![](https://assets.isu.pub/document-structure/250204140903-7669a4f8db7e2922fa7de8362cc70f35/v1/2f5af09ab79cb40c92300aac7c8bf768.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250204140903-7669a4f8db7e2922fa7de8362cc70f35/v1/01311117d5dfee8f2afa6625a362c7ac.jpeg)
Door het bombardement aan het begin van de Tweede Wereldoorlog zou je kunnen denken dat je voor een rondje heritage niet in Rotterdam moet zijn. Toegegeven, soms heb je er inderdaad wat fantasie bij nodig. Maar ook in deze moderne wereldhavenstad kun je je wel degelijk onderdompelen in de roots van wat nu Nederland is. Dat gaan we bekijken!
TEKST EN BEELD PIM VAN DER MAREL
Voor het nostalgische rondje Rotterdam laten we ons via de Parksluizen naar de Nieuwe Maas schutten. Daarbij beginnen de landmarks van de stad meteen over je heen te rollen. Naast de Parksluis staat de Euromast, en als je geschut bent, ligt de SS Rotterdam pal voor je. Zodra je de steven naar de stad wendt, strekken de Kop van Zuid, de Hef, de Erasmusbrug (‘de Zwaan’), de Willemsbrug en de nieuwe Zalmhaventoren zich voor je uit. De laatste is met 215 meter het hoogste gebouw van ons land. De ‘Hef’ behoort inmiddels tot de heritage van de stad. De voormalige spoorbrug dateert uit 1878. Al in 1928 wijdde Joris Ivens er een (uiteraard stomme) film aan. De brug zou worden gesloopt, maar dat stuitte op protest van de Rotterdamse bevolking. Daarom is de Hef tegenwoordig een Rijksmonument.
We melden ons bij de sectorleiding en geven aan dat we uit de Parkhaven komen. Vervolgens steken we de Nieuwe Maas over en varen naar de Koningshaven. Dat betekent dat we het Noordereiland aan bakboord houden. Aan de cruise terminal wordt het eerstvolgende cruiseschip pas morgen verwacht. Dat is de (zevende) ‘Rotterdam’, de tweede opvolger van het gelijknamige schip waar we zojuist langs zijn gevaren. Die SS Rotterdam verdient natuurlijk ook de betiteling heritage: het is een stoomschip met oliegestookte ketels en turbines. Als een van de bekendste naoorlogse passagiersschepen is het een overblijfsel van de volledig door het vliegverkeer verdrongen transatlantische passagiersvaart. Sinds 2008 ligt het als attractie in de kop van de Maashaven. In de Koningshaven komen we onder de eerdergenoemde Hef door. Door de versmalling ter plaatse is dit het punt waarop je je het meest bewust bent van de getijdestroming in het Rotterdamse havengebied. We melden ons opnieuw bij de sectorleiding en geven aan dat we gaan oversteken naar het Boerengat. Het blijft altijd boeiend hoe de sectorleiding het vaarverkeer losjes aanstuurt, manoeuvres afspreekt en waarschuwt.
De Nieuwe Maas vanaf de Van Brienenoordbrug naar zee is het langst bestaande VTS-traject (Vessel Trafc Service) van ons land. Het is opgedeeld in sectoren. De website van het Havenbedrijf heeft een sectie die over deze VTS en communicatie gaat. Daar zit een handige overzichtskaart van de sectoren en kanaalnummers bij. Je meldt je bij elke sector zodra je die binnenvaart en vertelt ze wat je bestemming is. Je wordt dan opgenomen in de bewaking en krijgt te horen waar je op moet letten. Goed uitluisteren is verplicht en ook noodzakelijk, want het is zeker wel denkbaar dat de sector je oproept. Stuurboord/stuurboord-manoeuvres met schepen die een van de havens willen invaren, komen nogal eens voor. En het is de sector die zo'n manoeuvre met je afspreekt.
De ingang van het Boerengat ligt pal naast het voormalig zwemparadijs Tropicana. Op korte afstand van de plek waar nu het kantoorgebouw De Admiraliteit staat, heeft het zeemagazijn van de Admiraliteit op de Maze gestaan. Dat was een imposant en representatief gebouw, dat destijds al snel de bijnaam ‘paleis’ kreeg. Leuk is dat het verspringende gevelfront van het kantoorgebouw op dit paleis is geïnspireerd. De geuzen en andere aanhangers van Willem van Oranje besluiten na de inname van Den Briel in 1572 hun krachten voor de oorlogvoering op zee te bundelen in vijf Admiraliteiten. De Admiraliteit op de Maze dateert uit 1575 en is de oudste. De twee scheepswerven van deze Admiraliteit zijn aan het eind van de 17e eeuw vervangen door de scheepswerf op ’s Lands werf. En die ligt aan het Boerengat dat we nu opvaren!
Het water hier heette in die tijd het Buysse Gat, en de werf is de locatie waar vanaf de tweede helft van de 17e eeuw onze oorlogsschepen worden gebouwd. Dat is in de tijd dat Michiel de Ruyter opperbevelhebber is van de vloot. Ook zijn vlaggenschip ‘De Zeven Provinciën’ is hier gebouwd. In die tijd is de Republiek der Zeven
Verenigde Nederlanden de belangrijkste natie van de wereld. Dat heeft alles te maken met de VOC, die tegenover ’s Lands werf ook een eigen scheepswerf heeft waar ze hun OostIndiëvaarders laten bouwen. Rotterdam heeft een eigen VOC-kamer, maar is in VOC-verband met een belang van één zestiende geen grote speler. De oorlogsindustrie is er echter niet minder indrukwekkend om. Buiten de naamgeving is van al deze historie niets meer terug te vinden. Zo heet het weinig gebruikte deel van het water voorbij de Admiraliteitsbrug nog altijd het Buizengat. Daar mijmeren we over terwijl we in het Boerengat naar de luxe jachthaven daar kijken. De jachthaven is nu al niet klein, maar heeft ook nog de optie om verder te groeien. Ze heet - hoe zou het anders kunnenDe Rotterdamsche Admiraliteit.
We varen bakboord uit onder de Oostbrug door het Haringvliet op. De haringvloot waaraan dit deel zijn naam dankt, maakte al in de 17e eeuw plaats voor de vloot van de Admiraliteit. Net als alle andere binnenstadshavens is het Haringvliet in beheer bij de Stichting Erfgoedhavens Rotterdam. Een groot deel van deze binnenstadshavens biedt ligplaatsen aan historische, al of niet zeilende, bedrijfsvaartuigen. Bij het Haringvliet is dat niet anders, zij het dat hier ook klassieke jachten een ligplaats vinden. Bovendien is in het midden aan de bakboordzijde een kleine passantenhaven voor een stuk of tien boten ingericht. Ondanks het daardoor wat gemêleerde karakter van het Haringvliet komt het geheel over als een haven met een ongedwongen museaal karakter, wat resulteert in prachtige schepen! We vinden aan de bakboordkant op de wal een rij van elf rijksmonumenten uit het eerste kwart van de 18e eeuw. In dit stadsgedeelte is dat de enige bebouwing die het bombardement van 1940 heeft doorstaan. Al die tijd hebben we zicht op het welbekende Witte Huis. Het is hier zo aantrekkelijk dat we er als vanzelf langzaam van gaan varen.
We komen onder de Spanjaardsbrug door de Oude Haven in. De naam van de brug komt van de Spaanse veldheer Spinola, die in 1608 in Rotterdam te gast was. De Oude Haven is exclusief gereserveerd voor de oude beroepsvaart. Het is een museumhaven waar historische schepen mogen worden gerestaureerd en waar aan historische schepen kan
worden gewerkt. Dat werkhavenkarakter past prima bij het feit dat de stad is ontstaan in dit gebied. Dat was rond het jaar 1350 bij - niet erg verwonderlijk - een dam in de Rotte. Anders dan de bekendheid doet vermoeden, is de Oude Haven opvallend veel kleiner dan de andere erfgoedhavens. Met een stuk of 15 historische schepen is de haven wel zo ongeveer vol. Met uitzondering van het Witte Huis is de bebouwing rond de Oude Haven modern en grenzen er volop terrassen aan de haven. De Stichting Erfgoedhavens heeft het plan om een aanlegplaats te creëren voor bezoekers van de terrassen, vanzelfsprekend van harte ondersteund door de ondernemers daarvan. Het plan heeft allicht niet ieders instemming. Beeldbepalend voor de Oude Haven zijn onder meer de bekende paalwoningen. Deze kubuswoningen staan er inmiddels alweer meer dan 30 jaar. Daartegenover, op de plaats waar vroeger de Oude Haven uitmondde in de Nieuwe Maas, ligt de museale scheepswerf De Koningspoort. Op de werf zijn historische schepen tot 40 meter welkom voor reparatie, onderhoud of restauratie. Als er gewerkt wordt, is de werf open voor bezoekers.
De Oude Haven wordt gedomineerd door het Witte Huis, dat dateert uit 1897. Het is een van de weinige gebouwen die niet ten onder zijn gegaan in het bombardement van 1940. Met 11 verdiepingen en 43 meter hoogte is het de eerste wolkenkrabber van ons land. Het in art nouveau-stijl gebouwde pand was bij de oplevering het hoogste kantoorgebouw van Europa. Inmiddels is het Witte Huis opgenomen in de UNESCO-werelderfgoedlijst en maakt het deel
uit van de top 100 van de Nederlandse monumenten. Een leuk detail is dat de autoriteiten na de bouw ervan voorlopig geen vergunningen meer wilden afgeven voor soortgelijke gebouwen. Men wilde eerst wel eens zien hoe zo’n hoog pand zich in de praktijk zou houden.
We verlaten de Oude Haven via de Jan Kuitenbrug. Een voorloper van deze brug lag er al in 1610. De huidige brug dateert van 1931 en is een gemeentelijk monument. We varen eronderdoor de Wijnhaven in en vinden daar midden in het water een vierkante toren met een wachthuis. Het is een voormalige brugpilaar met daarop een brugwachtershuisje. Vroeger liep hier het zogenoemde ‘luchtspoor’, dat met de bouw van de Willemsspoortunnel eind jaren negentig ondergronds is gegaan. In het luchtspoor zat hier een draaibrug met op beide pijlers een brugwachtershuisje. Eén daarvan heeft men bij wijze van folklore laten staan. Aan bakboord rijst de Willemswerf op, een groot wit kantoorgebouw aan de Boompjes. De zijkant daarvan wordt altijd benut voor enorme reclames, en dat is ook vandaag het geval. Over smaak valt te twisten, maar opvallend is het zeker. Direct daarna vinden we op de kop van de Wijn- en Scheepmakershaven de Red Apple Marina, een sloepenhaven met 60 ligplaatsen. De Wijnhaven heeft in de oorlog zwaar te lijden gehad van de bommen, maar de Regentessebrug heeft het doorstaan. De brug vervangt in 1898 een houten hefbrug en is een Rijksmonument. Ze is gebouwd naar het voorbeeld van de 19e-eeuwse Parijse bruggen in de Franse Beaux-artsstijl. Leuk hoor, zo’n Frans accent op een onverwachte plaats!
Vier leeuwen op de hoeken zorgen ervoor dat de brug in de volksmond de ‘vierleeuwenbrug’ wordt genoemd. Meteen na de brug vinden we aan stuurboord het Trinity House Lightvessel nr. 11, een voormalig lichtschip dat in gebruik is als horecagelegenheid.
NIEUWE
De verdere doorvaart via de Leuvehaven brengt je bij het Maritiem Museum en de omvangrijke hoeveelheid vaartuigen die onderdeel zijn van hun collectie. We passeren aan bakboord de Bierhaven en de Rederijhaven en varen onder de Nieuwe Leuvebrug de Nieuwe Maas weer op ter hoogte van de Erasmusbrug. Het havengebied strekt zich van hieruit uit tot aan de beide Maasvlaktes en daarmee tot in de Noordzee. Als je cruiseschepen niet meerekent, moet je voorbij de Waalhaven om zeevaart tegen te komen. Als je in de havens zelf wilt kijken, is een rondvaartboot de aangewezen weg. Pleziervaart is buiten de binnenstadshavens eigenlijk nergens toegestaan, althans niet in de havens. Maar het zijn juist die binnenstadshavens waar je volop historie kunt tanken! ◼
Rotterdam mag dan geen ‘grote’ VOC-stad zijn, de kwitanties voor het in de VOC ingelegde kapitaal worden al snel verhandeld als aandelen. De grote belangstelling voor de handel daarin leidt al vroeg in de 17e eeuw tot de oprichting van de Amsterdamse Efectenbeurs. De oudste koopmansbeurs ter wereld en de eerste beurs waarop in aandelen kan worden gehandeld, is daarmee een feit. In 1609 verwacht Isaac le Maire dat de waarde van de VOC-aandelen zal dalen en verkoopt hij aandelen op termijn: short selling avant la lettre! Als het om aandelen gaat die je nog niet in bezit hebt, is dat later ‘naked short selling’ gaan heten. Vanwege de ongelimiteerde verlieskans is het onder grote druk al in 1610 door de Staten-Generaal verboden. Dit verbod staat bekend als de oudste ingreep van een overheid in de financiële markten.