tribuut Clusius
Hij studeerde rechten en medicijnen, maar vond zijn ware liefde in de plantkunde. Carolus Clusius (Arras, 1526) was in 1594 de eerste directeur van de Leidse Hortus botanicus. Daarvoor had hij onder meer vijftien jaar in Wenen gewerkt, als hofbotanicus voor keizer Maximiliaan II en als onderzoeker.
Het terrein dat destijds de eerste Nederlandse hortus vormde, was niet meer dan 35 bij 40 meter. De toen nog piepjonge universiteit wilde vooral een tuin voor het geneeskunde-onderwijs. Veel medicijnen werden immers uit planten gemaakt. Clusius werd aangesteld omdat hij veel van planten wist, maar ook zijn verzameling was welkom. Al ruim voor zijn komst naar Leiden stuurde hij zaden, bollen en knollen van 284 planten vooruit. In één seizoen werd vervolgens de complete tuin aangelegd
en beplant. De plattegrond is bewaard gebleven, en leert ons dat het niet alleen geneeskrachtige planten waren, maar alles wat Clusius en zijn rechterhand Dirck Cluyt te pakken konden krijgen. Nederland was geen bloemenland. Maar Clusius had in Wenen van een bevriende Turkse diplomaat een paar tulpenbollen ontvangen. Hij plantte en onderzocht die kleine collectie verder in de Leidse hortus, en stond daarmee aan de basis van de bollenteelt en de veredeling waar Nederland nu wereldberoemd om is. De tulpenmanie van een kwarteeuw later zou hij niet meer meemaken. Hij trok zich na de dood van Cluyt in 1598 terug uit de Hortus, wijdde zich aan het schrijven van zijn verzamelde werk en overleed in Leiden in 1609, op 83-jarige leeftijd. In de Clusiustuin in de Leidse Hortus staat dit beeld.
TEKST: JOB DE KRUIFF, FOTO: MONIQUE SHAWprobeer de oorlog zoveel mogelijk te vergeten, studeren helpt’
Mariia Marinichenko / 36‘Ik
COLOFON
Leidraad is een uitgave van de directie Strategische Communicatie & Marketing/Development en Alumnirelaties van de Universiteit Leiden. Het magazine wordt kosteloos verspreid onder alumni en relaties van de universiteit. Voor andere belangstellenden is een abonnement op aanvraag beschikbaar.
Uitgever: Universiteit Leiden, Renée Merkx, directeur Strategische Communicatie & Marketing Hoofdredacteur: Lilian Visscher, directeur Alumnirelaties en Fondsenwerving Concept: Fred Hermsen (Maters en Hermsen)
Eindredactie: FC Tekst
– Job de Kruiff en Nienke Ledegang Art direction en vormgeving: Maters en Hermsen – Stephan van den Burg, Marjolijn Schoonderbeek
Lithografie: Studio Boon
Tekst: Marijn Kramp, Job de Kruiff, Nienke Ledegang, Martijn van Lith, Wilke Martens, Nicolline van der Spek, Bruno van Wayenburg, Nathalie Winkster, Annette Zeelenberg
Foto cover: Frank Ruiter
Beeld: ANP, Patrice Börger, Eelkje Colmjon, Taco van der Eb, Marc de Haan, iStock, Hielco Kuipers, Rob Overmeer, Marius Roos, Frank Ruiter, Monique Shaw, Edwin Weers
Drukwerk: De Bondt
Coördinatie Universiteit Leiden: Wendy Persson Reacties: 071-5274050 of contact@leidraad.leidenuniv.nl
LinkedIn: Alumni Universiteit Leiden Twitter: @leidenalumni Website: www.universiteitleiden.nl/alumni Oplage: 82.250
Adreswijziging?
Laat het ons weten via universiteitleiden.nl/ alumnigegevens, of stuur een e-mail naar wijziging@alumni.leidenuniv.nl
Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen, foto’s en illustraties uit Leidraad is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Universiteit Leiden kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele zet- of drukfouten.
Annetje aan het woord
Het Rapenburg is de mooiste gracht van Nederland, maar nodigt niet echt uit tot een duik. Toch is precies dat wat een grote groep mensen ieder jaar doet tijdens de Rapenburg Race. Een zwemwedstrijd van 800 meter door een (schoongemaakte, dat wel) gracht. De opbrengst van de race, georganiseerd door studenten, gaat naar dwarslaesieonderzoek. Ik vond het een eer om de afgelopen editie met zo’n 750 studenten, collega’s en anderen mee te zwemmen. Als je dan met zijn allen in de gracht ligt, besef je maar weer eens hoe sterk wij mensen verbonden zijn met water. Water is natuurlijk de bron van alle leven, het voedt ons en brengt ons plezier. Maar water stelt ons ook voor enorme uitdagingen. Iemand die dat kan weten is onze alumnus Yousef Yousef. Hij zet zich in voor waterprojecten en duurzaamheid, en is daar heel succesvol in. Zijn verhaal is een inspirerend voorbeeld van maatschappelijk betrokken ondernemerschap. Die maatschappelijke betrokkenheid zie je ook terug in de onderwerpen die wij als universiteit oppakken. Ook bij ons staat water hoog op de (onderzoeks)agenda. En liefst bundelen we daarbij onze krachten. Wat helpt is dat we elkaar binnen de Universiteit Leiden zo goed weten te vinden. In Liveable Planet bijvoorbeeld, een programma waarin onderzoekers uit een brede waaier aan disciplines samenwerken aan duurzaamheidsvraagstukken. Maar we bundelen ook de krachten met andere universiteiten. PortCityFutures, waarover je in deze Leidraad leest, is een samenwerking tussen de universiteiten van Leiden, Delft en Rotterdam – afgekort LDE, ons regionale samenwerkingsverband.
Grote thema’s worden zo met een heel brede blik en in alle opzichten bestudeerd. Of het nu gaat over extreme droogte of juist overstromingen, over de kwaliteit van natuur en drinkwater of over onze biodiversiteit...
Water houdt ons bezig, en verdient onze volle aandacht. Dat blijft zo, ook het komende jaar weer. Dat gezegd hebbende wens ik u een goed en gezond 2023 toe. Ik hoop u te begroeten aan het Rapenburg – of wie weet, misschien wel erin.
Annetje Ottow is voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Leiden
nieuws
Hoogleraar verwijderd na ongewenst gedrag
Een hoogleraar van de Universiteit Leiden heeft zich gedurende een langere periode en tegenover verschillende collega’s op de werkvloer schuldig gemaakt aan intimiderend en ongewenst gedrag. Dat is gebleken uit een onderzoek van de onafhankelijke Klachtencommissie ongewenst gedrag in opdracht van het college van bestuur, nadat verschillende medewerkers bij de decaan een klacht hadden ingediend over de betrokken hoogleraar. Het college van bestuur heeft besloten dat hij niet meer terug mag keren op de universiteit, geen promovendi meer mag begeleiden en in de toekomst geen gebruik mag maken van voorzieningen die hoogleraren en emeritus hoogleraren hebben.
Samen met de faculteit en het instituut waar de hoogleraar werkte, gaat het college van bestuur hard aan de slag met het verbeteren van de sociale veiligheid. Het is geschokt door de klachten en de bevindingen van de Klachtencommissie. Voorzitter Annetje Ottow: ‘Sociale veiligheid is een van onze speerpunten. Zo zetten we onder meer gesprekstrainingen in om misstanden in de organisatie te voorkomen en eerder te signaleren. Dat deze klachten desondanks zo lang hebben kunnen bestaan en dit gedrag zoveel mensen heeft kunnen beschadigen, raakt ons zeer. Onze zorg gaat nu eerst en vooral uit naar betrokkenen in dit onderzoek.’
vragen aan Lucien Geelhoed intendant van European City of Science Leiden2022
Hoe kijk je terug op het afgelopen jaar?
‘We zijn er goed in geslaagd om wetenschap en samenleving met elkaar te verbinden. Dat heeft beide veel opgeleverd. Zo kwamen er meer congressen dan ooit naar Leiden, en deels waren die op ons verzoek open voor publiek.’
Wat zie je als het hoogtepunt? ‘Elke dag een uur Radio Weetlust –de metronoom van het jaar: in totaal meer dan vierhonderd wetenschappers aan het woord. Ten tweede: we zijn 250 keer buurten in gegaan. En drie: de ‘EU Talenton’: een nieuw evenement waarbij PhD’s uit heel Europa dagenlang werkten aan een aantal Europese doelen. Dat heeft Leiden als jonge wetenschapsstad op de kaart gezet.’
Wat houdt de universiteit er aan over?
‘Intensieve samenwerking met de stad. Zo hadden we met het Citizen Science Lab Postbus 71, waar iedereen vragen kon stellen, en dan kreeg je wetenschappelijk antwoord. Ik kan me voorstellen dat
Schilderij even van de muur
Tijdens een vergadering op 10 november hebben medewerkers van de Universiteit spontaan een schilderij van kunstenaar Rein Dool van de muur van een van de vergaderzalen in het Academiegebouw gehaald, omgedraaid en op de grond gezet. De kritiek op het schilderij is dat niet iedereen zich erdoor gerepresenteerd voelt en dat de context ontbreekt. De actie, met een knipoog maar ook met een serieuze ondertoon, leidde tot veel commotie en vragen. Het college van bestuur heeft gezorgd dat het schilderij weer is teruggehangen en zet een commissie aan het werk om uit te zoeken wat de beste aanpak is om het werk beter tot zijn recht te laten komen. Voorzitter Annetje Ottow: ‘We denken hiervoor onze universiteitshistoricus te vragen, een alumnus, en andere deskundigen zoals kunsthistorici, maar ook studenten, bijvoorbeeld van onze kunstopleiding ACPA, en de historische (kunst)commissie.’ Ook komt er een debat over de aanleiding van de actie.
Het gaat om een kunstwerk waarop zes mannen staan afgebeeld, sommigen roken sigaren. ‘Het zijn zeer gewaardeerde oudbestuurders van onze universiteit en het schilderij geeft een uniek, historisch tijdsbeeld weer’, zegt Ottow.
Universiteit betrekt voormalig Haags warenhuis
De Universiteit Leiden breidt uit in het centrum van Den Haag. Het oude gebouw van V&D en Hudson’s Bay aan de Grote Marktstraat wordt gerenoveerd. Begin 2025 trekt de universiteit erin, samen met de Open Universiteit, Universiteiten van Nederland en mogelijk nog meer partners.
‘Reflecteren op koloniale verleden’
Het is cruciaal dat de Universiteit Leiden reflecteert op haar eigen koloniale verleden. Dat stelde Cleveringahoogleraar Gert Oostindie in zijn oratie op 24 november.
In zijn beroemde rede op 26 november 1940 streed Cleveringa moedig tegen het onrecht dat de Duitse bezetter Cleveringa’s joodse collega’s van de universiteit aandeed. Tegelijkertijd hadden zowel Cleveringa als de universiteit een blinde vlek voor het onrecht dat Nederland zelf als dader aanrichtte in Nederlands Indië, zo zegt Oostindie.
‘Zij miskenden het legitieme verlangen van de Indonesiërs naar hun vrijheid en waren gekant tegen de onafhankelijkheid van Indonesië’. Oostindie reflecteerde in zijn rede ook op de manier waarop de Universiteit Leiden nu met haar koloniale verleden om moet gaan. Volgens hem is het noodzakelijk om verantwoordelijkheid te nemen en rooskleurige zelfbeelden te bevragen door ook minder mooie zaken uit het verleden te bespreken. ‘Als universitaire gemeenschap moeten wij onszelf een spiegel durven voorhouden en, waar nodig en mogelijk, ook concrete stappen zetten.’
Rector magnificus Hester Bijl feliciteert Cleveringahoogleraar Gert Oostindie
Verzamel woede
De Leidse hoogleraar Museums, Collections and Society Pieter ter Keurs doet onderzoek naar de herkomst van museale verzamelingen. Belangrijk bij teruggave van erfgoed. Maar hij is vooral geïnteresseerd in de vraag waarom mensen verzamelen.
In het voorjaar verschijnt uw boek Verzamelen. Wat heeft u onderzocht? ‘De psychologie van het verzamelen. Iedereen doet het in bepaalde mate, maar waarom? We weten dat verzamelen economische aspecten heeft, mensen willen er financieel beter van worden, maar het heeft ook culturele aspecten. Je ziet het overal om je heen. De drang tot bezit is des mensen. Bij fanatieke verzamelaars zit er vaak een gevoel van gemis of verlies onder. Dat kan uit het verleden komen: een slechte relatie met een vader bijvoorbeeld. Dit gemis wordt dan gecompenseerd door het verzamelen van voorwerpen. Mensen leggen thuis een Wunderkammer aan vol mooie en bijzondere spullen, een eigen paradijs, waar ze zich veilig en prettig voelen.’
Bent u zelf een fanatieke verzamelaar? ‘Ik heb die drive nooit zo gevoeld. Ik houd me er beroepsmatig mee bezig. In 1983 werkte ik als jonge onderzoeker bij het Museum voor Volkenkunde in Leiden. Daar kreeg ik het verzoek van de conservator om te gaan verzamelen. Zo ben ik me met verzamelen en collecties gaan bezighouden.’
Wat is de kracht van een voorwerp? Het is toch soms maar een stukje steen of hout?
‘Een voorwerp kan allerlei gevoelens oproepen. Ik heb ooit op een rommelmarkt in Jakarta een beeldje gekocht dat helemaal onder het stof zat. Het bleek een beeldje te zijn van Tsjaikovski. Het staat nu bij me thuis. Telkens als ik het zie staan, hoor ik de muziek van Tsjaikovski. Mijn lievelingscomponist.’
Erfgoed verbindt mensen. Waardoor komt dat?
‘Er zit vaak een verhaal aan vast, verzonnen of niet. De meeste zijn trouwens verzonnen. Maar door die verhalen gaan mensen zich identificeren met erfgoed. Het zorgt voor herkenning en sociale cohesie. Neem de Romeinse gouden helm die in 1910 door een argeloze turfsteker werd gevonden in de modder van de Brabantse Peel en naar Leiden is gegaan. In 2010, precies honderd jaar later, wilden de inwoners van Helenaveen hun helm terug. Het was hun mythe. Hun geschiedenis. Het Rijksmuseum van Oudheden heeft hem toen een weekje uitgeleend. Het hele dorp was in feeststemming. Hun ridder was terug.’
Waarom is de helm niet in Helenaveen gebleven?
‘Omdat hij destijds keurig is aangekocht, voor 1200 gulden om precies te zijn. In 1910 veel geld.’
Hoe kijkt u eigenlijk naar teruggave van erfgoed?
‘Daar ben ik helemaal niet tegen. Alleen moet je wel eerst kijken naar de verzamelgeschiedenis. Van alle museale stukken is slechts een betrekkelijk klein percentage roofkunst. Maar als je dat zegt, word je al heel snel neergezet als conservatieveling die tegen teruggave is.’
Wat maakt kunst tot roofkunst?
‘Dat heeft met de context te maken van het verkrijgen. Is een stuk verkregen tijdens een oorlog, dan is het veroveringskunst en die geef je altijd terug. De Lombokschat bijvoorbeeld is duidelijk roof. Maar niet alles wat in de koloniale tijd is
verzameld is roofkunst. Soms zijn stukken verkregen door uitruil van geschenken. In musea vind je ook veel nieuw gemaakte stukken: voorwerpen die en masse werden gemaakt om in Europa tentoongesteld te worden en waar ook gewoon voor betaald is. Dat is een hele andere verzamelgeschiedenis dan bijvoorbeeld de schedel van de Javamens. Bij het opgraven daarvan zijn vele dwangarbeiders betrokken geweest. Dan zit er een ethische kant aan vast en neig je naar teruggave.’
Gaan alle musea even goed om met de discussie rond teruggave van erfgoed?
‘Dat wisselt. Er zijn nog altijd musea die erg krampachtig zijn. Die hoor ik dan zeggen: “Ja, maar daar kunnen ze er niet goed voor zorgen.” Maar dat is helemaal niet meer jouw verantwoordelijkheid. Het zijn hún spullen. Er zijn voorbeelden van NoordAmerikaanse indianen die hun beelden terug wilden om ze ritueel te kunnen verbranden. Moet je dan ‘nee’ zeggen?
Zij zeggen: die beelden horen helemaal niet in een depot. Dat is toen een internationale discussie geweest. Sommige beelden zijn teruggegaan, andere niet. Zelf heb ik ooit een masker verkregen in een dorp in Nieuw Guinea. Ik kreeg het alleen mee als er een laag verf overheen ging, want eigenlijk had het vernietigd moeten worden na een ritueel. Nu was het ontdaan van zijn kracht, dus wat ik in hun ogen meekreeg was een lege huls. Daar kun je commentaar op hebben, zo’n verflaag, toch zonde, maar nogmaals: het zijn niet onze spullen.’
De roep om teruggave wordt luider, hoe verklaart u dat?
‘Dat heeft verschillende oorzaken. Door internet weet iedereen veel beter waar de collecties zich bevinden. Daarnaast spelen de snelle veranderingen in de wereld een rol. Mensen hebben te maken met onzekerheid en gaan op zoek naar hun eigen regionale geschiedenis. Regio’s worden ook steeds mondiger. Ook in de voor malige koloniën. Na de Tweede Wereldoorlog stond alles in het teken van het opbouwen van de eenheidsstaat. Dat waren moeizame decennia. Tegenwoordig hebben dorpen en provincies veel meer in de melk te brokkelen en dat merken we bij teruggavekwesties. In de jaren zeventig heeft Nederland bijvoorbeeld een belangrijk boeddhistisch beeld teruggegeven aan Indonesië.
Het ging naar het Nationaal Museum in Jakarta. In OostJava zeggen ze nu: waarom Jakarta? Het beeld komt bij ons vandaan.’
Mengt u zich in teruggavekwesties?
‘Ik zit regelmatig in commissies om de verzamelgeschiedenis van voorwerpen te onderzoeken. Hoe is het nou precies verkregen? Soms zijn er nog dagboeken en brieven te vinden van de mensen die erbij waren. Die bestuderen we dan.’
Wat voor inzichten levert uw onderzoek naar erfgoed op?
‘Het zegt iets over hoe we ons verhouden tot objecten van buiten. Neem de komst van de Afrikaanse maskers, zo eind negentiende eeuw. Dat heeft nogal wat teweeggebracht. We vonden ze eng, barbaars en wilden er niet naar kijken. Pas na de Eerste Wereldoorlog kantelde dat. De oorlog had laten zien dat de westerse mens nog veel barbaarser is.’
‘Onze verzamelingen zijn vaak niet representatief voor een bepaalde cultuur’
Pieter ter Keurs
1976-1985 Studie Culturele Antropologie Universiteit Leiden. 1989-2009 Conservator Insulair Zuidoost-Azië bij Museum Volkenkunde. 2009-2019 Hoofd Collecties en Onderzoek van het Rijks museum van Oudheden in Leiden. 2019-heden Hoogleraar Museums, Collections and Society en wetenschappelijk directeur van het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Global Heritage and Development.
Ter Keurs spreekt op 11 februari tijdens de dies voor alumni
Leiden werkt samen met de TU Delft en de Erasmus Universiteit in het Centre for Global Heritage and Development. Wat is de meerwaarde van deze samenwerking?
‘Elke universiteit brengt haar eigen expertise mee. Delft is sterk in hard science. Daar zitten de laboratoria met scan en meetapparatuur voor de bestudering van bijvoorbeeld oude verflagen. Leiden zorgt vanuit geesteswetenschappen, culturele antropologie en archeologie voor duiding. Erfgoed is ook economie natuurlijk. Rotterdam houdt zich bezig met de bestudering van de kunsthandel, een belangrijk aspect bij onderzoek naar de herkomst van verzamelingen. Onderzoek naar de kunsthandel laat bijvoorbeeld zien dat onze verzamelingen vaak niet representatief zijn voor een bepaalde cultuur, maar slechts representatief voor het contact dat wij hadden met een bepaalde cultuur. Dat is een heel ander verhaal.’
Leidraad
Meer Leids onderzoek
De rol van de tussenhandel
In hoeverre heeft de tussenhandel een rol gespeeld in onze kijk op erfgoed? Universitair docent Martin Berger, verbonden aan de Faculteit Archeologie en lid van de interdisciplinaire onderzoeksgroep Musea, Collecties en Maatschappij, doet hier onderzoek naar. Zijn focus ligt op archeologische collecties uit Midden en Zuid Amerika.
Een kwestie van stijl
Caspar Reuvens (1793-1835) was de eerste hoogleraar Archeologie aan de universiteit Leiden en daarmee één van de eerste hoogleraren archeologie ter wereld. En hij was de eerste directeur van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Hij verrichtte belangrijk pionierswerk in de moderne archeologie. Welke rol speelde de achttiende eeuwse kijk op stijl op de collectievorming van de eerste musea en dan met name op de collectievorming van het Rijksmuseum van Oudheden? Hoogleraar Kunstgeschiedenis Stijn Bussels doet onderzoek naar de conceptualisering en de impact van stijl rond 1800. Wat zijn de stilistische principes achter het tentoonstellen van kunst?
Romeinen hadden geen betonschaamte
Beton: in onze maatschappij kunnen we voorlopig niet zonder. Maar beton en dan met name cement zijn extreem vervuilend. Wat kunnen we leren van de geschiedenis? Waarom wordt ons beton poreus en blijven de gebouwen van de Romeinen al eeuwen staan? Archeoloog Maikel Kuijpers werpt in zijn onderzoek een archeologische blik op materiaalgebruik in de moderne wereld. Met dezelfde blik bestudeert hij de vervuilende bouwstenen van onze beschaving: plastic, beton, staal en kunstmest. Telkens met de vraag: wat kunnen we qua duurzaamheid leren van de geschiedenis?
Leidraad
één studie twee wegen
Waar een studie toe kan leiden: Security Studies
Je bent terug bij de opleiding waar je Nederlandse avontuur begon. Hoe is dat?
‘Dat bevalt goed. Ik kende al wat mensen, van een aantal collega’s heb ik nog college gehad. Het was een zachte landing voor me. Ook omdat ik weet wat er op de eerstejaars afkomt in deze studie. Nog maar een paar jaar geleden zat ik zelf in die banken, met dezelfde vragen en twijfels.
Wat houdt je functie precies in? ‘Als tutor maak ik de nieuwe studenten wegwijs en help ik ze bij het ontwikkelen van hun studievaardigheden. Denk aan academisch lezen en kritische vragen stellen. Dat doen we in de context van de colleges, bijvoorbeeld over de oorlog in Syrië of de nucleaire ramp in Fukushima. Ik begeleid twee groepen van bij elkaar 33 studenten. Wat ik fijn vind, is dat ik continu met mensen werk. In mijn vorige baan zat ik een groot deel van de tijd achter een beeldscherm te werken. Dat is nu wel anders.’
Wat wil je ‘jouw’ studenten vooral meegeven? ‘Ik vind het belangrijk dat ze niet alleen maar zitten en luisteren, maar ook echt participeren. Dat ze hun stem durven laten horen. Laatst stelde ik een vraag aan een studente, die totaal dichtklapte. Later kwam ze naar me toe. Ze legde uit dat ze voor groepen spreken ontzettend spannend vindt. Ik vroeg: wil je dat ik je voortaan niet meer voor het blok zet? Jawel, zei ze, blijf dat alsjeblieft doen. Alleen zo kan ik er beter in worden. Mooi toch? Ze durfde zich kwetsbaar op te stellen én zichzelf uit te dagen.’
Waarom koos je zelf voor deze studie? ‘Omdat ik hier familie heb, wilde ik graag in Nederland studeren. Ik twijfelde tussen Leiden en Groningen. Toen ik in de studiegids las over vakken als Terrorism and Counterterrorism, War and Peacebuilding en Cyber Threats, was ik verkocht. Stuk voor stuk onderwerpen die alleen maar relevanter worden. Ik ben niet geheel objectief, maar ik zou iedereen deze studie aanraden.’
CV Bar Arbiv (28)
Tutor Universiteit Leiden
Chiara Barbeschi (24)
Cyber Security Consultant Deloitte
Je functie lijkt goed bij je studie aan te sluiten. Is dat ook zo?
‘Ja, dat is zeker zo. Ik werk aan de digitale veiligheid van organisaties. Niet zozeer in de techniek, meer op het strategische vlak. Binnen de afdeling cyber kun je ons zien als de huisartsen. Wij stellen de diagnose, bedenken welke behandelingen of voorzorgsmaatregelen nodig zijn en lossen het probleem op als we dat kunnen. Eventueel verwijzen we door naar de technisch specialisten.’
Je hebt geen spijt dat je na je periode als werkstudent bij Deloitte bent gebleven? ‘Zeker niet, al heb ik ook niet direct ja gezegd. Ik had meerdere aanbiedingen ontvangen, waaronder een promotieplek. Uiteindelijk heeft de prettige werkomgeving hier de doorslag gegeven: er is een sterk teamgevoel en nauwelijks hiërarchie binnen het team. Bovendien is er veel oog voor het welzijn van de medewerkers. Dat merkte ik toen het me als werkstudent even te veel werd en ik overwerkt raakte. Daar was alle aandacht en begrip voor, ik kon mijn uren felxibel inzetten. Dat alles deed me besluiten om ervoor te gaan bij Deloitte.’
Zou je als je nu van school kwam weer voor Security Studies kiezen?
‘Zonder enige twijfel. Het is precies de goede studie voor mij geweest: breed genoeg, maar niet te theoretisch. Ik houd ervan als ik ergens over kan nadenken, maar ik wil het ook in de praktijk toepassen. Zo waren veel colleges ook opgebouwd. Els de Busser heeft me bijvoorbeeld de juridische kant leren waarderen: veiligheid, technologie en mensenrechten kwamen in haar colleges samen. Maatschappelijk relevant en erg van deze tijd.’
En dat proefschrift, is dat nog iets wat in je hoofd zit voor later?
‘Het is wel iets wat me ontzettend uitdagend lijkt om te doen, ooit. Ook wel eenzaam, misschien. Ik weet het nog niet, ik heb mijn carrière nog niet helemaal uitgestippeld. Misschien dat ik ook na een aantal jaar werken wil gaan reizen, om verschillende culturen te ontdekken.’
‘Nederland kan een wereldwijde voorloper in data en algoritmes zijn’
Toen student Rechten Yousef Yousef in 2009 de uitnodiging afwees om in een talentengroep van de faculteit plaats te nemen, leverde hem dat opgetrokken wenkbrauwen op. Voor de ingang van het KOG vroeg een hoogleraar Yousef of hij zich niet had vergist. ‘Ik antwoordde dat ik me ging storten op de onderneming waar ik al sinds 2003 stageliep, en die de wereld zou gaan veranderen.’ De hoogleraar was van zijn stuk gebracht: ‘Hoe groot is dat bedrijf? En waarmee gaat dat bedrijf dat dan doen?’ Yousef legde uit dat LG Sonic apparatuur verkocht die algengroei in water bestrijdt met geluidsgolven, als milieuvriendelijk alternatief voor chemie. ‘En die apparatuur hebben jullie al?’ ‘We werken eraan, met een paar collega’s.’ De professor stak zijn ongeloof niet onder stoelen of banken: ‘Dus je laat toegang tot een groot accountantskantoor schieten voor een vaag onderneminkje?’ Maar Yousef hield vast aan zijn passie, en volhardde in de combinatie van een voltijdsstudie met een voltijdsbaan.
Geluidsgolven
Yousef zag op dat moment al kansen die zijn toenmalige bazen bij LG Sonic niet zagen. ‘De eigenaresse richtte zich op het schoonhouden van zwembaden. Ik begreep waarom dat niet aansloeg; zwembadbeheerders voelden de urgentie niet zo van duurzame oplossingen. Ik dacht: je moet het hebben van overheden en bedrijven die die urgentie wél voelen.’ Toen Yousef in 2011 net was begonnen aan een master bij de VU Amsterdam – nog steeds met een voltijdsbaan – kreeg hij de kans van zijn leven: de mogelijkheid om het bedrijf over te nemen. Hij kreeg een familielid zover om te financieren en gooide het roer om. De masterstudie werd stopgezet en er kwam een patentaanvraag voor de
sonische apparatuur in ontwikkeling. In 2012 verwierf LG Sonic een miljoen euro Europese subsidie voor universitair algenonderzoek. Niet lang daarna kreeg het bedrijf aandacht in het Europese parlement en won het een tiental innovatieprijzen.
Inmiddels telt het bedrijf vijftig medewerkers en noteert het een miljoenenomzet, met kantoren in Nederland, Brazilië, de Verenigde Staten en de Verenigde Arabische Emiraten. ‘Het mooist vind ik dat we de belofte van toen echt waarmaken: water zonder algenvervuiling en chemie. Kortgezegd: met geluidsgolven voorkomen we dat algen in meren en waterreservoirs naar de oppervlakte kunnen komen om te groeien door fotosynthese. Daardoor sterven ze af zonder de waterkwaliteit aan te tasten.’ In het bedrijf werken onder anderen microbiologen, milieutechnologen, technical engineers, en data programmeurs en analisten. ‘Allemaal mensen met een missie.’ Op zijn palmares prijkt inmiddels ook een Amerikaanse kerncentrale, waar LG Sonic de verantwoordelijkheid draagt voor de kwaliteit van het koelwater. ‘Ik betwijfel of ik die impact ooit had kunnen maken op een accountantskantoor.’
Misschien werd het zaadje wel geplant door zijn vader. ‘Als selfmade man had hij in Damascus een leasebedrijf opgebouwd voor grond en irrigatieapparatuur. Hij leverde bijvoorbeeld pompen aan kwekerijen die niet genoeg geld hadden voor eigen apparatuur.’ Toen Yousef anderhalf was, stierf zijn vader, en verkaste het gezin naar diens geboortegrond, de Syrische stad Kamschly. ‘We leefden daar een goed leven, mijn vader had ons goed achtergelaten. Ik zat op een geweldige christelijke school.’ Maar toen Yousefs broer voor het leger werd opgeroepen, klonk de alarmbel voor moeder Yousef, en vertrok ze met haar twee
Het lukt Yousef Yousef (39), succesvol ondernemer in waterzuivering, maar niet om afscheid te nemen van de universiteit waar hij zijn studie Rechten volgde. Sinds kort zit hij in de Raad van Advies van de Rechtenfaculteit.
Leidraad
zoons en dochter richting Europa. ‘In 1996 kwamen we terecht in Slagharen. Ik was dertien jaar, best een lastige leeftijd om je leven om te gooien en je vriendjes achter te moeten laten.’
Rondje langs boeren
De ondernemer in Yousef kwam in het azc al snel naar boven. IJverig maakte hij zich de Nederlandse taal eigen, om na korte tijd vertaalwerk in het azc te verrichten, in opdracht van de IND. En toen bekend werd dat seizoenswerk voor statushouders wettelijk werd toegestaan, sprong Yousef direct op de fiets om een rondje langs boeren in de buurt te maken. Hij ontdekte dat ze wel wilden werken met migranten als seizoensarbeiders, en koppelde hun vraag aan Arabieren in het azc die de handen uit de mouwen wilden steken. ‘Zo kreeg ik mijn eerste televisie en PlayStation op het azc.’
Een laatste wens van zijn vader was een universitaire opleiding voor al zijn kinderen, iets wat altijd buiten zijn eigen bereik had gelegen. Toen het gezin in 2001 verhuisde naar Den Haag en Yousefs broer en zus Rechten gingen studeren aan de Universiteit Leiden, leek de puzzel snel gelegd: ‘Ze stimuleerden mij als jongere broer om na mijn mbo naar de Hogeschool Leiden te gaan, als opmaat voor de Rechtenfaculteit. We zouden dan later met z’n drieën een advocatenkantoor kunnen starten. Het zou allemaal anders lopen, maar dit tekent wel hoe hecht wij als gezin altijd zijn geweest.’ Inmiddels had het gezin nog steeds geen verblijfsvergunning. ‘Pas ten tijde van de buluitreiking van mijn broer in 2007 kregen we als zogeheten Generaal Pardonners in de tijd na Rita Verdonk onze verblijfsvergunning.’
Geen vrolijk mensbeeld Heeft hij met zijn fulltimebaan wel een studentenleven gehad? ‘Oh ja, zeker, al snel vormde ik met een stuk of zeven studiegenoten een hechte club. Ik verdiende aardig en had energie, dus we sportten samen, gingen uit in de stad en vierden samen vakantie in Nederland. Ze zijn nog steeds mijn beste vrienden; toen mijn vrouw en ik vorige maand trouw den, waren ze er allemaal.’ Zo genoot Yousef van het Leidse leven, woonde hij op verschillende plekken in de Pieterswijk en liet hij zich inspi
reren door bevlogen docenten die hem leerden breed te kijken. ‘Het mooiste van de Leidse universiteit vond ik – los van alle social skills die je in je studentenleven leert – dat docenten en studenten elkaar uitdaagden voorbij hun eigen gelijk te kijken, om het grotere plaatje te kunnen zien.’ De vonk sloeg met name over tijdens de hoorcolleges Rechtsfilosofie, destijds gegeven door Paul Cliteur – ‘Ik had toen nog geen idee van zijn politieke voorkeuren, daar merkte je ook niets van.’ De student verdiepte zich in Plato en Hobbes, en verdiepte zijn mens en wereldbeeld aan de hand van hun geschriften. Geen vrolijk mensbeeld dus. ‘Niet bepaald, haha, dat klopt. En ik begrijp ook best dat het tegenstrijdig klinkt: zelf de mensheid verder willen helpen met goed onderwijs, een sociaal zorgsysteem en een beter milieu. En daartegenover de overtuiging huldigen dat mensen niet het beste voorhebben met hun soortgenoten, net als Hobbes.’
Op de vraag waar hem dat brengt, zegt hij zonder aarzelen: ‘We hebben een krachtige en visionaire overheid nodig. Met een gekozen ministerpresident en kabinetten die niet vier jaar aan de macht zijn, maar zes jaar de tijd hebben om hun plannen uit te voeren, waardoor ze hun plannen beter kunnen vertalen in de praktijk. Ik denk dat het poldermodel gezien de enorme maatschappelijke uitdagingen z’n langste tijd heeft gehad.’ Yousef speelt met de gedachte om over een jaar of tien zelf de politiek in te gaan, misschien voor D66. ‘Thema’s die in mijn hoofd spelen zijn de klimaatverandering en immigratie. Ik geloof in het Zwitserse model, waarin arbeidsmigranten werkvergunningen kunnen krijgen, maar niet zomaar een paspoort van het gastland krijgen. Mijn idee is om dat niet binnen vijf jaar, maar pas na tien of vijftien jaar mogelijk te maken. Ik ben echt niet blind voor de sluimerende weefouten in het systeem van gastarbeid. Maar arbeidsmigranten staan tenminste niet aan de kant, en kunnen met hun loon familie in het land van afkomst onderhouden. De vergrijzende gastlanden hebben op hun beurt voldoende arbeidsaanbod om de toekomst aan te kunnen.’
Data en algoritmes
Dat Nederland als economie ook voor grote uitdagingen staat, daar twijfelt hij niet over: ‘Om internationaal mee te kunnen, moeten we anders denken en doen. In de economie draait het steeds meer om data en algoritmes. Daarin kan
‘Studenten en docenten daagden elkaar uit voorbij hun eigen gelijk te kijken’Yousef Yousef (links) tijdens een studiereis naar Boedapest in 2008
ons land een voorloper zijn. Ik zie dat aan mijn eigen bedrijf. Wij houden ons wereldwijd staande, ook nu de eerste copycats op de markt verschijnen. Dat komt doordat wij per dag zo’n tweehonderd miljoen datasets over alle mogelijke aspecten van waterkwaliteit verwerken, al jarenlang. Wij onderscheiden ons dus niet meer door de apparatuur, maar door de kennis die we real time verzamelen met behulp van satellieten en de algoritmes die wij daarmee ontwikkelen. Aan de hand van dataanalyses voorspellen we gedetailleerd hoe de waterkwaliteit in gebieden zich
ontwikkelt, en via machine learning doen we steeds verfijnder ingrepen om die kwaliteit op het gewenste peil te houden. Die voorsprong geven we niet uit handen. Ik zou het geweldig vinden als daar ook meer oog voor komt binnen het universitair onderwijs. Leidse wetenschappers zijn degelijk en uitgesproken, dat vind ik mooi. Maar deze universiteit is ook wat conservatief. Als de onderwijsmethode blijft draaien om lezen, schrijven en inhoudelijk onderzoek, en de afgestudeerde van de toekomst vooral competenties nodig heeft op het terrein van bijvoorbeeld robotica, programmeren, algoritmes, communicatie, creatief denken en dataanalyse, dan is er een mismatch. De academische opleiding kan dus sterker inspelen op de maatschappelijke en economische vraag naar arbeid. Als lid van de Raad van Toezicht van de Rechtenfaculteit denk ik daarover mee.’
In die rol brengt hij ook zijn Europese netwerk mee: ‘Mijn bedrijf heeft veel aan Europa gehad, en ik ben zelf ook een fervent aanhanger van de Europese gedachte; we hebben elkaar nodig. Ik vind het een volstrekt logische gedachte dat de Universiteit Leiden haar vanouds sterke Europese oriëntatie in de moderne context opnieuw uitvindt en uitbouwt. Ik leg dan ook graag contacten die daarvoor nodig zijn in Brussel en in het Europese bedrijfsleven.’
Waterkwaliteit in Afrika Met al zijn energie (‘Ik werk ook nog aan een boek over duurzame bedrijven’) blijft Yousef Yousef in de eerste plaats de ondernemer die vooruit wil: ‘Water is gelukkig een breed begrip. Wat je wilt vermijden is grofweg: te weinig, te veel en te vuil. LG Sonic richt zich op de waterkwaliteit. Zo heb ik onlangs een nieuw bedrijf opgericht – inmiddels telt het twintig medewerkers – dat in België een innovatief project leidt om zout uit zeewater te filteren. Die innovatie gaat over kwaliteit, maar op termijn ook over het voorkomen van tekorten.’ Iets anders waar Yousefs bloed sneller van stroomt is de ngo Future Proof Lakes die hij midden in de coronatijd in het leven heeft geroepen. ‘Met onze kennis en financiële ondersteuning gaat die organisatie de waterkwaliteit van meren in Afrika monitoren. Daarmee maken we echt een verschil voor dat continent.’ Zo gaat zijn leven altijd over grenzen. ‘Soms zijn ze het waard om te koesteren, maar als ze duurzame vooruitgang in de weg staan laat ik me er nooit door tegenhouden.’
Yousef Yousef
1983 Geboren in Damascus, Syrië 1996 Aankomst gezin Yousef in Nederland 1997 – 2000 mavo 2001 – 2003 mbo 2003 – heden LG Sonics (eerst als stagiair, sinds 2011 directeur-grootaandeelhouder) 2004 - 2005
Rechten, Hogeschool Leiden 2004 – 2010 Bachelor studie fiscaal Recht, Universiteit Leiden 2015 - 2017 mba TSM Business School, Enschede 2016 – heden Diverse bestuursen toezichthoudende functies 2021 – heden Lid Raad van Advies faculteit Rechten, Universiteit Leiden
Leidraad
geven
Talent
alleen is niet genoeg
‘Studeren in het buitenland is zo goed voor je’
Voor alumna Nanja Joustra (48) is er niets belangrijker dan het onderwijs. Ze is docent Engels en counselor en is erg met haar leerlingen en oud-leerlingen begaan. ‘Ik gun hen een net zo bijzondere en leerzame studententijd als ik zelf had. Daarom ben ik al achttien jaar donateur van het Leids Universiteits Fonds (LUF).’
Voordat Joustra in 1993 Engelse taal en letterkunde ging studeren aan de Universiteit Leiden, werkte ze als au pair in Zwitserland. Daar leerde ze vloeiend Frans en verslond ze aan de lopende band Engelse boeken. ‘Eenmaal terug in Nederland besefte ik dat het leven in een andere cultuur mij erg aansprak. Dus maakte ik tijdens mijn studie maar al te graag gebruik van de mogelijkheid om in het buitenland te studeren.’
Met behulp van een Erasmusbeurs en financiële steun van het LUF kon Joustra vijf maanden lang in Engeland naar de Newcastle University. ‘Omgeven door internationale studenten merkte ik hoe belangrijk het is om naar anderen te luisteren, juist als je een heel andere achtergrond hebt. Zo leerde ik zaken vanuit verschillende perspectieven bekijken en dat bleek later erg waardevol te zijn.’ Zo’n mooie ervaring gunt Joustra iedere student. ‘Studeren of onderzoek doen in het buitenland is zo goed voor je persoonlijke ontwikkeling. Het idee dat ik hieraan kan bijdragen vind ik erg mooi.’ Veel van haar leerlingen aan het Stedelijk Gymnasium Leiden zijn gaan studeren aan de Universiteit Leiden. Joustra voelt zich mede daardoor nog altijd verbonden met de universiteit. ‘Als het kon, zou ik zo weer gaan studeren in Leiden.’
Ook bijdragen aan jong talent? Jaarlijks maken Leidse alumni de steun aan bevlogen jonge onderzoekers en studenten mogelijk. Wilt u ook jonge talenten de kans geven hun dromen te realiseren? Ga dan naar luf.nl/draag-bij en steun Leidse wetenschappers en studenten met uw gift.
Leidse alumni steunen malaria-onderzoek
Om een infectie te veroorzaken moet de malariaparasiet zich al kronkelend een weg door de huid heen zien te banen. Dankzij schenkers van het LUF ontwikkelden onderzoekers van het LUMC een app om de bewegingen te analyseren die hierbij komen kijken. ‘Daarmee zijn we dichter bij het vinden van een goedwerkend vaccin.’
Meta Roestenberg (links) en Fijs van Leeuwen (midden): ‘We vielen steeds tussen wal en schip.’
Hoe krijgen we malaria de wereld uit? Met dit vraagstuk houdt hoogleraar vaccinologie Meta Roestenberg van het LUMC zich dagelijks bezig. ‘Voor malariaparasieten is de mogelijkheid om zich voort te bewegen cruciaal. Ze moeten namelijk van de huid naar de lever zien te komen om een infectie te veroorzaken. Voor het ontwikkelen van goedwerkende vaccins en behandelingen, is het daarom belangrijk dat we de bewegingen van de parasieten goed in kaart kunnen brengen.’ ‘Met onze nieuwe software lukt het om de bewegingen te kwantificeren. Daarmee kunnen we het efect van vaccinmodificaties en antilichaambehandelingen op een objectieve manier onderzoeken’, zegt collega Fijs van Leeuwen, hoogleraar moleculaire beeldvorming en beeldgeleide therapie. Hij werkte mee aan het ontwikkelen van de app en is net als Roestenberg erg dankbaar voor de steun van het LUF. Van Leeuwen: ‘Het is leuk als je als wetenschapper een idee hebt, maar de mensheid heeft er pas iets aan als je er een bruikbaar product van maakt. En dat is nu gelukt.’
Volgens Roestenberg was het best lastig om steun voor het ontwikkelen van deze technologie te krijgen. ‘Dit werk ligt op het grensvlak van verschillende disciplines. Daardoor vielen we steeds een beetje tussen wal en schip als het op subsidies aankwam.’ Door een fondsenwervende campagne haalde het LUF tienduizenden euro’s voor dit project op. Roestenberg: ‘Dankzij steun van het LUF hebben we nu een gebruiksvriendelijke app gemaakt, die wereldwijd ingezet kan worden door malaria onderzoekers.’
Gebruiksvriendelijke app
terug in de banken Rozemarijn Hengeveld
Rozemarijn Hengeveld is docent biologie op het Stedelijk Gymnasium in Leiden. Zij volgde bij het ICLON Universiteit Leiden het programma Opleiden in de School. Daar leerde ze zichzelf opnieuw kennen.
COACHEN ‘Ik vind het erg leuk om nieuwe docenten wegwijs te maken op school en te enthousiasmeren voor het vak. Vandaar dat ik Opleiden in de School ging doen. In het onderwijs komen tegenwoordig van alle kanten docenten de school binnen: als stagiair, als zijinstromer, als netgediplomeerde. In deze opleiding leer je hen coachen.’
VALKUILEN ‘Je leert jezelf tijdens zo’n cursus even opnieuw kennen. Ik vond confrontatiegesprekken moeilijk. Ik neig ernaar te snel met een oplossing te komen. Terwijl het beter is als de gesprekspartner daar zelf mee komt. Ik ben ook te lief. Ik heb de neiging om het af te zwakken als iemand iets moet leren. Dat is me afgeleerd. Goed luisteren, doorvragen en bij de feiten blijven.’
BIJSCHOLING ‘Ik doe veel aan bijscholing. Elk jaar pakken we iets op met de complete biologiesectie. Dan gaan we naar een vakcongres of doen we veldwerk. Dit jaar doe ik ook een bijscholing stadsecologie. Heel interessant. En ik volgde een workshop DNAmodificatie. Zo houd ik mijn kennis actueel.’
LAB ‘Tijdens mijn studie BioFarmaceutische wetenschappen kwam ik erachter dat het lab voor mij te leeg is. Ik wil onder de mensen zijn. Een stage op een school vond ik zo leuk dat ik na mijn afstuderen naar het ICLON ben gegaan voor de docentenopleiding. Daar heb ik geen moment spijt van gehad.’
FLUITEND ‘Ik heb leren altijd leuk gevonden. Als kind al. In talen was ik niet goed, maar de bètavakken deed ik fluitend. Samen iets leren, zoals ook in Opleiden in de School, vind ik extra leuk omdat je ervaringen uitwisselt. Het is interessant om te horen hoe zaken op andere scholen worden aangepakt.’
Het ICLON verzorgt na- en bijscholing voor docenten in het primair, voortgezet en hoger onderwijs, gebaseerd op wetenschappelijke inzichten. Daarvoor is een groot aanbod beschikbaar: www.iclon.nl/nascholing en www.iclon.nl/wetenschapsknooppunt
TEKST: MARIJN KRAMP, FOTO: HIELCO KUIPERSdossier Water
Aan zee De toekomst van havensteden
Onder water Een duik in de geschiedenis
In het lab Klussen aan waterstof
De kracht van water
De paradox van havensteden
Wie havenstad zegt, zegt ‘water’. Het water in zee en rivieren is de gateway, de toegangspoort tot de stad, en ook de vervoersader waarover de schepen met hun vracht komen en gaan. Sabine Luning houdt zich als Leids universitair hoofddocent Antropologie bij PortCityFutures bezig met havensteden en dus ook met de rol van het water in die steden. ‘Havensteden zijn plekken waar veel problematiek samenkomt. Havens liggen vaak in gebieden met delta’s. Vanuit ecologisch oogpunt zijn dat soort delta’s kwetsbare gebieden. Tegelijk spelen er enorme economische belangen, havens zijn handelsnetwerken met een grote rol in de wereldeconomie. Er is rijkdom, industrie, bedrijvigheid, havens trekken mensen aan. Juist in die hubs is er dus een grote urgentie om sociaal, ecologisch en economisch de boel goed af te stemmen.’
De stad vindt zich opnieuw uit PortCityFutures is vanaf 2020 actief binnen LDE, het samenwerkingsverband tussen Universiteit Leiden, TU Delft en de Erasmus Universiteit. Luning: ‘Binnen LDE zijn we uitgenodigd om ons in eerste instantie op Rotterdam te richten. Maar we zijn niet alleen bezig in Nederland, er wordt onderzoek gedaan naar havens over de hele wereld. Via het water zijn al die plekken immers verbonden. Als het Panamakanaal verdiept wordt om grotere schepen doorgang te bieden, moet Rotterdam meegroeien.’ In de afgelopen veertig jaar werden de schepen steeds groter om steeds meer containers te vervoeren. Voor Rotterdam betekende dit dat de haven zich naar de Maasvlakte heeft verplaatst en dat het oude havengebied een nieuwe, veelal
culturele, functie heeft gekregen. ‘Zo wordt de stad, in feite door het water, gedwongen om zich opnieuw uit te vinden.’
Infrastructuur op zee
Het water zelf is ook onderwerp van onderzoek. PortCityFutures directeur Carola Hein (Leids hoogleraar Water, Ports & Historic Cities) publiceerde onlangs het boek The Urbanisation of the Sea, waarin ze samen met onderzoeker Nancy Couling exploreert hoe de ooit zo lege zee steeds meer wordt volgebouwd met olieplatforms en windmolenparken en hoe we daar goed mee om kunnen gaan. Het PortCityFuturescentrum is een ‘powerhouse’ van innovatief onderzoek waarbij de expertises van de drie universiteiten elkaar versterken. Leiden is sterk vertegenwoordigd met de sociale wetenschappen, waaronder antropologie. Er zijn daarnaast ook Leidse onderzoekers met een meer technische expertise, zoals fysisch geograaf Paul Hudson. Luning: ‘Vanuit Leiden kijken we steeds naar de sociale inbedding van bijvoorbeeld infrastructurele projecten. We denken mee met planners, architecten en bouwers en stellen altijd de vraag: Wat doet dit met de bewoners? De menselijke maat, dat is waar wij voor staan.’
Speerpunten
De ambities van PortCityFutures voor de komende jaren gaan over Energietransitie Gezondheid Digitalisering Migratie
Deze zaken zijn overal urgent, maar vooral in havensteden. Naast het doen van baanbrekend onderzoek, wil het centrum ook bijdragen aan de uitwisseling van kennis en ideeën.
Sabine Luning (63) is universitair hoofddocent Antropologie aan Universiteit Leiden en doet met het project ‘Gold Matters’ onderzoek naar de relatie tussen mijnbouw en water in west-Afrika.
Sabine Luning: ‘Vroeger ging ons gezin iedere vakantie naar Texel. Als kind schooierde ik zes weken per jaar langs het strand en hengelde van alles uit het water. Nog steeds voel ik me in het water op mijn best, ik zwem en kajak graag.’
De rivier en de mens
Rivieren die traag door oneindig laagland gaan: de LeidsAmerikaanse onderzoeker Paul Hudson, expert op het gebied van laaglandrivieren, weet als geen ander dat dit beeld niet alleen voor Nederland geldt. En ook in Louisiana, de Mexicaanse Sierra Madre en het Amazonegebied kunnen rivieren niet traag hun eigen gang gaan, maar bepaalt de invloed van de mens in grote mate de loop en het gedrag van de waterwegen.
Risico op overstromingen ‘Voor havens worden rivieren vaak dieper gemaakt. De bagger wordt dan op een andere plek weer gedumpt, soms stroomopwaarts in dezelfde rivier. Ook grote dammen en andere waterwerken zijn verstorend.’ Dergelijke menselijke ingrepen kunnen de loop van de rivier en het delicate ecosysteem veranderen, maar ook het risico op overstromingen vergroten. ‘Juist in deze tijd van klimaatverandering is dat een steeds groter probleem.’ Met zijn onderzoek draagt hij eraan bij om de impact van menselijk ingrijpen te verkleinen, zowel
voor het ecosysteem als voor het omliggend gebied en zijn bewoners.
Veldonderzoek en laboratoriumanalyse Hudson volgt een aantal rivieren gedurende jaren, om te meten hoe en waarom zij veranderen. Naast die langetermijnprojecten diende zich in 2021 in Limburg een actueel onderzoeksterrein aan: grote overstromingen. ‘Ik ben direct met een aantal studenten op pad gegaan.’ Voor dit veldonderzoek verzamelt hij met zijn team eerst monsters met sediment en documenteert de vindplaatsen. De monsters worden in het laboratorium geanalyseerd, waarna alle gegevens in een database worden ingevoerd. Ook gebruikt Hudson satellietbeelden, geografische informatiesystemen (GIS) en informatie van instanties als Rijkswaterstaat en van lokale boeren om een compleet beeld te krijgen. ‘Water en milieu zijn mijn passie’, vertelt hij. ‘Ik zou heel graag willen dat in Leiden bij meer opleidingen aandacht wordt besteed aan de verschillende aspecten van water. Onze deelname in PortCityFutures is daar een goede stap in.’
Andrew Littlejohn (39) komt uit Londen, is sinds 2018 Leids universitair docent Culturele Antropologie en is verbonden aan PortCityFutures. Hij deed de afgelopen tien jaar onderzoek naar het kustgebied in Japan dat in 2011 werd getroffen door een verwoestende tsunami.
Paul Hudson (54) is sinds 2012 universitair hoofddocent Fysische geografie in Leiden en onderzoekt de menselijke impact op het milieu, vooral rond rivieren. Niet alleen in de Rijndelta in Nederland, maar ook in Oost- Mexico, Texas, Louisiana en Mississippi.
Paul Hudson: ‘Ik groeide op in Florida, waar je overal water hebt. In de jaren tachtig was er veel milieuvervuiling in rivieren en de zee. Zoals de ramp met de olietanker Exxon Valdez in Alaska. In die tijd heb ik gezien hoe belangrijk water is.’De nasleep van de ramp met olietanker Exxon Valdez in 1989. De zeemuur bij Rikuzentakata in Japan.
Afgesloten van de zee
Japan heeft na de tsunami van 2011 vooral grote zeeweringen gebouwd: grote grijze blokken waarachter de zee nauwelijks meer zichtbaar is. ‘Extreme infrastructuur’, noemt antropoloog Andrew Littlejohn de bouwwerken.
15 meter hoge muren ‘Het gaat om muren die tot 40 meter breed en 15 meter hoog kunnen zijn. Achter sommige van deze bouwwerken komt bovendien nog een tweede defensieve structuur. De bouw hiervan betekent dat hele gemeenschappen hebben moeten verhuizen.’
Littlejohn onderzocht hoe de gemeenschappen hierop reageerden. ‘Ik heb een jaar in het Japanse kustgebied gewoond, en ging tot 2020 elk jaar terug.’ Hij sprak met bewoners en autoriteiten en volgde intensief de ontwikkelingen. ‘Veel bewoners waren bang dat de gedwongen verhuizing hun gemeenschap zou vernietigen. De emotionele band met hun woonplek zou verbroken worden.’ Verder bleek dat de dijken juist angst opwekten. ‘Deze mensen hebben generaties lang bij de zee gewoond. Ze kennen de gevaren van de zee, en ook de signalen van een tsunami. Als ze door de dijken de zee niet meer zien, wordt dat onmogelijk.’ Uiteindelijk zijn de meeste geplande dijken en zeeweringen er toch gekomen.
Meebewegen
Littlejohn: ‘Hoe de kustbescherming in Japan is aangepakt, is een les voor andere kustgebieden. Door de klimaatverandering kunnen we nog meer overstromingen verwachten. Het is belangrijk om ook het sociale aspect voor ogen te houden bij preventieve maatregelen. In plaats van extreme bouwwerken aan te leggen, is het veel beter om mee te bewegen met het water. Zoals dat gaat met de mangrovebossen in landen als Guyana, of door overloopgebieden aan te wijzen bij rivieren, zoals in Nederland.’
Andrew Littlejohn:
‘Voor mij is er geen interessanter gebied om je in deze tijd van klimaatverandering in te verdiepen dan steden aan het water. Hier zie je in real time sociale en infrastructurele spanningsvelden ontstaan waar we allemaal mee te maken krijgen.’
‘
We moeten Nederland waterrobuust maken’
‘Afgelopen zomer dacht ik vaak als ik ergens met de trein langs reed: het water staat wel laag. We hadden natuurlijk een droge zomer terwijl we vorig jaar juist te maken hadden met extreme water overlast in Limburg. Ook in Nederland worden de gevolgen van klimaatverandering steeds beter zichtbaar. Met dit onderwerp houd ik me als beleidsmedewerker klimaatadaptatie bezig binnen het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. We brengen de risico’s in kaart en bekijken hoe we Nederland klimaatadaptief kunnen inrichten. Hierbij kijken we ook hoe we dit kunnen verbinden met andere opgaven, zoals de energietransitie en biodiversiteit. Zo kijken we bij nieuwbouw hoe een wijk zo kan worden ingericht dat iedereen droge voeten houdt bij wateroverlast en voldoende verkoe ling heeft bij een hittegolf. Nederland klimaatbestendig en waterrobuust. Of dat gaat lukken? De neuzen staan in ieder geval steeds meer dezelfde kant op. En we voelen in Nederland in toenemende mate de urgentie om ons aan te passen aan het klimaat. Dat breed gedragen besef is essentieel. Dus ik ben niet pessimistisch.’
SUSANNE REITSMA (26)
2013 Nederlands afgevaardigde European Youth Parliament for Water
2014-2017 BA International studies: Europe, Leiden 2015-2018 Vice president World Youth Parliament for Water 2017-2020 MSc International Development Studies: Politics and Governance of Development, Wageningen 2016-HEDEN Mede oprichter Stichting Young Water Solution 2021-HEDEN Beleidsmedewerker Klimaat adaptatie en Bestuurlijk Overleg Water bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Technisch
‘Ik heb het mooiste beroep van de wereld, absoluut. In het begin van mijn studie las ik een artikeltje in een blad van Unesco over onderwaterarcheologie en dacht: als je hier toch je werk van kunt maken. Ik had alleen een duikcursusje gedaan in Zuid Frankrijk, maar ben in Utrecht gaan duiken om me daar verder in te bekwamen. Ik werk sinds 1991 als maritiem archeoloog bij wat nu de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heet. Daarnaast ben ik hoogleraar. Voor een academisch vak
is de onderwaterarcheologie eigenlijk een vrij technische discipline. Je moet een getrainde duiker zijn, en je werkt met allerlei apparatuur, om alleen al op je werkplek te komen: de zeebodem. Dan moet het graven en schoonmaken nog beginnen. Soms voel ik me net een stratenmaker op zee. En ik ben op fantastisch mooie vindplaatsen geweest. Van Port Royal in Jamaica, bekend uit de Pirates of the Caribbean films, tot Beacon Island in Australië, waar de Batavia is gezonken in 1629.’
Stratenmaker op zee
Martijn Manders is hoogleraar Onderwaterarcheologie. Hij duikt over de hele wereld, altijd met een historisch, en soms ook met een actueel belang. En hij wijst erop hoe veel je kunt leren van het water.
Erfgoed beschermen
‘Net als op het land moet ook op zee de bodem worden bekeken voordat er bijvoorbeeld ergens een windmolenpark gebouwd kan worden. Wij archeologen moeten vaak nog uitleggen hoe belangrijk zo’n onderzoek is en dat we niet alles altijd maar willen bewaren. Dat idee is sterk achterhaald. We zijn heel realistisch. Maar als iets erfgoed is – en die afweging wordt zorgvuldig gemaakt – dan behoort het toe aan ons als maatschappij en dan willen we het wel beschermen voor onszelf, maar ook voor toekomstige generaties. Hoe eerder we hierover met de verschillende belanghebbenden om de tafel kunnen zitten, hoe beter die afstemming gaat. Het belang van een scheepswrak zit vaak niet alleen in de geschiedkundige waarde. Het kan ook een oorlogsgraf zijn, of het is van biodiversiteitswaarde. Een afweging maken tussen al die belangen is een heel interessant proces.’
Het verleden begrijpen ‘Maritieme archeologie is onderdeel van een groter doel: het verleden begrijpen. Wij focussen op de relatie tussen mens en water. De Nederlandse geschiedenis is sterk verbonden met het water en via dat water met de rest van de wereld. Daar leren we veel van. Overal vinden we sporen van strijd, handel, culturele en diplomatieke relaties. Van het perspectief dat wij westerlingen de wereld ‘ontdekten’ en dat de Nederlanders louter een heldenrol vervulden in de wereldgeschiedenis moeten we wel af, maar dat leren we vanzelf als we ook de perspectieven van anderen tot ons nemen.’
Verdronken dorpen
‘Wat er allemaal onder water te vinden is? We weten dat er zo’n 1623 Nederlandse scheepswrakken op de bodem van de wereldzeeën liggen. In Nederland liggen honderden verdronken dorpen. Langs rivieren, die vroeger veel meer meanderden, in de Zeeuwse Delta of op de Waddeneilanden. Bij Zwolle heb je bijvoorbeeld Beulakker, een dorp dat in 1775 bij een zware storm door het water werd verzwolgen.’ Zie mass.cultureelerfgoed.nl.
Bedreigingen
‘Veel onderwatererfgoed wordt bedreigd. Toen in de zomer rivieren laag stonden of droog vielen, ben ik wel erg geschrokken. Dat had ik nooit zo ernstig gezien. Nee, ik ben niet stiekem blij met de vondsten die toen letterlijk boven water kwamen. Het geeft enorme schade als bijvoorbeeld een houten scheepswrak eenmaal droog heeft gelegen. Maar ik heb ook zorgen buiten mijn vak. De kerncentrales in Frankrijk hebben koelwater nodig, de boeren hebben water nodig. Ik denk dat het een van de punten kan zijn waar we in de toekomst oorlogen over gaan krijgen. En hier in Nederland zijn we ook afhankelijk van rivierwater dat uit andere landen moet komen.’
Een sloot aan kennis
Op het eerste gezicht is er vrij weinig te zien als je naar een modderige sloot kijkt. Maar onder het oppervlak gaat een wereld schuil waar milieuwetenschapper en conservatiebioloog Kat Stewart maar al te geïnteresseerd in is. Ze laat zich regelmatig tot haar middel in het vieze water zakken om watermonsters te nemen.
Wat een kopje slootwater allemaal kan onthullen?
Stewart wrijft illustratief over haar arm en ademt diep uit. ‘Terwijl ik hier zit, verspreid ik voortdurend stukjes DNA in de ruimte. Als we een swabje van de tafel voor mij maken of de lucht uit dit kantoor zouden filteren, vind je mijn DNA gegarandeerd terug.’ Niet alleen mensen, maar ook dieren laten via hun huid, schubben, speeksel en ontlasting continu genetische broodkruimels achter in hun omgeving. Handig, want met behulp van dit environmental DNA (eDNA) kunnen onderzoekers met een simpel
bodem of watermonster makkelijk en snel achterhalen welke diersoorten er in een bepaald gebied leven. Zonder ze fysiek te hoeven zien. Dat maakt eDNA ideaal voor het opsporen van zeldzame of moeilijk vindbare soorten. Deze relatief nieuwe techniek, die zo’n vijftien jaar geleden is komen overwaaien uit de wereld van de microbiologie, heeft de manier waarop ecologen onderzoek doen voorgoed veranderd. ‘In plaats van dagen achter elkaar langs de oever te zitten om een bepaalde salamandersoort te vinden, vul je nu simpelweg een kopje met vijverwater. Binnen minuten in het lab weet je of het dier de afgelopen uren of dagen
in de buurt was. Sterker nog, je krijgt een heel overzicht van alle diersoorten die daar in het water zitten’, zegt de bioloog.
Biodiversiteitsverlies
Zelf werkt Stewart al bijna tien jaar met eDNA. Haar focus ligt op zoetwatersystemen. Deze ecosystemen zijn erg kwetsbaar en staan onder zware druk door vervuiling, stuwdammen en klimaatverandering. ‘Nergens anders zie je zo veel verlies aan biodiversiteit en toch is er vanuit de wetenschappelijke wereld weinig aandacht voor.’ Daarom zet Stewart zich al jaren in om eDNAtechnieken te verbeteren. ‘Ieder buisje water is
als het ware een momentopname van de biodiversiteit in een ecosysteem. Met de kennis die dit oplevert, hoop ik biodiversiteitsverlies in de toekomst te helpen tegengaan.’
Met die visie sleepte Stewart afgelopen jaar een Vidisubsidie in de wacht, een NWO subsidie voor er varen onderzoekers. Voor Stewart
betekent dit dat ze de komende vijf jaar een groot project kan opzetten om met eDNA invasieve hybridisatie in kaart te brengen. Dat gebeurt wanneer de ene soort zich voortplant met een andere soort die van nature niet in een bepaald gebied voorkomt. ‘Hierdoor kan de genenpool van de oorspronkelijke populatie voorgoed verloren gaan, met biodiversiteitsverlies als gevolg’, legt Stewart uit. Eerst gaat ze naar hybridisatie van de Nederlandse kamsalamander kijken en daarna gaat Stewart met zalm uit de VS aan de slag. Een flinke uitdaging, want het opsporen van hybridisatie met eDNA is nooit eerder gedaan.
Kat Stewart (40) is universitair docent aan de Universiteit Leiden en werkt als onderzoeker bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden. Ze studeerde Wildlife ecology and evolutionary ecology in Canada, haar thuisland, en houdt zich nu vooral bezig met conservatiebiologie en het ontwikkelen van moleculaire hulpmiddelen voor onderzoek naar biodiversiteit.
Nergens anders zie je zoveel verlies aan diversiteit als in zoetwatersystemen’
‘Al die troep drijft de zee in’
‘Ik woon aan de Rijn in Leiden. Daar zie ik bijna nooit iets drijven. Ik dacht: wat is het probleem? Tot ik een steekproef deed en ontdekte dat het plastic verstopt zat tussen kroos en takken. Het opende mijn ogen. Al die troep drijft de zee in. Vandaar Coast Busters, een stichting die ik samen met Louis van Schie heb opgericht voor plasticvrije stranden. Met een bellenscherm drijven we het afval op. De techniek is oud, maar deze toepassing is bedacht in de kroeg, toen een aantal studenten staarde naar de belletjes in hun bierglas. Een bellenscherm is een buis met gaten die je diagonaal op de bodem van een waterweg legt. Door er lucht doorheen te persen krijg je bellen. De scheepvaart heeft er geen last van en de vissen zwemmen er doorheen. Alleen de glasaal kan last hebben van de opwaartse druk, dit moeten we nog oplossen. Dat zeg ik er altijd bij. Ook zeg ik altijd dat we ons werk doen met een kwinkslag, want je kunt er naar van worden. Je wil niet weten hoeveel plastic je alleen al inademt of via drinkwater en voeding binnenkrijgt en hoe schadelijk dat is voor je gezondheid. Geen enkel handje zand is schoon in Nederland. Plastic vergaat nooit, het valt uiteen in kleine deeltjes. Toch ben ik niet tegen plastic. Je kunt het heel goed toepassen in de medische wereld, het is hygiënisch, en heeft heel veel nut. Wel ben ik tegen de ongebreidelde productie ervan en de manier waarop we ermee omgaan, veel te nonchalant. Dat moet
Water wordt meer
Dario Fazzi vindt water een interessante invalshoek. Hij geeft college – en schrijft een boek – over de geschiedenis van Amerika, vanuit het perspectief van water.
Water is erg belangrijk in de geschiedenis, benadrukt Fazzi. ‘De relatie tussen mens en water is existentieel. Beschavingen zijn ontstaan op plaatsen waar zoet water voorhanden was. Als je de geschiedenis van water in de VS wil bestuderen, ontkom je er niet aan om naar de koloniale geschiedenis te kijken. De kolonisten zorgden ervoor dat ze toegang tot water kregen en hielden. Ze zagen het als hun eigendom. Water speelt daarnaast een rol bij de uitbreiding van landsgrenzen. Zo werd Amerika steeds groter door de verder reikende handelsroutes over de rivieren en het ontstaan van havensteden. Processen als landbouw, industrie en transport worden grotendeels bepaald door water. Hoe een land zich ontwikkelt is afhankelijk van hoe het zich verhoudt tot water.’
Water in de cultuur
CLAAR-ELS VAN DELFT (59)
1982-1990 Filosofie, Leiden 2018-HEDEN General manager Healthy Ideas, Healthy Returns, platform voor het pitchen van (ideeën voor) medische ondernemingen in de Benelux 2019-HEDEN Stichting Coast Busters opgericht
Dat geldt ook voor culturele ontwikkeling. ‘De houding van een land ten aanzien van water is medebepalend voor de cultuur. Nederlanders ontlenen voor een groot deel hun identiteit aan water; aan het bestrijden van water en het heroveren van land – maar ook dat je door de stromende regen gewoon naar kantoor fietst is een cultureel kenmerk. In de VS wordt water op een meer individualistische manier benaderd. Water wordt niet zozeer gezien als iets wat heroverd of bestreden moet worden, maar als een hulpmiddel dat je kunt bezitten en exploiteren. Tegelijkertijd kun je de rol die oorspronkelijke Amerikanen hebben voor de Amerikaanse identiteit
TEKST: WILKE MARTENS, FOTO: ISTOCK Rivierboot op de Lower Mississippi in de 19de eeuw TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS aldus alumna Claar-ElsFazzi (1980) is universitair docent Amerikaanse en Milieugeschiedenis. Daarnaast is hij senior onderzoeker bij het Roosevelt Institute for American Studies in Middelburg.
en meer politiek
niet ontkennen. Voor hen is water iets existentieels, iets spiritueels dat aanbeden wordt en van grote waarde is. Zij verlangen het behoud en beschermen van natuurlijke waterbronnen. Die benadering zou wel meer nadruk mogen krijgen.’
Recht op water
Water roept ethische, juridische en politieke vragen op. ‘Het wordt meer en meer politiek. In een democratie nemen we aan dat het recht op water voor alle burgers wordt gerespecteerd. Mensen moeten toegang hebben tot schoon water. Dit is niet altijd het geval. Waterbronnen van oorspronkelijke Amerikanen werden vervuild door bedrijven, maar de politiek deed niets. Een ander voorbeeld zijn de Maquiladoras: fabrieken van Amerikaanse eigenaren, net over de grens in Mexico. Hier worden veel chemicaliën gebruikt die het omliggende water vervuilen. De Amerikaanse en de Mexicaanse regering deden niets. Hoe de politiek met water omgaat, zegt veel over de ontwikkeling van de Amerikaanse democratie.’
Nucleair risico
Niet alleen op nationaal, maar ook op mondiaal niveau is de relatie van een land met water van belang. ‘De impact van de opwarming van de aarde is enorm voor de VS, omdat hun oost en westgrens uit oceaan bestaat. Zeespiegelstijging heeft invloed op de kustgebieden en dus landsgrenzen. Maar ook is de zeespiegelstijging een kwestie van nationale veiligheid. De VS hebben aan het begin van de Koude Oorlog talloze nucleaire experimenten uitgevoerd op de Marshalleilanden. Er is een gigantische koepel over het nucleaire afval gezet om de omgeving te beschermen tegen straling. Maar al bij een zeespiegelstijging van een halve meter, komt dat terrein onder water en is de kans op schade enorm. Nu moeten we hopen dat veel regeringen wereldwijd de juiste keuzes maken.’
DOSSIER Water
‘Niets doen is geen optie’
‘Water is een bron van leven. Voor ons, maar ook voor onze kinderen en kleinkinderen. Zodat we kunnen blijven wonen, werken en recreëren in ons mooie gebied. Door de kli maatveranderingen staan waterschap pen midden in de samenleving en is water een cruciale factor in discussies over klimaat, energie, nieuwe economieën, woningbouw, bodemdaling en biodiversiteit. Voor mij een reden om dijkgraaf te zijn van het mooie Rijnland. Het oudste waterschap van Nederland. Het waterschap Rijnland zoals we dat nu kennen ontstond op 11 oktober 1255, toen Graaf Willem II van Holland zijn zegel op het charter van Rijnland zette. Het charter is het oudste stuk in ons archief. Een klein stuk perkament, maar van enorme betekenis.
Door de klimaatverandering krijgt het werk van waterschappen steeds meer aandacht. Of het nu gaat om de zeespiegelstijging of de weersextremen (te droog, te nat), het zorgt allemaal voor nieuwe uitdagingen.
We hebben een uitgebreid dijkversterkingsprogramma dat ons land tegen één meter zeespiegelstijging beschermt. Dat moet in 2050 klaar zijn. Er wordt ook gekeken naar samenwerkingen en oplossingsrichtingen op zowel natio naal als internationaal vlak. De belang rijkste factor echter is tijd. Die is schaars. We zijn op de goede weg. Samen met de andere waterschap pen, Rijkswaterstaat en alle kennisinstellingen op het gebied van water. Maar er moet qua snelheid wel een tandje bij. Niets doen is geen optie.’
ROGIER VAN DER SANDE (56) 1987-1995 Politicologie, Leiden 1995-2000 Bankier / gemeenteraadslid Leiden 2000-2006 wethouder gemeente Leiden 2006-2011 Interim manager 2011-2017 Gedeputeerde provincie Zuid HollandHolland 2017-HEDEN Dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van Rijnland 2019-HEDEN Voorzitter van de Unie van Waterschappen
Dario TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERSVan waterstof willen we heel veel gaan maken’
Waterstof is een veelbelovende schone energiedrager, die anders dan fossiele brandstoffen bij verbranding geen CO2 oplevert. De Leidse onderzoeksgroep Catalysis and Surface Chemistry onderzoekt de productie ervan, zodat ze daar nog beter in kunnen worden.
Elektrolyse van water is zo’n beetje de simpelste elektrochemische reactie die er is, haalbaar in iedere keuken. Pak een glas water en gooi er een snufje soda in. Neem twee koolstof elektroden, zoals de stift van een potlood, sluit ze aan op een batterij van 9 volt, en hang ze in het water. Bij beide elektroden zullen belletjes ontstaan. Zuurstofbelletjes bij de elektrode die verbonden is met de plus van de batterij, waterstofbelletjes bij de negatieve. Dat laatste is waarom deze reactie zo belangrijk is, zegt Onno van der Heijden, promovendus bij hoogleraar Marc Koper. ‘Want van waterstof willen we heel veel gaan maken.’ Het omzetten van energie in de vorm van elektrische stroom naar chemische energie van waterstof is een cruciaal onderdeel van de energietransitie. Daarbij vervult
waterstof de rol van energiedrager, om de rol van fossiele brandstofen over te nemen.
Industriële elektrolyseinstallaties, waarin dezelfde reactie plaatsvindt als op het aanrecht hierboven, worden steeds groter. Onlangs kondigde Shell de bouw aan van een elektrolyseinstallatie van 200 megawatt, om de eigen chemische industrie van waterstof te voorzien.
‘Toch is er nog veel ruimte voor verbetering’, zegt Van der Heijden. Hij en postdocs Sunghak Park en Sheena Louisia onderzoeken aspecten van de elektrochemische reacties die aan de beide elektroden plaatsvinden in detail. ‘We willen in de eerste plaats beter begrijpen wat er aan de hand is’, zegt Van der Heijden. Maar de resultaten van dat fundamentele onderzoek zouden zomaar de weg kunnen wijzen naar manieren om elektrolyseinstallaties efficiënter, duurzamer en goedkoper te maken.
‘
Onno van der Heijden Tafelhelling op de helling Sunghak Park Storende waterstofbelletjes
Eigenlijk bestaat de elektrolyse reactie uit twee ‘halfreacties’: één voor zuurstof, en één voor waterstof. Het gaat om die laatste, maar voor een optimale opbrengst moet ook de zuurstofhalfreactie zo soepel mogelijk verlopen. ‘De zuurstof halfreactie is degene met het meeste energieverlies’, zegt Van der Heijden. Volgens de theorie is een spanning van 1,23 volt genoeg om zuurstof uit water te produceren. ‘Maar in het echt is er meer nodig. Dat noemen we de overpotential.’ Het verband tussen die overpotential en extra zuurstofproductie blijkt nog verbazend lastig te specificeren. In theorie wordt dat beschreven door de Tafelhelling, een wiskundige vergelijking gebaseerd op het werk van de Zwitserse scheikundige Julius Tafel. ‘Maar de ene onderzoeksgroep krijgt op basis daarvan heel andere waarden dan de andere.’ Dat heeft te maken met verschillende laboratoriumopstellingen en materialen, maar ook met bijverschijnselen zoals zuurstofbelletjes op de elektrode. ‘Ik laat in mijn onderzoek zien dat de Tafelhelling alleen in een bepaald meetbereik werkt, onder bepaalde aannamen.’ Dat betekent dat collega onderzoekers preciezer hun meetomstandigheden moeten specificeren. Daarvoor krijgen ze wel meetresultaten terug die beter te vergelijken zijn.
Sheena
Louisia
De eenvoud van platina
‘D
eze chemische reactie is heel simpel, maar ook heel erg belangrijk voor het ontwikkelen van duurzame energie’, zegt Sunghak Park, postdoc en elektrochemisch onderzoeker.
Dat maatschappelijke belang is voor hem de reden om dit onderzoek te doen, maar de elektrochemie zelf vindt hij toch ook heel interessant. ‘Er zijn nog zoveel onopgeloste zaken. Het waterstofgas wordt gemaakt op het grensvlak tussen het water en de elektrode, maar we begrijpen slecht wat er op dat grensvlak precies gebeurt.’
Een van de complicaties is het waterstof zelf, dat belletjes vormt die aan de elektrode blijven kleven, en zo de reactie beïnvloeden, bijvoorbeeld doordat ze een deel van de elektrode afschermen.
Het in kaart brengen van deze processen als belletjes van allerlei groottes zijn, is ‘super challenging ’, zegt Park. Daarom gebruikt hij een ‘micro elektrode’ van enkele micrometers groot. ‘Daarop kan zich maar één grote bel vormen, en dan kun je de vorming daarvan gericht onderzoeken.’
Park laat zijn opstelling zien in het laboratorium, ingebouwd in een doos met metalen zijwanden, bedoeld om storende elektromagnetische straling van telefoons en andere radiobronnen buiten te houden. ‘Omdat de elektrode heel klein is, zijn de elektrische stroompjes ook superklein. Het gaat over micro ampères. Zonder die doos zouden die verdrinken in de ruis van buiten.’
Om haar halfreactie zo eenvoudig mogelijk te houden, gebruikt postdoc Sheena Louisia elektroden die bestaan uit één facet van een kristal platina als de waterstof elektrode. ‘Dat is een clean systeem. Het kristal is vrijwel vlak, en heeft een goed gedefinieerd oppervlak.’ Platina en verwante edelmetalen als iridium en ruthenium zijn goede elektroden, alleen te zeldzaam en dus te duur om op grote schaal elektrolyse mee te bedrijven. Maar met de modelelektrode kan Louisia zich concentreren op andere zaken. Zoals: wat gebeurt er in de buurt van de elektrode? Die trekt positief geladen deeltjes aan, die zich ophopen en de elektrische lading deels afschermen. Dat afschermen heeft invloed op de elektrische velden, wat weer invloed heeft op de oriëntatie van watermoleculen ter plekke, en dat heeft gevolgen voor hoe snel de reactie verloopt. ‘Dit alles proberen we in beeld te brengen met extreem felle röntgenstraling, opgewekt in synchrotrons, een soort deeltjesversnellers waarvoor je naar Berlijn of Hamburg moet’, vertelt Louisia. Het doel is een beter begrip, zodat in de toekomst ook elektroden van ijzer, nikkel en kobalt – die complexer gedrag vertonen – beter te snappen zijn.
Lawaai onder de zeespiegel
Gedragsbioloog Hans Slabbekoorn onderzoekt het effect van geluidsvervuiling op vissen. De herrie van boten, het plaatsen van windparken: ze geven een enorm lawaai en uit onderzoek van Slabbekoorn blijkt dat vissen hier veel hinder van ondervinden. De wetenschapper ziet het als zijn taak om bedrijven aan te sporen geluidsoverlast te verminderen. Zo werkt hij samen met botenbouwers om uit te vinden hoe vaartuigen stiller kunnen worden gemaakt.
MEER LEIDSE WATER WEETJES
GROENE
OASES
Dankzij de langdurige ontwikkeling van innovatief waterbeheer en landbouwsystemen rond Udhruh – in het achterland van Petra, Jordanië – veranderde de steppe gedurende grote delen van het eerste millennium in groene oases. Archeoloog Mark Driessen doet onderzoek in Udhruh, een van de meest complete en best bewaarde ‘veldlaboratoria’ voor het bestuderen van waterbeheer en landbouwsystemen in de oudheid. De opgedane kennis moet worden gebruikt voor toekomstige regionale landbouwtoepassingen.
Organismen in de sloot
Ruim zes jaar geleden ging in Leiden het Levend Lab van start, een systeem van 38 nieuw gegraven sloten in het Bio Science Park. Het heeft zelfs al een verhuizing achter de rug, van het Oegstgeester deel van het park naar een centralere plek, tussen Hogeschool Leiden en Naturalis. Op deze proeflocatie onderzoeken wetenschappers het effect van menselijk handelen op de plaatselijke biodiversiteit. ‘Voor het eerst kunnen we nu nauwkeurig kijken naar de interacties tussen alle levende organismen, hun omgeving en menselijke invloeden’, vertelt ecotoxicoloog Martina Vijver.
Vijvers vol muggen
Eitjes van muggen die in voedselrijk water uitkomen, zorgen voor grotere muggen die ook verder kunnen uitvliegen. Dat blijkt uit onderzoek van promovendus Sam Boerlijst. Boerlijst (Centrum voor Milieuwetenschappen) bekijkt in een veldlab met vijvers vol muggen hoe ze zich onder verschillende omstandigheden ontwikkelen.
zonder plastic
Schone Rivieren is een project van universitair docent Anne LandZandstra en promovendus Liselotte Rambonnet. Zij brengen samen met 1100 vrijwillige rivierafvalonderzoekers de plasticvervuiling in Nederland in kaart. Met deze onderzoeksgegevens kan het probleem worden aangepakt bij de bron. Daarnaast ruimen elk jaar 5.000 vrijwilligers afval op langs de rivieroevers. Een mooi staaltje citizen science met als doel: plasticvrije rivieren in Nederland in 2030. Meedoen? schonerivieren.org.
de groep van Christine Innemee
Het Leids Historisch Dispuut P.C.Hooft in 1987, tijdens het 30-jarig bestaan.
Rechts staat Christine Innemee, Geschiedenis 1979-1988
Wie staan er onder deze paraplu? ‘Dat zijn een paar leden van het gemengd Leids Historisch Dispuut P.C. Hooft. De foto is genomen in 1987, bij het 30 jarig bestaan. Ik ben lid geworden tijdens mijn studie in 1979. Ik sta helemaal rechts onder de paraplu. Nog altijd komen we bij elkaar. Elk jaar vieren we onze dies, en elke vijf jaar het lustrum. Helaas zonder jonge leden. P.C. Hooft is tegenwoordig een reünistenclub.’
Waarom alleen nog voor reünisten? ‘Er waren vroeger nog drie andere disputen bij geschiedenis: Fruin, Quack en Damocles. Fruin en Quack gingen als een nachtkaars uit. Van Damocles weet ik het niet. Ook wij hadden in 1997 een opheffingsvergadering. Dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat de oudere generatie heeft gezegd: geef ons Hoofts Historien, de bestuurslinten en Booft maar. Wij ontfermen ons wel over het bestuur. En zo werden we een reünistenclub.’
Hoofts Historien, bestuurslinten en Booft?
‘We hadden allerlei attributen. Het was studentikoos, hoor. Hoofts Historien is een antieke uitgave uit 1677. Met een perkamenten band. Booft is onze mascotte, een plastic hond. We hadden ook nog Krooft: een plastic kreeft.’
Een plastic hond en kreeft?
‘Die kreeft lag ooit op de plek in een restaurant waar ik mijn paraplu had neergelegd. Maar die was verdwenen. Toen hebben we de grote plastic kreeft maar meegenomen. Booft begon als oude houten speelgoedhond op wieltjes. Tijdens het jaarlijkse voetbaltoernooi van de rivaliserende geschiedenisdisputen is hij door de tegenpartij gestolen. Nooit meer teruggezien.’
Koesteren jullie nog meer memorabele gebeurtenissen?
‘De Hongarije reis! Via via was geregeld dat we als studenten op uitwisseling konden in Hongarije, in 1983. Heel bijzonder, want dat lag nog achter het IJzeren Gordijn. Het tegenbezoek echter spande de kroon. Wij hadden een degelijk programma voor onze gasten in elkaar gezet. Kaartjes gekocht voor het Concertgebouw. Maar zij gingen gewoon Amsterdam in. De Wallen op. En wij maar wachten bij het Concertgebouw. Gaandeweg kwamen we er achter dat ze allemaal behoorlijk rijk waren. Wij dachten dat ze voor het eerst buiten het Oostblok waren, maar in de winter skieden ze in Zwitserland. Ze vonden het ook maar een armetierige ontvangst met onze boterhammen pindakaas. Ach ja, dat soort verhalen, daar kunnen we nog elke keer hartelijk om lachen, als we elkaar zien.’
Vluchtelingstudenten hebben maatwerk nodig
De oorlog in Oekraïne bracht ook veel vluchtelingstudenten naar Nederland. Maar al vóór deze oorlog klopten studenten met een vluchtelingachtergrond aan bij de Universiteit Leiden voor een studie. Hoe helpt de universiteit deze studenten integreren in het Nederlandse hoger onderwijs?
Inge Wieringa is senior Admissions Officer bij het expertisecentrum Studenten en Onderwijszaken (SOZ). Zij vertelt: ‘In principe meldt een student met een vluchtelingachtergrond die al weet dat hij of zij in Leiden wil studeren, zich aan op dezelfde manier als andere internationale studenten. Heel veel in dit proces verloopt hetzelfde als bij hen, vooral als ze gewoon een verifieerbaar diploma hebben. Studenten met een vluchtelingachtergrond zijn wel vrijgesteld van inschrijfkosten.’
‘Het wordt anders als het diploma niet is behaald of niet kan worden aangeleverd. Dan gaan we een alternatieve route in. Nederland heeft de Lissabon Erkenningsconventie getekend, wat betekent dat we ons inzetten om buitenlandse diploma’s te vergelijken met Nederlandse. Zo kunnen studenten met een vluchtelingachtergrond op het juiste niveau instromen. We kijken goed naar wat de student aangeeft te hebben gedaan en gaan in gesprek over wat de student nog weet over het onderwijs, de vakken, literatuur, aangeleerde vaardigheden, wijze van toetsing, en dergelijke. Dan kijken we soms nog samen met een vakdocent of we zonder verificatie van de vooropleiding toch een uitspraak kunnen doen over toelating, en zo ja, op welk niveau.’
In de toelatingsprocedure wordt geprobeerd om studenten met een vluchtelingachtergrond het voordeel van de twijfel te geven. Wieringa: ‘Maar
dit is best complex, want het moet natuurlijk wel werken. Er zijn elk jaar duizenden toelatingen van internationale studenten, die procedure is geüniformeerd. Maar dat werkt niet bij studenten met een vluchtelingachtergrond, daar is het nodig om de situatie per persoon te bekijken. We kijken ook of iemand goed Engels of Nederlands spreekt. Rechten is bijvoorbeeld qua Nederlands taalgebruik heel moeilijk, maar sommige studenten met een vluchtelingachtergrond halen dat wel. Je wilt daarom studenten wel de kans geven, maar ook niet de ogen sluiten voor hoe lastig ze het kunnen hebben binnen deze opleiding.’
Niveau
Ynette Caupain is studentenbegeleider bij het expertisecentrum Studenten en Onderwijszaken (SOZ). Zij vult aan: ‘Diploma's worden soms in Nederland lager gewaardeerd dan de student verwacht. Dat kan erg teleurstellend voor ze zijn. Wat we willen weten is: is het diploma vergelijkbaar met het niveau hier?’ Wieringa: ‘Soms komen we er bijvoorbeeld achter dat een opleiding aan een hogeschool beter zou passen. Of bij jongere studenten: dat ze terug moeten naar de middelbare school om hier hun havo of vwo diploma te behalen. En soms bekijken we of we iemand met een net iets mindere kwalificatie tóch kunnen laten instromen. Ook kunnen studenten uit deze groep zich mogelijk aanmelden voor IncLUsion. Dit studenteninitiatief maakt het
‘Studeren leidt me af van de oorlog’
‘Op 10 maart ben ik vanuit mijn woonplaats Kyiv naar de stad Ivaho Frankivsk gevlucht in het westen van Oekraïne, waar ik bij een vriendin terechtkon. Ik had gehoopt dat de oorlog sneller voorbij zou zijn, wat ons ook was verteld, maar tegen die tijd zag het er naar uit dat het wel eens veel langer kon gaan duren. Mijn begeleider aan de universiteit van Kyiv, Alexey Boyarsky, heb ik benaderd met de vraag of ik naar Nederland mocht komen om hier mijn bachelorproject af te ronden. Hij komt toevallig ook uit Oekraïne, werkt aan de Universiteit Leiden en woont al heel lang in Den Haag. Hij stelde
zijn huis beschikbaar voor meerdere studenten. We zijn allemaal met open armen ontvangen en heel goed geholpen, daar wil ik hem, maar ook Nederland en het LUF voor bedanken. Ik kreeg meteen een residence permit en hoefde geen Nederlands te leren. Ik kreeg ook meteen via het LUF een maandelijkse uitkering voor de onkosten en het collegegeld was tweeduizend euro in plaats van de bijna twintigduizend euro die niet EU studenten normaal betalen.
Ik kan mijn master nu afronden in Leiden: Physics Cosmology. Daar ben ik heel blij om, want na de inval
van Rusland was ik verloren, van de ene op de andere dag stortte mijn toekomst in.
Vanuit de universiteit is me ook psychische hulp aangeboden, maar daar heb ik geen gebruik van gemaakt. Ik ben dit van huis uit niet gewend en bel, als ik me zorgen maak, liever met vrienden en familie. Ik probeer de oorlog zoveel mogelijk te vergeten, studeren helpt, het leidt me af van de oorlog. Dat je ook bij het Meeting Point terechtkunt om andere studenten te spreken is nieuw voor me. Misschien ga ik eens bij ze langs. Dat lijkt me wel ‘gezellig’, is dat niet een woord dat Nederlanders vaak gebruiken?’
Mariia Marinichenko (21)mogelijk dat vluchtelingen die zich (nog niet) als student kunnen inschrijven, toch vakken kunnen volgen aan de Universiteit Leiden. Daar staan ook studentbuddy’s klaar om ze op weg te helpen met zowel de praktische als sociale aspecten van de studie. Zij dragen op die manier bij aan de integratie van de vluchtelingen. Vluchtelingen die nog geen Nederlandse verblijfsvergunning hebben, krijgen voorrang in dit programma.’
Voorbereidend Jaar
Het Voorbereidend Jaar Leiden helpt de studenten met een vluchtelingachtergrond bij het voorbereiden van hun mogelijke instroom op hogeschool of universiteit. Caupain: ‘Dit is voor de meeste studenten uit bijvoorbeeld Syrië en andere nietwesterse landen een aanrader, omdat het thuisonderwijs zo verschilt van ons Nederlandse onderwijs. In nietwesterse landen gaat het vaak om het reproduceren van kennis, terwijl de focus in Nederland meer ligt op begrijpen en toepassen. Kritisch nadenken is ook een belangrijk onderdeel in ons hoger onderwijs. Net als samenwerken en presenteren. Zonder die ervaring wordt het vaak heel moeilijk om je weg te vinden op de universiteit, terwijl je wel de capaciteit en intelligentie hebt. Daarnaast moet je om in het hoger onderwijs te kunnen starten minimaal het Nederlandse taalniveau B2 hebben. Daar wordt ook aandacht aan besteed in het Voorbereidend Jaar.’ Behalve studentenbegeleider bij SOZ is Caupain ook actief bij Meeting Point. Daar worden vluchtelingstudenten geholpen om hun draai te vinden op de universiteit. ‘Het Meeting Point is een ontmoetingsplek voor studenten die recent naar Nederland zijn gekomen en hulp kunnen gebruiken bij het vinden van hun weg binnen de universiteit. Dit zijn bijvoorbeeld studenten met een vluchtelingachtergrond maar ook eerste generatiestudenten. Medewerkers helpen nieuwkomers met toelatingsprocedures, studiekeuze, financiering en solliciteren, en geven tips over de manier waarop zij zich meer thuis kunnen voelen op de universiteit en andere jongeren kunnen ontmoeten. De studenten weten het Meeting Point te vinden. Gewoon zelf of via UAF, de stichting voor vluchtelingstudenten die zich inzet voor de ontwikkeling van gevluchte studenten en professionals en hun integratie op de Nederlandse arbeidsmarkt.’
Caupain vervolgt: ‘Wij zijn in 2016 gestart met Meeting Point naar aanleiding van de grote vluchtelingenstroom uit Syrië op dat moment. In de tussentijd hebben we allerlei studenten begeleid, vanuit Jemen, Afghanistan, Turkije – er bestaat
niet één soort vluchteling. Oekraïense vluchtelingen zien we niet zo vaak bij ons Meeting Point. Het verschil zit hem ook in de westerse studie, daarmee zijn ze al vertrouwd. Het is in hun land ongeveer hetzelfde geregeld.’
Studiekeuze Wieringa ziet bij SOZ wél veel Oekraïense studenten. ‘Het klopt dat het wennen aan het Nederlandse onderwijssysteem makkelijker is, maar er geldt
‘Vluchtelingstudenten hebben in Nederland de kans een studie te kiezen die beter bij hen past’
voor deze groep alsnog maatwerk bij de aanmeldprocedure, afwijkende regels rond collegegeld, extra taalondersteuning en dergelijke.’
Caupain: ‘Wat interessant is bij de studiekeuze, is dat de meeste studenten met een vluchtelingachtergrond arts, tandarts of rechter willen worden. Ze verbazen zich soms over het aantal mogelijkheden hier op de universiteit. En soms past een opleiding aan de hogeschool beter bij hun doelen. Wat je vaak ziet is dat ze in het verleden een studie hebben gekozen omdat hun ouders dat wilden. En nu hebben ze in Nederland opeens de kans om een studie te kiezen die beter bij hen past. We focussen daarom op studiekeuze, het leren van studie en taalvaardigheden en het op orde krijgen van financiële zaken. En daarnaast krijgen de stu
Kisolo Kiganda Robinson (33)Ik had veel eerder naar het Meeting Point moeten gaan’
Het Meeting Point is de ontmoetingsplek van Universiteit Leiden voor studenten die recent naar Nederland zijn gekomen en hulp kunnen gebruiken bij het vinden van hun weg binnen de universiteit. Kisolo Kiganda Robinson (33) maakte er dankbaar gebruik van. ‘In Oeganda was ik ict student en werkte ik in de cybersecurity. Ik wilde dit voortzetten in Nederland en schreef me in voor de executive master Crisis and Security Management met als specialisatie cybersecurity. Dacht ik. Want ik hoorde maar niks. Pas later begreep ik dat je je via StudieLink moet inschrijven. Alles liep daardoor vertraging op. Toen de deadline voor mijn inschrijving aan de universiteit naderde, klopte ik aan bij ITHAKA, een organisatie die nieuwkomers helpt met integreren in de samenleving. Daar zeiden ze: ga naar het Meeting Point. Nou, dat had ik veel eerder moeten doen. Hier hielpen ze met het in orde maken van mijn documenten. De inschrijving is gelukt. Eindelijk, drie dagen voor de deadline!’
denten met een vluchtelingachtergrond vaak een buddy: een student van hun opleiding. Ze kunnen dan bijvoorbeeld samen studeren of de taal oefenen, maar ook persoonlijke gesprekken voeren en hun ervaringen delen. Of een hobby, zoals samen paardrijden, muziek maken of koken. We willen zo een veilige omgeving helpen creëren waarin de studenten met een vluchtelingachtergrond vragen kunnen stellen aan een leeftijdsgenoot.’ Sinds vorig jaar is de doelgroep van Meeting Point verbreed. Caupain: ‘De vragen die studenten met een vluchtelingachtergrond ons stellen, leven ook bij studenten uit het Caribisch gebied, eerstegeneratiestudenten en internationale studenten die niet meteen hun weg kunnen vinden. Zij zijn allemaal welkom bij het Meeting Point.’
‘
de jonge wetenschapper Marlon de Haan
Hoe meer tijd, hoe beter de nier
Donororganen zijn er nooit genoeg. De organen die wel beschikbaar zijn, moeten vliegensvlug getransplanteerd worden. De geneeskunde zet daarom volop in op het langer goedhouden van organen. Marlon de Haan (24) onderzoekt hoe je nieren buiten het lichaam in leven kunt houden.
Orgaantransplantatie is een race tegen de klok. Binnen 24 uur moet een orgaan getransplanteerd zijn. Het moet verwijderd worden uit de donor, getransporteerd, gecontroleerd en geplaatst bij de ontvanger. Marlon de Haan onderzoekt hoe je deze periode voor nieren kan verlengen. ‘Een orgaan is als het ware een organisme, met individuele cellen die allemaal hun eigen energiebehoefte hebben’, legt hij uit. ‘Tot nu toe verlagen we die energiebehoefte van een donororgaan door het op ijs te bewaren. Door te koelen vertraagt het metabolisme.’
Voor zijn promotie onderzoekt De Haan een alternatieve manier om nieren te bewaren. In plaats van te koelen, wordt de nier daarbij in een perfusiesysteem bewaard. ‘Dat is een soort pomp die het orgaan van voedingsstofen kan voorzien. Door zuurstof, suiker en eiwitten aan de nier toe te voegen, proberen we het orgaan langer in leven te houden – en uiteindelijk meer tijd te hebben voor een transplantatie. Het is al gelukt om in het lab de levensduur van een varkensnier te verlengen, maar ook al van een mensennier die was afgekeurd voor transplantatie. Dat lukte tot wel vier dagen. De eerste belangrijke stap is dus gezet.’
Meer tijd is niet het enige voordeel. ‘Als er twijfel is over de kwaliteit van een donororgaan, wordt het niet gebruikt’, legt De Haan uit. ‘Maar in een perfusiesysteem kan het functioneren van een orgaan langere tijd gecontroleerd worden. Als de eerste twijfel is weggenomen en het orgaan goed blijkt te functioneren, kan het alsnog worden getransplanteerd. Bovendien is het in het perfusiesysteem mogelijk een orgaan te conditioneren. Door kleine aanpassingen te doen, kan het orgaan meer geschikt gemaakt worden voor een specifieke ontvanger. Zo wordt de kans op afstoting verkleind.’
Varkensnier
Het bewaren en conditioneren lukt bij sommige organen al heel goed, zoals bij de lever. Voor de nier is het echter nog toekomstmuziek. ‘De nier is een van de meest complexe organen uit het lichaam’, legt De Haan uit. ‘Dat komt doordat een nier uit bijna dertig soorten cellen bestaat. Ter vergelijking, een hart heeft er ongeveer tien. Niet alleen hebben al die cellen hun specifieke energiebehoefte, ook is het van belang hoe ze samenwerken. Door te experimenteren met varkensnieren proberen we dat te achterhalen.’
Voor medisch onderzoek worden vaak varkensnieren gebruikt, omdat
Regeneratieve geneeskunde is gericht op functieherstel van cellen, weefsels en organen na ziekte of schade. Als een nier
niet meer werkt, is – naast zware dialyses – transplantatie nu de enige behandeling. Onderzocht wordt hoe kapotte nieren te herstellen
deze qua formaat, structuur en uiterlijk erg lijken op menselijke organen; ook op cellulair niveau. De Haan en zijn collega’s gaan de nieren zelf ophalen bij de slachterij. ‘De situatie moet lijken op de realiteit van een transplantatie’, zegt hij. ‘Daarom worden de organen na de slacht snel verwijderd en op ijs vervoerd. We gaan direct naar het laboratorium en gaan ermee aan de slag.’
Coschappen Waar zijn fascinatie voor organen vandaan komt, vindt De Haan lastig te zeggen. ‘Ik denk dat een biologiedocent op de middelbare school me geïnspireerd heeft. Zij zorgde ervoor dat ik een dag kon meelopen op het Erasmus MC op de hartafdeling. Later maakte ik mijn profielwerkstuk over het hart. Ook mijn bacheloronderzoek ging over het hart, namelijk het idee om een contractiele hartbuis te maken.’
De Haan zal eerder gepromoveerd zijn dan afgestudeerd, want door corona kwamen zijn coschappen stil te liggen. Daar stond tegenover dat hij ruimte had om aan dit onderzoeksproject deel te nemen. ‘Als je hieraan begint, weet je dat je niet tot het einde toe kan blijven’, vertelt hij. ‘Pas als de toepassing op patiënten gebruikt kan worden, is het onderzoek geslaagd. Dat lukt niet binnen een PhD van vier jaar. Wel hoop ik naast mijn coschappen zijdelings betrokken te blijven bij dit onderzoek. En misschien keer ik na mijn afstuderen terug; het ligt er maar net aan hoe goed de klinische geneeskunde bevalt.’
zijn, of hoe nieuwe nieren te ‘kweken’ uit bestaande cellen. In de toekomst zou een gepersonaliseerde donornier gekweekt kunnen
worden met stamcellen. Maar eerst wordt gekeken hoe een nier überhaupt buiten het lichaam in leven blijft.
Wat is... regeneratieve geneeskunde?ARCHEOLOGIE
Open middag Faculteit der Archeologie
Op 1 maart opent de Faculteit der Archeologie in de middag haar deuren voor het publiek. Naast rondleidingen en lezingen (ook voor kinderen!) kunnen bezoekers zelf werken met archeologisch materiaal. En wie wil dat een archeoloog kijkt naar iets bijzonders dat hij ooit gevonden heeft, wordt van harte uitgenodigd dit mee te nemen. Meer informatie over de precieze tijden en toegang op archeologie. leidenuniv.nl
HOVO
Wiskunde voor alfa’s vanaf 50
Op de middelbare school gaat het in de wiskundeles over standaardtechnieken om problemen op te lossen, niet over de concepten en de elegantie van wiskunde. Volgens emeritus hoogleraar Rob Tijdeman is dat de reden waarom het vak door alfa’s vaak als moeilijk wordt ervaren. In een cursus van het HOVO (Hoger onderwijs voor ouderen) gaat hij dit voorjaar in op grondbegrippen, beperkingen en toepassingen van de wiskunde. Daarbij draait het vooral om de filosofie en de resultaten, niet
om methoden en bewijzen. De cursus is geschikt voor iedereen met een vwo-diploma. En natuurlijk moet je ook vijftig jaar of ouder zijn.
Andere colleges die op de rol staan voor dit HOVO-voorjaar (februari tot mei) gaan over ‘De filosofie van het wandelen, zwerven en flaneren’, ‘De Tweede Wereldoorlog in de Nederlandse roman na 1945’, ‘Het klimaat, zeespiegelstijging en orkanen’. En er is nog heel veel meer. universiteitleiden.nl/hovo/ collegeaanbod
AGENDA
Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen
14 januari
ALUMNIDAG
Het lustrum van De Leidsche Flesch wordt gevierd met een online alumnidag op 14 januari, een symposium op 15 februari en een kindersymposium op 25 februari.
19 januari, 16 februari, 16 maart en 20 april
LEZINGEN
NGL organiseert elke derde donderdag van de maand een lezing, ook bedoeld voor alumni. 19 januari: Sense Jan van der Molen, 16 februari: Marc Koper. universiteitleiden.nl/ lezingenbijscience
STUDIUM GENERALE
Voor het actuele lezingenprogramma zie: universiteitleiden.nl/ studium-generale
Faculteit Geesteswetenschappen
25 januari en 1 maart
MERLIJNLEZING
Op 25 januari prof.dr. Peter Hoppenbrouwers: ‘Stormruiters. Stepperijken in de wereldgeschiedenis’. Op 1 maart dr. Frans Blom (UvA): ‘Wat de mensen willen. Een nieuwe kijk op theatermakers in de Amsterdamse Schouwburg van de 17e eeuw’. Zie universiteitleiden.nl/agenda/ series/merlijn
4 februari
OUDHEDEN
Rondleiding in het Rijksmuseum van Oudheden met de HSVL, voor alumni Geschiedenis.
17 maart
NASCHOLING
Nascholingsdag Talen 2023, voor docenten Nederlands, Duits, Engels, Frans, Spaans en Chinees.
Zie universiteitleiden.nl/agenda/ 2023/03/nascholingsdag-talen
Augustinus
15 juli
REÜNISTENDAG
Reünistendag tijdens de viering van het 26ste lustrum.
Algemeen
11 en 14 februari
DIES VOOR ALUMNI
Op zaterdag live in het KOG, dinsdag online. Zie op pagina 48.
23 februari BRUSSEL
Alumnibijeenkomst.
Het alumnibureau en de faculteiten organiseren meer alumniactiviteiten. Zie universiteitleiden.nl/agenda voor actuele informatie.
Uitnodigingen ontvangen? Geef uw e-mailadres door: info@alumni.leidenuniv.nl
NIEUWS VAN DE FACULTEITEN
Hoe kinderen naar kunst kijken
Hoe kijken kinderen naar schilderijen? En gaan ze die meer waarderen als ze er toegankelijke informatie bij krijgen? Dat onderzoekt psycholoog Francesco Walker met een team onderzoekers in het Rijksmuseum.
Walker wil weten of kinderen anders naar een schilderij kijken als ze vooraf informatie krijgen die speciaal voor kinderen is geschreven. De kinderen in het onderzoek – van 10 tot 12 jaar – kijken op een paar zalen naar
17e eeuwse schilderijen die niet zo bekend zijn bij een breed publiek. Ze dragen een eyetracker, een headset met een bril die precies bijhoudt waar de drager naar kijkt en hoe lang. Een deel van de kinderen krijgt vooraf geen informatie, een tweede groep krijgt de gangbare museuminformatie die meer voor volwassenen is geschreven en de derde groep krijgt informatie die speciaal voor kinderen is gemaakt. Walker: ‘Het kijkpatroon vertelt ons veel: wat kinderen opvalt, of ze een bepaalde kijkstrategie vol
gen en welke gebieden ze het interessantst vinden.’
Na afloop beantwoorden de kinderen vragen over wat hen opviel en wat ze van de schilderijen vonden. De psycholoog hoopt met zijn team (onderzoekers van de Universiteit Leiden, Vrije Universiteit en Attention Architects) in de loop van 2023 de resultaten te publiceren. ‘Ons onderzoek kan een belangrijke stap voorwaarts zijn in de ontwikkeling van informatiemateriaal en educatieve instrumenten die specifiek op kinderen zijn afgestemd.’
HORTUS
Water- en oeverplanten uit de Flora Batava
RECHTEN
Bijspijkeren in juridische zaken
Het juridisch post academisch onderwijs (JPAO) biedt een grote variëteit aan nascholingscursussen. Zo is er tussen 21 maart en 20 juni de opleiding Aanbesteding en schaarse rechten in de Oude Sterrenwacht. Hierin komt de theorie aan de orde die ten grondslag ligt aan de verplichting voor (semi)overheden om gelijke kansen te bieden aan marktpartijen die in aanmerking willen komen voor toewijzing van economisch relevante rechten.
De bijeenkomsten worden ruimschoots gelardeerd met praktijkvoorbeelden. De cursus wordt afgesloten met een seminar waarin de docenten hun visie geven op specifieke praktijksituaties en doorkijkjes geven naar nieuwe ontwikkelingen. Na het volgen van de specialisatie opleiding Aanbesteding en schaarse rechten weten de deelnemers alles over de verdeling van schaarse rechten in zowel het privaatrecht als bestuursrecht.
Het complete aanbod aan opleidingen en cursussen is te vinden op paoleiden.nl
Eind maart verschijnt een fraaie eigentijdse heruitgave van de Flora Batava, onder redactie van Esther van Gelder en Norbert Peeters. De Hortus koos uit dit boek tien water- en overplanten en toont ze op groot formaat in de tuin.
De Flora Batava verscheen tussen 1800-1934 en toont de wilde planten in Nederland; ruim 2500 vaardig gemaakte afbeeldingen van bomen, struiken, kruiden, varens, mossen,
SSR
paddenstoelen en wieren. Voor de heruitgave selecteerden de auteurs honderd iconische soorten, en vroegen evenzoveel hedendaagse wetenschappers om erover te vertellen. Onder hen vele bekende Leidse namen. Esther van Gelder is cultuurhistoricus en conservator oude drukken bij de KB nationale bibliotheek van Nederland, Norbert Peeters is botanisch filosoof en auteur.
Te zien van 3 april tot 22 oktober 2023; hortusleiden.nl
OUD-LEDEN AAN HET WOORD TIJDENS SCREDX
Bij SSR wordt zaterdag 11 februari SCREDx gehouden, een evenement waarbij inspirerende oud-leden van SSR-Leiden hun verhaal delen met andere reünisten. Reünisten die op uiteenlopende plekken in bijvoorbeeld kunst, wetenschap en politiek zijn terug te vinden, komen die avond aan het woord. De sprekers en het programma worden bekendgemaakt via Instagram, Facebook en LinkedIn van SSR’s oudledenstichting SOLS.
NIEUWS VAN DE FACULTEITEN
De juiste keuze maken
Het Kenniscentrum
Psychologie en Economisch
NJORD
Leidse roeiers Europees kampioen
Gedrag (KCPEG) zet zich in om keuzes te bevorderen die het welzijn van mens en maatschappij vergroten. Het centrum slaat een brug tussen de wetenschap en praktijk. Naast eigen onderzoek werkt het samen met overheden en maatschappelijke organisaties. Daarnaast biedt het KCPEG evenementen en trainingen, bijvoorbeeld de cursus Omgaan met weerstand. Het complete aanbod is te vinden op kcpeg.nl/ trainingsaanbod Een
gewonnen. Dat zijn wedstrijden voor alle universiteiten in Europa, die dit najaar werden gehouden op de Bosporus bij Istanbul. Op de diverse afstanden scoorde Leiden twee gouden medailles, een keer zilver en een keer brons; ruim voldoende voor een eerste plek op de medaillespiegel. Bij Njord hopen ze dankzij deze overwinning nu ook op uitzending naar de meest prestigieuze roeiwedstrijd ter wereld, de Henley Royal Regatta in Engeland. Bovendien zijn twee van de deelnemende roeisters, Claire de Kok en Margot Leeuwenburgh, uitgenodigd voor de selectieperiode van de roeibond.
QUINTUS
Docu over oprichtingstijd van Quintus
Met een première in de Grote Zaal van Trianon is dit najaar Quintus in den beginne… gepresenteerd. Dat is een 70 minuten durende documentaire over de oprichtingsfase van Quintus.
Het idee voor de film ontstond twee jaar eerder aan de Quintusbar. Tijdens een borrel zagen Tim Martens en André Hengeveld de toen al 89 jarige Hugo Weiland, een centraal figuur bij de oprichting
van Quintus, de zaal binnenlopen. ‘Gek eigenlijk dat zijn verhaal nog nooit op beeld is vastgelegd….’, zo mijmerden Martens en Hengeveld. Van het een kwam het ander, en nu is het resultaat daar. Het verhaal wordt in de film verteld door Hugo Weiland,
maar ook door oprichter Ben van Noort, bestuursleden uit de eerste jaren en andere betrokkenen. Een waardevol document waarin de roerige begintijd van de vereniging en de bijzondere manier waarop de vereniging ontstond, volledig uit de doeken wordt gedaan. Na de première ging het aan de Quintusbar al over een mogelijk vervolg … er zijn nog meer prachtige verhalen die niet verloren mogen gaan.
De postkoloniale podcast
In De postkoloniale podcast gaan Scaliger hoogleraar Rick Honings en docent onderzoeker Coen van ’t Veer in gesprek met prominente onderzoekers en schrijvers over hun werk in relatie tot het koloniale verleden. Centraal staat de vraag in hoeverre het onderzoek naar (post)koloniale literatuur kan bijdragen aan de verwerking van het koloniale verleden. In zes afleveringen praten zij daarover met Pamela Pattynama, Olf Praamstra, Alfred Birney, Arnoud Arps, Adriaan van Dis, Nick Tomberge, Feba Sukamana en Lara Nuberg. De podcastserie kan worden beluisterd via Soundcloud, Spotify en Stitcher.
UNIVERSITEITSBIBLIOTHEKEN
Kaarten: navigeren en manipuleren
Zijn kaarten wel zo waarheidsgetrouw of zit er soms een andere boodschap achter? Een kaart is altijd een vereenvoudiging van de werkelijkheid, waarbij verkleind, vervormd en geselecteerd wordt. Hierdoor kan de lezer letterlijk en figuurlijk worden gestuurd. De Universitaire Bibliotheken Leiden en het Museum Volkenkunde in Leiden organiseren samen de tentoonstelling Kaarten: Navigeren en manipuleren.
De tentoonstelling bestaat uit kaarten en kunst. Het eerste deel beslaat navigatiekaarten, kaarten van het heelal en esthetische kaarten. Het tweede onderdeel gaat in op de vraag wat je in kaart kunt brengen. Een voorbeeld hiervan is de filosofische weergave van het brein op de kaart The Autistic
Brain
Johnston
overbrengt. Ten slotte toont het laatste onderdeel van de tentoonstelling aan welke effecten of invloed kaarten kunnen uitoefenen. De tentoonstelling is in Museum Volkenkunde tot en met 29 oktober.
Tweedejaarsvak leidt tot wetenschappelijk artikel
Een onderzoeksproject van tweedejaars bachelor-studenten leidt niet vaak tot een wetenschappelijk artikel. Bij International Studies kregen Pia Kurz, Coleen Gonner en Monika Bartnicka dit voor elkaar.
Het project was deel van een vak over de invloed van taal op cognitie. De inspiratie voor hun artikel (in Linguistics in the Netherlands, november 2022) deden de studenten op tijdens een college over grammaticaal geslacht. Een spreker van het Duits ziet een brug als elegant en een spreker van het Spaans ziet die juist als stevig. Vermoedelijk worden deze associaties beïnvloed doordat het woord voor brug in het Spaans mannelijk is en in het Duits vrouwelijk.
‘We kozen voor talen die we kennen, dus Duits en Pools’, zegt Gonner. Het experiment bestond uit meerdere delen. Eerst moesten de deelnemers eigennamen toekennen aan getekende voorwerpen. Daarna moesten ze zeggen of ze die namen
als mannelijk, vrouwelijk of als genderneutraal beschouwden.’
De verwachting was dat Duitstaligen meer beïnvloed zouden worden door het grammaticale geslacht van woorden omdat ze lidwoorden gebruiken die horen bij dat geslacht. Het Pools heeft geen lidwoorden. De uitkomsten waren echter andersom. Een mogelijke verklaring voor dit fenomeen, volgens Kurz: ‘In het Pools wordt het grammaticale geslacht gemarkeerd door de uitgang van het zelfstandig naamwoord. Mannelijke woorden eindigen meestal op een medeklinker en vrouwelijke vaak op a.’
HORTUS
Hortus ook op maandag open
Goed nieuws voor iedereen die voorheen op maandagen in de winter voor een dicht hek stond en z’n neus stootte. De hortus botanicus is in 2023 meer dagen van de week open. Vanaf nu zijn de openingstijden dagelijks van 10.00 tot 17.00 uur. Van 21 maart t/m 20 september kunnen bezoekers zelfs alle dagen van 9.00 tot 18.00 uur terecht.
Leiden de gezondste stad van Nederland maken
Hoe kunnen Leidenaren zo gezond mogelijk oud worden? En wat is er nodig om de grote gezondheidsverschillen te verkleinen? Dat is de missie van het Leiden Healthy Society Center, een nieuw samenwerkingsverband van de gemeente, de Universiteit Leiden en andere partners in de stad.
Bij de aftrap, op 8 november in het stadhuis, benadrukten de deelnemende partijen het belang van de krachten bundelen. Henri Lenferink vertelde dat
hij als burgemeester vaak op bezoek gaat bij Leidenaren die 100 worden en dat hij grote verschillen ziet: de ene 100 jarige kan nog bijna alles zelfstandig en heeft zelfs geen leesbril, de ander heeft volledige hulp nodig. ‘Die grote verschillen in gezondheid verkleinen is een belangrijke missie van dit nieuwe Center’, zeiden de Leidse hoogleraar Gezondheidspsychologie Andrea Evers en promovenda en strateeg van de gemeente Leiden Eefke de Haan.
Online tentoonstelling Leidse persgeschiedenis
Leiden heeft een roemrijke journalistieke geschiedenis. Al in de achttiende eeuw was de Gazette de Leyde, die officieel nooit zo heette, maar wel onder vier andere namen verscheen, dé kwaliteitskrant voor de Europese gegoede burger en elite. In de online tentoonstelling Leidse Persgeschiedenis wordt de kijker rondgeleid door de Leidse journalistieke geschiedenis aan de hand van gedigitali
seerd krantenmateriaal uit collecties van Erfgoed Leiden en Omstreken en de Universitaire Bibliotheken Leiden. Daarnaast deed hoogleraar Jaap de Jong samen met studenten en collega’s onderzoek naar het heden en verleden van media in de Sleutelstad. Hierover verscheen een speciale uitgave van de Gazet van Leiden, waarin alle studentenonderzoeken zijn omgewerkt tot publieksvriendelijke
artikelen, afgewisseld met columns van onder meer burgemeester Lenferink en wetenschapper Ionica Smeets. Bekijk de tentoonstelling online: webpresentations. universiteitleiden.nl/s/ persgeschiedenis. De Gazet van Leiden is online te lezen via bit.ly/GazetvanLeiden. Interesse in een papieren exemplaar? Aanvragen via alumni@hum.leidenuniv.nl.
dies voor alumni 11 februari
Op zaterdag 11 februari vindt de dies voor alumni plaats. Het Leids Universiteits Fonds (LUF) en de Universiteit Leiden nodigen u van harte uit voor deze feestelijke dag. U kunt er jaargenoten en andere alumni ontmoeten en kennis opdoen bij lezingen van Leidse wetenschappers over uiteenlopend actueel onderzoek.
Tijd en plaats ZATERDAG 11 FEBRUARI Kamerlingh Onnes Gebouw 12.30-16.30 uur
Programma
U kunt lezingen bijwonen van de volgende wetenschappers:
PROF.DR.IR. IONICA SMEETS: ‘Hoe debunk je een misleidende grafiek?’
MR.DR. BRECHTJE PAIJMANS Bijzonder hoogleraar Conflictoplossing en rechtsbescherming in het onderwijs
DR. MOJI AGHAJANI Universitair docent bij Pedagogiek
PROF.DR. JOHANNEKE PORTIELJE Hoogleraar interne geneeskunde, in het bijzonder de geriatrische oncologie
2
En wat weet je al?
1
Je bent nu op Cyprus, wat doe je daar precies?
‘Ik werk sinds 2015 aan de opgraving in Palloures, vlakbij Paphos. Elke zomer graven we daar op, met een grote groep archeologiestudenten. We doen onderzoek naar de periode van 3500 tot 2500 voor Christus. In die tijd ontstond de metaalbewerking op het eiland en begonnen handelsnetwerken in het oostelijke Middellandse Zee gebied. De sociale complexiteit nam toe, met meer ongelijkheid. Cyprus deed daar lange tijd niet aan mee, terwijl op andere plekken al paleizen, piramides en grote steden werden gebouwd. Op een zeker moment werd Cyprus hét eiland van het koper, dat hier in gigantische hoeveelheden werd gewonnen.’
‘We hebben een paar jaar geleden de oudst bekende metalen bijl van Cyprus gevonden. Maar daarvan weten we nu dat hij geïmporteerd is en van koper uit Turkije is gemaakt. De lokale productie begon relatief laat. Ook vonden we resten van een extreem groot rond huis, naast vele kleine ronde huizen. En daarvan leren we iets over de sociale structuur in die tijd.’
3
Wat kunnen we verwachten van je lezing op de dies?
‘Ik begin bij de basis. Ik vertel bijvoorbeeld dat het woord koper is afgeleid van ‘Cyprus’. En ik leg uit welke analyse we kunnen maken op basis van zo’n bijl. Natuurlijk laat ik ook plaatjes zien van onze opgravingen, die trouwens echt een soort bootcamp zijn voor de studenten. Ze komen gespierder terug dan ze vertrokken.’
PROF.DR. BLEDA DÜRING ‘Koper van Cyprus: een perspectief uit de Kopertijd’
PROF.DR. PIETER TER KEURS Hoogleraar Musea, Collecties en Samenleving
PROF.DR. BIBI VAN DEN BERG Hoogleraar Cybersecurity Governance
U kunt ook de prijsuitreiking aan jonge talenten bijwonen. Bovendien is er een workshop speciaal voor alumni tot en met 35 jaar. Kunt u er op 11 februari niet bij zijn? Volg dan de online dies op 14 februari.
Het complete programma:
‘Opgraven is voor studenten een soort bootcamp’
werkplek
van Karen van Eijk
‘Het dokter Deengevoel, noem ik het weleens.
Ik ken iedereen bij naam, herken de meeste patiënten zelfs aan hun stem. Als iemand hier komt dan weet ik: o ja, ik heb jouw vader vorig jaar begeleid, of: jouw broer heeft kanker. Een familiedokter, ouderwets misschien. Maar dat is mijn visie op het vak. De mensen zijn hier geen nummer in een gezondheidsfabriek. En dat zie je terug in hoe de praktijk is ingericht. Huiselijk, maar wel met alles voorhanden wat het mogelijk maakt om state of the art zorg te leveren.’
Karen van Eijk heeft een huisartsenpraktijk in de wijk Tanthof in Delft. ‘Een dorp in de stad, een best hechte gemeenschap’, zegt ze daar zelf over. Nu nog in een gehuurde praktijkruimte, over een
jaar in haar eigen pand een paar straten verderop. ‘Ik ben helemaal ingeburgerd. Toen ik hier zes jaar geleden begon, kreeg ik nieuwe patiënten die zeiden: we hebben over je gehoord. Dan bleek dat het op de biljartclub over de nieuwe dokter was gegaan. Inderdaad, het dokter Deengevoel.’ Dat het soms persoonlijk wordt, vindt ze juist waardevol. ‘Er hangt een dierbare foto van mijn drie dochters, vlak na de geboorte van mijn jongste. Ik merk dat als je iets van jezelf laat zien, dat mensen dat in de spreekkamer zelf ook sneller doen. Zo weet iedereen dat mijn moeder de praktijk schoonmaakt, elke week de bloemen ververst en met kerst een mooi kerststuk neerzet. Dan vragen de patiënten: Ach, is je moeder weer druk geweest?’
lezen, luisteren, doen
Door dierenogen
Een nieuwe familie-expositie in museum Volkenkunde laat bezoekers vanuit dieren naar de wereld kijken. Twaalf dieren hebben in de DierenAcademie hun eigen lokaal. Van hamerhaai tot mestkever, alle dieren van de DierenAcademie geven een serieuze les: mensen, zorg dat we samen in leven blijven op deze planeet. Zonder ons redden jullie het niet. Elk lokaal is ingericht met voorwerpen en verhalen van mensen die met het dier samenleven. DierenAcademie is te zien tot en met 3 september 2023.
Van wambuis tot keurs
Bezoek ‘Een Leidse kleermakerswerkplaats in 1626’ in museum het Leids Wevershuis. Voor ons is kleding een kantenklaar product, maar ooit leefde letterlijk half Leiden ervan: van het maken van de stoffen (het beroemde Leidse laken) tot het naaien van de kleren. De stoffen zijn vergaan, de kleding is alleen nog te zien op schilderijen... maar in de nagemaakte werkplaats van het Wevershuis
zijn een kleermaker in wambuis te zien en een klant in een vliegerkostuum over haar keurs. Deze tentoonstelling is voor iedereen die ooit heeft gekeken naar kleren op een 17eeeuws schilderij. Kleermakerswerkplaats, te bezoeken tot en met 5 maart 2023 in het Leids Wevershuis, Middelstegracht 143, Leiden. Dagelijks geopend van 13.00 tot 16.00 uur, gesloten op maandagen.
BRAINPOWER IN BOERHAAVE
Bas Haring is gastconservator en gids in de expositie BrAInpower in museum Boerhaave. Hierin staat kunstmatige intelligentie centraal. Van deepfakes, streamingdiensten en dating apps tot gezichtsherkenning, zelfrijdende auto’s en medische toepassingen: we kunnen niet meer om kunstmatige intelligentie heen. Het verandert onze levens, zoals ooit stoommachines ten
Verschenen
tijde van de industriële revolutie dit deden. De tentoonstelling BrAInpower laat zien waar AI met succes kan worden ingezet, hoe we er de vruchten van plukken, maar belicht ook de schaduwkanten. De verschillende thema’s geven stof tot nadenken: hoe hebben de computer en AI ons leven verrijkt? En: wat zijn de schaduwzijden ervan? Er wordt in de tentoonstelling aandacht besteed aan discriminerende data: hoe bevooroordeeld zijn algoritmes? Maar ook aan het gebruik van AI voor de verwerking van een posttraumatische stressstoornis (PTSS) of voor het stellen van een kankerdiagnose. Persoonlijke verhalen laten zien hoe AI overal aanwezig is en welke impact dit heeft op ons leven. BrAInpower is te zien tot en met 5 maart 2023.
Metamorfosen
Theatergroep Aluin maakte een voorstelling die wordt opgevoerd in de Tempelzaal van het Rijksmuseum van Oudheden. De groep buigt zich over het beroemde werk van Ovidius: Metamorfosen. De legendarische schrijver uit het oude Romeinse rijk brengt in deze bundel verhalen vol begeerte, vernedering, verliefdheid, rouw en angst. De speeldata zijn woensdag 15, donderdag 16 en vrijdag 17 februari. Het stuk begint om 20.00 uur en kaarten à 17,50 euro zijn te koop via de website van de Leidse Schouwburg – Stadsgehoorzaal.
Woelige Middeleeuwen
Holland werd in de woelige veertiende eeuw, waarin Europa in crisis verkeerde en bestuurd werd door graven. Henk ’t Jong schreef een publieksboek over de geschiedenis van Holland in de late Middeleeuwen. Hoogtij van Holland door Leids alumnus Henk ’t Jong (Uitgeverij Omniboek)
Zeeuwse Boekenprijs
De Leidse emeritushoogleraar Dirk Kolff ontving de Zeeuwse Boekenprijs voor zijn boek over Frans Naerebout. De loods van Naerebout verwierf faam door een reddingsactie in 1779, toen opvarenden van een vastgelopen schip werden gered. Frans Naerebout en het Vlissingen van zijn tijd (Uitgeverij Walburg Pers BV)
Noorderlicht in Naturalis
Het Noorderlicht. Veel mensen koesteren de wens af te reizen naar dit lichtspektakel. Daarom brengt Naturalis het Noorderlicht deze winter naar Leiden in de film Noorderlicht in Naturalis. Tot en met 28 januari waan je je in de speciale filmzaal twintig minuten lang onder de sterrenhemel en ontdek je alle facetten van het schouwspel. Voor dit spektakel opent Naturalis op donderdagen, vrijdagen en zaterdagen speciaal ’s avonds zijn deuren.
Ook de vaste tentoonstellingen zijn dan geopend. Vooraf reserveren is gewenst.
DIES
Hoera!
Op woensdag 8 februari viert de Universiteit Leiden haar 448e verjaardag. Dit feest viert de universiteit ook met haar alumni: op zaterdag 11 februari nodigen wij u graag uit bij de diesviering voor alumni in het Kamerlingh Onnes Gebouw in Leiden. En op dinsdag 14 februari kunt u de online dies voor alumni bijwonen. Meer informatie? LUF.nl/dies2023
Adreswijziging? Laat het ons weten via universiteitleiden.nl/alumnigegevens of stuur een email naar wijziging@alumni.leidenuniv.nl
Retouradres: Redactie Leidraad, Postbus 9500, NL-2300 RA Leiden