DE VERKENNING
OVER DE EEM NAAR AMERSFOORT Vanaf de Koppelpoort in Amersfoort vormt de Eem een 18 km lange vaarverbinding met de Randmeren. De wateralmanak typeert ‘m als een ‘door aantrekkelijk, vogelrijk weidelandschap kronkelende rivier’ die eindigt in het centrum van Amersfoort. Ingrediënten voor een aantrekkelijke vaarroute. TEKST & BEELD PIM VAN DER MAREL
118
BOV E N KOPJ E
WATERAANVOER EN -AFVOER We vertrekken vanuit Huizen, waar onze boot van vandaag nog in de botenlift hangt. Het is RIB van bijna zes meter met een 100PK Yamaha outboard aan de spiegel. We zullen ons dus moeten inhouden vandaag. De maximaal toegestane snelheid is 12 km/u en op sommige stukken zelfs 6 km/u. Op de werf hebben we afgesproken met Annemarie, een sportfysiotherapeut uit de regio die haar opleiding heeft genoten in Amersfoort. Ze weet veel van het gebied en wil het graag eens varend meemaken. Het is nog fris ’s morgens als we de boot in het water laten zakken. “Blij dat ik mijn zeiljack heb aangetrokken!” grinnikt ze. We varen voorzichtig de aantrekkelijke haven van Huizen uit, het Gooimeer op. Die voorzichtigheid is een reactie op de gretigheid waarmee de outboard ons beloont voor het toucheren van de gashandle. We varen naar de vaargeul en gaan stuurboord uit naar de Stichtse Brug. We weten dat we daarachter zullen moeten opletten om de ingang van de Eem te vinden. Op het Eemmeer is de maximumsnelheid nog even 20km/u. Op de schaal van voorzichtigheid naar bravoure schuiven we daarom maar een stukje op. Desondanks veroorzaken we nauwelijks golven.
119
Meteen na de Stichtse Brug passeren we aan stuurboord het eiland de Dode Hond. Kort daarna vinden we op een groene boei een bord dat de richting aangeeft. De toegang naar de Eem, die hier uitstroomt in het Eemmeer, is gemarkeerd met betonning. Het riviertje krijgt zijn water van een aantal Veluwse beken en van het Valleikanaal. Dit laatste kanaal is weinig bekend omdat het niet bevaarbaar is. Maar het kanaal en daarmee ook de Eem zorgen wel voor de complete afwatering van de Gelderse Vallei. Het kanaal loopt van de Nederrijn bij Rhenen naar Amersfoort. Het tegenovergestelde gebeurt ook: bij lage waterstanden in de zomer wordt water ingelaten bij Rhenen dat op deze manier de Randmeren bereikt.
HISTORIE Van ringvaarten zijn we gewend dat die hoger liggen dan de drooggemaakte polder die ze omringen. De Eem ligt weliswaar ook hoger, maar hier is inklinken van het omliggende land de oorzaak. De rivier duikt voor het eerst op in een akte van Karel de Grote in de 8ste eeuw, maar was er al ver voor die tijd. “Zo’n beetje alles hier is naar de
DE VERKENNING
De kabelpont van Eemdijk zorgt voor de verbinding met Eemnes
Met de Eemlijn wordt ‘s zomers een lijndienst voor fietsers onderhouden
“Zo’n beetje alles hier is naar de Eem genoemd”
Eem genoemd, let er maar eens op,” merkt Annemarie op. Dat doen we en zoals verwacht kom je dan op Eemnes, Eembrugge en bijvoorbeeld het Eemmeer. Minder bekend is dat de Eem vroeger ook bekendstond als Amer. De stad Amersfoort blijkt haar naam te danken aan een doorwaadbare plaats in de Amer. Zo’n doorwaadbare plaats heette vroeger een voorde of een drecht. Leuk is dat Amersfoort dit ontstaan van de naam gemeen heeft met bijvoorbeeld Dordrecht, maar ook met plaatsen als Frankfurt en Oxford.
EEM We varen de Eem op en stellen vast dat de typering van de almanak in elk geval voor het eerste gedeelte klopt. Het is prachtig windstil en de rivier kronkelt door de weilanden. Al snel bereiken we het dorp Eemdijk, daterend uit de 15de eeuw en door een kabelpont verbonden met de overkant van de rivier. “Het veer hier neem ik weleens met de fiets. Dat is echt zo’n leuk, klein pontje,” vertelt Annemarie. “Op zondag vaart hij trouwens nooit. Dat komt omdat je hier in de bible belt zit – Spakenburg ligt maar een paar kilometer verder.” Omdat we contact met de kabel willen vermijden wachten we tot de pont is afgemeerd voordat we erlangs varen. Buiten het dorp komt de Eemlijn ons tegemoet. De boot onderhoudt ’s zomers een lijndienst voor fietsers tussen Amersfoort, een aantal plaatsen langs de rivier en – via het Gooimeer en het Eemmeer – de plaatsen Huizen en Spakenburg. “Voor een paar euro gaat je fiets op het benedendek en jijzelf op het bovendek. Er zitten ook altijd vrijwilligers op de boot bij die je graag wat over de streek vertellen,” zegt Annemarie. De schipper zwaait vriendelijk en de vrijwilligers hebben het vandaag rustig, want er zijn weinig opvarenden.
NOG MEER EEM We varen door en passeren aan stuurboord de Buitenvaart. De ingang ervan oogt met twee dukdalven midden in het vaarwater niet bepaald toegankelijk. De kleine jachthaven Eemnessersluis, die aan de Buitenvaart ligt, heeft geen 120
BOV E N KOPJ E De kabelpont van Eemdijk zorgt voor de verbinding met Eemnes
121Â
DE VERKENNING
122Â
DE VERKENNING
Een blik op de architectuur van het Eemhuis is de moeite waard
passantenplaatsen. “Misschien dienen die dukdalven ter ontmoediging van passanten,” oppert Annemarie. We varen door en genieten van de landelijke omgeving waardoorheen ons vaarwater zich kronkelt. Na een tijdje hebben we aan stuurboord het Ocrieteiland, in beheer bij Natuurmonumenten en bekend als broedplaats voor ijsvogels. Het eiland dankt zijn naam aan de allang gefailleerde Ocrietfabriek. Voor de goede orde: ocriet is geen chemische stof maar een soort beton. We varen erlangs en bereiken na enige tijd de plaats Eembrugge, de voortzetting van het kerkdorp Ter Eem uit 1200. Al snel komen we op een gedeelte met jachthavens; tegenover die van de watersportvereniging Eemland ligt een uitstekend onderhouden rode platbodem ons tegemoet te glimmen. Hoewel hier de plaats Baarn begint gaat dat niet ten koste van het landelijke karakter van het vaarwater. Ook het clubgebouw van de Baarnse roei- en zeilvereniging De Eem is fraai in de omgeving geïntegreerd. We varen er langzaam langs om de roeiers onze golven te besparen. Tussen Baarn en Amersfoort meandert de rivier door de weilanden en blijven we genieten we van de natuur. Ter hoogte van Soestdijk passeren we daarbij een flink eiland. Daar moet in de 14de eeuw het kasteel Hamelenberg hebben gestaan, waarvan niets meer over is. We vinden het niet erg dat op het eiland nog geen projectontwikkelaars zijn losgelaten.
AMERSFOORT Als we in de buurt van Amersfoort komen, komt ons door de nieuwe Malebrug een vrachtschip tegemoet. Het herinnert ons eraan dat de vaarweg ook dient voor de vrachtvaart op de stad. Als we even later de stad bereiken, hebben we eerst het Industriekwartier aan stuurboord. Eigenlijk valt de entree van de stad daardoor aanvankelijk niet mee. Dat wordt anders als we het stadshart naderen. Het laatste gedeelte van de rivier is Amersfoorts passantenhaven: de Eemhaven, een van alle moderne faciliteiten voorziene jachthaven met aantrekkelijke eetgelegenheden en terrasjes. Annemarie meldt niet zonder trots: “We hebben hier zelfs een strandje, ‘Zandvoort aan de Eem’.” Aan de stuurboordzijde van de haven meren grote schepen af aan de kade en aan bakboord zijn lage steigers aangelegd voor de passanten. De vroegere industrie aan stuurboord heeft plaats moeten maken voor het moderne Eemplein. Een blik op de architectuur van het Eemhuis is de moeite waard, want die mag er zijn. De passantenhaven eindigt bij de spoorbrug vlak voor
de 15de eeuwse Koppelpoort. Achter die poort begint het stadscentrum. Je kunt de Koppelpoort niet helemaal varend bereiken, maar je gaat er ongetwijfeld even te voet van genieten. Het is een land- en waterpoort in de ‘nieuwe’ stadsmuur uit het begin van de 15de eeuw. De oudere stadsmuur was toen al voor een groot deel gesneuveld in een grote stadsbrand. Amersfoort is een eeuwenoud stadje dat al in 1259 stadsrechten kreeg en het oude stadscentrum is – ook in de oorlog – voor een groot deel gespaard. Behalve de Koppelpoort zijn er nog twee poorten in goede staat bewaard: de Monnikendam (een waterpoort) en de Kamperbinnenpoort (een landpoort). Maar dat zijn slechts drie van de 440 Rijksmonumenten die de stad rijk is; een rondje stadshart is dan ook een aanbevelenswaardige wandeling door de eeuwen. Wij lopen van de Koppelpoort weer terug naar een terras en evalueren de vaartocht van vandaag. Wie van landelijk varen en een historisch stadscentrum houdt, mag de Eem hoog op zijn wensenlijst zetten. Het stuk industrie als je Amersfoort invaart, neem je dan maar voor lief. Na afloop zwaaien we Annemarie uit, die met de fiets wordt opgehaald, en varen wij met de boot dezelfde weg weer terug.
RIB Onze vaartocht werd mogelijk gemaakt door XtraOrdinary Boats uit Huizen. Dit bedrijf is onder meer importeur van de rib-lijn van Conrad Pischel, een volledig in Duitsland geproduceerde serie van 37 ribs, jetboten en tenders. Alle boten hebben een polyester of aluminium romp en hypalon tubes. Wij kregen de beschikking over de versie van 6 meter, maar de complete lijn loopt van 2,3 tot 14 meter. Meer info: xtraordinaryboats.nl
KEISTAD De dichter Everard Meyster sloot in 1661 een weddenschap af dat hij de Amersfoorters zo gek zou krijgen om een meer dan 7000 kilo zware zwerfkei van de omgeving van Soesterberg naar de stad te slepen. In ruil daarvoor beloofde hij ze bier en krakelingen. 400 Amersfoorters trapten erin en hebben met vereende krachten de kei versleept. Voor Meyster was het aanleiding voor zijn gedicht Keyklucht. De Amersfoorters waren daar not amused over en begroeven de steen. Pas in de 20ste eeuw is die weer opgegraven. Van de bijnaam ‘keientrekkers’ zijn ze echter nooit meer af gekomen.
123