Vbpg formule1 2bvl

Page 1

Inhoudsopgave

4

Weet je het nog?

5

Klaar? START!

9

Hoofdstuk 1

Teken erop los! 47

Hoofdstuk 2

Veel delen 83

Hoofdstuk 3

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand 107

Hoofdstuk 4

Voor honderd procent 127

Hoofdstuk 5

Op grote en kleine schaal 149

Hoofdstuk 6

Gemiddeld genomen 179

Hoofdstuk 7

Omtrek en oppervlakte met mate(n) 199

Hoofdstuk 8

Een graadje minder of meer 227

Hoofdstuk 9

Aan de oppervlakte 249

Hoofdstuk 10

De tijd zal het leren 275

Hoofdstuk 11

Ontwikkeld of ingewikkeld? 303

Hoofdstuk 12

Wat een volume! 335



Op

grote en

ze Waarom zijn de ein? gebouwen zo kl

nt Wat beteke l? deze schaa

1 20

schaal

s l keer i Hoevee saurus ino deze d nd? verklei

0

ware auto op Is deze gebeeld? af grootte

kleine

Šmiropink / Shutterstock.com

5

Hoe n oe schaa m je zo’n l?

10 km Stel je vo or echt zo g dat spinnen root war en!


Planner Aan de slag

1 Schaal 153 2 Vergroten of verkleinen met raster 154 3 Van tekening naar werkelijkheid 155 4 Van werkelijkheid naar tekening 156 5 Lijnschaal 157

Ben ik mee?

Op mijn maat

1 Schaal 161 2 Vergroten of verkleinen met raster 163 3 Van tekening naar werkelijkheid 165 4 Van werkelijkheid naar tekening 168 5 Lijnschaal 170

Even samenvatten

174

Test op mezelf

175

Gamezone

177

In dit hoofdstuk leer je alles over schaal.

150

159


154

2 Vergroten en verkleinen met

155

156

157

3 Van tekening naar werkelijkheid

4 Van werkelijkheid naar tekening

5 Lijnschaal

raster

153

pagina

/2

/3

/8

/3

/4

Totaal   /20

BIM5

BIM4

BIM3

BIM2

BIM1

Ben ik mee?

Oef 25

Oef 22

0

Oef 19

Oef 16

0-1

Oef 13

Oef 10

0-4

Oef 7

0-1

Oef 4

Oef 1

0-1

2

Oef 26

Oef 23

1

Oef 20

Oef 17

2

Oef 14

Oef 11

5-6

Oef 8

Oef 5

Oef 2

2

3

Totaal

Oef 27

Oef 24

2

Oef 21

Oef 18

3

Oef 15

Oef 12

7-8

Oef 9

Oef 6

Oef 3

3

Op mijn maat

Totaal

TOM5

TOM4

TOM3

TOM2

TOM1

/20

/2

/3

/8

/3

/4

Naam: Schooljaar 20   - 20    Trimester Datum:

Leraar:

/

5  Op grote en kleine schaal

/

/

/

/

/

Resultaat   /

Test op mezelf

Nr.:

1 Schaal

Aan de slag

Evaluatie / Scoreblad  Klas: / 20

/

151


Thuis

TOTAAL

Huiswerk

/

/

/

/

/

/

Diddit

/

/

/

/

/

/

Algemene indruk van de les Deze lessen waren zeer leerrijk en aangenaam om te volgen. Deze lessen waren voor mij moeilijk. Ik had moeite om te volgen. Deze lessen konden mij niet boeien. Het was saai en vervelend. Deze lessen waren voor mij te moeilijk. Ik kon niet volgen. Deze lessen waren niet echt uitdagend. Het was te makkelijk.

Ik denk even na over mijn prestaties. Wat kon ik zeer goed? Waar had ik moeite mee? Bij dit hoofdstuk moet ik extra letten op

Ik denk even na over mijn attitudes en vaardigheden. Aandachtspunt

Evaluatie leerling

Evaluatie leraar

Heb ik nauwkeurig gemeten?

0

1

2

3

0

1

2

3

Heb ik goed doorgewerkt?

0

1

2

3

0

1

2

3

Was ik telkens in orde?

0

1

2

3

0

1

2

3

Heb ik net gewerkt?

0

1

2

3

0

1

2

3

Heb ik op de eenheden gelet?

0

1

2

3

0

1

2

3

TOTAAL

15

Commentaar van de leraar

Handtekening leerling

152

Handtekening leraar

Handtekening ouders


Aan de slag

Deze ijsbeer is in het echt 250 cm lang.

Deze spijker is in het echt 2 cm hoog.

Deze vlieg is in het echt 1 cm lang.

Meet de lengte op de foto.

Meet de hoogte op de foto.

Meet de lengte op de foto.

De lengte is     cm.

De hoogte is     cm.

De lengte is     cm.

De foto is een:

De foto is een:

De foto is een:

vergroting verkleining weergave op ware

vergroting verkleining weergave op ware

vergroting verkleining weergave op ware

van de werkelijkheid.

van de werkelijkheid.

van de werkelijkheid.

We zeggen dat alles op de figuur in werkelijkheid

We zeggen dat alles op de figuur even groot is als de werkelijkheid.

We zeggen dat alles op de figuur in werkelijkheid

grootte

grootte

keer groter / kleiner is.

grootte

keer groter / kleiner is.

De gebruikte breukschaal is De gebruikte breukschaal is

De gebruikte breukschaal is

of

of

of

breukschaal =

5  Op grote en kleine schaal

1 Schaal

afmeting op tekening T = afmeting in werkelijkheid W

Schaal 1 betekent dat 1 cm op tekening in werkelijkheid          is. 100

27 mm op de tekening is dan          in werkelijkheid. 3 cm op de tekening is dan          in werkelijkheid. 900 mm in werkelijkheid is dan          op de tekening.

153


2 Vergroten of verkleinen met raster 2.1 Vergroten met raster Teken de figuur drie keer groter.

Op welke schaal heb je de figuur getekend?

2.2 Verkleinen met raster Teken de figuur twee keer kleiner.

Op welke schaal heb je de figuur getekend?

154


3 Van tekening naar werkelijkheid Een nestkastje bouwen is helemaal niet zo moeilijk. Met wat hulp en een klein beetje handigheid heb je er zo eentje gemaakt. Neem het volgende zaag- en bouwplan op schaal 1 7 nauwkeurig over op twee planken van 18 mm dik.

voorwand 3

bodem 6

5  Op grote en kleine schaal

Plank 1 achterwand 2

1

4 2 5

Plank 2 deksel 1

zijwand 4

zijwand 5

3 6

Om te weten hoe lang de eerste plank in werkelijkheid moet zijn, werk je als volgt: 1 Meet de nodige afmeting op de tekening. 2 Vul het schema aan. x    1       mm afmeting op tekening schaal =   =   =  7       mm

afmeting in werkelijkheid

x    3 Zet indien nodig om naar de best passende eenheid. Vul de tabel aan. afmeting op de tekening in mm

afmeting in werkelijkheid in mm

afmeting in werkelijkheid in cm

breedte plank 1

lengte plank 2

breedte plank 2

lengte zijwand 4

lengte bodem 6

x

155


4 Van werkelijkheid naar tekening Tine wil haar kamer herinrichten. Ze besluit eerst een tekening te maken. De rechthoekige kamer is 6 m lang en 4 m breed. Dat past natuurlijk niet op een blad papier. Daarom maakt ze een plan op schaal. Ze kiest voor schaal 1 . Om te weten hoe 10

lang de kamer op de tekening moet zijn, ga je als volgt te werk: 1 Vul het schema aan.

x

1       cm afmeting op tekening schaal =   =   =

10

600 cm

afmeting in werkelijkheid

x    2 Zet indien nodig om naar de best passende eenheid. Is de keuze van Tine voor schaal 1 een goede keuze? Waarom wel/niet? 10

Kies zelf een beter passende schaal:     Teken nu de kamer van Tine met jouw schaalkeuze.

156


5 Lijnschaal Heel wat kaarten zijn niet voorzien van een breukschaal, maar maken gebruik van een lijnschaal. Zo ook dit stadsplan van Diksmuide.

Post

5  Op grote en kleine schaal

speelplein

IJzer

BLO MO EMLEN S

WC

C

Bo

rti e

rla an

B speelplein M. Doolaeghestraat Cultuurcentrum & Bibliotheek

A volg de grondspijkers blauwe zone

© Toerisme Diksmuide

Duid de lijnschaal op het plan aan in fluo. Teken deze lijnschaal hieronder correct over.

Eén cm op de lijnschaal komt overeen met        in werkelijkheid. Eén cm op de kaart komt dus overeen met        in werkelijkheid. De afstand in vogelvlucht tussen Alexia (A), die zich boven op de IJzertoren bevindt, en Christel (C) bedraagt op de kaart        cm. In werkelijkheid is dat dus

m.

157


Hoe groot is de afstand in vogelvlucht tussen Alexia en haar vriend Bram (B)? Berekening:

Antwoordzin:

Hoever zijn Christel (C) en Bram (B) van elkaar verwijderd? Berekening:

Antwoordzin:

Bepaal de breukschaal die overeenkomt met de gebruikte lijnschaal. Berekening:

Antwoordzin:

Los de vragen bij onderstaande lijnschaal op. 0

5

10

15

20

25 m

a 1 cm op de tekening komt overeen met        in werkelijkheid. b 1,5 cm op de tekening komt overeen met        in werkelijkheid. c 4 cm op de tekening komt overeen met        in werkelijkheid. d Bereken de breukschaal die bij deze lijnschaal past. Berekening:

Antwoordzin:

158


Ben ik mee? Nr.:

Naam:

Klas:

Schooljaar 20   - 20    Trimester

Datum:

Leraar:

/

/ 20

/ 20

BIM1

5  Op grote en kleine schaal

1 Schaal Bereken de gebruikte breukschaal.

8m

1 cm

De foto is een:

De foto is een:

vergroting verkleining weergave op ware grootte

vergroting verkleining weergave op ware grootte

van de werkelijkheid.

van de werkelijkheid.

Schaal =

Schaal =

4

2 Vergroten of verkleinen met raster BIM2

Teken de gevraagde vergroting of verkleining.

Teken de figuur op schaal 1 . 3

3

159


3 Van tekening naar werkelijkheid BIM3

Schaal 1 150

Bereken de gevraagde werkelijke afmeting.

afmeting op tekening in mm

afmeting in werkelijkheid in m

breedte skiruimte lengte skiruimte breedte grote slaapkamer lengte grote slaapkamer 8

4 Van werkelijkheid naar tekening BIM4

Teken een rechthoek van 70 m lang en 50 m breed op schaal

1 . 2 000

Lengte op tekening:       Breedte op tekening:

3

5 Lijnschaal BIM5

Duid de breukschaal die overeenstemt met de gegeven lijnschaal aan. 0

160

10

20

30

40

50 m

1 10

1 1 000

1 5 000

2


Op mijn maat 1 Schaal

vergroting verkleining

vergroting verkleining

vergroting verkleining

5  Op grote en kleine schaal

1 Zijn de afbeeldingen een vergroting of een verkleining van de werkelijkheid?

vergroting verkleining

2 Stellen de gegeven schalen een vergroting of een verkleining van de werkelijkheid voor? 1 10

vergroting verkleining

1 10 000

vergroting verkleining

500 1

vergroting verkleining

2 1

vergroting verkleining

3 Duid de schaal aan die hoort bij de foto.

1 30 000

1   300

13

30 000 1

300 1

31

4 Bepaal de gebruikte schaal door de lijnstukken nauwkeurig te meten. tekening

werkelijkheid

schaal

161


5 Verbind elke figuur met de passende schaalaanduiding.

1 100

1 1

1 15 000

1 40

6 Bepaal de gebruikte schaal.

Deze reuzenvlinder is in werkelijkheid 9,6 cm groot. Berekening:

Schaal

Bepaal de schaal als je weet dat de auto in werkelijkheid 4,8 m lang is. Berekening:

Schaal

162

1 300


2 Vergroten of verkleinen met raster 7 Teken de figuur op schaal 1 .

5  Op grote en kleine schaal

2

8 Teken de figuur op schaal 1 . 4

163


9 Kies een figuur en teken op schaal 3 . 1

164


3 Van tekening naar werkelijkheid 10 Deze tuinkabouter is afgebeeld op schaal 1 . 3

Bereken de lengte en de breedte in werkelijkheid. Lengte op afbeelding:

cm

Breedte op afbeelding:

5  Op grote en kleine schaal

Lengte in werkelijkheid:

cm

Breedte in werkelijkheid:

11 Dit dorp is getekend op schaal 1 . 8 000 Bepaal de afstand in vogelvlucht van het huis van Alex (A) tot aan de ingang van de winkel (W). Zet die afstand om in meter. A

W

Afstand op de tekening:            cm Afstand in werkelijkheid:

165


12 Deze kaart geeft enkele vliegtuigvluchten tussen luchthavens weer. 1 Bereken de gevraagde afstanden in km. De gebruikte schaal is

40 000 000

.

AMS CDG

BCN

HER a Wat is de afstand tussen Barcelona (BCN) en Amsterdam (AMS)? b Wat is de afstand tussen Parijs (CDG) en Barcelona (BCN)? c Wat is de afstand tussen Barcelona (BCN) en Heraklion (HER)? 13 Deze motor is in werkelijkheid vijfentwintig keer langer. Bepaal de gebruikte schaal.                  Bepaal de lengte in werkelijkheid in m.

166


14 Vul de tabel aan. schaal

vergroting verkleining afmeting in werkelijkheid

2 cm

1 10

cm

5 cm

1 25

dm

2,5 cm

1 40

m

22 mm

2 1

mm

3,6 cm

3 1

mm

12 cm

1 100

m

20 mm

1 1

cm

60 mm

4 1

mm

18 mm

1 500

m

4,7 cm

1 1 000

km

15 De wegenkaart is getekend op schaal

1 . 100 000

Bepaal de werkelijke afstanden in vogelvlucht tussen de centra

5  Op grote en kleine schaal

afmeting op tekening

van de

volgende dorpen. Markegem en Wakken Zulte en Grammene Wontergem en Aarsele Oostrozebeke en Oeselgem Olsene en Wielsbeke

167


4 Van werkelijkheid naar tekening 16 Teken de gevraagde lijnstukken. Een lijnstuk van

lengte

8 cm op schaal 1

5 cm op schaal 1

8 cm op schaal 1

40 cm op schaal 1

3 cm op schaal 2

2 2 20 8

1

60 mm op schaal 1

30 m op schaal 1

4

60

tekening

17 Teken a een vierkant met als zijde 60 cm op schaal 1 .

b een rechthoek met lengte 3 cm en breedte 6 cm op schaal 1 .

20

3

18 Een auto is 4 m lang en 1,5 m hoog. Schets zelf een zijaanzicht op schaal 1 . 50

168


19 Vul de tabel in.

12 mm 60 mm 17 mm

schaal 1 3 2 1 1 8 1 5 3 1 1 7

afstand in werkelijkheid 100 mm 5  Op grote en kleine schaal

afstand op tekening

9 mm 56 mm

20 Teken met je passer

50

b een gelijkzijdige driehoek met zijde 120 cm op schaal 1 . 40

168

21 Op het plan staan de afmetingen in cm. a Bepaal de schaal waarop dit plan getekend is.

10

a een cirkel met straal 150 cm op schaal 1 .

BADKAMER 210

15

90

• Lengte op tekening:

• Breedte op tekening:

15

20

90

95

OVERLOOP

WC

140

b Teken op de overloop een kast tegen de muur. De kast is 1,4 m lang en 70 cm breed.

110

310

VELUX 105 x 140

169


5 Lijnschaal 22 Vul aan. a Wil zeggen dat 1 cm op de tekening in werkelijkheid overeenkomt met b Wil zeggen dat 3 cm op de tekening in 0

5

10

15

20

werkelijkheid overeenkomt met

25 m

c Wil zeggen dat 7 cm op de tekening in werkelijkheid overeenkomt met d Wil zeggen dat 40 mm op de tekening in werkelijkheid overeenkomt met a Wil zeggen dat 1 cm op de tekening in werkelijkheid overeenkomt met b Wil zeggen dat 3 cm op de tekening in 0

20

40

60

werkelijkheid overeenkomt met

80 100 km

c Wil zeggen dat 7 cm op de tekening in werkelijkheid overeenkomt met d Wil zeggen dat 25 mm op de tekening in werkelijkheid overeenkomt met

23 Bepaal de werkelijke afstand. afstand op tekening

170

schaal

afstand in werkelijkheid

4 cm

0

10

20

30

40

50 m

20 mm

0

2

4

6

8

10 km

10 cm

0

5

10

15

20

25 m

120 mm

0

50

100 150 200 250 km


24 Hieronder vind je de plattegrond van een themapark. Bepaal de gevraagde afstanden in werkelijkheid.

A

5  Op grote en kleine schaal

P

M

R

K

Š SEA LIFE Blankenberge

0

6

12

18

24

30 m

a De afstand in vogelvlucht tussen Karel (K) en Pieter (P) bedraagt b De afstand in vogelvlucht tussen Mieke (M) en Pieter (P) bedraagt c De afstand in vogelvlucht tussen Mieke (M) en Karel (K) bedraagt d De afstand in vogelvlucht tussen Aida (A) en Pieter (P) bedraagt e De afstand in vogelvlucht tussen Karel (K) en Aida (A) bedraagt f

De afstand in vogelvlucht tussen Mieke (M) en Aida (A) bedraagt

g De afstand in vogelvlucht tussen Pieter (P) en Renaud (R) bedraagt h De afstand in vogelvlucht tussen Renaud (R) en Karel (K) bedraagt i

Bepaal de breukschaal die overeenstemt met de gegeven lijnschaal

171


25 Hieronder vind je de plattegrond van een dierenpark. Bepaal met de gegeven lijnschaal de gevraagde afstanden in vogelvlucht.

B

E

C D

0

10

20 m

A

Š DierenPark Amersfoort

a Alexia (A) bevindt zich in het restaurant. Hoeveel meter is ze van Charly (C) verwijderd? b Dirk (D) moest even naar het toilet. Hoeveel meter is het in vogelvlucht tot bij Els (E)? c Bieke (B) wil ook graag naar Els (E). Hoeveel meter is dat in vogelvlucht?

172


26 Bereken de gevraagde afstanden in werkelijkheid op 10 km nauwkeurig. NOORDZEE

NEDERLAND

Zeebrugge

DUITSLAND

5  Op grote en kleine schaal

Luik

Namen

Bergen

Bastenaken

FRANKRIJK

0

20

40

60

Aarlen

80 100 km

LUXEMBURG

afstand in werkelijkheid Brugge – Brussel

Oostende - Namen Gent - Bastenaken Luik - Hasselt

27 Vul de lijnschaal correct aan als je weet dat dit huis op schaal 1 getekend is. 200

0

173


Even samenvatten

breukschaal =

Schaal

afmeting op tekening T = afmeting in werkelijkheid W

Schaal 1 4

De figuur is een verkleining van de werkelijkheid. Alle afmetingen op de tekening zijn vier keer groter dan in werkelijkheid.

Schaal 1

De figuur is op ware grootte getekend. Alle afmetingen op de tekening zijn even groot dan in werkelijkheid.

Schaal 5 1

De figuur is een vergroting van de werkelijkheid. Alle afmetingen op de tekening zijn vijf keer kleiner dan in werkelijkheid.

1

Van tekening naar werkelijkheid 1 Meet de nodige afmeting op de tekening. 2 Vul het schema aan. x 10 1 10 mm afmeting op tekening  =   =  schaal =  7 70 mm afmeting in werkelijkheid x 10 3 Zet indien nodig om naar de best passende eenheid. Van werkelijkheid naar tekening 1 Vul het schema aan. x 60 1 60 cm afmeting op tekening  =   =  schaal =  10 600 cm afmeting in werkelijkheid x 60 2 Zet indien nodig om naar de best passende eenheid. Lijnschaal 0

20

40

60

80 100 km

Wil zeggen dat 1 cm op de tekening overeenkomt met 20 km in werkelijkheid. Wil zeggen dat 3 cm op de tekening overeenkomt met 60 km in werkelijkheid.

174

Woordverklaring in vogelvlucht = de afstand gemeten in een rechte lijn in werkelijkheid = in het echt op ware grootte = even groot als het origineel raster = patroon van regelmatige horizontale en verticale lijnen


Test op mezelf Nr.:

Naam:

Klas:

Schooljaar 20   - 20    Trimester Leraar:

Datum:

/

/ 20

/ 20

TOM1

5  Op grote en kleine schaal

1 Schaal Bereken de schaal van de figuren.

20 cm

12 m lengte Schaal =

Schaal =

4

2 Vergroten of verkleinen met raster TOM2

Teken de figuur op schaal 1 . 3

3

175


3 Van tekening naar werkelijkheid TOM3

Bepaal de gevraagde werkelijke afmeting. Schaal 1 150

afmeting op tekening in mm afmeting in werkelijkheid in m breedte slaapkamer lengte toiletruimte breedte zwembad 8

lengte living

4 Van werkelijkheid naar tekening TOM4

Teken een rechthoek van 90 m lang en 60 m breed op schaal

1 . 3 000

3

5 Lijnschaal TOM5

Bepaal de breukschaal die overeenstemt met de gegeven lijnschaal. 0

20

40

60

80 100 km

176

2


Gamezone en tangram is een verbluffende Chinese puzzel, die uit slechts zeven veelhoeken E bestaat. Met die zeven veelhoeken moet je een opgegeven figuur kunnen maken.

5  Op grote en kleine schaal

Let wel: • alle zeven vormen moeten altijd gebruikt worden; • alle puzzelstukken moeten in een plat vlak liggen; • de veelhoeken mogen elkaar niet overlappen.

Enkele voorbeelden:

En zo moet je ze maken, telkens met dezelfde zeven puzzelstukken:

Je kunt ook zelf een tangrampuzzel maken. Teken dit rooster over op een blad of een stuk karton. Knip de zeven puzzelstukken uit langs de zwarte lijnen.

177


Probeer nu zelf de volgende puzzels te maken.

178


6

Gemiddeld genomen

Marcel Pauline

6 7

cijfers 6 8 5 8

7 9

rapport 6,8

gemiddelde leeftijd waarop Belgische jongeren alleen gaan wonen 26

25,8

25,5 Gemiddelde leeftijd

CIJFERLIJST Wiskunde

lde emidde g t e h s Wat i van tcijfer r o p p a r ? Pauline

dig elfstan z r e l l e n sn nen? Wie gaa ouwen of man vr wonen:

25

24,9

24,5 24,1

24 23,5 23 totaal

mannen

vrouwen

waterfactuur voor een gemiddeld gezin in Vlaanderen

Wat is het gemid delde factuurbedrag?

90 cm

60

30

gemiddelde hoogte

Wat is de gemiddelde grootte van alle honden samen?


Planner Aan de slag

1 Gemiddelde berekenen 183 2 Grafieken en gemiddelde 184

Ben ik mee?

Op mijn maat

1 Gemiddelde berekenen 187 2 Grafieken en gemiddelde 192

Even samenvatten

194

Test op mezelf

195

Gamezone

197

In dit hoofdstuk leer je alles over gemiddelde en grafieken.

180

185


183

184

2 Grafieken en gemiddelde

pagina

/7

/8

Totaal   /15

BIM2

BIM1

Ben ik mee?

Oef 13

0-2

Oef 4

Oef 3

Oef 2

0-3 Oef 1

Oef 15

3-5

Oef 8

Oef 7

Oef 6

Oef 5

4-6

Oef 11 Oef 12 Totaal

Oef 14

6-7

Oef 10

Oef 9

7-8

Op mijn maat

Totaal

TOM2

TOM1

/15

/7

/8

Naam: Schooljaar 20   - 20    Trimester

Leraar:

Datum:   /

6  Gemiddeld genomen

/

/

/

Resultaat

Test op mezelf

Nr.:

1 Gemiddelde berekenen

Aan de slag

Evaluatie / Scoreblad  Klas: / 20

/

181


Thuis

TOTAAL

Huiswerk

/

/

/

/

/

/

Diddit

/

/

/

/

/

/

Algemene indruk van de les Deze lessen waren zeer leerrijk en aangenaam om te volgen. Deze lessen waren voor mij moeilijk. Ik had moeite om te volgen. Deze lessen konden mij niet boeien. Het was saai en vervelend. Deze lessen waren voor mij te moeilijk. Ik kon niet volgen. Deze lessen waren niet echt uitdagend. Het was te makkelijk.

Ik denk even na over mijn prestaties. Wat kon ik zeer goed? Waar had ik moeite mee? Bij dit hoofdstuk moet ik extra letten op

Ik denk even na over mijn attitudes en vaardigheden. Aandachtspunt

Evaluatie leerling

Evaluatie leraar

Heb ik nauwkeurig gewerkt?

0

1

2

3

0

1

2

3

Heb ik goed doorgewerkt?

0

1

2

3

0

1

2

3

Was ik telkens in orde?

0

1

2

3

0

1

2

3

Heb ik nagedacht over mijn antwoorden?

0

1

2

3

0

1

2

3

Heb ik aandacht besteed aan goedgebouwde antwoordzinnen?

0

1

2

3

0

1

2

3

TOTAAL

15

Commentaar van de leraar

Handtekening leerling

182

Handtekening leraar

Handtekening ouders


Aan de slag 1 Gemiddelde berekenen

toets 1

toets 2

toets 3

toets 4

toets 5

6

6

8

10

5

7

5

9

9

7

6  Gemiddeld genomen

In onderstaande tabel vind je een overzicht van de resultaten die Lore en Evy behaalden voor enkele wiskundetoetsen op 10 punten.

Lore 2 VVa

Evy 2 VVb

Wie scoorde het best voor wiskunde? Bereken het gemiddelde van hun toetsen. Lore: Evy: Het gemiddelde van een rij getallen is       gedeeld door

Afspraken • Je berekent het gemiddelde meestal tot op één cijfer na de komma meer dan de opgegeven getallen. • Bij euro’s reken je het gemiddelde steeds uit tot op twee cijfers na de komma. a In de buurtwinkel kost een blikje frisdrank € 1,80. In de supermarkt kost datzelfde blikje € 1,50. Wat is de gemiddelde prijs?

b Tom neemt deel aan een dartwedstrijd. Hij gooit achtereenvolgens 27, 15, 6 en 14 punten. Wat is de gemiddelde score per beurt?

183


2 Grafieken en gemiddelde Het staafdiagram toont het aantal kilometer dat Francesca per maand fietst.

gefietste km per maand

200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0

januari

februari

maart

april

mei

juni

juli

augustus september oktober november december

a Vul de tabel aan. maand

km

maand

km

maand

km

januari

15

mei

65

september

60

februari

10

juni

75

oktober

20

maart

20

juli

160

november

10

april

35

augustus

180

december

10

b Hoeveel kilometer fietst Francesca per jaar? 660 km c Hoeveel maanden telt een jaar? 12 maanden d Hoeveel fietst Francesca gemiddeld per maand? 55 km e Duid met een rode horizontale lijn het gemiddelde aan op het staafdiagram. f

In welke maanden fietste Francesca meer dan het gemiddelde?

g Hoe komt dat denk je?

184


Ben ik mee? Nr.:

Naam:

Klas:

Schooljaar 20   - 20    Trimester

Datum:

Leraar:

/

/ 20

/ 15

BIM1.1

De basisschool in het dorp telt 154 leerlingen. In totaal zijn er zeven klasgroepen. Hoeveel leerlingen zitten er gemiddeld in een klas?

Antwoordzin:

BIM1.2

6  Gemiddeld genomen

1 Gemiddelde berekenen

2

Kisha scoorde de volgende punten voor haar spellingtoetsen. Alle testen staan op tien punten. test 1

test 2

test 3

test 4

test 5

test 6

8

8

10

9

9

4

Wat is haar gemiddeld resultaat voor spelling?

Antwoordzin:

BIM1.3

2

Pepijn heeft voor Frans de volgende scores behaald: één keer 8, één keer 6, twee keer 6,5 en drie keer 5 op 10. Wat is het gemiddeld resultaat voor Frans?

Antwoordzin: Hij maakt nog een extra toets waarvoor hij 10 op 10 scoort. Wat is nu zijn gemiddelde resultaat?

Antwoordzin:

4

185


2 Grafieken en gemiddelde BIM2

Bij een medisch onderzoek op school wordt de lengte van alle leerlingen gemeten. De resultaten vind je in onderstaand staafdiagram. resultaten lengte leerlingen

aantal leerlingen

5 4 3 2 1 0 144 146 148 150 152 154 156 158 160 162 164 166 168 170 172 174 176 178 180 182

lengte in cm

a Hoeveel leerlingen meten 172 cm? b Noteer onder elke afmeting het aantal leerlingen. 144 146 148 150 152 154 156 158 160 162 164 166 168 170 172 174 176 178 180 182

c Hoeveel leerlingen telt de klas? d Tel alle lengtes van alle leerlingen op. Hoeveel cm bekom je? e Hoe groot is een leerling gemiddeld in deze klas? Rond af op 1 cm. f

e klas verwelkomt twee nieuwe leerlingen: Tom, D een klassebasketter van 192 cm groot en Janne, die 176 cm meet. Wat wordt nu de gemiddelde lengte? Rond af op de cm.

Antwoordzin:

186

7


Op mijn maat 1 Gemiddelde berekenen 1 Indra gaat bijna dagelijks joggen. Hoeveel minuten loopt ze gemiddeld per dag? 15 minuten 15 minuten 10 minuten 20 minuten

6  Gemiddeld genomen

zondag dinsdag woensdag vrijdag Antwoordzin:

2 Boer Karel heeft drie varkens. Het eerste varken weegt 110 kg, het tweede 125 kg en het derde 107 kg. Wat is hun gemiddelde gewicht?

Antwoordzin: 3 De ronde van BelgiĂŤ voor profwielrenners telt vijf ritten. rit 1

rit 2

rit 3

rit 4

tijdrit

165 km

225 km

190 km

275 km

30 km

Wat is de gemiddelde afstand per rit?

Antwoordzin: 4 In juni scheen de zon 188 uren, in juli 202 uren en augustus verblijdde ons met 210 uren zonneschijn. Hoeveel uren scheen de zon gemiddeld per zomermaand?

Antwoordzin:

187


5 De prijs van één bloemkool was in maart € 2,00. In april daalde de prijs tot € 1,50. In mei kostte een bloemkool maar € 0,65, maar in juni steeg de prijs weer tot € 1,25. Wat is de gemiddelde prijs? Rond af tot op € 0,01.

Antwoordzin: 6 In onderstaande tabel zie je de leerlingenaantallen per leerjaar. Vul de ontbrekende gegevens aan. jongens

meisjes

1ste jaar

12

12

2de jaar

10

23

3de jaar

14

21

4de jaar

9

14

5de jaar

13

10

6de jaar

totaal

12

a Hoeveel jongens zitten er gemiddeld in elke klas op deze school?

Antwoordzin: b Hoeveel meisjes zitten er gemiddeld in elke klas op deze school?

Antwoordzin: c Hoeveel leerlingen zitten er gemiddeld in elke klas?

Antwoordzin:

188

20


Lana

Kylie

Shana

June

166 cm

172 cm

164 cm

174 cm

6  Gemiddeld genomen

7 Wat is de gemiddelde lengte van deze dames? Rond af op 1 cm.

Antwoordzin: 8 I n september behaalde je 17 op 20 voor rekenen. In oktober 16 op 20, in november 18 op 20 en in december 17 op 20. Je vriend behaalde in dezelfde periode 19, 15 en twee keer 17 op 20. Het kerstrapport vermeldt het gemiddelde van die vier toetsen. a Welk cijfer staat er voor rekenen op je rapport?

Antwoordzin: b Wat is het gemiddelde van je vriend?

Antwoordzin:

189


9 Bereken de gemiddelde lengte van deze jongens in meter. Rond af op een honderdste.

Mike

Ahmed

Youssef

Joran

1,45 m

138 cm

144 cm

15,7 dm

Antwoordzin: 10 In onze klas zitten twintig leerlingen. Op een toets met tien oefeningen behaalden ze de volgende resultaten: • Eén leerling maakte geen enkele fout. • Drie leerlingen verloren één punt. • Negen leerlingen maakten elk twee fouten. • Vier leerlingen hadden elk vier fouten. • De rest van de klas had juist de helft.

Wat is het klasgemiddelde voor deze toets? Tip: maak zelf eerst een tabel.

Antwoordzin:

190


11 In de tien thuiswedstrijden van F.C. De Pottenstampers noteert de secretaris deze bezoekersaantallen: 1 226 1 385

936 837

972 1 035

1 080 1 103

672 1 216

Wat is het gemiddelde aantal toeschouwers per wedstrijd? 10 462 : 10 = 1 046,2

Antwoordzin: 6  Gemiddeld genomen

e ingangsprijs per supporter bedraagt € 9. D Wat zijn de gemiddelde inkomsten per wedstrijd? 1 046,2 x € 9 = € 9 415,80

Antwoordzin: Tijdens de bekermatch lokt F.C. De Pottenstampers een recordopkomst van 3 459 toeschouwers. Bereken nu het gemiddelde. gemiddelde is 13 921 : 11 = 1 265,5

Antwoordzin: 12 Jeroen, Bart, Kris, ma en pa rijden samen met de auto naar zee. Jeroen is 5 jaar, Bart 11 jaar, vader 40 jaar en moeder 39 jaar. De gemiddelde leeftijd van de personen in de auto is 22,0 jaar. Hoe oud is Kris?

5 + 11 + 40 + 39 = 95 22,0 x 5 = 110 110 – 95 = 15

Antwoordzin: Kris is 15 jaar.

191


3 Grafieken en gemiddelde 13 Wat is de gemiddelde schoenmaat van de leerlingen van deze klas? schoenmaat per leerling

aantal leerlingen

5 4 3 2 1 0

36

37

38

39

schoenmaat

40

41

Hoeveel leerlingen zitten er in de klas?

Wat is de som van alle schoenmaten?

Wat is de gemiddelde schoenmaat van de klas?       14 De plaatselijke jeugdbeweging viert dit jaar de tiende editie van haar zomerkamp. Diagram 1 en 2 stellen allebei het aantal deelnemers over de voorbije tien jaar voor. diagram 1

diagram 2

50

50

40

40

45

30 20 10 0

1

2

3

30 20 10

aantal deelnemers

50

aantal deelnemers

aantal deelnemers

40 35 30

0 25 4 1 5 2 6 3 7 4 8 5 9 610 7 8 91 102 editie zomerkamp editie zomerkamp aantal jongens aantal jongens aantal meisjes aantal meisjes

aantal jon aantal me 3

4 5 6 7 8 editie zomerkamp

9

10

a Wat is het verschil tussen beide diagrammen?

Bij diagram 1 start het aantal deelnemers bij 0, bij diagram 2 bij 25.

b Welk diagram zal de jeugdbeweging gebruiken om haar zomerkamp te promoten?

diagram 2

c Bereken het gemiddeld aantal jongens dat aan het zomerkamp deelnam.

192

Het gemiddelde is 37,4 jongens.


15 In het diagram vind je een overzicht van de schoolresultaten in procent van de leerlingen van de klas van Mieke. De leerlingen zijn aangeduid met hun klasnummer. schoolresultaten 85 80 75 70 6  Gemiddeld genomen

procent

65 60 55 50 45 40 35

1

2

3

4

5

6

7

8 9 10 11 klasnummer

12

13

14

15

16

17

18

Waarom starten de waarden op de verticale as bij 35 en is de hoogst voorziene waarde 85? Er zijn geen resultaten onder de 35 en boven de 85.

Vul de tabel aan. nummer

procent

nummer

procent

nummer

procent

1

68

7

74

13

82

2

81

8

42

14

64

3

71

9

59

15

74

4

70

10

62

16

68

5

62

11

38

17

72

6

55

12

77

18

57

Wat is het klasgemiddelde? 1 176 : 18 = 65,3

Antwoordzin:

193


Even samenvatten

Het gemiddelde van een rij getallen is de som van de getallen gedeeld door het aantal getallen.

toets

punten op 20

De som van de getallen is

1

12

12 + 17 + 9 + 15 + 17 = 70.

2

17

Het aantal getallen is 5.

3

9

Het gemiddelde is

4

15

70 : 5 = 14

5

17

Antwoordzin: De gemiddelde score is 14 op 20.

Afspraken • Je berekent het gemiddelde meestal tot op één cijfer na de komma meer dan de opgegeven getallen. • Bij euro’s reken je het gemiddelde steeds uit tot op twee cijfers na de komma.

Woordverklaring uniek = enig, er bestaat geen andere grafiek = figuur of diagram die het verband tussen gegevens op een duidelijke manier zichtbaar maakt extra = toegevoegd diagram = plaatje waarin gegevens staan in de vorm van lijnen of staafjes

194


Test op mezelf Nr.:

Naam:

Klas:

Schooljaar 20   - 20    Trimester Leraar:

Datum:

/

/ 20

/ 15

TOM1.1

Kris reed met zijn bromfiets een uur lang aan 40 km per uur. Daarna reed hij een uur aan 30 km per uur. Het laatste uur haalde hij slechts 21 km per uur. Hoeveel reed hij gemiddeld per uur?

Antwoordzin: TOM1.2

6  Gemiddeld genomen

1 Gemiddelde berekenen

2

Adinda sprong de volgende afstanden bij het verspringen. sprong 1

sprong 2

sprong 3

sprong 4

sprong 5

1,52 m

1,56 m

1,64 m

1,48 m

1,58 m

Wat is haar gemiddelde springafstand?

Antwoordzin: TOM1.3

2

Kaatje behaalde voor Nederlands twee keer 8, één keer 6, twee keer 7, drie keer 5 en één keer 4 op 10. Wat is haar gemiddelde resultaat voor Nederlands?

Antwoordzin: Kaatje moest nog een toets inhalen. Ze behaalde voor de inhaaltoets maar 1 op 10. Wat wordt haar gemiddelde?

Antwoordzin: 4

195


2 Grafieken en gemiddelde TOM2

De dierentuin heeft vijf giraffen: Koot (4,8 m), Liesje (4,6 m), Abel (3,8 m), Moussa (2,6 m) en Mie (3,2 m). a Vul het onderstaande staafdiagram aan. grootte van de giraffen 6

5

lengte in m

4

3

2

1

0

Koot

Liesje

Abel giraffen

Moussa

Mie

b Wat is de gemiddelde lengte van deze giraffen?

Antwoordzin: c Duid het gemiddelde in het rood op de grafiek aan. d De zoo verwelkomt een nieuw babygirafje, Charlotte. Ze meet 1,4 m. Wat is nu de gemiddelde lengte van de giraffen in deze zoo?

Antwoordzin: e Duid het nieuwe gemiddelde in het groen op de grafiek aan.

196

7


Gamezone

6  Gemiddeld genomen

onogrammen N Een nonogram is een beeldpuzzel die bestaat uit een leeg diagram met getallen boven en links ervan. Elk getal staat voor een of meer aaneengesloten vakjes van een bepaalde kleur in de betreffende kolom of op de betreffende rij. Door de vakjes in te kleuren zodat alle getallen blijven kloppen, vormt zich een afbeelding in het diagram. Dat is de oplossing van de puzzel. Hieronder zie je een voorbeeld. Groepen worden gescheiden door minstens één wit vierkantje. voorbeeld:

1

1

3

1

1

3

3

3 1 3 2 4 Proberen maar!

1

2

2

2

4

2

3

2

1

4

3

4

3

3

4

2

5 6 4

2

2 2

2 4

1 6 1

5 3

4 3

1 4

9

1 6 1

2 4

2

197


3 2

2

3 4

12 11

3

3

3

11 12

3 3

3 3

10 11 12 2

3

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

2

1

4

4

4

4

2

2

1 2 1 2 1 5 9 10 2 13 2 5 2 2 1 2 1 2 7 2

1 2 2 2 1 2 2 1 2 1 2 2

1 1 1 1 1

198

1 1 1 1 2 3

2 2 2 2 2 1 2

2 1 1 1 1 1 1

3 2 2 2 1 1 1

1 1 1 1

3 2 1 1 3

2 1 3 7 1

3 5 3 2 3

20 8 7 7 7 2 1 1 20 1 2 2 2 2 20

2 2 1 1 1

9 1 1 1

1 2 2 5 2 3 1 2 1 2 5 2 1 1 7 1 1

9 1 5 5 6 5 6 1 4 3 1 3 1 9 1 2 5 5 1 5 5


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.