MAASPLASSEN
Het grootste aaneengesloten watersportgebied van ons land ligt verrassend genoeg niet in Friesland of Zuid-Holland, maar in Limburg, dat dit gebied deelt met onze zuiderburen. Wellicht komt het door de locatie dat de Maasplassen minder algemeen bekend zijn onder watersporters. Dat is jammer, want het gebied herbergt niet minder dan 30 km2 aan watersportmogelijkheden met meer dan 40 jachthavens en 8.000 ligplaatsen. We gaan kijken of het meer bekendheid verdient.
ONTSTAAN
Het Maasplassengebied dateert in zijn huidige vorm van na de Tweede Wereldoorlog. Dat heeft alles te maken met grindwinning: de uiterwaarden van de Maas zijn door de eeuwenlange afzetting rijk aan grind, waar na de oorlog voor de wederopbouw grote behoefte aan was. Om die reden is het in die tijd op grote schaal afgegraven. De grindgaten die daarbij ontstonden liepen vanzelf vol met water, waardoor er een plassensysteem ontstond dat zich tegenwoordig uitstekend leent voor recreatie.
STROMING
We vertrekken vanuit het Belgische Kinrooi aan de Spaanjerdplas, waar een baggermachine grind uit het water takelt. Met mij aan boord is Luc Vanthoor van Linssen België, die dit gebied goed kent. “Dat grind komt uit de regio Dilsen en Maasmechelen. Het wordt hier afgestort in onderwaterdepots. Daarin ligt het een jaar of twee om het van natuurlijke vervuiling als ijzererts en oxidatie te ontdoen voordat het weer wordt opgedregd. Pas dan is het voldoende proper om Maasgrind te mogen heten.” Als Vanthoor is afgestapt varen we de Maas op, waar we constateren dat er weinig stroming is. Dat sluit aan op wat de Wateralmanak daarover meldt: “In de zomermaanden gewoonlijk zeer weinig stroming.”
We varen in noordelijke richting en komen voorbij Wessem. We besluiten even te gaan kijken op de duikplassen Polderveld en Boschmolenplas. De laatste is niet met de boot bereikbaar, maar heeft de meeste faam dankzij een onderwaterzicht van maar liefst 12 meter; voor Nederlandse begrippen extreem ver. Vlakbij ligt Maasbracht, een van de grootste binnenvaarthavens van ons land. De koeltorens van de Clauscentrale – een gasgestookte elektriciteitscentrale – domineren het uitzicht. Het eerste stuk van onze vaartocht ervaren we daardoor als enigszins industrieel.
GIERPONT
We hebben besloten het Maasplassengebied in zuidelijke richting te verkennen en varen daarom eerst helemaal naar Kessel, het noordelijkste punt van onze trip. Op het hele traject daarheen is de vaarweg fraai en afwisselend. Vooral als de oever wat hoger ligt,
toont de rivier zich van zijn mooiste kant. De veerpont die we passeren is van het type gierpont. Bij zo’n pont zou de stroming moeten zorgen voor de aandrijving. We zien echter maar één kabelschuit en bovendien is er nauwelijks stroming. Dat zou de toch al trage overtocht van de pont nog langzamer hebben gemaakt, dus de pont is gemotoriseerd. Sowieso zijn er op onze rivieren om deze reden geen ongemotoriseerde gierponten meer.
KESSEL
Beeldbepalend voor Kessel zijn het Kasteel de Keverberg en de Onze-Lieve-VrouwGeboortekerk. Het kasteel is een zogenoemd mottekasteel. De ‘motte’ – de kunstmatige heuvel waarop het kasteel staat – is aangelegd op de resten van een burcht uit de 9de eeuw, een van de oudste kastelen van Limburg. De huidige versie van het kasteel heeft zijn oudste roots in de 12de eeuw, maar werd in de Tweede Wereldoorlog opgeblazen. Daarom is het in 2015 ‘eigentijds herbouwd’ waardoor er zowel
Vooral als de oever wat hoger ligt, toont de Maas zich van zijn mooiste kant.
oude als nieuwe details te zien zijn. De Onze-Lieve-Vrouw-Geboortekerk naast het kasteel is een kerk in neogotische stijl uit 1872, gebouwd op de plaats van afgebroken oudere kerken uit de 13de en 15de eeuw. Met name het kasteel domineert de omgeving.
‘De grindgaten liepen vanzelf vol met water, nu geschikt voor recreatie’
ASSELTSE PLASSEN
Op weg in zuidelijke richting besluiten we de Asseltse Plassen te verkennen. Aan deze plassen ligt een kasteelachtig kerkje uit 1515 dat niet is te missen. Het is gebouwd op een plek waar ooit een burcht zou hebben gestaan. De overlevering – die overigens wordt bestreden – wil dat rond het jaar 880 hier de plaats ‘Ascloa’ moet hebben gelegen. Nazaten van Karel de Grote hadden daar een versterkt hof, dat later is veroverd door de Noormannen voor plundertochten. Genietend van de prachtige historie varen we de plassen rond. Ze kenmerken zich door kleine eilandjes en aantrekkelijke oevers. Deze zijn bewust gecreëerd en hebben ten doel tezamen een natuurgebied te vormen. Dat is goed gelukt.
ROERMOND
Op weg naar Roermond wacht ons in de gelijknamige sluis een verrassing. Een bever blijkt het sluisritueel te beheersen en laat zich met ons mee schutten. We vergapen ons
eraan dat het beest zich voor de sluisdeuren posteert en bij het opengaan daarvan als eerste de sluis verlaat.
Als we even later de Louis Raemaekersbrug gepasseerd zijn, kunnen we aan bakboord de Roer op naar de Roerhaven, aan de rand van het centrum van Roermond. Na een paar woonboten ga je bij de openstaande sluis de haven in. De Roerkade met de terrassen is nog rustig, maar desondanks ziet het er reuzegezellig uit. Logisch natuurlijk, het is hier immers Limburg! We varen door naar de brug, een Rijksmonument uit 1771 dat geschonken is door Maria-Theresia in de tijd dat Roermond werd bestuurd door deze Oostenrijkse aartshertogin. De brug is een stenen boogbrug, die het eind markeert van het gedeelte waar je mag varen en aanleggen. Overigens is de voor de hand liggende veronderstelling waar de naam van de stad vandaan komt te gemakkelijk. Weliswaar is Roermond ontstaan langs de Roer, maar het ‘mond’ komt vermoedelijk van het Latijnse mundium wat staat voor versterking.
Bij deze kerk zou vroeger Ascloa moeten hebben gelegen.
STADSHISTORIE
De historie van Roermond is opvallend onHollands. Het is dat Willem van Oranje het in 1572 een paar maanden heeft veroverd, anders was de historie nagenoeg louter Romeins, Spaans, Oostenrijks, Frans en Belgisch geweest. Niet gek dat de stad een bolwerk van monumenten is, dus. We leggen aan in de Roerhaven en maken een rondje langs drie van de must-sees: het stadhuis, het oudste woonhuis van de stad en de Sint-Christoffelkathedraal. Het stadhuis heeft wortels in het jaar 1399, maar is helaas niet ontsnapt de grote stadsbrand in het midden van de 16de eeuw. De huidige gevel dateert van rond 1700. Het oudste woonhuis van de stad heeft als adres Brugstraat 7. Op grond van stijlkenmerken zou je het kunnen dateren rond 1500, ware het niet dat de stadsbrand ook de gehele Brugstraat in de as heeft gelegd. Dat kan niets anders betekenen dan dat het van na 1554 is. De SintChristoffelkathedraal borduurt voort op een kruiskerk uit het jaar 1410. De kerk werd in 1661 kathedraal van het bisdom Roermond en is dat nog steeds. De laatste renovatie is afgerond in 2016, waardoor de kerk er weer patent bij staat. De drie monumenten liggen overigens op of vlak bij de Markt, die zich kenmerkt door terrassen en Limburgse gezelligheid. We besluiten daar eerst maar eens uitgebreid van te genieten.
LINSSEN
Het echtpaar Vanthoor-Casters runt Aqua Libra Yachtcharter dat voor deze trip de Linssen Grand Sturdy 35.0 AC ‘Luna Elise’ beschikbaar stelde. Dit is een stalen motorjacht met een lengte van 10,70 m en een breedte van 3,40 m. De diepgang is 1 m en het schip wordt aangedreven met een Volvo Penta van 75pk. Aqua Libra voert ‘Exclusive Yachtcharter’ in haar logo en dat is aan ieder detail merkbaar: letterlijk alles is perfect en tot in de puntjes geregeld. Gevestigd in Kinrooi, op een steenworp afstand van de werf van Linssen in Maasbracht, is Aqua Libra ook Linssen’s Yacht Agent voor België. www.aqua-libra.be www.linssenyachts.com www.linssenyachts.be
‘We leggen aan in Roermond en doen een rondje langs de must-sees’
ZUID- EN NOORDPLAS
Gelaafd en wel verlaten we de Roerhaven en varen we naar de ingang van de Zuidplas, die ook wel Plas Hatenboer wordt genoemd. Bij het opvaren van de plas valt gelijk op dat het een intensief gebruikt recreatiegebied is. In een hoek van de plas vinden we de drijvende vakantiewoningen van het resort Marina Oolderhuuske. De aantrekkelijk ogende drijvende huisjes worden zelf ook marina’s genoemd. Door de drukte is het een ronduit gezellige watersportomgeving, waarbij je overal zicht op de modern ogende skyline van Roermond hebt. Ook de vele jachthavens maken dat de Zuidplas is te typeren als een echte watersportplas. De Noordplas begint achter de brug in de N280. Hoewel de doorvaart volgens de bebording en volgens de waterkaart verboden is, trekt niemand zich daar iets van aan. De plas wordt met steun van de provincie Limburg ontwikkeld tot ‘funplas’. Gerealiseerd zijn Palm Beach Roermond, Beaver Creek Wake Park en Moby Dick Roermond. Dat zijn respectievelijk een familiestrandclub, wakeboardbaan en drijvend terras.
OOLDERPLAS
We varen terug naar de Maas en zakken af naar alweer de volgende plas. Deze Oolderplas zou een contrast moeten vormen met de Noordplas, en dat is ook het geval: het is een overwinteringsgebied voor watervogels zoals roodkeelduikers en ijsduikers. De website Hart van Limburg noemt de Oolderplas uitermate geschikt voor rustige recreatie en watersport. De behoefte aan rustige recreatie zien we ook bij het voorplasje, waar we de Isabellagriend vinden. Dit is sinds 1994 een ‘officieel’ naaktstrand. Als we terugvaren zien we dat deze Isabellagriend een grotere aantrekkingskracht op de watersporters heeft dan de Oolderplas zelf. Tenzij ze daar abusievelijk zijn afgemeerd, natuurlijk.
THORN
Terug op de Maas schut de Sluis Linne ons naar het laatste deel van het Lateraalkanaal LinneBruggenum. Voorbij Wessem vinden we de ingang van de Grote Heggerplas, waaraan het plaatsje Thorn ligt, bekend van de witte huizen. Voor het jaar 1000 werd hier een klooster voor Benedictinessen gesticht. Het klooster werd op
den duur een abdij en werd met het verstrijken van de tijd van steeds meer belang. Uiteindelijk groeide het uit tot het Abdijvorstendom Thorn, destijds het kleinste soevereine staatje van Centraal Europa. Deze onvoorstelbaar bijzondere situatie heeft 800 jaar voortbestaan. Het vorstendom had eigen rechtspraak en zelfs een eigen munteenheid. De reden voor de witte huizen is een financiële: de komst van de Fransen in 1794 maakte een eind aan het vorstendom. De Fransen hanteerden het aantal en de omvang van de ramen in een huis als belastinggrondslag. Om de belasting laag te houden metselde de bevolking de ramen dicht. ‘Littekens van de armoede’ werden de dichtgemetselde ramen genoemd. Om die te verbergen schilderde men
het huis wit. De kern van dit monumentenbolwerk – waarvan de straatjes met maaskeien zijn geplaveid – is als geheel een beschermd stadsgezicht.
SPAANJERDPLAS
We schepen weer in en varen naar de Spaanjerdplas om de boot in te leveren. We hebben vastgesteld dat het Maasplassengebied een groot watersportgebied is, waar alles te vinden is: alle denkbare watersporten, leuke stadjes en veel variatie aan natuur. De streek kenmerkt zich door een veelzijdige en rijke historie, en dat alles tegen de achtergrond van interessante plaatsen en charmante Limburgse vriendelijkheid. De streek verdient dus zeker meer bekendheid! ◼
FIETSROUTENETWERK
Voor fietsliefhebbers biedt het Maasplassengebied de mogelijkheid om de vaarvakantie te combineren met fietsen. Veel jachthavens stellen fietsen ter beschikking – soms zelfs gratis – om dit netwerk te verkennen. Je kunt zelf een route samenstellen op de website en daarbij al vooraf de stops (horeca, opladen) plannen. Dit vermaarde ‘knooppuntennetwerk’ is in de vorige eeuw in Belgisch Limburg ontstaan. Diverse veerponten verbinden het Nederlandse en het Belgische netwerk. Meer dan 70 procent van de fietsroutes is volledig vrij van gemotoriseerd verkeer. In 2020 registreerden de fietstellers van het Belgische Tourisme Limburg niet minder dan 4.102.744 gebruikers van dit netwerk!
fietsroutenetwerk.nl
De straatjes van Thorn zijn met maaskeien geplaveid.‘Het plaatsje Thorn staat bekend om de beschermde witte huizen’