Gorlaeus Gebouw Onbegrensde mogelijkheden
Colofon Uitgave: Tekst en vormgeving: Redactie: Fotografie: Architect: Druk:
Expertisecentrum Vastgoed van de Universiteit Leiden, 2018 WijS architectuur, Barbara Heijl Anneke van Bergen en Henegouwen, Barbara Heijl, Marjolein van Schoonhoven, Iris Minnee Marcel van der Burg, Monique Shaw, Luuk Kramer Inbo / JHK Architecten Drukkerij De Bink
www.universiteitleiden.nl www.universiteitleiden.nl/wiskunde-en-natuurwetenschappen De samenstellers van dit boek zijn veel dank verschuldigd aan de vele personen binnen en buiten de universiteit die op enigerlei wijze bijgedragen hebben aan de totstandkoming ervan. Het spreekt vanzelf dat dit boek niet compleet is en naar de mening van sommigen wellicht tekortkomingen kent. Lezers van het boek worden uitgenodigd hun op- en aanmerkingen door te geven via secretariaat@vastgoed.leidenuniv.nl.
Gorlaeus Gebouw Onbegrensde mogelijkheden
Inhoud Voorwoord Science Campus in ontwikkeling ..............................
9
Inleiding Samen sterker ......................................................... 13 Onbegrensde mogelijkheden Interdisciplinair onderzoek Openheid Daadwerkelijk duurzaam Vernieuwing Studeren in het Gorlaeus Gebouw ........................ 19 Studieverenigingen Innovatie met interactie ....................................... 29 Hoofdopzet Flexibele basis Verbindende kern Technologie delen Transparantie Veiligheid Consistentie en continuĂŻteit Onderzoeksfaciliteiten ......................................... 47 Cell Observatory NMR-faciliteit NeCEN-microscopen Meethal FMD/ELD Duurzaam werken en studeren ............................ 59 Maatwerktraject EfficiĂŤntie
6
Ventilatielucht Verwarming en koeling Herkomst van materialen Afvalmanagement Licht Faseren
................................................................. 69
Fase 1 (2013 - 2016) Fase 2a (2017 - 2023) Fase 2b (2023 - 2026)
Inspirerende werkomgeving ................................ 77 Synergie Masterplan Stedenbouwkundig geheel De acht instituten van de faculteit ....................... 87 Mathematisch Instituut Leiden Institute of Advanced Computer Science Sterrewacht Leiden Leids Instituut voor Onderzoek in de Natuurkunde Leiden Institute of Chemistry Leiden Academic Centre for Drug Research Instituut Biologie Leiden Centrum voor Milieuwetenschappen Bronnen
................................................................ 94
Beeldverantwoording ........................................... 95
7
8
9
Voorwoord Science Campus in ontwikkeling Met het afronden van de eerste fase van het nieuwe Gorlaeus Gebouw is een belangrijke mijlpaal bereikt voor de Universiteit Leiden. Het markante faculteitsgebouw van maar liefst 46.000 m², heeft geavanceerde faciliteiten voor wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. De nieuwbouw heeft ook een positieve invloed op het Leiden Bio Science Park als geheel. Met gepaste trots presenteren wij het resultaat in dit boek. Het Gorlaeus Gebouw is voorzien van de modernste faciliteiten en een prachtig centraal atrium voor gemeenschappelijk gebruik. Het gebouw maakt deel uit van het Leiden Bio Science Park, een combinatie van hoogwaardig onderwijs, onderzoek, Leids Universitair Medisch Centrum en bedrijfsleven. De campus trekt studenten en wetenschappers vanuit de hele wereld naar Leiden. Wij hebben de taak om huisvesting van de universiteit zo in te richten, dat talent en ambitie zo goed mogelijk tot bloei kunnen komen, niet alleen in het gebouw, maar ook daarbuiten. De universiteit zet zich samen met de gemeente in voor een levendige en aantrekkelijke Campus Bio Science Park, waar stad en universiteit samen komen. Nu fase 1 van het nieuwe Gorlaeus Gebouw in gebruik is genomen, gaat de realisatie van fase 2 P. 8 Links Michel Leenders, rechts Carel Stolker.
10
onafgebroken verder. De entree van het nieuwe complex komt te liggen aan een aantrekkelijk ingericht plein. Dit campusplein ligt centraal in het park. Het is daarom de uitgelezen plek om elkaar te ontmoeten. Ook horeca en woningen zullen er zorgen voor extra levendigheid. De gevel van het nieuwe Gorlaeus Gebouw en het iconische Gorlaeus Collegezalengebouw vormen belangrijke herkenningspunten op het plein. Oud en nieuw, verweven tot het nieuwe gezicht van de Science Campus. We verheugen ons hier enorm op. Het realiseren van dit grote bouwproject vraagt om een zorgvuldige voorbereiding en heeft een lange doorlooptijd. We zullen wat geduld moeten hebben voordat we de afronding van fase 2 kunnen vieren, maar dankzij het huidige Gorlaeus Gebouw, fase 1, weten we zeker dat het wachten de moeite waard is! Prof.mr. Carel Stolker Rector Magnificus & Voorzitter College van Bestuur Drs. Michel Leenders Directeur Vastgoedbedrijf
11
12
13
Inleiding Samen sterker Baanbrekend onderzoek en onderwijs laten zich niet begrenzen. Om het uitwisselen van kennis te stimuleren, brengt de faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen de instituten zo veel mogelijk samen onder één dak. In september 2016 is de eerste fase van het nieuwe gebouw, het Gorlaeus Gebouw, in gebruik genomen. De nieuwbouw biedt de medewerkers en studenten van de faculteit unieke onderzoeksfaciliteiten in een inspirerende werk- en studieomgeving. Onbegrensde mogelijkheden ‘De wens van onze onderzoekers om intensiever samen te werken, ligt ten grondslag aan de plannen voor een gezamenlijk faculteitsgebouw’, vertelt Geert de Snoo, decaan van de faculteit en hoogleraar Milieubiologie. ‘Als het gaat over het oplossen van maatschappelijke of wetenschappelijke vraagstukken, moet je grenzeloos kunnen samenwerken. Dat gaat een stuk makkelijker als je elkaar fysiek ontmoet. De faculteit heeft acht instituten die de krachten bundelen en multidisciplinair samenwerken. Ook veel studenten kijken graag over de grenzen van wetenschapsgebieden heen. Als onderzoek en opleidingen zich op één locatie bevinden, P. 12 De decaan van de faculteit, Geert de Snoo.
14
ontstaat synergie’, aldus De Snoo. ‘Het nieuwe gebouw stimuleert academische samenwerking en dat trekt talent naar Leiden.’ Interdisciplinair onderzoek In het nieuwe Gorlaeus Gebouw is veel van de hoogwaardige, grootschalige onderzoeksapparatuur in één vleugel bijeengebracht. Dat bevordert interdisciplinair onderzoek. ‘Een goed voorbeeld daarvan is het onderzoek naar de ontwikkeling en de verspreiding van kankercellen’, vervolgt De Snoo. ‘Chemici, biofarmaceutische wetenschappers en biologen zoeken samen naar stoffen die geschikt kunnen zijn als medicijn om uitzaaiingen tegen te gaan. Verderop in de gang wordt het effect van de stoffen op levende cellen bekeken met elektronenmicroscopen. Natuurkundigen bestuderen de moleculen in de cel op nog kleinere schaal. De disciplines informatica en wiskunde ontwikkelen nieuwe methodieken voor de dataverwerking van het onderzoek. En ook voor studenten is dit een prachtige interdisciplinaire werkomgeving.’ Openheid ‘Een grote toegevoegde waarde van het Gorlaeus Gebouw is de transparantie van het gebouw. Door de toepassing van glazen deuren en
15
wanden, kun je overal in het gebouw mensen aan het werk zien. Het bevordert gezonde nieuwsgierigheid en brengt mensen met elkaar in gesprek’, zegt De Snoo. ‘Ook binnen de instituten zelf, kom je daardoor nog makkelijker bij elkaar over de vloer.’
samenwerking, zoals bijvoorbeeld met het LUMC en de Technische Universiteit Delft. De faculteit is de afgelopen jaren sterk gegroeid, het aantal studenten is verdubbeld in de laatste vijf jaar. We zijn met het nieuwe gebouw helemaal klaar voor de toekomst.’
Daadwerkelijk duurzaam Duurzaam bouwen vormde een van de belangrijkste uitgangspunten voor het Gorlaeus Gebouw. In alle facetten van het ontwerp zijn duurzame maatregelen geïntegreerd. De nieuwbouw heeft een hoge duurzaamheidskwalificatie voor een laboratoriumgebouw: BREEAM Very Good. ‘Aan het gas-, elektra- en waterverbruik van ons nieuwe gebouw, kun je, door te vergelijken met de oude gebouwen, zien wat een enorm verschil dat maakt. Zo gebruikt het Gorlaeus Gebouw vrijwel alleen aardgas voor onderzoek in de laboratoria. Daardoor verbruikt de nieuwbouw een fractie van wat in de oude gebouwen werd verbruikt.’ Vernieuwing Ook de ontwikkelingen in het onderwijs en de oude versnipperde huisvestingssituatie lagen ten grondslag aan de plannen voor het nieuwe gebouw. De Snoo: ‘Vroeger had de hoogleraar, bij wijze van spreken, zijn favoriete apparaat aan het eind van de gang staan. Behalve dat het efficiënt is om faciliteiten te delen, zien we vooral meerwaarde in het uitwisselen van kennis. Dit bevordert bovendien ook de externe 16
P. 14 Het stralende kunstwerk ‘Silence Please Science Please’ op de achtergrond, is van kunstenaar Martijn Sandberg. De wand van twintig bij zeven meter, is gemaakt van geperforeerd aluminium.
17
18
19
Studeren in het Gorlaeus Gebouw Wie beter dan de studenten, kunnen vertellen over studeren in het Gorlaeus Gebouw? Samen vertellen de vijf voorzitters van de studieverenigingen en de assessor van de faculteit over het nieuwe gebouw in de praktijk. Wat ervaar je als het grootste verschil tussen de oude gebouwen en het nieuwe gebouw? Bjorn Bouwer, voormalig voorzitter van de Leidsche Pharmaceutische StudentenVereeniging Aesculapius vertelt: ‘Voor de communicatie binnen het instituut maakt het een groot verschil. In het oude gebouw zat elke afdeling op een eigen verdieping. De zeven afdelingen zijn nu samengevoegd tot drie divisies. Ze werken nu veel dichter bij elkaar P. 18 Staand (v.l.n.r.): Jannetje Driessen (voormalig voorzitter DLF), Milan van der Vlugt (voorzitter AES), Dennis Uitenbroek (voorzitter DLF), Ted de Haas (voorzitter CDL) en Megan Hulscher (voorzitter LBC). Zittend (v.l.n.r.): Bernice Dekker (voormalig assessor), Martijn Wissink (voorzitter LIFE), Bjorn Bouwer (voormalig voorzitter AES), Judith Teeuwisse (voormalig voorzitter LIFE), Iris de Bruin (voormalig voorzitter CDL) en Marleen van Dorst (FWN assessor).
20
en maken gezamenlijk gebruik van gedeelde faciliteiten. Dit bevordert de samenwerking. Er wordt veel gestudeerd in het atrium. Het is een fijne plek om af te spreken met een werkgroepje en er samen te werken aan een opdracht.’ Iris de Bruin, voormalig voorzitter van het CDL (Chemisch Dispuut Leiden), voegt toe: ‘Het licht vind ik heel prettig. De eerste keer dat ik een practicum volgde in het nieuwe gebouw, was ik echt enthousiast dat ik naar buiten kon kijken, naar bomen en een blauwe lucht. De apparatuur is veel moderner, de werkbanken zijn strak, dat motiveert studenten om de ruimte schoon te houden. De werksfeer is veel opgewekter dan in het vorige gebouw.’ ‘Het is een zeer representatief gebouw dat ook geschikt is voor grote evenementen, zoals de Bètabanenmarkt’, aldus Jannetje Driessen, voormalig voorzitter van De Leidsche Flesch. ‘Als we een ouderdag organiseren, laten we graag het gebouw zien. Ouders zijn altijd erg onder de indruk.’ Heeft het samenbrengen van de instituten onder één dak meerwaarde? Bjorn Bouwer: ‘De farmacie benut meerdere vakgebieden en heeft zowel baat bij kennis
21
over bijvoorbeeld de microbiologie, als over de organische chemie. Je kunt als student Bio-Farmaceutische Wetenschappen behalve bij het LACDR (Leiden Academic Centre for Drug Research) dan ook stage lopen bij andere instituten, zoals het LIC (Leiden Institute of Chemistry). Nu we samenwerken in hetzelfde gebouw kan dit in een vertrouwde omgeving.’ Iris de Bruin vervolgt: ‘Het gebeurt regelmatig dat een student die de bachelor BioFarmaceutische Wetenschappen volgt, daarna een masterprogramma bij het LIC gaat volgen en vice versa. Dit is makkelijker als je naast elkaar zit. Ook voor de onderzoekers is het fijn.’ Sabine Werndlij, voormalig voorzitter van de Leidse Biologen Club: ’Ik denk dat het goed is voor je netwerk als je kunt praten met studenten van andere studierichtingen. Mensen van je eigen leeftijd, maar wel van een andere studie. Het kan helpen bij stages of in je loopbaan als je kennissen hebt die andere specialisaties volgen. In mijn onderzoeksgroep zit bijvoorbeeld iemand die chemie heeft gestudeerd.’ ‘Als je samen een gebouw deelt, vorm je sneller een echte eenheid’, besluit Bernice Dekker, voormalig assessor van de faculteit.
P. 20 De practicumruimten vormen een motiverende studieomgeving.
22
Het Gorlaeus Gebouw is uitgerust met state of the art onderzoeksfaciliteiten: NMR-magneten, NeCEN-microscopen, het Cell Observatory en de nieuwe meethal. Wat betekent dat voor studenten in de dagelijkse praktijk? Jannetje Driessen: ‘Zodra studenten een bachelor- of masterstage lopen bij een onderzoeksgroep, mogen zij praktisch onderzoek doen met deze apparatuur, echt geweldig. De meeteilanden van de nieuwe meethal worden nu volop ingericht en de berichtgeving over de mogelijke precisie leeft enorm onder natuurkundestudenten. We zijn erg benieuwd naar de resultaten die we ermee kunnen bereiken.’ ‘Studenten Life Science & Technology (LST) doen al in hun eerste jaar projecten binnen onderzoeksgroepen en komen dus vrij snel in aanraking met de NMR-apparatuur’, vertelt Judith Teeuwisse, voormalig voorzitter van S.V. LIFE. ‘Daarom raak je er al snel aan gewend dat je met zulke luxe meetapparatuur mag werken. Bij excursies naar andere universiteiten kom je pas tot de ontdekking dat het niet vanzelfsprekend is. Ik vind onze universiteit in deze erg bescheiden, ze zouden wat mij betreft meer mogen pronken met onze faciliteiten.’
23
Studieverenigingen Chemisch Dispuut Leiden (CDL) Het Chemisch Dispuut Leiden (CDL) is de studievereniging voor Molecular Science & Technology (MST) en de Master Chemistry. De Leidsche Flesch (DLF) De Leidsche Flesch is de studievereniging voor studenten die de opleiding Natuurkunde, Sterrenkunde, Wiskunde of Informatica volgen. Leidse Biologen Club (LBC) De Leidse Biologen Club is de studievereniging voor biologiestudenten. L.P.S.V. Aesculapius (AES) De Leidsche Pharmaceutische Studentenvereniging (L.P.S.V.) Aesculapius is er voor de studenten die Bio-Farmaceutische Wetenschappen studeren. S.V. LIFE De Studievereniging LIFE is er voor de studenten die de opleiding Life Science & Technology (LST) volgen.
P. 22 Het Gorlaeus Gebouw is uitermate geschikt voor grote evenementen, zoals de Bètabanenmarkt. Alles staat in het teken van de carrière van de student. De 35e editie vindt plaats op 13 maart 2019.
24
25
26
27
28
29
Innovatie met interactie Samenwerking is het centrale thema in het ontwerp van het Gorlaeus Gebouw. Het laten floreren van onderwijs en onderzoek en het bevorderen van de synergie tussen en binnen de instituten, zijn de twee uitgangspunten uit de huisvestingsvisie van de faculteit die het uiteindelijke gebouwconcept hebben bepaald.
van functies mogelijk is. Elke vleugel heeft een middengang met aan de zuidzijde kantoren en aan de noordzijde laboratoria. Ieder instituut in het Gorlaeus Gebouw krijgt een eigen plek in een van de vleugels. Laboratoria en kantoren worden ingericht naar de wensen van de gebruikers. De instituten LIC (chemie) en LACDR (geneesmiddelenonderzoek) zijn al verhuisd naar de nieuwbouw.
Hoofdopzet De indeling van het Gorlaeus Gebouw stimuleert kruisbestuiving. Het gebouw heeft een centraal atrium met daaraan gekoppelde zijvleugels. Het atrium verbindt, via een gebouwhoge vide, alle verdiepingen met elkaar en is de dynamische spil van het gebouw. Alle gemeenschappelijke voorzieningen, zoals werkcollegezalen, practicumzalen, studieplekken en horeca zijn aan het atrium gekoppeld. In de zijvleugels bevinden zich de instituten met hun laboratoria en onderzoeksfaciliteiten.
Verbindende kern Het atrium verbindt de instituten, verspreid over verschillende zijvleugels, fysiek met elkaar. Het is een belangrijke informele ontmoetingsplek voor docenten, studenten en bezoekers. Witte, gebogen trappenhuizen fungeren als herkenningspunten. Een visueel herkenbare zone met trappen, liften en toiletgroepen, markeert elke doorgang naar een zijvleugel. Gebruikers kunnen zich goed oriĂŤnteren dankzij deze heldere structuur.
Flexibele basis Nieuwe ontdekkingen en voortschrijdend inzicht kenmerken vooruitstrevend onderwijs en onderzoek. De hoofdopzet van de nieuwbouw is daarom uiterst flexibel. Met het oog op de toekomst is de hoofdindeling van alle zijvleugels gelijk, waardoor een optimale uitwisselbaarheid 30
Technologie delen Het onderzoek van de faculteit vergt speciale meetapparatuur en faciliteiten zoals NeCENmicroscopen, het Cell Observatory, P. 28 Het atrium verbindt via een gebouwhoge vide alle verdiepingen met elkaar en is de dynamische spil van het gebouw.
31
NMR-magneten en een nieuwe meethal met een unieke trillingsarme onderzoeksomgeving. Deze faciliteiten zijn geconcentreerd in één lange vleugel van het gebouw. Naast deze grootschalige onderzoeksvoorzieningen, kenmerkt het gebouw zich door het grote aantal laboratoria en practicumruimten. Transparantie Om de samenwerking te bevorderen, is de zichtbaarheid van de instituten essentieel. Waar wordt aan gewerkt binnen het instituut? Waar liggen kansen voor een vruchtbare samenwerking? Elk instituut heeft practicumruimten en laboratoria die grenzen aan het atrium, om het eigen specialisme te belichten. Door glazen wanden en deuren zijn de specifieke werkzaamheden binnen de instituten letterlijk zichtbaar. Ook de installaties in laboratoria zijn bewust in het zicht gelaten. Door de open plafonds kunnen proefopstellingen makkelijker worden gebouwd en vormen de installaties blikvangers in de ruimte. Veiligheid Transport- en publieksstromen zijn zoveel mogelijk van elkaar gescheiden. Het meest openbare gebied is de centrale as, alle ruimten in het atrium zijn ingericht voor gemeenschappelijk gebruik. De noodzakelijk beveiligde onderzoeksruimten liggen achter de instituutsingang en zijn alleen toegankelijk 32
voor geautoriseerde medewerkers en studenten. Het expeditiehof, voor onder andere de toe- en afvoer van chemicaliën, ligt aan de noordzijde van het gebouw, evenals de entree van de parkeerkelder. Consistentie en continuïteit De gevel verbindt alle bouwdelen tot een krachtige eenheid. De uitstraling is ingetogen en zakelijk. Door de kamvormige structuur, loopt het landschap als het ware door in het gebouw. Bijna alle werkruimten hebben zicht op de tussengelegen hoven en de omgeving. De gevel bestaat uit glas en aluminium, transparante en lichte materialen. De gevelindeling is gebaseerd op wiskundige golfpatronen. De hoogte van het Gorlaeus Gebouw is bescheiden en afgestemd op de hoogte van de omringende bebouwing.
P. 30 Gemeenschappelijke voorzieningen, zoals werkcollegezalen, practicumzalen, studieplekken en horeca zijn aan het atrium gekoppeld.
A.
B.
P. 32 Schematische weergave van het ontwerpconcept. A. Ontmoeting en uitwisseling. B. Het atrium verbindt alle ruimten. C. Rust in de zijvleugels.
33
C.
P. 33 Het centrale atrium biedt ruimte voor ontmoeting tussen de verschillende disciplines.
34
35
P. 34 Als onderzoek en opleidingen zich op ĂŠĂŠn locatie bevinden, ontstaat synergie. Het nieuwe gebouw stimuleert academische samenwerking.
36
P. 35 Fase 1: plattegrond eerste verdieping.
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
Onderzoeksfaciliteiten Het Gorlaeus Gebouw is uitgerust met state of the art onderzoeksfaciliteiten. Cell Observatory De ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen is een van de speerpunten van de Universiteit Leiden. In het Cell Observatory wordt onderzoek gedaan naar de dynamiek van de levende cel tot op moleculair niveau. Dit geeft inzicht in fundamentele mechanismen van het leven en is essentieel voor vooruitgang in de bestrijding van ziekten. Bijvoorbeeld om de verspreiding van kanker in het menselijk lichaam te verminderen. Het Cell Observatory is een ontmoetingsplaats en gedeelde faciliteit voor wetenschappers uit verschillende disciplines en instituten van de faculteit. De faciliteit wordt daarnaast ook gebruikt door onder andere de TU Delft, het LUMC en het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). NMR-faciliteit Via magnetisme de samenstelling van een stof ontleden? Dat kan met behulp van NMR (Nuclear Magnetic Resonance)-faciliteit. Met de NMR-faciliteit kan onderzoek gedaan worden naar de synthese van paramagnetische moleculen om kennis te vergaren over de structuur en dynamiek van eiwitten. Deze kennis kan dienen als basis voor een medicijn dat zich 48
hecht aan een eiwit of voor de ontwikkeling van vaccins. De faciliteit is beschikbaar voor onderzoekers binnen het LIC en wordt ook ingezet voor samenwerking met onderzoekers van andere universiteiten en het bedrijfsleven, die zijn geïnteresseerd in de structuren van moleculen. NeCEN-microscopen NeCEN (Nederlands Centrum voor Elektronen Nanoscopie) behoort tot ’s werelds topfaciliteiten in high end elektronenmicroscopisch onderzoek. Met de krachtige elektronenmicroscopen van NeCEN wordt onderzoek verricht naar ziekteprocessen op biomoleculair niveau, waardoor waardevolle informatie wordt verkregen voor de toekomstige ontwikkeling van geneesmiddelen. De methoden die worden gebruikt, zijn geschikt voor een breed scala aan onderzoekstoepassingen, die kunnen leiden tot snellere en betere methoden voor het begrijpen, diagnosticeren, genezen en voorkomen van ziekten op moleculair niveau.
P. 46 Aan het werk met de NMR (Nuclear Magnetic Resonance)-faciliteit.
49
Meethal De meethal, met zestien trillingsvrije meeteilanden, behoort tot de beste van wereld. De meethal wordt momenteel ingericht met proefopstellingen op maat, voor grensverleggend onderzoek. Ieder meeteiland is afzonderlijk geplaatst op veren die elke trilling bijna volledig absorberen. Trillingen worden daarnaast voorkomen door een scheiding die is aangebracht tussen de constructie van de meethal en de rest van de nieuwbouw. Zonder deze maatregelen zou elke langsrijdende vrachtwagen op de A44 de experimenten beĂŻnvloeden. FMD/ELD De FMD (Fijnmechanische Dienst) ontwikkelt op verzoek, en in samenwerking met onderzoekers, onderdelen en instrumentarium op maat, voor geavanceerde onderzoekstoepassingen. Samen met de ELD (Elektronische Dienst) ondersteunen zij het onderzoek voor diverse instituten. Experimenteel onderzoek vraagt specifieke onderzoeksapparatuur die niet verkrijgbaar is in de commerciĂŤle sector. Beide diensten ondersteunen onderzoekers met specifieke kennis en ervaring in (micro)-elektronica, engineering en de productie van op maat gemaakte ontwerpen en apparatuur. P. 48 De FMD (Fijnmechanische Dienst) maakt onderdelen en instrumentarium op maat voor geavanceerde onderzoekstoepassingen.
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
Duurzaam werken en studeren Het Gorlaeus Gebouw is het eerste laboratoriumgebouw in Nederland met een waardering BREEAM Very Good. BREEAMNL is hét meetinstrument om Nederlandse gebouwen, gebieden en projecten op hun duurzaamheidsprestaties te beoordelen. De verantwoorde bouw en exploitatie van de nieuwbouw draagt bij aan een schone, gezonde en groene leefomgeving, voor nu en voor de generaties na ons. Maatwerktraject In Europa is BREEAM de meest toegepaste methode om de duurzaamheid van gebouwen in kaart te brengen. BREEAM wordt gekenmerkt door de brede benadering van duurzaamheid. Niet alleen het ontwerp zelf, maar bijvoorbeeld ook de locatiekeuze en de herkomst van de materialen worden meegenomen. Omdat er nog geen beoordelingsrichtlijn voor laboratoria bestond, is deze voor het Gorlaeus Gebouw ontwikkeld in een maatwerktraject. Voorbeelden van genomen maatregelen zijn: Efficiëntie De efficiëntie op het gebied van energieverbruik van een nieuw gebouw, wordt aangegeven met de EPC (Energie Prestatie Coëfficiënt). De universiteit heeft zich als doel gesteld dat, ten opzichte van de wettelijke eis, een 60
EPC-verbetering van 25% wordt gerealiseerd. In het ontwerp van het Gorlaeus Gebouw is zelfs een verbetering van 33% bereikt ten opzichte van de wettelijke eis. Ventilatielucht Het Gorlaeus Gebouw wordt vanwege de aanwezigheid van laboratoria, proefhallen en practicumlokalen met enorm grote hoeveelheden ventilatielucht doorspoeld. Om de energieconsumptie daarbij zo laag mogelijk te houden, is het luchtbehandelingssysteem voorzien van hoog rendement energieterugwinning. Verwarming en koeling Het Gorlaeus Gebouw wordt gekoeld en verwarmd met behulp van een WKO (warmteen koudeopslag), energie opgeslagen in de bodem. Hierdoor verbruikt het gebouw nauwelijks aardgas. De WKO zorgt voor minder CO2-uitstoot en 55 tot 60% energiebesparing. Herkomst van materialen Meer dan 80% van de gebruikte materialen heeft een onderbouwde en verantwoorde herkomst. Al het toegepaste hout is 100% legaal geproduceerd. P. 58 De duurzame nieuwbouw draagt bij aan een schone, gezonde en groene leefomgeving.
61
Afvalmanagement De hoeveelheid bouwafval op de bouwplaats is geminimaliseerd en gescheiden in verschillende afvalstromen: hout, steenachtig materiaal, metaal, gips, isolatie (per soort) en kunststof. Minimaal 80% van het gewicht van het recyclebaar materiaal is hergebruikt door de leverancier of door een gecertificeerd recyclebedrijf. Licht In het hele gebouw wordt gebruik gemaakt van energiezuinige verlichting. Daarnaast zijn kantoren en laboratoria voorzien van energiezuinige daglichtregeling en van aanwezigheidsdetectie. Lichthinder wordt zoveel mogelijk beperkt door het gebruik van screens, waarbij de intensiteit van het licht op de werkplek wordt verminderd.
P. 60 Grote luchtbehandelingskasten voorzien het Gorlaeus Gebouw van verse lucht. Het luchtbehandelingssysteem is voorzien van hoog rendement energieterugwinning.
62
P. 62 Het Gorlaeus Gebouw is het eerste laboratoriumgebouw in Nederland met de waardering BREEAM Very Good.
63
P. 63 Een deel van het dak van de nieuwbouw is voorzien van sedumbedekking.
64
Individuele daglichtregeling
Koelplafonds
Screening beglazing Individueel te openen delen
Warmtewisselaar
P. 64 Duurzaamheidsschema kantoren zuidgevel.
65
P. 65 Meer dan 80% van de gebruikte materialen heeft een onderbouwde en verantwoorde herkomst.
66
67
68
69
Faseren Het samenbrengen van de instituten onder één dak is een complexe bouwopgave. Het omvangrijke nieuwe faculteitsgebouw zal uiteindelijk een bruto vloeroppervlak van circa 90.000m² bevatten. Door de nieuwbouw gefaseerd uit te voeren, kunnen onderwijs en onderzoek ongehinderd doorgaan tijdens de bouw. De structuur van het gebouw, met het centrale atrium en de haaks daarop geplaatste zijvleugels, is uitermate geschikt om te bouwen in meerdere fasen. Aan de kopse zijde van het atrium, de hoofdas, wordt in de komende periode uitgebreid, terwijl de rest van het gebouw blijft functioneren. De totale bouwperiode loopt van 2013 tot en met 2026. Fase 1 (2013 - 2016) De eerste fase van het Gorlaeus Gebouw, met een bruto vloeroppervlak van 46.000 m², is in gebruik. Het omvat circa de helft van de toekomstige centrale hoofdas, met drie korte zijvleugels en één lange. Dit is een substantiëel deel van de totaal beoogde nieuwbouw. Fase 1 is gerealiseerd op een voormalig parkeerterrein, naast gebouwen van de faculteit. Het nieuwe gebouw is gekoppeld aan bestaande faculteitsgebouwen, dit verbindt de instituten fysiek tijdens het bouwtraject. De hoofdentree 70
naar het Gorlaeus Gebouw ligt gedurende deze periode in het Huygens Laboratorium. Fase 2a (2017 - 2023) In fase 2a wordt de centrale hoofdas afgerond en krijgt het gebouw drie nieuwe zijvleugels. In deze fase worden de gemeenschappelijke voorzieningen gerealiseerd, zoals horeca en een bibliotheek. De nieuwe hoofdentree van het Gorlaeus Gebouw komt te liggen aan de Einsteinweg. Vanaf dat moment vormen de representatieve nieuwbouw en het iconische Gorlaeus Collegezalengebouw samen het “gezicht” van de faculteit. Om deze fase te realiseren, worden het LCP, de Chemieopslag, het Expertisecentrum VG en de Gorlaeus Hoogbouw gesloopt. Het LMUY-gebouw doet tijdens deze bouwfase dienst als bufferruimte. Fase 2b (2023 - 2026) Om het gebouw compleet te maken, na de sloop van het LMUY-gebouw, wordt het Gorlaeus Gebouw aan die zijde uitgebreid met onder andere kantoren en laboratoria.
P. 68 De gevel verbindt alle bouwdelen tot een krachtige eenheid.
Gorlaeus Hoogbouw
LMUY
Gorlaeus Collegezalengebouw
LCP
Chemieopslag
Expertisecentrum VG
A.
B.
C.
D.
P. 70 Schematische weergave van de fasering. A. Situatie na fase 1. B. Situatie na fase 2a. C. Situatie na fase 2a en sloopwerkzaamheden. D. Situatie na fase 2b.
P. 71 Het nieuwe gebouw is tijdens het bouwtraject gekoppeld aan bestaande faculteitsgebouwen.
71
72
73
Onderwijsfuncties Generieke labvleugel voor een instituut
Atrium, de centrale as
Cluster onderzoeksfaciliteiten
Publieksfuncties
P. 72 Het atrium is het meest openbare gebied in het gebouw.
74
P. 73 Schematische opzet nieuwbouw (stand van zaken tijdens structuurplanfase 2a).
75
76
77
Inspirerende werkomgeving Van oudsher is de Universiteit Leiden gevestigd rond het Rapenburg, in het centrum van de stad. Door enorme groei van het aantal studenten na 1945, ontstond een dringende behoefte aan extra huisvesting. Om die reden werd in 1957 een polderterrein van ongeveer 140 hectare toegewezen aan de universiteit, het huidige Leiden Bio Science Park. Een deel van de faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen verhuisde naar deze locatie buiten het centrum. Synergie Het Leiden Bio Science Park is uitgegroeid tot een van de meest innovatieve en grootste kennisparken van Europa. De faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen heeft hierin een belangrijke rol gespeeld. Om nauwere samenwerking tussen onderzoeksinstellingen en disciplines van de faculteit te bevorderen, zijn geleidelijk alle instituten van de faculteit verhuisd naar het Bio Science Park. Vanaf de jaren ’80 van de vorige eeuw kregen ook de in life science gespecialiseerde bedrijven de kans zich te vestigen in de buurt van de faculteit. Zo heeft het gebied zich ontwikkeld tot het vooraanstaande Leiden Bio Science Park van nu. P. 76 Lunch buiten, in één van de riante hoven tussen de gebouwvleugels.
78
Masterplan Hoewel het gebied naam verwierf als wetenschapspark, was de stedelijke ruimte gefragmenteerd en lang niet overal aantrekkelijk. Ook de bereikbaarheid was niet optimaal. Daarom is, op verzoek van de Universiteit Leiden en de gemeenten Leiden en Oegstgeest, een ambitieus masterplan gemaakt voor het gebied. Ruim vijftien jaar is aan de uitvoering ervan gewerkt. Nu vormt de campus meer dan ooit een eenheid en zijn nieuwe verbindingen met de stad gemaakt. Bovendien wordt gewerkt aan de biodiversiteit op het park. Zo maakt de aanleg van natuurvriendelijke oevers, het toepassen van een integraal maaibeheer en groene daken en -wanden op gebouwen, het gebied beter voor mens en dier. Stedenbouwkundig geheel Het Gorlaeus Gebouw sluit aan bij het masterplan voor het Leiden Bio Science Park, dat sterk inzet op kwaliteit van de publieke ruimte, een Hollands landschap met lange zichtlijnen, veel groen en water en inheemse bomen en planten. De riante hoven tussen de gebouwvleugels van het Gorlaeus Gebouw vormen een verbinding met het omringende groen en dragen bij aan een fijne leef- en
79
werkomgeving. De nieuwbouw en de schotel van het Collegezalengebouw, worden in de toekomst verbonden via een plein, waar ontmoeting centraal staat. Net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, geeft de universiteit een positieve impuls aan het hele gebied.
P. 78 Witte, gebogen trappenhuizen fungeren als herkenningspunten in het atrium.
80
P. 80 Situatietekening beoogde nieuwbouw.
81
P. 81 Het atrium is rijkelijk voorzien van daglicht door daklichten.
82
83
84
85
86
87
De acht instituten van de faculteit Onderzoek en onderwijs binnen de faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen zijn belegd bij acht instituten. Mathematisch Instituut Het sterk internationaal georiënteerde Mathematisch Instituut (MI) verzorgt onderwijs en verricht toponderzoek op de grenzen van de huidige wiskundige kennis. Het onderzoek is gericht op fundamentele wiskunde en statistiek, maar ook op toepassingen in andere wetenschappen, de maatschappij en de industrie. Het instituut biedt onderwijs aan in zuivere en toegepaste wiskunde en statistiek, zowel in zijn bachelor- en masterprogramma wiskunde en in zijn masterprogramma Statistical Science for the Life and Behavioural Sciences, als voor studenten van de andere opleidingen op Universiteit Leiden. Leiden Institute of Advanced Computer Science Computers worden steeds krachtiger en krijgen steeds ingewikkelder taken. Het Leiden Institute of Advanced Computer Science (LIACS) is het instituut voor onderzoek en onderwijs op het gebied van informatica. Het LIACS doet baanbrekend wetenschappelijk onderzoek en past nieuwe bevindingen toe in actuele maatschappelijke vraagstukken. 88
Theory, Data Science, Machine Learning, Computer Systems, Bioinformatics, Media & creativity en Computer Vision zijn de centrale thema’s binnen het onderzoek. Het LIACS verzorgt de drie bacheloropleidingen Informatica, Informatica & Economie en Informatica & Biologie en de drie masterprogramma’s Computer Science, ICT in Business and the Public Sector en Media Technology. Sterrewacht Leiden Sterrewacht Leiden is het sterrenkundig instituut van de faculteit. Het onderzoek aan de Sterrewacht spitst zich toe op twee brede thema’s: sterrenstelsels en hun omringende structuren en exoplaneten en de vorming van sterren en planeten. De Sterrewacht is onderdeel van de Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie (NOVA) en behoort daarmee tot de wereldwijde top vijf onderzoeksinstituten in de astronomie. In de afgelopen jaren hebben de bachelor- en masteropleiding Sterrenkunde een groeiend aantal studenten aangetrokken, van wie er vele internationaal zijn.
P. 86 Elk instituut heeft practicumruimten en laboratoria die grenzen aan het atrium, om het eigen specialisme te belichten.
89
Leids Instituut voor Onderzoek in de Natuurkunde Het Leids Instituut voor Onderzoek in de Natuurkunde (LION) is een van de oudste natuurkundige instituten in Nederland. Het heeft een rijke geschiedenis met Nobelprijswinnende hoogleraren als Lorentz, Kamerlingh Onnes en Einstein, en weet met vier Spinozaprijswinnaars nog altijd vele toponderzoekers aan zich te binden. Het instituut richt zijn onderzoek op theoretische natuurkunde, quantummaterie en biologische en zachte materie. Het LION biedt de bachelor- en masteropleiding Natuurkunde aan.
Leiden Academic Centre for Drug Research Het Leiden Academic Centre for Drug Research (LACDR) is een toonaangevend instituut op het gebied van innovatief geneesmiddelonderzoek en –onderwijs. Het onderzoek focust zich op BioTherapeutics, Drug & Target Discovery en Systems Pharmacology. Voor het ontwikkelen en testen van nieuwe geneesmiddelen werkt het LACDR nauw samen met onder andere het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en het Centre for Human Drug Research (CHDR). Het LACDR biedt zowel een bachelor- als masteropleiding Bio-Farmaceutische Wetenschappen aan.
Leiden Institute of Chemistry Onderzoekers bij het Leiden Institute of Chemistry (LIC) werken op een fundamentele manier aan oplossingen op maat voor complexe maatschappelijke problemen op het gebied van volksgezondheid en milieu. Onderzoek richt zich specifiek op Energie en Duurzaamheid en Chemische Biologie. Deze programma’s vertegenwoordigen ook de bacheloropleidingen Life, Science & Technology en Molecular Science & Technology, beiden georganiseerd in samenwerking met de TU Delft. Masterstudenten kunnen kiezen voor de opleidingen Life Science & Technology of Chemistry.
Instituut Biologie Leiden Planten, dieren en micro-organismen vormen een groot deel van het leven op aarde en hun interacties zijn essentieel voor het duurzaam voortbestaan van ecosystemen. Het Instituut Biologie Leiden (IBL) is een internationaal georiënteerd instituut voor onderzoek en onderwijs in de biologie. De onderzoeksprogramma’s richten zich op Animal Sciences and Health, Plant Sciences and Natural products en Microbial Biotechnology and Health. Het instituut biedt een bachelor- en master Biologie aan, nauw verweven met het onderzoek.
P. 88 Door glazen wanden en deuren zijn de specifieke werkzaamheden binnen de instituten letterlijk zichtbaar.
90
91
Centrum voor Milieuwetenschappen Het Centrum voor Milieuwetenschappen (CML) werkt aan een duurzame wereld. Het onderzoek richt zich op het verbeteren van het wetenschappelijk begrip in de relatie tussen mens en natuur om de natuur in de toekomst duurzaam te blijven gebruiken. Environmental Biology en IndustriĂŤle Ecologie zijn de twee onderzoeksrichtingen van het instituut. Daarnaast biedt het CML de masteropleiding Industrial Ecology aan, waarmee een diverse en internationale groep studenten wordt aangetrokken.
P. 90 Een herkenbare zone met trappen, liften en toiletgroepen, markeert elke doorgang naar een zijvleugel.
92
93
94
Bronnen Van kabinet naar science park Dirk van Delft, Frans van Lunteren, Willem Otterspeer, Co Oudes, Marjolein van Schoonhoven, Geert de Snoo, Ron van Veen, faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen, Universiteit Leiden, 2015. Zebravis tegen kanker: van aquarium tot patiënt Prof.dr. B.E. Snaar-Jagalska, faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen, Universiteit Leiden, 2017. Presentatieboek Structuurontwerp Inbo / JHK Architecten, 2013. Historie en vernieuwing Universitaire gebouwen in Leiden en Den Haag Barbara Heijl, Anneke van Bergen en Henegouwen, Corine Hendriks, Ferdy Poppelier, Expertisecentrum Vastgoed van de Universiteit Leiden, 2017. Masterplan Leiden Bio Science Park – Gorlaeus Hart voor de campus Studio Hartzema, Gemeente Leiden, Universiteit Leiden, 2016. De Hollandse Campus Stedenbouwkundig masterplan Leiden Bio Science Park – de Leeuwenhoek Gemeente Leiden, Universiteit Leiden, Studio Hartzema, 2009.
95
Entreegebied Hart van het Leiden Bio Science Park SD Communicatie, Studio Hartzema, Anja Biehl, Joek Kruiderink, Expertisecentrum Vastgoed van de Universiteit Leiden, 2017.
Beeldverantwoording Foto’s Marcel van der Burg Omslag P. 6 - 7 P. 10 - 11 P. 14 P. 20 P. 26 - 27 P. 28 P. 30 P. 33 P. 36 - 37 P. 38 - 39 P. 40 - 41 P. 42 - 43 P. 44 - 45 P. 50 - 51 P. 52 - 53 P. 63 P. 65 P. 71 P. 72 P. 74 -75 P. 78 P. 81 P. 82 - 83 P. 86 P. 88 P. 90
96
Foto’s Monique Shaw P. 8 P. 12 P. 18 P. 24 - 25 P. 34 P. 46 P. 48 P. 54 - 55 P. 56 - 57 P. 58 P. 60 P. 66 - 67 P. 76 P. 84 - 85 P. 92 - 93 Foto Luuk Kramer P. 68 Foto Bètabanenmarkt Eigendom van de Stichting Bètabanenmarkt. P. 22 Tekeningen en schema’s Inbo / JHK Architecten
97