vbhfdst_StoriaHD-GO-3DA-leerwerkboek

Page 1

Dubbele finaliteit Doorstroomfinaliteit domeingebonden

Rogier Lindemans Kris Merckx Wim Moreau Jacky Philips Luc Van den Broeck Jos Van Dooren

k st u fd

Senne Hendrickx

oo

Gorik Goris

dh

Inaya Gabriëls

ST RIA HD GO! 3 LEERWERKBOEK

Kristel Bekers

LEERWERKBOEK

vo

or

be

el

o.l.v. Katleen Dillen

ISBN 978-94-641-7178-5 597779

vanin.be


tu k

ds

el dh oo f

be

or

vo


ds

tu k

3

el dh oo f

Dubbele finaliteit Doorstroomfinaliteit domeingebonden

Leerwerkboek

vo

or

be

Kristel Bekers Inaya Gabriëls Gorik Goris Senne Hendrickx Rogier Lindemans Kris Merckx Wim Moreau Jacky Philips Luc Van den Broeck Jos van Dooren o.l.v. Katleen Dillen


tu k

ds

el dh oo f

be

or

vo


INHOUD Inleiding

4

A Heden –Eigen identiteit in een 9 superdiverse samenleving Verleden –Over oude en nieuwe dingen 10 Les 2 De middeleeuwen en jij 11 Les 3 De middeleeuwen, het begin van 15 een nieuwe samenleving Ontdekplaat –De Germanen Ontdekplaat –De Hagia Sophia Les 4 Even je geheugen opfrissen 20 Overzicht –Heden 29

D Heden –Blik op de buitenwereld 93 Verleden –Niet-westerse samenlevingen 94 Les 10 De islam 95 Ontdekplaat –De islam in Europa   Onderzoek: het gouden tijdperk 103 van Mansa Moussa in Mali (14e eeuw) Overzicht –Heden 111

tu k

Les 1

E

ds

el dh oo f

Heden –Rechten en plichten in België 112 Verleden –De middeleeuwen van 113 900 tot 1450 B Les 11 Het leenwezen 114 Les 12 De opkomst van de steden in 119 Heden –Wij leven in België 30 onze gewesten Verleden –De vroege middeleeuwen 31 Ontdekplaat –Kenmerken van steden Les 5 De Franken, nieuwe heersers in 32 Les 13 De Nederlanden 127 het westen Les 14 De Guldensporenslag 138 42 Les 6 De Vikingen Ontdekplaat –Wapens en belegering Overzicht –Verleden 51 Overzicht –Verleden 147 Overzicht –Heden 52 Overzicht –Heden 148 C

F

vo

or

be

Heden –Safety first voor iedereen! 53 Heden –Het christendom in de westerse 149 Verleden –Op stap door verschillende 54 cultuur tijden Verleden –Cultuur in de middeleeuwen 150 Les 7 Leven met honger, ziekten en dood 55 Les 15 Kerk en christendom 151 Ontdekplaat –De pest   Onderzoek: misdaad en straf 163 66 Les 8 Landbouw en voedsel Les 16 De kruistochten 169 Ontdekplaat –Landschap Ontdekplaat –De kruistochten 75 Les 9 De standensamenleving Les 17 Romaanse en gotische kunst 179   Onderzoek: jong zijn in de 83 Ontdekplaat –Cultuur in de middeleeuwen: middeleeuwen en de vroegmoderne bouwkunst tijd Overzicht –Verleden 187 Ontdekplaat –De vrouw in de middeleeuwen Overzicht –Heden 188 Overzicht –Verleden 91 Overzicht –Heden 92 Woordenlijst 189 Mijn persoonlijk woordenboek Uitvouwbare tijdlijn Schema historisch denken

195

INHOUD

3


1

Op verkenning in STORIA HD GO!

tu k

1

INLEIDING

ds

Je vindt de inhoudsopgave van dit leerwerkboek op blz. 3. De lessen zijn gegroepeerd in zes onderdelen. Een onderdeel begint steeds met een les over het heden. Daarna komen de lessen over het verleden. Op het einde van het onderdeel vind je een overzicht van de geziene leerstof over het verleden en/of het heden.

Het leerwerkboek

el dh oo f

Alle lessen hebben dezelfde structuur, maar de leerstof wordt op verschillende manieren aangebracht. Tijdens sommige lessen zal je leraar veel vertellen; andere lessen worden grotendeels of volledig opgebouwd aan de hand van verschillende soorten opdrachten. Die opdrachten kun je klassikaal, in groepjes of individueel oplossen. De volgende illustraties maken de structuur van elke les duidelijk.

be

1 Titel van het onderdeel

C

OPDRACHT 1

vo

or

2 Het diddit-icoon verwijst naar onlinelesmateriaal.

HEDEN

Safety first voor iedereen!

We leven in een welvaartstaat: de overheid zorgt voor een sociaal vangnet voor mensen die het financieel moeilijk hebben. Ook het welzijn van de mensen is belangrijk. Geld (alleen) maakt niet gelukkig. Sociale wetten beschermen de levenskwaliteit van de mensen, de overheid regelt de gezondheidszorg en de laatste tijd wordt er ook steeds meer aandacht besteed aan ons leefmilieu. We beseffen dat duurzame ontwikkeling noodzakelijk is. Op diddit vind je extra opdrachten bij deze les.

Op het Europese grondgebied begint de coronacrisis in Italië op 31 januari 2020. Op 9 maart 2020 wordt Italië in quarantaine geplaatst. Heel kort daarna, op 18 maart 2020, besluit België om in lockdown te gaan om zoveel mogelijk besmettingen te voorkomen. - De lockdown beperkt je vrijheid. Je mag niet meer doen wat je wilt, wanneer je wilt en met wie je wilt. Wie beslist daarover en op welke basis?

- Is dat volgens jou een beperking van het vrijheidsbeginsel dat in de grondwet wordt gegarandeerd? Zoek informatie op over het ‘vrijheidsbeginsel’ en bespreek klassikaal. Vat jullie antwoord hieronder samen.

- Tijdens de lockdown ging het onder andere ook over (de schending van) kinderrechten. Zoek daarover een krantenartikel. OPDRACHT 2

Vandaag worden graan, groenten, fruit en vlees op grote (industriële) schaal geproduceerd. Daarvoor worden soms methoden en producten gehanteerd die voor het leefmilieu (mens, dier en planten) niet zo goed zijn. Maar er zijn steeds meer voedingsmiddelen die met respect voor ‘duurzame ontwikkeling’ geproduceerd worden. Ze krijgen na controle door een keuringsdienst een logo zoals ‘fair trade’ of ‘biologische producten’. Herken je dat label? Waarvoor staat het?

De welvaartstaat heeft pas in de hedendaagse tijd vorm gekregen. In het verleden behelpen de mensen zich op andere manieren. C

4

LES 1

INLEIDING

SAFETY FIRST VOOR IEDEREEN!

53

3 Moeilijke woorden krijgen een ander kleurtje. Ze worden verklaard vanaf blz. 189. Als er nog woorden zijn die je niet begrijpt, schrijf je ze op in je ‘persoonlijk woordenboek’ op blz. 195 in dit leerwerkboek. De verklaring zoek je op in een (online) woordenboek zoals www.woorden.org.


5 Duidelijke lestitels

6

Aanwezigheid van de Vikingen in de 8e-11e eeuw

De Vikingen De Vikingen zijn de geschiedenis ingegaan als woeste plunderaars. Dat beeld strookt echter niet helemaal met de waarheid. De Scandinavische landen zijn zelfs heel trots op hun Vikingverleden. Je kunt er prachtige musea bezoeken over de Vikingen.

8 Deze icoontjes geven aan welke domeinen in de les aan bod komen.

Kaartnr(s).

OPDRACHT 3

1

Bron 1 Restanten van Skuldelev 2

Bron 2 Reconstructie van het schip

© Vikingschipmuseum in Roskilde

© BELGA / AFP

5

0

10

0 8

OPDRACHT 1

tu k

Wie waren de Vikingen? Waarom zien wij de Vikingen als woeste plunderaars? Wat leert verder onderzoek ons?

±

±

Wat weet je al over de Vikingen? Vanwaar heb je die informatie? Bespreek klassikaal en vergelijk het beeld dat je hebt met de inhoud van de les.

De Vikingen zijn Germanen uit het noorden De Vikingen komen uit Scandinavië, de landen die vandaag Noorwegen, Zweden en Denemarken heten. Tussen 800 en 1050 leven ze in een periode van grote bloei. De Vikingen bouwen snelle, sterke en wendbare schepen waarmee ze niet alleen Europa afreizen, maar ook verdere gebieden. Ze verkennen, plunderen en veroveren grondgebied. Rond het jaar 1000 bereikt Leif Eriksson Amerika.

OPDRACHT 2

Bekijk de kaart op de volgende bladzijde. - Welke hedendaagse landen zijn in de 8e en 9e eeuw belangrijke Vikinggebieden?

te verdedigen tegen invallen vanuit zee. Skuldelev 2 is een eiken langschip: een oorlogsschip van 30 m lang en 3,8 m breed, met een diepgang van slechts 1 m. Het schip bood plaats aan een grote bemanning van ongeveer 65 personen, waaronder 60 roeiers. Dankzij het grote zeil van ca. 112 m² kon het topsnelheden behalen van 20 knopen (36 km/u). Een langschip werd dikwijls versierd met een slangenkop of een draak. Daarom wordt het ook drakar genoemd. De restanten van de Skuldelevschepen staan tentoongesteld in het Vikingschipmuseum in Roskilde in Denemarken. Het hout kreeg een speciale behandeling zodat het goed zou bewaren en werd op een metalen skelet gemonteerd. Tussen 2000 en 2004 bouwt het Vikingschipmuseum een reconstructie van het schip.

el dh oo f

- In welke gebieden zijn er Vikingen in de 10e en 11e eeuw? Bespreek klassikaal en vat kort samen.

Skuldelev 2 is een van de vijf Skuldelevschepen die in 1962 worden opgegraven in de baai van Roskilde. De Skuldelevschepen worden daar rond het jaar 1070 tot zinken gebracht om de kust

ds

9 De tijdlijn situeert de les in de tijd.

7 Het kaartje vertelt over welk gebied de les gaat. In het vakje onder de kaart kun je verwijzen naar kaarten uit je historische atlas.

0

4 Lesnummer

6 Een krachtige inleiding met de historische vragen waarop de les een antwoord geeft.

- ‘Zowel bron 1 als bron 2 is een bewerkte bron.’ Juist of fout? Motiveer je antwoord.

- Omcirkel het juiste antwoord. De Vikingen leven in een maritieme / continentale ruimte.

42

LES 6

De Vikingen

12 In de rubriek ‘onWAARschijnlijk’ vind je extra informatie over de les: boeiende verhalen die je normaal niet in schoolboeken vindt.

ONWAARSCHIJNLIJK!

be

1 De Vlaamse graaf strijdt tegen de Franse koning

or vo

leliaards

klauwaards

Brugse metten Franse koning stuurt een leger.

KUNNEN

Guldensporenslag: 11 juli 1302

1 verschillende soorten bronnen onderscheiden

Vlaamse leger steunt op voetvolk. Franse leger steunt op ruiterij.

2 de betrouwbaarheid, de functie en het doelpubliek van een bron beoordelen

Leger van de Vlaamse graaf verslaat het Franse leger.

3 de beperkingen van bronnen en de gevolgen daarvan op historische beeldvorming aantonen 4 aantonen hoe een bron bewerkt is

5 twee redenen geven waarom de Vikingen de geschiedenis ingingen als woeste plunderaars

6 de invloed van standplaatsgebondenheid op historische beeldvorming aantonen met een voorbeeld

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

+

2 De Guldensporenslag wordt uitgevochten op 11 juli 1302

4 drie voordelen van de constructie van een Vikingschip geven

6 vier voorbeelden geven van archeologische vondsten die dat beeld bijstellen

+

Franse troepen bezetten het graafschap Vlaanderen. Centrum van het verzet: Brugge

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

3 de Vikingen in de ruimte en de tijd situeren

13 Een schema van de lesinhoud helpt je de les te studeren.

De Guldensporenslag

Zelfs in de Hagia Sophia, de Byzantijnse kathedraal in Constantinopel, hebben Vikingen sporen achtergelaten. Onderaan op de foto zie je runentekens die in het marmer zijn gekrast. De inscriptie is niet helemaal ontcijferd maar bevat zeker de naam Halfdan.

2 de begrippen ‘getuigenis’, ‘reconstructie’, ‘scheepsgraf’ en ‘grafgift’ uitleggen

43

LES 14 SCHEMA

Het Frankische Rijk betaalt aan de Vikingen grote sommen zilver en goud om de aanvallen te stoppen. In 911 staat koning Karel de Eenvoudige zelfs een heel stuk van zijn grondgebied aan de monding van de Seine af aan Vikingaanvoerder Rollo. Rollo zou in ruil nieuwe invallen via de Seine verhinderen. Niet onbelangrijk, want ook Parijs ligt aan de Seine. Dat land van de Noormannen (dat is een andere naam voor de Vikingen) kennen we vandaag als Normandië. Via de Wolga en de Dnjepr dringen de Vikingen in de loop van de 9e eeuw ook ver door naar het oosten. Ze stichten er het Rijk van Kiev. De lokale bevolking noemt hen ‘Roes’, een woord dat vermoedelijk van het Oudnoorse woord voor ‘roeiers’ is afgeleid. De Roes geven hun naam aan Rusland. De Russen zelf willen tot vandaag weinig weten over hun Vikingverleden. Zij vinden dat dat hun volk oneer aandoet.

1 de begrippen ‘maritieme ruimte’, ‘continentale ruimte’ en ‘handel’ uitleggen

De vroege miDDeleeuwen

11 De context­informatie helpt je om de bron te begrijpen.

10 Ondertitels leiden de verschillende delen van de les in.

KENNEN

B

Twee jaar lang is het graafschap Vlaanderen onafhankelijk. 1305

5 informatie uit bronnen afleiden

3 De Guldensporenslag wordt een mythe Hendrik Conscience schrijft in 19e eeuw ‘De Leeuw van Vlaanderen’.

7 de presentatie van een bron evalueren

Doel: de onafhankelijkheid van België verdedigen

8 de invloed van standplaats­ gebondenheid op historische beeldvorming analyseren met behulp van opdrachten

11 juli is de Vlaamse nationale feestdag. Doel: symbool van de Vlaamse strijd voor meer zelfstandigheid in België In de moderne en de hedendaagse tijd gebruikt men de Guldensporenslag om standpunten te verdedigen die niets met de gebeurtenissen van 1302 te maken hebben.

9 verschillende soorten historische vragen onderscheiden

B

De vroege miDDeleeuwen

Er is een nieuwe vredesverdrag tussen de Franse koning en de Vlaamse graaf. Vlaanderen moet een zware belasting betalen. Graafschap blijft een Frans leen, maar onder controle van graaf.

49

146

LES 14

De GulDensporenslaG

14 Nadat je de les hebt geleerd, moet je deze zaken KENNEN en KUNNEN. Het icoontje verwijst naar de oefeningen op diddit. De begrippen die je moet kennen, staan altijd bovenaan.

LES 1

INLEIDING

5


het onlineleerplatform bij STORIA HD GO!

Je kunt vrij oefenen en de leraar kan ook voor jou oefeningen klaarzetten. Je kunt kiezen uit: - oefeningen per les, - oefeningen op ‘het referentiekader’, - oefeningen op ‘werken met bronnen (HD)’, - oefeningen op ‘kennis en begrippen’, - oefeningen op ‘historische redeneerwijzen’.

ier vind je de opdrachten die de H leraar voor jou heeft klaargezet.

Hier kan de leraar taken voor jou klaarzetten.

Benieuwd hoe ver je al staat met oefenen en

el dh oo f

tu k

Leerstof kun je inoefenen op jouw niveau.

ds

opdrachten? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.

VERHAAL

Doopsel

1

5

Hier vind je het lesmateriaal per les of per

or

be

leerstofonderdeel (onder andere de kennisclips, de verhalen van Dirk Bracke en de video- en audiobestanden). Daarnaast zijn er de ontdekplaten waarmee je zelf aan de slag kunt. Je vindt er bijvoorbeeld allerlei soorten bronnen en filmmateriaal rond een bepaald thema. Ga op ontdekkingstocht en voer de opdrachten uit. Veel plezier!

DIRK BRACKE

Over Chlodovech, koning van de Franken tussen 481 en 511, en over zijn bekering tot het christendom

10

15

20

25

30

35

40

‘Het loopt verkeerd’, voorspelde Alderik somber. Zijn ogen stonden zorgelijk terwijl ze over alle hoeken van het slagveld schoten. ‘Nog even en de Visigoten lopen over ons heen.’ Hij trok de leidsels van zijn paard strak omdat het dier nerveus trappelde. Chlodovech streek zwijgend over zijn lange baard. Samen met zijn lange haar was zijn baard een symbool van zijn koningschap. Voor zijn ogen drong een lafbek zich brutaal door de rijen strijdmakkers naar achter. Zijn gezicht was verkrampt van angst. Zodra hij voorbij de achterhoede geraakt was, gooide hij zijn zwaard en schild weg en vluchtte terwijl hij voortdurend schichtig om zich heen keek. ‘Er moet een ruiter achter hem aan om hem te doden!’ gromde Chlodovech woedend. Meteen stuurde Alderik iemand uit. Chlodovech volgde de ruiter met zijn ogen. De lafaard moest gedood worden. Hij wist dat de man een voorbeeld voor anderen kon zijn. Als hij hem liet lopen, zouden anderen ook hun leven willen redden door te vluchten. In een oogwenk had de ruiter hem ingehaald en hij dreef de lanspunt tussen de schouders van de deserteur. ‘Daar!’ wees Alderik. Een ruiterafdeling van de Visigoten drong onweerstaanbaar diep door de linies van de Franken. Onafgebroken hakten en boorden zwaarden en lansen zich in schilden, in Frankische lichamen. De Franken werden langzaam achteruitgedrongen.. Chlodovech wist dat het gevecht niet lang meer zou duren. Het stormde in zijn hoofd. Zijn vrouw Clotilde wilde al langer dat hij christen zou worden, net zoals zij. Het was een moeilijke keuze. Zijn mannen baden tot de oeroude goden van hun voorouders. Goden die ze meegebracht hadden toen ze over de Rijn trokken om voor de Hunnen te vluchten en in

45

50

55

60

65

70

75

80

het Romeinse Rijk een beter leven op te bouwen. Het was niet gemakkelijk om die oude, vertrouwde goden op te geven. Ook zijn vader had tot de oude goden gebeden. Kon een koning voor een andere god kiezen dan zijn volk? Maar als hij christen werd, zou hij de steun van de bisschoppen krijgen. Het zou het hem veel gemakkelijker maken om de Gallo-Romeinse bevolking achter zich te krijgen. En de steun van hun soldaten kon hij best gebruiken. Omdat zijn vrouw had aangedrongen, had hij twee kinderen laten dopen; een van hen was bijna meteen daarna gestorven. Het had hem sceptisch gemaakt tegenover de God van de christenen. Maar nu … Chlodovech maakte zich meer zorgen dan hij liet blijken. Zijn mannen mochten niet zien dat hij nerveus was, dat hij niet meer in de overwinning geloofde. Hij had zoveel te verliezen. Wellicht zou de koning van de Visigoten zijn haar en baard laten afsnijden en hem daarna doden. Dat zou hij ook doen. En zijn Rijk zou door de Visigoten worden ingepalmd. Misschien werden zijn mannen slaaf of werden ze gedwongen om in het leger van Visigoten te vechten. Alles wat zijn vader en hij zo zorgvuldig hadden opgebouwd, zou in deze veldslag verloren gaan. ‘Kijk!’ zei Alderik ongerust. Stap voor stap weken de Franken onder de zwaarden en de lansen. ‘Terugtrekken vooraleer we allemaal sterven?’ Chlodovech klemde zijn tanden op elkaar, zodat zijn kaakspieren gespannen stonden. Hij moest iets doen! Zijn goden hielpen hem niet. Als nu … God van Clotilde, dacht hij. Als je me de overwinning geeft, laat ik me dopen. Hij trok zijn zwaard. ‘Vecht met me mee! Maak ze af!’ schreeuwde hij terwijl hij zijn paard vooruitdreef. DOOPSEL - DIRK BRACKE

vo

Gotische kerk

6

HET ONLINELEERPLATFORM BIJ STORIA HD GO! INLEIDING

LES 1

Ontdekplaat - Hagia Sophia

39


2

Geschiedenis studeren: in de klas en thuis Welkom in de geschiedenislessen van het derde jaar van het secundair onderwijs. Je ontdekte in de vorige schooljaren al dat geschiedenis veel meer is dan feiten en datums uit het hoofd leren. Geschiedenis is niet zo moeilijk, als je de lessen op de juiste manier aanpakt. Luister daarom naar de raadgevingen van je leraar. Goed opletten in de klas brengt je al een hele stap vooruit. Je leraar zal je ook uitleggen hoe je de leerstof thuis kunt herhalen en instuderen.

Thuis

be

Voorbereiden Neem wat je nodig hebt om je les in te studeren: je agenda, je leerwerkboek, notities, een te verbeteren test ... Studeer op een rustige en ordelijke plaats, zodat je geconcentreerd kunt werken.

or

Verkennen Bestudeer eerst de opbouw van de les. Lees de inleiding en bekijk het kaartje, de maatschappelijke domeinen en de tijdlijn. Daarna noteer je de titels en de ondertitels. Zo ken je de hoofdlijnen al. Lezen en begrijpen Neem de hele les grondig door en controleer of je alles echt begrijpt. De teksten en de bronnen brengen het verhaal van de les. Om het verhaal te begrijpen, moet je ook alle woorden begrijpen. Bij het vak geschiedenis horen heel wat specifieke begrippen. We onderscheiden historische begrippen en structuurbegrippen. Die structuurbegrippen gaan over het vak geschiedenis. Je vindt ze in het oranje in de woordenlijst. Maak per les een woordenlijst met de begrippen die je moet kennen. De uitleg kun je meestal

vo

tu k

Oefenen Tijdens de geschiedenislessen leer je ook historische vaardigheden. Je leert hoe je historische informatie ontdekt, onderzoekt en structureert. Je zult bijvoorbeeld leren om informatie te halen uit bronnen, tijdlijnen en kaarten. Je leert ook om kritisch om te gaan met je bronnen. Vaardigheden verwerf je door te oefenen. Maak de opdrachten opnieuw en kijk na of je antwoorden juist zijn. De vaardigheden zijn minstens even belangrijk als de inhoud van de les.

el dh oo f

Als je aandachtig luistert en actief meewerkt in de klas, zul je thuis gemakkelijker de leerstof kunnen instuderen. In de klas doe je het volgende: - onthoud de titel van de les; - let op de ondertitels: ze vatten de hoofdlijnen van de les samen; - het is belangrijk dat je alles begrijpt: woorden of onderdelen die je niet begrijpt, kun je immers moeilijk onthouden; - probeer te antwoorden op vragen die je leraar stelt; - bestudeer de bronnen en de opdrachten aandachtig; - zorg ervoor dat je notities ordelijk, volledig en foutloos zijn.

kopiëren uit de woordenlijst of uit de les. Bekijk vervolgens het schema. Dat bevat de hoofdzaken en de kernwoorden. Probeer nu aan de hand van het schema de inhoud van de les op te zeggen. Als je op die manier de les verkent, wordt er heel wat informatie in je geheugen opgeslagen. Je zult dus heel wat tijd besparen bij het instuderen.

ds

In de klas

Studeren Studeer de definities van de begrippen die je moet kennen. Leer het schema uit het hoofd en overloop nog eens alle opdrachten. Let daarbij extra op de titels, zodat je inzicht hebt in de opbouw van de les. Bij een toets of examen is het echter niet voldoende om enkel de informatie van je schema op te schrijven. Controleren Controleer of je het schema zelf opnieuw kunt samenstellen. Vergelijk met het schema in je leerwerkboek. Ga na of je elk woord en elk verband tussen de woorden in het schema kunt uitleggen. Raadpleeg de lijst KENNEN en KUNNEN. KENNEN geeft weer wat je van de leerstof moet onthouden en uitleggen. KUNNEN somt op welke vaardigheden in de les aan bod zijn gekomen. De lijst is een prima controlemiddel om na te gaan of je de leerstof beheerst. De puntjes die je onder de knie hebt, kruis je aan in het voorziene vakje. Zo heb je altijd een goed overzicht. Op diddit vind je interactieve opdrachten om KENNEN en KUNNEN verder in te oefenen. LES 1

INLEIDING

7


3

Historisch denken Je leert in het vak geschiedenis niet alleen verhalen over het verleden, maar ook hoe die verhalen ontstaan. Je krijgt dus inzicht in het verleden én in de wetenschappelijke methode die geschiedkundigen gebruiken om over het verleden te vertellen: je leert historisch denken. We geven je hier een overzicht van de vier bouwstenen van historisch denken. Dat hoef je niet uit het hoofd te leren. Lees de krachtlijnen van historisch denken. - Probeer het woord te achterhalen dat in elke krachtlijn ontbreekt. - Onderstreep de kernwoorden in de uitleg.

tu k

OPDRACHT

HD1 Een beeld van het verleden opbouwen

ds

Geschiedkundigen ordenen stukjes geschiedenis in de tijd, de ruimte en het maatschappelijk domein (zie les 4). Zo krijg je een beter overzicht en inzicht. Tegelijkertijd leer je historische begrippen en structuurbegrippen (zie woordenlijst) om de kenmerken van de samenlevingen die je bestudeert juist te benoemen.

el dh oo f

HD2 Kritisch redeneren met en over

Onze kennis over het verleden leiden we af uit bronnen: we redeneren met bronnen. Daarom is het heel belangrijk om goede bronnen uit te kiezen. Je leert controleren of een bron bruikbaar, betrouwbaar en representatief is: dat is redeneren over bronnen.

HD3 Tot historische komen

be

Het antwoord op een historische vraag is een samenhangende historische redenering. Typische historische redeneringen zijn: aanleiding – oorzaak – gevolg –toeval, evolutie – revolutie, gelijktijdigheid – ongelijktijdigheid en continuïteit – verandering. Zo vormen we ons een beeld van het verleden.

HD4 Reflecteren over de relatie verleden, en toekomst

vo

or

Iedereen kijkt met zijn ogen naar het heden en het verleden: vanuit het eigen perspectief. Dat heet dan standplaatsgebondenheid. We weten bovendien niet alles over het verleden. Je leert ook nadenken over het gebruik van geschiedenis in de samenleving.

8

LES 1

INLEIDING


Eigen identiteit in een superdiverse samenleving De Vlaamse centrumsteden zijn vandaag superdivers. Daar wonen en werken mensen uit verscheidene culturen, met verschillende talen en levensbeschouwingen. Er zijn 192 landen in de wereld. In Antwerpen leven mensen van 173 verschillende nationaliteiten en er worden meer dan 400 talen gesproken. In Brussel leven 183 nationaliteiten samen. Superdiversiteit is een demografisch kenmerk. Sinds de migratiestromen – die op gang kwamen na de Tweede Wereldoorlog, in de jaren 50 en 60 – wonen er verschillende etnischculturele gemeenschappen in Vlaanderen, vooral in de Vlaamse steden. Ook binnen die gemeenschappen is de diversiteit vandaag heel divers. Daarom noemen we die steden ‘superdivers’.

OPDRACHT 1

el dh oo f

Op diddit vind je extra opdrachten bij deze les.

ds

tu k

A

HEDEN

- Markeer de betekenis van 'superdiversiteit' in de tekst. - Wat betekent diversiteit binnen de diversiteit, denk je? Leg uit met enkele voorbeelden.

- Hoe komt het dat centrumsteden diverser zijn dan kleine(re) steden en gemeenten? Bespreek klassikaal. Ga je akkoord of niet akkoord met de volgende stellingen? Bespreek je antwoorden in groep. Akkoord

be

OPDRACHT 2

Niet akkoord

a Als er veel mensen met verschillende achtergronden samen zijn, dan geeft dat enkel problemen.

or

b In een buurt wonen met veel kleur en mensen van verschillende afkomst is leuk.

vo

c Ik heb zelf vrienden die een andere achtergrond hebben dan ik en dat vind ik tof. - Heb jij vrienden met een andere achtergrond op het vlak van taal, nationaliteit, cultuur, etnische achtergrond of religie? Bespreek met je buur.

OPDRACHT 3

- Mensen worden soms gepest of uitgesloten omdat ze ‘anders’ zijn. Wat vind je daarvan? Bespreek klassikaal. - Denk je dat er in de middeleeuwen in West-Europa diversiteit was zoals wij die vandaag kennen? Toch is migratie van alle tijden. De middeleeuwen beginnen met migratie. Daarover leer je meer in de volgende lessen. A

Eigen identiteit in een superdiverse samenleving

9


VERLEDEN

Over oude en nieuwe dingen

tu k

In het derde jaar leer je tijdens de geschiedenislessen over de middeleeuwen. Dat tijdvak volgt op de klassieke oudheid – die je vorig schooljaar bestudeerd hebt – en gaat de vroegmoderne tijd vooraf.

OPDRACHT 1

el dh oo f

ds

In dit eerste onderdeel maak je al even kennis met de middeleeuwen. We gaan na hoe en hoeveel je in je dagelijkse leven met die tijd te maken hebt en wat de belangrijkste kenmerken ervan zijn. In les 4 herhalen we de historische vaardigheden. Zo ben je vanaf les 5 helemaal klaar om de middeleeuwen in te duiken.

Vul de tijdvakken in op de tijdlijn.

± 800 v.C .

± 1450

± 1750

Europa tussen 500 en 1450

vo

or

be

OPDRACHT 2

± 500

In de geschiedenislessen vertrekken we van een westers of West-Europees perspectief. - Kleur West-Europa op de kaart. - Geef vijf hedendaagse landen die geheel of gedeeltelijk in dat gebied liggen. - Kijk in een historische atlas. Welk groot rijk blijft in ZuidoostEuropa voortbestaan?

10

A

Over oude en nieuwe dingen


2

De middeleeuwen en jij

ds

el dh oo f

Welk beeld heb je van de middeleeuwen? En heb je je al eens afgevraagd of er ook in jouw gemeente nog echte sporen van de middeleeuwen terug te vinden zijn?

tu k

Dit schooljaar zullen de middeleeuwen heel wat van je geschiedenislessen vullen. Tijdens deze eerste les gaan we na hoe vaak jij eigenlijk met die tijd te maken hebt. Via boeken, films en games ben je misschien al heel wat over de middeleeuwen te weten gekomen.

±

PREHISTORIE

OUDE NABIJE OOSTEN

1

4

5

0 17

±

±

19

5

0 5 14 ±

±

50

0

.

±

8

35

0

0

0

0

v.

v.

C

C

.

Kaartnr(s).

KLASSIEKE OUDHEID

MIDDELEEUWEN

HEDENDAAGSE TIJD MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD

De middeleeuwen in populaire media

vo

or

be

Heel wat films, jeugdboeken en games spelen zich in de middeleeuwen af, of lijken zich daar af te spelen. De schrijvers of regisseurs zijn niet altijd even bekommerd om de historische betrouwbaarheid. Fantasie en historische realiteit worden verweven tot een boeiend eindproduct. Dikwijls gaan de verhalen over oorlog (kruistochten, Jeanne d’Arc, inval van de Vikingen …) of over rampen (pest, brandstapels, moorden in donkere burchten of geheimzinnige abdijen …). Alles bij elkaar krijgen we dus meestal geen fraai beeld van de middeleeuwen. Het is belangrijk dat jij weet dat niet alles wat je te zien of te lezen krijgt, ook echt zo is gebeurd en dat er ook veel is gebeurd wat je helemaal niet te zien krijgt.

OPDRACHT 1

Heb je al boeken gelezen, films gezien of games gespeeld die zich volgens jou afspelen in de middeleeuwen? Waarover gingen ze? Welke elementen doen je aan de middeleeuwen denken?

A

Over oude en nieuwe dingen

11


tu k

el dh oo f

Middle-earth –Shadow of War, 2017, game

Assassins’s Creed Valhalla, 2020, game

In de productinformatie kun je lezen dat het een actiespel is waarin spelers een nieuwe krachtring smeden, vestingen veroveren in grootschalige gevechten en Mordor overheersen met hun eigen persoonlijke orkleger.

In de productinformatie kun je lezen dat je in de rol kruipt van Eivor, een dappere Viking in een dynamische en prachtige open wereld die zich afspeelt in de duistere middeleeuwen van Engeland.

be

- Films, games en boeken krijgen een genre toegewezen, bijvoorbeeld ‘historisch’ of ‘fantasy’. In de praktijk lopen die twee genres door elkaar. Waar kun je deze games plaatsen? Verbind en bespreek klassikaal. Middle-earth –Shadow of War

or

Assassin’s Creed Valhalla

Fantasie

Fantasie met middeleeuwse elementen Historisch Historisch met fantasie

- Welk beeld van de middeleeuwen schetst de productbeschrijving van ‘Assassin's Creed Valhalla’?

vo

- Waarom doen de spelmakers dat, denk je?

12

LES 2

De middeleeuwen en jij

© Warner Bros. Interactive Entertainment, Monolith Productions, IUGO

Bron 2

ds

Bron 1

© Warner Bros. Interactive Entertainment, Monolith Productions, IUGO

OPDRACHT 2


2

Sporen van de middeleeuwen rondom ons Je vindt vandaag nog heel wat gebouwen die uit de middeleeuwen dateren: vooral kerken en kathedralen, maar ook burchten en burgerlijke gebouwen zoals lakenhallen of belforten. Het stratenplan van het centrum van veel steden is ook een restant uit de middeleeuwen. Voor andere middeleeuwse overblijfselen moet je musea binnenstappen. Maar er zijn natuurlijk ook onzichtbare invloeden: onze taal is in de middeleeuwen gevormd en de meeste Europese landen hebben hun wortels in de middeleeuwen.

tu k

Bron

el dh oo f

ds

OPDRACHT 3

Skyline van Gent

Van links naar rechts zie je de torens van de Sint-Baafskathedraal, het belfort en de SintNiklaaskerk. Het middeleeuwse gebouw op de voorgrond is het Vleeshuis.

Is Gent een belangrijke stad in de middeleeuwen, denk je? Verklaar je antwoord.

be

Zoek een middeleeuws gebouw in jouw gemeente. Voeg eventueel een afbeelding toe.

or

OPDRACHT 4

vo

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 drie invloeden van de middel­ eeuwen op onze samenleving opnoemen

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

KUNNEN 1 een kritische houding t.o.v. populaire geschiedenis aannemen 2 historische beeldvorming in films, boeken en games evalueren 3 een middeleeuws gebouw in de eigen gemeente herkennen

A

Over oude en nieuwe dingen

13


LES 2 SCHEMA

De middeleeuwen en jij

tu k

1 De middeleeuwen in populaire media

fantasie

historische realiteit

ds

films jeugdboeken games

el dh oo f

2 Sporen van de middeleeuwen rondom ons Gebouwen • kerken • kathedralen • burchten • lakenhallen • belforten • …

Stratenplan • spontaan gegroeid rond het centrum

vo

or

be

Onzichtbare invloeden • onze taal • de vorming van de meeste Europese landen • …

14

LES 2

De middeleeuwen en jij


3

De middeleeuwen, het begin van een nieuwe samenleving

ds

el dh oo f

Hoe is de middeleeuwse samenleving ontstaan? Welk beeld hebben mensen in latere tijden van de middeleeuwen?

tu k

In les 2 ben je nagegaan wat jij al weet over de middeleeuwen en welk beeld je van die tijd hebt. In deze les ontdek je hoe die samenleving is ontstaan en welk beeld mensen in de vroegmoderne, moderne en hedendaagse tijd van de middeleeuwen hebben.

±

PREHISTORIE

OUDE NABIJE OOSTEN

1

4

5

0 17

±

±

19

5

0 5 14 ±

±

50

0

.

±

8

35

0

0

0

0

v.

v.

C

C

.

Kaartnr(s).

KLASSIEKE OUDHEID

MIDDELEEUWEN

HEDENDAAGSE TIJD MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD

Germaanse, Romeinse en christelijke invloeden versmelten tot een nieuwe samenleving

vo

or

be

Vanaf de 5e eeuw komen er Germaanse koninkrijken in de plaats van het West-Romeinse Rijk. De Germanen brengen nieuwe leefgewoonten naar West-Europa. Maar de klassieke samenleving gaat niet helemaal verloren: sommige Romeinse gebruiken, technieken in de bouw en in de kunst en talen blijven verderleven. Ook de christelijke godsdienst blijft behouden en wordt in de middeleeuwen zelfs heel belangrijk. Bisschoppen en abten worden belangrijke raadgevers van de koningen en de mensen leven op het ritme van de Kerk (zondagsmis, sacramenten, kerkelijk jaar ...). Uit de versmelting van de Germaanse, Romeinse en christelijke cultuur ontstaat dus een nieuwe samenleving. Die middeleeuwse samenleving legt de basis voor onze eigen samenleving.

OPDRACHT 1

Bekijk de kaart op de volgende bladzijde. - Welk volk vestigt zich in onze gewesten? - In 476 dwingt de Germaan Odoaker de laatste West-Romeinse keizer, Romulus Augustulus, tot troonsafstand. Daardoor houdt het West-Romeinse Rijk officieel op te bestaan. Zijn soldaten roepen hem uit tot koning. Van welk gebied wordt Odoaker koning? A

Over oude en nieuwe dingen

15


2

Het einde van het West-Romeinse Rijk Het Oost-Romeinse Rijk is dichter bevolkt en rijker. Het houdt daardoor beter stand. Het West-Romeinse Rijk gaat langzaam ten onder. De bevolking daalt, waardoor er minder belastinginkomsten zijn. De troepen zijn er opstandig. De West-Romeinen proberen het tij nog

- Het Oost-Romeinse of Byzantijnse Rijk bestaat totRijk 1453. Vergelijk deze kaart met te keren. Enkele Germaanse stammen mogen zich in het vestigen op voorwaarde dat ze heteen helpen verdedigen tegen andere invallers. Germanen krijgen ook belangrijke functies binnen hetOosthedendaagse kaart. Welke van de onderstaande hedendaagse landen horen bij het Romeinse leger. Germanen en Romeinen weten zo samen de Hunnen te verdrijven. Steeds meer Romeinse Rijk? Omcirkel. grondgebied komt echter onder controle van vooral Germaanse aanvoerders.

België – Egypte – Griekenland – Frankrijk – Spanje – Turkije De Germaansestammen stammen in het West-Romeinse De Germaanse in het West-Romeinse Rijk Rijk

OPDRACHT 2

el dh oo f

ds

tu k

OPDRACHT 2

Welkhier volkenkele vestigt typische zich in onze gewesten?van de middeleeuwen. Hebben ze een Romeinse, een Je - ziet kenmerken Germaanse of een christelijke oorsprong?

Romeins

Germaans Christelijk

- In 476 dwingt de Germaan Odoaker de laatste West-Romeinse keizer, Romulus Augustulus,

a tot Grootgrondbezit is de basis van het macht en rijkdom.Rijk officieel op te bestaan. Zijn troonsafstand. Daardoor houdt West-Romeinse roepen uit tot koning.dikwijls Van welk gebied wordt Odoaker koning? b soldaten Rechtspraak enhem bestuur worden mondeling geregeld.

c Het Latijn is de cultuurtaal en de taal van de Kerk.

- Het Oost-Romeinse of Byzantijnse Rijk bestaat tot 1453. Vergelijk de kaart met een

d hedendaagse Het christendom is een staatsgodsdienst. kaart. Welk van de onderstaande hedendaagse landen hoort bij het Oost-

be

Rijk? zijn Omcirkel de juiste namen. e Romeinse Kaas en melk belangrijke voedingsmiddelen.

f

26

LES B1

België – Egypte – Griekenland – Frankrijk – Spanje – Turkije

Mannen dragen een hemd en een broek.

g Wijn is een populaire middeleeuwse drank.

DE VAL VAN HET WEST-ROMEINSE RIJK

h De mensen leven op het ritme van de Kerk. De mensen spreken er talen zoals Nederlands en Duits.

or

i

67574_HD_STORIA 3A_DEEL1.indd 26

Hoewel de middeleeuwen de basis leggen voor onze eigen samenleving, zijn er toch belangrijke verschillen. Bij welke tijd horen deze uitspraken. Zet een kruisje in de juiste kolom. TIP Lees eerst de onWAARschijnlijk op blz. 18.

vo

OPDRACHT 3

a Er worden veel kathedralen gebouwd.

b Een kunstenaar ondertekent meestal zijn werk niet. c De meeste mensen werken in de landbouw. d De meeste mensen leren kritisch om te gaan met informatie.

16

LES 3

15/02/16 15:47

De middeleeuwen, het begin van een nieuwe samenleving

Middeleeuwen

Hedendaagse tijd


2

Het beeld van de middeleeuwen evolueert doorheen de tijd In de 15e en 16e eeuw hebben Italiaanse geleerden een negatief beeld van de middeleeuwen. Ze bewonderen de klassieke oudheid en beschouwen de duizend jaar geschiedenis tussen hun tijd en het einde van de klassieke oudheid als een cultureel dieptepunt. Het zijn die geleerden die de naam ‘middeleeuwen’ voor die periode bedenken: een voor hen duistere, barbaarse, onbelangrijke ‘tussenperiode’.

tu k

In de 19e eeuw ontwikkelt zich naast het negatieve beeld ook een positieve waardering voor de middeleeuwen. Men denkt met heimwee terug aan de middeleeuwse ongerepte natuur, ridderlijkheid, godsdienstigheid, moed, trouw en sociale orde.

OPDRACHT 4

Wat verbindt men in de vroegmoderne, moderne en hedendaagse tijd met de middeleeuwen? TIP Raadpleeg de lestekst hierboven en rangschik de begrippen bij de juiste tijd. Kies uit: sociale orde – cultureel dieptepunt – spectaculaire onderwerpen – barbaarsheid – donkere tijd – ridderlijkheid – godsdienstigheid. Vroegmoderne tijd

Moderne tijd

Hedendaagse tijd

Bron

be

OPDRACHT 5

el dh oo f

ds

De historici in de hedendaagse tijd weerleggen het beeld van de duistere middeleeuwen en ze verwerpen ook de romantische blik waarmee in de 19e eeuw naar de middeleeuwen wordt gekeken. Toch zijn ook hedendaagse historici niet neutraal. Ze kiezen bijvoorbeeld meestal spectaculaire onderwerpen (ketters, heksen, feesten, epidemieën, vorsten ...) om onderzoek naar te doen en boeken over te schrijven. Ook bij de restauratie van middeleeuwse gebouwen zeggen de gemaakte keuzes soms meer over ons beeld van de middeleeuwen dan over de middeleeuwen zelf. Zo houden we bijvoorbeeld de gevels van de kerken en kathedralen mooi wit, terwijl ze in de middeleeuwen beschilderd zijn.

De kathedraal Notre-Dame

in Parijs, gebouwd tussen 1163 en 1345

vo

or

Op 15 april 2019 woedt er een hevige brand waardoor het dak en de centrale torenspits instorten. Iedereen is het erover eens dat de kathedraal heropgebouwd moet worden, maar over hoe dat moet gebeuren, lopen de meningen uiteen. De Franse president Emmanuel Macron denkt erover om de kathedraal een 21e-eeuwse renovatie te geven. Anderen vinden dat de Notre-Dame in haar oorspronkelijke staat moet worden hersteld. Maar welke oorspronkelijke staat dan? Hoort de 19e-eeuwse torenspits daar bijvoorbeeld ook bij? Of de kathedraal haar middeleeuwse kleurenpracht moet terugkrijgen, wordt nauwelijks besproken. Blijkbaar houden we meer van de witte gevels met witte beelden.

A

Over oude en nieuwe dingen

17


Op 9 juli 2020 is de knoop doorgehakt: de kathedraal zal volgens de laatste bekende staat worden heropgebouwd, zonder verf en met de 19e-eeuwse torenspits dus. - Wat bedoelt president Macron met een 21e-eeuwse renovatie, denk je? - Waarom was er vooral veel discussie over de renovatie van de torenspits?

- Waarover is er veel minder gesproken? Hoe komt dat?

ds

tu k

- Onze standplaatsgebondenheid beïnvloedt onze historische beeldvorming. Leg uit.

el dh oo f

ONWAARSCHIJNLIJK!

Vele middeleeuwers geloven dat de wereld en het heelal perfect zijn. De middeleeuwse geleerden hechten erg veel belang aan de ‘kosmische orde’. Die orde is voor de middeleeuwers vanzelfsprekend. Daarom is in de middeleeuwen bewaren belangrijker dan vernieuwen, respect belangrijker dan verstand, en de samenleving belangrijker dan het individu. De kathedralen vormen het sluitstuk van de kosmische orde: de verbinding tussen hemel en aarde. In Frankrijk worden er op 100 jaar tijd (tussen 1150 en 1250) maar liefst een tachtigtal kathedralen gebouwd. Het zijn allemaal dingen die wij vanuit onze leefwereld maar moeilijk kunnen begrijpen. Met het ongelukkige gevolg dat we de neiging hebben om de middeleeuwen als een barbaarse periode af te schilderen. Fout dus: de middeleeuwen zijn gewoon anders.

be

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

vo

or

1 de drie culturen die met elkaar versmelten, opnoemen 2 vier bijdragen van de Germanen en vier bijdragen van de Romeinen aan de middeleeuwse samenleving opnoemen 3 het belang van de christelijke Kerk in de middeleeuwse samenleving met twee voorbeelden aantonen 4 de evolutie van het beeld van de middeleeuwen in drie stappen uitleggen

18

LES 3

De middeleeuwen, het begin van een nieuwe samenleving

KUNNEN 1 de middeleeuwen met de hedendaagse tijd vergelijken 2 het beeld van de middeleeuwen in een bepaalde periode herkennen 3 aan de hand van de restauratie van de Notre-Dame de invloed van onze standplaatsgebondenheid op historische beeldvorming analyseren Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.


LES 3 SCHEMA

tu k

De middeleeuwen, het begin van een nieuwe samenleving 1 Germaanse, Romeinse en christelijke invloeden versmelten tot een nieuwe samenleving

Christelijke Kerk • Bisschoppen en abten zijn belangrijke raadgevers van de koningen. • De mensen leven op het ritme van de Kerk.

ds

Romeinse invloed • geschreven wetten en besluiten • druiventeelt: wijn • technieken voor bouw en kunst • Romaanse talen in ZW-Europa • het gebruik van Latijn in de Kerk

el dh oo f

Germaanse invloed • mondelinge wetten en besluiten • veeteelt: kaas, melk en vlees • kleding: broek • germaanse talen in NW-Europa

be

DE SAMENLEVING VAN DE MIDDELEEUWEN

2 Het beeld van de middeleeuwen evolueert doorheen de tijd

vo

or

middeleeuwen In de 15e en 16e eeuw donker en barbaars (een tussenperiode, vandaar de term ‘middeleeuwen’) In de 19e eeuw ook positieve waardering Hedendaagse historici kiezen dikwijls spectaculaire onderwerpen maken keuzes bij restauraties

A

Over oude en nieuwe dingen

19


4

Even je geheugen opfrissen

ds

Wat zijn historische vragen? Hoe ordenen we het verleden in de tijd, de ruimte en het domein? Welke beperkingen hebben bronnen? Waarom is de geschiedenis niet hetzelfde als het verleden? Welke historische redeneerwijzen ken je al?

tu k

De vorige schooljaren leerde je al heel wat over het geschiedkundige onderzoek. Je weet dat een geschiedkundige zich baseert op bronnen om historische vragen te beantwoorden en een beeld te krijgen van het verleden. In deze les frissen we de historische vaardigheden op.

4

5

0

19 ±

17 ±

±

±

14

50

5

5

0

0

.

C

8

±

OUDE NABIJE OOSTEN

1

v.

0

0

0 35 ±

PREHISTORIE

el dh oo f

0

v.

C

.

Kaartnr(s).

KLASSIEKE OUDHEID

MIDDELEEUWEN

HEDENDAAGSE TIJD

MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD

Historisch denken begint met het stellen van historische vragen

Zijn deze vragen historische vragen?

or

OPDRACHT 1

be

Geschiedkundigen stellen en beantwoorden historische vragen. Er zijn verschillende soorten historische vragen: vragen over het verleden, vragen over de relatie heden-verleden, vragen over de totstandkoming van historische kennis en vragen over historische beeldvorming.

• Waarom zien wij de Vikingen als woeste plunderaars? • Wat zijn de oorzaken van de Europese ontdekkingsreizen?

vo

• Is dit manuscript een bruikbare bron voor onze historische vraag?

KENNISCLIP HISTORISCHE VRAAG

• Hoeveel procent van het gezinsbudget wordt besteed aan voedsel? • Hoe werkt het spijsverteringsstelsel? • Waarom vieren we op 11 juli de Vlaamse feestdag?

20

LES 4

Even je geheugen opfrissen


OPDRACHT 2

Over welke soort historische vragen gaat het? • Waarom zien wij de Vikingen als woeste plunderaars? • Wat zijn de oorzaken van de Europese ontdekkingsreizen? • Is dit manuscript een bruikbare bron voor onze historische vraag? • Waarom vieren we op 11 juli de Vlaamse feestdag?

2

tu k

Het historische referentiekader

Om je weg te vinden in al die eeuwen geschiedenis, komt het erop aan dat verleden te ordenen in het referentiekader. Dat betekent situeren in de tijd, de ruimte en het maatschappelijk domein. Bekijk de tijdlijn op blz. 20. Dat is de meest gebruikte indeling van de geschiedenis in WestEuropa. De jaren waarin we de tijden laten eindigen of beginnen, zijn scharnierdata.

ds

OPDRACHT 3

- Wanneer beginnen en eindigen de middeleeuwen? Naar welke ‘symbolische’ gebeurtenissen of ‘breukmomenten’ verwijzen deze jaartallen? verwijst naar

Het einde:

verwijst naar

.

el dh oo f

Het begin:

.

- Wat is de duur van de middeleeuwen? - Hoeveel eeuwen zijn dat?

- Hoeveel millennia zijn dat? OPDRACHT 4

- Vergelijk met de tijdlijn op blz. 95 en noteer een opvallend verschil.

HAN

SUI TANG

SONG

4 4

13

YUAN MING

16

6

8

79 12

7

0 6

0 9

9

18 6

5

20

4

0 26 5

22

JIN

or

QIN

be

20

6

v.

C

.

81

- Vergelijk de westerse indeling van de geschiedenis met de Chinese indeling hieronder en noteer een opvallend verschil.

QING

vo

De Chinezen delen het Vroege en Late Keizerrijk verder op volgens de vorstenhuizen of dynastieën die aan de macht zijn. De Chinese periodisering focust op de eigen politieke geschiedenis.

- Wat kun je besluiten over tijdrekeningen en indelingen van de geschiedenis? TIP Gebruik de woorden ‘tijd’, ‘plaats’ en ‘afspraken’.

A

Over oude en nieuwe dingen

21


OPDRACHT 5

- Historische gebeurtenissen kun je vanuit verschillende invalshoeken bekijken. Op ruimtelijk vlak maken we een onderscheid tussen globaal, lokaal, regionaal, continentaal en nationaal. Vul die begrippen in bij de juiste omschrijving. Begrip

Betekenis verwijst naar het plaatselijke (wijk, gemeente, stad …)

KENNISCLIP RUIMTE

verwijst naar de regio (streek, provincie, gewest …)

verwijst naar het werelddeel verwijst naar de wereld

tu k

verwijst naar de staat of het land

Begrip

Betekenis

el dh oo f

de stad

ds

- Om ruimte structuur te geven, maken we ook een onderscheid tussen: • stedelijke ruimte en rurale ruimte, • continentale ruimte en maritieme ruimte.

het platteland

landinwaarts, niet gericht op de zee in of aan zee

OPDRACHT 6

We maken verder nog onderscheid tussen: • open ruimte en gesloten ruimte, • centrum en periferie. Begrip

Betekenis

een gesloten landschap of een gesloten samenleving het middelpunt van een gebied aan de rand van een gebied, verwijderd van het centrum

or

be

een open landschap of een open samenleving

Tot slot ordenen we geschiedenis volgens de maatschappelijke domeinen. - Geef bij elke omschrijving het passende domein: politiek, sociaal, economisch of cultureel. - Zoek op het stickervel het symbool dat Storia HD voor elk domein gebruikt en kleef het bij de juiste uitleg.

vo

OPDRACHT 7

Domein

Omschrijving Dit domein gaat over machthebbers zoals koningen en het grondgebied waarover ze heersen. Het gaat ook over machtsverhoudingen en over rechten en plichten. Dit domein gaat over de verschillende groepen mensen in de samenleving. Die indeling kan gebeuren op veel manieren: volgens rijkdom, politieke macht, godsdienst ...

22

LES 4

Even je geheugen opfrissen


Dit domein gaat over wat mensen doen om te (over-)leven. Economische activiteiten zorgen voor voedsel, kleding, onderdak ... of voor een inkomen om dat aan te schaffen. We doen aan landbouw, handel, nijverheid ... Dit domein gaat over kunst, godsdienst, wetenschap, techniek, onderwijs ... Ook onze dagelijkse gewoonten zoals eten, drinken, mode en ontspanning behoren tot dit domein.

Tijd Bron 1

KENNISCLIP REFERENTIEKADER

Domein

ds

Bron 2

Ruimte

tu k

Synthese: Waarover gaan de bronnen? Situeer in het referentiekader.*

OPDRACHT 8

Bron 3 Bron 4

el dh oo f

Bron 5

* Dikwijls passen meerdere domeinen. Eén juist antwoord is hier voldoende.

be

Bron 1

Bron 2 De abdijpoort van Lorsch

Detail van de rotsschilderingen in Lascaux,

De abdij van Lorsch wordt gesticht in 764 in

Frankrijk, tussen 18 000 en 15 000 jaar oud

de Duitse deelstaat Hessen. In de 16e eeuw wordt geklasseerd als werelderfgoed.

vo

or

Bron 3 Het Romeinse Rijk in 117

de abdij gesloten. De restanten zijn sinds 1991

A

Over oude en nieuwe dingen

23


Bron 4

Bron 5 Zodra hij de macht had, bevrijdde Solon de mensen voor eens en altijd. Hij verbood elke lening die een persoon als waarborg had. [Bij zo'n lening word je een slaaf van de schuldeiser, als je de lening niet kunt terugbetalen.] Daarbij vaardigde hij

wetten uit die schulden kwijtschold.

na 33O v.C.

grafschildering, Deir-El-Medina, Egypte

De tekst komt uit de omgeving van de Griekse filosoof Aristoteles. Hij en zijn studenten zouden het bestuurssysteem van 170 polissen beschreven hebben. De staatsinrichting of 'grondwet' van Athene is bewaard gebleven.

el dh oo f

Redeneren over bronnen

tu k

Vrij naar Aristoteles, De staatsinrichting van Athene,

ca. 1200 v.C. Fragment van de

ds

3

Grafmonument van Sennedjem,

Bronnen zijn de basis van onze historische kennis. Ze worden op drie manieren in groepen gedeeld. Ten eerste maken we een onderscheid tussen ‘historische bronnen’ en ‘historische werken’. Historische bronnen zijn voorwerpen uit het verleden en getuigenissen over het verleden. Historische werken zijn het resultaat van een wetenschappelijk onderzoek dat na de feiten met behulp van bronnen en andere werken is gemaakt.

KENNISCLIP BRONNEN INDELEN

Ten tweede maken we een onderscheid tussen ‘primaire’ en ‘secundaire’ bronnen. Primaire bronnen zijn gemaakt door mensen die rechtstreeks betrokken zijn, bijvoorbeeld ooggetuigen. Secundaire bronnen zijn gemaakt door mensen die niet rechtstreeks betrokken zijn, vaak in een andere tijd.

be

Ten derde maken we een onderscheid tussen ‘geschreven’ en ‘ongeschreven’ bronnen. Ongeschreven bronnen worden verder verdeeld in mondelinge en materiële bronnen.

or

Om een antwoord te vinden op een historische vraag zoeken en selecteren we bronnen. Je weet al uit de lessen van vorig schooljaar dat je daarmee voorzichtig moet omspringen. Bronnen hebben immers altijd bepaalde beperkingen. Die beperkingen zijn afhankelijk van de historische vraag die je stelt en kunnen te maken hebben met de bruikbaarheid, de representativiteit en/of de betrouwbaarheid van de bron. In de loop van het schooljaar zullen we dat regelmatig inoefenen. Je moet er ook rekening mee houden dat de historische bronnen die in de lessen worden gebruikt, dikwijls zijn bewerkt. Dat betekent dat ze niet gelijk zijn aan de originele bron. Bronnen worden ingekort of vertaald, er wordt een titel toegevoegd ... Die ingrepen kunnen de betekenis van de bron beïnvloeden.

vo

KENNISCLIP BRONNEN BEOORDELEN

OPDRACHT 9

Neem de bronnen van de vorige opdracht. Welke soort bron zijn bron 3 en bron 5? Bron 3: Bron 5:

24

LES 4

Even je geheugen opfrissen


Wat wordt er bedoeld met de volgende kritische vragen die je aan bronnen moet stellen? Verbind.

OPDRACHT 10

Is de bron bruikbaar?

Geeft de bron een juist antwoord op de hisotrische vraag?

Is de bron representatief ?

Geeft de bron een antwoord op de historische vraag?

Is de bron betrouwbaar?

Geeft de bron een antwoord dat algemeen geldt voor die periode?

tu k

Vorig schooljaar leerde je dat de betrouwbaarheid van een bron afhankelijk is van de maker, het doelpubliek en de bedoeling van de bron. Vul het schema aan.

OPDRACHT 11

ds

BRON

el dh oo f

KENNISCLIP STANDPLAATSGEBONDENHEID

informeren, overtuigen, ontspannen, ontroeren, activeren

wie, wanneer, waar, maatschappelijke positie, persoonlijke kenmerken standplaatsgebondenheid Wat betekenen de volgende vermeldingen bij bronnen? Verbind.

OPDRACHT 12

Vertaald ‘Naar ...’ (...) […]

Er wordt maar een stukje van de materiële bron getoond, dus niet de hele bron.

De originele bron is in een andere taal.

Er is op die plaats tekst aan de originele bron toegevoegd.

Er is op die plaats in de originele tekst een stuk tekst weggelaten.

Geschiedenis is een beeld van het verleden

or

4

Het is geen letterlijke weergave van de originele tekst. Het is bijvoorbeeld een samenvatting van de originele bron.

be

Detail

vo

Geschiedenis is een reconstructie van het verleden. Over sommige periodes uit ons verleden weten we slechts weinig door het gebrek aan bronnen. Als er een nieuwe bron ontdekt wordt, kan onze kennis over het verleden veranderen. Dat gebeurt ook als de geschiedkundigen een bron anders gaan interpreteren. Dat wil dan zeggen dat ze om de een of andere reden anders gaan denken over de informatie die ze uit een bepaalde bron halen. Het is dus belangrijk om zoveel mogelijk bronnen te gebruiken en te vergelijken om een nauwkeurig beeld te krijgen van het verleden.

KENNISCLIP HISTORISCHE BEELD­­VORMING

Om feiten met elkaar in verband te brengen of om informatie te structureren gebruiken geschiedkundigen typische historische redeneerwijzen. De vorige jaren heb je er al een aantal gezien. Die herhalen we hier. In de loop van het schooljaar komen er nog enkele nieuwe bij.

A

Over oude en nieuwe dingen

25


OPDRACHT 13

Lees de lestekst en omcirkel het juiste antwoord. • Het verleden kan veranderen / blijft hetzelfde. • Onze kennis over het verleden is volledig / onvolledig. • Ons eigen standpunt beïnvloedt wel / niet hoe wij naar het verleden kijken. • De beperkingen van bronnen hebben wel / geen invloed op ons beeld van het verleden. Hoe heten deze typische, historische redeneerwijzen? Vul in. Betekenis

De gebeurtenis die iets tot gevolg heeft. De reden waarom iets gebeurt. Het effect van iets. Iets wat plaatsvindt zonder bedoeling. De veranderingen gebeuren geleidelijk. De veranderingen gebeuren snel. De dingen blijven hetzelfde.

el dh oo f

De dingen veranderen.

tu k

Begrip

ds

OPDRACHT 14

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

vo

or

be

1 de begrippen ’breuk’, ‘tijd’, ‘duur’, ‘millennium’, ‘eeuw’, ‘tijdrekening’, ‘ruimte’, ‘lokaal’, ‘regionaal’, ‘globaal’, ‘stedelijke en rurale ruimte’, ‘continentale en maritieme ruimte’, ‘domein’, ‘politiek’, ‘sociaal’, ‘cultureel’ en ‘economisch’ uitleggen 2 de begrippen ‘historische bron’, ‘historisch werk’, ‘primaire bron’, ‘secundaire bron’, ‘tijdvak’ en ‘reconstructie’ uitleggen 3 de zeven tijden met begin- en eindjaar opnoemen 4 de gebeurtenissen waarnaar de scharnierdata 500 en 1450 verwijzen, opnoemen 5 de vier verschillende maatschappelijke domeinen opnoemen en uitleggen 6 drie beperkingen van bronnen opnoemen 7 de drie elementen waarvan de betrouwbaarheid van een bron afhankelijk is, opnoemen

26

LES 4

Even je geheugen opfrissen

8 het verschil tussen de geschiedenis en het verleden uitleggen 9 de begrippen ‘open en gesloten ruimte’ en ‘centrum en periferie’ uitleggen

KUNNEN

1 een historische vraag herkennen 2 een gebeurtenis in het referentiekader situeren 3 verschillende tijdrekeningen en indelingen in tijdvakken met elkaar vergelijken 4 bepalen welke soort bron het is 5 afleiden uit de presentatie van de bron hoe de originele bron 6 de historische redeneerwijzen: ‘aanleiding’, ‘oorzaak’, ‘gevolg’, ‘toeval’, ‘evolutie’, ‘revolutie’, ‘continuïteit’ en ‘verandering’ benoemen 7 de verschillende soorten historische vragen onderscheiden

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.


LES 4 SCHEMA

Even je geheugen opfrissen Historische vragen zijn: • vragen over het verleden, • vragen over de relatie heden-verleden, • vragen over de totstandkoming van historische kennis,

2 Het historische referentiekader Tijd aanduiden

tijdrekening

ordenen

tijden of tijdvakken

christelijke, islamitische

el dh oo f

Ruimte

ds

• vragen over historische beeldvorming.

tu k

1 Historisch denken begint met het stellen van historische vragen

een werelddeel, een deel van een werelddeel, een land, een streek, een gemeente … stedelijke en rurale ruimte

continentale en maritieme ruimte open en gesloten ruimte centrum en periferie

be

Domein

bestuur en grondgebied

sociaal

verschillende bevolkingsgroepen

vo

or

politiek

armoede en rijkdom

economisch

hoe voorziet de mens in zijn levensonderhoud?

cultureel

het streven naar wijsheid en schoonheid   godsdienst, tradities en gewoonten

A

Over oude en nieuwe dingen

27


3 Redeneren over bronnen Bronnen worden ingedeeld in: • geschreven en ongeschreven bronnen, • primaire en secundaire bronnen, • historische bronnen en historische werken. Een bron moet je, in functie van de historische vraag die je stelt, beoordelen op:

tu k

• bruikbaarheid = geeft ze een antwoord op de historische vraag?

• representativiteit = geeft ze een antwoord dat algemeen geldt voor die periode? • betrouwbaarheid = geeft ze een betrouwbaar antwoord op de historische vraag? De betrouwbaarheid van bronnen is afhankelijk van: persoonlijke kenmerken), • het doelpubliek,

ds

• de standplaatsgebondenheid van de maker (wie, wanneer, waar, maatschappelijke positie,

el dh oo f

• de functie of bedoeling van de bron (informeren, overtuigen, ontspannen, ontroeren, activeren).

4 Geschiedenis is een beeld van het verleden De kennis die we hebben van het verleden is bepaald door: • de beschikbaarheid van bronnen,

• de interpretatie die we aan de bronnen geven. Gebruik en vergelijk zoveel mogelijk bronnen.

Geschiedkundigen gebruiken historische redeneerwijzen • om feiten met elkaar in verband te brengen,

vo

or

be

• om informatie te structureren.

28

LES 4

Even je geheugen opfrissen


HEDEN

OVERZICHT A

Vlaanderen = superdivers Superdiversiteit

Identiteit

tu k

Eigen identiteit in een superdiverse samenleving

eigen identiteit: biologische aspecten, persoonlijkheidskenmerken, familiale achtergrond

nationaliteiten

culturen talen

groepsidentiteit: regionale, nationale of supranationale groepen en subculturen, gendergerelateerde, socio-economische en levensbeschouwelijke groepen

el dh oo f

levensbeschouwingen

ds

etniciteiten

+ diversiteit binnen de diversiteit

belangrijk om respectvol, open en constructief met elkaar om te gaan en in dialoog te treden

Discriminatie en racisme

verboden in België = strafbaar

or

be

Superdiverse samenleving

vo

KENNEN

GA ZELF AAN DE SLAG!

KUNNEN

1 de begrippen ‘superdiversiteit’, ‘identiteit’, ‘levensbeschouwing’, ‘etniciteit’, ‘uitsluiting’, ‘discriminatie’ en ‘racisme’ uitleggen 2 je eigen identiteit en die van anderen (groepsidentiteit) toelichten 3 weten dat discriminatie en racisme verboden zijn in België

1 je mening op een respectvolle manier delen met medeleerlingen 2 actief luisteren naar het verhaal van anderen 3 strategieën hanteren om constructief om te gaan met mensen met verschillende achtergronden 4 nadenken over de omgang met elkaar

A

Eigen identiteit in een superdiverse samenleving

29


Wij leven in België België is een grondwettelijke parlementaire democratie. Het land wordt dus volgens democratische principes die gelden in een rechtstaat bestuurd. De rechtstaat beschermt elke burger ongeacht zijn of haar stand of afkomst op basis van de grondwet en de mensenrechten. Dat vinden wij allemaal heel normaal. Toch is minder dan de helft van de landen in de wereld democratisch en slechts een 20-tal volledig democratisch. De meeste van die landen zijn lid van de Europese Unie. Op diddit vind je extra opdrachten bij deze les.

- Verbind de begrippen met de passende omschrijving.

el dh oo f

OPDRACHT 1

ds

tu k

B

HEDEN

Democratie

Legt staatsvorm, bevoegdheden van instellingen, rechten, vrijheden en plichten vast

Grondwet

De volksvertegenwoordigers, zij maken de wetten en controleren de regering.

Parlement

Dat betekent letterlijk dat het volk de macht heeft. Het volk regeert zichzelf.

- Op welke manier heeft het volk ‘de macht’ in een democratie?

- Heeft de Kerk vandaag nog politieke macht in de democratische landen? Leg uit.

be

- Tussen de lidstaten van de Europese Unie zijn er ook grote culturele verschillen. Geef daarvan enkele voorbeelden.

or

OPDRACHT 2

vo

- Ken je stereotiepe uitspraken over Europese landen? Bespreek klassikaal. - Zoek in de woordenlijst op wat stereotiep betekent.

- Wat is het probleem met stereotypen? Culturen worden doorheen de geschiedenis gevormd. Er wordt wel eens gezegd dat Karel de Grote de vader van Europa is. Daarover leer je meer in de volgende lessen.

30

B

Wij leven in België


VERLEDEN

De vroege middeleeuwen

Bron 1

el dh oo f

OPDRACHT

ds

tu k

In dit onderdeel bestudeer je het eerste deel van de middeleeuwen, tussen de jaren 500 en 900. De Germaanse Franken spelen hier een belangrijke rol. Zij stichten een rijk dat je min of meer als de opvolger van het West-Romeinse Rijk kunt beschouwen.

Na een veldtocht tegen de moslims in Spanje trekt het leger van de Frankische koning Karel de Grote in 778 over de Pyreneeën. In de bergpas van Roncevalles overvallen Basken, boos over plunderingen, de achterhoede. Roeland, een belangrijke Frankische aanvoerder, biedt met enkele krijgers weerstand. Met zijn jachthoorn waarschuwt hij de rest van het Frankische leger. Dat schiet hem te hulp, maar voor de zwaargewonde Roeland is het te laat. Hij sneuvelt. Fragment uit een verhaal over een van de krijgstochten van de Franken

be

Over Karel de Grote en zijn krijgers ontstaan gedichten en gezangen. Dat gebeurt ook na de dood van Roeland. Die verhalen blijven zeer lang populair.

Omcirkel de volgende taferelen op de tekening. Zet er telkens het juiste cijfer bij.

Bron 2

vo

or

1 De moslims vallen aan. 2 Roeland blaast op zijn hoorn. 3 Vele moslims sneuvelen. 4 Roeland neemt afscheid van een stervende vriend. 5 De zwaargewonde Roeland doodt een tegenstander met zijn hoorn.

Miniatuur, 13e eeuw

De tekening is eeuwen na de gebeurtenis gemaakt. In deze versie overvallen moslims, in plaats van Basken, de held Roeland.

B

De vroege middeleeuwen

31


el dh oo f

Wie regeert over het Frankische Rijk? Hoe wordt het bestuurd? Hoe voorzien de Franken in hun levensonderhoud? Wat gebeurt er op cultureel vlak? Komt er een einde aan het rijk?

tu k

Germaanse stammen bezetten steeds grotere stukken van het West-Romeinse Rijk. Vooral de Franken slagen erin om een nieuw rijk te stichten. Ze krijgen steun van de christelijke Kerk en na enkele eeuwen is er zelfs opnieuw een keizer in het westen.

ds

5

De Franken, nieuwe heersers in het westen

10

0

0

0

0

9

1

75

4

8

0

Kaartnr(s).

DE FRANKEN

1

KAROLINGERS

be

MEROVINGERS

Merovingers en Karolingers regeren over het rijk

vo

or

In de 5e eeuw controleren de Franken Noord-Gallië en het Rijnland. Het Frankische gebied bestaat uit verschillende koninkrijkjes die elk bestuurd worden door een machtige familie. De Merovingers zijn zo’n Frankische familie. Hun leider Chlodovech slaagt erin om alle andere Frankische koningen te verslaan. De Merovingers worden zo koning van het volledige Frankische Rijk. Ze slagen er ook in om nieuwe gebieden te veroveren en het rijk groter te maken. Vanaf de 7e eeuw laten de Merovingische koningen het bestuur over aan medewerkers die ze belonen met grote stukken grond en waardevolle voorwerpen (zilver, goud, juwelen …). De Merovingers worden armer en verliezen ook veel macht. In 751 zet een rijke familie van medewerkers, de Karolingers, de laatste Merovingische koning af. De paus steunt hen omdat ze hem helpen tegen andere Germanen in Noord-Italië. De Karolingers maken de macht van de koning weer groter. Ze breiden ook het rijk verder uit. In 800 kroont de paus de Karolinger Karel de Grote tot keizer. Het Frankische Rijk wordt daarmee de politieke opvolger van het WestRomeinse Rijk.

32

LES 5

De Franken, nieuwe heersers in het westen


OPDRACHT 1

De wraak van Chlodovech (466-511) In 486 overwint het leger van Chlodovech bij Soissons een Gallo-Romeins leger. De Franken slaan aan het plunderen. Zo roven zij een grote waardevolle vaas uit een kerk. Bron 2 De bisschop van de beroofde kerk vraagt aan Chlodovech de vaas terug. Bij het verdelen van de buit vraagt de Frankische aanvoerder zijn mannen om hem de vaas te geven bovenop zijn gewoon deel van de krijgsbuit. De meesten gaan akkoord en juichen hem toe. Eén krijger schiet echter naar voren en slaat de vaas stuk. Terwijl hij dat doet, roept hij: 'Jij gaat niet meer dan jouw rechtmatig deel ontvangen!' Chlodovech blijft kalm en zendt de brokstukken naar de bisschop. Later op het jaar houdt hij een wapeninspectie. Hij keurt de bijl van dezelfde krijger af en gooit het wapen op de grond. Terwijl de man het wapen opraapt, splijt Chlodovech zijn schedel met een bijl en roept: 'Dat is wat jij met de vaas deed in Soissons.'

Tekening, 14e eeuw, uit Les Grandes Chroniques de France

el dh oo f

de Charles V

ds

tu k

Bron 1

be

Dit is een rijk geïllustreerd manuscript gemaakt in opdracht van de Franse koning Charles V tussen 1370 en 1379. Boven de tekst kun je lezen: puis comment il se venga de celui qui le contredist (en hoe hij zich wreekt op diegene die hem tegenspreekt).

Bewerking van Gregorius Van Tours, Geschiedenis van de Franken

Gregorius (538-594) komt uit een belangrijke Gallo-Romeinse familie. Hij wordt bisschop van Tours, een zeer belangrijke functie binnen de Kerk en in het Frankische Rijk. Gregorius kent verschillende Merovingische koningen persoonlijk. Zijn werk is een van de weinige geschreven bronnen over de Franken in de 6e eeuw. Gregorius gebruikt zowel persoonlijke ervaringen als bronnen. Voor zaken waar hij zelf weinig van weet, die hij niet zelf heeft meegemaakt of waarover hij geen bronnen vindt, baseert hij zich op geruchten en roddels. Ook al wat christelijk is, vindt hij zeer belangrijk.

or

- Omcirkel het juiste antwoord. TIP Raadpleeg de woordenlijst. Bron 1 is een primaire / secundaire bron. Bron 2 is een primaire / secundaire bron.

vo

- Vergelijk bron 1 met het verhaal in bron 2. Wat klopt er niet op de tekening? TIP Let op de wapens. - Lees de uitleg bij bron 2. Waarom moet je kritisch zijn tegenover wat Gregorius schrijft? Kruis aan. Gregorius durft geruchten en roddels gebruiken. Hij kent Chlodovech persoonlijk. - Waarom gebruiken historici het werk van Gregorius, zelfs als het niet zo betrouwbaar is? Onderstreep het antwoord in de contextinformatie over Gregorius.

B

De vroege middeleeuwen

33


OPDRACHT 2

De Merovingers worden afgezet Bron

Bewerking van Einhard, Het leven van Karel de Grote, ca. 830

tu k

[De laatste Merovingische koning] werd afgezet op bevel van Stephanus, paus in Rome. Zijn haar werd kort geschoren en hij werd in een klooster opgesloten (in 751). De Merovingers bezaten geen enkele macht meer. (...) Het enige wat de koning nog overbleef, was dat hij (...) op zijn troon zat om de rol van regeerder te spelen (...) zoals men hem had voorgedaan of zelfs had opgedragen. Behalve die inhoudsloze koningstitel en de te kleine vergoeding (...) die de hofmeier [medewerker] hem verleende, had de vorst geen enkel bezit, afgezien van een enkel landgoed met een zeer kleine jaarlijkse opbrengst.

ds

De geleerde Einhard (770-840) komt uit de Mainstreek (nu Duitsland) en is een belangrijke medewerker van Karel de Grote en zijn opvolger Lodewijk de Vrome. Einhard schrijft de biografie omstreeks 830 in opdracht van Lodewijk de Vrome. Hij wil in zijn werk Karel vooral ophemelen.

el dh oo f

- Op wiens bevel wordt de Merovingische koning afgezet?

- Wat gebeurt er met de afgezette koning?

- Lees de contextinformatie over de auteur van deze bron. Waarom moet je niet alles geloven wat hij in de tekst vertelt?

De koning bestuurt het Frankische Rijk

be

2

or

De Frankische koning (of keizer) heeft alle macht en beschouwt het rijk als zijn persoonlijk bezit. Bij zijn dood wordt het daarom verdeeld over al zijn mannelijke erfgenamen. De koning is de hoogste bestuurder, wetgever en rechter. Hij regeert niet vanuit een vaste hoofdstad. Het koninklijk hof verbruikt meer voorraden dan één landgoed kan voortbrengen. De hele hofhouding reist daarom van het ene landgoed naar het andere. Dat is gemakkelijker dan de voorraden te verplaatsen.

vo

Het rijk wordt ingedeeld in gouwen (provincies), waar gouwgraven of hertogen de bevelen van de koning uitvoeren. De Karolingers richten in grensgebieden marken op. Daar gaan Frankische krijgers met hun gezin wonen. Een mark dient om het rijk te beschermen tegen invallers en wordt bestuurd door een markgraaf. Hertogen en markgraven hebben dezelfde taken als een gouwgraaf, maar commanderen ook nog een Frankisch leger. Onder Karel de Grote (768-814) controleren inspecteurs, zendgraven genoemd, of de graven, hertogen en markgraven de bevelen van de koning wel uitvoeren.

34

LES 5

De Franken, nieuwe heersers in het westen


OPDRACHT 3

Het Frankische Rijk van de 5e tot de 9e eeuw - 'Onze gewesten horen al lang bij het Frankische Rijk.' Juist of fout? Motiveer je antwoord.

tu k

- Geef drie gebieden of volkeren die door de Karolingers zijn onderworpen.

ds

3

el dh oo f

- Onderstreep de hedendaagse landen die in het Karolingische Rijk liggen (ook al is het maar een klein deeltje). België – Duitsland – Engeland – Frankrijk – Ierland – Italië – Nederland – Luxemburg – Polen – Spanje

Landbouw is de belangrijkste economische activiteit

be

Om machtig en rijk te zijn, moet je veel grond bezitten. In het noorden van het Frankische Rijk komt steeds meer grond in handen van een klein aantal machtige families. Ze richten grote domeinen op. Die worden steeds groter omdat de gewone boeren hun boerderijtjes afstaan. Die boeren hopen op een beter leven door voor een heer en zijn familie te werken. Ze worden horigen: in ruil voor een hoeve en bescherming dienen zij de familie. Als zij niet gehoorzamen, kunnen zij hun hoeve verliezen.

or

Op een domein wonen ook ambachtslieden (een smid, een timmerman, een pottenbakker ...) die allerlei gebruiksvoorwerpen maken. Handelaars leveren producten die een domein niet zelf voortbrengt. Ze verhandelen ook goederen die een heer wenst te verkopen zoals een deel van de oogst, gebruiksvoorwerpen ... Schematische voorstelling van een domein

vo

OPDRACHT 4

Opmerking: in werkelijkheid liggen de drie delen door elkaar. B

De vroege middeleeuwen

35


- Uit welke drie delen bestaat een domein? - Wat is een 'mansus'? - Waaruit bestaat een tenure?

- Waar woont de heer van het domein volgens jou?

tu k

ds

- Welk deel van de drie wordt niet bewerkt en mag gebruikt worden om hout te sprokkelen en het vee te laten grazen?

4

el dh oo f

De christelijke Kerk speelt een belangrijke rol in de cultuur

Chlodovech bekeert zich omstreeks 500 tot het christendom. Hij wil dat de christelijke Kerk, die goed georganiseerd is, helpt bij het bestuur van zijn rijk. Ook de Frankische koningen na hem maken dankbaar gebruik van geestelijken om bijvoorbeeld advies te geven of wetten op te schrijven. In het Frankische Rijk ontstaan er honderden kloosters. Rijke en machtige families stichten zelf kloosters of schenken er gronden aan. Zo hopen zij naar de hemel te mogen. In een klooster of abdij leven verschillende geestelijken samen onder leiding van een abt of abdis. Zij doen dat volgens bepaalde regels. In de 8e eeuw beslist de Frankische koning dat ze allemaal de leefregel van de abt Benedictus uit de 6e eeuw moeten volgen. Die kloosterregel stelt dat kloosterlingen eenvoudig moeten leven en naast studeren en bidden ook met de handen moeten werken.

or

be

Grote kloosters en het koninklijk hof spelen een belangrijke rol in de cultuur. Geleerden schrijven er boeken en verzamelen zo veel mogelijk klassieke literatuur. Bij sommige kloosters en kerken ontstaan scholen waar jonge geestelijken leren lezen en schrijven. Kunstenaars maken voor de Kerk en het hof schilderingen, beelden … Omdat de Kerk het Latijn gebruikt, wordt dat voor lange tijd de taal van de wetenschap.

OPDRACHT 5

Beluister het verhaal van Dirk Bracke over het doopsel van Chlodovech. - Tegen wie vechten de Franken?

vo

- Welk geloof heeft Clotilde?

VERHAAL

36

LES 5

- Waarom wil Chlodovech de veldslag winnen?

De Franken, nieuwe heersers in het westen


- Welke belofte maakt Chlodovech? - Welke twee voordelen krijgt Chlodovech als hij christen wordt?

tu k

- Men vecht tijdens een groot deel van de middeleeuwen te voet. Paarden dienen om de krijgers over het slagveld te verplaatsen. Welk historisch foutje staat er dan in het verhaal over de aanval van de Visigoten?

De Angelsaksische geestelijke Alcuinus van York (735-804) is een raadgever en leraar van Karel de Grote en zijn familie. Hij schreef tal van werken en verbeterde de opleiding van de geestelijken. Hij leidde ook verschillende kloosters. Bron 2

el dh oo f

Bron 1

ds

OPDRACHT 6

Karel bij de gratie van God, koning van de Franken en de Lombarden en de patriciërs van Rome, aan de abt Baugulf en aan iedereen van de kloostergemeenschap (…)

Tekening, ca. 825-850

or

be

Alcuinus (in het midden) overhandigt met een jongere kloosterling een boek aan een bisschop.

Het mag geweten zijn dat wij met onze raadgevers besloten hebben dat het nuttig is voor de bisdommen en kloosters (…) bezig te zijn met schrijfwerk en ijverig te zijn in het onderwijzen van al wie de vaardigheid tot leren bezit, en dat volgens het talent van elk individu (…) De inzet voor onderwijzen en leren moet ook gelden voor de zinsbouw, zodat wie wenst God op de juiste manier te plezieren dat ook doet door op een correcte manier te spreken. (…)

Brief van Karel de Grote aan de abt van Fulda, ca. 782

De brief is geschreven en opgesteld door Alcuinus. Karel heeft hem ondertekend.

vo

- Kijk op de tekening naar het hoofd van de jonge monnik. Wat is blijkbaar een kenmerk van een kloosterling? - Op welke historische vraag geeft bron 2 het beste antwoord? Kruis aan. Is Karel de Grote de stichter van de scholen? Is Alcuinus een belangrijke raadgever van Karel de Grote? Welke rol moeten kloosters van Karel de Grote spelen in het onderwijs?

B

De vroege middeleeuwen

37


5

Het Karolingische Rijk valt uiteen Karel de Grote is net zoals zijn voorgangers een vorst die regelmatig op veroveringstocht vertrekt. Daardoor krijgen zeer veel krijgers de kans om te plunderen en rijker te worden. Ze blijven Karel dan ook gehoorzamen en steunen.

tu k

Lodewijk de Vrome (814-840), zijn zoon en opvolger, heeft meer interesse voor godsdienstige zaken en verwaarloost het bestuur van zijn rijk. Hij voert weinig oorlog en controleert de graven en hertogen minder. De slechte wegen en de grootte van het rijk bemoeilijken ook de contacten tussen het hof en de graven en hertogen. Die doen daardoor meer en meer hun zin.

Het Verdrag van Verdun (843)

el dh oo f

OPDRACHT 7

ds

De zonen van Lodewijk maken nog tijdens zijn leven openlijk ruzie over de verdeling van het rijk. Drie jaar na zijn dood komen ze tot een akkoord. In het ‘Verdrag van Verdun’ (843) verdelen zij het Frankische Rijk in drie delen. Het middelste stuk valt later verder uiteen in kleinere vorstendommen. De twee andere delen leggen de basis voor het hedendaagse Frankrijk en Duitsland.

- Wie krijgt wat? Vul de tabel aan. Karel de Kale Lotharius

Lodewijk de Duitser

- In welk gebied ligt het grootste deel van onze gewesten?

be

- Geef de naam van drie buitenlandse groepen die het Frankische Rijk in de 9e eeuw aanvallen.

or

vo

- Met welk hedendaags land komt West-Francië grotendeels overeen? Onderstreep. België –China –Duitsland –Frankrijk –Italië –Zweden - Wie van de zonen krijgt de keizerstitel?

38

LES 5

De Franken, nieuwe heersers in het westen


ONWAARSCHIJNLIJK! Waar zijn de Franken gebleven? Na de 8e eeuw vertalen historici over het algemeen het Latijnse ‘Franci’ in ‘Fransen’. De Franken worden dus Fransen. De inwoners van Oost-Francië noemt men Duitsers, net zoals hun koning Lodewijk door ons ‘de Duitser’ wordt genoemd. De bewoners van de Duitse provincie Frankenland blijft men wel Franken noemen.

el dh oo f

ds

tu k

Op het vlak van taal zijn de Vlamingen en een deel van de Nederlanders de directe afstammelingen van de Merovingers en Karolingers. Het Nederlands wordt ook wel ‘NederFrankisch’ genoemd. In het moderne Arabisch noemt men Europa nog altijd ‘Firanja’, afgeleid van Francia.

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

vo

or

be

1 de begrippen ‘Karolingers’, ‘Merovingers’, ‘gouw’, ‘mark’, ‘gouwgraaf’, ‘markgraaf’, ‘hertog’, ‘domein’, ‘horigen’ en ‘klooster’ uitleggen 2 uitleggen wie de Franken, de Merovingers en de Karolingers zijn en hen in de tijd situeren 3 uitleggen hoe het Frankische rijk bestuurd wordt 4 de drie onderdelen van een domein geven en kort uitleggen 5 verklaren waarom de domeinen groter worden 6 aantonen dat geestelijken een belangrijke rol in het bestuur spelen 7 drie voorbeelden geven van culturele activiteiten onder de Karolingers 8 de datum van het ‘Verdrag van Verdun’ geven 9 een politiek, sociaal, economisch en cultureel kenmerk van het Frankische rijk geven

10 het bestuur van Lodewijk de Vrome met dat van Karel de Grote vergelijken 11 het ontstaan van Frankrijk en Duitsland verklaren

KUNNEN

1 bronnen indelen volgens soort 2 de betrouwbaarheid, het doel en bruikbaarheid van een bron met behulp van opdrachten inschatten 3 met behulp van een kaart de groei en het uiteenvallen van het Frankische rijk uitleggen 4 informatie uit een bron halen

Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.

B

De vroege middeleeuwen

39


LES 5 SCHEMA

De Franken, nieuwe heersers in het westen

tu k

1 Merovingers en Karolingers regeren over het rijk Frankische gebied = verschillende koninkrijkjes o.l.v. verschillende families Merovingers • Veroveren nieuwe gebieden, rijk wordt groter • 7e eeuw: minder macht + worden armer Oorzaken

el dh oo f

- laten bestuur over aan medewerkers

ds

• Chlodovech verslaat alle andere Frankische koningen, controle over volledige Frankische Rijk.

- belonen medewerkers met landerijen en waardevolle voorwerpen Karolingers

• rijke familie van medewerkers van de Merovingers • worden in 751 koning met steun van de paus • breiden het rijk verder uit

• 800: paus kroont Karel de Grote tot keizer.

2 De koning bestuurt het Frankische Rijk

be

Koning

• heeft alle macht en het rijk is zijn persoonlijk bezit; • is hoogste bestuurder, wetgever en rechter.

or

Rijk is ingedeeld in gouwen (provincies), bestuurd door een gouwgraaf of hertog. Karolingers richten marken op in grensgebieden, geleid door een markgraaf.

vo

• hertog + markgraaf = commando over een leger • zendgraven: controle van de graven, hertogen en markgraven in de tijd van Karel de Grote

40

LES 5

De Franken, nieuwe heersers in het westen


3 Landbouw is de belangrijkste economische activiteit Grond = macht en rijkdom Domeinen (in het noorden van het Frankische rijk) • Ze zijn het bezit van een klein aantal machtige families. • Ze worden groter omdat gewone boeren hun boerderijtjes afstaan. familie. • Domein bestaat uit een vroonhof, tenures en woeste gronden. • Ambachtslieden maken er gebruiksvoorwerpen.

tu k

- Ze worden horigen = in ruil voor een hoeve en bescherming dienen en gehoorzamen zij de

• Handelaars leveren producten en verhandelen goederen van het domein (deel van de oogst,

ds

gebruiksvoorwerpen ...).

4 De christelijke Kerk speelt een belangrijke rol in de cultuur

el dh oo f

Christelijke Kerk helpt de Frankische koningen bij het bestuur: opschrijven wetten + advies. Ontstaan van honderden kloosters

• Rijken en machtigen stichten zelf kloosters of schenken grond aan klooster. • Klooster of abdij = geestelijken leven er samen volgens leefregels o.l.v. een abt / abdis. - Regel van Benedictus: eenvoudig leven, studeren, bidden en handenarbeid Kloosters en koninklijk hof spelen een belangrijke rol in de cultuur • Bijhouden klassieke literatuur en boeken schrijven

• Ontstaan van scholen om jonge geestelijken op te leiden • Kunstenaars maken schilderingen en beelden.

be

• Latijn = taal van de wetenschap

5 Het Karolingische Rijk valt uiteen Lodewijk de Vrome = zoon en opvolger van Karel de Grote

or

• minder oorlogsvoering dus minder kans voor krijgers om te plunderen • meer interesse in godsdienst • verwaarlozing bestuur

vo

• slechte wegen + grootte van het rijk zorgen voor slechtere contacten Gevolgen • Graven en hertogen doen meer en meer hun eigen zin. • Zonen van Lodewijk maken nog tijdens zijn leven ruzie over verdeling van het rijk. Verdrag van Verdun (843) Zonen van Lodewijk verdelen na zijn dood het rijk.

B

De vroege middeleeuwen

41


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.