ZAAN
DE V ER K E N N I NG
ALKMAAR
AMSTERDAM
ZAAN Van Amsterdam naar Alkmaar kun je natuurlijk het Noordhollandsch Kanaal nemen. Maar een veel leukere vaarweg is de Zaan. Die voert dwars door de Zaanstreek en dat gedeelte van ons land staat bol van de historie. Zo'n tsaar kwam er natuurlijk niet zomaar kijken … TEKST EN BEELD PIM VAN DER MAREL
118
119
DE V ER K E N N I NG
ZAAN
ZAANEILAND Al snel doemt voor ons een eiland op. Dat is het voormalige William Ponteiland dat is ontstaan bij het rechtdoor graven van het Zijkanaal. Wat er destijds aan land overbleef is in gebruik genomen door de houthaven en met name door houthandel William Pont, vandaar de naam. Na het verdwijnen van de houthaven - rond de jaren 90 van de vorige eeuw - werd het een wooneiland en kreeg het zijn nieuwe naam. Achter dit Zaaneiland bevinden zich twee jachthavens. Aan de bakboordzijde van het eiland liggen in de Oude Haven bejaarde binnenvaartschepen afgemeerd. Het stadhuis van Zaanstad staat hier vlakbij en is vanaf het water goed zichtbaar. Het gebouw is een soort van compilatie van traditionele Zaanse huisjes en daardoor een kleurrijke mengelmoes van nieuw en oud. Jannine vindt het er wel lollig uitzien : 'Mooi dat die architect dat zo heeft weten te realiseren!'.
'De Kleine Sluis van nu heette vroeger de Groote Sluis'
ONTSTAAN De Zaan is tot stand gekomen door het water tussen twee dammen in te dijken. Aan die dammen herinneren de namen Zaandam en Knollendam. Met die afsluitbare dammen kon je de waterstand reguleren bij zware stormen. Door lintbebouwing langs de waterloop tussen de dammen zijn dorpen ontstaan als Krommenie, Wormer, Zaandijk, Koog aan de Zaan en Zaandam. In de tweede helft van de 20e eeuw zijn die opgegaan in Zaanstad. In 1547 wordt in 'de' Zaandam de Hondsbossche Sluis in gebruik genomen. Die is bedoeld om de materialen voor de Hondsbossche Zeewering aan te voeren. Maar door de bloei van de Zaanstreek wordt het de belangrijkste aanvoerpoort naar dIt achterland. In 1722 is de sluis lek en kapot. Maar het welvarende gebied kan deze toegangspoort absoluut niet missen. Er komt
120
binnen de kortste keren een nieuwe sluis : 28m lang en iets breder dan 5m. Voortaan heet deze de Groote Sluis of - soms - de Grote Hondsbossche Sluis.
VOORZAAN
JA, ZELFS WALVISVAARDERS De Zaanstreek is één van de oudste
Het vaarwater van de sluis naar het oude IJ heette de Voorzaan. Die is rechtgetrokken naar het Noordzeekanaal toen deze werd aangesloten op het nieuwe Zijkanaal G. En het is dit Zijkanaal dat we vandaag zoeken als we het Noordzeekanaal komen afvaren. We zitten met de waterkaart op schoot maar dat blijkt een overbodige actie : het bord met 'welkom in Zaanstad' bij de ingang is moeilijk te missen. Te gast vandaag in mijn boot is Jannine, die interesse heeft in de historie van de Zaanstreek. Monter vanwege de uitstekende weersomstandigheden gaan we stuurboord uit het Zijkanaal G op.
industriegebieden van Europa. Zeevaart, scheepsbouw, zagerijen en andere soorten handel en nijverheid brachten er een bloeiende economie tot stand. Tsaar Peter de Grote kwam er persoonlijk de scheepsbouw bestuderen. Belangrijk waren de houtverwerking en de voedingsmiddelenindustrie. In die tijd werd deze streek betiteld als de 'provisiekast' van Nederland. Zelfs de walvisvaart werd op serieuze schaal beoefend. In het begin van de 18e eeuw waren hier 600 molens in bedrijf. Later werden deze molens vervangen door stoommachines. Tot op de dag van vandaag zijn sommige van de grote bedrijven die daaruit voortvloeiden hier nog steeds te vinden.
121
DE V ER K E N N I NG
We varen het eiland voorbij en zien voor ons twee sluizen opdoemen : een grote en een kleine. Grappig is dat de kleine de eerder genoemde Groote Sluis is. Het belang daarvan is in de loop der eeuwen enorm geweest, maar er is nauwelijks cijfermateriaal van beschikbaar. Aan het eind van de 19e eeuw - toen het Noordhollandsch Kanaal al een halve eeuw in gebruik was - werden er jaarlijks nog altijd een kleine 20.000 schepen door geschut. In die tijd nemen de afmetingen van binnenvaartschepen op stoomkracht sterk toe. De industrie van de streek bloeit dan nog steeds en veroorzaakt steeds meer vaarbewegingen. De beperkte capaciteit van de sluis wordt een zodanig probleem dat er rond 1900 een grotere naast wordt gebouwd, de Wilhelminasluis. Vanaf die tijd wordt de tot dan toe Groote Sluis aangeduid als Kleine of Oude Sluis.
Lekkere trek aan boord.
Het industrieel
'De 'meisjes van Verkade' zijn gerestyled naar moderne zelfbewuste dames' 122
We zijn dan ook geenszins verrast dat de Zaan een brede vaarweg blijkt te zijn. Na korte tijd duikt aan bakboorzijde de Verkadefabriek op. In 1886 begon de eerste Verkade hier, in het begin nog onder de naam 'De Ruyter'. Tegenwoordig is Verkade een onderdeel van de Pladis group, een worldwide koek- en chocoladebedrijf. De nieuwe aandeelhouders hebben de bekende 'meisjes van Verkade' gerestyled naar moderne zelfbewuste dames. Vanaf het water kijk je op het prachtig gerestaureerde fabrieksfront met de Verkadetoren. We genieten er even van en laten de vaarweg ons daarna slingerend door het voormalige Koog aan de Zaan voeren. De traditioneel sterk industrieel georiënteerde oevers van de Zaan maken er plaats voor woningen met een fraaie ligging aan het water. We passeren de Coenbrug en het stevig verontreinigde schiereiland De Hemmes. Ook hier moeten woningen komen dus er staat een forse sanering op het programma. Overigens heeft de Coenbrug in mei 2021 schade opgelopen en kan sindsdien niet meer open. Dat gaat in elk geval
In 1965 wordt ze buiten gebruik gesteld. Haar life cycle vormt een prachtige metafoor voor hoe het de gehele industrie in dit gebied vergaan is. Maar de buitengebruikstelling blijkt toch niet geheel definitief. Door de renovatie van de Wilhelminasluis in 2014 moet de Kleine Sluis noodgedwongen weer in functie worden hersteld. Sindsdien wordt de sluis bemand door vrijwilligers en is het een uitgelezen kans voor pleziervaarders om je te laten schutten door een drie eeuwen oud geval. Bij de sluis horen ook een stokoud sluismeester- en een accijnshuisje. De muren worden opgesierd met de wapenstenen van een dijkgraaf en het hoogheemraadschap. Aan deze originele wapenstenen is de ouderdom af te zien. Je historisch besef wordt extra getriggerd door de traditionele manier waarop de
sluisdeuren in beweging moeten worden gezet. Jannine is er beduusd van : 'Alsof de tijd hier volledig stil heeft gestaan!'
ZAAN Hoewel de Zaan nog geen 14 kilometer lang is, vormt ze een belangrijke vaarroute voor de beroepsvaart tussen het Noordzeekanaal, de Zaanstreek en de kop van Noord-Holland. De provincie heeft al geruime tijd het programma Vaart in de Zaan! in uitvoering. Het moet de vaarweg bevaarbaar maken voor zogenoemde Grote Rijnschepen (schepen van CEMT-klasse Va met een lengte, breedte resp. diepgang van maximaal 110m, 11,4m en 4m). Onder het programma vallen onder meer de vervanging van bruggen, het uitbaggeren tot 5m diepte en de renovatie van de Wilhelminasluis.
Voor de stoommachine onmisbaar voor de houtzagerij: een molen.
nog tot eind 2023 duren. Schepen met een doorvaarthoogte boven 6m20 zullen een andere vaarweg moeten kiezen.
ZAANSE SCHANS Als we aan stuurboord molen De Ooijevaar voorbij varen en onder de Julianabrug door zijn, ontvouwt zich in volle glorie een
molenlandschap voor ons. Deze Zaanse Schans is een aangelegd openluchtmuseum. De naam is ontleend aan een versterking die watergeus Diederik Sonoy in de 16e eeuw bouwde om de Spanjaarden te kunnen bestrijden. Maar de houten Rijksmonumenten en de bewaard gebleven industriemolens zijn er pas in de jaren 60 van de vorige eeuw naartoe verplaatst. Daardoor is het een soort van
SLUIZEN
Hollandser dan dit wordt het niet.
123
ZAAN
DE V ER K E N N I NG
LASSIE Doorvarend komen we in Wormerveer bij de Zaanbrug die in het kader van het programma Vaart op de Zaan! op de nominatie staat te worden vernieuwd en vooral verbreed. Vlak voor de brug torent aan stuurboord de Lassie-fabriek hoog naast ons op. Voortgekomen uit een gortpellerij van 1893 en een latere havermoutfabriek is het 'bijproduct' rijst na de oorlog de hoofdrol gaan spelen. De merknaam Lassie staat er sinds al 1957 op. Dit merk wordt overigens alleen in Nederland gevoerd. Het bedrijf is anno nu onderdeel van Ebro, een multinational in food. Leuk is dat de productie nog altijd hier plaatsvindt, in de - fraai gerestaureerde - fabrieksgebouwen van meer dan een eeuw oud.
Industrieel erfgoed hergebruikt als woningen en broedplaatsen.
architectonisch reservaat voor de houtbouw in deze streek geworden. Je vindt er onder meer een scheepswerf, bedrijven waar oude ambachten worden beoefend, de museumwinkel van Albert Heijn, talloze andere musea en veel typisch Zaanse houten huizen. Maar vanaf het water domineren de molens het geheel. Het is er overigens opvallend rustig. Door de pandemie is het museum niet overstroomd met de gebruikelijke Aziatische belangstelling. We geven onze ogen goed de kost bij 'het jonge schaap'. Dit is een replica uit 2007 van een houtzaagmolen waarvan de maten exact bewaard zijn gebleven. Ook aan de overkant van het water is er volop rekening mee gehouden met hoe traditionele Zaanse huizen eruit horen te zien. Het geheel doet daardoor geen afbreuk aan het openluchtmuseum. Jannine is er wel over te spreken: 'Dat doen ze goed hier!'.
124
ADELAAR Hoewel we ons nauwelijks een fraaier uitzicht dan de molens kunnen voorstellen zijn we even later toch aangenaam verrast met een fabriek aan bakboord in Wormerveer. Op de bij het complex behorende watertoren staat een reusachtige adelaar. Het beest is van gewapend beton en is de opvolger van een metalen versie die er al voor 1900 stond. De vogel was in het verleden het beeldmerk van de gelijknamige fabriek, die destijds met 'zeepziederij' werd aangeduid. Ook Jannine is verrast: 'Meestal hebben adelaars iets met Duitsland te maken en dat is hier dus helemaal niet zo!'. In de praktijk werd de vogel natuurlijk vooral een baken voor de beurtschippers op de rivier. Anno nu is het zeepbedrijf ingeschoven bij de naastgelegen vettenfabriek en is de toren een Rijksmonument waarin creatieve bedrijfjes hun domicilie hebben gevonden.
'De vaartocht is een doorlopend lesje industrieel erfgoed' PAKHUIZEN
Ook rijst ontbreekt niet in de 'proviandkast van Nederland'.
Meteen na de Zaanbrug hebben we aan stuurboord de voortzetting van de prachtig gerenoveerde pakhuizenrij die eindigt bij de voormalige rijstpellerij Hollandia. Landen waar de rijst vandaan kwam namen in de 20e eeuw het rijstpellen zelf ter hand. Dat maakte een einde aan het businessmodel van de pellerijen hier. Maar de pakhuizen zijn fraai gerestaureerd en je kunt er
bijvoorbeeld ook gewoon kantoorruimte huren. Jannine vindt het mooi: 'Dit is toch een prachtig staaltje van wat je met oude industriële gebouwen kunt doen!'
SLOT We passeren de Zaanbrug en hopen dat de nieuwe brug minstens even fraai zal zijn als deze. In de richting van Oost-Knollendam varend blijken we de meeste bezienswaardigheden achter de rug te hebben. Vrolijk stellen we vast dat we de Zaan weten te waarderen. Het is een geslaagde mix van verschillende ingrediënten. Eigenlijk is de vaartocht te typeren als een doorlopend lesje industrieel erfgoed met een openluchtmuseum als hoogtepunt! ◼
125