Project : ontwikkelen van een visie op en schrijven van een startnotitie over openbaar gemeentewater

Page 1

Actualisatie van het beleid voor gemeentelijk water in Delft


2.

achtergrond De aanleiding voor deze notitie is het verzoek van de Gemeente Delft om een ‘startnotitie waarin een visie op openbaar gemeentewater wordt neergelegd die past bij deze tijd, het karakter van de stad en de wens om het water op een positieve, zichtbare manier te beleven.’ De notitie moet het uitgangspunt kunnen vormen voor gesprekken met de stad (ondernemers, bewoners, bestuurders en waterrecreanten).

indeling Voor deze notitie is de navolgende indeling gehanteerd : 1. onderliggende visie 2. juridisch kader 3. concretisering Openbaar Gemeentewater 4. raakvlakken 5. betekenis watertoerisme 6. mogelijkheden 7. terrasboten 8. grachtengebied 9. thans nog verboden gebied 10. ligplaatsen 11. halteplaats 12. ligplaatsenkaart 13. exploitatiepunten 14. conclusie bijlagen 1. boten in Nederland 2. aansluiting Delftse Hout op Tweemolentjesvaart 3. upgrading ligplaatsenkaart naar een digitale versie 4. ligplaatsenkaart bestaand

1. onderliggende visie Modern gemeentelijk waterbeleid streeft naar herstel van de oorspronkelijke (functie van) watergangen, biedt economische mogelijkheden, creëert extra afvoermogelijkheden voor grote hoeveelheden water en benut het water voor een positieve beleving door bewoners, bezoekers en andere belanghebbenden. Plannen voor stadsuitbreiding hebben daarom tegenwoordig een belangrijke watercomponent. In veel gemeenten worden gedempte havens en grachten weer open gegraven. Zelfs een stad als Breda noemt zich tegenwoordig ‘waterstad’. Ook Delft is toe aan een upgrade van de insteek voor het (recreatief) gebruik van gemeentelijk water van verbodsgeoriënteerd naar het proactief verkennen en benutten van mogelijkheden. Omdat deze notitie moet kunnen dienen als gespreksuitgangspunt is niet gekozen voor een visionairabstracte aanpak maar voor een praktische hands-on notitie. Dat neemt niet weg dat de hiervoor genoemde kenmerken van modern gemeentelijk waterbeleid de onderliggende rode draad van deze notitie vormen.


3.

2. juridisch kader De Gemeente Delft is nautisch beheerder van het gemeentelijke water. De regelgeving daarvoor is vastgelegd in de Verordening Openbaar Gemeentewater Delft 1996 (verder : VOGD). De regelgeving is na 1996 een paar maal ad hoc aangepast. In het kader van de ‘pilot elektrisch varen’ zijn onder de regels van de vigerende VOGD op beperkte schaal ontheffingen van het vaarverbod voor de binnenstad verleend. De VOGD bevat onder andere regels voor terrasboten en woonschepen. Omdat woonschepen tegenwoordig bouwwerken zijn, raakt dat zoveel regelgeving dat daaraan in deze notitie wordt voorbijgegaan. Dat laat onverlet dat behoefte bestaat aan een adequate actualisatie van zowel het beleid als de regelgeving voor gemeentelijk water.

3. concretisering Openbaar Gemeentewater Concreet valt onder Openbaar Gemeentewater vrijwel al het water binnen de gemeentegrenzen van Delft. Meer specifiek betreft het dus : - het grachtengebied in de binnenstad - de Zuidkolk (gemeentelijke passantenhaven) - aan de Noordzijde van de stad de Watertorengracht en de zuidelijke zijde van de Kerstanje wetering (gedeelte langs de Kastanjewetering, Kerstanjepad en DSM) - aan de Oostzijde van de stad de Tweemolentjesvaart en de Delftse Hout - eveneens aan de Oostzijde het water tussen Oostpoortweg en Waterblok - aan de Zuidzijde van de stad de Nieuwe Haven - aan de Westzijde van de stad de Hoornsevaart, Buitenwatersloot en Westsingelgracht - al het overige water dat voor publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk is En het betreft specifiek niet : - het Rijn-Schiekanaal en de Delftse Schie (in beheer bij de provincie) - de Princehaven (in particulier beheer) - de Noordzijde van de Kerstanje wetering (in beheer bij de Gemeente Rijswijk)

4. raakvlakken 4.1 klimaatadaptatie Onze omgeving is gevoelig voor wateroverlast. Als gevolg van klimaatverandering is de aandacht hiervoor de afgelopen decennia toegenomen. Een voorbeeld hiervan is het gemaal bij de Duyvelsgatbrug en de klepstuwen waarmee wateroverlast in het oostelijk deel van de binnenstad wordt voorkomen. De aandacht voor een waterbestendige stad neemt nog steeds toe. Anders dan veel andere steden heeft Delft geen gedempte havens en nauwelijks gedempte grachten. Op oude kaarten zien we (bredere) grachten op de Nieuwe Langedijk, Brabantse Turfmarkt, Burgwal en waar nu het Raam ligt. Mogelijk is herstel van oorspronkelijke watergangen in het kader van lange termijn planologie een punt van afweging. Of en waar eventueel oorspronkelijke watergangen weer open zouden kunnen worden gegraven is beschouwd als vallend buiten het kader van deze startnotitie. Hetzelfde geldt voor eventueel additionele waterbergingsmaatregelen. Nieuwe maatregelen voor waterberging kunnen – gelet op de verwachte klimatologische ontwikkelingen – wel effect hebben op de recreatieve waarde van bestaand en toekomstig water.


4.

4.2 bruggen Vanuit het oogpunt van bevaarbaarheid zou vastgelegd moeten worden dat brughoogten in openbaar gemeentewater altijd moeten voldoen aan een minimumeis van bijvoorbeeld 1m60 hoogte (ook al is dit in de binnenstad niet mogelijk omdat de bruggen deel uitmaken van het beschermd stadsgezicht). En wel op een zodanige manier dat het in de toekomst bij plannen maar ook bij beheer en onderhoud altijd een punt is dat niet ondersneeuwt. 4.3 steiger Westsingelgracht Op afzienbare termijn wordt in de Westsingelgracht een steiger aangelegd met een lengte van enige honderden meters. De kosten daarvan worden gedragen door de Provincie in het kader van de beschikbare middelen voor de Erfgoedlijn Trekvaarten. Het ontwerp en de realisatie van deze steiger is in een aparte (gemeentelijke) werkgroep belegd.

5. betekenis watertoerisme Nederland kent 2,6 miljoen watersporters die gebruik maken van ruim 500.000 pleziervaartuigen. De watersportbranche biedt werkgelegenheid aan meer dan 20.000 werknemers en omvat onder meer 1160 jachthavens met meer dan 20 ligplaatsen (bron : Hiswa feiten en cijfers, versie 01-08-2016). Om richting te kunnen geven aan gemeentelijk watertoeristisch beleid zijn een drietal van de trends in de watersport van belang. Deze zijn ontleend aan het onderzoek van augustus 2016 door Waterrecreatie Advies BV naar de recreatievaart in 2030 t/m 2050, in opdracht van Rijkswaterstaat/WVL : - watersporters vergrijzen : inmiddels is 75% van alle boten eigendom van 50-plussers - het aantal boten in Nederland krimpt en de krimp wordt groter - het aantal dagtochten per boot neemt echter wel toe Steden in een waterrijke omgeving vormen een populaire bestemming. Dat geldt ook voor Delft. De watertoeristen die Delft bezoeken zijn motorbootvaarders en mensen die met een chartertour een bezoek aan de stad brengen. In lijn met de toename van het aantal dagtochten zijn de motorbootvaarders steeds vaker mensen met een zogenoemde ‘open boot’.


5. De directe spin-off van de overnachtende watertoerist laat zich als volgt berekenen : type motorboot chartervaart totaal

aantal overnachtingen 1.700 * 120 *

gemiddelde dagopbrengst € 116 ** € 624 ***

gemiddelde opbrengst € 197.000 € 75.000 € 272.000

* = bron : Havendienst Gemeente Delft 2015, getallen afgerond ** = bron : Waterrecreatie Advies 2014 *** = bron : Zuid-Hollands Bureau voor Toerisme 2005 (recent bedrag vermoedelijk hoger) Hoewel de gemiddelde dagopbrengst van de chartervaart geen recent bedrag betreft, doet dit niet af aan de conclusie uit de tabel: de overnachtende watertoerist levert een beperkte directe opbrengst op. In vergelijking met de bijna € 50 miljoen die de 1,7 miljoen nationale dagrecreanten uitgeven (bron : Delft marketing, 2015), speelt de directe opbrengst geen rol. Daarbij moet worden aangetekend dat de groei van het watertoerisme zit in de dagtochten. Omdat dagtochten tot nu toe niet of nauwelijks tot overnachtingen leiden, zijn deze niet in het tabelbedrag begrepen. Maar dan nog, de betekenis voor de stadseconomie zit niet in de directe maar in de indirecte spin-off. De indirecte spin-off is de positieve beleving door bezoekers, belanghebbenden en bewoners van het effect van het watertoerisme op de revitalisatie van de stad. De resulterende levendigheid in combinatie met de vitaliteit en leefbaarheid werkt als een magneet voor de stad. Doordat dit bezoekers aanzuigt, zorgt het voor een groter aandeel in de groei van het stadstoerisme in de regio en daarmee voor een sterkere lokale economie. Water kan haar meerwaarde ook tot uiting brengen in het verbinden van de Delftse toeristische kernwaarden. Door met de boot bijvoorbeeld van het Prinsenhof of het Vermeercentrum naar de Porceleyne Fles te gaan wordt de Delftse historie nog intenser beleefd.

6. mogelijkheden Voor wat betreft mogelijkheden voor waterrecreatie heeft de stad een uitstekende ligging. Desondanks heeft Delft op dit gebied nauwelijks enige faam. Dit terwijl er met een open boot in meerdere vaargebieden gemakkelijk een dagtocht is te maken : -

Groot Rotterdam (met onder meer de Rottemeren, Kralingse Plas en de Maas) Midden-Delfland/Westland (met een zeer uitgebreid vaarnetwerk en onder meer de Foppenplas) Den Haag/Leiden/Hollandse Plassen (met onder meer recreatieschap Vlietland, de Kager Plassen en de Braassemermeer)

Via de Maas en via de Oude Rijn, Gouwe en Hollandse IJssel zijn deze vaargebieden ook nog eens met elkaar verbonden. Voeg daarbij dat een aantal omliggende gemeenten thans gezamenlijk in studie heeft het Rijn-,Vliet- en Rottegebied door vaarverbindingen aantrekkelijker te maken en Delft wordt nog aantrekkelijker. Dit alles maakt de stad namelijk voor bootbezitters gewild als vaste ligplaats voor de boot. Daarnaast is er door de gunstige ligging in potentie veel vaarverkeer dat de stad zou kunnen aandoen. Dat Delft over een passantenhaven beschikt is daarom prima. Om bezoekers en andere belanghebbenden het stadswater positief te kunnen doen beleven is er behoefte aan meer levendigheid op het water. Wanneer daarbij de belangen van de bewoners niet uit het oog worden verloren, is de waterrecreatie bij uitstek geschikt om daarin te voorzien.


6.

Delft is zowel aantrekkelijk om dagtochten vanuit te ondernemen als om in een dagtocht aan te doen. Daardoor is de stad eigenlijk automatisch gericht op het enige segment in de waterrecreatie dat groeit. Dagtochten worden voor een belangrijk gedeelte gemaakt in sloepen1. Omdat er geen faciliteiten voor deze groep zijn, heeft dit type watersporter Delft als vaste ligplaats nog niet kunnen ontdekken. De boten die in openbaar gemeentewater een ligplaats hebben zijn daarom ook vrijwel altijd eigendom van bewoners in de directe nabijheid. Onder de open boten nemen sloepen een steeds prominenter plaats in. Als Delft als waterstad voor deze - over het algemeen niet-onbemiddelde – groep waterrecreanten aantrekkelijk wil zijn, moeten daarvoor voorzieningen worden gecreëerd. Omdat het Rijn-Schiekanaal en de Delftse Schie als doorgaande vaarroute vrij dient te blijven, zullen extra voorzieningen in openbaar gemeentewater moeten worden gerealiseerd. Hierbij valt te denken aan : - het upgraden van de passantenhaven om die meer uitnodigend te maken en dan met name (ook) voor overnachtingen door sloepen. Als de aan de Spoorzone gerelateerde bouwactiviteiten achter de rug zijn, zal de passantenhaven vanzelf al aan aantrekkingskracht winnen.

-

-

1

uitbreiding van aanlegplaatsen voor een kortstondig bezoek en een beleid ter zake waardoor bezoekers zich ook voor een kort bezoek welkom voelen. De boodschappensteiger aan de Hooikade is in dit verband een aantrekkelijke eerste stap. Maar deze wordt in de praktijk veelal ingenomen door de watertaxi. Maar ook als dat niet het geval zou zijn, is de ruimte bij de passantenhaven beperkt. het creëren van aanlegplaatsen of een kleine haven voor open boten in de Binnenkolk (tussen Kapelsbrug en Armamentarium). het creëren van extra ligplaatsen op een andere geschikte plaats in openbaar gemeentewater, buiten het grachtengebied. het aanwijzen van een aantal plaatsen in het grachtengebied waar (kortstondig) aanleggen is toegestaan (bijvoorbeeld van 8 uur ’s ochtends tot 11 uur ’s avonds).

vletten, tenders en andere moderne open boten zijn gemakshalve begrepen in de sloepen


7.

-

open boten toestaan af te meren aan (de kopse kant van) een terrasboot, mits dit de overige doorvaart niet belemmert. het aanleggen van een (drijvend?) terras dat geschikt is om daaraan een open boot af te meren.

Aan het grachtengebied en de ligplaatsen zijn in deze notitie afzonderlijke hoofstukken gewijd en deze komen dus verderop aan de orde. De betekenis van watertoerisme voor de stad en de geschetste mogelijkheden creëren een aantrekkelijke kans : Delft zou zich specifiek moeten richten op het aantrekken van bezoekers en vaste liggers met open boten. Hiervoor is het nodig om de inrichting van de openbare ruimte in de stad ‘bootvriendelijk’ te maken. Bijvoorbeeld door het aanbrengen van afmeervoorzieningen in of op loopafstand van de binnenstad. Natuurlijk zonder dat dit ten koste gaat van het stadsbeeld en/of de veiligheid in de stad en op het water.

7. terrasboten Terrasboten zijn vaartuigen en vallen als zodanig onder het generieke afmeerverbod van de VOGD. Diezelfde verordening bevat ook regels voor de ontheffingen van het verbod. Het College heeft haar bevoegdheid in het kader van de VOGD om nadere regels te stellen ingevuld door het vastleggen van beleidsregels en procedures in het ‘Uitvoeringsbeleid Terrasboten 2014 – Delft’. Bij dit uitvoeringsbeleid is een terrasbootzonekaart gecreëerd die aangeeft waar een terrasboot mag liggen. Deze kaart is een nadere invulling van de ligplaatsenkaart van de VOGD. Het terrasbotenbeleid wordt in het najaar van 2016/begin 2017 met de betrokken partijen geëvalueerd. Deze evaluatie maakt geen deel uit van deze startnotitie maar kan wel uitwerking hebben op de regelgeving in de VOGD.

8. grachtengebied 8.1 elektrisch varen Onder de op dit moment geldende verordening is varen in het grachtengebied slechts toegestaan aan door middel van spierkracht voortbewogen kano’s, waterfietsen of open roeiboten. Bij de ‘pilot elektrisch varen’ waren voor 15 elektroboten ontheffingen van dit verbod beschikbaar. Daarmee is inmiddels een drietal jaren ervaring opgedaan. Van overlast in de stad is geen sprake geweest. Uit ervaring van de commerciële ontheffinghouders blijkt dat zij bij een stadsvaartocht opvallend vaak door toeristen worden gefotografeerd. Blijkbaar zijn boten door de stad voor zowel de vaargasten als de niet-varenden een verrijking van het stadsbeeld. Uit de ervaringen van de Havendienst blijkt overigens dat de verstrekte vergunningen in de pilot elektrisch varen slechts tot een niet of nauwelijks constateerbare toename van het aantal vaarbewegingen op de grachten heeft geleid. Door de exploitanten wordt een gebrek aan opstapplekken in de directe nabijheid van het vaargebied aangemerkt als gemis. Mogelijkheden voor exploitanten van elektrohuurboten komen er wellicht aan de Westsingelgracht (station als transferium). Bij de omzetting naar definitief beleid rijst de vraag in welke mate het varen op de grachten het beste kan worden geïnstitutionaliseerd. In de politiek leeft de wens te bezien of er meer mee gedaan kan worden, zodat het water aan een positieve beleving van de stad bijdraagt. En voor de Havendienst zou een regeling met minder verboden en uitzonderingen daarop het toezicht vereenvoudigen. De brughoogte van de Kapelsbrug, de Oostpoort en – mogelijk in de toekomst - de Duyvelsgatbrug beperkt het varen in het grachtengebied tot boten van geringe hoogte.


8. Daarmee is het rekening houden met de maat en schaal van het Delftse grachtengebied (smalle grachten en lage bruggen) langs ‘natuurlijke’ weg afgedwongen. Omzetten naar definitief beleid kan op de volgende manieren: 1. huidige situatie (elektroboten, uitsluitend commerciële vergunninghouders), beperkt tot 15 boten 2. huidige situatie (elektroboten, uitsluitend commerciële vergunninghouders), meer boten maar wel een beperking in aantal boten 3. huidige situatie (elektroboten, uitsluitend commerciële vergunninghouders), zonder beperking in aantal boten 4. uitsluitend elektroboten toestaan, ook particulieren, met een vergunningstelsel 5. uitsluitend elektroboten toestaan, ook particulieren, zonder vergunningstelsel 6. uitsluitend commerciële vergunninghouders zonder beperking tot elektroboten (ook met benzine- en dieselmotoren aangedreven boten toestaan) 7. alle typen motorboten toestaan, ook particulieren, met een vergunningstelsel 8. alle typen motorboten toestaan, elektroboten zonder vergunningstelsel, benzine- en diesel aangedreven boten met vergunningstelsel 9. alle typen motorboten toestaan zonder vergunningstelsel

Bij de omzetting van de pilot naar beleid zijn twee randvoorwaarden van belang. In de eerste plaats moet het beleid te handhaven zijn binnen de huidige capaciteit (2 fte : havenmeester en adjuncthavenmeester). Dit pleit voor een variant die eenvoud als kenmerk heeft. In de tweede plaats moet de veiligheid op het water gewaarborgd blijven. De maximaal toegestane snelheid van 6 kilometer per uur zou daarvoor op zich voldoende moeten zijn. Maar ook de drukte van het vaarverkeer is hierin een factor die mee speelt.


9. In bijlage 1 is uitgewerkt aan welke aantallen boten gedacht moet worden. Daaruit blijkt dat de prognose voor alle genoemde varianten is dat er nog steeds beperkt vaarbewegingen waarneembaar zullen zijn. Er zijn immers nog maar weinig elektroboten. De handhaving is bij elektroboten wel erg eenvoudig : alleen boten die je niet hoort zijn toegestaan. En elektroboten varen langzaam om hun accu’s te sparen, zodat de veiligheid van zichzelf gewaarborgd is. De doelstelling om levendigheid op de grachten te realiseren lijkt met alleen elektroboten echter niet te realiseren. Dat betekent dat optie 5 uit de mogelijkheden daarvoor feitelijk nog steeds te weinig is. Gekozen zou daarom moeten worden uit de opties 6 tot en met 9. Vergunningen bieden daarbij desgewenst de mogelijkheid om de vinger strak aan de pols te houden. De beperkte mogelijkheid ligplaats te bieden aan de boten van de exploitanten vormt desgewenst eveneens een instrument om regulerend op te treden. 8.2 afmeermogelijkheden In de op dit moment van toepassing zijnde VOGD is het zonder ontheffing verboden een vaartuig af te meren of te laten liggen. Ook aan de vergunninghouders onder de pilot elektrisch varen is expliciet opgelegd dat afmeren in de binnenstad niet is toegestaan. Zelfs kano’s en roeiboten mogen en kunnen nergens aanleggen. Dit aanlegverbod is zowel voor de (ver)huurders van de elektroboten als voor de stadseconomie niet aantrekkelijk. Waar er in de rondvaartroute (Nieuwe en Oude Delft) vanuit veiligheidsoogpunt misschien nog iets voor is te zeggen, is het daarbuiten een onnodig verbod. Een eenvoudige oplossing zou zijn aanleggen toe te staan op daartoe aangewezen plekken. In aanmerking komen : - Noordeinde - Brabantse Turfmarkt - Verwersdijk en Vrouw Juttenland - Oosteinde - Molslaan 8.3 faciliteren Om het gebruik van elektroboten te faciliteren zouden bij de gecreëerde ligplaatsen oplaadpalen voor boten moeten komen (dit in verband met de beperkte actieradius van elektroboten). Voorts is het van belang de vaarwegen op voldoende diepte te brengen/houden en bevaarbaar te houden. Zo is de diepte bij de waterpoort van de Oostpoort minder dan 65cm, zodat deze nauwelijks toegankelijk is. De watergangen Oosteinde, Molslaan, Verwersdijk en Vrouw Juttenland groeien zonder onderhoud al vroeg in het seizoen dicht en verliezen daarmee hun bevaarbaarheid. Ook bij ander gebruik van de grachten (bijvoorbeeld kunstprojecten of onderhoudswerkzaamheden) op deze grachten is het van belang deze af te stemmen op of met de recreatievaart.

9. thans nog verboden gebied in de huidige regelgeving is gekozen voor een verbod op het bevaren van openbaar gemeentewater. Van dat verbod zijn een aantal specifiek genoemde watergangen uitgezonderd. Kort gezegd zijn dat de Buitenwatersloot, Westsingelgracht, Nieuwe Haven, de watergang Oostpoortweg-Weidepad en de Watertorengracht. Zo’n ‘uitzondering op het verbod’ betekent dat daar wel gevaren mag worden. De Tweemolentjesvaart en de Delftse Hout worden niet uitgezonderd, dus is gemotoriseerde vaart daar formeel nog altijd verboden.


10. Om meer van het Openbaar Gemeentewater per boot te kunnen verkennen zijn de volgende wijzigingen logisch:: 1. het verbod op gemotoriseerd varen op de Tweemolentjesvaart mist grond. Varen kan worden toegestaan. 2. het verbod gemotoriseerd op de Delftse Hout te varen kan worden gewijzigd naar analogie van de regelgeving in het grachtengebied. Dus : hetzelfde toelatingsbeleid, eventueel gekoppeld aan een evaluatieperiode om te bezien of het aantal boten of desgewenst exploitanten in evenwicht blijft met de gemoedelijke recreatieve sfeer van de Delftse Hout. In bijlage 2 is aangegeven hoe de Delftse Hout desgewenst zelfs zou kunnen worden aangesloten op de Tweemolentjesvaart. Bij waterminnend Delft bestaan de ideeën hiervoor al enige tijd maar de risico’s ervan worden tot op heden door de bevoegde overheden te groot geacht. In de regio zijn op dit moment nog een aantal andere studies gaande naar andere als ‘onhaalbaar’ bestempelde plannen. Voorbeelden zijn de verbinding Rotte – Rijn - Vliet en een overtoom bij Zoetermeer.

10. ligplaatsen Delft heeft op een beperkt aantal plaatsen de mogelijkheid het aantal ligplaatsen uit te breiden. Daarbij kan worden gedacht aan de volgende punten. 10.1 passantenhaven De passantenhaven kan worden uitgebreid door er steigers in aan te leggen. Dat maakt de passantenhaven aantrekkelijker, ook voor open boten, maar het gaat ten koste van de charterschepen. Het uitbreiden van het aantal ligplaatsen met steigers is niet 1 op 1 een toename van het aantal ligplaatsen. De boten langs de passantensteiger liggen op drukke dagen twee of drie rijen dik naast elkaar. Boten meren langszij naast elkaar af en verlenen overpad over hun boot. Maar veel booteigenaren mijden zo’n ‘overpadsituatie’ bij voorkeur. Meer steigers biedt meer privacy, het ‘ontbreken’ van directe buren en een comfortabeler afstapmogelijkheid (direct van de boot op de steiger). In 2007 heeft een afstudeerscriptie van een TU-student nogal wat aandacht getrokken. Dit zogenoemde plan “Meerhaven” zocht de uitbreiding in het afgraven van onder meer het grasveld waar thans het Vermeermonument staat. Het plan bevat meerdere aantrekkelijke onderdelen, maar het is – gelet op de ermee gemoeide kosten – meer een plan voor de langere termijn of een optie bij verzelfstandiging van de passantenhaven naar een commerciële marktpartij.


11. 10.2 steiger Westsingelgracht In de Westsingelgracht komt een steiger met een lengte van enige honderden meters. Het biedt de unieke mogelijkheid van de stadsentree een historisch havenfront te maken. Zoals eerder vermeld is het ontwerp en de realisatie van deze steiger in een aparte (gemeentelijke) werkgroep belegd. 10.3 grachtengebied De Binnenkolk tussen de Kapelsbrug en het Armamentarium is een aantrekkelijk locatie om een haventje voor sloepen en vletten te realiseren. De hoogte van de Kapelsbrug beperkt de toegankelijkheid van de haven tot lage, meestal open boten. De ligging van de Binnenkolk zorgt langs natuurlijke weg voor een zekere geborgenheid. En dat is met name voor dit type boot van belang. Vaak hebben deze schepen een kwalitatief hoogwaardige uitstraling, waarvan een positieve bijdrage aan de beleving van het water mag worden verwacht. Organisatorisch zou zo’n sloepenhaven onderdeel van de passantenhaven kunnen zijn. Voorwaarde is vanzelfsprekend dat de doorgang tussen de grachten en de Schie (rondvaartboten, commerciële aanbieders) niet wordt belemmerd. Op dit moment is planvorming voor het Armamentarium in volle gang, waarbij er ideeën te over zijn voor het gebruik van het water rondom de gebouwen. Vanuit gemeentelijk oogpunt is een veilige en door de omgeving gedragen invulling hiervan vanzelfsprekend één van de belangrijkste aspecten. De onder 8.2 voorgestelde afmeermogelijkheden in het grachtengebied zijn bedoeld als mogelijkheid om tijdelijk aan te leggen. En derhalve niet als ligplaats voor 24u of langer. 10.4 Tweemolentjeskade en Kastanjewetering Nog niet benut is de mogelijkheid ligplaatsen te creëren in de Tweemolentjesvaart en aan de Delftse kant van de Kerstanje wetering. Omdat deze ligplaatsen gemakkelijk toegankelijk zijn, zullen er waarschijnlijk minder luxe schepen ligplaats vinden of zullen bewoners een “ligplaats voor de deur” proberen te bemachtigen. Ligplaatsen langs de openbare weg worden algemeen als minder veilig beschouwd en zijn daardoor minder in trek voor open boten. In beide wateren lijkt het creëren van aanlegplaatsen geen bezwaar en kan zonder veel moeite een impuls aan het aantal vaste liggers worden gegeven. Het deel van de Kerstanje wetering dat valt binnen de risicocontour van DSM (een inrichting die valt onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen) valt hierbij af. 10.5 Princehaven en bedrijfsmatige havens De Princehaven achter de Porceleyne Fles (Lausbergstraat, Van Barenstraat) is een afgesloten bewonershaven en maakt als zodanig geen deel uit van het Openbaar Gemeentewater. De ligplaatsen in de Princehaven behoren bij de woningen uit de wijk. Delft beschikt verder nog over 2 grotere havens die op dit moment een bedrijfsmatige functie hebben : - De Kolenhaven is in eigendom en maakt deel uit van de inrichting van DSM. Deze haven heeft een industrieel karakter. - De Nieuwe Haven heeft een functie als zwaaikom en wordt als zodanig ook veelvuldig gebruikt. Daarnaast is de kade aangewezen als laad/loskade voor bulkgoederen. Van dit laatste wordt weinig gebruik gemaakt. Het beperkt wel de ligplaatsen tot het gedeelte van de haven in de nabijheid van de Rotterdamseweg. Tot op heden is dit gebruikt als (tijdelijke) ligplaats voor schepen groter dan 12 meter. Net als bij het Armamentarium is het terrein ten noorden van de Nieuwe Haven in ontwikkeling bij een projectontwikkelaar. Ons is meegedeeld dat de openbare ruimte inclusief de haven zal aansluiten op deze ontwikkeling, waarbij de eerder genoemde functies daar waar het veiligheid op het water betreft - in elk geval behouden blijven.


12. 10.6 Rijn-Schiekanaal Met uitzondering van 50 meter kade bij de Abtswoudsebrug is afmeren in het Rijn-Schiekanaal niet toegestaan. Dit kanaal is provinciaal vaarwater waarvan transportader de primaire functie is. Het beleid van de provincie is vlot en veilig scheepvaartverkeer te waarborgen. Dit door ligplaatsen zoveel mogelijk in havens gesitueerd te krijgen, buiten de vaarweg. De laatste Vaarwegenverordening Zuid-Holland is op 16 december 2015 vastgesteld. Delft kan deze ligplaatsen in onze visie als een dependance van de passantenhaven behandelen. 10.7 op- en afstapplaatsen Delft beschikt over een beperkt aantal op- en afstapplaatsen. Het geringe aantal noodzaakt tot een gemeenschappelijk gebruik daarvan door rondvaartboten, watertaxi, commerciële exploitanten en particulieren. Verspreid door de stad zijn op- en afstapplekken gemarkeerd door speciale paaltjes (bijvoorbeeld bij het wasplateau aan de Hippolytusbuurt). Deze zijn ooit aangebracht voor de watertaxi, maar gebruik door een bredere doelgroep is wenselijk. Ook is er bij het nieuwe station langs de Westsingelgracht op- en afstapgelegenheid gerealiseerd in de kade. Voorzienbaar is dat meerdere gebruikers daar hun gasten zullen willen laten instappen. Het lijkt ons dat een op- en afstapgelegenheid ten hoogste gedurende 15 minuten door één gebruiker mag worden bezet.


13. 11. Delft als halteplaats Als halteplaats is Delft bekend bij de chartervaart en bij een deel van de motorbootvaarders. Aan dat laatste draagt bij dat de haven is opgenomen in het Motorboot Havenonderzoek 2015. De passantenhaven biedt motorboten de gelegenheid te overnachten. De faciliteiten in de passantenhaven voldoen aan de minimumeisen. Charterschepen betalen voor een overnachting € 41,41. Motorboten betalen € 16,55 tenzij ze korter zijn dan 10 meter (dan betalen ze € 13,50). Dit is in lijn met hetgeen in andere gemeenten wordt gerekend. In het Motorboot Havenonderzoek 2015 scoort de passantenhaven een 6,5 en daarmee onder het gemiddelde. Omdat het onderzoek is gebaseerd op slechts 1 waarneming, moet aan deze uitkomst niet teveel waarde worden gehecht. Maar jammer is het natuurlijk wel. Voor open boten stond Delft tot nu toe nauwelijks op de kaart. De kleine passantensteiger aan de Hooikade gaat dat niet veranderen. Uit de marktverkenning is gebleken dat de open boten (dagtochten) het segment zijn waarin groei wordt gerealiseerd. Om Delft als halteplaats beter op de kaart te zetten, zijn bijvoorbeeld de volgende maatregelen denkbaar : 1. passantenhaven aantrekkelijker en – voor open boten – veiliger. Dit was al aan de orde bij het onderdeel ligplaatsen. 2. sloepenhaven in de Binnenkolk (idem) 3. meer of langere boodschappensteigers dan wel als zodanig aangewezen gedeelten 4. terras(sen) of terrasboten met aanlegmogelijkheid 5. watergebonden evenementen stimuleren (bijvoorbeeld a la Veerhavenconcert in Rotterdam) 6. waterroutes uitzetten in en om Delft

12. ligplaatsenkaart In de VOGD speelt de ligplaatsenkaart een belangrijke rol. Waar een dergelijke kaart normaliter de visuele representatie is van de onderliggende regelgeving, is het in de VOGD precies andersom : de onderliggende regelgeving maakt ontheffingen van de verboden uitsluitend mogelijk voor de op de ligplaatsenkaart aangegeven plaatsen. Daarmee is deze kaart de bepalende factor in de regelgeving geworden. De toelichting op de VOGD in 1996 is daar ook duidelijk over : “ .. voordien was het moeilijk vergunning te weigeren voor wateren waarvan het nooit de bedoeling is geweest vergunning te verlenen”. Omdat de kaart voor elke verbodscategorie moet aangeven waar iets – meestal alleen met ontheffing – wel is toegestaan moet de kaart noodzakelijkerwijs erg veel informatie bevatten. De resulterende informatiebrij maakt de kaart moeilijk leesbaar. De uit deze startnotitie voortvloeiende consultatie beoogt te leiden tot een actualisatie van de VOGD. Voor wat betreft de insteek met betrekking tot de ligplaatsenkaart staan daarbij twee wegen open. In de eerste plaats zouden we de geactualiseerde regelgeving gewoon kunnen uitschrijven zodat de kaart daarvan daadwerkelijk de visuele representatie kan vormen. Alternatief is de huidige situatie te upgraden naar een versie die meer past in het huidige tijdsgewricht. Dan blijft de ligplaatsenkaart de basis maar dan in een versie die wel leesbaar/begrijpelijk kan worden gehouden. Voor een dergelijke upgrade is aan een innovatielab gevraagd welke oplossingsrichtingen in aanmerking komen. In bijlage 3 is aangegeven welke oplossingen daarvoor zijn, in volgorde van aantrekkelijkheid.


14.

Onze suggestie is ervoor te kiezen de ligplaatsenkaart te vervangen door een digitaal exemplaar op een website en die website-versie als uitgangspunt hanteren.

13. exploitatiepunten 13.1 vigerend beleid Op basis van de huidige VOGD is het verboden rondvaartschepen en spierkrachtvaartuigen te exploiteren. Voor rondvaartschepen is een ontheffing mogelijk voor die delen van openbaar gemeentewater waar op de ligplaatsenkaart “exploitatie rondvaartschepen” wordt vermeld. Voor spierkrachtvaartuigen is ontheffing mogelijk als er “exploitatie kano’s etc.” staat vermeld. Voor wat betreft dit laatste blijkt Delft te zijn opgedeeld in 4 gebieden : Binnenstad, West, Oost en Zuid. De ligplaatsenkaart vermeldt in elk gebied ‘1 exploitant’. De toelichting op de verordening vermeldt dat “op de ligplaatsenkaart een viertal gebieden zijn aangegeven ten behoeve van het exploiteren van kano’s, roeiboten en waterfietsen”. Verderop in de toelichting wordt duidelijk dat in elk van de gebieden niet meer dan 1 exploitatiepunt mag worden gevestigd. Ten aanzien van de rondvaartboten vermeldt de toelichting dat “het grondgebied van de Gemeente Delft in zijn geheel is aangewezen als exploitatiegebied voor rondvaartschepen waarbinnen 1 exploitant wordt toegestaan”. Uit de toelichting blijkt verder dat het onderliggende oogmerk van de regelgeving was het aantal rondvaartboten te beperken en het aantal spierkrachtbootjes laag te houden.


15. 13.2 gewenste situatie Modern gemeentelijk waterbeleid wil economische mogelijkheden bieden en het water benutten voor een positieve beleving door bewoners, bezoekers en andere belanghebbenden. Ondernemers uit de ‘pilot elektrisch varen’ vragen om een exploitatiepunt om hun economische mogelijkheden te benutten. Meer waterbeleving is alleen mogelijk als de regelgeving hierin meebeweegt. De boten waarmee in de pilot werd gevaren vormen een categorie die in de VOGD nog niet is opgenomen. Hoewel de regelgeving minder specifiek verbodsgeoriënteerd mag worden, moet dit niet ten koste gaan van de veiligheid en controleerbaarheid. Dit kan bereikt worden door de exploitatiepunten vergunning plichtig te houden. Voor een beperking in aantal of een rigoureuze verdeling over stadsdelen ontbreekt de grond. De beperking in aantal wordt ‘op natuurlijke wijze’ geregeld omdat er nu eenmaal weinig locaties geschikt zijn als exploitatiepunt. Aan de eis in de huidige VOGD dat een exploitant voor eigen rekening dient te zorgen voor een veilige aanleg- en opstapplaats, zou moeten worden toegevoegd dat deze ook in het stadsbeeld moet passen.

14. conclusie Delft beoogt een gemeentelijk waterbeleid te voeren dat past in het huidige tijdsgewricht en bij het karakter van de stad. In deze startnotitie wordt uitgewerkt hoe het beleid kan worden aangepast naar het verkennen en benutten van mogelijkheden. Daarbij is rekening gehouden met de maat en schaal van de stad en de belangen van bewoners, ondernemers en andere stakeholders.

Delft, 20 september 2016, update 25 november 2016 realisatie en fotografie© :

Houthaak 4 , 2611 LA Delft www.equitie.nl

De tekst uit deze notitie kan worden geciteerd, mits met bronvermelding. Op de foto’s uit deze notitie wordt het auteursrecht nadrukkelijk voorbehouden. Voor gebruik daarvan neemt u contact op met info@equitie.nl


16. bijlage 1

boten in Nederland De aantallen boten in Nederland en Zuid-Holland staan in de tabel hieronder. Geel gearceerd zijn de getallen en percentages die voor Delft belangrijk zijn.

boten in Nederland in het water bij havens in het water overig in het water

aantal 154000 43500 197500

kajuitzeiljacht open zeilboot platbodems jachten/jachtjes open motorboten Overige

78000 21500 5000 59500 26500 7000 197500

in het water op de wal (in gebruik) totaal in gebruik op de wal (niet in gebruik) totaal in Nederland

197500 210300 407800 100000 507800

www.hiswa.nl/feiten- en-cijfers versie 01-08-2016

% 39,5 10,9 2,5 30,1 13,4 3,5 100,0

provincie Noord-Holland Zuid-Holland Friesland Zeeland Gelderland Noord-Brabant Limburg Flevoland Overijssel Utrecht Groningen Drenthe

elektrisch niet-elektrisch totaal in gebruik

aantal 33000 28000 27000 11000 11000 10500 8000 8000 6500 6500 4000 500 154000

% 21,4 18,2 17,5 7,1 7,1 6,8 5,2 5,2 4,2 4,2 2,6 0,3 100,0

12000 395800 407800

% 2,9 97,1 100,0

www.elektrischvaren.info (extrapolatie gegevens SEFF naar 2016)

Als we er gemakshalve vanuit gaan dat de onderverdeling in boottype gelijkelijk over de provincies is verdeeld, zouden er in Zuid-Holland zo’n 4800 open motorboten zijn. Als we ervan uitgaan dat in Zuid-Holland hetzelfde percentage boten elektrisch aangedreven is als landelijk, zijn er in ZuidHolland 140 elektroboten. Naar schatting de helft van alle open motorboten ligt op zodanige afstand dat een dagtocht naar Delft geen optie is. Dit geldt bijvoorbeeld voor boten die liggen in de Nieuwkoopse plassen, Reeuwijkse plassen, Alblasserwaard, Dordtsche Biesbosch en het Brielse Meer. Concreet zou dit betekenen dat Delft op dit moment voor een dagtocht bereikbaar is voor ongeveer 70 elektroboten en 2400 open boten.


17. bijlage 2 aansluiting Delftse Hout op Tweemolentjesvaart In de Tweemolentjesvaart ligt een sluis die incidenteel kan worden geschut. De sluis schut van het waterniveau van het Rijn-Schiekanaal naar dat van de Nootdorpse polder. Het waterniveau van de Delftse Hout ligt naar schatting een halve meter onder het niveau van dat van de Nootdorpse polder. Ontsluiting van de recreatieplas Delftse Hout zou in economisch-toeristisch opzicht voor de stad een aantrekkelijke extra trekpleister kunnen zijn. Een dergelijke ontsluiting heeft wel wat voeten in de aarde. In de eerste plaats moet bediening van de sluis mogelijk zijn. Wellicht is het mogelijk deze om te bouwen tot een zelfbediende sluis. Of misschien kan het met vrijwilligers zoals dat bijvoorbeeld in Maassluis met de Monstersche sluis wordt opgezet. In de tweede plaats is een voorziening noodzakelijk om het hoogteverschil tussen de Nootdorpse polder en de Delftse Hout te overbruggen. Omdat deze problematiek vaker voorkomt zijn er de laatste jaren verschillende initiatieven genomen om te komen tot een betaalbare moderne overtoom. Zo valt op de website van Waterrecreatie Advies het volgende bericht te lezen : “Sloepen en andere boten tot ca. 7,5 m en een gewicht tot ca. 2,5 ton worden horizontaal over een dijk (helling tot 40°) en eventueel een weg of fietspad getransporteerd. Knop indrukken, men blijft aan boord en het glas wijn zou tijdens het transport op de motorkap moeten kunnen blijven staan volgens het Programma van Eisen. Het idee en de tekeningen zijn inmiddels door Waterrecreatie Advies gedeponeerd en het wachten is op de benodigde financiën om de eerste “Klúnplak voor sloepen” te realiseren. Er zijn veel meer locaties in Nederland (en het buitenland) waar deze Zelfbedieningsovertoom® een goede variant op een dure sluis kan zijn of gebruikt kan worden om obstakels in routes te passeren “ Als overwogen zou worden ook de Dobbeplas verderop te ontsluiten, doemen daarvoor dezelfde problemen op. Wellicht is het kansrijker de mogelijkheid te bezien beide plassen samen te ontsluiten. Naast de ontsluiting zelf stelt de waterkwaliteit in de Delftse Hout mogelijk ook nog eisen aan de recreatievaart. Voor de recreatievaart is een trailerhelling aanwezig aan de Overtoom (what’s in a name ☺…).


18. bijlage 3

upgrading ligplaatsenkaart naar een digitale versie doelstelling inzichtelijk maken van regelgeving op het water voor de gemeente Delft. randvoorwaarden een nieuwe waterkaart die overzichtelijker is. Ook is het belangrijk dat de kaart gemakkelijk te gebruiken is en dat deze geprint kan worden. oplossingsrichtingen (in volgorde van voorkeur) Google maps overlay

website: embedded Google Maps overlays Google Maps kaartje waarin elk stukje regelgeving zijn eigen laag heeft. Vervolgens kan dan op dat stukje regelgeving gefilterd worden. Voorbeeld: Een boot wil gaan afmeren, dan is het mogelijk om op de website op de kaart te filteren waar dat mogelijk is.

clickable pdf

website / downloadable PDF bestand dat clickable is Een offline versie van het de hierboven genoemde Google Maps overlay. Zo’n pdf is echter niet gemakkelijk te printen.

interactieve online infographic

website bevat een interactieve online infographic lijkt op Google Maps maar dan alleen op een kleine schaal voor Delft & wateren. Er is dan geen koppeling met Google waardoor het product op zichzelf komt te staan.

website

website met waterkaart die duidelijker is dan de huidige Het is dan voor een gespecialiseerd bedrijf mogelijk om de kaart op alle formaten uit te printen en de prints desgewenst in een boekje te bundelen. Kaarten kunnen online besteld worden en worden als print on demand uitgeleverd.

nieuw design

statische waterkaart die overzichtelijker is Eventueel meerdere kaarten op basis van de verschillende wettelijke toepassingen.


19. bijlage 4

ligplaatsenkaart bestaand


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.