Eureka 50

Page 1

LEIDSE NOBELPRIJS WINNAARS Jaargang 12 –september 2015

Nummer 50

Eureka! is een uitgave van de studievereniging De Leidsche Flesch in samenwerking met de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden. De Leidsche Flesch is de studievereniging van de opleidingen Natuurkunde, Sterrenkunde, Wiskunde, Informatica en Informatica & Economie.

Interviews met Henri Lenferink en Geert de Snoo

Fotoreportage Gouden Bier


Felicitaties Eureka!, een gouden jubileum: Goud, de ultieme expressie van de alchemische dans der elementen. Goud wordt gevormd onder extreme condities in het woeste maalstromen van samensmeltende neutronensterren door snelle invangst van neutronen op lichtere elementen en dan uitgezaaid als superkleine schilfers in het interstellaire medium van de Melkweg waar ze zo'n miljard jaar worden blootgesteld aan de actie van energetische deeltjes en fotonen. Uiteindelijk gaan ze dan ofwel op in nieuwgevormde planeten waar ze hun verleidende gloed verder kunnen verspreiden, danwel op in de volgende generatie sterren waar hun atomen omgezet worden in lood door de langzame invangst van neutronen. Vijftig maal Eureka!: vijftig maal de ultieme expressie van de beste ideeën van de Leidse faculteit geschreven door de beste studenten.

Felicitaties voor een gouden Eureka! l evenveel Vijftig Eureka!'s in twaalf jaar! We zoudenFlesallech.maa Proficiat! inzichten willen hebben als De Leidsche 5 -Aad van der Vaart, Spinozapremiewinnaar 201 Eureka! Eureka!

Proficiat met uw vijftigerjarigheid. Goud is nu binnen en

Een toast op de vijftigste editie van Eureka!. Fantastisch dat jullie jong en oud op de hoogte blijven houden van allerlei leuke resultaten en nieuwe ontwikkelingen binnen onze faculteit. Op naar de honderd!

-Carlo Beenakker, ­Spinozapremiewinnaar

-Ewine van Dishoeck, Spinozapremiewinnaar 2000

Ollekebolleke Beenakker rijmt voor zijn dierbaarste krant.

op naar diamant!

1999

Al jaren ziet de faculteit met veel plezier hoe de Eureka! steeds weer mooier en beter wordt door de inzet van studenten. Gefeliciteerd met het bereiken van deze prachtige mijlpaal en ga zo door!

-Alexander Tielens, Spinozapremiewinnaar 2012

Ga altijd voor goud, ga niet voor zilver niet brons maar voor goud, dan is de kans groot dat je ooit Eureka! zult roepen. -Frans W. Saris, Erelid van De Leidsche Flesch The Eureka! magazine is a proof that motivated students are successful not only in their own research field but also with outreach activities. Congratulations for the 50th edition of the magazine. - Klaus von Klitzing, Nobelprijswinnaar 1985

-Anne Hommelberg, Assessor van het faculteitsbestuur Ik wil de Eureka!, ook namens de Natuurkundeopleiding, feliciteren met dit gouden jubileumnummer. Wij zijn erg blij met jullie blad en de verbreding die het biedt aan de studenten, aanstaande studenten en overige geïnteresseerden. -Martin van Exter, opleidingsdirecteur Natuurkunde

Als je Eureka! van kaft tot kaft blijft lezen, heb je voor het bindend studieadvies niets te vrezen. -Eric Eliel, wetenschappelijk directeur Leids Instituut voor Onderzoek in de Natuurkunde (LION)

From Archimedes to Einstein; Eureka! leads to clarifying new insights, since “We cannot solve our problems with the same thinking we used when we created them”. -Han de Winde, vice-decaan van de faculteit, namens het faculteitsbestuur

Ongelooflijk, dat studenten erin slagen al ruim tien jaar zo’n fraai en informatief blad te produceren! Gelukwensen van een trouwe lezer, Jo Hermans, Erelid van De Leidsche Flesch

2

Eureka! nummer 50 – september 2015


Redactioneel

Lieve lezer,

Lieve lezer,

Eureka! nummer vijftig. Al vijftig keer heeft de redactie gezwoegd om alles op tijd klaar te hebben en ervoor te zorgen dat de Eureka! in de zuilen ligt. De redactie is natuurlijk al lang niet meer dezelfde als toen de Eureka! werd opgericht. Dat is het lot van een tijdschrift met een studentenredactie: een grote doorloop van redactieleden. Ook voor mij zit het einde eraan te komen.

Eureka! geeft haar vijftigste nummer uit. Bij zo’n mijlpaal wil ik graag terugblikken, in eerste instantie naar vijftig jaar geleden. 1965 was een mooi jaar voor de studenten van die tijd: Provo werd dat jaar opgericht, net als Pink Floyd, en sterrenkundestudenten zullen weten dat Aleksei Leonov in dat jaar de eerste ruimtewandeling maakte. De eerste editie van Eureka! kwam echter niet uit in 1965, maar in 2003, het jaar waarin we de ouderdom van het universum op 13,7 miljard jaar vaststelden en Griekenland nog voorzitter was van de Europese Unie, iets wat nu nauwelijks voor te stellen is.

Dit is het laatste redactioneel dat ik zal schrijven. Ik kan me nog goed herinneren dat ik mijn eerste redactioneel schreef; dat lijkt een stuk minder dan twee jaar geleden. Ik heb een gouden tijd gehad bij de Eureka! en ik vind het dan ook jammer dat deze tijd nu voorbij is. Aan de andere kant kijk ik ook uit naar komende periode en is er dan de ruimte om me volledig op mijn afstuderen te richten. Een van de redenen dat ik het niet erg vind om mijn hoofdredacteurschap af te staan, is omdat ik ervan overtuigd ben dat Lotte het ontzettend goed gaat doen. Afgelopen jaren is er een hoop verbeterd en veranderd aan de Eureka!, en ik kan me alleen maar voorstellen dat dat ook komende jaren nog zal gebeuren. Ik zal nog enkele maanden deel blijven uitmaken van de redactie, maar als ik dan (eindelijk) ben afgestudeerd, zal ik de Eureka!-redactie echt vaarwel moeten zeggen. En ik zal niet de enige zijn die komend jaar helaas de redactie moet verlaten. Gelukkig zijn er afgelopen jaar veel nieuwe redactieleden bijgekomen en hopelijk zal dat komend jaar weer net zo zijn. Ik kijk er naar uit om de nieuwe eerstejaars te ontmoeten op het Eerstejaarsweekend van De Leidsche Flesch, en om er hopelijk een paar zo enthousiast te maken dat ze de redactie komend jaar willen versterken. Voor nu wens ik je veel plezier met het lezen van deze prachtige, gouden jubileumeditie van Eureka!. Ik kijk nu al uit naar het lezen van de honderdste editie!

Ook voor de Eureka!-redactie is er veel veranderd door de jaren heen: de redactie bestaat onderhand uit twaalf toegewijde studenten en Ellen geeft na negen zeer succesvolle edities het hoofdredacteurschap door. Ik heb erg veel zin om in haar voetsporen te treden: op naar de volgende vijftig! Binnenkort zal je de Eureka! bovendien niet meer alleen op papier kunnen lezen, maar ook artikelen, auteursprofielen en meer kunnen vinden op een nieuwe website. We vragen enthousiaste eerstejaars om een kijkje te nemen bij de redactie en webredactie en om ons te komen versterken. Voor nu moet je het doen met de papieren Eureka! die je in je handen hebt. Het is een prachtig jubileumnummer geworden, met interviews met professor De Snoo en burgemeester Lenferink, een fotoreportage over gouden biertjes en wetenschappelijk artikelen die een goed beeld scheppen van de waarde van goud voor divers wetenschappelijk onderzoek. Schenk een fijn gouden biertje in en geniet van deze jubileumeditie. Proost! Lotte

Ellen

Ellen Schlebusch

Hoofdredacteur Eureka! Masterstudent Wiskunde

ellenschlebusch@deleidscheflesch.nl

Lotte Konings

Hoofdredacteur Eureka! Bachelorstudent Wiskunde en Geschiedenis

lotte@deleidscheflesch.nl

Eureka! nummer 50 – september 2015

3


Inhoud

Nieuws

6

Interview met Henri Lenferink 6 Interview met Geert de Snoo

Interviews In deze gouden editie twee interviews: met Henri Lenferink, burgemeester van Leiden en met Geert de Snoo, decaan van de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen.

5

Lees verder op pagina 6

18 Fotoreportage

9

Voorbij Hubble - de James Webb Space Telescope

14

Fotoreportage Gouden Bier

18

De gouden oppervlakte­– plasmon­laser

20

De Gulden Snede

24

Nobelprijswinnaars van de Universiteit Leiden

28

De Leidsche Flesch

30

Puzzel

35

Voor studenten is goud onlosmakelijk verbonden met het gouden vocht, ook wel bier genoemd. Eureka! maakte een fotoreportage van verschillende gouden speciaalbieren.

Lees verder op pagina 18

28 Leidse Nobelprijswinnaars De gouden medaille die bij de Nobelprijs hoort, is door maar liefst zestien Leidse wetenschappers gewonnen. Eureka! zette ze op een rijtje.

4

Eureka! nummer 50 – september 2015

Lees verder op pagina 28

Eureka! is een uitgave van de studievereniging De Leidsche Flesch in samenwerking met de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden. De Leidsche Flesch is de studievereniging van de opleidingen Natuurkunde, Sterrenkunde, Wiskunde, Informatica en Informatica & Economie.


Nieuws

Marieke Vinkenoog benoemd tot Assessor collegejaar 2015-2016

Spinozapremie voor Leidse statisticus Aad van der Vaart

Het College van Bestuur van de Universiteit Leiden heeft Marieke Vinkenoog benoemd tot assessor van het faculteitsbestuur van de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen, voor het collegejaar 2015-2016. De assessor is het student-lid van het faculteitsbestuur en zorgt voor het dagelijks bestuur met betrekking tot de studenten binnen de faculteit. Marieke was gedurende jaargang tien de hoofdredacteur van de Origin. Wij wensen haar veel succes met deze functie!

Voor zijn baanbrekend onderzoek in de statistiek ontvangt hoogleraar Stochastiek Aad van der Vaart de NWOSpinozapremie. Hij ontvangt de prijs voor zijn fundamenteel onderzoek naar modellen die bijvoorbeeld helpen bij het opsporen van genen die een rol spelen bij kanker. De spinozapremie wordt jaarlijks aan drie of vier in Nederland werkzame onderzoekers toegekend door NWO. De ontvangers krijgen elk 2,5 miljoen euro, te besteden aan wetenschappelijk onderzoek. De Spinozapremie wordt ook wel de Nobelprijs van Nederland genoemd.

Ionica Smeets hoogleraar Science Communication Universiteit Leiden

Computergames en het WK computerschaken

Van 29 juni t/m 5 juli werden in Leiden de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van computergames gepresenteerd tijdens ‘Advances in Computer Games’, een internationaal congres. Het programma bestond uit een publiekslezing over de rol van intelligente data in de sport, een demonstratie van het bordspel Diplomacy gespeeld door een computer, het WK computerschaken en de Computer Olympiade for Serious Games. De uitslagen van de wedstrijden en foto’s van het evenement zijn te vinden op de website van de International Computer Games Association: icga.leidenuniv.nl.

Foto: Stefan Witte

Dr. Ir. Ionica Smeets, onder meer bekend als lid van het duo ‘De Wiskundemeisjes’, is per 1 juli aangesteld als deeltijd hoogleraar Science Communication aan de Universiteit Leiden. De komende vijf jaar zal zij onderzoek doen naar wetenschapscommunicatie, studenten doceren over haar vakgebied en hen enthousiasmeren Foto: Jan Krabbenbos Foto: Stefan Witte voor een carrière in het vakgebied. Eureka! nummer 50 – september 2015

5


Interview

Interview met Henri Lenferink

Gouden tijden voor Leiden Door Ellen Schlebusch en Pim Overgaauw Foto's door Pim Overgaauw

6

Eureka! nummer 50 – september 2015

Henri Lenferink is sinds 2003 burgemeester van Leiden. Hij studeerde geschiedenis aan de Radbouduniversiteit Nijmegen en is daarna onder meer wethouder in Arnhem geweest. Zijn visie voor Leiden is gebaseerd op twee belangrijke pijlers: cultuur en kennis. Vooral voor het laatste is de Universiteit van Leiden bepalend.


Geschiedenis

‘In Leiden druipt de geschiedenis overal van de gevels, dus dat kun je heel vaak gebruiken bij allerlei verhalen. Dan kun je verbinding leggen met het verleden, dat is heel leuk. Ik denk dat het beleg en het ontzet van Leiden en de periode vlak daarna het bijzonderst waren. Eerst was er een periode waarin de stad enorm floreerde, daarna ging het economisch wat minder, toen kwam de oorlog, het beleg en de bevrijding en daarna ging de stad weer open als een bloem. Omdat de bewegingen zo heftig waren, is dat denk ik de interessantste periode. Hoewel je eigenlijk voor elke eeuw een paar hele mooie momenten kunt vinden. ‘Het is wel lastig om nu een moment uit de 21e eeuw te noemen. Ik heb tijdens mijn burgemeesterschap vooral heel erg mijn best gedaan op continuïteit van koers. Een stad besturen lijkt op het besturen van een mammoettanker, het duurt heel lang voordat hij gekeerd is. Als je drie jaar lang iets aan het voorbereiden bent en na vier jaar moet je het hele zaakje weer draaien, dan schiet het niet op. Dan duurt het te lang en je krijgt niks voor elkaar. Dat is zeer frustrerend en daar hadden we wel een beetje een handje van. Ik denk dat je een stadsvisie moet hebben en die consequent gedurende een flinke periode vol moet houden. Dat legt je op den duur geen windeieren en dat is hier ook gebleken. Want het gaat eigenlijk heel goed met de stad.’ Stadsvisie

is. Want de universiteit is weliswaar een global player, die op allerlei fronten de samenwerking zoekt met de rest van de wereld, maar er is ook absoluut het besef dat de universiteit in Leiden gevestigd is. De studenten wonen en studeren hier. Daar moet je ook als lokale overheid mee bezig zijn. Als je volledig met de rug naar de universiteit zou staan, dan zou de universiteit daar heel veel last van hebben. Daarom is het van belang dat we goed met elkaar door één deur kunnen. Dat wij snappen wat de universiteit nodig heeft en dat we daar ook graag aan meewerken.’

Er is niks mis met Haarlem of Dordrecht, maar het is het allemaal net niet.

‘Ik vind het belangrijk dat een stad een eigen stadsvisie heeft. Waar ontwikkelen wij als stad naartoe? Wat is het karakter van die stad? Waarin kunnen we sterker zijn? Die vragen lijken nu tamelijk logisch, maar in 2003 was dat nog niet zo helder. Er kwam toen naar voren dat Leiden een stad is waar twee dingen opvallen. Ten eerste zijn cultuur en cultuurhistorie heel belangrijk en ten tweede is Leiden een kennisstad pur sang. Dat zijn de twee pijlers waar Leiden op gegrondvest is. En dat proberen we in ons beleid tot uitdrukking te laten komen. De andere dingen, daar doen we iets minder aan. We proberen natuurlijk een sociale stad te zijn en je moet basale dingen altijd blijven doen. Maar we focussen sterk op deze twee speerpunten. Dat proberen we nu al jaren vol te houden en na verloop van tijd zie je dan het effect: het gaat steeds beter met de stad.

‘De universiteit is dus ook heel belangrijk voor de gemeente. En ik denk dat het omgekeerd ook het geval

De universiteit

‘Ik denk dat je wel kunt zeggen dat het karakter van Leiden in zeer grote mate bepaald wordt door de universiteit en de daarmee verbonden instituten, zoals het LUMC en allerlei andere onderzoeksinstituten. Stel je Leiden eens voor zonder universiteit. Dan heb je zoiets als Haarlem of Dordrecht. Daar is niks mis mee hoor, dat zijn best aardige steden, maar het is het allemaal net niet. Dat verschil is moeilijk uit te drukken. De grote hoeveelheid jong volk die hier rondloopt, maakt het heel erg gezellig en levendig. Je merkt het ook wanneer ze er even niet zijn, als ze in de zomervakantie allemaal naar papa of mama gaan of in de zon liggen. Dan zie je gelijk dat de levendigheid terugvalt tot Haarlems en Dordrechts niveau. Dat gaat dan in augustus in één keer weer sky-high omhoog als tijdens de EL CID de hele stad kleurt van alle nieuwe jonge studenten. Dan is alles in één keer weer zoals het moet zijn. Eureka! nummer 50 – september 2015

7


interview

‘Aan de andere kant is de stad economisch volledig afhankelijk van de universiteit. Vroeger was Leiden een echte industriestad; de universiteit was toen minder belangrijk. De universiteit was veel kleiner met minder studenten en medewerkers. Het was wel prestigieus, maar het stelde voor de economie niet zo heel veel voor. Dat is na de teloorgang van de oude industrie anders geworden. Er kwamen veel meer studenten en veel meer medewerkers. En studenten eten ook brood en drinken wel eens wat, dus er zit economische reuring rondom die studentenpopulatie. Tenslotte zie je ook dat de universiteit niet alleen directe werkgelegenheid oplevert, maar ook indirect. Allerlei zaken die op de universiteit worden bedacht, kunnen na verloop van tijd leiden tot andere organisaties en bedrijfjes. Dat zien we vooral de laatste tien jaar in sterke mate. Daarmee is de universiteit echt zeer bepalend voor de stad.’

Leiden vrijwel geen andere bedrijventerreinen en echt altijd een schaarste aan grond. Er waren dus ook een heleboel gewone bedrijven die daar naartoe wilden. Dan moest er steeds gezegd worden: ‘Het spijt me, u bent niet Bio Science genoeg.’ We zijn een paar keer door de knieën gegaan, maar voor het overgrote deel heeft de gemeente de koers volgehouden. Dat was vreselijk moeilijk, maar het is toch gelukt. Daardoor is het uiteindelijk stapje voor stapje gaan groeien en is het gelukt om een dedicated Bio Science Park te maken. En daar zijn we heel erg trots op. Nu erkent iedereen dat dit een van de belangrijkste science parks in Nederland is en het heeft ons ook in brede zin geen windeieren gelegd. Weliswaar is nu de meeste grond van de universiteit, de belangrijkste beslissingen daar worden altijd genomen door de gemeente en de universiteit samen. Gelukkig kunnen we het heel goed met elkaar vinden, want wanneer we permanent een andere visie hadden, dan hadden we het best moeilijk.’

'Ik ben eigenlijk ook een bètajongen'

Bio Science Park

‘Het ontstaan van het Bio Science Park is een mooi verhaal. Bijna alle grond die daar nu nog uitgegeven kan worden is van de universiteit. Dat was eerst anders. Een flink deel van het terrein was oorspronkelijk gemeentelijke grond. Aanvankelijk waren we van plan om daar een woonwijk te bouwen. Die plannen waren al bijna klaar, daar zaten echt heel veel ambtelijke uren in. Toen is er bij de wethouder economische zaken een hoogleraar gekomen die zei: ‘We snappen dat Leiden met een enorm tekort aan woningen kampt en dat er nieuwe woningen moeten komen, maar misschien zou het nog beter zijn om van dat gebied een Bio Science Park te maken.’ Probeer nu eens terug te redeneren, het is begin jaren ‘80 en je weet niet eens wat Bio Science is, noch wat het allemaal zou kunnen betekenen. En je hebt een heel concreet probleem, namelijk een enorm tekort aan huizen en mensen willen een woonwijk. En dan vraagt iemand om een Bio Science Park. Maar de gemeenteraad heeft toch voor het Bio Science Park gekozen, in een geheime vergadering. Tegenwoordig lukt dat bijna niet meer, om iets geheim te houden. ‘In het begin ging het heel langzaam. Want door te zeggen dat er een Bio Science Park is, heb je nog niet direct een groot aantal florerende bedrijven op dat park staan. Dus dat ging vreselijk traag. Er kwamen geen opbrengsten, want er werden geen gronden verkocht. Dus elk jaar moest de rente bijgeschreven worden van het jaar daarvoor en de grond moest steeds duurder worden om uit de kosten te komen. Daarnaast heeft 8

Eureka! nummer 50 – september 2015

Bèta

‘Ik ben eigenlijk ook een bètajongen. Ik was altijd veel beter in de bètavakken dan in taal. Maar ik was ook helemaal gek van geschiedenis, al van jongs af aan. Dus ik dacht, dat ga ik doen. Toen bleek dat je daarbij betrekkelijk weinig had aan vakken als natuurkunde en scheikunde. Dus uiteindelijk heb ik een volledig alfapakket gekozen. Nou, pareltjes zweten heeft het gekost om dat allemaal een beetje onder controle te krijgen. Het heeft mij in mijn werk altijd wel geholpen dat ik die bètakant goed zie, vooral als het gaat om financiën en dergelijke. Ik heb altijd heel snel in de gaten wat de orde van grootte van bedragen zijn ten opzichte van elkaar. Dus de analysevaardigheid helpt enorm. Dat je heel snel kunt voelen of iets belangrijk is of dat je de energie er niet in hoeft te stoppen. Kijk, een klein foutje is wel een foutje, maar niet zo erg als een groot foutje. Dus het is fijn om dat inzicht en dat gevoel te hebben. Maar voor geschiedenis is taal belangrijker. 'Ik heb dus altijd wat met de bètavakken gehad, ik vind het vreselijk interessant. Ik ben weliswaar geen wetenschapper, maar ik probeer wel links en rechts wat op te snuiven van de kennis bij de universiteit. Het aantal studenten aan de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen groeit en de faculteit is een enorm belangrijke speler op het Bio Science Park. Er zitten nog zo veel kansen in en dat is echt fantastisch om te zien. Ik ben daar heel erg enthousiast over.’ !


interview

Een Gouden toekomst voor het BioSciencepark Door Lotte Konings en Ellen Schlebusch Foto's door Pim Overgaauw

Interview met Geert de Snoo Prof. dr. Geert de Snoo is sinds september 2012 decaan van de faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Hij studeerde biologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en kwam in Leiden terecht als onderzoeker. Zijn expertise ligt in het gebied van biodiversiteit, milieu en natuurbeheer. Alhoewel hij zich graag meer met onderzoek bezig zou houden, richt hij zich nu geheel op het besturen van de faculteit. Een gouden toekomst voor de faculteit bevat volgens hem in ieder geval een milieuvriendelijk Bio Sciencepark, een hechtere community en meer samenwerking, op bachelor-, master- en onderzoeks–gebied. Biologie

'Direct na mijn studie was hier een open werving op de faculteit, dus ik heb gesolliciteerd. Ze zochten iemand op het gebied van de ecotoxiologie, een vrij nieuw vakgebied: ik was een van de eersten die in die richting binnen de biologie was afgezwaaid aan de VU. Bij het centrum voor milieukunde - het centrum voor milieuwetenschappen heet dat nu - keken we naar de invloed van bestrijdingsmiddelen op de natuur. Ik had daar als student al naar gekeken en ik had onderzoek gedaan in de Volgermeerpolder, een vuilstortcentrum in Amsterdam.' Decaan

'Decaan worden, dat was eigenlijk niet de bedoeling. Ik heb dus lang bij het CML gewerkt en ben universitair docent en hoofddocent geworden. Op een gegeven moment ben ik bijzonder hoogleraar op het gebied van agrarisch natuurbeheer geworden en ik ben afdelingshoofd geweest

bij het CML. Na verloop van tijd werd ik gevraagd om directeur te worden van het instituut. Dat deed ik enkele jaren toen hier de opvolger van de toenmalige decaan werd gezocht. Er is lang gezocht, ja, zowel intern als extern. Toen er geen kandidaat werd gevonden, ben ik gevraagd om het te doen. Dus dat is het verhaal in een notendop. Eigenlijk was ik bezig met het opzetten van het centrum van de duurzaamheid van Leiden, Delft en Rotterdam, dus ik was veel extern bezig.' Onderzoek

‘Het is natuurlijk een hele grote faculteit. Als we het allemaal optellen lopen er zo’n tweeduizend medewerkers rond in de gebouwen en dan hebben we drieduizend studenten. Dat is best veel. Bij aanvang wilde ik elke donderdag lekker op een andere plek zitten en begeleiding geven aan mijn promovendi. Dat heb ik nog wel gedaan, maar eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat de dagelijkse begeleiding toch Eureka! nummer 50 – september 2015

9


interview

eigenlijk door anderen wordt gedaan en dat ik meer op afstand sta. Dus wanneer ik nu iets aan onderzoek doe, dan is dat met anderen en zit het hem vooral in het begeleiden van PhD's die overal in de wereld zitten. Ze werken bijvoorbeeld in Afrika, dus ze zijn hier ook niet altijd. 'Ik blijf het wel heel leuk vinden. Kijk, je kan wel uit zo’n positie zorgen dat iedereen bij elkaar komt, als je denkt: daar liggen kansen en dat is misschien wel interessant om te gaan doen. Dan gaan anderen daar inderdaad mee aan de slag, of het nou Datascience is, met het Cell Observatory of op andere gebieden. Zelf kan je daar eigenlijk niks meer mee, maar je kan het wel sturen. Je bent wel omringd door allerlei gedreven onderzoekers. Ik ben zelf bioloog, maar dan merk je dat de gedrevenheid bij de natuurkunde minstens zo groot is. Het zijn allemaal mensen die zeggen: ja, dit wil ik echt weten en dat vind ik alleen maar leuk.' Duurzaamheid

‘We gaan naar een nieuw gebouw en daar wordt heel erg ingezet op duurzaamheid; dat vind ik zelf iets wat we heel goed in de gaten moeten houden. Zo geloof ik dat we met de aardwarmte allerlei dingen doen en dat de hele inrichting van het gebouw gericht is op efficiënt gebruik van het zonlicht om de kamers op te warmen. Het is natuurlijk allemaal supergeïsoleerd, maar dat is vanzelfsprekend. Daar gaan we een enorme efficiëntieslag halen op het gebied van elektriciteit en verwarming. Nu zitten we nog in oude gebouwen met vaak enkelglas, dus hoe eerder we naar het nieuwbouw gaan, hoe beter het voor het milieu is. ‘Maar de nieuwbouw is slechts stap één: het gedrag van mensen is ook heel belangrijk. Ik ben als bèta begonnen, maar ik heb onderhand al zoveel projecten gedaan dat ik inzie dat technieken niet alles op kun10

Eureka! nummer 50 – september 2015

nen lossen. Het zit vooral in wat wij elke dag zelf doen en daar zijn denk ik nog grote stappen te maken. Ik zou het bijvoorbeeld leuk vinden als we binnen de faculteit duurzaam vervoer gaan realiseren, elektrisch of op een andere manier. Er rijden allerlei auto’s rond voor de technische diensten en dat kunnen iconen worden. Laten we die nou eens gewoon hier voor de deur parkeren zodat je duidelijk maakt dat we daar voor moeten gaan. ‘Nu hebben we zelf een experiment met de koffiebekertjes hier bij het faculteitsbestuur. Er komen hier veel bezoekers en iedereen zijn eigen beker werkt dan niet, maar we hebben nu als experiment dat de

‘Je leert zoveel sneller als je met ook wat andersoortige mensen om je heen bent. Dat zeg ik dan als bioloog.’

Rol van theoretische studies

‘Ook de vier meest theoretische studies kunnen hieraan bijdragen: de oplossingen zullen toch moeten komen uit allerlei natuurkundige onderzoeken. Natuurkunde, en ook wel chemie: hoe sla je bijvoorbeeld elektriciteit op, met nanodeeltjes in batterijen of wat dan ook. Denk ook aan nieuwe vormen van energieopwekking, want eigenlijk is er genoeg energie op aarde, zelfs te veel. Er is te veel energie, maar we gebruiken het lang niet ten volle en we gebruiken de verkeerde bronnen. Daarom hoop ik op nieuwe doorbraken, of dat nou technologie is of het slim daarmee omgaan via computerscience. Met een combinatie van je bewustzijn -onderschat dat gedachtesprongmoment niet- en technologie en innovaties, komen we tot een lager energiegebruik, of een hergebruik van energie. ‘Delft heeft vergunningen voor de kerncentrale daar, maar zoiets gaan we hier niet neerzetten. Ik denk zelf dat er nieuwere ideeën mogelijk zijn. We weten dat kernenergie duidelijke voordelen heeft, maar ook dat het evidente nadelen heeft: het is gewoon niet de goede oplossing. Het moet beter en het moet ook van jullie komen. Elke generatie kan weer met nieuwe inzichten komen en dat kan zijn in de fundamentele chemie, over het splitsen van water, 'hoe doe ik dat nou efficiënt', of in de natuurkunde, over het opslaan van energie. Ik ben als onderzoeker echt supernieuwsgierig naar wat we gaan ontdekken. En eigenlijk is kernenergie al een beetje achterhaald.’ Samenwerking

prullenbak hier weg is. Dus je kan je bekertje niet meer weggooien. Om de hoek worden ze ingezameld en weer teruggenomen en verwerkt. Het is op kleine schaal -het zal het verschil niet maken- maar als het goed loopt, kan je het op veel meer plekken gaan doen.’

‘Studenten moeten natuurlijk goede wiskundigen of goede biologen worden, maar je moet ook kunnen samenwerken en je moet je breder oriënteren. Ik heb dat in mijn eigen studie ook gedaan. Toen ik aan de VU studeerde heb ik ook een vak in Wageningen gedaan en stage gelopen bij de toenmalig provinciale waterstaat. Ik raad dat iedereen aan.


‘De International Bachelor of Science wordt een bredere en Engelstalige opleiding. Het lijkt me goed dat je met Engelstalige, internationale studenten om je heen zit. Ik kan me voorstellen dat je in het derde jaar pas kiest wat je gaat doen. Je begint breed met ‘science’ en je komt er bijvoorbeeld achter dat natuurkunde beter bij je past dan scheikunde. Dan kun je in je derde jaar een minor of een specialisatie doen om dat weer te geven en dan kom je dus in een master die je wil doen. Je hebt studenten die vanaf het begin af aan al weten dat ze wiskunde willen doen en die moeten dat gewoon gaan doen, maar de meeste zijn toch twijfelachtig, zeker jongens volgens mij. ‘Wat we willen doen is binnen de faculteit in ieder geval wat meer grensoverschrijdende vakken maken. Ook gaan we kijken of er een International Bachelor of Science kan komen, wat alle vakken overstijgt. Zo is het bijvoorbeeld ook voor wiskundigen heel interessant om in een klas te zitten met biologen en al snel merk je dat ze dezelfde gedrevenheid hebben, maar vanuit hun eigen interesse. Ik denk ook dat de maatschappij vaak vraagt om multidisciplinaire oplossingen, dus je moet goed zijn in wat je doet en je moet ook kunnen samenwerken. Neem bijvoorbeeld het energievraagstuk waar we het al over hadden. Ik denk dat daar ook wiskunde nodig is: hoe doe je dat nou slim, wat zijn nou slimme oplossingen? Tegelijkertijd komt een bioloog dan vanuit zijn domein met een idee. Ik ben er van overtuigd dat verschillende vakgebieden daaraan bij kunnen dragen. ‘Ik vind het weleens een gemiste kans als een student de studie wiskunde heeft gedaan en het was wiskunde het eerste jaar en wiskunde het vijfde jaar: dat is prima, maar soms niet genoeg. Ik zou iedereen aanmoedigen om eropuit te gaan en over de grenzen heen te kijken, want je leert zoveel sneller als je met ook wat ander-

soortige mensen om je heen bent. Dat zeg ik dan als bioloog.’ ‘Je leert zoveel sneller als je met ook wat andersoortige mensen om je heen bent. Dat zeg ik dan als bioloog.’ Brede opleidingen

‘Nu moet je als achttienjarige een studie kiezen. Dat vind ik zelf lastig. Je begint in een traject en je eindigt ook vaak wel als wiskundige of als bioloog of als technicus. We moeten het ook op onze faculteit makkelijker maken om breder te studeren. Als je wiskunde hebt gedaan, kun je nog vrij makkelijk informatica doen, maar je kunt niet beginnen als wiskundige en eindigen als wiskundig bioloog. Waarom kan dat eigenlijk niet? ‘Het moet allemaal veel makkelijker zijn om andere vakken of masters te kiezen. Heel basaal moet je altijd even in het derde jaar wat voorsorteren, en dan kun je al wel verschillende kanten op. Het lijkt me een groot goed om de keuzevrijheid van de studenten te doen groeien. We hebben nu al wel de master Statistical Science, dat is ook interessant voor iemand die biologie heeft gedaan.

Science community

‘Wat ik naast die brede bachelor graag nog zou zien gebeuren is dat de faculteit op één locatie komt. We hebben nu het Snelliusgebouw, we hebben hier een stukje nieuwbouw dat er al staat en we hebben het Sylvius- en het Van Steenisgebouw. Het lijkt me goed om koers te houden en één locatie te realiseren. ‘Ook kunnen we nog verdere stappen zetten naar wat ik een science-community noem. Ik heb namelijk alle vertrouwen in het onderwijs en het onderzoek: daar blijven we gewoon goed in. Maar als ik dan hier zo kom, dan vraag ik me af: is dit nou de beste omgeving of kan het zijn dat we hier wat Starbucks coffee of iets dergelijks zouden moeten hebben, zou dat er voor zorgen dat je elkaar veel meer kan ontmoeten? Dat kan met dat soort voorzieningen gestuurd worden, maar dat kan ook door een aantal grote laboratoria samen te laten werken, zoals het Cell Observatory en Datascience dat nu al doen. Al die onderzoekers komen daar met hun eigen spulletjes of hun eigen ideeën bij elkaar en dan ontstaat er nog meer een gemeenschapszin. Daar ben ik wel echt voor.’ ! Eureka! nummer 50 – september 2015

11


De faculteit der Wi wetenschappen be Deze zomer vierde de faculteit haar 200ste verjaardag! De Dies Natalis was om precies te zijn op zondag 2 augustus 2015. Deze bijzondere gebeurtenis wordt het hele academische jaar 2015-2016 gevierd met een scala aan activiteiten. Tijdens de feestelijke opening van het lustrumjaar op 1 september stonden muziek, samenzijn en de impact van science centraal. De geschiedenis van de faculteit is gevat in het lustrumboek ‘van kabinet naar science park’ dat speciaal voor het lustrum is geschreven met bijdragen van Willem Otterspeer, Dirk van Delft en Frans van Lunteren. Het eerste exemplaar van het boek werd tijdens de opening door decaan De Snoo overhandigd aan Burgemeester Lenferink. Het eerstvolgende evenement in het kader van het lustrumjaar is de Science Run. Een hard-

12

Eureka! nummer 50 – september 2015


skunde en Natuurstaat 200 jaar! loopwedstrijd in estafettevorm, met teams van vier personen. Met het geld dat wordt opgehaald steunt de faculteit het UAF, de Stichting voor Vluchteling-Studenten. Andere evenementen die op de agenda staan voor het komende lustrumjaar zijn: nieuwjaarsreceptie op dinsdag 5 januari 2016, Science Gala op vrijdag 12 februari 2016, Lustrumcongres op vrijdag 18 maart 2016 en het Leiden Science Family Festival op zondag 17 april 2016. Andere activiteiten die worden ondersteund door het lustrumjaar zijn oa. het symposium ‘The Future of Protein Research op vrijdag 16 oktober en de Pubquiz ‘Beat the professor’ op vrijdag 11 december. Op vrijdag 1 juli 2016 wordt het lustrumjaar afgesloten met een eindfeest. Website: www.leidenscience-200.nl twitter en instagram: #leidenscience200

Eureka! nummer 50 – september 2015

13


wetenschap

Voorbij Hubble de James Webb Space De Hubble-ruimtetelescoop betekende een grote stap voorwaarts voor de sterrenkunde. De James Webb-ruimtetelescoop (James Webb Space Telescope – JWST), zijn rechtmatige opvolger, zal naar verwachting ook gezichtsbepalend worden voor ontwikkelingen in de sterrenkunde in de komende jaren. Niet alleen de satelliet zelf is groot, zodat hij als een vlinder in zijn cocon opgevouwen en ingeklapt zit in de neuskegel van de Ariane 5-raket, ook de wetenschappelijke ambities voor de JWST zijn groots. Met James Webb, die in het infrarood zal waarnemen, wordt vrijwel elk stadium van de evolutie van het heelal bestudeerd. Zo zal er bijvoorbeeld gezocht worden naar het eerste licht na de Big Bang en naar planeten rond nabije sterren. Ook het bestuderen van de atmosfeer van bekende en nieuw ontdekte exoplaneten komt met JWST binnen handbereik, waarbij vooral gespeurd wordt naar de basiselementen die nodig zijn voor leven. door Fred Lahuis

De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA bouwt de satelliet en draagt zorg voor de uitvoering van de missie. De Europese en Canadese tegenhangers, ESA en CSA, leveren elk een instrument voor de JWST en ondersteunen NASA gedurende het gehele project. De universiteit van Arizona en een Europees/Amerikaans consortium van wetenschappelijke instituten leveren ook elk een instrument. De lancering met een Europese Ariane 5-raket vanaf de lanceerbasis in Kourou (Frans-Guyana) staat gepland voor 2018. JWST wordt, net als de Europese ruimtetelescopen Herschel, Planck en Gaia, geplaatst in een baan om het tweede Lagrange-punt (L2), een min of meer stabiel punt in het zwaartekrachtveld rond de zon en de aarde. Dit punt, gelegen aan de nachtzijde van de aarde op een afstand van 1,5 miljoen kilometer, heeft het grote voordeel dat het betrekkelijk weinig brandstof kost om

James Webb Space Telescope

Lanceerdatum: Oktober 2018 (gepland) Lanceerlocatie: Guiana Space Centre, Kourou, Frans Guyana Raket: Ariane 5 Missieduur: Minstens vijf jaar en naar verwachting tien jaar Gewicht: 6.200 kg Locatie: Baan rond L2 op 1,5 miljoen km van de aarde Golflengte: 0,6 µm (oranje) tot 28,5 µm (mid-infrarood) Spiegeldiameter: 6,5 m (2,7x Hubble) Spiegeloppervlakte: 25 m2 (7x Hubble) Afmeting zonnescherm: 14,2 x 21,2 meter Temperatuur zonnescherm: 85 ºC zonzijde en -233 ºC schaduwzijde 14

Eureka! nummer 50 – september 2015

Zes van de achttien spiegelelementen worden voorbereid voor een laatste cryogene test op NASA's Marshall Space Flight Center. Credit: Chris Gunn/NASA


Telescope een satelliet in die baan te houden, terwijl alle heldere bronnen (zon, aarde en maan) altijd in de ‘rug’ van de telescoop dicht bij elkaar staan zodat een groot deel van de hemel continu kan worden waargenomen. De JWST, genoemd naar James E. Webb, de tweede directeur van NASA en vooral bekend door zijn bezielende leiding ten tijde van het Apollo-project, heeft een hoofdspiegel met een diameter van 6,5 meter, opgebouwd uit achttien hexagonale (zeshoekige) segmenten. De diameter is ongeveer 2,7 keer groter dan de Hubblespiegel en meer dan zeven keer zo groot als de spiegel van de Amerikaanse infrarood-ruimtetelescoop Spitzer, wat qua oppervlakte een winst van respectievelijk zeven en zestig keer oplevert. Om met grote gevoeligheid in het infrarood te kunnen functioneren, moeten de telescoop en de instrumenten zeer koud zijn, anders verdrinken de zwakke astronomische signalen in de infrarode warmtestraling afkomstig van de telescoop en de instrumenten zelf. De spiegel en de instrumenten moeten kouder zijn dan 50 Kelvin (-223 ºC). Hoewel L2 een zeer koud punt is, moeten de spiegel en de instrumenten toch worden beschermd tegen opwarming door het licht van de zon, aarde en maan. Dat gebeurt door middel van een zonnescherm zo groot als een tennisbaan. Het hele instrument vereist voor het midden-infrarood extra koeling tot een temperatuur van ongeveer 6 K (-267 oC) met een speciaal voor JWST ontwikkelde koeler. JWST- Instrumenten

JWST wordt uitgerust met vier zeer geavanceerde instrumenten: MIRI, NIRCam, NIRSpec en FGS/NIRISS, met zeer gevoelige camera's, coronografen en spectrometers. De camera’s maken mooie gedetailleerde foto’s en de coronografen blokkeren het directe sterlicht, zodat een foto van een lichtzwakke omringende schijf of planeet gemaakt kan worden. Met een spectrometer wordt het licht van een object, bijvoorbeeld een sterrenstelsel, ster of een protoplanetaire schijf om een ster, uiteengerafeld in een spectrum. Dit spectrum is de verdeling van de lichtsterkte naar kleur van het licht, waaruit wetenschappers informatie afleiden over het betreffende object, zoals de temperatuur en de chemische samenstelling ervan. MIRI en NIRSpec maken gebruik van een zogeheten 'integral field' spectrometer. Hiermee kunnen in één waarneming gelijktijdig meerdere spectra over een klein stukje hemel, bijvoorbeeld de schijf rond een ster of een sterrenstelsel, genomen worden. Dit geeft belangrijke extra informatie over met name bewegingen, chemische processen en de temperatuurverdeling in het object. NIRSpec heeft daarnaast nog een multi-object spectrometer die gelijktijdig verschillende spectra kan nemen van enkele honderden individuele objecten. NIRCam is naast zijn wetenschappelijke bijdrage ook belangrijk om de spiegelsegmen-

JWST is zo groot dat deze alleen opgevouwen in de neuskegel van de Ariane 5-raket past. Een half uur na de lancering word het zonnepaneel uitgeklapt om JWST van energie te voorzien. Het ontplooien van het zonnescherm en openklappen van de spiegel vindt plaats in de daaropvolgende vier dagen. James Webb komt na dertig dagen in de buurt van L2 en zal na negentig dagen in zijn definitieve baan komen. Credit: Northrop Grumman Eureka! nummer 50 – september 2015 15


Wetenschap

ten van JWST perfect uitgelijnd te houden voor het optimaal presteren van alle vier de instrumenten. Nederlandse bijdragen aan JWST

Nederland heeft een rijke geschiedenis in het infrarood ruimteonderzoek, mede dankzij projecten zoals de Infrared Astronomical Satellite (IRAS), het Infrared Space observatory (ISO) en Herschel. Dit heeft dan ook geresulteerd in een behoorlijk grote Nederlandse rol binnen het James Webb-project. Vanaf het begin hebben Nederlandse sterrenkundigen zich sterk gemaakt voor de meest optimale specificaties van de JWST-instrumenten, zoals een high performance integral field spectrometer voor MIRI. Zij hebben ook een centrale rol gespeeld in het bepalen van een deel van Succesvolle test voor het ontvouwen en aanspannen het wetenschappelijke programma van JWST. Marijn van het uit vijf lagen bestaande JWST-zonnescherm. Credit: Chris Gunn/NASA Franx van de Leidse Sterrewacht is lid van het scienceteam van het ESA-instrument NIRSpec en Ewine van Dishoeck (Sterrewacht Leiden) is lid van het Europese Groningen en SRON (Netherlands Institute for Space MIRI science-team. Binnen het MIRI-consortium Research, Utrecht en Groningen), onder leiding van heeft Nederland actief bijgedragen aan de realisatie en Fred Lahuis (NOVA-SRON). Voor dit werk wordt er het ontwerp van het instrument. Nedernauw samengewerkt met het Space Telescope Science Institute (STScI) in land was daarnaast verantwoordelijk Baltimore, het operationele centrum voor het detailontwerp en de bouw van ’Nederland blijft JWST. Naast Ewine van Dishoek, een deel van de MIRI-spectrometer, actief betrokken bij van Bernhard Brandl en Fred Lahuis zijn de 'Spectrometer Main Optics Module' (SMO) onder leiding van Ewine van de voorbereidingen Inga Kamp (Kapteyn Instituut, RUG), Paul van der Werf (Sterrewacht Leiden) Dishoeck en Bernhard Brandl (Stervan de JWST-missie. en Rens Waters (SRON/UvA) lid van het rewacht Leiden) voor NOVA (Nederwetenschappelijke team dat een groot landse Onderzoeksschool Voor Astrowaarneemprogramma voor het MIRI-instrument nomie). definieert. Ook de komende jaren blijft Nederland zeer actief betrokken bij de voorbereiding van de missie en het wetenschappelijke programma van zowel NIRSpec De MIRI-spectrometer als MIRI. Voor MIRI worden er belangrijke bijdraDe grootste uitdaging voor de MIRI-spectrometer was het combineren van een groot beeldveld aan de hemel gen geleverd aan de test-, ijkings- en softwareteams met een redelijk hoge spectrale resolutie over een groot via de Leidse Sterrewacht, het Kapteyn instituut in golflengtebereik. Tegelijkertijd mag een instrument in een ruimtetelescoop niet te complex, te zwaar en te groot zijn. Voor de MIRI-SMO is gekozen voor vier parallelle spectrometers die samen in drie opnames het hele golflengtebereik van 5 tot 29 micrometer analyseOver de auteur: Fred Lahuis ren. De vier spectrometers zijn twee aan twee gepaard Fred Lahuis is stafmedewerker bij SRON, het en gebruiken per paar gezamenlijk een groot deel van Nederlands expertise-instituut voor de optiek. De spectra van twee gepaarde spectrometers ruimteonderzoek in Groningen. Hij is worden door een heel lichtsterke 1 megapixel camera projectmanager van het Nederlandse JWSTvastgelegd (in totaal zijn er dus twee van deze sensoren MIRI team en leidt de software-ontwikkeling voor het Europese MIRI-consortium namens nodig). De SMO is gemaakt uit een blok aluminium NOVA, de Nederlandse Onderzoekschool van 200 kg, door de NOVA Optisch/Infraroodgroep voor Astronomie. Voorafgaand aan MIRI bewerkt tot een ruimtelijke structuur van slechts 1,5 heeft hij meegewerkt aan de IRAS-, ISO- en kg. Deze lichte maar uiterst sterke constructie draagt Spitzer-ruimteprojecten en in 2007 is hij alle goud gecoate aluminium spiegels en de detectoren. gepromoveerd aan de Universiteit van Leiden bij de Leidse Sterrewacht. Het is zeker geen geringe prestatie van fijnmechanisch ontwerper Gabby Kroes (NOVA-ASTRON) en system lahuis@astro.rug.nl engineer Michael Meijers (NOVA-ASTRON) om met een minimum aan onderdelen een compacte en zeer

✉ 16

Eureka! nummer 50 – september 2015


'First Light Machine' en de 'Planet Quest Mission'. lichte maar toch krachtige spectrometer te bouwen. Voor JWST zijn vier wetenschappelijke hoofddoelstelHet grootste deel van het werk aan de SMO is uitgevoerd door NOVA-ASTRON in samenwerking met lingen geformuleerd: TNO voor het optisch ontwerp. Het werk is gefi• het detecteren van de eerste generaties sterren en sterrenstelsels in het heelal; nancierd door NWO (Nederlandse organisatie voor • het bestuderen hoe melkwegstelsels worden Wetenschappelijk Onderzoek) en NOVA, waarbij gevormd; NOVA de uiteindelijke leiding heeft, ondersteund • het ontrafelen van de processen die zich afspelen door uitvoerend directeur Wilfried Boland. NOVArond de vorming van sterren en planeten; ASTRON heeft verschillende modellen gebouwd. • het in beeld brengen van gasrijke exoplaneten en Het eerste model had als doel het SMO-ontwerp op hun atmosferen, als één van de eerste stappen in zichzelf en als onderdeel van een compleet MIRIde zoektocht naar de omstandigheden waaronder model te testen. Deze testen moesten aantonen dat de leven kan ontstaan in het heelal. ophanging in de satelliet en de optische uitlijning de JWST zal wetenschap mogelijk maken vergelijkbaar zware omstandigheden, tijdens de lancering en later met zowel Hubble als Spitzer. Door de forse roodverin de ruimte, aankan. Daarna is een verificatiemodel van het complete MIRI-instrument schuiving van ver verwijderde objecten gebouwd en getest. Uiteindelijk is het verplaatsen normaal optische spectrale SMO-vluchtmodel gebouwd en in 2008 lijnen zich naar het infrarood. Daarom JWST zal een aan het MIRI-consortium geleverd voor een heel gevoelige infraroodspectrowetenschappelijke ismeter assemblage van het MIRI-vluchtmoessentieel om onderscheid te kundel. Na uitvoerige tests is dit complete nen maken tussen bijvoorbeeld de eerreuzenstap model geleverd aan ESA en NASA. In ste generatie objecten na de oerknal en maken dankzij mei 2012 is MIRI als eerste van de vier latere quasars of oudere sterrenstelsels. JWST-instrumenten overgedragen aan Het infrarood is ook uitermate geschikt zijn veel hogere het NASA Goddard Space Flight Center om onderzoek te doen aan door stof gevoeligheid en voor verdere integratie in JWST. Samen gedomineerde gebieden in zowel het met hun team hebben de MIRI coals de ons omringende spectraal oplossend melkwegstelsel hoofdonderzoeker Ewine van Dishoeck sterrenstelsels, zoals Spitzer dat eer(Sterrewacht Leiden), plaatsvervangend der gedaan heeft. JWST zal echter een vermogen. co-hoofdonderzoeker Bernhard Brandl wetenschappelijke reuzenstap maken (Sterrewacht Leiden), Instrument Sciendankzij zijn veel hogere gevoeligheid en spectraal oplossend vermogen. tist Jan Willem Pel (Kapteyn Instituut, RUG) en proNederlandse sterrenkundigen zullen bij het vinden jectmanager Rieks Jager (NOVA-SRON/ASTRON) een van antwoorden op tal van onderzoeksvragen belangprachtig stuk hardware geproduceerd. “De MIRI spectrometer bouwen met deze hoge sperijke bijdragen gaan leveren. De jarenlange ervaring van de Nederlandse sterrenkunde met infraroodoncificaties binnen het gegeven budget was een serieuze uitdaging – en tegelijkertijd een fantastische ervaderzoek via bijvoorbeeld IRAS, ISO, NASA's Spitzer Space Telescope, de Herschel-telescoop en met diverse ring. Het idee dat Nederlandse hardware straks op infrarood- en submillimeterinstrumenten op vereen afstand van 1,5 miljoen kilometer de rest van het heelal zal bestuderen is heel inspirerend”, aldus Rieks scheidene observatoria op aarde (o.a. ALMA) draagt Jager. daar zeker toe bij. Inmiddels zijn alle vier instrumenten geïntegreerd tot Het Europese MIRI zal een cruciale rol spelen in het één geheel en volgt dit jaar een derde instrument-testbehalen van deze wetenschappelijke doelen en bijdracampagne. Na het samenvoegen van de instrumenten gen aan het succes van James Webb. MIRI zal met zijn en de spiegel wordt uiteindelijk de complete telescoop zeer hoge gevoeligheid spectaculaire beelden en spec(zonder het zonnescherm) getest onder omstandighetra gaan leveren van het infrarode heelal. “Wat we in het midden-infrarood hebben gezien met ISO en Spitden vergelijkbaar met die in de ruimte. zer was prachtig. Echter, waarmee JWST-MIRI ons zal verrassen... Zelfs ik kan dat niet met zekerheid voorWetenschap met JWST Zoals aangegeven in de inleiding zullen sterrenkunspellen. Maar ik weet zeker dat er spectaculaire verrasdigen met JWST zeer gevarieerde wetenschappelijke singen zullen zijn”, zegt Ewine van Dishoeck. ! onderwerpen bestuderen; ze omvatten nagenoeg alle denkbare vakgebieden binnen de sterrenkunde. Het Dit artikel is mogelijk gemaakt door bijdragen van is dan ook niet vreemd dat JWST door verschillende Bernhard Brandl, Rieks Jager, Gabby Kroes, Ramon onderzoeksgroepen een beetje gezien wordt als hun Navarro, Ad Oudenhuysen, Ewine van Dishoeck en telescoop. In die kringen heet de telescoop ook wel de Lars Venema. Eureka! nummer 50 – september 2015

17


fotoreportage

Gouden Bier Tekst en foto’s: Alex van Vorstenbosch

De Eureka! is vijftig nummers oud! Daarom wordt dit nummer alles in een gouden jasje gestoken, zo ook de fotoreportage. Voor deze editie is de redactie afgereisd naar Belgisch biercafé Olivier te Leiden om de meest gouden speciaalbieren vast te leggen. Kom ons een keertje opzoeken in de FooBar, dan kunnen we er samen van eentje genieten. ‘Op de Eureka!, proost!’

Cornet is een relatief jong bier van de brouwers van Palm. Het is gebaseerd op een exclusief bier dat in eikenvaten werd gebrouwen door Theodore Cornet in de zeventiende eeuw.

Gouden Carolus Tripel Een bier dat nog steeds wordt gemaakt volgens eeuwenoude traditie. Het werd oorspronkelijk gebrouwen voor de Ridders van het Gulden Vlies in 1491 en is sinds 2002 vier keer verkozen tot beste tripel van België.

Cornet 18

Eureka! nummer 50 – september 2015


Deugniet Dit is het eerste biertje dat in biercafé Olivier getapt is. De naam Deugniet is speciaal bedacht voor ons Nederlanders, bij de zuiderburen zal je een Tripel Moine moeten bestellen.

La Chouffe & Karmeliet Tripel Volgens de Belgen is Karmeliet Tripel een van de meest schone bieren; het is in 2008 verkozen tot het beste bier ter wereld in de categorie hogegistingsbieren. La Chouffe, ook bekend als ‘kabouterbier’, is een biertje dat ooit begon als een hobby, maar uitgegroeid is tot iets veel groters.

Duvel ‘Allez, maar daz nen echten duvel van een bier’, zou een brouwersknecht hebben gezegd over dit bier. Duvel is een natuurlijk bier met een subtiele bitterheid, een verfijnd aroma en een uitgesproken hopkarakter.

Eureka! nummer 50 – september 2015

19


Wetenschap

De gouden

oppervlakte­ plasmon­laser door Vasco Tenner

In de quantumopticagroep worden microscopische oppervlakteplasmonlasers bestudeerd. In deze lasers wordt het licht opgesloten in volume met een hoogte die kleiner is dan de golflengte van het licht. Goud is daarvoor essentieel. Bij bosjes landen de atomen op het oppervlak. Eilandjes groeien langzaam naar elkaar toe en vormen een gesloten oppervlak. Gestaag wordt de laag dikker. Dit is niet zomaar een goudlaag, binnenkort reizen hier vele oppervlakteplasmonen overheen. Nu maar hopen dat de goudlaag de rest van het productieproces overleefd. Oppervlakteplasmonen zijn het onderwerp van mijn promotieonderzoek. Ze reizen over een metaaloppervlak. Zij worden gevormd door wisselwerking tussen licht en de vrije elektronen op het oppervlakte van een metaal. Tijdens iedere cyclus van het licht worden de elektronen in het oppervlak versneld en weer afgeremd. Door deze wisselwerking zit de energie vlak boven het oppervlakte opgesloten, in een hoogte die kleiner is dan de golflengte van het licht, zie figuur 1. Deze sterke opsluiting van licht heeft een aantal toe-

Figuur 1: a) Het veld heeft een wisselwerking met de elektronen op de oppervlakte. Het veld heeft een transverse magnetische polarisatie. b) Door de interactie is het oppervlakteplasmon opgesloten binnen een golflengte van het licht _d < _. De indringdiepte in het metaal _m is ongeveer 10 nm. Bron: [1] 20

Eureka! nummer 50 – september 2015

passingen. Door de sterke opsluiting kan de interactie met bijvoorbeeld moleculen bijzonder hoog zijn. Fleischmann [2] combineerde deze verhoogde interactie met een sterk niet lineair proces (Ramanspectrocopie) en maakte daarmee een gevoelige sensor voor moleculen. Zo‘n oppervlakte-versterkte Ramanspectroscopie (SERS)-sensor kan een 1011 [3] hoger signaal geven in vergelijking met een sensor zonder oppervlakteplasmonen. Deze ultra-gevoelige sensoren zijn erg handig voor het diagnosticeren van ziektes en het vinden van bommen. Verder zijn er ook kansen voor de telecommunicatie. Zo verloopt op dit moment alle lange-afstandcommunicatie via licht in glasvezels. Om de informatie naar verschillende gebruikers te schakelen, wordt het licht eerst omgezet in een elektrisch signaal, dan wordt het geschakeld en daarna weer omgezet naar licht om verder te versturen. Dit is natuurlijk enorm inefficiënt en een voorname snelheidsbeperking, aangezien elektronische schakelingen niet sneller kunnen. Een oplossing voor deze beperking is een schakeling voor licht. Dit zal een enorme snelheidswinst voor netwerken opleveren. Deze schakelingen moeten wel klein genoeg zijn om praktisch nut te hebben. Een hele optische tafel is bijvoorbeeld veel te groot om in het kastje op de hoek van de straat geplaatst te worden. Een kleine optische schakeling maken is niet eenvoudig, omdat het lastig is om licht te geleiden. De kern van een dunne glasvezel is typisch 10 mm, terwijl een hele elektrische transistor maar 0,2 mm is. Met een metalen golfgeleider kan licht wel in een klein circuit worden gevangen. Dit komt omdat oppervlakteplasmonen zijn opgesloten vlak boven een oppervlak. Er zijn al diverse componenten gedemonstreerd, waaronder snelle modulators [4], logische poorten [5] en bundelsplitsers [6].


InGaAs active layer

pump

InP substrate

luminescence

metal hole

Figuur 2: Schets van het sample. Vanaf de achterkant pompen we energie in de versterkende laag. Aan de voorkant verzamelen we het resulterende laserlicht. Merk op dat de oppervlakteplasmonen op het raakvlak van goud en versterkmateriaal zitten.

That’s one small step for man, one giant leap for mankind.

Over de auteur – Vasco Tenner Vasco Tenner studeerde natuurkunde aan de Universiteit van Amsterdam en volgde daar de master Advanced Materials and Energy Physics. Na zijn masteronderzoek over ‘Lensless imaging’ in het LaserLab (Vrije Universiteit) begon hij in 2013 aan zijn promotieonderzoek onder leiding van Martin van Exter in de Quantumopticagroep met als onderwerp oppervlakteplasmonen en versterking.

Foto: Pim Rusch

Nog veel interessantere fenomenen verschijnen zodra we nanostructuren in de goudlaag maken. Door de structuur goed te kiezen kunnen metamaterialen met bijzondere eigenschappen worden gemaakt, bijvoorbeeld perfecte lenzen en onzichtbaarheidsmantels. Wij kijken naar een heel simpel metamateriaal: een rooster met kleine, sub-golflengte, gaatjes. Ook daar gebeuren onverwachte dingen. Zo scheen Ebbensen [7] licht met de juiste golflengte op zo’n rooster, en liet zien dat er meer licht door het rooster gaat, dan je op basis van de oppervlakte van de gaatjes zou verwachten. Natuurlijk zijn er ook complicaties bij het gebruik van oppervlakteplasmonen. Een belangrijke beperking zijn de verliezen van oppervlakteplasmonen. Het veld versnelt constant elektronen op het oppervlak. Die elektronen ondervinden ohmse weerstand en landaudemping. Verder botsen ze op korrelgrenzen van de goudkristallen en verliezen zo energie. Daardoor ontstaan verliezen, met als gevolg dat de oppervlakteplasmonen niet ver reizen, typisch 200 mm, terwijl licht door glasfibers de oceaan oversteekt. Als je oppervlakteplasmonen wil bestuderen moet je erg snel zijn, en een mogelijke schakeling navenant klein maken. Ons onderzoek richt zich op het compenseren van deze verliezen. Door een optisch versterkend materiaal dicht bij het metaal oppervlak te plaatsen kunnen de verliezen worden gecompenseerd en kan er zelfs effectieve versterking optreden. Door deze effectieve versterking te combineren met de juiste terugkoppeling kan een laser worden gebouwd, zie kader. Intussen hebben we zo’n laser gemaakt en bestuderen we de

eigenschappen. De laser bestaat uit een goudfilm die is geperforeerd met ronde gaten in een vierkant rooster. De goudfilm ligt op een InGaAs versterkende laag, zie afbeelding 2. In ons lab staat een klein cryostaatje op een verschuifbaar tafeltje met daarin het sample. Het sample moet gekoeld worden om voldoende versterking te hebben om een laser te maken. Sommige lasers werken al bij 100 Kelvin, maar de meeste metingen doen we bij 8 Kelvin. Om die temperatuur te bereiken gebruiken we vloeibaar helium. In de cryostaat zitten twee raampjes om licht in en uit de cryostaat te krijgen. Onze oppervlakteplasmonlaser heeft een aantal bijzondere eigenschappen. Een aantal ontstaan door de gebruikte terugkoppeling. De laser is een distributed feedback (DFB) laser, zie kader, waarbij de gaatjes zorgen voor de terugkoppeling. Vorig jaar heeft André van Delft tijdens zijn bacheloronderzoek de grootte van die terugkoppeling en de verliezen gemeten, wat resulteerde in een artikel [8]. Doordat het verschil in

tenner@physics.leidenuniv.nl

✉ 

physics.leidenuniv.nl/~tenner

Eureka! nummer 50 – september 2015

21


WETENSCHAP

Referenties [1] William L. Barnes, Alain Dereux, and Thomas W. Ebbesen. Surface plasmon subwavelength optics. Nature, 424(6950):824–830, 2003. URL http:// www.nature.com/nature/journal/v424/n6950/abs/nature01937.html. [2] M. Fleischmann, P. J. Hendra, and A. J. McQuillan. Raman spectra of pyridine adsorbed at a silver electrode. Chemical Physics Letters, 26 (2):163–166, May 1974. ISSN 0009-2614. doi: 10.1016/0009-2614(74) 85388-1.

URL

http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/

0009261474853881. [3] E. C. Le Ru, E. Blackie, M. Meyer, and P. G. Etchegoin. Surface Enhanced Raman Scattering Enhancement Factors: A Comprehensive Study. The Journal of Physical Chemistry C, 111(37):13794–13803, September 2007. ISSN 1932-7447, 1932-7455. doi: 10.1021/jp0687908. URL http://pubs. acs.org/doi/abs/10.1021/jp0687908. [4] A. Melikyan, L. Alloatti, A. Muslija, D. Hillerkuss, P. C. Schindler, J. Li, R. Palmer, D. Korn, S. Muehlbrandt, D. Van Thourhout, B. Chen, R. Dinu, M. Sommer, C. Koos, M. Kohl, W. Freude, and J. Leuthold. High-speed

Figuur 3: De laserbundel heeft de vorm van een donut. Het is een radieel gepolariseerde vectorbundel [9].

plasmonic phase modulators. Nat Photon, 8(3): 229–233, March 2014. ISSN 1749-4885. doi: 10.1038/nphoton.2014.9. URL http://www. nature.com/nphoton/journal/v8/n3/full/nphoton.

2014.9.html?WT.

ec_id=NPHOTON-201403.

brekingsindex tussen de gaatjes en het omringende metaal heel groot is, is er een veel sterkere terugkoppeling dan gebruikelijk is bij geheel di-elektrische systemen. Ook de laserbundel heeft een leuke vorm: het is een niet-Gaussische bundel met de vorm van een donut, zie afbeelding 3. Verder is de bundel radieel gepolariseerd. Een van de eigenschappen van zo’n radieel gepolariseerde vector bundel is dat hij kleiner kan worden gefocust dan een Gaussische bundel en verder dat er in het focus een elektrisch-veld-component in de richting van de bundel is. Zulke bundels worden gebruikt voor super-resolutiemicroscopie, het versnellen van deeltjes en het driedimensionaal detecteren van de rotatie van moleculen. De lasers die ik bestudeer maak ik in de cleanroom in Eindhoven. Het is leuk om met alle stappen van het onderzoek bezig te zijn: de fabricage van samples in de cleanroom, het ontwerpen van een opstelling, het nauwkeurig meten van eigenschappen van de samples en het aanpassen van theorie om de gemeten effecten te verklaren. Al met al is het een interessant project, waarbij veel intrigerende toepassingen denkbaar zijn, maar waarbij ik mij richt op het begrijpen van deze oppervlakteplasmonlasers. Wat de goudatomen betreft: die zitten de rest van mijn onderzoek gevangen in de goudfilms. !

[5] Yurui Fang and Mengtao Sun. Nanoplasmonic waveguides: towards applications in integrated nanophotonic circuits. Light: Science & Applications, 4(6):e294, June 2015. ISSN 2047-7538. doi: 10.1038/lsa.2015.67. URL http://www.nature.com/doifinder/10.1038/lsa.2015.67. [6] Chengwei Sun, Jianjun Chen, Hongyun Li, and Qihuang Gong. Ultrasmall nic

wavelength

waveguide.

Opt.

splitters Lett.,

10.1364/OL.40.000685.

in

a

subwavelength

40(5):685–688,

URL

http:

March

plasmo-

2015.

doi:

//ol.osa.org/abstract.

cfm?URI=ol-40-5-685. [7] Thomas W. Ebbesen, H. J. Lezec, H. F. Ghaemi, T. Thio, and P. A. Wolff. Extraordinary optical transmission through sub-wavelength hole arrays. Nature, 391(6668):667–669, 1998. URL http://www.nature. com/nature/ journal/v391/n6668/abs/391667a0.html. [8] V T Tenner, A N van Delft, M J A de Dood, and M P van Exter. Loss and scattering of surface plasmon polaritons on opticallypumped hole arrays. Journal of Optics, 16(11):114019, November 2014. ISSN 20408978, 2040-8986. doi: 10.1088/2040-8978/16/11/ 114019. URL http://stacks.iop.org/2040-8986/16/i=11/a=114019?

key=crossref.

dd062c4aad52b08b30d238807adf304f. [9] Frerik van Beijnum, Peter J. van Veldhoven, Erik Jan Geluk, Michiel J. A. de Dood, Gert W. ’t Hooft, and Martin P. van Exter. Surface Plasmon Lasing Observed in Metal Hole Arrays. Physical Review Letters, 110(20), May 2013. ISSN 0031-9007, 1079-7114. doi: 10.1103/PhysRevLett.110.206802.

URL

http://link.aps.org/doi/10.1103/PhysRe-

vLett.110.206802. [10] Alexandra Boltasseva. Website of Prof. Alexandra Boltasseva. URL https: //engineering.purdue.edu/~aeb/projects.shtml. [11] Gururaj V. Naik, Vladimir M. Shalaev, and Alexandra Boltasseva. Alternative Plasmonic Materials: Beyond Gold and Silver. Advanced Materials, 25 (24):3264–3294, June 2013. ISSN 09359648. doi: 10.1002/ adma.201205076. URL http://doi.wiley.com/10.1002/adma.201205076. [12] H. Kogelnik and C. V. Shank. Coupled-Wave Theory of Distributed Feedback Lasers. Journal of Applied Physics, 43(5):2327, 1972. ISSN 00218979. doi: 10.1063/1.1661499. URL http://scitation.aip.org/content/aip/ journal/jap/43/5/10.1063/1.1661499.

22

Eureka! nummer 50 – september 2015


Praktisch Kun je het niet simpel uitleggen? Dan begrijp je het niet goed genoeg.

werkenbijdsw.nl Eureka! nummer 50 – september 2015

23


wetenschap

De Gulden Snede De vijftigste editie van Eureka!: een gouden jubileum. De redactie, op zoek naar artikelen en auteurs om dit jubileum kracht bij te zetten, kwam als vanzelf uit bij de gulden snede, de gouden verhouding uit de wiskunde. Een wiskundig begrip, maar toegepast een fenomeen dat overal opduikt. Heel goed is dit te lezen in het gedicht dat drs. P ooit over de gulden snede maakte. Ik laat het hier in extenso volgen (als u dit voor uzelf hardop voordraagt, dan hoort u naar mijn mening nog het specifieke stemgeluid van de dichter): door drs. Wim Kleijne

Een pentagram in een klooster in Alcobaça, Portugal

Gulden snede De ontwikkelde bewoners van het oude Griekenland Beschouwden kunst en wijsbegeerte in den brede En zo kwam dan ook een vlakverdelingsmethodiek tot stand Die eeuwen later nog een ereplaats bekleedde De formule, moet u weten, was gericht Op het vinden van het optisch evenwicht Zij staat sedertdien bekend als gulden snede En mag hier wel even worden toegelicht Kijk, ze hadden al een rechte lijn, die noemden ze AB En ze deden toen ineens een reuzeschrede Door een punt te plaatsen tussen A en B, geheten C En die moeite was voorwaar een welbestede Want AB gaf maal CB een resultaat Dat precies gelijk was aan AC2 Die verhouding muntte uit en sleepte mede En de kunst was er bijzonder mee gebaat Ondertussen ging natuurlijk de geschiedenis haar gang En men bouwde, sjouwde, handelde en smeedde Er was ziekte en gezang, en groepsbelang en zinnendrang Er was veel oorlog en soms ook een beetje vrede Maar het picturale werk werd voortgezet Boekverluchting en altaarstuk en portret En de leerlingen verklaarden onder ede Zich te houden aan de oude Griekse wet Renaissancekunstenaars bezaten in het algemeen Tien slechte zeden en daarnaast een goede zede Nu, die slechte zeden zet ik in dit nummer niet uiteen Die ene goede was 't gebruik der gulden snede Want de vlakverdeling gaf op die manier Aan de tekenaars en schilders veel plezier En dat gold niet enkel voor de weldoorknede – Ook de ondoorknede maakten goede sier Vele ogen namen deze nieuwe kunstopvatting waar Waaronder blijde en verbaasde en ook lede Vele monden bleven openstaan of gaven commentaar De een ohade en de andere ojeede Want de gulden snede had iets losgemaakt Voor stilleven, landschap, krijgstafreel en naakt Ja voor alle genres werd er stante pede Door de handige artiest op ingehaakt Nu, we kennen de vooruitgang van techniek en wetenschap De vooruitgang van de kunst, dat is een tweede Door 't gedoe van Nieuwe Wilden en de postmoderne hap Raakt de goede smaak wat in het ongerede En met al hun grensverleggende misbaar Maken zij in feite weinig klaar Hun producten zijn om zo te zeggen schede Geef mij dan de ouderwetse kunde maar

24

Eureka! nummer 50 – september 2015


In kort bestek laat dit gedicht zeer veel facetten zien, die aan de gulden snede worden 'toegedicht'. De ‘ouderwetse kunde’:

Al in het Griekenland van Euclides komt de bedoelde verhouding als wiskundige verhouding voor: de verhouding van de uiterste en middelste reden. Een lijnstuk wordt door een punt tussen de beide uiteinden in uiterste en middelste reden verdeeld, indien het kleinste stuk (k) tot het grootste stuk (g) gelijk is aan het grootste stuk (g) tot het gehele lijnstuk (k+g). Dus k : g = g : (k+g), waaruit door eenvoudige berekening volgt g2 = k2 + kg ofwel (g/k)2 – g/k – 1 = 0. De oplossing van deze vierkantsvergelijking is g/k = ½ ( 1 + √5) ≈ 1,61803 doorgaans aangeduid met φ. Merk op dat k/g = ½ (– 1 + √5) = 1/φ ≈ 0,61803. Noem het getal φ het 'gulden verhoudingsgetal', of kortweg de 'gulden verhouding'. Het getal φ heeft een aantal opmerkelijke eigenschappen, zoals: φ2 = φ + 1 1/ φ = φ – 1 φ + 1/ φ = √5 φ2 + 1/ φ2 = 3 hetgeen allemaal eenvoudig te verifiëren is. Met de gulden verhouding is veel meer wiskunde te bedrijven. De verhouding van uiterste en middelste reden is van de vorm a : b = b : (a + b). Als we nu op dezelfde wijze doorgaan dan vinden we: a : b = b : (a + b) = (a + b) : (a + 2b) = (a + 2b) : (2a + 3b) = (2a + 3b) : (3a + 5b) = … Iedere verhouding in deze doorlopende evenredigheid is gelijk aan φ. Bovendien heeft de rij die hieruit te maken is, namelijk a, b, a + b, a + 2b, 2a + 3b, 3a + 5b, …, de opmerkelijke eigenschap dat iedere volgende term gelijk is aan de som van de beide voorgaande termen. Rijen met deze laatste eigenschap heten in de wiskunde Lucas-rijen (naar E. Lucas 1842 – 1891). Omgekeerd behoeft een Lucas-rij niet de eigenschap te hebben dat iedere verhouding tussen twee opvolgende termen gelijk is aan φ. Een eenvoudig, maar historisch gezien belangwekkend, tegenvoorbeeld vormt het bewijs voor deze stelling. Beschouw daartoe de rij 1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, …, bekend onder de naam 'rij van Fibonacci': wel een Lucas-rij, maar geen rij waarvan de opvolgende termen de verhouding φ hebben. Het wordt een ander verhaal wanneer we de volgende rij beschouwen: 1, φ, φ2, φ3, φ4, …

Deze tekening van het menselijk lichaam is van van de Duitse filosoof A. Zeising (1810 – 1876); de maten van de verhoudingen die volgens hem de ideale menselijke figuur vormen, zijn van Zeising.

De verhouding tussen ieder tweetal opvolgende termen is duidelijk gelijk aan φ. Deze rij is tevens een Lucas-rij, hetgeen met de boven beschreven eigenschappen van φ en met volledige inductie eenvoudig is te bewijzen. De rij van Fibonacci komt op veel plaatsen tevoorschijn, reden om de rij eens nader te bekijken. Fibonacci (letterlijk 'zoon van Bonacci', in 1175 geboren onder de naam Leonardo van Pisa) beschreef deze rij in zijn boek Liber Abaci (1202). Hij gebruikte daarbij de snelle voortplanting van konijnenparen, zoals drs. P in zijn gedicht vermeldt. Alhoewel de verhoudingen van de op elkaar volgende termen van deze rij niet gelijk zijn aan φ, is er toch iets opmerkelijks aan de Eureka! nummer 50 – september 2015

25


wetenschap

hand. De opvolgende verhoudingen zijn namelijk 1; 2; 1,5; 1,666...; 1,6; 1,625; 1,615...; … (gemakkelijk te controleren). En dit rijtje getallen lijkt verdacht veel te tenderen naar φ (≈ 1,61803…). Dit blijkt inderdaad het geval te zijn. Voor iedere Lucas-rij geldt dat f(n+1) = f(n) + f(n-1), waarin f(n+1), f(n) en f(n-1) achtereenvolgens de (n+1)de term, de n-de term en de (n-1)-de term aangeven. Beide delen door f(n) delen geeft f(n+1)/f(n) = 1 + f(n-1)/f(n). Als we ervan uitgaan dat in de rij van Fibonacci de verhouding van twee opvolgende termen naar een welbepaalde limiet L tendeert (maar dat moet natuurlijk streng bewezen worden!), dan volgt uit de laatste gelijkheid dat L = 1 + 1/L , oftewel L2 – L – 1 = 0, waaruit weer volgt dat L = ½ ( 1 + √5) = φ (≈ 1,61803 …). De rij van Fibonacci is dus nauw verbonden met de gulden verhouding. Dat blijkt ook min of meer uit het volgende. Voor de algemene term (de n-de term) van een getal uit de rij van Fibonacci geldt de formule f(n) = 1/√5 ∙ φn – 1/√5 ∙ (– 1/φ)n . Ook in deze vorm vervult √5 weer net zo'n prominente rol als in φ.

zijn oudere broer was Georg Ohm, de welbekende fysicus). Dat was dus pas tijdens de romantiek, een stroming waarin toen al allerlei veronderstelde verbanden werden aangewezen, een soort holisme avant la lettre. De getallen uit de rij van Fibonacci en de verhouding verbonden aan het getal φ zag men overal in terug. De verdeling volgens uiterste en middelste reden werd wel als het ultieme schoonheidsideaal gezien. Inderdaad kun je in veel schilderijen deze verhouding min of meer aanwijzen. Ook in de architectuur zou de verhouding aanwijsbaar zijn. Natuurlijk allemaal bij benadering. Zelfs in de natuur: het aantal bloemblaadjes van een bloem is vaak (maar lang niet altijd) een getal uit de rij van Fibonacci (5, of 8, of 13 e.d.). Datzelfde geldt voor het aantal spiralen dat je kunt tellen op een zonnebloem of in een kegel van een den. Het ultieme is wel dat in het menselijk lichaam de verhouding op vele plaatsen te zien zouden zijn. Fictie of realiteit? U mag het zeggen. !

Ook meetkundig is de gulden snede beroemd. In de oude schoolmeetkunde van de HBS was dit gesneden koek voor de leerlingen van klas 3 (15 jaar!): de verhouding van de zijde van een regelmatige tienhoek tot de straal van de omgeschreven cirkel is gelijk aan 1/φ (= ½ (– 1 + √5) ≈ 0,61803). Vanuit zo'n tienhoek is het een kleine stap naar een regelmatige vijfhoek en het daarmee verbonden pentagram.

'De ontstelling van Pythagoras', door Albert van der Schoot,

En zo komen we op heel andere terreinen dan dat van de zuiver wiskunde. Door de eeuwen heen heeft het pentagram allerlei occulte en magische betekenissen gehad. Zo liet Goethe in zijn 'Faust' door Mephistopheles zeggen: “Gesteh ich 's nur! Dass ich hinausspaziere, Verbietet mir ein kleines Hindernis, Der Drudenfuss auf Eurer Schwelle” gevolgd door de vraag van Faust: “Das Pentagramma macht dir Pein?” Ook de diagonalen van een regelmatige vijfhoek verdelen elkaar volgens de gulden snede. Als eenmaal de magie en occultisme om de hoek komen kijken, gaan die voor sommigen alle levenssferen beheersen. En zo is het ook gegaan met de gulden snede. De naam 'gulden snede' is helemaal zo oud nog niet. Waarschijnlijk voor het eerst rond 1835 geïntroduceerd door Martin Ohm (1792 – 1872; wiskundige, 26

Eureka! nummer 50 – september 2015

Literatuur. 'De Gulden Snede', door Wim Kleijne en Ton Konings, Epsilon Uitgaven, Utrecht 'De geheime code', door Priya Hemenway, uitgeverij Librero, Kerkdriel uitgeverij Kok Agora, Kampen Het gedicht van drs. P is afkomstig uit het boek 'Wis- en natuurlyriek' van drs. P en Marjolein Kool, uitgeverij Nijgh&Van Ditmar, Amsterdam, 2001 (2e druk), blz. 84. De tekening van het menselijk lichaam is afkomstig uit het boek 'De ontstelling van Pythagoras' van Albert van der Schoot, uitgeverij Kok Agora, Kampen, blz. 183.

Over de auteur – Wim Kleijne Drs. Wim Kleijne (1942), wiskundige en filosoof, heeft een leven in tal van takken van onderwijs achter zich. Van leraar, universitair docent, lerarenopleider (bijvoorbeeld nog voor de oude akten wiskunde MO-A en MO-B), rector van een lyceum tot (coördinerend) inspecteur van het (voortgezet) onderwijs. In deze functie was hij onder andere de laatste 'vakinspecteur', namelijk voor de wiskunde. Na zijn FPU was hij landelijk voorzitter van de staatsexamens voortgezet onderwijs. Nu met pensioen, maar nog steeds actief onder andere als toezichthouder en docent wiskunde. Hij is auteur van een aantal boeken op diverse gebieden, met als laatste de (wiskunde) uitgave 'Labyrinten en doolhoven' in de Zebra-reeks van uitgeverij Epsilon.

wim.kleijne@xs4all.nl


Gezocht: bèta’s in het bedrijfsleven

Via Talent&Pro krijg je de kans het beste uit jezelf te halen.

Wil jij jouw bèta-talent toepassen op vraagstukken in het bedrijfsleven? Dat is precies wat je in het actuariële traject bij Talent&Pro. Complexe berekeningen en analytisch vermogen zijn nodig bij vraagstukken als de woekerpolissen en het nieuwe pensioenakkoord. Of wil jij liever werken op het snijvlak van bedrijfskunde en IT? Kun jij bruggen slaan tussen de gebruikers en programmeurs van informatiesystemen? In het business IT traject van Talent&Pro ga je onder andere aan de slag met grote data-analyses, procesoptimalisatie en automatisering. Banken, verzekeraars en pensioenfondsen kunnen jouw hulp goed gebruiken. Via Talent&Pro doe je verschillende uitdagende opdrachten bij deze financiële instellingen. Bij Talent&Pro staat je persoonlijke ontwikkeling centraal: we bieden coaching en opleidingen zodat jij het beste uit jezelf kunt halen!

talent-pro.com Eureka! nummer 50 – september 2015

27


geschiedenis

Nobelprijswinnaars van de Universiteit Leiden Sinds 1901 worden in Zweden jaarlijks de Nobelprijzen uitgereikt in de categorieën Natuurkunde, Scheikunde, Fysiologie of Geneeskunde, Literatuur, Vrede en Economie (sinds 1969). Deze prijzen, ingesteld in het testament van Alfred Nobel, bestaan uit een flinke som geld voor onderzoek en een gouden medaille. De Universiteit Leiden heeft maar liefst zestien Nobelprijswinnaars voortgebracht, het meeste van alle Nederlandse universiteiten. Sommigen waren hoogleraar in Leiden, anderen verbleven er slechts een korte periode, maar allemaal hebben ze hun tijd in Leiden goed benut. In dit artikel bespreken we kort alle Leidse wetenschappers die de gouden medaille in ontvangst mochten nemen. Jacobus Henricus van ‘t Hoff

Jacobus Henricus van ‘t Hoff won in 1901 de eerste Nobelprijs voor de Scheikunde. Hij werkte en studeerde een jaar in Leiden, voordat hij promoveerde in Utrecht. De Nobelprijs won hij voor zijn ontdekking van de wetten van chemische evenwichten en osmotische waarden in oplossingen. Pieter Zeeman

Op twintigjarige leeftijd werd Pieter Zeeman toegelaten tot de Universiteit van Leiden als student van Hendrik Lorentz en Heike Kamerlingh Onnes. Samen met Hendrik Lorentz won hij in 1902 de Nobelprijs voor de Natuurkunde voor hun onderzoek naar de invloed van magnetisme op stralingsfenomenen. Het Zeeman Effect, het effect dat spectraallijnen van een atoom zich opsplitsen bij de aanwezigheid van een sterk magnetisch veld, is naar hem vernoemd. Hendrik Lorentz

Al op 24-jarige leeftijd, in 1878, werd Hendrik Lorentz een van de eerste hoogleraren in de theoretische natuurkunde van Europa, aan de universiteit Leiden. Samen 28

Eureka! nummer 50 – september 2015

met Pieter Zeeman won hij in 1902 de Nobelprijs voor de Natuurkunde. Meerdere instituten in Leiden, zoals het Lorentz Center en het Instituut Lorentz, zijn naar hem vernoemd. J.D. van der Waals

Nadat Johannes Diderik van der Waals in 1871 zijn doctoraal examen haalde aan de Universiteit Leiden, promoveerde hij hier ook in 1873. Vervolgens werd hij in 1877 de eerste hoogleraar natuurkunde aan de Universiteit van Amsterdam. De in Leiden geboren natuurkundige won in 1910 de Nobelprijs voor zijn verrichtingen op het gebied van de toestandsvergelijking van gassen en vloeistoffen. Hij was toen al 72 jaar oud. Tobias Asser

In 1911 won Tobias Asser de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn bijdrage aan de totstandkoming van het Permanent Hof van Arbitrage, een hof dat kan bemiddelen tussen landen

onderling en tussen landen en andere partijen. Asser promoveerde in 1860 aan de Universiteit Leiden in Internationaal Recht. Heike Kamerlingh Onnes

In 1882 werd Heike Kamerlingh Onnes aan de Universiteit Leiden aangesteld als hoogleraar in de experimentele natuurkunde. Ook richtte hij de Leidse Instrumentmakers School (LIS) op. In 1913 ontving hij de Nobelprijs voor zijn onderzoek naar de eigenschappen van materie bij lage temperaturen, dat onder andere tot de productie van vloeibaar helium heeft geleid en ervoor zorgde dat Leiden even de koudste plek op aarde was. Albert Einstein

In 1922 won Albert Einstein de Nobelprijs van de Natuurkunde van 1921, aangezien er in 1921 was besloten dat jaar geen nobelprijs uit te reiken. Hij


ontving de Nobelprijs voor zijn verdiensten voor de theoretische natuurkunde en met name voor zijn ontdekking van de wet van het foto-elektrisch effect. Van 1920 tot 1946 was hij bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Leiden. Tijdens deze periode heeft hij enkele malen per jaar gastcolleges gegeven. Willem Einthoven

Tussen 1886 en 1927 was Willem Einthoven werkzaam als hoogleraar fysiologie en histologie in Leiden. In 1901 ont w i kkelde hij de snaargalvanometer. Het werd de voorloper van de moderne elektrocardiograaf en was een van de eerste instrumenten die de stroomschokjes in het hart kon registreren. In 1924 ontving Einthoven hiervoor de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde. Albert Szent-Györgyi

De Hongaarse Albert Szent-Györgyi was arts en werkte van 1920 tot en met 1922 aan het Instituut voor Pharmacologie van de Universiteit Leiden. In 1937 ontving hij de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde voor zijn ontdekkingen in verband met de biologische verbrandingsprocessen.

Enrico Fermi

Natuurkundige Enrico Fermi studeerde in het najaar van 1924 bij Paul Ehrenfest tijdens een inspirerend verblijf aan de Universiteit Leiden. In 1926 werd hij op 25-jarige leeftijd benoemd tot hoogleraar in Rome. Daar won hij in 1938 de Nobelprijs voor de Natuurkunde, voor het aantonen van nieuwe radioactieve elementen door bestraling met neutronen. Gerrit Jan van Heuven Goedhart

Gerrit Jan van Heuven Goedhart studeerde rechten in Leiden en werd in 1950 benoemd tot eerste Hoge Commissaris van de Vluchtelingen van de Verenigde Naties. Dit Hoge Commissariaat, met als doel het beschermen en ondersteunen van vluchtelingen, kreeg, tijdens zijn ambtsperiode, in 1954 de Nobelprijs voor de Vrede. Igor Tamm

Igor Tamm was een natuur- en wiskundige uit de SovjetUnie. In 1928 bracht hij een paar maanden door aan de Universiteit Leiden met zijn vriend en gastheer Paul Ehrenfest. Samen met Ilja Frank en Pavel Tsjerenkov won hij in 1958 de Nobelprijs voor de Natuurkunde, voor de ontdekking en de interpretatie van het Tsjerenkov-effect. Jan Tinbergen

Jan Tinbergen was natuurkundige en studeerde bij, onder anderen, Hendrik Lorentz. Hij werd assistent van Paul Ehrenfest en besloot zich op diens advies te specialiseren in wiskundige economie. In 1969 won hij samen met Ragnar Frisch de

eerste Nobelprijs voor de Economie voor het ontwikkelen en uitvoeren van dynamische modellen voor analyses van economische processen. Niko Tinbergen

Oorspronkelijk had Niko Tinbergen geen interesse in een universitaire opleiding, maar op advies van zijn biologieleraar en Paul Ehrenfest, de promotor van zijn broer Jan, maakte hij een reis waarna hij besloot biologie te studeren aan de Universiteit Leiden. Daar promoveerde hij in 1932. In 1973 ontving Tinbergen samen met onderzoekers Konrad Lorenz en Karl von Frisch de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde voor baanbrekend werk op het gebied van Ethologie. Tinbergen wordt gezien als een van de grondleggers van deze tak van de biologie. Tjalling Koopmans

Tjalling Koopmans studeerde wiskundige economie bij Jan Tinbergen en promoveerde in 1936 aan de Universiteit Leiden. Pas in 1975 ontving hij, samen met Leonid Kantorovitsj de Nobelprijs voor de Economie, voor hun bijdrage aan de theorie van optimale allocatie van grondstoffen. Nicolaas Bloembergen

Nicolaas Bloembergen ontving in 1981 de Nobelprijs voor de Natuurkunde voor zijn werk op het gebied van laserspectroscopie. Ongeveer veertig jaar daarvoor leerde hij zelfstandig quantummechanica uit een boek bij het licht van een olielamp; door de oorlog was er namelijk geen elektriciteit. In 1948 studeerde hij af aan de Universiteit Leiden. !

Eureka! nummer 50 – september 2015

29


De Leidsche flesch

92e bestuur Lieve lezer, Het is een bijzonder gevoel om dit voorwoord te schrijven. Bijzonder, omdat dit alweer mijn laatste voorwoord voor de Eureka! is en ik eigenlijk nog helemaal niet het gevoel heb dat ons bestuursjaar al bijna is afgelopen. Toch hebben we ten tijde van het uitkomen van deze editie ons stokje al overgedragen aan het (nu nog) kandidaats-bestuur. Zoals je kunt zien, is mijn opvolger al bezig met het overnemen van mijn taak en heeft zij ook een voorwoord geschreven. Ook al verloopt lang niet alles in zo'n bestuursjaar zoals je graag zou willen, toch kijk ik terug op een jaar waarin ik – en de rest van mijn bestuur met mij – heel veel heb geleerd en prachtige ervaringen aan heb overgehouden.

opvolgers, maar ook zeker van de rust genieten. Iedereen is nu nog druk bezig met het afronden van de laatste dingen en het leren voor eventuele tentamens, maar daarna gaan ook wij genieten van het lekkere weer! De komende tijd staat nog een aantal activiteiten op het programma. Zo zal er een Fun Fair georganiseerd worden, waar iedereen van een speciale Flesch-kermis kan genieten. De sportievelingen gaan nog naar het strand toe of een bootje bevaren tijdens het waterfestijn. Verder zullen we niet naar de oude vertrouwde Efteling gaan, maar gaan we dit jaar Walibi bezoeken. Gelukkig zijn we dus nog een paar maanden bestuur en kunnen we nog van deze leuke activiteiten genieten. Daarna wordt het terugkijken en er vrede mee hebben dat onze taken overgenomen worden. Inmiddels begint het steeds meer te dagen dat dat snel gaat gebeuren. Hopelijk worden de komende jaren net zo mooi als het afgelopen jaar. Ik zal er in ieder geval ook volgend jaar mijn best voor doen dat iedereen zich hier thuis voelt, want ‘Eigen haard is goud waard’.

Logischerwijs ben ik ontzettend trots op mijn bestuursgenoten. We hebben eerstejaars enthousiast gemaakt over de vereniging, hun eerste jaar door zien komen en vrienden zien maken. De ouderejaars zijn ook een jaar verder in de studie en hebben ervoor gezorgd dat de eerstejaars er niet alleen voor stonden en hopelijk hun plekje hebben gevonden aan de universiteit. Als bestuur kunnen we hier alleen maar tevreden naar kijken. Hopelijk hebben we niet alleen maar gouden bergen beloofd, maar Bedankt voor het prachtige jaar en hopelijk tot snel! Veel leesplezier! dit (deels) ook waargemaakt. Het zal voor ons de komende maanden alvast een beetje uitrusten worden. We gaan natuurlijk een Erik Weenk deel van de tijd besteden aan het inwerken van onze e.t. Praeses 30

Eureka! nummer 50 – september 2015


93e bestuur Lieve lezer, Aan het begin van mijn lang verwachte vakantie schrijf ik je dit voorwoord. Terwijl het oer-Hollandse landschap langzaam verandert in heuvels en plaats maakt voor het Franse platteland, denk ik nog eens na over de afgelopen weken. Weken waarin we flink wat ideeën hebben bedacht met z’n zessen en elkaar al een beetje beter hebben leren kennen. Eerlijk gezegd vind ik het nog maar een gek idee dat volgend jaar het studeren grotendeels ingeruild gaat worden voor een jaar besturen. En dat, op het moment dat je deze Eureka! leest, we het stokje over hebben genomen van het 92e bestuur en het jaar is begonnen. De dagelijkse gang van zaken is ineens onze verantwoordelijkheid. We zullen zorg dragen voor de vereniging en haar leden. Wat eerst een vooruitzicht was, is dan werkelijkheid. Dat voelt best spannend als ik dit zo opschrijf, maar ik kan je vertellen, we hebben er heel veel zin in! Wanneer wij onze eerste stappen zetten in de schoenen van het bestuur, zullen de eerstejaars kennismaken met het leven van een student. Alles is nieuw: het studeren, de mensen, op jezelf wonen. Om de eerstejaars kennis te laten maken

met hun studiegenoten en de vereniging, gaan we in het tweede weekend van september op eerstejaarsweekend. Wat mij betreft het leukste weekend van het hele jaar. We reizen dan traditiegetrouw af naar de Stratumse heide om het daar flink op stelten te zetten en een hoop lol te maken. Na dit hopelijk onvergetelijke weekend keren we allemaal weer terug naar Leiden en zal alles langzamerhand gaan voelen alsof het nooit anders is geweest. De eerste commissies worden gevormd, de activiteiten komen op gang, men raakt gewend aan de nieuwe gezichten én aan de nieuwe Flesschekamerindeling. En zoals wij onze draai gaan vinden op ons nieuwe plekje, zullen ook de eerstejaars hun draai vinden in het studentenleven. Hopelijk kunnen wij als vereniging bijdragen om van die jaren een gouden tijd te maken. Maar voor dit alles zover is, ga ik eerst nog even van mijn vakantie genieten. Tot in september! Tineke Nogarede h.t. Praeses

Eureka! nummer 50 – september 2015

31


De Leidsche flesch

Interview met de BAPC-commissie De BAPC-commissie is de commissie die een Beneluxbrede uitdaging organiseert voor puzzelfanaten die ook goed kunnen programmeren, oftewel de Benelux Algorithm Programming Contest

overnachtingsmogelijkheden in (de buurt van) Leiden. Vera is de Assessor Acquisitie en gaat dus over de sponsoring. Vince gaat ten slotte over de techniek en de website. Deze is te vinden op bapc.eu.

opleiding Informatica in Leiden een van de beste opleidingen in Europa. Tenslotte maken de winnaars van voorgaande jaren de opgaven dit Vince antwoordt dat hij aan het jaar en velen van hen zitten ook in Wat is de capaciteit van jullie wedstrijd? Leids Kampioenschap Programme- de jury.' ren (LKP), wat de voorronde voor de 'In principe mogen er drie teams per BAPC is, heeft meegedaan en dat hij Wat is de functieverdeling instituut meedoen. Vorig jaar waren dat erg leuk vond. Zo heeft hij ook binnen jullie commissie? er zo'n dertig teams, maar de comeen beter beeld gekregen van hoe 'Bert is de Praeses, Chiel de Ab-actis missie mikt nu op zestig deelnede wedstrijd aangepakt kan worden. en Ivo is de Quaestor. Jan, de Asses- mende teams. Het lijkt hem een mooie uitdaging sor Extern, verzorgt het contact met om het BAPC dit jaar met deze com- externen zoals andere instituten en Wat maakt jullie als commisstudieverenigingen. Zo licht hij hen sie uniek? missie neer te zetten. Verder heeft Bert tweemaal aan in over de voorrondes en dergelijke.' 'Wat uniek is aan de commissie,' verzowel het LKP, de BAPC en de De commissie focust er erg op dat dit telt Vera, 'is dat er studenten uit vijf Northwestern Europe Regional Con- beter gebeurt dan vorig jaar, zodat verschillende studiejaren in de comtest (NWERC), de vervolgronde van alle organisatoren van de voorron- missie zitten. De commissie bestaat de BAPC, meegedaan. Hierbij heeft des in de verschillende steden op tijd uit zes studenten Informatica en één hij veel geleerd en zijn team pres- op de hoogte zijn van de planning. student Wiskunde. Hierbij benateerde daardoor ook steeds beter. 'Je Zo hopen ze dat meer deelnemers drukt de samenstelling van de comleert als team samenwerken om snel- zich inschrijven voor de komende missie dat wiskundestudenten voor ler de oplossingen te vinden', vertelt BAPC. Ook instituten in Vlaande- een BAPC-team onmisbaar zijn.' Bert. 'Uiteindelijk is het vooral een ren zijn aangeschreven, zodat ook soort trucje dat je moet leren.' zij actief mee kunnen doen aan de Tot slot wil de commissie graag alle BAPC, want het heet niet voor niets studenten aanraden om vooral mee de Benelux Algorithm Programming te doen met de voorrondes en de Waarom wordt jullie BAPC BAPC, zodat deze BAPC een gouden Contest. leuker? BAPC kan worden. Hiervoor hoef je Jeroen D. is de Assessor Intern, hij Jeroen vertelt dat Leiden een mooie stad is om de BAPC te organiseren, zorgt ervoor dat er voldoende crewle- echt niet heel goed te kunnen proaangezien het minder modern is dan den zijn tijdens de wedstrijd en dat er grammeren: het gaat er vooral om andere steden en als een klassieke een precieze planning wordt gemaakt dat je goed logisch kunt redeneren. omgeving perfect is voor een pro- voor de voorronde en de BAPC. Ver- Kennis van wiskunde van de middelgrammeerwedstrijd. 'Verder is de der verzorgt hij de informatie over bare school is in principe voldoende. Hebben jullie zelf ook wel eens meegedaan aan een dergelijke programmeerwedstrijd?

32

Eureka! nummer 50 – september 2015


Koken met

So jar gai yuen (gouden bloesems)

RON Ingrediënten:: 1 pond kipfilet 4 ons gepelde (rose) garnalen 1 ons varkensgehakt 6 voorjaarsuitjes 2 teentjes knoflook 100 g kleine maiskorrels (blikje) 1tl zout 4 tl maïzena (frituurpan en olie) 1 pond kipfilet Deeg: 1,5 kop (375 ml) bloem 2 tl maïzena 1 tl zout 1,5 kop (375 ml) water 4 tl arachideolie 1 tl versgeraspte gemberwortel 2 eiwitten (stijfgeklopt)

Bereiden

Dit Chinese recept levert een dubbele portie borrelhapjes. • Kipfilet en garnalen zeer fijn hakken en in een flinke kom mengen met gesnipperde voorjaarsuitjes en knoflook, gehakt, mais, zout en maïzena. Daar ongeveer 30 kleine balletjes van draaien. • Voor het deeg de bloem, maïzena en zout in een kom mengen. Dan langzaam water toevoegen en tot een glad beslag roeren/kloppen. Olie en gemberwortel er doorheen mengen en 30 minuten laten rusten. Ondertussen de frituurpan heet laten worden. • Stijfgeklopte eiwitten door het deeg roeren. Balletjes door het deeg halen en in frituur goudbruin bakken. Goed laten uitlekken en direct serveren. • Je kunt ze van tevoren maken en laten afkoelen. Dan nog heel even (45 seconden) in heel hete olie na-frituren. Eet ze zo bij de borrel of geef er pittige dipsausjes bij.

Een gouden kans Toen in 1575 de Universiteit Leiden werd opgericht, stond Nederland aan het begin van de Gouden Eeuw. Alle Leidse (en Leidsche) studenten hebben aan deze periode veel te danken. De universiteit, als bolwerk van vrijheid, en haar academici legden de basis voor onze huidige westerse opvattingen over vrijheid en humaniteit. Een studie mogen kiezen, daarna een andere studie kiezen en zo lang studeren als je zelf wilt: vrijheden waar we erg blij mee mogen zijn. Maar ook Grolsch, brouwer van zo veel studentenbiertjes, stamt uit de Gouden Eeuw. Het is overigens helemaal niet zo raar om je studietijd ook op te vat-

Door Jacob Boon

ten als ‘gouden periode’: de hoeveel- de academische wereld en daarbuiheid kansen die je krijgt om jezelf ten en om uit te vinden wie jij als te ontplooien, het aantal gebieden volwassene eigenlijk bent en wat je waarop je onderwezen kunt worden belangrijk vindt. Zoals al je decanen, en de schier oneindige hoeveelheid studieadviseurs en ouders/verzornieuwe mensen die je ontmoet, zal gers je al verteld zullen hebben: dit je met moeite in de rest van je leven is een ongeëvenaarde mogelijkheid kunnen evenaren. En, waarschijnlijk om te investeren in jezelf. Deze gouvoor het eerst, heb je al je keuzes zelf den kans krijg je maar één keer in je in de hand. De universiteit is, anders leven! dan andere soorten opleidingen, een Dus hoeveel geld je ook leent van plek waar je de intellectuele vrijheid de overheid, hoeveel biertjes je ook hebt om jezelf kritisch te ontwik- drinkt, hoeveel gouden ideeën je ook kelen en waar je door docenten en opdoet: wees een gelukkige student. professoren als zelfstandige volwas- Wat mij betreft kan het niet lang sene en intellectuele gelijke wordt genoeg duren! beschouwd. De jaren dat je studeert zijn een uitgelezen kans om je plek te vinden in

Eureka! nummer 50 – september 2015

33


De Leidsche flesch

September

Oktober

1 september

Lustrumopening van de faculteit 1 september

November

3 oktober

6 november

Leidens ontzet

Masterdag

10 oktober

Algemene Ledenvergadering

23 november

Science Run

8 september

SNiC-symposium 'AutonomIT'

15 en 16 oktober

LaTeX-workshop voor studenten Wiskunde

P-in-1 uitreikingen

10 september

Open Dag Universiteit Leiden Bacheloropleidingen

10-13 september

Eerstejaarsweekend

Benelux Algorithm Programming Contest

19 september

30 oktober

21 september

Study Abroad Festival

LaTeX-workshop voor studenten Informatica (& Biologie)

17 oktober

24 oktober

Leids Kampioenschap Program- Ladies Day Physics meren Masterbarbecue

Colofon Eureka! jaargang 12, nummer 50, september 2015 Eureka! is een uitgave van een samenwerkingsverband tussen de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen aan de Universiteit Leiden en studievereniging De Leidsche Flesch en wordt ieder kwartaal gratis verspreid onder studenten en wetenschappelijk personeel van de opleidingen Natuurkunde, Wiskunde, Sterrenkunde en Informatica aan de Universiteit Leiden. De redactie behoudt zich het recht artikelen te wijzigen of niet te plaatsen. Anonieme artikelen worden in principe niet geplaatst. Oplage ongeveer 2500

34

Eureka! nummer 50 – september 2015

30 oktober

Redactieadres Eureka! Magazine p/a De Leidsche Flesch Niels Bohrweg 1 2333 CA Leiden eureka@deleidscheflesch.nl Hoofdredactie Ellen Schlebusch en Lotte Konings Eindredactie Annette Mense, Simon Klaver, Tobias de Jong en Tom Warmerdam Rubrieksredactie Alex van Vorstenbosch, Annette Mense, Ellen Riefel, Ellen Schlebusch, Heleen Otten, Lotte Konings, Pim Overgaauw, Simon Klaver, Simone Cammel, Stefanie Brackenhoff, Suzanne Anten, Tobias de Jong en Tom Warmerdam

Ontwerp en vormgeving Balyon, Zoeterwoude Druk UFB, Universiteit Leiden Aan deze editie werkten verder mee: Anne Hommelberg, Henri Lenferink, Geert de Snoo, Fred Lahuis, Vasco Tenner, Wim Kleijne, Erik Weenk, Tineke Nogarede, Ron van Veen en Jacob Boon. Referenties Het is helaas niet altijd mogelijk referenties naar andere publicaties op te nemen. Wilt u meer weten, neemt u dan contact op met de redactie.

Adverteren Adverteren in de Eureka! is mogelijk door schriftelijk contact op te nemen met studievereniging De Leidsche Flesch, door te mailen naar bestuur@ deleidscheflesch.nl. Abonnement Het is voor € 8,- per jaar mogelijk een abonnement te nemen op Eureka!. Neemt u hiervoor contact op met de redactie. Deadline Eureka! 51: 1 oktober 2015 Copyright Eureka! en al haar inhoud © studievereniging De Leidsche Flesch. Alle rechten voorbehouden. ISSN 2214-4072


PUZZEL

Puzzel Vind het goud! Een kluis, waarin goud zit opgeborgen, kan alleen geopend worden met een 16-cijferige papiertjes

code. met

Acht daarop

telkens twee cijfers van de code zijn verdeeld over vijf dozen, geletterd A t/m E. Acht mensen (vijf mannen – Daan, Lars, Milan, Thomas en Tim - en drie vrouwen – Emma, Julia en Sanne) mogen één voor één een papiertje pakken uit één van de dozen. Kan jij, uit de informatie die hieronder gegeven is, erachter komen uit welke doos ieder van de mensen (met voor- en achternaam) zijn of haar twee cijfers heeft gehaald?.

1. Elk cijfer van 1 t/m 9 staat op ten minste één papiertje, maar nooit op meer dan twee. Elk papiertje bevat twee verschillende cijfers. Het getal op het papiertje van Sanne (die niet mevrouw Visser is) is lager dan 85 en heeft ten minste één even cijfer, maar bevat niet het cijfer 2. 2. De vijf mannen zijn Thomas (die een papiertje met twee oneven cijfers pakte uit doos D), meneer Jansen (die een papiertje pakte uit dezelfde doos als degene met de achternaam Mulder), Lars de Vries (die zijn papiertje niet uit doos C pakte), de man die een papiertje met nummer 25 pakte (die niet in doos B zat) en meneer Bakker. 3. Mevrouw Visser is niet de vrouw die het papiertje met nummer 72 pakte uit doos E, waarin twee papiertjes zaten. Julia en Tim pakten hun papiertjes niet uit dezelfde doos. Het tweede cijfer op een papiertje uit doos A is een 4. 4. Een persoon pakte een papiertje met nummer 37, een andere met nummer 43. De twee papiertjes met daarop het cijfer 1 zijn degene die Thomas heeft gepakt en degene die uit doos C komt. Het enige papiertje waar een 9 op staat, is door een vrouw gepakt. Het tweede cijfer op Thomas’ papiertje is een 1. 5. Het getal op het papiertje van degene die De Jong als achternaam heeft is kleiner dan het getal op het papiertje van meneer Van Dijk. Het getal op Milans papiertje (dat net als één ander papiertje in doos A zat) is groter dan ten minste twee andere getallen. 6. De twee papiertjes die het cijfer 8 bevatten, werden gepakt door een man en een vrouw uit twee verschillende dozen. Emma heeft is niet degene met de achternaam Smit. Het tweede cijfer op het papiertje van meneer Bakker (die geen Daan heet) is een 6. 7. Het getal op het papiertje dat een man uit doos B pakte (wat ten minste één oneven cijfer bevat), is groter dan het getal op het papiertje van meneer Jansen. Op één papiertje staat een oneven getal tussen 10 en 20. Er werden precies twee papiertjes gepakt uit doos D. De 16-cijferige code vind je nu door de getallen achter elkaar te zetten op de volgorde van de dozen waar ze uitkwamen (dus eerst doos A, et cetera). Als er meerdere getallen uit één doos kwamen, zet je de kleinste eerst. Om kans te maken op een boekenbon lever je de 16-cijferige code in door middel van een e-mail naar eureka@deleidscheflesch.nl

Oplossing Puzzel

#49

De winnaar van de puzzel uit #49 is Sander van Rijn. Hij kan zijn prijs op komen halen bij het bestuur in de Flesschekamer (Snellius lokaal 301). De antwoorden van de puzzel waren als volgt: • LXXXIX (Combinatie van Fibonacci en Romeinse cijfers) • 'p' (subschillen van elektronenschillen) • 1 (Lord of the Rings) • Alkmaar, Hengelo (Netnummers) • Altair - Ezio (Hoofdrolspelers Assassin’s Creed) • Witten, Pendry (Lorentz professors) • 3 Pennies, 2 Ten Bob Note (Old british pound coins, geïnspireerd door een Good Omens quote) • Timothy, Pierce (James Bond acteurs) • Nehalem, Sandy Bridge, Haswell (Intel processornamen) • C (Diagonaal in het periodiek systeem) • Lance (Elite four Pokémon gen I) • “&” - “(“ (ASCII) • 28, 33550336 (Perfect numbers) • Vardis Egen, Eddard Stark (Doden in Game of Thrones) Eureka! nummer 50 – september 2015

35


Heb j ij een profie en te l natu chnie ur k of ee natuu n profie r en g l ezond Wil je heid? wete n hoe is om het na he t vwo e bèta en studi e in L volge eiden n? te

Kom proef stude ervaa ren e r het n zelf! Vrijda g 27 nove mber

Biologie * Bio-Farmaceutische Wetenschappen Informatica * Informatica & Biologie * Informatica & Economie * Life Science & Technology * Molecular Science & Technology Natuurkunde * Sterrenkunde * Wiskunde Meer informatie of je direct aanmelden: www.opendageninleiden.nl/wiskunde-ennatuurwetenschappen/

Bij ons leer je de wereld kennen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.