De verjaardag van Eend - Dag Loeloe! Prentenboek

Page 1

Els Hoebrechts met tekeningen van Jan Van Lierde

De verjaardag van Eend periode 2 | anker Kleuren en vormen | prentenboek





De verjaardag van Eend Els Hoebrechts met tekeningen van Jan Van Lierde

Ankerverhaal > 2 - 25 Preteachingplaat > 26 - 27 Informatieve plaat bij Zie jij wat ik zie? > 28 - 29 Informatieve plaat bij Als ik groot ben, word ik ... > 30 - 31

doe voor

laat zien

wijs aan

periode 2 | anker Kleuren en vormen | prentenboek


• •

druk bezig zijn: als je hard aan het

Eend is druk bezig in haar winkeltje.

werken bent, dan ben je druk bezig.

Ze stalt de nieuwe spullen netjes uit:

uitstallen: als je iets uitstalt, dan zet je het zo dat iedereen het goed kan zien.

de tweeling

kommen, schalen, potjes en borden. ‘Mamaaaaa!’ hoort Eend plots in koor roepen. Het is de tweeling die thuiskomt van school.

2


uitpakken: niet inpakken

‘Ja,’ zegt moeder Eend. ‘Graag.

• •

Willen jullie deze doos met kommen uitpakken?'

eruitzien als: gelijken op. Tijn ziet eruit

‘Mogen we helpen, mama?’ vragen Tijn en Tuur meteen.

Tijn en Tuur gaan aan de slag.

aan de slag gaan: aan iets beginnen, beginnen werken, beginnen tekenen, …

als Tuur.

‘Kijk wat een leuk kommetje,’ zegt Tuur. ‘Het ziet eruit als mevrouw Kip!’

3


op slot doen: vastmaken, bijvoorbeeld

Als alles klaar is, doet moeder Eend de deur van de winkel op slot.

de deur vastmaken met een sleutel. Zo

‘Zo,’ zegt ze. ‘Nu nog een taart maken voor het feest morgen.’

kan er niemand meer binnen.

• •

de buren: de mensen (of dieren) die

‘Wie komt er allemaal naar jouw verjaardagsfeest?’ vraagt Tijn.

dichtbij wonen, in dezelfde straat.

‘Alle buren uit de straat,’ zegt moeder Eend.

het deeg: als je de boter, de suiker, de bloem, de eieren … mengt, dan heb je deeg.

In de keuken gaat ze aan de slag terwijl Tijn en Tuur een boterham eten. Ze neemt de boter, de suiker en de bloem om het deeg te maken. ‘Ach,’ zegt Eend tegen zichzelf. ‘Ik ben de eieren vergeten …’

4


‘Willen jullie even naar het huis van mevrouw Kip gaan? Ik heb nog vier eieren nodig.’

jakkes: als je iets niet lekker vindt, dan zeg je jakkes of bah.

‘Eieren?’ vraagt Tijn. ‘Ja, je weet wel, eieren van de kip!’ zegt moeder Eend. ‘Moeten er echt eieren in taart? Jakkes.’ ‘Kom,’ zegt Tuur, ‘we gaan er snel halen.’

5


• •

aankloppen

Bij het huis van mevrouw Kip klopt de tweeling aan.

beleefd: niet brutaal. Als je beleefd

Mevrouw Kip opent de deur.

bent, dan zeg je vriendelijk dankjewel of alsjeblieft.

‘Heeft u vier eieren voor ons, alsjeblieft?’ vraagt Tuur beleefd. ‘Natuurlijk,’ zegt mevrouw Kip. ‘Ogenblikje.’

6


‘Hier hebben we een mandje met eitjes,’ zegt mevrouw Kip even later. ‘Vers gelegd.’

vers gelegd: pas gelegd. Een pas gelegd ei, is dus vers.

‘Hartelijk dank,’ zegt de tweeling.

7


• •

voorzichtig: zonder wild te zijn, heel

Tijn en Tuur wandelen voorzichtig met het mandje naar huis.

zachtjes.

Maar als ze voorbij de vijver komen, kunnen ze het niet laten.

het niet kunnen laten: omdat je iets heel graag doet, kun je er geen nee

Ze zetten het mandje in het gras en springen in het water.

tegen zeggen. Bijvoorbeeld: je kunt

‘Om het snelst een rondje zwemmen?’ roept Tuur. ‘Ik win toch!’

het niet laten om van de chocolade te eten.

om het snelst: om te kijken wie de snelste is.

8


Als de twee even later uit het water komen, is hun mandje verdwenen. Tijn en Tuur kijken elkaar verschrikt aan. ‘Iemand heeft de eieren gestolen,’ zegt Tijn. ‘We moeten terug naar mevrouw Kip,’ zegt Tuur.

• •

verdwenen: weg, foetsie. verschrikt: geschrokken, met grote ogen.

Tuur trekt Tijn aan zijn arm. ‘Kom op, Tijn!’ Samen hollen ze door het gras naar de weg. En dan zien ze meneer Haan. Met hun mandje …

9


• • •

de vos: dier dat graag kippen, kleine

‘Onze eieren!’ roept Tuur.

eendjes en eieren eet.

‘Maar jongens toch,’ zegt meneer Haan. ‘Je mag je eitjes niet zomaar laten staan.

straks: later op de dag. hollen: snel lopen.

Als de vos ze ziet, eet hij ze op! En jullie erbij. Ga nu maar snel naar huis met die eitjes. Ik zie jullie straks.’ Maar dat horen Tijn en Tuur al niet meer. Ze hollen over de weg.

10


Als Tijn en Tuur thuiskomen, is moeder Eend in alle staten. ‘Waar bleven jullie toch? En waarom zijn jullie zo nat?' Tijn en Tuur durven elkaar niet aan te kijken.

in alle staten zijn: heel ongerust of over je toeren zijn, in paniek zijn.

• •

nat: niet droog. elkaar aankijken: naar elkaar kijken.

‘Zijn jullie gaan zwemmen? Helemaal alleen?’ ‘Het was maar één rondje,’ zegt Tijn voorzichtig.

11


dringend: snel, want anders geraakt de taart niet op tijd klaar.

12

aanzetten: niet uitzetten.

Moeder Eend zucht. ‘Kom,’ zegt ze. ‘Waar zijn de eieren? We moeten dringend aan de taart beginnen. Ik zal het deeg maken. Tijn, jij kunt de eitjes al breken. En Tuur, zet jij de oven aan?’


Moeder Eend smelt de boter op een zacht vuur. Tijn breekt één voor één de eitjes. Maar bij het laatste eitje gaat het mis. De eierdooier glijdt langs het aanrecht naar beneden en spat uiteen op de grond.

• • •

‘Ach,’ zegt moeder Eend. ‘Wat ben jij onhandig … Dat wordt dan taart met een eitje minder.’ ‘Sorry mama,’ zegt Tijn beduusd.

de boter smelten: op het vuur wordt de boter heel zacht. het aanrecht onhandig: niet handig. Als je vaak iets laat vallen, dan ben je een beetje onhandig.

beduusd: beteuterd.

13


• •

opkloppen

‘Wat kan ik nu doen?’ vraagt Tuur stoer.

pletten: platslaan, tot heel kleine

‘Jij mag de slagroom met de suiker opkloppen.

stukjes slaan.

de leuke klus: prettig werkje om te

En Tijn, wil jij de noten al pletten?’

doen.

Tuur heeft een leuke klus. Hij neemt de klopper en klopt op en neer zo snel hij kan. De slagroom spat alle kanten uit. Er zit meer slagroom op Tuur dan in de kom.

14


Tijn gaat met de noten aan de slag. Hij haalt een hamer en slaat vervolgens hard

de hamer

op een noot. ‘Bam!’ Moeder Eend schrikt. ‘Wat doe je nu, Tijn? Dat moet toch niet met een hamer …’ ‘De noot is plat,’ zegt Tijn.

15


• •

tegen de tijd dat: op het moment dat,

Tegen de tijd dat de taart in de oven kan, ziet de keuken eruit als een rommeltje.

wanneer.

Nu moeten de jongens nog vormpjes uitsteken in fruit. Dat moet straks boven op de

de vorm: een cirkel, een driehoek, een ster.

taart. Moeder Eend oefent al even met de slagroomspuit. Maar dat gaat ook mis! De slagroom spuit tot bij de jongens. Alle drie moeten ze heel hard lachen.

16


Moeder Eend heeft er zo’n plezier in dat ze op het hoofd van Tijn en Tuur een toefje

een toefje: een klein beetje.

slagroom spuit. Wat zien ze er nu grappig uit. ‘Wacht,’ zegt moeder Eend. ‘Ik zet er nog een aardbei bovenop! Nu zijn jullie echte taartjes.’

17


‘Maar dan moet jij ook een taartje worden,’ zegt Tuur. ‘In orde,’ zegt moeder Eend. Tuur spuit een kroontje op het hoofd van moeder Eend. Tijn versiert het kroontje met druifjes.

18


‘Nu ben je net een taartprinses,’ zegt Tijn. ‘Nee, mama is haar eigen verjaardagstaart,’ lacht Tuur.

de taartprinses: een prinses die eruitziet als een taart.

19


benieuwd: nieuwsgierig.

Plots gaat de deurbel. ‘Wie kan dat nu zijn?’ zegt moeder Eend een beetje in paniek. Samen lopen ze benieuwd naar de deur en maken ze open. ‘GELUKKIGE VERJAARDAG!’ roepen de buren in koor. Mevrouw Kip, meneer Haan, de zusjes Gans, juffrouw Zwaan … allemaal zijn ze er.

20


En dan zien de buren moeder Eend, Tijn en Tuur. Drie verjaardagstaartjes vol bloem, slagroom en fruit.

• •

origineel: speciaal, bijzonder. beeldig: heel mooi.

‘Wat origineel!’ zegt meneer Haan. ‘Wat zien jullie er beeldig uit!’ zegt juffrouw Zwaan.

21


• •

verlegen: een beetje beschaamd. aarzelen: als je aarzelt, dan weet je niet goed wat te zeggen of te doen. Je twijfelt.

‘Kom binnen,’ zegt moeder Eend verlegen. ‘Euh, de keuken is niet zo netjes … Mijn verjaardag is pas morgen.’ ‘Ach,’ zegt mevrouw Kip. ‘Dan zijn we een dag te vroeg.’ ‘Maar euh,’ aarzelt meneer Haan, ‘waarom zijn jullie dan vandaag zo verkleed?’

22


‘Ik ruik iets verbrands,’ zegt een van de zusjes Gans.

wordt en al een beetje zwart is, is zeker

‘MIJN TAART!’ roept moeder Eend en ze holt naar de keuken. Met haar ovenwanten aan, opent ze de ovendeur.

verbrand: iets dat te lang gebakken

verbrand.

de ovenwanten

Zwarte rook komt naar buiten.

23


• • •

ontgoocheld: teleurgesteld, een beetje

‘Mijn taart … helemaal zwart,’ zegt moeder Eend ontgoocheld.

droevig.

Tijn en Tuur staan er wat triest naar te kijken.

het rolwagentje de marsepein: lekkernij van amandelen

Maar dan gaat meneer Haan naar buiten …

die de Sint vaak brengt.

En komt weer binnen met een rolwagentje. Op het rolwagentje staat een reuzegrote taart. En op de top van de taart staat moeder Eend in marsepein.

24


‘GELUKKIGE VERJAARDAG!’ roepen de buren nog eens. Moeder Eend kan haar ogen niet geloven … ‘Zo mooi!’ zegt ze.

je ogen niet geloven: als je niet kunt geloven dat wat je ziet ook echt zo is.

‘Wel, dan is het vandaag feest! Tuur, zorg jij voor wat leuke muziek? En Tijn, wil jij de glazen al uit de kast halen?’ ‘Dat laatste doe ik wel,’ zegt mevrouw Kip met een knipoog.

25


Preteachingplaat

26


27


k i z t ie a

?

Zie jij w

Informatieve plaat bij Zie jij wat ik zie?

Ik hou van stipjes op mijn jurk.

Welke is die van jou? We zien er allemaal anders uit … maar we zijn allemaal bijzonder, met onze eigen kleur en vorm!

Welke kleur heeft jouw huid?

Zie jij ook een cirkel

En je ogen? En je haar?

en driehoeken?

Is het stijl of gekruld?

Ze vormen een …

Is het rood, zwart, blond of bruin? Draag jij een bril? Zit jij in een rolstoel?

En kijk eens naar je handen … En je voeten …

Kijk eens wat ik kan! Elk maken we er iets bijzonders van!

30

Oranje is mijn lievelingskleur.


Rondom mij zie ik zoveel kleuren en vormen …

in de badkamer, in de woonkamer, in de slaapkamer …

op school, in de klas, op de speelplaats, in de eetzaal …

in de winkel, op straat …

31


, n e b t ord ik w

g k i r s o l o A

Informatieve plaat bij Als ik groot ben, word ik ...

Later als ik groot ben, wil ik aan de slag met heel veel kleuren en vormen. Wat zou ik kunnen doen?

Schilderen, beeldhouwen, tekenen, fotograferen … Wil jij mijn model zijn?

Of misschien word ik wel bakker! Dan maak ik gebakjes in allerlei kleuren en vormen. Krijg jij ook al een beetje honger?

En wat denk je van autobouwer? Dan bouw ik een supercoole wagen … voor mijn konijn! Voor wie zou jij een auto maken?

28

Misschien word ik kunstenaar!


Ik weet het: meubelmaker! Dan bedenk ik heel speciale stoelen. Op welke stoel wil jij zitten?

Bloemist lijkt me ook wel wat! Dan maak ik elke dag een prachtig boeket voor jou! Hou jij van rode, gele, oranje of roze bloemen?

Ik kan ook ontwerper van knopen worden! Dan smuk ik mijn saaie jas op met heel veel knopen. Welke knoop wil jij wel op je jas?

29



Colofon Auteursteam Schatkist Astrid Geudens en Ludo Verhoeven Projectteam Zwijsen België Patrick Vandevelde > uitgever Inne Van Herbruggen > projectleider Annemie Benoit, Els Hoebrechts, Ellie Kloots, Ann Weyn Auteurs ankerverhaal > Els Hoebrechts informatieve platen > Véronique Sandra Beeld Ankerverhaal > Jan Van Lierde Informatieve platen > Shutterstock Vormgevingsconcept Oxédio, Geertruidenberg & Hans Lodewijkx, Tilburg

1e druk © Uitgeverij Zwijsen België N.V., Antwerpen Maakt deel uit van WPG. ISBN 978 90 553 5778 9 D-nummer D/2016/1919/32 Voor de ontwikkeling en realisatie van deze uitgave van ‘Dag Loeloe!’ konden wij rekenen op de medewerking en deskundigheid van het project- en auteursteam van ‘Schatkist editie 3’ van Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg.

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot de reproductie vindt u op www.reprobel.be

Aan het verwerven, waar nodig, van toestemming tot overname is door de uitgever de uiterste zorg besteed. Zou desondanks blijken dat een rechthebbende over het hoofd is gezien, dan verzoeken wij deze contact op te nemen met Uitgeverij Zwijsen België N.V.




De verjaardag van Eend Morgen is Eend jarig. Ze heeft nog heel veel werk en ze moet nog een grote taart bakken voor het feest. Gelukkig is de tweeling er om haar te helpen … Over de auteur

Over de illustrator

Els Hoebrechts heeft het verhaal

Jan Van Lierde houdt van tekenen, taart

‘De verjaardag van Eend’

en de keuken vuil maken. Als Jan een boek

geschreven. Als ze schrijft, ziet ze

mag tekenen over eenden met een rare

alles voor zich afspelen, net zoals in

pet, die de keuken overhoop halen om een

een tekenfilm. Omdat haar man vaak bakt

aangebrande taart te bakken, kan de pret helemaal niet op. Daar wordt

(en de keuken vuilmaakt),

Jan heel erg vrolijk van. Als Jan niet

vond ze het leuk om dat in

tekent speelt hij graag gitaar. En,

een verhaal te verwerken.

als niemand luistert, zingt hij zelfs

Voor kleuters, maar ook voor hem.

een beetje. Liedjes over eenden met een rare pet, taart of een vuile keuken. Dat maakt voor Jan niet zoveel uit.

periode 2 | anker Kleuren en vormen | prentenboek


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.