Zie zo Taal
Blok 3 77 77 ZzT_TB4.indb 77
18/03/14 12:38
Zie zo Taal blok 3 | lezen
1
Wat ga je doen? Bij het lezen denk je goed na over wat je al weet over het onderwerp. Je luistert naar en leest verhalen uit het boek Het verborgen tekenteken. Je probeert te achterhalen wat er al is gebeurd in het boek.
op verkenning 1
2
uitleg
aan de slag
terugkijken
Ken je deze vreemde tekens?
Dit is het nieuwe boek. Lees eerst de korte inhoud. Lotte en Tom zijn in het Volkenkundig Museum. De gids die hen rondleidt, doet heel geheimzinnig. Wat is er toch met die Egyptische zuil aan de hand? Lotte en Tom zijn iets op het spoor. Dat is duidelijk. Twee dagen later gaan ze op vakantie naar Egypte. Kunnen ze daar het mysterie oplossen?
3
Je luistert aandachtig naar een stuk van het verhaal. op verkenning
uitleg
aan de slag
terugkijken
Verhalen of weetteksten kunnen soms moeilijk zijn om te begrijpen omdat ze over een onderwerp gaan waarover je niet vaak leest. Denk bijvoorbeeld aan een verhaal dat zich in Egypte afspeelt. Dat is natuurlijk voor iedereen anders. Om het verhaal beter te begrijpen, kun je: - nadenken wat je al over het onderwerp weet - denken aan wat je zelf al hebt meegemaakt, gezien, gehoord of gelezen - jezelf vragen stellen over het onderwerp - jezelf vragen stellen over hoe het verhaal verder gaat - informatie opzoeken rond het onderwerp.
78 ZzT_TB4.indb 78
18/03/14 12:38
reizen op verkenning
4
uitleg
aan de slag
terugkijken
Ze waren niet de enigen. Overal in de stad liepen toeristen als dronken mieren door elkaar. En daartussendoor kronkelden weer de handelaars. Mannen met een soort draagbare tafel voor hun buik, die souvenirs verkochten. ‘Zie je dat?’ zei Lotte giechelend. ‘Een lichtgevende farao.’ ‘En hier dan,’ wees tom. ‘Een spaarpot in de vorm van een nijlpaard.’ Hij kon alweer wat lachen. Wat kan die man me eigenlijk schelen, dacht hij. De sfinx kwam dichterbij. Daar waren ze voor gekomen. Moeder had hun allebei een stuk ontbijtkoek gegeven. Gewoon uit Nederland. Voor de schrik. Glimlachend nam hij een hap. Maar wat was dat? Daar klonk het gepiep weer! Het zwerfhondje! Het was al die tijd achter hen aan gelopen. Wat een lief beestje. ‘Kijk, dat bedoelde ik nou,’ mopperde moeder. ‘Dat komt er nou van als jullie zo’n beest te eten geven.’ Maar Lotte en Tom vonden het helemaal niet erg. Juist wel gezellig, zo’n nieuw witharig vriendje. ‘Zullen we hem Blackie noemen?’ stelde Lotte voor. ‘Even doorlopen, jongens,’ zei vader. ‘Anders wordt het te heet om nog naar de woestijn te gaan. ’En een woestijn was het zeker. Meteen buiten de stad hielden de huizen op en was de wereld één grote, lege zandvlakte. Hoewel, leeg … Hier waren pas écht veel toeristen. Toeristen op kamelen. Toeristen rond kraampjes. En toeristen bij … ‘De piramides!’ Lotte en Tom keken vol bewondering omhoog. Daar stonden ze: de beroemdste stapels stenen van de wereld. Vierduizend jaar oud. Vader hield zijn hand boven zijn ogen, tegen de zon. ‘Zo jongens,’ zei hij trots, alsof hij ze zelf gebouwd had. ‘Mooi stukje werk, hè? En dat allemaal zonder hijskranen. Gewoon met de hand gemaakt. ’Hij keek Tom aan en tikte met zijn wijsvinger tegen zijn voorhoofd. ‘Rare jongens …’ ‘… die Egyptenaren!’ vulde Tom aan.
79 79 ZzT_TB4.indb 79
18/03/14 12:38
1
Zie zo Taal blok 3 | lezen
Nee hè, dacht Lotte. Weer zo’n zin uit Asterix. Hield dat dan nooit op? Moeder keek ondertussen in een reisgids. ‘Weten jullie eigenlijk wel waar die piramides ooit voor bedoeld waren?’ vroeg ze. ‘Tuurlijk,’ zei Tom. ‘Daar werden vroeger de koningen begraven.’ ‘En koninginnen,’ zei Lotte peinzend. Zoals Cleopatra, dacht ze erbij. Maar die lag hier dus niet, want die hebben ze nooit gevonden. Meteen zochten haar ogen naar de sfinx. Waar was hij? Dáár was hij! Boven de mensenmassa uit verrees een groot kalkstenen hoofd en een klein stukje leeuwenlijf. Lottes hart begon sneller te slaan. Precies zoals op de foto’s van de professor! Ze waren nu vlakbij! Maar ja … Vlak bij wat? Plotseling voelde ze iets bij haar been. Het was het hondje. Trillend schuurde het zijn kop langs haar rok. Kleine, angstige piepjes kwamen uit zijn keel. Lotte ging op haar hurken zitten. ‘Wat is er aan de hand, Blackie?’ ‘Lotte!’ De stem van Tom klonk opgewonden. Hij wees naar iets tussen de toeristen, in de richting van de sfinx. ‘De man met de sjaal!’ Een figuur met een zwarte baard en een lange grijze jurk keek zenuwachtig om zich heen en verdween toen in de menigte. Zijn rood-wit geblokte sjaal wapperde achter hem aan. ‘Snel!’ Tom greep Lotte bij haar arm en begon te rennen. ‘Achter hem aan!’ ‘Jongens?’ Tom en Lotte reageerden niet. ‘Jongens!’ Maar Tom en Lotte wurmden zich zo snel mogelijk tussen de toeristen door. Blackie liep met hen mee. Die glipte handig tussen de bleke buitenlandse benen door. ‘Raak hem niet kwijt!’ hijgde Lotte. Tom kon een stuk harder rennen, maar zij liet zich niet kennen. Ze moesten die man volgen. Dat voelde ze gewoon. Ze waren nu bijna bij de sfinx.
80 ZzT_TB4.indb 80
18/03/14 12:38
reizen
Tom keek om zich heen. Waar was die sjezende sjaalman gebleven? Het was dezelfde man als in het vliegtuig. Hij was er nu zeker van. Dáár was hij! De man kroop onder een geel lint door en liep naar een van de achterpoten van de sfinx. Naar een plek waar je eigenlijk niet mocht komen. Schichtig keek hij om zich heen. En toen hij dacht dat niemand hem zag, verdween hij achter de poot. Weg.
Uit: ‘Het verborgen tekenteken’; tekst Frank van Pamelen © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
5-6
Maak de opdrachten in je werkboek.
7
Wat er al gebeurde... Bedenk samen wat er in de eerste hoofdstukken van het boek is gebeurd. Het beeldverhaal kan je helpen. Kijk goed naar de afbeeldingen. Wat is er volgens jullie gebeurd? Kruis dat aan in je werkboek.
es van Mark Janssen
t Frank van Pamelen met illustrati Uit: 'Het verborgen tekenteken'; teks © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
ZzT_TB4.indb 81
81 81 18/03/14 12:38
Zie zo Taal blok 3 | spreken • luisteren
2
Wat ga je doen? Je brengt verslag uit over een gebeurtenis. Dat doe je stap voor stap.
op verkenning 1
uitleg
aan de slag
terugkijken
aan de slag
terugkijken
Jonas en Silke brengen verslag uit.
Uit welk verslag kreeg je de meeste informatie? Welk verslag vond je het duidelijkst? Waarom?
op verkenning
uitleg
Bij een verslag vertellen we iets over een gebeurtenis die we hebben meegemaakt. Ik let op de volgende dingen:
✓ - Ik vertel over wie en wat het gaat en waar en wanneer het gebeurde. Ik kan hierbij gebruik maken van afbeeldingen.
✓ - Ik spreek duidelijk en verzorgd zodat iedereen mij goed verstaat en geboeid blijft luisteren.
✓ - Ik laat de luisteraars reageren en vragen stellen.
Ik ga jullie iets vertellen over skiën. Ik ga het hebben over bochtjes maken en remmen. Dat is moeilijker dan je denkt!
82 ZzT_TB4.indb 82
18/03/14 12:38
reizen op verkenning 2
uitleg
aan de slag
terugkijken
aan de slag
terugkijken
Vertel over de foto die je hebt meegebracht. De luisteraar mag vragen stellen.
3-6
Maak de opdrachten in je werkboek. op verkenning
7
uitleg
Wat lukt je al goed? Wat wil je nog graag oefenen? Bespreek dit samen met je klasgenoot.
Ik vind het moeilijk/makkelijk om een verslag te geven.
-
Ik maak een woordenweb als voorbereiding voor mijn verslag. Ik geef genoeg informatie om de gebeurtenis te begrijpen. Ik spreek duidelijk en verzorgd zodat iedereen mij goed verstaat. Ik ben niet zenuwachtig of angstig als ik verslag uitbreng. Ik vind het leuk om verslag uit te brengen aan anderen.
Zoek foto’s of landkaarten die verband houden met je verslag. Je kunt ook op papier een muurkrant maken.
83 83 ZzT_TB4.indb 83
18/03/14 12:38
Zie zo Taal blok 3 | lezen
3
Wat ga je doen? Je denkt vooruit bij het lezen van een tekst. Je voorspelt hoe een tekst verdergaat.
op verkenning 1
uitleg
aan de slag
terugkijken
Lees de tekst. Het is het begin van een langere tekst. De sterren van de camping Iedere zomer gaan veel mensen kamperen. Ze trekken erop uit met hun caravan, vouwwagen of tent. Soms is de vakantiebestemming in Nederland. Maar veel vaker is die in het buitenland. Dan kun je niet al even vooraf kijken hoe de camping is. Maar daar is wat op bedacht. Elke camping kan sterren verdienen. Je krijgt er maximaal vier. Hoe meer sterren, hoe meer voorzieningen er zijn. Bijvoorbeeld een zwembad of een winkel. Een camping met alleen koude douches krijgt nooit meer dan één ster. Een camping met een verwarmd zwembad heeft vaak wel drie of vier sterren.
Enkele woorden zijn uitgeveegd. Wat staat er, denk je? Bespreek dit samen. 2
Hoe gaat deze tekst verder? Lees de drie stukjes tekst. Welk stukje past bij de tekst? a. Fazira baalt. Haar ouders willen naar een camping. Maar Fazira houdt helemaal niet van kamperen. Haar vader heeft gezegd dat het een camping met vier sterren is en met een zwembad. Maar dat kan Fazira niets schelen. Het blijft een camping met douches en wc’s die je moet delen. En met heel veel vreemde mensen.
b. In Frankrijk stuurt elke provincie zelf een inspecteur naar de campings. Die heeft een lijst. Hij kijkt hoe groot de plekken zijn. En hoeveel wc’s en douches er zijn. Vaak vraagt hij aan de kampeerders wat ze van de camping vinden. Hij rekent dan uit hoeveel sterren de camping krijgt.
c. Ik vond dit een supercamping! Het personeel bij de receptie was erg vriendelijk. De douches en wc’s waren keurig. Alleen jammer dat het zwembad niet na acht uur open was. Ik kom zeker nog eens terug op deze camping. Zij is al haar sterren waard!
84 ZzT_TB4.indb 84
18/03/14 12:38
reizen op verkenning
uitleg
aan de slag
terugkijken
Een goede lezer probeert in de huid van de schrijver te kruipen. Dat helpt bij het begrijpen van een tekst. Je denkt vooruit, net zoals de schrijver. Soms wil de schrijver je iets leren, dan kiest hij voor een weettekst. Met een verhaaltekst wil hij iets vertellen over mensen of dieren die iets meemaken. Soms wil hij de lezer zeggen wat hij van iets vindt, dan schrijft hij een meningtekst. Als je dat weet, dan weet je min of meer wat je kunt verwachten. Je weet natuurlijk nooit hoe de tekst precies verder gaat. Toch is het handig om dit ongeveer te weten. Vooral als je een moeilijk stukje moet lezen.
op verkenning 3-8
uitleg
aan de slag
terugkijken
Maak de opdrachten in je werkboek.
85 85 ZzT_TB4.indb 85
18/03/14 12:38
Zie zo Taal blok 3 | schrijven
4
Wat ga je doen? Je schrijft een briefkaart en een reisverslag. In deze les verzamel je eerst ideeĂŤn.
op verkenning 1
uitleg
aan de slag
terugkijken
Lees de volgende briefkaarten.
Hoi Liesje!
heet. je is het bloed an p S in r e hi Ffff, lf uur Ik duik elk ha . en d ra g 38 Wel elen! in om af te ko ad b m e zw t ) he meebrengen! ;je r o vo n zo ‘k Zal de Groetjes, Jonas xxx
t Liesje De Mun Linkerstraat 24 2811 Hombeek Belgium
Hallo allemaal! Het is hier heel leu k aan zee. We zijn gisteren op het strand gaan wandelen. Daar na mochten we op een boot meevar en. Ik slaap bij Lisa en Lore op de kamer en dat is natu urlijk plezant. Ik mis jullie wel, ma ar oef ik heb nog niet moeten hu ilen. Tot vrijdag! Mieke xXxXxX
Familie De Greef: M ama, papa en broertje Langestraat 85 3690 Zutendaal
Bespreek met je klasgenoot: - Wie is de zender en de ontvanger van de briefkaartjes? - Wat is hetzelfde bij deze kaartjes? Zijn er verschillen?
86 ZzT_TB4.indb 86
18/03/14 12:38
reizen 2
Lees eerst de volgende reisverslagen van kinderen.
Drie dagen Parijs In de kerstvakantie ging ik voor drie dag en naar Parijs. Het was heel koud en het vroor.
Overal was er kerstverlichting, stonden er kerstbomen en waren er kraampjes. Je kon ook schaatsen bij het stadhuis. Tegen het stadhuis zeggen ze in Frankrijk
het ‘Hôtel de Ville’. Ik vind dat vreemd, het lijkt wel op ‘het hotel van de stad’. Op de tweede dag hebben we de Eiffelt oren bezocht. Dat was lang aanschuiven. Maar eens daarboven, was het prachtig om heel de stad te zien. En koud! In Parijs hebben we vooral rondgereisd me t de metro. Dat is een trein onder de grond die op heel veel ple kken stopt. Zo kun je gemakkelijk en snel weer een ander stukje stad bezoeken. Later als ik groot ben, zou ik nog wel eens willen teruggaan
naar Parijs. Maar dan misschien in de lente of zomer. Annelies Van Maele
87 87 ZzT_TB4.indb 87
18/03/14 12:38
4
Zie zo Taal blok 3 | schrijven
RONDREIS IN HET ZUIDEN VAN DUITSLAND
BLOG
DAG 1
We komen aan in het Zwarte Woud en slapen in hotel Der Berg. De Romeinen noemden het gebied met de donkere naaldbomen het Zwarte of Donkere Woud. Ik begrijp waarom: de bomen staan dicht bij elkaar en het lijkt wel of je er niet door kunt. Ik ben precies in een donker sprookjesbos terecht gekomen. DAG 2
Uitstap naar Freiburg. In deze bekende stad is een universiteit. Het is hier heel gezellig. De oude stad is echt knus. We eten er lekkere ‘Pfannkuchen’ op het marktplein. Na de middag gaan we met de kabelbaan naar de Hausberg. Die is 1284 meter hoog. De kabelbaan is de langste van heel Duitsland: 3,6 kilometer. DAG 3
We wandelen vooral vandaag: in het prachtige sprookjesbos. DAG 4-8
We reizen door naar de Chiemsee (uitspreken als Kiemzee). Dat is geen zee, maar een heel groot meer. We verblijven hier vier dagen in een huisje en gaan elke dag zwemmen in het meer. Er is ook een heel groot zwembad met glijbanen en dat is superleuk. We bezoeken ook één van de eilandjes in het meer. Op dat eiland is een groot kasteel. Het is een heel bekende plek hier in Beieren. DAG 9-10
We keren terug huiswaarts, maar verblijven eerst nog een dag en een nacht in de grote stad München. We komen voorbij de Allianz Arena, hier speelt de Europese topvoetbalclub FC Bayern München. Dat is cool! Arno Brems
Bespreek nu met je klasgenoot: - Wie is de zender en de ontvanger van de reisverslagen? - Wat is hetzelfde bij deze reisverslagen? Zijn er verschillen?
88 ZzT_TB4.indb 88
18/03/14 12:38
reizen op verkenning
uitleg
aan de slag
terugkijken
Als je iets schrijft, ben je de zender van een boodschap. Maar wie is de ontvanger; voor wie schrijf je? Voor iemand die je kent? Voor iemand die je niet kent? Voor veel mensen? Voor ĂŠĂŠn persoon? Dat moet je weten vooraleer je begint te schrijven. Wat wil je vertellen? Wil je feiten en informatie geven? Wil je vertellen wat je hebt beleefd? Wil je iemand blij maken? Ook dat moet je weten vooraleer je begint te schrijven.
op verkenning 3-5
aan de slag
terugkijken
aan de slag
terugkijken
Maak de opdrachten in je werkboek. op verkenning
5
uitleg
uitleg
Denk nog even goed na. Heb je voldoende informatie kunnen verzamelen? Wil je deze week in de klas nog verder informatie zoeken? Kun je thuis nog verder zoeken naar informatie? Klaar? Dan mag je al een eerste versie schrijven van je briefkaart. Doe dat op een kladblaadje.
89 89 ZzT_TB4.indb 89
18/03/14 12:38
Zie zo Taal blok 3 | woordenschat
5
Wat ga je doen? Je ontdekt de betekenis van woorden door te kijken naar de uitleg voor of na het woord. Je gebruikt voorbeelden en synoniemen om woorden uit te leggen.
op verkenning 1
uitleg
aan de slag
terugkijken
Lees het verhaal over de bende van Bas. Let op hoe de gekleurde woorden worden uitgelegd. De droom van Bas. Bas staat op het perron. Dat is de plek waar de trein stopt. Hij kijkt naar het bord met de tijden van aankomst. Dat vindt Bas al vreemd. Normaal staan daar de vertrektijden op. Zoals vertrek om 9.00 uur van spoor 6. Of: vertrek om 12.30 uur van spoor 3. Daar komt de trein al. Als hij stopt, gaat het portier open. Er komt een stewardess uit. Dat is helemaal vreemd, denkt Bas. Een stewardess hoort toch in een vliegtuig? In een trein hoort iemand anders. Iemand die de kaartjes knipt. Dat is de conducteur. Plotseling blijft Bas verstijfd staan. Uit de trein komen allemaal sprinkhanen. Nergens is een mens te zien. Alleen hij en de stewardess. ‘Wat komen die sprinkhanen hier doen?’ vraagt Bas aan de stewardess. ‘Die gaan naar school, zoals elke dag,’ zegt ze. ‘Ben je hier nog nooit geweest?’ ‘Jawel,’ zegt Bas. ‘Ik woon hier.’ ‘Dat kan niet,’ zegt de stewardess. ‘In deze stad wonen geen mensen meer. Honderd jaar geleden zijn hier de sprinkhanen komen wonen. Moet je nog met de trein mee? We gaan vertrekken’. Snel springt Bas in de trein. Hij wil niet bij die sprinkhanen blijven. De stewardess zwaait naar de bestuurder van de trein die voorin uit het raampje hangt. Dat is de machinist. Hij zwaait terug. De trein gaat rijden. Hard, harder, steeds harder, tot hij buiten het station is en plotseling opstijgt als een vliegtuig. Bas begrijpt er niets van. Is dit een droom? En waar moest hij ook alweer naartoe?
90 ZzT_TB4.indb 90
18/03/14 12:38
reizen op verkenning
uitleg
aan de slag
terugkijken
Een woord kan op verschillende manieren in de tekst worden uitgelegd: - met uitleg die gegeven wordt voor of na het woord - met een voorbeeld - met een ander woord dat ongeveer hetzelfde betekent.
Kortrijk – Antwerpen-Centraal vertrektijd 11:48 12:48 aankomsttijd 13:10 14:10
13:48 15:10
14:48 16:10
15:17 17:05
Wie is die mevrouw met dat blauwe hoedje op? Bent u de kaartjesknipper?
op verkenning 2-4
uitleg
Nee, die brengt het eten rond. Ik bedoel die andere mevrouw.
Dat is de stewardess.
aan de slag
terugkijken
aan de slag
terugkijken
Maak de opdrachten in je werkboek. op verkenning
5
Ja, ik ben de conducteur.
uitleg
Je krijgt een reisfolder. Zoek in de folder drie woorden die worden uitgelegd. Laat je klasgenoot vertellen hoe jouw gekozen woorden in de folder worden uitgelegd. Daarna is het jouw beurt.
91 91 ZzT_TB4.indb 91
18/03/14 12:38
Zie zo Taal blok 3 | lezen
6
Wat ga je doen? Je let op verbindingswoorden zoals maar, want, omdat, daarom, dus en toch. Deze woorden helpen je om vooruit te denken bij het lezen.
op verkenning 1
uitleg
aan de slag
terugkijken
Lees het stukje tekst. Los daarna de vraag op. Klimmen in Wallonië Erik volgt al twee jaar klimles. Hij vindt het geweldig om rotsen te beklimmen. In Vlaanderen zijn er geen rotsen en steile bergen. Dus klimt Erik altijd tijdens de vakanties. Nu is hij met zijn ouders en zijn broer in Wallonië. Ze staan bij een steile rotswand. Op de rotswand zien ze kleine stipjes: de bergbeklimmers. Erik heeft helemaal geen hoogtevrees. Toch…
Kijk naar de laatste zin. Welke zin past hier? Bespreek samen. a. toch vindt hij het nooit akelig. b. toch vindt hij klimmen leuk. c. toch vindt hij het soms ook best akelig.
92 ZzT_TB4.indb 92
18/03/14 12:38
reizen 2
De tekst gaat verder. Erik vraagt ongeduldig hoe laat het is. Hij wacht op zijn klimmaatjes. Die komen dit weekend ook naar Wallonië. Ze zijn al vroeg vertrokken vanuit Brussel. Op dat moment krijgt zijn moeder een sms’je. Zijn vrienden zijn er nog niet, omdat… Kijk naar de laatste zin. Welk stukje zin past erachter? Bespreek samen. a. omdat ze in de file zijn terechtgekomen. b. omdat Erik ongeduldig is. c. omdat ze dit weekend ook naar Wallonië komen. op verkenning
uitleg
aan de slag
Bij het lezen is het belangrijk om te letten op verbindingswoorden zoals maar, want, toch, dus, daarom en omdat.
Ik wil tekenen, …
dus pak ik mijn schetsboek.
maar het papier is op.
Ze staan aan het begin van een zin of na een komma. Na zo een woord weet je vaak hoe de tekst verder gaat. Ik wil tekenen, maar … Ik wil tekenen, want … Ik wil tekenen, toch … Ik wil tekenen, dus … Ik wil tekenen, daarom … Ik wil tekenen, omdat …
terugkijken
daarom leg ik alle spullen klaar.
want dat is mijn hobby.
toch heb ik mijn potlood uitgeleend.
omdat ik een cadeautje voor Jort wil maken.
Je weet niet heel precies hoe de tekst verder gaat. Maar door goed op die woorden te letten, weet je vaak hoe de tekst ongeveer verder gaat of wat je kunt verwachten. Dat is handig om te weten. Vooral als je een moeilijk stukje moet lezen. op verkenning 3-6
uitleg
aan de slag
terugkijken
Maak de opdrachten in je werkboek.
93 93 ZzT_TB4.indb 93
18/03/14 12:38
Zie zo Taal blok 3 | spreken • luisteren
7
Wat ga je doen? Je bent verslaggever over een gebeurtenis in je omgeving. Je geeft een inleiding en bedenkt een slot voor je verslag.
op verkenning 1
uitleg
aan de slag
terugkijken
Bedenk samen een inleiding voor de volgende gebeurtenissen. Jij bent de verslaggever.
De verslaggever is op de luchthaven. Het is er heel druk. Door een ongeluk op de startbaan kunnen er voorlopig bijna geen vluchten vertrekken.
In de tuin van de familie Wellens uit Damme is een oude vaas gevonden die heel waardevol is. De verslaggever staat in de tuin.
2
Hoe kan de verslaggever deze fragmenten afsluiten? Denk er samen over na en probeer het eens. op verkenning
uitleg
aan de slag
terugkijken
De inleiding van een verslag geeft kort weer waar het verslag over zal gaan. De verslaggever vertelt: - waar hij/zij is en wat er is gebeurd. Een verslag afronden doe je op een gepaste manier. De verslaggever zegt eventueel: - wie hij/zij is en waar hij/zij het verslag net gaf; - wanneer er meer nieuws volgt.
94 ZzT_TB4.indb 94
18/03/14 12:38
reizen op verkenning 3-6
aan de slag
terugkijken
aan de slag
terugkijken
Maak de opdrachten in je werkboek. op verkenning
7
uitleg
uitleg
Bespreek in je groep wat je van de verslaggevers vond. Luister naar wat de anderen over jouw verslag zeggen. Ga je hiermee akkoord?
Over welke gebeurtenis wil jij nog graag verslag uitbrengen? Verzin samen een leuke, interessante, gekke gebeurtenis!
95 95 ZzT_TB4.indb 95
18/03/14 12:38
Zie zo Taal blok 3 | lezen
8
Wat ga je doen? Je stelt vragen voor en tijdens het lezen van een tekst. Zo leer je de tekst beter te begrijpen.
op verkenning 1
uitleg
aan de slag
terugkijken
Dit is de voorkant van een informatief boek over zweefvliegen. Wat wil je te weten komen? Bespreek het samen en noteer vijf vragen op een blaadje. Bekijk ook de vragen die Emma over zweefvliegen heeft bedacht. Wil zij nog andere dingen weten? a. b. c. d. e.
Zou het leuk zijn om met een zweefvliegtuig te vliegen? Waarvan is een zweefvliegtuig gemaakt? Hoeveel zweefvliegtuigen zijn er op dit moment in de lucht? Hoe komt een zweefvliegtuig de lucht in? Hoe oud moet je zijn om te leren zweefvliegen?
Op welke vragen van jullie groep vind je een antwoord in de tekst, denk je? Op welke vragen van Emma vind je een antwoord? 2
Lees de tekst over zweefvliegen. Op welke van je vragen weet je nu een antwoord? Weet je nu ook een antwoord op de vragen van Emma?
ZWEEFVLIEGEN ns gevlogen. In een Misschien heb je wel ee n. Hoog boven de re groot vliegtuig met moto en zonder motoren: eg vli k oo je wolken. Toch kun t net een papieren lijk t Da in een zweefvliegtuig. l een paar vliegtuigje. Maar dan we maatjes groter.
Een zweefvliegtuig het is heel erg licht. Soms is rd doek. Dat is ha gemaakt van een soort e lak. Maar het kan gemaakt met een special vliegtuig kan heel ’n ook van kunststof zijn. Zo rden. Daarom moet je wo gemakkelijk beschadigd n. ke kij het altijd goed na
gooi je de lucht in. Een vliegtuig van papier or de lucht. Dat kan do Daarna zweeft het even eefvliegtuig. Toch zw n natuurlijk niet met ee ak gebruikt men een lijkt het daar wel op. Va om het zweefvliegtuig vliegtuig met een motor lucht wordt het de in de lucht te trekken. In . en lat zweefvliegtuig los ge een vogel. Nee, het In de lucht vliegt het als els. Wel maakt ug fladdert niet met zijn vle uik van thermiek. br ge l, ge het, net als een vo die stijgt. Thermiek ht Thermiek is warme luc als het ware duwt het zweefvliegtuig ns met de roltrap lke omhoog. Net alsof het te omhooggaat.
96 ZzT_TB4.indb 96
18/03/14 12:38
reizen op verkenning
uitleg
aan de slag
terugkijken
Om de tekst beter te begrijpen is het handig om zelf vragen te bedenken bij dat onderwerp. Wat weet je er al over? Wat wil je nog weten? Misschien vind je het antwoord op je vragen in de tekst. Door die vragen let je extra goed op. Je onthoudt wat je gelezen hebt ook veel beter!
Ik bedenk vragen over motorcross. Misschien staat het antwoord wel in de tekst.
Ik lees de tekst. Bij het lezen denk ik aan mijn vragen.
De tekst gaat over motorcross. Wat weet ik daar al van?
op verkenning 3-7
uitleg
aan de slag
terugkijken
Maak de opdrachten in je werkboek.
97 97 ZzT_TB4.indb 97
18/03/14 12:39
Zie zo Taal blok 3 | schrijven
9
Wat ga je doen? Je schrijft een briefkaart en een reisverslag. In deze les maak je een eerste tekst. Dat doe je met de informatie die je hebt gevonden en aan de hand van je eigen ideeĂŤn.
op verkenning 1
uitleg
aan de slag
terugkijken
Vertel elkaar over welke bestemming je wilt schrijven. Vertel ook waar en hoe je aan informatie bent gekomen.
Ik wil schrijven over mijn vakantie in Turkije.
En ik beeld me in dat ik een trektocht ga doen in de jungle.
98 ZzT_TB4.indb 98
18/03/14 12:39
reizen op verkenning
uitleg
aan de slag
terugkijken
Je kunt schrijven over een vakantie die je zelf hebt meegemaakt. Maar je kunt ook schrijven over een vakantie die je verzint. Eentje waarvan je droomt. Over een land waar je heel graag naartoe wilt… Dat is misschien iets moeilijker. Je moet meer informatie zoeken en langer nadenken. Hoe dan ook: de voorbereiding van je schrijfwerk is al de helft van het werk!
op verkenning 2
uitleg
aan de slag
terugkijken
Maak een woordenweb om je reisverslag voor te bereiden. Of schrijf bij elke dag van je vakantie één woord: wat je die dag gaat doen. Of doe het allebei. Bijvoorbeeld: langlaufen
de grotten van Han
het kasteel van Bouillon
de Ourthe
DE ARDENNEN
de Semois
stuwmeren
wilde zwijnen
Wallonië
Frans spreken
herten
Dag 1: aankomst Dag 2: wandelen in de buurt Dag 3: naar het kasteel van Bouillon Dag 4: naar een park met wilde zwijnen Dag 5: rustdag Dag 6: naar de grotten van Han Dag 7: naar huis
2-4
Maak de opdrachten in je werkboek.
99 99 ZzT_TB4.indb 99
18/03/14 12:39
Zie zo Taal blok 3 | taalbeschouwing
10
Wat ga je doen? Je ontdekt dat de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd kan staan. Aan de persoonsvorm kun je de tijd herkennen waarin iets gebeurt. Je leert wanneer je de tegenwoordige en de verleden tijd moet gebruiken.
op verkenning 1
uitleg
aan de slag
terugkijken
Luister naar de twee verhalen. Let op wat anders is.
hij op reis naar Parijs. Toen Ramon nog jong was vertrok besloot Ramon om Hij was een echte avonturier. Daarom laats dicht bij een te liften. Ramon stapte naar een liftp d ‘Parijs’. Hij moest benzinestation. Hij maakte een bor tanken. Niemand lang wachten. Hij zag veel mensen stopte een vriendelijke reed richting Parijs. Na een uurtje te. De chauffeur nam vrachtwagenchauffeur. Ramon bof hem mee naar Parijs.
Nu is Ramon wat ouder geworden. Hij houdt nog steeds van reizen, vooral naar Parijs. Maar in plaats van te liften verkiest hij nu een rit met de taxi. Hij belt naar ‘Taxi Charles-Antoine’. Na een uurtje stopt de vriendelijke taxibestuurder voor het huis van Ramon. Ramon ontspant zich tijdens de rust ige rit naar Parijs.
op verkenning
uitleg
aan de slag
terugkijken
Alles wat nu gebeurt, schrijven we in de tegenwoordige tijd. Wat straks gebeurt, schrijven we vaak in de tegenwoordige tijd. Alles wat vroeger gebeurde, schrijven we in de verleden tijd. In de verleden tijd gebruik je een andere vorm van het werkwoord.
100 ZzT_TB4.indb 100
18/03/14 12:39
reizen
Vroeger Ramon vertrok op reis. Een chauffeur stopte. op verkenning 2-5
uitleg
Morgen Ramon vertrekt volgende week opnieuw op reis.
aan de slag
terugkijken
aan de slag
terugkijken
Maak de opdrachten in je werkboek. op verkenning
6
Nu Ramon vertrekt op reis. Een chauffeur stopt.
uitleg
Wat heb je geleerd?
a. Als de zin in de verleden tijd staat, gaat het over iets van vroeger. b. Als de zin in de tegenwoordige tijd staat, gebeurt het nu of later. c. De persoonsvorm van het werkwoord is anders in de tegenwoordige tijd dan in de verleden tijd.
Maak de opdracht in je werkboek. Bekijk de afbeeldingen. Wat zou de jonge Ramon bezocht hebben? Wat bezoekt de oudere Ramon? Bedenk bij elke afbeelding een zin in de juiste tijd en schrijf hem op een blaadje.
b
a
c d
101 101 ZzT_TB4.indb 101
18/03/14 12:39
Zie zo Taal blok 3 | lezen
11
Wat ga je doen? Je luistert naar en leest fragmenten uit het boek Het verborgen tekenteken. Je stelt tijdens het lezen vragen om het verhaal beter te begrijpen. Je let op details die iets kunnen vertellen over het verdere verloop van het verhaal.
op verkenning 1
uitleg
aan de slag
terugkijken
De sfinx is een groot mysterie in het verhaal. Wat vraag je jezelf af? Kun je samen enkele vragen bedenken? Probeer nu elke vraag te beantwoorden door een voorspelling te maken.
2
Wat betekent volgens jou: 'Je vindt het daar waar je het niet ziet?' Bespreek het samen.
3
De kinderen hebben al heel wat meegemaakt. Het lijkt erop dat ze stilaan het geheim ontdekken. Op heel wat vragen hebben ze nog geen antwoord. Welke vragen stellen jullie je nog? Probeer elke vraag te beantwoorden door een voorspelling te maken. op verkenning
uitleg
aan de slag
terugkijken
Een verhaal zit vol met verrassende gebeurtenissen en wendingen. Om alles goed te begrijpen is het belangrijk om jezelf vragen te stellen. Zo denk je vooruit bij het lezen. Je probeert alle stukjes uit het verhaal met elkaar in verband te brengen. Soms worden kleine details die je al eerder in het verhaal tegenkwam, plots belangrijk. Daarom kun je jezelf vragen stellen: - Wat zou dit kunnen betekenen? - Wat zou er verder kunnen gebeuren? Door je eigen vragen te beantwoorden, kun je voorspellingen maken.
102 ZzT_TB4.indb 102
18/03/14 12:39
reizen op verkenning 4
uitleg
aan de slag
terugkijken
Je leest zelf een stuk uit het verhaal.
Plotseling stokte Toms adem in zijn keel. Zijn hart sloeg helemaal op hol. Hij stootte Lotte aan. ‘Zie je wat ik zie?’ fluisterde hij. Lotte hield haar hand voor haar mond en knikte langzaam. ‘En denk jij wat ik denk?’ vroeg Tom. Lotte slikte. Tom wees met een bibberende vinger naar de persoon met de kroon. ‘Ze ligt midden in de sfinx! Dit is de begraafplaats van …’ ‘Stop!’ Een harde stem klonk door de smalle gang. Tom en Lotte grepen elkaar vast. Ze waren betrapt. Een schemerige figuur stond op het pad. Zijn lange jurk was grijs, en hij had een doek voor zijn mond. Zo te zien rood-wit geblokt. Ruw werden ze een ruimte in geduwd. Op de grond, in een soort kamer. Tom en Lotte hadden geen idee waar ze waren. De ene gang na de andere hadden ze gehad. En al die tijd had de man niets gezegd. Hij stak een paar muurkaarsen aan, deed zijn sjaal af en draaide zijn zwaar bebaarde gezicht naar de kinderen toe. Die ogen! Dacht Tom. Ik ken die ogen! ‘Kienderen,’ zei de man. Lotte keek hem verbaasd aan. Hij sprak Nederlands! En waar kende ze die stem van? ‘Does joellie dachten sliem te zain?’ Natuurlijk! Dat was hem! De man rok zijn grote nepbaard naar beneden. Wat verscheen was een zwarte snor. En een kunstig puntbaardje. Lotte wees naar hem, maar kon geen woord uitbrengen. ‘Ienderdaad,’ zei hij grijnzend. ‘Van het moeseoem.’ ‘Maar …’ probeerde Tom. ‘Waarom …’ Ook hij kon bijna niet meer uit zijn woorden komen. ‘Waarom iek hier ben?’ De man lachte spottend. Maar meteen stond zijn mond weer streng. ‘Dat wielde iek net aan joellie vragen.’ Wij zijn alleen maar op vakantie, wilde Lotte zeggen. Maar dat zou de museumgids natuurlijk niet pikken. De meeste toeristen liepen nu eenmaal niet zomaar een geheime gang in.
103 103 ZzT_TB4.indb 103
18/03/14 12:39
Zie zo Taal blok 3 | lezen
11
‘Joellie moesten joellie nois niet in onze zaken steken.’ Hij boog zich voorover. Zijn donkere ogen waren vlak bij de twee angstige gezichten. Lotte kon de haren in de zware wenkbrauwen bijna tellen. ‘Jarenlang zain wai hiermee bezig geweest,’ zei hij zacht. ‘Wai zijn er nu baina. We laten ons niet stoppen door twee klaine kienderen. Hebben joellie dat begrepen?’ Lotte knikte. Maar Tom begreep het niet. ‘Hoezo wij zijn er bijna? Wie zijn die wij? U bent toch steeds in uw eentje?’ De man grijnsde weer. ‘Jai stelt veel vragen. Net als ien moeseoem.’ Hij keek naar de ingang van de kamer. ‘Maar jai hebt geloek. Jouw antwoord komt er baina aan.’ In de verte klonken voetstappen. Ze kwamen dichterbij. Lotte keek bang naar Tom. Weer een man met een jurk? Nog dichterbij kwamen de voeten. Weer een man met een nepbaard? De voeten bereikten de ingang. Er bleef iemand in de deuropening staan. Het was geen man. Het was een vrouw. Een vrouw met grijze krullen en een klein brilletje …
Uit: ‘Het verborgen tekenteken’; tekst Frank van Pamelen met illustraties van Mark Janssens © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
5
Maak de opdracht in je werkboek.
104 ZzT_TB4.indb 104
18/03/14 12:39
reizen 6
Wat er al gebeurde... en wat er nog zal gebeuren. Kijk samen naar het beeldverhaal. Sommige dingen zijn al gebeurd. Sommige dingen weet je nog niet. Hoe zal het verhaal verder gaan?
t Frank van Pamelen met Uit: 'Het verborgen tekenteken'; teks rg Š Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilbu
7-9
illustraties van Mark Janssen
Maak de opdrachten in je werkboek.
105 105 ZzT_TB4.indb 105
18/03/14 12:39
Zie zo Taal blok 3 | spreken • luisteren
12
Wat ga je doen? Je leert hoe je je mening geeft en hoe je je mening met argumenten verdedigt. Je leert meningen uitwisselen op een positieve manier.
op verkenning 1
uitleg
aan de slag
terugkijken
Lees wat de kinderen vinden van de folders die je in een reisbureau krijgt.
Die folders zijn bedrog. Ze fotograferen altijd alleen mooie dingen. Op de foto in de folder had ons hotel een heel groot zwembad. Maar bij aankomst leek het meer op een kikkerbadje.
Heb je ook gezien dat het in die folders altijd mooi weer is? Zelfs op plekken waar het normaal heel vaak regent. Met een zonnetje lijkt alles veel leuker.
Toch vind ik het heerlijk om naar die foto’s te kijken. Ik kom er helemaal door in vakantiestemming.
Wat vinden Boris en Jamila van de folders? Is Yasmin het met Boris en Jamila eens? Waarom wel of niet? Bespreek het samen. 2
Wat vind jij van de folders die je in een reisbureau krijgt?
106 ZzT_TB4.indb 106
18/03/14 12:39
reizen op verkenning
uitleg
aan de slag
terugkijken
Je kunt je mening geven over een onderwerp. Als je je mening geeft, zeg je wat je ervan vindt. Ik vind het flauwekul. Ik ga alleen naar plekken waar mijn hond ook welkom is.
Wat is uw mening over het feit dat huisdieren op veel campings verboden zijn?
Daar ben ik helemaal voor! Ik ben als de dood voor beesten.
Dat vind ik niet zo leuk! Maar ik snap het wel. Het wordt anders al snel een grote ruzie tussen alle honden en katten.
Je kunt het ergens mee eens zijn. Je kunt het ook oneens zijn. Maar het kan ook zijn dat je het nog niet zo goed weet: ben ik voor of ben ik tegen‌ Wat ook kan: je bent het gedeeltelijk eens en gedeeltelijk oneens. Als je uitlegt waarom je iets vindt, gebruik je argumenten. Als je het niet zo goed weet, luister je naar de argumenten van de anderen. Zo leer je van elkaar. Je vormt je eigen mening. Maar ook als je al een mening hebt, luister je naar de anderen. Ook dan kun je nog van mening veranderen. op verkenning 3-5
aan de slag
terugkijken
aan de slag
terugkijken
Maak de opdrachten in je werkboek. op verkenning
6
uitleg
uitleg
Welke zinnen passen bij jou?
Ik vind het moeilijk/makkelijk om een mening te geven. Ik heb meestal een duidelijke/geen duidelijke mening. Door naar anderen te luisteren, verandert mijn mening soms.
Wat at is jouw mening? Honden moeten met hun baasje mee in het zwembad kunnen zwemmen. Geef twee argumenten waarom je voor of tegen bent.
107 107 ZzT_TB4.indb 107
18/03/14 12:39
Zie zo Taal blok 3 | lezen
13
Wat ga je doen? Je herhaalt wat je kunt doen om een tekst beter te begrijpen: je denkt vooruit, je maakt voorspellingen en je stelt jezelf vragen.
op verkenning 1
uitleg
aan de slag
terugkijken
Bekijk de titels en afbeeldingen van de teksten uit opdracht 3. Wat is het onderwerp van deze teksten, denk je? Wat weet je al over deze onderwerpen? Bespreek het samen voor elke tekst en noteer de informatie in een woordenweb op een blad. op verkenning
uitleg
aan de slag
terugkijken
Om een tekst beter te begrijpen kun je de volgende dingen doen. Ik stel mezelf vragen over het onderwerp van de tekst: wat weet ik er al over en wat wil ik er nog meer over weten. Ik denk vooruit en probeer het vervolg te voorspellen. Ik let op verbindingswoorden zodat ik ongeveer weet hoe de tekst verdergaat. De woorden waarop ik extra let zijn: maar, want, toch, dus, daarom en omdat. Ik bedenk vragen waarop een antwoord in de tekst kan staan. Zo lees ik de tekst nog aandachtiger!
op verkenning
uitleg
2
Maak de opdracht in je werkboek.
3
Lees de tekst. Let op de woorden die zijn weggevallen. Kun je voorspellen welke woorden er moeten staan? Bespreek samen waarom je dat denkt.
aan de slag
terugkijken
108 ZzT_TB4.indb 108
18/03/14 12:39
reizen
Nijlpaarden Heb jij al eens een echt nijlpaard gezien? Daarvoor hoef je niet naar de Nijl hoor. De Nijl is een rivier die door Afrika loopt. Daar leefde het nijlpaard vroeger. Nijlpaarden zijn ook helemaal geen paarden. Ze zijn familie van de varkens, daarom zou Nijlzwijnen een betere naam zijn. Nijlpaarden zijn een van de grootste landzoogdieren. Overdag verblijven ze in het water omdat ze zichzelf moeten beschermen tegen de zon. 's Nachts komen ze uit het water om te grazen. Een volwassen nijlpaard kan wel enkele minuten onder water blijven. Nijlpaarden slapen meestal ook onder water en al slapend komen ze boven om adem te halen. Gek hè! Ook vreemd: nijlpaarden kunnen niet zwemmen want ze lopen over de bodem.
De Dode Zee Reis je mee naar de Dode Zee? Die ligt in Jordanië en Israël. Maar de Dode Zee is helemaal geen zee. De Dode Zee is een groot meer. Eigenlijk is het meer wel een beetje dood want er leven bijna geen levende wezens. Geen vissen, geen planten, alleen enkele bacteriën. Er kan niets leven, omdat er zoveel zout in het water zit. Toch kun je er wel zwemmen of beter gezegd: drijven. Het zout draagt je! Handig hè.
Het Noorderlicht Waar moet je naartoe om het Noorderlicht te bewonderen? Het antwoord is: naar het noordelijk halfrond, dus Alaska, Canada of het noorden van Scandinavië. Het wordt soms het poollicht genoemd, omdat je het vooral in de buurt van de Noordpool kunt zien. Het poollicht kun je alleen zien in de duisternis. Je moet dus in de winter naar het noordelijk halfrond, want dan is het daar bijna altijd donker. Als het poollicht zich voordoet, zie je vaak een lichte gloed of bewegende lichtbogen. Het licht ziet er meestal groen of roodachtig uit. Iedereen die het Noorderlicht ooit zag, vindt het prachtig.
4-6
Maak de opdrachten in je werkboek.
109 109 ZzT_TB4.indb 109
18/03/14 12:39
Zie zo Taal blok 3 | schrijven
14
Wat ga je doen? Je schrijft een tweede versie van je briefkaart en je reisverslag. Je schenkt aandacht aan hoe je briefkaart en reisverslag eruit zien (de lay-out).
op verkenning 1
uitleg
aan de slag
terugkijken
Bekijk hoe de volgende briefkaarten en reisverslagen eruit zien. Kijk naar de schikking van de teksten, de kopjes, de beelden, de alinea’s‌ Wat vind je ervan? Bespreek het samen.
110 ZzT_TB4.indb 110
18/03/14 12:39
reizen
Drie dagen Parijs In de kerstvakantie ging ik voor drie dagen naar Parijs. Het was heel koud en het vroor. Overal was er kerstverlichting, stonden er kerstbomen en waren er kraampjes. Je kon ook schaatsen bij het stadhuis. Tegen het stadhuis zeggen ze in Frankrijk het ‘Hôtel de Ville’. Ik vind dat vreemd, het lijkt wel op ‘het hotel van de stad’. Op de tweede dag hebben we de Eiffeltoren bezocht. Dat was lang aanschuiven. Maar eens daarboven, was het prachtig om heel de stad te zien. En koud! In Parijs hebben we vooral rondgereisd met de metro. Dat is een trein onder de grond die op heel veel plekken stopt. Zo kun je gemakkelijk en snel weer een ander stukje stad bezoeken. Later als ik groot ben, zou ik nog wel eens willen teruggaan naar Parijs. Maar dan misschien in de lente of zomer. Annelies Van Maele
op verkenning
uitleg
aan de slag
terugkijken
Als je een tekst mooi wilt schikken, moet je daar eerst over nadenken. Begin niet zomaar te schrijven! Bij een briefkaart mag je niet te groot schrijven, want dan krijg je er niet alles op. Ook bij het noteren van het adres moet je daarmee rekening houden. Schrijf op de linkerzijde, de rechterzijde is alleen bedoeld voor het adres en de postzegel. Je mag je briefkaart zeker versieren, maar zorg ervoor dat de tekst nog leesbaar is. Verdeel je reisverslag in alinea’s (of in dagen). Dat is voor de lezer overzichtelijker. Zorg voor een korte titel. Woorden die je in een kleurtje schrijft, vallen meer op. Ze zijn belangrijk. Beelden (foto’s, illustraties) schik je zo dat de tekst goed leesbaar blijft. Vergeet je naam niet! op verkenning 2-4
uitleg
aan de slag
terugkijken
Maak de opdrachten in je werkboek.
111 111 ZzT_TB4.indb 111
18/03/14 12:39
Zie zo Taal blok 3 | taalbeschouwing
15
Wat ga je doen? Je weet dat je taal op verschillende manieren gebruikt. Dat hangt af van de boodschap, de bedoeling, de ontvanger en de situatie.
op verkenning 1
uitleg
aan de slag
terugkijken
Bespreek de verschillende fragmenten. Noteer: - Wie schrijft of spreekt er? (de zender) - Wie is de luisteraar of de lezer? (de ontvanger) - Komt het fragment uit een gesprek of staat het ergens geschreven? - Wat betekenen de afkortingen? jr. Te koop: Jongensfiets 8-10 In zeer goede staat m ststraat 105, 8720 Oeselge Adres: fam. Vanhoutte, We Tel.: 09/388 76 54.
Proficiat m et je verjaa rdag! Doe er nog heel veel ja artjes bij! Groetjes, Amanda
De boekenclub is een club waarbij uw kind elke maand een nieuw boek ontvang t. - Een club voor leerlingen van het vierd e leerjaar. - De boeken zijn geschreven door de beste kinderboekenschrijvers. - Knotsgekke en supergriezelige verh alen! om Jongen, 10 jr, zkt pennenvriend . ren te schrijven over natuur en die Adres: P. Benoitstraat 45, 1000 Brussel.
Goedemiddag dames en heren, Eerst de hoofdpunten. In eigen land is er eindelijk een nieuwe regering gevormd, ‌
op verkenning
Vooruit zeg, laat elkaar onmiddelli jk los! Het moet nu eens eindelijk gedaan zijn met dat ruwe spel op de speelplaats!
Zeg Marie, heb je Louise haar nieuwe fiets gezien? Hij is prachtig! Ik wou dat ik er ook zo een had. Mijn nieuwe fiets is aan een opknapbeurt toe? Misschien kunnen we woensdag met zijn drietjes onze fiets versieren?
uitleg
aan de slag
terugkijken
Je kunt taal op verschillende manieren gebruiken. Dit kun je schriftelijk en mondeling doen. Je kunt schrijven of spreken. Iedereen spreekt of schrijft op zijn eigen manier. Maar je houdt ook rekening met: - wie de luisteraar of de lezer is, - wat je wilt zeggen, - wat je wilt bereiken.
112 ZzT_TB4.indb 112
18/03/14 12:39
reizen Je kunt deftige taal of gewone taal gebruiken. Deftige taal gebruik je tegen een minister, onbekenden, lees je in de krant of hoor je in nieuwsberichten. Gewone taal gebruik je met je familie en vrienden, lees je in een sms van een vriend of hoor je soms in tv-series. Soms gebruik je afkortingen om snel iets te Mag ik alstublieft kunnen schrijven, afhankelijk over wat je uw kaartje mevrouw? schrijft en tegen wie. Bijvoorbeeld: de conducteur wil in de tram het ticket van de reiziger controleren.
Wat wordt er gezegd? (de boodschap)
Wie zegt iets? (de zender)
Wie luistert er? (de ontvanger)
op verkenning 2-3
4
aan de slag
terugkijken
Maak de opdrachten in je werkboek.
Maak met je klasgenoot een rollenspel. Maak een keuze uit elke kolom: Wie zegt het, wie luistert er en wat wordt er gezegd? Wie zegt het? (de zender)
Wat wil je bereiken? (de bedoeling)
Wie luistert er? (de ontvanger)
deftige heer
de weg vragen
schoonmaakster
kind
interview over het werk
winkelierster
journalist
uitnodigen voor een feest
koning
op verkenning 5
uitleg
uitleg
aan de slag
terugkijken
Schrijf de letters op van de zinnen die waar zijn. Doe dit op een blaadje. Welk woord lees je? b. r. o. i. e. f.
‘Twee limonades en één pintje, alstublieft.’ Dat is gesproken taal. Op een verjaardagkaart mag ik gewone taal gebruiken. Het is onbeleefd om je vrienden met ‘jij en je’ aan te spreken. Sommige dingen kun je beter zeggen, andere dingen kun je beter schrijven. Ik gebruik deftige taal als ik tegen de directeur praat. Je kunt afkortingen gebruiken om iets snel op papier te zetten.
113 113 ZzT_TB4.indb 113
18/03/14 12:39
114 ZzT_TB4.indb 114
18/03/14 12:39