Kindvluchtelingen wrakhout van de oorlog EDDY SMETS
INHOUD VOORWOORD INLEIDING
8 11
Hoofdstuk 1 Voor de oorlog
14
Hoofdstuk 2 De mobilisatie en de eerste oorlogsjaren
20
Hoofdstuk 3 Het bombardement van Mortsel
32
Hoofdstuk 4 Vlucht naar Duitsland
39
Hoofdstuk 5 Hotel: ‘Zur post’
45
Hoofdstuk 6 De Reichschule Flandren
52
Hoofdstuk 7 Het einde en een nieuw begin
60
Hoofdstuk 8 Weer een gezin
74
EPILOOG BIBLIOGRAFIE
83 84
VOORWOORD Ellen Decraene
Dit is het boek van Eddy Smets, kind in de Tweede Wereldoorlog, kind van een collaborateur, maar bovenal een man die leeft met het besef dat zijn persoonlijke oorlogsgeschiedenis in de huidige tijd nog steeds betekenisvol is. Vandaar dit boek. Een boek waarin Eddy zijn ervaringen en belevenissen als oorlogskind aan de volgende generaties wil vertellen. Dit boek beoogt geen historisch wetenschappelijk relaas over de periode van de tweede wereldoorlog en de daaropvolgende repressie. Dit boek is ook geen roman waarin fictie en historische feiten met elkaar verweven zijn. Dit is een boek rond de ervaringen en herinneringen van een oorlogskind. Deze ervaringen zijn gekleurd en doorheen Eddy’s leven herschreven, herdacht en herbeleefd. De manier waarop Eddy betekenis geeft aan bepaalde historische gebeurtenissen is persoonlijk, maar tegelijk exemplarisch voor hoe een leven beïnvloed wordt door oorlog. Met het schrijven van dit boek, tracht Eddy zijn persoonlijke geschiedenis een plaats te geven. Het is ook een oproep vanuit het verleden om oorlogskinderen vandaag op een menswaardige manier te ondersteunen. Ik heb het verhaal opgeschreven samen met Eddy Smets en Isabel van den Wyngaert. Als historica heb ik er bewust voor gekozen het verhaal van Eddy intact te laten, en het 8
niet aan scherpe wetenschappelijke kritiek te onderwerpen. Hoe en waar een bombardement precies plaatsvond is niet waar dit boek over gaat, hoe dit beleefd werd door een kleine jongen wel. Eddy heeft ons in verschillende sessies zijn verhaal verteld. Bij het opschrijven kwamen we met nieuwe vragen, die ons drieën steeds verder leidden in Eddy’s oorlogsherinneringen, en deze ook stimuleerden. Het ging er hierbij niet om de exacte waarheid te achterhalen, wat zoveel jaren na de gebeurtenissen toch al quasi onmogelijk is, maar om Eddy’s waarheid neer te schrijven. We benadrukken hoezeer we de historische waarde erkennen van dit persoonlijke verhaal, en vinden het belangrijk om het te bewaren voor de komende generaties. Om het geheel te kaderen zonder het verhaal te onderbreken, hebben we elk hoofdstuk van Eddy’s verhaal van een beknopte historische schets voorzien. De historische feiten zijn echter ondergeschikt aan het hart van dit boek: de oorlogsbeleving van Eddy Smets in zeven hoofdstukken, opgehangen aan de grote mijlpalen in zijn persoonlijke oorlogsgeschiedenis.
9
INLEIDING Al jaren vragen mijn kinderen en kleinkinderen mij om te vertellen over mijn jeugd en mijn belevenissen in de oorlog ’40-’45. Tot hiertoe heb ik dat niet gedaan omdat ik die pijnlijke herinneringen niet wilde bovenhalen. Onlangs had ik een gesprek met mijn kleindochter over die oorlog en hoe ze in de geschiedenislessen hadden geleerd over Duinkerke, de landing in Normandië, Stalingrad, Berlijn en alle belangrijke veldslagen en politieke gevolgen van de wereldoorlog. Over Hitler, Stalin, Churchill, Roosevelt en Hirohito en vooral over de holocaust waaraan Duitsland zich schuldig had gemaakt. Zij vroeg me, als getuige van die tijd, hoe ik die periode in mijn leven heb ervaren. Het schrille contrast tussen die data en cijfers en het persoonlijk ondergaan als kind is mede de aanzet geweest tot het schrijven van dit boek. Het besef dat binnen vijftig jaar de geschiedenisboeken zullen schrijven over Yemen, Syrië, Irak en Afghanistan zoals ze nu schrijven over ‘40-‘45. Over Saddam Houssein, Khadaffi, Bush en Obama en alle politieke gevolgen van deze oorlogen. De honderdduizenden slachtoffers zullen slechts een cijfer zijn in een voetnoot. De tweede reden om dit boek te schrijven is om vooral de kinderen een stem te geven op een heel bescheiden manier. Ook de parallellen tussen toen en nu zijn opvallend. Nazi-Duitsland had het jodendom en de joden als 11
vijandbeeld. Extreemrechts heeft de islam en de migranten als vijandbeeld. Hopelijk stopt hier de gelijkenis. Dit boek zal geen literatuur zijn maar een persoonlijke getuigenis van het onmenselijke dat de kinderen toen meemaakten en nu nog meemaken, van de gevolgen voor hen en voor mij, voor mijn en hun verdere leven. De tijd, 75 à 80 jaar geleden en mijn ouderdom toen hebben waarschijnlijk mijn herinneringen gekleurd. Ik kwam soms in situaties waarbij enkel schrik en panische angst overheersten, en heb later de omstandigheden trachten in te vullen. Eigenlijk is het samen te vatten als herinneringen van een heel bang kind. Ik kreeg de medewerking van historica Ellen Decraene zodat mijn verhaal tegen de juiste geschiedkundige achtergrond werd geplaatst en van de nodige illustraties werd voorzien. Isabel van den Wyngaert hielp de verhaallijn op te stellen die ik dan met mijn woorden kon invullen. Philip Vanmarsenille hielp met het redigeren van de teksten en Heleen Lippevelt verzorgde de vormgeving van het boek. Dank u wel, ik had dit alleen nooit gekund. Mijn broer Herman heeft me een foto en data bezorgd. Samen hebben we onze herinneringen aangevuld. Dank u, Herman. Mijn broer Jan is ondertussen overleden waardoor hij, spijtig genoeg, geen bijdrage kon leveren aan dit boek. Van de familie Szyr heb ik een foto en hun verhaal over 1946-1947 gekregen, waarvoor ook mijn dank. Jorg Palinckx heeft me assistentie verleend bij de problemen die ik als computeranalfabeet niet zelf kon oplossen. Dank u, Jorg. Dank ook aan de medewerkers van het Rijksarchief van Brussel en aan de medewerkers van de Heemkundige Kring Hobuechen 1135. Ook Juno (onderdeel van Emmaüs en het vroegere Bethanië) bezorgde mij foto’s en een tekening, dank hiervoor. Onze dank gaat ook naar de Gemeente Schoten en 12
mevrouw Van Camp omdat we in het fantastisch kader van de Braembibliotheek de boekvoorstelling mochten doen. Met speciale dank aan mijn dochter Vera die me door de chaos van het schrijven van dit boek en het herleven van mijn herinneringen heeft geholpen. Maar mijn allergrootste dank gaat naar mijn echtgenote, Helene Wellens. Bij haar vond ik een thuis en geborgenheid, twee dingen die ik vanaf mijn tien jaar tot mijn volwassenheid elke dag heb moeten missen. Tot slot geef ik graag een korte toelichting op de tekeningen die u in dit boek vindt. Tekenen is altijd een hobby van me geweest daarom wilde ik graag ook op deze manier mijn herinneringen weergeven. Op de voorzijde van het boek heb ik ervoor gekozen om een meisje te tekenen. Op de achterzijde ziet u een allochtoon kind. Deze keuzes maakte ik heel bewust om speciale aandacht te vragen voor de vele kinderen die nu meemaken wat ik meemaakte. Daarom zullen de opbrengsten van dit boek gaan naar organisaties die zich het leed van oorlogskinderen aantrekken.
13
Hoofdstuk 1
VOOR DE OORLOG Toen de tweede wereldoorlog begon, was de eerste amper gedaan. Deze eerste wereldoorlog had diepe wonden geslagen en het Interbellum, de tweeëntwintig jaar tussen beide wereldoorlogen, werd gekenmerkt door economische en politieke instabiliteit. Hoewel in de jaren twintig een kort herstel van de economie optrad, leed de hele wereld mee onder de grote depressie van de jaren dertig. De massale werkloosheid en grote financiële onzekerheid gingen samen met sociale onrust. Het uiteenvallen van de grote (keizer)rijken in Europa leidde tot mislukte democratieën en dictatoriale regimes, waarbij ideologische bewegingen van allerlei strekkingen terrein wonnen. Vanuit Rusland verspreidde zich het communisme, in Italië kwam het fascisme op en in Duitsland wonnen de nationaalsocialisten. In België had de “Flamenpolitik” tijdens de Duitse bezetting een stem gegeven aan activistisch Vlaanderen, die tijdens de bevrijding weer tot zwijgen werd gebracht. Dit en de onvrede over de behandeling van Vlaamse jongens in het leger onder Franstalig gezag tijdens WO I, vormden een vruchtbare voedingsbodem voor Vlaamsgezinden en Vlaamsnationalistische bewegingen. Reeds in 1919 werd de Vlaams nationalistische partij Het Vlaamse Front opgericht, die voor het eerst openlijk streefde 14