natuurstudie | natuurbeleving | natuurbescherming
Jaargang 118 Nr 2 Juni 2021
Op speurtocht naar libellen in de Randstad
www.knnv.nl
Nederland verdroogt Landplatwormen: onschuldig of schadelijk?
Op speurtocht naar libellen in de Randstad De zuidelijke keizerlibel is te herkennen aan het bruine borststuk | Foto Antoine van der Heijden
De Zevenhuizerplas ligt ten noorden van Rotterdam. Vroeger lag het dorp Zevenhuizen het dichtstbij, vandaar de naam. We hebben deze plas uitgekozen als doel van vandaag voor een wandeling langs het water. Want ook in de dichtbevolkte Randstad zijn bijzondere plekken waar zeldzame libellen hun leefgebied vinden. Vandaag gaan we op zoek naar een recent ingeburgerde nieuwkomer: de zuide lijke keizerlibel (Anax parthenope). Tekst Gerdien Bos & Pim van der Marel
W
e gaan naar onze bestemming per boot die we voor dat doel op loopafstand van treinstation Rotterdam-Noord hebben afgemeerd. Als we van wal steken, zitten we vrijwel meteen in de stadswijk Hillegersberg. Dat is met Kralingen de chique hoek van Rotterdam. Als je het al niet wist, zie je het wel aan de boten die er liggen.
ligt aanmerkelijk lager dan de Rotte maar heeft er helaas geen verbinding mee. Evenmin zijn er op Rotte aanlegvoor zieningen getroffen. Als je naar de plas wilt, ben je aangewezen op de aanleg steiger van aan de Rotte wonende particulieren. Aan sommige bordjes kun je al van tevoren zien dat die daar niet erg warm voor lopen. We leggen de boot daarom aan op een plaats waar je kano’s te water mag laten. We zijn dan meteen op de kortst mogelijke loopafstand van ons doel.
Rotte Het riviertje waarop we varen heet de Rotte. Het is 15 kilometer lang en meandert langs het Bergse Bos. Het is dan ook een fraaie vaartocht naar de Rottemeren, waar de Rotte in eindigt. Feitelijk zijn dit veeleer heel brede stukken van de Rotte dan dat het meren zijn. Vlak voordat je bij de Rottemeren bent, heb je aan stuurboord de Zevenhuizerplas. De plas
Zevenhuizerplas De Zevenhuizerplas is een diepe recreatieplas. We danken haar aan de aanliggende wijken Zevenkamp en Nesselande. Het uit de plas opgezogen zand is gebruikt voor het opspuiten van de grond daarvoor. De diepte van deze zandwinplas bedraagt op sommige plaatsen maar liefst 70 meter. Omdat het water daardoor ’s zomers nauwelijks warm wordt, blijft de water
18 — Natura 2021 nr 2
kwaliteit – ondanks alle recreatie – goed op peil. We wandelen van de Rotte naar de plas en lopen meteen het strand op. Op grote delen van de plas kijk je uit op de wijk Nesse lande. Dan heeft het water vooral het aanzicht van een echte stadsplas. Maar in de noordwestelijke hoek zijn eilanden aangelegd op een deel waar geen strand is. De eilanden nemen het zicht weg op de stadswijken en creëren daardoor als vanzelf een veel natuurlijker omgeving. We weten dat in deze hoek de zuidelijke keizerlibel voorkomt, een nieuwkomer in ons land. De oudste waarneming stamt uit 1938, de eerstvolgende daarna uit 1997. Tot begin deze eeuw bleef de zuidelijke keizerlibel een zeldzame dwaalgast, maar in de jaren daarna begon het aantal waarnemingen snel op te lopen. Eerst vooral in de zuidelijke helft van ons land, maar inmiddels kan hij ook in het noorden worden aangetroffen.
Oproep Gerdien Bos werkt als ecoloog bij De Vlinderstichting (www.vlinderstichting.nl) en is onder meer coördinator van het Landelijk Meetprogramma Libellen. Pim van der Marel (www.vdmarel.com) schrijft voor de watersportperiodieken Motorboot, Nautique en Sloep! en is auteur van het boek Hollands water. De Vlinderstichting houdt met meer dan 500 libellenroutes bij hoe het met de libellen gaat. Ook bijdragen aan dit onderzoek? We zoeken nog iemand die de zuidelijke keizerlibel bij de Zevenhuizerplas wil tellen en ook op andere locaties zijn nieuwe routes welkom! Neem contact op met gerdien.bos@vlinderstichting.nl.
Klimaatprofiteur De zuidelijke keizerlibel komt oorspronkelijk voor in de zuidelijke helft van Europa, ongeveer tot midden-Frankrijk. Met de opwarming van de aarde is zijn verspreidingsgebied echter steeds verder naar het noorden opgeschoven. Inmiddels is een ontmoeting met deze soort in Nederland helemaal niet meer zo erg bijzonder. Hoewel…? Het is toch nog altijd een van de grootste libellen van ons land en hij maakt als zodanig wel indruk. Deze Zuid-Europese soort is niet de enige klimaatprofiteur die we inmiddels hebben. De Nederlandse libellenfauna wordt overduidelijk beïnvloed door de warmere
temperaturen. Soorten als zwervende heidelibel (Sympetrum fonscolombii), zuidelijke heidelibel (Sympetrum meridionale), gaffelwaterjuffer (Coenagrion scitulum), kanaaljuffer (Erythromma lindenii), zuidelijke glazenmaker (Aeshna affinis) en vuurlibel (Crocothemis erythraea) breiden zich uit en zijn in de afgelopen jaren veel algemener geworden. Daartegenover staan de soorten die oorspronkelijk een meer Noord-Europese verspreiding hebben. Die doen het bijna zonder uitzondering slecht. Denk alleen maar aan soorten als speerwaterjuffer (Coenagrion hastulatum), maanwaterjuffer (Coenagrion lunulatum), venglazenmaker (Aeshna juncea) en noordse glazenmaker (Aeshna subarctica), soorten die we hard op weg zijn te verliezen. Stikstof Nu is het klimaat niet de enige drijvende kracht achter de Nederlandse libellentrends. Als we de libellen indelen naar leefgebied, zien we dat vooral de vensoorten er heel slecht voorstaan. Vermoedelijk heeft dit een relatie met het teveel aan stikstof dat we vooral op de zandgronden kennen. Vennen worden hierdoor te zuur en te voedselrijk. Voor onze typische (en zeldzame) vensoorten is er dus met recht sprake van een stikstofcrisis! De droge zomers van de afgelopen jaren hebben het proces nog versneld. Oeverzones en soms hele vennen vielen droog, waardoor de libellen zich niet konden voortplanten. Sommige soorten hebben in die paar jaar meer dan de helft van hun verspreidingsgebied ingeleverd. Gelukkig gaat het in andere leefgebieden beter. De soorten van stromend water
Zuidelijke libellensoorten (de groene lijn) profiteren van de klimaatverandering en doen het duidelijk beter dan noordelijke soorten (de rode lijn).
hebben begin deze eeuw enorm geprofiteerd van verbeterde waterkwaliteit. En de soorten van laagvenen en moerassen laten eveneens een toename zien. Er is dan ook veel gedaan aan natuurherstel. Ondiep Ondertussen zijn we aangeland in de noordwestelijke hoek van de plas. Aan beide zijden van ons pad is water. Rechts zien we op niet al te grote afstand de eilanden in de plas liggen. Links van ons is een soort rietmoeras, met afwisselend grote rietvelden en stukjes open water. Het is hier niet diep en daarmee perfect leefgebied voor de zuidelijke keizerlibel. De zuidelijke keizerlibel leeft bij grote plassen met een dichte oevervegetatie, een zandige bodem en een ondiepe oeverzone. De eieren worden gelegd in waterplanten langs de oever. Hier warmt het water snel op, zodat de eieren zich in enkele weken kunnen ontwikkelen. Afhankelijk van de omstandigheden overwinteren de larven één of twee keer. Het uitsluipen gebeurt in de dichte oeverbegroeiing. De imago’s vliegen vervolgens tussen eind mei en eind augustus. Wanneer het wandelpad van de plas afbuigt, keren we om en lopen we dezelfde weg terug. We zijn nog steeds vol verwachting, hoewel de zuidelijke keizerlibel de reputatie heeft erg schuw te zijn. Vaak vliegt hij op grote afstand van de oever of hoog boven land. Zijn broer, de grote keizerlibel (Anax imperator), hebben we al meermalen langs zien komen. Maar ja, die kun je bijna overal treffen. Dat was overigens een jaar of vijftig geleden wel anders; toen was ook de grote keizerlibel
Libellensoorten van stromend water (paars) en de soorten van laagvenen en moerassen (groen) breiden zich uit. Soorten van vennen (rood) hebben de laatste jaren juist veel moeten inleveren.
2021 nr 2 Natura — 19
Zelf libellen herkennen? Onlangs verscheen de 2e druk van Libellen van Nederland, een fotogids van Jan Katsman waarmee je gemakkelijk zelf soorten kunt herkennen en op naam brengen. Naast grote afbeeldingen vind je ook een korte bespreking per soort en algemene informatie. Aanrader! Tot 1 augustus geldt een actieprijs van € 13,50, daarna € 17,50, inclusief verzendkosten Bestellen via het bestelformulier op: jankatsman.wordpress.com. Libellen van Nederland | Jan Katsman | 180 blz. | ISBN 9789082667424
We speuren de oever af op zoek naar de zuidelijke keizerlibel | Foto Pim van der Marel
nog zeldzaam. Maar deze van oorsprong eveneens zuidelijke soort heeft zijn verspreidingsgebied al eerder naar het noorden opgeschoven. Een eindje verderop zien we een vrouwtje van een keizerlibel met haar achterlijf in het water eitjes afzetten. We turen ons suf of het een zuidelijk exemplaar is, maar zien al van een afstandje van niet. Zuidelijke keizerlibellen zetten namelijk de eitjes meestal in tandem af, terwijl het mannetje van de grote keizerlibel het vrouwtje na de paring alleen laat. Kort daarna hebben we dan toch eindelijk beet. Een grote libel komt langs de oever aanvliegen en al van veraf valt het
20 — Natura 2021 nr 2
felblauwe zadel op. Het is dus een mannetje. Dichterbij gekomen zien we ook duidelijk het bruine borststuk, het belangrijkste kenmerk waarmee de soort zich van de grote keizerlibel onderscheidt. We constateren dat zijn formaat de reputatie een joekel te zijn alle eer aandoet. Zoals alle libellen is hij desondanks een buitengewoon behendige vlieger. Hoewel hij ons maar kort van zijn aanwezigheid laat genieten, maakt hij ons daarmee wel vrolijk: missie geslaagd! We stellen zeer tevreden vast dat onze tocht niet voor niets is geweest en gaan daarom monter terug.
Terugblik Bij de boot aangekomen treffen we een kanovaarder die er net wil aanleggen. Een beetje misprijzend kijkt hij toe hoe we ruimte voor hem maken, maar ons goede humeur kan niet meer stuk. Eenmaal weer in de boot, varen we nog even door naar de Rottemeren. Hoewel die zich niet kenmerken door veel horeca-aanbod, vinden we toch een geriefelijk terras waar we nog eens terugblikken op de dag. Toch bijzonder, vinden we, dat je om libellen te kijken nooit echt ver weg hoeft. Zelfs in zo’n dichtbevolkt gebied als de Randstad zijn er nog plekken waar libellen zich thuis voelen. n