![](https://assets.isu.pub/document-structure/240824134912-508246264002b321722e1d9d28b85cf9/v1/a1e0445ac5ef37c1368d08826942e759.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/240824134912-508246264002b321722e1d9d28b85cf9/v1/a1e0445ac5ef37c1368d08826942e759.jpeg)
SERENE RUST
Op weg naar Zeeland maken we een dagtocht van Breda naar De Heen. Dat is een dorpje in de buurt van Steenbergen, vlak onder het Volkerak. We varen ‘binnendoor’ over kleine riviertjes en kanalen. De vaartocht beslaat op die manier precies vijftig kilometer. We willen ontdekken of we deze route leuker vinden dan via het Volkerak.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/240824134912-508246264002b321722e1d9d28b85cf9/v1/b26cc634b01a755cf3ed0c5b47b21f34.jpeg)
2 We vertrekken uit de aantrekkelijke passantenhaven van Breda en varen de Mark op. Omdat je Breda alleen op deze manier kunt bereiken, hebben we de eerste vier kilometer tot aan het Markkanaal al in omgekeerde richting gevaren. Voorbij de afslag naar het Markkanaal krijgt de vaarweg meteen een landelijk karakter. Al snel hebben we aan stuurboord het dorp Terheijden, tegenwoordig een onderdeel van de gemeente Drimmelen. Bij het langsvaren proberen we een glimp op
te vangen van de kerk uit 1401, maar die gaat schuil achter de bebouwing. Het blijft bij een blik op de torenspits. We passeren de jachthaven van het dorp waar 120 ligplaatsen zijn. Hoewel er een paar beschikbaar zijn voor passanten, is er voor vaste liggers een wachtlijst. Het vestingwerk ‘De kleine schans’ ligt ook al verscholen achter een luxe nieuwbouwwijk. We varen dus maar door en komen een paar kilometer verderop onder de brug in de A16 door. Minder dan één kilometer
![](https://assets.isu.pub/document-structure/240824134912-508246264002b321722e1d9d28b85cf9/v1/71e3139871ac4c3a078ad224803bc965.jpeg)
hiervandaan ligt het knooppunt Zonzeel dat de A16 met de A59 verbindt.
Het blijft een wonderlijke gewaarwording om in serene rust pal langs een overbekend fileknooppunt te varen. Na de brug ontvouwt zich weer een prachtig landschap voor ons, waarin de windmolens van windpark EttenLeur veel minder detoneren dan vaak het geval is. We discussiëren erover of dat niet gewoon komt omdat je ze overal tegenkomt en er dus aan gewend raakt. Met het zonnetje erop vinden we ze eigenlijk zelfs wel mooi! Het blijkt maar goed dat we er even uitgebreid van genieten want kort daarna komen we langs het bedrijventerrein Zwartenberg. Dat biedt vanzelfsprekend een iets andere aanblik.
ZEVENBERGEN
We varen door met de eerder genoemde windmolens aan bakboord en passeren de Leurse Vaart of Haven die de plaats Etten-Leur aansluit op de Mark. Meteen daarna hebben we aan stuurboord het prachtige terrein van de naturistenvereniging ‘mens en natuur’. De vereniging heeft voor geïnteresseerden een informatieve website. We varen door naar de Spoordraaibrug die in gesloten toe-
4 De Rode Vaart is een prachtige oude vaarweg naar Zevenbergen. 5 Boogbrug over de Dintel in de provinciale weg tusen Fijnaart en Oud Gastel.
stand een doorvaarthoogte van 2,50 meter toelaat. Na de brug komen we in een levendig deel van de Mark met aan bakboord Watersportcentrum en jachthaven ’t Lamgat. Daar zo ongeveer tegenaan ligt de Lamgatsebrug, een houten fietsers- en voetgangersbrug op de plaats waar ooit een pontveer heeft gevaren. De smalle en daardoor slank ogende brug overspant 45 meter en is in 2023/24 alweer aan vernieuwing toe. Meteen daarna ligt in een korte vaart aan stuurboord de jachthaven van Watersportvereniging Nolleke Sas. Op datzelfde punt takt de Roode Vaart af in de richting van Zevenbergen. In de kop van deze Roode Vaart heeft een sluis gelegen die in 1968 is gesloopt. Het kunstwerk was rond 1730 gebouwd als zeesluis omdat de Mark destijds nog een open verbinding met de zee had. De sluiswachter ervan in 1810 is ene Arnoldus Aartsen. De overlevering wil dat deze Arnold de naamgever is van ‘zijn’ sluis (en dus indirect ook van de jachthaven): Nollekens Sas. Gelukkig weten wij watersporters dat ‘sas’ een oud woord voor schutsluis is, want anders zouden ook wij Sas van Gent vast een merkwaardige plaatsnaam vinden. De Roode Vaart is in Zevenbergen afgedamd. Het andere deel ervan boven Zevenbergen loopt door tot in het Hollands Diep in het industriegebied Moerdijk. De kop van de vaart oogt erg aantrekkelijk, dus blijven we er even liggen om daarvan te genieten.
STANDDAARBUITEN
Hoewel we dicht in de buurt van Oudenbosch varen, is er vanaf de Mark nauwelijks een glimp van de basiliek daar te zien. Oudenbosch ontleent zijn bekendheid daaraan, vooral omdat de koepel van deze kerk een verkleinde kopie is van die van de
![](https://assets.isu.pub/document-structure/240824134912-508246264002b321722e1d9d28b85cf9/v1/a183ba8b93c3bedd866fff793d3878ce.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/240824134912-508246264002b321722e1d9d28b85cf9/v1/5c116e7867c51f9349e971ba17c79683.jpeg)
Sint-Pieter in Rome. We varen na zo’n 5 kilometer het dorp Standdaarbuiten binnen en hebben plezier om de naam ervan. Vaak wordt die verkeerd gespeld als Standaardbuiten. De ‘d’ moet naar voren want de naam komt van ‘zand daar buiten’, een zandbank die boven kwam toen het water van de tweede Sint-Elisabethsvloed in 1421 begon te zakken. Je kunt in de plaats bakboord uit naar Oudenbosch, maar die vaarweg is naar onze smaak iets te industrieel.
DINTEL
We varen door en stellen vast dat de Mark inmiddels is overgegaan in de Dintel. We passeren de brug in de A17 en varen een tijdje tussen de landerijen. Nog voor Stampersgat ligt de provinciale weg tussen Fijnaart en Oud Gastel. Voor de oversteek van de rivier heeft daar in de loop der eeuwen van alles gefunctioneerd, van een veerpont in de 17e eeuw tot en met verschillende Baileybruggen na de
Tweede Wereldoorlog. Nu ligt er een vaste witte boogbrug. De steigers pal daarvoor aan bakboord zijn van een onderhoudswerf voor zwaardere schepen. Vlak na de brug hebben we aan bakboord de plaats Stampersgat, waar een aanlegsteiger is voor pleziervaartuigen. Als we er langs varen is er net een soort van dorpsfeestje aan de gang. Het ziet er gezellig uit. Dat neemt niet weg dat de plaats wordt gedomineerd door de suikerfabriek. De fabriek is eigendom van de internationale coöperatie Royal Cosun, een vehikel van maar liefst 8400 suikerbietentelers.
MARK-VLIETKANAAL
Voorbij Stampersgat kun je rechtdoor de Dintel af naar het Volkerak. Dat is vanaf daar ongeveer vier kilometer varen. Maar wij willen hier juist de andere kant op, over het Mark-Vlietkanaal. Dat brengt je in iets meer dan tien kilometer in Roosendaal. Je draait het kanaal op met een bijna haakse
Openingsfoto De windmolens detoneren niet in het fraaie landschap. 2 Van de RK kerk uit 1401 in Terheijden krijgen we alleen een glimp van de toren mee. 3 De Lamgatsebrug verbindt Zevenbergen en Oudenbosch voor fietsers en voetgangers.
GAT VAN DE FAMILIE STAMPER
De naam van de plaats Stampersgat wordt toegeschreven aan de familie Stamper. Deze familie en de familie Stouters hebben er in de 17e eeuw allebei een hoeve in bezit. Watersporters weten misschien dat de uitgang ‘-gat’ slaat op de monding van een kreek. Oorspronkelijk was voor deze plaats met de kreek zowel de naam Stoutersgat als de naam Stampersgat in gebruik. In de 18e eeuw - zo wil de overleveringheeft de laatste het gewoon ‘gewonnen’.
bocht naar bakboord en je hebt al die tijd het complex van de suikerfabriek naast je. Pas als je een eindje het kanaal op bent gevaren ben je uit de ‘suikerzone’. Het kanaal dat is gegraven in 1983 is fraai en saai tegelijk. Met links en rechts een bomenrij en een kaarsrechte vaarweg, vinden we het niet erg om bij de volgende split-
![](https://assets.isu.pub/document-structure/240824134912-508246264002b321722e1d9d28b85cf9/v1/efbb2a62570c40901f848d3c54773abc.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/240824134912-508246264002b321722e1d9d28b85cf9/v1/78e5bc8af30b1c9722c12f785714a522.jpeg)
sing te komen. Daar staat een overduidelijk vaarverkeersbord bij: Roosendaal rechtdoor, Steenbergen rechtsaf.
ROOSENDAALSE VLIET
We gaan stuurboord uit richting Steenbergen. De vaarweg heet voorlopig nog de Roosendaalse Vliet. Onmiddellijk manifesteert zich het landelijke karakter van dit vaarwater. We varen kilometerslang in de natuur zonder zelfs maar een boerderij te zien. Onderweg worden we verwend met fraaie uitzichten op het water en de natuur er omheen. Vrijwel niets herinnert eraan dat deze Vliet ooit een
belangrijke vaarweg voor de beroepsvaart is geweest en als zodanig heeft gezorgd voor de bloeiperiode van een stad als Roosendaal. Dit vaarwater heeft in open verbinding met de zee gestaan en het land eromheen is regelmatig overstroomd. Pas vanaf 1824 houdt een sluis het hoogwater buiten. Voor zover de Roosendaalse Vliet daarna nog steeds van belang was voor de beroepsvaart is het graven van het Mark-Vlietkanaal daarvoor de definitieve nekslag geweest. Kreekjes en waterlopen langs de vaarweg herinneren nog aan oude overstromingstijden. Voor de pleziervaart is er dus heel fraai vaarwater
GOED OM TE WETEN
De laagste vaste brug beperkt de doorvaarthoogte voor deze dagtocht tot 3 meter. De Spoordraaibrug bij Zevenbergen draait - op verzoek - éénmaal per uur. Voor de diepgang geldt dat het overal 2,40 meter of meer is, met uitzondering van de Roosendaalse Vliet waar het 1,40 meter is. Op de Steenbergsche Vliet ligt de vaargeul volgens de wateralmanak in de buitenbochten en in de middenvaarwaters. De maximumsnelheid op het gehele traject is 9 km/u, ook weer met uitzondering van de Roosendaalse Vliet waar deze 6 km/u is.
Scan de QR-code en u gaat naar het kaartje op motorboot.com met het gpx-bestand voor uw navigatie.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/240824134912-508246264002b321722e1d9d28b85cf9/v1/98cb33ab2dd3864b52c9829f2fb47fa9.jpeg)
6 Het Mark-Vlietkanaal gaat door naar Roosendaal, de afslag naar Steenbergen. 7 De Roosendaalse Vliet is voor de pleziervaart heel fraai vaarwater. 8 Op het sluizencomplex Bovensas vind je een aantrekkelijke uitspanning annex theetuin. 9 Jachthaven De Schapenput.
overgebleven. Op een wel heel idyllisch plekje probeert een bewoner met een rood waarschuwingsbord de anders misschien te grote toestroom binnen de perken te houden. We grinniken erom en zijn benieuwd of zijn bord succes heeft. Als we doorvaren bereiken we betrekkelijk snel de Sluis Bovensas. Die ligt hier sinds 1824. In de loop der jaren is er eerst een spuisluis aan toegevoegd en later is de sluis vernieuwd. Met de komst van de Philipsdam in 1987 - en daarmee de afsluiting van het Volkerak en het Zoommeer - is de sluis overbodig geworden. Deze staat sindsdien permanent open. De beweegbare brug die de waterkaart vermeldt is een vaste brug geworden met een doorvaarthoogte van 3 meter. Het sluizencomplex is - ondanks het functieverlies - fraai gerestaureerd. Het is onderdeel van een fietsknooppuntenroute en je kunt op korte afstand terecht in de Bar aan de Baak.
STEENBERGSCHE VLIET
Vanaf de Sluis Bovensas gaat de Roosendaalse Vliet over in de Steenbergsche Vliet. Die slingert zich op een hele prettige manier door het landschap. Ook dit is een alleszins aantrekkelijke vaarweg met hier en daar een boerderij en ook verder een typische landbouwomgeving. De Steenbergsche Vliet is beschermd natuurgebied dat vooral bestaat uit rietmoeras. Een gedeelte daarvan is in beheer bij de Vereniging Natuurmonumenten. Het rietmoeras manifesteert zich onder meer in verschillende ondiepe verbredingen van de Vliet. De wateralmanak waarschuwt dat de
vaargeul in de buitenbochten ligt en in de middenvaarwaters. De vaste brug in de A4 waar we onderdoor varen heeft een doorvaarthoogte van 3 meter. En dat geldt ook voor de Steenbergsebrug in de N259, zo’n anderhalve kilometer verderop.
Doorvarend takt na een tijdje de Breede Watergang af naar de plaats Steenbergen en de gelijknamige jachthaven. De watergang laat een diepte toe van ruim 2 meter en loopt over een aquaduct in de A4. Vlak voor dit aquaduct ligt aan stuurboord Fort Hendricus, zo genoemd naar Hendrik III van Nassau. Het fort uit het begin van de 17e eeuw is eigendom van Natuurmonumenten dat vrijwel klaar is met de restauratie ervan. Er staan een paar lelijke loodsen naast die in 2023 door de gemeente Steenbergen zullen worden verkocht. Alles wijst erop dat dit fort een aantrekkelijk uitje aan het worden is.
DE HEEN
We varen verder en passeren zo’n ondiepe verbreding van de vaarweg. Meteen daarna hebben we aan bakboord de jachthaven van onze bestemming vandaag: De Schapenput in De Heen. Die is met 300 ligplaatsen opvallend groot voor een dorp van een paar honderd mensen. Dat komt in de ogen van de eigenaren doordat het een prachtige jachthaven is met alles dat je maar zou kunnen wensen. Wij onderschrijven dat maar denken dat het ook iets te maken zal hebben met de nabijheid van de Grevelingen. Daar is immers nauwelijks nog een ligplaats te vinden. En dan is deze jachthaven - vlak bij de Krammereen aantrekkelijk alternatief. Ook wij krijgen er een prachtige plek toegewezen. We kijken tevreden terug en denken dat het beslist een boeiender vaartocht is geweest dan als we voor het Volkerak hadden gekozen.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/240824134912-508246264002b321722e1d9d28b85cf9/v1/d0110eca2d237be8dc4ea0b582cdb0b4.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/240824134912-508246264002b321722e1d9d28b85cf9/v1/1995f270eec49edb691ae971abc82498.jpeg)