Landschap en Thema 1 wereldkaart
Uitdagingen 1 Kun je door analyse van informatiebronnen een wereldreferentiekaart opbouwen en als parate kennis gebruiken voor: – de continenten en oceanen – de belangrijkste reliëfeenheden en rivieren – de belangrijkste staten en grote wereldblokken?
2 Kun je de referentiekaart van de wereld plaatsen in het gradennet met nullijn, evenaar, keerkringen, poolcirkels en enkele grote steden?
3 Kun je aan de hand van beelden, van een vereenvoudigde jaarisothermenkaart, van een vereenvoudigde jaarisohyetenkaart en van enkele klimatogrammen de belangrijkste kenmerken van de grote vegetatiezones en klimaatzones van de aarde afleiden en die situeren op een klimaatkaart en een vegetatiekaart?
4 Kun je de thematische wereldkaarten van bevolkingsspreiding en van ontwikkelingsgraad beschrijven en de verschillen aflezen?
1 De wereld verdelen Wat je al kent en kunt (uit vorige jaren) Je kunt België en Europa in het gradennet situeren.
1 Hoe bouw je een referentiekaart van de wereld op? 1.1 Vereenvoudigen Wie de virtuele globe of een wereldkaart in een atlas bekijkt, merkt onmiddellijk de onregelmatige verdeling van land en water. De landoppervlakte is nu eens sterk versnipperd, dan weer in grote blokken verdeeld. Om voldoende referentiepunten en -lijnen te kunnen onthouden, vereenvoudigen we best zo’n wereldkaart zoals in fig. 1.1.
1.1 Wereldkaart ingevuld met satellietfoto en vereenvoudigde structuur
1.2 Verdelen in oceanen, continenten en werelddelen Het aardoppervlak omvat 70 pct. wateroppervlak en 30 pct. landoppervlak. Met je atlas kun je op de volgende vereenvoudigde kaart (fig. 1.2) de oceanen benoemen (drie). Delen van oceanen worden ook zee of golf genoemd. Schrijf op de kaart in het blauw de volgende plaatsnamen: Noordelijke IJszee – Noordzee – Golf van Mexico – Golf van Bengalen Op het landoppervlak maken we een onderscheid tussen continenten en werelddelen. Een continent is een aaneengesloten landoppervlak, zonder de eilanden. Zo zijn er zes continenten: Afrika, N.-Amerika, Z.-Amerika, Antarctica, Australië en Eurazië. Benoem ze op fig. 1.2. Werelddelen omvatten zowel vasteland als eilanden. Zo behoort Groot-Brittannië niet tot het continent Eurazië, maar wel tot het werelddeel Europa. Er zijn zes werelddelen: Amerika, Europa, Azië, Afrika, Oceanië en Antarctica. Benoem ze op fig. 1.3. Afrika: land van de Afri, een volksstam uit de O udheid ten tijde van de Carthagers in het huidige Libië. Amerika: naam afkomstig van Amerigo Vespucci (1454-1512), de Italiaanse ontdekkingsreiziger die inzag dat dit continent niet Indië was maar een nieuw werelddeel. Antarctica: anti-Arctica of arctus of Grote Beer, het Hoofdstuk 1 De wereld verdelen
sterrenbeeld dat in het noorden zichtbaar is. Australië: van australis, d.w.z. zuidland. Azië: de naam is afgeleid van assoe, wat zonsopgang betekent. Europa: de naam zou afgeleid zijn van ereb, d.i. Semitisch voor zonsondergang.
6
Thema 1: Landschap en wereldkaart 1.2 Referentiekaart van de wereld in het gradennet
1.3 Situeren in het gradennet De verdeling in halfronden ken je nog van vorige jaren. Benoem in de rand van de kaart (fig. 1.3) de vier half ronden. Teken de volgende breedtecirkels door over de continenten en benoem de volgende breedtezones: – de intertropen: tussen de keerkringen – de subtropen: van de keerkring tot 40° N of Z – de noordelijke of zuidelijke middelbreedten (tot 60° N of Z) – de subpolaire zone: van 60° tot de poolcirkel – de polaire zone: van de poolcirkel tot de pool.
1.3
7
2 De grote wereldblokken en -regio’s in de actualiteit Als je de actualiteit volgt, merk je dat sommige delen van de wereld worden benoemd op basis van één kenmerk. Noteer waarom het voorbeeld al dan niet behoort tot die regio. voorbeeld?
ja
nee
taal
Latijns-Amerika
Brazilië
O
O
politiek
EU
Noorwegen
O
O
cultuur
Arabische wereld
Turkije
O
O
natuur
Moesson Azië
Afghanistan
O
O
ligging
Midden-Oosten
Syrië
O
O
*
(*) Dit deel werd vroeger ook wel zwart Afrika genoemd.
1.4 Grote wereldblokken en -regio’s
Achteraan in dit leerwerkboek vind je werkkaarten van de werelddelen. Trek een lijntje om de vermelde regio’s uit de tabel bovenaan op de passende kaart. Benoem enkele plaatsen die recent in de actualiteit stonden.
Wat je hebt bijgeleerd – Je kunt de wereld verdelen volgens continenten, werelddelen en breedtezones. – Je kunt de actualiteit plaatsen op de wereldreferentiekaart met de grote wereldblokken en de voornaamste staten.
Hoofdstuk 1 De wereld verdelen
8
Wat je al kent en kunt (uit vorige jaren) – Je kunt reliëfvormen herkennen (met de drie h’s + de hoogteligging). – Je kent de grote reliëfeenheden in Europa.
1 Het reliëf als drager van het landschap Het reliëf is de drager van het landschap. Schrijf bij de foto’s op welke reliëfgebieden van Europa de volgende landschappen lijken en noteer welke reliëfvorm je ziet en de hoogteligging (tussen welke hoogtegrenzen). reliëfvorm
voorbeeld in Italië met dezelfde reliëfvorm
hoogteligging
hoogtezone
reliëfvorm
voorbeeld in Rusland met dezelfde reliëfvorm
hoogteligging
hoogtezone
reliëfvorm
voorbeeld in Roemenië met dezelfde reliëfvorm
hoogteligging
hoogtezone
2.1 Landschap uit Noord-India(30° N – 80° O)
2.2 Landschap uit Oost-Kazachstan (48° N – 75° O)
2.3 Landschap uit Dem. Rep. Congo (2°03’ Z – 16°25’ O)
9
Thema 1: Landschap en wereldkaart
2 Landschap en wereldkaart
2.4 Andes (22° Z – 67° W)
reliëfvorm
voorbeeld in Spanje met dezelfde reliëfvorm
hoogteligging
hoogtezone
reliëfvorm
voorbeeld in Roemenië met dezelfde reliëfvorm
hoogteligging
hoogtezone
reliëfvorm
voorbeeld in Duitsland met dezelfde reliëfvorm
hoogteligging
hoogtezone
2.5 Rocky Mountains (43° N – 110° W)
2.6 Patagonië (47° Z – 68° W)
Hoofdstuk 2 Landschap en wereldkaart
10
voorbeeld in Frankrijk met dezelfde reliëfvorm
hoogteligging
hoogtezone
reliëfvorm
voorbeeld in Europees Rusland met dezelfde reliëfvorm
hoogteligging
hoogtezone
reliëfvorm
voorbeeld in België met dezelfde reliëfvorm
hoogteligging
hoogtezone
reliëfvorm
voorbeeld in NoordAmerika met dezelfde reliëfvorm
hoogteligging
hoogtezone
2.7 Landschap uit N.W.-Australië (17° Z – 125° O)
2.8 Landschap uit Noord-Marokko (33° N – 3° W)
2.9 Landschap uit N.O.-Canada (55° N – 60° W)
2.10 Landschap uit Frankrijk (44° N – 6° O)
11
Thema 1: Landschap en wereldkaart
reliëfvorm
2 Vereenvoudigde wereldreferentiekaart van het reliëf Net zoals de vorige referentiekaart vereenvoudigen we de wereldreliëfkaart tot enkele grote structuren zoals: – bergketens – bekkens met een centrale rivier (als naamgever). Benoem die structuren op de structuurkaart van het reliëf op p. 13. De meer gedetailleerde reliëfstructuur (met laagland, middelland en hoogland) leer je verder in dit boek kennen.
Wat valt er op aan de oriëntatie van de gebergten van Amerika in vergelijking met die van Eurazië? Wat hebben de grote rivieren van Amerika gemeenschappelijk? (Let op de kenmerken van de rivieren, zoals bron, monding, stroomrichting.) Waarom zijn de grote rivieren van Siberië economisch niet zo interessant? Wat past niet in het rijtje (en waarom)? Donau – Jangtsekiang – Ganges – Rijn Wat hebben de volgende bergen gemeenschappelijk: Kilimanjaro – Saint-Helens – Fuji? Plaats ze als oriëntatiepunt op de kaart met de eerste letter en een symbool.
3 Doorsneden onderzoeken De doorsnede van de aarde hieronder (fig. 2.11) is gemaakt volgens de lijn van 30° Z - 70° W naar 40° N - 130° O. Benoem de continenten en de bergketens op de doorsnede. Noteer aan de binnenzijde de namen van de oceanen in deze doorsnede.
2.11
Wat je hebt bijgeleerd – Je herkent op de wereldkaart de grote bergketens en grote rivieren als referentielijnen. – Je ziet gelijkenissen tussen het reliëf van Europa en het reliëf op de wereldkaart.
Hoofdstuk 2 Landschap en wereldkaart
12
2.12
13
Thema 1: Landschap en wereldkaart
3 Grote vegetatie- en klimaatzones in de wereld Wat je al kent en kunt (uit vorige jaren) Je kunt temperatuur- en neerslagverschillen binnen België en Europa uit cijfers, grafische voorstellingen en kaarten aflezen en vergelijken met die van Ukkel. Je kunt de dominerende windrichting, de gemiddelde jaartemperatuur, de gemiddelde jaarneerslag van Ukkel als parate kennis gebruiken. Je kunt de grote vegetatie- en klimaatzones in Europa uit temperatuur- en neerslaggegevens afleiden.
1 De grote vegetatiezones in de wereld In Europa bestudeerden we al acht verschillende vegetatiezones. Fig. 3.1 is een overzicht van de grote vegetatiegebieden in de wereld. Op fig. 3.2 zie je acht foto’s genomen op verschillende plaatsen in de wereld. Ze geven je een beeld van het vegetatietype dat daar voorkomt. – Verbind door middel van een lijntje elke foto met de juiste vegetatiezone. – Vul de tabel aan. Van noord naar zuid herkennen we de volgende vegetatiezones in de wereld: vegetatiezone
Europees land (of uitgestrekt gebied) gelegen in deze vegetatiezone
land (of uitgestrekt gebied) buiten Europa gelegen in deze vegetatiezone
ijswoestijn toendra taiga gemengd woud loofbos hardbladige vegetatie subtropisch regenwoud steppe woestijn
niet van toepassing
savanne
niet van toepassing
tropisch regenwoud
niet van toepassing
Hoofdstuk 3 Grote vegetatie- en klimaatzones in de wereld
14
beschrijving van de vegetatie (aan- of afwezigheid van bomen, soorten bomen, dichtheid …)
Thema 1: Landschap en wereldkaart
3.1 De natuurlijke vegetatiezones van pool tot pool
ijswoestijn toendra
taiga
gemengd woud loofbossen
hardbladige vegetatie steppe
woestijn
open savanne
gesloten savanne
tropisch regenwoud
gesloten savanne
open savanne
woestijn steppe hardbladige vegetatie
loofbossen
Indische Oceaan
ijswoestijn op Antarctica
3.2 Natuurlandschappen per vegetatiezone
15
2 De grote klimaatzones in de wereld
We kunnen de wereldklimaatkaart vereenvoudigd voorstellen. Let bij fig. 3.3 op de volgorde van de klimaatzones van evenaar naar polen en van west naar oost. Op de legende van fig. 3.3 zijn voor het noordelijk halfrond de klimaat namen al ingevuld. Vermits het zuidelijk halfrond in grote mate het spiegelbeeld is van het noordelijk halfrond, kun jij gemakkelijk de legende voor het zuidelijk halfrond invullen.
koud zonder dooiseizoen koud met dooiseizoen koelgematigd + zachte winter koelgematigd + natte winter warmgematigd + natte winter
koelgematigd + koude winter
koudgematigd + strenge winter
warmgematigd + natte zomer
warmgematigd + altijd nat
gematigd droog gematigd altijd droog warm altijd droog warm met nat seizoen
Opgelet: in hoge gebergten met eeuwige sneeuw komen de klimaatÂzones boven elkaar (verticaal) voor met de warmste onderaan.
warm altijd nat
3.3 Structuur van de wereldklimaatzones
Hoofdstuk 3 Grote vegetatie- en klimaatzones in de wereld
16
K
G
E
M
O
U
D
A
T
I
noordpoolcirkel
G
D Kreeftskeerkring
W
A
R
M
evenaar
Steenbokskeerkring
droge klimaten Nj < 400 mm Isothermen houden geen rekening met de hoogteligging (gereduceerd op zeeniveau).
TK temperatuur koudste maand TW temperatuur warmste maand
G
E
M K
A
T
I
O
U
D
G
D zuidpoolcirkel
3.4 Wereldkaart met isothermen
Welk klimaat heeft men in de volgende steden of plaatsen? stad/plaats
klimaatnaam
Brussel Rome Milaan Helsinki Groenland Manaus (Brazilië) New Delhi Alice Springs Yaoundé Sint-Petersburg Eureka (Californië) Odessa Brasilia
17
Thema 1: Landschap en wereldkaart
De grenzen tussen koude, gematigde en warme klimaten laten zich afbakenen door de isothermen vermeld op fig. 3.4. Teken die lijnen op fig. 3.3 met een dikkere lijn en benoem die isothermen in de rand.
3.5 Determineertabel klimaten/vegetatie
Hoofdstuk 3 Grote vegetatie- en klimaatzones in de wereld
18
NZ: zomerneerslag NW: winterneerslag D: aantal droge maanden
ja
D≤1
nee
TK ≤ 18
nee
NJ ≤ 200
nee
TJ ≤ 0
nee
TW ≤ 10
nee
ja
ja
ja
ja
nee
NZ ≤ NW
nee
D≤1
nee
TK ≤ -10
nee
NJ ≤ 400
nee
TK ≤ 15
nee
TW ≤ 0
ja
ja
ja
ja
ja
ja
nee
TW ≤ 22
TW ≤ 22
nee
TK ≤ -3
ja
ja
ja
warm altijd nat klimaat
tropischregenwoudklimaat
tropischesavanneklimaat
subtropischesavanneklimaat
warmgematigd klimaat met natte zomer
warm klimaat met nat seizoen
hardbladigevegetatieklimaat van de subtropen
hardbladigevegetatieklimaat van de centrale middelbreedten
subtropischregenwoudklimaat
loofbosklimaat
gemengdwoudklimaat
taigaklimaat
steppeklimaat
woestijnklimaat van de tropen
woestijnklimaat van de middelbreedten
taigaklimaat
toendraklimaat
warmgematigd klimaat met natte winter
koelgematigd klimaat met natte winter
warmgematigd altijd nat klimaat
koelgematigd klimaat met zachte winter
koelgematigd klimaat met koude winter
koudgematigd klimaat met strenge winter
gematigd, droog klimaat
warm altijd droog klimaat
gematigd altijd droog klimaat
VEGETATIEKENMERKEN
ijswoestijnklimaat
INDELING NAAR
koudgematigd klimaat met strenge winter
koud klimaat met dooiseizoen
koud klimaat zonder dooiseizoen
KLIMAATKENMERKEN
Dundas 76°N - 68°W - 20 m
New Delhi 28°N - 77°O - 211 m T
TJ: 25,0 °C
NJ: 706 mm
°C
N
T
20
30
60
180
0
0
20
40 20
160
-10
10
140
-20
0
10
20
J
A
S
O
N
D
N
10
40
J
NJ: 205,6 mm
200
60
M
TJ: 15,7 °C
mm
20
A
T
°C
30
M
N
mm
80
F
Mendoza 32°Z - 68°W - 828 m
°C
100
J
NJ: 128 mm
mm
120
0
TJ: -10,4 °C
J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
6
5
7
9
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
0
°C 23,5 22,4 19,6 15,3 11,2 7,6 7,6 9,9 13,0 16,7 20,1 22,5
D
mm 29,528,327,211,6 9,6 7,3 6,7 7,5 12,720,7 8,1 26,4
°C -22,0 -21,7-23,5-16,3 -5,2 0,9 3,7 3,8 -1,4 -8,7 -15,1-19,9
mm 7
J
11 14 23 10 13 11 12
0
°C 14,1 16,9 22,4 28,6 32,9 33,8 31,0 29,8 29,2 26,0 20,3 15,4
mm 23 20 15 10 15 68 200 200 123 19
Perth 32°Z - 115°O - 21 m T
TJ: 17,7 °C
3
10
NJ: 886 mm
Manaus 3°Z - 60°W - 92 m N
mm
°C
T
TJ: 26,5 °C
NJ: 2082 mm
Poona 19°N - 74°O - 555 m N
mm
°C
T
TJ: 24,9 °C
NJ: 703 mm
N
mm
°C
200
300
200
180
280
180
160
260
160
140
240
140
120
220
120
100
200
100
80
180
80
30
60
160
30
60
20
40
140
20
40
10
20
120
10
20
0
0
100
0
J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
80
°C 23,0 23,2 21,6 18,7 15,7 13,8 12,9 13,2 14,4 16,0 18,7 21,1
mm 10 12 19 44 129 194 177 126 88 54 21 12
30
60
20
40
10
20
0
J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
0
°C 21,0 22,7 26,3 29,2 29,8 27,3 21,9 21,8 21,8 25,3 22,6 20,7
mm 3
1
3
14 35 121 174 105 126 90 26
5
0
°C 26,0 26,0 25,9 26,0 26,2 26,3 26,5 27,2 27,5 27,5 27,1 26,6
mm 264 262 298 283 204 103 67 46 63 111 161 220
– In de determineertabel zie je verschillende grenswaarden op basis van temperatuur en neerslag. Zet de volgende grenswaarden op fig. 3.1 op de horizontale grenslijnen tussen de vegetatiezones op de juiste plaats zowel op het noordelijk als het zuidelijk halfrond. Zo merk je dat zowel het klimaat als de vegetatie ten noorden en ten zuiden van de evenaar elkaars spiegelbeeld zijn: TK = 18 °C – TW = 10 °C – NJ = 200 mm (geen grenslijn voorzien, zelf op de juiste plaats noteren!) – TW = 22 °C – TK = -3 °C.
Wat je hebt bijgeleerd – Klimaatkenmerken afleiden en beschrijven met determineertabel en atlaskaarten. – Vegetatietypes op foto herkennen en beschrijven. – In de atlas op de gepaste kaarten vegetatie- en klimaatzones opzoeken of een plaats erop situeren.
19
Thema 1: Landschap en wereldkaart
Je vindt hieronder de klimaatgegevens van zes niet-Europese plaatsen. In de loop van het schooljaar zul je met die klimaatgebieden uitgebreid kennismaken. – Bepaal het klimaat van die plaatsen met behulp van de determineertabel (fig. 3.5).
3 Klimaat en vegetatie combineren 1 Schrijf in het kadertje onder elke foto de naam van het vegetatietype. 2 Markeer daarin ook het nummer van het bijbehorende klimatogram. Let op: er is een klimatogram te veel. 1
22 m TJ:13°C
NJ: 482 mm N
T
°C
mm 100 80
30
60
20
40
10
20
0
0 J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
°C 10,1 11,5 11,7 12,3 13,0 14,0 14,7 15,3 15,8 15,2 12,8 10,4 mm 98,8 68,8 72,5 30,9 10,4 4,5
1
2,9
Santarem 2°Z - 54°W - 22 m
2
2 klimatogram 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7
0,8
T
TJ: 25,8 °C
6,1 32,5 68,1 83,9
NJ: 2061 mm
N
mm
°C
360 340 320 300 280 260
1
240 220
2 klimatogram 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7
200 180
1
160
2 klimatogram 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7
140 120 100 80 30
60
20
40
10
20
0
J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
0
°C 25,6 25,3 25,4 25,4 25,4 25,2 25,2 25,9 26,5 26,8 26,7 26,3
1
mm 184 274 353 347 285 173 87,7 42,2 29,9 34,5 72 116
2 klimatogram 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 1
Melbourne 37°Z - 144°O - 35 m
3 T
2 klimatogram 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7
7 T
555 m
TJ: 22,6°C
NJ: 156 mm
mm
30
60
20
40
10
20
0 °C
J
F
M
A
M
J
A
S
O
N
D
0
0
2 klimatogram 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 N
100 80
Mendoza 32°Z - 68°W - 828 m
5 T
TJ: 15,7 °C
NJ: 205,6 mm
N
40
10
20
10
20
0
0
0
A
S
O
N
D
°C 20,6 22,6 26,0 29,0 30,7 29,9 27,4 26,3 27,4 28,3 25,2 21,6
mm
0
0
0
0,5 7,8 16,5 87,3105,444,4 9,8
0
J
A
S
O
N
D
0
0
Hoofdstuk 3 Grote vegetatie- en klimaatzones in de wereld
J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
TJ: -10,1 °C
NJ: 356,3 mm
0
40
10
20
0
0
J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
°C 23,5 22,4 19,6 15,3 11,2 7,6 7,6 9,9 13,0 16,7 20,1 22,5
°C -27,8 -26,7 -22,7 -15,1 -5,1 5,1 13,2 10,6 3,8 -8,2 -20,9 -25,3
mm 29,528,327,211,6 9,6 7,3 6,7 7,5 12,720,7 8,1 26,4
mm 12,0 9,7 9,7 12,0 16,1 40,2 48,9 62,6 65,1 29,9 20,9 19,8
20
N
20
-30
20
J
J
60
-20
40
J
M
mm
60
20
M
A
30
mm
60
A
M
°C
°C
30
M
F
-10
30
F
J
Norilsk 69°N - 88°O - 113 m
4
mm
J
20
°C 19,9 19,9 18,3 15,3 12,4 10,2 9,5 10,6 12,4 14,4 16,3 18,4
1
NJ: 270 mm
T
40
10
T
El Obeid °N - °O - 480 m
°C
20
mm 47,647,352,257,458,149,348,550,358,767,360,058,7
0
0,2 0,1 2,6 20,026,3
TJ: 26,2 °C
60
0
9,4 11,8 16,2 21,6 27,7 32,3 34,6 34,2 30,8 24,9 17,2 11,1
mm 27,127,526,918,8 7,3
6
J
N
mm
30
N
°C
NJ: 656 mm
TJ: 14,8 °C
°C
Wat je al kent en kunt (uit vorige jaren) – Je kent enkele miljoenensteden uit Europa en je weet dat de Europese landen behoren tot de meest welvarende van de wereld. – Je leest het verband tussen bevolkingsspreiding en het landschap op een kaart.
1 Bevolkingsspreiding over de wereld 1.1 Geconcentreerd of verspreid: aflezen van de spreidingskaart in de atlas Aan grote rivieren, in kustvlakten en laagvlakten wonen mensen dichter bij elkaar dan in bergstreken en op plateaus. Toch zijn er ook uitzonderingen. Welke reden stel je vast bij de volgende plaatsen? kust van Mauritanië Hoogland van Colombia Amazonevlakte lössplateau in China Obvlakte in Siberië
1.2 Kaartbeeld van de bevolkingsspreiding Bestudeer de atlaskaarten van de bevolkingsspreiding van de werelddelen / continenten vermeld in de tabel hieronder en noteer telkens het grootste gebied met hoge bevolkingsdichtheid en het grootste gebied met lage bevolkingsdichtheid. Gebruik namen van (delen van) landen. grootste gebied met hoge bevolkingsdichtheid Europa Azië Afrika Noord-Amerika Centraal-Amerika Zuid-Amerika Oceanië
21
grootste gebied met lage bevolkingsdichtheid
Thema 1: Landschap en wereldkaart
4 Bevolking, welvaart en ontwikkeling over de wereld
gebieden met zeer grote bevolkingsdichtheid (> 200 inwoners/km2) belangrijke referentiesteden
4.1 Wereldreferentiekaart bevolking
1.3 De grootste miljoenensteden als referentiepunten op de wereldkaart Binnen gebieden met hoge bevolkingsdichtheid bevinden zich stedelijke gebieden met nog grotere bevolkingsconcentraties. Benoem de referentiesteden op de kaart (fig. 4.1). Trek een kadertje om de steden die ook hoofdstad zijn van een land. Benoem de gebieden met een sterke bevolkingsconcentratie met de naam van het (deel van het) land of het deel van het werelddeel. Noteer in de tabel met welke reliëfvorm dat overeenkomt. gebied met sterke bevolkingsconcentratie
Hoofdstuk 4 Bevolking, welvaart en ontwikkeling over de wereld
reliëfgebied – reliëfvorm
22
2.1 Welvaart meten
40 000
Welvarende landen produceren veel goederen en diensten. De som van al die goederen en diensten (uitgedrukt in geldwaarde) is het bruto binnenlands product (bbp). Om landen met veel inwoners te kunnen vergelijken met landen met weinig inwoners, wordt het bbp gedeeld door het aantal inwoners.
Japan
Bruto binnenlands product per inwoner in VS-dollar 0 10 000 20 000 30 000
VS
België
Duitsland
Brazilië Turkije Rusland India
0
2000
China
4000 6000 Totaal bruto binnenlands product
8000
10 000 miljard VS-dollar
4.2 Evolutie van het bbp van enkele landen tussen 1960 en 2011
2.2 Welvaart aflezen op een grafiek Antwoord telkens op basis van de gegevens uit de grafiek.
Welk land heeft de grootste welvaartsgroei beleefd? Hoeveel VS-dollar bedroeg die groei? Welke inwoners hebben hun welvaart het meest zien stijgen? Vergelijk België met Duitsland. In welk land is het bbp/inwoner het sterkst gestegen? Rangschik de zgn. BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) volgens het totale bbp. Hoe groot is de procentuele groei in China?
Waarom is de totale groei van China groter dan de groei per inwoner?
23
Thema 1: Landschap en wereldkaart
2 Welvaart over de wereld
3 Menselijke ontwikkeling over de wereld 3.1 Ontwikkeling meten Menselijke ontwikkeling is meer dan welvaart. Mensen uit landen die meer ontwikkeld zijn hebben een betere gezondheid. Dat wordt uitgedrukt in de levensverwachting bij geboorte. Ook het percentage volwassenen dat kan lezen en schrijven (alfabetiseringsgraad) en het aantal mensen dat onderwijs volgt is een maatstaf voor ontwikkeling. Ten slotte drukt men de levensstandaard van een land niet uit in het bbp per inwoner, maar eerder in koopkracht (wat je kunt doen met een euro in dat land). Deze variabelen samen resulteren in de HDI of Human Development Index (index van de menselijke ontwikkeling). (Zie atlaskaart.)
3.2 Ontwikkeling op kaart aflezen uitspraak
millenniumdoelen (tegen 2015)
voorbeeld
1 De armoede halveren
Landen zonder zeegrens zijn vaker zwak ontwikkeld dan landen met zeegrens.
2 Alle kinderen naar school 3 Evenveel meisjes als jongens naar school
In de tropen zijn meer landen zwak ontwikkeld dan in de middelbreedten.
4 Kindersterfte halveren 5 Moedersterfte bij geboorte meer dan halveren
Alle landen van Afrika zijn zwak ontwikkeld.
6 Spreiding hiv/aids terugdringen 7 Toegang tot drinkbaar water verdubbelen
Zuidoost-Azië is meer ontwikkeld dan Zuid-Amerika.
8 Meer wereldwijde samenwerking
3.3 Ontwikkeling in de actualiteit In 2000 maakten regeringsleiders van 189 landen internationale afspraken om vóór 2015 armoede, ziekte en honger wereldwijd te verminderen. Deze afspraken werden vertaald in acht concrete doelen: de millenniumdoelen (millennium = duizendtal, verwijzend naar het jaar 2000). Noteer drie grote landen die vooruitgang gemaakt hebben en drie grote landen die achterblijven op het gebied van de millenniumdoelen. blijven achter
vooruitgang
4.3 Vooruitgangsscore i.v.m. de millenniumdoelen
Hoofdstuk 4 Bevolking, welvaart en ontwikkeling over de wereld
24
5 3 3 5 3 1 4 4 5 5 5 3 3 4 3 2
5 4 4 5 4 1 3 3 5 5 5 5 2 3 1 1
legende (in vier delen)
scholingsgraad
5 4 3 5 5 2 5 2 5 5 5 5 3 5 3 3
ranking (gebaseerd op 6 variabelen)
beschikbaarheid drinkwater
3 3 2 4 2 1 3 2 4 4 3 4 2 3 2 2
TOTAAL
voedselvoorziening
4 4 3 5 2 2 4 1 5 5 3 4 3 4 3 3
analfabetisme
kindersterfte
Argentinië Brazilië Bolivia Canada Zuid-Afrika Mali Egypte Uganda Frankrijk Spanje Oekraïne Noorwegen India Iran Nepal Laos
levensverwachting
Vervolledig de onderstaande tabel en rangschik de geselecteerde landen op basis van zes verschillende ontwikkelingsmaatstaven. Elk van die maatstaven krijgt punten volgens de verdeling in de legende van de atlaskaarten (bv. in een legende met 7 klassen is de hoogste score 7 punten) De rangschikking is voor vijf maatstaven al ingevuld. – Vul de kolom van het analfabetisme (ongeletterdheid) in. – Maak een indeling voor alle maatstaven samen in een vierdelige legende. – Vul de kaart aan met die legende.
Wat je hebt bijgeleerd – Het spreidingspatroon van de wereldbevolking met de grote steden als referentiepunten op de referentiekaart van de wereld. – De grote structuur van de welvaartsverdeling op de wereld op basis van het bbp en de HDI. – Hoe het streven naar meer ontwikkeling vertaald werd in millenniumdoelen.
25
Thema 1: Landschap en wereldkaart
3.4 Zelf een ontwikkelingskaart opmaken
noordpoolcirkel
SF LA
R
GM
M R
J
O
M D
P T
T
NY A
M
I K
K N
MS
OSB
L
H G M
J
S S
T Kreeftskeerkring
C
N
L
evenaar
K
A A
J R SP
Steenbokskeerkring
J AA
S
zuidpoolcirkel
Wereldreferentiekaart met oriënterende punten, lijnen en vlakken
ijswoestijn toendra taiga loofbos / gemengd woud grassteppe hardbladige vegetatie woestijn savanne regenwoud
koud gematigd droog warm
open gesloten subtropisch tropisch
vegetatiekaart
klimaatkaart
landschap en wereldkaart bevolkingskaart
wereldreferentiekaart
kaart ontwikkelingsgraad
bevolkingsspreiding ■ geconcentreerd ■ verspreid
de continenten / werelddelen gradennet met evenaar en nulmeridiaan keerkringen poolcirkels grote gebergten grote rivieren grote steden
HDI of bevolkingsontwikkelingsindex ■ hoog = welvarende landen ■ middelmatig ■ laag = arme landen
bevolkingsdichtheid ■ dicht bevolkt ■ dun bevolkt
Synthese
26
1 De globe en de wereldkaart geven de ligging weer van: – zes continenten: Eurazië, Afrika, Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Australië en Antarctica – drie grote oceanen: de Atlantische, de Grote of Stille Oceaan en de Indische Oceaan. Daarnaast komen er nog veel eilanden voor die samen met de continenten werelddelen vormen, m.n.: Amerika, Europa, Azië, Afrika, Oceanië en Antarctica..
2 Het situeren van plaatsen en werelddelen gebeurt binnen een gradennet. De twee voornaamste referentielijnen zijn: de evenaar en de nulmeridiaan. Deze lijnen verdelen de wereld in een noordelijk, een zuidelijk, een westelijk en een oostelijk halfrond. Verder zijn de Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring alsook de poolcirkels belangrijk bij het situeren van gordels, regio’s of landen.
3 De werelddelen bestaan uit grote wereldzones en staten. Staten kunnen verdwijnen, van naam veranderen. Er kunnen staten bijkomen. Als je een staatkundige kaart in je atlas bekijkt, dien je altijd rekening te houden met het jaar waarop ze betrekking heeft.
4 Op de wereldklimaatkaart vallen – de warme klimaten in de tropen (tussen de keerkringen) – de gematigde klimaten in de middelbreedten met de subtropische en subpolaire overgangszones – de koude klimaten in de polaire zones. Droge klimaten komen zowel in warme en gematigde als in koude klimaten voor; vandaar het onderscheid tussen warme woestijnen en koude woestijnen.
5 De vegetatiekaart vertoont een opvallende gelijkenis met de klimaatkaart. Van pool tot evenaar treffen we de volgende grote natuurlijke vegetatie aan: – ijswoestijn – toendra – noordelijke naaldwouden of taiga – steppe – gematigde loofwouden en gemengde wouden – hardbladige vegetatie – woestijn – open en gesloten savanne – tropische regenwouden
6 De mensen wonen vooral geconcentreerd in de vlakkere gebieden aan kusten en in riviervalleien, daar waar het klimaat gematigd is. Die gebieden hebben een hoge bevolkingsdichtheid. Mensen wonen erg verspreid in bergachtige en geïsoleerde gebieden en waar het klimaat te droog, te warm of te koud is. Die gebieden hebben een lage bevolkingsdichtheid.
7 De welvaart en de ontwikkeling van de mensen vertonen grote verschillen. Noord-Amerika, Europa, Japan en Australië zijn sterk ontwikkeld. Latijns-Amerika en Z.O.-Azië zijn matig ontwikkeld. Grote delen van Afrika zijn slechts zwak ontwikkeld.
8 Op de referentiekaart kennen we voldoende punten, lijnen en vlakken om ons vlot te kunnen oriënteren op de wereldkaart om er de actualiteit op te situeren. Punten: de grote miljoenensteden zoals New York – San Francisco – Mexico-stad – Rio de Janeiro – São Paulo – Caïro – Mumbai – Kolkata (Calcutta) – Shanghai – Tokio – Seoul – Kinshasa – Johannesburg – Moskou. Lijnen: de grote rivieren zoals de Nijl – de Niger – de Amazone – de Mississippi – de Ganges – de Jangstekiang – de Indus. Vlakken: de grote landen zoals China – Rusland – de VS en Canada – Brazilië – India – Australië
27
Thema 1: Landschap en wereldkaart
Synthese
Marokko geografisch onderzoeken Hoe voer je een geografisch onderzoek? Hiernaast vind je een schema. Pas het toe op Marokko.
De Hoge Atlas en de oase van de Dades
Toeristisch centrum Agadir: stad en haven
Kasbah Ait Ben Haddou in de Atlas: Unesco-werelderfgoed Landbouw in een rivieroase aan de voet van de Hoge Atlas, bij Tamtatouchte
Sloppenwijken van Casablanca
Aandeel van de economische sectoren in bnp % 100 50 0
1985 1996 2008 2014
diensten industrie landbouw
Evolutie van de beroepsbevolking % 100
Soeks in de medina van Marrakesh
50
Berberwoningen in de Atlas
0
Evolutie van de bevolking van Marokko in miljoen 40
1985 1996 2008 2014
Evolutie van de stedelijke bevolking van Marokko 60 %
30
50 % 40 %
20
30 % 20 %
10
10 %
28
2015
2007
1994
1982
1971
1960
1952
1936
1926
2014
2008
2002
1996
1990
1984
1978
1972
1966
1960
Marokko geografisch onderzoeken
1914
0%
0
diensten industrie landbouw
onderzoeksprobleem
Formuleer een probleem dat je met de middelen die je ter beschikking staan (atlas, internet, handboek) kunt onderzoeken. (bv. Waarom komen zoveel Marokkanen in West-Europa hun geluk zoeken?)
ligging van de regio onderzoeken
Een geografische identiteitskaart van de regio opstellen: deze streek eerst situeren op verschillende wereldfacetkaarten: ligging, op kaarten van natuurlandschappen, en op menselijke en economische kaarten.
Waar?
informatie verzamelen
Waarom daar? informatie ordenen Hoe?
onderlinge verbanden zoeken
Problemen? formuleren van conclusies
rapporteren van resultaat
Ligging In welk continent of werelddeel? Waar in dat continent? Aan welke zee of oceaan ligt het land eventueel? Formuleren met naam van windrichtingen, in … of ten … van … Waar in het gradennet? In welke breedtezone? In welk wereldblok of wereldregio? Afstand t.o.v. België? Tijdsverschil? (Hoe) Komt dit gebied in de actualiteit? Landschappen Welke mooie of spectaculaire natuur- en cultuurlandschappen zijn er in dat land? Zijn er vulkanen? Aardbevingen? Raadpleeg de lijst van de Unesco (werelderfgoed) op het internet. Waar liggen die in het land? Hoe kun je die landschappen in verband brengen met reliëf, vegetatie en klimaat? Reliëfvormen herkennen op foto’s en opzoeken in atlas tot welk groot reliëfgebied dit landschap behoort. Kenmerken van de vegetatie uit beeldmateriaal halen en op kaarten zoeken wat de naam is van die vegetatie. Klimaattype opzoeken op atlaskaarten. Menselijke en economische kenmerken Welke belangrijke steden zijn er? Hoe is de bevolking gespreid over het land? Waarom is dat zo? Verticale verbanden onderzoeken met reliëfkaart, met klimaatkaart. Hoe is het welvaartspeil van het land? Bnp en HDI opzoeken en vergelijken met België. Is het land rijk en sterk ontwikkeld, of eerder arm en zwak ontwikkeld? Welke economische sectoren zijn belangrijk? Waar liggen die? Kaart van landbouw en industrie onderzoeken. Horizontale verbanden onderzoeken: nabijheid, bereikbaarheid. Zie je een verband tussen de bevolkingsspreiding en de ligging van industriegebieden? Welke kansen heeft dit land? Denk aan toeristische troeven. Welke problemen zijn er in dat land? Kun je de kansen en problemen in verband brengen met wat je gevonden hebt? Hoe zijn wij hierbij betrokken? Ecologische spanningen Onderzoek het evenwicht tussen mens, economie en natuur: wordt de draagkracht overschreden? Hoe en waar en waarom? Bijvoorbeeld: in een droog gebied: waterproblematiek onderzoeken. Besluit Ga terug naar je onderzoeksvragen en overloop je antwoorden. Rapporteren: hoe? Voorbeeld: poster – collage – artikel – folder – PowerPoint – interview onder medeleerlingen …
29
Thema 1: Landschap en wereldkaart
Wat?