdeel van een gedicht. Je herkent een strofe aan de witregel voor en na de strofe.

Refrein

Een refrein is het gedeelte van een gedicht dat wordt herhaald. Het brengt ritme en structuur in een gedicht. Ook bij liedjesteksten komen refreinen voor. Iedereen kent ze en ze worden gemakkelijk meegezongen. De andere delen van de liedjestekst noemen we coupletten. Vaak kennen mensen wel het refrein, maar zijn ze minder bekend met de coupletten.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 68

ONTHOUDEN

Beeldspraak

In fictie, reclame en zelfs in ons dagelijks taalgebruik gebruiken we vaak beeldspraak om iets onder woorden te brengen. We gebruiken woorden dan niet in hun letterlijke betekenis, maar proberen aan de hand van een beeld iets duidelijker of emotioneler onder woorden te brengen.

Vergelijking en metafoor

Bij een vergelijking breng je woorden met elkaar in verband omdat er een overeenkomst is. Je beschrijft de gelijkenis tussen beide woorden om de boodschap duidelijker, mooier of poëtischer te maken. Vaak gebruik je hierbij als, zoals, lijkt op, is als, maar die kunnen ook weggelaten worden.

haar voeten zijn zo koud als ijs (of voeten als ijs – voeten van ijs – haar voeten, koud als ijs …)

Ook bij een metafoor is er sprake van vergelijking, maar daar wordt enkel het beeld nog genoemd.

De heks stond al in het lokaal. (= kwade lerares)

De tomaat liep de kamer uit. (= iemand die fel bloost)

Personificatie

Bij een personificatie kent de dichter menselijke eigenschappen toe aan dingen of abstracte ideeën. Anders geformuleerd: iets ‘niet-levends’ krijgt menselijke eigenschappen.

De toekomst lacht je toe.

De wenskaart keek hem dreigend aan.

Synesthesie

Bij synesthesie vermengt de schrijver of spreker indrukken van twee zintuigen.

Het maanlicht ritselt in een plas.

In die zin worden zicht (het maanlicht), en gehoor (het ritselen) vermengd om de weerspiegeling in een plas weer te geven.

Synesthesie komt ook geregeld voor in het ‘gewone’ taalgebruik.

Warme kleuren zijn hip dit jaar. (= gevoel en zicht)

Hij houdt van de frisse geur van gemaaid gras. (= gevoel en geur)

Metonymie

Een metoniem is een vorm van beeldspraak waarbij een woord vervangen wordt door een ander woord op basis van een gemeenschappelijk verband. Dat is geen gelijkenis (zoals bij de metafoor); de woorden bij een metoniem hebben een relatie. Als je bijvoorbeeld zegt Geef me nog een glas, dan bedoel je niet een leeg glas, maar vooral de inhoud daarvan. Andere voorbeelden zijn:

De vloot van kapitein Mercado telde twintig zeilen (= schepen; hier benoem je een deel om het hele voorwerp aan te duiden.)

Ons museum heeft drie Van Goghs en een Rubens (= schilderijen; hier noem je de maker in plaats van het voorwerp.)

Maximus trok zijn ijzer en versloeg de andere gladiator. (= zijn zwaard; hier noem je het materiaal waarvan iets gemaakt is om het voorwerp aan te duiden.)

TUSSENSTOP 1 69
©VANIN

Onthouden

Technieken

Rijm en rijmschema

Rijm is de klankovereenkomst tussen woorden of lettergrepen die in elkaars buurt staan. plicht – gezicht, kast – mast

Als in een gedicht de versregels rijmen, kun je een rijmschema opstellen. Met letters geef je dan aan welke regels uit het gedicht met elkaar rijmen.

• gepaard rijm /aabb/

• gekruist rijm /abab/

• omarmend rijm /abba/

Een voorbeeld van een gepaard rijm /aabb/ vind je in deze strofe:

En je neus en je mond en je haar en je ogen en je hals waar je kraagje zit en je oor met je haar er voor.

Herman Gorter. Verzen oor

Assonantie en alliteratie

©VANIN

Een voorbeeld van een gekruist rijm /abab/ vind je in deze strofe:

Hij zei tot alle and’re spinnen:

Vreemd, ik weet niet wat ik heb, Maar ik krijg zo’n drang vanbinnen

Tot het weven van een web.

Annie M.G. Schmidt. Sebastiaan

Een voorbeeld van een omarmend rijm /abba/ vind je in deze strofe:

Ik droeg nog kleine kleren, en ik lag

Languit met moeder in de warme hei, De wolken schoven boven ons voorbij en moeder vroeg wat ‘k in de wolken zag.

Martinus Nijhoff. De wolken

Een dichter kan ook letterrijm gebruiken. In dat geval wordt niet de hele lettergreep herhaald, maar enkel de klinkers of de medeklinkers.

Assonantie is de opvallende herhaling van klinkers in opeenvolgende woorden of lettergrepen. Een ander woord voor assonantie is klinkerrijm

Ik wil haar graag vragen

Blijf jij hier bij mij

Alliteratie is de herhaling van de beginmedeklinkers in opeenvolgende woorden of lettergrepen. Een ander woord voor alliteratie is medeklinkerrijm

Velden vol met engelhaar

Zon en zee en feestgewoel mijn miniatuurmensje

Lay-out

Heel vaak herken je een gedicht aan de vorm. De tekst loopt niet zoals bij een alinea van de linker- tot rechtermarge op de pagina. Een gedicht is opgebouwd uit verzen en strofes.

Ritme

Ritme is de indruk van beweging in gesproken taal. Het ritme in een gedicht wordt bepaald door de klemtonen en de opeenvolging van lange en korte klanken.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 70

Rap is eigenlijk een poëzievorm op muziek. Hier is ritme heel belangrijk; om alles vloeiend en boeiend te laten klinken is een goed ritme cruciaal.

In België zijn de nummers van Tourist LeMC, Zwangere Guy, Slongs, Dievanongs en Het hof van Commerce bekende voorbeelden.

Herhaling

In een gedicht is herhaling een krachtig middel om de nadruk op bepaalde woorden te leggen. Wanneer een woord op een beperkt aantal regels vaak vermeld wordt, komt het volop in de aandacht van de lezer te staan.

In Ik wou ik wou dat ik papier was van P. Mandelbaum krijgen de wens en het droomelement de volle nadruk door de herhaling van Ik wou aan het begin van de meeste regels en vaak ook binnen eenzelfde regel.

©VANIN

Onthouden

Stijlfiguren

Cliché

Soms wordt een beeld zo vaak gebruikt dat het zijn originaliteit kwijt is en voorspelbaar wordt.

Mijn liefde voor jou is zo diep als de zee.

Jij bent als de zon voor mij.

Contrast

In poëzie en reclame worden twee tegengestelde elementen vaak tegenover elkaar geplaatst. Het verschil beklemtoont de kenmerken van beide elementen. Zo lijkt iets moois nog mooier wanneer er een lelijk voorwerp tegenover staat. In fictie wordt contrast vaak gebruikt om de emoties van een personage nog sterker in de verf te zetten.

Een voorbeeld is iemand die droevig of eenzaam is op een moment dat alle anderen feestvieren of iemand die op een belangrijke dag een vriend of familielid verliest.

Hyperbool

Je gebruikt een overdrijving of je gaat een situatie groter voorstellen. Vaak doe je dat om irritatie of emotie uit te drukken.

Ik sta hier al uren te wachten.

Iedereen mag altijd alles doen, maar als ik ook maar één keer één woord zeg, dan ziet ze dat. Dat mens haat mij!

Woordspeling

Het bewuste gebruik van een woord of woorden in verschillende betekenissen. Het is vaak komisch bedoeld en dus letterlijk een ‘spel met taal’. was ik maar een dichter, dan kon ik dichter bij jou zijn Stef Bos. Ik heb je lief

TUSSENSTOP 1 71

Professioneel communiceren: het aanrijdingsformulier

Je kunt besluiten trekken uit enkele tabellen en grafieken 1

ONGEVALLEN ONDERWEG

2

Je kunt tips inzetten bij het invullen van een aanrijdingsformulier

Je bent in staat om een aanrijdingsformulier correct in te vullen 3

Dagelijks begeef je je in het verkeer. Ofwel trotseer je koning auto te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer, ofwel … ben je zelf vaak met de auto onderweg. Onderweg zijn betekent de wereld om je heen ontdekken, maar dat houdt ook gevaren in.

Grafiek 1

Bron: Statbel, bewerking Statistiek Vlaanderen

1 Bekijk bovenstaande gra ek.

a Wat kun je afleiden uit die grafiek?

b Wat leren de cijfers ons?

c Welk jaar kende de meeste ongevallen?

d Op welk(e) moment(en) neemt het aantal verkeersongevallen af?

e Kun je de forse daling in 2020 verklaren?

f Heeft die trend zich doorgezet?

les
6
1
TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 72
©VANIN

Grafiek 2

Bron: Statbel, bewerking Statistiek Vlaanderen

2 Wat kun je a eiden uit bovenstaand taartdiagram?

Grafiek 3

Bron: Statbel, bewerking Statistiek Vlaanderen

3 Voor het volledige Vlaamse Gewest lag het gemiddeld aantal verkeersongevallen per 1 000 inwoners met doden of gewonden in 2022 op 3,5. Dat is een vrij hoog cijfer. Wat leert bovenstaande kaart ons nog?

LES 6 PROFESSIONEEL COMMUNICEREN: HET AANRIJDINGSFORMULIER 73
©VANIN

4

Bron: Statbel, bewerking Statistiek Vlaanderen

4 Wat kun je uit bovenstaande cijfers besluiten op federaal vlak?

©VANIN

5 Kun je daarvoor een mogelijke verklaring geven?

DO’S EN DON’TS BIJ EEN AANRIJDINGSFORMULIER

Binnenkort zit jij misschien zelf achter het stuur. Hou het veilig! Een ongeluk zit in een klein hoekje en je hebt in het drukke verkeer niet altijd alles in de hand.

1 Alvorens je een instructievideo bekijkt, focus je op enkele begrippen die ter sprake zullen komen.

a Verdeel de woorden in onderstaande categorieën. Gebruik voor elke categorie een andere markeerkleur.

A woorden die ik nog nooit heb gehoord

B woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp

C woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken

D woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken

b Vergelijk jouw antwoorden met die van een medeleerling en probeer een verklaring voor de onbekende woorden te vinden.

c Geraken jullie er niet uit, dan zoeken jullie de onbekende woorden of uitdrukkingen op.

blikschade – gevarendriehoek – blokkeren – groene kaart – automerk – autotype – kop-staart-aanrijding –wegmarkering – verzekeringsmaatschappij – tegenpartij – getuige – schets

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 74 Grafiek
23 381 4 172 10 090 2

Wat moet je doen bij een verkeersongeval? Je bekijkt het fragment Hoe vul ik het Europees aanrijdingsformulier correct in?

2 Zijn onderstaande stellingen juist of fout? Verbeter wat fout is en vul eventueel de juiste informatie verder aan. juistfout

a Iedere bestuurder vult zijn eigen aanrijdingsformulier in.

b Bij een aanrijding met blikschade verplaats je eerst de auto naar een veiligere plek alvorens je het aanrijdingsformulier invult.

c Het is verplicht een getuige bij een ongeval op te geven.

d Naast de verzekeringsmaatschappij van de tegenpartij worden ook het nummer van de groene kaart, het automerk en -type, evenals de nummerplaat verplicht vermeld.

e Ieder Europees aanrijdingsformulier bevat dezelfde informatie.

f Een Europees aanrijdingsformulier is in de landstaal opgesteld.

g Het is belangrijk om naast de rijrichting ook de voorkant van het voertuig aan te geven, evenals verkeersborden of -lichten.

h Je kunt in het veld ‘mijn opmerkingen’ noteren met welke informatie op het aanrijdingsformulier je niet akkoord gaat.

i Een aanrijdingsformulier ondertekenen betekent automatisch dat je met alles akkoord gaat.

j Het bespaart je veel tijd als je de schade meteen onderling regelt.

k Je belt steeds de politie bij een ongeval.

LES 6 PROFESSIONEEL COMMUNICEREN: HET AANRIJDINGSFORMULIER 75
©VANIN

enkele doordenkers

l Op basis van het aanrijdingsformulier bepaalt de verzekering wie de schade dient te betalen.

m De verzekeringsnemer op de groene kaart is niet automatisch de bestuurder van het voertuig.

n Bij ‘mijn opmerkingen’ mag je de andere bestuurder beschuldigen van het ongeval.

o Je kunt kiezen wie je wilt als getuige.

p De schets van het ongeval zal bepalen of je schuldig bent aan het ongeval of niet.

q Het aanrijdingsformulier op voorhand invullen kan veel stress wegnemen.

ZELF AAN DE SLAG

1 Vul het aanrijdingsformulier in aan de hand van de volgende situatieschets. Je leerkracht geeft je de nodige boorddocumenten.

Yara Claes vertrekt vlak na het laatste lesuur naar huis. Vandaag is het een speciale dag, want ze heeft gisteren voor haar achttiende verjaardag een nieuwe auto van haar ouders gekregen met een verzekering op haar eigen naam. Ze stopt voor het zebrapad aan de ingang van de school, waar haar leerkracht Nederlands staat te wachten om de straat over te steken. De bestuurder van de auto achter haar heeft dat echter te laat gezien en rijdt tegen haar auto.

Bij het uitstappen blijkt Thomas Verstappen de bestuurder van het andere voertuig. Hij is vandaag met de auto van zijn vader, Louis, tevens ook de verzekeringnemer, naar school gekomen. Gelukkig zijn er geen gewonden en is het dus niet nodig om de hulpdiensten te bellen.

Heb je geen aanrijdingsformulier mee en ben je betrokken bij een ongeval? Dan kun je het aanrijdingsformulier ook digitaal invullen op je smartphone met een app zoals Assisto of Crashform

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 76 juistfout
TIP
3
©VANIN

Recente Nederlandstalige literatuur

Je maakt kennis met recente Nederlandstalige literatuur 1

IEDEREEN LEEST

Je verkoopt je favoriete roman aan de hand van een elevator pitch 3

Je argumenteert waarom het ene verhaal je meer aanspreekt dan het andere 2

©VANIN

In Vlaanderen en Nederland wordt er heel wat prachtige literatuur gemaakt. Bekijk deze titels en romancovers aandachtig.

les
1 7
LES 7 RECENTE NEDERLANDSTALIGE LITERATUUR 77

1 Welke titels en/of covers spreken jou aan? Welke niet? Vul de tabel aan en geef telkens een argument. roman beoordeling argument

Tussentijds

Peter Zantingh

Confrontaties

Simone Antangana Bekono

De draaischijf

Tom Lanoye

Het lied van ooievaar en dromedaris

Anjet Daanje

De eerlijke vinder

Lize Spit

Honingeter

Tülin Erkan

Aleksandra

Lisa Weeda

Waarachtige beschrijvingen uit de permafrost

Donald Niedekker

Tekenen van het universum

Emy Koopman

Man zonder rijbewijs

Oek de Jong

Overal zit mens

Yves Petry

Stenen eten

Koen Caris

2 Bekijk de titels met de twee laagste en de twee hoogste scores opnieuw.

a Waarover gaat het verhaal volgens jou? Wat zou het thema kunnen zijn?

b Welk genre roman denk je dat het is (biografie, historische roman, thriller, drama …)?

c Geef per roman één extra argument waarom je die wel/niet zou willen lezen.

roman 1 (minst favoriet): roman 3 (meest favoriet): thema thema genre genre extra argument extra argument roman 2 (minst favoriet): roman 4 (minst favoriet): thema thema genre genre extra argument extra argument

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 78
©VANIN

3 Nu lees je de samenvatting van elke roman.

a Welke samenvatting spreekt jou aan? Duid dit aan door de sterren te kleuren. Geef opnieuw een argument.

b Waag een gok. Bij welke romancover hoort de samenvatting volgens jou?

c Je krijgt nu van je leerkracht te horen welke samenvatting bij welke roman hoort. Komen je scores bij opdracht 1 overeen met je scores bij 3a?

LES 7 RECENTE NEDERLANDSTALIGE LITERATUUR 79
fragment beoordeling argument roman 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
©VANIN

1

3

‘Hoe langer hij ermee wachtte, hoe minder moed hij had om een lafaard te zijn.’ Eind jaren negentig, de Vlaamse Kempen. Jimmy, die thuis een moeilijke tijd doormaakt, leeft helemaal op als de zoon van een gezin Kosovaarse vluchtelingen naast hem in de klas komt zitten. Jimmy is de slimste, maar ook eenzaamste van zijn klas. Hij ziet het als zijn missie Tristan Ibrahimi door het schooljaar heen te helpen. Alle tijd die hij niet besteedt aan het verzamelen van flippo’s, brengt hij door bij het Kosovaarse gezin. Wanneer de Ibrahimi’s na een jaar plotseling uitgewezen worden, verzint Tristan een plan dat veel van Jimmy zal vragen.

5

In januari 1597 overleed in het Behouden Huys op Nova Zembla een bemanningslid wiens identiteit nooit is vastgesteld. Nu, 425 jaar later, nu de permafrost begint te ontdooien, ontwaakt hij uit zijn ijsgraf waarin hij door Willem Barentsz en zijn mannen is begraven. Hij die als anonymus op de scheepsrol stond, maar was ingescheept om als dichter een loflied te schrijven op de expeditie naar de Noordoostpassage, kan nu de Grote Dooi is gekomen alsnog zijn relaas doen.

Een jonge vader gaat met de trein naar zijn vrouw, die voor haar werk in Zuid-Duitsland is. De reis gaat door gebied dat een week eerder door overstromingen geteisterd werd – in een zomer vol rampen, in een jaar van nieuwe records. Hoe moet dat met het jongetje dat naast hem zit? Het is pas zijn derde julimaand. Welke belofte doen ouders hun kind door het een leven te geven? Heeft het bestaansrecht, of het recht niet te bestaan? Bij elk station lijkt een ander toekomstscenario de overhand te krijgen.

4

Als beheerder van het bos Mirandel neemt Kasper Kind de weinig florissante toestand van de planeet hoogst serieus. Niet minder serieus is zijn plan om publieksintellectueel Max De Man te vermoorden, met wie hij een gedeeld verleden heeft. Alleen lopen de dingen niet helemaal zoals gepland. Want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, en verder vooral mensen, altijd maar weer mensen.

‘Ik had me de dag waarop ik word begraven heel anders voorgesteld.’ Aan het woord is Alex Desmedt, bezeten door toneel. In Antwerpen werkt hij zich vlak voor de Tweede Wereldoorlog op tot directeur van het grootste stadstheater. Hij viert triomf na triomf, mede dankzij zijn vrouw, de in Utrecht geboren sterspeelster Lea Liebermann. Hij introduceert ook technische hoogstandjes, zoals een reusachtige schijf als extra bühne óp de bühne. Tijdens de bezetting wordt Alex benoemd tot directeur-generaal van meerdere Antwerpse theaters, maar de beperkingen zijn zwaar. Zijn broer, componist en dirigent Rik Desmedt, kiest voluit voor collaboratie, terwijl Lea, die niet meer mag acteren, wegkwijnt en ronddwaalt in een stad waar razzia’s het leven kosten aan duizenden. Kort voor de bevrijding wordt Alex uitgenodigd voor een delicate opdracht in Den Haag. Twee beroemde partijgenoten van Adolf Hitler zullen in de stadsschouwburg de opening bijwonen van het pas opgerichte Deutsches Theater in den Niederlanden. In de bevrijde thuishaven belooft de afrekening bijzonder bloedig te worden.

6

Het is de snikhete zomer van Bens eindexamen. Hij houdt zich afzijdig van zijn klasgenoten, telt de dagen tot hij het dorp kan verlaten. Maar als een aantal jongeren zich verliest in steeds gevaarlijkere rituelen die te maken blijken te hebben met het overlijden van zijn zus, drie jaar daarvoor, richten alle ogen zich op hem. Ben, die zo zijn eigen redenen heeft om geen aandacht te willen trekken, komt in het middelpunt van een huiveringwekkend mysterie te staan.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 80
2
©VANIN

7

De auteur reist in opdracht van haar vierennegentigjarige grootmoeder naar Loegansk, op zoek naar het graf van haar oom Kolja, die sinds 2015 is verdwenen. Ze weet de grenspost van het oorlogsgebied te trotseren en in haar vlucht tuimelt ze terug in de tijd. Ze belandt in het paleis van de Sovjets, waar haar overgrootvader Nikolaj al sinds zijn eigen dood in 1953 wacht op haar grootmoeder. Na haar grootmoeders deportatie in 1942 naar Duitsland heeft hij haar nooit meer gezien. Samen met Nikolaj dwaalt de auteur door het paleis, dit limbo waar ook Kolja zich schuilhoudt, en wekt ze de geschiedenis van haar Don Kozakken-familie tot leven.

Sibel wacht in de luchthaven van Istanboel. Elke dag opnieuw mist ze haar vlucht naar Brussel. Een zieke piloot, een zonderlinge veiligheidsagent en een drugshond vergezellen haar op haar dwaaltocht. Binnen de muren van de luchthaven zoeken ze naar manieren om de zwarte gaten in hun geheugen op te vullen. Buiten woedt een sneeuwstorm. Turkse folklore en klassieke mythologie versmelten tot een bevreemdend, surrealistisch kluwen. Iedereen is in transit.

©VANIN

De zestienjarige Salomé Atabong zit vast in een jeugddetentiecentrum, omdat ze op een middag twee schoolgenoten ernstig heeft mishandeld. Ze probeert het hoofd koel te houden tussen de andere meiden, irritante psychologen en treiterende begeleiders. Over een maand mag ze naar huis, waar alleen een gezin wacht dat al lang geleden uit elkaar is gevallen. En de anderen in het dorp. Wat zullen zij doen?

Eliza May Drayden is al dood als de roman in het jaar 1847 in het Yorkshire dorpje Bridge Fowling begint. Ieder volgend hoofdstuk schuift ten opzichte van het voorgaande een stukje op in de tijd, totdat het verhaal in het elfde hoofdstuk in onze huidige tijd is aanbeland. De roman vertelt dan ook niet over Eliza May Draydens leven, maar over haar roerige leven na de dood. De lezer leert Eliza May kennen via de levens van anderen en via biografieën en verhandelingen over haar, want zij was de schrijfster van een uitzonderlijke roman, die tijdens haar leven werd verguisd, maar die in de loop van 170 jaar door steeds meer lezers als een meesterwerk wordt gezien. Over haar leven is bitter weinig bekend, de omstandigheden waaronder ze stierf, zijn een mysterie en naast haar roman is de enige tekst die ze heeft nagelaten een aantekenboekje met daarin geheimzinnige tekeningen, gedichten en tabellen. 11

De auteur, die nooit heeft willen autorijden, neemt alsnog rijles. Plaats van handeling is Amsterdam, de stad waar hij al bijna vijftig jaar woont en die hij in de lesauto opnieuw en nu in al zijn uitgestrektheid ontdekt. Waarom is hij hier zo laat mee begonnen? Die vraag leidt terug naar hoe hij is geworden wie hij is. Beelden komen op: een bijna fatale rit in de auto van zijn moeder, hoe hij door zijn eenzelvige vader en moeder werd gevormd, het machismo van zijn Friese grootvader, ongelukken en ‘narrow escapes’, reizen in Egypte en Marokko zonder auto, het effect van schrijver-zijn op een leven. Zijn eerste rit op de Ring van Amsterdam bezorgt hem de schok die de aanzet is geweest tot het schrijven van deze roman, een verrassend memoir vol humor en zelfspot. 10

12

Tijdens de opnames voor een televisieserie vindt er een sneeuwstorm plaats waardoor Emy en haar Frans-Canadese fixer in dezelfde hotelkamer belanden. Er is een wederzijdse aantrekking, maar omdat beiden al een relatie hebben, houden ze zich in. Als ze besluiten met elkaar in contact te blijven, raken ze verstrikt in een emotionele affaire die steeds verder ontspoort.

LES 7 RECENTE NEDERLANDSTALIGE LITERATUUR 81
9
8

4 Lukt het je om de beginfragmenten te koppelen aan de romans? beginfragment beoordeling roman 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

1

Wat je ook zoekt, de specerijen van Indië, de ochtend, Ithaka, de liefde van je vader, liefde überhaupt, gerechtigheid, dode zielen, ridderschap, een tijdgenoot, iemand om mee te praten, de troost van een zigeunermeisje, de eenhoorn, ga, mijn vriend, ik geef je mijn stem, hoe je het ook zoekt, […] dat is Nieuwe Aarde, dat is Nieuwe Wereld, dat is … Ga, ga, mijn vriend. Ga.

2

Ik weet nog hoe we met z’n allen voor het hek stonden. Het was het einde van het schooljaar van groep zeven of acht.

3

Overal zit mens. Het element mens heeft zich genesteld in elke uithoek van het ondermaanse, in elke porie van de biosfeer. We ademen mens, we eten mens, we drinken mens. Geen stukje mos, geen druppel uit de zee, geen staaltje van de bodem of de eeuwige sneeuw zonder dat het miljoenen moleculen mens bevat.

4

Dit hier is een plaats waar mensen smelten als kaarsvet. Waar ze druipend wachten, ineenzakken op de eindeloze rij stoelen aan de terminals. Waar ze ogenblikkelijk stollen wanneer een intercomstem hun vluchtnummer afroept of de zoveelste vertraging aankondigt. Hier haperen de uren, geen mens weet hoelang.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 82
©VANIN

5

Hij, A, mijn fixer, had een tatoeage, aan de binnenkant van zijn onderarm, op dat tere stukje vlees tussen de pols en de elleboogholte, dat zijdezachte gedeelte waar de haartjes voor terugwijken en waar de aderen groenblauw doorheen schemeren.

Hij was er wel en we noemden hem Mats. We liepen naar het centrum en het was of alle muren in een andere tint geverfd waren, alle stoelen en tafels ergens anders gezet. Een complete stad, tien centimeter verplaatst. 6

Hij zou er niet moeten zijn.

De hitte begint op de eerste dag van de examens. De lucht boven het dorp is strakblauw na wekenlang bewolkt te zijn geweest, en een witte zon brandt op de hoofden van de leerlingen als ze naar school lopen en plaatsnemen in de kleine gymzaal, die voor de gelegenheid met tafels is volgezet. De surveillant deelt pakketjes papier uit, hij maant een paar nerveuze giechelaars tot stilte en het examen begint. 7

8

Zelfs als ik Aleksandra’s naam, haar vaders naam Nikolajevna en haar achternaam Temnikova noem, mag ik niet langs het checkpoint. Ik neem mijn paspoort terug aan en wijs naar de brug richting Loegansk.

9

10

12 december is de dag die Susan Knowles’ leven bepaalt, ze is dan al tegen de zestig en vier jaar later sterft ze. In de loop van haar leven zijn er vele dagen waarnaar ze uitkijkt, die zich van tevoren, en ook terwijl ze zich voordoen, met betekenis vullen, en die achteraf hun belofte niet waar blijken te kunnen maken. Maar toen nu die genoemde twaalfde december aanbrak, in het jaar onzes Heren 1847, scheen hij als alle andere winterse dagen te zijn, beginnend in duisternis, eindigend in duisternis, en koud, er staat een noordenwind die korrelige sneeuw op zijn adem meevoert, de straten van Bridge Fowling kleuren huiverig wit in de schemering.

Ik had me de dag waarop ik word begraven heel anders voorgesteld. Had ik hem mogen ensceneren, dan liet ik me – zoals onze moedertaal zo treffend verwoordt – ‘ter aarde bestellen’ onder een staalblauwe hemel, hartje winter.

11

Veel meer kon Tristan er aan de telefoon niet over vertellen. Hij had een plan bedacht, ze zouden het morgen uitvoeren, ze hadden Jimmy erbij nodig, daarom zou het handig zijn als hij vanavond bleef slapen. Kon hij vanmiddag om twee uur al komen?

12

De jongen rijdt in de auto van zijn moeder over een weg tussen de akkers en verliest de controle over de wagen. Zijn moeder zit naast hem. Hij heeft net geschakeld naar de hoogste versnelling. De auto gaat hard, te hard voor de bocht die hij nadert. De weg is smal en er staat een boom in die bocht. Ze schreeuwt dat hij moet stoppen, maar hij stopt niet.

LES 7 RECENTE NEDERLANDSTALIGE LITERATUUR 83
©VANIN

5 Je bekeek de titels en covers, las de samenvattingen en de beginfragmenten. a Welke roman spreekt jou op basis van al die elementen nu het meeste aan?

b Geef daarvoor twee extra argumenten.

TOPFAVORIET

1 Je koos zonet je favoriete roman. Je krijgt nu van je leerkracht een fragment uit die roman. Lees het aandachtig en beantwoord de vragen.

Raadpleeg p. - in het Kennisoverzicht.

Mijn gekozen roman:

a Spreekt de roman jou na het lezen van het fragment nog steeds aan? Waarom wel/niet?

b Wat gebeurt er in het fragment volgens jou?

c Wat zou er aan het fragment voorafgegaan kunnen zijn?

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 84
TIP
2 ©VANIN

d Wat zou er na het fragment kunnen gebeuren?

e Met welke vragen zit je na het lezen van het fragment?

f Wie is de protagonist?

g Wie is de antagonist?

h Wat zou de relatie tussen de protagonist en de antagonist kunnen zijn?

©VANIN

i Vanuit welk vertelperspectief is het fragment geschreven?

j In welke (historische) tijd speelt het fragment zich af?

k Waar speelt het fragment zich af?

l Kom je iets te weten over de geografische ruimte?

m Wat valt er op aan de schrijfstijl van de auteur?

LES 7 RECENTE NEDERLANDSTALIGE LITERATUUR 85

PITCH, PITCH, PITCH

Nu is het aan jou om je medeleerlingen warm te krijgen voor de roman die jij koos. Je gaat hen proberen te overtuigen om het boek te lezen aan de hand van een elevator pitch.

1 Bekijk het lmpje waarin Ramon Barten van CineMjuze aan de hand van een pitch uitlegt wat dat betekent. Noteer zo veel mogelijk kenmerken.

2 Nu is het aan jou om je eigen elevator pitch te presenteren.

Voorbereiden

1 Bedenk minstens drie relevante argumenten om je medeleerlingen te overtuigen van je roman. Lees daarvoor eventueel extra fragmenten of ga op zoek naar nieuwe informatie (bv. recensies, boekverslagen, prijzen …).

2 Stel nu je bouwplan op. Vertrek vanuit de onderstaande basisstructuur en vul aan met kernwoorden.

• deel : originele opening en voorstelling van jezelf en je roman

• deel : argumenten

• deel : krachtige afsluiter waarin je je publiek over de streep trekt

Plannen

3 Werk je bouwplan uit tot de uitgeschreven versie van je pitch. Zorg voor wervend en enthousiasmerend taalgebruik. Maak je pitch bovendien persoonlijk.

4 Time je pitch. Die duurt tussen  en  seconden, de gemiddelde tijd die je in een lift (elevator) doorbrengt. Pas je pitch eventueel aan deze vereiste aan.

Uitvoeren

5 Pitch nu voor de klas. Presenteer enthousiast en praat duidelijk. Je wilt immers dat iedereen elk woord hoort van je korte pitch.

Reflecteren

6 Bekijk de evaluatiematrix op de volgende pagina om na te gaan of je pitch aan alle criteria beantwoordt.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 86
3
©VANIN

Evaluatiematrix – Spreken: elevator pitch

GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE inhoud

Je pitch is duidelijk opgebouwd en je geeft relevante argumenten om je roman aan te prijzen.

correctheid

Je taalgebruik is nagenoeg foutloos. Je gebruikt de standaardtaal en je uitspraak is correct.

Je pitch is duidelijk opgebouwd. OF Je geeft relevante argumenten om je roman aan te prijzen.

Je maakt enkele taalfouten en/ of enkele klanken of woorden die je gebruikt, behoren tot de tussentaal, het dialect …

Let op voor:

Je pitch is niet duidelijk opgebouwd en de argumenten die je geeft, zijn niet relevant.

Je maakt meermaals taalfouten en de klanken en woorden die je gebruikt, behoren vaak tot de tussentaal, het dialect …

Let op voor:

duidelijkheid

Je articuleert duidelijk en je spreektempo en -volume zijn ideaal.

aantrekkelijkheid

Je gebruikt een originele en aantrekkelijke opener en afsluiter.

Je gebruikt wervend en enthousiasmerend taalgebruik. Ook je intonatie spreekt aan.

Aanvullende commentaar:

Je articuleert meestal goed, maar af en toe ben je minder duidelijk verstaanbaar. OF Je spreektempo en/of -volume zijn niet altijd aangepast. Je praat dus soms te snel/traag en/of te luid/stil.

Je opener en/of afsluiter spreken aan, maar zijn weinig origineel.

Je gebruikt af en toe wervend en enthousiasmerend taalgebruik. OF Je intonatie is eentonig en daardoor weinig enthousiast.

Je bent moeilijk verstaanbaar omwille van een onduidelijke articulatie. EN Je spreektempo en/of -volume zijn vaak niet aangepast. Je praat dus vaak te snel/traag en/of te luid/stil.

Je opener en afsluiter zijn cliché of afwezig. Dat maakt je pitch weinig aantrekkelijk.

Je gebruikt amper wervend en enthousiasmerend taalgebruik en je intonatie is eentonig en daardoor weinig enthousiast.

LES 7 RECENTE NEDERLANDSTALIGE LITERATUUR 87
©VANIN

Literatuursuggesties 1

Op zoek naar een spannend boek? Inspecteur Sveinsson leidt een internationaal onderzoeksteam. Via de verschillende voorwerpen op en rond zijn bureau maak je kennis met negen spannende boeken.

LUISTERFRAGMENTEN

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 88
©VANIN

DE BLINDE VLEK

DE BLINDE VLEK

Jo Claes

politieroman (2009)

Simon Paulus, laatstejaarsstudent archeologie in Leuven, heeft de reputatie van een donjuan. Zijn succes bij de vrouwen is vele mannen een doorn in het oog, maar het is pas wanneer hij op stage vertrekt naar het Turkse Sagalassos dat zijn leven op een ingrijpende manier verandert. Op de site van de antieke stad worden tweeëndertig gouden munten gevonden die na een week spoorloos verdwijnen. Paulus is de belangrijkste verdachte. Hij vlucht Turkije uit en neemt een vakantiebaantje aan in het Provinciehuis van Leuven. Enkele dagen later ontdekt een fietser een levenloos lichaam onder het balkon van de tiende verdieping.

IJSPRINSES

Camilla Läckberg misdaadverhaal, mysterie (2003)

Wanneer Alexandra met doorgesneden polsen in een badkuip wordt aangetroffen, ziet het ernaar uit dat ze zelfmoord heeft gepleegd. Maar als later ook een vriend van Alexandra overlijdt, ontdekken Patrik Hedström en Erica Falck dat beide sterfgevallen hun oorsprong in het verre verleden hebben.

BLAUWE MAANDAG

Nicci French thriller, mysterie (2011)

Frieda Klein is psychoanalytica. Ze leidt een strak georganiseerd leven, gericht op het helpen van anderen. Haar patiënten, familie en vrienden kunnen altijd op haar rekenen. De onrust in haar hoofd probeert ze te verdrijven met lange, nachtelijke wandelingen door haar geliefde Londen. Een van Frieda’s patiënten vertelt haar dat hij ervan droomt een kind te hebben, met rood haar en sproeten. Kort daarna verdwijnt een jongetje dat aan die omschrijving voldoet en wordt Frieda geconfronteerd met de onbeheersbare werkelijkheid die zij altijd buiten de deur heeft kunnen houden.

CHATROOM

Helen Vreeswijk thriller, detective (2007)

In Chatroom schuimen twee vriendinnen verscholen achter hun anonimiteit het internet af op zoek naar leuke jongens. Op een profielsite presenteren ze zich zo aantrekkelijk mogelijk, ze veranderen hun naam en passen hun uiterlijk aan. Helaas zijn zij niet de enigen die de werkelijkheid wat verfraaien.

89 LITERATUURSUGGESTIES 1
CAMILLA LÄCKBERG doorgesneden polsen in een aangetroffen, ziet het ernaar heeft gepleegd. Maar als van Alexandra overlijdt, Hedström en Erica Falck dat hun oorsprong in het verre 12+ 14+ 16+ IJSPRINSES CAMILLA LÄCKBERG IJsprinses 571323 vanin.be 17/05/17 11:48 © 2003 Uitgeverij Dwarsligger
HELEN VREESWIJK 563181 schuimen twee vriendinnen hun anonimiteit het zoek naar leuke jongens. presenteren ze zich zo mogelijk, ze veranderen hun hun uiterlijk aan. Helaas zijn die de werkelijkheid wat HELEN VREESWIJK 12+ 14+ 16+ CHATROOM www.vanin.be chatroom 5/06/15 12:58 © 2007 Uitgeverij Van Goor
NICCI FRENCH psychoanalytica. Ze leeft een leven, gericht op het Haar patiënten, familie altijd op haar rekenen. hoofd probeert ze te nachtelijke wandelingen Londen. Frieda is ervan zich in het hoofd van haar controleerbaar is. Een vertelt haar dat hij ervan hebben, met rood haar en daarna verdwijnt een jongetje omschrijving voldoet en wordt geconfronteerd met de onbeheersbare altijd angstvallig buiten kunnen houden. Kan Frieda’s menselijke geest de recherche jongetje te vinden? 12+ 14+ 16+ BLAUWE MAANDAG NICCI FRENCH BLAUWE MAANDAG 592612 vanin.be © 2011 Ambo|Anthos Uitgevers
12+ 14+ 16+ www.vanin.be
JO CLAES JO CLAES DE BLINDE VLEK laatstejaarsstudent archeologie reputatie van een donjuan. vrouwen is vele mannen een het is pas wanneer hij het Turkse Sagalassos dat ingrijpende manier antieke stad worden tweeëngevonden die na een verdwijnen. Paulus is de Hij vlucht Turkije uit vakantiebaantje aan in het Leuven. Enkele dagen later levenloos lichaam de tiende verdieping. 20-06-2011 15:00:17 © 2009 Uitgeverij Houtekiet ©VANIN

DE JONGEN IN HET GRAF

Toni Coppers

thriller, politieroman (2018)

Leo Meersman is een van de wreedste seriemoordenaars van de laatste decennia.

Hij kreeg in 2002 levenslang voor het misbruiken en vermoorden van zes jongens.

Hoofdinspecteur Michel Masson is ervan overtuigd dat het er zeven waren. Hij weet zeker dat ook de vijfjarige Arne in handen van Meersman is gevallen. Zijn lichaam is echter nooit gevonden.

Deze cold case houdt Masson al een halve carrière bezig en raakt hem diep in zijn ziel. Wanneer Meersman op zijn sterfbed ligt, vraagt hij onverwacht om Masson te zien.

VOOR IK GA SLAPEN

S. J. Watson

psychologische thriller (2014)

Elke ochtend als Christine wakker wordt, zijn haar herinneringen gewist. Haar geheugen is aangetast door een ernstig ongeluk. Elke ochtend moet iemand haar vertellen wie ze is. Daardoor is ze volledig afhankelijk van haar man Ben, met wie ze al tweeëntwintig jaar getrouwd is. Dankzij haar dagboek, dat ze op advies van de dokter bijhoudt, ontdekt ze echter dat Ben haar niet alles vertelt.

EVA’S OOG

Karin Fossum

mysterie, politieroman (1995)

Als schilderes Eva Magnus met haar dochtertje Emma langs een rivier wandelt en in het water het lichaam van een man aantreft, neemt het leven van de alleenstaande moeder een tragische wending. Want alle sporen van deze moord en ook van die op de prostituee Maja, enkele dagen daarvoor, leiden naar Eva. De manier waarop ze geprobeerd heeft haar geldzorgen te verlichten, dreigt haar leven te verwoesten.

90 TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR
12+ 14+ 16+ 557617 Magnus met haar dochtertje rivier wandelt en in het water een man aantreft, neemt het alleenstaande moeder een wending. Want alle sporen van deze van die op de prostituee Maja, daarvoor, leiden naar Eva. waarop ze geprobeerd heeft haar verlichten, dreigt haar leven te KARIN FOSSUM EVA’S OOG eva’s oog KARIN FOSSUM www.vanin.be 25/06/13 15:53
SJ WATSON SJ WATSON Christine wakker wordt zijn gewist. Haar geheugen ernstig ongeluk. Elke haar vertellen wie ze is. afhankelijk van haar al tweeëntwintig jaar haar dagboek, dat ze dokter bijhoudt, ontdekt ze niet alles vertelt. 12+ 14+ 16+ www.vanin.be VOOR IK GA SLAPEN VOOR IK GA SLAPEN
TONI COPPERS de wreedste de laatste decennia. levenslang voor het vermoorden van zes jongens. Masson is ervan zeven waren. Hij weet vijfjarige Arne in handen van Zijn lichaam is echter een cold case die Masson bezighoudt en die hem Op zijn sterfbed vraagt om Masson te zien. 12+ 14+ 16+ DE JONGEN IN HET GRAF vanin.be TONI COPPERS
G RAF 16/06/20 11:20 © 2018 Uitgeverij Manteau © 2008 Uitgeverij Anthos Literaire Thrillers © 2012, WPG Uitgevers, Antwerpen ©VANIN
DEJONGEN IN HET

Culturele verschillen in verbale en non-verbale communicatie

Je krijgt inzicht in culturele verschillen in verbale en non-verbale communicatie 1

Je leert hoe die verschillen de communicatie kunnen beïnvloeden 2

VERBAAL EN NON-VERBAAL

1 Plaats de woorden ‘verbaal’ en ‘non-verbaal’ bij de afbeelding.

2* Zou iedereen het gebaar van het pinkje begrijpen, denk je? Waarom (niet)?

3* Is het jou al eens overkomen dat je een gebaar maakte dat verkeerd begrepen werd?

NON-VERBALE COMMUNICATIE INTERPRETEREN

Je selecteert relevante informatie uit een luisterfragment 3

Voor mij een pintje alstublieft!

Als je aan de kant van de weg je duim omhoogsteekt, geef je aan dat je graag een lift wilt. Maar in verschillende Afrikaanse landen is het gebaar met de duim omhoog zo obsceen dat de lifter geen lift kan verwachten, maar wel een pak slaag.

Iemand die lacht met open mond, misschien word jij daar vrolijk van. Nochtans zien niet alle mensen dat als iets positiefs. Een Japanner bijvoorbeeld vindt zo’n wijdgeopende mond in veel situaties ongepast. Binnen de Japanse cultuur is bescheidenheid de belangrijkste voorwaarde voor welgemanierdheid. Daarbij hoort ook het onderdrukken van de emoties.

Nee schudden en ja knikken; het zijn voor ons evidente gebaren. Een westerling kan er dan ook maar moeilijk aan wennen dat mensen uit Griekenland of India nee schudden als ze ja bedoelen en ja knikken als ze nee bedoelen.

les
1
2 8
LES 8 CULTURELE VERSCHILLEN IN VERBALE EN NON-VERBALE COMMUNICATIE 91
©VANIN

1* Soms worden gebaren fout begrepen, zoals blijkt uit de tekstjes op de vorige pagina. Is het jou al eens overkomen dat je een gebaar maakte dat verkeerd begrepen werd?

2 Hoe zou jij de volgende voorbeelden van non-verbale communicatie interpreteren?

a Bedenk eerst zelf wat het gebaar voor jou betekent en zoek daarna op welke andere betekenissen het gebaar nog kan hebben. Noteer je bevindingen in het kadertje.

b* Ken je zelf nog voorbeelden van gebaren die niet universeel zijn?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 92
©VANIN

VERBALE COMMUNICATIE

1 In het vorige lesdeel maakte je kennis met voorbeelden van culturele verschillen op non-verbaal niveau. Maar ook op verbaal niveau, in de taal zelf, zitten er verschillen.

a* Hoe vraag jij thuis aan tafel om de boter door te geven?

b* Hoe vraag je hetzelfde aan de ouders van een vriend als je er nooit eerder geweest bent?

c Zijn er verschillen? Hoe kun je die verklaren?

Je beluistert een interview met Katarzyna Wiercińska van de Universiteit van Poznan. Zij legt uit waarom sommige mensen het Pools een botte taal vinden.

2 Waarom vonden Wiercińska’s Vlaamse vrienden haar te bot?

3 Wat bedoelt Wiercińska met de volgende uitspraken? Leg ze uit in je eigen woorden.

a ‘Onze moedertaal is ons referentiepunt.’

b ‘de gewenste communicatiestijl’

4 Wiercińska’s vriend noemt haar stijl ‘telegra sch’. Wat bedoelt hij daarmee?

5 In het interview komen ook verschillen tussen Vlamingen en Nederlanders aan bod. Welke verschillen stelt Wiercińska vast?

6 Sluit het Pools eerder aan bij het Nederlands van de Nederlanders of dat van de Vlamingen?

LES 8 CULTURELE VERSCHILLEN IN VERBALE EN NON-VERBALE COMMUNICATIE 93
3 ©VANIN

FALENDE COMMUNICATIE

1 Lees in het Kennisoverzicht op p. 376-378 meer over communicatie en beantwoord deze vragen. a Wanneer ontstaat er ruis in de communicatie?

b Welke drie soorten ruis bestaan er?

c Welke vier criteria zorgen voor een geslaagde communicatie?

2 In de vorige lesdelen zagen we al dat ruis vaak ontstaat omdat de zender en de ontvanger een andere culturele achtergrond hebben. Over welke soort ruis gaat het dan?

3 Aan welke van de vier criteria voor een geslaagde communicatie wordt niet voldaan bij die voorbeelden?

4 Op welke manier zou je de ruis kunnen vermijden?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 94
4 ©VANIN

In 2005 publiceerde een cartoonist in een Deense krant enkele spotprenten die betrekking hadden op Mohammed of op de islam. Die cartoons hebben wereldwijd tot verontwaardiging geleid en zelfs tot protesten waarbij naar schatting honderd mensen om het leven kwamen. Volgens sommige moslims verbiedt de Koran het immers om de profeet Mohammed af te beelden. Andere moslims waren vooral verbouwereerd omdat de cartoons de profeet in verband brachten met terrorisme.

5 Bespreek de falende communicatie bij het publiceren van die spotprenten.

a Verklaar waarom er ruis optreedt.

b Van welke soort ruis is er hier sprake?

c Aan welk criterium voor een geslaagde communicatie wordt hier niet voldaan?

d* Het voorbeeld dateert van 2005. Vijftien jaar later, in 2020, werd in Frankrijk een leerkracht vermoord omdat hij de bewuste cartoons had getoond in een les maatschappelijke vorming. Denk je dat zoiets vandaag nog mogelijk is? Waarom (niet)?

LES 8 CULTURELE VERSCHILLEN IN VERBALE EN NON-VERBALE COMMUNICATIE 95
©VANIN

Kritisch lezen en luisteren: jongeren en politiek

Je kunt kritisch luisteren naar een informatief gesprek 1

Je beheerst de woordenschat rond de context ‘politiek’

Je onderscheidt een informatieve tekst van een beïnvloedende tekst 3

LUISTEREN: WAAROM ZIJN JONGEREN NIET/WEL POLITIEK GEËNGAGEERD?

1 Hou een stemming in de klas en duid aan hoeveel procent ‘ja’ antwoordt op de volgende vragen.

a Wie heeft al producten bewust wel of niet gekocht (bv. fairtrade, kledij gemaakt door kinderen)?

b Wie zat ooit in de leerlingenraad?

c Wie mailde ooit al naar een leerkracht / de directie om aan te tonen dat hij/zij het oneens was met een regel in de klas / op school?

d Wie heeft al eens een petitie ondertekend?

e Wie ging al eens stemmen?

f Wie heeft al eens een politicus gecontacteerd?

g Wie deelde al eens iets over een politieke partij op sociale media?

de petitie: verzoekschrift en handtekeningenlijst die aan een bevoegde autoriteit worden uitgereikt om aan te geven dat een actie noodzakelijk is

les
100%
0%
0% 100%
0% 100%
0% 100%
0% 100%
0% 100%
0% 100% 1 woord
9
2
TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 96
©VANIN

2 Bekijk de intro van de Universiteit van Vlaanderen en beantwoord de vragen.

a Wie is er aan het woord?

b Is die bron betrouwbaar? Verklaar.

©VANIN

3 Bekijk het volledige fragment van de Universiteit van Vlaanderen en beantwoord de vragen.

a Vul het schema aan over de politieke wetenschappen en hoe zij politiek engagement onderzoeken.

politieke participatie conventioneel anderen helpen politici contacteren actie voeren

participatie

geld geven aan goede doelen campagne voeren producten kopen of niet kopen

b Geef de twee redenen voor het feit dat Vlaamse jongeren zo laag scoren als het gaat om politiek engagement.

c Wat zijn ‘politieke socialisatie-agenten’?

LES 9 KRITISCH LEZEN EN LUISTEREN: JONGEREN EN POLITIEK 97
© 2021 Universiteit van Vlaanderen

d Welke reden geven de collega’s in Latijns-Amerika voor hun goede scores?

4 Ga terug naar de vragen uit opdracht 1 en bereken een gemiddelde. Is jullie klas conventioneel en/of niet conventioneel geparticipeerd? Bespreek in de klas.

• gemiddelde vragen a-d:

• gemiddelde vragen e-g:

5 Schrijf na de bespreking op een apart blad een concluderende tekst van minstens vijftig woorden waarin je de uitkomst beschrijft. Volgende richtvragen kunnen je helpen:

• Wat is de uitkomst?

• Wat ligt er volgens jullie aan de oorzaak van die uitkomst?

• Heeft de uitkomst jullie verrast?

• Zou je graag andere resultaten hebben gezien? Waarom?

6 Dr. Ellen Claes spreekt over ‘politieke socialisatie-agenten’. Bespreek in duo’s wat die ‘agenten’ zouden kunnen doen om jongeren politiek te engageren. ouders vrienden verenigingen

©VANIN

7* Lees hieronder voorbeelden van hoe politici jouw leefwereld kunnen beïnvloeden. Bespreek per twee nog enkele voorbeelden van politieke beslissingen die invloed hebben op jouw leefwereld.

Je overbuurjongen heeft een ernstige handicap. Er is voorlopig geen plaats voor hem in een voorziening.

Bron: vlaamsejeugdraad.be

Het fietspad in jouw straat is opnieuw aangelegd, met bomen tussen de weg en het pad. Het is nu veel veiliger om naar school te fietsen.

Als jij te veel uren werkt op je vakantiejob, verliezen je ouders het recht op kindergeld en moet je belastingen betalen. A B C

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 98
school politici

LEZEN: IK KIES ZELF

Op p. 100-104 staan vier artikels. Je leerkracht verdeelt de klas in duo’s en laat elk duo twee artikels lezen.

1 Lees de artikels en beantwoord klassikaal de inhoudelijke vragen. Noteer ook telkens in welke bron(nen) je het antwoord vond.

a Wat heeft het wetsvoorstel goedgekeurd?

b Moeten alle jongeren gaan stemmen?

c Wanneer zijn de volgende verkiezingen (in het artikel)?

d Hoeveel jongeren zouden kunnen gaan stemmen?

e Welke twee partijen stemden tegen?

2 In welke twee artikels kreeg je de meeste informatie?

3 Wat valt je op in de twee andere teksten?

©VANIN

Een schrijver wil met zijn tekst iets bereiken, hij heeft een bepaald doel. Afhankelijk van dat doel kiest de schrijver voor een tekstsoort

• Een informatieve tekst wil enkel informeren.

• Een beïnvloedende of persuasieve tekst wil beïnvloeden, aanzetten om iets te doen of overtuigen.

Je vindt een overzicht van alle tekstsoorten in het Kennisoverzicht op p. .

Elke tekst heeft een hoofddoel. Soms heeft een tekst nog andere doelen. Er zijn dus veel mengvormen.

LES 9 KRITISCH LEZEN EN LUISTEREN: JONGEREN EN POLITIEK 99
Onthouden
2 TIP

Kamercommissie zet licht op groen voor stemrecht vanaf 16 bij Europese verkiezingen

De Kamercommissie Grondwet heeft woensdag het licht op groen gezet voor stemrecht vanaf 16 jaar bij de Europese verkiezingen. Naar schatting 270 000 jongeren tussen 16 en 18 jaar kunnen daardoor hun stem uitbrengen. Het voorstel gaat nu naar de plenaire vergadering van de Kamer.

Jongeren vanaf 16 jaar zullen bij de Europese verkiezingen van 2024 kunnen gaan stemmen. Die afspraak stond al in het federale regeerakkoord en de Kamercommissie zette er woensdag het licht voor op groen. In oktober had ook de ministerraad dat al gedaan.

Vlaams Belang en de N-VA stemden tegen. ‘Stemrecht verwerven hoort thuis bij volwassen worden en omvat rechten, maar ook plichten’, zeggen N-VA-Kamerleden Sander Loones en Wim Van der Donckt. ‘Het kan voor ons pas op de leeftijd van 18 jaar. Daarnaast blijven de hervormingen uit die echt een verschil zouden maken voor onze jongeren.’

1

Het gaat om 270 000 jongeren met de Belgische nationaliteit of die van een andere EU-lidstaat die op de dag van de verkiezingen 16 of 17 jaar zijn en in België wonen. Ook de bijna 13 000 Belgische jongeren van 16 en 17 jaar die in het buitenland wonen, zullen mogen stemmen. De jongeren moeten zich wel eerst inschrijven in het kiesregister. Zodra ze geregistreerd zijn, zijn ze onderworpen aan de verplichting om te stemmen.

Bron: standaard.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 100
©VANIN
BRON

COLUMN

Jonge redders in nood

CAROLINE PAUWELS

Prorector Vrije Universiteit Brussel

Goed dat jongeren voortaan vanaf 16 jaar mogen stemmen bij de Europese verkiezingen. Hun stem en hun daadkracht hebben we nodig.

Het is drie maanden geleden dat ik mijn functie als rector heb neergelegd, door ziekte gedwongen zoals dat heet, alsof een ziekte een eigen wil heeft die sterker is dan de wil van de zieke. Ik besefte meteen dat het een afscheid van lange adem zou worden. Als rector heb je je ingezet voor je universiteit, voor je duizenden collega’s, maar vooral voor de allergrootste groep: de studenten.

Ik had het gevoel dat ik nog geen afscheid had kunnen nemen van al die studenten met wie we in de loodzware coronadagen een parcours vol obstakels en hinderlagen hebben afgelegd. Ik heb toen vaak meer van hen geleerd dan zij van mij. Jazeker, wetenschap bedrijven is de essentie van elke universiteit, maar zonder studenten zou een universiteit ontdaan zijn van haar hoofdslagader.

Vorige woensdag hebben we dat bijzondere afscheid eindelijk vorm kunnen geven. Als een diepe buiging en een welgemeende merci voor alle kleine en grote bergen die deze studentengeneratie heeft verzet. Een feestelijk afscheid ook, met ijs, wafels en pannenkoeken naar hartenlust, want emotioneel geladen momenten gaan in onze contreien nu eenmaal door de maag.

Boodschap voor opvolger

De VUB-campussen baadden in een stralende lentezon en er liep ontzettend veel volk rond. Ook dat moesten we vieren: dat we met ons allen weer op de campus kunnen zijn. Meteen een ideaal moment om de studenten veel moed in te spreken voor de examens. Die boezemen sommigen meer angst in dan de ergste pandemie.

De vele gesprekken gaven me een ontzettende energieboost. Ook het album met foto’s en persoonlijke teksten dat ik van de studentenraad en -kringen heb gekregen, heeft me diep geraakt. Ik heb de getuigenissen pas thuis willen lezen, waar ik mijn gevoelens de vrije loop kon laten.

Je kunt alles wat een universiteit, een organisatie of een bedrijf doet zo nauwkeurig mogelijk weergeven in gedetailleerde jaarverslagen, strategische plannen en ontelbare spreadsheets, maar er is toch ook altijd dat ‘andere’, dat zich niet in Excel-tabellen laat vangen. Misschien is dat ‘andere’ wel het belangrijkste. Een boodschap die ik graag meegeef aan mijn opvolger, wie van de twee rectorkandidaten het ook wordt.

Fossielen

In onze wereld ‘qui tourne mal’, zoals VUB-alumna Axelle Red zingt, zullen de antwoorden van de jongere generatie moeten komen. Jongeren namen al het voortouw in de klimaatcrisis, maar plots verdween hun stem naar de achtergrond. Oude en gelukkig meestal ook wijze experts bepaalden de aanpak van die andere crisis. En fossielen uit een ander tijdperk hebben beslist dat het oorlog is.

We hebben dringend opnieuw nood aan de stem en vooral de daadkracht van de jongere generaties wereldwijd. Elke keer opnieuw is de jeugd een belofte voor de toekomst. Aan de jongeren vraag ik: beaam die positie, wees die belofte die de wereld verbetert.

Daarom juich ik toe dat jongeren voortaan vanaf 16 jaar mogen stemmen bij de Europese verkiezingen. De EU was vragende partij, ons land is erop ingegaan. De beslissingen die we vandaag nemen, zoals in de strijd tegen de klimaatverandering, belangen de 16-jarigen meer aan dan al die ouderen die denken dat het hun tijd wel zal duren.

Er is nood aan leeftijdspluralisme in alle beslissingsorganen. Naast genderevenwicht en diversiteit. Want het aantal jaren dat je voor je hebt, bepaalt in grote mate je kijk op de dingen.

Bron: tijd.be

LES 9 KRITISCH LEZEN EN LUISTEREN: JONGEREN EN POLITIEK 101
2
BRON
©VANIN
Jongeren van 16 of 17 jaar zullen dan toch moeten gaan stemmen voor Europese verkiezingen

Jongeren van 16 of 17 jaar zullen dan toch moeten gaan stemmen voor de verkiezingen voor het Europees Parlement. Volgens het Grondwettelijk Hof moeten zij op dezelfde manier worden behandeld als alle andere – meerderjarige – kiezers. Of er ook sancties komen voor wie niet gaat stemmen, is nog niet duidelijk. Rik Arnoudt

Ruim twee jaar geleden al besliste ons land om het stemrecht voor het Europees Parlement uit te breiden en jongeren vanaf 16 jaar de kans te geven om te gaan stemmen. Tot dan was er bij ons opkomstplicht vanaf 18 jaar.

Vorig jaar kantte het Grondwettelijk Hof zich al tegen de bepaling dat de 270 000 16- en 17-jarigen zich eerst moesten laten registreren om hun stem uit te kunnen brengen. Volgens het Hof was die registratieplicht onterecht.

Nu schorst het Hof de bepaling in de wet waardoor de stemplicht alleen zou gelden voor wie meerderjarig is, en dus niet voor 16- of 17-jarigen. ‘Het Hof oordeelt dat het verschil in behandeling van de kiezers naargelang zij meerderjarig of minderjarig zijn, niet lijkt te zijn verantwoord door dwingende motieven van algemeen belang’, staat in het arrest van het Hof.

In mensentaal betekent dat dat de opkomstplicht ook van toepassing is op stemgerechtigde kiezers van 16 of 17 jaar. Dat betekent ook dat ze een sanctie kunnen krijgen als ze niet gaan stemmen.

Hoe zit dat met eventuele sancties?

‘Uiteraard zullen we dit moeten onderzoeken’, reageert minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V). Ze bevestigt dat jongeren van 16 en 17 jaar inderdaad een oproepingsbrief zullen krijgen.

Ook minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) wil de kwestie nog bekijken. ‘Het lijkt me evident – dat is ook zo in ons strafwetboek – dat er een verschil is tussen minderjarigen en meerderjarigen. Minderjarigen worden op een andere manier gesanctioneerd dan meerderjarigen.’

Hoe die sancties er in de praktijk zullen uitzien, weet de minister nog niet. ‘Dat moet ik bespreken binnen de regering en met de procureurs-generaal.’ Volwassenen die niet komen opdagen aan het stemlokaal riskeren in eerste instantie een geldboete, maar wie in een periode van 15 jaar 4 keer niet komt opdagen, kan zijn burgerrechten verliezen, en dus ook zijn stemrecht.

In de praktijk worden niet-stemmers meestal niet vervolgd, bij gebrek aan mankracht bij de parketten.

Bron: vrt.be/vrtnws

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 102
BRON 3
©VANIN

Interview Het jongerenparlement

Moet de stemgerechtigde leeftijd naar 16 jaar?

De opkomst onder jonge stemgerechtigden bij de eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen was erg laag. Moet die leeftijd structureel naar 16 om meer jongeren naar de stembus te lokken? Lotus Li (19, adviseur van de Vlaamse Jeugdraad) en Ender Scholtens (22, TikTok-fenomeen en presentator) vinden er van alles van.

LOTUS LI

‘Bij de Vlaamse Jeugdraad hebben we al heel wat rond dit thema gedaan. De stemgerechtigde leeftijd zou van ons inderdaad verlaagd moeten worden naar 16 jaar. Niet alleen voor de volgende Europese verkiezingen, maar ook bij de parlementsverkiezingen en de lokale stembusgang. De meeste jongeren zijn sowieso actief in de plaatselijke jeugdorganisatie of de sportraad, wat wil zeggen dat ze wel degelijk betrokken zijn.

©VANIN

Stemrecht vanaf je 16 is belangrijk omdat jongeren dan tenminste het gevoel hebben serieus te worden genomen. Want meer dan ooit gaan de beslissingen van vandaag over onze toekomst. We hebben het over dramatische toestanden, denk maar aan het klimaat. Daar zijn jongeren heel erg mee bezig, maar ze hebben het gevoel telkens op een muur te botsen omdat de oudere generatie er nu eenmaal minder belang aan hecht.

Bij de Vlaamse Jeugdraad laten we jongeren verkiezingsthema’s kiezen waar we nadien onze ministers over adviseren. Naast het milieu hechten we veel belang aan mentaal welzijn en gelijke kansen. Dat zijn de belangrijkste onderwerpen voor mijn generatie.

Er is sowieso een ondervertegenwoordiging van jonge mensen in de politiek. Als jongeren gaan stemmen, zullen ze eerder voor jonge politici kiezen, omdat die onze leefwereld beter begrijpen. Tegelijk zullen politici andere thema’s aansnijden en daar meer op focussen als ze weten dat ook jongeren op hen gaan stemmen.

Als je jongeren vanaf hun 16 wilt laten stemmen, moet dat hand in hand gaan met een uitgebreide educatie. Daar ligt een taak voor de scholen. Momenteel wordt daar op school nauwelijks aandacht aan besteed. En dan zijn we 18 en worden we plots verwacht te weten op wie we moeten stemmen. Krijgen jongeren op hun 16 stemrecht, dan kunnen scholen hen daar perfect in begeleiden. Zo krijg je ook de meer kwetsbare groepen mee. Want nu zijn het toch vooral jongeren van geëngageerde ouders die naar het stemhokje gaan.’

LES 9 KRITISCH LEZEN EN LUISTEREN: JONGEREN EN POLITIEK 103
BRON 4

ENDER SCHOLTENS

‘Ik ben voor een stemgerechtigde leeftijd van 16 jaar, maar dan moeten jongeren wel beter geïnformeerd worden over politiek. Op mijn school werd daar nauwelijks iets aan gedaan. Ik volgde Latijn-wiskunde, een richting waarvan je mag verwachten dat je er wat meer inzicht in politiek en maatschappij meekrijgt. Maar ik denk dat we het er hooguit twee keer over hebben gehad.

Het excuus dat politiek saai is, vind ik trouwens niet opgaan. Een les politiek moet niet per se leuk zijn, het gaat erom dat je aan een klas van vijftien- en zestienjarigen duidelijk kan uitleggen waar de verschillende partijen voor staan.

Toen ik voor de eerste keer ging stemmen, heb ik dat zelf moeten uitzoeken. Als student heb ik me vooraf uitgebreid ingelezen zodat ik een weloverwogen keuze kon maken. Dat ging vooral over onderwerpen als migratie en gelijke kansen, het alcohol- en drugsbeleid en het milieu, omdat die dingen me het meest interesseren.

Maar ik weet dat heel wat vrienden nog steeds niet goed weten wat de programma’s van de partijen inhouden en in plaats daarvan hun ouders volgen in hun politieke keuze of hun mening baseren op wat een partij op TikTok laat zien. Wanneer je dan doorvraagt, blijkt dat ze vaak niet goed beseffen waarop of op wie ze nu eigenlijk stemmen.

Het argument dat je als zestienjarige nog niet rijp bent om politieke keuzes te maken, vind ik niet juist. Ik had op die leeftijd al een heel uitgesproken mening, net als veel andere leeftijdsgenoten. We mogen wel stemmen voor de Europese verkiezingen, waarom dan niet voor alle verkiezingen? Bovendien mag je vanaf je zestiende met een brommer rijden en alcohol drinken. Als dat wel kan, dan moet je ook kunnen stemmen, toch?

Ook mogen er best meer jongeren de politiek in gaan, maar het moet wel in balans blijven. Want ik heb ook vertrouwen in oudere politici, omdat die nu eenmaal meer levenservaring hebben. De combinatie is belangrijk.’

Bron: www.demorgen.be

©VANIN

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 104

4 Zet de kenmerken bij de juiste tekstsoort.

Kies uit: citeren van experten of betrokkenen – connotatie – denotatie – enkel woorden die nodig zijn – (soms) eindigend met een oproep – feitelijke informatie – sprekend uit eigen ervaring – standpunt van de auteur – versterkende woorden – wetenschappelijke schrijfstijl - ik- of je-vorm.

Onthouden

©VANIN

beïnvloedende tekst informatieve tekst

In een beïnvloedende tekst speelt de schrijver graag met de connotaties van woorden.

Onthouden

Woorden hebben vaak een gevoelswaarde. De gevoelswaarde van woorden kan veranderen doorheen de tijd en is verschillend voor iedereen.

• De denotatie van een woord is de letterlijke betekenis. Het is de betekenis die je terugvindt in het woordenboek.

Het varken leeft op de boerderij.

• De connotatie is de extra betekenis die een woord kan krijgen afhankelijk van de context. Die leerling is een echt varken

Je kiest nu een van de vier artikels op p. 100-104 en gaat samenzitten met de leerlingen die dezelfde tekst hebben.

5 Noteer de kenmerken uit opdracht 4 op een aparte pagina en zoek bij elk kenmerk een voorbeeld in de tekst.

6* Zou jij gaan stemmen voor de Europese verkiezingen? Bespreek klassikaal.

Lees de bronnen op p. 106.

7 Markeer de feitelijke informatie in het groen en de beïnvloedende informatie in het geel.

LES 9 KRITISCH LEZEN EN LUISTEREN: JONGEREN EN POLITIEK 105

Stemrecht op 16: wij zijn voor!

Waarom Stemrecht 16?

De Vlaamse Jeugdraad stelt voor om stemrecht in te voeren voor 16- en 17-jarigen. Zo erken je deze jongeren als volwaardige burgers van onze samenleving. Jongeren zijn kiezers, dus politici zullen ook meer rekening houden met hen in hun voorstellen en hun communicatie. Als Vlaamse Jeugdraad zijn we ervan overtuigd dat jongeren zelf kunnen beslissen of ze al dan niet willen gaan stemmen. Tegelijk stimuleren we scholen om meer aandacht te besteden aan maatschappelijke en politieke vorming.

We kiezen bewust voor stemrecht en geen stemplicht

Geen enkele jongere is dezelfde. Niet elke jongere voelt zich klaar om te gaan stemmen. De Vlaamse Jeugdraad is ervan overtuigd dat jongeren zelf kunnen beslissen of ze al dan niet willen gaan stemmen. De interesse van jongeren in politiek zal bovendien meer stijgen als stemmen een vrije keuze is, dan als ze verplicht worden.

In een notendop

• Jongeren maken een cruciaal deel uit van onze samenleving. Ze hebben, net als iedereen, hun eigen kijk op hun omgeving en de wereld. Via stemrecht erkennen we jongeren als competente burgers die actief mee vormgeven aan de wereld.

• Jongeren zijn kiezers, dus politici zullen ook meer rekening houden met hen in hun standpunten en in hun manier van communiceren.

• We stimuleren scholen om meer permanente aandacht te besteden aan maatschappelijke en politieke vorming. Zo zullen de eerste stemmers beter geïnformeerd zijn.

• De belangstelling en competentie van jongeren voor politiek zal stijgen. Dat weten we uit onderzoek naar aanleiding van de verlaging van de stemgerechtigde leeftijd in Schotland.

Bron: vlaamsejeugdraad.be

BRON 2

Vooruit wil stemrecht voor lokale verkiezingen verlagen naar 16 jaar: ‘Vooral extreme of uitgesproken partijen zouden winst boeken’

POLITIEK Als het van Vooruit afhangt, mag iedereen vanaf 16 jaar in 2024 mee kiezen wie de burgemeester wordt van zijn gemeente. Een poging om jongeren warm te maken voor de politiek. Maar ook omdat de socialisten hopen op een Conner-effect.

Bron: www.hln.be

BRON 3 X-post van Mathieu Cockhuyt als reactie op bovenstaand artikel uit Het Laatste Nieuws (Bron 2)

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 106
BRON 1
©VANIN

De documentaire

Je leert wat de basiskenmerken van een documentaire zijn 1

Je leert hoe een documentaire de werkelijkheid kan beïnvloeden en vice versa 2

EEN GENRE APART

Je ontdekt dat er binnen het genre veel variatie bestaat 3

Je bekijkt en analyseert een documentaire 5

Je ontdekt het subgenre true crime, verwante fictiereeksen en reality genres 4

©VANIN

Bron: netflix.com 1 10

De tijd dat je een documentaire enkel op National Geographic of Canvas kon bekijken in de late uren is voorgoed voorbij. Streamingplatformen als Netflix en Streamz staan er vol van. Maar wat is een documentaire eigenlijk? Welke soorten bestaan er en met welk doel worden ze gemaakt? Je ontdekt het in deze les.

1* Welke onderstaande documentaires ken je of heb je al bekeken?

Dat er ook andere soorten documentaires zijn, ontdek je hier.

2* Bekijk de trailer van de populaire Net ix-documentaire Don’t f**k with cats. a Zou je deze documentaire willen zien? Waarom wel/niet?

b Waarom denk je dat ze zo’n succes was?

In Don’t f**k with cats – hunting an internet killer verleiden de gruwelijke video’s van een gestoorde crimineel een groep amateurwebdetectives tot een gevaarlijke klopjacht die hen naar een duistere onderwereld leidt.

onderweg

les
LES 10 DE DOCUMENTAIRE 107

3* Waarom worden er volgens jou de laatste jaren zo veel documentaires gemaakt?

4* Waarom kijken mensen graag naar documentaires? Wat is het tekstdoel van een documentaire?

In deze les gaan we op zoek naar een goede definitie van een documentaire. We beginnen daarbij bij het woord ‘documentairemaker’.

5 Wat doet een documentairemaker?

VOOR ELK WAT WILS

‘Documentary is the creative treatment of actuality’

1 Bovenstaande uitspraak is van John Grierson (Schotland, 1878-1972), één van de eerste documentairemakers. Welk ‘gevaar’ houdt die stelling in?

Hieronder vind je enkele basiskenmerken van een goede documentaire.

Documentaire

1 Een documentaire is gebaseerd op de werkelijkheid. Eerlijkheid en betrouwbaarheid zijn noodzakelijk. Feiten of gebeurtenissen verdraaien of ondeugdelijke bewijzen fabriceren is uit den boze.

2 Een documentaire is een voltooid audiovisueel product. De vele mogelijkheden van de filmtaal worden slim toegepast.

3 Alle personen in de documentaire zijn echt, authentiek, zichzelf. Een persoon wordt niet gespeeld door een ander. Daarmee onderscheidt de documentaire zich van de speelfilm. Toch zijn er documentairemakers die enscenering en effectieve vormgeving als waardevolle bouwstenen zien.

4 De documentaire behandelt een duidelijk afgebakend onderwerp op basis van diepgravend onderzoek of langdurige observatie. Het is geen snelle reportage op basis van de actualiteit.

5 Een documentaire moet begrijpelijk, boeiend, overtuigend en emotioneel zijn. Niet te moeilijk, geen vreemde hiaten, geen saaie uitweidingen waarbij de kijker zijn aandacht verliest.

Naar: meop.nl

2* Zaten die basiskenmerken ook in jouw de nitie (zie lesdeel 1 – opdracht 5)? Welke wel/niet?

3 Je bekijkt op de volgende pagina een fragment uit een bekroonde documentaire.

a Ga bij het fragment op zoek naar de basiskenmerken.

b Denk ook na over het doel van de makers en over het effect op het publiek.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 108
2
©VANIN

DOCU

Het leven in kleur

Racisme in Vlaanderen, valt dat wel mee of niet? De vijfdelige reeks zoekt het uit en peilt zonder taboes naar het racisme in onderwijs, justitie, media en in ons allemaal.

eerlijk en betrouwbaar

Over welk onderwerp gaat de documentaire? Welke gebeurtenissen komen aan bod?

betrokkenen

Wie wordt er geïnterviewd?

filmtaal

Welk filmmateriaal wordt er gebruikt? Hoe wordt alles gemonteerd? Gebruikt men speciale camerastandpunten of cameratechnieken?

domein maatschappij

effect

Hoe komt de documentaire over bij het publiek?

doel van de makers

Wat was het doel van de makers, denk je?

 begrijpelijk

 boeiend

 overtuigend

 emotioneel

 spannend

 moeilijk

 saai

 vrijblijvend

 gevoelloos

 voorspelbaar

LES 10 DE DOCUMENTAIRE 109
VIDEO © VRT ©VANIN

Documentaires helpen ons vaak om de werkelijkheid beter te begrijpen. Soms kan een documentaire ook de werkelijkheid beïnvloeden.

4* Bekijk de trailer van The Tinder Swindler en lees het onderstaande artikel.

a Heb je deze documentaire gezien? Indien niet, zou je ze graag zien? Waarom wel/niet?

b Zou een documentaire als deze jouw gedrag online kunnen beïnvloeden?

THE TINDER SWINDLER, DE TRUECRIMESERIE

WAAR ZELFS VAN

QUICKENBORNE OP MOEST REAGEREN

Wouters

Noorse krant werd Leviev veroordeeld tot vijftien maanden cel, maar na vijf maanden was hij alweer op vrije voeten en startte hij een consultingbedrijf dat ‘business and personal success workshops’ aanbiedt.

Eerder deze maand verscheen op Netflix The Tinder Swindler, een truecrimedocu van de makers van het al even verbazingwekkende Don’t F**k with cats. Deze keer proberen ze de wanpraktijken van Shimon Hayut te ontrafelen, een oplichter die enkele jaren geleden door Europa trok onder de naam Simon Leviev. Hij deed zich voor als zoon van een Russisch-Israëlische diamantmogul om zo via Tinder vrouwen te verleiden. Eerst overlaadde hij zijn slachtoffers met liefdevolle aandacht en decadente uitstapjes met zijn privéjet, vervolgens vroeg hij om hem grote sommen geld te lenen om zich te beschermen tegen louche vijanden in de diamantsector. Naar schatting heeft hij op die manier verschillende vrouwen in totaal zo’n tien miljoen dollar afgetroggeld. Catch Me If You Can, maar dan op Tinder.

The Tinder Swindler laat drie van zijn slachtoffers hun hallucinante verhaal doen. Cecilie Fjellhøy mocht na de eerste date meteen mee op zakenreis en was van plan met Leviev te gaan samenwonen toen ze ontdekte dat hij er met haar geld vandoor was. Pernilla Sjoholm reisde een zomer met hem mee door Europa. En Ayleen Charlotte besloot hem na een relatie van een dik jaar als wraak zélf op te lichten. De details gaan we niet verklappen, maar één spoiler kunnen we alvast kwijt: The Tinder Swindler krijgt geen happy end. Met de hulp van zijn slachtoffers en een uitgebreid artikel in een

Veel klanten zal hij niet meer over de vloer krijgen. The Tinder Swindler is intussen een druk bekeken fenomeen geworden en dat lijkt gevolgen te hebben. Tinder bevestigde dat Leviev voorgoed van de app werd verbannen, net als van andere datingapps zoals Match, Plenty of Fish en OkCupid. De slachtoffers zijn op vraag van kijkers een crowdfunding gestart om hun schulden af te lossen. Leviev heeft intussen zijn Instagramaccount verwijderd, nadat hij eerst nog alles heeft ontkend, zijn volgers ‘voor alle steun’ bedankt heeft en gevraagd heeft om de hashtag #SimonTruth te gebruiken. The Tinder Swindler heeft zo’n grote impact dat zelfs Vincent Van Quickenborne zich genoodzaakt zag om te waarschuwen voor oplichters op datingapps. Dan weet je dat het menens is.

Bron: focus.knack.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 110
©VANIN

EEN BIJZONDER GENRE: TRUE CRIME

Truecrimedocumentaires als The Tinder Swindler zijn een zeer populair subgenre binnen de documentaire.

1* Waarom is dit soort documentaire zo populair, denk je?

2 Lees het artikel uit De Morgen waarin (andere) verklaringen staan voor de populariteit.

a Vat ze hieronder samen.

b Wat vindt Laura Scheerlinck het moeilijkst bij het maken van documentaires?

Lawine aan podcasts en series: de ontembare fascinatie voor true crime uitgelegd

Met True Crime Belgium zet nu ook Streamz volop in op documentaires over waargebeurde moordverhalen, nadat het genre de laatste jaren streamingdiensten en podcastkanalen overstelpt. Waarom is misdaad in de mode? Maakt dat ons pervers?

Lê van

Bij de lancering van Serial in 2014 werd de podcast waarin onderzoeksjournalist Sarah Koenig zich tot 2018 over waargebeurde moordzaken boog in geen tijd vijf miljoen keer beluisterd via iTunes. Serial zette zo een medium dat in de kinderschoenen stond op de kaart en effende tegelijkertijd het pad voor een genre dat intussen niet meer van het scherm weg te denken is.

In het bloedspoor van Serial volgden gesmaakte podcasts als Dirty John en My Favorite Murder. Netflix had in 2015 zijn eerste truecrimehit te pakken met Making a Murderer. Sindsdien is het aantal producties dat inzoomt op misdaadverhalen die onze innerlijke Sherlock Holmes prikkelen amper bij te houden. Een zwak hebben voor tragische levenseindes – hoe verbazingwekkender de verhaallijn, hoe aantrekkelijker – blijkt een universeel fenomeen te zijn. We zijn allemaal een béétje sadist.

LES 10 DE DOCUMENTAIRE 111
3 ©VANIN

Waarom kruipen wij graag in het hoofd van iemand die gruwelijke dingen heeft uitgevreten? ‘In elk van ons zit een stukje geweld’, vertelde Ariane Bazan, doctor in de neuropsychoanalyse, tegenover Vice. ‘Een van de manieren om daaraan te voldoen – zonder schade te veroorzaken aan de samenleving – is door je te verdiepen in true crime. Je kunt het zien als een beschaafde uitlaatklep voor je interne agressie.’

Je kunt true crime zien als een beschaafde uitlaatklep voor je interne agressie

Ariane Bazan, doctor in de neuropsychoanalyse

Voyeurisme

Laura Scheerlinck van de Belgische misdaadpodcast De volksjury wijst het succes van true crime toe aan een vorm van voyeurisme. ‘Sinds er nieuws wordt gemaakt, zijn moordverhalen in trek. We spreken nu van een hype, maar dit is geen nieuw verschijnsel. Het zit in onze natuur om alles over een spraakmakende zaak te weten te willen komen. Het verschil tussen de dader en jij is dat de ene een moordenaar is en jij niet. Je wilt begrijpen waarom mensen in staat zijn tot moord.’

Moordzaken prikkelen bovendien de verbeelding en gaan in je hoofd een eigen leven leiden, aldus Scheerlinck. ‘Je wilt een inkijk krijgen in het brein van een moordenaar. Wanneer een onrustwekkende verdwijning het nieuws haalt, speculeert iedereen erop los. Iedereen meent te weten wat er is gebeurd of wat iemands motief is. Dat merken we aan de theorieën die onze luisteraars met ons delen. Wanneer de moordenaar gevat is, gaat onze interesse stilaan liggen, maar alles wat aan een moord voorafgaat, zet onze fantasie in gang.’

‘We zijn collectief vatbaar voor ramptoerisme. Bij een ongeval op de autosnelweg leidt onze nieuwsgierigheid tot kijkfiles. Moorden zijn niet anders dan verkeersongevallen, treincrashes of natuurrampen’, aldus Scott Bonn, criminologieprofessor en auteur van het boek Why We Love Serial Killers. ‘De fascinatie met moordenaars kan worden gezien als een uiting van de menselijke fixatie met geweld en rampspoed’, schreef hij in het tijdschrift  Time. ‘Met andere woorden: de daden van een seriemoordenaar mogen dan wel gruwelijk zijn, maar een groot deel van het publiek kan simpelweg niet wegkijken, door de spektakelwaarde.’

De spektakelwaarde van true crime is te voelen in de cijfers, waardoor een subgenre mainstream werd. Met duizenden titels is podcastland bezaaid met crimishows. Een onderzoek van Parrot Analytics – in opdracht van de Amerikaanse website The Ringer – naar het aantal truecrimereeksen op streamingdiensten spreekt van een toename van 63 procent tussen januari 2018 en maart 2021.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 112
©VANIN
Docu’s en podcasts over waargebeurde moordverhalen waren nog nooit zo succesvol. © rv

De wereldvermaarde Netflix-reeks Tiger King, over een excentrieke dierentuinuitbater en de verdwijning van de echtgenoot van diens vijand, was tien dagen na de release al goed voor 34 miljoen unieke kijkers. Een zwak voor misdaad bindt de mensheid over de grenzen heen. Een absolute minderheid hoort het bij de naam Madeleine McCann – het Britse meisje dat in 2007 verdween uit een Portugese vakantieflat – donderen in Keulen. Je moet bovendien geen Amerikaan zijn om Conversations with a Killer te bingen, waarin Ted Bundy, een van ’s werelds beruchtste seriemoordenaars, aan het woord komt. De aantrekkingskracht van waargebeurde verhalen die de wereldbevolking beroert, is enorm.

Nu pas in België

In de criminaliteitsstatistieken van de Federale Politie van 2020 staan 1 143 gevallen van moord of doodslag genoteerd. Hoewel België niet gespaard blijft van ophefmakende moordzaken claimen Streamz en Play 4 met True Crime Belgium ‘de eerste Belgische truecrimeserie’ te lanceren. Hoe komt het dat wij nu pas op de kar springen?

‘Er zijn al veel zaken aan bod gekomen op televisie’, countert Laura Scheerlinck van De volksjury. In het laatste seizoen van  De rechtbank stonden drie afleveringen in het teken van de assisenzaak tegen

Alinda Van der Cruysen voor de moord op haar grootoom en -tante. De kroongetuigen belicht sinds 2013 spraakmakende misdaaddossiers en met De verdwijning van Britta Cloetens reconstrueerden gerechtsjournalisten het onderzoek naar de twintiger van wie ieder spoor ontbrak nadat ze een garage in Antwerpen was binnengestapt. Momenteel loopt De kasteelmoord op VTM, over de moord op kasteelheer Stijn Staelens.

‘Het is een uitdaging om rond Belgische zaken te werken’, vindt de podcastmaakster en tv-producer. ‘Ik snap dat je als tv-maker liever je handen van bepaalde zaken houdt, waardoor sommige dossiers geen documentaire krijgen. Als reportagemaker ben je al gauw geneigd een kant te kiezen in het verhaal, terwijl het de kunst – maar vooral een moeilijke evenwichtsoefening – is om de waarheid in het midden te laten. Je mening voor jezelf houden, maar toch boeiende televisie maken of voor een doorbraak in het dossier zorgen: dat is de uitdaging.’

Het parket is meestal beschermend over dossiers die de ether halen, om zo inmenging en fouten in het onderzoek te vermijden. De relatie tussen onderzoeksjournalistiek en het gerecht verloopt wel vaker stroef, al zijn journalistieke producten in het verleden al belangrijk geweest voor cold cases. In 2017 werd het onderzoek naar de moord op Sally Van Hecke heropend, mede dankzij het werk van journalist Kurt Wertelaers voor het VTM-programma Cold Case

©VANIN

Een Australische journalist maakte een podcast over onze landgenoot en rugzaktoerist Théo Hayez, in de hoop zijn verdwijning – Hayez is sinds mei 2019 vermist – op te klaren. ‘Journalisten blijken goede speurders’, zei Ine Van Wymersch, toen nog parketwoordvoerder, in 2019 op Radio 1. ‘Ze kijken soms met een andere blik, een open vizier, naar een dossier. Het gebeurt dat ze met interessante pistes komen die dan door het gerecht onderzocht worden.’

‘Wanneer De volksjury rond een Belgische zaak werkt, is dat steeds met een klein hartje,’ vertelt Laura Scheerlinck, ‘omdat niet alleen de slachtoffers, maar ook de daders een familie hebben’. In het tijdschrift Time uitte iemand haar ongenoegen over hoe zonder haar medeweten een boek werd uitgebracht over de moord op haar moeder. ‘We worden als familieleden als veevoer behandeld’, zei ze. ‘We zijn de brandstof die de fantasie van mensen draaiende moet houden’.

‘Het heeft iets pervers om je entertainment te halen uit waargebeurd drama’, liet de Nederlandse schrijver Joost de Vries vorig jaar optekenen in De Groene Amsterdammer. In het geval van onopgeloste zaken krijgen de makers van De volksjury regelmatig positieve berichten van betrokken partijen, uit dank om een ondergesneeuwde zaak nog eens in de aandacht te brengen. Bij tegenwind zouden ze een aflevering uit respect voor de betrokkenen offline halen.

‘Maar verder denk ik niet dat true crime veel schaden kan berokkenen’, besluit Laura Scheerlinck. ‘Sommigen beweren dat bepaalde games een gewelddadige kant bij kinderen kunnen aanwakkeren. Ik denk niet dat true crime de kijker moordlustig maakt. Het kan je fantasie zeker op hol doen slaan, maar het is geen gevaarlijk genre.’

Bron: demorgen.be

LES 10 DE DOCUMENTAIRE 113

SPREKEN: DE DOCUMENTAIRE

Voor deze opdracht selecteer je zelf een documentaire en probeer je je medeleerlingen te overtuigen om jouw documentaire aan te kopen voor het streamingplatform / de online bibliotheek van de school.

STAP 1 Vul tijdens/na het kijken onderstaand schema aan.

motivatie

Waarom koos je voor deze documentaire?

eerlijk en betrouwbaar

Over welk onderwerp gaat de documentaire? Welke gebeurtenissen komen aan bod?

betrokkenen

Wie wordt er geïnterviewd?

filmtaal

Welk filmmateriaal wordt er gebruikt? Hoe wordt alles gemonteerd? Gebruikt men speciale camerastandpunten of cameratechnieken?

effect

Hoe komt de documentaire over bij het publiek?

doel van de makers

Wat was het doel van de makers, denk je?

STAP 2 Maak de presentatie.

• Kies een presentatievorm.

 begrijpelijk

 boeiend

 overtuigend

 emotioneel

 spannend

• Vul de informatie uit stap 1 aan met foto’s en filmpjes.

• Zet de informatie in een logische volgorde.

STAP 3 Oefen jouw presentatie enkele keren.

• Let op je taal, intonatie, tempo en non-verbale communicatie.

 moeilijk

 saai

 vrijblijvend

 gevoelloos

 voorspelbaar

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 114
4 ©VANIN

Evaluatiematrix – Spreken: de documentaire

GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE volledigheid en duidelijkheid

- Je vertelt duidelijk en beargumenteerd waarom je de documentaire koos.

- Je bespreekt bondig en volledig waarover de documentaire gaat.

- Je bespreekt uitgebreid de filmtaal van de documentaire.

- Je vertelt waarom je de documentaire zo goed vindt en welk effect ze kan hebben op anderen.

- Je koos een passende/ originele presentatievorm.

- Je presentatie is visueel aantrekkelijk.

- De presentatie is gestructureerd en goed opgebouwd.

Niet alle onderdelen werden even sterk uitgewerkt. Je besteedde te weinig aandacht aan:

- je motivatie

- de inhoud van de documentaire

- de analyse van de filmtaal

- het effect van de documentaire (op jou en anderen)

- Je kon je presentatievorm nog beter uitwerken.

- Visueel kon je presentatie beter/aantrekkelijker.

- De presentatie kon beter/gestructureerder opgebouwd worden.

correctheid en aantrekkelijkheid

- Je presenteert enthousiast en vlot; je tempo is goed.

- Je articulatie is goed; je praat niet te stil/luid.

- Je spreekt AN.

- Je hebt oogcontact met je publiek.

- Je houding en non-verbale communicatie zijn goed.

Aanvullende commentaar:

De volgende talige aspecten van je presentatie konden beter:

- vlotheid/tempo

- articulatie

- volume

- taalzuiverheid

- oogcontact

- houding

- non-verbale communicatie

De analyse/inhoud van je documentaire is onvoldoende.

- De presentatievorm is onvoldoende uitgewerkt / slecht gekozen.

- Je presentatie heeft weinig structuur.

Je presentatie was talig weinig aantrekkelijk.

LES 10 DE DOCUMENTAIRE 115
©VANIN

TAAL EN WOORDENSCHAT

Taal: tegenwoordige en verleden werkwoordstijden

1 Vul het artikel aan met de juiste werkwoordsvorm.

Canada (verbieden) dierproeven voor cosmeticaproducten

Canada maakt dierproeven voor make-up, shampoo en andere cosmetica verboden. Ook de verkoop van schoonheidsproducten waarvoor dierproeven zijn (uitvoeren), (worden) er illegaal. Het land (treden) hiermee in de voetsporen van onder andere de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk, India en Mexico.

Tot nu (zijn) dierproeven voor schoonheidsproducten nog toegestaan in Canada. Zo (moeten) de proefdieren de chemicaliën van de cosmetica inademen of werden chemicaliën op hun huid of in hun ogen gespoten. Voortaan zullen deze testen uitgevoerd worden via computermodellen of met menselijke cellen.

‘Het beschermen van dieren, nu en in de toekomst, is iets waar veel Canadezen om hebben (vragen) en iets dat we allemaal kunnen toejuichen’, (zeggen) de Canadese minister van Volksgezondheid Jean-Yves Duclos over het nieuwe verbod.

In België en de rest van de Europese Unie waren dierproeven voor schoonheidsproducten al verboden sinds 2005. De verkoop van cosmeticaproducten die (testen, passief) op dieren is verboden sinds 2013. Voor tabaksproducten mogen sinds 2011 ook geen dierproeven meer worden uitgevoerd. In andere industrieën, zoals de farmaceutische en voedingsindustrie, zijn dierproeven in België nog wel toegelaten.

Bron: www.hln.be

116 TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP
1 Tussenstop 2 ©VANIN

2 Vul de volgende zinnen aan met de correcte vorm van het werkwoord in de onvoltooid tegenwoordige tijd.

In het Kennisoverzicht op p. - staat de theorie over de spelling van het werkwoord

©VANIN

a (Verbieden) hem om nog verder te gaan! Ik (geloven) niet dat hij is wie hij (zeggen) dat hij is!

b Een groot aantal volwassenen (denken) er nog niet aan om terug naar school te gaan. Het (klinken) voor velen als een nachtmerrie.

c Het (gebeuren) wel eens dat hij roddels (verspreiden)

d Je (antwoorden) vaak naast de kwestie. Daarom (vinden) hij het moeilijk om een goed gesprek met je te voeren.

e (Vermelden) je in het voorwoord ook wie jou allemaal geholpen heeft bij het opstellen van je eindwerk?

f 78% van de bevolking (vinden) het onnodig om extra maatregelen te nemen.

g (Vinden) je zus dat echt een mooie broek of (maken) ze een grapje?

h De ministers die het akkoord moeten ondertekenen (weet) hoeveel er van hen (afhangen)

i Sociale media (hebben) een grote invloed op jongeren. Het (zijn) belangrijk om hen daar bewust van te maken.

j (Worden) je volgende week twintig jaar?

Twijfel je of je het werkwoord met -dt moet schrijven? Vervang het werkwoord door een ander werkwoord zoals bijvoorbeeld ‘gaan’ of ‘werken’.

3 Vul de volgende zinnen aan met de correcte vorm van het werkwoord in de onvoltooid verleden tijd (ovt), de voltooid verleden tijd (vvt) of de voltooid tegenwoordige tijd (vtt).

a Ik (weten, altijd) dat hij het huis zonder haar medeweten (verkopen). Enkele dagen geleden (bevestigen) hij mijn vermoedens.

b Hij (vallen, gisteren) met de fiets die hij eerder die week (kopen). Het (zijn) een druilerige dag en de straten (zijn) glad.

TUSSENSTOP 2 117
TIP
TIP

c Drie jaar geleden (reizen) ik naar Londen. Ik (bezoeken) er verschillende bezienswaardigheden.

d De detective (ontdekken) dat de man haar vier jaar geleden (vermoorden) omdat hij haar met een andere man (zien)

e Ze (vermelden) terloops dat ze met hem (willen) trouwen.

f Dat is het mooiste boek dat ik al ooit (lezen). De auteur (zichzelf overtreffen)

4 Zet de fragmenten van de sprookjes om naar de juiste tijd. Noteer enkel de werkwoorden.

Van verleden tijd naar tegenwoordige tijd

Het was afschuwelijk koud, het sneeuwde en het begon donker te worden. Het was ook de laatste avond van het jaar, oudejaarsavond. In die kou en in het donker liep er op straat een arm, klein meisje, zonder muts en op blote voeten. Ze had wel pantoffels aan toen ze van huis ging, maar dat hielp niet veel: het meisje had ze bij het oversteken verloren. In een oud schort had ze een heleboel zwavelstokjes en één bosje hield ze in haar hand. Niemand had nog iets van haar gekocht, de hele dag niet.

©VANIN

Van tegenwoordige tijd naar verleden tijd

Een man woont eenzaam in een groot woud. Eenzaam, maar niet alleen. Elke dag ontwaakt hij vol dankbaarheid en bewondering voor alle schoonheid om hem heen. De dauwdruppels zijn voor hem diamanten, de bomen zijn zuilen waarop het dak van zijn enorme huis rust, met bewegend mozaïek aan het plafond. De meren en vennen noemt hij spiegels, sommige zo groot dat een dag niet genoeg is om eromheen te lopen. En als hoogtepunt is er elke avond, als de zon haar laatste stralen koesterend over hem laat glijden, het concert van de onbekende zanger in het bos. Parelende melodieën vol variatie strelen zijn oor, elke avond opnieuw.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 118

Taal: goede zinnen bouwen

5 Schrijf een zo kort mogelijke zin die toch correct is.

6 Duid aan welke zinnen correct zijn.

 Morgen.

 Ik werk.

 Wij aan jou.

 Hij drinkt veel.

 Werken en eten.

 Ik een brief geven aan hem.

 Morgen gaan we surfen.

7 Welke zinsdelen heb je minimaal nodig om een correcte zin te vormen?

 onderwerp

 lijdend voorwerp

 meewerkend voorwerp

 persoonsvorm

 bepaling

 gezegde

8 Bekijk onderstaande dialoog.

Wanneer ondertekenen jullie de akte bij de notaris? Morgen.

a Bevatten alle zinnen van deze dialoog de zinsdelen die nodig zijn om een correcte zin te vormen?

b Zou je de zinnen van deze dialoog omschrijven als correct Nederlands? Waarom wel/niet?

©VANIN

9 Duid volgende zinsdelen aan. Gebruik eventueel een kleurencode.

• onderwerp (o)

• persoonsvorm (pv)

• lijdend voorwerp (lv)

• meewerkend voorwerp (mv)

• bepaling (b)

• gezegde (g)

a Zij gaf hem een brief en vroeg hem die later te lezen.

b Mijn oma brandt altijd een kaarsje als ik een proefwerk heb.

c Mijn opa leest graag boeken over astrologie.

TUSSENSTOP 2 119

d Sterrenbeelden werden drieduizend jaar geleden voor het eerst in beeld gebracht.

e De stand van de maan en de zon is intussen veranderd.

f Hierdoor leest 86 procent van de mensen iedere ochtend de verkeerde horoscoop.

Lees de theorie over zinsdelen in het Kennisoverzicht op p. -.

Een enkelvoudige zin bestaat uit één hoofdzin en heeft slechts één persoonsvorm. Bijvoorbeeld: Ik werk elke dag.

10 Schrijf met de volgende woorden zo veel mogelijk verschillende zinsconstructies.

ik (kopen) gisteren een auto

Ik kocht gisteren een auto.

11 Geef per zin aan hoe die werd opgebouwd.

zin 1:onderwerp + pv + bepaling (tijd) + lijdend voorwerp

12 Duid in de volgende zinnen telkens het onderwerp en de persoonsvorm aan.

a De vrouw wandelt elke avond een blokje om met haar hond.

b Hij vroeg haar ten huwelijk op oudejaarsavond.

c Ik ga morgen op bezoek bij oma.

d De leerling heeft een vraag.

e Heb je daar ooit al aan gedacht?

13 Vul het Onthouden-kader aan met je eigen bevindingen.

In een gewone, enkelvoudige zin staat eerst en dan

onthouden

Wanneer in een zin de persoonsvorm vóór het onderwerp staat, dan spreek je van inversie. Dat is bijvoorbeeld het geval bij of

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 120
TIP
©VANIN

14 Beschrijf op de volgende pagina in tien enkelvoudige zinnen een gebeurtenis tijdens de afgelopen vakantie.

15 Vond je dit een moeilijke opdracht? Waarom wel/niet?

©VANIN

16 Wat zijn de nadelen wanneer je alleen maar enkelvoudige zinnen gebruikt?

Wanneer je enkelvoudige zinnen samenvoegt, dan krijg je een samengestelde zin

17 Duid het onderwerp en de persoonsvorm aan in de zinnen.

a Hij nam zijn smartphone en (hij) liep de trap op naar zijn kamer.

b Ik zag dat de bus vertraging had.

c Na de ruzie liep hij naar boven en sloeg hij de deur dicht.

d We wandelen elke avond een uur met de hond omdat hij veel beweging nodig heeft.

e Ik schreef me in voor een naaicursus zodat ik mijn eigen kleding maken kan.

f Hij verliet het gebouw, (hij) liep naar de auto en (hij) vertrok.

g Is hij aan het sparen of geeft hij veel geld uit?

Lees de theorie over de samengestelde zin in het Kennisoverzicht op p. -.

18 Zet de zinnen in de juiste kolom.

nevengeschikte zinnen ondergeschikte zinnen

19 Wat valt je op wanneer je de volgorde van het onderwerp en de persoonsvorm in verschillende zinnen vergelijkt?

20 Herschrijf op de volgende pagina de tien zinnen over de gebeurtenis tijdens je vakantie. Gebruik zowel enkelvoudige als samengestelde zinnen.

21 Duid in elke zin het onderwerp en de persoonsvorm aan.

TUSSENSTOP 2 121
Tip

enkelvoudige zinnen

enkelvoudige en samengestelde zinnen

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 122
©VANIN

Taal: jou/jouw – u/uw

22 Lees de theorie over persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden in het Kennisoverzicht op p. 340 en maak vervolgens de opdracht.

a Ik heb jou / jouw jas aan jou / jouw zus gegeven, heeft ze jou / jouw dat niet verteld?

b Gelieve u / uw inschrijving te bevestigen via de e-mail die u / uw van ons ontving.

c Bedankt voor u / uw bestelling, wij gaan meteen voor u / uw aan de slag.

d Uiteraard is jou / jouw partner meer dan welkom om jou / jouw te vergezellen op deze magische reis.

e Jou / Jouw argumenten zijn duidelijk, maar dat wil daarom niet zeggen dat ik het met jou / jouw eens ben.

Taal: leestekens

Naast het gebruiken van de noodzakelijke zinsdelen en de juiste woordvolgorde, spelen ook leestekens een belangrijke rol bij het vormen van correcte zinnen.

©VANIN

In het Kennisoverzicht op p. - lees je meer over de verschillende leestekens binnen een zin.

23 Noteer op het einde van elke zin het juiste leesteken.

a Ik ben zestien jaar oud

b Ben je van plan om naar zijn concert te gaan

c Wat heb je daar gevonden

d Ongelooflijk

e Pas op

f Wat denk jij

g Hij heeft me heel erg gekwetst

h Wat denkt hij wel niet

Je schrijft geen spatie voor een . , ! of ?.

24 Ook doorheen de zin kunnen leestekens staan. Schrijf een leesteken waar nodig.

a Toen hij werkte douchte hij elke ochtend om 7 uur

b Waarom ben je zo laat Sarah

c Hij zeiDe antibiotica lijken te werken

d Gezocht kassamedewerker mv

e In een Vlaamse tuin kun je veel insecten terugvinden kevers mieren muggen

f Als hij morgen niet terug is zei ze gaan we naar hem op zoek

g De resultaten zijn helaas teleurstellend

h Wauw wat een prachtige auto

i Onze golden golden retriever heeft een prachtige blonde vacht

j Ik had het kunnen weten maar ik was te naïef

TUSSENSTOP 2 123
Tip Tip

Woordenschat van de politiek

25 Hieronder krijg je enkele termen en omschrijvingen uit de politiek.

a Verbind de woorden met de juiste definitie. Let op: twee omschrijvingen zul je niet kunnen gebruiken.

1 electoraal

2 kiesdrempel

3 coalitie

4 oppositie

5 consensus

6 decreet

7 informateur

8 referendum

9 populisme

m partijen die niet tot de regeringspartijen behoren

k bestuursorgaan van hooggeplaatste leden van een regering

u stemming over een wetsvoorstel, waarbij gestemd wordt door het volk zelf

a overeenstemming binnen een gemeenschap, een groepering

r populair proberen te zijn door naar het volk te spreken, maar zonder inhoud

f met betrekking tot de verkiezingen

o minimum aantal stemmen dat vereist is om verkozen te worden

s iemand die door middel van verkiezingen is verkozen om de bevolking van een land, stad of ander gebied te vertegenwoordigen in een overheidsorgaan

r verbond van twee of meer partijen om een gemeenschappelijk doel te bereiken

t wet uitgevaardigd door een van de Belgische gewesten of gemeenschappen

e politicus die na de verkiezingen bij de partijen informeert of ze samen een regering zouden kunnen vormen

123456789

b Welk woord heb je gevormd als je alle letters op de juiste plaats zet? Weet je ook wat het woord betekent?

c Voor welke omschrijvingen was er geen woord? Ken je zelf het woord?

26 Verbind de woorden met de juiste afbeelding.

kabinet

volksvertegenwoordigers parlement in de wandelgangen monarchie plenaire vergadering

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 124
© caro, Agencja Fotograficzna Caro © Andrew Parsons / No10DowningStreet / CC BY-NC-ND 2:0 © Alexandros Michailidis 150 A D B E C F
©VANIN

27 Gebruik de juiste termen en omschrijvingen uit de politiek. a Welk woord ontbreekt in de zin? Vul een letter per vakje in.

1 De financiering van de politieke partijen in ons land wordt geregeld door middel van een dotatie die onder meer door de Kamer van volksvertegenwoordigers wordt uitbetaald. Elke partij die minstens één verkozen Kamerlid telt, heeft recht op die dotatie. De Kamer verlaagt die dotatie voor de politieke partijen volgend jaar met 1,11 procent. De … heeft daarvoor het licht op groen gezet.

P V

2 Veel studenten die in Antwerpen gaan studeren, zijn nu al op zoek naar een kot voor volgend academiejaar. Volgens het … van de schepen voor Onderwijs is er dit jaar een stijging van de vraag naar koten. Vooral een betaalbaar kot vinden, is moeilijk.

3 Een team internationale wetenschappers zocht naar een … over een voedingspatroon dat zowel gezond als duurzaam is. Met andere woorden, een voedingspatroon dat niet alleen de gezondheid van ons, maar ook die van onze planeet respecteert.

4 ‘s Werelds beroemdste Chinese dissident en kunstenaar, Ai Weiwei, is op rondreis in Europa. Hij springt ook binnen bij de openbare omroep voor een bezoek aan het … De afspraak

D D PRO

5 Schrijnende beelden van een zwangere vrouw die gered werd uit het puin van een ziekenhuis gingen vorige week de wereld rond. Nu blijkt dat de zwangere vrouw en haar ongeboren kind overleden zijn. Kort na het bombardement kwamen verslaggevers van het … AP ter plaatse. Zij konden spreken met een arts die nog geprobeerd heeft de vrouw en het kind te redden.

P A SCHP

6 Wie wordt de premier van de volgende federale regering? Meer dan honderd dagen na de verkiezingen wordt daarover volop gespeculeerd. In de … van de Wetstraat doet het gerucht de ronde dat de informateur premier zou worden.

7 Een filmpje van twee peuters die elkaar tegemoet lopen en stevig knuffelen, ging viraal op het internet. De blanke Finnegan en de zwarte Maxwell, beiden nauwelijks twee jaar oud, wisten met hun enthousiasme geen blijf toen ze elkaar in New York City toevallig tegen het lijf liepen. Het filmpje werd miljoenen keren op diverse sociale media bekeken en werd vaak gedeeld als voorbeeld tegen racisme. En zo groeit een klein … opnieuw uit tot wereldnieuws.

F D

b Welk woord krijg je als je de letters in de grijze vakjes achter elkaar zet?

TUSSENSTOP 2 125
KB
N
SS
W
VIDEO ©VANIN

2

c In de nieuwsberichten op de vorige pagina kwamen nog enkele moeilijke woorden voor. Hieronder vind je hun verklaring. Weet jij om welk woord het gaat?

1 Als een bericht of nieuwtje razendsnel over het internet verspreid wordt, dan wordt gezegd dat het gaat.

2 Iemand die na de federale verkiezingen in opdracht van de koning de mogelijkheden onderzoekt voor de vorming van een kabinet, noemen we een

3 In het hoger onderwijs wordt een schooljaar een genoemd.

4 Een individu dat zich verzet tegen de heersende opvattingen of het politieke beleid, noemen we een

5 Iets dat pijn doet, dat hartverscheurend is, is .

6 Als je , ben je bezig om dingen te bedenken die niet zeker zijn: je denkt aan dingen die misschien gaan gebeuren.

RECEPTIEVE VAARDIGHEDEN

Luisteren: onze fascinatie voor superhelden

Zo dadelijk luister je naar een radio-interview met professor Dan Hassler-Forest over het ontstaan en het succes van superhelden als Superman en Wonder Woman. Je mag het radiofragment twee keer beluisteren en ondertussen notities nemen. Na de tweede luisterbeurt krijg je van je leerkracht enkele vragen.

Beantwoord voor het luisteren eerst de volgende vragen.

1 Het fragment komt uit het programma De Wereld van So e op Radio 1.

a Wat vertelt dat ons over het doelpubliek en de tekstsoort?

b Wat weet je zelf over superhelden als Batman, The Avengers …?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 126
© nikkimeel
©VANIN

c In het fragment zitten enkele moeilijke woorden. Achterhaal vooraf hun betekenis aan de hand van de woordleerstrategieën.

1 fictief 2 pulpliteratuur

3 niche 4 cult

5 popart

6 collectief

7 burgerschap

8 verzorgingsstaat

9 aristocratisch

10 verbastering

11 maillot

TUSSENSTOP 2 127
©VANIN

2* Stel dat jij een professor mag interviewen over superhelden. Welke vragen zou jij stellen? Wat zou je zeker te weten willen komen?

Je luistert nu een eerste keer naar het interview.

3 Luister aandachtig en neem eventueel al enkele notities op een apart blad. Tip

• Noteer nog niet te veel. Noteer enkel het hoogstnoodzakelijke.

• Noteer in trefwoorden, vermijd volledige zinnen.

• Geef onderlinge verbanden aan met symbolen, pijlen, kleuren …

• Luister goed naar de vragen van Sofie Lemaire. Ze brengen structuur in de informatie.

• Stop structuur in je notities. Zet bijvoorbeeld telkens de vragen van de interviewer links; vat de antwoorden rechts samen.

• Blijf rustig als je iets niet goed begrepen hebt, er volgt nog een luisterbeurt.

Je luistert nu een tweede keer.

4 Noteer de belangrijkste info, vul je notities verder aan en beantwoord de vragen.

a Praat Sofie Lemaire met een betrouwbare bron? Waarom wel/niet?

b Waar en wanneer zijn de superhelden ontstaan?

c Verklaar waarom ze onmiddellijk zo succesvol waren.

d Leg uit: ‘Superhelden zijn een typisch Amerikaans gegeven’.

e Welk verschil is er tussen de Amerikaanse en de Vlaamse striphelden?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 128
©VANIN

f Hoe hebben de volgende zaken de superhelden beïnvloed?

©VANIN

g Waar of niet waar: ‘Alle superhelden en hun avonturen zijn eigenlijk allemaal kopieën van elkaar. Er heerst armoede in superheldenland’.

h Verklaar: ‘Wij zijn de helden van de superhelden’.

5 Bekijk het fragment uit VRT NWS journaal.

a Welke nieuwe informatie over superhelden krijg je in deze bron?

b Welke info uit de luisteroefening wordt hier herhaald?

nieuwe informatie herhaalde informatie

TUSSENSTOP 2 129
© BURROUGHS AND DISNEY
Album © AMBLIN ENTERTAINMENT / Album
/

ONTHOUDEN

Woordleerstrategieën

Om de betekenis van woorden te achterhalen kun je een aantal woordleerstrategieën gebruiken.

Context

Zo kun je de betekenis van het woord vanuit de context verklaren. Je bekijkt afbeeldingen, je zoekt synoniemen, tegenstellingen of voorbeelden in de zinnen voor of na het onbekende woord. Soms wordt het woord ook in de tekst verklaard.

Omdat de drie gevangenen in detentie werden geplaatst, mochten ze niet deelnemen aan de dagactiviteiten en moesten ze hun maaltijd in afzondering opeten. Door de context van de gevangenis en de extra uitleg na de komma begrijp je waarschijnlijk wat detentie betekent.

Andere taal

Je kunt nagaan of het woord lijkt op een woord dat je kent uit een anderetaal. Als je het woord in de vreemde taal begrijpt, zul je ook gemakkelijker de betekenis ervan kennen in het Nederlands.

Bij het horen van educatief verlof, kun je denken aan het Franse éducation of het Engelse to educate Hoewel je het woord detentie niet dagelijks zult gebruiken, ken je uit een film of songtekst zeker détention of detention.

Woorddelen

Woorddelen kunnen je ook helpen. Denk na wat de afzonderlijke delen van een woord betekenen. Misschien ken je er een van.

soepgroente: groente die in de soep verwerkt wordt groentesoep: soep gemaakt met verschillende groenten

Woordenboek

Begrijp je een woord niet, vind je de betekenis niet in de tekst en lukt het ook niet om de betekenis te achterhalen door het woord te ontleden? Gebruik dan een (online) woordenboek

Hulp vragen

Als je de betekenis zelf niet kunt vinden, dan vraag je de betekenis aan iemand die het woord wel begrijpt.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 130
©VANIN

Lezen: Merho stopt met Kiekeboe

Lees het artikel. Je krijgt van je leerkracht een toets bij deze tekst.

EXCLUSIEF: Merho stopt met Kiekeboe: ‘Fanny stond model voor de tienermeisjes die

ik destijds nooit kon krijgen’

Met Seizoensfinale verschijnt de laatste Kiekeboe van Robert Merhottein (74). Na 164 albums die zo’n 30 miljoen keer langs de kassa gingen en een kleine 30 jaar op de troon van de Belgische stripwereld houdt Merho ermee op. Straf voor iemand die zichzelf geen groot tekenaar vindt. ‘Ik zet geen punt achter De Kiekeboes, maar een vraagteken’, zegt hij in een exclusief gesprek met HLN.

Steven Swinnen

later was het contract getekend (lacht).’ De primeur van de allereerste Kiekeboe was op 15 februari 1977 voor de lezers van Het Laatste Nieuws en tekenaar Merho – met de M van mooie manieren – staat er zo veel jaar later op het u ook als eerste te laten weten dat hij ermee stopt.

Waarom toch, Merho? Je hebt eens beloofd nooit met pensioen te gaan.

Merho over Fanny: ‘Ik wilde een prikkelende, sensuele “girl next door” van een jaar of 18. Ze stond model voor de tienermeisjes die ik destijds nooit kon krijgen.’

©VANIN

Merho: ‘Zal ik ook niet doen. Ik broed al jaren op een thriller, waar ik nu eindelijk tijd voor heb. Ik was meer dan veertig jaar op een charmante manier gegijzeld door de familie Kiekeboe. Hoewel ik medewerkers heb aan wie ik veel kon uitbesteden, ben ik er nooit in geslaagd het los te laten. Ik maakte de storyboards, ruwe schetsen, modelleerde nieuwe figuren en bleef met de scenario’s bezig. Soms mét scenaristen, maar na een paar bladzijden begon ik dan toch weer alles zelf te veranderen. Tja, ik ben nu eenmaal een controlefreak. Het was vooral het coördineren, controleren en corrigeren dat me begon tegen te staan. De verhalen zitten nog goed en ik krijg veel respons van het publiek, maar ik zou er niet tegen kunnen wanneer ze achter m’n rug zouden zeggen: “Had nu niemand die Merho duidelijk kunnen maken dat het tijd is om te stoppen?”. Verschillende van m’n helden zijn te lang doorgegaan. De laatste film van Laurel en Hardy (de dikke en de dunne, red.) was rampzalig. De laatste conference van Wim Kan: een afgang. Zelfs Kuifje en de Picaro’s, het laatste afgewerkte album dat Hergé maakte, vind ik het zwakste van de topreeks. Op het einde van z’n leven heeft Willy Vandersteen – voor wie ik na de tekenschool vijf jaren heb gewerkt – nog De Geuzen gemaakt en in één album passeert vooraan en achteraan dezelfde grap. Een grap die hij bij Suske & Wiske ook al gebruikte (lacht). Dat is het gevaar van te lang doorgaan.’

Slecht begonnen, is soms ook gewonnen. ‘Geachte heer Merhottein, wij hebben met aandacht inzage genomen van uw uitgewerkt stripverhaal. Het komt ons voor dat zowel de uittekening van de personages als de verhaaltrant een grote gelijkenis vertonen met elders lopende afleveringen. In die omstandigheden moeten wij u tot onze spijt meedelen dat wij de publicatie ervan niet kunnen overwegen …’ Met de glimlach schuift Merho ons in zijn tekenstudio in Brasschaat de brief toe waarin de directie van HLN in ‘76 Kiekeboe afwimpelde. ‘De journalisten vonden mijn eerste tien pagina’s van De Wollebollen maar niets, maar ik gaf niet af. Ik wist dat ik met mijn verhaal over een volkse, kalende veertiger met zijn gezin en hun vijand Balthasar bij Het Laatste Nieuws moest zijn, de enige krant die nog geen eigen strip had. De katholieke pers had met Nero, Jommeke, Suske & Wiske al eigen reeksen en dat marcheerde. “Laat het in plaats van uw journalisten aan hun kinderen lezen”, zo schreef ik terug. Twee weken

Waarom bent u er ooit mee begonnen?

‘Omdat ik verhalen wil vertellen. Als kind – nakomertje –zat ik thuis tussen grote mensen en trok ik me terug in mijn eigen fantasiewereld. En bedacht ik verhalen voor mijn poppenkast, gemaakt door mijn broer Walter die zelf een poppentheater had waar later Kiekeboe ontstond. Tot ik ontdekte dat strips meer een manier was om m’n eigen verhalen te vertellen. Het creatieve denken – één krantenberichtje volstond vaak – vond ik het leukst. Strips maken is het fijnste dat er bestaat, alleen dat tekenen was er voor mij vaak te veel aan (lacht). Ik heb pas laat beseft dat ik op de eerste plaats een verhalenmaker ben. Door een uit de hand gelopen vakantiejob ben ik bij Studio Vandersteen beland, waar de productie heel hoog lag. Ik kreeg dan schetsen van Willy die ik in inkt mocht zetten. In ’t begin heb ik ze grotendeels verprutst. Hij geloofde er ook

TUSSENSTOP 2 131

niet erg in toen ik met Kiekeboe begon en liet fijntjes weten dat ik altijd terug kon komen. Toen ik ‘m mijn eerste album gaf, zei hij: “Het is gié vuurwerk zenne, mor allez, ge hèt toch albums mee oewe noam oep” (lacht).’

Het vuurwerk zou volgen. De strip is al bijna dertig jaar de populairste in Vlaanderen.

‘Ik ben begonnen met een oplage van 5 000 stuks, maar per album ging dat omhoog. Op een gegeven moment hebben ze mij dan bij Standaard Uitgeverij binnengehaald en toen zat ik al aan 50 000 exemplaren. Met vier albums per jaar werkte ik als zot. Toen had ik nog haar, maar ik geraakte amper bij de kapper (lacht). De oplage is gegaan tot 110 000 en lag tien jaar geleden nog op 80 000. Nu zitten we op 65 000 stuks en da’s nog altijd nummer één. Dood wakker worden was vorig jaar het best verkochte boek in heel Vlaanderen. Ik mag wel zeggen dat De Kiekeboes – zo heet de reeks sinds 2010 – de laatste stripreeks is die zonder tvbekendheid – zoals bij Urbanus en De Kampioenen – groot kon worden.’

persoonlijke wraakneming, maar dan wel een lucratieve (lacht). Heel wat lezers geven toe dat Fanny ooit hun eerste, erotische ervaring was. Het is ook dankzij Het Laatste Nieuws dat Vlaanderen kennis kon maken met Fanny. In de katholieke kranten moesten mijn collega’s niet afkomen met knappe vrouwen met ronde vormen die soms hun t-shirtje uitzwierden (lacht).’

Veel thema’s kwamen in Kiekeboe voor het eerst in gestripte vorm aan bod: van de eerste homo’s, prostitutie, transgenders en vechtscheidingen tot zelfs pedofilie. Waren er zaken die u zich niet kon permitteren? Marcel Kiekeboe laten vreemdgaan met de buurvrouw, bijvoorbeeld?

‘Dat creatieve denken – één krantenberichtje volstond vaak – vond ik het leukst. Strips maken is het fijnste dat er bestaat, alleen dat tekenen was er voor mij vaak te veel aan (lacht).’

©VANIN

‘De helden van hun sokkel halen, dat zou m’n publiek niet pikken. Daarom liet ik de Van Der Neffes scheiden en niet de Kiekeboes. Hoewel ik, mocht ik vandaag herbeginnen, zeker voor een nieuw samengesteld gezin zou kiezen met extra pittige dialogen. Maar ja, zulke gezinnen bestonden in de jaren zeventig amper. Ik had maar één regel om taboes te tackelen: het moest grappig blijven. Daarom heb ik lang gedacht dat ik met pedofilie niets kon doen, tot Roger Vangheluwe voor mij als een geschenk uit de hemel kwam vallen. Een bisschop in het verborgene, daar kon ik wel iets mee: Schijnheilig bloed. Ik merk wel dat vandaag minder kan dan vroeger en dat vind ik jammer. Een wokegezelschap protesteerde onlangs tegen de stripmuren in Brussel, ook die van De Kiekeboes. Terwijl Fanny daar gewoon in een jaren 50-kleedje staat met een hoelahoep. Ik volg Jan Leyers die eens zei: “Vroeger was niet alles beter, maar wel leuker”.’

U stopt, maar gaat de reeks stoppen?

‘Die knoop is nog niet doorgehakt. Ik zet geen punt achter De Kiekeboes, maar een vraagteken. De uitgeverij bekijkt of en hoe het zonder mij verder kan.’

Hoe belangrijk is Fanny – de betoverende dochter des huizes – in het succes van Kiekeboe? ‘Immens. Fanny is mijn levensverzekering (lacht). Ze was het tegengif voor tante Sidonie en madame Pheip, het soort matrones dat in de jaren zeventig de stripwereld bevolkte. Ik wilde een prikkelende, sensuele “girl next door” van een jaar of 18. Probleem was dat ik ze niet goed getekend kreeg. Ik bleef sukkelen met haar mond met volle lippen, waardoor ze te oud leek. Ik heb zelfs op het punt gestaan om haar af te voeren, wat een dra-ma-tische beslissing zou dat zijn geweest, maar plots lukte het. Fanny stond model voor de tienermeisjes die ik destijds nooit kon krijgen. Een

U hebt om en bij de 30 miljoen exemplaren verkocht. De bedenker krijgt dan toch al snel een euro per album, nee?

‘(lacht luid) Ik heb goed m’n kost verdiend, ja. Maar vergeet niet dat ik ook een hoop medewerkers betaalde. Belangrijker dan geld vind ik dat ik een mooi leven kon leiden dankzij De Kiekeboes en hun fans. Ik heb niet lang voor een baas hoeven te werken en heb flink wat van de wereld gezien.’

Naar: www.hln.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 132

UITDAGING: DIRECT MARKETING

Hoe promoot je het ecologische bewustzijn van je bedrijf via direct mail? Door het papier nuttig te maken natuurlijk. Honda drukte zijn brief op gerecycleerd papier met milieuvriendelijke inkt. Bovendien zaten er bloemzaadjes in verwerkt. Wie de brief plantte, kon enkele weken later van prachtige bloemetjes genieten.

Wanneer de postbode bij jou thuis een pakketje komt afleveren, maar je bent niet thuis, dan krijg je een klein briefje waarmee je naar het postkantoor kunt gaan. KitKat bedacht deze direct mail die lijkt op het briefje van de postbode, maar met een lichtjes aangepaste boodschap.

Ook een ‘saaiere’, regelmatige oproep kun je leuk brengen. Zoals de oproep van een tandarts om op jaarlijks onderzoek te komen. Geen fijne boodschap, maar wel één waarbij er hier op creatief vlak een tandje bijgestoken werd waardoor de ontvanger op zijn minst ging glimlachen.

Wat thermische inkt en haarscherpe copy. Meer was er niet nodig om deze uitnodiging voor een exclusief event over de kapperstongen te laten gaan. En een haardroger natuurlijk, maar dat was voor de doelgroep geen probleem.

Jeroen Meus is niet de enige die met worsten uitpakt. Het Canadese WVRST stuurde bloggers, influencers en voedingsrecensenten een T-shirt verpakt als roze worst. Wie het T-shirt droeg op de opening van het restaurant kreeg een gratis maaltijd aangeboden.

TUSSENSTOP 2 133
© Ontwikkeld door Hannibal.be © Ontwikkeld door Hannibal.be A B C E D
3 ©VANIN

Inleiding

1 Bekijk op de vorige pagina de afbeeldingen aandachtig en ga op zoek naar de bijhorende tekst.

2 Hoe noemen we dit type tekst?

3 Wat is het doel van de teksten?

4* Welke reclamestunt vind jij het meest geslaagd? Waarom?

5* Heb je zelf wel eens originele reclame ontvangen? Hoe zag die eruit?

6 Bij dit soort reclame richt de afzender zich vaak tot een bewust gekozen doelgroep. Bij welke voorbeelden is dat het geval en wie is de doelgroep?

We noemen dit soort reclame direct marketing. Direct omdat je als ontvanger rechtstreeks/ persoonlijk wordt aangesproken én omdat je vaak aangespoord wordt tot een (kleine) handeling of actie. Direct marketing gebeurt vaak via post, mail, telefoon of sociale media.

Een ander belangrijk aspect van direct marketing is het meten van het gedrag van de klant. Op basis van individuele gegevens kan men inzicht krijgen in de voorkeuren van de klant, om zo in te spelen op de vragen van de klant en het kopen van een product of dienst zo gemakkelijk mogelijk te maken. Op basis van die gegevens wordt dus de doelgroep bepaald.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 134
onthouden
©VANIN

Voorbeelden verder verkennen

Direct marketing gebruikt vaak heel wat tekst omdat de afzender (potentiële) klanten probeert te overtuigen met welgekozen woorden. Je leerkracht verdeelt de klas in groepen. Iedere leerling van de groep leest een andere brief/mail en beantwoordt de vragen. Daarna bespreken jullie de antwoorden. Ontdek samen welke slimme en sluwe trucs worden toegepast om lezers te overtuigen en beïnvloeden.

7 Lees de brief door.

a Op welke manier probeert men in de brieven meteen de aandacht van de ontvanger te trekken?

b Hoe wordt de lezer letterlijk aangesproken?

c Omschrijf de lay-out (afbeeldingen, tussentitels, kleur).

d Op welke manier wordt het bedrijf / de organisatie / de zaak zichtbaar gemaakt?

TUSSENSTOP 2 135
©VANIN

e Beschrijf de schrijfstijl. Is er creatief met taal omgesprongen? f Tot welke actie wordt de ontvanger van de brief/mail aangezet? g Op welke manier probeert de tekst de lezer te overtuigen? h Ontvangt de lezer een concreet voordeel? Welk?

8* Welke mail/brief zou jou kunnen overtuigen?

9 Welke aanspreking werkt het best om de aandacht te trekken, denk je?

10* Welke tekst vind jij het meest geslaagd qua lay-out?

11* Welke tekst vind jij het leukst geschreven?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 136
©VANIN

Verwerking: schrijfopdracht

Als zesdejaars willen jullie een fantastische laatste 100-dagen-/Chrysostomos-dag op poten zetten. Maar dat kost natuurlijk geld. Stel een originele direct mail op naar sympathisanten die hen moet motiveren om jullie dag te sponsoren. Je mag daarvoor opnieuw samenwerken met je groepje van drie. Onderstaand stappenplan helpt jullie om tot een krachtige direct mail te komen die veel geld in het laatje kan brengen.

©VANIN

Voorbereiden

1 Zet eerst alles op een rijtje en beantwoord de topische vragen.

Wie? Wie zijn jullie? Wat is de naam van de school?

Wat is de doelgroep? Naar wie richt je je mail?

Wat? Wat is de oproep precies?

Kun je iets origineels doen met (de vorm/inhoud van) je brief/mail? Kijk naar de voorbeelden in het boek.

Waar? Hoe? Hoe kunnen mensen sponsoren? Is er een sponsorformulier?

Hoe kunnen ze contact opnemen?

Wanneer? Wanneer vindt het plaats?

Wat is de uiterste datum voor de sponsoring?

Waarom? Waarom is dit interessant voor sponsors?

Bedenk een reeks voordelen.

Schrijven

2 Open een Word-document en bekijk de voorbeeldmails/-brieven uit de les: zorg dat je jullie gegevens duidelijk bovenaan en/of onderaan vermeldt, noteer rechtsboven de datum en plaats van het opstellen van de mail/brief.

3 Zorg voor een opvallende en originele kop die meteen in het oog springt en je algemene boodschap kort en krachtig samenvat.

Vul ons hart en de laatste -dagenrekening …

4 Kies voor een zo persoonlijk mogelijke aanspreking. Beste moeders en vaders

5 Grijp in de eerste alinea de aandacht van de lezer door verrassend of origineel uit de hoek te komen. Zoek een interessante invalshoek, stel een vraag, ga in op een behoefte van de lezer … Bekijk zeker nog eens hoe er gestart werd in de voorbeeldbrieven. Niet alle laatstejaarsstudenten zijn varkens, wij vieren met stijl.

6 In de tweede alinea behandel je de topische vragen (wie, wat, waar wanneer, waarom en hoe). Zorg dat de actie duidelijk is en waar, wanneer en door wie die georganiseerd wordt. Denk na over je taalgebruik, misschien kun je wel voor leuke woordspelingen zorgen?

7 In de derde alinea ga je in op de waaromvraag. Benadruk in deze alinea de voordelen voor de sponsor, overtuig hem of haar van het nut om te sponsoren.

8 Zorg in deze alinea ook voor een duidelijke call to action. Sponsor vandaag nog op het rekeningnummer […] en […].

TUSSENSTOP 2 137

9 Sluit het geheel af met een pittige slotzin die blijft nazinderen. Wordt het dankzij jou een dag om nooit te vergeten?

10 Zorg voor een slotformule en onderteken met je naam en functie. Aftellende en dankbare groetjes

Reflecteren

11 Werk daarna je brief/mail af aan de hand van de volgende checklist. Laat nadien een ander groepje controleren of je aan alles gedacht hebt en tips/opmerkingen noteren.

Heeft je mail een verzorgde en heldere structuur met alinea’s? Voeg eventueel nog passende tussentitels toe, dat zorgt ervoor dat de ontvanger de tekst vlot kan lezen.

Is je tekst opgesteld in korte, duidelijke zinnen? Lange zinnen schrikken de lezer af.

Is de schrijfstijl van je tekst niet te formeel, maar fris en catchy? Tover je met woorden? De ontvanger mag niet in slaap vallen tijdens het lezen.

Gebruik je niet te vaak het werkwoord ‘worden’?

Kun je nog een originele PS toevoegen onderaan je brief?

Heb je je brief/mail in foutloos Nederlands geschreven?

Heb je het geheel in een aantrekkelijke lay-out gegoten? Speel met kleuren, vormen en afbeeldingen. Vergeet het logo en eventueel de slogan van je school/comité niet.

Herlees de brief/mail in zijn geheel: is de informatie volledig en duidelijk?

Tips van je collega-copywriter:

Herschrijven

12 Herschrijf je brief op basis van de tips. Voeg toe wat je eventueel vergat.

13 Lees je tekst nog eenmaal zeer grondig na en bekijk ook de evaluatiematrix op p.  om het resultaat in te schatten.

14 Plaats je mail in de uploadzone of bezorg de brief aan je leerkracht ten laatste op checklist auteur collega

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 138
©VANIN

Evaluatiematrix – Schrijven: direct mail

volledigheid en gepastheid

Je hebt het stappenplan nauwkeurig gevolgd en alle elementen in de mail verwerkt.

Je voelt exact het juiste register aan voor een mail aan (potentiële) sponsors.

correctheid

De spelling van de brief is foutloos. Je hebt alle woorden correct geschreven en ook de zinsbouw klopt steeds.

aantrekkelijkheid

De lay-out van je brief springt in het oog en is verzorgd of is origineel qua vorm of concept. Je hebt een logo toegevoegd.

Je schrijft vlot en wervend, je schrijfstijl is origineel en past bij de inhoud van de brief. De aandacht van de lezer wordt meteen getrokken.

duidelijkheid

Je tekst is zeer helder opgebouwd met titels, alinea’s en korte zinnen.

Het is zeer duidelijk welk voordeel er voor de ontvanger is.

Aanvullende commentaar:

Je hebt het stappenplan gevolgd, maar je hebt enkele elementen niet in de mail verwerkt.

Je brief is niet te formeel of informeel geschreven en is toegankelijk en vlot om te lezen.

Je mail bevat geen zware spellingfouten. De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd.

Je hebt aandacht besteed aan de lay-out van de brief en het logo.

Je schrijfstijl is oké, maar verrast niet. Sommige zinnen zijn wervend, andere te lang of te droog.

Er ontbreken essentiële elementen in je mail.

Je mail is te formeel of te informeel.

Je tekst is overzichtelijk opgebouwd met titels, alinea’s en korte zinnen.

Het is duidelijk welk voordeel er voor de ontvanger is.

Je mail bevat zware spellingfouten. Door de vele spelling- en taalfouten is de tekst moeilijk te begrijpen.

Je hebt de brief niet afgewerkt met een verzorgde lay-out.

Je taalgebruik is te eenvoudig, de brief zal weinig lezers motiveren.

Een duidelijke structuur ontbreekt.

Het is onduidelijk welk voordeel er voor de ontvanger is.

TUSSENSTOP 2 139
VOLDOENDE ONVOLDOENDE
GOED
©VANIN

Een Nederlander in Vlaanderen

Je weet dat er verschillen zijn tussen het Nederlands-Nederlands en het Belgisch-Nederlands 1

Je kent de historische achtergrond van die verschillen 2

Je ziet in dat zelfs subtiele taalverschillen tot exclusie kunnen leiden 3

©VANIN

Je kunt Nederlands-Nederlands en Belgisch-Nederlands herkennen en ‘vertalen’ 4

GROOT VERSCHIL?

Waaraan herken je een Nederlander? Hoe onderscheidt die zich van een Vlaming? Het zou de start van een mop kunnen zijn. Maar waarin verschillen Nederlanders nu eigenlijk van Vlamingen?

1* Kun je zelf een aantal voorbeelden geven?

2 Bekijk onderstaande cartoons. Welke verschillen worden hier aangekaart?

les
1 A C B D 11
TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 140

Godfried Bomans, een groot Nederlands schrijver, wist het in de jaren zeventig al: een Vlaming is geen Nederlander. Maar waarin verschillen ze dan van elkaar?

3 Lees onderstaande tekst en beantwoord de vragen.

Toen Godfried Bomans in de jaren zeventig voor een televisiereeks Vlaanderen doorkruiste, luidde de aanvankelijke titel Een Hollander ziet Vlaanderen. In de twaalf dagen dat Bomans bekende en minder bekende Vlamingen interviewde, bleken de cultuurverschillen groter dan gedacht. Daarom wijzigde hij de titel in Een Hollander ontdekt Vlaanderen. ‘Wij, Hollanders, hebben de illusie Vlaanderen te kennen, omdat de Vlamingen dezelfde taal spreken’, zo schrijft hij in het boek dat in 1971 tegelijk met de serie verscheen. ‘Maar dat is juist zo misleidend: hoe dichter iets bij ons staat, des te moeilijker wordt het de verschillen waar te nemen en des te wezenlijker zíjn die verschillen. Het is vrij eenvoudig om op een afstand het verschil waar te nemen tussen een olifant en een paard, dat is mij tot nu toe altijd gelukt. Lastiger wordt het bij een tijger en een poema. Maar heel moeilijk wordt het bij een kraai en een raaf. Dat lijken twee broers te zijn. Maar kom je dichterbij, dan zie je enorme verschillen in de bouw van de bek, de stand van de ogen, de hele houding van het dier.’

Bron: Onze Taal

a Waarom veranderde de titel van het programma al na enkele dagen?

b Waarom vergelijkt Bomans een Vlaming en Nederlander met een kraai en een raaf?

VOOROORDELEN

Is er dan inderdaad een taalverschil tussen een Vlaming en een Nederlander? Annelies Bontjes, een correspondente van het Nederlandse dagblad Trouw, verkent voor het Radio 1-programma Nieuwe feiten ons land. Ze brengt na tien maanden verslag uit bij Lieven Vandenhaute over hoe zij het ervaart om als Nederlander tussen de Vlamingen te leven en welke taalverschillen ze daarbij ondervindt.

1 Beluister het fragment en beantwoord de vragen.

a Annelies Bontjes woont inmiddels tien maanden in Vlaanderen. Welke invloed heeft dit op haar taal?

b Is haar Nederlands een middel tot verbinden geworden? Hoezo?

LES 11 EEN NEDERLANDER IN VLAANDEREN 141
2 ©VANIN

c Welke twee opmerkelijke feiten stelde ze vast als ze Vlamingen onder elkaar hoorde praten?

d Verklaar: ‘Dit geeft de ziel van de Vlaming weer’.

e Bestaat er dan geen tussentaal in Nederland?

Vlamingen houden dus van hun dialect en willen dit te allen tijde spreken, beschermen, behouden. Nederlanders hebben geen tussentaal of kennen althans niet dezelfde gevoeligheden als Vlamingen.

2 Lees onderstaande tekst en beantwoord de vragen.

‘Er is in Nederland opvallend weinig interesse in het Nederlands dat buiten Nederland gesproken wordt’, zo stelt Miet Ooms, een Vlaamse taalkundige die gespecialiseerd is in taalvariatie. ‘De overtuiging bestaat dat het enige correcte Nederlands in Nederland gesproken wordt – de rest zit maar een beetje raar te doen. Men vindt het weliswaar vaak best wel schattig, maar neemt het verder toch niet al te serieus. Dat is deels historisch te verklaren. De standaardtaal is nu eenmaal in Nederland ontstaan. Dat versterkt het idee: onze vorm is juist, want wij zijn degenen die de norm kennen. Wat verder meespeelt: Nederlanders zijn – en ik zal mij nu voorzichtig proberen uit te drukken – nogal overtuigd van het eigen gelijk.’

Misschien is dat de reden dat een Hollandse tongval in Vlaanderen al snel enige ergernis oogst. En waar het ‘taaltje’ van de Vlamingen als lief en beleefd wordt beschouwd, praten Nederlanders bekakt en vooral veel en veel te luid.

‘Bepaalde Vlamingen hoeven maar twee woorden van een Nederlander te horen of ze ergeren zich al’, zegt Ooms. ‘Dan is de eerste reflex: die Hollanders moeten ons niet komen vertellen hoe het zit. Dat geldt natuurlijk niet voor iedereen en de irritatie gaat vaak ook gauw weer weg, maar sommigen schieten haast automatisch in de verdediging.’

Bron: Onze Taal

a Waarom hebben Vlamingen de reflex om te zeggen: ‘Die Hollanders moeten ons niet komen vertellen hoe het zit’?

b Een woordkeuze om iets te benoemen zegt vaak veel over hoe men over iets denkt. Zo vinden veel Nederlanders het Vlaams schattig, lieflijk, beleefd … Welk vooroordeel schuilt daarachter?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 142
©VANIN

ANDER TAALTJE?

Nederlanders spreken dus anders dan Vlamingen. Kunnen we dan spreken van twee aparte talen?

‘We leven nu eenmaal in verschillende landen’, verklaart Miet Ooms de taalvariaties. ‘Door andere onderwijssystemen, media en maatschappelijke elites ondergaan we verschillende invloeden. Het is dan gewoon niet mogelijk om exact dezelfde norm te hanteren.’ Zou het dan ook niet logisch zijn om ze als twee aparte talen te beschouwen? ‘Dat is een politieke beslissing. Op taalkundig vlak is dat niet te doen: er bestaat geen lijst van criteria waaraan moet worden voldaan om van twee verschillende talen te spreken. Vanuit politiek oogpunt is een splitsing in elk geval niet logisch. Een taalgebied van vierentwintig miljoen moedertaalsprekers is immers veel interessanter dan een taalgebied dat maar uit zes miljoen moedertaalsprekers bestaat [het aantal Nederlandstalige Belgen – MS]. Boekvertalingen zouden bijvoorbeeld haast onbetaalbaar worden. Een gezamenlijk taalgebied legt economisch meer gewicht in de schaal, en met name in Vlaanderen begrijpen ze dat heel goed.’

Bron: Onze Taal

1 Waarom behouden we de term Nederlands voor zowel de Vlaamse als de Nederlandse taalvariant en dat ondanks de vele verschillen? Geef drie redenen.

ENKELE VERSCHILLEN ONDER DE LOEP

1 Hieronder vind je enkele Nederlandse woorden. Geef telkens een Vlaamse variant. hoi mobiel pinnen

kassabon kamer zakken

blowen wasbak jurkje

praten zoenen voetballen

jongens boefjes vast en zeker

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 144
schrikken zin hebben in ui 3 4 ©VANIN

stamppot tosti

ik lust dat niet

stomdronken krant wethouder

©VANIN

oma, opa jeetje doei!

2 Niet alleen onze woorden durven wel eens te verschillen, maar ook onze uitdrukkingen. Geef telkens de Nederlandse variant.

Er zit geen kat.

zo fier als een gieter

met je gat in de boter vallen

in het zak gezet

Ik was helemaal van mijn melk.

3 Bekijk deze Nederlandse menukaart. Wat verwacht je als Vlaming op je bord te krijgen? of of of

SPIJSKAART

snert of saucijzenbroodje

wortelstamppot met jus of draadjesvlees of ragout met patat jus d’orange of biertje

toetje

4 In het jaar 2360 zijn alle dialecten zo goed als vergeten … Speel Schoon Schip en red de laatste dialecten van hun ondergang.

LES 11 EEN NEDERLANDER IN VLAANDEREN 145

onthouden

Taalvariatie

Het is zo goed als onmogelijk om twee taalgebruikers te vinden die volledig identiek spreken. Iedereen spreekt wel een beetje anders op het vlak van uitspraak, woordenschat, grammatica of woordvorming. Er bestaan dus verschillende taalvariëteiten

©VANIN

Geografische taalvariatie

Het Nederlands verschilt afhankelijk van de plaats in ons taalgebied waar het wordt gesproken.

• Natiolect: België, Nederland en Suriname zijn de drie belangrijkste landen waar Nederlands wordt gesproken: Belgisch-Nederlands, Nederlands-Nederlands en Surinaams-Nederlands

• Standaardnederlands (met hoofdletter!) of Nederlandse standaardtaal is een taalvariëteit die we kennen van het journaal. Het wordt gesproken in het publieke domein, zoals onderwijs, overheidscommunicatie of rechtspraak. Dat zijn niet toevallig gebieden waar het belangrijk is dat iedereen alles goed begrijpt. Net omwille van dat belang is de standaardtaal vastgelegd in woordenboeken, grammatica’s en officiële spelling.

• Dialect is een taalvariëteit die heel sterk afgebakend kan worden in een bepaald geografisch gebied binnen bijvoorbeeld België, Nederland of Suriname. Dialecten die ver van elkaar liggen, zijn vaak voor elkaars sprekers zeer moeilijk verstaanbaar. In België zijn er vier grote dialectgroepen: Limburgs, Brabants, Oost-Vlaams en West-Vlaams

• Accent: twee mensen kunnen dezelfde taalvariëteit spreken, maar toch anders klinken. Dat heeft te maken met de manier waarop iemand de klanken uitspreekt en welke klemtonen die persoon legt. Dat noemen we het accent of de tongval. Als een Vlaming en een Nederlander exact dezelfde zin voorlezen, zul je nog steeds horen wie van waar komt. Ook het verschil tussen West-Vlamingen en Limburgers is duidelijk hoorbaar.

• Regiolect: veel mensen spreken niet meer het ‘oorspronkelijke’ dialect van hun streek. De erg lokale eigenschappen zijn grotendeels verdwenen. Ze spreken eerder een taalvariëteit die wat is opgeschoven naar de standaardtaal, maar waarin wel nog enkele duidelijk herkenbare dialectkenmerken zitten van de regio. Dat noemen we regiolect.

• Tussentaal is een aparte vorm van het Vlaamse Nederlands en zit tussen het Standaardnederlands en de regiolecten. Het wordt vaak gezien als de formele taal van mensen die geen standaardtaal kunnen spreken of als de informele taal van standaardtaalsprekers die geen dialect kunnen spreken.

Heb je nog een kop koffie voor me? (= standaardtaal)

Ebde gij nog een taske koffie voor mij? (= tussentaal)

Édde nog een zjat kaffe veu maai? (= dialect)

Sociale taalvariatie

Hoe je spreekt, wordt beïnvloed door allerlei sociale factoren zoals leeftijd, geslacht, beroep ... Een timmerman, een advocaat, een dokter, een visser en een informaticus gebruiken elk een heel gespecialiseerde woordenschat.

Etnisch gekleurde taalvariatie

Er zijn ook heel wat mensen die in België en Nederland wonen en die het Nederlands niet als moedertaal hebben. Zij spreken dan een mix van algemeen Nederlands, elementen uit de eigen moedertaal en elementen eigen aan het regiolect van het gebied waar ze wonen. het Marokkaans-Nederlands, de Genkse citétaal

Situationele taalvariatie

We passen ons taalgebruik aan op basis van de situatie. Dat doen we vaak onbewust. Zo praten we anders met vrienden op de speelplaats dan met een leerkracht in de klas. We letten ook specifiek op hoe we spreken als we gaan solliciteren.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 146

Je denkt na over het concept interactieve verhalen 1

Je leest een interactief verhaal 2

INTERACTIEVE SERIE: ASSISEN

In de interactieve televisieserie Assisen: de balletmoord staat Eveline Van Laecke terecht voor moord. Is ze schuldig of niet? Dat beslissen de kijkers thuis.

1 Je bekijkt een fragment waarin enkele acteurs toelichting geven over het unieke concept.

a Wat is de plot van de serie?

Interactieve verhalen ©VANIN

Je schrijft zelf een interactief verhaal 3

b Wat maakt deze reeks anders dan veel andere reeksen op televisie?

c Hoe zit het verloop van de afleveringen precies in elkaar?

d Waarom kozen de makers voor dit concept volgens jou?

e Welk nadeel voor de productie van de serie wordt aangehaald in het fragment?

les
1 12
LES 12 INTERACTIEVE VERHALEN 147

INTERACTIEF KORTVERHAAL: EEN HUIS MET GEESTEN ...

Het groeit van Paul Tremblay is een verzameling griezelige horrorverhalen. Een van die verhalen is Een huis met geesten is een wiel dat sommigen radbraakt

1* Luister naar het eerste deel van het verhaal.

a Hoe ziet Fiona er volgens jou uit? Beschrijf ze in drie zinnen.

b Wat is volgens jou het verhaal achter het huis dat ze bezoekt?

c Wat zou jij doen: de voordeur openen of toch maar terug naar de auto wandelen?

2* Lees het vervolgfragment dat je van je leerkracht krijgt. Vertel vervolgens kort aan een medeleerling wat er in jouw deel van het verhaal gebeurd is.

3 Lees het verdere verloop van het verhaal. Je kiest telkens zelf hoe het verhaal verdergaat. Schrijf de titel van elk deel op, samen met drie zinnen die het deel van het verhaal samenvatten.

4 Vergelijk jouw samengevat verhaal met dat van een medeleerling.

5 Kies een van de onderstaande foto’s waar jij met een medeleerling een interactief verhaal over wilt schrijven. Vul als eerste stap het kader in over het verhaal dat je wilt schrijven.

6 Schrijf tien zinnen over je gekozen foto op basis van het kader dat je hebt ingevuld. Eindig je passage met een keuze die het hoofdpersonage moet maken.

7 Verdeel het werk tussen jou en je medeleerling. Elk van jullie schrijft een vervolg van zeven zinnen op basis van de keuzes op het einde van jullie geschreven passage. Hou ook hier rekening met de informatie die jullie noteerden in het kader hierboven.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 148
hoofdpersonage genre emoties locatie
2 ©VANIN

Professioneel communiceren: een klacht formuleren

Je maakt de juiste inschatting over de zaken waarvoor je wel of niet een (schriftelijke) klacht kunt indienen

KLACHTEN TOP TIEN

Je kunt een klacht op een gepaste en correcte manier schriftelijk formuleren

Je leest zo dadelijk een artikel over de top tien van de klachten bij de Consumentenombudsdienst.

1 Voorspel in welke volgorde de klachten in de top vijf staan. Vul ze aan in het artikel op p. 151.

Kies uit: defect, veroorzaakte schade – dienst na verkoop – niet geleverd product – voldoet niet aan bestelling – wettelijke garantie niet toegekend

2 Lees het artikel op de volgende pagina en beantwoord de vragen.

a Wat is de Consumentenombudsdienst?

b Hoe kun je voorkomen dat je de zwakke partij wordt in een geschil met een onderneming?

c Bekijk de top tien van sectoren waarover klachten zijn en vul de top drie in met informatie uit het artikel.

3 Vorm een groepje van vier personen en noteer minstens vijf zaken waarvoor je een klacht zou kunnen indienen. Bekijk eventueel de top tien als inspiratie.

les
1 13
1
2 LES 13 PROFESSIONEEL COMMUNICEREN: EEN KLACHT FORMULEREN 149
©VANIN

Vorig jaar hebben ruim 14 000 consumenten contact opgenomen met de ombudsdienst voor consumenten. Het gaat dan over bijvoorbeeld een schilder die na het betalen van de factuur niet meer komt opdagen voor de laatste afwerkingen. Of pakjes die wel betaald zijn, maar niet geleverd worden.

Radio 2, Manar Rayyan

We vinden steeds vaker de weg naar de Consumentenombudsdienst. In 2022 zijn 14 119 dossiers ingediend door de consument. In 2018 waren dat er 9 574. Op vijf jaar tijd is dat een stijging van 47 procent. ©

Wat doet de Consumentenombudsdienst?

‘Wij zoeken oplossingen bij geschillen tussen de consument en een onderneming’, zegt PieterJan De Koning van de ombudsdienst. ‘Wij luisteren eerst naar de consument, daarna naar de onderneming. Daarna zoeken wij naar een oplossing.’

“De meest voorkomende klachten gaan over klusjes in en rond het huis”

Top tien van klachten

De ombudsdienst stelde een top tien samen van de sectoren waarover ze de meeste klachten kregen in 2022. ‘Op de eerste plaats staat met stip de sector “onderhoud en reparatie van de woning”’, zegt De Koning. ‘Zeg maar alle klusjes in en rond het huis. Dat is een heel brede en ruime sector, waardoor er ook veel verkeerd kan lopen. Denk aan schilderwerken, verwarmingsketels, loodgieterij, zonnepanelen, herstel van je zwembad en de tuinaannemer.’

©VANIN

Top tien van sectoren waarover klachten zijn:

De Consumentenombudsdienst behandelt alle klachten, behalve als er al een aparte ombudsdienst voor die sector bestaat. ‘Vragen over energie sturen wij bijvoorbeeld door naar de Ombudsdienst voor Energie en vragen over de post gaan naar hun Ombudsdienst’, zegt De Koning. ‘In die grote sectoren bestaat een specifieke ombudsman. Voor alle andere vragen en geschillen kun je bij ons terecht.’

(informatie- en communicatietechnologie)

4 diensten in verband met sporten en hobby’s

5 luchtvaartmaatschappijen

6 grote huishoudelijke apparaten

7 kleding en schoenen

8 goederen met betrekking tot sport en vrije tijd

9 culturele en amusementsdiensten

10 elektronische artikelen (geen ICT)

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 150
vrt
1 2 3

De Consumentenombudsdienst lost veel geschillen op, maar toch zijn er sommige dossiers waar ze geen oplossing voor vinden. ‘Het gebeurt dat de consument bij ons terechtkomt, omdat hij de onderneming niet kan bereiken, maar dat betekent dat ook wij hen moeilijk kunnen bereiken.’

Ook gebeurt het soms dat beide partijen bij hun standpunt blijven. ‘De consument heeft vaak gelijk, maar niet altijd. Dan is het niet altijd evident om tot een oplossing te komen.’

Wat loopt er concreet fout?

Wat loopt er dan precies mis? ‘De meest voorkomende klachten gaan over een oplevering die niet op tijd gebeurt, of niet zoals het moet. Of de vakman die niet komt opdagen, of een factuur die niet klopt. Top tien van klachten:

Ook opvallend is dat veel conflicten ontstaan wanneer de consument al 100 procent betaalt. Sommige bedrijven blijven dat vragen. Zelfs als soms nog een hele keuken geïnstalleerd moet worden. ‘Als je al 100 procent voorschot betaalde, dan heb je geen stok meer achter de deur voor mocht het mis lopen. Eens je alles betaald hebt, ben jij de zwakke partij in het verhaal.’

“Veel klachten gaan over pakjes die niet geleverd werden, te laat geleverd werden, of beschadigd toekwamen”

Op nummer twee van de meest voorkomende klachten staat de sector ‘meubelen en stoffering’.

6 ontbinding van het contract

7 ongerechtvaardigde factuur

8 schuldvordering

9 gedeeltelijke levering of uitvoering

10 onjuiste factuur

‘We hebben bijna 500 dossiers behandeld vorig jaar in die sector. Maar veel dossiers, in welke sector dan ook, gaan over pakjes die niet toekomen, of te laat toekomen. Bestellingen komen soms ook beschadigd aan bij de klant.’

Op de derde plaats staan klachten over ICTgoederen. ‘Dan zitten we in de sector van smartphones, tablets en laptops. De meeste discussies gaan over schade die volgens de winkel niet binnen de garantie valt, zoals waterschade, of drukschade. Dat is schade die ontstaat doordat de smartphone een té hoge druk heeft gekregen, waardoor het scherm zwarte strepen of vegen krijgt.’

Bron: vrt.be/vrtnws

de consument: verbruiker, koper, klant het geschil: onenigheid, ruzie de oplevering: overdracht van voltooid werk (bv. de oplevering van een huis: de architect, de aannemer en eigenaar bekijken samen de geleverde werken en beslissen of ze beantwoorden aan de afspraken) een stok achter de deur: dreigement om iets gedaan te krijgen (uitdrukking)

©VANIN

LES 13 PROFESSIONEEL COMMUNICEREN: EEN KLACHT FORMULEREN 151
1 2 3 4 5
woord

CONTINUE IN DUTCH

Welkom op de chat van Eco Energies, je spreekt met Chatbot Eco. Waarmee kan ik je helpen?

mijn energiecontract aanpassen

Je kunt je contract zelf aanpassen via deze link: www.eco-energies.be/ klantenzone/mijncontracten

Dat werkt niet, ik kan mijn maandelijks bedrag niet aanpassen. Ik heb de vraag al eens gesteld en ik moest nu opnieuw beginnen met deze chat.

Ik help je graag verder met je vraag.

Ja, maar je zegt alleen niet wanneer.

Om de datum van de jaarlijkse meteropname te kennen, dien je contact op te nemen met de distributienetwerkbeheerder Fluvius.

Dat vraag ik toch niet? Wat een gedoe om een antwoord te krijgen.

Je kunt ons bellen op de Energielijn op het telefoonnummer 078 123 456.

Een betaalnummer? Een schande!

Ik heb nog niet de capaciteit om je vraag te beantwoorden. Zou je kunnen proberen om je vraag anders te formuleren?

Ik wil het pack van € 204 Easy Eco. Doe ik dat best nu of op het einde van het contract?

The chatservice is not available in English. You can continue in Dutch or leave the conversation.

Continue in Dutch.

Waarmee kan ik je helpen?

Ik wil het pack van € 204 Easy Eco. Doe ik dat best nu of op het einde van het contract?

The chatservice is not available in English. You can continue in Dutch or leave the conversation.

Continue in Dutch.

Waarmee kan ik je helpen?

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 152
2 ©VANIN

1 Lees op p. 152 het gesprek met een chatbot van een energieleverancier. Wat is het probleem?

2 Bekijk op p. 154-156 twee geschreven vormen van een schriftelijke klacht: chat(bot) en e-mail.

a Noteer de voor- en nadelen van beide vormen.

b Is er een verschil in register? onthouden

Een taalregister is een taalvariant waarbij de taalgebruiker zijn taalgebruik aanpast aan een sociale situatie. Taalregisters vormen een continuüm met aan het ene uiteinde heel formeel taalgebruik en aan het ander uiteinde heel informeel taalgebruik.

heel formele taal

brief van de rechtbank officiële mededeling van een minister

sollicitatiegesprek mail naar je directeur gesprek met je directeur op een receptie

heel informele taal

tekstbericht met vrienden over ruzie op school grap vertellen in de jeugdbeweging

LES 13 PROFESSIONEEL COMMUNICEREN: EEN KLACHT FORMULEREN 153
©VANIN

Dag Connect, ik wil jullie via WhatsApp een vraag stellen. Het internet valt regelmatig weg en ik heb een keer gereset. 09:37

Hallo, Lies, ik ben de chatbot van Connect. Ik probeer je zo veel mogelijk te helpen en anders ga ik voor je op zoek naar de juiste collega. 09:37

Waarover gaat je vraag? Kies een van de opties.

Click here 09:37

Ik help je graag verder. Voor welke technische dienst heb je hulp nodig? Kies een van de opties.

Click here 09:37

Wat is het probleem met je internet? Kies een van de opties.

Click here

traag/onstabiel 09:38

Als je je modem nog niet gereset hebt, kun je dat eens proberen. Vaak lost dat storingen op.09:38

Je modem reset je door de stekker vijftien seconden uit het stopcontact te halen. Vergeet ook niet je internetkabel even uit te trekken. 09:38

Heeft deze info geholpen? Kies een van de opties.

nee, volgende stap 09:44

Surf je via … Kies een van de opties

Heb je het wifi-probleem op één of meerdere toestellen? Kies een van de opties.

Click here 09:44

meerdere toestellen 09:44

Wist je dat je je wifi-bereik makkelijk controleert via de Connect-app? 09:44

Heb je de Connect-app nog niet? Download hem dan via connect.be/ aanmeldenconnectapp 09:44

Heeft deze info geholpen? Kies een van de opties.

Click here 09:44

Oké, goed om te weten. Spijtig dat ik je niet heb kunnen helpen. Geen zorgen, mijn collega gaat je vast en zeker kunnen helpen. 09:55

Wil je ondertussen je postcode en klantennummer, btw-nummer of ondernemingsnummer al doorgeven? Als je nog geen korte beschrijving van je vraag of probleem hebt doorgegeven, mag je dat ook nog even doen. Zo kan mijn collega meteen aan de slag. 09:55

Ook de resultaten van de speedtest maken hen alvast wat wijzer: connect.be/speedtest Bedankt! 09:55

connect.be/speedtest/result/9d67eb90cb36-11ee-9411-650623dfb166 09:56

nee, volgende stap 09:55 2170 Merksem 10:00

klantnummer 546738735 09:55

Hallo, Lies. Ik kan me inbeelden dat dit allesbehalve aangenaam is. Die snelheden zijn inderdaad niet optimaal. Kun je even proberen om je modem een fabrieksreset te geven? Dat doe je door met een smal voorwerp, achteraan de modem in het resetknopje te duwen tot de lichtjes op de modem opnieuw beginnen te branden. Laat je mij weten of het dan na twintig minuten beter gaat? 12:54

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 154
09:37 internet 09:37
technische vraag
wifi 09:44
09:38
Click here 09:38
Click here 09:44 Connect online BRON 1 ©VANIN

Onderwerp: Onstabiele internetverbinding 9u55

Beste meneer of mevrouw

De internetverbinding in mijn huis is niet stabiel. Via deze e-mail zou ik graag het probleem willen omschrijven.

Sinds deze ochtend valt het internet regelmatig weg. Na de derde keer vond ik op jullie website dat ik de modem best opnieuw opstart en eventueel ook reset. Beide zaken heb ik volgens het stappenplan uitgevoerd. Spijtig genoeg heeft dit geen effect gehad.

Kunt u dit nakijken en mij contacteren over verdere opvolging? Aangezien ik momenteel thuis werk, is het heel vervelend dat het internet regelmatig wegvalt.

Hopelijk hoor ik snel iets van u.

Met vriendelijke groeten Lies Delters

Onderwerp: Antwoord: Onstabiele internetverbinding 12u54

Connect

Beste mevrouw Delters

Bedankt voor uw e-mail. We gaan ons best doen om u zo snel mogelijk te helpen. Kunt u alstublieft uw postcode, klantennummer, btw-nummer of ondernemingsnummer al doorgeven?

Daarnaast wilde ik u vragen om een speedtest te doen en deze gegevens in uw mail terug te sturen.

Met vriendelijke groeten Daan Ouazza

LES 13 PROFESSIONEEL COMMUNICEREN: EEN KLACHT FORMULEREN 155 ➡
BRON 2
©VANIN

Onderwerp: Antwoord: Onstabiele internetverbinding 13u25

Beste Daan

Bedankt voor uw reactie. De postcode is 2170 en het klantennummer is 546738735. Het resultaat van de test kunt u bekijken via deze link: connect.be/speedtest/result/9d67eb90-cb36-11ee-9411650623dfb166

Alvast bedankt.

Met vriendelijke groeten

Lies Delters

©VANIN

Onderwerp: Antwoord: Onstabiele internetverbinding 16u11

Connect

Beste Mevrouw Delters

De snelheden zijn inderdaad niet optimaal. Wij resetten de modem om 16u30 vanuit de centrale. Hierdoor zult u vermoedelijk vijftien minuten geen internet hebben.

Indien u na 17u nog steeds storingen hebt, kunt u ons morgenvroeg telefonisch contacteren op het nummer 015 66 66 66.

Alvast bedankt voor uw geduld.

Met vriendelijke groeten

Daan Ouazza

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 156

ZELF EEN KLACHTENMAIL SCHRIJVEN

1 Lees de volgende klachtenmail en beantwoord de vragen.

a Wie is de ontvanger van je tekst?

b Wat is het doel van de e-mail?

c Welk taalregister wordt er gebruikt: formeel of informeel?

Onderwerp: Restitutie tv

Beste meneer of mevrouw

Via deze weg wil ik mijn ongenoegen uiten over de televisie die ik vorige zaterdag bij uw firma ElektroLions kocht.

Toen ik de televisie voor de eerste keer gebruikte, waren de kleurenbeelden wazig. Ik probeerde de televisie terug te brengen naar de winkel en de winkelbediende zei dat de winkel hem niet kon vervangen of terugbetalen. Zij raadde me aan hem op te sturen voor reparatie. Aangezien ik mijn televisie dagelijks gebruik en het niet duidelijk was hoe lang een reparatie zou duren, ben ik niet tevreden over dit voorstel.

Aangezien het toestel niet werkt zoals het zou moeten, vraag ik u simpelweg voor een volledige terugbetaling van € 560.

Hopelijk hoor ik snel iets van u.

Lewis Santiago

2 Hieronder staan de verschillende onderdelen van een e-mail. Noteer het cijfer uit de e-mail hierboven bij het juiste onderdeel.

onderwerpregel suggestie om het probleem op te lossen aanspreking van de ontvanger inleiding van het probleem afsluiting naam van de zender duidelijke omschrijving van het probleem en de reeds genomen stappen

LES 13 PROFESSIONEEL COMMUNICEREN: EEN KLACHT FORMULEREN 157
3 1 2
5 6 7 ©VANIN
3 4

3 Schrijf je klachtenmail volgens het stappenplan.

onjuiste factuur

Je hebt een maandelijks abonnement voor je smartphone, maar plots krijg je een rekening die dubbel zo duur is. Je hebt niets speciaals gedaan, dus die factuur klopt niet.

Voorbereiden

beschadigd product bij levering Je bestelde online een screenprotector voor je smartphone, maar bij aankomst blijkt er al een barst in het glas te zitten.

defect Je kocht twee weken geleden een hoofdtelefoon. Terwijl je aan het fietsen was, kwam je in een serieuze stortbui terecht. Sindsdien is de kwaliteit van het geluid niet meer zoals voorheen.

©VANIN

1 Kies een van de bovenstaande situaties.

2 Zoek online informatie op zoals kostprijs, contactpersoon en productspecificaties.

Plannen

3 Vul in kernwoorden het schema in om je voor te bereiden.

inleiding van het probleem duidelijke omschrijving van het probleem en de reeds genomen stappen een mogelijke suggestie om het probleem op te lossen

Schrijven

4 Schrijf je klachtenbrief volgens de structuur van opdrachten  en  op p. .

Reflecteren

5 Ga na of je klachtenbrief voldoet aan de evaluatiecriteria op p.  en pas aan waar nodig.

6 Verstuur je e-mail naar je leerkracht.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 158

Evaluatiematrix – Schrijven: een klachtenmail

GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE

volledigheid

Je e-mail bevat alle nodige onderdelen:

- onderwerpregel

- aanspreking

- inleiding van het probleem

- duidelijke omschrijving van het probleem en de reeds genomen stappen

- suggestie om het probleem op te lossen

- afsluiting

- naam van de zender

duidelijkheid

Je omschrijft duidelijk het probleem:

- inleiding van het probleem

- duidelijke omschrijving van het probleem en de reeds genomen stappen

- suggestie om het probleem op te lossen

correctheid

Je taalgebruik is nagenoeg foutloos.

Je gebruikt het juiste register.

Aanvullende commentaar:

Er mist één onderdeel.Er mist meer dan één onderdeel.

Eén onderdeel is niet voldoende uitgewerkt.

Hier en daar zijn er fouten, maar die staan de boodschap niet in de weg.

Je omschrijft het probleem en/of de suggestie voor een oplossing niet duidelijk.

Je schrijft te veel fouten.

Je gebruikt niet het juiste register.

LES 13 PROFESSIONEEL COMMUNICEREN: EEN KLACHT FORMULEREN 159
©VANIN

4 Verdieping: je kunt een klacht ook mondeling overbrengen door zelf naar de winkel te gaan.

a Vorm duo’s en beslis wie de klacht gaat overbrengen en wie de winkelier is.

b De consument kiest een van de situaties uit opdracht 3 op p. 158.

c De consument bereidt het gesprek voor met behulp van onderstaande tips.

Mondelinge klacht

1 Begroeting: start de conversatie op een vriendelijke manier.

2 Probleem: omschrijf het probleem en de eventuele voorgaande stappen die van belang zijn.

3 Oplossing: stel een mogelijke oplossing voor en kom tot een consensus

4 Afsluiting: sluit het gesprek af, vraag eventueel een schriftelijk bewijs via e-mail.

d De winkelier krijgt een kaartje van de leerkracht om zich voor te bereiden.

e Voer het gesprek. Probeer op een beleefde manier tot een consensus te komen.

©VANIN

de consensus: overeenstemming, akkoord spreken

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 160
woord

Je kent de belangrijkste kenmerken van een verslag 1

Professioneel communiceren: het verslag ©VANIN

Je kunt verslagen van medeleerlingen verbeteren en beoordelen 3

Je kunt aan de hand van een stappenplan zelf een verslag schrijven 2

VERSLAG VAN EEN MUSEUMBEZOEK

1* Bekijk het schilderij. Geef jouw visie op de bijhorende vragen.

a Wie is volgens jou het meisje op de foto? Bedenk zo veel mogelijk details over die persoon.

b Welke gedachten gaan er door haar hoofd?

2 Bekijk het fragment over de heropening van het Mauritshuis en beantwoord onderstaande vragen.

a Waarover gaat dit nieuwsverslag? Vat het samen in één zin.

b Waarom werd het museum vernieuwd?

c Waarom zijn Nederlandse schilderijen zo populair volgens de directeur van het museum?

d Wie is volgens jou het doelpubliek van dit fragment?

les
1
14
Meisje met de parel
LES 14 PROFESSIONEEL COMMUNICEREN: HET VERSLAG 161

Pieter besluit na de officiële heropening het Mauritshuis te bezoeken. Hieronder vind je zijn verslag.

De stier en het meisje

Op 24 Maart heb ik het Mauritshuis in Den Haag bezocht samen met mijn twee zussen en ouders. Dit museum oorspronkelijk was een woonhuis, gebouwd door Johan Maurits, graaf van Nassau-Siegen. Het oudste deel van de schilderijen die je in dit museum kunt terugvinden komen uit een collectie van prins Willem V van Oranje uit de 18e eeuw. De collectie is gelijdelijk uitgebreid van 200 werken in 1820 tot ongeveer 800 schilderijen nu. In het Mauritshuis vindt je bovendien vooral werken uit de 17e eeuw, ook wel de Gouden Eeuw genoemd.

Het meeste indrukwekkende kunstwerk uit de collectie was ongetwijfeld De stier van Paulus Potter. Met afmetingen van 235,5 op 339 cm is dit een groot schilderij, wat eerder uitzonderlijk was voor de 17e eeuw. Vaak waren grote kunstwerken weggelegd voor het uitbeelden van historische gebeurtenissen of Bijbelse themas. Je ziet in dit schilderij op het eerste gezicht een stier, schaapjes en een boer. Als je echter beter kijkt, merk je ook heel wat andere details op: een kleine kikker, vliegetjes, de wimpers van de stier … Al die indrukwekkende details van het schilderij spraken mij heel erg aan.

Verder er was nog een schilderij dat heel erg tot de verbeelding sprak, namelijk Meisje met de parel van Johannes Vermeer. Hoewel dit schilderij maar 44 op 39 cm groot is, is het even indrukwekkend als De stier. Dat komt vooral door de indringende blik van het meisje in het kunstwerk. Heel gedetaileerd is dit schilderij niet, maar de schaduwen en het kleurgebruik geven het een zeer misterieuze sfeer. Dat was echt een vibe!

Dit was de eerste keer dat ik een museum heb bezocht, maar absoluut niet de laatste. Ik was positief verast over hoe mooi de architectuur van het gebouw was. Bovendien was het museum zelf zeer duidelijk en overzichtelijk. Elk werk werd vergezeld van voldoende informatie. Hoewel veel werken uit dezelfde tijdsperiode stammen, was er toch genoeg afwisseling. Daarom zou ik dit museum zeker aanraden aan liefhebbers van klassieke kunst. Na drie uren in het museum was het echter tijd om op te hoepelen. Bron: www.studocu.com

3 Lees de tekst oriënterend en beantwoord de vragen.

a Wie is het doelpubliek van de tekst?

©VANIN

b Welke stijl kun je het best hanteren voor die doelgroep?

c* Welke score op tien zou je de tekst van Pieter geven? Waarom? Geef minstens twee argumenten.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 162

4 Lees het verslag aandachtiger. Vind de veertien fouten in de tekst en verbeter ze.

5 Bekijk de structuur van de tekst grondig en beantwoord onderstaande vragen.

a Heeft Pieter volgens jou een goede titel gekozen? Bedenk ook een alternatief dat hij zou kunnen gebruiken.

b De inleiding van Pieters verslag bevat vooral veel informatie over het museum. Welke informatie vermeldt hij? Welke informatie over het museum zou je nog in een verslag kunnen verwerken?

c In de volgende twee alinea’s bespreekt Pieter twee kunstwerken uit het museum. Welke aspecten van de schilderijen bespreekt hij? Welke aspecten zou je nog in een verslag kunnen verwerken?

6 Hieronder vind je enkele zinnen uit Pieters verslag. Vervang de onderstreepte signaalwoorden door een alternatief met een gelijkaardige betekenis. Herschrijf de zin waar nodig.

a In het Mauritshuis vind je bovendien vooral werken uit de 17e eeuw.

b Als je echter beter kijkt, merk je ook heel wat andere details op.

c Daarom zou ik dit museum zeker aanraden aan liefhebbers van klassieke kunst.

LES 14 PROFESSIONEEL COMMUNICEREN: HET VERSLAG 163
©VANIN

Onthouden

Een verslag is een geschreven of gesproken overzicht van bepaalde ervaringen of gebeurtenissen. Verslagen kunnen gaan over zeer uitlopende onderwerpen: een labo, reis, museumbezoek, stage … Een verslag zal daarom veel feiten en ervaringen bevatten, maar kan ook aangevuld worden met eigen meningen en meer subjectieve bevindingen.

De stijl van een verslag hangt af van het onderwerp en doelpubliek. Zo zul je in een reisverslag in de vorm van een vlog eerder informeel taalgebruik terugvinden. Voor eerder zakelijke onderwerpen zoals een stage of een vergadering kies je best voor formele taal.

Enkele tips

• Kies voor een titel die zakelijk is, maar toch aanspreekt.

• Hou je inleiding kort en neutraal.

• Maak voldoende gebruik van alinea’s. Beperk je daarvoor tot één idee per alinea.

• Gebruik signaalwoorden om zinnen en alinea’s te verbinden. Breng voldoende variatie in je keuzes en gebruik niet steeds dezelfde signaalwoorden.

EEN VERSLAG SCHRIJVEN

Voorbereiden

Je brengt met de klas een bezoek aan Beantwoord voorafgaand aan je bezoek onderstaande vragen.

1 Kijk je uit naar het bezoek? Doe je dat graag? Waarom wel/niet?

2 Wat weet je al over ? Ben je er al ooit geweest?

Plannen

3 Ga naar de website van . Schrijf vier feiten op die je graag zou verwerken in je verslag.

4 Stel een lijst op van vier dingen over die je interessant lijken. Hou die in gedachten tijdens je bezoek.

5 Maak tijdens je bezoek minstens vier foto’s die je interessant vindt en wilt verwerken in je verslag.

Schrijven

6 Bekijk je foto’s en selecteer er vier. Schrijf een korte alinea over elke foto. Bespreek verschillende aspecten van de foto’s en geef ook je eigen mening.

7 Lees je tekst een eerste keer na. Let vooral op spelling, zinsbouw en werkwoorden.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 164
2 ©VANIN

8 Voeg aan je alinea’s enkele signaalwoorden toe om de zinnen en verschillende onderdelen met elkaar te verbinden. Zorg daarbij voor voldoende variatie.

9 Schrijf een passende inleiding voor je verslag. Verwerk daarin minstens twee feiten die je hebt opgezocht over . Vermeld in je inleiding enkel feiten, geen meningen.

10 Voeg als laatste alinea een slot toe. In dat deel kun je je mening geven over het bezoek en over in het algemeen.

11 Bedenk een gepaste titel.

Reflecteren

12 Wissel je tekst met een medeleerling en lees die grondig door. Duid zinnen aan die volgens jou niet helemaal juist zijn. Let ook op spelling en variatie in woordenschat.

13 Geef je tekst opnieuw door en herhaal het proces.

14 Bekijk de fouten die je medeleerlingen in jouw tekst aangeduid hebben. Pas aan waar nodig.

HET STAGEVERSLAG

1 Schrijf stapsgewijs een verslag van je stage. Denk een eerste keer na over deze drie aspecten van jouw verslag. Vul aan met de gepaste informatie.

• doelpubliek:

• lengte:

• stijl:

2 Welke inhoudelijke elementen verwacht je in een stageverslag? Brainstorm met een medeleerling en bespreek daarna op klasniveau.

LES 14 PROFESSIONEEL COMMUNICEREN: HET VERSLAG 165
stageverslag 3 ©VANIN

Voorbereiden

1 Beantwoord onderstaande vragen voor de aanvang van je stage.

a Wat zijn je verwachtingen over de stage? Formuleer er tenminste drie.

b Wat hoop je te leren tijdens je stage? Lijst minstens twee dingen op.

c Waar verwacht je goed in te zijn?

d Wat zal moeilijker voor je zijn tijdens je stage?

Plannen

2 Maak de onderstaande opdrachten voor de aanvang van je stage.

a Lijst minstens vier feiten op over het bedrijf waar je stage zult lopen.

b Beschrijf je takenpakket tijdens je stage.

3 Beantwoord onderstaande vragen na afloop van je stage.

a Kwam de stage overeen met je verwachtingen? Waarom wel/niet?

b Wat heb je geleerd tijdens je stage? Lijst minstens drie dingen op.

c Waar was je goed in? Lijst minstens drie dingen op.

d Wat zijn je werkpunten? Formuleer er minstens drie.

Schrijven

4 Integreer de vragen die je in de vorige onderdelen hebt beantwoord in een uitgebreid verslag. Hou onderstaande structuur aan.

a Alinea : wat waren je verwachtingen voor aanvang en kwam de stage overeen met die verwachtingen?

b Alinea : wat heb je geleerd uit de stage?

c Alinea : waar was je goed in?

d Alinea : wat zijn je werkpunten?

5 Lees je tekst een eerste keer na. Let vooral op spelling, zinsbouw en werkwoorden.

6 Voeg enkele signaalwoorden toe aan je alinea’s om de zinnen en verschillende onderdelen met elkaar te verbinden. Zorg daarbij voor voldoende variatie.

7 Schrijf een passende inleiding voor je verslag. Verwerk hierin minstens twee feiten die je hebt opgezocht over het bedrijf. Vermeld in je inleiding enkel feiten, geen meningen.

8 Voeg als laatste alinea een slot toe. In dat deel kun je je mening geven over je stage en het bedrijf in het algemeen.

Reflecteren

9 Wissel je tekst met een medeleerling en lees die grondig door. Duid zinnen aan die volgens jou niet helemaal juist zijn. Let ook op spelling en variatie in woordenschat.

10 Geef je tekst opnieuw door en herhaal het proces.

11 Bekijk de fouten die je medeleerlingen in jouw tekst aangeduid hebben. Pas aan waar nodig.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 166
©VANIN

Evaluatiematrix – Schrijven: stageverslag

structuur

Je maakt goed gebruik van alinea’s en beperkt je tot één idee per alinea.

Je brengt structuur in je verslag door signaalwoorden. Er zit veel variatie in de gekozen signaalwoorden.

inhoud

Alle vragen worden beantwoord in het stageverslag. Je doet dat met de nodige diepgang.

Je vermeldt in de inleiding twee feiten over het bedrijf. In het slot geef je jouw eigen mening over de stage.

taal

De spelling van het verslag is foutloos. Alle woorden worden correct geschreven en ook de zinsbouw klopt steeds.

Aanvullende commentaar:

Je maakt gebruik van alinea’s, maar bespreekt meerdere ideeën in één alinea.

Je gebruikt signaalwoorden om structuur aan te brengen, maar kiest meestal voor dezelfde.

Bijna alle vragen worden beantwoord in het stageverslag. De antwoorden zijn echter niet heel diepgaand.

Je vermeldt geen twee feiten over het bedrijf in de inleiding of in het slot geef je niet je eigen mening over de stage.

Het verslag bevat geen zware spellingfouten. De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd.

Je maakt amper of geen gebruik van alinea’s.

©VANIN

Je gebruikt geen of amper signaalwoorden om structuur aan te brengen in de tekst.

Minstens de helft van de vragen worden niet beantwoord in het stageverslag. De antwoorden zijn bovendien zeer oppervlakkig.

Je vermeldt geen twee feiten in de inleiding en in het slot geef je niet je eigen mening over de stage.

Het verslag bevat zware spellingfouten. Door de vele spelling- en taalfouten is de tekst moeilijk te begrijpen.

LES 14 PROFESSIONEEL COMMUNICEREN: HET VERSLAG 167 GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE

15 Paul van Ostaijen

Je ontdekt het werk van Paul van Ostaijen en kunt het kaderen in de tijd 1

Je analyseert enkele bekende gedichten van de dichter zowel inhoudelijk als vormelijk

RITME IN WOORDEN

1 Bekijk de muzieka ches.

a* Ken je een of meerdere van die liedjes?

b* Wat vind je van de affiches?

Je leert wat ritmische typografie is 2

Je formuleert je mening over en geeft een interpretatie van de gedichten van Paul van Ostaijen

c Met welke elementen proberen de makers creatief te zijn? Hoe doen ze dat?

Die techniek is niet nieuw. Dichter Paul van Ostaijen experimenteerde er al mee aan het begin van de 20e eeuw. In de volgende lesdelen leer je hem beter kennen.

les TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 168
1 2 3 4 5
1
3
4 ©VANIN

VAN OSTAIJEN SAMENGEVAT

1 Bekijk de korte introductie over Paul van Ostaijen. Noteer de informatie in trefwoorden.

2 Wat kom je op deze korte speeddate al over van Ostaijen te weten?

Bespreek zijn persoonlijk leven, zijn visie op poëzie en zijn werken.

De Eerste Wereldoorlog aan het begin van de e eeuw liet Europa in puin achter. Ook in de kunstwereld (en dus ook de literatuur) vond een schokgolf plaats. De kunstenaars van de avant-garde stelden hun werk en de wereld rondom zich steeds vaker in vraag en wilden zich op een nieuwe, `moderne’ manier uitdrukken. De Antwerpse dichter Paul van Ostaijen wou mee die vernieuwing uitdragen en ontpopte zich in die veranderende wereld tot een van de grootste modernisten en taalcreatievelingen van ons land.

ONDERWEG

LES 15 PAUL VAN OSTAIJEN 169
2 © The Picture Art Collection / Alamy ©VANIN

DE DANDY EN DE MUSIC HALL

In de volgende oefening ontdek je enkele gedichten van Paul van Ostaijen. De gedichten komen uit verschillende bundels en zijn op die manier representatief voor verschillende periodes uit het leven van de dichter.

ONDERWEG

In april  debuteerde de twintigjarige dichter Paul van Ostaijen met Music-Hall. De bundel kwam totaal onverwacht. Nooit eerder had een dichter met zoveel overgave het moderne leven omarmd.

In swingende verzen beschreef van Ostaijen het leven in een moderne stad, vol elektrische trams, cinema’s en variététheaters. Hier was een jonge dichter opgestaan die zijn eigen weg baande en die zich weigerde te voegen naar om het even welke poëticale of politieke norm.

Bron: polis.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 170
3 eerste druk © 1916 Gust Janssens zeventiende druk © 2016 © 2016 Matthijs de Ridder en Pelckmans Uitgevers nv
©VANIN

1 Lees en bestudeer het gedicht Plots uit de bundel Music-Hall.

2 Van Ostaijen schreef dit gedicht over een music hall. Wat is dat?

3 Dit gedicht werd in volle oorlog geschreven. Hoe merk je dat aan de inhoud?

4 Het gedicht start met een nadrukkelijke ‘PLOTS’. Waarnaar zou dat kunnen verwijzen, denk je?

5 Voor welk ‘banale wonder’ zouden de mensen in spanning zijn?

6 In het laatste deel wordt de music hall vergeleken met ‘een ballon die barsten gaat’. Waarnaar zou die metafoor kunnen verwijzen?

7 Welke gelijkenissen zie je met de a ches uit lesdeel 1 op p. 168?

ONTHOUDEN

Sommige dichters willen niet enkel hun emotie via het woord uitdrukken, maar vinden ook de vorm waarin die woorden uitgedrukt worden belangrijk. Je ziet met andere woorden wat de dichter wil uitdrukken, hier gaat het om visuele poëzie. Die vorm van poëzie wordt ook concrete poëzie of poëtische typografie genoemd.

LES 15 PAUL VAN OSTAIJEN 171
© Sean Pavone ©VANIN

BEZETTE STAD

In 1918 vluchtte Paul van Ostaijen uit Antwerpen: hij had kardinaal Mercier beledigd en was ontevreden over de ondergeschikte positie die de Vlaamse cultuur had in België (waardoor hij van collaboratie werd verdacht). In Berlijn kwam hij in contact met dadaïstische kunstenaars en schreef hij de dichtbundel Bezette Stad

In Berlijn werd van Ostaijen sterk beïnvloed door de dadaïsten en de jazzmuziek. Je leerkracht laat je een jazz-nummer horen.

1 Hoe zie je de invloed van de dadaïsten en de jazzmuziek in het gedicht van Paul van Ostaijen hieronder?

de collaboratie: het samenwerken met de vijand (hier: met de Duitse bezetter)

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 172
4 woord
©VANIN

Het bekendste gedicht uit deze bundel is ongetwijfeld Boem Paukeslag. Lees het gedicht eerst(luidop) en bekijk daarna de uitvoering van theatergroep Fast Forward.

2* Wat vind je van de uitvoering?

3 Paul van Ostaijen vond dat poëzie in eerste instantie gesproken moest worden. Zie je in dit gedicht aanwijzingen om het gedicht voor te lezen?

4 Waarover gaat dit gedicht, denk je?

LES 15 PAUL VAN OSTAIJEN 173
©VANIN

PURE POËZIE

Na Berlijn slaat van Ostaijen een nieuwe weg in. Hij wil gedichten schrijven die muzikaal zijn. Die poëzie heeft bijna geen inhoud, het gaat slechts om de mooie klanken. Misschien zag je het gedicht Melopee uit die periode wel al eens wanneer je in Gent langs de Korenlei liep.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 174
5
©VANIN

VERWERKINGSOPDRACHTEN

Tijd om de experimentele dichter in jezelf naar boven te halen. In een van de volgende opdrachten ga je experimenteren met woord en ritme, met de ritmische typografie die Paul van Ostaijen zo kenmerkt.

Optie 1 Boem Krantenslag

Ga op zoek naar een (online) krantenartikel en transformeer het in een ritmisch typografisch gedicht.

1 Zoek een krantenartikel over een gebeurtenis vol actie.

2 Lijst de zelfstandige naamwoorden en werkwoorden uit het artikel op. Zet in de laatste kolom klanken/ onomatopeeën die je associeert met de gebeurtenissen. zelfstandige naamwoorden werkwoorden klanken auto’s vroem claxonneren toetoet, tuuuut

3 Verbind woorden met elkaar. Je kunt associëren of gewoon woorden laten rijmen.

4 Denk nu na over de plaatsing van je woorden. Waar wil je welk woord zetten? Vormen jouw woorden een bepaalde tekening? Wat zet je horizontaal, wat verticaal/diagonaal?

5 Speel met het lettertype. Zet woorden die luider moeten worden gelezen groter of vet.

Optie 2 Affiche liedjestekst

Maak jouw gedicht in PowerPoint en gebruik de functie WordArt om te spelen met de lettertypes en vormen.

Maak – net als bij deel 1 van deze les – een muziekposter van een liedjestekst en experimenteer met vorm, ritme en taal.

1 Kies een liedjestekst die tot de verbeelding spreekt / veel beelden bevat. Nummers als Watermelon Sugar (Harry Styles) en Rocketman (Elton John) roepen bijvoorbeeld onmiddellijk veel beelden op.

2 Lijst de beelden op die het nummer oproept. In welke vorm zou je de tekst kunnen plaatsen?

3 Selecteer een of meerdere zinnen uit de liedjestekst die je in jouw poster wilt gebruiken.

4 Denk na over de plaatsing van je woorden. Waar wil je welk woord zetten? Vormen jouw woorden een bepaalde tekening? Wat zet je horizontaal, wat verticaal/diagonaal?

5 Speel met het lettertype. Zet woorden die luider moeten worden gelezen groter of vet.

Optie 3 Rap met een app

Maak een rapversie van een gedicht van Paul van Ostaijen.

1 Download de app Smule op je smartphone.

2 Ga online op zoek naar een gedicht van Paul van Ostaijen met veel ritme en klanken.

3 Kies een bestaand nummer waarvan je de muziek wilt gebruiken voor jouw rap.

4 Lees het gedicht voor in de app.

5 Smule maakt nu een remix van de bestaande muziek en van jouw voorgelezen gedicht.

LES 15 PAUL VAN OSTAIJEN 175
6 TIP
©VANIN

Literatuursuggesties 2

Succesvolle boeken krijgen vaak een verfilming. Producenten en regisseurs gaan graag aan de slag met een verhaal dat zijn waarde al bewezen heeft. Je maakt hier kennis met acht romans die hun weg naar het witte doek vonden. De beschrijvingen helpen je om te kijken welke boeken bij jou passen. Je kunt ook altijd kijken hoe een filmmaker met dit origineel omging om er een eigen versie van te maken.

LUISTERFRAGMENTEN

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 176
©VANIN

BLACK

Dirk Bracke

drama, misdaadverhaal (2006)

Sinds ze met The Black Bronx optrekt, heeft Mavela een veel opwindender leven. Gedaan met school en braaf studeren. Bij de jeugdbende van X vindt ze een nieuwe thuis. Ze staat er niet echt bij stil dat haar nieuwe vrienden een slechte reputatie hebben. Voor ze het goed en wel beseft, doet Mavela mee met hun ‘spelletjes’: vandalenstreken, diefstallen, vechtpartijen … Elke dag opnieuw terroriseren ze samen de stad. Mavela ontmoet Marwan. Hij overdondert haar. Kan ze echt zo verliefd worden? Op iemand van een andere bende? Ze weet wat haar te wachten staat als de leden van The Black Bronx dat ontdekken …

©VANIN

GONE GIRL

Gillian Flynn (psychologische) thriller (2012)

Wie ben je? Wat hebben we elkaar aangedaan? Dat zijn de vragen die Nick Dunne zichzelf stelt op de ochtend van zijn vijfde trouwdag, wanneer zijn vrouw Amy plotseling verdwenen is. De politie verdenkt Nick. Amy’s vrienden onthullen dat ze bang voor hem was en dingen voor hem verborgen hield. Hij zweert dat het niet waar is. Forensisch onderzoek van zijn computer onthult aparte zoekresultaten. Hij zegt dat ze niet van hem zijn. En dan zijn er de verdachte oproepen op zijn mobiele telefoon. Wat is er gebeurd met Nicks mooie, intelligente vrouw?

DE ZAAK ALZHEIMER

Jef Geeraerts

thriller, actieroman (1985)

Angelo Ledda is als huurmoordenaar een meester in zijn vak. De ouder wordende Amerikaan lijdt echter aan de ongeneeslijke ziekte van Alzheimer. Voor zijn laatste klus wordt hij ontboden naar Antwerpen, waar in drie dagen tijd zes raadselachtige moorden werden gepleegd. Vincke en Verstuyft, het integere speurdersduo van de Antwerpse politie, worden belast met de zaak die zich vertakt naar de top van de Belgische politiek en magistratuur.

HET DINER

Herman Koch

thriller, psychologische roman (2009)

Twee echtparen gaan een avond uit eten in een restaurant. Ze praten over alledaagse dingen waar mensen tijdens etentjes over praten: werk, de laatste film, de oorlog in Irak, vakantieplannen … Maar ondertussen vermijden ze waar ze het eigenlijk over moeten hebben: hun kinderen.

177 LITERATUURSUGGESTIES 2

HET PARFUM

Patrick Süskind

historische roman, mysterie (1985)

Achter een walmend viskraam in Parijs wordt op 17 juli 1738 Jean-Baptiste Grenouille geboren. De voedsters die hem aan de borst krijgen, houden het niet lang met hem uit: hij is te gulzig en je ruikt hem niet. De onmiskenbare geur van een zuigeling ontbreekt. Jean-Baptiste overleeft de mazelen, dysenterie, waterpokken en cholera. Hij heeft geen behoefte aan moederliefde of de aandacht van een vader. We volgen hem op zijn tocht door de donkerste stegen van Parijs en zien hoe hij de parfumeur Baldini om zijn vinger windt. Gaandeweg krijgen we een vermoeden van wat er met Grenouille aan de hand kan zijn …

KARTONNEN DOZEN

Tom Lanoye

(autobiografische) roman (1991)

Lanoye legt de verslavingen en de valstrikken bloot van de grote, alles verterende jeugdliefde die iedereen kent uit ervaring. Maar hij schildert ook zijn eigen afkomst en opvoeding: de slagerswinkel van zijn vader, de vier vrouwen die hem hebben opgevoed, de bejaarde priester-dichter die een inspirerende leraar Nederlands blijkt te zijn en de stripverhalen waaraan hij zijn ogen kapot leest. Zo legt hij niet alleen zijn jeugd vast, maar graaft hij ook de bronnen op van zijn schrijverschap, zijn voorliefde voor het theater en zijn eeuwige zoektocht naar schoonheid, liefde en literatuur.

DE EENZAAMHEID VAN DE PRIEMGETALLEN

Paolo Giordano

(psychologische) roman, liefdesverhaal (2008)

Alice is zeven jaar en moet van haar vader elke dag op skiles. Op een ochtend zondert ze zich af van haar skiklas, komt ten val en ondervindt daar de rest van haar leven de gevolgen van. Mattia is hyperintelligent en schaamt zich voor zijn zwakbegaafde tweelingzusje. Op weg naar een verjaardagsfeestje laat hij haar op een bank in het park achter. Als hij terugkomt, is zijn zusje verdwenen. Op de middelbare school kruisen de levens van Alice en Mattia elkaar en ontstaat er een uitzonderlijke relatie.

DE VOORLEZER

Bernhard Schlink

psychologische roman, liefdesroman (1995)

Michael Berg, een jonge, Duitse scholier, raakt geobsedeerd door Hanna, een tramconductrice die tweemaal zo oud is als hij. Ze geven zich hartstochtelijk aan de liefde over en daarna leest hij haar telkens voor, het ene boek na het andere, de hele wereldliteratuur. Maar van de ene dag op de andere verdwijnt zij. Ze blijft in zijn herinnering rondspoken, tot hij haar terugziet op een plaats waar hij haar nooit had verwacht.

178 TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR
12+ 14+ 16+ 557617 Alice moet van haar vader elke skiles. Op een mistige ochtend af van haar skiklasje, komt ten ondervindt daar de rest van haar leven van. hyperintelligent en schaamt zich voor zwakbegaafde tweelingzusje Michela. Als weg is naar een verjaardagsMattia Michela achter op een bank de opdracht dat ze daar op hem Als hij terugkomt, is zijn zusje middelbare school kruisen de levens van elkaar en er ontstaat een uitvriendschap. Ze voelen zich vanaf de ontmoeting verbonden, maar hoe moeilijk het is om wezenlijk elkaar te krijgen. PAOLO GIORDANO DE EENZAAMHEID VAN DE PRIEMGETALLEN
PAOLO GIORDANO www.vanin.be © 2008 De Bezige Bij
De eenzaamheid van de priemgetallen
Berg, een jonge Duitse scholier, raakt geobsedeerd door Hanna, een tramconductrice tweemaal zo oud is als hij. Ze geven zich hartstochtelijk aan de liefde over en daarna haar telkens voor, het ene boek na de hele wereldliteratuur. Maar van op de andere verdwijnt zij. Ze blijft herinnering rondspoken, tot hij haar een plaats waar hij haar nooit had heeft wereldwijd miljoenen gevonden en is inmiddels een moderne geworden. 512527 12+ 14+ 16+ BERNHARD SCHLINK DE VOORLEZER De voorlezer BERNHARD SCHLINK © 1995 Uitgeverij De Cossee
©VANIN

Tussenstop 3

TAAL EN WOORDENSCHAT

Taal: hoofdletters

1 Lees onderstaande tekst waarin de hoofdletters ontbreken.

a Markeer alle woorden die met een hoofdletter geschreven moeten worden.

liever zonder gsm en tv dan internet

85 procent van de nederlanders huivert bij het idee van zelfs één dag zonder internet te zitten. ze leveren nog liever hun mobiele telefoon of televisie in dan hun pc met internetaansluiting. dat blijkt uit een bevraging door het nederlandse marketingbureau bone.

Bron: www.nieuwsblad.be

b Welke regels rond het gebruik van hoofletters kon je vlot toepassen?

 hoofdlettergebruik bij het begin van een zin

 hoofdlettergebruik bij eigennamen en soortnamen

 hoofdlettergebruik bij afkortingen

a Markeer de fouten.

er is een opvallend verschil tussen de generaties. ouderen offeren vaker de gsm en de pc met internetaansluiting op en hebben het veel moeilijker om afstand te doen van de televisie. jongeren zijn dan weer verknocht aan hun computer en nemen sneller afscheid van het televisietoestel.

Lees de theorie over het gebruik van hoofdletters in het Kennisoverzicht op p. .

2 Ook in onderstaande zinnen worden fouten gemaakt tegen het gebruik van hoofdletters.

1 Jan en marie hebben net een dalmatiër geadopteerd. twee jaar geleden stierf hun vorige hond onverwacht in een verkeersongeluk toen ze op weg waren naar spanje.

2 Zijn LP-verzameling is de droom van elke muziekliefhebber. 230 unieke exemplaren maken deel uit van zijn collectie. Uiteraard ontbreken grote namen zoals the beatles en kurt cobain niet.

3 De nederlandse vertaling van haar nieuwe boek over de Middeleeuwen bevatte nog enkele taalfouten. Gelukkig heeft men deze op tijd ontdekt. 1500 Exemplaren werden een week later gedrukt.

4 Soms is een afkorting noodzakelijk omdat het omslachtig is om een naam elke keer te herhalen. zo is het makkelijker om te spreken over vrt I.P.V. over de Vlaamse radio- en televisieomroeporganisatie.

5 elk jaar vieren we Kerstmis samen als gezin. Op Kerstavond komen alle kinderen en kleinkinderen naar oma en opa om vervolgens naar de Kerstmis te gaan.

b Je leerkracht deelt een correctiesleutel. Noteer hieronder de nummers van de zinnen waarin je niet alle fouten kon vinden. Noteer vervolgens de fout en leg uit waarom het een fout is.

179 TUSSENSTOP 3
1 TIP
©VANIN

Taal: tussenklanken

Als we samenstellingen vormen door een of meer zelfstandige naamwoorden met elkaar te verbinden, komt het vaak voor dat we een tussenklank gebruiken om die samenstelling beter te kunnen uitspreken.

3 Welke woorden worden hieronder afgebeeld?

Je leest op p. - in het Kennisoverzicht de regels over het gebruik van de tussen-n en de tussen-e

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 180
TIP
+ = + = + = + = + = + = ©VANIN

©VANIN

4 Spel de volgende samenstellingen correct.

Je vindt op p.  in het Kennisoverzicht de regels over het gebruik van de tussen-s

a gebruiker + naam =

b liefde + partner = c veiligheid + schoenen = d dorp + school = e mening + verschil = f tevredenheid + score = g dorp + winkel = h landschap + schilderij =

i jongen + naam = j schoonheid + salon =

Taal: ei of ij?

Sommige woorden worden hetzelfde uitgesproken, maar anders geschreven (bv. eiken – ijken). Dat verschil wordt veroorzaakt door de afkomst van die woorden. Vroeger werd ‘ei’ meer uitgesproken als [ee] en ‘ij’ als [ie]. Inmiddels klinken beide klanken hetzelfde, maar is het verschil in spelling wel behouden.

onthouden

Er zijn geen regels die bepalen wanneer een woord met ‘ei’ of ‘ij’ geschreven wordt, dat moet je uit het hoofd leren. Wanneer je twijfelt, kun je het woord altijd opzoeken op woordenlijst.org

WOORDENLIJST

TUSSENSTOP 3 181 + = + =
TIP

5 Beluister het dictee en vul de ontbrekende woorden aan.

a Het was een echte om hem het leger te zien

b Na drie jaar huwelijk hebben ze besloten om te . Ze wilden niet langer bij elkaar

c De timmerman besloot om zijn te laten

d Het werd de afgelopen jaren meerdere keren

e Hij iedereen die in leeft.

f dieren.

g Hij noemde haar een stuk , geen wonder dat ze niet meer samen !

h Hij vindt het vreselijk om gezichtsverlies te . Hij is zeer gekwetst dat hem rond de tuin heeft geleid.

i maakte hem het dat hij nooit op thuis kwam.

j jij het brood? Dan ik het dessert.

6 Schrijf het juiste woord bij de juiste afbeelding.

lijden/leiden – berijden/bereiden – vijlen/veilen – rijken/reiken – pijlen/peilen

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 182
©VANIN

©VANIN

Taal: au of ou?

Net zoals bij het gebruik van ‘ei’ en ‘ij’, zijn er geen regels over wanneer je een woord met ‘au’ of ‘ou’ schrijft. Je moet die woorden uit het hoofd leren of opzoeken.

7 Beluister het dictee en vul de ontbrekende woorden aan.

a Wanneer je ’s morgens buiten kijkt, zie je de op het gras.

b Kom je naar huis? Ik ben vanmorgen en blijf liever niet alleen.

c Hij vroeg haar ten huwelijk met een ring, maar heeft een gelopen.

d Sommige woorden noemen we , die moet je uit het hoofd leren.

e Wanneer de herfst voorbij is, wordt het snel

f Proficiat, je bent nu weer een jaartje

! Komen je later vandaag langs om dit samen met jou te vieren?

TUSSENSTOP 3 183

g Volgend jaar wil ik een nieuwe

kopen. Mijn vader is op dat vlak een want hij is garagist!

h Er zit te veel in de soep.

i De hele wereld om het overlijden van de Queen.

j jij de was op voor je naar school vertrekt?

Woordenschat

Gebruik volgende woorden in opdrachten 8, 9 en 10.

klacht bezwaar bezwaarschrift protest vordering terugvordering schadevergoeding documentaire sitcom drama (= film)

dramatisch spectaculair mysterie (= film) mysterieus expressionisme

expressie expressief introvert extravert extravagant cultuur (verschillende betekenissen!) cultuurverschil vooroordeel cliché

8 Je krijgt enkele omschrijvingen uit Van Dale. Vul de woorden in het kruiswoordraadsel in.

a b c d e f g

h i

a in zichzelf gekeerd, weinig spraakzaam

b uiting van verzet c bovennatuurlijke waarheid als onderdeel van een geloof

d droevige reeks van gebeurtenissen

e moeilijkheid, last, beletsel, een afwijzende mening f uitdrukking, artistieke gevoelsuitdrukking

g vorm van televisiekomedie waarin de humoristische kant van het gewone leven belicht wordt door dezelfde groep personages steeds weer samen te brengen in een levensechte omgeving h informatieve film

i ongewoon en uitbundig

Welk woord heb je gevormd? Wat betekent dat woord?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 184
©VANIN

9 Kies uit de gerelateerde woorden het woord dat bij de zin past. a cliché – vooroordeel – cultuurverschil

• Het is belangrijk om te vermijden en mensen te beoordelen op basis van hun karakter en daden, niet op basis van hun uiterlijk of afkomst.

• De scène was een uit een romantische film: onder de sterrenhemel liepen ze hand in hand langs het verlichte strand.

©VANIN

• Het tussen de twee families zorgde soms voor misverstanden en verwarring, maar ze werkten hard om elkaars tradities en gewoonten te begrijpen en te respecteren.

b expressionisme – expressie – expressief

• De op haar gezicht sprak boekdelen en zonder een woord te zeggen, wist ik dat ze diep teleurgesteld was.

• De kunstenaar gebruikte verschillende kleuren en penseelstreken om een portret van de oude vrouw te creëren, waarbij hij haar diepe wijsheid en levenservaring prachtig tot uitdrukking bracht.

• Het schilderij was een perfect voorbeeld van , met zijn levendige kleuren en opvallende penseelstreken die de emoties van de kunstenaar duidelijk weergaven.

c dramatisch – spectaculair – mysterieus

• De plotselinge verandering in het weer was , met donkere wolken die zich snel samenpakten en een hevige regenbui die de straten overspoelde.

• Het vuurwerk tijdens het nieuwjaarsevenement was werkelijk , met kleurrijke explosies die de nachtelijke hemel op een adembenemende manier verlichtten.

• Het oude, verlaten landhuis aan de rand van het bos had altijd al iets , waardoor niemand durfde binnen te treden.

d klacht – bezwaar – protest

De van de buurtbewoners over de luide bouwwerkzaamheden resulteerde in een officieel bij de gemeente. Naarmate het bezwaarproces vorderde en de zorgen van de gemeenschap serieus werden genomen, begonnen ze zich voor te bereiden op een om hun standpunt kracht bij te zetten en verandering te eisen.

e extravagant – extravert – introvert

Ze waren een interessant stel: zij was , altijd op zoek naar nieuwe avonturen en het middelpunt van elk feest, terwijl hij was, genietend van rustige avonden thuis en diepe gesprekken. Hun verschillen maakten hun relatie juist zo boeiend. Voor haar huwelijk koos ze een trouwjurk met tientallen lagen tule en fonkelende juwelen. Hij deed een sober maatpak aan en genoot van alle aandacht die naar haar ging.

TUSSENSTOP 3 185

10 Bekijk onderstaande de nities.

a Welke van de onderstaande definities hoort niet bij ‘bezwaarschrift’?

 De financiële compensatie die wordt betaald aan een benadeelde partij om verlies, letsel, schade of kosten te herstellen die zijn veroorzaakt door het wangedrag of de nalatigheid van een andere partij.

 Een officieel document dat wordt ingediend om een beslissing of actie van een overheidsinstantie aan te vechten.

 Een juridische verklaring die aangeeft dat iemand juridische stappen onderneemt om een beslissing van een organisatie aan te vechten of te betwisten.

Bij welk woord hoort die definitie wel?

b Welke van de onderstaande definities hoort niet bij het begrip ‘cultuur’?

 cultuur als gedeelde waarden en normen

 cultuur als economische infrastructuur van een land

 cultuur als kunst en creatieve expressie

 cultuur als een manier van leven

Waarom koos je die?

RECEPTIEVE VAARDIGHEDEN

1 Hoe ziet de smartphone er volgens jou uit binnen twintig jaar? Wat zijn de mogelijkheden? 2

Luisteren: Al pin

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 186
©VANIN

2 Beluister het fragment en maak een mindmap of schema. Luister eventueel meerdere keren.

3 Zoek online meer informatie over de AI pin en vul het schema aan.

4 Beantwoord de vragen over het fragment.

a Welk bedrijf ontwierp de AI pin?

b Wat is het doel van de AI pin?

c Geef vier eigenschappen van de AI pin.

TUSSENSTOP 3 187
©VANIN

5 Lees de X-posts en reageer gepast met informatie uit het fragment.

Alsof onze informatie al niet genoeg gelekt wordt? De bedrijven zullen met de AI pin snel genoeg onze voorkeuren doorkrijgen. Ben ik de enige met trustissues? #AIpin #trustissues

AI pin is gewoon goedkoper dan de standaard smartphone en het kan heel veel. Bedankt om eens iets voor jongeren toegankelijk te maken. Ik ben fan. #Humane #AIpin

Love hoe de AI pin mijn voorkeuren heeft onthouden en me constant introduceert aan geweldige suggesties. Hoe doet zoiets dat?! #AIinnovatie

De AI pin belooft personalisatie, maar ik heb het gevoel dat mijn voorkeuren niet echt worden begrepen. Het lijkt alsof ik altijd dezelfde suggesties krijg. Wat is er gebeurd met diversiteit in aanbevelingen? #AIfail

Lezen: Het Nederlands heeft al genoeg woorden

Op de volgende pagina’s staan twee artikels over de invloed van de Engelse taal op het Nederlands.

6 Ga in overleg met je leerkracht aan de slag met een van de trajecten op p. 192-197.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 188
©VANIN

Engels in the language van Nederlandse vloggers

Een onderzoek naar de invloed van de Engelse taal op het taalgebruik van Nederlandse vloggers

F.M. Melchers, 2019

De Engelse taal heeft een blijvende rol gekregen in het Nederlands. Onder vele Nederlanders heerst de angst dat de verengelsing zo ver zal doordringen in de Nederlandse taal, dat het Engels uiteindelijk de standaard wordt. Onderzoek naar de verengelsing van de Nederlandse taal is echter gering en focust zich veelal op de status van het Engels. Het is daarom interessant om het gebruik van de Engelse taal in Nederland te onderzoeken en aan de hand daarvan een beeld te schetsen van de praktijksituatie van verengelsing. Deze scriptie onderzoekt de verengelsing van de Nederlandse taal aan de hand van het waargenomen taalgebruik van een jonge groep Nederlanders. Verengelsing kan in de praktijk onderzocht worden aan de hand van Engelse codewisselingen1 en leenwoorden. Volgens Edwards (2016) wordt de Engelse taal in Nederland met name door jongeren ingezet om bepaalde subculturen en -identiteiten op microniveau te construeren. Zij zouden het Engels vaker inzetten vanwege het intensieve gebruik van digitale media, met name sociale media. Een relatief nieuwe Nederlandse sociale groep, namelijk vloggers, wordt hier onderzocht. Vloggers delen hun dagelijks leven in een videodagboek met hun volgers op YouTube, waarbij ze in de camera praten tegen hen. Door de hoge mate van blootstelling aan sociale media zou hun taalgebruik hier sterk beïnvloed door kunnen zijn. Aan de hand van gesproken taal in vlogs wordt daarom gepoogd nieuw licht te werpen op de manieren waarop de Engelse taal het Nederlands beïnvloedt.

Er is een corpus opgesteld bestaande uit het taalgebruik in acht uur aan vlogs, wat in totaal tot twintig vlogs en 55 668 woorden leidde. De vlogs zijn woordelijk getranscribeerd en de aanwezige Engelse inserties zijn in tabellen uiteengezet. De onderzoeksvraag is vervolgens onderzocht aan de hand van een mixed-method approach, waarbij zowel een kwantitatieve als kwalitatieve analyse is uitgevoerd. De kwantitatieve analyse bestond uit het achterhalen van de aantallen en percentages Engelse leenwoorden en codewisselingen per vlogger en in het totale corpus. De kwalitatieve analyse focuste op de manieren waarop de inserties geïntegreerd werden en de (sociale) motivaties om Engelse leenwoorden en codewisselingen in te zetten in Nederlands taalgebruik. Deze studie beschrijft dus in hoeverre Engelse inserties in het taalgebruik van vloggers aanwezig zijn, hoe ze in de Nederlandse taal worden ingezet en wat de redenen van Engelse codewisseling en ontlening zijn.

Uit de resultaten is gebleken dat de meerderheid van de Engelse inserties in het corpus cultural borrowings2 zijn, die morfologisch (o.b.v. vorm) en fonologisch (o.b.v. klank) geïntegreerd worden in Nederlandse zinnen. Er zijn ook veel core borrowings3 aanwezig. Core borrowings worden in mindere mate geïntegreerd en worden dus vaker qua woordvorm en uitspraak direct uit het Engels overgenomen. Codewisselingen kwamen in het corpus voornamelijk intrasententieel voor in de vorm van éénwoordwisselingen.

Verder bleek uit het onderzoek dat vloggers Engelse inserties inzetten om een identiteit te construeren. Vloggers kunnen door middel van Engelse inserties affiniteit tonen met hun beroep en YouTube, maar ook met jongeren en vrouwelijkheid. Het intensieve gebruik van sociale media en de leeftijd en geslacht van vloggers blijken in dit onderzoek een rol te spelen bij het inzetten van Engelse woorden en zinnen in de Nederlandse taal.

Bron: studenttheses.uu.nl

1 Deze term wordt vaak gebruikt in de sociolinguïstiek. Het betreft hier een vorm van taalmenging waarbij tijdens een gesprek schijnbaar onbewust tussen verschillende talen of taalvarianten gewisseld wordt.

2 Een cultural borrowing is een leenwoord dat is aangenomen om een concept uit te drukken dat nieuw is in de cultuur van de ontvangende taalsprekers. (Glottopedia)

3 Een core borrowing is een leenwoord dat is aangenomen ondanks het feit dat er in de cultuur van de ontvangende taalsprekers reeds een woord voor het concept bestaat. (Glottopedia)

TUSSENSTOP 3 189
©VANIN

Het Nederlands heeft al genoeg woorden

In het Dagblad van het Noorden zag ik een ingezonden brief met daarin een veelgehoorde klacht: er worden te veel Engelse woorden gebruikt waardoor je als lezer de tekst vaak niet kunt begrijpen. De schrijver maakte zich boos over termen als ‘get hooked’, ‘expat’, ‘hoodie’, ‘rip off’, ‘infill material’, en ‘eTwinning’. Het Nederlands heeft genoeg woorden, dus waarom zouden we al die Engelse terminologie moeten gebruiken; zeker als er vervolgens een vertaling tussen haakjes achter wordt gezet?

Hoodie of hoedje

Veelal kunnen we dit soort klachten vrij gemakkelijk afdoen. Het Nederlands stikt immers van de ontleningen, niet alleen uit het Engels, maar ook uit het Frans en Latijn. Zelfs woorden die hartstikke Nederlands klinken, zoals ‘ananas’, zijn niks meer dan ontleningen, in dit geval uit een van de Tupitalen in Zuid-Amerika. Het hele idee dat we een grens kunnen en moeten leggen tussen echte Nederlandse woorden en ontleningen is dus vrij naïef.

Woorden als ‘expat’ en ‘hoodie’ vinden hun oorsprong duidelijk in het Engels, maar ze zijn inmiddels volledig onderdeel geworden van de Nederlandse taal. We hebben ook helemaal geen ‘Nederlandse’ alternatieven. Natuurlijk kunnen we nieuwe woorden uitvinden. Zo is ‘hoodie’ afgeleid van het woord ‘hood’ – de ‘ie’ is het verkleinsuffix vergelijkbaar met het Nederlandse ‘-(t)je’ –wat weer verbonden is aan het woord ‘hat’. We zouden dezelfde afleiding kunnen maken in het Nederlands en dan krijgen we iets als ‘hoedje’. Bij dat woord zul je nu misschien eerder denken aan een kleine hoed, maar als kledingwinkels maar consequent genoeg een ‘hoodie’ een ‘hoedje’ gaan noemen, weten we wellicht over twintig jaar niet beter.

En die oorsprongvariatie van ons lexicon is natuurlijk niet een eigenschap die alleen het Nederlands heeft: het is taaleigen. Elke taal verandert onder invloed van contact dat sprekers van die taal hebben met mensen die een andere taal spreken. Een woord is niet Engels, Frans, Nederlands of Tupi; een woord is een woord en we noemen het een Nederlands woord simpelweg omdat het zijn oorsprong lijkt te vinden in het Nederlands of omdat het zo lang gebruikt wordt door Nederlanders dat we niet beter weten. En als we ontleningen als ‘ananas’ prima vinden, waarom zouden we dan moeilijk doen over termen als ‘infill material’? (Voor de duidelijkheid: ‘infill material’ gaat over het opvulmateriaal dat gebruikt wordt voor kunstgrasmatten of speelplaatsen.)

Maar er is natuurlijk geen enkele reden om zo moeilijk te doen. Niet in de laatste plaats omdat er helemaal geen garantie is dat we het ooit serieus een hoedje gaan noemen. Net zoals iedereen praat over ‘sojamelk’ en niet ‘sojadrink’, ondanks dat ‘sojadrink’ de officiële benaming is. Bovendien is taal hier niet meer dan een hulpmiddel voor communicatie; als er een woord is waarmee we adequaat kunnen aangeven wat we bedoelen, als de hoorder of lezer ons kan begrijpen, dan is er geen reden om een nieuw woord uit te vinden. Daarom gaan we begrippen als ‘eTwinning’ ook niet vertalen; het is een technische benaming die voor de mensen die dat begrip gebruiken helder is. Zelfs al zouden we het vertalen, dan is uitleg nog steeds nodig, want het gaat niet om een concept waarmee de meeste mensen ooit te maken krijgen.

Dus één reden om niet te vertalen is dat er geen behoefte is aan een Nederlands woord. Een tweede is dat er geen adequate vertaling voorhanden is. Neem de uitdrukking ‘to get hooked’. Dit kan gaan over verslaving,

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 190
©VANIN

in welk geval we dus een Nederlands begrip voorhanden hebben, maar het wordt vaak heel anders gebruikt. Meestal als iemand ‘hooked’ is aan een bepaald product, dan heeft die persoon geen psychologische of fysieke verslaving, maar is hij of zij bevangen door het product, al dekt dat de betekenis ook niet helemaal. Het is straattaal, en vaak is er dan gewoon geen vertaling voorhanden die de betekenis adequaat weergeeft. Voor ingewijden is ‘hooked’ veel duidelijker dan bijvoorbeeld ‘bevangen’ of ‘verslaafd’.

Overtime of overuren

Maar dit alles wil niet zeggen dat ik het volstrekt oneens ben met de inzender van de brief. Want je kunt je natuurlijk wel afvragen waarom kranten Engelse terminologie gebruiken als Nederlandse terminologie voorhanden is. Neem bijvoorbeeld de uitdrukking ‘rip off’. In het Nederlands zouden we kunnen zeggen dat een ‘rip off’ betekent dat je bent afgezet. We hebben geen zelfstandig naamwoord dat als letterlijke vertaling fungeert, maar we kunnen ‘rip off’ dus wel probleemloos vertalen. Een begrip als ‘rip off’ vult dus helemaal geen leemte op in ons lexicon, onze woordenschat. Het

voldoet niet aan de twee eerder genoemde criteria om niet te vertalen. Hetzelfde geldt voor een begrip als ‘overtime’; of het nu gaat om voetbal (extra tijd) of werk (overuren), er zijn Nederlandse vertalingen beschikbaar en een vertaling zal voor de gemiddelde lezer beduidend inzichtelijker zijn dan het Engels.

Hoewel het Nederlands dus niet, zoals de schrijver van de brief claimt, al voldoende woorden heeft om altijd te kunnen vertalen, is er misschien wel de optie om vaker te vertalen waar nodig. Taal, en daarmee woorden, zijn zoals gezegd een hulpmiddel bij communicatie, in dit geval voor de krant om zijn lezers te informeren over het nieuws. Om dit optimaal te doen, moet de taal dus afgestemd zijn op de lezers en aangezien die lezers beter bekend zijn met het Nederlands dan het Engels zou het devies moeten zijn om te vertalen als het kan, en anders kort toelichten wat er bedoeld wordt voor hen die niet ingewijd zijn in het Engels. Wellicht dat de boze schrijver zich dan wat minder snel stoort aan de taal van de krant.

©VANIN

Bron: neerlandistiek.nl

TUSSENSTOP 3 191

Lees beide teksten en stel op basis daarvan één mindmap of schema op dat de informatie uit beide teksten bundelt. Let erop dat je een duidelijk onderscheid maakt tussen wat objectief is en wat subjectief is.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 192
©VANIN

Lees beide teksten en vergelijk ze met elkaar op verschillende vlakken.

a Zoek informatie op over beide auteurs (bv. via LinkedIn). Vergelijk hun expertise met elkaar.

b Bekijk de bronvermelding bij beide teksten. Wat vertelt die jou over het doelpubliek? Vergelijk.

c Met welk doel werden beide teksten gepubliceerd? Vergelijk.

d Vergelijk de publicatiedatum van beide bronnen. Wat leert dit jou?

TUSSENSTOP 3 193
©VANIN

e Vergelijk beide teksten inhoudelijk.

angst en frustratie

doel van Engels in Nederlands

soorten ontleningen: Wat wordt er gezegd over cultural en core borrowings?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 194
Fleur Melchers Lucas Seuren
©VANIN

Je leerkracht geeft je de opdracht om een van de teksten te lezen. Los nadien de vragen bij die tekst op.

Vragen bij de tekst van Fleur Melchers

Op niveau van de structuur

1 Bekijk deze zinnen aandachtig. Waarnaar verwijzen de gemarkeerde woorden? Kijk terug naar de tekst om de context te bepalen.

a Onder vele Nederlanders heerst de angst dat dit zo ver zal doordringen in de Nederlandse taal, dat het uiteindelijk de standaard wordt.

b Zij zouden het Engels vaker inzetten vanwege het intensieve gebruik van digitale media, met name sociale media.

c Door de hoge mate van blootstelling aan sociale media zou hun taalgebruik hierdoor sterk beïnvloed kunnen zijn.

d Deze studie beschrijft dus in hoeverre Engelse inserties in het taalgebruik van vloggers aanwezig zijn, hoe ze in de Nederlandse taal worden ingezet en wat de redenen van Engelse codewisseling en ontlening zijn.

Op niveau van het woord

2 Welk woord wordt gebruikt in de tekst?

a uiteenzetting, thesis:

b norm:

c hevig, sterk:

d proberen:

e woordelijk neerschrijven:

f verzameling:

g beperkt:

h tamelijk, redelijk:

i verwantschap, aantrekkingskracht:

j in een zin:

Op niveau van de inhoud

3 Leg in je eigen woorden uit waarom het onderzoek van Melchers baanbrekend is.

TUSSENSTOP 3 195
©VANIN

4 Op welke manier draagt het Engels bij aan het construeren van een sociale identiteit bij jongeren?

5 Op welke manier is het onderzoek van Melchers drieledig?

6 Tot welk type onderzoek behoort onderzoek waarbij data verzameld worden aan de hand van intensieve gesprekken met een tiental mensen? Leg uit.

7 Waarom zouden core borrowings minder aangepast zijn aan de Nederlandse morfologie en fonologie dan cultural borrowings?

Vragen bij het artikel van Lucas Seuren

Op niveau van de structuur

1 Bekijk deze zinnen aandachtig. Waarnaar verwijzen de gemarkeerde woorden? Kijk terug naar de tekst om de context te bepalen.

a De schrijver maakte zich boos over termen als ‘get hooked’, ‘expat’, ‘hoodie’, ‘rip off’, ‘infill material’, en ‘eTwinning’.

b Het Nederlands heeft genoeg woorden, dus waarom zouden we al die Engelse terminologie moeten gebruiken; zeker als er vervolgens een vertaling tussen haakjes achter wordt gezet?

c Maar er is natuurlijk geen enkele reden om zo moeilijk te doen. Niet in de laatste plaats omdat er helemaal geen garantie is dat we het ooit serieus een hoedje gaan noemen.

d Zelfs al zouden we het vertalen, dan is uitleg nog steeds nodig, want het gaat niet om een concept waarmee de meeste mensen ooit te maken krijgen.

e Hetzelfde geldt voor een begrip als ‘overtime’.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 196
©VANIN

Op niveau van het woord

2 Welk woord wordt gebruikt in de tekst?

a woordenlijst:

b uitwijkmogelijkheid:

c deugdelijk, behoorlijk:

d systematisch:

e opmerkelijk:

f overweldigd zijn:

g zekerheid:

h begrip, idee:

i geheel, helemaal:

j beweren:

Op niveau van de inhoud

3 Welke argumenten gebruikt Seuren om de klacht van de briefschrijver te weerleggen?

4 Hoe rechtvaardigt Seuren het gebruik van woorden als ‘expat’ of ‘hoodie’ in het Nederlands?

5 In welke gevallen pleit Seuren voor het gebruik van een Nederlands alternatief boven het Engelse woord?

UITDAGING: THEATER EN TELEVISIE

Geen verdere vragen, edelachtbare

1 Heel wat acteurs acteren zowel in het theater als op televisie (of in lms). Wat zijn volgens jou de belangrijkste verschillen tussen die twee vormen van acteren?

TUSSENSTOP 3 197
3 ©VANIN

2 Je leest hier delen van interviews met twee Vlaamse acteurs over het verschil tussen televisie en theater. Ga op zoek naar verschillen die bij opdracht 1 nog niet aan bod kwamen. Markeer ze.

Mededelingenblad van de Leuvense Germanisten

Papa is toneel gaan spelen

Kwinten Van Heden (promotie 2006), acteur en leraar

Het ene ogenblik staat hij voor de klas om middelbare scholieren Nederlands en Frans te leren, het andere staat hij in de schijnwerpers. Kwinten Van Heden combineert al enkele jaren lesgeven met zijn jeugdpassie, acteren. Een rol in Vlaanderens populairste soap Thuis en een resem knappe theaterprestaties prijken op het palmares van deze germanist. Vol passie vertelt hij over zijn verleden, heden en toekomst als acteur en over de impact van zijn fysieke beperking op zijn carrière.

Dat vervelende kereltje

Van Heden schitterde enkele maanden in de welbekende soap Thuis. ‘Stijn’ was een volledig nieuw personage dat de producenten en de scenaristen op maat van Van Heden gecreëerd hebben. Meestal is het zo dat ze eerst een rol uitschrijven en daarna mensen vragen om auditie te doen, maar bij Van Heden ging het andersom. Stijn werd opgevat als een irritant kereltje en dat was een bewuste zet van de makers van Thuis. Van Heden is immers een acteur met een beperking en zo iemand wordt meestal voorgesteld als vriendelijk en sympathiek. Maar het team achter de soap wilde dat cliché doorbreken en tegelijk ook spanning creëren. Zijn broer in de reeks, gespeeld door Jelle Cleymans, was een vrij sympathiek figuur en Van Heden moest alles doen kantelen. Zijn personage confronteerde het publiek met drie te overwinnen drempels. Om te beginnen vraagt een nieuw personage in een soap altijd om aanpassing van het publiek. Dit keer had dat personage bovendien een beperking, wat voor veel kijkers nieuw en zelfs vreemd was. Ten slotte bleek Stijn ook nog een verschrikkelijk vervelende kerel te zijn. Kortom, Van Heden werd er niet meteen populair door. Wanneer hij over straat liep, begonnen mensen hem soms zomaar uit te schelden. ‘Je hoopt dat het publiek het onderscheid tussen fictie en realiteit maakt, maar dat is niet altijd het geval.

©VANIN

Bepaalde Thuis-fans gaan zo mee in het verhaal dat ze er niet bij stilstaan dat ik een rol speel.’ Verrassend veel kijkers geloofden dat Van Heden ook echt een vervelend kereltje was.

Theater en televisie

Bij theater ligt dat volgens hem helemaal anders. Mensen komen namelijk bewust naar theatervoorstellingen kijken en verplaatsen zich daar ook voor. Na een toneelopvoering krijgt Van Heden ook meteen reactie op zijn prestatie, terwijl hij bij Thuis maanden moest wachten op feedback. Een ander groot verschil tussen televisie en theater is dat een theateracteur drie à vier maanden kan werken aan een personage. Thuis wordt echter elke dag uitgezonden en dat betekent dat soapacteurs per dag het equivalent aan scènes van een volledige aflevering moeten draaien. Bijgevolg hebben ze amper vijfentwintig minuten om een scène te repeteren en op te nemen.

Van Heden heeft al heel wat personages gespeeld. Hij wordt niet enkel gecast voor rollen waarin zijn beperking centraal staat. Bij Wit is altijd schoon, bijvoorbeeld, zit er een gat in het podium, waardoor zijn benen niet zichtbaar zijn. Pas wanneer hij rechtstaat om te buigen, merkt het publiek zijn beperking op. In andere stukken wordt die bewust wel ingepast in het concept. Volgens Van Heden biedt theater veel meer artistieke vrijheid, waardoor zijn fysieke toestand geen verklaring vereist. ‘Op het podium kan alles. Daar staat de ultieme verbeelding centraal. Op televisie wordt meestal wat meer uitgelegd aan het publiek.’ Voor Thuis werd zelfs speciaal een verhaallijn geschreven rond de oorzaak van Stijns beperking. Voor Van Heden is het minder eenvoudig om gecast te worden voor een televisieprogramma omdat dat medium een veel strakker stramien heeft en zo strak getimed is.

Bron: alum.kuleuven.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 198
Shana Houben | Tine Naegels | Anouk Scheers | Joachim Seurynck © Christophe Ketels

Bron: www.standaard.be

TUSSENSTOP 3 199
©VANIN

3 Bekijk de fragmenten van Assisen V: De pizzamoord en lees de korte inhoud.

Schuldig of onschuldig? U beslist.

Na vier theatervoorstellingen en drie interactieve online edities, kon een vijfde jubileumeditie niet uitblijven. Beslis weer over het lot van de beklaagde.

Bieke Ilegems kruipt opnieuw in de rol van de advocate van de beklaagde en Erik Goossens verdedigt de belangen van het openbaar ministerie. Ook Frans Maas is trouw op post als de voorzitter van het hof.

Procureur Vandaele (Erik Goossens) en advocate Devos (Bieke Ilegems) slijpen de messen en maken zich klaar voor een vijfde assisenzaak getiteld: De pizzamoord. Op 18 juli wordt de flamboyante en beruchte radio-dj Vincent Boulanger, beter bekend als Vince Prince, vermoord teruggevonden. Toxicologisch onderzoek wijst uit dat hij om het leven werd gebracht door een vergiftigde pizza.

Beklaagde Catherina Verhoeven, de zelfverklaarde buitenechtelijke dochter van Vince Prince, schreeuwt haar onschuld uit. Zij zocht enkel contact met het slachtoffer om hulp te vragen voor haar zieke moeder. En wat met de verongelijkte Waldemar De Cloet? Na het succes van Radio Nova heeft hij geen cent gezien, iets waar hij als medeoprichter zeker recht op had. Was dat reden genoeg om tot moord over te gaan? Kan advocate Devos de jury aan het twijfelen brengen en hen van nieuwe inzichten overtuigen of weet procureur Vandaele de beklaagde door onverwachte plotwendingen in de val te lokken?

Uiteindelijk beslist de jury over het lot van Catherina Verhoeven en die jury … dat bent u.

‘Het succes is te danken aan de sterke cast’ – Gazet van Antwerpen

Bron: www.elckerlyc.be

a Spreekt deze voorstelling jou aan? Geef minstens twee relevante argumenten.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 200
© Backstage Producties2023 ©VANIN

b Assisen V: De pizzamoord is een interactief toneelstuk. Welke implicaties heeft het betrekken van het publiek bij het stuk volgens jou?

©VANIN

c Je hoort op welke manier de stemming van de jury in de zaal georganiseerd wordt. Welke andere manieren zouden ook mogelijk zijn?

d* Ken je theater- of televisieproducties die ook interactief zijn?

De televisiereeks Assisen (zie ook Les 12) vertoont veel gelijkenissen met deze theaterreeks.

4 Bekijk de trailer en geef drie overeenkomsten.

5 Merk je een verschil in stijl op tussen het theaterstuk en de televisiereeks?

6 Lees de informatie over het doorbreken van de vierde wand.

In theater is de vierde wand een stilzwijgende afspraak tussen publiek en spelers waarbij de acteurs doen alsof het stuk zich afspeelt tussen vier muren en waarbij het publiek door een muur naar binnen kan kijken. Deze afspraak plaatst spelers en publiek in gescheiden werelden. Tegenwoordig zoeken theatergroepen ook naar andere theatervormen die de vierde wand doorbreken en het publiek dus bij de voorstelling betrekken.

Bron: www.ensie.nl

Onderweg

TUSSENSTOP 3 201

a Op welke manier wordt de vierde wand doorbroken in Assisen V: De pizzamoord?

b Gebeurt dit op dezelfde manier in de televisiereeks Assisen?

c Wat is het effect van het doorbreken van de vierde wand bij De pizzamoord en Assisen?

d Ken je andere televisieformats waarbij het publiek een rol vervult?

7 Wat spreekt jou het meest aan: de theatervoorstelling of de televisiereeks? Bespreek dit in een tiental zinnen en geef daarbij minstens drie argumenten.

Assisen: theater of televisie?

De Kwetsbaren

Assisen haalde de mosterd bij de theaterreeks, maar uiteraard laten toneelschrijvers zich ook soms inspireren door televisiereeksen of films.

8* Bekijk de korte trailer van De Kwetsbaren van fABULEUS.

a Welk gevoel heb je na het bekijken van de trailer?

b Waarover gaat het stuk, denk je?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 202
©VANIN

9 Bekijk nu de reportage van 100% Cultuur over De Kwetsbaren.

a Leg aan de hand van vier kernwoorden uit waarover het stuk gaat.

b Zou je dit toneelstuk willen bekijken? Geef twee argumenten.

10 Beluister dit fragment uit De Kwetsbaren. a Welke personages hoor je?

b Voelt het hoofdpersonage zich comfortabel met de positie waarin ze zit?

c Welk gevoel heb jij tegenover dit hoofdpersonage?

d Doet De Kwetsbaren je aan specifieke televisiereeksen of films denken? Zo ja, leg uit.

11 De centrale vraag in De Kwetsbaren is:

Wat bepaalt dat iemand het verdient om te leven en wie ben jij om dat te bepalen?

TUSSENSTOP 3 203
©VANIN

a Probeer een antwoord te formuleren op het eerste deel van de vraag. Hoe zou jij dus te werk gaan als jij het hoofdpersonage was?

b Kun je ook het tweede deel beantwoorden?

12 Scan de pagina en duik in de wereld van De Kwetsbaren (rechtsboven). Bekijk de verschillende personages via het luik ‘De spelers’. Wie zou jij laten leven?

a Noteer eerst twee namen van personages die van jou zeker mogen overleven. Geef per personage telkens twee argumenten.

personage 1

personage 2

b Welke twee personages zou jij eerst laten sterven? Geef opnieuw twee argumenten.

personage 1

personage 2

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 204
©VANIN
PERSONAGES

c Leg jouw bevindingen naast die van een medeleerling en kom samen tot een nieuwe lijst van twee overlevers.

personage 1

©VANIN

personage 2

d* Bespreek dit nu klassikaal. Kunnen jullie bepalen wie overleeft? Welke factor gaf de doorslag?

13 Speel samen met de klas Tussen twee vuren. Slaag jij er met jouw team in om het verhaal tot een goed einde te brengen?

Verdieping: de aanhouder wint

Stel dat jij opgesloten zit in een van de kamers. Hoe zou jij O ervan proberen te overtuigen om jou te laten leven?

Je krijgt welgeteld 60 seconden de tijd om O te overtuigen.

STAP 1 Beantwoord deze vragen om je goed voor te bereiden.

a Wie ben je?

b Wat eet je graag?

c Wat is je favoriete muziek?

d Wat is je favoriete film?

e Wat wil je later worden?

f Wat kun je niet missen?

g Wat kun je bijzonder goed?

h Wat is je grootste geheim?

i Wat betekent ultieme quality time voor jou?

j Wat is je droombestemming?

k Wat wil je nog bereiken in je leven?

l Wat betekent geluk voor jou?

m Wie is jouw celebrity crush?

n Waarom moet jij overleven?

STAP 2 Werk jouw antwoorden nu uit tot een overtuigende tekst van maximaal 60 seconden. Praat je langer, dan overleef je sowieso niet.

STAP 3 Oefen je tekst en time goed. Je wilt zo veel mogelijk argumenten gebruiken, maar je wilt zeker niet te lang praten.

STAP 4 Bekijk de evaluatiematrix aandachtig om je tekst bij te schaven. Let op! Je presenteert alsof je een personage in De Kwetsbaren bent. Pas je intonatie, mimiek en gestiek dus aan deze dramatische context aan.

TUSSENSTOP 3 205

Evaluatiematrix – Spreken: overlevingsspeech

inhoud

Je speech is duidelijk opgebouwd en je geeft relevante argumenten om als overlever gekozen te worden.

correctheid

Je taalgebruik is nagenoeg foutloos. Je gebruikt de standaardtaal en je uitspraak is correct.

duidelijkheid

Je articuleert duidelijk en je spreektempo en -volume zijn ideaal.

Je speech is duidelijk opgebouwd. OF Je geeft relevante argumenten om als overlever gekozen te worden.

Je maakt enkele taalfouten. EN/OF Enkele klanken of woorden die je gebruikt, behoren tot de tussentaal, het dialect …

Je articuleert meestal goed, maar af en toe ben je minder duidelijk verstaanbaar. OF Je spreektempo en/of -volume zijn niet altijd aangepast. Je praat dus soms te snel/traag en/of te luid/stil.

Je speech is niet duidelijk opgebouwd en de argumenten die je geeft, zijn niet relevant.

Je maakt meermaals taalfouten en de klanken en woorden die je gebruikt, behoren vaak tot de tussentaal, het dialect …

Je bent moeilijk verstaanbaar omwille van een onduidelijke articulatie. EN Je spreektempo en/of -volume zijn vaak niet aangepast. Je praat dus vaak te snel/traag en/of te luid/stil.

aantrekkelijkheid

Je presenteert expressief (in intonatie, mimiek en gestiek) en dramatisch.

Aanvullende commentaar:

Je presenteert redelijk expressief (in intonatie, mimiek en gestiek), maar je kunt nog overtuigender of dramatischer overkomen.

Je presenteert niet attractief. Je past je intonatie, mimiek en gestiek niet aan de opdracht aan.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 206 GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE
©VANIN

Je kent het belang van naamgeving 1

Je kent de geschiedenis van de voornamen 2

Voornamen ©VANIN

Je kent taalkundige regels in verband met hoofdletters 3

Je kunt een luistertekst in een schema gieten 4

Je kunt een spreekoefening over voornamen voorbereiden en uitvoeren 5

ONOMASTIEK OF NAAMKUNDE

De wetenschap die zich bezighoudt met het onderzoek naar namen heet onomastiek of naamkunde Die studie onderzoekt waar namen vandaan komen, hoe ze evolueren en hoe, waar, waarom en wanneer ze zich verspreiden. Deze wetenschap valt uiteen in twee grote domeinen:

• antroponymie: Grieks α νθρωπος ánthropos = mens, ονυμα ónuma = naam = studie van voor- en familienamen

• toponymie: Grieks τόπος tópos = plaats, ονυμα ónuma = naam = studie van plaatsnamen

1 Waarom houdt de taalkunde zich bezig met de studie van namen? Wat kun je dus uit namen a eiden?

Je hoort zo meteen een uiteenzetting over de geschiedenis van onze voornamen. Je komt te weten wanneer welke soort voornamen populair werd en waarom. Per soort krijg je ook enkele voorbeelden van voornamen.

1* Als je weet dat je naar een stukje geschiedenis gaat luisteren, hoe ga je de gegeven informatie dan noteren? Welke schema’s ken je?

les
WAAR KOMEN ONZE VOORNAMEN VANDAAN? EEN KLEINE GESCHIEDENIS …
1 2 16
LES 16 VOORNAMEN 207

Je beluistert nu het fragment over de geschiedenis van onze voornamen.

2 Probeer nu op basis van jouw schema de kolom ‘taalkundige oorsprong’ in onderstaand schema aan te vullen. Plaats ook de namen bij de juiste periode in de kolom ‘voorbeelden’.

Kies uit: Adelbert – Charlotte – Diederik – Esther – Femke – Gerhard – John – Jozef – Judith – Kelly –Kimberley – Laurentius – Mark – Martijn – Pieter-Jan – Shakira – Stefanos

taalkundige oorsprong voorbeelden

5e eeuw –1100 gedomineerd door kenmerken:

middeleeuwen (1100 –1500)

periode: kenmerken:

populariteit te danken aan: 1500 –1950 periode van kenmerken:

periode: kenmerken:

20e –21e eeuw

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 208
©VANIN

VOORNAMEN IN UITDRUKKINGEN

1 In heel wat Nederlandse uitdrukkingen vind je voornamen. Vul telkens de juiste voornaam in op basis van de context.

aagje – Abraham – benjamin – casanova – frans – harry – Hein – hendrik – jakob(a) – jantje – joost – klaas – lolita – Mina – nestor – piet (2x) – Sara – thomas – xanthippe

Krijgen de namen in de uitdrukkingen een hoofdletter?

De regel is dat (eigen)namen die een algemene betekenis hebben gekregen en niet meer als naam fungeren, een kleine letter krijgen. Maar… soms blijft de hoofdletter wél behouden.

Naar: onzetaal.nl/taaladvies

a De vragen tijdens de quizavond van onze jeugdbeweging gingen over sport. Gelukkig zijn mijn teamgenoten grote sportliefhebbers, want ik kon geen enkele vraag beantwoorden. Ik zat erbij voor snot.

b De jongste van de familie wordt ook de genoemd; de oudste is de

c Buitenshuis is hij altijd de vrolijke , maar eens hij thuis is, zeurt hij op alles.

d Na een verloving van drie jaar trouwde Nina met haar ware

e De eerste feministen werden ook Dolle genoemd.

f Voor die kerel moet je oppassen; hij verleidt als een ware iedere vrouw die hij tegenkomt.

g Laat Michel gerust je schilderwerken uitvoeren. Hij is zo’n secuur dat je zeker tevreden zult zijn met het resultaat.

h Zo’n turnoefeningen zijn niet aan mij besteed. Ik ben echt een houten als het op dansen en radslagen aankomt.

i Met hoeveel bewijzen dien ik nog af te komen voor je me gelooft, jij ongelovige !

j Ik had me een leuke wandeltweedaagse met Ilyas voorgesteld, maar die brave liep keurig het parcours af zonder maar even van de route af te wijken.

k Jouw vader heeft heel wat invloed in dit bedrijf; ik wist niet dat hij zo’n hoge was.

l Gelukkig passeerde je zus toen ik daar met mijn platte band langs de weg stond. Ik wist niet dat zij zo’n handige was.

m In Japan lopen heel wat ’s in opvallende outfits rond.

n Als een man of vrouw vijftig jaar wordt, dat heeft hij en zij gezien.

o Zij wil steeds alles weten, wat een nieuwsgierig

p Waar mijn laarzen naartoe zijn, geen idee. Dat mag weten.

q Dat magere nog maar heel wat jaartjes wegblijft; ik wil zeker honderd jaar worden.

r Ai, ai … ik heb mijn taak van Nederlands te laat ingediend. Mijn leerkracht zal mij weer als een ware de les spellen.

LES 16 VOORNAMEN 209
TIP
3
©VANIN

PSEUDONIEMEN

Een pseudoniem (Oudgrieks: ψευδώνυμον, letterlijk ‘valse naam’), alias (Latijn) of schuilnaam is de aangenomen naam van een of meer personen die duidelijk afwijkt van de corresponderende persoonsnaam of persoonsnamen. Het pseudoniem is een zelfgekozen naam en bestond al voor de uitvinding van de boekdrukkunst.

Soms verwijst een pseudoniem als anagram of palindroom naar de echte naam van de kunstenaar, zoals de beroemde striptekenaar Marc Sleen voor Marcel Neels. Ook kan het pseudoniem verwijzen naar een hoedanigheid van de persoon, zoals Multatuli, Latijn voor ‘ik heb veel geleden’, een pseudoniem van de Nederlandse auteur Eduard Douwes Dekker, of naar een beroep, zoals de zanger Lee Towers voor Leen Huizer, die van beroep torenkraanmonteur was

Naar: nl.wikipedia.org

1* Welke redenen ken je om een schuilnaam te nemen?

2 Waarom kozen onderstaande personen voor een pseudoniem, denk je?

pseudoniem reden

a Johan Waem veranderde zijn naam in Danzel

b meer van zulke initiatieven!

@DeWittePostduif

c In de 19e eeuw publiceerde de feministe

Amandine Dupin onder haar schrijversnaam George Sand

d Anna Mae Bullock is beter bekend als Tina Turner

e De Canadese Eileen Regina Edwards veranderde haar naam in Shania Twain. Haar familienaam heeft ze te danken aan haar stiefvader, een Ojibwa-Indiaan. Haar voornaam zou in de taal van de Ojibwa-Indianen ‘ik ben onderweg/op weg’ betekenen.

f Nicolas Cage werd geboren als Nicolas Coppola

g good4u@hotmail.com

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 210
4
©VANIN

3

Welke artiest schuilt er achter deze namen?

a Charlotte Emma Aitchison

b Peter Gene Hernandez

c Norma Jean Baker

d Destiny Hope Cyrus

e Katheryn Elizabeth Hudson

f Ella Yelich-O’Connor

g Jelena Hadid

h Mark Sinclair Vincent

i Reginald Kenneth Dwight

j Katrien Verbeeck

Je geeft een presentatie voor de klas waarin je je naam voorstelt met behulp van je geboortekaartje. Je bespreekt vervolgens je eigen naamvoorkeuren en sluit je presentatie af met een zelf ontworpen geboortekaartje voor ‘je zoon’ en ‘je dochter’.

Voorbereiden

1 Vul de vragenlijst over je eigen naam in. Vraag eventueel uitleg aan je ouders.

a Wat vind je mooi/lelijk aan je naam?

b Wat betekent je naam?

c Hoe/Waarom hebben je ouders net die naam voor jou gekozen?

d Weet je ook tussen welke namen ze twijfelden of welke naam je gekregen zou hebben als je van het andere geslacht was?

e Hoe heet/heten je broer(s) en/of zus(sen)? Wat vind je van hun namen? Passen ze samen? Zit er een systeem in? Worden namen volgens een bepaalde traditie gekozen in jouw familie?

f Welke voornaam zou je jezelf geven? Waarom?

g Heb je ooit een bijnaam gehad? Welke? Hoezo?

2 Beantwoord voor jezelf volgende vragen.

a Wat vind je van de huidige trend om een kind een zo origineel mogelijke naam te geven?

b Ken je geslaagde of minder geslaagde voorbeelden van originele namen?

c Hoe heten je huisdieren? Hoe kom je op hun naam? Stel dat je twee katten of honden krijgt: hoe zou je ze noemen? Waarom?

d Stel dat je een artiestennaam voor jezelf moet verzinnen, hoe zou die luiden? Waarom kies je voor die naam?

e Welke namen zou jij voor je kinderen kiezen? Kies een jongens- en een meisjesnaam. Waarom zou je die namen kiezen? Wat vind je er mooi aan? Zeg ook waar je die namen vandaan hebt. Ga op het internet op zoek naar de betekenis van jouw gekozen voornamen.

LES 16 VOORNAMEN 211
Marilyn Monroe Bruno Mars Elton John Lorde Gigi Hadid Katy Perry Vin Diesel Kate Ryan Charli XCX Miley Cyrus SPREKEN: IK EN MIJN VOORNAAM
5 ©VANIN

Plannen

3 Ontwerp een geboortekaartje voor ‘je zoon’ en ‘je dochter’. Uit je ontwerp moet de betekenis van de naam afgeleid kunnen worden.

a Zoek of maak voor beide namen een passende illustratie waaruit de betekenis van de naam afgeleid kan worden.

b Gebruik die illustraties om voor elke naam een origineel geboortekaartje te ontwerpen.

4 Maak een PowerPointpresentatie om je spreekopdracht te ondersteunen.

©VANIN

TIP

Geef je presentatie op basis van vijf slides.

• slide : jouw geboortekaartje

• slide : informatie over je naam (zie stap )

• slide : naamvoorkeuren (zie stap )

• slide : eigen ontwerp geboortekaartje jongen (zie stap )

• slide : eigen ontwerp geboortekaartje meisje (zie stap )

Spreken

5 Oefen je presentatie in.

• In de inleiding zeg je kort waarover je presentatie gaat en misschien geef je al een kleine teaser.

spreken

• In het midden beantwoord je de vragen (zie stappen 1 en 2). Je motiveert ook je antwoorden. Licht eventueel ook toe waarom je bepaalde vragen niet kon beantwoorden. Ondersteun je boodschap met je PowerPointpresentatie.

• In je slot vat je de belangrijkste informatie even samen. Je kunt opnieuw verwijzen naar je teaser. Tot slot bedank je je publiek voor de luisterbereidheid.

Reflecteren

6 Ga na of je presentatie voldoet aan de vereiste criteria op p.  en pas je presentatie aan waar nodig.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 212

Evaluatiematrix – Spreken: ik en mijn voornaam

volledigheid

Je presentatie bevat een inleiding, een midden en een slot.

In je presentatie:

- beantwoord je de opgegeven vragen;

- motiveer je je antwoorden;

- toon je je geboortekaartjes;

- vertel je je verhaal aan de hand van vijf slides.

duidelijkheid

- Je praat duidelijk en luid genoeg.

- Je articuleert voldoende.

Wat je vertelt, is duidelijk qua inhoud.

aantrekkelijkheid

Je komt verrassend/creatief/ boeiend uit de hoek.

Je PowerPointpresentatie is verzorgd en mooi vormgegeven.

correctheid

- Je taalgebruik is foutloos.

- De zinsbouw klopt steeds.

- Je hebt een mooie uitspraak.

Eén van de vier gevraagde onderdelen ontbreekt in je presentatie.

©VANIN

Aanvullende commentaar:

- Je praat niet luid genoeg. - Je articuleert onvoldoende.

Wat je zegt, is inhoudelijk niet altijd even duidelijk.

Je presentatie heeft geen duidelijke opdeling in inleiding, midden en slot.

- Je beantwoordt nauwelijks de opgegeven vragen en je motiveert onvoldoende.

- Je hebt geen geboortekaartjes getoond.

- Je hebt geen PowerPointpresentatie gemaakt.

- Je praat veel te stil. Je publiek hoort niet wat je zegt.

- Je articuleert niet.

Je praat erg onsamenhangend. Het is inhoudelijk niet duidelijk wat je allemaal vertelt.

Je brengt een goed verhaal, maar het kon verrassender/ creatiever/boeiender.

Je PowerPointpresentatie is verzorgd maar oogt te sober / te druk.

- Je mondelinge presentatie bevat geen zware taalfouten.

- De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd.

- Let op een correcte uitspraak.

Je hebt nauwelijks of geen werk gemaakt van je presentatie.

Je hebt geen werk gemaakt van je PowerPointpresentatie.

- Je mondelinge presentatie bevat veel fouten.

- Door de vele taalfouten is de boodschap moeilijk te begrijpen.

LES 16 VOORNAMEN 213 GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE

Ieder jaar opnieuw worden de populairste jongens- en meisjesnamen van het jaar bekendgemaakt. Al jaren staan Arthur, Lucas en Louis hoog in de ranking bij de jongens; Emma, Olivia en Louise regeren bij de meisjes. Daaruit kun je besluiten dat veel ouders erg traditioneel zijn in de keuze van een voornaam. Maar is dat altijd zo?

Bijzondere namen

1 Bekijk de reportage uit Man bijt hond en achterhaal waarom de geïnterviewde ouders speci ek voor de namen van hun kinderen kozen.

Damascus uit lied Party to Damascus van Missy Elliot = hoofdstad van Syrië

Oberon

Lancelot Lohengrin Iphigenia = koning der elfen = graalridder = graalridder = dochter van Agamemnon (Griekse tragedie)

La Vie Jolie

Destiny

= la vita = het leven = bella = mooi

De cirkel is compleet voor het gezin. = eindbestemming

De naam als modeverschijnsel

Voornamenexperte Annelies Somers heeft als archivaris van het Rijksarchief alle Belgische voornamen sinds de 12e eeuw gebundeld. Zij ziet sommige namen terugkomen, omdat mensen hun kind naar hun idool vernoemen. Maar dat is aan het keren, stelt ze vast. Het zijn niet langer de bekende Vlamingen wier naam we aan onze kinderen geven, wel de namen van hun kinderen. Zo is er het oudste zoontje van Kim Clijsters, Jack – een naam die het al enkele jaren goed doet. Ook de zoon van Karen Damen, Sky –vóór zijn geboorte allesbehalve een bekende naam in Vlaanderen – kreeg sinds zijn geboorte al heel wat opvolgertjes.

Daarnaast ziet Somers een andere trend, die je gerust de ‘facebookisering’ van de voornaamkeuze kunt noemen. ‘Vroeger waren er voornamen die een hype werden door iemand op televisie, in de showbizz, in de sport’, zegt ze. ‘Denk aan de generatie jongens in de jaren zeventig van de vorige eeuw die Bjorn werden dankzij ABBA – en in het verlengde daarvan andere Scandinavische namen. Nu is het referentiekader van ouders in spe anders. Ze pikken overal namen op, en zeker op Facebook en andere sociale media. Mensen zien een naam en vinden die origineel. Jammer genoeg zijn er dan héél veel mensen die hetzelfde idee hebben en dan zijn er plots veel kinderen met dezelfde naam. Namen die in deze ranking voorkomen zijn: Liam, Finn, Lewis, Noah en Mathis. Opeens schieten die namen naar de top van de voornamenlijsten, schijnbaar zonder enige aanleiding. Maar ze verdwijnen meestal ook vrij snel.

Zij zullen geen all time classic worden zoals Lucas of Emma.’

Naar: www.hln.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 214
WAAR HALEN OUDERS INSPIRATIE VOOR DE VOORNAMEN VAN HUN KINDEREN VANDAAN? naam reden
6
©VANIN

2 Welke inspiratiebronnen staan in het artikel op de vorige pagina vermeld? Kun je telkens een voorbeeld geven?

©VANIN

Humor

3 Achterhaal opnieuw waar de ouders de inspiratie vandaan haalden bij de naamkeuze voor hun kinderen. Maar … welk gevaar schuilt er in die combinaties?

‘Ah, Adam waar is uw Eva?’. Michel Adam was het zo beu die vraag te krijgen, dat hij besloot zijn dochter zo te noemen. ‘We hoorden die naam eigenlijk heel graag, mijn vrouw was er ook onmiddellijk voor gewonnen’, vertelt Michel. Eva zelf stoort er zich niet meer aan. ‘Toen ik kind was, viel die naam wel eens tegen. Op kamp zongen de andere kinderen eens tien dagen lang Adam en Eva zitten in een tonnetje Maar nu vind ik het eigenlijk gewoon een mooie naam.’

Zussen Annemie en Rozemie De Blieck hadden geen aap die Choco heette, maar wel een papegaai met de naam Coco. ‘Behalve het feit dat we ook een papegaai hadden, hadden we eigenlijk niets met Jommeke. Onze ouders hebben ons ook niet bewust zo genoemd. Mijn moeder hoorde graag de naam Rozemie. Ze vond het wel mooi klinken naast Annemie.’ Voor de zussen was het niet altijd even leuk om als Annemieke en Rozemieke door het leven te gaan. Rozemie: ‘Mensen vragen me vaak of ik geen zus heb die Annemie heet en dan geloven ze je niet. Als kind vond ik dat vervelend, maar nu lachen we daarmee.’ Als kind had Annemie zelfs zo’n grote aversie van de vraag dat ze weigerde om Jommeke te lezen.

LES 16 VOORNAMEN 215

Hij speelt geen gitaar en heeft geen kroezelhaar. Maar Jimmy Hendrikx dankt wél zijn naam aan Amerikaanse gitaarheld Jimmy Hendrix. Papa Luc Hendrikx vond de naam origineel. ‘Ik ben eigenlijk niet zo’n fan van de artiest. Toen Jimmy geboren werd, kregen we als cadeau een cd van hem. Ik heb die nooit veel beluisterd, het ging me vooral om de naam.’

En Jimmy, die wordt er natuurlijk constant op aangesproken. ‘Maar soms is het vervelend dat ik geen “serieuze” naam heb. Ik volgde de opleiding Journalistiek en moest iemand interviewen. Die reageerde ongelovig toen ik zei wie ik was, ik kreeg het antwoord dat hij Elvis Presley heette en smeet de telefoon neer.’

©VANIN

en Rozemie

Lang voor The Lord of the Rings furore maakte in de cinemazalen, verslond Gerda Achtergaele de trilogie van Tolkien. Zo kwamen haar drie zonen aan hun uitzonderlijke namen: Legolas, Aragorn en Faramir Goethals. Toeval of niet, de keuze van de namen heeft een effect gehad op de jongens hun karakter. ‘Legolas is de gevoelige en koppige van de drie. Een beetje zoals de elf. Aragorn is meer een leiderstype en Faramir is nuchter en kunstzinnig.’ De jongens zelf vinden het best wel cool. Legolas: ‘Mensen reageren zelfs jaloers. Of met ongeloof, zo moest ik in Groot-Brittannië wel eens mijn paspoort tonen.’

TRAJECT NEDERLANDS 6 TAALINZICHT 216
Naar: www.hln.be
gevaar
naam reden
Eva Adam Annemie

Andere inspiratiebronnen

4 Probeer op basis van de citaten te achterhalen hoe mensen nóg geïnspireerd geraken bij de keuze van de voornamen van hun kinderen. Vul de lijst aan met eigen voorbeelden.

a West-Vlaamse ouders zijn creatief met A, L, E en X. De negende telg van de familie kreeg net als haar acht andere broertjes en zusjes een naam met deze letters.

b In de familie zijn er al generaties lang gouden manchetknopen met de initialen J.M., die gedragen worden van vader op zoon.

c Zijn grootvader betekende veel voor mijn man en we vonden het een superidee om onze dochter René te noemen, want de naam betekent letterlijk ‘wedergeboorte’.

d Ons kleine meisje keek ons aan met een zalige glimlach rond haar lippen. We besloten haar meteen Ibtissam te noemen.

e Na vele jaren werden we de trotse ouders van Dieumerci.

LES 16 VOORNAMEN 217
citaat inspiratiebron
©VANIN

Horrorverhalen ©VANIN

Je onderzoekt technieken waarmee schrijvers spanning opwekken 1

Je reflecteert op de inhoud van horrorverhalen 2

INLEIDING

1 Wat zijn jouw grootste angsten? Rangschik onderstaande elementen op basis van hoe angstaanjagend ze voor jou zijn (1 = weinig angst, 10 = veel angst). Voeg zelf nog twee onderwerpen toe die je wilt opnemen in jouw rangschikking.

het donker altijd en overal bekeken worden hoogtes naar de tandarts gaan bovennatuurlijke monsters seriemoordenaars clowns achtervolgd worden

2 Verbind onderstaande boekcovers met de juiste plot.

1 Victor, een Zwitserse wetenschapper, schept een monsterachtig wezen uit lichaamsdelen van dode mensen. Wanneer het monster echter ontsnapt en een grote ravage aanricht, moet Victor de gevolgen van zijn daden onder ogen komen …

2 Een zesjarig jongetje speelt nietsvermoedend met een papieren bootje in de goot op straat. Wanneer het bootje plots verdwijnt en hij op zijn knieën in de donkere goot staart, kijken twee felgele ogen hem aan …

3 Vreemde dingen vinden plaats in het huis van Chris MacNeil. Wanneer haar dochtertje bezeten lijkt te zijn door de duivel, gaat ze te rade bij enkele priesters …

4 Drie jonge filmstudenten maken een documentaire over een plaatselijke legende van een heks. Wanneer ze de naburige bossen verkennen, komen ze er al snel achter dat legendes heel dicht bij de werkelijkheid kunnen aansluiten …

les
A B C D E
17
1
TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 218

5 Via een verzameling van dagboeken en brieven lezen we over een ontmoeting tussen de jonge advocaat Jonathan Harker en een excentrieke graaf. Harker komt er al snel achter dat de graaf er enkele vreemde gewoonten op na houdt, zoals het drinken van mensenbloed …

6 Samen met drie anderen trekt Professor John Montague in een behekst huis in om te bewijzen dat paranormale activiteiten wel degelijk bestaan. Wat begon als een interessant experiment, loopt echter al snel uit de hand …

1 Bekijk de trailer van de lm Knock at the Cabin. Beantwoord onderstaande vragen.

a Waarover gaat de film volgens jou? Vat de plot samen in minstens twee zinnen.

b Welke beslissing zal de familie volgens jou moeten nemen?

c Op welke manieren bouwden de makers van de trailer spanning op?

2 Hoe kan een schrijver spanning brengen in verhalen? Lees op de volgende pagina de tips van schrijver René Appel.

LES 17 HORRORVERHALEN 219
A B C D E
HOE MAAK JE EEN VERHAAL SPANNEND?
2 © FlixPix ©VANIN

Spannend schrijven ©VANIN

– Hij dacht er lang over na, pleegde enkele telefoontjes met een bekende strafpleiter, en wist daarna wat hem te doen stond.

– Ze bekeek de stukken, pagina voor pagina, tot ze eindelijk vond wat ze zocht. Er gleed een glimlach over haar gezicht toen ze haar conclusie bevestigd zag.

– Als hij zich toen rekenschap had gegeven van de gevolgen, zou hij er nooit aan zijn begonnen.

– Ze kon niet voorzien dat dit de laatste keer was dat ze hem zou zien.

Naar: Onze Taal

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 220

STEPHEN KING – SATANSKINDEREN

Fragment 1

Het was inderdaad een vergissing geweest de snelweg af te gaan, dacht Burt somber. Het was nog jammer ook, want tot dat moment hadden ze vrij goed met elkaar kunnen opschieten, waren ze bijna als menselijke wezens met elkaar omgegaan. Soms had het erop geleken dat die reis naar de Westkust, zogenaamd om Vicky’s broer en zijn vrouw op te zoeken, maar in werkelijkheid een uiterste poging om hun huwelijk op te lappen, een succes zou zijn.

Maar sinds ze de snelweg hadden verlaten was het weer misgegaan. Hoe mis? Nou ja, afschuwelijk, eigenlijk.

‘We zijn bij Hamburg van de snelweg afgegaan, klopt dat?’

‘Klopt.’

‘Er is verder niks meer tot aan Gatlin’, zei ze. ‘Dertig kilometer. Een gat. Denk je dat we daar even kunnen stoppen en wat eten? Of moeten we volgens dat dictatoriale schema van jou doorrijden tot twee uur, zoals we gisteren hebben gedaan?’

Even lette hij niet op de weg en keek haar aan. ‘Het komt me zo langzamerhand m’n neus uit, Vicky. Wat mij betreft kunnen we hier omdraaien en naar huis rijden en naar die advocaat gaan met wie jij wilde gaan praten. Want dit werkt helemaal …’

Ze staarde voor zich uit, met een onverzettelijke uitdrukking op haar gezicht. Plotseling veranderde haar blik in verrassing en angst. ‘Burt, kijk uit, je zult …’

Hij keek net op tijd weer naar de weg om te zien dat er iets verdween onder de bumper van de T-bird.

Een seconde later, toen hij nog maar net zijn voet overbracht van het gaspedaal naar de rem, voelde hij een misselijkmakend bonken, eerst vóór en toen onder de achterwielen. Ze werden naar voren gesmeten terwijl de wagen langs de middenstreep afremde van vijfenzeventig naar nul en zwarte remsporen achterliet.

‘Een hond’, zei hij. ‘Zeg me dat het een hond was, Vicky.’

Haar gezicht was zo bleek als een doek. ‘Een jongen. Een kleine jongen. Hij kwam recht het maisveld uitlopen en … gefeliciteerd, lefgozer.’ Ze morrelde het portier open, boog zich naar buiten en braakte.

Burt en Vicky stappen uit de auto. Vicky rept zich naar het levenloze lichaam van de jongen toe. Burt merkt echter een grote plas bloed op in de maisvelden langs de weg.

Burt knielde en draaide voorzichtig het lichaam om.

©VANIN

‘Ik wil niet kijken’, zei Vicky en ze staarde hulpeloos in de verte. En toen de starre, blinde ogen omhoog zwaaiden en hen aankeken, gilde ze opnieuw. Het gezicht van de jongen was vuil, het was vertrokken van doodsangst. Zijn keel was afgesneden.

Burt kwam omhoog en legde zijn armen om Vicky heen toen ze begon te wankelen. ‘Niet flauwvallen’, zei hij heel zacht. ‘Hoor je me, Vicky? Niet flauwvallen.’

Hij bleef het herhalen, tot ze zich ten slotte in bedwang had en hem stevig omklemde. Het leek wel of ze aan het dansen waren daar op de weg waarop de middagzon brandde, met het lijk van de jongen aan hun voeten.

‘Vicky?’

‘Wat?’ Gedempt tegen zijn hemd.

‘Ga terug naar de auto en steek de sleuteltjes in je zak. Haal de deken van de achterbank en mijn geweer.

Breng die mee.’

‘Het geweer?’

‘Iemand heeft hem de keel afgesneden. Wie dat dan ook is geweest, je hebt de kans dat hij ons nog beloert.’

beloeren: in de gaten houden, begluren

LES 17 HORRORVERHALEN 221
1 5 10 15 20 25 Satanskinderen
30 35 40
3 woord

1 Beluister of lees een eerste fragment uit Satanskinderen van Stephen King.

a Is er in dit fragment sprake van retrospectieve of prospectieve spanning? Verklaar je antwoord.

b Is er sprake van ‘Jan Klaassen-syndroom’ in dit fragment? Verklaar je antwoord.

c Op welk(e) moment(en) lijkt de verteller meer te weten dan de personages? Markeer in de tekst.

d* Wat gaan Burt en Vicky volgens jou doen aan de situatie? Wat zou jij zelf doen?

ONTHOUDEN

Spanning kan op verschillende manieren opgebouwd worden in een verhaal. Dit zijn er enkele:

• We spreken van retrospectieve spanning wanneer de roman of het kortverhaal opent met een mysterie, moord of andere misdaad. De rest van het verhaal staat dan in het teken van het oplossen van dit mysterie door het verleden verder uit te spitten.

• Bij prospectieve spanning zal het verhaal langzaamaan opbouwen tot een hoogtepunt. Je voelt met andere woorden dat er iets zal gebeuren, maar je weet niet precies wat. Die onzekerheid zorgt voor de nodige spanning.

• Verder kan de auteur ook informatie achterhouden om de nodige spanning in het verhaal te verwerken. Een voorbeeld daarvan is de techniek van het Jan Klaassen-syndroom. De lezer verkrijgt dan meer informatie over het mysterie dan sommige personages. Je kunt als lezer echter niet ingrijpen in het leven van die personages waardoor je meer spanning zult ervaren.

2 Beluister of lees een tweede fragment uit Satanskinderen van Stephen King.

1 5

Fragment 2

Burt en Vicky besluiten naar het politiekantoor van Gatlin te rijden, een dorpje tien minuten verder. De preken op de radio verraden dat ze in een zeer gelovige streek zijn beland. Wanneer ze in Gatlin aankomen, merken ze dat het dorpje compleet verlaten is. Het benzinestation heeft nog de prijzen van decennia geleden en het plaatselijke café heeft geen enkele klant. Vicky vertrouwt het niet en wil graag vertrekken, maar Burt besluit een kijkje te nemen in de plaatselijke kerk terwijl Vicky veilig in de auto wacht. Daar vindt hij, naast een Christusfiguur met haar van mais, wel heel interessante lectuur …

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 222
©VANIN

Op de katheder lag een grote bijbel, opengeslagen bij het achtendertigste hoofdstuk van Job. Burt keek omlaag en las: ‘Daarna antwoordde de Here Job uit een stormwind en zeide: Wie is hij die den raad verduistert met woorden zonder wetenschap? … Waar waart gij toen Ik de aarde grondde? Geef het te kennen indien gij kloek van verstand zijt.’ De Here. Hij die Waart Achter de Rijen. Geef het te kennen indien gij kloek van verstand zijt.

Hij stond op het punt de kansel te verlaten, toen hij op een lager gelegen schap nog een boek zag.

Hij haalde het tevoorschijn, met het idee dat het misschien een kerkregister was met huwelijken en confirmaties en begrafenissen.

Hij sloeg het boek open op het eerste brede, gelinieerde blad. Hij zag direct dat een kind erin had geschreven. Hier en daar was zorgvuldig een inktgom gebruikt, en er stonden weliswaar geen spelfouten in, maar de letters waren groot, zoals een kind ze zou schrijven, meer getekend dan geschreven. In de eerste kolom stond:

Amos Diegan (Richard) 4 sept 1945 – 4 sept 1964

Isaac Renfrew (William) 19 sept 1945 – 19 sept 1964

Zepeniah Kirk (George) 14 okt 1945 – 14 okt 1964

Mary Wells (Roberta) 12 nov 1945 – 12 nov 1964

Yemen Hollis (Edward) 5 jan 1946 – 5 jan 1965

Burt dacht erover na terwijl hij daar achter de kansel stond. In 1964 was er iets gebeurd. Iets wat met godsdienst had te maken en met mais … en kinderen.

Burt voelde dat hij kippenvel kreeg.

Vicky, ik zal je eens iets vertellen. Het gaat over Amos Deigan, die geboren werd als Richard Deigan op 4 september 1945. […] Dick Deigan en zijn vrienden – Billy Renfrew, George Kirk, Roberta Wells en Eddie Hollis onder anderen – werden gegrepen door godsdienst en ze vermoordden hun ouders. Allemaal. Is dat niet om te gillen? Schoten hen dood in hun bed, staken hen dood in hun badkuip, vergiftigden hun avondeten, hingen hen op, ik weet het niet precies.

Waarom? De mais. Misschien was die aan het afsterven. Misschien kregen ze een of ander vreemd idee dat de mais doodging omdat er te veel werd gezondigd. Niet genoeg werd geofferd. Ze moeten dat gedaan hebben in de mais tussen de rijen.

En op een of andere manier, Vicky, dat weet ik heel zeker, op een of andere manier kwamen ze tot de conclusie dat niemand van hen meer dan negentien jaar mocht leven.

[…]

‘Och jezus’, zei Burt in de stille kerk en toen begon de claxon van de T-Bird de middaglucht te vullen met zijn geloei, één lange explosie van geluid.

Burt sprong van de kansel en rende het middenpad door. Hij smeet de buitendeur van het kerkportaal open en stond verblind in het hete zonlicht. Vicky zat kaarsrecht achter het stuur, met beide handen op de ring van de claxon gedrukt, terwijl haar hoofd vertwijfeld van links naar rechts draaide. Van alle kanten naderden de kinderen. Een paar liepen vrolijk te lachen. Ze hadden messen bij zich, handbijlen, pijpen, stenen, hamers. Een meisje, misschien acht jaar, met prachtig lang, blond haar, had een autokrik in haar handen. woord

de katheder: hoge lessenaar waarop de spreker papieren kan leggen de kansel: preekstoel

LES 17 HORRORVERHALEN 223 10 15 20
25 30 35 40 45
©VANIN

a Welke verklaring heeft Burt voor het verlaten dorpje?

b Welke verklaring heb jij voor de moord op de jongen na het lezen van dit fragment?

©VANIN

c Zou jij je eerder als Burt of als Vicky gedragen in deze situatie? Motiveer je antwoord.

d Hoe loopt het verhaal af volgens jou? Beschrijf in minstens drie zinnen.

3 Beluister of lees het einde van het verhaal en beantwoord de vragen.

1 5

Fragment 3

Vicky wordt meegesleurd door de kinderen, maar Burt kan ontsnappen. Hij vlucht naar de maisvelden aan de rand van het dorp.

Het werd tijd naar de open plek in de mais te gaan en te kijken wat daar was – dat was hij toch steeds van plan geweest? Al die tijd dat hij gedacht had in de richting van de weg te lopen, was hij immers al aangetrokken door deze plek.

Met een angstig gevoel liep hij de rij verder af en bleef staan aan de rand van de open plek. Er was nog zo veel licht dat hij kon zien wat er was. Hij kon niet gillen. Er leek niet genoeg lucht meer in zijn longen te zitten. Hij stond te zwaaien op benen, die latten leken van flinterdun hout. Zijn ogen puilden uit zijn bezwete gezicht.

‘Vicky’, fluisterde hij. ‘O, Vicky, mijn God …’

Ze was als een afgrijselijke trofee vastgebonden aan een dwarsbalk, haar armen aan de polsen en haar benen aan de enkels omwonden met gewone prikkeldraad, zeventig cent per meter in elke ijzerwinkel in Nebraska. Haar ogen waren uitgerukt. De kassen zaten volgestopt met het bleke vlas van maisvezels. Haar kaken stonden opengesperd in een geluidloze gil, haar mond zat vol maisliezen

Links van haar hing een skelet in een vergaan superplie. Het naakte kaakbeen grijnsde.

de maislies: maïskolf het superplie: kerkgewaad

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 224
10 15
woord

De oogkassen leken Burt schertsend aan te staren, alsof de vroegere predikant van de Grace Baptist Church wilde zeggen: Het valt nog wel mee, te worden geofferd door heidens duivelsgebroed in de mais valt nogal mee, je ogen uit je schedel te laten rukken volgens de Wetten van Mozes, valt nogal mee … Links van het skelet in het koorhemd hing nog een geraamte en dat was gekleed in een rottend blauw uniform. Over de schedel hing een pet en boven de klep zat een groen getint insigne waarop ‘politiecommissaris’ te lezen was.

Toen hoorde Burt het aankomen: niet de kinderen, maar iets dat veel groter was, dat zich door de mais bewoog in de richting van de open plek. Niet de kinderen, nee. De kinderen zouden zich in het donker niet in de mais wagen. Dit was de heilige plaats, de verblijfplaats van Hem die Waart Achter de Rijen.

Met een ruk draaide Burt zich om en wilde vluchten. De rij waarlangs hij op de open plek was gekomen was verdwenen. Gesloten. Alle rijen hadden zich gesloten. Het kwam dichterbij. Hij kon horen hoe het zich een weg baande door de mais. Hij kon het horen ademen. Een verbijsterende, bijgelovige angst greep hem aan. Het kwam eraan. De mais aan de overkant van de open plek werd plotseling verduisterd, alsof er een gigantische schaduw op was gevallen.

Het kwam.

Hij die Waart Achter de Rijen.

’s Middags stonden de maiskinderen in de open plek en keken naar de twee gekruisigde geraamten en de twee lijken … de lijken waren nog geen geraamten, maar ze zouden het wel worden. Na verloop van tijd. En hier, in het hartje van Nebraska, midden in de maisvelden, gold niets anders dan tijd.

a Wie is ‘Hij die Waart Achter de Rijen’?

©VANIN

b Eindigt het verhaal met een cliffhanger? Verklaar je antwoord.

Wanneer een verhaal plots stopt op een spannend moment en je als kijker/lezer absoluut een antwoord wilt op vragen die je je nog stelt, heb je te maken met een cliffhanger Meestal kom je het verdere verloop van het verhaal pas te weten in een volgende aflevering. Cliffhangers komen we heel vaak tegen in soaps en series. Vaak vallen de onderbrekingen samen met de start van een reclameblok.

Onthouden

LES 17 HORRORVERHALEN 225 20 25 30

Je weet wat een probleemoplossende discussie is 1

Je kunt op verschillende manieren meningen van mensen verzamelen 2

REDUCE, REUSE, RECYCLE

Vlaming produceerde vorig jaar gemiddeld 471 kilogram afval

Bron: www.nieuwsblad.be

Probleemoplossend discussiëren ©VANIN

Je kunt constructief deelnemen aan een probleemoplossende discussie

Vuilnisbelt of rivier? 10 000 kubieke meter afval belandt in het water

Bron: www.standaard.be

Kapot, afgedankt, afval: op markten in Kenia is men vaak niets met tweedehandskledij uit Europa Bron: www.demorgen.be

Volgende generaties zullen niet langer gebukt gaan onder plastic

Bron: www.standaard.be

Europese Commissie wil verbod op 10 000 schadelijke en amper afbreekbare stoffen Bron: www.demorgen.be

Statiegeld op blikjes is ‘onvermijdelijk’: minister is zwerfvuil op stranden en evenementen beu Bron: www.nieuwsblad.be

les
1 18
3
TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 226

1 Lees de krantenkoppen en bekijk de afbeeldingen op p. 226. Welk gevoel roepen ze bij jou op? Noteer vijf woorden waaraan jij denkt.

2* Weet jij wat de impact is van zwerfvuil op onze natuur? Doe de test en bespreek de resultaten klassikaal.

Afval en milieu zijn prangende thema’s die velen aangaan. Daarom wordt hierover ook regelmatig online van gedachten gewisseld.

3 Lees onderstaande bijdrage van topicstarter Woopdedooo en enkele reacties.

a Markeer de elementen die je interessant vindt.

b Reageer zelf op de topicstarter in een vijftal zinnen op p. 228.

c Schuif jouw reactie door aan de leerling links van jou.

d Reageer nu op de comment die je kreeg van je medeleerling. Doe dit opnieuw in een vijftal zinnen.

Topicstarter

Woopdedooo Sinds ik een presentatie op een catamaran in het Great Barrier Reef heb bijgewoond, ben ik me steeds meer bewust gaan worden van het milieu (op dat moment specifiek plastic). Sindsdien probeer ik zo veel mogelijk plastic te voorkomen. Dat gaat met ups en downs. Ik heb Plastic Free gelezen van Beth Terry, National Geographic Planet or Plastic van 06/2018 en heel veel artikelen over plastic en zero waste. Ik woon (op dit moment nog) in ZuidLimburg en hier zijn geen verpakkingsvrije winkels, dus is het met name veel zoeken waar je verpakkingsvrij kunt winkelen. De stappen als herbruikbare flessen, herbruikbare groente-/ fruitzakjes en bijenwasdoek heb ik al genomen, maar ik zou graag jullie tips of ervaringen over het vermijden van plastic willen horen.

Fly-Guy Oprechte vraag: is het in ons land niet beter om te strijden voor een betere inzameling/ scheiding van plastic in combinatie met het minderen van overdadig gebruik, in plaats van het geheel te bannen?

Onbekend

Plastic heeft immers ook voordelen voor het milieu, sowieso scheelt het enorm veel gewicht ten opzichte van glas, wat voordelen biedt in transport en bederf van voedsel tegengaat.

Plastic is tegenwoordig een beetje de antichrist van de verpakkingen geworden, maar dat imago lijkt mij een beetje overdreven.

Plastic verpakkingen mogen wat mij betreft inderdaad minder. Veel kan ook in papier worden verpakt, zoals groenten en fruit.

Waarom zitten de drie kleuren paprika’s in plastic i.p.v. papier? Ook bananen kunnen gewoon in papier/karton worden verpakt.

418O2 Veel plastic is niet nodig. Ik haal bijvoorbeeld groenten en vis/vlees op de markt. Daardoor vermijd je al een heleboel plastic verpakkingen die niet nodig zijn. Mijn vriendin heeft net twee netjes gekocht voor haar fruit in de supermarkt, dat scheelt ook twee zakjes per week.

Het probleem ligt alleen niet in West-Europa, maar in Azië. Ik ben er twee keer op vakantie geweest en in Indonesië bijvoorbeeld kan het mensen geen reet schelen en al zou dat wel zo zijn, ze kunnen het afval nergens kwijt. Resultaat is dat het gewoon op straat of in de rivier wordt gegooid. Volgens mij komt 90% van het oceaanplastic uit twee rivieren in Azië.

LES 18 PROBLEEMOPLOSSEND DISCUSSIËREN 227
DOE DE TEST
©VANIN

418O2 @Uffje In vergelijking met Java is Bali netjes ...

ik

Wij doen het hier al prima. Ik geloof niet in gescheiden inzameling, ik hoorde te vaak van mensen die erbij betrokken zijn dat het geen klap uitmaakt hoe je afval inzamelt, omdat het alsnog gesorteerd moet worden. Als Azië het deed zoals wij, dan was er geen probleem.

Ik heb het daar met locals wel over gehad. Ze hebben iets andere dagelijkse zorgen, bijvoorbeeld of ze wel te eten hebben en of er een school voor hun kinderen is. Ze kijken echt niet verder dan een jaar vooruit, die luxe hebben ze niet.

medeleerling

Naar: gathering.tweakers.net

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 228
©VANIN

IDEEËN,

Op school is de afvalproblematiek ook duidelijk merkbaar. De speelplaats ligt bezaaid met plastic verpakkingen, blikjes en ander afval. De directie wil het probleem verhelpen door alle wegwerpverpakkingen op school te verbieden. Misschien zijn er ook andere oplossingen?

1 Om een duidelijk zicht te krijgen op de problematiek die er heerst op school, ga je op onderzoek. Op die manier kun je je grondig inwerken in het onderwerp. Formuleer daarvoor een antwoord op de topische vragen.

2 Je hebt je nu een beeld gevormd van het probleem dat aangepakt moet worden. Bepaal nu klassikaal op welke vragen jullie een antwoord willen geven.

3 Het is belangrijk om verschillende opinies en ideeën te verzamelen. Aan jullie om ze in kaart te brengen. Je neemt deel aan een brainstormsessie en stelt een enquête op om zo veel mogelijk oplossingen te verzamelen om de afvalberg op school te verkleinen. Tip

Tips voor een geslaagde brainstormsessie

• Brainstorm in een kleine, gevarieerde groep (vier tot tien deelnemers).

• Baken het onderwerp duidelijk af door bijvoorbeeld een concrete vraag te stellen.

• Brainstorm eerst alleen, daarna in groep.

• Gebruik post-its om snel ideeën te kunnen noteren en in kaart te brengen.

• Het doel is om zo veel mogelijk ideeën op papier te krijgen. In deze fase vindt er geen discussie of waardeoordeel plaats.

LES 18 PROBLEEMOPLOSSEND DISCUSSIËREN 229
2 5.2.4
©VANIN

Tips voor een goede enquête

• Maak je enquête niet langer dan nodig. Stel relevante vragen.

• Start niet met te gevoelige of persoonlijke vragen. Dat kan respondenten afschrikken.

• Hou de vragen neutraal. Stel dus geen suggestieve vragen.

• Stel concrete vragen die telkens slechts betrekking hebben op één idee.

• Zorg ervoor dat vragen en antwoorden niet op meerdere manieren geïnterpreteerd kunnen worden.

• Vermijd ja-neevragen.

• Open vragen kunnen erg inzichtrijk zijn, maar stel er niet te veel.

• Zorg ervoor dat vragen niet te veel op elkaar lijken.

4 Je verzamelde klassikaal heel wat ideeën. Breng al die ideeën nu samen en bekijk ze grondig. Noteer hieronder de ideeën die jij interessant vindt. Dat doe je individueel.

ideeën die ik interessant vind, maar waarmee ik het niet eens ben

©VANIN

ideeën die ik interessant vind en waarmee ik het eens ben

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 230
Tip

AAN DE SLAG

1 Je bent nu helemaal vertrouwd met alles wat afval en verpakkingsmateriaal op school betreft.

a Formuleer op basis van de ideeën één mogelijke oplossing die jij verder wilt uitwerken.

b Ga op onderzoek en formuleer aan de hand van objectieve informatie twee relevante argumenten om je oplossing kracht bij te zetten.

c Zorg er eveneens voor dat je bedenkt welke tegenargumenten aan bod kunnen komen en hoe je die zult weerleggen. Denk aan tegenargumenten van de directeur, medeleerlingen, leerkrachten ...

oplossing: argument tegenargument weerlegging

2 Je voert zo meteen een probleemoplossende discussie om als groep een voorstel te kunnen formuleren.

a* Bekijk dit fragment uit Loslopend Wild & Gevogelte. Is hier volgens jou sprake van een probleemoplossende discussie? Bespreek dit klassikaal.

b Lees de volgende kenmerken. Welke behoren tot een probleemoplossende discussie? Markeer ze.

1 Het doel is om de verschillende meningen aan bod te laten komen.

2 De focus ligt op het vinden van een oplossing die door iedereen aanvaard wordt.

3 Je wilt anderen overtuigen van jouw visie of jouw oplossing voor het probleem.

4 Je vertrekt vanuit de mening van de deelnemers, niet vanuit het probleem.

5 De focus ligt op het overtuigen van de anderen.

6 Aan het einde van de discussie kom je tot een oplossing voor het probleem.

7 De deelnemers zijn erop uit deze discussie te ‘winnen’.

8 Je vertrekt vanuit een probleem, niet vanuit een mening.

LES 18 PROBLEEMOPLOSSEND DISCUSSIËREN 231
3
©VANIN

Onthouden

Bij een probleemoplossende discussie is het de bedoeling om samen met de andere deelnemers en de moderator tot een algemeen gedragen oplossing voor een probleem te komen. Het is niet de bedoeling, in tegenstelling tot het debat, dat een van de deelnemers aan het einde ‘wint’.

Een probleemoplossende discussie doorloopt verschillende fases.

1 Het probleem wordt geschetst.

2 De verschillende oplossingen worden voorgesteld en beargumenteerd.

3 De deelnemers reageren op en stellen kritische vragen over de aangereikte oplossingen.

4 De deelnemers komen gezamenlijk tot een besluit.

c In deze les doorliep je ook al enkele fases van een probleemoplossende discussie. Geef per fase aan in welke opdracht (vermeld ook het lesdeel) je dieper inging op die fase.

fase 1:

fase 2:

fase 3:

fase 4:

3 Nu is het aan jullie. Verzamel alle ideeën uit de brainstormsessie en uit de enquête en leg ze voor aan de directie van je school en de andere leerlingen. Welke oplossingen vinden zij ideaal?

a Je krijgt een rol toegewezen. Bereid je verder voor door je oplossing en je rol op elkaar af te stemmen.

moderator

• Opent de discussie door het probleem te schetsen.

• Bewaakt het verloop en de duur van de discussie. Benoemt expliciet wanneer wordt overgeschakeld naar een andere fase.

• Zorgt ervoor dat iedereen de kans krijgt het woord te nemen.

• Zorgt ervoor dat er een consensus bereikt wordt.

deelnemers

observatoren

• Brengen hun oplossing naar voren en beargumenteren ze.

• Reageren op de voorstellen van andere deelnemers.

• Komen gezamenlijk tot een besluit.

• Observeren de moderator en de deelnemers.

• Geven feedback.

b Na de probleemoplossende discussie geven de observatoren relevante feedback.

Tips voor een geslaagde discussie

• Hou pen en papier bij de hand. Je komt niet altijd meteen aan het woord en zo onthoud je wat je wilt zeggen.

• Neem initiatief om het woord te nemen, maar luister ook aandachtig naar anderen en laat hen uitspreken.

• Speel op de bal, niet op de man. Blijf dus respectvol. Uiteindelijk moet je samen een beslissing nemen.

• Beoordeel de andere oplossingen objectief. Zijn ze haalbaar? Durf bovendien van mening te veranderen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 232
TIP
©VANIN

De recensie

Je kunt een oordeel over een cultureel product formuleren 1

Je maakt een geschreven en/of gesproken recensie 3

2

Je kunt je mening over een cultureel product gepast onderbouwen

HET GENRE VERKENNEN

1* Beantwoord onderstaande vragen individueel. Bespreek vervolgens je antwoorden met een medeleerling en sluit af op klasniveau.

a Welk(e) film, televisieserie, boek, tentoonstelling, game heb je recent ontdekt en zou je aanraden aan je medeleerlingen? Bedenk minstens drie opties.

b Kies een van de opties uit opdracht 1a. Bedenk twee duidelijke argumenten waarom je die optie zou aanraden.

c Waar vind jij tips voor nieuwe films, televisieseries, boeken, tentoonstellingen of games?

2* Lees hieronder de inleiding van een artikel uit De Standaard

a Volgens de auteur stond de recensie twee dagen later in De Standaard in vergelijking met andere kranten ‘uit respect voor de artiest en de lezer’. Wat bedoelt de auteur daarmee volgens jou?

b Lees op de volgende pagina de rest van het artikel globaal op zoek naar het antwoord bij opdracht 2a.

JOURNALISTIEK JAARVERSLAG

Zo luister je niet naar Adele

© Fred Duval

Waarom stond de recensie van de nieuwe Adele twee dagen vroeger in andere kranten dan in  De Standaard? De voornaamste reden daarvoor is, om het met Aretha te zeggen: respect. Voor de artiest, en voor de lezer. Inge Schelstraete

les
1 19
LES 19 DE RECENSIE 233
©VANIN

Uit ervaring weet ik dat ik een plaat zeker vijf keer beluister voor een grote recensie zoals die van Adele. Geen vijf keer na elkaar. Eén of twee keer volledig beluisteren, dan een halve dag of een nacht laten liggen, opnieuw beluisteren, en dan de dingen die je zijn bijgebleven, beluisteren en herbeluisteren – zitten daar nu drie lagen keyboards onder? Wát zingt ze? Dat is een sample – maar van welk nummer ook weer?

Voor de meeste recensies heb je die tijd, voor grote commerciële releases minder. Uit angst voor piraterij hebben artiesten de laatste jaren de gewoonte aangenomen om onverwacht te ‘droppen’ op de streamingdiensten, of stellen platenfirma’s alles in het werk om lekken te vermijden. Voor 30 van Adele waren er geen luisterlinks naar beveiligde sites, laat staan dat journalisten de plaat vooraf kregen. Wel werd er een luistersessie georganiseerd, enkele dagen voor de plaat verscheen. Platenfirma’s hebben uiteraard overweldigend goede geluidsinstallaties: alles klinkt er beter op dan wat u op de trein in uw oortjes hoort of op uw autostereo.

Twee keer luisteren en de dag nadien terugkeren, is dan uiteraard niet mogelijk. En dat is te weinig om iets te beoordelen waar de artiest soms een jaar of langer aan heeft gewerkt. Waar ruzies over zijn gemaakt en lang over is getwijfeld. Het zou lichtzinnig zijn om daar snel snel iets over neer te pennen. Muziek laat zich ook niet altijd meteen vatten en ontleden. De plaat die op het eerste gehoor helemaal niks was, blijkt bij de vierde beluistering een briljante gok.

Een recensie is een vreemde eend in een krant. Nieuwsberichten zijn objectief. De vraag die lezers soms stellen, hoe je iets objectief kunt recenseren, is in één woord te beantwoorden: niet. Je zou de songtitels kunnen opsommen, vertellen hoeveel minuten en seconden de plaat duurt en welke muzikanten, schrijvers en producenten eraan hebben meegewerkt. Maar dat is statistiek, geen recensie. Die is per definitie subjectief en persoonlijk. Zoals een van onze redactiechefs zegt: een recensie is geen democratie.

Blijven hangen

Maar persoonlijk is niet hetzelfde als willekeurig. Het waardeoordeel dat je velt, moet met argumenten gestaafd worden. Dat is moeilijker dan het lijkt, weet iedereen die in zijn enthousiasme niet verder raakte dan ‘de beats zijn geweldig, de melodieën ook, de zangeres fantastisch’. Een fan is niet noodzakelijk een betere recensent dan iemand die ‘koud’ luistert, misschien zelfs een slechtere: een recensie is geen reclame. Al zal een artiest of een platenfirma er wel mee uitpakken als ze lovend was. Het verwijt ‘als je geen fan bent van x, waarom recenseer je zijn plaat dan?’, slaat ook nergens op: artiesten of genres die je niet lust, ga je niet recenseren. Alleen mag een recensent niet bang zijn te vertellen waarom het werk van een gewaardeerde artiest dit keer tegenvalt.

©VANIN

De Standaard is noch een literair blad waarin we een essay kwijt kunnen over de emoties die een plaat bij ons oproept, noch een publicatie voor muziekstudenten vol technische info over toonaarden. Onze recensies zijn prozaïscher, een service aan de lezer. De tijd kruipt in vragen die de luisteraar zich ook zal stellen. Klinkt de nieuwe Adele zoals de vorige, of totaal anders? Wat is er nieuw aan? Wordt de vernieuwing voorzichtig doorgevoerd, of geloof je amper dat zij het is?

Wij beoordelen daarbij songs, eerder dan productie die moet verbergen dat sommige nummers geen sterke hook, melodie of zanglijn hebben. Als het een nieuwe artiest is: zijn er voor de hand liggende vergelijkingspunten en volgt hij die slaafs of gaat hij er creatief mee aan de slag? Dé vraag op het einde van de rit is of de songs blijven hangen. Dat houdt al in dat je er voldoende tijd mee doorbrengt voor je oordeelt.

Bron: www.standaard.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 234

3 Lees nu het volledige artikel grondig.

a Waarin verschilt een recensie van andere journalistieke stukken?

b Verklaar onderstaande citaten uit de tekst in je eigen woorden.

A ‘Een recensie is geen democratie.’

B ‘Een recensie is geen reclame.’

C ‘Persoonlijk is niet hetzelfde als willekeurig.’

c Verklaar onderstaande woorden uit de tekst. Geef een synoniem of stel een definitie op.

A piraterij

B lichtzinnig

C staven

D lovend

E prozaïsch

4 Welke tips leid je uit dit artikel af voor het schrijven van een goede recensie? Formuleer die tips in de imperatief.

LES 19 DE RECENSIE 235
©VANIN

MUZIEKRECENSIE

Je leest zo meteen een recensie over het nieuwste album van Adele.

1 Beantwoord onderstaande vragen zonder de recensie te lezen.

a Welke feiten verwacht je te lezen in deze muziekrecensie?

b Waarover verwacht je meningen te lezen in deze muziekrecensie?

2 Lees de tekst.

a Welke feiten en meningen uit opdracht 1 heb je gevonden in de tekst? Markeer ze in je antwoord. Vul eventueel aan met andere elementen die je in de recensie vond.

b Wat valt je op over de balans tussen feit en mening in deze recensie?

3 Lees de inleiding van de recensie opnieuw. Welke soorten informatie krijg je al?

4 Lees de rest van de tekst opnieuw. Markeer positieve en negatieve meningen over het album in twee verschillende kleuren.

a Wat valt je op?

b Welk effect heeft de ordening van positieve en negatieve meningen?

c Hoe zou je die verschillende meningen op een andere manier kunnen ordenen in de tekst?

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 236
2 ©VANIN

Adele de langverwachte

© Jeppe Gustafsson

Op  30 verbreedt Adele haar geluid, en dat verrast aangenaam. Maar de ballads wentelen eindeloos voort in somberheid: veel snedige hits hoorden we niet.

Inge Schelstraete

Bijna dag op dag zes jaar nadat Adele 25 heeft uitgebracht, is 30 uit. Het is een plaat over haar echtscheiding. Dat moet u al gehoord, gelezen of gezien hebben, want de drie interviews die ze voor de plaat gaf en de tv-special met Oprah gingen er bijna volledig over. Net als de plaat dus.

Uiteraard is Adele niet de eerste die een liefdesbreuk uitzweet op een album. Maar haar teksten, die altijd al wat lijden onder letterlijkheid, lijken nu vaak recht uit haar dagboek te komen. De plaat opent met de loodzware beeldspraak ‘I’ll be taking flowers to the cemetery of my heart’. In I drink wine zingt ze over ‘fighting fire with fire’, en dat soort clichés komt te vaak langs. We zetten in een hoekje van ons notitieblok streepjes voor elke keer dat Adele ‘I cried’ zingt, maar moesten opgeven: het hoekje was vol lang voor de plaat uit was.

Babbelend zoontje

Op het eind van My little love barst Adele echt in snikken uit, en de luisteraar voelt zich een voyeur. Zal haar negenjarige zoon, die je in het nummer met zijn moeder hoort babbelen, zich daar niet voor schamen, als hij gaat puberen? Het is bovendien niet nodig: zonder die cinéma vérité was de song een behoorlijk stukje laatavondsoul met zijn zachte percussie en zoete fifties-koortje.

De single Easy on me was een geruststelling voor de fans: Adele zingt nog steeds emotionele ballads waarin ze breed kan uithalen boven een piano die zijn plaats kent. Maar op  30 verbreedt ze voorzichtig haar geluid. Cry your heart out, het beste nummer van de plaat, begint bijvoorbeeld als een meidengroepje uit de sixties, met van die schelle Lolitastemmetjes, en schuift mooi op naar zomerse reggaepop. In All night parking zingt Adele kittig boven een sample van jazzpianist Erroll Garner, en dat werkt wonderwel. Flirterige regels als ‘I know you’ve got things to do (I do, too) / I just wanna spend all my time with you (It feels so good)’, zijn trouwens een welkome afwisseling in de poel van miserie.

LES 19 DE RECENSIE 237
©VANIN

Ook een verrassing is Oh my God Met zijn handclaps en rare funkritme klinkt het bij eerste beluistering als het verplichte dansbare nummer tussen de ballads. Maar het groeit heel snel, en in de strofen gebruikt Adele een lichte, hoge stem die we nog niet eerder hoorden. Can I get it wordt dan weer bij elke beluistering een grotere stinker. Max Martin jatte de gitaarintro van Oasis’ Wonderwall en plakte er een vaag hiphopachtige beat achter – was dit bedoeld voor Ed Sheeran? De nekslag is zo’n olijke fluitsolo die in horrorfilms steevast door de seriemoordenaar wordt gefloten.

Hese Doris Day

De andere acht nummers zijn wel ballads. Strangers by nature is ondanks zijn sombere tekst een aantrekkelijke opener: Adele klinkt als een hese Doris Day, de strijkers zijn weggelopen uit een van de romantische komedies die Day in de jaren 50 maakte. Woman like me, een van de drie songs die Adele schreef met Inflo, de drijvende kracht achter het überhippe Sault, zingt ze zwoel boven een lui getokkeld bossanova-gitaartje. ‘It is so sad a man like you could be so lazy’, klinkt het, ‘how can you not see just how good for you I am?’ Auw! Maar 30 is geen afrekening met haar ex: de helft van de tijd kastijdt Adele zichzelf.

Inflo scheef en produceerde ook de afsluiter Love is a game. Dat heeft weer die leuke strijkers, terwijl de Lolita-meisjes spottend stukjes tekst als ‘fooling’ en ‘cruel thing’ herhalen, wat de song ondanks zijn bittere tekst een zeker I will survive-gehalte geeft. Inflo had ook de hand in Hold on, dat duidelijk indruk moet maken. Een orkest met blazers valt in, het koor – ‘Adeles crazy friends’, volgens de hoesnotities – bezweert: ‘hold on’, terwijl zij even hardnekkig ‘I hate being me’ zingt. Zes minuten duurt dat, en nog is er geen refrein te horen. En tijdens de stemoefeningen van To be loved sneuvelde onze pathosmeter helemaal.

Geen vuile nagelrandjes

Wat vooral bijblijft van  30 is zijn retroklank, met de Hollywoodstrijkers, sixties-soul en -meisjesgroepen. Die laatste recycleerde Amy Winehouse beter, met energie en vuile nagelrandjes die meer bij deze eeuw passen. We zouden welwillend kunnen zeggen: Adele is meer een oude ziel dan Amy was. Maar 30 mist ook de killerrefreinen van haar grote hits, of snedige songs tout court. Fijn om laat op de avond op te zetten, maar de radio maandenlang gijzelen zit er dit keer niet in.

Bron: www.standaard.be

©VANIN

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 238

Ook een verrassing is Oh my God Met zijn handclaps en rare funkritme klinkt het bij eerste beluistering als het verplichte dansbare nummer tussen de ballads. Maar het groeit heel snel, en in de strofen gebruikt Adele een lichte, hoge stem die we nog niet eerder hoorden. Can I get it wordt dan weer bij elke beluistering een grotere stinker. Max Martin jatte de gitaarintro van Oasis’ Wonderwall en plakte er een vaag hiphopachtige beat achter – was dit bedoeld voor Ed Sheeran? De nekslag is zo’n olijke fluitsolo die in horrorfilms steevast door de seriemoordenaar wordt gefloten.

©VANIN

5 Analyseer bovenstaande alinea uit het artikel.

a Leg onderstaande zinnen/zinsdelen uit in je eigen woorden.

A ‘… het verplichte dansbare nummer tussen de ballads.’

B ‘De nekslag is zo’n olijke fluitsolo die in horrorfilms steevast door de seriemoordenaar wordt gefloten.’

b Markeer alle meningen en bijhorende argumenten in deze alinea in twee verschillende kleuren.

c Met veel verschillende meningen in deze alinea valt de auteur graag terug op signaalwoorden die een contrast of tegenstelling uitdrukken. Onderlijn ze in de tekst.

d Welke signaalwoorden voor contrast of tegenstelling zouden ook gebruikt kunnen worden in deze alinea?

6 Herlees de laatste alinea van de tekst. Hoeveel sterren (maximaal vijf) zou de auteur aan dit album geven, denk je? Motiveer je antwoord aan de hand van twee duidelijke argumenten.

7 Heeft de auteur een goede recensie geschreven? Schrijf een korte ‘recensie’ over deze recensie. Herbekijk de tips voor een goede recensie op p. 235 en analyseer of de auteur die goed heeft opgevolgd. Ook andere elementen mogen in je recensie aan bod komen.

LES 19 DE RECENSIE 239

RECENSIES VAN BOEKEN EN TV-SERIES

1* Bekijk de trailer van de tv-serie Little Fires Everywhere. a Welke vijf woorden associeer jij met deze tv-serie? b Zou je de tv-serie willen kijken? Motiveer je antwoord met een krachtig argument.

Je leest zo meteen een recensie van de roman Little Fires Everywhere van Celeste Ng. Die bestseller vormde de basis voor de gelijknamige tv-serie en werd onder andere vertaald naar het Nederlands: Kleine brandjes overal. Hieronder lees je de korte inhoud van het verhaal.

Wanneer alleenstaande moeder en kunstenares Mia Warren met haar dochter Pearl naar Shaker Heights verhuist, een rustige wijk in Cleveland bevolkt door progressieve geesten, wordt het leven van de voorbeeldige familie Richardson danig op zijn kop gezet. Pearl kijkt op naar het gezin en brengt er steeds meer tijd door. Ook Mia gaat er als huishoudster aan de slag. Een adoptiekwestie in hun omgeving zorgt er echter voor dat Mia en mevrouw Richardson in een vete belanden. Met grote gevolgen ...

Ng neemt je moeiteloos mee in dit boeiende verhaal van twee zeer verschillende families die je stukje bij beetje meer doorgrondt. Gaandeweg komen er geheimen naar boven die ook ethische vraagstukken triggeren.

Bron: www.boekenzoeker.be

Little Fires Everywhere

Door Johnny Nys

Het boek draait rond de familie Richardson, die in een Amerikaanse gemeenschap woont zoals wij die hier in België niet echt kennen: een wijk die eigenlijk bij de stad Cleveland hoort, maar die een beetje op zichzelf staat, met een eigen school, eigen bewaking ... Celeste Ng heeft ooit in die wijk gewoond.

De Richardsons zijn een welgestelde familie die een woning verhuren aan Mia en Pearl, moeder en dochter van lagere stand. Pearl wordt snel vrienden met de Richardson-kinderen en Mia wordt ingehuurd als hun poetsvrouw.

Met deze setting is het duidelijk waar het boek vooral over gaat: de kloof tussen kinderen en volwassenen. Ouderschap. Rechten en plichten. Hoe kleine daden grote gevolgen hebben en hoe je verder moet leven met je beslissingen.

Hoewel het boek één groot verhaal is, bevat het een heleboel miniverhalen. Het gaat de hele tijd over iets anders, alle personages spelen wel eens hoofdpersonage.

Wat mij wel stoort, is dat het vertelperspectief constant verspringt. Je begint een hoofdstuk bij een bepaald personage, dan komt die iemand tegen en dan lees je opeens wat dat tweede personage allemaal denkt. Dingen die het eerste personage, vanuit wiens perspectief het hoofdstuk eigenlijk verteld wordt, helemaal niet kan weten. Bij ons in de les Creatief Schrijven zijn dat dan de stukken die we altijd moeten schrappen, omdat ze niet passen bij de vertelstem. Het is dus geen typische verteller.

De schrijfstijl is heel economisch, geen enkel overbodig woord. Het hele boek leidt naar iets toe, maar het einde blies me helemaal niet van mijn sokken zoals ik verwachtte. Maar de personages en hun persoonlijke reis doorheen dit verhaal maken het wel goed.

Bron: www.langzullenwelezen.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 240
3 ©VANIN

2 Lees een recensie van de roman op p. 240.

a Welke feiten komen in deze recensie aan bod? Markeer ze in de tekst en lijst ze op. Vul aan met feiten die nog in een recensie over een boek aan bod zouden kunnen komen.

b Welke meningen komen in deze recensie aan bod? Markeer ze in een andere kleur in de tekst en lijst op over welk aspect van het boek het gaat. Vul aan met andere elementen die je in een boekrecensie zou kunnen beoordelen.

c Herlees de recensie en onderstreep alle signaalwoorden. Welke tips zou je de auteur geven om zijn tekst beter te structureren?

d Formuleer zelf een inleiding die bij de tekst zou kunnen passen. Schrijf minstens drie zinnen.

LES 19 DE RECENSIE 241
©VANIN

3 Lees nu een recensie van de tv-serie.

a Welke feiten komen in deze recensie aan bod? Markeer ze in de tekst en lijst ze op. Vul aan met feiten die nog in een recensie over een tv-serie aan bod zouden kunnen komen.

b Welke meningen komen in deze recensie aan bod? Markeer ze in een andere kleur in de tekst en lijst op over welk aspect van de tv-serie het gaat. Vul aan met andere elementen die je in een recensie over een tv-serie zou kunnen beoordelen.

c Herlees de recensie en onderstreep alle signaalwoorden. Heeft de auteur de tekst goed gestructureerd? Vermeld een positief en een negatief aspect van de structuur van de tekst.

d Schrijf zelf een inleiding die bij de tekst zou kunnen passen. Schrijf minstens drie zinnen.

©VANIN

Little Fires Everywhere:

‘Heeft u deze Crocs ook in een maatje 42,5?’ ‘Doe mij maar de quinoasalade.’ […] ‘Ik ben eigenlijk best wel fan van die Reese Witherspoon.’ Zomaar wat dingen waarvan ik me had voorgenomen om die gedurende mijn leven nooit hardop uit te zullen spreken. Hád voorgenomen, want afgelopen week betrapte ik mezelf erop dat ik opeens geheel vrijwillig het recente werk van Reese Witherspoon stond aan te prijzen. Het kan verkeren. Witherspoon was voor mij een beetje de verpersoonlijking van nietszeggende komedies als Legally Blonde, Hot Pursuit en This Means War, maar je kunt moeilijk ontkennen dat ze de laatste tijd – als het op series aankomt – de ene na de andere homerun

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 242

slaat. Wel steevast getypecast als de in white privilege badende, progressieve Republikeinse vrouw, maar goed, je kunt niet alles hebben. De zegetocht van Witherspoon begon in 2017 met het heerlijk beklemmende Big Little Lies, kreeg afgelopen jaar een vervolg met het verrassend sterke The Morning Show en nu is er Little Fires Everywhere. In de verfilming van Celeste Ng’s gelijknamige boek laat Witherspoon opnieuw zien dat ze met televisie maken misschien wel haar warme bad heeft gevonden.

Elena Richardson – gespeeld door Reese Witherspoon – woont in een welgestelde, ordelijke buitenwijk waar je van de lokale buurtwacht de doodstraf krijgt als het gras van je gazon de drie centimeter ontstijgt. Ze runt een godvrezend huishouden met kledingkasten die alleen maar lijken te bestaan uit pastelkleurige polo’s en is de moeder van kinderen met typisch Amerikaanse namen als Trip, Lexie en Isabel-Marie. Een gezin waar de gemiddelde Republikeinse president trots op zou zijn. Ingefluisterd door haar white savior syndrome besluit Elena hun tweede huis te verhuren aan de vrijzinnige kunstenares en alleenstaande moeder Mia Warren. De twee vrouwen blijken absolute tegenpolen en dat zorgt al snel voor vuurwerk. Letterlijk. Het huis van de Richardsons gaat in vlammen op en de vraag rijst: wie heeft er met lucifers lopen spelen?

Little Fires Everywhere is een beetje Hulu‘s versie van Big Little Lies, maar dan minder goed. Het is een optelsom van geheimen, onderhuidse gevoelens en persoonlijk drama. Het gaat dus niet alleen om brandjes in de slaapkamer, gang en bijkeuken, het is ook alle hens aan dek in de levens van de verschillende hoofdpersonen. Het gras is niet altijd groener bij de buren en achter de voordeur van een ogenschijnlijk perfect gezin liggen de lijken misschien wel vijf hoog opgestapeld in de kast. Daar waar Big Little Lies dit scenario tot in de perfectie uitwerkt, krijgt Little Fires Everywhere – naarmate de afleveringen volgen – toch steeds meer weg van een uit de kluiten gewassen soapserie. Nog steeds vermakelijk, maar duidelijk van een ander niveau dan haar voorganger.

Witherspoon stelt niet teleur als licht neurotische control freak met wat low key racistische trekjes en het is leuk om Kerry Washington – verantwoordelijk voor de rol van Mia Warren – eens in een wat minder gepolijste rol te zien. Het gaat haar goed af, al kan ik nog steeds niet goed naar haar kijken als ze op standje intens gaat. Ze begint dan rare trekjes in haar gezicht te vertonen en dat was destijds ook één van de (vele) redenen om Scandal na een seizoen of vier aan de kant te schuiven.

Ja, Little Fires Everywhere is een serie met gebreken, maar het kijkplezier is er onderaan de streep niet minder om. Prima serie voor tijdens een potje Candy Crush, webshoppen of de voorjaarsschoonmaak.

Bron: npo.nl

LES 19 DE RECENSIE 243
© Hulu originals / Album
©VANIN

EEN RECENSIE SCHRIJVEN

Schrijf een recensie van een tv-serie of boek. Volg onderstaand stappenplan.

©VANIN

Voorbereiden

1 Ben je meer een boekenmens of tv-mens? Kies een boek of tv-serie om te recenseren. Neem daarbij zeker de tips van opdracht  op p.  in acht.

Plannen

2 Lijst de belangrijkste personages en gebeurtenissen uit het verhaal kort op.

3 Zoek enkele belangrijke feiten op over je boek of tv-serie.

4 Selecteer minstens drie aspecten uit opdrachten b of c op p. - die je wilt bespreken in je recensie. Beoordeel die aspecten met minstens twee bijvoeglijke naamwoorden. Vul eveneens aan met een argument waarin je je beoordeling verduidelijkt.

aspect beoordeling argument schrijfstijl overdadig, experimenteel … Door de moeilijke woordkeuze is het verhaal soms moeilijk te volgen.

Schrijven

5 Maak een selectie uit de informatie die je verzameld hebt in stappen  en . Verwerk alles in een alinea. Gebruik voldoende signaalwoorden om je zinnen met elkaar te verbinden.

6 Verwerk de beoordelingen die je gaf in stap  in een doorlopende tekst. Behandel één aspect per alinea. Gebruik voldoende signaalwoorden om je zinnen met elkaar te verbinden.

7 Schrijf een gepaste inleiding en slot voor je recensie. Voorzie eveneens een prikkelende titel.

Reflecteren

8 Raadpleeg de evaluatiematrix op p.  om te controleren of je recensie aan alle criteria voldoet.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 244
4

Evaluatiematrix

– Schrijven: recensie van een boek of tv-serie

inhoud

Je tekst is opgedeeld in alinea’s. Er is een inleiding, midden en slot. In elke alinea wordt één aspect van het boek / de tv-serie besproken.

Er is een goede balans tussen feiten en meningen. De korte samenvatting vermeldt relevante informatie over het boek / de tv-serie.

gepastheid

Je hebt een uitgebreide woordenschat en wisselt geregeld in zinsbouw.

duidelijkheid

Je verduidelijkt je beoordelingen met minstens drie argumenten.

correctheid

De spelling in je tekst is foutloos. Alle woorden worden correct geschreven en ook de zinsbouw klopt steeds.

Aanvullende commentaar:

In je tekst zijn alinea’s aanwezig, maar de inhoud is niet juist over die alinea’s verdeeld.

Er zijn te veel / te weinig feiten of meningen terug te vinden in de recensie. De samenvatting is te uitgebreid of niet uitgebreid genoeg.

Je hebt amper nagedacht over woordkeuze en er is weinig variatie in je zinsbouw. OF Veel van je zinnen hebben een gelijkaardige structuur.

Je verduidelijkt je beoordelingen met slechts één of twee argumenten.

Enkele spellingsfouten en fouten in zinsbouw in de tekst staan de boodschap niet in de weg.

Je tekst bevat amper alinea’s. Er is geen duidelijke inleiding en/of slot.

©VANIN

Er zijn amper feiten of eigen meningen terug te vinden in de recensie. De samenvatting bevat weinig relevante informatie.

Er is amper variatie in woordenschat en bijna alle zinnen hebben een gelijkaardige zinsbouw.

Je verduidelijkt geen enkele beoordeling met duidelijke argumenten.

Door de vele spellings- en taalfouten is de tekst moeilijk te begrijpen.

LES 19 DE RECENSIE 245 GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE

VIDEORECENSIES

1 Bekijk een video van Average Rob.

a Wat recenseert Average Rob precies in deze video?

b Hoe doet hij dat?

c Welke argumenten worden in de video vermeld? Wat valt je op?

d* Welke frituursnack en -saus zijn jouw favoriet? Onderbouw je mening voor beide met een gefundeerd argument.

2 Stel zelf een ‘tier list’ op. Volg onderstaande stappen.

a Wat wil je recenseren? Denk na over een overkoepelende categorie. Dat kan gaan over literaire personages, dieren, plaatsen … Lijst minstens acht objecten, personen … binnen die categorie op die je wilt recenseren.

b Stel je tier list op. Bedenk minstens vijf categorieën en geef ze passende namen. Rangschik ze in je lijst.

c Verdeel jouw acht objecten, personen … over de lijst. Onderbouw alle keuzes met een gepast argument. Onderstaand schema kan je op weg helpen.

categorie A

categorie B

categorie C

categorie D

categorie E

3 Verwerk jouw tier list in een videorecensie. Volg onderstaande stappen.

a Zorg voor een interessante opener. Zo heb je je publiek mee vanaf de eerste seconde.

b Visualiseer je tier list in je video. Dat kan op papier, in de achtergrond … Je kunt ook een foto van je lijst toevoegen na het afwerken van je video.

c Leg je tier list uit en verdeel alle elementen onder de categorieën. Vergeet zeker niet je argumenten te vermelden.

d Sluit je video op gepaste wijze af.

• Gesproken taal is heel anders dan geschreven taal. In een mondelinge bespreking heb je meer vrijheid in verband met zinsbouw, woordkeuze … Kies echter steeds voor Algemeen Nederlands.

• Wees creatief. Film je video op een interessante locatie, voeg leuke effecten toe … Alles kan.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 246
TIP
5 @Averagerob @Arnothekid en @milancools
©VANIN

Evaluatiematrix – Spreken: tier list

inhoud

De video is goed opgebouwd. Er is een interessante inleiding, een duidelijk midden en een gepast slot.

De tier list is opgebouwd uit vijf duidelijke categorieën met goede namen. Er worden acht personen, objecten … besproken.

gepastheid

Je kiest voor gesproken taal. Je hanteert gepaste zinsconstructies en er is genoeg variatie in woordenschat.

duidelijkheid

Je verduidelijkt alle keuzes met duidelijke argumenten.

De video is minder goed opgebouwd. Er is een opdeling in inleiding, midden en slot. De inleiding en het slot zijn echter niet creatief.

De tier list is niet opgebouwd uit vijf duidelijke categorieën met goede namen. OF Er worden minder dan acht personen, objecten … besproken.

Je wisselt te veel tussen gesproken en geschreven taal. OF Er werd amper nagedacht over zinsbouw en er is weinig variatie in woordenschat.

Je verduidelijkt de meeste keuzes met duidelijke argumenten. Niet alle argumenten zijn specifiek genoeg.

Er is geen duidelijke inleiding en/of slot.

correctheid

Je uitspraak is foutloos. Alle woorden worden correct gebruikt en ook de zinsbouw klopt steeds.

Aanvullende commentaar:

Enkele woordenschatfouten en fouten in zinsbouw staan de boodschap niet in de weg.

De tier list is niet opgebouwd uit vijf duidelijke categorieën met goede namen. Er worden ook minder dan acht personen, objecten … besproken.

Je taalgebruik lijkt te veel op een geschreven tekst. Er is amper variatie in woordenschat en zinsbouw.

Je verduidelijkt slechts enkele keuzes met duidelijke argumenten. De meeste argumenten zijn niet specifiek genoeg.

Door de vele woordenschaten taalfouten is de video moeilijk te begrijpen.

LES 19 DE RECENSIE 247 GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE
©VANIN

Je bespreekt de verhaalbouwstenen van een kortverhaal 1

2

Je hebt oog voor de gelaagdheid van literaire teksten

EERSTE LECTUUR

Kortverhaal: Spek en bonen ©VANIN

Je neemt actief deel aan schriftelijke en mondelinge interactie over een literair kortverhaal 5 4 3

Je interpreteert een kortverhaal, zowel individueel als in interactie

Je reflecteert over de functie en betekenis van literatuur

Het kortverhaal dat je gaat lezen, Spek en bonen van Tom Lanoye, bestaat uit 14 korte hoofdstukken. Je leest nu eerst individueel het verhaal tot en met hoofdstuk 8.

SPEK EN BONEN 1.

EEN MAN VAN IN DE VIJFTIG. IN EEN CAFÉ.

EEN DAG NA DE FEITEN.

‘Hoe moeder en dochter zo van elkaar kunnen verschillen. Simone, dat is een nijdige keffer. Zwart haar, niets grijs daarin, weinig rimpels voor haar leeftijd en een koppel ogen dat nog altijd vuur kan schieten, zelfs in het donker. En niet op haar mondje gevallen, Simone. Verre van. Als ze zwijgt, is het omdat ze aan het slapen is. Of om aan haar sigaret te trekken. Groene Michel zonder filter, alstublieft. Gemakkelijk een slof of twee per week. Haar vent is er nog zot van geworden. Die liet haar van de ene dag op de andere zitten met haar kind. De meubelen mocht ze ook houden, zei hij. Die hingen toch uiteen. Maar het geld en de colliers van haar grootmoeder pakte hij mee, de smeerlap.

En Simone kon weer gaan kuisen en schrobben bij jan en alleman. Tweehonderdvijftig frank per uur, in het zwart. Een betere en een snellere was er niet te vinden. Dat zei iedereen. Akkoord, ze kon haar kwebbel niet houden. Zelfs als ze aan het stofzuigen was, kwam ze boven het geraas uit, zo scherp als een papegaai zonder eten. En het was niet altijd vriendelijk wat ze te zeggen had. Op iedereen wist ze iets. Maar echt kwaad bedoelde ze het niet. Ze had het zelf moeilijk, dat is alles.

Terwijl Tanya … Veel valt daar niet over te vertellen. Een stil water met een stinkende grond. Met haar moeder heeft ze niets gemeen. Zuiver niets. Behalve dat ene natuurlijk. Als het niet zo triestig was, zou je er nog om kunnen lachen. Maar voor de rest? Ze zeggen dat je aan de vader altijd kunt twijfelen en aan de moeder niet. Maar volgens mij hebben de verpleegsters Tanya in de wieg verwisseld met de echte dochter van Simone.’

2.

DE BESCHULDIGDE.

IN DE BEWUSTE STRAAT.

DE OCHTEND ZELF, NOG GEEN UUR NA DE FEITEN.

Tanya Demesmaecker zit in haar Peugeot 205 te wachten tot het licht wordt. Ze zweet, al zijn allebei de raampjes opengedraaid. In haar gebloemde jurk staan er kringen onder de oksels.

Het enige waar Tanya in de beklemming van de kleine wagen aan kan denken, is aan haar kamertje in het internaat dat ze vier jaar geleden heeft verlaten.

Daar werd ze vijf hoog iedere morgen wakker met een schok, omdat ze droomde dat ze uit het raam viel en op de plaveien van de speelplaats neersmakte. Altijd datzelfde beeld. Een wentelend vierkant vol stenen messen, dat haar naar zich toe zoog. Ze hield haar armen voor het gezicht, ze trapte met haar benen als een vis met zijn staart. Soms riep ze voor ze te pletter viel. Een van de keren dat Tanya riep, had Zuster Geneviève het gehoord. Een verdorde non met een scheefgegroeide hand en een plechtige blik.

les
1 5 10 15 20
25 30
1 20
TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 248

Een van de laatste zusters die op de school surveilleerde en de enige die nog vasthield aan het zwarte kleed met kap. Ze schoof het kamertje binnen en ging op het voeteneind zitten. Ze streelde met haar scheve hand over het laken, dat nat was van het zweet. Tanya trok haar voeten weg en de hand hield op met strelen. Wat scheelt er, mijn kind?

Tanya antwoordde fluisterend wat ze gedroomd had. En dat ze iedere morgen zo wakker werd. Dat ze een uur, twee uur met haar ogen open lag, tot het licht werd, en pas dan opnieuw durfde te slapen.

Zuster Geneviève knikte. Ze bracht haar goede hand voor haar borst en speelde met het zilveren kruisje dat ze van haar moeder zaliger had gekregen, op de dag van de geloften. Heer, kijk naar dit onrustige jonge lijf. Bleek en groot, het is te snel gegroeid in korte tijd. Is dit nu onschuld? Dit armzalig zweten? Ik zie geen hooglied, geen feest. Ik zie een manke bloesem, door zijn eigen bloei bedreigd.

Zwijgend verliet Zuster Geneviève het benauwde kamertje en kwam terug met in haar klauw een paar boeken. Het leven van de Heilige Anna. Het vademecum voor de jonge vrouw. Meisje, echtgenote, moeder door Emiel Dutrez S.J. Zo probeerde Tanya haar angsten te bestrijden door te lezen. Maar hoe hoog de stapel boeken naast haar bed ook werd, de angstdromen bleven komen, iedere morgen weer.

Tanya buigt zich naar de achterbank van de Peugeot. Ze zoekt tussen de kleren en de rommel naar een boek, een magazine, een krant. Er ligt niets. Ze merkt dat er bij haar pols nog een veeg bloed zit. Met een papieren zakdoekje en wat spuug veegt ze het weg. Het zakdoekje gooit ze niet door het geopende raam. Ze stopt het in haar handtas, bij de andere. En als het eindelijk licht wordt, rijdt ze naar het politiebureau.

©VANIN

3. EEN GETUIGENDE POLITIEAGENT. IN DE RECHTSZAAL. TIJDENS HET PROCES.

‘In shock zou ik het niet noemen. Ik heb er genoeg zien binnenkomen om te weten hoe dat is. Volgens mij is ze gewoon zo. Bokkig, stil. Een beetje een vijs kwijt. En ze was ook doodmoe, echt waar. Ze deed haar verhaal en ze vroeg of ze in de cel mocht slapen. Dat mocht, waarom niet. Dat was trouwens de enige keer dat ze iets toonde van emoties. Toen ze aan het slapen was, bedoel ik. Ze woelde de hele tijd en ze riep een paar keer. Nogal luid zelfs. Maar toen ze wakker werd, was het weer van hetzelfde. Een traan heb ik niet gezien. Ook niet toen haar moeder kwam janken en lamenteren aan de balie. Ze moet dat gehoord hebben tot in haar cel, het kan niet anders, zoals dat mens haar klep kan openzetten. Maar geen krimp geven, niets. Ze zag er nog altijd even moe uit als toen ze binnenkwam, en ze vroeg naar niets of niemand. Ook niet naar haar Marco.’

70 4. MARCO.

‘S AVONDS IN EEN PARKEERGARAGE. TWEE JAAR VOOR DE FEITEN.

(zijn voormalige boezemvriend Bertje de Vries ligt bloedend voor hem op de grond) ‘Je mag haar hebben, kameraad. En haar strontboetiek erbij. Ik heb haar niet meer nodig, ik ben al met een ander. Een betere, in ieder opzicht. Zeg haar dat maar. En kruip jij maar op haar, zoveel als je wilt. Maar kom achteraf niet zagen. En blijf uit mijn buurt. Volgende keer sla ik allemáál uw tanden eruit.’

75 80 5. DE EX-VRIENDIN VAN MARCO.

EEN VERKOOPSTER IN BOETIEK LA STRADA. IETS MINDER DAN TWEE JAAR VOOR DE FEITEN.

‘Pardon, ik was Márco zo beu als kouwe pap. Niet dat dat belangrijk is, maar hij moet niet het tegenovergestelde rondvertellen. En Bertje de Vries, die heeft niets met mij te maken, dat is een goeie vriend, meer niet. Hij komt mij zo af en toe ‘s avonds helpen in de boetiek. Mettertijd kán dat wel iets worden, dat kan altijd, waarom niet? Hij heeft van alles wat Marco niet heeft. Prima job, goed karakter, hij verzorgt mij als een prinses. En hij kan koken als een chef.

Wablieft, Marco charmanter? Als hij iets los moet krijgen, misschien. Je kent hem niet goed. Je moet hem eens meemaken onder vier ogen. Ze zal dat wel rap genoeg doorkrijgen, zijn Tanya.

LES 20 KORTVERHAAL: SPEK EN BONEN 249 35 40 45 50
55 60 65

Ah, dat weet je nog niet? Dat hangt hij niet aan je neus, natuurlijk. Tanya. Haar moeder kuist in de Rex. Tanya, die grote, bleke. Wat hij daar toch in ziet. Schoon is ze niet, maar lomp, lòmp. Gekleed door het Leger des Heils, schat ik. En ik durf wedden dat ze haar haar verft, het is een rosse, die hebben allemaal zo een wit vel. En dan die wallen onder haar ogen … Pfft. Nog een die nooit zo oud zal worden als ze eruitziet. Zeker niet als ze blijft aanpappen met hem. Weet je wat het is? Marco is van het slag venten dat geen vrouw nodig heeft, maar een moeder. Ik heb nooit in heel mijn leven zo voor iemand gejaagd en gelopen. Zijn handen stonden zó. Hij kon met moeite een ei bakken als ik eens niet thuis was.’

6.

ZUSTER GENEVIÈVE.

IN TANYA’S KAMER IN HET INTERNAAT.

VIER JAAR VOOR DE FEITEN.

‘Zijn dit jouw boeken, mijn kind? Eenzaam is het hart … De praktijken van dokter Jones. Is dit de lectuur die we voor je hebben meegebracht? Je maakt misbruik van ons vertrouwen en je weet het. Nee? Waarom had je ze dan verstopt? … Je doet ons verdriet, Tanya. Besef je dat? Wat zeg je? Zei je iets? … Beloof ons ten minste dat je het niet opnieuw zult doen, ja? Beloof je dat? … Ik wacht, Tanya … Beloof je het? … Tanya! … Beloof je het! … Goed dan. Als je besloten hebt om ons pijn te blijven doen, kunnen we niet anders dan je strafstudie te geven. De hele week. En die boeken gaan de prullenmand in.’

7.

BOY MEETS GIRL. IN SNACKBAR UILENSPIEGEL.

TWEE EN EEN HALF JAAR VOOR DE FEITEN.

©VANIN

Tanya leest. Tegenover haar heeft een kerel ongevraagd plaatsgenomen. Hij lijkt op die ene, die blonde, uit dat feuilleton op woensdagavond. Hij drinkt een biertje en kauwt op een tandenstoker en houdt geen moment zijn mond.

MARCO: Ik begrijp dat niet. Iedere avond moet ze overwerken. Zegt ze. Overwerken? In een boetiek! Snap jij het? Ik niet. Ik kom dan altijd naar hier om iets te eten. Moederziel alleen thuis aan een keukentafel zitten, dat is niets voor mij. En jij, kom jij hier veel?

TANYA: (leest) Af en toe.

MARCO: We moeten elkaar al die tijd misgelopen zijn, dat kan niet anders. Ik zou mij jou herinneren. Direct. Zo veel volk komt hier nu ook weer niet. En jij springt nogal in het oog. Echt waar. Ben je altijd zo aan het lezen?

TANYA: (leest) Nee.

MARCO: Als je liever voort leest, moet je het zeggen.

TANYA: (leest)

MARCO: Zeg het maar. Lees je liever verder? Of mag ik je op een koffietje trakteren? Wat denk je?

Tanya legt haar boek terzijde en drinkt drie koffies en een milkshake op kosten van Marco. De volgende ochtend schrikt ze niet wakker. Ze wordt niet overvallen door de droom waarin ze uit het raam stort en neersmakt op de grijze, korrelige stenen. Ze droomt helemaal niet. Het is al licht als ze wakker wordt. Ze blijft in bed liggen. Beneden is haar moeder druk in de weer. Zelf heeft Tanya nog een half uur voor ze op moet. Ze neemt haar boek en zoekt waar ze de dag daarvoor in snackbar Uilenspiegel gestopt was met lezen. Bladzijde 116, in Een hart van goud.

(…) Phoebe begon te huilen, onhoorbaar eerst, maar al spoedig liet ze zich helemaal gaan en stortte ze zich in Cals armen. ‘Ik heb nog nooit zo gehuild,’ zei Phoebe en ze droogde haar tranen, ‘maar het gaat alweer beter. Ik kan tenslotte niet de hele dag op je schouder snotteren.’ ‘Nee’, beet Cal haar afgemeten toe. ‘Ik vermoed inderdaad dat een minuutje of twee in een heel leven wel genoeg is. En het is heel vreemd van me dat ik je een beetje wilde troosten, neem me niet kwalijk!’

Er viel een stilte. Ze glimlachten plots flauwtjes naar elkaar en de spanning was gebroken. Vol hartstocht trok Cal Prescott Phoebe naar zich toe. Hun lippen versmolten. (…)

Beneden trekt Simone de deur in het slot en begeeft zich naar haar werk.

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 250 85 90
95 100
105 110 115 120
125 130

IN HET KANTOORTJE VAN DE REX.

ZES MAANDEN NA DE EERSTE ONTMOETING MET MARCO.

‘Het is zo een attente jongen. Je zou hem eens bezig moeten zien met ons Tanya. Ze bloeit helemaal open. Ze slaapt rustig, ze eet goed, ze lacht van ‘s morgens tot ‘s avonds en ze komt uit zichzelf al eens tegen mij babbelen. Dat deed ze vroeger nooit.

Eergisteren komt ze zo naar mij en ze zegt, ma zegt ze, nu moet ik toch eens iets vragen. En blijkt, na veel vieren en vijven, dat ze wil vragen of Marco bij ons mag komen wonen. Die jongen woont al een half jaar heel alleen op een gemeubileerd kamertje aan de andere kant van de stad. Dus wat zeg je dan, als moeder? Ze zitten de laatste tijd toch al meer bij ons thuis dan ergens anders, en wat kan er thuis meer gebeuren dan wat er nu al gebeurt die paar keren dat ze toch samen naar zijn kamertje trekken? Ik heb mijn ogen niet in mijn zak. Dus ik zeg, kind zeg ik, je hebt er de leeftijd voor, en als het je gelukkig maakt, waarom niet. Natuurlijk, ik had liever gezien dat ze eerst zouden trouwen. Maar de tijden zijn veranderd. En god weet, als ze trouwen willen ze ergens anders gaan wonen. En dan zit ik daar, in mijn eentje. Een leeg huis, ik mag er niet aan denken. Plus daarbij, een man in het huishouden, het is toch een gerief. We zijn wij twee hulpeloze vrouwen, en als je de kranten eens leest? We mogen al blij zijn dat er niets gebeurd is in al die jaren. Er lopen genoeg zotten vrij rond. Vanavond, na haar werk, doen ze de verhuizing. Veel zal dat niet zijn. Een plant of vier, zijn muziekinstallatie, een paar dozen met kleren … Daarna is het feest. Ik ga koken voor ons drieën, een gebraadje, een goede fles wijn, koffie met een borrel. Marco weet daar nog niets van. Ik ben eens curieus hoe hij zal reageren. Ik zie zijn gezicht al voor mij. Dat wordt weer lachen tot achter zijn oren. Hij kan je zo aankijken, met die schone blauwe ogen van hem. Een blok beton zou ervan smelten. Het is echt een knappe, vriendelijke jongen. Ons Tanya heeft er kijk op. Er zijn er veel jaloers op haar.’

1 Noteer de woorden die je niet begrijpt.

2 Schrijf bij elk hoofdstuk de vragen die in je opkomen; de vragen die jij je stelt na het lezen van elk hoofdstuk. Noteer ook zaken die je bijzonder/grappig/onduidelijk … vindt.

Je overloopt nu samen met een medeleerling jullie vragen en opmerkingen.

3* Vergelijk jullie antwoorden op de vragen.

a Waarover zijn jullie het eens? Waarover niet?

b Waren jullie antwoorden heel verschillend?

4* Bekijk jullie onbekende woorden nog eens. Achterhaal de betekenis van de onbekende woorden via de woordleerstrategieën.

5* Maak samen een voorspelling.

a Wat denken jullie dat er zal gebeuren in het tweede deel van het verhaal?

b Formuleer een grote vraag die jullie beantwoord willen zien.

Jullie bespreken nu klassikaal jullie vragen en theorieën.

6* Hoe gaat het verhaal verder? Wat gebeurt er met de hoofdpersonages? Welke aanwijzingen of clues uit de vorige hoofdstukken houden jullie bezig?

LES 20 KORTVERHAAL: SPEK EN BONEN 251 135 140 145 150 155 8. DE MOEDER.
©VANIN
TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 252
©VANIN

HET VERVOLG

Je leest nu de laatste zes hoofdstukken.

EEN EX-VRIENDIN VAN TANYA.

OP HET WERK TEGEN EEN COLLEGA.

EEN MAAND OF VIER NA MARCO’S VERHUIZING.

‘Ik heb nooit iets van hem moeten hebben. Met zijn geslijm altijd. Weet je dat hij het met mij ook geprobeerd heeft? Ik zweer het. Ik zit hoop en al een half uur met hem alleen, te wachten op Tanya en haar moeder, en hij probeert al onder mijn rokken te kijken. En maar complimentjes geven, en knipogen gelijk zot. Precies een tic nerveux. En na een half uur vraagt hij het mij ineens. Vlakaf, in mijn gezicht. Ik ben opgestaan en ik heb hem laten zitten waar hij zat. Wie denkt hij dat hij is? Zo knap is hij nu ook weer niet. Ik heb dat nooit verteld aan Tanya, ik wilde haar niet kwetsen. Achteraf bekeken had ik het beter gedaan, dan was ze gewaarschuwd geweest. Nu ben ik de zondebok. In zekere zin kan ik dat begrijpen, het moet een terribele schok zijn. Je eigen moeder … Maar ik zie toch wat ik zie? Het is niet normaal zoals dat mens rond Marco fladdert. Als die twee ergens samen zijn en je komt binnen, dan heb je het gevoel dat je hen betrapt. Op een keer zit ik bij hen thuis. We zijn met ons vieren naar de tv aan het kijken. Marco staat op om een flesje bier te halen, hij passeert de moeder van Tanya en die knijpt hem zo eens in zijn billen. Lach maar, ik wist niet wat ik zag. En het soort blikken dat ze wisselden? Waar Tanya en ik bij zaten. Later op de avond gaat hij weg, een pint pakken zogezegd, en hij kust ons alle drie ten afscheid. Eerst Tanya, dan mij, dan de moeder. En de moeder is de enige die hij op de mond kust. Drie keer. Mijn maag keerde ervan om. Geen tongkussen of zo, dat nu ook weer niet. Maar ze hadden wel alle twee hun ogen dicht en ik ben zeker dat als Tanya en ik er niet bij waren geweest, dat die kussen dan heel wat langer geduurd zouden hebben. En dat er, sorry dat ik het zeg, meer aan te pas zou zijn gekomen dan hun tong. Tanya ziet dat allemaal niet. Of ze wil het niet zien. Die avond bleef ze alleszins zonder om te kijken naar de tv koekeloeren. En de volgende dag, toen ik haar erover sprak, duurde het geen twee minuten of ze begon mij uit te maken. Ik zeg Tanya, kind, ik vind het ook niet plezant, maar ik móet het zeggen, het is mijn plicht, als vriendin. Maar ze bleef razen. En opeens viel ze stil. Sindsdien zegt ze geen gebenedijd woord meer tegen mij. En ze zit weer de hele tijd in van die boekjes te lezen.

Het laatste wat ze zei, was dat ik jaloers was op haar geluk. Ik vraag mij af waarom. Geluk kun je het moeilijk noemen, als je vent wordt ingepikt door je eigen moeder.’

10.

DE MOEDER.

TEGEN TANYA’S PSYCHIATER.

BIJ HET GERECHTELIJK VOORONDERZOEK.

‘Ik heb er lang tegen gevochten. Heel lang. Het mag niet, dacht ik, het kan niet. En Marco heeft er zich ook lang tegen verzet, dat heeft hij mij verteld. Als we nu eens niet in hetzelfde huis hadden gewoond, zei hij … Misschien dat er dan niets gebeurd was. Nu kwamen we elkaar elke dag weer onder ogen. Ik vertrok ‘s morgens als eerste naar mijn werk, vlak voor Marco. Tanya vertrok een half uur later. Maar ‘s avonds kwamen Marco en ik samen thuis, een uur voor Tanya er was. Het is dat ene uur, iedere dag opnieuw, dat het hem gedaan heeft. Dat ene uur.

We hebben het er alle twee moeilijk mee gehad. Marco misschien nog meer dan ik. Maar … Pas op, ik zoek geen excuses … En niet dat ik haar zwart wil maken, maar … Ons Tanya is geen gemakkelijke. In het begin ging alles goed tussen haar en hem. Maar na een tijdje kreeg ze het opnieuw. ‘s Nachts, die dromen van haar. Ze lag dan te schokken van de schrik, ze riep heel het huis bijeen. En daarna lag ze een paar uur wakker. En dat lezen altijd. Dat was voor die jongen toch geen werk.

Met dat soort problemen kwam hij dan naar mij. Dat komt door de leeftijd. Hij was vijf jaar ouder dan Tanya en als je zo jong bent, telt elk jaar verschil dubbel. Terwijl ik, ik ben dan wel ouder dan hem, maar we stonden op dezelfde golflengte. We begrepen elkaar zonder een woord.

LES 20 KORTVERHAAL: SPEK EN BONEN 253
160 165 170 175 180 185
9.
190 195 200 205
2 ©VANIN

De eerste weken konden we het nog wegsteken voor haar. We hebben alle twee, Marco en ik, zelfs zitten hopen en bidden dat het voorbij zou gaan. Dat het een bevlieging was. Maar hoe langer dat het duurde, hoe beter dat we ons voelden.

De grote fout die we gemaakt hebben, was van het haar niet te vertellen voor ze er zelf op uitkwam. Maar hoe gaat dat? Ik zou nog altijd niet weten hoe je zoiets moet aankaarten. Je blijft het uitstellen en uitstellen. En op een dag is het te laat.

Het deed mij pijn, natuurlijk deed het mij pijn. Ik verloor altijd. Ofwel haar, ofwel Marco. Eigenlijk is het Tanya zelf die de knoop heeft doorgehakt. Zij is weggegaan. Ik ben gebleven. Marco ook.

Ik kan begrijpen dat ze kwaad was op ons. En dat ze niet meer bij ons wilde wonen. Dat was zelfs het beste, voor iedereen. Maar wat ze daarna heeft uitgespookt? Eerst die brief, om te schelden en om te zeggen dat ze al twee maanden in verwachting was van Marco. Dat kon gewoonweg niet. Marco heeft het mij gezworen. De tranen stonden in zijn ogen. Hij zou dat niet gekund hebben, zei hij, met twee tegelijk, moeder en dochter, en ze in feite alle twee bedriegen. De laatste maanden dat ze bij ons woonde, zei hij, hadden ze geen betrekkingen meer gehad. Niets.

Dus dat kind moet van iemand anders geweest zijn. Aan de moeder kun je niet twijfelen, aan de vader altijd. Ze heeft voorzeker een wildvreemde zover gekregen. Moeilijk is dat niet, voor een meisje van haar leeftijd. Ze zou alles gedaan hebben om Marco en mij te koeioneren. Alles. Een mens die verdriet heeft, doet rare dingen. Zeker ons Tanya. Zie maar naar wat ze gedaan heeft. Ze heeft mijn leven geruïneerd. En het hare erbij.’

©VANIN

250

DE BESCHULDIGDE.

IN EEN GEMEUBILEERDE KAMER.

EEN NACHT, ZEVEN MAANDEN VOOR DE FEITEN.

Tanya ligt met haar ogen open op het bed. Het zweet staat op haar voorhoofd. De lakens heeft ze weggetrapt net voor ze wakker schoot. Ze sloeg in haar droom opnieuw te pletter, op het vierkant van grijze stenen. Deze keer duurde de droom iets langer. Ze kon zichzelf zien liggen na de val. Ze droeg geen kleren. Haar armen waren gebroken, haar gezicht was onherkenbaar. Haar heup één grote wond waaruit een stuk versplinterd bot stak.

Het kind beweegt al weken, maanden. Tanya legt haar handen onder haar nachtpon over haar gespannen buik. Van hem. Dit hier is van hem. Zoals ik van haar ben. Als het mij nog één keer schopt, laat ik mij van de trappen vallen.

Ze steekt het licht aan en grijpt een van de boeken die naast het bed op de grond liggen. De stad kent geen geheimen. Bladzijde 93 e.v.

(…) ‘Het spijt me, m’n duifje’, lachte John Hamilton met een besliste trek om de mond. Hij tikte de askegel van zijn sigaret af op het tapijt. ‘Vanaf vandaag is de naam Rose Woods uit mijn geheugen gebannen.’ Hij trok de deur achter zich dicht. Even later klonk het gezoem van de lift. Rose stond nog steeds onbeweeglijk bij het raam. ‘Toe, Rose, vertel het nou’, suste moeder. ‘Iedereen heeft het nodig om te praten met iemand die je kunt vertrouwen. Daar dienen vriendinnen toch voor.’ Ze streelde Rose over het hoofd. ‘Het lucht op, geloof me nou!’

Rose sloeg haar ogen op en keek haar moeder dankbaar aan.

(…) ‘Kindje toch’, zuchtte Roses moeder na een lange stilte. Ze ging op de stoel bij het haardvuur zitten, haar anders zo rusteloze handen doelloos in de schoot, en schudde het hoofd. ‘Ik had het kunnen weten. Mannen. Allemaal hetzelfde.’ (…)

255 12. MARCO. EEN NOOIT GEPUBLICEERD INTERVIEW. TIJDENS HET PROCES. (Vr.)

Wat zocht u precies, mijnheer? De rijpheid van de vrouw enerzijds, de prilheid anderzijds? Moeder èn dochter, meisje èn vrouw? En waarom koos u uiteindelijk de moeder? Had u niet liever gehad dat de dochter was blijven inwonen? Hebt u spijt van uw keuze? Betreurt u het gebeurde? Voelt u zich verantwoordelijk? Zou u hetzelfde opnieuw doen?

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 254 210 215 220 225
230 235 240 245 11.

(Antw.)

Wat gebeurt, gebeurt. Er is daar geen kiezen aan. Zolang ik mij goed voelde bij de dochter, bleef ik bij de dochter. Later voelde ik mij beter bij de moeder. Punt. Waarom zou ik mij schuldig voelen? Het initiatief ging trouwens van haar uit.

Simone was gewoon beter. Minder zot. Niet veel, maar toch. We konden tenminste praten met elkaar. En de rest ging ook beter dan met Tanya. Beter dan je op het eerste gezicht zou denken. Over een oude schuur gesproken, die Simone heeft gebrand, gebránd. Nooit meegemaakt. Ze moest mijn gezicht maar zien en het was al zover. En wat moet je dan zeggen, als man? Nee, bedankt? Morgen loop ik onder de tram en dan is het gedaan. Pakken wat er te pakken valt, zeg ik. En wat ook een feit is: Simone kon koken als de beste. Elke morgen voor we de deur uitgingen een dikke toast met boter en witte bonen in tomatensaus en een pan spek. Zó, hè. Op zijn Engels.

Maar ik heb haar moeten laten staan. Verleden maand. Dat was niet meer vol te houden, echt. Iedere week ging ze een keer of drie naar dat zothuis, de dochter bezoeken. En als ze terugkwam, was het janken en klagen van begin tot einde. En mij uitschijten omdat ik niet mee op bezoek wilde gaan. Ik vraag mij af waarom. Wat heb ik daar verloren?

En de rest, dat was ook op stel en sprong afgelopen. Zo gaat dat met die wijven. De ene keer alles, de andere keer niets. Geraak er maar uit wijs. Jong of oud, dat speelt geen rol. Allemaal hetzelfde.

13.

©VANIN

TWEE VROUWEN VAN MIDDELBARE LEEFTIJD.

OP DE HOEK VAN DE STATIONSSTRAAT EN DE PAARDENMARKT. EEN DAG NA DE FEITEN.

X: Ik kan het nog altijd niet geloven. Je eigen kind.

Y: In feite heeft Simone hetzelfde gedaan. Iets beginnen met het lief van je dochter en haar dan buitensmijten? Het is geen moord natuurlijk. Maar het scheelt niet veel.

X: Het schijnt dat het over heel het lijfje littekentjes had, van daarvoor al.

Y: Zeg dat het niet waar is.

X: Toch, toch. Scheermesjes, naalden, gloeiend bestek … Hoe meer ze haar ondervragen, hoe meer ze loslaat. Ik ken iemand die naast haar woonde. Hij zegt dat het soms een dag en een nacht lag te huilen in de wieg, aan één stuk door.

Y: Als je dat zo allemaal hoort, dan is het misschien nog beter dat het zo gegaan is. Wie weet wat voor een leven ging het tegemoet.

X: Dat is waar. Maar het zou niet mogen zijn. Goed vijf maanden, een boreling nog bijna. Het zou niet mogen zijn.

14.

DE FEITEN.

EEN VERLATEN STRAAT.

DRIE UUR ‘S NACHTS.

Precies een jaar nadat ze is weggegaan, keert Tanya naar het huis van haar moeder terug. Voor de stoep, op de grijze stenen van het voetpad, legt ze voorzichtig een grote bundel dekens neer.

Het slaapt. Eindelijk slaapt het.

Daarbinnen slapen hij en zij, denkt Tanya. Naast elkaar, tegen elkaar. Straks loopt hun wekker af. Ze zullen allebei opstaan, eten in de keuken en vertrekken naar hun werk. Zij zal als eerste naar buiten komen. Zoals altijd. Hij volgt.

Tanya haalt een grijze plavei uit de koffer van haar Peugeot tevoorschijn en laat die op de straatstenen kapot vallen. Ze grijpt het puntigste stuk en gaat ermee naar de bundel dekens. Ze maakt het hoofdje vrij.

Zijn kind. Háár kleindochter.

Niet lang daarna gaat Tanya opnieuw achter het stuur van haar Peugeot zitten. Ze maakt haar hand schoon met een papieren zakdoekje en wacht tot het licht wordt.

LES 20 KORTVERHAAL: SPEK EN BONEN 255 260 265 270 275
280 285 290
295 300 305

1 Noteer net als aan het begin van deze les de woorden die je niet begrijpt.

2 Noteer opnieuw de zaken die jou opvallen en de vragen waarmee je blijft zitten.

HET KORTVERHAAL BEOORDELEN

1 Wat is nu je algemene indruk van het kortverhaal?

a Geef het kortverhaal een score op een schaal van één tot tien.

b Motiveer je score in een kort tekstje (ongeveer vijf zinnen). Kies daarbij enkele bijvoeglijke naamwoorden uit het kader hieronder.

origineel – voorspelbaar – (on)realistisch – vergezocht – emotioneel – grappig – verrassend – vlot leesbaar – langdradig – leerrijk – ongewoon – vreemd – spannend – meeslepend – herkenbaar –intrigerend – …

TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 256
3 ©VANIN

TAAL

Voornamen in de bezitsvorm

1 Je leest hieronder enkele weetjes over beroemdheden uit de sport-, mode-, muziek- en lmwereld. Combineer de familienaam met de juiste voornaam. Je zult merken dat je steeds de bezitsvorm bij de voornamen dient in te vullen. Pas hier de juiste spelregel toe.

Bianca – Christian– Eddy – George – James – Karl – Louis – Miley – Shaquille – Yves

a O’Neal: Amerikaanse schoenmaat is 22. Omgerekend naar de Europese normen heeft hij schoenmaat 59.

b Castafiore: hoge operastem kon ruiten doen breken.

c SaintLaurent: invloed op de modewereld is van onschatbare waarde geweest.

d Clooney: ster zul je nooit op de walk of fame zien schitteren … Hij weigerde er gewoon een aan te nemen.

e Vuitton: zoon Georges zorgde voor het wereldberoemde LV-monogram.

f Merckx: Een van onze grootste wielrenners is Merckx. bijnaam is ‘de kannibaal’.

g Lagerfeld: testament bepaalde dat een groot deel van zijn erfenis naar zijn kat Choupette ging.

h Cyrus: vader is een erg bekende countryster.

i Dean: carrière stopte abrupt. Hij kwam op een tragische manier in een autoongeluk om het leven.

j Louboutin: idee voor de rode zool van zijn schoenen ontstond toen een medewerkster haar nagels rood zat te lakken.

In het Kennisoverzicht op p.  lees je de spelregels over het gebruik van een apostrof bij bezitsvormen.

257 EINDSTOP
1 TIP
© kjarrett © andersphoto © Yana Vydrenkova
Eindstop ©VANIN

Heten en noemen

2 Gebruik in onderstaande zinnen het juiste werkwoord.

a ‘Hoe jij?’, vroeg ze schuchter. ‘Santiago Francisco Rodrigo Miguel, maar ik heb liever dat je me Gabriel ’, antwoordde hij nonchalant.

b De kersverse ouders toonden trots hun tweeling. Het meisje ze Elle en het jongetje Luis.

c Officieel ze Gabrielle Chanel, maar ze liet zich al snel Coco , de naam die haar wereldberoemd maakte.

d Als grote voetballiefhebber kan het niet anders dan dat zijn drie zoontjes Diego, Lionel en Cristiano

e Waarom je me telkens anders? Ik toch zoals ik

f Onze leerkracht van wiskunde Petit, hij is echter 2.05 meter groot en wij hem achter zijn rug dan ook de lange.

3 Kun je nu het verschil tussen ‘heten’ en ‘noemen’ omschrijven?

heten = noemen = Verkleinwoorden

4 Vul telkens het verkleinwoord van het woord tussen haakjes in.

a Het kleine (jongen) vroeg aan zijn (opa) om samen een (museum) te bezoeken in een van de (steden) die ze zouden bezoeken op vakantie.

b Met deze hoge uv-index is het belangrijk om (kinderen) goed in te smeren. Vergeet zeker de (armen) en (schouders) niet.

c We hebben de kleine (tafels) gebruikt om de (boeketten) op te zetten.

d Onze printer kan enkel (A4’s) printen. Wanneer we (foto’s) willen afdrukken, lukt dit dus enkel op groot formaat.

e Sinds ik dertig geworden ben, heb ik enkele kleine (rimpels) rond mijn ogen. Het is een van die (kwalen) die je erbij moet nemen wanneer je ouder wordt.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 258
©VANIN

5 Schrijf zelf een kort sprookje aan de hand van volgende illustraties. Gebruik telkens het verkleinwoord van het gegeven woord.

dappere man

en koningin

EINDSTOP 259
kasteel
hert nijlpaard heks baby kist
koning
©VANIN
oma
met goud

Meervouden

6 Vul de zinnen aan met de correcte meervoudsvorm.

Tip

Lees meer over de meervoudsvormen in het Kennisoverzicht op p. -.

a Kun je mij nu al enkele beschikbare (datum) doorsturen? We zien elkaar pas volgende week en dat lijkt me wat laat om onze (agenda) samen te leggen.

b De (buur) hebben ons vorige week uitgenodigd voor hun huwelijk. Als cadeau hebben we een set van twee (pyjama) gekocht.

c Breng jij enkele (fles) water mee van de winkel? We verwachten veel (gast) voor Mo zijn verjaardagsfeest.

d In september zie je veel (appel) in de boomgaarden. Die trekken allerlei dieren aan zoals (hert) en (vos), maar ook (rat) zijn fan van fruit.

e Op de zolder van mijn grootmoeder heb ik nog enkele (bijzonderheid) teruggevonden.

f In de zomer eet ik graag (nectarine). Wist jij dat de (pit) van die (steenvrucht) giftig zijn voor mens en dier? Ook de (pit) van (kers) zijn zeer giftig.

g Op de website kon ik drie (vacature) terugvinden voor (vertaler-tolk). Zouden er al veel (kandidaat) gereageerd hebben?

h Toen hij de (boom) velde, merkten we op dat er veel (vogelnest) in terug te vinden waren.

i Zij wil in totaal vier (kind), dus moet ze een huis kopen met veel (slaapkamer)

j De (autozetel) moesten grondig gereinigd worden nadat mijn (broer) een kist hadden vervoerd die net geverfd was.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 260
©VANIN

7 Schrijf een tekst van tien zinnen waarin je de meervouden van volgende woorden verwerkt.

stad museum hond baby auto

put licht dak vlinder kind

EINDSTOP 261
©VANIN

Herhaling

Je krijgt enkele zinnen gedicteerd waarin je de geziene leerstof van de tussenstops moet toepassen.

8 Noteer de zinnen hieronder.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 262
©VANIN

9 Je leerkracht deelt een correctiesleutel. Verbeter je dictee en formuleer werkpunten voor jezelf.

©VANIN

Tip

Maakte je fouten tegen de volgende onderwerpen? Herbekijk dan de theorie of de opdrachten.

theorie (Kennisoverzicht)opdrachten

samenstellingen met afkortingen p. 370

Tussenstop 1 – p. 54 spelling van Engelse werkwoorden p. 363

Tussenstop 1 – p. 53 Engelse samenstellingen p. 370

Tussenstop 1 – p. 54 u/uw en jou/jouw p. 340

Tussenstop 2 – p. 123 vervoegingen van de werkwoorden p. 360-363

Tussenstop 2 – p. 116-118 leestekens p. 345-348

Tussenstop 2 – p. 123 hoofdletters p. 364

Tussenstop 3 – p. 179 tussenklanken p. 365-366

Tussenstop 3 – p. 180-181 au of ou p. 339

Tussenstop 3 – p. 183-184 ij of ei p. 339

Tussenstop 3 – p. 181-182 meervoudsvormen p. 367-368

Eindstop – p. 260-261

Eindstop – p. 258-259 verkleinwoorden p. 371

EINDTEST – RECEPTIEVE VAARDIGHEDEN

Lezen: taalkwesties op de werkvloer

1 In welke mate ben je het eens met deze uitspraken?

a Ik functioneer het best in mijn moedertaal en vind dan ook dat die taal het meest geschikt is om te gebruiken in een professionele context.

niet akkoord akkoord

b Het is belangrijk dat er binnen een bedrijf slechts in één taal gecommuniceerd wordt.

niet akkoord akkoord

c Het getuigt van intellect en status wanneer je in een professionele context veel vakjargon gebruikt, ook al verstaan niet alle medewerkers dat.

niet akkoord akkoord

d Taalvaardigheid is een waardevolle troef, aangezien medewerkers die zich goed kunnen uitdrukken in gesprekken en in schriftelijke communicatie, vaak effectiever zijn in hun werk.

niet akkoord akkoord

EINDSTOP 263
2

2 Lees deze tekst globaal en beantwoord de vragen.

TAAL OP DE WERF EN WERKVLOER

Niemand moet ervan overtuigd worden dat door duidelijke en verstaanbare communicatie veel misverstanden voorkomen kunnen worden. In het bedrijfsleven geldt dit uiteraard ook en misschien zelfs nog meer. Stel u voor dat twee bouwarbeiders elkaar – door een taalprobleem – niet kunnen verstaan, dan kan dit leiden tot zeer gevaarlijke situaties.

De vraag stelt zich dan welke taal een bedrijf moet hanteren in Vlaanderen. In het gewone dagdagelijkse bedrijfsleven is er een vrijheid van taalgebruik. Het is echter wel zo dat Nederlands de verplichte officiële taal is binnen een onderneming in Vlaanderen. Dit geldt dan op gebied van opmaak van alle sociale en wettelijke documenten alsook ook voor alle communicatie naar de werknemers en de overheid toe. U mag nog wel documenten of communicatie naar werknemers vertalen in een andere taal, maar deze zijn enkel om het te duiden. Een anderstalige arbeidsovereenkomst kan wel rechtsgeldig zijn, indien dit een overeenkomst is in het kader van het vrije verkeer van werknemers binnen de Europese Unie, en deze bestaat naast een Nederlandstalig exemplaar.

U kunt als werkgever wel een taalbeleid uitwerken voor het taalgebruik binnen uw onderneming. U mag dus bijvoorbeeld het gebruik van Nederlands tijdens de arbeidsuren wel stimuleren. De VDAB kan hierin een belangrijke partner voor u als werkgever worden. Zo bieden zij voor een korte periode joben taalcoaching aan. Het is echter belangrijk om de factor veiligheid steeds in het oog te houden. Wanneer u alle communicatie enkel in het Nederlands aanbiedt, zullen anderstalige werknemers waarschijnlijk het snelst vooruitgang boeken op gebied van de kennis van de Nederlandse taal. Dit kan tussentijds wel voor een gebrek aan doorstroming van belangrijke informatie zorgen. Uw externe dienst voor preventie en bescherming op het werk kan u hierin begeleiden door onder meer de welkomstbrochure ook in een andere taal te voorzien en door met meer symbolen te werken ter waarschuwing of ter illustratie.

Let wel, de bouwondernemingen zijn sinds de sectorale cao voor 2019-2020 wel al verplicht om per werf één iemand aan te stellen die een landstaal of Engels spreekt. Dit omwille van de veiligheid op de werf.

©VANIN

Bron: orbiss.be

a Wat is het onderwerp van de tekst? Vat het samen in één zin.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 264

b Markeer de hoofdgedachte van de tekst.

c Wat is het doel van de tekst?

d Welk teksttype herken je?

©VANIN

e Voor wie is de tekst bedoeld?

f Duid in elke alinea de kernzin(nen) aan.

3* Kijk opnieuw naar de antwoorden die je gaf bij opdracht 1. Is je mening veranderd na het lezen van de tekst?

Lezen: taalkwesties in het hoger onderwijs

Opinie

De taalkwestie in het hoger onderwijs: what’s the problem, dear colleague Sels?

KU Leuven-rector Luc Sels tijdens de opening van het academiejaar © BELGA

Gita Deneckere en Antoon Vrints

Gita Deneckere, Bruno De Wever en Antoon Vrints zijn historici aan de UGent. Er zijn nog zekerheden.

Bij het begin van elk academiejaar klinken van de kant van universitaire bestuurders jammerklachten over de zogenaamd al te stringente taalregeling van het hoger onderwijs in Vlaanderen.

Deze keer was het de beurt aan KU Leuven-rector Luc Sels, die zelfs verklaart dat de taalkwestie een veel ernstiger probleem vormt dan de onwettige onderfinanciering van het hoger onderwijs. Hij wil dubbel zoveel Engelstalige bachelors aanbieden als vandaag al mag en de verplichting voor anderstalige proffen om binnen vijf jaar na aanstelling Nederlands te leren, uithollen.

Al even voorspelbaar is de argumentatie dat de taalregels ‘topwetenschappers’ afschrikken om naar Vlaanderen te komen en de werving van buitenlandse studenten in de weg staan. Daardoor zouden ze niet alleen de groei en bloei van het hoger onderwijs in de weg staan, maar ook een hypotheek leggen op de ontwikkeling van de kennisregio Vlaanderen.

EINDSTOP 265

Om weifelende politici te overtuigen, wordt in de helaas vertrouwde retoriek van het new public management altijd verwezen naar economische, zogenaamd zakelijke, argumenten. Bevriende consultants worden ook nu weer gemobiliseerd om die boodschap kracht bij te zetten. Verengelsing getuigt in die neoliberale logica van ambitie en toekomstgerichtheid.

Vanuit datzelfde managementdenken worden verdedigers van het Nederlands in het hoger onderwijs steevast weggezet als sentimentele provincialen die de tekenen van de tijd (nog) niet begrepen hebben. Het roept herinneringen op aan kardinaal Mercier, die om dezelfde redenen onze taal ongeschikt achtte voor de universiteit.

Sels gaat nu een stuk verder in de morele diskwalificatie, want hij hekelt het ‘identitaire denken’ van de verdedigers van het Nederlands (waaronder wij onszelf rekenen). Hij wekt meer dan de suggestie dat wie zich verzet tegen de verregaande verengelsing een objectieve bondgenoot is van de identitaire beweging, van radicaal-rechts dus.

Als we Sels’ verontrustende gedachtegang even volgen, bestaat er sinds kort een radicaal-rechtse meerderheid binnen het Nederlandse parlement. Net voor de zomer nam de Tweede Kamer een motie van Pieter Omtzigt aan met de dringende wens het Nederlands te herstellen als academische onderwijstaal, te beginnen bij de bachelors (precies het niveau dat Sels verder wil verengelsen). Is die meerderheid (met inbegrip van partijen als de SP of het CDA) plots bevangen door rechts-radicaal identitair denken? Natuurlijk niet, het Nederlandse parlement streeft geen identitair droombeeld na, maar wil komaf maken met heel reële, onwenselijke gevolgen van de doorgeslagen verengelsing.

Om te beginnen zijn er de pedagogische problemen. Marie-Gabrielle Verbergt wees er in De Standaard al terecht op hoe het schrale Globish van studenten en docenten de onderwijskwaliteit schaadt. Maar er is meer. De massale toestroom van buitenlandse studenten leidt ertoe dat er minder tijd en geld besteed kan worden aan elke student, want de budgetten volgen natuurlijk niet (en dat is, anders dan Sels stelt, een probleem).

Op sociaal vlak bemoeilijkt de verengelsing de toegang tot het hoger onderwijs voor zwakkere groepen en verdiept de kloof tussen universiteit en samenleving. Ook economisch zijn er lang niet enkel baten. De schaarste aan studentenkamers als gevolg van de massale toestroom is alleen goed nieuws voor de immoboeren. Vele buitenlandse studenten blijken Nederland snel weer te verlaten wegens onvoldoende kennis van het … Nederlands.

En ja, er zijn de culturele gevolgen: het Nederlands raakt zijn academische status kwijt en kwijnt weg tot een huis-tuin-en-keukentaal. Of zijn we meteen identitaire denkers als we ons daar zorgen over maken?

Sels stelt het Nederlands te willen koesteren en zal ongetwijfeld zeggen dat hij met zijn voorstellen geen verengelsing naar Hollands model wil. Ondanks de gematigde toonzetting zullen ze in de praktijk daar wel degelijk op neerkomen. Als een aanzienlijk deel van de proffen Nederlands-onkundig zal zijn, betekent dat het einde van het Nederlands als universitaire bestuurstaal.

Belangrijker nog: hoe kunnen Nederlands-onkundige proffen hun maatschappelijke rol vervullen, bijvoorbeeld bij een nieuwe coronacrisis? De creatie van dubbel zoveel Engelstalige bacheloropleidingen zal, alle dure eden ten spijt, druk zetten op de Nederlandstalige equivalenten, omdat een euro nu eenmaal geen twee keer uitgegeven kan worden.

Tot slot blijft het nog altijd onduidelijk wat nu precies het probleem is. Onze universiteiten trekken veel buitenlandse proffen aan en die collega’s zijn doorgaans meer dan bereid om Nederlands te leren. Het B2-niveau in vijf jaar is ook niet bepaald een onmogelijke opdracht. De bestaande regelgeving biedt volop gelegenheid voor Engelstalig onderwijs voor een internationaal publiek, tot 35 procent van de masteropleidingen en zelfs 9 procent van de bachelors. Ook in Nederlandstalige opleidingen is er veel ruimte voor anderstalige vakken: één op de zes in de bachelor en maar liefst één op de twee in de master.

De boodschap dat het hoger onderwijs in Vlaanderen gefnuikt wordt door duistere, identitaire krachten is dan ook een spookbeeld. Het moet vooral de eigen ideologische agenda voor een verregaande vermarkting en dus verengelsing van het hoger onderwijs verdoezelen.

Bron: www.demorgen.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 266
©VANIN

4 Lees de tekst globaal en beantwoord de vragen.

a Wat is het doel van de tekst?

b Welk teksttype herken je?

©VANIN

c Voor wie is de tekst bedoeld?

5 Lees de tekst nu intensief en beantwoord de vragen.

a Waarnaar verwijzen de geel gemarkeerde woorden in deze zinnen? Bekijk de zinnen opnieuw in hun context.

• Deze keer was het de beurt aan KU Leuven-rector Luc Sels.

• Daardoor zouden ze niet alleen de groei en bloei van het hoger onderwijs in de weg staan.

• Is die meerderheid (met inbegrip van partijen als de SP of het CDA) plots bevangen door rechts-radicaal identitair denken?

• Ondanks de gematigde toonzetting zullen ze in de praktijk daar wel degelijk op neerkomen.

b Welk woord wordt er in de tekst gebruikt? Zoek het synoniem.

• uitsluiting:

• redevoering:

• dwingend:

• noemenswaardig:

• aarzelend:

• gelijkwaardig element:

c Wat wordt er bedoeld met Globish?

d Welk antwoord is het meest correct?

• Wat is het standpunt van Luc Sels?

 Sels denkt dat radicaal-rechtse bewegingen de verengelsing van het hoger onderwijs tegenhouden. Hij hekelt dit.

 Sels vindt de verengelsing van het hoger onderwijs een must. Wie zich daartegen verzet, zondigt zich aan identitair denken.

 Sels vindt de verplichte beheersing van het Nederlands voor anderstalige proffen te streng.

 Luc Sels is voorstander van een volledige Nederlandstalige universiteit en wil alle Engelstalige programma’s stopzetten om de academische status van het Nederlands te behouden.

EINDSTOP 267

• Wat suggereert de auteur over de bewering dat taalkwesties in het hoger onderwijs worden gebruikt om politici te overtuigen?

 Het is een legitieme manier om de problemen in het hoger onderwijs aan te kaarten.

 Het wordt gesteund door de meerderheid van de politici in Vlaanderen.

 Het heeft weinig invloed op het beleid met betrekking tot verengelsing.

 Het is een afleidingsmanoeuvre om een agenda van verengelsing te bevorderen.

e Welke argumentatie halen de auteurs aan in de strijd tegen de verengelsing van het hoger onderwijs? Bouw je antwoord uit aan de hand van vier domeinen en wees volledig.

Luisteren: Waarom moet elke volwassene kinderboeken lezen?

6* Beantwoord onderstaande vragen.

a Lees je nog vaak kinderboeken? Waarom wel/niet?

b Wat is jouw lievelingskinderboek?

c Wat trok je zo aan in dat boek?

d Heb je dat boek (recent) nog teruggelezen? Viel het nog steeds in de smaak? Wat heeft jouw voorkeur positief of negatief veranderd?

e Vind je het een goed idee om opnieuw kinderboeken te lezen voor bijvoorbeeld een literatuuropdracht Nederlands?

Je bekijkt zo dadelijk de aflevering Waarom moet elke volwassene kinderboeken lezen? van Universiteit van Vlaanderen.

Onderweg

Universiteit van Vlaanderen brengt wetenschap op een heldere manier. Wetenschappers en professoren van alle Vlaamse universiteiten doceren via podcasts en video’s over tal van onderwerpen en dit uit een zestigtal vakdomeinen zoals filosofie, gedragswetenschappen, cultuur, economie … Telkens staat er een vraag centraal die dan toegelicht en beantwoord wordt.

7 Ook jij gaat nog vaak met doceren geconfronteerd worden in je hogere studies. Wat betekent dat?

8* Wat verwacht je van het beeldfragment?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 268
©VANIN

Je bekijkt nu de aflevering Waarom moet elke volwassene kinderboeken lezen?, voorgesteld door prof. Dr. Vanessa Joosen, literatuurwetenschapper van UAntwerpen.

9 Neem notities. Kies tijdens het noteren een vorm van schematiseren die jou goed ligt.

Je leerkracht geeft je nu enkele inhoudelijke vragen bij het fragment.

UITDAGING: EEN EINDWERK MAKEN

Het belang van een goede bronvermelding

1 Geef drie redenen waarom een goede bronvermelding belangrijk is. 1 2 3

2 Bekijk het volgende fragment en beantwoord de bijhorende vragen.

a Kan artificiële intelligentie volgens jou ingezet worden om een tekst zoals je eindwerk te schrijven? Geef twee argumenten waarom wel of niet.

EINDSTOP 269
3 ©VANIN
© 2021 Universiteit van Vlaanderen

b De relatie tussen een tekst gegenereerd door chatGPT en de gebruikte bronnen is complex. Geef twee problemen die zich voordoen.

Duitse minister neemt ontslag na controverse over plagiaat in doctoraatsthesis

De Duitse federale minister van Familiezaken Franziska Giffey heeft ontslag genomen na een jarenlange controverse rond haar doctoraatsthesis. De minister werd in 2019 beschuldigd van plagiaat. De Vrije Universiteit van Berlijn onderzocht de thesis al in die periode, maar er werd nog steeds hevig gedebatteerd over de kwestie. Te midden van de controverse heeft de minister nu besloten om afstand te nemen van haar functie.

Bron: www.hln.be

Delchambre neemt ontslag na plagiaat in openingstoespraak ULB

Alain Delchambre, voorzitter van de raad van bestuur van de Université Libre de Bruxelles (ULB), neemt ontslag nadat hij tijdens de openingstoespraak van de universiteit letterlijke passages uit een eerdere toespraak van de Franse oud-president Jacques Chirac had gebruikt. De redacteur die de toespraak had opgesteld, werd al ontslagen.

Bron: www.vrt.be/vrtnws

Een correcte bronvermelding onthouden

Correct verwijzen naar een gebruikte bron in je tekst

Bronvermelding

Om je eindwerk te schrijven, maak je gebruik van verschillende bronnen. De informatie die relevant is voor je eigen werk, kun je op verschillende manieren uit die bronnen overnemen.

Er zijn verschillende stijlen waarin je je bronvermelding kunt noteren. Sommige bedrijven of scholen hebben een eigen systeem, maar er zijn ook internationale afspraken, zoals de APAmethode. Die methode werd opgesteld door The American Psychological Association.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 270
©VANIN

Hieronder vind je de meest voorkomende voorbeelden van bronvermeldingen volgens het APA-systeem. Let op deze details:

• zet de titel cursief;

• zorg ervoor dat alle leestekens (, . en :) op de juiste plaats staan;

• zet het jaartal na de auteur, tussen haakjes.

©VANIN

Boeken

Familienaam auteur, initiaal voornaam auteur. (jaartal) Titel. Uitgeverij. De Vlieger, J. () Geen vogels voor de kat. Vollemans. Magermans, I. () Het leven is zwaar. De nieuwe uitgeverij.

Online bronnen

Familienaam auteur, initiaal voornaam auteur. (jaartal, maand dag indien gekend) Titel Organisatie. webadres

Devos, L. (, januari ) Redactiewijzer voor onderzoeksopdrachten. Redactie Devos. http://redactiedevos.be/redactiewijzer

Mertens, H. (, maart ) Boektoppers in het secundair onderwijs. Van In. http://www.vanin.be/boektoppers-secundair

Is de auteur, het jaar van uitgave of de uitgeverij onbekend?

• Als er geen naam van een auteur vermeld wordt, noteer je s.n. (= sine nomen).

• Als er geen jaartal vermeld wordt, noteer je s.d. (= sine dato).

• Als je geen uitgeverij kunt vinden, noteer je s.l. (= sine loco).

Citeren

Wanneer je letterlijk informatie uit een bron overneemt en dat bewust aan de lezer meedeelt, citeer je. Het is belangrijk om de letterlijk overgenomen informatie te beperken tot de informatie waarvan het echt essentieel is dat je ze citeert. Vaak zijn citaten beperkt tot enkele zinnen.

Je geeft aan dat een stukje tekst geciteerd wordt door de geciteerde tekst tussen aanhalingstekens te plaatsen en • ofwel een verkorte versie van de bronvermelding tussen haakjes toe te voegen na het citaat: - achternaam van de auteur (kan ook een organisatie zijn), - publicatiejaar van de bron, - pagina waarop het citaat staat (in geval van boeken, magazines …);

“Nieuwe studies laten bovendien zien dat onze hersenen bij het verwerken van taal continu bezig zijn te voorspellen wat komt en gaat. Dus bij elke combinatie van klanken in het geval van gesproken taal, of letters in het geval van geschreven taal, worden er al woorden geactiveerd. Op die manier kunnen we razendsnel begrijpen wat iemand zegt of wat we aan het lezen zijn.” (Van der Gucht, , p. )

• ofwel naar de bron te verwijzen in een voetnoot.

“Door het opnemen van een literatuurlijst wordt de tekst ondersteund. Een dergelijk overzicht laat zien waar de informatie in een tekst vandaan komt, geeft lezers de kans meer te weten te komen over een onderwerp en stelt hen in staat bepaalde beweringen te controleren.” 

 s.n. (s.d.) Literatuurlijsten (algemeen). Taalunie. https://taaladvies.net/literatuurlijsten-algemeen/

EINDSTOP 271
Tip

Parafraseren

Je kunt uiteraard ook een idee uit een bron samenvatten zonder het letterlijk over te nemen, in dat geval parafraseer je de ideeën of opvattingen van een auteur. Ook in dat geval verwijs je naar de gebruikte bron zodat de lezer weet waar je die informatie hebt gevonden. Je doet dat door een verkorte versie van de bronvermelding toe te voegen (zoals bij citeren) of door naar de bron te verwijzen in een voetnoot.

Onze hersenen zijn continu bezig met het voorspellen van taal. Tijdens gesprekken of tijdens het lezen voorspellen onze hersenen continu de volgende woorden van dat gesprek of die tekst. Zo begrijpen we snel de boodschap. (Van der Gucht, , p. )

Een correcte bibliografie opstellen

Bij je eindwerk voeg je een bronnenlijst of bibliografie toe. In die lijst verwijs je uitgebreid naar alle bronnen die je gebruikte om je eindwerk te schrijven. Je kunt informatie onderbrengen in verschillende categorieën (boeken, tijdschriftartikelen, webpagina’s ...). Binnen elke categorie rangschik je de verschillende bronnen alfabetisch volgens de familienaam van de auteur. Op p. - lees je hoe je digitale hulpmiddelen kunt inzetten om zo’n bibliografie op te stellen.

3 Bekijk de volgende vier bronnen en stel aan de hand van de richtlijnen een correcte bibliogra e op. Tip

Noteer je bronnen tijdens het werken. Zo vermijd je dat je achteraf bronnen moet terugzoeken en veel tijd verliest.

©VANIN

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 272

www.scriptum.nl info@scriptum.nl twitter.com/ScriptumNL facebook.com/UitgeverijScriptum

© 2016 Evert van Wijk www.cultuurverschillenbelgienederland.nl evertvanwijk@cultuurverschillenbelgienederland.nl

Niets uit deze uitgave mag openbaar worden gemaakt en/of verveelvoudigd, zonder schrielijke toestemming van Uitgeverij Scriptum, Nieuwe Haven 151, 3117 aaSchiedam.

isbn978 94 6319 030 5 nur 740

https://www.nemokennislink.nl/publicaties/waarom-vlamingen-hun-taalgebruik-wel-aanpassen-aan-nederlanders/

EINDSTOP 273
©VANIN

https://www.vlaanderen.be/team-taaladvies/taaladviezen/woordgebruik/standaardtaal/standaardtaal-verschillentussen-belgie-en-nederland

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 274
©VANIN

Digitale hulpmiddelen

In het Onthouden-kader op p. 276-278 staan enkele digitale hulpmiddelen die je tijdens het schrijven kunt inzetten. Neem die informatie door en maak aansluitend volgende opdrachten.

4 Stel een bibliogra e op van onderstaande bronnen met behulp van Microsoft Word (of Scribbr). Zoek extra informatie op indien nodig.

BRON 1 In 2022 bracht Van Dale dit boek uit:

BRON 2

https://www.onzetaal.nl/tijdschrift/03-2023/artikel/slecht-nieuws-goed-brengen-hoe-doe-je-dat

5 Plak een alinea uit je eindwerk in de Schrijfassistent en laat die controleren. Bekijk de suggesties kritisch. Waarop moet je extra letten bij het schrijven van de volgende onderdelen? Formuleer drie tips voor jezelf.

EINDSTOP 275
©VANIN

onthouden

Digitale hulpmiddelen tijdens het schrijven

Bibliografie opstellen

Een bibliografie volledig zelf uitschrijven is best een tijdrovende klus. Gelukkig zijn er enkele digitale hulpmiddelen die je daarbij kunnen helpen. In Microsoft Word kun je de nodige informatie van elke bron ingeven om later een bibliografie te genereren.

In Word kun je automatisch een bibliografie opstellen. Dat doe je als volgt:

1 Klik op Verwijzingen in het lint bovenaan de pagina.

2 Klik op Citaat invoegen en kies voor de optie Nieuwe bron toevoegen...

3 Selecteer het type bron en geef alle gekende informatie over de bron in.

4 Klik vervolgens op OK

5 Selecteer bij Stijl de methode die je wilt gebruiken om de bronnen te vermelden, bv. de APA-methode.

6 Klik op Bibliogra e en kies de opmaak die je wilt gebruiken.

Wil je later de bibliografie aanpassen omdat je nieuwe bronnen hebt toegevoegd? Klik met de rechtermuisknop op je bibliografie en kies Veld bijwerken

Werk je niet met Microsoft Word? Dan kun je ook gebruikmaken van de gratis bronnengenerator van Scribbr. Surf daarvoor naar https://www.scribbr.nl/bronvermelding/generator/

©VANIN

Spellingscontrole

De meeste tekstverwerkers hebben een ingebouwd spellingscontroleprogramma. Door dat te gebruiken, worden spelfouten tijdens het schrijven gemarkeerd.

• spellingscontrole in Microsoft Word Wanneer je een woord volgens de spellingscontrole fout spelt, wordt dat woord onderlijnd en krijg je een suggestie van het programma te zien wanneer je op het woord gaat staan en op de rechtermuisknop klikt.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 276
1 3 4 2 5 6 Tip

©VANIN

Zorg dat het spellingscontroleprogramma werd ingesteld in de juiste taal(variant), zo voorkom je vergissingen.

• online spellingscontroleprogramma’s

Ook online vind je meerdere spellingscontroleprogramma’s terug. Het is een goed idee om een schrijfhulpmiddel te testen alvorens je aan de slag gaat met je geschreven tekst, zo weet je dat de tool goed werkt.

Taal- en stijlfouten

Wanneer je zelf een tekst hebt geschreven en hebt nagelezen, is het mogelijk dat je niet elke taal- of stijlfout hebt opgemerkt. Er bestaan digitale schrijfhulpmiddelen die je kunnen helpen om die fouten alsnog op te sporen en te verbeteren.

In  lanceerden VRT, De Standaard en KULeuven zo’n schrijfhulpmiddel: Schrijfassistent Nederlands. Je geeft je tekst in op de website en krijgt meteen adviezen en alternatieven.

Stappenplan bij het gebruik van Schrijfassistent Nederlands

1 Kopieer je tekst (in delen) en plak die in de Schrijfassistent Nederlands.

2 Kies vervolgens waarop je het programma wilt laten focussen (dt-fouten, passief, herhaling …).

3 Lees onderaan de pagina de extra informatie over de taal- of stijlfout.

4 Bekijk de gemarkeerde woorden of zinnen.

5 Ga met je pointer op het woord staan en lees waarom het woord gemarkeerd werd.

6 Denk kritisch na. Indien de suggestie van het hulpmiddel klopt, pas je de suggestie toe in je oorspronkelijke tekst.

EINDSTOP 277

Schrijf je tekst eerst in een tekstverwerkingsprogramma en kopieer de tekst vervolgens naar het online hulpmiddel. Zo loop je niet het risico dat de tekst verloren gaat wanneer er zich onverwachte internetproblemen voordoen.

Tip

Een digitaal hulpmiddel kan ook fouten maken. Daarom is het belangrijk om na te gaan waarom iets als fout of onwenselijk wordt aangeduid. Ben je het niet eens met de suggestie van een schrijfhulpprogramma? Pas dan je tekst niet aan.

Eerste hulp bij taalkwesties

Soms heb je een concrete vraag over een taalkwestie. Je kunt dan de volgende digitale bronnen raadplegen.

• woordenlijst.org

Op deze website kun je de correcte spelling en het correcte meervoud van een bepaald woord terugvinden. Naast de woordenlijst vind je er ook een leidraad met de regels van onze spelling. De Woordenlijst Nederlandse Taal is ook gekend in boekvorm: Het Groene Boekje

• Taaladvies.net

Deze website werd opgericht door De Taalunie. Je vindt er een lijst van taalkundetermen, interessante naslagwerken en een overzicht van antwoorden op taalvragen. Je kunt ook een taalvraag indienen op de website, die wordt beantwoord door de taaladviseurs van Het Genootschap Onze Taal en de Taaltelefoon. De antwoorden op de vragen worden vervolgens op de website gepubliceerd met een verwijzing naar de gebruikte naslagwerken. Belangrijk om te weten: deze website schrijft niet voor wat wel of niet correct is, maar geeft weer wat, in verschillende regio’s, in welke mate gangbaar is.

Naar: taaladvies.net

Artificiële intelligentie als schrijfhulpmiddel

In onze huidige maatschappij is het gebruik van artificiële intelligentie niet meer weg te denken. Artificiële intelligentie gebruiken om een eindwerk te schrijven is niet meer onmogelijk, maar brengt heel wat risico’s met zich mee. Daarom is het belangrijk om kritisch om te gaan met die programma’s (zie ook Les ).

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 278
Tip
WEBSITE WEBSITE ©VANIN

Een voorwoord schrijven

Een voorwoord is een tekst die voorafgaat aan een groter werk zoals een boek of een eindwerk.

6 Wat zijn volgens jou de kenmerken van een goed voorwoord? Omcirkel het juiste element zodat de uitspraken kloppen.

onthouden

©VANIN

Een voorwoord schrijven

Vorm

• Een voorwoord wordt wel / niet geschreven in de ik-vorm.

• De lengte van een voorwoord is maximum 1 / 2 / 3 bladzijde(n).

• Bovenaan / Onderaan het voorwoord vermeld je naam, plaats en datum.

Inhoud

• Een voorwoord is wel / niet de geschikte plaats om te verwijzen naar de aanleiding van je eindwerk.

• Een voorwoord is wel / niet de geschikte plaats om je onderzoeksmethode (in geval van een onderzoek) grondig toe te lichten.

• Een voorwoord bestaat wel / niet uit een samenvatting van je eindwerk.

• In een voorwoord is er wel / geen ruimte om je persoonlijke ervaringen tijdens het schrijven van je eindwerk te verwoorden.

• In een voorwoord mag je de mensen die je geholpen hebben wel / niet bedanken.

Hoewel het woord ‘voorwoord’ het niet doet vermoeden, start je meestal pas met het schrijven van een voorwoord nadat je de rest van je eindwerk geschreven hebt. Dit omdat je in je voorwoord terugblikt op enkele zaken.

7* Beantwoord de volgende richtvragen om je op weg te helpen.

Heb je bepaalde dingen geleerd tijdens het schrijven van dit eindwerk?

Waarover gaat je eindwerk?

Hoe heb je het schrijven van dit eindwerk ervaren? Waarom? verhelderend – uitdagend – vernieuwend – eenvoudig …

Waarom heb je een eindwerk rond dit thema geschreven?

Wie heeft je geholpen om dit eindwerk tot een goed einde te brengen? Wat heeft die persoon voor jou gedaan? (Start met de persoon wiens bijdrage het belangrijkst was.)

8 Verwerk de antwoorden op bovenstaande vragen in een voorwoord. Je kunt daarvoor dit schrijfkader gebruiken.

Alinea 1: een introductie van je eindwerk waarin je ook de aanleiding voor het schrijven van dit eindwerk vermeldt.

Alinea 2: persoonlijke ervaringen of ondervindingen tijdens het schrijven van je eindwerk.

Alinea 3: bedanking van de mensen die je geholpen hebben bij maken van je eindwerk. Plaats die mensen in een logische volgorde (de persoon die de grootste bijdrage leverde, wordt eerst vermeld). schrijven

EINDSTOP 279

9 Kijk je voorwoord grondig na aan de hand van de volgende checklist. Maak eventueel gebruik van digitale hulpmiddelen (zie p. 276-278).

Checklist

inhoud

 Ik vermeld de aanleiding voor het schrijven van dit eindwerk.

 Ik vermeld mijn persoonlijke ervaringen of ondervindingen die ik had tijdens het schrijven van dit eindwerk.

 Ik bedank iedereen die me geholpen heeft bij het opstellen van dit eindwerk in een logische volgorde.

vorm

 Ik gebruik de ik-vorm.

 Mijn alinea’s zijn goed opgebouwd en duidelijk afgebakend.

 Ik gebruik voldoende structuuraanduiders.

 Ik maak geen spel- of taalfouten.

10 Laat je voorwoord nalezen door een medeleerling en vraag hem/haar om twee tips te geven om je tekst beter te maken.

1

2

Een eindwerk samenvatten

Vorig jaar leerde je hoe je een goede samenvatting kunt maken van een tekst. In deze Eindstop leer je hoe je je eindwerk op een duidelijke en gestructureerde manier kunt samenvatten.

Om tot een goede samenvatting te komen, is het belangrijk om de essentiële informatie eerst te structureren in de vorm van een schema

11 Vorig jaar leerde je de kenmerken van een goed schema. Welke kenmerken herinner je je nog?

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 280
©VANIN
vorm inhoud

12 Maak nu een schema van je eigen eindwerk aan de hand van onderstaande vragen.

a Wat is het onderwerp van je eindwerk?

b Is je eindwerk opgesteld aan de hand van een van de vaste tekststructuren?

 probleemstructuur

 maatregelstructuur

 evaluatiestructuur

 handelingsstructuur

 onderzoeksstructuur

 chronologische structuur

c Bekijk de deelvragen van die tekststructuur in het Kennisoverzicht op p. 359.

d Gebruik de deelvragen om je eindwerk te schematiseren. Tip

Is je eindwerk niet opgebouwd aan de hand van een vaste tekststructuur? Probeer dan de informatie in je schema te ordenen op basis van de deelvragen/tussentitels die je zelf hebt bepaald.

titel:

onderwerp

deelvraag 1

deelvraag 2

deelvraag 3

deelvraag 4

deelvraag 5

deelvraag 6

conclusie

EINDSTOP 281
©VANIN

Je vertrekt nu vanuit je schema om een schriftelijke samenvatting van je eindwerk te maken.

Voor het schrijven

Het is belangrijk om het doel en het doelpubliek van je samenvatting in het achterhoofd te houden. Zo zal een samenvatting voor je medestudenten minder uitgebreid zijn dan een samenvatting voor een jury.

1 Bepaal het doel en het doelpubliek van je samenvatting in samenspraak met je leerkracht. doel:

doelpubliek:

2 Maak een schrijfplan voor je samenvatting waarin je de relevante informatie uit je schema gebruikt. Geef in dit schrijfplan aan welke informatie je in de inleiding, de conclusie en in elke alinea wilt vermelden.

Tijdens het schrijven

3 Hou tijdens het schrijven van een gedetailleerde samenvatting rekening met de volgende aandachtspunten.

• Schrijf een doorlopende tekst met een IMS-structuur.

• Zorg voor een logische opbouw binnen elke alinea: een kernzin en uitwerking.

• Maak gebruik van duidelijke signaal- en verwijswoorden.

Na het schrijven

4 Neem je samenvatting grondig door en beoordeel ze aan de hand van de evaluatiematrix op p. .

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 282
©VANIN

Evaluatiematrix – Schrijven: samenvatten

volledigheid en duidelijkheid

Je samenvatting is opgesteld aan de hand van een duidelijke IMS-structuur.

De tekst is onderverdeeld in alinea’s. Die alinea’s werden correct opgebouwd (kernzin en uitwerking).

- De samenhang en structuur van de tekst wordt onderbouwd door signaalen verwijswoorden.

- De verbanden tussen verschillende tekstonderdelen zijn duidelijk.

Je verwerkt alle relevante informatie in je samenvatting met de nodige details.

De tekst is opgebouwd volgens het IMS-principe. De inleiding en het slot zijn aanwezig, maar:

De tekst is onderverdeeld in alinea’s. De tekstsamenhang (binnen de alinea en/of tussen alinea’s) is echter een werkpunt.

- Je maakt gebruik van signaal- en verwijswoorden, maar niet voldoende en/of niet altijd op een correcte manier.

- De verbanden tussen verschillende tekstonderdelen zijn meestal, maar niet altijd duidelijk.

Je verwerkt alle relevante informatie in je samenvatting maar geeft soms te veel/ weinig details.

correctheid en aantrekkelijkheid

De taal van het eindresultaat is (nagenoeg) foutloos.

-De omvang van je samenvatting bedraagt niet meer dan een derde van de oorspronkelijke tekst.

- De lengte van de verschillende onderdelen is in verhouding tot de lengte van de oorspronkelijke tekst.

Aanvullende commentaar:

De tekst bevat enkele taalfouten die - de communicatie niet hinderen; - de boodschap niet in de weg staan.

-De omvang van je samenvatting is net niet te uitgebreid.

- De lengte van de meeste onderdelen is in verhouding tot de lengte van de oorspronkelijke tekst, maar niet altijd.

De tekst is niet opgedeeld volgens het IMS-principe. Inleiding en/of slot ontbreken of zijn te beperkt uitgewerkt.

-De tekst werd niet opgedeeld in alinea’s. -De alinea’s vormen geen geheel én vertonen geen onderlinge samenhang.

- Je maakt onvoldoende of geen gebruik van signaal- en verwijswoorden, daardoor mist je tekst structuur en samenhang.

- De verbanden tussen de verschillende tekstonderdelen zijn niet duidelijk.

-Je verwerkt niet alle relevante informatie in je samenvatting.

-Je verwerkt te veel irrelevante informatie in je samenvatting.

De tekst bevat te veel en/of te opvallende taalfouten.

-Je samenvatting is te beperkt of te uitgebreid.

- De lengte van de verschillende onderdelen is niet in verhouding tot de lengte van de oorspronkelijke tekst.

EINDSTOP 283
VOLDOENDE
GOED
ONVOLDOENDE
©VANIN

Gebruik nu afsluitend je schema om een mondelinge samenvatting van je eindwerk te maken.

Voor het spreken

1 Bepaal het doel en het doelpubliek van je samenvatting in samenspraak met je leerkracht.

doel:

doelpubliek:

2 Gebruik je schema als kapstok. Je schema geeft de structuur van je presentatie weer.

Tijdens het spreken

3 Hou tijdens het mondeling samenvatten van je eindwerk rekening met de volgende aandachtspunten.

• Maak gebruik van een IMS-structuur.

• Leer de tekst niet uit het hoofd. Gebruik de structuur van je schema als leidraad.

• Let op je houding en lichaamstaal.

• Maak gebruik van duidelijke visuele ondersteuning indien dat is toegestaan. Meer informatie over het mondeling presenteren van je eindwerk kun je terugvinden op p. -.

Na het spreken

4 Oefen je mondelinge samenvatting een paar keer. Maak eventueel een opname zodat je jezelf kunt beoordelen en feedback voor jezelf kunt formuleren. Gebruik daarvoor de evaluatiecriteria op p. .

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 284
©VANIN

Evaluatiematrix – Spreken: samenvatten

volledigheid en correctheid

Je samenvatting is opgesteld aan de hand van een duidelijke IMS-structuur.

©VANIN

Je verwerkt alle relevante informatie in je samenvatting met de nodige details.

Je samenvatting is opgebouwd volgens het IMSprincipe. De inleiding en het slot zijn aanwezig, maar

Je samenvatting is afgestemd op je doel en doelpubliek.

Je verwerkt alle relevante informatie in je samenvatting, maar je geeft soms te veel / te weinig details.

Je samenvatting is niet volledig afgestemd op je doel en doelpubliek.

gepastheid en aantrekkelijkheid

Het tempo van je uiteenzetting is goed.

Je samenvatting is niet te uitgebreid of te bondig.

Je lichaamstaal sluit aan bij de opdracht.

Je spreekt soms te snel / te traag.

Je samenvatting is net te uitgebreid / te bondig.

Je lichaamstaal sluit meestal aan bij de opdracht, je moet nog letten op

Je samenvatting is niet opgedeeld volgens het IMSprincipe. Inleiding en/of slot ontbreken of zijn te beperkt uitgewerkt.

- Je verwerkt niet alle relevante informatie in je samenvatting.

- Je verwerkt te veel irrelevante informatie in je samenvatting.

Je samenvatting is niet afgestemd op je doel en doelpubliek.

Je spreekt veel te snel / te traag.

Je samenvatting is te vaag / te beperkt / te uitgebreid.

Je lichaamstaal sluit niet aan bij de opdracht. Je moet letten op

Aanvullende commentaar:

EINDSTOP 285
VOLDOENDE
GOED
ONVOLDOENDE

Een eindwerk presenteren

Ga aan de slag met onderstaand stappenplan om een goede mondelinge presentatie over je eindwerk te geven.

Voorbereiden

1 Breng de verwachtingen over je presentatie in kaart.

a Wat is het doel van je presentatie?

 informeren  instructies geven  je mening geven

 beïnvloeden  amuseren

 overtuigen  ontroeren

b Wie is het doelpubliek van je presentatie?

 medeleerlingen  interne jury  andere:

 leerkrachten  externe jury

c Welke inhoud moet je presenteren?

 een voorstel van het concept van je eindwerk

 een tussentijdse presentatie

 een korte samenvatting van je volledige eindwerk

 een uitgebreide samenvatting van je volledige eindwerk

d Hoe mag je die inhoud presenteren?

 individueel

 in groep

 met visuele ondersteuning

 zonder visuele ondersteuning

e Hoeveel tijd krijg je voor je presentatie?

f andere verwachtingen:

2 Breng structuur in je verhaal.

Heb je al een schematische weergave van je eindwerk gemaakt? Dan kun je dat schema gebruiken en verdergaan naar stap .

Geef de inhoud van je eindwerk schematisch weer met behulp van onderstaande vragen.

Hou de verwachtingen van de presentatie in gedachten. Je hebt bv. meer informatie nodig om een uitgebreide samenvatting van je eindwerk te presenteren dan wanneer je een korte tussentijdse presentatie geeft.

a Wat is het onderwerp van je eindwerk?

b Is je eindwerk opgesteld aan de hand van een van de vaste tekststructuren?

 probleemstructuur  handelingsstructuur

 maatregelstructuur  onderzoeksstructuur

 evaluatiestructuur  chronologische structuur

c Bekijk de deelvragen van die tekststructuur in het Kennisoverzicht op p. 359.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 286
 
©VANIN

Tip

Is je eindwerk niet opgebouwd aan de hand van een vaste tekststructuur? Probeer dan de informatie in je schema te ordenen op basis van de deelvragen/tussentitels die je zelf hebt bepaald.

©VANIN

Plannen

3 Voorzie je presentatie eventueel van visuele ondersteuning Er zijn verschillende tools om je presentatie te voorzien van visuele ondersteuning. Enkele bekende programma’s zijn PowerPoint, Prezi, Google Presentaties …

Tip

• Hou je presentatie sober en overzichtelijk.

- Vermijd schuinlopende teksten, schreeuwerige kleuren of opflitsende teksten en beelden.

- Beperk het gebruik van animatie en speelse effecten. Ze leiden enkel de aandacht af.

- Kies voor een duidelijk lettertype, zoals Arial of Helvetica.

- Gebruik geen letteranimatie, schaduw- of knippereffecten.

- Zorg dat de kleuren voldoende contrasteren zodat de tekst leesbaar is.

• Hou de tekst op je presentatie beperkt.

• Kies voor duidelijke, eenvoudige en sprekende illustraties.

• Deel je presentatie op in duidelijke onderdelen.

4 Oefen de presentatie in.

Leer je tekst niet uit het hoofd, want dan bestaat het risico dat je heel onnatuurlijk overkomt. In het gewone leven praat je de hele tijd zonder uitgeschreven tekst. Je kunt het dus! Oefen je presentatie wel enkele keren. Maak eventueel een opname en bekijk die kritisch of vraag iemand om feedback. Je kunt daarvoor de evaluatiecriteria op p.  gebruiken.

5 Herwerk de presentatie.

Herwerk je presentatie nadat je feedback hebt gekregen of nadat je een eerste keer hebt geoefend. Herwerk zowel inhoudelijke punten als de manier waarop je de presentatie hebt aangepakt.

Presenteren

6 Presenteer. Reflecteren

7 Reflecteer.

Elk spreekmoment is een voorbereiding op een volgend spreekmoment. Beoordeel na afloop of je duidelijk, volledig en correct bent geweest. Probeer zo snel mogelijk na je presentatie kort te noteren wat je zwakke en sterke punten waren.

EINDSTOP 287

volledigheid en correctheid

De inhoud van je presentatie is logisch en duidelijk gestructureerd. Je presentatie is opgebouwd volgens het IMS-principe.

Je verwerkt alle relevante informatie in je presentatie met de nodige details.

De inhoud van je presentatie is grotendeels duidelijk gestructureerd.

Evaluatiematrix – Spreken: een eindwerk presenteren ©VANIN

Je presentatie is afgestemd op je doel en doelpubliek.

Je verwerkt alle relevante informatie in je presentatie, maar je geeft soms te veel / te weinig details.

Je presentatie is niet volledig afgestemd op je doel en doelpubliek.

gepastheid en aantrekkelijkheid

Het tempo van je uiteenzetting is goed.

Je lichaamstaal sluit aan bij de opdracht.

De visuele ondersteuning sluit goed aan bij je presentatie en voldoet aan de kenmerken van een goede presentatie.

Je spreekt soms te snel / te traag.

Je lichaamstaal sluit meestal aan bij de opdracht, je moet nog letten op

De inhoud van je presentatie is niet duidelijk gestructureerd. Je presentatie is niet opgedeeld volgens het IMSprincipe. Inleiding en/of slot ontbreken of zijn te beperkt uitgewerkt.

- Je verwerkt niet alle relevante informatie in je presentatie.

- Je verwerkt te veel irrelevante informatie in je presentatie.

Je presentatie is niet afgestemd op je doel en doelpubliek.

Je spreekt veel te snel / te traag.

Je lichaamstaal sluit niet aan bij de opdracht. Je moet letten op

Aanvullende commentaar:

- De visuele ondersteuning sluit grotendeels aan bij je presentatie.

- Je visuele ondersteuning voldoet aan bijna alle kenmerken van een goede presentatie. Je moet nog werken aan

- De visuele ondersteuning sluit niet aan bij je presentatie.

- Je visuele ondersteuning voldoet niet aan de kenmerken van een goede presentatie.

TRAJECT NEDERLANDS 6 TUSSENSTOP 288 GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE

Je ontdekt jezelf en ook hoe je overkomt bij anderen 1

Je kent de vaardigheden en kennisdomeinen waarin je goed bent

Zelfkennis is het begin van alle wijsheid ©VANIN

Je weet wat je graag doet in het leven 3

Je kent de waarden die jij belangrijk vindt in het leven 4

In de volgende lessen staan we stil bij jouw leven na het secundair onderwijs. Misschien ga je verder studeren?

Hoe bepaal je dan je studiekeuze? Welke factoren hebben daarbij een invloed? Wat na je hogere studies?

Misschien ga je aan het werk? Hoe zet je je eerste stappen op de arbeidsmarkt?

Je ontdekt in deze les hoe goed je jezelf kent en hoe die zelfkennis jou kan helpen om de juiste keuzes te maken.

WOORDENSCHAT ONDER DE AANDACHT

1 In dit lesdeel komen onderstaande woorden aan bod. Orden de woorden in vier groepen. Gebruik voor elke groep een andere markeerkleur.

A woorden die ik nog nooit heb gehoord

B woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp

C woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken

D woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken attent – bedachtzaam – consequent – discreet – efficiënt – evenwichtig – extravert – flexibel – haantjede-voorste – idealistisch – individualistisch – initiatief nemend – introvert – loyaal – tactvol – welwillend – zorgvuldig

les
1 21
2
LES 21 ZELFKENNIS IS HET BEGIN VAN ALLE WIJSHEID 289

2 Welke woorden herken je in … betekenis of synoniem

bedachtzaam werkwoord:

evenwichtig zelfstandig naamwoord:

©VANIN

idealistisch zelfstandig naamwoord:

individualistisch zelfstandig naamwoord:

tactvol zelfstandig naamwoord:

welwillend bijwoord: werkwoord: zorgvuldigwerkwoord:

3 Zet onderstaande woorden bij de juiste situatie. De woorden die je niet begrijpt, onderstreep je in het rood. Je zoekt die woorden op en zet ze vervolgens bij de juiste context.

attent – consequent – discreet – efficiënt – extravert – flexibel – haantje-de-voorste – initiatief nemend – introvert – loyaal

Louisa was op een stuk chocolade gaan zitten.

Zonder het zelf te beseffen, stond ze daar met een grote bruine vlek op haar broek. Sara wenkte haar meteen en loodste haar stilzwijgend het toilet binnen, waar zij Louisa op de vlek wees.

Amin heeft sinds vorige week een weekendjob. Hij kan op ieder moment van de dag opgebeld worden om de handen uit de mouwen te steken in de strandbar. Hij houdt wel van die ongedwongen uurregeling, ook al heeft die een hele impact op zijn sociaal leven.

Het groepswerk verliep niet zoals gehoopt. De taakverdeling legde aanvankelijk heel wat werk en verantwoordelijkheid op Micha’s schouders. Daarom stelde hij een rooster op waarin de taakverdeling duidelijk werd en ieder groepslid evenveel werk toebedeeld kreeg met een duidelijke deadline.

Gaëlle staat steeds paraat voor een feestje. Nog voor iedereen goed en wel in de stemming is, heeft ze de dansvloer al onveilig gemaakt. Ze danst uitbundig tussen iedereen door en doet hier en daar een praatje. Ook maakt ze er geen geheim van dat ze Alice wel ziet zitten.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 290

Stevie is een overtuigde gezondheidsfreak. Ook in het jeugdhuis weigert hij steeds weer de aangeboden pintjes of sigaretjes.

Maria en Camille hadden een taak van Nederlands ingediend. Bij de verbetering bleek dat Maria een heel stuk zomaar van het internet had gekopieerd. Dat wekte duidelijk wrevel op tussen de vriendinnen. Toch liet Camille haar als vriendin niet vallen. Ze maakten wel duidelijke afspraken voor de toekomst om een dergelijk voorval te vermijden.

Phil zoekt dringend vakantiewerk om zijn nieuwe laptop te financieren. Al jaren droomt hij ervan in de haven aan de slag te gaan. Gelukkig kent hij een ploegbaas, die hij meteen opbelt met de vraag naar een vacature.

WIE BEN IK?

Ook al had Nathalie nog heel wat werk voor de boeg, toch maakte ze tijd om haar oma te helpen. Tijdens haar pauze liep ze snel even langs de buurtwinkel. Ook informeerde Nathalie bij de buurvrouw of ze nog iets nodig had van de winkel.

Felix is steeds op zichzelf. Hij verstopt zich het liefst achter zijn games. Als zijn oma naar zijn liefje vraagt, gaat hij daar liever niet op in. Ook over de activiteiten in de jeugdbeweging zegt hij thuis zo goed als niets.

De leerkracht stelde voor om op het einde van het schooljaar een gezamenlijke activiteit te organiseren. Nog voor de klasgroep overlegd had, had Emil al een escaperoom vastgelegd.

In dit deel ga je op onderzoek naar je pluspunten, maar ook naar je werkpunten. Je staat even stil bij jouw handelen, denken, talenten …

1 Op p. 293 vind je een tabel met een aantal kernwoorden.

a Zet in de kolom ‘eigen beoordeling’ een kruisje bij het woord dat op jou van toepassing is. Daarna vouw je je blad op de vouwlijn.

b Iemand die erg dicht bij je staat, vult de kolom ‘bestie’ in, zonder jouw antwoorden te lezen. Denk daarbij aan je broer of zus, je mama of papa, je tante of oom, een goede vriend(in) … Opnieuw plooi je het blad op de vouwlijn, zo worden ook die antwoorden verstopt.

c Tot slot laat je de kolom ‘profie’ invullen door iemand die jou op ‘professioneel’ vlak goed kent. Denk daarbij aan een leerkracht, je coach, de werkgever van je studentenjob, je leider van de jeugdbeweging …

LES 21 ZELFKENNIS IS HET BEGIN VAN ALLE WIJSHEID 291
2 ©VANIN

2 Plooi nu alle antwoorden open naast elkaar.

a Waar vind je overeenkomsten? Markeer ze in het groen.

b En misschien wel belangrijker: waar vind je verschillen? Markeer ze in het geel. Misschien ben je wel punctueel, maar kom je zo niet over. Het beeld van wat jij onder stiptheid verstaat, verschilt misschien van wat anderen daarover denken.

c Kijk nu kritisch naar jezelf en vraag je af of wat je hebt ingevuld wel klopt. Vraag eventueel naar concrete voorbeelden als je niet begrijpt waar een bepaald beeld dat anderen van jou hebben vandaan komt.

3 Voor deze opdracht ga je met vijf personen samenzitten.

a Voorzie voor elke deelnemer een blad.

b Noteer bij iedere deelnemer wat je positief vindt aan die persoon. Je kunt dit doen in steekwoorden, maar ook aan de hand van voorbeelden.

c Noteer ook een aandachtspuntje.

d Vouw je antwoord om, zodat de volgende deelnemer jouw antwoorden niet ziet.

4 Bekijk nu de pluspunten en de aandachtspuntjes die de andere deelnemers over jou genoteerd hebben.

a Welke inzichten zijn verrassend voor jou?

b Welke had je niet verwacht?

c Wat zeggen die woorden over jou?

Krijg je er niet genoeg van? Scan de pagina en vul de persoonlijkheidstesten in. TEST

5 Noteer nu het beeld van je kwaliteiten in vijf woorden en probeer telkens een concreet voorbeeld te vinden.

Dit ben ik …

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 292
TIP
©VANIN

Dit is op mij van toepassing …

profie bestie eigen beoordeling

©VANIN

afstandelijk attent bedachtzaam behulpzaam beïnvloedbaar consequent creatief discreet efficiënt evenwichtig extravert flexibel geduldig georganiseerd gezagsvol haantje-de-voorste handig hulpvaardig humoristisch idealistisch individualistisch initiatief nemend introvert logisch loyaal onafhankelijk planmatig respectvol rustig samenwerkend tactvol voorzichtig vriendelijk welwillend zorgvuldig

LES 21 ZELFKENNIS IS HET BEGIN VAN ALLE WIJSHEID 293

WAAR BEN IK GOED IN?

Je kunt binnen de richting Houttechnieken bijvoorbeeld ook uitblinken in kostprijsberekening, een grote interesse hebben in de landen waar de bomen gerooid worden, oog hebben voor origineel design, handig zijn met allerlei machines en gereedschap …

1 Als je naar je huidige studieloopbaan kijkt, som hieronder dan vijf vakken of vakdomeinen op waar je goed in bent.

2 Over welke kwaliteiten beschik je nog? Zet een kruisje bij wat op jou van toepassing is.

 Ik kan boeiend vertellen.

 Ik kan goed stilzitten.

 Ik heb een groot uithoudingsvermogen.

 Ik kan anderen enthousiast maken.

 Ik kan anderen inspireren.

 Ik pak problemen op een slimme manier aan.

 Ik respecteer deadlines.

 Ik ben erg nieuwsgierig.

 Ik leer graag nieuwe dingen.

 Ik vind het bewandelen van nieuwe paden een uitdaging.

 Ik hou van nieuwe uitdagingen.

 Ik leg graag dingen uit aan anderen.

 Ik wil concrete resultaten zien.

 Ik werk graag met mijn handen.

 Ik ben gesteld op orde.

 Ik werk graag met het hoofd.

 Ik hou van aandacht.

 Ik kan makkelijk knopen doorhakken.

 Ik respecteer gemaakte afspraken.

 Ik ontwerp graag nieuwe dingen.

 Ik weet graag veel van alles.

 Ik kan anderen goed aanvoelen.

 Ik kan zelfstandig problemen oplossen.

 Ik kan goed organiseren.

 Ik heb oog voor iedereen.

 Ik kan goed taken verdelen.

 Ik ben best handig.

 Ik kan een groep (bege)leiden.

 Ik kom vaak met creatieve oplossingen voor de dag.

 Ik kan anderen goed motiveren.

 Ik kan de gehoorde leerstof lang onthouden.

 Ik kan goed onthouden.

 Ik kan goed van buiten leren.

 Ik kan goed schema’s maken.

 Ik kan me goed concentreren als ik aan een taak bezig ben.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 294
3 ©VANIN

WAT DOE IK GRAAG?

Wat doe jij graag in je vrijetijd? Welke hobby’s heb je? Wat interesseert je precies aan die hobby’s? Als je geen specifieke hobby hebt, waar hou jij je dan vooral mee bezig? Wat zou jij anderen aanraden om te doen in jouw stad, gemeente, jeugdhuis … Wat is daar dan zo leuk aan?

1 Geef drie voorbeelden van waar jij je in je vrijetijd graag mee bezighoudt. Noteer telkens wat je daar precies zo boeiend aan vindt.

Levi houdt van gamen. Hij spendeert heel wat uurtjes op zijn spelconsole. Maar wat precies fascineert hem?

het verhaal achter het spel

©VANIN

zin om zelf een game te ontwikkelen

de voortgang van de verschillende niveaus gamen

de vormgeving van het spel

LES 21 ZELFKENNIS IS HET BEGIN VAN ALLE WIJSHEID 295
4

Onderweg

Wat je graag doet, gaat ook makkelijker. In de jaren  ontwikkelde psycholoog John L. Holland het RIASEC-model. Hij bracht mensen onder in zes modellen die gebaseerd zijn op persoonlijkheidskenmerken. Mensen gaan Realistisch, Intellectueel, Artistiek, Sociaal, Ondernemend of Conventioneel te werk. Doe de test en ontdek welk beroep en eventueel ook welke studierichting bij jouw persoonlijkheid past.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 296
TEST ©VANIN

WELKE

WAARDEN VIND IK BELANGRIJK?

Tijdens je opvoeding heb je heel wat waarden meegekregen, zowel thuis als op school, in de jeugdbeweging, je sportclub … Ook al krijg je waarden mee, toch kan jouw persoonlijke keuze erg verschillen van wat jouw ouders belangrijk vinden, bijvoorbeeld. Doe de test en ontdek jouw persoonlijke top vijf.

1 Welke vijf waarden zijn volgens de test het belangrijkst voor jou? Bedenk telkens een concreet voorbeeld waarmee je die waarde illustreert.

persoonlijke waarden

2 Laat een goede vriend(in) jouw antwoorden zien.

a Herkent hij/zij jou daarin? Waarom wel/niet?

b Indien die persoon je daarin niet herkent, vraag dan naar de reden met een concreet voorbeeld.

Nu heb je een concreet beeld van wie je eigenlijk bent en hoe je overkomt bij anderen. Daarnaast heb je inzicht verworven in datgene waarin jij goed bent en in wat je graag doet. Ook heb je bij jezelf ontdekt welke waarden jij belangrijk vindt. Die informatie is essentieel als je op zoek gaat naar een geschikte opleiding of job.

CREATIEF MET TAAL: ONZE TOEKOMST

LES 21 ZELFKENNIS IS HET BEGIN VAN ALLE WIJSHEID 297
Bron: www.loesje.nl 5 TEST 6 ©VANIN

1* Bekijk de gedichten en bespreek de bijhorende vragen.

a Welk gedicht spreekt je het meeste aan?

b Welke gevoelens roept dat gedicht op?

c Heb jij gelijkaardige gevoelens over je toekomst? Leg uit.

2 Je gaat een medeleerling interviewen over zijn/haar toekomst. Welke onderwerpen kunnen aan bod komen in je interview? Brainstorm samen en schrijf ze op in sleutelwoorden.

3 Stel vragen op over de onderwerpen in opdracht 2. Zorg voor voldoende variatie in de soorten vragen en behandel zo veel mogelijk onderwerpen.

Tijdens een interview kun je open of gesloten vragen stellen.

Onthouden

Bij een gesloten vraag kan een respondent kiezen tussen een beperkt aantal mogelijke antwoorden, zoals ‘ja’ of ‘nee’. Gesloten vragen gebruik je vooral in kortere conversaties en als je over lichtere onderwerpen wilt praten. Je respondent zal zich door die makkelijkere vragen meer op zijn/haar gemak voelen. Het nadeel is wel dat je met die vragen niet veel informatie verkrijgt.

Open vragen beginnen meestal met een vraagwoord, zoals wie, wat, waar, wanneer, hoe … Met dit soort vragen kun je diepgaander polsen naar wat een respondent over het aangehaalde onderwerp denkt. Hou er wel rekening mee dat je respondent meer tijd nodig zal hebben om over een goed antwoord na te denken.

4 Maak een selectie in de vragen die je in het interview wilt stellen. Denk ook na over de volgorde van je vragen en hoe je je medeleerling op zijn/haar gemak kunt stellen tijdens het interview.

5 Interview je medeleerling en maak ondertussen notities. Beperk je tot sleutelwoorden en vermijd volledige zinnen.

6 Ga met je notities van het interview aan de slag.

a Verwerk ze in een kort verslag waarin je de belangrijkste antwoorden van je medeleerling verwerkt.

b Duid in je verslag drie dingen aan die jou inspireren. Die vormen het uitgangspunt voor een gedicht dat je gaat schrijven voor je medeleerling.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 298
©VANIN

7 Bestudeer de dichtvormen op deze en volgende pagina en kies het soort gedicht waarmee jij aan de slag wilt gaan.

a Werk met de dichtvorm van jouw voorkeur en schrijf een gedicht ter ere van je medeleerling, geïnspireerd door zijn/haar toekomst.

b Maak een poster van het gedicht dat je geschreven hebt. Denk vooraf na over stijl, kleurgebruik, afbeeldingen … en hoe die de emoties in het gedicht op gepaste wijze kunnen ondersteunen.

DE ZANDLOPER: figuur in mode en tijd

Een gedicht kan eruitzien als een bolle buik, maar ook als een zandloper. Breed van boven, smal in het midden en dan weer breed beneden. Zoals sommige fotomodellen graag een figuur willen (maar van mij mag het net zo goed een bolle buik zijn, hoor). Dat zijn voorbeelden van visuele poëzie.

Zandlopers kunnen niet alleen speciaal klinken, maar zien er daarnaast bijzonder uit. Je begint met 4 woorden en loopt af (of leeg) over 3-2-1 en dan weer op (of vol) tot 2-3-4 woorden. Alles samen 19 woorden dus.

4 Ik zou reizen naar

3 de toekomst als

2 ik wist

1 hoe

2 ver dus

3 reis ik terug

4 naar een beter toen

Voor sommigen loopt die zandloper wat te snel leeg. Daarom een lekker trage, lange versie met als woordenreeks: 5-4-3-2-1-1-1-2-3-4-5. Samen zijn dat dus 31 woorden in plaats van de klassieke 19.

Bron: Johan Simons. Mijn gedicht!

HET TIENTJE: decimaal gedicht

Een tientje heeft 10 regels. Je begint in regel 1 met 1 woord, regel 2 telt 2 woorden, regel 3 telt er 3, en zo ga je door tot regel 10 (die dan 10 woorden telt).

1 Oma

2 Is dada

3 Voor hoe lang

4 Ik ben zo bang

5 Komt ze nog maar mij

6 Waarom zei ze: ’t is voorbij

7 Ze ging maar even naar het ziekenhuis

8 Ik blijf niet lang, kom dan weer thuis

9 Waarom moet ik dan van schoenen en kleren ruilen?

10 Waarom kunnen papa en mama maar niet stoppen met huilen?

Bron: Johan Simons. Mijn gedicht!

LES 21 ZELFKENNIS IS HET BEGIN VAN ALLE WIJSHEID 299
©VANIN

DE SNEEUWBAL: rollend gedicht

De sneeuwbal is het neefje of nichtje van het tientje. Wat is er dan anders? In een sneeuwbal loopt een zin over meerdere regels. Er zijn er ook 10, maar het einde van de regel is niet het einde van de zin. Je begint met het bolletje van sneeuw van 1 woord en eindigt met een grote sneeuwbal van 10 woorden.

1 ik

2 bouw een

3 huis van woorden

4 als bakstenen, boven, naast

5 en op elkaar, mijn taal

6 is het cement dat alles bindt,

7 ik werk het af met mijn tint

8 naar mijn smaak want ik wil er wonen,

9 als jij het mooi vindt, is dat meegenomen maar

10 voor mijn meisje en mij heet dit huisje al thuisje

Bron: Johan Simons. Mijn gedicht!

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 300
©VANIN

Verder studeren: het onderwijslandschap

1

Je weet hoe het onderwijslandschap na het secundair onderwijs eruitziet

2

Je kent het verschil tussen studiepunten en leerkrediet

3

Je kent handige tools die jouw studiekeuze en opleidingsstart mee kunnen ondersteunen

4

Je weet wat er extra van je verlangd wordt bij de start van je opleiding

In Les 21 heb je jezelf onder de loep genomen. Je hebt ontdekt wat je goed kunt, zeker wilt, graag doet en belangrijk vindt. Allemaal elementen die het je makkelijker maken om een studierichting te kiezen. Je zult merken dat het keuzeaanbod groot is, het is dus niet altijd even evident om meteen te beslissen wat, waar en hoe je gaat studeren. Enkele ondersteunende tools kunnen je daarbij helpen.

HOE ZIET HET ONDERWIJSLANDSCHAP ER IN HET HOGER ONDERWIJS UIT?

Verkorte bachelor 1

Nog even en je slaat de deur van het secundair onderwijs achter je dicht. Je maakt in je hoofd waarschijnlijk al heel wat plannen rond je nieuwe studieloopbaan. Maar welke kant ga je uit? Hoe pak je dat efficiënt aan? Hoe maak je een goede keuze?

Onderstaand schema geeft een overzicht van de mogelijke opleidingsniveaus na het secundair onderwijs. Scan de pagina en je ziet meteen welke opleidingen hierbij van toepassing zijn.

Doctor dr.

Master ma – minstens 60 sp

Schakelprogramma 45 tot 90 sp

Master-na-master manama – minstens 60 sp

OPLEIDINGEN

Academische bachelor ABA – 180 sp (universitair niveau)

Naar: www.onderwijskiezer.be

Bachelor-na-bachelor banaba – 60 sp

Professionele bachelor PBA – 180 sp (hogeschoolniveau)

Graduaatsopleiding 90-120 sp (hogeschoolniveau)

les
22
LES 22 VERDER STUDEREN: HET ONDERWIJSLANDSCHAP 301 ©VANIN

Hieronder vind je een toelichting bij het schema op de vorige pagina.

Graduaatsopleiding

In deze opleiding word je voorbereid op het uitoefenen van een beroep. Je gaat meteen deels aan de slag op de werkvloer en doet dus ineens praktijkervaring op. Dankzij deze praktische invalshoek is de opleiding theoretisch minder zwaar.

©VANIN

Bacheloropleidingen

Deze opleiding doorloopt drie academiejaren. Er bestaan twee vormen van bacheloropleidingen:

• De professionele bachelor (PBA) is gericht op de beroepspraktijk. Dus na het behalen van dit diploma kom je op de arbeidsmarkt terecht.

• De academische bachelor (ABA) richt zich op wetenschappelijk onderzoek en is veel theoretischer van aard. Je wordt hier immers voorbereid op een masteropleiding.

Masteropleiding (ma)

Masteropleidingen kunnen zich zowel richten op de beroepspraktijk als strikt theoretisch gericht zijn. Na deze universitaire studie volgt steeds een masterproef.

Na een van de vorige opleidingen kun je je verder verdiepen in:

• een bachelor-na-bacheloropleiding (banaba): je kiest een nieuwe, verdiepende, aansluitende bacheloropleiding.

• een master-na-masteropleiding (manama): je kiest een nieuwe, verdiepende, aansluitende masteropleiding.

• een educatieve opleiding: na een eerdere studie kun je kiezen voor een lerarenopleiding.

• een postgraduaat en na- en bijscholing: deze opleiding volgt op een bachelor- of masteropleiding en verdiept of verbreedt de reeds verworven competenties.

• een doctoraatopleiding (dr.): dit is de hoogste graad die je op universitair niveau kunt behalen. Je doet vier tot zes jaar lang wetenschappelijk onderzoek aan de universiteit of een wetenschappelijke instelling. Na de verdediging van je proefschrift – een origineel wetenschappelijk werk – behaal je dan de titel doctor of dr.

Je hebt je bachelordiploma behaald, maar je wilt nu een masteropleiding volgen, dan doorloop je eerst een schakelprogramma. Je academische vaardigheden en wetenschappelijke basiskennis worden hier verder op punt gesteld. Dit doe je in aanloop naar een masteropleiding.

Als je al een bachelor of master behaalde, kun je soms vrijstellingen krijgen bij aanvang van een nieuwe bachelor- of masteropleiding. Je behaalt je diploma dus op een kortere termijn, vandaar ook de benaming verkorte bachelor of master. Bepaalde opleidingen volgen sowieso verkorte programma’s.

Naar: www.onderwijskiezer.be

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 302

WAT

ZIJN

STUDIEPUNTEN? WAT IS LEERKREDIET?

In het algemene schema vind je steeds een verwijzing naar het aantal studiepunten (sp) dat je opleiding je kost. Maar wat zijn nu precies die studiepunten? En wat is het verschil met leerkrediet?

1 Bekijk het fragment en vul onderstaand schema in. studiepunten leerkrediet

• Worden per aangegeven.

• Geven aan

• Eén studiepunt staat gelijk aan +

• Gemiddeld nemen studenten studiepunten per jaar aan vakken op.

• Het staat je vrij om of studiepunten in te zetten.

• Een 3-jarige opleiding kost je studiepunten.

• Als je verder studeert, dan betaal je +

STUDIEPUNTEN

• Afstuderen aan een secundaire school levert je gratis punten leerkrediet op.

• Een vak van 3 studiepunten kost je leerkredietpunten.

• Je kunt je leerkrediet terugverdienen als je

• De eerste 60 punten krijg je terug als een soort van bonus.

• Als je niet slaagt, dan

• Als je leerkrediet op is, of

• Hoe kun je bijsturen? Als je je voor 1 december uitschrijft of van opleiding verandert, dan

Doe je hetzelfde tussen 1 december en 15 maart, dan

• Advies vraag je aan je

LES 22 VERDER STUDEREN: HET ONDERWIJSLANDSCHAP 303
2
©VANIN

2 Even toepassen op de praktijk. Scan de pagina en probeer te achterhalen welke opleidingsvorm deze personen kunnen volgen. Geef ineens ook het aantal studiepunten.

Hoe begin je aan je zoektocht tussen de vele opleidingen? Ga naar ‘Zoeken via alfabet’ en geef hier een trefwoord in. Zo krijg je een gepaste opleiding voorgesteld. Bekijk even de info per voorgestelde opleiding en maak dan je keuze.

keuze

Mikael wil graag net zoals zijn papa in de bouw gaan. Naast een dagelijkse opvolging van de bouwwerkzaamheden wil hij zich ook bekwamen in de administratie en de juridische richtlijnen die bij woningbouw komen kijken.

Ines wil graag het landbouwbedrijf van haar ouders overnemen.

Nadat Toms ouders na een storm heel wat schade opliepen aan hun huis, verdiepte hij zich mee in het aangeven van de schadeclaims aan de verzekering. Nadien geraakte hij meer en meer geïnteresseerd in verzekeringsdossiers allerhande.

Theresa heeft de reismicrobe te pakken. Ze zou het leuk vinden om pakketreizen op maat van klanten samen te stellen.

Younes werkte als jobstudent in een hotel aan de kust. Hij ziet zo’n job later wel zitten en zoekt een opleiding die bij die interesse aansluit.

opleidingsvorm

studiepunten

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 304
OPLEIDINGEN TIP
©VANIN

HOE KIES JE NU EEN

OPLEIDING DIE BIJ JE PAST?

Veel studenten kiezen een opleiding omdat de inhoud ervan hen interesseert. Logisch, niet? Iets wat je graag doet, daar wil je immers veel tijd en moeite in steken. Maar wat als je een heel brede interesse hebt? Wat als je bedolven geraakt onder de keuze van uiteenlopende opleidingen?

1 Denk eens terug aan vroeger. Wat wilde je als kind later worden? Misschien sta je nog steeds achter de keuze van die kinderdroom, misschien weet je inmiddels beter …

a Vul onderstaand schema eerst zelf in.

b Vraag nadien aan personen die dicht bij je staan (= bestie) welke job zij jou later zien uitoefenen en vanwaar die keuze komt.

c Stel de vraag opnieuw aan personen die jou op professioneel vlak beter kennen (= profie). Denk hierbij aan je coach, leider van de jeugdbeweging … De overige informatie kun je opzoeken via de onderwijskiezer.

kinderdroomhuidige droom bestie profie keuze

reden

opleiding die hierbij hoort opleidingsniveau kenmerken van de opleiding studiepunten/ leerkrediet waar te volgen

LES 22 VERDER STUDEREN: HET ONDERWIJSLANDSCHAP 305
3 ©VANIN

Ben je wel iemand die nog enkele jaren achter de studieboeken wil zitten? Of kies je liever voor een praktische opleiding? Scan de pagina en gebruik I-Study van Onderwijskiezer om meer inzicht in je studiemethode en -motivatie te krijgen.

Ben je er nog niet helemaal uit welke opleiding je voorkeur geniet? Je kunt op velerlei manieren een studierichting kiezen, bv. op basis van je favoriete studievak

2 Scan de pagina.

a Kies een studievak.

b Noteer per onderwijsniveau minstens één opleiding die je kunt volgen.

favoriete vak:

favoriete vak:

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 306
PBA ABA MA
PBA ABA MA I-STUDY STUDIEVAK ©VANIN

je favoriete vak

Heb je veel belangstelling in heel wat zaken? Dan kun je ook de I-Prefer test invullen en zo tot een aantal studierichtingen in het hoger onderwijs komen.

3 Welke opleidingen worden je voorgesteld?

a Kun je je in de voorstellen vinden?

b Welke voorstellen verrassen je?

c Van welke opleidingen heb je nog nooit gehoord?

Je kunt de resultaten eventueel voorleggen aan enkele leerkrachten, vrienden, je ouders … mocht je keuzestress nog toegenomen zijn.

Richt je interesse zich op een specifiek studiegebied, maar je weet niet welke opleidingen hier concreet aan gekoppeld zijn? Dan kun je kiezen op studiegebied

Hoe meer je weet, hoe groter de keuze … Misschien ben je inmiddels op heel wat nieuwe opleidingen gestoten die je keuzestress alleen maar doen toenemen. Om je te helpen richting een definitieve keuze kun je het keuzerooster invullen.

LES 22 VERDER STUDEREN: HET ONDERWIJSLANDSCHAP 307
PBA ABA MA
©VANIN
I-PREFER STUDIEGEBIED KEUZEROOSTER

HOE WEET

IK OF IK

SUCCESVOL KAN STARTEN IN MIJN HOGERE STUDIES?

Niemand kan de toekomst voorspellen. En ook al staat alles in de sterren geschreven, toch kom je wel eens voor verrassingen te staan. Weet vooral: wie de wil heeft om iets te bereiken, heeft de belangrijkste stap al gezet, namelijk willen.

1 Scan de pagina. Bekijk of de opleiding van jouw keuze goed aansluit bij je vooropleiding.

©VANIN

De namen van de studierichtingen in het secundair onderwijs zijn aangepast in september . Vraag aan je leerkracht met welke richting je ze kunt vergelijken.

jouw vooropleiding: jouw studiekeuze:

• Hoeveel slaagkans heb je?

MIJN KEUZE STAAT VAST … KAN IK METEEN MET DE OPLEIDING VAN START GAAN?

Niet iedere studie is vrij toegankelijk, ook al behaalde je probleemloos een diploma secundair met de beste cijfers. Voor sommige opleidingen moet je eerst nog een test of zelfs ingangsexamen afleggen voor je aan de opleiding kunt starten.

Alvorens aan de slag te kunnen gaan in een lerarenopleiding ben je verplicht een instaptoets af te leggen. Het bewijs van deelname heb je immers nodig om je te kunnen inschrijven. Dankzij die test heb je meteen een zicht op je sterktes en zwaktes.

Wil je studies op universitair niveau starten, dan kun je je startniveau bepalen met behulp van de ijkingstoets. Voor sommige opleidingen is die zelfs verplicht.

Je vindt allerlei zelftests die je met een gerust gevoel aan een opleiding laten starten.

Deze les reikte je allerlei tools aan om je weg in het onderwijsveld na je secundaire studies te vinden. Je hebt de verschillende opleidingsniveaus en bijhorende studierichtingen leren kennen. Je kreeg ook inzicht in de studieopleiding van jouw keuze. Je werd gewezen op de slaagkansen, evenals op ingangstesten die je misschien eerst verplicht nog dient af te leggen. Je weet nu ook dat iedere hogeschool of universiteit een eigen manier van toetsen en examens heeft én een eigen cultuur en sfeer. Met die bagage reeds op zak kun je nu een weloverwogen studiekeuze maken. Veel succes!

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 308
4 SLAAGKANS
TIP
5 INSTAPTOETS IJKINGSTOETS ZELFTEST

1

Verder studeren: de taal van het hoger onderwijs ©VANIN

Je kent typische woordenschat die gebruikt wordt op hogescholen en aan universiteiten

2

Je kent beroepsnamen die zijn afgeleid van opleidingen

Wanneer je volgend jaar terechtkomt in het hoger onderwijs zul je al snel vaststellen dat docenten en studenten een ongewone woordenschat hanteren. Je merkt dat als je de infobrochures erop naslaat, je gaat inschrijven, je werkelijk van start gaat … Deze les kan je als een starterskit beschouwen. Aan de hand van allerlei opdrachten word je even ondergedompeld in deze specifieke woordenschat.

EVEN OPFRISSEN

In Les 22 maakte je kennis met het onderwijslandschap na het secundair onderwijs. Daar kwam je met heel wat nieuwe termen in aanraking. Plaats nu de opgegeven termen in de juiste context. Sommige woorden gebruik je meermaals, andere helemaal niet.

academische bachelor (ABA) – banaba – doctoraat – educatieve opleiding – graduaatsopleiding – ijkingstoets – instaptoets – leerkrediet – manama – master – professionele bachelor (PBA) – schakelprogramma –secundair onderwijs – studiepunt(en) – studierendement – vrijstelling(en)

Anthony, een sportieve kerel, volgde de richting Opvoeding en begeleiding. Hij wil graag de richting Bedrijfsmanagement: Sport- en cultuurmanagement volgen. Vooral de specialisatie Sportmanagement draagt zijn voorkeur. Hij kan die driejarige opleiding als in Brugge volgen. De opleiding heeft een van 180 studiepunten. Tijdens het eerste jaar krijgt hij heel wat gemeenschappelijke vakken zoals Frans en Engels. Voor beide vakken neemt hij telkens 5 op. Als Anthony zijn studies vlot doorloopt, proeft hij in het derde jaar van de praktijk via een stage. Met het vak Stage sportmanagement neemt hij 26 op. Volgens het gemiddelde slagen 28,4% van de eerstejaarsstudenten uit de richting Jeugd- en Gehandicaptenzorg. Hij zal dus de nodige inzet en studiediscipline aan de dag moeten leggen om dit eerder lage slaagpercentage een boost te geven. Na de driejarige opleiding kan hij via een nog een

Handelswetenschappen aan de universiteit volgen.

Een andere mogelijkheid is dat hij toch nog gebeten geraakt door het culturele aspect en dat hij een

Sociaal werk: Kunst- en cultuurbemiddeling aan de hogeschool volgt. Misschien kan hij zelfs krijgen voor vakken die hij in zijn vorige opleiding reeds met succes aflegde.

les
1 23
LES 23 VERDER STUDEREN: DE TAAL VAN HET HOGER ONDERWIJS 309

Caroline volgde de richting Bio-esthetiek. Net als haar mama wil ze in het onderwijs stappen.

Alvorens ze echt met de van start kan gaan, dient ze eerst een verplichte en bindende af te leggen. Maar eigenlijk twijfelt ze nog, want ze ziet het ook wel zitten om de ecologische schoonheidsproducten van haar vriend online te verkopen. De Winkelmanagement biedt haar daarvoor de juiste voorbereiding. Die opleiding staat tussen het en de in en is eerder praktijkgericht.

ZEG NIET …, MAAR WEL …

Woorden die je de afgelopen jaren vlotjes gebruikte in het secundair onderwijs gebruik je niet meer tijdens je hogere studies.

1 Verbind de woorden met elkaar. De oplossing vormt een woord. Wat is de betekenis?

secundair onderwijs hogeschool of universiteit

1 schooljaar d paper

2 afgestudeerden m zittijd

3 les a academiejaar

4 schrijfopdracht, schrijftaak c docent, professor

5 cursusmateriaal s campus

6 examenperiode c alumni

7 herexamen, bijkomende proef i tweede zit

8 leerkracht e syllabus

9 mededelingenbord a college

10 schoolterrein u valve, ad valvas

123456789 10 betekenis:

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 310
2 ©VANIN

2 De betekenis van onderstaande termen wordt wel eens door elkaar gehaald. Kun jij de juiste term in de juiste context plaatsen?

graduaat ↔ postgraduaat

hoge school ↔ hogeschool

kalenderjaar ↔ schooljaar

doctoraat ↔ eredoctoraat

a In 2015 ontving Ban Ki-moon, de achtste secretaris-generaal van de Verenigde Naties, een van de KU Leuven. Ook al heeft hij nooit gestudeerd aan de Leuvense universiteit, toch werd hij geëerd vanwege zijn uitzonderlijke diplomatieke bemiddelingen.

Aan de Universiteit Antwerpen zijn er in de faculteit Letteren en Wijsbegeerte gemiddeld 130 studenten aan de slag om na hun masteropleiding hun te behalen.

b Een is een extra opleiding die je volgt na je bachelor- of masterdiploma. Een is een minder theoretische opleiding die je voorbereidt op het uitoefenen van een beroep.

c Een start op 1 januari en loopt af op 31 december. Een start op 1 september en loopt af op 30 juni.

d Aan een kun je verder studeren. Een is een hoog schoolgebouw.

3 Zet de naam van de methode met de juiste omschrijving in eenzelfde kleur.

Leerlingen krijgen op bepaalde dagen les en gaan tijdens de andere dagen werken.

De docent geeft op een vast tijdstip les met onmiddellijk contact met de leerlingen.

duaal leren afstandsonderwijs

hoorcollege

immersieonderwijs

lesgeven en les krijgen via het internet

De docent doceert en de student luistert en neemt de leerstof op.

Onderwijs waar leerlingen niet fysiek aanwezig moeten zijn. practicum

Een niet-taalvak wordt in een andere taal onderwezen, bv. aardrijkskunde in het Engels.

blended learning

De studenten krijgen les, maar maken ook praktische oefeningen onder begeleiding.

contactonderwijs e-learning

Dit is de combinatie van les op school of de campus en de cursus die via het internet wordt aangereikt.

LES 23 VERDER STUDEREN: DE TAAL VAN HET HOGER ONDERWIJS 311
©VANIN

VERDER STUDEREN

1 In dit deel focussen we op speci eke woordenschat uit de wereld van hogescholen en universiteiten.

a Orden onderstaande woorden in vier groepen. Gebruik voor elke groep een andere markeerkleur.

A woorden die ik nog nooit heb gehoord

B woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp

C woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken

D woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken

afstudeerrichting – aula – campus – curriculum – faculteit – hogeschool – modeltraject – semester –studentenportaal – universiteit

b Plaats de woorden nu in onderstaande tekst. Sommige woorden dien je meermaals te gebruiken.

c Ken je de volledige benamingen van de gebruikte afkortingen? Schrijf die tussen de haakjes.

d Kun je de namen daarna in de juiste provincie zetten?

Na je secundaire studies ga je werken of verder studeren. Voor je verdere studies schrijf je je in aan een of . In België heb je een ruime keuze aan 16 , enkele voorbeelden hiervan zijn AP (= ), Artevelde, Erasmus, Howest (= ), KdG (= ), Odisee en UCLL (= ).

België telt daarnaast in totaal 5 universiteiten, meer bepaald KUL (= ), UA (= ), UGent, UHasselt en VUB (= ).

Christelle heeft zich ingeschreven aan de Universiteit Gent voor de opleiding Bachelor of arts in de Afrikaanse talen en culturen. Als zij het vlot doorloopt, kan ze na 3 jaar academische bachelor aan haar Master African Studies beginnen. De UGent telt 11 universiteitsterreinen, voor deze studie volgt Christelle de lessen op de in Gent. De universiteit telt 11 hoofdafdelingen, onderverdeeld in 85 vakgroepen. De studierichting behoort tot de Letteren en Wijsbegeerte. Het vak Inleiding tot de voornaamste moderne literatuur wordt in het Nederlands onderwezen. In het kan Christelle nalezen welke andere vakken zij in haar opleiding zal volgen met telkens de vermelding van het aantal studiepunten. Tweemaal per jaar worden er examens georganiseerd. Na het eerste kan Christelle haar resultaten bekijken op het . Ook haar lesrooster, afspraken, opdrachten … kan ze hier terugvinden. Ze vindt er eveneens in welke de lessen doorgaan.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 312
3 ©VANIN

OPLEIDINGEN EN BEROEPSNAMEN

1 Ga naar iDiddit en probeer de opgegeven studierichtingen aan het juiste domein te linken.

2 Onderstaande personen hebben van kinds af aan een bepaalde interesse. Lees hun ervaringen.

a Welke van de voorgestelde opleidingen beantwoordt aan hun interesse?

b Ken je ook de beroepsnaam?

Van kinds af aan speelde Joren winkeldetective met zijn vrienden in het verlaten pand achter hun huis. Van die kinderdroom wil hij nu écht werk maken.

Thalia’s oma loopt al heel haar leven op steunzolen. Vooral de productie ervan en de manier waarop ze steun geven aan een voet fascineren haar.

De Gentse Floraliën staan ieder jaar met stip in Sylvia’s agenda genoteerd. Al die fantastische creaties die dankzij enkele bloemen en een takje groen ontstaan, doen haar groene vingers tintelen.

Vinz wil de zaak van zijn vader overnemen. De familie staat al vele generaties bekend voor de feesttafels die ze voor honderden gasten bereiden. Maar ook hun huisbereid stoofvlees of hun kriekjes met balletjes zijn alom bekend.

Als baby’tje al verkende Maité de Machu Picchu vanuit een draagzak. Die reismicrobe bleef haar achtervolgen. Nu stippelt ze onbegane paden over de hele wereld uit voor haar ouders.

Het eerste aanspreekpunt zijn binnen een bedrijf lijkt Sara wel een belangrijke en verantwoordelijke taak. Ze is niet alleen goed in de omgang met mensen, maar kan ook aan de telefoon haar mannetje staan in het Engels.

Hannah erfde de zeebenen van haar opa. Vroeger voeren ze vaak samen door de Nederlandse De Biesbosch. Sinds ze zelf aan het roer mocht staan, heeft ze de microbe pas echt te pakken.

Het begon als een schoolproject; een kleine website maken voor de plaatselijke kaartersclub. Dat kleine project groeide al snel uit tot een ware verdienstelijke studentenjob. Lucas’ websites zijn dynamisch, interactief en spectaculair qua vormgeving.

Geboortekaartjes tekenen, uitnodigingen voor familiefeestjes, adreskaartjes voor zijn broer … niets liever dan dat, denkt Ennes. Wat leuk dat hier ook een echte opleiding voor bestaat.

LES 23 VERDER STUDEREN: DE TAAL VAN HET HOGER ONDERWIJS 313
4 1 4 7 2 5 8 3 6 9
©VANIN

3 Hoe noem je iemand die afstudeert in de richting …

opleiding beroep

a agrotechnieken plant

b architectuur

c assistentie in wonen

d binnenschrijnwerk

e etalage

f gezondheidszorg

g interieur

h logistiek

i orthopedietechnieken

j sales

k veiligheid in de gevangenis

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 314
©VANIN

Je maakt kennis met de VDAB 1 Je ontdekt de taal in vacatures

Je stelt jezelf voor als toekomstige student en werknemer

Op zoek naar werk ©VANIN

Ik groeide op bij opa in de autosloperij verstopt tussen de wrakken want school was niks voor mij

Daar struikelde ik over letters raakte in woorden verstrikt verdwaalde in mijn opstel in taal en zinnen gestikt

Geef mij maar autowrakken of constructies van metaal daar kan ik mee lezen en schrijven die ontleed ik, allemaal

Annemarie van den Brink

In dit gedicht geeft iemand aan dat de schooldeuren maar best zo snel mogelijk achter hem of haar dichtklappen. Zijn of haar talenten liggen elders, meer bepaald op de werkvloer. Vroeg of laat betreedt iedereen de arbeidsmarkt en ook daar kun je maar beter op voorbereid zijn.

In Les 21 heb je jezelf beter leren kennen, heb je je talenten op een rijtje gezet. Je hebt je daarbij gefocust op een studie die in het verlengde ligt van je sterktes, interesses en persoonlijkheid. Dat zelfbeeld kun je ook toepassen op een toekomstige job.

In deze les gaan we op zoek naar werk. Weet dat er geen toverformule bestaat die jou instant aan het werk stelt. Wie wacht tot hij wordt opgebeld, zal weinig succes boeken. Solliciteren vraagt namelijk extra inspanningen en (veel) tijd. Maar langs de andere kant is een bedrijf op zoek naar jou en wil een openstaande vacature zo snel mogelijk ingevuld krijgen. Waag dus je kans. Misschien leidt je eerste sollicitatiepoging niet meteen tot het verhoopte succes. Weet dan dat iedere poging die je onderneemt, je zelfstandiger, rijker aan ervaringen en dus beter maakt.

les
24
2
LES 24 OP ZOEK NAAR WERK 315
3

VLAAMSE DIENST VOOR ARBEIDSBEMIDDELING EN BEROEPSOPLEIDING

Van zo gauw je de schoolbanken verlaat, schrijf je je in bij de VDAB: de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding. Dat is een overheidsdienst die je helpt bij het zoeken naar een job. Pas als je je hebt ingeschreven bij de VDAB begint je beroepsinschakelingstijd te lopen. Die duurt 12 maanden, pas na die periode heb je recht op een uitkering. Je hebt er dus alle belang bij om je zo snel mogelijk in te schrijven.

1 Bekijk het lmpje en beantwoord onderstaande vragen.

a Wat betekent beroepsinschakelingstijd?

b Wat vind je verder nog bij de VDAB?

c Zijn onderstaande stellingen juist of fout? Verbeter indien fout. juistfout

Bij herexamens starten je wachttijd en de VDAB-ondersteuning op de dag dat je je inschrijft.

Zelfs als je geen diploma hebt, krijg je meteen een uitkering.

Als je begint te werken, stopt je wachttijd automatisch.

Wie deeltijds werkt, hoeft geen contact op te nemen met de VDAB.

Bij je inschrijving stel je meteen ook je cv ter beschikking.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 316
1 ©VANIN

OP ZOEK NAAR WERK

Spontaan solliciteren

Je kunt het heft volledig zelf in handen nemen. Misschien heb je er altijd al van gedroomd om aan de slag te gaan in een specifiek bedrijf of instelling. Ga je cv hier afgeven, wie weet zoeken ze net iemand die beantwoordt aan jouw profiel. Heel wat bedrijven schrijven nooit of erg weinig vacatures uit. Bovendien toon je meteen dat je bereid bent om zélf initiatief te nemen en dat je interesse hebt in het bedrijf, iets wat bedrijfsleiders zeker waarderen.

1* Kun je enkele bedrijven of instellingen opsommen waar je sowieso graag aan de slag zou willen gaan?

2* Zou je hier spontaan contact mee opnemen? Waarom (niet)?

Netwerken

Meer dan de helft van de vacatures wordt nooit gepubliceerd, dat kost immers geld en extra inspanningen van bedrijven. Daarom proberen ze sommige vacatures binnen het bedrijf ingevuld te krijgen. Ze vragen aan de eigen werknemers of ze van job willen veranderen en of ze iemand kennen met het juiste beroepsprofiel dat het bedrijf zoekt.

Heel wat mensen in je omgeving zijn reeds actief op de arbeidsmarkt. Dat zijn allemaal mogelijke ‘werkgevers’. Denk daarbij aan je ouders, familie, ouders van je vrienden, je leider in de jeugdbeweging, je coach op het sportveld, je huisarts, je pianoleraar, je leerkracht … Vraag hen of ze een vacature weten openstaan die jou kan interesseren. Hou zeker contact met die mensen via sociale media als Facebook, LinkedIn … Misschien doen ze zelfs een goed woordje voor je. Ook als je al aan het werk bent, kunnen ze je nog van pas komen en je misschien de sleutel tot je droomjob aanreiken.

Jobadvertenties

Als je je cv ingeeft bij de VDAB zullen werkgevers die interesse hebben in jouw profiel, zeker ook langs deze weg contact met je opnemen. Je kunt ook een jobbeurs bezoeken en daar je eerste contacten leggen met de bedrijfswereld.

Je vindt tal van jobadvertenties in kranten, in regionale weekbladen, bij de VDAB, op LinkedIn, op jobsites …

3 Ga op zoek naar drie jobadvertenties die jou aanspreken en bezorg ze aan je leerkracht.

4 De leerkracht herverdeelt de jobadvertenties.

a Bespreek die advertenties met behulp van het onderstaande kader. Staaf je mening telkens met drie argumenten.

b Wissel nu jouw bevindingen uit met een medeleerling.

LES 24 OP ZOEK NAAR WERK 317
2 ©VANIN

Spreekt de job je aan?

Vind je alle nodige informatie?

Wil je solliciteren?

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 318 advertentie 1 advertentie 2 advertentie 3
©VANIN

5 In Les 22 ben je op zoek gegaan naar een studierichting die bij je past. a Zoek nu op een jobsite twee vacatures die bij die opleiding passen. b Vergelijk de vacatures aan de hand van onderstaande checklist.

takenpakket

©VANIN

Is het duidelijk welke taken je moet doen?

Begrijp je de functie?

Weet je exact wat er van jou verwacht wordt?

Zie je dit takenpakket zitten? vaardigheden

Is het duidelijk welke vaardigheden van jou verwacht worden?

Vermeldt de werkgever met welke machines je aan de slag moet?

Welke computerprogramma’s moet je kennen?

Welke talen moet je kunnen spreken/lezen?

Krijg je opleidingen binnen het bedrijf?

Kun je alles wat er van je gevraagd wordt? kwaliteiten

Zoekt de werkgever een punctueel persoon?

Zoekt de werkgever een zelfstandig persoon?

Zoekt de werkgever een sociale teamspeler?

Zoekt de werkgever een … ?

Herken je jezelf in die kwaliteiten? tevredenheid

Hoeveel ga je verdienen?

Welke legale voordelen worden er geboden?

Op hoeveel vakantiedagen heb je recht?

Komt dat overeen met je verwachtingen? startmoment

Kun je meteen aan de slag?

Wanneer kun je aan de slag gaan?

Heb je nog een opzegperiode op je huidige job?

Had je nog vakantiedagen gepland?

Kun je je vinden in het voorgestelde startmoment? werkplek

Hoe geraak je op je werk?

Hoelang doe je erover om op je werk te geraken?

Heb je een rechtstreekse verbinding naar je werk?

Hoe vaak dien je dat traject per week af te leggen?

Valt je reistijd te combineren met je gezin, hobby’s? diploma

Beschik je over het vereiste diploma?

Heb je extra ervaring die je kunt inzetten?

Ben je bereid om bij te leren?

Ben je bereid om extra cursussen te volgen in je vrije tijd?

Wat kun je allemaal voorleggen?

Naar: www.vdab.be

LES 24 OP ZOEK NAAR WERK 319
vacature 1vacature 2

Woordenschat: taal in vacatures

Gezocht: management assistant Floormanager gezocht! accountant

6 Waarom doen bedrijven dat, denk je?

Je hebt al gemerkt dat de taal in vacatures en jobaanbiedingen ietwat anders is dan je gewoon bent te spreken. Met ronkende functietitels proberen bedrijven toekomstige werknemers te overtuigen. Twee Gentse studenten onderzochten beroepsnamen in vacatures. En ja hoor, heel wat beroepsnamen werden wel eens fraaier voorgesteld, vooral als er meer jobaanbiedingen dan werknemers zijn.

7 Welke functie gaat schuil achter deze ronkende jobtitels?

jobtitel

CEO (chief executive officer)

HRM (human resources manager)

digital expert

floormanager recruiter

front office assistant

maintenance engineer management assistant

sanitair manager

management consultant accountant

penitentiair assistent

sales representative sales engineer foreman

Naar: www.hln.be

beroep

8 Van welke van die jobtitels heb je wel eens gehoord? Markeer ze in het geel.

9 Wat valt je op als je de fraaiere jobtitels bekijkt?

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 320
©VANIN

DIT BEN IK EN DAT WIL IK!

In deze samenvattende spreekopdracht ga je jezelf voorstellen als toekomstige student én werknemer. Bekijk zeker de vorige lessen om informatie te verzamelen.

©VANIN

Voorbereiden

1 Je maakt zo dadelijk een presentatie waarin je onderstaande items voorstelt. Bereid jezelf voor door de vragen te beantwoorden.

Hier wil ik verder studeren!

• Welke opleiding wil je volgen?

• Wat houdt die opleiding precies in?

• Wat wordt er van je verwacht?

• Hoeveel jaar dien je te studeren?

• Waar kun je die opleiding volgen?

• Waarom kies je precies voor die hogeschool of universiteit?

• Wat trekt je aan in die studie?

• Waarom ben jij geschikt voor die opleiding?

Plannen

jezelf

Hier wil ik werken!

• Welke vacature heb je gevonden? Waar ga je spontaan solliciteren?

• Wat houdt de job van je keuze in?

• Welke taken dien je uit te voeren?

• Welke vaardigheden worden van jou verwacht?

• Krijg je extra ondersteuning zoals opleidingen binnen het bedrijf?

• Welke van jouw kwaliteiten worden vermeld?

• Hoeveel ga je verdienen?

• Krijg je extralegale voordelen?

• Hoe ziet je werkweek eruit?

• Geraak je vlot op je werkplek?

• Hoe ziet je werkomgeving eruit?

• Beschik je (na je studies) over het vereiste diploma?

• Ben je bereid om vervolgcursussen te volgen?

• Ben je bereid om eventueel in het buitenland cursussen te volgen?

2 Schrijf het middenstuk van je presentatie uit. Daarin ga je gestructureerd de vragen bij stap  beantwoorden. Dat doe je in een doorlopende tekst, dus niet in losse antwoorden op de vragen. Je motiveert waar nodig.

3 Zorg voor een boeiende inleiding waarin je de structuur van je presentatie kort voorstelt.

4 In het slotdeel vat je het geheel kort samen.

5 Maak er een boeiende, verrassende presentatie van.

Uitvoeren

6 Je presenteert jezelf in een ingesproken filmpje of via een ingesproken PowerPointpresentatie.

a Zorg voor een goede geluids- en beeldkwaliteit.

b Zorg ervoor dat je presentatie maximaal drie minuten duurt.

c Beantwoord niet enkel de vragen, maar zorg voor een boeiende presentatie.

LES 24 OP ZOEK NAAR WERK 321
3

Reflecteren

7 Beoordeel je eigen filmpje met behulp van de evaluatiecriteria hieronder. Stuur je presentatie bij waar nodig en spreek het filmpje opnieuw in.

Evaluatiematrix – Spreken: dit ben ik en dat wil ik!

GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE

volledigheid

Je presentatie bevat een inleiding, een midden en een slot.

-Je stelt de structuur van de presentatie voor. -Je licht je keuzes toe. -In je slot vat je het geheel samen.

Je presentatie bevat een inleiding, een midden en een slot, maar … -je stelt de structuur van je presentatie onvoldoende voor; -je beantwoordt de vragen zonder meer; -je zorgt niet voor een doorlopende tekst in het middendeel. Je blijft op een vraag-antwoordniveau.

Je presentatie heeft geen duidelijke opdeling in inleiding, midden en slot.

duidelijkheid

In de opbouw van het middendeel zit een duidelijke structuur.

Je begrijpt de gehanteerde terminologie.

aantrekkelijkheid

Je brengt structuur in je presentatie door signaalwoorden. Er zit veel variatie in je keuze.

Je zorgt voor verrassende elementen, zowel in je verhaal als in je presentatie zelf.

correctheid

Je verwoordt de inhoud op een juiste manier.

Je taalgebruik is foutloos. Alle woorden zijn correct. Ook de zinsbouw klopt steeds. Je hebt een mooie uitspraak.

Aanvullende commentaar:

Je brengt structuur in je presentatie door signaalwoorden, maar je kiest meestal voor dezelfde woorden.

Je verhaal of je presentatie bevat een verrassend element.

In het middendeel zit geen structuur.

Je gebruikt de gehanteerde terminologie verkeerd. Je begrijpt zelf niet helemaal wat je zegt.

Je brengt geen structuur aan, niet inhoudelijk en ook niet vormelijk.

Je presentatie is niet verrassend. Je loopt de vragen gewoon af en je beantwoordt ze zonder meer.

Je verwoordt de inhoud onvolledig.

Je eindresultaat bevat geen zware taalfouten. De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd.

Je maakt inhoudelijke fouten.

Je eindresultaat bevat veel fouten. Door de vele taalfouten is de presentatie moeilijk te begrijpen.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 322
©VANIN

Je kunt een motivatiebrief schrijven 1

Je bent voorbereid op een sollicitatiegesprek 3

Je kunt een curriculum vitae (cv) schrijven 2

DE MOTIVATIEBRIEF

Je leert originele manieren van solliciteren kennen 4

Je hebt na Les 24 de vacature gevonden waar je volledig voor wilt gaan, maar hoe begin je er nu aan? Ook in deze tijden van visuele en sociale media schrijven heel wat mensen nog steeds een motivatie- of sollicitatiebrief mét curriculum vitae naar bedrijven. Met beide brieven maak je je eerste indruk en je weet: ‘You never get a second chance to make a first impression!’

Ondernemer David Silverman koos als beste motivatiebrief een brief die bestond uit … één zin! De zin luidde als volgt:

Ik kan u zeven jaar ervaring in communicatiemanagement aanbieden bij de beste bedrijven in de retailsector, uitstekende projectmanagementvaardigheden en een goed oog voor detail, alles samen ruim voldoende om van mij de ideale kandidaat voor die vacature te maken.

Deze ene zin omvat alles wat een motivatiebrief moet doen: interesse opwekken om het curriculum vitae te lezen én uitgenodigd worden voor een gesprek.

Onthouden

De motivatiebrief

Inhoud

Een motivatiebrief moet drie dingen bevatten: het moet duidelijk zijn voor welke job je solliciteert, waarom jij de geschikte kandidaat bent en je moet jezelf uitnodigen voor een gesprek.

Stem je brief steeds af op de vacature die je gevonden hebt. Als je dus voor verschillende vacatures schrijft, dien je ook je brief inhoudelijk aan te passen. Dat is een eerste stap om een werkgever te overtuigen en je uit te nodigen voor een gesprek. Je moet de aandacht van de lezer trekken en hem overtuigen dat jij de persoon bent die hij nodig heeft en dat kan al in de eerste zin.

• In het briefonderwerp geef je aan voor welke job je solliciteert en waar je die vacature vond.

• In de eerste alinea komt het erop aan de aandacht te trekken van je lezer en hem te imponeren.

• In de volgende alinea’s licht je toe wat jouw motivatie is voor de functie en welke troeven in jouw voordeel spelen. Denk daarbij aan je opleiding, persoonlijkheid en ervaring. Je speelt dus al je sterktes uit.

• In de slotalinea nodig je jezelf uit voor een gesprek. Tijdens een gesprek kun je dan al je sterke punten extra toelichten.

les
1 25
LES 25 SOLLICITEREN 323
©VANIN
Solliciteren

Lay-out

 Je brief is nooit langer dan een A4. Je schrijft je brief enkel met de hand als de werkgever daar uitdrukkelijk om vraagt.

 De alinea’s zijn overzichtelijk verdeeld over het blad.

 Je respecteert de NBN-normen. Het Belgisch Bureau voor Normalisatie stelde die normen op en ze worden algemeen gehanteerd in officiële briefwisseling.

Taalgebruik

 Hou je stijl zakelijk, maar enthousiast. Overdrijf echter niet.

 Gebruik hoofdzakelijk korte en bondige zinnen. Begin niet steeds met ‘ik’.

 Zorg voor actieve formuleringen zoals ‘Samen met X organiseerde ik …’ of ‘Ik was verantwoordelijk voor…’.

 Vermijd de formulering ‘Ik moest …’. Gebruik eerder ‘Ik kreeg de kans om …’.

 Vermijd taalfouten. Iedere taalfout vermindert de kans dat je brief verder gelezen wordt. Zet je spelcontrole aan en zoek woorden waaraan je twijfelt op. Een taalfout laten staan wordt gezien als de moeite niet nemen om je degelijk voor te bereiden.

 Laat je brief nalezen op inhoud en taal.

1 Hieronder vind je enkele openingszinnen uit motivatiebrieven.

a Welke zinnen slagen erin de aandacht van de lezer te trekken en hem te imponeren?

b Welke troeven kun je hieruit filteren?

+ / - openingszin troeven

a Jouw ideale kandidaat leer je nu pas kennen.

b Na mijn telefoongesprek van … met … is mijn interesse voor een baan in uw bedrijf alleen maar toegenomen.

c Ik ben XY, woon te Z en wil graag solliciteren voor …

d Op … bezocht ik de jobbeurs in … Tijdens het gesprek met een medewerker van … vernam ik dat … Daarom solliciteer ik hierbij voor de functie …

e De Heer Ickx, directeur van bedrijf Why en klant van uw bedrijf, wees mij in een gesprek op de vacature die u aanbiedt.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 324
✓ ✓
✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ©VANIN

f Uw vacature voor een onderwijzer maakte meteen de docent in mij wakker.

g Toen ik op de sponsoravond van de atletiekclub … met een medewerker van uw bedrijf sprak, viel me op hoe enthousiast hij vertelde over uw firma. Nadien las ik eerder toevallig dat u …

h Al heel mijn leven droom ik van een job in uw bedrijf.

©VANIN

i Hebt u eraan gedacht dat een verkoper met een technische vooropleiding misschien wel de ideale kandidaat is voor deze job?

j Uw vacature sluit perfect aan bij mijn kwaliteiten: ik ben net afgestudeerd als … en spreek bovendien vloeiend Frans.

k Naar aanleiding van uw vacature in … wil ik solliciteren naar de functie van …

l Ondanks alle crisissen die ons land moest doorstaan, gaan mensen nog steeds graag op reis naar het buitenland. Daarbij doen ze liefst een beroep op een reisorganisator bij wie ze waar voor hun geld krijgen. Graag wil ik in uw reisbureau mee instaan voor de tevredenheid van uw klanten. Daarom solliciteer ik naar de functie van …

m Sinds mijn stage ben ik ervan overtuigd dat een job als … me wel ligt en daar bent u nu net naar op zoek.

n Uw vacature klinkt me als muziek in de oren.

2 Je hebt intussen al wel een idee van wat je volgend jaar wilt studeren. Stel nu dat je een motivatiebrief dient op te stellen voor een plekje in de studierichting van jouw keuze. Schrijf die motivatiebrief, het sjabloon op de volgende bladzijde kan je daarbij helpen.

LES 25 SOLLICITEREN 325

Voornaam Naam Plaats jjjj-mm-dd

Straat nummer

postcode GEMEENTE

Naam hogeschool of universiteit

Straat nummer

postcode GEMEENTE

Sollicitatie voor een studieplek in de richting XXX

Geachte mevrouw, heer

§1 Je schrijft voor welke studierichting je solliciteert en hoe je daarbij komt. Gebruik een originele openingszin.

§2 Je toont aan dat jij de meest geschikte persoon voor deze studierichting bent. Je beschrijft welke opleiding je gevolgd hebt. Verder noteer je welke extra’s (stage, onderzoekscompetenties, vrijwilligerswerk, werkervaring, hobby’s …) jou zeker in aanmerking doen komen.

§3 Wat hoop je met de nieuwe studierichting te bereiken en waarom? Zet je interesses, je persoonlijkheid, je talenten en je sterke punten in de verf.

§4 Je verwijst naar je curriculum vitae. Je zegt hoe en wanneer men jou het best kan bereiken voor een gesprek.

Met beleefde groeten

Je handtekening

Voornaam Naam

Bijlage: curriculum vitae

Respecteer de NBN-normen bij het opstellen van je brief.

• Zet het onderwerp vetgedrukt.

• Noteer de gemeente in drukletters.

• Schrijf geen komma na de aanspreking.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 326
TIP
©VANIN

Evaluatiematrix – Schrijven: de motivatiebrief

volledigheid

Je motivatiebrief bevat een juist aantal alinea’s.

Je gegevens zijn volledig.

Je plaatste je handtekening.

Je verwijst naar de bijlage.

duidelijkheid

De alinea’s zijn gestructureerd opgebouwd.

Sommige alinea’s waren te lang of te kort.

©VANIN

In sommige alinea’s ontbreekt essentiële informatie of staat overbodige informatie.

Je verwoording is duidelijk. Soms blijf je eerder vaag in je verwoording.

aantrekkelijkheid

Je gebruikt een verrassende, uitnodigende openingszin.

Je hebt een mooie bladspiegel.

Je gebruikt een gepast lettertype.

Je openingszin is in orde, maar niet heel origineel.

Je motivatiebrief bevat geen alinea’s of de alineaverdeling liep fout.

Je gegevens zijn onvolledig.

Je handtekening ontbreekt.

Je verwijst niet naar de bijlage.

Je motivatiebrief bevat geen structuur.

Het is niet duidelijk wat je allemaal bedoelt. Begrijp je je eigen tekst?

Je openingszin is erg cliché of misplaatst.

Je bladspiegel is niet in orde.

Je lettertype is ongepast. correctheid

Je noteerde de datum op een correcte manier.

Je respecteert de NBNnormen.

Je verwoordt de inhoud op een juiste manier.

Je taalgebruik is foutloos. Alle woorden zijn correct. Ook de zinsbouw klopt steeds. Je tekst leest vlot.

Aanvullende commentaar:

Je verwoordt de inhoud onvolledig.

Je motivatiebrief bevat geen zware taalfouten. De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd.

Je noteerde de datum verkeerd of je noteerde geen datum.

Je respecteert de NBNnormen niet.

Je maakt inhoudelijke fouten.

Je motivatiebrief bevat veel taalfouten. Door de vele taalfouten is de inhoud van je brief moeilijk te begrijpen.

LES 25 SOLLICITEREN 327
VOLDOENDE
GOED
ONVOLDOENDE

HET CURRICULUM VITAE (CV)

Rekruteerders hechten meer belang aan je curriculum vitae dan aan een motivatiebrief als ze op zoek zijn naar een geschikte kandidaat. En dan nog … gemiddeld besteden ze hier 7,4 seconden aan. Letterlijk vertaald betekent curriculum vitae ‘levensloop’, het is dus een opsomming van de belangrijkste elementen.

Stuur je cv mee met elke motivatiebrief; een cv maakt je brief immers korter. Wil je een goed cv schrijven, dan besteed je het best aandacht aan drie zaken: inhoud, taalgebruik en lay-out.

Onthouden

Het cv

Inhoud

Een goed cv bestaat uit verschillende rubrieken en is aangepast aan de job waarvoor je solliciteert. Zorg ervoor dat je cv up-to-date is. Je cv mag maximaal twee pagina’s in beslag nemen.

1 Persoonlijke gegevens

• Plaats al je persoonlijke gegevens bij elkaar (naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres)

• Vermeld daarna pas de andere persoonlijke informatie (geboortedatum en -plaats, nationaliteit, rijbewijs, eventueel burgerlijke staat)

2 Studies en opleidingen

• Vermeld je hoogst behaalde graad (lager, secundair, hoger onderwijs …). Maak duidelijk dat je een diploma behaald hebt (welk diploma, wanneer en waar). Heb je geen diploma behaald, dan vermeld je tot welk studiejaar je school gevolgd hebt.

• Noteer ook andere relevante opleidingen (volwassenonderwijs, avondschool, bijscholingen …)

3 Ervaring

In deze rubriek som je je ervaring op. Dat kan gaan over jobs, maar ook over stages, vakantiewerk , vrijwilligerswerk

• Vermeld de periode, het bedrijf, je functie en omschrijf je taken als ze relevant zijn. Zo kan een werkgever sneller inschatten of je de juiste ervaring hebt voor de job.

• Als schoolverlater kun je nog niet veel ervaring voorleggen, vermeld daarom ook je onderzoekscompetenties als die in verband gebracht kunnen worden met de job waarvoor je solliciteert.

4 Kennis en vaardigheden

Verkoop jezelf door die competenties te benadrukken die relevant zijn voor de job waarvoor je solliciteert.

• Vermeld je computerkennis (Word, Excel, Autocad, Bluebits …).

• Geef je talenkennis aan (moedertaal, (zeer) goede kennis van … , vlot mondeling in …)

• Geef concrete voorbeelden en feiten om vaardigheden te illustreren die je nodig hebt voor de job waarvoor je solliciteert (Ik ontwierp … voor mijn eindproject; Ik was topverkoper van gadgets voor mijn sportclub; Met veel geduld en aandacht voor alle kinderen begeleidde ik kleutertjes tijdens de openspeeldag …)

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 328
2 ©VANIN

5 Hobby’s

• Vermeld die enkel als ze relevant zijn voor de job of een meerwaarde kunnen betekenen. Je bent lid van een jeugdbeweging of sportclub en je solliciteert voor een baan waarin je moet aantonen dat je teamspirit hebt. Je bent dj en solliciteert voor een job in de elektronicabranche.

• Je kunt je hobby’s ook als relevante ervaring neerschrijven. Je nam deel aan een uitwisselingsproject op school en houdt nog contact met een buitenlandse leerling. Je mailt en chat daarbij in het Engels.

6 Referenties

Referenties zijn mensen voor wie jij gewerkt hebt en met wie een toekomstige werkgever contact kan opnemen als hij meer over jou te weten wil komen. Vermeld de functie van die personen, hun telefoonnummer en het bedrijf waar ze werken. Zorg ervoor dat je enkel referenties noteert die positief zijn en een meerwaarde betekenen voor je sollicitatie. Vraag hen ook altijd op voorhand of ze ermee akkoord gaan dat je hen in je cv vermeldt. Het bedrijf kan die personen immers bellen voor extra informatie over jou. Belangrijk is dat ze zich hierop hebben voorbereid.

7 Bijkomende informatie

Vermeld hier alle overige informatie die nog belangrijk of interessant kan zijn voor je sollicitatie (wanneer je kunt starten, een cv-filmpje …)

Taalgebruik

Een cv is beknopt en in concrete taal geschreven.

 Vermijd woorden zoals ‘men’ en ‘worden’. Gebruik enkel actieve zinnen en korte, dynamische omschrijvingen.

‘Ik werkte als …’ en niet ‘Ik werd tewerkgesteld als …’

 Plaats hoofdletters en leestekens waar nodig.

 Vermijd taalfouten en ongebruikelijke afkortingen.

✓ ✓

Lay-out

Een goed cv oogt overzichtelijk en verzorgd.

 Maak duidelijke rubrieken, werk eventueel met kaders, zorg voor een goede bladschikking.

 Laat belangrijke zaken duidelijk in het oog springen: onderstreep ze, zet ze in het vet of cursief. Maar overdrijf niet, maak geen combinatie van alles en hou het sober.

 Voeg een zakelijke pasfoto toe als de werkgever dat vraagt: gebruik gerust een gescande foto van een goede kwaliteit, maar vermijd vakantiefoto’s! Voor bepaalde jobs kan het zinvol zijn een foto toe te voegen, ook al vraagt de werkgever dat niet expliciet in de vacature (bv. in de verkoopsector), maar doe dat niet als je al een cv-filmpje toevoegde.

LES 25 SOLLICITEREN 329
©VANIN

Een mooie lay-out voor je motivatiebrief en cv kun je bekomen via de sjablonen in Word.

1 Klik in de menubalk bij Bestand op Nieuw.

2 Typ in de zoekbalk cv’s en sollicitatiebrieven

3 Kies een sjabloon dat bij jou past.

1* Bekijk de Word-sjablonen.

a Welke lay-out past het beste bij jouw jobkeuze?

b Waarom kies je voor een bepaalde lay-out of kleur?

c Hoe zou je de sjablonen zelf een upgrade geven?

2 Stel nu je eigen cv op die bij je motivatiebrief aansluit. Laat je creativiteit de vrije loop, maar weet dat eenvoud siert! Maak gebruik van de evaluatiematrix op p. 331 om je brief aan te passen waar nodig.

Onderweg

Je cv kan nóg creatiever, interactiever … Waarom geen conservenblik onder handen nemen en daarop je cv plaatsen? Een T-shirt bedrukken met je cv? Een krantenartikel of verhaal schrijven over jezelf, je talenten, waarden … Let er wel op dat het bedrijf je creatie nog steeds als een cv herkent en zodanig beoordeelt. Ga ook na of de bedrijfscultuur daarvoor openstaat.

Scan de pagina en ontdek enkele interactieve cv’s. Zo maakte de designer Robby Leonardi een game design om zich voor te stellen. Of ben je eerder fan van het cv van Sittiphol Phanvilai?

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 330 TIP
CREATIEVE CV’S ©VANIN

Evaluatiematrix – Schrijven: mijn cv

volledigheid

Je gegevens zijn volledig.

Je cv bevat verschillende, essentiële rubrieken. Die rubrieken werden mooi ingevuld.

duidelijkheid

Je hebt een duidelijke bladspiegel.

Je gaf je opleidingen op een duidelijke manier weer.

Je gaf je ervaringen op een duidelijke manier weer.

Je gaf je kennis en vaardigheden op een duidelijke manier weer.

Je gaf je referenties op een duidelijke manier weer.

aantrekkelijkheid

Je maakte een originele layout. Je kleurkeuze is erg mooi.

Je cv en motivatiebrief vormen een mooi geheel.

Je hebt een mooie bladspiegel.

Je gebruikt een gepast lettertype.

Je gebruikt een gepaste foto.

correctheid

Je verwoordt de inhoud op een juiste manier.

Je taalgebruik is foutloos. Alle woorden zijn correct. Ook de zinsbouw klopt steeds. Je tekst leest vlot.

Aanvullende commentaar:

Je cv bevat verschillende, essentiële rubrieken, maar soms blijf je eerder vaag of sommige rubrieken kon je beter uitwerken.

Je gegevens zijn onvolledig.

Je cv bevat nauwelijks tot geen rubrieken. Ook de invulling van de rubrieken kon je beter uitwerken.

Je bladspiegel is slordig.

Je gaf je opleidingen niet duidelijk weer.

Je gaf je ervaringen niet duidelijk weer.

Je gaf je kennis en vaardigheden niet duidelijk weer.

Je gaf je referenties niet duidelijk weer.

Je lay-out is mooi, maar kon origineler.

Je hebt geen aandacht aan je lay-out geschonken.

Je cv en motivatiebrief vormen geen mooi geheel.

Je bladspiegel is niet in orde.

Je lettertype is ongepast.

Je foto ontbreekt of is ongepast.

Je verwoordt de inhoud onvolledig.

Je cv bevat geen zware taalfouten. De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd.

Je maakt inhoudelijke fouten.

Je cv bevat veel taalfouten. Door de vele taalfouten is de inhoud van je cv moeilijk te begrijpen.

LES 25 SOLLICITEREN 331 GOED VOLDOENDE
ONVOLDOENDE
©VANIN

ORIGINELE MANIEREN OM TE SOLLICITEREN

Inleiding

Met het televisieprogramma Ooit komt het goed op Eén werd de grote jeugdwerkloosheid aangekaart. Vier jonge kerels gingen in tien afleveringen op zoek naar ludieke manieren om sneller aan een job te geraken.

Je bekijkt een eerste fragment uit de eerste aflevering.

1 Voor welke aanpak gaan de jongens?

2 Welke eerste actie ondernemen ze?

Je bekijkt nu een tweede fragment uit die eerste aflevering.

3 Welke actie ondernemen ze nog?

4 Is het een succes?

Bekijk het derde fragment.

5 Met hun laatste actie gaan ze nog een stapje verder. Wat zetten ze op poten?

6 Denk je dat de acties zullen werken? Zie je jezelf zoiets doen?

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 332
3 © VRT ©VANIN

Bekijk ten slotte een laatste fragment uit de eerste aflevering.

7 Herkent Nathalie Stijn?

8 Heeft die herkenning e ect op zijn sollicitatie?

9 Krijgt Stijn daardoor de job aangeboden?

10 Op welke manier zou jij je voorbereiden op een sollicitatiegesprek? Lijkt het jou zinvol om achtergrondinfo op te zoeken (en te gebruiken)?

Benieuwd of Stijn de job gekregen heeft en welke andere fratsen de jongens bedenken? Dat ontdek je in de volgende afleveringen van Ooit komt het goed die op YouTube en het Archief voor Onderwijs te vinden zijn.

Een sollicitatiefilmpje

Zoals je reeds weet, dien je bij een sollicitatie vooral op te vallen, je te onderscheiden van de anderen. Waarom maak je geen sollicitatiefilmpje? Let wel op of jouw boodschap bij het bedrijf en je functie past. Deze vorm van solliciteren is nog niet echt gangbaar, maar kan bijvoorbeeld in de entertainmentsector misschien wel het verschil maken. Maar ook in de marketing is het belangrijk dat een bedrijf meteen een beeld op iemand of op iemands creativiteit kan plakken. Hoe pak je dat aan? Op het internet vind je heel wat instructiefilmpjes met tips en tricks.

Wat is belangrijk bij videosolliciteren?

Wen eerst aan de camera

Kom snel tot de kern

Neem een goede houding aan

Maak het persoonlijk

Wees enthousiast TIPS

Laat je video maken door iemand anders

Naar: www.beaks.nl

Gebruik geen script

Maatwerk

Kwalitatief goed beeld en geluid

Nette kleding

Focus je beeld

Zorg voor een mooie compositie

LES 25 SOLLICITEREN 333
©VANIN

Een voorbeeld van een sollicitatievideo is die van Laura Kopczinski.

11 Beoordeel haar sollicitatie aan de hand van onderstaande tabel.

a Geef suggesties hoe je de sollicitatie sterker kunt maken.

b Motiveer onder de tabel waarom je haar al dan niet zou aannemen.

criterium in orde kan beter

a Je krijgt haar persoonsgegevens.

b Het is duidelijk voor welke functie Laura solliciteert.

c Je krijgt info over haar opleiding en extra troeven.

d Je weet waar Laura’s interesse naar uitgaat en kent haar talenten.

e Het getoonde beeld komt overeen met de functie die ze ambieert.

f De video is creatief.

g De video heeft een juiste duur.

Deze filmpjes geven je nog enkele tips voor een geslaagde videosollicitatie.

Andere moderne vormen van solliciteren

Waarom maak je geen webpagina of website over jezelf? Daar kruipt heel wat tijd in, maar je kunt onbeperkt creatief en origineel aan de slag gaan. Max Gadeyne ging via zijn website wel heel creatief te werk om zijn droomjob van Assistant Promotor bij Ancienne Belgique te bemachtigen. Hij organiseerde een heus festival Levitate in de AB … nep weliswaar, maar hij trok wél de aandacht.

Je kunt gebruikmaken van sociale media zoals X, Facebook, Instagram, Snapchat … Maar je kunt ook een billboard langs de weg plaatsen. Te gek idee? Adam nam het risico. De Brit wou aan de slag in de mediasector en kreeg talloze reacties op zijn stunt. Vooral toen die viraal ging, werd hij overstelpt met jobaanbiedingen en vond zo daadwerkelijk zijn job.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 334
TIP
VIDEOSOLLICITATIE SOLLICITATIE AB
©VANIN

HET SOLLICITATIEGESPREK

Het is je gelukt de rekruteerder te overtuigen via je motivatiebrief en cv! In een volgende fase word je uitgenodigd voor een gesprek. Dat is hét moment om je sterke kanten nog eens extra in de verf te zetten. Een goed sollicitatiegesprek is geen eenzijdig interview, maar een dialoog. Het is een absolute must om je goed op dit gesprek voor te bereiden.

1 Bekijk de cartoons.

a Wat zeggen ze over de sollicitant?

b Hoe kan dit beter?

LES 25 SOLLICITEREN 335
A C B D
4 ©VANIN

Onthouden

Het sollicitatiegesprek

Inhoud

De vraagstelling tijdens een sollicitatiegesprek verloopt meestal volgens een vast stramien. Je mag haast altijd de volgende vraagtypes verwachten. Zelfs de volgorde ligt min of meer vast.

• inleidende vragen om je gerust te stellen

Heb je de weg goed gevonden? Ben je hier al eens geweest?

• vragen die inspelen op je cv

Wat heb je tijdens je stage geleerd? Wat voor werk deed je daar? Had je op je stageplek definitief aan de slag willen gaan? Waarom ben je er gestopt?

• vragen die dieper ingaan op je persoonlijkheid

Wat zijn je sterke en je zwakke kanten? Vertel eens iets over jezelf. Waarom zouden we jou aannemen en niet de persoon die voor je kwam solliciteren?

• vragen die peilen naar je motivatie en bereidwilligheid

Waarom wil je hier aan de slag? Wil je overuren presteren? Wat spreekt je minder aan in deze job?

• vragen die peilen naar je verloning

Hoeveel zou je willen verdienen?

• De rekruteerder vraagt jou of je nog vragen hebt. Probeer dan minstens één vraag te stellen. Zo toon je dat je wel degelijk geïnteresseerd bent. Je vraag kan gaan over de jobinhoud of de verdere sollicitatieprocedure.

Bereid je gesprek goed voor.

• Lees de vacature grondig door.

• Rijd al eens langs het bedrijf. Zo leer je de omgeving kennen.

• Bekijk de website van het bedrijf. Lees de bedrijfsinfo goed door, zo weet je wat het bedrijf produceert en waarvoor het bedrijf staat.

Je kunt eventueel naar onderscheidingen of prijzen van het bedrijf verwijzen of hoe ze positief in het nieuws kwamen.

• Zoek op voorhand op wat het beginnersloon voor de functie is.

• Bekijk opnieuw je materiaal uit Les , zo kun je concrete voorbeelden geven als er gevraagd wordt naar jouw talenten, je persoonlijkheid, je interesses.

Via de site van de VDAB kun je een voorbereidende oefening maken die je zeker zal helpen. Klik zeker ook door naar de voorgestelde links.

©VANIN

SOLLICITEREN

Na het gesprek

Neem gerust initiatief om te weten te komen of het gesprek goed verlopen is en wanneer je meer nieuws mag verwachten. Er zijn verschillende mogelijkheden.

• Proficiat! Je wordt meteen aangenomen.

• Je wordt geselecteerd voor een volgende ronde. Daar krijg je dan bijkomende (praktische) proeven.

• Je komt in een wervingsreserve terecht. Een andere kandidaat is beter geschikt voor de job, maar het bedrijf neemt opnieuw contact met je op bij een andere vacature die beter bij jouw capaciteiten aansluit.

• Je wordt niet weerhouden. Je kunt met andere woorden niet in het bedrijf aan de slag gaan. Ook dan is het belangrijk om extra uitleg te vragen, daar kun je immers uit leren.

TRAJECT NEDERLANDS 6 INFO & COMMUNICATIE 336
TIP

OVERZICHT KENNIS ©VANIN

1 taalsysteem

Tweeklanken, lange en korte klinkers

3.1 Leestekens

3.2 Soorten zinnen

3.3 Enkelvoudige en samengestelde zin

3.4 Zinsdelen

2.1 Hoe vervoeg je een werkwoord?

3 communicatie

5.1 Meervoud van zelfstandige naamwoorden

5.2 Meervoud van woorden uit het Latijn of Grieks

5.3 Twee weetjes over het meervoud

338 TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT
339
339 2
340
340
344
345
1 Klanken
1.1
Woorden
2.1 Woordsoorten
2.2 Woordvorming
3 Zinnen
345
348
349
350
352
352
353
353
354
357
359 2
1
360
360
4 Teksten
4.1 Fictie en non-fictie
4.2 Objectief en subjectief
4.3 Tekstsoorten en teksttypes
4.4 Enkele teksttypes
4.5 Tekstopbouw
4.6 Vaste structuren
spelling
Strategieën
2 De spelling van het werkwoord
360
361
363 3 Hoofdletters 364 4 Tussenletters 365 4.1
365 4.2
366 4.3
366
367
2.2 Bijzondere moeilijkheden
2.3 Werkwoorden van Engelse afkomst
Tussen-n
Tussen-e
Tussen-s
5 Meervoud
367
367
368
Woordtekens 368
Trema 368 6.2 Koppelteken 369 6.3 Apostrof 371 6.4 Accentteken 372 7 Afkortingen 372 8 Onthoudwoorden 373
6
6.1
1 Het communicatiemodel 376 2 Criteria
communicatie 377 3 Falende communicatie 378 4 Verbale
communicatie 378
1 Genres – fictie 379 2 Genres – audiovisuele verhalen 383 3 Verhaallijn 384 4 Personages 385 5 Vertelperspectief 386 6 Tijd 387 7 Ruimte 387 8 Thema 388 inhoud ©VANIN
voor geslaagde
en non-verbale
4 literatuur

taalsysteem ©VANIN

KLANKEN

TWEEKLANKEN, LANGE EN KORTE KLINKERS

Een klinker is kort in bot, man, pen, win en kus

Een klinker is lang in boot, maan, geen, biet, kuur en boek

Een gesloten lettergreep eindigt op een medeklinker. De klinker in die lettergreep noemen we een gedekte klinker bot-ten, win-nen, kus-ten

Er zijn vijf gedekte klinkers of korte klinkers man, cel, wil, hol, kus

Korte klinkers komen alleen voor in gesloten lettergrepen. bot, bot-ten

Dit zijn de tweeklanken: ei/ij, au/ou, ui. ai, oi, aai, ooi, oei, eeuw en ieuw zijn in feite combinaties met de klanken j of w. reis, lijst, pauw, oud, trui

Een open lettergreep eindigt op een lange klinker of op een tweeklank. bo-ten, reu-zen, lei-den

Lange klinkers en tweeklanken komen voor in open en gesloten lettergrepen. boot – bo-ten, reus – reu-zen, kruin – krui-nen

339 1 TAALSYSTEEM 11
1
1.1

WOORDEN

WOORDSOORTEN

• Zelfstandige naamwoorden benoemen personen, zaken, begrippen … Je kunt er altijd een lidwoord voor zetten. de jongen, de stoel, de liefde

• Bijvoeglijke naamwoorden geven meer informatie over een zelfstandig naamwoord. een lief meisje, de zachte stof, het mooie huis

• Lidwoorden staan altijd voor een zelfstandig naamwoord. bepaald lidwoord de, het onbepaald lidwoord een

• Bijwoorden geven meer informatie over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord, een ander bijwoord of een hele zin.

Je beweegt houterig. Het is een erg leuke les.

Je praat heel grappig Ik kom zeker

• Telwoorden zijn woorden die een aantal of een volgorde weergeven.

twee, zeven, honderd (aantal) tweede, tiende, laatste (volgorde)

– Hoofdtelwoorden geven een aantal of nummer aan.

Een atletiekbaan heeft een lengte van vierhonderd meter. In de tijd dat ik vijftien rondes loop, loopt mijn vriendin er achttien

– Rangtelwoorden geven de rangorde of plaats in een reeks aan.

Hij eindigde op de vierde plaats, maar zijn vriendin op de eerste

• Voegwoorden verbinden zinnen en zinsdelen met elkaar en drukken een bepaald verband uit. en, maar, omdat, als, wanneer, hoewel, terwijl

• Voorzetsels drukken de relatie uit tussen de woordgroep waar het voorzetsel deel van uitmaakt en een ander element in de zin. in, aan, van, door, tussen, uit, op, boven, onder, over, mee, voor

• Voornaamwoorden verwijzen naar iets of iemand. Het zijn korte woordjes; om te weten over wie of wat ze gaan, heb je andere delen uit de tekst nodig. Er zijn acht soorten:

voornaamwoord voorbeeld persoonlijk voornaamwoord ik, jij, hij, wij, jullie, zij, mij, jou, hem, haar, ons bezittelijk voornaamwoord mijn, jouw, zijn, haar, onze, jullie, hun aanwijzend voornaamwoord die, dat, deze, dit, degene, hetzelfde vragend voornaamwoord wie, wat, welk(e) wederkerend voornaamwoord hij wast zich, wij scheren ons wederkerig voornaamwoord wij zien elkaar, we houden van mekaar betrekkelijk voornaamwoord het meisje dat daar loopt, de jongen die zingt onbepaald voornaamwoord men, ieder, alles, iets, iemand, sommige

TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT 340
2 2.1 ©VANIN

• Werkwoorden

Een werkwoord geeft een handeling of een toestand aan. Het drukt uit hoe het onderwerp van een zin eruitziet, wat het onderwerp doet, hoe het onderwerp zich voelt … stralen, studeren, hopen

2.1.1 Vormen van het werkwoord

©VANIN

Persoonsvorm

In een goed gebouwde zin staat altijd een persoonsvorm (pv). De persoonsvorm geeft de tijd en het getal aan.

Ik voetbal graag in open lucht.

De persoonsvorm is voetbal, en staat in de tegenwoordige tijd (= tijd) en in het enkelvoud (= getal).

Zijn vrienden voetbalden vroeger enkel in de zaal.

De persoonsvorm is voetbalden, en staat in de verleden tijd (= tijd) en in het meervoud (= getal).

Tussen de persoonsvorm en het onderwerp van een zin is er congruentie. Dat wil zeggen dat het onderwerp en de persoonsvorm hetzelfde getal hebben.

Hij luistert met veel aandacht naar de leerkracht.

Het onderwerp en de persoonsvorm staan beide in het enkelvoud.

Wij luisteren met veel aandacht naar de leerkracht.

Het onderwerp en de persoonsvorm staan beide in het meervoud.

Infinitief

De onvervoegde vorm van het werkwoord is de infinitief. De infinitief vind je in het woordenboek en eindigt meestal op -en.

Stam

De stam van een werkwoord krijg je door de infinitief zonder -(e)n te nemen. werken (= infinitief)  werk (= stam)

Voltooid deelwoord

Een andere vorm van het werkwoord is het voltooid deelwoord

Zij heeft in de tuin gewerkt

Hij heeft met de poppen gespeeld

2.1.2 Soorten werkwoorden

Er zijn drie soorten werkwoorden: zelfstandige werkwoorden, hulpwerkwoorden en koppelwerkwoorden

Een zelfstandig werkwoord bevat op zichzelf de betekenis van het werkwoordelijk gezegde.

Mijn leerlingen lezen geregeld een boek.

Het zelfstandig werkwoord kun je niet weglaten in de zin. Soms zijn er extra werkwoorden in de zin.

Mijn leerlingen hebben dit jaar een boek gelezen

Het zelfstandig werkwoord is lezen

Hebben is in deze zin het hulpwerkwoord

1 TAALSYSTEEM 341

Soms kunnen er verschillende hulpwerkwoorden in een zin staan.

Mijn leerlingen willen soms blijven lezen

Willen en blijven zijn hulpwerkwoorden.

Lezen is het zelfstandig werkwoord.

Veelvoorkomende hulpwerkwoorden zijn onder andere hebben, worden, zijn, kunnen en willen.

©VANIN

In een zin met een naamwoordelijk gezegde hebben we een koppelwerkwoord

Hij is een voetballer.

Jan lijkt een lezer.

De werkwoorden hebben in de voorbeeldzinnen nog onvoldoende betekenis. Er is nog extra informatie nodig. In de eerste zin koppelt is de woorden hij en voetballer aan elkaar zodat de betekenis van de zin duidelijk wordt.

Veelvoorkomende koppelwerkwoorden zijn: zijn, worden, blijven, lijken en schijnen.

Sommige werkwoorden kunnen dus tot verschillende soorten behoren. Denk bij het analyseren dus steeds over de betekenis en kijk naar het verband tussen het werkwoord en de andere zinsdelen.

De zon schijnt (= zelfstandig werkwoord: de betekenis is duidelijk, er zijn geen andere zinsdelen nodig om de boodschap te begrijpen.)

Hij schijnt blij met zijn nieuwe fiets. (= koppelwerkwoord: schijnt betekent hier niet stralen, we hebben aanvullende informatie uit andere zinsdelen nodig om de boodschap te begrijpen.)

Ik heb drie zussen. (= zelfstandig werkwoord, hebben betekent bezitten.)

Ik heb gisteren toets gehad. (= hulpwerkwoord, hebben geeft de tijd aan.)

2.1.3 Werkwoordstijden

Het Nederlands heeft acht werkwoordstijden. Je vindt ze in de onderstaande tabel. De eerste twee tijden zijn de belangrijkste. Voor de andere tijden combineer je eigenlijk verschillende werkwoorden met elkaar.

werkwoordstijd voorbeeld

1onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) ik werk, ik studeer, ik lees

2onvoltooid verleden tijd (ovt) ik werkte, ik studeerde, ik las

3 voltooid tegenwoordige tijd (vtt) ik heb gewerkt, ik heb gestudeerd, ik heb gelezen

4voltooid verleden tijd (vvt) ik had gewerkt, ik had gestudeerd, ik had gelezen

5onvoltooid (tegenwoordige) toekomende tijd (otkt) ik zal werken, ik zal studeren, ik zal lezen

6voltooid (tegenwoordige) toekomende tijd (vtkt) ik zal gewerkt hebben, ik zal gestudeerd hebben, ik zal gelezen hebben

7onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtkt) ik zou werken, ik zou studeren, ik zou lezen

8voltooid verleden toekomende tijd (vvtkt) ik zou gewerkt hebben, ik zou gestudeerd hebben, ik zou gelezen hebben

TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT 342

2.1.4

Zwakke en sterke werkwoorden

Bij zwakke werkwoorden hebben de verleden tijd en het voltooid deelwoord dezelfde klank als de infinitief en de tegenwoordige tijd. spelen: ik speel, ik speelde, gespeeld antwoorden: zij antwoordt, zij antwoordde, geantwoord hopen: wij hopen, wij hoopten, gehoopt

©VANIN

Bij sterke werkwoorden vinden we in de verleden tijd een andere klank terug dan in de infinitief en de tegenwoordige tijd. vergeten: ik vergeet, ik vergat, vergeten nemen: hij neemt, hij nam, genomen

Sommige werkwoorden hebben beide vormen. zegde/zei, klaagde/kloeg, wilde/wou

Soms bestaat zowel de sterke als de zwakke vorm, maar is er een betekenisverschil. prijzen

• Ik prijsde de producten in de winkel. (= een prijs plakken op iets, zwakke vorm)

• Hij prees de prestatie van zijn tegenstander. (= vol lof spreken over iemand, sterke vorm) scheppen

• Mijn broer heeft heel de middag op het strand geschept (= zand verplaatsen, zwakke vorm)

• Die kunstenaar heeft een prachtig beeld geschapen (= creëren, sterke vorm)

Op iDiddit vind je aanvullende oefeningen op het gebruik van de verschillende woordsoorten.

1 TAALSYSTEEM 343

WOORDVORMING

2.2.1 Samenstelling

Een samenstelling is een woord dat gevormd is uit twee of meer woorden die op zichzelf bestaan. Met de woorden kook en boek kun je kookboek vormen.

In het Nederlands kun je veel samenstellingen vormen. fietshelm, fietshelmenhandel, fietshelmenverzameling

De delen van een samenstelling zijn woorden die ook zelfstandig voorkomen. fiets, helm, handel, verzameling

Samenstellingen kun je op verschillende manieren vormen:

• zelfstandig naamwoord + zelfstandig naamwoord dorpsplein, boekenkast

• telwoord + zelfstandig naamwoord drieluik, vierkant, eenrichtingsverkeer, tweedejaarsstudent

• bijvoeglijk naamwoord + zelfstandig naamwoord hogeschool, sneltrein, zuurdeeg

• bijwoord + zelfstandig naamwoord achterneef, binnentuin

• werkwoordstam + zelfstandig naamwoord kookboek, waakhond

2.2.2 Afleiding, grondwoord, voor- en achtervoegsel

In een afleiding kunnen niet alle delen zelfstandig voorkomen. Dat is een belangrijk verschil tussen een afleiding en een samenstelling.

treintje: tje is geen zelfstandig woord. schattig: ig is geen zelfstandig woord.

Een afleiding bestaat uit een grondwoord en voor- of achtervoegsels

Onschuldig is een afleiding: on is het voorvoegsel, het komt voor het grondwoord, on kan niet zelfstandig voorkomen

schuld is het grondwoord ig is het achtervoegsel, het komt achter het grondwoord, ig kan niet zelfstandig voorkomen

TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT 344
2.2 ©VANIN

ZINNEN

LEESTEKENS

Leestekens helpen de structuur van een tekst te verduidelijken. Zo wordt de tekst vlotter leesbaar. Je gebruikt ze:

• op het einde van de zin om een zin af te sluiten;

• binnen de zin als pauze of om de structuur van de zin te verduidelijken.

3.1.1 Punt, vraagteken en uitroepteken

Deze leestekens komen op het einde van de zin

Punt

• na een mededelende zin

Onze kat vangt geregeld een muis.

• na een verzoek

Help onze kinderen en koop een boekje.

Vraagteken

• na een vraag

Hoe laat vertrek de volgende bus?

Uitroepteken

• na een bevel

Je houdt er nu mee op!

• na een (korte) zin waarin de spreker zijn emotie of wens uitdrukt

Help me!

• na een waarschuwing

Pas op voor de hond!

3.1.2 Komma

De komma gebruik je binnen de zin

In deze tabel staan een aantal veelvoorkomende voorbeelden van het gebruik van de komma. De komma duidt een pauze aan en verduidelijkt de structuur van de zin.

Je gebruikt een komma:

• tussen twee persoonsvormen;

Toen ik honger had, kwam ik naar je toe.

• bij een opsomming (behalve voor en en of);

De vier minst getroffen landen zijn België, Frankrijk, Zweden en Spanje.

1 TAALSYSTEEM 345
3
3.1 ©VANIN

• bij een aanspreking; Joris, heb jij het vlees gekocht?

Je kijkt zo triestig, Lies.

• bij samengestelde zinnen;

Jan kan morgen niet voetballen, hij heeft een taak voor Nederlands.

• voor de voegwoorden maar, want;

Je had dat niet moeten doen, maar nu is het te laat.

• tussen bijvoeglijke naamwoorden bij hetzelfde zelfstandig naamwoord;

Onze hond heeft een zachte, bruine pels.

• voor of na een tussenwerpsel. Oeps, wat onhandig van mij.

Dat is een verrassing, hé.

3.1.3

Puntkomma

De puntkomma gebruik je binnen de zin. Het brengt tussen twee zinnen minder scheiding aan dan een punt, maar meer dan een komma.

Je gebruikt een puntkomma:

• tussen twee samenhangende nevengeschikte zinnen;

Sommige chauffeurs houden zich altijd aan de snelheidsbeperkingen; anderen rijden dan weer voortdurend te snel.

• tussen de delen van een opsomming als die uit meer dan één woord bestaan; We hebben drie keuzes: hier blijven; onmiddellijk vertrekken; afwachten en dan gaan.

3.1.4

Dubbele punt

De dubbele punt gebruik je binnen de zin. Het is een rustteken dat aantoont dat er nog iets volgt.

Je gebruikt een dubbele punt:

• voor het letterlijk weergeven van iemands woorden of gedachten; Zij antwoordt: ‘Ik weet het echt niet.’

• voor een citaat; Er hing een poster in de klas met het oude spreekwoord: ‘Rust roest’.

• voor een opsomming; Hij doorkruiste vier landen: Duitsland, Oostenrijk, Italië en Slovenië.

• voor een verklaring. We mogen niet meer schaatsen op de vijver: het dooit.

TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT 346
©VANIN

3.1.5 Aanhalingstekens

Je gebruikt aanhalingstekens:

• voor het letterlijk weergeven van iemands woorden of gedachten;

Andere leestekens bij aanhalingen: een punt op het einde van een beginaanhaling wordt vervangen door een komma buiten de aanhalingstekens.

©VANIN

Jan vroeg: ‘Wanneer ben je dan thuis?’ ‘Ik heb er geen idee van’, antwoordde ze.

Andere leestekens staan slechts binnen de aanhalingstekens als ze bij de aanhaling horen.

‘Als het regent,’ zei ze, ‘wachten we een tijdje.’ ‘Pas op!’ schreeuwde Bert.

• bij een speciale gevoelswaarde, als iets:

ironisch bedoeld is;

Dit is een echt ‘meesterwerk’.

een opvallend woord is;

Ze leeft in de ‘cocon’ van het gezin.

een volkse uitdrukking is;

Op kamp maakten ze ‘leute en plezier’. een voorbeeld van taalcreativiteit is.

Vanavond gaan we lekker ‘terrassen’.

• bij titels en namen.

Las jij ook al ‘Eeuwig Zwijgen’ van Guy Didelez?

We logeerden in hotel ‘Zeebries’.

3.1.6 Beletselteken

Je gebruikt een beletselteken:

• na een onvolledige opsomming;

De jongen heeft een hond, twee schildpadden, twee konijnen ...

• om de spanning op te drijven; De deur draaide kreunend open ...

• om de lezer te laten nadenken; Hij viel en ...

• om een verrassingseffect te bekomen; Mijn zus kreeg een naaimachine, nu kan ze ... stikken!

• om taboewoorden of scheldwoorden af te breken.

Godv... !

1 TAALSYSTEEM 347

3.1.7 Gedachtestreepje

Je gebruikt gedachtestreepjes:

• bij een onderbreking in de gedachtegang (door toevoeging van een tussenzin), vaak om een onverwachte wending duidelijk te maken;

Het resultaat is – niemand verwachtte dat – verbluffend.

• om een gedachte te beklemtonen.

Ze reed – heel langzaam – naar huis.

3.1.8 Haakjes

Je gebruikt haakjes:

• om extra uitleg te geven (die je weglaat bij het hardop lezen);

De EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) werd op 23 juli 2002 geschiedenis.

• om een gevoelswaarde te geven: twijfel (?) of nadruk (!).

Ze vertelt dat ze nog een uur (?) zal studeren.

Ze zal nog een uur geschiedenis (!) studeren.

3.1.9 Schuine streep

Je gebruikt een schuine streep:

• om een keuze aan te duiden;

Gevraagd: meisje/jongen voor een vakantiejob

• in enkele afkortingen.

t/m (tot en met), p/a (per adres)

Op iDiddit vind je aanvullende oefeningen op het gebruik van leestekens.

SOORTEN ZINNEN

3.2

Een zin heeft een bedoeling: iets meedelen, iets vragen, iets bevelen of uitroepen.

We spreken van een mededelende zin, een vragende zin (of vraagzin), een uitroepende zin (of uitroep) en een bevelende zin (of bevel).

Elke zin eindigt met een leesteken. Meestal begint een zin met een hoofdletter.

3.2.1 Mededelende zin

De mededelende zin komt het meeste voor in onze taal. Die zin bevat altijd een onderwerp en een persoonsvorm. In dit zinstype is de persoonsvorm altijd het tweede zinsdeel.

Hij heeft de wedstrijd gewonnen.

Dat meisje speelt voetbal.

Na een mededelende zin komt een punt

TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT 348
©VANIN

3.2.2 Vragende zin

Een vragende zin die je met ja of nee kunt beantwoorden, begint altijd met de persoonsvorm. We noemen die omkering van onderwerp en persoonsvorm inversie. Andere vraagzinnen beginnen met een vraagwoord.

Heeft hij de wedstrijd gewonnen?

Wie heeft de wedstrijd gewonnen?

Speelt zij voetbal?

Welke sport beoefent zij?

Na een vraag komt een vraagteken

©VANIN

3.3

3.2.3 Bevelende zin of imperatief

Met een bevelende zin geef je iemand een bevel, een opdracht, een instructie …

Ruim je bureau op!

Geef hem een pass!

Na een bevelende zin komt een uitroepteken

3.2.4 Uitroepende zin

Een uitroepende zin drukt een gevoel uit.

Kon ik maar beter voetballen! (= wens)

Jij moet toch altijd rommel maken! (= boosheid)

Na een uitroepende zin komt een uitroepteken.

3.2.5 Ontkennende en bevestigende zin

Zinnen kunnen bevestigend of ontkennend zijn.

Dit is lekkere spaghetti. (= bevestigend)

Ik ontmoet iemand tijdens mijn ziekteverlof. (= bevestigend)

Dit is geen lekkere spaghetti. (= ontkennend)

Ik ontmoet niemand tijdens mijn ziekteverlof. (= ontkennend)

ENKELVOUDIGE EN SAMENGESTELDE ZIN

Er zijn enkelvoudige en samengestelde zinnen. Een enkelvoudige zin bestaat uit éénhoofdzin en heeft slechts éénpersoonsvorm

Ik zal vanavond zeker naar de training gaan. Zaterdag is er een wedstrijd. (= twee enkelvoudige zinnen)

Gebruik geen bestaand woord of een naam. Dat is gemakkelijk te raden. (= twee enkelvoudige zinnen)

Wanneer je enkelvoudige zinnen samenvoegt, dan krijg je een samengestelde zin. Je vindt in die zinnen meestal verschillendepersoonsvormen

Ik zal vanavond zeker naar de training gaan, want zaterdag is er een wedstijd. (= één samengestelde zin)

Gebruik geen bestaand woord of een naam omdat dat gemakkelijk te raden is. (= één samengestelde zin)

Een samengestelde zin kan een zin met nevenschikking of met onderschikking zijn.

1 TAALSYSTEEM 349

Van een samengestelde zin met nevenschikking kun je twee gelijkwaardige zinnen maken zonder dat de woordvolgorde verandert.

nevenschikking

zin 1 voegwoord of leesteken zin 2 Ik had honger en ik kwam naar je toe.

Bij een samengestelde zin met onderschikking kun je dat niet.

onderschikking voegwoord bijzin hoofdzin

Toen ik honger had, kwam ik naar je toe.

Om samengestelde zinnen te maken heb je vaak een voegwoord nodig. Met een nevenschikkend voegwoord maak je een zin met nevenschikking. Nevenschikkende voegwoorden zijn bijvoorbeeld en, of, maar en want

Met een onderschikkend voegwoord vorm je een zin met onderschikking. Onderschikkende voegwoorden zijn bijvoorbeeld terwijl, omdat, toen en zodra

Op iDiddit vind je aanvullende oefeningen op enkelvoudige en samengestelde zinnen.

3.4

ZINSDELEN

3.4.1 Onderwerp en persoonsvorm

In een goed gebouwde zin staat altijd een persoonsvorm (pv). De persoonsvorm is het werkwoord dat hoort bij het onderwerp

In de zin Mijn broer gaat straks liever voetballen is gaat de persoonsvorm. Gaat staat in het enkelvoud, net zoals het onderwerp. Als het onderwerp enkelvoud is, dan staat de pv in het enkelvoud; als het onderwerp meervoud is, dan staat de pv in het meervoud.

Het deel waarin je verneemt wat het onderwerp doet of wat ermee gebeurt, noem je het werkwoordelijk gezegde (wwg). Het deel waarin verteld wordt hoe, wie of wat het onderwerp is of wordt, noem je het naamwoordelijk gezegde (nwg).

werkwoordelijk gezegde doen

Mama voetbalt in de tuin met mijn zusje. Columbus ontdekt Amerika.

Mama doet iets. Columbus doet iets. naamwoordelijk gezegde zijn / worden

Dries Mertens is een voetballer. Columbus werd beroemd. Dries is iets. Columbus wordt iets.

3.4.2 Lijdend voorwerp

Het meisje helpt haar vader. (= lijdend voorwerp, iemand helpen)

Hij maakt het eten klaar. (= lijdend voorwerp, iets klaarmaken)

Ik geef een cadeau aan Anna. (= lijdend voorwerp, iets geven)

Hoe herken je een lijdend voorwerp?

1 Het komt alleen voor bij een werkwoordelijk gezegde.

2 Het kan vervangen worden door iets/iemand.

3 Het begint nooit met een voorzetsel (in, met, op, uit …).

TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT 350
©VANIN

3.4.3 Meewerkend voorwerp

Sommige werkwoorden hebben naast bijvoorbeeld het lijdend voorwerp nog een aanvulling nodig, dan kun je aan of voor iets/ iemand aanvullen. Dat zinsdeel is het meewerkend voorwerp

Hij gaf aan zijn vriendin een verlovingsring. (= meewerkend voorwerp, iets aan iemand geven)

Ze koopt hem een nieuwe blu-ray van The Mandalorian. (= meewerkend voorwerp, iets voor iemand kopen)

Hoe herken je het meewerkend voorwerp?

1 Het komt alleen voor bij een werkwoordelijk gezegde.

2 Het meewerkend voorwerp kan vervangen worden door aan of voor iets/iemand

3.4.4 Bepalingen

Bepalingen zijn zinsdelen die extra informatie geven aan de ontvanger over wanneer, hoe, waarom, waar … iemand iets doet.

De bepaling is een zinsdeel dat minder nauw met het werkwoord verbonden is dan zinsdelen zoals het onderwerp en voorwerpen (bv. lijdend en meewerkend voorwerp). Het kan gemakkelijker wegvallen dan die andere zinsdelen.

Een zin kan meer dan één bepaling bevatten.

Zij gaat morgen voetballen in Lokeren

Morgen match!

Zij voetbalt morgen

©VANIN

Zij voetbalt op het veld

Zij voetbalt graag

1 TAALSYSTEEM 351

TEKSTEN

FICTIE EN NON-FICTIE

We noemen teksten fictie wanneer ze gaan over een verzonnen werkelijkheid. Die verhalen spelen zich vooral af in de fantasie van de auteur en zijn publiek, bijvoorbeeld: videogames, fantasy en sprookjes. Ook creatieve teksten waarin emoties centraal staan, bijvoorbeeld gedichten, kortfilms en liedteksten, zijn fictie.

Non-fictie is de verzameling van zakelijke teksten die over feiten gaan. Voorbeelden zijn kranten, woordenboeken en reisgidsen

Een vrouw sterft in een verkeersongeval. Er verschijnt een artikel in de krant waarin het ongeval besproken wordt. Het artikel vermeldt de datum, de naam van de vrouw, de plaats … Dat artikel noemen we non-fictie

De man van de vrouw schrijft een gedicht voor zijn overleden vrouw. Dat gedicht noemen we fictie

De grens tussen fictie en non-fictie is niet altijd duidelijk. Heel vaak baseren auteurs zich op de werkelijkheid om overdreven of uitgevonden verhalen te vertellen. Soaps zijn hier een duidelijk voorbeeld van.

Sommige non-fictie kan de werkelijkheid ook fout weergeven, terwijl sommige fictie een heel getrouw beeld van de werkelijkheid geven. Het is vooral belangrijk dat je nadenkt over de bedoeling van de auteur. Had hij de bedoeling om fictie of non-fictie te schrijven?

Boekhandels en bibliotheken gebruiken de termen fictie en non-fictie ook om bijvoorbeeld boeken in te delen.

Bestsellers fictie

Op zoek naar dé boeken van deze week?

Laat je inspireren door onze top 5 fictieboeken!

TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT 352
De hondeneters Marita de Sterck PETER-PAUL RAUWERDA DE NEGEN KAMERS PETER-PAUL RAUWERDA De negen kamers 2 De negen kamers Peter-Paul Rauwerd Hard hart Ish Ait Hamou
de soldaat Aline Sax
Het meisje
en
Aan de rivier
HET MEISJE EN DE SOLDAAT ALINE SAX HET MEISJE EN DE SOLDAAT ALINE SAX met prenten van ANN DE BODE 4 marita de sterck 12+ 14+ 16+ marita de sterck De hon D eneters 557616 Eind 1917, in volle oorlogstijd, loopt Victor weg van huis om zijn herdershond te zoeken. Uit zijn vaders bureau steelt hij een mes, geld en een pak brieven van zijn broer, die aan het front zit. Op de armenmarkt hoort Victor dat in deze hongerwinter elke hond gevaar loopt. Hij kan niet anders dan het pad van de hondenvangers te volgen, langs verraderlijke rivieren en hongerige moerassen. In de ruige, verarmde Rupelstreek ontmoet Victor het mooiste meisje van de wereld, brutale straatmadelieven, de vrouw met de baard en … de hondenslachter van Boom. De hondeneters www.vanin.be 1 ISH AIT HAMOU Tom Macleigh laat de bedrukte sfeer van zijn ouderlijk huis en de voorspelbaarheid van zijn saaie provinciestadje achter zich en gaat de anonimiteit van de grootstad bloeit de teruggetrokken jongeman langzaam open: hij staat op eigen benen, maakt enkele intrigerende nieuwe vrienden en komt in de ban van zijn bloedmooie studiegenote Rachella. Verlegen als hij is, durft Tom haar niet aan te spreken en hij verliest zich in dagdromen. Hij krijgt ook woedeaanvallen, waarbij hij het contact met de werkelijkheid compleet verliest. Wanneer Rachella een donkere periode doormaakt, blijkt hij toevallig de juiste man op de juiste plaats. Ze groeien gaandeweg naar elkaar toe. Wordt de liefde voor Rachella Toms redding of ondergang? HARD HART ISH AIT HAMOU vanin.be HARD HART 3 Als in een gedicht schetst Steven Herrick het leven in een ingeslapen stadje in Australië. Er gebeurt niets en toch is de spanning duidelijk aanwezig. Harry groeit met zijn broertje op in een leeg huis. Zijn vader werkt, zijn moeder is dood, zijn vriendinnetje verdrinkt. Met gevoel voor humor én de tragiek van het dagelijks leven beschrijft de auteur een dorpje waarin je – wil je leven – maar één ding kunt doen. En dat is weggaan. 12+ 14+ 16+ STEVEN HERRICK Aan de rivier AAN DE RIVIER Steven Herrick 5 Het bijvoeglijk naamwoord van fictie is fictioneel. We spreken dus van fictionele en non-fictionele teksten. tip Op iDiddit vind je aanvullende oefeningen op fictie en non-fictie. 4 4.1 ©VANIN
Steven Herrick

OBJECTIEF EN SUBJECTIEF

Objectief betekent zakelijk, letterlijk, neutraal. Een objectieve foto geeft de werkelijkheid weer zoals die echt is. In objectieve teksten wordt de werkelijkheid neutraal beschreven, zonder een eigen mening.

Het tegenovergestelde is subjectief. Een schrijver of kunstenaar zal een persoonlijk standpunt innemen en dat verwerken in de boodschap. Zo komt de eigen mening naar voren en worden gegevens vanuit een bepaalde overtuiging weergegeven.

TEKSTSOORTEN EN TEKSTTYPES

Een schrijver of spreker wil met zijn tekst iets bereiken. Hij heeft een bepaald doel. Afhankelijk van het doel kiest de schrijver of spreker voor een tekstsoort. Er zijn verschillende tekstsoorten en tekstdoelen en veel teksttypes

tekstsoort tekstdoel teksttype informatieve tekst informeren krantenartikel, bijsluiter, nieuwsbericht, rapport, verslag persuasieve tekst of beïnvloedende tekst beïnvloeden, aanzetten om iets te doen, overtuigen reclameboodschap, betoog, klachtenbrief opiniërende tekst of overtuigende tekst opiniëren, een mening of standpunt geven opiniestuk, recensie prescriptieve tekst voorschrijven recept, gebruiksaanwijzing narratieve tekst of verhalende tekst vertellen, ontspannen, amuseren, ontroeren reisverhaal, stripverhaal, roman

Opmerkingen

1 Het verschil tussen persuasieve en opiniërende teksten is vaak klein. Persuasieveteksten willen beïnvloeden en aanzetten om iets te doen. Opiniërendeteksten willen een opinie geven of overtuigen.

2 Elke tekst heeft een van die doelen als hoofddoel. Soms heeft een tekst nog andere doelen; er zijn dus veel mengvormen

Iemand die een lezersbrief schrijft, wil de lezer overtuigen, maar ook informeren over een bepaald probleem.

3 Hetzelfde teksttype kan gebruikt worden voor verschillende tekstdoelen.

Zo kun je een grafiek gebruiken om je publiek objectief te informeren. Je kunt diezelfde grafiek echter ook gebruiken om je publiek te overtuigen, zeker wanneer je de lay-out en woordkeuze aanpast om je boodschap kracht bij te zetten.

1 TAALSYSTEEM 353
4.2
4.3 ©VANIN

ENKELE TEKSTTYPES

4.4.1 Kranten- of tijdschriftartikel

Artikels zijn meestal informatieve teksten. Ze bestaan uit volgende elementen.

auteur lead

broodtekst

kop of titel tussenkopje

illustratie

streamer plaatsaanduiding

Bron: hln.be - 16/05/2015 credits inzettekst

In de kop of titel vind je vaak de hoofdgedachte. Dikwijls bevat de kop geen lidwoorden. Soms is een kop gewoon bedoeld om de aandacht van de lezer te trekken.

De lead is de samenvattende inleiding. Die is vaak schuin- of vetgedrukt. In dit deel van de tekst beantwoordt de journalist enkele belangrijke topische vragen en geeft hij de hoofdgedachte van zijn tekst kernachtig weer.

Een krantenartikel begint vaak met een plaatsaanduiding. Op die manier weet de lezer waar de gebeurtenissen zich afspelen.

De eigenlijke tekst van het artikel noemen we de broodtekst. Die kan onderverdeeld zijn in alinea’s en er kunnen ook nog tussentitels of tussenkoppen zijn.

Wanneer een citaat in grote letters geplaatst wordt bij een artikel om de lezer aan te trekken en de bladspiegel aantrekkelijker te maken, spreken we van een streamer

In kranten vind je vaak inzetteksten. Dit zijn kleine stukjes tekst die achtergrondinformatie geven. Vaak worden ze in een kadertje geplaatst.

De illustraties verduidelijken wat in het artikel staat. Soms dienen ze om de aandacht te trekken. De naamsvermelding van de maker van die illustraties noemen we de credits

Vaak wordt de auteur van het artikel vermeld; soms vermeldt de krant enkel de initialen van de journalist.

TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT 354
Ladbrokes is een Brits gokkantoor, opgericht in 1886, met meer dan 300 vestigingen in België. Je kunt er zowel sportweddenschappen aangaan als in het online casino spelen.
4.4 ©VANIN

4.4.2 Column

Een column is een korte tekst waarin een auteur op een persoonlijke manier zijn visie geeft op de maatschappij of een onderwerp uit de actualiteit. Meestal maakt de schrijver gebruik van literaire technieken om zijn emoties over te brengen. Vaak zal een column ook humor bevatten.

Vaak is het de bedoeling om de lezer te raken met een mening, anekdote of speciale kijk op het onderwerp.

HET NEDERLANDS IS ANDERMANS BEZIT IK HEB DE TAAL IN BRUIKLEEN

©VANIN

COLUMN

AYA SABI

columnist en auteur van Verkruimeld land

De tekst verscheen bij het begin van een nieuw schooljaar.

Ik denk in het Nederlands. Wanneer ik tegen mezelf praat of grapjes in mijn hoofd herhaal en hardop giechel, doe ik dit in het Nederlands. Ik spreek het vlotst in het Nederlands. Ik schrijf in het Nederlands. Ik heb een hele carrière gebouwd met deze taal alleen.

Ik heb me er ondertussen bij neergelegd dat het Nederlands toch nooit helemaal van mij zal zijn. Ik vergeleek dit eerder al met een bord waarin de buurvrouw je iets lekkers heeft gebracht en waar je dus extra voorzichtig mee bent. Wanneer je het lekkers opeet, wanneer je het bord wast en afdroogt. Het is niet van jou, dus het mag zeker niet breken. Het Nederlands is andermans bezit. Ik heb de taal in bruikleen.

De opmerkingen die ik krijg over mijn taal zijn niet op één hand te tellen. Mijn uitspraak is inderdaad gekleurd, dus zo gek is dat niet. Ik moet niet lang praten voor de meeste mensen horen dat ik van Limburg ben. Voor anderen is mijn tongval vreemd, omdat mijn uiterlijk hen verwart. Ik ben een vreemde, dus dan moet mijn taal ook even exotisch zijn als mijn huidskleur en mijn afkomst. Wat zegt dit over mijn taal of over mijn capaciteiten om deze te spreken, te gebruiken, er literatuur van te maken: helemaal niets. Wat zegt dat over deze mensen? Alles.

(...)

Bron: www.demorgen.be

4.4.3 Opiniestuk

Een opiniestuk is een overtuigende tekst bij een gebeurtenis uit de actualiteit. De schrijver reageert op een voorstel of gebeurtenis in de maatschappij en geeft daarover zijn mening. De auteur schrijft een zakelijk stuk waarin hij voor- en tegenargumenten afweegt en zelf een conclusie over het onderwerp formuleert.

In kranten en tijdschriften staat er meestal een opiniestuk van de hoofdredacteur op de tweede pagina.

Analyse Nee, je kunt er niets aan doen dat je dt-fouten schrijft

RUUD HENDRICKX & DOMINIEK SANDRA

Ruud Hendrickx is taaladviseur voor VRT en Dominiek Sandra is professor Taalkunde aan Universiteit Antwerpen.

Wil je half Vlaanderen in opstand laten komen, durf dan te opperen dat we misschien beter de dt-regels kunnen afschaffen. Dat is de afgelopen week weer eens gebleken. In de Facebookgroep van VRT Taal kwamen honderden, vaak emotionele reacties op die stelling. Heel wat mensen stelden dat die regels eenvoudig en logisch zijn. Gek genoeg voegden ze er geregeld aan toe: je moet alleen veel oefenen. Als de regels logisch en eenvoudig zijn, dan zou je toch juist niet veel hoeven te oefenen?

(...)

Bron: www.vrt.be/vrtnws

1 TAALSYSTEEM 355
© Thomas Vanhaute 2017

4.4.4

Recensie

Een recensie bespreekt een nieuw uitgekomen cd, boek, film of tv-reeks. Ook events zoals een tentoonstelling of festival kunnen het onderwerp zijn.

De recensent geeft aan dat het onderwerp er is, geeft er achtergrondinformatie bij (over de maker, het onderwerp, de reeks …) en geeft ten slotte een eigen mening.

©VANIN

DE NIEUWE LIZE SPIT: WAANZIN NA DE EENSTEMMIGHEID

THOMAS PEETERS

Schrijfster Lize Spit legt de lat hoog in haar ‘moeilijke tweede’ over een harmonieuze liefdesrelatie die omkantelt in manie. Ze raakt er met veel souplesse over.

Vier jaar geleden rolde het debuut Het smelt als een sneeuwbal de Vlaamse en Nederlandse letteren binnen. Bij het uitkomen werd het boek van Lize Spit, over een jonge vrouw die met een ijsblok in de koffer van haar wagen naar haar geboortedorp terugkeert om af te rekenen met een problematisch verleden, bedolven onder de lovende recensies. Ook aan de kassa ging het hard. Van de roman werden 210 000 exemplaren verkocht; van de Franse en Duitse vertaling – twee van de vijftien vertalingen – nog eens 20 000 en 30 000 stuks. De Engelse vertaling is onderweg, horen we bij haar uitgeverij.

‘Succes is een zegen, maar het is niet de eenvoudigste zegen die de goden in huis hebben’, zei haar Nederlandse vriend Rob van Essen, zelf een voortreffelijk schrijver, over de ‘moeilijke tweede’ die aan hun keukentafel geschreven werd. De schrijfster zelf verkondigde ook vaak in interviews hoe Het smelt haar opzadelde met een knoert van een writer’s block en hoe het succes haar onzekerheid en slaapproblemen versterkte.

Haar aanhoudende stress over de onverwachte bijval voor haar debuut is de belangrijkste reden waarom Ik ben er niet nu pas af is. Behalve het hoge verwachtingspatroon speelden Spits perfectionisme en teugelloze ambitie als schrijfster op. Dat eerste lees je af uit elke paragraaf die langskomt. Je ziet haar aan haar laptop schaven en schrappen tot elk woord en leesteken op de juiste plaats staan. Haar ongebreidelde aspiraties zijn te merken aan het volume: met 570 bladzijden is dit boek er zowat 100 dikker dan haar eerste roman. Maar je glijdt er doorheen als een warm mes door boter.

(...)

Bron: www.tijd.be - 12/12/2020

TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT 356

4.5

4.4.5 Infographic

Een infographic is een illustratie die informatie weergeeft in de vorm van grafieken, diagrammen en afbeeldingen in combinatie met beperkte tekst. Vaak wordt er in een infographic gebruikgemaakt van kleurcoderingen, afbeeldingen, lijntekeningen en cijfers.

Infographics worden vooral gebruikt om resultaten van onderzoeken overzichtelijk weer te geven.

Diabetes in cijfers in cijfers Diabetes

niet meer in

kan houden. Het hormoon insuline regelt dit evenwicht. Als het lichaam niet meer goed op insuline reageert of helemaal geen insuline meer maakt, dan heb je diabetes.

Meer dan 1,1 miljoen Nederlanders hebben diabetes

©VANIN

Stijging ziekte:

Aantal nieuwe diagnoses:

Meer kans op aandoeningen waaronder deze:

Oogaandoeningen

Hart- en vaatziekten

Aandoeningen aan nier- en urinewegen

Leeftijd diagnose: Gemiddeld

Aandoeningen aan luchtwegen

Stofwisselingsaandoeningen 26% 45 %

Spijsverteringsaandoeningen

TEKSTOPBOUW

4.5.1 Onderwerp, hoofdgedachte en hoofdpunten

Een tekst gaat altijd ergens over. Dat is het onderwerp van de tekst. Dikwijls kun je dat onderwerp in één woord benoemen. Het onderwerp van de tekst is een woord (of een woordgroep) dat aangeeft waarover de tekst gaat. taalfouten of taalfouten van leerlingen

De hoofdgedachte is het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd. Die zin geeft de centrale boodschap van de tekst. Leerlingen maken veel taalfouten.

De hoofdpunten zijn de inhoudelijke elementen die de auteur gebruikt om de hoofdgedachte uit te werken. Leerlingen maken veel taalfouten wanneer ze met elkaar communiceren. Leerlingen maken minder taalfouten wanneer ze met de leerkracht communiceren.

1 TAALSYSTEEM 357
52.000 per JAAR 1000 per WEEK per DAG 140 61 jaar 2019 2040 109.100 131.200 type 2 type 1 type 2 90,4 % 9,6 %
type 1type 2 19% 21 % 17 % 17% type 2 35 jaar type 1 Diabetes is een ziekte waarbij het lichaam de
bloedsuikerwaarden
evenwicht
34 % 49 % 33 % 25 % 33 % Bij de meeste mensen die een aandoening krijgen, is dit binnen 10 jaar na diagnose diabetes * Cijfers van 2019 uitgevoerd door Nivel, het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg en RIVM in opdracht van het Diabetes Fonds Type 2 Negen van de tien mensen met diabetes heeft type 2: het lichaam maakt te weinig insuline aan en/of reageert hier niet meer op. Type 1 Een op de tien mensen met diabetes heeft type 1: het afweersysteem valt de cellen aan die insuline aanmaken. Hun lichaam kan hierdoor zelf geen insuline aanmaken. 1.028.700 1.332.700 +20 % +30 %

4.5.2

Titel, tussentitel, alinea en kernzin

Elke tekst begint met een titel (of kop). Een goede titel is kort, zegt iets over de inhoud en bevat geen leestekens.

Soms zijn er tussentitels (of tussenkopjes). Die staan boven een deel van de tekst en geven aan waarover dat deel gaat.

©VANIN

Een alinea is een tekstblok van bij elkaar horende zinnen. Soms wordt het begin van een nieuwe alinea duidelijk gemaakt in de vorm: door witregels of een insprong.

De kernzin van een alinea is meestal de eerste zin. In de kernzin zit de belangrijkste informatie uit de alinea.

4.5.3

Inleiding, midden en slot

IMS-structuur : een goede tekst is opgebouwd uit een inleiding (I), een midden (M) en een slot (S).

De inleiding (of lead) leidt kort de tekst in. Hier vind je meestal het belangrijkste onderwerp van de tekst en wat de auteur daarover wil zeggen. Vaak staat dit tekstdeel ook in een ander lettertype. Een goede inleiding probeert de lezer ook altijd te verleiden om verder te lezen door een citaat, een voorbeeld of een vraag.

Na de inleiding volgt een midden waarin de auteur meer informatie geeft over het onderwerp. Dat stuk tekst is meestal opgedeeld in alinea’s. In elke alinea wordt telkens een aspect of een deelonderwerp van het hoofdonderwerp besproken.

De laatste alinea vormt vaak het slot van de tekst. Hierin wordt nog eens samengevat wat er over het onderwerp wordt gezegd of wat de auteur van het onderwerp vindt (= de hoofdgedachte van de tekst). Niet elke tekst heeft een slot.

4.5.4

Signaalwoorden en tekstverbanden

Sommige inhoudelijke elementen horen bij een bepaalde structuur.

Woorden als ‘probleem’ en ‘oplossing’ zullen vaak voorkomen in teksten met een probleemstructuur. Teksten met een chronologisch verband zullen jaartallen of tijdsaanduidingen bevatten.

Signaalwoorden geven een teken dat er een bepaald verband bestaat tussen zinnen of alinea’s. Het publiek begrijpt de tekst beter wanneer de verbanden tussen de zinnen worden aangegeven. In de tabel vind je de belangrijkste tekstverbanden en de bijhorende signaalwoorden.

verband signaalwoorden chronologie eerst, daarna, vervolgens, dan, nu, later, nadien, toen, eerst, ten slotte, terwijl, vroeger middel-doel met de bedoeling …, zodat, door … te, om te …, daarvoor, waarvoor reden daarom, om die reden, dus, want, immers, namelijk, aangezien, gezien, de reden is tegenstelling maar, toch, hoewel, ondanks, echter, niet, in tegenstelling tot, het tegenovergestelde voorwaarde als, indien, in het geval dat, mits, wanneer opsomming ten eerste, ten tweede, ten derde, verder, vervolgens, daarnaast, ook, tevens, bovendien vergelijking zoals, alsof, of, gelijk (schrijftaal), in vergelijking met, aan de ene kant, aan de andere kant, tegenover conclusie dus, daarom, besluitend, ik besluit

TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT 358

VASTE STRUCTUREN

Om communicatie eenvoudiger te maken gebruiken heel wat zenders vaste structuren. Ze bouwen hun teksten op volgens een vaste structuur die een aantal vragen en een bepaalde volgorde bevat.

Afhankelijk van het tekstdoel kiest de zender een andere tekststructuur. Je vindt hieronder de meest gebruikte tekststructuren. We noteren de vaste structuren aan de hand van een aantal vragen waarop in de tekst een antwoord wordt gegeven.

4.6.1 Probleemstructuur

• Wat is het probleem?

• Wat zijn de deelproblemen?

• Waarom is het een probleem?

• Wat zijn de oorzaken van het probleem?

• Welke oplossingen zijn er?

4.6.2 Maatregelstructuur

• Wat is de maatregel?

• Waarom is de maatregel nodig/ingevoerd?

• Hoe wordt de maatregel uitgevoerd?

• Wat zijn de (verwachte) effecten van de maatregel?

4.6.3 Evaluatiestructuur

• Wat wordt er geëvalueerd?

• Wat zijn de voor- en nadelen?

• Welke gelijkenissen en verschillen zijn er met andere(n)?

• Wat pleit voor en wat pleit tegen?

• Wat is de conclusie?

4.6.4 Handelingsstructuur

• Wat is het doel van de handeling?

• Wat heb je nodig (voorwaarden, ingrediënten)?

• Wat doe je eerst?

• Wat volgt er dan?

• Waar moet je tijdens het uitvoeren rekening mee houden?

• Wat is de uitkomst?

4.6.5 Onderzoeksstructuur

• Wat wordt er onderzocht?

• Hoe verloopt het onderzoek?

• Welke methode wordt er gebruikt?

• Door wie gebeurt het onderzoek?

• Wat zijn de resultaten van het onderzoek?

• Wat zijn de conclusies van het onderzoek?

4.6.6 Chronologische structuur

• Wat is het onderwerp?

• Welke stap komt eerst?

• Welke stappen volgen dan?

1 TAALSYSTEEM 359
4.6 ©VANIN

2.1

2 spelling

STRATEGIEËN

Ook bij spelling is het belangrijk om de juiste strategie te gebruiken. Je vindt hier drie belangrijke strategieën:

1 Je schrijft zoals je het in de standaarduitspraak hoort.

Je hoort muis, vis, aap  Je schrijft muis, vis, aap

2 Je herkent soortgelijke of analoge gevallen omdat we woorden en woorddelen zoveel mogelijk op dezelfde manier spellen.

Je schrijft breedte (breed +te) omdat je ook hoogte (hoog +te) schrijft.

Je schrijft hij wordt (word +t) omdat je ook hij loopt (loop +t) schrijft.

Je schrijft hond omdat het meervoud honden is.

3 Je weet dat spelling soms ook te maken heeft met de oorsprong (= etymologie) van woorden. Die woorden moet je correct leren gebruiken en onthouden

pijl – peil, lijden – leiden computer, jazz, thuis

DE SPELLING VAN HET WERKWOORD

HOE VERVOEG JE EEN WERKWOORD?

tegenwoordige tijd (nu) verleden tijd (vroeger)

Hoor je een -t achteraan?

imperatief stam Zwijg! Word volwassen!

infinitief op -en of -n

Ik ben aan het praten

Mijn vrienden zijn aan het praten

Ik moet verder gaan

Zij moeten verder gaan

Is er klankverandering?

stam + t hij werkt, hij vindt

Schrijf wat je hoort. Ik lach uitbundig.

Schrijf wat je hoort. De baby sliep

NEE

voltooid deelwoord (vd) op -en of -n Zij hebben geslapen Het is gedaan op -d of -t (verlengen) Ik heb beloofd. Er wordt gekookt vd bijvoeglijk gebruikt de omgewaaide boom de vergrote foto een gekocht boek

Hoor je een -de(n)?

stam + de(n) Het vliegtuig landde

Hoor je een -te(n)? stam + te(n) De tuinman plantte een struik.

360 TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT
PV? JA JA JA NEE
NEE 1
2
©VANIN

2.2

Gebruik je liever de analogieregel?

Je twijfelt aan de spelling van de werkwoordvorm? Vervang die door het werkwoord werken

Vind je werkwoorden moeilijk?  Werk je …?

Vindt u geweldfilms ook zo leuk?  Werkt u …?

je werk+t

je wacht+t  wacht

je wacht+te

je werk+te

je hebt ge+werk+t  vd verlengen!

je hebt ge+wacht

je open+t je open+de je hebt ge+open+d

je antwoord+t je antwoord+de je hebt ge+antwoord

je download+t je download+de je hebt ge+download

letter uit ’t kofschip  +te letter uit ’t kofschip  +t

Bij klankverandering: geen uitgang toevoegen!

hij kwam, hij vond

’t Kofschip is een ezelsbruggetje om te bepalen of er een -d of een -t achter een werkwoord komt in de verleden tijd.

Hoe doe je dat?

1 Neem de infinitief. werken zeuren

2 Laat -en weg. werk zeur

3 Zit de laatste klank in ’t kofschip? k is een medeklinker van ’t kofschip (t, k, f, s, ch of p)  t  werk te r is geen medeklinker van ’t kofschip  d  zeurde

Opmerkingen

1 Dat is ook zo voor het voltooid deelwoord. Zij heeft de hele dag gewerkt. Hij heeft de hele dag gezeurd.

2 Het gaat om de klank. faxen

x klinkt als /s/  s is een medeklinker van ’t kofschip  t  fax te; hij heeft gefaxt

3 Luister naar de laatste klank voor de -en van de infinitief (kijkletter). verhuizen  verhuiz z is geen medeklinker van ’t kofschip  d  verhuisde; hij is verhuisd

BIJZONDERE MOEILIJKHEDEN

Persoonsvorm en onderwerp

Persoonsvorm (pv) en onderwerp horen samen. Dat merk je bij een ja-neevraag. De pv komt eerst, het onderwerp volgt op de tweede plaats.

Herhaalt hij die zin? Beantwoord jij die brief?

Herhaalt en beantwoord zijn beide pv.

Heeft hij die zin herhaald? Heb je die vraag beantwoord?

Hier zijn heeft en heb pv, en zijn herhaald en beantwoord niet pv.

2 SPELLING 361
©VANIN

De pv verandert mee van getal met het onderwerp. De andere werkwoorden in de zin doen dat niet. Dat is congruentie

Heb (= pv) jij die brief beantwoord?

Hebben (= pv) wij die brief beantwoord?

Verander je de zin van tijd, dan verandert de pv.

Beantwoordde (= pv) jij die brief?

Had (= pv) je die brief beantwoord?

Inversie

Bij omkering of inversie van de jij-vorm valt de -t weg.

Werk je? Antwoord je?

Let op:

Antwoordt je broer?

Je broer is onderwerp. Je is hier geen persoonlijk, maar een bezittelijk voornaamwoord en een synoniem van jouw (Antwoordt jouw broer?). Ook hier kun je weer met werken vergelijken: Werkt je broer?

Imperatief

Bij de bevelvorm of imperatief gebruik je de stam.

Red het milieu! Word wakker! Ga naar huis! Antwoord meteen! Wacht hier!

Soms moet je toch de uitgang -t schrijven:

• in vaste formuleringen of oude zegswijzen;

Bezint eer ge begint!

• in de imperatief met u, maar alleen als u onderwerp is.

Doet u maar verder! Draait u zich even om! Wendt u zich tot de huismeester! Kleedt u zich maar weer aan!

Geen -t, want u is geen onderwerp.

Wind u niet op! Wend u tot de directeur!

(Controle: u windt op / u wendt tot de directeur zijn geen correcte Nederlandse zinnen.)

Uitzonderingen

Zijn, hebben, willen, zullen, kunnen en mogen hebben een aparte vervoeging in de tegenwoordige tijd en verleden tijd. Vooral de eerste, tweede en derde persoon enkelvoud volgen niet het gewone schema. ik ben, was, geweest – heb, had, gehad – wil, wilde of wou, gewild – zal, zou – kan, kon, gekund – mag, mocht, gemogen jij bent, was – hebt, had – wilt, wilde of wou – zult, zou – kunt, kon – mag, mocht u bent, was – hebt of heeft, had – wilt, wilde of wou – zult, zou – kunt, kon – mag, mocht hij is, was – heeft, had – wil, wilde of wou – zal, zou – kan, kon – mag, mocht

U heeft, jij wilt, jij zult, jij kunt is schrijftaal, in spreektaal gebruik je: u hebt, jij wil, jij zal, jij kan.

TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT 362
tip
©VANIN

WERKWOORDEN VAN ENGELSE AFKOMST

De werkwoorden van Engelseherkomst volgen de regel van de regelmatige werkwoorden, bijvoorbeeld werken en openen

infinitief stam ott ovt vd werken werk hij werkt hij werkte gewerkt coachen coach hij coacht hij coachte gecoacht finishen finish hij finisht hij finishte gefinisht promoten promoot hij promoothij promootte gepromoot openen open hij opent hij opendegeopend skateboardenskateboard hij skateboardthij skateboardde geskateboard joggen jog hij jogt hij jogde gejogd bingoën bingo hij bingoothij bingode gebingood scoren scoor hij scoort hij scoordegescoord

Je moet heel goed op de uitspraak letten, want de klanken zijn belangrijk voor de schrijfwijze.

• Wanneer een dubbele medeklinker nodig is voor de uitspraak, blijft die behouden.

• Soms blijft de -e in de stam behouden vanwege de uitspraak. (Vergelijk de uitspraak van hat(hoed) en to hate (haten).)

• Sommige Engelse werkwoorden kun je op twee manieren uitspreken. Je kunt ze dus ook op twee manieren vervoegen.

infinitief stam ott ovt vd baseballenbaseball hij baseballthij baseballde gebaseballd volleyballenvolleybal hij volleybalthij volleybaldegevolleybald racen race hij racet hij racete geracet saven save hij savet hij savede gesaved timen time hij timet hij timede getimed barbecueënbarbecue hij barbecuet hij barbecuede gebarbecued surfen surf hij surft hij surfde/surfte gesurfd/gesurft

2 SPELLING 363
2.3 ©VANIN

HOOFDLETTERS

Je schrijft een hoofdletter :

• aan het begin van een zin; Aan het begin van een zin, schrijf je een hoofdletter.

• bij namen van:

– personen; Koen Wauters, Angèle

– gebouwen, bedrijven, merken; Atomium, Aldi, Mars

– kranten, tijdschriften, hemellichamen. De Standaard, Humo, Mars

• bij aardrijkskundige namen en hun afleidingen; Houthalen, België, Belgisch(e), Belg

• bij talen en dialecten; West-Vlaams, het Grieks

• bij feestdagen; Kerstmis, Moederdag, Pasen

• bij historische gebeurtenissen. De Franse Revolutie, de Eerste Wereldoorlog

Je schrijft geen hoofdletter bij:

• seizoenen; de lente

• dagen, maanden; maandag, augustus

• windstreken; oost, zuidwest

• periode of kunststroming; de middeleeuwen, de romantiek

• samenstellingen met een feestdag; kerstgeschenk, paasvakantie

• eigennamen die een soortnaam werden. een cognac, een fles champagne (maar: Reims is een stad in de Champagnestreek) tip

Op iDiddit vind je aanvullende oefeningen op het gebruik van hoofdletters.

TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT 364
3 ©VANIN

TUSSENLETTERS

Als we samenstellingen vormen door een of meer zelfstandige naamwoorden met elkaar te verbinden, komt het vaak voor dat we een tussenklank gebruiken om die samenstelling beter te kunnen uitspreken. Er zijn geen vaste regels, maar we doen dat eigenlijk op basis van ons taalgevoel. kip + filet = kipfilet kip + vlees = kipvlees  kippenvlees

Naast de doffe -e gebruiken we ook een -s als tussenklank. hout + kool = houtkool  houtskool

Wanneer we die samenstellingen spellen, moeten we er rekening mee houden dat die klanken correct in ons woord terechtkomen. Daarvoor bestaan concrete regels.

TUSSEN-N

Je schrijft een tussen-n als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat uitsluitend een meervoud op - (e)n heeft. eikenboom, krantenbericht, ziekenhuis, zakenreis, paardenbloem

Uitzonderingen

Er zijn enkele uitzonderingen die je kunt onthouden als de zonneschijnregel, de beresterkregel en de flierefluiterregel:

• Het eerste deel is enig in zijn soort. Er is maar één zon (= zonneschijnregel). zonneschijn, Onze-Lieve-Vrouwekerk, maneschijn

• Het eerste deel heeft een emotioneel versterkende betekenis (heel) en de samenstelling is een bijvoeglijk naamwoord (= beresterkregel). beresterk, reuzeleuk, apetrots

• Het geheel is een versteende uitdrukking die niet meer als een echte samenstelling wordt gezien (= flierefluiterregel). flierefluiter, elleboog, papegaai

Je schrijft toch een tussen-n bij bijvoorbeeld lerarentekort (ondanks twee meervouden: leraars en leraren) en artikelenreeks (ondanks twee meervouden: artikels en artikelen) omdat je daar de -n hoort bij het uitspreken. tip

2 SPELLING 365
4
4.1 ©VANIN

TUSSEN-E

Op iDiddit vind je aanvullende oefeningen op tussenklanken. 4.2

Je schrijft een tussen-e bij volgende samenstellingen:

• Het eerste deel van de samenstelling eindigt in het enkelvoud op -e en in het meervoud op -s of op -n. horlogewinkel, machinekamer, aspergesoep

• Het eerste deel heeft geen meervoud. rijstebrij, snottebel

• Het eerste deel is een bijvoeglijk naamwoord. rodekool, platteland

• Het eerste deel is afkomstig van een werkwoord. spinnewiel, wiegelied

TUSSEN-S

Je schrijft een tussen-s bij volgende samenstellingen:

• Als je ze hoort. eendagsvlieg, meisjesgek

• Als het tweede deel met een sisklank begint, pas je de analogieregel toe. Dorpsstraat  dorpsplein spijsverteringsstelsel  spijsverteringskanaal

• Soms heb je de keuze. Raadpleeg www.woordenlijst.org als je twijfelt. tijdverschil, tijdsverschil

• Onthoudwoorden: alleszins, geenszins, anderszins, buitenshuis

TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT 366
©VANIN
4.3

MEERVOUD

MEERVOUD VAN ZELFSTANDIGE NAAMWOORDEN

De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud.

• De meeste daarvan krijgen in het meervoud -en als uitgang. boeken, kasten, woorden

• Een meervoud op -s komt ook vaak voor. tips, letters, bijtjes

• Soms zijn er ook dubbelvormen. leraren – leraars, appelen – appels

• Er zijn ook speciale meervoudsuitgangen. mogelijkheid – mogelijkheden, stad – steden, ei – eieren

• Een korte klinker wordt soms lang in het meervoud. vat – vaten, voetpad – voetpaden

Bijzondere meervouden

• Bij samenstellingen met twee gelijkwaardige delen krijgen beide de meervoudsvorm. studiemeesters-opvoeders

• Bepaalt het eerste deel het tweede, dan staat alleen het tweede deel in het meervoud. kandidaat-notarissen (Welke notarissen?)

• Bepaalt het tweede deel het eerste, dan staat alleen het eerste deel in het meervoud. processen-verbaal (Welke processen?)

MEERVOUD VAN WOORDEN UIT HET LATIJN OF GRIEKS

Het meervoud van sommige woorden wordt soms mee ontleend. Het krijgt dan de vorm die het oorspronkelijk in de andere taal had. politici, critici, classici

In veel gevallen kun je ook een -s of -en als meervoud gebruiken. data – datums, musea – museums, bases – basissen, crises – crisissen

Gebruik nooit een dubbele meervoudsvorm. data’s, musea’s, criteria’s

2 SPELLING 367
tip 5 5.1
©VANIN
5.2

TWEE WEETJES OVER HET MEERVOUD

Beide of beiden?

Allen keken verbaasd naar het optreden. Kat en hond zijn beide toffe huisdieren.

• Je voegt een -n toe als het woord verwijst naar personen beiden, allen, velen

• Het woord blijft onveranderd als het naar dieren of zaken verwijst. beide, alle, vele

Woorden zonder meervoud

Niet-telbare zelfstandige naamwoorden hebben geenmeervoud

• abstracte begrippen zoals gehoorzaamheid

• stofnamen zoals rubber

• verzamelnamen zoals vee

Op iDiddit vind je aanvullende oefeningen op de meervoudsvormen.

WOORDTEKENS

Woordtekens helpen je om woorden correct uit te spreken en/of om de woorden beter te begrijpen.

• Trema

België, patiënt, industriële, financiën

• Koppelteken

Vlaams-Brabant

• Apostrof auto’s, ’s nachts

• Accenttekens café (= accent aigu) carrière (= accent grave) enquête (= accent circonflexe)

TREMA

Je gebruikt een trema om leesverwarring te voorkomen. Bijvoorbeeld bij poezie zonder trema zou je oe kunnen lezen zoals in poes. Met het trema zie je hoe je de e moet uitspreken.

naïviteit, ruïne, reële, financiële, geïnteresseerd, poëzie, reünie, vacuüm, continuüm

TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT 368
5.3 6
©VANIN
6.1

6.2

Uitzonderingen

Je schrijft geen trema:

• bij woorden met Latijnse of Franse uitgangen (= leenwoorden); museum, elekricien, Parisienne

• wanneer er geen leesverwarring is; chaos, neon, koala

• bij dubbele-i; glooiing, verfraaiing

• bij het splitsen in lettergrepen. knie-en, ru-ine, fi-nan-ci-ele

©VANIN

Het trema geeft aan wanneer een nieuwe lettergreep begint en daarom wordt het ook wel eens ‘deelteken’ genoemd. tip

Meervouden van woorden die eindigen op -ie

Als -ie de klemtoon heeft, schrijf je -ieën. genieën, melodieën, knieën

Als -ie geen klemtoon heeft, schrijf je -iën. poriën, provinciën, ceremoniën

De woorden die eindigen met de onbeklemtoonde -ie hebben vaak ook een meervoud op -s. provincies, ceremonies

KOPPELTEKEN

Je gebruikt een koppelteken om leesverwarring te voorkomen. Je gebruikt het bij andere woorden dan het trema.

Je schrijft een koppelteken:

• bij samenstellingen met evenwaardige delen; leerling-kok, studiemeester-opvoeder, paarse-groene regering, politiekeconomische problemen

• bij samengestelde aardrijkskundige namen en hun afleidingen; West-Vlaanderen, Oost-Vlaams

• bij uitgebreide samenstellingen met gelijkwaardige delen of combinaties; nek-aan-nekrace, doe-het-zelfzaak, zwart-witfoto

• bij weggelaten woorddelen; in- en uitvoer, op- en afrit

2 SPELLING 369

• bij woordcombinaties met als eerste lid niet, non, bijna, oud, sint, ex; niet-roker, non-verbaal, bijna-doodervaring, oud-leerlingen, Sint-Niklaas, sintbernardshond, ex-vriendin

• bij samenstellingen met cijfers, letters, tekens en afkortingen; 3-daagse, B-elftal, @-teken, sms-bericht

• bij Engelse woorden waarvan het tweede deel een voorzetsel is dat met een klinker begint; black-out, lay-out, hold-up, drive-in

• bij samenstellingen met klinkerbotsing. astma-aanval, media-evenement, diploma-uitreiking, live-uitzending, ski-instructeur, auto-export, bureau-uren

Klinkerbotsing

Klinkerbotsing betekent dat er twee klinkers naast elkaar staan die als één klank gelezen kunnen worden terwijl dat niet de bedoeling is. wel klinkerbotsing geen klinkerbotsing aa ae ai au ee ei eu ie oe ui oo ou oi uu

Gebruik een koppelteken bij samenstellingen en een trema bij afleidingen bij klinkerbotsing.

• samenstellingen camouflage-uitrusting, functie-inhoud

• afleidingen

geüniformeerd (= afleiding van uniform) beïnvloeden (= afleiding van invloed)

Leesbaarheid verhogen

Soms kun je als taalgebruiker toch een koppelteken gebruiken wanneer er geen klinkerbotsing is. Je doet dat dan om de leesbaarheid te verhogen. rijangst – rij-angst, batterijoplader – batterij-oplader, babyyoghurt – baby-yoghurt, skiuitrusting – ski-uitrusting

TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT 370
ao
eo ia
iu oa ua ue
ea
io
uo
©VANIN
tip

APOSTROF

Je gebruikt een apostrof :

• als het woord eindigt op een enkele klinker die lang wordt uitgesproken, of op een medeklinker +y, en gevolgd door: – de meervoudsuitgang -s; agenda’s, accu’s, taxi’s, whisky’s

Maar je gebruikt geen apostrof als er geen fout in de uitspraak mogelijk is. lentes, bureaus, milieus, etuis, shampoos, cafés, cowboys

– de -s die de bezitsvorm aanduidt.

Andrea’s vriendje, Betty’s broer

Maar je gebruikt geen apostrof als er geen fout in de uitspraak mogelijk is;

Belgiës ontstaan, tantes auto, Renés job, Britneys hits of om de merknaam te accentueren.

Van Dale’s woordenboek

• bij een naam waarbij je als laatste letter een sisklank hoort; Andreas’ vriendin, Janice’ kleedje, Mulisch’ boeken, Brusselmans’ idee

• voor -tje van het verkleinwoord maar dit alleen na een medeklinker +y;

baby’tje, pony’tje

Maar je gebruikt geen apostrof: – na een klinker +y; playboytje, essaytje

– bij verkleinwoorden van woorden die eindigen op een lang uitgesproken enkele klinker. autootje, cafeetje, skietje, parapluutje, cappuccinootje, slaatje

• in afleidingen van cijfer- of letterwoorden; een 40+’er, een tv’tje, een A4’tje, gsm’s, sms’en (je sms’t)

• om aan te duiden dat er letters of cijfers uit een woord of een getal zijn weggelaten.

’s morgens, ’t sneeuwt, z’n, ’n

2 SPELLING 371
6.3 ©VANIN

ACCENTTEKEN

Je gebruikt het accentteken:

• niet op a, o, u in gangbare Franse woorden; debacle, depot, ragout

• op de e (é, è en ê) als dat nodig is voor de correcte uitspraak, meestal in de laatste lettergreep; comité, paté, clientèle, crèche, première, gênant, enquête, crêpe, resumé, etage, decolleté, frequent, procedé, bohemien, protegé

• in sommige Franse leenwoorden; tête-à-tête, crème fraîche, maîtresse, déjà vu, comédienne

• niet bij vrouwelijke vormen van gangbare Franse woorden op -é. attachee, prostituee, logee, employee

Op iDiddit vind je aanvullende oefeningen op woordtekens.

AFKORTINGEN

Er zijn verschillende soorten afkortingen: echte afkortingen zoals bijvoorbeeld initiaalwoorden die je letter per letter uitspreekt zoals tv en ICT; en letterwoorden die je als een woord uitspreekt zoals ufo

Afkortingen die je uitsluitend in de schrijftaal gebruikt:

• Een afkorting van een woord of woordgroep krijgt een punt.

bv., jl., drs., dr., 16 u., enz.

• Er komt meestal één punt per afgekort woord. i.v.m., z.o.z., o.a., e.d., o.m., t.g.v.

• Hoofdletters blijven behouden. v.C., n.C., Z.K.H.

• Je schrijft geen punt in internationaal erkende symbolen. Au (goud), kg (kilogram), MB (megabyte), MHz (megahertz), V (Volt), ha (hectare), km (kilometer)

• In sommige afkortingen gebruik je een schuine streep p/a, km/h, m/v

Afkortingen van eigennamen:

• Je gebruikt hoofdletters, geen punten bij: – letterwoorden van drie of minder letters; NBN, ESA, RAM – letterwoorden van vier letters voor een openbare instelling, vereniging of politieke partij.

NAVO, UEFA, GAIA

• Je gebruikt een beginhoofdletter, en geen punten voor andere letterwoorden van vier of meer letters. Unicef, Hema, Fnac, Bloso

• Initiaalwoorden krijgen hoofdletters en geen punten. MTV, KBVB, VRT, VTM, ICT, BSE

TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT 372
6.4 7 ©VANIN

• Een geleend letter- of initiaalwoord behoudt de hoofdletters zolang het als vreemdtalig aangevoeld wordt. REM (Rapid Eye Movement), DNA, SARS

Afkortingen van soortnamen

Je schrijft kleine letters zonder punten als de afkorting voldoende is ingeburgerd. tv, horeca, pc, cd-rom, gsm, sms, vip, info, aids, euro, ufo, tso, tgv

©VANIN

ONTHOUDWOORDEN

Hieronder en op de volgende pagina’s vind je een zootje ongeregeld. Het zijn woorden die je juist moet spellen en waar de spellingsregels weinig houvast bieden. We noemen ze onthoudwoorden omdat je de spelling van de woorden moet onthouden.

A à volonté abonnee abrupt accent accepteren accessoire accommodatie accu achttien acrobatisch acuut acute adresseren advocaat affiche agressief akkoord akoestiek alleszins allochtoon althans analyseren anekdote annuleren antiek antiquair apart apotheek apparaat appartement applaudisseren appreciëren aquarium arrestatie arrondissement astma atleet attentie

attitude attractie

B back-up barbecue barbecueën barricade beautycase begroeiing bibliothecaresse bijvoorbeeld bleachen blessure bodypainting boeddhistisch bouillabaisse bouillon boulevard brancard breedte broccoli budgettair business C cabine cactussen caissière camoufleren campagne canapé cappuccino carnaval carpoolen carrière carrosserie carrousel certificaat

champignon chantage chauffeur chassis checken chic chique chiquer chicst chipolata chronologisch cilinder circa cirkel cliché climax close-up coalitie cocaïne cocktail coëfficiënt cognac collectie comfortabel comité commentaar commissaris competentie complot compromis concentratie conciërge conclusie concurrentie confetti conflict connectie consensus consequent

consumptie contact context contradictie controle coördinatie copiloot coulissen countdown coupé crèche criticaster criticus croissant croque-monsieur cursus cyclus

D dankzij debatteren decolleté defilé déjà vu democratie depot derdewereldland desillusie diarree dichtstbijzijnde dieet diëtist diner discipline discriminatie discussiëren diskwalificeren douane douche

2 SPELLING 373
8

driekwart dynastie

E efficiënt egoïst elektricien elektriciteit elektrocutie elektronisch elite emigrant emotie emotioneel enigszins enquête enthousiasme enthousiast entrecote envelop(pe) espresso etablissement ethiek etiket etnisch euthanasie evacuatie exact examen excentriek excuseren executie exotisch

F failliet faillissement faliekant fascineren februari feuilleton financieel financiële flexibel fotokopie fulltime functioneren

gezamenlijk goeiemorgen graffiti grenzeloos grootte guerrilla gynaecoloog

H halfacht hectisch helikopter herinneren hygiëne hypotheek

I illegaal illusie imitatie immens immigratie immoreel immuun incognito insect installatie intact intelligent interessant interview introductie irritant

J jaloezie jenever journalist juffrouw

L laag-bij-de-gronds labyrint laconiek lay-out leidraad lesbienne litteken lokaal locatie lucratief luxueus

M maîtresse make-up management manege manoeuvre manoeuvreren maquette mayonaise mecanicien mechanisch medaille medicijnen meineed middeleeuws miljonair millennium misschien mountainbike mozaïek mysterieus

patiënt patrouille per se personage pinguïn piramide pittoresk pleister portefeuille portemonnee pousse-café precies première principe pro Deo productie professioneel professor profiteren prostitué prostituee psychiater pyjama

Q quiz

©VANIN

G geachte gechoqueerd geïnteresseerd gênant gequoteerd gewelddadig gewricht

K karamel karikatuur kathedraal kolossaal komediant kompres kopieën kosmos kosteloos kostuum kotelet kritiek kroket kwaliteit

N naïef naïviteit neiging niveau nochtans nonchalant nuance

O omelet onmiddellijk

P panikeren parachute parallel parallellogram parcours parttime paté

R racisme racistisch racket radicaal rancuneus rapporteren razzia reactie recensie recensent reglement rekwisiet respect reünie revolutionair ritme royaal ruïne

S sabotage satelliet ‘s avonds scenario scène sciencefiction scoren scrupules

TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT 374

seks selfservice sexappeal sexy shampoo showbizz signaal solliciteren spaghetti spectaculair spektakel spionage sponsor sponsoren stagiair / stagiaire steil (sterk hellend) stiekem stijl (manier) succes

suggereren supplement supporteren sushi sympathiek symptoom synoniem synthese

T tactiek tête-à-tête textiel

tezelfdertijd thermometer thriller tiramisu tornooi tournee

trakteren treiteren trofee truc (goocheltruc) truck (vrachtwagen) trukendoos tsunami tweederdemeerderheid tweemaal tweetaktmotor tweetjes twijfelen

U uittreksel uitweiden up-to-date

V vaccin vanmorgen variëren verrukkelijk viaduct vleien (de ijdelheid strelen) volleybal

W wraak wrijven

Y yoghurt

Z zo-even

2 SPELLING 375
©VANIN

3 communicatie

HET COMMUNICATIEMODEL

Mensen maken gebruik van tekens en klanken om met elkaar te communiceren. Op zich betekenen die niets. Wij kennen er op basis van afspraken een betekenis aan toe. Daarom is het nodig dat zender en ontvanger over hetzelfde tekensysteem beschikken om elkaar te begrijpen. Dit tekensysteem wordt bepaald door de maatschappij, cultuur en het sociale milieu waarin we leven: handen schudden als begroeting, je wijsvinger naar het voorhoofd brengen om aan te duiden dat iemand gek is, je middelvinger opsteken als belediging …

Niet overal op de wereld hebben die gebaren dezelfde betekenis. Ook lettertekens, cijfers en verkeersborden zullen niet op alle plaatsen (op dezelfde manier) begrepen worden.

context

In een communicatiesituatie kun je deze delen onderscheiden:

• dezender wie de boodschap zendt: de spreker, de schrijver, de tekenaar …

• de boodschap wat: de informatie die wordt gestuurd (wat je letterlijk zegt) waarover: de boodschap achter de boodschap (wat je bedoelt)

• deontvanger wie de boodschap ontvangt: de luisteraar, de lezer, de kijker …

• het doel wat de zender bij de ontvanger wil bereiken (informeren, ontroeren …)

• de context de omstandigheden waarin de boodschap wordt doorgegeven

• het kanaal hoe/waarmee de boodschap wordt doorgegeven (het medium)

• het effect de uitwerking die de boodschap heeft op de ontvanger

Soms zijn er elementen die ervoor zorgen dat een boodschap niet helemaal tot bij de ontvanger komt. Die elementen noemen we ruis een slechte verbinding, veel achtergrondlawaai, een computer die niet werkt …

376 TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT
1 zender
boodschap ontvanger ruis doel kanaal effect
©VANIN

CRITERIA VOOR GESLAAGDE COMMUNICATIE

‘Het belangrijkste in communicatie is horen wat er niet gezegd wordt.’

Peter F. Drucker

Zoals je uit het communicatiemodel kunt afleiden, moet een zender altijd rekening houden met het publiek van zijn boodschap. Als je mensen wilt informeren die thuis zijn in een bepaald vakgebied, dan zal je tekst er heel anders uitzien dan wanneer je mensen informeert die nog nooit over dat onderwerp hebben gehoord. Als je je medeleerlingen ervan wilt overtuigen iets te doen, dan ga je ook anders te werk dan wanneer je je ouders wilt overtuigen. Communicatie is geslaagd wanneer aan volgende vier criteria is voldaan.

Tip

©VANIN

Je leerkracht, je medeleerlingen en ook jijzelf zullen geregeld die criteria gebruiken om feedback te geven bij schrijf- en spreekoefeningen.

Duidelijkheid

De betekenis moet eenduidig zijn, de tekst moet aansluiten bij wat het doelpubliek weet, je moet op zijn minst antwoord geven op de topische vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe).

Gepastheid

Je tekst moet beleefd zijn, mag de lezer of luisteraar niet choqueren of overdreven kinderlijk behandelen. Een goede tekst is lang genoeg, zonder overbodige informatie en onnodige details.

Aantrekkelijkheid

Zowel de inhoud als de vorm van je tekst moeten je publiek uitnodigen om verder te lezen of te luisteren. Hou ook rekening met de normen binnen een bepaalde communicatiesituatie: een aantrekkelijke mail naar de directeur van de school is iets anders dan een aantrekkelijke uitnodiging voor een fuif.

Correctheid

Je tekst mag geen inhoudelijke fouten bevatten en ook de spelling en de zinsbouw moeten correct zijn.

377 3 COMMUNICATIE
2

FALENDE COMMUNICATIE

Soms zijn er elementen die ervoor zorgen dat een boodschap niet helemaal tot bij de ontvanger geraakt. Die noemen we ruis. We onderscheiden drie groepen:

• Psychologische ruis: de gedachten van de zender en/of de ontvanger staan een goede communicatie in de weg.

Zo zul je een compliment van iemand die je niet fijn vindt, minder appreciëren. Mogelijk denk je in dat geval dat die persoon het niet meent of met je wil spotten.

• Semantische ruis: wanneer zender en ontvanger niet over hetzelfde tekensysteem beschikken.

Toeristen die denken dat ze overal op de wereld in hun moedertaal of in het Engels bediend zullen worden, merken dat dit niet altijd lukt.

• Fysieke of mechanische ruis: externe factoren die een goede communicatie verhinderen.

Als je aan het bellen bent wanneer je trein door een tunnel rijdt, zal de verbinding wegvallen.

Mensen kunnen er ook bewust voor kiezen om niet te voldoen aan de criteria van geslaagde communicatie. Ze willen hun boodschap dan moeilijk houden om zichzelf een status van kenner te geven, om mensen af te schrikken of om bepaalde inhoudelijke zaken te verbergen.

VERBALE EN NON-VERBALE COMMUNICATIE

Verbale communicatie is een vorm van communicatie waarbij je woorden en/of geluiden gebruikt. Er bestaat gesproken en geschreven verbale communicatie bijvoorbeeld een brief of een radioprogramma

Non-verbale communicatie is de uitwisseling van boodschappen ‘zonder woorden’, bijvoorbeeld lichaamstaal of verkeersborden

In mondelinge communicatie gaan verbale en non-verbale communicatie altijd samen.

Je gelaatsuitdrukking heeft bijvoorbeeld een invloed op hoe je speech overkomt.

378 TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT
3 4 ©VANIN

4 literatuurLiteratuur

GENRES – FICTIE

Een verhaalgenre is een verhaal waarin typische eigenschappen herkenbaar zijn.

Roman

Een roman is een verhaal waarin een auteur een personage uitdiept. We volgen hoe het personage evolueert, we krijgen inzicht in hoe hij denkt en voelt, en zien hoe hij reageert tegenover andere mensen en de maatschappij waarin hij leeft. De verhaallijn van een roman is complex: vaak zijn er verschillende personages en ligt de nadruk op psychologische uitdieping. Een romanauteur zal ook aandacht hebben voor het taalgebruik in zijn werk.

Novelle

Het

Dwaallicht

Kortverhaal

Een novelle zit wat betreft de omvang tussen de roman en het kortverhaal. Inhoudelijk zijn er weinig verschillen. Het hangt er vaak vanaf hoe de uitgeverij het werk zelf op de markt brengt. De laatste tijd wordt de term novelle niet zo vaak meer gebruikt.

Een kortverhaal focust op één afgelijnde gebeurtenis in het leven van een personage. Het verhaal begint meestal zonder inleiding en bouwt naar een hoogtepunt toe. De nadruk ligt meer op het denken en voelen van de personages dan op actie. Een kortverhaal heeft meestal een open einde. Auteurs van kortverhalen spelen vaak met mysterieuze elementen en de grens tussen werkelijkheid en fictie.

Sciencefictionroman

Een sciencefictionroman is een roman die op basis van wetenschappelijke gegevens avonturen beschrijft die zich afspelen in een denkbeeldige (toekomstige) ruimte en tijd.

379 4 LITERATUUR
1 © 1946 Singel Uitgeverijen Burgerman Frans Laarmans doorbreekt even de miezerige sleur van het dagelijkse leven en stort zich in het avontuur. Op een druilerige novemberavond wordt hij aangeklampt door drie Afghaanse matrozen. Samen dwaalt het viertal door het Antwerpse havenkwartier op zoek naar de mysterieuze Maria Van Dam. Wie neemt wie op sleeptouw? Wie helpt wie? 512527 WWW.BOEKTOPPERS.BE WWW.BOEKTOPPERS.NL 12+ 14+ 16+ WILLEM ELSSCHOT HET DWAALLICHT WILLEM ELSSCHOT
©VANIN

Crime fiction & detectives

Thriller

Een detective is een misdaadroman waarin een detective op zoek gaat naar de dader van een misdrijf. De nadruk ligt op de zoektocht. Typisch aan dit genre zijn kleine sporen (clues) die in de loop van het verhaal gegeven worden en die in een ontknoping worden samengebracht. Heel vaak worden personages verdacht gemaakt om de lezer op het verkeerde been te zetten.

Sherlock Holmes en Hercules Poirot zijn twee heel beroemde detectives.

©VANIN

Een thriller is een spannend boek over moorden of misdaden, vaak met een ingewikkelde verhaallijn. Veel thrillers worden nu in reeksen uitgebracht, met een vast hoofdpersonage (vaak een politieagent of inspecteur). De auteur gebruikt de boeken ook om problemen in de maatschappij te behandelen.

Drama

Sage

In een drama ligt de focus op een moeilijke, droevige periode in het leven van een personage. De auteur gaat na hoe een personage handelt en denkt in een zware periode.

Sage is afgeleid van het Duitse ‘sagen’, wat vertellen betekent. Sagen zijn oude, mondeling overgeleverde volksverhalen die hun publiek willen waarschuwen.

In een sage staan magische en fantasierijke wezens centraal (trollen, geesten, weerwolven), maar ze hebben steeds een kern van historische waarheid. De verhalen proberen een verklaring te geven voor iets wat in het landschap of op een bepaalde plaats terug te vinden is. Bijna altijd is de toon pessimistisch: de mens verliest van de magische krachten.

Ook vandaag worden er nog sagen verteld, de urban legends of stadssagen Ze vertrekken van een angst (angst voor ziektes, vies en onhygiënisch eten, overvallen worden) en geven er een eigen, ongeloofwaardige draai aan. Die verhalen spelen zich steeds in onze eigen tijd af, zijn verzonnen, maar worden als waargebeurd voorgesteld. De verteller begint meestal met ‘Ik ken iemand die …’ of ‘Een vriend van de oma van een vriendin van mij …’ om de echtheid te benadrukken, maar een echte, directe bron wordt nooit gegeven.

Sommige van die stadssagen zijn al heel oud en krijgen om de paar jaar een nieuw leven. Je kent ze uit films of verhalenbundels, maar vaak zie je ze opduiken als een post op sociale media.

380 TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT

Autobiografie

Een autobiografie is de beschrijving die iemand geeft van zijn of haar leven of van een aantal belangrijke periodes daaruit.

Fabel

Historische roman

Een fabel is een kort, didactisch verhaal waarin meestal dieren de hoofdrol spelen. Die verhalen willen het publiek een levenswijsheid of les meegeven. Tot vandaag zijn de fabels van de 17e-eeuwse dichter Jean de la Fontaine bekend. In het Nederlands schreef Toon Tellegen ook knappe dierenfabels.

Een historische roman gaat over een bepaalde periode in de geschiedenis, over historische gebeurtenissen en over historische personages. Een auteur doet opzoekingswerk over een bepaalde periode en beschrijft hoe personages toen leefden. De personages in een historische roman kunnen verzonnen zijn of gebaseerd op mensen die echt geleefd hebben.

Avonturenroman

Autobiografische roman

De nadruk bij avonturenromans ligt op spannende gebeurtenissen. We volgen een held die allerlei obstakels moet overwinnen om een doel te bereiken.

Een autobiografische roman is een roman die over het eigen leven van de auteur gaat. De schrijver verwerkt een stuk van zijn eigen geschiedenis in de vorm van een verhaal. Tegenwoordig gebruiken literatuurwetenschappers en uitgeverijen ook de term autofictie

Utopie/Dystopie

Een dystopie is een roman die zich afspeelt in de toekomst. De auteur schetst een wereld waarin het slecht is om te leven, de focus ligt op het negatieve van technologie en mensen die leven in een harde maatschappij waar geen vrijheid en zekerheid is. Een utopie is dan weer een droomwereld, een toekomstige ideale staat. Het bekendste voorbeeld is ongetwijfeld Utopia (1516) van Thomas More.

381 4 LITERATUUR
WWW.BOEKTOPPERS.BE STEFAN BRIJS
pakketC_1_Post_voor_mevrouw_Bromley.indd 1 4/06/14 12:00 B.V. www.vanin.be 12+ 14+ 16+ 549636 De
JOhn BOynE JOhn BOynE Als de negenjarige Bruno op een dag uit school komt, zijn al zijn spullen in kratten gepakt. Zijn vader heeft promotie gekregen, en de hele familie moet verhuizen naar een plek die ver weg is, waar niets te doen is en waar Bruno niemand heeft om mee te spelen. Zijn nieuwe huis staat naast een hek dat zich uitstrekt zover het oog reikt. Het hek schermt hem af van de vreemde mensen die erachter wonen. Bruno wil ontdekkingsreiziger worden en besluit op onderzoek uit te gaan. Op een van zijn tochten ontmoet hij een jongen wiens leven erg verschilt van het zijne. Toch sluit hij vriendschap met de jongen. Het wordt een vriendschap die niet zonder gevolgen blijft ... De jongen in D e gestreepte pyjama
© 2006 Meulenhoff Boekerij B.V.© 2011 Uitgeverij
Atlas Contact ©
post voor mevrouw bromley
jongen in de gestreepte pyjama
© sjbooks / Alamy © Astoria Uitgeverij, Benthuizen
©VANIN

Horror

Fantasy

Horrorverhalen willen de lezer doen griezelen. Dat kan gebeuren door spectaculaire, buitenaardse wezens, geesten en verschijningen of net door gebeurtenissen die heel dicht bij ons dagelijks leven liggen.

Soms loopt de spanningsopbouw heel traag: we leren een hoofdpersonage kennen en volgen hoe het langzaamaan in een bizarre reeks gebeurtenissen terechtkomt. Bij andere horrorverhalen ligt de nadruk dan weer op plotse en verrassende momenten die je doen schrikken ( jump scares) en gruwelijke en smerige beelden of beschrijvingen (gore).

In fantasyverhalen staan alternatieve, verzonnen werelden centraal. Een auteur werkt een wereld uit met verschillende gebieden, volkeren, wezens en talen. Hij laat een held of groep personages op tocht gaan om een doel te bereiken. Daarvoor moeten ze op verschillende plaatsen halt houden en komen ze in contact met bewoners en wezens in die wereld.

Coming of age / bildungsroman

©VANIN

Een coming-of-age-roman of een bildungsroman is een psychologische roman die de ontwikkeling van het hoofdpersonage schetst van jeugd naar volwassenheid. Vaak heeft zo een roman aandacht voor de eigen identiteit die het personage ontwikkelt. Boeiende voorbeelden zijn The Catcher in the Rye van J.D. Salinger en Norwegian Wood van Haruki Murakami.

Op iDiddit vind je aanvullende oefeningen op de verschillende genres (fictie).

382 TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT
© Ben Molyneux / Alamy © Moviestore Collection Ltd / Alamy

GENRES – AUDIOVISUELE VERHALEN

Fictie is niet beperkt tot verhalen die bestaan uit letters op papier. Ook in games, films, beeldverhalen en podcasts kom je met verhalen in aanraking. De woorden krijgen dan een invulling vanuit auditieve en/of visuele elementen.

Audioroman

In een audioroman wisselen muziekstukken en voorgelezen fragmenten elkaar af. De muziek geeft daarbij nieuwe informatie en werkt zoals een film zonder beelden.

Beeldverhaal

Een beeldverhaal is een mengvorm van afbeeldingen en tekst. Waar je bij een cartoon maar één afbeelding krijgt met tekst, zullen de afbeeldingen in een beeldverhaal elkaar opvolgen en zo een verhaal vertellen.

Populair zijn de vedettestrips rond bekende mediafiguren. Van de Amerikaanse comics zijn bij ons vooral de superheldenverhalen bekend. Ook manga’s kun je in België makkelijk terugvinden. Dat zijn Japanse strips, meestal in zwart-wit, met veel actie, hevige emoties en erotiek.

Al deze voorbeelden zijn vooral bedoeld als ontspanning. Er zijn ook beeldverhalen die langer zijn en een boodschap willen brengen. In die graphic novels plaatst de maker een ernstig onderwerp centraal en zal hij experimenteren met de vorm om de boodschap naar de lezer te brengen.

Verfilming

Literatuur doet het goed in de bioscoop en op streamingdiensten. Populaire bestsellers worden in beeld gebracht en krijgen een tweede leven als film of tv-reeks. Producenten steken nu eenmaal liever geld in de rechten van een roman dan in een scenarioteam en ook regisseurs gokken liever op een verhaal dat zijn waarde al bewezen heeft. Toch is het resultaat niet altijd een succes en is de conclusie bij kijkers dikwijls: het boek was beter.

Ondanks hun populariteit worden films en tv-reeksen nog vaak gezien als de kleine zusjes van de roman.

Verfilmingen worden bijna altijd besproken ‘in vergelijking met’ het origineel. Het vraagt dan ook heel wat lef van een regisseur om een boek op een creatieve manier naar een ander medium om te zetten. Doorgaans onderscheiden we twee types: enerzijds zijn er de filmmakers die het verhaal zo trouw mogelijk willen navertellen, anderzijds zijn er filmmakers die hun publiek een creatieve, eigen versie van het verhaal willen presenteren.

De eerste benadering – zo trouw mogelijk het originele boek navertellen – is de oudste vorm van literatuurverfilming. Bij die benadering kiest de filmmaker ervoor om in de schaduw van de originele auteur te staan en zijn woorden zo getrouw mogelijk naar het beeld om te zetten (‘faithfulness to the letter’ ). Karikaturaal gesteld brengt de filmmaker beschrijvingen in beeld en laat hij dialogen door acteurs spelen. Die visie op verfilmingen heeft jarenlang stand gehouden en werd gevoed vanuit de idee dat films, net als literatuur, verhalen vertellen en daarbij van dezelfde technieken (ruimte, tijd, personages en spanningsopbouw) gebruik moesten maken. De aanvullende mogelijkheden van het medium (geluid, muziek, visualisering) moesten dat onderstrepen.

Die methode ging echter voorbij aan het feit dat literatuur en film twee aparte tekensystemen zijn die elk op hun eigen manier verhalen vertellen. De resultaten waren dan ook statisch, langdradig en leken meer op verfilmd toneel, omdat ze onvoldoende rekening hielden met de mogelijkheden en beperkingen van de filmtaal.

Gaandeweg deed men echter afstand van de naïeve idee dat een goed verhaal automatisch een geslaagde film zou opleveren. De ‘faithfulness to the letter’ maakte plaats voor ‘faithfulness to the spirit ’.

Bij die tweede benadering neemt de filmmaker het originele boek als uitgangspunt, maar hij bewerkt het en probeert het om te vormen tot een nieuw en eigen filmresultaat. Niet alleen zoekt hij daarbij oplossingen om de tekst (het boek) zo vlot mogelijk om te zetten naar het nieuwe medium (de film), ook doet hij bewuste ingrepen in de opbouw en ontwikkeling van het verhaal.

383 4 LITERATUUR
2
©VANIN

VERHAALLIJN

Elk verhaal bevat een plot, een opeenvolging van gebeurtenissen. Dat is wat personages doen gedurende een bepaalde periode. Een auteur zal met die plot aan de slag gaan om de gebeurtenissen op een originele en boeiende manier naar de lezer te brengen.

Chronologie

De chronologie is de volgorde van alle gebeurtenissen in een verhaal. Bij een chronologische vertelling worden ze één na één weergegeven: je leest wat er eerst gebeurde, wat daarop volgde, hoe de gebeurtenis verderging en afliep.

Een auteur kan er ook voor kiezen om de chronologie door elkaar te gooien. De lezer krijgt scènes en moet ze in de juiste volgorde plaatsen. Bij een flashback krijg je een langere passage die iets vertelt over het verleden; bij een flashforward voegt de auteur een passage in die zich pas later in de verhaallijn afspeelt.

Spanningsopbouw

Veel lezers vinden dat een goed verhaal spannend moet zijn. In sommige verhalen zullen dat de gebeurtenissen zelf zijn: bij een thriller wil je weten of de held overleeft, bij een detectiveverhaal wil je te weten komen wie de dader is.

Een stuk van de spanning in een verhaal zit in de inleving met de personages (emotionele spanning). De lezer bouwt een band op met personages en leeft met hen mee. Hij kent ze en wil weten hoe het met hen afloopt. Dat is duidelijk het geval bij soaps en langlopende tv-reeksen.

Er zijn ook allerlei technieken die een auteur bewust kan inzetten om ervoor te zorgen dat de lezer blijft lezen. Een typisch voorbeeld van spanningsopbouw is informatie achterhouden voor de lezer of er net voor zorgen dat de lezer meer weet dan het personage. Een auteur kan de verhaallijn ook onderbreken door een flashback of hij kan kiezen voor locaties om een bepaalde sfeer op te roepen. Het moment in een verhaal waarop de spanning het hoogst is, is de climax

Wanneer een verhaal plots stopt op een spannend moment en je als kijker/lezer absoluut een antwoord wilt op vragen die je je nog stelt, heb je te maken met een cliffhanger. Meestal kom je het verdere verloop van het verhaal pas te weten in een volgende aflevering. Cliffhangers komen we heel vaak tegen in soaps en series. Vaak vallen de onderbrekingen samen met de start van een reclameblok.

Verhaalbegin en verhaaleinde

Er zijn verschillende manieren om structuur in de verhaallijn te brengen. Een traditionele opbouw begint met een introductie: bij het verhaalbegin krijg je een duidelijk beeld van de situatie en kom je te weten wie de personages zijn. Pas dan komt het verhaal op gang en volg je alle acties en gebeurtenissen. Dat type van verhaalbegin is ab ovo

Een auteur kan er bewust voor kiezen om midden in het verhaal te beginnen. Je valt dan direct in de actie en leert de voorgeschiedenis en de personages in de loop van het verhaal kennen. Dat type van verhaalbegin is in medias res

Bij een gesloten einde is het verhaal echt afgelopen. Het hoofdprobleem is opgelost en alle vragen die je in de loop van het verhaal had, zijn beantwoord. Ook weet je waar de personages staan en hoe ze zich voelen.

Bij een open einde zijn niet alle vragen beantwoord. Er zijn nog heel wat zaken niet opgelost: het verhaal kan nog verschillende kanten op en je weet niet hoe het verder zal gaan met de personages.

384 TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT
3 ©VANIN

PERSONAGES

Sherlock Holmes, Harley Quinn, James Bond … iedereen kent die figuren, hoewel ze niet echt bestaan. Ze zijn door iemand verzonnen in een verhaal: het zijn geen personen, maar personages in een verhaal. Soms lijken personages op gewone mensen of hebben ze zelfs echt bestaan.

Protagonist /held

Het personage dat centraal staat en waarvan we meestal de gevoelens en gedachten kennen, noemen we de protagonist. Die figuur speelt de hoofdrol in het verhaal.

Antagonist

©VANIN

Bij reeksen zal de protagonist vaak in de titel staan: The Witcher, The Mandalorian, AKA Jessica Jones …

De antagonist is de tegenstander van het hoofdpersonage. Het is degene die de held tegenwerkt en ervoor zorgt dat hij in actie moet komen.

De kracht van een verhaal en van een held wordt sterk beïnvloed door de tegenspeler. Heel vaak zullen iconische slechteriken heel bepalend zijn voor het succes van een reeks. Dat zie je bijvoorbeeld duidelijk bij superhelden: de beste superheldenfilms hebben een sterke antagonist.

Denk maar aan The Joker bij Batman of Thanos bij The Avengers.

Nevenpersonages

Nevenpersonages zijn bijfiguren. Het zijn personages die minder opvallen en vooral op de achtergrond aanwezig zijn.

Vlakke en ronde personages

Wanneer je de psychologie van de personages wilt bestuderen, kun je ze ook onderverdelen.

We spreken van een rond personage (round character) als een personage helemaal uitgewerkt is. Je kent de gedachten van het personage en je komt te weten waarom het bepaalde keuzes maakt. Je maakt kennis met zijn emoties en gedachten, zijn goede en slechte kanten, en hij lijkt levensecht. Vaak maakt een rond personage een psychologische ontwikkeling door in de loop van het verhaal. Meestal gaat het om een dynamisch personage dat in de loop van het verhaal verandert.

Een vlak personage (flat character) is een personage dat maar oppervlakkig wordt beschreven of niet origineel is. Dat personage blijft in de loop van het verhaal gelijk; er is geen sprake van verandering of ontwikkeling.

Sommige personages zijn niet meer origineel: ze zijn een type dat heel vaak gebruikt wordt en door iedereen op dezelfde manier wordt ingevuld. Die personages noemen we stereotypes

Bekende voorbeelden zijn: het domme blondje, iemand met een andere moedertaal wat een grappige uitspraak en foute woordkeuze oplevert, de kluns die uiteindelijk held wordt, de personages uit F.C. De Kampioenen …

385 4 LITERATUUR
4

VERTELPERSPECTIEF

De verteller is diegene die het verhaal vertelt. Dat is niet de auteur, maar een onzichtbare stem die het verhaal naar ons brengt. In films of tv-reeksen is die soms letterlijk aanwezig: daar vertelt een stem terwijl we bepaalde beelden zien (voice-over).

De meest gebruikte vertelperspectieven zijn de ik-verteller en de hij/zij-verteller. Er zijn vier grote categorieën.

Belevende ik

Bij de belevende ik is er een ik-verteller die als personage meespeelt in het verhaal. Als lezer zie je alles wat er gebeurt door zijn of haar ogen en weet je wat het personage denkt en voelt. Hierdoor kun je je goed inleven en weet je waarom het personage bepaalde keuzes maakt. Als lezer ken je de afloop van het verhaal niet.

Vertellende ik

De vertellende ik heeft een ik-figuur die de gebeurtenissen rapporteert maar er geen echte rol in speelt. Die verteller vertelt de gebeurtenissen achteraf: hij weet hoe alles afloopt. Om de spanning hoog te houden, zal de verteller echter niet van bij het begin alles prijsgeven.

Alwetende hij/zij

De alwetende hij/zij of auctoriële hij/zij heeft een hij/zij-figuur die boven het verhaal staat en over de personages praat. Die verteller weet alles over iedereen, weet wat er eerder gebeurd is, weet wat er op andere plaatsen gebeurt en kent de afloop van het verhaal.

Bij dat vertelperspectief ligt de nadruk op het weergeven van handelingen; emotie en denken komen minder aan bod. De alwetende verteller kan soms op de voorgrond komen, letterlijk commentaar geven en de lezer aanspreken.

Personele hij/zij

Bij de personele hij/zij vertelt een hij/zij-figuur het verhaal door de ogen van één personage, maar staat het verhaal in de hij/zij-vorm. Net als bij de belevende ik-verteller krijg je subjectieve informatie over de andere personages. Je hebt een heel duidelijk beeld van het denken en voelen van dat ene personage, maar die weet niet hoe het verhaal afloopt.

Betrouwbaarheid

In heel wat verhalen speelt de auteur met betrouwbaarheid. Je krijgt als lezer/kijker informatie, maar die is gekleurd of niet altijd correct.

Een jaloers personage kan anderen negatief voorstellen, een naïef of verliefd personage kan van een slechterik ook enkel positieve aspecten naar voren brengen. In heel wat bekende thrillers en horrorverhalen blijkt aan het einde dat de verteller een dader of geestesgestoorde is.

Meervoudig vertelperspectief

Sommige verhalen hebben een meervoudig vertelperspectief. In dat geval worden verschillende vertellers door elkaar gebruikt. Zo krijg je een afwisseling van gedachten en gevoelens, zie je hoe verschillende personages eenzelfde gebeurtenis ervaren en kunnen ook objectieve passages worden weergegeven.

Op iDiddit vind je aanvullende oefeningen op vertelperspectief.

386 TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT
5 ©VANIN

TIJD

Tijdsprong

Flashback

Wanneer een boek of film een verhaal vertelt dat een lange periode duurt, zal niet elke seconde van die periode getoond worden. Als lezer of kijker krijgen we enkel de passages te lezen of te zien die belangrijk zijn voor de verhaallijn. Sommige passages zullen samengevat of weggelaten worden, we krijgen dan tijdsprongen

Een tijdsprong kan letterlijk getoond worden, bijvoorbeeld Vijf jaar later of 24 uur geleden. Een auteur kan er ook voor kiezen om dat niet expliciet te benoemen. Je leidt dan uit de context af hoeveel tijd er verstreken is.

Bij een flashback krijg je een langere passage die iets vertelt over het verleden. De chronologie van het verhaal wordt onderbroken om je inzicht te geven in een situatie die vroeger gebeurde en belangrijk is voor het verhaalverloop of de relatie tussen personages.

Flashforward

Bij een flashforward onderbreekt de auteur de chronologie van het verhaal en voegt hij een passage in die zich pas later afspeelt.

Tempo

Flashforwards en flashbacks worden in verhalen meestal gebruikt als spanningstechniek. Ze doorbreken het chronologische verloop van de gebeurtenissen en roepen vragen op bij de lezer. Die moet dan de puzzelstukjes in de juiste volgorde leggen. Flashbacks worden daarnaast ook gebruikt om meer info over een bepaalde persoon of gebeurtenis mee te geven (vaak ook als puzzelstuk in de spanningsopbouw).

De vertelde tijd is het tijdsverloop (aantal minuten, uren, jaren …) waarbinnen het verhaal zich afspeelt. De verteltijd is de tijd die je nodig hebt om het verhaal te lezen of vertellen. De auteur kan ervoor kiezen om vertelde tijd en verteltijd te laten samenvallen. We noemen dat gelijktijdigheid Dat is vaak het geval bij dialogen. Bij versnelling gaat de auteur het tempo van het verhaal verhogen. Hij geeft de gebeurtenissen korter weer door delen over te slaan of samen te vatten.

Het tegenovergestelde gebeurt bij vertraging (of retardering): hier gaat de auteur een gebeurtenis extreem traag en gedetailleerd weergeven. Het tempo is dan heel traag. Zo komt er spanning in het verhaal of benadrukt de schrijver dat een gebeurtenis heel vervelend of frustrerend is voor een personage.

RUIMTE

De plaats waar een verhaal zich afspeelt, noemen we de ruimte. Die vormt het decor waartegen de gebeurtenissen zich afspelen. In veel verhalen zal die plaats ook belangrijk zijn voor de spanningsopbouw.

Geografische ruimte

De geografische ruimte is de concrete plaats waar het verhaal zich afspeelt.

De Klokkenluider van de Notre Dame speelt zich af in Parijs, de verhalen van politiecommissaris Aspe spelen zich af in en rond Brugge.

De geografische ruimte van een verhaal kan echt zijn, maar kan ook een wereld zijn die door de auteur werd verzonnen.

Game of Thrones speelt zich af in het door George R. R. Martin verzonnen Westeros; Ready Player One en Ready Player Two van Ernest Cline spelen zich af in het virtuele spel OASIS

387 4 LITERATUUR
6
7
©VANIN

Sfeerschepping

De ruimte schept een bepaalde sfeer en weerspiegelt de gebeurtenissen, daardoor komt er spanning of emotie in het verhaal.

Bij een begrafenisscène zal heel vaak een donkere lucht en lichte regen gebruikt worden. In veel horrorverhalen zal de ruimte donker zijn, vol schaduwkanten, met een kapot interieur en oude, krakende deuren.

De ruimte in verhalen kan ook net contrasterend zijn. Daar laat de auteur de gebeurtenissen afspelen in een ruimte die er helemaal niet bij past.

In de romans van Stephen King spelen veel horrorscènes zich af op klaarlichte dag in een alledaagse omgeving. Wanneer een begrafenisscène plaatsvindt in volle zomer, terwijl rond de begraafplaats een kermis of sportwedstrijd aan de gang is, kan dat bij de kijker nog meer medeleven opwekken voor de personages die afscheid nemen.

Symbolische ruimte

In sommige verhalen heeft de plaats niet alleen een letterlijke betekenis. De ruimte staat dan symbool voor een achterliggend idee of thema.

Dat is heel duidelijk in sprookjes: daar staat het bos bijvoorbeeld symbool voor een plaats van hindernissen en moeilijkheden; een periode in het leven waar een personage alleen moet vechten tegen alle gevaren. In verhalen die zich afspelen in de gevangenis, zal een personage niet alleen letterlijk opgesloten zitten, maar ook vastzitten in zijn emotie of ontwikkeling.

Karakterisering van personages

Door de ruimte waar het verhaal zich afspeelt, krijgt de lezer of kijker een beter beeld van wie het personage is. Wanneer een verhaal opent met een rommelig kantoor vol drankflessen, volle asbakken en stapels papier op de grond, krijg je al heel veel mee over het personage.

Op iDiddit vind je aanvullende oefeningen op het ruimtegebruik in verhalen.

THEMA

Het thema of de thematiek is het centrale probleem van een verhaal; het algemene idee achter het verhaal. Je leest dan niet enkel de gebeurtenissen, maar gaat op zoek naar de diepere bedoeling van een tekst.

Een verhaal kan zich afspelen tijdens de oorlog, maar vertelt eigenlijk vooral over een onmogelijke liefde. De onmogelijke liefde is in dat verhaal het thema, terwijl de gebeurtenissen misschien vooral focussen op de oorlogssituatie.

388 TRAJECT NEDERLANDS 6 KENNISOVERZICHT
8
©VANIN

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.