Volendam en daaromheen

Page 1


TOERIST IN EIGEN LAND

RONDJE PALINGDORP

Volendam is niet het enige palingdorp van ons land, maar zonder twijfel wel het bekendste. Voor deze zomereditie van Nautique verkennen we deze toeristische trekpleister door middel van een rondje vanuit Monnickendam. De tocht brengt ons binnendoor naar Edam en daarna buitenom via Volendam en Marken weer terug; u zou het zelfs de verkenning van toeristisch Nederland kunnen noemen.

WWe vertrekken vroeg in de morgen vanuit de Marina Monnickendam. Aan boord is Marieke, een in de regio geboren studente die ons graag wat dingen wil vertellen. Door het vroege tijdstip kunnen we de stadskern binnenvaren voordat het toerisme losbarst. Met prachtig weer varen we eerst even naar de Binnenhaven, die – met een overvloed aan terrassen – ook het aantrekkelijke centrum van het stadje vormt. Met stadsrechten sinds 1355 heeft Monnickendam een historie die er mag zijn. De Speeltoren dateert uit die tijd en is niet alleen de oudste, maar ook de mooiste toren van Monnickendam. In de toren is nu een museum gevestigd met het oudste met de hand bespeelbare carillon van ons land. Aan het eind van de Binnenhaven ligt de gerestaureerde zeventiende-eeuwse Middendamsluis. Kleine boten met een diepgang tot 0,7 meter kunnen via deze sluis door het stadje varen. Naast de sluis ligt de waag, herbouwd na een brand in de zeventiende eeuw. In die tijd was de waag – met onder de overkapping tevens de beurs – het kloppend economisch stadshart. Inmiddels heeft het gebouw al een halve eeuw een horecafunctie. Onze gids vertelt ons dat hier de zeeschepen van de Zuiderzee binnen kwamen varen. Het is dan ook niet verrassend dat Monnickendam een havenstad kon worden.

De Binnenhaven van Monnickendam vormt met de terrassen ook het stadscentrum

STINKEVUIL

Een prieel aan de Nieuwe Haven in Edam doet ons watertanden

We varen van hier bakboord uit naar de Grafelijkheidssluis om ons naar de Purmer Ee te laten schutten. Na flink wat gepiep en gekraak in de sluis slagen we erin om onze tocht te vervolgen. De sluis blijkt een zeventiende-eeuwse opvolger van een voorloper uit de veertiende eeuw die op kosten van de grafelijkheid onderhouden moest worden. Dat is ook waar de naam van de sluis vandaan komt. De Purmer Ee was ooit de open verbinding met de Zuiderzee. Deze verbinding draagt nog een tweede naam: Stinkevuil. Zo’n naam ontstaat natuurlijk niet zomaar en is voortgevloeid uit de walvisvaart. In dit gebied was de walvisvangst vroeger een belangrijk middel van bestaan. Een minder prettig gevolg daarvan was dat de bijbehorende traankokerijen het water sterk vervuilden, wat resulteerde in een enorme stank. De reden van de naam laat zich dus gemakkelijk raden. We besluiten vanaf hier via de Purmer-Ringvaart naar Edam te varen. Aan het eind van het Stinkevuil gaan we stuurboord uit en van meet af aan ontpopt de Ringvaart zich als een prachtige vaarweg; een ontzettend natuurrijk gebied onder de rook van Amsterdam.

EDAM

De polder Purmer is al in het begin van de zeventiende eeuw drooggelegd en dus is de Ringvaart naar Edam inmiddels vaarwater van respectabele leeftijd. In deze vroege morgen hangt er rond de vaarweg een verstilde sfeer. We zijn de enige vaarweggebruikers, en betrappen ons erop dat we er zelf ook stil van worden. Onze gids Marieke zit er nog zichtbaar van te genieten als we in Edam stuurboord uitgaan naar de Nieuwe Haven. Edam heeft eveneens sinds de veertiende eeuw stadsrechten en mocht een haven aanleggen. Het is een genoegen om door het stadje te varen. Dat we een tijdje op de brugwachter moeten wachten stoort ons vandaag allerminst. Aan het eind van de Nieuwe Haven ligt de Kettingbrug; een fraaie dubbele ophaalbrug. Bij deze brug begint het Oorgat, dat naar de zeesluis loopt. Marieke legt uit: “Die zeesluis ligt er al sinds de zestiende eeuw. Edam werd toen door Karel V gedwongen tot het aanleggen van een sluis om het water buiten te houden. De huidige schutsluis is de negentiende-eeuwse opvolger van die oude zeesluis”. Met de scherpe bocht in het noorderhavenhoofd mee komen we op het Markermeer. Voor ons strekt zich een enorme watervlakte uit. Dat komt ook omdat we de Houtribdijk tussen Enkhuizen en Lelystad vanaf hier niet kunnen zien liggen. We varen het water een flink eind op om het gevoel te versterken dat we op een binnenzee varen. Het Markermeer heeft geen goede reputatie als het gaat om fonteinkruid, maar we hebben op de waterplantenapp gekeken en mogen ervan uitgaan dat we daar vandaag geen last van zullen hebben. Monter zetten we koers naar Volendam.

TIPS

Ga er in de planning vanuit dat de doorvaart door Edam enige tijd zal duren. Je moet meestal wel even wachten op de brugwachter, die meerdere boten verzamelt voor de doorvaart. Informeer vooraf naar de actuele situatie met betrekking tot fonteinkruid en andere waterplanten. Die verandert namelijk doorlopend. Blijf bij het aanvaren van Monnickendam in de vaargeul, daarbuiten kan het ondiep zijn.

Aan het eind van de Binnenhaven ligt de 17e eeuwse Middendamsluis

VERKENNING

PALINGDORP

Overbekend vanwege de folklore, klederdracht, visserij en ‘de Dijk’ oefent Volendam grote aantrekkingskracht uit op toeristen. We zien de vissersplaats op de stuurboordoever van het Markermeer opdoemen en zijn enige tijd later aangenaam verrast door het bordje ‘Welkom in Volendam’ bij de havenmonding. De pleziervaart meert af in de iets verder gelegen Marina Volendam, die met 500 ligplaatsen deel uitmaakt van een groter vakantiepark. Wij kiezen voor de gemeentelijke haven, die van bescheiden omvang blijkt. We varen een rondje door de haven en krijgen van de havenmeester een plaats toegewezen onder haar havenkantoor. Dat is gevestigd in de op palen gebouwde, grotendeels houten visafslag St. Vincentius. Het gebouw – een Rijksmonument dat dateert uit 1934 – is een beeldbepalend element in de haven. Door de vissersschepen, een serie oude botters, de passagiersschepen en de kleurrijke houten huizen op de Dijk voelen we ons toeristen in eigen land. We gaan aan wal en lopen een stukje over ‘de Dijk’. “In hoeveel Japanse en Chinese fotoalbums denk jij dat dit stukje Nederland voorkomt?” grapt Marieke. Dat moeten er inderdaad onwaarschijnlijk veel zijn. Achter de Dijk ligt het Doolhof met houten huizen en nauwe straten. Hoewel het dorp is uitgegroeid tot één van de populairste toeristische plaatsen van Nederland, heeft het toch veel authentieks weten te behouden. We keren terug naar de Dijk, waar de terrassen overvol zijn. Met wat moeite slagen we erin een tafeltje te veroveren en geven ons over aan de gerookte paling. We mijmeren erover hoe de plaats zoveel artiesten heeft kunnen voortbrengen dat er zelfs een palingsoundmuseum is. Die sound heeft de lokale bevolking natuurlijk wel een geweldige faam bezorgd. Gelaafd en wel stappen we aan boord en varen achter een passagiersschip de haven uit. Het is de Marken Express, de veerbootlijn naar het eiland Marken. We grinniken erom dat de boot Jan Smit heet. Marieke: “In Volendam zullen ze daar vast niet de oud-voorzitter van Heracles Almelo mee bedoelen.” Als we weer het Markermeer opvaren, is het druk om ons heen. Er zijn niet alleen veel zeiljachten op het water, maar ook de nodige motorboten. Het geheel maakt ondanks de grote wateroppervlakte een gezellige indruk.

De haven van Marken mag zich op een mooie dag verheugen in grote belangstelling

ecologie van het meer zijn twee plannen gerealiseerd: de aanleg van de Marker Wadden en het moerasgebied Trintelzand aan de Houtribdijk. Beide zijn stappen op weg naar een betere waterkwaliteit en worden in het kader van de toekomstige ecologische samenhang wel aangeduid als het ‘blauwe hart van Nederland’.

We maken ons rondje af door terug te keren naar Monnickendam. Dat zien we al liggen wanneer we de haven van Marken verlaten. Marieke vindt dat het stadje er vanaf het water uitziet als één grote jachthaven. Wij zoeken onze ligplaats op en kijken vergenoegd terug. Niet alleen Volendam, maar ook de rest van het rondje is de moeite meer dan waard. ◼

PALINGOPROER

Rellen zijn van alle tijden: in juli 1886 ontstond in de Amsterdamse Jordaan een volksopstand die bekend is geworden als het Palingoproer. Het draaide om palingtrekken, een volksspel waarbij deelnemers vanuit bootjes moesten proberen de gladde paling van een touw te trekken. Daarbij liepen de deelnemers het risico in het water te vallen. Omdat de paling nog leefde, was het als ‘wreed volksvermaak’ verboden. Toen de politie het palingtrekken op de Lindengracht probeerde te verijdelen, ontstonden rellen. Uiteindelijk kostte dit Palingoproer maar liefst 26 mensen het leven.

Het is even zoeken naar een plaatsje op De Dijk

MARKEN

We varen achter de veerboot aan naar Marken. Dat we nog van dit eiland kunnen genieten, is te danken aan een stel Friese monniken. In de dertiende eeuw legden die een dijk om het eiland en zorgden voor een afwatering. Zonder die ingrepen zou het eiland zijn verzwolgen door de Zuiderzee. Als we aanvaren op Marken, valt op hoe klein het haventje uit de verte is. Zonder de betonning zouden we niet weten waar we die zouden moeten vinden. Die haven is overigens pas in de negentiende eeuw aangelegd, toen de visserij hier belangrijk werd. Als bron van inkomsten droogde die echter alweer snel op. De watersnood van 1916 leidde tot de aanleg van de Afsluitdijk, en dat luidde in 1932 het einde van de visserij in. Behalve aan de Afsluitdijk werd ook begonnen aan de Zuiderzeewerken. In het kader daarvan kwam er een dijk tussen het vasteland en Marken, waardoor het een schiereiland is geworden. Als we het haventje in varen, zien we dat het een populair uitje is voor watersporters. Ook hier zitten de meeste terrassen vol. Rondom de haven staan de huizen en gebouwen op palen of werven, wat een karakteristieke aanblik biedt. Ook wij leggen aan en zoeken een plekje op een terras.

MARKERWAARD

De dijk van Marken naar het vasteland zou oorspronkelijk een rol spelen bij de drooglegging van de Markerwaard. Gelukkig is het inpolderingsplan in 2003 opgegeven. Daardoor is het Markermeer als watersportgebied blijven bestaan. Voor de

Door de toeristische omgeving zou je vergeten dat er ook gewoon gewerkt moet worden

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.