VFW 18 | 4

Page 1

VAKBLAD FONDSENWERVING SCHRIJFT O.A. OVER HET WERVEN VAN GIFTEN, LEDEN, VRIJWILLIGERS, SUBSIDIES, DONATEURS EN SPONSORS.

Vakblad Fondsenwerving

Jaargang 18 Jaargang 17Nummer nummer 1004

Het lijkt erop dat de Geefwet is MISLUKT

Verantwoorde transparantie is wel degelijk mogelijk

TRENDS IN TELEMARKETING: interessante uitkomsten

Ank van Drenth blikt terug op 36 jaar bij de Hartstichting

Het tijdperk van liefdadigheid ligt al ruim 50 jaar achter ons

Voor hardnekkige problemen zal filantropie altijd nodig blijven


ET HE

DA TE

SA VE

TH E

DA TE

SA VE

Donderdag 17 november 2016 De Kuip Rotterdam HOOFDSPONSOR


INHOUD

IN DIT NUMMER 5 Editorial

26 Game Changer: Willemijn Verloop (War Child)

7 Kort & Goed

30 Verantwoorde transparantie is zeker mogelijk

11 Boekrecensie

33 Column van Jeroen Talens

13 Interview Ank van Drenth

35 Online-inkomsten verdubbelen ieder jaar

17 Opinie: Maarten de Vries

38 Van Centraal Archief Bureau naar Centraal Bureau Fondsenwerving

19 Direct dialogue wordt volwassen 22 Het lijkt erop dat de Geefwet mislukt is

40 Trends in telemarketing toont opvallende ontwikkelingen

43 Opleidingen fondsenwerving en filantropie

Maakt geld gelukkig? P.33

22

13 Vakbijeenkomst Professionele Fondsenwervers: een overzicht

35 NR.4 2016

26 VAKBLAD FONDSENWERVING

3


DIRECT MAIL. ONS DNA. ALS JE DOET WAT JE DEED, KRIJG JE WAT JE KREEG. Met PSI Vransen haalt u een betrokken partner in huis die met verrassende oplossingen komt om uw resultaat te verbeteren, met u meedenkt, veel werk uit handen neemt en bovendien kosten voor u bespaart. Wilt u weten hoe het anders kan? Bel met Jeroen Kimmel, Herman Vransen of Peter Burmanje voor een helder gesprek: tel. 020-495 38 38.

SELECT

CREATE

PRODUCE

IMPROVE DIRECT MARKETING

www.psi-vransen.nl

®

Scoremodellen voor Direct Mail & Telemarketing die netto inkomsten verbeteren!

www.donortrendS.nl


EDITORIAL

Goed Doel of goed doel? Begin juli maakte het Centraal Bureau Fondsenwerving bekend welke goede doelen behoren tot het eerste contingent dat onder de nieuwe erkenningsregeling valt. Zij mogen vanaf die datum officieel de titel ‘erkend goed doel’ voeren. We schreven het al eerder: de nieuwe regeling betekent niet langer rigide toezicht, maar samen met alle betrokkenen werken aan een erkenningsregeling die beoogt de sector gezond te houden. En vooral kiezen voor openheid: laten zien wat je verkeerd doet en duidelijk maken wat je impact is. Een systeem op basis van vertrouwen, dialoog en zelfonderzoek. En als het ergens misgaat, dan niet meteen aan de schandpaal nagelen, maar met elkaar de dialoog aangaan en tot oplossingen en verbeteringen komen. Het klinkt geweldig. Het is een forse verbetering ten opzichte van de oude situatie. Zijn we nu voortaan van alle problemen af? Geen publicitaire commotie meer als er toch weer een keer iets behoorlijk misgaat? Dat is nog maar de vraag. Het hangt er volgens mij vooral vanaf hoe de fondsenwervende instellingen zichzelf presenteren. Goede doelen presenteren zich in het algemeen als instellingen die goed werk verrichten, maar die er nog niet echt aan gewend zijn dat te onderbouwen met de behaalde resultaten. De impliciete suggestie is nog heel vaak dat de gever vertrouwen moet hebben dat het geld goed besteed wordt. En om daar vooral geen afbreuk aan te doen zijn fondsenwervende instellingen in het algemeen niet mededeelzaam over hun vergissingen en fouten. Ik denk wel eens dat de goededoelenwerkers, van wie ik er zelf een ben, zichzelf misschien wel te goed vinden. We willen vertrouwen want we doen goed. We vinden dat ons werk heel erg nodig is en als we klinkende successen boeken, dan mag iedereen het weten. Maar intussen is het runnen van een goededoelenorganisatie een lastige klus geworden. De fondsenwerving stagneert en er zijn inzicht, innovatie, maar ook lef om fouten te maken, nodig om het tij te keren. Fondsenwervende acties mislukken soms en dat kost geld. Ook aan de doelstellingskant is succes niet vanzelfsprekend. Doelstellingsactiviteiten kunnen soms mislukken en ook dat kost geld. Dat mislukkingen soms tot publicitaire commotie leiden, komt volgens mij ook en vooral doordat we niet vaak genoeg zeggen dat we fouten maken en dat we daar waarschijnlijk mee door zullen gaan. We moeten duidelijk maken aan het publiek dat het logisch is dat je fouten maakt, als je actief bent in de frontlinie van de veranderende samenleving en zaken aanpakt die andere instanties laten liggen. Bijvoorbeeld omdat ze er geen raad mee weten of het niet aandurven. Fondsenwervende instellingen lopen risico’s, dat is een feit. Als gever moet je het lopen van risico’s juist ook eisen van de instelling die je steunt. Want waarom zou je een organisatie steunen die risicoloos achter zijn doelstellingen aanslentert? Goede Doelen wordt zowel binnen als buiten de sector heel vaak met hoofdletters geschreven. Taalkundig is dat fout. Maar ook uit oogpunt van communicatie met het publiek zou het beter zijn als we iedereen ervan doordringen dat je goede doelen gewoon met kleine letters schrijft. Zo bijzonder zijn ze nou ook weer niet. ◊

NR.4 2016

VAKBLAD FONDSENWERVING

5


BLIJF ER NIET MEE RONDLOPEN!

Kettingformulieren of premiums. Enveloppen of folie-verpakkingen. Couverteren of personaliseren. Volledig geautomatiseerde of handmatige verwerking. Stempelen of postzegels plakken. Enkele duizenden of miljoenen stuks… Intermail verzorgt het graag voor u. Met de grootste zorg tot in het kleinste detail. Dat kunt u gerust aan ons overlaten. Jaarlijks gaan er immers zo’n 200 miljoen mailings door onze handen, of door onze machines. Meer weten? Kijk op www.intermail.nl of bel direct met Gert Rothert of Ger van der Velden: 0252 – 673866.

I n t e r m a i l b . v. Westerdreef 3 2152 CS Nieuw Vennep Telefoon: 0252-673866 Fax: 0252-674828 Internet: www.intermail.nl


KORT & GOED

KORT & GOED KABELS VOOR AAP Wat wordt er door Nederlanders wel niet ingezameld voor goede doelen? Naast kleding, Air Miles, mobieltjes, plastic doppen en cartridges, heeft Stichting AAP nu ook kabels op het recyclemenu geplaatst. Kabels? Uit onderzoek blijkt dat ieder huishouden gemiddeld maar liefst vijf kilo aan oude, ongebruikte kabels bezit: oplaadsnoeren, tv-kabels, computersnoeren, netwerkkabels, adapters en elektriciteitssnoeren, In Flevoland organiseert AAP nu een pilot met ruim veertig kabelinzamelpunten. Elke kilo kabels levert AAP netto een kwartje op. Met de opbrengst wordt het verblijf van de chimpansees in Almere opgeknapt.

AAP-directeur David van Gennep: “Het mooie aan dit recycleproject is dat het heel toegankelijk is. Iedereen kan een bijdrage leveren, ook als je niet zoveel te besteden hebt. Bovendien ruimt het behoorlijk op: veel oude opladers en adapters kun je toch niet meer gebruiken.” Wanneer de pilot een succes blijkt, wordt de proef verder uitgerold naar de rest van Nederland. Kijk voor meer informatie op www.aap.nl/kabelsvooraap

JORIS EEKHOUT STOPT ALS DIRECTEUR VAN VSO NEDERLAND Joris Eekhout treedt per 1 september af als directeur van VSO Nederland. Eekhout is 25 jaar in dienst bij VSO Nederland en dankt alle medewerkers voor de fijne tijd. Vooral met hun grote betrokkenheid bij VSO prees hij zich zeer gelukkig, maar hij vond dat het tijd was voor vernieuwing. “Vernieuwing in leiderschap is soms heel verstandig. We hebben de afgelopen jaren al heel goede stappen vooruit gezet. Die dynamiek van verandering en vooruitgang moeten we vasthouden. Een nieuwe kijk kan de organisatie daarbij nóg verder helpen.” Hij vertrekt echter niet defintief. “Ik ben blij dat ik mijn kennis, ervaring en expertise kan blijven inzetten voor onze organisatie. Ik blijf actief als fondsenwerver major donors; een prachtige en waardevolle taak.” Ook doet hij komend jaar mee aan de VSO Himalaya Challenge, een intensieve sponsortocht door de bergen. Eekhout zoekt nog sponsoren! “Elke bijdrage is welkom en komt ten goede aan ons Sister 4 Sister project in Nepal.” Voor meer informatie voor: www.vso.nl/himalayachallenge NR.4 2016

VAKBLAD FONDSENWERVING

7


KORT & GOED

PELAGIA DE WILD NIEUWE DIRECTEUR AMC FOUNDATION Pelagia de Wild is per 1 september 2016 benoemd tot directeur van de AMC Foundation. De Wild heeft haar sporen als fondsenwerver in de medische sector verdiend. Eerder was zij werkzaam bij het Wereld Kanker Onderzoeks Fonds en in 2009 werd zij hoofd fondsenwerving van het Antoni van Leeuwenhoek, waar zij in 2011 de Antoni van Leeuwenhoek Foundation oprichtte. Ze kan met een gerust hart beginnen aan een nieuwe uitdaging. De Wild: “De Antoni van Leeuwenhoek Foundation heeft een mooie achterban van trouwe vrienden, de inkomsten vertonen een stijgende lijn en er staat een sterk team.” Bij de AMC Foundation zal De Wild zich gaan richten op het doorontwikkelen van de fondsenwervingsstrategie en de operationalisering daarvan.

“De Antoni van Leeuwenhoek Foundation heeft een mooie achterban van trouwe vrienden, de inkomsten vertonen een stijgende lijn en er staat een sterk team”

LEARNING LAB FOR PEACE PHILANTHROPY Op het Erasmus Centre for Sustainable Philanthropy wordt momenteel een ‘Learning Lab for Peace Philanthropy’ in de steigers gezet. Met steun van de CarnegieStichting moet het Learning Lab uitgroeien tot een internationaal kennisnetwerk van academici en praktijkexperts, met het doel om filantropische initiatieven op het gebied van ‘peace building’ te onderzoeken en effectiever te maken. In aanloop naar het Learning Lab wordt in november 2016 een internationaal ‘learning event’ over vredesfilantropie in het Vredespaleis georganiseerd. Dit evenement wordt gekoppeld aan de uitreiking van de Carnegie Wateler Vredesprijs, een prijs die wordt toegekend aan personen of instellingen die een bijzondere prestatie hebben geleverd voor de bevordering van vrede door middel van woord, daad of geschrift.

8

HARTSTICHTING LAAT ONDERZOEKERS FONDSEN WERVEN

Onlangs bood de Hartstichting onderzoekers de kans zelf hun onderzoek te pitchen aan het publiek. Via crowdfunding probeerden zij zoveel mogelijk geld op te halen. Ze maakten informatieve video’s en als tegenprestatie werden de donateurs mooie beloningen in het vooruizicht gesteld, zoals een rondleiding door het lab of een vermelding op het donatieplatform. De Hartstichting zorgde, naast de ontwikkeling van het donatieplatform, voor training en begeleiding van de onderzoekers op het gebied van fondsenwerving en communicatie. Ook benaderde de stichting de eigen achterban om een favoriet project te kiezen en een donatie te doen. Met deze aanpak wil de Hartstichting de wetenschappelijke doorbraken realiseren waarvan de samenleving aangeeft dat daar behoefte aan is en die een grote impact hebben op het dagelijks leven van patiënten en hun naasten. Tijdens de pilot wisten twee onderzoeksteams 50.000 euro op te halen. De Hartstichting verdubbelt het opgehaalde bedrag tot 100.000 euro. Hiermee wordt de komende jaren onderzoek gedaan om het risico op hart- en vaatziekten te verkleinen. Meer informatie: www.steunmijnonderzoek.hartstichting.nl VAKBLAD FONDSENWERVING

NR.4 2016


KORT & GOED

SIMONE VAN BIJSTERVELDT VOLGT RUUD ESSER OP Ruud Esser heeft de functie van CFO 11 jaar vervuld. “Enige tijd geleden gaf hij aan met ‘semi-pensioen’ te willen gaan,” aldus Boudewijn Poelmann, CEO van Novamedia. Wel blijft Esser verbonden aan de Goede Doelen Loterijen. “Ruud is sinds 1985 betrokken bij Novamedia en heeft een sleutelrol vervuld bij de totstandkoming van de Goede Doelen Loterijen. Daarom zijn we erg blij dat hij niet volledig stopt, maar aanblijft als Business Director van uitgeverij Nieuw Amsterdam.” Poelmann is trots dat hij met Simone van Bijsterveldt reeds een opvolger in huis had. Van Bijsterveldt werkt al meer dan tien jaar voor de organisatie, meest recent als Managing Director Media en directeur van Nieuw Amsterdam. “Nog iedere dag voel ik mij geïnspireerd door mijn collega’s en de missie om bij te dragen aan een betere wereld,” aldus Van Bijsterveldt.

“Nog iedere dag voel ik mij geïnspireerd door mijn collega’s en de missie om bij te dragen aan een betere wereld”

Ruud Esser

Simone van Blijsterveldt

PRIVACYWET Onlangs trad de nieuwe Europese privacywet in werking: de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Non-profits, bedrijven en overheden krijgen vanaf nu nog twee jaar de tijd om hun privacyregime in lijn te brengen met de AVG. De huidige Wet bescherming persoonsgegevens zal dan één op één plaatsmaken voor de Europese regels.

De regels behelsen onder meer een zwaardere documentatieplicht, de definiering van persoonsgegevens, wat relevant is voor het toepassingsbereik van de regels, de toestemming voor het gebruik van de gegevens door de donateur/consument en de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens.

KIRSTEN SCHUIJT VANAF 1 JULI AAN HET ROER BIJ WNF Dr. Kirsten Schuijt werd onlangs benoemd tot directeur van het WNF. Ze volgt Johan van de Gronden op, die op 1 juli aan de slag gaat als CEO van PUM Netherlands senior experts. Ze heeft een uitgebreide achtergrond in de internationale natuurbescherming. Ze is gepromoveerd in de milieueconomie en heeft naast een lange carrière in het wereldwijde WWF-netwerk diverse bestuursfuncties bekleed, waaronder bij FSC Nederland, TRAFFIC (de internationale onderzoeksorganisatie van handel in wilde dieren) en de Wildlife Justice Commission. Schuijt gaf aan blij en trots te zijn om leiding te geven aan een organisatie die zo dichtbij haar hart ligt. “Ook in mijn nieuwe rol ga ik me richten op het behalen van concrete en inspirerende resultaten op het gebied van natuurbescherming, internationaal en ook in onze eigen achtertuin. Ik kijk ernaar uit om samen met de collega’s van het Wereld Natuur Fonds en de vele partners te werken aan behoud, herstel en ontwikkeling van natuur.” NR.4 2016

VAKBLAD FONDSENWERVING

GOEDE DOELEN GIDS IS WEER UIT! De Goede Doelen Gids van Goede Doelen Nederland - oplage 4.500 stuks voorziet de donateur van praktische informatie over onder meer fiscale aspecten van schenken en nalaten aan goede doelen. Daarnaast bevat de gids omschrijvingen van 160 goede doelen, zowel van leden als van een aantal niet-leden van GDN. Onder andere alle bij de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie aangesloten notariskantoren en de bij de Vereniging van Fondsen in Nederland aangesloten vermogensfondsen ontvangen de Goede Doelen Gids 2016.

9


“Op het juiste moment in gesprek over nalaten� Veel organisaties ontvangen inmiddels 20-50% van hun inkomsten uit nalatenschappen. De groep mensen die op afzienbare termijn zal kunnen nalaten, stijgt de komende jaren gestaag. Nalatenschappenexpert Arjen van Ketel en Kalff en de Jager hebben gezamenlijk een wervingsvorm ontwikkeld om ervoor te zorgen dat mensen uw non-profitorganisatie in hun testament opnemen. Wij helpen u graag verder door deze gesprekken voor u te voeren.

Kijk op kdj.nl of bel met 036 7 111 999


BOEKRECENSIE

VOORAL INTERESSANT VOOR BESTUURDERS door Ruud Bijl Net als in Nederland mag de goededoelensector in Groot-Brittannië rekenen op veel mediaaandacht. Die aandacht is positief als het gaat om de resultaten van zijn werk, maar soms ook negatief over de salarissen van directies en agressieve fundraisingmethoden. De Engelse communicatieadviseur Becky Slack schreef er een boekje over: ‘Effective media relations for charities’, met de veelbelovende ondertitel ‘What journalists want and how to deliver it’. Is dit boekje de moeite waard voor communicatiefunctionarissen van de Nederlandse goededoelensector? Ik denk het niet, eerlijk gezegd. Daarvoor is het boekje te basaal van opzet. De echte professional zal er weinig tot geen nieuwe dingen in ontdekken en het hooguit gebruiken als een handige checklist. Voor directeuren en bestuurders van fondsen, die geen flauw benul hebben van de werking van media, en voor (kleinere) fondsen die geen volwaardige communicatiefunctie in huis hebben, kan het boekje daarentegen heel nuttig zijn. Het geeft handige tips over de onderwerpen waarin media geïnteresseerd zijn en hoe je ze kunt benaderen. Bovendien neemt het boek angst weg voor de media, zowel in goede tijden als in slechte tijden. Interne hobbels De belangrijkste conclusie die Slack trekt is dat goede doelen meer aandacht zouden moeten vragen voor hun werk. Daartoe moeten ze allereerst interne hobbels overwinnen. Tijdgebrek, gebrek aan data, angst voor de media, onervaren woordvoerders en langdurige interne goedkeuringsprocedures zijn de belangrijkste vooroordelen en excuses die goed pr-beleid in de weg staan. In Nederland is dat niet anders, zo leert de ervaring. Slack vindt al die obstakels maar onzin. Ze zet overzichtelijk alle stappen op een rij die helpen om projecten, case studies en verhalen wél succesvol in de media te krijgen. Ze put daarbij uit haar grote ervaring in de sector en laat een aantal fondsen aan het woord die vertellen hoe zij te werk zijn gegaan. De belangrijkste lessen die zij heeft: verdiep je in de manier waarop een journalist werkt; ‘verleid’ hem/haar met goede en betrouwbare informatie

NR.4 2016

(nieuws) die relevant is voor zijn/haar lezers, luisteraars of kijkers; laat mensen de hoofdrol spelen in jouw verhaal; denk in beelden; wees bereikbaar en kom altijd je afspraken na. Plan, plan, plan more Het grootste deel van het boek is gewijd aan de kansen die media bieden aan goede doelen. Een hoofdstuk gaat in op die negatieve media-aandacht waar zoveel fondsen bang voor zijn. Haar aanpak is luid en duidelijk: ‘Plan, plan and plan more’. Kort en bondig legt ze uit dat ‘geen commentaar’ nooit een optie is. Ze houdt met name bestuurders voor dat niet of weinig communiceren juist leidt tot wantrouwen, verdenking en speculaties. De aanpak die veel beter werkt is betrouwbare en transparante berichtgeving naar alle stakeholders via eigen kanalen, zoals websites, sociale media en nieuwsbrieven, zodat er in ieder geval vertrouwen ontstaat in de manier waarop de organisatie communiceert. Effective Media Relations for Charities: What journalists want and how to deliver is te koop bij Social Partnership Marketing voor £14 + p&p (paperback) en £12.99 (PDF) www.spmfundessentials.org/titles/effectivemedia-relations-for-charities-what-journalistswant-and-how-to-deliver-it/ Ruud Bijl is de oprichter van Bijl PR in Rotterdam. Bijl PR werkt voor een groot aantal goededoelenorganisaties waaronder KWF, Hartstichting, Reumafonds, Nierstichting, Peace Parks, Het Veteraneninstituut en het Ouderenfonds. Ruud Bijl was in het verleden lid van de raad van toezicht van NSGK.

VAKBLAD FONDSENWERVING

11


Appco Group Support biedt u een totaalpakket voor het werven van duurzame donateurs. Onze professionele, betrokken en gepassioneerde wervers zorgen voor uw face-to-face visitekaartje middels deur-aandeur-werving of verscheidene wervingsmethodes op events. Naast werving zijn wij uw partner in onder andere: • Advies en oplossingen voor werving met tablets Voor meer informatie kunt u • Voeren van welkomstgesprekken met uw donateurs contact opnemen met; • Advies voor retentie verhogende communicatie

Paul Kager

pkager@appcogroup.nl 06 - 54301564

Kortom; Wij adviseren u gedurende het hele proces en staan op alle vlakken garant voor hoogwaardige kwaliteit.

www.appcogroup.nl

www.appcogroup.com

The International Fundraising Congress

WAT HOUDT JOU S‘NACHTS WAKKER? Teruglopende donaties? • Een website die niet fondsenwerft? • Donateur retentie vs. werving? • Hoge kosten fondsenwerving? • Niets lijkt te werken?

Nexus Direct heeft meer dan €535.000.000, opgehaald door bijna 7.000.000 donateurs gericht te bereiken, boeien en over te halen te doneren. Wij helpen u graag! Mail ons zodat je beter slaapt: jolan@nexusdirect.com.

nexusdirect.com NR.4 2016


IMPACT

Ank van Drenth blikt terug op 36 jaar bij de Hartstichting

“Er is heel veel verbeterd, maar we zijn er nog lang niet” door Marthe Damman

Ank van Drenth (65), een van de weinige artsen van de Hartstichting, nam na 36 jaar afscheid. In een gesprek met redacteur Marthe Damman kijkt ze terug. Hoe groot is de impact van de Hartstichting, het goede doel dat al bijna 45 jaar non-stop hamert op het belang van reanimatie door omstanders? De receptioniste van de Hartstichting kijkt bezorgd. Ank van Drenth neemt de telefoon maar niet op. Ik wacht geduldig in de lichte hal van het hoofdkantoor bij station Ypenburg. Het duurt even, maar dan komt ze toch de trap aflopen. Niet zo gek dat ze moeilijk te bereiken is, zegt Ank, ze heeft haar werktelefoon al bij haar officiële afscheid in maart ingeleverd. Het is haar laatste dag bij de Hartstichting. Ze loopt er nog even rond om wat op te ruimen en gaat met collega’s nog een hapje eten. In 1980 zou huisarts Ank van Drenth twee jaar bij de Hartstichting komen werken. Dat zijn er 36 geworden. ‘Beleidsadviseur medische zaken’ was haar functie. “Maar ik heb er jaren geleden voor gezorgd dat er ‘arts’ op mijn visitekaartje kwam te staan. Wel zo duidelijk.” Als rode draad door haar carrière loopt de reanimatie door leken. “Ik heb me met het hele veld van hart- en vaatziekten beziggehouden, maar reanimatie had ik altijd in mijn portefeuille,” vertelt Ank. “Nu werken we in een team, tot het begin van deze eeuw deed ik het vrijwel alleen met een secretaresse.”

Dokter Dekker haalde zijn inspiratie uit de Verenigde Staten, vertelt Ank. Van cardioloog Cobb, die in Seattle woonde waar toentertijd veel houten huizen stonden. “Omdat er geregeld brand uitbrak, waren er verdeeld over de stad brandweerkazernes neergezet. Maar die brandweerlieden hadden ook vaak genoeg niets te doen, dus dacht Cobb: ik ga al die mannen leren hoe ze een hartmassage moeten geven. Als ik dan word opgepiept voor een hartstilstand, bel ik naar de kazerne en kunnen zij vast vooruitsnellen.” “Nu, zo’n 45 jaar later, hebben we in Nederland een systeem van burgerhulpverleners. Elke ambulancemeldkamer in Nederland heeft een databank met hun gegevens. Als iemand 112 belt voor een hartstilstand, stuurt de centralist de ambulances weg en roept direct daarna burgerhulpverleners in de buurt op met een sms’je. Zij beginnen vaak al enige minuten voor de komst van de ambulance met reanimeren.” Als het aankomt op de resultaten van reanimatie door omstanders heeft Ank alle cijfers op een rij: “Er zijn 130.000 burgerhulpverleners die in de databanken van de meldkamers geregistreerd staan. Zij zijn bereid 24/7 oproepbaar te zijn. Drie kwart van de reanimaties wordt überhaupt gestart door omstanders.”

LEVE DE OMSTANDERSREANIMATIE

We zitten in een van de kleine vergaderhokjes bij de kantine en drinken thee uit een plastic bekertje. Aan de hand van de powerpointpresentatie van Anks afscheidsspeech gaan we terug naar de begintijd van de Hartstichting. Ank trad in de voetsporen van dokter Bart Dekker, de eerste medisch directeur van de Hartstichting. “Hij gaf in 1972 de eerste cursus reanimeren, aan familieleden van hartpatiënten. Hoe kun je dat nou doen, riepen collega’s toen verontwaardigd uit. Dat is een medische handeling, die laat je niet over aan leken.” NR.4 2016

VAKBLAD FONDSENWERVING

13


IMPACT We gaan nog even door met de feitjes: “40 procent van de volwassen Nederlanders heeft inmiddels een reanimatiecursus gevolgd. 40 procent daarvan heeft het de afgelopen twee jaren nog gedaan. Die start van dokter Dekker heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat nu vijf miljoen mensen hebben geleerd hoe ze moeten reanimeren.”

“Het zou fantastisch zijn als reanimatieonderwijs een vaste plek krijgt in het lespakket van de middelbare school”

“Door die omstandersreanimatie, maar ook door de introductie van de AED aan het begin van deze eeuw, is de overlevingskans na een hartstilstand gestegen. Hoe eerder je erbij bent met een AED, hoe groter de kans dat het hart nog te defibrilleren is. Bij ongeveer de helft van de slachtoffers is dat het geval. Als je binnen zes minuten reanimeert en defibrilleert is de overlevingskans het grootst. Wat ook heel duidelijk is: als omstanders al reanimeren, verdubbelt de overlevingskans. Wordt er gewacht op een ambulance, die er gemiddeld pas na 9,7 minuten is, dan is de situatie bijna altijd hopeloos.” “De overleving bij een hartstilstand is nu rond de 22 procent, weten we uit gebieden in Nederland waar dat precies wordt bijhouden. Als je alleen kijkt naar de patiënten die te defibrilleren waren, dan is de overlevingskans 45 procent. Dat is een heel goede score. Voor menig buitenland zijn we een schoolvoorbeeld, ook vanwege het hoge percentage reanimaties dat door omstanders is begonnen.” EIGEN SCHULD DIKKE BULT

Het moge duidelijk zijn: op het gebied van reanimatie heeft de Hartstichting successen geboekt. Maar net zo goed op het gebied van onderzoek naar hart- en vaatziekten, preventie en voorlichting en de verbetering van de zorg,

de andere pijlers van de stichting. Helaas kent dat succes ook een keerzijde. Ank: “Je hoort wel dat mensen vaak denken: hartklachten zijn kwaaltjes. Even dotteren om de verstopping in de slagader weg te halen en ik kan weer door. Ook wordt er geroepen: een hartinfarct is eigen schuld dikke bult. Dan had je maar gezonder moeten leven. Maar zo eenvoudig is het vaak niet.” Die gedachten maken het de Hartstichting lastig bij het fondsenwerven. Ank: “We hebben het idee dat mensen meer aan kankeronderzoek geven omdat over kanker heel anders wordt gedacht. Kanker overkomt je, en de behandeling die volgt, de chemo, is heftig. Als Hartstichting zouden we duidelijker moeten vertellen waar meer onderzoek naar verricht moet worden. Dan is het makkelijker om te besluiten: daar wil ik geld aan geven.” Want geld voor onderzoek is nog steeds hard nodig. Om meer te weten te komen over vrouwen en hart- en vaatziekten bijvoorbeeld. Hun hartklachten manifesteren zich vaak anders dan bij mannen en de kennis die we nu hebben komt voornamelijk uit onderzoek met mannen. Bij grote wetenschappelijke onderzoeken is van de deelnemers hooguit een derde vrouw. Dat is een probleem, zegt Ank. “We hebben een inhaalslag te maken. Zo weten we dat de methode van dotteren niet helemaal geschikt is voor vrouwen, en dat de fietsproef om een hart- of vaatziekte vast te stellen voor hen zelfs ongeschikt is. Ook hebben vrouwen andere klachten dan mannen en hebben ze zelf vaak al een andere verklaring voor hun gezondheidsprobleem.” Om duidelijk te maken wat de Hartstichting wil doen, is de communicatie naar het grote publiek in deze tijd noodzakelijk, zegt Ank. “In de beginjaren hadden we grote bekendheid. Maar de hele chariwereld is veranderd. Wat meespeelt, is dat we al zoveel bereikt hebben. Hart- en vaatziekten zijn nu een soort chronische ziekte aan het worden waar je niet meer aan dood hoeft te gaan. Het Reumafonds en Diabetes Fonds hebben met dezelfde ontwikkeling te maken.” Dat succes betekent overigens ook dat er nu bijna een miljoen patiënten zijn in Nederland die elke dag moeten leven met een hart- of vaatziekte. Ank: “Het aantal harten vaatpatiënten groeit naar 1,4 miljoen in 2040. Dat heeft vooral te maken met de vergrijzing. Voor die groep mensen is het werk van de Hartstichting heel belangrijk. Met name voor hen is veel winst te behalen met onderzoek.” WETENSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN

Terug naar reanimatie. Het is duidelijk dat Ank zich daar vooral mee heeft beziggehouden. De afgelopen 36 jaar 14

VAKBLAD FONDSENWERVING

NR.4 2016


heeft ze alle wetenschappelijke ontwikkelingen op dat gebied gevolgd. Ze ging naar allerlei internationale congressen, maar daar bleef het niet bij. Ze ontwikkelde lesmateriaal en hielp met het oprichten van de Nederlandse Reanimatieraad, het overlegorgaan van iedereen die bij reanimatie betrokken is. Elke vijf jaar brengt de raad nieuwe richtlijnen voor reanimatie uit, zodat iedereen op dezelfde manier handelt. Tot haar afscheid was Ank de vertegenwoordiger van Nederland in de Europese Reanimatieraad en ze zat zelfs namens Europa enige jaren in de Internationale Reanimatieraad. Ze zal het niet meteen zeggen, maar na een uur praten geeft ze het toe: ze is trots dat omstandersreanimatie een initiatief van de Hartstichting is geweest. “We waren de eerste die ermee begonnen. Door onze inzet, maar ook door die van bijvoorbeeld EHBO, Rode Kruis, politie, brandweer en bhv’ers, is het nu iets heel natuurlijks geworden.” Ze weet nog hoe ze in de jaren tachtig aan het campagnevoeren was, met dia’s en 16mm-films. “Het was pionieren. Dan kwam ik in dorpen waar iedereen het wilde leren, maar de huisarts tegen was. Soms was het probleem dat de dokter gewoon helemaal niet kon reanimeren en niet wilde dat de dorpelingen daar achter zouden komen. Dat is gelukkig al lang niet meer zo.” Maar we zijn er nog lang niet, vindt Ank. “Technisch kan er nog een heleboel verbeteren. Stel ik tref iemand onwel aan op een provinciale weg, maar ik kan de meldkamer niet precies vertellen waar ik sta. Dan is het verboden mijn locatie uit te peilen via mijn smartphone. Dat mag niet van de privacywet. Maar iemand is in doodsnood. Hoe moeilijk kun je het maken?” Ook al trekt ze de deur van de Hartstichting nu achter zich dicht, in haar hoofd is er nog één toekomstdroom. Ze zou het fantastisch vinden als reanimatieonderwijs een vaste plek krijgt in het lespakket van de middelbare school. “Dan staat er een grote generatie op met kinderen die het in de vingers hebben en zich op 18-jarige leeftijd kunnen opgeven als burgerhulpverlener. Er zijn in het verleden wel wat losse initiatieven geweest, maar het is helaas tot nu toe nooit structureel geworden.” Met een lach: “Daarvoor zijn er gewoon te veel wisselingen van kabinetten en ambtenaren geweest. Maar ik heb in mijn jaren hard gezaaid, wie weet is er nu wel iets ontkiemd.” ◊ NR.4 2016

“Soms was het probleem dat de dokter gewoon helemaal niet kon reanimeren en niet wilde dat de dorpelingen daar achter zouden komen”


SCORE N VOOR E IGE N DOE L GEEF ONS EEN WARME DOUCHE! Hier een berichtje van langs de lijn. Van de jongens van voetbalvereniging sv BVCB uit Bergschenhoek, bij Rotterdam: een club met 1.100 leden en een eerste elftal dat in de tweede klasse van de KNVB speelt. “Sportief draaien we lekker”, zegt Ronald Helder, die elftalbegeleider van de selectie én bestuurslid is. “Ook hebben we trouwe supporters, dus onze velden en kantine zijn echt het trefpunt van het dorp.”

WENSEN

FANTASTISCH RESULTAAT

“Maar zoals iedere vereniging hebben we meer wensen dan centen. Zo zijn onze kleedkamers na ruim vijftien jaar toe aan nieuwe verwarmingsketels. Anders staan onze spelers straks letterlijk in de kou.” “Op zoek naar inkomsten belden de jongens van de eerste drie elftallen zo veel mogelijk clubleden. Met als slogan ‘geef ons een warme douche’, vroegen ze of de achterban wilde meedoen aan de VriendenLoterij. Omdat de club de helft van de inleg van ieder lot krijgt, is dat iedere maand mooi meegenomen.”

“Na die belactie doen er nu 180 clubleden mee aan de VriendenLoterij. Een fantastisch resultaat, want er komt nu iedere maand 1.100 euro binnen bij onze penningmeester. Ook kregen we een extra aanmoedigingsprijs van 4.000 euro van de VriendenLoterij. Dus die verwarmingsketels komen eraan.” Maar de club houdt een verlanglijstje: “Nu is de frituur in de clubkantine kapot. Daarom moet er snel een ander komen, want wat is een voetbalkantine zonder kroketten?” Heeft uw vereniging ook een warme douche of nieuwe frituur nodig? Bel voor meer informatie naar 020 -677 6880 of mail club@vriendenloterij.nl

Vriend van alle clubs 16

VAKBLAD FONDSENWERVING

De vergunning voor de loterij is afgegeven door de Kansspelautoriteit onder kenmerk 8789 d.d. 25/11/2014.

NR.4 2016


OPINIE

Wat in ons land ontbreekt is de belangstelling van bestuur en politiek

Maak ruimte voor filantropie door Maarten de Vries

De filantropie speelt een vitale rol bij de financiering van het maatschappelijk middenveld. Filantropie moet hierbij opgevat worden in de meest brede zin. Het omvat dan het doneren van geld en goederen, het sponsoren van activiteiten en vooral het geven van vrije tijd. Vrije tijd geef je aan je familieleden, vrienden en bekenden, zelden aan de staat en het bedrijfsleven. Maar wel aan georganiseerde verbanden van burgers.

met een achterban. In de handen van bestuurlijke amateurs zijn het echter maatschappelijk onverantwoorde organisaties. Dat geldt vooral wanneer er geen verschil meer is tussen bestuur en directie en men handelt met andermans geld. Deze verloedering van het maatschappelijk middenveld heeft de samenleving veel geld gekost en is nog steeds niet adequaat opgelost.

Onder de gewone burgers zijn naast sociale uitvinders Dit geven van vrije tijd vormt de basis van het maatschappelijk ook altijd sociale ondernemers geweest. Hun durfkapitaal middenveld. Het is de meest waardevolle bijdrage aan deze zorgde voor de eerste parken, scholen, muziekgezelschappen sector. Zo waardevol, dat veel organisaties in elkaar zouden en sportverenigingen. Dat proces gaat nog steeds door maar storten als deze inzet zou ontbreken. Trotse vrijwilligers krijgt veel te weinig aandacht. Onderzoek naar oplossingen zeggen niet voor niets dat zij onbetaalbaar zijn. Het is een van levensbedreigende ziekten als malaria, kanker en ernstige misvatting dat er daarom geen markt aids kunnen niet zonder deze bijdragen. bestaat voor hun inzet. Hun onbezoldigde Zonder de giften van burgers stoppen allerlei inzet is een schaars goed en er wordt hard om maatschappelijke vernieuwingen omdat gevochten. Er bestaat namelijk een enorme niemand het risico durft te nemen. krapte op de onbezoldigde arbeidsmarkt. De werving van tijd is alleen daarom al complex en Langzaam maar zeker komen in Nederland arbeidsintensief. Vreemd dat die werving nog en elders steeds meer sociale ondernemingen Maarten de Vries steeds zo weinig aandacht krijgt in kringen van op. Het zijn bedrijven waar wel naar winst was directeur van Wilde de filantropie en de fondsenwerving. wordt gestreefd, maar waarbij het bereiken van Ganzen en redacteur van Vakblad Fondsenwerving sociale doelen bovenaan staat. In Duitsland Grote maatschappelijke veranderingen zijn, los van de nemen burgers ieder jaar steeds meer initiatieven voor de technologische ontwikkelingen, bijna altijd begonnen met oprichting van hun eigen gemeenschapsfondsen, die lokaal de vrijwillige inzet van burgers. In ons land kan je tot heel of regionaal beurzen verstrekken aan kinderen met een ver teruggaan om daar voorbeelden van te vinden. Vanaf het sociale achterstand en die subsidies geven om het culturele begin van de negentiende eeuw versnelt dit proces. Werkelijk leven op peil te houden. op alle gebieden namen burgers het voortouw, en zeker niet alleen mannen. Zo hebben de woningbouwcorporaties heel Wat in ons land ontbreekt is de belangstelling van bestuur en veel te danken aan enkele bijzondere vrouwen. politiek. Er is geen coherent beleid voor het maatschappelijk middenveld. Er is alleen maar aandacht voor markt en staat. De invloed van de gewone burger in al die ziekenhuizen, Dat is gek voor een land waar een zeer groot aantal mensen waterleidingbedrijven, musea en andere instellingen en werkt in de non-profitsector. Dat is vreemd in een land waar organisaties is nagenoeg verdwenen. Professionele besturen, het welzijn van de burgers in de eerste plaats afhangt van directies en medewerkers hebben hun plaats ingenomen. het goed functioneren van al die organisaties die samen het Bij deze verdringing ging de overheid heel naĂŻef te werk. maatschappelijk middenveld vormen. Zij meende dat dan het engagement en de ethiek ook in De filantropie is niet gebaat bij een eenmalig convenant of niveau zouden toenemen. Technocratische professionals de tijdelijke mogelijkheid van dubbele aftrek voor de kunst. missen echter vaak de gedrevenheid van de liefhebbers. Filantropie is een toegepaste wetenschap, een kunde die Zonder gelofte gaan zulke deskundigen zwalken en ontstaat bestudeerd maar vooral bevorderd en toegepast kan worden. bestuurlijk amateurisme. De kennis en kunde zijn aanwezig; de sector weet wat werkt en wat niet. Het tijdperk van de liefdadigheid ligt al meer dan Stichtingen zijn ideaal voor mensen die willen aanpakken een halve eeuw achter ons. Het wachten is op bestuurders en met hun eigen geld. De autocratische bestuursvorm maakt politici die er het belang van inzien daadwerkelijk ruimte te dat zij snel kunnen handelen. Er is geen last of ruggenspraak maken voor geven, voor filantropie. â—Š NR.4 2016

VAKBLAD FONDSENWERVING

17


STEEDS MEER

GOEDE DOELEN KIEZEN VOOR

Meer weten?

KENTAA

026 261 62 40

Kentaa helpt organisaties om online fondsen te werven. Wij willen dat zoveel mogelijk mensen met succes en

info@kentaa.nl www.kentaa.nl

plezier geld ophalen. Om iedereen kansen te bieden op een goed leven en de wereld beter te maken.

Totaalontzorger op het gebied van Druk, Print en Logistiek Kwaliteitsdrukwerk met snelle service en persoonlijke aandacht

www.smg-groep.nl


WET- EN REGELGEVING

Direct dialogue wordt volwassen door Sheila Klein Schiphorst

Direct dialogue, de verzamelnaam voor fondsenwerving op straat en aan huis, is voor veel goede doelen een belangrijk kanaal voor persoonlijk contact met potentiële donateurs. Het is een wervingsmethode die ook nog wel eens aan kritiek blootstaat. Dat nu de fase is bereikt dat werving via direct dialogue volwassen wordt, blijkt ook uit de collectieve audit van elf wervingsbureaus. Sheila Klein Schiphorst

De kwaliteit van direct dialogue is van groot belang voor de goede doelen en de bureaus. De doelstelling is immers het leggen van persoonlijk contact om mensen die zich betrokken voelen, duurzaam te verbinden met de maatschappelijke opdracht van de goede doelen. Een groot aantal leden van branchevereniging Goede Doelen Nederland (voorheen VFI) heeft daarom de handen ineengeslagen voor een gezamenlijke kwaliteitsaanpak. Er is er een pilot opgezet om de compliancestandaarden van directdialoguebureaus gezamenlijk te auditen. Vakblad Fondsenwerving sprak met Johan Guis van Goede Doelen Nederland en Patrick Jordens van DMCC Nederland, de in compliance gespecialiseerde auditor die de audits in opdracht van Goede Doelen Nederland heeft uitgevoerd.

De collectieve audit is als een pilot opgezet. Waarom heeft Goede Doelen Nederland voor deze aanpak gekozen? GUIS: “De audits zijn georganiseerd met het oog op het gemeenschappelijk belang van zowel goede doelen als de directdialoguebureaus: direct dialogue zo duurzaam mogelijk inzetten. Onze leden nemen hun verantwoordelijkheid als opdrachtgever van direct dialogue als geen ander serieus en de controle op de naleving van wet- en regelgeving hoort daarbij. Als branchevereniging zien wij het als onze taak om hen hierin te ondersteunen. Als elke organisatie onafhankelijk een audit had uitgevoerd, zou dit een groot aantal afzonderlijke audits tot gevolg hebben. Door samen te werken zijn nu de elf directdialoguebureaus, die elk door één of meerdere goede doelen worden gebruikt, slechts één keer geaudit. Een significant verschil in efficiëntie en kosten.” Jullie hebben locatie-audits bij de directdialoguebureaus uitgevoerd. Wat houdt dit precies in? JORDENS: “Bij een locatie-audit gaat onze auditor, soms zelfs een team van auditors, naar de hoofdvestiging van het directdialoguebureau en onderzoekt daar de compliancevoorzieningen. Hierbij beoordelen wij onder meer de voorzieningen op het gebied van privacy, informatiebeveiliging, opleiding van medewerkers, quality monitoring, aanvragen van vergunningen, vertrouwelijkheid en het algemene compliancebeleid van de organisatie. Je zou kunnen zeggen zoals een toezichthouder de gedragingen van een organisatie onderzoekt. Uit boetebesluiten van toezichthouders halen wij namelijk letterlijk lessen over hoe we effectief compliance kunnen controleren voor onze opdrachtgevers. Overigens doen wij dit voor alle typen leveranciers, niet alleen voor direct dialogue, en ook bij opdrachtgevers in huis.” Hadden jullie al eerder ervaring met dit type audits?

JORDENS: “We hebben veel ervaring met het uitvoeren van s Patrick Jorden NR.4 2016

audits in het directdialoguekanaal en daarnaast ook met commerciële organisaties in het colportagekanaal.

VAKBLAD FONDSENWERVING

19


976.113-00 Advertentie_vakblad_half-2016_wtk.indd 2

07/06/16 12:05


WET- EN REGELGEVING In de zes jaar dat we nu bestaan, hebben we echter nog nooit eerder een collectieve opdracht voor 22 opdrachtgevers gedaan. Ik vind het een hele eer dat ons deze opdracht gegund is.”

en bureaus, en voor het nemen van maatregelen waar dat nodig is.” JORDENS: “Via onze compliancesoftware kunnen de opdrachtgevers compliancedashboards en compliance-

‘‘Met de bureaus die ons als auditor nog niet kenden, is een evaluatiegesprek geweest’’ Ongetwijfeld was dit voor de markt een spannende exercitie: de top 22 van goede doelen die gezamenlijk elf bureaus auditen. GUIS: “Ons hebben vooral positieve reacties bereikt. Zowel bij de goede doelen als hun bureaus leeft grote bereidheid om compliant te werken.” PATRICK JORDENS vult aan: “Ook wij hebben de reacties als louter positief ervaren. De goede doelen kregen een beeld van hun leveranciers dat ze daarvoor nog niet ter beschikking hadden en bovendien kregen ze de gelegenheid de prestaties van hun bureaus onderling te vergelijken. Dat heeft veel transparantie gecreëerd. Diezelfde transparantie is natuurlijk ook spannend voor het bureau dat wordt geauditeerd. Dat was merkbaar, maar ik denk dat wij met onze ervaring die spanning goed hebben kunnen wegnemen. De reacties bij de nabesprekingen met de geauditeerde bureaus waren positief.” Hebben de audits ook sturingsinformatie voor de goede doelen opgeleverd? GUIS: “Absoluut. Zowel de goede doelen als de bureaus hebben nu inzichtelijk gekregen wat goed gaat en op welke gebieden nog verbetering mogelijk is. Een mooi vertrekpunt voor een dialoog tussen goede doelen

rapportages lezen en downloaden. Een van de meest effectieve drivers voor de verbetering van compliance zijn onze benchmarks. Wij zetten de complianceprestaties van de bureaus tegen elkaar en tegen de markt af. Dat geeft een goed beeld van hoe groot het verbeterpotentieel bij een bureau is. Je wilt als bureau natuurlijk boven in een benchmark zitten en het liefst op één staan. Dat geeft veel motivatie ter verbetering en dat is precies wat wij beogen. Overigens ziet de opdrachtgever zelf alleen de prestaties van zijn eigen bureaus, maar hij ziet wel waar zijn bureaus in de benchmark staan. De bureaus waarmee hij niet werkt zijn geanonimiseerd. De bureaus kunnen op hun beurt hun eigen prestaties inzien en zo heel gericht zien waar zij kunnen verbeteren.” Ik kan mij voorstellen dat de goede doelen en de bureaus na de audit nog behoefte hebben aan toelichting en support. JORDENS: “Wij verzorgen, zolang als de opdrachtgever dat wenst, afterauditservice. Dat betekent concreet dat men ons altijd kan bellen en van onze helpdesk gebruik kan maken. Bovendien hebben wij met vrijwel iedere opdrachtgever apart een evaluatiegesprek gevoerd. Dat geldt ook voor de bureaus. Met de bureaus die ons als auditor nog niet kenden, is een evaluatiegesprek geweest. Daarnaast kunnen ook de bureaus van onze helpdesk gebruikmaken.” Hoe is de samenwerking tussen Goede Doelen Nederland en DMCC verlopen? GUIS: “Erg goed. DMCC heeft de opdracht kundig en naar tevredenheid uitgevoerd.” JORDENS vult aan: “Het is zeer prettig als een audit, en helemaal een audit van deze omvang, van tevoren goed uitgedacht en voorbereid is. Goede Doelen Nederland heeft zich hard gemaakt voor een perfect verloop van de audit. We hebben voorlichtingssessies gedaan, samen planningen gemaakt en tussentijds geëvalueerd. En er is een evaluatiesessie met alle goede doelen georganiseerd. Alles tot in de puntjes verzorgd. Dat is echt prettig w ◊

Jo han

Sheila Klein Schiphorst-Koster is sinds 2004 actief in de communicatie- en marketingbranche. Sheila schrijft over vele onderwerpen en brengt adviezen uit over de communicatiestrategie van ieder type organisatie: www.sheishere.nl

Gu is NR.4 2016

VAKBLAD FONDSENWERVING

21


WET- EN REGELGEVING

Het lijkt erop dat de Geefwet is mislukt

door Jaap Zeekant

Het Centrum voor Filantropische Studies van de Vrije Universiteit Amsterdam heeft onderzoek verricht naar de veranderingen in de filantropie in Nederland, in het bijzonder bij culturele instellingen, na de invoering van de Geefwet. Dit is gebeurd in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW), in aanvulling op het onderzoek ‘Geven in Nederland 2015’. We laten aan de hand van de onderzoeksresultaten onze gedachten gaan.

D

e Algemene Rekenkamer liet in 2015 weten dat de totale bezuiniging op culturele instellingen in de jaren 2011-2013 op rijksniveau € 253 miljoen groot was. Bijna 40 procent van de 346 instellingen raakten hun totale ‘cultuursubsidie’ kwijt. In het verlengde daarvan kwam de overheid in 2012, om de geefcultuur te stimuleren, met de Campagne ‘Cultuur, daar geef je om’. Op www. daargeefjeom.nl vind je een communicatietoolkit die de instellingen kunnen gebruiken, plus alle informatie over fiscale geefaftrek. De overheid kwam verder met het programma Ondernemerschap Cultuur om de afhankelijkheid van overheidssubsidie te verminderen. OCW en Cultuur Ondernemen organiseerden op 18 mei 2011 een conferentie ‘Cultuur in Beeld: de kunst van het ondernemen’. Naast workshops over cultureel ondernemerschap, verdienvermogen en businessmodellen konden culturele instellingen workshops volgen over fondsenwerving. Het ministerie heeft ook de programma’s Leiderschap in Cultuur en Wijzer Werven opgezet. Daarbij ging het vooral om het bevorderen van het genereren van eigen inkomsten. Er kwam ook een fiscale tegemoetkoming voor giften van particulieren aan culturele instellingen. De regeling voor bedrijven die er ook kwam, laten we in dit stuk grotendeels buiten beschouwing. Donaties die een particulier in een jaar aan een culturele instelling doet, mogen tot en met 2017 ten behoeve van de giftenaftrek in de inkomstenbelasting worden verhoogd met 25 procent. Deze multiplier geldt tot een maximale gift van € 5.000 per jaar. Als de giften hoger zijn, dan is de normale aftrek van toepassing. Deze extra fiscale aftrek maakte een valste start. De culturele instellingen lieten het onderwerp grotendeels liggen omdat de regeling eerst aan de Europese Commissie moest worden voorgelegd, met de vraag of het ongeoorloofde staatssteun was. Pas in maart 2013 gaf

22

de Commissie het groene licht, waarna de regeling met terugwerkende kracht werd ingevoerd. De duur is vanwege dit uitstel met één jaar verlengd tot eind 2017. MEER DAN DUIZEND HUISHOUDENS

Met name geefgedrag en fondsenwerving op het terrein van cultuur stonden centraal in het onderzoek. Het is uitgevoerd door representatieve steekproeven met meer dan duizend huishoudens en meer dan 1.100 bedrijven. Er zijn meer dan achthonderd vermogende particulieren ondervraagd en bijna 1.400 culturele instellingen over de jaren 2011 tot en met 2014. Longitudinale groepen van bijna vijfhonderd huishoudens en driehonderd culturele instellingen namen twee keer aan het onderzoek deel. Bij het onderzoek onder instellingen stonden twee vragen centraal: hoe actief waren culturele instellingen in 2012, 2013 en 2014 met het genereren van eigen inkomsten en de communicatie over de Geefwet, en welke culturele instellingen zijn succesvol in het genereren van eigen inkomsten, en waarom? Belangrijke conclusie is dat het aantrekkelijker maken van giften aan cultuur door de verhoogde aftrekbaarheid in 2013 en in 2014 niet geleid heeft tot hogere giften aan cultuur door huishoudens. Bedrijven zijn in 2014 wel beduidend meer gaan doen aan sponsoring van culturele instellingen. Onder vermogende Nederlanders is het geven aan cultuur wat populairder geworden. De gemiddelde gift is juist afgenomen. De extra fiscale aftrekbaarheid heeft er niet voor gezorgd dat culturele instellingen voldoende eigen inkomsten genereren om de effecten van bezuinigingen op overheidssubsidie teniet te doen. Wel is vastgesteld dat culturele instellingen, van klein tot groot, in beweging komen. En dat instellingen die voor de invoering van de Geefwet zich niet of nauwelijks bezighielden met het

VAKBLAD FONDSENWERVING

NR.4 2016


werven van eigen inkomsten, daar in de afgelopen drie jaar actiever in geworden zijn. Ongeveer 40 procent van de instellingen is hierin succesvol geweest. De toename in de inkomsten uit fondsenwerving is in 2013 niet voldoende geweest om de totale inkomsten van culturele instellingen op peil te houden. In 2014 is deze inhaalslag wel gemaakt. FISCALE AFTREKBAARHEID

Nagegaan is ook in welke mate instellingen communiceren over de extra fiscale aftrekbaarheid. Er wordt een toename gezien van de inkomsten uit fondsenwerving voor instellingen die actief communiceren over de Geefwet. De onderzoekers zien daarin een reden tot optimisme over de potentie van de Geefwet op langere termijn. Daar valt op af te dingen. Het communiceren dat geven aan cultuur fiscaal aantrekkelijker is geworden, kan op allerlei manieren, variërend van vermelding op de website en in folders tot het voeren van persoonlijke gesprekken met potentiële gevers. Hoe dat precies verliep is niet onderzocht, zodat niet bekend is welke rol de informatie over de Geefwet precies heeft gespeeld in het geefproces. Wel is vastgesteld dat de onbekendheid met de regeling zeer groot is. Bijna de helft van de vermogende particulieren weet niet dat giften aan culturele ANBI’s verhoogd aftrekbaar zijn. Van de bedrijven weet twee derde dit niet, en van alle huishoudens in Nederland is dat drie kwart. Het is zeer wel denkbaar dat de instellingen die in het algemeen actiever zijn op het gebied van het werven van inkomsten juist ook die zijn die in hun informatie de fiscale aftrekbaarheid opnemen. Daaruit kan niet de conclusie getrokken worden dat de Geefwet de potentie heeft het geefgedrag op termijn positief te beïnvloeden. Het toenemen van de inkomsten van deze categorie culturele instellingen kan ook volgen uit hun basishouding ten opzichte van cultureel ondernemen en fondsenwerven, en vooral getriggerd zijn door het wegvallen van subsidies. In dat verband is ook interessant dat het rapport stelt dat investeringen in marketing en fondsenwerving en communicatie over de Geefwet van groot belang zijn gebleken om meer inkomsten te genereren uit giften en sponsoring. Van investeringen in marketing en fondsenwerving was dat al bekend, onder meer door het onderzoek van prof. Adrian Sargeant en prof. Jen Shang (Indiana University, 2012). Het is interessant dat ook Nederlands onderzoek dat ondersteunt. Maar of het verstrekken van informatie over de Geefwet daaraan ook een bijdrage heeft geleverd kan niet hard worden gemaakt. In het rapport wordt ook ingegaan op de capaciteit van culturele instellingen om wervingsactiviteiten uit te voeren. Die capaciteit is uiteraard een cruciale voorwaarde. Ook daarop blijken de fiscale faciliteiten geen invloed te hebben. NR.4 2016 Holland Festival 2016

VAKBLAD FONDSENWERVING

23


Wij zijn al 15 jaar de duurste! Echt waar. Want zo lang zijn we al actief in telefonische fondsenwerving in Nederland. En ja we zijn doorgaans echt de duurste. Tenminste als u alleen kijkt naar de prijs per gesprek. Maar gelukkig weten veel van onze klanten dat Return On Investment op twee manieren kan worden geĂŻnterpreteerd: door de kosten te minimaliseren of door de opbrengsten te maximaliseren. Dat laatste, daar zijn wij de beste in. Wij zorgen dat iedere euro die u via ons in uw donateurs investeert het best rendeert. Dus kunnen we het ons veroorloven om de duurste te zijn. Want het betekent niet dat we met uw geld smijten. Het betekent dat we uw geld beter investeren in hogere opbrengsten voor uw organisatie. We hebben een management systeem ontwikkeld dat daarvoor zorgt. Dat helpt ons uw campagnes tot betere resultaten te brengen en het klachten niveau laag te houden. Zodat we, juist berekend, helemaal niet zo duur zijn. We bellen alleen voor goede doelen. Inmiddels in 6 landen van Europa. Hebben een reeks aan trouwe klanten. Maar als u eens van gedachten wilt wisselen over telefonische fondsenwerving, neem gerust contact met ons op. Dat is gratis.

Henk Smit

E-MAIL WEBSITE T F M

Piet Heinkade 1-5 1019 BR Amsterdam henk@reactie-response.nl www.reactie-response.nl 0880 280 280 0880 280 275 06 51 262 862

Reactie & Respons: fondsenwervers die de telefoon gebruiken


WET- EN REGELGEVING BELANGRIJKE INDICATOREN

Voor ervaren fondsenwervers is het geen nieuws dat het investeren in marketing en fondsenwerving zeer belangrijke indicatoren zijn voor het werfresultaat. Dat klinkt ook door in de bevinding van het onderzoek dat het Mattheüseffect optreedt. De instellingen die wel actief over de Geefwet communiceren wisten meer inkomsten te realiseren uit sponsoring en private bronnen wanneer zij al ervaring hadden met fondsenwerving en in het verleden meer inkomsten uit fondsenwerving hebben gerealiseerd. Nog een paar boeiende conclusies uit het onderzoek over succesvolle verhoging van de inkomsten. Instellingen in de grote steden en musea doen het beter. Instellingen die het in 2012 al beter deden, blijken het in de jaren daarna ook beter te hebben gedaan. Instellingen die meer kennis hebben van de Geefwet, erover communiceerden en aan het OCW-programma deelnamen, doen het niet beter. Instellingen die in 2012 meer uitgaven aan fondsenwerving doen het beter in de jaren daarna. Ook de stelling van de onderzoekers dat investeringen in fondsenwerving zichzelf op de langere termijn terugbetalen en dat culturele instellingen meer tijd nodig hebben om ervaring op te doen met fondsenwerving, is veel interessanter dan het punt dat de Geefwet tot nog toe nauwelijks resultaat heeft opgeleverd. In brede deskundigenkring bestaat grote twijfel over het nut van fiscale stimuli voor het resultaat van fondsenwerving door non-profits. Hier is wel een nuancering nodig voor die fiscale faciliteit die een direct netto voordeel oplevert voor ANBI’s: het nultarief bij nalatenschappen. Maar ook in dat werfgebied, is er (nog) geen bewijs voor dat de fiscale faciliteit het nalaten aan goede doelen bevordert. Dat de aftrekbaarheid niet zoveel uitmaakt, correspondeert ermee dat het overgrote deel van de gevers aan goede doelen zijn giften helemaal niet voor aftrek in aanmerking brengt, ook niet als die de vrije voet overstijgen. Daarbij zal wellicht een rol spelen dat het toch altijd weer een gedoe is om al die bedragen bij te houden en dat het doorgaans om een relatief klein voordeel gaat. ANDERE MOTIEVEN

Maar veel belangrijker is dat het geven aan een goed doel een proces is waarbij geheel andere motieven en emoties een rol spelen dan bij fiscale zaken. Het feit dat je ‘korting krijgt op je gift’ of ‘voor hetzelfde geld meer kan geven’ staat ver af van het motief om te geven. Je geeft omdat je gegrepen bent door het verhaal van iemand die je namens zijn of haar organisatie vraagt om bij te dragen, persoonlijk, per brief, per e-mail of hoe dan ook. Met ruim veertig jaar fondsenwerving achter de rug is het mijn overtuiging dat het inbrengen van fiscale argumenten doorgaans een goed verloop van het NR.4 2016

geefcontact in de weg staat. Het verbaast me dan ook niet dat het wegvallen van de eis dat een periodieke gift via de notaris moet worden vastgelegd, niet heeft geleid tot een relatieve toename van de opbrengsten uit dat wervingsinstrument. Ook Gedeeld Geven, een fiscaal geefinstrument dat vooral geschikt is voor vermogenden, heeft niet de opgang gemaakt die men ervan verwacht had. In dit verband wijzen we ook op het onderzoek van hoogleraar belastingrecht Sigrid Hemels die concludeerde dat het in veel gevallen effectiever was geweest om het geld rechtstreeks aan de kunstorganisaties zelf te geven in plaats van ingewikkelde fiscale constructies. Scepsis over het effect van de Geefwet bestond al toen het wetsontwerp in voorbereiding was. Onze redactiecollega dr. Renée Steenbergen heeft indertijd de staatssecretaris geadviseerd een nationale geefcampagne te beginnen, in navolging van die in het Verenigd Koninkrijk (20012004). Renée schrijft er ook over in haar boek De Nieuwe Mecenas, naar aanleiding van haar onderzoek naar het Mecenaat (2008). Maar met Renées introductie van ‘Geef om cultuur’ heeft ze kennelijk de Haagse beleidsmakers toch geïnspireerd om met de kreet ‘Cultuur, daar geef je om’ te komen. De vraag is of het voor de bewindsman in kwestie zelf geldt.

Onder vermogende Nederlanders is het geven aan cultuur wel populairder geworden, maar het gemiddelde bedrag is juist afgenomen Na de forse bezuinigingen kon het kabinet natuurlijk weinig anders dan met een gebaar komen iets goed te maken, precies zoals we gewend zijn van de politiek. Of het werkt is dan minder belangrijk, zolang we maar ‘het gevoel hebben dat er iets gebeurt.’ De onderzoekers hebben een uitstekend rapport gepubliceerd, waar nog veel meer wetenswaardigheden in staan over de fondsenwerving in de cultuursector. Maar ook de verantwoordelijke bewindslieden hebben er iets aan. Er staan een paar volzinnen in, die net voldoende ruimte bieden om iedereen wijs te maken dat de Geefwet toch een goede zaak is; het poldermodel ten voeten uit. Maar de echte les is natuurlijk dat fondsenwerving inmiddels een echt vak is geworden, langetermijnwerk waarvoor structurele investeringen nodig zijn. Want nog altijd is de belangrijkste reden dat mensen geven (volgens het rapport zelfs in 85 procent van de gevallen) dat het hun gevraagd wordt. ◊

VAKBLAD FONDSENWERVING

25


OPINIE

Verantwoorde transparantie

is wel degelijk mogelijk door Arjan Pelders en Rob Goijen

Stel je dit bericht voor: ‘Winkel besluit doorzichtig glas in zijn etalage te zetten.’ Over transparantie gesproken. En: ‘Onderzoek wijst uit dat een open keuken in een restaurant het vertrouwen in de kwaliteit van de gerechten vergroot.’ Leuk voor de afhaalchinees met zijn schuifluik. Arjan Pelders

Rob Goijen

Hoe heeft het zover kunnen komen dat we standaard niet-transparant zijn, zodat we ons strategisch kunnen onderscheiden met transparantie? Wat verstaan we onder transparantie en voor welke dilemma’s plaatst het goede doelen? Hoe kunnen deze organisaties hun processen zodanig (kosteneffectief) inrichten dat ze op een efficiënte wijze meer transparantie kunnen bieden, terwijl het respecteren van de privacy van de gevers gewaarborgd is? Transparantie bied je door de manier waarop je informatie ontsluit. Die informatie moet duidelijk zijn, bij voorkeur online beschikbaar en waarheidsgetrouw. Transparantie wordt steeds meer een containerbegrip. Soms creëert het vertrouwen. Soms wordt het geëist uit wantrouwen. Vaak moet het van de wetgever. Transparantie beperkt weleens de bewegingsruimte van de organisatie. Dit omdat mensen niet het eindresultaat willen afwachten maar tussentijds geïnformeerd willen worden. Maar waarom willen mensen in de keuken kijken? Waarom durven ze het niet over te laten aan het vakmanschap van de kok? Onlangs hield Jort Kelder in NRC Handelsblad een pleidooi voor transparantie van door burgers betaalde belastingen en sociale premies: “Je bent lid van de club Nederland en iedereen mag zien wat jij daaraan bijdraagt.” Hij voegde de daad bij het woord door zijn belastingaangifte te openbaren, waarbij zijn bijdrage aan de ‘club Nederland’ duidelijk naar voren kwam.

30

Zijn redenering: “De bijdrage aan het publieke domein is openbaar, de besteding van het overgebleven nettoinkomen is privé.” Beschaming van het vertrouwen door gezagsdragers en bestuurders vergroot de vraag naar transparantie. Voorstanders van transparantie wijzen op zaken als democratisering, het delen van kennis en macht, open source of de Wet openbaarheid van bestuur. KOSTENVERHOGEND

Maar er zijn ook tegenstanders van totale transparantie. Zij refereren aan het fundamentele recht van mensen op privacy, gêne, schaamte en geheimen. Te veel transparantie blokkeert volgens hen ook adequate besluitvorming, remt creativiteit en werkt kostenverhogend. Professor dr. Paul Frissen zegt daar in zijn boek ‘Het geheim van de laatste staat’ interessante dingen over.

De informatie moet duidelijk zijn, bij voorkeur online beschikbaar en waarheidsgetrouw De roep om transparantie kan bij veel publieke organisaties verstarrend werken en risicomijdend gedrag in de hand werken. Ook de nieuwe wet meldplicht datalekken met potentieel hoge boetes draagt hieraan

VAKBLAD FONDSENWERVING

NR.4 2016


OPINIE bij. Zelfs innovatie wordt hierdoor soms belemmerd: de beslisser durft niet meer zijn nek uit te steken omdat de angst voor de negatieve gevolgen te groot wordt. In het spanningsveld met toenemende eisen aan transparantie en afnemend vertrouwen in instituties nemen de goededoelenorganisaties een aparte plaats in. Zij dienen een maatschappelijk doel en worden gefinancierd en gesteund door betrokken stakeholders. Hoe kunnen deze grotendeels op vrijwilligers en donateurs draaiende organisaties aan de roep om transparantie tegemoetkomen zonder een ingewikkelde organisatie op te zetten, waarbij voortdurend iedereen met alles kan meekijken. Goede doelen halen het liefst zoveel mogelijk ongeoormerkt geld op. Dat geeft immers de vrijheid om deze middelen naar eigen inzicht te besteden. Ter zake

waar en wanneer aan welke collectant doneert. Allerlei statistieken zijn theoretisch mogelijk om de effectiviteit van de collecte te verhogen. Maar hoe persoonlijk mogen we worden? GEMISTE KANS

Toch kan het wel degelijk, transparantie op een verantwoorde wijze. Het lukt maar weinig organisaties om per donateur een directe relatie te leggen tussen inkomende donatiestromen en uitgaande financiële middelen voor de doelstellingsprojecten. Verantwoording naar de donateurs gebeurt daarom meestal alleen op hoofdlijnen. Dat is een gemiste kans, juist nu de gevers steeds vaker heel gericht geïnformeerd willen worden. Als we bij grote aantallen donateurs en vrijwilligers privacy en transparantie in elke situatie persoonsafhankelijk willen bieden, is adequaat databeheer noodzakelijk. Je

Soms creëert transparantie vertrouwen, soms wordt het geëist uit wantrouwen

kundige personen zijn ingehuurd om goede beslissingen te nemen voor de besteding van dat geld. Wij pleiten ervoor om die mensen vertrouwen te geven.

moet er de juiste ICT-infrastructuur voor hebben. Maar bij heel wat fondsenwervende instellingen is ICT nou niet direct een prioriteit.

MEER BETROKKEN

Een aantal grote landelijke collectefondsen heeft echter de handen ineengeslagen. De collectes zijn belangrijk voor deze fondsen. Zij dragen bij aan de naamsbekendheid en leveren een substantiële financiële bijdrage. Ze hebben samen met hun leverancier Collecteweb ontwikkeld, een ICT-platform met honderdduizenden collectanten en organiserende vrijwilligers dat de gewenste inzichten biedt, terwijl de privacy en veiligheid maximaal zijn geborgd. Kosten, kennis en ervaringen worden zo gedeeld. Natuurlijk is elk fonds eigenaar van zijn eigen data. Ook dat is overigens een regelmatige vraag in de transparantiediscussie, net als de vraag waar de data worden opgeslagen. Dat dit goed geregeld moet zijn is logisch.

Maar intussen kunnen we niet om de behoefte van de gevers heen zich over zaken die hun interesse hebben te laten informeren, zodat zij zich meer betrokken kunnen voelen bij het goede doel. Er is een tendens dat donateurs liever kortcyclisch en geoormerkt geven, bijvoorbeeld voor een specifiek thema of een project. Deze gevers willen over de besteding van deze gerichte donaties worden voorgelicht. Ze willen graag weten of het goed gaat met hun project. Hoeveel fondsenwervende organisaties hebben hun processen en informatiesystemen hierop ingericht en kunnen dit? En hoeveel van hen doen dit ook, zoals bijvoorbeeld Cordaid? Wij denken dat het om een kleine minderheid gaat. Soms is de openheid vanaf het begin verbonden met een actie. Socialmedia-acties hebben actiepagina’s op een eventsite waarop iedereen kan zien wie hem of haar met welk bedrag sponsort. Je kan vaak zien welke deelnemer het hoogste bedrag ophaalt. Logisch vanuit donateursbinding, maar die gegevens liggen wel op straat. Goede doelen maken veel gebruik van organiserende vrijwilligers die geld inzamelen of acties organiseren. Maar wie er geeft en hoeveel men geeft is privacygevoelige informatie. Gaan alle vrijwilligers daar even zorgvuldig mee om? We weten welke voordeur

NR.4 2016

Hoe vinden we het evenwicht tussen transparantie en privacyborging enerzijds en effectiviteit en innovatie anderzijds? De technologie en het internet hebben de discussie aangewakkerd; er is steeds meer mogelijk en daar willen we met zijn allen graag gebruik van maken. Als we het slim aanpakken, biedt diezelfde technologie ons ook de oplossingen. Organisaties die zich maatschappelijk verantwoord gedragen, stellen interne regels vast, zodat zij het vertrouwen van het gevende publiek behouden. ◊ Arjan Pelders is partner bij Lonkend Perspectief en Rob Goijen is directeur Stb Automatisering & Advies BV

VAKBLAD FONDSENWERVING

31



COLUMN

MAAKT GELD GELUKKIG? door Jeroen Talens

S

teve Jobs en Bill Gates waren vroeger de Bassie en Adriaan van de technologiewereld. Gates was de acrobaat die zorgde dat Microsoft zich soepel en lenig aanpaste aan alle software. Jobs zat vol kattenkwaad en dreef iedereen tot waanzin met zijn eenkennige Applesysteem.

Jeroen Talens is creative director bij WWAV jeroen@wwav.nl

Toch gaat juist Jobs de geschiedenis in als de grootste vernieuwer van onze tijd. Hij werd de mythe, de visionair die de wereld een stukje mooier maakte met zijn iMacs, iPhones en iPads. De man ook die ons leerde swipen en pinchen. En Gates? Gates werd de schlemiel die genoegen moest nemen met de titel ‘rijkste man ter wereld’. Of geld gelukkig maakt weet ik niet. Het biedt in elk geval geen bescherming tegen vreselijke ziektes, zoals ook Steve Jobs heeft ondervonden. Toch kun je er beslist mooie dingen mee doen. Wist u dat Gates ieder mens op aarde vijftien dollar zou kunnen schenken en dan nog steeds miljonair zou zijn? Zou kunnen, want hij besloot iets anders met zijn fortuin te doen. Gates wilde net als Jobs herinnerd en bewonderd worden als een groot en visionair mens. Daarom stopte hij zijn geld in een fonds en creëerde in een klap het grootste goede doel ter wereld. De Bill & Melinda Gates Foundation investeerde de afgelopen jaren maar liefst 22 miljard euro in een betere wereld. U kunt zich voorstellen dat zo’n vette bankrekening zorgt voor een enorme slagkracht. Bill heeft naar eigen zeggen al zes miljoen levens gered en het einde is nog lang niet in zicht. Dat is best bijzonder voor een man die vroeger als levensmotto had: Life is not fair – get used to it. Maar Bill ging nog een stap verder. Met succes spoorde hij andere superrijken aan om zijn filantropische voorbeeld te volgen. Bijna tweehonderd mensen beloofden plechtig dat zij de helft van hun fortuin zouden steken in een betere wereld. Facebookoprichter Mark Zuckerberg was na de geboorte van zijn dochter zelfs zo vervuld van naastenliefde, dat hij aangaf 99 procent van zijn vermogen te investeren in liefdadigheid. Bij de huidige koers komt dat neer op een slordige veertig miljard euro. Dat is wel een ‘like’ waard, lijkt me! Meer geld voor het goede doel, het is een trend waar je bijna automatisch blij van wordt. Toch valt het me op dat de superrijken die het licht zien over het algemeen hun eigen fonds oprichten. Moet ik daaruit concluderen dat ze niets zien in de bestaande goede doelen? Of zien de bestaande goede doelen niets in de bemoeienis van eigenwijze miljardairs? En wat betekent de komst van deze nieuwe spelers voor het speelveld van de fondsenwerving? Maar de vraag waar ik vooral over pieker: wat betekent het voor de toekomst van de wereld als we voortaan gered worden door rijke zakenmensen? ◊

NR.4 2016

VAKBLAD FONDSENWERVING

33


IFC2016 Join 1,000 change-makers from around the world at the International Fundraising Congress (IFC) 2016

resource-alliance.org/ifc 18-21 OCTOBER, THE NETHERLANDS

Wat heb jij nodig om de wereld een beetje meer geluk te brengen? Ontdek op mindwize.nl de resultaten die we voor non-profits boeken

advertentie_Mindwize_190x130_feb_2016.indd 1

19-02-16 16:23


DIGITAAL

“ONZE ONLINE-INKOMSTEN VERDUBBELEN IEDER JAAR” door Wiebe de Graaf WAT: Vakbijeenkomst Professionele Fondsenwervers WAAR: Theater Gooiland te Hilversum VOOR WIE: Professionele fondsenwervers ORGANISATIE: Vakblad Fondsenwerving, 3F-Academy,

Resource Alliance, Vakopleidingen Fondsenwerving WANNEER: 10 juni 2016

Nieuwe media, onlinestrategie, social networking: de sector heeft er de mond vol van en belooft zichzelf gouden bergen, maar kunnen we deze termen nog wel horen? Want wat houdt het begrip ‘nieuwe media’ in en hoe nieuw is het nu eigenlijk? Zijn wij zelf niet reeds lange tijd volledig verklonken met onze mobiele telefoons en social media? Consumeren we zelf niet al jaren online en zetten we al deze nieuwe mogelijkheden ook niet allang in bij onze fondsenwervingspraktijk? De jongste editie van de Vakbijeenkomst op vrijdag 10 juni 2016 bood ons een mooie gelegenheid het peillood eens uit te werpen bij de fondsenwervers die zich voor deze

NR.4 2016

gelegenheid hadden verzameld in Theater Gooiland te Hilversum. Kom maar op: welke onlinemedia gebruiken jullie? Waar zet je het voor in en schuift het gebruik van Facebook eigenlijk al een beetje? Waar loopt jouw organisatie tegenaan? En hoe maak je er optimaal gebruik van? We kregen evenveel antwoorden als dat we vragen hadden. Over wat ‘nieuwe media’ zijn, reageerde men al zeer verdeeld, maar de diversiteit aan praktijkervaringen met onlinemedia was zo mogelijk nog groter. Dat de onlinedonateur niet op iedereen een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefende, bleek echter des te meer. Een overzicht.

VAKBLAD FONDSENWERVING

35


DIGITAAL Maarten Haagen is relatiebeheerder bij Trans World Radio. De organisatie is ongeveer twee jaar geleden begonnen met enkele pilots voor onlinefondsenwerving. “Dat bracht nog te weinig op. Voor ons geldt dat meer traditionele strategieën meer rendement opleveren. Met social media zijn er tal van mogelijkheden voor fondsenwerving bijgekomen, maar onze capaciteit is hetzelfde gebleven. Wij kiezen vooralsnog voor het rendement en zetten Facebook enkel in voor naamsbekendheid en contact met onze luisteraars.” Links: Maarten Haagen, relatiebeheerder Trans World Radio, Rechts: Jan Pieter Kaselein, manager fundraising Stichting Amsterdamse Zwerfkatten

Volgens Jan Pieter Kastelein, manager fondsenwerving van Stichting

Eveline van der Roest, fondsenwerver Asian Care “Wij sponsoren Mission Schools in het overwegend islamitische Pakistan,” vertelt Eveline van der Roest, fondsenwerver Asian Care. “Deze scholen krijgen geen geld van de Pakistaanse overheid. Alhoewel de grote toegankelijkheid en openheid van social media als Facebook voordelen bieden, twijfelen wij eraan om online al te veel informatie te verstrekken over onze projecten. We weten immers niet wie er meeleest en we willen onze lokale partners daarmee niet in de problemen brengen. Dat is wel een dilemma waar we mee worstelen.” Eveline van der Roest, fondsenwerver Asian Care

Amsterdamse Zwerfkatten, doen kattenfilmpjes het goed op Facebook onder de volgers. “Maar hoe je vervolgens voor een conversie zorgt, is nog geen uitgemaakte zaak.” Hij stelt dat de mogelijkheden voor fondsenwerving weliswaar enorm zijn toegenomen door de ontwikkelingen op onlinegebied, maar dat je als kleine organisatie wel moet zorgen dat het overzichtelijk en behapbaar blijft. “Hoe enthousiasmeer je bovendien je collega’s en de vrijwilligers voor het gebruik van nieuwe media als middel voor fondsenwerving, als hun ware passie ligt bij het helpen van katten? Als fondsenwerver krijg je steeds meer een coördinerende functie binnen de organisatie.”

Monique Spaan, projectleider leden- en fondsenwerving IVN

Monique Spaan, projectleider leden- en fondsenwerving IVN “Wij gebruiken onlinefondsenwerving vooral voor het verkrijgen van leads. In samenwerking met Albert Heijn hebben wij bij de recente moestuintjesactie een zaaikalender ontwikkeld die kon worden gedownload. Het leverde ons 20.000 leads op. Zij (de moestuinders) ontvangen nu een nieuwsbrief waarin we ze verder informeren over tuinieren, maar ook over de andere activiteiten van IVN. We merken dat vooralsnog weinig mensen de nieuwsbrief opzeggen. Over enkele weken gaan we ze vragen lid te worden. Dat is dus nog spannend!”

“Bij Edukans zetten wij social media in om onze zichtbaarheid te vergroten,’’ vertelt Hilde van der Vegt, manager marketing & communicatie Edukans. “Vooral onze ambassadeurs hebben een groot bereik. Voor het vragen om donaties middels social media zie ik nog weinig mogelijkheden. Ik voorspel dat het de komende twee jaar nog niet zal werken, alhoewel meer actiematige clubs het juist wel weer succesvol kunnen inzetten. Bijvoorbeeld bij het tekenen van een petitie. Voor e-mailmarketing zien wij zelf nu wel al enkele positieve ontwikkelingen en resultaten.” Links: Petra Hoogerwerf, Veleda Advies, Rechts: Hilde van der Vegt, manager marketing & communicatie Edukans

36

VAKBLAD FONDSENWERVING

NR.4 2016


DIGITAAL

Emle Soria, adviseur fondsenwerving Leger des Heils

Het Leger des Heils heeft een groot aantal volgers op Twitter en Facebook, maar deze accounts werden tot voor kort vooral bestierd door medewerkers van de communicatieafdeling. “Nu hebben we iemand beschikbaar gemaakt die zich vanuit fondsenwervingshoek gaat richten op deze kanalen. Dat biedt allereerst mooie kansen voor kennisuitwisseling. Toch is het budget voor onlinefondsenwerving bij ons nog klein. Straatwerving is nog steeds heel succesvol en wij zien nog groei. Dat geldt ook voor nalatenschappen. Voor onlinefondsenwerving geldt voor ons dat de investering nog niet opweegt tegen de opbrengsten.”

Jolan van Herwaarden, directeur opleidingen 3F-Academy

“Wat is nog nieuw aan nieuwe media?” stelt Jolan van Herwaarden met een veelzeggende glimlach. Ze vervolgt: “De beste toepassing van social media zag ik bij de dierenwelzijnsorganisatie Wish Bone in Engeland. Zij hadden op kantoor een ruimte ingericht waarin vrijwilligers uren achtereen berichten op onder meer Twitter, Facebook en Instagram plaatsten, terwijl de medewerkers van Wish Bone ze van ‘tea & biscuits’ voorzagen. De vrijwilligers plaatsten de berichten op eigen titel en het resultaat is een geweldig krachtige boodschap, namelijk niet ‘wij van Wish Bone zijn geweldig’, maar ‘zij van Wish Bone zijn geweldig’.”

Links: Karoline Uijen, zelfstandig adviseur fondsenwerving, Rechts: Pauline Ebing, Ebing Fundraising

Pieter Brands werkt als zelfstandig fondsenwerver vooral voor dorpshuizen, cultuurhuizen en kerken. Organisaties die veelal worden gedragen door vrijwilligers. “Zij gebruiken Facebook wel privé, maar zetten dit nog niet in ten bate van de organisaties waar zij actief voor zijn. Ook ontbreekt meestal een goede website. Er valt hier nog wel een wereld te winnen, maar donateurs zijn vaak vijftigplussers en hen bereik je nog effectief middels traditionelere fondsenwervingskanalen.”

Vlnr: Rob Spaargaren, fondsenwerver particuliere markt, Milieudefensie, Eleona Ludwig, bijzondere giften en partners, Alzheimer Nederland, Ans Zandee, staffunctionaris communicatie, GGZ Centraal

Karoline Uijen en Pauline Ebing hebben beiden al veel praktijkervaring als fondsenwervers en volgen momenteel de Beroepsopleiding Fondsenwerving B van de 3F-Academy. In dat kader onderzoeken ze voor Stichting Gered Gereedschap de mogelijkheden voor het vergroten van de donateursbasis. “Social media maken het werk van Gered Gereedschap een stuk makkelijker. We kunnen een heel gericht verzoek om gereedschap – bijvoorbeeld een specifieke naaimachine – bij een breed publiek neerleggen. We hebben dan ook een grote groep volgers, maar de conversie naar donateurschap verloopt vooralsnog moeizaam. Daar moet nog een stap tussen worden gezet, bijvoorbeeld een uitnodiging voor een vrijwilligersbijeenkomst of een peer-to-peeractie.” NR.4 2016

Pieter Brands, Brands Fundraising & Consultancy

Eleonora Ludwig, fondsenwerver bijzondere giften en partners bij Alzheimer Nederland: “Wij constateren dat voor het benaderen van oudere doelgroepen de inzet van ‘nieuwe media’ nog niet heel effectief is. Traditionelere fondsenwervingskanalen blijven daarom, en niet uitsluitend hierom, ook op de middellange termijn deel uitmaken van de fondsenwervingsmix.” Bij Milieudefensie begint de onlinefondsenwerving zijn vruchten af te werpen, merkt fondsenwerver particuliere markt Rob Spaargaren. “Wij willen er veel meer mee doen. Het komt nog niet in de buurt van onze andere fondsenwervingskanalen, maar de afgelopen jaar zijn onze online-inkomsten steeds verdubbeld. En dat tegen een relatief lage investering. Vanaf het eerste onlinecontact, middels bijvoorbeeld een petitie, is het goed mogelijk de bezoeker te laten landen op een donatieplatform, of om later een e-mail met een giftverzoek te sturen.”

VAKBLAD FONDSENWERVING

37


BESTUUR

Uit het jaarverslag van het Centraal Archief Bureau uit 1927 blijkt:

Er is in 90 jaar niet veel veranderd

door Jaap Zeekant

De laatste jaren staan in het teken van overleg in de charisector over een nieuw erkenningenstelsel, ter vervanging van de bekende keurmerken. Alle bekende topics, van kosten van fondsenwerving tot vertrouwen van het publiek, passeerden de revue. Zoals het was ging het niet meer. Er moest iets nieuws en eigentijds komen. Zo hebben we ons een aantal jaren druk gemaakt over hoe het toezicht op de fondsenwervende instellingen in Nederland moet worden geregeld. En nu is er dan eindelijk het nieuwe erkenningenstelsel. Het lijkt positief en met enige opluchting te zijn ontvangen bij de fondsenwervende instellingen. Een inkijkje in de situatie in de eerste jaren van het CBF leert ons dat de discussie van alle tijden is. En ook eigentijdse inzichten zijn niet altijd zo nieuw als we soms denken. Dat leerde ik toen ik het jaarverslag las over 1927, van het Centraal Archief Bureau. Los van het taalgebruik zijn ook nu nog doel en grondslagen zeer herkenbaar. We citeren uit het jaarverslag. De Stichting is 25 Mei 1925 te Amsterdam in het leven geroepen. De stichters: De Vereeniging van Secretarissen van Armenraden en eenige der grootste steunfondsen, n.l. de Fundatie van den Santheuvel Sobbe, het M. C. de H. Fonds en de Stichting “Hulp na Onderzoek”, werden gedreven tot het oprichten der Stichting, omdat zonder een centraal punt het niet mogelijk gebleken was de grove en veelvuldig voorkomende misbruiken bij geldinzamelingen, steunaanvragen en dergelijke, uitgaande van onbetrouwbare of niet steunwaardige personen of instellingen, tegen te gaan. Het met kracht optreden tegen en bestrijding van de bovenbedoelde misbruiken was niet alleen gewenscht ter bescherming van het publiek, doch tevens dringend noodig in het belang van de instellingen, die werkelijk steun verdienen en die door misbruiken van anderen in hun pogingen om zich geldmiddelen te verschaffen werden

38

belemmerd. Tegenover deze kwalen zag men slechts één middel: publiciteit en, waar noodig, inlichting van autoriteiten en publiek. Hier opende zich de taak van het Centraal Archief. Ten einde deze taak te kunnen vervullen heeft de Stichting een Bureau geopend. Ook de toenmalige werkzaamheden maken nog altijd onderdeel uit van het werk van het CBF, waarvan we de belangrijkste drie geven. Het aanleggen van een register (centrale legger J, waaruit blijkt, of, en zoo ja, bij welke Armenraden en andere instellingen en personen gegevens aanwezig zijn omtrent: collectanten, vereenigingen, stichtingen, instellingen van weldadigheid en dergelijke, welke door het houden van collecten en inzamelingen, inschrijving of op andere wijze een beroep doen op den liefdadigheidszin van het publiek of zich met steunaanvragen wenden tot de in ons land bestaande steunfondsen en andere lichamen. Het instellen van een onderzoek naar de betrouwbaarheid en steunwaardigheid der hiervoor bedoelde collectanten, instellingen, stichtingen, vereenigingen en dergelijke, voor zoover deze gegevens niet uit bestaande archieven zijn te verkrijgen. Het verstrekken van inlichtingen aan aangeslotenen en eventueel aan anderen. Zo te zien is het CBF al die jaren redelijk dicht bij zijn oorspronkelijke doelstellingen gebleven. De basis was, en is, dat er van alles misgaat en dat er een instelling nodig is om de bokken van de schapen te scheiden. Ook in 1927 ging er het nodige mis in de fondsenwerving. Duidelijk is dit jaar aan het licht getreden, dat nietsteunwaardige personen en z.g. vereenigingen, die door de bij het Centraal Archief aangeslotenen in hun onwaardige

VAKBLAD FONDSENWERVING

NR.4 2016


BESTUUR

praktijk gestuit werden, steeds weer er in slaagden in Gemeenten, niet bij ons Archief aangesloten, den liefdadigheidszin van het publiek te misbruiken. (.....) Hoe gaarne zouden wij alle gemeentebesturen willen overtuigen van het groote gevaar, dat er voor hen en in het algemeen voor een krachtige bestrijding van de misbruikers op dit gebied, in gelegen is, dat zij nog niet allen in deze krachtig samenwerken. Begin jaren 90 was het CBF ronduit geschokt door het wegvallen van een deel van de subsidie. In 1927 was een bron van ontevredenheid dat die subsidie er helemaal nog niet was. Ten zeerste betreuren wij het echter, dat ons verzoek om subsidie ook weder voor 1928 niet is ingewilligd. Het bezwaar, ook het vorig jaar genoemd, dat ‘s Lands financiĂŤn het toekennen van nieuwe subsidies niet toelieten, eerbiedigen wij uit den aard. Doch ons Instituut verkeert hierdoor in financieel zeer benarde omstandigheden. Het sprak toch volkomen vanzelf, dat het Centraal Archief, dat een functie vervult, waaraan, ook volgens onze Regeering in den lande zoo dringend behoefte was en welks taak de Regeering niet zelve ter hand meende te moeten nemen, niet alleen op den morelen steun, doch ook op den financieelen steun van Rijkswege aanspraak meende te mogen maken. Nu de subsidie voor 1928 ons onthouden is, zullen wij groote moeite hebben ons hoofd boven water te houden. Na de oprichting in 1925 was het Bureau voortvarend van start gegaan met het verzamelen van gegevens over goede doelen en het beoordelen ervan. Het Centraal Archief heeft thans de beschikking over volledige gegevens betreffende plm. 300 landelijke of althans vereenigingen en stichtingen, die in het geheele land collecten en inzamelingen houden of door inschrijving of op andere wijze een beroep doen op den liefdadigheidszin van het publiek. (....)Voorts hebben wij dit jaar van bijna alle bij ons bekende instellingen jaarverslagen en financieele overzichten ontvangen. Wij hebben aan de hand van deze jaarverslagen soms ook nog na een nader onderzoek, wanneer gegevens in het verslag daartoe aanleiding gaven, onze vroeger gezonden rapporten herzien en zoo noodig de aangeslotenen met wijzigingen in de vereenigingen in kennis gesteld, indien deze althans in de vroegere beoordeeling van de vereeniging verandering brachten. In 1927 werden 336 aanvragen om inlichtingen behandeld. Deze aanvragen hielden, evenals vorige jaren, verband met te houden openbare geldinzamelingen, zegeltjes en bonnetjes verkoop, bazars, loterijen enz. Deze aanvragen golden 120 instellingen,

NR.4 2016

waaromtrent 336 rapporten werden uitgebracht. Er werden er 33 als niet-bonafide gekwalificeerd. De discussie over de maximering van de kosten voor de fondsenwerving is van alle tijden. Ook in 1927 ging het er al om dat een onevenredig hoog percentage der ingezamelde gelden niet ten goede kwam aan het doel. Maar in goed overleg vonden ze samen oplossingen. Laat dat nu precies dezelfde dialoog zijn, waarop het nieuwe erkenningenstelsel is gebaseerd. Zo bezien is het CBF in de jaren 90 en 00 toch een beetje de weg kwijtgeraakt en al te zeer een waakhond geworden. Als we het jaarverslag van 1927 lezen, lijkt het nieuwe stelsel een terugkeer naar de roots van het CBF. Vervolgens werden verscheidene bijeenkomsten gehouden met de besturen der vereenigingen, omtrent wier arbeid het Centraal Archief inlichtingen en advies moest uitbrengen. (.....) Deze besprekingen betroffen alleszins betrouwbare instellingen, waaromtrent het Centraal Archief echter niet zonder meer

Een onevenredig hoog percentage der ingezamelde gelden kwam niet ten goede aan het doel gunstig kon adviseeren, o.a. doordat een onevenredig hoog percentage der ingezamelde gelden niet ten goede kwam aan het doel; ook wel dat gebruik gemaakt werd van onbetrouwbare collectanten en andere krachten, waarbij misbruiken en ongeoorloofde praktijken zich voordeden en dientengevolge belangrijke gecollecteerde bedragen aan het bestemde doel onthouden werden, terwijl in andere gevallen het bezwaar gelegen was in de organisatie, de administratie of een andere interne regeling der vereeniging. Het verheugt ons te kunnen zeggen, dat wij er in deze gevallen in mochten slagen met de betreffende vereenigingen en instellingen een dusdanige regeling te treffen, waardoor de belemmeringen uit den weg geruimd werden. Je zou denken dat er in ruim negentig jaar enorm veel veranderd is. Toch vertoont de situatie in de jaren na de oprichting van wat nu het CBF is, heel wat overeenkomsten met de huidige situatie. â—Š

VAKBLAD FONDSENWERVING

39


WERVING EN BEHOUD

Trends in telemarketing 2011-2015

toont interessante uitkomsten

door Chantal Visser

Trends in telemarketing is het jaarlijkse onderzoek op basis van de belcampagnes van Christal. Het nieuwste onderzoek laat een aantal interessante dingen zien, waarvan de stijging van de gemiddelde gift op jaarbasis niet de enige is. Chantal Visser

In Trends in telemarketing 2011-2015 analyseren we 915 campagnes met een kleine drie miljoen adressen. Om benchmarking mogelijk te maken, worden bij de analyse vier branches onderscheiden. Het zijn gezondheid, internationale hulp, publieke instellingen en welzijn. Om geen appels met peren te vergelijken hebben we de data ingedeeld naar het doel van de campagne en de herkomst (segment) van de adressen. De lengte van gesprekken neemt structureel toe. Gemiddeld duurde een gesprek in 2011 ruim drieënhalve minuut, in 2015 is dat toegenomen tot ruim vier minuten. Dit past bij de inzet van de telefoon als kwaliteitsinstrument, waarbij de donateur centraal staat en er ruimte is voor een echte dialoog en voor vragen en opmerkingen van de donateur aan de organisatie. Bij de Amerikaanse schoenenreus Zappos is tijd aan de telefoon helemaal geen issue. Het record qua gespreksduur

40

staat daar inmiddels op negen uur en 23 minuten. “En natuurlijk kost dat veel geld,’’ aldus CEO Tony Hsieh. “Maar ik beschouw het niet als kosten, maar als een investering in het creëren van loyale klanten.” (bron: managersonline.nl, blog Jos Burgers, 08-03-2014). RESPONS EN TRENDS

Er zijn verschillende typen belcampagnes. Veruit de meeste belacties zijn gericht op het werven van structurele machtigingen. Op nummer twee en drie staan het werven van (kind)sponsoren en het upgraden van de huidige bijdrage. Per type campagne verschilt het percentage (structurele) toezeggingen aan het goede doel zoals structurele steun, verhoging van de financiële steun en tijdelijke steun. We noemen dit de respons van een campagne. Van de campagnes met een financiële toezegging kennen de upgradecampagnes de hoogste respons. De respons op het werven van tijdelijke

VAKBLAD FONDSENWERVING

NR.4 2016


WERVING EN BEHOUD machtigingen, waarbij eerst tijdelijke donateurs worden geworven om hen daarna structurele gever te maken, is hoger dan de respons op een eenmalige machtiging. De afgelopen vijf jaar zien we een stijgende lijn in de respons op het werven van tijdelijke machtigingen. Dat past bij de behoefte van donateurs om flexibel te geven en makkelijk te kunnen switchen. We zien voor het eerst een dalende trend bij het werven van structurele machtigingen. Belangrijk is niet alleen waarvoor er gebeld wordt maar natuurlijk ook wie er gebeld wordt. Uit het onderzoek blijkt dat het bellen op proefabonnees en tijdelijke donateurs de hoogste respons laat zien, terwijl het bellen op koude adressen, SMS-leads en sponsoren het laagst scoort. Die lage responscijfers zijn goed verklaarbaar. Koude leads hebben geen of minder binding met de organisatie en zeggen dus minder snel toe. Sponsoren geven al een vast en relatief hoog bedrag per maand, waardoor ze minder openstaan voor een extra verzoek. SMS-leads zijn blijkbaar moeilijk te binden na het geven van een eenmalige gift. Als we de trends van de afgelopen vijf jaar bekijken, zien we dat het steeds moeilijker wordt om belangstellenden en opzeggers te converteren, terwijl het bellen op vrijwilligers en tijdelijke donateurs een stijgende trend laat zien. We zagen al eerder dat het werven van tijdelijke machtigingen een hoge respons kent. Nu zien we dat het bellen op tijdelijke donateurs, onafhankelijk van het aanbod, een hoge respons geeft. Deze combinatie laat zien dat het werven van een tijdelijke machtiging als tussenstap erg goed werkt. Dit is zeker ook belangrijk gezien de dalende trend van het werven van structurele machtigingen.

NR.4 2016

MOMENT VAN BELLEN

Het is niet alleen belangrijk waarvoor telecedenten bellen. Ook het moment in het jaar waarop er gebeld wordt speelt een rol. Veel fondsenwervers verwachten dat mei (vakantiegeld) en december (kerstgevoel) de beste maanden zijn. Maar het blijkt dat respons in de maanden november

We zien voor het eerst een dalende trend bij het werven van structurele machtigingen en februari hoger is. De verschillen per branche zijn groot. Bij de gezondheidszorg wordt in het begin van het jaar het beste gescoord, terwijl internationale hulp goede respons kent in de maanden februari en april. Blijkbaar is het eerste kwartaal een goede tijd om te bellen. Dat geeft ook nog eens veel ruimte om de investering in hetzelfde jaar terug te verdienen. LEEFTIJD EN RESPONS

Hoe zit het met de relatie tussen leeftijd en respons? Wanneer het geboortejaar bekend is zien we dat de meeste mensen die gebeld worden tussen de 25 en 45 jaar zijn. Met het stijgen van de leeftijd stijgt ook de respons. De leeftijdsklasse 80 jaar en ouder is het kleinst, maar bij deze groep is de respons het hoogst. Ook oudere mensen doen graag telefonische toezeggingen aan goede doelen. De respons bij adressen waarvan de leeftijd niet bekend is, is het laagst, ook lager dan de leeftijdscategorie 18-25 jaar. Er zijn hiervoor twee mogelijke verklaringen. Het kan zijn dat de betrokkenheid zo laag is dat men zijn geboortedatum niet wil geven. Het is ook mogelijk dat degenen die opgebeld worden het telefoongesprek zo kort houden, dat er geen ruimte is om naar hun leeftijd te

VAKBLAD FONDSENWERVING

41


WERVING EN BEHOUD vragen. Omdat er een sterke correlatie is tussen leeftijd en respons is het belangrijk dat goede doelen naar het geboortejaar van de donateurs vragen.

KWALITEIT VAN DE ADRESSEN

GIFTHOOGTE

In 2015 gaven gevers gemiddeld € 56,24 op jaarbasis. Dit getal is voor het overgrote deel gebaseerd op structurele toezeggingen. Eenmalige en tijdelijke giften zijn alleen in de analyse meegenomen als de campagne daarop gericht was. In 2013 lag de gemiddelde gift per gever beduidend lager, namelijk op € 40,73, wat verklaard kan worden door de economische crisis. Die crisis was het ergst in 2012, maar trad met een jaar vertraging op in het giftgedrag van respondenten. Per branche en per campagne verschilt de hoogte van de gift nogal. Bij lidmaatschappen zien we een lagere structurele gift terwijl bij een sponsorschap de gemiddelde gift juist structureel hoger is.

Door de jaren heen zien we een dalende trend in aantallen campagnes waarbij meer dan 10 procent van de adressen uitvalt voor de start van een belcampagne. Anders gezegd: de kwaliteit van de adressen neemt toe. En dat is maar goed ook. Want de respons daalt naarmate er meer adressen uitvallen vóór de daadwerkelijke start van de campagne. Het uitvalpercentage lijkt dus ook een indicator voor kansrijkheid van het adressenbestand. Ik hoop dat de resultaten van dit onderzoek de lezers aanknopingspunten bieden om hun eigen telemarketing te verbeteren. ◊ Deze analyse geeft trends weer, maar kan uiteraard voor specifieke campagnes of organisaties anders uitpakken. Wil je meer weten over deze materie, neem dan contact op met de auteur van dit artikel: chantal@christal.nl (www.christal.nl)

IN HET KORT — Van de meeste campagnes is de respons in 2015 hoger dan in 2014. — De gemiddelde gift op jaarbasis is in 2015 gestegen naar € 56,24. In 2013 was dat nog € 40,73. — De tweetrapsraket - eerst tijdelijke steun, daarna structurele steun - is een wervingsconcept met prachtige resultaten. — Het bellen van opzeggers laat een dalende trend zien in de respons. We hebben wel de ervaring dat met de inzet van een speciale ‘behoudlijn’, waarbij de bellers rechtstreeks terechtkomen bij een speciaal belteam, de respons tot driemaal kan stijgen.

42

— De respons op het bellen van belangstellenden laat een dalende trend zien. Door de inzet van e-mailmarketing kunnen belangstellenden van tevoren worden opgewarmd, wat wellicht betere resultaten geeft. — In de eerste maanden van het jaar wordt er goed gescoord en dit geeft veel ruimte om de investering in hetzelfde jaar terug te verdienen. — De gespreksduur neemt verder toe. — Met het stijgen van de leeftijd stijgt ook de respons. — De kwaliteit en dataverrijking van adressen worden steeds belangrijker.

VAKBLAD FONDSENWERVING

NR.4 2016


KENNIS

OPLEIDINGEN fondsenwerving en filantropie 30 augustus 2016 Financieel Management bij Filantropische Organisaties

Elke professional in de filantropische sector krijgt te maken met financiële vraagstukken. Hoe zorgen we dat er voldoende middelen binnenkomen voor onze doelen? Wat zijn de risico’s van verschillende inkomstenbronnen? Hoe zorgen we dat ons geld op een zorgvuldige, (maatschappelijk) verantwoorde en renderende manier wordt beheerd? Deze thema’s van financiering en vermogensbeheer krijgen volop aandacht in de cursus Financieel Management bij Filantropische Organisaties. Docenten: Rolf Vriezen, RBA (Rabobank) en Arie Westeneng (Rabobank). Duur: 4 bijeenkomsten van 2 uur. Kosten: € 750,- incl. studiemateriaal ANBI’s 10% korting. Aanmelden via: www.fsw.vu.nl/ financieelmanagement

NR.4 2016

8 september 2016 Introductie in de fondsenwerving

Deze workshop is speciaal bedoeld voor diegenen die hun eerste stappen zetten in de fondsenwerving. Dat kunnen medewerkers zijn van een al langer bestaande instelling, maar dat kunnen ook mensen zijn die als fondsenwervende eenling aan de slag gaan bij een kleine organisatie. Ook beginnende wervers, die gaan werken voor een bestaande, grotere fondsenwervende instelling, hebben veel aan deze workshop. In deze eerste kennismaking met de fondsenwerving wordt een overzicht gegeven van de breedte van het vak en van de sector. Wat is de kern van fondsenwerving? Waar moet je in de sector allemaal rekening mee houden wat betreft regelgeving, branche- en beroepsorganisaties, enz. En natuurlijk, wat zijn de ‘wervingsmethoden’ die veel gebruikt worden en waar kun je daar weer meer over te weten komen. Docenten: Jane van den Berg (Stichting DierenLot) en Sander van Hesteren (Stichting DierenLot) Kosten: vanaf € 98,50 excl. btw. Aanmelden via: www.vakopleidingenfondsenwerving.nl/ agendaitem/introductiein-de-fondsenwerving2

VAKBLAD FONDSENWERVING

13 september 2016 Beroepsopleiding Fondsenwerving A

De beroepsopleiding Fondsenwerving A richt zich op gedegen kennis van wervingsmethoden en –technieken, en biedt inzicht hoe deze planmatig in te zetten. De opleiding bestaat uit vijf lesdagen en twee keuzeworkshops. Daarnaast een persoonlijke opleidingsadviesgesprek en je sluit je opleiding af met een werkstuk. Docenten: Karin Vlug, Corine Aartman en Liz van Ommeren Kosten: € 2.897,(geen btw van toepassing) Aanmelden via: www.3f-academy.nl/ opleiding/beroepsopleidingfondsenwerving-a

We hebben geprobeerd om in dit overzicht alle belangrijke zaken recht te doen. Maar het blijft een overzicht dat geen volledigheid nastreeft. Ga daarom vooral naar de verschillende websites en verdiep je in het aanbod. 43


KENNIS

13 september 2016 Fundraising Grantmaking Sponsoring

13 september 2016 Oriëntatiecursus Fondsenwerving

20 september 2016 Masterclass Filantropie

Aan de orde komen deze modules: Filantropie, Projectaanvraag schrijven en beoordelen, Communicatie, Charitymarketing, Sponsoring, Financiële en Juridische aspecten. De modules kunnen ook afzonderlijk worden gevolgd.

Een must voor iedereen die wil starten met sponsoren fondsenwerving. Voor directeuren en bestuurders van kleine non-profit organisaties, beleidsmedewerkers, communicatiemedewerkers en fondsenwervers. Voor hen die werkzaam zijn bij zorginstellingen, of in de cultuursecor, in het onderwijs en natuurlijk bij goede doelen organisaties. Iedereen in de non-profit sector (wij spreken liever van social-profits) krijgt te maken met een verandering in de fiancieringsmix, een andere kijk op het genereren van een derde geldstroom. Leer hoe deze gelden en /of middelen structureel kunnen worden.

Deze avond biedt op een laagdrempelige manier een inkijk in de actuele thema’s en wetenschappelijke inzichten die onderdeel zijn van de opleiding Filantropie: een snelkookpan van onderwerpen die relevant en uitdagend zijn binnen de filantropische sector!

Docent: Vakkundige gastdocenten uit de filantropische sector en docenten van Windesheim Kosten: afh. van gekozen modulen van € 425,- tot € 1.695,per module. Totaalpakket (6 modulen) € 4.195,Aanmelden via: www.windesheim.nl/werken-studie/opleidingenen-cursussen/marketingcommunicatie-en-media/ fundraising-grantmaking-sponsoring/studieprogramma/

In twee dagen krijgt u een complete helicopterblik op het speelveld, gebaseerd op veel praktijkvoorbeelden en uw uitgangssituatie – van uw organisatie en van u persoonlijk. Zodat u na afloop weet waar u staat, hoe te beginnen of uw huidige fondsenwerving naar een (veel) hoger plan kunt tillen. Docenten: Sofie Bienert en Hans van der Westen Kosten: € 495,(geen btw van toepassing) Aanmelden via: www.3f-academy.nl/ opleiding/orientatiecursusfondsenwerving

44

VAKBLAD FONDSENWERVING

Onderwerpen die tijdens de masterclass aan de orde komen zijn:

doelen

perspectief filantropie Nalatenschappen in de gouden eeuw van de filantropie van filantropie Docenten: Prof. Theo Schuyt en Prof. René Bekkers Kosten: Deelname aan deze Masterclass is gratis. Aanmelden via: www.fsw.vu.nl/mcfilantropie

NR.4 2016


KENNIS

22 september 2016 Succesvol geld werven bij vermogensfondsen

Nederland kent talloze particuliere vermogens-fondsen, die ieder jaar geld beschikbaar stellen om initiatieven van maat-schappelijke organisaties mogelijk te maken. Als je kijkt naar het aantal giften dat die fondsen jaarlijks verdelen onder maatschappelijke doelen, mag je bijna aannemen dat Nederland vol zit met goede fondsenwervers. Toch lukt het lang niet iedereen om geld van een vermogensfonds te krijgen. Soms is het geld gewoon op. Maar in veel gevallen lukt het de aanvragers niet om een goed verhaal te schrijven, waaruit blijkt dat hun initiatief aansluit bij de criteria van een vermogensfonds. Hoe verdiep je je in het beleid van een vermogensfonds? En: wat is het je waard om die bijdrage van dat fonds ‘te verdienen’? Hoe schrijf je een consistente aanvraag? Hoe kun je je onderscheiden van de andere aanvragers? Welke vragen stellen de fondsen en waarom? Hoe houdt je het contact levend? Dat en meer leer je in deze workshop. Dunja biedt je inzicht in de manier waarop vermogenfondsen aanvragen beoordelen. Ook het belang van goede communicatie tussen de aanvrager en het vermogensfonds komt daarbij aan bod.

29 september 2016 Starten met grotegiftenwerving

Ben je benieuwd welke stappen je organisatie dient te zetten als zij wil beginnen met het verbinden van major donors? Dan is deze praktijkgerichte training echt iets voor jou! We kijken waar je organisatie nu staat, welke interne voorbereidingen je moet treffen en wat nodig is om succesvol te zijn met grote giftenwerving. Aan het einde van de dag weet je precies hoe je van start kunt gaan! Trainer: Vera Peerdeman (Nassau) Kosten: € 575,- (excl. 21% btw) Aanmelden via: www.nassau.nu/trainingen/ trainingen-overzicht/

Tijdens deze masterclass wordt u in vogelvlucht meegenomen langs de uitdagingen waar huidige en potentiële bestuurders van filantropische fondsen mee worden geconfronteerd. Onderwerpen die aan de orde komen zijn: en filantropische fondsen; beleid; De Masterclass is een gelegenheid om kennis te maken met de opleiding Besturen van Filantropische Fondsen. Docenten: Prof. Theo Schuyt (Centrum voor Filantropische Studies VU), Michiel de Wilde, MBA (Erasmus Centre for Strategic Philanthropy)

Docent: Dunja Colman Kosten: vanaf € 98,50 excl. btw.

Kosten:

Deelname aan deze masterclass is gratis.

Aanmelden via: www.vakopleidingenfondsenwerving.nl/agendaitem/ succesvol-geld-werven-bijvermogensfondsen2

NR.4 2016

4 en 11 oktober Masterclass Besturen van Filantropische Fondsen

Aanmelden via: www.fsw.vu.nl/mcfondsen

VAKBLAD FONDSENWERVING

45


EVENEMENTEN 1 – 2 september 2016 Summer School van Ask Direct Dublin, IE www.askdirect.ie/ summerschool/#

Veleda advies

van inzicht naar uitzicht

Met advies, interimmanagement en training begeleiden we je organisatie naar een stevige toekomst. 06 481 35 359 www.veleda.nl

18 – 21 oktober 2016 International Fundraising Congress Noordwijkerhout, NL Het wereldtopcongres over fondsenwerving www.ifccongres.nl

Petra Hoogerwerf is eigenaar van Veleda advies. Onlangs verscheen de tweede druk van Vonk! www.vonkboek.nl

TWITTER

Volg ons op Twitter en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in filantropisch Nederland

Like ons op Facebook en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in filantropisch Nederland

facebook.com/ VakbladFW

• Bestuurlijk advies • Fondsenwervingsadvies • Uitvoeringsadvies

vakblad@fondsenwerving.nl

#VakbladFW

VakbladFW

WIJ HELPEN GOEDE DOELEN OM GROEI WAAR TE MAKEN.

17 november 2016 Nationale Vakdag Fondsenwerving Rotterdam, NL www.vakdag.nl

Een evenement hier (en/of online) laten opnemen? Mail naar:

FAC EBOOK

PLUSPAGINA

www.ksfstichting.nl | tel.: +31 6 54 31 16 20

J.Wolf legal advice Na het recent beëindigen van mijn notarispraktijk richt ik me nu geheel op het ondersteunen van goede doelen en andere non-profits, bij de afhandeling van nalatenschappen.

haal het maximale uit erfenissen! ik zorg

dat alle formeel noodzakelijke handelingen tijdig en op de juiste wijze plaatsvinden; dat de afhandeling niet langer duurt dan nodig; dat de financiële middelen zo snel en optimaal mogelijk beschikbaar komen; dat onvoorziene risico’s worden uitgesloten, door scherp te letten op de juridische aspecten; dat het overleg met andere begunstigde personen of organisaties effectief en met zorg verloopt. Mijn samenwerking met het goede doel kan structureel zijn, waarbij ik beschikbaar ben voor de afhandeling van alle voorkomende nalatenschappen. Ook voor de afhandeling van incidentele, lastige dossiers, kan ik worden ingeschakeld. Ik geef ook adviezen over de inhoud van communicatie-uitingen voor potentiële erflaters. Ik ben van origine Duits en ken ook dat recht goed, zodat u ook voor grensoverschrijdende nalatenschappen bij mij terecht kunt.

@VakbladFW 46

Neem gerust eens contact met mij op voor een oriënterend gesprek: A Jutta Wolf, Postbus 7373, 2701 AJ Zoetermeer

T 06 – 12 80 03 87 E jwolflegaladvice@gmail.com

VAKBLAD FONDSENWERVING

www.danadijkgraaf.nl — mail@danadijkgraaf.nl — 06 49 500 094

NR.4 2016


LEZERSSERVICE FOUNDERS VAKBLAD FONDSENWERVING

ABONNEESERVICE

CONTACT

Annie Connect Amsterdam (088 330 50 50) VriendenLoterij Amsterdam (020 573 74 58)

Onze abonnementenservice is uitbesteed aan Abonnementenland.

Vakblad Fondsenwerving Hollandse Kade 30 | 1391 JM Abcoude T (020) 700 5151 Postbus 157, 1390 AD Abcoude vakblad@fondsenwerving.nl www.fondsenwerving.nl

Appco Group Nederland Amsterdam (020 205 02 80)

Centrum Nalatenschappen

’s Hertogenbosch (073 610 10 40)

Cherridata Voorburg (070 303 05 94) Cherry-T Gorinchem (085 489 02 30) DonorTrends Hoofddorp (023 711 36 51) ifunds Amersfoort (033 467 70 30) Kalff en de Jager Almere (036 7111 999) Kentaa Arnhem (026 2616240) Mindwize Hoofddorp (023 567 70 00) Nassau Amsterdam (020 5206555) PSI/Vransen DMP Amsterdam ZO (020 495 38 38)

Reactie & Respons

Opzeggen en vragen over abonnementen België: Abonnementenland | Diependaalweg 6 | 3020 Herent T +32 (0)28 08 55 23 Nieuwe abonnementen enz. Voor nieuwe abonnementen, adreswijzigingen, en nazendingen: www.fondsenwerving.nl > [Vakblad] > [Abonneren]

VACATURES

SPONSORS VAKBLAD FONDSENWERVING

Opzeggen en vragen over abonnementen Nederland: Abonnementenland | Postbus 20 | 1910 AA Uitgeest T 0900-226 52 63 (€ 0,10 per minuut) F 0251-31 04 05 abonnementen@fondsenwerving.nl

Amsterdam (0880 280 280) Stb Goede Doelen Houten (030 634 30 00) WWAV Amsterdam (020 571 5871)

STEUNPILAREN VAKBLAD FONDSENWERVING

Plaats GRATIS je vacatures op fondsenwerving.nl Vacatures met organisatie logo kunnen worden opgenomen op de PLUSPAGINA voor Vakblad Fondsenwerving.

informatie: jobs@fondsenwerving.nl

Nexus Direct

Amsterdam (jolan@nexusdirect.com)

COLOFON Vakblad Fondsenwerving Een Funds magazine Jaargang 18 nummer 4, nr. 110

Deadlines Zie www.fondsenwerving.nl/ deadlines

Correctie en eindredactie Paul Heyblom / De TaalArchitect

© Copyright 1998 – 2016 Funds Etcetera…! Nederland B.V.

Redactie Wiebe de Graaf, Dr. Renée Steenbergen en Jaap Zeekant (hoofdredacteur) redactie@fondsenwerving.nl www.fondsenwerving.nl

Vormgeving Dana Dijkgraaf Design www.danadijkgraaf.nl

Vaste Medewerkers Eva Huson Marthe Damman Mana Asadi

Prepostale verwerking Intermail / Prepost info@intermail-prepost.nl www.intermail.nl

Aanmelden/opzeggen Opzeggingen schriftelijk, 30 dagen voor afloop van de abonnementsperiode. Abonnementstarief Voor € 97,- per jaar (ex. 6% btw) krijg je 8 maal het blad in de bus en nog veel meer zie www.fondsenwerving.nl

Druk SMG-groep wwww.smg-groep.nl

Uitgever Chris Zeekant / Funds Etcetera ...! Nederland B.V. Postbus 157 1390 AD ABCOUDE KvK Amsterdam 3414 3256 BTW: 8095.48.264.B01 ISSN 1338-7785 Overname artikelen Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever en met bronvermelding. Opleidingenpagina’s De pagina’s Opleidingen vallen buiten verantwoordelijkheid van de redactie.

NR.4 2016

VAKBLAD FONDSENWERVING

Fotocredits We doen altijd ons best om alle rechthebbenden te vermelden. Mocht iemand niet genoemd zijn en menen rechten te kunnen doen gelden, dan verzoeken wij hem zich te wenden tot de uitgever. Beeld Holland Festival: Janiek Dam (p. 3 en p. 23) Portret Willemijn Verloop (p.29): Bram Budel Foto’s War Child (p. 3 en 26): War Child Fotografie Hartstichting (cover, p. 3, p. 13 – 15): KLAPSTUK Fotografie © Shutterstock: nomadFra (p.30-31) chanivector (p.33) Bloomua (p.35) Africa Studio (p.38-39)

47


hallo M E T. . .

Herkent u ons nog? Annie Connect, maar dan in een nieuwe outfit. Een maatje groter en professioneler. Met nog meer inhoud, kennis en kunde. U wist al dat Annie altijd het maximale haalt uit uw campagnes. Dat Annie zorgt voor hoge conversies en prettig contact met (nieuwe) relaties, leden en donateurs. En dat zij het zelden wagen om bij onze Annies af te haken. Met inzet van de onweerstaanbare sympathie van onze Annies. En nu dus zelfs met een maatje meer. En met een beetje hulp van haar grote broer, de internationale Webhelp Group, die al 28 jaar expert is in klantcontacten en customer management oplossingen.

DALSTEINDREEF 141 1112 XJ DIEMEN 088 3305050 INFO@ANNIE.NL ANNIE.NL


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.