Sleutelmomenten en mijlpalen uit 450 jaar Universiteit Leiden.
#1 450 jaar 3
#2 De oprichting 4
#3 Internationals 5
#4 Sterrewacht 6
#5 Albert Einstein 6
#6 Archeologie 7
#7 Hortus Botanicus 8
#8 Politici 9
#9 De link met de VS 10
45 Leidse blikvangers
#10 Campus Den Haag 12
#11 Eredoctoraten 12
#12 Leidse fles 13
#13 Hoog bezoek 14
#14 Eerste vrouw 16
#15 Citaten 16
#16 De Oranjes 17
#17 Brede universiteit 17
#18 Anatomisch theater 18
#19 LUMC 19
#20 Studentenprotesten 20
#21 Nobelprijs 21
#22 WOII 21
#23 2025 22
#24 Opgeheven 24
#25 Aziëstudies 24
#26 Gebouwen 25
#27 Wegbereiders 26
#28 Bio Science Park 28
#29 Musea 29
#30 Studentenleven 30
#31 Leids kwartiertje 31
#32 Grondwet 31
#33 LUF 32
#34 Academische vrijheid 32
#35 Naturalis 33
#36 Schenken 34
#37 Mare 35
#38 Woordenboek 35
#39 Leidse schrijvers 35
#40 Leids bloed 36
#41 Extremen 39
#42 Bijzondere collecties 40
#43 Online onderwijs 40
#44 Gesjeesd 41
#45 Alumni 42
#45
#21 #40
#28
#7 #30
#19
#8
#3
COLOFON
Leidraad is een uitgave van de Universiteit Leiden, afdeling Alumnirelaties/Strategische Communicatie & Marketing. Het magazine wordt kosteloos verspreid onder alumni en relaties van de universiteit. Voor andere belangstellenden is een abonnement op aanvraag beschikbaar.
Hoofdredacteur: Lilian Visscher, directeur Alumnirelaties en Leids Universiteits Fonds
Eindredactie: FC Tekst
– Job de Kruiff en Nienke Ledegang Art direction en vormgeving: Maters en Hermsen – Stephan van den Burg, Marjolijn Schoonderbeek
Lithografie: Studio Boon
Tekst: Gijsbert van Es, Eric de Jager, Marijn Kramp, Job de Kruiff, Nienke Ledegang, Linda van Putten, Nicolline van der Spek, Margriet van der Zee, Annette Zeelenberg
Illustratie cover: Maus Bullhorst
Beeld: ANP, iStock, Taco van der Eb, Ivo van IJzendoorn, Imageselect, Roos Koole, Hielco Kuipers, Simon Lenskens, Monique Wijbrands
Drukwerk: Tuijtel
Coördinatie Universiteit Leiden: Wendy Persson
Reacties: 071-5274050 of contact@leidraad.leidenuniv.nl
LinkedIn: Alumni Universiteit Leiden
Twitter: @leidenalumni
Website: www.universiteitleiden.nl/alumni
Oplage: 85.250
Adreswijziging?
Laat het ons weten via universiteitleiden.nl/ alumnigegevens, of stuur een email naar wijziging@alumni.leidenuniv.nl
Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen, foto’s en illustraties uit Leidraad is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Universiteit Leiden kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele zet of drukfouten.
Annetje aan het woord
Geschiedenis bestaat uit vele schakels van gebeurtenissen en verhalen. Dat geldt ook voor de geschiedenis van de Universiteit Leiden, die heel binnenkort haar 450ste verjaardag viert. We zitten in Leiden op een schat aan verhalen die één lange ketting vormen, van 1575 tot nu.
Voor de redactie van Leidraad is dit jubileum een mooie aanleiding geweest in de geschiedenis van de universiteit te duiken. In 45 sleutelmomenten, mijlpalen en blikvangers laten we in deze Leidraad zien hoe de universiteit zich in ruim vier eeuwen heeft ontwikkeld. Om slechts een paar onderwerpen te noemen: van de oprichting van de universiteit tot Nobelprijswinnaars, van onze gebouwen tot het Leidse studentenleven, van beroemde bezoekers tot bijzondere collecties. Laat het duidelijk zijn dat de geschiedenis van onze universiteit niet in 45 lemma’s te vatten is. Deze Leidraad is verre van compleet, en biedt slechts een hopelijk inspirerend inkijkje in 450 jaar Universiteit Leiden. Waarbij er zeker rode draden te ontwaren zijn. Zo kozen wij voor het lustrumjaar het thema ‘De tijd vooruit’. Het valt in deze Leidraad op dat de universiteit regelmatig haar tijd vooruit is geweest. Dingen die nu vanzelfsprekend zijn, waren destijds nieuw en baanbrekend. We tonen ons ook kwetsbaar, want naast vele hoogtepunten kende de universiteit ook moeilijke tijden en grote uitdagingen. En daar mag, nu we weer op een kruispunt in ons bestaan staan en door een zware fase gaan, best aandacht voor zijn.
Toch ligt de nadruk in deze editie van Leidraad op feest, al is het maar het feest van herkenning voor u, alumnus van onze universiteit. Ik heb geprobeerd te bedenken hoeveel alumni de universiteit in 450 jaar heeft opgeleverd, maar dat valt niet mee. Ik zeg voor het gemak maar even ‘ontelbaar veel’. Alumni hebben de universiteit mede gemaakt tot wat zij is. Daarom heeft ook u een eigen trefwoord in deze lustrumeditie. Uiteraard, zou ik haast willen zeggen.
U bent van harte uitgenodigd het lustrumjaar met ons mee te vieren. Ik hoop dan ook van harte u te zien bij een van onze vele lustrumactivteiten.
Annetje Ottow is voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Leiden
DE OPRICHTING
Hoe het begon
Janus Dousa en Jan van Hout, gefotografeerd voor de expositie Iconen van Leidens Ontzet, waarvoor de twee sleutelfiguren in de huidige tijd zijn geplaatst.
Het was een cadeau van Willem van Oranje, als beloning voor het moedige verzet van de Leidse bevolking. Dat verhaal over de stichting van de universiteit kennen we allemaal. Het was óók een succesverhaal van twee vrienden.
Jan van Hout (1542-1609) was een telg uit een Leidse weversfamilie. Hij werd stadhuisklerk en vervolgens stadssecretaris. Omdat het stadsbestuur destijds opdracht kreeg om de plannen voor een nieuwe universiteit te bedenken en uit te voeren, regelde Van Hout de ceremonies op die 8ste februari 1575. Zoals de optocht, waarin de vier faculteiten in volgorde van importan
tie door de stad trokken: Theologie, Rechten, Geneeskunde en Artes. Hij was tijdens het beleg bevriend geraakt met Johan van der Does (Janus Dousa, 1545-1604), die als eerste curator van de universiteit werd benoemd. De twee deelden onder meer een liefde voor taal; ze schreven elkaar gedichten. Van der Does, afkomstig uit Noordwijk, had al gestudeerd in Leuven en Parijs. Hij dankte daaraan een netwerk van beroemde geleerden, van wie hij er een aantal al in die beginjaren naar Leiden wist te halen. Lipsius als eerste, Clusius en Scaliger zouden snel volgen. Ze werden gelokt met een royaal salaris, veel vrijheid en hoefden geen onderwijs te geven. De kost ging voor de baat uit,
maar al heel snel werd de Universiteit Leiden dankzij hun beroemdheid zoals beoogd een grote naam. Toch zouden Janus en Jan hun ogen niet geloven in het Leiden van 2025. In fysieke zin, in reputatie en in cultuur wordt de stad sterk bepaald door de universiteit. Ook de hofstad, die nog geen universiteit had, heeft met succes een plek onder de Leidse vleugels gekregen. In totaal tellen Leiden en Den Haag 33.500 studenten, uit alle delen van de wereld. Die komen hier niet meer zoals in de zestiende eeuw voor de godsdienstvrijheid of de belastingprivileges, maar wel nog steeds om zichzelf te ontwikkelen. En nog altijd bloeien er levenslange vriendschappen op.
In de voetsporen van Scaliger
Vanaf de begintijd is de Universiteit Leiden een plek voor wetenschappers en studenten uit de hele wereld. Andersom komen ook veel alumni overal ter wereld terecht.
Een van de eerste
In 1593 werd de Franse geleerde Joseph Justus Scaliger door de universiteit naar Leiden gehaald. Scaliger was een van de meest invloedrijke filologen en historici van zijn tijd. Zijn komst was zo belangrijk, omdat hij een van onze eerste ‘internationals’ was. Na hem volgden er snel meer, zoals Clusius, Descartes en Siebold.
Engels
Van de masteropleidingen is inmiddels 85 procent Engelstalig.
De top-vijf landen (buiten Nederland) waar Leidse alumni wonen
Nationaliteit
Van de alumni geregistreerd bij de Universiteit Leiden heeft verreweg het grootste deel de Nederlandse nationaliteit.
Internationale alumni
Bij de Universiteit Leiden staan 26.019 internationale alumni geregistreerd. Dat is 17% van het totaal aantal alumni.
Nederlandse alumni die in het buitenland wonen 78% van de alumni woont in Nederland. 3% in het buitenland en van 19% is het onbekend.
De universiteit heeft instituten in Jakarta, Caïro, Istanbul en Rabat.
STERREWACHT
Eindeloos
Universiteit Leiden 450 jaar – het is een bijzondere mijlpaal. Maar vooral sterrenkundigen zullen de relativiteit ervan inzien.
De ‘astronomische’ geschiedenis van de Leidse universiteit begon in 1633, toen op het dak van het Academiegebouw een observatorium werd ingericht. Een grotere sprong voorwaarts volgde in 1861, met de ingebruikname van het imposante bouwwerk dat nu te boek staat als de Oude Sterrewacht. De tot
#5
ALBERT EINSTEIN
standkoming is een verdienste van de sterrenkundige
Frederik Kaiser (1808 1872), die hiermee op eeuwige roem kan bogen.
De Leidse Sterrewacht werd een broedplaats voor astronomen, die de grenzen van hun vakgebied tot eindeloze verten hebben opgerekt. Een modern handboek over sterrenkunde zal altijd de naam Jan Hendrik Oort (19001992) vermelden, inclusief de toevoeging dat hij wordt gerekend tot de grootste astronomen van de 20ste
eeuw. Zowel zijn wetenschappelijke werk, met onderzoek naar megastructuren in het heelal, als zijn bestuurlijke inzet, voor de bouw van installaties in de radiosterrenkunde, is baanbrekend geweest. Een grote naam in deze tijd is die van Ewine van Dishoeck (1955), dankzij haar onderzoek naar (simpel samengevat) de kringloop van water en andere chemische verbindingen in de eindeloze ruimte tussen hemellichamen. Erkenning krijgt zij ook voor
haar bijdrage aan de ontwikkeling van de James Webb telescoop, die tot nu toe ongeëvenaarde grenzen van ruimte en tijd overbrugt. Zeg overigens nóóit tegen Leidse sterrenkundigen dat hun instituut hoog scoort in Europese en mondiale rankings in de astronomy (wat feitelijk zo is). Toponderzoek is hier een kwestie van een hecht samenwerkende wereldtop, die – vanaf een minuscule planeet – een eindeloos universum probeert te doorgronden.
Liefde voor Leiden
‘Dat verrukkelijke plekje grond op deze dorre aarde’. Zo noemde natuurkundige Albert Einstein zijn geliefde Leiden.
In 1911 kwam hij voor het eerst naar de stad, op uitnodiging van studenten. Tien jaar eerder had hij – net afgestudeerd –al eens een sollicitatiebrief gestuurd naar Heike Kamerlingh Onnes, hoogleraar directeur van het Leidse Natuurkundig Laboratorium. Hij werd afgewezen, maar dat weerhield hem er niet van om in de jaren daarna vaak naar Leiden te komen. Om te discussiëren over zijn theorieën met collega natuurkundigen, om muziek te maken en om vrienden te bezoeken.
In 1920 zag de wereld er heel anders uit en was Einstein een beroemdheid. Zijn relativi
teitstheorie had de natuurkunde fundamenteel veranderd. Met hulp van diezelfde Kamerlingh Onnes en het Leids Universiteits Fonds kreeg Einstein van 1920 tot 1946 een aanstelling als gasthoogleraar.
In Leiden zijn nog veel sporen van Einstein en verwijzingen naar hem te vinden. Huize Ehrenfest aan de Witte Rozenstraat bijvoorbeeld, waar hij graag verbleef bij collega natuurkundige Paul Ehrenfest en zijn vrouw. Einsteins veldvergelijking was de eerste Leidse ‘muurformule’ en prijkt sinds tien jaar op de gevel van Museum Boerhaave. En bij het gloednieuwe Gorlaeus Gebouw op het Bio Science Park (aan de Einsteinweg) is recent de Einsteinfontein onthuld. Dit kunstwerk laat met waterkegels zien hoe licht beweegt. Draaiend in en rond een zwart gat.
De moderne variant van de schep
Caspar Reuvens was de eerste hoogleraar Archeologie ter wereld én de eerste in Nederland die met de schop de grond in ging om onderzoek te doen. Reuvens (1793-1835) is de grondlegger van de archeologie in Leiden. Zijn pionierswerk leeft voort.
Reuvens maakte van de universiteit een centrum voor archeologisch onderzoek. Hij was belangrijk bij de ontwikkeling van wat nu het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) is. In zijn oratie van 1818 over de lof van de archeologie zette hij zijn ideeën uiteen. Archeologie werd er tot die tijd altijd een beetje hobbymatig bijgedaan. Met de benoeming van Reuvens, op 25jarige leeftijd, werd het een echt vakgebied. Van zijn vader, een jurist, moest de jonge Reuvens rechten studeren. Hij deed wat zijn vader wilde, maar volgde daarnaast zijn hart bij klassieke talen. In Parijs deed hij kennis over de archeologie op. Hij was meteen verkocht.
Reuvens zorgde ervoor dat bijzondere vondsten op een nieuwe wetenschappelijke manier gedocumenteerd werden. Daarnaast was hij de eerste ooit die een opgraving leidde en met een spade in de hand op zoek ging naar de schatten in de Nederlandse bodem. Hij werkte tussen 1827 en 1834 aan de blootlegging van de Romeinse nederzetting Forum Hadriani (Romeins Voorburg). Dankzij zijn zorgvuldige
ARCHEOLOGIE
Amateurs kunnen tegenwoordig via satellietbeelden meezoeken naar archeologische vindplaatsen.
methoden en gedetailleerde tekeningen konden latere generaties de ontdekkingen opnieuw interpreteren. Reuvens overleed in de bloei van zijn leven, op 42jarige leeftijd. Zijn gedachtegoed is nog springlevend, zeker in Leiden. Daar bekleedt Karsten Lambers sinds een jaar de eerste leerstoel Digital and Computational Archeology van Nederland. Lambers en zijn collega’s gebruiken in hun onderzoek computers, data en informatiewetenschappen om patronen en structuren van onze geschiedenis te vinden. De moderne variant van de schep.
Lambers: ‘Leiden is hiervoor the place to be. Onze onderzoeksgroep heeft een uniek profiel, gericht op
AItoepassingen. We trekken jonge onderzoekers aan die willen profiteren van onze kennis. In het verleden is op onze faculteit zoveel betekenisvol onderzoek gedaan door enorm getalenteerde collega’s. Daar bouwen we nu op voort.’
Inspiratie
‘Wat Reuvens verbindt met ons moderne vakgebied, is dat hij inspiratie putte uit andere academische disciplines. En dat hij door zijn methodologische innovatie diepere inzichten kon krijgen in oude beschavingen dan met conventionele middelen mogelijk was. Beide benaderingen zijn ook fundamenteel voor computational archeology.’
#7
HORTUS BOTANICUS
De Grote Gele Boom
De geschiedenis van de Universiteit Leiden is ook tastbaar in de natuur. In de Hortus Botanicus kun je in de schaduw staan van een boom waarvan directeur Herman Boerhaave op 12 oktober 1716 het zaadje plantte. De tulpenboom heeft al meer dan driehonderd jaar Hortus meegemaakt. In die tijd is hij verplaatst,
verdubbelde de Hortus in omvang en moest er later weer een gedeelte vanaf ten gunste van de Sterrewacht. En nog heeft de tulpenboom van Boerhaave 126 jaar historie gemist. Want de oudste nog bestaande botanische tuin van Nederland stamt uit 1590. Al een paar jaar na de oprichting van de
universiteit vraagt een groep wetenschappers om een tuin waarin studenten geneeskrachtige planten kunnen onderzoeken, de hortus medicus. Die wordt aangelegd door de voormalige hofapotheker van Willem van Oranje, Dirck Cluyt. De Vlaamse hoogleraar Carolus Clusius is de eerste directeur.
Boerhaave, directeur van 1709 tot 1730, breidt de collectie uit naar bijna 6000 plantensoorten. Waaronder de uit Virginia afkomstige tulpenboom. De prachtige gele herfstkleur van de boom inspireerde kunstenaar Jan Wolkers tot een gedicht en een schilderij, Het Grote Gele Doek, dat in de Lakenhal te zien is.
Beerenbrouck
Studie: Literatuur, Filosofie en Theologie Partij: ARP Premier 1901 1905
Studie: Rechten Partij: D66 Europarlementariër van 1999 tot 2003 en fractievoorzitter (2006)
Studie: Rechten Partij: RKSP Premier 1918 1925 en 1929 1933
Studie: Indisch recht Partij: PvdA Meerdere ministersposten tussen 19561966, burgemeester van Amsterdam 19671977
Binnenhofleverancier
Een greep uit de vele Leidse alumni die naam maakten in het landsbestuur.
Studie: Geschiedenis Partij: VVD Premier 2010 2024, sinds 2024 secretaris generaal NAVO Mark Rutte 1967
Studie: Politicologie Partij: GroenLinks PvdA Kamerlid 2021 nu
Studie: Internationaal en Europees recht Partij: PvdA Staatssecretaris Justitie 20072010
Studie: Natuurkunde Partij: CDA Fractievoorzitter sinds 2023
De Leidse wortels van negen presidenten
Tussen Leiden en de VS lopen vele lijntjes. Het hoogste ambt werd er maar liefst negen keer bekleed door presidenten met Leidse roots. Dat leidde onder meer tot spraakmakende bezoeken aan de Universiteit Leiden.
Genealogisch onderzoek wijst uit dat Barack Obama via zijn moederskant afstamt van de Leidse pilgrimfamilie Blossom. En hij is niet de enige president. Maar liefst negen oudpresidenten zijn nazaten van de Leidse Pilgrims. De universiteit speelde een belangrijke rol in het leven van de uit Engeland gevluchte
puriteinse protestanten. Sommigen volgden colleges aan de universiteit en introduceerden later nieuwe ideeën in Amerika, zoals het burgerlijk huwelijk. In de Verenigde Staten gelden de Leidse Pilgrims als de Founding Fathers van het moderne Amerika. Zonder Leiden geen Amerika, zou je kunnen stellen. En zonder 3 oktoberviering geen Thanksgiving,
want dit feest is mede geïnspireerd op het Leidens Ontzet.
Schaatsen op het Rapenburg Begin januari 1781 schrijft de tweede Amerikaanse president John Adams zijn twee zonen, onder wie de 13jarige John Quincy Adams, in bij de Universiteit Leiden voor een studie Rechten. John Quincy komt te wonen
op Langebrug 45. Wetenschappelijk gezien staat de universiteit aan de Europese top. Amerikakenner Hans Klis, die zelf ook in Leiden heeft gestudeerd, legt uit: ‘Belangrijk was ook dat er in Leiden geen lijfstraffen werden uitgedeeld. Aan de Latijnse school in Amsterdam werden de Adamskinderen – waarvan verwacht wordt dat ze Nederlands spreken – streng behandeld en mishandeld. John haalt ze ervan af en plaatst ze in Leiden.’
Sinds het schrijven van zijn boek Help, de president is gek geworden heeft Klis een foto van de jonge Adams op zijn bureau staan. ‘Zijn leven lang leed hij
onder depressies en prestatiedruk, maar in Leiden kon hij een beetje kind zijn. Hij leerde schaatsen op het Rapenburg en de Nieuwe Rijn. Plezier hebben – wat hij eigenlijk niet mocht van zijn ouders, want alles wat hij deed moest leiden tot het grotere doel: president worden. Dat werd hij, de zesde van Amerika.’
200 jaar later
Het is 17 juli 1989 als de limousine van president Bush stopt op het Rapenburg. Tot schrik van de beveiliging besluit hij uit te stappen en zich tussen het publiek te mengen. Hij schudt
‘Dat ik door de president van Amerika gekust zou worden, had ik natuurlijk nooit verwacht. Dat zou nu ondenkbaar zijn!’
Kaasmeisje Margreet
enkele handen en bezoekt het Academiegebouw. In het Zweetkamertje tekent hij een verklaring dat hij de Universiteit Leiden heeft bezocht, om na een paar minuten alweer buiten te staan. Tussen het uitzinnige publiek staat psychologiestudente Margreet van Lookeren, verkleed als kaasmeisje. Ze herinnert het zich nog goed. ‘Ik werkte destijds als student bij het Nederlandse Zuivelbureau en verscheen wel vaker als kaasmeisje op evenementen, maar dat ik door de president van Amerika gekust zou worden, had ik natuurlijk nooit verwacht.’ Na een korte stilte: ‘Dat zou nu ondenkbaar zijn!’
Het ging allemaal heel snel, weet ze nog. En Koningin Beatrix keek alsof ze not amused was. ‘Nederland is meer dan kaas en klompen, leek ze uit te stralen, maar dat kan ik ook verkeerd hebben geïnterpreteerd.’
Bush pakte in ieder geval gretig een blokje kaas en gaf Margreet een kus. ‘Ik weet nog wat ik dacht: “nu stopt de belangrijkste man ter wereld een bezweet kaasblokje in zijn mond”, want ik stond al een hele tijd met die kaas te wachten.’
Dat Bush naar Leiden kwam, was trouwens niet zonder reden. Ook zíjn familie stamt af van de Leidse Pilgrim Fathers, net als die van Franklin Delano Roosevelt, John Adams, Barack Obama en vijf andere Amerikaanse presidenten met Leidse voorvaderen.
#10
CAMPUS DEN HAAG
Oh oh Den Haag
Het begon in 1999 in kleine zaaltjes van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Een kwarteeuw later wordt hard gewerkt aan het nieuwste gebouw van de Universiteit Leiden in Den Haag: het Spuigebouw. Hoe het pionierswerk van een kleine groep een bruisend bolwerk is geworden: Campus Den Haag.
Gebouwen door de Haagse binnenstad op loopafstand van elkaar. Wijnhaven, Anna van Buerenplein, Stichthage, Schouwburgstraat en Beehive. Alle faculteiten vertegenwoordigd, meer dan 100 nationaliteiten en een verwachte groei van het aantal studenten naar 10.000 in 2030. Campus Den Haag is niet meer weg te denken uit de hofstad. ‘Wie had dat kunnen denken toen we begonnen’, zegt Rolf Oosterloo, tussen 2004 en 2015 betrokken bij de campus als adjunct directeur en bedrijfsvoerder. ‘Het is een van de mooiste dingen die ik voor de universiteit heb gedaan. Pionieren onder aanvoering van de eerste wetenschappelijk directeur Jouke de Vries en een groep kwartiermakers.’
Bestuurlijk hart
De gemeente Den Haag lobbyt eind jaren 90 al tijden tevergeefs bij het Rijk voor een universiteit in de stad en de Universiteit Leiden ziet kansen. Om meer studenten te trekken, om dichter bij de praktijk te zitten en te vernieuwen. ‘En om samenwerkingen aan te gaan met partners uit het bestuurlijke hart van Nederland’, vertelt Oosterloo. In de beginjaren is op de Haagse dependance vooral avondonderwijs in Rechten en Politicologie te volgen, gericht op professionals die al werken. Ook het diplomatenklasje van Buitenlandse Zaken wordt binnengehaald. Vanaf 2005 komen er grote projecten, zoals In Companytraining en het Leiden University College. Het zaadje dat De Vries en co hebben geplant, komt tot volle bloei als het Instituut Bestuurskunde in z’n geheel naar Den Haag verhuist en de nieuwe bacheloropleiding International Studies begint. De faculteit Governance and Global Affairs krijgt haar beslag in 2016. Het is de enige faculteit die in haar geheel in Den Haag zetelt.
#11
EREDOC
Lange traditie
Dit jaar is het 150 jaar geleden dat Charles Darwin een eredoctoraat kreeg van de Universiteit Leiden tijdens de 300ste dies natalis van de universiteit. Darwin kreeg het eredoctoraat als erkenning voor zijn evolutietheorie, die na aanvankelijke scepsis omarmd werd door Leidse wetenschappers. Volgens de almanak van het Leidsche Studentencorps barstte er een langdurig applaus los toen Darwin gelauwerd werd. Darwin was zelf trouwens niet aanwezig bij de plechtigheid vanwege zijn ‘hoge leeftijd’: Darwin was op dat moment 65 jaar. De evolutie heeft sindsdien overduidelijk niet stilgestaan…
Charles Darwin staat in een lange traditie van Leidse eredoctoraten: Nelson Mandela kreeg er een, net als Koningin Juliana en Sir Winston Churchill. Een eredoctoraat wordt door het College voor Promoties –een overleg van rector magnificus en decanen – toegekend aan mensen die een uitzonderlijke wetenschappelijke, politieke, culturele of maatschappelijke bijdrage hebben geleverd. Een eredoctoraat is een bijzondere erkenning van verdiensten die niet alleen eervol is voor de gelauwerde, maar die de eredoctor ook voor altijd met de universiteit verbindt.
Bij de komende dies natalis worden eredoctoraten uitgereikt aan waarheidsvinder en Bellingcat oprichter Eliot Higgins, feministisch en juridisch theoreticus Bonnie Honig en Kelly Chibale (foto), hoogleraar organische chemie die zich inzet voor de bestrijding van endemische ziekten, zoals malaria.
LEIDSE FLES
Hoe werkt de Leidse Fles?
De Leidse Fles werd in 1746 uitgevonden door de Leidse hoogleraar Pieter van Musschenbroeck, eigenlijk om elektriciteit in water op te slaan. Niet het water, maar het glas bleek de elektriciteit vast te houden. De Leidse Fles was de eerste condensator, en het principe ervan wordt nog steeds gebruikt in moderne chips. Het gaat om drie lagen. Geleidend materiaal aan de binnenkant én aan de buitenkant van de fles, het glas ertussen als isolator. In de fles bouwt de negatieve lading op, aan de buitenkant trekt het metaal positieve lading aan. Als die twee worden verbonden, ontlaadt de elektriciteit.
Gevaarlijke spelletjes
‘Ik zou je graag vertellen over een nieuw, maar verschrikkelijk experiment, waarvan ik je adviseer het nooit zelf uit te voeren’, schreef Van Musschenbroeck aan zijn Franse collega René Réamur. Maar de mens laat zich graag schokken. Al snel werd de Leidse Fles een speeltje. De Amerikaanse Founding Father en staatsman Benjamin Franklin elektrocuteerde zichzelf bijna toen hij met Thanksgiving twee Leidse Flessen gebruikte om een kalkoen te doden. Hij overleefde het experiment ternauwernood.
De eerste of de beste?
Pieter van Musschenbroeck was waarschijnlijk niet de eerste die de elektrische werking van de fles ontdekte. Dat was de Pruisisch Duitse predikant en natuurkundige Ewald Georg von Kleist. De Kleistsche Flasche kreeg niet de aandacht die de Leidse Fles wel kreeg, dankzij het gedetailleerde verslag van Van Musschenbroek. Dat werd snel verspreid en al een paar maanden na het Leidse experiment waren wetenschappers door heel Europa aan de slag met de Leidse Fles.
De MacGyverfles
In aflevering 13 van de remake van de tv serie MacGyver (2017) gebruikt de hoofdpersoon een Leidse Fles om zijn satelliettelefoon van stroom te voorzien.
Op de schouders van Van Musschenbroeck
Wetenschappers gingen al rap aan de haal met de Leidse Fles, daarin aangemoedigd door Van Musschenbroeck. Ze probeerden de opslagcapaciteit te vergroten door er meerdere aan elkaar te koppelen. De Amerikaanse alleskunner Benjamin Franklin muntte in 1748 met zijn geschakelde Leidse Flessen de term ‘batterij’. Franklin maakte de Leidse Fles nog beroemder door hem te gebruiken voor zijn bliksemexperiment, waarin hij met een vlieger en de fles bewees dat bliksem uit elektriciteit bestond.
#13
HOOG BEZOEK
Groten der aarde in
1. Napoleon Bonaparte Napoleon verbleef in 1811 ruim een maand in Holland en bracht onder meer een bezoek aan Leiden. Hij werd ontvangen door de burgemeester in diens woning op Rapenburg 48 en had bij zijn bezoek aan de universiteit weinig tijd voor het bijwonen van presentaties. Wel stelde hij een aantal kritische vragen. Leiden slaagde met glans voor de ondervraging, want de Leidse universiteit werd de enige ‘école imperiale’ (keizerlijke school) van
Nederland. In datzelfde jaar liet Napoleon trouwens de universiteit van Franeker, op dat moment na Leiden de oudste (1584) van het land, opheffen.
2. Tsaar Peter de Grote Tijdens zijn rondreis door Europa in 1715 kocht tsaar Peter de Grote voor hem en zijn gevolg kaartjes voor het anatomisch theater in Leiden. Hij wilde inspiratie opdoen bij de grote medicus Boerhaave voor medische hervormingen in het Russische Rijk.
3. Sir Winston Churchill
De Leidse universiteit lauwerde op 10 mei 1946 Sir Winston Churchill met een eredoctoraat. In zijn dankwoord toonde de voormalige oorlogspremier zijn Britse humor: ‘Ik voel me de meest geleerde man ter wereld.’ Na de plechtigheid bracht Churchill nog een bezoek aan Minerva, waar hij op de leestafel een spontane speech afstak, die vooral herinnerd wordt om de woorden ‘I feel tremendous forces in this room’.
4. Nelson Mandela
De ZuidAfrikaanse oudpresident Nelson Mandela ontving in 1999 in de Pieterskerk een eredoctoraat van de Universiteit Leiden. Mandela had een groot aandeel in de afschaffing van de apartheid in zijn land. Na afloop van de ceremonie liep Mandela hand in hand met koningin Beatrix door de Pieterskerk en zette zijn handtekening op een tegel, die sindsdien in het Zweetkamertje van het Academiegebouw hangt.
Leiden
5. Keizer Akihito
Op 25 mei 2000 bezocht de Japanse keizer Akihito tijdens een staatsbezoek de universiteit. Wandelend langs ‘Rap 51’ maakte hij een praatje met een paar studenten die uit het raam hingen. Een ongekend spontane actie en daardoor letterlijk wereldnieuws, vertelde Eveline Berghout, een van de studenten, een paar jaar geleden in Leidraad. Een huisgenoot die op dat moment voor haar studie Indonesisch in Jakarta was, zag de foto daar in de krant.
Op het huis hangt inmiddels een gedenkplaatje voor deze gebeurtenis.
6. Joko Widodo
De Universiteit Leiden heeft van oudsher een sterke band met Indonesië. Op 22 september 2016 werd de Indonesische president Joko Widodo in het Academiegebouw aan het Rapenburg ontvangen door toenmalig rector magnificus
Carel Stolker en burgemeester Henri Lenferink. Stolker memoreerde bij het bezoek
van Widodo: ‘De universiteit heeft meer dan 600 Indonesische alumni. Velen van hen zijn in belangrijke functies in de wetenschap en de politiek terechtgekomen, ook in het land van herkomst.’
7. Justin Trudeau
In oktober 2021 bracht de Canadese premier Justin Trudeau samen met premier Mark Rutte – Leids alumnus – een bezoek aan Campus Den Haag. De twee gingen er in gesprek met studenten over onder meer het belang
van goede samenwerking op het gebied van veiligheid, defensie en klimaat.
8. Volodymyr Zelensky
Soms is een onlinebezoek al indrukwekkend genoeg. De Oekraïense president Volodymyr Zelensky nam op 12 september 2023 ruim de tijd om twee volgepakte Haagse collegezalen van de Universiteit Leiden toe te spreken via een livestream. Zijn boodschap: ‘Leef je eigen leven, maar doe dat wel samen met anderen.’
EERSTE VROUW
Mejuffrouw professor doctor
Groot nieuws in kranten was het niet, opmerkelijk was het wel: de benoeming van de eerste vrouw als hoogleraar in Leiden. In de zomer van 1929 viel deze eer toe aan de Griekse Sophia Antoniades (1895-1972). Zij werd benoemd tot ‘hoogleerares in het postklassieke en hedendaagsche Grieksch’.
Daags na haar oratie, op 13 november 1929, verscheen een van de weinige artikelen over deze première in de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Wie dit verslag nu leest, leert weer eens hoe anders de tijden toen waren – plechtstatig, onderdanig. Over het unicum van een vrouw achter de katheder in het Groot Auditorium noteerde de NRCverslaggever slechts dat er ‘zelden zoveel belangstelling was’ voor een oratie. Een heus vraaggesprekje volgde, waarin ‘mej. prof.dr. S. Antoniades’ zich blij verrast toonde dat haar studenten geen moeite hadden met de Franse taal, waarin zij college gaf. Lovend sprak zij ook over de vriende lijkheid van het winkel personeel ter stede.
Athena’s Angels
Urgenter is de toon op een website van vier hoogleraren (V), die sinds 2015 online staat, onder de naam Athena’s Angels is een knipoog naar de Amerikaanse tvserie Angels al een dat vrouwen in
de wetenschap nog altijd een zwaardere weg naar de top hebben af te leggen dan ‘godenzonen’ op de Olympus. Eén van de initiatiefnemers, Ineke Sluiter (hoogleraar Griekse taal en letterkunde), zei hierover in Mare: ‘Er bestaan allerlei wetten en instanties om seksisme tegen te gaan, maar opgelost is het nog niet. We wilden iets activistisch doen, om meer lawaai te maken en onze impact te vergroten.’ Dat dit tien jaar later nog steeds actueel is, blijkt uit cijfers in de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren, editie 2023. In Leiden zijn van de honderd hoogleraren er 69 man en 31 vrouw. Geschiedenis schreven Annetje Ottow en Hester Bijl toen zij in 2021 als eerste vrouwen ooit werden benoemd in het ambt van voorzitter van het College van Bestuur en rector magnificus van de Universiteit Leiden.
CITATEN
Het clair-obscur van Leiden
Hedendaagse Leidse schrijvers over de Sleutelstad.
1. Ilja Leonard Pfeijffer (1968), student en docent/onderzoeker klassieke talen in Leiden, dichter, schrijver van vaak gelauwerde en in vele talen verschenen romans als Grand Hotel Europa en Alkibiades. ‘Als ik geen Genuees was, zou ik mijzelf Leidenaar noemen. (..) Ik ben er schrijver geworden en nog steeds is mijn noordelijke hoofdkwartier gevestigd in dat trotse Lugdunum Batavorum, broedplaats van kennis en arrogantie, die zich terecht met de bijnaam Bataafs Athene mag tooien.’
2. Christiaan Weijts (1976), studeerde Nederlands en literatuurwetenschap in Leiden. Zijn tweede roman, Via Cappello 23 (2008), speelt zich af in Venetië, Verona en Leiden, waaruit het citaat: ‘Venetië mocht dan het licht van Tiepolo of Bellini hebben, Leiden had het clair obscur van Rembrandt van Rijn.’
3. Franca Treur (1979), gereformeerd opgevoed in Zeeland, studeerde eerst een jaar psychologie, daarna Nederlands en literatuurwetenschap in Leiden, waar zij ‘van haar geloof afviel’. Schreef hierover de roman Hoor nu mijn stem, waaruit het citaat: ‘De decaan van onze school had gezegd dat je psychologie het best in Leiden kon studeren. (..) Een Leidse brochure bestudeerde ik met een allesinbeslagnemende verwachting. Het zou misschien niet lang meer duren of ik zou weten waar in het hoofd de gedachten werden gemaakt, waar het gevoel zat en waar het geloof.’
DE ORANJES
< Prinses Beatrix in de eerste jaren van haar studententijd op de hoek van het Rapenburg en de Kloksteeg, 1956
Rapenburg. Alle drie waren ze lid van Minerva, respectievelijk voorganger VVSL. Beatrix roeide daarnaast bij de studentes van De Vliet.
Het zit in de familie
Het begon met Willem van Oranje, die graag een universiteit in de noordelijke Nederlanden wilde, en dan het liefst in Leiden. Het vorstenhuis heeft sindsdien veel Leidse studenten geleverd.
Pieter van Vollenhoven studeerde Rechten in Leiden, zijn echtgenote Margriet volgde er enkele colleges. Hun zoon Floris studeerde in 2002 af in de Rechten. Alexander van Oranje
Nassau volgde dezelfde opleiding. Stadhouder Willem Frederik volgde Leidse colleges.
De bekendste Oranjes die hun opleiding in de Sleutelstad genoten zijn de laatste drie vorsten. Waar Juliana (Rechten, 1927-1930) nog haar intrek nam in een villa in Katwijk, doken Beatrix (Rechten, 1956-1961) en WillemAlexander (Geschiedenis, 1987-1993) het Leidse leven in aan het
De maatschappij, dat zijn wij
Keuzestress was iets dat de eerste Leidse studenten waarschijnlijk niet kenden. Het aanbod bestond uit Theologie, Geneeskunde, Rechten en Artes. Een overzichtelijk onderwijspakket, waarin ook aandacht was voor beheersing van de universele wetenschapstaal Latijn, filosofie, wiskunde en retorica. Hoe anders is dat nu: de Universiteit Leiden biedt volgens het meest recente jaarverslag 48 bacheloropleidingen, 83 masteropleidingen en 110 opleidingen voor professionals aan. De groei naar de brede universiteit die Leiden nu is, ging altijd hand in hand met belangrijke ontwikkelingen in de maatschappij. Daar waar de samenleving riep om (nieuwe) kennis, pakte de Universiteit Leiden de handschoen op. Een goed voorbeeld is de faculteit der Sociale Wetenschappen, opgericht in 1963. Na de Tweede Wereldoorlog werden maatschappelijke vraagstukken belangrijk. Dat leidde tot de opkomst van
De keuze van kroonprinses Amalia om niet in Leiden te studeren, zal voor haar vader WillemAlexander en haar oom Constantijn niet bitter zijn geweest. In een gesprek met Leidraad in Constantijns afstudeerjaar 1995 gaven ze aan dat de band tussen de Oranjes en de Leidse universiteit voor hen geen argument was. Constantijn: ‘Je gaat toch niet naar een bepaalde universiteit omdat je familie er gestudeerd heeft.’
Toch is de band onmiskenbaar.
WillemAlexander liet het Zweedse koningspaar het Zweetkamertje zien tijdens hun bezoek aan Nederland. Hij opende een pand op de Campus Den Haag en bereidde zich met koningin Máxima in Leiden voor op een staatsbezoek aan China.
disciplines zoals sociologie en psychologie; het besef groeide dat inzicht in menselijk gedrag en sociale structuren essentieel was voor een stabiele samenleving.
Maatschappelijke ontwikkelingen zijn nog altijd de drijvende kracht achter de komst van nieuwe opleidingen en onderzoeksgebieden. Zo nam in de jaren 90 en de vroege 21e eeuw het belang van juridische en veiligheidsstudies toe, onder invloed van globalisering en digitalisering. De universiteit breidde haar programma’s in internationale betrekkingen, politieke wetenschappen en later ook cybersecurity uit. Vanzelfsprekend voor ons misschien, maar vreemd om te beseffen dat onze voorouders nooit hadden kunnen bedenken dat er in een verre toekomst behoefte zou zijn aan een vakgebied als Urban Studies of Cybersecurity & Cybercrime.
ANATOMISCH THEATER
Ontleden met publiek
Het anatomisch theater dat de universiteit in 1594 aan het Rapenburg opende, was het nieuwste van het nieuwste. Petrus Pauw, hoogleraar Ontleedkunde, had iets dergelijks gezien in Padua en ontwierp zelf de vorm en inrichting van het Leidse theater. Dit was geïnspireerd op Romeinse arena’s zoals het Colosseum, waar de toeschouwers vanaf tribunes neerkeken op het spektakel onder hen. In het theatrum anatomicum, het eerste in Europa ten noorden van de
Alpen, werd zo’n drie keer per jaar een anatomische les gegeven. Je lichaam vrijwillig doneren aan de wetenschap was toen een concept dat nog niet bestond, de lichamen van gehangenen fungeerden als studiemateriaal. De tribunes zaten vol met studenten Geneeskunde en collega’s die andere studierichtingen volgden. Ook chirurgijnen die het grove medische werk verrichtten, zoals tanden trekken en aderlaten, waren welkom. Het gewone publiek mocht ook aanschuiven, maar dan wel tegen betaling van vijf stuivers.
De lessen duurden vaak zo’n drie dagen en vonden altijd plaats in de winter. De lage temperatuur zorgde dan immers voor een minder snelle ontbinding van de lijken. In de andere seizoenen deed het theater dienst als een soort grote Wunderkammer. De beheerders maakten dan een uitstalling met skeletten en objecten om je over te verwonderen, zoals Egyptische mummies. Het originele anatomisch theater bestaat niet meer, maar in Museum Boerhaave is een replica te bezichtigen.
De eerste keer als arts aan het bed
Vlak na de Tweede Wereldoorlog bestonden de coschappen zoals we die nu kennen nog niet. Op de foto rechtsboven krijgen studenten – met daaronder opvallend veel vrouwen – medisch onderwijs aan de hand van een benauwd kijkende ‘vrijwilliger’ in een ziekenhuisbed. Deze collegezaal in het oude Academisch Ziekenhuis aan de Rijnsburgerweg heeft een soortgelijke indeling als het vroegere Leidse anatomisch theater. De hoogleraar doceert, de studenten zijn voornamelijk toeschouwer, met misschien een paar gelukkigen die de kans krijgen om ‘hands on’ te oefenen. Tegenwoordig is de opleiding van artsen een stuk interactiever. In het LUMC, dat in 1996 werd geopend, is het onderwijs nauw verbonden met actueel onderzoek en patiëntenzorg. De coassistenten krijgen niet alleen college, maar nemen ook actief deel aan onderzoeksprojecten en leren omgaan met technologische innovaties, van AIsoftware die röntgenfoto’s beoordeelt tot zorgrobots. Vroeger kon je als patiënt nog wel eens een botte arts in opleiding aan je bed krijgen, maar dat wordt in deze tijd niet meer geaccepteerd. Daarom is er ook aandacht voor de sociale vaardigheden, en natuurlijk ook voor het ‘echte werk’: de diagnosestelling en behandeling van patiënten. De opleiding van moderne artsen ziet er daarmee heel anders uit dan het leertraject van hun collega’s uit de vorige eeuw. Toch is er iets dat niet is veranderd in al die decennia: de eerste keer als arts in wording aan het bed van een patiënt blijft een spannend moment.
LUMC
STUDENTENPROTESTEN
1985 Protest tegen de nieuwe studiefinanciering.
2023 Studenten in het geweer tegen de hogere rente op studieschulden.
2024 Medewerkers en studenten in actie tegen de Haagse bezuinigingsplannen.
Reflectie van de tijdgeest
Protestmarsen tegen banden met Israëlische universiteiten, de fossiele industrie of pijnlijke onderwijsbezuinigingen. Na relatief rustiger decennia laten ook Leidse studenten de laatste jaren weer luid van zich horen. Met demonstraties, sit-ins en zelfs een paar bezettingen.
Wie terugblikt ziet dat studentenprotesten de ultieme reflectie zijn van de tijdgeest. Al in 1594 kwamen studenten in opstand. Ze vonden de leefregels van het Statencollege, het onderkomen voor arme theologiestudenten, te spartaans. Een woedende menigte protesteerde met hakbijlen. Dat gewelddadige is niet typisch Leids. Door de eeuwen heen protesteren Leidse studenten soms fanatiek, maar doorgaans blijft het vreedzaam. De landelijke en ook Leidse studenten
protesten van 1969 behoren tot de succesvolste. Ook hier rolden studenten in het hart van de academie hun slaapzak uit om meer inspraak af te dwingen. Echt grimmig werd ‘de bezetting’ van het Academiegebouw niet: elf dagen lang discussieerden studenten met bestuurders, maar het gebouw bleef open en de examens gingen door. Het protest had effect: in 1971 ging een nieuwe Universiteitsraad van start met veel inspraak.
Protestcultuur
Geëngageerde studenten vormden in de jaren 70 veel protestgroepen binnen de universiteit: tegen Apartheid, neutronenbommen, milieuvervuiling en de oorlog in Vietnam. Tijdens vergaderingen van de Universiteitsraad en diesvieringen protesteerden studenten met spandoeken en soms bezetten
groepjes een universiteitsgebouw. Die protestcultuur veranderde vanaf de jaren 80, toen na het afstuderen werkloosheid dreigde. Studenten staken minder tijd in idealisme en meer in studeren én hedonistisch feesten, signaleert onderwijshistoricus Pieter Slaman in zijn boek De Glazen Toren. Als studenten protesteerden was het vooral tegen bezuinigingen op studiefinanciering en maatregelen om sneller te studeren. Maar de laatste jaren is er een comeback van de grote maatschappelijke thema’s zoals de klimaatcrisis en oorlogen. De protesten dwingen de universiteit een standpunt in te nemen, en dat wringt wel: moeten politieke standpunten dan de wetenschap sturen? Eén ding is zeker: de protesten maken duidelijk dat thema’s die spelen in de samenleving ook de 450jarige academie binnenkomen.
1969 Studenten eisten meer inspraak.
NOBELPRIJS
Nobelprijzen met een Leids tintje
Jacobus Henricus van ’t Hoff • alumnus en hoogleraar (Nobelprijs voor Scheikunde, 1901).
Pieter Zeeman • alumnus (Nobelprijs voor Natuurkunde, 1902, gedeeld met Hendrik Lorentz)
Hendrik Antoon Lorentz • alumnus en hoogleraar (Nobelprijs voor Natuurkunde, 1902, gedeeld met Pieter Zeeman)
Johannes Diderik van der Waals • alumnus (Nobelprijs voor Natuurkunde, 1910)
Tobias Asser • PhD (Nobelprijs voor Vrede, 1911)
Heike Kamerlingh Onnes • hoogleraar (Nobelprijs voor Natuurkunde, 1913)
Albert Einstein • bijzonder hoogleraar (Nobelprijs voor Natuurkunde, 1921)
Willem Einthoven • hoogleraar (Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde, 1924)
Albert SzentGyörgyi • gastonderzoeker (Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde, 1937)
Enrico Fermi • Rockefeller fellowship (Nobelprijs voor Natuurkunde, 1938)
Igor Tamm • gastonderzoeker (Nobelprijs voor Natuurkunde, 1958)
Jan Tinbergen • alumnus, PhD en hoogleraar (Nobelprijs voor Economie, 1969)
Nikolaas Tinbergen • alumnus, PhD en hoogleraar (Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde in 1973).
Tjalling Koopmans • PhD (Nobelprijs voor Economie, 1975)
Nicolaas Bloembergen • PhD en Lorentz professor (Nobelprijs voor Natuurkunde, 1981)
Niels Jerne • alumnus (Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde, 1984)
Het
horzelnest
‘Een horzelnest dat uitgebrand moest worden’, zo noemde procureur-generaal en overtuigd NSB’er Robert van Genuchten de Universiteit Leiden in 1942. Op dat moment had de Duitse bezetter de universiteit al gesloten, maar het verzet door hoogleraren, docenten en studenten ging door.
Als oudste universiteit van Nederland – in de visie van de bezetter het geestelijk bolwerk van Nederland – kreeg Leiden het zwaar te verduren, meer dan andere universiteiten. Tegelijk was het verzet in Leiden ook bijzonder sterk, met name bij de juridische faculteit. Vrijwel iedereen weet dat professor Rudolf Cleveringa op 26 november 1940 protesteerde tegen het ontslag van Joodse collega’s. Minder bekend is de rol van Benjamin Telders, hoogleraar Volkenrecht. Hij zag scherp wat het land te wachten stond en werkte al voor de bezetting een verzetsstrategie uit, die ook is uitgevoerd.
Politisch unerwünscht
Met grote moed riep hij in krantenartikelen en in redes de Duitsers ter verantwoording: hoewel zij het Landoorlogreglement hadden ondertekend, schonden zij voortdurend de daarin vastgelegde regels. De bezetters moeten hem met zijn voortdurende kritiek als een stekende horzel hebben ervaren. Telders werd al snel tot ‘politisch unerwünscht’ verklaard. Nadat hij had bijgedragen aan de volkenrechtelijke argumentatie van Cleveringa’s rede, werd hij in december 1940 gevangengezet in het Oranjehotel in Scheveningen. Van daaruit werd hij eerst naar kamp Vught en later naar een reeks van concentratiekampen verplaatst. Zolang hij kon, bleef hij vanuit gevangenschap met zijn Leidse collega’s en studenten communiceren en inspireerde hij hen om zich te blijven verzetten. Telders was pas 42 jaar toen hij op 6 april 1945 in BergenBelsen aan de vlektyfus stierf. Een plaquette in het Academiegebouw herinnert aan zijn moed, als ‘soldaat voor het bolwerk van vrijheid’.
Benjamin Telders
Samen vieren
Wie jarig is, trakteert. In het lustrumjaar zijn er tal van activiteiten
rond het thema De tijd vooruit. Al onze alumni zijn hierbij van harte welkom!
Lezingen door Leidse wetenschappers en alumni
Leren met Virtual Reality
• De mentale weerbaarheid van kinderen
Mike Boddé Mike Boddé is pianist, schrijver én alumnus en speelt en vertelt over klassieke muziek.
• Kunst ontdekken met 3Dprinters
• Cold cases en andere misdaad
• Denk als een kind
• Kwetsbare kinderen.
8 feb Diesfestival voor alumni
KOG en Academiegebouw
De grote 450-pubquiz Quizmaster Pieter Slaman test de kennis over de universiteit.
Interactieve lezingen voor jonge alumni
Internationaal carrière maken
Boekenhoek Koffie met Leidse auteurs.
• Twintigerstwijfels en dertigersdilemma’s.
Lunch en borrel Praat bij met medealumni en sprekers.
Rondleidingen Academiegebouw
Lakenhal Tentoonstelling over cortèges, maskerades, de taptoe en de 3 oktoberoptocht. Met op 2 februari College op Zondag en 14 februari Lakenhal Laat.
De pedel geeft een kijkje achter de schermen. Op de foto in het Zweetkamertje Nooit je handtekening gezet in het Zweetkamertje? Dat kan nu alsnog!
Talkshow Twan Huys Twan Huys in gesprek met Sara Polak over Amerika en met alumnus Bartjan Wegter over veiligheid en terrorisme. Goed gesprek Wouter van Noort NRCjournalist, podcastmaker en alumnus Wouter van Noort over de leefbare stad.
VANAF 7 feb Planten en Planeten
Oude Sterrewacht
Hoe is leven ontstaan? Reis door tijd en ruimte en ontdek grote weten schappelijke sprongen voorwaarts in een nieuwe tentoonstelling.
luf.nl/ dies2025 TOT 2 MAART NU 450 jaar Optochten
Top 450 Wat vind jij het mooiste van 450 jaar Universiteit Leiden? Stuur ook je favoriete herinnering in! Met elkaar maken we een eregalerij van Universiteit Leiden. top450.universiteitleiden.nl
21 juni
Zilveren en Gouden
Doctores Academiegebouw 25 jaar of 50 jaar geleden gepromoveerd? Vier op deze feestelijke dag uw zilveren of gouden doctoraat.
VANAF 22 apr De eeuwige student
Hortus Botanicus Een buitententoonstelling neemt je mee door 450 jaar studeren. Van tentamen bij de professor thuis tot wonen op kamers, en van practicum of college tot studentenprotest.
Podcast Vanaf januari te luisteren: podcasts over universitaire geschiedenis met Pieter Slaman, over vrouwen aan de universiteit, kolonialisme en slavernij en academische helden.
juli-aug
Zomerse rondleidingen
Academiegebouw Bezoek het Academiegebouw en hoor de verhalen over het Zweetkamertje, de Senaatskamer en de togakamer.
5 juliSuppen for Sustainability
Leidse binnenstad Op sups en in kano’s de grachten van Leiden schoonmaken en peukmeuk opruimen!
450 bomen Plant jij ook een boom? Stadslab Leiden komt met een 450 bomenactie. Plant in Leiden een boom ter ere van 450 jaar Universiteit Leiden.
3 okt Wetenschapswarenmarkt
Steenschuur Ontdek met (klein)kinderen hoe leuk wetenschap is en ga zelf aan de slag als onderzoeker.
• Urban Trail door
7 feb 450e diesviering
Pieterskerk Feestelijk cortège • Diesoratie door Egbert Koops • Eredoctoraten voor Bonnie Honig, Eliot Higgins en Kelly Chibale (zie pagina 12) • Essay over Academische Vrijheid door Pieter Slaman.
29 juniGrachtenconcert Rapenburg Vanaf een bootje of op de kant genieten van een sfeervol concert op de mooiste gracht van Leiden.
20
sep Nacht van Ontdekkingen
Rondom de Hortus Lustrumeditie van de Nacht van Ontdekkingen vol kunst en wetenschap!
Er is nog meer...
• Boek Geleerdheid onder de zerken over begraafplaats Groenesteeg
• Museumnacht
aug-sep
25 jaar Campus
Den Haag in en om Wijnhaven 450 jaar in Leiden en alweer 25 jaar in Den Haag: wat is de impact van de Leidse universiteit in de hofstad?
Leidschriftsymposium over geschiedenis universiteit
• Lustrumprogramma tijdens Leiden International Film Festival
• Science Run
Leiden en Den Haag
• Alumni-event in Brussel
• In contact met collecties Universiteitsbibliotheken Leiden
• Themanummer Boekenwereld over tijd
• Studium Generale lezingenreeks over Tijd
Bekijk het complete programma op universiteitleiden.nl/450
OPGEHEVEN
Einde van een tijdperk
In vierenhalve eeuw is het aanbod aan vakken en opleidingen aan de Universiteit Leiden behoorlijk uitgebreid. Maar onder invloed van maatschappelijke ontwikkelingen verdwenen er onderweg ook studies uit het curriculum.
Neem de opleiding die Nederlandse ambtenaren voorbereidde op hun werk in de Nederlandse koloniën. Waarschijnlijk was afschaffing na de dekolonisatie een puur pragmatische beslissing en speelden ethische overwegingen zoals die vandaag bestaan geen rol.
Geologie en Farmacie
In 1983 besloot de Nederlandse overheid alle studies Geologie te centreren
in Utrecht. Dat betekende het einde van Geologie in Leiden. Leo Minnigh is voorzitter van de nog altijd zeer actieve reünistenclub van Leidse geologen. Hij was in 1979 gepromoveerd, en herinnert zich dat het sluiten van de opleiding een klap was voor alle Leidse geologen. ‘Hoewel de keuze te verantwoorden was, was het verschrikkelijk jammer dat de geologieopleiding met internationaal de beste naam moest verdwijnen. De bakermat van de geologie in Nederland werd geofferd voor efficiëntie.’
Klappen oplopen
Ook de verdwijning van de Faculteit Theologie in 2009 had grote impact en leidde tot ophef onder wetenschappers, de Protestantse Kerk, alumni en anderen. De universiteit was ooit immers opgericht om protestantse geestelijken op te leiden. Helemaal weg uit Leiden is theologie niet. De studie heet tegenwoordig Religie
wetenschappen en is onderdeel van de Faculteit der Geesteswetenschappen. Als gevolg van teruglopende studentenaantallen en bezuinigingen liepen de afgelopen decennia verschillende studies vergelijkbare ‘klappen’ op. Onder meer Grieks en Latijn, Hebreeuws en Joodse studies en Russisch en Slavische studies gingen op in een ander programma en werden beperkt in hun onderwijsaanbod. Hetzelfde dreigt nu weer voor een flink aantal opleidingen bij Geesteswetenschappen.
Betekent eenmaal weg voor altijd weg? Dat hoeft niet per se zo te zijn. In 1985 was de studie Farmacie een vergelijkbaar lot beschoren als Geologie. Maar sinds 2016 kun je in Leiden weer apotheker te worden, dankzij de introductie van een nieuwe masteropleiding Farmacie, opgezet door LUMC en het Leiden Academic Centre for Drug Research (LACDR).
Hollandse handelsgeest
Het was een koude winterdag toen Thomas van Erpe in 1613 de nieuwe leerstoel Arabisch in Leiden aanvaardde. De universiteit was nog jong en richtte zich vooral op Rechten, Medicijnen, Theologie... En dan Arabisch – dat was bijzonder. Met de leerstoel liep Leiden zelfs voor op Cambridge en Oxford, die in 1632 en 1636 volgden.
Verklaarbaar is de belangstelling voor het Arabisch wel. Het was de tijd waarin de VOC werd opgericht, het begin van een periode van internationale handel en economische groei. De praktische Nederlandse handelsgeest speelde dan ook een grote rol. Tekenend is dat professor Van Erpe in 1619 door de Staten Generaal werd aangesteld als tolk, en de correspondentie met heersers van Azië en Afrika vertaalde.
De leerstoel Arabisch heeft de eeuwen doorstaan. Vanaf Van Erpe loopt een rechte lijn naar de moderne Leidse vakgroepen Midden Oostenstudies en Aziëstudies. Nog altijd is Leiden dé plek voor wie zich wil verdiepen in deze regio’s, al staan de talenstudies momenteel zwaar onder druk. Waar Van Erpe de Hollandse machthebbers adviseerde bij hun Arabische correspondentie, zetten de alumni van deze opleidingen tegenwoordig hun expertise in bij de overheid, internationale organisaties en elders. De gegevens van hoogleraren en docenten staan in de telefoons van veel redacties. Leidse experts leveren een cruciale bijdrage in een tijd waarin begrip van elkaars cultuur en kennis van elkaars taal belangrijker zijn dan ooit.
In het centrum van Den Haag is de renovatie van het nieuwste gebouw van de Universiteit Leiden in volle gang. De voormalige V&D wordt ingrijpend verbouwd. Als de deuren in januari 2026 opengaan is de universiteit een pand rijker dat onderdak biedt aan 3000 studenten en medewerkers.
GEBOUWEN
Het gezicht van de stad
De universiteit heeft in de 450 jaar van haar bestaan meegebouwd aan de stad.
Het vastgoedhuwelijk tussen Leiden en de universiteit begon al kort na de opening in 1575, hoewel er toen maar enkele studenten waren. Het eerste academiegebouw was een verbouwd klooster op de hoek van het Rapenburg en het Begijnhof. In 1581 verhuisde de universiteit naar het Academiegebouw.
De grootste bouwkoorts heerste in de negentiende eeuw. De Begijnhofkapel werd uitgebouwd naar wat nu ‘de oude UB’ genoemd wordt. In 1859 openden het huidige Kamerlingh Onnes Gebouw en de Sterrewacht. En de universiteit breidde uit buiten de singels. In Vreewijk kwamen laboratoria, waaronder een zoölogisch laboratorium (1876).
De medische wetenschappen leverden in het oog springende nieuwbouwprojecten op. Zoals het academisch ziekenhuis bij de Morspoort, waar nu het Wereldmuseum huist.
En de AZLlocatie bij station Leiden Centraal, in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. In de jaren 90 kregen deze gebouwen één vervanger: het huidige LUMC. Met een beetje goede wil kun je dit de start van het Bio Science Park noemen. In de jaren 70 werd het Lipsiuscomplex gebouwd, met aan de overkant van de singel het ‘Cluster Zuid’ waar de huidige UB in gevestigd is. In oktober 2024 opende er het Herta Mohrgebouw. Een licht, open en groen ontwerp dat zeven panden en twee binnenplaatsen samenbrengt. Het is het eerste Leidse universiteitsgebouw dat is vernoemd naar een vrouw.
FOTO: ROOS KOOLE
WEGBEREIDERS
Als studeren niet vanzelfsprekend is
Ze gingen studeren, tegen de verwachtingen van hun directe omgeving in. Omdat ze vrouw of van kleur waren, omdat ze uit een arbeidersfamilie kwamen of vluchteling zijn... Door de eeuwen heen heeft de universiteit altijd pioniers verwelkomd. Studenten voor wie studeren niet vanzelfsprekend was en die niet opgroeiden in een academische omgeving. Ze bereidden de weg voor vele anderen, en doen dat nog steeds.
Het bestuur van de Vereeniging van Vrouwelijke Studenten te Leiden in 1901-1902.
‘
Vrouwenhersens niet ingericht op studeren’
Ondanks heftige tegenstand van alom gerespecteerde (mannelijke) wetenschappers, begon Maria Slothouwer in 1878 als eerste vrouwelijke student ooit aan de Universiteit Leiden. Slothouwer was de dochter van een predikant, zou na haar Letterenstudie nog even werken, maar hing haar carrière aan de wilgen toen ze in het huwelijk trad. Zo ging dat immers in die tijd.
Een van de grootste tegenstanders van de toelating van vrouwen aan de universiteit was de Leidse hoogleraar en historicus P.J. Blok. Volgens hem waren vrouwenhersens niet ingericht op studeren. In een vlammend betoog over vrouwen aan de universiteit schreef hij: ‘Zouden de vrouwen werkelijk lichamelijk en geestelijk tegen de als voorbereiding voor het praktische leven
beschouwde en beoefende studie aan de universiteit bestand zijn? Meisjes kunnen wel goed uit het hoofd leren, maar als het op historische kritiek aankomt, en samenhang zien, zijn ze nergens meer.’
Anno 2025 is het percentage vrouwelijke studenten hoger dan het percentage mannelijke studenten.
‘Ik sprak alleen maar Drents’ ‘Mijn studiefinanciering stopte’
Cor de Graaf Geschiedenis, 1986-1993
‘Ik ging geschiedenis studeren in Leiden. Een grote stap: ik kwam uit een klein dorp in Drenthe en sprak alleen maar Drents. Niemand van mijn klasgenoten ging naar Leiden, maar ik had een grote belangstelling voor munten en had als scholier ooit contact gehad met het Koninklijk Penningkabinet aan het Rapenburg. Vandaar mijn keuze. De eerste vier maanden wilde ik het liefst kruipend naar huis, zo ellendig vond ik het in Leiden. Ik was gewend dat iedereen elkaar groette op straat. Maar als ik ‘moi’ zei – zoals we dat in Drenthe deden – reageerden mensen niet of ze lachten om me. Ik woonde als jongen van 17 in bij een door en door Leidse familie. We konden elkaar niet eens verstaan. Alsof we niet uit hetzelfde land kwamen. Toen ik een paar maanden later in een huis met 27 anderen kwam te wonen, kwam het toch nog goed. Ik heb er jaren met plezier gewoond. Dat is denk ik de bottom line: je moet je ergens thuisvoelen. Ik werk inmiddels al 30 jaar als archivaris voor de gemeente Leiden. Ik voel me hier op mijn plaats. Maar nog steeds kan ik niet boos worden in het Nederlands. Of tellen. In de basis blijf ik altijd een Drent.’
Hawra Nissi
Colonial and Global History Research master, 2021-heden
‘Toen ik 15 was, ben ik met mijn ouders naar Nederland gevlucht. Wij horen tot de etnische minderheid Ahawzi in Iran die ernstig wordt gediscrimineerd. We kwamen onvoorbereid in Nederland. Daarbij komen de trauma’s van wat we in Iran en als vluchteling hebben meegemaakt. Vanuit de schakelklas ben ik naar vmbot gegaan, en daarna via het mbo naar een hboopleiding. Aan de Universiteit Leiden doe ik een researchmaster over een onderwerp dat samenhangt met mijn identiteit. Dat is belangrijk voor me, ook voor mijn persoonlijke ontwikkeling. Ik ben bijna klaar, hoef alleen nog mijn scriptie te schrijven.
Maar toen ik 31 werd kreeg ik van DUO bericht dat mijn studiefinanciering stopt. Ik wist dat niet. Daarom moest ik stoppen met mijn studie en gaan werken. Ik ben heel gemotiveerd om mijn studie af te maken, maar ik weet niet of en wanneer dat lukt. Ik vind het belangrijk dat docenten en medestudenten zich realiseren wat erbij komt kijken als je vanuit een situatie zoals de mijne gaat studeren. Er zijn altijd zorgen, trauma’s, taalachterstanden en een gebrek aan kennis over hoe dingen gaan.’
‘Alles in mijn eentje uitgezocht’
Lizzy Rothert
Pedagogische Wetenschappen, 2023-heden
‘Mijn ouders zijn allebei licht verstandelijk beperkt. Ik was altijd omringd door mensen voor wie de middelbare school al een enorme prestatie was, laat staan studeren. Ik voelde me altijd anders, wat heel eenzaam is. Ik kreeg havo/vwoadvies, maar door mijn thuissituatie leek het de school beter dat ik vmbot zou doen. Al snel maakte ik de overstap naar de havo. En toen kwam ook een hboopleiding in zicht. De universiteit leek iets van heel ver weg. ‘Als je daar hebt gestudeerd, ben je zó slim’, dacht ik altijd. Maar tijdens mijn hbostudie verpleegkunde werd ik onvoldoende uitgedaagd. Ik heb een coach die me ondersteunt in mijn situatie en die zei: kijk anders gewoon even op de site van de universiteit. Daar viel mijn oog op pedagogische wetenschappen en ik schreef me in. Dat vond ik heel spannend, ik dacht: Kan ik dit wel? Toen mijn eerste cijfer een 10 was, viel er een last van me af. In mijn situatie sta je er behoorlijk alleen voor. Ik heb mijn middelbare school in mijn eentje uitgezocht, net zoals hoe het werkt met DUO. Als mijn ouders zeggen: ‘We zijn trots op je’, dan weten ze eigenlijk niet goed waar ze trots op zijn.’
#28
BIO SCIENCE PARK
Meer dan 21.000 banen
Begonnen in de jaren tachtig met een verzamelgebouw voor startups zijn er inmiddels op het Bio Science Park Leiden zo’n 400 organisaties actief, vooral in biofarmacie en life sciences. Maar wat er precies op het terrein tussen Leiden Centraal en de A44 gebeurt, werd voor velen pas duidelijk tijdens de pandemie, toen twee van de vier coronavaccins van het Bio
Science Park bleken te komen. In die veertig jaar sinds de Universiteit Leiden en de gemeente hun handtekening zetten onder de plannen is het BSP uitgegroeid tot het grootste biofarmaceutische life sciences cluster van Nederland. ‘Het Boston aan de Noordzee’ noemt Bristol Myers Squibb het op zijn website. Daar kondigt deze wereldspeler de bouw van zijn Europese vestiging voor celtherapie aan. Deze farmagigant is niet de enige die op het BSP aan het bouwen is. Vaccinontwikkelaar Batavia breidt fors uit, medicijntester Eurofins heeft eind 2024 de eerste paal van een nieuw onderkomen geslagen en de universiteit
zelf is al een aantal jaren bezig haar Science Campus fors uit te breiden. Het Bio Science Park is inmiddels goed voor meer dan 21.000 banen. Naast grote spelers als Janssen, Galápagos, Batavia, LUMC, de Universiteit Leiden, het Centre for Human Drug Research en TNO zijn er ook veel kleine en middelgrote bedrijven op het Bio Science Park die een schakel zijn in het ontwikkel en productieproces van medicijnen en vaccins. Daarnaast zijn er speciale programma’s om startups te helpen. Deze gevarieerde samenstelling en onderlinge kennisuitwisseling maakt het Bio Science Park tot een krachtig ecosysteem.
Astellas
Naturalis
Halix
Van Steenis Gebouw
Hogeschool Leiden
Sylvius Laboratorium
TNO
Gorlaeus
Centre for Human Drug Research
De tijd vooruit, het verleden bewaren
De kennis en collecties die in 450 jaar zijn ontwikkeld en vergaard aan de Universiteit Leiden, of in samenwerking daarmee, worden gekoesterd. Om op voort te bouwen, te bestuderen of gewoon te bewonderen. De band tussen de universiteit en de vele musea in Leiden is dan ook hecht.
Japanmuseum Sieboldhuis
De collectie van Philipp Franz von Siebold vormde het begin voor het Wereldmuseum. Hij was van 1823 tot 1829 in dienst als arts op de Nederlandse handelspost Dejima in Japan. Hij bracht Europese medische kennis naar Japan, en Japanse cultuur naar Europa. In 2005 kreeg Von Siebold zijn eigen museum. Op Rapenburg 19, waar de Japandeskundige kort woonde en hij zelf zijn Japanse curiosa al tentoonstelde.
Rijksmuseum Boerhaave
Dit museum danken we aan Leidse onderzoekers die hun tijd vooruit waren. De ontwikkelingen in de laboratoria gingen zo hard dat apparatuur al snel verouderd was. De hoogleraren Claude August Crommelin en Cornelis Jakob van der Klaauw wilden de instrumenten bewaren voor het nageslacht. Zij verzamelden samen met JanGerard de Lint een collectie voor een wetenschappelijk museum, dat over drie jaar zijn eerste eeuwfeest viert.
Rijksmuseum van Oudheden
Het RMO is vooral bekend vanwege de tweeduizend jaar oude Taffehtempel in de centrale hal, geschonken door de Egyptische overheid. Het is ook sinds de opening in 1818 een vooruitstrevend centrum voor cultuurhistorie en archeologie. Hoogleraar Caspar Reuvens (zie pagina 7) was de eerste directeur. Tot halverwege de vorige eeuw was het de enige officiële opgravingsinstantie in Nederland.
Wereldmuseum Leiden
Met 1837 als oprichtingsjaar is dit een van de oudste wetenschappelijke etnografische musea ter wereld. Ging ook door het leven als ’s Rijks Japansch Museum Von Siebold, Rijksmuseum van Ethnographie en Museum Volkenkunde. Het is gevestigd in het voormalige academisch ziekenhuis. In de jaren 90 toont het museum zijn vooruitstrevendheid: het fotografeert alle collecties en zet die, als een van de eerste musea ter wereld, volledig online.
MUSEA
#30
STUDENTENLEVEN
De mooiste tijd van je leven
Studeren betekent ook eindeloze gezelligheid en vrienden maken, vaak voor het leven.
LEIDS KWARTIERTJE
Tijdverspilling?
Leidraad
De gewoonte dat colleges een kwartier na de geplande aanvangstijd pas beginnen, is als we eerlijk zijn niet louter Leids. Veel andere universiteiten kennen dit gebruik ook. En in Brabant kun je je volgens Van Dale beroepen op het Brabants kwartiertje. Daar is niets academisch aan.
Hoe dan ook is de traditie in Leiden ijzersterk. De laatste poging om die ter discussie te stellen was een 1 aprilgrap van de Universiteit: alleen houders van een pasje zouden nog recht hebben op een Leids kwartiertje.
Waar het gebruik zijn oorsprong heeft, staat niet vast. De oudste verklaring is dat het kwartiertje studenten de tijd gaf om naar het Academiegebouw te komen nadat daar de klok op het hele uur had geluid.
Een mooi maar onbevestigd verhaal is dat onderwijsminister Ritzen ooit liet uitrekenen wat de economische schade was van deze ‘collectieve tijdverspilling’.
De waarde die het kwartiertje voor studenten en docenten heeft, laat zich lastig taxeren. Maar zoals alumnus Allard de Graaf het zegt op de website top450.universiteitleiden.nl: ‘Het gebruik staat voor mij symbool voor wetenschap en leren als iets leuks en vrijwilligs. Klaar was de middelbare school waar je stipt op tijd moest zijn, hier ging het om je eigen inzet.’
#32
Made in Leiden
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.
Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.
Johan Rudolph Thorbecke #31
Sleuteldragersdiner van het LUF in de Pieterskerk.
Al 135 jaar onmisbare steun
Talentvolle studenten en wetenschappers vinden in Leiden de voedingsbodem voor hun vorming en onderzoek. Al 450 jaar. Dat levert de maatschappij veel op, maar talent alleen is niet genoeg. Om de tijd vooruit te blijven is er sinds 1890 het Leids Universiteits Fonds (LUF).
Het fonds maakt vernieuwende projecten in onderzoek en onderwijs mogelijk waarvoor anders geen financiële ruimte is. Ook studenten kunnen een beroep doen op het LUF voor activiteiten die meerwaarde aan hun studie geven. Daarnaast houdt het LUF alumni betrokken bij de universiteit door de organisatie van evenementen.
Het LUF zag het levenslicht aan het eind van de negentiende eeuw. De Onderwijswet van 1876 had de doorstroming naar de universiteit vergemakkelijkt, en het aantal studenten groeide. De overheid droeg
weliswaar bij aan de groeiende universiteit, maar het meeste geld ging naar het repareren van achterstanden. Voor vernieuwing, die hoog op de agenda van de Universiteit Leiden stond, was weinig overheidsgeld beschikbaar. De steun voor meer onderzoek en de oprichting van werkgroepen moest uit particuliere hoek komen, bedacht professor P.A. van der Lith. Hij richtte met collega’s van verschillende faculteiten het fonds op. Studenten, docenten en alumni brachten een startkapitaal van 1500 gulden bijeen. 135 jaar later is het LUF een begrip. De gevers zijn divers. Alumni en anderen steunen de universiteit met giften, als Sleuteldrager of met een fonds op naam. Zij bieden samen studenten en wetenschappers de kans hun talenten te ontwikkelen en hun kennis te benutten voor een veilige, gezonde, duurzame, welvarende en rechtvaardige wereld.
#34
ACADEMISCHE VRIJHEID
Bewijs het maar
Het klinkt prachtig en we zijn er allemaal trots op: de academische vrijheid. Toch zitten er ook grenzen aan en brengt ze verplichtingen met zich mee, zegt universiteitshistoricus Pieter Slaman. Hij schrijft voor de dies een essay over 450 jaar academische vrijheid in Leiden.
Door de eeuwen heen is het vrijheidsbegrip veranderd, zal Slaman daarin betogen. Wat we nu academische vrijheid noemen begon ermee dat wetenschappers een zekere geloofs en gewetensvrijheid hadden. Dat was vier eeuwen geleden een relatief groot goed. Maar de wetenschappelijke methode was vrij dwingend. Het draaide om de kwaliteit van de argumenten, of liever nog: empirisch bewijs.
Dat laatste wordt nu weleens vergeten, vindt Slaman, door mensen die het begrip te ruim opvatten. Academische vrijheid houdt volgens hem vooral in dat je aan de universiteit elke vraag mag stellen, dat uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek onbeperkt mogen worden benoemd. En ook dat parlementariërs zich niet inhoudelijk met universiteiten moeten bemoeien. Maar we misbruiken het begrip, zegt Slaman, wanneer we er een vrijbrief in zien om als docent of student alles te zeggen wat je wilt. ‘Kijk, vrijheid van meningsuiting hebben we allemaal. Maar wetenschap is meer dan een mening. Wil je je beroepen op de academische vrijheid, dan heb je bewijs nodig voor wat je zegt. Iets betogen op een gebied waar je niets van weet, daar is niets academisch aan. En wie iets volhoudt waarvan veertig jaar geleden al is aangetoond dat het niet klopt, helpt de wetenschap niet vooruit.’
Dat Leiden zich een bolwerk van vrijheid noemt is overigens terecht, volgens Slaman. ‘De Amerikaanse socioloog Edward Shils oordeelde in 1989 dat een eerste voorloper van academische vrijheid in het zeventiende eeuwse Utrecht en Leiden ontstond. Descartes werd in Frankrijk vervolgd, en vond hier de vrijheid. Dat kon mede doordat er in de Hollandse polder niet één vorst was die zijn wil oplegde, maar verschillende bestuurders, met verschillende ideeën.’
Verleden en toekomst onder één dak
De meeste mensen kennen Naturalis van de T-rex en het iconische gebouw. Maar het is ook hét onderzoeksinstituut voor biodiversiteit.
De eerste planten, dieren en fossielen werden in de 19e eeuw naar Leiden gebracht door reizende professoren en onderzoekers, en gebruikt voor onderzoek en onderwijs. Inmiddels werken er 129 onderzoekers aan een van de grootste natuurhistorische collecties ter wereld, met meer dan 43 miljoen objecten.
Naturalis beschikt over de modernste laboratoria. De onderzoekers, veelal verbonden aan de universiteit, werken in tal van projecten aan bijvoorbeeld biodiversiteitsgegevens, geologie van lava en biologie van koraalriffen. Al die kennis is nodig voor de toe
komst, zei wetenschappelijk directeur van Naturalis en Leids hoogleraar Natuurlijk Kapitaal Koos Biesmeijer twee jaar geleden. ‘Nederland is wereldkampioen biodiversiteitsverlies.
Onze kennis is nog nooit zo waardevol geweest. Die moeten we verbinden met partijen in de maatschappij. Kansen genoeg, het gaat in het nieuws elke dag over het klimaat, biodiversiteit en stikstof.’
Schimmels en algen
Zo is er ARISE, een project om álle soorten planten, dieren, schimmels en algen in Nederland te identificeren. Deze kennis kan straks helpen bij
natuurbeleid, voedselproductie en bij het tegengaan van watervervuiling en klimaatverandering.
Voor het prestigieuze DISSCo is Naturalis coördinator. Het project brengt Europese natuurhistorische collecties samen. Er komt een kennisbank van ongekende omvang, die alle data van Europese instellingen met elkaar verbindt en beschikbaar maakt. Met de opening van het nieuwe, markante Naturalisgebouw in 2019 zijn regelrechte publiekstrekkers en onderzoek op het hoogste niveau samengebracht onder één dak. Het toont haarfijn aan: biodiversiteit gaat over ons allemaal.
NATURALIS
#36
SCHENKEN
Geven aan onderzoek en talent
Al eeuwenlang worden onderzoek en talentontwikkeling mogelijk gemaakt dankzij schenkingen aan de universiteit. Zoals de Leidse Universitaire Scriptieprijzen, die ieder jaar kunnen worden uitgereikt dankzij de steun van reünisten van Minerva.
‘Mijn hart ligt nog altijd in Leiden en bij het Leids Universiteits Fonds. Ik ben dankbaar voor wat ik heb gekregen en dus ook blij dat wij als groep iets terug kunnen doen’, zegt Johan Carel Bierens de Haan. De kunsthistoricus is van de recentste lichting die de scriptieprijs ondersteunt, die van aankomstjaar 1973. De oudleden van Minerva kunnen inmiddels wel van een traditie spreken. De jaargang van 1957 is ermee begonnen. Bij hun vijftigjarig jubileum haalden zij ‘een prachtig bedrag op’, meer dan 40.000 euro. Daaruit is het scriptiefonds voortgekomen, vertelt Bierens de Haan. Alle faculteiten nomineren een uitmuntende scriptie, een commissie bepaalt de winnaar. ‘Het is dus echt een universiteitsbrede prijs.’ Het Fonds Minerva Reünisten Jaar 1957/1961/1965/1973 valt onder het
LUF, dat in zijn 135jarig bestaan al heel veel bijzondere schenkingen mocht ontvangen die in onderzoek en onderwijs het verschil maakten. Om slechts twee voorbeelden te noemen: het fonds opgericht door alumnus geneeskunde dhr. Nypels, ter ondersteuning van innovatief onderzoek in de geneeskunde. En het Prieneke van Hoeve PhD Fellowship Fund, dat onderzoek op het gebied van sterrenkunde aan de Sterrewacht Leiden mogelijk maakt. Veel schenkingen worden vanuit persoonlijke belangstelling van de gever gedaan.
Traditie
Soms komt een schenking ook voort uit traditie, zoals het Fonds Minerva Reünisten. Toen de bodem van de kas in zicht kwam, porde de lichting 1957 die van 1961 op om het stokje over te nemen. En zo ging het verder. De oudstudenten van ’73 hadden weinig aansporing nodig. Chris Fonteijn en Diederick den Hollander trokken de kar, en ook deze lichting zamelde 40.000 euro in.
De winnares van vorig jaar is door de gulle gevers in de armen gesloten. Charlotte van der Voort heeft in april voor de lichting 1973 gesproken bij het vijftigjarig jubileum. En bij de 3 Oktoberviering van een groep Leidenaars in Arnhem. Bierens de Haan: ‘Ze kreeg de hele tafel stil met een verhaal dat net zo indrukwekkend was als haar scriptie.’
Charlotte van der Voort won de prijs met haar scriptie voor de master ‘Taalbeheersing van het Nederlands’, die ze summa cum laude afrondde. Ze was voorgedragen door de faculteit Geesteswetenschappen. De scriptie ging over dilemmatische argumentatie. Dat wil zeggen: een argument waarbij twee contradictoire alternatieven gepresenteerd worden die naar dezelfde conclusie leiden. Volgens de jury leverde Van der Voort hiermee een ‘originele en substantiële bijdrage aan de argumentatietheorie’.
Johan Carel Bierens de Haan, Diederick den Hollander en Chris Fonteijn.
Trouwe waakhond
‘Waakhond en bindmiddel, we zijn het allebei’, zegt hoofdredacteur Frank Provoost beslist. Via de universiteitskrant, bedoelt hij, komen misstanden en problemen aan het licht en worden discussies gevoerd. Daarnaast kunnen professoren lezen wat studenten zoal bezighoudt, en andersom.
Als een inschrijfsysteem voor tentamens niet werkt, stelt Mare het aan de kaak. Dat de verguisde oudhoogleraar criminologie Buikhuisen nog elke dag hoopte op excuses van de Universiteit, vertelde hij in een interview met Mare – waarna rector Carel Stolker spoorslags afreisde.
Boze brief
De journalistieke producties van Mare pakken niet altijd gunstig uit voor de broodheer. Af en toe werpt een bestuurder daarom de vraag op waarom er zo’n kritisch medium moet zijn. Voor het laatst gebeurde dat in 2007, vertelt Provoost. Het idee was dat voor nieuws de universitaire digitale nieuwsbrief genoeg was, en dat Mare een
tweewekelijks opinieblad kon worden. Landelijke ophef was het gevolg, want overal in de media zitten oudMareredacteuren. Er ging zelfs een boze brief van Mark Rutte naar het Leidse college van bestuur. Het plan werd ingetrokken en sindsdien weet Mare zich veilig. De journalistieke vrijheid ligt vast in een redactiestatuut, niemand bemoeit zich met de inhoud. Zo hoort het, zegt de hoofdredacteur. ‘Als je mensen opleidt tot kritische denkers moet je dat ook aan je eigen instelling toelaten.’
Mare, opgericht in 1977, wordt nog altijd goed gelezen. Provoost noemt twee recente ‘evergreens’: een stuk over de UB als datingterrein en een interview met de neef van Thierry Baudet. Veel lezers gebruiken de app, maar in de universiteitsgebouwen staan ook nog altijd bakken met papieren exemplaren. ‘Als ik zeg dat papier lekkerder leest dan een schermpje, klink ik als een oude man. Maar we hebben daar in elk geval een monopolie. We hoeven er niet te concurreren met de New York Times of Tiktok.’
WOORDENBOEK
Anderhalve eeuw werk
Het was waarschijnlijk een van de meest ambitieuze nevenfuncties van een hoogleraar ooit. Matthias de Vries was in 1852 behalve Leids hoogleraar Nederlands en Vaderlandse geschiedenis ook de eerste hoofdredacteur van het Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT). Dat zou uitgroeien tot het grootste woordenboek ter wereld. Het eerste deel van het WNT –van A tot Ajuin – verscheen in 1882. Na De Vries’ overlijden in 1892 was er nog veel werk te doen. Pas in 1998 was het WNT af; het bestaat uit veertig delen, bestrijkt drie meter boekenkast en telt 400.000 woorden, verdeeld over 45.800 pagina’s.
SCHRIJVERS
Stad der Letteren
Gedijt literair leven op één voedingsbodem, dan is het de academische. In dit Land der Letteren floreert ook Leiden. Welke Leidse schrijvers zijn te noemen? Er bestaat een gewichtige selectie: de Canon van de Nederlandse literatuur. Aan Leidse namen hierin geen gebrek: Constantijn Huygens, Willem Bilderdijk, François Haverschmidt (Piet Paaltjens), Nicolaas Beets, F. F. Springer, Jan ’t Hart. Allemaal mannen, dat wel. En alleen Maarten ’t Hart leeft nog.
Van generatie op generatie naar Leiden
Hele families hebben in Leiden gestudeerd – soms zelfs vijf generaties op rij. Op een oproep in de Nieuwsbrief van de Universiteit kwamen vele tientallen reacties. Over drie generaties Leidse artsen of 21 Leidse juristen binnen een bepaalde stamboom. Op deze pagina’s de verhalen van enkele families met Leids bloed.
Tijd
ver vooruit
Familie Prins-Jaarsma
Als iemand haar tijd ver vooruit was, dan was het de oma van Janine Prins wel; Julia JaarsmaAdolfs (1899-1975). Deze vrouw uit NederlandsIndië oversteeg haar klasse, ras én sekse toen zij Rechten in Leiden ging studeren, vertelt Janine, die er zelf in 1977 Culturele Antropologie studeerde en nu werkzaam is als antropoloogfilmmaker.
Haar moeder en een tante studeerden in de naoorlogse jaren ook in Leiden. Maar de jonge vrouwen waren te getraumatiseerd uit het interneringskamp gekomen om later een goede carrière op te bouwen. ‘Hun studietijd vonden ze vreselijk. Ze kwamen vel over been uit de oorlog, hadden een enorme kennisachterstand, en niemand wist wat deze meisjes hadden meegemaakt. Oma bracht hen onder in verschillende gastgezinnen.’
Janine kijkt met grote verwondering naar het leven van haar oma. ‘Het meest bijzondere vind ik hoe zij door die turbulente tijden heen is gelaveerd en onder alle wisse
lende politieke omstandigheden kwam bovendrijven. Dat tekent haar enorme overlevingsinstinct én strategische inzicht.’
Julia Adolfs was een van de acht kinderen van een Javaanse vrouw en een ongeschoolde scheepstimmerman uit Nederland die zijn geluk in Indonesië zocht. Studeren lag ver buiten het bereik van dit gezin. Maar daar trok Julia zich niets van aan. Met allerlei baantjes werkte ze zich op eigen kracht naar Leiden. Eenmaal in Leiden ontpopt ze zich als een heel slimme studente, die in 1926 de allereerste vrouwelijke jurist van gemengde komaf in NederlandsIndië wordt. ‘Volgens een rechter uit die tijd was ze de beste strafpleiter die hij in zijn carrière is tegengekomen.’ Zij en haar Friese echtgenoot Sytze Jaarsma, een in Leiden gepromoveerd jurist, zetten een zeer succesvolle advocatenpraktijk op in Surabaya. Ze investeerden hun kapitaal in onroerend goed dat ze verhuurden aan Nederlanders en Chinezen.
Premier van Suriname
Familie Udenhout
De broers Wim Udenhout en André Kramp (hij draagt zijn moeders naam) waren rond de dertig toen zij Suriname verlieten om Engels te studeren in Leiden. Ze waren docent Engels maar ambieerden een universitaire graad. Wims vrouw en dochtertje Marcella verhuisden mee naar Rotterdam, waar al een zus van hen woonde met haar drie dochtertjes. ‘We zijn eigenlijk als één grote familie grootgebracht’, vertelt Marcella. Wim en André gingen overdag naar Leiden en gaven ’s avonds Engelse les. Ze waren niet de enige Surinamers die in Leiden studeerden, herinnert André zich, maar wel de enige aan de letterenfaculteit. ‘Daar moesten we ons echt bewijzen. Pas toen duidelijk werd dat we de beste studenten van onze lichting waren, ging men ons op waarde schatten.’
Ze keerden in 1975 terug naar Suriname. ‘Suriname werd onafhankelijk en wij wilden het land helpen opbouwen.’ De twee gingen Engelse les geven en bemoeiden zich met de politiek. Toch besloot André om te promoveren in Leiden. Hij bleef werken voor de Universiteit Leiden totdat zijn broer Wim in 1984 premier van het land werd. Hij keerde terug om te helpen hun idealen te verwezenlijken. In datzelfde jaar begon Marcella in Leiden haar studie psychologie. Haar studerende nichten Sandra en Martha vingen haar op. ‘De ooms adviseerden ons destijds om voor Leiden te kiezen. Wij vonden dat prima. Leiden is lekker overzichtelijk en gezellig. Stephanie, de dochter van Sandra, studeerde in 2019 in Leiden af’, zegt Marcella.
Van links naar rechts: Marcella, Stephanie en Sandra.
Samen in het Zweetkamertje
Familie Van Rossum
Hans van Rossum was 55, toen hij zijn jongste dochter Tamarah achterna ging naar Leiden. Maar daarvoor moest de Rotterdammer eerst twee colloquia docta doen. Op de HBS had hij het destijds, vooral door de manier waarop de docenten omgingen met leerlingen, na het vierde jaar voor gezien gehouden. Op zijn achttiende was hij met zijn vrouw in Dordrecht een bedrijf in zonwering begonnen. Toen ze besloten dat er meer was dan alleen werken, verkochten ze de inmiddels zeer succesvolle zaak en ging zijn vrouw de zorg in. ‘Dat was haar grote droom. Ik was altijd heel geïnteresseerd in de Romeinse tijd en dan met name in glaswerk. Dus toen mijn dochter zo enthousiast thuiskwam van haar studie Kunstgeschiedenis, wist ik wat ik wilde doen.’
Hans blikt inmiddels alweer ruim 15 jaar terug op een geweldige studietijd. ‘Dat je na al die jaren keihard werken in alle vrijheid zo’n prachtige studie kan doen. Dat is rijkdom.’
Eén vak volgden vader en dochter samen. ‘Dan zaten we in de trein terug naar huis en hadden we hele andere gesprekken dan we normaal hebben. Zo leuk!’ De twee hebben uiteindelijk met een bos bloemen van de rector magnificus en in aanwezigheid van de lokale pers hun handtekeningen in het Zweetkamertje gezet. ‘Het was bij Kunstgeschiedenis nooit eerder voorgekomen dat vader en dochter tegelijkertijd studeerden, dus daar hebben ze een bijzonder moment van gemaakt.’
Provó Kluit met zijn vrouw en schoondochter. Op tafel foto’s en proefschriften van familieleden.
Niet aan Leiden blijven plakken
Familie Provó Kluit
De ‘Leidse lijn’ van de familie Provó Kluit gaat terug tot de 18e eeuw. Toen promoveerde in 1786 voorvader Hendrik Kluit er in de rechten. Kluit was zoon van een apotheker die daar kennelijk zoveel geld mee verdiende dat hij drie zoons kon laten studeren in Leiden, vertelt Piet Provó Kluit in zijn huis in Velp.
Na Hendrik vonden tot op de dag van vandaag nog vele Provó Kluits de weg naar Leiden. Zoveel dat Piet alleen de gepromoveerden op een rij heeft gezet. In de vroege jaren werd er vooral rechten gestudeerd. Later kozen de Provó Kluits vaak voor chemie. ‘Maar ondanks dat we
erin promoveerden, heeft niemand van de chemie zijn werk gemaakt. Ik werd bijvoorbeeld manager in een grote fabriek. Weliswaar een chemische fabriek, maar ik werkte aan de mensenkant.’
Een andere opvallende overeenkomst is dat de Provó Kluits door de eeuwen heen nooit aan Leiden zijn blijven plakken. ‘We verbleven er alleen tijdens onze studiejaren. En hoewel we het er allemaal fantastisch hadden gingen we er ook weer weg. Behalve Adriaan, een van de drie zoons van de apotheker. Die werd professor in Leiden en kwam daar noodlottig aan zijn einde bij de kruitschipramp op het Steenschuur in 1807.’
Meer verhalen over Leidse families lezen? universiteitleiden.nl/generaties
Piet
In extremis
Door te kijken naar wat ánders is, ontdekken wetenschappers vaak het bijzondere, het afwijkende. En dat leverde al vele mooie uitschieters op. Ook in Leiden.
De bekendste
De iure belli ac pacis (Over het recht van oorlog en vrede) werd in 1625 door Hugo de Groot (Grotius) geschreven. Het werk van de Leidse alumnus geldt als een van de grondslagen van het moderne internationale oorlogsrecht. Hoewel de exacte inhoud van het boek niet meer volledig toepasbaar is in de hedendaagse context, blijven de principes en filosofieën die Grotius introduceerde cruciaal voor het huidige oorlogsrecht. Het is vertaald in meer talen dan enig ander academisch werk uit die tijd.
De koudste
Het Kamerlingh Onnes Gebouw aan het Steenschuur was ooit de koudste plek op aarde. Daar huisde namelijk het laboratorium van natuurkundige Heike Kamerlingh Onnes. In 1908 werd met speciale apparatuur helium vloeibaar gemaakt door het af te koelen tot maar liefst 272 graden onder nul.
Het verste
In 2016 ontdekte een internationaal team van astronomen, onder wie drie Leidse sterrenkundigen, een sterrenstelsel op een recordafstand van 13,4 miljard lichtjaar. Het stelsel, dat in de richting van het sterrenbeeld Grote Beer staat, is uitzonderlijk helder, waardoor het mogelijk was het op deze recordafstand te zien. Coauteur Marijn Franx, hoogleraar Sterrenkunde aan de Universiteit Leiden, vertelde destijds: ‘We hebben lange tijd getwijfeld of het resultaat wel klopte. Maar alle herhaalde controles bevestigden het eerdere resultaat.’
Het kleinste
Het Sumerisch is een van de kleinste taalkundige onderzoeksgebieden ter wereld. Deze taal, die meer dan 4.000 jaar geleden werd gesproken in Mesopotamië, heeft geen levende sprekers en wordt aan slechts een handvol universiteiten wereldwijd bestudeerd. Leiden is een van de weinige plekken waar je je in het Sumerisch kunt specialiseren.
De stilste
Apparatuur die kijkt naar atomen is extreem gevoelig. Als je het allerkleinste nauwkeurig wilt onderzoeken dan mag de microscoop geen last hebben van passerend verkeer, slaande deuren of voetstappen. De meethal in het Gorlaeus Gebouw is met dat idee ontworpen. De microscoop staat op een dertig ton wegend betonblok met vering, met daarop weer een loden tafel met vering. Daar staat alles écht stil en dit stukje Leiden is daardoor een van de meest trilvrije plekken ter wereld.
Eeuwig actueel
Al eeuwenlang is de eeuwigdurende kalender in bezit van de Universiteit Leiden en nog altijd is hij actueel.
Het perkamenten rekenwonder wordt niet meer gebruikt. Daarvoor is het te bijzonder. Vanwege zijn leeftijd, de kalen der dateert uit de 15de eeuw, en omdat er maar heel weinig exemplaren bewaard zijn gebleven. De kalenders werden gebruikt als een zak of gordelboekje. En bungelend aan een riem of gordel waren ze nogal onderhevig aan slijtage. Deze eeuwigdurende kalender, met afbeeldingen van maansverduisteringen tussen 1425 en 1462 en van schijnge stalten van de maan, is in het Latijn geschreven. Hij is terechtgekomen bij hoogleraar Grieks en Latijn Bonaventu ra Vulcanius (15381614). Vlak voor of net na diens dood kocht de universiteitsbibliotheek een deel van zijn bijzonde re collectie Griekse en Latijnse manuscripten op. De Universiteit Leiden heeft door haar eeuwenlange inter nationale oriëntatie veel bijzondere collecties in bezit. Mid deleeuwse handschriften, bijzondere manuscripten en boe ken, tekeningen, wereldkaarten, foto’s en zelfs oude koranfragmenten. Vijf manuscripten zijn opgenomen in de Unesco werelderfgoedlijst vanwege hun universele waarde en uitzonderlijke betekenis voor de wereld.
Tot deze ‘wereldschatten’ behoren het verslag van de eerste reis rond de wereld door Magellaan, de Panjimanuscripten over de mythische Javaanse prins Panji en La Galigo, het langste epos ter wereld, dat in het Boeginees over het ontstaan van de mensheid verhaalt.
Online onderwijs als levend experiment
Het is 16 maart 2020. Nederland gaat op slot vanwege de coronapandemie. Ook de universiteit moet, voor het eerst sinds WOII, grotendeels dicht. Binnen een week wordt overgeschakeld naar online onderwijs; een gigantische operatie. Bijna 5 jaar later is ‘blended’ onderwijs niet meer weg te denken.
Het staat Koen Caminada, decaan bij de Faculteit Governance and Global Affairs, nog helder voor de geest hoe de universiteit dichtging. ‘Er was eerst een week van nadenken, regelen, software inkopen. En toen stond het sein op groen: “Ga
het maar doen.” Eigenlijk was het een levend experiment. Al doende hebben zowel docenten als studenten geleerd wat wel en niet werkt qua online onderwijs. Ik was vooral onder de indruk van de creativiteit en flexibiliteit van onze docenten. Iedereen was blij dat het onderwijs in deze vorm door kon gaan; studenten waren ontzettend ondersteunend.’
De ‘blended’ variant bestaat nog steeds: een mix van fysiek en online. Caminada: ‘Bepaalde vormen van onderwijs op afstand zijn gebleven. Grote hoorcolleges opnemen en als weblecture aanbieden; dat kan, maar niet ieder vak is hiervoor geschikt.
In Den Haag hebben we speciale leslokalen gemaakt met veel technische mogelijkheden; Learn Anywhere. Dit is meer dan een technische vooruitgang; het is een onderwijsfilosofie, die in een stroomversnelling is geraakt tijdens de pandemie.’
Voor studenten met een functiebeperking of medische indicatie zijn er blijvend meer mogelijkheden om onderwijs online te volgen. ‘Dat is ook een winstpunt.’
GESJEESD
Geen bul, toch geslaagd
‘Je handtekening zetten in het Zweetkamertje is zoiets als je eerste kus of de geboorte van een kind: een defining moment in je leven.’ Met die tekst droeg een student in 2014 bij aan een crowdfundingactie om het kamertje te restaureren. Maar niet iedereen die begint aan een studie in Leiden haalt het kamertje. Dat hoeft niet het einde van de wereld te betekenen…
Voortijdig stoppen en toch in musea over de hele wereld hangen? Het kan. Al in de beginjaren van de universiteit bewezen
Rembrandt van Rijn en Jan Steen dat. Rembrandt begon in 1620 als letterenstudent. Hij voltooide zijn studie nooit, maar uit zijn inschrijving en een herinschrijving uit 1622 blijkt wel dat hij een paar jaar studeerde aan het Rapenburg. Jan Steen volgde zijn voorbeeld in 1646, ook als letterenstudent. Volgens een uitgave van het Rijksmuseum over Steens leven in 1996 was het hem meer te doen om de privileges die studenten hadden, dan om academische ambities. Zo kregen zij vrijstelling van schutterijdienst en accijnsheffingen.
Beste beslissing
De beroemde schilders passen in een traditie van creatieve gesjeesde geesten. Zo gaf Augustijn Martin Buitenhuis de brui aan zijn studie Rechten om furore te maken als zanger van de band Van Dik Hout. ‘De beste beslissing in mijn leven’, zei hij er terugblikkend in het Leidsch Dagblad over. Ik had het best naar mijn zin in die universitaire wereld, maar ik moest er wel een punt achter zetten omdat mijn studie ten koste ging van Van Dik Hout. Ik heb de deur van de universiteit achter me dichtgegooid en ben nooit meer teruggegaan.’
Dichter en schrijver Annie Salomons was lid van de Vereniging van Letterkundigen en ging om met grote dichters als Slauerhoff, J.C.Bloem en Roland Holst. Ze studeerde Nederlands in Leiden, maar sjeesde ‘zonder spijt’. In Toen en nu. Herinneringen uit een lang leven schreef ze dat een professor haar meedeelde: ‘Je bent een wolk van een meid (…) Maar ja, mannen houden er niet van, als een vrouw haar neus in de boeken steekt. Niet de inspiratie die je iemand zou wensen, maar Salomons schreef daar
Er zijn ook studenten die er gaandeweg achter komen dat de academie niets voor ze is. Ze stoppen met hun studie, omdat ze het zat zijn om met hun neus in de boeken te zitten en omdat hun handen jeuken om in de praktijk aan de slag te gaan. Gesjeesd, heet het dan, van het Franse werkwoord chasser, dat verjagen of wegjagen betekent. In het Nederlands heeft het woord nauwelijks nog een negatieve connotatie. En dat is maar goed ook. Want hoewel die bul en die handtekening in het Zweetkamertje veel alumni een goede start geven, zijn ze niet voor iedereen zaligmakend. #44
na vele werken over de verhouding tussen man en vrouw.
Chasser, sjezen
Enkele Leidse gesjeesden
1. Thomas van Luyn, cabaretier en columnist
2. Janneke Vreugdenhil, culinair journalist en kookboekenauteur
3. Eppo van Nispen tot Sevenaer, directeur van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
4. Rembrandt, schilder
5. Tim Hofman, programmamaker
6. Martin Buitenhuis, zanger Van Dik Hout
7. Jan Steen, schilder
Studeren doe je maar even, alumnus ben je de rest van je leven
Wie herinnert zich niet de vele eerste stappen aan het begin van de studententijd? De El Cid, de eerste colleges, op kamers gaan, nieuwe vrienden maken. Je studententijd is een buitengewoon vormende tijd. Niet alleen inhoudelijk, maar ook persoonlijk. De tijd van je vleugels uitslaan en je identiteit vormen. Leiden, en sinds enkele decennia ook Den Haag, heeft daarom een speciale plek in de harten van de vele alumni die de universiteit heeft ‘afgeleverd’. Vaak
zijn de herinneringen warm en positief, regelmatig ontroerend. Sommigen kijken ook met gemengde gevoelens terug op die enerverende tijd. Voor de universiteit zijn haar alumni een belangrijke, misschien wel dé belangrijkste rode draad in het 450jarig bestaan. Zonder studenten geen academie, immers. Lilian Visscher, Directeur Alumnirelaties en Leids Universiteits Fonds: ‘Onze alumni zijn van onschatbare waarde voor de universiteit. Het blijft bijzonder te zien hoeveel alumni een warm hart hebben
voor hun alma mater. Velen keren terug in de collegebanken voor een alumnibijeenkomst of onderwijs voor professionals, helpen studenten in hun voorbereiding op de arbeidsmarkt, geven gastlessen of dragen financieel bij. Dit maakt diepe indruk op mij; die bijdragen maken écht het verschil voor onderwijs en onderzoek. Voor mij is dat het prachtige bewijs van de stelling: Leiden laat je niet meer los – een relatie die van beide kanten gekoesterd wordt.’
#45
ALUMNI
2.
1.
3.
1. Armin van Buuren (Rechten) ‘Ik studeerde elke dag – dus ook in het weekend. ’s Avonds ging ik de studio in. Ik vond die discipline fijn. Het was een productieve tijd; ik heb in de jaren 1998 en 1999 enorm veel tracks gemaakt waar ik later in mijn carrière veel aan heb gehad.’
2. Rob Maas (Psychologie) ‘Mijn studententijd was de mooiste tijd
van mijn leven door al die vrijheid en tijd. De studie heeft me, behalve praktische zaken als gespreksvaardigheden, verdieping en persoonlijke ontwikkeling gebracht.’
3. Amber Brantsen (Bestuurskunde) Over haar overwonnen eetstoornis: ‘Dat ik hier mijn studie afrondde en mijn naam mocht bijschrijven in het Zweetkamertje voelt als een overwinning. Ik beschouw Leiden als de plek waar ik beter werd.’
4. Lilian van Rumpt (Geneeskunde) ‘Ik heb als student voor Leiden gekozen vanwege Gullivers Reizen van Jonathan Swift. Daarin stond dat Lemuel Gulliver zijn artsenopleiding in Leiden had gekregen.’
5. Victor Mids (Geneeskunde) ‘Nog steeds kan ik mijn oriëntatie in de stad kwijtraken; de Haarlemmerstraat en Breestraat lopen niet recht, en als je rond de Burcht bent, heb je geen idee van de rest van de stad. Dat geeft een gelaagde, geheimzinnige sfeer.’
6. Bertrand van Buchem (Rechten) ‘Ik introduceerde olijfolie in mijn studentenhuis op Rapenburg 113. De jongens hebben lekker gegeten.’
7. Janice Deul (Nederlands) ‘Ik weet nog goed, het openingscollege met de rector magnificus Ton Kassenaar. Hij zei: “Kijk goed links en rechts van u; de kans is groot dat u naast de toekomstige ministerpresident zit. U bent de crème de la crème van Nederland.” Best elitair, maar stiekem gaf dat wel een heerlijk gevoel.’
Retouradres: Redactie Leidraad, Postbus 9500, NL-2300 RA Leiden