Wekelijks magazine bij jouw krant • 23 maart 2019
WAAROM THUISZITTEN NIET HELPT BIJ BURN-OUT
P. 3 - ARBEIDSPSYCHOLOOG WILMAR SCHAUFELI: "Burn-out is een samenlevingsprobleem"
P. 4 - DOSSIER BURN-OUT Schieten re-integratietrajecten hun doel voorbij?
P. 7 - LANGDURIG ZIEK Wat gebeurt er met je loon?
23 maart 2019 - vacature.com
2
BURN-OUT:
DE ZIEKTE VAN HET TEVEEL, VROEGER EN NU Burn-out is een beschavingsziekte, zegt filosoof Pascal Chabot. In plaats van allerlei individuele therapieën op poten te zetten, zouden we eerder ons economisch denken en handelen in vraag moeten stellen. Klopt dat?, vroegen we aan arbeidspsycholoog Wilmar Schaufeli. Tekst: HERMIEN VANOOST
“Mentale uitputting is van alle tijden”, verzekert professor arbeidspsychologie WILMAR SCHAUFELI (Universiteit Utrecht, KU Leuven). “Zakenlui rekenden aan het einde van de negentiende eeuw ook al af met de symptomen van wat wij nu een burn-out zouden noemen. De redenering van de dokters toen was dat hun jachtige leven en de constante overprikkeling door telefoon, telegraaf, dagbladen en stoomtreinen hun zenuwen verzwakten, waardoor ze extreem vermoeid waren en niet meer in staat om te werken. Neurasthenie klonk de diagnose, of zenuwzwakte.” Niets nieuws onder de zon dus. Ook al zijn de jobs vandaag helemaal anders, de klachten van de huidige generatie op de arbeidsmarkt zijn dezelfde als die van hun collega’s uit de industriële samenleving. Schaufeli: “In plaats van de krant en de telegraaf zijn het nu onze computer en smartphone die ons overprikkelen. We krijgen de informatie niet verwerkt en raken uitgeput.”
DE ZIEKTE VAN HET TEVEEL “Burn-out is de ziekte van het teveel dat we in deze tijd ervaren”, vat filosoof Pascal Chabot het samen in zijn boek ‘Filosofie van de burn-out’. In zijn ogen is burn-out een beschavingsziekte en moeten we de oplossing niet bij het individu, maar wel bij de samenleving zoeken. In plaats van individuele gevallen van burn-out te behandelen en allerlei preventieve maatregelen te nemen, roept hij op om de omstandigheden en de organisatie van werk te analyseren en proberen te veranderen. “Dat burn-out niet alleen een individueel probleem, maar ook een probleem van de samenleving is, klopt”, reageert Wilmar Schaufeli. “De globalisering, de digitalisering, de commercialisering: je kunt vermoeden dat die ontwikkelingen ons mentale functioneren beïnvloeden, en wellicht niet altijd op een even positieve manier. Helaas bestaat er geen toverstokje om die maatschappij in 1, 2, 3 bij te sturen. Het is logischer en makkelijker ook om met individuen en organisatie te werken en vandaaruit dingen te veranderen.” TAAK VAN HET BELEID Of het dan geen taak van de beleidsmakers is om maatschappelijke ontwikkelingen in de juiste richting te sturen? “Ik denk dat je de slagkracht van de politiek dan overschat. Wat het beleid doet, is regels maken over hoe we met elkaar omgaan. Hoe we als samenleving evolueren, daar hebben beleidsmakers al bij al niet zoveel grip op. Als het gaat over burn-out bijvoorbeeld kunnen ze wel zeggen dat organisaties naar psychosociaal welzijn van werknemers moeten peilen en preventieve maatregelen moeten nemen, maar uiteindelijk zijn het de werkgevers zelf die de bakens moet verzetten.”
23 maart 2019 - vacature.com
3
AANPAK BURN-OUT
"Zo snel mogelijk actie ondernemen is de boodschap" Het aantal werknemers dat langer dan een maand afwezig blijft door ziekte, loopt verder op. De wetgeving rond re-integratie lijkt daar voorlopig weinig aan te veranderen. Hoe kan het beter? Tekst: HERMIEN VANOOST
Werknemers waren vorig jaar gemiddeld 12,6 dagen afwezig door ziekte. Dat zijn drie dagen meer dan in 2008. Vooral het aantal werknemers dat langer dan een maand (en minder dan een jaar) thuis zit, piekt. Hr-dienstverlener SD Worx, dat de loongegevens van 700.000 werknemers uit de privé verwerkt, berekende dat in 2018 maar liefst 12,3 procent van de Belgische loontrekkenden tussen een maand en een jaar thuis bleef door ziekte. ONTSLAG DOOR MEDISCHE OVERMACHT De wettelijk omkaderde re-integratietrajecten, die de terugkeer van langdurig zieke werknemers vlotter moet laten verlopen, lijken in de cijfers voorlopig weinig effect te hebben. Sinds 1 januari 2017 kunnen zowel de werknemer, zijn arts, de werkgever (pas na vier maanden arbeidsongeschiktheid) als de adviserende arts van het ziekenfonds het initiatief nemen om zo’n traject te starten. Komt er een vraag binnen, dan is het aan de arbeidsgeneesheer om binnen de veertig dagen de mogelijkheden in te schatten. In 2017, het jaar waarin de re-integratieregelgeving van kracht werd, zouden volgens de Nationale Arbeidsraad 16.000 officiële aanvragen tot re-integratie zijn ingediend, waarvan 61 procent afkomstig van de werknemers en 27 procent van de werkgevers. Opval-
4
lend daarbij is dat het merendeel van de adviezen negatief was. In twee op de drie gevallen oordeelde de bedrijfsarts dat de medewerker definitief ongeschikt en dus niet in staat was om het overeengekomen of aangepast werk uit te voeren. Schieten de re-integratietrajecten hun doel dan voorbij? DIRK WIJNS, directeur van Acerta Consult, vindt van niet: “In de praktijk zien we wel degelijk positieve effecten. Het aantal werknemers dat na lange afwezigheid het werk geleidelijk heeft hernomen (= progressieve werkhervatting, nvdr), is in 2017 licht gestegen tegenover de voorgaande jaren. Bovendien stellen we vast dat sinds de komst van de nieuwe regelgeving en de striktere
"Herstellen van een burn-out doe je niet door maanden in de zetel te liggen." Lode Godderis, KU Leuven procedures werkgevers niet meer, maar minder tot ontslag om medische redenen overgaan. In 2016 werd 3,26 procent van de contracten om deze reden beëindigd, in 2018 was het 2,69 procent.” Hoewel hij nog veel ruimte voor ver-
vacature.com - 23 maart 2019
betering ziet, valt ook voor LODE GODDERIS, professor arbeidsgeneeskunde aan de KU Leuven en directeur onderzoek bij IDEWE, de balans positief uit. “Wat ik een interessante evolutie vind, is dat werknemers die langdurig afwezig zijn wegens ziekte steeds vaker zelf bij de bedrijfsarts aankloppen om het over hun terugkeer naar het werk te hebben. IDEWE voert op jaarbasis 30.000 onderzoeken rond werkhervatting uit. Slechts 10 procent daarvan gebeurt in het kader van die officiële re-integratietrajecten. Werknemers maken dus gretig gebruik van de mogelijkheid tot informeel overleg. Dat kan ik alleen maar toejuichen.”
schiktheid bij de psycholoog en na zes tot acht weken bij de bedrijfsarts langsgaat. “Dat laatste gebeurt nu te weinig en te laat. Nochtans is het cruciaal om ook de oorzaken aan de kant van het werk aan te pakken. Waar is het fout gelopen? En hoe kunnen we het anders aanpakken?” Het proefproject van Godderis wordt momenteel in het hele land uitgerold. Overal kunnen werknemers met een burn-out via hun huisarts in het tra-
HUISARTS ALS SPILFIGUUR Zelf is Godderis druk bezig met de ontwikkeling van een nieuw zorgpad rond burn-out, een van de redenen voor de grote uitval van werknemers vandaag. “Werknemers met een burnout blijven gemiddeld acht maanden afwezig van het werk. Dat is te lang. Als we de mensen sneller bij de juiste hulpverleners brengen, zouden ze sneller terug aan het werk zijn. Herstellen van burn-out doe je immers niet door in de zetel te liggen, het vraagt actie en ondersteuning.” Daarom heeft hij samen met het RIZIV een traject uitgetekend waarbij de werknemer al na vier weken arbeidsonge-
Annick Maenhoudt, AG Insurance
"Er vallen niet alleen meer mensen uit, het duurt ook erg lang voor ze terug aan het werk gaan."
ject stappen. “De huisarts is de spil van het traject. Aangezien hij de eerste persoon is bij wie de werknemer met zijn klachten aanklopt, is het logisch dat de coördinatie bij hem ligt. We merken daar een grote bereidheid toe. Huisartsen weten het nu vaak ook niet zo goed wanneer een patiënt met een burn-out voor hen zit. De diagnose is niet gemakkelijk te stellen, laat staan dat ze de juiste hulp kunnen bieden en de terugkeer naar werk kunnen stimuleren.” De deelnemers van het proefproject zullen een jaar lang ge-
volgd worden, om zo de effecten van het traject heel precies in kaart te kunnen brengen. “Sowieso is het de bedoeling dat dit traject blijft bestaan, mits eventuele aanpassingen. We hopen hiermee een instrument in handen te hebben waarmee we werknemers met een burn-out effectief kunnen helpen. En op kortere termijn.” ONVERZEKERBAAR RISICO Godderis is niet de enige die zich vol voor de re-integratietrajecten bij burn-out engageert. Ook AG Insurance ontwikkelde voor zijn professionele klanten een programma om de terugkeer van werknemers met stressgerelateerde aandoeningen te bespoedigen. “Werkgevers kunnen bij ons voor hun werknemers een verzekering gewaarborgd inkomen afsluiten”, legt ANNICK MAENHOUDT, Director Health Care, uit. “Wordt die werknemer in de loop van zijn carrière arbeidsongeschikt, dan krijgt hij van ons een vervangingsinkomen. De laatste jaren zagen we een enorme toename van het aantal afwezigheden door burn-out. Er vallen niet alleen meer mensen uit, het duurt ook erg lang voor ze terug aan het werk gaan. Als we die trend niet keren, zou de premie veel te hoog en het risico voor de werkgever uiteindelijk onverzekerbaar worden.” Sinds 2017 biedt AG Insurance zijn verzekerden daarom een extra dienst aan. Ligt de oorzaak van de uitval bij een stressgerelateerde aandoening, dan contacteert de verzekeraar de werknemer met het voorstel om in een re-integratietraject te stappen. Het verloop daarvan toont gelijkenissen
met het zorgpad van Lode Godderis. Maenhoudt: “In de eerste fase ligt de nadruk op recuperatie en psychosociale begeleiding, met de bedoeling de veerkracht van de werknemer op te krikken. We werken hiervoor samen met drie partners, die elk hun eigen aanpak hebben. Daarna zetten we in op jobcoaching en denken we samen met de werknemer na over hoe de terugkeer er zou kunnen uitzien. Moeten de taken worden aangepast? Is het beter om eerst deeltijds te hernemen? Is de werknemer klaar om de stap naar de werkvloer te zetten, dan blijven de coaches paraat om ondersteuning te bieden.” Sinds de start hebben een duizendtal mensen het programma aangevat. 150 hebben het intussen ook voltooid, waarvan 80 procent met succes. Zij hebben het werk na zes à acht maanden kunnen hervatten, een resultaat waar Annick Maenhoudt tevreden mee is: “Het zijn de eerste resultaten, dus we moeten voorzichtig zijn met onze conclusies. Toch ziet het er bemoedigend uit.”
SLEUTEL TOT SUCCESVOLLE RE-INTEGRATIE Waar de sleutel van een succesvol reintegratietraject ligt, daarover zijn Maenhoudt, Wijns en Godderis het roerend eens: “Zo snel mogelijk tot actie overgaan, dat is écht de boodschap.
Niet de eerste maand, maar zeker vanaf de tweede maand arbeidsongeschiktheid moet de werknemer aan het re-integratietraject beginnen. Hoe langer het duurt, hoe minder kans op een succesvolle terugkeer.” Om die reden dringt zich volgens Dirk Wijns ook een wijziging van de bestaande regelgeving op: “Nu kan de werkgever pas na vier maanden afwezigheid de reactivering van de werknemer opstarten. Dat zou vroeger moeten, toch zeker voor de drie maanden.”
E-BOOK ‘EERSTE HULP BIJ BURN-OUT’
Over wat een burn-out precies is en hoe je er één krijgt, bestaan nog veel misverstanden. En wat moet je bijvoorbeeld concreet doen - op persoonlijk en administratief vlak - als je toch kopje-onder gaat? Je leest er alles over in onze nieuwe praktische gids 'Eerste hulp bij burn-out'. www.vacature.com/nl-be/ tools-testen
200.000 WERKENDE VLAMINGEN HEBBEN BURN-OUT Met de pas gelanceerde Burnout Assessment Tool (kort: BAT) van KU Leuven hebben hulpverleners voor het eerst een betrouwbaar instrument ter beschikking om een burn-out vast te stellen. Na een jarenlange studie en talrijke interviews met experts en werknemers kwamen drs. Steffi Desart en professoren Hans De Witte en Wilmar Schaufeli tot een lijst van 33 vragen waarmee dokters en psychologen, maar ook werkgevers concreet aan de slag kunnen. De onderzoekers gebruikten de tool inmiddels al om de opmars van burn-out in Vlaanderen in kaart te brengen. 7,5 procent van de werkende bevolking in Vlaanderen – wat neerkomt op ongeveer 200.000 mensen – zou volgens de onderzoekers met burn-outklachten afrekenen. Nog eens 10 procent zou in de gevarenzone zitten.
23 maart 2019 - vacature.com
5
23.000 LOONTREKKENDE BELGEN ZITTEN AL LANGER DAN EEN JAAR THUIS MET BURN-OUT Wie langer dan een jaar niet op het werk verschijnt wegens ziekte, valt terug op een invaliditeitsuitkering. Op dit moment ontvangen meer dan 400.000 Belgen zo’n tegemoetkoming. Over wie gaat het juist? En wat is de reden van hun uitval?
Tekst: HERMIEN VANOOST
In 2017 telde het RIZIV voor het eerst meer dan 400.000 arbeidsongeschikten. Het gaat om werknemers, werkzoekenden en zelfstandigen die langer dan één jaar uit zijn wegens ziekte. Op twintig jaar tijd is hun aantal meer dan verdubbeld. Vooral bij de werknemers en de werkzoekenden is de toename groot: in die groep kwamen er tussen 2009 en 2016 elk jaar minstens 5 procent arbeidsongeschikten bij. Het totale aantal arbeidsongeschikte loontrekkenden liep in 2018 op tot 390.004. VAAKST THUIS: ARBEIDERS, VROUWEN EN 50-PLUSSERS “Wie we het meest in die invaliditeitsstatistieken zien opduiken, zijn de vrouwelijke arbeiders”, reageert DIRK WIJNS, directeur van Acerta Consult, dat elk jaar op basis van de eigen gegevens het ziekteverzuim in ons land in kaart brengt. “Op honderd vrouwelijke arbeiders zijn er zeven die langdurig arbeidsongeschikt zijn, tegenover drie bij de mannen. Diezelfde verhouding vinden we bij de bedienden: 2,06 procent van de vrouwen tegenover 0,91 procent van de mannelijke bedienden is langer dan één jaar afwezig op de arbeidsmarkt.”
Langer dan 1 jaar aan de kant door ziekte
Wat de leeftijd betreft is de analyse voorspelbaar: hoe ouder, hoe hoger de invaliditeitscijfers. De eerste grote sprong in de statistieken zien we op de leeftijd van 35 jaar. Maar vooral vanaf 50 jaar breidt de groep arbeidsongeschikten snel uit. “Dat het aantal arbeidsongeschikten de laatste tien jaar zo fors is toegenomen, heeft onder andere daarmee te maken”, zegt Wijns. “Nu de pensioengerechtigde leeftijd is opgetrokken tot 65 jaar, de vervroegde uittredingsstelsels zoals het brugpensioen zijn afgebouwd en ziekte op zich geen reden meer is om tot ontslag over te gaan, blijven arbeidsongeschikte werknemers langer in de statistieken hangen.” 35 PROCENT KAMPT MET PSYCHISCHE PROBLEMEN Al is dat niet het hele verhaal. Halen we er de cijfers van het RIZIV terug bij, dan leren we dat de uitval van de voorbije jaren vooral te wijten is aan een toename binnen de ziektegroepen ‘psychische stoornissen’ en ‘ziekten van het bewegingsstelsel en het bindweefsel’. Bij 35 procent van de loontrekkenden zijn psychische aandoeningen de reden van de invaliditeit. Ging het in 2007 nog om 74.054 gevallen, dan waren het er in 2017 al 136.343. Langer dan een jaar thuis zitten als gevolg van een depressie (60.894) of burn-out (23.177) is dus zeker geen uitzondering. ‘Ziekten van het bewegingsstelsel en het bindweefsel’ zijn voor 30 procent van de loontrekkenden de reden van hun arbeidsongeschiktheid. In 2016 telde het RIZIV bijna dubbel zoveel loontrekkenden in deze groep als in 2007. Hun aantal ging van 58.032 naar 111.143.
< 25 jaar
0,04%
25-29 jaar
0,27%
30-34 jaar
0,58%
35-39 jaar
1,,12% 1
40-44 jaar
1,88%
Psychische stoornissen
45-49 jaar
2,53%
Ziekten van het bewegingsstelsel en het bindweefsel
50-54 jaar
4,44%
Ziekten van het zenuwstelsel en de zintuigen
55-59 jaar
7,29%
Gezwellen
60-plussers
14,90%
Bron: RIZIV, rapport verklarende factoren m.b.t. stijging van het aantal invaliden, cijfers van 2016 Bron: Acerta Consult >
6
vacature.com - 23 maart 2019
OORZAKEN ARBEIDSONGESCHIKTHEID BIJ LOONTREKKENDEN
Ziekten van het hartvaatstelsel Ongevallenletsels en vergiftigingen Andere
129,686 111,143 22,045 20,661 20,564 20,349 41,851
LANGDURIG ZIEK
WAT IS HET EFFECT OP JE LOON?
Lange tijd niet meer aan de slag kunnen door een burn-out, een ongeval of ernstige ziekte, heeft gevolgen voor je loon. Je valt niet zonder loon tijdens je ziekteverlof, je krijgt een ‘gewaarborgd loon’ van je werkgever of het Rijksinstituut voor Ziekte en Invaliditeit (RIZIV). Tekst: ANNELEEN DE LEYN
GEWAARBORGD LOON Ben je als werknemer arbeidsongeschikt door een ziekte of ongeval (geen beroepsziekte of arbeidsongeval), dan krijg je de eerste 30 dagen een gewaarborgd loon uitbetaald door je werkgever, eventueel aangevuld door het RIZIV. Er zijn onderlinge verschillen voor arbeiders, bedienden en ambtenaren.
VOOR ARBEIDERS 1-7 dagen ziek: 100 procent gewaarborgd loon uitbetaald door de werkgever. 8-14 dagen ziek: 85,88 procent gewaarborgd loon uitbetaald door de werkgever. 15-30 dagen ziek: je ontvangt 25,88 procent gewaarborgd loon uitbetaald door de werkgever + 60 procent door het RIZIV (het ziekenfonds betaalt uit). Daarna betaalt het ziekenfonds tot het eerste jaar 60 procent van je brutoloon uit. Als arbeider moet je wel minstens een maand ergens ononderbroken in dienst zijn om van een gewaarborgd loon te kunnen genieten. Ben je in de loop van je ziekteperiode net een maand in dienst, dan kan je vanaf die dag toch nog een gewaarborgd loon uitbetaald krijgen.
VOOR BEDIENDEN Voor bedienden is er een onderscheid naargelang de duur van het contract: Bedienden met een contract van onbepaalde duur of van bepaalde duur van minstens 3 maanden, krijgen de eerste 30 dagen 100 procent gewaarborgd loon uitbetaald door hun werkgever. Bedienden met een contract van minder dan 3 maanden worden bij ziekte aanzien als een arbeider: 1-7 dagen ziek: 100 procent gewaarborgd loon uitbetaald door de werkgever. 8-14 dagen ziek: 86,93 procent gewaarborgd loon uitbetaald door de werkgever. 15-30 dagen ziek: 26,93 procent gewaarborgd loon uitbetaald door de werkgever + 60 procent door het RIZIV (het ziekenfonds betaalt uit). Na 30 dagen ziekte valt ook de bediende op uitkeringen van de ziekteverzekering.
VOOR AMBTENAREN Bij ambtenaren speelt het onderscheid statutair of contractueel een grote rol, maar de Vlaamse regering wil hier al een hele tijd komaf mee maken. Zo wil ze verhinderen dat ambtenaren ziektedagen opnemen in aanloop naar het pensioen. Federale statutaire ambtenaren krijgen per 12 maanden dienstanciënniteit maximum 21 (100 procent doorbetaalde) werkdagen ziekteverlof. Niet-opgenomen ziektedagen kunnen ze opsparen over alle werkjaren heen. Vlaamse statutaire ambtenaren krijgen gedurende hun hele loopbaan een ‘teller’ van 666 (100 procent doorbetaalde) werkdagen ziekteverlof. Alle ziektedagen worden hiervan afgetrokken. Vanaf 63 jaar begint er parallel met de 666 werkdagen ziekteverlof, een nieuw ziektecontingent te lopen van 365 kalenderdagen. Voor contractuele ambtenaren (met een contract van minimum 3 maanden) geldt min of meer dezelfde regeling als in de privésector met 30 dagen gewaarborgd loon van de werkgever.
COLOFON Redactie 02 490 10 87, redactie.vacature@vacature.com Advertenties 02 490 10 78, commercieel@vacature.com Ordering 02 490 10 61, ordering@vacature.com VU Ruben Van Goethem Content Manager Roxanne Claessens Eindredactie Katrien Brys Vormgeving Bob Haentjens, Sofie Verdijck Redactie Hermien Vanoost, Piet Verbeest, Matthias Van Milders, Joni Horemans, Loes Liemburg, Anneleen De Leyn Sales Marijke Van Impe Ordering An Parewijck
Ontdek nog meer op facebook.com/vacaturedotcom of volg ons op Twitter via @vacaturedotcom en Instagram via instagram.com/vacaturedotcom. 23 maart 2019 - vacature.com
7
23 maart 2019 - vacature.com
8
9
vacature.com - 23 maart 2019
23 maart 2019 - vacature.com
10
11
vacature.com - 23 maart 2019
23 maart 2019 - vacature.com
12
13
vacature.com - 23 maart 2019
23 maart 2019 - vacature.com
14
23 maart 2019 - vacature.com
15