Loosdrechtse en Vinkeveense plassen

Page 1

118

119

VA A R R O U T E

V I N K E V E E N S E E N LO O S D R E C H TS E P L ASS E N Tekst en fotografie Pim van der Marel

Verrassende rust in Amsterdams buitengebied Tussen Utrecht en Amsterdam liggen de Vechtplassen. De plassen liggen niet zo ver van elkaar, dus je moet gemakkelijk van de een naar de ander kunnen. Nautique nam de proef op de som en ging het water op om van beide plassen de sfeer proeven.

Historie Zowel de Loosdrechtse als de Vinkeveense plassen liggen in voormalig turfwinningsgebied. Bij het afgraven van veen blijven legakkers over. Daar werd vroeger het veen op gelegd om op te drogen tot turf. Als die droogakkers door stormweer of gewoon door inklinken verdwijnen, krijg je vanzelf een plas. Tegenwoordig probeert men dat op alle mogelijke manieren tegen te gaan. Je kunt voorkomen dat legakkers wegspoelen door ze van een schoeiing te voorzien, maar het probleem van al die droogakkers is dat het leidt tot onvoorstelbaar lange oeverlijnen. Dat maakt beschoeien dus een kostbare klus. Om die reden zijn in Vinkeveen twee jaar geleden enige tientallen van die legakkers geveild. De meeste werden verkocht met een zogenoemde ‘beschoeiingsverplichting’. Op die manier verlegt het recreatieschap de kosten van het beschoeien naar de kopers. Beide plasgebieden zijn dus veenplassen. In Loosdrecht zijn daarnaast de Loenderveense Plas en de Wijde Blik ontstaan door zandwinning en in Vinkeveen is later uit de plassen het

‘Oud geld woont in het bos, nieuw geld aan het water.’

zand gehaald voor de aanleg van de Amsterdamse Bijlmer en de A2. De miljoenen kubieke meters weggezogen zand zorgden daar voor een trechter met een diepte van meer dan 50 meter. Om te voorkomen dat het omringende land er in weg zou zakken is om die trechter een ring zandeilanden aangelegd. Toegang Op de Loosdrechtse Plassen kom je normaliter van de Vecht, een van onze schilderachtigste rivieren. Vermoedelijk kom je door de Mijndense sluis, de belangrijkste toegangspoort waardoor jaarlijks meer dan 20.000 boten worden geschut. Sloepen, vletten en tenders met weinig diepgang kunnen ook door de Weersluis. Dat is een sluis met historie; de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

vermoedt dat de sluis dateert uit 1609. Je schut erdoor naar de Weersloot, die lang de grens (en dus een doorlopende bron van heibel) vormde tussen Utrecht en Holland. Nog iets zuidelijker schut de Kraaienestersluis je naar het Tienhovens Kanaal. Leuk is dat je op dit kanaal langs de resten van Fort Tienhoven komt. Op de waterkaart wordt een diepte van 0,40 meter opgegeven, dus dit is alleen voor de allerlichtste bootjes. Noordelijker is er nog een alternatieve route via sluis Het Hemeltje en het Hilversums Kanaal. Dat is ook de route naar de Wijde Blik - de meest noordelijke plas – waarvan de toegang aan het Hilversums Kanaal zit. Plassen De meest bevaren plassen in Loosdrecht zijn de Eerste tot en met de Vijfde Plas. Die lopen in

elkaar over, waarbij de overgang enigszins te zien is aan rietkragen of eilandjes. Vijf van die eilanden zijn openbare recreatie-eilanden. Tezamen bieden deze zo’n 250 ligplaatsen. De eilandjes voorkomen dat het plassengebied één weidse watervlakte is. Het water heeft over het algemeen een diepte tussen de 1 en 4 meter. We vertrekken vanaf de Oostelijke Drecht met Marijke, een bekende uit ‘s-Graveland die het vaargebied van vandaag goed kent. We varen langs het eiland Robinson Crusoë, waarvan ze vertelt dat het aangepaste overnachtingsaccommodatie en aangepaste schepen voor gehandicapte watersporters biedt. Verder varend doemt het eiland Markus Pos op. Daar mag je – net als op de meeste andere eilanden – aanleggen en er zijn toiletten. We varen de Tweede Plas verder over en vinden de


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.