12 minute read

Wat moet er gebeuren om het tij te keren?

De zomer van 2022 was uitzonderlijk en brak records door het aantal zonuren en de hoge temperaturen. Bij uitstek dus ook een zomer voor een frisse duik in het water. Velen zochten dan ook verkoeling in het buitenbad, de zee of het binnenwater. Maar helaas drong de harde realiteit ook deze zomer zich weer op: een dagje aan het strand, een zwemtocht in een meer of een frisse duik in een rivier is niet zonder gevaren. Voor een aantal zwemmers en hun dierbaren eindigde het zwemmen in open water in een ongekend drama. Voor Koen Breedveld (directeur Reddingsbrigade Nederland) en Bernard Korte (directeur Nederlands Instituut Veiligheid Zwemlocaties) is het duidelijk, er moet nu iets gebeuren om het tij te keren.

Meer dan 100 jaar is Reddingsbrigade Nederland van zeer grote waarde voor zwemmend Nederland. Aan de kust, de randmeren en de recreatiegebieden staan zo’n 3.000 lifeguards klaar voor de veiligheid van gebruikers van ons oppervlaktewater. Ook afgelopen zomer is er weer veel werk verzet, maar helaas moet Koen Breedveld (directeur Reddingsbrigade Nederland) concluderen dat desondanks het aantal verdrinkingen weer lijkt te zijn toegenomen. ”Hoewel de officiële cijfers van het CBS hierover pas volgend jaar zullen verschijnen, durven we dit nu al wel te stellen. Gelukkig hebben wij ook veel mensen kunnen redden, aan de lifeguards heeft het zeker niet gelegen, maar het is een zorgelijke ontwikkeling. Elke verdrinking is er één te veel en zorgt voor enorm veel leed. Vooropgesteld is het een drama voor de nabestaanden, daarnaast is het ook een traumatische ervaring voor zowel lifeguards als omstanders. Als het niet lukt om iemand te redden, blijft dat je altijd bij. Natuurlijk is het geweldig dat zoveel mensen deze zomer hebben genoten van het water. Ik wil mensen ook zeker niet afschrikken, ga vooral zwemmen. Maar er moet iets gebeuren om het tij te keren.” De oorzaak van deze ongevallen is zeer divers en dat maakt het volgens Breedveld ook complex. “Het gaat om mensen die niet bekend zijn met onze zwemcultuur, oudere mensen die niet meer vitaal zijn, jeugd die onder invloed is van alcohol, ouders die kinderen uit het oog verliezen.” Gemene deler is overschatting van de competenties en onderschatting van de risico’s van water. Breedveld pleit daarom voor betere voorlichting. “Een goed uitgewerkte communicatiestrategie en een goede informatievoorziening heeft nu absoluut de hoogste prioriteit. Afgelopen zomer hebben we samen met de Nationale Raad Zwemveiligheid de campagne ‘Wie checkt jou’ gelanceerd om meer bewustzijn te creëren. Dit is een mooi begin, maar het moet veel grootser worden aangepakt. Vanuit de overheid moet hier sturing aan worden gegeven en budget voor worden vrijgemaakt. Als we miljoenen kunnen steken in verkeersveiligheid, moet dit zeker ook mogelijk zijn om verdrinkingen te voorkomen.” Breedveld is zich ervan bewust dat het geen gemakkelijke opgave is. Juist doordat het zo divers is, moet er op veel verschillende kanalen worden ingezet. ”Je hebt te maken met allerlei doelgroepen en een verscheidenheid aan thema’s die spelen. Het gaat om informatie over de gevaren van stroming en dieptes, maar ook om de betekenis van vlaggen. Veel mensen hebben nog steeds geen idee wat de kleuren van de vlag-

gen betekenen, terwijl dit van levensbelang kan zijn.” Daarnaast benadrukt Breedveld het belang van het bijhouden van de zwemvaardigheid. Kinderen moeten blijven zwemmen na het behalen van hun diploma, waarbij hij ook een rol ziet weggelegd voor het reguliere onderwijs. “De natte gymles kun je aanbieden als bewegingsonderwijs. Maar ook de Rijke Schooldag waarmee het kabinet door het aanbieden van extra activiteiten naast het reguliere lesaanbod leerlingen wil stimuleren zich verder te ontwikkelen biedt kansen. Reddingsbrigades en ook zwembaden en zwemscholen kunnen aan de jeugd zwemlessen in open water geven zodat zij de risico’s beter leren inschatten. Ons zwemonderwijs is van hoge kwaliteit en daar mogen wij best trots op zijn, maar zwemveiligheid gaat verder dan een zwemdiploma.” Om hierin stappen te zetten, moet volgens Breedveld op politiek niveau het gevoel van urgentie toenemen. “Het wordt tijd dat men in Den Haag gaat inzien dat het creëren van meer bewustzijn cruciaal is in een waterrijk land als Nederland, net als het borgen van zwemveiligheid. Waarbij dit laatste ‘Voorlichting niet alleen noodzakelijk is om verdrinking te voorkomen, maar ook om deel te heeft nu kunnen nemen aan de maatschappij. Kinderen die een verjaardagsfeestjes in absoluut de het zwembad moeten afslaan omdat zij niet kunnen zwemmen, voelen zich vaak hoogste buitengesloten. Iedereen heeft recht om te leren en te kunnen blijven zwemmen.” prioriteit’ Door de huidige inflatie nemen de prijzen toe en ook de stijgende energiekosten zorgen voor een opdrijvend effect waardoor zwembaden het financieel lastig kunnen krijgen, maar Breedveld vindt dat zwemmen onder geen beding duurder mag worden. “Zwemmen moet voor iedereen toegankelijk blijven. We laten het toch niet gebeuren dat zwemmen onbetaalbaar wordt?” Tegelijkertijd realiseert Breedveld zich ook dat hiervoor een sterke lobby nodig is. “Helaas is de zwembranche nogal versnipperd. In coronatijd trok de branche gezamenlijk op, maar ik zie nog steeds veel verdeeldheid.” Dat je met goed samenspel veel kunt bereiken, heeft Breedveld gezien bij het project Strandveilig wat is bedoeld om de veiligheid aan de Nederlandse stranden te vergroten. “Bij dit project spelen eveneens veel partijen een rol en dat is niet altijd bevorderlijk. Maar de afgelopen twee jaar zijn de betrokken partijen juist dichter bij elkaar gekomen en er is een structuur ontstaan waarin constructief wordt samengewerkt.” Een mooi resultaat waar Breedveld trots op is, maar wat vooral ook laat zien dat je samen veel kan bereiken. “We moeten als zwembranche ook de handen ineenslaan en onze krachten bundelen zodat iedereen veilig kan genieten van de vele zwemlocaties in ons land.”

Het Nederlands Instituut Veiligheid Zwemlocaties (NIVZ) houdt zich bezig met de (fysieke) veiligheid op- en rondom zwemlocaties in het hele land. De afgelopen maanden is er weer veel gebruik gemaakt van deze zwemlocaties. Gezien de stijgende populariteit van openwaterzwemmen, is de verwachting dat dit verder zal toenemen. Een ontwikkeling die Bernard Korte (directeur NIVZ) alleen maar toejuicht. “Het is geweldig dat zoveel mensen genieten van het Nederlandse zwemwater, maar het is niet zonder gevaar. Helaas beseft men dat nog te weinig.” Korte onderbouwt dit met de verdrinkingscijfers van de laatste jaren. “Na een afname in de jaren negentig blijven de cijfers de laatste jaren hoog, gemiddeld 80-100 per jaar (bron: CBS). Het lukt ons kennelijk niet om een trendbreuk te realiseren. Er is wel wat geïnvesteerd de laatste jaren, maar er is meer nodig. Het is een dynamisch probleem en dat vraagt om meerdere en flexibele oplossingen. Gerichte voorlichting, betere afstemming, meer toezicht op maat en vooral meer aandacht voor preventie. Daarbij kan aansturing vanuit de overheid het verschil maken.”

Zoals bij elk probleem, geldt ook hier: meten is weten. De officiële verdrinkingscijfers van 2022 zijn nog niet bekend, maar Korte heeft de omvang al wel goed in beeld. “Alle verdrinkingen halen de media en wij hebben slimme newsfeeds lopen die ons een goede indicatie geven. Waarbij ik helaas nu al kan constateren dat het weer niet is gelukt om een daling te realiseren.” Korte kan verschillende oorzaken aanwijzen, maar het lijkt er toch vooral op dat mensen zich onvoldoende bewust zijn van de gevaren. “Als mensen op wintersport gaan, bereiden zij zich goed voor. Lezen zich in en nemen nog een paar lessen vooraf. Als het om zwemmen gaat, springen mensen er vaak blind in. Daarnaast zien we de laatste jaren opvallend vaak ouderen in problemen geraken. Men voelt zich vitaal, maar dan blijken hun conditie, zwemtechniek en spierkracht toch niet voldoende te zijn.” Veel winst valt te behalen met goede voorlichting en het creëren van een bewustzijn over de risico’s die de zee, maar ook de binnenwateren met zich meebrengen. Daarnaast ziet Korte graag dat het toezicht in het binnenland wordt verbeterd. “Aan de gehele kust zijn er gedurende het zomerseizoen professionele lifeguards aanwezig. In het binnenland is het toezicht daarentegen minimaal, wat in schril contrast staat met de aandacht voor de waterkwaliteit van het open water. De provincie houdt het hele zwemseizoen keurig de zwemwaterkwaliteit bij en geeft op basis daarvan een zwemadvies. Maar naar mijn weten is er in Nederland nog nooit een zwemmer doodgegaan aan blauwalg.” Korte vindt dan ook dat er meer gekeken moet worden naar toezicht op maat. “Welke doelgroepen kunnen we verwachten, wanneer is er een piek? Zijn gediplomeerde lifeguards nodig of is alleen toezicht voldoende? Soms is het al voldoende dat er iemand is die ervoor zorgt dat er ter plekke hulp wordt ingeschakeld. Het hoeft ook niet veel te kosten. Je kunt beter je geld steken in het voorkomen van verdrinkingen dan in het verder optuigen van de reddingscapaciteit.” Toezicht bij zwemlocaties is wel complex en er is geen duidelijke regelgeving. Korte hoopt dat de nieuwe Omgevingswet voor verandering zorgt. Vooral de algemene zorgplicht biedt de mogelijkheid om de verantwoordelijkheden voor een veilige en gezonde leefomgeving door overheden, bedrijven én burgers duidelijker te omschrijven. “Bijvoorbeeld door richtinggevend een regel op te nemen waarbij partijen vanuit een eenduidig kader de risico’s in kaart brengen en daaropvolgend

‘Met elkaar beheersmaatregelen nemen.” Het wordt volgens Korte ook hoog tijd. kunnen we “Mensen zijn dan wel verantwoordelijk voor hun eigen veiligheid, het binnen een paar mag de (provinciale en lokale) overheid er niet van weerhouden maatjaar het aantal regelen te nemen. Oversteken is ook op eigen risico, maar de overheid verdrinkingen zorgt wel voor een zebrapad of een stoplicht.” Korte kijkt hiervoor ook halveren‘ graag naar de zwembranche. “Het toezicht in zwembaden is beter georganiseerd en het aantal verdrinkingen heel gering. Daarbij wordt er na een incident altijd grondig onderzoek gedaan. Een verdrinking in open water wordt uitgebreid in de media besproken en betreurt, maar verder gebeurt er weinig.” Ook zou in goede samenwerking met de zwembaden het bewustzijn over de verdrinkingsrisico’s kunnen worden verhoogd. “Een diploma biedt geen levenslange garantie. Opfriscursussen in zowel zwembaden als in het open water zijn dan zeer waardevol. Niet alleen om de techniek bij te schaven, maar ook om het besef te vergroten dat zwemmen in open water risico’s met zich meebrengt en je je competenties niet moet overschatten.” Bovenal wil Korte natuurlijk het zwemmen blijven stimuleren. “Het is geweldig dat mensen in Nederland zo kunnen genieten van al het open water. Maar de verdrinkingsaantallen zijn al jaren te hoog en dat mogen wij niet accepteren. Ik ben ervan overtuigd dat we met elkaar binnen een paar jaar het aantal kunnen halveren. Een missie waar wij ons graag voor blijven inzetten.”

mail naar claartje@ezzys.nl Wil je reageren op de column van Claartje?Column - Claartje Driessen

Complexe uitdagingen: van drama naar kansen

Nog nooit vond ik het zo lastig om een gezellige en vrolijke column te schrijven. En dat voor de beurseditie van de ZwembadBranche Dag, een feestelijk evenement. Waar we voor het eerst sinds drie jaar weer met branchegenoten bij elkaar mogen komen, workshops kunnen volgen en vele bedrijven hun producten en diensten presenteren. Traditiegetrouw worden dan ook allerlei ontwikkelingen gedeeld wat weer kan leiden tot verbeteringen en innovaties. Dit kan gaan over producten die gebruikt worden, over inhoud en organisatie van zwemactiviteiten of over ontwikkelingen in de digitalisering. Toch ben ik bang dat dit jaar andere onderwerpen de gesprekken zullen overheersen. We hebben in de zwembaden te maken met een opeenstapeling van uitdagingen die buiten proportioneel zijn en nu al duren vanaf 2020. En zoals iedereen weet, we zijn er nog lang niet.

Het grootste probleem is de hoge energierekening en daarnaast speelt ook nog het personeelstekort. Het wordt steeds moeilijker om de hoge kosten te compenseren met hogere omzetten. De wachtlijsten zijn lang genoeg, maar helaas zijn er niet altijd genoeg lesgevers om deze in te korten. Wat ook leidt tot grote zorgen over de zwemveiligheid van onze kinderen. We willen immers te allen tijde voorkomen dat jonge kinderen gevaar lopen en willen er dus alles aan doen om een (te) lage of (te) late zwemvaardigheid te voorkomen. Met dat streven voor ogen proberen we in onze eigen zwembaden de moed erin te houden. We besparen en verduurzamen waar het maar kan en we doen er alles aan om nieuwe lesgevers te werven om zo veel mogelijk zwemactiviteiten aan te kunnen blijven bieden.

Naast al die praktische oplossingen is het, om de moed erin te houden, belangrijk om je bewust te zijn van de invloed van je mindset. Een positieve mindset helpt om vertrouwen in de toekomst te hebben. Als je midden in de problemen zit, valt dat niet mee. Maar misschien helpt het om te denken: ‘je kunt niet bepalen wat er op je pad komt, maar je kunt wel zélf bepalen hoe je daar mee omgaat!’ Om je te hierbij te helpen kun je het DiSCO model gebruiken. Dit is al jaren mijn favoriete model bij complexe uitdagingen. Je kijkt hierbij op vier lagen naar de moeilijke situatie. Drama is de eerste laag waarin je nog helemaal midden in die moeilijke situatie zit. Er komt van alles op je af, de emoties zijn vaak groot en je voelt je machteloos. Deze fase is een natuurlijke reactie als er iets ernstigs of moeilijks op je pad komt, maar het helpt niet om hierin te blijven hangen. Je kan daar dan uitkomen door naar de tweede laag te gaan: ‘Situation’. In deze fase ga je proberen om van een afstandje te kijken naar wat er gebeurt. De emoties worden wat opzijgezet en je kijkt vooral naar de feitelijkheden. Eigenlijk ga je hier neutraal de situatie beschrijven. Je komt dan in de verleiding om alleen maar te kijken naar oplossingen op korte termijn, de quick-fix. Helpt voor even, maar op langere termijn komen dezelfde problemen vaak weer als een boemerang terug. Daarom kun je beter doorgaan naar de volgende laag: ‘Choice’. Oftewel, ‘Keuze’. Hier ga je zelf de touwtjes in handen nemen. Je neemt de regie weer over door jezelf vragen te stellen. ‘Hoe wil ik hier op reageren?’ of ‘Welke rol wil ik hierin hebben? of ‘Wie wil ik hierin zijn?’ Je komt zo bij andere oplossingen uit, veel meer gericht op de lange termijn. Tot slot ga je over op ‘Opportunity’, vrij vertaald als ‘Grote Kans’. Doordat je in de vorige laag op een heel andere manier naar de situatie hebt gekeken, kun je er nu achterkomen dat er uit die vervelende situatie een prachtige ‘Kans’ is ontstaan. Er is als het ware een cadeautje uitgepakt. En dat klinkt toch veel beter dan het punt vanwaar je bent begonnen.

WRK SHP ZBB D22

Geïnteresseerd? Bezoek dan mijn workshop over dit DiSCO model tijdens de ZwembadBranche Dag. Ik kijk er in ieder geval erg naar uit om weer zoveel vakgenoten te gaan zien en door jullie geïnspireerd te raken!

This article is from: