mUZe nr. 41

Page 1

muze MUZE IS HET DRIEMAANDELIJKS MEDISCH MAGAZINE VOOR DE HUISARTS MAART 2017 nr. 41

De toekomst van diabeteszorg

ACTUEEL

Sensors, apps en … overuren voor de arts

DOORBRAAK: HERBEHANDELING MELANOOM IS MOGELIJK

Kantoor van Afgifte: Brussel X • Erkenningsnummer P2 06218


-

ar winna s

ij en pr fit zilver non-pro ie r o g e t a c

Gertjie laat zien waar het echt om draait

u

Gertjie is borstkankerpatiënte én actrice. In zeven aangrijpende filmscènes herbeleeft ze haar eigen zorgproces. “Erg confronterend”, zegt ze daar zelf over in de ‘making of’. Het UZ Brussel geeft daarmee de zorg een gezicht in zijn jaarverslag 2015. Weer een zeer actief jaar waarin werd verder gebouwd aan grondige vernieuwing. Gertjie laat zien wat niet in grafieken te vatten is. En waar het echt om draait.

Gertjie deelt haar verhaal, deel jij dat van haar?

Ga naar http://jaarverslag2015.uzbrussel.be Kijk & Lees: Jaarverslag 2015 UZ Brussel

Universitair Ziekenhuis Brussel – Brussels Health Campus – Laarbeeklaan 101 – 1090 Jette


voorwoord

e-Rust :

Frankrijk heeft beslist dat een werknemer na de werkuren niet meer bereikbaar hoeft te zijn via e-mail, sms, Facebook, Twitter of Snapchat. Ik vermoed dus ook niet langer via zoiets voorhistorisch als een telefoon. Men neemt aan dat dit de (perceptie van) werkdruk en stress zal verminderen, wat dan weer een gunstig effect zou hebben op productiviteit en voorkomen van burn-out. Recent verscheen er ook een interview (op YouTube – sic!) met de vermaarde managementgoeroe Simon Sinek over de ‘millenials’, de generatie twintigers-dertigers van vandaag, en hun problemen op de werkvloer, waarin ook een opmerkelijke passage over het gebruik en de plaats van smartphones in hun leven.* Ik kan er mij iets bij voorstellen. Mijn jongste dochters (millenials) zitten con-ti-nu met dat ding in hun handen: aan tafel, in de zetel, tijdens de studies, in bed, … Honderden sms'en, snapchats, facebooklikes per dag, vermoed ik. Hun sociaal leven, studieperikelen, afspraken, problemen, oplossingen, ruzies, bijleggingen, … circuleren in cyberspace. En oh ja, ze zien elkaar dan ook nog IRL (In Real Life), maar wel mèt de smartphone in de hand. Als je er op begint te letten, is het werkelijk verbijsterend. Ze zijn nog maar student – wat zal dat zijn op hun werk? Juist … zie Simon Sinek. Ook ik betrap mezelf op het occasionele sluikse openen van mijn mail of Twitteraccount tijdens vergaderingen, of symposia, of andere meetings. Nog effie mails checken. Moet wel, als je er 2-300 per dag krijgt. Maar – u weze verwittigd – ik doe dat niet langer. Mijn goed voornemen voor 2017 is: e-Rust. Tijdens vergaderingen, ontmoetingen In Real Life, blijft de smartphone in de zak. Die e-mails waarbij ik gewoon in cc sta: sorry. Die avondlijke checks: gedaan (nou ja, misschien nog een héle korte piep …). Als het echt dringend is: bel dan gerust. Ook overdag. Dan ontmoeten we elkaar wel even.

Prof. dr. Marc Noppen Gedelegeerd bestuurder

Het smart-gedoe is er, zal er blijven, en allicht alleen nog maar toenemen. Dat is goed, je kan er nu ook eenmaal fantastische dingen mee doen. Maar ‘trop is teveel’. Met mate, dus. Alles hangt, opnieuw, van onszelf af. Ja, we mogen en kunnen zèlf nog iets doen aan hoe we willen leven. Dat heet: autonomie. Samen met ‘mastery’ en ‘purpose’, dè drijfveren van motivatie en werkplezier. Zie maar bij Daniel Pink. Ook op YouTube ;-). Ik wens u allen meer e-Rust, en vooral meer autonomy, mastery and purpose. Ook dat leidt tot een goede gezondheid, ons hoogste goed.

Reageren ?

Vive la France!

Mail naar marc.noppen@uzbrussel.be. Inhoudelijke reacties worden gepubliceerd in mUZe, uiteraard indien akkoord van de auteur ervan.

*zie: https://www.youtube.com/watch?v=hER0Qp6QJNU

3


10 ACTUEEL

DE BELGISCHE GEZONDHEIDSZORG ONDER DE SCANNER

6 MUZE SPRAK MET ...

DIRK DEVROEY PETER IN’T VELD DE HUISARST VAN MORGEN VANDAAG

VAN NADERBIJ BEKEKEN

ADHD EN VERSLAVING ... Inzetten op coaching en training

18


In dit nummer

Colofon mUZe is het driemaandelijks medisch magazine voor de huisarts. Redactionele coördinatie en eindredactie: Ellen Coopman en Edgard Eeckman.

VOORWOORD 3 COLOFON 5 MUZE SPRAK MET… Peter In’t Veld, decaan faculteit geneeskunde en farmacie (VUB) & Dirk Devroey, professor huisartsgeneeskunde (VUB) ACTUEEL De Belgische gezondheidszorg onder de scanner De toekomst van diabeteszorg Sensors, apps en … overuren voor de arts Doorbraak kankerbehandeling: behandeling voor melanoom kan een tweede maal werken

6

Redactieraad: Johan Braeckman, Toon De Backer, Wim Distelmans, Edgard Eeckman, Martine Huybrechts, Patrick Lacor, Marc Noppen, Denis Piérard, Jan Schots, Ellen Coopman, Ria Vanschoenwinkel, Brigitte Velkeniers. In dit nummer staan redactionele bijdragen van Ellen Coopman, Edgard Eeckman, Patrick Lacor, Frieda Matthys, Marc Noppen, Jean-Paul Van Bendegem, Frank Vermeulen. De foto’s in dit nummer o.m. zijn van: Bart Moens, Brecht Van Maele, Daniel Hens

10 12 16

COLUMN Bij mij zijt ge veilig

17

VAN NADERBIJ BEKEKEN ADHD en verslaving…

18

Academisch en ander nieuws

20

ETHISCHE REFLECTIE Evidence based truth

24

De illustratie is gemaakt door Gudrun Makelberge. De vormgeving werd verzorgd door DADDY KATE. mUZe wordt gedrukt op de persen van Leleu Printing op milieuvriendelijk papier.

Hebt u een vraag of suggestie voor de redactie? Mail naar: muze@uzbrussel.be of telefoneer naar de dienst Communicatie van het UZ Brussel op 02 477 80 80. Wilt u zich abonneren op mUZe of een adreswijziging doorgeven, mail dan naar communicatie@uzbrussel.be mUZe is een realisatie van de dienst Communicatie van het UZ Brussel. Verantwoordelijke uitgever: Marc Noppen, Laarbeeklaan 101, 1090 Brussel Algemene info over het UZ  Brussel: www.uzbrussel.be Vacatures: www.werkeninhetuzbrussel.be

Adverteren in mUZe? Contacteer Publiest België op telefoonnummer 0484 08 91 55


SPRAK MET ...

DIRK DEVROEY PROFESSOR HUISARTSGENEESKUNDE (VUB)

PETER IN’T VELD DECAAN FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE (VUB)

De huisarts van morgen vandaag Het huisartsenberoep zal er binnen enkele jaren volledig anders uitzien, maar overbodig wordt het niet. Integendeel zelfs, verzekeren Peter In’t Veld en Dirk Devroey, respectievelijk decaan en professor huisartsgeneeskunde aan de VUB. 6


Digitalisering biedt unieke kansen om de kwaliteit en de toegankelijkheid van zorg te verbeteren.

De gezondheidszorg is in volle ontwikkeling. Als gevolg van de toenemende welvaart en de steeds betere behandelmogelijkheden stijgt samen met de levensverwachting het aantal patiënten met een of meerdere chronische aandoeningen. Het accent komt daardoor te liggen op langdurige, multidisciplinaire zorg en opvolging, met bijzondere nood aan preventie en zelfmanagement. Aan de aanbodzijde werkt de vooruitgang in de medische wetenschappen en de technologie een doorgedreven medische specialisatie in de hand, terwijl burgers nieuwe instrumenten in handen krijgen om zelf hun gezondheid op te volgen.

De evolutie in maatschappelijke waarden en normen ten slotte zet de klassieke zorgorganisatie en arts-patiëntrelatie onder druk. Zo verlangen zorgverleners vandaag een beter evenwicht tussen werk en privé. Patiënten worden dan weer mondiger en verwachten meer inspraak in hun behandeling.

Positieve keuze Te midden van die wervelwind van veranderingen moet iemand de continuïteit van zorg bewaren. “Dat is natuurlijk de gedeelde verantwoordelijk-

7


heid van iedereen binnen de zorgsector”, vindt decaan prof. In’t Veld. “Huisartsen, specialisten, apothekers, andere zorgverleners, beroepsverenigingen, ziekenfondsen, … : allemaal moeten ze hun eigen belangen overstijgen en samen nadenken over de optimale organisatie en omkadering van de zorg voor de patiënt. Al neemt de huisarts hier misschien wel een unieke positie in: hij staat dicht bij zowel de patiënt als de andere zorgverleners en is zo perfect geplaatst om het overzicht te bewaken.”

De huisarts heeft een unieke positie om het overzicht in een zorgtraject te bewaren. Vandaag is bijna de helft van de actieve huisartsen 55 jaar of ouder. De meesten onder hen zullen nog minstens tien jaar blijven werken, maar intussen moet er wel dringend vers bloed bijkomen. Prof. In’t Veld: “Gelukkig zijn we daar op goede weg. Dankzij de inspanningen van opeenvolgende regeringen is naar mijn gevoel het beroep van huisarts aantrekkelijker geworden. Dat heeft ervoor gezorgd dat het aantal studenten huisartsgeneeskunde sinds enkele jaren in de lift zit. Meer zelfs, heel wat topstudenten die de keuze hebben uit verschillende andere specialismen kiezen vandaag spontaan voor huisartsgeneeskunde. De opleiding tot huisarts is tegenwoordig een positieve keuze geworden!”

COMPETENTIES … • Communiceert helder en correct. • Is in staat om grote hoeveelheden data snel en correct te interpreteren. • Werkt vanuit een brede netwerkvisie. • Beschikt over goede timemanagementvaardigheden.

8

Pragmatiek Enkel de instroom in de opleiding verhogen zal echter niet volstaan om de groeiende zorgnoden op te vangen. Het wordt ook zaak om méér te doen met mínder mensen. Om de efficiëntie te verhogen, zeg maar. Een deel van de oplossing ligt in een meer pragmatische taakverdeling. “Ondersteunende beroepen kunnen heel wat taken overnemen van de huisarts”, aldus prof. Devroey. “Nu al worden heel veel administratieve opdrachten gedelegeerd, zeker in groepspraktijken. Maar in de klinische omkadering is daar evenzeer ruimte voor. De voorbereiding van een consult, het opmeten van bepaalde parameters, het toedienen van een vaccin, … : het zijn allemaal belangrijke handelingen die evenwel niet per se door een huisarts uitgevoerd moeten worden. Als andere schouders die last zelfs maar voor een stuk kunnen opvangen, krijgt de huisarts meer ruimte voor kerntaken zoals de anamnese, het klinisch onderzoek of de interpretatie van onderzoeksresultaten. Dat is in het voordeel van de patiënt, en het is bovendien een efficiëntere besteding van ons gezondheidszorgbudget.” Bijzondere hulp wordt verwacht vanuit technologische hoek. Evoluties op het vlak van mobile health en telegeneeskunde betekenen een aanzienlijke stap vooruit voor de opvolging van patiënten en de samenwerking tussen zorgverleners. Het zijn veelbelovende hulpmiddelen voor de huisarts om de steeds complexer wordende, uitdijende zorg onder controle te houden.

Het is een opsomming die zomaar uit de productomschrijving van een softwareprogramma kan komen. Maar stuk voor stuk zijn het ook eigenschappen die we, naast een erg stevige medische bagage, verwachten van de moderne huisarts. Competenties die de komende jaren nog aan belang zullen winnen bovendien, voorspellen Peter In’t Veld, kersvers decaan van de faculteit Geneeskunde en Farmacie aan de VUB, en Dirk Devroey, professor huisartsgeneeskunde aan diezelfde faculteit en voorzitter van het Interuniversitair Centrum voor HuisartsenOpleiding.


Prof. Devroey: “e-Gezondheid heeft dan ook een volwaardige plaats gekregen in het curriculum. Studenten leren met de bestaande toepassingen omgaan, ze leren data verwerken en interpreteren, enzovoort. Ook voor gevestigde huisartsen worden er trouwens veel bijscholingen georganiseerd, zowel door de beroepsverenigingen en de universiteiten als door de overheid. Maar de beste bijscholing blijft nog altijd praktijkopleider worden. De aanwezigheid van een HAIO houdt je scherp en zorgt ervoor dat je ‘mee’ bent, ook met de laatste digitale ontwikkelingen op medisch vlak. Bovendien ben je je als praktijkopleider extra bewust van wat je doet – je zal bijvoorbeeld twee keer nadenken vooraleer je antibiotica of slaapmiddelen voorschrijft. Dubbele winst dus, voor jou én voor de patiënt.”

Humane technocratie Op een hoger niveau biedt de digitalisering unieke kansen om de kwaliteit en de toegankelijkheid van zorg te verbeteren, via de geautomatiseerde verwerking en analyse van gezondheidsdata. Prof. In’t Veld: “Door het gebruik van gevalideerde medical devices en apps zal de hoeveelheid data die we binnenkrijgen straks exponentieel toenemen. Die gegevens kunnen ons vooruithelpen bij het opvolgen van individuele patiënten, maar een nog veel grotere winst situeert zich op bevolkingsniveau. Op voorwaarde natuurlijk dat we erin slagen om de informatie te verwerken. Als universiteit kunnen wij daar een belangrijke rol bij spelen, zeker als het gaat over de analyse en interpretatie van data en de vertaling naar concrete beleids- en praktijkaanbevelingen. Al wil ik hier meteen even op de rem gaan staan: onze zucht naar meer efficiëntie mag nooit ten koste gaan van de mens. Je kan de gezondheidszorg technocratisch benaderen, maar altijd met respect voor het humane, sociale aspect.”

FRANK VERMEULEN

ONDERZOEK ALS MOTOR VOOR INNOVATIE

Prof. dr. Peter In’t Veld (61) is sinds enkele maanden de nieuwe decaan van de faculteit Geneeskunde en Farmacie aan de Vrije Universiteit Brussel. Als basiswetenschapper in hart en nieren wil hij de komende maanden en jaren volop inzetten op wetenschappelijk onderzoek. “Want dat is de motor voor innovatie.” Prof. In’t Veld is hoogleraar in de cellulaire en moleculaire pathologie aan de VUB, waar hij ook een onderzoeksgroep in het domein van de histopathologie van diabetes leidt. Binnen het UZ Brussel richtte hij het departement moleculaire pathologie op. En in Cambridge, Rotterdam en Los Angeles bouwde hij een internationale carrière uit in de klinische genetica en de diabetologie. Als decaan beschouwt prof. In‘t Veld het als zijn plicht om studenten warm te maken voor wetenschappelijk onderzoek. “Om te kunnen vernieuwen in de zorgsector moeten we veel meer inzetten op onderzoek, ook in de huisartsgeneeskunde. Helaas vinden studenten een wetenschappelijk traject vaak onaantrekkelijk. Dat kan je hen ook moeilijk kwalijk nemen; als jonge onderzoeker verdien je een pak minder dan een clinicus en je laat ook na om praktijkervaring op te bouwen. Het is daarom aan ons als universiteit en aan de maatschappij om studenten op een andere manier tot een carrière in de onderzoeksector te verleiden. Want daar ligt uiteindelijk de sleutel voor verandering.”

9


ACTUEEL

De Belgische gezondheidszorg Het is geen toeval dat het symposium Medische Wereld op enkele jaren tijd is uitgegroeid tot een belangrijke graadmeter van de zorgsector.

“The creative destruction of medicine” heet het boek waarin de Amerikaanse arts Eric Topol de kenmerken van een digitale revolutie beschreef die volgens hem zou leiden tot betere gezondheidszorg. Maar er is natuurlijk veel meer aan de hand dan alleen dat. Wellicht is het juist omdat het symposium de rol van graadmeter van de zorgsector vervult dat de editie 2017, die plaats vindt op zaterdag 22 april op de Brussels Health Campus in Jette, voor het eerst zelfs drie auditoria vult.

Tijdens het symposium worden onderwerpen behandeld die actueel zijn en een weerslag kunnen hebben op iedereen die in de zorg actief is, én op de patiënt. In de voormiddag is ‘Preventie’ het thema en dat is vanuit meerdere invalshoeken al een heikel punt. Van de begroting van de Belgische gezondheidszorg wordt amper 2% aan preventie besteed terwijl er algemene consensus bestaat dat genezen waar mogelijk moet verschuiven naar voorkomen. Heel wat mensen hebben immers vermijdbare ziektes en de kost daarvan kan beter worden besteed aan medische problemen die niet te voorkomen zijn. Het zorgsysteem is echter vandaag overwegend curatief ingesteld, een arts wordt vergoed per prestatie en ziekenhuizen, dokters en huisartsen worden dus gestimuleerd om zoveel mogelijk patiënten te behandelen op zo weinig mogelijk tijd. De stimuli moeten dus veranderen en daarmee het gedrag van de artsen en zorgorganisaties.

Gedragsverandering patiënt Minstens even moeilijk is het gedrag veranderen van patiënten, niet in het minst omdat die op hun beurt juist door o.a. reclame tot ongezond gedrag worden aangezet. Gezond eten is duurder dan ongezond voedsel nuttigen en niet iedereen heeft het even breed. Niet toevallig vallen ongezondheid en armoede in vele gevallen samen. Het symposium verliest zich echter niet in een stroom algemene statements en vaststellingen, maar gebruikt cases als discussiebasis. Dat maakt

10


onder de scanner de presentaties zeer concreet. Zo heet één van de onderwerpen “Arts in Nood: De dokter is op”. Ook dat is immers preventie: de gezondheid van de zorgver-strekkers waarborgen. ‘Burn-out’ is een van de pijnlijke kenmerken van onze soms loodzware samenleving en de zorgsector ontsnapt er niet aan. Wie het meest geëngageerd is, dreigt het eerst slachtoffer te zijn en engagement is – gelukkig – een kenmerk van velen werkzaam in onze zorg.

“ Verder besparen op artsenlonen of mutualiteiten afschaffen?” Traditiegetrouw sluit een debat met politieke inslag de voormiddag af. Senior-writer en gezondheidszorgexpert van De Standaard Guy Tegenbos en prof. Dimitri Aerden van het UZ Brussel leggen het vuur aan de schenen van sleutelfiguren in onze Belgische gezondheidszorg: minister Maggie De Block (natuurlijk), Jo De Cock van het RIZIV (vanzelfsprekend), Luc Van Gorp van de CM (uiteraard), Peter Degadt van Zorgnet-Icuro (nog net, in zijn laatste jaar als gedelegeerd bestuurder), Marc Moens van BVAS (evident) en gezondheidsecononoom prof. Lieven Annemans van UGent (logischerwijs). Dat belooft dus – opnieuw – een pittig debat te worden, niet in het minst ook door de belangrijke thema’s die zullen worden aangekaart. Het thema “Verder besparen

Symposium Medische Wereld op 22 april

op artsenlonen of mutualiteiten afschaffen?” koppelt al meteen twee supergevoelige onderwerpen. “Toekomst van de ziekenhuisnetwerken” is een tweede debatthema. Het is bekend dat minister De Block in België 25 ziekenhuisnetwerken wil creëren, maar er is bovenal nog veel onbekend. De Belgische ziekenhuizen zijn in elk geval intensief aan het netwerken geslagen, maar die oefening dreigt nogal theoretisch te worden doordat de financiering van die netwerken niet duidelijk is en valt ook moeilijk als een netwerk niet tot een doeltreffende governance-structuur komt. Weer een heet hangijzer dus. “Inperken patiëntvrijheid versus blijvende overconsumptie?”. Overconsumptie is natuurlijk niet enkel toe te schrijven aan de patiënt alleen, maar meerdere studies tonen aan dat die wel mee door de patiënt wordt gestimuleerd. De keuzevrijheid van de patiënt beperken, gaat echter in tegen de wet op de patiëntenrechten en staat haaks op het discours over patient empowerment – de patiënt zelf aan het stuur van zijn zorg. Krijgen we een gezondheidszorg van betere kwaliteit maar met minder service en dus meer ontevreden patiënten? Goed aan het symposium is dat voor het debat ook ruim tijd wordt uitgetrokken.

Agressie tegen artsen In de namiddag vinden, geleid door Yves Desmet van Humo, drie sessies plaats die bijzonder actuele en moeilijke thema’s behandelen. “Agressie tegen artsen” is het eerste. Cijfers tonen aan dat de agres-

sie in onze samenleving toeneemt en ook de artsen dragen daar de sporen van. Dokters beveiligen de toegangsdeur en de wachtzaal van hun praktijk en dokters van wacht rijden met een taxi naar de patiënt thuis, de taxi wacht buiten tot ze terug zijn. Artsen en andere zorgverleners kiezen overwegend voor de job om bij te dragen tot het welzijn van anderen, maar wat als die anderen een gevaar betekenen? De “problematiek rusthuizen” is een ander pijnpunt van onze zorg vandaag en je hoort ouderen geregeld zeggen dat ze zich gestigmatiseerd voelen omdat ze doorlopend worden aangewezen als schuldig aan het failliet van de sociale zekerheid. Maar de realiteit is natuurlijk, zoals steeds, veel complexer en genuanceerder. De 3de sessie gaat over “15 jaar euthanasie, wat bij dementie?”. Het is wel duidelijk dat het symposium geen gevoelig onderwerp uit de weg gaat. Op het einde van de dag wordt de “Beurs Medische Wereld 2017” uitgereikt. Van ons mogen dr. Ben De Brucker en zijn dynamische ploeg, die samen dit bijzonder interessante, relevante en terecht succesvolle symposium organiseren, echter ook een prijs krijgen. De finale waardering krijgen ze echter van het groeiend aantal aanwezigen. De kans is groot dat het symposium al helemaal is uitverkocht, maar u kan het nog proberen via de site www.medischewereld.be. Accreditatie werd aangevraagd. EDGARD EECKMAN

11


ACTUEEL

De toekomst van diabeteszorg

Sensors, apps en ‌

De continue stroom aan data zal de arts met extra werk opzadelen. Maar de bedoeling is net om de meerwaarde van die bijkomende informatie in kaart te brengen.

12


Bloedglucosesensors zijn in geen tijd de nieuwe norm geworden voor diabetespatiënten. Ze bieden meer comfort – gedaan met al dat vingergeprik – én ze openen perspectieven voor een verbeterde opvolging van de aandoening. In het UZ Brussel gaat binnenkort een proefproject van start waarbij patiënten hun bloedglucosewaarden via een app naar de arts versturen.

overuren voor de arts

“Overspoeld werden we, nadat dit op tv en de in de kranten was verschenen. Het was werkelijk één lange stormloop van patiënten. Logisch ook, hoe zou je zelf reageren als je plots hoort of leest dat je niet langer elke dag opnieuw in je vinger moet prikken? Maar voor ons team is het wel een erg drukke periode geweest.” Prof. dr. Inge Gies blikt terug op de zomer van 2016, toen federaal minister van Volksgezondheid Maggie De Block besloot om bloedglucosesensors terug te betalen voor kinderen en volwassenen met diabetes. Als pediatrisch endocrinoloog-diabetoloog binnen de diabetesconventie voor kinderen en adolescenten in het UZ Brussel kan ze het belang van die beslissing perfect inschatten.

13


Een ander gesofisticeerd hulpmiddel voor diabetespatiënten, naast de bloedglucosesensor, is de insulinepomp. Enkele maanden geleden moesten diabetespatiënten een paar keer per dag in hun vinger prikken, bloed aanbrengen op telkens weer een nieuwe teststrip, hun bloedglucosewaarden aflezen van een metertje en alles noteren in hun dagboek. Een vervelend proces dat bovendien de nodige discipline vergt, zeker voor jonge kinderen niet altijd evident. Vandaag bevestigen patiënten een sensor met daarin een minuscuul naaldje op hun arm of hun buik. De waarden, die continu worden geregistreerd, kunnen ze eenvoudig aflezen van een speciaal toestel of via een app op hun smartphone. De sensor is waterbestendig – je kan er gerust mee gaan zwemmen – en blijft 1 tot 2 weken op de huid kleven. Type 1-diabetespatiënten krijgen hun sensors volledig terugbetaald van de ziekteverzekering, volwassen type 2-patiënten kunnen ze aan een sterk verminderde prijs aanschaffen.

De pomp wordt via een klein naaldje verbonden met de onderhuidse vetlaag van de patiënt en geeft voortdurend kleine doses kortwerkende insuline af in het lichaam. Terwijl patiënten met een insulinepen zich vier keer per dag moeten injecteren met langwerkende insuline, moeten pomppatiënten enkel de af te geven doses handmatig bijsturen. “En het is slechts een kwestie van tijd tot de sensor en de pomp aan elkaar gekoppeld worden in een volledig gesloten circuit”, voorspelt prof. dr. Inge Gies. “Lage bloedglucosewaarden zullen dan leiden tot een automatische verminderde insuline-afgifte, en omgekeerd. Zelf zal de patiënt niets meer hoeven aan te passen.”

Vervroegd pensioen Vandaag zijn er al pompen op de markt met een semi-automatisch gesloten circuit. Patiënten moeten nog zelf informatie ingeven, bijvoorbeeld over geplande maaltijden of sportactiviteiten, maar de koppeling tussen sensor en pomp beschermt hen wel al tegen zware hypoglycemie:

België is het eerste land dat voorziet in terugbetaling op zo’n grote schaal. Eerste in Europa

14

De sensors werden vóór afgelopen zomer amper gebruikt, ook waren ze al op de markt. “Eén sensor kost ongeveer 60 euro, dat is veel geld voor wie dat volledig zelf moet betalen. Zo goed als niemand gebruikte ze dus in de praktijk. Maar sinds de overheid in terugbetaling voorziet, is zowat 70 tot 80% van de patiënten overgestapt op dit systeem”, vertelt dr. Gies. “België is trouwens het eerste land dat voorziet in terugbetaling op zo’n grote schaal. We lopen hier internationaal echt wel mee in de kijker.”

bloedglucosewaarden veel beter opvolgen, en dat laat ons toe om sneller in te grijpen indien nodig.”

Dat zoveel mensen op zo’n korte tijd de switch hebben gemaakt, toont aan hoe belangrijk deze sensors wel zijn voor het comfort van de patiënt. Dr. Gies: “En het stopt niet bij een verhoogd gebruiksgemak. Dankzij de bijna realtime CGM (continuous glucose monitoring, nvdr.) kunnen we de

Eind vorig jaar selecteerde minister De Block 24 pilootprojecten rond het gebruik van mobile health-toepassingen in de zorg. De projecten zullen in het voorjaar van start gaan en een halfjaar duren. In de selectie: Intensive Tele-monitoring of Pediatric patients with Real Time – Continuous

Patiënten komen nu om de 2 tot 3 maanden op consultatie om hun waarden te laten uitlezen en te bespreken met het zorgteam. Van continue opvolging is voorlopig dus nog geen sprake. Maar daar komt binnenkort verandering in.

Applicatie


‘ Oppassen dat niemand uit de boot valt’ als de sensor sterk dalende bloedglucosewaarden registreert, wordt de insulinetoediening automatisch verminderd of stopgezet. Het Riziv onderzoekt momenteel de zorgeconomische aspecten van dit systeem. De volgende stap is de automatische bescherming tegen hyperglycemieën. Dr. Gies: “In de Verenigde Staten is dat systeem heel recent goedgekeurd. Eens het daar op de markt is gebracht, zal het wel snel tot bij ons doorsijpelen. En dan? Op naar de volledige closed loop. Aan het begin van mijn carrière zeiden we tegen onze pediatrische patiënten dat dit iets was voor wanneer zij met pensioen zouden gaan. Maar de realiteit zal ons waarschijnlijk inhalen.” Tel daar nog eens de impact van continuous glucose monitoring en mobile health bij, waardoor de gegevens in realtime en vanop afstand kunnen worden doorgestuurd, en het is duidelijk dat de rol van de arts in zo’n volautomatische omgeving ingrijpend zal veranderen. Dat weet ook dr. Gies. “Patiënten kunnen hun gezondheid steeds beter zelf monitoren en wij kunnen hen steeds gemakkelijk medisch opvolgen. Onze taak zal vooral liggen in het correct analyseren en interpreteren

van al die extra data en in de technische educatie van onze patiënten: we zullen hen moeten aanleren hoe ze de verschillende toestellen en applicaties correct kunnen gebruiken.”

Glucose Monitoring use in Type 1 Diabetes, een proefproject van het UZ Brussel onder leiding van dr. Gies. “In ons project zullen we de koppeling van een bloedglucosesensor aan een app op de smartphone uittesten. De bloedglucosewaarden die de sensor registreert, zullen via de app automatisch en op bijna-realtime basis naar het elektronisch patiëntendossier in het ziekenhuis gestuurd worden. Zo kunnen wij die permanent opvolgen met ons multidisciplinaire team”, aldus dr. Gies. “Om de twee weken zal er ook een teleconsultatie plaatsvinden waarbij we de insulinedoses kunnen bijsturen, bijvoorbeeld als een patiënt te veel hypoglycemische episodes vertoont.”

waarde van die bijkomende informatie in kaart te brengen. Uit de literatuur blijkt dat CGM met snelle en continue medische opvolging de metabole controle (HbA1C) kan verbeteren, met op langere termijn een betere gezondheid als gevolg. Dat gaan wij nu zorgeconomisch beoordelen. De vraag daarbij is: weegt de winst op het vlak van betere zorg, betere gezondheid en een verbeterde quality of life voor de patiënt op tegen de investering qua tijd en middelen?”, legt ze uit. “Tegelijkertijd zullen we een aantal erg praktische aspecten bekijken, zoals de honorering van de zorgverleners, de privacy van de gegevens, de integratie van data in het elektronisch medisch dossier en de toegang daartoe voor de huisarts, enzovoort.”

Dr. Gies beseft goed dat de continue stroom aan data haar en haar team met extra werk zal opzadelen. “Maar de bedoeling is net om de meer-

Prof. dr. Inge Gies

Digital natives Met de diabetesconventie voor kinderen en adolescenten in het UZ Brussel doet dr. Gies er alles aan om mee te blijven met laatste digitale ontwikkelingen. “De technologische evolutie is sterk voelbaar in de diabeteszorg. Zeker bij ons: wij hebben een jong doelpubliek dat van nature aandacht heeft voor de laatste technische snufjes.” Tegelijkertijd waakt ze ervoor té snel te gaan. “Een medical device zoals een afleestoestel gebruiken is misschien evident voor u en mij, maar dat is het niet voor iedereen. Idem met apps: niet iedereen kan daar even vlot mee overweg. Bovendien zijn er nog altijd heel wat mensen zonder smartphone. We moeten dan ook goed opletten dat dit geen verhaal met twee snelheden wordt; niemand mag uit de boot vallen.”

FRANK VERMEULEN

15


ACTUEEL

Doorbraak kankerbehandeling Behandeling voor melanoom kan een tweede maal werken Goed nieuws voor patiënten die getroffen worden door een vergevorderde vorm van een melanoom en waarbij een eerste behandeling slechts tijdelijk succesvol was. Het onderzoeksteam van professor Bart Neyns van het UZ Brussel heeft onderzocht hoe vaak een herbehandeling in specifieke gevallen nuttig kan zijn. Voorts zijn ze ook in staat om via een speciale bloedtest na 2 weken behandeling al te voorspellen wie zal geholpen zijn met de herbehandeling. De resultaten van de studie werden gepubliceerd in The Lancet Oncology.

Alle patiënten waren getroffen door metastasen van een melanoom met een mutatie (moleculair genetische wijziging) in het BRAF-gen op positie V600. Deze patiënten waren initieel succesvol geholpen door een behandeling met doelgerichte medicijnen tegen BRAF en MEK, twee moleculen die de kankercel nodig heeft om te overleven. Hun ziekte werd na verloop van tijd echter weerstandig aan deze behandeling en zij moesten de behandeling stoppen. Professor Bart Neyns merkte occasioneel op dat na verloop van tijd deze medicijnen opnieuw konden aanslaan.

Studie over 2 jaar

Prof. dr. Bart Neyns

25 patiënten succesvol herbehandeld Het klinisch onderzoek dat werd opgezet en geleid door prof. Bart Neyns werd op 5 maart gepubliceerd in het medische tijdschrift The Lancet Oncology. In de studie werden 25 patiënten (van het UZ Brussel en het UZ Gent) met een gevorderd melanoom succesvol herbehandeld met een behandeling die ze voorheen reeds hadden gekregen.

16

Gedurende de voorbije 2 jaar voerde het onderzoeksteam van prof. Neyns een klinische studie uit om na te gaan hoe vaak herbehandeling nuttig kan zijn. Bij 18 van de 25 patiënten bleek dat een herbehandeling met dabrafenib en trametinib (TafinlarTM en MekinistTM; Novartis) de uitzaaiingen van het melanoom kon doen verkleinen. Bij 8 patiënten verkleinde de metastasen zelfs in die mate dat ze een ‘partiële respons’ hadden volgens de RECISTv1.1 criteria. Bij alle patiënten die gunstig reageerden bedroeg de periode tussen de eerste behandeling en herbehandeling minstens 12 weken. Alle patiënten werden in die tussentijd blootgesteld aan immunotherapie, echter zonder voldoende succes.

Na 2 weken duidelijkheid “Deze resultaten zijn erg belangrijk”, verduidelijkt prof. Neyns. “Ze kunnen ons duidelijk maken dat we met redelijke kans op succes nog eens opnieuw kunnen herbehandelen in omstandigheden waar we momenteel geen doeltreffende standaardbehandeling beschikbaar hebben. Bovendien zijn er geen nieuwe veiligheidsproblemen opgemerkt.” Het onderzoeksteam toonde ook aan dat een bloedtest die de aanwezigheid van tumor DNA in het bloed opspoort (BRAF V600mut cfDNA test; Idylla™ ctBRAF Mutation prototype assay on the Idylla™ system [Biocartis]) na 2 weken behandeling reeds kan voorspellen wie zal geholpen zijn met de herbehandeling. Prof. Bart Neyns: “Conceptueel zijn de resultaten erg belangrijk omdat ze bewijzen dat, tenminste voor wat betreft de verworven resistentie aan BRAF-inhibitoren bij behandeling van melanoom, deze resistentie reversibel is na verloop van tijd. Dat is niet het geval voor vele behandelingen in de oncologie en vormt een doorbraak in onze kennis. Het opent mogelijkheden om herbehandeling of intermittente behandeling met BRAF/MEK-inhibitoren te positioneren in nieuwe combinatiestrategieën.”

ELLEN COOPMAN


COLUMN Prof. dr. Jean-Paul Van Bendegem Jean-Paul Van Bendegem is gewoon hoogleraar aan de faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de Vrije Universiteit Brussel. Hij is licentiaat wiskunde en doctor in de wijsbegeerte. Hij woont in Gent.

Bij mij zijt ge veilig Met het aantreden van president Donald Trump – persoonlijk verkies ik te spreken van King Donald I gezien zijn duister des- en helder nepotisme – is één ding heel erg duidelijk geworden: we zullen meer en meer belang moeten besteden aan ons taalgebruik. Als een presidentiële woordvoerder spreekt van ‘alternatieve feiten’ dan is voorzichtigheid geboden. (Voorspelling: creationisme zal in de biologieles onderwezen worden niet omdat het zogezegd een alternatieve theorie is maar wel alternatieve feiten presenteert). Daarom wil ik met deze column een oproep lanceren: laat ons even nadenken over woorden die we nu gebruiken, misschien wel evident vinden maar die aan vervanging, zo niet verbetering toe zijn. Het woord waarbij ik graag even wil stilstaan is ‘vluchteling’. We hebben er allemaal mee te maken, het UZ Brussel in het bijzonder.

Laten we vluchteling voortaan veilige noemen. Wat betekent dat precies, een vluchteling zijn? Wie vlucht vanuit een plaats A wil daar weg omdat de situatie onveilig is, meestal levensbedreigend. Wie vlucht wil naar ergens anders toe, naar een plaats B. Is plaats B ook onveilig dan stopt de vlucht niet. Er is maar één manier waarop de vlucht kan ophouden.

Hij of zij is terecht gekomen op een plaats C waar hij of zij zich veilig voelt. Dat betekent ook dat daardoor de betrokken persoon ophoudt vluchteling te zijn. Het betekent tegelijkertijd niet dat de persoon zou ‘aangekomen’ zijn want alles is bepaald door de plaats A waarvan men weg wil. Nu weet ik wel dat er heel wat discussie kan bestaan over wat een veilige plaats is. Voor de één is dat het Verenigd Koninkrijk, voor de ander is dat Duitsland (terecht of niet). Maar, als je ophoudt vluchteling te zijn dan is het verkeerd om, eenmaal hier, nog steeds ‘vluchteling’ te worden genoemd. Eigenlijk zouden we ze beter ‘veilige’ noemen en dat is mijn voorstel. Voordeel één: je wordt er continu aan herinnerd dat dat de reden is waarom die mens hier is, om zich veilig te voelen en even op adem te kunnen komen. Voordeel twee: je gaat op een andere en, ik hoop, kritischer manier spreken over het regeringsbeleid. Wat men nu doet is de ‘veilige’ duidelijk maken dat het hier niet veilig is en dat de ‘veilige’ dus best terug ‘vluchteling’ wordt. Voordeel drie: komt er ooit een moment waarop de veiligheid in A terug verzekerd is, dan is het niet een vluchteling die huiswaarts keert maar een veilige die, eenmaal thuis, ophoudt een veilige te zijn omdat hij geen reden tot vluchten meer heeft. Hij of zij is gewoon terug thuis.

17


VAN NADERBIJ BEKEKEN

ADHD en verslaving … Inzetten op coaching en training

Kinderen met ADHD lopen een hoger risico om andere stoornissen of een verslaving te ontwikkelen wanneer ze volwassen worden. Daarom is het belangrijk om de stoornis tijdig te detecteren en te behandelen. Kinderen met ADHD groeien niet per se uit hun stoornis wanneer ze volwassen worden, al kan de manier waarop de symptomen tot uiting komen in de overgang van kind naar volwassene wel verschillen. Zo ziet men bij volwassenen met ADHD dat de symptomen van onoplettendheid zich eerder manifesteren in termen van slecht timemanagement, vergeetachtigheid en snel afgeleid zijn tijdens het uitvoeren van administratief werk, terwijl hyperactieve-impulsieve symptomen zich

18

bij volwassenen eerder uiten als een subjectief gevoel van rusteloosheid, het vaker wisselen van job en relatie, snel geïrriteerd of boos worden of anderen onderbreken.

Viermaal meer stemmingsstoornissen De concentratieproblemen en de impulsiviteit hebben een negatieve weerslag op het functi-


oneren waardoor deze kinderen veel straf krijgen, afgewezen worden door de klasgenootjes, moeten dubbelen of afzakken naar een lagere richting en uiteindelijk terechtkomen in een job onder hun intellectuele mogelijkheden. Hierdoor hebben ze vaak een laag zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen. Als de impulsiviteit voorop staat, komen daar dikwijls sport- en verkeersongevallen bij en soms contact met politie/justitie. Bij volwassenen met ADHD zien we dan ook tot viermaal meer stemmingsstoornissen, angststoornissen en middelenmisbruik dan in de algemene bevolking. Kinderen met ADHD lopen dubbel zoveel risico om een middelengebonden stoornis te ontwikkelen dan kinderen zonder ADHD. Alle reden dus om de aandoening zo vroeg mogelijk te herkennen en te behandelen.

ADHD blijft soms onder de radar Toch wordt de stoornis nog dikwijls over het hoofd gezien en blijft daardoor ook onbehandeld. In België lijdt 4.1% van de volwassenen aan ADHD. In een goed pedagogisch milieu met voldoende structuur en met eerder lage eisen voor het kind, blijven zware problemen meestal achterwege en kan de ADHD in de kindertijd onopgemerkt blijven. Pas wanneer er tijdens de overgang naar het volwassen leven veranderingen in omkadering komen en er ook hogere verwachtingen en verantwoordelijkheden gesteld worden, kunnen de symptomen zichtbaar worden en komt er een vraag naar hulp, bijv. bij het aanvatten van hogere studies, een eerste werkervaring of bij het alleen gaan wonen. Daarnaast kunnen de symptomen gemaskeerd worden door de aanwezigheid van andere (comorbide) stoornissen. Bij patiënten met een verslavingsprobleem worden vaak alle klachten en het slecht functioneren aan het middelenmisbruik of aan de ontwenning toegeschreven. Gezien de hoge prevalentie van ADHD bij verslaving is het aanbevolen om iedereen te screenen op ADHD. Een korte test kan aangeven bij wie verder onderzoek moet gebeuren.

PROF. DR. FRIEDA MATTHYS

OMGAAN MET ADHD BIJ VERSLAVING Het behandelen van patiënten met een verslavingsproblematiek en ADHD is lange tijd een heikel punt gebleven. De ADHD medicatie (methylfenidaat en atomoxetine) heeft doorgaans een goed effect op de symptomen, zij het minder uitgesproken wanneer er ook een probleem is met alcohol of drugs. Uit onderzoek is gebleken dat volwassenen met ADHD en een verslavingsprobleem niet zozeer vragen naar medicatie maar vooral coaching en training willen om beter te leren omgaan met de ADHD-symptomen. Het boek ‘Omgaan met ADHD bij verslaving’ van Frieda Matthys, Annelien Bronckaerts, Cleo L. Crunelle probeert daar een antwoord op te geven. Het boek is bedoeld voor hulpverleners die het verbeteren van de ADHD-symptomen mee willen nemen in hun behandeling van het verslavingsprobleem. Het biedt enerzijds suggesties om het behandelprogramma (residentieel of ambulant) aan te passen aan deze doelgroep, aan hun ongeduld, hun vergeetachtigheid en hun beperkte concentratieduur. Anderzijds worden in tien modules praktische oefeningen beschreven om specifieke problemen in het functioneren aan te pakken: timemanagement, administratie ordenen, impulsiviteit, emotie-regulatie, sociale vaardigheden, enz. Om het helemaal praktisch te maken zijn ook werkbladen toegevoegd die de patiënt kan gebruiken om concreet te oefenen. Bij het boek hoort een website waar naast deze werkbladen ook de trainingen en de integrale Richtlijn voor de diagnose en behandeling van volwassenen met ADHD en verslaving kunnen gedownload worden. ‘Omgaan met ADHD bij verslaving’ werd gepubliceerd door Garant en telt 177 bladzijden. ISBN: 9789044134063.

DIENSTVERANTWOORDELIJKE PSYCHIATRIE

19


ACADEMISCH EN ANDER

NIEUWS Vrijwilligers gezocht voor studie over geheugenverlies Kent u iemand die tussen de 60 en 85 jaar oud is en bezorgd is dat hij/ zij geheugenverlies zou krijgen in de toekomst? De dienst Geriatrie van het UZ Brussel zoekt vrijwilligers voor een onderzoek naar de veiligheid en effectiviteit van een medicijn dat eventueel geheugenverlies door Alzheimer kan helpen vertragen. De dienst zoekt personen die nog geen symptomen hebben, maar die bezorgd zijn dat ze in de toekomst Alzheimer kunnen krijgen. Kent u iemand die in aanmerking komt of wenst u meer informatie over het onderzoek? Bel dan (vrijblijvend) op het nummer 02 801 25 82.

Nieuwe hoop voor patiënten met diabetes type 1

20

De onderzoeksgroep van Patrick Collombat (l'Unité 1091 "Institut de biologie Valrose" Inserm/CNRS/Université de Nice Sophia Antipolis) heeft samen met een internationaal team, waaronder de onderzoeksgroep van Harry Heimberg (BEtacel NEogenese, Vrije Universiteit Brussel), aangetoond dat GABA, een neurotransmitter die ook als voedingssupplement wordt gebruikt, herstel induceert van insuline-producerende bètacellen. Deze ontdekking, die gebeurde in muizen en deels werd bevestigd in humane cellen, brengt nieuwe hoop voor patiënten met type 1-diabetes. De studie werd gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Cell.


©VKGroup en Beat Streuli

Startschot Medisch Technisch Blok Begin 2017 zijn de voorbereidende werkten gestart voor de bouw van het nieuwe Medisch Technisch Blok. Het is het grootste en meest ingrijpende bouwproject van het Ruimteplan van het UZ Brussel. In dit gebouw zullen medische beeldvorming, het oncologisch centrum, intensieve geneeskunde, hemodialyse, anatomo-pathologie, het operatiekwartier, het chirurgisch dagziekenhuis, het cathlab en de logistiek ondersteunende diensten ondergebracht worden. Het Medisch Technisch Blok zal afgewerkt zijn in 2025.

UZ Brussel is Top Employer Jaarlijks certificeert het Top Employers Institute wereldwijd organisaties die goed scoren op uiteenlopende criteria van het HR-beleid, waaronder leiderschapsontwikkeling, carrièreontwikkeling en talentmanagement. Na een grondige audit kreeg het UZ Brussel de erkenning Top Employer 2017. Jan Van Raes, directeur HR: "Deze erkenning is voor het ziekenhuis een belangrijke stimulans om de dienstverlening aan de meer dan 3.700 personeelsleden blijven te verbeteren. Dit label is ook belangrijk voor het ziekenhuis als werkgever. Zeker in een jaar waarin het, onder andere dankzij de sterke groei van het ziekenhuis, diverse vacatures heeft.” Interesse in een job bij het UZ Brussel? Neem dan een kijkje op www.werkeninhetuzbrussel.be.

Polikliniek Dilbeek verhuist naar Oudesmidsestraat De polikliniek van het UZ Brussel verhuist in het najaar 2017 naar de Oudesmidsestraat in het centrum van Dilbeek. In tegenstelling tot eerdere berichten, zal de radiologiepraktijk van het UZ Brussel niet mee verhuizen naar de nieuwe locatie. Die praktijk blijft gevestigd op de Verheydenstraat in Dilbeek. Zo kan er binnen de nieuwe ruimte optimaler gewerkt worden en meer comfort geboden worden aan de patiënt. De nieuwe locatie langs de Oudesmidsestraat (residentie Biekorf) is rustiger gelegen, biedt meer parkeermogelijkheden en is technologisch beter uitgerust t.o.v. zijn voorganger.

21


ACADEMISCH EN ANDER

NIEUWS Smart Grid genomineerd voor Facility Awards

Het Smart Grid project van het UZ Brussel is een van de zes genomineerden in de categorie ‘Facility Management Project of the Year' van de Facility Awards 2017. Het project omvat het ontwerpen, bouwen en testen van de nieuwe hoogspanning- en noodstroominstallatie van het UZ Brussel. De Facility Awards bekroont elk jaar een team dat – aan de hand van een project dat ondermeer het beheer

van gebouwen, de werkomgeving, de facilitaire dienstverleningen, mobiliteit en vlootbeheer optimaliseert – bijdraagt tot het succes van de onderneming of de instelling waar men tewerk is gesteld. In april wordt het project door het UZ Brussel voorgesteld aan de vakjury. Samen met een publieksstemming zal die vakjury bepalen wie wint. Stemmen kan vanaf 1 april tot 4 mei via de website: www.ifma.be.

Laparoscopische chirurgie via slechts één ingangspoort in de navel door middel van diverse poortapparaten en aangepast gebogen instrumenten is al sinds meerdere

Save the date: zaterdag 20 mei 2015 Op 20 mei vindt de eerste ontmoetingsdag heelkundige specialismen over robotchirurgie plaats. Men maakt een analyse van 1 jaar robotchirurgie in het UZ Brussel. De techniek wordt praktisch geïllustreerd en geplaatst in het kader van een optimale zorg voor de patiënt. Meer informatie en het programma is te vinden op www.uzbrussel.be.

22

jaren beschikbaar. Veel chirurgen hebben deze techniek geprobeerd maar evenveel ondervonden geen werkelijk voordeel van deze aanpak. Het hanteren van de instrumenten was niet zo eenvoudig en zeker meer geavanceerde ingrepen waren soms moeilijker uit te voeren. Eind 2016 werd aangepaste apparatuur (met fijnere instrumenten) voor Single-Site chirurgie met de nieuwe DaVinci Xi operatierobot beschikbaar. De dienst Gynaecologie van het UZ Brussel kon hiermee als eerste in België en als één van de eersten in Europa van start gaan om er gynaecologische ingrepen mee uit te voeren. Het cosmetische voordeel van Single-Site is overduidelijk, maar is waarschijnlijk niet de enige of belangrijkste reden om het soms te verkiezen boven de klassieke multi-poort robotchirurgie. De lagere totale kost per procedure

©2016 Intuitive Surgical, Inc

Eerste SINGLE-SITE robotchirurgie procedure voor DaVinci Xi in België

kan voor eenvoudige en ongecompliceerde gevallen een zeer goede reden zijn om de voordelen van robotchirurgie toch te benutten als een alternatief voor gewone laparoscopie of openbuikchirurgie (laparotomie). De zorgvuldige kleine incisie veroorzaakt mogelijk minder pijn en daarom zouden dergelijke ingrepen ook toegepast kunnen worden in kortverblijf of dagchirurgie.


zaterdag

9:00

PREVENTIE IN DE MEDISCHE WERELD

Moderatoren: Dr. P. Martens, Huisarts | Prof. dr. P. Hoebeke, UZ Gent

22 april 2017

Is sport de remedie tegen fibromyalgie en CVS? Dr. E. Joos | Fysische Geneeskunde UZ Brussel

Waarom campagne voeren tegen darmkanker?

Dr. L. Colemont | CEO vzw Stop Darmkanker

Lage rugpijn is geen reden om niet te werken! | neurochirurg AZ Nikolaas

Arts in Nood: De dokter is op! Dr. M. Bafort

11.00

DEBAT GEZONDHEIDSZORG 2017

Moderatoren: Prof. dr. D. Aerden, UZ Brussel | Dhr. G. Tegenbos, De Standaard

Een kwaliteitsvolle gezondheidszorg nu en in de toekomst Minister M. De Block, minister van Sociale Zaken & Volksgezondheid| Dhr. J. De Cock, Administrateur-Generaal Riziv

Dhr. L. Van Gorp Dhr. P. Degadt, gedelegeerd bestuurder Zorgnet Icuro | Dr. M. Moens Prof. dr. L. Annemans, gezondheidseconoom UGent Verder besparen op artsenlonen of mutualiteiten afschaffen? Dr. J. Billiouw, OLV Aalst| Mevr. V. Van Peel, NVA | Dhr. P. Callewaert, SocMut Toekomst van de ziekenhuisnetwerken , ASGB Prof. dr. M. Noppen, CEO UZ Brussel | Dr. M. Rosseel, ASZ Aalst| Mevr. I. Weeghmans

14.15

Dhr. E. Eeckman, UZ Brussel | Dr. D. Van Duppen, PVDA

DEBAT ETHIEK EN ECONOMIE

INSCHRIJ VE

Moderatoren: Dhr. Y. Desmet, HUMO | Prof. Dr. M. Decramer, CEO UZ Leuven

www.me

Agressie tegen artsen: feiten en oplossingen

Minister J. Jambon, minister van Binnenlandse Zaken Prof. dr. M. Deneyer, Medische Deontologie & Bio-ethiek VUB | Dhr. J. Uvin, Dr. R. Van Giel

coach

Mevr. B. Van Den Heuvel, Kabinet van minister Jo Vandeurzen Dr. M. Huylebroeck, CRA & huisarts | Dhr. R. Thomaes, Dhr. W. Vertongen Dhr. B. Bruggeman, CEO GVO Dhr. J. De Muynck, CEO Zorgbedrijf Prof. Dr. W. Distelmans, oncoloog UZ Brussel | Prof. Dr. Em. E. Vermeersch, ethicus UGent Prof. Dr. J. Versijpt, neuroloog UZ Brussel | Prof. Dr. Em. P. Schotsmans, priester Aartsbisdom

N

dischewe reld.be LOCATIE

Geneeskunde en Farmacie VUB

DEELNAME Student/ASO/HAIO €15 Anderen €50

ACCREDITATIE Ethiek en Economie 4 CP

Mechelen-Brussel & Medische Ethiek KU Leuven

Wetenschappelijk Steunfonds VUB

23


ETISCHE REFLECTIE Prof. dr. Patrick Lacor is internist en voorzitter van de reflectiegroep voor biomedische ethiek van het UZ Brussel

Evidence based truth Het begrip waarheid is de laatste tijd vaak besproken. Zo werd in de media aandacht besteed aan de techniek die politici, wanneer zij zich tot het publiek richten, gebruiken om beweringen als feiten te duiden, onafgezien van de wijze waarop het waarheidsgehalte ervan gemeten werd en hoe hoog of hoe laag dit dan wel is. Men bedacht de term post-truth, als de beschrijving van een politiek betoog waarin objectieve feiten minder van invloed zijn op de sturing van de publieke opinie dan de wijze waarop emotie en persoonlijke overtuiging bespeeld worden. Anders gezegd: de argumentatie over wat de waarheid weergeeft, wordt niet meer gevoed met ‘feiten’ maar met ‘beweringen’ die gehoord en als correct geïnterpreteerd worden. Dit proces heeft in de grond eigenlijk meer te maken met geloof, dan met rationaliteit: de perceptie van waarheid volgt uit wie het zegt (en hoe), niet uit wat er gezegd wordt. Er werd over deze nieuwe term veel gepraat en geschreven. Post-truth klinkt immers als

Volg het ziekenhuis ook op twitter, facebook, Google+ en via de blog http://blog.uzbrussel.be www.facebook.com/UZBrussel en www.twitter.com/uzbrussel ( @uzbrussel )

niet passend bij het op de rede gebaseerd verlicht denken, dat zich sinds enkele eeuwen in de fundamenten van onze westerse maatschappij heeft ingebed. Op het eerste gezicht lijkt verontwaardiging ook voor de hand liggend: wij willen rationele keuzes maken op basis van inzage en afweging van alle relevante feiten, en niet beïnvloed worden door subjectieve emotie.

voor ons zit. Hoe ervaren wij ook mogen zijn, het pad van ons medisch denken is nooit vrij van valkuilen. En hoe empowered de patiënt ook is, hij of zij laat vaak het vertrouwen in de arts doorwegen wanneer een kernbeslissing dient getroffen. Als dan de evidence er niet is om de arts te loodsen, dan is het voorgestelde zorgplan misschien ook een vorm van post-truth.

Post-truth of evidence based medicine?

Spreken over de waarheid, en haar gebruiken om anderen te betrekken bij een programma dat deels of geheel hun welzijn zal bepalen, is dus een bijzonder subtiele opdracht. Het vergt de capaciteit en de wil tot kritische analyse van het onderwerp en van de eigen, persoonlijke visie daarop. Die laatste dient strikt genomen opzijgezet, omdat de waarheid haar niet nodig heeft. Het bijzondere is dat in ons huidig model van medische zorg de patiënt de persoonlijke visie van de arts wél nodig heeft. De routine van elke dag kan dus verscheurender zijn dan we denken: hoe waar is evidence in het licht van wat wij veronderstellen over de toestand hic et nunc van die ene patiënt?

En toch leidt een verdere reflectie tot het inzicht dat kiezen en beslissen niet altijd volgens een of ander mathematisch-algoritmisch model verlopen. De geneeskunde is daar een voorbeeld van. De kennis die artsen aanwenden bij de diagnose en de behandeling van aandoeningen (of ruimer: gezondheidsklachten) wordt wel steeds getoetst aan de principes van de evidence based medicine maar is niet altijd per se aangepast aan die ene, individuele patiënt die


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.