B
prikkel
chemisch – fysisch
Chemische prikkels zijn prikkels die rechtstreeks te maken hebben met
stoffen die prikkelend werken. Voorbeelden van prikkelende stoffen zijn sappen van een brandnetel, reukstoffen en smaakstoffen.
Fysische prikkels zijn prikkels die te maken hebben met kracht en energie,
tu k
uitwendig – inwendig
Prikkels kunnen ook ingedeeld worden volgens de aard van de prikkel.
bijvoorbeeld druk, aanraking, licht, geluid en warmte.
receptor signalen
• Uitwendige prikkels zijn prikkels die afkomstig zijn uit de omgeving
geleider
van het organisme.
ds
Indeling volgens de aard van de prikkel
• Inwendige prikkels zijn prikkels die in het organisme ontstaan.
signalen
• Chemische prikkels hebben te maken met stoffen die prikkelend werken.
effector
oo f
• Fysische prikkels zijn veranderingen als gevolg van kracht en energie.
` Maak oefening 5.
el dh
reactie
1.3 Met behulp van welke structuren kunnen we prikkels waarnemen?
Een organisme beschikt over receptoren om een verandering in de omgeving of in je eigen lichaam waar te nemen.
vo or
be
A
Receptoren voor uitwendige prikkels
De receptoren die uitwendige prikkels opvangen, liggen meestal gegroepeerd in speciale organen: de zintuigen. De receptoren in die zintuigen zijn receptorcellen die gevoelig zijn voor een specifieke prikkel.
Zo is de neus een zintuig waarin receptorcellen liggen die specifiek gevoelig zijn voor geuren. We kunnen heel wat geurstoffen opvangen, zoals de geur
van bloemen, of het aroma van koffie. Soms is een geur minder aangenaam,
bijvoorbeeld de meststoffen die je aan planten toedient. Die geuren neem je liever niet waar; je knijpt je neus dicht.
Al die veranderingen in geur, of prikkels, worden waargenomen met
receptoren die in het reukorgaan liggen. De receptorcellen in je neus
zetten de geurprikkel om in een signaal, dat door zenuwcellen kan worden opgevangen.
THEMA 01
hoofdstuk 1
29