Thema grootouders - Nieuwe Dag Jules!

Page 1

Thema Grootouders

Jules en zijn grootouders KANSEN TOT 窶ヲ

4 FOCUS

9 KERN 10-11 HET VERHAAL

6-7 ONTDEKACTIVITEIT 4-5 ONTHAALACTIVITEIT

2 VOORAF

12-13 SPELEN MET WOORDEN 14 VOORLEZEN 15 DRAMA / TAALSPEL 16-17 DINGDONG! SPELEN, 18 SAMEN SAMEN LEVEN

THEMASCHEMA

20 UITBREIDING

INTERACTIEVE DOEPLAAT

ツゥ 2012 Annemie Berebrouckx ツゥ 2102 Uitgeverij Zwijsen BE Illustraties: Annemie Berebrouckx Illus Vormgeving: De Witlofcompagnie Vor

23-24 LIEDJES EN VERSJES

21 MUZISCH WERKEN MEER IDEEテ起 22 NOG KARTONBOEKJE DVD

Doeplaat bij het thema Grootouders


INFORMATIE VOORAF 2 Thema en invalshoek Grootouders zijn belangrijk in het leven van een peuter. Het zijn de mama’s en papa’s van hun eigen ouders. De meeste peuters gaan er regelmatig op bezoek, blijven er af en toe slapen en opa en oma komen soms op hun kleinkind passen. Er zijn grootouders die graag voorlezen, verhalen vertellen, knutselen, koken, wandelen of liedjes zingen. In dit thema mogen de grootouders dan ook meedoen in de klas. Gevoelens, samen plezier en tijd voor elkaar maken zijn de uitgangspunten van dit thema.

Het verhaal van Jules Vandaag komen de grootouders van Jules op bezoek. Bomma en bompa zijn de ouders van Jules’ papa. Omdat ze ver weg wonen, blijven ze logeren. Iedereen helpt een handje om het huis in orde te brengen. Papa maakt een taart en trekt de trui aan die zijn moeder voor hem heeft gebreid. Maar Jules vindt die niet zo mooi. Als bomma en bompa uit de trein stappen, hebben ze ook een vruchtentaart en een nieuwe trui voor Jules bij zich.

AA

bakken

opa/bompa oud

BO

afhalen

LAAN

oma/bomma

vertellen

grootouders TAALAANBOD

naar school brengen

D

voorlezen

rustig ver weg

OD

A TA

boek

L

ANB

CENTRAA

LA

HO

dichtbij

leuk bezoek

A TA

SC

L

LE

D

O

AA T L

UL

N

zorgen voor

NV


Thema Grootouders

Jules en zijn grootouders rs s

3 Klasinrichting Ontdekhoek Grootouders In de ontdekhoek liggen foto’s van de grootouders van de peuters, liefst gebundeld in een handig boekje zodat de peuters er naar hartenlust in kunnen kijken. Je kunt de foto’s ook aan een leuke tak bevestigen of met wasknijpertjes aan een slinger. Er staan in de ontdekhoek ook verschillende telefoons, zodat de peuters met hun grootouders kunnen telefoneren. Verder kun je de hoek nog uitbreiden met voorwerpen die de grootouders van je peuters leuk vinden of die hen typeren, bijvoorbeeld koekjesvormen, kranten, vakantieboekjes, gezelschapsspelletjes, tuingereedschap, enz. Veel grootouders werken nog, dus het kan ook iets zijn dat te maken heeft met hun werk. Bewegingshoek Grootouders in de klas Aanbod spelletjes van vroeger: knikkeren, bikkelen, sjoelbakken, blikken omverwerpen met zachte ballen, centjes gooien, zaklopen, ringwerpen, tollen, touwtrekken, touwtjespringen, petanque… Neem eventueel contact op met de plaatselijke jeugddienst, spelotheek of jeugdbeweging. Meer tips voor de klasinrichting Je eigen stamboom (met foto’s) hangt aan het onthaalbord. Foto’s aan de muur van de peuters en de grootouders. Een zelfgemaakte kartonnen lijst, versierd met gouden verf en glitters, bevestigen rond de deur. Zo komen de peuters en de grootouders binnen in een schilderij. Ontwikkelingsdoelen LO 1.7 De peuters kunnen voor verschillende basisbewegingen de ledematen functioneel en gecoördineerd inschakelen. LO 1.11 De peuters tonen een duidelijke linker of rechter voorkeur voor éénhandige taken. LO 1.16 De peuters kunnen komen tot rustervaringen. LO 1.29 De peuters kunnen kleinmotorische vaardigheden in verschillende situaties voldoende nauwkeurig gedoseerd en ontspannen uitvoeren. LO 3.5 De peuters tonen in diverse bewegingssituaties een variatie aan innerlijk beleven.

MUZ 3.2 De peuters kunnen zich inleven in personages en dingen uit de omgeving en deze uitbeelden. MUZ 4.1 De peuters kunnen spontaan bewegen op muziek. MUZ 6.1 De peuters kunnen openstaan voor nieuwe dingen uit hun omgeving. NED 1.1 De peuters kunnen een mondelinge boodschap, eventueel ondersteund door gebaar, mimiek met betrekking tot een concrete situatie begrijpen. NED 1.2 De peuters kunnen voor hen bestemde vragen in concrete situaties begrijpen. NED 1.3 De peuters kunnen een mondelinge, voor hen bestemde boodschap, ondersteund door beeld en/of geluid, begrijpen. NED 1.4 De peuters kunnen door de kleuteronderwijzer gegeven opdrachten, met betrekking tot activiteiten in de klas of op school, begrijpen. NED 1.5 De peuters kunnen een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen. NED 2.2 De peuters kunnen spreken over ervaringen of gebeurtenissen uit de eigen omgeving of over wat ze van anderen vernamen. NED 2.3 De peuters kunnen spreken over gevoelens als blijheid, angst, verdriet, verwondering. NED 2.6 De peuters kunnen antwoorden op gerichte vragen in verband met betekenis, inhoud, bedoeling, mening in concrete situaties. NED 2.10 De peuters kunnen zich inleven in duidelijk herkenbare rollen en situaties en vanuit eigen verbeelding/beleving hierop inspelen. NED 2.13 De peuters beleven plezier in het gebruiken van taal en het spelen met taal in concrete situaties. NED 3.1 De peuters kunnen aan de hand van visueel materiaal een boodschap herscheppen. WI 2.1 De peuters kunnen handelend en verwoordend twee dingen op hun kwalitatieve eigenschap vergelijken. WO 2.9 De peuters tonen een experimentele en explorerende aanpak om meer te weten te komen over techniek. WO 3.7 De peuters kunnen een gevoeligheid tonen voor de behoeften van anderen. WO 4.1 De peuters kunnen beroepen en bezigheden van volwassenen die ze kennen op een eenvoudige wijze beschrijven. WO 4.3 De peuters kunnen verschillende gezinsvormen herkennen. WO 6.6 De peuters kunnen voorstellingen van vertrouwde plaatsen en voorwerpen herkennen.


FOCUS 4 Onthaalactiviteit Bezoek!

WAAR WERK JE AAN? De kinderen tonen hun verwondering over wat de grootouder vertelt of laat zien. BEGELEIDINGSTIP

Je zit met de peuters, Jules en een grootouder in de onthaalhoek.

de klaspop Jules materiaal van de grootouder (afhankelijk van de keuze)

Vraag vooraf of er een grootouder op bezoek wil komen in de klas. De grootouder mag iets komen vertellen of laten zien. Bezoek! Jules zit op je schoot en vraagt wie er op bezoek is. Wie is die mijnheer of mevrouw? Vertel dat het de oma of opa van een peuter in de klas is. Hoe noemt die peuter zijn grootouder? En hoe heet de grootouder? Jules vraagt wat die grootouder komt doen. Afhankelijk van de keuze van de grootouder reageer je op de vraag. Daarna is het woord aan de grootouder. Hij of zij stelt zichzelf voor, zegt hoe oud hij of zij is en vertelt wat zijn of haar beroep is of was. Daarna kan de grootouder een verhaal vertellen of iets laten zien wat hij of zij heel goed kan. Dat kan iets ambachtelijks zijn (een juweel maken, een bloemstuk maken), kinderliedjes van vroeger zingen, vertellen over vroeger of speelgoed van vroeger laten zien en het demonstreren‌

Toon zelf bewondering voor de grootouder die op bezoek komt, alsook voor zijn of haar vaardigheden. Trek en behoud de aandacht van de peuters door je eigen enthousiasme. Betrek de peuters erbij door hen te laten helpen, mee te zingen, het speelgoed uit te proberen, enz. OBSERVATIETIP Welke peuters zijn geboeid door het bezoek? Zijn er peuters die zich ongemakkelijk voelen door het bezoek?


Thema Grootouders

Jules en zijn grootouders rs s

5 Onthaalactiviteit Mijn oma en opa

WAAR WERK JE AAN? De kinderen durven iets vertellen in de kring. De kinderen voelen de verbondenheid met hun eigen grootouders. BEGELEIDINGSTIP

Je zit met de peuters, Jules en een grootouder in de onthaalhoek.

de klaspop Jules een ingelijste foto van je eigen grootouders een foto (illustratie) van de grootouders van Jules: oma & opa, bomma & bompa (zie Extra platen) foto’s van de grootouders van de peuters

Je hebt vooraf gevraagd of de ouders een foto van de grootouders van hun peuter meegeven. Mijn oma en opa Je hebt een ingelijste foto van je grootouders op je eigen tafel of bureau gezet. Je kijkt er geregeld naar en vertelt de peuters wie dat zijn en waarom je de foto daar hebt gezet. De peuters hebben ieder een foto bij waarop een of meerdere grootouders staan. De peuters die het willen, mogen er iets over vertellen. Hoe noem jij je grootouder(s)? Is dat de mama van je mama? Of van je papa? Wat kan jouw grootouder goed? Komt jouw oma of opa je soms afhalen van school? Wonen jouw grootouders dichtbij? Of ver weg? Ook Jules heeft een foto van zijn grootouders meegebracht. Hij is zo opgetogen om over zijn grootouders te praten, maar plots wordt hij stil. Hij ziet zijn oma naast opa staan. Zijn oma is dood. Misschien zijn er ook peuters die al een overleden grootouder hebben. Misschien zijn er peuters die hun grootouders niet kennen. Zij mogen over hun mama of papa vertellen. Jullie hangen alle foto’s aan de muur samen met de foto van de grootouders van Jules.

Probeer je in te leven in de belevingswereld van de peuters. Stel gerichte vragen zodat de peuters aangemoedigd worden om iets te vertellen. Sommige peuters kunnen niet meteen uiten wat ze voelen. Stel hun extra vragen en geef hen wat meer tijd. Verwoord en benoem wat je ziet op de foto’s. De peuters krijgen zo een gevoel van herkenning. Hang de foto’s mooi aan de muur, eventueel in zelfgemaakte lijsten. Vergelijk de grootouders met hun kleinkinderen. Zijn er gelijkenissen? OBSERVATIETIP Welke peuters gaan op de gerichte vragen in? Kunnen de peuters verwoorden wat ze voelen of denken? Hoe is het taalgebruik van de peuters? Zijn er peuters die al kunnen vertellen over oma en opa die dichtbij of ver weg wonen?


FOCUS 6 Ontdekactiviteit

KANSEN TOT wiskundige initiatie

Tollen draaien

Een van de grootouders leidt deze activiteit aan een tafeltje.

allerlei zelfgemaakte tollen en tollen uit de winkel

Jij (of de grootouder die de activiteit leidt) maakt vooraf verschillende tollen: tollen die goed draaien en tollen die minder goed draaien. Tollen waarvan de as niet precies in het midden zit, zullen niet goed of lang draaien. Tollen maken Een grootouder komt de klas binnen met een doos vol tollen. Kennen de peuters dat speelgoed? Je laat de peuters even vrij vertellen. De grootouder vertelt dat het oud speelgoed is waarmee hij of zij vroeger speelde. Hij of zij demonstreert hoe een tol werkt. De peuters mogen de verschillende tollen uitproberen. Lukt het draaien? Welke tollen werken goed en welke werken minder goed? Vinden ze het leuk? De peuters moeten de tollen ordenen in twee groepen: tollen die goed werken en tollen die niet goed werken. Samen zoeken ze waarom sommige tollen niet goed draaien. Als de peuters de tol zelf nog niet kunnen laten draaien, dan laat de grootouder zelf twee tollen tegelijkertijd draaien. Kunnen de peuters aangeven welke tol het langst draait? Kunnen ze twee groepen maken: tollen die lang draaien en tollen die niet lang draaien?

WAAR WERK JE AAN? De kinderen oefenen hun fijne motoriek. De kinderen ordenen de tollen volgens twee kenmerken. De kinderen worden aangespoord om probleemoplossend te denken (bijvoorbeeld over het probleem bij de tollen die niet goed draaien). BEGELEIDINGSTIP Moedig de peuters bij wie het draaien nog niet goed lukt aan door hen stap voor stap te helpen. Geef de peuters tijd om het draaien van de tollen uit te proberen. Help desnoods een handje totdat alle peuters een succeservaring hebben. Toon je enthousiasme over de peuters die samen met een grootouder spelen. Bedank de grootouder met een applaus, een dankwoordje ‌ Bied de tollen nadien in de bewegingshoek aan. OBSERVATIETIP Hoe is de behendigheid van de peuters tijdens het laten draaien van de tollen? Lukt het ordenen in twee groepen alle peuters?


Thema Grootouders

Jules en zijn grootouders rs s

7 KANSEN TOT

Ontdekactiviteit

techniek

Koekjes maken

Je zit met een kleine groep peuters aan de knutseltafel. Als de grootouder wil meewerken, kan hij of zij ook een groepje leiden.

de klaspop Jules de ingrediënten voor het koekjesdeeg deegrollen, kommen, borstels, schorten, uitsteekvormen, een zeef, water en zeep een oven met bakplaat en bakpapier

Je zorgt ervoor dat Jules vol bloem hangt en aan de knutseltafel zit. Je zet al de ingrediënten en het materiaal door elkaar klaar op de knutseltafel. Je weegt op voorhand alles goed af, zodat de juiste porties klaarstaan. Koekjes maken Jules zit onder de bloem aan de knutseltafel en hij hoest en proest. Zijn hoofd is bijna helemaal wit. Het witte stof vliegt in het rond. Je lokt de reactie van de peuters uit. Kijk nu, wat is er aan de hand? Wat zou Jules gedaan hebben? Wat hangt er aan zijn hoofd? Peuters die ook een wit gezicht willen, krijgen een veegje bloem van Jules. Jules vertelt dat hij graag koekjes wil bakken voor de grootouders die gaan komen. Willen de peuters hem helpen? De peuters doen een schort aan en wassen hun handen. Maar wat hebben ze allemaal nodig om koekjes te bakken? Je neemt het recept en leest de ingrediënten voor, de peuters geven Jules telkens het juiste product: 200 gram bloem 150 gram suiker 120 gram boter 1 eidooier een mespuntje zout 1 ei Jules weet niet wat er eerst in de kom moet. Je zet de peuters aan het werk. Jules kijkt mee.

Zeef de bloem en de suiker in een kom. Kneed hierdoor de in blokjes gesneden boter, de eierdooier en het zout tot je een mooie bal hebt gekregen. Rol met een deegroller de bal uit tot een dikte van ongeveer 4mm. Steek met vormpjes de koekjes uit het deeg en leg ze op een beboterde bakplaat. Klop het ei los in een kom met een garde. Smeer een dun laagje ei met een kwastje over de koekjes. Schuif de bakplaat in de oven, die voorverwarmd is op 175 graden. Laat de koekjes in 15 à 20 minuten lichtbruin worden. Neem de koekjes van de hete plaat, leg ze op een vlakke ondergrond en laat ze helemaal afkoelen. De peuters helpen mee om alles op te ruimen en af te wassen terwijl de koekjes bakken. Uiteraard moeten de peuters na het afkoelen eerst eens proeven of de koekjes wel lekker zijn! WAAR WERK JE AAN? De kinderen begrijpen waarom jullie koekjes gaan maken. De kinderen maken kennis met en oefenen de basistechnieken. BEGELEIDINGSTIP Je kunt eventueel op voorhand voor elke peuter voor een koksmuts zorgen (aan een witte strook wit crêpepapier nieten) zodat ze echte bakkers lijken. Benadruk het stapsgewijs werken: eerst, dan, daarna, enz. Leg tijdens het bakken het verband met de grootouders. Moedig de peuters aan door hun werk te bevestigen en te bewonderen. Versiertips: strooi wat hagelslag of muisjes over de koekjes. Gebruik plastic materiaal zodat de peuters zo zelfstandig mogelijk kunnen opruimen en afwassen. OBSERVATIETIP Welke kinderen hebben nog veel hulp nodig bij het maken van het deeg en het aanbrengen in de vormpjes? Beleven alle peuters plezier aan deze culinaire activiteit? Zijn de peuters spontaan en mondig tijdens het bakken?


Thema Grootouders

Jules en zijn grootouders


Thema Grootouders

Jules en zijn grootouders rs s

KERN

9

PRETEACHING

Kennismaken met het verhaal van Jules

Vertellen van het verhaal van Jules

Jules en zijn grootouders

Jules en zijn grootouders

Schenk speciale aandacht aan de anderstalige en taalzwakke peuters. In een kleine groep laat je hen kennismaken met het nieuwe verhaal. Dat doe je het best als volgt: Neem de verhaalplaten en ga met het groepje peuters op een rustige plek zitten. Toon de illustraties een voor een en laat de peuters spontaan vertellen wat ze zien op basis van hun voorkennis. Stel eenvoudige vragen over wat je kunt zien op de illustraties en kom zo samen met de peuters tot een eerste kennismaking met het verhaal. Als de peuters nog niets kunnen verwoorden, is dat niet erg. Het is belangrijk dat ze met jou, in een klein groepje, al eens naar de illustraties kunnen kijken.

Interactief voorbereiden van het verhaal

Voor je het verhaal van Jules vertelt, is het goed om de peuters op een interactieve manier voor te bereiden. Alle peuters mogen bij jou in de kring komen zitten. Neem de verhaalplaten en de materialen die je wilt gebruiken om de peuters interactief voor te bereiden. Voor het verhaal Jules en zijn grootouders vind je hieronder enkele suggesties.

Als inleiding bij dit verhaal kun je in de kring zitten breien. Je hebt een mandje met verschillende bollen wol en ook een gebreide trui. Voor wie zou die trui zijn? Het lijkt wel of de trui voor Jules is… Neem er een familiefoto bij van een van de peuters of van jezelf. Stel de peuters vragen, wie is wie? Sla op die manier een brug naar het verhaal van Jules en zijn grootouders. Leg een aantal attributen in de kring: een bal, een schop, een zwempak, een pan, een voorleesboek… Vraag de peuters aan de hand daarvan wat ze zoal doen als ze bij oma of opa (of pépé of mémé of…) zijn. Op deze manier wordt het vragen stellen en spreken voldoende concreet, je kunt ook korte uitbeeldingsspelletjes doen met de spullen.

Zeg dat je een verhaal van Jules gaat vertellen. Ga in de onthaalhoek of in een kring op stoeltjes zitten en zorg ervoor dat alle peuters je goed kunnen zien. Laat de klaspop Jules op zijn eigen stoeltje mee naar het verhaal luisteren. Neem de verhaalplaten van het verhaal Jules en zijn grootouders. Vertel het verhaal de eerste keer heel eenvoudig in je eigen woorden. Zeker voor de jongste, taalzwakke en anderstalige kinderen is dat belangrijk. Vraag wat de kinderen van het verhaal vonden. Bij wie komen de grootouders soms ook logeren? Wonen ze dan ver weg? WAAR WERK JE AAN? De kinderen kunnen geboeid naar het verhaal luisteren. De kinderen begrijpen waar het verhaal over gaat. BEGELEIDINGSTIP Om de aandacht vast te houden, gebruik je het best veel mimiek en lichaamstaal. Articuleer duidelijk, ook als je vertelt. Zorg ervoor dat ook de stille peuters betrokken worden; zorg regelmatig voor oogcontact. Wijs zoveel mogelijk aan op de verhaalplaten en benoem de figuren, voorwerpen en situaties. OBSERVATIETIP Zijn de peuters betrokken bij de interactieve voorbereiding? Zijn alle peuters geboeid tijdens het vertellen van het verhaal? Begrijpen ze het verloop van het verhaal? Hoe ervaren en beleven de peuters het verhaal?


HET VERHAAL 10

1 Bomma en bompa zijn de ouders van Jules’ papa. Ze wonen ver weg en daarom ziet Jules hen niet zo vaak. Als ze op bezoek komen, dan blijven ze logeren. Dat vindt Jules heel leuk!

2 Vanmiddag is het zover. Iedereen loopt zenuwachtig door het huis. Mama sjouwt met kussens en beddengoed. Ze maakt het logeerbed op. Marie plukt enkele bloemen in de tuin. Ze zet de bloemen in een vaas op het nachtkastje.

3 Papa zorgt voor een fruittaart. Daar houden bomma en bompa van. Opa en Jules poetsen de auto, terwijl opa verhalen over vroeger vertelt.


Thema Grootouders

Jules en zijn grootouders rs s

11

4 Daarna trekken ze allemaal hun mooiste kleren aan. Jules vindt de trui van papa niet mooi. Maar papa draagt hem toch, omdat bomma die trui vroeger speciaal voor hem heeft gebreid.

5 Papa en Jules halen bomma en bompa af van het station. Ze wachten op het perron. En dan is het zover. De trein stopt en bomma en bompa stappen rustig uit. Bompa draagt de koffers en bomma de cadeautjes. Er wordt gekust en geknuffeld.

6 ‘Kijk’, zegt bompa. ‘Ik heb een fruittaart gebakken.’ ‘Mmm, lekker’, antwoordt papa en hij knipoogt naar Jules. ‘En ik heb een mooie trui voor Jules gebreid’, zegt bomma. ‘Dankjewel’, antwoordt Jules en hij knipoogt naar papa.


KERN 12 Spelen met woorden

Bij oma op bezoek

Bij oma op bezoek

Zal ik je eens vertellen wat mijn oma heel goed kan? Ik kruip gezellig dicht bij haar, daar word ik rustig van. Mijn oma leest me voor uit een heel mooi boek. Daarom, daarom, daarom, bombombom bombom, ga ik heel graag bij mijn oma op bezoek!

bakken boek voorlezen

Samen met de peuters zit je in de kring.

een oud voorleesboek met wat bloem in het midden (stof) een oud koektrommeltje met zelfgebakken koekjes enkele voorwerpen: bloem, suiker, chocolade, een bord, een kussen, een nachtlampje, een leesbril… cd 1 - Liedjes van Dag Jules!, nr. 11

Doe een beetje bloem in een oud voorleesboek. Bak zelf koekjes en doe ze in een oud koektrommeltje. Bij oma op bezoek Je nodigt de peuters uit om samen met jou gezellig in de kring op de kussens te komen zitten. De peuters zien dat je iets aan het eten bent omdat je mond beweegt. Je zegt enkel ‘Mmmm Mmmm Mmmm…’ en wrijft over je buik. Na het smullen vertel je de peuters dat je heerlijk lekkere koekjes hebt meegebracht van je oma. Ze heeft ze zelf gebakken (als je zelf oma bent, kun je vertellen dat je de koekjes zelf hebt gebakken). Natuurlijk mogen de peuters ook eens proeven. Samen besluiten jullie dat oma héél goed koekjes kan bakken. Oma kan ook heel goed voorlezen. Je neemt het grote vertelboek en klapt het open en weer dicht. Het stof (de bloem) vliegt in het rond. Je vertelt de kinderen dat het wel een heel oud boek is, maar dat er mooie verhalen in staan. Dan zing je het liedje over oma en beeldt je het uit.

Je kunt het liedje nog eens zingen en de zin ‘Mijn oma leest me voor uit een heel mooi boek’ vervangen door ‘Mijn oma bakt voor mij heel erg zoete koek’ Spel met woorden: koek of boek? Je laat een aantal voorwerpen zien. De peuter die je aanwijst, mag zeggen of het voorwerp hoort bij bakken of bij voorlezen. Ze kiezen tussen de woorden ‘koek’ of ‘boek’. Mogelijke voorwerpen: bloem, suiker, chocolade, een bord, een kussen, een nachtlampje, een leesbril. Kunnen de peuters ook vertellen wat de voorwerpen te maken hebben met bakken of voorlezen? WAAR WERK JE AAN? De kinderen geven betekenis aan de woorden door het samen eten van de koekjes, het kijken in het oude voorleesboek en het zingen van het liedje. De kinderen kunnen de woorden actief gebruiken. BEGELEIDINGSTIP Maak het gezellig tijdens de activiteit. Zo voelen de peuters ook de gezelligheid van jouw oma aan. OBSERVATIETIP Welke peuters genieten van het gezellig samen zijn, het eten van oma’s koekjes en het luisteren naar het liedje? Begrijpen de peuters de opdracht? Kunnen ze zelf verwoorden wat de voorwerpen te maken hebben met bakken en voorlezen?


Thema Grootouders

Jules en zijn grootouders rs s

13 Spelen met woorden Koffertje vol grootouders ver weg zorgen voor

Ga voor deze activiteit best naar de speelzaal of de speelplaats.

de klaspop Jules een koffer vol spullen: kleertjes, een knuffel, een boek, een toilettas, een hamer, een kerstbal, een kaars, enz. een draagbare telefoon stapmuziek

Stop de spullen vooraf in de koffer en neem ze mee naar de speelzaal of speelplaats. Neem de draagbare telefoon ook mee (mag ook nep zijn). Koffertje vol Je telefoon gaat. Het is de bomma van Jules aan de telefoonlijn. Na het telefoongesprek vertelt Jules dat zijn bomma en bompa ver weg wonen. Bompa is een beetje ziek en Jules mag komen logeren. Zo kan hij bomma een beetje helpen om voor bompa te zorgen. Jules moet zijn koffer meenemen. In de koffer zitten spulletjes die Jules nodig heeft, maar ook enkele dingen die niet in de koffer thuishoren. De peuters proberen samen met Jules de spullen die er niet in thuishoren eruit te halen. Daarna gaat Jules op reis naar bomma en bompa. Jullie gaan mee en maken een lange trein in de speelzaal. Op de muziek stappen jullie verder. Als de muziek stopt, stoppen jullie ook, want jullie worden moe. Maar dan begint de muziek opnieuw te spelen en moeten jullie de reis voortzetten. De muziek is nu helemaal gestopt. Jullie komen aan bij bomma en bompa. Wat doen jullie om bomma te helpen? een glas water brengen het bed opmaken

de afwas doen de kar duwen in de winkel … Jullie beelden uit hoe jullie bomma helpen. Misschien hebben de peuters ook ideetjes? Herhaal de bewegingen enkele keren. Tot slot zeggen jullie het volgende versje:

Mijn grootouders en ik, Wij zorgen voor elkaar. Soms komen zij naar mij… En soms ga ik naar daar. Bespreek met de peuters of ze hun grootouders ook willen helpen. Zou het hen blij maken? WAAR WERK JE AAN? De peuters kunnen zich inleven in de situatie van Jules. De peuters begrijpen de woorden. De peuters zijn bereid om Jules te helpen met zijn koffer. De peuters kunnen uitbeelden hoe ze hun grootouders helpen. BEGELEIDINGSTIP Spoor de peuters aan om Jules te helpen met zijn koffer door zelf enthousiast te reageren. Laat de peuters het begrip ‘ver weg’ ervaren door lang op de muziek te stappen. Geef alle peuters de tijd om het versje mee te zeggen en herhaal voldoende. OBSERVATIETIP Welke peuters weten goed welke spullen je nodig hebt als je gaat logeren? Welke peuters hebben zelf ideeën i.v.m. het helpen van de grootouders? Vertellen de peuters over hun eigen ervaringen? Wie is er hulpvaardig? Tijdens deze activiteiten in kleine groep kunnen de andere peuters het volgende doen: - het verhaal opnieuw beluisteren aan de hand van een kartonboekje en een cd. - het verhaal opnieuw beluisteren op de computer en de bijbehorende spelletjes doen. - spelen in de ontdekhoek Grootouders. - spelen in de bewegingshoek Grootouders.


KERN 14 Voorlezen van het verhaal van Jules

VRAGEN BIJ HET VERHAAL 1

Jules en zijn grootouders

Ga in de onthaalhoek of in een kring op stoeltjes zitten en zorg ervoor dat alle peuters je goed kunnen zien. Een voorgelezen verhaal is voor peuters moeilijker te begrijpen dan een verhaal dat je met je eigen woorden vertelt. Neem ook nu de verhaalplaten en zet de klaspop Jules mee in de kring. De inhoudsvragen stel je aan de hand van de platen na het voorlezen. Voor de peuters die een voorgelezen verhaal nog te moeilijk vinden doe je in een aparte groep aan herhaald vertellen. In de gebruikswijzer vind je allerlei tips om dat interactief te doen met leuke hulpmiddelen en materialen. WAAR WERK JE AAN? De kinderen begrijpen het verhaal aan de hand van de verhaalplaten. De kinderen kunnen zich inleven in het verhaal. De kinderen zijn bereid om te antwoorden op de meer open vragen. BEGELEIDINGSTIP Lees het verhaal expressief voor; gebruik voldoende intonatie en mimiek tijdens het vertellen van het verhaal, zo krijgt het meer betekenis voor de peuters. Zorg ervoor dat alle peuters de kans krijgen om te antwoorden op een vraag. Geef de peuters voldoende tijd om te antwoorden op een vraag. Laat de stilte even toe. Help de peuters - indien nodig - bij de open vragen. Bevestig en bewonder hun antwoord. Zo vergroot je hun zelfvertrouwen.

Wie zijn dit? Waar wonen bomma en bompa? 2

Wat gebeurt er vandaag? Wat doen mama en zus? 3

Wat doet papa? Wat doen opa en Jules? 4

Waarom doet papa die trui aan? Jules kijkt een beetje verdrietig, een beetje sip. Waarom? Wat is er gebeurd? 5

Hoe komen bomma en bompa naar Jules? Wie haalt hen op? Wat hebben ze allemaal bij zich? 6

OBSERVATIETIP Luisteren alle peuters geboeid naar het verhaal of zijn er kinderen die afgeleid worden? Begrijpen de peuters de humor aan het einde van het verhaal?

Welke cadeautjes hebben bomma en bompa bij zich? Wat doet papa hier? Waarom knipoogt hij naar Jules? Zou Jules blij zijn met de trui?


Thema Grootouders

Jules en zijn grootouders rs s

15 Drama / Taalspel Oma, opa, ben je daar? afhalen naar school brengen zorgen voor

Je zit met de peuters in een kring.

een pet een sjaaltje

WAAR WERK JE AAN? De kinderen begrijpen de opdracht en kijken goed rond in de kring. De kinderen participeren en beleven plezier aan het spelletje. BEGELEIDINGSTIP Je kunt als inleiding de pet en/of het sjaaltje opzetten en zo de reactie van de peuters uitlokken. Leg duidelijk uit wat de bedoeling is van het spelletje en spoor aan om niet te kijken. Laat de peuters hun hoofd op de knietjes leggen. Maak het spannend door zelf nieuwsgierig te reageren: ‘Wie zal het zijn?’ Bewonder de peuters en bevestig hen met een luid applaus wanneer ze het juist hebben geraden. OBSERVATIETIP

Ga met de peuters naar de speelzaal of de speelplaats. Oma, opa, ben je daar? Je verkleedt twee peuters in oma en opa (opa heeft een pet, oma een sjaaltje). Oma en opa zitten mee in de kring. Je vertelt dat grootouders hun kleinkinderen soms naar school brengen of afhalen op school. Soms zorgen ze dan voor de kinderen tot mama of papa thuis is. Vraag wie van de peuters soms gebracht of afgehaald worden door oma, opa, bomma of bompa. De peuters doen vervolgens hun ogen dicht. Je laat de oma en/of de opa achter een kast of ander meubel gaan staan. De peuters openen hun ogen en raden wie er weg is. Is het oma? Is het opa? Of zijn ze het allebei? Wie goed kijkt, kan zien wie er weg is uit de kring. Wie weg is, is naar school om een kleinkind op te halen. Het versje gebruik je als ondersteuning bij dit spelletje. Je zorgt ervoor dat alle peuters eens oma of opa kunnen zijn.

Het is tijd om naar huis te gaan. Wie zal er aan het poortje staan? Is het oma of is het opa, wie is er uit de kring gegaan?

Welke peuters begrijpen de bedoeling van het spel? Welke peuters kunnen het versje al meezeggen? Helpt het versje als ondersteuning? Willen alle peuters oma of opa spelen?


KERN 16 DingDong!

Je zit met de peuters in een halve kring om de tafel. CD 1 muziek - nr. 13

MATERIAAL

Zet alle materialen en het DingDonghuis klaar. Praat niet tijdens DingDong!, zo wordt de magie van de voorstelling niet verstoord.

VERLOOP Intro

Fragment 1

-

Huisje Draaischijf Knuffeldiertjes Brilletje

-

Op de deurbel van het huis duwen (dingdong-dingdong). Deurtjes opendoen. Draaien met de draaischijf. De dieren een voor een op de draaischijf zetten. Als laatste het brilletje op de draaischijf leggen.

Souvenirs in doosjes Fragment 2

- Geel doosje met een brilletje - Blauw doosje met een parelhalssnoer - Rood doosje met een petje - Groen doosje met een fotokader met daarin een foto van oma en opa

- De doosjes op de tafel zetten. - Het brilletje uit het gele doosje halen en laten dansen. Het brilletje in het blauwe doosje leggen. - Het parelhalssnoer uit het blauwe doosje halen en laten dansen. Het parelhalssnoer in het rode doosje leggen. - Het petje uit het rode doosje halen en laten dansen. Het petje in het groene doosje leggen. - De fotokader uit het groene doosje halen en laten dansen. De kader op de tafel zetten. Kiekeboe-puzzel: Opa en Jules

Fragment 3

- Puzzelhouder met 6 deurtjes 3p p en Jules’ - A3-plaat ‘Opa

Fragment 4

- 3 bekers - Bolletje wol

- Eén deurtje rustig opendoen en weer sluiten. - Drie deurtjes (willekeurig) opendoen en vervolgens weer sluiten. - De drie andere deurtjes (willekeurig) openen en vervolgens ook de eerste drie deurtjes openen zodat het laatste deurtje vlak voor het einde van de muziek opengaat.

Een bolletje wol verstopt onder een beker - Voor het lied begint: het bolletje wol zichtbaar verstoppen onder een beker. - De bekers verschuiven en op de triangel een beker opheffen (4x in totaal). - De laatste keer = de beker met het bolletje wol eronder opheffen.


Thema Grootouders

Jules en zijn grootouders rs s

17 Opa schilderen op glas Fragment 5

- Glasplaat - Verf in potjes: roze huidkleur, grijs en zwart. - Penselen

- Het penseel in de huidkleurige verf dopen. De ene helft van het gezicht van opa schilderen. De andere helft van het gezicht schilderen. Het gezicht inkleuren. Met de zwarte verf ogen, neus, mond en haren schilderen. Met de grijze verf een snor en een bril schilderen. Foto-puzzel uit 4 stukken: grootouder en kleinkind

Fragment 6

- Puzzelplaat - Foto-puzzel ‘grootouder en kleinkind’

Fragment 7

- Stapeldoosjes - Neptaartje

- Op de ‘ping’ telkens een puzzelstuk op de puzzelplaat hangen.

Stapeldoosjes + een neptaartje - De doosjes (allemaal in elkaar / zonder deksel) op de tafel zetten. Ze uit elkaar halen tijdens het rustige muziekstukje. - Kleine torentjes bouwen, soms laten mislukken. - De toren perfect bouwen (redelijk snel). - Op het einde het taartje bovenop de toren zetten. Tekening opbouwen: ik ga logeren Fragment 8

- 6-delige tekening (tekening van bijvoorbeeld een peuter met een koffertje, opgebouwd zoals het rupsje in de Gebruikswijzer, pagina 25.)

Op de ‘ping’ telkens een blaadje omdraaien, zodat de tekening opgebouwd wordt.

Vrije invulling Fragment 9 Slot Fragment 10

-

Huisje Draaischijf Knuffeldiertjes Brilletje

- Draaien met de draaischijf. - De voorwerpen een voor een van de schijf nemen. - Deurtjes dichtdoen.

Nabespreking Overloop alle fragmenten die aan bod kwamen tijdens DingDong!. Vraag aan de peuters om te verwoorden wat ze gezien hebben.


KERN 18 Samen spelen, samen leven

KANSEN TOT sociale vaardigheden

Ik ben lief voor jou‌

WAAR WERK JE AAN? De kinderen genieten ervan om iemand te verzorgen en te verwennen. De kinderen leren hun kennis en enthousiasme delen met iemand anders. BEGELEIDINGSTIP

Je zit met de peuters en de grootouders in de speelzaal. De peuters en hun grootouders zitten op een (yoga)matje.

verhaalplaten Jules en zijn grootouders rustige meditatiemuziek voor alle grootouders een (yoga)matje

Geef de peuters de kans om zoveel mogelijk het initiatief te nemen als ze de opdrachten uitvoeren en hun grootouders verwennen. Bewonder en bevestig de intentie van de peuters om lief te zijn voor de grootouders. Laat de peuters genieten van de aanwezigheid van de grootouders. Leg het accent op lief zijn voor elkaar door het geregeld te verwoorden. OBSERVATIETIP

Nodig de grootouders tijdig uit. Je kunt deze activiteit laten aansluiten bij de muzische activiteit Dansen met oma en opa. Ik ben lief voor jou‌ Lees het verhaal Jules en zijn grootouders opnieuw voor terwijl de peuters naast hun grootouder(s) zitten. Vraag wat opa en oma zoal doen voor hun kleinkinderen: lekker eten maken, voor hen zorgen als ze komen logeren, na schooltijd op hen passen, uitstapjes maken, iets aanleren, hen verwennen met koekjes, enz. Wat vinden de peuters daarvan? Is dat niet lief? Vandaag zijn oma en/of opa op bezoek in de klas. De peuters gaan hun grootouders nu eens lekker verwennen en tot rust laten komen. Zij gaan extra lief voor hen zijn. Elke grootouder mag op een matje gaan liggen. De peuters masseren: de handen van oma en/of opa door met hun vingertoppen rondjes te draaien in de handpalm van de grootouder. Daarna masseren ze elke vinger apart door met hun vingertoppen rondjes te draaien op de vingerkootjes. de rug van oma/opa. De peuters masseren met hun platte hand ritmisch de rug van links naar rechts en van de nek naar de heup. het gezicht van oma/opa. De peuters kriebelen zachtjes de wangen, de gesloten ogen, het voorhoofd.

Zijn er peuters die zelf suggesties hebben voor de massage? Zie je of de peuters het leuk vinden of niet?


Thema Grootouders

Jules en zijn grootouders rs s

19 notities


UITBREIDING 20

© 2012 Annemie Berebrouckx © 2102 Uitgeverij Zwijsen BE Illustraties: Annemie Berebrouckx Vormgeving: De Witlofcompagnie

Doeplaat bij het thema Grootouders

Interactieve doeplaat

Suggesties bij de doeplaat Wie zien de peuters op de plaat? Het is de familie van Jules: mama, papa, Marie, Jules, oma, opa, bomma en bompa. De achtergrond is een boom. De stam en de takken vormen de glijgleuven in de plaat. In de boom zitten ook dieren (vogeltjes en een kat). Theo, de hond van Jules, zit naast de boom en kijkt naar boven… De peuters hebben hun stamboom deze week al gemaakt met foto’s of tekeningen. Nu moeten ze de buttons op de plaat zo verschuiven dat de stamboom van Jules verschijnt. Ze verplaatsen de buttons in de glijgleuven en maken zo ‘de familie van Jules’. Het woord ‘stamboom’ is te moeilijk, zeg gewoon ‘familie’. Bespreek de familie als de stamboom klaar is. Wie is de zus van Jules? Opa is de papa van…? Bomma is getrouwd met…?

Geef opdrachten: zet alle meisjes van de familie bij elkaar en aan de andere kant alle jongens. Hoeveel meisjes zijn er? Hoeveel jongens zijn er? Duid de grootouders aan. Duid de ouders aan. Duid de kinderen aan.


Thema Grootouders

Jules en zijn grootouders rs s

21 Muzisch werken Dansen met oma en opa

WAAR WERK JE AAN? De peuters ervaren verschillende soorten muziek. De peuters genieten ervan om samen met hun grootouders te dansen. De peuters ervaren de begrippen: vroeger en nu / jong en oud in de verschillende stijlen van muziek.

De peuters zitten dicht bij hun oma en opa in de kring.

BEGELEIDINGSTIP

cd’s van de grootouders cd’s van de klas (peutermuziek) sfeerverlichting de koekjes die jullie vooraf gemaakt hebben eventueel een drankje voor iedereen

Je nodigt de grootouders vooraf uit. Je vraagt de grootouders om een cd mee te brengen met muziek waar zij van houden. Dansen met oma en opa De grootouders hebben iets meegebracht. Wat zou dat zijn? Wat kunnen we ermee doen? Wat hebben we daarvoor nodig? De grootouders vertellen dat ze een cd met muziek die ze leuk vinden hebben meegebracht. Je zet de eerste cd op en vraagt de grootouders om met hun kleinkind in de kring te dansen op de muziek die zij mooi vinden. Willen de andere peuters en grootouders meedansen? Zo laat je alle grootouders met hun kleinkinderen aan bod komen. Misschien vertellen de grootouders ook waarom ze die muziek zo leuk vinden. Tot slot kun je de rollen ook eens omdraaien. Welke muziek horen jullie (de peuters) graag? Gaan we daar ook eens samen op dansen? Je maakt er een heus dansfeest van en geniet samen met de peuters en hun grootouders van muziek van alle generaties. Aan het einde krijgen de grootouders zelfgemaakte koekjes en eventueel een drankje.

Hang een discobal, gekleurde lampjes of spotjes op voor de sfeer. Je kunt deze activiteit ook op de speelplaats doen of tijdens een grootouderfeest. Uiteraard dans je zelf mee, misschien heb jij ook muziek uitgekozen. Je kunt voorafgaand aan deze activiteit koekjes bakken om uit te delen op het feest (zie ontdekactiviteit). OBSERVATIETIP Welke peuters genieten van dit aanbod en het samenzijn met de grootouders? Kunnen/durven de peuters zich uitleven in de muziek? Ervaren de peuters het verschil tussen de verschillende soorten muziek?


UITBREIDING 22 Nog meer ideeĂŤn

DOEN JULES! De volgende kaarten sluiten aan bij het thema Grootouders: Experimenteren en exploreren Kaart 26: Feestelijk speeldeeg, techniek kleien/ kneden. Een halsketting maken voor oma. Kaart 28: Zandsculpturen, techniek kleien/ kneden. Een alternatief voor het bakken van echte koekjes. Kaart 39: Repen en linten weven, techniek rijgen/ weven. Deze activiteit is heel leuk om samen met de grootouders te doen. Kaart 40: Handschilderen, techniek schilderen. Een leuke herinnering voor oma en opa maken. Procesgericht werken Kaart 31: Pannenkoeken in de pan, techniek kleien/kneden. Prettig om samen met de grootouders te doen. Kaart 33: Leuke dingetjes schudden, techniek mengen/vullen/gieten. Maak de doosjes samen met de grootouders en gebruik ze om muziek te maken. Kaart 37: Krantenpopjes, techniek plakken/ scheuren. De peuters maken een krantenpopje dat op oma of opa lijkt.

HUP JULES! De volgende activiteiten zijn leuk om te doen bij het thema grootouders: Activiteit 2: Een zoentje voor jou, omdat ik van je hou, p. 90 (maar dan met een foto van oma of opa) Activiteit 3: Grotemensendans, p. 252. Deze dans is erg prettig om samen met de grootouders te doen. Vervang mama/papa door oma/opa. De peuters mogen oma en opa masseren en omgekeerd. Zet rustige muziek op en zorg voor matjes, handdoeken en massageolie.

Potjes van dag/nachtcrème verzamelen: de peuters doen alsof ze zich insmeren tegen rimpeltjes. Laat je eigen grootmoeder of grootvader indien mogelijk eens op bezoek komen. Samen jam maken en in oude potjes doen (met een rood-wit geruit doekje, net als vroeger). Je kunt ook voor een leuk etiket zorgen, met een tekening van de peuter. Uiteraard kun je dit als geschenkje voor de grootouders meegeven. Het prentenboek De oma van Jules heel eenvoudig vertellen als tussendoortje.

Kartonboekje Jules De peuters kunnen het verhaal Jules en zijn grootouders zelfstandig herbeluisteren aan de hand van de cd en het kartonboekje.

Animatiefilm Jules De peuters kunnen het verhaal Jules en zijn grootouders zelfstandig bekijken en herbeluisteren op de computer en de aansluitende spelletjes doen.


Thema Grootouders

Jules en zijn grootouders rs s

23 LIEDJE Cd 1 – Liedjes van Dag Jules!, nr. 11

Bij oma op bezoek Zal ik je eens vertellen wat mijn oma heel goed kan? Ik kruip gezellig dicht bij haar, daar word ik rustig van. Mijn oma leest me voor uit een heel mooi boek. Daarom, daarom, daarom, bombombom bombom, ga ik heel graag bij mijn oma op bezoek!

F

Zal C

Gm

ik je eens ver- tel-len wat mijn F

Gm

word ik rus-tig van.

Mijn

F

F

o-ma heel goed kan? Ik C

kruip ge-zel-lig dicht bij haar, daar

Gm

o-ma leest me voor uit een heel mooi boek. Daar- om,

C

Gm

daar-om,

C

F

ga

ik

heel

graag

bij mijn

o-

ma

op

be-

zoek!

daar- om,


UITBREIDING 24 MUZIEK stapmuziek cd’s meegebracht door de grootouders lievelingsmuziek van de peuters

VERSJES

Mijn grootouders Mijn grootouders en ik, Wij zorgen voor elkaar. Soms komen zij naar mij… En soms ga ik naar daar.

Oma of opa? Het is tijd om naar huis te gaan. Wie zal er aan het poortje staan? Is het oma of is het opa, wie is er uit de kring gegaan?


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.