Leidraad januari 2017

Page 1

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE NR. 1  2017

Plastic Soup Surfer Merijn Tinga

Bioloog met een missie 2017 Leiden Asia Year Kieswijzer Twijfelaars zoeken bevestiging


Leidraad

tribuut 2

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 1  2017

T. rex

De prairie van Hell Creek, Montana, 2013. Het filmpje van National Geographic toont de Leidse paleontoloog Anne Schulp in de hete middagzon aan het werk; hij legt de poot van een Tyrannosaurus rex bloot. Schulp is uitzinnig. Het exemplaar blijkt tamelijk compleet. Drie jaar later, de Beestenmarkt in Leiden. Met veel bombarie wordt de koning, of in dit geval de koningin aller dinosauriërs op een nazomerdag de stad binnengereden. Terwijl Schulp en de Leidse bioloog Freek Vonk op een podium de eerste botten onthullen, houden dranghekken de honderden schoolkinderen in bedwang. T.rex Trix is nu écht van museum Naturalis.

En dat is niet niks. Zij is de eerste T.rex in een niet-Amerikaans museum. Ze hoort bovendien bij de drie best bewaarde exemplaren ter wereld. Ze wordt voor Naturalis wat de Mona Lisa voor het Louvre is, zegt Schulp. De komst van Trix had wel wat voeten in de aarde. Nadat de medewerkers van Naturalis het reuzenreptiel in 2013 al helemaal hadden opgegraven, ontbrak het nog aan voldoende financiële middelen om de koop te sluiten en de botten naar Nederland te halen. Dankzij crowdfunding en sponsors is dat uiteindelijk gelukt. Freek Vonk kan er niet over uit. ‘Het feit dat ik nu mijn hand op haar snuit kan leggen, dat vind ik zo gaaf.’

De tentoonstelling T. rex in Town is tot en met 5 juni 2017 te zien in Naturalis (Darwinweg 2, Leiden). De rest van het museum wordt verbouwd en is gesloten.

TEKST: MERIJN VAN NULAND, FOTO: HOLLANDSE HOOGTE

TRIX IN TOWN


inhoud 10

Frejanne Ruoff:

‘Even voelde ik me de slimste mens op aarde’

28

Jan Michiel Otto:

‘In Japan komt de politie twee keer per jaar bij je thuis’

36

Frans Dekker:

‘We proberen de hokjes hier te doorbreken’


inhoud

16

Merijn Tinga: ‘We vervuilen onszelf en ons nageslacht’

NR. 1  2017

○ Tribuut

Trix in town / 2

○ Carel houdt woord / 5

○ Het nut van peilingen / 6 ○ Werkplek / 9

○ Eén studie, twee wegen / 10 ○ Geven / 13

○ Kort nieuws

Berichten van de universiteit / 14

○ Herinneringen aan

Het Gravensteen / 20

○ De groep van

Ingeborg Hansen / 35

○ Wijnhaven

Onderwijsgebouw van de toekomst / 36

○ Object / 39

○ Signalen van faculteiten en

verenigingen / 40

○ Dies voor alumni / 48

○ Lezen, luisteren, doen / 50 ○ Alumnidies / 52

21

Dossier

Leiden Asia Year

12

Terug in de banken


COLOFON

Leidraad is een uitgave van de directie Strategische Communicatie & Marketing/Development en Alumnirelaties van de Universiteit Leiden. Het magazine wordt kosteloos verspreid onder alumni en relaties van de universiteit. Voor andere belangstellenden is een abonnement op aanvraag beschikbaar. Uitgever: Universiteit Leiden, Renée Merkx, directeur Strategische Communicatie & Marketing Hoofdredacteur: Lilian Visscher, directeur Alumni­relaties en Fondsenwerving Concept: Fred Hermsen (Maters & Hermsen Journalistiek) Eindredactie: FC Tekst – Job de Kruiff en Nienke Ledegang Art direction en vormgeving: Jelle Hoogendam, Marjolijn Schoonderbeek (Maters & Hermsen Vormgeving) Lithografie: Mark Boon Tekst: Jos Damen, Janet van Dijk, Fred Hermsen, Malou van Hintum, Arno van ‘t Hoog, Eric de Jager, Job de Kruiff, Nienke L ­ edegang, Merijn van Nuland, Linda van Putten, Friederike de Raat, Nicolline van der Spek, Caroline Wellink, Peter Wierenga, Annette Zeelenberg Foto cover: Rob Overmeer Fotografie: Taco van der Eb, Marc de ­ ollandse Hoogte, Hielco Kuipers, Haan, H Rob Overmeer, Monique Shaw, Edwin Weers, Hanneke Wiessing Coördinatie Universiteit Leiden: Wendy Persson Reacties: 071-5274050 of contact@leidraad.leidenuniv.nl LinkedIn: Alumni Universiteit Leiden Twitter: @leidenalumni Website: www.universiteitleiden.nl/alumni Oplage: 70.000 Adreswijzigingen: wijziging@alumni.leidenuniv.nl Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen, foto’s en illustraties uit Leidraad is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Universiteit Leiden kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele zet- of drukfouten.

Leidraad

5

FOTO: MARC DE HAAN

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Carel houdt woord

NR. 1  2017

De Asian Library in aanbouw Van oudsher onderhoudt onze universiteit nauwe banden met Azië. Dat klinkt misschien als de aanloop naar een marketingpraatje, maar is in werkelijkheid een bewering die bewijzen kent die eeuwen terug­ gaan. Denkt u aan de tijd dat Von Siebold onder de indruk r­ aakte van de Japanse botanie en zich daar in verdiepte, aan de periode dat ­Cornelis van Vollenhoven zijn belangrijke bijdrage aan de rechtsstaat in Indonesië leverde. Zozeer mochten wij in voorbije jaren tot aan de dag van vandaag Aziatische culturen, landen, politieke en juridi­ sche systemen, talen, geneeskunde en nog veel meer aanschouwen, ­onderzoeken en onderwijzen, dat wij in september van dit jaar een gespecialiseerde Asian Library kunnen openen die collecties omvat die wereldwijd hun gelijke niet kennen. Daar ben ik, als rector van onze universiteit, natuurlijk bijzonder trots op. Maar trots kan ik alleen zijn omdat in de loop der jaren een n ­ ieuwe dimensie in onze verhouding met Azië is ontstaan. Waar het contact tussen Leiden en Azië vroeger vooral eenrichtingsverkeer was, simpel­ weg omdat de wereld toen nog zo in elkaar stak, zijn we in een niet te stoppen ontwikkeling geraakt die ik ongelofelijk toejuich: mensen met een Aziatische achtergrond weten meer en meer de weg naar E ­ uropa, naar Nederland, naar Leiden te vinden. Ik zei het twee jaar geleden al tijdens een bijeenkomst voor onze ambassadeurs in Azië en O ­ ceanië (onder wie een groot aantal Leidse alumni): ‘Een a ­ antal ­Chinezen in de klas krikt het niveau flink op; zij werken keihard en halen hoge cijfers. Dat zet ook de andere studenten (voor zover nodig natuurlijk!) aan tot beter studeren.’ Azië is booming en iedereen mag het weten. Op diezelfde bijeenkomst luidde een van de conclusies dat de kennis­ uitwisseling met Azië vooral gebaat is bij het contact tussen mensen. En zo is het. Azië kan ons verder helpen en wij Azië, zolang we inves­ teren in intermenselijke relaties. En ik hoef dan alleen maar te denken aan alle onderzoekers, alumni en studenten, die Azië – en andersom: Leiden – in hun hart hebben gesloten en er, op welke wijze dan ook, fantastisch werk verrichten om te weten dat de eeuwenoude band bestendig zal blijken. Vandaar ook een heel Aziëjaar aan de Universiteit Leiden. Er is meer dan genoeg om te koesteren, te vieren, te herden­ ken, te onderwijzen, te onderzoeken en te bestuderen. Prof.mr. Carel Stolker is rector magnificus & voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Leiden


6

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

‘ Peilingen kunnen heel nuttig zijn’ De Leidse politicoloog Tom Louwerse onderzoekt het ­ontwerp van stemhulpen. Leidraad legde Louwerse, die ook Peilingwijzer ontwikkelde, in aanloop naar de verkiezingen in ons land nu zelf eens een aantal stellingen voor. Stelling 1

Stelling 2

Eens Oneens

Eens Oneens

‘Veel kiezers twijfelen tussen een bepaalde set partijen. Dan kan een stemwijzer helpen om te zien met welke partijen je het vaak eens bent. Zo gebruiken de meeste mensen ze ook. Het is niet zo dat mensen die eigenlijk geen PVV wilden stemmen, dat toch gaan doen als dat uit de stemwijzer komt. De stemwijzers zelf vermijden ook om de uitkomst een stemadvies te noemen. Het is een hulpmiddel om je positie in het politieke landschap te bepalen. En die positie wordt vaak ruimtelijk weergegeven, of in een top-drie. Met name StemWijzer en Kieskompas worden op een serieuze manier in elkaar gezet. Die nodigen je uit om vanaf het uitslagscherm nog door te klikken en te kijken waar dan de ­verschillen zitten tussen partijen, of tussen jouw partij en jouw standpunten. Het helpt je stemmen op inhoud, en dat willen mensen graag. Veel kiezers vinden niet meteen overal wat van. Dat is de kritiek van collega-politicologen: dat stemwijzers doen alsof we overal een mening over hebben. Maar je kunt ze ook zien als een hulpmiddel bij het vormen van standpunten.’

‘Een trouwe partijvolger heeft er niets aan. Maar iemand die open staat voor meerdere partijen, als dat je definitie van een ­z wevende kiezer is, kan ze goed gebruiken. Uit onderzoek blijkt ook dat het die mensen zijn bij wie zo’n stemhulp mede hun uiteindelijke besluit bepaalt. Veel twijfelaars zoeken bevestiging. Die denken erover om op een bepaalde partij te stemmen, en komt die dan op de eerste of tweede plek uit? Mooi, dan wordt dat hem.’

TEKST: JOB DE KRUIFF, FOTO: HOLLANDSE HOOGTE

Kiezers hebben een stemhulp hard nodig nu er zoveel partijen meedoen.

Je hebt als zwevende kiezer ­eigenlijk niets aan StemWijzer of Kieskompas.

Stelling 3

In de VS zaten bijna alle peilingen ernaast. We hoeven ze dus niet meer serieus te nemen. Eens Oneens Niet geheel eens

‘Je kunt niet stellen dat ‘bijna alle peilingen ernaast’ zaten. De nationale peilingen (dus de zogenoemde popular vote) gaven op het laatst Clinton 3,2% voorsprong; de voorlopige uitslag


ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

is nu +1.8% voor Clinton. Dat is een vrij klein verschil. Waar het mis ging, was dat Trump het in een aantal belangrijke staten veel beter deed dan de peilingen suggereerden. In die staten was er een probleem met de peilingen. En inderdaad, alle modellen die op basis van peilingen voor staten en nationale peilingen een inschatting maakten, gaven Clinton de meeste kans. Maar ook daarin zat behoorlijke variatie: de bekende website 538 gaf Trump 30% kans op winst. Neemt niet weg dat ook naar die modellen goed moet worden gekeken, want sommige modellen gaven Clinton meer dan 95% kans. Wat dit voor Nederland betekent: bekijk peilingen als een globale indicator van de krachtsverhoudingen tussen partijen en de trends in die steun, maar neem de cijfers met een korreltje zout.’ Stelling 4

Alle aandacht voor peilingen leidt alleen maar af van het inhoudelijke politieke debat. Eens Oneens Een beetje eens

‘De vraag is hoe erg dat is. Als peilingen goed gebruikt worden en goed gerapporteerd, zijn

Leidraad

ze heel nuttig. Nu zie je te vaak dat iemand één zetel verschil gaat benoemen en analyseren: partij X heeft iets doms gedaan. Maar dan heb je het over een verschil dat er misschien helemaal niet is. Een partij gaat van 20 zetels naar 18, dat kan gewoon statistische ruis zijn. En de analyse van dat verschil is speculatief, want vaak is niet onderzocht waarom mensen overstappen. En je ziet ook wel eens een partij iets doms doen en niet verliezen. Zeker tijdens een campagne zijn er zoveel kleine en grote gebeurtenissen dat moeilijk precies te zeggen is waar een verschuiving het gevolg van is. Journalisten zouden uitkomsten genuanceerder kunnen opschrijven en peilers kunnen beter rapporteren, bijvoorbeeld door te vertellen wanneer ze hun peiling hebben gehouden. Ik ben zelf lid van het EenVandaag Opiniepanel. Daar wordt dat altijd netjes vermeld, maar wat mij opvalt: ze stellen daar soms heel veel vragen en dan presenteren ze maar van drie vragen de uitkomsten. Dan kunnen we niet controleren of die selectie representatief is. Hoe serieus je peilingen dan wel moet nemen? Voor mij is het net als in het versje ‘Eén ei is geen ei’. Twee peilingen zijn een halve peiling. Als drie peilingen hetzelfde patroon laten zien, dan heb je het niet meer over een toevallige uitschieter. Vanuit die gedachte heb ik Peilingwijzer ontwikkeld.’

7


8

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Stelling 5

Door peilingen gaan mensen ­strategisch stemmen. Zo wordt de invloed van peilingen steeds groter. Eens Oneens

NR. 1  2017

Stelling 6

Zoals Maurice de Hond begin ­oktober al zei te weten: we k ­ rijgen straks een kabinet van VVD, CDA en D66, met nog een vierde en ­misschien zelfs vijfde partij erbij.

FOTO: MARC DE HAAN

Eens Oneens

‘De wetenschap is verdeeld over de vraag of het ‘bandwagoneffect’ bestaat, het verschijnsel dat kiezers graag bij de winnaar zouden aanhaken. Waarschijnlijk is het niet zo dat mensen puur naar de uitslag van een peiling kijken en zich daardoor laten beïnvloeden. Maar positieve of negatieve media-aandacht doet wel iets. En je ziet journalisten vaak een bepaald frame gebruiken. Ik herinner me een interview met Jolande Sap in 2012 dat voor minstens de helft ging over hoe matig GroenLinks in de peilingen stond. Die negativiteit zal niet gunstig zijn. Hoewel je daar ook weer voorbeelden tegenover kunt stellen. Fortuyn werd ook vaak negatief benaderd – niet over peilingen, maar op inhoud – en die profiteerde juist van dat soort aandacht. Amsterdamse collega’s hebben een aardig onderzoek gedaan. Respondenten kregen de uitslag van een peiling te zien. Sommigen ontvingen alleen de uitslag. Bij anderen werd erbij gezegd dat de PvdA meer zetels had dan in de peiling ervoor. En bij weer anderen dat de PvdA volgens de peiling zestien zetels minder haalt dan ze nu in de Kamer heeft. Op deze manier kun je proberen te ontdekken welke effecten de duiding heeft die je bij een peiling geeft. Als de uitkomst van een peiling wordt gepresenteerd als ‘groei’ voor een partij, dan blijkt dat de steun voor zo’n partij wel enigszins te vergroten.’

Daar durf ik (nog) geen uitspraak over te doen

‘Het is dapper dat hij een voorspelling durft te doen. Kunnen we hem daar straks op afrekenen? Vier maanden voor de laatste ­verkiezingen leek het nog een tweestrijd VVD-SP te worden, het werd VVD-PvdA. Als de peilingen zo blijven als nu, met de PvdA op een lage score, en als de PVV buitenspel blijft, dan is het een voor de hand liggend scenario, maar dan nog: het is meer een politieke inschatting dan dat het uit zijn peiling blijkt. Als je de coalitievoorkeuren van kiezers analyseert, zie je eigenlijk drie blokken. De links-­ progressieve partijen, de rechtse gevestigde en de protestpartijen. Daar kun je nog niet zoveel mee, want geen van die blokken staat nu (begin december, red) op meer dan 54 zetels. Waarschijnlijk weten we ook de dag voor de verkiezingen nog niet wat de mogelijke coalities zijn. Er ligt nog veel open. De vraag is ook of de PVV voor de VVD een optie is. Inhoudelijk lijkt me zo’n samenwerking niet onmogelijk, het bezwaar van VVD’ers is meer dat Wilders hen eerder heeft laten zakken.’

Tom Louwerse promoveerde in 2011 en is universitair docent politicologie. Hij is de bedenker en ­o­ntwikkelaar van Peilingwijzer. Dat is een overzicht waarin vijf bestaande peilingen zijn gebundeld. De NOS rapporteert regelmatig over de resultaten van deze Peilingwijzer. Ook is Louwerse een van de initiatiefnemers van ‘Stuk Rood Vlees’, een weblog waarop politicologen hun kennis delen, met het doel het politieke debat van meer diepgang en onderbouwing te voorzien. De naam Stuk Rood Vlees is een verwijzing naar de uitspraak van premier Rutte dat ‘je niet moet reageren op elk stuk rood vlees dat de arena wordt ingegooid’.


werkplek van

NR. 1  2017

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Benjamin Wegman

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: TACO VAN DER EB

De energie is overal voelbaar in het monumentale pand op de Langegracht. Hier, in het oude schakelhuis van de energiecentrale van Leiden, wordt ambachtelijk craft beer gebrouwen. Brouwerij Pronck is een jong bedrijf dat mede is opgericht door Benjamin Wegman, die – over energie gesproken – vol vuur vertelt over zijn kersverse werkplek. We staan nog buiten met achter ons de voor Leiden zo iconische schoorsteen van de oude Lichtfabriek. Berlijnse Underground, was zijn eerste associatie.

Benjamin Wegman Fiscaal recht, 2007-2013

Leidraad

Dan, de ingang: met een lift ga je naar boven. De brouwerij zit op de eerste verdieping en bestaat uit een ruimte met hoge plafonds en grote ramen met daarboven koperen leidingen in Mondriaan­ kleuren: blauw, geel en rood. Hier gebeurt het: het mouten, maischen, koken, gisten en botte­ len. Alles stroomt in het oude schakelhuis. Opbrengst: 40.000 liter bier per jaar, goed voor 10.000 flesjes per maand. De lat ligt hoog. ­Wegman: ‘Achter die 40.000 liter moet zo snel mogelijk een extra nulletje.’ Energie genoeg!

9


10

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 1  2017

één studie

twee wegen Waar een studie Wiskunde toe kan leiden...

Frejanne Ruoff (26) CV is marketing intelligence analist

2008-2011: bachelor wiskunde, 2011-2014: master applied mathematics, 2010-2013: studentambassadeur wiskunde, 2010-2013: hoofddocent wiskunde SSL, 2014: marketing intelligence analist MIcompany, Amsterdam

W

aarom koos je voor wiskunde? ‘Ik vind het fantastisch om structuren en patronen te doorgronden. Dat is wat je ­ iskunde doet. Het is een soort taal met in de w eigen grammaticaregels. Als je een wiskundige stelling moet bewijzen, is het net alsof je een gedicht schrijft. De interesse kwam echt uit mezelf, ik ben de eerste in de familie die wiskunde ging s­ tuderen.’ Hoe beviel dat? ‘Heel goed, ook al het is geen gemakkelijke studie. De grote les, waar ik nu nog steeds veel aan heb, is dat ik niet in paniek moet raken als ik iets niet meteen snap. Bij een moeilijk vraagstuk kon ik me in het begin even dom voelen. Maar na zo’n zes uur ploeteren begon er een belletje te rinkelen. Dan kreeg ik een eurekamoment en even voelde ik me de slimste mens op aarde. Die beloning werkte verslavend. De sfeer op de faculteit was ook heel stimulerend. In de pauzes kalkte ik vaak het huiswerk op een groot schoolbord en er was altijd wel iemand die ik om hulp kon vragen als ik er niet uitkwam.’ Welke ervaring komt nog meer van pas in je werk als data-analist? ‘Ik kan de hele dag puzzelen, programmeren en analyseren. Je zou me een nerd kunnen noemen, maar wel een sociale. Want ik wil ook anderen ­vertrouwd maken met die abstracte wereld en ­uitleggen wat daar zo leuk aan is. Daarom gaf ik ­tijdens mijn studie bijles en werd ik ook student­ ambassadeur om scholieren enthousiast te maken voor het vak. Mede door die sociale ervaring kon ik dit jaar aan de slag bij MIcompany, een bureau in data analytics. Wij helpen bedrijven om hun data, zoals klantgegevens, in te zetten om op duurzame wijze te groeien. Hiervoor moet ik goed kunnen denken vanuit de klant. Ook train ik colle­ ga’s en klanten in diverse aspecten van het werk, van programmeren tot presenteren. Achteraf gezien blijkt mijn ervaring buiten de studie een belangrijke aanvulling op mijn studie.’


11

Schlebusch (25) CV Ellen is business specialist 2009-2013: bachelor wiskunde, 2013-2016: Master Mathemetics and Science Communications & Society, 2009-2011: bijlesdocent wiskunde, 2015: stage New Scientist, 2016: business specialist Ortec Finance, Rotterdam

W

at trekt jou aan in wiskunde? ‘Al vanaf de basisschool was ik altijd met cijfers bezig. In groep 4 schreef ik in een opstel dat ik later ‘rekenen’ wilde studeren. De waarheid van getallen vind ik zo fijn. Als je binnen de wiskunde een probleem oplost dan is het ook zo. Er is geen discussie meer mogelijk. Het is een mooie studie, maar je bent wel vrij solistisch bezig. Daarom werd ik bestuurslid bij studievereni­ ging de Leidsche Flesch. Een jaar lang bracht ik grotendeels op de faculteit door en organiseerde allerlei activiteiten zoals een studiereis naar Japan. Hierdoor leerde ik samenwerken en projecten opzetten. Daar heb ik nu nog profijt van.’

TEKST: LINDA VAN PUTTEN, FOTO’S: HIELCO KUIPERS

Had je tijdens je studie al een droombaan voor ogen? ‘Nee, helemaal niet. Ik wilde wel de vertaalslag maken naar een breder publiek en deed daarom de master Wetenschapscommunicatie. Voor Museum Boerhaave ontwikkelde ik toen lesmateriaal over ­wiskunde. Daarna liep ik stage bij het populair­wetenschappelijke tijdschrift New Scientist. Zo inter­ viewde ik de Leidse wiskundige Hendrik Lenstra. Hij heeft een paar belangrijke algoritmes in de cryptolo­ gie op zijn naam staan die gebruikt worden voor sys­ temen waardoor we geld uit de muur kunnen halen. Maar ik sprak ook een moeder van kinderen met een stofwisselingsziekte. Dat maakte indruk op mij.’ Waarom ging je niet verder in de wetenschapsjournalistiek? ‘Daar heb ik lang over nagedacht. De stage beviel goed, maar de baanzekerheid in de journalistiek is niet groot. Ik wilde liever niet mijn carrière beginnen met een onzeker freelancebestaan. Als business specialist bij Ortec Finance ondersteun ik consul­ tants die banken adviseren hoe ze bepaalde soft­ ware moeten implementeren. Die software wordt bijvoorbeeld gebruikt om te wijzen op risico’s bij beleggingen. De financiële wereld was helemaal nieuw voor mij. Maar door mijn wiskundige en ana­ lytische manier van denken kan ik die wereld snel doorgronden. En mijn vakken en stage in de weten­ schapscommunicatie helpen me om ingewikkelde onderwerpen helder uit te leggen aan de klant.’


12 Leidraad terug in de banken

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Jacowies Surie (50)

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: MONIQUE SHAW

Geregeld woont Jacowies Surie aan de Leidse universiteit een Studium Generale bij.

POËZIEAVONDEN ‘In 2011 organiseerde ik een ­poëziemanifestatie samen met ­Stichting TEGEN-BEELD rond de Spaanse dichter Lorca. Hieraan vooraf wilden we lezingen programmeren. Ik dacht: waarom zou ik zelf het wiel uitvinden, en klopte aan bij de universiteit met het verzoek samen een reeks lezingen over Spaanse ­poëzie te organiseren. De universiteit pakte het meteen op. Zo heb ik in 2011 mijn eerste ­Studium Generale bijgewoond, waarbij ik letterlijk in dezelfde collegebanken in het Lipsiusgebouw zat als waar ik eind jaren tach-

tig zat tijdens mijn ­studie ­Kunstgeschiedenis. Omdat ik dit keer geen ­tentamen over de stof hoefde te maken, kon ik er veel meer van genieten.’ HOEZO SAAI ‘Het mooie van Studium Generale is dat je je in korte tijd kunt laten bijpraten over een onderwerp dat je interesse heeft. Ik probeer ook altijd vrienden mee te slepen. Veel mensen hebben er een beetje een aversie tegen, merk ik. Ze ­denken dat lezingen saai zijn. Ook leeft het idee dat zodra je klaar bent met studeren, je nooit meer in de collegebanken wil zitten.

Wat een onzin! Je kunt de krant lezen, maar ook een lezing bijwonen, met als bijkomend voordeel dat je na afloop nog kunt napraten. Je wordt veel meer geprikkeld. Als iemand een goede spreker is, dan blijft de informatie je veel langer bij dan wanneer je leest.’ KRUISBESTUIVING ‘In het voorjaar komt er een serie over taal, daar verheug ik me nu al op. Het gaat over de ontwikkeling van taal, geheimtaal, beeldtaal etcetera. Verder ben ik erg enthousiast over het feit dat ­Studium ­Generale altijd samenwerking opzoekt. Zo is er

binnenkort een ­Studium Generale rond De Stijl in samenwerking met De Lakenhal. Die kruisbestuiving typeert het Leids universitair onderwijs. Zeker de laatste jaren is de universiteit heel erg ­verbonden met de stad. Ik zie dat als bewoner en als organisator van culturele evenementen. Je kunt steeds vaker terugvallen op je oude universiteit. Die open houding vind ik heel goed. Wel heb ik nog een tip, als ik zo vrij mag zijn. De afbeeldingen in de nieuwsbrief mogen wel iets spannender. Daarmee kun je nog meer mensen tot de verbeelding spreken.’


NR. 1  2017

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

13

geven Wetenschappelijk onderzoek mogelijk maken Met de schenkingen en legaten die het Leids Universiteits Fonds (LUF) ontvangt, honoreert het een waaier aan subsidieaanvragen vanuit de universiteit. De Commissie Wetenschappelijke Bestedingen (CWB) streeft ernaar om de subsidies zo breed mogelijk in te zetten.

P

rofessor Frits Koning, hoogleraar immunologie, heeft als voorzitter van de CWB van het LUF een lastige maar dankbare taak: een paar keer per jaar mag hij zich, samen met de andere hoogleraren die in de commissie zitten, buigen over de subsidieaanvragen van Leidse wetenschappers. ‘Dat kunnen promovendi zijn die naar een congres of op studiereis willen’, legt Koning uit. ‘Of wetenschappers die een ambitieus, innovatief project willen realiseren. De subsidies van het LUF maken het mogelijk een project te starten en we zijn er trots op dat vele ­projecten zich na een subsidie van ons hebben ­ontwikkeld tot ­successen in de wetenschap.’

FOTO: MARC DE HAAN

Dankbaar

Het Leids Universiteits Fonds kan deze subsidies verstrekken dankzij schenkingen van alumni, soms bij leven en soms via een legaat. Deze schenkingen kunnen heel breed zijn of bestemd voor een specifiek doel. Koning noemt het Dr. Anne Bosma Fonds, opgericht dankzij een nalatenschap in 2013 van de gelijknamige patholoog. ‘Wij zijn hem heel dankbaar, want door zijn gift kan er extra pathologisch onderzoek worden gedaan naar snellere diagnoses en daarmee grotere overlevingskansen bij kanker.’ Het Leids Universiteits Fonds verstrekt subsidies aan alle faculteiten op heel uiteenlopende onderzoeksterreinen. Denk aan archeologie, sterrenkunde en rechten. Frits Koning heeft nog een grote wens: ‘Helaas is er nog geen specifiek fonds voor de faculteit Geesteswetenschappen waar onder andere talen, culturen en geschiedenis worden onderzocht. Soms kan het CWB zelf bepalen welke bestemming een schenking krijgt. Een mooi voorbeeld daarvan is het legaat van ruim 2 miljoen euro dat het LUF ontving van de vorig jaar overleden mevrouw drs. C. ­Hanegraaf-Feringa. Zij benoemde het LUF als haar enig erfgenaam met de opdracht het geld universi-

teitsbreed in te zetten voor de wetenschap. Dankzij mevrouw Hanegraaf-Feringa wordt er nu bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de stoffen die slangen­ etende vogels beschermen tegen slangengif. Inno­ vatief onderzoek in de strijd tegen de vele doden als gevolg van slangenbeten in tropische landen.’ Waarborg

‘Het niet-oormerken van een legaat heeft meerdere voordelen’, aldus Koning. ‘Door de snelle evolutie van de wetenschap zijn er steeds weer andere onderzoeksterreinen actueel. Doordat de CWB deze ontwikkelingen op de voet volgt, gaat de impact van de schenking mee met die veranderingen. Daarbij zorgen wij ervoor dat we altijd voorrang geven aan kwalitatief hoog scorende projecten, een waarborg voor een goede besteding van de gelden van het LUF.’ Mocht u vragen hebben over schenken aan het Leids Universiteits Fonds, of overweegt u het LUF op te nemen in uw testament, dan kunt u contact opnemen met Annah Neve via 071 5130503 of a.neve@luf.leidenuniv.nl.


kort Artsen onder vuur in conflict­ gebieden

Liu heeft sinds haar aanstelling in 2013 als voorzitter van AzG veel meegemaakt. Natuurrampen, ebola, maar ook geweld door mensenhanden. Ze noemt een Amerikaanse aanval op het grootste traumacentrum van AzG in de Afghaanse provincie Kunduz, die 42 levens kostte. In Syrië waren eind novem­ ber 63 van de zeventig door AzG gesteunde medische centra al één of meerdere keren getroffen door luchtaanvallen. Het werken in dit soort l­evensgevaarlijke conflicten vereist van AzG een radicale ­neutraliteit en onpartijdigheid. ‘We behan­ delen alle patiënten, ongeacht wie ze zijn, wat ze geloven en waar ze vandaan komen’, zei Liu. ‘Daarom ben ik zo vereerd dat ik de ­Cleveringa-leerstoel mag bekleden. In de donkere dagen [van WOII, red.] hield ook hoogleraar Cleveringa vast aan zijn geloof dat álle levens tellen.’

FOTO: MONIQUE SHAW

Het is tijd dat de internationale gemeenschap een halt toeroept aan oorlogs­ misdaden – in het ­bijzonder tegen medisch personeel. Dat zei internationaal ­voorzitter Joanne Liu van Artsen zonder ­Grenzen (AzG) ­tijdens de Cleveringa-oratie. Dit ­collegejaar is de Canadese kinderarts ­Cleveringa-hoogleraar aan de ­Universiteit Leiden.

Huiskamer voor v ­ luchtelingstud

FOTO: MSF

De ruimte is gezellig ingericht met een grote tafel, een zithoek en een schemerlamp. De nieuwe ontmoetingsplaats voor studenten met een vluchtelingachtergrond in Plexus heeft een huiselijk karakter. En dat is precies de bedoeling. Het idee kwam van Lesage ­Munyemana, vluchteling en Leids biologiestudent uit Congo. Uit eigen ervaring weet hij hoe ­diffuus het onderwijssysteem en alle procedures kunnen zijn in een vreemd land. Munyemana sloeg

zich er doorheen maar dacht ook: voor vluchtelingstudenten na mij moet het anders, zo vertelde hij bij de opening, die hij samen met ­rector Carel Stolker verrichtte. De Leidse universiteit telt zo’n 120 studenten met een achtergrond als vluchteling. In de huiskamer kun­ nen ze studeren, aan hun taal wer­ ken, ervaringen uitwisselen en elkaar helpen. De ruimte is elke werkdag van 16 tot 20 uur open. Er is altijd iemand van de dienst Studentenzaken aanwezig als aanspreekpunt.


NR. 1  2017

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Cleveringa ‘terug’ op de Leidse rechtenfaculteit Voorafgaand aan de Cleveringa­­­ lezing heeft de dochter van prof. C ­ leveringa, mevrouw Ten Kate-­Cleveringa (links op de foto, rechts haar echtgenoot), de L ­ eidse rechten­faculteit een bronzen ­ eschonken. ­buste van haar vader g Decaan prof.dr. Joanne van der Leun nam deze in ontvangst. Het beeld krijgt een speciale plaats in het Kamerlingh Onnes gebouw, tegenover het statuut van prof. mr. E.M. Meijers. Samen staan ze symbool voor het gedachtegoed ­Praesidium Libertatis, bolwerk van de v ­ rijheid, en vormen een inspiratiebron voor s­ tudenten en wetenschappers.

FOTO: MARC DE HAAN

enten

Leidraad

15

Diesviering Aziatisch getint Tijdens de viering van de 442ste v ­ erjaardag van de Universiteit ­Leiden zal een eredoctoraat ­worden verleend aan historicus Frank ­Dikötter, hoogleraar aan de universiteit van Hongkong. De geboren ­Limburger is ge­specialiseerd in de moderne geschiedenis van China en is onder meer bekend van zijn boek Mao’s ­massamoord. De diesoraties w ­ orden uitgesproken door Jan Michiel Otto, hoog­leraar recht en bestuur van ontwikkelings­landen (zie ook pag. 28), en Maria Y ­ azdanbakhsh, hoog­ leraar Immunoparasitologie. De plechtigheid geldt tevens als de ­ eiden ­officiële opening van het L Asia Year 2017. Dies: 8 februari ­vanaf 15 uur in de Pi­eterskerk, online te ­volgen via universiteitleiden.nl

Online magazine over diversiteit Hoe maken we van de Leidse univer­ siteit een plek waar iedereen zichzelf kan zijn? Hoe zorgen we dat ieders verhaal verteld én gehoord wordt? Die vragen stonden centraal op het jaarlijkse Diversiteitssymposium van de Universiteit Leiden. Na afloop ­verscheen een digitaal magazine: lees over glazen plafonds & sticky floors voor vrouwen, het perspec­ tief van een zwarte vrouw, dans­ lessen om contacten t­ ussen Nederlandse en i­nternationale studenten te bevorderen en meer. magazine-on-the-spot.nl/ diversityday2016


16

Merijn Tinga

‘ In de ideale wereld recyclen we alles’ Als Plastic Soup Surfer maakte Merijn ­Tinga in 2016 nieuws. Met windkracht 6 waagde de Leidse bioloog de overtocht naar Engeland, op een draagvleugel-­kiteboard van statiegeldflessen. Interview met een ­Leidse kunstenaar, een strijder tegen de plastic ­afvalberg, en een zoekende vader.


Tinga, afgestudeerd in 1996, bracht in 2014 de Plastic Soup Surfer tot leven, de duurzame ­variant op David Bowie’s Ziggy Stardust, die op zoek is naar manieren om de berg plastic afval te laten slinken.

Voordat je aan de slag ging met je zelf­ gebouwde board was je toch al maatschappelijk geëngageerd kunstenaar?

‘Ja, maar meer omwille van de kunst zelf. Na de eeuwwisseling wilden we als groep jonge Leidse kunstenaars de kunst ontdoen van zijn elitaire context. Het begon met een setje beitels waarmee we palen op het strand gingen bewerken. Later gingen we grote sculpturen illegaal in de openbare ruimte plaatsen. In feite waren we nog erg bezig met de vraag wat kunst is, of zou moeten zijn. Het collectief had een prachtige naam: Kunst Uitschot Team. De afkorting deed het goed als krantenkop.’

Wanneer zijn je artistieke ambities ­ontstaan?

‘Ik denk rond 2000. De grootste omslag in mijn leven was misschien wel de keuze om toen met een kiteboard naar Marokko te fietsen. Ik had na mijn studie een paar jaar als biologiedocent lesgegeven aan het Rijnlands Lyceum. Doceren was leuk, maar ik beleefde een school ook als een beperkte

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

­omgeving. Ik was eind twintig en lag daar maar als een rots in de beek. De scholieren waren als het water dat om me heen stroomde. Daarbij heeft doceren voor mij ook veel weg van beheersen, ­chaos voorkomen. Terwijl mijn hart ligt bij inspireren, experimenteren. Ik nam ontslag en een vriend raadde me toen aan om met mijn board te gaan ­fietsen naar Marokko. Was nog best een hele klus. Nadat ik alle schepen achter me had verbrand – m’n toenmalige vriendin vaarwel gezwaaid, kamer onderverhuurd – vond ik mezelf met pijnlijke knieën terug op de Haringvlietbrug. Op een fiets met ­tachtig kilo bagage achter me. Dat was een heftig gevoel, en dat heb ik wel vaker gehad. Bijvoorbeeld in de regen op een kronkelig bergweggetje langs de Spaanse noordkust. Maar ik ontdekte in Marokko wel dat ik iets anders met mijn leven wilde.’

En toen?

‘Ik werd niet gelijk kunstenaar, maar ging wel experimenteren. Er volgde een periode waarin ik veel verschillende dingen deed, van werken in een discotheek tot varen als begeleider van gehandicapten op een zeilschip tussen Nederland en Zweden. Ik heb daar mijn huidige vrouw leren kennen. En het mooie was ook dat ik drie weken op en twee weken af was. Bij een vriend op zolder maakten we beeldhouwwerk. Verder tekende ik, en ik maakte veel muziek.’

17

TEKST: FRED HERMSEN, FOTO’S: ROB OVERMEER EN HOLLANDSE HOOGTE

NR. 1  2017


18

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Je legt de oorsprong van je artistieke a ­ mbities niet in je vroegere jeugd…

‘Mijn vader was ontwikkelingsarts. Ik woonde een groot deel van mijn jeugd in Afrika en op de Antillen. Ik denk dat daar wel wat zaadjes zijn gepland voor het type kunst dat ik maak. Momenteel werk ik – als ik tijd heb tussen al mijn activiteiten als Plastic Soup Surfer door – aan beelden die zijn geïnspireerd op voodoo beelden, totems met toevoeging van strip­elementen. Geen geëngageerde kunst meer; kunst moet vooral naar zichzelf ­verwijzen, is nu mijn idee.’

Je studeerde vanaf 1991. Leiden was niet bepaald een broednest voor ­maatschappelijk activisme of kunst. Waarom toch deze stad?

‘Kunst speelde toen nog niet. Ik had alles afgestreept en cognitieve kunstmatige intelligentie bleef over, maar meer omdat het cool klinkt, haha. Biologie in Leiden sloot daarbij aan. En de keuze voor de stad? Ach, een fijne kleine stad met meer vrouwen dan mannen. Dat stond me aan, maar vooral de nabijheid van de kust: ­w indsurfen!’

Het klinkt als feest…

‘Gedeeltelijk. Ik werd net als de meeste biologiestudenten dubbellid, van Catena en Augustinus. Uiteindelijk kwam ik veel vaker op Catena. Die club was meer een soort bar, en ik bleek niet genoeg verenigingsmens voor Augustinus. Hoewel ik wel in een Augustinushuis woonde. Mooie tijd. Ik haalde mijn propedeuse niet, en in die tijd mocht je dan gewoon in het tweede jaar de gemiste tentamens inhalen, in mijn geval twee. Ik heb me toen helemaal kunnen storten op het lezen over ontdekkingsreizen. Geweldig.’

En het maatschappelijk activisme?

‘Wat me wel tegenviel in Leiden, was het geëngageerde karakter. Of beter gezegd: het gebrek eraan. Over de universiteit, de docenten, kan ik niet zoveel zeggen. Maar ik weet wel dat ik de fundamentele dis­cussies onder studenten toen erg miste. Ze waren meer bezig met cijfers halen, en wilden in het weekend gewoon weer

Merijn, tweede van rechts, op het Asopos Gala in 1992

bij hun ouders zijn. Beetje oppervlakkig. Over de oorsprong van het leven, de zin van het leven, over dat soort zaken kon ik maar met weinig mensen praten. De vrienden die ik heb overgehouden aan die tijd konden dat wel. Ze zijn ook actief in het bestuur van de stichting ­Plastic Soup Surfer.’

Bracht de studie Biologie je ­dichter bij de waarheid?

‘Mijn motivatie voor de studie was best simpel: “Als ik maar weet wat de waarheid is, weet ik wie ik ben en hoe ik moet leven.” Via de kwantummechanica kwam ik erachter dat er op het allerkleinste niveau alleen willekeur bestaat, en dat die naar boven toe wordt vertaald. Ik begreep er op een gegeven moment niets meer van. Dat was tijdens mijn afstudeerstage in Togo, en leidde tot een kleine existentiële crisis. Ik besefte wel dat ik uiteindelijk een zak chemische verbindingen ben, en dat die kennis geen bal ­uitmaakt voor de keuzes die je maakt. Dat was een deceptie.’ ‘Maar de studie zelf vond ik prachtig analytisch; ik beschouwde het leven in de volle breedte en mocht anderzijds heel praktisch bijvoorbeeld haaien ontleden. Ik volgde ook nog een medische aanvulling, sneed daarbij ook nog eens in mensen. Heel erg rijk allemaal. Het besef groeide dat we onderdeel van iets heel kwetsbaars zijn, en dat we er invloed op kunnen uitoefenen. Dat inzicht heeft me misschien wel hier gebracht.’

Wat beoog je met jouw stichting?

‘Ik ben de mens door mijn studie naar afvalstromen steeds meer gaan zien als een afvalscheidend wezen. Niet primair als een consument of burger dus. Dat weggooien leidt tot grote problemen. Plastic dat we niet ­kunnen hergebruiken bijvoorbeeld, breekt niet af maar verdwijnt in minuscule vorm grotendeels in zee, en komt daar in onze voedselketen terecht. We vervuilen daarmee ook onszelf en ons nageslacht. In de ideale wereld recyclen we dus alles wat we


19

NR. 1  2017

gebruiken. Zover zijn we nog lang niet, ik ook niet. Maar alle alarmbellen rinkelen, dat zien zelfs veel regeringsleiders. We moeten minstens een aantal kleine stappen zetten, zoals de brede invoering van statiegeldheffing.’

Als het zo urgent is en eenvoudig klinkt, waarom gebeurt het dan niet?

‘Omdat de corporate lobby zo sterk is, met bedrijven als Coca-Cola voorop. Ze hebben een alternatief verzonnen, Plastic Heroes, daarmee steunen ze de inzamelingspunten die je wel tegenkomt bij supermarkten voor de deur. Probleem: die blijken niet effectief. Ten eerste doordat niet meer dan 40 procent van de plastic afvalstroom daarin terechtkomt. En dan nog: niet meer dan 19 procent van wat er wél in wordt gedeponeerd blijkt goed genoeg om te kunnen recyclen. En dat percentage wordt dan ook nog eens omgezet in betrekkelijk laagwaardige producten, zoals kunststof bermpaaltjes. De rest verdwijnt alsnog in de verbrandingsoven. Deze aanpak lost dus weinig op. Statiegeld­heffing wel, want ingeleverde flessen worden hergebruikt. Dat leidt tot 40 procent minder zwerfafval. In regio’s waar het wordt geheven, werkt het goed. Dat wijzen internationale ­studies uit.’

‘ In Leiden­ ­groeide het besef dat we onderdeel van iets heel kwetsbaars zijn’

CV Merijn ­ Tinga Geboren in 1973, opgegroeid in ­Lesotho, Curaçao, ­Tanzania en vervol­ gens Groningen 1985-1991 Zernicke College, vwo bèta 1991-1996 studie ­Biologie in Leiden, afgestudeerd in vete­

rinaire parasitologie, bestuurslid Leidse Biologen Club, lid van Augustinus en Catena 2000-2001 gefietst van Leiden naar Marokko en terug 2003 medeoprichter Kunst Uitschot Team 2004-heden activi­ teitenbegeleider in creatief atelier voor cliënten GGZ 2009 Zeilreis rond

Slaat de boodschap aan onder een ­brede groep mensen?

‘Met statiegeld richt je je automatisch tot degenen die niet al van nature geneigd zijn om voor het milieu te kiezen; die een duwtje in de rug nodig hebben. Zeg zo’n zeventig procent van de totale populatie. Daarop richt ik me. Dus niet op de vijftien procent mensen die toch al aan refuse of reuse doen of daarvoor openstaan, en evenmin op degenen die nooit en te nimmer duurzaam gedrag zullen gaan vertonen.’ Groot-Brittannië met camera in de mast 2014 Plastic Soup ­Surfer langs de ­Nederlandse kust 2015 Plastic Soup Expedition op de Noordzee en Baltische Zee 2016 overtocht naar Engeland 2016 columnist voor het Leidsch Dagblad over duurzame onder­ werpen

Is er nog een leven naast de Plastic Soup Surfer?

‘Ik heb me ontwikkeld tot specialist met overzicht, in een nogal versnipperd vakgebied. Ik geef daardoor veel lezingen en doe mee aan paneldiscussies. En momenteel zie ik mezelf eigenlijk primair als vader, met twee jonge kinderen. Zo ziet mijn leven er nu een ­tijdje uit. De kunst kan wel even wachten.’ Meer informatie over het werk en de petitie van de Plastic Soup Surfer: www.plasticoupsurfer.org/nl en Facebook.


20

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 1  2017

herinneringen aan

TEKST: FRIEDERIKE DE RAAT, FOTO: HANNEKE WIESSING

het Gravensteen

‘A

ls ik terugdenk aan mijn studietijd in Leiden, zie ik vaak het Gravensteen voor me. Daar volgde ik colleges Burgerlijk Recht en was de bibliotheek van de vak­ groep. Bij het koffiehuisje op de hoek van het Gerecht en de Papengracht kwam ik vaak met mijn roeiploeg. Balkanoorlog De eerste anderhalf jaar van mijn stu­ die Rechten gingen vlot. Daarna kreeg ik het steeds drukker met andere din­ gen, zoals roeien bij Asopos de Vliet. Ik ging daar coachen, zat in commis­ sies en werd bestuurslid. Ik was erg

loyaal aan de vereniging. De lekkende dakgoot van Asopos kreeg voorrang boven een tentamen. Voor de studie was dat niet bevorderlijk, voor mijn persoonlijke vorming en mijn cv wel. Op een bepaald moment had ik zoveel studievertraging opgelopen dat mijn vader zei: ‘Ga jij eerst maar eens in dienst.’ Dat vond ik wel interessant, het was de tijd van de Balkanoorlog, de Golfoorlog en Peter Arnett die dagelijks verslag deed voor CNN. Begin 1996 zat ik in het vliegtuig naar Bosnië, voor de vredesmissie. Plots liep ik ‘in het nieuws’, dat vond ik ver­ schrikkelijk indrukwekkend. Er was toen wel een wapenstilstand, maar de situatie was niet ongevaarlijk met al die mijnen en onverwachte salvo’s. In Mostar zijn we net een handgranaat in een restaurant misgelopen. En we zijn een keer verdwaald in een Servische stad terwijl we een Bosnische tolk bij ons hadden. We zijn er heelhuids uit­ gekomen, maar dat had heel anders kunnen aflopen. In Bosnië sprak ik een jongen wiens hele studie de mist in was gegaan door de oorlog. Toen dacht ik: ‘Mis­

schien moet ik er, als ik terug ben in Nederland, toch even hard tegenaan met mijn studie’. Ik had inmiddels voor hetere vuren gestaan. Bevoorrecht In september 1996 ben ik weer gaan studeren en drie jaar later was ik klaar. Na vijftien jaar advocatuur werk ik nu als instructeur aan de School voor Vredesmissies. Ik voel me bevoorrecht dat ik tijdens mijn studie even in een andere wereld ben geweest. Het ver­ zamelen van ervaringen is nog steeds wat ik het liefste doe. En die periode in Bosnië heeft me sterk gevormd. Ik ben nu minder materialistisch. Ik ben me gaan realiseren wat er echt belangrijk is in het leven. Ik vind het altijd geweldig om weer in Leiden te zijn. Ik ga elk jaar naar de alumnidag van Rechten en met enige regelmaat naar de Dies of met een stu­ dievriend naar een Cleveringalezing. Die verbondenheid met Leiden is er nog steeds.’ Marc Westendorp Rechten 1990-1999


DOSSIER Azië is van oudsher diep geworteld in de ­Universiteit Leiden. In september gaat de ­nieuwe Asian Library open, waar alle collecties van de universiteit over en uit Azië ­samenkomen. De band met dat werelddeel is op de hele ­universiteit, zowel in onderwijs als ­onderzoek, nog steeds veelzijdig en sterk. Daarom is 2017 Leiden Asia Year.

Onderwijs

Aziatische studenten weten Leiden te vinden

Veldwerk

Testen met één druppel bloed

Asian Library

Vijf topstukken uit de schatkamer


22

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 1  2017

Het belang van veldwerk Een kleine selectie uit een jaar vol Azië-­ activiteiten. Voor het volledige ­programma: leidenasiayear.nl 9 februari CONFERENTIE CHINA AND THE NETHERLANDS De openingsconferentie van het Leiden Asia Year 2017.

17 maart SYMPOSIUM ­COLLECTING ASIA Dit symposium gaat in op de geschiedenis van de band tussen Leiden en Azië.

25-26 maart 11-12 november LAK WORKSHOPS ­A ZIATISCHE KUNST EN CULTUUR Met onder andere: washi, bollywood dance, Indonesi­ ­ hinese kalligra­ sche dans, C fie, schilderen in Chinese stijl en haiku schrijven. 1 april - 1 oktober WALKING WITH ­INDONESIA Wandelroute in het oude centrum van Leiden.

Leidse doorbraak in opsporing lepra Ze deed veldwerk in Nepal en Bangladesh en dat leverde de Leidse scheikundige en in Leiden gepromoveerde immunoloog Annemieke Geluk baanbrekende resultaten op. Afgelopen zomer kwam de hoogleraar Immunodiagnostiek van mycobacteriële infectieziekten in het nieuws met een doorbraak in de snelle opsporing van infectie met de leprabacterie, een ziekte die in ­ onder meer Zuidoost-Azië nog altijd op grote schaal voorkomt. o’n twaalf jaar geleden zijn we ons in het LUMC gaan toeleggen op het identificeren van biomarkers om lepra te kunnen opsporen. De veldtest die mijn onderzoeksteam samen met dr. Paul Corstjens van de afdeling Moleculaire Celbiologie ontwikkelde, vormt de basis voor het ontwikkelen van testen waarmee andere ziekten en ziekteverloop vroegtijdig worden gedetecteerd. Het resultaat hiervan hebben we afgelopen zomer succesvol getest: met één druppel bloed kan binnen een uur bij de mensen thuis worden beoordeeld of én in welke mate iemand geïnfecteerd is met de bacterie die lepra kan veroorzaken. Door deze snelle manier van testen kunnen geïnfecteerde mensen in een vroeg stadium met antibiotica worden behandeld om verdere besmetting en ziekte tegen te gaan. Je kunt ons werk dus inderdaad baanbrekend noemen.’ ‘Jaarlijks worden zo’n tweehonderd­ duizend nieuwe leprapatiënten ontdekt.

Ondanks beschikbaarheid van goede medicatie wordt dit aantal niet minder. Dit komt onder meer doordat mensen de bacterie ongemerkt jarenlang bij zich kunnen dragen, zonder dat ze zelf ziek worden. Maar ondertussen besmetten zij wel weer anderen. Een andere oorzaak van late diagnose is het gebrek aan geld om naar de kliniek te reizen. Bovendien speelt het stigmatiserende karakter van de ziekte; mensen van wie bekend is dat ze lepra hebben, worden vaak gediscrimineerd. Dat maakt dat veel patiënten hun ziekte verzwijgen. Nationale politiek doet ook een duit in de zak; ontkenning van de mate waarin lepra voorkomt, heeft ertoe geleid dat er nog maar weinig lepraspecialisten in de gezondheidszorg zijn. Met onze veldtest wordt het ook voor niet-clinici makkelijker de besmettingsbronnen op te sporen, waardoor mensen vroegtijdig tegen lepra behandeld kunnen worden en de bacterie ook niet overdragen.’ ‘De ziekte komt voornamelijk voor in


DOSSIER Leiden Asia Year

23

TEKST: CAROLINE WELLINK, FOTO: PRIVÉ-COLLECTIE

10 mei YAMATO – J­ APANSE DRUMMERS IN DE ­STADSGEHOORZAAL Yamato is een wereld­ beroemd collectief van Japanse drummers.

ontwikkelingslanden: naast Afrika en Latijns-Amerika ook veel in ZuidoostAzië. Factoren als slechte hygiëne en voedseltekort spelen hierbij een belangrijke rol. Veel veldwerk verrichten we in Bangladesh en Nepal, omdat daar enorm veel leprapatiënten zijn en we daar al jaren intensieve samenwerkingsverbanden mee hebben. Onze medewerkers in alle landen waar we veldwerk doen, hebben mijn hart gestolen. Zij doen met zoveel compassie en gedrevenheid hun werk; dat vind ik mooi om te zien. Het motiveert en geeft energie om onze bijdrage te leveren.’ Waardevol

‘Naast het verder ontwikkelen van de veldtest voor lepra, doen we onderzoek naar het ontwikkelen van soortgelijke diagnostiek voor tuberculose. Besmetting met de tuberculose-­ bacterie en de leprabacterie leidt tot vergelijkbare biomarkers in het bloed. Voor tuberculose is vroegtijdig op­­

sporen wellicht nog belangrijker, omdat de bacterie sneller ziekte veroorzaakt en bovendien dodelijk is. Zelfs voor ‘westerse’ ziekten heeft ons onderzoek waarde: hetzelfde type test kan worden gebruikt bij het monitoren van het ziekteverloop van bepaalde auto-immuunziekten, zoals reuma. De basis van de door ons ontwikkelde veldtest zou in de toekomst dus heel goed een waardevol instrument in de zorg kunnen worden.’ Annemieke Geluk (1966) ­studeerde bio-organische ­chemie aan de ­Universiteit Leiden. In het LUMC bij de afdeling Immunohematologie en Bloedtransfusie ­promoveerde ze als immunoloog in 1995 op onderzoek naar

T cel/antigeen-interacties in het afweersysteem. Sinds 2015 is zij hoog­leraar bij de Afdeling Infectie­ ziekten van het LUMC. ­Afgelopen najaar werd zij genomineerd voor de VIVA 400-award in de categorie Knappe Koppen.

4 juni JAPANMARKT De Japanmarkt strekt zich uit over het Rapenburg. Er zijn onder andere Japanse tekeningen, bonsaiboom­ pjes en kimono’s te koop. 7 juni JAPAN-KOREA BEDRIJVENDAG De Japan-Korea Bedrijven­ dag biedt de gelegenheid aan Japanse en Koreaanse bedrijven en studenten om elkaar te ontmoeten.

14 september OPENING VAN DE ASIAN LIBRARY 10.00 uur Opening in de Pieterskerk, Leiden ­Daarna lunch en program­ ma met o.a. muziek, presen­ taties en rondleidingen. 14 september CINEMASIA FILMLAB (KORTE FILMS) CinemAsia is hét f­ estival voor hedendaagse ­A ziatische cinema.


24

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 1  2017

LeidenAsiaCentre zoekt naar maatschappelijke relevantie en onderzoek is geslaagd als het reuring oplevert, zegt directeur Frank Pieke van het LeidenAsiaCentre. Concreet betekent dat: de overheid, bedrijven of organisaties kunnen de resultaten gebruiken, er komt een conferentie, de media pikken het op. Deze instelling levert gemengde reacties op. ­Pieke: ‘De onafhankelijkheid van academisch onderzoek blijft voor ons een onaantastbaar Leids principe, maar de maatschappelijke relevantie van het onderzoek telt net zo.’ Het centrum wil daarnaast bijdragen aan een nieuwe generatie Aziëdeskundigen. ‘Daarom stellen we fellows aan, die hun eigen project bij ons uitvoeren. Op die manier hopen we zo veel mogelijk uiteenlopende Azië-expertise in en voor de Nederlandse samenleving te genereren.’ Dankzij een nalatenschap van 4,2 ­miljoen euro kan het LeidenAsia­Centre zeker vijftien jaar vooruit.

China Hoogleraar Modern China Studies

TEKST: JANET VAN DIJK, FOTO’S: HIELCO KUIPERS

Frank Pieke deed samen met Garrie van ­Pinxteren en Tianmu Hong onderzoek naar het beeld van ­Nederland onder Chinese bedrijven, expats, toe­ risten en studenten in Nederland en naar het beeld dat ­(sociale) media in China schetsen van Nederland. De resultaten staan in een boek dat binnenkort uitkomt en er komt een ­presentatie tijdens de ­conferentie in Leiden waarmee het ­Aziëjaar wordt geopend. Pieke reageert op twee van zijn bevindingen. Veel Chinezen zien N ­ ederland niet als een aparte maatschappij, maar als onderdeel van Europa. ‘Nederland op zichzelf heeft te weinig onder­ scheidend vermogen. Je komt er niet door de aandacht te vestigen op kaas en wind­molens en waterbouw. We moeten niet zeggen hoe goed wij zijn, want dat interesseert ­Chinezen niet zoveel, we moeten zeggen hoe ­Europees

Japan

De onderzoeksprojecten van het LeidenAsiaCentre onderscheiden zich door de sterke nadruk op maatschappelijke rele­ vantie en het project “Japanse productver­ pakkingen” is daar een goed voorbeeld van, zegt Kasia Cwiertka, hoogleraar Modern Japan. ‘Het project, dat net is afgesloten, heeft het bewustzijn over het onderwerp en de milieueffecten daarvan aan het g ­ rote publiek duidelijk gemaakt.’ De tentoonstel­ ling ‘Te mooi om Weg te Gooien’ trok afgelo­ pen zomer duizenden bezoekers in Leiden en is tot februari 2017 te zien in Krakau. De volgende klus die Cwiertka bij het LAC gaat aanpakken is vergrijzing – een a ­ ctueel onderwerp dat ook de beleidsmakers in Nederland hoofdpijn bezorgt. ‘Een op de acht Japanners is ouder dan 75 jaar, en voorspel­

wij zijn. Dat je hier Europa binnenkomt. Neder­ landse universiteiten kunnen zich bijvoor­ beeld profileren met het feit dat ze de meeste Engels­talige programma’s aanbieden. Om meer ­Chinese bedrijven naar Nederland te krijgen moeten wij ons presenteren als een fijn en pret­ tig stukje van Europa.’ Nederland trekt minder Chinese bedrijven, expats, toeristen en studenten dan de om­ringende landen. ‘We zitten op 80 procent vergeleken met de lan­ den om ons heen. Dat kan een tandje meer. Veel Nederlanders zien China als ‘ver weg’, we zijn er niet genoeg mee bezig. Als je mee wilt spelen in de wereld, kun je niet om China heen. Ik zeg: voor gedrag een 9, voor vlijt een 6,5.’ Frank Pieke hoogleraar Modern China Studies


DOSSIER Leiden Asia Year

Korea

lingen geven aan dat in 2030 bijna een der­ de van de Japanse bevolking ouder dan 75 is. Japan is daarin niet uniek. Nooit eerder in de geschiedenis van de mensheid waren zo veel mensen ouder dan 65. Dit is in principe een positieve ontwikkeling, ware het niet dat de kosten van gezondheidszorg wereldwijd de pan uit rijzen. Binnen het “Aging Japan”-pro­ ject richten we ons vooral op het gebruik van hightech home care-oplossingen in Japan, zoals gezondheidszorg op afstand en zorgro­ bots. Door te weten te komen welke van deze oplossingen zich in Japan bewezen hebben en welke niet, kunnen we vooruitlopen op Nederlandse ontwikkelingen. Japanse erva­ ringen kunnen een bron van inspiratie voor ons zijn, of juist als waarschuwing werken.’ Naast senior en junior onderzoekers zijn maatschappelijke partners bij het project betrokken, onder andere de afdeling ICT Healthcare van het Ministerie van Volksgezondheid, de Nederland­ se Ambassade in Tokio, en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. ‘In mei houden we de eerste brainstorm-work­ shop en eind 2017 zullen we op een publiek symposium de resultaten bekendmaken.’

Kasia Cwiertka hoogleraar Modern Japan

25

Sinds 1 september 2011 is Remco Breuker hoogle­ raar Koreastudies. Voor het LeidenAsiaCentre, waar hij een van de drie wetenschappelijk directeuren is, l­eidde hij het onder­ zoek naar Noord-Koreaanse dwangarbeiders. Dat zijn er veel meer dan gedacht: tussen de 100.000 en 200.000. Het aan­ tal groeit de laatste jaren hard. De arbeiders zijn uitgezonden naar 42 landen, waaronder lidstaten van de EU, zoals Polen (waar ze veel in de scheepsbouw werken), Malta en Oostenrijk. De Noord-Koreanen worden uitgebuit, er vallen doden. Ze wer­ ken 16 uur per dag, 6 of 6,5 dagen per week, 70 of zelfs 90 pro­ cent van hun inkomen gaat naar de staat, ze slapen soms met 40 mensen in een woning. Het zijn ontdekkingen die Breuker versteld deden staan. ‘Het is een wereldwijd probleem, het is heel akelig.’ Naar aanleiding van het onderzoek zijn vragen gesteld in het Europarlement, maar de Europese commissie komt niet in actie. Een zeer gevoelig onderwerp is het wel. Breuker werd ervan beschuldigd dat hij spion is van de Zuid-Koreaanse veilig­ heidsdienst. Ook op ­andere manieren werd hij geïntimideerd. ‘Er werd ingegrepen in mijn persoonlijke leven en daar ben ik heel boos over.’ Het project leverde behoorlijk wat internationale publiciteit op. Breuker hoopt dat het uiteindelijk leidt tot een einde aan de dwang­ arbeid. ‘Het idee is dat we meer grip krijgen op de mensenrech­ tenschendingen. Niet omdat Noord-Korea naar ons zou luisteren, maar omdat er landen bij betrokken zijn die in de EU zitten en zich aan verdragen dienen te houden. Er gaat nu EU-geld naar bedrijven die deze mensen uitbuiten. Dit is niet legaal.’ Het rapport is in het Koreaans vertaald. ‘Ik hoop dat dat zoden aan de dijk zet.’ Remco Breuker hoogleraar Koreastudies


26

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Wie alleen de foto bekijkt, ziet een soort ‘sleutel­ hanger’. In het echt is deze spectaculaire oorkonde zo’n 50 cm in doorsnee en ongeveer 40 kilo zwaar. De koperen platen, bij elkaar gehouden door een ring, vertellen over de ­goede gaven van koning Rajaraja. Hij schonk de inkomsten die hij als belasting ontving van een heel dorp, aan een boeddhistische tempel – iets dat zijn opvolger, koning Rajendrachola, ­blijkbaar graag wilde memoreren. Dat deze oorkonde van koper is, en niet van papier of perkament, is voor Zuidoost-Azië niet ongewoon. In de tropische, vochtige ­warmte zou papier niet lang goed blijven. Metaal, steen, of bladeren van de ­Lontarpalm zijn veel bestendiger. Oorkonde van koning­ Rajendrachola, Zuid-India, 11e eeuw

Goede gever

Leidse held

TEKST: ANNETTE ZEELENBERG

Afbeelding van lelies, uit de uitgave Seikei zusetsu, Japan, 1804

Philipp Von Siebold (17961866) is voor veel Azië-­ wetenschappers een held. Niet alleen om zijn avontuurlijke leven, maar vooral om zijn verzameling J­ apanse objecten. Planten, voorwerpen, prenten, landkaarten, ambachtskunst – Von ­Siebold was overal in geïnteresseerd. Hij werkte in de Japanse handelspost ­Deshima. Japan was toen vrijwel afgesloten voor buitenlanders, maar als arts kreeg hij toch toegang tot de

mensen en hun cultuur. Met scheepsladingen tegelijk stuurde hij de verzamelde spullen naar Nederland – waaronder dit boekje. De afgebeelde lelies introduceerde hij trouwens in het Westen, net als de nu alomtegenwoordige hortensia en hosta.

NR. 1  2017

Langste gedicht ter wereld

Aziatische schatten in Leiden


DOSSIER Leiden Asia Year  Manuscript uit ­Indonesië (ZuidSulawesi), 1852-1858

Altijd al eens een manuscript dat op de ­Unesco Werelderfgoedlijst staat van dichtbij willen zien? In Leiden kan dat. La Galigo is een van de grootste werken van de wereld­literatuur en vertelt het verhaal van de oorsprong van de mensheid; over de goden van de bovenwereld en de onderwereld en de eerste bewoners van Luwuq, een Buginees koninkrijk op Zuid-Sulawesi. Het is het langste gedicht ter wereld, zo’n zesduizend folio-

Oude druk Pagina uit Yilitu, ‘Regels en riten met illustraties’, China, 13e -14e eeuw

Een schatkamer, zo zou je de Asian Library die in sep­ tember wordt geopend wel kunnen noemen. Voor de enorme collectie met eeuwenoude manuscripten, ­bijzondere boeken, tijdschriften en andere unieke objecten wordt een extra verdieping boven op de UB aan de Witte Singel gebouwd. De Indonesische collectie is zelfs de grootste ter wereld. Een vijftal topstukken beschreven.

27

vellen lang. La Galigo vindt zijn oorsprong in Zuid-Sulawesi en is geschreven in de Buginese taal. Het Leidse handschrift bestaat uit 12 delen en omvat het eerste deel van het omvangrijke epos, het langste fragment ter wereld. Toch is het niet compleet. La Galigo is zo groot dat er nergens ter wereld een complete tekst bestaat. Het handschrift werd in 2011 opgenomen in het ‘Memory of the World’-register van Unesco.

Dit is de alleroudste ­gedrukte boekpagina in het bezit van Universiteit Leiden. Het is een dubbele pagina uit een boek met rituele voorschriften en gedragsregels voor belang­rijke momenten als geboorte en dood. Het is bijzonder om te bedenken dat dit bedrukte papier er na al die ­eeuwen nog steeds is. Ook geeft deze pagina aan hoe uniek de bibliotheek is. Hier zijn m ­ aterialen bewaard die in de regio’s zelf al lang v ­ erdwenen zijn.

Houtsnede Houtsnede van het menselijk lichaam (Reijin meidō no zu), Japan, ca. 1650

In de 17e eeuw bestond er vanuit de westerse wereld al belangstelling voor Oosterse geneeskunst, deze Japanse afbeelding van het menselijk lichaam met acupunctuurpunten is daarvoor het bewijs. Of zo’n westerse eigenaar van de houtsnede de anatomische kennis ook kon doorgronden, is niet bekend. Hij had in ieder geval iets moois in huis. De exotische manuscripten en andere objecten die de VOC mee terugbracht uit de Oost waren zo gewild, dat ze bij opbod op de kade in Amsterdam verkocht werden. Deze tekening komt uit de collectie van de geleerde Isaac Vossius (1618 – 1698). Na zijn dood kocht de universiteit Leiden zijn verzameling boeken en bijzondere handschriften.


28

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 1  2017

Azië houdt ons veel spiegels voor

‘Je moet ­bereid zijn je in de ander te verdiepen’

TEKST: MALOU VAN HINTUM

Jan Michiel Otto, directeur van het Van Vollenhoven Instituut, vertelt wat wij kunnen leren van Azië.

an Michiel Otto, hoogleraar Recht in Ontwikkelingslanden aan de Universiteit Leiden en directeur van het Van Vollenhoven instituut, weet wel wat wij kunnen leren van Azië – al kun je natuurlijk nooit in algemene termen spreken over ruim vijftig landen. Hij zegt: ‘Een leergierige en rechtsvergelijkende houding. Chinezen ­bijvoorbeeld kijken ook wat andere grote ­ontwikkelingslanden doen – India, Mexico, ­Brazilië. Ze sturen overal mensen naartoe en zijn heel eager to learn, ook als het over wetgeving gaat.’ Natuurlijk, China is een partijstaat met ­enorme machtsspelletjes en ideologische

beperkingen. Maar, zegt Otto, Chinezen zijn ook pragmatisch. ‘Hun houding doet me denken aan de manier waarop, onder de Leidse hoogleraar Meijers, het Nederlands Burgerlijk Wetboek tot stand kwam. Daarvoor is vanaf kort na de Tweede Wereldoorlog tot begin jaren negentig veel rechtsvergelijkend onderzoek gedaan.’ Doen we dat tegenwoordig te weinig? Vertellen wij nu de rest van de wereld hoe het moet?

‘Wel een beetje.’ Hij zingzegt de eerste regels van een lied van Paul van Vliet: ‘Alle dijken zijn gedicht / Alle dichters kunnen eten / En iedereen heeft boter bij de vis.’ Oftewel: ‘Nederland is af, wij hoeven nergens anders te gaan kijken hoe we het moeten doen, want dat weten we zelf wel.’ Leert u zelf van collega’s uit Azië?

‘Twintig jaar geleden schreef ik het artikeltje: “Misdaadpreventie op buurtniveau: bestuurskundige wijsheid uit het Oosten?” In ­Indonesië, Japan en Egypte hielden buurtbewoners elkaar op een heel effectieve manier op de hoogte over onraad. Er waren ook buurt­ patrouilles. Daardoor sliep ik goed. ’s Nachts hoorde ik in de kampong’ – hij slaat met een lepeltje op een kopje – ‘de burgerwacht op het hek tikken. Je mocht kiezen: betalen, of mee­ lopen. In Japan komt de politie twee keer per jaar bij je thuis. Ze willen weten hoe het is met je gezin, en of er iemand op het huis past als je op vakantie bent.’ Dat vinden wij hier een vorm van ongewenste bemoeizucht.

‘Je kunt ervan leren. In Indonesië is islamitisch terrorisme al heel lang een groot probleem, zoals overal in de moslimwereld. Een deel van het antwoord daarop is dat burgers de overheid en de politie informeren over wat er allemaal gebeurt. Als een maatschappij dat niet meer kan, omdat de persoonlijke vrijheid zó groot is dat je niet eens wilt weten wie er naast je woont, moet je niet verbaasd opkijken als daar al een jaar lang een terroristische cel huist.’ Er worden ons veel spiegels voorgehouden door Azië, is Otto’s overtuiging. ‘Zo begrijpt Azië het belang van een goed bestuur. Zij zeggen niet “hoe minder overheid, hoe beter”, een gedachte die in het Westen dominant is,


DOSSIER Leiden Asia Year

Hier zou iedereen roepen dat de rechter op de stoel van de politicus gaat zitten.

‘Ja.’

Otto laat zich inspireren door Cornelis van Vollenhoven: ‘Hij stelde dat je diepgaand moet bestuderen wat er in het rechtsbewustzijn van mensen leeft. Je ziet in de ontwikkelings­ samenwerking en in het mensenrechtenbeleid dat als je je geen rekenschap geeft van hoe recht en bestuur elders werken, je niet zo effectief bent. Hoe kun je nou in landen ‘de rechtsstaat bevorderen’ als je niet bereid bent je te verdiepen in hun recht en bestuur en in de manier waarop mensen daarmee omgaan?’ Dat zie je ook aan Afghanistan, waar dra-matisch veel geld in is gepompt, waardoor de bestaande corruptie nog veel groter is geworden. De laatste twintig jaar ­verspreiden we the rule of law, de rechtsstaat, als onze Bijbel. Mooi, maar je moet vooral ­willen weten welke rol het recht speelt; de role of law. Ga je alleen uit van de rule of law, dan zend je almaar je eigen standaard­principes uit. Dat is vaak geen effectieve b ­ enadering.’ Jan Michiel Otto is op 8 februari een van de twee diesoratoren.

‘Loyaliteit is erg belangrijk in Japan’

‘T

ijdens Kendo, een cursus ­Japanse vechtkunst die ik op mijn 17de volgde, kreeg ik mijn ­eerste Japanse woordjes mee. De taal pakte me direct, niet alleen de klank, ook het schrift fascineerde me met zijn 2100 basiskarakters. De cultuur leerde ik pas echt goed kennen toen ik een jaar aan de universiteit van Nagasaki studeerde. Het cliché klopt: iedereen in Japan werkt over. Daarna ga je verplicht wat drinken om te socializen met je baas, dan mis je je laatste trein en ga je naar een capsulehotel om een paar uurtjes slaap te pakken. Loyaliteit is minstens zo belangrijk; het opbouwen van een vertrouwensband. Ik ben er nu een paar keer geweest voor ­Rangemu, een organisatie die de Nederlandse en Japanse game-industrie bij elkaar wil brengen. In Nederland kom je snel ter zake. In Japan sluit je hooguit na een jaar een deal. Maar eenmaal aan boord zit je op rozen. Dan zijn er nog de vele regeltjes. Alleen al het geven van je visitekaartje is een heel ritueel. Haal je hem hier gewoon uit je kontzak, daar haal je hem keurig uit het houdertje en geef je hem met twee han­ den aan je gesprekspartner.’

Van Vollenhoven Instituut

Het Van Vollenhoven Instituut (VVI) is vernoemd naar hoogleraar rechtswetenschap Cornelis van ­Vollenhoven (1874-1933). Het VVI richt zich vooral op Azië, Afrika en het Midden-Oosten. Daar onderzoeken juristen, antropologen, sociologen en geesteswetenschappers het ontstaan en functioneren van rechts­ systemen; de invloed van deze systemen op hun sociale omgeving, en omgekeerd; en de mate waarin ze effectief bijdragen aan goed bestuur en een goede ontwikkeling.

aldus alumnus Farah

FARAH NASRI (25) 2009– 2015 Japan Studies in Leiden 2013 Nagasaki University Japanese Language Program for Exchange Students 2016 Begeleider eerstejaars studenten Japan Studies ­Leiden 2016 Freelance tolk/vertaler Bestuurslid Japan Relations bij Rangemu

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

zeker na de val van de Muur. Singapore en Taiwan, succesvolle landen, zeggen: een sterke economie heeft een sterke staat nodig. Een ander voorbeeld: in India heeft de hoogste rechter bepaald dat de overheid haar uiterste best moet doen om het recht op voedsel te realiseren, en dat ze bepaalde voedselprogramma’s moet uitvoeren. Rechters hier zullen niet snel sociaal-economische mensenrechten vertalen naar een plicht van de overheid om bepaald beleid te voeren.’

29


30

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

‘Shanghai: één en al dynamiek en gedrevenheid’

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK

‘E

aldus alumna Anneke

en drukke havenstad en 25 miljoen inwoners. Ben na twee jaar nog steeds diep onder de indruk van de dynamiek en gedreven­ heid en een “eye-opener” om van een afstand – buiten Europa dus – te zien wat dit voor ons in Euro­ pa en Nederland betekent. Shanghai is 24/7 bezig zichzelf op de kaart te zetten. Een ‘Ervaring met een hoofdletter’ om hier te mogen leven en werken. Naast het verstrekken van visa aan Chinezen die naar Nederland willen, zo’n 22.000 per jaar, houdt het Consulaat-Generaal zich bezig met economische diplomatie. We maken Nederlandse bedrijven wegwijs die zich hier willen vestigen en steunen de Nederlandse bedrijven die hier al zijn, zo’n 600 intussen. We ondersteunen bij problemen, maar spotten ook pro-actief kansen. Voor Nederland liggen die met name in de agro- en watersector. Daarnaast proberen we de zichtbaarheid van Nederland te vergroten, onder andere door ons “tulpenoffensief” : in november heeft het CG, als symbool voor onze relatie, 18.000 rode en oranje tulpenbollen geplant op zichtbare plaatsen in Shanghai en omgeving. Nederlanders en Chinezen spreken dezelfde han­ delstaal. Aan de andere kant levert onze directheid nogal eens gefronste wenkbrauwen op in China, wat niet altijd even effectief is. Wat mij opvalt is dat veel Chinese studenten ervoor kiezen in Europa, inclusief Nederland te studeren Maar omgekeerd zien we nog niet enorme Neder­ landse studentenstromen richting China gaan. Misschien is het Aziëjaar een uitgelezen kans om daar eens goed promotie voor te maken! ANNEKE ADEMA (56) 1985 Afgestudeerd in Nederlands en internationaal recht Sinds 1986 diverse functies bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Ministerie van Economische Zaken. 2014 Consul-Generaal in Shanghai en omliggende drie provincies

‘ Het vervulde me met trots’ Voor linguïst Nazar ­Nazarudin, de ­voorzitter van de Indonesische ­studentenvereniging PPI Leiden, was er maar één plek waar hij wilde ­studeren: Leiden. ‘Leiden en de Indonesi­ sche studenten hebben ­ iepe band. Bijna ner­ een d gens ter wereld is zo’n gro­ te collectie documen­ ten, kaarten en archieven over ­Indonesië te vinden. Het vervulde me met trots toen ik ontdekte dat er een beeld is van Hoesein Djaja­ diningrat, de eerste Indo­ nesiër die in 1913 aan de ­ eiden promo­ Universiteit L veerde. Thuisvoelen Met PPI proberen we de Indonesiërs zich thuis te laten voelen in Leiden. Tegelijkertijd helpen we ze te integreren in het L ­ eidse leven. We hebben s­ ociale en culturele e ­ venementen, we vertonen films en ­nodigen bekende schrijvers en intellectuelen uit. We maken ook een historische stadswandeling. We wer­ ken nauw samen met de Indonesische ambassade.

PPI heeft een lange geschie­ denis, het is de opvolger van de in 1922 opgerichte Indo­ nesische Vereeniging. Onze Indonesische inslag maakt ons anders dan andere stu­ dentenverenigingen, maar verder verschillen we niet veel. Iedereen is welkom. De Universiteit Leiden heeft een goede reputatie in Indonesië. Door de schat aan documentatie en de historische en ­emotionele band. Ik ben voorzitter van PPI geworden, omdat ik daar graag aan wil bijdra­ gen, ik wil niet alleen stude­ ren en onderzoeken.’


DOSSIER Leiden Asia Year

NR. 1  2017

‘De belangstelling groeit’ Tot grote vreugde van taaldocent Edith Koopman heeft de studie Japans niet geleden onder de tsunami en de kernramp in Fukushima. ‘De belangstelling voor Japans groeit zelfs licht.’ Bij de meeste studenten die ze begroet aan de Arsenaalstraat, is de interesse voor het land en de taal aangewakkerd door anime of m ­ anga. ‘Ook Pokémon speelt een rol. De ­eerstejaars zijn zonder ­uitzondering enthousiast. Als we dan b ­ eginnen, zoals bij elke taal, met woordjes leren en grammatica, haakt een klein deel af. Maar de meerderheid blijft en

­ontwikkelt zich heel breed. Geschiedenis, sociologie; ik vind dat verstandig. Japans is nut­ tig, maar het is goed als je ook een ander vak beheerst. De studie zelf is ook breed. Je leert hier de taal, maar ook over cultuur, kunst, economie en zelfs ­criminologie. De taal is het mid­ del om verder te komen.’ Praktisch vak De studenten komen terecht in Japan, bij een Japans bedrijf in Nederland, of beginnen een vertaalbureau. ‘We bie­ den nu ook Business Japanese aan. Een heel praktisch vak: hoe gedraag je je in het J­ apanse zakenleven, welke taal gebruik je? Volgens mij staan we goed aangeschreven in Japan. Ik durf te zeggen dat onze kwaliteit goed is. We v ­ ragen veel van onze studenten en dat is terecht.’

31

Nationaliteiten

Afhankelijk van waar je de grens met Azië trekt, zijn er ongeveer verschillende Aziatische ­nationaliteiten vertegenwoordigd in de Leidse collegezalen. De ­meeste Aziatische studenten ­komen uit het Verre Oosten. inschrijvingen China is met kop­loper, Indonesië is met studenten ook goed vertegen­ woordigd. Uit India komen mensen. Daarna zitten ook in de d ­ ubbele cijfers: uit Zuid-Korea, uit uit Japan, uit Taiwan, uit Maleisië en uit Iran, Thailand. Maar ook uit Afgha­ nistan, Azer­beidzjan, Laos, Pakistan, Singa­pore, Kazachstan, ­Oezbekistan, Bhutan, Brunei, de F ­ ilipijnen, P ­ akistan, Nepal, Sri Lanka en Vietnam komen studenten voor een academische opleiding naar Leiden.

30

213

87

49 21

17 10

19 13 10

ndertussen

in Leiden...

‘De k ­ oninklijke familie gaf de d ­ oorslag’ Madhuri Meelee komt uit het noordoosten van India. Na een bachelor in bedrijfsrecht werkte ze bij een advocatenkantoor en tijdens het schrijven van haar scriptie voor de master strafrecht – over prostitutie – werd ze ­gegrepen door mensenrechten. ‘Ik wilde daar meer van weten en mijn zoektocht eindigde in Leiden. De achtergrondinformatie over

­ eiden die ik van een vriend kreeg, L klonk goed en de universiteit staat goed bekend als het om mensen­ rechten gaat. Europa is, vergeleken met de VS, financieel ook aantrek­ kelijker voor een student. Ik had de keuze uit meerdere universiteiten, maar de reputatie van Leiden, en de bonus dat de koninklijke familie hier heeft gestudeerd, gaven de doorslag. Ik heb er geen seconde spijt van gehad. De faculteit is erg goed, de docenten weten waar ze

over praten. Wat me hier vooral opvalt, is de bijna persoonlijke ­aandacht die ik krijg. In het over­ bevolkte India was ik dat niet gewend. Ik hoop in Leiden te pro­ moveren, daarna wil ik een paar jaar hier blijven om te werken. ­Uiteindelijk wil ik terug naar India om te helpen bij de ontwikkeling van mijn thuisstaat Assam, mis­ schien kan ik daar zelf opleidingen opzetten.’


Leidraad

NR. 1  2017

‘Nederlanders zijn erg gedisciplineerd’

ndertussen   in Leiden...

‘ Heel bekend in China’ Yun Tian is China-coördinator bij de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen. ‘Ik heb een aantal taken. Ik help wetenschappers de relatie met Chinese universiteiten te onderhouden, ik help bij het werven van Chinese studenten en onderzoekers die in Leiden willen studeren of werken, ik help Leiden te promoten in China en ik ondersteun de Chinezen die aan onze faculteiten studeren en werken met praktische zaken.’ ‘Leiden is met afstand de bekendste Nederlandse uni­ versiteit in China en omdat Leiden ook genoemd wordt in de Chinese geschiedenis­ boeken, hebben de mees­ te Chinezen er wel een beeld bij. Als het gaat om de uni­ versiteit dan waarderen ze vooral de hoge kwaliteit van onderwijs en onderzoek. Van sommige Chinezen krijg ik te horen dat ze hun onderzoeks­

‘N methodologie hebben aan­ gepast op basis van wat ze hier leerden. Dat vind ik inte­ ressant. Daarnaast vinden ze Leiden een fijne plek om te wonen. Ze waarderen de vei­ ligheid en rust. Ze zeggen vaak dat de levensstandaard hier hoger is dan bijvoor­ beeld in de Verenigde Staten of het Verenigd Koninkrijk.’ Vrij denken ‘Chinese studenten en onder­ zoekers kunnen veel leren van het vrije denken van Nederlandse studenten. Bin­ nen de faculteit hebben we bijvoorbeeld een activiteit die ‘beat the professor’ heet en waarbij je wordt uitge­ daagd slimmer te zijn dan de professor. Dat is voor Chine­ se studenten, die hiërarchie gewend zijn, heel inspire­ rend. Chinezen op hun beurt zijn harde werkers, ambitieus en bescheiden tegelijkertijd. Daar kunnen Nederlandse studenten van leren.’

Studierichting

Net zo veelzijdig als de nationaliteiten, zijn de studie­richtingen die Aziatische studenten volgen aan de Universiteit Leiden. Ruim ­studenten bij International Studies en zo’n bij R ­ echten. Dat zijn daarmee de populairste studenten richtingen. En dan zijn er ook nog die zich in hun nieuwe land willen verdiepen; zij studeren Nederlandkunde of Neerlandistiek. Ook populair: Azië-studies, waarbij de uitgebreide Leidse documentatie en een andere blik op hun continent toegevoegde waarde hebben voor de Aziatische studenten.

50

120

15

aldus alumna Oxalis

ederlandse alumni zijn een belangrijke talentenpool voor bedrijven in Indonesië, waar ik werk als alumni officer bij Neso (Nether­ lands Education Support Offices). Mijn belangrijk­ ste taken zijn het initiëren, faciliteren en ver­ sterken van relaties tussen Nederlandse alumni, universiteiten en het bedrijfsleven. Ik organiseer regelmatig job fairs, workshops en seminars en andere activiteiten voor alumni in Indonesië. Nederlanders zijn erg gedisciplineerd, dat merk ik ook altijd bij studenten. Ze zijn ook goed in time management en weten zo mooi een balans te vinden t­ ussen hun sociale leven, werk en stu­ die. Ze z­ ullen in ieder geval niet, zoals Indonesi­ sche s­ tudenten, ergens te laat komen. Dat heb ik ook gemerkt tijdens mijn studie aan de Leidse universiteit. De masteropleiding Mediatechno­ logy is een crossover tussen een artistieke en wetenschappelijke opleiding met als opdracht: hoe kun je onderzoeksvragen beantwoorden met gebruik van technologie en creativiteit? Mijn creatieve interesse vindt zijn weg in foto­ grafie. Samen met Maarten Wesselius, een boom­ lange student die ik in Leiden heb ontmoet, ben ik de photoblog Supper snapshots gestart; een project waarbij we elke dag een foto maakten van ons eten. Het was een expe­ riment om te kijken in hoeverre we met onze totaal verschillende ­achtergrond, maar wel als generatiegenoten van elkaar verschilden. Het experiment mondde uit in verschillende expo­ sities in Bandung en Jakarta.’

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK

32

OXALIS ATINDRIYARATRI (34) 2000-2005 Industrial engineering, Bandung 2006 Journalist 2007 Freelance fotograaf 2011 Vertaler 2009-2011 Mediatechno­ logy, ­Leiden 2015 Nuffic Neso, Jakarta


DOSSIER Leiden Asia Year

Wat werkt wel en wat niet, als het gaat om ontwikkelingshulp aan Zuidoost-Azië? David Henley, hoogleraar aan de Universiteit Leiden, is gespecialiseerd in de contemporaine geschiedenis van Indonesië. Hij vergeleek de regio met Afrika beneden de Sahara, om te kijken waarom landen als Indonesië, Maleisië en Vietnam het zoveel beter deden in economische groei en armoedevermindering. Zijn bevindingen verwerkte Henley in het boek Asia-Africa Development Divergence. Hier vat hij de drie belangrijkste – en soms verrassende – lessen kort samen.

Richt je op de kleine boeren

‘Wat de Aziaten goed hebben gedaan, is dat zij de ontwikkelingshulp hebben geconcentreerd op landbouw en de ontwikkeling van het platteland. Door te investeren in irrigatie en gewassen, konden kleine boeren in plaats van één keer per jaar, twee of drie keer oogsten en zo hun inkomen verdubbelen. Omdat de ene boer grofweg hetzelfde nodig heeft als de andere, bereik je zo in een keer heel veel mensen en kun je grote stappen zetten

in de armoedereductie. Dat noemen we een pro poor-beleid. Ik zeg wel eens: als hulp niet minstens 100.000 mensen ten goede komt, is die niet het overwegen waard.’

Denk op de korte termijn

‘We zijn geneigd om te veronderstellen dat Aziatische landen heel ver vooruit plannen, maar dat blijkt niet het geval te zijn. Je hoeft helemaal niet 25 jaar vooruit te denken, maximaal vijf jaar is prima. Actie is nuttig! De fout die Afrikaanse landen hebben gemaakt, is dat ze zich focusten op modernisering. Als het Westen in de jaren zeventig staalfabrieken had, moesten zij die ook hebben. Het probleem is dat zo’n investering complex is en aan minder mensen ten goede komt. Op dit moment kunnen maar twee Afrikaanse landen, dankzij een vergelijkbaar beleid als de Aziatische landen, grote stappen zetten in armoedevermindering: Rwanda en Ethiopië.’

Good governance zegt niet zoveel

‘Er wordt veel gesproken over good governance als voorwaarde voor ontwikkelingshulp, omdat het geld anders in een bodemloze put zou verdwijnen. Nu is er misschien in ontwikkelde landen wel een corre­ latie tussen goed bestuur en economische groei, maar in Zuidoost-Azië blijkt die niet op te gaan. Neem Indonesië. Geschat wordt dat zo’n dertig procent van alle hulp ‘verdwenen’ is in de zakken van corrupte ambtenaren. Maar met die andere zeventig procent hebben ze zulke goede dingen gedaan, dat de economie toch enorm gegroeid is. Aan dat succes heeft Nederland een belangrijke bijdrage geleverd, niet als grootste donor – dat waren de VS en Japan – maar als coördinator van alle buitenlandse hulp.’

TEKST: PETER WIERENGA

Het succes van het ­platteland

33


34

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

DOSSIER Leiden Asia Year

NR. 1  2017

China neemt ambitieuze maatregelen om milieuvervuiling terug te dringen. Een team van onderzoekers uit Leiden, Delft en China gaat er ­onderzoek naar doen. Ze richten hun blik op de industrie in Chongqing.

China pakt de smog groot aan k was laatst weer in Beijing voor een congres’, zegt Arnold Tukker, hoogleraar Industriële Ecologie en directeur van het Centrum voor Milieuwetenschappen. ‘Na twee dagen kreeg ik tranende ogen van het ­fijnstof en de smog. Je realiseert je dan wel dat de Chinezen er dagelijks van doordrongen worden dat er iets moet gebeuren. Ze proberen bijvoorbeeld met minder grondstoffen te produceren. China gebruikt op dit moment de helft van al het staal en cement in de wereld.’ De Chinese overheid heeft al jaren geleden beleid uitgestippeld dat verbetering moet brengen, zegt Tukker. Zo wordt er geïnvesteerd in eco-industriële parken of Smart Industrial Parks, waarin afvalstromen van de ene fabriek grondstof zijn voor de andere fabriek. De Nederlandse industrie kent ook dat soort hergebruik van bijvoorbeeld afval­ warmte, kooldioxide en zoutzuur.

TEKST: ARNO VAN ’T HOOG

Metropool

Tukker richt zijn expertise op het gebied van industriële ecologie de komende jaren op Chongqing, een metropool in het bergachtige, subtropische binnenland van China. Er wonen ruim dertig ­miljoen mensen in een grotendeels stedelijke agglomeratie met veel zware industrie. Het staat in de top-tien van Chinese steden met de zwaarste luchtvervuiling. De keuze voor deze stad is niet willekeurig. ­Postdoc Mingming Hu, die bij Tukker is gepromoveerd, studeerde in Chongqing. Tukker: ‘Zij doceert daar aan de universiteit en heeft er een uitgebreid netwerk. Samen met mijn Chinese contacten bij de internationale Society for Industrial Ecology leidde dat tot een Nederlands-Chinees onderzoeksvoorstel.’ Onlangs werd een voorstel van ­Tukkers groep beloond met een grote NWO-subsidie. Tukker wil met het project beter begrijpen wat er precies in de ­Chinese industriële parken

omgaat: wat voor industrie er is gevestigd, welke grondstoffen worden verbruikt en wat er aan afval vrijkomt. ‘Ik gebruik statistieken van Chongqing, zoals gegevens over de industrie. Daarmee bouwen we een computermodel, dat ook kijkt naar de milieu­ druk elders, bijvoorbeeld in de mijnbouw in Afrika.’ Op z’n Hollands

Een tweede onderdeel in het project wordt uitgevoerd in samenwerking met collega’s uit Delft, die zich richten op de menselijke praktijk. Dat onderzoek draait om bestuurlijke netwerken en is meer sociologisch, zegt Tukker. ‘Het zijn vooral park­ beheerders en lokale ambtenaren die bijna op z’n Hollands al pratend op bijeenkomsten en borrels proberen partijen aan elkaar te koppelen. Die bottom-up benadering heeft succes. We gaan onderzoeken wat precies bepaalt of partijen bereidwillig zijn om mee te werken.’ Tukker komt regelmatig in China, maar blijft zich er verbazen. ‘Bijvoorbeeld als je ziet hoeveel de overheid investeert in wetenschappelijk onderzoek en in proeffabrieken voor recycling. In China is alles groter. Leiden is een gezellige universiteitsstad met honderdduizend inwoners, Chongqing is twee keer Nederland.’

Arnold Tukker


NR. 1  2017

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

35

de groep van

alumna Ingeborg Hansen (52)

Wat was jullie taak? ‘Onze belangrijkste taak was om in klederdracht op de foto te gaan met Japanners. Ik denk dat ik bij tienduizenden Japanners in het fotoalbum zit. Een heel ­aparte bijbaan, maar wel dé kans om naar Japan te gaan. We kregen onderdak en zakgeld. In de zomer was het bloedheet, maar we moesten elke dag die polyester klederdracht aan, twee lagen. En een mutsje. Dat hebben we op een gegeven moment gewassen, wisten wij veel dat er stijfsel in zat... Soms was ik al die foto’s helemaal zat en ging ik zitten breien. Dat vonden de Japanners ook geweldig. Elke dag wisselden we van locatie. De minst populaire plek was het draaiorgel, dat kende maar een paar liedjes.’

Zien jullie elkaar nog? ‘Vorig jaar was het dertig jaar geleden dat we in Japan waren en hebben we een reünie gehouden. Daar waren ­Susanna Kempees, Maaike Boot, Annelies Ruigrok, Monic Leurs, Nicolette Bloemendaal, Ingrid ­Bregonje en ­Janneke ­Wesselius. Met Annelies heb ik in Japan veel gezeild, zij is een van mijn beste vriendinnen geworden; met Susanna en Monic woonde ik in één huis. Met Suus ben ik eens naar ­Sapporo gelift. De bedrijfsleiding was niet blij met dat liften, maar we deden het toch vaak, want de laatste bus uit de stad naar ons dorp ging al om zeven uur ’s avonds.’ Is je Japans beter geworden van dat jaar in Nagasaki? ‘Zeker! Ik weet nog dat we op het vliegveld werden ­opgehaald door een bedrijfsleider. Die begon tegen ons te praten, maar we verstonden er geen woord van. In het zuiden van Japan spreken ze namelijk dialect. Maar dat wende snel. Elke avond bespraken we welke ­nieuwe woorden we hadden geleerd. In Leiden hadden we alleen formeel Japans geleerd, in Japan leerden we ook de omgangstaal. Zonder dat jaar had ik mijn studie niet ­afgemaakt, ik stond er hopeloos voor toen ik vertrok. Niets bleef hangen. Pas in Japan heb ik Japans geleerd. Uiteindelijk ben ik vertaler geworden.’ Ingeborg Hansen, Japans 1982-1989

TEKST: FRIEDERIKE DE RAAT

Wat zien we hier? ‘Studenten Japans in 1986 in het Holland Village in Nagasaki, een openluchtmuseum met nagebouwde Nederlandse monumenten. Het museum had voor een jaar Nederlanders nodig die een paar woorden Japans spraken. Negen Leidse studenten – het mochten alleen blanke meisjes zijn – werden aangenomen.’


36

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

TEKST: NIENKE LEDEGANG, FOTO’S: TACO VAN DER EB

Onderwijsgebouw van de toekomst

Een eigen pand, toekomstbestendig, te midden van de ministeries en regeringsgebouwen, op een steenworp afstand van het Centraal Station. Het was even zoeken, maar het gebouw, Wijnhaven, dat de Universiteit Leiden dezer dagen betrekt in Den Haag heeft het allemaal.

NR. 1  2017


NR. 1  2017

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Broodje op de trap

Frans Dekker was tot zijn pensioen directeur vastgoed van de Universiteit Leiden. De afgelo­ pen drie jaar legde hij zich toe op de realisatie van een campus in Den Haag. Trots leidt hij rond in het pand waar vanaf begin 2017 ­dagelijks 3500 tot 4000 studenten en 250 medewer­ kers veel van hun productieve tijd doorbren­ gen. De officiële opening is op 10 februari 2017. Meest opvallend is de grootse entree, met een brede trap die deels om te lopen is, maar voor­ al ook om plaats te nemen. In het ideaal van ­Dekker z­ itten straks rond lunchtijd ­studenten en medewerkers op de enorme zittrappen in de centrale hal hun broodje te eten, ­terwijl een directeur-­generaal of ­staatssecretaris van een naastgelegen m ­ inisterie een lunch­college geeft. Volgens Dekker is dat wat een gebouw van de universiteit moet faciliteren: de kruis­bestuiving tussen theorie en ­praktijk. ‘Het ­nieuwe pand aan de Wijn­haven is straks dan ook toeganke­ lijk voor iedereen. In de centrale hal komt een koffiebar, boven is een brasserie. We hopen dat a ­ mbtenaren uit de buurt er een kop ­koffie komen ­drinken. Maar dat niet alleen: ook de ont­ moeting tussen verschillende ­disciplines die we in huis hebben is belangrijk. Daar hebben we in ons ontwerp bewust rekening mee gehouden.’ Bijna alle faculteiten nemen met een instituut of een opleiding hun intrek in het nieuwe pand. Ook de afdeling technische bestuurskunde van de TU Delft gaat gebruikmaken van Wijnhaven.

Ontmoeting

‘De ruimtes zijn open en licht, trans­parantie het uitgangspunt. Je kunt bij v ­ rijwel alle ­lokalen en c ­ ollegezalen ­binnenkijken. Een zekere privacy bewaren we door de ramen met folie te beplakken waarop alle namen van Nobelprijswinnaars staan. De studie­ ­ aviljoen verenigingen hebben bewust een p in de centrale hal gekregen. Meestal zijn die weggestopt op een z­ older of in een kelder.’ Dekker beseft dat wetenschappers zich vaak graag terugtrekken om zich volledig te wijden aan hun eigen onderwerp. ‘Dat begrijp ik heel goed, en tegelijkertijd ontstaat hier in deze open ruimtes dan de ontmoeting van weten­ schappers met studenten en collega’s. Dat levert nieuwe kansen en ideeën op.’

Leidraad

37


38

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 1  2017

Wel dertig panden heeft hij bezocht, vertelt Frans D ­ ekker. ‘Dat viel niet mee. We hadden een aantal harde eisen: er moest een auditorium in passen, er moesten up to date onderwijs­ ruimtes in kunnen en het moest dicht bij het station en de c ­ irkel rond het Plein zijn, midden ­tussen de ­politiek en ambtenarij. Pas toen we het oude m ­ inisterie van ­Justitie en Binnenlandse Zaken aangeboden k ­ regen, zag ik mogelijkheden.’

Flexibiliteit

Diverse werkgroepen hebben hun hoofd g ­ ebroken over de beste indeling van het pand. ‘Er is zóveel om rekening mee te houden. Je hebt allerlei ­ruimtes nodig, van grote collegezalen tot kamers voor werkgroepjes van tien personen en natuur­ lijk met overal voldoende elektrische aansluit­ punten. Flexibiliteit is dus het toverwoord.’ Dekker somt op: er zijn vijf collegezalen die in capaciteit variëren van 50 tot 550. Er zijn 21 classrooms voor rond de 25 studenten, waarvan sommige met een ­flexibele wand zodat ze geschikt kunnen worden gemaakt voor kleinere werkgroepen, zoals die van International Studies. Een deel van deze ruimtes is ­flexibel door verrijdbaar meubilair. Een deel ervan is bewust statisch, omdat alle bankjes een eigen elektriciteitsvoorziening hebben. Het inspiration lab is de plek van het Centre for Innovation. Wil je een week met een commerciële partner aan de slag?

Dan moet je hier zijn. Alles is hier verrijdbaar en ver­ plaatsbaar. Er is een bibliotheek die geen eigen col­ lectie heeft, maar deze deelt met de Universiteits­ bibliotheek in Leiden en daar ook een dagelijkse pendeldienst mee onderhoudt. Er zijn in het pand verder 25 concentratieplekken waar je je helemaal kunt afsluiten en 700 openbare studie­plaatsen, waarvan de helft een stilteplek is en de a ­ ndere helft een overlegplek. Dekker: ‘Erg leuk vind ik de active classroom, die we hebben gekopieerd van een Amerikaanse universiteit. Hier staan vier ronde tafels in één lokaal waar de docent doorheen wan­ delt. De gedachte daarachter? Zo kun je als student nooit meer achter in het lokaal zitten knikkebollen of met je telefoon spelen. Van welke ruimtes straks het meest gebruik wordt gemaakt, weten we niet. Daar zijn we benieuwd naar, ik vind het leuk om te zien hoe zo’n gebouw zich in gebruik ontwikkelt.’


NR. 1  2017

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

39

object

John Quincy Adams was een wonderkind. Toen hij 13 jaar oud was, schreef hij zich in aan de ­Leidse universiteit. Op het hierbij afgebeelde inschrijf­register van de universiteit – januari 1781 – staat hij als nummer 146: Johannes Quincy Adams, ­Americanus. De jonge Adams woonde, net als zijn tutor John Thaxter en zijn oudere broer Charles (de een boven en de ander onder hem in het inschrijfboek) bij Wellens aan de Langebrug 45 in Leiden. Broer Charles leerde in Leiden bier drinken, en zoop zich op zijn 40ste dood. Ook Thaxter werd niet oud, maar dat is een ander ver­ haal. John Quincy Adams werd in 1825 de zesde president van de Verenigde Staten. Waarom was de Adams-familie in 1781 in Neder­ land? Vader John Adams, oud-ambassadeur in Frankrijk, probeerde Nederland aan de kant van de prille Amerikaanse republiek te krijgen en

zocht onder meer steun bij Leidse lakenhande­ laren en politieke idealisten. Zijn zoons hadden in Amsterdam op school gezeten, maar dat was natuurlijk niet veel soeps. De zoontjes Charles en John Quincy werden daarom naar de Leidse universiteit verhuisd, volgden een half jaar col­ lege in Leiden, kregen Latijnse les van Lambert­ ­Wensinck en leerden schaatsen en paardrijden. In het register staat trouwens vermeld dat Johan Quincy Adams 14 jaar oud was. Dat klopt niet, want hij werd geboren op 11 juli 1767 – dus hij was toen hij ging studeren zelfs pas 13 jaar jong. Maar Leiden houdt van jonge studenten: Hugo de Groot was 14 toen hij in 1597 aan de Leidse academie twee Latijnse disputaties verdedigde, en Stefan Buijsman, geboren in 1995, ging als 15-jarige informatica studeren in Leiden. Wat goed is, komt snel.

TEKST: JOS DAMEN, FOTO’S: MARC DE HAAN

uit een Leidse collectie


40

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Algemeen 8 februari DIES De universiteit viert haar 442ste verjaardag. Vanaf 15.00 uur, Pieterskerk. 25 februari OPEN DAG Scholieren maken kennis met opleidingen, docenten, studieadviseurs en studenten van Universiteit Leiden en met de stad. Informatiemarkt in de Pieterskerk. Faculteit Geesteswetenschappen 27 januari AFSCHEIDSCOLLEGE Harm Beukers, Scaligerhoogleraar Bijzondere collecties van de Leidse Universiteitsbibliotheek. Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen 19 januari LEZING Miranda van Eck, hoogleraar cardio­vasculaire en metabole therapieën, doet onderzoek naar aderverkalking en geneesmiddelen die deze bestrijden. Zij geeft een lezing voor het Natuurwetenschappelijk Gezelschap Leiden, getiteld ‘Vaatwastabletten’ voor schone (bloed)vaten. 19.30 uur Huygens Laboratorium. 16 februari LEZING Martina Vijver is universitair hoofddocent Ecotoxicologie. Haar lezing voor het Natuurwetenschappelijk Gezelschap Leiden gaat over de ecologische effecten van nanodeeltjes op het aquatische milieu. 19.30 uur Huygens Laboratorium 3 april SYMPOSIUM Nationaal Wiskunde Symposium over Dynamische Systemen, georganiseerd door de studievereniging de Leidsche Flesch.

Faculteit der rechtsgeleerdheid 16 mei 2017 ALUMNI AVOND JEUGDRECHT Verenigingen CATENA 14 januari Nieuwjaarsborrel Vanaf 20:17 uur wordt er getoost op het nieuwe jaar. Aanmelden kan via de Facebookpagina van Horus. 7 mei Lustrum VSL Catena viert dit jaar haar 65-jarig bestaan. De reünistendag is op 20 mei. Hortus 26 februari WINTERCOLLEGE Het is 200 jaar geleden dat de botanische tuin in het WestJavaanse Bogor, vroeger Buitenzorg, werd gesticht. Andreas Weber verzorgt een Hortus Wintercollege over Caspar Georg Carl Reinwardt, de eerste directeur van Buitenzorg, die in 1823 hoogleraar botanie en directeur van de Hortus is Leiden werd. 14 april TENTOONSTELLING Van 14 april tot 8 oktober is de Hortus in Aziatische sferen. De tentoonstelling ‘Kroonjuwelen uit Azië’ laat de meest bijzondere en meest gebruikte gewassen uit tropisch Azië zien. Bezoekers krijgen een wandelboekje mee voor de tropische kassen. Jonge Alumni Netwerk (t/m 35 jaar) 4 februari Young Alumni Academy Volg workshops, verbeter je skills en ontmoet andere jonge alumni tijdens de Young Alumni Academy. Houd de website in de gaten voor het thema van dit jaar: www.universiteitleiden.nl/ alumni/jan Kijk voor meer informatie en activiteiten op www.universiteitleiden.nl/ agenda

ARCHEOLOGIE

Boten uit Zwammerdam ­herbergen ‘schat aan kennis’ De Universiteit ­Leiden doet mee aan een project om Romeinse vaartuigen uit de periode 80 – 200 na Christus weer in elkaar te ­zetten. De ‘Zwammerdam-­ schepen’ zijn binnen de archeologie al wereldberoemd. Gastonderzoeker Tom Hazenberg hoopt die roem over de academische grenzen heen te trekken. Het onderzoek naar de schepen past in een gro­ tere onderneming waar­ bij de universiteit ook betrokken is: het nomi­ neren van de Neder­ germaanse Limes, de

noordgrens van het Romeinse Rijk in Neder­ land en Duitsland, als Unesco Werelderfgoed. Er is al ruim veertig jaar veel te doen rond­ om de drie Romeinse kano’s en drie Romein­ se platbodems. Ze wer­ den in de jaren zeventig ontdekt tijdens opgra­ vingen in Zwammer­ dam, een dorp in de gemeente Alphen aan den Rijn. Het was een ­unieke vondst: nog nooit waren vaartuigen van dit type, en zo com­ pleet, aangetroffen. Eenmaal gerestaureerd krijgen de schepen onderdak in het Archeon.

RECHTEN

Nascholing voor juridische professionals

H

et juridisch PAO van de Universiteit Leiden orga­ niseert en faciliteert postacademisch onderwijs voor advocaten en andere juridisch geschool­ de of georiënteerde professionals. In februari en maart 2017 starten er drie bijzondere specialisatietrajecten, te weten ondernemingsrecht, arbeidsrecht en een nieuw ontwikkelde contractenrechtopleiding. Deze trajecten leiden binnen een half jaar op tot specialist. Daarnaast zal in het najaar van 2017 een b ­ ijzondere leergang jihadisme en terrorisme starten, waar­ voor de voorinschrijving gestart is en waarvoor een beperkt aantal plaatsen beschikbaar is. Meer informatie over PAO op paoleiden.nl


SIGNALEN

NR. 1  2017

GEESTESWETENSCHAPPEN

Leidenaar jongste doctor Filosoof Stefan Buijsman promoveerde afgelopen jaar op zijn 20e aan de Universiteit van Stockholm, zes jaar nadat hij Informatica ging studeren in zijn geboortestad Leiden.

B

uijsman (‘Ik leer nu eenmaal snel’) sloeg op de basis­ school drie klassen over. Op zijn vijftien­ de ging hij Informatica stu­ deren aan de universiteit. Via het honoursonderwijs ont­ dekte Buijsman de filosofie. Zijn masterstudie daarin vol­ tooide hij op zijn achttiende. Buijsman: ‘Zweden heeft veel meer promotieplaatsen in de

filosofie dan Nederland. Aan de Universiteit van Stock­ holm werken heel gerenom­ meerde filosofen op hun vak­ gebied. Zij hebben me goed begeleid en hierdoor kon ik in anderhalf jaar promoveren.’ In Zweden is de leeftijd van promovendi tot 1850 beke­ ken en bleek hij de jongste. In Nederland deelt Buijsman het record van jongste promo­ vendus met Floor Sietsma. ‘Zij was op de dag af even oud als ik toen zij een paar jaar gele­ den promoveerde.’ Buijsman blijft voorlopig in Stockholm om verder te ­werken aan zijn onderzoek over hoe mensen wiskundige kennis tot zich nemen.

HORTUS

Bijzondere bollen in nieuwe kas In de Hortus staan van 14 februari tot 9 april de bijzondere bollen in het zonnetje. Voor deze kleine tentoonstelling is een nieuwe kas gebouwd waar bezoekers van buiten naar binnen kunnen kijken. Zo is het mogelijk om extra veel bijzondere gewassen te laten zien. De meeste mensen denken bij bollen aan tulpen, narcissen en hyacinten. De Hortus laat er nog veel meer zien.

41


42

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 1  2017

CENTRUM VOOR MILIEUWETENSCHAPPEN

Levend Lab dankzij crowdfunding

E

chte slootjes waarin biologen onderzoek kunnen doen. Het lijkt zo vanzelfsprekend, maar het bestond in Nederland nog niet. Dit zogeheten Levend Lab kon in november ­worden aangelegd, nadat de benodigde 15 duizend euro via crowdfunding in acht weken was opge­ haald. Het lab is gegraven op een stuk­ ­ niversiteit in de buurt je grond van de U van museum ­Corpus. Officieel valt het onder de gemeente Oegstgeest. Daar liggen nu 36 slootjes, die in ver­ binding staan met een plas en daar hun water vandaan halen. Zo kunnen in een natuurlijke omgeving de effecten van landbouwstoffen op de biodiversi­ ­ orden onder­ teit en de waterkwaliteit w

zocht. Tot nu toe gebeurde zulk onder­ ­ econtroleerde zoek veelal in een g laboratoriumsetting. Maar hier zijn de omstandigheden ‘natuurlijker’, omdat bijvoorbeeld ook dieren en het weer hun invloed hebben.

SOCIALE WETENSCHAPPEN

Digitaal opgroeien

H

et Instituut Pedagogische Wetenschap­ ­ ieuwe pen biedt sinds dit studiejaar een n Masterspecialisatie aan: Digital Media in Human Development. Hierin staat de invloed van digitale media op de ontwikkeling van ­kinderen centraal. Tegenwoordig groeien kin­ deren niet alleen op in de echte wereld maar ook in een virtuele, die van internet, games en apps. Dat brengt veranderingen, mogelijkhe­ den en gevaren met zich mee in de opvoeding van kinderen, en in onderwijs en hulpverlening. Afgestudeerden kunnen aan de slag bij het ontwerpen van digitale lesmethodes maar ook van d ­ igitale elektronische ­therapieën.

Het Levend Lab is een i­nitiatief van het ­Centrum voor Milieuwetenschappen van de Universiteit Leiden. Meer over de crowdfundingactie en een filmpje over het lab op steunleiden.nl

GOVERNANCE AND GLOBAL AFFAIRS

Gids in ­pensioenland De Leidse ­bestuurskundige Natascha van der Zwan is een van de auteurs van het onlangs verschenen boek Nederland pensioenland: Wat je wilt weten over pensioen. Hoe is je ­pensioen geregeld? Waar heb je recht op? Tot welke leeftijd moet je doorwerken? En mag je zelf beslis­ sen hoe je premie wordt belegd? Van ­ ijbren Kuiper der Zwan en co-­auteur S maken met dit boek de lezer w ­ egwijs in het doolhof van het complexe ­Nederlandse ­pensioenstelsel. Nederland Pensioenland, Amsterdam ­University Press


SIGNALEN

43

GENEESKUNDE CENTRE FOR INNOVATION

Hongersnood voorkomen met mobieltjes Het World Food Programme (WFP) van de Verenigde Naties zet mobiele technologie in om een potentiële hongersnood sneller te voorspellen. Het Centre for Innovation van de Universiteit Leiden ontwikkelt een online cursus voor professionals om de techniek te leren.

H

et WFP verzamelt sinds ­enkele jaren data die inzicht bieden in de voedselvoor­ raden in een gebied. Bewoners van risicogebieden in Afrika, het Midden-Oosten, Afghanistan en ­Oekraïne kunnen per sms of geau­ tomatiseerde telefoontjes aan­ geven of zij voldoende te eten ­hebben. Dankzij die informatie heeft het WFP real-time inzicht in de voedsel­

situatie in kwetsbare gebieden. Het Online Learning Lab van de ­Universiteit Leiden – onderdeel van het Centre for Innovation – ontwik­ kelt momenteel een online cursus om medewerkers van het WFP weg­ wijs te maken in het programma. In de zogeheten Small Private ­Online Course (SPOC) krijgen zij les aan de hand van instructievideo’s, web­ casts, leesmateriaal en opdrachten. Het interdisciplinaire team van het Centre for Innovation helpt vaker met innovatieve oplossingen voor vraagstukken op het gebied van humanitaire hulp, vrede en recht. In januari openen de Verenigde Naties een nieuw datacentrum voor humanitaire nood­ hulp in Den Haag. Ook daar is het Centre for Inno­ vation nauw bij betrokken.

Nieuwe ­afdeling chemische ­immunologie Een nieuwe afdeling b ­ innen het LUMC: Chemische Immunologie. Het vakgebied vormt een belangrijke scha­ kel in het onderzoek naar che­ mische oplossingen voor het bestrijden van levensbedrei­ gende en chronische ­ziekten, zoals kanker, tuberculose en auto-immuunziekten. Pro­ fessor dr. J.J.C. Neefjes ver­ telt erover op de eerstvolgen­ de bijeenkomst van de LUMC Alumni Vereniging. Deze is op 4 april en geldt tevens als alge­ mene ledenvergadering. De alumnivereniging is er voor iedereen die in het LUMC zijn academische opleiding heeft gevolgd, die in Leiden zijn spe­ cialistenopleiding volgde of volgt, of er een belangrijke bij­ drage leverde aan onderwijs, onderzoek of patiëntenzorg. Zie ook lumc.nl/alumni

STUDIUM GENERALE

FOTO: HOLLANDSE HOOGTE

Allemaal taal! Studium Generale biedt weer diverse lezingen en bijeenkom­ sten. Zoals de reeks “Allemaal taal!” over de vier specialisa­ ties van de opleiding Taalweten­ schap: taal en cognitie, taal en communicatie, taalbeschrijving en Vergelijkende Indo-Europese Taalwetenschap. In de reeks “Wat bezielt de Universiteit” komen op 14 februari en 14 maart de weten­ schappelijke publicatiecultuur en carrièreperspectieven voor jonge academici aan de orde. voorzieningen.leidenuniv.nl/ studium-generale.


44

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 1  2017

Alumni masterclass

FOTO: BURO JP

‘ De kracht van Lobbyen’

H

ONDERNEMERSCHAP

Leids i­ nnovatiehuis HUBspot Huis voor i­ nnovatie en ondernemer­ schap wordt het wel genoemd. HUBspot, is 31 oktober geopend. In HUBspot hebben de ­Universiteit Leiden, de Hogeschool Leiden, de gemeente en onder­

nemers hun k ­ rachten gebundeld om de ­inno­vatie in de regio aan te jagen. Startende onderne­ mende onderzoekers konden voor hulp vanuit de universiteit al terecht bij valorisatie­instituut Luris. Ondernemende

studenten kunnen aan­ kloppen bij LUGUS. Bei­ de zijn nu verhuisd naar HUBspot, aan Lange­ gracht 70, tegenover het politiebureau. Daar is onder meer kantoor­ ruimte voor starters te huur en er worden workshops gegeven.

HOVO

FOTO: SERVAAS NEIJENS (NATIONALGEOGRAPHIC.NL)

Met oma naar de dino’s

T

.rex-graver Anne Schulp (op de foto rechts) verzorgt dit voorjaar bij HOVO (Hoger Onderwijs voor Ouderen) een col­ legereeks over dinosauriërs. Het programma bestaat uit zes colle­ ges en tot slot een rondleiding door ­museum ­Naturalis, waarbij de deelnemers hun kleinkinderen mee mogen nemen. De reeks loopt van 15 februari t/m 29 maart. Meer informatie en het complete HOVO-programma – met ook colle­ ges over Proust, Afghanistan en de geologie van de Alpen – is te vinden op onderwijs.leidenuniv.nl/hovo

et Centre for Professional Learning (CPL) organi­ seert in samenwerking met het Alumnibureau van de Universiteit Leiden een master­ class over de kracht van beïn­ vloeden van besluitvorming en lobbyprocessen. In deze master­ class neemt het CPL de deelne­ mers mee in het krachtenveld van beïnvloeders, beslissers en belangenvertegenwoordigers. Vanuit zowel de wetenschap als de praktijk worden de belang­ rijkste ontwikkelingen op het gebied van lobby en public affairs belicht en het effect daar­ van. Wat is lobbyen eigenlijk? Wat is het belang van lobbyen voor private organisaties is en welk effect hebben grassroots?

Wat kunnen deelnemers verwachten? Aan de hand van praktijkvoor­ beelden wordt bekeken hoe lob­ by- en public affairs-processen een rol spelen in zowel publieke als private sectoren. Inspireren­ de sprekers bieden op een laag­ drempelige manier een inkijkje in het brede spectrum van ont­ wikkelingen die er op het gebied van lobby en public affairs zijn. Tijdens de masterclass is er ruimte om de docenten en des­ kundigen vragen te stellen. Datum: 7 maart 2017 Locatie: Den Haag Meer informatie en inschrijving: universiteitleiden.nl/masterclasses


45

FOTO: HOLLANDSE HOOGTE

SIGNALEN

GEESTESWETENSCHAPPEN

MOOC over muziek en maatschappij

D

e Academy of Creative and Performing Arts (ACPA) heeft in november haar eerste MOOC gelanceerd: Music & Society. Dit online college, gegeven door prof.dr. Marcel Cobussen en dr. Hafez Ismaïli M’Ham­ di, is gratis toegankelijk voor iedere

belangstellende. Het geeft een gron­ ­ erschillende dige introductie in de v manieren waarop muziek en de maat­ schappij met elkaar verbonden zijn. Aan bod komt bijvoorbeeld de invloed die muziek heeft op sociale, politie­ ke, economische, ­technologische en vele a ­ ndere ontwikkelingen. ­Boeiende

WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN

Common Room Lorentz Center vernieuwd

H

et Lorentz Center, het internationale centrum voor wetenschappelijke workshops op het Bio ­Science Park, heeft zijn Common Room gerenoveerd. Via crowdfunding is de benodigde 15 duizend euro opgehaald. Na 20 jaar moest de ruimte nodig vernieuwd. In de nieuwe Common Room is weer een goede balans tussen wetenschap en ontspanning gecreëerd, met onder meer gevarieerd meubilair en een krijtwand. Meer over de crowdfundingactie – zoals de reacties van wetenschappers en alumni die de renovatie heb­ ben gesteund – is te lezen via steunleiden.nl

lezingen en interviews, o ­ pdrachten en natuurlijk veel muzikale voorbeel­ den geven meer inzicht in waar, hoe en waarom we naar muziek l­uisteren, hoe muziek identiteiten vormt en welk effect ze heeft op onze n ­ ormen en waarden. coursera.org/learn/ music-society

SOCIALE WETENSCHAPPEN

Krokusklas laat scholieren drie dagen ­student zijn Voor scholieren uit 5 en 6 vwo met interesse in de ­studie Politicologie of de spe­cialisatie ­Internationale Betrekkingen en Organi­ saties (IBO) is er tijdens de voorjaarsvakantie in Lei­ den een zogeheten krokus­ klas. Drie dagen lang vol­

gen de deelnemers colleges over het thema ‘Nederland op het wereldtoneel’, maken ze een uitstapje naar Den Haag, ­krijgen ze de mooiste plekken van Leiden te zien, is er voorlichting over de studie en een door studie­ vereniging SPIL georgani­ seerd feest. Allemaal om te helpen bij een gefundeer­ de studiekeuze. De scholie­ ren proeven zelfs van het studentenleven: ze l­ogeren bij een student P ­ oliticologie of IBO.


46

Leidraad

SIGNALEN

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

QUINTUS

Albert Mantingh houdt Juffermanslezing

S

portcommentator Albert Mantingh houdt vrijdag 31 maart de achtste Juffer­manslezing op Q ­ uintus. M ­ antingh (1959) ­arriveerde in 1977 in L ­ eiden, ­studeerde eerst twee jaar rechten en werd daarna ­ingeloot voor genees­kunde. Na twee jaar A ­ ugustinus ging hij in 1979 naar het pas opgerichte Quin­ tus. Vlak voor zijn docto­

­ xamen hing M ­ antingh raal e zijn w ­ itte jas aan de wil­ gen. Hij kreeg als fanatiek sportliefhebber de kans zijn jongensdroom waar te maken: ­sportcommentator bij de televisie. Hij ging van Eurosport in L ­ onden, via RTL4, SBS6, NOS ­Studio Sport, ­Talpa en Sport 1 naar ­Ziggo Sport, waar hij nu werkt. M ­ antingh zit vol v ­ erhalen over

­Wimbledon, FA ­Cupfinals, de Giro ­d’Italia, Raymond van ­Barneveld, ­atletiek, ­rugby en ja, ook over Johan Cruijff, die hij ­regelmatig ­interviewde. Mooie ver­ halen over de belangrijk­ ste bijzaak in het leven. ­Quintus-reünisten zijn van harte welkom. De lezing begint om 20 uur. Meer informatie: reunistenquintus.nl

GOVERNANCE AND GLOBAL AFFAIRS

Alumni event bij opening Wijnhaven Op vrijdag 10 februari wordt de ­nieuwe locatie Wijnhaven van de ­universiteit in Den Haag feestelijk geopend. Ter gelegen­ heid van deze opening wor­ den ook alle ‘Haagse’ alumni ­uit­genodigd voor een speciaal alumni event. Op donderdag 16 februari is er vanaf 17 tot circa 21.30 uur een uitgebreid programma met rond­ leidingen door de nieuwe l­ocatie, lezingen, presentaties en een ‘walking dinner’. Geniet van een hapje en drankje en praat bij met studiegenoten, ontmoet docen­ ten en huidige studenten in hun nieuwe locatie Wijnhaven. In januari ontvangen alle alumni een persoonlijke uitnodiging. Info: communicatie@fgga.leidenuniv.nl

LUMC

Tien jaar Medical Delta

M

edical Delta bestaat tien jaar. Het samenwerkings­verband van de drie universiteiten van Leiden, Delft en R ­ otterdam, het ­Erasmus MC en het LUMC, waaraan ook overheden, science parks en zo’n 150 bedrijven bijdragen, ‘viert’ het tweede lustrum onder meer met een rondreizende tentoonstelling. Ook is op een gedeelte van de website van het consortium een over­ zicht te zien van ontdekkingen, projecten en best practices van de afgelopen jaren. Doel van Medical Delta is medisch-technologische vooruitgang. Een inmiddels bekend voorbeeld is de inzet van de 3D-printer om nog in de baarmoeder een ‘open ruggetje’ te dichten. Meer over deze en andere vindingen op medicaldelta.nl/createdsofar


UNIVERSITEITSHISTORICUS WILLEM OTTERSPEER

Gevoel van een einde

TEKST: LINDA VAN PUTTEN, FOTO: MONIQUE SHAW

Willem Otterspeer ging in november met emeritaat, maar zijn g ­ eschiedschrijving van de eerste 400 jaar Leidse universiteit maakt hij af. Uw afscheidsrede heette ‘Het gevoel van een einde’. Met wat voor gevoel nam u afscheid? ‘Zoals dat past: met een zekere ­nostalgie. Er zijn grosso modo twee ­manieren hoe je afscheid neemt van het leven of van je carrière. Of je ver­ zet je er tegen of je hebt er vrede mee ­ elgevallen en je kijkt met een zeker w terug. Ik denk dat ik tot de laatste categorie behoor. Het is misschien niet de bedoeling dat een kritisch his­ toricus het zegt, maar de universiteit is een van de allermooiste instituten van de westerse cultuur. Ze zit tjokvol met zeer enthousiaste mensen. Je vindt er openheid en een faire discussie. Eind jaren ’70 kon ik kiezen tussen twee banen: journalist bij het Cultureel Sup­ plement van NRC Handelsblad of con­ ­ cademisch ­Historisch servator bij het A Museum van de universiteit. Instinctief koos ik voor de universiteit. Ik denk nog steeds dat de universiteit leuker is dan

het krantenbedrijf, waar de marktwer­ king veel groter is. De universiteit staat tegenwoordig natuurlijk ook meer bloot aan controle en verantwoordingsplicht. Maar we hebben toch nog meer vrijheid om eigen onderzoek te doen.’ Had u sommige dingen achteraf toch anders willen doen? ‘Ik ben een schipperskind en had ook schipper kunnen worden. Mijn vader had dat graag gewild. Je neemt beslis­ singen en veel daarvan neem je in den blinde. Achteraf kun je denken: had ik nou wel vier zulke kloeke delen L ­ eidse universiteitsgeschiedenis moeten doen? Maar de ruim 440 jaar geschie­ denis van de Leidse universiteit valt organisch uiteen in vier periodes. De eerste drie zijn nu al weer een tijd geleden gepubliceerd (onder de noe­ mer Groeps­portret met Dame, red.) en ik heb ontzettend veel zin in dat vierde deel.’

Wanneer komt het vierde deel uit? ‘Over twee jaar. Maar eerst ga ik een boek schrijven over de Leidse uni­ versiteit in de Tweede Wereldoorlog. Van andere universiteiten, zoals die van Groningen en Amsterdam, is een geschiedenis van de Tweede Wereld­ oorlog geschreven, maar niet van ­Leiden. U gaat met emeritaat, maar doet het niet r­ ustiger aan. ‘Mijn carrière is als de Donau. Je weet niet waar die begint en eindigt. Ik wil naast het boek over de oorlog en het vierde deel nog drie andere boeken afmaken.’

Willem Otterspeer (1950) is emeritus hoogleraar Universiteitsgeschiedenis. Hij schreef tot dusver drie delen geschie­ denis van de Universiteit Leiden. Het ­vierde is in de maak. Otterspeer hield in november zijn afscheidsrede.


48

DIES VOOR ALUMNI

Steeds meer N ­ ederlandse cellen staan leeg. Dat lijkt op het eerste gezicht een positieve ontwikkeling. Maar moeten we hier wel blij mee zijn? Dit is een vraag die Pauline Schuyt, hoogleraar Sanctierecht en Straftoemeting bij het ­Instituut voor Strafrecht & Criminologie van de Universiteit Leiden, niet loslaat.

TEKST: MIRJAM JOCHEMSEN, FOTO’S: MARC DE HAAN (FOTO LINKS) EN NICOLE ROMIJN

‘W

Cellen leeg, iedereen blij?

ereldwijd zitten miljoenen mensen in de gevangenis, vaak in overvolle cellencomplexen, onder mensonterende omstandigheden. Hoe anders is het in Nederland, waar het aantal gedetineerden al jaren daalt. Hier worden gevangenissen gesloten of verhuurd aan landen als België en Noorwegen. Interessant is de vraag hoe dit verschil is te verklaren. Is het strafrecht in Nederland zo effectief dat mensen niet (opnieuw) de fout in gaan? Zijn rechters anders gaan straffen? En wat me daarbij vooral bezighoudt is de vraag of het terecht is dat Nederland vaak wordt gezien als voorbeeld voor andere landen. Een vraag die ik niet zomaar met ‘ja’ zou willen beantwoorden. Wat gebeurt er met de mensen die niet naar de gevangenis ­worden gestuurd en (deels) op een andere manier worden gestraft? Wat zijn de ‘verborgen consequenties’ van die alternatieven?’


NR. 1  2017

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

programma DIES VOOR ALUMNI

Op zaterdag 11 februari 2017 vindt de dies voor alumni plaats. De Universiteit Leiden en het Leids Universiteits Fonds nodigen u van harte uit voor deze feestelijke dag voor alumni. Tijdens de dies voor alumni kunt u uw jaargenoten en andere alumni ontmoeten en uw kennis uitbreiden door naar de bevlogen verhalen van Leidse wetenschappers te luisteren. De lezingen gaan over uiteenlopende actuele onderzoeken. Ook

twee jonge onderzoekers die een Veni-subsidie in de wacht sleepten, vertellen over hun onderzoek. Voor de junioren (8 t/m 14 jaar, vanaf groep 5) is er een programma in het Rijksmuseum van Oudheden over ‘De oude Egyptenaren’. Van 12.30 tot 16.30 uur bent u van harte welkom in het Kamerlingh Onnes Gebouw om de dies voor alumni bij te wonen. U kunt zich opgeven via www.LUF.nl/dies2017.

lezingen PROF.DR. WILCO ACHTERBERG ‘Vergrijzing: lusten en lasten wereldwijd’ PROF.DR.IR.DRS. HESTER BIJL ‘Onderwijsontwikkelingen’ PROF.DR. DAVID FONTIJN ‘Een economie van vernietiging?’ DR. MARISKA KRET ‘Uitingen van emotie in Homo en Pan’ PROF.MR.DRS. PAULINE SCHUYT ‘Waarom staan onze gevangenissen leeg?’ PROF.DR. KUTSAL YESILKAGIT ‘Grensoverschrijdende samenwerking in tijden van populisme’ 2 VENI-WINNAARS: DR. BERTHE JANSEN ‘Boeddhisme en de wet in het oude Tibet: een inleiding’ DR. JOOST SCHIMMEL ‘DNA-breuken: elk nadeel heeft zijn voordeel’ LUSTRUMSUBSIDIES: DR. MARIEKE LIEM ‘25 jaar fataal geweld in Nederland’ DR. VICTORIA NYST ‘Taalsocialisatie van dove families in Afrika’ Voor meer informatie over het programma verwijzen wij u naar onze website www.LUF.nl/dies2017 en naar de bijlage bij deze Leidraad. Leids Universiteits Fonds 071-5130503

Leidraad

49

Internationale samenwerking is ook eigenbelang Kutsal Yesilkagit is decaan van de Faculteit Governance and Global Affairs, hoogleraar International Governance bij het Instituut Bestuurskunde en alumnus van de ­Universiteit Leiden. Hij onderzoekt hoe politiek en bestuur functioneren, hoe ze elkaar en het leven van ­burgers beïnvloeden. Vooral internationale bestuurlijke netwerken hebben zijn belangstelling. Waarom het internationale speelveld? ‘We leven in een tijd van groeiende verwevenheid tussen de economieën van verschillende landen. Door het oprukken van moderne technologieën raken grenzen vaker vervaagd. We zien ook dat grote maatschappelijke vraagstukken – immigratie, vrijhandel, terrorisme, klimaatverandering – vandaag de dag een grensoverschrijdend karakter hebben en dus niet meer door één land alleen opgelost kunnen worden.’ Kunt u zich nog wel vertonen op feestjes? ‘Met “internationale samenwerking” is het tegenwoordig slecht scoren. Globalisering heeft immers ook een andere kant: “boze blanke burgers” willen dat de overheid hen meer beschermt tegen de gevaren in de wereld. Dus het is niet zo gek dat aan alle kanten de roep de grenzen te sluiten steeds luider klinkt.’ Heeft u nog wel tijd om een oplossing te zoeken? ‘De grote problemen moeten we toch samen oplossen. Als onderzoeker ben ik samen met mijn collega’s met heel s­ pecifieke vragen bezig. Dat levert veel data op, zoals een overzicht van alle internationale netwerken waar Nederlandse ambtenaren deel van uitmaken. En v ­ oorbeelden van hoe besluitvorming dan loopt, wie er invloed heeft en wie niet. De Europese Unie kan de ­huidige crises niet goed aan. Hoe veranderen we dat? Het mooie van decaan zijn, is dat het r­ uimte geeft om meer in grote ­lijnen te denken.’


50

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

lezen, luisteren, doen

Boardroom trilogie van Leids alumnus Deel drie van de trilogie van schrijver, jurist en Leids alumnus René van Rooij ver­ scheen afgelopen najaar. De Overname kan gele­ zen worden als thriller, lief­ desroman of management­ boek. In dit derde deel van de Boardroom-trilogie volgt de lezer de omzwervingen van een CEO van een Neder­ landse multinational over de aardbol, terwijl zijn bedrijf dreigt te worden overgeno­ men door een Amerikaanse aasgier. Het boek neemt de lezer mee in de wereld van het grote geld, in de rechts­ zaal en in de slaapkamers van de hoofdpersonen, waar jaloezie splijt en liefde bindt. De Benoeming en De Handshake waren de eerste twee delen van de trilogie van Van Rooij. Hij schreef ook een biografie van Ad Scheep­ bouwer.

100 jaar De Stijl In 2017 is het precies 100 jaar geleden dat kunste­ naar Theo van Doesburg in Leiden het tijdschrift De Stijl oprichtte. Van hieruit veroverde de radicaal ver­ nieuwende abstracte kunst Nederland, en daarna de wereld. Nederland viert dit jubileum tijdens het mani­ festatiejaar Mondriaan tot Dutch Design. Leiden speelt als geboorteplaats van De Stijl een sleutelrol. Zo is er tussen 1 juni en 3 september Openlucht Museum De Lakenhal op het Pieterskerkplein, met het werk van hedendaagse kunstenaars in de buitenlucht. Ook zijn er diverse voorstellingen van de Veenfabriek over de kunstenaars van De Stijl. In maart, april en mei organi­ seert Studium Generale samen met Museum De Laken­ hal en het Gemeentemuseum bovendien op de woens­ dagen de serie 100 jaar De Stijl – een eeuw vol invloed op kunst, vormgeving en architectuur. Het programma bestaat uit een reeks lezingen in Den Haag en Leiden en sluit inhoudelijk aan op de Stijl-exposities van beide musea. Voor het complete programma: www.cultuurfondsleiden.nl en www.leiden.nl/destijl


51

NR. 1  2017

RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN

Vrouwen in de hoofdrol In de tentoonstelling ­Koninginnen van de Nijl in het Rijks­museum van Oud­heden krijgen de v ­ rouwen van de farao’s voor het eerst r­ uime aandacht. Gastconservator is Leids hoog­leraar Egyptologie Olaf Kaper. De expositie beslaat ongeveer 500 jaar (1539-1077 v. Chr) en zoomt in op de vijf grote koningin­ ­ hmose nen van het Nieuwe Rijk: A Nefertari, ­Hatsjepsoet, Teje, ­Nefertiti en Nefertari. De vorstinnen h ­ adden een grote politieke invloed en een ­goddelijke status, vertelt Kaper. Ze omringden zich met luxe. De ­tentoonstelling toont 350 objecten

EERSTE LEIDSE BURGERTOP Op 22 maart 2017 vindt in de Stads­ gehoorzaal de eerste Leidse Burgertop plaats. Tijdens de Burgertop worden concrete ideeën bedacht die de stad mooier, fijner, veiliger of leefbaarder moeten maken. Aan het eind van de bijeenkomst kiezen de deelnemers gezamenlijk een top-tien van beste ideeën. Deze ideeën worden vervolgens nader uitgewerkt. De Top kreeg de naam L750, waarmee wordt verwezen naar het feit dat Leiden 750 jaar geleden stadsrechten kreeg. Meer informatie op de Facebook­ pagina 750L, Burgertop Leiden.

zoals ­koninklijke p ­ ortretten, goden­ beelden, verfijnde juwelen en kost­ bare gebruiksvoor­werpen waaronder in brons gevatte spiegels. Twee lijk­ beeldjes op de tentoonstelling zijn in 1983 gevonden door Leidse archeo­ logen. Voor de tentoonstelling ver­ richtte Kaper ook nieuw onderzoek. Zo reconstrueerde hij samen met ­studenten een koninginnenoutfit. Niet eerder was er in Nederland zo’n grote tentoonstelling over ­ xpositie ­Egyptische koninginnen. De e loopt tot en met 17 april. De m ­ eeste ­ gizio ­objecten komen uit het Museo E in ­Turijn, het op één na grootste ­Egyptemuseum ter wereld.

Recepten­boekje Onno Kleyn voor alle Hortus­ bezoekers In 2017 krijgen alle ­bezoekers van de ­Leidse Hortus een ­gratis recepten­boekje mee, geschreven door Onno Kleyn. De culinair journalist schreef acht recepten met de kruiden en specerijen uit de Hortus in de hoofdrol. Vanwege het Asia Year koos hij voor Nederlandse recepten met een ­Aziatische twist.

Weijts schrijft deel drie Leidse Literaire Reeks De Leidse schrij­ ver en alumnus ­Christiaan Weijts schreef deel drie van de Leidse Literaire Reeks, Een verplaatsbaar feest. De serie begon vorig jaar, op initiatief van uitgever Onno Blom. Bekende Leidse schrijvers als Ilja Leonard ­Pfeijffer (deel 1) en Nico ­Dijkshoorn (deel 2) blikken in de boekjes terug op hun Leidse

jaren. Het nog te ver­ schijnen deel 4 komt op naam van Franca Treur. ‘Een verplaatsbaar feest’ verhaalt van drie literaire ‘Titaan­ tjes’: Pfeijffer, de jong

overleden ­Thomas Blondeau en Weijts zelf. Bovenal is het een hommage aan de stad Leiden. Naast ‘Een verplaats­ baar feest’ verscheen ­afgelopen najaar ook de roman ‘Het valse s­ eizoen’ van ­Christiaan Weijts. Een verplaatsbaar feest, uitgeverij Het Tillenbeest, Leiden. Het valse seizoen, Arbeiderspers.


Weet u het nog; uw scriptie? Was u van de typemachine (lint op…), misschien van de ­eschadigd…) of schreef u eerste generatie computers (floppy b uw scriptie zelfs met de hand (inktvlek…)? Talloze studenten gingen u voor, velen ­gingen u na. Op 11 februari reikt het Leids Universiteits Fonds de Leidse Universitaire Scriptieprijzen uit tijdens de dies voor alumni. Een mooie geweldige gelegenheid om het gevoel van toen te herbeleven. En om de herinneringen aan uw eigen scriptie te delen met mede-alumni. Want de middelen en de mogelijkheden zijn misschien anders nu, het gevoel dat het scheppen van een verhaal met zich meebrengt, is dat niet. Tegelijk is het dé gelegenheid om terug te keren in de college-banken en oud-studiegenoten te ontmoeten. Dies voor alumni, zaterdag 11 februari 2017 in het Kamerlingh Onnesgebouw, meer informatie www.luf.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.