Voorbeeldpagina's stapsteen

Page 1

OP WEG MET STAPSTEEN A Stapstenen Stapstenen zijn stenen die bijvoorbeeld in een rivier liggen. Je kunt erop stappen. Zo helpen ze je om droog de overkant te bereiken. Schrijf in de stapstenen hoe je het best op de stenen stapt.

STAPSTEEN In dit boek helpen de stapstenen je om het juiste spoor te volgen. In de stapstenen zet je de nieuwe kennis en inzichten stevig vast zodat je gemakkelijk de volgende stap kunt zetten.

B Oogje-denkje-ikje Om echt goed naar een foto of tekening te kijken, gebruik je dit hulpmiddel. Oogje: Je beschrijft gewoon wat je ziet. Wat valt je het eerst op? Hoe kijkt iemand? Wat doen de mensen? Welke voorwerpen zie je? Wat hebben de personen aan? ‌ Denkje: Je denkt na over wat er is gebeurd. Waarom kijkt iemand zo? Wat is er vreemd? Lijkt het leuk of net niet? ‌

ik Ik

Ikje: Heb je dit zelf al meegemaakt? In wiens plaats zou jij willen zijn? Waaraan doet het je denken? Wat zou jij doen?

ik Ik 2

OP WEG MET STAPSTEEN


OP WEG MET STAPSTEEN C Stekelvraag In de lessen vind je heel wat soorten vragen. Soms kom je een stekelvraag tegen. Dat is een tegendraadse vraag, waarvan het antwoord niet zo voor de hand ligt. Je moet hier zelf een antwoord bedenken.

Als God zou willen dat de mens kon vlie gen, waarom heeft hij hem dan geen vleugels geg even?

D Evaluatie-mannetje Elk hoofdstuk wordt afgesloten met je eigen mening. Met het figuurtje blik je terug op het hoofdstuk en wat het voor jou betekende. Je geeft antwoord op de volgende vragen.

Handen: Met wat wil je meteen iets doen? Waarmee wil je aan de slag? Hoofd: Wat ga je zeker onthouden? Dat kan een foto, een video, een tekst of een klasbespreking zijn. Hart: Wat heeft je geraakt of ontroerd? Wat liet je niet onverschillig? Voeten: Wat leek je niet de moeite? Wat stoorde je? Waar veeg je je voeten aan?

OP WEG MET STAPSTEEN

3


INHOUDSTAFEL Op weg met Stapsteen ................................................................................................................................................................................2 Inhoudstafel ............................................................................................................................................................................................................4 Daniel .............................................................................................................................................................................................................................5 Paulus.........................................................................................................................................................................................................................17 Bartimeus ...............................................................................................................................................................................................................29 Maria............................................................................................................................................................................................................................41 Abel...............................................................................................................................................................................................................................53 Noach ..........................................................................................................................................................................................................................65 Simson.......................................................................................................................................................................................................................77 Johannes .................................................................................................................................................................................................................89 Esther.......................................................................................................................................................................................................................101 Thomas ..................................................................................................................................................................................................................113 Info .............................................................................................................................................................................................................................125

4

INHOUDSTAFEL


DANIEL


LES

1 DIKKE DUIM

A Ik Luister naar wat de leerkracht zegt en vul bij elk steentje het antwoord in. 1

5

2

6

3

7

4

8

B Duimgenoten Luister naar de opdracht en vul de juiste namen in.

STAPSTEEN Geen enkele duimafdruk is h

.

Sommige leerlingen van de klas zijn d

.

Niemand is precies hetzelfde als ik: ik ben u Ook onze klas is u

6

DANIEL

. .


C Belangrijke stappen 1 Geef aan hoe belangrijk deze stappen voor jou zijn. niet zo belangrijk

superbelangrijk

1

2

3

4

1

2

3

4

1

2

3

4

1

2

3

4

1

2

3

4

mijn geboorte

naar de nieuwe school

2 Waarom kan de stap naar het secundair onderwijs belangrijk zijn? 3 Wie helpt je om die stap te zetten? 4 Wat vraagt die nieuwe stap van je?

D Dertig juni Wat hoop je dat de leerkracht godsdienst op het einde van het schooljaar tegen jou zal zeggen? Kies uit: Ik had je graag in mijn les. – Jij was een heel positieve leerling. – Je werkte altijd goed mee. – Ik luisterde graag naar jou. – Je hielp mijn lessen altijd vooruit. – Je was altijd goedgezind. – Ik genoot van je antwoorden. – Je verbaasde me.

Wat hoop je dat je op het einde van het schooljaar over het vak godsdienst zult zeggen? Kies uit: Het was keitof. – Er werd naar mij geluisterd. – Ik leerde veel over mezelf. – Ik kwam aan bod. – Ik wist niet dat godsdienst zo leerzaam kon zijn. – Ik ben echt slimmer geworden. – Ik begrijp nu beter waarom God zo belangrijk is.

STAPSTEEN Deze nieuwe stap geeft je tal van nieuwe k Als je die kansen wilt b Het vak godsdienst kan je hierbij h

. , moet je je i

.

.

DANIEL

7


LES

2 IN HETZELFDE BOOTJE

A Wind in de zeilen Luister naar de opdracht van de leerkracht.

B Relaties Je hebt verschillende mensen om je heen. Dat zijn onder andere je ouders, je vrienden, je leerkrachten, schoolkameraden en klasgenoten, maar ook de slager en de busbestuurder. Met al die personen heb je een relatie. Sommige relaties heb je misschien al van bij je geboorte. Andere worden door de keuzes van mensen rondom jou bepaald. Dat zijn niet zelfgekozen relaties. Maar je bepaalt ook zelf of je met anderen contact wilt. Dat noemen we dan zelfgekozen relaties. Om een goede relatie te hebben, moeten de personen elkaar vertrouwen. NIET zelfgekozen relatie

ZELFGEKOZEN relatie

Vul in: vader - zus - vrienden - moeder - trainer - klasgenoten - sportvrienden - neef/nicht Facebookvrienden - tante - vrienden van moeder - schoolvrienden Omcirkel met wie je een goede relatie kunt uitbouwen.

STAPSTEEN De kwaliteit van een relatie heeft alles / niets te maken met het feit of ze niet of wel zelfgekozen is. De kwaliteit van een relatie heeft alles / niets te maken met wat jij (en de ander) ervoor wilt doen.

8

DANIEL


C Nu of nooit 1 Wat had ervoor kunnen zorgen dat de jongen en het meisje elkaar niet hadden ontmoet? -

2 Hoe zie je dat ze elkaar beter willen leren kennen?

3 Wat maakt de film Nu of Nooit ons duidelijk?

OT

NT

D Jezus gaat de boot in 8

Luister naar het verhaal en vul dan het kruiswoordraadsel in. 1 2 3 4

Wat konden Simon en Andreas die nacht niet vangen? Wie kwam naar hen toe? Wat wilde Jezus met hen? Wat zou volgens Simon en Andreas 3 met Jezus' plan gebeuren? 5 Wat deden de netten bijna? 4 6 Wat vroeg Jezus hen na die wonderbare visvangst? 1 7 Wat moesten ze vanaf dan vangen? 8 Wat werden zij van Jezus? 9 Hoe werden die twaalf vrienden van Jezus genoemd? 5 10 Welke naam kreeg Simon van Jezus?

2

7 9

10

6

STAPSTEEN Je ontmoet je hele leven lang m

.

Als je vrienden wilt maken, moet je ingaan op k De a

grepen hun kans door met J

. mee te gaan.

DANIEL

9


3 IN DE LEEUWENKUIL

Briton Riviere, 1890 © Courtesy National Museums Liverpool (Walker Art Gallery)

LES

OT

NT

Hij was

van de koning.

Hij bleef tot God Hij

. de wet van de koning.

Hij was zeer

over Daniël.

Bestuurders lieten hem een wet Hij moet zijn

. volgen.

VOOR de leeuwenkuil

VOOR de leeuwenkuil

NA de leeuwenkuil

NA de leeuwenkuil

Vul in: overtrad - tekenen - jaloers - boven - leeuwenkuil - beraamden - in dienst - bidden - tevreden eigen wet - 3x per dag - beschermen

STAPSTEEN Het verhaal van Daniël is een verhaal over v alles. De God Jahweh laat zien hoe d

10

DANIEL

. Daniël blijft God trouw, ondanks Hij is.


uwen niets doen Waarom denk je dat de lee jft? en dat de man zo kalm bli

ik Ik

Ze waren

op Daniël.

Ze

een plan tegen Daniël.

Daniël moet in de

.

Daniël bad Daniël koos God God zal Daniël

VOOR de leeuwenkuil

VOOR de leeuwenkuil

NA de leeuwenkuil

NA de leeuwenkuil

extra

tot God. de koning. .

WET VAN DE MEDEN EN PERZEN

Dit is een uitdrukking uit het verhaal van Daniël. Het betekent dat een belofte heilig is en dat je die dus nooit mag verbreken. Wat vind jij? Als iemand jou iets belooft, dan: moet hij die belofte altijd nakomen; mag hij die belofte onder bepaalde omstandigheden verbreken; mag hij zelf kiezen of hij de belofte nakomt of niet.

Wanneer mag je volgens jou ee n belofte verbre ken?

DANIEL

11


LES

4 LEEUWEN

A Voor een (lekker) koekje? Anke kijkt lusteloos voor zich uit. Tegen haar zin grijpt ze naar haar boekentas. Bah, vandaag terug naar school. Het idee van een nieuwe klas met allemaal vreemde gezichten doet haar maag krimpen van de angst. Zullen de leerlingen wel vriendelijk zijn? Naast wie zal ze moeten zitten? Wel duizend vragen schieten door haar hoofd. De bel gaat. Anke slentert naar de rij. Met één blik bekijkt ze haar klasgenoten. Net wat ze al dacht, ze zit ongetwijfeld bij de meest vervelende klieren van de school. Dat ze die een heel jaar moet zien! Ze voelt haar tranen opwellen. Was ze maar al thuis. De juf lijkt het enige lichtpuntje. Oef! Speeltijd. Anke nestelt zich in een veilig hoekje. ‘Hey’, klinkt het plots. ‘Jij bent Anke, niet?’ Ze staat oog in oog met twee griezels uit haar klas. ‘Loop je niet met ons mee? En proef eens van deze lekkere koekjes met chocolade. Die heeft mijn mama gebakken.’ Anke kijkt hen wat verbaasd aan. Ze zien er al wat vriendelijker uit dan daarnet. Zouden ze wel echt aardig zijn? Willen ze haar misschien uitlachen door haar slechte koekjes te geven? Maar dan klinkt het: ‘Kom toch mee! Wij zijn Moeffa en Yana. Met ons drieën zijn we zeker de leukste bende van deze school!’

1 Hoe voelt Anke zich?

2 Hoe kan het zover gekomen zijn?

3 Waarom lijkt de klas voor haar een leeuwenkuil?

4 Hoe zou Anke reageren op Moeffa en Yana als ze zoals Daniël zou doen?

extra

VOOROORDELEN

1 Wat is een vooroordeel? 2 Hoe kunnen vooroordelen een relatie tegenhouden?

12

DANIEL


B Grrrrraaaauuuwwww

Heb je liever een lieve leeu w of een valse kat?

Schrijf in het rode kader hoe wij ons in de klas als een

leeuw kunnen gedragen

en in het groene kader hoe wij voor de klas een

leeuw kunnen zijn.

STAPSTEEN In een goede relatie, ook in een klas, heb je v Als dat niet aanwezig is, groeit er w Het is heel belangrijk voor onze klas dat wij ons p

nodig. . gedragen.

DANIEL

13


w

HOUVAST daarvoor moeten wij ons

b

die moeten wij

n i

k

geeft ons

is voor mij een

is

ONZE KLAS

n

u

ook ik ben

dit moet er zeker aanwezig zijn

z

u

r moet ik in mezelf hebben dit geeft ons de kans op

v dit heb je daarvoor nodig

n

is vaak onmogelijk door zoals bij

v v D

zoals

in

J

J

met

P

14

en dan krijg je

w

ABEL DANIEL


Wie een kuil graaft voor een ander … Getina ligt huilend in haar bed. Waarom heeft ze dat toch gedaan? Ze begrijpt het zelf nog altijd niet zo goed. Oh, ze heeft er zoveel spijt van. Kon ze het maar overdoen. Waarom had ze niet gewoon verteld dat ze haar huistaak vergeten had? Waarom had ze Andy ervan beschuldigd dat hij de taak uit haar boekentas had genomen? Het plan leek zo simpel. Ze was altijd in orde met haar taken en stond in een goed blaadje bij de leerkrachten. Dat kon je over Andy niet zeggen. Haar plan lukte eerst nog ook. Andy kreeg de volle

laag én een nota in zijn agenda. Maar Getina had er niet op gerekend dat haar overijverige moeder haar taak naar school zou brengen. De valse beschuldiging kwam dan ook snel uit. Ze vond het niet zo erg om haar excuses aan te bieden aan Andy of om een nota in haar agenda te krijgen. Maar dat ze haar juf ontgoocheld had, en dat ook de rest van de klas het vertrouwen in haar had verloren, dat deed pijn. Het zou lang duren voor dat wantrouwen weg zou zijn.

1 Wie is de gevaarlijke leeuw in het verhaal? 2 Met wie uit het verhaal van Daniël kun je Getina vergelijken?

3 Wie is het slachtoffer van vooroordelen? 4 Wie maakte gebruik van vooroordelen? 5 Wie liet zich leiden door vooroordelen? 6 Waarom heeft Getina de boodschap van de film Nu of nooit niet begrepen? 7 Wat zou de juf op 30 juni tegen haar kunnen zeggen? 8 Waarom vond ze het wantrouwen van haar juf erger dan een nota? 9 Waarom klopt het spreekwoord: ‘Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in’?

DANIEL ABEL

15


MIJN HOEKJE

Aan de slag! Kijk even terug naar het hoofdstuk en voer de opdracht uit die de leraar je geeft.

16

DANIEL


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.