6 minute read

Rustpunt: Beemster Drone

Next Article
Cumelaria

Cumelaria

RUSTPUNT “Neem geregeld een dagje vrij”

Sinds vorig jaar is Richard Kunis uit Westbeemster aan het werk als zzp’er. Eén dag in de week werkt hij voor zijn eigen bedrijf Beemster Drone en daarnaast verhuurt hij zich nog vier dagen in de week aan zijn oude werkgever. Een combinatie waar hij energie van krijgt.

Advertisement

Dinsdag is zijn eigen dag. Dan heeft hij tijd om te vliegen met zijn drones, om te werken aan de groei van zijn bedrijf. De rest van de week verhuurt hij zich aan het loonbedrijf verderop in de straat, loonbedrijf De West, waar hij voorheen in dienst was. “Precisielandbouw trekt me enorm, dus toen drones en kele jaren geleden een hype werden, vond ik dat ik daar wat mee moest”, zegt Richard Kunis, eigenaar van Beemster Dro ne in Westbeemster. “Daarnaast kwam het mooi uit dat het landelijk collectief Dronewerkers nog een collega in NoordHolland zocht, dus ben ik daarbij aangehaakt.” Hij begon op 1 januari 2018. Een nieuwe stap in zijn leven. “Ik vind de combinatie enorm prettig. Techniek, machines en het werken in de natuur bevalt me. Ook in mijn eigen bedrijf ben ik daarmee bezig. In zekere zin is dit ook loonwerk, maar op een andere manier dan gewend. Net zoals een loonwerker bied ik een dienst aan die de agrarisch ondernemer vooruit kan helpen. Daarnaast geeft die ene dag in de week me flexi biliteit. Ik kan nu ook de kinderen naar school brengen. Voorheen kon dat niet.”

Toch was het eerste jaar voor de beginnende zzp’er spannend. “Ik lift natuurlijk mee op het netwerk van Dronewerkers. Ik heb veel veredelingsbedrijven en vermeerderaars als klanten, maar dat is niet de doelgroep die ik in gedachten had. Ik zit

Burn-outs komen steeds vaker voor. Vrije tijd, ontspanning en rust worden daardoor steeds belangrijker aandachtspunten op de agenda, niet alleen naast, maar ook tijdens het werk. In deze serie laten we cumelaondernemers aan het woord die bewust de ontspanning opzoeken in de hectiek van alledag. Misschien kunt u er nog wat van leren.

al vijftien jaar in het loonwerk en ik wil juist die akkerbouwer, veehouder of bollenteler helpen. Eind vorig jaar was ik dan ook sceptisch: moet ik hier wel mee doorgaan?” Hij moest een paar maanden doorbijten, maar hij merkt nu dat de vraag begint te komen. Hij wordt nu rechtstreeks benaderd door akkerbouwers. Dat is een begin. “Er zit schot in en ik ben ervan overtuigd dat dit de toekomst is. De maatschappelijke discussie speelt daarbij een grote rol. Mijn beoogde klantengroep weet wel dat de omgang met gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen anders moet, maar is afwachtend, zeker de loonwerker. De eerste vraag die hij stelt, is: ‘Hoe wordt dit betaald?’ Het zijn natuurlijk forse investeringen richting precisielandbouw en het lastige is dat het niet op een A4’tje is uit te rekenen. Je moet er zelf in geloven. Daarnaast is het ook een vreemd gegeven. Loonwerkers zijn gewend met hun handen te werken en moeten het nu overlaten aan computers en rekenkracht. Hun beslissingen komen daardoor voor een groot deel in andermans handen. Dat dat niet meteen vertrouwd voelt, snap ik, maar ik merk dat als één klant enthousiast is, er meer volgen.”

Nieuwe energie

Zijn nieuwe werkgebied maakt hem enthousiast en geeft hem energie. “We kunnen nu al taakkaarten maken van één specifiek plantje. We kunnen distels ontdekken in suikerbie ten, we kunnen ridderzuring in grasland onderscheiden. We scannen niet alleen meer tussen de rijen, maar kunnen ook in de rij gewassen scannen. De technologie gaat enorm hard. We lopen ver vooruit op de vraag. De gemiddelde boer heeft alleen de juiste machines nog niet.” Zijn enthousiasme geeft hem energie, maar de combinatie kan ook spanning opleveren: “Een boer wil het werk gedaan hebben als het mooi weer is, maar mooi weer is ook een voorwaarde om te vliegen. Soms overlapt dat, maar met het loonbedrijf kom ik er altijd wel uit. Het bedrijf heeft nog zes medewerkers, dus er valt altijd wel wat te schuiven.” De weken dat hij daar de planning erbij doet, noemt hij wel aanpoten. “Aan de ene kant geeft dat stress, maar ik merk dat ik er ook beter door ga presteren. Met een hogere werkdruk ga je sneller aan de gang en het geeft veel voldoening als het uiteindelijk allemaal is gelukt. Dat geeft ook weer energie om verder te gaan.”

Opladen

Zijn drukke tijd begint in februari met mest uitrijden. Daarna rolt hij met het loonbedrijf het grasseizoen in, wanneer ook de eerste vluchten op de planning staan: dan komen de gewassen boven de grond. “In die periode maak ik lange dagen voor het loonbedrijf. Daarnaast moet ik ook nog mijn vliegwerk uitvoeren. Voor akkerbouwers en veehouders komt dat niet aan op één dag, maar voor veredelaars en vermeerderingsbedrijven wel. Vaak willen zij op diezelfde dag ook met een team het land in om mijn data te vergelijken

met hun eigen data. Als dat weken achtereen doorgaat, merk ik op een gegeven moment wel dat mijn batterij leger wordt.” Vermoeider, minder zin; voor hem het signaal om gas terug te nemen en op te laden. “Al is het maar een dagje er even tussenuit”, zegt Richard. Hij hoeft geen week vakantie, benadrukt hij. “Als ik ’s avonds een balletje kan trappen met de meiden of we gaan een dagje zwemmen, dan is dat voor mij al genoeg. Een dagje niet werken valt namelijk nog te overzien. Een week vakantie zorgt alleen maar voor meer stress. Het werk stapelt zich in die week zo op dat je de week erna twee keer zo hard moet werken om de achterstand in te halen. Dan zit je meteen weer in diezelfde stress-spiraal. Dat heeft geen zin. Pak geregeld een dagje vrij. Dan stapelt het werk zich ook niet meteen op.” Maar gaat hij dan helemaal niet op vakantie? “De zomer is ook voor mij geen goede periode om weg te gaan. Er is dan zoveel werk. Dat is zonde. Ik ga liever in de winter. Dan heb ik het rustiger en hebben we tijd voor een weekje wintersport. Gelukkig gaat mijn vrouw ook niet graag naar de zon.” In de winter heeft hij ook meer tijd voor zijn hobby’s: schaatsen en biljarten in het plaatselijke café. Met voetballen is hij gestopt. “De enige vrije dag voor ons gezin is de zondag. Als ik die dag dan ook nog deels weg ben om te voetballen, hebben we helemaal geen gezinsleven meer. Het gezin vraagt ook aandacht. Mijn vrouw en onze drie meiden komen toch echt op de eerste plaats.”

Doorgroeien

De ondernemer twijfelt nu niet meer aan zijn stap. “Dit is de toekomst en daar zet ik vol op in.” Hoe hij jaarrond met dro nes aan de gang kan, weet hij nog niet, maar hij maakt zich daar niet druk over. “Dat is verspilde energie. Ik moet eerst maar eens zorgen dat mijn eigen bedrijf gestaag blijft door groeien. Ik kan in de winter nog altijd bij een mechanisatiebedrijf aan de gang. Dat is in de winter altijd druk met het afleveringsklaar maken van machines. Je moet blijven denken in mogelijkheden.”

This article is from: