Traject Nederlands 4 XL - leerwerkboek

Page 1

BOEK

L

ERK EERW


N

VA

© IN


OEK

RKB ERWE

N

IN

LE

©

VA

4 XL

Patrick Arnou Alexander Colin Sofie Costermans Frederik De Ridder Ulrik De Roover Marie Diels Nikolai Dobbelaere Hanne Goossens Zoë Meerkens Lore Praet Elke Stasseyns Stef Van Aken Glenn Van Belleghem Annelies Van Laere Saskia Yperzeele


N

VA

© IN


Inhoud Starten met Traject Nederlands 4 Les 1 Les 2 Les 3

5

Taalbeschouwing – begintest Kortverhaal: Het kistje De overtuigingskracht van filmtrailers

9 22 31 38

Les 4 Les 5 Les 6

42 53 63

De mythe Gevoelswaarde van woorden Schematiseren en samenvatten

Tussenstop 1 Gedichten en emoties Het debat Het sprookje Tekstopmaak en citaat De sage Kortfilm: Provence Nepnieuws en urban legends

Tussenstop 2

VA

Les 14 Les 15 Les 16 Les 17

73

N

Les 7 Les 8 Les 9 Les 10 Les 11 Les 12 Les 13

IN

Literatuursuggesties 1

Kranten en rubrieken Vaste dichtvormen Bronvermelding Crime fiction

85 96 111 127 137 142 151

167 179 188 198 212

Literatuursuggesties 2

225

Les 18 Regionale taalvariatie

229

Tussenstop 3

238

Les 19 Les 20 Les 21 Les 22 Les 23 Les 24

256 265 274 280 288 301

©

Kortverhaal: Een halve dag Humor is (niet) om te lachen Wanneer communicatie fout loopt Actieve en passieve zinnen Theater Informatie verwerken: alledaagse mysteries

Tussenstop 4

INHOUD TRAJECT NEDERLANDS 4

309

3


Les 25 Gedichten lezen en bespreken Les 26 Stereotypering

321 333

Literatuursuggesties 3

338

Les 27 Realisme en romantiek Les 28 Taal zorgt voor inclusie en exclusie Les 29 Talige diversiteit: onderzoeksproject

342 354 368

Tussenstop 5

378

Les 30 Les 31 Les 32 Les 33 Les 34

389 397 400 411 423

IN

Balanstest: receptieve vaardigheden Opvoeringsanalyse Reclame Kortverhaal: Speciaal voor jou kom ik uit de toekomst Argumentatie opbouwen en uitwerken

433

©

VA

N

Tussenstop 6

4

INHOUD TRAJECT NEDERLANDS 4


STARTEN MET TRAJECT NEDERLANDS 4 Hoe ga je met dit boek aan de slag? We leiden je door enkele belangrijke aspecten.

1

OP WEG MET TRAJECT

les

s 1

Je vertelt hoe je een verhaal ervaart

IN

In dit leerwerkboek vind je lessen met verschillende achtergrondkleuren. Lessen met dezelfde achtergrondkleur behoren tot dezelfde stroom. s

m

3 Je gaat na hoe een schrijver spanning in zijn verhaal opbouwt

Je bespreekt de verhaalaspecten thema, ruimte, verhaaleinde, vertelstandpunt en personage verhaa

1

SITUEREN 1 Lees regel 1 tot 17 van het verhaal op de volgende pagina. a Bekijk aandachtig de afbeeldingen en voorspel over welk kistje het verhaal zou kunnen gaan.

22

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR

teratuur

m

N

m

nformat e & commun cat e

les

De overtuigingskracht van filmtrailers

VA

Voo aan e ke es z e e de esdoe en D e ve du de ken wat e met d e es zu t be e ken

3

w

w

w

D

U

m

UU VAN

m

N

M

W

©

taa nz cht

w

w

m

m

A

m

m

Na enke e essen s e Ween tussenstop D e he ken e aan de o an e achte g ondk eu n de tussenstops ga e ve de aan de s ag met de ee sto d e e t dens de voo gaande essen eeks behande de Het gaat h e om een he ha ng o een u tb e d ng van de ee sto woo denschat en meen c eat weve opd acht O m W

m

W w

w w

m

Hoe maak e een goede f mtra er? B

m

n de meeste essen voo z en we b de opd achten ru mte om e antwoord te noteren n somm ge essen geven we e echte ee st het b onmate aa m b voo bee d een a t ke en de b ho ende w nst uct es gevo gd doo u mte om te note en Zo moed gen mwe me aan om e antwoo den op een geo dende w m D de de g aad waa man e nee te sch ven Dat s een moo e voo be e d ng op de e ook ze stand g zu t moeten m note en w U

w

m

m

m

O

m

m m m

INHOUD TRAJECT NEDERLANDS 4

N

m

5


2

HULPMIDDELEN In de lessen ondersteunen we je met enkele kaders en iconen.

onthouden

IN

Onthouden-kaders bevatten belangrijke kennis, vaardigheden en strategieën.

woord

woord de robijn: rode edelsteen

VA

tip

N

Onderaan sommige pagina’s tref je de verklaring aan van een woord of uitdrukking op die pagina. Online bij het lesmateriaal vind je bij elke tussenstop een overzicht van de woorden die aan bod kwamen.

Bij sommige opdrachten staat een tip om je op weg te helpen. tip

Je kunt het metrum makkelijk vinden door beklemtoonde lettergrepen (meestal lange klanken) luider uit te spreken.

onDERWEG

©

Onderweg-kaders bevatten leuke weetjes.

6

STARTEN MET TRAJECT NEDERLANDS 4


5.4.5

Trajectwijzer Bij dit leerwerkboek hoort ook een Trajectwijzer met een overzicht van de theorie die in de tweede graad aan bod komt. Als je dit icoon ziet, vind je bijkomende informatie in die Trajectwijzer. Het nummer in het icoon verwijst naar het titelnummer. Zo vind je snel de juiste informatie! Voorkennis activeren Als je dit icoon ziet, ga je voorkennis activeren. Dat kan gaan om leerstof die je in een voorgaand schooljaar al gezien hebt of onderwerpen die je kent uit je dagelijks leven.

IN

Differentiatie Het differentiatie-icoon geeft aan dat je met een remediërings- of een verdiepingsopdracht te maken hebt. Je oefent verder op leerstof die je nog niet helemaal onder de knie hebt (remediëring) of je gaat een extra uitdaging aan (verdieping of uitbreiding). Woordenschat Dit icoon geeft aan dat je je woordenschat zult verrijken of strategieën leert om met nieuwe en moeilijke woorden om te gaan. Actief verwerken Eenmaal je kennis of vaardigheden verworven hebt, kun je actief verwerken. Je past wat je leerde zelfstandig toe in een nieuwe situatie.

N

Play Dit icoon geeft aan dat je een audio- of videofragment zult beluisteren of bekijken.

VA

Gamification Doorheen het boek vind je verschillende games. In een bijhorende video leggen we uit hoe je het spel speelt met je klasgenoten. QR-code Soms is het handig dat je extra lesinformatie of een video- of audiofragment zelf kunt bekijken of beluisteren op je smartphone. Daarom voorzien we QR-codes: scan ze en log in op diddit.

©

SPELREGELS

STARTEN MET TRAJECT NEDERLANDS 4

7


3

TRAJECT EN DIDDIT

IN

Het onlineleerplatform bij Traject

Materiaal Hier vind je het lesmateriaal en de online-oefeningen. Gebruik de filters bovenaan, de indeling aan de linkerkant of de zoekfunctie om snel je materiaal te vinden.

• •

N

Lesmateriaal Hier vind je het extra lesmateriaal bij Traject, zoals video’s, audio’s, pdf's … Oefeningen De leerstof kun je inoefenen op jouw niveau. Je kunt hier vrij oefenen.

VA

Opdrachten Hier vind je de opdrachten terug die de leerkracht voor jou heeft klaargezet. Evalueren Hier kan de leerkracht toetsen voor jou klaarzetten.

©

Resultaten Wil je weten hoever je al staat met oefenen, opdrachten en evaluaties? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.

E-book Het e-book is de digitale versie van het leerwerkboek. Je kunt erin noteren, aantekeningen maken, zelf materiaal toevoegen ...

8

STARTEN MET TRAJECT NEDERLANDS 4

Meer info over diddit vind je op www.vanin.diddit.be/nl/leerling.


les

1

Taalbeschouwing – begintest 1 Je bepaalt wat je nog

weet over taalbeschouwing

Je herkent en benoemt de verschillende zinsdelen

3

5 Je vergelijkt woordsoorten 4

2

Je herhaalt de belangrijkste woordsoorten en voornaamwoorden

en hoofdlettergebruik in verschillende talen

Je gebruikt je inzicht in taal om teksten te verbeteren

1

IN

De voorbije schooljaren maakte je kennis met heel wat taalbeschouwelijke elementen. In deze les ga je na wat je nog weet over zinsleer en woordsoorten. Zo weet je waar je staat en welke onderdelen je nog moet opfrissen.

WAT WEET JE NOG?

1 In dit raster staan vijf groepen van drie woorden door elkaar. a Groepeer de woorden die tot dezelfde woordsoort behoren.

N

b Benoem daarna de categorieën.

op

onze

met

stoel

uw

enkele

sommige

gisteren

berg

computer

erg

mijn

achter

twee

VA

heel

2 Benoem de onderstreepte woordsoorten.

a Een Britse veteraan van honderd jaar heeft meer dan 35 miljoen euro verzameld voor de Britse gezondheidszorg.

©

10

   

voorzetsel bijwoord voornaamwoord bijvoeglijk naamwoord

b Hij stapte rondjes in de tuin met zijn wandelrek.    

werkwoord telwoord zelfstandig naamwoord bijvoeglijk naamwoord

LES 1 TAALBESCHOUWING – BEGINTEST

9


c Voor die daad werd hij geridderd.    

aanwijzend voornaamwoord betrekkelijk voornaamwoord persoonlijk voornaamwoord bijvoeglijk naamwoord

d De koningin reikte hem een lintje uit op Buckingham Palace. aanwijzend voornaamwoord betrekkelijk voornaamwoord persoonlijk voornaamwoord bijvoeglijk naamwoord

e Een half jaar later stierf hij.    

aanwijzend voornaamwoord telwoord bijwoord bijvoeglijk naamwoord

3 Benoem het onderstreepte zinsdeel.

11.2

IN

   

N

a Elk jaar worden de Jamies uitgereikt voor de beste onlinevideomakers.

b De Jamies is een initiatief van Filmfestival Oostende.

VA

c Ze willen Vlaamse onlinecontent op sociale media zoals YouTube, TikTok, Instagram en Twitch meer erkenning geven.

d De award telt negen categorieën en één publieksprijs.

e De winnaars worden voor de helft gekozen door de onlinestemmen en voor de andere helft door de jury.

Momenteel zijn het vooral tieners en jongeren die onlinecontent maken.

©

f

g De initiatiefnemers hopen dat ze door deze awards uit te reiken ook een oudere generatie kunnen stimuleren om onlinevideo’s te maken.

10

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


4 Lees het volgende krantenartikel. a Onderstreep het onderwerp in elke zin. b Markeer alle lijdende voorwerpen in het geel. c Markeer de meewerkende voorwerpen in het groen. d Onderstreep alle bijwoordelijke bepalingen met een stippellijn.

Sneeuwstorm woedt door de VS

IN

e Is de titel van het artikel een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?

Het noordoosten van de Verenigde Staten wordt

getroffen door een heel zware sneeuwstorm. Het

sneeuwt al urenlang onophoudelijk. In New York

is de noodtoestand afgekondigd. De gouverneur en de burgemeester van New York vragen niet op

straat te komen. De metrolijnen zijn gesloten en de leerlingen krijgen afstandsonderwijs. De stad biedt

N

hulp aan de daklozen.

Bron: www.vrt.be

5 Hieronder vind je vijf zinnen.

11.1

VA

a Is de zin een mededelende zin (M), een vragende zin (V), een bevelende zin (B) of een uitroepende zin (U)? b Is de zin enkelvoudig (E) of samengesteld (S)?

M/V/B/U

E/S

1 Er is een meteoriet vanuit de ruimte neergestort op aarde, in ons land! 2 Hij zou ergens tussen Dendermonde en Aalst moeten liggen. 3 In sommige scholen zijn ze al een zoektocht gestart, maar zo’n meteoriet vinden is niet zo simpel. 4 Weet jij wat een meteoriet is?

©

5 Zoek het nu op!

2

WOORDSOORTEN

10

1 Zeg tot welke woordsoort de onderstreepte woorden behoren. a De meester zegt tegen Jantje: ‘Wat ben je laat!’ Zegt Jantje: ‘Maakt dat wat uit dan?’ “Het is nooit te laat om te leren”, zegt u altijd.’ meester: ben: dat: u: LES 1 TAALBESCHOUWING – BEGINTEST

11


b Twee wc-potten staan naast elkaar. Zegt de ene pot tegen de andere: ‘Je hebt daar een vlekje.’ Zegt de andere wc-pot: ‘Hoe kun jij dat nou zien? Je hebt jouw bril niet eens op!’ twee: naast: de: een: jij:

IN

jouw: c Een olifant doet mee aan een toneelstuk. Wat denk je? Toneel stuk! aan: toneelstuk: stuk:

d Jantje vraagt aan zijn moeder: ‘Hoe wordt een veulen geboren?’ Moeder zegt: ‘Eerst het hoofd, dan de poten en als laatste het achterlijf.’ Jantje antwoordt verbaasd: ‘Maar wie zet hem dan in elkaar?’

geboren: verbaasd: hem:

N

zijn:

e Wat zegt een kip tegen een lantaarnpaal? Antwoord: tok.

VA

kip:

een:

Wie het over studeren heeft, heeft het over werken Wie het over werken heeft, heeft het over het geld Wie het over geld heeft, heeft het over uitgaven Wie het over krediet heeft, heeft het over schuld Wie het over schuld heeft, heeft het over de deurwaarder En daarmee ook van ‘in de shit zitten’

©

Wie het over liefde heeft, heeft het ook over kinderen Zegt ‘voor altijd’ en zegt scheiden Wie het erover met naasten heeft, heeft het over rouw want problemen komen zelden alleen Wie het over een crisis heeft, heeft het over een heleboel mensen, heeft het over de hongersnood van de derde wereld Wie het over moe zijn heeft, heeft het ook over wakker worden, nog suf van de vorige dag Dus gaan we los, om de problemen te vergeten Dus dan dansen we, dus dan dansen we, dus dan dansen we

12

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


2 Op de vorige pagina vind je de Nederlandse vertaling van een Franstalige dansklassieker. a Zet de onderstreepte woorden bij de juiste woordsoort. bepaald lidwoord infinitief persoonlijk voornaamwoord bijwoord voorzetsel

bijvoeglijk naamwoord zelfstandig naamwoord b Van welk nummer is dit de vertaling?

IN

rangtelwoord

3 Je vindt hieronder twee vertalingen van Engelstalige songteksten. a Zet de tien onderstreepte woorden bij de juiste woordsoort.

N

persoonlijk voornaamwoord bezittelijk voornaamwoord

aanwijzend voornaamwoord wederkerig voornaamwoord

VA

onbepaald voornaamwoord werkwoord

Je had mijn hart, en we zullen nooit ver van elkaar zijn Misschien in magazines, maar je zult nog steeds mijn ster zijn, schat Want in het donker, kun je blinkende auto’s zien En dat is wanneer je me daar nodig hebt Met jou zal ik alles delen

©

(…)

Nu het meer dan ooit regent Weet dat we dan nog steeds elkaar hebben Je kunt onder mijn paraplu staan Je kunt onder mijn paraplu staan

LES 1 TAALBESCHOUWING – BEGINTEST

Ik ga ten onder en deze keer Vrees ik dat er niemand is om me te redden Dit ‘alles of niets’ Maakt me werkelijk stapelgek Ik heb iemand nodig om te helen Iemand om te kennen Iemand om te hebben Iemand om vast te houden Het is gemakkelijk gezegd Maar het is nooit hetzelfde, denk ik Ik vond de wijze Waarop je alle pijn verdoofde best aardig

13


b Van welke klassiekers zijn dit de vertalingen?

4 Online vind je aanvullende oefeningen over de verschillende woordsoorten en voornaamwoorden.

3

ZINSLEER

11.2

1 Verbind de uitspraak aan de zin.

De zin bevat een wwg en een nwg. De zin bevat een nwg. De zin telt twee wwg’s en een nwg. De zin telt twee wwg’s. De zin bevat een wwg dat bestaat uit een pv + te + infinitief.

VA

a b c d e

N

IN

1 Stalking is het opzettelijk en herhaaldelijk lastigvallen en achtervolgen van een persoon. 2 Stalkers proberen op allerlei manieren controle en macht uit te oefenen op hun slachtoffer. 3 Onderzoekers hebben aan internetgebruikers gevraagd of ze de afgelopen twaalf maanden wel eens last hebben gehad van stalking. 4 Zij dachten er regelmatig aan terug, sliepen er slecht van of waren er erg boos over. 5 Van de jongeren meldde maar 8 procent het incident bij de politie en dat is erg weinig.

1

2

3

4

5

2 Onderzoek deze zinnen en beantwoord de vragen door te onderstrepen wat past. a Veel kinderen vinden spreken in de klas niet leuk. • • •

Deze zin telt een gezegde (wwg of nwg) / twee gezegdes / meerdere gezegdes. Dit is een enkelvoudige zin / samengestelde zin. Dit is een mededelende / vragende / uitroepende / bevelende zin.

©

b Je zit in de klas, de leraar of lerares stelt een vraag, eigenlijk weet je het antwoord wel, maar je durft het niet te zeggen. • • •

Deze zin telt een gezegde (wwg of nwg) / twee gezegdes / meerdere gezegdes. Dit is een enkelvoudige zin / samengestelde zin. Dit is een mededelende / vragende / uitroepende / bevelende zin.

c Ken jij dat gevoel ook? • • •

14

Deze zin telt een gezegde (wwg of nwg) / twee gezegdes / meerdere gezegdes. Dit is een enkelvoudige zin / samengestelde zin. Dit is een mededelende / vragende / uitroepende / bevelende zin.

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


d Volgens een onderzoek uit Nederland zou één op de drie kinderen bang zijn als ze iets moeten zeggen in de klas. • • •

Deze zin telt een gezegde (wwg of nwg) / twee gezegdes / meerdere gezegdes. Dit is een enkelvoudige zin / samengestelde zin. Dit is een mededelende / vragende / uitroepende / bevelende zin.

e De helft van de kinderen wordt zenuwachtig bij een spreekbeurt.

f

Deze zin telt een gezegde (wwg of nwg) / twee gezegdes / meerdere gezegdes. Dit is een enkelvoudige zin / samengestelde zin. Dit is een mededelende / vragende / uitroepende / bevelende zin.

Daar moet iets aan gedaan worden! • • •

IN

• • •

Deze zin telt een gezegde (wwg of nwg) / twee gezegdes / meerdere gezegdes. Dit is een enkelvoudige zin / samengestelde zin. Dit is een mededelende / vragende / uitroepende / bevelende zin.

3 Benoem de onderstreepte zinsdelen.

a Elk jaar zetten Vlaanderen en Nederland poëzie een week lang in de kijker.

N

b Gedichtendag is sinds 2000 een jaarlijks poëziefeest in Nederland en Vlaanderen.

c Ieder jaar op de laatste donderdag van januari staat de poëzie centraal.

VA

d Diverse grote partners langs beide landsgrenzen bundelen de krachten om samen poëzie te promoten en op de kaart te zetten.

e Een jury bepaalt wie de prijs voor het beste gedicht wint.

f

Veel boekhandels en bibliotheken organiseren op die dag poëtische activiteiten.

©

g Leraren lezen hun favoriete gedichten aan hun leerlingen voor.

h Sinds 2013 is Gedichtendag de eerste dag van de Poëzieweek.

i

Gedichtendag is gebaseerd op de succesvolle National Poetry Day in Engeland.

j

Klanten van de boekhandel krijgen in de Poëzieweek bij aankoop van € 12,50 aan poëzie het Poëziegeschenk cadeau.

LES 1 TAALBESCHOUWING – BEGINTEST

15


4 Lees onderstaande krantenkoppen. a Onderstreep de onderwerpen één keer. b Onderstreep de lijdende voorwerpen twee keer. c Schrap de bijwoordelijke bepalingen.

Man van 22 krijgt nieuw gezicht en nieuwe handen na transplantatie

Overlevingspercentage na kankerdiagnose spectaculair gestegen

IN

lijk NASA-voertuig einde geland op rotsblok

Iraanse topspion krijgt 20 jaa r cel voor verijdelde aanslag in Par ijs

Vrouw filmt per ongeluk staatgreep in Myanmar

5 Online vind je aanvullende oefeningen over zinnen, gezegdes en zinsdelen.

VERVOLGOEFENINGEN

N

4

1 Kruis alle juiste uitspraken aan. Bij sommige opdrachten is meer dan één uitspraak correct. a Een derde van iedereen die in België woont, heeft een andere nationaliteit of is van buitenlandse afkomst. Dat wil zeggen dat zij of hun mama of papa hier niet geboren zijn.

VA

 ‘Derde’ is een rangtelwoord.  ‘In België’ is een voorzetselvoorwerp.  ‘Dat’ is een aanwijzend voornaamwoord.

b Celine en Michiel hebben dit weekend een hondje gekocht. De puppy heet Trixie en het is een chowchow. Superschattig! Toch zijn veel mensen niet zo blij met de nieuwe hond van CEMI. Ze krijgen veel kritiek, omdat ze de hond gekocht hebben bij een broodfokker.  ‘Trixie’ is een lijdend voorwerp.  ‘Met de nieuwe hond van CEMI’ is een voorzetselvoorwerp.  ‘De hond’ is een meewerkend voorwerp.

©

c In december vieren de joden een speciaal feest: Chanoeka. Letterlijk betekent dat lichtjesfeest, en het wordt overal ter wereld gevierd.  ‘December’ is een zelfstandig naamwoord.  ‘Letterlijk’ is het onderwerp van de zin.  ‘Overal’ is een voornaamwoord.

2 Verdeel de zinnen in zinsdelen en plaats er ook telkens de juiste term bij.

12

a Pie is een typisch Brits gerecht.

b Je kunt het gerecht dertig minuten in de oven zetten.

16

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


c Hij is benieuwd naar de smaak.

d Bij zo’n gerecht moet je de gasten een biertje aanbieden.

e Welke culinaire specialiteiten heeft België te bieden?

3 De onderstreepte zinsdelen in deze oefening beginnen met een voorzetsel. Gaat het om een voorzetselvoorwerp, een meewerkend voorwerp of een bijwoordelijke bepaling? a Ik ben dol op feesten.

IN

11.2

b Op zaterdag is het zover: dan organiseren we een grote fuif.

c Het dansfeest vindt plaats in een grote zaal.

N

d Die zaal is echt geschikt voor zoveel mensen.

VA

e Bij het binnenkomen hangt iedereen zijn jas aan de kapstok.

f

We zullen naar onze lievelingsmuziek luisteren.

g Een band zal vrolijke nummers spelen voor de genodigden.

h We zijn al helemaal klaar voor het feest.

4 Markeer het signaalwoord in onderstaande zinnen en benoem telkens het verband.

©

4.5.4

a Dierenverzorgers posten regelmatig een selfie met een aap, zodat ze met hun volgers nieuwtjes kunnen delen.

b Omdat die foto’s zo cute zijn, willen heel wat mensen een aap als huisdier.

c Een aapje is erg schattig, maar niet geschikt als huisdier.

d Ze leven niet graag in een huis, want ze hebben een groot terrein nodig.

LES 1 TAALBESCHOUWING – BEGINTEST

17


e Bergketens ontstaan doordat twee continentale platen tegen elkaar botsten.

f

Hoewel we elkaars tegenpolen zijn, passen we goed bij elkaar.

g Als je nu gaat slapen, zul je morgen uitgerust zijn.

5

TEKSTEN VERBETEREN

IN

5 Online vind je aanvullende oefeningen over woordsoorten, voornaamwoorden en zinsleer.

In deze opdrachten gebruik je je kennis en inzicht in hoe zinnen gebouwd zijn om teksten beter te maken.

N

1 Als eindredacteur van een nieuwswebsite moet je ervoor zorgen dat jouw journalisten aantrekkelijke en afwisselende teksten schrijven. In deze tekst begint elke zin met het onderwerp. Saai! Verschuif de zinsdelen of voeg zinsdelen toe en je zult zien dat de tekst aantrekkelijker wordt.

VA

Jongeren zijn niet meer wat ze twintig of dertig jaar geleden waren. Ze zijn veel mondiger en de meesten hebben ook een sterkere onderhandelingspositie binnen het gezin (of de gezinnen) waar ze deel van uitmaken. Zij bepalen voor een groot stuk waar hun ouders geld aan uitgeven, dat is uit onderzoek gebleken. Ze beslissen mee waar ze op reis gaan, welke ontbijtgranen ze kopen en zelfs welke kleur de nieuwe gezinswagen heeft.

©

Bron: www.knack.be

18

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


2 Ook hier heb je als eindredacteur wat werk. Alle zinnen zijn immers mededelende zinnen. Herschrijf enkele zinnen tot vraagzinnen, bevelende of uitroepende zinnen, zodat de lezer zich meer aangesproken voelt. Veel jongeren vinden het moeilijk om vroeg op te staan. Britse en Amerikaanse onderzoekers beweren nu ook dat een schooldag te vroeg begint. Door een te vroeg aanvangsuur krijgen kinderen en jongeren te weinig slaap en kunnen ze aan chronisch slaaptekort lijden. Zoiets leidt tot leer- en gezondheidsproblemen. Zestienjarigen bijvoorbeeld vertrekken beter pas om 10 uur naar school. Misschien is dat ook voor jou beter. Je kunt het voorleggen in de leerlingenraad. Het kan een interessante discussie opleveren.

N

IN

Bron: www.knack.be

VA

3 De volgende tekst bevat alleen maar enkelvoudige zinnen. Voor nieuwswebsites met adolescenten als doelpubliek mag daar zeker wat meer afwisseling bij zitten. Voeg enkelvoudige zinnen samen en maak er samengestelde zinnen van. De druk op jonge mensen is enorm hoog. De consumptiemaatschappij creëert verwachtingen. Die verwachtingen zijn reusachtig en onrealistisch. Jongeren lijken meer vrijheid te hebben dan vroeger. Jongeren worstelen meer met die vrijheid. Ze zoeken naar een eigen identiteit. Ze proberen tegelijk te voldoen aan torenhoge verwachtingen. Dat zorgt voor stress bij vele jongeren.

©

Bron: www.knack.be

LES 1 TAALBESCHOUWING – BEGINTEST

19


6

TALEN VERGELIJKEN zin 1

zin 2

zin 3

zin 4

Ik houd van de natuur.

Zij eet een gezonde maaltijd.

Hassan en Sara spreken vloeiend Duits.

Waar ga je naar school?

Engels

I love nature.

She eats a healthy meal.

Hassan and Sara speak German fluently.

Where do you go to school?

Duits

Ich liebe die Natur.

Sie isst eine gesunde Mahlzeit.

Hassan und Sara sprechen fließend Deutsch.

Wo gehst du zur Schule?

Frans

J’aime la nature.

Elle mange un repas sain.

Hassan et Sara parlent couramment allemand.

Où vas-tu à l’école? / Tu vas à l’école où?

IN

Nederlands

1 Beantwoord volgende vragen over de zinnen in de tabel.

N

a Welke lidwoorden kun je terugvinden in de voorbeeldzinnen? Zijn dat bepaalde of onbepaalde lidwoorden? onbepaald

Nederlands Engels

VA

Duits

Frans

b ‘Gezonde’, ‘healthy’, ‘gesunde’ en ‘sain’ zijn een voorbeeld van een …  zelfstandig naamwoord  bijvoeglijk naamwoord

 persoonlijk voornaamwoord  lidwoord

 bijwoord  werkwoord

c ‘Vloeiend’, ‘fluently’, ‘fließend’ en ‘couramment’ zijn een voorbeeld van een …

©

 zelfstandig naamwoord  bijvoeglijk naamwoord

 persoonlijk voornaamwoord  lidwoord

 bijwoord  werkwoord

d ‘Ik’, ‘I’, ‘du’ en ‘tu’ zijn een voorbeeld van een …  zelfstandig naamwoord  bijvoeglijk naamwoord

e

 bijwoord  werkwoord

‘Sprechen’ en ‘mange’ zijn een voorbeeld van een …

 zelfstandig naamwoord  bijvoeglijk naamwoord

20

 persoonlijk voornaamwoord  lidwoord

TRAJECT NEDERLANDS 4

 persoonlijk voornaamwoord  lidwoord

TAALINZICHT

 bijwoord  werkwoord

bepaald


2 Vul onderstaand kruiswoordraadsel in. 1

2

3

5

6

7

IN

4

8

9

het bijwoord in de Franse zin 3 het zelfstandig naamwoord in de Duitse zin 1 het persoonlijk voornaamwoord in de Duitse zin 2 het werkwoord in de Duitse zin 2 het zelfstandig naamwoord in de Nederlandse zin 4 het werkwoord in de Franse zin 4 het onbepaald lidwoord in de Duitse zin 2 het vragend voornaamwoord in de Duitse zin 4 het bijvoeglijk naamwoord in de Nederlandse zin 2 het bijwoord in de Engelse zin 3 het persoonlijk voornaamwoord in de Engelse zin 4

VA

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

11

N

10

3 Markeer de hoofletters in alle zinnen in de tabel boven opdracht 1. Plaats onderstaande stellingen bij de juiste taal. a Een zin start met een hoofdletter.

b Een eigennaam wordt geschreven met een hoofdletter.

©

c Elk zelfstandig naamwoord wordt geschreven met een hoofdletter. d Een taal wordt geschreven met een hoofdletter. Nederlands

LES 1 TAALBESCHOUWING – BEGINTEST

Engels

Duits

Frans

21


les

Kortverhaal: Het kistje

2

3 Je gaat na hoe een schrijver

Je vertelt hoe je

1 een verhaal ervaart

spanning in zijn verhaal opbouwt

2

4 Je kent de term 'zelfvervullende

Je bespreekt de verhaalaspecten thema, ruimte, verhaaleinde, vertelstandpunt en personage

SITUEREN

IN

1

voorspelling' en onderzoekt hoe die in veel populaire verhalen aan bod komt (uitbreiding)

1 Lees regel 1 tot 17 van het verhaal op de volgende pagina.

a Bekijk aandachtig de afbeeldingen en voorspel over welk kistje het verhaal zou kunnen gaan. 2

N

1

4

VA

3

©

b Waarom staat volgens jou dat kistje centraal in het kortverhaal? Geef in een aantal kernwoorden je antwoord weer.

PREHISTORIE

5 4

50

19

17 ±

±

50 ±

14

0 50 ±

80 ±

±

35

0

0

0

v. C

v. C

.

.

c In welk tijdvak zou het verhaal zich kunnen afspelen? Geef daarvoor twee argumenten.

OUDE NABIJE OOSTEN

KLASSIEKE OUDHEID

MIDDELEEUWEN

HEDENDAAGSE TIJD

MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD

22

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


2 Je krijgt achtergrondinformatie over Aline Sax, de auteur van het verhaal. a Wat verwacht je over de schrijfstijl, het thema en de moeilijkheidsgraad van het verhaal? b Welke van haar boeken heb je al gelezen?

onDERWEG

IN

Het eerste boek van Aline Sax, Mist over het strand, werd gepubliceerd toen ze zestien jaar was. Het verhaal gaat over Duitse kindsoldaten tijdens de Tweede Wereldoorlog en toonde direct Alines passie voor het leven van gewone mensen tijdens oorlogen in een bepaalde historische periode. Dat thema komt ook terug in Het meisje en de soldaat (Eerste Wereldoorlog), Geen stap terug (De slag bij Stalingrad), Grensgangers (over de Berlijnse muur) en De hond van Roosevelt (over het Ardennenoffensief tijdens de Tweede Wereldoorlog). Aline studeerde geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen en maakte een doctoraat. Ze werkt op dit moment als onderzoeker en docent.

N

Haar romans werden al vaak genomineerd en wonnen zowel in het binnen- als buitenland prijzen. Bron: www.alinesax.be

HET VERHAAL BELEVEN

VA

2

Het kortverhaal wordt in drie stukken verteld. Na elk deel beantwoord je samen met een medeleerling een aantal vragen en koppel je klassikaal terug.

Het kistje Deel 1

De jongen keek toe hoe de vreemdeling voorzichtig zijn soepkom leeglepelde. Alsof de man na elke slok wilde luisteren of iemand op hem toesloop. Hij had zijn mantel niet uitgetrokken, zijn kap niet afgeschud. Met een donkere stem had hij om eten en een kamer gevraagd. Nu zat hij in de gelagzaal en het leek alsof zijn aanwezigheid een schaduw wierp over de hoek waarin hij zat. De tafeltjes rond hem bleven leeg. Toch schonk geen van de andere gasten enige aandacht aan hem, hun luide gesprekken lieten zich niet dempen. De man leek niets van zijn omgeving te merken en lepelde behoedzaam verder, weggekropen in zijn mantel. De jongen vroeg zich af welk geheim de vreemdeling in zijn hoofd droeg. Toen de man gegeten had, ging de jongen hem voor naar zijn kamer. Hij opende de deur, liet de man de kamer inspecteren en zette de olielamp die hij meegebracht had op het nachttafeltje naast het bed. Nog even bleef hij wachten op verdere wensen van de man. ‘Sluit de deur’, zei de vreemdeling zacht maar kordaat. De jongen gehoorzaamde met een hand die trilde van opwinding.

©

1

5

10

woord de gelagzaal: zaal waar gegeten en gedronken wordt

LES 2 KORTVERHAAL: HET KISTJE

23


15

De jongen nam het kistje aan en bracht het naar zijn kamer. Toen hij die nacht in bed lag, kon hij de slaap niet vatten. Hij lag naar de dakspanten te staren die zich ergens boven hem in de duisternis verborgen en dacht aan het kistje onder zijn bed. Het was alsof het een vreemde gloed afgaf. Een gloed die hem omringde, uit zijn slaap hield en een trillende spanning door zijn buik joeg. Hij luisterde hoe de laatste gasten naar boven stommelden. In een kamer werd zacht geruzied en in de kamer onder hem, de kamer van de vreemdeling, hoorde hij een eentonig bonken. Wat zat er toch in dat kistje dat zo belangrijk is? Maar voor hij er verder over kon nadenken, overviel hem een donkere, diepe slaap zonder beelden.

IN

20

Terwijl de man zich naar hem omdraaide, haalde hij een donker houten kistje met ijzeren beslag van onder zijn mantel. Een nieuw hangslot blonk in het licht van de olielamp. ‘Kun je dit voor me bewaren vannacht?’ De jongen keek naar het kistje. ‘Niemand mag weten dat jij het hebt. Niemand mag weten dat het hier is.’ De jongen vroeg zich af wat erin zou zitten. ‘Maar maak het niet open. Niemand mag de inhoud ervan zien. Anders zal hij onherroepelijk gestraft worden.’

woord

het beslag: bekleding, versieringen onherroepelijk: zonder mogelijke verandering het dakspant: balk van het dak

N

1 Over wie gaat het? Wie zijn de twee belangrijkste personages? 2 Waar en wanneer speelt het verhaal zich af? Argumenteer je antwoord. 3 Hoe zou je de sfeer in dit deel beschrijven?

a Kies een van de onderstaande bijvoeglijke naamwoorden.

VA

b Geef met één argument of voorbeeld aan waarom je dat vindt. poëtisch

beklemmend

sinister

humoristisch

ijzingwekkend

magisch

uitbundig

somber

4 Vat de belangrijkste gebeurtenis in dit fragment in maximaal drie zinnen samen. 5* Wat vond je van de beginzin van dit fragment?

©

* Het antwoord op deze vraag hoef je niet te noteren.

24

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


Deel 2

35

40

VA

45

Toen hij die avond weer in bed kroop, viel de jongen bijna meteen in slaap. Maar in het midden van de nacht schrok hij wakker uit een vreselijke nachtmerrie. Hij had het kistje geopend en het had vol gezeten met robijnen die rood schitterden. Toen hij zijn hand ernaar uitstrekte, waren de diamanten veranderd in vlammen die zijn hand verbrand, tot op het bot verkoold hadden. De jongen keek naar zijn hand, maar tegelijkertijd ontglipte hem de laatste herinnering van de droom. Ook de volgende nachten werd hij geplaagd door nachtmerries. Ze werden steeds angstaanjagender. Elke nacht opnieuw. Het kistje schonk hem rijkdom, kennis, macht, geluk, maar steeds sloeg het geschenk om in iets afschuwelijks. Nog voor hij over de dromen kon nadenken, verdwenen ze in de nevelen van zijn herinnering. Het enige wat overbleef, was een zwaar beklemmend gevoel in zijn borst waardoor hij amper kon ademen. De dromen waren levensecht. De jongen durfde niet meer te slapen. Hij bleef rechtop in bed zitten, uit angst om op zijn strozak, onder de warme deken, overmand te worden door de slaap. De uren kropen voorbij. Hij wachtte op het eerste spoortje van de dageraad, dat de dreiging van de dromen deed afnemen. Met een zwaar hoofd sleepte hij zich door de dag om ’s nachts weer overeind te zitten met het donkere gevoel van de angst dat in zijn buik klopte. Na drie dagen en drie nachten kon hij het niet langer uithouden. Toen het laatste gestommel van de gasten was weggestorven, trok hij zijn broek en hemd weer aan, greep het kistje van onder het bed en sloop naar buiten. De koude nachtlucht greep in zijn hemd en maakte zijn hoofd helder. Hij zadelde een paard en reed diep het woud in.

IN

30

De volgende ochtend wilde hij de vreemdeling wekken, maar die was niet op zijn kamer. Het bed was opgedekt en de olielamp verdwenen. Beneden in de gelagzaal en ook in de stallen was de man niet te bespeuren. Niemand had hem gezien. Ook die vorige avond niet. De jongen vroeg het aan de meid en de gasten. Maar zelfs zijn vader kon zich geen man herinneren die aan de beschrijving van zijn zoon voldeed. ‘Er is hier niemand geweest’, zei hij. ‘Kamer zes is vannacht niet bezet geweest. Je moet je vergist hebben.’ De jongen rende naar boven, waar het kistje nog steeds onder het bed stond. Niemand mag de inhoud ervan zien.

N

25

woord

de robijn: rode edelsteen

6 De vreemdeling blijkt een heel mysterieuze figuur te zijn. Waaruit kun je dat afleiden? 7 De jongen is door de gebeurtenissen duidelijk zichzelf niet meer. a Hoe zou je de emotionele toestand van de jongen kunnen omschrijven? b* Zou jij op dezelfde manier reageren? Waarom wel of niet?

8 Beschrijf de geografische ruimte zo gedetailleerd mogelijk.

15.4.2

9 Dit stuk eindigt met een cliffhanger. Hoe denk je dat het verhaal verdergaat?

©

15.8.1

LES 2 KORTVERHAAL: HET KISTJE

25


Deel 3

55

60

65

N

70

Op een open plek hield hij halt. Het maanlicht dat af en toe door de wolken kwam, gooide een golvend wit licht over de knoestige boomstronk in het midden van de plek. De jongen maakte het paard vast aan een boom en liep met een spade uit de zadeltassen en het kistje naar de stronk. Hij groef een gat, zo diep als hij zelf groot was, en legde het kistje daarin. Een laatste golf wit licht blikkerde op het hangslot voor hij het kistje, samen met de dromen en angsten begroef. Terwijl hij weer naar de herberg reed, voelde hij hoe het zware gevoel op zijn borst verminderde en de angst in zijn buik oploste. Hij gleed meteen onder de dekens en viel in een diepe slaap. Maar de nachtmerries hielden niet op. Die nacht droomde hij nog afschuwelijker dan ervoor. Nu kon hij niet meer zien wat er in het kistje zat. Hij probeerde het te openen, maar het hangslot, dat nu een sinister witte gloed verspreidde, gaf niet mee. En ook nu overkwamen hem de vreselijkste dingen. Nog vreselijker dan de vorige nachten, nog vreselijker dan hij zelf had kunnen verzinnen. Toen hij wakker schoot, had de angst zijn hele lichaam gevuld. Als hij opnieuw in slaap zou vallen, zou hij er nooit meer uit wakker worden. Hijgend sprong hij uit bed, greep de spade en een bijl en reed opnieuw naar de open plek in het woud. Terwijl hij zijn paard aanspoorde tot meer snelheid kolkte het in zijn hoofd. Hij moest weten wat er in het kistje zat. Dat alleen kon hem van de nachtmerries afhelpen. Hij moest het weten. Hij moest het weten! De woorden dreunden in zijn hoofd, op het ritme van de galopperende paardenhoeven. Als een bezetene begon hij het kistje op te graven. Woedend en dolgedraaid door de woorden in zijn hoofd sloeg hij met de bijl op het kistje. Hij moest weten wat er in het kistje zat! Met alle kracht die hij nog in zijn uitgeputte armen had, hakte hij op het kistje in. Tot twee splinters hem in het gezicht vlogen. Hij greep naar zijn ogen. En toen hij hoorde hoe het kistje opensprong, was hij volledig omringd door een ondoordringbare duisternis.

IN

50

woord

VA

sinister: eng, gevaarlijk, angstaanjagend

10 Leg in je eigen woorden uit wat er aan het einde van het verhaal precies is gebeurd. 11 Vergelijk dat einde met jouw voorspelling in opdracht 9. a Geef minimaal twee punten van overeenkomst of verschil. b Geef één bijvoeglijk naamwoord dat het einde volgens jou samenvat.

©

12 Bedenk tot slot één vraag die je aan het hoofdpersonage zou willen stellen. Leg uit waarom je dat zou willen vragen.

26

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


3

DOORDRINGEN TOT DE TEKST 1 Het kortverhaal werkt naar een ontknoping toe. Aline Sax zorgt voor verschillende elementen die spanning in het verhaal houden.

15.4.3 15.5.1 15.8.2 15.6 15.9

• • • • •

verhaalbegin hoofdpersonage sfeerschepping vertelperspectief thema

IN

a Bespreek onderstaande verhaalelementen in Het kistje.

b Markeer de twee verhaalelementen die volgens jou voor de meeste spanning zorgen in dit verhaal. c Overloop die met een medeleerling en geef voor elk element een passend argument. 15.4.3

2 Je focust nu op het einde van het verhaal.

a Heb je te maken met een open of een gesloten einde? Leg uit waarom je die keuze maakt.

©

VA

N

b* Als jij de schrijver van het verhaal was, zou je dan het einde zo laten of zou je het veranderen? Wat zou je aanpassen?

LES 2 KORTVERHAAL: HET KISTJE

27


3 Dit kortverhaal bevat een duidelijke levensles. Het vertelt de lezer wat hij/zij best (niet) doet. a Omschrijf die levensles zo concreet mogelijk. b Het hoofdpersonage volgt de levensles niet. Hoe komt dat? 4 Het kortverhaal doet je wellicht denken aan een sprookje. a Geef twee overeenkomsten met die verhaalvorm.

©

VA

N

IN

b Geef ook één duidelijk verschilpunt.

28

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


4

UITBREIDING: ZELFVERVULLENDE VOORSPELLING 1 Aline Sax speelt in het kortverhaal met het verschijnsel van de zelfvervullende voorspelling. a Zoek op wat dat fenomeen betekent.

IN

b Leg uit hoe de schrijfster dat toepast in Het kistje.

N

2 De zelfvervullende voorspelling wordt vaak gebruikt als verhaallijn, zowel in de jeugdliteratuur als in de populaire cultuur. Vorm samen met een medeleerling een duo en ga op zoek naar de manier waarop de zelfvervullende voorspelling een centrale rol speelt in andere verhalen.

Jullie opzoekwerk mondt uit in een kort filmpje of een podcast. Volg het stappenplan zodat je weet hoe je te werk moet gaan.

Oedipus

VA

De drie gouden haren van de duivel

Harry Potter en de Orde van de Feniks

© WARNER BROS. PICTURES / CLOSE, MURRAY / Album

1 Hieronder vind je drie verhalen. Kies er twee uit waarmee jullie aan slag willen gaan.

©

2 Ga op internet op zoek naar informatie over het verhaal. De volgende elementen moet je zeker opzoeken: • Welk soort verhaal is het? • Wie heeft het verhaal geschreven? • Wanneer is het verhaal ontstaan of geschreven? • Waarover gaat het verhaal? • Op welke manier speelt de ‘self-fulfilling prophecy’ een rol in het verhaal? 3 Presenteer de gevonden informatie via een aantrekkelijk filmpje of een boeiende podcast. Houd zeker rekening met de volgende richtlijnen: • De podcast of het filmpje mag maximaal vijf minuten duren. • Wat de aanpak en vorm betreft, krijg je alle vrijheid. Zorg er wel voor dat alle inhoudelijke elementen (zie stap 2) een plaats krijgen in de presentatie. • Verdeel de spreektijd op een evenwichtige manier zodat jullie beiden voldoende aan het woord komen.

4 Evalueer het eindproduct van een ander duo. Maak daarvoor gebruik van de evaluatiematrix op de volgende pagina. Nadien zal ook je leraar het filmpje of de podcast evalueren.

LES 2 KORTVERHAAL: HET KISTJE

29


Evaluatiematrix – Spreken: zelfvervullende voorspelling in verhalen Ik beoordeelde de presentatie van GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

De meeste elementen zijn in de presentatie aanwezig, maar volgende elementen ontbreken:

Er ontbreken meer dan twee gevraagde elementen, namelijk:

Je presentatie bevat informatie over: - de verhaalsoort; - de auteur; - de periode waarin het verhaal is ontstaan of geschreven; - de inhoud; - de manier waarop de zelfvervullende voorspelling een rol speelt in het verhaal. duidelijkheid

IN

volledigheid

Je presentatie is goed te volgen, maar de inleiding, het midden en het slot zijn niet/ moeilijk te onderscheiden.

Je presentatie is moeilijk te volgen. Er ontbreekt een inleiding of een slot en in het midden lopen verschillende inhoudelijke onderdelen door elkaar.

Je boodschap is duidelijk en je Je boodschap is duidelijk, brengt variatie in je woorden maar je gebruikt opvallend en zinnen. vaak dezelfde woorden. Je zinnen zijn ook vaak op dezelfde manier opgebouwd.

Je gebruikt te lange zinnen en herhaalt steeds hetzelfde element. Daardoor is het moeilijk om de boodschap te begrijpen.

VA

N

Je hebt de presentatie goed opgebouwd. Het is duidelijk wat de inleiding, het midden en het slot van je presentatie is.

aantrekkelijkheid

Je presentatie wordt op een vlotte en boeiende manier gebracht. - Je praat vlot en op een goed tempo. - Er zijn voldoende pauzes. - Je praat met intonatie. - Je stemvolume is gepast.

Een van de onderstaande items is niet volledig oké: - Je praat vlot en op een goed tempo. - Er zijn voldoende pauzes. - Je praat met intonatie. - Je stemvolume is gepast.

Twee of meer van de onderstaande items zijn niet volledig oké: - Je praat vlot en op een goed tempo. - Er zijn voldoende pauzes. - Je praat met intonatie. - Je stemvolume is gepast.

Hier en daar zitten er dialectische klanken of tussentaal in je uitleg. Je gebruikt ook soms woorden die eerder in een gesprek onder vrienden passen en niet in een presentatie.

Je uitspraak is onverzorgd (dialect, tussentaal) en leidt de aandacht af van de boodschap. Je gebruikt vaak woorden die eerder in een gesprek onder vrienden passen en niet in een presentatie.

©

correctheid en gepastheid Je taalgebruik is nagenoeg foutloos. Je spreekt Standaardnederlands.

Aanvullende commentaar:

30

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


les

3

De overtuigingskracht van filmtrailers 1 Je kent de functie en onderdelen

3 Je maakt zelf een

van een filmtrailer

boekentrailer (Tussenstop 1)

2 Je beoordeelt de overtuigingskracht van trailers

1

DE STRUCTUUR VAN EEN FILMTRAILER

IN

Trailers zijn niet nieuw voor je. Je bekeek er ongetwijfeld al honderden. In deze les staan we stil bij wie trailers maakt en welke technieken er zijn om een film zo aantrekkelijk mogelijk aan te kondigen.

1 Welke trailer heeft je ooit overtuigd om naar een film te kijken?

N

2 Welke onderdelen vind je in trailers terug?

3 Onderstaande tekst geeft je informatie over hoe een filmtrailer is opgebouwd.

VA

a Welke informatie verwacht je te lezen? b Wat wil je zelf te weten komen?

Hoe maak je een goede filmtrailer?

©

‘Toen ik net begon met dit werk, zag ik de trailer van Se7en. Toen dacht ik: als ik ooit zo’n efficiënte trailer zou kunnen maken, met zo’n prachtige structuur en zulke geweldige muziek, dan kan ik gelukkig sterven. Die trailer is nog steeds houdbaar. Prachtig hoe je alleen glimpen ziet van het verhaal.’

© Photo 12 / Alamy

John Piedot, creative director van het Britse trailerbedrijf Editpool, neemt de kneepjes van het vak met ons door. ‘Uiteindelijk is het een kwestie van zo efficiënt mogelijk een verhaal vertellen.’

Aan het woord is John Piedot, creative director van het Britse trailerbedrijf Editpool. Op het Imagine Film Festival vertelde hij in een uitverkochte masterclass over de trailers die zijn bedrijf heeft gemaakt. Na afloop sprak Piedot met ons verder over zijn vak.

LES 3 DE OVERTUIGINGSKRACHT VAN FILMTRAILERS

31


Piedot: ‘Wij krijgen onze opdrachten van het marketingteam van de distributeur. Het materiaal waarmee we werken is meestal een bijna voltooide versie van de film. Het belangrijkste onderdeel van het proces is onze “first cut”. In het meest ideale geval heb je voldoende tijd om die al zo sterk mogelijk af te leveren. Die versie presenteer je aan de opdrachtgever, waarna je verdergaat met de feedback.’ Structuur ‘Uiteindelijk komt het hierop neer: welk verhaal wil je vertellen? Daarom is de structuur van de trailer het belangrijkst. Die houden we simpel. Een trailer heeft in principe dezelfde opbouw als een film: een begin, een midden en een einde.

IN

Editpool heeft de trailer voor de Koreaanse monsterfilm The Host gemaakt. Deze trailer hielden we ook simpel: het monster is amper te zien. In eerste instantie hadden wij er meer beelden van het monster in gestopt, maar de opdrachtgever dacht dat dit effectiever zou zijn. Bij de komische film Infestation werkte dat weer anders: in die trailer lieten we het monster juist veel zien, omdat het monster het komische element is. Dus elke film vraagt weer om zijn eigen aanpak.’

N

Dialoog ‘Dialoog is een belangrijk onderdeel van een trailer. Dat is soms lastig, omdat losse dialoogfragmenten niet altijd begrijpelijk zijn. Of verstaanbaar. Je merkt hierbij verschil tussen film- en theateracteurs. Anthony Hopkins is bijvoorbeeld getraind voor het theater. Onlangs maakten we de trailer voor een film over de Heineken-ontvoering, waarin Hopkins de rol van Heineken vertolkt. Iedere lettergreep is duidelijk te verstaan. Andere acteurs praten soms veel te binnensmonds. Soms krijgen we opdracht om een trailer zonder dialogen te maken. De opdrachtgevers zijn dan bang dat de buitenlandse taal een belemmering kan vormen om de film te gaan bekijken.’

VA

Soundtrack ‘We gebruiken de soundtrack van de film zelden. De muziek moet emoties opbouwen over een heel kort tijdsbestek, en meestal is de filmmuziek daarvoor niet effectief. Dan heb je een paar opties: je kunt bestaande muziek gebruiken, zoals popmuziek, of je kunt zelf iets laten maken. Popmuziek is vaak duur, een nummer van de Rolling Stones is bijvoorbeeld niet te betalen. Dus zelf maken is meestal slimmer. Maar een combinatie kan ook.

©

Social media ‘Door de komst van social media is de functie van trailers behoorlijk veranderd. In de bioscoop krijg je één kans om het publiek te overtuigen, maar online kan een filmpje meerdere keren worden bekeken. Er komt commentaar op, er wordt over geschreven op fansites. Een typisch internetfenomeen is bijvoorbeeld de redband-trailer. Die worden steeds vaker gemaakt, het zijn varianten op de gewone trailer, maar dan met meer geweld en meer scheldwoorden. Die hoeft niet langs het familiepubliek maar kan meteen online. Een andere trend is de Twitter-hashtag die in de trailer gezet moet worden. Hoe trailers worden gemaakt, zal altijd aan trends onderhevig zijn, maar het principe blijft hetzelfde: kun je het publiek nieuwsgierig maken naar de film? En dat is allemaal afhankelijk van de structuur. Als jij het verhaal op een efficiënte, begrijpelijke manier kan vertellen, zodat het publiek benieuwd wordt, dan heb je je werk goed gedaan.’ Bron: www.vprogids.nl

woord de masterclass: praktijkles of sessie waarin een kenner informatie geeft over een onderwerp waarin hij/zij expert is de distributeur: bedrijf dat / persoon die zorgt voor de verdeling van een product het tijdsbestek: tijdsperiode, hoeveelheid tijd

32

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


4 Het artikel vermeldt vier aspecten waarmee een maker rekening moet houden bij het samenstellen van een trailer. a Som ze hier op.

b Onderstreep voor elk aspect de kerngedachte. 5 Wat is het doel van een trailer?

Het artikel bevat typisch filmjargon. Geef een omschrijving voor volgende begrippen.

IN

6

a redband trailer:

N

b first cut:

7 In het artikel vermeldt John Piedot dat de trailer van Se7en voor hem een knap voorbeeld is. Bekijk die trailer en vul volgende steekkaart in.

VA

Noteer vijf beelden die jou na het kijken bijblijven.

Beschrijf de belichting in de trailer. Welke sfeer roept die op?

©

In een trailer speelt ook het geluid een belangrijke rol. Welke geluidselementen vond jij sterk?

Wat kom je te weten over de verhaallijn in de film?

LES 3 DE OVERTUIGINGSKRACHT VAN FILMTRAILERS

33


Waar en wanneer speelt het verhaal zich af?

15.2

2

EEN FILMTRAILER BEOORDELEN

IN

Tot welk genre behoort de film?

In het vorige deel zag je hoe een goede trailer opgebouwd is en paste je dat toe op een voorbeeld. Je gaat nu zelfstandig aan de slag: je analyseert een filmtrailer en schrijft je beoordeling uit.

Voorbereiden

N

1 Kies een filmtrailer.

2 Denk na over wat je al weet over de film. a Wat zal er in de film aan bod komen?

VA

b Hoe zal alles in beeld worden gebracht?

Plannen

3 Bekijk de trailer een aantal keer en vul op de steekkaart aan wat je opvalt. titel film:

genre:

©

doelpubliek:

filmelementen:

34

beeld

belichting

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


geluid

spanning

15.4

verhaallijn

15.5

personages

15.7

tijd en ruimte

15.8

N

15.4.2

IN

verhaalelementen:

randinformatie:

info over de makers

VA

info over andere films

©

4 Vind je het een sterke trailer voor het doelpubliek? Waarom denk je dat de trailer die kijkers (niet) overtuigt?

LES 3 DE OVERTUIGINGSKRACHT VAN FILMTRAILERS

35


Schrijven

6.1

5 Gebruik de gegevens die je verzamelde om je beoordeling uit te schrijven tot een volle tekst. Je dient de eerste versie in op

.

Je maakt daarbij gebruik van onderstaand schrijfschema. tekstdoel: informeren + opiniëren publiek: een volwassene die je niet kent taal: Standaardnederlands (geen tussentaal of dialectwoorden) aantal alinea’s: 5

IN

• • • •

inleiding

Je geeft de titel van de film en legt uit wat je in de tekst doet.

Je geeft een overzicht van wat de trailer doet om de film aan te prijzen. midden

Je legt een verband tussen de filmelementen en het doelpubliek. Je legt een verband tussen de verhaalelementen en het genre.

Je vat samen of deze trailer volgens jou het doelpubliek zal overtuigen en geeft ook aan wat jij zelf van de trailer vindt.

N

slot

Reflecteren

6 Bekijk de evaluatiematrix bij deze opdracht. Bevat je resultaat alle elementen? 7 Wissel je resultaat met een medeleerling en vergelijk de teksten.

VA

a Wat is er beter in jouw tekst?

b Wat kun je leren uit de tekst die je van je leraar kreeg? c Welke aandachtspunten leid je hieruit af voor jezelf?

©

Herschrijven

8 Herschrijf nu je eigen tekst. a Houd rekening met de suggesties die je hierboven neerschreef. b Bekijk nogmaals de evaluatiecriteria.

Je dient de tweede versie van je eindresultaat in op

36

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


Evaluatiematrix – Een beoordeling schrijven (trailer) GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

inhoud Je voegt een titel toe, maar die Je voegt geen titel toe. is weinig aantrekkelijk.

Je formuleert zowel feitelijke aspecten van de trailer als drie sterke punten.

Je formuleert zowel feitelijke aspecten van de trailer als sterke punten. Je vermeldt echter te weinig sterke punten.

Je beoordeling is onvolledig: je formuleert geen feitelijke aspecten of je vermeldt geen / te weinig sterke punten.

Je gebruikt een duidelijke IMSstructuur in je beoordeling. De IMS-structuur is zowel inhoudelijk als vormelijk (alinea’s) aanwezig in je tekst.

Je hanteert een IMS-structuur, maar brengt de structuur enkel inhoudelijk/vormelijk aan.

Je gebruikt geen (of onvoldoende) IMS-structuur in je beoordeling, niet inhoudelijk en niet vormelijk.

Je brengt structuur in je argumentatie door signaalwoorden en structuuraanduiders te gebruiken. Er zit voldoende variatie in je keuze.

Je gebruikt signaalwoorden en structuuraanduiders, maar kiest meestal voor dezelfde woorden.

Je gebruikt geen of amper signaalwoorden en structuuraanduiders.

De tekst bevat enkele fouten in spelling en/of zinsbouw. De fouten leiden de aandacht van de boodschap af, maar het geheel blijft wel begrijpelijk.

De tekst bevat veel en/of zware fouten in spelling en/ of zinsbouw. Die zorgen ervoor dat de tekst moeilijk te begrijpen is.

Let op voor:

Let op voor:

Je maakt duidelijk wat jij van de trailer vindt, maar je bent niet steeds consequent in de uitwerking van je mening.

Het is niet duidelijk wat jij van de trailer vindt.

correctheid

N

structuur

IN

Je voegt een aantrekkelijke titel toe.

VA

De spelling in je tekst is foutloos. Ook de zinsbouw en het gebruik van leestekens zijn correct.

duidelijkheid

©

Je maakt duidelijk wat jij van de trailer vindt en je bent consequent in de uitwerking van je mening. Aanvullende commentaar:

LES 3 DE OVERTUIGINGSKRACHT VAN FILMTRAILERS

37


Literatuursuggesties 1

©

VA

N

IN

Via trailers krijg je op je favoriete streamingsdienst een beeld van nieuwe films en tv-reeksen. Zo kun je beslissen of het verhaal iets voor jou is. Je maakt hier kennis met negen boeken die een verfilming kregen als film of tv-reeks. De beschrijvingen helpen je om te kijken welke boeken bij jou passen. Je kunt ook altijd kijken hoe een filmmaker met het origineel omging om er een eigen versie van te maken.

38

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


VALLEN Anne Provoost roman, drama

BELUISTER FRAGMENT

1994

RANSOM RIGGS

ale

Ransom Riggs mysterie, fantasy

BELUISTER FRAGMENT

N

oor Amazon uitgeroepen r jongeren én volwassenen

DE BIJZONDERE KINDEREN VAN MEVROUW PEREGRINE

internation

BESTSELLER

DE BIJZONDERE KINDEREN van MEVROUW PEREGRINE

am. Die vertelde zijn kleinzoon ndere kinderen. Opa illustreerde mt de oude Abraham op enjarige Jacob reist naar ïne vindt van het tehuis ijkt dat de jeugdvrienden wel een goede reden om hien leven ze nog steeds … uiveringwekkend.

IN

Lucas brengt met zijn moeder de vakantie door in het huis van zijn pas overleden grootvader. Er wordt nogal geheimzinnig gedaan over de opa van Lucas. Niet veel later ontdekt hij dat zijn opa fout was in de oorlog. Diezelfde vakantie komt hij Caitlin tegen, een vriendin van vroeger. Zij kijkt machteloos toe hoe Lucas steeds verder op het verkeerde pad raakt door zijn nieuwe vrienden. De verfilming door Hans Herbots was een internationaal succes.

2011

www.clavisbooks.com

Clavis

VA

young adult

Als kind had Jacob een speciale band met zijn opa Abraham. Die vertelde zijn kleinzoon bizarre verhalen over zijn jeugd in een weeshuis voor bijzondere kinderen. Opa illustreerde zijn verhalen met oude foto’s. Jaren later reist de zestienjarige Jacob naar een afgelegen eiland voor de kust van Wales, waar hij de ruïne vindt van het tehuis waar zijn opa gewoond heeft. Als Jacob het huis verkent, blijkt dat de jeugdvrienden van Abraham meer dan bijzonder waren. Wat volgt, is afwisselend wonderbaarlijk, aandoenlijk en huiveringwekkend.

NIETS

Jane Teller

ek dat snijdt als vanaf 13 jaar.

kroond als beste Denemarken s Prize 2001) bylit 2008).

Janne Teller NIETS

©

het moment dat te sterven. En zo Pierre Anthon, geen zin heeft. gt zijn dagen oom. Zijn klaseer uit, zelfs niet elen. Ze besluiten chten te brengen p te richten. lk van hen n ze in elkaars elijk, maar de extremer en tekenis Pierre ?

Janne Teller

NIETS

13+ 13+

LITERATUURSUGGESTIES 1

psychologische roman 2000

BELUISTER FRAGMENT

‘NIETS heeft betekenis. Op het moment dat je geboren wordt, begin je al te sterven. En zo gaat het met alles.’ Dat zegt Pierre Anthon, die besloten heeft dat het leven geen zin heeft. Hij gaat van school af en brengt zijn dagen voortaan door in een pruimenboom. Zijn klasgenoten krijgen hem er niet meer uit, zelfs niet door hem met stenen te bekogelen. Ze besluiten Pierre Anthon op andere gedachten te brengen door een berg van betekenis op te richten. Die zal bestaan uit wat voor elk van hen het dierbaarst is, en dat mogen ze in elkaars plaats bepalen. Het begint redelijk, maar de gevraagde offers worden steeds extremer en wreder. En zal de berg van betekenis Pierre Anthon uiteindelijk overtuigen? Vorig jaar maakte je kennis met de theaterversie van deze roman.

39


HET GROTE MISSCHIEN John Green roman

BELUISTER FRAGMENT

2005

IN

Miles Halter is gefascineerd door beroemde laatste woorden en hij is zijn saaie leventje thuis meer dan zat. Hij schrijft zich in voor een kostschool in Alabama en gaat op zoek naar ‘Het Grote Misschien’, zoals ook de dichter Rabelais op zijn sterfbed deed. Eenmaal aangekomen op Culver Creek maakt Miles kennis met zijn kamergenoot Chip Martin – de Kolonel – en met Alaska Young. Slimme, grappige, mooie, onvoorspelbare, sexy Alaska, voor wie Miles als een blok valt en die hem in ‘Het Grote Misschien’ katapulteert. Ook andere boeken van John Green werden verfilmd, denk maar aan Paper Towns en Een weeffout in onze sterren.

THE HATE U GIVE

N

Angie Thomas roman 2017

BELUISTER FRAGMENT

VA

Starr Carters beste vriend Khalil wordt doodgeschoten door een politieagent. Khalil had geen wapen op zak, maar was ‘vermoedelijk’ een drugsdealer. Verslagen door emoties probeert Starr zichzelf te herpakken in een samenleving vol ongelijkheid. De armoedige buurt waarin ze woont, staat in groot contrast met de school waar ze elke dag naartoe gaat. Overleven in die twee werelden wordt steeds lastiger en de waarheid spreken vraagt een hoge prijs.

arige Bo belandt in de gesloten n Beernem. Een echte gevangenis

Het engelenhuis

spulletjes af. Haar eerste dagen te hel: ze wordt afgezonderd van de wereld en vooral van Tony …

fermt zich over Bo en de junkie ander nieuw meisje. Samen

n leidde!

12+

14+

16+

Dirk Bracke

Het engelenHuis

beter opboksen tegen de harde de instelling. Toch kan Bo er niet droomt van Tony en het luxeleventje

Dirk Bracke

©

aar vraagt. Ze lijkt er met haar edij en juwelen niet echt op haar ederd geeft ze al haar kleren en

www.vanin.be

549636

40

TRAJECT NEDERLANDS 4

HET ENGELENHUIS Dirk Bracke

drama, roman 2003

BELUISTER FRAGMENT

De veertienjarige Bo belandt in de gesloten instelling van Beernem. Een echte gevangenis als je het haar vraagt. Ze lijkt er met haar dure merkkledij en juwelen niet echt op haar plaats. Vernederd geeft ze al haar kleren en spullen af. Haar eerste dagen zijn een hel: ze wordt afgezonderd van de rest van de wereld en vooral van Tony … Yasmien ontfermt zich over Bo en de junkie Steffie, een ander nieuw meisje. Samen kunnen ze beter opboksen tegen de harde realiteit van de instelling. De film kreeg de naam van het hoofdpersonage als titel: Bo.

LITERATUUR


TSJIK Wolfgang Herrndorf avonturenverhaal, roman

BELUISTER FRAGMENT

2010

IN

Moeder in de ontwenningskliniek, vader met ‘assistente’ op zakenreis: Maik Klingenberg zal de grote vakantie in zijn eentje doorbrengen bij het zwembad van de ouderlijke villa. Maar dan duikt Tsjik op. Tsjik, die eigenlijk Andrej Tsjichatsjov heet, is niet bepaald een toonbeeld van integratie. Hij komt uit een van de aso-torenflats in Berlijn en heeft het op de een of andere manier tot het gymnasium weten te schoppen. Hij heeft een oude Lada gescoord en daarmee begint een tocht zonder landkaart over het platteland, in hartje zomer. Tsjik wil graag naar Walachije, waar zijn opa woont, maar er is in de hele provincie geen enkele wegwijzer naar Walachije te vinden.

JE MOET DANSEN OP MIJN GRAF

N

Aiden Chambers roman, liefdesverhaal 1982

BELUISTER FRAGMENT

©

VA

‘Hoor eens’, zei Barry; hij kwam van het bed naar me toe en liet die gevaarlijke glimlach weer zien. ‘Ik wil iets met je afspreken.’ ‘Oké’, zei ik. ‘Ik neem elke gok één keer.’ ‘Wie van ons twee ook eerder doodgaat, de ander belooft dat hij op zijn graf zal dansen.’ Hal denkt dat zijn vriend Barry een geintje maakt, maar hij is bloedserieus. En wat Hal nooit had verwacht, is dat hij zich uiteindelijk gedwongen zal zien op Barry’s graf te dansen. Zijn omgeving is geschokt door deze grafschennis, maar gaandeweg wordt duidelijk wat voor ingewikkelde liefdesrelatie Barry en Hal hadden. De verfilming kreeg als titel Été 85.

LITERATUURSUGGESTIES 1

13 MINUTEN

Sarah Pinborough thriller 2017

BELUISTER FRAGMENT

Natasha wordt op een ijskoude ochtend door een toevallige wandelaar dood in de rivier gevonden. De man belt de hulpdiensten. Dertien minuten later begint haar hart opnieuw te kloppen. Doordat haar hart heeft stilgestaan, herinnert Natasha zich niets meer van de momenten voordat ze in de rivier belandde. Terwijl zij en de politie proberen te achterhalen wat er gebeurd is, gedragen Hayley en Jenny, Natasha’s beste vriendinnen, zich steeds vreemder. Ze hebben duidelijk een geheim dat ze koste wat het kost willen verbergen. Netflix kocht de rechten op dit verhaal en werkt aan een verfilming.

41


4

De mythe 1 Je kent de belangrijkste kenmerken van de Griekse mythe

3

2 Je kunt benoemen welke verhalen mythen zijn

6 Je zoekt informatie op over

uitdrukkingen die gebaseerd zijn op mythen (Tussenstop 1)

5

Je plaatst (mythologische) verhalen in de context waarin ze zijn ontstaan

MODERNE MYTHEN

Je haalt kritisch informatie uit bronnen

VA

N

1

Je vergelijkt Griekse mythen met mythen uit andere culturen 4

IN

les

1 Je bekijkt zo dadelijk een fragment uit de Nederlands talkshow De Wereld Draait Door over de Flat Earth Society. a* Waarover zal dit fragment volgens jou gaan? b Welk type programma is een talkshow?

©

c* Welke sfeer verwacht je in dit programma?

2 Bekijk het fragment. Beantwoord onderstaande vragen in volledige zinnen. a Vat in je eigen woorden samen waarin een ‘flat earther’ (niet) gelooft.

42

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


b Sophie en Matthijs gebruiken een beeldfragment waarin bewijsmateriaal voor de theorie wordt aangehaald. Beoordeel de betrouwbaarheid van die bron aan de hand van volgende vragen. • • • •

Waar kun je de bron vinden? Wie is de maker? Welke bewijzen worden aangehaald? Hoe ziet de bron eruit?

c YouTube legt maar een beperkt aantal restricties op in verband met de inhoud en het waarheidsgehalte van de filmpjes. Vind jij dat oké? 3 De theorie van Flat Earth wordt ook wel een moderne mythe genoemd. Wat wordt daar volgens jou mee bedoeld? Stel een korte definitie op.

©

VA

N

IN

4 Ken je nog voorbeelden van moderne mythen?

LES 4 DE MYTHE

43


DE MYTHE: ACHTERGROND EN KENMERKEN 1* Kijk in detail naar dit schilderij. a Welke vrouwelijke figuur stelt ze voor? b Wat zit er volgens jou in de kist? 2 In het verhaal De honden van Aktaioon van Anthony Horowitz op p. 46-47 kom je alles te weten over deze dame en de inhoud van de kist. Lees het door en beantwoord de vragen bij de tekst.

IN

a Beschrijf volgende personages met enkele sleutelwoorden: Zeus, Pandora en Epimetheus.

© Historic Collection / Alamy

2

b Op welke plaats en in welke tijd speelt het verhaal zich af?

c Hoe zou je de algemene sfeer van het verhaal omschrijven? Markeer drie passages in het verhaal waarin die sfeer het meest tot uiting komt. d Mythen werden verteld in een tijd waarin de mens nog niet over alles wetenschappelijke kennis had. Ze hadden als doel om een verklaring te geven voor verschijnselen en gebeurtenissen. Wat tracht de mythe van Pandora te verklaren?

©

VA

N

e Mythen bevatten vaak een moraal, een zedenles waarin wordt uitgelegd welk gedrag gepast of gewenst is. Welke les zouden de oude Grieken uit dit verhaal geleerd hebben?

44

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


3 Vat op basis van het verhaal en de vragen samen wat een mythe is. a Vul daarvoor het schema in. b Vergelijk wat je noteerde met een medeleerling en vul je schema aan. 15.3.3

c Lees vervolgens samen de tekst in de Trajectwijzer en vergelijk dit met wat jullie noteerden.

IN

mythe

4 In mythologische verhalen spelen goden en halfgoden een belangrijke rol. Je ziet de belangrijkste Griekse goden en godinnen voorgesteld met hun typische attributen.

N

a Noteer de juiste naam naast de tekeningen. Kies uit: Athene – Ares – Hera – Apollo – Zeus – Aphrodite – Demeter – Hephaistus – Hermes – Poseidon. b Waarvoor staan die goden en godinnen? Vul aan met sleutelwoorden.

god

god

staat voor

staat voor

VA

god

staat voor

god

staat voor

staat voor

©

god

god

god

god

staat voor

staat voor

staat voor

LES 4 DE MYTHE

god

god

staat voor

staat voor

45


De honden van Aktaioon De titaan Prometheus schiep de mens uit water en klei. Jaren verstreken, en de mensheid werd steeds intelligenter, zeer tegen de zin van oppergod Zeus. Toen Prometheus ook het vuur aan de mensen gaf, besloot Zeus zowel mens als maker eens goed te straffen. Hij ketende Prometheus vast op een berg, waar hij iedere ochtend bezoek kreeg van een gier, die steeds weer zijn lever uit zijn lichaam rukte. Voor de mensheid had Zeus een ander plan …

5

Eerst ging hij naar de kreupele god Hephaistus, die op de Olympus een enorme smidse dreef met wel twintig blaasbalgen, die dag en nacht in bedrijf waren. Hoewel Hephaistus afzichtelijk was en mismaakt, was er geen knappere smid ter wereld te vinden. ‘Ik wil dat je een vrouw maakt’, beval de koning der goden. ‘En ik wil dat ze schoner wordt dan enig ander vrouw die ooit op aarde heeft bestaan. Het moet een volmaakte schoonheid worden, zo schoon als een godin.’ […] Het resultaat was Pandora. Toen Zeus het werkstuk van de goddelijke smid zag, was hij zeer tevreden en droeg Hermes op haar ogenblikkelijk naar de bewoonde wereld te brengen. Daar werd ze tot vrouw gegeven aan een zekere koning Epimetheus, de broer van Prometheus, en de enige andere titaan die zich niet had gemengd in de oorlog tegen de goden. Nu was Epithemus wel gewaarschuwd en wist hij dat hij geschenken van Zeus altijd moest wantrouwen, maar gezien het ijselijke lot dat zijn broer ten deel was gevallen, durfde hij gewoon niet te weigeren. Bovendien moest hij toegeven dat Pandora heel mooi was. Nu ja, wie dat niet vond moest wel gek zijn. Wanneer zij binnenkwam, zwegen de mensen en richtten alle ogen zich op haar. Wat ze ook zei, iedereen was het met haar eens. Als ze een grapje maakte, lachte iedereen minutenlang mee. Alles wat ze deed, werd toegejuicht. En eigenlijk was Epimetheus wel een beetje trots dat hij met zo iemand getrouwd was. Helaas waren de dingen die Pandora zei feitelijk het aanhoren niet waard, want ze was niet zo intelligent. Haar grapjes waren eigenlijk verre van grappig. Ze voerde vrijwel niets uit omdat ze onmogelijk lui was, en Epimetheus mocht dan wel blij zijn dat hij haar echtgenoot was, ze was geen goede vrouw voor hem, en nog ontrouw bovendien. Want dat was de wraak van Zeus. Hij had haar even oppervlakkig en koket laten maken als ze mooi was. En ze zou de mensheid meer ellende bezorgen dan enig andere vrouw, voordien of nadien. Epimetheus, namelijk, bezat een grote ebbenhouten doos, die hij bewaarde in een apart kamertje in zijn paleis dat dag en nacht bewaakt werd. In dat kistje had hij alle zaken die de mensheid kwaad konden doen verzameld en veilig weggeborgen. Het was het enige kamertje in het paleis waar Pandora niet mocht komen en natuurlijk was dat de kamer die haar nieuwsgierigheid het meest prikkelde. ‘Ik wed dat je allemaal fantastisch mooie dingen bewaart in die grote zwarte doos van je’, fleemde ze met haar suikerzoete stemmetje. ‘Waarom mag je kleine Pandora er nou niet eventjes in kijken?’ ‘Dat is niets voor jou, liefje’, zei Epimetheus dan. Laat dat soort dingen nou maar met rust.’ ‘Ja maar…’ ‘Nee, nee, mijn liefje. Die doos mag niemand openmaken.’ ‘Je houdt niet meer van me’, zei Pandora dan pruilend terwijl ze haar armen over elkaar sloeg. ‘En ik hou ook niet meer van jou. Lekker nooit meer!’ […] Ze wachtte tot Epimetheus de deur uit was en wist toen de bewakers zover te krijgen dat ze haar in de kamer lieten.

15

20

VA

25

N

10

IN

1

30

©

35

40

woord de titaan: reus, afstammeling van Gaia, de aarde de blaasbalg: luchtpomp, vaak gebruikt om een vuur aan te wakkeren ten deel vallen: overkomen (uitdrukking) koket: over iemand die bij iedereen in de smaak wil vallen flemen: overdreven lief tegen iemand doen

46

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


50

55

IN

45

[…] Bevend over haar hele lichaam knielde ze bij het kistje neer. Het was kleiner en ook veel ouder dan ze verwacht had. En het was wel verrassend (om niet te zeggen onthutsend) dat het hangslot waarmee het was afgesloten de vorm had van een doodshoofd. Maar ze was ervan overtuigd dat er schatten in zouden zitten, waarbij vergeleken haar parels en diamanten kiezelsteentjes waren, schatten die iedereen haar zou benijden. Ze draaide de sleutel om en deed de doos open … en toen vlogen alle kwaad en zorgen die Epimetheus daar zo lang opgesloten had gehouden eruit, de wereld in. Ouderdom, kwalen en ellende … ze stoven eruit als een dichte wolk gonzende, stekende, bijtende insecten. Het was zoiets, alsof Pandora bij ongeluk de atoomsplitsing had uitgevonden. Het ene ogenblik stond ze daar nog, met een schaapachtige grijns op haar gezicht. Het volgende ogenblik krijste ze het uit, verzwolgen in een diepe duisternis die haar binnen een paar seconden beroofde van haar schoonheid en haar deed uitbreken in wel duizend puisten. Dat was het ogenblik waarop alles wat ons leven zo moeilijk maakt in deze wereld kwam, ontsnapt uit de doos van Pandora.

woord

onthutsend: schokkend, schrikwekkend

DE GRIEKSE MYTHE ONDER DE LOEP

N

3

VA

1 Je onderzoekt een Griekse mythe. Neem de bron die je van je leraar kreeg en vul onderstaande fiche in.

DE MYTHE VAN PERSEFONE

DE MYTHE VAN PROMETHEUS

HET OORDEEL VAN PARIS

DE MYTHE VAN NARCISSUS EN ECHO

DE MYTHE VAN ORPHEUS EN EURYDICE

©

a Vat de mythe samen in je eigen woorden. Gebruik daarvoor minstens zes volledige zinnen.

LES 4 DE MYTHE

47


b Kies drie personages uit het verhaal. Beschrijf elk personage in minstens vier sleutelwoorden.

IN

c Waar en wanneer speelt het verhaal zich af?

N

d Hoe zou je de sfeer in de mythe omschrijven? Leg je antwoord uit aan de hand van minstens twee passages, elementen … uit het verhaal.

VA

e Wat probeert de mythe te verklaren?

Welke les geeft de mythe mee aan de lezer?

©

f

2 Overloop de fiche samen met een medeleerling die met hetzelfde verhaal aan de slag ging. 3 Stel jullie mythe voor aan medeleerlingen die een ander verhaal hebben gelezen. 4 Beslis welke Griekse mythe jullie de beste vinden. Leg jullie keuze uit met minstens drie uitgebreide argumenten.

48

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


4

AFRIKAANSE EN AZIATISCHE MYTHEN 1 Lees een fragment uit het voorwoord van Mythos van Stephen Fry. Beantwoord vervolgens de vragen in je eigen woorden.

IN

beticht uitspansel

N

­

©

VA

­

woord betichten: beschuldigen het uitspansel: de sterrenhemel

a Welk kenmerk van de mythe staat centraal in de tekst van Stephen Fry?

LES 4 DE MYTHE

49


b Het wereldbeeld ten tijde van de oude mythen verschilt heel erg van hoe wij onze huidige wereld zien. Hoe proberen wij in onze samenleving vreemde gebeurtenissen te verklaren?

IN

c Hoe komt het dat veel mythen afkomstig van verschillende volkeren en uit verschillende culturen op elkaar lijken?

d Hoe verschilt de Griekse mythologie van mythen uit andere culturen?

2 Lees een van de onderstaande teksten.

a Markeer de elementen die aantonen dat het een mythe is.

N

b Maak na het lezen een schematische voorstelling van jouw tekst (bijvoorbeeld in een mind map, schema, sleutelwoorden …). Die mag je gebruiken om de mythe uit te leggen aan een medeleerling. 1

VA

Een Chinees scheppingsverhaal In het begin was er een reusachtig ei. Binnen in het ei woedde de chaos. Yin en yang zaten opgesloten en waren niet te onderscheiden van elkaar. Alles zat door elkaar: het vrouwelijke en het mannelijke, koud en warm, nat en droog, donker en licht. Uiteindelijk brak het ei open en de enorme Pan-gu sprong naar buiten. Yin en yang wervelden om hem heen en drukten de twee helften van de schaal uit elkaar. Hierdoor werd alles wat tegengesteld was aan elkaar gescheiden en begon de aarde vorm te krijgen. Iedere dag groeide de Pan-gu drie meter. Dit ging 18 000 dagen zo door en iedere dag werd de hemel een stukje verder opgelicht.

©

Toen de hemel eenmaal zo'n 50 000 kilometer verwijderd was van de aarde, stopte Pan-gu met groeien en begon bergen te maken. De vallei die zo ontstond, vulde hij met water en hierdoor ontstonden de grote oceanen. Met zijn vingers maakte hij rivieren en hij stampte het land aan zodat er vlaktes ontstonden. Hij verzamelde het ruwe licht en strooide dit uit over de hemel waardoor er sterren ontstonden. Na 18 000 jaar was Pan-gu oud en vermoeid. Met z'n handen had hij de wereld gemaakt en de basisprincipes van yin en yang vastgelegd. Hij wilde gaan liggen om voor altijd te gaan slapen. Nadat hij eenmaal was gaan liggen kwam hij nooit meer overeind. Na Pan-gu's dood veranderde zijn lichaam in reusachtige bergen. Zijn schedel vormde het uiteinde van de hemel, uit zijn haar ontstonden alle bloemen en planten, zijn botten veranderden in jade en parels en zijn armen en benen vormden de vier windrichtingen. Uit zijn bloed ontstonden de rivieren, uit zijn adem de wind en uit zijn stem de donder. Eén oog werd de zon en het andere oog werd de maan. De wereld was prachtig, maar ook erg eenzaam; mensen waren er niet. De godin Nuwa was geboren na de dood van Pan-gu en was deels een draak. Ze maakte deel uit van yin en yang die door Pan-gu waren gescheiden. Ze besloot mensen te maken die samen met andere mensen zouden kunnen praten en ideeën

50

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


IN

zouden kunnen uitwisselen. Maar bovenal wilde ze dat de mensen gewoon van elkaar zouden houden. Nuwa daalde af naar de oevers van de Gele Rivier waar zich een uitgestrekte moddervlakte bevond. Daar begon ze figuren uit klei te maken. Ze besloot dat het voor haar creaties veel gemakkelijker zou zijn om benen te hebben in plaats van een drakenstaart, zodat de mensen er anders uitzagen dan zijzelf. Zodra ze het eerste mannetje van klei op de grond had gezet, sprong hij op en begon te springen, dansen en zingen. Hij sprak z'n eerste zin: ‘Kijk naar mij!’ Nuwa was erg tevreden en ging meer en meer mensen maken. Uit de klei maakte ze honderden en honderden mensen, maar al gauw besefte ze dat het eeuwen zou duren voordat ze genoeg mensen gemaakt zou hebben om er de hele aarde mee te vullen. Nuwa pakte een modderige stok en zwaaide ermee zodat de modderdruppels overal terecht kwamen. Nadat de zon iedere modderdruppel had opgedroogd, ontstond hieruit een nieuwe man of vrouw. Er wordt beweerd dat deze mensen minder intelligent waren. De mensen die door Nuwa' s eigen handen gemaakt waren, werden grote leiders. Ze gaf de mensen de opdracht zich te verspreiden en de aarde te bevolken. De mensen groeiden in aantal en Nuwa hield van hen. Nuwa werd vereerd als de moeder van alle mensen.

2

N

Bron: De Morgen

Nzame de Onzichtbare

©

VA

In het begin der dingen, helemaal in het begin, toen er niets bestond, geen mensen, geen dieren, geen planten, geen hemel, geen aarde, niets, niets, niets, toen was God. God was één en hij was drie. Hoe dan dat? Ik weet het niet, mijn vader heeft het me niet uitgelegd, hij had het van horen zeggen. Deze enige God noemen wij Nzame mam en de drie die samen Nzame zijn, noemen we Nzame, Mebere en Nkwa. In het begin maakte Nzame de hemel en de aarde. Hij hield de hemel voor zichzelf. Hij blies op de aarde en doordat hij blies werden de aarde en het water geboren, elk apart. Nzame heeft alles gemaakt: de hemel, de zon, de maan, de sterren, de dieren, de planten, alles. En toen hij alles wat we nu om ons heen zien voltooid had, riep hij Mebere en Nkwa om naar zijn werk te komen kijken. ‘Wat ik gemaakt heb, is dat goed?’ vroeg hij. ‘Ja, je hebt het mooi gemaakt’, was hun antwoord. ‘Is er nog meer te doen?’ Mebere en Nkwa antwoordden hem: ‘Wij zien veel dieren, maar hun heer zien wij niet; we zien veel planten, maar hun meester zien we niet.’ En omdat ze een meester wilden geven aan alle dingen, wezen ze van de schepselen de olifant aan vanwege zijn wijsheid, de luipaard vanwege zijn kracht en de aap vanwege zijn slimheid en lenigheid. Nzame echter wilde het nog beter doen en gedrieën maakten ze een schepsel dat bijna hun gelijke was: de een gaf hem kracht, de ander macht en de derde schoonheid. Alle drie zeiden ze daarna: ‘Neem de aarde, jij bent voortaan de heer van al wat er bestaat. Net als wij heb jij het leven, alle dingen zijn jou onderworpen, jij bent de meester.’ Nzame, Mebere en Nkwa keerden terug naar boven waar ze woonden. Het nieuwe

LES 4 DE MYTHE

51


N

IN

schepsel bleef alleen hier beneden en alles was hem gehoorzaam. Onder de dieren bleef de olifant nummer één, de luipaard kwam op de tweede plaats en de aap op de derde, want zij waren door Mebere en Nkwa het eerst gekozen. Nzame, Mebere en Nkwa hadden de eerste mens Fam genoemd, dat betekent ‘kracht’. Hij was trots op zijn kracht, zijn macht en zijn schoonheid, want hij overtrof in die drie eigenschappen de olifant, de luipaard en de aap. Trots omdat hij alle dieren de baas was, werd dit eerste schepsel slecht. Het werd hoogmoedig, het wilde Nzame niet meer aanbidden, (…) Nzame werd woedend. Hij riep Nzalang, de donder: ‘Nzalang, kom.’ En Nzalang kwam aanrollen met groot geraas, boeoe, boeoe, boeoe … Het vuur van de hemel zette het bos in lichterlaaie (…) Dieren, vogels, vissen, alles werd vernietigd, alles was dood. Alleen, helaas, had Nzame tegen de eerste mens gezegd, toen hij hem schiep: ‘Je zult niet sterven.’ (…) Nzame keek naar de aarde, helemaal verkoold, woest en ledig. Nzame voelde zich beschaamd en wilde het beter doen. Nzame, Mebere en Nkwa overlegden met elkaar en deden het volgende: op de zwarte met steenkool bedekte aarde brachten ze een nieuwe laag grond aan. Een boom begon te groeien, hij groeide en groeide en wanneer een van zijn zaadkorrels op de aarde viel, werd een nieuwe boom geboren. Als er een blaadje naar beneden dwarrelde, werd het groter en groter. Het begon te lopen, het was een dier, een olifant, een luipaard, een antilope, een schildpad, alle, alle soorten. Wanneer er een blad in het water terechtkwam, zwom het. Het zwom en het was een vis, een sardien, een karper, een krab, een oester, een mossel, alle, alle soorten.

VA

Bron: Mineke Schipper. Het zwarte paradijs

©

3 Vergelijk beide verhalen met elkaar. Maak een overzicht van de gelijkenissen en verschillen tussen beide mythen. 1 2

52

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


les

5

Gevoelswaarde van woorden 1 Je kent en begrijpt de termen denotatie,

2

connotatie, eufemisme en dysfemisme

3 Je kunt een gevarieerde tekst schrijven

Je begrijpt de betekenis achter woorden in een specifieke context

WOORDKEUZE

5 Je schat de gevoelswaarde van

synoniemen in en kiest de juiste variant in een bepaalde situatie

IN

1

4

Je kent en begrijpt de termen synoniem, equivalent en antoniem

George Clooney

© BELGIAN_FREELANCE

VA

Annie Geeraerts (Familie)

© BELGA

N

Danni Heylen (F.C. De Kampioenen)

prins Charles

1 Bekijk de mensen op bovenstaande foto’s. Kies een woord om de leeftijd van die personen te omschrijven.

©

2 Bekijk een fragment uit Het journaal.

a Begrijp je dat de groep mensen ouder dan 55 niet blij is om ‘bejaarden’ of ‘senioren‘ genoemd te worden? Waarom wel/niet? Geef minstens één argument.

b Wat vind jij van het Nederlandse alternatief ‘vitalo’?

LES 5 GEVOELSWAARDE VAN WOORDEN

53


c Ruud Hendrickx, taaldeskundige, geeft aan dat bij de VRT de term ‘ouderen’ gebruikt wordt. Hij vermeldt dat er een verschil is met het woord ‘ouden’. Welk verschil denk jij dat er bestaat tussen beide woorden?

IN

d Waarom heeft ‘bejaarde’ volgens Ruud Hendrickx een negatieve bijklank?

e Radio 1 verkoos de term ‘jagger’ (verwijzend naar Mick Jagger van The Rolling Stones) om de actieve bevolking tussen 55 en 75 jaar aan te duiden? Wat vind jij van die term?

N

3 Welke woorden klinken eerder negatief, neutraal of positief? Plaats de termen in de juiste kolom. Kies uit: jagger – oude – bejaarde – gepensioneerde – oudere – vitalo. neutraal

VA

negatief

positief

onthouden

Woorden hebben enerzijds een denotatie. Dat is de objectieve betekenis die je kunt terugvinden in het woordenboek. De woorden ‘flik’ en ‘agent’ worden in het woordenboek op dezelfde manier omschreven als ‘personen belast met de ordehandhaving’. De denotatie van ‘flik’ en ‘agent’ is dus dezelfde.

©

Deze woorden hebben echter een verschillende connotatie, een gevoelswaarde. ‘Flik’ klinkt negatiever dan het neutrale woord ‘agent’. Sommige woorden kunnen ook eerder positief klinken. Zo klinkt een woord als ‘trots’ veel positiever dan het eerder negatieve woord ‘zelfingenomen’.

54

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


©

VA

N

IN

4 Bekijk de afbeeldingen aandachtig. Je leraar geeft je een specifieke rol per afbeelding. Beschrijf de situatie die je ziet vanuit een positief perspectief, een neutraal perspectief of een negatief perspectief.

LES 5 GEVOELSWAARDE VAN WOORDEN

55


2

2.8

EUFEMISME EN DYSFEMISME 1 Lees de tekst JARGON. Eufemismen aandachtig en beantwoord de vragen om zo de betekenis van het begrip ‘eufemisme’ te achterhalen. a Hoe zou je op basis van dit artikel het begrip ‘eufemisme’ definiëren?

IN

b Waarom denk je dat eufemismen gebruikt worden? Gebruik voorbeelden uit de tekst als inspiratie.

N

c Beschrijf kort de evolutie in het gebruik van eufemismen.

VA

d In welke situaties gebruik jij soms eufemismen?

JARGON. Eufemismen

Veertigers zijn voorzichtige sprekers. Eufemismen zijn hun ding. Ze hoeden zich ervoor woorden als uppercuts uit te delen omdat het toch zoveel zachter kan. Het woord ‘werklozen’ bijvoorbeeld, nemen de veertigers niet zo snel in de mond. Liever hebben ze het over de ‘arbeidsreserve’, de ‘niet-actieven’ of de ‘inactieven’. Arme mensen zijn ‘sociaal zwakkeren’ of ‘kansarmen’. En wie vroeger gewoon dik of zelfs vet werd genoemd, is nu ‘volslank’, ‘heeft een grote maat’ of ‘een maatje meer’.

©

Uit een analyse van veertig jaar NOS-journaaltaal is duidelijk gebleken dat we de afgelopen decennia steeds meer verzachtende uitdrukkingen zijn gaan gebruiken. De taal werd steeds informeler en brutaler en blijkbaar diende dat gecompenseerd te worden. Terwijl eufemismen in het begin van de twintigste eeuw nog vooral dienden om religieuze en seksuele taboes te vermijden, moeten ze vandaag de harde sociaaleconomische realiteit verteerbaar maken. Een bijzondere subcategorie van eufemismen is de managerstaal en die hebben de veertigers erg goed onder de knie. Een ontslagronde noemen ze een ‘capaciteitsaanpassing’, een ‘herstructurering’ of een ‘kostenreductieprogramma’. Doet het bedrijf het niet zo goed, dan noemen ze dat een ‘nulgroei’ en let op als ze het over ‘flexibilisering’ hebben. Dat betekent gewoon dat u harder en langer moet werken en klaar moet staan als uw ‘coach’ (neen, niet uw baas en zeker niet uw chef!) u roept.

woord

Bron: www. standaard.be

compenseren: iets vereffenen, iets vergoeden verteerbaar maken: verwerkbaar maken (uitdrukking)

56

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


2 Aan de hand van volgende tekst leer je wat een dysfemisme is. Een tweede fenomeen waarbij ik onlangs zat te denken: de verantwoordelijken moesten door een span wilde paarden over hobbelige kasseien worden gesleept waarna de honden er zullen worden op losgelaten, is het verschijnsel der reclame-eufemismen. Een of andere yoghurtfabrikant heeft namelijk beslist dat we niet meer kakken, we geen stoelgang meer hebben, we niet langer ons gevoeg doen, we ons niet langer ontlasten. Neen, we hebben nu een ‘darmtransit’. Zal ik eens een dysfemisme bovenhalen? Loop schijten met uw yoghurt. Bron: Patrick De Witte. Maximum rede en bullshit. Prometheus, 2018

IN

a Hoe zou je op basis van dit fragment het begrip ‘dysfemisme’ definiëren?

b Waarom worden dysfemismen gebruikt, denk je?

N

3 In deze tabel zie je enkele neutrale woorden. Koppel het juiste dysfemisme en eufemisme aan de woorden. Kies uit: tafelen – corpulent – wijf – creveren – vreten – andersvalide – schijthok – de pijp aan Maarten geven – dame – moddervet – het kleinste kamertje – gehandicapte. dysfemisme

neutraal woord

eufemisme

VA

eten

sterven vrouw

mindervalide zwaarlijvig toilet

4 Voor welke neutrale woorden zijn dit de eufemismen?

©

a ongewenst bezoek

b tussen twee banen zitten c extra reistijd

5 Welke neutrale omschrijvingen kun je aan deze dysfemismen linken? a Hou je bek! b Blijf er met je poten af! c zielenknijper

LES 5 GEVOELSWAARDE VAN WOORDEN

57


6 Herman Brusselmans staat erom bekend zijn verhalen te kleuren door veelvuldig gebruik te maken van dysfemismen. a Markeer de dysfemismen in dit fragment uit Feest bij de familie Van de Velde. b Toch gebruikt Herman Brusselmans ook enkele eufemismen in dit fragment. Onderstreep ze.

IN

Mest Van de Velde had tot hiertoe een gewoon leven gekend. Hij was geboren als enige zoon van Lullabie Van de Velde, een stroper, dronkaard, geweldenaar, nerveuze zot, en zeker geen koorknaap. Z’n moeder, Question Van de Velde-Beertjes, was een dwaze vrouw, analfabeet op de koop toe, en sinds ze dit bij zichzelf ontdekte, besloot ze om nooit boeken te lezen. Met de krant veegde ze haar dikke reet af, zo er al een krant beschikbaar was, en dat was zeldzaam, zeer zeldzaam. Ze was onprettig in de omgang, opvliegend, verstoken van enige persoonlijkheid, enorm gemakkelijk te beïnvloeden, rap op haar teentjes getrapt, en zeker geen koorknaap. Ze had geen beroep. ‘Een beroep?’ zei ze op een keer. ‘Ik heb nog liever een zwevende puist in m’n preut.’ Bron: Herman Brusselmans. Feest bij de familie Van de Velde. Prometheus, 2018

7 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen over eufemisme en dysfemisme.

3

SYNONIEMEN

N

2.4.1

VA

De oude Van de Velde wordt 85 jaar. Z’n vrouw organiseert een feest, waarvoor familieleden en enige vrienden zijn uitgenodigd. Een andere invité is een verrassingsgast, een beroemde man van wie vader Van de Velde een groot bewonderaar is. Als deze gast arriveert in het midden van de niet al te best functionerende familie Van de Velde gaan de poppen pas echt aan het dansen. Feest bij de familie Van de Velde is een typische Herman Brusselmans-roman, roman, met een vermenging van tragiek en het komieke, gevuld met wijsheden en inzichten, en geschreven in een stijl die sinds 1982 uniek is in Vlaanderen en Nederland. Het is een prachtig boek geworden. Herman Brusselmans (1957) publiceerde reeds vijfenzeventig romans. Hij wordt zowel verguisd als verafgood.

1 Je leest hier een samenvatting van Feest bij de familie Van de Velde van Herman Brusselmans. Kies het woord dat het best de in het roze gemarkeerde woorden kan vervangen. oude vrouw invité beroemde bewonderaar roman

©

a b c d e f

     

bejaarde echtgenote kostganger bekende dweper verhaal

     

afgeleefde gemalin gast beruchte fan verzinsel

2 Welke motieven deden je voor een bepaald antwoord kiezen?     

58

Het antwoord bevat evenveel letters als het gemarkeerde woord. De denotatie van het gemarkeerde woord en het antwoord stemmen overeen. Het antwoord klinkt het vlotst in de zin. De connotatie van het gemarkeerde woord en het antwoord stemmen overeen. Het register van het gemarkeerde woord en het antwoord stemt overeen.

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


onthouden Synoniemen zijn woorden die min of meer dezelfde denotatie hebben. auto – vehikel Wanneer je variatie in een tekst wilt brengen, is het niet voldoende om veelvuldig gebruikte woorden te vervangen door hun synoniem. Je gaat beter op zoek naar de equivalenten van die woorden. Er is sprake van equivalentie wanneer woorden min of meer dezelfde denotatie, connotatie en register hebben. beenhouwer – slager

IN

Het is niet evident om equivalenten te vinden, zeker niet van wetenschappelijke of technische termen. Dat is echter een belangrijke manier om variatie in je tekst te brengen. Je kunt synoniemengidsen zoals synoniemen.net, mijnwoordenboek.nl en Wolters’ synoniemengids voor het Nederlands gebruiken ter inspiratie. Antoniemen zijn woorden met een min of meer tegengestelde denotatie. mooi – lelijk, groot – klein

arriveren

prachtig

verafgoden

N

3 Bedenk voor de volgende woorden een gepast equivalent. Vergelijk nadien jouw antwoorden met die van een medeleerling.

VA

4 Breng variatie in deze recensie van Brusselmans’ Bloed spuwen naar de hematoloog door andere omschrijvingen te zoeken voor de titel van de roman. Je hoeft niet altijd gebruik te maken van equivalenten. Lees de context goed om passende woorden te vinden.

©

Bloed spuwen naar de hematoloog is een uitzonderlijke roman, die de horten en stoten niet schuwt, en evenmin de kijk op de werkelijkheid in verschillende facetten. Bovendien komt een aantal leuke dieren in Bloed spuwen naar de hematoloog voor. Het zou niemand, ook de lezers niet, moeten verbazen dat Bloed spuwen naar de hematoloog op z’n minst de vijfde à derde plaats in verschillende top tienen bereikt. Herman Brusselmans wordt voor de gein wel eens een half genie genoemd. Maar achter ieder grapje schuilt de waarheid. Deze waarheid wordt geenszins geweld aangedaan in Bloed spuwen naar de hematoloog. Bron: www.allesoverboekenenschrijvers.nl

LES 5 GEVOELSWAARDE VAN WOORDEN

59


5 Doe nu hetzelfde voor dit artikel. Maak daarvoor gebruik van de synoniemenlijst van Word. Die kun je terugvinden onder de categorie ‘Controleren’.

Waarnemingen wijzen op neergestorte meteoriet in regio Aalst-Dendermonde: ‘Kans dat je hem vindt, is quasi onbestaande’

D

IN

e kans bestaat dat er eergisteren een meteoriet is neergestort op Belgisch grondgebied. Dat meldt Volkssterrenwacht Mira op Twitter, op basis van bijna 200 waarnemingen van een vallende meteoriet, en dat zowel in België, Nederland, Engeland als Frankrijk. Daarnaast hebben drie speciale camera’s beelden gemaakt van het traject van de meteoriet. Op basis van de waarnemingen is er een zone afgebakend, tussen Aalst en Dendermonde, waar de meteoriet zou kunnen liggen. Wie op zoek gaat, blijft waarschijnlijk op zijn honger zitten. ‘De kans dat je die meteoriet vindt, is zo goed als onbestaande’, zegt Philippe Mollet van Volkssterrenwacht Mira. Geoloog Steven Goderis (VUB) ging al op zoek, maar zonder resultaat.

N

Bron: www.vrt.be/vrtnws

6 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen op synoniem, equivalent en antoniem.

BEKEN KLEUR

VA

4

Je leerde al dat woorden een positieve, neutrale of negatieve connotatie kunnen hebben. Er bestaan echter ook voorbeelden van dezelfde woorden die een andere connotatie krijgen afhankelijk van de vorm waarin je ze gebruikt, de intonatie die je toevoegt aan de zin of de context waarin ze worden gebruikt. 1 De onderstreepte woorden worden telkens anders gebruikt, hun connotatie is anders. Leg uit welke onderliggende boodschap of welke toon de zender meegeeft.

©

a Maak een wandelingetje in het park om daarna op ons terras een koffietje te drinken.

Hij zit wat beteuterd te kijken als het leven zich ineens beperkt tot het pureren van wortelen en een dagelijks wandelingetje naar de eendjes.

b Hoera, een kleintje op komst!

60

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


Zeg, kleintje, mond dicht over wat je net gezien hebt!

c Juffrouw, mag ik naar het toilet alsjeblieft?

IN

Wilt u nu eindelijk áchter de lijn blijven wachten, juffrouw?

2 Lees dit stuk uit Woorden weten alles van Ludo Permentier.

Adresje

‘De stad waar je de zee ruikt, waar fietsers heersen en waar fijne eet- en winkeladresjes alomtegenwoordig zijn.’ (De Standaard)

©

VA

N

Vertrouw geen mensen die meer dan tweemaal per uur een verkleinwoord gebruiken. Als de autohersteller zegt dat hij het rekeningske zal opsturen, zoek dan gauw een bijbaan om het te kunnen betalen. Wanneer de bankier zegt dat hij een mooi productje heeft voor je spaarcenten, maak er maar meteen een kruis over. Betaal nooit een voorschotje zonder nadenken, want de meubels die je bestelt, komen ten vroegste volgend jaar van de fabriek en dan nog in een andere kleur ook. Een kok, tenslotte, die zegt dat de groentjes overgoten zijn met een mosterdsausje, die heeft er even tevoren met zijn ongewassen fikken in zitten woelen terwijl zijn zweet in de potten drupte. ‘Ik ben een volwassen man van één meter vijfentachtig’, schreef een lezer me. ‘En de verpleegster vroeg me of ze mijn rugske moest inwrijven, of ik mijn tandjes wilde uitnemen en mijn brilleke afzetten.’ Zo spreken ze in een ziekenhuis tegen een man die hun vader had kunnen zijn, en dan ook nog een van het type XXL. Dat toontje schijnt bij de opleiding te horen. ‘En zullen we dan nu onze boterhammetjes opeten voor we weer in het bedje gaan?’ Taal, durven mensen weleens te denken, is een middel om met klanken je gedachten over te brengen. Dat is maar een klein deel van de waarheid. Taal is in de eerste plaats een middel om iets over jezelf te zeggen, want dat doen we nog het liefst van al. En mensen die spreken in verkleinwoorden, tonen onmiskenbaar waar ze thuishoren: tussen de Playmobil. Bewust of onbewust leg je ook je kijk op de wereld in elke zin die je produceert. Taal is zelfs een middel om vat te krijgen op die wereld, je luisteraar of lezer inbegrepen. Door iets te noemen spreek je een bezwering uit. Zo’n norse man die moppert als hij zijn onderhemd moet uittrekken voor een onderzoek, spreek je aan als een baby. Ik kan me voorstellen dat dat soms helpt. Ik heb er niets tegen dat een kleine vent een ventje genoemd wordt, en een tuin van anderhalve vierkante meter een tuintje. Het verwondert me ook niet dat woorden die van zichzelf al iets kleins uitdrukken er nog eens een verkleinende uitgang achteraan krijgen, zoals een beetje, een kruimeltje, een slokje, de kleintjes. Maar dat we tegenwoordig overal met verkleinwoorden om de oren geslagen worden waar ze ons iets willen opdringen, vind ik hoogst irritant. Ze misbruiken de mogelijkheden van onze taal om dingen sympathieker te maken dan ze zijn. Ze hopen dat we ons thuis zullen voelen in pseudogezellige winkels, cafés en restaurants die ze hun eigen bekrompenheid meegeven. Het Wolwinkeltje, het Kelderken, het Frituurtje. Mij niet gezien. Salukes en mercikes.

LES 5 GEVOELSWAARDE VAN WOORDEN

61


a Ludo Permentier schrijft dat taal een middel is om met klanken gedachten over te brengen. Bovendien zegt taal iets over jezelf en zorgt het ervoor dat je vat krijgt op de wereld en de luisteraar. Kun je een voorbeeld bedenken dat de stelling van Permentier duidelijk maakt? b Bedenk een situatie waarin jij wel eens gebruikmaakt van verkleinwoorden om zaken kleinschaliger, gezelliger … voor te stellen dan ze in werkelijkheid zijn. Doe je dat bewust? 3 Op welke manieren kun je reageren op deze situaties? Wat zou het effect van je verzoek kunnen zijn? a In je klaslokaal staan alle ramen open. Jij hebt het koud en je wilt dat de ramen gesloten worden. •

Geef een bevel:

Stel een vraag: Effect:

Geef een neutrale observatie: Effect:

IN

Effect:

Geef een bevel: Effect:

Stel een vraag:

VA

N

b Je broer heeft de tv erg luid staan terwijl jij in de woonkamer voor school werkt.

Effect:

Geef een neutrale observatie:

Effect:

c Je bent op bezoek bij een vriend(in) en je hebt vreselijk veel dorst. Geef een bevel:

©

Effect:

Stel een vraag:

Effect:

Geef een neutrale observatie: Effect:

4 Je leraar zet online een zelftest voor je klaar. Zo kun je zelf nagaan hoe je de onderdelen van deze les beheerst.

62

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


les

6

Schematiseren en samenvatten Je neemt notities tijdens het luisteren

1

3

Je vergelijkt samenvattingen en leidt zo de succescriteria af

2 Je schrijft je notities uit tot een samenhangend schematisch geheel

4

Je schrijft een samenvatting van een geschreven bron

1

BRONNEN SCHEMATISCH WEERGEVEN

IN

Vorig jaar maakte je kennis met een aantal vaardigheden om met geschreven of gesproken bronnen aan de slag te gaan. In deze les herhaal je een aantal strategieën en leer je ze inzetten om de belangrijkste informatie van een tekst weer te geven.

N

In dit deel zoom je in op een eerste manier om de essentie van een bron over te brengen. Aan de hand van een radio-interview oefen je op het nemen van notities. Je verfijnt ook hoe je informatie schematisch kunt weergeven.

Voor het luisteren

1 Als kennismaking luister je naar de intro van een radio-interview. Luister aandachtig en formuleer een antwoord op de volgende vragen. De antwoorden geef je een plaats in het schema. a Welke betekenis heeft het woord ‘allee’ volgens Van Dale? Tot welke woordsoort behoort het woord?

VA

b Welk onderwerp staat centraal? c Wat is de hoofdgedachte?

d Voorspel een drietal andere betekenissen die in het interview aan bod kunnen komen. betekenis volgens Van Dale

andere betekenissen

presentator Lieven Vandenhaute onderwerp

LES 6 SCHEMATISEREN EN SAMENVATTEN

© Ruthje Goethals

woordsoort:

©

4.5.1

allee taalkundige Steven Delarue hoofdgedachte

63


2 Vergelijk je antwoorden met die van een medeleerling.

Tijdens het luisteren Je beluistert nu het interview waarin taalkundige Steven Delarue ingaat op de acht betekenissen van het woord ‘allee’ in onze taal. 3 Je neemt tijdens het luisteren notities van de inhoud. 4 Evalueer je eigen notities aan de hand van onderstaande fiche. a Lees aandachtig de verschillende items.

IN

b Schaal jezelf in door telkens een kruisje te plaatsen.

5 Wissel je notities en evaluatiefiche met die van een medeleerling.

a Neem een andere kleur en schaal de notities van je medeleerling in.

b Wanneer er informatie ontbreekt, dan mag je die in kernwoorden aanvullen. c Formuleer tot slot een sterk punt en een tip.

Zelf- en peerevaluatie – notities nemen

N

enkel hoofdzaken

kernwoorden of woordgroepen

VA

veel tekens en/of symbolen

veel afkortingen

Dit vult een medeleerling voor je in:

©

Een sterk punt van jouw notities is:

Een tip die ik je wil meegeven als je de volgende keer notities maakt:

64

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE

veel details

volzinnen

geen tekens en/of symbolen

geen afkortingen


Na het luisteren 6 Bekijk nogmaals aandachtig je notities en beantwoord deze vragen. a Vormen je notities een samenhangend geheel of zijn het eerder losse feiten en gegevens? b Geef twee concrete leersituaties waarbij het zinvol is om van je notities een schematische samenvatting te maken. 7 Je leraar bezorgt je een schematische samenvatting van het luisterfragment. a Bekijk samen met een medeleerling aandachtig de schematische samenvatting.

N

IN

b Formuleer vier eigenschappen van een goede schematische samenvatting.

VA

c In het schema zijn nog niet alle betekenissen van het woord ‘allee’ opgenomen. Welke elementen ontbreken?

d Vergelijk je aanvullingen met het modelantwoord van je leraar.

EEN SAMENVATTING MAKEN

Om de essentie van een tekst weer te geven kun je ook een samenvatting schrijven. Je gaat dan niet schematisch te werk; je geeft een verkorte versie van de oorspronkelijke tekst. Daarin neem je alleen de hoofdzaken op en breng je enkel de essentie. Je gaat daarvoor aan de slag met de tekst Onderzoek toont aan: Readification stimuleert jongeren meer te lezen.

©

2

Voor het lezen 1 Zet je voorkennis in en maak enkele voorspellingen. Bekijk de afbeelding van Verborgen Verhalen op de volgende pagina. a Zou je die verhalen willen lezen? Waarom (niet)? b Over welke personages of werelden uit videogames zou jij graag extra verhalen zien verschijnen? Plaats ze in de vier vakken vakken boven de afbeelding. c Voorspel een viertal vragen of deelonderwerpen die in de tekst aan bod kunnen komen. Noteer ze in de vakken onder de afbeelding.

LES 6 SCHEMATISEREN EN SAMENVATTEN

65


VA

N

IN

namen van videogames, personages, werelden

deelonderwerpen

2 Lees de tekst op de volgende pagina’s een eerste keer globaal.

5.2.1

3 Geef de tekstsoort en het teksttype.

4.3

©

tekstsoort

Tijdens het lezen 4 Vat in maximaal twee zinnen de hoofdgedachte van de tekst samen.

4.5.1

66

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE

teksttype


5 In de tekst staan een aantal moeilijke woorden. Verbind de woorden met de juiste verklaring. Laat je ook leiden door de voorbeeldzinnen (in een andere context) die met elk woord zijn gemaakt. Hij heeft de potentie om ver te geraken in de wedstrijd.

2 pilot

De eerste aflevering is een pilot om na te gaan of er een breed publiek geïnteresseerd is.

3 inspireren

Haar speech inspireerde me om zelf bewuster om te gaan met mijn energieverbruik.

4 interactief

Het is een interactief spel, de speler maakt zelf keuzes die een invloed hebben op het verdere verloop. Het vergt veel moed om een gesprek aan te gaan na een groot conflict.

6 betrokkene

Alle betrokkenen bij het ongeval bleven gelukkig ongedeerd.

7 enthousiasmeren

We willen iedereen enthousiasmeren om deel te nemen aan de benefietactie.

8 virtueel

Het spel speelt zich af in een virtuele wereld. 2

b een idee geven, bezielen c met onderlinge samenwerking, er is een wisselwerking tussen zender en ontvanger d vragen, eisen

e het vermogen f

3

4

5

iemand die iets te maken heeft met iets

g denkbeeldig h proef, test

N

5 vergen

1

a enthousiast maken

IN

1 potentie

6

7

8

VA

Onderzoek toont aan: Readification stimuleert jongeren meer te lezen

©

Onderzoek door Stichting Lezen naar Readification toont de potentie van deze pilot om jongeren te stimuleren meer te lezen. Niet eerder werd op deze schaal een experiment gedaan waarin de op het eerste oog onverenigbare werelden van gaming en literatuur worden gecombineerd. Tot nu toe zijn de verhalen via de speciale app ruim 75 000 keer gedownload. Bovendien werden de verhalen opmerkelijk goed beoordeeld: ruim 90% van de lezers was positief. Resultaten pilot Readification Het doel van de pilot Readification was te onderzoeken of jongeren via gaming geïnspireerd kunnen worden om meer te gaan lezen en of zij deze nieuwe leeservaring als stimulerend ervaren. De eerste positieve resultaten toonden een groot aantal downloads en hoge waardering van de verhalen geïnspireerd op de game Assassin’s Creed Valhalla. Daarna is verder onderzoek gedaan onder de doelgroep van jongeren tussen de vijftien en achttien jaar door GfK en Stichting Lezen*. Daaruit blijkt onder andere:

LES 6 SCHEMATISEREN EN SAMENVATTEN

• Een meerderheid van de ondervraagde jongeren verwacht meer van dit soort unieke verhalen te gaan lezen wanneer die op deze manier worden aangeboden. • Vier op de tien jongeren zegt door de verhalen ook daadwerkelijk gestimuleerd te worden meer te gaan lezen. • Eenzelfde aantal jongeren geeft aan dat Readification lezen leuker maakt, met name om zelf meer online verhalen te gaan lezen. 34% jongeren denkt ook meer papieren boeken te gaan lezen.

67


• De visuals bij de verhalen dragen volgens 65% van de onderzochte jongeren bij aan een positieve leeservaring. • Van de jongeren die geen papieren boeken lezen, verwacht 30% na het lezen van de verhalen in de app vaker onlineverhalen te gaan lezen.

Marcel Keij, marketingdirecteur Ubisoft Benelux: ‘Met Readification hebben we bewezen dat gamen meer is dan het spelen van een computerspel. Hoe de schrijvers met hun creativiteit het universum van Assassin’s Creed hebben verrijkt, is fantastisch om te zien. Zeker nu we zien dat de verhalen echt bijdragen aan het leesplezier van jongeren. Wij zijn erg blij met de resultaten die samen met de Leescoalitie zijn bereikt.’

tot achttien jaar gevraagd om de Ubisoft Specialapp te downloaden en de verhalen te lezen om antwoord te kunnen geven op de volgende vragen: Hoe is de houding van gebruikers tegenover de verhalen in de app? Hoe waarderen de gebruikers de verhalen in de app? Wat is hun intentie in leesgedrag na het lezen van de verhalen?

Leesplezier bij jongeren vergroten door unieke samenwerking De Leescoalitie, NBD Biblion, integrale servicepartner voor openbare- en schoolbibliotheken, en Ubisoft delen de ambitie dat iedere schoolverlater over goede leesvaardigheden beschikt om mee te kunnen doen in de maatschappij. Ubisoft en NBD Biblion omarmen hiermee de doelstelling uit het vorig jaar gepubliceerde leesoffensief van de Leescoalitie. Niet eerder werd de populaire gamewereld op deze schaal betrokken bij het enthousiasmeren van jongeren om te lezen. De samenwerking komt op een belangrijk moment: het leesplezier onder jongeren in Nederland gaat achteruit. Zo vindt bijna de helft van de Nederlandse vijftienjarigen lezen een tijdsverspilling. En 60% leest alleen als het echt moet. De Leescoalitie wil deze trend ombuigen door, aanvullend op het vele werk dat al in het (literatuur)onderwijs wordt verricht, aan te sluiten bij de belevingswereld van jongeren. Gaming is bij veel jongeren erg populair, daarom is de samenwerking met gameontwikkelaar Ubisoft een logische stap.

IN

* GfK heeft 212 jongeren in de leeftijd van vijftien

VA

N

Vervolg Readification De Leescoalitie, het samenwerkingsverband van zeven leesbevorderaars, en Ubisoft, een van de grootste uitgevers, ontwikkelaars en distributeurs van interactieve entertainmentproducten ter wereld, onderzoeken samen hoe aan de pilot Readification een vervolg kan worden gegeven. Aandachtspunt daarbij is de lengte van de verhalen, die zouden wellicht iets korter kunnen zodat nog meer jongeren een plezierige leeservaring hebben. Om een zo breed mogelijke doelgroep aan te spreken moet worden gekeken of een soortgelijke pilot ook met andere games dan alleen Assassin’s Creed gedaan kan worden. Op de wensenlijst voor toekomstig onderzoek staat ook de mogelijkheid om het lezen door jongeren te belonen met extra’s voor hun favoriete game.

©

Eveline Aendekerk, directeur CPNB namens de Leescoalitie: ‘De resultaten overtreffen mijn verwachtingen. Het verenigen van de werelden van gaming en literatuur op deze niet eerder vertoonde schaal vergde veel moed van alle partijen, omdat de belangen tegengesteld lijken te zijn: het gevecht om de aandacht van jongeren. Maar alle betrokkenen geloofden in het hogere doel: jongeren die steeds minder lezen in hun eigen belevingswereld laten ervaren dat lezen plezier geeft. Dat deze eerste pilot laat zien dat het kan en we een goede weg zijn ingeslagen geeft ons allen een trots gevoel. Nog niet alles is perfect maar er is veel potentie en die moeten we nu met elkaar gaan benutten, omdat leesbevordering onder jongeren zo ongelooflijk belangrijk is!’

Bron: www.lezen.nl

68

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE

Pilot met Assassin’s Creed Valhalla De Leescoalitie en Ubisoft publiceerden twee nieuwe verhalen uit de Assassin’s Creed Valhalla-wereld. Deze Verborgen Verhalen zijn geschreven door auteurs Margje Woodrow en Ronald Giphart. Zij lieten zich onderdompelen in de game met hulp van YouTuber Jordan ‘JorRaptor’ van Andel. Op zijn populaire YouTube-kanaal met meer dan 650 000 abonnees neemt hij wekelijks gamers over de hele wereld mee langs de virtuele werelden uit verschillende games. De Verborgen Verhalen werden gepubliceerd in de Ubisoft Special-app, die meer dan 100 000 actieve gebruikers heeft. In deze app lezen gamers over nieuwe games, bijbehorende verhaallijnen en hun hoofdpersonages. Lezers van de Verborgen Verhalen kregen een unieke leeservaring door extra visuals, videobeelden en geluidseffecten. Daarnaast was het mogelijk om tijdens het lezen meer uitleg en verdieping te krijgen over historische termen en gebeurtenissen uit het verhaal.


6 Lees de tekst nu in detail zodat je doordringt tot de inhoudelijke kern. 7 Hieronder en op de volgende pagina vind je drie uitgeschreven samenvattingen van de tekst tot aan het onderdeel ‘Leesplezier bij jongeren vergroten door unieke samenwerking’. a Neem de samenvattingen grondig door. b Orden ze van goed naar minder goed.

VA

N

IN

c Omschrijf zo concreet mogelijk waarom je voor die ordening kiest.

©

Samenvatting A

Uit onderzoek van Stichting Lezen naar Readification, blijkt dat Readification jongeren kan stimuleren om meer te lezen en dat is zeer goed. Er werd nog niet eerder op deze schaal een experiment uitgevoerd waar literatuur en gaming werden gecombineerd. De eerste resultaten van de pilot waren positief: de verhalen werden gedownload en positief beoordeeld. Uit het verder onderzoek van GfK en Stichting Lezen, waarbij 212 jongeren tussen de twaalf en vijftien jaar werden bevraagd, kwamen de volgende – naar mijn gevoel verbluffende – resultaten: sommige jongeren verwachten meer van dit soort unieke verhalen te lezen wanneer ze op deze manier worden aangeboden, enkele jongeren geven aan gestimuleerd te worden om meer te lezen, een bepaald percentage van de bevraagde jongeren geeft aan dat Readification lezen leuker maakt, helaas denkt slechts een minderheid ook meer papieren boeken te gaan lezen. Verder gaf een deel van de bevraagden aan dat de visuals bijdroegen aan een positieve leeservaring. Ten slotte verwacht een minderheid van de bevraagde jongeren die geen papieren boeken leest toch vaker onlineverhalen te lezen via de app.

LES 6 SCHEMATISEREN EN SAMENVATTEN

69


De Leescoalitie en een belangrijke ontwikkelaar en distributeur van interactieve entertainmentproducten, bekijken hoe er vervolg gegeven kan worden aan de pilot Readification. Aandachtspunten voor het vervolg zijn: de lengte van de verhalen, een soortgelijke pilot met andere games en de mogelijkheid om jongeren voor het lezen te belonen met extra’s voor hun favoriete game. Marcel Keij, marketingdirecteur Ubisoft Benelux, geeft aan bijzonder blij te zijn met de resultaten die ze samen met de Leescoalitie bereikt hebben. Ook de verwachtingen van Eveline Aendekerk, directeur CPNB namens de Leescoalitie, werden overtroffen.

IN

Samenvatting B

VA

Samenvatting C

N

Uit onderzoek van Stichting Lezen naar Readification, blijkt dat Readification jongeren kan stimuleren om meer te lezen. Er werd nog niet eerder op deze schaal een experiment uitgevoerd waar literatuur en gaming werden gecombineerd. De Leescoalitie en Ubisoft bekijkt hoe ze een vervolg kunnen geven aan hun succesvolle pilot Readification. De resultaten van de piloot waren positief: de verhalen werden vaak gedownloadt en kregen een hoge waardering. Uit het verder onderzoek van GfK en Stichting Lezen, waarbij de focus gelegd werd op de doelgroep van jongeren tussen vijftien en twintig jaar, bleek dat de meerderheid van de bevraagde jongeren verwacht om meer van dit soort unieke verhalen te lezen, zelfs wanneer deze op een andere manier worden aangeboden. Verder geeft 40% aan gestimuleert te worden om meer te lezen. Hetzelfde aantal jongeren geven aan dat Readification lezen leuker maakt. Iets meer dan 30% denkt in de toekomst ook meer papieren boeken te lezen. Meer dan 60% van de bevraagde jongeren vond de visuals een leuke extra, maar vond ze niet noodzakelijk een meerwaarde voor de leeservaring. Ten slotte zou 30% van de bevraagde in de toekomst nog verhalen in de app lezen.

Uit onderzoek van Stichting Lezen naar Readification, blijkt dat Readification jongeren kan stimuleren om meer te lezen. Dit bleek uit de eerste positieve resultaten van de pilot: de verhalen werden meer dan 75 000 keer gedownload en kregen een positieve waardering van ruim 90% van de lezers.

©

Uit het verder onderzoek van GfK en Stichting Lezen, waarbij 212 jongeren tussen twaalf en vijftien werden bevraagd, kwamen de volgende resultaten: de meerderheid van de bevraagde jongeren verwacht meer van dit soort unieke verhalen te lezen wanneer ze op deze manier worden aangeboden, 40% geeft aan gestimuleerd te worden om meer te lezen en eenzelfde aantal geeft aan dat Readification lezen leuker maakt. Verder denkt 34% meer papieren boeken te gaan lezen en gaf 65% van de bevraagden aan dat de visuals bijdroegen aan een positieve leeservaring. Ten slotte verwacht 30% van de bevraagde jongeren die geen papieren boeken lezen, na het lezen van de verhalen vaker onlineverhalen te lezen in de app. Na het succes van de pilot bekijken De Leescoalitie en Ubisoft hoe er vervolg gegeven kan worden aan de pilot Readification. Aandachtspunten voor het vervolg zijn: de lengte van de verhalen, een soortgelijke pilot met andere games en de mogelijkheid om jongeren voor het lezen te belonen met extra’s voor hun favoriete game.

70

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


Na het lezen 8 Vorm groepen van drie leerlingen en wissel jullie meningen uit. a Bepaal samen vijf succescriteria voor een samenvatting. Wat maakt een samenvatting goed? b Luister naar elkaars argumenten en stel vragen als iets niet duidelijk is.

succescriteria samenvatting 2

3

IN

1

4

5

N

9 Overloop klassikaal de antwoorden en bepaal samen de succescriteria van een goede samenvatting.

Verwerken

VA

10 Nu is het aan jou om van de overgebleven alinea’s een vloeiende samenvatting te maken. Volg het stappenplan zodat je goed voorbereid aan de slag kunt gaan.

4.5.2

Lees nogmaals intensief de tekst en focus in het bijzonder op de overgebleven alinea’s. Markeer in elke alinea de kernzin(nen). Onderstreep indien nodig ook belangrijke woorden. Duid de signaalwoorden aan die verbanden in de tekst aangeven. Noteer inhoudelijke verbanden tussen alinea’s in de kantlijn. Voeg alle gemarkeerde en opgeschreven informatie samen tot een vloeiend geheel.

1 2 3 4

©

4.5.4

1 2 3 4 5

schrijven

tip

Geef de essentiële informatie in je eigen woorden. Vermijd herhalingen en overbodige informatie. Gebruik signaalwoorden zodat je tekst een logische en heldere structuur krijgt. Controleer na het schrijven of de belangrijkste informatie in je tekst staat.

LES 6 SCHEMATISEREN EN SAMENVATTEN

71


IN N

VA

11 Wissel je samenvatting uit met die van een medeleerling. Beoordeel elkaars werk aan de hand van de checklist. CHECKLIST SAMENVATTING

+

±

kenmerken samenvatting

Je samenvatting is korter dan de oorspronkelijke tekst. Je samenvatting beperkt zich tot kernelementen.

Je samenvatting geeft de inhoud correct en objectief weer. Je samenvatting is volledig.

©

taal

Je samenvatting heeft een duidelijke structuur en leest vlot. Je formuleert in je samenvatting de essentiële informatie in je eigen woorden. Je samenvatting bevat geen taal- of spellingfouten. Een sterk punt van je samenvatting is:

Een tip die ik je wil meegeven als je de volgende keer een schematische samenvatting maakt:

72

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE

-


Tussenstop 1 1

TAAL EN WOORDENSCHAT 1 Welke woorden schuilen er achter de volgende drie anagrammen? Plaats het juiste woord bij de passende foto.

IN

lagbalbas – jorbin – melfen

2 Vul de twee woordbruggen aan. De laatste letter van een woord en de beginletter van het volgende woord vallen samen.

N

a • tijdsperiode, hoeveelheid tijd • bij iedereen in de smaak willen vallen • reus, afstammeling van Gaia (de aarde)

VA

b • eng, gevaarlijk, angstaanjagend • kenmerken van een raadsel • zaal waar gegeten en gedronken wordt

3 Duid de juiste betekenis aan.

a De rechter was duidelijk: het vonnis was onherroepelijk.

©

 het zwaarste mogelijk  discussieerbaar  zonder mogelijke verandering

b De detective deed een onthutsende ontdekking.  nieuwe  schokkende  onverwachte

c De zelfstandige ondernemer was erg geïnteresseerd in de masterclass over financiën.  een praktijkles/sessie in de avondschool  een praktijkles/sessie met een collega-ondernemer  een praktijkles/sessie met een kenner d Om al die hoeveelheid leerstof verteerbaar te maken, deel je die het best op in kleine stukjes.  iets verwerkbaar maken  schrijven over iets  lesgeven over iets

TUSSENSTOP 1

73


4 In les 3 ging je in op hoe trailers gemaakt worden en wat hun belang is voor de filmindustrie. Daarbij kwamen enkele woorden uit het filmjargon aan bod zoals distributeur, soundtrack en commentaarstem. Welk woord hoort bij de onderstaande beschrijvingen? Vul het kruiswoordraadsel in. 1

2

3

4

IN

5

6

7

10

9

N

8

11

VA

12

13

©

horizontaal 1 een afgesloten ruimte die geschikt is om opnames te maken 2 alle voorwerpen die je op een filmset kunt aantreffen 5 heel kleine rol gespeeld door een beroemde acteur 6 de persoon die verantwoordelijk is voor de financiën, organisatie, crew en andere zakelijke aspecten 8 de persoon die de leiding heeft bij een filmopname 10 de korte inhoud van een film 12 achtergrondfiguur in de film 13 alle acteurs die in een film meespelen

74

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP

verticaal 1 de uitgeschreven vorm van de film die ook instructies voor de acteurs en crew bevat 3 kort onderdeel van een film 4 locatie die gereedgemaakt en ingericht is om te kunnen filmen 6 de eerste vertoning van een film 7 de personen op de set die bij de productie van de film betrokken zijn, maar er niet zelf in meespelen 9 iemand die de gevaarlijke scènes speelt in plaats van de acteur 11 de ordening van beelden en geluiden in een film om zo de uiteindelijke film samen te stellen


5 Vul in het volgende nieuwsbericht de juiste pv’s in de onvoltooid verleden tijd in.

Liever Musti dan Mutti

IN

10.9.3

3 4 5 6 7

6 Een zin heeft telkens een bedoeling: iets vragen, meedelen, bevelen, iemand waarschuwen … a Plaats de zinnen hieronder bij de juiste taalhandeling. beweren

meedelen

zich verontschuldigen

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15

beloven

waarschuwen

om informatie vragen

groeten

verzoeken

bedanken

Bedankt om me dit weekend te helpen. Het spijt me dat ik je heb gekwetst. Let op voor phishingmails. Sorry voor de geluidsoverlast, onze baby reist vandaag voor de eerste keer met het vliegtuig. Ik heb die man nog nooit gezien. Het wordt vandaag 31°C. Goedemorgen! Dank jullie wel voor je inzet! Pas op wanneer je ’s avonds over een veldweg wandelt. Ik zal het nooit meer doen. Gelieve mij de bestanden zo snel mogelijk door te sturen. Hoe werkt het kopieerapparaat? We komen morgen opnieuw langs, beloofd! Rood is de mooiste kleur. Rood is een basiskleur.

©

11.1

2

8

VA

Bron: www.standaard.be

1

N

Een tweejarige Duitse peuter 1 (uitvoeren) een speciale stunt uit om naar haar favoriete tv-programma te kunnen kijken. Het meisje 2 (wachten) lachend tot mama de slaapkamerdeur inging en 3 (sluiten) de deur dan met de sleutel af. De moeder 4 (verwittigen) door het raam de buurvrouw, maar die 5 (overtuigen) de peuter niet. Zij 6 (halen) er vervolgens de politie bij, maar ook die 7 (vangen) bot bij de peuter. Uiteindelijk 8 (bevrijden) een slotenmaker de moeder.

TUSSENSTOP 1

75


b Leg uit wat het verschil is tussen ‘beweren’ en ‘meedelen’.

d Kun je nog andere voorbeelden geven?

7 Bekijk de tabel aandachtig.

IN

c In het dagelijks taalgebruik zal het niet altijd gemakkelijk zijn om een zin bij een bepaalde groep in te delen. Achter een zin kunnen immers verschillende bedoelingen zitten. Toon dat aan aan de hand van de opmerking: ‘Het is hier best warm in het klaslokaal.’

a Vul de tabel aan.

hoofdletters samenstellingen

N

b Welke talen wijken af van het Nederlands? Bepaal dat per rij. Formuleer telkens wat er anders is. Nederlands

Engels

stoel

chair

Umkleidekabine

bijwoorden

traag

langsam

lidwoorden

een huis een zetel

VA

kleedkamer

© 76

Duits

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP

a house a couch

Frans chaise


8 De mythen die je in les 4 verkende, leverden niet alleen knappe verhalen op. Volgende spreekwoorden en zegswijzen vinden hun oorsprong in de Griekse mythologie. a Wat betekenen ze? b Geef ook telkens een voorbeeldzin waarin de betekenis duidelijk wordt. •

een sisyfusarbeid verrichten betekenis:

IN

voorbeeldzin:

een achilleshiel betekenis:

voorbeeldzin:

iets met argusogen bekijken betekenis:

VA

voorbeeldzin:

N

een tantaluskwelling

betekenis:

voorbeeldzin:

een oedipuscomplex

©

betekenis:

voorbeeldzin:

een titanenstrijd betekenis:

voorbeeldzin:

TUSSENSTOP 1

77


het paard van Troje binnenhalen betekenis:

voorbeeldzin:

een hermafrodiet

IN

betekenis:

voorbeeldzin:

een augiasstal betekenis:

een adonis betekenis:

VA

voorbeeldzin:

N

voorbeeldzin:

een cassandravoorspelling

betekenis:

voorbeeldzin:

een panische angst

©

betekenis:

voorbeeldzin:

midasoren hebben

betekenis: voorbeeldzin:

78

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


9 Jullie zijn ingehuurd om het leven van Marc Op de Letter onder de loep te nemen. Hij is professor Nederlands en volgens zijn steenrijke echtgenote heeft hij mogelijk een affaire én probeert hij haar erfenis te stelen … Gebruik jullie kennis van de Nederlandse spelling om deze escape room tot een goed einde te brengen.

10 Lees nu de onderstaande woordparen.

knol ros

gesticht instelling

auditief uitgedaagd stokdoof

zweten transpireren

N

roestig geoxideerd

IN

SPELREGELS

VA

a Wat hebben de woordparen gemeenschappelijk?

b Betekenen die woorden exact hetzelfde? Leg uit waarom dit volgens jou (niet) het geval is.

©

c De gevoelswaarde is dus verschillend. Welke woorden klinken eerder positief en welke eerder negatief? Rangschik ze in de juiste kolom.

TUSSENSTOP 1

positief

negatief

79


2

UITDAGING: ONLINE TAALHULPMIDDELEN 1 Schrijf je in het Nederlands choqueren of shockeren? a Kies de vorm die volgens jou correct is. b Leg uit waarom je die kiest. c Waar of bij wie kun je terecht als je zeker wilt zijn over het antwoord?

IN

2 Om je te helpen bij vragen over taal zijn er verschillende hulpmiddelen die je kunt raadplegen. Naast naslagwerken zoals woordenboeken en grammaticaboeken zijn er ook online hulpmiddelen.

tip

Hieronder krijg je een kort overzicht van verschillende nuttige taalwebsites.

TAALADVIES

VA

N

taaladvies.net Taaladvies.net werd opgericht door De Taalunie. Je kunt er een lijst van taalkundige termen, interessante naslagwerken en een overzicht van antwoorden op taalvragen terugvinden. Deze website schrijft niet voor wat correct is, maar geeft weer wat het meest gebruikt wordt in verschillende regio’s.

©

VRTtaal.net Deze website kan, net zoals taaladvies.net, gebruikt worden om informatie op te zoeken over taalkwesties. Naast antwoorden op taalkwesties kun je op deze website ook nieuwsitems en dossiers over bepaalde taalkwesties (stijltips, tussentaal …) terugvinden. De site bevat ook oefendictees.

SCHRIJFASSISTENT

VRTTAAL

schrijfassistent.be Dit is een schrijftool die jouw tekst onder meer nakijkt op spellingfouten, herhaling en passief taalgebruik. De site doet suggesties om je tekst correcter en aantrekkelijker te maken.

woordenlijst.org Op deze website kun je de correcte spelling en het correcte meervoud van een bepaald woord terugvinden. Naast de woordenlijst vind je er ook een leidraad met de regels van onze spelling. De Woordenlijst Nederlandse Taal is ook gekend in boekvorm: Het Groene Boekje. WOORDENLIJST

80

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


a Welke website(s) gebruik je voor onderstaande situaties? 1 Je wilt meer leren over tussentaal in Vlaanderen.  taaladvies.net  VRTtaal.net  woordenlijst.org 2 Je wilt weten wat een tautologie is.  taaladvies.net  VRTtaal.net  woordenlijst.org 3 Je wilt weten hoe je een zakelijke brief moet opmaken.  taaladvies.net  VRTtaal.net  woordenlijst.org

IN

4 Je wilt weten bij welke leestekens je een spatie voor het teken moet plaatsen.  taaladvies.net  VRTtaal.net  woordenlijst.org 5 Je wilt weten wat de correcte schrijfwijze is: pasen of Pasen.  taaladvies.net  VRTtaal.net  woordenlijst.org 6 Je wilt weten wat het correcte lidwoord van ‘boek’ is.  taaladvies.net  VRTtaal.net  woordenlijst.org

b Gebruik nu die websites om een antwoord te zoeken op de volgende vragen.

1 Welke meervoudsvorm(en) van ‘datum’ is (zijn) niet correct? Duid het juiste antwoord aan.  datums  data  data’s

N

Welke website gebruikte je om die vraag te beantwoorden?  taaladvies.net  VRTtaal.net  woordenlijst.org

VA

Waarom gebruikte je die website?

2 Wordt er na een aanspreking een komma geplaatst?

Op welke website(s) heb je een antwoord gevonden op die vraag?  taaladvies.net  VRTtaal.net  woordenlijst.org

©

3 Welk betekenisverschil is er tussen ‘kerstmis’ en ‘Kerstmis’?

Op welke website(s) heb je een antwoord gevonden op die vraag?  taaladvies.net  VRTtaal.net  woordenlijst.org

4 Welke vorm is geen Algemeen Nederlands? Duid het juiste antwoord aan.  Laat me gerust.  Laat me met rust. Op welke website(s) heb je een antwoord gevonden op die vraag?  taaladvies.net  VRTtaal.net  woordenlijst.org

TUSSENSTOP 1

81


3 Lees onderstaande tekst.

IN

De moeder van Tom lacht wanneer haar zoon haar omhelsd. Tom is een echte dierenvriend en wordt vandaag door zijn moeder in de bloemetjes gezet. Het afgelopen jaar heeft hij elk weekend vrijwililgerswerk uitgevoer t in het dierenasiel. Zijn ouders vinden dat Tom bewezen heeft dat hij verantwoordelijk genoeg is om een eigen huisdier te houden. Het adopteren van een dier is voor Tom een zeer serieuse zaak. Vandaag wordt een hond door Tom een gouden mandje aangeboden. Tom is zeer gelukkig met de beslissing van zijn ouders. Zeg nu zelf, het gebeurd niet elke dag dat je een nieuwe vriend krijgt.

a Markeer alle fouten die je kunt vinden op vlak van spelling, werkwoordspelling en het gebruik van passieve zinnen. b Geef nu de tekst in op schrijfassistent.be en vergelijk het resultaat met je eigen bevindingen.

N

c De site vermeldt ook naamwoordstijl. Wat wordt daarmee bedoeld?

4 Kies een van onderstaande taalkwesties en leg uit wat er aan de hand is of wat de juiste optie is. Gebruik daarvoor de websites op p. 80 en vermeld telkens je bron(nen).

VA

a ‘Zijn onderzoek bracht nieuwe data’s aan het licht.’

©

b ‘We kunnen ervanuit gaan dat hij haar de waarheid heeft verteld.’

c ‘Ik heb gewonnen.’ vs. ‘Ik ben gewonnen.’

82

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


3

CREATIEF: JE EIGEN BOEKENTRAILER In les 3 analyseerde je een filmtrailer. Je vertrekt van de kenmerken die daarbij aan bod kwamen om een eigen boekentrailer te maken.

Voorbereiden 2 Brainstorm over het boek.

IN

1 Spreek af tegen wanneer jullie de roman lezen.

a Deel welke passages jullie knap vonden.

b Denk na over wat jullie in beeld brengen: een scène, een hoofdpersonage, enkele passages …

Plannen

3 Bekijk het fragment van Moviezone en kies één van de drie mogelijkheden.

N

4 Neem de evaluatiematrix door. Zo heb je een overzicht van de criteria voor het eindresultaat.

KIES EEN VORM

Schrijven

VA

5 In les 3 zagen jullie welke onderdelen in een goede trailer zitten. Schrijf een scenario. a Verdeel de rollen en de taken voor de opname. b Brainstorm over muziek en geluiden die passen bij de scènes. c Maak afspraken over wat jullie gaan opnemen en wanneer dat zal gebeuren.

Opnemen

©

6 Neem jullie trailer op en monteer de verschillende delen. Het eindresultaat is één tot twee minuten lang.

TUSSENSTOP 1

83


Evaluatiematrix – Een trailer maken Hoe heb je het gedaan? Markeer de gepaste beoordeling of laat dit door een medeleerling doen.

GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

inhoud

correctheid

Je maakt enkele taalfouten. EN/OF Enkele klanken of woorden die je gebruikt, behoren tot de tussentaal, het dialect …

Je maakt meermaals taalfouten en de klanken en woorden die je gebruikt, behoren vaak tot de tussentaal, het dialect …

Let op voor:

Let op voor:

N

Je taalgebruik is nagenoeg foutloos. Je gebruikt de standaardtaal en je uitspraak is correct.

Het is helemaal niet duidelijk waarover het boek gaat.

IN

Uit de trailer blijkt duidelijk Uit de trailer blijkt duidelijk waarover het boek gaat waarover het boek gaat, maar zonder dat je te veel prijsgeeft. je geeft al te veel informatie prijs. OF Het is niet helemaal duidelijk waarover het boek gaat.

duidelijkheid

Je articuleert meestal goed, maar af en toe ben je minder duidelijk verstaanbaar. OF Je praat soms te snel/traag en/of te luid/stil.

Je bent moeilijk verstaanbaar omwille van een onduidelijke articulatie. EN Je praat vaak te snel/traag en/of te luid/stil.

Je trailer is visueel aantrekkelijk gefilmd. Je denkt duidelijk na over welke shots je in beeld wilt brengen en op welke locatie(s) je filmt.

Je trailer is visueel best aantrekkelijk gefilmd, maar de locatie waar je filmt, blijkt niet functioneel.

Je trailer is visueel niet aantrekkelijk gefilmd. Bovendien is de locatie waar je filmt niet functioneel.

De muziek en de geluiden die je toevoegt, dragen bij tot de inhoud van de trailer.

De link tussen de muziek en de geluiden die je toevoegde en de inhoud van de trailer is niet helemaal duidelijk.

Je voegde geen muziek of geluiden toe.

VA

Je articuleert duidelijk en je spreektempo en -volume zijn ideaal.

©

aantrekkelijkheid

Aanvullende commentaar:

84

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


les

7

Gedichten en emoties 1

Je kunt de kenmerken van poëzie herkennen en benoemen

3 Je kent de termen ‘ritme’ en ‘metrum’

2 Je herhaalt stijlfiguren (herhaling, opsomming, tegenstelling), beeldspraak (vergelijking, metafoor, synesthesie) en rijm (volrijm, alliteratie, assonantie)

WAT DRUKT POËZIE UIT?

en het effect van beelden, stijl en ritme in poëzie

IN

1

4 Je denkt na over de betekenis

N

1 Waaraan denk je bij het woord ‘poëzie’? Noteer acht woorden die spontaan in je op komen.

VA

poëzie

2 Lees nu de onderstaande gedichten een eerste keer globaal door. a Markeer woorden of zinnen die je mooi vindt.

b Wat vond je van het gedicht? Plaats bij elke tekst één bijvoeglijk naamwoord dat je gevoel weergeeft.

A

WEET GIJ WAAR DE WIND GEBOREN

©

Weet gij waar de wind geboren, waar de dauw geboren is? Weet gij kunstig op te sporen wat hierbij, hierboven is? Weet gij wat de sterren zijn, en wat de zon, de mane? Wat in de bergen, in de mijnen ligt en in de zee bevat? Weet gij iets klaar uit te leggen van al ‘t geen men u vragen kan? Antwoord dan en wil mij zeggen: Dichten ... wat is dichten dan? Guido Gezelle. Volledige dichtwerken

LES 7 GEDICHTEN EN EMOTIES

85


B Voorwaarden waaraan een gedicht moet voldoen Het moet pijnlijk zijn: altijd, hoe dan ook. Ik moet het er nooit mee eens zijn. Met een lantaarn en een vergrootglas moet ik – op mijn knieën en vervolgens op mijn buik –

C

de logica zoeken, die het telkens laat vallen. Het moet zich verheffen – daar mag geen twijfel over zijn – het moet zich altijd verheffen uit zijn nederige stoel, en zingen – luidkeels, schor en onzinnig – over de liefde en over mij,

de geur van rozen en onsterfelijkheid, bijna geloofwaardig, om zich heen, en nog pijnlijker moet het zijn, nog veel pijnlijker.

Toon Tellegen. Gewone gedichten

N

D

Gedicht

IN

de ramen opendoen

In een gedicht is geen woord te veel neem je er iets af dan is het niet meer heel K. Schippers. Een leeuwerik boven een weiland

In de verte groeit het geruis van een trein

VA

stop zegt ze en ze zet de recorder uit

door de ramen stroomt steeds meer zwart licht de kamer in is er zoiets als zwart licht zit ik te denken

de trein is voorbij en uit de verte nadert ons langzaam stilte is er zoiets als een stilte die kan naderen denk ik

©

nog één vraag zegt ze en ze start de recorder

poëzie wat is dat – eigenlijk ze beweegt de microfoon naar mijn gezicht ik begin te denken tot ik aan een schilderij denk van Magritte een wolk in de vorm van een rotsblok een rotsblok in de vorm van een wolk ze zweven samen boven een landschap is dit een antwoord vraag ik

Rutger Kopland. Toen ik dit zag

86

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR

woord naderen: dichterbij komen


3 Overloop samen met drie medeleerlingen wat jullie markeerden en noteerden. Beslis als groep wat jullie het knapste gedicht vinden. 4 Ieder groepslid focust nu op één gedicht. a Ga in de tekst op zoek naar het antwoord op de vraag ‘Wat is poëzie’?'. b Overloop jullie antwoorden en vul samen het schema in. dichter

Wat is poëzie?

Toon Tellegen

Poëzie • •

IN

Guido Gezelle

N

• •

VA

K. Schippers

Rutger Kopland

Poëzie is • • •

Dit zijn allemaal

©

5 Welke dichter kan poëzie naar jullie gevoel het best omschrijven?

LES 7 GEDICHTEN EN EMOTIES

87


6 Schrijf in het kader hieronder de antwoorden neer die jullie met de klas in opdracht 1 verzamelden en vul de categorieën aan met de antwoorden van de dichters. vorm

inhoud

andere

2

N

IN

klank

PERFORMANCE EN GEDICHTEN

VA

Poëzie wordt niet enkel neergeschreven. Bekijk het gedicht Ode aan de taal van Lisette Ma Neza.

onDERWEG

©

Lisette Ma Neza was Belgisch kampioen Poetry Slam in 2017. Zo’n wedstrijd is als een boksmatch met woorden, waarbij je als dichter op een paar minuten tijd de jury en het publiek moet overtuigen met jouw poëzie. Alles draait om de taal en de performance.

1 Waarover gaat Lisettes gedicht?

2 Wat vind je van het gedicht? Vind je het leuker om naar een gedicht te luisteren of om het zelf te lezen? 3 Wat valt op door de manier waarop Lisette Ma Neza haar gedicht voordraagt?

88

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


4 In haar tekst maakt Lisette Ma Neza gebruik van rijm, beeldspraak en stijlfiguren. 14.3 14.4

a Welke termen ken je nog uit de vorige jaren? Koppel het juiste woord aan de definitie. b Eén poëzieterm ontbreekt. Geef de term die bij de omschrijving past. c Bekijk Ode aan de taal een tweede keer en geef telkens een voorbeeld. Je kunt de tekst op de volgende pagina mee volgen. poëzieterm

definitie

2 alliteratie 3 opsomming

a Twee begrippen met een tegenovergestelde betekenis worden met elkaar verbonden.

IN

1 assonantie

4 herhaling 5 tegenstelling 6 vergelijking 7 eindrijm

voorbeeld

b Klinkerrijm: verschillende lettergrepen die op elkaar volgen bevatten dezelfde klinker. Daardoor valt de klank op.

N

c Een persoon of voorwerp in de werkelijkheid wordt verbonden met een beeld door ‘als’, ‘zoals’ of ‘gelijk’.

VA

d Verschillende zaken worden na elkaar op een rijtje gezet.

e Beginrijm of letterrijm: verschillende woorden die op elkaar volgen beginnen met dezelfde medeklinker(s).

©

f

Woorden of zinsdelen worden meermaals gebruikt om er extra nadruk op te leggen.

g gelijkheid van klank aan het einde van woorden

h Een voorwerp wordt als levende persoon voorgesteld.

1

2

LES 7 GEDICHTEN EN EMOTIES

3

4

5

6

7

89


Ode aan de taal

koetjes en kalfjes korte ei, eieren lange ij, ijsjes korte ei, meisjes puntjes op de derde e bij zeeën puntjes op de eerste e bij poëet puntjes op de i zoals de kersjes op de taart decoreren de c als een s en de c als een k

Ode

a an de

ta al de

N

dit is een ode aan alle overbodige woorden die telkens broodnodiger worden het tinderellasyndroom klimaatdonderdag dekolonisatiedebat

IN

koetjes en kalfjes een ode aan de taal de harde g en de zachte g de c-h-t van achtentachtig en half elf-taal

VA

een ode aan de regenboogtaal #MeToo-verhaal Instagram-voyeur DM me maar in gebiedende wijs onvoltooide tegenwoordige tijd

onomatopees woorden die klinken als klanken sissen pissen ieuw zo van nieuw en alles wat niet lekker is de o-tjes ou en de a-tjes au

©

een ode aan onze eigen taal eigenwijze – af en toe ook best wel wijze taal een wegwijzende taal verdwaald, gedesoriënteerde geraffineerde taal

een ode, een ode aan de alledaagse taal de dt-foutentaal de hoi en dan doei de we-spreken-het-aan-tafeltaal de Nederlandse taal, de Nederlandse taal Lisette Ma Neza

90

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR

nederlan dse ta al Ma Neza


5 Het ritme van het gedicht lijkt op dat van een raptekst. Beluister NIEMAND van Zwangere Guy. Benoem de aangeduide delen in de eerste strofe en het refrein.

© HOLLANDSEHOOGTE

NIEMAND

IN

Hoe komt het dat er niks meer in de weg staat? Ik ben het niet gewoon als alles goed draait Is er iemand die me helpt als het mis gaat? Of eindig ik op straat of in de misdaad? Heb schijt aan het systeem en onze rechtstaat Zal rappen tot een ander op zijn bek gaat Soms denk ik, ja mijn leven dat is niks waard Soms ren ik door het leven als een wild paard

N

Nu kan ik niet meer stoppen en niet stilstaan Blijf vlammen door het leven als een driftbaan We hangen niet met ratten, nee geen klikspaan Doe dit niet voor de fame, daar heb ik niks aan De mannen in mijn rangen blijven wild gaan Die doekoe op de bank daar heb ik niks aan Soms denk ik da we even moeten stilstaan Accepteren dat ik ballen ook kan misslaan

VA

Is er iemand die me helpt, als ik naar ze bel, al zat ik in de cel? (Niemand) Is er iemand die dat denkt, dat hij mij echt kent, buiten ikke zelf? (Niemand) Ik mis haar, wis vaak Het leven is geen spel, nee geen quizvraag Niks waard, stil staan Soms kan alles in het leven opeens misgaan Hoe komt het dat ik alles zo voorbij loop? Zie me vlammen in een alpina, linkerrijstrook (…)

©

Zwangere Guy. BRUTAAL "Niemand" Gorik Van Oudheusden, Nando Timpe, Paulo Rietjens, Pieterjan Seaux © Strictly Songs All rights reserved for the World

onthouden

Spelen met ritme en klank zijn eigen aan zowel muziek als poëzie. Ritme is de indruk van beweging in gesproken taal. Het ritme in een gedicht wordt bepaald door de klemtonen en de opeenvolging van lange en korte klanken. Als in een gedicht of nummer een vast ritme zit, dan gebruikt men daarvoor ook de term metrum. Rap is eigenlijk een poëzievorm op muziek. Hier is ritme heel belangrijk; om alles vloeiend en boeiend te laten klinken is een goed ritme cruciaal.

LES 7 GEDICHTEN EN EMOTIES

91


6 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen op rijm, ritme en stijlfiguren. 7 Lees onderstaand gedicht terwijl je de lettergrepen in HOOFDLETTERS meer benadrukt.

Oudjaar Uren, DAgen, MAANden, JAren VLIEgen ALS een SCHAduw HEEN ZIJ die EENS geLUKkig WAren WOnen NU in AMstelVEEN.

a Voel je het ritme? Hier hebben we afwisselend te maken met en

IN

Ivo de Wijs. Vroege vogel

lettergrepen.

tip

N

Om het noteren van een metrum eenvoudiger te maken, gebruiken we de volgende symbolen die je boven de lettergrepen kunt noteren. • beklemtoonde lettergreep (lang): — • onbeklemtoonde lettergreep (kort): ∪

VA

b Probeer de symbolen — en ∪ eens uit op enkele verzen uit het gedicht Oudjaar. Noteer ze boven elke lettergreep.

uren, dagen, maanden, jaren

vliegen als een schaduw heen

©

c Onderzoek het metrum van de eerste strofe van NIEMAND op p. 91. Kun je hier ook een vast ritme per regel ontdekken?

3

DE KRACHT VAN BEELDSPRAAK

1 In de tekst van Zwangere Guy staan enkele opvallende vergelijkingen als ‘Soms ren ik door het leven als een wild paard’. Waarom denk je dat hij niet kiest voor eenvoudigere zinnen als ‘Soms ren ik heel hard door het leven zonder te stoppen’.

92

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


onthouden Vergelijkingen worden ook beeldspraak genoemd. Door het onderwerp te verbinden (als, zoals) met een levendig beeld, begrijpen we beter wat de dichter wil uitdrukken.

2 Omschrijf wat de rapper volgens jou bedoelt met ‘Blijf vlammen door het leven als een driftbaan’.

IN

onthouden Soms rekent de dichter erop dat we de vergelijking zelf in ons hoofd maken. Figuurlijk taalgebruik waarbij enkel het beeld genoemd wordt en niet de hele vergelijking met ‘(zo)als’ of ‘gelijk’ is een .

3 Ook Tourist LeMC is een bekende Nederlandstalige rapper. Lees het refrein uit zijn nummer Tramontane.

N

Tramontane

VA

Op de geur, het gevoel, ja De zoete lucht die ‘k proef We gaan nog niet naar huis nee, nee, nee, nee Ik trek u dichter bij mij, ja En hoop dat alles voorbij gaat Blijven we nog even hier, ja, ja, ja, ja Tourist LeMC

a Benoem de aangeduide vorm van beeldspraak.

b Leg uit wat er bij die vorm van beeldspraak gebeurt.

©

14.4.3

c Waarom maakt de rapper volgens jou gebruik van beeldspraak?

LES 7 GEDICHTEN EN EMOTIES

93


4 Op deze en volgende pagina’s vind je vijf gedichten. a Bepaal welk gedicht jou het meest aanspreekt, welk gedicht je het moeilijkst vindt en welk gedicht je het vervelendst vindt. b Geef drie criteria waaraan een goed gedicht volgens jou moet voldoen.

beeldspraak

gedicht (letter)

vergelijking metafoor

Bed Mama stuurt me ‘s avonds op in mijn warme envelop. Nachtpost, zegt ze, daarna legt ze zachte lippen op mijn mond: dat zijn de zegels, de regels om te zorgen dat ik ‘s morgens teruggezonden word. Dan gaap ik en dan lacht ze: Welterusten liefje. Dan slaap ik en dan zucht ze: Welterusten briefje.

VA

N

synesthesie

A

IN

5 Ga op zoek naar vergelijkingen, metaforen en synesthesie in de volgende gedichten. Vul de tabel aan en markeer de beeldspraak in de teksten.

Edward van de Vendel. Wij zijn de menigte die moeder heet

©

B

Straatletters

94

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


C Sprookje voor mijn moeder en dochtertje Zij luisteren beiden naar haar oud verhaal, wondere dingen komen aangevlogen, zichtbaar in hun verwijde ogen, als bloemen, drijvend in een schaal.

IN

Er is een zachte spanning in hun wezen, zij zijn verloren en verzonken in elkaar, – het witte en het blonde haar – geloof het maar, geloof het maar, alles wat zij vertelt is waar en nooit zal je iets mooiers lezen. M. Vasalis. De vogel Phoenix

D

Voor wie dit leest

N

(…) O, als ik troosten kon, dan kon ik wenen. Kom, leg uw hand op dit papier; mijn huid; verzacht het vreemde door de druk verstenen van het geschreven woord, of spreek het uit.

VA

(…)

Leo Vroman. Gedichten, vroeger en latere

E

Changement de décor

©

Zodra de dag als een dreigbrief in mijn kamer wordt geschoven worden de rode zegels van de droom door snelle messen zonlicht losgebroken huizen slaan traag hun bittere ogen op en sterren vallen doodsbleek uit hun banen terwijl de zwijgende schildwachten nachtdroom en dagdroom haastig elkaar hun plaatsen afstaan legt het vuurpeloton van de twaalf nieuwe uren bedaard op mij aan. Ellen Warmond. Proeftuin

6 Je leraar zet online een zelftest voor je klaar. Zo kun je zelf nagaan hoe sterk je de onderdelen van deze les beheerst. Op basis van je resultaat krijg je aanvullende oefeningen.

LES 7 GEDICHTEN EN EMOTIES

95


les

Het debat

8

3

2

HAAT OP SOCIALE MEDIA

Je kent de structuur van een debat

5 Je toont spreekdurf (het woord vragen, je mening uitdrukken) en reageert op anderen

IN

Je herkent verschillende soorten argumenten (autoriteit, vergelijking)

1

Je hanteert gepaste lichaamstaal in 4 een debat

1 Je formuleert onderbouwde argumenten en tegenargumenten bij een mening

1 Sommige mensen kiezen er bewust voor om een tijd volledig offline te zijn. a Hoe zou jij je daarbij voelen? b Som drie mogelijke voordelen op.

N

c Vermeld ook twee nadelen.

VA

2 Bekijk het filmpje van KLAAR over haat op sociale media. 3.1

a Welke feiten en meningen op sociale media komen aan bod? feiten

meningen

©

b Wat vind je van de meningen in het filmpje? Met welke vier woorden zou je ze omschrijven?

96

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


c Zijn die meningen een voorbeeld van vrije meningsuiting? Waarom wel/niet?

2

3.3

ARGUMENTEN EN TEGENARGUMENTEN

IN

d Geef drie suggesties over hoe je een mening op een goede manier weergeeft.

1 Vorig jaar maakte je kennis met standpunten en argumenten. Je herhaalt die begrippen aan de hand van een tekstfragment.

N

a Onderstreep in onderstaande tekst het standpunt. b Markeer het argument, de uitleg van het argument en het voorbeeld in verschillende kleuren.

VA

Als leerlingenparlement willen ook wij deel uitmaken van de discussie rond schooluniformen, die momenteel ernstig leeft bij ons op school. Zelf zijn wij niet akkoord met de beslissing van onze directie om een schooluniform in te voeren vanaf het komende schooljaar. Wij geloven sterk dat een schooluniform de persoonlijke ontwikkeling van een tiener in de weg staat. Een schooluniform zorgt er immers voor dat iedereen er hetzelfde uitziet. Je zult dus niet meer jouw persoonlijke stijl kunnen uitdrukken en kleding kunnen dragen waar jij je goed in voelt. Er zijn bijvoorbeeld heel wat leerlingen die zich minder uniek zullen voelen omdat ze hun creativiteit niet kunnen uiten met hun outfit.

2 Lees de standpunten op de volgende pagina’s.

©

a Bedenk een krachtig argument voor deze visie. b Werk het argument uit.

c Vergelijk daarna je tekst met die van een medeleerling.

Een argument structureer je met behulp van volgende stappen:

SPREkEN & SCHRIJven

1 Omschrijf je argument. Een eerste argument … ; Mijn argument is dat … ; Mijn visie is dat … ; Ik geloof dat … 2 Leg het argument verder uit. want, omdat, aangezien, indien, daarom, als, immers … 3 Versterk je argument met behulp van een voorbeeld. Bijvoorbeeld … ; Onderzoek wijst uit dat … ; Een voorbeeld daarvan is …

LES 8 HET DEBAT

97


3 Herlees de argumenten die je medeleerling bij de vorige opdracht gaf. Je probeert nu tegenargumenten aan te halen: je onderbouwt waarom je niet akkoord gaat met het standpunt.

tip

IN

Ook bij een tegenargument volg je best de opbouw van argument, uitleg en een bijkomend voorbeeld. Bereid je in een debat altijd voor op tegenargumenten van de tegenpartij. Op die manier kun je je eigen argumentatie meer kracht bijzetten.

Mijn visie is dat leerlingen die op een vak 90% halen de lessen van dat vak niet hoeven te volgen.

VA

N

argument:

©

tegenargument:

98

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


Ik vind dat het stemrecht verlaagd zou moeten worden naar de leeftijd van zestien jaar.

IN

argument:

VA

N

tegenargument:

Ik vind dat radiopresentatoren geen regionaal accent mogen hebben.

©

argument:

tegenargument:

LES 8 HET DEBAT

99


4 Bekijk een fragment van de rubriek Helden van het Internet uit het programma Karen & De Coster. a Welke argumenten gebruiken Elin, Eddy en Rudy om hun kwetsende boodschappen te verdedigen?

©

VA

N

IN

b Welke tegenargumenten haalt de interviewer aan?

100

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


3

SOORTEN ARGUMENTEN In een redenering komen vaak verschillende soorten argumenten aan bod. Schrijvers en sprekers baseren zich bijvoorbeeld op hun eigen kennis of ervaringen. Vaak zullen ze ook de mening of visie van experten en onderzoekers aanhalen om hun argumentatie krachtiger te maken.

3.5

1 Bestudeer op deze en volgende pagina’s de teksten met verschillende soorten argumenten. a Noteer bij elke tekst waarop de schrijver of spreker zich baseert. b Leg steeds uit waarom die vorm van argumentatie betrouwbaar is of niet.

IN

c Noteer vervolgens voor elk soort argument twee valkuilen.

Leven met een beperking gaat vaak gepaard met bijkomende uitdagingen zoals gezondheid, lagere onderwijsresultaten, minder economische participatie en hogere armoedecijfers. In sommige ontwikkelingslanden gaat slechts 1 kind op 10 met een beperking naar school. UNESCO schat zelfs dat de alfabetiseringsgraad van vrouwen en meisjes met een handicap slechts 1% bedraagt. In landen met een laag en gemiddeld inkomen is tot 80% van de personen met een handicap in de werkende leeftijd, werkloos.

N

Bron: www.axxon.be

woord

VA

de participatie: deelname, betrokken zijn in iets de alfabetiseringsgraad: het percentage van de bevolking dat kan lezen en schrijven

Waarop steunt de argumentatie?

Hoe betrouwbaar is die vorm van argumentatie?

©

Wat zijn mogelijke valkuilen van dat soort argumenten?

LES 8 HET DEBAT

101


E

en grote natuurramp veroorzaakt door de mens, zoals de olieramp in Nigeria, wordt op dit moment niet gezien als een internationaal misdrijf – in tegenstelling tot genocide, oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid en het misdrijf agressie, alle wél internationale misdrijven. Medewerkers van bedrijven die ecocide plegen kunnen dus niet strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld. Als het aan de Stop Ecocide Foundation ligt verandert dat, en wordt ecocide als vijfde internationale misdaad aan dat rijtje toegevoegd. ‘De mensen die binnen die vervuilende bedrijven op knopjes drukken en verantwoordelijk zijn, kunnen dan persoonlijk worden vervolgd’, legt Van Tergouw uit. Bron: www.oneworld.nl

IN

woord

de genocide: uitroeiing van een specifiek volk of ras de ecocide: schade toebrengen aan ecosystemen

Waarop steunt de argumentatie?

Hoe betrouwbaar is die vorm van argumentatie?

Wat zijn mogelijke valkuilen van dat soort argumenten?

VA

N

Als we willen verhinderen dat het lerarentekort blijft oplopen, dan moeten we jonge leerkrachten meer werkzekerheid geven’, zegt onderwijsjuriste Evelien Timbermont (VUB), die eerder dit jaar haar onderzoek over de rechtspositie van het Vlaamse onderwijspersoneel verdedigde. ‘Vandaag kunnen ze onbeperkt met opeenvolgende contracten worden ingeschakeld (…) Dat is niet alleen demotiverend voor de betrokkenen, het gaat ook tegen de Europese regelgeving in.’

©

Bron: www.knack.be

102

woord de rechtspositie: juridische term voor de rechten en plichten die iemand in een bepaalde situatie heeft

Waarop steunt de argumentatie?

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


Hoe betrouwbaar is die vorm van argumentatie?

Wat zijn mogelijke valkuilen van dat soort argumenten?

IN

Een duurzame wereld zonder ongelijkheid is geen verhaal van noord-zuid, maar van iedereen. Wat jij hier en nu doet, heef t een impact elders en in de toekomst. Om de ongelijkheid echt aan te pakken, moeten we allemaal onze levensstijl aanpassen aan de draagkracht van onze aarde. Je keuken is een goede plek om te beginnen.

woord

duurzaam: stabiel en positief voor toekomstige generaties

N

Waarop steunt de argumentatie?

VA

Hoe betrouwbaar is die vorm van argumentatie?

Wat zijn mogelijke valkuilen van dat soort argumenten?

©

2 Je leraar zet online een zelftest voor je klaar over feit, mening en soorten argumenten. Op basis van je resultaat krijg je aanvullende oefeningen.

LES 8 HET DEBAT

103


4

HET DEBAT 1 Vul volgende woordenwolk aan.

IN

DEBAT

N

2 Je bekijkt zo dadelijk een debat rond de stelling ‘Gevangenen moeten strafkorting krijgen in ruil voor deelname aan risicovolle experimenten’. a Omschrijf in sleutelwoorden drie argumenten voor die stelling.

VA

b Omschrijf vervolgens in sleutelwoorden drie tegenargumenten.

3 Bekijk een fragment van het debat en let op het verloop.

©

a Welke verschillende onderdelen komen aan bod? Omschrijf ze in de juiste volgorde.

104

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


b Het debat duurt een kwartier langer dan het fragment dat jij gezien hebt. Wat zijn jouw voorspellingen voor het verdere verloop?

IN

4 Let op de argumentatie die Carli (voor) en Kim (tegen) gebruiken. Som voor elke spreekster vier argumenten op.

KIM

©

VA

N

CARLI

5 Onderstreep de drie sterkste argumenten.

LES 8 HET DEBAT

105


IN

6 Welke soorten argumentatie komen aan bod in het betoog van Carli en Kim? Geef telkens ook een passend voorbeeld.

©

VA

N

7 Bekijk het fragment een tweede keer. Deze keer focus je op het taalgebruik en de lichaamstaal van de sprekers. Noteer wat ze goed doen en wat beter kan.

106

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


Ik ga niet akkoord met uw mening. Ik snap uw redenering.

Wat u aanhaalt is waar, maar …

Is het niet zo dat … Het is inderdaad waar dat …

IN

Mag ik hier even dieper op ingaan?

Ik deel uw visie.

Ik wou even terugkomen op …

Persoonlijk ben ik er meer van overtuigd dat …

SPREKEN: ZELF EEN DEBAT HOUDEN

Nu ga je aan de slag met alle kennis en tips die je over het debat hebt opgedaan. Je bereidt stapsgewijs een debat voor in kleine groepen en zult dit ook voor de klas voeren. Volg alle instructies nauwgezet en stel een krachtige argumentatie op in een duidelijke structuur.

VA

7.8.2

N

Mijn visie op dit probleem is dat …

5

Excuseer, maar …

Het is duidelijk dat …

Zelf vind ik dat …

8 Hieronder vind je taalstructuren die aan bod kunnen komen in een debat. Markeer gelijkaardige constructies in dezelfde kleur en benoem waarvoor je ze kunt gebruiken.

Voorbereiding

1 Je leraar verdeelt de klas in kleine groepen en geeft een stelling. a Brainstorm samen met je groepsgenoten over de stelling en het standpunt dat jullie van je leraar hebben gekregen.

©

b Omschrijf vijf argumenten die daarbij passen.

2 Kies er de drie beste argumenten uit.

LES 8 HET DEBAT

107


Plannen 3 Verfijn elk argument: leg concreet uit wat je bedoelt en zorg ook telkens voor een voorbeeld. Noteer alles in sleutelwoorden in het spreekschema op de volgende pagina. 4 Denk na over een goede opener voor je debat (kop). Omschrijf jullie standpunt en hoeveel argumenten jullie zullen aanbrengen.

Spreken – inoefening

IN

5 Vat aan het einde jullie standpunt samen in de conclusie en overtuig jullie publiek met een krachtige afsluiter. Vul ook die informatie aan in het spreekschema.

6 Verdeel het betoog over de groepsleden. Zo zal spreker 1 het debat openen en een argument uitleggen. Spreker 2 neemt het tweede argument voor zijn/haar rekening. Spreker 3 bespreekt het laatste argument en sluit het betoog af. 7 Oefen het debat binnen jullie groep. Zorg ervoor dat iedere spreker het volledige debat minstens één keer heeft ingeoefend.

N

8 Bekijk de evaluatiematrix op p. 110. Zo weet je waarop je moet letten.

Voorbereiding tegenargumentatie

9 Er wordt een moment voorzien waarop je de argumenten van de tegenpartij kunt weerleggen.

VA

a Welke argumenten voorspel je dat de tegenpartij zal gebruiken? b Hoe zou je die kunnen weerleggen? Noteer een goed tegenargument in kernwoorden. argument tegenpartij

tegenargument

1

©

2

3

Spreken 10 Breng jullie debat voor de klas. De leraar bepaalt wie als eerste het woord neemt.

108

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


SPREkEN introductie

opener:

argumentatie

argument 1:

voorbeeld: argument 2:

IN

uitwerking:

N

uitwerking:

VA

voorbeeld:

argument 3:

©

uitwerking:

voorbeeld:

conclusie

LES 8 HET DEBAT

109


Evaluatiematrix – Spreken: een debat GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

volledigheid en aantrekkelijkheid Je argumentatie is naast de kwestie; de argumenten die je aanhaalt, hebben te weinig met je stelling te maken.

Je neemt verschillende keren het initiatief tijdens het debat. EN Je geeft andere mensen kans om (uit) te spreken.

Je durft het woord te vragen, maar eens je het woord hebt, zeg je onvoldoende. OF Je onderbreekt andere mensen.

Je vraagt zelden of nooit het woord. Wanneer je aan bod komt, zeg je onvoldoende. EN/ OF Je geeft andere mensen geen kans om hun standpunt te verdedigen.

Je taalgebruik is neutraal, maar soms speel je meer op je gesprekspartners en hoe ze iets zeggen, dan op de stellingen en argumenten in het gesprek.

Je taalgebruik is kwetsend en/of verwijtend en je valt gesprekspartners aan of lacht met hun woorden.

gepastheid

N

Je taalgebruik is niet kwetsend of verwijtend en je argumenten gaan over het onderwerp, niet over de sprekers.

IN

Je argumentatie sluit over de Niet al je argumenten sluiten hele lijn aan bij je stelling. Je goed aan bij de stelling. focust je op het onderwerp en vermeldt geen zaken die er niets mee te maken hebben.

Let op voor:

Je bent zeker niet verlegen, maar het ontbreekt je aan een zelfzekere houding. Maak meer oogcontact met je tegenstander, zit rechtop en spreek voldoende luid en overtuigend.

Je straalt geen zelfzekerheid uit: je vermijdt oogcontact met je tegenstander, je zit gebogen, je spreekt stil en aarzelend …

Je argumenten en tegenargumenten zijn niet altijd goed onderbouwd of duidelijk.

Je geeft meningen zonder argumentatie. Wat je zegt, is niet duidelijk of is geen uitwerking van je stelling. OF Wat je zegt, zijn geen feiten of is niet correct.

Je articuleert meestal goed, maar af en toe ben je minder duidelijk verstaanbaar. OF Je praat soms te snel/traag of te luid/stil.

Je bent moeilijk verstaanbaar omwille van een onduidelijke articulatie. Je praat vaak te snel/traag en te luid/stil.

VA

Je lichaamstaal straalt zelfzekerheid uit. Je bent overtuigd van je standpunt en je houding onderstreept dit.

duidelijkheid en correctheid

©

Je argumenten en tegenargumenten zijn goed onderbouwd, duidelijk uitgewerkt en voorzien van voorbeelden. Wat je zegt, is ook juist.

Je articuleert duidelijk en je spreektempo en -volume zijn ideaal.

Aanvullende commentaar:

110

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


les

Het sprookje

9

1

Je kent de belangrijkste kenmerken van volkssprookjes en cultuursprookjes

3

4

2

Je verwerkt informatie uit geschreven en gesproken bronnen

TYPISCHE VERHAALELEMENTEN 1 Je vindt hier twaalf afbeeldingen.

IN

Je kunt benoemen welke verhalen volkssprookjes en cultuursprookjes zijn

1

Je bespreekt de evolutie van (het doel en de 5 inhoud van) het sprookje

Je plaatst sprookjes in de context waarin ze zijn ontstaan

a Zet ze op de volgende pagina samen in drie groepen van vier afbeeldingen.

LES 9 HET SPROOKJE

11

4

8

12

© BFA / Alamy

© Photo 12 / Alamy

10

7

© Eddie Gerald / Alamy

VA 9

6

© BFA / Alamy

©

5

Jef Nys © Standaard Uitgeverij, 2022

3

© World History Archive

2

N

1

© Éditions Glénat/Uitgeverij Daedalus, 2011

b Geef het verband tussen de afbeeldingen van een groep.

111


2 Welke verhalen ken je? a Is er één kolom waarvan je opvallend meer of minder verhalen kent? b Heb je daar een verklaring voor? 3 Geef voor elke kolom drie typische eigenschappen. Welke elementen vind je bijna altijd terug in die verhalen?

IN

SPROOKJESKENMERKEN

VA

2

N

1 Op de volgende pagina's krijg je tien fragmenten uit sprookjes. a Verbind volgende sprookjestitels met de fragmenten. Schrijf het juiste cijfer bij elke titel.

Sneeuwwitje

Vrouw Holle De koning die niet dood wilde

Roodkapje

De wolf en de zeven geitjes

©

De Indische waterlelies

Jaak en de bonenstaak

De gelaarsde kat

Het meisje met de zwavelstokjes De rijke bramenplukker

b Markeer typische sprookjeselementen in de fragmenten. 1

112

H

et verhaal gaat over de verdeling van de nalatenschap van een eenvoudige molenaar, die aan zijn drie zoons alleen de molen, een ezel en een kat naliet. De oudste zoon erfde de molen, de tweede zoon een ezel. Voor de jongste zoon bleef alleen de kat uit de graanschuur over.

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


2

A

3

E

4

E

IN

ls de maan hoog aan de hemel stond en de krekels hun avondconcert hadden beëindigd, beklom de heks een kale rots in de nabijheid van het meer. Daarop keerde zij haar schrikwekkende gezicht naar de hemel, blikte een tijdlang star omhoog, verschool zich dan in een holle boomstam en begon te zingen. In tegenstelling tot haar afschuwelijke verschijning klonk haar gezang zo mooi, dat geen dichter het ooit zou kunnen beschrijven. Het was of alle nachtegalen van het oerwoud zich verenigd hadden in die ene wonderlijke stem: een stem die de macht had om ieder die het maar hoorde, te betoveren. Dat wist de oude heks. Ze wist ook dat bij volle maan de Maanfee met haar gevolg van sterren op aarde neerdaalde. Dan dansten zij op de waterspiegel van dat oerwoudmeer waarvan de heks slechts een paar passen was verwijderd.

N

r was eens een koning en die ging dood, maar hij wilde het niet. Hij hield het horloge van zijn gestorven moeder onder zijn nachthemd verborgen en hij dacht bij zichzelf: zolang dat tikt, kan mij niets overkomen. Het speelde de hele uren en de halve uren en de koning luisterde verrukt naar het fijne getintel. En weer dacht hij: zolang dat tikt, blijf ik in leven, want mijn moeder heeft nooit gewild dat mij iets kwaads overkwam. Dit hoorde de dokter. Het was een strenge man. Hij kwam aan het bed van de koning en zei: ‘Ik zal het u maar vertellen, u gaat dood.’ De koning schrok. ‘Dat geloof ik niet’, zei hij. ‘Nee,’ zei de dokter, ‘maar toch is het zo.’ ‘Wanneer?’ vroeg de koning. De dokter voelde zijn pols en legde zijn hoofd op de borst van de zieke. ‘Het tikt nog wel,’ zei hij, ‘maar zacht. Als in de tuin de bladeren vallen, dan is uw tijd gekomen.’

VA

en weduwe heeft twee dochters, één is mooi en ijverig en de ander lui en lelijk. Ze houdt meer van de lelijke en laat de andere dochter al het werk doen. Het meisje zit elke dag bij een put te spinnen. Door het harde werken komt er bloed van haar handen aan de spoel. Als ze deze wil schoonmaken, omdat zij bang is dat ze zal worden bestraft, valt de spoel in de put. Ze duikt de spoel achterna en komt zo in een wonderland terecht.

5

H

6

T

et meisje ging met haar mandje op weg door het bos. Ergens onderweg, terwijl ze zong en bloemen plukte, kwam ze een wolf tegen. ‘Waar ga je heen, meisje?’, vroeg de wolf. ‘Ik breng deze mand met koekjes naar mijn grootmoeder’, sprak het meisje.

©

oen de dwergen thuiskwamen, vonden ze het meisje dood op het zevende bedje. Ze huilden, verzorgden haar en legden haar in een glazen kist. Ze brachten haar naar haar lievelingsplek in het bos en rouwden om haar. Na drie dagen kwam een prins voorbij, hij knielde bij de kist. (…) Toen hij haar kuste, schoot het stuk appel uit haar keel en kon ze weer ademen. De prins en zij leefden nog lang en gelukkig.

7

H

et was afschuwelijk koud, het sneeuwde en het begon donker te worden. Het was ook de laatste avond van het jaar, oudejaarsavond. In die kou en in dat donker liep er op straat een arm, klein meisje, zonder muts en op blote voeten. Ze had wel pantoffels aangehad toen ze van huis ging, maar dat hielp niet veel: het waren heel grote pantoffels, haar moeder had ze het laatst gedragen, zo groot waren ze, en het meisje had ze bij het oversteken verloren, toen er twee rijtuigen vreselijk hard voorbijvlogen. In een oud schort had ze een heleboel zwavelstokjes en één bosje hield ze in haar hand. Niemand had nog iets van haar gekocht, de hele dag niet.

LES 9 HET SPROOKJE

113


H

9

T

10

E

et zevende geitje klom uit de klok en ging naar de waterput. Daar lag de wolf te slapen. Hij nam een mes, sneed zijn buik open en zag dat zijn broers en zussen samen met hun moeder ontsnapten. Daarna legden ze stenen in de buik van de wolf en naaiden hem weer dicht. Toen de wolf wakker werd, stond hij op en viel hij door het gewicht in de waterput. De geitjes vierden feest en leefden nog jaren gelukkig, zonder zorgen.

IN

oen hij wakker werd, zag de jongen dat de zeven bonen die zijn moeder weggegooid had in de nacht tot een waanzinnig brede rank waren gegroeid die tot aan de wolken kwam. Hij nam eten en een bijl mee en begon te klimmen. Boven, in de wolken, zag hij een prachtig kasteel staan. Daar woonden een reus, zijn vrouw en hun kinderen.

en man woont eenzaam in een groot woud. Eenzaam, maar niet alleen. Elke dag ontwaakt hij vol dankbaarheid en bewondering voor alle schoonheid om hem heen. De dauwdruppels zijn voor hem diamanten, de bomen zijn zuilen waarop het dak van zijn enorme huis rust, met bewegend mozaïek aan het plafond. De meren en vennen noemt hij spiegels, sommige zo groot dat een dag niet genoeg is om eromheen te lopen. En als hoogtepunt is er elke avond, als de zon haar laatste stralen koesterend over hem laat glijden, het concert van de onbekende zanger in het bos. Parelende melodieën vol variatie strelen zijn oor, elke avond opnieuw.

N

15.3.1

8

2 Neem de informatie over het sprookje in de Trajectwijzer door.

3 Welke van de bovenstaande sprookjes zijn duidelijke voorbeelden van cultuursprookjes?

VA

a Geef er twee.

b Ken je nog andere voorbeelden van cultuursprookjes?

4 Lees nu het sprookje Unanana en de olifant.

a Markeer tijdens het lezen de typische sprookjeskenmerken.

©

b Vul de steekkaart op p. 117 in. Geef bij elk sprookjeskenmerk twee passende voorbeelden uit Unanana en de olifant.

Unanana en de olifant

1

5

Er was eens, vele, vele jaren geleden, een vrouw die Unanana heette en twee prachtige kinderen had. Ze woonden in een hutje langs de weg en vaak bleven voorbijgangers even staan als ze de kinderen zagen en dan toonden ze zich een en al bewondering voor hun mooie lijfjes, hun perzikhuidje en hun heldere ogen. Op een morgen ging Unanana heel vroeg het oerwoud in om hout te sprokkelen, terwijl haar twee kinderen thuis bleven spelen met een nichtje dat bij hen woonde. De kinderen deden wie het verst kon springen en hadden het grootste plezier, en toen ze moe waren, gingen ze op de stoffige grond voor de hut zitten en deden een spel met kiezelstenen. Plotseling hoorden ze geritsel in het gras vlakbij en daar zagen ze op een grote kei een baviaan verwonderd zitten kijken.

114

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


20

25

30

De kinderen kregen genoeg van het spelletje en pakten een kleine kalebas, doopten die om beurten in de grote pot met water bij de ingang van de hut en dronken naar hartenlust. Ineens hoorden ze een nijdig gegrom en het nichtje liet van angst haar kalebas vallen toen ze de gevlekte pels en de valse ogen van een luipaard zag, die stilletjes uit het struikgewas was gekropen. ‘Van wie zijn die kinderen?’ vroeg hij streng. ‘Van Unanana’, antwoordde ze met een bibberig stemmetje, en ze liep langzaam achteruit naar de ingang van de hut voor het geval de luipaard op haar af zou springen. Maar hij had op dat moment toevallig geen belangstelling voor een maaltje. ‘Zulke mooie kinderen heb ik nog nooit gezien’, riep hij uit, en met een zwaai van zijn staart verdween hij tussen de struiken.

De kinderen waren bang van al die dieren die alsmaar vragen stelden en riepen naar Unanana dat ze terug moest komen, maar in plaats van hun moeder kwam een kolossale olifant met maar één slagtand dreunend uit het struikgewas zetten. Hij staarde de drie kinderen aan en die waren zo doodsbenauwd dat ze zich niet durfden te verroeren. ‘Van wie zijn die kinderen?’ trompetterde hij tegen het nichtje, en hij zwaaide zijn slurf in de richting van de twee mooie kinderen, die zich achter een grote kei probeerden te verbergen. ‘V ... van Una ... Unanana’, stamelde het meisje. De olifant deed een stap naar voren. ‘Zulke mooie kinderen heb ik nog nooit gezien’, bulderde hij. ‘Ik neem ze mee.’ Hij sperde zijn enorme bek wijd open en slokte beide kinderen in één hap naar binnen. Het nichtje gilde het uit van angst en vloog de hut in, en vanuit het veilige donker binnen hoorde ze de dreunende stappen van de olifant steeds zwakker worden naarmate hij dieper in het oerwoud verdween.

VA

35

Toen verdween hij en de kinderen speelden weer verder. Even later hoorden ze heel licht een takje kraken en toen ze opkeken, zagen ze de grote, bruine ogen van een gazelle die hen naast een struik stond aan te staren. ‘Van wie zijn die kinderen?’ vroeg ze het nichtje. ‘Van Unanana’, antwoordde ze. ‘Wel, wel, wel!’ riep de gazelle uit met haar zachte, warme stem. ‘Zulke mooie kinderen heb ik nog nooit gezien’, en met een sierlijke sprong verdween ze in het struikgewas.

IN

15

‘Van wie zijn die kinderen?’ vroeg hij aan het nichtje. ‘Van Unanana’, antwoordde ze. ‘Wel, wel, wel!’ baste de baviaan. ‘Zulke mooie kinderen heb ik nog nooit gezien.’

N

10

Niet lang daarna kwam Unanana terug met een grote takkenbos op haar hoofd. Het meisje stoof naar buiten. Ze was er vreselijk aan toe en het duurde dan ook even voor Unanana het hele verhaal had gehoord. ‘Mijn hemel’, zei de moeder. ‘Heeft-ie ze meteen doorgeslikt? Denk je dat ze misschien nog leven in de maag van de olifant?’ ‘Dat weet ik niet’, zei het kind, en ze begon nog harder te huilen.

45

‘Goed,’ zei Unanana wijs, ‘er staat me maar één ding te doen. Ik moet het oerwoud in gaan en alle dieren vragen of ze een olifant met maar één slagtand hebben gezien. Maar eerst moet ik een paar voorbereidingen treffen.’ Ze zette een pot met flink veel bonen op het vuur en kookte die tot ze zacht waren en gegeten konden worden. Toen pakte ze haar grote mes, zette de pot op haar hoofd, zei haar nichtje op de hut te passen tot ze weer terug was en trok de rimboe in op zoek naar de olifant. Weldra vond Unanana het spoor van het enorme dier en ze bleef dat een tijd volgen, maar de olifant zelf was nergens te zien.

©

40

50

55

Even later liep ze tussen de hoge, schaduwrijke bomen de baviaan tegen het lijf. ‘O, baviaan! Je moet me helpen!’ smeekte ze. ‘Heb je soms een olifant met maar één slagtand gezien? Hij heeft allebei m’n kinderen opgegeten en ik moet hem vinden.’ ‘Blijf dit pad volgen tot je op een plek met hoge bomen en witte stenen komt. Daar zul je de olifant vinden’, zei de baviaan.

LES 9 HET SPROOKJE

115


70

75

‘Ach, ach!’ verzuchtte Unanana. ‘Als ik die plek niet gauw vind, weigeren mijn benen me nog verder te dragen.’ Ze strompelde nog een stukje voort tot ze ineens, recht voor zich, een paar hoge bomen en een stel grote witte stenen zag. ‘Eindelijk!’ riep ze uit, en ze rende erheen en ontdekte een reusachtige olifant die vergenoegd in de schaduw van de bomen lag. Met één oogopslag zag ze dat hij maar één slagtand had, en terwijl ze hem zo dicht naderde als ze durfde, schreeuwde ze boos: ‘Olifant, olifant! Heb jij mijn kinderen opgegeten?’ ‘Welnee’, antwoordde hij lui. ‘Blijf dit pad volgen tot je bij een plek met hoge bomen en witte stenen komt. Daar zul je de olifant vinden.’ Maar de vrouw wist dat dit de olifant was die ze zocht en stampvoetend gilde ze hem toe: ‘Olifant, olifant! Heb jij mijn kinderen opgegeten?’ ‘Welnee! Blijf dit pad volgen ...’ begon de olifant weer, maar Unanana liet hem niet uitpraten. Ze rende op hem af en riep, zwaaiend met haar mes: ‘Waar zijn mijn kinderen? Waar zijn ze?’ Toen opende de olifant zijn bek en zonder zelfs maar de moeite te nemen overeind te komen slokte hij Unanana met pot en al in één hap naar binnen. En daar had Unanana nu net op zitten hopen. Dieper en dieper daalde ze af in de duisternis tot ze in de maag van de olifant belandde. En wat zich daar voor haar ogen afspeelde! De maagwanden van de olifant waren als een keten van heuvels, en tussen die heuvels zag ze kleine groepjes mensen, een heel stel honden en geiten en koeien, en haar eigen twee mooie kinderen.

VA

80

IN

65

‘Och, hemeltje nog aan toe!’ zuchtte Unanana. ‘Het lijkt nog zo ver en ik ben zo moe en ik heb zo’n honger.’ Maar ze at het eten dat ze bij zich had niet op, want dat was voor haar kinderen als ze die had gevonden. En voort ging het tot ze na een bocht in het pad een luipaard voor zijn hol toilet zag zitten maken. ‘O, luipaard!’ riep ze vermoeid. ‘Je moet me helpen! Heb je soms een olifant met maar één slagtand gezien? Hij heeft allebei m’n kinderen opgegeten en ik moet hem vinden.’ ‘Blijf dit pad volgen tot je bij een plek met hoge bomen en witte stenen komt. Daar zul je de olifant vinden’, antwoordde de luipaard, en hij boog zijn kop en wijdde zich weer aan zijn toilet.

N

60

Dus bleef de vrouw het stoffige pad een hele tijd volgen, maar ze zag geen teken van de olifant. Plotseling stak een gazelle haar pad over. ‘O, gazelle! Je moet me helpen! Heb je soms een olifant met maar één slagtand gezien?’ vroeg ze. ‘Hij heeft allebei m’n kinderen opgegeten en ik moet hem vinden.’ ‘Blijf dit pad volgen tot je op een plek met hoge bomen en witte stenen komt. Daar zul je de olifant vinden’, zei de gazelle, en ze verdween met een sierlijke sprong uit het gezicht.

85

‘Moeder! Moeder!’ riepen ze toen ze haar zagen. ‘Hoe ben je hier gekomen? O, we vergaan van de honger.’ Unanana tilde de kookpot van haar hoofd en gaf haar kinderen de bonen te eten, die ze uitgehongerd opaten. De olifant begon te kreunen. Zijn gekreun was in het hele oerwoud te horen, en hij zei tegen de dieren die even aankwamen om te zien wat de oorzaak van zijn ongemak was: ‘Ik weet niet waarom, maar sinds ik die vrouw die Unanana heet heb opgegeten, voel ik me vreselijk naar en ellendig vanbinnen.’ De pijn werd alsmaar erger tot de olifant met een laatste zucht dood neerviel. Toen pakte Unanana haar mes en hakte zich een weg tussen de ribben van de olifant door, waarover terstond een hele stoet honden, geiten, koeien, mannen, vrouwen en kinderen trok. Eenmaal buiten knipperden ze allemaal met hun ogen tegen het felle zonlicht en slaakten ze vreugdekreten omdat ze weer vrij waren.

©

90

95

100

116

De dieren blaften, mekkerden of loeiden bij wijze van dank en de mensen gaven Unanana allerlei geschenken uit dankbaarheid voor hun bevrijding, zodat Unanana en haar kinderen niet langer arm waren toen ze thuiskwamen. Het nichtje was dolblij dat ze hen terugzag, want ze had gedacht dat ze allemaal dood waren. En die avond vierden ze samen feest. Kun je raden wat ze aten? Inderdaad, gebraden olifantenvlees.

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


Steekkaart – Unanana en de olifant fantasierijke personages: kabouters, heksen, sprekende dieren en/of planten, toverij …

onbepaalde plaats en tijd

getallensymboliek

eenvoudige structuur en karaktertekening

goed tegenover kwaad

magie

vaste formuleringen

©

VA

N

IN

happy end

LES 9 HET SPROOKJE

117


3

LIEFLIJK OF GRUWELIJK Voor het lezen 1 De auteur en illustrator van een nieuw sprookjesboek vragen jouw advies over de afbeeldingen hieronder. a Welke zou jij gebruiken? b Overleg samen met een medeleerling. Vertel waarom je die afbeelding zou kiezen.

5

VA

4

2 Vonden jullie sommige illustraties te direct of te wreed?

©

Ook volwassenen vragen zich soms af of elk sprookje wel geschikt is voor kinderen. Met de volgende opdracht proberen we argumenten pro en contra te vinden voor jullie eigen mening. 3 Formuleer in drie zinnen je eigen mening over volgende stelling: ‘Enge sprookjes voorlezen aan kinderen is geen probleem.’

118

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR

© Granger

3

N

2

© Universal Images Group

1

IN

c Overloop alle prenten. Bespreek welke voor jullie wel of (helemaal) niet zouden kunnen.


Tijdens het lezen 4 Je leest nu één van volgende artikels. Een medeleerling leest de andere tekst. a Vat de hoofdgedachte van de tekst samen.

5 Wissel de informatie uit. 6.1

6 Schrijf nu jouw mening uit.

IN

b Noteer de argumenten van de auteur. Geef aan welke argumenten je sterk vindt en welke zwak.

a Onderbouw je visie met argumenten uit de tekst en jullie bedenkingen aan het begin van de les.

3

b Je tekst bevat minimaal tien regels.

N

4.5

Een eng sprookje af en toe kan niet / wel (maak een keuze) …

SCHRIJVEN

VA

Sprookjes mogen best gruwelijk zijn JAN RUYSBERGH

1

Er was eens een internetpoll op de Britse site TheBabyWebsite.com. Daar bleken bijna twintig procent van de ondervraagde ouders grote problemen te hebben met de sprookjes die al eeuwen van generatie op generatie overgeleverd worden, zoals Sneeuwwitje, Hansje en Grietje, Roodkapje en noem maar op. Veel ouders weigeren die nog langer voor te lezen bij het slapengaan. Ze verkiezen verhaaltjes van Winnie de Poeh of andere softies.

©

5

Heksen die kinderen braden, wolven die biggetjes, grootmoeders en meisjes met rode kapjes verslinden. Stiefmoeders met psychopathische trekjes ... Sommige ouders willen ze liever verbannen uit sprookjes om hun kinderen te behoeden voor zoveel gruwelijkheid. Is die reactie pedagogisch gezien de juiste?

10

15

20

25

LES 9 HET SPROOKJE

De reden van hun onvrede? Discriminatie van dwergen en vrouwen, incest, kannibalisme, pedofilie ... zijn niet bepaald dingen waarmee je kinderen moet lastigvallen vlak voor ze in dromenland verzeilen, vindt een deel van de ondervraagde ouders. Ze vrezen dat die sprookjes hun kinderen eerder nachtmerries dan zoete dromen zullen bezorgen. Maar moeten die sprookjes echt definitief gebannen worden? ‘Zeker niet’, vindt kinderpsychologe Klaar Hammenecker. ‘Kinderen weten echt wel dat het maar verhalen zijn. Ik raad jonge ouders wel aan om eerst te beginnen met de sprookjes waarin enkel dieren voorkomen, zoals De drie biggetjes of De wolf en de zeven geitjes. Maar ook

119


30

IN

35

aan sprookjes waarin menselijke personages erge dingen overkomen, zullen kinderen geen trauma’s overhouden. Dat beschermend denken is typisch maatschappelijk, maar helemaal niet nodig. Sprookjes zijn voor kinderen een veilige manier om de dingen des levens te leren kennen en om te gaan met emoties als boos, bang of verdrietig zijn. Ik herinner me nog dat mijn eigen kind altijd maar opnieuw naar Bambi wou kijken, ook al huilde ze iedere keer als Bambi’s moeder stierf.’

40

Ook professioneel sprookjesvertelster Katrien Van Hecke vindt sprookjes de ideale manier om emoties te leren kanaliseren en ventileren. ‘Het is verkeerd om je kinderen niet mee te geven dat ze in het leven ook met hun eigen slechte kanten en die van anderen zullen moeten leren leven. De Duitse psycholoog Walter Scherf heeft dat uitvoerig bestudeerd. Vooral volwassenen vinden het erg wat er in die sprookjes allemaal gebeurt, niet de kinderen. In de meeste sprookjes zit een heel duidelijke moraal: de biggetjes die opgegeten worden, waren te lui. Dat is dus hun straf, en kinderen vinden dat geweldig. Waarom denk je dat de boeken van Roald Dahl zo populair zijn? Dahl was ook een sprookjesverteller, op een moderne manier.’

65

70

‘Sprookjes mag je wel aanpassen, vind ik’, zegt Van Hecke. ‘De gebroeders Grimm hebben ook hun versie gemaakt van sprookjes die al eeuwenlang mondeling overgeleverd werden. Sprookjes zijn zoals een taal die leeft, en je moet die ontwikkeling zijn gang laten gaan. Ouders die dat beletten, zijn pedagogisch slecht bezig.’ De toekomst van de traditionele sprookjes ziet er hopelijk nog lang en gelukkig uit.

VA

45

N

60

‘Als je een sprookje voorleest, roepen kinderen in hun verbeelding op wat ze aankunnen, niet meer’, aldus Van Hecke. ‘Dat is helemaal een andere situatie dan wanneer ze gewelddadige dingen zien op tv of in de bioscoop. Als ouder zie je tijdens het voorlezen ook aan de reactie van je kind of het sprookje op dat moment iets te ver gaat. Zo heb ik twee versies van De drie biggetjes naargelang van de leeftijd van mijn publiek: een waarin de biggetjes opgegeten worden, en een waarin ze alle drie overleven.’

50

©

55

120

75

Bron: www.nieuwsblad.be

Illustratie uit ‘Gruwelijk grappige griezelverhalen’ © 2017 Tosca Menten, Jozua Douglas, Manon Sikkel, Katrien Holland en uitgeverij Luitingh-Sijthoff

woord psychopathisch: abnormale persoonlijkheid die leidt tot crimineel gedrag pedagogisch: opvoedkundig de poll: enquête, opiniepeiling de discriminatie: iemand anders behandelen op basis van ras, geslacht, leeftijd enzovoort het kannibalisme: het eten van mensenvlees door mensen kanaliseren van emoties: in goede banen leiden zodat de gevoelens minder extreem worden ventileren: in het openbaar bespreken, uiten de moraal: (hier) les

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


Gruwelijke Grimmvertaling voor kinderen kan geen kwaad Eefje Pilon

5

De stiefzussen van Assepoester hakten stukken van hun voet af om in het glazen muiltje te passen. Het is slechts één van de vele gruwelijkheden uit de sprookjes van de gebroeders Grimm die vertalers meestal weglaten. Dat doet de verhalen te weinig eer aan, vindt Jack Zipes, gepensioneerd hoogleraar Duits aan de Amerikaanse Universiteit Princeton. Hij vertaalde onlangs de officiële versie van het Duits naar het Engels, 156 verhalen, vol met alle huiveringwekkende details. ‘We moeten kinderen niet langer dom houden.’

IN

1

om kinderen af en toe goed te laten griezelen voor het slapengaan. ‘Ouders van nu zijn vooral aan het 40 pamperen en poederen. Ze durven niets meer te gebieden of juist te verbieden. Een luguber verhaal is voor kinderen juist leuk en spannend.’

'Sullige kindervrienden' Ouders moeten volgens Hubner zelf, ‘met een beetje 45 gezond verstand’, kunnen inschatten wat ze hun kind laten lezen of voorlezen. ‘Kinderen van wie de ouders in scheiding liggen, zijn niet gebaat bij verhalen van stiefmoeders die hun kinderen in een groot, donker bos achterlaten. Dat is pedagogisch 50 inderdaad niet verantwoord.’

N

Jacob en Wilhelm Grimm publiceerden hun eerste sprookjesboek in 1812. Die versie bevatte ruim honderd sprookjes, waaronder Sneeuwwitje, 10 Roodkapje en Hans en Grietje. Sindsdien verschenen er oneindig veel varianten op de verhalen, waaronder andere versies van de broers zelf. Boosaardige moeders werden boosaardige stiefmoeders. De feeën werden ook al snel 15 geschrapt: de gevleugelde tovenaressen refereerden te veel aan Franse sprookjes, en in een tijd dat de legers van Napoleon het Duitse grondgebied bezetten, lag dit op z'n zachtst gezegd gevoelig. Scabreuze sprookjes

20 In latere vertalingen kwamen de feeën terug, maar

Toch zijn kinderen volgens Hubner veel veerkrachtiger dan we denken. ‘De meesten smullen van het verhaal van de enge stiefmoeder van Sneeuwwitje. En natuurlijk, soms is dat even 55 eng, maar is dat dan zo erg?’ Ze hekelt dat kinderen tegenwoordig nergens meer bang voor mogen zijn, als voorbeeld noemt ze het sinterklaasfeest. ‘Vroeger was Sinterklaas een dominante man die alles wist, die je in de gaten hield. Daar was 60 je bang voor! En voor Zwarte Piet ook, want die nam je mee in de zak. Nu zijn ze allebei de grootste kindervrienden, bijna op het sullige af.’ Dat is niet direct een slechte ontwikkeling, maar we moeten volgens Hubner opletten dat we niet doorslaan. 65 ‘Een lekker eng sprookje af en toe kan geen kwaad. De meeste kinderen hebben genoeg fantasie om daarmee om te gaan.’

©

VA

de voeten van de stiefzussen van Assepoester bleven ongehavend. Volgens Zipes is het tijd dat schrijvers en uitgevers stoppen met het dom houden van kinderen. ‘De gebroeders Grimm geloofden 25 dat hun verhalen voortkwamen uit de mensen zelf, en dat zowel ouders als kinderen er op hun eigen manier van konden genieten.’ De schrijver hekelt de 'mierzoete verhaaltjes' die kinderen voor het slapengaan krijgen voorgeschoteld. ‘In de 30 sprookjes van Grimm wordt moed beloond, maar niet altijd. Roekeloosheid wordt afgestraft, maar soms ook niet. Dat is het leven’, zegt Zipes tegen The Guardian.

Het voorlezen van scabreuze sprookjes is volgens Hubner, gedragswetenschapper binnen de jeugdhulpverlening in regio Rotterdam, wat extreem. Toch is het volgens haar geen probleem

35 Irene

LES 9 HET SPROOKJE

Bron: www.trouw.nl

woord

scabreus: gewaagd, schunnig ongehavend: heel, onbeschadigd de roekeloosheid: overmoed, iets doen zonder nadenken pamperen: in de watten leggen, verwennen luguber: heel griezelig gebaat zijn bij: er iets aan hebben dominant: overheersend

121


Reflecteren 7 Vond je de opdracht gemakkelijk, doenbaar of moeilijk? Leg uit waarom. 8 Wat zou je de volgende keer anders aanpakken? 9 Is je mening tijdens het werken met de teksten veranderd? 10 Wat is het nut van sprookjes (vroeger en vandaag)?

IN

11 Schets de oorsprong en de evolutie van sprookjes.

LUISTEREN: DE EVOLUTIE VAN SPROOKJES

N

4

In het volgende interview geeft professor Vanessa Joosen een blik op de evolutie van sprookjes. Je beluistert het fragment en neemt er notities bij. Die gebruik je om de vragen op te lossen.

VA

Voor het luisteren

1 Weet jij wie de sprookjes heeft neergeschreven? a Noteer de namen.

b Zoek online op wanneer deze mensen leefden.

©

Het lelijke eendje

122

TRAJECT NEDERLANDS 4

De gelaarsde kat

LITERATUUR

De koning die niet dood wilde © Universal Images Group

© United Archives GmbH / Alamy

Aladdin en de wonderlamp

De Indische waterlelies


2 Waarschijnlijk ken je niet alle namen. Hoe komt dat?

3 Voorspel de inhoud van het interview. a Welke meningen zullen aan bod komen? b Welke deelonderwerpen verwacht je?

Tijdens het luisteren 4 Neem notities terwijl je luistert.

IN

c Wat zou een professor kunnen bestuderen aan sprookjes?

5 Je leraar geeft je nu een test. Je mag je notities gebruiken bij het oplossen ervan.

Na het luisteren – reflectie

6 Overleg met een medeleerling en evalueer het audiofragment.

N

a Wat vond je van de afspeelsnelheid (te laag, te hoog of op tempo)? b Was je tevreden over je notities? Waarom (niet)?

c Heb je veel zaken niet kunnen noteren? Hoe kwam dat?

VA

7 Vul nu op basis van de bovenstaande informatie het onthouden-kader aan over het auteurschap van sprookjes.

Sprookjes zijn net als mythen

onthouden

die oorspronkelijk

werden doorverteld. In de zeventiende en achttiende eeuw besluiten enkele wetenschappers om die volkssprookjes te verzamelen en ze neer te schrijven. Bekende sprookjesverzamelingen zijn de Kinder- und Hausmärchen van de gebroeders van Moeder de Gans van

, de sprookjes en De verhalen van Duizend-en-een-nacht

van Antoine Galland. Die volkssprookjes waren oorspronkelijk

en

©

erotischer en werden in de loop der tijd verder aangepast en bewerkt. Vanaf de negentiende eeuw bedenken schrijvers ook nieuwe sprookjes. Een bekend voorbeeld daarvan is de Deense schrijver

. De personages in cultuursprookjes zijn dan die uit de volkssprookjes (goed of kwaad). De nadruk ligt in die

sprookjes vaker op de maatschappij en het menselijk gedrag. Ze bevatten meestal ook meer symboliek.

LES 9 HET SPROOKJE

123


5

CULTUURSPROOKJE: DE KONING DIE NIET DOOD WILDE Lees het cultuursprookje De koning die niet dood wilde van Godfried Bomans. Overleg met een medeleerling en formuleer samen een antwoord op de vragen.

De koning die niet dood wilde

©

VA

N

IN

Er was eens een koning en die ging dood, maar hij wilde het niet. Hij hield het horloge van zijn gestorven moeder onder zijn nachthemd verborgen en hij dacht bij zichzelf: zolang dat tikt kan mij niets overkomen. Het speelde de hele uren en de halve uren en de koning luisterde verrukt naar het fijne getintel. En weer dacht hij: zolang dat tikt, blijf ik in leven, want mijn moeder heeft nooit gewild dat mij iets kwaads overkwam. Dit hoorde de dokter. Het was een strenge man. Hij kwam aan het bed van de koning en zei: ‘Ik zal het u maar vertellen, u gaat dood.’ De koning schrok. ‘Dat geloof ik niet’, zei hij. ‘Nee,’ zei de dokter, ‘maar toch is het zo.’ ‘Wanneer?’ vroeg de koning. De dokter voelde zijn pols en legde zijn hoofd op de borst van de zieke. ‘Het tikt nog wel,’ zei hij, ‘maar zacht. Als in de tuin de bladeren vallen, dan is uw tijd gekomen.’ De koning keek uit het raam en glimlachte. De bomen waren nog kaal en alleen in de struiken schemerde wat groen, want de lente was nog maar nauwelijks ontloken. ‘Je kunt gaan,’ sprak hij, ‘en roep de tuinman hier.’ Toen de tuinman kwam, zat de koning rechtop in bed en zijn ogen schitterden. ‘Tuinman,’ zei hij, ‘ik ga niet dood.’ ‘Sire,’ antwoordde de tuinman, ‘wij moeten allen eens sterven.’ ‘Ik niet’, sprak de koning. ‘Hak de bomen om die in de herfst hun bladeren verliezen en zet in hun plaats dennen en sparren en hulst.’ De tuinman deed wat hem bevolen was. Hij hakte en plantte de hele zomer, want de tuin was groot. Maar toen de herfst gekomen was, had hij ook alles gereed en geen blad dwarrelde naar beneden. De koning stond in zijn nachthemd voor het raam toen hij de dood zag komen. Deze keek verbaasd in de tuin om zich heen en schudde het hoofd. Maar hij liep door en kwam in de kamer van de koning. ‘Ik moet u vanavond halen,’ zei hij, ‘en toch is er geen blad gevallen.’ ‘Vreemd,’ zei de koning, ‘hoe zou dat komen?’ ‘Dat weet ik wel,’ antwoordde de dood, ‘maar dat helpt u niet. Want ziet u die kleine treurwilg daar? Die is al helemaal bruin. Vanavond steekt er een wind op en dan zal hij kaal zijn. Waarom hebt u die niet omgehakt?’ ‘Ik kon niet,’ zei de koning verlegen, ‘hij staat op het graf van mijn moeder.’ De dood knikte. ‘Dat wist ik wel,’ sprak hij, ‘het is een lieve gedachte en daarom zal ik u ook het uur zeggen. Als de klokken half tien slaan, kom ik u halen.’ Nauwelijks was de dood weg of de koning liet zijn ministers komen. ‘Haal de klokken uit de torens,’ zei hij, ‘en sla alle uurwerken stuk in het paleis. Niets mag er meer tikken en niets mag er meer slaan.’ De ministers deden wat hen bevolen was en toen de avond viel, wist niemand meer hoe laat het was. De koning stond voor het raam toen hij de dood zag naderen. De oude man draaide een ogenblik in de tuin alsof hij naar iets luisterde en schudde het hoofd. Maar hij liep toch door en kwam in de kamer van de koning. ‘Het is tijd,’ sprak hij vriendelijk, ‘ik kom u halen.’ ‘Maar het heeft nergens half tien geslagen! Vreemd,’ zei de koning, ‘hoe zou dat komen?’ ‘Ik weet het wel,’ antwoordde de dood, ‘maar het helpt u niet, luister maar.’ Hij stak zijn wijsvinger omhoog en op hetzelfde ogenblik tinkelde onder het nachthemd van de koning het verborgen horloge. ‘Waarom heeft u dat niet stukgemaakt?’ vroeg de dood. ‘Ik kon niet,’ antwoordde de koning verlegen, ‘het was het horloge van mijn moeder. Toen ze stierf heeft ze het mij gegeven.’ De dood knikte. ‘Ik wist het wel,’ zei hij, ‘en het is een lieve gedachte. Hield je zoveel van haar?’ ‘Meer dan van iemand anders’, antwoordde de koning, en zijn ogen schoten vol tranen. ‘Zou je haar willen zien?’ vroeg de dood. De koning begon te wenen. ‘Plaag mij niet,’ zei hij, ‘het is mijn liefste wens.’ De deur ging open en de koning greep naar zijn hart. Daar stond zijn eigen moeder. Zij boog zich over hem en fluisterde hem iets in het oor. ‘Moeder,’ zei de koning, ‘ik wil niet.’ ‘Je ben het al,’ antwoordde ze, ‘en je hebt het zelf gewild.’ Bron: Werken II en Sprookjes 1929-1970 © Erven Godfried Bomans en Meulenhoff Boekerij bv, Amsterdam

124

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


1 Wat vinden jullie van het sprookje? Duid een score aan tussen 0 en 10. 0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

2 Verantwoord jullie keuze. Wat vonden jullie goed / minder goed aan het verhaal? 3 Zou je het sprookje voorlezen aan kleine kinderen? Waarom (niet)? 4 Cultuursprookjes bevatten vaak enkele typische sprookjeselementen. Welke elementen herken je in het verhaal?

©

VA

N

IN

15.3.1

LES 9 HET SPROOKJE

125


5 Sprookjes hebben vaak een moraal, een eenvoudige levensles. Wat zou de levensles van dit sprookje kunnen zijn? 6 Wat fluistert de moeder in het oor van de koning, denk je?

©

VA

N

IN

7 In cultuursprookjes zit vaak ook symboliek: welke elementen uit het verhaal kun je symbolisch interpreteren?

126

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


les

10

Tekstopmaak en citaat Je weet wanneer je een citaat gebruikt en hoe je correct 3 kunt citeren in een tekst

1 Je kunt omschrijven wat tekstopmaak is 2 Je kunt fouten in de tekstopmaak verbeteren

HET EFFECT VAN TEKSTOPMAAK

en gepaste manier opmaken

IN

1

4 Je kunt een tekst op een aantrekkelijke

1 Je krijgt hier eenzelfde boodschap op drie verschillende manieren gebracht. a Wat vind je van elk bericht? Omschrijf het gevoel dat elk bericht bij je oproept. b Hoe komt dat? Welke elementen in de opmaak zorgen daarvoor?

VA

N

hallo hoe gaat het met jou goed en met jou met mij gaat het ook goed op welke dag zullen we afspreken of hebben we al een afspraak nee ik geloof het niet is maandag goed maandag past me niet

Hallo? Hoe gaat het met jou? Goed, en met jou? Met mij gaat het ook goed. Op welke dag zullen we afspreken? Of hebben we al een afspraak? Nee, ik geloof het niet. Is maandag goed? Maandag past me niet.

©

Hallo. Hoe gaat het met jou? Goed, en met jou? Met mij gaat het ook goed. Op welke dag zullen we afspreken? Of hebben we al een afspraak? NEE, IK GELOOF HET NIET. Is maandag goed? MAANDAG PAST ME NIET.

2 In de volgende tekst krijg je enkele aandachtspunten rond het opmaken van teksten. Lees de tekst door en markeer in elke alinea de kerninformatie. 3 Vul de ontbrekende tussentitels in.

11.1.3

a Formuleer ze als een bevelende zin. b Elke tussentitel is een samenvatting van de informatie die je in de bijhorende alinea’s krijgt.

LES 10 TEKSTOPMAAK EN CITAAT

127


Tekstopmaak Bij geschreven boodschappen speelt de presentatie een belangrijke rol. Een verzorgde opmaak maakt een tekst aantrekkelijker om te lezen en zorgt voor extra leesgemak. Bij mondelinge presentaties werken veel sprekers met een beamer en een projectiescherm. Hieronder vindt u tips voor de opmaak van teksten in het algemeen en voor diavoorstellingen bij mondelinge presentaties in het bijzonder.

IN

1

Voor de meeste zakelijke teksten zijn gangbare lettertypes zoals Times, Calibri, Univers en Arial geschikt. In webteksten wordt ook geregeld Verdana gebruikt. De keuze voor een bepaald lettertype is een kwestie van stijl, die in organisaties meestal in de huisstijlvoorschriften is vastgelegd. Als u speciale lettertypes gebruikt, moet u uitkijken voor letters die misschien wel fraai of bijzonder ogen, maar moeilijk leesbaar zijn. Die kunnen de lezer sterk van de boodschap afleiden. Voor lopende tekst is bij de meeste lettertypes een lettergrootte van 10 tot 12 punten nodig om de tekst goed leesbaar te houden. Kleinere letters kunnen bijvoorbeeld voor oudere lezers een probleem vormen.

N

2

VA

Als u voor de bladspiegel niet met de standaardinstellingen van uw tekstverwerker werkt, kunt u onder andere de breedte van de spaties, de regelafstand, de marges en de kolommen aanpassen. Belangrijk daarbij is dat de tekst altijd voldoende witruimte blijft behouden. Probeer een tekst vooral niet in een keurslijf te dwingen zodat die helemaal of gedeeltelijk op één pagina kan staan. Erg brede tekstkolommen, kleine regelafstanden, smalle marges en samenklonterende letters nodigen helemaal niet uit tot lezen. Ook erg smalle tekstkolommen kunnen een probleem vormen als u daardoor veel gesplitste woorden aan de regeleinden of grote spaties tussen de woorden krijgt. De lezer kan dan minder vlot doorlezen. 3

Als u veel opmaakmogelijkheden tegelijk gebruikt, krijgt u een warrige, onrustige bladspiegel. Dat is bijvoorbeeld het geval als u de tekst op veel verschillende afstanden van de linkerrand laat inspringen. Ook als u verschillende lettertypes in één tekst gebruikt, krijgt u gemakkelijk een stijlloze opmaak. In de meeste teksten is één lettertype voldoende. Titels en kopjes kunt u markeren met een iets grotere letter of met vetdruk.

©

Vet en cursief zijn de meest gebruikte technieken om woorden of zinnen in lopende tekst te markeren. Ook daarbij is voorzichtigheid geboden. Een vetgedrukt kernwoord kan de tekst verduidelijken. Veel vetgedrukte of gecursiveerde woorden in lopende tekst maken de opmaak daarentegen onoverzichtelijk. Bij veel lettertypes zijn de cursieve letters ook minder goed leesbaar. Het is daarom af te raden om zinnen en lange stukken tekst cursief te zetten. Tenzij het gaat om een kort citaat.

woord huisstijl: afspraken over hoe een organisatie visueel naar buiten komt (logo, kleurgebruik, lettertype …) bladspiegel: de indeling van een pagina (marges, afbeeldingen, verhoudingen, letterrichting …) in een keurslijf dwingen: strenge verplichtingen opleggen die iemand beperken cursief: schuingedrukt, in italic

128

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


Onderstrepingen en hoofdletters zijn meestal af te raden. Onderstrepen is een techniek die in een professionele opmaak nog maar weinig wordt gebruikt. Ook hele woorden en zinnen in hoofdletters zetten is een verouderde werkwijze om titels, kopjes of tekst te markeren. De tekst wordt daardoor meestal ook minder goed leesbaar. In webteksten zijn onderstrepingen nog wel belangrijk als hulpmiddel om hyperlinks aan te geven. 4

IN

Foto’s en tekeningen zijn functioneel als ze er fraai uitzien, van goede kwaliteit zijn en goed bij het doel van de tekst aansluiten. In de meeste gevallen is er bij een afbeelding een bijschrift nodig, zodat de lezer meteen weet wie of wat er wordt afgebeeld, of wat het doel van de afbeelding is. Lezers lezen de bijschriften meestal voor ze de eigenlijke tekst lezen. 5

Grafieken, tabellen en schema’s zijn functioneel als ze gemakkelijk te interpreteren zijn en er een duidelijke band met de inhoud van de tekst is. Door de visualisering van de gegevens kunnen de lezers de inhoud sneller begrijpen en onthouden. U moet de gegevens dus in een overzichtelijke vorm weergeven. Ingewikkelde en overvolle grafieken, tabellen en schema’s hebben een averechts effect.

6

N

In de tekst moet er informatie staan die rechtstreeks verband houdt met de gegevens die in de grafiek, de tabel of het schema staan. Bij langere teksten is het noodzakelijk om dat verband expliciet te maken. U doet dat door bij alle grafieken, tabellen en schema’s een genummerd bijschrift te plaatsen. In de tekst zelf verwijst u bij de uitleg naar de corresponderende nummers van de grafieken, tabellen en schema’s.

VA

U kunt het best een eenvoudige letter kiezen, met voldoende contrast tussen de kleur van de letter en de achtergrondkleur. De letters moeten zo groot zijn dat ook de toehoorders achteraan in de zaal alle woorden vlot kunnen lezen. Test dat vooraf zodat u niet aan uw publiek hoeft te vragen of alles wel goed leesbaar is. 7

Dia’s zijn een middel om uw uitleg of betoog te ondersteunen. Zet bij voorkeur alleen de belangrijkste kernwoorden op de dia’s. Bij volzinnen haakt het publiek snel af omdat u als spreker meestal sneller praat dan uw toehoorders de dia’s kunnen meelezen. U kunt volzinnen ook voorlezen, maar dat maakt uw presentatie minder dynamisch.

©

Gebruik waar dat kan schema’s om de verbanden in uw uitleg aan te geven, maar houd die altijd heel eenvoudig en goed leesbaar. Ook eenvoudige en goed gekozen foto’s, illustraties en filmpjes zijn een krachtig middel om uw mondelinge presentatie sprekend en overtuigend te maken. Bron: www.vlaanderen.be/taaladvies

woord functioneel: met een duidelijke bedoeling, zinvol

LES 10 TEKSTOPMAAK EN CITAAT

129


4 Op de opmaak van volgende teksten valt telkens iets aan te merken. Omschrijf wat er fout loopt. A

Lorem Ipsum

IN

Os eriam, tectorest maioriatur sus aspiste mporendione rerorrum aut est et dolore, ad quatiatur? Posam nis et verspero blandae cuptae volutem. Et as soluptatiur? Qui volorrum rem quia coreptatur, tenihil magnim in con commodianto bla volor aut mos magnam voluptatem reperchil ident pernam et quiat velles anim escid ma cone evellabo. Alitati ncipidu cipsum eum ius es remporati alis doloritasped ma di con eum laut parum fuga. Ma velitas nis magnimo diandi cullign isquis natat eum vollatemodis et odi atur, quae. Xerferc hilibus. Utem volo doluptasi coreper undant, simporia volut illatenist a nullat. Fugitib eratur? Qui nonsed ellupta voloria tatest, quiae vellorempore dolor aut que nusandae andipsam fugiand itatis sae iurio volorit, quo im veriasp erspell igenis moditet odit, que rest, que eatempos qui officianiae core vit, iducienit expedip ientium alit lam, qui atint officiis as rehenim aionecto to is explique net erit alitesci imped quos rehenecum diamus audipsume autame simaximil everiat atestion corepta ssitibus, comnihictur, nonsequunt oditatiam et pedigni

N

B

©

VA

C

D

Nederlands met Gebaren

▪ ▪

▪ ▪

130

militatur, etur modions equametur? Lorerib usapit, est, odi at. Et que ipsum quatiatem et eius quo illes nos etur, quatisq uisitae cesenie ndiciatur adi odion ex et laceaqu atusciissi corerum as molorpo reprovitiam res aria vendus sa dolo dolecer chillatendam rem labore, consed mod que pa volupta temporit odis dion re volo dios deliateTores et venducil ipietur sint diorum sit que estinveratus et asped untotat quasped itecus et quiduntota dolupta ad eaquia as erciusd animil maxim est quost, nonse corro blautet harionsequae quis adit plicimendis nobit explanda eum nihiliqui aut hit modiorescide quam, cone exces eum nus pa ped quibus sit velitincto invendam ut fuga. Nam que vit enimodis vid evelici doluptatiunt eum harcit plignia sum si nos sequam ant. Hilit et quossi nienim seque que nonessume voluptat milias ut atem atus iur, officipsam ipitation comnis et as aligni debis et il es volum sundae duntis earis moluptatures exerfer ernatum alit odi conseque corro imuscia verunt videbis et ilit dendunto molorup tatur? debis et il es volum sundae duntis earis moluptatures exerfer ernatum alit odi conseque corro imuscia verunt videbis et ilit dendunto molorup tatur?ernatum alit odi conseque corro imuscia verunt videbis et ilit dendunto molorup tatur? dendunto molorup tatur?

Nederlands met Gebaren, of kortweg NmG, is gesproken Nederlands ondersteund met gebaren. Bij NmG blijft men gewoon Nederlands praten en worden de belangrijkste woorden ondersteund met gebaren. NmG maakt dus het gesproken Nederlands visueel. Nederlands met Gebaren is niet hetzelfde als Nederlandse Gebarentaal (of Vlaamse Gebarentaal). Echte gebarentalen wordt vooral gebruikt door doofgeboren of prelinguaal dove mensen. Mensen die op latere leeftijd plotseling of geleidelijk doof geworden zijn (zogenoemde postlinguaal doven) geven de voorkeur aan Nederlands met Gebaren. NmG is Nederlands waarbij lexicon en elementen uit de grammatica van de plaatselijke Gebarentaal gebruikt worden ter visuele ondersteuning. Er is daarbij sprake van interferentie tussen beide talen. NmG volgt grotendeels de grammatica van de Nederlandse taal, inclusief alle spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen. Dit in tegenstelling tot Nederlandse en Vlaamse Gebarentaal, die een geheel eigen grammatica en eigen gezegden hebben. NmG is ook gesproken Nederlands. Dat betekent dus dat de stem wordt gebruikt, zoals iedereen doet die "gewoon" Nederlands praat. Want als de stem wordt weggelaten, vervormt het mondbeeld. Daardoor lijkt het mondbeeld niet meer op het gesproken Nederlands zoals dat bekend is, zodat spraakafzien moeilijker wordt. Het NmG dat in Nederland wordt gebruikt verschilt van het NmG dat in Vlaanderen wordt gebruikt. Uiteraard is de grammatica in beide gevallen die van het Nederlands. De gebaren die het Nederlands ondersteunen, zijn echter in beide regio's erg verschillend (net zoals de Vlaamse Gebarentaal en de Nederlandse Gebarentaal verschillende talen zijn).

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


5 In het vorige deel ging je in op de opmaak van teksten. Noteer drie elementen waarop je in de toekomst bij de lay-out van je eigen teksten zult letten.

a Verbeter de fouten in de tekst.

IN

6 Bekijk volgende pagina uit een schoolkrant. Je neemt de redactie ervan voor jouw rekening.

b Formuleer drie adviezen om de lay-out aantrekkelijker te maken. •

N

Hé, hoor jij ook een piep?

Sinds het schoolfeest vorige maand hoor ik een hoge pieptoon in mijn oren. Het wil maar niet uit gaan.

VA

Ik wordt er niet goed van. Daarom ben ik op internet gaan zoeken en heb ik een vreselijke ontdekking gedaan, waarover ik jullie echt moet vertellen want ik wil dat jullie dit zeker weten! ik vond op de site www.hoorstichting.nl dat er in Nederland meer dan 20.000 jongeren jaarlijks gehoorbeschadigging oplopen. die is op te merken door oorsuizingen en hoge pieptonen. Op de website www.oorcheck.nl, waarnaar verwezen word, las ik dat er bij meer dan 85

decibel aan geluid, oor bescherming tijdens het werk al verplicht is. En boven 120 decibel gaat geluid echt pijn aan oren doen. Op de deze website kun je je eigen gehoor meten! DAT IS DE MOEITE WAARD.

©

Met deze informatie hoop ik dat jullie ook op letten en nadenken over jullie toekomst en gehoorbescherming door verstandig om te gaan met muziek. Jorn, 4E

LES 10 TEKSTOPMAAK EN CITAAT

131


2

CITEREN 1 Je vindt hier twee voorbeelden van citaten uit een krantenartikel. a Plaats de krantenkop bij het juiste citaat.

Weg met saai minimalisme

Eenzaamheid door ziekte maakt Belgen minder gelukkig

IN

‘Mensen gebruiken alcohol om te kunnen omgaan met de eenzaamheid, doelloosheid en het wegvallen van structuur’

© Jan Van der Perre

VA

N

Uit een gezondheidsenquête van Sciensano blijkt dat 20 procent van de Belgen meer alcohol drinkt dan voor de gezondheidscrisis. Katleen Peleman, directeur van het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD), ziet meer ‘eenzaamheidsdrinkers’.

Bron: De Standaard

‘Nu we zo vaak thuis zitten, kunnen we beter cocoonen in een vrolijk huis met veel kleur, dan in een uitgepuurde kapel waar de eenzaamheid voelbaar is’ Klaartje Busselot Designer Bron: De Standaard

b Kijk naar het verband tussen de citaten en hun bijhorende krantenkop. Leid uit de voorbeelden af waarom citaten gebruikt worden.

©

c In welke andere gevallen kan een auteur gebruikmaken van een citaat?

‘We leven in een sfeer waarin enkel me, myself and I belangrijk is. Dat moet veranderen. Het volk moet een koe een koe durven noemen. En een beetje minder voor de televisie hangen.’ (Arno Hintjes in De Standaard)

132

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


2 Hoe herken je een citaat in een tekst?

Citeren is: 'een passage uit andermans werk overnemen in een eigen werk, meestal met bronvermelding' (Van Dale, 2020).

citaat minder dan veertig woorden citaat meer dan veertig woorden citaat met spelfouten woorden weghalen uit een citaat

IN

3 Je bekijkt nu een beeldfragment waarin de regels van het citeren uitgelegd worden. Vul het schema aan tijdens het kijken.

N

woorden toevoegen aan een citaat nadruk leggen op een woord of zin in een citaat

VA

4 Voeg in het artikel Schooluniformen kennen voor- en tegenstanders volgende tekstfragmenten in als citaat. Je krijgt telkens een concrete instructie. a

Meestal zijn schooluniformen bescheiden en profesioneel volgens de textielfabrikant.

Instructie: Neem het citaat op. Opgelet, er staat een spelfout in de tekst.

b

‘Mensen, en vooral jongeren, hebben nood aan iemand die hen richting geeft. De regels die hier bij ons gelden, zijn daarom ook behoorlijk gedetailleerd neergeschreven. Uit pure noodzaak, want als je niet oppast, zouden sommige leerlingen er een spelletje van maken. Ze tasten graag hun grenzen af, maar bij ons krijgen ze daar eenvoudigweg niet de kans toe’, aldus de directie.

Instructie: Laat de doorstreepte passage weg in het uiteindelijke citaat. Bij schooluniformen zien alle leerlingen er hetzelfde uit en is er geen creativiteit meer. Alles wordt grauw. Gaat men dan ook sterren en strepen invoeren zoals in het leger naargelang de graad en studierichting van de leerlingen?

©

c

Instructie: Zet het woord ‘creativiteit’ in de verf en neem het gehele citaat op.

5 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen over citeren.

LES 10 TEKSTOPMAAK EN CITAAT

133


Schooluniformen kennen voor- en tegenstanders

IN

Binnenkort moeten meer dan 1,2 miljoen Vlaamse kinderen terug naar school. De verkoop van allerlei schoolmateriaal is al volop aan de gang. Een onderdeel hiervan kan een schooluniform zijn. Vlaamse scholen waar strenge kledingvoorschriften gelden, slaan opnieuw aan en noteren zelfs een stijging van het aantal leerlingen. Voor vele ouders is een school met een uniform een school waar structuur, discipline en traditie heersen.

N

a

VA

b

Jongens dragen vaak een donkere broek met een lichter (polo)hemd met al dan niet een das. Meisjesuniformen vertonen meer variatie tussen de verschillende landen en schoolsystemen. (…)

©

In de meeste Europese staten zijn schooluniformen in de openbare scholen niet verplicht. Sommige privéscholen hebben wel strikte kledingvoorschriften. In Engeland en Ierland kennen de meeste openbare scholen wel een uniformplicht, kwestie van een formelere uitstraling van de school. Geen catwalktoestanden Speelplaatsen hebben steeds vaker iets weg van een catwalk. De populaire jongens en meisjes dragen dure merkkledij, de anderen vallen uit de boot. Dat zorgt natuurlijk voor heel wat jaloezie en frustraties. Het passende antwoord daarop is het schooluniform. Kinderen worden niet meer gepest omdat ze geen merkkledij dragen en de ouders sparen op lange termijn wat geld uit. (…)

134

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE

Een schooluniform biedt volgens de voorstanders heel wat voordelen. Ouders hoeven maar een of twee keer per jaar kleding voor hun kinderen te kopen en de leerlingen – vnl. de meisjes – verliezen ‘s morgens geen uren met het zoeken naar de juiste outfit. Modebewuste leerlingen moeten trouwens niet bang zijn: een uniform hoeft helemaal niet stijf te zijn. Geen kazernetoestanden De tegenstanders van schooluniformen hebben ook een reeks argumenten om hun zienswijze te ondersteunen. Leerlingen hebben het recht om zich vrij te kleden. De kledij is een manier om je persoonlijkheid te uiten.


(…) c Schooluniformen zouden veel tijd, geld en energie moeten besparen en het pesten tegengaan, maar dat is enkel theorie. De aanschaf van één uniform is niet voldoende, het moet geregeld gewassen worden en in de zomer dragen de leerlingen wel andere kledij dan tijdens de winterperiode.

IN

(…) Bron: www.herbertagency.be

3

TOTAALOEFENING Je past nu alle elementen toe in een totaaloefening.

N

1 Op de volgende pagina vind je zeven alinea’s. Eén ervan past niet in het geheel. Verwijder die alinea. 2 De alinea’s werden door elkaar gehaald. Plaats het cijfer van de volgorde voor elke alinea. 3 Voeg twee tussentitels toe aan het artikel.

4 Kies uit volgende bron een passend citaat en voeg het toe aan het artikel.

VA

Het fenomeen indrinken verhoogt de kans op een alcoholverslaving aanzienlijk. We merken dat jongeren die te kampen hebben met een alcoholverslaving zich bijna allemaal indronken voor het uitgaan. Uit de flessen die ze daarvoor thuis bewaarden, dronken ze na een tijd ook op andere momenten. De gewenning aan alcohol wordt voor die jongeren na een tijd zo groot dat de kans op verslaving om de hoek loert. Vaak zijn jongeren zich daar niet van bewust wanneer ze voor het eerst indrinken. Katleen Peleman, hoofd van de VAD

©

5 Kies één van volgende foto’s. Noteer een bijschrift in het artikel.

6 Schrijf een passende inleiding voor het artikel. 7 Bedenk een titel voor het artikel.

LES 10 TEKSTOPMAAK EN CITAAT

135


IN

N

Het indrinken gebeurt zo goed als altijd in een private, zelden gesuperviseerde setting, zoals thuis of bij vrienden. De aangehaalde redenen zijn: voor de gezelligheid, omdat het goedkoper is en om in de stemming te komen. Meest populair bij het indrinken zijn pils of andere lichte bieren en sterkedrank. Een kwart van wie indrinkt doet dit met sterkedrank, zonder verschil in geslacht.

VA

Jongeren drinken alcohol nog voor ze uitgaan, ook met de bedoeling om nadien bij het uitgaan het drinken voort te zetten. Negen op de tien van de bevraagde jongeren hebben ooit al alcohol gedronken.

©

Supermarkten en nachtwinkels zijn de plaatsen bij uitstek zijn om aan alcohol te geraken. In de supermarkt worden alle categorieën alcoholische drank gekocht, in de nachtwinkel koopt men relatief vaker sterkedrank en breezers/alcopops. De initiatiefnemers van het onderzoek stippen wel aan dat jongeren die (nog) geen alcohol drinken minder geneigd zullen zijn om aan een onlinebevraging over (in)drinken deel te nemen. Er zijn minder jongeren die alcohol drinken in vergelijking met vroeger. Als ze drinken, starten ze er op latere leeftijd mee. Er wordt minder frequent gedronken, in kleinere hoeveelheden en minder om dronken te worden.

Indrinken heeft voor een deel van de Vlaamse jongeren een belangrijke sociale betekenis, maar houdt ook leeftijdsgebonden risico’s in. Dat blijkt uit onderzoek van acht Oost-Vlaamse Drugpunten in samenwerking met het Vlaams expertisecentrum voor Alcohol en illegale Drugs (VAD), waarvoor 6.733 jongeren tussen 12 en 26 jaar een onlinevragenlijst invulden. Een opvallend gegeven is dat de nachtwinkel de favoriete aanschafplek is op een leeftijd waarop men alcoholische dranken niet mag kopen, zo blijkt. Volgens de drugpunten en de VAD dringt een leeftijdsspecifieke aanpak zich op. ‘Een geïntegreerde aanpak is noodzakelijk, waarbij jongeren, ouders, horeca, eventorganisatoren én detailhandel mee betrokken worden. Het lokale niveau, dicht bij de jongeren en jongvolwassenen, is hierbij het meest aangewezen.’

citaat bij alinea Bron: www.knack.be

136

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


De sage

11

1 Je kent de belangrijkste kenmerken van de sagE

Je plaatst verhalen in de context waarin 3 ze zijn ontstaan

Je analyseert de verschillen tussen historische sagen, gruwelsagen en verklarende sagen

IN

Je herkent en benoemt de kenmerken van een sage in concrete voorbeelden

MYSTERIE OP LINKEROEVER

uit een mondelinge uiteenzetting samenvatten

4

2

1

5 Je kunt de kerninformatie

© CAVIAR

les

In de Vlaamse film Linkeroever van Pieter van Hees maken we kennis met Marie. Na een zware blessure gaat ze bij haar nieuwe lief, Bobby, wonen. Hij is autoverkoper en boogschutter. Wanneer ze intrekken in een appartement op Linkeroever, komt Marie terecht in bizarre situaties en leert ze de duistere kant van de plek kennen. 1 Tot welk genre behoort de film volgens jou? 2* Bekijk de acteurs in het fragment.

N

a Welke acteurs ken je uit andere films of tv-reeksen?

b Wie vond je het sterkst acteren? Geef ook aan waarom je die persoon kiest. 3 Welk mysterie staat centraal in het fragment?

4 Welk volksverhaal vertellen Dirk en de stadsarchivaris? Vat hun informatie kort samen.

VA

5 Marie noemt al die verhalen ‘folklore’. Wat bedoelt ze daarmee?

6 Welke elementen van sprookjes of mythes vind je terug in het fragment? 7* Zou je de film willen bekijken? Geef twee redenen waarom dat (niet) het geval is.

©

15.3.1

15.3.3

LES 11 DE SAGE

137


2

SAGEN EN VOLKSVERHALEN Het verhaal over de Gilde van de Draak is gebaseerd op enkele sagen, oude volksverhalen die mondeling werden doorverteld. Je beluistert een uiteenzetting waarin je meer te weten komt over de kenmerken van die verhalen. Beluister het fragment en los nadien onderstaande vragen op. 1 Welke drie categorieën sagen zijn er? a Som de juiste termen op.

IN

b Geef telkens een correcte omschrijving. 2 Geef twee verschillen tussen sprookjes en sagen.

3 Wat is het grootste verschil tussen traditionele sagen en moderne sagen?

©

VA

N

4 Lees de sagen op de volgende pagina. Zeg telkens tot welke categorie ze behoren en geef daarvoor twee argumenten.

138

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


Maneblussers De ‘maneblusser’ is een bijnaam voor een inwoner van Mechelen. Die naam is een verwijzing naar een historische gebeurtenis uit de zeventiende eeuw.

© Dorling Kindersley ltd / Alamy

A

IN

Volgens geschiedschrijvers gebeurde het in de nacht van 27 op 28 januari 1687. Die nacht was het volle maan en stond er een lage bewolking. Een man die uit een kroeg stapte, dacht dat de toren in brand stond en sloeg onmiddellijk alarm. Buren, uit hun diepste slaap opgeschrikt, trokken hun vensters open en konden alleen hetzelfde vaststellen. In een mum van tijd stond de hele stad in rep en roer en werd de noodklok geluid. Het stadsbestuur, de burgemeester op kop, snelde naar de plaats van het onheil en begon in ijltempo de blussingswerken te organiseren.

N

Langs de torentrap gingen emmers water als een ketting van hand tot hand, maar nog vóór de top werd bereikt, schoof de maan door de nevel en moesten de moedige Mechelaars toegeven dat ze slechts de rossige nevelgloed van de maan hadden gezien. Het maanlicht scheen immers doorheen de ramen van de kathedraal en de lage bewolking stond ter hoogte van de klokkenramen in de Sint-Romboutstoren waardoor er een indruk ontstond dat er rook uit de toren kwam.

VA

Hoewel ze hebben geprobeerd de zaak stil te houden, konden de Mechelaars niet verhinderen dat er zelfs over de landsgrenzen hartelijk om werd gelachen. De spotnaam 'maneblussers' zouden de Mechelaars voor altijd bewaren.

B

De Duivelschuur

©

De welgekende sage van de duivelschuur komt uit Meise. De plaatselijke pachter Jan van Bever had onvoldoende schuurruimte om de oogst in op te bergen. Omdat die schuur er heel vlug moest komen, sloot hij een pact met de duivel. De duivel zou in één nacht en voor het kraaien van de haan de schuur bouwen en in ruil zou hij de ziel van de boer krijgen. Maar de boerin was de duivel te slim af en juist voor het ochtendgloren maakte ze licht in het kippenhok zodat de haan begon te kraaien. De schuur was niet af binnen de afgesproken tijd zodat de boer zijn nieuwe schuur kreeg en toch zijn ziel behield. Deze duivelschuur uit 1636 staat er trouwens nog altijd en hoort bij de hoeve Groot Amelgem. Er is nog altijd een gat in de muur, juist onder het dak. Het dicht metsen helpt niet, want de stenen vallen er na een tijdje terug uit.

LES 11 DE SAGE

139


5 Beluister nu in groepjes een van de bekende sagen op de volgende pagina. Zorg ervoor dat je het verhaal kunt navertellen. a Noteer enkele kernwoorden. b Ga samenzitten met leerlingen die kennismaakten met een andere sage en vertel je sage kort na. c Leg uit tot welke soort sage jouw verhaal behoort en geef daar minstens twee argumenten voor.

©

VA

N

IN

6 Je leraar zet online een zelftest voor je klaar. Zo kun je zelf nagaan hoe sterk je kennis van de sage is. Op basis van je resultaat krijg je aanvullende oefeningen.

140

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


IN

DE VLIEGENDE HOLLANDER

VA

N

DWAALLICHTEN

DE BOKKENRIJDERS

©

DE LEGENDE VAN BRABO

LES 11 DE SAGE

141


les

12

Kortfilm: Provence Je vertelt hoe je een

1 verhaal ervaart

3

Je analyseert hoe een regisseur een kortfilm opbouwt en een boodschap naar het publiek brengt

4

2

1

SITUEREN

5

Je schrijft je mening op een gepaste manier uit

IN

Je past volgende verhaalelementen toe op de kortfilm: verhaalbegin, ruimte, personages, verhaallijn, tijd, thema en verhaaleinde

Je herhaalt de kenmerken van het genre kortfilm

Tijdens deze les bekijk je een wat langere kortfilm Provence uit 2018 van Kato de Boeck.

a Welke elementen vind je erop terug?

© Sil De Boec

VA

1 Bekijk de affiche van de kortfilm.

k

Kato de Boeck is een jonge Belgische regisseuse. Ze studeerde in 2018 af aan het RITCS in Brussel. Haar eindproject was Provence, de film die je in deze les bekijkt. Die film kreeg heel veel lovende recensies en won verschillende prijzen.

N

© BELGA

onDERWEG

b Waarover denk je dat de film zal gaan?

2* De titel van de kortfilm is Provence. a Waar ligt die streek?

b Ben je er zelf ooit geweest?

©

c Voor welk type reis lijkt dat je een fijne vakantiebestemming?

woord loven: heel positief praten over iets/iemand, iets/ iemand veel eer of lof geven

142

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


DE KORTFILM BELEVEN

2

Deel 1 Bekijk het eerste fragment van de kortfilm en beantwoord daarna onderstaande vragen. 1

Vat kort samen wat er gebeurt in het eerste fragment.

2* Vindt Camille de Nederlandse meisjes leuk? Geef een reden waarom je dat antwoord geeft.

a Welke typische elementen komen in beeld? b Welke sfeer ademt die plaats? Welk gevoel wekt de locatie op? 4* Op wie denk jij dat Tuur verliefd is? a Geef drie redenen waarom je dat denkt. b Op welke manier laat Camille aan Tuur zien dat ze jaloers is?

IN

3 Het verhaal speelt zich af in de Provence.

N

c Waarom doet ze dat? 5* Beantwoord een van deze vragen. a Wat vind je van vakantieliefdes?

b Waarom kijk jij op naar een oudere broer of zus?

VA

c Noem één ding dat je fijn vindt aan een jonger broertje of zusje. Geef ook iets wat je eerder vervelend vindt.

©

d Welke vakantiespelletjes worden er in de film gespeeld? Vind je die herkenbaar?

LES 12 KORTFILM: PROVENCE

143


Deel 2 Bekijk het tweede deel van de kortfilm en beantwoord daarna onderstaande vragen. 6 In dit deel komen we te weten op wie Tuur verliefd is. a Op wie is dat? b Had je dat verwacht?

7 Welke thema’s komen aan bod in de kortfilm?

IN

c Hoe komt Camille dat te weten?

8 Bij de aftiteling lezen we ‘voor mijn grote broer’.

a Geef twee redenen waarom kunstenaars hun werk aan iemand opdragen. b Waarom denk je dat dat bij deze kortfilm het geval was?

9* De titel van de kortfilm is de vakantiebestemming van Tuurs gezin. a Wat vind je van de titel van de kortfilm?

N

b Kun je zelf nog een andere gepaste titel bedenken? 10*Aan wie zou jij de kortfilm aanraden? Geef ook aan waarom je dat zou doen.

©

VA

11* Welke vragen heb je nog aan het einde van het verhaal?

144

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


3 15.4.1

DOORDRINGEN TOT HET VERHAAL 1 Plaats de volgende scènes in chronologische volgorde van 1 tot 10. Camille raadt per ongeluk dat Tuur verliefd is op Alexander. Tuur, Camille en de Nederlandse meisjes lachen met de naakte zonnebaders. Tuur beweert geen enkel geheim te hebben. Tuur kijkt naar de Nederlandse meisjes die een dansje oefenen.

IN

De Nederlandse meisjes praten over Tuur onder de douche. Tuur, Camille en Basil spelen in het zwembad.

Tuur biecht tijdens Waarheid, durven of doen op dat hij verliefd is.

Tuur, Camille en Basil spelen onder de douche Dierenslang wanneer een van de Nederlandse meisjes Tuur vraagt of hij morgen weer naar het zwembad komt. Camille valt Tuur boos aan en begint hem te slaan en te schoppen. De familie zit in de auto op weg naar huis.

2 De kortfilm heeft slechts een beperkt aantal personages.

N

15.5

a Verbind de personages met de juiste term. •

• antagonist

het kleine broertje Basil

• nevenfiguren

de ouders

het zusje Camille

• figuranten

• protagonist

de oudere broer Tuur

VA

de Nederlandse meisjes

b Waarom zou de regisseur daarvoor kiezen?

3 Zijn de volgende personages vlak of rond? personage

verklaring

Camille  vlak  rond

©

15.5.4

Tuur  vlak  rond

Basil  vlak  rond

LES 12 KORTFILM: PROVENCE

145


4 In de film staan de gedachten en gevoelens van Camille centraal. a Met welke hoofdemotie kampt ze doorheen het hele verhaal? b Hoe zorgt de camerapositie ervoor dat wij als kijker heel goed weten hoe Camille zich voelt? 15.6 15.7

c Hebben we in Provence te maken met een personele of alwetende verteller? 5 Bespreek de tijd in de kortfilm. a Wat is de verteltijd van het verhaal? b Wat is de vertelde tijd in het verhaal? c Kunnen we in de kortfilm dan spreken over een tijdsversnelling of -vertraging?

6 Je staat nu stil bij het einde van het verhaal. 15.4.3

IN

d Duiken er flashbacks of flashforwards op in de kortfilm?

a Heeft de kortfilm een gesloten of een open einde? Leg uit waarom je daarvoor kiest.

©

VA

N

b Heeft het verhaal naar jouw gevoel een happy end?

146

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


7 De regisseur houdt tijdens het verhaal informatie voor ons achter. a Welke scène bevestigt ons vermoeden dat Tuur op jongens valt? b Hoe gaat Camille met dat nieuws om? c Op welke momenten word je als kijker op het verkeerde spoor gezet?

©

VA

N

IN

d Welke hints zaten er nochtans in het verhaal verstopt?

LES 12 KORTFILM: PROVENCE

147


4

JOUW MENING UITSCHRIJVEN

Voorbereiden 1 Duid voor elke stelling aan wat jouw mening is. akkoord

wisselend

niet akkoord

IN

Als kind kun je nog niet weten of je op meisjes of jongens valt, je bent daar dan nog te jong voor. Meisjes zijn veel sneller jaloers dan jongens.

Niemand is honderd procent hetero of homo.

Je hoeft niet officieel uit de kast te komen als je op je eigen geslacht valt. Hetero’s hoeven dat toch ook niet te doen. Je kunt aan iemand zien of hij of zij homo- of heteroseksueel is.

N

Jaloezie is een vorm van onzekerheid. Een beetje jaloezie is gezond.

Het mooie aan vakantieliefde is dat er een einddatum is.

VA

Je kunt opkijken naar een oudere broer of zus, maar veel moeilijker naar een jongere.

Het gevoel dat je voor je broers of zussen voelt, zit tussen vriendschap en liefde.

2 Ga met twee medeleerlingen in gesprek over de verschillende stellingen. a Overloop met welke uitspraken jullie het eens zijn en met welke niet. b Verduidelijk je eigen standpunt. c Geef voor- en tegenargumenten

©

Plannen

Je schrijft straks een opiniërende tekst van vier alinea’s. Daarin beargumenteer je je mening over een van bovenstaande stellingen. Je lezers zijn leeftijdsgenoten die je niet kent. 3 Kies een stelling waarop je zult reageren. 4 Formuleer kernachtig waarom je het (on)eens bent met die stelling. 5 Bereid drie argumenten voor die je standpunt verduidelijken. a Zoek aanvullende informatie op. b Formuleer je argument nauwkeurig. Zorg dat wat je zegt duidelijk, juist en beleefd is. c Verduidelijk je argument met een voorbeeld of verwijzing naar een bron.

148

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


Schrijven 6 Denk na over de volgende vragen. a Wat is het tekstdoel? b Wat is je doelpubliek? c Welke invloed heeft dat op het taalgebruik (woordkeuze, zinnen, zinslengte …)? 7 Schrijf je plan uit tot een tekst. Je dient de eerste versie van je tekst in op

.

Je verleidt de lezer met een titel. Je tekst wil gelezen worden!

inleiding

Breng de stelling in verband met een situatie uit de werkelijkheid (je eigen leven, een concrete gebeurtenis, een onderwerp uit de actualiteit …)

alinea 2-4

In deze alinea’s werk je je argumenten uit.

slot

In de slotalinea vat je je standpunt samen en leg je een verband met de kortfilm Provence.

Reflecteren

IN

titel

N

8 Je leraar geeft je de tekst van een medeleerling. Vergelijk die tekst nu met wat jij schreef. a Wat is er beter in jouw tekst?

VA

b Wat kun je leren uit de tekst die je kreeg?

c Welke aandachtspunten leid je daar voor jezelf uit af?

©

Herschrijven

9 Herschrijf nu je eigen tekst. a Houd rekening met de suggesties die je bij de vorige vraag neerschreef. b Bekijk de evaluatiecriteria op de volgende pagina. c Wissel eventueel met een medeleerling om feedback op elkaars eindresultaat te geven.

Je dient de tweede versie van je eindresultaat in op

LES 12 KORTFILM: PROVENCE

.

149


Evaluatiematrix GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

volledigheid Je formuleert je standpunt in de inleiding en de conclusie, maar het is niet volledig duidelijk wat je standpunt juist is. OF De link met de werkelijkheid is (te) algemeen.

Je formuleert geen standpunt. OF Je standpunt is erg onduidelijk.

In de conclusie verwijs je concreet naar de kortfilm Provence. Je legt een verband tussen jouw tekst en het verhaal dat Kato de Boeck vertelt.

Je verwijst in je conclusie naar de kortfilm. Dat gebeurt echter algemeen.

Je verwijst in de conclusie niet naar de kortfilm. OF Je verwijzing is te vaag.

Je geeft drie duidelijke en relevante argumenten die je grondig onderbouwt.

Je geeft relevante argumenten, maar ik stel mij nog de volgende vraag:

Je argumenten zijn naast de kwestie en ik stel mij nog de volgende vra(a)g(en):

N

correctheid

IN

Je formuleert je standpunt helder in de inleiding. Je zorgt ook voor een heldere link met de werkelijkheid.

Je reactie bevat geen zware spellingfouten. De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd. Let op voor:

VA

De spelling van je eindresultaat is foutloos. Alle woorden worden correct geschreven en ook de zinsbouw klopt steeds.

Je reactie bevat zware fouten tegen spelling en/of grammatica. OF Door de vele spelling- en taalfouten is de tekst moeilijk te begrijpen. Let op voor:

duidelijkheid en aantrekkelijkheid

©

Je gebruikt een duidelijke IMS-structuur in je reactie. De IMS-structuur is zowel inhoudelijk als vormelijk (alinea’s) aanwezig in je tekst.

Je hanteert een IMS-structuur, maar brengt de structuur enkel inhoudelijk of vormelijk aan.

Je brengt structuur in je artikel Je gebruikt signaalwoorden, door signaalwoorden. Er zit maar kiest meestal voor veel variatie in je keuze. dezelfde woorden. Je eindresultaat heeft een titel die de lezer aanspreekt.

Aanvullende commentaar:

150

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR

Je gebruikt geen IMS-structuur in je tekst, niet inhoudelijk en niet vormelijk.

Je gebruikt geen of amper signaalwoorden. Je eindresultaat heeft geen of een te algemene titel


les

13

Nepnieuws en urban legends 1

Je onderscheidt valse berichten van echte informatie

Je kent de belangrijkste kenmerken van de urban 3 legend (stadssage)

2

4

VALSE BERICHTEN IN DE MEDIA

Je plaatst verhalen in de context waarin ze ontstaan zijn

IN

Je analyseert bronnen kritisch

Op 13 december 2006 onderbrak de zender RTBF haar gebruikelijke programma met een journaal waarin het Vlaams Parlement eenzijdig de onafhankelijkheid van Vlaanderen uitriep. Het journaal toonde de voorbereidingen van de onafhankelijkheidsverklaring, berichtte hoe de toenmalige koning het land had verlaten, sprak over rellen nabij de taalgrens en toonde hoe Vlaamse demonstranten op de Grote Markt te Brussel met de Vlaamse vlag zwaaiden. Gedurende de uitzending verscheen een tekstbalk met daarop ‘ceci est une fiction’ om aan te tonen dat het om een nepjournaal ging. Toch bleven talloze kijkers verontrust de RTBF opbellen. Na de uitzending werd nogmaals duidelijk gemaakt dat niets van het getoonde op waarheid berustte. Veel kijkers bleven echter verontwaardigd en de RTBF heeft zich zwaar moeten verantwoorden.

VA

N

1

5

Je vat de kerninformatie uit schriftelijke en mondelinge bronnen samen

©

Wie dit soort berichten al heeft gelezen, heeft al te maken gehad ‘Uw persoonlijke bestanden zijn versleuteld! met ransomware of Om je bestanden weer te ontgrendelen, gijzelsoftware, een heeft u de privésleutel nodig. Om de chantagemiddel op het privésleutel voor deze computer te verkrijgen die uw bestanden automatisch internet. Ransomware zal vrijgeven, moet u 300 USD / 300 EUR zorgt ervoor dat / een vergelijkbaar bedrag in een andere valuta betalen. Elke poging om deze gegevens op je software te verwijderen of te beschadigen, computer geblokkeerd zal leiden tot onmiddellijke vernietiging van de privésleutel door de server.’ worden, waarna het de gebruiker geld vraagt om de computer weer te ontgrendelen door middel van een code waarvoor stevig betaald moet worden. Vaak wordt de indruk gewekt dat het bericht afkomstig is van een betrouwbare instantie en dat er een boete moet worden betaald wegens misbruik van het internet. De ransomware is echter afkomstig van cybercriminelen die op geld uit zijn. Vaak werkt betalen ook niet om je computer vrij te krijgen, of blijft de software toch nog op je computer staan waardoor deze je computer later opnieuw kan blokkeren en om nog meer geld kan vragen.

LES 13 NEPNIEUWS EN URBAN LEGENDS

151


IN

Op 30 oktober 1938 werd op de Amerikaanse zender CBS een muziekprogramma uitgezonden dat verschillende keren onderbroken werd door verontrustende nieuwsberichten over een invasie van marsmannen. De zender berichtte over vreemde explosies op Mars en een ongewoon cilindrisch object dat was neergestort op onze planeet. Deze cilinder bleek marsmannetjes te bevatten die meteen ten aanval overgingen. Aan het begin en einde van het programma werd verschillende malen duidelijk gemaakt dat het om een hoorspel, gebaseerd op het boek War of the Worlds, ging. Veel luisteraars misten of negeerden deze boodschap echter en dachten dat de nieuwsberichten echt waren, waardoor hevige paniek en onrust ontstond. Deze massahysterie werd wellicht aangedikt door de dreiging van de Tweede Wereldoorlog.

VA

N

Op 26 mei 2020 berichtte de website Niburu over het verband tussen 5G en het coronavirus. De site schrijft dat 5G en het coronavirus twee verschillende dingen zijn, maar dat beide ongeveer dezelfde fysieke klachten veroorzaken. Volgens een aangehaalde bron kan 5G-straling zorgen voor een gebrek aan zuurstof omdat het een negatief effect heeft op de hemoglobine in de rode bloedcellen. Daardoor kunnen mensen stikken en dood neervallen. Dit is exact wat er gebeurde in Wuhan, waar 5G aanwezig is en waar het coronavirus voor het eerst waargenomen werd. Men schreef het stikken toen toe aan het coronavirus, terwijl het evengoed veroorzaakt kon worden door de 5G-straling. De site concludeert dat het geen toeval is dat de uitrol van 5G samenvalt met de uitbraak van corona.

1 Lees de omschrijvingen van historische nieuwsberichten. a* Welke van die berichten kende je?

b Wat hebben die berichten gemeenschappelijk? c* Ken je soortgelijke voorbeelden?

2 Je bekijkt nu een fragment met achtergrondinformatie bij het tweede nieuwsbericht.

©

a Schrijf een samenvatting van de inhoud.

b Vergelijk jouw tekst met die van een medeleerling. c Welke elementen kun je nog schrappen uit jouw tekst, welke moet je aanvullen?

3 Beantwoord volgende vragen op basis van je samenvatting. a Hoe reageerden de kijkers op de uitzending van de RTBF? b Wat was het doel van de uitzending? Kan dat volgens jou? c Waarom denk je dat zoveel mensen dat nepnieuws geloofden? d Geef aan de hand van dit voorbeeld een definitie van het begrip docufictie. 4 Al die voorbeelden zijn al een tijdje oud. a Zou dat vandaag nog kunnen? b* Ken je gelijkaardige voorbeelden?

152

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


IN N VA

© LES 13 NEPNIEUWS EN URBAN LEGENDS

153


2

NIEUWS EN NEPNIEUWS De website Mediawijs legt uit waarom mensen nepnieuws maken en waarom we ons er soms door laten vangen. Ook bevat de site verschillende tips om misleidende en foutieve informatie te ontmaskeren. 1 Lees de tekst Nepnieuws op de volgende pagina een eerste keer globaal en beantwoord volgende vragen. a Wat voor soort tekst is dit?

c Wat is het hoofdonderwerp van de tekst?

IN

b Welke bedoeling heeft de schrijver met de tekst?

2 Lees de tekst een tweede keer. Je leest nu het geheel en dringt door tot de volledige boodschap van de tekst. a De volgende tussentitels zijn uit de tekst gehaald. Geef ze een juiste plaats in de tekst.

Waarom geloven we nepnieuws?

Wat is het gevaar van nepnieuws?

Waarom maken mensen nepnieuws?

N

b Leg kort uit wat nepnieuws is.

c Geef twee redenen uit het artikel waarom mensen nepnieuws maken. d Geef twee gevaren van nepnieuws.

©

VA

e Wat betekent het woord ‘confirmation bias’ in de zesde alinea?

154

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


3 Je reflecteert nu op de inhoud van de tekst. a Waarom kunnen nepnieuws en hoaxes zich vandaag de dag zo snel verspreiden? b Bedenk nog één andere reden waarom mensen nepnieuws maken. c Vat in drie zinnen samen waarom mensen nepnieuws geloven.

VA

Nepnieuws

© GER Westend61

N

IN

4 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen over hoe je nepnieuws kunt herkennen in online media.

Nepnieuws is misleidende en onjuiste informatie in de vorm van een nieuwsbericht, die wordt verspreid om geld te verdienen of om de publieke opinie te beïnvloeden. Het is een vorm van desinformatie.

©

Nepnieuws, fake berichten en hoaxes bestaan al heel lang, maar de verspreiding ervan gaat razendsnel sinds de opkomst van sociale media. Iedereen kan tegenwoordig content plaatsen op internet. Daardoor lijken de grenzen tussen nieuws, nepnieuws en advertenties te vervagen. Het wordt steeds moeilijker om ze van elkaar te onderscheiden en een gefundeerde mening te vormen.

woord de publieke opinie: mening van (de meerderheid van) mensen in de samenleving over een bepaald onderwerp de desinformatie: opzettelijke verspreiding van valse of misleidende informatie de content: online-informatie gefundeerd: onderbouwd, van argumenten voorzien

LES 13 NEPNIEUWS EN URBAN LEGENDS

155


Waarom maken mensen eigenlijk nepnieuws? Hoe herken je nepnieuws? En welke rol speel je zelf in de verspreiding?

IN

In Nederland wordt vooral nepnieuws verspreid om geld te verdienen. Hoe meer mensen op een artikel klikken, hoe meer geld de makers krijgen vanwege de getoonde advertenties. En een pakkende, sensationele kop levert vaak veel ‘clicks’ op. En dus veel geld. We noemen dat ‘clickbait’. Ook maken mensen bewust nepnieuws om meningen te beïnvloeden, bijvoorbeeld in de aanloop naar verkiezingen.

Door de vluchtigheid van sociale media is het niet altijd gemakkelijk om kritisch te kijken naar informatie. Als we een bericht zien hebben we daar gelijk onbewust een oordeel over. We zien gelijk of het interessant is. En ook oordelen we snel of iets waar is of niet. Door dit onbewuste oordelen, trappen we sneller in een nepbericht dat onze mening bevestigt (dat heet ‘confirmation bias’). Ook denken we eerder dat iets waar is, als veel mensen het leuk vinden of delen.

N

Makers en verspreiders van nepnieuws spelen hier slim op in. Ze bevestigen bestaande meningen en vooroordelen en zetten nepaccounts in om hun berichten extra populair te laten lijken. Ze gebruiken allerlei psychologische technieken om lezers te proberen te overtuigen. Het herkennen van deze technieken en het kritisch beoordelen van informatie zijn belangrijke mediawijze vaardigheden.

VA

Als we onwaarheden als waarheid aannemen, is het erg moeilijk om een gefundeerde mening te vormen. De Britse wetenschapper David Buckingham zegt hierover: ‘Het democratische politieke proces is volledig gebaseerd op het verspreiden van betrouwbare informatie. Als dat wegvalt, kunnen burgers bijna onmogelijk politieke beslissingen nemen.’ Hiernaast kan nepnieuws ook onrust veroorzaken in de maatschappij. Een belangrijke tactiek van nepnieuwsmakers is polarisatie: ze zetten mensen tegen elkaar op. Ze kiezen voor extremere onderwerpen en spelen in op emoties, zoals angst voor vreemdelingen of het onbekende. Daarmee hebben ze invloed op de publieke opinie en hoe er tegen bepaalde mensen in de maatschappij wordt aangekeken.

©

Het wordt gemakkelijker om nepnieuws te maken en lastiger om nepnieuws te herkennen. Technieken om beeld en geluid te manipuleren worden snel beter, goedkoper en lastiger te detecteren. Ook wordt het gemakkelijker om nepnieuws te verspreiden, met behulp van bijvoorbeeld ‘bots’ en trollenlegers. Bron: mediawijsheid.nl

woord sensationeel: spectaculair, wat voor opschudding zorgt de tactiek: uitgewerkt plan, manier om iets aan te pakken de polarisatie: het versterken van tegenstellingen, het verscherpen van uiterste meningen manipuleren: inspelen op, bewerken, beïnvloeden

156

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


3

NEPNIEUWS HERKENNEN 1 Het is belangrijk om de informatie die we dagelijks snel verwerken kritisch te lezen. a Welke drie vragen kun je jezelf stellen om na te gaan of een bron betrouwbaar en correct is? b Zit samen met drie medeleerlingen en wissel jullie vragen uit. Stel een lijst op van minimaal vijf verschillende vragen op.

5.7

c Vergelijk die lijst met de informatie die je terugvindt in de Trajectwijzer.

IN

2 Op de website van Mediawijs vonden we onderstaande zin terug. Leg de zin in eenvoudig taalgebruik uit aan een leerling van het eerste middelbaar. Zorg ervoor dat je alle informatie uit de boodschap weergeeft.

©

VA

N

LES 13 NEPNIEUWS EN URBAN LEGENDS

157


3 Op de volgende pagina’s vind je drie korte artikels. Twee ervan zijn voorbeelden van nepnieuws, één is waar. Gebruik de kennis die je opdeed om waarheid en nepnieuws van elkaar te onderscheiden. a Welk bericht is echt? b Geef aan waarom de twee andere voorbeelden van nepnieuws zijn. 4 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen op het herkennen van nepnieuws in onlinemedia. 5* Ga online op zoek naar een ander voorbeeld van nepnieuws. a Pas de vragen die je stelde toe op het bericht.

©

VA

N

IN

b Deel de voorbeelden die jullie vonden in kleine groepen met elkaar.

158

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


1

WHO bevestigt dat corona niet gevaarlijker is dan griep RT Dutch 12 oktober om 17:19 De World Health Organization (WHO) heeft bevestigd wat vele experts en onderzoeken al maanden proberen te zeggen: het coronavirus is niet dodelijker of gevaarlijker dan griep.

N

IN

Tijdens een bijeenkomst vorige week maandag vertelde WHO-bestuurder Michael Ryan dat naar schatting 10 procent van de wereldbevolking besmet is geweest met corona. Margaret Harris, een woordvoerster van de WHO, bevestigde het getal later en lichtte toe dat het is gebaseerd op uitkomsten van alle seroprevalentiestudies die wereldwijd zijn gedaan. Dit bevestigt dat het virus veel minder dodelijk is dan iedereen voorspelde. Er wonen circa 7,8 miljard mensen op de wereld. Als 10 procent besmet is geweest, kom je uit op 780 miljoen gevallen. Er zijn tot dusver 1 062 360 mensen gestorven met corona. Dat staat gelijk aan een infection fatality rate (IFR) van ongeveer 0,14 procent, en dat is vergelijkbaar met de griep. De 0,14 procent is meer dan 24 keer lager dan de 3,4 procent die de WHO in maart voorspelde. En de 3,4 procent werd gebruikt voor alle modellen waar overheden hun coronabeleid op baseerden. Aangezien er van alles en nog wat wordt geschaard onder Corona is de IFR waarschijnlijk nog lager dan 0,14 procent. Dat zou dus betekenen dat Covid-19 zelfs minder gevaarlijk is dan griep. Ondertussen bedacht de mainstream media angstaanjagende krantenkoppen om het overheidsbeleid te steunen en onnodig angst te zaaien. Terwijl dit simpele rekensommetje ons laat zien dat de coronasceptici al die tijd gelijk hadden.

Bron: www.zerohedge.com/medical/did-who-just-accidentally-confirm-covid-no-more-dangerous-flu en off-guardian. org/2020/10/08/who-accidentally-confirms-covid-is-no-more-dangerous-than-flu/

VA

Bijdrage: Käthie Schene 2,1 d.

2

1,4 d. reacties

3,4 d. keer gedeeld

Google verwijderd Palestina van maps Door Redactie - 9 augustus

©

Google krijgt boze reacties over zich heen van over de hele wereld. Dat is niet zonder reden. Google heeft namelijk Palestina volledig verwijderd van Google-maps.

Alerte individuen merkten op dat Palestina plotseling verdwenen was van Google-maps. Mensen gingen op onderzoek uit en wat bleek? Het klopt. Palestina is volledig verwijderd van de wereldkaart. Het lijkt net of Palestina nooit bestaan heeft. Zelfs Gaza valt nu onder Israël. Check de video hieronder en ga op onderzoek uit. Handtekeningen actie Inmiddels is er een handtekeningenactie gestart om Palestina weer op de kaart te krijgen. Op dit moment zijn er inmiddels 182 duizend handtekeningen

LES 13 NEPNIEUWS EN URBAN LEGENDS

verzameld. Als je ook wilt tekenen, dan kan dat door hier te klikken. Apple maps Wij waren benieuwd wat de maps van een Apple iPhone aan zou geven. Wij besloten om via de maps te navigeren naar Gaza. De Apple maps gaf als optie Gaza in Israel, wat dus betekent dat Gaza in Palestina niet meer bestaat. In de afbeelding hiernaast zie je het resultaat van onze zoekopdracht in de zoekopdrachten van een iPhone. BESTE RESULTATEN

gaza israel Gaza Barracks Overheid • Hipswell Road, Catterick Garrison Geen recensies

159


3

IN

‘Zalmprins’ of ‘Meteoor Zalmkoning’: Taiwanezen veranderen van naam om gratis sushi te krijgen Tientallen inwoners van Taiwan hebben hun naam veranderd in ‘Zalm’ om in aanmerking te komen voor gratis sushi. De autoriteiten reageren geërgerd op die actie. ‘Dit soort naamswijzigingen zijn niet alleen tijdverspilling, maar zorgen ook voor onnodig papierwerk’, zei de onderminister van Binnenlandse Zaken, Chen Tsung-yen. Redactie 18-03-21, 11:12 Bron: ANP

N

In de eilandstaat heeft een speciale actie van een restaurantketen geleid tot een golf aan naamswijzigingen. Mensen mogen met het woord zalm (‘Gui Yu’) op hun identiteitsbewijs met vijf vrienden onbeperkt sushi komen eten. Dat leidde tot wat lokale media omschrijven als ‘zalmchaos’. Er hebben zich de afgelopen dagen naar schatting zo’n 150 overwegend jonge mensen bij overheidskantoren gemeld om een naamswijziging door te geven.

VA

‘Ik heb mijn voornaam veranderd in Zalm en twee vrienden hebben dat ook gedaan’, zei een vrouw op de Taiwanese televisie. ‘We veranderen dat later gewoon terug.’ Een student vertelde nieuwszender TVBS dat hij dankbaar gebruik heeft gemaakt van de actie. ‘We hebben al voor meer dan 7 000 Taiwanese dollar (zo’n 206 euro) gegeten.’ Inwoners van Taiwan mogen hun naam maximaal drie keer veranderen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft al gewaarschuwd dat mensen die niet opletten het risico lopen dat de naamswijziging permanent is. Daar laten veel mensen zich niet door afschrikken. Er lopen volgens lokale media nu Taiwanezen rond met namen die zich laten vertalen naar ‘Zalmprins’, ‘Meteoor Zalmkoning’ en ‘Zalm Gefrituurde Rijst’.

©

Bron: hln.be - 18/03/21 - dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden. Elk hergebruik dient het voorwerp uit te maken van een specifieke toestemming van de beheersvennootschap License2Publish: info@license2publish.be

160

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


4

URBAN LEGENDS Fantasierijke en sensationele verhalen zoals in nepnieuws of hoaxes zijn natuurlijk niets nieuws. Ook de urban legend kent hier zijn oorsprong.

Voor het lezen 1 Je bekijkt een videofragment over drie spannende verhalen. a Welke van die drie verhalen vind jij het griezeligst?

IN

b Vind je die verhalen geloofwaardig?

c Som twee kenmerken op van de urban legend. • •

2 Welke urban legends ken je zelf nog? Deel ze met je medeleerlingen.

VA

N

3 Geef op basis van die verhalen een omschrijving van de term ‘urban legends’.

4 Je leest zo meteen een interview met een Nederlandse professor vertelcultuur. a Welke twee dingen wil je zelf nog te weten komen over urban legends?

©

b Som twee dingen op die in een interview met een professor zeker aan bod zullen komen over het onderwerp.

Tijdens het lezen 5 Lees het artikel op p. 162-164 een eerste keer globaal en plaats volgende tussentitels op de juiste plaats.

Het oudste broodjeaapverhaal

Professor in broodjeaapverhalen

Het beste broodjeaapverhaal

Broodjeaapverhaal als reclame

6 Lees het artikel nu helemaal door en markeer zes zinnen die de hoofdgedachte van de tekst weergeven.

LES 13 NEPNIEUWS EN URBAN LEGENDS

161


Deze verhalenprofessor deelt de beste broodjeaapverhalen Dennis Rijnvis

Hoe ontstaan die stadssagen? En op welke manier verzin je er zelf één? In dit artikel zet Meder de belangrijkste ingrediënten op een rij. Horror en verrassing, zijn dat belangrijke elementen in verhalen die snel van mond tot mond gaan? Theo Meder: Ja, en er zit vaak ook een waarschuwing in voor de lezer of luisteraar. Daardoor krijgt een verhaal urgentie en gaan mensen het doorvertellen. Neem het verhaal over de Momo-challenge, dat nog steeds de ronde doet op scholen.

N

Zo ging een vriend van me vorig jaar met zijn vrouw op vakantie naar Australië. Ze huurden samen een jeep en trokken de outback in. Op een regenachtige middag gebeurde er iets schokkends: ze reden een kangoeroe aan. Het dier ademde nog, maar rilde van de kou. Mijn vriend zette de auto stil, sprong uit de jeep en legde zijn jas over de kangoeroe heen. Zijn vrouw begon te lachen, omdat het een grappig gezicht was. Ze pakte de camera en maakte een foto van haar man en de kangoeroe die zijn jas aan had. Maar het dier schrok van de flits en bleek toch niet zo ernstig gewond. Razendsnel hopte het dier de struiken in, met het jasje nog steeds om zijn lijf. In de binnenzak zaten het paspoort en de autosleutels van mijn vriend.

in kaart (van sagen tot sprookjes, broodjes aap en legendes). Die verhalen gaan soms al eeuwen rond in Nederland en daarbuiten. Maar je hoort volksverhalen niet alleen in de kroeg of op verjaardagen. Broodjes aap en moderne sprookjes worden ook gebruikt in reclamefilmpjes van bedrijven, bij de promotie van steden, of in boeken.

IN

Soms klinkt iets te grappig om waar te zijn.

VA

Volgens het verhaal kunnen jongeren een speciale app downloaden om in contact te komen met een zekere Momo. Of ze ontvangen uit het niets een bericht van dit wezen. Momo is een monsterachtig wezentje dat hen uitdaagt om verschillende challenges te doen, zoals midden in de nacht opstaan, of heel lang je adem inhouden. De challenges worden steeds gevaarlijker, en uiteindelijk vraagt Momo de jongere om zelfmoord te plegen.

©

Zelf hoorde ik de kangoeroe-sage van Theo Meder. Hij is hoogleraar vertelcultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Een broodjeaapverhaal kun je beschouwen als een soort breinvirus’, zegt Meder. ‘Het blijft in je kop zitten en het is besmettelijk. Je denkt: dit verhaal moet ik doorvertellen.’ Als onderzoeker aan het Meertens Instituut bracht hij de afgelopen jaren duizenden zogenoemde volksverhalen

De boodschap is: pas op voor deze geheimzinnige app. Zo’n waarschuwing werkt: een school in Nijmegen stuurde zelfs een brief naar alle ouders om hen op de hoogte te stellen van de Momo-challenge.

woord de outback: afgelegen gebieden in Australië de hoogleraar: professor de urgentie: belang, dringendheid

162

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


IN

Uiteindelijk blijkt dat de goed geklede bezoeker een tv-presentator is die zojuist heeft aangebeld om te vertellen dat het stel een sportwagen heeft gewonnen.

Dit verhaal is niet verzonnen door Centraal Beheer of een reclamebureau. Het was een broodjeaapverhaal dat al een tijdje rondging.

N

Maar het verhaal is niet waar? Theo Meder: Nee. Het is een broodjeaapverhaal. Er zouden in het buitenland zogenaamd al meerdere jongeren om het leven zijn gekomen door Momo. Maar als je berichten over die zelfmoorden beter onderzoekt, blijkt dat het weliswaar gaat om jongeren die suïcide hebben gepleegd, maar niet door een app of een contact met Momo. Er bestaat ook geen Momo-app. Als jongeren al berichten krijgen van Momo, dan zijn dat waarschijnlijk klasgenoten die een grap uithalen. De foto van het monstertje dat rondgaat, is simpelweg een foto van een sculptuur dat is gemaakt door een Japanse kunstenares. Het verhaal is dus onzin. Een jaar eerder ging er eenzelfde soort broodje aap rond, maar toen heette de Momochallenge de Blue Whale-challenge. Door het waarschuwende effect dat van die verhalen uitgaat nemen leerkrachten en ouders het steeds opnieuw serieus. Zo serieus dat ze elkaar ervoor waarschuwen.

VA

Kan een broodjeaapverhaal ook slim worden gebruikt door bedrijven of organisaties om meer bekendheid te krijgen? Theo Meder: Dat gebeurt soms. Een goed voorbeeld is de eerder genoemde anekdote over de kangoeroe die wegvlucht met een jasje van een toerist. Het verhaal werd gebruikt voor een reclame van Gore-tex, een fabrikant van regenjassen. Maar in Nederland komt het ook voor.

Hoe lang bestaan broodjeaapverhalen al? Theo Meder: De meeste broodjeaapverhalen stammen pas van na de Tweede Wereldoorlog. Maar soms blijken ze veel ouder te zijn. Dan zijn het vaak volksverhalen die zijn aangepast aan de moderne tijd.

©

In een reclamespot met de titel Even Apeldoorn bellen van Centraal Beheer zat bijvoorbeeld ooit het verhaal van een man die naar huis rijdt in een cementwagen. Daar aangekomen, ziet hij een sportwagen met open dak voor zijn deur staan. En als hij door het raam naar binnen gluurt, ziet hij dat er een knappe man in pak op de bank zit, die zijn vrouw een bos bloemen geeft. De man vermoedt overspel, wordt woedend en stort de sportwagen vol met cement.

In een verhaal uit de jaren tachtig doet een vader boodschappen in de supermarkt met zijn baby en een hond. Als hij de boodschappen en zijn zoontje in de auto zet, loopt hij terug omdat hij is vergeten om cola te kopen. Hij laat zijn kind en de hond een paar minuten in de auto zitten. Wanneer hij terugkomt, huilt de baby. Op het gezicht van het jongetje zit bloed en de hond heeft ook een bebloede bek. De man neemt aan dat de hond het kind heeft aangevallen. Hij wordt woedend en slaat het dier ter plekke dood. Maar dan blijkt dat het kind is aangevallen door een rat, die uit een zak aardappelen in de kist boodschappen is gekropen. De hond probeerde het kind juist te beschermen.

woord de suïcide: zelfmoord

LES 13 NEPNIEUWS EN URBAN LEGENDS

163


© Thomas Frey Imagebroker RM

N

Maar de meeste oude sagen nemen we toch al lang niet meer serieus? Theo Meder: Voor een deel klopt dat. Je hebt inderdaad oude volksverhalen zoals De meermin van Edam, over een zeemeermin die zou zijn gevangen door vissers. Dat soort verhalen hebben vooral nog een toeristische functie. Ze worden ingezet om de bekendheid van een stad of regio te versterken, maar niemand gelooft ze nog. We zijn in deze tijd niet meer bang voor een vloek, of een zeemeermin. Onze verhalen gaan nu over moderne angsten voor bijvoorbeeld technologie, criminaliteit, of geweld. Toch worden sommige oude verhalen nog wél geloofd, namelijk sagen over geesten en spoken.

‘Sorry’, zeiden de leden van de motorbende. ‘Zet jullie bagage maar gewoon neer en ga een stukje wandelen. Dan maken wij alles schoon, en kunnen jullie zo naar binnen.’ Het gezin besloot inderdaad een stukje te gaan lopen. Toen ze terugkeerden, was het huisje spik en span, en hun bagage was zelfs netjes ingeruimd in de kasten. ‘Wat hebben we toch veel vooroordelen over de Hell’s Angels’, zei de vrouw tegen de man. ‘Het zijn eigenlijk gewoon ontzettend aardige mensen.’ Toen de leden van het gezin twee weken later de fotorolletjes hadden laten ontwikkelen, vielen ze bijna van hun stoel van verbazing. Op de foto’s stonden de Hell’s Angels, met hun broek naar beneden, tussen hun billen zaten de tandenborstels van de gezinsleden.

IN

Je zou zeggen dat dit een moderne sage is. Maar wat blijkt uit literatuuronderzoek? Dit verhaal werd in de negentiende eeuw ook al verteld in Wales onder de naam Llewellyn and his dog Gelert, alleen ging het toen om een baby die in de bedstee lag. En er zijn zelfs aanwijzingen dat een vroege versie van het verhaal in de tweede eeuw na Christus al rondging in India.

©

VA

Waarom die juist wel? Theo Meder: Het idee dat er een spiritueel leven na de dood is, hebben we nog niet losgelaten, ondanks alle ontkerkelijking. Sagen over spookhuizen doen het nog steeds erg goed. Er bestaat zelfs een fenomeen dat ‘legend tripping’ heet, en waarbij mensen er met zaklantaarns en infraroodlampen op uit trekken om plekken te bezoeken waar het zou spoken.

Wat maakt dit verhaal zo goed dat het steeds wordt doorverteld? Theo Meder: In de eerste plaats natuurlijk de even onsmakelijke als humoristische twist aan het einde. Maar er wordt ook een vooroordeel bevestigd in het verhaal: Hell’s Angels zijn niet te vertrouwen. Mensen vinden het fijn als een verhaal hun mening versterkt, daarom spelen veel broodjeaapverhalen daarop in.

Wat is uw favoriete broodjeaapverhaal? Theo Meder: Dat gaat over een gezin dat in de jaren negentig naar een huisje in Center Parcs ging en zagen dat de vorige bewoners nog niet waren vertrokken. Er zat nog een groepje Hells Angels in de woonkamer.

Na de middeleeuwen gebeurde in wat extremere mate hetzelfde met verhalen over heksen. Daar zat ook een duidelijke boodschap in, waarmee een heersend idee werd bevestigd. Namelijk: er zijn kwade vrouwen die een pact met de duivel hebben gesloten en die kun je maar beter mijden. In veel broodjeaapverhalen zit trouwens ook een levensles. Neem de anekdote van de man die de hond met de bebloede bek doodslaat, of de man die vermoedt dat zijn vrouw vreemdgaat en een auto volstort met cement. De boodschap in deze verhalen is: denk eerst even na voordat je handelt.

woord

Bron: www.schrijfvis.nl

164

TRAJECT NEDERLANDS 4

de bedstee: bed dat ingemaakt is in een meubel de ontkerkelijking: afnemen van het kerkbezoek, minder centrale rol van geloof en kerk in de maatschappij

INFO & COMMUNICATIE


Vragen bij de inhoud 7 De tekst bevat drie andere benamingen voor urban legends. a Welke termen worden gebruikt?

VA

N

IN

b Verklaar die termen. Je mag daarvoor ook andere bronnen gebruiken.

8 Welke functies kan een urban legend hebben?

9 In het artikel komen de ingrediënten voor de urban legend aan bod. a Geef de vijf ingrediënten.

b Leg ze kort uit of geef er een voorbeeld bij.

©

c Vergelijk die lijst met wat je bij opdracht 3 noteerde. Markeer de ingrediënten die je uit je eigen voorkennis noteerde. •

LES 13 NEPNIEUWS EN URBAN LEGENDS

165


15.3.2

IN

10 Lees het verhaal over Kangaroo Jack in de inleiding opnieuw en pas de kenmerken van een urban legend toe op het verhaal. tijdsbepaling

N

bron

geloofwaardigheid

VA

ingrediënten

Na het lezen

©

11 In dit artikel komen verschillende urban legends aan bod. a Welke vond jij de boeiendste? b Leg aan je medeleerlingen uit waarom dat het geval was.

12 Bij opdracht 4 noteerde je wat je te weten wou komen over urban legends. a Op welke vraag kreeg je een antwoord? b Zoek samen met een medeleerling online naar het antwoord op een vraag die niet beantwoord werd.

166

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


Tussenstop 2 1

TAAL EN WOORDENSCHAT 1 Bekijk de volgende woorden en vul de oefening aan. Functioneel - urgentie - naderen - suïcide - pedagogisch - bladspiegel ventileren - nominatie - hoogleraar - discriminatie

IN

a Geef het synoniem. zelfmoord professor opvoedkundig b Geef het antoniem. verdwijnen opgekropt houden

N

nutteloos

c Vul de voorbeeldzin aan met het juiste woord. 1 Gezien de

van dit project is het belangrijk om erg snel in actie te schieten.

2

op basis van geslacht of huidskleur is bij wet verboden.

VA

3 In een magazine is het erg belangrijk dat de 4 De baas sprak

helemaal in orde is.

over zijn werknemer van de maand..

2 Vul onderstaande tabel aan.

a Kies uit: discrimineren – participatie – polarisatie – manipuleren – moraal. b Leid daarna van de werkwoorden een zelfstandig naamwoord af en van de zelfstandige naamwoorden een werkwoord. werkwoord

©

zelfstandig naamwoord

TUSSENSTOP 2

167


3 Welk woord past bij de onderstaande omschrijvingen? Ga ernaar op zoek in de woordzoeker. het percentage van de bevolking dat kan lezen en schrijven in geregelde banen leiden onderbouwd, van goede argumenten voorzien uitgewerkt plan, manier om iets aan te pakken het versterken van tegenstellingen, het verscherpen van uiterste meningen F

R

J

F

M

G

I

Q

P

J

I

R

D

U W

Y

I

U

Q

U

A

L

F

A

B

E

T

I

S

E

R

I

N

G

S

G

R

A

A

D

T

T

L

P

L

F

I

J

D

I

F

L

M

T

A

S

R

K

F

X

H

A

O

P

Z

U

F

M

R

F

H

N

U

O

T

W

F

J

N M

Q

X

C

K

A

N

A

L

I

S

E

R

E

N

L

U

B

O

N

T

H

Y

B

T

Y

D

D W

F

I

Q

E

Z

L

N

D

P

R

C

P

H

A

Y

T

I

E

F

W M

R

U M H

P

R

N

S

B

P

Q

K

Z

J

Z

P

E

I

T

A

S

I

R

A

L

O

P

J

S

V

V

S

W

L

N

J

R

K

B

O

N

F

W

E

Z

U

A

F

B

A

Z

P

K

S

A

Y

D

O W A

A

P

S

N

Z

T

I

M

P

H

I

IN

a b c d e

4 In les 7 herhaalde je de termen vergelijking, metafoor en synesthesie. Die vormen van beeldspraak komen niet alleen in poëzie voor, ook in reclame en romans vind je ze terug. a Het boek De tranen van de moordenaar is zeer poëtisch geschreven. Ga na welke vorm van beeldspraak schrijfster Anne-Laure Bondoux in de zinnen gebruikt.

14+

16+

De tranen van de

moordenaar Anne-Laure Bondoux

VA

WWW.BOEKTOPPERS.N L / WWW.BOEKTOPPERS.B E

12+

BTVAO08

1 Je zou bijna denken dat alle geologen, alle avonturiers en sterrenzoekers elkaar gewaarschuwd hadden om de plek te vermijden, wetend welke hellehond ze daar zouden vinden.

Bekroond met de Prix Sorcières 2004

DE TRANEN VAN DE MOORDENA AR

N

Paolo Poloverdo woont met zijn ouders op een boerderij in het onherbergzam e zuiden van Chili. Angel Allegria is een moordenaar op de vlucht, op zoek naar een onderkomen. Het toeval brengt hem bij het huis van de Poloverdo’s. Genadeloos doodt hij het ouderpaar, maar de jongen laat hij leven, zonder precies te weten waarom. Het is een begin van een bijzondere relatie, die vreemd genoeg uitgroeit tot iets wat op affectie of zelfs liefde lijkt.

ANNE-LAURE BONDOUX

14.4

2 De eenzaamheid omarmde dus het afgelegen huis. 3 De vader van Luis, een rijke wijnhandelaar, besproeide zijn kinderen met zijn geld. 4 Een straffe wind veegde de grond en joeg wolken stof op … 5 Dat vertrouwen was kostbaar, net als vlees.

6 Die woorden klinken als een doodsklok op een herfstige dag.

©

7 De jonge vrouw keerde haar gezicht naar degene die met zijn ruwe stem had gesproken. 8 Van bovenaf gezien leek de markt op de zee. 9 De stem van Ricardo Murga klonk warm. 10 Nog nooit had hij iemand zien uitdoven, langzaam, zoals je in slaap valt.

b Ook volgende zinnen komen uit het boek. Ga na welke andere vorm van beeldspraak daarin aanwezig is. - `Wilt u nog een glas?’ vroeg hij aan Délia. - `Dus schilder ik en ik probeer wat doeken te verkopen om geld te sparen.’

168

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


2.4.1 2.4.2

5 Lees het onderstaande fragment uit het sprookje Vrouw Holle dat de gebroeders Grimm optekenden. In de tekst werden vijf woorden onderstreept en vijf woorden vetgedrukt. Vervang de onderstreepte woorden door synoniemen en de vetgedrukte woorden door antoniemen.

E

r was eens een weduwe die twee dochters had. De één was mooi en ijverig, de andere lelijk en lui. Maar ze hield van de lelijke en luie, die haar eigen dochter was, veel meer, en de andere moest alle werk doen en Assepoes in huis zijn. Het arme meisje moest elke dag op straat zitten bij de waterput en ze moest zoveel spinnen, dat het bloed haar uit de vingers sprong.

IN

Vrouw Holle

VA

N

Nu gebeurde het eens dat de spoel helemaal bloederig was. Toen bukte ze zich over de putrand en wilde de spoel even afwassen, maar deze sprong haar uit de hand en viel naar beneden. Ze begon te schreien, liep naar de stiefmoeder en vertelde van haar ongeluk. Maar die werd boos en had geen medelijden en zei: ‘Als je de spoel erin hebt laten vallen, moet je maar zorgen dat hij eruit komt ook.’

ijverig

=

houden van ↔

lelijk

=

meer

schreien

=

dag

ongeluk

=

beneden

boos

=

beginnen

©

2.4.3

6 In de vorige opdracht vind je ook drie grijze woorden in de tekst. a Welke verschillende betekenissen kunnen die woorden hebben? In welke betekenis worden ze hier gebruikt? arme:

spinnen: zorgen: b Hoe heten woorden die dezelfde schrijfwijze en uitspraak hebben, maar een verschillende betekenis?

TUSSENSTOP 2

169


4

Het Koninkrijk van Ooit

3

5

6

B

C

N

A

2

IN

1

E

F

VA

© Rainer Berg Westend61

D

2

©

1

170

© DREAMWORKS PICTURES / Album

c Hieronder vind je twee verzamelingen. In de eerste verzameling hebben alle afbeeldingen met sprookjes te maken. Verbind elke afbeelding met de tegenhanger uit de tweede verzameling en vermeld het zelfstandig naamwoord.

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP

3

4

5

6


7 In les 10 stond je stil bij het effect van tekstopmaak. In deze oefening verdiep je de woordenschat rond tekstopmaak. a Verbind de woorden die deel uitmaken van het drukkersjargon met de correcte verklaringen. bladspiegel – marge – lettertype – staande/liggende afdrukstand – interlinie – recto/verso – tekstuitlijning – kop- en voettekst – lorem ipsum – typografie de onbedrukte randen van een blad tekst die gebruikt wordt als tijdelijke invulling voor een tekstblok om zo de vormgeving al te finaliseren alvorens de definitieve tekst beschikbaar is

IN

de wijze waarop het blad gelegd wordt alvorens het bedrukt wordt: verticaal of horizontaal de aanduiding van de voor- en achterkant van een blad

de tekst in de bovenste en onderste marge van het blad

de indeling van een pagina, de verhouding tussen tekst, afbeeldingen en witruimte

de koepelterm voor alles wat hoort bij de opmaak van teksten (lettertype, lettergrootte, witruimte, interlinie …)

N

de manier waarop de tekst in een alinea wordt weergegeven: links, rechts, gecentreerd of uitgevuld tekenset die gekenmerkt wordt door eenzelfde grootte en opmaak

VA

de ruimte tussen de regels in een tekst, regelafstand

b Bekijk het document hiernaast. Ga eerst individueel op zoek naar enkele voorbeelden van het drukkersjargon. Doe dat aan de hand van de onderstaande vragen. Je hoeft niets te noteren. Bespreek nadien klassikaal welke elementen je allemaal kon terugvinden.

Zijn er marges? Welke afdrukstand wordt er toegepast? Bekijk de interlinie. Wat valt op? Welke manier van uitlijning wordt er gebruikt? Bekijk het lettertype aandachtig. Wat merk je op? Is de tekst recto of verso of recto en/of verso gedrukt? Is er een kop- en/of voettekst? Bespreek de bladspiegel. Welke extra informatie over de typografie van de tekst zie je?

©

• • • • • • • • •

We t e n s c h a p p e l i j k k a t e r n

Het schrijven van een wetenschappelijk artikel Dr. Nicole M. de Roos, Wageningen Universiteit, Alliantie Voeding Gelderse Vallei

Het Nederlands Tijdschrift voor Voeding & Diëtetiek publiceert bij voorkeur onderzoeksresultaten van diëtisten. Het schrijven van een artikel kost echter tijd en moeite. Dit leidt ertoe dat interessante gegevens ongepubliceerd in een la verdwijnen. Om de drempel voor het schrijven van een artikel te verlagen, volgt hier een toelichting op de verschillende onderdelen van een artikel. De inleiding Een goede inleiding schetst het probleem en leidt tot de onderzoeksvraag. De opbouw van een inleiding kun je je voorstellen als een trechter: je begint breed met een algemene beschrijving en eindigt smal met de onderzoeksvraag of hypothese. In de eerste zinnen van de inleiding wordt het onderwerp neergezet. Je maakt duidelijk over welke patiëntenpopulatie je artikel gaat, over welk ziektebeeld of over welke meetmethode. Als je al verwijst naar literatuur, gebruik dan overzichtsartikelen, zoals reviews of meta-analyses, of verwijs naar een recente evidence-based richtlijn. Bijvoorbeeld: Dialysepatiënten overlijden doorgaans vroegtijdig door hart- en vaatziekten. In Nederland ... (sterftecijfer) ... (CBS). De hart- en vaatziekten worden voornamelijk veroorzaakt door calcificaties in de vaatwanden (review X). Behandeling met statines, doorgaans effectief in het voorkomen van hart- en vaatziekten, is bij deze patiëntengroep niet zinvol (richtlijn X). Vervolgens werk je toe naar je onderzoeksvraag: wat is bekend en wat moet nog worden onderzocht? Hier kun je verwijzen naar originele studies. Bijvoorbeeld: Calcificatie van de vaatwanden is in een aantal recente onderzoeken in verband gebracht met een lage vitamine Kinname (art 1, art 2, art 3). Dialysepatiënten hebben door hun dieetbeperking mogelijk een lage vitamine KDankwoord De redactie van het Nederlands Tijdschrift voor Voeding en Diëtetiek dankt de leden van de Wetenschappelijke Advieraad (WAR) dr. P. van Assema, dr. M. van Bokhorst-de van der Schueren, dr. T. Hoekstra, dr. J. Iestra, dr. F. Kneepkens, prof. dr. L. Mathus-Vliegen, dr. N. Reijven, dr. N. de Roos en prof. dr. W. van Staveren voor het reviewen van de artikelen voor het wetenschappelijk katern. Tevens dank aan de WAR en de Redactieraad voor hun waardevolle bijdragen aan het tijdschrift.

inname. Wij onderzochten daarom in de huidige dialysepopulatie van Ziekenhuis X of er een verband is tussen vitamine K-inname en mate van vasculaire calcificatie. Kies voor je betoog artikelen die ook voor anderen toegankelijk of aan te vragen zijn, dus artikelen die in databases terug te vinden zijn, boeken die in bibliotheken te vinden zijn, rapporten die bij instanties op te vragen zijn. Gebruik dus geen scripties of interne protocollen. Heb je keuze uit meerdere artikelen? Kies dan vooral artikelen uit tijdschriften met een grote impactfactor (zie kader ‘Impactfactor’) of van vooraanstaande onderzoekers. Realiseer je ook dat ‘bewijs’ uit interventiestudies sterker is dan uit observationele studies. Gebruik de laatste paragraaf van de inleiding voor het beschrijven van het doel van het artikel, de onderzoeksvraag of hypothese. Houd deze onderzoeksvraag steeds voor ogen en gebruik steeds exact dezelfde termen in de rest van je artikel. Bijvoorbeeld: In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de literatuur over magnesium in relatie tot spierkrampen. Aan de hand van de literatuur beantwoorden we de vraag of suppletie met magnesium effectief is ter voorkoming of vermindering van spierkrampen. De inleiding is doorgaans niet langer dan één A4’tje (regelafstand 1,5, fontgrootte 10). Methoden In dit onderdeel van een artikel worden de opzet en de uitvoering van de studie beschreven. De lezer moet door dit hoofdstuk een indruk krijgen van de kwaliteit van het onderzoek. De inhoud van het hoofdstuk Methoden is afhankelijk van het type studie. Hierna volgt een overzicht van wat er moet worden beschreven voor een literatuurstudie, een observationele studie en een interventiestudie. Literatuurstudie Bij het beschrijven van een literatuurstudie is minimaal informatie nodig over: - De gebruikte literatuurdatabases (zoals PubMed, Scopus, etc.) Ned Tijdschr voor Voeding & Diëtetiek | 2011;66(6)

TUSSENSTOP 2

s

1

171


8 Urgentie, suïcide, psychopatisch en participatie zijn vier woorden uit de woordverklaring van vorige lessen. Die woorden tonen aan dat je de ie-klank in het Nederlands op verschillende manieren kunt weergeven. Vul i, ie of y in. 1 In het art kel kreeg de ploeg heel wat react 2 Elk embr o in ons land wacht een fantast 3 De art ste werd door de hele kliek gebo

5 In elke enc cloped 6 In pr nc

en raviol

7 Deze melod

r

nx in Eg

ntje niet tegen

werd gezongen door een d

8 Kwaad en boos zijn s non

men.

9 Vul telkens het juiste vaste voorzetsel in.

10.7

a Ik erger me vaak

Het zal

g Hans had trek

nam

sch collect

j

Lionel is verslaafd

Ierse folk.

jou.

de dingen die jij geweldig vindt; iedereen heeft recht

het weer afhangen of ik me zal inschrijven pizza, maar kon niet op

zijn eigen

dat zomerkamp.

mijn lief: zij moest en zou friet eten.

je verhuizing.

VA Lotte droomde verrichten.

mijn schoolresultaten.

het hoofdpersonage.

h Geef een seintje wanneer je hulp nodig hebt i

f.

N

f

pisch Italiaans!

nfect s.

mijn steun; ik zal er altijd zijn

e Schaam je niet hobby’s en interesses.

nastie.

pte kunt bewonderen.

Amerikaanse country, maar houdt enorm

c Zij kon zich goed inleven d Je kunt rekenen

mago van de d

troenbomen: t

mijn vader: hij bemoeit zich altijd

b Ahmed heeft een hekel

keerd hadden.

k.

cot omdat ze niet paste in het

geserveerd in een tuin vol c

staat dat je de sf

pe helpt een asp

sche toekomst vol muz

gepan

IN

4 Macaron , spaghett

omdat ze na de penalt

een zorgeloze vakantie, maar zag op online games, hij hunkert er de hele tijd

al het werk dat ze nog moest .

10 Je krijgt nu een invuldictee te horen waarin de tussenklanken centraal staan. Noteer de weggelaten woorden correct.

13.5

©

Het (1) van onze klas was als (2) al gebeten door het (3). Hij wou en zou zijn eigen zaak uitbouwen. Hij bedacht alle denkbare (4) tot hij uiteindelijk in de (5) in onze (6) het vervallen (7) opmerkte. Het gebouw was verlaten na een warme zomer vol (8). Het lag midden in de nieuwe (9) en zou volgens hem zo verbouwd kunnen worden tot de stedelijke (10). Met (11) gooide hij zich voluit op dat project. Hij huurde zelfs graffitikunstenaars in om de gevel bij (12) te beschilderen met tientallen (13), maar hij was (14) voor de praktische moeilijkheden. Onze stad lag in een dal en dat gebouw zou (15) onder water lopen. 1

9

2

10

3

11

4

12

5

13

6

14

7

15

8

172

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


2 10

UITDAGING: TAALKUNDIG EN REDEKUNDIG ONTLEDEN 1 Bij taalkundig ontleden geef je aan tot welke woordsoort woorden behoren. Verbind de woorden hieronder telkens met de juiste categorie. a Wij houden van het zachte nummer. •

• bijvoeglijk naamwoord

houden

• voorzetsel

van

• bepaald lidwoord

het

• persoonlijk voornaamwoord

zachte

• werkwoord

nummer

• bijwoord

IN

wij

• zelfstandig naamwoord b Zorgt het bedrijf goed voor zijn werknemers? •

• bepaald lidwoord

het

• onbepaald lidwoord

bedrijf

• werkwoord

goed

• betrekkelijk voornaamwoord

voor

• bezittelijk voornaamwoord

• bijvoeglijk naamwoord

• voorzetsel

zijn werknemers

N

zorgt

• bijwoord

VA

• zelfstandig naamwoord

c Het meisje dat rood haar heeft, werd eerste. •

• betrekkelijk voornaamwoord

• hoofdtelwoord

dat

• zelfstandig naamwoord

rood

• persoonlijk voornaamwoord

haar

• bepaald lidwoord

heeft

• zelfstandig werkwoord

werd

• bijvoeglijk naamwoord

eerste

• koppelwerkwoord

©

het

meisje

• rangtelwoord

d Zij is moeder geworden van een tweeling. zij

• persoonlijk voornaamwoord

is

• voorzetsel

moeder

• onbepaald lidwoord

geworden

• aanwijzend voornaamwoord

van

• zelfstandig naamwoord

een

• bijwoord

tweeling

• werkwoord • voegwoord

TUSSENSTOP 2

173


2 Bij redekundig ontleden ga je na welke functie een woord in een zin heeft.

11.2

a Lees onderstaande zinnen uit Kraaien van Maarten Biesheuvel. Geef telkens aan wat de functie van de onderstreepte zinsdelen is. 1 De chirurg was vijftig jaar. a onderwerp b lijdend voorwerp

c bijstelling d naamwoordelijk deel van het gezegde

2 Hij had nachtdienst.

IN

a bijwoordelijke bepaling c bijstelling b lijdend voorwerp d naamwoordelijk deel van het gezegde 3 Hij lag lekker naast zijn vrouw in bed, het was halfvier in de nacht en het liep tegen eind april. a bijwoordelijke bepaling c voorzetselvoorwerp b lijdend voorwerp d onderwerp

4 Overdag had hij vrij gehad en gezeild op het IJsselmeer. a voorzetselvoorwerp c meewerkend voorwerp b bijwoordelijke bepaling d lijdend voorwerp

N

5 Hij kon niet goed slapen. a bijwoordelijke bepaling c persoonsvorm b lijdend voorwerp d onderwerp

VA

b Vul de rest van het verhaal hieronder aan. Kies uit: hele ballades – op het laatst – hij – vandaag – op de boot – kon – hem – weinig wind – talloze anekdotes – de hoge noten. c Schrijf onder alle ingevulde woorden of woordgroepen welk zinsdeel ze vervullen in de zin. Hij lag na te denken over wat hij

vrienden van zijn vrouw op stap geweest die

had meegemaakt.

was met

tijdens het zeilen

©

hadden verteld. Midden op het meer – er stond

– begon iemand

te zingen.

iedereen had dolle pret. Maar

hij

174

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP

zong hij en

kreeg hij een schorre stem en

niet meer halen.


3 Lees de onderstaande tekst. We gaan volgende week eindelijk verhuizen. We kijken al drie maanden uit naar dat moment. We hebben al onze spullen al ingepakt en we hebben al gedag gezegd aan ons oude huis. We zullen onze oude buurt wel missen, maar we zijn ook benieuwd naar onze nieuwe buren. We hopen dat we goed met hen overweg zullen kunnen. We kunnen alleszins niet wachten om hen te leren kennen!

IN

a Vind je de tekst goed klinken? Waarom (niet)?

VA

N

b Maak de tekst aantrekkelijker door meer variatie in de zinsbouw aan te brengen.

4 Lees onderstaande zinnen.

a Welke zinnen zijn niet correct? Duid aan.          

De hond ziet de kat. De hond bijt de kat. De hond loopt de kat. De hond slaapt in de tuin. De hond herkent de kat. De hond slaapt de kat. De hond blaft de kat. De hond loopt in de tuin. De hond ontmoet de kat. De hond ziet in de tuin.

©

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

11.2

b Leg uit waarom de overige zinnen correct zijn.

TUSSENSTOP 2

175


c Geef aan wat er fout loopt bij de zinnen die je aankruiste.

5 Lees nu de onderstaande zinnen.

1 Wij gaan volgende week eindelijk verhuizen.

IN

11.1.9

2 Volgende week gaan wij eindelijk verhuizen.

3 Eindelijk gaan wij volgende week verhuizen.

N

a Welk zinsdeel krijgt de meeste nadruk in elke zin?

©

VA

b Welk effect heeft het verplaatsen van de zinsdelen op de boodschap van de zin?

176

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


6 Volgende zin kun je op twee manieren lezen. Dit is de chauffeur die de man had gezien. a Leg de twee manieren uit aan de hand van de termen rond zinsdelen.

IN

b Vermijd misverstanden door de zinsconstructie aan te passen.

7 Welke zinsdelen in onderstaande zin kun je grammaticaal gezien vervangen door ‘de man’, ‘een boek’ en ‘mooi’?

VA

N

Het meisje kocht een lelijk rokje.

8 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen op taalkundig en redekundig ontleden.

10

©

11.2

TUSSENSTOP 2

177


3

CREATIEF: BORDSPEL TOCHT DER WONDEREN Dit semester maakte je kennis met mythen, sprookjes, sagen en urban legends. Wat je daar leerde, zet je nu in bij het magische bordspel Tocht der Wonderen.

©

VA

N

IN

Net als bij Ganzenbord is het doel van dit spel om als eerste speler naar het midden van het spelbord te raken. Dat doe je door met de dobbelsteen te gooien en het aantal ogen dat je gegooid hebt, vooruit te gaan. Het vak waarop je landt, heeft gevolgen: • je moet vragen beantwoorden over een van de epische genres die aan bod kwamen; • je trekt een kanskaart en krijgt daardoor een voor- of nadeel; • je komt op neutraal terrein en hoeft die beurt niets te doen.

178

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP

SPELREGELS


les

Kranten en rubrieken

14

Je brengt in kaart via welke bronnen 1 jij het nieuws volgt

Je vergelijkt kranten op vlak van inhoud, vorm, 3 rubrieken en taalgebruik

2

4

Je kent de verschillende soorten kranten en rubrieken

KRANT EN KLAAR: ENQUÊTE

IN

1

Je past wat je leerde over Vlaamse kranten toe op kranten uit andere landen

1 Vul deze enquête in. Beantwoord de onderstaande vragen over nieuws en informatie.

De krant

N

a Welke krant(en) wordt (worden) er bij jou thuis gelezen?

b Lees jij zelf soms wel eens een krant? nooit

een of twee keer per week

drie tot vier keer per week

(bijna) elke dag

VA

c Hoe lees jij de krant? Duid alles aan wat van toepassing is.     

Ik lees (bijna) de volledige krant. Ik lees enkel de artikels van het voorpaginanieuws. Ik doorblader de krant totdat ik een interessante kop tegenkom en lees dan dat artikel. Ik lees enkel de koppen van de artikels, niet de rest. Ik lees enkel artikels uit een bepaalde rubriek, namelijk

d Welke onderwerpen interesseren jou het meest? Duid aan wat van toepassing is. voorpaginanieuws binnenlands nieuws buitenlands nieuws regionaal nieuws politiek cultuur wetenschap en gezondheid economie en financiën sport

©

        

      

lifestyle en mode showbizz en celebrity’s opiniestukken en lezersbrieven reclame radio en tv weerbericht strips en puzzels

 andere:

e Waarom lees je de krant?

LES 14 KRANTEN EN RUBRIEKEN

179


f

Waarom zouden mensen de krant lezen? Som nog twee andere redenen op.

Nieuws en informatie

b Op welke manieren kom je aan nieuws?      

IN

a Hoeveel minuten per dag spendeer je gemiddeld aan het lezen/bekijken/beluisteren van nieuws?

Ik lees de papieren krant. Ik lees een onlinekrant, namelijk Ik volg het nieuws op de televisie. Ik volg het nieuws op de radio. Ik verneem het nieuws via (een) andere website(s), namelijk Ik klik nieuwsberichten aan die verschijnen op de stream van mijn socialemediakanalen.

©

VA

legende:

N

c Hoeveel procent van je informatie haal je uit elk medium? Kleur onderstaand cirkeldiagram zelf in en schrijf er een legende bij (bv. rood gearceerd = papieren krant, blauw = radio …).

2 Vergelijk je antwoorden nu met die van een medeleerling. a Som drie gelijkenissen en twee verschillen op. b Stel elkaar twee vragen over media, nieuws en de krant.

180

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


VERSCHILLENDE KRANTEN

2

Je vindt hieronder twee artikels over hetzelfde onderwerp. Vergelijk ze met elkaar door de vragen te beantwoorden.

A

Zo werd beruchte catfisher eindelijk ontmaskerd: ‘Ik kick op mooie mannen’

IN

Het brein achter het sexy profiel op Instagram dat met zoete praatjes honderden Belgen in de val lokte, is eindelijk ontmaskerd. Het blijkt om een 27-jarige student te gaan die zich wekenlang vanachter zijn computer uitgaf voor een verleidelijke stoeipoes. De slinkse catfisher verspreidde gedurende de afgelopen weken zo’n 30 filmpjes met wel erg pikante beelden van zijn slachtoffers, die als een lopend vuurtje de ronde deden. Hij wilde naar eigen zeggen niemand chanteren. Het was hem ook nooit om geld te doen. Zijn eigen verklaring? ‘Het ging mij enkel om de seksuele opwinding. Ik kick op mooie mannen.’ De man bleef lang onder de radar, maar is nu eindelijk ontmaskerd door de Computer Crime Unit van de federale politie.

B

N

Veelbesproken catfisher is een Gentse student

VA

De meest befaamde catfisher van het land is ontmaskerd. Het verleidelijke profiel op Instagram dat honderden Belgen catfishte, blijkt van een mannelijke Gentse student van 27.

©

‘Door de snelle en efficiënte werking van de Computer Crime Unit (CCU) van de Brusselse federale politie werden twee verdachten geïdentificeerd. Het betreft twee jongemannen die de feiten erkennen.’ Dat was het enige wat het Brusselse parket gisteren kwijt wilde over de arrestaties. Een van de verdachten bekende de afgelopen dagen aan de Brusselse federale politie dat hij honderden Belgen zover heeft gekregen dat ze pornografische beelden en filmpjes van henzelf naar hem doorstuurden. De speurders zouden hem de voorbije weken op het spoor zijn gekomen, omdat hij slordig was geweest en online toch sporen had achterlaten. Daardoor werd hij identificeerbaar.

woord

berucht: bekend op een negatieve manier de catfisher: iemand die zichzelf online een valse identiteit geeft en persoonlijke gegevens van mensen probeert te weten te komen. De term is ontleend aan een gesprek in de documentaire Catfish waarbij een vrouw van middelbare leeftijd zichzelf een jonge identiteit geeft en zo online contact legt met anderen. als een lopend vuurtje: heel snel bij een grote groep verspreid raken (uitdrukking) befaamd: bekend, beroemd het parket: Openbaar Ministerie; gerechtelijke instelling die misdrijven opspoort, vervolgt en erop toeziet dat straffen worden uitgevoerd

LES 14 KRANTEN EN RUBRIEKEN

181


1 Welke titel klinkt het meest neutraal? 2 In welk artikel is het taalgebruik het meest sensationeel? 3 Vergelijk de inhoud van de artikels. Waarop ligt de nadruk? 4 Uit welke kranten zouden de artikels kunnen komen? a Kies uit: De Tijd – Het Laatste Nieuws – Wablieft – De Standaard – Het Belang van Limburg. b Waarom denk je dat?

©

VA

N

IN

c Wat is volgens jou het ideale lezersprofiel van die kranten? Denk daarbij aan leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, sociale klasse, arm/rijk, interesses …

182

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


Hieronder zie je twee foto’s van de voorpagina van De Standaard en Het Laatste Nieuws. De namen van de kranten werden weggehaald.

2

VA

N

IN

1

5 Beschrijf de lay-out van de voorpagina’s. Kijk naar de grootte van de titels, de gebruikte foto’s, het kleurgebruik, de hoeveelheid artikels op een pagina, het taalgebruik in de koppen … 6 Welke voorpagina vind jij er het aantrekkelijkst uitzien? Waarom?

©

7 Welke voorpagina hoort bij welke krant? Waarom denk je dat?

LES 14 KRANTEN EN RUBRIEKEN

183


8 In de vorige opdrachten zag je dat er verschillende soorten kranten zijn. Ruwweg kun je die opdelen in drie grote categorieën: kwaliteitskranten, populaire kranten en regionale kranten. Bekijk onderstaande krantenlogo’s. a* Welke van deze Vlaamse kranten ken je?

IN

b Tot welke krantensoort behoren ze?

9 Verbind volgende eigenschappen met de juiste krantensoort(en). Soms kan een eigenschap bij meerdere categorieën horen.

h focus op politiek en beleid i focus op roddels en spectaculaire gebeurtenissen j geeft een menselijk gezicht aan een verhaal, personaliseert verhalen k hoge mate van diepgang in de artikels l makkelijk te begrijpen taalgebruik m kritischer

N

focus op celebrity’s en showbizz neutraler taalgebruik kleurrijke voorpagina focus op lokaal nieuws focus op wetenschap en economie sensationele, opvallende koppen bedoeld voor mensen met een hoger opleidingsniveau

©

VA

a b c d e f g

184

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


RUBRIEKEN IN DE KRANT

3

In de inleidende enquête werd gevraagd welke onderwerpen in de krant jou het meest interesseren. Artikels die over dezelfde onderwerpen handelen, worden gecategoriseerd in rubrieken. Zo heb je o.a. binnenlands nieuws, buitenlands nieuws, regionaal nieuws, politiek, sport, cultuur … 1 Je leraar geeft je een krantentitel. Surf naar de website van die bron. 2 Welke rubrieken vind je allemaal terug in jouw onlinekrant? Som ze hieronder op.

a Hebben jullie kranten dezelfde rubrieken? b Waarin verschillen ze?

IN

3 Vergelijk jouw krant met die van een medeleerling.

4 Lees nu de onderstaande krantenkoppen. In welke rubriek(en) horen ze thuis? A

D

Noodtoestand in Londen, Britse ziekenhuizen staan op instorten: ‘Virus is onbeheersbaar geworden’

C

Nicki Minaj schikt voor 365 000 euro met Tracy Chapman om copyright

N

B

Opnieuw ophef rond doping in atletiek: ex-wereldkampioen verspringen en zilveren medaillewinnaar in Rio, geschorst

E

Het nieuwe beleid in de VS oogt nu al rooskleuriger: dit worden de grote dossiers

Vrouw van 35 sterft bij ongeval in Melsbroek, bestuurder van 36 in kritieke toestand naar ziekenhuis

VA

F

G

Belgische economie krimpt 1 procent in vierde kwartaal

De soundtrack van de renaissance

©

5 Bepaal per krantensoort (kwaliteitskrant, populaire krant en regionale krant) welke rubrieken het meest uitgebreid zijn.

LES 14 KRANTEN EN RUBRIEKEN

185


4

ONDERZOEK: DE KRANT IN HET BUITENLAND In deze les vergeleek je Vlaamse kwaliteitskranten en populaire kranten. De verschillen die er zijn in taalgebruik, inhoud en vormgeving zijn nog veel duidelijker in Engelse, Duitse en Franse kranten. In dit onderzoek pas je wat je leerde toe op een buitenlandse krant.

Voorbereiden 2 Wat weet je al over die krant?

Plannen

IN

1 Je leraar geeft je een titel van een Engelse, Franse of Duitse krant.

Je schrijft straks een informatieve tekst van vijf alinea’s over je krant met je medeleerlingen als doelpubliek. Blader door de krant en som op welk soort informatie je terugvindt. Bekijk de lay-out en noteer in kernwoorden hoe die eruitziet. Bepaal welke rubrieken er in je krant staan. Noteer nu of jouw krant een kwaliteitskrant, een populaire krant of een regionale krant is.

Schrijven

N

3 4 5 6

VA

7 Schrijf de antwoorden die je in de vorige fase verzamelde uit tot een volle tekst. inleiding

Je legt uit welke soort krant jouw bron is en geeft twee interessante weetjes.

midden

Je geeft drie argumenten over de inhoud en twee argumenten over de vorm.

slot

Je vat één zelfgekozen artikel samen in het Nederlands. Je geeft het onderwerp en de hoofdgedachte van de auteur.

Reflecteren

8 Je krijgt van je leraar een tekst van een medeleerling. Neem die door en vergelijk de tekst met wat jij schreef.

©

a Wat is er beter in jouw tekst?

b Wat kun je leren uit de tekst van je medeleerling?

c Welke aandachtspunten leid je hieruit af voor jezelf?

186

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


Herschrijven 9 Herschrijf nu je eigen tekst. a Houd rekening met de suggesties die je bij de vorige vraag neerschreef. b Bekijk de evaluatiecriteria hieronder.

GOED

VOLDOENDE

volledigheid en aantrekkelijkheid

-

-

ONVOLDOENDE

Je tekst heeft een inleiding, een midden en een slot. De inleiding en het slot (de samenvatting) zijn boeiend.

Je tekst heeft een inleiding, een midden en een slot. De inleiding en het slot zijn echter

Je tekst bestaat uit minimaal vijf alinea’s. De zinsconstructies zijn gevarieerd. Er zijn geen of nauwelijks storende herhalingen.

Je tekst bestaat uit minimaal vijf alinea’s. Er is soms variatie in je zinsbouw. Er zijn weinig storende herhalingen.

-

-

Je tekst heeft geen duidelijke indeling in inleiding, midden en slot.

Je tekst bestaat niet uit vijf alinea’s. Je zinnen zijn allemaal op dezelfde manier opgebouwd. In je tekst gebruik je opvallend vaak dezelfde woorden.

N

-

IN

Evaluatiematrix – Schrijven: kranten en rubrieken

-

gepastheid en correctheid Je tekst is in het Standaardnederlands geschreven. Je spelling is foutloos.

-

Je tekst bevat nog een aantal registerfouten: tussentaal, jongerentaal, chat- of sms-taal … Je spelling is bijna foutloos. -

VA

-

-

Je tekst bevat nog veel registerfouten: tussentaal, jongerentaal, chat- of smstaal … Je maakt nog erg veel spellingfouten, wat het lezen bemoeilijkt.

duidelijkheid

De informatie die je geeft over je krant is correct maar vaag. Je vertelt welk soort krant je bron is, maar werkt dat niet duidelijk uit met argumenten.

De informatie die je geeft over je krant ontbreekt of is onduidelijk. Je legt niet duidelijk uit tot welk soort krant jouw bron behoort.

De samenvatting geeft duidelijk het onderwerp en de hoofdgedachte van het artikel weer.

De samenvatting geeft het onderwerp van het artikel weer, maar de hoofdgedachte wordt niet duidelijk beschreven.

De samenvatting ontbreekt of is onduidelijk: zowel het onderwerp als de hoofdgedachte worden slechts vaag beschreven.

©

Je geeft duidelijk en begrijpelijk informatie over je krant, je legt duidelijk uit waarom je krant tot een bepaalde soort behoort en je schetst welk soort informatie je er voornamelijk in terugvindt.

Aanvullende commentaar:

LES 14 KRANTEN EN RUBRIEKEN

187


les

15

Vaste dichtvormen 1

Je maakt kennis met enkele vaste dichtvormen: haiku, limerick, naamdicht, elfje en ballade

Je kent de kenmerken van die dichtvormen 2 en kunt ze benoemen

5

Je herhaalt de belangrijkste 3

Je past de kenmerken van de limerick en de haiku toe in een zelfgeschreven gedicht (Tussenstop 3)

DE LAY-OUT VAN EEN GEDICHT

IN

poëtische termen (rijm, strofe, ritme) en past ze toe

1

Je bespreekt een middeleeuwse 4 ballade

1 Op de volgende pagina's vind je zes verschillende teksten terug. Welke tekst is een gedicht? 2 Beschrijf aan de hand van dit voorbeeld wat typisch is aan de vorm en de taal. 3 Lees het gedicht. a Beschrijf de inhoud in drie zinnen. b Welk gevoel komt uit het gedicht naar voren?

c Geef twee argumenten waarom je dit (g)een mooi gedicht vindt.

N

4 Schrijvers willen met hun teksten iets bereiken. Vorig jaar stond je stil bij tekstsoort, teksttype en tekstdoel. Welk tekstdoel heeft dit gedicht?

©

VA

5 Plaats nu het teksttype, het tekstdoel en de tekstsoort bij alle voorbeelden.

188

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


a

Bron: www.bruzz.be

b

IN

Voordat je ontdekt werd, kenden de mensen reeds jouw broer, Roméo Elvis. Heeft zijn succes je op ideeën gebracht? Angèle: Wanneer ik Roméo op het podium zag staan, had ik vooral een gevoel van trots en van gedeeld geluk. Ik dacht niet dat ik ooit zo’n enthousiasme teweeg zou kunnen brengen bij de mensen. Roméo is een licht in mijn leven. Maar het is niet door hem dat ik zangeres ben willen worden. Dit beroep heb ik een beetje per toeval geleerd, ik was een amateur, in de zin van liefhebber. In het begin hadden mijn concerten geen enkele professionele pretentie. Het waren simpelweg kleine, naïeve en onschuldige performances die voortvloeiden uit de video’s die ik op Instagram postte. Omdat de mensen naar mij kwamen kijken in de cafés en omdat ze mijn liedjes blijkbaar apprecieerden, ben ik blijven doorgaan.

c

Onder de appelboom

N

Ik kwam thuis, het was een uur of acht en zeldzaam zacht voor de tijd van het jaar, de tuinbank stond klaar onder de appelboom

Kipburger met knoflooksaus

VA

ik ging zitten en ik zat te kijken hoe de buurman in zijn tuin nog aan het spitten was, de nacht kwam uit de aarde een blauwer wordend licht hing in de appelboom

©

toen werd het langzaam weer te mooi om waar te zijn, de dingen van de dag verdwenen voor de geur van hooi, er lag weer speelgoed in het gras en ver weg in het huis lachten de kinderen in het bad tot waar ik zat, tot onder de appelboom en later hoorde ik de vleugels van ganzen in de hemel hoorde ik hoe stil en leeg het aan het worden was

Duur:

Budget: €€ Moeilijkheid:

Ingrediënten voor 4 personen 500 g kippengehakt 4 broodjes broodkruim (van 2 sneden witbrood) gemengde sla 1 (grote) tomaat ½ komkommer 1 teentje knoflook (geperst) 2 takjes verse rozemarijn 1 ei 2 el mayonaise 2 el zure room olijfolie peper zout

gelukkig kwam er iemand naast mij zitten, om precies te zijn jij was het die naast mij kwam onder de appelboom, zeldzaam zacht en dichtbij voor onze leeftijd.

Bereiding 1 Haal de rozemarijnnaaldjes van de takjes en hak ze fijn. Meng het gehakt met het ei, de rozemarijn en zoveel broodkruim als nodig. Kruid met peper en zout. Vorm er burgers van en leg in de koelkast tot gebruik. 2 Meng de mayonaise met de zure room, knoflook, peper en zout. Zet koel weg tot gebruik. 3 Spoel de groenten. Snij de tomaat in plakjes. Trek de komkommer met een dunschiller in slierten. 4 Snij de broodjes open en gril ze even op de snijkant. Bak de burgers in olijfolie. 5 Beleg de broodjes met sla, komkommer, tomaat en een burger. Werk af met het sausje.

Rutger Kopland. Onder het vee

Bron: www.libelle-lekker.be

LES 15 VASTE DICHTVORMEN

189


d

Sweet 16 Party time 27 januari Kom je ook? Be on time! 19.00 – 23.00 uur

Bosweg 7 – 1234 Zonnedorp Kun je niet komen? Laat dit dan even weten aub

IN

Dikke kus van Fay

VA

N

e

Lize Spit Een strop, een ijsblok en de schaduw van een allesbehalve rimpelloos verleden sturen het debuut van de Vlaamse Lize Spit, dat zich ontpopt als een coming of age-roman met een geheel eigen idioom.

Lize Spit: Het smelt. Das Mag. 478 blz. €22,95

Debutante Lize Spit (1988) maakte eerder indruk als kortverhalenschrijfster. Haar lijvige roman zit vol prachtige miniatuurtjes. Het smelt is een van de meest trefzekere debuten in tijden.

Een ijsblok smelt niet in een dag Door onze redacteur Thomas de Veen

©

Er hangt meteen iets in de lucht. Er is een touw aan een hanenbalk, een strop. Vader laat hem Eva zien en steekt er even zijn hoofd doorheen, staand op een ‘kramakkelige ladder’. Even later staat hij weer op de grond en maant hij haar dit geheim te bewaren. De herinnering is bij Eva evengoed ingekerfd. Er is nog iets, in Het smelt: een blok ijs. Eva keert als jonge vrouw terug naar haar Vlaamse geboortedorp, naar een feestje op de boerderij van haar oude vriend Pim. Precies op de dag waarop diens broer Jan dertig zou zijn geworden - als hij niet overleden was, dertien jaar eerder. Ze gaat erheen met een blok ijs in haar kofferbak. Dat ijsblok, die strop, en de verwijzingen naar het allesbehalve rimpelloze verleden geven de debuutroman van Lize Spit (1988) direct onheilszwangere spanning. Ze laten Het smelt ook meteen aanvoelen als een indrukwekkend hecht geconstrueerd plotboek. Traag, met het tempo van een smeltend ijsblok in december, ontvouwen de raadselen zich. Spits debuut is omvangrijk, maar niet omdat het een grote greep wil doen met verschillende personages en decors en de tijdgeest, zoals ambitieuze debuten nogal eens willen. Spits concentreert zich juist op één leven, dat van Eva in het boerendorp Bovenmeer, en gaat de diepte in door dat minutieus uit te pluizen, zonder in herhaling te vallen. Haar verhaal volgt wel drie verschillende sporen, allemaal beschreven vanuit een ik- verteller: Eva als terugkerende jonge vrouw op één decemberdag in het heden, twee allesbepalende maanden in de zomer van 2002 en ‘losse’ herinneringen. De afwisseling van tijden wordt steeds meer een samenspel: als er iets niet smelt in deze roman, zijn het wel Eva’s grieven. Ze hebben haar gemaakt tot iemand die zich schaamt

190

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR

Lize Spit © OPALE

De ‘stem’ van Spit maakt diepe indruk voor haar bestaan. Het heden draait om het verleden maar wat is er toen gebeurd? In het heden is Eva’s gezin uiteengevallen (sterfgevallen binnen de familie worden per e-mail gemeld) maar in het verleden was die al nooit hartelijk - en dat terwijl Tesje, het autistische jongste meisje, juist extra aandacht verdiende. Die braakliggende thuissituatie legde weer de voedingsbodem voor Eva’s hechte vriendschap met de enige twee in het dorp met wie ze haar geboortejaar deelt, Laurens en Pim. In de verhitte zomer van 2002 heeft het driemanschap de leeftijd waarop ze de grenzen van hun macht over de wereld verkennen - ze bedenken een wreed spel zoals alleen een onvoorwaardelijke puberkameraadschap dat kan. De jongens geven elke dag een ander dorpsmeisje hetzelfde raadsel en het antwoord mag geraden worden in ruil voor een uitgetrokken kledingstuk. Eva is spelleidster. Ook daar voel je, een beetje zoals in Wij van Elvis Peeters, in alles onheil.

Miniatuurtjes Dat het trage verhaal geen moment verveelt, komt ook doordat Spit ontzettend goed schrijft. Haar zinnen staan vol vlamismen die haar een eigen idioom geven en het verhaal ten goede komen, omdat ze je zo onherroepelijk in die afgebakende ruimte van het Vlaamse dorp zuigen. Haar hoofdstukken zijn miniatuurtjes die bijna op zichzelf staan, met eigen spanningsbogen en zeggingskracht. Daar betaalt zich de kunde uit van de kortverhalenschrijfster die eerder indruk maakte bij wedstrijden en in literaire tijdschriften (het is te hopen dat een van Spits volgende boeken een verhalenbundel is). Weergaloos is het hoofdstuk waarin Spit schrijft over een grap met een pingpongbal in een koeienaars: Spit is trouwens geregeld geestig, maar eerder uit op een holle lach dan op een mop. Plot en thema’s van Het smelt zijn niet per se vernieuwend, maar de invulling die Spit eraan geeft, met haar eigen stem, maakt het tot een oorspronkelijk en indrukwekkend debuut, zonder twijfel een van de beste, rijpste en trefzekerste in tijden. Het belang van de in de lucht hangende plot smelt bovendien gaandeweg - wie oplet denkt op een kwart de ontknoping al te zien aankomen, en vreest daarom een bedoeld verrassende afloop die als anticlimax werkt, maar die anticlimax blijft uit. Want meer dan een plotboek is Het smelt een psychologische coming of age-roman. Meer dan om het heden draait het om het samenspel met het verleden, om de vorming van de mens Eva, die Spit induikt tot in de diepte van haar haarvaten. Met zo’n entree in de letteren is Lize Spit de belofte voorbij. Bron: www.nrc.nl

© Het Smelt van Lize Spit, Uitgeverij Das Mag

f


2

VASTE DICHTVORMEN Sommige gedichten zijn opgebouwd volgens een heel specifiek patroon, ze hebben dan een vast aantal regels of strofen. Vaak zijn er aan de inhoud van die dichtvormen ook regels opgelegd: de gedichten moeten dan over een bepaald onderwerp gaan. In dit deel maak je kennis met verschillende van die vaste dichtvormen.

Haiku

N

IN

De haiku is een vaste dichtvorm die al eeuwen oud is, maar die tegenwoordig opnieuw erg populair is op Instagram.

opmerkdingen #opmerkdingen #haikugedicht #haiku #spelenmettaal #miniverhaaltje #dichtersvaninstagram #instadicht #mycenae waarschijnlijk #melksteelmycena in ieder geval een #mycena #flat #flatgebouw #schotelantenne #schotelantennes #appartement #herfst #paddenstoelen #koningshof

©

VA

opmerkdingen #opmerkdingen #haikugedicht #haiku #miniverhaaltje #spelenmettaal #instadicht #dichtersvaninstagram #sprookje #gruwelijksprookje #iemanddeogenuitsteken #doordebomenhetbosnietmeerzien #spreekwoordenengezegden #doetpijnaanjeogen #ikzieikzie #ikziegezichten #pareidolie #pareidolia #iseefaces #iseefaceseverywhere #thingswitheyes #dingenmetoogjes

instahaikugram #Haiku by @haikuplanet #poeticjustice #meaning #meaningoflife #feelings #writersblock #thoughts #think #live #motivation #poeticjustice #meaning #meaningoflife #feelings #writersblock #thoughts #think #live #nature #instahaikugram

LES 15 VASTE DICHTVORMEN

instahaikugram #Haiku by @donnalleneb #costarica #poetsofinstagram #wordporn #poetry #surfing #haikuaday #haikulover #instahaikugram

dutch_haiku_edgw #haiku #haikupoetry #haikupoem #dutchhaiku #nederlandsehaiku #poëzie #poezie #gedichten #schrijversvaninstagram #haikuvandedag #woorden #gedichtje #gevoel #versje #schrijven #schrijfsel #haikus

Starry skies above Here in this perfect moment As my shutter clicks

instahaikugram #Haiku by @chriscorey_ photography #nature #nightsky #ccoreyphoto #instahaikugram #landscape #astrophotography #landscape_captures #landscapephotographer #earthfocus #earthandsky #wildcalifornia #norcalpulse #getoutdoors #earth_shotz...

191


1 Bekijk en lees de haiku’s van @opmerkdingen, @dutch_haiku_edgw en @instahaikugram. a Vind je bij deze haiku’s een vast rijmschema terug? b Hebben de haiku’s een vaste vorm? c Welk thema hebben al deze gedichtjes gemeen? 2* Welke haiku vind jij het meest geslaagd? Geef twee redenen waarom je dat gedicht verkiest boven de andere. 3 Tel de lettergrepen in elk vers. Noteer het patroon dat je zo terugvindt. 14.6.1

4 Vat nu samen wat een haiku is.

IN

onthouden

Een haiku is een vaste dichtvorm die meestal over

gaat.

Oorspronkelijk dienden vooral de vier seizoenen als inspiratie voor haiku-dichters. Het is een erg

dichtvorm, die bestaat uit slechts

. De eerste versregel heeft de tweede versregel heeft

,

en de derde versregel heeft

.

N

opnieuw

De haiku is afkomstig uit Japan en ontstond in de zeventiende eeuw.

VA

5 Lees nu de onderstaande drie haiku’s. Bij het ontwaken een handvol confetti op het hoofdkussen.

De peuter in bad slaat met handjes op water krijsend van plezier.

In de avondspits fietst een moeder met kind door het rode licht.

Luk Gybels

Robin Kerkhof

Robin Kerkhof

a Wat is het verschil met de haiku’s op de vorige pagina?

©

b Wat hebben de drie haiku’s inhoudelijk wel gemeen?

192

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


Limerick Een dichtvorm waarbij zowel de vorm als het ritme erg belangrijk zijn, is de limerick. Die dichtvorm is van Ierse oorsprong en verwijst naar de stad Limerick. 6 Lees de twee voorbeelden die je hieronder vindt en ga op zoek naar gelijkenissen in: a de vorm b het rijm c de inhoud Een eendagsvlieg uit de Vogezen zat in zijn memoires te lezen. Hij schrok toen hij zag ‘t is nog maar kort dag. Een weekdier, dat wil ik graag wezen.

IN

Een sappige dame uit Tienen dacht snel eens een cent te verdienen Nu staat ze op straat heel vroeg en heel laat de heren van stand te bedienen

schrijver onbekend

Tomas De Gregorio

7 Vul op basis van de kenmerken die je hebt afgeleid volgende limerick aan. Er was eens

uit Assen

ze zocht een WC

N

dat moest zo verschrikkelijk

woord

de memoires: boek waarin iemand zijn/haar herinneringen over (een bepaalde periode uit) zijn/haar leven beschrijft

had de keuze uit twee

en ging toen de jongens

VA

8 In welke van de limericks die je hier las, vind je de pointe (of clou) in de laatste regel het best bedacht?

onthouden

©

Een pointe (of clou) is een verrassende wending aan het einde van een tekst. Vaak heeft die de bedoeling om grappig te zijn. In een film kan een wending aan het einde ook duidelijk maken dat je merkt dat je als kijker op het verkeerde been was gezet.

LES 15 VASTE DICHTVORMEN

193


9 Het rijmschema is heel belangrijk in een limerick, maar die dichtvorm heeft ook een vast ritme of metrum. Probeer het metrum te noteren boven de verzen van de limerick hieronder.

onthouden In les 7 zag je dat een metrum de opeenvolging van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen in een gedicht is. De beklemtoonde geef je weer met —, de onbeklemtoonde met ∪.

tip Een knappe professor uit Ede

IN

Je kunt het metrum makkelijk vinden door beklemtoonde lettergrepen (meestal lange klanken) luider uit te spreken.

was vissend op 't meer overleden. Hij zat in een boot maar plots ging hij dood. Hij leeft nu in eeuwige vrede.

N

Andere vaste dichtvormen 10 Lees de vier gedichten op de volgende pagina.

a Wat vind je van elk gedicht? Plaats er telkens één bijvoeglijk naamwoord bij. b Duid aan welk gedicht jij het knapst vindt. 11 Wissel je antwoorden uit met twee medeleerlingen.

VA

12 Ook deze gedichten zijn opgebouwd volgens vaste structuren. Een aantal zul je zeker herkennen uit de vorige jaren.

©

a Plaats de juiste definitie bij elke term. b Ga ook op zoek naar het voorbeeld dat erbij hoort. 1 Bij deze dichtvorm vormen de eerste letters van de verzen samen een naam (van een persoon) of een woord waarover het gedicht gaat. 2 Een gedicht van elf woorden, verdeeld over vijf regels. De eerste regel heeft één woord, de tweede regel heeft twee woorden enzovoort. De vijfde regel heeft weer één woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel. 3 Een gedicht van exact 160 tekens, inclusief spaties en leestekens. Deze dichtvorm wordt ook wel ‘smsgedicht’ genoemd. Het aantal tekens is gebaseerd op het oorspronkelijke maximale aantal tekens dat per sms-bericht kon worden verzonden. 4 Deze dichtvorm is in de middeleeuwen ontstaan. Het is een lied waarin een verhaal wordt verteld. Dood en wraak zijn thema’s die vaak voorkomen en het verhaal loopt meestal tragisch af. Er is veel directe rede en het lied bevat een magische of mythische sfeer. naamdicht of acrostichon

ballade

elfje

160

definitie

voorbeeld 13 Je leraar zet online een zelftest voor je klaar. Zo kun je zelf nagaan of je de verschillende vaste dichtvormen herkent en kunt toepassen. Op basis van je resultaat krijg je aanvullende oefeningen.

woord tragisch: negatief, met de dood of veel problemen als gevolg

194

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


A

Lente Levens lopen Energieën stromen, komen Naarstig zoekend en Tomeloos tierend tot Extra-ordinaire wasdom

B

Lijnen Gaat met Up’s en downs Ik laat het lekker Golven. Jo

C

IN

Alice Huiberts

er was eens een juffrouw sofie die bedacht pardoes vanuit het blote niets een compleet verse versvorm voor mobiele telefonie en de rest? tja, de rest is geschie Sofie Cerutti

De kinderballade

D

VA

N

Hij was twaalf, had rappe leden, jongen uit de Hof van Eden, als hij lachte, lachten luidkeels alle leeuweriken mee. Met zijn blikkering van tanden, met zijn marmerbleke handen, leek hij op een tere engel uit een sierlijk bal masqué. Hij kon klaterhelder zingen en zijn haar rook naar seringen, o, hij was een waterprins, die in zijn pak van goudlamée was ontstegen aan de zee.

Samen, in het ochtendgloren, wandelden ze langs het koren. Mild en zonder ze te storen scheen het zonlicht naar benee. En onder de roze stralen kuste hij haar lippen dralend en hij zei haar wonderwoorden; zelfs het gras luisterde mee. Op het horen van die woorden week voor hen gedwee het koren en het lispelde: ‘Wees welkom’, en bood doorgang aan de twee zoals eens de Rode Zee,

©

Zij was dertien, een gazelle, en haar naam was Annabelle. Annabelle noemden haar zowel de hinde als het ree. Met haar helderrode wangen, met haar glinsterende spangen, leek zij in haar gazen bruidsjurk ‘t meest nog op een toverfee. Blauw waren haar vreemde ogen, blauw, maar zonder mededogen. O, ze was een kleine meermin die maar net, van lieverlee was ontstegen aan de zee.

LES 15 VASTE DICHTVORMEN

Toen hij op geblaf van honden dagen later werd gevonden, lag de blanke prins geschonden in het koren, zonder fee. Met zijn dode, grote ogen keek hij roerloos naar omhoog en langzaam ritselde zijn bloed nog uit een gruwelijke snee. Niemand wist meer te vertellen hoezeer kleine Annabelle had gehouden van haar engel uit het sierlijk bal masqué, Maar nog altijd ruist de zee. Gerrit Komrij & Boudewijn de Groot

195


3

UITBREIDING: HET LIED VAN HEER HALEWIJN Je beluistert zo meteen een middeleeuwse ballade, Het lied van heer Halewijn. 1 Lees alvast enkele citaten uit Het lied van heer Halewijn op de volgende pagina. a Verbind ze met de juiste illustratie. b Plaats de illustraties nu in chronologische volgorde.

3* Wat vind je van het verhaal? 14.6.3

IN

2 Beluister nu het lied.

4 Lees de definitie van de ballade in de Trajectwijzer.

a Ga na of je de kenmerken kunt toepassen op dit verhaal.

b In welk milieu speelt Het lied van heer Halewijn zich af? Hoe weet je dat? 14.3.1

c Welk rijmschema heeft het lied?

d Waarom bevat het lied rijm en zoveel herhaling?

©

VA

N

5 Beluister nu een audiofragment met meer informatie over de achtergrond en de context van het lied.

196

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


A Uw zoon heer Halewyn is dood Ik heb zijn hoofd in mynen schoot Van bloed is myne voorschoot rood.

1

3

B Toen is zy op haer kamer gegaen En deed haer beste kleeren aen.

C Toen ze aen haers vaders poorte kwam, Zy blaesde den horen als een man.

4

IN

2

N

D Als zy te midden ‘t bosch mogt zyn, Daer vond zy myn heer Halewyn.

VA

E Eer dat zyn kleed getogen was, Zyn hoofd lag voor zyn voeten ras;

5

6

©

F Zy kwamen al aen een galgenveld; Daer hing zoo menig vrouwenbeeld.

G Zy ging voor haren vader staen: ‘Och vader, mag ik naer Halewijn gaen?’ 8

7

H Daer wierd gehouden een banket, Het hoofd werd op de tafel gezet.

LES 15 VASTE DICHTVORMEN

197


les

16

Bronvermelding 4 Je brengt zelf bronnen

aan bij het uitbouwen van je argumenten

1 Je beoordeelt de betrouwbaarheid,

correctheid en bruikbaarheid van een bron

2 Je selecteert doelgericht bronnen en informatie

3

5 Je geeft gebruikte bronnen weer in een bibliografie

Je verwerkt informatie uit bronnen in je argumentatie

1 Je vindt hier vijf bronnen. 1

IN

IS MIJN INFORMATIE BETROUWBAAR EN CORRECT?

1

2

Hooii mama

10:15

Mn andere gsm is per ongeluk in de wasmachine beland 10:15

Is dat van u Tom?

N

Dus dit nieuwe nummer kun je opslaan 10:16 10:18

10:19

Ik alweer wat voor he

10:19

VA

Ja ik ben het

Dat is niet slim

Bel Card Stop 078 170 170

10:21

Nee pff, is helemaal kapot

10:22

Ik zit met een probleempje

10:22

Hoe zo?

10:23

Jij hebt toch KBC als bank he?

©

Nee, Belfius en Argenta

3

10:24

Beste klant, Voorkom opschorting van uw rekening en valideer uw rekening via: smswc.info/axa

Kun jij die even via belfius betalen dan stort ik het morgen terug 10:27

BEXX 1234 1234 1234 Jos Vermeulen Mededeling 125634 2392,65 euro

198

TRAJECT NEDERLANDS 4

4

10:30

10:31

INFO & COMMUNICATIE

8128 > Bericht Vandaag 08:24

10:26

Ok, ik moet voor 16u een betaling doen maar ben al mijn bestanden kwijt 10:27

Oké, geef maar door!

<


5

4 REACTIES Login en plaats je reactie...

Marina M Vermanen

5 minuten geleden

Alle dagen zie ik fouten bij het gebruik van “noemen – heten, die – dat, de – het” en nog vele anderen in de media. De kennis van het nederlands gaat zienderogen achteruit. klaas deridder

7 minuten geleden

Goed dat er zo’n mensen bestaan. Als je ziet hoe weinig mensen – ook politici, leraren en journalisten – hun taal niet kennen dan is dat gewoon tenenkrullend. Je vraagt je af waar (en of) die mensen ooit naar school geweest zijn. RIA ROTSAERT

8 minuten geleden

IN

Nederlands ? Lang geleden dat ik dit nog gehoord heb, op om het even welke nederLandstalige zender. Maria Peelman

8 minuten geleden

Ik kan dit enkel beamen en toejuichen! De nederlandse taal en het naleven ervan gaat elk jaar achteruit, zelfs in vergelijking met mijzelf 30 jaar geleden op de schoolbanken is er een opmerkelijk verschil. Goede grammatica of spelling is tegenwoordig een zeldzaamheid.

a Welke bronnen zijn betrouwbaar volgens jou? Zoek extra informatie op indien nodig.

betrouwbaar

2

3

4

5

N

1 niet betrouwbaar

b Vergelijk jouw antwoorden met die van twee andere leerlingen en bespreek jullie keuzes.

VA

c Welke vragen kun je jezelf stellen om de betrouwbaarheid van een bron te beoordelen?

2 Bekijk volgende tekstfragmenten.

©

1

2

‘Lezen reduceert het stressgehalte met meer dan 90%’ LIFESTYLE

3

woord reduceren: terugbrengen tot, verminderen, verkleinen

LES 16 BRONVERMELDING

199


a Welke fragmenten bevatten volgens jou correcte informatie? 1

2

3

correcte informatie incorrecte informatie ik weet het niet b Vergelijk jouw antwoorden met die van een medeleerling. Bespreek jullie keuzes. c Welke vragen kun je jezelf stellen om de betrouwbaarheid van een bron te beoordelen?

IN

5.7

N

3 In de huidige informatiemaatschappij is het makkelijk om zeer snel veel informatie over een bepaald onderwerp te vinden.

VA

a Wat zijn de voordelen daarvan?

©

b Er zijn echter ook nadelen aan verbonden. Aan welke nadelen denk je zelf?

200

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


2

IS MIJN INFORMATIE BRUIKBAAR? Of een bron bruikbaar is, hangt af van wat je wilt bereiken en welke informatie je daarvoor nodig hebt. 1 Je leraar laat je een beeldfragment zien. a Voor welke onderwerpen zou je dit fragment als bron van informatie kunnen gebruiken volgens jou? de strijd om het AN in Vlaanderen taal en identiteit Wat is tussentaal? de rol van moedertaal

   

de mislukking van het AN in Vlaanderen taalontwikkeling AN in Vlaanderen tussentaal in Vlaanderen

IN

   

N

b Overleg met een medeleerling waarom je dit een goede bron vindt voor deze onderwerpen.

VA

2 Op de volgende pagina’s vind je drie bronnen terug.

a Welke bronnen zijn volgens jou bruikbaar om een antwoord op onderstaande vraag te formuleren?

Welke (cultuur)verschillen tussen Nederlanders en Vlamingen hebben een invloed op de onderlinge communicatie?

b Beoordeel de bruikbaarheid van elke bron aan de hand van de flowchart op de volgende pagina.

onDERWEG

©

De wereld van Sofie is een wekelijkse podcast, uitgezonden op Radio 1, waarin Sofie Lemaire op zoek gaat naar een antwoord op levensvragen. In dit fragment interviewt ze Marinel Gerritsen, hoogleraar interculturele communicatie aan de Radboud Universiteit (Nijmegen).

LES 16 BRONVERMELDING

201


Is de bron betrouwbaar en is de gegeven informatie correct?

JA

NEE

IN

Komt het onderwerp van de bron overeen met het onderwerp van mijn opdracht?

NEE

JA

Is de informatie in de bron relevant voor het antwoord op mijn onderzoeksvraag en/of deelvragen?

N

NEE

JA

Is de informatie nog steeds relevant? (Is de bron niet gedateerd? Werd de theorie inmiddels niet weerlegd?)

©

VA

NEE

De bron is onbruikbaar. *

JA

Wat is het doel van de zender?

informeren

overtuigen

De bron is bruikbaar.

De informatie uit de bron kan bruikbaar zijn, maar wees je ervan bewust dat de zender jou van zijn standpunt wil overtuigen. De gegeven informatie is dus gekleurd en/of beperkt. Extra opzoekwerk is aangeraden.

tip

* Informatie die doorgaans niet bruikbaar is, kan dat in bepaalde contexten wel zijn. Hieronder vind je enkele bedenkingen: • Wanneer je een tekst schrijft over een ontwikkeling kan een gedateerde bron wel bruikbaar zijn om informatie te bekomen over een eerdere toestand. • Bepaalde onbruikbare of onbetrouwbare informatie kan wel gebruikt worden als introductie of inleiding van een opdracht.

202

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


Bron 1: De Wereld van Sofie - Waarom zijn Nederlanders zoveel luidruchtiger dan Vlamingen? (16 oktober 2018)

Als we iets moeten toegeven, is het dat Nederlanders het verdomd goed kunnen uitleggen. Vaak gaat dat gepaard met de nodige decibels. Maar hoe komt dat?

BRON 1

‘Nederlanders zijn inderdaad veel mondiger, meer recht voor de raap, en meer direct dan de Vlamingen. Dat blijkt ook uit allerlei onderzoek’, bevestigt de Nederlandse Marinel Gerritsen (emeritus Radboud Universiteit) in De Wereld van Sofie. ‘Maar of dat altijd zo terecht is, dat is de vraag natuurlijk.’

IN

Gerritsen: ‘Ik heb zelf de indruk, wat kennis betreft, dat mijn Vlaamse studenten meer weten dan mijn Nederlandse studenten, maar … ze zeggen het niet. Nederlandse studenten zullen dan weer, niet gehinderd door enige kennis van zaken, toch maar praten en doen alsof ze de wijsheid in pacht hebben.’

Nederlanders zijn dus meer direct en mondiger dan Vlamingen. ‘Maar dat verschil leidt ook tot de grootste problemen in hun onderlinge communicatie.’ Zo vinden de Nederlanders dat de Vlamingen niet zeggen wat ze precies bedoelen, en dus een beetje achterbaks zijn. Terwijl Vlamingen het net verstandiger vinden om niet alles ‘recht voor de raap’ te zeggen.

N

Waar komt dat grote verschil vandaan? ‘Op dit moment worden er 16 waarden gebruikt om de culturen van de wereld te vergelijken en te categoriseren. Vlamingen en Nederlanders verschillen maar liefst op 12 (!) waarden’, verklaart Gerritsen ons anders-zijn. Zo is er een groot verschil over ‘hoe we met onzekerheid omgaan’. Een Vlaming is angstiger voor het onbekende, en formuleert de dingen wat voorzichtiger. ‘Want het kan tegen je gebruikt worden.’ Daarnaast gaan we ook anders om met hiërarchie.

VA

‘De Vlamingen zijn in de geschiedenis ook meer onderdrukt’, zegt Gerritsen ook. ‘Door de Spanjaarden, de Oostenrijkers en de Fransen bijvoorbeeld. En als je onderdrukt wordt, kun je soms maar beter zwijgen en even de kat uit de boom kijken’. ‘Soms is zwijgen trouwens verstandiger’, voegt ze veelbetekenend toe.

©

Gaat dit altijd zo blijven? Onze onderdrukking ligt ondertussen achter ons. Gaan de verschillen tussen Vlamingen en Nederlanders op termijn verdwijnen? ‘Zaken zoals waarden en de wijze waarop je communiceert, worden overgebracht van generatie op generatie’, zegt Gerritsen. Zo zullen Vlaamse grootouders wat vlugger tegen hun kleinkinderen zeggen dat je niet direct moet zijn. Terwijl Nederlandse kinderen in de kleuterklas al horen dat je eerlijk moet zeggen wat je vindt. ‘En die opvoeding blijft heel erg belangrijk.’ Daarnaast is er natuurlijk ook de verankering in het onderwijs. Het kan dus veranderen, ‘maar het zal verdomd traag gaan.’

woord mondig: opkomen voor je eigen mening recht voor z’n raap: direct, hard, zonder omkleding of omweg (uitdrukking) de wijsheid in pacht hebben: ervan uitgaan dat jouw mening de waarheid is (uitdrukking) achterbaks: onbetrouwbaar, achter de rug, geniepig

LES 16 BRONVERMELDING

203


IN

Conclusie:

Bron 2: Dit is waarom Nederlanders en Belgen elkaar niet begrijpen (8 oktober 2018) – Mark de Bruijn (verslag)

VA

N

BRON 2

© DE ROCKER / Alamy

©

Conclusie:

204

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE

© timsimages / Alamy


IN

Bron 3: Workshops om samenwerken Belgen en Nederlanders te bevorderen – Evert van Wijk

WORKSHOPS OM SAMENWERKING BELGEN EN NEDERLANDERS TE BEVORDEREN Sinds 2010 word ik regelmatig gevraagd voor lezingen, workshops en persoonlijke coachings-opdrachten om de samenwerking tussen Belgen en Nederlanders te bevorderen. De aanleiding was het verschijnen van mijn vorige boek Waarom Belgen niet kunnen voetballen en Nederlanders nooit wereldkampioen worden. Een boek dat NIET over voetballen ging, maar over de vaak moeizame samenwerkingsrelaties tussen Belgen en Nederlanders.

N

Met elf herdrukken raakte het boek vooral in directiekamers van Benelux-organisaties een gevoelige snaar en sindsdien ben ik een veelgevraagd spreker over dit onderwerp.

Enkele opdrachtgevers

VA

De afgelopen jaren werkte ik voor tientallen opdrachtgevers uit het bedrijfsleven en overheidsorganisaties. Dit varieerde van een lezing tot het begeleiden van workshops van meerdere dagen om bijvoorbeeld Belgische en Nederlandse sales teams beter te laten samenwerken waar ik dan als facilitator optreed. Ook leidde ik heel wat debatten over dit onderwerp. Klik op ‘referenties’ voor een actueel overzicht van onze opdrachtgevers. Wilt u ook dat Evert van Wijk bij u een workshop of lezing komt geven? Bel of mail ons

Persoonlijke coaching en advisering

©

Naast lezingen en workshops houd ik me ook bezig met persoonlijke coaching en advisering van Nederlandse en Vlaamse (top)managers die in een voor hun nog vreemde Nederlandse of Belgische bedrijfscultuur gaan werken. Tijdens mijn lezingen en workshops toets ik samen met de opdrachtgever alle (voor)oordelen op kritische wijze aan talloze praktijkervaringen.

Werkwijze

Mijn werkwijze is vooral op de praktijk gericht. Aan de hand van filmpjes, rollenspellen en oefeningen ontdekken de deelnemers dat bijvoorbeeld beslissingen in Nederland veel eerder bottom up tot stand komen. Dit in tegenstelling tot België. Daar worden beslissingen vooral top down genomen.

woord een gevoelige snaar raken: een gevoelig onderwerp, iets wat veel mensen raakt of aanbelangt (uitdrukking) de facilitator: tussenpersoon, bemiddelaar top down: van bovenaf opgelegd

LES 16 BRONVERMELDING

205


Nederlanders leren dan weer dat in België een ja ook een nee kan betekenen. Belgen ontdekken dat de relatie in Nederland een minder belangrijke rol speelt bij het gunnen van een opdracht. De hoofddoelstelling van mijn lezingen en workshops is niet alleen om de verschillen inzichtelijk te maken en te duiden, maar vooral ook om te kijken hoe die in de praktijk kunnen worden overbrugd. Zo wordt samenwerking geen hoofdpijn, maar vooral meerwaarde!

Tijdsduur workshops en tarieven De tijdsduur van mijn lezingen en workshops varieert meestal van 1 uur tot 1 dagdeel (ochtend of (na)middag van ca. 4 uur).

IN

Ik treed regelmatig als facilitator op bij workshops van 1 tot 2 dagen. Met de opdrachtgever en zijn team trek ik me dan terug in het ‘hutje op de hei’ om met complexere samenwerkingsuitdagingen aan de slag te gaan. Persoonlijke coachingsopdrachten strekken zich meestal uit over langere tijd.

Mijn tarieven zijn afhankelijk van de voorbereiding, reistijd en duur van de opdracht. Graag maak ik op basis van een telefonische briefing een offerte voor u op maat. Meer informatie over onze aanpak?

©

VA

Conclusie:

N

Bel of mail ons

woord gunnen: toestaan, willen dat iemand iets krijgt

206

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


3

ZELF OP ZOEK NAAR INFORMATIE 1 Zoek online een aanvullende bron die betrouwbaar en bruikbaar is voor de opdracht. a Noteer een concrete vraag waarover je informatie wilt vinden. b Welke zoektermen zul je gebruiken om via een zoekmachine onlinebronnen te vinden? 2 Noteer de gegevens van de bron: naam van auteur – jaartal – titel – naam van krant, tijdschrift of webpagina – datum waarop je het webadres hebt geraadpleegd – hyperlink. 3 Vat die aanvullende bron samen.

correct betrouwbaar

©

VA

N

bruikbaar

IN

4 Beoordeel de correctheid, betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de bron. Leg ook telkens kort uit waarom je die score geeft.

LES 16 BRONVERMELDING

207


4

BRONVERMELDING EN BIBLIOGRAFIE

IN

1 Geef drie redenen waarom het belangrijk is om gebruikte bronnen steeds correct te vermelden.

2 In de Trajectwijzer vind je de richtlijnen voor het noteren van bronnen. 5.8.1

a Neem die richtlijnen door.

b In volgende bronvermeldingen zitten telkens twee fouten. Verbeter ze.

N

Bibliografie

Evert, van Wijk (2017) Humor en cultuurverschillen België – Nederland. Geraadpleegd op 15 februari 2021 via https://www.cultuurverschillenbelgienederland.nl/humor-en-

VA

cultuurverschillen-belgie-nederland/.

Matthys, M., (2018) Waarom Belgen gelijk hebben en Nederlanders gelijk krijgen. Amsterdam University Press: Amsterdam.

Wouter, Paul (2015) Nederland-België. Rotterdam, Lemniscaat.

Hendrickx, R. 2020. Nog eens over hennen en hunnen. Geraadpleegd op 27 februari 2021

©

via https://vrttaal.net/column/nog-eens-over-hennen-en-hunnen.

De Craemer. A. (2017) ‘In mijn huis van het Nederlands woont het dialect in de mooiste kamer’. Geraadpleegd op 3 maart 2019 via https://anndecraemer.be/2017/10/28/in-mijnhuis-van-het-nederlands-woont-het-dialect-in-de-mooiste-kamer/.

Maarse, S. Onder de zeespiegel. [2017] Zeewolde: Studio Odijk.

208

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


3 Geef bij volgende bronnen een correcte bronvermelding.

IN

a

Bron:

b

2017

2017

N

ATLAS VAN de

N E DE R LANDSE TA A L Fieke Van der Gucht

Mathilde Jansen

Johan De Caluwe

Nicoline van der Sijs

Editie vlaanderen

Ontwerp & illustraties

Tielt

©

VA

Steven Theunis & Stijn Fabri

Bron:

LES 16 BRONVERMELDING

209


c

www.scriptum.nl info@scriptum.nl twitter.com/ScriptumNL facebook.com/UitgeverijScriptum

IN

© 2016 Evert van Wijk www.cultuurverschillenbelgienederland.nl evertvanwijk@cultuurverschillenbelgienederland.nl

Niets uit deze uitgave mag openbaar worden gemaakt en/of verveelvoudigd, zonder schrielijke toestemming van Uitgeverij Scriptum, Nieuwe Haven 151, 3117 aa Schiedam.

isbn 978 94 6319 030 5 nur 740

5.8.2

N

Bron:

4 In deel 2 onderzocht je de bruikbaarheid van drie bronnen.

a Stel een bibliografie op van de bronnen die in dit deel aan bod kwamen.

VA

b Zorg ook voor een correcte vermelding van de bron die je zelf zocht.

In Word kun je automatisch een bibliografie opstellen. Dat doe je als volgt: 1 Klik op Verwijzingen in het lint bovenaan de pagina. 2 Klik op Citaat invoegen en kies voor de optie Nieuwe bron toevoegen ... 3 Selecteer het type bron en geef alle gekende informatie over de bron in. 4 Klik vervolgens op OK. 5 Selecteer bij Stijl de methode die je wilt gebruiken om de bronnen te vermelden, bv. de APA-methode. 6 Klik op Bibliografie en kies de opmaak die je wilt gebruiken.

©

Wil je later de bibliografie aanpassen omdat je nieuwe bronnen hebt toegevoegd? Klik met de rechtermuisknop op je bibliografie en kies Veld bijwerken. 1 2

5 6

3

4

210

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE

tip


©

VA

N

IN

Bibliografie

5 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen over bronvermelding.

LES 16 BRONVERMELDING

211


les

17

Crime fiction Je staat stil bij hoe je

1 een kortverhaal ervaart

2 Je kent de kenmerken van crime fiction

Je weet hoe de spanning in een

3 kortverhaal wordt opgebouwd

4 Je schrijft zelf een verhaal dat tot het

Je analyseert de verhaalaspecten personage, spanningsopbouw, tijd en vertelperspectief

IN

SITUEREN

1

5 genre crime fiction behoort (Tussenstop 3)

N

1 Het verhaal dat je gaat lezen behoort tot het genre crime fiction. Wat zijn volgens jou de kenmerken van dat genre?

2 Bekijk onderstaande posters van tv-series.

a Welke van die series behoren ook tot het genre crime fiction?

©

A

212

TRAJECT NEDERLANDS 4

B

D

LITERATUUR

© GAUMONT TELEVISION / Album

VA

b Wat hebben al die series gemeen?

C

E


3 De titel van het verhaal is Vrienden. Vind je dat een logische titel voor een crime fiction verhaal? Waarom (niet)?

IN

Pieter Aspe, die eigenlijk Pierre Aspeslag heet, is een Vlaams schrijver. In 1995 schreef hij zijn eerste boek, Het Vierkant van de wraak, en al snel werd hij een erg succesvol misdaadauteur. Zijn bekendste personage is commissaris Van In, rond wie naast meer dan veertig misdaadboeken ook tv-reeksen en theatertours bestaan. Aspe stierf in 2021.

© OPALE

onDERWEG

4 Hierboven kreeg je achtergrondinformatie over Pieter Aspe, de auteur van het verhaal. a Wat verwacht je over de schrijfstijl, het thema en de moeilijkheidsgraad van het verhaal?

N

b Welke van zijn boeken heb je al gelezen?

HET VERHAAL BELEVEN

VA

2

Het kortverhaal wordt in drie delen verteld. Na elk deel beantwoord je een aantal vragen.

Vrienden Deel 1

1

©

5

‘Het leven kan soms wreed zijn’, zei ik met een lijkbiddergezicht. Patrick stak hoofdschuddend een sigaret op en blies de rook voor zich uit. Aan de andere tafels in de kroeg werd gelachen, geleuterd en gezopen. Zo hoorde het op vrijdagavond, na het werk. Dit was de plek noch het moment om een ernstig gesprek te voeren. Geld, wijven of sport. Het onderwerp maakte niet uit, als het maar gezellig bleef. ‘Heb je weer problemen met Rita?’ vroeg hij niet erg enthousiast toen ik mijn handen voor mijn gezicht sloeg en een diepe zucht slaakte. ‘Nee’, zei ik gelaten. ‘Dit keer is het veel erger.’ Patrick haalde zijn schouders op en probeerde me met een kwinkslag duidelijk te maken dat een paar pilsjes me wel in de juiste stemming zouden brengen, want ik had koffie besteld en dat beviel hem niet. ‘Hoe lang zijn we al vrienden?’ vroeg ik. ‘Waarom vraag je dat?’ ‘Vierentwintig jaar’, zei ik. ‘Vierentwintig jaar en zeven maanden … om precies te zijn.’ ‘Dat jij dat nog weet.’

10

woord de kwinkslag: grappige opmerking, humoristische uitspraak

LES 17 CRIME FICTION

213


25

30

35

VA

40

IN

20

Ik had Patrick op mijn elfde leren kennen bij de jeugdbeweging en sindsdien waren we onafscheidelijk. We hadden samen de dolste avonturen beleefd, stiekem sigaretten gerookt in de bosjes achter het parochiaal centrum en later op dezelfde plek de meiden proberen te versieren. Op school waren we haantjes-devoorste, de nachtmerrie van menige leraar. Hoewel ik de middelbare school niet afmaakte, bleef onze vriendschap intact. Dat Patrick later carrière maakte bij Financiën en ik waarschijnlijk tot aan mijn pensioen postbode zou blijven, veranderde daar niets aan. Integendeel. We bleven onafscheidelijk. ‘Ik denk dat ik toch maar iets sterkers neem’, zei ik. Patrick dronk zijn glas in een teug leeg. Ik schoof mijn kop koffie terzijde. ‘Ken je het mopje van de Romeinse kapitein die zijn roeiers voor de middag meedeelt dat hij goed en slecht nieuws voor ze heeft?’ ‘Nee’, loog Patrick. Hij kende het mopje natuurlijk wel. Hij wilde alleen maar vermijden dat ik weer begon te zeuren. Iedereen wist toch dat de kapitein de roeiers eerst een dubbel rantsoen beloofde en daarna doodgemoedereerd verklaarde dat hij na de middag zin had om te waterskiën. ‘Er is mij iets gelijkaardigs overkomen’, fluisterde ik. ‘Laat me raden’, zei Patrick. ‘De Post is failliet en jij hebt een betere baan gevonden bij Belgacom.’ ‘Nee, Patrick. Ik heb de lotto gewonnen. Achtenvijftig miljoen.’ ‘Onnozelaar.’ ‘Achtenvijftig miljoen vierhonderd vijfenzeventigduizend driehonderd zesentwintig frank om precies te zijn.’ Ik haalde het winnende formulier uit mijn binnenzak en liet het hem zien. ‘12, 15, 21, 22, 25, 39. Geloof je me nu?’ Ik liet hem ook een krantenknipsel zien met de winnende nummers. Patrick leek door een bliksemschicht getroffen. Zijn gezicht trok wit weg. Ik stopte het kostbare formulier weer in mijn binnenzak en bestelde voor ons beiden: geen pils maar trappist. ‘Waarom heb je me dat niet eerder verteld?’ vroeg Patrick ongelovig. Hij had vorig jaar al zijn spaarcenten in aandelen van een Vlaams bedrijf gestopt. Het avontuur was hem zuur opgebroken. Hij was alles kwijtgeraakt. ‘Omdat mijn dokter me verteld heeft dat ik kanker heb. Aan de pancreas. De tumor is uitgezaaid, een behandeling nutteloos.’ ‘Achtenvijftig miljoen’, herhaalde Patrick wezenloos. Dat ik hoogstens nog zes maanden te leven had, leek hem niet te interesseren. Het eerste wat hij vroeg was: wat zegt Rita daarvan? ‘Rita weet van niets’, zei ik. ‘Jij bent de enige die het weet, en ik ben niet van plan om het haar te vertellen.’ Mijn relatie met Rita stelde niet veel voor. Volgende maand waren we tien jaar getrouwd. Veel meer viel er over ons huwelijk niet te melden, behalve dat het kinderloos was. ‘De reden waarom ik Rita niets heb verteld, is dat ik niet wil dat ze mijn fortuin erft. Dat verdient ze niet.’ Het was al misgelopen tijdens onze huwelijksnacht toen ze misselijkheid veinsde en ik daarna van pure ellende naar de kroeg was getrokken. Ik was er nooit achter gekomen waarom ze die avond en bijna alle andere die daarop volgden een excuus had verzonnen om niet met mij naar bed te hoeven. In het begin had ik haar met rust gelaten in de overtuiging dat ze zou bijdraaien als ik lief voor haar was. Het had niet mogen baten, hoezeer ik me ook voor haar uitsloofde. Na verloop van tijd legde ik me daarbij neer, maar ook dat beviel haar niet. Ze begon over alles en nog wat te zeuren: over mijn povere salaris, mijn eetgewoonten die ze plotseling walgelijk vond en mijn wekelijkse bridgeavondjes natuurlijk, waaraan ze een grondige hekel had. In haar ogen kon ik niets goeds doen. Ik reikte naar het glas trappist, zette het voorzichtig aan mijn lippen en nam een slokje. Het bier smaakte voortreffelijk. Patrick keek me doordringend aan.

N

15

45

©

50

55

woord intact: zonder scheuren, helemaal in orde doodgemoedereerd: heel rustig, ijzig kalm baten: helpen, winst opleveren pover: arm, mager, triestig

214

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


65

70

N

75

‘Wat ben je in vredesnaam van plan?’ vroeg hij achterdochtig. Patrick luisterde met wijd opengesperde ogen toen ik hem vertelde dat ik hem mijn fortuin wilde nalaten, maar hij bleef realistisch. ‘Je vergeet de fiscus’, zei hij een beetje gepikeerd. ‘Over zo’n bedrag moet ik minstens tachtig procent successierechten betalen.’ Ik glimlachte. ‘Je houdt er hoe dan ook tien miljoen aan over.’ ‘Toch niet. Rita heeft recht op de helft. Je kunt haar niet zomaar onterven.’ ‘Is dat zo?’ ‘Natuurlijk is dat zo.’ Patrick pakte zijn glas en dronk met gulzige teugen van het donkere bier. Slechts vijf van de achtenvijftig miljoen beuren. Het was je reinste waanzin. ‘Vijf miljoen is vijf miljoen’, zei ik rustig. ‘Tenzij …’ ‘Tenzij wat?’ Patrick verslikte zich bijna. Hij keek me aan met de blik van een roofdier dat net een prooi heeft gemist en nu een tweede kans krijgt om toe te slaan. ‘Ik heb het formulier nog niet ingewisseld’, zei ik. ‘Wat bedoel je daarmee?’ ‘Dat ik je het onderhands kan geven.’ ‘Dat meen je niet.’ ‘Toch wel’, zei ik. ‘Maar in ruil daarvoor moet jij Rita van kant maken.’

IN

60

woord

VA

de fiscus: de belastingambtenaar, (bij uitbreiding:) het hele belastingsysteem de successierechten: belasting die je moet betalen op een erfenis

1 Vat de gebeurtenissen in het fragment in één zin samen. 2 In het fragment maak je kennis met twee belangrijke personages. a Wie zijn ze?

©

b Hoe is de verhouding tussen hen?

LES 17 CRIME FICTION

215


3 Focus op de ruimte waar het verhaal zich afspeelt. a Welke afbeelding geeft het best de sfeer op café weer? A

B

C

4 Wie is in het verhaal de verteller?

IN

b Is dat een sfeer die je normaal gezien met een café associeert? Wat wil de schrijver daarmee bereiken?

5 Dit deel van het verhaal eindigt met een cliffhanger. 15.4.2

a Wat is een cliffhanger?

 een open einde dat de lezer zelf kan invullen  een gesloten einde waarin de auteur een verklaring geeft voor de gebeurtenissen  een onderbreking op een spannend moment  een verwijzing naar een andere tijd of andere plaats b Waarom gebruikt de auteur een cliffhanger?

©

VA

N

c* Hoe denk je dat het verhaal verdergaat?

216

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


Deel 2

10

15

20

VA

25

IN

5

De slaapkamer, waar Patrick de voorbije drie jaar iedere dinsdagavond uitgebreid aan zijn trekken was gekomen, leek vanavond een beetje op een graftombe, ondanks de warmte die van Rita’s naakte lichaam afstraalde. ‘Scheelt je wat?’ ‘Ik ben een beetje moe’, zei Patrick. ‘Jij moe. Laat me niet lachen.’ Ze schurkte zich tegen hem aan en liet haar hand onder de lakens naar beneden glijden. De dinsdagavonden waren haar dierbaar omdat het ‘facteurtje’ dan steevast ging bridgen en hij nooit voor middernacht thuiskwam. In den beginne had ze hem voorgesteld om met hem mee te gaan naar het clubhuis, maar dat vond hij dan weer niet leuk. Je zou je er alleen maar vervelen, luidde het commentaar. De onderliggende boodschap was duidelijk: bridgen was een denksport, dus ongeschikt voor vrouwen die een beroepsopleiding hadden gevolgd zoals zij. Alsof hij het er beter vanaf had gebracht. Miskende genieën die geen diploma hadden behaald, ze zou ze niet te eten willen geven. ‘Ik heb trek in een pilsje.’ Patrick pakte haar grijpgrage hand beet en haalde ze onder de lakens vandaan. Rita liet haar ontgoocheling niet merken. Ze wierp een blik op de klok. Het was vijf voor acht. Tijd zat dus. ‘Zal ik er eentje voor je halen?’ Ze sloeg de dekens terug en liep heupwiegend naar de slaapkamerdeur. Op haar figuur viel niets aan te merken. Hetzelfde gold voor haar borsten. Dat had ze aan haar ‘facteur’ te danken, en aan het zaad dat hij bijwijlen produceerde. Het was onvruchtbaar. Die informatie had ze van haar huisarts bij wie ze destijds stiekem een staal sperma had ingeleverd. Uw man is niet in staat om kinderen te verwekken, had hij gezegd. Ik vrees dat u zich daarbij zult moeten neerleggen. Rita had met plezier haar figuur opgeofferd in ruil voor een blozende baby, maar toen dat na het verdict van de huisarts onmogelijk bleek en ook het alternatief, adoptie, bij de ‘facteur’ niet in goede aarde viel, had ze Patrick gebeld, met wie ze vroeger in de bosjes achter het parochiaal centrum ettelijke keren heerlijke momenten had beleefd. Na drie jaar werd het stilaan tijd dat hij haar droom waarmaakte. Straks werd ze tweeëndertig, en de klok tikte. Patrick staarde naar het plafond. Een duiveltje schreef er met een zwarte viltstift een getal van acht cijfers op. Achtenvijftig miljoen. Eigenlijk had Rita haar beste tijd gehad. De wekelijkse vrijpartijen waren routine geworden. Met achtenvijftig miljoen kon hij zich de duurste callgirls permitteren. Iedere week, zijn hele leven lang. De vraag was: hoe vermoord je iemand van wie je houdt? ‘Sorry, schat. Ik ben vergeten de pilsjes in de koelkast te zetten.’ Rita reikte hem een glas aan dat lauw aanvoelde. ‘Je vindt het toch niet erg?’ Patrick schudde zijn hoofd en nam een slok. Het goedje smaakte afschuwelijk. Met iemand samenleven is iets anders dan om de week binnenwippen en … ‘Weet je wat ik echt zou willen?’ Rita gleed onder de lakens en drukte zich stevig tegen hem aan. Op de kalender in de keuken had ze met rood haar vruchtbare periode aangekruist. Ze draaide zich op haar zij en gaf hem een zoen. ‘Een kind.’ ‘We hadden toch afgesproken dat …’ Rita ging schrijlings op hem zitten. ‘Eentje maar’, smeekte ze. ‘Het bier is lauw’, zei Patrick. ‘Zal ik iets anders voor je halen?’ ‘Nee, schat. Dit keer zorg ik wel voor de drankjes.’ Patrick sprong uit het bed en liep naar beneden. De voorraad slaappillen die Rita in het medicijnkastje in de keuken bewaarde, was voldoende om een heel bataljon soldaten naar dromenland te sturen. Drie of vier tabletten zouden volstaan. Als ze eenmaal in een diepe slaap was gevallen, zou hij het bad laten vollopen, haar erin leggen en haar hoofd gedurende een paar minuten onder water houden. Iedereen zou denken dat het om een ongeluk ging. Het was een mooi plan.

N

1

30

©

35

40

45

woord het verdict: (juridisch) eindoordeel het bataljon: groep militairen; (zelfstandige) legereenheid

LES 17 CRIME FICTION

217


6 Wat gebeurt er in dit fragment? a Vat de gebeurtenissen opnieuw in één zin samen. b* Had je dit vervolg verwacht? 7 Ook dit fragment focust op twee personages. a Wie zijn ze? b Hoe is de verhouding tussen de twee personages? 8 In het vorige fragment maakten we kennis met een naamloze ik-verteller. a Welk vertelperspectief vind je in dit fragment terug?

15.6

IN

b Waarom is hier de ik-figuur uit het vorige deel niet meer aan het woord? c Waarom is hier voor een andere verteller gekozen, denk je?

©

VA

N

9* Hoe verwacht je dat het verhaal zal aflopen?

Deel 3

1

5

10

218

In het clubhuis heerste een doodse stilte. Aan de tafels werd druk geboden. Het spel was volop aan de gang. ‘Jouw beurt.’ Ik legde mijn kaarten op tafel. De overwinning was in zicht. Jean-Luc, barman en manusje-van-alles, tikte mij discreet op de linkerschouder. Er is telefoon voor u, zei hij. Ik gaf mijn medespelers met een knikje te kennen dat ik het spel even wilde onderbreken en volgde JeanLuc naar de bar, waar het telefoontoestel stond. ‘Hallo.’ ‘Ben jij het?’ ‘Ja. Het is afgelopen.’ ‘Fijn.’

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


20

25

30

VA

35

IN

15

Ik verbrak de verbinding en liep terug naar de speeltafel. In mijn hoofd zette een filharmonisch orkest de vijfde van Beethoven in. Om kwart over twaalf parkeerde ik mijn wagen voor de deur van ons huis, correctie: mijn huis. Ik stapte uit, sloot de portieren af en liep naar de voordeur. Mijn hand trilde toen ik de sleutel in het slot stak. Eindelijk vrij. Het was een heerlijk gevoel. Ik liep door de gang. Vreemd dat er in de woonkamer nog licht brandde. ‘Wat doe jij hier nog?’ Patrick zat op de bank. Naast hem stonden een fles whisky en twee glazen. Zo te zien had hij al flink gedronken want de fles was half leeg. Op het vloerkleed zat een donkerrode vlek. Ernaast lag een koperen kandelaber. ‘Er is een en ander misgelopen toen ik haar wilde verdoven. Ze werd argwanend en toen heb ik haar …’ Patrick wees naar de met bloed besmeurde kandelaber. ‘Waar is ze nu?’ ‘Ik heb het lijk in het kanaal gedumpt.’ ‘Ben je helemaal gek geworden?’ ‘Maak je niet ongerust. Niemand heeft me gezien.’ Patrick nam de fles whisky en schonk de glazen half vol. ‘Niet doen’, schreeuwde ik gesmoord. ‘Als ik de politie nu niet bel, is mijn alibi waardeloos. Je moet hier stante pede weg.’ ‘Dat zou pas onverstandig zijn’, zei Patrick doodkalm. ‘Wat bedoel je daarmee?’ Hij reikte mij een glas aan. Ik nam het aan, zette het aan mijn lippen en dronk het in een teug leeg. De drank deed me goed. ‘Ik denk dat de politie zich zal afvragen waarom je hen meteen hebt gebeld. Het lijk is weg. Een ongeruste echtgenoot zou eerst contact opnemen met familie en vrienden als hij bij zijn thuiskomst merkt dat zijn vrouw er niet is. Veronderstellen dat haar iets ergs is overkomen, zou je alleen maar verdacht maken. Zeker als later blijkt dat ze vermoord is.’ ‘En de kandelaber dan … de bloedvlek op het kleed?’ ‘Die kunnen we dumpen.’ Ik liet me op de bank neerzijgen, pakte de fles en schonk nog een borrel in. ‘Je kunt je verhaal zelfs nog geloofwaardiger maken’, ging Patrick onverstoorbaar verder. ‘Hoe dan?’ ‘Weet iemand wie je vanavond gebeld heeft in de club?’ ‘Natuurlijk niet.’ ‘Dan zeg je de politie toch dat het Rita was.’ ‘Waarom zou zij mij bellen?’ ‘Om te zeggen dat ze zin had in een uitje en je haar niet al te vroeg thuis moest verwachten. Hebben wij rustig de tijd om alle sporen uit te wissen en de rest van de zaak af te handelen’, zei Patrick. ‘Welke zaak?’ ‘Het lottoformulier.’ Ik glimlachte. Wat er ook was gebeurd, ik beschikte nog steeds over de sterkste hand. ‘Ik vrees dat ik je zal moeten teleurstellen, Patrick.’ Ik haalde het lottoformulier en het krantenknipsel uit mijn binnenzak. Het knipsel was veertien dagen oud, het lottoformulier dateerde van vorige week. Ik reikte hem beide papiertjes aan. ‘Ik wist dat jij en Rita al drie jaar een verhouding hadden’, zei ik op een triomfantelijke toon. ‘Ik heb geen wroeging dat ik je in de maling heb genomen. Ze is dood en ik ben vrij. Ik zou je eigenlijk moeten bedanken.’

N

10

40

45

©

50

woord het filharmonisch orkest: groot orkest de kandelaber: grote kandelaar argwanend: wantrouwig stante pede: onmiddellijk, direct triomfantelijk: trots, zoals na een overwinning

LES 17 CRIME FICTION

219


60

65

Patrick klemde zijn kaken opeen, verfrommelde de papiertjes en gooide ze op de grond. ‘Dan heb je waarschijnlijk ook geen kanker’, zei hij toonloos. ‘Nee’, zei ik. ‘Ik voel me zo gezond als een vis.’ ‘Smeerlap.’ ‘Ik stel voor dat we de rotzooi eerst opruimen’, stelde ik monter voor. Als het lijk gevonden werd, kon ik de politie nog altijd zeggen dat ik Patrick van de moord verdacht. Niemand zou zijn verhaal geloven. ‘Ik denk dat hij slaapt’, zei Rita. Ze boog zich voorover en begon me te ontkleden. Het laatste wat ik hoorde, was een klokkend geluid van een fles die werd leeggegoten. Daarna sleepten ze me naar de badkamer. ‘Iedereen zal denken dat hij zelfmoord heeft gepleegd’, gniffelde Rita. Ze zette haar hand op mijn hoofd en duwde het onder water.

10 Wie is de verteller?

IN

55

11 Hoe is de relatie tussen Patrick en de ik-figuur nu, in vergelijking met het begin van het verhaal? 12* Had je dit einde verwacht? Waarom (niet)?

13* Werden er in dit kortverhaal te veel gedachten en gevoelens beschreven of net te weinig?

a Noteer ze kort.

N

14 Misschien deden meerdere elementen uit Vrienden jou denken aan andere verhalen of films.

b Zet een plus of een min wanneer je vindt dat dat element in Vrienden beter of net minder goed gebruikt wordt.

©

VA

c Bespreek de lijst die je opstelde met je medeleerlingen.

220

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


3

DOORDRINGEN TOT DE TEKST 1 Som alle personages uit het verhaal op. a Vergelijk de personages met iemand uit de werkelijkheid.

15.5

IN

b Welke personages uit het verhaal kun je weglaten?

c Verbind de namen van de personages met de begrippen protagonist, antagonist en nevenpersonage.

2 Focus op de ruimte in het verhaal.

N

a Welke drie verschillende ruimtes worden gebruikt in dit kortverhaal?

VA

b Waarom is er voor die ruimtes gekozen, denk je?

c Waarom denk je dat de auteur ervoor koos om Patrick en Rita in de slaapkamer te laten praten en niet in bijvoorbeeld de woonkamer?

d Pas de term sfeerscheppende ruimte toe op dit kortverhaal.

©

15.8.2

LES 17 CRIME FICTION

221


3 In dit verhaal vinden we voor het grootste deel een ik-verteller terug.

IN

a Waarom is de wissel in vertelperspectief belangrijk voor de spanning in het verhaal?

b Wat zou er anders zijn als het hele verhaal vanuit hetzelfde standpunt was geschreven?

4 Vind je het een open of gesloten einde? Leg uit waarom je die keuze maakt.

N

15.4.3

VA

5 In opdracht 3 bij ‘Situeren’ besprak je je mening over Vrienden als titel voor deze crime fiction. a Vind je dat na het lezen een gepaste titel voor het verhaal? Waarom (niet)? b Welk ander woord kun je als titel nemen? Geef ook aan waarom je voor dat woord kiest.

6 Bij crime fiction is spanningsopbouw heel belangrijk.

a Voeg de elementen uit de vorige vragen samen om de spanningsopbouw in het verhaal te beschrijven.

©

15.4.2

b Is de spanningsopbouw in een kortverhaal dezelfde als die in een roman?

222

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


c Bekijk onderstaande boekcovers en lees de korte inhoud. Welke drie verhalen behoren tot crime fiction?

d Verbind de titels nu met het juiste subgenre. •

detective:

thriller:

politieroman:

1

Greta keert na dertig jaar terug naar Marchmont Hall, het prachtige landhuis dat ooit een belangrijke rol in haar leven speelde. Maar ze kan zich niets meer van die periode herinneren; door een tragisch ongeluk is ze haar geheugen van de afgelopen jaren kwijt.

IN

15.2

Maar dan vindt Greta een grafsteen op het besneeuwde landgoed, en ze weet zeker dat hier herinneringen verborgen liggen. Ze gaat op zoek naar haar verloren verleden en ontrafelt zo niet alleen haar eigen verhaal, maar ook dat van haar dochter, die haar eigen geheimen blijkt te hebben.

Genadeloos gaat over vader Ernst, moeder Mildred, dochter Lenthe en zoon Clemens. Mildred maakt zich ernstige zorgen over Clemens als hij zich steeds meer terugtrekt en zelfs in huis een bom laat ontploffen. Ernst denkt dat het wel goed komt met hun puberende zoon. Lenthe stort zich op het uitgaansleven en bemoeit zich zo min mogelijk met haar tweelingbroer. Dan verdwijnt er een meisje. De zaak krijgt veel media-aandacht en alle sporen leiden naar Clemens.

N

Genadeloos © 2020 naar Jeneffer Mellink en uitgeverij Luitingh-Sijthoff

2

3

VA

Het meisje was amper nog in leven toen ze het bos uit kwam lopen. Het verhaal van haar ontvoering was donkerder dan de meest verschrikkelijke nachtmerrie. Maar alles wat ze zei, was waar. Elk gruwelijk detail. Een aantal dagen later wordt een tweede in shock verkerend slachtoffer gevonden en ontstaat er een patroon. In tweetallen worden mensen ontvoerd, vastgehouden en uitgehongerd. Vervolgens krijgen ze een duivels dilemma voorgelegd: doden of gedood worden. Inspecteur Helen Grace en haar team weten dat ze jacht maken op een ingenieuze psychopaat die zijn slachtoffers gebroken en vol schuldgevoel achterlaat. Niet alleen dienen ze als zijn visitekaartje, ze zijn ook de moordenaars. De slachtoffers lijken lukraak gekozen, de plaats van het misdrijf zorgvuldig uitgekiend. Iets moet alle slachtoffers met elkaar verbinden ...

4

Kwaad bloed Kwaad bloed

©

Henk Goorden

5

LES 17 CRIME FICTION

Tijdens een onderzoek in een drugszaak wordt een politieagente op brutale wijze om het leven gebracht. Rechercheur Maarten Trip en zijn collega’s van het rechercheteam gaan tot het uiterste om de laffe daad van de moordenaar te wreken. Dat levert spannende en wilde achtervolgingsscènes op tegen de realistische achtergrond van Rotterdam. ‘Maar wat je vooral niet moet doen, is verdacht raken van de moord op een diender. Is de gemiddelde rechercheur sowieso al zeer gemotiveerd om de misdaad aan te pakken, bij de moord op een collega gaan alle remmen los en gaat hij, al dan niet volgens strafvordering, als een komeet op zijn doel af.’ Alex Stern heeft altijd geesten kunnen zien, maar ze had nooit verwacht dat die gave nog eens van pas zou komen. Als ze na een jeugd vol angsten een beurs krijgt om aan de prestigieuze Yale-universiteit te studeren, is ze stomverbaasd. Waarom wordt uitgerekend zij uitgenodigd? Het antwoord blijkt al snel: vanwege haar gave. Op Yale maken acht geheime genootschappen de dienst uit. Ze opereren vanuit de schaduwen, waar ze rituelen uitvoeren die de wereld naar de hand van de elite zetten. Om hun activiteiten veilig en geheim te houden, bestaat Het Negende Huis. Een negende genootschap dat de taak heeft de geesten op afstand en de levenden veilig te houden. Als het lijk van een neergestoken meisje wordt gevonden, komt Het Negende Huis direct in actie. De genootschappen ontkennen elke verantwoordelijkheid, maar Alex heeft haar twijfels. Ze gaat op onderzoek uit en hoe dichter ze bij de waarheid komt, des te groter wordt het gevaar. Alex wordt in de gaten gehouden en de geesten worden steeds agressiever. Als haar mentor – de leider van Het Negende Huis – verdwijnt, is de chaos compleet. Hoe kan Alex zich verweren tegen een onzichtbare vijand die overal tegelijkertijd lijkt te zijn?

223


7 Jullie maakten kennis met verschillende aspecten van crime fiction. Je speelt nu ter afsluiting dit interactieve moordverhaal waarin jullie in groep een moordmysterie onderzoeken.

SPELREGELS

4

IN

Het land wordt opgeschrikt door een gruwelijke moord. Bij de federale politie stelt Hoofdcommissaris Marpel snel een ijzersterk team samen dat meteen naar de plaats delict trekt: Dieter Ospe, Aagje Kristie en Artuur Dool. Dieter Ospe is hoofdinspecteur en leidt zijn twee hulpinspecteurs in dit onderzoek.

VERWERKEN

1 Zou het kortverhaal Vrienden gebaseerd kunnen zijn op de werkelijkheid? Waarom denk je dat?

N

2 Stel dat het verhaal waargebeurd is en een journalist er een artikel over heeft geschreven, in welk type krant zou het artikel dan verschijnen?

VA

3 Ga op zoek naar een nieuwsartikel dat aansluit bij het kortverhaal. a Is het door jou gekozen artikel fictie of non-fictie?

b Hoe weet je dat?

©

c Welke gelijkenissen heeft dit krantenartikel met het verhaal?

d Wat is het grote verschil tussen dit krantenartikel en het kortverhaal?

4 Heb jij ondertussen inspiratie gekregen om een spannend verhaal te vertellen? Tijd om je eigen crime fiction te schrijven! Ontdek snel je opdracht in Tussenstop 3 op p. 254.

224

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


Literatuursuggesties 2

©

VA

N

IN

Het kortverhaal van Pieter Aspe is een voorbeeld van crime fiction. Je hebt ongetwijfeld al enkele films of tvreeksen binnen dit genre gezien. Hieronder vind je een crime scene terug waar inspecteur Daggermans een moord onderzoekt. Via verschillende voorwerpen op deze afbeelding maak je kennis met acht spannende boeken.

LITERATUURSUGGESTIES 2

225


DE MACHT VAN MIJNHEER MILLER Charles den Tex thriller, mysterie

BELUISTER FRAGMENT

2005

ONTVOERD

IN

Michael Bellicher werkt voor een van de grootste adviesbureaus ter wereld. Alles waar hij van droomt, lijkt binnen handbereik. Tot hij na jaren zijn broer terugziet. De ontmoeting schokt hem en hij gaat onderuit. Op zijn werk dreigt ontslag. Om te voorkomen dat hij de volgende dag zijn kantoor niet meer in kan, sluit hij zich op in de kantine. Die nacht is hij getuige van iets wat hij nooit had mogen zien. Vanaf dat moment wordt Michael steeds verder in het nauw gedreven. Tijdens zijn vlucht stuit hij voortdurend op ‘mijnheer Miller’, een ongrijpbare man die alles over hem lijkt te weten.

Helen Vreeswijk

N

thriller 2009

BELUISTER FRAGMENT

VA

Anouk is een gewone tiener. Ze heeft leuke vriendinnen bij wie ze altijd terechtkan, doet het goed op school en komt niets te kort. Maar ze heeft een geheim dat ze met niemand durft te delen. Als ze uiteindelijk de moed heeft om het haar ouders te vertellen, stuit ze op een muur van onbegrip. Haar wereld stort in en ze wenst haar ouders het ergste toe. Maar daar krijgt ze snel spijt van, als blijkt dat een onbekende het gezin binnendringt en geld eist voor een leven.

SLECHT

Jan Simoen

©

psychologische roman

226

TRAJECT NEDERLANDS 4

2007

BELUISTER FRAGMENT

Op het politiebureau zit Nathan, een jongen van zestien. Hij bijt op zijn nagels en wacht totdat de inspecteur hem komt ondervragen. Hij heeft niets gedaan. Niets ergs in elk geval. Dat voorval met zijn ex Elke? Daar heeft ze zelf om gevraagd. Toch? Oké, misschien is Nathan wel een etter. Af en toe. Maar slecht? Nee, echt slecht is hij niet.

LITERATUUR


DE VALERIUSMOORDEN

zorgt de toelatingsproef wel voor – en

tistiek begaafd, of een sportieve topper,

r of een uitzonderlijke schoonheid. Als

d wordt, besluit de groep te proberen

ntmaskeren. In hun gesloten wereldje

e eerste verdachten. Het motief van de

gineel: het ligt in de toekomst verborgen,

de politie volkomen in het duister tasten.

YZ

en, een spannend internaatsdrama dat

deuren voltrekt, levert doorgewinterd

ermans een nieuw staal van zijn kunnen.

YZ

zers vanaf 13 jaar.

s.com

13+

Paul Kustermans thriller, detective

BELUISTER FRAGMENT

2016

In het Valeriusinstituut slaat een seriemoordenaar ongenadig toe. De laatstejaarsleerlingen van deze elitaire middelbare kostschool vormen een bijzondere groep. Als een van hen vermoord wordt, besluit de groep te proberen samen de dader te ontmaskeren. In hun gesloten wereldje zijn de leerkrachten de eerste verdachten. Het motief van de seriemoordenaar is origineel: het ligt in de toekomst verborgen, zodat de speurders van de politie volkomen in het duister tasten.

Paul Kustermans

DE VALERIUS MOORDEN Clavis

RUSTELOOS LAND Belinda Bauer

IN

en bijzondere groep: allemaal zijn ze

DE VALERIUSMOORDEN

erlingen van deze elitaire middelbare

YZ

Paul Kustermans slaat een seriemoordenaar ongenadig

mysterie, thriller

N

2009

BELUISTER FRAGMENT

VA

Elke dag na school en in de weekends, wanneer zijn vriendjes voetbalplaatjes ruilen, gaat de twaalfjarige Steven graven. Hij heeft een doel, een belangrijk doel. Als hij de botten van zijn oom Billy vindt, die op elfjarige leeftijd is verdwenen, zal zijn familie eindelijk rust hebben. Waarschijnlijk is Billy om het leven gebracht door een moordenaar die nog vastzit. Steven schrijft hem een brief, zonder zijn identiteit kenbaar te maken. Dan begint een kat-en-muisspel tussen een wanhopige jongen en een verveelde kindermoordenaar. Een heel gevaarlijk spel met grotere consequenties dan Steven ooit had kunnen voorzien …

VERMOORD HET VERLEDEN

©

Jonas Boets

LITERATUURSUGGESTIES 2

thriller 2012

BELUISTER FRAGMENT

Yago De Moor is twaalf wanneer zijn vader vermoord wordt door inbrekers. Hij wordt bij een pleeggezin geplaatst, waar hij doodongelukkig is. Jaren later ontdekt hij dat zijn vader een boodschap voor hem heeft achtergelaten in een oud stuk speelgoed. Yago gaat op zoek en doet een gruwelijke ontdekking: zijn vader was een huurmoordenaar. Werd hij daarom vermoord? En door wie dan? Langzaam maar zeker ontdekt Yago de waarheid. En zint hij alleen nog op wraak.

227


DE HONDEN Allan Stratton thriller

BELUISTER FRAGMENT

2015

DE LAATSTEN Isabelle Quinn

IN

Al vijf jaar is Cameron met zijn moeder op de vlucht. Telkens moeten ze weer verhuizen omdat zijn gewelddadige vader hen op het spoor is. Wanneer Cameron op hun nieuwe adres een map met kindertekeningen vindt, raakt hij gefascineerd door het lot van de vorige bewoners. Al snel geeft het huis geheimen prijs die alleen Cameron lijkt te zien en horen.

mysterie, griezelverhaal

N

2015

BELUISTER FRAGMENT

©

VA

Als de vijftienjarige Sam op een koude winteravond een pizza gaat halen, wordt hij ineens verrast door een mysterieuze en dichte mist. Als de mist zich eindelijk terugtrekt, is Sams leven voorgoed veranderd. Op een handvol overlevenden na is de stad helemaal verlaten. Wat is er gebeurd? Zijn zij de laatsten op aarde? En waarom lijken bijna alle overlevenden te lijden aan een rare vorm van krankzinnigheid? Sam gaat wanhopig op zoek naar antwoorden door de besneeuwde stad. Maar dat is niet zonder gevaar …

228

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


les

18

Regionale taalvariatie 1

Je kent de begrippen register, dialect, regiolect, tussentaal, accent en standaardtaal

3

Je begrijpt dat verschillende taalvarianten in verschillende situaties gebruikt kunnen worden

2

1

REGISTER

4

Je weet dat taal niet statisch is, maar de hele tijd evolueert

IN

Je kunt de kenmerken van taalvarianten geven en ze herkennen

VA

N

© LeoPatrizi

1 Op deze foto zie je iemand die klaar is om met zijn collega’s te overleggen. Vind je zijn kleding gepast? Leg uit waarom dat volgens jou (niet) het geval is.

2 Ook in ons taalgebruik zijn er ongeschreven normen waaraan je je best houdt. a Welke taal gebruik je als je solliciteert voor een vakantiejob bij de stad, een bedrijf …?

b Waarom kun je je directeur of baas niet aanspreken met ‘Hallo kerel’?

©

c Geef een voorbeeld van een situatie waarin die aanspreking wel kan.

3 Bespreek de volgende situaties. Is het taalgebruik gepast, te informeel of te formeel? a Je komt een vriendin tegen en je spreekt haar aan met ‘u’. b Je schrijft een mail naar een medeleerling en je sluit af met ‘Salukes maat’. c Je titularis schrijft een e-mail naar alle ouders van de klas en begint met ‘Hey iedereen’. d Jullie kampverantwoordelijke (Emma Vandermaelen) stuurde een e-mail naar de gemeente om vervoer aan te vragen en ze kreeg een mail terug met de volgende aanspreking: Dag mevrouw Vandermaelen Dag Emma

LES 18 REGIONALE TAALVARIATIE

229


4 Bepaal het doelpubliek van volgend bericht.

Sms-actie levert al 30 000 m² extra bos

IN

Draag jij je boompje bij? Meer dan 3 000 mensen sms’ten al BOS naar 8686 om €4 of €40 bij te dragen aan meer bos in Vlaanderen. Samen met de andere giften voor Bos voor Iedereen komen we al aan meer dan € 60 000! Daarmee kunnen Natuurpunters zeker 30 000 m² extra bos aanplanten. Met 3 garanties: slim aangeplant, goed beheerd en eeuwig beschermd. Help jij om dat aantal nog te verdubbelen? Sms dan BOS naar 8686. Je krijgt een betaallinkje terug waarmee je kiest tussen €4 voor 2 m² extra bos of €40 voor 20 m². 5 Vul de volgende termen in op de juiste plaats: registers – Nederlands – formeel – informeel.

8.4

onthouden

De officiële taal die wij in Vlaanderen en Nederland spreken, is daarbinnen kun je kiezen tussen verschillende stijlen of

maar

. Die laten je

toe om je taalgebruik aan te passen aan de situatie en aan het publiek.

N

Tegen vrienden zijn we wat losser en gebruiken we sneller een

taalgebruik. De directie, leerkrachten en ouderen spreken of schrijven we meer

VA

aan.

6 Niet alleen het register is belangrijk in communicatie. In het volgende beeldfragment zie je hoe het accent van mensen een bepaald beeld oproept.

©

a Bekijk het beeldfragment en vat de inhoud samen.

b Welke dubbele houding hebben de geïnterviewden tegenover hun accent?

230

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


2

TAAL VERANDERT 1 In het volgende beeldfragment maak je kennis met het Utrechtse dialect. a Wie komt aan het woord?

c Wat is de hoofdgedachte?

N

d Welke argumenten worden hiervoor gegeven?

IN

b Wat is de centrale vraag in het fragment?

2 Beantwoord nu de volgende vragen.

a Spraken de Nederlanders oorspronkelijk dialect of Algemeen Nederlands?

VA

b Waarom ontstond het Nederlands?

c Welke spreker is het meest optimistisch over het voortbestaan van het Utrechts?

©

3 Denk je dat de situatie in Vlaanderen anders is dan in dit fragment of zie je vooral gelijkenissen?

4 Wat is het verschil tussen een taal, een dialect en een accent? Probeer voor elk van die begrippen een definitie te geven.

LES 18 REGIONALE TAALVARIATIE

231


5 Je leest nu een tekst die antwoord geeft op die vraag. a Onderstreep de definities van taal, dialect en accent in de tekst. b Vergelijk dat met wat je bij vraag 4 noteerde. Pas je antwoord eventueel aan. c Markeer de zinnen die aansluiten bij de ideeën uit het beeldfragment hierboven.

Wat is het verschil tussen taal, dialect en accent?

IN

Dialect en taal, daar zit toch zeker wel duidelijk verschil tussen? En is een dialect niet gewoon Nederlands met een accent? Nee, zo zit het dus niet.

N

© Joris Snaet / De Standaard

Dialecten hebben hun eigen klanken, woordenschat en grammaticaregels. Je kunt er alle denkbare onderwerpen in bespreken, ze zijn ‘vanzelf’ ontstaan, en je kunt ze als moedertaal leren. Taalkundig gezien zijn het daarmee doodgewone talen. Dat we desondanks het Fries een taal noemen en bijvoorbeeld het Twents een dialect, is een puur politiek verhaal: de overheid heeft op een gegeven moment nu eenmaal besloten het Fries als tweede ‘rijkstaal’ te erkennen. Dat heeft meer met een goede lobby te maken dan met taalkundige argumenten – een cliché in de dialectologie luidt ‘een taal is een dialect met een leger’. Bij accenten ligt het anders: dat zijn geen op zichzelf staande talen, maar uitspraakvarianten van een taal. Je kunt dus de taal Nederlands spreken met een Limburgs accent, of een Limburgs dialect met een Nederlands accent.

VA

Vooroordelen Er mag dan taalkundig gezien geen verschil zijn, taalgebruikers hebben wel heel andere gevoelens bij ‘talen’ en ‘dialecten’. Standaardtaal heeft meer prestige: mensen vinden het mooi en beschaafd, terwijl ze dialecten weleens slordig vinden klinken. Zulke oordelen over dialecten koppelen we vervolgens ook aan sprekers ervan. Om dit te meten wordt gebruikgemaakt van mensen die zowel dialect als standaardtaal beheersen. Zo iemand leest een tekst voor: een keer in het Nederlands en een keer in dialect. De opnames worden aan luisteraars voorgelegd, die vervolgens vertellen wat ze van de spreker vinden.

©

Uit zulke testen blijkt consequent en wereldwijd dat standaardtaalsprekers ingeschat worden als rijker, succesvoller en slimmer, maar ook als arroganter en afstandelijker dan dialectsprekers. Andersom stellen we ons bij dialectsprekers typisch wat dommige maar wel gezellige mensen voor. Omdat stem en onderwerp op de opnames gelijk zijn, kunnen deze (voor-)oordelen alleen maar op taalgebruik gebaseerd zijn. Gevolg: dialectsprekers hebben we liever als buren, maar als we politici kiezen, willen we graag standaardtaalsprekers. Het moge duidelijk zijn dat onze oordelen lang niet altijd kloppen, dus als je ergens gaat wonen, baseer je oordeel over de nieuwe buurvrouw dan toch maar niet op haar taalgebruik.

Bron: kijkmagazine.nl

woord desondanks: hoewel, ondanks het feit dat, toch de lobby: belangengroep, organisatie die invloed uitoefent op (politieke) beslissingen prestige: invloed, hoge waardering consequent: altijd in dezelfde lijn, op een uniforme manier het moge: verouderde, plechtige vorm van ‘het mag’

232

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


6 Zijn volgende uitspraken correct? a Een Nederlands dialect en het AN zijn taalkundig evenwaardig.

 ja  nee

b Het Fries was van nature uit geen dialect zoals de andere.

 ja  nee

c Elk dialect kan eigenlijk als taal erkend worden.

 ja  nee

d Dat de standaardtaal meer prestige heeft, is alleen typisch voor Nederland.

 ja  nee

e Als je op je werk serieus genomen wilt worden, dan spreek je beter AN.

 ja  nee

f

 ja  nee

Taal roept geen gevoelens op.

8.2

 ja  nee

IN

g Dit onderzoek is wetenschappelijk objectief afgenomen. 7 Vat nu de kennis uit dit deel samen in een korte tekst.

©

VA

N

onthouden

LES 18 REGIONALE TAALVARIATIE

233


3

TAALGEBRUIK IN VLAANDEREN Vijf Vlaamse artiesten schreven een liefdesliedje in hun eigen dialect voor Radio 2 naar aanleiding van Valentijn.

IN

1 Beluister de vijf fragmenten en plaats de artiesten op onderstaande kaart.

2 Geef jezelf een cijfer op de volgende uitspraken. a Ik kan de dialecten gemakkelijk onderscheiden. 1

3

5

1

N

b Ik kan de dialecten door de uitspraak plaatsen.

3

5

3

5

c Ik kan de dialecten door de woordenschat plaatsen. 1

VA

d Ik vind dat het lied uit mijn provincie mijn dialect goed weerspiegelt. 1

3

5

De laatste jaren schreven en zongen verschillende Vlaamse artiesten in hun dialect. Toch kunnen we niet zeggen dat de gemiddelde Vlaming nog dialect spreekt. 3 Bekijk het fragment uit Het Lichaam van Coppens.

8.2

©

a Probeer zo nauwkeurig mogelijk neer te schrijven wat je hoort.

234

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


b Noteer enkele zaken die je opvallen. Welke typische elementen hoor je?

4 Je bekijkt nu een fragment uit Wat Als?.

N

IN

a Noteer de zinnen van de buurvrouw zo letterlijk mogelijk.

VA

b Welke taalkenmerken vallen je op?

5 Eén fragment is een voorbeeld van dialect, het andere fragment is een voorbeeld van tussentaal.

©

a Plaats de termen bij het juiste fragment.

LES 18 REGIONALE TAALVARIATIE

235


b Vul op basis van de vorige oefeningen het theoriekader aan.

onthouden

is de benaming voor de algemene, omgangstaal in Vlaanderen. Die vorm van taalgebruik wijkt af van het omdat hij ook niet-standaardtalige elementen bevat (ge, boekske …), maar is ook geen omdat echte

en

afwezig zijn. taalvorm die gesitueerd kan worden tussen de

IN

Tussentaal is een

of regiolecten en de

.

6 Hieronder vind je vijf zinnen in de standaardtaal, met telkens een dialect- en een tussentaalvariant.

8.2

a Geef aan welke versie de dialect- en welke de tussentaalvariant is. b Onderstreep typische taalkenmerken van beide varianten.

 tussentaal  dialect  tussentaal  dialect

N

1 Heb je nog een kop koffie voor me? • ’Ebde nog een tas koffie voor mij? • Édde nog een zjat kaffe veu maai?

 tussentaal  dialect  tussentaal  dialect

3 Je was nog een klein ventje. • Ge waart nog een klein manneke. • Hie woart nog e kleen vintje.

 tussentaal  dialect  tussentaal  dialect

4 Ik heb mijn huis helemaal heringericht. • ’k En men ‘uus gelemoal ‘eringericht. • Ik ‘eb mijn ‘uis ‘elemaal ‘eringericht.

 tussentaal  dialect  tussentaal  dialect

5 Ik kan hem niet goed meer volgen. • ’Kan ‘em nie’ goe’ meer volgen. • ’Kan ‘em nie’ goe’ mè volgen, wi.

 tussentaal  dialect  tussentaal  dialect

VA

2 Heb je je boekentas niet bij je? • ’Eje joen kannesjëëre nie bie? • ’Ebde uwen boekentas nie bij?

©

7 Haal uit de affiches op de volgende pagina drie kenmerken die typisch zijn voor tussentaal.

236

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


IN N

VA

8 Je beluistert nu een dialectfragment en geeft kort antwoord op volgende vragen. a Waarover ging het fragment?

b Verschilt die taal van jouw taalgebruik en waarin eventueel: woordenschat, uitspraak, zinsbouw? c Waar hoor je die taal op tv of radio vooral: het nieuws, documentaires, films of Vlaamse fictie?

UITBREIDING: REGIONALE TAALVARIATIE

Je maakte in deze les kennis met taalvariatie in Vlaanderen en Nederland. Bij het onlinelesmateriaal vind je een uitbreidingsopdracht waarin je je verdiept in het Belgisch-Nederlands. Je onderzoekt verschillende bronnen op correctheid, betrouwbaarheid en bruikbaarheid, je selecteert gericht informatie en je brengt die samen in een eindresultaat.

©

4

Het eindresultaat is een vlogbericht waarin je op basis van de bronnen uitlegt wat Belgisch-Nederlands is en wat de waarde ervan is tegenover Nederlands-Nederlands. Je stelt ook een bibliografie op van de gebruikte bronnen.

LES 18 REGIONALE TAALVARIATIE

237


Tussenstop 3 1

TAAL EN WOORDENSCHAT 1 Welke woorden zitten in de anagrammen verstopt? B

IN

A

girschat

queconsent

botlajtan

pigretse

VA

E

D

N

C

raktep

©

2 Vul de volgende zinnen aan met een woord of uitdrukking. Je krijgt telkens een synoniem of omschrijving tussen haakjes. a Die roddel dat de twee bekendste TikTokkers stiekem een relatie hadden, deed (heel snel bij een grote groep verspreid raken) de ronde.

b Nadat hij zijn medewerker op zijn plaats had gezegd, had hij een erg (trots, zoals na een overwinning) blik op zijn gezicht. c Die opmerking over discriminatie had bij haar (een gevoelig onderwerp) geraakt. d Nadat de directrice had ontdekt dat hij drugs dealde in de toiletten, werd de leerling (onmiddellijk, direct) van school gestuurd. e Bij hem weet je meteen waar je staat, hij is (direct, hard, zonder omweg).

238

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


3 In de onderstaande oefening werden vijf woorden in lettergrepen opgesplitst en door elkaar gehaspeld. a Haal de vijf woorden uit het rooster. ti

nend

des

se

baks

pres

wa

danks

con

ter

ge

arg

on

quent

13.3

N

b Geef van elk woord een voorbeeldzin.

IN

ach

4 Een zin heeft telkens een bedoeling: iets vragen, meedelen, bevelen, iemand waarschuwen … a Plaats de zinnen hieronder bij de juiste taalhandeling. b Vul ook telkens het correcte leesteken aan. 1 Het spijt me zo

VA

2 Kun je me helpen

3 Hallo, goedemiddag beste luisteraars

4 Onze premier is de beste die we ooit hebben gehad 5 Ik heb drie kinderen: twee jongens en een meisje 6 Kijk uit voor die auto

7 Ik beloof je eeuwige trouw

8 Is er een privéparking beschikbaar aan uw hotel

©

9 Bedankt om allemaal aanwezig te zijn op deze openingsreceptie 10 Gelieve nu het gebouw te verlaten

c Verbind de bovenstaande zinnen met de juiste emoji.

TUSSENSTOP 3

239


10.9.4

5 Hieronder vind je twaalf werkwoorden. a Duid de sterke werkwoorden aan. b Geef van elk werkwoord de eerste persoon enkelvoud ott, de eerste persoon enkelvoud ovt en het voltooid deelwoord.  slapen

 realiseren

 beloven

 bakken

 mailen

 zich onthouden

 opeten

 zingen

 breken

 waaien

 knippen

N

IN

 komen

6 Hieronder vind je een aantal sommen met woorden.

VA

13.5

a Noteer telkens het eindresultaat. Soms moet je een tussen-n, een tussen-e, tussen-s of een koppelteken toevoegen. 1 avontuur + boek =

2 design + keuken + tafel = 3 spelling + regel = 4 den + boom =

5 station + buurt =

©

6 snot + bel =

7 reus + mooi = 8 maan + schijn = 9 zwart + wit + foto = 10 gsm + gebruik =

b Gaat het om samenstellingen of afleidingen?

240

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


7 In les 17 stond crime fiction centraal. Hieronder vind je een reeks woorden die te maken hebben met criminaliteit en strafrecht. aanklagers – advocaat – alibi – beklaagde – clandestien – delinquenten – gepleegd misdrijf – gedetineerden – in beroep gaan – medeplichtigheid aan – onschuldig pleiten – op verdenking van – precedent – procedure – proces – proeftijd – sanctie – strafblad – terechtstaan – veroordeelde – verzwarende omstandigheden – voorlopige hechtenis – voorwaardelijke straf – vrijlating op borgtocht

IN

a Welke woorden ken je al? Kun je er een omschrijving voor geven?

N

b Lees nu de onderstaande krantenartikels. In elke tekst werden enkele woorden weggehaald en vervangen door een omschrijving die bij een van de woorden uit de bovenstaande woordenlijst past. Vul telkens het juiste woord in. Soms zul je werkwoorden moeten vervoegen. In Caracas in Venezuela zijn bij confrontaties tussen de politie en bendeleden 26 doden gevallen. Het gaat om 22

(mensen die een strafbaar feit plegen) en 4 leden van de

veiligheidstroepen. Tijdens de operatie werd eveneens een

(geheim)

VA

drugslaboratorium ontmanteld.

De 24-jarige Tong Ying-kit, een voormalige ober, werd schuldig bevonden aan terrorisme. De veroordeling schept een juridisch

(voorval waarop men zich later in een gelijkaardige

situatie kan beroepen). De man, die

(argumenten voor onschuld

aanbrengen), riskeert een levenslange gevangenisstraf. Intussen zijn al meer dan 60 mensen in staat van beschuldiging gesteld op grond van de omstreden veiligheidswet. De meeste mensen verkregen net als

©

Tong Ying-kit geen

geldbedrag) en wachten in

een proces) hun

(voorlopige vrijlating in ruil voor een (gevangenschap in afwachting van

(rechtszaak) af.

Twee coaches werden in Tokio gesanctioneerd. Het Wit-Russisch Olympisch Comité beschouwt de

‘De

(strafmaatregel) tegen de twee coaches als ‘tijdelijk’. (gerechtelijke actie) loopt nog’, klinkt het. ‘De twee coaches mogen nog (herziening van een vonnis vragen bij een hogere rechtbank).’

TUSSENSTOP 3

241


De

(personen die een proces aanspannen) vorderden een celstraf van dertig

jaar. Chauvins eigen

(iemand die een ander verdedigt voor het gerecht) hoopte

de

(iemand die voor de rechter van iets beschuldigd wordt) met een (straf met uitstel) vrij te krijgen. Vrijdagavond werd de strafmaat

bepaald. Chauvin moet voor 22,5 jaar de gevangenis in. Dat is tien jaar langer dan de richtlijnen van de staat Minnesota voor een oud-agent als Chauvin, die voordien geen

(lijst van

begane misdaden) had. Maar rechter Peter Cahill vermeldde het feit dat hij zijn gezag als agent (de begane misdaad)

IN

had misbruikt en de wreedheid van het als

(redenen om een straf erger te maken).

‘Ieder jaar weer klagen mensen dat ze naar die ellendige kerstfeestjes moeten: nu hebben ze een

(bewijs dat je op het moment van een misdrijf ergens anders was) en is het weer niet goed.’

hebben gewerkt,

N

Een 100-jarige Duitse man, die tijdens de Tweede Wereldoorlog als bewaker in een naziconcentratiekamp zou (voor de rechter moeten verschijnen)

(het vermoeden hebben van iets)

(opzettelijke bijdrage aan een misdrijf) de moord op meer dan 3 500 mensen.

VA

(Gevangenen) veroordeeld tot een celstraf van meer dan drie jaar kunnen

na het uitzitten van een bepaald deel van de straf in aanmerking komen om de rest van de straf buiten de gevangenis verder te zetten. Elektronisch toezicht via een enkelband is hier een bekend voorbeeld van. In het geval van voorwaardelijke invrijheidstelling wordt de

(iemand die schuldig is

verklaard aan een strafbaar feit) voor een

(de periode waarin iemand zich aan

een aantal afspraken moet houden om geen straf te krijgen) en onder voorwaarden vrijgelaten. c Verbind de woorden uit de linkerkolom ten slotte met de correcte omschrijving. a verantwoordelijk zijn, meestal voor schade

2 pleidooi

b arrestatie

©

1 delict

3 aansprakelijk zijn voor

c het herbekijken van de zaak na betwisting van de beslissing

4 proces-verbaal

d een bij de rechtbank ingediende beschuldiging

5 aanhouding

e strafbaar feit zoals diefstal, moord …

6 aanklacht

f

7 in hoger beroep gaan

g verplichting voor een partij om juridisch bewijs van iets te leveren

8 vermeende dader

h vermoedelijke schuldige

9 bewijslast

i

1

242

TRAJECT NEDERLANDS 4

2

3

TUSSENSTOP

schriftelijk verslag van hoe een misdrijf gebeurd is

betoog waarin je argumenten voor of tegen iets geeft 4

5

6

7

8

9


8 Je krijgt nu een invuldictee te horen. Noteer de weggelaten woorden correct. 13.9

De voorbije

waren we op zoek naar een

voor een midweek. Die moest

drieëntwintig slaapkamers en zeven

badkamers hebben. Bovendien wilden we ook heel wat

: knappe meubels,

en een

.

Of het een chalet of huis was, was niet relevant voor ons, in elk geval geen centrum een

zijn en geen Jij

aan lawaaierige discotheken.

toch ook niet van een buurt waar

zorgen voor een 4.5.4

IN

moest er in het

.

aan slaap,

dronkaards

?

9 Lees onderstaand artikel en bekijk de aangeduide zinnen aandachtig.

a Categoriseer ze door het nummer bij het correcte tekstverband te noteren. Bij vier tekstverbanden kun je geen voorbeeld vinden in dit artikel. b Markeer bij elk nummer het relevante signaalwoord.

N

c Noteer een passend signaalwoord bij de vakjes die je niet kon invullen.

Hitte-eilanden

VA

In stad is het tot 10 graden warmer dan op platteland

De hittegolf slaat niet overal even hard toe. In hartje Brussel was het ’s nachts op een haar na 10 graden warmer dan in het naburige Asse. Tom Ysebaert

©

Aan de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal in het centrum van Brussel was het in de nacht van donderdag op vrijdag om 1u20 26,1 graden warm. Op hetzelfde tijdstip in een weiland in Asse, amper vijftien kilometer verderop, wees het kwik 16,2 graden aan. Bijna 10 graden verschil dus. Het is een van de opmerkelijke vaststellingen die de metingen van het Vlinder-netwerk bieden. Vlinder is een onderzoeksproject van de Universiteit Gent dat het effect van hitte-eilanden in kaart brengt. Dat zijn plekken waar het door omgevingskenmerken warmer is dan elders. (1) Het project begon in Gent en sinds eind 2019 is het over heel Vlaanderen operationeel. ‘De hittegolf die we nu meemaken, is een eerste interessante testcase’, zegt coördinator Steven Caluwaerts, onderzoeker aan de UGent.

TUSSENSTOP 3

Dat steden warmer zijn dan buitengemeenten, is algemeen bekend. Vlinder wil meer lokaal toegespitste gegevens bieden die tonen hoe groot de verschillen zijn en hoe sterk de omgeving een rol speelt, bijvoorbeeld de dichtheid van de bebouwing, of de aanwezigheid van groen of water. (2) ‘Op het warmste plekje in het centrum van Brussel is de impact van hoge bebouwing groot. Het weiland in Asse, daarentegen, is een zeer open plek waar de warmte veel sneller weg kan. Overdag zijn de verschillen minder uitgesproken dan ’s nachts.’ (3) In Antwerpen en Gent ontstaan, net zoals in Brussel, hitte-eilanden, alleen blijft het verschil daar beperkt tot zo’n 7 graden. In kleinere steden als Mechelen of Aalst loopt het verschil op tot 5 of 6 graden.

243


IN

Een ijsje brengt wat verkoeling op de Meir in Antwerpen. Hitte-eilanden zijn op zich geen gevolg van de klimaatverandering.

benadrukt Caluwaerts. ‘Ze komen ook voor zonder de opwarming. Meer nog, ondanks de naam doen temperatuurverschillen tussen stad en buitengebied zich ook in de winter voor. Een verschil van 5 graden kan betekenen dat het er minder of niet vriest. Dat heeft gevolgen voor de fauna en flora in de steden.’

N

Ook in de winter In de nog warmere nacht van zaterdag op zondag waren de verschillen dan weer kleiner. Het was puffen bij 24,9 graden in nachtelijk Brussel, tegenover 18,9 graden in Asse. (4) ‘Er kwam bewolking opzetten, dus het hitte-eilandeffect was kleiner’, verklaart Caluwaerts dat fenomeen. ‘Het hitte-eilandeffect speelt vooral als het helder en windstil is.’

©

VA

(5) Bomen en struiken hebben een afkoelend effect. Dat liep de afgelopen dagen op tot één à twee graden. Hierdoor was het in de buurt van het koninklijk paleis ‘slechts’ 8 graden warmer dan buiten de stad. Ook de nabijheid van water, zoals een grote plas of waterloop, koelt de omgeving af, met één tot twee graden. (6) Zo was het aan de meetpost aan de Schelde koeler dan aan die in het centrum van Antwerpen. Langs het grote drinkwaterbekken van Kluizen (Oost-Vlaanderen) was het ook merkbaar, al speelt dat watereffect vooral overdag. (7) ‘Water warmt minder snel op en koelt ook trager af, waardoor het langs het water ’s nachts net warmer kan zijn dan elders’, zegt Caluwaerts.

Betere voorspellingen Vlinder, of ‘Vlaanderen in de weer’, is citizen science. Gewone burgers dragen bij aan het verzamelen van meetgegevens, in dit geval zijn dat leerlingen van middelbare scholen. ‘Dankzij hun hulp kan ik als onderzoeker dingen realiseren die ik anders nooit voor elkaar krijg, al was het maar door budgettaire beperkingen’, zegt Caluwaerts. (9) ‘Ook de terreinkennis van de deelnemers is goud waard.’

(8) Net andersom gaat het er aan toe op zandgronden, zoals die in de Kempen. Overdag warmen die danig op, maar ’s nachts geven ze hun warmte gauw weer af. Zo werd op de meetpost op de Oudsberg in Noord-Limburg, de hoogste zandduin van Vlaanderen, overdag ooit de hoogste en ’s nachts de laagste temperatuur geregistreerd. Door de opwarming kreunen steden steeds meer onder de hitte, maar hitte-eilanden zijn op zich geen gevolg van de klimaatverandering,

244

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP

(10) Met behulp van de gegevens die dit netwerk oplevert, kan het KMI betere en meer verfijnde voorspellingen maken. (11) ‘Vroeger sloegen voorspellingen op een zone van tien bij tien kilometer, nu kan dat al op één kilometer en wordt het hitte-eilandeffect meegenomen. De Vlinder-waarnemingen maken het mogelijk de voorspellingen op hun accuraatheid te checken. (12) Omdat de gegevens zo lokaal zijn, zijn ze ook erg geschikt om plaatselijke beleidsmensen mee te krijgen in het klimaatbeleid.’ (13) Kortom, wil je afkoelen tijdens een hittegolf, vermijd dan de stad en trek naar een waterplas of een bos. Bron: www.standaard.be


verband

zin

chronologisch doel-middel oorzakelijk redengevend tegenstellend toegevend

IN

voordeel-nadeel voorwaardelijk opsommend vergelijkend toelichtend samenvattend concluderend

UITDAGING: VERHAALBOUWSTENEN

N

2

VA

In deze uitdaging sta je stil bij enkele verhaalbouwstenen. Je verdiept zo je inzicht in tijd en chronologie, verhaaleinde, ruimte en vertelperspectief. 15.4.1

Tijd en chronologie

1 Hieronder vind je enkele pagina’s uit stripverhalen. Welk tijdselement herken je in de fragmenten? Zet het correcte begrip bij het fragment en verklaar je keuze. Kies uit: vertraging/retardering – tijdsprong/versnelling – flashback – gelijktijdigheid – flashforward.

©

15.7

TUSSENSTOP 3

tijdselement: verklaring:

245


IN

tijdselement:

VA

N

verklaring:

tijdselement:

©

verklaring:

246

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


Verhaaleinde 2

Je leest hier enkele verhalen en verhaalfragmenten. Beantwoord telkens de vragen. a

De bus staat stil bij het winkelcentrum met de deur nog open en het knipperlicht uit. Zijn wijsvinger opstekend, rent een kereltje er in rappe passen naartoe. Een nerveuze blik in zijn ogen, van ‘als ik maar op tijd ben’. Yes! Gelukkig. Hoogrood aangelopen klimt hij de reiswagen binnen. Buiten adem maar nog té opgewonden om rustig uit te hijgen, kruipt hij achter het stuur en draait het driftig links- en rechtsom (broem, broem, broem). Erik Uniken. Vaste halte

IN

15.4.3

Waarover gaat het verhaal volgens jou?

Je leraar leest nu het einde van het verhaal. Welk soort einde herken je? Verklaar je keuze.

N

b

VA

Harry haalde diep adem en pakte het kleinste flesje. Hij keek naar de zwarte vlammen. ‘Daar ga ik dan’, zei hij en hij goot de inhoud in één keer naar binnen. Het was inderdaad net alsof zijn hele lichaam in ijs veranderde. Hij zette het flesje neer, schraapte zijn moed bijeen en liep naar het vuur; hij zag de zwarte vlammen om zijn lichaam likken, maar kon ze niet voelen. Even zag hij alleen donker vuur – en toen was hij aan de andere kant, in de laatste kamer. Er was al iemand – maar niet Sneep. Het was zelfs Voldemort niet. J. K. Rowling. Harry Potter en de Steen der Wijzen

Dit is een fragment uit Harry Potter en de Steen der Wijzen. Na het verschijnen van het boek werd het ook verfilmd. Geef twee elementen uit dit fragment die moeilijk te verfilmen zijn. Hoe zou jij dat oplossen?

©

Welk soort einde herken je? Verklaar je keuze.

TUSSENSTOP 3

247


c

Ze liepen zwijgend door de akker. Aan hun laarzen kleefde zompige klei. De aardappelen waren gerooid. De lucht kleurde langzaam rood. Bij de sloot hielden ze stil en ze staken een sigaret op. De zoon doorbrak de stilte: ‘Pa, ik kan het niet.’ ‘Natuurlijk kun je het, jongen.’ ‘Ik wil het ook niet.’ ‘Maar hoe moet het verder, als ik geen opvolger heb?’ ‘Ik weet het niet.’

Nel Goudriaan. Opvolger

IN

Ze liepen terug. De boerenkool met worst dampte op tafel. Zonder woorden vulden ze hun magen. De zoon keek naar zijn vader: in het lamplicht leken de groeven in zijn gezicht dieper.

Begrijp je de keuze van de zoon?

En de bezorgdheid van de vader?

Welk soort einde herken je? Verklaar je keuze.

VA

N

Ruimte

15.8

3 Bekijk deze boekcovers aandachtig.

a Beschrijf de cover zo objectief mogelijk.

248

TRAJECT NEDERLANDS 4

© Maren Stoffels. Sproetenliefde. Uitgeverij Leopold

©

b Vind je voorbeelden van geografische ruimte, sfeerschepping of karakterisering? beschrijving cover:

beschrijving ruimte:

TUSSENSTOP


beschrijving cover:

N

beschrijving cover:

IN

beschrijving ruimte:

VA

beschrijving ruimte:

©

beschrijving cover:

TUSSENSTOP 3

beschrijving ruimte:

249


Vertelperspectief

15.6

4 Je krijgt enkele korte fragmenten uit bekende romans. a Bepaal het vertelperspectief in elk fragment. b Markeer in de tekst twee concrete elementen die jouw keuze ondersteunen.

Maar Julia is nergens te zien. De deur van de wc is dicht. Het mens denkt zeker dat ze daar veilig is. Weer komt er woede boven bij Gerda. Omdat iemand zo dom is om haar uit te dagen. In plaats van zich aan haar over te geven. vertelperspectief:

IN

Johan van Caeneghem. Slaap zacht (een uitgave van lezenvooriedereen.be)

N

Langzaam ga ik met mijn hand naar de deurgreep en probeer de deur te openen. Ze heeft ons opgesloten. ‘Dit is niet grappig meer’, zeg ik. ‘Je moet nu stoppen en de deur opendoen.’ Ze reageert niet en blijft met dezelfde idiote snelheid rijden, terwijl het steeds harder regent. ‘Wil je ons dood hebben ofzo?’ vraag ik zenuwachtig. Stilte. Een glimlach om haar mond. Mijn hart slaat een tel over. O mijn god. ‘Je wilt ons echt dood hebben’, besef ik terwijl ik het hardop zeg.

VA

Chinouk Thijssen. Truth or dance

vertelperspectief:

Het telescherm was zowel ontvang- als zendtoestel. Elk geluid van Winston dat boven een heel zacht fluisteren uitging, zou erdoor worden geregistreerd; bovendien kon hij, zolang hij binnen het gezichtsveld van de metalen plaat bleef, zowel gezien als gehoord worden. Het was natuurlijk onmogelijk te weten of je op een gegeven moment werd gadegeslagen. Hoe vaak, of volgens welk systeem, de Denkpolitie iemands lijn afluisterde, was een kwestie van gissen. George Orwell. 1984

©

vertelperspectief:

Zo zijn de rode M&M’s mijn favoriete, omdat rood je dat warme gevoel geeft. Iedereen om me heen roept altijd dat het onzin is omdat iedere kleur M&M’s hetzelfde smaakt. Misschien is dat ook wel zo, maar niet in mijn wereld, in mijn wereld is iedere kleur anders van smaak en van geur. Zo ruikt groen nooit hetzelfde als geel. Pamela Sharon. De geur van groen

vertelperspectief:

250

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


5 Je leest de flapteksten van enkele romans. a Bepaal het vertelperspectief op basis van elke tekst. b Markeer in de tekst twee concrete elementen die jouw keuze ondersteunen.

14+

16+

TOM LANOYE

K A R TO N N EN

DOZEN

Lanoye legt uit eigen ervaring in de ik-vorm de verslavingen en de valstrikken bloot van de grote, allesverterende jeugdliefde die iedereen kent. Maar hij schildert ook zijn eigen afkomst en opvoeding: de slagerswinkel van zijn vader, de vier vrouwen die hem hebben opgevoed, de bejaarde priester-dichter die zijn inspirerende leraar Nederlands blijkt te zijn, de turners waaraan de jonge auteur zich vergaapt en de stripverhalen waaraan hij zijn ogen kapot leest. Tom Lanoye. Kartonnen dozen

vanin.be

vertelperspectief:

59261 2

WWW. BOEKT

OPPERS.BE

pakketC_1_karto

nnen dozen.in

dd 1

2/05/19 13:13

16+

vanin.be

Adam Silvera. Op het einde gaan ze allebei dood

vertelperspectief:

59793 2

W.BOE KTOPP

ERS.BE

4_Op het einde.in

dd 1

7/06/2021

16+

vanin.be

in de nacht.in

Het wonderba

MARK HADD ON

arlijke

vo orval met de ho nd in de n ach t

Christopher is 15 en heeft een vorm van autisme. Hij weet veel van wiskunde maar weinig van mensen. Hij houdt van lijstjes, patronen en de waarheid. Hij houdt niet van de kleuren geel en bruin en wil niet aangeraakt worden. Christopher is in zijn eentje nog nooit verder geweest dan het einde van de straat. Maar wanneer blijkt dat de hond van de buurvrouw is vermoord, gaat hij op onderzoek uit. Hij begint aan een indrukwekkende reis die zijn veilige bestaan volledig overhoop gooit. Mark Haddon. Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht

59793 3

vertelperspectief:

dd 1

6/07/2021

18:41

©

C_1_hond

ERS.BE

HET WONDERBAA RLIJKE VOORV AL MET DE HOND IN DE NACHT

14+

MARK HADDON

12+

WW.BO EKTOPP

15:34

VA

Christopher is vijftien en heeft een vorm autisme. Hij van weet veel van wiskunde, weinig van maar mensen. Hij houdt van patronen en lijstjes, de waarheid. Hij houdt niet van de kleur en geel en bruin. Hij is eentje nooit in zijn verder gewe est dan het van de straa einde t, maar wann eer blijkt dat hond van de de buurvrouw is vermoord hij op onde , gaat rzoek uit. Hij begint aan indrukwek een kende reis die zijn veilig volledig overh e bestaan oop gooit.

N

14+

GAAN ZE ALL EBEI DOOD

12+

Iets na middernacht krijgt Mateo een telefoontje. Het is Death-Cast, de organisatie die mensen inlicht dat ze binnen 24 uur zullen sterven. Ook Rufus wordt gebeld. De twee kennen elkaar niet, maar sluiten vriendschap tijdens hun End Day. Ze beslissen samen nog een laatste avontuur te beleven, een onvergetelijke dag die hun beider levens voor altijd zal veranderen. Maar maak je geen illusies: op het einde gaan ze allebei dood.

ADAM SILVER A ADAM SILVERA OP HET EIN DE

Iets na midd ernacht krijgt Mateo telefo Het is Death on. -Cast, de organ isatie die mens inlicht dat en ze vandaag zullen sterv en. Ook Rufus word t gebeld. De twee kennen elkaar niet, maar ze bren gen de laats van hun leven te dag samen door in New York. Het loopt allem aal anders dan ze hadd verwacht, maar en maak je geen illusies: op einde gaan het ze allebei dood .

IN

12+

DOZEN

Zodoende legt Lanoye niet alleen zijn vast, maar jeugd graaft hij ook de bronnen van zijn schri op jverschap, zijn voorliefde het theater voor en zijn eeuw ige zoektocht schoonheid naar , liefde en literatuur.

TOM LANOYE KARTONNEN

Lanoye legt de verslaving en en de valst bloot van de rikken grote, allesv erterende jeugd die iedereen liefde kent uit ervar ing. Maar hij schildert ook zijn eigen afkom st en opvoeding de slagerswin kel van zijn : vader, de vier vrouwen die hem hebben opgevoed, katholieke de school die probeert overe blijven in de ind te stormen van de modernite bejaarde pries it, de ter-dichter die een inspi leraar Nede rerende rlands blijkt te zijn, de waaraan de turners jonge auteu r zich verga de stripverhal apt, en en waaraan hij zijn ogen leest. kapot

TUSSENSTOP 3

251


6 Een personage reageert op onderstaand opsporingsbericht. a Welk vertelperspectief bevat het fragment? b Omschrijf wat het effect van dat perspectief is.

c Markeer drie elementen in de tekst die jouw keuze duidelijk maken.

IN

d Herschrijf het fragment als personele hij/zij-verteller. Je mag ook gebruikmaken van aanvullende informatie uit het opsporingsbericht.

VERMIST Jochem Willems Brecht

53 jaar – 1m78 – groene ogen – korte grijze haren – baard – donkerblauwe jas – gestreepte blauw-witte trui – donkere jeans – blauwe sneakers – grote koffer bij zich

N

De man heeft dringend medische hulp nodig. Wie Jochem gezien heeft, kan contact opnemen met de lokale politie.

Maak je geen zorgen, alles is oké met me. Ik vluchtte weg en ben nu ondergedoken in de Provence. Daar ben ik al sinds vorige maandag.

VA

Laat me je uitleggen waarom ik vluchtte. Ik kon niet langer thuisblijven. Mijn Belgische buurvrouw kende geen privacyregels. Ik vond dagelijks een taartje aan mijn achterdeur, een restje soep in mijn keuken, of mijn hemden op haar strijkplank. De drie maanden die ik in Brecht woonde, waren vreselijk. Wat begon met vriendschap tussen buren, groeide uit tot stalking en obsessief gedrag. De bemoeienissen en bespiedingen van die dame maakten me gek. Ik plaatste zelfs een afsluiting, maar ze vond het niet erg om daar de hele tijd boven te kijken.

©

Twee weken geleden nam ik een besluit: ik zou vertrekken en liet geen adres achter. Van die stalkster wou ik af zijn. Nu zit ik hier veilig in de Provence en hoop ik even op adem te kunnen komen na die vervelende gebeurtenis.

252

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


Evaluatiematrix - Schrijven: vertelperspectief GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

volledigheid en duidelijkheid Je eindresultaat is geschreven in de personele hij/zijverteller. De uitwerking van dat perspectief is grotendeels correct, maar niet alle kenmerken van het perspectief zijn duidelijk opgenomen. Sommige delen van je verhaal konden evengoed een alwetende verteller zijn.

Je eindresultaat is niet geschreven in de personele hij/zij-verteller. Het bevat op te veel plaatsen kenmerken van de alwetende verteller of een ik-verteller.

Je werkt het verhaal grondig uit en geeft een eigen inhoudelijke twist aan het originele fragment. Je vertrekt vanuit de brontekst en gaat daarmee op een frisse manier aan de slag.

Je werkt het verhaal voldoende uit, maar je eigen inbreng is beperkt. Je volgt het opgegeven verhaal.

De uitwerking van je fragment is beperkt: je zet enkel de tekst om in een ander perspectief. OF Je verhaal neemt te veel afstand van de brontekst en heeft nauwelijks iets met het origineel te maken.

N

correctheid

IN

Je eindresultaat is geschreven in de personele hij/zijverteller. De uitwerking van dat perspectief is correct; je verwerkt alle kenmerken in het eindresultaat.

De tekst bevat enkele fouten in spelling en/of zinsbouw. De fouten leiden de aandacht van de boodschap af, maar het geheel blijft wel begrijpelijk.

De tekst bevat veel en/of zware fouten in spelling en/ of zinsbouw. Die zorgen ervoor dat de tekst moeilijk te begrijpen is.

Let op voor:

Let op voor:

VA

De spelling in je tekst is foutloos. Ook de zinsbouw en het gebruik van leestekens zijn correct.

aantrekkelijkheid Je tekst leest vlot.

Je tekst leest niet altijd even vlot.

©

Aanvullende commentaar:

TUSSENSTOP 3

253


3

CREATIEF: CRIME FICTION SCHRIJVEN Deze opdracht sluit aan bij les 17. Je maakte daar kennis met het genre crime fiction en las het kortverhaal Vrienden van Pieter Aspe. In deze creatieve schrijfopdracht ga je samen met een medeleerling aan de slag. Volg dit stappenplan en kom tot een angstaanjagend verhaal.

Voorbereiden 1 Ga op zoek naar artikels of nieuwsberichten over een misdaad.

IN

2 Kies een bron waarmee jullie graag aan de slag gaan om een verhaal te schrijven.

Plannen

3 Pik uit jullie bron enkele elementen die het uitgangspunt vormen voor jullie verzonnen verhaal. Welk(e) personage(s) willen jullie aan bod laten komen? Wie is de verteller? Hoe wil je dat het verhaal eindigt: positief of negatief; open of gesloten? Wat als de dader het slachtoffer was of omgekeerd? Wat als het verhaal zich in de vorige eeuw of op een andere plaats had afgespeeld? …

N

• • • • • •

VA

4 Overleg met je medeleerling en kies het scenario waarmee jullie willen werken.

Schrijven

5 Bedenk het verhaal in grote lijnen. Zo zorgen jullie ervoor dat jullie niet vastlopen tijdens het schrijfproces en zo weten jullie wat het eindpunt van het verhaal is. 6 Gebruik geen concrete namen of gegevens uit het originele artikel. 7 Schrijf een verhaal van ongeveer 600 woorden (1 A4). 8 Zorg voor de nodige spanningsopbouw. Dat kunnen jullie onder andere doen door … van verteller te wisselen; het verhaal op verschillende plaatsen te laten afspelen; met flashbacks of flashforwards te werken; informatie achter te houden; de lezer op het verkeerde been te zetten; …

©

• • • • • •

9 Verzin een boeiende titel voor jullie verhaal.

Reflecteren 10 Leg jullie tekst even weg. Lees alles daarna na op schrijffouten. 11 Laat jullie verhaal nalezen door twee andere leerlingen en vraag hun om feedback.

254

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


Herschrijven 12 Herschrijf nu je tekst. a Houd rekening met de suggesties die jullie van jullie medeleerlingen kregen. b Bekijk nogmaals de evaluatiecriteria.

GOED

volledigheid en duidelijkheid Je verhaal bevat een duidelijk te volgen structuur met een helder begin, een uitwerking en een einde. correctheid

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

Je verhaal is duidelijk te volgen, maar bevat (een of enkele kleine) inhoudelijke fouten.

De structuur van je verhaal is onduidelijk.

Je maakte geen zware spellingfouten. De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd. Let op voor:

Je tekst bevat zware spellingfouten. OF Door de vele spelling- en taalfouten is de tekst moeilijk te begrijpen.

N

Je spelling van het verhaal is foutloos. Alle woorden worden correct geschreven en ook de zinsbouw klopt steeds.

IN

Evaluatiematrix - Crime fiction

VA

aantrekkelijkheid

Je zorgt voor een degelijk verhaal dat beantwoordt aan de opdracht. Je verhaal mist originaliteit.

Je verhaal is onvoldoende creatief. Het volgt het krantenartikel te letterlijk.

Je zorgt voor spanningsopbouw: niet alleen de inhoud is spannend, ook de technieken die je gebruikt om het verhaal te vertellen, zorgen voor extra spanning.

De spanning wordt matig opgebouwd.

Je gebruikt geen technieken om spanning bij de lezer op te roepen.

Je varieert in woordkeuze en je tekst bevat omschrijvingen of beeldspraak die het verhaal spannend maken of ervoor zorgen dat de lezer kan meeleven met de personages.

Je taalgebruik is correct, maar verrast niet.

Je taalgebruik is te eenvoudig en bevat opvallend veel herhaling.

Je verhaal is geschreven voor leeftijdsgenoten en bevat geen ongepaste inhoud.

Sommige elementen in je verhaal kunnen ongepast zijn voor leeftijdsgenoten.

©

Je verhaal is boeiend en meeslepend. Je hebt een origineel uitgangspunt bedacht.

gepastheid

Aanvullende commentaar:

TUSSENSTOP 3

255


les

Kortverhaal: Een halve dag

19

1

Je vertelt hoe je een verhaal ervaart

Je analyseert de verhaallijn, 3 het vertelstandpunt, de personages en de ruimte en tijd

SITUEREN

4

Je geeft aan waarom een verhaal een bepaalde emotie oproept

Je vergelijkt een kortverhaal en een fragment uit een documentaire over hetzelfde onderwerp

IN

1

2

In deze les werk je rond het verhaal Een halve dag, geschreven door Nagieb Mahfoez.

1 Maak aan de hand van dit kader kennis met de auteur. Zoek op wat er in de vermelde jaartallen gebeurde.

• 1911:

VA

• 1988:

N

Nagieb Mahfoez was een Egyptische schrijver die meer dan dertig romans en verhalenbundels schreef. Hieronder vind je enkele belangrijke data die te maken hebben met zijn leven.

• sinds 1996:

©

• 2006:

2 Welk soort verhaal verwacht je op basis van de titel? Leg uit waarom je dat zegt.

3 Voorspel drie dingen die in het verhaal Een halve dag zullen gebeuren.

256

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR

© EPA

onDERWEG


HET VERHAAL BELEVEN

2

Je krijgt het kortverhaal in drie delen. Beantwoord na elk deel de vragen.

Een halve dag Deel 1

5

10

N

15

Ik liep naast mijn vader en hield zijn rechterhand vast. Ik moest flink doorstappen om zijn grote passen bij te houden. Hoewel al mijn kleren nieuw waren (mijn zwarte schoenen, mijn groene kiel en mijn rode fez), was ik er toch niet helemaal gelukkig mee, want het was vandaag geen feestdag, maar de dag waarop ik voor het eerst naar school werd gebracht. Mijn moeder stond achter het raam naar onze kleine parade te kijken en af en toe keek ik naar haar om, als iemand die om hulp vraagt. Wij liepen door een straat met tuinen, die aan weerszijden grensden aan uitgestrekte velden met groene gewassen, cactusvijgen, hennabomen en hier en daar een palm. Ik stelde mijn vader een prangende vraag: ‘Waarom toch die school? Ik zal nooit iets doen wat u ergeren zal!’ Maar hij antwoordde lachend: ‘Ik straf je niet, school is geen straf. Het is een fabriek die van kinderen nuttige mannen maakt. Je wilt toch net als je vader worden, of als je broers?’ Ik was niet overtuigd. Ik geloofde niet dat er werkelijk iets goeds stak in het verlaten van de veiligheid van huis en haard, om in dat gebouw geschoven te worden dat daar aan het einde van de weg stond als een angstaanjagend fort met hoge muren – een bolwerk van ernst en onbuigzaamheid. Toen wij de geopende poort bereikten, kregen we een ruime binnenplaats te zien die druk was bevolkt met jongens en meisjes. Mijn vader zei: ‘Ga nu zelf naar binnen en zoek aansluiting bij hen. Zet een vriendelijk gezicht op; glimlach maar, en wees een goed voorbeeld.’ Ik aarzelde en klemde mijn vingers om zijn hand. Maar hij duwde me zachtjes naar voren en zei: ‘Wees een man. Vandaag begint het leven echt. Je zult zien dat ik hier op je sta te wachten als de school uitgaat.’

IN

1

woord

VA

de kiel: lang, loshangend gewaad voor jongens en mannen de fez: cilindervormig hoofddeksel met kwastje, wordt in Griekenland en Turkije veel gedragen de parade: een feestelijke optocht het gewas: bepaalde soort van plant prangend: benauwend, drukkend, beklemmend

©

1 Wat gebeurde er tot nu toe in het verhaal?

LES 19 KORTVERHAAL: EEN HALVE DAG

257


2 Welke emoties komen er tot nu toe in het verhaal aan bod? a Kies twee van onderstaande emoties. b Waarom koos je voor die emoties? Geef voor elke emotie een voorbeeld uit het verhaal. woede

liefde

verdriet

verbazing

onmacht

blijdschap

jaloezie

angst

opwinding

verwarring

meeleven

vreugde

nostalgie

enthousiasme

andere: ...

3 Wat weet jij nog over jouw eerste schooldag?

IN

a Som twee concrete dingen op die gebeurden. b Hoe weet je die dingen? Herinner jij je dat zelf nog of heeft iemand je dat verteld?

2

3

4

N

1

© Ivan Vdovin AGE

5 Hieronder vind je vijf afbeeldingen.

a Welke afbeelding sluit volgens jou het best aan bij de ik-verteller?

©

VA

b Leg uit waarom je voor die afbeelding kiest.

258

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR

5

© ADDICTIVE STOCK CREATIVES / Alamy

4 Wat denk je dat er nog zal gebeuren in de rest van het verhaal?


Deel 2

10

15

20

VA

25

IN

5

Ik deed een paar stappen en bleef toen staan kijken, zonder iets te zien. Pas toen ik nog eens keek, zag ik de gezichten van de jongens en de meisjes. Ik kende niet een van hen, en niemand van hen kende mij. Ik voelde me als een verdwaalde vreemdeling. Maar toen draaiden hun ogen nieuwsgierig mijn kant op en kwam er een jongen op mij af. Hij vroeg: ‘Wie heeft jou gebracht?’ Ik fluisterde: ‘Mijn vader.’ ‘Mijn vader is dood’, zei hij eenvoudig. Ik wist niet wat ik tegen hem moest zeggen. De poort werd nu met een ijselijk geknars gesloten. Sommige kinderen begonnen te huilen. De bel ging. Er kwam een mevrouw aangelopen, met een aantal mannen in haar kielzog. De mannen begonnen ons in rijen te verdelen. We werden in een heel precieze orde opgesteld, op het weidse plein dat aan drie zijden werd omgeven door hoge gebouwen met meerdere verdiepingen, die elk een breed balkon hadden met een houten, op ons neerziende luifel. De vrouw zei: ‘Dit is jullie nieuwe huis. Hier zijn ook jullie vaders en moeders, en hier bevindt zich alles wat tot vermaak en tot lering dient – van spel tot kennis en geloof. Dus droog jullie tranen, en treed het leven blijmoedig tegemoet.’ Wij legden ons neer bij de feiten, en dit bracht enige kalmte. De ene ziel voelt zich vanzelf tot de andere aangetrokken, en ook mijn hart heeft, vanaf het eerste moment, voor die jongens vriendschap gevoeld voor wie het vriendschap voelen moest, en voor die meisjes verliefdheid op wie het verliefd worden moest. Ik kwam er vanzelf achter dat mijn sombere voorgevoelens op niets waren gebaseerd. En ik had ook nooit gedacht dat schoolactiviteiten zo rijk konden zijn: we speelden allerlei spelletjes, van schommelen tot bokspringen en ballen; in het muzieklokaal zongen we onze eerste liederen; een eerste kennismaking met de schrijftaal werd gemaakt en we zagen een draaibare wereldbol, waarop de continenten en landen prijkten; we klopten schuchter op de deur der wetenschap, door te beginnen met het leren van de getallen; we kregen het verhaal te horen van de Schepper van het heelal, hoe Hij de wereld en het hiernamaals schiep, en we kregen voorbeelden te horen van wat Hij gezegd had. Daarna kregen we heerlijk eten, gingen even slapen, en toen we wakker werden gingen we weer voort met de vriendschap, de liefde, het spelen en het leren. Maar naarmate het pad dat wij te gaan hadden, zichzelf meer en meer openbaarde, zagen wij dat het toch niet zo stralend helder en zoet was als wij gemeend hadden. Kleine stormen en onvoorziene voorvallen die dit pad bestookten, vergden onze uiterste waakzaamheid en bereidwillige inzet, gepaard aan een geduldige instelling. Het was niet langer louter verstrooiing en tijdverdrijf, er was ook sprake van rivaliteit, die pijn en haat veroorzaakte of zelfs leidde tot scheldpartijen en gevechten. En de mevrouw kon dan soms glimlachen, maar vaker fronste en berispte ze; geregeld werden wij blootgesteld aan dreiging met lijfstraffen. En daar kwam nog bij dat er inmiddels geen weg terug meer was; terugkeer naar het paradijs van de veilige thuishaven was niet mogelijk meer. Niets dan inspanning, strijd en de noodzaak tot volharden lag nog voor ons. Wie, te midden van alle zorgen, de kans op succes en geluk kreeg aangeboden, moest die grijpen. De bel ging, om aan te kondigen dat deze dag voorbij was, en er een einde aan het werk was gekomen. Iedereen stormde naar de poort, die nu opnieuw geopend werd. Ik nam afscheid van vrienden en geliefden, en trad over de drempel van de poort. Met spiedende blik keek ik rond, maar ik vond geen spoor van mijn vader, die mij beloofd had er te zijn. Ik deed enkele stappen opzij en wachtte. Maar toen het wachten wel erg lang duurde en tevergeefs leek, besloot ik om dan maar alleen naar huis terug te keren.

N

1

30

©

35

40

LES 19 KORTVERHAAL: EEN HALVE DAG

woord in iemands kielzog: in navolging van iemand de luifel: afdak tegen zon of regen vergen: vragen de rivaliteit: wedijver, competitiedrang berispen: terechtwijzen, streng aanspreken tevergeefs: zonder resultaat

259


6 Waarom wachtte de vader niet aan de schoolpoort volgens jou?

IN

7 Wat denk je dat er nog zal gebeuren in het laatste deel van het verhaal?

Deel 3

5

VA

10

Nadat ik enkele stappen had gezet, passeerde mij een oude man, van wie ik onmiddellijk wist dat ik hem kende. Hij wist blijkbaar ook wie ik was, want hij kwam glimlachend op me toe, schudde mij de hand en zei: ‘Het is lang geleden dat wij elkaar voor het laatst zagen. Hoe gaat het met je?’ Met een hoofdknik antwoordde ik bevestigend, en ik vroeg hem op mijn beurt: ‘En hoe gaat het met u?’ ‘Ook goed, zoals je ziet. Geprezen zij God.’ Hij schudde me opnieuw de hand en liep weg. Ik liep enkele passen verder, en bleef toen stomverbaasd staan. Mijn God! Waar was de straat met de tuinen? Waar was ze gebleven? Wat was er met haar gebeurd? Wanneer had de invasie van al deze voertuigen plaatsgevonden? Sinds wanneer botsten al deze mensen hier op het plaveisel tegen elkaar op? En hoe konden deze bergen vuilnis de bermen bedekt hebben? Waar waren de velden aan weerszijden? Hele steden hadden hun plaats ingenomen, met hoge gebouwen, met straten volgepakt met kinderen en jongelieden en een lucht die dreunde van een oorverdovend lawaai. Her en der stonden goochelaars hun kunsten te vertonen en slangen uit manden tevoorschijn te toveren. En daar liep een muziekgroep de première van een circus aan te kondigen, voorafgegaan door een groep clowns en gewichtheffers. Een colonne legertrucks van de oproerpolitie gleed gewichtig en kalm langs. Een brandweerauto liet haar sirene loeien omdat ze de weg niet vrij kreeg, en een uitslaande brand moest blussen. Elders was een knokpartij gaande tussen een taxichauffeur en zijn klant, en de vrouw van de klant schreeuwde om hulp, maar niemand reageerde. Mijn God. Ik was verbijsterd, mijn hoofd tolde. Ik werd gek. Hoe kon dit alles in een halve dag, tussen de vroege ochtend en de namiddag, zijn gebeurd? Ik zou het antwoord thuis, bij mijn vader vinden. Maar waar was mijn huis? Ik zag alleen gebouwen en mensengedrang. Ik verhaastte mijn pas, tot ik bij het kruispunt van de tuinen en de Aboe Khoda kwam. Ik moest daar de Aboe Khoda oversteken om mijn huis te bereiken, maar aan de stroom auto’s wilde maar geen einde komen. De sirene van de brandweer bleef op volle sterkte loeien, terwijl de auto als een schildpad voortkroop. Ik dacht in paniek: laat het vuur maar verteren wat ze aankan, maar ik wil nou eerst wel eens oversteken! Ik stond daar maar en stond daar maar, totdat de jongen van de strijkwinkel op de hoek op me afkwam, mijn arm pakte en galant zei: ‘Kom maar oudje, ik help u wel even naar de overkant.’

N

1

15

©

20

25

260

TRAJECT NEDERLANDS 4

woord de colonne: aaneengesloten rij

LITERATUUR


8 Kijk opnieuw naar de afbeeldingen bij vraag 5. Blijf je bij het antwoord dat je toen gaf of maak je nu een andere keuze? 9 Waarom wachtte de vader niet aan de schoolpoort? 10 Je krijgt hier een aantal beoordelingswoorden. opgewekt

spannend

saai

meeslepend

ongeloofwaardig

vaag

duister

ontroerend

waardeloos

gevoelloos

overtuigend

weinig zeggend

langdradig

realistisch

nauwkeurig

waardevol

IN

a Sorteer de woorden in twee kolommen: een kolom met positieve woorden en een kolom met negatieve woorden. b Zorg ervoor dat antoniemen naast elkaar staan.

c Duid bij elk duo aan welk woord het best overeenkomt met jouw mening.

11* Welke passage uit dit kortverhaal is jou het meest bijgebleven? Zoek de passage op en lees ze voor aan de klas. Vertel daarbij: • •

waarom die passage je geraakt heeft; wat je vindt van de manier waarop de auteur de gebeurtenissen onder woorden brengt.

©

VA

N

12 Zou je het verhaal aan iemand aanraden? Aan wie (een bepaald persoon, een bepaalde groep mensen, lezers van een bepaald genre of soort boeken …)?

LES 19 KORTVERHAAL: EEN HALVE DAG

261


3

DOORDRINGEN TOT DE TEKST In dit deel bekijken we het verhaal van iets dichterbij en analyseren we de belangrijkste verhaalbouwstenen. Je krijgt een aantal stellingen over de verschillende bouwstenen en overlegt met een medeleerling om tot de juiste antwoorden te komen.

15.4

Verhaallijn 1 Hoe doet hij dat?  met een flashback

IN

De schrijver speelt in het verhaal met de chronologie van de gebeurtenissen.

 met een flashforward

2 Waarom speelt hij zo bewust met de chronologie, denk je? 3 Hoe eindigt het verhaal?  met een gesloten einde

 met een open einde

4 Welke technieken om spanning op te bouwen herken je?

 de lezer meer informatie geven dan de personages  informatie achterhouden voor de lezer  een geheimzinnige locatie gebruiken

N

 een flashback of een flashforward  een cliffhanger  een spannende actie beschrijven 5 Hoe begint het verhaal?

 in medias res – midden in de actie 15.5

Vertelperspectief en personages

6 Welke verteller herken je in het verhaal? Geef ook aan waarom je dat perspectief koos.

VA

15.6

 met een verhaalbegin

7 Het hoofdpersonage is …  een vlak personage

©

8 Hoe betrouwbaar is de verteller?

262

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR

 een rond personage

 een typetje


Ruimte en tijd

15.7 15.8

9 Wat is de geografische ruimte van het verhaal? Welke elementen uit het verhaal helpen je? 10 Aan het begin van het verhaal wordt de school beschreven. a Met welke woorden gebeurt dat? b Hoe onderstreept dat de emoties van de ik-figuur? 11 De laatste scène waarbij de oude man wat verloren loopt in de drukke straten met de razende auto’s kun je ook symbolisch opvatten. Hoe, denk je? 12 Welke tijdsprongen vind je terug in dit verhaal?

VA

N

IN

13 Hoe verhouden de verteltijd en de vertelde tijd zich in dit verhaal?

EEN ONDERWERP IN FICTIE EN DOCUMENTAIRE

1 Wat is volgens jou het onderwerp van het verhaal?

©

4

2* Wat weet je zelf al over dat onderwerp? 3 Wat betekent de titel volgens jou na het lezen van het hele verhaal?

4 Bekijk het fragment van Voor ik het vergeet. LES 19 KORTVERHAAL: EEN HALVE DAG

263


a Vat in één zin samen wat het onderwerp is van de documentairereeks. b Wat kom je in het fragment te weten over dementie in Vlaanderen? c Dementie heeft niet alleen een grote impact op het leven van de patiënt, maar ook op het leven van familie en vrienden. Geef een voorbeeld uit het fragment. d* Welk fragment uit de documentaire raakte je het meest? Waarom?

onDERWEG

IN

Voor ik het vergeet is een documentairereeks die gemaakt werd door Wannes Deleu en uitgezonden werd op één in 2019. In deze reeks woont Wannes voor een maand in het woonzorgcentrum Den Olm, waar zijn dementerende grootmoeder verblijft.

5* Ben je zelf al geconfronteerd geweest met dementie in je omgeving? a Welke dingen komen overeen met wat je las in het kortverhaal? b Welke dingen herken je in het videofragment?

©

VA

N

6 Wat heeft jou het meest geraakt: de documentaire of het kortverhaal? Waarom?

264

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


les

Humor is (niet) om te lachen

20

1

Je gaat na waarom mensen moppen vertellen

Je kent de juiste termen om over

3 verschillende vormen van humor te praten 2 4

Je onderscheidt verschillende vormen van visuele humor en taalhumor

Je schrijft in een korte tekst uit welke humor jij grappig vindt

1

KEN JIJ DIE MOP VAN ...?

IN

Er waren eens een Belg, een Nederlander en een Duitser … Dat is niet het begin van een vreemd sprookje, maar van een mop. Dat wist je wel, maar wist je ook dat de klassieke mop met sterven bedreigd is? Je ontdekt het in deze les en leert ook andere vormen van (taal)humor kennen. Lach maar voluit, want lachen is volgens de wetenschap gezond!

1 Vertel een goede mop aan je medeleerlingen.

N

2 Welke mop van je medeleerlingen vond jij grappig? Waarom?

VA

3 De moppen hieronder hebben een typische ‘pointe’. Wat wil dat zeggen, denk je?

een café binnen, en paard wandelt zitten en bestelt gaat aan de toog fébaas omverbaasde ca een pintje. De st je: t gevraagde pint tapt aarzelend he et H ’ ft. , alstublie ‘Dat is dan 3 euro en ld op de toog paard legt het ge olgens zijn pint, en verv drinkt eens van kelijke stilte. valt een ongemak ‘Euh aan de cafébaas: Vraagt het paard … is er iets?’ nooit hebben hier nog ‘Sor ry, maar wij vloer gehad.’ een paard over de : 3 euro voor een ‘Ja, niet moeilijk

©

E

pintje!’

E

en bejaarde, maar steenrijke bruidegom ligt tijdens de huwelijksnacht in bed met zijn piepjonge, kersverse vrouw. ‘Schat,’ begint hij, ‘nu we getrouwd zijn, wil ik graag eerlijk tegen je zijn. Ik ben al oud en niet helemaal gezond mee r. Ik heb herpes, ischias, wintertenen, hepatitis a, b en c …’ ‘Hou maar op’, onderbreekt de jonge bruid hem. ‘Is er ook iets wat je niet hebt?’ ‘Jawel, lieverd: tanden.’

LES 20 HUMOR IS (NIET) OM TE LACHEN

265


Vond je het moeilijk om een mop te vertellen? Dan ben je zeker niet alleen. De klassieke mop blijkt immers op sterven na dood. 4 Luister naar een fragment uit De wereld van Sofie en schematiseer de informatie.

IN

6.9

©

VA

N

MOP

5 Je leraar stelt je nu een aantal vragen. Kun jij ze beantwoorden op basis van je schema?

266

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


2

SOORTEN HUMOR 1 Op tv en streamingdiensten worden veel humorprogramma’s uitgezonden. a Welke voorbeelden ken je? b Welke acteurs vind je grappig? 2 Je bekijkt achtereenvolgens vier korte fragmenten. a Hoe grappig vind je elk fragment? Kleur telkens een aantal sterren.

c Beantwoord de bijhorende vragen.

Loslopend wild & gevogelte

a b

IN

b Noteer kort waarom je die score gaf.



William Boeva

FRAGMENT

N

c Omschrijf de humor in dit fragment.

a



VA

b

c Hoe voelt de comedian zich wanneer hij dit vertelt, denk je?

Taboe

a

FRAGMENT



©

b

LES 20 HUMOR IS (NIET) OM TE LACHEN

FRAGMENT

c Zou jij deze grappen durven vertellen voor een zaal vol mensen met een beperking? Leg uit waarom je dat (niet) zou doen.

267


Tegen de Sterren Op

a



b FRAGMENT

IN

c Op welke manier lachen de acteurs met Thuis?

3 Stel samen met een medeleerling een top drie van de fragmenten op. a Geef de fragmenten een podiumplaats.

VA

N

b Was het eenvoudig om tot een gezamenlijke top drie te komen? Waarom (niet)?

4 Verbind de vormen van humor met hun definities en zet elk fragment bij de juiste humorsoort.

1.8

1 cynisme 3 parodie

b een bewust gemaakte taalfout

4 zwarte humor

c Vorm van humor waarbij men vertrekt van een onrealistisch uitgangspunt/idee en dat tot in het absurde uitwerkt.

©

2 absurde humor

a Humor over onderwerpen die in het dagelijkse leven tot de taboesfeer behoren.

d Bittere humor waaruit je de teleurstelling van de humorist in zichzelf of in anderen kan afleiden. e een humoristische nabootsing van een bekend persoon, gebeurtenis, film, serie …

1

definitie

fragment

268

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT

2

3

4


3

TAALHUMOR Ook door met taal te spelen kun je mensen aan het lachen brengen. We spreken dan over taalhumor of verbale humor. 1 Lees de definities hieronder. a Verbind de omschrijvingen met de juiste definitie.

2 epigram 3 overdrijving (hyperbool) 4 limerick 5 opzettelijke fout 6 palindroom 7 ironie

a Een vijfregelig versje met grappige inhoud. Het rijmschema is / aabba/ en de laatste regel bevat meestal de pointe. De naam verwijst naar een plaatsje in Ierland. b Een omkeerwoord of -regel die aan een slaperige vis doet denken. Je kunt het woord van links naar rechts of van rechts naar links lezen.

IN

1 column

c Een stijlfiguur die gebruikmaakt van een uitvergroting. De term is ook de naam van een wiskundige figuur.

d Een milde vorm van humor die niet kwetsend bedoeld is. De zender zegt het tegenovergestelde van wat hij bedoelt.

8 woordspeling

e Een woord of uitdrukking waarbij men met de verschillende betekenissen speelt (bv. letterlijk en figuurlijk). f

een kort, kernachtig gedicht met een verrassende wending op het einde, Grieks voor ‘opschrift’

N

g een bewust gemaakte taalfout

h een korte tekst waarin een auteur op een persoonlijke manier en met humor zijn/haar visie geeft op een actueel onderwerp

2

3

4

5

6

7

8

VA

1

b Plaats bij elk voorbeeld de juiste term.

De kwakzalver Er was eens een Duitser in Aken, die vreselijk last had van braken. Bij wijze van pil kreeg ie toen kikkerdril, wat ’t braken deed omslaan in kwaken.

LES 20 HUMOR IS (NIET) OM TE LACHEN

© Tom Borremans

©

John O’MIll. Dichterbij

269


270

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT

N

VA

© IN

© Humo / Johan Sebastiaan Steur


IN

2 Bij taalhumor maak je soms gebruik van dubbele bodems: er is dan een verschil tussen wat je (letterlijk) zegt of schrijft en wat ermee bedoeld wordt. In welke voorbeelden vind je een dubbele bodem terug?

SCHRIJVEN: HUMOR EN IK

N

4

In deze korte schrijfopdracht maak je een persoonlijk overzicht van welke humor jij fijn vindt. Je beschrijft aan een breed publiek (van mensen die je niet noodzakelijk kent) je smaak in een informatieve tekst.

VA

Voorbereiden

1 Verzamel vijf voorbeelden van humor die jij goed vindt. Dat kunnen stand-up comedians zijn, maar ook cartoons, humoristische reeksen, moppen … 2 Beschrijf elk voorbeeld in kernwoorden. Je beantwoordt daarbij telkens volgende vragen: a Waarom vind je dat grappig? b Welk type humor vind je terug in het voorbeeld?

©

Plannen

3 Plaats je voorbeelden nu in volgorde. Je absolute favoriet plaats je bovenaan. 4 Denk na over de volgende vragen. a Wat is het tekstdoel? b Wie is je doelpubliek? c Welke invloed heeft dat op het taalgebruik (woordkeuze, zinnen, zinslengte …)?

LES 20 HUMOR IS (NIET) OM TE LACHEN

271


Schrijven 5 Schrijf nu voor elk voorbeeld een motivatie uit. Je werkt elke motivatie uit tot een alinea. a Gebruik in je motivatie sprekende bijvoeglijke naamwoorden. b Zorg voor signaalwoorden die de verschillende alinea’s vlot op elkaar laten volgen. 6 Schrijf een korte conclusie over jouw smaak voor humor. Is er een bepaalde vorm van humor die jij verkiest of hou je net van veel verschillende vormen?

Reflecteren

IN

7 Voeg ten slotte een inleiding toe aan je tekst waarin je beschrijft wat aan bod kwam.

8 Vergelijk jouw tekst met die van een medeleerling.

N

a Wat is er beter in jouw tekst? b Wat kun je leren uit de tekst van je medeleerling? c Welke aandachtspunten leid je daaruit af voor jezelf?

Herschrijven

VA

9 Herschrijf nu je eigen tekst.

a Houd rekening met de suggesties die je bij de vorige vraag noteerde. b Bekijk ook de evaluatiecriteria.

©

Je dient de definitieve versie van je eindresultaat in op

272

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT

.


Evaluatiematrix – Schrijven: humor en ik GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

volledigheid

Alle delen zijn grondig uitgewerkt: - je motiveert je keuzes, - je verwijst in je motivaties naar de soort(en) humor die je terugvindt. correctheid

Je tekst bevat alle elementen Je tekst bevat niet alle maar de uitwerking is beperkt. gevraagde elementen. In het geheel ontbreekt:

IN

Je tekst bevat - een inleiding, - vijf beschrijvingen van humor, - een conclusie die jouw smaak samenvat.

Je maakt enkele fouten tegen spelling, zinsbouw of de verbuiging van de bijvoeglijke naamwoorden. Dat staat je boodschap niet in de weg.

Je tekst bevat opvallende spellingfouten, te veel herhaling en/of foute zinnen. Daardoor is het moeilijk om je tekst te begrijpen.

Je gebruikt bijvoeglijke naamwoorden die je keuze motiveren en je mening naar voren brengen.

Je tekst is vlot, maar de bijvoeglijke naamwoorden die je gebruikt zijn heel algemeen (bv. goed, langdradig, saai). Ze geven niet echt een persoonlijke mening weer.

Je mening komt onvoldoende duidelijk naar voren. De bijvoeglijke naamwoorden zijn heel algemeen. Ze helpen niet om je mening beter te begrijpen.

De signaalwoorden zorgen voor een vlotte samenhang tussen de alinea’s.

Je gebruikt een beperkt aantal Je alinea’s staan los van elkaar. signaalwoorden. De alinea’s Er is geen overgang tussen de worden zo wel met elkaar verschillende delen. verbonden, maar de tekst wordt een opsomming.

N

Je taalgebruik is zo goed als foutloos: je spelling is correct en alle zinnen zijn helder en juist opgebouwd.

VA

duidelijkheid en gepastheid

aantrekkelijkheid

©

Je tekst is aangenaam om te lezen: je spreekt de lezer aan, je schrijft origineel en je varieert in woorden.

Je tekst is goed opgebouwd, maar weinig persoonlijk. Je schrijft heel neutraal.

Je tekst heeft geen samenhang. Het is eerder een verzameling van losse, algemene zinnen. Je spreekt de lezer niet aan.

Aanvullende commentaar:

LES 20 HUMOR IS (NIET) OM TE LACHEN

273


les

Wanneer communicatie 21 fout loopt Je achterhaalt waarom

Je onderscheidt de verschillende soorten ruis in een communicatiesituatie

1

3 boodschappen bewust onduidelijk geformuleerd worden

2

1

COMMUNICATIE. BEST BELANGRIJK. 1 Je leraar toont je een fragment. a Wat liep er fout? b Hoe had dat vermeden kunnen worden?

IN

Je past compenserende strategieën toe bij moeilijke communicatiesituaties

2 Herinner je je een situatie waarin communiceren moeilijk was, fout liep of oneerlijk was? Bedenk een situatie voor de volgende contexten. met je ouders met je beste vriend/vriendin met je leraar

N

• • •

VA

Je leest nu een artikel rond het belang van communicatie. Voor je op de inhoud ingaat, is het belangrijk om stil te staan bij de woorden die in de tekst gemarkeerd zijn. 3 Verbind de woorden met de zinnen in de tweede kolom. Het vetgedrukte woord heeft telkens een gelijkaardige betekenis aan een van de woorden in de eerste kolom. a Antibiotica zijn vaak een doeltreffende oplossing voor een longontsteking.

2 effectief

b Die nieuwe producten zijn uitsluitend beschikbaar bij onze producent.

3 gerenommeerd 4 capaciteit

c De telefoonverbinding bleek niet te voldoen. Het gesprek was onverstaanbaar door het geruis.

5 connectie

d In sommige rechtszaken heeft de rechter eerder een verzoenende functie.

6 arbitrair

e Kenners beschrijven de wijn als bijzonder waardevol en vermaard.

7 impact

f

©

1 expertise

8 exclusief

g De pers is vol lof over de vakkundigheid en de geweldige creativiteit van die regisseur.

9 flexibel

1

274

TRAJECT NEDERLANDS 4

Veel werkgevers zijn op zoek naar personeel dat meegaand is, omdat het niet steeds evident is vaste werkuren en -dagen te voorzien.

h De nieuwe maatregelen bleken een grote invloed te hebben op de verkeersveiligheid.

2

i

De turnleraar koos willekeurig een leerling om de oefening voor te doen.

j

De bekwaamheid om die wonde correct te verzorgen is niet iedereen gegeven. 3

4

INFO & COMMUNICATIE

5

6

7

8

9


© Obinna Ezeani / Alamy

IN

Waarom goede communicatie écht belangrijk is

Hoewel je veel verstand van zaken hebt, levert je expertise en kennis je niet altijd op wat je zou willen. Voor een effectieve samenwerking is meer nodig dan dat. Goede communicatie is de basis voor goede resultaten en een succesvolle samenwerking. ‘Communicatie laat de wereld draaien’, zegt ook Richard Branson, eigenaar van de Virgin Group.

N

Volgens Brian Tracy , een gerenommeerde leiderschapsgoeroe, draagt de capaciteit om te communiceren voor 85% bij aan je succes in het zakenleven en je privéleven. Een onderzoek van Carnegie Institute of Technology ondersteunt die stelling. Het toont aan dat 85% van iemands (financiële) succes behaald wordt door effectieve communicatie, onderhandelen en leiderschap. Slechts 15% van het succes heeft te maken heeft met kennis en technische vaardigheden.

VA

‘Communicatie maakt menselijke connecties mogelijk, het stelt ons in staat om te leren, te groeien en vooruit te gaan’, stelt Branson. ‘Het gaat niet simpelweg om spreken of lezen, maar om te begrijpen wat er precies wordt gezegd – en in sommige gevallen wat er niet wordt gezegd. Communicatie is de belangrijkste vaardigheid die iedere arbitraire leider kan hebben.’ Wat ons betreft geldt dat niet alleen voor leiders. Goede communicatie is belangrijk voor iedereen die invloedrijk wil zijn. Impact maken Invloed gaat over impact maken door anderen mee te nemen naar jouw doel. In de basis gaat het over positieve interactie. Invloed zit daarmee genesteld in je gedrag en je manier van communiceren. En dat is goed nieuws – je kunt jezelf namelijk verschillende communicatiestijlen eigen maken. Invloed hebben op anderen is geen gave, bestaat niet alleen voor een bepaalde minderheid en is niet exclusief voor supersterren.

©

Om effectief te kunnen communiceren en daarmee invloedrijker te worden, heb je eerst inzicht nodig in je eigen gedrag. Hoe kom je over op anderen en hoe kun je dat veranderen? Zodra je flexibeler inspeelt op situaties en gesprekspartners en in staat bent om verschillende communicatiestijlen in te zetten, heb je meer invloed, en dus meer impact. Bron: www.zuidema.nl

LES 21 WANNEER COMMUNICATIE FOUT LOOPT

275


4 Ben jij het eens met dit artikel? Geef minstens twee argumenten waarom dat (niet) het geval is.

2

FALENDE COMMUNICATIE

IN

5 Uit het artikel blijkt dat goede communicatoren een grote invloed kunnen uitoefenen. Die invloed kan positief of negatief zijn. Kun je situaties bedenken waarin communicatie als ‘wapen’ gebruikt kan worden?

1 Je gaat nu aan de slag met enkele voorbeelden van communicatie die fout loopt. a Plaats de voorbeelden op de volgende pagina in een van de categorieën. b Voeg ook zelf een voorbeeld toe.

N

Er zijn externe factoren die goede communicatie verhinderen.

VA

De code die zender en ontvanger gebruiken, komen niet overeen.

De gedachten van zender en/ of ontvanger verhinderen goede communicatie.

2 Link nu de verschillende categorieën met de passende term. a psychologische ruis

2 De codes die zender en ontvanger gebruiken, komen niet overeen.

b semantische ruis

3 De gedachten van zender en/of ontvanger verhinderen goede communicatie.

c fysieke of mechanische ruis (kanaalruis)

©

1 Er zijn externe factoren die goede communicatie verhinderen.

1

2

3

3 Wat zou jij doen om de communicatie in die gevallen toch nog vlot te laten verlopen? 1 2 3 4 5 6

276

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


1

Wàt, wat? Voetballer krijgt rood vanwege achternaam Door REDACTIE – in BUITENLAND

IN

3

2

HEMEL HEMPSTEAD - De achternaam van voetballer Sanchez Watt heeft dinsdagavond voor een opvallend gevalletje ’miscommunicatie’ gezorgd op het veld. Hij kreeg een gele kaart, maar door een misverstand werd dat al snel rood.

Bij het ontvangen van de gele kaart, vroeg scheidsrechter Dean Hulme de voetballer om zijn achternaam. Dat hij tot drie keer toe ’Watt’ riep, leverde hem rood op. De arbiter dacht dat hij hem voor de gek hield en steeds ’What?!’ zei.

Bron: www.telegraaf.nl

4

N

Ploeggenoot Jordan Parked kon - gelukkig voor hun team - al snel uitleggen wat (Watt?) er aan de hand was. De rode kaart trok de scheidsrechter in.

5

Paps

VA

online

Alles gaat mis vandaag

Wat is er dan lieverd?

©

13:16

Lekke band, vervelend gesprek op werk en nu heeft Ellis onze afspraak van vanavond ook nog afgezegd 13:17

LOL

LES 21 WANNEER COMMUNICATIE FOUT LOOPT

13:12

13:17

Dat is toch niet grappig?!?

Oh, ik dacht dat LOL ‘lots of love’ betekende? Niet?

13:20

13:33

6

277


4 Hoe zou jij reageren in volgende situaties om de communicatie alsnog goed te laten verlopen? a Iemand vraagt jou de weg in een voor jou onbekend Nederlands dialect.

b In een mail die je van je leraar krijgt, staan woorden die je niet begrijpt.

c Het artikel dat je moet instuderen voor biologie is best moeilijk geformuleerd.

IN

d Terwijl je telefoneert met je lief, maakt je vader veel lawaai in de keuken met de potten en pannen.

e Je leraar spreekt je aan nadat hij je net een slechte toets teruggaf. Je bent daar erg boos om, want je vindt je score onterecht.

N

MISLEIDENDE EN ONEERLIJK COMMUNICATIE

3

Soms communiceren mensen bewust onduidelijk. In dit deel werk je met drie voorbeelden waarbij een zender er bewust voor kiest om de boodschap niet helemaal begrijpelijk weer te geven. Artikel 4: Eigendomsvoorbehoud De aannemer blijft eigenaar van alle door haar verkochte zaken tot voldoening door de opdrachtgever van de tegenprestatie terzake de door de aannemer krachtens overeenkomst geleverde of te leveren zaken, of terzake de krachtens een zodanige overeenkomst tevens ten behoeve van de opdrachtgever verrichte of te verrichten werkzaamheden, alsmede tot voldoening van de vorderingen wegens tekortschieten in de nakoming van zodanige overeenkomst.

VA

A

In geval van bewerking, verwerking of vermenging van het geleverde door of bij de opdrachtgever, verkrijgt de aannemer het mede eigendomsrecht van de nieuw ontstane zaak c.q. zaken c.q. de hoofdzaak en wel voor de waarde van de door de aannemer geleverde (oorspronkelijke) zaken. Bron: Algemene voorwaarden, Van Hemert B.V.

B

Het regieteam als kurk waarop de gemeente drijft

©

DOOR NICO VAN WIJK

Regieteams zijn essentieel voor gemeenten. Dit zijn dus geen bezuinigingsposten. In onze praktijk adviseren wij gemeenten om de organisatieontwikkeling te starten met het opbouwen van het regieteam. We geven de regieteams een impuls want zij zijn ondersteuners in hart en nieren. De leden van de regieteams zijn dan ook de spin in het web van het bestuur want ondersteuningstaken zitten in hun DNA. Op deze manier kunnen we gemeenten in hun kracht zetten. Bron: www.gemeente.nu

C Dokter: ‘Bij deze stel ik u in kennis dat u lijdt aan hipopotomonstrosesquipedaliofobia. Desalniettemin zullen we door intensieve therapie pogen uw stoornis te remediëren. Er zijn patiënten wier fobie verdween middels hypnose.’

278

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


1 Lees de voorbeelden en duid de boodschap aan die je het moeilijkst vindt. 2 Duid voor elke tekst aan welke zaken ervoor zorgen dat de boodschap moeilijk te begrijpen is. a

b

c

Er wordt te veel figuurlijke taal gebruikt. Er worden vaktermen of moeilijke woorden gebruikt in de tekst. Een leek kent de exacte betekenis van die woorden vaak niet. Het taalgebruik is archaïsch.

Er worden (onbekende) afkortingen gebruikt.

IN

Er worden woorden uit een andere taal gebruikt.

3 Waarom denk je dat de zenders op die manier communiceren? Geef dat aan voor elke tekst. a

N

b

VA

c

4 Formuleer bij de eerste twee teksten de eerste zin bondiger en duidelijker. a

©

b

5 Wat betekenen volgende uitdrukkingen in tekst b? •

de kurk waarop iets drijft:

in hart en nieren:

de spin in het web:

woord archaïsch: ouderwets; (bewust) verouderd

LES 21 WANNEER COMMUNICATIE FOUT LOOPT

279


les

22

Actieve en passieve zinnen Je kent het verschil tussen een actieve en een passieve zin

1

Je kunt een actieve zin omzetten

3 naar een passieve zin en omgekeerd

2 4 Je kunt zinnen redekundig ontleden

VA

N

IN

Je weet in welke situatie je best een actieve zin of een passieve zin gebruikt

1

HET VERSCHIL TUSSEN ACTIEVE EN PASSIEVE ZINNEN

1 Hieronder vind je acht zinnen.

11.2.1

a Onderstreep in de volgende zinnen het onderwerp één keer en de persoonsvorm twee keer.

11.2.2

b In welke zinnen voert het onderwerp het werkwoord echt uit? Duid aan.  De kinderen spelen elke week voetbal.

©

 Er werden gisteren bloemen bezorgd aan alle tachtigjarigen uit de gemeente.  Mijn opa werd vorig weekend gevierd.  Oma bakt altijd heerlijke pannenkoeken.  De trainer wordt door de spelers op de schouders gedragen.  De hele voormiddag opereerde de chirurg om de patiënt in leven te houden.  Die jeugdspeler scoorde het eerste doelpunt van het toernooi.  We zullen door de directie op de hoogte worden gebracht.

280

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


2 In deze kennisclip wordt het verschil tussen actieve en passieve zinnen samengevat. Bekijk de clip en vat de theorie samen in het onthouden-kader.

KENNISCLIP

©

VA

N

IN

onthouden

LES 22 ACTIEVE EN PASSIEVE ZINNEN

281


11.1.6

3 Zet de actieve zinnen om naar passieve zinnen. a Lewis Hamilton won de Grote Prijs van Monaco.

IN

b Iemand stichtte brand in een appartementsgebouw aan de Vlaamse Kaai.

c Tijdens het broedseizoen bouwt de vogel een nest.

d De orkaan verwoestte een groot deel van de oostkust van Groot-Brittannië.

N

e De gezichtsherkenning van onze nieuwe bewakingscamera’s zal toekomstige inbrekers registreren.

4 Zet de passieve zinnen om naar actieve zinnen.

VA

a De desserten worden bereid door een chocolatier.

b Er wordt in de meeste scholen een verbod op gsm-gebruik tijdens de lessen ingevoerd door de directie.

©

c De leerlingen worden door een leraar begeleid naar de schouwburg.

d Er is door een rat een gat in de vloer gebeten.

e Het boek zal door Jan aan Victor gegeven worden.

282

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


5 Zet de actieve zinnen om naar passieve zinnen, en de passieve zinnen naar actieve zinnen. a De tuinlieden spitten de tuin om.

c Eva neemt het fototoestel mee.

d Hij maakt een moeilijke toets.

IN

b De boodschappen zijn door Niek bezorgd.

De tas zal hier door Thomas neergezet worden.

VA

f

N

e Het spookverhaal wordt door Koen verteld.

g Jullie hebben dat raadsel opgelost.

©

h De weg wordt door de gids gewezen.

i

Zij heeft de wedstrijd gewonnen.

j

Jij koopt dat boek.

LES 22 ACTIEVE EN PASSIEVE ZINNEN

283


2

ACTIEVE EN PASSIEVE ZINNEN IN JE TEKSTEN 1 Kies je hier beter voor een actieve of voor een passieve zin? Waarom? Motiveer met behulp van onderstaande tips.

tip

a  passief  actief

IN

Actief of passief? 1 Zorg voor eenduidige zinnen. Vermijd verwarring. 2 Vermijd ‘zullen’ en ‘worden’ waar het niet nodig is. 3 Gebruik een passieve zin om een zinsdeel te beklemtonen. 4 Gebruik een passieve zin als je het onderwerp niet weet. Vermijd ‘men’.

De nieuwe begroting wordt morgen aan de Kamer voorgelegd en daarna geeft de regering een persconferentie. De regering legt morgen de nieuwe begroting aan de Kamer voor en geeft daarna een persconferentie. In Brussel is het Koninklijk Paleis door de bliksem getroffen. De bliksem heeft het Koninklijk Paleis in Brussel getroffen.

c  passief  actief

Waarom is dat niet vanaf het begin gezegd? Waarom heeft men dat niet vanaf het begin gezegd?

d  passief  actief

De resultaten van het onderzoek werden door de arts bestudeerd. De arts bestudeerde de resultaten van het onderzoek.

e  passief  actief

De leerling die jarig is, werd door de leerkracht gefeliciteerd. De leerkracht feliciteerde de leerling die jarig is.

VA

N

b  passief  actief

f

 passief  actief

De automobilist die door de agent neergeschoten is, was een bekende voetballer. De automobilist die de agent heeft neergeschoten, was een bekende voetballer.

g  passief  actief

Over tien dagen worden de gesprekken tussen Noord- en Zuid-Korea hervat. Over tien dagen hervatten Noord- en Zuid-Korea hun gesprekken.

h  passief

We beginnen onze reis in New Orleans. De stad is gesticht door de Fransen in de achttiende eeuw. We beginnen onze reis in New Orleans. De Fransen hebben de stad gesticht in de achttiende eeuw.

 actief

 passief  actief

Er wordt wel eens beweerd dat voetballers ijdeltuiten zijn. Men beweert wel eens dat voetballers ijdeltuiten zijn.

 passief

Dit formulier moet door de aanvragers binnen vier weken worden teruggestuurd naar de personeelsdienst. De aanvragers moeten dit formulier binnen vier weken naar de personeelsdienst terugsturen.

©

i

j

 actief

284

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


11.1.6

2 Zet de tekst om van passief naar actief. maar wel

Dit formulier moet door de aanvragers binnen vier weken worden teruggestuurd naar de personeelsdienst. De aanvragen worden door de personeelsdienst verwerkt in de volgorde van de datum van ontvangst. Uiteindelijk wordt door het gemeentebestuur beslist welke personen in aanmerking zullen komen voor de premie.

IN

liever niet

N

tip

©

VA

Hulp nodig bij het schrijven? Gebruik de Schrijfassistent die KU Leuven, VRT en De Standaard samen ontwikkelden. Via schrijfassistent.be kun je onder andere zien of je niet te veel zinnen in de passiefvorm gebruikt. Daarnaast let de tool erop dat je niet te veel woorden herhaalt, dat je spelling correct is en dat je tekst vlot geschreven is.

3 Je leraar zet online een zelftest voor je klaar. Zo kun je zelf nagaan of je dit leerstofonderdeel beheerst. Op basis van je resultaat krijg je aanvullende oefeningen. 4 Daag nu in groep je medeleerlingen uit voor Let op je woorden!, een spel waarin jullie op een creatieve manier aan de slag gaan met actieve en passieve formuleringen. SPELREGELS

LES 22 ACTIEVE EN PASSIEVE ZINNEN

285


3

REDEKUNDIG ONTLEDEN 1 Ontleed de volgende zin. Mijn buurman maait elke week het gras.

11.2.1

b Wat is de persoonsvorm van de zin?

11.2.2

c Wie of wat is het onderwerp van de zin?

11.2.4

d Wat is het lijdend voorwerp in de zin? 2 Doe hetzelfde voor de passieve zin.

IN

a Verdeel de zin in zinsdelen.

Het gras wordt elke week door mijn buurman gemaaid. a Verdeel de zin in zinsdelen. b Wat is het werkwoordelijk gezegde van de zin? c Wie of wat is het onderwerp van de zin?

N

d Wie voert de handeling uit?

onthouden

Een zin is actief als het onderwerp van de zin de handeling uitvoert.

VA

Een zin is passief als het onderwerp van de zin de handeling niet uitvoert. Het onderwerp ondergaat de handeling. Het lijdend voorwerp uit de actieve zin wordt het onderwerp in de passieve zin. Het handelend voorwerp (hv) is de persoon of de zaak (wie of wat) die de handeling in een passieve zin uitvoert. Het handelend voorwerp is het onderwerp in de actieve zin.

11.2.8

3 Onderstreep in de zinnen het handelend voorwerp. Let op, sommige zinnen hebben geen handelend voorwerp. Deze wafels werden door onze oma gebakken. Door het slechte weer is de wedstrijd afgelast. Door die jongen is dat meisje gekust. De bal werd door het raam gegooid. Door een foute opgave moesten wij opnieuw beginnen. Door de hevige sneeuwval werden veel skiërs gewond. In Zwitserland heeft de chauffeur door de tunnel gereden. De politie heeft door hard werk de dieven kunnen klissen. De deelnemers van de rally werden door de pers geïnterviewd. De zinsdelen moeten in deze oefening door ons aangeduid worden.

©

a b c d e f g h i j

286

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT

 hv  geen hv  hv  geen hv  hv  geen hv  hv  geen hv  hv  geen hv  hv  geen hv  hv  geen hv  hv  geen hv  hv  geen hv  hv  geen hv


12

4 Verdeel in zinsdelen en benoem het onderstreepte zinsdeel. a Ons is gevraagd om deze oefening foutloos te maken. b We sturen alle ouders een uitnodiging voor het schoolfeest. c We hebben een leuke tijd gehad in Frankrijk. d Jeroen Meus is inmiddels een begrip in Vlaanderen. e Deze vakantie trekken we erop uit naar Zwitserland. f

Niemand kon die evolutie voorspellen.

IN

g Het schilderij werd door Rubens in 1611 gemaakt.

h De hevige bosbranden vernielden veel huizen in Portugal. i

Hij is altijd een heel gemotiveerde jongen geweest.

j

Dit boek werd hem door de leraar aangeraden.

©

VA

N

5 In Tussenstop 4 en online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen over het redekundig ontleden van actieve en passieve zinnen.

LES 22 ACTIEVE EN PASSIEVE ZINNEN

287


les

Theater

23

Je kent en herkent de subgenres tragedie, komedie en muziektheater

1

Je koppelt een theaterfragment aan wat er in de wereld rondom jou gebeurt

5

Je gaat na hoe een verhaal in verschillende media wordt verteld

HOE BELEEF JIJ EEN THEATERVOORSTELLING?

IN

1

Je kent de belangrijkste termen binnen de theaterterminologie

4

3 Je beschrijft je kijkbeleving

2

1 Hoe denk jij over theater? Kies minstens vier woorden uit de woordenwolk.

lang inspirerend

N

ontspannend luid goedkoop modern saai duur interessant droevig moeilijk overdreven filosofisch kinderachtig grotesk ouderwets activerend intiem humoristisch muzikaal

2 Theater en film hebben verschillende zaken met elkaar gemeen, maar toch kun je ze gemakkelijk van elkaar onderscheiden. Noteer in kernwoorden drie overeenkomsten en twee verschillen tussen theater en film.

VA

overeenkomsten: • • •

verschillen: • •

©

Bekijk nu de theatercodes die hetpaleis meegeeft aan zijn bezoekers. Daarin wordt duidelijk gemaakt dat je niet mag eten tijdens een theatervoorstelling, terwijl je in de bioscoop vaak gretig met een zak popcorn de film bekijkt. 3 Waarom is dat niet gewenst tijdens een theatervoorstelling?

4 Vorig jaar maakte je al kennis met theater aan de hand van het stuk Niets. Welke termen herinner je je nog?

288

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


2 16

THEATERTERMINOLOGIE 1 Je leraar geeft je een bingorooster. a Luister naar de woordverklaringen die je leraar voorleest. b Vind jij dat woord terug in je rooster? Schrap dat dan. c Vier op een rij? Roep ‘Bingo’!

IN

Opvoeringen kunnen op vele plekken plaatsvinden. Het theatergezelschap Bad van Marie staat er bijvoorbeeld om bekend ervaringstheater aan te bieden dat opgevoerd wordt op een bus, in een gevangenis, in een loods …

©

VA

N

2 Bekijk deze bijzondere theaterlocaties. Welk effect heeft de locatie op de toeschouwers?

LES 23 THEATER

289


3 De meeste stukken worden echter opgevoerd in een schouwburg. Een van de meest authentieke Vlaamse schouwburgen is de Antwerpse Bourlaschouwburg. Bekijk de afbeelding hieronder van de grote zaal. Welke onderdelen herken je?

VA

N

IN

côté cour – de scène – de parterre – de loges – de engelenbak – het balkon – de orkestbak – côté jardin – het doek / brandscherm

8

1

6

9

7

5

3 2

©

1 2 3 4 5 6 7 8 9

290

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR

4


3

16.2

,

OF

?

1 Net zoals er verschillende genres films of verhalen bestaan, zijn er ook binnen het theater subgenres te onderscheiden. Lees de informatie en bekijk de fragmenten. a Noteer bij elk fragment drie woorden die in je opkomen.

IN

Ontspoord (De Toneelmakerij) De Amerikaanse Naomi Wallace schreef het zinderende toneelstuk The Trestle at Pope Lick Creek (Ontspoord). ‘Nergens’ is een troosteloos stadje waar de mijn is gesloten. Er wordt maar naar één ding uitgekeken: de trein van 19:30 uur.

N

King Lear (Het Zuidelijk Toneel & hetpaleis) King Lear (William Shakespeare) vertelt het verhaal van de oude Koning Lear, die zijn rijk over zijn drie dochters wil verdelen. Maar zoals het Shakespeare betaamt, loopt alles al meteen grondig mis. Macht, moord, verraad, jaloezie, veldslagen … volgen elkaar in sneltempo op.

©

VA

wat/nu (Stan) De centrale verhaallijn is eenvoudig: de overwerkte Ulrike en haar man Michael, een links-liberaal, milieuen politiek bewust koppel, althans in theorie, nemen Jessica in dienst om het huishouden te doen en voor hun vroeg puberende zoon te zorgen. De aanwezigheid van Jessica heeft op verschillende niveaus een invloed op de realiteit van de familie. De idealen van tolerantie en breeddenkendheid worden aan het wankelen gebracht, goede bedoelingen worden ontmaskerd en blijken futiele pogingen te zijn om de onderliggende vooroordelen te ontkennen, de steriele realiteit van het koppel wordt blootgelegd. Daarbij komt nog dat de conceptuele kunstenaar Haulupa voortdurend opduikt en als een horzel het familie-ideaal probeert te ontwrichten.

woord de horzel: (1) vliegend insect, (2) vervelende kwelgeest ontwrichten: uit evenwicht brengen, doen omvallen

LES 23 THEATER

291


b Welke definitie van deze subgenres binnen het theater passen bij welk fragment?

onthouden Een tragedie was oorspronkelijk een ingewikkeld verhaal. Aan het einde stierf het hoofdpersonage of bevond het zich in een netelige situatie. Vandaag zijn tragedies emotionele verhalen waarin ernstige gebeurtenissen aan bod komen. voorbeeld: fragment

voorbeeld: fragment

IN

Een komedie (blijspel) liep vroeger steevast goed af voor het hoofdpersonage. Tegenwoordig zijn komedies humoristische stukken.

Bij muziektheater speelt muziek een centrale rol. Dat kan het geval zijn wanneer het orkest prominent aanwezig is, maar ook musicals en opera’s zijn voorbeelden van muziektheater. Daarbij wordt het verhaal (deels) gezongen gebracht. voorbeeld: fragment

N

2 Tragedies, komedies en muziektheater zijn subgenres van theater met een lange geschiedenis. Hun invulling veranderde doorheen de tijd. Bekijk deze klassieke en erg bekende voorbeelden van de subgenres. a Bij welk genre kun je ze plaatsen? Duid het juiste antwoord aan. b Bewijs je keuze aan de hand van één argument.

VA

Edward Twee (Christopher Marlowe) Kun je de wet overtreden door iemand graag te zien? Mogen koningen zichzelf zijn? Of moeten ze kiezen tussen de liefde en de macht? Edward Twee voelt meer voor zijn beste vriend Gaveston dan voor zijn vrouw. Zodra hij koning wordt, haalt hij zijn geliefde naar het hof om samen met hem te regeren. Dat zet alle machtsverhoudingen in het land op hun kop en er barst een strijd los die pas zal gaan luwen als Edward Twee dood is en Edward Drie op de troon komt.

©

De tekst is van Christopher Marlowe (1564-1593), een tijdgenoot van Shakespeare. De vragen die hij tussen de regels stelt, zijn vandaag nog zeer actueel. Mag een koning homo zijn? Of moet hij kiezen tussen de liefde en de macht? In deze bewerking van fABULEUS wordt het grimmige universum van Edward Twee belichaamd door een kind, zeven jongeren en een volwassen acteur. Bron: www.fabuleus.be

 tragedie  komedie  muziektheater

292

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


De vrek (Molière) Harpagon, een vrek, is erop uit zijn zoon en dochter uit te huwelijken aan een rijke weduwe en aan een vermogende, oude man. De zoon en dochter van Harpagon houden echter van iemand anders. Zijn zoon Cléante is verliefd op Mariane, terwijl zijn dochter Elise wil huwen met Valère. Valère praat Harpagon zoveel mogelijk naar de mond om alsnog toestemming te krijgen voor het huwelijk. Bij het ondertekenen van de huwelijksakte tussen Elise en de rijke, oude man, geeft Harpagon de opdracht aan zijn kok een zo goedkoop mogelijk feestmaal te bereiden. Nadien komt Harpagon erachter dat de schat die hij in zijn tuin begraven had, gestolen is. Hij beschuldigt Valère van de diefstal. Cléante blijkt echter de dader te zijn.

N

 tragedie  komedie  muziektheater

IN

Aan het einde komen Mariane en Valère erachter dat ze de kinderen zijn van de rijke, oude man. Cléante wil de schat van zijn vader enkel teruggeven als hij mag trouwen met Mariane. Hij krijgt daarvoor toestemming, net als Elise en Valère. De vrek krijgt het echter zo geregeld dat de rijke, oude vader van Mariane en Valère de huwelijken bekostigt.

VA

Carmen (Georges Bizet) Sevilla, in 1820. De sergeant Don José raakt onder de bekoring van de zigeunerin Carmen en helpt haar aan de gevangenis te ontkomen, wat hemzelf een arrestatie en degradatie oplevert. Carmen weet hem te overhalen zich bij een smokkelaarsbende aan te sluiten, maar de goede houding wordt spoedig verstoord als zij gecharmeerd raakt door de stierenvechter Escamillo. Een conflict blijft uit omdat het boerenmeisje Micaëla op het beslissende moment tussenbeide komt en Don José smeekt zijn stervende moeder te bezoeken. Als deze, verteerd door jaloezie, bij zijn terugkeer ervaart dat Carmen in de persoon van Escamillo een nieuwe minnaar heeft gevonden, doodt hij haar. Bron: musico.nl

©

 tragedie  komedie  muziektheater

woord vermogend: met veel bezittingen de degradatie: een lagere rang of plaats krijgen spoedig: snel verteerd zijn door: zo vol van iets dat je er veel last van ondervindt

LES 23 THEATER

293


3 Klassieke tragedies zijn vaak op een gelijkaardige manier opgebouwd in vijf bedrijven, volgens de principes van Aristoteles. Hamlet van William Shakespeare is daar een voorbeeld van. a Het verhaal van Hamlet wordt hier kort voorgesteld. Plaats de cartoons in de juiste volgorde. 1

2

5

IN

4

3

b Je kent nu de grote lijnen van een van Shakespeares bekendste tragedies. Je leest hier de uitgebreidere korte inhoud per bedrijf. Plaats de correcte benaming bij elk bedrijf.

N

motorisch moment – peripetie – expositie – climax – catastrofe

bedrijf

benaming

1

Hamlet de oude, koning van Denemarken, sterft plots. Zijn broer Claudius neem de troon over en huwt Gertrude, de vrouw van Hamlet de oude. Hamlet, de zoon van Hamlet de oude, is hier woest om. De geest van Hamlet de oude verschijnt aan Hamlet en vertelt dat hij vergiftigd werd door Claudius. De geest vraagt Hamlet zijn dood te wreken. Hamlet vertelt aan Horatio en Marcellus dat het zal lijken alsof hij gek is.

VA

(kennismaking, voorstelling)

Hamlet

2

(intrige, probleem)

3

©

(conflict tussen protagonist en antagonist op hoogtepunt)

4

(ommekeer, wending)

(afloop)

TRAJECT NEDERLANDS 4

Terwijl Hamlet een gesprek voert met zijn moeder Gertrude, merkt hij op dat hij wordt afgeluisterd door Polonius, Claudius’ adviseur. In een vlaag van woede vermoordt hij Polonius.

Hamlet wordt naar Engeland gestuurd. Claudius hoopt dat hij daar vermoord zal worden. Ophelia, die verliefd is op Hamlet, wordt gedreven tot waanzin door het gemis van haar vader en Hamlet. Hamlet keert echter terug naar Denemarken. Gertrude kondigt de zelfmoord van Ophelia aan. De broer van Ophelia daagt Hamlet uit voor een duel. Ophelia’s broer doopt de punt van zijn zwaard in een gif om Hamlet zo dodelijk te kunnen treffen. Claudius schotelt hem ook vergiftigde wijn voor. Beide duellisten raken gewond en vergiftigd door de zwaarden. Gertrude wil op Hamlet toosten en drinkt van de vergiftigde wijn. Ze sterft in de armen van haar zoon, die met zijn laatste krachten Claudius doodt.

5

294

Hamlet voert samen met Rosencrantz en Guildenstern een stuk op voor Claudius waarin hij de moord op zijn vader uitbeeldt. Claudius loopt woedend weg.

LITERATUUR


4 Niet elk theaterstuk past mooi binnen één categorie. Er bestaan namelijk ook mengvormen van genres. De bekendste mengvorm is waarschijnlijk de tragikomedie. Lees de samenvatting van Le Cid van Pierre Corneille (1606-1684), een van de bekendste tragikomedies.

Le Cid

Chimène, dochter van graaf Don Gomès, is verliefd op Don Rodrigue, zoon van edelman Don Diègue en die liefde is wederzijds.

IN

Don Gomès is jaloers op Don Diègue omdat hij is benoemd tot gouverneur van de prins. De twee krijgen ruzie en de graaf geeft Don Diègue een kaakslag. Dat is een grove belediging. Hij geeft zijn zoon Rodrigue de opdracht om hem te wreken door de graaf te doden. Rodrigue heeft nu een groot probleem: als hij zijn vader niet wreekt, zal iedereen hem laf vinden, maar als hij de graaf wel doodt, zal hij Chimène kwijtraken. Hij besluit toch een duel met de graaf aan te gaan en wint. Chimène gaat naar de koning om ‘recht te vragen’; ze wil dat de koning opdracht geeft om Rodrigue te doden.

N

Als zij thuiskomt, is Rodrigue er en hij zegt dat ze hem mag doden om wraak te nemen. Maar Chimène laat blijken dat ze nog steeds heel veel van hem houdt en dat ze dat niet kan. Rodrigue gaat dan op aanraden van zijn vader vechten tegen de Moren, die de stad belegeren. Door zijn moedige optreden wordt de strijd gewonnen. Hij is de held van de dag, de koning is heel blij met hem en belooft hem dat hij hem niet zal doden.

VA

Als Chimène weer bij de koning komt, liegt hij dat Rodrigue dood is. Hij ziet hoe verdrietig ze daarvan wordt en snapt dat ze nog steeds van hem houdt. Maar zij zegt nog steeds dat ze wraak wil voor haar vaders dood. Hij staat dan toe dat Rodrigue duelleert met Don Sanche, aanbidder van Chimène, maar alleen op voorwaarde dat Chimène met de winnaar trouwt. Maar voordat het duel plaatsvindt, komen Chimène en Rodrigue elkaar nog een keer tegen en ze drukt hem op het hart om toch vooral het duel te winnen, omdat ze met hem wil trouwen. Rodrigue wint inderdaad, maar laat Don Sanche wel in leven. De koning bepaalt dat hij met Chimène mag trouwen en ze zijn allebei gelukkig. Maar omdat het verdriet en de wrok van haar vaders dood nog erg vers zijn, wordt besloten dat Rodrigue eerst nog oorlog gaat voeren tegen de Moren en dat ze enkele jaren later pas zullen trouwen.

©

a Welke tragische elementen herken je in dit stuk?

b Welke komische elementen zijn aanwezig in Le Cid?

c Is een tragikomedie eerder een tragedie of eerder een komedie?

LES 23 THEATER

295


4

WAT IS DE WAT / ROAD OF CHANGE 1 Bekijk onderstaande bronnen. Ze houden allemaal verband met de theatervoorstelling Wat is de Wat (hetpaleis).

VA

N

© The Washington Post

IN

a Waarover denk je dat dit stuk zal gaan?

‘Om te overleven, moet je samen blijven.’ – Valentino Achak Deng

©

De ‘Lost Boys of Sudan’ was de naam die gegeven werd aan een groep van meer dan 20 000 jongens van de etnische groepen Nuer en Dinka. Deze jongens waren ontheemd of wees geworden tijdens de Tweede Soedanese Burgeroorlog (1987-2005), waarbij ongeveer 2 miljoen mensen werden gedood en anderen zwaar werden getroffen. De naam ‘Lost Boys of Sudan’ werd in de volksmond gebruikt door hulpverleners in de vluchtelingenkampen in Afrika waar de jongens verbleven. Velen geloven dat de term aanvankelijk was afgeleid van het kinderverhaal van Peter Pan.

b Welk gevoel krijg je bij het bekijken van die bronnen? Beschrijf je gevoel aan de hand van minstens drie bijvoeglijke naamwoorden.

Wat is de Wat is niet enkel een theatervoorstelling, maar is oorspronkelijk een boek geschreven door Dave Eggers. Daarin beschrijft hij het verhaal van de Soedanese Lost Boys en meer bepaald van Valentino Achak Deng. Het boek werd een internationale bestseller.

woord

ontheemd: zonder thuis(land)

296

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


2 Lees het openingsfragment.

I

VA

N

IN

Ik heb geen reden om de deur niet open te doen, dus doe ik de deur open. Ik heb geen rond spionnetje om te kijken wie er voor de deur staat, dus ik doe de deur open, en voor mij staat een lange, stevig gebouwde zwarte vrouw, een paar jaar ouder dan ik, in een rood nylon trainingspak. Ze spreekt me op luide toon toe. ‘Hebt u een telefoon, meneer?’ Ze komt me bekend voor. Ik weet bijna zeker dat ik haar een uur geleden, toen ik terugkwam van de avondwinkel, op het parkeerterrein heb gezien. Ik zag haar bij de trap staan en lachte haar toe. Ik zeg dat ik inderdaad een telefoon heb. ‘Ik heb pech met mijn auto’, zegt ze. Achter haar is het bijna donker. Ik heb het grootste deel van de middag zitten studeren. ‘Mag ik bij u even de politie bellen?’ vraagt ze. Ik weet niet waarom ze de politie wil bellen voor autopech, maar ik stem toe. Ze komt binnen. Ik maak aanstalten om de deur dicht te doen, maar zij houdt hem open. ‘Ik ben zo weer weg’, zegt ze. Ik vind het niet logisch om dan de deur open te laten, maar ik laat het maar zo omdat zij het graag wil. Dit is haar land en nog niet het mijne. ‘Waar is de telefoon?’ vraagt ze. Ik zeg dat mijn mobieltje in mijn slaapkamer ligt. Voordat ik de zin helemaal heb uitgesproken, is ze al haastig langs me de gang in gelopen, een kolos van zoevend nylon. De deur van mijn kamer gaat dicht en klikt. Ze heeft zichzelf in mijn slaapkamer opgesloten. Ik loop achter haar aan, maar dan hoor ik een stem achter me. ‘Hier blijven, Afrika.’ Ik draai me om en zie een zwarte man in een enorm kobaltblauw honkbaljack en een spijkerbroek. Zijn gezicht is niet te onderscheiden onder zijn honkbalpet, maar hij heeft zijn hand op iets in de buurt van zijn taille, alsof hij zijn broek moet ophouden. ‘Hoort u bij die vrouw?’ vraag ik. Ik begrijp er nog niets van en ik ben kwaad. ‘Ga zitten, Afrika’, zegt hij met een knik naar mijn bank. Ik blijf staan. ‘Wat doet zij in mijn slaapkamer?’ ‘Zitten, godverdomme’, zegt hij, venijnig nu. Ik ga zitten en hij laat me het pistool zien. Hij had het al die tijd in zijn hand en ik had dat moeten weten. Maar ik weet niets, ik weet nooit wat ik geacht word te weten. Wel weet ik nu dat dit een beroving is en dat ik liever ergens anders zou zijn.

a Vanuit welk vertelperspectief wordt dit verhaal geschreven?

©

15.6

b Waarom zou Dave Eggers gekozen hebben voor dit perspectief?

LES 23 THEATER

297


c Het is moeilijk dit vertelperspectief te vertalen in een toneelstuk. Twee mogelijkheden liggen voor de hand. Hoe verschillen die ‘toneelvertalingen’ van het vertelperspectief in het boek? Er kan gekozen worden om één verteller aan het woord te laten.

Er kan gekozen worden om de dialogen die in het fragment aan bod komen uit te werken tot een toneeltekst voor meerdere acteurs.

IN

d Voor welke van de bovenstaande opties zou jij kiezen als toneelschrijver van dit stuk?

e De maker van dit stuk, Simon De Vos, koos ervoor om één acteur, Gorges Ocloo, aan het woord te laten. Hij vertelt vanuit het perspectief van Achak Deng de gebeurtenissen die hij meemaakte. Vul het onthoudenkader aan.

N

onthouden Theatervoorstellingen waarin verschillende acteurs in gesprek gaan met elkaar, noemen we een polyloog. Wanneer er sprake is van twee acteurs, hebben we te maken met een dialoog. Een voorstelling waarin slechts één acteur het woord neemt noemen we een

VA

.

3 Lees de achterflap van Wat is de Wat.

©

Wat is de Wat is het verhaal van Valentino Achak Deng, een jongen die een vluchteling wordt in het door oorlog verscheurde Zuid-Soedan. Zijn reis, van bijna Bijbelse proporties, brengt hem in contact met vijandelijke soldaten, rebellen, hyena’s en leeuwen, ziekte en hongersnood, en de dodelijke murahaleen – dezelfden die op dit moment Darfoer teisteren. Het biedt een onthullend en ontluisterend portret van een land in staat van bloedige oorlog, en van een jongen die van de ene in de andere onwerkelijke situatie wordt gekatapulteerd.

298

TRAJECT NEDERLANDS 4

Wat is de Wat is spraakmakend, opwindend en herhaaldelijk hartverscheurend – een onmisbaar boek.

LITERATUUR


a Bij welk van de subgenres van theater die je besprak, leunt dit het dichtst aan? Bewijs je antwoord aan de hand van één kenmerk.

b Bekijk een fragment uit de opvoering van hetpaleis en lees volgend bijschrift. Kun je een aanvulling maken op je vorige antwoord?

IN

Dave Eggers schreef met What is the What het spannende verhaal van Valentino Achak Deng neer. Simon De Vos zet dit literaire meesterwerk op de planken. Gorges Ocloo speelt. Mauro Pawlowski maakt live muziek.

4 Bekijk het interview met Simon De Vos, de maker van Wat is de Wat. a Wat is ‘de Wat’ volgens De Vos?

b Wat zou ‘de Wat’ kunnen zijn voor een jongen zoals Valentino die al erg lang op de vlucht is?

N

c Wat zou voor jou ‘de Wat’ kunnen zijn? d Je bekijkt nu de trailer van de voorstelling.

Welk gevoel heb je na het bekijken van de trailer? Wat zou ‘de Wat’ kunnen zijn na het bekijken van dit fragment?

VA

• •

Beschrijf de scenografie.

decorontwerp:

rekwisieten:

kostumering: belichting: geluid:

©

16.3

Welke effecten heeft die scenografie op de voorstelling? Duid aan.

 sober  overdadig  focus op scene  focus op verhaal

onthouden

De theatervormgever of scenograaf zorgt voor de scenografie van de voorstelling. Hij of zij ontwerpt de scène om de sfeer van het stuk over te kunnen brengen op het publiek. Dat gebeurt steeds in overleg met de regisseur, de artistieke leider van de theaterproductie. Het decorontwerp, de keuze voor de juiste rekwisieten (voorwerpen die nodig zijn tijdens een opvoering), de kostumering, de keuze voor de juiste belichting en het geluid behoren tot het takenpakket van de scenograaf.

LES 23 THEATER

299


Zou je de voorstelling willen bekijken? Waarom wel/niet? Geef minstens twee argumenten.

5 Net zoals Valentino Achak Deng, zijn er Belgen gevlucht naar het buitenland. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vluchtten een hele hoop jonge Belgische mannen naar Groot-Brittannië, maar er zijn ook mensen die in België belanden als vluchteling.

IN

a Om welke redenen zouden mensen hun land ontvluchten?

b Siska Schoeters stelt in Durf te vragen deze vraag aan acht vluchtelingen. Begrijp je waarom die mensen hun land ontvlucht hebben? Zou je in hun situatie hetzelfde overwogen hebben? 6 Valentino Achak Deng was een ander soort vluchteling dan de vluchtelingen die je zag in het fragment uit Durf te vragen. Bekijk het korte gesprek met Achak Deng en beantwoord de vragen.

N

a Waarin verschilt Achak Deng als vluchteling van de mensen uit Durf te vragen?

VA

b Hoe beschrijft hij de gevoelens die vluchtelingen kunnen ervaren? Beschrijf dat aan de hand van bijvoeglijke naamwoorden.

c Hoe moeten landen reageren op de komst van vluchtelingen volgens Achak Deng? Wees volledig.

©

d Met welke paradox krijgen vluchtelingen vaak te maken?

Valentino Achak Deng keerde uiteindelijk terug naar Soedan en richtte de VAD foundation op, een stichting die werkt rond onderwijs, landbouw en beroepsvaardigheden in Zuid-Soedan. Hij schopte het zelfs tot minister van Onderwijs in een van de Zuid-Soedanese deelstaten. 7 Is het leven van Valentino Achak Deng te vergelijken met een klassieke tragedie? Waarom wel/niet?

woord de paradox: schijnbare tegenstrijdigheid

300

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


les

Informatie verwerken: 24 alledaagse mysteries 1 Je haalt gericht informatie uit een bron en brengt die schematisch samen

3

2

Je geeft een mondelinge samenvatting van een geschreven bron

Je past woordstrategieën toe en gebruikt nieuwe woorden in een context

Je staat stil bij je eigen

5 spreekvaardigheid en die van een medeleerling

4 Je staat stil bij jouw manier van notities nemen

IN

We worden omringd door miljoenen alledaagse zaken waarbij we nooit stilstaan of die we doodgewoon vinden. Tot we er dieper over nadenken. Want hoe weet een pijnstiller waar de pijn zit of waarom is een deur van een wasmachine van glas of tot waar is je tuin van jou?

©

VA

N

Nederlandse lezers van de krant NRC kunnen al hun vragen insturen. In een dagelijkse rubriek ging de redactie samen met deskundigen van over de heel wereld op zoek naar antwoorden op die vragen. Veel van die vragen werden bovendien verzameld in drie leuke boekjes.

LES 24 INFORMATIE VERWERKEN: ALLEDAAGSE MYSTERIES

301


1

TEKSTBEGRIP EN WOORDENSCHAT In dit deel zoek je een antwoord op de vraag: Waarom schrijven bijna alle pennen blauw? 1 Lees onderstaande tekst grondig en markeer de kerninformatie.

Waarom schrijven bijna alle pennen blauw?

IN

Wanneer inkt is ontstaan is niet precies bekend, ook blauwe inkt wordt al sinds jaar en dag gebruikt. Vroeger werd inkt vaak bewaard als een inktblok inktblok.. Vloeibare inkt was door schimmel namelijk maar beperkt houdbaar. De blokken werden fijngewreven en met water vermengd tot er weer vloeibare inkt ontstond.

N

Een belangrijk nadeel van inktblokken is echter dat de inkt al snel korrels bevat, waardoor de pen verstopt raakt. Dus investeerden inktmakers in de ontwikkeling van goed vloeibare inkt. Een van de eerste was ijzergalinkt ijzergalinkt. ‘Die was diepblauw van kleur, en dat kan een reden geweest zijn dat we gewend zijn geraakt aan blauwe inkt’, mailt Richard Conner, een Amerikaanse pennenfanaat fanaat, die achter de website Penspotters zit. Maar Conner is niet zeker van zijn eigen theorie. ‘In de tijd van ganzenveerpennen en vulpennen was blauw een kleur die geen permanente vlekken achterliet op je kleren. Je kon namelijk uitwasbare blauwe inkt kopen. Dat kan ook de reden zijn geweest.’

VA

Toch was het een lekkende vulpen die leidde tot de uitvinding van de balpen. In 1938 ontdekte de Hongaarse journalist Lászlo Bíró dat drukinkt sneller droogt. De inkt was echter te dik voor een vulpen, dus ontwierp hij een pen met een klein kogeltje in de punt: de balpen. In 1945 kocht de Fransman Marcel Bich het patent op de balpen. Hij noemde de nieuwe pen ‘Bic’, een verkorte versie van zijn eigen naam, die makkelijker te onthouden was. De Bic-pen kwam in vier kleuren op de markt, maar blauw was de populairste. ‘Dat blauw het meest verkocht werd, kwam doordat die kleur veel werd gebruikt op Franse scholen’, zegt een woordvoerder van Bic.

©

Glenn Marcus, een andere Amerikaanse pennenliefhebber en oprichter van Glennspens.com heeft daar echter weer een andere theorie over: ‘Voor de balpen werd de kleur blauw geselecteerd om hem te onderscheiden van de zwarte letter die traditioneel werd gebruikt in getypte en gedrukte documenten.’

Bron: Kunnen muggen dronken worden?

2 In de tekst vind je een aantal woorden vetgedrukt. Plaats de woorden in onderstaande groepen. Ik heb nog nooit van deze woorden gehoord. Ik ga de betekenis van de woorden opzoeken.

Ik heb al van deze woorden gehoord, maar begrijp ze niet. Ik ga de betekenis van de woorden opzoeken.

302

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


Ik begrijp de woorden, maar kan ze zelf niet gebruiken. Ik ga op zoek naar zinnen waarin de woorden gebruikt worden.

IN

Ik begrijp de woorden en kan ze zelf in een betekenisvolle zin gebruiken.

3 Verbind nu de opgegeven woorden met de juiste afbeelding of betekenis. In de rechterkolom zullen er twee omschrijvingen overblijven. inktblok

a

Dit adjectief betekent voortdurend of altijd blijvend.

2

investeren

b

3

ijzergalinkt

In dit adjectief vind je het woord traditie. Dat is een oude gewoonte die van generatie op generatie wordt doorgegeven.

4

fanaat

c

Dit is iemand die de leiding neemt in een debat.

5

ganzenveerpen

d

Dit is de manier waarop iets is uitgevoerd.

6

permanent

e

Dit werkwoord betekent dat je een keuze maakt uit een ruimer aanbod.

7

patent

f

8

versie

9

woordvoerder

10

selecteren

11

traditioneel

VA

N

1

g

Dit is iemand die het woord voert of neemt uit naam van iemand anders.

©

h

1

2

3

i

Dit is een officieel document dat bepaalt dat jij alleen geld mag verdienen aan iets, omdat jij het bedacht hebt.

j

Dit werkwoord betekent ergens tijd of geld insteken.

k

In dit zelfstandig naamwoord vind je het woord fan: iemand met een grote voorliefde voor iets of iemand.

l

Dit is een synoniem voor een officieel wetsdocument.

m

Het recept voor deze inkt werd in de derde eeuw voor Christus ontwikkeld. De inkt is gemaakt op basis van galappels, Arabische gom en ijzersulfaat. 4

LES 24 INFORMATIE VERWERKEN: ALLEDAAGSE MYSTERIES

5

6

7

8

9

10

11

303


4 Je zet nu de woorden uit de linkerkolom van de vorige oefening actief in. a Probeer in elke woordspin op basis van de vier woordgroepen het centrale woord in te vullen. b Geef telkens een motivering voor je keuze. c Gebruik nadien het centrale woord in de opgegeven zin en bedenk zelf nog een zin waarin je het woord actief gebruikt.

Lionel Messi

motivering:

IN

tennis

pizza

Ed Sheeran

N

woord in context: Ik kan alle dagen pizza eten, zowel ‘s middags als ’s avonds alsook voor de televisie. Je kunt echt zeggen dat ik een echte pizza

VA

eigen zin:

ben.

afgevaardigde leerlingenraad

klastitularis na klassenraad

PRmanager bij nieuwe productielijn

©

premier tijdens een crisis in het land

motivering:

woord in context: Tijdens de hele covidpandemie loodste onze premier de bevolking door alle afspraken en wetmatigheden heen. Als zich heen. eigen zin:

304

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE

kreeg hij naast appreciatie ook heel wat kritiek over


ring bij een huwelijk

zwart als rouwkleur

kaartjes bij een verjaardag

IN

suikerbonen bij geboorte

motivering:

woord in context: In Vlaanderen is het zo dat je iemand een taart met kaarsjes, een kaartje en bloemen of een cadeautje geeft als die jarig is. Sommige culturen vieren een verjaardag gewoonweg niet.

2

N

eigen zin:

DE INHOUD SAMENVATTEN

VA

1 Kijk nu terug naar de delen die je gemarkeerd hebt in het artikel. 4.5.1

a Wat is het onderwerp van de tekst?

b Wat wordt er besproken?

4.6

2 Maak nu een schematische voorstelling van de tekst.

©

5.9

c Welke vaste structuur vind je in de tekst terug?

onthouden

Als je een spreekopdracht krijgt, is het niet de bedoeling dat je je tekst helemaal uitschrijft en nadien vanbuiten leert. Het is belangrijk dat je goed weet wat je gaat vertellen en dat je de inhoud van wat je zegt, afstemt op de inhoud van de originele tekst. Een korte, schematische voorstelling van de hoofdpunten is dan het spiekbriefje waarin je de inhoud en structuur van je presentatie samenbrengt.

LES 24 INFORMATIE VERWERKEN: ALLEDAAGSE MYSTERIES

305


3 Je bekijkt nu een filmpje waarin iemand de tekst mondeling samenvat. Noteer in het volgende spreekkader: a wat er in elke fase aan bod komt; b hoe de informatie gepresenteerd wordt.

MONDELING SAMENVATTEN

SPREkEN In de inleiding beschrijf je

. .

IN

Je geeft Het middendeel bevat

van alle informatie.

Dat gebeurt

.

Aan het einde

.

Je vermeldt

.

3

.

N

Geef ook

ZELF AAN DE SLAG

VA

Je gaat nu zelf aan de slag. Je leraar geeft je een alledaags mysterie. Je vat het antwoord samen in een aantrekkelijk filmpje.

Voorbereiden

1 Kies een onderwerp uit de onderstaande lijst. Waarom kies je voor die vraag? Waar staat ‘O.K.’ voor? Waarom ijsberen bellende mensen? Waarom praten mensen in zichzelf? Waarom begint je toetsenbord met ‘Q-W-E-R-T-Y’? Waarom zijn er mannelijke en vrouwelijke woorden? Waarom is het elf en twaalf en niet ééntien en tweetien? Heb je echt een ‘knobbel’ als je een talenknobbel hebt? Praten ze in Spanje sneller (of lijkt dat maar zo)? Wie bedacht het @penst@@rtje? Woraam knnuen we dit zedonr peemrobln lzeen? Waar komt de minuut stilte vandaan? Waarom kunnen we soms niet op woorden komen? Bestaan er woorden die overal ter wereld hetzelfde zijn? Waarom is een hand geven eigenlijk een vieze gewoonte? Waarom maken we gebaren als we praten?

©

• • • • • • • • • • • • • • •

306

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


Plannen 6.9

2 Je leraar geeft je de bijhorende tekst. Lees die tekst een aantal keer. a Duid alle woorden aan die je niet begrijpt en zoek (eventueel) de betekenis op. b Zorg ervoor dat je de tekst volledig begrijpt.

tip

4.6

IN

In de vorige delen volgde je de verschillende stappen bij de vraag ‘Waarom schrijven bijna alle pennen blauw?’. Gebruik die stappen bij het uitwerken van je eigen filmpje.

3 Achterhaal de onderliggende tekststructuur.

Schematiseren 6.9

4 Maak een schema van de tekst. Breng alle kernelementen van de tekst samen.

Spreken

N

5 Maak nu op basis van je schema een kapstokstructuur waar je je verhaal aan ophangt. Zo heb je een handig spiekbriefje wanneer je gaat spreken.

6 Oefen je tekst een aantal keer hardop in, zo merk je meteen waar je verhaal niet vlot loopt. 7 Maak een filmpje, vlog of videocast van minimaal 60 en maximaal 120 seconden. Je mag jezelf filmen, bijvoorbeeld voor een bord terwijl je uitleg geeft, je mag je stem ‘filmen’ terwijl de kijker enkel afbeeldingen ziet of je mag een app gebruiken.

VA

7.5

tip

Je kunt gebruikmaken van het spreekkader op de vorige pagina.

Reflecteren

8 Bekijk je filmpje samen met een medeleerling.

©

a Ga na of alle gevraagde informatie aanwezig is. b Controleer of je signaalwoorden (omdat, dus, want, toen … ) en structuuraanduiders (ten eerste, ten tweede, vervolgens, tenslotte …) gebruikte. c Controleer je verstaanbaarheid, je volume, je uitspraak, je vlotheid. d Vraag aan je medeleerling of alles duidelijk is.

9 Overloop de evaluatiematrix op de volgende pagina.

Spreken 10 Spreek je filmpje nu definitief in en houd rekening met de suggesties van je medeleerling. 11 Je leraar geeft je de deadline voor de opdracht.

LES 24 INFORMATIE VERWERKEN: ALLEDAAGSE MYSTERIES

307


Evaluatiematrix – Spreken: alledaagse mysteries GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

volledigheid - Je filmpje bevat een Je filmpje heeft geen inleiding, een midden en duidelijke indeling in inleiding, een slot. midden en slot. - Je motiveert de keuze van je vraag niet in je inleiding. OF - Je stelt geen nieuwe vraag in het slot.

IN

- Je filmpje bevat een inleiding, een midden en een slot. - Je omschrijft de vraag die je beantwoordt. - Je motiveert de keuze van je vraag. - In je slot formuleer je een nieuwe vraag. duidelijkheid

In het middendeel is geen onderliggende tekststructuur te herkennen. OF Het middendeel is gebaseerd op een foute tekststructuur.

De vraag uit de inleiding krijgt De vraag uit de inleiding krijgt een sterk uitgewerkt antwoord een antwoord in het slot. in het slot.

De vraag in de inleiding krijgt geen (volledig) antwoord in het slot.

N

In de opbouw van het middendeel zit een duidelijke tekststructuur.

aantrekkelijkheid

Je gebruikt een duidelijke IMS- Je gebruikt geen IMS-structuur structuur in je presentatie. in je presentatie. Je gebruikt signaalwoorden, maar kiest meestal voor dezelfde woorden.

Je gebruikt geen of amper signaalwoorden.

Je verwoordt op een juiste manier de inhoud van de tekst.

Je verwoordt de inhoud van de tekst onvolledig.

Je maakt inhoudelijke fouten.

Je taalgebruik is foutloos. Alle woorden zijn correct. Ook de zinsbouw klopt steeds. Je hebt een mooie uitspraak.

Je eindresultaat bevat geen zware taalfouten. De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd.

Je eindresultaat bevat veel fouten. OF Door de vele taalfouten is je presentatie moeilijk te volgen.

Let op voor:

Let op voor:

VA

Je brengt structuur in je presentatie door signaalwoorden. Er zit veel variatie in je keuze.

©

correctheid

Aanvullende commentaar:

308

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


Tussenstop 4 1

TAAL EN WOORDENSCHAT 1 Vul de drie woordbruggen aan. De laatste letter van een woord en de beginletter van het volgende woord vallen samen. eerste publieke opvoering van een stuk uitsluitend ruimte in een schouwburg waar je iets kunt eten of drinken

b • • •

verbinding doeltreffend meegaand

c • • •

iemand die de acteur helpt door zijn tekst in te fluisteren heropvoering van een vroeger gespeeld stuk vakkundigheid

N

IN

a • • •

VA

2 Vorm tien woorden door uit iedere kolom één lettergreep samen te voegen. nec clu bu cha miè di lon ris ra ver

tie isch re tie tant sief de geefs ne pen

©

ex con au pre ar de pa te co be

3 Doorstreep de foute betekenis. a Dit gerenommeerd gezelschap treedt vanavond op in de schouwburg. • vermaard • berucht • beroemd b De Griekse filosoof Socrates werd ook wel eens de horzel van Athene genoemd. • wesp • nar • kwelgeest TUSSENSTOP 4

309


c De coulissen van de Wetstraat is een programma waarin journalisten uitzoeken en navertellen hoe belangrijke beslissingen in de geschiedenis van de Belgische politiek genomen werden. • zijstraten • toneelschermen • decorstukken d Hij onderzocht de impact van een terreurdaad op de samenleving. • invloed • kracht • gijzeling

IN

e Bij gebrek aan voorbereiding was ze tot improvisatie verplicht. • onvoorzien handelen • spontaniteit • spieken 4 Een medeleerling vraagt je om zijn teksten na te kijken. a Verbeter de fouten.

b Gebruik je Trajectwijzer om de passende regels op te frissen.

1 Volgens sommige wetenschappers is liefde iets dat in de hersenen gebeurd. verbetering:

regel om op te frissen:

N

2 De fout dat je gemaakt hebt, is moeilijk te ontdekken. verbetering:

regel om op te frissen:

VA

3 Ik lees niet graag horror verhalen. •

verbetering:

regel om op te frissen:

©

4 Miriam denkt dat ze het juiste antwoordt kent, maar ze vergist haar. •

verbetering:

regel om op te frissen:

5 De paginagrootte afbeeldingen waren heel duur, maar het resultaat was prachtig!

310

verbetering:

regel om op te frissen:

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


6 Als hun vader thuiskomt, brengt hij jou spullen mee. •

verbetering:

regel om op te frissen:

verbetering:

regel om op te frissen:

IN

7 We gingen eerst even tanken aan de bezinenpomp.

8 Hij is sterker als ik, maar even sterk als zijn broer. •

verbetering:

regel om op te frissen:

9 Alle boeken dat hij geschreven heeft, vond ik prachtig. verbetering:

regel om op te frissen:

N

10 Het was reuzeleuk in het reuzerad! verbetering:

regel om op te frissen:

VA

5 Welke werkwoordstijd wordt gebruikt in de volgende zinnen? a Ik droom (

) van een betere wereld.

b Ik kwam (

) als tiener altijd te laat.

c Hij heeft haar ten huwelijk gevraagd (

©

10.9.3

d Ik zal het nooit meer doen (

) aan de voet van de Eiffeltoren.

).

e Ze is een half uur later op het feest toegekomen ( f

De inspecteur verdenkt (

g We fietsten (

).

) hem ervan te liegen. ) elke ochtend samen naar school.

h De hond heeft de zetel vernield ( i

De politie vroeg (

j

Hij vertelde me dat hij zijn lesje had geleerd (

).

) hem of hij de deur had gesloten (

).

).

k Ik zal de werkwoordstijden zeker nog eens herhalen als voorbereiding op de test (

TUSSENSTOP 4

).

311


6 De woorden die je in teksten tegenkomt op school, wijken soms af van je dagelijks taalgebruik. a Vul het kruiswoordraadsel in met schooltaalwoorden. 1

2

IN

3

4

5

6

VA

8

N

7

©

horizontaal 3 Aan de … van onze leraar Nederlands kun je heel goed horen welke woorden belangrijk zijn. 6 Als een journalist zich niet baseert op feiten is hij … 8 Een kenmerk dat erg overheerst (of een persoon die dat is), noem je … 9 Geef een synoniem voor verdraagzaam.

312

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP

9

verticaal 1 Vul de volgende zin aan (de eerste 4 letters krijg je cadeau): Met dit project willen we inzo… op een probleem dat nog vaak vergeten wordt: vervuild water. 2 Geef een synoniem voor werkwijze of aanpak. Bv. als je een tekst moet lezen gebruik je altijd een bepaalde … 3 Als je onvoorbereid een spreekbeurt geeft, ben je aan het … 4 Welk bijvoeglijk naamwoord kun je afleiden van het zelfstandig naamwoord emotie? 5 Als je niet vatbaar bent voor bepaalde ziekten of aandoeningen, ben je daarvoor … 7 Het antoniem van heterogeen is …


13.6

N

IN

b Ga samenzitten met een medeleerling. Maak met elk van de woorden uit het kruiswoordraadsel een nieuwe zin zodat de betekenis ervan duidelijk wordt.

7 Geef van volgende woorden telkens de juiste meervoudsvorm. g het lid

VA

a het bad

h het schip

c de pad

i

de chemicus

d de statisticus

j

de moeilijkheid

e de brandweerman

k het verbod

f

l

©

b maximum

het schot

TUSSENSTOP 4

het gen

313


q het gezelschapsspel

n het blad

r

de politicus

o de overheid

s

het bevel

IN

m het museum

p het graf

t

de smid

8 In de woordenlijst vind je capaciteit en bedrijf terug. Vul in de volgende zinnen ‘ei’ of ‘ij’ in. a Als je een pl

ster verw

b Wil je koffie, thee of b

d De r

de?

n van het team werd b zigers w

ze kleren.

gers leven van vissen.

g Een winnaar mag een pr h We wilden het i

Er was te w

j

Het is t

sw

nde van de r

nig kr

d dat de m

geren, maar beledigt daarmee de organiserende part

s ber

ken, maar waren de weg kw

t om alle antwoorden op het bord te schr

ven.

den van de klas stoppen met hem te kl

neren.

314

.

t.

9 Geef bij elke zin aan of die actief of passief is.

a Veel mensen zijn bang dat je te weinig eiwitten binnenkrijgt als je geen vlees eet.

 actief  passief

b Met mobiele toestellen kunnen kinderen zich haast ongemerkt terugtrekken in hun eigen onlinewereld.

 actief  passief

c De pakjes werden pas een week na zijn verjaardag bezorgd.

 actief  passief

d In Luik worden zeeleeuwen doelbewust ingeschakeld als attractie om kinderen voort te trekken.

 actief  passief

e Sommige jongeren worden erg beperkt in hun internetgebruik.

 actief  passief

f

 actief  passief

©

11.1.6

.

nde route af.

VA

R

de aftrap gestoken door een b

ken van de afgel

e Mijn vriendin staat goed met gr f

n doen.

N

c De kapit

dert, kan het veel p

Met phishing probeert iemand je gegevens te achterhalen of je geld te laten betalen.

g In België wordt vooral nepnieuws verspreid om geld te verdienen.

 actief  passief

h Een blikseminslag heeft grote schade aangericht aan het dak van een woning in Maasmechelen.

 actief  passief

i

De supporters zijn naar het stadium gebracht.

 actief  passief

j

Arjan werd uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek.

 actief  passief

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


10 Maak de actieve zinnen passief en de passieve zinnen actief.

11.1.6

a Hij beantwoordde alle vragen van de quiz zonder fout.

b De politie zet de grote middelen in tijdens het vierdaagse festival.

d Erin heeft de hond gevoed.

e Onze klantendienst zal u het antwoord geven.

11.2

UITDAGING: TAALKUNDIG EN REDEKUNDIG ONTLEDEN

N

2

IN

c Amal kocht gisteren eindelijk mijn scooter.

1 Hieronder vind je de inleiding van een krantenartikel.

a Onderstreep alle onderwerpen en markeer alle persoonsvormen.

VA

b Duid van volgende zinsdelen een voorbeeld aan: lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, naamwoordelijk gezegde en voorzetselvoorwerp.

WORDT

Veel mensen denken: ‘Hoe durft een professor die taalkunde doceert een afschaffing van de dt-regel voorstellen? De spelling van de werkwoorden is toch niet moeilijk? Gaat het onderwijs al niet genoeg gebukt onder overdreven tolerantie: van kleuterschool tot universiteit? Net hij zou ons het voorbeeld moeten geven.’ Je zult bij het verderlezen merken dat die conclusie voorbarig is. Bron: www.standaard.be

2 Benoem de onderstreepte zinsdelen.

©

11.2

a De critici op Rotten Tomatoes hebben zoals altijd een jaarlijkse lijst van de beste films opgesteld.

b De horrorfilm His House werd door Rotten Tomatoes bestempeld als de beste film van het jaar.

c Die film is uitzonderlijk griezelig en knap in beeld gebracht. d De jongen kon op het nippertje nog ontkomen aan zijn noodlot. e Haar oma stak haar stiekem nog wat snoep toe.

TUSSENSTOP 4

315


3 Haal uit het kattebelletje de gevraagde woordsoorten.

10

a b c d e f g h

Liefste Arent

vijf zelfstandige naamwoorden drie bijvoeglijke naamwoorden drie telwoorden vijf werkwoorden vier voorzetsels drie voegwoorden twee lidwoorden één aanwijzend voornaamwoord

Als je thuiskomt, moet je in de supermarkt om 4 biefstukken en enkele sneetjes jonge kaas. Je vindt het geld voor de boodschappen op de houten kast in de keuken. Begin aan je huiswerk want je wilt deze avond om 20u naar de voetbalmatch kijken. Groetjes Mama

IN

P.S. Louis is ziek; zijn verjaardagsfeestje aanstaande vrijdag wordt uitgesteld.

4 Tot welke woordsoort behoren de onderstreepte woorden?

10

a Hij schaamde zich voor zijn slechte gedrag, maar verontschuldigde zich niet.

N

b Oei, dat had je beter niet gezegd tegen haar!

c Ik word later piloot. Geen mens kan me van gedachten doen veranderen. d Ze zorgden ook op latere leeftijd nog voor elkaar.

VA

e Ik ken niemand die zo lief is als jij, behalve misschien mijn mama dan. f

De laatste doet de deur dicht!

g Wie vraagt waar ik ben: ik ben even naar dat leuke buurmeisje toe.

5 Je leraar zet online een zelftest voor je klaar. Zo kun je nagaan hoe goed je de woordsoorten en zinsdelen beheerst. Op basis van je resultaat krijg je gepersonaliseerde oefeningen.

©

6 Binnen een zin kun je woorden en woordgroepen van plaats wisselen. a Herschrijf onderstaande zinnen op elke grammaticaal mogelijke manier. Zorg ervoor dat je zin een mededeling blijft. 1 Ik heb gisteren gelukkig een ijsje gekregen van mijn tante.

2 Hij heeft het raam aan stukken geslagen.

316

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


3 Ze heeft Jan op de hoogte gebracht.

4 Ik heb de man met de verrekijker gezien.

b Welk zinsdeel heeft in alle alternatieven de nadruk?

IN

c Welke woorden of woordgroepen blijven in zin 1 steeds naast elkaar staan? Over welke zinsdelen gaat het?

N

d Waarom kun je in zin 2 niet ‘Aan stukken heeft hij het raam geslagen’ zeggen?

VA

e Leg het betekenisverschil tussen beide alternatieven voor zin 4 uit.

7 In welke zinnen heb je inversie?

a Kruis aan en noteer waarom je inversie hebt.  Wanneer kom jij naar huis?

 Morgen heeft hij toets van wiskunde.  Het wordt mooi weer morgen.

 Hij houdt het meest van zijn hond.

©

11.1.9

 Je wordt geboren als koning.  Met die storm moeten we wel rekening houden.

b Herschrijf de zinnen zonder inversie naar een mededelende zin met inversie.

TUSSENSTOP 4

317


8 Wie het Nederlands nog moet leren, heeft het vaak moeilijk met inversie. a Vertaal de volgende zinnen uit het Engels, het Frans en het Duits en ontdek waarom dat zo is. Engels

Tomorrow we are going to dance.

If it rains, we don’t go.

Frans

Demain nous allons danser.

S’il pleut, nous n’y allons pas.

Duits

Morgen werden wir tanzen.

Wenn es regnet, gehen wir nicht.

Nederlands

9 Lees onderstaand weetje over de kakkerlak.

IN

b Onderstreep in alle zinnen het onderwerp en markeer de pv. Wat stel je vast?

N

Kakkerlakken kunnen een week overleven zonder hoofd. Ze hebben, in tegenstelling tot mensen, hun mond niet nodig hebben om te ademen. Kakkerlakken gebruiken de siphonen (kleine gaatjes) in hun lichaam om zuurstof te inhaleren en door te pompen. Ze kunnen bovendien een maand lang overleven zonder voedsel.

VA

a Hoeveel zinnen met inversie vind je in het tekstje?

©

b Herschrijf de tekst zodat er minimaal twee (extra) zinnen met inversie zijn.

318

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


3

CREATIEF: HUMOR EN VERWONDERING IN GEDICHTEN Een van de vormen van taalhumor die in les 20 aan bod kwamen, was de limerick. Die dichtvorm was voor jou niet nieuw; in les 15 maakte je al kennis met dat genre als een van de bekendste vaste dichtvormen. Bij het lezen van het kortverhaal Een halve dag en de spreekopdracht over alledaagse mysteries stond verwondering centraal. Tijdens deze creatieve schrijfopdracht ontdek je de dichter in jezelf en ga je aan de slag met twee dichtvormen: de limerick en de haiku. Je schrijft een humoristisch gedicht en een gedicht dat eerder filosofisch is of dat je doet stilstaan bij een element uit de natuur of het dagelijks leven.

Voorbereiden 14.6.1 14.6.2

IN

Je mag deze opdracht individueel of in duo maken. Volg het stappenplan om tot een goed resultaat te komen!

1 Lees de informatie over de haiku en de limerick in de Trajectwijzer. Je kunt ook terugkijken naar de voorbeelden op p. 191-193.

Plannen

N

2 Neem de foto’s die je meebracht naar school of zoek sprekende beelden online. Kies voor beelden die mooi of bijzonder zijn, die iets uitdrukken. Het mogen zeker foto’s van de natuur zijn, maar dat hoeft niet. Dit is het uitgangspunt voor je haiku.

3 Observeer de foto’s grondig en zoek naar elementen die de aandacht trekken.

VA

a Noteer bij elke foto een aantal woorden. Vergelijk het met een story maken of een foto posten op Instagram, zoek woorden die het beeld versterken. b Denk nu aan woorden die de sfeer van de foto beschrijven. Kies voor woorden die mysterieus of filosofisch zijn. c Ga verder met de foto die het meeste woorden oproept.

4 Gebruik een medeleerling als hoofpersonage van de limerick. Stel hem/haar de volgende vragen en noteer: •

©

Uit welke gemeente/stad is de leerling afkomstig? Ga op zoek naar woorden die rijmen op die plaatsnaam. Bedenk een leuke omschrijving voor je medeleerling in plaats van zijn/haar naam. Vraag eventueel naar wat leuke weetjes: hobby’s, interesses … die nuttig kunnen zijn om te gebruiken in de limerick.

TUSSENSTOP 4

tip • •

Beperk je niet tot zelfstandige naamwoorden. Neem in je lijstjes ook bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden op. Denk vooral aan sfeer en subtiliteit: de haiku mag gerust filosofisch zijn, de limerick is grappig, maar kwetst of beledigt niet.

319


Schrijven 5 Maak een eerste versie van je haiku en je limerick. Puzzel met de woorden en zinsvolgorde tot ze een mooi geheel vormen.

Reflecteren 6 Herlees de resultaten ook hardop.

IN

a Klinkt het geheel goed? b Is de haiku sfeervol? c Is de limerick grappig genoeg zonder te beledigen of te kwetsen?

7 Controleer met behulp van de Trajectwijzer of alle kenmerken van de haiku verwerkt werden.

Herschrijven 8 Herschrijf nu je tekst.

N

a Houd rekening met de suggesties die je bij de vorige vraag neerschreef. b Bekijk de evaluatiecriteria die je leraar met je deelt. c Wissel eventueel met een medeleerling om feedback op elkaars materiaal te geven.

©

VA

9 Verwerk daarna de haiku in de foto met een computerprogramma, een app of met de hand. Ook bij de limerick voeg je een passende foto (profielfoto van je medeleerling, een woord uit de tekst, een typisch beeld voor de woonplaats) toe en zorg je voor een passende opmaak.

320

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


les

25

Gedichten lezen en bespreken Je beschrijft hoe je verschillende gedichten ervaart

1

Je vergelijkt je 3 eigen mening met opinies van anderen

SITUEREN

4 Je analyseert je favoriete gedicht en maakt daarbij

gebruik van de juiste poëzietermen (rond structuur, opbouw, dichtvorm, rijm, stijlfiguren en beeldspraak)

IN

1

Je bespreekt en

2 interpreteert gedichten

1 Hieronder vind je verschillende uitspraken over poëzie van bekende nationale en internationale dichters en denkers. a Duid aan in welke quotes jij je kunt vinden.

b Vraag aan een medeleerling uitleg bij de uitspraken die je niet begrijpt.

N

c Overloop in kleine groepen de lijst. Waar komt jullie mening overeen, waar niet? Leg aan elkaar uit waarom je dat vindt. quote

gedichtnummer

 Poëzie lezen heeft meer met aanvoelen te maken dan met begrijpen. Poëzie moet wankelen op de rand van je begrip. (Maria Barnas)

VA

 Poëzie heelt de wonden die het verstand geslagen heeft. (Novalis)

 Poëzie is het open en dicht doen van een deur, waarna zij die er doorheen keken, moeten kunnen raden wat ze in die korte tijd hebben gezien. (Carl Sandburg)  Goede poëzie is als de lezer weet: ik ken dat gevoel maar ik had er zelf geen woorden voor. (Gerrit Kouwenaar)  Zonder liefde en jaloezie geen poëzie. (Remco Campert)  Poëzie opent onze ogen voor het schone en brengt het onzichtbare aan het licht. Poëzie is verwondering. (Nathalie Sarraute)  Een gedicht moet je aan het denken zetten over de realiteit en je niet meer loslaten.

©

 Poëzie van en voor de aarde is nooit dood. (John Keats)  Poëzie heeft geen normen. Poëzie danst op de maat van het ogenblik. (Hugo Claus)  De bron van alle poëzie is het diepe gevoel van wat onuitsprekelijk is. (Lucien Areat)  Poëzie brengt hoop in het hart van haar lezers.

2 Lees individueel de gedichten op de volgende pagina's een eerste keer. Schrijf bij ieder gedicht een bijvoeglijk naamwoord dat jouw eerste indruk van het gedicht omschrijft.

LES 25 GEDICHTEN LEZEN EN BESPREKEN

321


1

De autobezitter Er stapt een man in een auto verricht de nodige handelingen voor het rijden en rijdt daarna dan ook inderdaad weg

Wanneer ik ga slapen ligt de zee nog steeds beneden en altijd is de zon me voor. Ik sta bij een uitsnede van donker water en later ben ik bij de boten

IN

K. Schippers. Barbarber

2

Twee zonnen

met zeilen wit zo licht als opgeluchte stemmen en tussen de schaterende meeuwen weleens opgetogen. Maar in de ring die ik kreeg sta ik scheef naast een datum. En ik zie hem in de verte gaan, met een zon. Slordig herhaald in het raam.

N

Hij noemde me Bloem. Ook wel Lente, Sexy, Liefste, Liefde, Lief en de laatste tijd steeds vaker Lieverniet, Neelater, Alsjeblieft.

VA

Maria Barnas. Twee zonnen

Strijk alle eer op

Zoals je na de griep eindelijk weer opstaat en geniet dat je niet meteen weer moet gaan liggen zoiets

als bij een wandeling – te ver te donker te veel modder plots weer bij het pad staan zoiets

©

zoals je na het zwemmen – te diep te hoge golven wind aanlandig, onverwachts het zand onder je voeten voelt en denkt dit. Dit heb ik zelf gedaan en deze nieuwe grond heb ik gevonden, deze kust is alleen voor mij.

Runa Svetlikova. Drieëntwintig tips om de hond en je demonen aan de lijn te houden

322

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR

3


De stoet trok voorbij En wij sliepen De stoet trok voorbij Zong opzwepende liederen En wij sliepen! De stoet trok voorbij Schreeuwde met wel duizend Roodgloeiende kelen En wij sliepen!! De stoet trok voorbij Schreeuwde met – wat zeg ik – Wel honderdduizend Roodgloeiende kelen En wij sliepen!!!

Vogels, vissen

5

Zet de radio uit. Je hoort niets nieuws. De stilte wacht geduldig af. Vouw de krant dicht. Hij was oud voordat hij werd gedrukt. Zoek niet, deel niet, duim niet tot je vierkant ziet. Zet eindelijk het scherm op zwart. Ik ben net zo bang als jij, net zo bezorgd voor iedereen die ik niet missen kan. Ik had ook gespaard voor andere dingen: verre reizen, eerste hulp bij een gebroken hart, een auto die wat vaker start.

Maar: in Wuhan hoor je vogels zingen. Boven China was de lucht nog nooit zo blauw. In Venetië zien ze vissen in het helderste water sinds tijden.

De kunst van leven was altijd dezelfde: ongevraagd komen, ongewild gaan, intussen doen wat je het liefste doet, vrede sluiten met je lot. Sluit de voordeur. Zet de tuindeur open, voel de zon op je gezicht. Denk voor je uit wat niemand hardop durft te zeggen: wij zijn een virus dat een virus heeft gekregen.

N

De stoet trok voorbij Roffelde op carrosserieën Zette jachthoorns in Verhitte het klimaat En wij sliepen!!!!

4

IN

De stoet trok voorbij

Ingmar Heytze

VA

De stoet trok voorbij Drong zich binnen in onze huizen Trok de lakens onder ons vandaan Schreef er nieuwe leuzen op Spande die aan En wij sliepen!!!!!

©

Terwijl we droomden dat Een stoet voorbij trok En wij sliepen Terwijl wij droomden Dat een stoet voorbij trok Zelfs in onze dromen Sliepen wij

En toen wij eenmaal wakker werden Loom en zwetend uit het raam hingen Zagen wij geen stoet meer Alleen verlaten straten Met een klein haast aandoenlijk Zwellend riviertje Van glinsterend Smeltwater Maud Vanhauwaert. Het stad in mij

LES 25 GEDICHTEN LEZEN EN BESPREKEN

323


2

GEDICHTEN BELEVEN

gedicht 1:

gedicht 2:

gedicht 3:

gedicht 4:

gedicht 5:

IN

1 Herlees elk gedicht en omschrijf in één zin waarover het gaat.

N

2 Overloop de gedichten samen met een medeleerling.

VA

a Welke twee gedichten spreken jullie aan? Formuleer voor elk gedicht waarom je dat vindt.

©

b Welk gedicht spreekt jullie helemaal niet aan? Geef aan wat jullie daaraan stoort.

c Welke gedichten vinden jullie moeilijk om na één keer lezen te begrijpen?

324

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


3 Op sociale media geven mensen vaak ongefilterd hun mening. Hieronder vind je vijf comments die als reactie onder één van de gedichten zouden kunnen geplaatst zijn. Schrijf onder iedere commentaar: a het nummer van het gedicht waarbij het hoort; b of het een positieve (+) of negatieve (-) reactie is; c of je het er mee eens bent (omcirkel ‘Vind ik leuk’); d of het een gepaste (G) of ongepaste (OG) commentaar is.

Vind ik leuk • Beantwoorden

IN

Bushra Hassan Naar het nieuws moet je inderdaad niet luisteren, het is allemaal FAKE!!! Ziektes zijn bedacht om ons binnen te houden terwijl ze in het geniep 5G uitrollen!!!

Yannick Deroo Dit gedicht lijkt echt over mijzelf te gaan. Nadat mijn vriend me verliet, heb ik heel diep gezeten, zwarte gedachten gehad zelfs, je denkt niet dat je er ooit nog bovenop komt. Maar dan ineens ... gaat het toch weer.

N

Vind ik leuk • Beantwoorden

VA

Narek Na de jeugd, de dichters ... Het was te denken dat ook die linkse moraalridders ons op het matje zouden komen roepen. Maar als ze denken dat ze ons met wat poëzie voor hun kar kunnen spannen ... ik houd ook van de natuur hoor maar al die bangmakerij...

Vind ik leuk • Beantwoorden

Zita Maes Huh? Waarom schrijven die dichters niet gewoon duidelijk en klaar wat ze bedoelen? Ik heb geen zin om een tekst tien keer te moeten lezen …

©

Vind ik leuk • Beantwoorden

Saar V. Is dit serieus? Dat is toch geen gedicht? Dat kan ieder klein kind …

Vind ik leuk • Beantwoorden

LES 25 GEDICHTEN LEZEN EN BESPREKEN

325


3

DOORDRINGEN TOT DE TEKST

     

moeilijkheidsgraad herkenbare gevoelens originaliteit klanken het roept beelden bij je op het zet je aan het denken

 iets anders:

IN

1 Wat is voor jou doorslaggevend om te bepalen of je een gedicht goed of slecht vindt? Kruis de twee belangrijkste elementen aan.

2 Keer nu terug naar de tabel met quotes aan het begin van deze les. Schrijf naast iedere quote het nummer van de gedichten die er volgens jou bij passen.

3 Je zoomt nu in op de inhoud van één gedicht. Je leraar geeft je instructies over hoe je dat aanpakt.

Bij sommige opdrachten is er een QR-code geplaatst. Door die code te scannen, kun je extra materiaal bekijken dat bij het gedicht hoort. Soms is het een filmpje dat te maken heeft met het gedicht, andere codes verwijzen je naar een filmpje waarin de auteur zijn gedicht voorleest.

N

De autobezitter

VA

a Als je De autobezitter in een andere context zou lezen, zou je dan denken dat het een gedicht is? Waarom wel/niet?

b Waarom heeft de dichter dit volgens jou neergeschreven als gedicht?

©

c Bekijk nu een fragment uit het programma Winteruur met Geert Verdickt. In dit programma gaan bekende mensen met Wim Helsen in gesprek over hun favoriete tekst. Waarom waardeert de muzikant Geert Verdickt dit korte gedicht? FRAGMENT

d Hoe sta je tegenover het gedicht na het bekijken van het fragment?

326

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


Twee zonnen a ‘En altijd is de zon me voor’; waarmee verliest de ik het steeds van de zon?

c Wat kun je afleiden uit de laatste strofe?

AUDIO

IN

b ‘Maar in de ring die ik kreeg sta ik scheef naast een datum’. Ook uit dit vers kun je afleiden dat er iets niet in orde is. Welke twee woorden geven dat aan?

N

d ‘En ik zie hem in de verte gaan, met een zon’. Wat doet dat vers ons vermoeden?

VA

e Kun je in deze context de titel Twee zonnen verklaren?

Strijk alle eer op

a Je leest hier een fragment uit een interview met Runa Svetlikova. Ze verklaart hoe de bundel waarin Strijk alle eer op te lezen is, tot stand kwam. Staat dat gedicht volgens jou eerder vooraan of achteraan in de bundel? Geef een argument waarom je dat denkt.

©

Je publiceert dan eindelijk dat debuut en denkt héh héh. Nu heb ik mijn leven echt op de rails. Ik ben er. En dan ontploft je relatie en navigeer je plots het mijnenveld van het co-ouderschap, werk in een sapjesfabriek om aan een inkomen te komen, ga je neer met zware rugklachten, blijkt er ongemerkt een nieuw lief naast je te lopen, blijkt het toch verbazingwekkend donker in je hoofd, win je een heleboel prijzen, staat op mooie podia, kun je absoluut geen woord meer uit je pen krijgen, word je gevraagd om schrijfles te geven, geniet daar immens van, krijgt huidkanker, bent gelukkig met je lief en ongelukkig met je lijf, krijgt handenvol liefde van alle kanten en voelt je toch eenzaam, en schrijft uiteindelijk uit pure miserie dit boek, een rauwe, ongecensureerde neerslag van het soort periode die iedereen wel eens meemaakt. Vliegen in de lucht en neerkomen in de kak zeg maar, en je afvragen of je ooit nog wel opstijgt. (…) Runa Svetlikova., Drieëntwintig tips om de hond en je demonen aan de lijn te houden

LES 25 GEDICHTEN LEZEN EN BESPREKEN

327


14.4

b Welke vorm van beeldspraak staat centraal in het gedicht?

c Kun je zelf nog een soortgelijk voorbeeld bedenken?

De stoet trok voorbij 15.9

IN

d Herken je het gevoel dat centraal staat? Wanneer voelde jij je zo?

a Welk thema behandelt dichteres Maud Vanhauwaert in het gedicht?

VIDEO

N

b Waartoe wil ze de lezer oproepen?

VA

c Maud Vanhauwaert maakt ook vormelijk duidelijk dat de boodschap alsmaar dringender wordt en er steeds meer mensen zich bij ‘de stoet’ aansluiten. Hoe zie je dat?

d ‘Terwijl we droomden dat … ’ Wie is ‘wij’ en waar dromen ze van, denk je?

e Welke metafoor gebruikt de dichteres om het ‘niet handelen’ van de mensen uit te drukken?

© 14.4.1

f

328

Voel je je aangesproken door het gedicht? Beschouw jij jezelf als deel van de stoet of deel van de slapers?

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


Vogels, vissen 15.9

Klimaatdich Vrijdag en de © Uitgeverij

IN

Maud Vanhauwaert is een van de ruim 160 dichters uit Nederland en Vlaanderen die zich ‘klimaatdichters’ noemen. De leden delen allemaal dezelfde zorg: de toestand van de aarde. Met poëzie in al haar verschijningsvormen strijden zij voor een klimaatvriendelijke wereld. De dichtbundel Zwemlessen voor later bevat een bonte verzameling van gedichten, geschreven door jonge honden en ervaren rotten in het vak. U vindt in deze bundel natuurlyriek, afgewisseld met oproepen over ijsberen, wieren en parkeerplekken, traditionele dichtvormen en videogedichten. De opbrengst van deze bundel gaat naar One World Tree Planting.

ters

onDERWEG

a Welk thema behandelt de dichter Ingmar Heytze in het gedicht?

N

b Ook in dit gedicht roept de dichter de lezer op tot iets. Wat vraagt hij ons in de eerste strofe?

VA

c Verklaar ‘duim niet tot je vierkant ziet’ en ‘zet eindelijk het scherm op zwart’.

d ‘De kunst van leven was altijd dezelfde: ongevraagd komen, ongewild gaan, intussen doen wat je het liefste doet, vrede sluiten met je lot.’ Wat is dan de kunst van het leven volgens Ingmar?

©

e Ingmar Heytze eindigt zijn optimistische gedicht met een harde boodschap: ‘Wij zijn een virus dat een virus heeft gekregen’. Wat bedoelt hij daarmee?

f

Welk effect heeft het gedicht op jou?

LES 25 GEDICHTEN LEZEN EN BESPREKEN

329


4

EEN GEDICHT ANALYSEREN Je leerde al heel wat over verschillende aspecten van poëzie. Nu pas je die toe op Je kunt niets beter wezen dan student van Drs. P.

a Welke boodschap denk je dat Drs. P. wil overbrengen met het gedicht? b Kun jij je vinden in die boodschap? c Wie is er aan het woord in het gedicht? d Welke bijvoeglijke naamwoorden zijn voor jou van toepassing op het gedicht? 2 Geef het gedicht een score op 10. Onderbouw je score aan de hand van minstens twee objectieve argumenten.

Je kunt niets beters wezen dan student Je hebt de middelbare school doorlopen En denkt dat je iets heel bijzonders bent De hele wereld ligt nu voor je open Omdat je jong bent en intelligent Waaraan je een conclusie vast mag knopen Je kunt niets beters wezen dan student

IN

1 Lees eerst het gedicht aandachtig.

Je hebt natuurlijk tal van idealen En ziet jezelf als daktuinconsulent Docent in binnensmonds gesproken talen Of bouwer van een weggooimonument Akkoord, maar laat ik toch maar eens herhalen Je kunt niets beter wezen dan student

VA

N

Je hoeft nog geen carrière uit te kienen Een ander is misschien al hartpatiënt – Zolang je zelf de kost niet moet verdienen Waarom de maatschappij dan ingerend? Die luchtkastelen worden gauw ruïnen Je kunt niets beter wezen dan student

©

Drs. P. Weelde & feestgedruis. Singel Uitgeverijen

woord het objectief argument: argument gebaseerd op feitelijke informatie

330

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


3 Poëzie kun je analyseren vanuit verschillende invalshoeken. Maak gebruik van de Trajectwijzer om volgende opdrachten tot een goed einde te brengen. 14.2

Structuur en opbouw a Markeer een vers in het gedicht. b Zet een accolade naast een van de strofen. c Kun je een refrein herkennen in het gedicht?

14.3.1

Rijm d Stel het rijmschema op.

f

IN

e Welk rijmschema herken je in dit gedicht? Geef twee voorbeelden van assonantie in het gedicht.

g Kun je ook een voorbeeld van alliteratie vinden? 14.4

Beeldspraak h Zoek een vers waarin sprake is van metaforen. i

Er is geen duidelijke personificatie aanwezig in het gedicht. Vorm onderstaand vers om zodat er een personificatie in aan bod komt.

De hele wereld ligt nu voor je open

14.5

Is er sprake van synesthesie in het gedicht? Waarom (niet)?

N

j

Stijlfiguren en dichtvorm

k Welke stijlfiguren komen aan bod? Kies uit: cliché – contrast – hyperbool – herhaling – woordspeling. Onder welke dichtvorm kun je Je kunt niets beters wezen dan student plaatsen? Kies uit: haiku – limerick – ballade – naamdicht – vrij vers – stiftgedicht – visuele poëzie –klankgedicht.

©

VA

l

LES 25 GEDICHTEN LEZEN EN BESPREKEN

331


4 Je wilt de rest van je klas laten kennismaken met jouw favoriete gedicht. Dat doe je mondeling of schriftelijk.

Mondeling

Schriftelijk

1 Je vertelt in een filmpje wat je favoriete gedicht is.

1 Je schrijft in een korte, overtuigende tekst neer wat je favoriete gedicht is.

2 Je kiest hoe je het eindresultaat presenteert. • •

a Inleiding: je stelt kort je gedicht voor. b Midden: je onderbouwt aan de hand van drie objectieve argumenten waarom je dat een interessant gedicht vindt. c Slot: je sluit af met een overtuigende quote.

IN

a Je geeft aan welk gedicht je koos. b Je draagt de tekst voor. c Je vertelt aan de hand van objectieve argumenten waarom je dat een interessant gedicht vindt. d Sluit af met een overtuigende quote.

Je filmt jezelf wanneer je op een overtuigende manier vertelt. Je maakt een visueel aantrekkelijke (korte) presentatie in PowerPoint/Panopto/ Prezi … waarin je visie duidelijk wordt. Je spreekt je tekst in en slaat het op als videobestand.

2 Je voegt je gedicht toe en presenteert het op een visueel aantrekkelijke manier. 3 De tekst is 300 tot 500 woorden lang (zonder het gedicht). 4 Je leraar deelt de evaluatiematrix voor deze opdracht.

N

3 Het filmpje duurt twee minuten.

©

VA

4 Je leraar deelt de evaluatiematrix voor deze opdracht.

332

TRAJECT NEDERLANDS 4

tip Kijk naar de verschillende aspecten die je bij het gedicht Je kunt niets beters wezen dan student onderzocht. Pas die vragen toe op jouw gedicht.

LITERATUUR


les

26

Stereotypering 1

Je kunt omschrijven wat een vooroordeel is en er voorbeelden van geven

3

Je toont aan hoe strips omgaan met elementen die in de werkelijkheid voorkomen

2

1

VOOROORDELEN IN DE MEDIA

IN

Je kunt voorbeelden van stereotypes geven en herkennen

1 Welke vooroordelen vind je in onderstaande memes?

OP DE PUZZELDOOS STOND 3 JAAR.

B

N

A

VA

IK KREEG ‘M AF IN 7 DAGEN.

EN TOEN ZEI IK ZO VAN: KLAS IK GA ERVOOR ZORGEN DAT JULLIE ALLEMAAL OP HET EINDE VAN HET JAAR GESLAAGD ZIJN.

C

PANDA’S NU AL AANGEPAST

WEST-VLAAMS GEHOORD

ELK WOORD VERSTAAN

©

AAN WAALSE LEVENSSTIJL

D

A B

C

D

2 Welke omschrijving past niet bij het woord ‘stereotype’?  Een stereotype is een mening die door veel mensen gedeeld wordt.  Een stereotype is een overdreven beeld van een groep mensen dat vaak niet (volledig) overeenkomt met de werkelijkheid.  Een stereotype is een regelmatig terugkerend beeld van een groep mensen.  Een stereotype bevat een aantal bewezen eigenschappen die opgaan voor een groep mensen. LES 26 STEREOTYPERING

333


3 Leg in je eigen woorden uit wat het onderscheid is tussen een stereotype en een vooroordeel.

STEREOTYPES IN STRIPVERHALEN

VA

2

N

IN

4 Je krijgt een fragment te zien uit De klas van Adil El Arbi. Welke voorbeelden van stereotypering krijg je in het fragment te horen?

Ook in stripverhalen worden de figuren vaak op een stereotiepe manier weergegeven. 1 Welk stripfiguur past bij volgende omschrijving: Met haar weerbarstige kuif, haar fel geprononceerde kin, haar ‘panlattige’ gestalte en haar enorme voeten is dit stripfiguur werkelijk een seksloos personage. 2 Lees de tekst Een ranke dame en beantwoord volgende vragen. Een ranke dame

©

Met haar weerbarstige kuif, haar fel geprononceerde kin, haar ‘panlattige’ gestalte en haar enorme voeten is Sidonia werkelijk een seksloos personage. Haar uiterlijk werd een stereotype. Hyperslanke en niet al te mooie vrouwen in Nederland en Vlaanderen worden al eens spottend Sidonia genoemd. Onnodig te zeggen dat de hogergenoemde lichaamsdelen aanleiding geven tot heel wat grappige situaties. In De Straatridder (1955) kan ze zich makkelijk verstoppen achter een lantaarnpaal en in De Lachende Wolf (1952) sluipt ze als een slang de trap op. In De Stierentemmer (1950) vermomt ze zich als een ranke flamencodanseres.

Sidonia’s grote voeten spreken het meest tot de verbeelding: ze worden meestal vergeleken met schepen. In De Lachende Wolf (1952) beweert Lambik dat ze geen sneeuwschoenen nodig heeft met zulke grote schuiten, wat uiteraard niet in goede aarde valt. In de eerste stroken van De Sissende Sampan (1963) moeten de voetjes van Sidonia niet minder dan drie rake klappen verwerken.

334

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


Tante Sidonia beseft echter zelf ook wel dat zij niet moeders mooiste is. In De Avonturen van Rikki en Wiske (1945) moet zij niezen en merkt ze zelf op dat ze niet één vinger, maar haar hele hand onder haar neus moet duwen. Haar geprononceerde kin is het doelwit van spot in Lambiorix (1949); Lambik vergelijkt er het kaakbeen van een monster met het ‘kinnebakske’ van Sidonia. Geen wonder dat Sidonia snakt naar wat lichamelijke schoonheid.

IN

In De Sputterende Spuiter (1976) mijmert ze: ‘Wat heeft de vrouw van 6 miljoen dat ik niet heb?’ In De Jolige Joffer (1986) heeft zij er alles voor over om een mooie, aantrekkelijke vrouw te worden, zelfs al moet ze daarvoor haar schatten van kinderen in de steek laten. In bepaalde albums vermomt ze zich. In De Apekermis (1965) speelt ze de spionne Sidonia Lohren en in De Sissende Sampan (1963) de Draken Lady. Een heuse metamorfose ondergaat tante Sidonia in De Sterrenplukkers (1952), waarin we haar als klein kind zien optreden. Bron: 50 jaar Suske en Wiske

a Noteer vijf persoonskenmerken die in dit fragment aan bod komen.

N

b Onderstreep in je vorige antwoord de woorden die je niet kent. Overloop ze met een medeleerling en probeer de betekenis te achterhalen. c Als je iemand ‘een Sidonia’ noemt, is dat dan een compliment of een belediging?

VA

Andere stereotypes die we in stripverhalen tegenkomen zijn de held, de slechterik, het trouwe huisdier, de verstrooide professor, de kluns … 3 Plaats de namen van de stripfiguren bij het juiste stereotype. Kies uit: De Daltons – Jommeke – De Rode Ridder – Gargamel – Bobby – Jansen en Janssen – Dr. Doom – Lambik – Markske – Marcel Kiekeboe – Idéfix – Joker – Superman. slechterik

huisdier

meeloper/kluns

©

held

woord hyper: heel erg de metamorfose: complete verandering

LES 26 STEREOTYPERING

335


4 Je krijgt hieronder tien trefwoorden.

krachtpatser

babe

roddeltante

autoritair

verstrooid

koelbloedig

wijsneus

pienter

ingenieus

a Plaats ze bij de juiste omschrijving.

IN

vrijgevochten

b Noem een stripfiguur dat daarvan een voorbeeld is. Je vindt misschien inspiratie in de vorige oefeningen, maar je mag ook eigen voorbeelden geven. trefwoord

omschrijving

stripfiguur

geëmancipeerd, mondig, onafhankelijk

iemand met een verbazende spierkracht

N

slim, verstandig, gewiekst vindingrijk, vernuftig

iemand die zijn zin wil doordrijven en de baas wil spelen de aandacht niet bij het onderwerp hebben

VA

iemand die negatieve dingen vertelt over anderen jonge, seksueel aantrekkelijke vrouw iemand die denkt alles beter te weten en denkt dat hij verstand heeft van een bepaald onderwerp kalm, dapper, zonder schrik

5 Stripverhalen evolueren mee met de tijd. Zo kan het zijn dat stereotiepe kenmerken van een held toch aangepast worden. 1

©

2

336

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


a Bekijk de afbeeldingen van Lucky Luke en geef aan welke verschillen je ziet.

b Welke afbeelding is de oudste?

IN

c Waarom hebben de makers van dat stripverhaal die aanpassing doorgevoerd?

6 In strips krijgen we soms ook te maken met vooroordelen. Bespreek de stripfragmenten die je leraar met je deelt.

Willy Vandersteen. Sukse & Wiske: Mama Wata

VA

N

7 In het volgende fragment hoor je Dalilla Hermans’ mening over deze afbeelding.

a Waarom werd de strip Mami Wata van Suske en Wiske in de media bekritiseerd?

©

b Wat klaagt Dalilla Hermans aan in de strip?

c Waarom klaagt ze dat volgens jou aan?

8 Deel je de mening van Dalilla Hermans? 9 Zou je haar mening op sociale media liken of delen? Waarom (niet)?

LES 26 STEREOTYPERING

337


Literatuursuggesties 3 In les 26 ging je in op stereotypering en vooroordelen. Je zag daar enkele voorbeelden van hoe strips vooroordelen kunnen bevestigen. Toch laat fictie je meestal voorbij de stereotypes en vooroordelen kijken. In heel wat films, tv-reeksen, romans, nummers, gedichten en strips leer je een personage echt kennen en ga je verder dan een vooroordeel of snelle eerste indruk.

©

VA

N

IN

Je maakt hier kennis met negen boeken waarin een personage centraal staat dat je in de loop van het boek leert kennen. Zo kom je te weten waarom het personage is wie zij/hij is en op een bepaalde manier denkt en handelt en ga je verder dan een eerste indruk of een bepalend kenmerk. In een aantal verhalen kom je ook te weten wat er gebeurt wanneer mensen blijven steken in vooroordelen.

338

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


BLACK BOX Anna Woltz roman, dystopie

BELUISTER FRAGMENT

2007

IN

Black Box is het televisieprogramma waarvoor het hele land thuisblijft. Zeven kinderen van tien tot zestien jaar zitten een maand lang opgesloten in een zwart huis vol camera’s op de Pier. Jamie is de jongste redactrice van het programma. Ze is enthousiast, naïef en stapelverliefd op Rijn, de briljante regisseur. Zo ziet ze niet meer dat Black Box volledig uit de hand loopt. Maar wie is verantwoordelijk voor het drama op de Pier? De kinderen, de redactie of de zeven miljoen kijkers thuis?

DE GOUDEN DRUPPEL Michel Tournier drama, reisverhaal

BELUISTER FRAGMENT

N

1985

VA

Idris, een jonge Berber, vertrekt naar Frankrijk om in het bezit te komen van de foto die een blonde toeriste van hem heeft gemaakt. Volgens de overlevering verhuist een stukje ziel van een geportretteerde naar de afbeelding en Idris wil de eenheid van zijn persoonlijkheid herstellen. In Parijs, een wereld vol vreemde beelden, verliest hij zijn talisman, de Gouden Druppel, en belandt hij in een spiraal van duizelingwekkende avonturen.

HET VIERDE RIJK Maria Nygren

drama, probleemverhaal

©

2015

LITERATUURSUGGESTIES 3

BELUISTER FRAGMENT

Als de vijftienjarige Blenda midden in het semester op een nieuwe school komt, ziet ze meteen dat iedereen in de ban is van één persoon: Hedvig. Zelfs de rector gehoorzaamt het mooie, blonde meisje blindelings. Blenda is nooit populair geweest en droomt ervan om net als Hedvig in de spotlights te staan. En ze is niet de enige. Lena-Stina haalt goede cijfers, maar heeft geen plezier in het leven. En Penny verandert telkens in een kopie van anderen, ze is allang vergeten wie ze zelf is. Voor een project bestuderen de drie meisjes hoe Hitler aan de macht kwam. Ze bedenken een geniaal plan waarmee ze Hedvig van haar troon kunnen stoten. Maar al snel stijgt de macht een van hen naar het hoofd.

339


17 Per Nilsson drama, familieroman

BELUISTER FRAGMENT

2003

GEBROKEN SOEP Jenny Valentine

IN

Er ligt een zeventienjarige jongen op de eerstehulpafdeling van het ziekenhuis. Hij stinkt naar drank, sigaretten en braaksel. Zijn ogen zijn dicht, maar hij ademt. Naast het bed zit Göran, zijn vader. Hij begint tegen zijn slapende zoon te praten over de tijd dat hij zelf zeventien was, in de jaren zeventig. Hij vertelt hoe hij de moeder van zijn zoon ontmoette. Hoe ze samen een kind kregen. En hoe hij zijn vrouw en kind uiteindelijk verliet. De vader wijdt uit over al zijn fouten, in de hoop dat zijn zoon en hij elkaar opnieuw kunnen leren kennen.

familieroman, relaties

N

2008

BELUISTER FRAGMENT

VA

Bij Rowan Clark thuis is niets zoals het zou moeten zijn. Haar oudere broer Jack is verongelukt, haar vader is vertrokken en haar moeder is sindsdien zwaar depressief. Rowan probeert zo goed als het gaat voor haar jongere zusje te zorgen en voor de buitenwereld verborgen te houden dat alles verkeerd gaat. Maar dat lukt steeds minder goed. Wanneer ze op een dag in de supermarkt in de rij staat, tikt een onbekende jongen op haar rug. Hij geeft haar een negatief dat ze volgens hem heeft laten vallen. Rowan weet van niets, maar neemt de foto uiteindelijk toch aan omdat ze geen opschudding in de supermarkt wil veroorzaken. Op de foto ziet ze vaag een wijdopen mond. Wanneer de foto wordt afgedrukt, schrikt Rowan: op de foto staat haar overleden broer Jack, breed lachend. Rowan gaat op zoek naar de jongen die haar het negatief gaf. Hij leert haar om weer van het leven te genieten.

©

JEHANNE

340

TRAJECT NEDERLANDS 4

Simone van der Vlugt historische roman 2001

BELUISTER FRAGMENT

Jehanne is een eenvoudig boerenmeisje in Frankrijk. Het land is al jaren in oorlog met de Engelsen, die steeds grotere delen van Frankrijk veroveren. Jehanne hoort stemmen. Stemmen van engelen van God, die haar vertellen hoe ze tegen de Engelsen ten strijde kan trekken. Maar wie luistert er nu naar een meisje van zeventien, dat beweert dat ze boodschappen van God krijgt? Jehanne geeft niet op en steeds meer mensen gaan in haar geloven. In plaats van te worden uitgehuwelijkt, belandt Jehanne op het strijdveld. Dit is het verhaal van Jeanne d’Arc die leefde in de vijftiende eeuw. Haar tragische levensgeschiedenis is zo precies mogelijk naverteld in dit boek.

LITERATUUR


LUCAS Kevin Brooks roman, relaties

BELUISTER FRAGMENT

2002

IN

Een boek over Lucas natuurlijk, maar vooral over Caitlin. De vijftienjarige Caitlin woont met haar vader nogal geïsoleerd op een Brits eilandje. De zomer waarin haar broer van zijn studies thuiskomt, wordt alles plots anders als ze Lucas ziet lopen. Hij is de vreemdste, mooiste en meest onvergetelijke jongen die ze ooit heeft gezien. Wanneer ze later de kans krijgt om hem beter te leren kennen, raakt ze nog meer in de ban van zijn uitzonderlijke persoonlijkheid. Maar zijn komst veroorzaakt grote opschudding in de gesloten eilandgemeenschap. Wie is hij? Waar komt hij vandaan? En waarom haten de eilandbewoners hem zo dat ze tot het uiterste gaan om van hem af te komen?

PERENBOMEN BLOEIEN WIT

N

Gerbrand Bakker psychologische roman 1999

BELUISTER FRAGMENT

VA

De tweeling Klaas en Kees en hun jongere broer Gerson spelen vaak Zwart, een spel waarbij de belangrijkste regel is dat zij hun ogen niet mogen opendoen. Maar als ze op een zondagmorgen met z’n allen in het autootje van hun vader stappen op weg naar opa en oma, verandert hun leven met één harde klap. Een autoongeluk zorgt ervoor dat Gerson de rest van zijn leven Zwart zal moeten spelen. Wil hij dat wel? En hoe ziet zijn toekomst eruit?

STATION ELF

©

Emily St. John Mandel

LITERATUURSUGGESTIES 3

sciencefiction, avonturenverhaal, relaties 2014

BELUISTER FRAGMENT

Op een winterse avond in Toronto sterft de beroemde acteur Arthur Leander op het toneel terwijl hij de rol van zijn leven speelt. Diezelfde avond strijkt een dodelijk griepvirus neer op het Noord-Amerikaanse continent. De wereld zal nooit meer hetzelfde zijn. Twintig jaar later trekt Kirsten, een actrice van het Reizende Symfonieorkest, langs de nieuwe nederzettingen rondom de Grote Meren om Shakespeare op te voeren voor de overlevenden van de ondergang. En dan wordt haar hoopvolle wereld opnieuw bedreigd.

341


les

27

Romantiek, realisme en surrealisme 1

Je kent de kenmerken van de stijlstromingen romantiek, realisme en surrealisme

Je leest en analyseert enkele gedichten uit elke stroming

2

Je benoemt voorbeelden van die stromingen in verschillende kunstvormen: schilderkunst, poëzie, fotografie ...

4

Je gaat na hoe historische stromingen vandaag doorleven en een hedendaagse invulling krijgen

3

1

HOE ROMANTISCH BEN JIJ?

IN

Kunstwerken. Ze spreken je aan of stoten je af. Dat kan aan hun vorm en stijl liggen of aan het onderwerp dat ze weergeven. De werken die je leuk vindt, vertellen vaak ook iets over jezelf. In deze les ontdek je enkele bekende stijlstromingen, kom je te weten of je een realist of een romantische ziel bent en zie je hoe oude stijlstromingen tot op vandaag onze wereld beïnvloeden.

N

Ben jij een romantische ziel?

5. Je kijkt met je lief televisie. Wat staat er op het programma? a een superheldenfilm b een documentaire over de ontbossing in Brazilië c een romantische komedie op Play5

VA

1. Je vriend of vriendin wil een strandwandeling maken bij zonsondergang. a Dat doen ze toch alleen in de film. b Leuk! Alleen dat zand in mijn schoenen … c Supercool idee!

2. Kaarsen zijn … a levensgevaarlijk voor brand! b overbodig, we hebben toch elektriciteit? c gezellig!

©

3. Wat kook jij voor je date? a Ik kook wat mijn date lekker vindt. b Ik maak iets wat ik zelf lekker vind. c Ik sta vroeg op en doe boodschappen: dat viergangenmenu komt er niet vanzelf. d Yes! Weer diepvriespizza. 4. Liefde is … a een illusie. b een chemische reactie in je hersenen. c alles.

6. De Eiffeltoren is … a een uniek architectonisch hoogstandje van 7 300 ton staal, gebogen naar de wil van één man. b hét symbool van de stad van de liefde. c een leuk monument, maar wel hoog om een selfie van ons twee bij te nemen!

7. Samen picknicken is … a intens genieten! b een straf! Ik heb hooikoorts en een zwakke rug. c leuk, maar geef mij toch maar een diepvriespizza!

8. Wanneer er tijdens een fuif een slow start … a ga ik vlug nog een pintje halen. Al dat melige gedoe is niets voor mij. b trek ik dat meisje / die jongen dicht tegen me aan. c excuseer ik mij drie minuten lang omdat ik op tenen trap. Ik kan echt niet dansen. Naar: www.quest.nl

342

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


1 a= 1 / b=2 / c=3 5 a= 2 / b=1 / c=3

2 a=1 / b=2 / c=3 3 a= 3 / b=2 / c=4 / d=1 6 a= 1 / b=3 / c=2 7 a= 3 / b=1 / c=2

4 a= 1 / b=1 / c=3 8 a= 1 / b=3 / c=2

8 tot 14 punten Romantiek is een onbekend woord voor jou. Je denkt vooral aan de mogelijke gevaren van bepaalde activiteiten en je hebt zelf graag de touwtjes in handen. Leer wat meer te genieten van het leven en geef meer aandacht aan je lief. Want voor je het weet, blijf je alleen achter en dat is pas een ramp!

IN

14 tot 22 punten Jij bent een echte realist. Je bekijkt de liefde op een objectieve manier en weegt voor- en nadelen af. Af en toe probeer je jouw romantische kant te tonen, maar jouw hersenen nemen het al snel over van je hart. Overdenk niet alles te veel en blijf de romantische kant van jezelf verder ontwikkelen.

N

Meer dan 22 punten Kaarsen, rozenblaadjes, een romantische film onder een dekentje of een gezellige uitstap naar Parijs. Jij bent een romanticus en laat jouw hart de beslissingen nemen. Als een echte Afrodite of Cupido overstelp jij jouw lief met een overdosis liefde en gevoelens. Heerlijk, maar let wel op: het leven is geen Disneyfilm, in sommige situaties blijf je best met beide voeten op aarde.

woord overstelpen: overladen

VA

1 Vul de test in en ontdek of jij een romantische ziel bent.

2 Het populairwetenschappelijk tijdschrift Quest maakte deze test als onderdeel van een onderzoek. a Hoe betrouwbaar zijn de resultaten van de deelnemers? b Hoe komt dat?

©

3 De test bepaalt in welke mate je een romanticus of een realist bent. Hoe omschrijft men deze woorden in de test(resultaten)?

LES 27 ROMANTIEK, REALISME EN SURREALISME

343


SPREKENDE SCHILDERIJEN

2

In de negentiende eeuw vond je in de kunstwereld deze twee types ook terug. Via de QR-code stellen drie figuren een schilderij aan je voor. Ze stellen daarbij zes vragen. Je zult naast de twee stromingen uit het vorige deel nog kunnen kennismaken met een stroming uit de twintigste eeuw.

IN

© Album

1

VA

2

©

3

344

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR

© Succession René Magritte - SABAM Belgium 2022

SCHILDERIJ 2

SCHILDERIJ 3

© AKG Images

N

SCHILDERIJ 1


1 Beantwoord de vragen van elk schilderij. 2 Op de schilderijen kun je ook de termen van de test uit deel 1 toepassen. a Welk schilderij associeer jij met een realist? Welk schilderij kan door een romanticus gemaakt zijn? b Bedenk ook een naam voor het derde schilderij.

©

VA

N

IN

3 Je leraar overloopt nu de namen en kenmerken van de stijlstromingen. Schematiseer de informatie in een mindmap, tabel …

LES 27 ROMANTIEK, REALISME EN SURREALISME

345


346

TRAJECT NEDERLANDS 4 © Banco de México Diego Rivera Frida Kahlo Museums Trust, Mexico, D.F. / - SABAM Belgium 2022

C

LITERATUUR

G

I

© Fundació Gala - Salvador Dali / SABAM Belgium 2022

IN

D

© Album

© The Artchives / Alamy

© Photo 12 / Alamy

B

E

© IanDagnall Computing / Alamy

© Foudation Paul Delvaux, SintIdesbald - SABAM Belgium 2022

A

© Art Collection 4 / Alamy

H

© Zuri Swimmer / Alamy

F

N

VA

© Hieronder krijg je negen schilderijen te zien.


17.2 17.3

4 Er horen telkens drie schilderijen samen onder een kunststroming. a Neem de wegwijzer erbij en overleg in groep welke drie schilderijen samenhoren.

START

Wegwijzer in kunst

Beeldt het schilderij iets uit een droomwereld uit?

Is het schilderij logisch (opgebouwd)?

JA

JA

NEE

IN

NEE

Geeft de schilder een perfect beeld van de mens in de natuur / in het verleden / als een held / …?

JA

NEE

JA

NEE

JA

REALISME

NEE

Ga terug naar START en kijk nog eens kritisch naar de vragen en het schilderij.

VA

ROMANTIEK

Wordt de werkelijkheid nauwkeurig weergegeven?

N

Overheerst het gevoel in het schilderij?

SURREALISME

b Twijfel je? Verplaats je in het hoofd van de personages op het doek en vul de mindmap hierboven verder aan.

5 Je leraar toont je nog drie schilderijen. Elk schilderij past bij een bepaalde stijlstroming, maar is toch ook lichtjes anders. a Overleg met een medeleerling bij welke stroming het schilderij hoort.

©

b Beschrijf wat er toch anders is aan de twee schilderijen.

LES 27 ROMANTIEK, REALISME EN SURREALISME

347


3

GEDICHTEN UIT ELKE STROOM 1 In de vorige lessen plaatsten we schilderijen binnen een kunststroming. a Waarom spreken we van een kunststroming, denk je? b Welke andere kunstvormen herken je binnen zo’n stijlstroming? 2* Lees en beluister de gedichten op p. 350. a Wat vind je van de gedichten? Welke gevoelens maken ze bij je los?

c Welk gedicht heeft je voorkeur?

IN

b Bij welke gelegenheid past elk gedicht?

3 Haal uit de gedichen O lied en Junkieverdriet alle zelfstandige naamwoorden uit de eerste strofe en plaats ze in een woordspin. a Welk verband stel je vast? b Bij welke stroming passen de gedichten?

4 Doe nu hetzelfde voor de gedichten Het geschenk en Een beetje minimal. a Welk verband stel je vast?

©

VA

N

b Bij welke stroming passen de gedichten?

348

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


5 Hoe verschilt Een beetje minimal van Het geschenk? a Duid de passende omschrijvingen aan en bewijs. Een beetje minimal

bewijs uit de tekst

... geeft het onderwerp weer  op een originele manier.  zoals we het zien. ... bevat eerder  zakelijke gegevens.  gevoelige gegevens. De dichter  geeft zijn visie op de werkelijkheid.  registreert gewoon.

N

De taal lijkt op  reclametaal  geleerde taal  slogans  spreektaal  beeldrijke taal  Bijbelse taal

IN

... beschrijft een  bijzondere  plechtige  alledaagse werkelijkheid.

VA

b Vat dit samen in onderstaand onthouden-kader.

onthouden

In een nieuw-realistisch gedicht beschrijft de dichter op

De taal die hij gebruikt is

. De dichter

. .

©

6 Plaats ten slotte ook alle zelfstandige naamwoorden uit de eerste strofe van Een minnend paar in een woordspin. a Welk verband stel je vast? b Bij welke stroming past het gedicht?

7 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullende oefeningen op de stromingen die je leerde kennen.

LES 27 ROMANTIEK, REALISME EN SURREALISME

349


O lied Junkieverdriet

IN

Mijn eeuwenoud, mijn levenslang junkieverdriet Van geboortepijn tot nu mijn eenzaamheid Die ik deel met duizenden nu ik weet wat ik weet: Dat de mens een naald is zoekend naar een ader Zoekend naar de kiespijn van zijn ver verleden. Junkieverdriet, bass-toon van deze tijd Waar de verschopte verschaalt in een dode hoek Van het denkperspectief, in de paranoia Van de kleine penis en de schizofrenie van schaamte.

o Lied! o Lied! Gij helpt de smert wanneer de rampen raken, gij kunt, o Lied, de wonde in ‘t hert, de wonde in ‘t hert vermaken! o Lied, o Lied! Gij laaft den dorst, gij bluscht het brandend blaken, gij kunt, o Lied, de drooge borst en ‘t wee daarvan doen staken. o Lied! o Lied, het zwijgend nat dat leekt nu langs mijn kaken, gij kunt het, en uw kunst is dat, gij kunt het honing maken ... o Lied! o Lied!

In deze wereld mijn waansisteem werd liefde Een misdrijf in het duister en reizen kruipen Uit de schaduw der ouders naar de schaduw van de dood. Verdrinken tijdens de armslag naar meer.

Guido Gezelle. Gedichten, Gezangen en Gebeden (1879)

Jotie T’Hooft. Junkieverdriet

VA

Het geschenk

Een minnend paar

een minnend paar man en meisje identiteit onbekend op een grijsgeregende morgen in een van de plattelandssteden komen vreemd aan hun eind nl. zij vloeien als twee vlakken natte waterverf in elkaar liefde of toeval niemand weet het stoffig en schraal als puin vindt men de bewijsstukken (hun silhouetten) later veel later op een onverhuurde zolderkamer

N

Licht van alle licht, licht Dat niet dooft met de dagen en mijn geheugen Voortdurend doorschijnt, licht licht Dat niet zinkt in de stof het woord Dat muis is knagend binnen klein bestek, Licht dat bomen doorruist en water, licht Dat leeft op de vloedlijn bij springtij, Tussen afkick en hit, wit licht, witte hitte.

©

Hij trok het schuifken open, Het knaapje stond aan zijn zij, En zag het uurwerk liggen: 'Och, Grootvader, geef het mij?' 'Ik zal ‘t u wel eens geven, Toekomende jaar misschien, Als gij wel leert en braaf zijt', Zei de oude, 'wij zullen zien.' 'Toekomend jaar!' sprak het knaapje, 'O Grootvader, maar dan zoudt Ge lang reeds kunnen dood zijn; Ge zijt zo ziek en zo oud!' En de oude man stond te peinzen, En hij dacht: 'Het is wel waar', En zijn lange vingren streelden Des knaapjes krullend haar. Hij nam het zilvren uurwerk, En de zware keten er bij, En lei ze in de gretige handjes, '’t Komt nog van uw vader', sprak hij. Rosalie Loveling. Gedichten 1870

Gust Gils. Drie Partituren. De Bezige Bij, Amsterdam 1962

Een beetje minimal Een kubus d.w.z. een doos, een leegte of een gedachte in haar afmetingen zichtbaar verpakt; maar ook een ding in de ruimte al is hij gewoonweg een stuk ervan een sportieve bewoner; een kubus: ik zet er mijn pilsje op. Roland Jooris. Een konsumptief landschap

350

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


RECENTE POPCULTUUR, OUDE INSPIRATIEBRONNEN © INTERFOTO Hollywood Collection

4

In de popmuziek, reclame, online of op televisie grijpt men voortdurend terug naar elementen uit allerlei historische kunststromingen. Aan de hand van de volgende opdrachten leg je een link tussen deze stromingen en hun hedendaagse invulling.

a b c d

IN

1 Jullie analyseren de clips Bad Guy van Billie Eilish en Willow van Taylor Swift. Neem onderstaande vragen door. Zo weet je waarop je moet letten tijdens het kijken. Hoe ziet de zangeres eruit? Beschrijf de stijl. Waar en wanneer speelt het verhaal zich af? Beschrijf de decors. Beschrijf wat er met het personage gebeurt in de clip. Ligt de nadruk in de clip op het verstand of op het gevoel? Motiveer je antwoord met voorbeelden uit de clip.

2 Geef nu een conclusie. Leg een link tussen de stromingen uit het vorige deel en de clips. De clip van Bad Guy gebruikt realistische / romantische / surrealistische elementen. De clip van Willow gebruikt realistische / romantische / surrealistische elementen.

N

• •

onthouden

©

VA

Je kunt elke stroming als een bijvoeglijk naamwoord gebruiken. Als je over kunstwerken van vandaag zegt dat ze realistisch zijn, dan betekent dat dat ze vertrekken van de werkelijkheid, aandacht hebben voor alledaagse onderwerpen, de werkelijkheid objectief weergeven en een eerlijk beeld geven van hoe de mensen denken en hoe de maatschappij in elkaar zit.

LES 27 ROMANTIEK, REALISME EN SURREALISME

351


© Christophe Ketels / Alamy

3 Beluister Brood voor morgenvroeg van Bart Peeters. a Vul de kenmerken voor het liedje aan. b Geef telkens een voorbeeld uit de tekst.

Stel de planeet verpulverd Tot een zielig hoopje gruis Dan zeg ik dat is spijtig Maar ik heb wel een brood in huis En stel dat ik zou weten wat de schadeclaim bedroeg Dan zeg ik dat kan zijn Maar we hebben brood Brood voor morgenvroeg Waarom de waanzin het verstand versloeg Ik heb geen idee maar wel een brood voor morgen Waarom de waanzin het verstand versloeg Ik heb geen idee maar wel een brood Brood voor morgenvroeg

N

Dan hoor ik in het nachtnieuws Op de autoradio Kurkdroog zeggen met de wereld gaat het maar zozo En er ligt een oceaan van woelig water voor de boeg Dan denk ik maar gelukkig heb ik brood Brood voor morgenvroeg Waarom de waanzin het verstand versloeg Ik heb geen idee maar wel een brood voor morgen

We hebben brood Brood voor morgenvroeg Waarom de waanzin het verstand versloeg Ik heb geen idee maar wel een brood voor morgen Waarom de waanzin het verstand versloeg Ik heb geen idee maar wel een brood Brood voor morgenvroeg

IN

Soms als ik naar huis rij in het midden van de nacht Kom ik langs een broodmachine en rem op volle kracht Ik wil een ramp voorkomen Want er is al stress genoeg Oh wonder der techniek Ik koop een brood Brood voor morgenvroeg

Het is spijtig maar planeten redden kan ik niet zo goed Ik moet eens aan Bono vragen hoe je zoiets doet En waarom de waanzin het gezond verstand versloeg Maar das een zorg voor later

VA

Brood voor morgenvroeg

... beschrijft een  bijzondere  plechtige  alledaagse werkelijkheid.

... geeft het onderwerp weer  op een originele manier.  zoals we het zien.

©

... bevat eerder  zakelijke gegevens.  gevoelige gegevens. De dichter  geeft zijn visie op de werkelijkheid.  registreert gewoon. De taal lijkt op  reclametaal  geleerde taal  slogans  spreektaal  beeldrijke taal  Bijbelse taal

352

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR

voorbeeld uit de tekst


4 Geef nu een conclusie. Leg een link tussen de stromingen uit het vorige deel en dit nummer.

©

VA

N

IN

5 Bekijk de foto’s hieronder. Bij welke stroming sluiten de foto’s volgens jou aan?

6 De jonge kunstenaar Roman Real verdween een paar dagen geleden spoorloos. In deze escape room nemen jullie de rol van inspecteur op en onderzoeken jullie de mysterieuze verdwijning. Je gaat in het atelier van de kunstenaar op zoek naar aanwijzingen om zo het raadsel op te lossen. Lukt het jullie om binnen het lesuur de waarheid te weten te komen?

LES 27 ROMANTIEK, REALISME EN SURREALISME

SPELREGELS

353


les

Taal zorgt voor 28 inclusie en exclusie 1

Je legt uit hoe uitspraak en accent het beeld van iemand kunnen bepalen

2

Je verklaart hoe je door je taal(gebruik) tot een groep wordt gerekend of ervan wordt uitgesloten

3 Je legt uit hoe groepen taalvarianten

gebruiken om zich te onderscheiden van andere

4 Je onderzoekt teksten over sociale taalvariatie op betrouwbaarheid, correctheid en bruikbaarheid

5

Je selecteert doelgericht bronnen en informatie

IN

Lange haren en baarden, felgekleurde T-shirts en jeans, seksbeluste en druggebruikende jongeren die in de jaren zestig rondreden in bebloemde VW-busjes: geen twijfel mogelijk, dat waren hippies. 1 Welke hedendaagse subculturen of jongerengroepen kun je opnoemen? 2 Geef van elke groep twee typische eigenschappen.

3 Probeer voor alle groepen die jullie opsomden telkens twee taalkenmerken te geven. 4 Herlees de titel van deze les.

N

a Omschrijf in je eigen woorden wat die titel betekent.

©

Taal is het mooist als iedereen en alles er welkom in is, als elke tongval, elk accent, schrift, gebaar, gevoel, elk gezicht er een plek in heeft. Het hart verstaat alle talen, woorden vanaf lippen, uit ogen, handen, het lichaam, de lucht, van papier. En wat maakt je nou rijker om met iedereen, in elke taal die maar voor handen, voeten, ogen, oren is te kunnen communiceren?

c Wat vind jij daarvan? Onderbouw je mening met twee argumenten.

354

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT

© Hollandse Hoogte

VA

b Verbind die uitleg met volgend citaat van Babs Gons.


1

HET BEELD DAT MENSEN HEBBEN 1 Je beluistert zes opnames van leden van de Vlaamse Jeugdraad. Voor deze opdracht let je niet op wat ze zeggen, wel op hoe ze spreken.

2

3

4

5

6

IN

1

a Welke personen zouden jou mogen vertegenwoordigen in de Jeugdraad of het Vlaams Parlement? b Welke stem vind jij het meest aantrekkelijk? 2 Rangschik de fragmenten op volgende assen. a

duidelijk dialectische uitspraak

aarzelend (wat haperingen, eh’s)

vlot, maar iets te snel

licht dialectische uitspraak

vlot, maar iets te veel vaktaal

Standaardnederlands met licht accent

vlot en helder

Standaardnederlands zonder accent

N

b

zeer aarzelend (veel haperingen, eh’s)

3 Maak een voorstelling van elke spreker. Hoe stel je je hen voor?

Je hebt net mensen beoordeeld op basis van hun uitspraak en op basis van het beeld dat jij je vormde van die personen. Die techniek wordt ook gebruikt in taalwetenschappelijk onderzoek rond taalattitude of taalperceptie.

VA

Je leest nu een tekst met als titel Marokkaans-Nederlands accent heeft weinig prestige. 4 Wat stel je je voor bij Marokkaans-Nederlands?

5 In les 18 ging je dieper in op regionale accenten. a Geef een omschrijving van dat begrip.

©

b Omschrijf welk verband er is tussen accenten en prestige.

c In de tekst komen ook etnische accenten aan bod. Wat stel je je voor bij die term?

LES 28 TAAL ZORGT VOOR INCLUSIE EN EXCLUSIE

355


Hoewel Nederlanders regionale accenten in toenemende mate omarmen, blijft de populariteit van bepaalde etnische accenten mijlenver achter. Vooral aan het MarokkaansNederlands kleven veel negatieve oordelen. Marokkaanse Nederlanders komen pas hogerop als zij hun accent grotendeels afleren, zo stelt Stefan Grondelaers van de Radboud Universiteit op basis van recent onderzoek.

Maar die opwaardering gaat niet op voor Nederlands met een etnisch accent zoals het Marokkaans-Nederlands. Dat is althans de uitkomst van een onderzoek dat Grondelaers liet uitvoeren onder 218 studenten in Amsterdam en Nijmegen. Zij kregen geluidsopnames te horen van Marokkaans-Nederlandse jongeren en van autochtone Nederlandse jongeren. Vervolgens moesten ze aangeven in hoeverre ze het eens waren met stellingen als ‘Deze persoon klinkt vriendelijk’, ‘Deze persoon komt in aanmerking als nieuwslezer’.

N

Eerst het positieve nieuws: we zijn de laatste decennia veel positiever gaan denken over een regionaal accent. Een nieuwslezer met een Brabants accent? Geen probleem. Als het accent maar niet al te veel aanwezig is. Enkele decennia geleden was het nog ondenkbaar dat je met een accent aangenomen werd als nieuwslezer. In die zin is Nederland (en ook Vlaanderen) een stuk toleranter geworden. Maar daar staat tegenover dat we veel minder tolerant zijn voor etnische accenten als het MarokkaansNederlands, zo ontdekte Stefan Grondelaers. Hij is als taalwetenschapper betrokken bij het Groot Nationaal Onderzoek Sprekend Nederland.

Marokkaans-Nederlands mist prestige

IN

MarokkaansNederlands accent heeft weinig prestige

Links op de foto: Omar Ahaddaf, rechts op de foto: taalwetenschapper Stef Grondelaers.

VA

De overgrote meerderheid van de studentenpopulatie beoordeelde het autochtoon Nederlandse accent positief. Maar de oordelen over het Marokkaans-Nederlands waren op alle fronten negatief: niet alleen waar het ging om prestige, maar ook op esthetische gronden. Als we deze uitkomsten plaatsen tegenover eerder onderzoek naar regionale variatie, is er een duidelijk contrast: dialecten of regionale accenten scoren ook niet altijd hoog op status, maar worden vaak wel mooi gevonden.

©

Grondelaers werkt als taalkundige aan de Radboud Universiteit en onderzoekt variatie in de standaardtaal. Hoe iemand spreekt, is afhankelijk van heel veel factoren. Bijvoorbeeld leeftijd, opleiding of regionale herkomst. Niet alleen in Nederland, maar ook in de rest van Europa is de regionale variatie enorm toegenomen. Volgens Grondelaers heeft dat in belangrijke mate te maken met de verdwijning van de dialecten: ‘Mensen hebben nog steeds de behoefte hun regionale identiteit uit te drukken.’

De ronduit negatieve beoordeling hadden de onderzoekers niet helemaal aan zien komen, omdat studenten juist bekend staan om hun tolerantie richting minderheden. Grondelaers plaatst het onderzoek wel in perspectief: ‘Het was een overwegend witte populatie. Bovendien komen de meeste studenten uit de midden-

woord regionaal: heeft betrekking op een streek etnisch: wat een volk betreft, volkenkundig autochtoon: van de oorspronkelijke bewoners afkomstig esthetisch: heeft betrekking op schoonheid

356

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


© Charles M Vella / Alamy

of bovenklasse. Uit ander onderzoek blijkt dat Marokkaans-Nederlands in sommige kringen wél prestige heeft, ook wel aangeduid als “verborgen prestige”. Turkse en autochtone Nederlandse jongeren nemen elementen uit het MarokkaansNederlands over omdat het stoer is.’

Burgemeester van Rotterdam Ahmed Aboutaleb: om burgemeester te worden, moest hij wel zijn Marokkaanse accent tot een minimum beperken.

‘In Vlaanderen is het vooralsnog ondenkbaar dat de burgemeester van de tweede grootste stad van Marokkaanse afkomst zou zijn. In Nederland heb je veel meer mensen van Marokkaanse komaf die maatschappelijk en cultureel een hoge positie hebben verworven. Neem cabaretier Najib Amhali of auteurs als Abdelkader Benali of Hafid Bouazza.’

N

Laat deze studie zien dat Nederlanders racisten zijn? Grondelaers: ‘Op een onbewust niveau zijn alle mensen racistisch omdat ze automatisch stereotyperen. Dat is evolutionair zo bepaald: onze hersenen zijn te klein en te traag om alle informatie waarover we beschikken ter plekke op te halen en te verwerken. Om snel te kunnen reageren, trekken we op basis van stereotypering razendsnel een hele lade kennis over de persoon open in ons geheugen, en we maken er ons in eerste instantie niet zo druk om of die kennis wel klopt. Wat we dus moeten leren, is om niet te snel te oordelen. Beschaving is eigenlijk het uitstellen en zo nodig onderdrukken van je eerste oordelen. Maar ons laagje beschaving is over het algemeen niet zo dik.’

IN

Laagje beschaving

VA

Gelukkig is er ook een positief geluid. Mensen die vaker etnische accenten om zich heen horen, lijken positiever in hun oordeel dan mensen die die accenten niet horen. Bij de tweede generatie migranten zien we bovendien een duidelijke toename van opleidingsniveau en daarmee van welvaart, waardoor ze ook beter geïntegreerd raken in de Nederlandse samenleving.

Accent light

Bron: www.nemokennislink.nl

©

Grondelaers, die zelf een duidelijk hoorbaar Vlaams accent heeft, benadrukt dat Vlamingen niet veel beter zijn dan Nederlanders, integendeel:

‘Het opvallende is dat maatschappelijk succesvolle Marokkaanse Nederlanders een heel licht Marokkaans accent hebben, als ze überhaupt al Marokkaans klinken. Het is niet eerlijk, maar wie zijn of haar Marokkaanse accent tot een minimum kan beperken krijgt in de Nederlandse maatschappij meer kansen …’

LES 28 TAAL ZORGT VOOR INCLUSIE EN EXCLUSIE

357


6 Bespreek het experiment dat in het artikel beschreven wordt. a Hoe zat de proef praktisch in elkaar?

7 Hieronder krijg je vijf stellingen over de tekst.

IN

b Wat was de belangrijkste bevinding?

a Geef bij elke stelling aan of die waar of niet waar is. b Leg uit waarom je daarvoor kiest.

Recent is de houding van de doorsnee Nederlander tegenover regionale accenten positiever geworden.

N

VA

• Het Marokkaans-Nederlandse accent heeft in heel Nederland geen enkel prestige.

Als je maatschappelijk succesvol wilt zijn, dan laat je het best je accent zoveel mogelijk achterwege, ongeacht je afkomst.

Stereotypering en dus discriminatie op basis van een accent zal er ook in de toekomst zijn, maar we kunnen er wel iets aan doen.

©

• Door het verdwijnen van de dialecten zal discriminatie op basis van taal in de toekomst volledig verdwijnen.

8 In de intro werd bij opdracht 4c gevraagd hoe jij stond tegenover taal als een middel tot inclusie of exclusie. a Blijf je bij de visie die je toen formuleerde, zou je die verfijnen of misschien helemaal anders formuleren? b Welke onderdelen uit de les zijn belangrijk om rekening mee te houden als het over taal in de maatschappij gaat?

358

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


2

SOCIALE TAALVARIATIE Het Cités

IN

In België hebben we ook een opvallende taal die door jongeren met een immigratieachtergrond gecreëerd werd. Moeten we die jongeren wijzen op het gevaar van zo’n eigen taal of accent? Luister naar het college Zeggen we straks allemaal ‘de meisje’ en ‘shtijl’? van professor Stefania Marzo (KU Leuven). 1 Professor Marzo houdt een lezing over het Cités. a Waar wordt die taal gesproken?

b Door wie werd die taal oorspronkelijk gesproken? c Waarom ontwikkelden ze die taal? d Hoe is die taal tot vandaag bewaard gebleven?

2 Welke kenmerken hebben omgangstalen over de hele wereld gemeen?

3 Geef een concreet voorbeeld van elementen uit andere talen in die omgangstaal. 4 Het Cités is een voorbeeld van een sociolect. Welke van volgende omschrijvingen is de beste definitie van die term? Een taalvariëteit die gebaseerd is op de geografische achtergrond van de spreker. Een taalvariëteit die alleen gebaseerd is op de leeftijd van de spreker. Een taalvariëteit die gebaseerd is op de leeftijd, de sekse en de sociale klasse van de spreker. Een taalvariëteit die iedereen uit een bepaalde sociale groep spreekt.

©

VA

   

N

8.3

LES 28 TAAL ZORGT VOOR INCLUSIE EN EXCLUSIE

359


Jongerentaal en straattaal In haar uiteenzetting ging Stefania Marzo in op het Cités, een taal die gecreëerd werd door jongeren met een migratieachtergrond en die zich uiteindelijk ontwikkelde tot jongerentaal. Jongerentaal is echter ruimer dan enkel het Cités. In de volgende opdracht ga je dieper in op jongerentaal en stel je samen met een medeleerling een vlogbericht op.

Voorbereiden

IN

1 In deze opdracht maak je een korte vlog over jongerentaal.

N

a Wat zijn de kenmerken van een vlog?

VA

b Wat is volgens jou jongerentaal? Omschrijf dat in vier kernwoorden.

tip

Niet helemaal thuis in de wereld van vloggen? Bekijk een voorbeeld.

©

VLOGGEN

2 In het vlogbericht ga je in op volgende thema’s: • • •

Wat is jongerentaal? Wat is straattaal? Waarom spreken jongeren jongerentaal?

a Beantwoord bovenstaande vragen. b Wat vind jij van het gebruik van jongerentaal? In welke contexten is dat (on)gepast volgens jou? Moet er ruimte zijn voor jongerentaal op school of net niet?

360

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


Plannen 3 Overleg nu met een medeleerling. a Vergelijk jullie meningen. b Formuleer hoe jullie staan tegenover jongerentaal. In welke situaties kan dat? Wanneer niet? 4 Je leraar verdeelt de klas in verschillende groepen.

5.7

IN

Bronnen verwerken 5 Je onderzoekt vier bronnen en vult bij elke bron een fiche in.

a Je vat de inhoud van de bron samen. b Je beoordeelt de correctheid en betrouwbaarheid. c Je kiest of je de bron uiteindelijk zult gebruiken voor je onderzoek.

Informatie samenbrengen

6 Overloop de verschillende documenten.

N

a Elk groepslid krijgt vier minuten om zijn/haar bevindingen te presenteren. b Na elke presentatie is er kort tijd (twee minuten) om vragen te stellen. 7 Herlees wat je formuleerde als antwoord bij opdracht 2. a Welke informatie bevestigt je mening? b Waar heb je je mening bijgestuurd?

VA

8 Maak een overzicht van de informatie die jullie hebben.

a Wat is op dit moment nog onvoldoende duidelijk? Op welke vraag willen jullie zeker nog een antwoord? b Welke zoektermen kun je gebruiken om daarover informatie te vinden?

9 Zoek online een bron die je antwoord geeft op die vraag. a Vul de steekkaart in.

©

auteur:

4.5.1

jaartal: titel:

krant, tijdschrift of webpagina: datum waarop je het webadres hebt geraadpleegd: hyperlink:

b Vat de hoofdgedachte en gedachtegang van de bron samen.

LES 28 TAAL ZORGT VOOR INCLUSIE EN EXCLUSIE

361


Bibliografie opstellen 10 Stel een bibliografie op van de verschillende bronnen waarmee jullie in de vorige stappen aan de slag gingen.

N

IN

5.8

VA

Vlogbericht maken

11 Jullie maken in groep nu een vlogbericht. Dat bericht bevat volgende elementen:

7.5

• • • • •

In de inleiding leggen jullie uit wat jongerentaal is. Zorg voor een aantrekkelijke inleiding die meer geeft dan een saaie definitie. Vervolgens leggen jullie uit wat de relatie is met straattaal. Daarna geven jullie aan wat de kenmerken zijn en waarom jongeren jongerentaal spreken. Geef aan hoe jullie tegenover jongerentaal staan. Zorg voor minimaal twee argumenten die jullie stelling duidelijk ondersteunen. Schets ook kort wat jullie mening was aan het begin van de opdracht (stap 2) en beschrijf hoe jullie mening bijgestuurd (veranderd of verfijnd) is in de loop van de opdracht.

©

12 Bekijk de evaluatiematrix op de volgende pagina. Zo weet je waarop je moet letten.

Reflecteren 13 Wat heb je geleerd uit deze opdracht?

362

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


Evaluatiematrix – Spreken: een vlog GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

volledigheid

duidelijkheid

Meerdere onderdelen ontbreken en/of zijn te beperkt uitgewerkt, namelijk:

- Je formuleert de informatie onduidelijk. - Je gebruikt effecten die (delen van) je vlog niet volgbaar maken. - Je vlog heeft geen structuur. Je gebruikt foute - Je gebruikt geen effecten signaalwoorden om die de boodschap ernstig verbanden weer te geven. verstoren, maar bepaalde OF Je gebruikt geen onderdelen zijn onduidelijk, signaalwoorden. namelijk: - Je formuleert de informatie meestal op een duidelijke en toegankelijke manier, maar let nog op:

©

VA

N

- Je formuleert de informatie duidelijk en op een toegankelijke manier. - Je gebruikt geen effecten die de boodschap van je vlog verstoren. - Je structureert de informatie op een logische manier (inleiding – midden – slot) - Je gebruikt goed gekozen signaalwoorden.

Je vlog bevat bijna alle elementen van de opdracht maar volgend element ontbreekt en/of is te beperkt uitgewerkt:

IN

- Je legt uit wat jongerentaal en straattaal is en waarom jongeren het spreken. - Je geeft aan hoe je tegenover jongerentaal staat en beargumenteert jouw standpunt met minstens twee argumenten. - Je vergelijkt je mening met je mening aan het begin van de opdracht.

- Je structureert het merendeel van de informatie op een logische manier, maar een duidelijke inleiding of een duidelijk slot ontbreekt. - Je gebruikt meestal goed gekozen signaalwoorden. OF Je gebruikt te weinig signaalwoorden.

correctheid

Je vlog bevat geen storende taalfouten.

Je vlog bevat enkele taalfouten die de aandacht niet van de boodschap afleiden.

Je vlog bevat (te veel) storende taalfouten.

Je gebruikt (Belgische) standaardtaal.

Je vlog bevat enkele dialectwoorden, tussentaal en/of uitspraakfouten.

Je vlog bevat te veel dialectwoorden, tussentaal en/of uitspraakfouten.

LES 28 TAAL ZORGT VOOR INCLUSIE EN EXCLUSIE

363


gepastheid en aantrekkelijkheid - Je geeft de inhoud meestal - Je ondersteunt wat je zegt op een aantrekkelijke niet met beeldmateriaal. manier weer. Let erop dat je EN/OF Je gebruikt definities en voorbeelden beeldmateriaal dat niet voldoende ondersteunt aansluit bij wat je vertelt. met beeldmateriaal. - Je vlog is een opsomming - Je zorgt meestal voor een van definities en vlotte overgang tussen de voorbeelden die worden verschillende elementen voorgelezen. van de opdracht, let nog - De overgang tussen de verschillende elementen op: van de opdracht is zeer abrupt.

©

VA

N

Aanvullende commentaar:

IN

- Je ondersteunt wat je zegt met duidelijk beeldmateriaal. - Je geeft de inhoud op een aantrekkelijke manier weer en geeft niet enkel saaie definities. - Je zorgt voor een vlotte overgang tussen de verschillende elementen die je bespreekt.

3

UITBREIDING: JOUW TAALPROFIEL

Je hebt dit jaar al verschillende keren nagedacht over taal. Zo kwamen regionale en sociale taalvariatie aan bod en ook taal als middel om groepen te vormen. Je hebt daarbij meer inzicht gekregen in begrippen als dialect, streektaal, regiolect, tussentaal, accent en sociolect. 1 Je past nu die inzichten toe op jezelf door volgende steekkaart in te vullen. 2 Neem de fiche van een medeleerling door en raad wie die fiche invulde. 3 Je leraar geeft je nu een luisteropdracht over wat taal vertelt over wie je bent.

364

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


Taalfiche Dialect • Spreek je dialect? nooit •

soms

Kun je het dialect van ouderen uit je omgeving begrijpen? nooit

soms

altijd

Wanneer zou je het dialect zeker niet gebruiken?

Tussentaal • Hoe vaak gebruik je tussentaal? nooit

IN

altijd

soms

altijd

In welke situatie kan tussentaal volgens jou door iedereen gebruikt worden?

Wil jij je kinderen opvoeden in tussentaal of kies je voor dialect of standaardtaal? Verklaar je keuze.

Standaardtaal

N

Hoe komen standaardtaalsprekers over bij jou?

In welke contexten spreek jij standaardtaal?

Heb je het gevoel dat je de standaardtaal mondeling voldoende beheerst?

Heb je het gevoel dat je de standaardtaal schriftelijk voldoende beheerst?

Omcirkel de beroepsgroepen die volgens jou standaardtaal moeten beheersen.

VA

©

leerkrachten buschauffeurs dokters

sportlui

politici

installateurs politieagenten journalisten

verplegers

acteurs

verkopers

artiesten

Sociale taalvariatie Kun jij voorbeelden geven uit jouw leven of uit dat van mensen uit je nabije omgeving van: •

hoe taal gebruikt wordt om een groep te vormen;

hoe taal mensen uitsluit;

hoe taal kansen geeft of kansen wegneemt?

LES 28 TAAL ZORGT VOOR INCLUSIE EN EXCLUSIE

365


Taalfiche Inhoud 1 Wat is het onderwerp van de tekst?

IN

2 Vat de hoofgedachte van de tekst samen in een zin.

VA

N

3 Vat de gedachtegang van de auteur samen.

Betrouwbaarheid en correctheid

4 Vul op de versozijde de tabel aan om de betrouwbaarheid en correctheid van de bron te beoordelen. Bruikbaarheid

5 Duid in de tekst de informatie aan die volgens jou bruikbaar is voor de uiteindelijke opdracht. Maak daarvoor gebruik van verschillende kleuren per deelvraag. Wat is jongerentaal? Wat is straattaal? Waarom spreken jongeren jongerentaal?

©

• • •

6 Zou je de bron gebruiken voor de uiteindelijke opdracht? Waarom (niet)?

366

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


betrouwbaarheid van een bron beoordelen

IN

Door welke instantie werd de bron gepubliceerd (indien van toepassing)?

Is de bron objectief of subjectief? • Gebruikt de zender gekleurd taalgebruik? • Gebruikt de zender voornamelijk feiten of meningen? • Is de zender onpartijdig?

 objectief

Is de zender (auteur/maker) gekend? • Is de zender een autoriteit op vlak van het onderwerp?

 ja  ja

 nee  nee

Zijn er referenties naar andere relevante bronnen? Verwijst de zender naar andere betrouwbare bronnen?

 ja

 nee

N

 subjectief

VA

Van wanneer dateert de bron?

    

informatie geven overtuigen een mening geven een instructie geven ontspannen en amuseren

©

Wat is het doel van de zender?

LES 28 TAAL ZORGT VOOR INCLUSIE EN EXCLUSIE

367


les

29

Talige diversiteit: onderzoeksproject 1 Je krijgt inzicht in talige

3 Je presenteert een wetenschappelijke poster

diversiteit in de samenleving

over talige diversiteit aan je medeleerlingen

2

1

DE TOREN VAN BABEL

Je gebruikt de woordenschat rond talige diversiteit correct

N

Je hoorde ongetwijfeld al een keer over de toren van Babel of misschien ken je de uitdrukking ‘een Babylonische spraakverwarring’. Volgens het oude verhaal wilden de mensen, die op dat moment allen een en dezelfde taal spraken, een toren bouwen die tot aan de hemel reikte. God daalde over hen neer en verwarde en verspreidde de mensen zodat ze elkaar niet meer zouden kunnen verstaan.

Je kunt zakelijke informatie gericht samenvatten (uitbreiding)

5

IN

Je selecteert informatie uit bronnen om een wetenschappelijke poster te maken

4

Op dit moment worden er op de wereld ongelooflijk veel verschillende talen gesproken. Wat weet jij over meertaligheid?

VA

1 Je leraar is quizmaster en presenteert je acht vragen. 2 Hoe meertalig ben jij?

a Wat is jouw moedertaal?

b Welke andere talen begrijp je (luisteren, lezen)?

c In welke andere talen kun je je vlot uitdrukken (spreken, schrijven)?

©

3 Bespreek jouw antwoorden klassikaal. Hoe ‘meertalig’ ben jij ten opzichte van jouw medeleerlingen? Duid het aan op de schaal. weinig meertalig

zeer meertalig

woord een Babylonische spraakverwarring: door elkaar spreken zonder naar elkaar te luisteren (uitdrukking) de moedertaal: je eerste taal, de taal die je zonder formeel taalonderwijs als kind leerde

368

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


LINGUA FRANCA

VA

2

N

IN

4 Je hoorde net welke talen jij en je medeleerlingen beheersen. Zet kruisjes op de wereldkaart waar die talen gesproken worden.

1 Bekijk onderstaande krantenkoppen. Welk probleem wordt hier aangekaart?

Taalverwarring eindigt met klappen

Doodrijder vrijgesproken voor vluchtmisdrijf door taalverwarring

Gebrekkige talenkennis leid t tot

©

Gemeentebestuur vraagt dringend Nederlandstalige MUG-begeleiding: vrouw sterft door taalprobleem

ongelukken op de werkvloer

Slechte prestaties Standard te wijten aan taalproblemen in kern

2 Misschien heb je zelf al eens een communicatieverwarring door taal ondervonden. a Vertel aan je medeleerlingen wanneer dat gebeurde. b Beschrijf hoe je je toen voelde.

3 Denk aan het verhaal van de toren van Babel. Wat zou de oplossing kunnen zijn?

LES 29 TALIGE DIVERSITEIT: ONDERZOEKSPROJECT

369


3

ONDERZOEKSPROJECT Je leraar geeft je een vraag rond verschillen binnen en tussen talen waarop jij een antwoord zult bieden in de vorm van een wetenschappelijke poster en een mondelinge presentatie. Je vertrekt van een voorzet met bronnenmateriaal, maar dat is niet genoeg. Je zult zelf nog op zoek moeten gaan naar extra informatie. Volg het stappenplan om het project tot een goed einde te brengen.

1 Bekijk de vraag die je kreeg aandachtig.

IN

Voorbereiden a Formuleer de vraag in je eigen woorden.

N

b Welke dingen moet je opzoeken?

VA

c Heb je aanvullende informatie nodig om vlot te kunnen starten?

2 Je kreeg ook twee termen toegewezen. Noteer hieronder wat die woorden volgens jou betekenen. :

b

:

©

a

370

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


Plannen 3 Je kreeg een bron die je kan helpen een antwoord op je vraag te formuleren. a Lees die bron aandachtig. b Duid de kernzinnen en kernwoorden aan. 4 Zoek de betekenis op van de twee termen die je kreeg. Noteer hieronder de betekenis van die termen en eventueel extra informatie of voorbeelden. a

IN

:

b

:

tip

5 Ga nu op zoek naar een extra bron die jou kan helpen om een antwoord op je vraag te formuleren. Houd rekening met de tips die je in de Trajectwijzer krijgt over online informatie zoeken.

tip

VA

5.6

N

Zoek ook aan de hand van zoektermen in een andere taal. Op die manier kun je veel meer kwalitatieve bronnen vinden.

Waar kun je goede bronnen vinden? • Google Scholar: scholar.google.com • Het Archief voor Onderwijs: onderwijs.hetarchief.be • JSTOR: www.jstor.org • NARCIS: www.narcis.nl • Science Direct: www.sciencedirect.com

6 Beoordeel de bron die je vindt op correctheid, betrouwbaarheid en bruikbaarheid. Zorg ervoor dat je met een kwalitatieve bron aan de slag gaat.

©

5.7

Informatie samenbrengen 7 Vergelijk je twee bronnen met elkaar en beantwoord de vragen. a Welke zakelijke, objectieve informatie geven de bronnen jou? •

bron 1:

LES 29 TALIGE DIVERSITEIT: ONDERZOEKSPROJECT

371


bron 2:

bron 1:

bron 2:

IN

b Welke subjectieve informatie geven de bronnen jou?

VA

N

c Met welke subjectieve informatie ben jij het eens? Waarom?

©

d Noteer minimaal vijf kernwoorden die jouw antwoord op de vraag omschrijven. Houd daarbij rekening met de W’s (wie, wat, waar, wanneer, waarom) en H (hoe).

8 Denk na hoe je je twee opgelegde termen daarbij kunt integreren. Maak een visuele schets van de betekenis van de twee termen.

woord integreren: opnemen in een groter geheel

372

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


Poster vormgeven 9 Je formuleerde in 7d aan de hand van kernwoorden een voorlopig antwoord op de vraag die je kreeg. Werk dat antwoord eerst verder uit aan de hand van je twee teksten.

b antwoord op basis van tekst 2:

N

c mijn eigen antwoord/mening:

IN

a antwoord op basis van tekst 1:

10 Selecteer twee afbeeldingen die je wilt toevoegen.

11 Maak op een apart blad een kladversie van je poster. Denk goed na over de indeling: welke informatie plaats je waar? Vergeet ook je opgelegde termen niet.

tip

Je poster is visueel aantrekkelijk, maar niet schreeuwerig. Het geheel is informatief, helder en overzichtelijk. De boodschap formuleer je kort en duidelijk. Je gebruikt zakelijke, formele taal.

VA

7.7

• • • •

5.8

12 Aangezien je informatie van verschillende bronnen gebruikte, moet je die ook vermelden.

©

Presentatie voorbereiden

7.7

13 Schrijf je presentatie bij je wetenschappelijke poster uit. Houd rekening met de volgende elementen: • • • • • • •

Je presentatie duurt maximaal vijf minuten. Start met het voorstellen van je vraag en formuleer daar alvast beknopt een antwoord op. Geef aan of je bronnen verschillende aspecten belichten. Beargumenteer je antwoord op de vraag, indien nodig. Zorg ervoor dat je de betekenis van de opgelegde termen voldoende duidt. Vermeld de bronnen die je gebruikte. Maak voldoende gebruik van signaalwoorden zodat je publiek goed kan volgen en ook geboeid blijft.

LES 29 TALIGE DIVERSITEIT: ONDERZOEKSPROJECT

373


Reflecteren 14 Bekijk je schets kritisch aan de hand van de volgende criteria. • • • • •

Voldoet je poster aan de kenmerken van een wetenschappelijke poster? Is je poster visueel aantrekkelijk? Is het antwoord op de vraag duidelijk geformuleerd? Is de informatie op een logische manier geordend op de poster? Worden de opgelegde termen duidelijk aan de hand van de poster?

15 Presenteer een stuk van je eindresultaat aan twee medeleerlingen.

IN

a Vraag hen om concrete feedback. b Geef ook zelf aan wat goed liep volgens jou en wat je een volgende keer anders moet doen.

Verfijnen

N

16 Herwerk je poster en je tekst voor de presentatie aan de hand van de verbeterpunten.

Presenteren

17 Je presenteert je poster mondeling aan de rest van de klas.

VA

7.5.1

18 De deadline voor de poster en presentatie is

.

Uitbreiding: samenvatting schrijven Je beluisterde verschillende presentaties van je medeleerlingen en je bekeek hun posters. Eén poster werk je verder uit tot een samenvatting.

©

19 Stel aan de hand van de poster minimaal drie deelvragen op waarop je samenvatting een antwoord zal geven. Houd daarvoor rekening met de informatie die in de poster aan bod komt.

6.10

20 Schrijf nu je samenvatting uit aan de hand van de onderzoeksvraag, de opgestelde deelvragen en de antwoorden. • • • • •

374

TRAJECT NEDERLANDS 4

tip

De deelvragen hoeven niet expliciet aan bod te komen in je samenvatting. Werk je kernachtige antwoorden of kernwoorden van vraag 3 verder uit. Zorg ervoor dat je samenvatting duidelijke alinea’s bevat met telkens een kernzin. Verbind je alinea’s aan de hand van relevante signaalwoorden. Een samenvatting formuleer je steeds in je eigen woorden. Neem dus geen letterlijke formuleringen over van de poster.

TAALINZICHT


Evaluatiematrix – Schrijven: talige diversiteit GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

volledigheid en inhoud Je toont niet alle noodzakelijke informatie in je wetenschappelijke poster. Deze informatie ontbreekt:

Je formuleert geen antwoord op de onderzoeksvraag. Deze informatie ontbreekt:

IN

Je poster bevat alle noodzakelijke informatie. Het is duidelijk wat de kern van jouw antwoord op de onderzoeksvraag is.

OF Sommige informatie is niet relevant. De meeste informatie op je wetenschappelijke poster is correct. Enkele, minder belangrijke, zaken die je vermeldt zijn echter inhoudelijk niet correct, namelijk

Essentiële inhoudelijke zaken op je wetenschappelijke poster zijn niet correct, namelijk

N

De informatie op je wetenschappelijke poster is inhoudelijk correct.

duidelijkheid

De opmaak en informatie zijn duidelijk na analyse van de wetenschappelijke poster. De informatie is duidelijk, maar niet goed gepresenteerd.

VA

De opmaak van en de informatie op je wetenschappelijke poster zijn in één oogopslag duidelijk.

De opmaak en informatie op de wetenschappelijke poster zijn niet overzichtelijk gepresenteerd. De informatie is vaak niet duidelijk.

aantrekkelijkheid en gepastheid Je hebt een wetenschappelijke poster gemaakt die de aandacht trekt met interessante afbeeldingen en kleuren.

Je hebt een mooie wetenschappelijke poster gemaakt. Je zou echter meer afbeeldingen en kleuren kunnen toevoegen. OF Je poster is iets te schreeuwerig.

Je hebt een sobere wetenschappelijke poster gemaakt die visueel niet aantrekkelijk is. OF Je poster is te druk; het lijkt meer op een affiche dan op een wetenschappelijk document.

De tekst bevat enkele fouten in spelling en/of zinsbouw. De fouten leiden de aandacht van de boodschap af, maar het geheel blijft wel begrijpelijk.

De tekst bevat veel en/of zware fouten in spelling en/ of zinsbouw. Die zorgen ervoor dat de tekst moeilijk te begrijpen is.

Let op voor:

Let op voor:

correctheid

©

De spelling in je tekst is foutloos. Ook de zinsbouw en het gebruik van leestekens zijn correct.

Aanvullende commentaar:

LES 29 TALIGE DIVERSITEIT: ONDERZOEKSPROJECT

375


Evaluatiematrix – Spreken: talige diversiteit GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

inhoud De meeste elementen van je presentatie zijn aanwezig, maar dit onderdeel ontbreekt:

correctheid Je taalgebruik is nagenoeg foutloos. Je gebruikt de standaardtaal en je uitspraak is correct.

Verschillende elementen van je presentatie ontbreken, namelijk

IN

Je presenteert je onderzoeksvraag en je antwoord op een heldere manier. De uitleg die je geeft, is relevant en genuanceerd.

Je maakt enkele taalfouten en/ of enkele klanken of woorden die je gebruikt, behoren tot de tussentaal, het dialect … Let op voor:

Je maakt meermaals taalfouten en de klanken en woorden die je gebruikt, behoren vaak tot de tussentaal, het dialect … Let op voor:

duidelijkheid Je presentatie is goed te volgen, maar je wijkt te veel af van de onderzoeksvraag. OF Je presentatie is goed te volgen, maar je uitleg is te beknopt.

Je presentatie is moeilijk te volgen. Het is niet duidelijk welk antwoord je formuleert op de onderzoeksvraag.

N

Je hebt de presentatie goed opgebouwd. Je formuleert een onderbouwd antwoord op de onderzoeksvraag.

aantrekkelijkheid en gepastheid

Je maakt vaak oogcontact, maar vooral met de leraar of slechts met enkele leerlingen. OF Je maakt soms opvallende handgebaren.

Je maakt amper oogcontact met het publiek; je kijkt te veel naar de poster, de grond … Je beweegt amper en gebruikt je handen niet. OF Je beweegt te veel en maakt overdreven handgebaren.

Je varieert vlot in zinsbouw, woordvolgorde en woordgebruik.

Je brengt wel wat variatie aan in zinsbouw, woordvolgorde en woordgebruik. Toch sluipen er enkele storende herhalingen in je presentatie.

Je brengt bijna geen variatie aan in zinsbouw, woordvolgorde en woordgebruik. Daardoor zijn er veel storende herhalingen in je presentatie.

©

VA

Je maakt oogcontact met het volledige publiek en gebruikt je handen als ondersteuning van de uitleg.

Aanvullende commentaar:

376

TRAJECT NEDERLANDS 4

TAALINZICHT


4

WOORDENSCHAT Bij het uitwerken van je poster en presentatie en tijdens het luisteren naar de presentaties van je medeleerlingen kwamen verschillende termen over talige diversiteit aan bod. 1 Verbind de termen met de correcte definitie. 1

sociale mobiliteit

a taal die als gemeenschappelijk communicatiemiddel wordt gebruikt

2

meertaligheid

3

codemixing

b het wisselen tussen verschillende talen of taalvarianten in het kader van interactie

4

codeswitching

5

translanguaging

6

lingua franca

7

Global English

8

meerderheidstaal

9

minderheidstaal

IN

c taal die in een bepaald gebied door de minderheid van de bevolking gesproken wordt d taal die ontworpen is door een persoon of een groep

e de beweging van mensen of groepen tussen verschillende socioeconomische posities f

de manier waarop de gesproken taal wordt weergegeven in schrifttekens

g taal die in een bepaald gebied door de meerderheid van de bevolking gesproken wordt

10 kunsttaal 11 schriftsysteem

N

h vorm van codeswitching waarbij taalgebruikers overschakelen naar een andere taal omdat ze zich in die taal genuanceerder of nauwkeuriger kunnen uitdrukken i

het Engels dat internationaal gebruikt wordt als communicatiemiddel tussen niet-moedertaalsprekers

j

het kunnen hanteren van meerdere talen of taalvormen

k taalvariëteit die heel sterk afgebakend kan worden in een bepaald geografisch gebied l

VA

het mengen van verschillende talen binnen een woord of een zinsstructuur

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

©

2 Welke term wordt hier afgebeeld?

© GELUCK

© Philippe Geluck

LES 29 TALIGE DIVERSITEIT: ONDERZOEKSPROJECT

377


Tussenstop 5 1

TAAL EN WOORDENSCHAT

a

b

IN

1 Welke woorden schuilen achter de illustraties?

c

d

2 Vul de juiste woorden aan bij de omschrijvingen. De antwoorden vormen een woordenslang. De laatste letter van elk woord vormt de eerste letter van het volgende woord.

N

verbazend sterk iemand iemand die graag (negatieve) dingen doorvertelt over een ander wat een volk betreft heel erg lang en smal

VA

• • • • •

k

k

3 Wat betekent het onderstreepte woord in elke zin? Leid de betekenis af uit de context. a Het autoritaire optreden van de politie zorgde ervoor dat de betoging volledig uit de hand liep.

©

b Die actrice met geprononceerde lippen vertelde in het tijdschrift over haar ervaringen bij de plastisch chirurg.

c Opa werd overstelpt met cadeautjes voor zijn tachtigste verjaardag.

d In de folder van de orthopedist stond dat een beugel en een goede tandverzorging leiden tot een esthetische metamorfose bij de patiënt.

e In een historische documentaire had men het over het ingenieuze irrigatiesysteem van de autochtone Egyptische bevolking in de klassieke oudheid.

378

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


4 Taal is een middel dat mensen (bewust of onbewust) gebruiken om bij een groep te horen of anderen buiten te sluiten. Dat stond centraal in les 28. Je diepte dit in les 29 uit door een onderzoek naar talige diversiteit in de samenleving. a Match de onderstaande zinnen met de persoon die ze het meest waarschijnlijk zou uitspreken. 2 Heb je al een vrijer?

3 Dat was legit het coolste ooit!

5 Bij erg koud, droog weer kan ijs sublimeren.

IN

1 Let op het da capo en de diminuendo.

VA

a een jongere

N

4 Hij gaf hem een goede assist waardoor hij vlak voor de rust nog een gelijkmaker kon scoren.

©

c een sportcommentator

b een muzikant

d een leraar

e een oudere

TUSSENSTOP 5

379


b Herschrijf drie zinnen uit opdracht 4a zodat iedereen ze kan begrijpen.

a Schrijf een + of - in de middelste kolom.

IN

5 Hebben de volgende woorden een positieve of negatieve connotatie?

2.8

b Schrijf in de laatste kolom een neutraal synoniem. rijwiel ter kennis brengen zot ter ziele gaan

vreten corpulent

N

wijf

reductie van boventalligheid moddervet

VA

betalingsuitnodiging

wisselende contacten

c Rangschik de onderstaande woorden van minst positief klinkend naar meest positief klinkend. Vergelijk daarna je antwoord met een medeleerling. Hebben jullie dezelfde rangschikking? Bespreek. 1 activist – betoger – oproerkraaier – rebel – opstandeling – vrijheidsstrijder

2 aangezicht – gelaat – tronie – bakkes

©

3 creperen – heengaan – doodgaan – sterven – ons ontvallen – overlijden

4 beschonken – zat – bezopen – dronken

380

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


6 Link telkens vier woorden uit de tabel aan elkaar. a Welk begrip verbindt de vier woorden met elkaar? b Geef op basis van de voorbeelden een definitie voor die term. bikini

VRT

wc

pc

nicotine

Frankfurter

hooligan

limerick

saxofoon

champagne

lego

vorst

niet

gerecht

noot

13.2.1

7 Markeer telkens de correcte vorm van het werkwoord en duid ook de tijd aan waarin het staat. a Bellen naar familie of vrienden word/wordt heel wat leuker als je hen niet enkel kunt horen, maar ook kunt zien. Het werkwoord is een  pv in de ott  pv in de ovt  pv in de vtt  pv in de vvt  vd.

VA

10.9.3

N

IN

diesel

b We hebben de voorbije jaren veel meer internet gebruikt en vaker gebeld/gebelt. Het werkwoord is een  pv in de ott  pv in de ovt  pv in de vtt  pv in de vvt  vd. c Als je het programma downloade/downloadde, kon je een profiel aanmaken. Het werkwoord is een  pv in de ott  pv in de ovt  pv in de vtt  pv in de vvt  vd. d Word/Wordt jij ook vrolijk van dat videobellen? Het werkwoord is een  pv in de ott  pv in de ovt  pv in de vtt  pv in de vvt  vd.

©

e Het gebeurdt/gebeurt helaas wel eens dat het internet weg valt. Het werkwoord is een  pv in de tt  pv in de vt  vd. f

Het is niet nodig dat je elke oproep beantwoord/beantwoordt. Het werkwoord is een  pv in de tt  pv in de vt  vd.

g Later zal men duidelijk vermelden/vermeldden of we ons vorig jaar op een kantelpunt bevondden/ bevonden. Het eerste werkwoord staat in de  ovt  vvt  otkt  ovtkt  ott  vtt. Het tweede werkwoord staat in de  ovt  vvt  otkt  ovtkt  ott  vtt. h De trainer had hen tot dan toe met hart en ziel gecoacht/gecoached, maar zou daar snel mee ophouden/ ophoudden. Het eerste werkwoord staat in de  ovt  vvt  otkt  ovtkt  ott  vtt. Het tweede werkwoord staat in de  ovt  vvt  otkt  ovtkt  ott  vtt.

TUSSENSTOP 5

381


i

Niets weerhoud/weerhoudt je ervan om in te grijpen, maar vind/vindt je het echt nodig? Het eerste werkwoord staat in de  ovt  vvt  otkt  ott  vtt. Het tweede werkwoord staat in de  ovt  vvt  otkt  ott  vtt.

j

Nadat ze haar haar pikzwart had geverft/geverfd, strafte/straftte haar moeder haar. Het eerste werkwoord staat in de  ovt  vvt  otkt  ott  vtt. Het tweede werkwoord staat in de  ovt  vvt  otkt  ott  vtt.

2.9 14.4

IN

8 Black Box is een spannende roman waarin Anna Woltz een fictief tv-programma beschrijft. Om de gedachten en gevoelens van de personages nog beter naar de lezer te brengen, gebruikt de schrijfster niet alleen letterlijk taalgebruik. Ga na welke vorm van figuurlijk taalgebruik er in de volgende zinnen aanwezig is.

1.5

a Jamie vindt dat Brit klinkt als een stewardess die haar passagiers al duizenden keren heeft verteld dat ze eerst hun eigen zuurstofmasker moeten opzetten en daarna pas hun kind mogen helpen. b De twee kinderen zitten dicht naast elkaar in een rode motorboot en worden omringd door donkergrijze golven die er op krantenpapier uitzien als gesmolten metaal. c Hoe kon je zo blind zijn!

N

d De rode helikopter vliegt zeventig kilometer naar het noorden, en houdt stil boven de felgekleurde armen van de Pier. e Ze mogen niet zwaaien, want er zijn camera’s op hen gericht, maar het voelt als de intocht van Sinterklaas.

g Voor mijn part mogen jullie denken dat wij overgeleverd zijn aan de genadeloze klauwen van Rijn.

VA

h Dat is zo klaar als een klontje. i

Haar stem klinkt hard en hol.

j

Brit staart naar de kinderen en voelt een zwarte brandplek op haar ziel.

k Simone had begrijpend geknikt en gehumd, alsof het een verhaal betrof over een jongen die nog steeds op zijn duim zoog, of in bed plaste.

©

m En nu heeft ze op elke mogelijke manier aan de wereld laten weten dat ze het misdadig vindt om toe te geven aan de grillen van een zestienjarig ticketmeisje en een vijftienjarige oermens.

9 Lees de onderstaande fragmenten uit vier verschillende gedichten.

14.3.1

a Benoem voor elk gedicht het rijmschema. Kies uit: gepaard rijm – gekruist rijm – omarmend rijm – gebroken rijm.

14.3.1

b Benoem de onderstreepte rijmvormen, stijlfiguren en vormen van beeldspraak.

382

Als een jong lied dat klinkt luid door lege hallen, Zo is doorheen de Winter, de Lente getreden tot ons allen1, Die waren in een eeuw Gehuld2, van witte sneeuw3.

1 2 3

Paul van Ostaijen. Fietstocht

rijmschema:

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


4 5 6

Martinus Nijhoff. Wolken

rijmschema:

In het woud, waar ‘k doolde zo zonder doel en niets wou zoeken dan schaduw koel7

7

J.W. Goethe. Gefunden

rijmschema:

De wanhoop en welsprekendheid in de gebaren van de dingen8, die anders star zijn, en hun dringen, hun ademloze, wrede strijd9 …

8 9

rijmschema:

Maria Vasalis. Tijd

UITDAGING: BRENG JE SCHRIJFVAARDIGHEID IN KAART

N

2

IN

Ik droeg nog kleine kleren4, en ik lag Languit5 met mijn moeder in de warme hei, De wolken schoven boven6 ons voorbij En mijn moeder vroeg wat ik in de wolken zag.

Dit jaar maakte je al heel wat schrijfopdrachten. Ook bij andere vakken schrijf je heel wat teksten. In deze tussenstop maak je de balans op van je schrijfvaardigheid. Je onderzoekt waar je goed op scoort en waar nog groeikansen liggen.

VA

Voorbereiden

1 In de tabel op de volgende pagina vind je een aantal opmerkingen die leraren vaak als feedback geven op toetsen, taken en examens als het aankomt op spelling. Kruis de items aan die op jezelf van toepassing zijn. Kijk daarvoor niet naar je taken en toetsen.

Plannen

©

2 Bekijk je eigen toetsen en schrijfopdrachten voor het vak Nederlands. Kijk naar evaluatieformulieren of commentaar van je leraar en medeleerlingen. a Komen de opmerkingen overeen met de items die je aanvinkte? Kruis ook de feedback aan die je terugvindt op je taken en toetsen. b Noteer in de tabel drie andere aandachtspunten die je op jouw materiaal terugvindt.

3 Kijk naar toetsen of opdrachten van andere vakken. a Komen de opmerkingen van je leraar overeen met de items die je hierboven noteerde? Kruis ook feedback aan die je terugvindt op je taken en toetsen. b Noteer in de tabel eventueel aanvullende aandachtspunten.

TUSSENSTOP 5

383


aandachtspunten

   

Let op de spelling van de werkwoorden, want je maakt te veel fouten tegen de regels. Let op de spelling van de vakterminologie. Gebruik geen onbestaande afkortingen of sms-taal in een voltekst (zoon v.d. koning, t.t.z., tzalnie, ff). Houd je werkwoordstijden consequent. Wissel niet tussen tegenwoordige tijd en verleden tijd. Let op de plaatsing van trema’s en andere woordtekens. Vergeet geen tussenletters te schrijven waar nodig. Als een woord verderloopt op de volgende regel, splits het dan op de correcte plaats. Vergeet geen spaties te zetten tussen woorden die geen samenstellingen zijn. Niet alle woorden kun je zomaar aaneenschrijven. Schrijf ook niet alle woorden los van elkaar. Let op het verschil tussen ei/ij en ou/au. Gebruik hoofdletters bij eigennamen, talen en aan het begin van een zin. Schrijf niet al je zinnen zomaar aaneen. Zorg voor een onderverdeling in alinea’s bij je teksten. Gebruik leestekens op het einde van je zin en waar nodig komma’s om langere zinnen leesbaar te maken.

aanvullende aandachtspunten uit Nederlands 1

IN

       

VA

3

N

2

©

aanvullende aandachtspunten uit andere vakken

384

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


Informatie samenbrengen 4 De items die je niet aankruiste, doe je spontaan goed. a Plaats ze in de SWOT-analyse op de volgende pagina bij S (sterktes/strengths). b Noteer de opmerkingen uit de tabel in de positieve vorm. c Schrijf in de ik-vorm. 5 Markeer nu de drie opmerkingen die je het meest terugvond op je toetsen en opdrachten. Noteer die in de SWOT-analyse bij W (zwaktes/weaknesses).

IN

6 Hieronder vind je acht stellingen in de ik-vorm. Duid de items aan die op jou van toepassing zijn.

N

 Ik heb een leerstoornis, namelijk .  Ik begin altijd direct te schrijven, zonder eerst na te denken over de correcte formulering of spelling van een woord.  Ik ken de spellingregels onvoldoende.  Bij toetsen of taken werk ik vaak met haast. Hoe sneller ik klaar ben, hoe beter. Daardoor blijven er geregeld fouten staan.  Thuis praat ik geen Nederlands met mijn familieleden. Dat zorgt ervoor dat ik meer moeite heb met de Nederlandse spelling.  Ik lees mijn resultaten niet of onvoldoende na.  Bij examens of toetsen heb ik vaak onvoldoende tijd. Ik werk traag en/of moet lang nadenken over de antwoorden. Daardoor blijft er geen tijd over om ze ook nog eens op spelling te controleren.  Ik schrijf absoluut niet graag. 7 Noteer de aangeduide items in de SWOT-analyse bij T (bedreigingen/threats).

VA

8 Als je de SWOT-analyse bekijkt, dan heb je in de rechterkolom een overzicht van de elementen die ervoor zorgen dat je antwoorden en schrijftaken niet altijd even goed gespeld zijn. Voor een aantal ligt de oorzaak buiten jou, daar kun je niets aan veranderen. Toch kun je op zoek gaan naar compensatiestrategieën. Bovendien zullen er onderwerpen zijn waar je jezelf in kunt verbeteren door er actief rekening mee te houden. Formuleer daarom bij O (kansen/opportunities) vier concrete tips aan jezelf in de imperatiefvorm. Het zijn deelaspecten waarmee je bij de volgende toetsen en examens rekening zult houden.

©

Reflecteren

9 Vergelijk je SWOT-analyse met die van een medeleerling. a Waar komen jullie overeen? Wat verschilt er? b Herkennen jullie het model bij elkaar? c Welke aanvullende tips kunnen jullie elkaar geven?

TUSSENSTOP 5

385


W (zwaktes/weaknesses)

VA

N

IN

S (sterktes/strengths)

©

O (kansen/opportunities)

386

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP

T (bedreigingen/threats)


3

CREATIEF: GEDICHTEN EN FOTOGRAFIE In de lessenreeks over romantiek en realisme legde je links tussen tekst en voorstelling in verschillende kunstvormen. Daarnaast analyseerde je in les 25 een gedicht en ging je in op de kracht van beeldspraak. Je vertrekt nu van foto’s om samen met medeleerlingen een gedicht uit te werken. Volgend stappenplan helpt jullie om een aantrekkelijk en sterk eindresultaat te bereiken.

Voorbereiden Selecteer een foto waar je fier op bent of zoek een sprekend beeld online. Kies voor foto’s waar mensen op te zien zijn, in groep of alleen in een omgeving.

IN

1

Plannen

2 Kijk naar de foto. Welk thema zou je aan de foto geven?

3 Welke sfeer zit er in de foto? Schuilt er een (eerder) positief of een (eerder) negatief gevoel in?

N

4 Maak nu een uitgebreide opsomming van wat je op de foto ziet. Beschrijf die voorwerpen ook zo concreet mogelijk. Let daarbij op details.

Verbeelden

VA

5 Welke van de dingen die je bij opdracht 4 noteerde, kun je zien als beeld of uitdrukking? 6 Maak nu een woordenspin. Plaats het thema in het midden en schrijf er enkele van de beelden of uitdrukkingen (stap 4) rond.

©

7 Aan welke andere woorden denk je spontaan als je die hoort? Schrijf bij elk beeld een drietal woorden.

TUSSENSTOP 5

387


Schrijven 8 Bekijk nu alle woorden die in het schema staan. Daarmee ga je verder aan de slag. Je voegt ze samen tot een korte tekst. De tekst: heeft geen eindrijm; bevat minstens drie elementen die je letterlijk op de foto kunt zien; bevat twee beelden die je in het schema opgenomen hebt; is een strofe die tussen de vier en de twaalf regels lang is.

Reflecteren

IN

• • • •

9 Herlees jullie eindresultaat. Ga na of jullie gedicht aan alle voorwaarden voldoet.

10 Laat het gedicht lezen door een medeleerling en vraag om twee sterke punten en twee suggesties te geven.

N

Herschrijven

11 Schaaf jullie eindresultaat bij.

©

VA

a Probeer de regels vlot in elkaar te laten overlopen. Zorg dat het geheel meer is dan een verzameling van aparte regeltjes. b Houd rekening met de feedback die je van je medeleerlingen kreeg.

388

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


les

Balanstest: receptieve 30 vaardigheden 1 Je test hoe goed je lees-

Je gebruikt woordleerstrategieën om de

3 betekenis van onbekende woorden te vinden

en luistervaardigheid zijn

2 4 Je neemt notities tijdens

Je selecteert en verwerkt informatie uit teksten

BALANSTEST LUISTERVAARDIGHEDEN: SCHRIJVEN EN TYPEN

IN

1

het lezen en luisteren

1 Hieronder vind je vijf stellingen. Welke zijn op jou van toepassing? a b c d e

Soms kan ik mijn eigen geschrift niet lezen. Ik studeer vaak schriftelijk. Ik maak mijn samenvattingen op de computer of tablet. Ik maak wel eens tekeningen in mijn samenvattingen. In de les typ ik liever op de computer of tablet dan te schrijven op papier.

 ja  ja  ja  ja  ja

 nee  nee  nee  nee  nee

N

2 Beluister het begin van het fragment. a Wat is het onderwerp?

b Wat voor soort programma is dit? nieuwsuitzending praatprogramma fictiereeks quiz

VA

   

c Wat is het doel van het fragment?    

overtuigen informeren raken amuseren

3 Beluister vervolgens het volledige fragment en los de vragen op.

©

a Welke afbeelding past het best bij het luisterfragment?

b Wat is de conclusie van het onderzoek The pen is mightier than the sword?    

Tekeningen maken helpt om informatie beter te begrijpen. Als je nieuwe informatie opschrijft, zul je die beter onthouden. Pedagogen weten meer over informatie onthouden dan technici. Je kunt je geheugen trainen om beter te worden.

LES 30 BALANSTEST: RECEPTIEVE VAARDIGHEDEN

389


c In welk opzicht verschilt het onderzoek uit 2014 van het meest recente onderzoek?    

Uit het recente onderzoek blijkt dat typen ons helpt beter te onthouden. In het onderzoek van 2014 laat men proefpersonen schrijven op een tablet. In het recente onderzoek wordt ook onderzocht of tekenen helpt om informatie beter te memoriseren. Er zijn geen verschillen tussen de twee onderzoeken.

d Welke term gebruikt pedagoog Pedro De Bruyckere voor het combineren van woorden en tekeningen?

e Welke tip geeft Pedro De Bruyckere bij het combineren van woorden en tekeningen?

Welke zin beschrijft het best wat pedagoog Pedro De Bruyckere vindt over het gebruik van technologie in het onderwijs?    

Laptops kunnen maar beter verbannen worden uit het onderwijs. Technologische hulpmiddelen zouden schrijven met pen en papier geleidelijk moeten vervangen. Leerlingen moeten kunnen kiezen wanneer en waarvoor zij technologische hulpmiddelen gebruiken. Tablets en laptops kunnen nuttig zijn voor bepaalde doeleinden, maar pen en papier zullen nuttig blijven.

N

f

Doe het met mate, anders zal je brein overbelast geraken. Besteed veel tijd aan het maken van een mooie tekening. Maak je tekening op een tablet of computer. Doe dit vooral als je ouder bent dan twaalf jaar.

IN

   

4 Beluister het fragment opnieuw en beantwoord vervolgens deze vragen. a Verbind de woorden met de bijpassende definities. bakkeleien

2

pedagoog

a

onderling samenwerkend

b samenbrengen van verschillende onderdelen in één geheel

VA

1

3

cognitief

c

4

memoriseren

d met betrekking tot het leerproces

5

interactief

e

wetenschapper in de opvoedkunde

f

ruziën, kibbelen

1

onthouden

2

3

4

5

©

b Wat is het grote voordeel van het combineren van woorden en beelden?    

De informatie zal sneller in je langetermijngeheugen opgeslagen worden. Je moet er minder inspanningen voor leveren. Je notities zullen er veel mooier uitzien. Op die manier kun je informatie sneller opschrijven en verlies je minder tijd.

c Welke verklaring hebben de wetenschappers voor het feit dat schrijven je beter helpt te memoriseren?    

Je kunt je beter concentreren tijdens schrijven dan tijdens typen. Schrijven vraagt meer energie waardoor je brein harder zal moeten werken. Schrijven gaat minder snel waardoor je meer zult moeten selecteren. De wetenschappers weten niet precies hoe dat komt.

5 Maak een schematische weergave van de informatie uit het fragment. 6.10

390

6 Schrijf een samenvatting in volledige zinnen van het luisterfragment.

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


2

BALANSTEST LEESVAARDIGHEID: TABLETS IN HET ONDERWIJS 1 Hieronder vind je vier stellingen. Welke zijn op jou van toepassing? a b c d

 ja  ja  ja  ja

Ik kan snel typen op een tablet of laptop. Op een tablet ben ik snel afgeleid door andere dingen dan school. Ik vind tablets een meerwaarde voor het onderwijs. De hele dag naar een scherm kijken is best vermoeiend.

 nee  nee  nee  nee

2 Lees de tekst op p. 393 een eerste keer globaal en beantwoord de volgende vragen.

IN

a Wat is volgens jou het onderwerp van de tekst?

b Geef de hoofdgedachte van de inleiding in één zin weer.

   

informeren ontspannen raken overtuigen

N

c Met welk tekstdoel schreef de auteur de tekst?

d Geef de tekstsoort en het teksttype.  informatieve tekst  persuasieve tekst  opiniërende tekst  prescriptieve tekst  argumentatieve tekst  narratieve tekst

reclametekst reisverslag pamflet opiniestuk affiche recensie

VA

     

3 Lees de tekst nu een tweede keer. Je leest het geheel en dringt door tot de volledige boodschap van de tekst. Beantwoord daarna de volgende vragen. a Welke alternatieve titel past het best bij het artikel?

Alles wat fout is aan de tablet Schokkend onderzoek over tablets in het onderwijs Tablets nemen het onderwijs over Geen tablets zonder een degelijke visie

©

   

b Welke hoofdpunten komen in de verschillende alinea’s aan bod? alinea 1

a

alinea 2

b Zijn onze verwachtingen van tablets te hoog?

Hoe staan leerkrachten tegenover tablets in het onderwijs?

alinea 3

c

alinea 4

d Is het digitaal leermateriaal voldoende aangepast?

alinea 5

e

Welk advies krijgen scholen over tablets in het onderwijs?

alinea 6

f

Wat is de rol van de leraar in digitaal onderwijs?

alinea 7

g Waarom zijn alleen tablets geen wondermiddel?

1

Wat zegt de wetenschap over tablets in het onderwijs?

2

LES 30 BALANSTEST: RECEPTIEVE VAARDIGHEDEN

3

4

5

6

7

391


c Welke zin vat het artikel samen?  Het gebruik van tablets kan een meerwaarde zijn in het onderwijs, maar dat moet dan goed geïntegreerd worden.  Het is vooral de taak van leraren om zich aan te passen aan die technologische veranderingen.  Het gebruik van tablets moet afgeremd worden, zodat kinderen minder afgeleid geraken.  Leerlingen kunnen minder goed rekenen op een tablet. d Welke stelling is onjuist? De leraar blijft nog steeds de drijvende kracht achter goed onderwijs. Veel kinderen zien de tablet als een spel in plaats van een leermiddel. De digitalisering van het onderwijs is uitsluitend een taak voor de ICT-coördinator. De tablet kan leerlingen ondersteunen in zelfstandig leren.

IN

   

e ‘Een tablet is geen zaligmakende tool.’ (alinea 6) Wat wordt daarmee bedoeld?    

Een tablet is geen middel om je mee te amuseren. Een tablet is geen instrument dat alle problemen zal oplossen. Een tablet is geen hulpmiddel dat je slim maakt. Een tablet is geen instrument dat goed bedacht is.

4 Bij de volgende vragen focus je op een specifiek woord of verband in de tekst. a Hoe verhoudt alinea 5 zich ten opzichte van alinea 4? oorzaak-gevolg toevoeging tegenstelling vergelijking

N

   

b Welk verband legt het bindwoord ‘alleen als’ in alinea 5? voorwaarde tegenstelling opsomming conclusie

VA

   

c Hoe verhoudt alinea 2 zich ten opzichte van alinea 1?    

tegenstelling vergelijking reden oorzaak-gevolg

©

d Wat betekent ‘innovatieve oplossingen’ in alinea 7?    

oplossingen die zeer snel bedacht zijn oplossingen die erg vernieuwend zijn oplossingen waarover iedereen het eens is oplossingen die echt werken

5 Maak een schematische voorstelling van de inhoud van de tekst.

6.10

392

6 Schrijf een samenvatting van de tekst in volledige zinnen.

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


OPINIE

Een tablet in de klas is een middel, geen doel

IN

Een masterproef van een hogeschoolstudent bewees dat kinderen die met tablets werken meer rekenfouten maken en sneller afgeleid zijn dan kinderen die met pen en papier werken. Voor sommigen het bewijs dat tablets in het onderwijs best afgeschaft worden. Dat is natuurlijk wat kort door de bocht.

N

En daarnaast is het m.i. belangrijk dat ook de leerplanontwikkeling genoeg aandacht besteedt aan ICT. In haar advies roept de VLOR trouwens de uitgevers van schoolmateriaal op om ten volle in te zetten op de kwaliteitsvolle ontwikkeling van digitale leermiddelen. Alleen als de kwaliteit van het digitale leermateriaal voldoende groot is, zullen de leerlingen gebaat zijn bij digitaal onderwijs.

Saskia Van Uffelen Saskia Van Uffelen is CEO van de BeLux vestiging van Ericsson en werd in 2012 verkozen tot Europese ‘Digital Champion’ voor België. aan de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) een advies over de verdere aanpak van de integratie van ICT in het onderwijs. In het advies dat eind mei werd gepubliceerd, vraagt de VLOR uitdrukkelijk dat elke school een ICT-beleid uitstippelt, rekening houdend met eindtermen en ontwikkelingsdoelen, uiteraard, maar ook toegespitst op het eigen karakter van de school. En dat beleid is niet alleen een zaak van een ICTcoördinator, maar het bestrijkt het hele schoolbeleid: personeelsbeleid, kostenbeleid, zorgbeleid ...

VA

Een masterproef van een hogeschoolstudent, uitgevoerd bij kinderen van het derde leerjaar uit zestien scholen, bewees dat kinderen die met tablets werken meer rekenfouten maken dan kinderen die met pen en papier werken. De kinderen bleken ook sneller afgeleid omdat ze de tablet als speelgoed beschouwen. Voor sommigen het bewijs dat tablets in het onderwijs best afgeschaft worden. Dat is natuurlijk wat kort door de bocht.

©

Het gebruik van tablets in het onderwijs is in de eerste plaats een middel en geen doel op zich. Alles hangt af van de digitale strategie en visie die een school voor ogen heeft. In sommige scholen is de aankoop van enkele portables een schitterende stap, anderen kiezen voor een smartboard, bepaalde scholen schaffen tablets aan. Een tablet is maar een device en dus maar één klein stukje van de oplossing. Vlaams minister van onderwijs Pascal Smet vroeg eerder dit jaar

LES 30 BALANSTEST: RECEPTIEVE VAARDIGHEDEN

In de scholen die kiezen voor tablets worden de leerkrachten vaak niet voldoende opgeleid om de tablets te implementeren in het lessenpakket. Het onderwijzend personeel heeft de tijd nodig om door middel van samenwerking met collega’s en met ondersteuning van experts de vaardigheden aan te leren om met deze nieuwe middelen om te gaan. Alleen zo zullen ze de mogelijkheden van een tablet veelzijdig kunnen inzetten.

Te hoge verwachtingen Een tablet is geen zaligmakende tool in het ICT-onderwijs. Ik heb de indruk dat men soms resultaten verwacht van de tablet waaraan die niet kan beantwoorden. Een tablet is geen pc. Men moet zich realiseren dat de tablet vooral meerwaarde heeft als het gaat om communicatie, nieuwe media-educatie, creativiteit en zelfstandig leren. Gaan leerlingen beter rekenen door het gebruik van tablets? Natuurlijk niet. Het uitgangspunt is en blijft kwaliteitsvol onderwijs, en niet het volgen van deze of gene trend. Een leerling die minder goed is in rekenen, moet extra oefeningen krijgen van de leerkracht. Die leerkracht blijft het startpunt van degelijk onderwijs. De beste gebouwen, de meest geavanceerde ICT-infrastructuur, de beste methode, die zorgen niet voor het beste onderwijs. Dat doen de leerkrachten, want zij maken het verschil. Maar een schitterend gebouw, zeer gemotiveerde leerkrachten en innovatieve oplossingen kunnen het werk wel aangenamer maken en dus de resultaten verbeteren. Bron: www.datanews.be

393


3

SCHRIJVEN: INFORMATIE VERWERKEN Je vergelijkt nu de informatie uit beide bronnen en schrijft vervolgens een opiniërende tekst waarin je uitlegt met welke bron jij het meest akkoord gaat.

Voorbereiden

Plannen

IN

1 Herlees de schema’s en samenvattingen die je maakte.

2 Vergelijk beide bronnen aan de hand van onderstaande tabel. Noteer de informatie in kernwoorden. luisterfragment

N

Welke experten komen aan het woord? Welke onderzoeken worden aangehaald?

VA

Wat is het tekstdoel?

Argumenten voor technologie?

©

Argumenten tegen technologie?

Waarop baseert de expert zijn/haar argumenten?

394

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE

leestekst


Schrijven 3 Je schrijft een opiniërende tekst waarin je uitlegt met welke bron jij het meest eens bent. Voor je argumenten kun je je baseren op de criteria uit stap 2 (tekstdoel, argumenten, onderzoeken …). Leg uit met welke bron je het meest akkoord gaat.

alinea 1

Haal een eerste argument aan. Vat dat argument samen in een kernzin. De rest van de alinea is uitwerking: zorg voor verwijzingen naar de bronnen en/ of concrete voorbeelden en illustraties.

alinea 2-3

Werk telkens een tweede en derde argument op dezelfde manier uit.

slot

Herhaal kort welke bron volgens jou de beste is. Zorg ook voor een krachtige en persoonlijke slotzin.

Reflecteren 4.5.4 4.5.5

IN

inleiding

4 Herlees de tekst die je geschreven hebt en zorg voor signaalwoorden (echter, ondanks, omdat …) en structuuraanduiders (ten eerste, ten slotte, verder …).

N

5 Wissel je tekst uit met een medeleerling. Beoordeel de tekst aan de hand van de evaluatiematrix op de volgende pagina. 6 Formuleer twee goede aspecten en twee concrete werkpunten voor de mening van je medeleerling.

VA

Herschrijven

©

7 Herschrijf je tekst aan de hand van de evaluatiematrix en de suggesties van je medeleerling.

LES 30 BALANSTEST: RECEPTIEVE VAARDIGHEDEN

395


Evaluatiematrix – Schrijven: opinie over bronnen Ik beoordeelde de tekst van

GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

volledigheid Er ontbreekt één argument.

Je mening ontbreekt en/of er ontbreken twee of meer argumenten.

IN

Je - geeft je eigen mening over het onderwerp; - gebruikt drie argumenten om je mening te staven. duidelijkheid

Je formuleert je standpunt in de inleiding en de conclusie, maar het is niet volledig duidelijk wat je standpunt is.

Je formuleert geen standpunt. OF Je standpunt is erg onduidelijk.

Je geeft duidelijke en relevante argumenten die je grondig onderbouwt.

Je geeft relevante argumenten, maar ik stel mij nog de volgende vraag:

Je argumenten zijn naast de kwestie en ik stel mij nog de volgende vra(a)g(en):

N

Je formuleert je standpunt helder in de inleiding en de conclusie.

aantrekkelijkheid

Je hanteert een IMS-structuur, maar brengt de structuur enkel inhoudelijk of vormelijk aan.

VA

Je gebruikt een duidelijke IMS-structuur in je reactie. De IMS-structuur is zowel inhoudelijk als vormelijk (alinea’s) aanwezig in je tekst.

Je brengt structuur in je artikel Je gebruikt signaalwoorden, door signaalwoorden. Er zit maar kiest meestal voor veel variatie in je keuze. dezelfde woorden.

Je gebruikt geen IMS-structuur in je tekst, niet inhoudelijk en niet vormelijk.

Je gebruikt geen of amper signaalwoorden.

correctheid

©

Je taalgebruik is foutloos. Alle Je eindresultaat bevat geen woorden zijn correct en ook de zware taalfouten. De zinnen zinsbouw klopt steeds. zijn over het algemeen correct gebouwd. Let op voor:

Aanvullende commentaar:

396

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE

Je eindresultaat bevat veel fouten. OF Door de vele taalfouten is de tekst moeilijk te begrijpen. Let op voor:


les

31

Opvoeringsanalyse Je kent de terminologie om over toneelstukken te praten: decor, gestiek,

1 kostumering, scène, ruimtegestiek, belichting, mimiek en rekwisieten 2

VOORKENNIS ACTIVEREN

VA

N

1

Je bespreekt hoe een auteur die aspecten inzet om een bepaald effect 3 bij het publiek te bereiken

IN

Je onderscheidt die aspecten in een theaterstuk

1 Je leerde al heel wat over theater en alles wat daar betrekking op heeft. In deze les focussen we op ‘opvoeringsanalyse’. Wat betekent dat volgens jou?

©

2 Als je een toneelstuk bespreekt, kun je letten op verschillende theatertekens. Maak een lijst van de tekens die je nog kent.

LES 31 OPVOERINGSANALYSE

397


2

BESPREKING VIRGINITY 1* Bekijk de trailer van Virginity, een samenwerking tussen fABULEUS en hetpaleis. a Waarover denk je dat de voorstelling gaat? b Zou je de voorstelling willen bekijken? Waarom (niet)? 2 Markeer in de woordenwolk welke elementen van toepassing zijn op de voorstelling.

16.3

IN

dialect standaardtaal formeel register polyloog dialoog neutraal register monoloog tussentaal

3 Onderstaande termen behoren allemaal tot de opvoeringsanalyse. Plaats de termen in de tabel op de volgende pagina op de juiste plaats.

N

Kies uit: decor – gestiek – opvoeringsplaats – kostumering – scène – geluid – ruimtegestiek – maquillage – verlichting – muziek – mimiek – rekwisieten. 4 Bekijk een tweede fragment uit Virginity en beschrijf in de tabel hoe elk toneelteken aan bod komt. 5 Lennert staat in de spotlight terwijl zijn vriend, die aan het woord is, onbelicht blijft. a Wat is het effect daarvan?

b Welke betekenis kun je daaraan geven?

VA

6 Kies twee andere theatertekens en beschrijf hun effect op de voorstelling.

©

7 Online vind je aanvullende oefeningen op theatertekens en opvoeringsanalyse.

398

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


categorie houding, uiterlijk en lichaamstaal

term

verklaring

Virginity

gelaatsuitdrukkingen

lichaamsbewegingen en -houdingen

IN

geheel van bewegingen in de ruimte (op de scène)

grime, make-up

zichtbare kledij van de acteurs die hoort bij het stuk voorwerpen gebruikt tijdens een voorstelling op de scène

N

visuele en hoorbare tekens

VA

inrichting en aankleding van de scène

gebruik van licht en donker op de scène

©

gebruik van melodische geluiden

ruimte

gebruik van nietmelodische geluiden plaats waar publiek en acteurs zich bevinden tijdens de opvoering (opmaak van) de plaats waar de acteurs spelen

LES 31 OPVOERINGSANALYSE

399


les

32

Reclame Je weet hoe taal in

3 reclame het doelpubliek

1 Je herkent en benoemt

kan beïnvloeden

verschillende reclamevormen

2

1

WAT VIND JIJ VAN RECLAME?

uit te werken

IN

Je herkent en benoemt verschillende reclametechnieken

Je gebruikt die kennis om zelf

4 een geslaagde reclameboodschap

Bekijk onderstaande afbeeldingen. Los de bijhorende vragen op. B

N

© Retro AdArchives / Alamy

A

D

VA

C

1 Beoordeel de vier reclameboodschappen.

©

a Wat willen al die reclames bereiken? b Rangschik de reclames van zwak naar sterk. zwak

sterk

c Overloop je volgorde met een medeleerling. Waarin verschilt jullie keuze?

2 Je kent vast wel enkele advertenties en reclames. Sommige vind je grappig, sommige vind je pakkend en andere vind je ronduit saai. a Som samen met de klas jullie favoriete reclamespotjes en advertenties op. b Hoe vaak worden dezelfde reclamecampagnes genoemd? c Op welke kanalen heb je die campagnes ontdekt? Som minstens vijf advertentiekanalen op.

3 De CCB Awards, de Effie Awards, de IAB awards … reclamebureaus kunnen heel wat prijzen winnen dankzij hun advertenties. a Welke criteria worden volgens jou gebruikt om reclame te beoordelen?

400

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


b Wat vertellen die prijzen jou?

2

IN

4 Vat nu het antwoord op de vragen bij opdracht 3 samen. Gebruik daarbij de woorden ‘intentie’, ‘waardeoordeel’ en ‘opvatting’.

RECLAMETECHNIEKEN

In dit deel onderzoek je enkele reclametechnieken. Welke ingrediënten hebben reclamebedrijven nodig om het publiek te lokken en te overtuigen?

N

Tijdens het lezen

1 In de tekst krijg je verschillende voorbeelden van reclametechnieken. Markeer ze. 2 Duid alle woorden aan die je moeilijk vindt.

3 Onderstreep de kernzin in de alinea’s met een asterisk.

VA

4.5.2

‘Goede reclame onderdrijft’

‘Telkens je komt, sta je verstomd’. ‘Humo lezen kan ernstige gevolgen hebben’. ‘Er is geen betere’ … Wanneer werkt de taal van de reclame wel en wanneer niet? En kun je voorspellen welke slogan lang mee zal gaan? Het geheim van reclametaal ontrafeld.

©

Hoe komt hij toch tot stand, die geweldige reclameslogan? Ontstaat hij eerder toevallig door een babbel aan de koffieautomaat of sluit een team creatieve denkers zich urenlang op in een bureau vol filmposters aan bontgekleurde muren? Wat het ook is, er wordt grondig over nagedacht. Bovenaan de pikorde in de reclamewereld staan de strategen en de creatieven. Een strateeg – ook wel: strategic planner – peilt hoe de beoogde doelgroep het best kan worden toegesproken. Een creatief bedenkt vanuit die strategie toon, inhoud en aanpak van een reclamecampagne. Taalschrift praat met beide: Henk Ghesquière maakt deel uit van de strategische cel van het Brusselse Publicis. Hans van Dijk van reclamebureau Skipintro, hoort in het creatieve kamp.

‘Te veel beloven werkt niet meer’

Om met de deur in huis te vallen: wat is een goede reclameslogan? Henk: ‘Hij moet kort zijn. Eén boodschap brengen is helder, beter dan er drie, vier boodschappen in te willen proppen. Door volledigheid mis je je doel.’ Hans: ‘Associatie! Eerste indrukken zijn heel sterk: dit is lekker, dit is vies, hier is het aangenaam, daar is het eng. Het is een belangrijk maar onderschat aspect van reclame. Daarom moet je je als reclamemaker altijd afvragen: welke associatie wil ik oproepen? Bijvoorbeeld: koffie is niet een warm drankje, koffie symboliseert huiselijkheid. Bier is een alcoholische drank, maar wordt vaak geassocieerd met gezelligheid, jongens onder elkaar.’ Aan welke eisen moet een goede slogan voldoen? Henk: ‘Een goede slogan combineert een juiste inhoud met de juiste vorm. Wat de slogan vertelt, stemt in alle opzichten overeen met het merk; hij is relevant voor de consument en onderscheidt het merk van de concurrentie. Stop hem ook niet vol met boodschappen.

woord

de strategische cel: het team dat de manier van werken bepaalt associëren: verbinden, in verband brengen met LES 32 RECLAME

401


Neem bijvoorbeeld auto’s: je kunt korting krijgen, je mag geld lenen, je kunt een auto kopen op afbetaling … Ze steken al die verschillende boodschappen in die ene reclametekst. Voor de potentiële klant gaat dat allemaal te snel, die krijgt dat niet meer mee.’

IN

Hans: ‘Reclametaal is altijd positief, reclamemakers zijn beroepsopscheppers. Negatieve reclame werkt niet, ook al is die nog zo grappig. Je hebt altijd te maken met de eerste associatie. Als je jong en overmoedig bent, denk je: we zetten een vlaggetje met een tekst in een hondendrol. Het publiek vindt dat in eerste instantie leuk, maar je raakt als merk die geur van poep nooit meer kwijt.’

Is de teneur van reclame veranderd, door de tijden heen? Henk: ‘Wat opvalt, is het toenemend gebruik van vreemde talen. Niet alleen Engels, ook Duits of Spaans. Geen moeilijke woorden, maar makkelijk Spaans, makkelijk Duits. En dan vooral in teksten die in het Nederlands nergens op zouden slaan. Coca Cola: “Open happiness”. Schrijf daarvoor in de plaats: “Open geluk”, en de kreet is belachelijk. Vooral in autoreclames worden veel vreemde talen gebruikt. Ford: “Go further”. Opel: “Wir leben Autos”. Seat: “Auto Emoción”. En in andere talen kun je slogans gebruiken die de consument in de eigen taal niet zou pikken. Diesel: “Be stupid”. Vertaald in het Nederlands klinkt dat gewoon niet. Belachelijk.’

‘In plaats van de overdrijving en de focus op “extreme consequences” zou nu eerder de onderdrijving de toonaangevende filosofie in de reclamewereld moeten zijn. Mijn propositie is steeds: Zwak dat wat je kunt een beetje af, maak er een grapje over. Op die manier werkt het product in de hoofden van de mensen beter dan je hebt beloofd, anders valt de aanschaf tegen.’

E.K. Strong bedacht een marketingmodel dat hij het AIDA-model noemde. Dat model brengt de vier stappen in kaart die een consument onbewust doorloopt om te beslissen of hij een product of dienst aankoopt. Reclamemakers baseren zich op dat model om reclame te ontwikkelen. Elke letter staat daarbij voor een stap:

N

Is qua taalgebruik alles geoorloofd? Nieuwe woorden? Kromme zinnen? Moet de taal van reclame de trends volgen, jong en hip zijn? Hans: ‘Ik hou wel van een vleugje taalverloedering. Van de creativiteit van taalgebruikers. Van de nieuwe woorden die worden bedacht. Taal is bedoeld om mee te spelen en taal moet revolteren, dus bedenk vooral allerlei nieuwe dingen in reclametaal. Wees creatief.’

AIDA

De consument moet weten dat een product of dienst bestaat. Zijn aandacht moet hierop getrokken worden door massacommunicatie of persoonlijke communicatie.

Interest

Het product of de dienst moet de interesse wekken. De juiste doelgroep moet dus benaderd worden.

Desire

De consument moet zich bewust worden van de voordelen van het product of de dienst. Hij moet verlangen naar het product. Reclamemakers doen dat door de aandacht te vestigen op de ‘unique selling propositions’ (usp, eigenschappen waarmee een product of dienst zich onderscheidt van de concurrentie).

Action

Nu moet de consument overgaan tot actie. Hij moet het product willen kopen. Dat blijft natuurlijk het uiteindelijke doel van reclame.

VA

Attention

Henk: ‘Van mij mag alles. Jongerentaal, sms-taal, ongrammaticale zinnen, jargon … Als het maar werkt. Wat niet werkt, is jongeren te allen tijde willen aanspreken in jongerentaal. Een bank die jonge klanten wil aantrekken met sms-taal, wordt door diezelfde jongeren niet ernstig genomen.’

©

Hoe bedenk je een succesvolle slogan? En kun je het succes ervan voorzien? Henk: ‘Of een slogan succes heeft, kun je helaas niet voorspellen. De doelgroep kiezen is essentieel en lukt meestal wel, maar of je ook de goede toon raakt, is moeilijker in te schatten. Reclame kan boeiend zijn en toch geen output opleveren. Maar daar heeft het merk niks aan.’

Hans: ‘Wat niet werkt, is je eigen product vergelijken met dat van een ander merk en dan zeggen: wij zijn veel beter. Die tip prijkt bovenaan mijn lijst aan suggesties naar jonge reclamemensen. Wees aardig. Doe wat je belooft.’

‘Reclamemakers zijn beroepsopscheppers’

402

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE

Naar: www.taalschrift.org

woord potentieel: mogelijk de propositie: voorstel revolteren: ingaan tegen iets/iemand het jargon: vaktaal de output: uitvoer, wat je eruit haalt prijken: pronken, met trots / eervol vertonen


Vragen bij de tekst 4 Hieronder lees je drie stellingen over de tekst. Zeg bij elke stelling of die waar is of niet. Leg ook telkens je keuze uit. a Als je reclame maakt, moet je altijd je boodschap aanpassen aan je ideale publiek.

IN

b Je maakt het best reclame in het Engels in plaats van in het Nederlands.

c Het is belangrijk zo veel mogelijk informatie over het product of de dienst mee te geven in reclame.

VA

N

5 Pas de termen van het AIDA-model toe op één van de affiches aan de start van deze les.

6 Bekijk en beluister nu enkele advertenties. Welke technieken gebruiken de reclamemakers om de aandacht van de lezer te trekken?

©

a

b

LES 32 RECLAME

403


c

Kijk snel op p. 5

IN

Na het lezen 7 In de tekst heb je verschillende woorden aangeduid die je moeilijk vond. a Verdeel je woorden over de drie groepen. woorden die ik nog nooit gehoord heb woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp

N

woorden waarvan ik twijfel aan de betekenis

b Vergelijk jouw indeling met die van een medeleerling. Welke woorden hebben jullie anders ingedeeld?

VA

c Probeer de betekenis van de woorden aan elkaar uit te leggen.

d Zoek de betekenis op van de woorden die jullie allebei niet begrijpen.

©

8 Bekijk de twee advertenties.

404

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


a Is het meteen duidelijk dat het over reclame gaat? Waarom (niet)?

IN

b Er bestaat heel veel onduidelijke reclame. Hoe herken je die?

c Heb je zelf ook voorbeelden van onduidelijke reclame?

onthouden

N

Zo herken je reclame: • Het merk wordt duidelijk genoemd. • Je weet hoeveel het product of de dienst kost. • Je weet precies waar je het product kunt kopen. • Er staat letterlijk #ad of #advertentie bij. • Er wordt maar één product genoemd. • Het logo of de naam komt duidelijk in beeld.

VA

Reclamemakers proberen er soms met opzet voor te zorgen dat hun reclame niet opvalt zodat het niet te onderscheiden is van een gewone post, artikel of filmpje. Denk bijvoorbeeld aan reclame via influencers op sociale media, een frisdrankmerk dat expliciet in beeld komt in je favoriete serie (product placement) of een gesponsord artikel in een magazine (publireportage). Dan spreken we over sluikreclame.

©

9 Online bij ‘Oefenen’ vind je aanvullend materiaal over reclametechnieken. Je krijgt ook oefeningen waarbij je moet onderscheiden of een tekst reclame is of niet.

LES 32 RECLAME

405


TAAL IN RECLAME

3

srprs.me

...

Gesponsord

Reistip: op verrassingsreis dicht bij huis? Boek een srprs.roadtrip en ontdek je betemming bij vertrek

VA

SRPRS.ME

N

een avontuur over het wegdek

2

IN

1

© Jorge Saveedra via Unsplash

Creativiteit is erg belangrijk in reclame: simpelweg zeggen ‘Wij hebben het beste product!’ werkt al lang niet meer. Reclamemakers zijn dus steeds creatiever in hun advertenties. En veel van die creativiteit hangt af van de doelgroep. Zo werkt het Engels bijvoorbeeld wel voor het ene product, terwijl een ander product beter het Nederlands gebruikt.

Op reis dicht bij huis, met je bestemming als verrassing

Nu boeken

Maak het onverwachte onvergetelijk

3

©

4

406

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


1 Bekijk de advertenties op de vorige pagina en beantwoord voor elke advertentie volgende vragen. a Wat is het doel van de advertentie? b Waarom trekt de advertentie de aandacht? c Waar zou je de advertentie kunnen tegenkomen? De voorbeelden uit de vorige opdracht tonen dat beeld en taal in reclame sterk op elkaar inspelen. Beelden vangen onze blik, maar ook taal is erg belangrijk in advertenties. Daarmee bedoelen we niet alleen woordmopjes, maar ook de taalkeuze die de reclamemakers maken. Bekijk de onderstaande advertenties en los de bijhorende vragen op.

a Welke taal wordt er in het filmpje gebruikt?

IN

2 Je bekijkt een reclamefilmpje van een vroegere Belgische bioscoopketen.

b Waarom denk je dat er voor die taal gekozen is?

c Vergelijk het taalgebruik met de baseline van radiozender Q-music. Waarom wordt ook hier voor dezelfde taal gekozen?

onthouden

N

Een baseline is een zin die de ‘ondertitel’ is bij een bepaald product of bedrijf. Het vat krachtig samen wat kenmerkend is. Slogans zijn gekoppeld aan een bepaalde campagne en wisselen vaak; een baseline gaat lang mee.

VA

3 Tijdens de coronacrisis wilde de stad Antwerpen mensen motiveren om de maatregelen te respecteren. Bekijk de campagne die daarvoor gebruikt werd. a Welke taal wordt er in het filmpje gebruikt?

b Waarom denk je dat er voor die taal gekozen is?

c Denk je dat de advertentie even goed zou werken als er een andere taalvariëteit gekozen zou zijn? d Wie zijn er in het fragment aan het woord? Waarom koos men voor die mensen?

4 Je leraar toont je een affiche.

a Welke taal wordt er in de advertentie gebruikt?

©

b Waarom denk je dat er voor die taalvariant gekozen is? Wie zou de doelgroep zijn? c Denk je dat de advertentie even goed zou werken in het Standaardnederlands?

LES 32 RECLAME

407


IN N VA

© 408

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


4

MAAK JE EIGEN RECLAME Nu je een echte expert in reclame bent geworden, is het tijd om je eigen advertentie te maken! Houd je aan het volgende stappenplan:

1 Vorm samen met drie medeleerlingen een groepje. 2 Verzin een product waarover je wilt adverteren.

7.2

IN

3 Leg uit wat het product is in een korte informatieve tekst. 4 Vertel in diezelfde tekst ook voor wie het product bedoeld is. Wie zal er interesse hebben in jouw product? Geef aan waarom je voor een bepaald doelpubliek kiest.

5 Kies de manier waarop je wilt adverteren. Maak een poster, een advertentie voor sociale media, een radiospotje, een filmpje … De keuze ligt bij jullie!

N

6 Welke invloed hebben doel, medium en publiek op woordkeuze, taalgebruik, foto’s en lay-out?

7 Verzin een leuke slogan die meteen in het oog springt.

©

VA

8 Noteer tot slot in je informatieve tekst voor welke reclametechniek(en) je hebt gekozen en waarom.

LES 32 RECLAME

409


Evaluatiematrix – Een advertentie GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

beoordeling van de advertentie Je vermeldt kort wie je doelgroep is.

Je advertentie is aangenaam om te lezen/beluisteren: je spreekt de lezer/kijker aan, je bent origineel. Je toont dat je creatief omgaat met de inzichten uit de les.

Je advertentie is goed opgebouwd, maar spreekt niet aan. Je schrijft/spreekt heel neutraal.

Je hebt je doelgroep niet gedefinieerd of te algemeen gehouden.

IN

Je definieert duidelijk je doelgroep. Je geeft daarbij de leeftijd en de interesses van de doelgroep. Indien nodig specifieer je nog met de woonplaats, job of andere nuttige informatie.

De taal en beelden in je De taal en beelden in je advertentie passen zeer goed advertentie passen globaal bij bij je product, doel en publiek. je product, doel en publiek.

Je advertentie heeft geen samenhang. Het is eerder een verzameling van losse zinnen of is te ver gezocht. Je spreekt de lezer/kijker niet aan. De taal en beelden in je advertentie passen niet bij je product, doel en publiek.

N

beoordeling van de verantwoording Je legt kort uit welke reclametechnieken je gebruikte.

De taal die je gebruikt is foutloos: je spelling is correct en alle zinnen zijn helder en juist opgebouwd.

Je maakt enkele fouten tegen Je tekst bevat opvallende spelling of zinsbouw. Dat staat spellingfouten en/of foute je boodschap niet in de weg. zinnen. Daardoor is het moeilijk om de boodschap te begrijpen.

VA

Je beargumenteert uitgebreid welke reclametechnieken je gebruikte en waarom je hiervoor koos.

©

Aanvullende commentaar:

410

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE

Dit deel is onvoldoende uitgewerkt of afwezig.


les

Kortverhaal: Speciaal voor 33 jou kom ik uit de toekomst Je vertelt hoe je een

Je kent en herkent de verhaalelementen: identificatie,

1 verhaal ervaart

3 verhaallijn, tijd, ruimte, chronologie en tempo

2

Je let bij het bespreken van het verhaal op de verhaaltechnieken die de auteur gebruikt heeft

SITUEREN

Je gaat met medeleerlingen in interactie over aspecten van het verhaal

IN

1

4

N

Bavo Dhooge (Gent, 1973) studeerde af als filmregisseur en schreef meer dan honderd boeken die bijna allemaal met de letter s beginnen. Hij is het bekendst om zijn thrillers en spannende boeken, maar schreef ook jeugdromans, non-fictie, sciencefiction en scenario’s voor films en tv-reeksen.

© Samuel Dhooge

onDERWEG

VA

Zijn werk wordt internationaal gepubliceerd en Bavo Dhooge won heel wat prijzen, waaronder de bekende Schaduwprijs, de Hercule Poirotprijs en de Diamanten Kogel. Zijn fantasyreeks Styx werd verfilmd.

1 Het kortverhaal dat je straks leest, is Speciaal voor jou kom ik uit de toekomst van Bavo Dhooge. a Formuleer drie vragen die de titel bij je oproept.

b* Som twee films of tv-reeksen op waarin de toekomst een belangrijke rol speelt. Beschrijf kort wat er gebeurt.

2 Voorspel het verhaalgenre aan de hand van de titel.

3 Voorspel twee dingen die volgens jou zeker in het verhaal aan bod zullen komen.

©

a Denk daarbij na over volgende vragen. • Op welke plaats en/of in welke tijd speelt het zich af? • Wie is het hoofdpersonage (leeftijd, geslacht, één kenmerk)? • Welke gebeurtenis (probleem of conflict) staat centraal? • Wat is de overheersende sfeer of het belangrijkste gevoel in het verhaal? b Vergelijk je antwoorden nadien met wat je medeleerlingen noteerden.

LES 33 KORTVERHAAL: SPECIAAL VOOR JOU KOM IK UIT DE TOEKOMST

411


2

HET VERHAAL BELEVEN 1 Lees het kortverhaal op p. 415-418. Noteer na elk deel drie vragen die bij je opkomen. vragen

2

IN

deel 1

1

3

2

VA

3

N

deel 2

1

deel 3

1

2

©

3

tip Misschien komt een bepaalde vraag telkens opnieuw bij je op. Noteer dat dan kort (bijvoorbeeld zie deel 1 - vraag 2).

2 Overloop na het lezen de vragen die je noteerde. a Markeer één vraag die je niet kunt loslaten of moeilijk kunt beantwoorden. b Vorm een groepje van drie leerlingen en wissel de geselecteerde vragen uit. c Bespreek de vragen met elkaar. Wat zijn jullie vermoedens of mogelijke antwoorden? d Noteer in een andere kleur kort en bondig een mogelijk antwoord op de verschillende vragen.

412

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


3 Kies samen met je groepsleden één vraag die jullie met de rest van de klas willen delen. 4 Elke groep legt afwisselend een vraag voor aan de rest van de klas. Ook de gevonden antwoorden deel je mee. Wellicht heb je nog steeds niet op alle vragen een duidelijk antwoord gekregen en bevat het verhaal nog een aantal open plekken. Aan de hand van volgende opdrachten kom je steeds meer te weten. 5 Lees individueel het artikel dat je van je leraar krijgt. Markeer de belangrijkste informatie. 6 Hieronder vind je acht gebeurtenissen die in het verhaal voorkomen. a Markeer de elementen die zich in Teddy's hoofd afspelen.

IN

b Zet een kruisje bij de elementen die werkelijk gebeuren in het verhaal.

 Het blonde meisje doodt Teddy.

 Teddy leest een stripverhaal op de veranda.

 Een blondharig meisje uit de toekomst brengt een bezoek aan Teddy.

 Een zwartharig meisje uit de toekomst brengt een bezoek aan Teddy.

 Het zwartharige meisje alarmeert Teddy.

N

 Twee getuigen van Jehova brengen een bezoek aan Teddy.

 Teddy vermoordt de twee getuigen van Jehova.

 Teddy begraaf t de twee meisjes en leest verder in het stripverhaal.

VA

7 Waarover gaat het verhaal? Vat de tekst in maximaal drie zinnen samen.

8 Op de volgende pagina vind je een aantal woorden die je kunt gebruiken om je gevoel of emotie over het hoofdpersonage te verwoorden. a Noteer in de gekleurde cirkels een omschrijving of synoniem voor de opgegeven woorden. b Tot welke woordsoort behoren de woorden?

c Drukken de woorden een positief, neutraal of negatief gevoel uit?

©

d Zet de woorden om in bijvoeglijke naamwoorden en plaats ze in de buitenste cirkel. Welk woord heeft geen bijvoeglijk naamwoord?

LES 33 KORTVERHAAL: SPECIAAL VOOR JOU KOM IK UIT DE TOEKOMST

413


IN walging

wanhoop

vijandigheid

verbijstering

Het hoofdpersonage roept … bij mij op.

N

wantrouwen

nervositeit

VA

bevreemding

medelijden

©

apathie

9 Welk gevoel roept het hoofdpersonage nu bij je op? a Selecteer twee woorden uit opdracht 8 en beschrijf je gevoelens. b Geef ook telkens een reden waarom je voor dat gevoel kiest. c Werk het resultaat uit tot een tekst van minimaal acht zinnen.

414

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR

agitatie

somberheid

boosheid


Speciaal voor jou kom ik uit de toekomst Deel 1

10

15

20

VA

25

IN

5

De jongen die door de weinige vrienden die hij had, Teddy werd genoemd, keek amper op toen het meisje het tuinpad op wandelde en de veranda opkwam. Het was heet en hij las een comic. ‘Hé, wat ben je aan het doen?’ vroeg ze toen ze naast hem in de schommelstoel ging zitten. ‘Niets. Een beetje lezen.’ ‘Heb je zin om mij te kussen?’ Het was een mooie meid: lang blond haar, blauwe ogen en een korte short. Teddy keek haar nietbegrijpend aan: hij kende haar niet. Meer nog: hij had haar nog nooit eerder in zijn leven gezien. Een gluurder als hij zou zich zo’n meid anders wel herinneren. ‘Wat?’ ‘Ik vroeg of je me soms wilde kussen.’ ‘Meen je dat?’ Teddy schoot in de lach en legde zijn comic weg. Het was duidelijk dat ze het meende. ‘Natuurlijk.’ ‘Oké’, mompelde hij. ‘Daar zeg ik geen nee tegen.’ Het meisje schoof dichterbij. Ze legde haar armen om zijn hals en bracht haar lippen op de zijne. Ze kuste hem en even wist Teddy niet waar hij het had. Zomaar een bloedmooie griet die naast hem kwam zitten om hem te kussen! Was dit weer een van zijn zielige dagdromen? ‘Wie ben je eigenlijk?’ vroeg hij tijdens het kussen. ‘Ik kom speciaal voor jou’, mompelde de meid en ze sloot haar ogen en kuste verder. Maar plots voelde Teddy iets vreemd op zijn tong. Het leek op een parel of een knoopje en het scheelde niet veel of hij had het ingeslikt. Wat was het? Een stukje tandvulling, een kruimel? ‘Hé, wacht ’s even! Wat is dit?’ Teddy veerde op en spuugde het bolletje uit. Vol ongeloof staarde hij naar het ding dat razendsnel een gat brandde in de houten vloer van de veranda. Het was een pil. Een straffe pil. ‘Wat is hier aan de hand?’ vroeg hij in paniek terwijl hij achteruit deinsde. ‘Wie ben jij? Wat is dit?’ Het meisje wilde uit de schommelstoel opstaan maar Teddy greep haar vast. ‘Geef antwoord!’ ‘Ik kom uit de toekomst. Ik maak deel uit van een speciaal programma. Mijn missie is om terug naar het verleden te reizen en de grootste seriemoordenaars van de wereld op te sporen. Ik moet ze vermoorden voor ze aan de slag gaan zodat er een pak mensenlevens wordt gespaard.’ ‘Wat?’ Na de groteske lach die Teddy prijsgaf, bleef hij een paar minuten in shock zitten. Het meisje herhaalde onder dwang keer op keer dezelfde uitleg, maar Teddy wist niet wat hij het minst geloofde. Het feit dat ze beweerde uit de toekomst te komen, of het feit dat hij een seriemoordenaar zou worden. ‘Ik? Een seriemoordenaar? Dat bestaat niet! Ik ben nog maar veertien.’ ‘Het spijt me. Je weet er nu natuurlijk nog niets van omdat het nog allemaal moet gebeuren in de toekomst, maar je zult aan het moorden slaan. Meer nog: jij, Ted Bundy, zult een moordmachine worden en even bekend worden als de beruchtste moordenaars van Amerika ...’ Ted Bundy. Hij kon het niet geloven. Hij mocht het ook niet geloven. Het kon niet anders dan een grap zijn. Wie was dit meisje? Wellicht had hij zo lang in de felle zon die comic zitten lezen dat zijn hersenen waren gesmolten. ‘Je raaskalt! Ik ben een brave jongen. Ik heb helemaal geen reden om een massamoordenaar te worden! Ik zeg dat je je hebt vergist!’ Hij staarde naar de pil. Het enige wat hij van tijd tot tijd deed, was een mooi meisje begluren, maar dat was toch geen misdaad?

N

1

30

©

35

40

45

woord grotesk: lachwekkend door zijn vreemde vorm raaskallen: vreemde en onsamenhangende dingen zeggen

LES 33 KORTVERHAAL: SPECIAAL VOOR JOU KOM IK UIT DE TOEKOMST

415


50

‘Ik werd naar hier gezonden om je uit te schakelen met een gifpil die in de toekomst zeer in trek is. Ik weet alles over je, Ted Bundy. Je zult in 1979 veroordeeld worden voor de moord op minstens dertig meisjes en vrouwen. Tenminste, je zult dertig moorden bekennen, maar vermoed wordt dat je er zeker honderd het hoekje om zult hebben geholpen waarvan je er een paar zult begraven hier onder ditzelfde huis, onder deze veranda waar wij nu zitten. Je zult uiteindelijk wel gevat worden en op 24 januari 1989 om 7.06 uur zul je geëxecuteerd worden op de elektrische stoel. Helaas zal het dan te laat zijn voor die honderd slachtoffers. Ik ben hier om dat te voorkomen.’

Deel 2

Het bloed gaf de comic wat extra kleur. Teddy Bundy wilde net een pagina omslaan in zijn comic toen er een meisje naast hem kwam zitten. Ze had zwart kort haar en lange wimpers. Ze keek hem vreemd aan. Wie was dit? Hij had haar nog nooit in zijn leven gezien. ‘Zeg, heb je geen zin om me te kussen?’ Teddy begreep er geen snars van. ‘Wat?’ ‘Ik vroeg me af of je me soms niet wilde kussen. Ik wed dat je een goede kusser bent.’ Teddy had geen idee want hij had nog nooit in zijn leven een meisje gekust. ‘Ik wil het wel eens proberen’, lachte hij voor de grap, maar voor hij het wist zaten haar lippen op de zijne. Hij proefde haar zoete adem. ‘Kunnen we niet naar binnen gaan? Naar boven?’ vroeg het meisje. ‘Wat? Waarom?’ ‘We moeten hier weg. Jij moet hier weg!’ ‘Ik, waarom?’ Teddy begreep er geen snars van. ‘Wat is dit? Wie ben je? Wat is de bedoeling?’ ‘Er zal hier straks een blond meisje naast je in de schommelstoel komen zitten’, zei het meisje. ‘Wat? Ik begrijp het niet ...’ ‘Natuurlijk begrijp je het niet’, zei ze.’ Voor jou is dit de eerste keer, maar ik weet dat het zal gebeuren. Dat meisje zal je, net als ik, zomaar kussen, maar in feite zal ze je proberen te vermoorden. Ze heeft het al eens geprobeerd met een gifpil, maar ze zal je uiteindelijk vermoorden met een handpistool. Ze komt namelijk uit de toekomst. Net als ik.’ Teddy barstte weer in ongeloof uit. Het duurde meer dan tien minuten voor hij tot bedaren was gekomen. ‘Ze zal hier over enkele minuten zijn. Je moet dus weg …’ ‘Wacht ’s even’, zei Teddy ‘Waarom zou iemand me willen vermoorden?’ ‘Omdat jij over enkele jaren zult uitgroeien tot een seriemoordenaar en men wil voorkomen dat jij in leven blijft. Daarom hebben ze iemand uit de toekomst naar dit moment gestuurd. Om de toekomst te veranderen.’

VA

65

IN

60

N

55

Meteen maakte het meisje van de gelegenheid gebruik om het op een andere manier te proberen. Ze kwam op hem af en haalde opeens een ander wapen tevoorschijn: een soort elektronisch handpistool, maar Teddy nam haar arm en draaide die op haar rug. ‘Je begrijpt het niet,’ zei ze nog, ‘ik moet dit doen.’ ‘Je hebt de verkeerde voor.’ Teddy duwde haar met haar rug tegen de muur en sloot zijn hand rond haar keel. Ze werd lijkbleek, kon niet meer ademen. Hij zag hoe alle leven langzaam uit haar wegtrok. ‘Ik … ik … een moordenaar?’ Teddy staarde in de koude ogen van het meisje. Dit was zelfverdediging! Het was zij of hij! Er was geen andere mogelijkheid! Hij moest dit doen, tegen wil en dank. Ze zouden van hem een moordenaar maken, maar dit konden ze toch niet in zijn schoenen schuiven! Het was voorbedachte rade, van hun kant! ‘Ik ben geen moordenaar! Ik ben amper veertien!’ riep hij uit. Maar net toen zijn greep verslapte, bracht het meisje het pistool weer naar voor en schoot hem in de buik. Het wapen viel op de houten vloer, net als Teddy, een onschuldige jongen van veertien, die voorgoed zijn ogen sloot en de geest gaf.

70

75

©

80

85

90

95

416

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


110

115

VA

120

IN

105

N

100

Teddy dacht erover na. Hij was geen domme jongen en leek het te begrijpen. Maar toch was het waanzin! Dit was nog een stuk krankzinniger dan al die verzinsels in zijn comic. ‘Als dat waar is,’ lachte Teddy gewoontjes, ‘waarom laat je die meid dan niet gewoon haar gang gaan of waarom maak je me zelf niet van kant? Kortom, als ik zo’n gruwelijke seriemoordenaar zal worden, waarom help je me dan te ontsnappen?’ Maar het meisje kon er niet mee lachen. Ze bleef bloedserieus. ‘Je begrijpt het niet’, zei ze. ‘Dat meisje zál je vermoorden over enkele ogenblikken, maar dat mag niet gebeuren! Zie je, het probleem is dat de missie om jou te vermoorden alles in de war heeft gebracht want … als die meid je straks vermoordt, dan zul je dus niet meer bestaan en zul je dus ook geen moorden gaan plegen, waardoor we in de toekomst nooit op het idee zullen komen om terug in de tijd te reizen omdat het toch niet nodig zal zijn. Men heeft mij uit de toekomst hierheen gestuurd omdat dat meisje dat hier straks de veranda zal opkomen, nooit meer terug is geraakt in de toekomst en ergens verloren is. En men vermoedt dus dat jouw dood daar voor iets tussen zit.’ ‘Ja en?’ Het meisje keek hem ontredderd aan. Hij begreep het nog steeds niet, maar het woord moordenaar deed hem vol gruwel opveren uit de schommelstoel. ‘Snap je het niet?’ vroeg ze voor alle duidelijkheid. ‘Het is een paradox.’ Paradox of geen paradox, dat interesseerde Teddy Bundy helemaal niet. Het belangrijkste was dat hij werd beschuldigd, een tweede keer blijkbaar, van misdaden die hij helemaal nog niet had gepleegd! ‘Een paradox die ervoor zorgt dat wij niet meer naar dat vertrekpunt in de toekomst kunnen terugkeren. We hebben onszelf de das omgedaan door je te vermoorden. En dat kom ik dus rechtzetten. Ik kom de moord op jou ongedaan maken. We mogen nooit knoeien met het verleden. Ook al betekent dat dan dat je met de jaren wellicht toch aan het moorden zult slaan. En zo begint de hele boel weer helemaal opnieuw. Het is een oneindige, vicieuze cirkel.’ Ze keek op. In de verte, langs de velden, kwam een blond meisje afgestapt. ‘Komaan, we moeten ons haasten. Daar is ze!’ Maar Teddy Bundy kreeg er hoofdpijn van. Hij kon deze hele heisa missen als de pest. Hij wilde gewoon zijn comic lezen. Dat was alles. Waarom kwamen ze hem lastigvallen uit de toekomst? ‘Maar,’ vroeg hij zich tenslotte hardop af, ‘waarom zal ik dan een moordenaar worden?’ Het antwoord waaide hem tegemoet. Aan de ene kant trok het meisje dat hem wilde redden aan zijn pols, aan de andere kant kwam het andere meisje dat hem wilde vermoorden inderdaad de veranda op. ‘Mijn God, je hebt gelijk’, zuchtte Teddy voor het eerst vol ongeloof. ‘Je moet hier weg! Of wij kunnen nooit meer terug naar de toekomst!’ gilde het meisje. Teddy Bundy greep het jachtgeweer van zijn vader, het meisje kwam de veranda op. ‘Ze gaat me vermoorden …’ mompelde Teddy. ‘Wat ben je aan het doen?’ vroeg het meisje en pas toen keek ze belangstellend op naar het andere meisje dat naast Bundy had postgevat. Maar meer kon ze niet vragen want Teddy zette het geweer op zijn schouder en schoot haar als een stuk wild neer. Het bloed spatte tot op de comic op de veranda. Langzaam keek Teddy Bundy op ... ‘Mijn God!’ schreeuwde het meisje dat hem had willen redden. ‘Je hebt haar vermoord!’ ‘Ach, hou je klep’, zei Teddy rustig, en hij herlaadde het geweer en maakte de klus af door het tweede meisje ook neer te schieten.

125

130

©

135

Deel 3

140

Even later was het weer rustig. Teddy zette het jachtgeweer terug en ging in de schommelstoel zitten. Verslagen bleef hij in de stoel heen en weer schommelen, alsof hij een flauwte of een zonnesteek van de hitte had gekregen. ‘Wat een zootje!’ zuchtte hij. Toen hij was bekomen, zocht hij een spade om de twee lijken te verbergen onder de veranda.

LES 33 KORTVERHAAL: SPECIAAL VOOR JOU KOM IK UIT DE TOEKOMST

417


150

155

‘Gekke meiden. Mij zo op stang jagen. Dat zal ze leren.’ Hij moest toch iets doen? Hij kon ze toch onmogelijk laten rondslingeren: twee grieten uit de toekomst! Steeds sneller begon hij te graven ... want hij wist dat ze zouden blijven komen. Misschien op hetzelfde tijdstip als daarnet om hem te vermoorden, toen hij het nog niet zou weten, misschien altijd een paar minuten vroeger om hem te waarschuwen. Hij wist het niet: zouden ze hem komen vermoorden? Of zouden ze hem komen redden om hun eigen terugreis naar de toekomst veilig te stellen? In ieder geval moest hij zich blijven verdedigen ... en moorden. Toen heel het boeltje was opgeruimd, wilde Teddy Bundy voortlezen in zijn comic: een strip over mensen in de toekomst die met een tijdmachine terug naar het verleden reizen om hun fouten ongedaan te maken. Maar toen viel zijn blik op een Wachttoren-boekje dat twee Jehova-meisjes in de schommelstoel hadden achtergelaten. ‘Die verrekte getuigen van Jehova!’ mompelde Teddy. ‘Doen altijd niets liever dan het einde van de wereld verkondigen.’

IN

145

woord

op stang jagen: ergeren, boos maken (uitdrukking)

DOORDRINGEN TOT HET VERHAAL

N

3

1 Hieronder vind je een aantal eigenschappen die het innerlijk van een personage typeren. a Welke twee eigenschappen zijn van toepassing op het hoofdpersonage? b Leg bij elke eigenschap uit waarom je die gekozen hebt. gevoelloos

jaloers

VA

schuldig

droevig

verliefd

verward

2 Of je als lezer een verhaal boeiend of meeslepend vindt, hangt meestal af van de mate waarin je je kunt identificeren met het hoofdpersonage.

15.1

a Omschrijf het begrip 'identificatie'.

b Duid op volgend continuüm aan hoe jij je kon identificeren met Teddy. Leg je antwoord uit in een drietal zinnen. heel goed

goed

een beetje

niet

helemaal niet

©

c Geef twee elementen die ervoor zorgen dat je je meer kunt identificeren met het hoofdpersonage.

3 Hieronder krijg je vier uitspraken over kortverhalen. a Geef telkens aan of de stelling volgens jou op het verhaal van toepassing is. b Leg uit waarom je dat vindt.

15.4.3

1 Het verhaal begint in medias res. 2 Het verhaal heeft een gesloten einde.

15.4.3

3 Het verhaal speelt zich af in een beperkte ruimte. 4 Het verhaal is chronologisch verteld.

15.4.1

418

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


15.7

4 Geef de volgende tijdsaspecten van het verhaal. a Geef de vertelde tijd van het verhaal. b Geef de verteltijd van het verhaal. 5 Bespreek het tempo van het verhaal.

©

VA

N

IN

15.7.4

LES 33 KORTVERHAAL: SPECIAAL VOOR JOU KOM IK UIT DE TOEKOMST

419


4

UITBREIDING: INTERACTIE

7.8.2

Voorbereiden Het hoofdpersonage van het verhaal is gebaseerd op de historische seriemoordenaar Ted Bundy. Hieronder vind je verschillende citaten over moordenaars en hun daden.

© Granger

IN

1 ‘De meest laffe van alle moordenaars is hij die wroeging heeft.’

(Jean-Paul Sartre, Franse schrijver en Nobelprijswinnaar Literatuur)

2 ‘Geen wet is rechtvaardiger, dan dat moordenaars met hun eigen middelen uit de weg worden geruimd.’

© Ken Welsh Destinations

N

(Ovidius, dichter uit het Oude Rome)

3 ‘De mensen die het meest geëerd worden, zijn de grootste moordenaars.’ (Henry Miller, Amerikaanse schrijver)

4 ‘Het is dwaas om te blijven doen alsof we onder de huid broers zijn. De waarheid is waarschijnlijker dat we onder de huid allemaal kannibalen, moordenaars, verraders, leugenaars en huichelaars zijn.’

VA

© IanDagnall Computing / Alamy

©

(Henry Miller, Amerikaanse schrijver)

5 ‘Als men de doodstraf wil afschaffen, zou ik zeggen: laat de moordenaars ermee beginnen.’ (Alphonse Karr, Franse schrijver) © Granger

1 Lees de uitspraken individueel. a Denk na over de betekenis van elk citaat. Begrijp je wat er bedoeld wordt? b Op welke manier linken deze citaten aan het kortverhaal Speciaal voor jou kom ik uit de toekomst? Denk daar alvast over na.

woord de wroeging: spijt of berouw de huichelaar: iemand die zich beter voordoet dan hij is, een schijnheilige of hypocriet

420

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR


Plannen 2 Rangschik de uitspraken van minst mee eens tot meest mee eens.

VA

oneens

N

IN

eens

3 Noteer bij elk citaat één argument waarom je het ermee eens of oneens bent.

Spreken

4 Vergelijk je rangschikking met die van twee medeleerlingen.

tip

©

Om je medeleerlingen te overtuigen, kan het interessant zijn om te wijzen op de mogelijke gevolgen van hun mening. Probeer aan te tonen waarom hun argument weerlegd kan worden.

a Argumenteer waarom je voor die ordening koos. b Ga in gesprek met elkaar. Houd daarbij rekening met volgende spelregels.

• • •

SPREKEN Luister goed naar de mening en argumenten van anderen. Geef altijd duidelijk aan waarom je het eens of oneens bent met iemand. Val nooit iemand persoonlijk aan, blijf neutraal en schreeuw niet. Een aanvallende houding verraadt meestal dat mensen inhoudelijk weinig te bieden hebben.

LES 33 KORTVERHAAL: SPECIAAL VOOR JOU KOM IK UIT DE TOEKOMST

421


Reflecteren 5 Beoordeel nu je eigen deelname aan het gesprek. mijn participatie  ja

 nee

Ik laat anderen uitspreken.

 ja

 nee

Ik stel vragen wanneer iets me niet duidelijk is.

 ja

 nee

Ik stel me open en niet aanvallend op.

 ja

 nee

Ik onderbouw wat ik zeg met argumenten.

 ja

 nee

Ik geef duidelijk aan waarom ik het (on)eens ben met anderen.

 ja

 nee

IN

Ik luister naar de mening van anderen.

Noteer je grootste pluspunt en je grootste werkpunt.

N

6 Overloop de beoordeling met twee medeleerlingen. Formuleer voor elke medeleerling één sterk punt en één suggestie.

sterk punt

VA

naam

©

naam

422

TRAJECT NEDERLANDS 4

LITERATUUR

sterk punt

suggestie

suggestie


les

Argumentatie opbouwen 34 en uitwerken 1 Je haalt argumenten uit bronnen

Je reageert mondeling

3 op een opiniërende tekst

en vergelijkt die met elkaar

2

van een medeleerling

Je geeft je eigen mening schriftelijk en je onderbouwt die met argumenten

4 Je gaat in interactie over een stelling

1

JE MENING UITSCHRIJVEN

IN

In deze totaalopdracht schrijf je een mening uit op basis van een bronnenonderzoek. Je reageert nadien op de stelling van een medeleerling. Zo breng je verschillende aspecten die in de loop van dit jaar aan bod kwamen samen in deze opdracht.

N

In dit onderdeel zul je op een gefundeerde manier je mening uitdrukken over een bepaald thema dat controversieel kan zijn. Je schrijft een opiniërende tekst waarin je je mening over dat onderwerp beargumenteert.

©

VA

1 Wat betekent ‘controversieel’? Ken je voorbeelden van onderwerpen die controversieel zijn?

LES 34 ARGUMENTATIE OPBOUWEN EN UITWERKEN

423


Voorbereiden 1 Kies een onderwerp uit de onderstaande lijst. Neem de stelling waarover je een uitgesproken mening hebt. Er mogen geen jeugdboeken verschijnen over taboeonderwerpen. Allochtone ouders moeten Nederlands praten met hun kinderen. Bij vreemde talen is luisteren een makkelijkere vaardigheid dan spreken. Leerkrachten moeten geen rekening houden met dyslexie. Sociale media hebben een slechte invloed op jongeren. Vandaag worden er geen goede tv-reeksen of films meer gemaakt. Wat nu verschijnt, is een herwerking van verhalen die eerder al verteld zijn.  Ouders moeten volledige inzage hebben in de digitale communicatie van kinderen onder de zestien jaar.  Je begrijpt een taal pas echt als je ze vlot kunt spreken.

IN

     

2 Noteer in kernwoorden hoe je tegenover de stelling staat.

N

a Ben je voor- of tegenstander?

VA

b Wat zijn je belangrijkste argumenten?

3 Leef je in in de mening van andere mensen.

a Waarom denk je dat mensen het niet eens kunnen zijn met jou?

©

b Welke argumenten zouden zij kunnen aanbrengen?

woord het taboe: iets waarvan veel mensen vinden dat je er niet openlijk over mag praten. Vaak gaat het om onderwerpen die te maken hebben met ziekte, dood en seksualiteit.

424

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


Plannen 4 Zoek nu meer informatie op over het onderwerp. 5.6

a Ga op zoek naar drie verschillende bronnen. bron 1:

IN

bron 2:

bron 3:

5.7

b Hoe correct en betrouwbaar zijn jouw gekozen bronnen?

VA

bron 2:

N

bron 1:

bron 3:

©

c Rangschik je drie bronnen nu van meest bruikbaar (1) naar minst bruikbaar (3) op basis van je antwoord op de vorige vraag. 1 2 3

LES 34 ARGUMENTATIE OPBOUWEN EN UITWERKEN

425


5 Vergelijk nu de inhoud van je twee meest bruikbare bronnen. Beantwoord daarvoor per bron de volgende vragen. bron 1

bron 2

Is de auteur voorstander of tegenstander van de stelling?  voorstander  tegenstander

 voorstander  tegenstander

IN

Welke argumenten worden in beide bronnen aangehaald?

N

Welke argumenten worden in deze bron aangehaald die niet in de andere bron worden aangehaald?

VA

Wat zijn andere kernideeën die in de bron naar voren komen?

©

Wat is de conclusie?

Argumentatie uitbouwen 6 Je maakte in les 8 kennis met verschillende soorten argumenten: argumentatie op basis van autoriteit – argumentatie op basis van vergelijking – argumentatie op basis van cijfers en onderzoek – emotionele argumentatie.

426

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


a Sommige argumenten geven je tekst of betoog net wat meer geloofwaardigheid. Rangschik de vormen van meest krachtig (1) naar minst krachtig (4). b Vergelijk je volgorde nadien met die van een medeleerling. c Bespreek de argumenten die je op de eerste en de laatste plaats zette. Waarom zijn dit de meest en minst krachtige argumenten? 1 2 3

IN

4

Schrijven

7 Je schrijft een opiniërende tekst voor leeftijdsgenoten. Je eindresultaat voldoet aan de volgende criteria: Geef je mening over de stelling. Leg ook uit waarom je voor het onderwerp gekozen hebt.

alinea 1

Geef een eerste reden waarom je voorstander of tegenstander bent. Dat wordt dus je eerste argument.

N

inleiding

Werk je drie andere argumenten verder uit. Voor al je argumenten mag je natuurlijk inspiratie putten uit de bronnen die je in de vorige fase hebt opgezocht.

slot

Herhaal kort je standpunt: ben je voorstander of tegenstander van deze stelling?

VA

alinea 2-3-4

tip

Werk je argument goed uit en geef eventueel een voorbeeld. Zeggen dat je iets vindt ‘omdat dat nu eenmaal zo is’, is geen goed argument.

Reflecteren

8 Herlees de tekst die je geschreven hebt en geef aan welke signaalwoorden (omdat, hoewel, dus) en structuuraanduiders (ten eerste, vervolgens, ten slotte) je gebruikte.

©

4.5.4

9 Wissel je tekst uit met een medeleerling. Beoordeel het artikel aan de hand van de evaluatiematrix op de volgende pagina. 10 Formuleer twee goede aspecten en twee concrete werkpunten voor de mening van je medeleerling.

Herschrijven 11 Herschrijf nu je tekst. a Houd rekening met de suggesties die je van medeleerling kreeg. b Bekijk nogmaals de evaluatiecriteria.

LES 34 ARGUMENTATIE OPBOUWEN EN UITWERKEN

427


Evaluatiematrix – Schrijven: argumenteren Ik beoordeelde de tekst van

GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

volledigheid Er ontbreekt één argument.

Je mening ontbreekt en/of er ontbreken twee of meer argumenten.

IN

Je - geeft je eigen mening over het onderwerp; - gebruikt drie argumenten om je mening te staven. duidelijkheid

Je formuleert je standpunt in de inleiding en de conclusie, maar het is niet volledig duidelijk wat je standpunt juist is.

Je formuleert geen standpunt. OF Je standpunt is erg onduidelijk.

Je geeft duidelijke en relevante argumenten die je grondig onderbouwt.

Je geeft relevante argumenten, maar ik stel mij nog de volgende vraag:

Je argumenten zijn naast de kwestie en ik stel mij nog de volgende vra(a)g(en):

N

Je formuleert je standpunt helder in de inleiding en de conclusie.

aantrekkelijkheid

Je hanteert een IMS-structuur, maar brengt de structuur enkel inhoudelijk of vormelijk aan.

VA

Je gebruikt een duidelijke IMS-structuur in je reactie. De IMS-structuur is zowel inhoudelijk als vormelijk (alinea’s) aanwezig in je tekst.

Je brengt structuur in je artikel Je gebruikt signaalwoorden, door signaalwoorden. Er zit maar kiest meestal voor veel variatie in je keuze. dezelfde woorden.

Je gebruikt geen IMS-structuur in je tekst, niet inhoudelijk en niet vormelijk.

Je gebruikt geen of amper signaalwoorden.

correctheid

Je eindresultaat bevat geen zware taalfouten. De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd. Let op voor:

©

Je taalgebruik is foutloos. Alle woorden zijn correct en ook de zinsbouw klopt steeds.

Deze twee tips geef ik: •

428

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE

Je eindresultaat bevat veel fouten. OF Door de vele taalfouten is de tekst moeilijk te begrijpen. Let op voor:


2 7.5

MONDELING REAGEREN Je reageert nu op de tekst van een van je medeleerlingen. Volg onderstaand stappenplan om een filmpje op te nemen waarin je jouw tegenargumentatie geeft.

Voorbereiden 1 Lees nu de opiniërende tekst van een van je medeleerlingen.

IN

a Noteer wat je beter vond aan je eigen tekst.

Plannen

N

b Wat kun je leren uit de tekst van je medeleerling? Schrijf hieronder enkele aandachtspunten voor jezelf op.

©

VA

2 Neem het eindresultaat van je medeleerling een tweede keer door en noteer de aangehaalde argumenten schematisch.

LES 34 ARGUMENTATIE OPBOUWEN EN UITWERKEN

429


3 Ga vervolgens online op zoek naar mogelijke tegenargumenten. Kies ook hier voor betrouwbare bronnen. Noteer hieronder drie mogelijke tegenargumenten. •

Eerste ronde

IN

N

4 Formuleer nu je tegenargumenten en werk ze uit. Zorg telkens voor verduidelijking of een voorbeeld. 5 Presenteer je argumenten aan een medeleerling en vraag suggesties. a Wat was sterk? b Wat was onduidelijk? c Welke suggesties geeft je medeleerling?

VA

6 Zet je argumenten in de juiste volgorde en denk na over een inleiding en conclusie.

Argumentatie opnemen

7 Neem de criteria van de evaluatiematrix op de volgende pagina door. Die kun je ook gebruiken als spreekkader. 8 Maak nu een video-opname van twee minuten waarin je reageert op de tekst van je medeleerling.

7.4

©

a Leg uit op welke stelling je reageert en of de schrijver van de tekst die je las voor- of tegenstander van de stelling was. b Kondig vervolgens aan of jouw argumenten voor of tegen de stelling zullen zijn. c Vat kort het eerste argument uit de tekst samen en reageer met een eigen tegenargument. d Doe dat ook voor de andere argumenten in de brontekst. e Eindig met een conclusie waarin je kort je standpunt herhaalt.

430

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


Evaluatiematrix – Spreken: tegenargumenten GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

volledigheid

duidelijkheid - Je geeft duidelijk aan of je voorstander of tegenstander bent. - Je tegenargumenten zijn inhoudelijk duidelijk geformuleerd. inhoud

Je filmpje heeft geen duidelijke indeling in inleiding, midden en slot. EN/OF Je reactie op twee of meer argumenten ontbreekt.

Je geeft duidelijk aan of je voorstander of tegenstander bent, maar een van je tegenargumenten werd te vaag omschreven.

Je geeft niet duidelijk aan of je voorstander of tegenstander bent waardoor je standpunt ongekend blijft. EN/OF Twee of meer van je argumenten worden te vaag omschreven.

Je maakt eenmaal gebruik van Enkele van je tegeneen minder goed uitgewerkt argumenten zijn onvoldoende tegenargument, namelijk uitgewerkt, namelijk

N

Je tegenargumenten zijn krachtig uitgewerkt: ze zijn onderbouwd, geven details en bevatten voorbeelden of verwijzingen.

Je filmpje bevat een inleiding, een midden en een slot en duurt ongeveer twee minuten, maar je reactie op één argument ontbreekt.

IN

- Je filmpje bevat een inleiding, een midden en een slot en duurt ongeveer twee minuten. - Je reageert op alle argumenten van je medeleerling.

VA

correctheid en gepastheid

- Je spreekt Standaardnederlands. - Je taalgebruik, uitspraak en zinsconstructies zijn zo goed als foutloos. - Je gebruikt duidelijke zinnen en begrijpelijke woordenschat.

Je filmpje bevat nog een aantal registerfouten of fouten tegen uitspraak, woordenschat of zinsbouw. Dat staat de boodschap echter niet in de weg.

Je filmpje bevat veel registerfouten of fouten tegen uitspraak, woordenschat of zinsbouw. Daardoor is het moeilijk om de inhoud van je filmpje te begrijpen.

©

Aanvullende commentaar:

LES 34 ARGUMENTATIE OPBOUWEN EN UITWERKEN

431


3

7.8.2

IN DEBAT Tijd voor een debat! Zet je tegenover de leerling voor wiens tekst je tegenargumenten hebt opgezocht. De rest van de klas zal beslissen over de uitkomst van jullie debat. Aan jou om hen te overtuigen! Het debat verloopt als volgt: 1 De leerling die het onderwerp oorspronkelijk uitwerkte, licht zijn standpunt toe. Hij mag zijn mening staven met zijn eerste argument. 2 Vervolgens reageert de tegenpartij daarop met een tegenargument.

IN

3 De eerste partij krijgt nu weer de kans om daarop te reageren. Dat kan door het oorspronkelijke argument te verfijnen of uit te diepen of door het tegenargument te weerleggen. 4 In totaal komen drie argumenten (door de eerste partij) en drie tegenargumenten aan bod. 5 Aan het einde van het debat herhalen beide partijen kort hun standpunt.

6 De onafhankelijke partij deelt vervolgens de uitkomst van het debat mee: wie heeft hen het meest kunnen overtuigen van hun standpunt? Die partij wint het debat!

tip

©

VA

N

Een sterk debatverloop • Luister naar elkaar en onderbreek een debatfase niet. • Blijf bij de kern van het debat en ontwijk geen vragen, opmerkingen … • Speel niet op de man, maar blijf bij de inhoud. Val dus nooit je tegenstander zelf aan, maar enkel de argumenten die hij naar voren brengt. Blijf dus respectvol naar elkaar toe.

432

TRAJECT NEDERLANDS 4

INFO & COMMUNICATIE


Tussenstop 6 1

TAAL EN WOORDENSCHAT

P

1 Zeg het met een P! Over welk woord hebben we het? a voorstel b mogelijk

d wetenschapper in de opvoedkunde

IN

c met veel trots vertonen

2 Vind in de woordzoeker de woorden die passen bij onderstaande beschrijvingen. a vaktaal b ruziën, kibbelen c uitvoer

d iets waarover je niet openlijk kunt praten e in verband brengen met

B

C

O

L

O

N

N

E

M

J

T

I

V

F

P

U

K

R

P

B

A

K

K

E

L

E

I

E

N

O

B

R

S

Z

Y

T

E

U

T

G

O

F

G

R

T

W

L

A

E

P

E

Z

V

O

U

T

P

U

T

V

E

R

G

E

N

A

R

E

H

N

E

R

Ë

I

C

O

S

S

A

VA

N

A

3 Wat betekenen de onderstreepte woorden in onderstaande zinnen? a De voetbalspeler revolteerde tegen de strategische aanpak van de trainer.

b In het keukenjargon wordt een gerecht met spek op smaak brengen ook wel larderen genoemd.

©

c De trainer werd ontslagen omdat zijn controversiële aanpak niet tot goede resultaten leidde.

d Het is niet langer een taboe om in de pers over pedofilie te spreken.

e Die groteske beschuldigingen van de journalisten jaagden de minister zodanig op stang dat ze de persruimte vroegtijdig verliet.

f

De huichelaar Judas kreeg wroeging over zijn verraad en hij pleegde nadien zelfmoord.

TUSSENSTOP 6

433


11.1.6

4 Hieronder vind je actieve en passieve zinnen. • •

Geef bij elke zin aan of die actief of passief is. Maak de actieve zinnen passief en de passieve zinnen actief.  actief  passief

b Dit jaar zijn er in Kenia al zeven olifanten omgebracht.

 actief  passief

IN

a De insecten worden verorberd door verschillende soorten reptielen en amfibieën.

 actief  passief

d Het management heeft gisteren bekendgemaakt dat het skigebied gesloten blijft.

 actief  passief

N

c De reusachtige explosie veroorzaakte gigantisch veel schade aan de gebouwen van de kuststad.

e De collectie werd ontworpen door een beloftevolle ontwerper.

 actief  passief

f

 actief  passief

VA

Mariska heeft gisteren voor haar vrienden een prachtig feest georganiseerd.

 actief  passief

h De belastingen zullen alweer verhoogd worden.

 actief  passief

i

Handelaars importeren meer dan 50% van de koffie vanuit Latijns-Amerika.

 actief  passief

j

Elmir wordt geopereerd door de beste chirurg van het ziekenhuis.

 actief  passief

©

g De man wordt vervolgd voor het stalken van zijn ex-vrouw.

434

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


5 Schrijf je volgende woorden aaneen of los? Kies telkens de juiste vorm. Houd ook rekening met een verschil in betekenis tussen beide mogelijkheden. a Ik gaf de overvaller alles behalve / allesbehalve mijn gitaar. b Deze zomer gaan we alweer / al weer naar hetzelfde vakantiepark in Frankrijk. c De hele klas was ervan overtuigd dat Rune dat gedaan had, maar dat is nietwaar / niet waar! d Vanavond gaan we met iedereen naar de bioscoop. Als ook / alsook jij komt, dan is de hele vriendengroep aanwezig! e Mijn ouders waren allesbehalve / alles behalve enthousiast toen ik met mijn rapport thuiskwam. Ik vrees dat ik op niet al te veel moet rekenen de volgende weken. De jonge crimineel alsook / als ook zijn vrienden werden veroordeeld tot zes maanden cel met uitstel.

IN

f

g Thomas is echt een fantastische vriend, nietwaar / niet waar?

h Dat jurkje is echt te kort / tekort. Ik zou het niet aandoen voor die gelegenheid. i

Aan drank was er geen tekort / te kort op dat feest. Eigenlijk was het onverantwoord!

j

Ten slotte / Tenslotte bedankte de voorzitter alle medewerkers voor het schitterende feest.

k Ik kan haar wel goede raad geven, maar eigenlijk heb ik niets over haar te zeggen. Ik ben ten slotte / tenslotte haar vader niet.

©

VA

‘Wat voor vreten wil moeder nu weer door onze strot duwen?’ vroeg Malik chagrijnig terwijl hij naar de hoop junkfood op tafel keek. ‘Hou je bek eens, jochie! Je moeder heeft haar uiterste best gedaan om een verrukkelijke maaltijd op tafel te toveren’, zei vader. ‘Ja, als ze wil dat we binnenkort allemaal even moddervet zijn als zij, dan is het vast verrukkelijk’, mompelde Malik. ‘Het is vast gezonder dan het eruitziet’, zei zus hoopvol. ‘Wat je ook zegt, ik ga me dat voer niet laten aansmeren. Ik crepeer nog liever van de honger’, hield Malik vol. ‘Als jij niet snel stopt met uit je nek te kletsen, dan kun je oprotten!’ bulderde vader nu pisnijdig. ‘Geen probleem. Ik ga nog liever naar buiten in dit zeikweer dan hier een seconde langer te moeten blijven.’

© Megan Maloy Image Source

N

6 Herschrijf de onderstaande negatief klinkende conversatie door positievere woorden te gebruiken. Je mag de zinnen beperkt aanpassen, maar blijf zo dicht mogelijk bij de inhoud van de brontekst.

TUSSENSTOP 6

435


7 Je krijgt nu een invuldictee te horen. Noteer de weggelaten woorden correct. 13.9

De

was

aan het controleren op de binnenring inhaalde. Zonder

de

IN

toen er plots een BMW hen

om die roekeloze chauffeur

te stoppen.

slaagden de agenten erin de

vast te

. De man was er zich helemaal niet van bewust dat zijn rijgedrag overkwam. Hij

rijder

dat hij

gereden had. Bovendien zei hij dat hij de hele avond

en

had.

N

8 In de eerste tussenstop maakte je kennis met verschillende onlinetaalhulpmiddelen. VRTtaal.net, schrijfassistent.be en taaladvies.net zijn maar enkele websites die advies geven aan taalgebruikers. Maak gebruik van onlinebronnen en beantwoord uitgebreid volgende vragen.

VA

a Wat is het verschil tussen een dikkedarmspecialist en een dikke darmspecialist?

©

b Waarom schrijf je berenhol met tussen-n en beresterk zonder tussen-n?

c Kan ‘men’ ook een bezittelijk voornaamwoord zijn, zoals bijvoorbeeld in ‘Men ouders willen dat ik meer studeer’?

436

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


e Wanneer gebruik ik ‘hen’ en wanneer ‘hun’?

9 In dit artikel vind je verschillende leenwoorden en inheemse woorden.

N

2.6

IN

d Wat is correct: rechtszaak of rechtzaak?

a Markeer vijf leenwoorden in het rood en vijf inheemse woorden in het groen. b Noteer hieronder voor de vijf leenwoorden uit welke taal ze werden overgenomen. taal

VA

leenwoord

Mysterie van de dag: waarom maken we spelfouten?

Deze zomer viert Knack.be de mysteries van het leven. Elke dag kruipen we in de huid van een verwonderd kind en verbazen we ons over al dan niet alledaagse mysteries. Vandaag: waarom maken we spelfouten?

Dee tee We verafschuwen dt-fouten. Het zijn daarom de bekendste, maar helaas ook de meest

Volgens professor Dominiek Sandra (Universiteit Antwerpen) spelen stoorzenders een belangrijke rol bij het maken van fouten. ‘Hoewel de spelling van

©

De mythe dat het steeds slechter gesteld zou zijn met onze taalbeheersing, wordt met liefde ontkracht door experts: in Latijnse inscripties barstte het ook al van de uitschuivers. Maar hoe ontstaan zulke fouten en waarom zijn ze zo hardnekkig?

voorkomende fouten. Ellen Danckaert (24) deed onderzoek naar dt en benoemde de invloed van het geheugen bij het maken van zulke fouten. ‘In het geval van “betaalt” en “betaald” bijvoorbeeld, gaat het om homofoondominantie. “Betaalt” en “betaald” zijn woorden die hetzelfde klinken. Eén van de twee vormen is dominant: “betaald” is de vorm die we het meest tegenkomen. Zelfs als de niet-dominante vorm juist is, zullen we zonder diep na te denken neigen naar de dominante vorm en krijg je fouten als “hij betaald”.’

TUSSENSTOP 6

437


Rik Schutz van de Nederlandse Taalunie zegt dat veel taalfouten simpelweg bestaan omdat ze niet zijn opgenomen door de ontwikkelaars van onze grammatica. ‘Wanneer de eerste grammaticaschrijvers het al eeuwenlang gangbare “groter als” geregistreerd hadden als correct, was het nu niet fout.’ Uiteraard is dat een beetje het kipen-eiverhaal, maar het bewijst wel dat wat goed of fout is in taal heel vergankelijk is.

N

Gebrek aan training, timing en nonchalance zorgen er dus voor dat fouten in teksten sluipen. Afstand speelt ook een rol: ‘Hoe verder het vervoegd werkwoord en onderwerp of hulpwerkwoord en voltooid deelwoord uiteen staan, hoe groter de kans op fouten. Dat komt omdat het werkgeheugen meer tijd nodig heeft om de grammaticale kenmerken terug te vinden’, zegt Sandra.

als een echte fout bestempeld. ‘Voor linguïsten is het normaal dat bepaalde uitspraken ingebakken zitten. De standaardtaal wordt door de puristen gebruikt en alles wat daar niet aan voldoet is dan maar fout. Goed of fout is in dezen nu eenmaal niet voor iedereen gelijk, al gelden de regels wel voor iedereen. Je kunt je afvragen of een dt-fout een vergissing is of dat men het systeem niet kent. Homofoondominantie zal best een factor van belang zijn, maar ik denk ook dat dat een gemakkelijk excuus is.’

IN

de Nederlandse werkwoordsvormen zo eenvoudig is, is de toepassing van de spellingregel tijdrovend. Het dominante woordbeeld wordt automatisch, als een soort pop-up, geactiveerd. Iets wat je vaker ziet, ga je sneller gebruiken.’

VA

Puristen Dt-fouten zijn onvergeeflijk, maar voor andere spelling- en grammaticafouten zijn experts iets milder. Volgens Wouter van Wingerden, taaladviseur bij het Genootschap Onze Taal, is er immers een groot verschil tussen het maken van dt-fouten en andere fouten. Een fout zoals “interessanter als” wordt door van Wingerden niet

2

Bron: www.knack.be. 22/05/2015 - StampMedia/Dennis Kant

UITDAGING: TAALKUNDIG EN REDEKUNDIG ONTLEDEN

1 Lees de onderstaande tekst en geef aan tot welke woordsoort de onderstreepte woorden horen.

10

©

Werkwoordvormen veroorzaken de meeste spelfouten. Onderzoek aan de UAntwerpen liet zien dat ze een derde vertegenwoordigen van alle spelfouten in 2 500 schoolopdrachten van 750 jongeren uit de derde graad aso. Slecht onderwijs? Goh. Twijfelachtig. Kinderen

leren de dt-regels rond de leeftijd van tien en ook in het middelbaar wordt er veel aandacht

aan besteed. Bovendien verliezen ze punten voor dt-fouten. Die observaties roepen een wetenschappelijke vraag op: waarom veroorzaken regels die zo gedrild worden en sterk gestigmatiseerd zijn toch zulke hardnekkige fouten? Bron: www.standaard.be

438

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


2 Lees de onderstaande tekst. Tot welke woordsoort behoren de onderstreepte woorden?

IN

10

N

‘Wie mensen kaaskop of neger blijft noemen, heeft een probleem’ Als straks het meest politiek beladen museum van België heropent, zal over elk woord nagedacht zijn. Bambi Ceuppens, wetenschappelijk commissaris van het

VA

AfricaMuseum, zou het pas gek vinden als dat niet zo was. ‘Maar ik ben de taalpolitie niet. Als u kwetsende woorden wilt gebruiken, zal ik u dat niet verbieden.’ WOUTER WOUSSEN ‘Als je voor het AfricaMuseum werkt, moet je een olifantenvel hebben’, zegt Bambi Ceuppens. De wetenschappelijk commissaris humane en sociale wetenschappen van het AfricaMuseum in Tervuren is niet helemaal verbaasd dat er de voorbije week commotie ontstond over enkele taalrichtlijnen die ze had opgesteld voor haar collega-wetenschappers en museologen. Wat haar

©

wel verwondert, is dat mensen zich opwinden over een tekst die ze nooit gezien hebben. ‘De hele

discussie gaat nu over een paar geïsoleerde voorbeelden van woorden die wij niet gebruiken: hut, jungle, tamtam. De foute indruk ontstaat dat we een lijstje hebben gemaakt met verboden woorden en politiek correcte alternatieven.’ Bron: www.standaard.be

TUSSENSTOP 6

439


3 Benoem de onderstreepte zinsdelen in de aankondiging.

11.2

Wees steeds in het bezit van een geldig vervoerbewijs Je hebt een ticket of een abonnement Toon dit spontaan aan de treinbegeleider bij zijn controle in de trein. Vergeet je

IN

eventuele rechtvaardigende document niet (bijv. verminderingskaart). Dit zal je door de treinbegeleider gevraagd worden aan boord van de trein. De treinbegeleider kan je ook een identiteitsbewijs vragen. Je hebt geen geldig ticket

Je kunt een ticket kopen bij de treinbegeleider. Maar een ticket dat

door een passagier aan boord van de trein wordt gekocht, kost automatisch €7 meer.

N

Dit is een toeslag waar de treinbegeleider niets aan kan veranderen. Indien je geen ticket aan boord koopt, zal de treinbegeleider een vaststelling van onregelmatigheid van €75 opstellen. Bij vervalsing zal de vaststelling van onregelmatigheid oplopen

VA

tot €225.

4 Je leraar zet online een zelftest voor je klaar. Zo kun je nagaan hoe goed je de woordsoorten en zinsdelen beheerst. Op basis van je resultaat krijg je gepersonaliseerde oefeningen. 5 Gebruik je kennis en inzicht rond woordsoorten en zinsdelen om volgende vragen op te lossen. a Benoem het onderstreepte woord taalkundig en leg het verschil tussen volgende zinnen uit.

©

Zus had geen geluk, ze lag met Sinterklaas in bed. Zus had geen geluk, ze lag tijdens Sinterklaas in bed.

b Doe hetzelfde met volgende zinnen. Ik gaf haar een geschenk dat ze leuk vond. Ik gaf haar een geschenk wat ze leuk vond.

440

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


c Benoem de twee onderstreepte woorden taalkundig. Ik hou van jou en wil daarom jouw hand vragen.

d Wat maakt volgende zin best grappig?

IN

Er kwamen vrijwilligsters om bloemen te schikken, waarna ze aan de voorkant van de tent zijn geplaatst en een aantal is opgehangen.

6 Krantenkoppen zijn bedoeld om lezers te lokken. Een ander woord kan daarbij een wereld van verschil maken.

a Verstopeitjes is een synoniem voor paaseitjes. Omdat niet iedereen bekend is met christelijke feestdagen, worden woorden die ernaar verwijzen soms vervangen door synoniemen die niets met religie te maken hebben. Welk standpunt neemt de journalist bij volgende krantenkop in?

VA

N

Maakt de HEMA met ‘verstopeitjes’ weer knieval voor de islam?

b Vergelijk volgende krantenkoppen.

Chirurgische ingreep boven Syrische hoofdstad Damascus

Massaslachting in Damascus

©

c Wat loopt er fout in volgende krantenkoppen?

Schietvereniging De Korrel mikt op nieuwe leden

De ziekte is niet overdraagbaar op de mens. Besmettingen kunnen worden doorgegeven via de website van de Vogelbescherming.

TUSSENSTOP 6

441


11.2.4

7 Lees nu de onderstaande tekst.

11.2.5

Vandaag zag Jonas in de tuin. Hij hoorde voordat hij zag omdat het beestje een hels kabaal maakte. Voorzichtig ging hij ernaartoe. Toen hij merkte dat het diertje erg bang was, gaf hij en probeerde hij te aaien. Maar het diertje beet hard in de vinger! Jonas bekeek wat beter. Hé, was dat niet…? Een schok ging door hem heen. Hij was bijna vergeten, maar nu hij hier zo voor zich zag, herkende hij: het was zijn verdwenen hamster! a Wat valt je op?

VA

N

IN

b Herschrijf de tekst door de gepaste zinsdelen toe te voegen.

8 Tijdens de begintest taalbeschouwing (les 1) en enkele tussenstops ging je in op het verschil tussen Nederlands, Frans, Duits en Engels. a Overleg met een medeleerling en duid de stellingen aan die correct zijn. Het verschil tussen een bijwoord en bijvoeglijk naamwoord is zichtbaar in Duits, Frans, Engels en Nederlands. Een zin begint met een hoofdletter in het Nederlands, Engels, Duits en Frans. Een eigennaam wordt in het Nederlands, Engels, Duits en Frans met een hoofdletter geschreven. In het Duits wordt elk bijvoeglijk naamwoord met een hoofdletter geschreven. In Frans, Nederlands, Engels en Duits komt het adjectief (= bijvoeglijk naamwoord) voor het zelfstandig naamwoord.

©

    

b Zet volgende onderdelen van de zin in de juiste volgorde per taal: werkwoord (ww) – onderwerp (o) – lijdend/meewerkend voorwerp (lv/mv). Doe dat voor een mededelende zin en voor een vragende zin.

Nederlands

mededelende zin

vragende zin

o – ww – lv/mv

Engels Frans of Duits

442

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


3

CREATIEF: TRAJECT-VERHAALAWARDS

Oscaruitreiking 1 Jaarlijks worden de Oscars uitgereikt. a In welke sector kun je die prijs winnen? b Waar wordt die award uitgereikt? c Wanneer vindt de uitreiking plaats? d Wat krijgen de winnaars? 2 Er worden in totaal vierentwintig Oscars uitgereikt. Noem vijf categorieën.

3 Welke Belgische films waren ooit in de running voor een Oscar?

In de tweede graad hebben jullie verschillende kortverhalen gelezen. Jullie krijgen nu zelf de kans om awards uit te reiken en zo enkele verhalen een passende prijs te geven.

Verhalen bekronen 4 Je leraar deelt je in bij een groep. 5 Hieronder vind je afbeeldingen die enkele kortverhalen uit deze methode samenvatten. Link elke afbeelding aan de juiste titel.

TUSSENSTOP 6

443


6 Overloop de verhalen en fris samen de inhoud op. 7 Welk verhaal wint voor jullie één van volgende awards? a Schrijf individueel bij elke categorie de titel die volgens jou in aanmerking komt. b Noteer in kernwoorden de argumenten voor jouw keuze. c Overloop nu in groep de verschillende categorieën. Leg de verschillende titels en argumenten naast elkaar en kies een gemeenschappelijke titel. •

interessantste verhaal:

boeiendste hoofdpersonage:

afschuwelijkste tegenspeler:

origineelste ruimte:

8 Deel jullie keuze met de klas. Lukt het om over de groepen heen een gemeenschappelijke lijst samen te stellen?

Een motivatieverslag schrijven Alle awards zijn toegekend, maar nu moet ook duidelijk gemaakt worden waarom een specifiek verhaal gekozen werd. Die motivatie bestaat uit een doorlopende tekst met de argumenten die in het klasgesprek naar voren gebracht werden. Het gaat dus niet alleen om jouw persoonlijke mening. Jij verwoordt hierin vooral de mening van de klas. 9 Kies de award die jou het meeste boeit. 10 Overleg met medeleerlingen die rond dezelfde award werken. a Overloop met hen wat de argumenten waren uit het klasgesprek. b Bespreek ook welke argumenten zeker vermeld moeten worden. 11 Schrijf vervolgens individueel je motivatie uit.

6.1

444

inleiding

Vermeld om welk verhaal en om welke award het gaat.

alinea 1-2-3

Geef drie argumenten, telkens in een aparte alinea.

slot

Vat samen waarom een bepaald verhaal volgens de klas die award kreeg.

TRAJECT NEDERLANDS 4

TUSSENSTOP


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.