VFW 19 | 5

Page 1

JAARGANG 19, NO 5 — 2017

Vakblad Fondsenwerving NO 5

The Ocean Cleanup campagne Innovatie: Mobiele Zorgportemonnee Partners in Fondsenwerving nieuwe serie

cijfers 2016 Nalatenschappen stijgen fors

Zin en onzin van impact meten


ADVERTENTIE

DIRECT MARKETING

DIRECT MAIL. ONS DNA. ALS JE DOET WAT JE DEED, KRIJG JE WAT JE KREEG. Met PSI Vransen haalt u een betrokken partner in huis die met verrassende oplossingen komt om uw resultaat te verbeteren, met u meedenkt, veel werk uit handen neemt en bovendien kosten voor u bespaart. Wilt u weten hoe het anders kan? Bel met Jeroen Kimmel, Herman Vransen of Peter Burmanje voor een helder gesprek: tel. 020-495 38 38.

SELECT

www.psi-vransen.nl

CREATE

PRODUCE

IMPROVE


INHOUD

COLOFON Vakblad Fondsenwerving Onafhankelijk vaktijdschrift voor de filantropische sector Jaargang 19 nummer 5, nr. 119 © Copyright 1998 – 2017 Funds Etcetera…! Nederland B.V. Aanmelden/opzeggen Opzeggingen schriftelijk, 30 dagen voor afloop van de abonnementsperiode. Abonnementstarief Voor € 97,- per jaar (ex. 6% btw) krijg je 8 keer het blad in de bus en nog veel meer; zie www.fondsenwerving.nl Deadlines Zie www.fondsenwerving.nl/deadlines Redactie Hoofdredacteur: Renée Steenbergen renee.steenbergen@fundsetcetera.nl Redacteur en founder: Jaap Zeekant jaap.zeekant@fundsetcetera.nl (Web)redacteur: Wiebe de Graaf wiebe.degraaf@fundsetcetera.nl redactie@fondsenwerving.nl www.fondsenwerving.nl Vaste Medewerkers Eva Huson Marthe Damman Mana Asadi Columnist Jeroen Talens (WWAV) Aan dit nummer werkten mee Jos van Hezenwijk, Henk de Graaf. Correctie en eindredactie taalhulp.nl Vormgeving Dana Dijkgraaf Design www.danadijkgraaf.nl Druk Impress www.impress.nl Prepostale verwerking Intermail / Prepost www.intermail.nl Uitgever Chris Zeekant / Funds Etcetera ...! Nederland B.V., Postbus 157 1390 AD ABCOUDE KvK Amsterdam 3414 3256 BTW 8095.48.264.B01 ISSN 1574-4671 Overname artikelen Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever en met bronvermelding. Opleidingenpagina’s De pagina’s Opleidingen vallen buiten verantwoordelijkheid van de redactie. Fotocredits We doen altijd ons best om alle rechthebbenden te vermelden. Mocht iemand niet genoemd zijn en menen rechten te kunnen doen gelden, dan verzoeken wij hem zich te wenden tot de uitgever. V&A ingang, door Victoria & Albert Museum (p. 17). Portret van Koen Verweij, door Rick Strooper (p.19). Foto’s Health Connect, door PharmAcces (p. 3, 16 - 19). Portret Joep Lange, door Merlijn Doomernik (p. 19). Portret Boyan Slat, door Yuri van Geenen (p. 26), Koraal met plastic zak, via www.gard.no (p. 27). Overige foto’s, door Stichting The Ocean Cleanup (p. 3, 24-27). Gemeentemuseum foto’s, door Astrid Hulsmann (p. 3, 36-37). Nacht van de Vluchteling (p.43) © Shutterstock: Peshkova (p. 3, 38 - 39) Elena Schweitzer (p. 41) Poprotskiy Alexey (p. 43-45)

IN DIT NUMMER

16

5 Editorial: Meer professionalisering leidt niet vanzelf tot betere fondsenwerving

6 Kort & Goed: nieuws uit de sector 1 0 Waar geef je zelf aan?

Amnesty International Nederland

13 Gouden eeuw nalatenschappen tekent zich af

1 6 Game Changers:

De Mobiele Zorgportemonnee

24

21 Mediarel: weinig invloed op donateurs Engels onderzoek

24 Campagne onder de loep: The Ocean Cleanup

2 8 Partos onderzoekt burgerbewegingen 3 0 Minder grote gevers in VS,

ruimte voor groei in Nederland

3 6 Nieuw: Partners in Fondsenwerving Gemeentemuseum Den Haag en UNICEF Nederland

36

3 8 Zin en onzin van impact meten 4 1 Column Visionair 4 2 Campagne evalueren:

Nacht van de Vluchteling

44 Opleidingen fondsenwerving 4 6 Agenda & vacatures VAKBLAD FONDSENWERVING

38 3


ADVERTENTIES

Data driven donor journeys Om te komen tot echte “data driven donor journeys� is technologie nodig, slimme technologie. Met meer dan 20 jaar ervaring met fondswervende organisaties levert Ifunds producten en diensten, op basis van de nieuwste technologie van Microsoft, speciaal ingericht en geoptimaliseerd voor Nederlandse nonprofit organisaties.

Ifunds, de specialist in CRM oplossingen voor de nonprofit sector, ontzorgt haar klanten met de integratie van marketing automation, financiĂŤle oplossingen en Office 365.

Wat heb jij nodig om de wereld een beetje meer geluk te brengen? Ontdek op mindwize.nl de resultaten die we voor non-profits boeken

advertentie_Mindwize_190x130_feb_2016.indd 1

19-02-16 16:23


KORT & GOED

KORT & GOED 30 miljoen euro voor de strijd tegen kinderarmoede via unieke publiek-private samenwerking in Vlaanderen Meer dan twaalf procent van de Vlaamse baby’s en peuters groeit op in kansarmoede. Vanaf hun geboorte hebben zij een achterstand die bijna niet meer in te halen valt. De familie Vergnes vindt deze cijfers onaanvaardbaar. Zij vinden het cruciaal om maatschappelijk kwetsbare kinderen en hun ouders te ondersteunen en hun participatie aan de samenleving te faciliteren. Het Fonds Bernard, Gonda en Emily VERGNES is binnen de Koning Boudewijnstichting al drie jaar actief rond dit thema Daarom zetten ze in samenwerking met Jo Vandeurzen, de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, een unieke publiek-private samenwerking op om gezinnen met jonge kinderen meer kansen te geven. Via het programma KOALA (Kind- en Ouderactiviteiten voor Lokale Armoedebestrijding) ondersteunen ze een vernieuwend aanbod van basisvoorzieningen dat ouders sterker maakt en kinderen zoveel mogelijk kansen op ontplooiing geeft. De samenwerking loopt over de volgende tien jaar. De totale investering bedraagt 30 miljoen euro. Met die middelen moeten er in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest minstens 180 extra kinderopvangplaatsen bijkomen, waar kinderen uit kwetsbare gezinnen voorrang krijgen. ‘Wetenschappelijke studies tonen aan dat de eerste levensjaren bepalend zijn voor de ontwikkeling van een kind. Door samen te werken

met de Vlaamse overheid binnen het KOALA-aanbod kan ons Fonds het aantal nieuwe opvangplaatsen voor kinderen uit kansarme gezinnen verdubbelen. Zo krijgen ook die kinderen de vroege start die ze verdienen en hebben ze de bouwstenen om zelf de cirkel van kansarmoede te doorbreken,’ aldus Gonda Vergnes van het Fonds Bernard, Gonda en Emily VERGNES.

V.l.n.r. Bernard Vergnes, Jo Vandeurzen, Emily Vergnes, Gonda Vergnes. Foto: ©Koning Boudewijnstichting / Frank Toussaint

Impactstudie Stichting HomePlan Steeds meer goede doelen streven naar een effectieve en transparante werkwijze. En steeds vaker wordt ervoor gekozen om de impact van de inspanningen weer te geven. Maar hoe bereken je dat, impact? Ontwikkelingshulporganisatie Stichting HomePlan liet de Shared Value Foundation van de Universiteit van Utrecht een impactstudie uitvoeren naar huisvestingsprojecten in ontwikkelingslanden. Gedurende zes maanden hebben drie researchers veldonderzoek gedaan in Mexico, Nicaragua, Haïti, Zuid-Afrika, Swaziland en Zimbabwe. Wat staat er in het rapport? De vierduizend huizen die Stichting Homeplan de afgelopen jaren liet bouwen hebben veel positieve effecten gehad op het leven van de bewoners. In alle landen ervaren de bewoners bijvoorbeeld dat het huis hun bescherming biedt. De huizen hebben bovendien een positief effect op de schoolresultaten van de kinderen, en door de cementen vloer verbetert de gezondheid van de kinderen. Doordat er aparte slaapkamers in de huizen zijn, 6

is er minder sprake van seksueel geweld in de landen Mexico en Zuid-Afrika. Maar er blijft nog genoeg over om aan te werken: HomePlan ziet de huizen die ze bouwt als middel, een opstap naar een betere toekomst en bouwt daarom in sommige landen eenvoudige prefabwoningen. Toch zien de bewoners het huis vaak als permanente oplossing, terwijl de huizen daar niet op gebouwd zijn. Benieuwd naar alle bevindingen van deze impactstudie? Ga naar www.homeplan.nl

VAKBLAD FONDSENWERVING

NR.5 2017


KORT & GOED

Driekwart nieuwe ingang Victoria and Albert Museum (UK) betaald door vier donoren De ingang van het Victoria and Albert Museum (V&A) heeft een kleine make-over ondergaan. Kosten: 49,5 miljoen pond. Het is een prachtige ruimte geworden. Na binnenkomst worden bezoekers over een licht oplopende trap van 10.000 handgemaakte porseleinen tegels geleid, het geheel vormt een atrium met café en een koepel die natuurlijk licht doorlaat. De ruimte is vernoemd naar de Mortimer and Theresa Sackler Foundation, die daarvoor 10 miljoen pond doneerden. Aan het eind van het atrium ligt de nieuwe Blavatnik Hall, vernoemd naar de Oekraïens-Amerikaanse zakenman Len Blavatnik. Vanuit deze hal loopt een elegante trap naar de nieuwe ondergrondse expositieruimte. Die is vernoemd naar de familie Sainsbury die met 18 miljoen pond het leeuwendeel van de kosten op zich nam. De ruimte voor tijdelijke exposities is een van de grootste van Europa. 10 miljoen pond werd bijeengebracht met kleinere donaties, de resterende 5 miljoen pond kwam van het Heritage Lottery Fund. Het museum is nog op zoek naar 1,6 miljoen pond om de begroting sluitend te maken. Dus als u een toiletblok naar uzelf vernoemd wil hebben, schroom niet!

Doneren door een QR-code te scannen Klanten van Knab kunnen vanaf nu met hun app betalen door de QR-code te scannen. Knab heeft daarmee de primeur van het toepassen van de iDEAL QR-code binnen de eigen mobiele app van een bank. Een manier van betalen die ook kan worden toegepast bij het geven van een donatie op bijvoorbeeld een collectebus. Daarbij kan ieder gewenst bedrag worden gedoneerd. De iDEAL QR-code is door Currence/ iDEAL ontwikkeld en is vorig jaar in een pilot getest. Directeur Piet Mallekoote van Currence/iDEAL: ‘Organisaties die deelnamen aan de pilot waarderen iDEAL QR met een 8. Ze vonden de implementatie snel en gemakkelijk. Verder bieden iDEAL QR-codes een zeer brede acceptatie onder consumenten: je kunt ze met vrijwel iedere smartphone scannen. Nu Knab dit als eerste bank aan zijn mobiele app heeft toegevoegd, zullen andere banken snel volgen.’

NR.5 2017

VAKBLAD FONDSENWERVING

7


KORT & GOED

Poetst Starbucks imago op door vluchtelingen aan te nemen? De Amerikaanse koffieketen Starbucks neemt de komende vijf jaar 2.500 vluchtelingen aan om Latte Macchiato’s te schenken aan zijn klanten in acht Europese landen. Het gaat om acht procent van de 30.000 Europese werknemers. Het initiatief maakt deel uit van een plan van Starbucks om wereldwijd 10.000 vluchtelingen in 75 landen aan te nemen. Volgens regiodirecteur Martin Brok laat het initiatief zien dat ‘bedrijven zoals het onze hun omvang kunnen gebruiken om levens positief te beïnvloeden’. Alhoewel Starbucks wel wat positieve pers kon gebruiken na de ophef over de belastingconstructies die het bedrijf in staat stellen om een minimum aan belasting te betalen, kon ook dit initiatief niet bij iedereen op goedkeuring rekenen. Toen het plan in januari in de Verenigde Staten werd aangekondigd, leidde het tot veel negatieve reacties op sociale media – ‘American jobs first’ – en een oproep tot een boycot van het bedrijf. In Nederland bleef deze kritiek vooralsnog uit.

Latifa, wat doe je nu? Latifa A, voormalig directeur van de Rotterdamse Stichting NoordBruist, is door de rechter veroordeeld tot een onvoorwaardelijke celstraf van drie maanden. Bij NoordBruist was zij verantwoordelijk voor de organisatie van een festival met kunst, muziek en dans in Rotterdam Noord. Maar de jongere zus van burgemeester Ahmed Aboutaleb verduisterde ruim 63.000 euro en bouwde daarmee haar eigen feestje. Het geld werd onder meer besteed aan kleding, de kapper en vakanties. Er is sprake van een aaneenschakeling van frauduleuze handelingen, oordeelde de rechtbank. ’Gepleegd door de verdachte

op een berekenende wijze in een periode van drie jaar, waardoor de stichting voor een groot bedrag is gedupeerd.’ Eerder kwam Latifa al in opspraak door haar bedrijf Oli’s Callcenter. Daar zouden blinden en slechtzienden aan het werk geholpen worden, maar daar kwam ondanks de investering van zo’n 150.000 euro door fondsen en organisaties weinig van terecht. De rechter veroordeelde Latifa naast de celstaf tot het terugbetalen van 60.000 euro en legde haar een verbod van drie jaar op voor het bekleden van een bestuursfunctie bij een stichting. Stichting Doen was een van de gedupeerden, zij deden in 2015 aangifte en gaven ruim 35.000 euro uit aan het kapsel van Latifa.

ABN AMRO partner en huisbankier Hartstichting voor rookvrije toekomst Ieder jaar sterven er in Nederland zo'n 20.000 mensen aan de gevolgen van roken en nog enkele duizenden aan de gevolgen van meeroken. De maatschappelijke kosten van roken worden door economisch onderzoeksinstituut SEO berekend op 2000 euro per persoon per jaar. Het realiseren van een samenleving waarin niemand meer overlijdt aan de gevolgen van roken, is een belangrijke ambitie van de Hartstichting en ABN AMRO gaat dit streven ondersteunen. De Hartstichting brengt haar betalingsverkeer en een deel van het vermogen onder beheer van ABN AMRO en zij onderzoeken samen de mogelijkheden van een Health Impact Bond. Maar de samenwerking voert verder. Zo wordt er onderzocht hoe de betalingsapp Tikkie en andere innovaties kunnen worden ingezet voor het werven van donaties. En medewerkers van de bank kunnen zich via de ABN AMRO Foundation gaan inzetten voor de

8

doelen van de Hartstichting. Bovendien heeft de bank in april 2017 besloten om niet meer te investeren in de tabaksindustrie, omdat de kernactiviteit van deze industrie niet verenigbaar is met de kernwaarden van de bank. ABN AMRO CEO Kees van Dijkhuizen: "Wij zijn verheugd over ons partnership met de Hartstichting. Wij delen hun ambitie om het aantal doden en ernstig zieken als gevolg van roken terug te dringen. Dat doen wij vanuit onze overtuiging dat iedereen het recht heeft op een gezond leven. Bovendien is ABN AMRO sponsor van vele sportclubs waar kinderen dagelijks sporten. Ook vanuit dat perspectief is steun in de strijd tegen roken voor ons een logisch gevolg. ABN AMRO wil een bank zijn met een gezonde impact op de samenleving en daarom ondersteunen wij de Hartstichting graag met raad en daad in haar strijd tegen roken. Wij hopen dat andere instellingen ons voorbeeld snel volgen."

VAKBLAD FONDSENWERVING

NR.5 2017


KORT & GOED

ALS Nederland borduurt met Koen Verweij voort op Ice Bucket Challenge Schaatser Koen Verweij, Olympisch kampioen op de ploegenachtervolging, gaat zich als ambassadeur structureel inzetten voor het vergroten van de bekendheid van ALS Nederland. Daarnaast zal Verweij acties en evenementen ten behoeve van fondsenwerving voor de Stichting ondersteunen. Tijdens de Ice Bucket Challenge drie jaar geleden liet ook Koen Verweij een emmer ijs over zich heen gooien en sindsdien heeft hij zich meer verdiept in deze genadeloze ziekte. 'Het is voor mij als sporter onvoorstelbaar dat je je spieren niet meer kunt gebruiken', zegt Verweij. 'Ik wil er dan ook alles aan doen om een bijdrage te leveren aan het werk van de stichting, om een halt toe te roepen aan deze afschuwelijke ziekte. En als ik dan mijn naam, mijn gezicht, mijn netwerk en sociale contacten kan inzetten om hiermee de bekendheid van ALS te vergroten en fondsen te werven, dan doe ik dat van harte.' ALS Nederland heeft goed nagedacht over het ambassadeurschap van Verweij. Directeur Gorrit-Jan Blonk hoopt samen met Verweij de hele schaatswereld bewust te maken van de gevolgen van ALS en de schaatsers in actie te laten komen. ‘Hopelijk leidt dat ook tot een prachtig winterevenement voor ALS; dat zou een zeer welkome toevoeging aan de bestaande acties zijn.’

Drie jonge Afrikaanse tech-ondernemers winnen Koning Boudewijnprijs voor Ontwikkeling in Afrika Kleine boeren die via software op maat makkelijk toegang krijgen tot marktprijzen of weersvoorspellingen en info delen met andere boeren; gratis online juridisch advies voor rechtzoekenden; leerlingen die digitale handboeken huren via mobiele betaling. Het zijn slechts enkele diensten van de start-ups waarmee drie jonge Afrikaanse ondernemers het leven ©Koning Boudewijnstichting / Arnaud Ghys op het Afrikaanse continent helpen veranderen. Ze kregen afgelopen maand de Koning Boudewijnprijs voor Ontwikkeling in Afrika 2016-17. De prijs beloont opmerkelijke lokale initiatieven die bijdragen aan de ontwikkeling van dit continent. Digitale en mobiele technologieën staan aan de basis van een radicale verandering van het ondernemerschap in Afrika. De drie bekroonde start-ups gebruiken eenvoudige technologieën om mensen in contact te brengen met essentiële informatie. BarefootLaw is de eerste onlinedienst voor rechtshulp in Oost-Afrika. Dit gratis platform helpt mensen die zelf geen advocaat in de arm kunnen nemen, om hun rechten te begrijpen en uit te oefenen. Farmerline brengt meer dan 200.000 kleine boeren, die de ruggengraat vormen van veel Afrikaanse economieën, in contact met marktinformatie, andere boeren en grotere organisaties. Visboeren die Farmerline gebruiken zagen hun opbrengst met de helft groeien. Kytabu geeft elf miljoen leerlingen en studenten in Oost-Afrika de mogelijkheid om digitale schoolboeken te huren via mobiele betaling. Broodnodig want in Kenia heeft een op de tien leerlingen geen schoolboeken.Elke laureaat krijgt € 75.000 en toegang tot een breed netwerk van stakeholders die hen kunnen helpen bij de verdere groei van hun onderneming. NR.5 2017

VAKBLAD FONDSENWERVING

PERSONALIA Jaap Winter nieuwe voorzitter Raad van Toezicht Van Gogh Museum

Jaap Winter (1963), hoogleraar Internationaal Ondernemingsrecht aan de Universiteit van Amsterdam, is specialist op het gebied van corporate governance in Nederland en in Europa. Winter heeft sinds november 2015 zitting in de RvT van het museum en hield toezicht op onder meer risicobeheersing.

Voordekunst benoemt Denise de Boer als nieuwe bestuursvoorzitter

Denise de Boer, adjunctdirecteur van het Frans Hals Museum, deed zelf praktische ervaring op met crowdfunding. Zij voerde bij het Amsterdam Museum eerder succesvolle campagnes met deze wervingsmethode. Nieuwe functie? Laat het ons weten via redactie@fondsenwerving.nl

9


ADVERTENTIES

ADRE

T

IALIS

PEC SSENS

Cherridata B.V. Van de Wateringelaan 65 2274 CB Voorburg

Het juiste adres voor: Doelgroepanalyse, adresselecties, dataverrijking, bestandsontdubbelingen, DM-advies

Tel: 070-30 30 594 | Fax: 070-41 55 172 www.cherridata.com


ONDERZOEK

Gouden eeuw van nalatenschappen

door Henk de Graaf

2016 is een jaar met een uitzonderlijke groei in de inkomsten uit nalatenschappen bij goededoelenorganisaties naar 328 miljoen euro. Nu de meeste goede doelen hun jaarverslag gepubliceerd hebben, is een stijging van 14 procent te zien in de inkomsten door nalatenschappen in 2016 ten opzichte van 2015. De gouden eeuw van nalatenschappen, die al langer wordt aangekondigd, lijkt nu begonnen in Nederland. Het totaal aan inkomsten uit nalatenschappen voor 2016 wordt nu geschat op 328 miljoen euro, een groei van 42 miljoen euro. In figuur 1 is de groei vanaf 1996 te zien. De groei is indrukwekkend, maar nu lijkt de, al vijftien jaar geleden aangekondigde, gouden eeuw van de nalatenschappen daadwerkelijk begonnen.

350.000 300.000 250.000

De ontwikkeling gedurende de jaren is stabiel. In grafiek 3 hebben we de hoofdcategorieën in beeld gebracht. Het ene jaar stijgt het aandeel van een categorie licht, het andere jaar daalt dit. Gezondheid is met ongeveer 40 procent FIGUUR 2 – Verdeling van de nalatenschappen over de verschillende subcategorieën in 2016, weergegeven in miljoenen euro’s

200.000 150.000 100.000

15 16 12

50.000

11

1 2

16

3

20

12

14 20

10

20

08

20

06

20

20

02

04

20

20

98

00

20

19

96

0 19

Inkomsten nalatenschappen in 1.000

FIGUUR 1 – De ontwikkeling van inkomsten nalatenschappen bij goededoelenorganisaties van 1995-2016.

In figuur 2 is de uitsplitsing voor 2016 te zien voor de vijftien door het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) onderscheiden subcategorieën. De vijf grootste subcategorieën zijn Volksgezondheid (106 miljoen euro), Maatschappelijke en sociale doelen (45 miljoen euro), Ontwikkelingswerk (41 miljoen euro), Natuurbehoud (23 miljoen euro) en Kunst en Cultuur (23 miljoen euro).

10

De grootste stijger is het Prins Bernhard Cultuurfonds, dat maar liefst vijftien miljoen euro steeg door een bijzondere nalatenschap. Ook de Hartstichting had een forse groei van maar liefst zeven miljoen euro. Vanzelfsprekend zijn er ook dalers. De grootste stijgers van 2015 zijn zoals gebruikelijk nu weer dalers. Dit zijn met name het Longfonds (minus vier miljoen euro) en het Rode Kruis (minus twee miljoen euro). Voor beide organisaties blijft 2016 desondanks een van de beste jaren ooit. Het contrast met de Verenigde Staten is opvallend, daar daalden de inkomsten uit nalatenschappen bij goede doelen met acht procent in 2016 ten opzichte van 2015.1 1. Bron: Giving USA 2016, The Giving Institute, 2017

NR.5 2017

9

4 8 7

1. Ontwikkelingswerk 2. Vluchtelingenhulp 3. Slachtofferhulp 4. Volksgezondheid 5. Gehandicaptenzorg 6. Blinden en doven 7. Milieubelangen 8. Natuurbehoud

VAKBLAD FONDSENWERVING

6

41.139 1.602 16.206 106.724 14.080 9.092 3.933 23.491

5 9. Dierenbelangen 10. Maatsch. en sociale doelen 11. Mensenrechten 12. Kunst en Cultuur 13. Sport en Recreactie 14. Onderwijs en Onderzoek 15. Kerk en levensbeschouwing 16. Onbekend

21.976 45.114 4.959 22.811 0 243 5.924 1.538

13


van de inkomsten de grootste categorie. Welzijn volgt met 25 procent als tweede categorie, terwijl categorie Internationale Hulp met 19 procent en Natuur en Milieu met 16 procent volgen (zie ook figuur 3).

60 % 50 % 40 % 30 % 20 % 10 % 0%

1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016

Inkomsten nalatenschappen (percentage)

FIGUUR 3 – Aandeel van de verschillende categorieën in inkomsten nalatenschappen van 1995-2016

Internationale hulp

Gezondheid

Natuur en Milieu

Welzijn

FIGUUR 4 – De ontwikkeling van het aantal sterfgevallen van 1995 tot 2016

GOUDEN EEUW

155.000

Aantal sterfgevallen

150.000 145.000 140.000 135.000 130.000

1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016

125.000

In de eerste vier maanden van 2017 zijn 54.252 mensen overleden. Weer een groei van 3,2 procent ten opzichte van de eerste vier maanden van 2016 (CBS Statline, geraadpleegd 25 juni 2017).

210.000 200.000 190.000 180.000 170.000 160.000 150.000 140.000 130.000 120.000 1995 1998 2001 2004 2007 2010 2013 2016 2019 2022 2025 2028 2031 2034 2037 2040 2043 2046 2049 2052 2055 2058

Aantal sterfgevallen

FIGUUR 5 – Sterfte werkelijkheid en prognose CBS (18 december 2014)

Werkelijk

Prognose CBS (18 dec 2014)

FIGUUR 6 – Mediaan vermogen naar leeftijd hoofdkostwinner, 1 januari 2014 (bron: CBS) 140,0

De gouden eeuw is al lang geleden aangekondigd, Theo Schuyt sprak er al in 2001 over, nadat het begrip eerder door de John Hopkins University in Baltimore was geïntroduceerd. In 2007 kwamen er artikelen in de media dat de gouden eeuw uitbleef. Maar hij lijkt in 2016 toch echt te zijn aangebroken. De groei van nalatenschappen wordt veroorzaakt door enkele factoren: het aantal mensen dat overlijdt, het aantal mensen dat een goed doel opneemt in het testament en het vermogen van de mensen bij hun overlijden. Het aantal mensen dat overlijdt, neemt al jaren toe. In 2016 zijn 149.000 mensen overleden. Een stijging van 9,7 procent vergeleken met vijf jaar eerder (figuur 4). De groei zal tot 2040 sterk doorzetten tot uiteindelijk meer dan 200.000 sterfgevallen per jaar (figuur 5). De belangrijkste reden is het grote aantal geboorten vlak na de oorlog. De verwachting is dat in 2036, over ongeveer twintig jaar, er 25 procent meer mensen overlijden dan in 2016. Het aantal mensen dat een goed doel opneemt in hun testament is lastig te meten. Goede doelen publiceren deze cijfers niet. Tot 2008 zijn er getallen van de Belastingdienst bekend. René Bekkers noemt in zijn inaugurele reden in 2013, dat rond de 3,7 procent van het aantal mensen dat sterft een goed doel in zijn testament heeft staan.2 Hij baseert zich hierbij op de getallen van de Belastingdienst. De verwachting is dat dit gelijk blijft. Het vermogen van de gemiddelde Nederlander is de laatste tien jaren in de crisis sterk verminderd.3 Nu de huizenprijzen weer stijgen, zal ook het gemiddelde vermogen weer stijgen. Het vermogen van mensen boven de 50 jaar is veel minder aan

120,0 100,0 80,0 60,0 40,0 20,0 t2 25 5 -2 30 9 -3 35 4 40 39 -4 45 4 -4 50 9 -5 4 55 -5 60 9 -6 65 4 -6 70 9 -7 75 4 -7 80 9 -8 85 4 -8 90 9 -9 95 4 10 99 0e .o .

-

2. Bron: R. Bekkers, De maatschappelijke betekenis van filantropie, 25 april 2013 3. Bron: 2016 Welvaart in Nederland CBS

to

Vermogen (1.000 euro)

Deze stabiliteit lijkt in tegenspraak met alle maatschappelijke ontwikkelingen. Maar bedenk dat nalatenschappen aan het einde van een mensenleven vrijkomen. De inkomsten in 2016 komen van mensen die grotendeels eind jaren 20 en begin jaren 30 geboren zijn. Van de komende generatie met zijn andere maatschappelijke voorkeuren komen pas over tien jaar de echte nalatenschappen vrij. De verwachting is dat er dan wel verschuivingen zichtbaar worden.

Leeftijdsklasse

NR.5 2017


ONDERZOEK verandering onderhevig. Met een vermogen (mediaan) van 120.000 euro is de groep van 65-70 jaar de groep met het meeste vermogen. De groep 85-90-jarigen heeft een vermogen van 58.000 euro. Dit is de leeftijd waaruit nu de inkomsten uit nalatenschappen bij de meeste goede doelen komen. Over twintig jaar is de huidige groep van 65-70-jarigen in deze levensfase gekomen. Met dus het dubbele aan vermogen! GEVOLGEN VOOR FONDSENWERVENDE INSTELLINGEN

De inkomsten van goededoelenorganisaties uit nalatenschappen zijn fors gestegen. Maar ook opvallend is het grote aantal forse stijgingen door enkele grote nalatenschappen (van meer dan 1 miljoen euro). Deze zijn erg moeilijk tot niet te plannen voor een individuele organisatie. Dat maakt het plannen van

Financieel gezien is het werven van nalatenschappen voor kleinere organisaties vaak lastig nalatenschappeninkomsten nog lastiger in de toekomst. Ook het feit dat de helft van de mensen die nalaten, onbekend is voor de organisatie, maakt het plannen van inkomsten lastig. Hoe gaat een goed doel om met de groeiende wereld van inkomsten uit nalatenschappen? Wat kan een goed doel het beste doen? Niets doen met nalatenschappen is geen optie. De inkomsten zijn groot en gaan de komende jaren sterk groeien. Om optimaal hierop in te spelen is het van belang om goed na te denken hoe hier mee om te gaan. Veel organisaties maken een nalatenschappenstrategie. Hierin wordt voor vijf jaar beschreven wat de doelen en de activiteiten zijn. De belangrijkste onderdelen zijn vanzelfsprekend werving en relatiebeheer. Maar ook het onderdeel onderzoek is van groot belang: wat zijn de geefmotieven voor mensen die nalaten; hoeveel mensen zijn er in de database die potentie hebben om na te laten? Het direct communiceren over nalatenschappen met de achterban is van groot belang. Er hoeft geen terughoudendheid te zijn, er kan duidelijk en helder gecommuniceerd worden. Maar wel met een respectvolle ‘tone of voice’. Als goede doelen willen we mensen inspireren en voorlichten. Het is niet de bedoeling om over dit onderwerp opdringerig of juist agressief te zijn. Naast onfatsoenlijk is dit zeer contraproductief. NR.5 2017

GROOTSTE ONTVANGERS NALATENSCHAPPEN 2016 De Hartstichting zag haar inkomsten stijgen door nalatenschappen met 7,9 miljoen euro ten opzichte van 2015, met een totaal van 22,4 miljoen euro in 2016 De helft van de erflaters is donateur, de andere helft was onbekend. Geen enkele erflater heeft een bestemming aan de nalatenschap gegeven. Nalatenschappen aan het Prins Bernard Cultuurfonds stegen met ruim 1 miljoen euro ten opzichte van 2015, met een totaal van 16,7 miljoen euro in 2016. De erflaters zijn in de meeste gevallen al jaren bekend bij het fonds. Een twaalftal nalatenschappen was niet geoormerkt, terwijl de meeste tot nu toe wel een bestemming hadden.

In gesprekken met mensen komt steeds vaker naar voren dat mensen ook graag willen dat goede doelen hun nalatenschap regelen. Het is belangrijk om als goed doel hierop voorbereid te zijn. Financieel gezien is het werven van nalatenschappen voor kleinere organisaties vaak lastig. De kosten zijn nu en de inkomsten pas over vijf tot vijftien jaar. Ook hierdoor hebben grotere organisaties een concurrentievoordeel, zij kunnen de kosten in hun organisatie beter verwerken. Vanzelfsprekend is ook de afwikkeling van groot belang. Wij merken dat veel organisaties te weinig kennis en ervaring hebben om de afwikkeling goed te doen. De brieven van notarissen en executeurs worden ter kennisgeving aangenomen en de noodzakelijk handtekening wordt gezet. Het zou goed zijn als organisaties hun kennis van de afwikkeling van nalatenschappen op peil brengen. ◊ Henk de Graaf is oprichter en directeur van Centrum Nalatenschappen. Het bureau voor werving en afwikkeling van nalatenschappen. www.centrumnalatenschappen.nl

VERANTWOORDING ONDERZOEK Centrum Nalatenschappen zet elk jaar de inkomsten van goededoelenorganisaties op een rij. Het doet dit door de openbare jaarverslagen op internet te raadplegen. Op 10 juli zijn van 223 organisaties de inkomsten bekend. Van 48 organisaties die in 2015 inkomsten uit nalatenschappen verkregen, zijn de jaarverslagen nog niet te vinden op hun websites, of is het bedrag uit nalatenschappen niet gespecificeerd opgenomen in het jaarverslag. Hiervan zijn er drie met meer dan 1 miljoen aan inkomsten uit nalatenschappen in 2015.

VAKBLAD FONDSENWERVING

15


ADVERTENTIES

zomer '17

social media

filmpjes

PR

j boek es

VluchtelingenWerk

Ko ffi e ver b indt draagvlak

bakjes koffie papieren en digitale boekjes aa

activatie

nvragen

ontmoetingen

Creatieve marketing & communicatie voor non-profits. Kijk voor meer informatie en inspiratie op wwav.nl.

OOK ONTDEK T CH DE KRA ! NIE VAN AN

Bent u op zoek naar een sympathiek en sterk telefoonteam? Welkom bij Annie, onderdeel van Webhelp. Annie is een sociaal bewogen onderneming met een sterke reputatie in de goede doelenmarkt.

Hoogwaardige servicecalls en hoge conversie maken wij voor u waar. En het traject van advies en offerte tot implementatie is, indien gewenst, minder dan 24 uur. Ontdek ook de kracht van Annie!

GALVANISTRAAT 9 6716 AE EDE 088 3305050 INFO@ANNIE.NL ANNIE.NL


COMMENTAAR

Negatieve publiciteit:

who cares?

Onderzoek onder Britse donateurs relativeert effecten van schandalen door Jaap Zeekant

Uit het rapport ‘Donating Trends in the UK in 2017’ dat in juni werd gepubliceerd, blijkt dat burgers niet lang stilstaan bij een schandaal in de goededoelensector. Jaap Zeekant constateert dat ngo’s zich meer zorgen maken over negatieve publiciteit dan donateurs. Wat leert dit ons voor de Nederlandse situatie? Bij publicitaire commotie over fondsenwervende organisaties wordt de discussie vaak gedomineerd door angst voor terugval van het publieksvertrouwen. Vorig jaar schreef het Vakblad al uitgebreid over de crisis in de Britse goededoelensector na de zelfdoding door de 92-jarige Olive Cooke in 2015, een zeer trouwe donateur die wellicht onder druk was gezet door fondsenwervers. De pers viel na haar dood massaal en langdurig over het wervingsgedrag van goede doelen en hun dienstverleners. Met grote gevolgen: er kwam een overheidscommissie onder leiding van de National Council for Voluntary Organisations, die onderzoek deed naar zelfregulering in de sector en naging welke veranderingen nodig waren om het publieksvertrouwen terug te winnen. Dat leidde in januari 2016 tot de oprichting van de Fundraising Regulator. Deze ‘watchdog’ onderzoekt de uitwassen, ontwikkelt gedragscodes en werkt aan een opt-outregister. Daarin kunnen mensen zich laten opnemen wanneer zij geen verzoeken om financiële steun meer willen krijgen van goede doelen. Er wordt nauw samengewerkt met de brancheorganisaties in de sector. Ook werd het NR.5 2017

initiatief genomen tot de ‘Commission on the Donor Experience’. Dit is een internationaal project, opgezet door nestoren Ken Burnett en Giles Pegram, met als doel het verzamelen van een grote hoeveelheid casussen en inzichten van experts. Met de zo verworven kennis hopen de goede doelen de band met de donateurs te herstellen. OVERSPANNEN REACTIE VAN DE SECTOR

Extra interessant is daarom het onderzoek ‘Donating Trends in the UK 2017’ dat onze collega’s van het Britse magazine Third Sector recentelijk publiceerden. De uitkomsten werpen een nieuw licht op deze zaak.

De Britse sector reageerde overspannen op de media-aandacht Uiteraard wordt ook in dit rapport gerefereerd aan de gebeurtenissen in ‘the annus horribilis for fundrasing 2015.’ Maar dit rapport begint met het opvallende statement, dat de kans klein is dat er bij het algemene publiek iets van de gebeurtenissen uit dat ‘vreselijke jaar’ is blijven hangen. Wat blijkt namelijk: 79 procent van het publiek was er zelfs niet van op de hoogte dat er een nieuwe Fundraising Regulator was opgericht, de belangrijkste maatregel om toekomstige crises te voorkomen. Zelfs de respondenten die het wel wisten, hadden slechts een vaag idee van de gebeurtenissen die daar de aanleiding voor waren geweest. Op grond van deze bevindingen constateren de onderzoekers dat negatieve publiciteit bepaald geen doodsteek blijkt voor goede doelen.

VAKBLAD FONDSENWERVING

21


COMMENTAAR FIGUUR 1 Heeft een van de perspublicaties die u hebt gelezen over fondsenwervingswerkwijzen uw beeld van goede doelen veranderd?

FIGUUR 2 Door welke zaken zou uw vertrouwen in een goed doel kunnen afnemen? 44% 39%

34%

Ja, ik heb een veel positiever beeld van goede doelen

30%

2%

28% 22%

Ja, ik heb nu een iets positiever beeld van goede doelen

19%

18% 13%

6%

12%

12%

Dat lijkt goed nieuws, maar zorgelijk is de conclusie dat we ons als fondsenwervingssector kennelijk veel te druk maken als er reuring in de pers is. De realiteit is, dat er geen enkele reden is om te veronderstellen dat het publiek zich dan blijvend van ons afkeert. Mede op grond van recent onderzoek zouden we kunnen concluderen dat de Engelse fondsenwervingssector op de gebeurtenissen overspannen heeft gereageerd. Zie figuur 1. De onderzoekers hebben aanwijzingen dat de publieksgevoelens ten opzichte van goede doelen in het algemeen verschillen van wat individuele mensen vinden van de goede doelen die zij kennen. Bemoedigend is ook dit: bij een vergelijking tussen het vertrouwen in de media krijgen de charities een 6,64, de overheden een 4,91 en de media 4,88. De 2017 Trust Barometer van Edelman, ‘s werelds grootste pr-firma, gaf voor de UK de media 24% vertrouwen, de overheid 26% en de NGO’s 32%. Het rapport van de Charity Commission’s Public trust and confidence in charities kwam op 61% vertrouwen in goede doelen in 2016, een daling van 10 punten ten opzichte van 2014. De goede doelen komen er dus relatief goed vanaf. Maar de verschillen in uitkomsten tussen de onderzoeken werpen de vraag op wat die uitslagen eigenlijk betekenen. Het onderzoek kijkt ook naar individuele wervingsmethodes en daar blijkt de schoen wel wat te wringen. Hierna zijn de antwoorden weergegeven op de vraag: ‘Door welke zaken zou u het vertrouwen in een goed doel kunnen verliezen?’ Het betreft hier het gedrag van individuele mensen ten opzichte van een bepaald goed doel, niet goede doelen in het algemeen. Zie figuur 2. 22

Veel e-mails ontvangen waarin om geld wordt gevraagd

Niet voldoende weten over het goede doel

Veel direct mail ontvangen waarin om geld wordt gevraagd

Te veel geld uitgeven aan advertentie

Straatwerving

Negatieve publiciteit in het algemeen

9%

Negatieve publiciteit over de besteding van de gelden

Ja, ik heb een veel positiever beeld van goede doelen

Het goede doel geeft niet aan hoe geld wordt besteeds

18 %

Huis-aan-huiswerving

Ja, ik heb een veel positiever beeld van goede doelen

Onder druk worden gezet om te geven

66 %

Hoge directiesalarissen

NO they have made no difference

Gelet op de hiervoor gegeven bevindingen, zeggen deze antwoorden weinig over het publieksvertrouwen. Maar het kan wel degelijk een belangrijke rol spelen bij de keuzes die elk individueel goed doel maakt over de manier waarop ze hun (potentiële) gevers benaderen. Het zijn volgens mij ook zaken die een rol moeten spelen bij het maken en bijstellen van de gedragscodes. Interessant zijn natuurlijk ook de salarissen. Gevraagd is naar wat de hoogstgeplaatsten zoals de CEO’s mogen verdienen. Zie figuur 3. FIGUUR 3 Wat vindt u een acceptabel jaarsalaris voor de topmensen? 28%

28% 22%

9% 4% Up to £20k

£20 40k

£40 60k

£60 80k

£80 100k

6% £100 120k

4% £ 120k+

Van de ondervraagden geeft 18 procent niet aan goede doelen en doet 82 procent dat wel. In het algemeen zijn de niet-gevers op alle fronten minder positief over goede doelen dan de gevers. De belangrijkste reden om niet te geven is dat men zich dat niet kan veroorloven, maar ook zaken als wantrouwen jegens fondsenwervende instellingen en hoe ze hun geld besteden.

VAKBLAD FONDSENWERVING

NR.5 2017


COMMENTAAR RUIMTE VOOR MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES

Al met al een interessant onderzoek, waarvan volgens mij veel ook op de Nederlandse situatie van toepassing is. Maar ik blijf zitten met de vraag waarom er in de UK zulke ingrijpende maatregelen zijn genomen, waarvan dit de opvallendste is: de nieuwe watchdog werkt aan een opt-outregister voor het ontvangen van communicatie over fondsenwerving van goede doelen. Van de ondervraagden zal 38 procent zich volgens het onderzoek waarschijnlijk opgeven en dus 62 procent niet, voor zover je zoiets natuurlijk van tevoren kunt weten. In de praktijk zal het ongetwijfeld zo zijn dat steeds meer mensen zich opgeven, bijvoorbeeld als gevolg van een incidenteel minder goede ervaring. Zo ging het ook met het Bel-me-nietregister in Nederland. Dit is de bijl aan de wortel van het werk van maatschappelijke organisaties als goede doelen. Hier schiet de incidentenpolitiek van onze Engelse collega’s ver door. Zie figuur 4. In een rechtsstaat als Engeland en Nederland zijn checks en balances ingebouwd. We hebben de mogelijkheid organisaties op te richten om maatschappelijke doelstellingen na te streven. Een belangrijk onderdeel daarvan is het tegenwicht bieden aan de overheid door de civil society en zijn maatschappelijke organisaties. Die organisaties moeten niet worden beknot in de mogelijkheden om mensen om steun te vragen voor hun doelen. Ze moeten ook niet te zeer worden belemmerd door toenemende regelgeving vanuit de overheid. DE SITUATIE IN NEDERLAND

In Nederland hebben we om de zoveel tijd ook een charigebeurtenis die tot negatieve publiciteit leidt. Het heeft in al die jaren niet geleid tot een aanzwellende roep om ingrijpende maatregelen. Kennelijk vinden we dat de bestaande structuren die we in de loop der jaren hebben ontwikkeld en verbeterd, voldoende zijn om de sector gezond te houden. En wellicht accepteren we dat er nu eenmaal soms dingen misgaan.

Toch is dit jaar ook hier een initiatief gestart dat geïnspireerd is op de gebeurtenissen in Engeland. Oprichter van 101fundraising Reinier Spruit lanceerde in mei samen met Nassau Fundraising ‘De Toekomst van de Fondsenwerving’ met de website fondsenwerving.org. Met dit kennisplatform – waarin een grote hoeveelheid kennis met ons wordt gedeeld die door de ‘Commission on the Donor Experience’ bijeen is gebracht, willen ze de cultuur in de Nederlandse fondsenwervings-sector zo veranderen dat ‘donateurs altijd een centrale plek innemen’. Het verzamelen van kennis en informatie waarmee fondsenwervers hun werk nog beter kunnen doen, is altijd goed. Maar de suggestie dat de fondsenwerving hier niet deugt, is net zomin juist als in de UK. Vanaf begin jaren 90 is er in Nederland serieus en op brede schaal gewerkt aan het bijeenbrengen van kennis en het verbeteren van de wervingsmethoden, het maken van gedragscodes en het ontwikkelen van opleidingen om het vak te professionaliseren. Daarbij heeft al heel lang de goede relatie met de gevers (en het publiek in het algemeen) een belangrijke rol gespeeld. Dat er desondanks af en toe iets misgaat in de sector met alle publicitaire ellende van dien, is vervelend, maar stimuleert ook het voortgaan van dit proces van blijvende verbetering. Natuurlijk is het centraal zetten van de donateur prima. Maar hij/zij staat niet alleen in het centrum. Donateurs komen daar ook andere stakeholders tegen: de werkers bij de goede doelen, de vrijwilligers en vooral ook de mensen waarvoor die goede doelen in touw zijn. Wat echt centraal moet staan, is samen werken aan het zoveel mogelijk realiseren van de doelstellingen. ◊ De grafieken zijn gebaseerd op de grafieken uit het Third Sector’s Donating Trends rapport, dat je hier kunt downloaden: vakbladfw.nl/2uwGORa De survey is tussen 20 en 27 maart 2017 gehouden in de UK, 2.078 volwassenen vulden hem volledig in. We danken de collega’s van Third Sector voor de toestemming over het onderzoek te mogen publiceren.

www.sofii.org/cde/the-commission-on-the-donor-experience

FIGUUR 4 Geeft u zich op voor het nieuwe benader-mij-niet register?

2017 12%

13%

37%

21%

16%

2016 7%

10%

31% Zeker niet

NR.5 2017

27%

Waarschijnlijk niet

Weet (nog) niet

VAKBLAD FONDSENWERVING

25% Waarschijnlijk

Zeer waarschijnlijk

23


XXX

Campagne onder de loep: Stichting The Ocean Cleanup The Ocean Cleanup haalt plastic op natuurlijke wijze uit zee door RenĂŠe Steenbergen

24

Ontstaan van het concept voor de campagne De Delftenaar Boyan Slat was zestien jaar toen hij tijdens een duikvakantie in Griekenland ondervond hoeveel plastic er in zee en op stranden lag. Hij schreef zijn profielwerkstuk op school over het probleem van de enorme drijvende afvalbelten op de oceanen. Plastic is niet alleen desastreus voor zeeĂŤn en waterdieren, maar vergiftigt ook onze voedselketen. Hij besloot dat dit een oplosbaar

VAKBLAD FONDSENWERVING

NR.5 2017


BRANCHE

Help! Hoe vergroten

we de Civic Space?

door Wiebe de Graaf

Burgerbewegingen worden op tal van manieren door overheden en het bedrijfsleden bedreigd. Partos – branchevereniging voor ontwikkelingssamenwerking presenteerde in juni een rapport met inspirerende voorbeelden van tegenbewegingen. Hoe kan de ruimte voor burgerinitiatieven vergroot worden? Iedereen was het er tijdens de presentatiemiddag over eens. Bewondering is op zijn plaats voor de lokale partners die soms met gevaar voor eigen leven de natuur proberen te beschermen of bijvoorbeeld landrechten proberen af te dwingen. Maar wat kunnen we – ontwikkelingssamenwerkers – in Nederland doen om de ruimte voor burgerbewegingen te vergroten? Daar werd geen eenduidig en krachtig antwoord op gegeven in de discussie die soms alle kanten leek op te gaan en voor een buitenstaander niet altijd even goed te volgen was. Frans Bieckmann van online globalisatiedenktank The Broker wist echter de rijen te sluiten toen hij stelde dat zelfs in Nederland het opbouwen van de civil society in ontwikkelingslanden onder druk staat: ‘Subsidiebeleid is aan het veranderen, waardoor ontwikkelingsorganisaties minder goed in staat zijn om ondersteuning te geven aan het opbouwen van de Civil Society, en zich meer moeten richten op technische, concreet realiseerbare doelen. Er is bovendien een tenderindustrie ontstaan, waarbij kleine kritische organisaties overvleugeld worden door grotere organisaties die de knowhow en 28

middelen hebben om subsidies binnen te slepen.’ De tenderindustrie is dus het probleem. Maar was deze middag niet bedoeld om naar positieve, inspiratievolle en hoopgevende oplossingen te kijken? Moet het rapport niet worden aangegrepen om te zoeken naar nieuwe, goedkopere en effectievere mogelijkheden om dezelfde doelen te bereiken? Moet het altijd over subsidies gaan?

beschikbaar kunt stellen.’ ‘Maar er is meer bereikt tijdens deze middag. Voor organisaties die het beschermen van mensenrechten centraal stellen in hun missie, zal de problematiek rondom het verminderen van de civil society, het terugdringen van burgerbewegingen, gesneden koek zijn. Maar veel van onze leden hebben dit thema korter op het netvlies. Het doel van dit rapport was daarom naast inspireren ook agenderen. Noodzaak, want we zullen steeds creatiever moeten worden om onze doelen te bereiken. Kijk naar India waar ngo’s die door het buitenland worden gefinancierd, hun werk niet meer kunnen doen. Ze worden gemuilkorfd.’ INSPIREREN

OOK AGENDEREN

Enkele dagen na de presentatie knikt Bart Romijn – directeur van Partos – hoorbaar geduldig met zijn hoofd als hem deze vragen telefonisch worden voorgelegd. ‘De tenderdiscussie komt deels voort uit de vermindering van budgetten waar onze sector mee te maken heeft. Dat is een zorg die nog heel erg speelt. Wat Bieckman suggereerde, klopt natuurlijk wel. Financiering en financieringsmodellen spelen een belangrijke rol in de manier waarop hulp geboden kan worden bij het opbouwen van een civil society. Zo komen er nu vaak slechts gelden beschikbaar voor geregistreerde organisaties, terwijl je bijvoorbeeld ook geld voor issuenetwerken VAKBLAD FONDSENWERVING

En inspireren? Dat is met het heldere en toch stevige rapport zeker gelukt. De onderzoekers hebben acht verschillende actietactieken geïdentificeerd die op creatieve en verrassende wijze bijdragen aan het opeisen van ruimte voor de burgerbeweging. Van iedere tactiek – beeldende kunst, performance art, educatie, humor, crowdsourcing, public shaming, muziek, dans en theater, en het werken aan veiligheid – worden vervolgens in een rijke bloemlezing betekenisvolle en inspirerende voorbeelden gegeven. Indrukwekkend is het voorbeeld The Standing March dat door een adhockunstenaarscollectief werd gemaakt voor de internationale klimaattop van Parijs (2015). Na de terroristische NR.5 2017


BRANCHE aanslagen eerder dat jaar waren er veiligheidsmaatregelen afgekondigd die het demonstreren tijdens de top onmogelijk maakten. Maar toch kon niemand die het Franse parlementsgebouw op 29 november passeerde, eromheen: er werd toch gedemonstreerd. De kunstenaars hadden een videoprojectie gemaakt waarin vijfhonderd mensen uit de hele wereld stilstaand - indringend kijkend - demonstreerden, en die op de gevel van het belangrijkste publieke gebouw van Frankrijk geprojecteerd. Aan de in Parijs verzamelde politici en beleidsmakers wilden de kunstenaars de boodschap overbrengen dat ze in de gaten werden gehouden. SEKSEDUCATIE

Minder creatief, maar niet minder effectief is het voorbeeld van Love Matters dat wordt mogelijk gemaakt door RNW Media. Een project dat voorziet in sekseducatie in landen waar het een taboe en zelfs gevaarlijk is om hier in de openbaarheid over te spreken. De website, die zich richt op jongeren tot dertig jaar en in de Arabische wereld negen miljoen unieke bezoekers heeft, kan makkelijk worden bezocht via sociale media of de mobiele telefoon en is in de woorden van Amir Sarras – projectmanager voor de Arabische wereld – ‘een one stop shop over seks en gezondheid, plezier, relaties en genderrechten’. Op de website wordt neutrale wetenschappelijke informatie gegeven over onder meer homosexualiteit, maagdelijkheid, abortus, vrouwelijke genitale verminking, masturbatie en echtscheiding. Daarnaast vormt het een platform voor persoonlijke verhalen. Zo doet een heimelijk homoseksuele Egyptenaar met hiv die door zijn familie wordt gedwongen om te trouwen, op een podium zijn verhaal. Ook vertelt de in Egypte immens populaire Nederlandse pornoster Bobbi Eden over haar werk en benadrukt ze dat pornografie nep is en dat je er geen voorbeeld aan moet NR.5 2017

Standing March – projectie op het parlementsgebouw in Parijs, Frankrijk

nemen bij je eigen bedavonturen.

die van ondersteunende lobbyclub.

Wat opvalt, is dat veel voorbeelden uit het rapport voortkomen uit de inzet en creativiteit van lokale burgerorganisaties die in veel gevallen ondersteuning krijgen van een internationaal fonds. Iets wat To Tjoelker – hoofd Maatschappelijke Organisaties van het Ministerie van Buitenlandse Zaken – aanspreekt.

VROUWENBEWEGING

SAMENSPRAAK EN TEGENSPRAAK

Het sluit aan bij het huidige subsidieprogramma van het Ministerie van Buitenlandse Zaken ‘Samenspraak en tegenspraak’ (S&T) dat tot doel heeft om de ‘zuidelijke’ stem luider te laten klinken en het lokale lobbywerk te ondersteunen. Tjoelker: ‘Het is heel goed als een ngo een school of ziekenhuis bouwt, maar het is veel beter als er burgers eisen dat het onderwijs of de zorg goed is. Dan is het hefboomeffect op langere termijn veel groter. De boodschap is krachtiger en er is geen sprake van dat opgeheven vingertje van het noorden.’ Maar is het voor deze burgers nu juist niet moeilijker en gevaarlijker geworden om overheidsbeleid af te dwingen? Volgens Tjoelker ligt daar een belangrijke taak voor ngo’s. Zij moeten hun partners trainen: hoe let je op je veiligheid, hoe let je op cyberveiligheid? De rol van ngo’s moet daarom veranderen, veel meer naar die van bondgenoot, adviseur of VAKBLAD FONDSENWERVING

Een goed voorbeeld vindt Tjoelker Mama Cash dat overal op de wereld initiatieven van vrouwen ondersteunt. ‘Zij vinden het eigenlijk onzin dat wij vanuit Nederland de vrouwenbeweging in bijvoorbeeld Congo moeten financieren. Ze hebben daarom een compleet programma opgesteld waarmee ze de zelfstandigheid van lokale fondsen ondersteunen. Hoe kom je aan financiering? Hoe voer je actie? Hoe controleer je de legitimiteit van je werk? Welke papieren heb je nodig? Heel praktisch, gericht op de eigen mogelijkheden van lokale vrouwen om zich te organiseren.’ Tjoelker constateert dat sommige maatschappelijke organisaties dergelijke stappen nog niet nemen en vanuit hun eigen identiteit veel uitvoerend werk blijven doen. ‘Maar in 2017 moet je toch gaan bedenken dat er al zoveel is geïnvesteerd in sterke zuidelijke organisaties dat het in het belang van je eigen doelen en die van het opbouwen van een civis society is, als dat verandert.’ ◊

Het rapport Activists, Artivists and Beyond - Inspiring Initiatives of Civic Power is samengesteld door The Broker, Spindle en Partos en kan worden gedownload op www.partos.nl 29


GROTE GEVERS

Grote gevers in VS minder gul, waar blijft groei in Nederland?

door Jos van Hezewijk

In juni publiceerde Giving USA de nieuwste cijfers over geven en geefgedrag in de Verenigde Staten. Vergelijking met Nederland laat zien dat hier nog groei van grote gevers is te verwachten, aldus onderzoeker Jos van Hezewijk. Wel bevat het Amerikaanse rapport dit jaar een opvallende waarschuwing: grote gevers die hun giften oormerken, dreigen onevenredig veel invloed te krijgen op goede doelen.

30

Na het topjaar 2015 qua megagiften in de VS, zijn deze enorme donaties in 2016 teruggevallen. Dat rapporteert Giving USA, het brede onderzoek dat Indiana University jaarlijks publiceert. Onder mega-giften wordt in de VS verstaan: 200 miljoen dollar of meer. Dat zijn on-Nederlandse en ook on-Europese bedragen, en toch is het zinvol om naar de Amerikaanse cijfers te kijken. Immers, trends in geefgedrag dáár kunnen ook invloed hebben op geeftrends in Europa en zijn in dat opzicht ook relevant voor de Nederlandse situatie. Zie de grafieken op de rechterpagina. RIJKEN GEVEN RELATIEF WEINIG

Wat ontbreekt in Giving USA 2017, is een berekening van de giften in verhouding tot de verschillende inkomens en vermogens. De bedragen van de rijken mogen dan hoog zijn, ik heb al verschillende keren berekend dat je die bedragen in verhouding tot hun inkomen en vooral hun vermogen mag relativeren. Interessant is dat deze relativering wel verder onderbouwd wordt door de onderzoeksresultaten in Geven in Nederland 2017. De rijken geven minder dan de armeren, zowel in verhouding tot hun inkomen, alsook tot hun vermogen. Relatief neemt de hoogte van de giften van de rijken al vanaf 2001 af. Voorts zijn rijke filantropen vaak oud, kerkelijk, man en hoogopgeleid, categorieën die vaak al veel meer geven dan andere mensen, ook als ze niet rijk zijn. Geen reden dus om de welgestelden op handen te dragen. In Giving USA 2017 kunnen we lezen VAKBLAD FONDSENWERVING

dat de bijdragen van huishoudens met een inkomen van meer dan 100.000 dollar sinds 2003 is toegenomen met 40 procent. In dezelfde periode is de stijging van de giften van de 20 procent rijkste Nederlanders toegenomen met ongeveer 20 procent. Bij de laagste inkomens is daarentegen sprake van een forse daling: ongeveer 45 procent minder in VS en 38 procent minder in Nederland. Dit betekent overigens niet dat de laagste inkomens ‘minder prosociaal’ zijn geworden, zoals geconcludeerd wordt op basis van bovenstaande cijfers. Filantropie is meer dan geld alleen. Want terwijl het aantal zeer grote schenkingen minder werd, liep de hoeveelheid kleine(re) giften wél op in de VS, zodat netto in 2016 een stijging van donaties wordt geconstateerd vergeleken met het jaar ervoor. En recent onderzoek door de National Research Group wijst uit dat die kleine gevers (minder dan 100 dollar) acht keer zo vaak geneigd zijn hun gift het jaar daarop te verhogen, in vergelijking met mensen die 500 dollar of meer schonken. In de VS wordt daarom nu al gesproken van 2017 als ‘het jaar van de kleine donor’. In de Chronicle of Philanthropy van juli wordt een directe link gelegd met het politieke klimaat: onder Trumps presidentschap zouden meer links georiënteerde kiezers (Democrats) maatschappelijke doelen steunen waarop Trump wil bezuinigen, en zo de civil society versterken. Wat Nederland betreft, in het vorige nummer van Vakblad werd aandacht besteed aan het onderzoek van Gabriël van den Brink en Paul Dekker, hoofd onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau, NR.5 2017


GROTE GEVERS FIGUUR 1

VS

Soorten gevers in VS (2016) en Nederland (2015)

NL

Hieronder vindt je de belangrijkste cijfers over giften aan alle goede doelen samen in de VS in 2016, conform Giving USA. De Nederlandse geefcijfers over 2015 (een jaar eerder) zijn volgens Geven in Nederland.

Individuele burgers (VS) / Huishoudens (NL)

72 % (stijging van 4 % t.o.v. 2015) 46 %

Vermogensfondsen

Nalatenschappen

Bedrijven (VS) / Bedrijven (NL, giften en sponsoring, ook in natura)

15 % (stijging van 3,5 %) 4% 8 % (daling van 9 %) 5% 5 % (daling van 9 %) 35 %

FIGUUR 2

Geefdoelen in VS (2016) en Nederland (2015)

Internationale hulp

Kunst & cultuur

Milieu, dieren

—

3% 9%

Maatschappelijke Vermogens/ Sociale doelen fondsen

5% 9%

Onderwijs

6% 15 %

Religie

10 %

8% 14 % —

10 %

12 % 10 %

4%

15 %

20 %

32 %

Hieronder vindt je de meestbegunstigde doelen in 2016 in de VS, en de meestbegunstigde doelen in 2015 in Nederland.

Gezond- Sport- & heid recreatie

$ 100 miljoen voor alfabetisering

Major donor James Barksdale NR.5 2017

James en Sally Barksdale doneerden onlangs honderd miljoen aan de University of Mississippi Foundation, waarmee een alfabetiseringsprogramma wordt opgezet voor kinderen in deze Amerikaanse staat. De gift van Barksdale, die zijn vermogen verdiende als venture capiltalist in Silicon Valley, is de grootste ooit bestemd op dit gebied.

VAKBLAD FONDSENWERVING

31


ADVERTENTIES

Veel organisaties ontvangen inmiddels 20-50% van hun inkomsten uit nalatenschappen. De groep mensen die op afzienbare termijn zal kunnen nalaten, stijgt de komende jaren gestaag. Nalatenschappenexpert Arjen van Ketel en Kalff hebben gezamenlijk een wervingsvorm ontwikkeld om ervoor te zorgen dat mensen uw non-profitorganisatie in hun testament opnemen. Wij helpen u graag verder door deze gesprekken voor u te voeren.

“Op het juiste moment in gesprek over nalaten” Kijk op kalff.nu of bel met 036 711 19 99

HOE LANG HOUDT U ZE ALLEMAAL IN DE LUCHT?

Kettingformulieren of premiums. Enveloppen of folie-verpakkingen. Couverteren of personaliseren. Volledig geautomatiseerde of handmatige verwerking. Stempelen of postzegels plakken. Enkele duizenden of miljoenen stuks… Intermail verzorgt het graag voor u. Met de grootste zorg tot in het kleinste detail. Dat kunt u gerust aan ons overlaten. Jaarlijks gaan er immers zo’n 200 miljoen mailings door onze handen, of door onze machines. Meer weten? Kijk op www.intermail.nl of bel direct met Gert Rothert of Ger van der Velden: 0252 – 673866.

I n t e r m a i l b . v. Westerdreef 3 2152 CS Nieuw Vennep Telefoon: 0252-673866 Fax: 0252-674828 Internet: www.intermail.nl couverteren • inkjetprinting • laserprinting • nabewerken kettingformulieren • vouwen • folie-verpakken • stempelen • sealen • postzegels plakken synchroon couverteren via camerasysteem • fulfilment en responseverwerking • handmatige verwerking • bijzondere mailings


GROTE GEVERS die constateren dat de vrijwillige maatschappelijke inzet in Nederland juist gestegen is de laatste tien jaar. Geen duiten maar daden. Ook zullen we verderop weer eens laten zien dat de rijken relatief nog veel hebben in te halen in gulheid ten opzichte van hun minder vermogende medeburgers. Bovendien kwam de stijging van bijdragen van de rijken vooral voor rekening van een gering aantal ultra high-net-worth individuals. In absolute zin zijn de giften van de vermogende Amerikanen toegenomen, maar niet relatief. De inkomens en vermogens zijn harder gestegen dan de giften. Bovendien gaan wel steeds meer rijken geven, en op jongere leeftijd. INVLOED VAN MAJOR DONORS

Het Giving USA-rapport uit bezorgdheid over megagevers die te veel invloed kunnen krijgen op de ngo die zij begunstigen. Want vijftig procent van alle giften is afkomstig van mensen met een inkomen boven de honderdduizend dollar. In het verleden schreef ik

bevolking. Vermogenden schenken bijvoorbeeld meer aan elitaire zaken als internationale hulp, cultuur en wetenschap – in die volgorde. Bij meer invloed van grote giften zullen de verhoudingen binnen de charitatieve sector verschuiven in de richting van deze geefdoelen. GROEIPOTENTIE NEDERLANDSE MAJOR DONORS

Bovenstaande vraagtekens betekenen wel dat er ook goed nieuws is, namelijk dat er steeds meer bijdragen te verwachten zijn van de welgestelden. Daar komt nog bij dat we in Nederland nog een achterstand hebben in te halen, omdat de Amerikaanse charitatieve instellingen al langer professioneel bezig zijn om grote donaties te verwerven. Net als in de VS zijn in Nederland de grootste giften mede afkomstig van ondernemers die geboren zijn na 1970. Van de toekomstige rijke millennials verwachten de onderzoekers in de VS in toenemende mate dat zij hun giften oormerken en zich bemoeien met de besteding ervan. Anderzijds is de prognose dat goede doelen weinig aan deze jongere gevers hebben – althans niet rechtstreeks – omdat ze hun eigen vermogensfonds of goededoelenorganisatie stichten. Hun maatschappelijke

Jongere schenkers oormerken vaker en aantal kleine donateurs neemt toe

dat filantropische organisaties moeten uitkijken dat hun fondsenwerving niet uitloopt op een lucratieve aflatenhandel, zoals dat in het verleden de roomskatholieke, calvinistische en ‘linkse’ kerk (verzorgingsstaat) overkwam. Goede bedoelingen kwamen in handen van en voor beter gesitueerden, net als in het politieke bedrijf. Interessant is nu dat Giving USA 2017 voor soortgelijke gevaren waarschuwt. De onderzoekers maken melding van het rapport Gilded Giving dat onderzoekt of budgetten uit evenwicht kunnen raken door grote en onverwachte giften. Deze mega-giften worden dikwijls gestuurd door de donor via het oormerken ervan voor specifieke bestedingen. Dit kan de ngo in problemen brengen: meer verplichtingen, maar relatief minder beschikbare middelen voor staf en organisatie. Bovendien kunnen goede doelen verleid worden om hun focus aan te passen aan de zeer rijke donateurs, waardoor misbruik op de loer ligt. Gesuggereerd wordt dat de kwaliteit van bestuur en toezichthouders daarom verbeterd zou moeten worden. Daarbij moeten we wel in de gaten houden dat de toezichthouders in de VS vaker dan in Europa benoemd worden op basis van de grootte van hun giften. Een ander maatschappelijk probleem voor de filantropie is dat de rijken andere doelen hebben dan de rest van de NR.5 2017

invloed zal via deze eigen kanalen naar verwachting groter zijn dan die van de generaties vóór hen. Overigens is er geen bewijs dat rijken efficiënter of effectiever geven. Het is zaak er alles aan te doen om deze high potentials duidelijk te maken dat filantropie een vak apart is en dat er geen sprake is van snel grote maatschappelijke problemen oplossen. Ervan uitgaand dat we in Europa en Nederland de grote trends in de VS volgen, is er daarom nog groei te verwachten van het aantal major donors bij ons. In 2010 becijferde ik dat er nog 23 procent meer te halen valt bij de rijkste Nederlanders, als we het percentage aan giften van de Amerikaanse rijken als uitgangspunt voor de toekomst nemen: zij fourneren immers 50 procent van het totaal aan giften. Eerder was mijn uitgangspunt dat Nederlandse vermogenden 20 procent van de omzet van de goede doelen genereerden. Op basis van de huidige meer accurate cijfers van GIN en CBS is de bijdrage van de rijken slechts op 7 procent te stellen. Maar met dit percentage zouden we hen tekortdoen. In Nederland wordt veel meer gegeven door bedrijven dan in de Verenigde Staten: 35 procent tegen 5 procent (overigens bevat het Nederlandse getal vooral sponsoring, ook in natura). Naar schatting is bijna de helft van deze giften afkomstig van mkb-bedrijven, waar de potentiële

VAKBLAD FONDSENWERVING

33


ADVERTENTIES

DE HELPENDE HAND BIJ DE AFWIKKELING VAN NALATENSCHAPPEN VOOR EEN DOELGERICHTE WERVINGSSTRATEGIE OP NALATENSCHAPPEN CENTRUM NALATENSCHAPPEN BIEDT EEN BREDE EXPERTISE EN JARENLANGE ERVARING.

SPORTLAAN 18 A 5242 CR ROSMALEN T. 073-6101040 I. WWW.CENTRUMNALATENSCHAPPEN.NL

Dé ambassadeurs voor jouw organisatie... Oprechte aandacht

“In contact komen met mensen die bewogen worden door een goed doel: dat vind ik leuk. Met die mensen voel ik me echt verbonden. Zeker wat oudere mensen vinden het juist prettig om gebeld te worden door iemand die oprechte aandacht voor ze heeft.” Irene Dekker, 69 jaar

Onze bellers voor jouw organisatie inzetten? Bel 023 - 565 66 66 en vraag naar Dyonne

Het verschil maken

“Ik vind het belangrijk om het verschil te maken voor een ander en tegelijkertijd om resultaten te halen. Als ik van iemand die bozig opneemt een enthousiaste donateur kan maken door een goed gesprek, kan mijn dag niet meer stuk.” Ben Vrenegoor, 80 jaar

Onze klanten zijn o.a.: Dierenbescherming, NSGK, Trombosestichting Nederland, Amref Flying Doctors, Simavi, Kinderpostzegels, Eyecare Foundation, Wereld Natuur Fonds, Hersenstichting, WKOF en vele andere....


GROTE GEVERS grote gevers de baas zijn. Dat betekent dus een plus van zo’n 17 procent voor de miljonairs. Daarentegen worden in het Nederlandse anders dan in het Amerikaanse onderzoek giften aan doelen in sport en recreatie meegenomen (20 procent bij bedrijven). Dat levert de rijken weer een minnetje op van zo’n 10 procent. Een deel van de giften van vermogensfondsen zou je ook op het conto van de gefortuneerden kunnen schrijven, ware het niet dat daar evenals in de Verenigde Staten heel veel belastingvoordeel tegenover staat. Je zou het kunnen zien als een sigaar uit eigen doos. Deze bijdragen van de grote gevers zetten we daarom per saldo maar op nul. Een pluspunt is dat (rijke) Nederlanders al of niet donateurs - in Nederland veel meer schenken aan goede doelen via de belastingdienst. Al met al zit er voor de Nederlandse goede doelen bij de potentiële grote gevers naar schatting een mooie 30 procent omzet in het vat om tot de Amerikaanse 50 procent te komen. Een substantieel deel daarvan zal veroverd moeten worden op de belastingdienst. Gezien de mogelijke afschaffing van de giftenaftrek zouden goede doelen bij de rijken aan de bel moeten trekken dat ze hun giften nu nog voor meer dan de helft kunnen onttrekken aan de belastingen als ze een fors bedrag schenken. Minder belasting betalen en je geld meer zelf sturen, is ook in Nederland een aantrekkelijk argument.

ook veel te bieden. Nu komen we namelijk aan een kernwaarde van de filantropische organisaties: het zijn in principe prachtige netwerkplaatsen voor mensen die verbonden zijn door hetzelfde goede doel. Men zit niet te wachten op een verkopertje, men wil ervaringen delen met gelijkgestemde mensen. Vergeet dus vooral niet om enthousiastelingen die relatief meer geven of meer doen op deze bijeenkomsten uit te nodigen. Zij zijn je beste ambassadeurs. Eigen medewerkers moeten er natuurlijk ook in groten getale zijn om die potentiele grote donateurs te leren kennen. Maar het gaat nog steeds alleen om een relatie. De vermogenden moeten rustig de kat uit de boom kunnen kijken en ervaren dat zij niet de enigen zijn, die dit doel steunen. Bovendien werken groepsprocessen meer enthousiasmerend. Geld speelt (nog) geen rol. Wanneer duidelijk is dat een potentiele grote donateur meer wil – hij moet zelf met het initiatief komen, geholpen door je informatie – dan kan de volgende stap gezet worden en is een persoonlijke benadering mogelijk. Inmiddels zal duidelijk zijn welke medewerker van je organisatie het beste met deze miljonair kan opschieten. Maar nog steeds is de insteek een van belangstelling en informatie. Misschien wil deze persoon ook al iets doen, maar gezien bovenstaande waarschuwingen moet je daar dus voorzichtig mee zijn.

RELATIE OPBOUWEN

De laatste stap is dan de geldvraag. En dat vinden de meeste fondsenwervers problematisch. Dat moet je misschien niet de medewerker die de relatie onderhoudt laten doen, maar de directeur of een vermogende ambassadeur die zich pro bono inzet voor de organisatie. Iemand die daar zijn hand niet voor omdraait. Is het antwoord negatief, dan is de relatie nog niet naar de knoppen. Mogelijk was de timing niet goed. Maar staar je niet blind op het grote geld. Donateurs zijn alleen maar mogelijk als goede doelen spetteren van inspiratie, enthousiasme en hun doel bereiken. ◊

Dit brengt ons bij hoe we de rijken moeten benaderen. Je kunt meer tijd in investeren, omdat de opbrengst groter zal zijn. De eerste stap is het identificeren van je vermogende donateurs, want dit zijn uiteraard de eersten die in aanmerking komen voor je werving. Het zou zonde zijn deze niet te bewerken. Maar aan de hoogte van hun donaties kun je ze over het algemeen niet herkennen. Gemiddeld blijkt zo’n 2,5 procent van de donateurs voor te komen in het bestand van miljonairs. De tweede stap is om deze mensen van betere informatie te voorzien. Pas daarna worden grotere bedragen gedoneerd. Omdat het gemiddeld om een hoger opgeleide groep gaat, moet je dan vooral denken aan jaarverslagen, beleidsplannen en vragen naar hun mening. Ondertussen vermeld je natuurlijk steeds in zijn algemeenheid al wel dat er mogelijkheden zijn om grotere bedragen te schenken. Maar in eerste instantie gaat het om een relatie bouwen via informatie. Langzamerhand is het mogelijk om het kaf van het koren te scheiden en zal blijken wie echt betrokken is. De derde stap is om degenen die betrokkenheid tonen, uit te nodigen voor bijeenkomsten. Dat hoeven geen chique gelegenheden te zijn en ook zeker niet gratis. Een goed doel gooit per slot van rekening geen geld over de balk voor de organisatie van dit soort bijeenkomsten. Zonder luxe hebben goede doelen NR.5 2017

Jos van Hezewijk doet onderzoek naar elites en hun netwerken, in het bijzonder miljonairs

www.elite-research.org/major-donor-nrc.pdf

Bronnen: Giving USA 2017: givingusa.org/see-the-numbers-giving-usa-2017-infographic Geven in Nederland 2017 Vrije Universiteit Amsterdam/Filantropische Studies Chuck Collins e.a., Gilded Giving: Top-Heavy Philanthropy in an Age of Extreme Inequality, November 2016. Te downloaden via: www.ips-dc.org/wp-content/ uploads/2016/11/Gilded-Giving-Final-pdf.pdf

VAKBLAD FONDSENWERVING

35


IMPACT

Iemand nog op zoek naar impact? door Phil Compernolle

Impact is populair… Iedere zichzelf respecterende nonprofitorganisatie voelt zich verplicht impact zichtbaar te maken. Maar wat is impact precies? En hoe ziet het eruit? Phil Compernolle, strategie- en evaluatieadviseur legt uit: ‘Impact moet je niet meten maar onderzoeken’. WAT IS IMPACT?

Impact in de zuivere zin van het woord is: de beoogde maatschappelijke verandering op de langere termijn, teweeggebracht bij mens en natuur. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een meer inclusieve samenleving, om een veiligere samenleving, om een groenere samenleving, om een samenleving zonder arme kinderen, om een wereld zonder malaria. Die impact wordt door zoveel verschillende economische, sociale, politieke, culturele en internationale factoren beïnvloed, dat er geen direct verband te leggen is met de activiteiten van één enkele goededoelenorganisatie. Impact is de ‘horizon’ waar een organisatie naar toewerkt. Vroeger lag de focus op wat je deed en de resultaten volgden daarop. Nu wordt juist de andere kant, het uiteindelijke maatschappelijke resultaat, als startpunt genomen en is er meer aandacht voor het waarom van een organisatie. Missie en visie zijn dood, nu werken we met impact. De impact is als een kompas in plaats van een vast eindepunt op een geplande route. Met het oog op de impact wordt nagegaan wat er nodig is aan resultaten die bijdragen aan beoogde maatschappelijke veranderingen, en vervolgens wat nodig is aan projecten en middelen om die resultaten te bereiken. Dit is geen lineair, vaststaand proces, maar een dynamische en iteratieve interactie met de samenleving in 38

al haar complexiteit. Als de omstandigheden veranderen (door bijvoorbeeld nieuwe spelers, economische of technische ontwikkelingen), dan moet de aanpak ook aangepast worden om het kompas te kunnen blijven volgen. De financiële crisis bijvoorbeeld, zal effect gehad hebben op de doelgroepen en bijbehorende diensten van verschillende goede doelen die zich richten op armoedepreventie. IMPACT EN DE THEORY OF CHANGE

Veel organisaties gebruiken daarom de theory of change – een methodiek om doelgerichter te werk te gaan en vanuit de impact hun programma’s vorm te geven. Een theory of change, of veranderingsmodel, beschrijft hoe een organisatie of fonds wil werken vanuit de beoogde maatschappelijke verandering, met extra veel aandacht voor onderliggende aannames. Wat is bijvoorbeeld het (academische) bewijs dat voetbalclubs sociale cohesie versterken? Onder welke voorwaarden is dit wel of niet het geval? Wat betekent dit voor het soort sportprojecten dat een organisatie wil ondersteunen als het doel een verdraagzamere samenleving is? Internationale ngo’s gebruiken deze methodiek al langer. Een theory of change is bijvoorbeeld vaak een verplichting voor subsidieaanvragen bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Steeds meer fondsen maken ook gebruik van theories of changes bij het opzetten en managen VAKBLAD FONDSENWERVING

NR.5 2017


IMPACT van programma’s. Zo heeft bijvoorbeeld de IMC Charitable Foundation enkele jaren geleden een theory of change ontwikkeld voor hun vernieuwde programma voor talentontwikkeling van kinderen en jongeren in sociaal-economische achterstandssituaties. Wilde Ganzen beveelt haar partners een theory of change aan voor projectmanagement om de duurzaamheid en de kwaliteit van particuliere initiatieven te verbeteren.

Inputs

Outputs

Outcomes

Impact

IMPACT MOET JE NIET METEN MAAR ONDERZOEKEN

NR.5 2017

Impactmeting is razend populair. Maar als er realistisch gezien geen empirisch verband te vinden is tussen de beoogde impact ver aan de horizon en de huidige activiteiten van een organisatie (dus vergeet zogenoemde attributie), waar gaat impactmeting dan over? Elke organisatie is gedoemd te mislukken als er geprobeerd wordt substantiële maatschappelijke veranderingen op de langere termijn te verklaren door het werk, hoe goed dan ook, van één enkele organisatie. Ouderwetse ontwikkelingshulp heeft er nog steeds last van: grote beloftes (Wij helpen honger de wereld uit!) die onmogelijk waargemaakt konden worden, met alle teleurstelling van dien. Kennis over maatschappelijke veranderingen is wel heel belangrijk, ook al kan er geen direct verband gelegd worden met een organisatie. Deze kennis wordt verkregen door jarenlang, diepgaand universitair onderzoek waarin alle verschillende determinanten worden meegenomen. Er wordt dan bijvoorbeeld gekeken naar de rol van literatuur, onderwijs en/ of vrijwilligerswerk op empathie onder jongeren. Dit soort onderzoek geeft een organisatie of een fonds veel inzicht in de relevantie van de werkzaamheden en voorwaarden waaraan voldaan moet worden om het kompas te volgen Bijvoorbeeld welke factoren spelen een rol bij het tegengaan van recidive onder criminele jongeren? Dit soort impactonderzoek is nuttig om te bepalen welke rol een organisatie kan spelen gezien alle andere determinanten van de beoogde maatschappelijke verandering (bijvoorbeeld, draagt de organisatie bij aan een van de factoren die recidive tegengaan?). Fondsen, donateurs en organisaties hebben dus allemaal baat bij gedegen academisch onderzoek over hun beoogde impact, ook al kan dat onderzoek hun eigen, individuele rol nooit hard maken.

WAT WIL JE DAN WEL METEN?

Maar organisaties, en fondsen, willen natuurlijk wel weten of en hoe hun doelen behaald worden. Dit is niet alleen belangrijk bij financieringsbeslissingen, maar ook voor het verbeteren van de effectiviteit van interventies en organisaties. Bij het evalueren van resultaten moet daarom gekeken worden naar veranderingen waar de organisatie wel aanwijsbare invloed op zou kunnen hebben. Binnen de evaluatieterminologie heet dit de outcomes. Dit zijn de resultaten op korte- en middellangetermijn op individuen of hun directe omgeving, die voortkomen uit verschillende soorten uitgevoerde of ondersteunde projecten (dat zijn de outputs). Deze outcomes zijn onderdeel van de dynamiek die de uiteindelijke impact beïnvloedt. Zo kan een organisatie die een ecologisch duurzamere wereld als impact voor ogen heeft, zich concentreren op het evalueren van haar bijdrage aan natuurbehoud in Nederland door natuureducatie voor jongeren. In de professionele evaluatiewereld is allang bekend dat impactevaluatie eigenlijk over die outcomes gaat, terwijl andere (fondsen bijvoorbeeld, maar ook organisaties zelf) nog vaak tevergeefs veel te hoog in de resultatenketen zoeken naar hun effecten. ALLES IS EVALUEERBAAR

Voor elk soort resultaat, hoe ‘vaag’ of immaterieel dan ook, is wel een manier te bedenken om na te gaan in hoeverre dit behaald is. Afhankelijk van het onderwerp, de context en het budget zijn er verschillende kwantitatieve en kwalitatieve evaluatietechnieken om na te gaan of en hoe deze resultaten behaald zijn. Ook om vast te stellen wat de rol is geweest van de betrokken organisatie en partners. Het evalueren van investeringen in basisonderwijs in Bangladesh vergt alleen een heel andere aanpak en methode dan het evalueren van de activiteiten van een culturele basisinstelling in Nederland. Maar zelfs activiteiten die expliciet alleen een intrinsieke waarde nastreven, kunnen geëvalueerd worden. Hierbij bevordert een combinatie van externe, onafhankelijke blik, en inbedding in de uitvoerende organisatie het nut en de leerzaamheid van zulke evaluaties. In principe is alles dus

VAKBLAD FONDSENWERVING

39


IMPACT evalueerbaar, als maar duidelijk verwoord is wat beoogd wordt en hoe ernaar toegewerkt wordt (de theory of change dus). Idealiter is zo’n resultaatmeting bovendien een samenwerking tussen verschillende betrokkenen. De uitvoerende organisaties, maar ook hun financiers en begunstigden, hebben namelijk allemaal een eigen, belangrijke rol in de theory of change. Zo heeft de manier waarop organisaties worden ondersteund door fondsen (inputs) aantoonbare invloed op de resultaten (bijvoorbeeld niet-financiële ondersteuning, project- of instellingsfinanciering). In Nederland hebben onder andere het VSB-Fonds en Addessium Foundation hun werkwijze aangepast na evaluaties van de klanttevredenheid (grantee perception studies).

In plaats van goede doelen zo te vergelijken op basis van opbrengst per euro, kan gebruikgemaakt worden van impact. Impact dient zo weer als kompas, in plaats van een absolute waarde. Impact is dan een gedeeld streven of een gezamenlijke agenda van organisaties en hun financiers. Daarnaast moet een organisatie met een goed onderbouwde en aannemelijke theory of change duidelijk maken hoe het doelgericht en met kennis van zaken dat kompas volgt. Een gezamenlijk evaluatie- en leerproces zorgt vervolgens voor continue verbeteringen in de aanpak en aanpassingen aan de altijd veranderende context. Zo’n selectiemechanisme laat meer ruimte voor moeilijk kwantificeerbare, en dus moeilijk vergelijkbare, resultaten en voor innovatieve projecten.

WAAR VOOR JE GELD?

CONCLUSIE: DE ZIN VAN IMPACT

De aandacht voor impact wordt ook sterk gedreven door de eisen van financiers (belastingbetalers, fondsen, donateurs), die het steeds belangrijker vinden te weten of ze waar voor hun geld hebben gekregen (value for money).

Impact is heel ambitieus. En dat is prima. Het is goed om doelgericht te werken met een duidelijk kompas dat de organisatie richting geeft en anderen motiveert om samen te werken. Die impact is niet statisch, maar beweegt mee met sociale, economische, demografische en andere trends in de wereld, die op de voet gevolgd moeten worden om een organisatie bij de tijd te houden. Maar het is veel leerzamer (en minder frustrerend) om realistisch te zijn en geen impact te claimen waarop je geen aanwijsbare invloed kunt hebben. Fondsen en hun partners kunnen best samen kijken naar de resultaten die wel binnen hun vermogen liggen en de manier waarop ze daar samen aan bijdragen, evalueren.

Een extreme vorm daarvan is de effective altruismbeweging, die goede doelen vergelijkt op basis van de opbrengst per euro. Het is een beetje zoals investeerders beslissingen nemen, dus passend bij andere trends in de fondsenwereld (bijvoorbeeld impact investing). Bij effective altruism gaat het niet alleen om welke goede doelen je ondersteunt met donaties, maar ook om je eigen levenskeuzes. Zo heeft een veganistische levensstijl een hele grote maatschappelijke impact zonder dat er een goed doel aan te pas hoeft te komen. De theorie klopt: als iedereen kiest voor de meest effectieve doelen, dan is de maatschappelijke opbrengst ongetwijfeld het grootst: per euro de meeste levens gered, de minste CO2-uitstoot, de hoogste testscores et cetera. In de praktijk is het meten van resultaten helaas niet zo simpel en al helemaal niet in vergelijkbare eenheden per euro (bijvoorbeeld mensenlevens gered). Voor sommige resultaten is het extreem moeilijk om voldoende betrouwbare informatie te verzamelen (denk aan humanitaire hulp in moeilijk begaanbare regio’s). Het vaststellen van resultaten van beleidsbeïnvloeding en activisme vereist speciale technieken die weliswaar steeds beter worden, maar moeilijk te vergelijken zijn met andersoortige, meer rechtlijnige projecten. Sommige resultaten zijn bovendien van nature moeilijk te kwantificeren en dus slecht te vergelijken. Denk bijvoorbeeld aan de waarde van kunst en cultuur. Voor innovatieve, nieuwe werkwijzen bestaat bovendien nog geen bewijs, terwijl de potentiële impact groot kan zijn, alleen al door het proberen en zelfs bij mislukken. In de praktijk spelen bovendien ook andere, niet economische maar emotionele criteria een rol bij keuzes tussen goede doelen (bijvoorbeeld persoonlijke interesses en ervaringen). 40

Impact betekent voor iedereen iets anders: voor sommigen is dat je bijdrage, voor anderen een maatschappelijke verandering, voor weer anderen is impact de outcomes die je meet... Om spraakverwarring te voorkomen en elkaar niet teleur te stellen met onmogelijke verwachtingen, moeten fondsen en organisaties aan elkaar duidelijk maken wat ze bedoelen met impact en impactmeting. Het belangrijkste is een horizon te hebben om naartoe te werken (impact), gebruik te maken van een goed onderbouwd veranderingsmodel en een gedegen kompas (theory of change), en resultaten te meten die binnen je vermogen liggen. Dan kan worden vastgesteld of er sprake is van een gedeelde impact als basis voor samenwerking. En dan worden ook de verwachtingen duidelijk over wat wordt gemeten, zonder irreële impactclaims of impacteisen, maar als onderdeel van een gezamenlijk leer- en evaluatieproces. Alleen zo kan impact nog veel impact hebben… ◊ Phil Compernolle is econoom, strategisch adviseur en evaluator voor ngo’s en overheden in binnen- en buitenland. Zij is ook als adviseur verbonden aan het Erasmus Centre for Strategic Philantrophy (ECSP).

VAKBLAD FONDSENWERVING

NR.5 2017


COLUMN XXX

VISIONAIR door Jeroen Talens

S

tel je bedenkt iets waar mensen jarenlang in geloven, maar wat niet blijkt te werken: ben je dan een visionair of een kwakzalver?

Alex Osborn was in de jaren 50 directeur van een groot Amerikaans reclamebureau (voor de kenners: hij is de O uit BBDO). Hij wist dat klanten best bereid waren om geld te betalen voor goede ideeën. Maar hoe kon je nou meer ideeën (en dus meer geld) genereren, zonder meer mensen in te huren (en dus meer kosten te maken)? Jeroen Talens is creative director bij WAVV jeroen@wavv.nl

Mensen zijn aantoonbaar creatiever als ze alleen zijn

Nu was Osborn er heilig van overtuigd dat ieder mens een creatieve kant heeft. ‘Each of us has an Aladdin’s lamp, and if we rub it hard enough, it can light our way to better living.’ Kijk, daar spreekt geloof in de mensheid uit! Om die creativiteit tot bloei te brengen, deed hij een experiment: hij verzamelde een groep mensen in een kamer, liet ze hardop nadenken over klanten en creatieve uitdagingen en noemde het ‘brainstormen’. Het aantal ideeën nam spectaculair toe, dat moet gezegd. Osborn claimde zelfs dat brainstormen de creatieve prestaties met maar liefst vijftig procent vergrootte. Natuurlijk was niet elk idee even briljant. Maar hij wist zeker dat het meer opleverde dan wanneer mensen individueel moesten nadenken. Tot op de dag van vandaag wordt de brainstorm gezien als een effectief middel om creativiteit te stimuleren. Terwijl uit onderzoek al jaren blijkt dat het helemaal niet werkt. Mensen zijn aantoonbaar creatiever als ze alleen zijn, zonder collega’s, zonder prikkels, zonder onderbrekingen. Sterker nog: hoe groter de groep, hoe beroerder de creatieve output! Hoe komt dat? In de eerste plaats speelt groepsdruk een grote rol. Alle gekkigheid die in ons hoofd opkomt en ‘afwijkend’ is, houden we voor ons. Dat heeft te maken met onze angst voor afwijzing. Daardoor komen de echt unieke ideeën dus nooit op tafel. Daarnaast hebben we te maken met het fenomeen ‘social loafing’: omdat er altijd een paar alfatypes tussen zitten die het hoogste woord voeren, zal de rest achterover leunen, zichzelf onzichtbaar maken en ondertussen even de mail checken. Tot slot blijkt dat mensen zich in groepen onbewust altijd aan het gemiddelde niveau aanpassen. En dat is funest voor grote geesten. Ook als het even niet lukt, regeert de wet van de grootste gemene deler: als de flow ontbreekt, raken we collectief in een negatieve spiraal en kun je helemaal naar je ideeën fluiten. Deugt er dan niets aan brainstormen? Jazeker wel. Het is hartstikke gezellig. Iedereen draagt bij aan iets nieuws dus het doet wonderen voor de sociale cohesie. En waarschijnlijk blijft de mate van betrokkenheid en verantwoordelijkheid daarna ook groter. Maar als je behoefte hebt aan iets unieks en briljants, kun je mensen beter in afzondering op hun ei laten broeden. Overigens vind ik Osborn evengoed een visionair. ◊

NR.5 2017

VAKBLAD FONDSENWERVING

41


KENNIS XXX

OPLEIDINGEN fondsenwerving en filantropie 21 september 2017 Wervend Schrijven

26 september 2017 Evalueren in de Filantropische Sector

3 oktober 2017 Beroepsopleiding Fondsenwerving A

Fondsen- en ledenwervers moeten kunnen schrijven, of het nu gaat om een overtuigende (direct mail) brief, een informerende nieuwsbrief of een motiverende oproep aan de vrijwilligers. Schrijven is meer dan alleen tekst produceren. Het gaat ook om het idee, het concept. Wordt het een brief of een e-mail? Gaan we voor de website of de gedrukte nieuwsbrief? Hoe overtuig je de geadresseerde om donateur te worden en te blijven? Hoe vang je de aandacht van al die mensen, zodat ze je boodschap ook echt lezen? Dit alles komt aan de orde in deze zeer populaire workshop van de inspirerende en creatieve Jeroen van Bijnen, die aan de hand van tal van DM-uitingen de werking van wervende tekst demonstreert.

Steeds meer filantropische organisaties worden geconfronteerd met geldschieters die inzicht eisen in de door hen gefinancierde projecten. Daarnaast wilt u zelf ook weten wat het resultaat is van uw inspanningen, zodat u het een volgende keer effectiever en efficiënter kunt doen. Hoe kunt u de maatschappelijke impact van projecten evalueren en aantoonbaar maken, zodat deze kunnen worden teruggekoppeld naar de donateur of geldschieter? Welke manieren zijn er voor het opzetten van een evaluatie en welke manier is het meest geschikt?

De beroepsopleiding Fondsenwerving A richt zich op gedegen kennis van wervingsmethoden en – technieken, en biedt inzicht hoe deze planmatig in te zetten. De opleiding bestaat uit vijf lesdagen en twee keuzeworkshops. Daarnaast krijg je een persoonlijke opleidingsadviesgesprek en je sluit je opleiding af met een werkstuk.

44

Docenten: Karin Vlug, Corine Aartman en Liz van Ommeren

Tijdens de cursus Evalueren in de Filantropische Sector krijgt u antwoord op deze vragen .

Kosten: € 2.897,- (geen btw van toepassing)

Docenten: prof. Georg Frerks

Aanmelden via: vakbladfw.nl/2fNaDUo

Duur: 4 bijeenkomsten van 2 uur

Kosten: Kennismakingsaanbod € 298,50 - (geen btw)

Kosten: € 750,- inclusief studiemateriaal, ANBI’s 10% korting

Aanmelden via: vakbladfw.nl/2uTwhQK

Aanmelden via: vakbladfw.nl/2uYolxj

VAKBLAD FONDSENWERVING

NR.5 2017


KENNIS XXX

31 oktober 2017 Management en Marketing van Maatschappelijke Organisaties

Maatschappelijke organisaties vragen een andere managementen marketingstijl dan commerciële organisaties. In de cursus Management en Marketing van Maatschappelijke Organisaties leert u effectieve managementen marketingstrategieën voor non-profitorganisaties toe te passen op uw eigen werkpraktijk, waarbij theorieën uit algemeen management en marketing worden vertaald naar de praktijk van goede doelen, non-profitorganisaties en vermogensfondsen. Punten van aandacht zijn onder meer succesfactoren en strategieën, systematische analyse en aanpak van organisatievraagstukken voor leidinggevenden binnen non-profits en stakeholder-management, en uiteraard de marketing van het goede doel. Docenten: dr.ir. Frank de Bakker, dr. Arnold Wilts en dr. Ivar Vermeulen

Duur: 8 bijeenkomsten van 2 uur Kosten: 1.500 euro inclusief studiemateriaal Aanmelden via: vakbladfw.nl/2h1Y1x5

10 en 31 oktober 2017 Masterclass Besturen van Filantropische Fondsen

Tijdens deze masterclass wordt u in vogelvlucht meegenomen langs de uitdagingen waar huidige en potentiële bestuurders van filantropische fondsen mee worden geconfronteerd. Onderwerpen die aan de orde komen zijn: • de relatie tussen de overheid en filantropische fondsen • goed bestuur en transparantie • risicobeheer en financieel beleid • strategie en impact De masterclass is een gelegenheid om kennis te maken met de opleiding Besturen van Filantropische Fondsen. Docenten: prof. Theo Schuyt (Centrum voor Filantropische Studies VU) en Ann Huijbregts-Gummels (Erasmus Centre for Strategic Philanthropy) Duur: 19.00-21.00 uur Kosten: deelname aan deze masterclass is gratis Aanmelden via: www.fsw.vu.nl/mcfondsen

NR.5 2017

VAKBLAD FONDSENWERVING

Najaar, sept t/m nov. Fundraising Grantmaking Sponsoring

Aan de orde komen deze modules: Filantropie, Projectaanvraag schrijven en beoordelen, Communicatie, Charitymarketing, Sponsoring, Financiële en Juridische aspecten. De modules kunnen ook afzonderlijk worden gevolgd. Docenten: Vakkundige gastdocenten uit de filantropische sector en docenten van Windesheim. Kosten: afh. van gekozen modulen van € 425,- tot € 1.695,per module. Totaalpakket (6 modulen) € 4.195,Aanmelden en info via: bit.ly/2dkwa8P

Op deze servicepagina’s brengen we actuele programma-informatie over erkende opleidingen en officiële onderwijsinstellingen, zoals de 3F-Academy (inclusief de daarin geïntegreerde – en mede door onszelf opgerichte – VFW Vakopleidingen Fondsenwerving), hogescholen en universiteiten. Maar het blijft een overzicht dat geen volledigheid nastreeft. Ga daarom vooral naar de verschillende websites en verdiep je in het aanbod.

45


Een evenement hier (en/of online) laten opnemen? Mail naar: vakblad@fondsenwerving.nl

International Fundraising Congress 2017

11e Nationale Vakdag Fondsenwerving Datum evenement: 16 november, 2017 - 09:00 tot 17:00 Locatie: Rotterdam, Maasgebouw Stadion De Kuip

Datum evenement: 17 oktober, 2017 09:00 tot 20 oktober, 2017 - 14:00 Locatie: Noordwijkerhout, NH Leeuwenhorst Betalende abonnees van Vakblad Fondsenwerving hebben recht op korting voor het IFC. Als abonnee kun je 100 GBP korting krijgen op je ticket. Om hiervan gebruik te maken kun je de benodigde kortingscode opvragen bij Vakblad Fondsenwerving die je bij het aanmelden voor het IFC kunt gebruiken. Vul deze code in bij het veld: ‘Discount Code’.

De Nationale Vakdag Fondsenwerving is dé ontmoetingsplaats voor iedereen bij goede doelen en andere wervende non-profitinstellingen, die betrokken is bij fondsen- en ledenwerving, van fondsenwerver tot directieen bestuursleden. Samen met de consultants, leveranciers en bureaus die werken voor die organisaties, maken ze de dag tot een jaarlijks succes. De Vakdag Fondsenwerving is een dag vol inspiratie, tips, adviezen en netwerkmogelijkheden en heeft met tientallen presentaties en rondetafelgesprekken en met zo’n zestig stands op de infomarkt, veel te bieden aan elke bezoeker.” Waarom gaan? - Bijspijkeren van je kennis op het gebied van fondsenwerving en alles wat daarmee te maken heeft. - Rondetafelsessies met elf collega’s over specifieke onderwerpen. - Tal van interessante presentaties over de nieuwste ontwikkelingen. - Leveranciers delen kennis en ervaring. - Een enorm netwerk van fundraising professionals. - De Netwerkborrel.

MEER INFORMATIE www.resource-alliance.org

Was het nou met...

46

Vacature

Vacature

De Hersenstichting is op zoek naar:

Hoofd Fondsenwerving & Communicatie (36 uur) Voor deze en andere vacatures kijk op fondsenwerving.nl/ vacatures

VACATURE

Lindholm 209 Dokter 1 2133 CSKoomansstraat Hoofddorp 1391 VZ Abcoude Tel.: 023 563 05 83 Tel.: 06-22 5003503120 Fax: 023 562 marianne@taalhulp.nl Mobiel: 06 22 50 50 20 www.taalhulp.nl marianne@taalhulp.nl

VACATURE

Drs. Marianne Zeekant

Tilburg University is op zoek naar:

Voor deze en andere vacatures kijk op fondsenwerving.nl/ vacatures

MEER INFORMATIE www.vakdag.nl

taalhulp.nl

Vacature

Relatiemanager Grote Gevers (32 - 38 uur)

VACATURE

AGENDA

VACATURE

AGENDA & VACATURES

Vacature

Verre Naasten is op zoek naar:

Zuid-Hollands Landschap is op zoek naar een ondernemende:

Fondsenwerver Particulieren (32 uur)

Relatiemanager bedrijven (32 uur)

Voor deze en andere vacatures kijk op fondsenwerving.nl/ vacatures

Voor deze en andere vacatures kijk op fondsenwerving.nl/ vacatures

VAKBLAD FONDSENWERVING

NR.5 2017


LEZERSSERVICE FOUNDERS VAKBLAD FONDSENWERVING

ABONNEESERVICE

CONTACT

VriendenLoterij Amsterdam (020 573 74 58)

Onze abonnementenservice is uitbesteed aan Abonnementenland.

Vakblad Fondsenwerving Hollandse Kade 30 | 1391 JM Abcoude T (020) 700 5151 Postbus 157, 1390 AD Abcoude vakblad@fondsenwerving.nl www.fondsenwerving.nl

SPONSORS VAKBLAD FONDSENWERVING Annie Connect Ede (088 330 50 50) Centrum Nalatenschappen

’s Hertogenbosch (073 610 10 40) Cherridata Voorburg (070 303 05 94) ifunds Amersfoort (033 467 70 30) Kalff Almere (036 7111 999) Kentaa Arnhem (026 2616240) Mindwize Hoofddorp (023 567 70 00)

PSI/Vransen DMP

Amsterdam ZO (020 495 38 38)

Reactie & Respons

Amsterdam (0880 280 280) Social Call Hoofddorp (023 565 66 66) WWAV Amsterdam (020 571 5871)

Opzeggen en vragen over abonnementen Nederland: Abonnementenland | Postbus 20 | 1910 AA Uitgeest T 0251-76 01 36 F 0251-31 04 05 abonnementen@fondsenwerving.nl

CONGRESTEAM

Opzeggen en vragen over abonnementen België: Abonnementenland | Diependaalweg 6 | 3020 Herent T +32 (0)28 08 55 23

Jaap Zeekant

Nieuwe abonnementen enz. Voor nieuwe abonnementen, adreswijzigingen, en nazendingen: www.fondsenwerving.nl > [Abonneren]

Walter van Kaam Jolan van Herwaarden Jeroen Hogenhout Herman Vransen Pelagia de Wild

jaap.zeekant@fundsetcetera.nl

Chris Zeekant

chris.zeekant@fundsetcetera.nl

Wiebe de Graaf

wiebe.degraaf@fundsetcetera.nl

ADVERTENTIE

Wij zijn al 20 jaar de duurste! Echt waar. Want zo lang zijn we al actief in telefonische fondsenwerving in Nederland. En ja we zijn doorgaans echt de duurste. Tenminste als u alleen kijkt naar de prijs per gesprek. Maar gelukkig weten veel van onze klanten dat Return On Investment op twee manieren kan worden geïnterpreteerd: door de kosten te minimaliseren of door de opbrengsten te maximaliseren. Dat laatste, daar zijn wij de beste in. Wij zorgen dat iedere euro die u via ons in uw donateurs investeert het best rendeert. Dus kunnen we het ons veroorloven om de duurste te zijn. Want het betekent niet dat we met uw geld smijten. Het betekent dat we uw geld beter investeren in hogere opbrengsten voor uw organisatie. We hebben een management systeem ontwikkeld dat daarvoor zorgt. Dat helpt ons uw campagnes tot betere resultaten te brengen en het klachten niveau laag te houden. Zodat we, juist berekend, helemaal niet zo duur zijn. We bellen alleen voor goede doelen. Inmiddels in 6 landen van Europa. Hebben een reeks aan trouwe klanten. Maar als u eens van gedachten wilt wisselen over telefonische fondsenwerving, neem gerust contact met ons op. Dat is gratis.

Henk Smit

E-MAIL WEBSITE T F M

Piet Heinkade 1-5 1019 BR Amsterdam henk@reactie-response.nl www.reactie-response.nl 0880 280 280 0880 280 275 06 51 262 862

Reactie & Respons: uiteindelijk de goedkoopste!

R&R halve adv.indd 1

29-05-13 13:47


Samen zetten we Het Vergeten Kind op 1 De VriendenLoterij PrijzenMarathon staat de hele maand september in het teken van Het Vergeten Kind. Deelnemers spelen mee voor ruim 375.000 prijzen en steunen met de helft van hun lotprijs de bouw van Het Huis van Het Vergeten Kind. Zo zorgen de VriendenLoterij en haar deelnemers ervoor dat duizenden kinderen in Nederland met een instabiele of onveilige thuissituatie de aandacht krijgen die ze verdienen en gewoon weer kind kunnen zijn.

Bekijk de actie op vriendenloterij.nl De vergunning voor de loterij is afgegeven door de Kansspelautoriteit onder kenmerk 10234 d.d. 23/12/2016. Kijk voor meer informatie over de actie op vriendenloterij.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.