Midden-Delfland en het Westland per boot

Page 1

116Â VA A R R O U T E Tekst & fotografie Pim van der Marel

Het Westland is bekend als glastuinbouwgebied in de driehoek Rotterdam, Hoek van Holland en Den Haag. Voor de aanvoer naar de veiling waren tuinders in dit gebied van oudsher aangewezen op vaarwegen. Deze vormen tegenwoordig een uitgestrekt vaarwegennet voor de recreatievaart. Een mooie dagtocht, die veel meer te bieden heeft dan alleen kassen.

De Vlaardingervaart is in recreatief opzicht een belangrijk verbindingswater.


117Â VA A R R O U T E

De wonderlijke wateren van het

Westland


118 VA A R R O U T E Volop vaarwater dankzij de oude vaarwegen naar de veiling.

W

e vertrekken met een sloep vanaf het Rijn-Schiekanaal – de verbinding tussen Rotterdam en Leiden. Te gast is Petra, geboren en getogen in Midden-Delfland, dat samen met de gemeente Westland de regio Westland vormt. Dat lijkt een verwarrende samenloop maar dat valt in de praktijk wel mee. Je kunt het gebied vanaf het Rijn-Schiekanaal invaren via drie aanvaarroutes. In de eerste plaats vanuit de passantenhaven in Delft, via de Westsingelgracht, Buitenwatersloot en Gaag. In de tweede plaats tussen Delft en Rijswijk via de Kerstanjewetering. En tenslotte – in het kader van een twee jaar durende proefopenstelling – vanuit de Laakhaven in Den Haag, via de Strijp en de Reinerwatering. Petra pleit voor de Kerstanjewetering : “Dat is de minst aantrekkelijke van de drie. Als we een rondje varen eindigt het dus altijd leuker dan het begint!” Tegen dit soort onweerlegbare logica zijn we natuurlijk niet opgewassen. We gaan akkoord en varen de Kerstanjewetering op. Dat blijkt inderdaad een enigszins saaie vaarweg. Gelukkig onttrekt de begroeiing aan de zijkant het zicht op de proeffabriek van DSM erachter. Al snel komen we een lage vaste spoorbrug tegen. “Met een doorvaarthoogte tot 1,60 meter lukt het meeste wel,” zegt Petra. “Daarboven loop je in dit gebied overal vast.”

Zweth

Na een tweetal bochten komen we op de Zweth. Aan stuurboord doemt daar al snel de Schaapweimolen op, een fraaie achtkantige poldermolen. De huidige versie dateert uit 1826 als opvolger van de volledig verbrande voorganger uit 1601. Omdat de molen in het tracé van de A4 stond, is deze in 1988 1,5 kilometer westwaarts verplaatst. Alle inspanningen ten spijt heeft de idyllische ligging ervan helaas te lijden gehad onder de vooruitgang; op korte afstand is een koppelstation van het elektriciteitsnet gebouwd en dat komt het decor niet ten goede. Als we even pauzeren om op de waterkaart van het gebied te kijken, zijn we verrast door de uitgebreide mogelijkheden. Je kunt allerlei rondjes varen en daar bijvoorbeeld dorpen als Kwintsheul, Poeldijk, Honselersdijk en Naaldwijk in opnemen. Je kunt in Ter Heide zelfs tot bijna aan het strand varen. Petra stelt voor rechtdoor te gaan. “Ik wil jullie vandaag ook even de Foppenplas laten zien, daar heb je vast nog nooit van gehoord.” Deze naam doet inderdaad geen enkele bel rinkelen. We passeren op de Zweth onder meer ligplaatsen van de Westlandse rondvaartvloot. Varen in dit gebied is erg populair als dagtocht, dus er is een heel scala aan aanbieders beschikbaar. Nagenoeg zonder uitzondering gaat het daarbij om tamelijk primitieve rondvaarten in - al of niet veredelde – voormalige veilingschuiten. Zeer betaalbaar, dat wel. Natuurlijk zijn er ook volop sloepen en fluisterboten te huur. Tevreden met onze eigen comfortabele sloep varen we op ons gemak verder. Na enige tijd komen we aan bakboord een natuurgebied tegen dat luistert naar de naam ‘de Zeven Gaten’. Deze gaten zijn overblijfselen van


119 VA A R R O U T E Voldoende plekjes om je even te verpozen.

waterpartijen in de tuinen van twee historische buitenplaatsen: Hofzicht en De Zwethburg. De gaten zijn zeven parallel lopende sloten, waartussen het land na afsluiting van het riviertje de Lee eeuwenlang moerassig is gebleven. Het natuurgebied is niet toegankelijk voor publiek, maar vanuit een voorbijvarende boot kun je er meestal genoeg van zien - afhankelijk van het seizoen. Petra: “Dit is heel leuk als je houdt van wilde bloemen. En als je watervogels een plekje gunt om ongestoord te kunnen broeden.” Het natuurgebied is in beheer bij het Zuid-Hollands Landschap, dat er onlangs een vispaaiplaats aan heeft toegevoegd.

Cittaslow

Even later komen we aan op een viersprong, waar we op advies van Petra bakboord uit de Verlengde Strijp op gaan. Vervolgens varen we via de Blakervaart en de Zijde naar Schipluiden. Vanaf de viersprong passeer je een paar fraaie plekken, maar op het merendeel van dit stuk merk je dat je door tuinbouwgebied vaart; je ontkomt niet aan kassen. Petra verzekert: “Dit is vandaag het enige stukje waar dat zo is. Vanaf de Zijde varen we in Midden-Delfland en dat is ‘Cittaslow-gebied’. Daar zijn geen kassen.” Midden-Delfland blijkt de eerste Nederlandse gemeente die dat keurmerk heeft ontvangen. Het is een van oorsprong Italiaans keurmerk, dat letterlijk ‘langzame stad’ betekent. Om het te krijgen moet je voldoende punten behalen op verschillende gebieden: leefomgeving, landschap, streekproducten, gastvrijheid, milieu, infrastructuur, cultuurhistorie en behoud van identiteit. Petra is er duidelijk trots op. Vrolijk gebaart ze dat we na de Zijde stuurboord uit de Vlaardingervaart op moeten: “Schipluiden bewaren we voor het laatst. Je zult wel zien waarom…”

Vlaardingervaart

Hoewel je Vlaardingen waarschijnlijk associeert met het Rotterdamse Havengebied is daar op de Vlaardingervaart niets van te merken; de vaart is op sommige punten eerder idyllisch te noemen. Het is in recreatief opzicht een belangrijk verbindingswater; op een mooie dag in het weekend varen hier een hoop bootjes. Vanwege de hoogtebeperking zijn dat in de eerste plaats sloepen, vletten en tenders, maar er wordt ook wel gezeild. We komen namelijk in de buurt van de Foppenplas, waar je vanzelf uitkomt als je stuurboord uit de Noordvliet of de Boonervliet op vaart. Deze Vlieten eindigen beide bij een sluis: de Noordvliet bij de Monstersche sluis en de Boonervliet bij een spuisluis. Een voorloper van de Monstersche sluis stond aan de wieg van Maeslantsluys, tegenwoordig Maassluis. Petra vertelt enthousiast: “Volgend jaar gaat die sluis weer open. Dat wordt al jaren geprobeerd en is nu gelukt. De sluis zal worden gedraaid door vrijwilligers. Die zijn er inmiddels voor opgeleid en staan natuurlijk te popelen. Dan hebben we er hier weer een toegang tot de Maas bij!”

Foppenplas en Bommeer

De Boonervliet loopt via de Foppenplas en de Noordvliet loopt er vlak langs. De plas is er nog niet zo lang. Het is het deel van de Foppenpolder dat in 1989 onder water is gezet voor de


120 VA A R R O U T E Veel recreatie in de omgeving van historisch Schipluiden.

waterrecreatie. Vlakbij de kleine Foppenplas ligt een zo mogelijk nog kleiner meertje, het Bommeer. Dat noemt men soms ook ‘de’ Bommeer, omdat het vroeger de ‘Boumare’ heette. Het meertje bestond al in de vroege middeleeuwen, al voordat in de 14e eeuw de vlieten werden gegraven. Het gebied rond de Foppenplas is onderdeel van het natuurgebied Vlietlanden, dat in beheer is bij Natuurmonumenten. Petra is daar wel blij mee: “Het betekent in ieder geval een halt aan oprukkende industrie. Van mij mag het zo blijven!” Als je al varend om je heen kijkt merk je aan het water geen verschil tussen een eeuwenoud meer en een piepjonge plas, maar interessant is het wel.

Fietsgebied

Het gebied rond Vlietlanden en de Vlaardingervaart trekt niet alleen de watersporter, het is ook populair bij fietsers. De vele oversteekmogelijkheden maken er een gevarieerde fietstocht mogelijk: tussen het Bommeer en het gebied naast de Vlieten vaart de veerpont De Kwakel en voor de oversteek over de Vlaardingervaart ligt een kabelpontje klaar dat passanten met de hand kunnen bedienen. Aan de populariteit draagt ongetwijfeld bij dat beide veren gratis zijn. Schippers zonder vaarbewijs behoeven zich over de ponten geen zorgen te maken, de sfeer is zo gemoedelijk dat het je niet eens zou lukken om ermee in de problemen te komen. Ook op het water tref je fietsers aan, die voor de afwisseling een kano of roeiboot hebben gehuurd. De fietsers bevinden zich daarnaast massaal op het terras van ’t Jachthuis aan de Foppenplas. Ook wij leggen daar even aan. Het koelwater van de motor spuit het terras op, dus zetten we snel de motor uit. Op minder dan 1 meter van onze boot vinden we een leeg tafeltje. Het terras blijkt een unieke ligging te hebben en een

aangename menukaart. We laven ons er uitgebreid, onder meer aan het uitzicht.

Haven van Vlaardingen

Voordat we naar Schipluiden gaan wil Petra ons nog even de haven van Vlaardingen laten zien. “Ook daar zijn volop mogelijkheden om een hapje te eten, want die ligt midden in de stad.” Terwijl we de Vlaardingervaart verder af varen, passeren we een opvallend groot aantal jachthavens of watersportverenigingen. “Als je niet naar de Maas wilt of durft ben je hier aangewezen op het gebied rond de Foppenplas,” zegt Petra. “Snap je nu waarom het hier in een zonnig weekend druk is?” Na verloop van tijd komen we aan bij een kleine sluis: de Vlaardinger Driesluizen. Een wat wonderlijke naam die goed weergeeft dat de sluis drie eerdere sluizen vervangen heeft. De haven van Vlaardingen heeft een eigen waterniveau, waar de Vlaardinger Driesluizen je naar toe tilt. De sluis wordt bediend vanaf de Buitensluis Vlaardingen, die naar de Maas voert. “Tot voor kort was dit een automatische sluis. Je gooide 2 euro in een automaat en dan werd je automatisch maar supersloom geschut. Niks voor ongeduldige mensen, want als je iets te vroeg was, ging hij in storing en moest je wachten op de monteur.” Vanaf de sluis ben je snel in de haven, al of niet na opening van de toegangsbrug. Aanlegplaatsen zijn er te over, maar de terrassen liggen wel wat verder van je boot. Je ziet onmiddellijk dat de haven dichtbij zee is, want er liggen ook volop grotere schepen.

Schipluiden

Nadat we onze ogen de kost hebben gegeven, varen we terug. Omdat we dat aan de sluiswachter hadden gemeld, staat het


121 VA A R R O U T E

water van de Vlaardinger Driesluizen al aan onze kant. We varen de Vlaardingervaart in omgekeerde richting af. Doordat we de Botlek nu achter ons hebben, stellen we tevreden vast dat we geen enkele horizonvervuiling meer hebben. Aan het einde van de vaart varen we de ontzettend aantrekkelijke dorpskern van Schipluiden binnen. In dit plaatsje is de oudst bekende permanente nederzetting van ons land opgegraven, die van voor 3000 v. Chr. dateert. Daarna duikt pas in het jaar 1083 de naam ‘Schipleda’ voor het eerst weer op. Ook de fundamenten van het kasteel de Keenenburg zijn nog altijd in Schipluiden te vinden. Willem van Oranje wilde in 1570 dat het kasteel gesloopt zou worden, zodat de oprukkende Spanjaarden er niets aan zouden hebben. Maar Willem was er te laat mee, waardoor Delft van hieruit door de Spanjaarden werd belegerd. Varen door dit dorpje voelt als een authentieke beleving, de dorpskern ademt de sfeer van vroeger uit alle poriën en bekoort iedereen die er doorheen komt. Toch is het er door

de relatieve onbekendheid rustig. Eigenlijk zouden we dat zo moeten zien te houden. Petra glundert. “Je snapt nu wel waarom ik dit voor het laatst wilde bewaren!”

Gaag

Om weer op het Rijn-Schiekanaal te komen varen we de Gaag af richting Delft. Daarbij varen we over de A4 via het Gaagaquaduct. We passeren manege Chardon; de naam komt ons bekend voor van de man die altijd kampioen wordt met achtspannen. Een drietal lage bruggen wordt soepel geopend vanuit de centrale in Vlaardingen. “Meestal hoef je je alleen voor de eerste te melden,” legt Petra uit. “Ze weten dan dat je eraan komt en zien je op de camera.” De Gaag gaat bij Delft over in de Buitenwatersloot en de Westsingelgracht; de enige stadsgrachten waar je met een dieselmotor mag varen. De vaartocht van vandaag eindigt inderdaad een stuk leuker dan hij begon: op een terras in de passantenhaven van Delft.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.